Bloed Zweet & Tranen
Bloed Zweet & Tranen
Bloed Zweet & Tranen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Sport in Amsterdam<br />
<strong>Bloed</strong><br />
<strong>Zweet</strong><br />
&<br />
<strong>Tranen</strong><br />
Nieuwe Openingen 7 | Dienst Ruimtelijke Ordening | Gemeente Amsterdam
Nieuwe Openingen 7<br />
Sport in Amsterdam<br />
<strong>Bloed</strong><br />
<strong>Zweet</strong><br />
&<br />
<strong>Tranen</strong><br />
Dienst Ruimtelijke Ordening | Gemeente Amsterdam
Woord vooraf<br />
Steeds meer mensen doen aan sport. 65 procent van de Nederlanders trekt er<br />
minstens één keer per maand op uit om te gaan sporten; in 2003 was dit nog<br />
61 procent, zo meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs. Tegelijkertijd<br />
verandert de sportbehoefte van de stedeling. Sport speelt zich niet meer exclusief af<br />
in het groen, maar heeft zich verplaatst naar de straat, de fi tnessschool of skatebaan.<br />
De hele stad is het speelveld geworden. Sport is verweven geraakt met mode, muziek,<br />
sociale klasse en leefstijl. Een stad die constant in beweging is vraagt om sportmogelijkheden<br />
die daarop inspelen.<br />
Deze uitgave van Nieuwe Openingen, een opiniërende reeks geschreven door<br />
medewerkers van Dienst Ruimtelijke Ordening (dro), waarmee wij beogen een<br />
inspirerende bijdrage te leveren aan het debat in het vakgebied, is deze keer geheel<br />
gewijd aan sport in Amsterdam. Sport in verenigingsverband en topsport. Sport<br />
op trapveldjes in het park, op de openbare weg en op of in het water. Oud en jong,<br />
olympisch kampioen of kampioen van de straat: iedereen moet kunnen sporten en<br />
de stad moet hen daartoe de gelegenheid bieden.<br />
‘Ambitie is mooi’, zei Freek de Jonge onlangs in het Parool toen hij werd geïnterviewd<br />
over zijn nieuwste theatershow die deels over topsport gaat. ‘Maar om je doel<br />
te bereiken moet je nietsontziend en gedisciplineerd zijn. En het lijkt wel of het in<br />
ons sportklimaat steevast ontbreekt aan de instelling om tot het uiterste te gaan.<br />
Het is vaak ‘nét niet’.’ En dat is ook wat volgens de auteurs van dit boekje – die hun<br />
bijdragen overigens allen op persoonlijke titel schreven – vaak het geval is als het<br />
gaat om het ruimtelijk beleid. Er gaat veel goed: Amsterdammers sporten veel en er<br />
is voor ieder wat wils, maar het kan altijd beter. En dat moet ook als we stoppen met<br />
dromen en er echt werk van gaan maken om in 2028 de Olympische Spelen naar<br />
Nederland te halen.<br />
Ik ben trots op deze Nieuwe Openingen; het zijn stuk voor stuk inspirerende<br />
artikelen die mij in elk geval al ‘nieuwe openingen’ hebben opgeleverd in mijn<br />
denken over het ruimtelijk sportbeleid in onze stad. Dank dus aan alle dro’ers die<br />
aan deze uitgave een bijdrage hebben geleverd. En ik wens alle lezers veel genoegen<br />
en minstens evenveel inspiratie toe.<br />
Klaas de Boer<br />
directeur Dienst Ruimtelijke Ordening<br />
gemeente Amsterdam
Remco Daalder<br />
Zonder sport geen stad<br />
Inleiding 6<br />
Bas van Leeuwen<br />
De stad als stadion<br />
Column 24<br />
Iris van der Helm en Lia de Lange<br />
Het kan beter en mooier<br />
Sportplekken in de<br />
Amsterdamse openbare<br />
ruimte<br />
34<br />
Zef Hemel<br />
Zien en gezien worden<br />
Sport in de ‘hoogere<br />
eenheid die stad heet’<br />
Kees Vernooij<br />
10<br />
Playground Amsterdam<br />
Planologie door de ogen<br />
van een fi etskoerier<br />
26<br />
Niek Bosch<br />
Ruimte voor sport<br />
De ontkoppeling van groen<br />
en sportvelden<br />
44
Remco Daalder<br />
Olympische schakel<br />
De Amsterdamse Sportas<br />
Kitty van der Linden<br />
Sport is lelijk<br />
Mariëtte van Baaren<br />
Amsterdam<br />
watersportstad<br />
56<br />
88<br />
72<br />
Nelleke Penninx<br />
Een tandje erbij<br />
Plannen als een topsporter<br />
Esther Reith<br />
Zwemrecords en<br />
hygiëne<br />
Het openbare zwembad in<br />
Amsterdam<br />
76<br />
64<br />
Nelleke Penninx<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen<br />
of: Ode aan de Zuidzaal<br />
Column 94
6 | Nieuwe Openingen 7
Inleiding<br />
De stad is voor het zoogdier mens een hoogst onnatuurlijke leefomgeving.<br />
Honderdduizenden jaren lang zwierven we in kleine groepjes over de Afrikaanse<br />
savannes. In steden wonen we pas enkele duizenden jaren. En pas enkele<br />
honderden jaren wonen we in enorme dichtheden in die stad. We wonen naast, op<br />
en onder elkaar, overal komen we elkaar tegen, dag of nacht, kantoor of Vondelpark,<br />
overal zijn mensen.<br />
Zonder sport geen stad<br />
Biologen hebben berekend dat<br />
gezien de grootte van de mens en<br />
zijn levenswijze er van nature hooguit<br />
honder duizend exemplaren van dit<br />
vreemde zoogdier in Nederland zouden<br />
passen. Zoveel zitten er alleen al in<br />
Amsterdam-Noord.<br />
Het leven in te hoge dichtheden roept<br />
onherroepelijk irritatie op. Als je veel<br />
dieren bij elkaar opsluit, dan worden<br />
ze gek omdat ze voortdurend moeten<br />
reageren op elkaar. Daar is een dier niet<br />
op gebouwd. In dierentuinen en laboratoria<br />
zijn daarmee ervaringen opgedaan.<br />
Zet je teveel apen, ratten of vogels bij<br />
elkaar dan gebeuren er de vreselijkste<br />
dingen. Agressie alom: moord en<br />
doodslag, kannibalisme, kinderen<br />
worden verwaarloosd of verkracht; geen<br />
moment rust, voortdurend strijd.<br />
Maar bij de mens gebeurt dit niet, of<br />
slechts een klein beetje. Amsterdam<br />
mag de meest criminele stad zijn van<br />
Nederland, de agressie tussen mensen<br />
onderling valt in het niet bij wat je ziet<br />
bij andere dieren. We hebben blijkbaar<br />
mechanismen gevonden om de agressie<br />
in te dammen die door de overvloed<br />
aan mensen wordt veroorzaakt. Eén<br />
mechanisme is dat van de handhaving.<br />
Wie iets verkeerd doet, wordt door de<br />
politie opgepakt en krijgt straf. Een<br />
tweede mechanisme is dat van het<br />
stoom afblazen.<br />
Wie in de stad leeft krijgt voortdurend<br />
prikkels uit zijn omgeving. Reclames<br />
roepen de wandelaar op iets te kopen,<br />
graffi ti vertelt hem dat een jonge<br />
Je kunt natuurlijk die vervelende fi etser ter plekke in elkaar meppen,<br />
maar dan komt de politie, dus daar heb je niks aan.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 7
kunstenaar om aandacht schreeuwt,<br />
hij moet opzij springen voor de tram,<br />
komt op het fi etspad terecht, een fi etser<br />
scheldt hem uit en steekt zijn middelvinger<br />
op, een aantrekkelijke vrouw<br />
glimlacht hem begrijpend toe: het is<br />
een bombardement van indrukken<br />
waardoor de wandelaar emotioneel<br />
wordt opgeladen. In de stad maakt de<br />
geest het lichaam voortdurend klaar om<br />
te vechten of te vrijen door de aanmaak<br />
van adrenaline en andere hormonen.<br />
Daar moet het lichaam iets mee. Die<br />
emotie, die agressie, moet eruit. Dat<br />
kan op allerlei manieren. Teveel<br />
drinken, naar de hoeren, houseparty’s,<br />
metalconcerten: de stad biedt velerlei<br />
mogelijkheden.<br />
Ontladen door lichamelijke inspanning<br />
is de beste manier om de adrenaline<br />
8 | Nieuwe Openingen 7<br />
weg te werken en geeft de meeste<br />
voldoening. Je kunt natuurlijk die<br />
vervelende fi etser ter plekke in elkaar<br />
meppen, maar dan komt de politie, dus<br />
daar heb je niks aan. Sport biedt een<br />
betere oplossing.<br />
Vroeger had je geen sport. Alleen de<br />
maatschappelijke toplaag had de tijd<br />
en het geld om iets aan lichamelijke<br />
inspanning te doen. De rest werkte<br />
zich kapot en had geen cent. Vroeger,<br />
dat is nog geen honderd jaar geleden.<br />
Het was de tijd dat mijn opa, geboren<br />
Kattenburger, in de Amsterdamse<br />
haven werkte als kolensjouwer. Zesdaagse<br />
werkweken, minstens tien uur<br />
werken per dag, balen van soms veertig<br />
kilo. Toch moesten die jongens nog<br />
agressie kwijt. ‘Zaterdags gingen we<br />
naar de Zeedijk’, vertelde mijn opa.<br />
� Nét na de wedstrijd!<br />
Freefi ght en kickboxgala<br />
bij Top Team,<br />
Beverwijk, oktober<br />
2008
‘En dan knokken. Wat wil je: er was verder niks. Geen TV, geen radio,<br />
geen sport. Vechten, dat was onze afl eiding.’<br />
‘Met een ploeg van een man of tien,<br />
allemaal bootwerkers. Dan zochten we<br />
ruzie met een ploeg mariniers, of met<br />
matrozen, of met Wittenburgers die er<br />
ook toevallig liepen. En dan knokken.<br />
Wat wil je: er was verder niks. Geen tv,<br />
geen radio, geen sport. Vechten, dat was<br />
onze afl eiding.’ Ook deze primitieve<br />
sportbeoefening kende volgens mijn<br />
opa zijn regels: ‘Alles ging met de blote<br />
hand, we gebruikten geen wapens.<br />
Had er eentje een boksbeugel of een<br />
mes dan sloegen we hem helemaal de<br />
vernieling in.’<br />
Met deze vorm van vermaak was het<br />
afgelopen zodra de korfbalvereniging<br />
svk werd opgericht, de sportvereniging<br />
Kattenburg. ‘Toen hoefden we niet<br />
meer naar de Zeedijk: we gingen naar<br />
de korfbalclub. Je rende je een ongeluk<br />
en je kwam nog mooie meiden tegen<br />
ook.’ De korfbalclub was ook een prima<br />
manier om als groep andere groepen<br />
te lijf te gaan. ‘We vochten niet meer<br />
letterlijk met de Wittenburgers, maar<br />
fi guurlijk, op het korfbalveld met een<br />
scheidsrechter erbij. Er werd toch nog<br />
weleens geknokt bij de wedstrijden<br />
natuurlijk, maar door de toeschouwers,<br />
nooit in het veld. Wij hadden het te<br />
druk met korfballen.’<br />
In de twintigste eeuw, de eeuw waarin<br />
Amsterdam qua inwonertal explodeerde,<br />
kwam de sportbeoefening tot grote<br />
bloei. Overal ontstonden korfbal-, voet-<br />
bal- en handbalverenigingen, vaak met<br />
een buurtkarakter. De jongeren konden<br />
hun agressie op vreedzame wijze kwijt,<br />
de ouderen werden scheidsrechter of<br />
gingen in de kantine staan.<br />
In de stad van nu is het buurtkarakter<br />
van sportverenigingen vrijwel verdwenen.<br />
Mensen blazen stoom af in<br />
fi tnesscentra of ze rennen zich een<br />
ongeluk als voorbereiding op de Dam<br />
tot Damloop. In een moderne stad is<br />
een grote behoefte aan trainingsfaciliteiten<br />
om stomweg de agressie eraf te<br />
sporten. Maar, ook de georganiseerde<br />
sport is aan een opmars bezig. In de<br />
stad zal steeds ook een grote behoefte<br />
zijn aan sporten in teamverband, want<br />
dat voldoet aan een andere wens van<br />
het sociale dier mens. De wens om met<br />
de eigen groep een andere, vijandige<br />
groep te verslaan. Aan die behoefte kan<br />
je voldoen door oorlog te gaan voeren<br />
of door op de Zeedijk matrozen in<br />
elkaar te meppen. Maar je kan er ook<br />
aan voldoen door bij de Volewijckers te<br />
gaan en tegen dwv te voetballen.<br />
Zonder sport in al zijn verscheidenheid<br />
kan de stad nooit zoveel mensen in<br />
zulke extreme dichtheden herbergen als<br />
hij nu doet. Zonder sport geen stad. �<br />
Remco Daalder<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 9
10 | Nieuwe Openingen 7
Sport en groen zijn van oudsher met elkaar verbonden. Dat is de afgelopen jaren<br />
aan het veranderen. Sporten is sterk verweven geraakt met mode, muziek, sociale<br />
klasse en leefstijl. Groen is daardoor niet langer meer noodzakelijk: de straat,<br />
kunstgrasvelden, fi tnessscholen, skatebanen of het water voldoen net zo goed. Dit<br />
maakt sporten tot een stedelijke activiteit bij uitstek, met één nieuwe voorwaarde:<br />
het moet goed zichtbaar zijn.<br />
Zien en gezien<br />
worden<br />
Sport in ‘de hoogere eenheid,<br />
die stad heet’<br />
De geschiedenis van sportbeoefening<br />
in Amsterdam is veel jonger<br />
dan die van de stadsontwikkeling. Bij<br />
het verschijnen van het Algemeen<br />
Uitbreidingsplan van 1935, nu ruim<br />
zeventig jaar geleden, stond sportbeoefening<br />
nog in de kinderschoenen.<br />
De auteurs van dit plan noemde de<br />
toenmalige situatie ‘het beginstadium<br />
van een ontwikkeling’. Dat was goed te<br />
zien. De sportvelden lagen ‘volkomen<br />
incidenteel en ongeordend op toevallig<br />
beschikbare terreinen’ en waren, luidde<br />
het, ‘min of meer primitief aangelegd’.<br />
En in de discussie over het belang van<br />
sportvelden en groenvoorzieningen<br />
bleken deze auteurs nog af te moeten<br />
rekenen met het hardnekkige idee dat<br />
groen er in de eerste plaats toe dient de<br />
�<br />
Skaten op het Zuidplein<br />
bedorven stadslucht te zuiveren. ‘Het<br />
belang van het groenoppervlak moet<br />
eerder gezocht worden in het gebruik<br />
dat er door de bevolking van gemaakt<br />
wordt, om er te wandelen, te spelen of<br />
een bepaalde sport te beoefenen.’<br />
Daarmee raakte sport onlosmakelijk<br />
verbonden met het groen. Het groen<br />
was voortaan bovenal gebruiksgroen. En<br />
sport was zinnig gebruik van stadsgroen<br />
door mensen die de fabrieksarbeid en<br />
het wonen drie hoog achter voor even<br />
wilden ontvluchten. Vanaf dat moment<br />
begon de groei en de professionalisering<br />
van de sport in de stad en van de<br />
uitbreiding van het groenoppervlak<br />
bestemd voor sportief gebruik. Juist<br />
vanwege de primitieve en ongeordende<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 11
aanleg ervan moest een groot deel van<br />
de toenmalige accommodaties worden<br />
opgeruimd, ‘omdat ze voor bebouwing<br />
of park moeten plaats maken’. Dat<br />
was niet erg. Sport kreeg de voor dat<br />
element ‘organisch aangewezen ligging’<br />
binnen de stad, ‘zoodat alles in goed<br />
onderling verband kan uitgroeien tot<br />
de hoogere eenheid, die stad heet’.<br />
‘Moderne sportcomplexen’<br />
Zo werd er begin jaren dertig door<br />
de Afdeling Stadsontwikkeling<br />
uitgebreid studie gedaan naar sportbeoefening<br />
in buitenlandse steden. In<br />
Duitsland, stelde men vast, was in de<br />
voorgaande vijftien jaar de beoefening<br />
van sport verdriedubbeld en het<br />
aantal vierkante meters sportterrein<br />
per inwoner gegroeid van 1 tot bijna 3<br />
vierkante meter. Ook in Londen was<br />
de oppervlakte sportterrein aanzienlijk<br />
gegroeid, maar nog altijd was het daar<br />
‘op zaterdagmiddag zeer moeilijk een<br />
vrij tennis- of cricketveld te vinden’.<br />
Het aantal sport- en speelvelden diende<br />
er eigenlijk drie- tot viermaal groter<br />
te zijn. Dit tekort zou in Amsterdam<br />
niet optreden. Men prognosticeerde<br />
een aanzienlijke bevolkingsgroei, die<br />
rond het jaar 2000 echter vrij abrupt<br />
tot stilstand zou komen. Vervolgens<br />
gebruikte men de systematiek van dr.<br />
Martin Wagner, stedenbouwkundige<br />
van Berlijn en actief lid van de Deutscher<br />
Werkbund, om de toekomstige<br />
behoefte aan sportterreinen te berekenen.<br />
Die ging uit van een behoefte van<br />
zeker 3 vierkante meter sportterrein<br />
per inwoner. Het Amsterdamse plan<br />
ging echter verder. In het jaar 2000, zo<br />
luidde het, was de bevolking naar een<br />
12 | Nieuwe Openingen 7<br />
miljoen inwoners gegroeid en zou de<br />
gemiddelde inwoner niet 3 maar 4,86<br />
vierkante meter sportterrein tot zijn<br />
beschikking moeten hebben. Dat was<br />
bijna drie meter meer dan de hoeveelheid<br />
ten tijde van het plan en een meter<br />
meer dan waar Wagner vanuit ging.<br />
Dat betekende nogal wat. Een enorm<br />
oppervlak sportterrein moest worden<br />
toegevoegd. Omvangrijke parken<br />
voor de sport werden geprojecteerd in<br />
Oost, Zuid, Noord en West. In West<br />
Sport was zinnig gebruik van stadsgroen door<br />
mensen die de fabrieksarbeid en het wonen drie<br />
hoog achter voor even wilden ontvluchten.
