klik hier voor het complete programmaboekje van Assendelft - NRPS

Het gebruik van een martingaal, springschoenen, peesbeschermers en andere
hulp- of beschermingsmiddelen is niet toegestaan. Het gebruik van een vierkant
schabrak of in zadelvorm is wél toegestaan. Bij voorkeur dient het paard
gepresenteerd te worden met een gewone gladde teugel.
Belangrijk is dat het harnachement past bij het paard.
Nadat alle deelnemers op catalogusvolgorde in stap op de rechterhand zijn
binnengekomen, moet er opgesteld worden op de A-C lijn met het hoofd
richting publiek c.q. jurywagen. De jury zal dan aan de rechterkant beginnen
met de individuele inspectie. Hierbij wordt het paard/pony bekeken op zijn
exterieur en eventuele beengebreken. De jury geeft, wanneer zij het paard
voldoende heeft gezien, de aanwijzing "Paardlengte voorwaarts". Daarna
dient u weer halt te houden. De jury komt nu bij het volgende paard en zal dus
op deze wijze alle paarden individueel beoordelen. Daarna geeft de ringmeester
het commando "voorwaarts in stap op de rechterhand". Hierbij wordt
gelet op de souplesse en ruimte in de stap.
Belangrijk is dat het paard de kans krijgt zich zo natuurlijk mogelijk te bewegen.
De ringmeester zal op aanwijzing van de jury het commando "in draf
overgaan" geven waarna alle deelnemers de draf dienen te tonen. Belangrijk is
dat de catalogusvolgorde aangehouden wordt en dat er in een zo groot
mogelijke baan om de jury heen gereden wordt. De draf wordt beoordeeld op
regelmaat, balans, tact, draagkracht en achter-beengebruik. Uiteraard is de
schoudervrijheid een belangrijk beoordelingscriterium. De paarden hoeven niet
getoond te worden als in een dressuurproef maar een zadelrubriek mag ook
geen racepartij worden.
Ideaal is wanneer de paarden nageeflijk en met een lichte aanleuning getoond
worden. De jury geeft daarna de ringmeester het sein dat het commando "in
galop overgaan" gegeven kan worden. Ook hier geldt weer dat er gekeken
wordt naar de zelfhouding in galop, ruimte van de galopsprong en het onderbrengen
van de achterhand. We zien graag een ruime goed voorwaartsopwaarts
gesprongen galop, waarbij de achterhand goed ondergebracht wordt.
De galop wordt nogal eens getoond in een te hoog tempo en dat komt de
bewegingsvorm dan niet ten goede. Degene die het hardst loopt, komt lang niet
altijd bovenaan.
Na de galop geeft de ringmeester het commando "in draf overgaan". Wanneer
iedereen draaft, volgt het commando: " Bij nr. 1 te beginnen over de
diagonaal van hand veranderen". Zowel de draf als galop worden nu op de
linkerhand getoond.
Wij willen nogmaals benadrukken dat het rijden van een zadelrubriek géén
12