21juli bis.indd - Defensie

Un jubilé musical
Muzikale jubilarissen
Cette année, les trois musiques militaires fêteront
leur jubilé 175/60/60. Pour fêter ce grand
événement, elles vont se faire entendre!
Dit jaar vieren de drie militaire harmonieën hun
jubileum 175-60-60. Om dit feest luister bij te
zetten, laten de koninklijke muziekkapellen dit
jaar extra van zich horen.
La musique royale des Guides, l’aînée, a presque l’âge de notre
pays. Née “Musique particulière du Roi” à la fin de l’été 1832,
elle a bien grandi pour devenir, la première musique militaire
du pays avec un grand orchestre d’harmonie composé de 84
musiciens et un corps de 22 trompettes de cavalerie et dont la
ville marraine est Coxyde.
Le 16 juin, le chef de musique François De Ridder est décédé au
cours d’une intervention menée dans le cadre de son activité
comme pompier volontaire.
Le 1er juillet 1947, la musique de la force navale prend le large.
Composée de musiciens issus, pour beaucoup, de la force terrestre,
cette harmonie a pu imposer son style fait de sons classiques,
mais aussi de musiques de fi lm ou de variété. En 1997,
elle est baptisée musique royale de la Marine et est certainement
une valeur sûre du paysage sonore de notre pays. Hasselt
est sa ville marraine.
Apparaîssant tout d’abord sous l’appellation “musique de
Bruxelles”, elle prend son envol en 1947 pour devenir la musique
de la force aérienne. Composée de soixante musiciens
et d’un corps de dix trompettes, elle fournit de nombreuses
prestations tant en Belgique qu’à l’étranger et porte bien haut
les sonorités militaires. En octobre 1995, l’orchestre a reçu des
mains de Sa Majesté Albert II le titre de musique royale. Nivelles
et Berlaar sont ses deux villes marraines.
Organisés depuis 2005, les stages auprès des musiques militaires
ont déjà accueilli près de 150 jeunes de 14 à 18 ans.
Certains d’entre eux ont d’ailleurs participé à des prestations
publiques comme le défi lé du 21 juillet.
De Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen is bijna even oud
als ons land en is meteen de moeder van alle nationale muziekkapellen.
De band ziet het licht in de zomer van 1832 als de
Particuliere Muziekkapel van de Koning. Ze groeit uit tot de
eerste militaire muziekkapel van het land met een groot harmonieorkest
van 84 muzikanten en een trompetterkorps van 22
cavalerietrompetters. Hasselt is haar peterstad.
Op 16 juni kwam kapelmeester François De Ridder om tijdens een
ongeval bij een oproep van de vrijwillige brandweer van Asse.
Op 1 juli 1947 kiest de Muziekkapel van de Belgische Zeemacht
het ruime sop. Deze harmonie bestaat op dat moment voornamelijk
uit muzikanten van de landmacht en ontwikkelt een eigen stijl
met klassieke inslag, maar ook film- en variétémuziek. In 1997
krijgt de eenheid een nieuwe naam: de Koninklijke Muziekkapel
van de Marine. Absoluut een vaste waarde in onze contreien.
Koksijde is haar peterstad.
Ook in 1947 nam de Muziekkapel van Brussel een hoge vlucht,
om uit te groeien tot de Koninklijke Muziekkapel van de Luchtmacht.
Deze kapel telt zestig muzikanten en een tienkoppig
trompetterkorps. Het orkest treedt vaak op in België, maar ook
daarbuiten en voert graag de boventoon. In oktober 1995 verleent
Koning Albert II haar de titel ‘Koninklijke Muziekkapel’.
Nijvel en Berlaar zijn de petersteden.
Sinds 2005 organiseren de muziekkapellen jongerenstages. Tot
vandaag namen er al zo’n 150 jongeren van 14 tot 18 jaar aan
deel. Zelfs vandaag stappen de jonge muzikanten mee op in
het defi lé.
21 juli/juillet 2007 – 27 –