� Illustratie uit<br />
het Algemeen<br />
Uitbreidingsplan<br />
van 1935 met in vogelvlucht<br />
de geplande<br />
sportvelden bij de<br />
Nieuwe Meer, die er<br />
nooit zijn gekomen.<br />
lagen deze ‘moderne sportcomplexen’<br />
tussen de bestaande Haarlemmerweg<br />
en de naar het noorden te schuiven<br />
spoorweg naar Haarlem, maar ook in<br />
het grote park binnen de ringbaan, in<br />
het gebied nabij het park ten westen<br />
van de Sloterdijkermeer en ook nog<br />
langs het Nieuwe Meer. In Oost waren<br />
ze ontworpen op de kleigronden van<br />
de Watergraafsmeer, van oudsher het<br />
ontspanningsgebied van Amsterdam.<br />
In Noord had men enkele complexen<br />
gesitueerd op de baggerbergplaats bij<br />
Oostzaan en in de Buikslotermeerpolder.<br />
In Zuid ten slotte, kreeg sport zijn<br />
‘defi nitieve plaats’ in het aan te planten<br />
Amsterdamse Bos en ten westen van<br />
de Amstelveenseweg: ‘Dit complex, dat<br />
daar op een voor bebouwing door zijn<br />
afgesloten ligging niet in aanmerking<br />
komend terrein is ontworpen, zal<br />
zoodoende in samenhang met het<br />
Olympisch Stadion, dat het centrum<br />
der sport bij uitnemendheid is, en de<br />
ontworpen nieuwe IJsbaan langs den<br />
Schinkel een goede groene schakel<br />
vormen tusschen de bebouwing in dit<br />
stadsdeel en het ontworpen Boschpark.’<br />
Imponerend<br />
Op de getekende panorama’s bij het<br />
Algemeen Uitbreidingsplan waren de<br />
sportcomplexen duidelijk gemarkeerd.<br />
Vrijwel overal maakten ze deel uit<br />
van de grotere groengebieden die het<br />
toekomstige stadslichaam geleden, de<br />
koppen van de scheggen in de eerste<br />
plaats.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 13
14 ‘Sport | Nieuwe is meer Openingen dan ooit een 7 kwestie van zien en gezien worden.’ Sportplaza Mercator, Jan van Galenstraat
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 15
Zo was ten oosten van de Nieuwe<br />
Meer een groot complex van roeibaan,<br />
jachthavens, ijsbaan, tennisbanen,<br />
stadion en voetbalvelden ingetekend,<br />
als verlengstuk van het toekomstige<br />
Bosplan. Ten noorden van het water,<br />
langs de oeverlanden, liep deze in<br />
een dunne strook nog door. Het<br />
sportcomplex bleek eveneens naar het<br />
oosten verlengd, tussen het in ontwikkeling<br />
zijnde Berlage-Zuid en het<br />
toekomstige Buitenveldert in, tot aan<br />
Zorgvlied toe, waar langs de Zuidelijke<br />
Wandelweg, nabij de groene Amsteloever,<br />
een groot zwembad was ingetekend,<br />
het latere De Mirandabad. Enzovoort.<br />
Ronduit imponerend was de wijze<br />
waarop overal in de stadsuitbreidingen<br />
sport als ruimtelijk element verscheen.<br />
De complexen oogden als stevige<br />
vierkanten en rechthoeken, zorgvuldig<br />
en gebalanceerd in verhouding gebracht<br />
tot de andere stedelijke functies als<br />
betrof het een schilderij van Mondriaan.<br />
16 | Nieuwe Openingen 7<br />
Het moet voor de toenmalige bevolking<br />
een onvoorstelbare luxe hebben geleken,<br />
al die sport, badend in het groen, even<br />
luxueus en heerlijk als het vooruitzicht<br />
van elektriciteit, warm stromend water<br />
en centrale verwarming in alle nieuw<br />
te bouwen huizen. Anders gezegd, het<br />
gevoel van moderniteit moet midden<br />
jaren dertig van de twintigste eeuw<br />
niet alleen in het door de stedenbouwkundigen<br />
geprojecteerde autoverkeersysteem<br />
of in de toen nog onbekende<br />
strokenbouw hebben gescholen, maar<br />
vooral in de weldadige overmaat aan<br />
sportvoorzieningen.<br />
En al die voorbeeldig ingetekende<br />
sportcomplexen zijn na de Tweede<br />
Wereldoorlog ook daadwerkelijk door<br />
de publieke diensten gerealiseerd.<br />
Waarbij moet worden aangetekend<br />
dat tussen 1945 en 1966 niet minder<br />
dan 122 sportvelden werden opgeheven<br />
vanwege de woningnood en om haven-
Het lijkt wel alsof er minder wordt gesport dan<br />
pakweg dertig jaar geleden. Maar dat is zeker niet<br />
� Hardlopen langs de<br />
Amstel is populairder<br />
dan ooit.<br />
het geval. Integendeel.<br />
uitbreiding mogelijk te maken. In de<br />
meeste gevallen werden de velden naar<br />
het grondgebied van de buurgemeenten<br />
verplaatst. Hoe dan ook, in het standaardwerk<br />
van Van der Velde over de<br />
Stadsontwikkeling van Amsterdam in<br />
de periode 1939-1967 is goed te lezen<br />
met hoeveel toewijding de overheid<br />
zich in die jaren over de sportbeoefening<br />
van haar bevolking ontfermde.<br />
De trots waarmee dit gebeurde blijkt<br />
met name uit de reusachtige abstracte<br />
plastieken van Constant Nieuwenhuis<br />
bij de entrees van de sportparken op<br />
Ookmeer en Buitenveldert.<br />
Kortom, er is maar één conclusie<br />
mogelijk: sport, niet minder dan de<br />
aanleg van parken, ligt aan de basis van<br />
wat later de hoofdgroenstructuur van<br />
Amsterdam zou gaan heten.<br />
Onderspit<br />
Sindsdien is er veel veranderd. Sommigen<br />
ervaren deze verandering als<br />
een puur verlies. En zeker, vanwege<br />
de noodzaak de bebouwingsdichtheid<br />
verder op te voeren worden sinds begin<br />
jaren negentig sportterreinen opgeofferd<br />
aan kantoren- en woningbouw. Op<br />
sportpark De Meern verrezen woningen;<br />
op Middenmeer-Noord, nabij<br />
Sciencepark, gebeurt op dit moment<br />
hetzelfde; in het noorden van Buitenveldert<br />
verdwijnen de sportvelden ten<br />
gunste van de bouw van de Zuidas. Op<br />
Sportpark Jan van Galenstraat vindt<br />
een ingrijpende herschikking plaats.<br />
De uitgestrekte ligweiden van het De<br />
Mirandabad zijn onderwerp geweest<br />
van een stedenbouwkundige prijsvraag.<br />
Enzovoort. Het lijkt wel alsof er minder<br />
wordt gesport dan pakweg dertig jaar<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 17
geleden. Maar dat is zeker niet het<br />
geval. Integendeel. Het bedrijven van<br />
sport is alleen maar populairder en<br />
professioneler geworden. Meer mensen<br />
dan ooit doen actief aan sport. Er wordt<br />
ook zeer veel geld aan sport uitgegeven.<br />
Toch lijkt het alsof sport voortdurend<br />
het onderspit moet delven in de<br />
stadsontwikkeling en dat het aantal<br />
vierkante meters sportvoorziening per<br />
inwoner daalt. Burgers protesteren dan<br />
ook heftig als er weer velden moeten<br />
verdwijnen. En steeds wordt weer de<br />
vraag gesteld of de planologen het<br />
belang van sportbeoefening in de stad<br />
nog wel op waarde weten te schatten.<br />
18 | Nieuwe Openingen 7<br />
De werkelijkheid is dat sport een heel<br />
andere plaats gaat innemen in de stad<br />
dan ten tijde van het Algemeen Uitbreidingsplan<br />
van 1935. In de industriële<br />
stad, waarvan het plan een ideaalversie<br />
verbeeldde, was sport vooral een<br />
gezonde activiteit in de openlucht, dus<br />
in het groen, als tegenwicht tegen de<br />
fabrieksarbeid in de industriële stad.<br />
Dat kon je toen nog uitdrukken in<br />
vierkante meters en in kleedhokjes. In<br />
de postindustriële stad daarentegen is<br />
sport een typisch stedelijke activiteit<br />
die niet meer als tegenwicht moet<br />
worden gezien, maar veeleer onderdeel<br />
is van het gevarieerde stedelijke leven.
