Zouteriks - genealogie

zoon JAN die hij heeft verwekt bij HEIJLWICH dochter van WILLEM
SUETRICKS al zijn onroerend bezit over, waar zich dat ook bevindt,
maar WOUTER kan dit besluit wel herroepen en dat kan WOUTER
doen zonder dat iemand daar bezwaar tegen kan maken, datum op Sint
Maartensdag 1497, getuigen GOOSSENS en SCHOOT.
6-3-1533 Testament (RA Oirschot Inv 131c akte 110 folio 31, 31v):
HEIJLWICH dochter van WILLEM SUETRICKS gezond van lijf en
leden en in het bezit van haar verstandelijke vermogens maakt hierbij
haar testament op. Ze herroept alle eerdere testamenten of dokumenten
die ze tot nu voor enige officeel of privaat persoon heeft gemaakt en
wenst dat alleen dit huidige testament wordt uitgevoerd. Ze beveelt
haar ziel zodra ze is overleden aan bij de Almachtige god en diens
moeder Maria en haar patroon Sint Petrus en wil dat men haar lichaam
in de kerk van Oirschot zal begraven en daarvoor vermaakt ze de
fabriek van de Sint Peterskerk een bedrag van 2 en een halve
Karolusgulden, na haar dood te voldoen. Vanwege eventuele begane
onrechtvaardigheden vermaakt ze aan de fabriek van de Sint
Lambrechtskerk 1 stuivers eens, na haar dood te betalen. Verder wil ze
als troost voor haar ziel, na haar dood een brooduitdeling doen
plaatshebben aan de arme mensen en men moet een behoorlijke
uitvaart voor haar doen. Ze wil dat haar schulden en kerkerechten
worden betaald uit haar meest courante middelen, die ze zal nalaten en
omdat ze niet veel geldmiddelen heeft en ze bevreesd is, dat daaruit
niet haar uitvaart of de spinde (brooduitdeling) etc. betaald kan wordn,
wil ze dat daarom haar natuurlijke zoon JAN een deel van haar erfelijk
bezit verkoopt, voor zover dat die voor die kosten nodig is en wel een
jaarlijkse rente van 3 Karolusguldens aflosbaar met 50 gulden.
Daarvoor is JAN wel gehouden de uitvaart en de kerkerechten etc. te
betalen. Verder vermaakt de testatrice aan haar naaste erfgenamen die
elk 5 stuivers eens en wil dat die daarmee van haar nalatenschap
worden uitgesloten. Verder vermaakt HEIJLWICH louter als gift een
haar natuurlijke zoon JAN verwekt bij WOUTER VAN DE
MEREVEN al haar andere bezittingen, van welke aard dan ook, en
waar die ook gevonden zullen worden, die daarvan alleen het
vruchtgebruik krijgt, behalve als JAN zelf wettige kinderen krijgt, dan
krijgt JAN daarvan het erfrecht ook en mag dan met het bezit doen wat
hij wil. Maar als JAN komt te overlijden zonder wettig nageslacht dan
zal het overblijvende bezit dat JAN nog niet heeft verkocht of belast,
weer versterven op haar wettige erfgenamen, waarbij de dode hand met
de levende moet delen. De testatrice wil, dat dit als haar testament
wordt beschouwd en men dient het ook als zodanig uit te voeren, ook al
zou er daarbij niet aan alle gerechtelijke voorwaarden zijn voldaan of
in tegenspraak zijn met sommig erfrecht. Ze behoudt zich het recht
voor om dit later te wijzigen, zo vaak ze wil. Opgemaakt te Oirschot in
het bisdom Luik, in het huis van ANTONIS DIRCK CORSTIAENS
(VAN DE VELDE) op de opkamer daar om 8 uur voormiddag op 6
maart 1533, volgens Luikse tijdstijl, getuigen BELART en GOESSEN
22-1-1535 Overeenkomst (RA Oirschot Inv 132a akte 22 folio 8, 8v):
JAN WOUTERS VAN DE MEREVEN die erfgenaam is van zijn
Adrichem, mail
13 juli 2008]
48