You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tony Viola<br />
Antonius Adrianus ‘Tony’ Viola<br />
Rotterdam, 26 september 1935 - Rotterdam, 16 oktober 2008<br />
Op 20 oktober 2008 werd onder grote publieke<br />
belangstelling drummer Tony Viola<br />
begraven op de Algemene Begraafplaats<br />
Crooswijk. Indrukwekkend was de laatste<br />
groet van zijn collega-slagwerker<br />
John Engels die, nadat vrijwel iedereen<br />
was vertrokken, eenzaam afscheid nam<br />
van zijn oude jazzvriend. Tony wist als<br />
kind al dat hij drummer zou worden.<br />
Het werd hem sterk afgeraden vanwege<br />
zijn klompvoeten. Tony zette door en hij<br />
ging slagwerk studeren bij de socialistische<br />
harmonievereniging Tot Steun in<br />
de Strijd en het conservatorium aan de<br />
Mathenesserlaan. Buurtgenoot en pianist<br />
Ruud Kuyper bracht hem in aanraking met<br />
de jazzmuziek. In de bebopkelder onder<br />
het café Trianon aan de Groene Hilledijk<br />
leerde hij de Rotterdamse saxofonisten<br />
Toon van Vliet, Karel Reys, Sander Sprong<br />
en Piet Noordijk kennen. De laatste nodigde<br />
hem uit voor zijn nieuwe kwartet met<br />
contrabassist Jan Fens en Ruud Kuyper.<br />
Viola werd een veel gevraagde slagwerker<br />
bij het Green Swan Sextet, The Millers, het<br />
orkest Malando, de bigband van Piet van<br />
Dijk en het Kwintet van Piet Noordijk. Tony<br />
kreeg een halfjaarcontract voor optredens<br />
in Zweden, maar hij bleef er uiteindelijk<br />
zeven jaar. Hij werkte met de in Zweden<br />
mateloos populaire Nederlandse zanger<br />
Cornelis Vreeswijk en de baritonsaxofonist<br />
Lars Gullin. Na huwelijks problemen<br />
keerde hij terug naar Nederland en hij<br />
belandde in de theaterwereld (o.a. de<br />
musical Anatevka). In 1973 had hij een<br />
engagement met vibrafonist Coen van<br />
Nassau en Piet le Blanc bij de Holland<br />
Amerika Lijn op de Statendam.<br />
Tony woonde een half jaar in New York<br />
en hij ontmoette in The Big Apple de<br />
wereldberoemde drummer Art Blakey,<br />
die zich verbaasde over de techniek die<br />
Tony met zijn klompvoeten zich eigen<br />
had gemaakt. Na Tony’s terugkeer naar<br />
Nederland in 1974 werd hij slagwerker bij<br />
Robert Long en Toon Hermans. In 1975<br />
dook hij op in een rolletje als straatmuzikant<br />
in Frans Weisz’ film Rooie Sien. Van<br />
1978 tot 1998 was hij muzikaal begeleider<br />
bij de Rotterdamse Dansacademie. Tony<br />
werkte bij talrijke producties van het<br />
RO-Theater, maar hij werd in Rotterdam<br />
echt wereldberoemd als schnabbelaar in<br />
het cafécircuit. Jarenlang verzorgde hij<br />
de zondagmiddagjazz in café De Consul<br />
met pianist Fred van Zegveld en bassist<br />
Dolf del Prado. Tony was de ontdekker<br />
van ‘Brush-art’. Hij schilderde op de muziek<br />
van zijn favoriete drummers met in<br />
verf gedoopte brushes. Een chronische<br />
schouderblessure als gevolg van een<br />
val van de stoep van zijn woning aan de<br />
Wolphaertsbocht dwong hem te stoppen<br />
met drummen. In 2001 maakte Anneloek<br />
Sollart een documentaire over zijn leven,<br />
getiteld Boom Boom Viola. John Engels,<br />
sinds eind jaren vijftig Tony’s vriend, was<br />
op 27 februari 2008 de muzikale spil tijdens<br />
de eenmalige uitreiking van de ‘Tony<br />
Viola Award’ in café Ari. Zeven maanden<br />
later stond hij aan het graf van zijn markante<br />
jazzgabber, die op 16 oktober was<br />
overleden.<br />
Louise ‘Poeki’ Lagerweij<br />
(Rotterdam, 28 december 1942)<br />
Autodidact. Specialiteit: pasteltekeningen<br />
en portretten van jazzmusici.