� Reuzencatamarans<br />
streden in september<br />
2008 in de IJhaven<br />
om de IShares<br />
Cup. De bewoners<br />
van het Oostelijk<br />
Havengebied zaten<br />
op de eerste rang.<br />
Show<br />
Het sporten speelt zich tegenwoordig<br />
af op straat, op kunstgrasvelden, in<br />
fi tnessscholen, op skatebanen, op het<br />
water. Mensen joggen, gaan naar de<br />
sportschool, staan op de skibaan, willen<br />
voor en na de wedstrijd elkaar ontmoeten,<br />
zoeken publiek en – omgekeerd –<br />
het publiek is op zoek naar sport. Het<br />
aantal sporten is de afgelopen jaren<br />
explosief toegenomen, het sporten zelf<br />
is veel gevarieerder geworden en is nu<br />
sterk verbonden met mode, muziek,<br />
sociale klasse en leefstijl. Soms is sport<br />
ook heel erg duur geworden; dan is het<br />
permanent op zoek naar sponsorgeld,<br />
naar media-aandacht, naar advertising.<br />
Die krijgt het alleen als het voor veel<br />
mensen zichtbaar is, wanneer het is<br />
opgenomen in de boezem van de grote<br />
stad. Sport is dan ook meer dan ooit<br />
een kwestie van zien en gezien worden.<br />
Groen is daarvoor niet meer essentieel.<br />
De stormachtige opmars van het<br />
kunstgras verhoudt zich toch al slecht<br />
met de vertrouwde enscenering van<br />
de sportvelden in het groen: kunstgras<br />
vraagt om een heel andere enscenering.<br />
Kortom, sport bedrijven is vandaag de<br />
dag bij uitstek een stedelijke activiteit.<br />
Een fraai voorbeeld zijn de zeilers in<br />
de Extreme 40-klasse, die in september<br />
2008 hun reuzencatamarans in de<br />
Amsterdamse IJhaven met elkaar lieten<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 19
20 | Nieuwe Openingen 7
� ‘Zeldzaam mooi zijn<br />
de ranke boten op het<br />
stille water van de<br />
Amstel.’<br />
strijden – een sport die zich doorgaans<br />
afspeelt in de kille afzondering van<br />
het grote open water, volkomen uit<br />
het zicht van de buitenwereld. “Dit is<br />
geweldig voor het zeilen, iedereen vindt<br />
dit leuk: zeilers, sponsors en publiek,”<br />
jubelde olympiër Carolijn Brouwer<br />
de volgende dag in Nrc Handelsblad.<br />
“Door in de stad te zeilen konden we<br />
de sponsors en toeschouwers eindelijk<br />
eens wat bieden,” vond organisator<br />
Herbert Dercksen in hetzelfde artikel.<br />
Sport is hier tot show geworden,<br />
entertainment voor een groot publiek.<br />
In de postindustriële stad komt deze<br />
nieuwe plaats van sport misschien<br />
wel het duidelijkst tot uitdrukking in<br />
de stedelijke marathons: duizenden<br />
mensen die rennend over asfalt door<br />
tienduizenden andere mensen worden<br />
toegejuicht. Hele stukken stad worden<br />
daarvoor voor alle verkeer een dag lang<br />
afgezet.<br />
Fraaie voorbeelden<br />
Sport, kortom, vraagt tegenwoordig om<br />
een totaal andere plek in het stedelijke<br />
weefsel dan pakweg dertig, veertig<br />
jaar geleden. Sport wordt niet meer in<br />
afzondering bedreven. Sport neemt<br />
afscheid van het groen. Planologen<br />
moeten veel meer aandacht besteden<br />
aan de zichtbaarheid van de sporter in<br />
de stad. Dat vraagt om andere accommodaties,<br />
om een andere ligging, om<br />
andere functiecombinaties. Daarvan<br />
zijn al goede voorbeelden aan te wijzen.<br />
Denk aan de tot sporthallen verbouwde<br />
Apollohal in Zuid, waar ’s avonds vanaf<br />
de Apollolaan de sporters goed te zien<br />
zijn. Mooi is ook het zicht vanaf de<br />
Nassaukade op de zwemmers in het<br />
verbouwde Marnixbad. Of neem de<br />
hoog liggende sporthal aan de Ruys de<br />
Beerenbrouckstraat in Geuzenveld. En<br />
wat te denken van de centrale ligging<br />
van de sportvelden in de RI-Oostbuurt<br />
op het Zeeburgereiland? Het zijn stuk<br />
voor stuk fraaie voorbeelden van hoe<br />
sport als een stedelijke activiteit kan<br />
worden geënsceneerd, stevig gemengd<br />
met andere stedelijke functies, intensief<br />
gebruikt en bovenal: goed zichtbaar.<br />
Dat betekent dat er op dit moment een<br />
radicale omkering plaatsvindt in de<br />
wijze waarop het sportieve bedrijf zich<br />
tot de stad verhoudt. Sport wordt een<br />
grootstedelijk fenomeen. Het wordt<br />
tijd dat de Nederlandse sportbonden,<br />
inclusief het noc * nsf dat zich nu nog<br />
in de bossen bij Papendal verschuilt,<br />
terugkeren naar de grote stad.<br />
Echter, voor één sport geldt die<br />
omkering veel minder. Die sport is<br />
altijd al goed zichtbaar geweest. Dat<br />
is het roeien. Zeldzaam mooi zijn de<br />
ranke boten op het stille water van<br />
de Amstel en het Amstelkanaal op de<br />
vroege zondagochtend. Het nastaren<br />
van de boten vanaf de brug, het spoor<br />
van lijnen en kolken dat ze achter zich<br />
aantrekken, de perfecte cadans waarin<br />
ze bewegen, het snelle voorbijschieten<br />
en het verglijden van de staarten<br />
tussen de slapende huizenblokken van<br />
Oud-Zuid; het maakt telkens weer een<br />
overweldigende indruk. �<br />
Zef Hemel is lid van de directie Dienst<br />
Ruimtelijke Ordening. Ook is hij bestuurslid<br />
van Stichting Forum voor Stedelijke<br />
Vernieuwing.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 21
22 2 | Nieuwe NNi<br />
N euw e uw uww<br />
e eO e O OOpen<br />
Openingen pen pe p ing ngen en e 7
Sport in Amsterdam uitgelicht<br />
<strong>Bloed</strong>, Bl Blo Bl Blo <strong>Bloed</strong> ed ed, ed ed, ed ed, ed ed, ed ed, d, zw zweet zzw<br />
zweet eet et e &<br />
& tra tr tra tr tra tr tra tr ttranen ranen<br />
| 23 2 23 3
Nieuwkomers in Nederland valt vaak<br />
het voyeurisme en de gezelligheid<br />
op. Om de woorden van prinses Máxima<br />
te gebruiken: ‘Nederland is: grote ramen<br />
zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar<br />
binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan<br />
privacy en gezelligheid’.<br />
Toch mis ik persoonlijk iets. Ook al<br />
kunnen we vaak lekker naar binnen gluren<br />
bij de buren.... Ook al houden we van<br />
gezelligheid....<br />
Bij sportevenementen is op dit moment<br />
vaak weinig of niks van de wedstrijd of het<br />
evenement te merken buiten het stadion.<br />
Natuurlijk lopen er voor een wedstrijd van<br />
Ajax Ajacieden over het Rembrandtplein –<br />
terwijl de me toekijkt. En in de directe omgeving<br />
van de Amsterdam ArenA is na de<br />
wedstrijd aan de rommel en fi les ook wel<br />
te merken dat er een belangrijke wedstrijd<br />
is geweest. Maar als er een topevenement<br />
plaats vindt in bijvoorbeeld de ArenA,<br />
Sporthallen Zuid of het Wagener-stadion<br />
is er verdomd weinig van te merken in de<br />
rest van de stad.<br />
Hoe anders was dat in Berlijn tijdens<br />
het wk voetbal 2006! Als oud-bewoner<br />
en frequent bezoeker van Berlijn was het<br />
geweldig om te zien op hoeveel prachtige<br />
plekken je kon genieten van alle voetbalwedstrijden.<br />
De ‘Fanmeile’ op de Straße<br />
des 17. Juni in Tiergarten trok tijdens<br />
de openingswedstrijd zo’n driehonderd<br />
duizend mensen die samen van de wedstrijd<br />
hebben genoten. Op de achtste fi nale<br />
tussen Duitsland en Zweden kwamen zelfs<br />
zoveel mensen af – 750 duizend – dat al<br />
enkele uren voor de wedstrijd mensen naar<br />
24 | Nieuwe Openingen 7
De stad als stadion<br />
een plek elders in de stad moesten gaan<br />
om de match te zien. Gelukkig was er aan<br />
alternatieven geen gebrek. Overal waren<br />
plekken in de stad ingericht om samen<br />
van het evenement te genieten. Pleinen,<br />
sporthallen, parken, scholen, binnentuinen,<br />
ziekenhuizen, stoepen: overal mochten<br />
ondernemers, vrienden en verenigingen<br />
grote schermen neerzetten. Belangrijkste<br />
voorwaarde: geen entree heff en.<br />
Hierdoor werd dit wk niet een evenement<br />
dat alleen binnen het stadion, in de kroeg<br />
of bij mensen thuis tot positieve stemmingen<br />
leidde en tot negatieve daarbuiten<br />
vanwege de overlast. De stad was het<br />
stadion en iedereen speelde mee in de<br />
wedstrijd. Ook vrienden van mij die niet<br />
van voetbal houden gingen naar het park<br />
om daar op het grote scherm – samen met<br />
vrienden en onbekenden – de wedstrijd te<br />
volgen en een leuke dag of avond te hebben.<br />
Willen we in het vervolg een echt succesvol<br />
evenement in Amsterdam of Nederland<br />
organiseren, dan zullen we af moeten van<br />
bepaalde regels. Regels die opleggen: geen<br />
scherm hier, geen tapvergunning daar,<br />
werken net als rode kaarten. Als we hier<br />
beter mee omgaan, ontstaat er vanzelf een<br />
eerlijke, gezellige wedstrijd in de hele stad.<br />
En wellicht waant Máxima zich dan door<br />
de sfeer in Amsterdam op een Zuid-<br />
Amerikaans carnaval.<br />
Bas van Leeuwen is planoloog en liefhebber<br />
van voetbal én Berlijn.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 25
26 | Nieuwe Openingen 7
Een deel van de Amsterdamse sporters heeft geen sportveld of sportvereniging<br />
nodig. Zij gebruiken de stad: de straten als wieler- of skatebaan, de gebouwen als<br />
klimmuur en de medeweggebruikers als extra hindernissen die het spel nog wat<br />
spannender maken. Zo ook Kees Vernooij, planoloog én fi etskoerier.<br />
Playground<br />
Amsterdam<br />
Planologie door de ogen van<br />
een fi etskoerier<br />
Sinds 1996 ben ik fi etskoerier in<br />
Amsterdam. Vanaf 2000 combineer<br />
ik dit met een parttime baan bij Dienst<br />
Ruimtelijke Ordening. De ene dag<br />
werk ik aan de openbare ruimte van<br />
Amsterdam, de andere dag ben ik één<br />
van de meest intensieve gebruikers van<br />
diezelfde openbare ruimte en kan ik het<br />
ontwerp en beleid met eigen ogen en<br />
benen testen.<br />
Als fi etskoerier ben ik herkenbaar door<br />
mijn specifi eke kleding en dito fi ets.<br />
En meestal fi ets ik in een tempo dat<br />
aanzienlijk hoger ligt dan dat van de<br />
gemiddelde stadsfi etser. Doorstromen,<br />
meegaan met de fl ow van het verkeer.<br />
Surfi ng traffi c als één grote groene<br />
golf, dat is de kunst. Zorgen dat je een<br />
redelijk tempo kunt handhaven, zonder<br />
daarbij jezelf en andere mensen in<br />
gevaar te brengen of te storen. Wanneer<br />
je dat wél doet, negeer je de fl ow van<br />
het moment en worden de risico’s voor<br />
iedereen groter, niet in de laatste plaats<br />
voor jezelf. Tijdens het fi etskoerieren is<br />
de stad een podium en de fi etskoerier<br />
speelt daarin een unieke, vrije rol. Het<br />
fi etsen in de stad is te vergelijken met<br />
een computerspel, waarin ik als een<br />
fi etsende ‘Super Mario’ mijn kunstjes<br />
vertoon. Alleen, ik heb maar één leven,<br />
het level wisselt voortdurend en gameover<br />
is pas na zessen.<br />
Urban lifestyle<br />
Fietskoerieren is een way of life:<br />
een subcultuur vol races, offi cieuze<br />
kampioenschappen, artshows en andere<br />
fi etsfestivals. Fietskoeriers hebben zo<br />
wereldwijd de afgelopen 15 jaar een<br />
unieke urban lifestyle gecreëerd.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 27
Ik ben natuurlijk partijdig, maar ik ken<br />
geen andere beroep waarin werk, hobby,<br />
sport en mode in de stad zo prettig<br />
valt te combineren. Zo goed zelfs, dat<br />
andere groepen in de samenleving ons<br />
gedrag zijn gaan overnemen. Het begon<br />
met de afgeknipte broek, tot driekwart<br />
van de lengte; anders komt-ie toch<br />
maar tussen de ketting. Toen was er<br />
de messenger-bag, een rugzak koeriersstijl.<br />
Maar de grote klapper is de fi xed<br />
gear, ofwel ‘een doortrapper’. Dit soort<br />
fi etsen heeft een vast verzet en bij voorkeur<br />
geen remmen en wordt normaal<br />
gesproken alleen op een wielerbaan<br />
gebruikt. Afremmen en stoppen blijft<br />
goed mogelijk, maar vereist techniek.<br />
Fietskoeriers brachten dit type fi etsen<br />
van de wielerbaan naar de straat. En<br />
sinds een paar jaar slaat het aan,<br />
fl ink geholpen door internetsites als<br />
YouTube waarop allerlei tips & tricks<br />
zijn te vinden over hoe dit type fi ets<br />
te berijden. Wereldwijd bloeit nu<br />
een scene op van fi xed gear-fans die<br />
graag hun baanfi etsen showen in het<br />
straatbeeld; je ziet ze inmiddels in<br />
elke metropool. Deze fi etsers worden<br />
door fi etskoeriers ‘fakenger’ of ‘posenger’<br />
genoemd omdat ze zich vaak over the<br />
top (ver)kleden als een echte messenger,<br />
compleet met tas.<br />
Uiteraard zijn fi etskoeriers niet de enigen<br />
die de stad als speelveld gebruiken.<br />
Skaters maken er ook dankbaar gebruik<br />
van, liefst op spectaculaire wijze en in<br />
elk geval niet zoals de buitenruimteontwerper<br />
het heeft bedoeld. En beoefenaars<br />
van parkour hebben als doel al<br />
lopende en klimmende over gebouwen<br />
zo vloeiend en snel mogelijk hun<br />
bestemming te bereiken. De fl ow is ook<br />
28 | Nieuwe Openingen 7<br />
hier waar het om draait. Een stijlvariant<br />
hierop is free running, waarbij salto’s en<br />
360’s veelvuldig voorkomen.<br />
Routebepaling<br />
Terug naar het koerieren, met of zonder<br />
rem. Gedurende een werkdag komen<br />
er steeds nieuwe pakjes en dus nieuwe<br />
ophaal- en afl everadressen bij zodat<br />
ik constant mijn route opnieuw moet<br />
bepalen. Tijd is geld en daarom kies<br />
ik vaak directe routes. In Amsterdam<br />
betekent dit een continue afweging<br />
van de radialen en de tangenten<br />
in het stratenpatroon om de route<br />
hemelsbreed zo kort mogelijk te maken.<br />
Ook de daadwerkelijke spoed van de<br />
klant telt zwaar mee. Soms is het dus<br />
gewoon even nodig de groene golf op<br />
de Wibautstraat mee te pakken.<br />
Het comfort van het wegdek kan een<br />
omrijfactor zijn of mogelijk vertraging<br />
opleveren. Door werkzaamheden aan<br />
de Noord/Zuidlijn en het Rijksmuseum<br />
zijn belangrijke doorgaande fi etsroutes<br />
momenteel niet, of slechts gedeeltelijk,<br />
te berijden. Dit levert minder directe,<br />
alternatieve of parallelle routes op. Ook<br />
verwachte vertragingen tijdens de spits<br />
of bij kruisingen met verkeerslichten<br />
kunnen argumenten zijn om te kiezen<br />
voor een alternatieve route. Verder kan<br />
de luchtkwaliteit een omrijfactor zijn,<br />
net als de aantrekkelijkheid van een<br />
bepaalde route vanwege de aanwezigheid<br />
van bijvoorbeeld groen en water,<br />
ruimte of architectonische landmarks.<br />
Onwillekeurig, op gevoel en in een<br />
fractie van een seconde worden<br />
bovenstaande afwegingen gemaakt bij<br />
het (opnieuw) bepalen van een route.<br />
� Een variant op<br />
parkour is free<br />
running, waarbij<br />
salto’s en 360’s veelvuldig<br />
voorkomen.
