03.01.2023 Views

download (1)

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

J ANA W IJNSOUW EN M ARJAN STERCKX

Net zoals het geval was voor de vrijstaande, publieke sculptuur op de Expo,

werd ook de decoratieve aankleding van de paviljoenen minder frequent door

niet-Gentenaars uitgevoerd. Bijvoorbeeld het centrale eresalon in de rechtervleugel

van het Paleis der Luxe-industrieën in de Belgische sectie was gedecoreerd

met reliëfs, muurschilderingen en beeldhouwwerk van de Brusselaars Charles

Samuel (1862-1938), Camille Sturbelle (1873-1944) en Jacques Marin (1877-

1950). 80 Het paviljoen van de Stad Brussel op zijn beurt was bekleed met een

eclectische mix van replica’s van negentiende-eeuwse gevelsculpturen op het

Brusselse stadhuis die waren vervaardigd door beeldhouwers uit alle hoeken van

het land, onder wie Charles-Auguste Fraikin, Thomas Vinçotte, Jacques en

Joseph Jaquet, Egide Rombaux, en ook George Minne. 81

De interieurs en exterieurs van de buitenlandse paviljoenen waren meestal wel

door kunstenaars afkomstig uit dat land gedecoreerd. In de leeszaal van de Britse

afdeling waren negen wandpanelen te zien met voorstellingen van de Arbeid in

tempera en vijftien ingekaderde etsen van Frank Brangwyn (1867-1956), die

evenwel een band had met België. 82 In het Eresalon van het Nederlandse paviljoen

stond een religieus altaar-retabel uit 1890-1909 door Hendrik Van der

Geld (1838-1914) dat werd bekroond met een ‘Diplôme de Grand prix’. 83 Het

Perzische paviljoen dan weer was wel gedecoreerd door Gentenaars: de broers

Cornelis, zij het met imitaties van polychrome muurschilderingen met motieven

uit moskeeën en Achaemenidische paleizen. 84 Het Duitse paviljoen, dat voor

controverse zorgde wegens zijn moderne, strakke stijl, was verfraaid met een

80

Exposition universelle et internationale de Gand en 1913. Groupe II: Beaux-arts. Oeuvres modernes, 1913, pp.

99-104; Salon d’honneur d’art monumental belge, Exposition universelle et internationale Gand, Gent, 1913,

z.p.; Capiteyn, Gent in Weelde Herboren, p. 135; Cf. Sterckx en Wijnsouw, ‘Kunsttentoonstellingen op de

Gentse Expo in 1913’.

81

Sinds de restauratie in 1841 werden in verschillende fases beelden toegevoegd aan de gevels van het Brusselse

stadhuis. Hierdoor vormt het geheel een eclectische mix van sculpturen, uitgevoerd door de grootste

Belgische beeldhouwers uit de tweede helft van de negentiende eeuw. (Capiteyn, In Weelde Herboren, p.

158; J. Van Lennep, De 19 de -eeuwse Belgische beeldhouwkunst, 2 vols., Brussel, 1990, p. 159.)

82

Brangwyn werd uit Engelse ouders te Brugge geboren. Tijdens zijn kindertijd verhuisde hij samen met zijn

ouders terug naar Engeland, waar hij zich op diverse kunsttakken richtte. Naast zijn aanwezigheid op de

Gentse Wereldtentoonstelling, exposeerde hij in 1936 meer dan 420 werken in Brugge. De decoratie door

Brangwyn op de Expo in Gent is te zien op een afbeelding uit de collectie van het Stadsarchief Gent: SAG,

Fototheek, reeks VI, 51; De Smet, ‘Les Beaux-Arts à l’Exposition de Gand,’ p. 4; Ghent Exhibition 1913.

British Official Catalogue, II. Ceramics, Furniture and Decoration, Londen, 1913, p. 6; Capiteyn, In Weelde

Herboren, p. 138; A. Windsor, ‘Brangwyn, Sir Frank William (1867–1956)’, Oxford Dictionary of National

Biography, Oxford, 2004, online editie (http://www.oxforddnb.com/view/article/32046), geraadpleegd

31 januari 2013.

83

Capiteyn, In Weelde Herboren, p. 141.

84

Ibidem, p. 141.

220

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!