Bijvoorbeeld, de slechte luchtkwaliteit<br />
is niet altijd een reden om niet op de<br />
Stadhouderskade te fi etsen. Sterker nog,<br />
ik fi ets er graag vanwege de snelheid<br />
die je er kunt ontwikkelen.<br />
Vrijliggende fi etspaden<br />
Wil je als fi etskoerier de hele dag snel,<br />
maar ook ontspannen door de stad<br />
fi etsen, dan gaat het maar om één ding:<br />
het meegaan met de dynamiek van het<br />
verkeer. Dat geldt overigens niet alleen<br />
voor fi etskoeriers: iedere fi etser in<br />
Amsterdam streeft dit na. Helaas komt<br />
het regelmatig voor dat de inrichting<br />
van de stad een belemmering vormt.<br />
Op steeds meer plekken komt de<br />
doorstroming in het geding en lijkt de<br />
stad zelfs voor fi etsers dicht te slibben.<br />
Zo is het vasthouden van de fl ow<br />
moeilijker in straten waar meerdere<br />
verkeershoofdnetten samenkomen.<br />
Alle verkeerssoorten – tram, auto,<br />
parkeerruimte, fi etspaden en voetgangersruimte<br />
– gescheiden en ingericht<br />
binnen één straatprofi el is tegenwoordig<br />
het ideaal van de verkeersontwerper.<br />
Dit concept genaamd ‘Duurzaam Veilig’<br />
is in Den Haag bedacht en heeft als<br />
doel het aantal – dodelijke – verkeersongelukken<br />
terug te dringen. Uiteraard<br />
een goed streven, maar helaas wordt<br />
dit concept ook toegepast op plekken<br />
waar er onvoldoende ruimte is in het<br />
straatprofi el om iedere verkeersfunctie<br />
een eigen baan te geven. Iedereen levert<br />
in en zit vast in zijn eigen baantje. Een<br />
groot nadeel is dat dit de fl ow totaal<br />
uit de straat haalt. Ga maar eens een<br />
rondje fi etsen langs Overtoom, Van<br />
Baerlestraat, Roelof Hartplein en<br />
Linnaeusstraat.<br />
En of die plekken er echt duurzaam<br />
veiliger op zijn geworden? Op de<br />
kruisingen of daar waar de fi etsers zich<br />
vaak weer mengen met het auto- en<br />
vrachtverkeer, in ieder geval niet.<br />
Nu zijn aanrijdingen tussen fi etsers<br />
onderling meestal niet zo ernstig. Maar<br />
het begint langzamerhand te druk<br />
te worden op al deze goed bedoelde,<br />
smalle, vrijliggende fi etspaden van 1,50<br />
meter breed. En dan moet je ook nog<br />
de spookfi etsers ontwijken en bakfi etsen<br />
en invalidenkarretjes, fi etstaxi’s en<br />
rollerskaters zien te passeren. Rechts<br />
afslaan of oversteken wordt vaak<br />
geblokkeerd door andere fi etsers, die<br />
ook geen kant op kunnen op hun kleine<br />
stukje fi etspad. De enige uitwijkmogelijkheid<br />
is dan vaak het voetpad.<br />
Andersom wijken ook voetgangers vaak<br />
noodgedwongen uit naar het fi etspad.<br />
Door de aanleg van het vrijliggende<br />
fi etspad, ten koste van de stoep, is deze<br />
nu vaak te smal en heeft niet meer<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 29
voldoende capaciteit om iedereen een<br />
plaats te geven. Kortom, de veiligheid<br />
is in theorie gewaarborgd, maar de<br />
praktijk levert een chaos op, naast een<br />
hoop irritatie.<br />
Nog een voorbeeld. Vooral in de binnenstad<br />
gebruiken fi etsers vaak het hele<br />
straatprofi el om hun ideale lijn te rijden<br />
en zo min mogelijk last te hebben van<br />
opstoppingen. Zij verzinnen slimme tot<br />
ronduit storende oplossingen om zich<br />
door het verkeer te wurmen. Wat dat<br />
betreft was het vroegere grachtenprofi el<br />
met de Amsterdammertjes, oorspronkelijk<br />
ingezet als anti-parkeerpaaltje,<br />
een zegen voor de fi etser. Het nieuwe<br />
standaard grachtenprofi el zonder<br />
Amsterdammertjes is bepaald niet in<br />
het voordeel van de fi etser uitgepakt.<br />
Er is nu een niveauverschil tussen de<br />
stoep en de rijbaan waardoor het voor<br />
de fi etser lastiger wordt om voorbij een<br />
opstopping te geraken.<br />
Onlogisch<br />
Geen gracht, maar wel ingericht<br />
volgens de principes van het standaard<br />
grachtenprofi el, is de drukke<br />
fi etsverbinding Damstraat-Oude<br />
Hoogstraat-Nieuwe Hoogstraat. Dit<br />
is na de herinrichting bijna een<br />
offi cieuze voetgangerszone geworden.<br />
Ook de Dam maakt onderdeel uit van<br />
deze belangrijke oost-west fi etsroute.<br />
Fietsers ervaren de Dam niet, zoals de<br />
buitenruimteontwerpers dat wél doen,<br />
als een serene, homogene vloer. De<br />
ontwerpgedachte, één materiaal van<br />
gevel tot gevel, is teveel vanuit een helikopter<br />
bedacht, met een 2d-ontwerpers<br />
blik. Staand, midden op de Dam zou<br />
30 | Nieuwe Openingen 7
Fietsers ervaren de Dam niet, zoals de buitenruimteontwerpers<br />
een strookje geasfalteerd fi etspad op<br />
de drukste oost-west fi etsverbinding<br />
in de stad niet eens te zien zijn. Laat<br />
staan de kleur van dat asfalt wat vaak<br />
een heikele ontwerpbeslissing is.<br />
Fietsers maken nu vaak gebruik van<br />
de 30 centimeter brede natuurstenen<br />
band en marmeren wegmarkering van<br />
10 centimeter – het smalste fi etspad<br />
van Amsterdam – om zo nog enigszins<br />
comfortabel de Dam over te kunnen<br />
steken.<br />
Het zou de ontwerpers van de openbare<br />
ruimte sieren wanneer ze zich niet<br />
langer blind staren op de materialisatie.<br />
Wat er mooi uit ziet op een plankaart,<br />
werkt in de praktijk vaak toch net even<br />
anders. Probeer zo te ontwerpen dat<br />
ongewenst gedrag van weggebruikers<br />
zoveel mogelijk wordt gereduceerd.<br />
Vooral voor langzaam verkeer zou dit<br />
moeten gelden. Dus niet eerst een<br />
onlogische verkeersstroom bedenken,<br />
hiervoor vervolgens het verkeerde materiaal<br />
gebruiken en dan raar opkijken<br />
als er veel klachten over het ontwerp<br />
binnenkomen.<br />
Maar, hier wordt aan gewerkt. Vanaf<br />
2004 is door de stadsdelen en centraal<br />
stedelijke diensten de ‘Puccinimethode’<br />
ontwikkeld. Deze methode bestaat uit<br />
aanbevelingen voor het materiaal van<br />
het wegdek om de kwaliteit van de<br />
openbare ruimte te verbeteren, zodat<br />
er weer een gezamenlijke en logische<br />
traditie en cultuur ontstaat over de<br />
� Fietsers zoeken hun weg, zo ook op de Dam.<br />
dat wél doen, als een serene, homogene vloer.<br />
inrichting van het Amsterdamse<br />
straatbeeld.<br />
Eigen ‘Hoofdnetje Fiets’<br />
Fietsen op de rijbaan, tegen de richting<br />
in op het vrijliggende fi etspad of op de<br />
stoep: het zijn allemaal manieren van<br />
fi etsers om de vaart er enigszins in te<br />
houden. Zou de fi etsende Amsterdammer<br />
zich ook bewust zijn van het<br />
bestaan van een Hoofdnet Fiets, het<br />
gemeentelijk vastgestelde netwerk van<br />
belangrijke fi etsroutes door de stad? Iedereen<br />
met een beetje stadskennis heeft<br />
al snel zijn eigen ‘Hoofdnetje Fiets’<br />
samengesteld, lijkt me. En, hoe meer<br />
stadskennis, hoe beter deze mental map<br />
van de fi etser ontwikkeld is, hoe minder<br />
hij waarschijnlijk gebruik maakt van<br />
het Hoofdnet Fiets. Om dit te illustreren<br />
heb ik de routes van vier werkdagen<br />
fi etskoerieren in kaart gebracht en vergeleken<br />
met het Hoofdnet Fiets en een<br />
kaart met het aantal fi etsbewegingen.<br />
Op deze spaghettikaarten (bladzijde<br />
34-35) is goed te zien waar de routes van<br />
de fi etskoerier en die van het Hoofdnet<br />
Fiets elkaar overlappen en waar niet.<br />
Uit de kaarten blijkt dat de bottleneck<br />
de oude stad, binnen de Singelgracht, is<br />
waar veel ‘gedwongen’ routes zijn, met<br />
weinig alternatieven. Het lijkt erop dat<br />
de fi etskoerier zich buiten het centrum<br />
niet al teveel aantrekt van het Hoofdnet<br />
Fiets, maar juist parallelle, minder<br />
drukke wegen uitzoekt om zijn routes<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 31
te maken. In de binnenstad is er minder<br />
keus uit parallelle routes. Dat roept de<br />
vraag op welke betekenis het Hoofdnet<br />
Fiets nu eigenlijk heeft. Voor iemand<br />
die de plattegrond van de stad goed in<br />
zijn hoofd heeft zitten is het wijk- en<br />
buurtfi etsnet wellicht belangrijker om<br />
een aantrekkelijke fi etsroute samen<br />
te stellen. Het is tijd dat verkeersontwerpers<br />
zich meer gaan verdiepen in<br />
logische en gewenste routing van lange<br />
lijnen door de stad in combinatie met<br />
het weggedrag van fi etsers.<br />
Fietssnelwegen<br />
Ook al bewegen fi etsers zich soms lomp<br />
en asociaal door het verkeer, het is een<br />
zegen dat er zoveel fi etsers in de stad<br />
rondrijden. Amsterdam heeft in totaal<br />
400 kilometer fi etspad en dagelijks<br />
leggen Amsterdammers zo’n 2 miljoen<br />
32 | Nieuwe Openingen 7<br />
kilometer af op de fi ets. En dat is maar<br />
goed ook. De stad zou stilstaan als deze<br />
mensen zich allemaal met een auto of<br />
het openbaar vervoer zouden verplaatsen.<br />
Fietsen is bovendien een zeer voor<br />
de hand liggend middel om verdergaande<br />
luchtvervuiling en co 2 -emissie<br />
tegen te gaan. Een belangrijk argument<br />
in deze tijden van klimaatverandering.<br />
Dus planologen, stedenbouwers en<br />
verkeersontwerpers waar wacht u<br />
nog op? Verenigt u en stap af van het<br />
autodenken en baseer Amsterdam nog<br />
meer op de fi ets.<br />
Natuurlijk vraagt een toename van het<br />
aantal fi etsers ook om extra ruimtelijke<br />
maatregelen, vooral in de binnenstad<br />
en de 19de-eeuwse gordel. Nu al gaat<br />
in de binnenstad 65 procent van de<br />
verplaatsingen per fi ets, in de 19deeeuwse<br />
wijken is dit 50 procent. Laten<br />
� Het Hoofdnet Fiets<br />
(in geel), geprojecteerd<br />
op de routes van vier<br />
dagen fi etskoerieren<br />
(links), en op het<br />
aantal fi etsbewegingen<br />
tijdens een willekeurige<br />
avondspits<br />
(rechts).
we voetgangers een brede stoep geven,<br />
zodat ze daar ook blijven en niet naar<br />
het fi etspad hoeven uit te wijken.<br />
En maak een vrijliggend fi etspad zo<br />
breed genoeg dat deze in beide richtingen<br />
kan worden bereden. Tegelijkertijd<br />
is het niet nodig de fi ets in de oude<br />
stad helemaal en overal van de auto<br />
te scheiden, mits de fi etsstroken maar<br />
breed genoeg zijn.<br />
Een stap verder is het ontkoppelen van<br />
de verschillende Hoofdnetten Auto,<br />
Fiets en Openbaar vervoer. Maak van<br />
het centrum binnen de Singelgracht een<br />
30 kilometer-gebied zonder verkeersdrempels<br />
en vorm belangrijke fi etsradialen<br />
en -tangenten om tot fi etsstraat.<br />
Op zo’n fi etsstraat is de auto dan ‘te gast’<br />
op bepaalde tijden, bijvoorbeeld buiten<br />
de spitsuren. Of helemaal verboden,<br />
wanneer er alternatieve autoroutes<br />
zijn. Radialen als de Haarlemmerstraat<br />
en -dijk, Bloemgracht, Leidsestraat,<br />
Nieuwe Spiegelstraat, Reguliersgracht<br />
kunnen dan worden omgetoverd tot een<br />
netwerk van fi etsstraten. Gecombineerd<br />
met ‘auto te gast’ op de gehele binnenring<br />
– Marnixstraat-Weteringschans-<br />
Sarphatistraat-Czaar Peterstraat<br />
– ontstaat er een compleet fi etsnetwerk<br />
in de oude stad, met voldoende ruimte<br />
voor de fi ets. Zwolle en Tilburg zijn<br />
al jaren succesvol in het aanleggen van<br />
fi etsstraten in het centrum. Een soort<br />
fi etssnelwegen door de stad, met voorrangskruisingen,<br />
dus ook nog veilig! Dat<br />
lijkt mij pas een echt Hoofdnet Fiets. �<br />
Kees Vernooij is parttime planoloog. De<br />
rest van zijn werktijd vult hij met zijn<br />
tweede parttime baan: fi etskoerieren in<br />
Amsterdam.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 33
34 | Nieuwe Openingen 7
� ‘Sportplekken zijn<br />
vaak kaal, kil, hard<br />
ingericht.’ Omgeving<br />
De Boelelaan<br />
Sporten in de openbare ruimte is voor stedelingen volstrekt vanzelfsprekend en<br />
neemt in omvang toe. Amsterdam doet zijn best de schaarse, openbare ruimte<br />
sportiever te maken. Tot op heden helaas slechts met gemengd succes.<br />
Het kan beter<br />
en mooier<br />
Sportplekken in de<br />
Amsterdamse openbare ruimte<br />
Sporten buiten verenigingen om, de<br />
ongebonden sport, zit al jaren in<br />
de lift. Mensen willen steeds vaker hun<br />
vrije tijd zelf indelen en doen dat door<br />
bijvoorbeeld minder verplichtingen aan<br />
te gaan. Wat sporten betreft betekent<br />
dit dat minder mensen kiezen voor<br />
sporten in verenigingsverband, maar<br />
individueel gaan sporten op welk uur<br />
van de dag dan ook. Dit heeft geleid tot<br />
een grote groei van het aantal fi tnesscentra<br />
in de stad en tot een toenemend<br />
gebruik van de openbare ruimte door<br />
sportende volwassenen. Jongeren hebben<br />
de openbare ruimte eigenlijk altijd<br />
al gebruikt om er te sporten, meestal te<br />
voetballen, te basketballen of, sinds de<br />
laatste decennia, te skaten.<br />
Dienst Ruimtelijke Ordening (dro)<br />
heeft in 2006 alle openbare sportplekken<br />
in de stad op een rij gezet,<br />
beschreven en gefotografeerd. Uit dit<br />
overzicht blijkt dat Amsterdam redelijk<br />
goed scoort waar het gaat om het aantal<br />
sportplekken in de openbare ruimte.<br />
Wie een balletje wil trappen of slaan<br />
kan terecht op 180 openbare voetbal-,<br />
119 basketbal- en 43 tennisplekken. Er<br />
zijn 28 skate- en 66 combiplekken in de<br />
stad. Met uitzondering van de stadsdelen<br />
Oud-West, Slotervaart, Centrum<br />
en Oud-Zuid voldoet Amsterdam aan<br />
de kwantitatieve en spreidingsnormen.<br />
Althans, volgens onze eigen boekjes<br />
met richtlijnen, die weer gebaseerd<br />
zijn op de normen van de Nederlandse<br />
Unie van Speeltuinorganisaties (nuso).<br />
Amsterdam komt ook redelijk uit de<br />
bus bij de toetsing van deze plekken<br />
op objectieve criteria, zoals verlichting,<br />
ondergrond of de aanwezigheid van<br />
doelen. Geen vuiltje aan de lucht zou je<br />
denken.<br />
Toch word je er niet echt warm van als<br />
je de genoemde plekken bekijkt op de<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 35
website van dro, of nog liever in het<br />
echt. De sportplekken zijn vaak kaal,<br />
kil, hard ingericht. Niet zelden zijn het<br />
restplekken tegen een spoortalud of in<br />
stroken met een onduidelijke ruimtelijke<br />
functie. Vaak zijn het ook plekken<br />
die maar op één manier te gebruiken<br />
zijn: een voetbalkooi dus, of alleen<br />
een skatebaan. Vooral bij de grotere<br />
ruimtes wekt de inrichting in veel<br />
gevallen een onverschillige indruk, met<br />
grote plakken asfalt binnen een weinig<br />
geborgen omgeving. Het zijn geen<br />
plekken met een prettig verblijfsklimaat<br />
waar je vanwege de gezellige omgeving<br />
naar toe gaat.<br />
Trieste restplekken<br />
De voorkeuren van jongeren en<br />
volwassenen lopen nogal uiteen als het<br />
gaat om de keuze voor de omgeving<br />
en omstandigheden waarin ze het<br />
liefste sporten. Volwassenen sporten<br />
vaker alleen: ze lopen bijvoorbeeld<br />
hard of skeeleren, meestal in een<br />
groene omgeving. De combinatie van<br />
groen en informele ontmoeting is<br />
aantrekkelijk voor de groeiende groep<br />
ouderen die buiten willen sporten. In<br />
landen met iets warmere en minder<br />
natte zomers zijn ze er al: de fi tnesstoestellen<br />
voor ouderen. Rijen dik en<br />
intensief gebruikt langs de Bosporus<br />
in Istanbul bijvoorbeeld. En ook de<br />
jeu-de-boulesbaan blijkt een goed<br />
middel te zijn om ouderen achter de<br />
geraniums weg te houden. Jongeren<br />
willen wat anders: zij ontmoeten elkaar<br />
36 | Nieuwe Openingen 7<br />
op pleinen, het liefst zo dicht mogelijk<br />
in de buurt. Hun sportgedrag is minder<br />
individueel en minder vastgepind op<br />
tijden en afspraken. Voor hen is zien en<br />
gezien worden belangrijker dan voor de<br />
sportende volwassene.<br />
Door die verschillen in sportgedrag tussen<br />
volwassenen en jongeren, zijn ook<br />
de eisen die zij aan de openbare ruimte<br />
stellen verschillend. Voor volwassenen<br />
zijn vooral goede routes in parken<br />
belangrijk. Jongeren zijn meer gericht<br />
op ruimtes middenin de stadsbuurten,<br />
het liefst op verharde ondergronden.<br />
De afgelopen jaren zijn in Amsterdam<br />
op veel plekken sportmogelijkheden<br />
gecreëerd. Via de viewer op de website<br />
van dro is te zien dat op de meest<br />
verrassende locaties voetbal- en<br />
basketbalkooien opduiken. Soms lijken<br />
het trieste restplekken, maar in een stad<br />
waar gewoekerd wordt met de ruimte<br />
zijn de keuzes nu eenmaal beperkt.<br />
Voetbalkooien tegen spoortaluds zijn<br />
welkome voorzieningen in buurten<br />
waar geen alternatieven voorhanden<br />
zijn. Een voetbal- en basketbalkooi op<br />
zo’n plek kan een gouden greep zijn,<br />
zeker als er langzaamverkeersroutes<br />
langs liggen, er dus passanten zijn en de<br />
jongeren ook in de kooi dus onderdeel<br />
blijven uitmaken van het stedelijk<br />
leven. Bovendien is het voordeel van<br />
de kleinere plekken dat ze ook geschikt<br />
zijn voor kleine groepjes sporters: met<br />
drie vrienden een balletje trappen<br />
zonder je verloren te voelen kan er<br />
Zie voor kaarten, informatie en foto’s van de openbare sportplekken in de stad:<br />
http://www.gisdro.nl/openbare_sportplekken/<br />
‘Confectie kan soms,<br />
�<br />
maar meestal niet.’<br />
Johan Cruyff veld op<br />
het Sumatraplatsoen.
uitstekend. De kleine plekken in het<br />
overzicht zijn meestal niet de slechtste,<br />
al zijn er dramatische uitzonderingen.<br />
Kennelijk leidt juist het woekeren met<br />
de ruimte, of de behoefte om in een<br />
dichtbebouwde omgeving een plek<br />
voor de grotere kinderen en jongeren te<br />
maken, tot vindingrijkheid.<br />
Armoedig<br />
Een goede inrichting van de grotere<br />
ruimtes buiten de parken, blijkt in<br />
de praktijk lastiger te zijn. Er zijn<br />
in Amsterdam weinig voorbeelden<br />
van grotere ruimtes, geschikt voor<br />
zowel sporten als spelen, met ook nog<br />
een aangenaam verblijfsklimaat. De<br />
oriëntatie van jongeren op locaties in<br />
hun directe omgeving – vaak plekken<br />
die ze al van jongsaf kennen – betekent<br />
bijna automatisch dat hun sportgebruik<br />
moet concurreren met andere<br />
soorten gebruik. Het gaat immers om<br />
de pleinen en ruimtes middenin de<br />
stadsbuurten. De vraag die dan opkomt<br />
is in hoeverre specifi ek aan wensen van<br />
een sportieve inrichting tegemoet moet<br />
worden gekomen? Openbare ruimtes<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 37
zijn ten slotte van iedereen. En, waarin<br />
schuilen nu de succesfactoren en de<br />
mislukkingen?<br />
We willen aan de hand van drie<br />
voorbeelden op zoek gaan naar de<br />
mogelijkheden, maar ook de grenzen,<br />
voor sport in onze openbare ruimte.<br />
38 | Nieuwe Openingen 7<br />
Samengeraapt zooitje<br />
Het eerste voorbeeld is het Sumatraplantsoen<br />
in de Indische Buurt, een<br />
groot plantsoen ten zuiden van de<br />
Insulindeweg. Het wat versnipperde<br />
plantsoen wordt gebruikt als parkeerplaats,<br />
zitplaats en speelplek. Recent
� Het Amstelveld is een<br />
voorbeeld waaruit<br />
blijkt dat sport op een<br />
druk plein heel goed<br />
mogelijk is.<br />
is er een Johan Cruyff court gemaakt.<br />
De Johan Cruyff veldjes worden<br />
aangeboden en deels gefi nancierd door<br />
de gelijknamige stichting en zijn in<br />
opmars, ook in Amsterdam. Ter ere van<br />
de zestigste verjaardag van de legendarische<br />
nummer 14 worden de komende<br />
jaren zelfs zes – zestig ging kennelijk<br />
te ver – voetbalveldjes aangelegd. De<br />
Johan Cruyff oundation probeert met de<br />
veldjes verbetering te brengen in wijken<br />
die minder goed bedeeld zijn met sport-<br />
en spelplekken. Maar wat begonnen is<br />
als een leuk, goedbedoeld initiatief om<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 39
spel en sport in de buurt te stimuleren,<br />
dreigt uit te groeien tot een excuus<br />
om niet zelf na te hoeven denken over<br />
de inrichting van een sportplek. De<br />
inrichting van een Johan Cruyff veld is<br />
standaard, maar zeker niet terughoudend<br />
met een kunstgrasmat met gele<br />
middenstip inclusief niet te missen logo,<br />
oranje doelen en paarsblauwe hekken<br />
rondom. Het Johan Cruyff veld op het<br />
Sumatraplantsoen ziet er exact hetzelfde<br />
uit als het veld aan de Polderweg<br />
in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer of<br />
aan de Wiltzanghlaan in Geuzenveld.<br />
Confectie kán soms, maar meestal niet,<br />
en zeker niet op een plek van deze om-<br />
40 | Nieuwe Openingen 7<br />
vang. Op het Sumatraplantsoen is het<br />
veld een eiland in een groot openbaar<br />
plantsoen voor iedereen, dat door het<br />
Cruyff veldje nóg meer versnipperd is<br />
geraakt. Het is jammer dat de wens om<br />
hier een goede sportplek te maken – en<br />
het moet gezegd worden, het Johan<br />
Cruyff veld wórdt goed gebruikt – niet<br />
heeft geresulteerd in een integraal<br />
ontwerp voor het plantsoen. Het<br />
geheel oogt nu nogal armoedig, als een<br />
samengeraapt zooitje.<br />
Energie en creativiteit<br />
Een beter voorbeeld is het Zaandammerplein<br />
in de Spaarndammerbuurt.
� ‘En ook de jeu-deboulesbaan<br />
blijkt een<br />
goed middel te zijn<br />
om ouderen achter<br />
de geraniums weg te<br />
houden.’<br />
Hier is zichtbaar energie en creativiteit<br />
gestoken in een ontwerp dat zowel<br />
functioneel als esthetisch een duurzame<br />
kwaliteit heeft. Ook dit is een gesponsord<br />
veld, dit keer door de Richard<br />
Krajicek Foundation. Anders dan<br />
vaak gedacht zijn de Krajicekveldjes<br />
niet per se tennisveldjes. Er wordt<br />
gesport, dat staat voorop. Maar de<br />
invulling verschilt al naar gelang de<br />
behoefte. Ook de vormgeving is niet<br />
vooraf bepaald, maar plooit zich naar<br />
het integrale ontwerp voor de plek.<br />
Voor het Zaandammerplein heeft<br />
dat geresulteerd in een groot spel- en<br />
sportplantsoen met een prettig verblijfsklimaat.<br />
Vanaf de speelplek voor<br />
de kleinsten – met een zitplek voor de<br />
ouders nabij een kiosk – is zicht op<br />
de sportplek van de oudere kinderen.<br />
Door de licht verdiepte ligging van het<br />
sportveld blijft de bal enigszins binnen<br />
het veld waardoor hekken niet nodig<br />
zijn. De randen kunnen worden gebruikt<br />
als zitplaats. Het veld is verhard<br />
en daarom op rustige uren ook geschikt<br />
om bijvoorbeeld een kind op te leren<br />
fi etsen. Er zijn meerdere belijningen<br />
voor verschillende sporten getrokken.<br />
Door de minder specifi eke inrichting<br />
dan bijvoorbeeld het Cruyff veld, krijgen<br />
de jongeren die een ander spel willen<br />
spelen ook hun kans. Een dergelijke<br />
invulling zou ook goed voorstelbaar<br />
zijn met een skate-ramp.<br />
Het Sumatraplantsoen is door het Johan<br />
Cruyff veld nóg meer versnipperd geraakt.<br />
Een derde voorbeeld, het Amstelveld<br />
in de binnenstad – ooit de plek van<br />
een veemarkt – is ook op buurtniveau<br />
een stedelijke plek in optima forma.<br />
Voetballende kinderen en jongeren<br />
maken onderdeel uit van het veelzijdige<br />
publiek dat het plein bevolkt. Er is een<br />
speelplek met speelattributen die al<br />
generaties lang een succes zijn: glijbaan,<br />
zandbak, klimrek. Er zijn bankjes, er<br />
is een café met terras en op maandag<br />
staat er een bloemen- en plantenmarkt.<br />
Het plein met voetbaldoelen wordt<br />
vaak gebruikt, maar ook spelen leerlingen<br />
van de scholen in de omgeving er<br />
andere spelletjes. Langs het plein lopen<br />
doorgaande, maar geen drukke routes.<br />
Het verblijfsklimaat is aangenaam,<br />
door de wanden rondom en de bomen<br />
op het plein en omdat er bijna altijd<br />
mensen verblijven of langs komen. De<br />
bestrating met klinkers is voor voetballen<br />
misschien niet ideaal, maar passend<br />
bij zo’n stedelijk plein met zoveel<br />
verschillende gebruikers.<br />
Ontmoetingsplaats<br />
Het Zaandammerplein en het<br />
Amstelveld laten zien dat een goede<br />
sportplek op drukke pleinen goed<br />
en mooi kan samengaan met ander<br />
gebruik. We moeten de jongeren zeker<br />
niet weren uit ons straatbeeld, juist<br />
de integratie van de puberende jeugd<br />
met kinderen en hun ouders zorgt<br />
voor een leuke ontmoetingsplaats. Een<br />
goede sport- en speelruimte waar<br />
verschillende leeftijdsgroepen zich<br />
thuis voelen is niet alleen in het belang<br />
van de sportende jongere, maar kan de<br />
leefbaarheid van een buurt verbeteren<br />
doordat bewoners van verschillende<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 41
42 | Nieuwe Openingen 7
leeftijdsgroepen elkaar simpelweg zien.<br />
Ouders leren elkaar kennen via hun<br />
buitenspelende kinderen, wat bijdraagt<br />
aan sociale betrokkenheid en cohesie<br />
in een buurt. Speelplekken die als<br />
ontmoetingsplek voor ouders goed<br />
scoren worden vanzelfsprekend ook<br />
veel beter bezocht door kinderen, zoals<br />
de speelplek in Park Franckendael in de<br />
Watergraafsmeer. De confectie van een<br />
Johan Cruyff veld is te rigide voor deze<br />
plekken. Een dergelijke inrichting past<br />
op een locatie met een specifi ek karakter.<br />
Zo is het Johan Cruyff veld aan de<br />
Polderweg in Oost-Watergraafsmeer<br />
naast het Montessori College Oost wél<br />
een logische functie op die plek, hoewel<br />
ook op zulke locaties enige fl exibiliteit<br />
over de details in de inrichting niet zou<br />
misstaan. Het is een plek die min of<br />
meer bij de school hoort en onderdeel<br />
is van een specifi eke functie in het<br />
gebied.<br />
Met liefde<br />
Bij openbare ruimtes hoort een<br />
integrale inrichting. Door hekwerken,<br />
banken en andere noodzakelijke<br />
inrichtingselementen aan te passen<br />
aan de rest van de omgeving, ontstaat<br />
eenheid en helderheid in de openbare<br />
ruimte. Bovendien wordt een voetbalveldje<br />
dan niet een eiland in de rest<br />
van de openbare ruimte, maar gaat<br />
wezenlijk onderdeel uitmaken van een<br />
openbare ruimte, zoals een plein of een<br />
park. Soms is een kleiner speelveld dat<br />
verzacht wordt door bomen rondom,<br />
te verkiezen boven een levensgroot<br />
veld dat het verblijfsklimaat van de<br />
hele ruimte graden lager zet. Plekken<br />
� ‘Jongeren zijn meer gericht op ruimtes middenin de stadsbuurten, het liefst op<br />
verharde ondergronden.’ Sportpark Olympiaplein<br />
die met liefde en zorg zijn gekozen<br />
en ingericht, zullen ook minder snel<br />
worden vernield.<br />
Met goed nadenken moet het lukken<br />
om de Amsterdamse openbare<br />
ruimte zo in te richten dat er een goede<br />
combinatie van sportmogelijkheden in<br />
parken, op pleinen en op specifi eke locaties<br />
ontstaat. Voor de parken betekent<br />
dat een inrichting die de rust en het<br />
groen niet verstoort of beschadigt. Een<br />
aantal goed gekozen pleinen kunnen zo<br />
worden ingericht dat er een combinatie<br />
van verschillende sport-, speel- en<br />
verblijfsfuncties ontstaan, geschikt<br />
om er te sporten en om te kijken,<br />
liefst aangevuld met horeca of andere<br />
verblijfsvoorzieningen. En tenslotte<br />
moet er ruimte zijn voor specifi eke<br />
plekken: voetbalkooien en volledig<br />
voor sport ingerichte gelegenheden bij<br />
bijvoorbeeld scholen voor voortgezet<br />
onderwijs. Zo is voor elke sporter in de<br />
openbare ruimte, wat wils. �<br />
Iris van der Helm is ontwerper openbare<br />
ruimte en heeft meerdere speel- en sportplekken<br />
in de stad vormgegeven.<br />
Lia de Lange is sociaal geograaf en is<br />
één van de auteurs van het gemeentelijk<br />
Sportaccomodatieplan.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 43
44 | Nieuwe Openingen 7
Hoe ziet het sportpark van de toekomst eruit en zal het onderdeel uit blijven<br />
maken van de Amsterdamse hoofdgroenstructuur? Een vraag die zowel sportclubs,<br />
beleidsmakers als projectontwikkelaars bezighoudt. En een vraagstuk dat zich<br />
ook duidelijk manifesteert in Amsterdam, waar de druk op de beschikbare groene<br />
ruimte alleen maar toeneemt.<br />
Ruimte voor sport<br />
De ontkoppeling van groen<br />
en sportvelden<br />
In de jaren negentig nam de druk op<br />
Amsterdamse sportparken zichtbaar<br />
toe. De sterke economische groei en<br />
een beleid gericht op de compacte<br />
stad waren oorzaken. Locaties langs<br />
snelwegen en spoorwegen die daarvoor<br />
nog relatief laag werden gewaardeerd<br />
vanwege de geluidsoverlast en vervuiling,<br />
kwamen in trek voor woningbouw<br />
en kantoorontwikkeling. Zo verrezen<br />
er op sportpark De Meern woningen<br />
en werden ten gunste van de Zuidas<br />
sportverenigingen uitgeplaatst. Deze<br />
herbestemmingen waren bij de eerste<br />
gemeentelijke ‘optimaliseringrondes’ in<br />
1986 en 1989 mede ingegeven door de<br />
geconstateerde onderbespeling van de<br />
Amsterdamse sportvelden. De grote<br />
opgave was om tot een meer optimale<br />
benutting te komen van de sportvelden<br />
in Amsterdam. Het viel nu eenmaal<br />
niet langer te verantwoorden dat grote<br />
� De komst van de Zuidas heeft tot de gedwongen<br />
verhuizing van een aantal sportvelden geleid. Ook<br />
Tennispark Gold Star zal op termijn vertrekken.<br />
lappen natuurgrasveld op gewilde<br />
locaties in de stad grote delen van de<br />
week onbespeeld bleven. Tegelijkertijd<br />
werden in herstructureringsgebieden<br />
als het Oostelijk Havengebied<br />
sportvoorzieningen niet automatisch<br />
meer ingepland of verloopt de realisatie<br />
ervan moeizaam. Technische<br />
problemen met de grondzetting en<br />
strijd om het aantal ingeplande meters<br />
sport tijdens de planvorming overeind<br />
te houden, ervaren we op IJburg en<br />
Zeeburgereiland.<br />
Duidelijke keuzes<br />
Strikt genomen worden sportparken in<br />
Amsterdam alleen opgeheven als daar<br />
zwaarwegende argumenten voor de<br />
stedelijke ontwikkeling voor zijn. Hoe<br />
vaak een veld gebruikt wordt, is hierbij<br />
overigens niet doorslaggevend. Ook<br />
goed bespeelde velden kunnen om deze<br />
reden worden opgeheven of verplaatst.<br />
Bij voorkeur worden deze omgezet<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 45
in compacte sportparken die meer<br />
gebruikers kent dan alleen sportverenigingen.<br />
Sportvelden aan de rand van<br />
de stad zijn sneller aan de beurt dan<br />
sportvelden in het stedelijk gebied. Het<br />
gaat dan met name om bereikbaarheid<br />
en sociale veiligheid.<br />
In het structuurplan Kiezen voor<br />
stedelijkheid staat dat kleinschalige<br />
sportvoorzieningen voor de stad<br />
behouden moeten blijven en waar<br />
46 | Nieuwe Openingen 7<br />
mogelijk gestimuleerd. Bovendien<br />
wordt gepleit voor een gelijkmatige<br />
spreiding van voorzieningen over de<br />
stad en koppelen ze bij voorkeur<br />
sportparken aan andere functies in<br />
een buurt. In de visie tot 2010 staan<br />
de sportparken, met uitzondering van<br />
Sportpark Voorland/Middenmeer,<br />
niet ter discussie. De voorstellen<br />
voor het opheff en van ondere andere<br />
sportvelden in de periode 2020-2030<br />
zijn uit het structuurplan Kiezen voor
� Uit: Voorstel tweede<br />
fase optimalisering<br />
gebruik Amsterdamse<br />
sportvelden 1989 –<br />
2000; Bijlagen en<br />
kaarten. Gemeente<br />
Amsterdam, oktober<br />
1989.<br />
stedelijkheid geschrapt, onder druk<br />
van de publieke opinie. Inmiddels is<br />
een nieuwe structuurvisie in de maak.<br />
Reden temeer dus om de discussie<br />
serieus aan te gaan, maatschappelijke,<br />
ruimtelijke en economische belangen<br />
tegen elkaar af te wegen én duidelijke<br />
keuzes te durven maken.<br />
Intensiever gebruik<br />
Tegelijkertijd is er de wens om de<br />
bestaande sportaccommodaties verder<br />
te optimaliseren. Mede daarom heeft<br />
Sportpark Joos Banckersweg in Bos<br />
en Lommer recentelijk een aanzienlijke<br />
verbouwing ondergaan en wordt<br />
Sportpark Jan van Galenstraat compleet<br />
opnieuw ingericht. Ook sportparken<br />
als Ookmeer, De Eendracht en<br />
Sloten worden rigoureus onder handen<br />
genomen. Deze zijn samen met twee<br />
sportparken in Amsterdam-Noord<br />
en het nieuw aan te leggen Sportpark<br />
Bijlmerpark aangewezen als ‘sportpark<br />
met potentie en ambitie om tot<br />
toppark uit te groeien’. Maar, ook van<br />
de ‘gewone’ sportparken is met niet al<br />
teveel ingrepen een park te maken dat<br />
beter in kan spelen op de vraag van de<br />
gebruikers van vandaag, een bredere<br />
aanbod kan bieden en een grotere<br />
recreatieve betekenis kan vervullen voor<br />
de buurt.<br />
Bij de renovatie en het vervangen van<br />
gebouwen, sportvelden en paden is het<br />
van belang in de eerste plaats de kwaliteit<br />
van een sportpark te verbeteren. Dit<br />
is goed te realiseren door de toepassing<br />
van duurzame en milieuvriendelijke<br />
materialen, maar ook door de toevoeging<br />
van hoogwaardig groen. Openbaar<br />
groen aan de rand van een sportpark<br />
fungeert als groene en ecologische buffer<br />
met de omgeving. Vervolgens is het<br />
van belang de beschikbare grond voor<br />
meerdere doeleinden te gaan benutten.<br />
Dat is op verschillende manieren mogelijk.<br />
Bijvoorbeeld, doordat verenigingen<br />
fuseren of door nieuwe organisaties aan<br />
te trekken. Het toevoegen van functies<br />
is ook een mogelijkheid, evenals het<br />
stapelen van sportvoorzieningen en het<br />
combineren of clusteren van functies<br />
verdeeld over de tijd. Een voorbeeld<br />
hiervan is een kunstgrasmat die in de<br />
winter dienst kan doen als ijsbaan of<br />
een kantine die ook beschikbaar is voor<br />
buurtactiviteiten.<br />
Verder bieden nieuwe materialen ook<br />
nieuwe mogelijkheden, zoals Wetra<br />
– half kunstgras, half natuurgras – of<br />
duurzaam kunststof dat zich leent voor<br />
intensiever gebruik, evenals multifunctionele<br />
sportvloeren in sporthallen.<br />
Hierdoor ontstaat ruimte voor extra<br />
sportclubs, wat tevens gunstig is voor<br />
de clubkas. De discussie of kunstgras<br />
de toekomst heeft, hoeft niet langer te<br />
worden gevoerd: dit is een feit! Door<br />
de toepassing van nieuwe technieken<br />
wordt de kwaliteit van de natuurlijke<br />
grasmat steeds verder geëvenaard. In<br />
plaats van zand, strooit men de velden<br />
tegenwoordig veelal in met rubbersnippers.<br />
Slidings veroorzaken geen<br />
brandwonden meer, keepers kunnen<br />
zonder gevaar naar de bal duiken en de<br />
eff ecten op de balsnelheid zijn positief.<br />
De geur van gras ten spijt, die moet<br />
elders worden opgesnoven.<br />
Wat eveneens het gebruik van een<br />
sportpark bevordert is een betere<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 47
toegankelijkheid. Denk hierbij aan de<br />
mate van spreiding over de stad, de<br />
afstand tot de parken, de sociale veiligheid,<br />
de ontsluiting en de aansluiting<br />
op recreatieve fi ets- en wandelroutes.<br />
Een stadsbrede discussie over een<br />
grotere openbaarheid van sportvoorzieningen<br />
is hiervoor absoluut een vereiste.<br />
Vanzelf gaan de hekken niet open.<br />
Sportcentrum nieuwe stijl<br />
Tenslotte is een goed beheer essentieel<br />
voor een succesvol sportpark. Zo maakt<br />
een goed onderhouden park dat de<br />
gebruikers er graag komen, zich er prettig<br />
voelen en waarschijnlijk ook eerder<br />
geneigd zijn vrijwillig een steentje bij<br />
te dragen aan onderhoud of organisatie;<br />
aspecten die bijdragen aan een gewild<br />
en geliefd sportpark. Organisatorisch<br />
kunnen sportverenigingen het park zelf<br />
beheren of uitbesteden aan professionals,<br />
eventueel in samenwerking met<br />
het stadsdeel, woningcorporaties en<br />
bewoners. Nieuwe organisatievormen<br />
als omniverenigingen en het sportcentrum<br />
nieuwe stijl zijn hierop gericht. Ze<br />
maken een fl exibele deelname mogelijk<br />
aan een divers aanbod van sportactiviteiten,<br />
zowel in verenigings- als in<br />
ongeorganiseerd verband. De opzet<br />
is multifunctioneel en laagdrempelig<br />
en biedt zo hulp aan verenigingen en<br />
zorgt voor een nieuw sportaanbod voor<br />
de buurt. Een aanbod dat bijvoorbeeld<br />
ook aantrekkelijk is voor kortstondige<br />
gebruikers zoals expats en studenten<br />
die tijdelijk in de stad verblijven en niet<br />
lid willen worden van een vereniging.<br />
De cruciale vraag is echter in hoeverre<br />
deze optimaliseringoperatie nog kan<br />
48 | Nieuwe Openingen 7<br />
Het viel niet langer te verantwoorden om grote<br />
lappen natuurgrasveld te handhaven op gewilde<br />
locaties in de stad, die bovendien grote delen van de<br />
week onbespeeld blijven.<br />
worden doorgezet zonder dat er een<br />
tekort ontstaat aan sportvelden, of<br />
dat de sportparken verworden tot<br />
bebouwde centra voor sport en vermaak.<br />
Het feit dat de ongeorganiseerde en<br />
meer commerciële vormen van binnensport<br />
letterlijk aan terrein winnen,<br />
betekent niet dat er in de toekomst<br />
automatisch een aantal sportparken<br />
kan worden opgeheven. Daar moet heel<br />
voorzichtig mee worden omgegaan,<br />
want éénmaal opgeheven is de kans<br />
miniem dat daar opnieuw een sportmat<br />
zal verschijnen. Teamsporten als<br />
voetbal en hockey trekken met name<br />
bij de jeugd weer sterk aan. Het blijft<br />
dan ook noodzakelijk bevolkingsprognoses<br />
en sportdeelnamecijfers bij<br />
deze afweging te betrekken. Net zo<br />
goed als het noodzakelijk blijft voor de<br />
gemeente Amsterdam om een marge<br />
van 20 procent in het sportaanbod te<br />
blijven garanderen en zo schommelingen<br />
in de sportbehoefte op te kunnen<br />
vangen. Des te meer omdat steeds<br />
moeilijker te voorspellen is naar welke<br />
sportvoorzieningen er vraag zal zijn en<br />
deze bovendien meer fl uctueert dan in<br />
het verleden. In elk geval moeten we in<br />
de toekomst veel meer dan tot nu toe<br />
het geval is geweest, inspringen op de<br />
vraag.<br />
� Sportpark Olympiaplein is een goed functionerend<br />
sportpark, middenin de stad.
Nieuwe combinaties<br />
Leefstijlen worden belangrijker dan de<br />
duur van een lidmaatschap. Deze zijn<br />
bepalend voor wat een sportpark moet<br />
bieden. Naast sport in verenigingsverband<br />
is er behoefte aan ruimte voor de<br />
meer ongeorganiseerde en commerciële<br />
vormen van sport. Ruimtelijk gezien zal<br />
sport steeds meer haar eilandstatus verliezen.<br />
De verdergaande diff erentiatie<br />
en vermenging van sport met andere<br />
sectoren zorgt voor dynamiek aan de<br />
aanbodkant. In het aanbod ontstaan<br />
nieuwe combinaties met bijvoorbeeld<br />
kinderopvang, revalidatie en andere<br />
diensten. En nieuwe sporten als klimmen,<br />
karten, skiën en mountainbiken<br />
vragen om nieuwe accommodaties.<br />
Deze hoeven niet zoals vanouds door<br />
de gemeente te worden gerealiseerd en<br />
gefi nancierd. Het faciliteren van ruimte<br />
volstaat.<br />
Een goede ruimtelijke spreiding van<br />
het aanbod over de stad blijft belangrijk,<br />
maar spreidingsplannen alleen bepalen<br />
niet langer het benodigde aanbod in de<br />
stad. Door het gebruik van de auto is de<br />
relatie tussen waar de sportvoorziening<br />
is gevestigd en de mate van sportdeelname<br />
vervaagd. De vraag of je kinderen<br />
uit gezondheidsoverwegingen niet veel<br />
liever zelfstandig op de fi ets naar de<br />
sportclub laat gaan is een andere.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 49
Dan gaat het ook om verkeersveilige<br />
routes naar sportvoorzieningen en<br />
is het belangrijk om in het ruimtelijke<br />
beleid bijvoorbeeld kleinschalige<br />
sportvoorzieningen een kans te geven.<br />
En hoewel spreidingsplannen achterhaald<br />
zijn volgens de huidige planologie,<br />
dienen signalen van tekorten of<br />
overschotten in sportsectoren serieus te<br />
worden genomen. Zo is het signaal uit<br />
het sportaccommodatieplan van 2006<br />
een duidelijke: er is nog steeds sprake<br />
van onderbenutting van de sportcapaciteit<br />
in met name Amsterdam-West,<br />
terwijl het aanbod in Amsterdam-Oost<br />
juist aan de krappe kant is. Dan is het<br />
zinvol om over de ruimtecapaciteit van<br />
de stadsdeelgrenzen heen te kijken<br />
om te bezien hoe het sportaanbod<br />
beter op elkaar kan worden afgestemd,<br />
gediversifi eerd en gemoderniseerd.<br />
Of zoals men doet met de Sportas in<br />
Amsterdam-Zuid: topsport, georganiseerde<br />
en ongeorganiseerde sport met<br />
elkaar mengen.<br />
Oksels<br />
Daarbij is het ook goed om te bekijken<br />
welke takken van sport we wel of niet<br />
binnen de grenzen van Amsterdam willen<br />
bedienen. Hierbij moeten we niet te<br />
makkelijk Not in my Backyard-achtige<br />
voorzieningen, zoals motorcrossbanen<br />
en maneges over de schutting gooien<br />
naar de buren, maar gericht kijken of<br />
ze een meerwaarde kunnen hebben<br />
voor de koppen van de scheggen of<br />
toch beter op hun plek zijn in de regio.<br />
Wanneer durven we nu eens een knoop<br />
door te hakken over een geschikte<br />
locatie voor een tweede ijsbaan en kunnen<br />
golfbanen niet veel beter worden<br />
50 | Nieuwe Openingen 7<br />
opgevangen in de landschapsparken<br />
van de regio dan in de oksels van de<br />
scheggen waar de Amsterdammer wil<br />
recreëren? In de jaren zestig was het<br />
de wens van wethouder Verhey om<br />
van golf een volkssport te maken en<br />
deze is tot op de dag van vandaag niet<br />
uitgekomen. Golfbanen nemen veel<br />
groene ruimte in beslag. Aan de rand<br />
van de stad en in de regio is betaalbare<br />
en bereikbare ruimte beschikbaar en<br />
stoort de verkeersaantrekkende<br />
werking minder. Hier is ruimte om<br />
grootschaligere sportvoorzieningen te<br />
combineren met detailhandel en andere<br />
vrijetijdsvoorzieningen waar vraag naar<br />
is, zoals kinderparadijzen, discotheken<br />
Wanneer durven we nu eens een knoop<br />
door te hakken over een geschikte locatie<br />
voor een tweede ijsbaan?<br />
en bioscopen. Dergelijke ‘leisurelocaties’<br />
vragen om een ruimtelijk fl exibele<br />
setting. De initiatieven zijn divers van<br />
karakter en hebben vaak een kortere<br />
levensduur. Het is echter de vraag of we<br />
dergelijke concepten wenselijk vinden<br />
in ons groen en of deze niet eerder<br />
thuishoren op bedrijventerreinen.<br />
Opoff eren<br />
Horen sportparken dan nog thuis in de<br />
hoofdgroenstructuur? Kunstgras is geen<br />
groen en indoor vrijetijdsvoorzieningen<br />
zijn dat evenmin. Dat een groot deel<br />
van de sportparken op dit moment<br />
onderdeel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur<br />
biedt aan de ene kant een zekere<br />
bescherming voor het behoud van
de sportfunctie. Tegelijkertijd maakt de<br />
ligging in de hoofdgroenstructuur het<br />
vrijwel onmogelijk om te anticiperen<br />
op de veranderingen in de sportvraag.<br />
Bebouwing in de hoofdgroenstructuur<br />
is niet toegestaan. Terwijl het opoff eren<br />
van groene ruimte voor kwalitatief<br />
hoogwaardig gebouwde, aan de sport<br />
gerelateerde vrijetijdsvoorzieningen,<br />
soms een impuls voor de sportparken<br />
kan betekenen. Sowieso is het vanuit<br />
het gezichtspunt van de sport wenselijk<br />
om deze nieuwe sportconcepten<br />
ruimtelijk mogelijk te maken.<br />
Aderlating<br />
Illustratief is Sportpark Ookmeer.<br />
Dit enkele jaren geleden nog slecht<br />
bespeelde en perifeer gelegen sportpark,<br />
bood weinig toekomstperspectief<br />
voor de Academie voor Lichamelijke<br />
Opvoeding. Toen de opleiding in<br />
eerste instantie haar voorzieningen niet<br />
mocht uitbreiden vanwege de ligging<br />
in de hoofdgroenstructuur, dreigde ze<br />
te vertrekken naar Almere. Dit zou<br />
een grote aderlating betekenen voor<br />
de Amsterdamse sport. Uiteindelijk<br />
is ingestemd met een nieuwe sporthal.<br />
Ook elders op het sportpark doet het<br />
stadsdeel nu pogingen om een kwaliteitsslag<br />
te maken door het sport- en<br />
vrijetijdsaanbod te verbreden en te<br />
moderniseren. Hierbij loopt ze echter<br />
voortdurend op tegen beschermende<br />
regels van de hoofdgroenstructuur.<br />
Zo geldt er als regel dat maximaal 10<br />
procent van het oppervlak van het<br />
sportpark mag worden verhard. Deze<br />
limiet was al bereikt op het moment<br />
dat de optimaliseringoperatie nog<br />
moest beginnen.<br />
Vanwege de aanstaande structuurvisie<br />
is het goed om nu over dit dilemma na<br />
te denken. Het ligt misschien voor de<br />
hand om te zeggen dat de sportparken<br />
niet langer in de hoofdgroenstructuur<br />
thuis horen omdat ze geen groene<br />
recreatieve voorzieningen meer zijn.<br />
De kans bestaat dan wel dat ze in rap<br />
tempo zullen worden bebouwd. Ze<br />
vervolgens weer terugbrengen in de<br />
stad is een illusie. De oplossing is wellicht<br />
eerder te vinden in het versoepelen<br />
van de regels voor de hoofdgroenstructuur.<br />
Een voorzetje: het wel of niet<br />
toestaan van kunstgras mag niet langer<br />
een issue zijn. En, duidelijk moet zijn<br />
waarom het ene sportpark wel en het<br />
andere niet in de hoofdgroenstructuur<br />
ligt. Bovendien moeten we de categorie<br />
‘groen buiten de hoofdgroenstructuur’<br />
op de structuurplankaart schrappen.<br />
Bepalend zou moeten zijn of een<br />
sportpark voldoende groene, recreatieve<br />
mogelijkheden biedt. Doorgaande<br />
wandel- en fi etsroutes worden in dit<br />
opzicht steeds belangrijker. Op de<br />
meer kleinschalige sportparken zijn de<br />
mogelijkheden hiertoe beperkter, maar<br />
gezien de maatschappelijke waarde<br />
hiervan verdienen deze sportparken net<br />
zoals in het huidige ruimtelijke beleid<br />
een beschermstatus binnen de ring a10.<br />
Andere onderdelen vragen om meer<br />
uitspitwerk. Zo lijkt het oprekken van<br />
het verhardingspercentage een logische<br />
mogelijkheid om een sportpark als<br />
Ookmeer te laten uitgroeien tot een<br />
‘topsportpark’, zoals voorgesteld in het<br />
Sportplan 2009-2012. Oprekken van de<br />
verharding betekent automatisch dat er<br />
groen verdwijnt. Wat is hierbij wense-<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 51
lijk of acceptabel? 30 procent? 50 procent?<br />
Wellicht dient dan eerst helder te<br />
zijn hoe zo’n topsportpark eruit moet<br />
zien en wat dit van de omgeving eist.<br />
Essentiële vragen hierbij zijn: welke<br />
verhouding tussen outdoor en indoor<br />
is wenselijk, zijn alleen sportvoorzie-<br />
52 | Nieuwe Openingen 7<br />
ningen welkom of ontwikkelt zo’n<br />
locatie zich tot een ontspannings- en<br />
vermaakcentrum en is het mogelijk om<br />
de indoorvoorzieningen te clusteren op<br />
een bepaald gedeelte van het sportpark?<br />
Pas dan kan een meer fl exibel<br />
instrument worden ontwikkeld, dat of
� Jongens en meisjes<br />
van Sportclub<br />
Buitenveldert in actie,<br />
met op de achtergrond<br />
de Zuidas in aanbouw<br />
werkt met typen sportparken, waarin<br />
het onderscheid bijvoorbeeld bestaat<br />
uit de mate van verharding. Of waarbij<br />
per sportpark duidelijke ontwikkeldoelstellingen<br />
worden geformuleerd<br />
om een kwaliteitsverbetering te kunnen<br />
garanderen. Of met zoneringen op de<br />
sportparken – zoals een leisurestrook<br />
met ruimere bebouwingsmogelijkheden<br />
en sportvelden – in het toetsingskader.<br />
Het nu al gehanteerde onderscheid<br />
tussen kleinschalige en grootschalige<br />
sportparken kan gehandhaafd blijven,<br />
al zou het beleid fl exibeler kunnen.<br />
Voor de langere termijn moet de keuze<br />
worden gemaakt of dergelijke activity<br />
spaces wel wenselijk zijn in deze groene<br />
scheggen of dat deze moeten worden<br />
geïntegreerd in de bebouwde omgeving<br />
van de stad. Wellicht ligt op termijn<br />
de oplossing dan ook geheel buiten<br />
de hoofdgroenstructuur. Een puur<br />
ruimtelijke benadering van sportparken<br />
als stedelijke, groene voorzieningen is<br />
achterhaald. Integratie met de sociaalculturele<br />
en economische invalshoek is<br />
noodzakelijk. Het Sportplan 2009-2012<br />
is hiertoe een eerste aanzet, maar vraagt<br />
om een verdere ruimtelijke uitwerking<br />
en vertaling. Door sportparken niet<br />
langer als ruimtelijk groen te beschouwen,<br />
maar als vrijetijdsvoorziening,<br />
liggen er legio kansen om deze uit<br />
te laten groeien tot voorzieningen in<br />
de stad, waar iedereen trots op is. De<br />
commerciële tak vindt wat dat betreft<br />
haar weg wel. Des te belangrijker blijft<br />
het om als overheid naast topsporters<br />
de gewone Amsterdammer die wat<br />
overtollige kilo’s kwijt wil of lekker met<br />
vrienden een balletje wil trappen, niet<br />
uit het oog te verliezen. �<br />
Niek Bosch is stadssocioloog en richt zich<br />
op het gebruik en de kwaliteitsverbetering<br />
van de openbare ruimte in en om de stad.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 53
Teamsporten bij de jeugd weer in de lift<br />
1.500<br />
1.000<br />
500<br />
seniorenteams<br />
1978 1986 1994 2002 2008<br />
Wie sport waar?<br />
Nabijheid van een sportpark is belangrijk, vooral voor jongere Amsterdammers.<br />
Op de kaartjes de woonplekken van jongere (5-17 jarigen) en oudere<br />
(18-54) voetballers op sportpark Middenmeer in de Watergraafsmeer.<br />
Voor alle sportparken met voetbalvelden geldt dat veel van de voetballers<br />
dichtbij in de buurten en stadsdelen rondom het sportpark wonen.<br />
Bron: Uit of Th uis (O&S 2005)<br />
� Sportpark Middenmeer,<br />
5-17 jarigen<br />
� Sportpark Amsterdamse Bos,<br />
5-17 jarigen<br />
54 | Nieuwe Openingen 7<br />
jeugdteams<br />
Ondanks de procentuele afname groeien<br />
sommige verenigingssporten in Amsterdam<br />
weer. De groei zit vooral in jeugdteams.<br />
Dankzij Amsterdams jonge bevolking is het<br />
aantal voetbalpupillenteams nu hoger dan<br />
ooit (618 in 2007/2008 ten opzichte van 224 in<br />
1986/1987). Voetbal is nog altijd de grootste sport,<br />
maar het aandeel hockey groeit. Hockey is de<br />
enige veldsport die ook bij volwassenen groeit.<br />
Bron: Overzicht bespeling sportparken 2007-2008 (DMO)<br />
� Sportpark Middenmeer,<br />
18-54 jarigen<br />
� Sportpark Amsterdamse Bos,<br />
18-54 jarigen<br />
Herkomst sporters per<br />
buurtcombinatie<br />
< 1,0%<br />
1,0% - 1,9%<br />
2,0% - 3,9 %<br />
4,0% - 7,9 %<br />
> 7,9%
60<br />
procent van de<br />
Amsterdammers sportte<br />
in 2006 tenminste één keer<br />
per week.<br />
Fitness de grootste, voetbal<br />
nummer één bij de jeugd<br />
De top drie van meest beoefende sporten door<br />
Amsterdammers bestaat uit<br />
fi tness (26%), voetbal (14%),<br />
zwemmen en hardlopen (beide 13%).<br />
Voetbal staat veruit op nummer één bij de 6-12<br />
jarigen en 13-17 jarigen en bij Turkse en Marokkaanse<br />
Amsterdammers. Bij andere leeftijdsgroepen<br />
en bij Amsterdammers met een Nederlandse<br />
achtergrond springt fi tness er juist uit.<br />
Bron: Sportmonitor 2006 (O&S)<br />
Bron bij de rode kaders: Sportaccommodatieplan Amsterdam (DMO<br />
2006) en Sportplan gemeente Amsterdam (DMO 2008)<br />
Jaap Edenbaan de meest<br />
bezochte ijsbaan<br />
De Jaap Edenbaan is de ijsbaan met de<br />
hoogste bezoekersaantallen van<br />
Nederland (557.000 bezoekers<br />
in 2007/2008).<br />
Th ialf staat op de tweede<br />
plaats (407.500 bezoekers in<br />
2006/2007). Het laatste bezoekersrecord op de<br />
Jaap Edenbaan werd in 1997 gevestigd, toen er<br />
een Elfstedentocht werd gereden.<br />
Bron: Amsterdam in cijfers 2008 (O&S)<br />
en Vereniging Kunstijsbanen Nederland<br />
11 zwembaden<br />
800 sportverenigingen<br />
55 takken van sport<br />
12.000 vrijwilligers<br />
70 fi tnesscentra<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 55
Internationale roeibaan De Bosbaan in het Amsterdamse Bos<br />
56 | Nieuwe Openingen 7
De rand van het Amsterdamse Bos<br />
aan de oostkant is een gebied met<br />
grote potentie: zonder problemen<br />
kan hier een ware Amsterdamse<br />
sportas ontstaan. Wellicht zelfs één<br />
met olympische allure. Maar, dan<br />
moeten de dumppraktijken wel<br />
onmiddellijk ophouden.<br />
De Amsterdamse Sportas<br />
Olympische schakel<br />
Aan de zuidwestkant van Amsterdam,<br />
langs de Schinkel en<br />
het Amsterdamse Bos, ligt een hele<br />
reeks belangrijke sportaccommodaties.<br />
Het Wagener-stadion, de Bosbaan,<br />
tenniscentrum Amstelpark, het Frans<br />
Ottenstadion, Sporthallen Zuid en<br />
het Olympisch Stadion liggen keurig<br />
op een rijtje van zuid naar noord, met<br />
elkaar verbonden door de Amstelveense<br />
weg. Iemand die de geschiedenis van<br />
de stad niet kent zal op grond van de<br />
plattegrond vermoeden dat hier een<br />
planologische meesterhand aan het<br />
werk is geweest. Niets is minder waar.<br />
Deze concentratie van sport is vooral<br />
tot stand gekomen omdat het makkelijker<br />
is om nieuwe, grote voorzieningen<br />
in de stadsrand of in een groengebied<br />
te plaatsen dan in de stad zelf.<br />
Het begon met het Olympisch Stadion,<br />
gebouwd voor de spelen van 1928. Dat<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 57
Hevige discussies in de gemeenteraad, hevige protesten daarbuiten,<br />
actievoerders die de bomenzagers voor de voeten liepen, maar het<br />
lag destijds helemaal aan de rand van<br />
de stad. Na het Olympisch Stadion<br />
had je alleen nog maar weilanden en de<br />
boerderijen aan de Amstelveenseweg;<br />
een gebied waar niemand iets te<br />
zoeken had. Die situatie veranderde<br />
met de ambitieuze aanleg van het<br />
Amsterdamse Bos in de jaren dertig,<br />
met de nieuwe nationale roeibaan – de<br />
Bosbaan werd in 1937 offi cieel geopend<br />
– en het hockeystadion. Toen had heel<br />
Amsterdam hier ineens iets te zoeken.<br />
Meteen al bij het gereedkomen van<br />
de eerste speelweiden werd het bos<br />
overstroomd door Amsterdammers op<br />
zoek naar ruimte en groen, en dat is<br />
altijd zo gebleven.<br />
Het rommelige gebied tussen het<br />
Olympisch Stadion en het bos is een<br />
tijdlang dumpplek geweest voor alles<br />
wat elders lastig onder te brengen<br />
was. Een openlucht schaatsbaan. Een<br />
camping. Opslagplek van overbodige<br />
openluchtkunst. Gemeentewerf.<br />
Woonboten. Dat ‘stadsrandverleden’ is<br />
nog steeds af te lezen uit de chaotische<br />
inrichting van het gebied, waar je snel<br />
de weg kwijtraakt en de openbare<br />
ruimte niet echt uitnodigt tot wandelen.<br />
En dat terwijl er nu met Sporthallen<br />
Zuid en het Frans Ottenstadion<br />
keurige accommodaties liggen om te<br />
basketballen, handballen of tennissen.<br />
Het Amsterdamse Bos zelf bleef ook<br />
58 | Nieuwe Openingen 7<br />
tennispark kwam er toch.<br />
niet verschoond van dumppraktijken.<br />
Het tennispark Amstelpark werd<br />
begin jaren negentig verplaatst van<br />
wat de Zuidas moest worden naar<br />
de Vietnamweide in het bos. Hevige<br />
discussies in de gemeenteraad, hevige<br />
protesten daarbuiten, actievoerders die<br />
de bomenzagers voor de voeten liepen,<br />
maar het tennispark kwam er toch. Vijf<br />
miljoen bosbezoekers per jaar bleken<br />
geen garantie te zijn voor de vrijwaring<br />
van ingrepen.<br />
Het uiteindelijke resultaat van deze<br />
min of meer toevallige ontwikkelingen<br />
is dat Amsterdam een aantal topsportlocaties<br />
vlakbij elkaar heeft liggen. Ze<br />
liggen zo mooi van noord naar zuid<br />
geschakeld dat je van een ‘sportas’ zou<br />
kunnen spreken. Kijkend op de kaart<br />
kan je dromen van een nieuwe olympische<br />
toekomst voor dit gebied. Voor<br />
olympische wedstrijden zijn de meeste<br />
accommodaties ongeschikt, maar<br />
trainen en warmlopen gaat er prima.<br />
Maar, ga je buiten kijken dan zie je dat<br />
er nog heel wat moet gebeuren om het<br />
zo ver te krijgen.<br />
Luguber bedrijventerreintje<br />
De gemiddelde bezoeker die op zoek is<br />
naar Sporthallen Zuid of het Wagenerstadion<br />
zal niet het idee hebben dat<br />
hij zich in een sportas bevindt. Rond<br />
Sporthallen Zuid is het gebied uiterst
onoverzichtelijk. De openbare ruimte<br />
heeft nog steeds de uitstraling van een<br />
stadsrand. Rommelig, goedkoop, een<br />
warboel. Die uitstraling treff en we in<br />
nog heviger mate aan in het gebied<br />
rond de jachthaven. Dat is een eldorado<br />
voor kleine zeilverenigingen en scouts,<br />
maar een normaal mens voelt zich<br />
er niet thuis. Bij evenementen in het<br />
Wagener-stadion of op de Bosbaan is er<br />
verkeerschaos op de Amstelveenseweg<br />
en bij de ingangen van het Amsterdamse<br />
Bos, en levert het parkeren steeds<br />
meer problemen op. Zijn er gelijktijdig<br />
evenementen dan is het helemaal raak.<br />
Fietsers en wandelaars die van het<br />
Olympisch Stadion naar het Amsterdamse<br />
Bos willen, moeten goed de weg<br />
weten. In de langzaamverkeerroute van<br />
het Vondelpark naar het Amsterdamse<br />
Bos zitten een paar gevaarlijke knelpunten.<br />
Dat begint al bij het prachtige<br />
fi etspad over de nieuwe Schinkeleilanden.<br />
Probeer het begin van dit fi etspad<br />
maar eens te vinden. Het ligt voorlopig<br />
nog verborgen op een luguber bedrijventerreintje<br />
bij de tramremises op het<br />
Havenstraatterrein. Een ander knelpunt,<br />
het viaduct onder de a10, wordt<br />
waarschijnlijk nog in 2009 aangepakt<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 59
60 | Nieuwe Openingen 7<br />
Sportas Amsterdam (zie inzet)
Kostverlorenvaart<br />
Waterverbinding met de binnenstad<br />
Olympisch Stadion<br />
Frans Ottenstadion/Sporthallen Zuid<br />
Sportboulevard voor<br />
fietsers en wandelaars<br />
Centrum voor Topsport en Onderwijs<br />
Amstelpark tennis<br />
Openbaar Vervoer van binnenstad<br />
naar Amsterdamse Bos<br />
Bosbaan Internationale roeibaan<br />
Wagener Stadion Internationaal hockeycentrum<br />
Amstelveenseweg verbindt<br />
accomodaties en is daarmee de<br />
ruggengraat van de Sportas<br />
Amsterdamse Bos Recreatiegebied bij uitstek<br />
Sportas Amsterdam<br />
P<br />
Focus op sport<br />
Topsportaccommodaties<br />
Olympisch Stadion / Atletiekbaan Ookmeer<br />
Amsterdam ArenA / Sportpark Ookmeer<br />
Bosbaan<br />
Sloterparkbad<br />
Hockey: Wagener-stadion<br />
Frans Otten Stadion / Amstelpark / Tennispark<br />
Gold Star<br />
Sporthallen Zuid<br />
Sporthallen Zuid<br />
‘Kraamkamers’ van de topsport<br />
P<br />
Kraaijennest<br />
Johan Cruyffvelden / Vondelpark /<br />
Amsterdamse Bos / Sportpark De Toekomst<br />
Amstel / Roeivereniging De Drietand<br />
(Noorderamstelkanaal)<br />
Sportplaza Mercator / Marnixbad /<br />
Bijlmer Sportcentrum<br />
Sportpark Nieuwe Kalfjeslaan /<br />
Sportpark Voorland<br />
Westerpark / Zuideramstel<br />
Museumplein / Apollohal<br />
Academie voor Lichamelijke Opvoeding<br />
M<br />
P<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 61<br />
P
door stadsdeel Oud-Zuid. Het fi etspad<br />
gaat hier het traject van de Museumtramlijn<br />
volgen. Even verderop verliest<br />
dit fi etspad alle allure als het langs de<br />
achterkanten van het Jachthavengebied<br />
en tenniscentrum Amstelpark loopt.<br />
Daarna worden de fi etsers losgelaten in<br />
het Amsterdamse Bos.<br />
62 | Nieuwe Openingen 7<br />
Ideeënstorm<br />
Er worden veel plannen gemaakt voor<br />
onderdelen van dit gebied. Stadsdeel<br />
Oud-Zuid kijkt naar de mogelijkheden<br />
voor het gebied direct ten zuiden van<br />
het Olympisch Stadion. Basketbalclub<br />
EclipseJet MyGuide wil een eigen<br />
hal bouwen. De hockeybond wil het<br />
Wagener-stadion verbouwen. De
particuliere eigenaar van tenniscentrum<br />
Amstelpark is bezig om op eigen terrein<br />
een groot welnesscentrum neer te<br />
zetten. Onder meer Stichting Topsport<br />
Amsterdam (sta) wil in dit gebied een<br />
cto vestigen: een centrum voor topport<br />
en onderwijs, waar topsporters kunnen<br />
wonen en trainen en tegelijk een<br />
opleiding volgen. Eén van de beoogde<br />
samenwerkingspartners van sta is de<br />
Vrije Universiteit, waar men nu bezig<br />
is het aantal studenten te verdubbelen<br />
door de opname van Hogeschool Inholland.<br />
Al die plannen kunnen makkelijk<br />
leiden tot verdergaande versnippering,<br />
maar daar is niemand bij gebaat. Je<br />
kunt de ideeënstorm en daadkracht ook<br />
aangrijpen om de zwakke punten van<br />
het gebied aan te pakken. Te beginnen<br />
met de infrastructuur. Het fi etspad dat<br />
Vondelpark en Amsterdamse Bos met<br />
elkaar moet gaan verbinden, de Amstelveenseweg<br />
die voor de verkeersafwikkeling<br />
moet gaan zorgen, het openbaar<br />
vervoer dat nu krakkemikkig is. En dan<br />
de openbare ruimte: geef dit gebied een<br />
allure die bezoekers trekt, ook bezoekers<br />
die helemaal niet willen sporten. Maak<br />
er een stuk stad van! Daar hoort een<br />
programma bij. Aansprekende sporten<br />
op aansprekende locaties, maar ook<br />
horeca en winkels die best ook sport als<br />
thema kunnen hebben. En let er vooral<br />
goed op dat het Amsterdamse Bos blijft<br />
wat het nu is. Een toevluchtsoord voor<br />
de mensen die ruimte en groen zoeken,<br />
die willen wandelen, fi etsen, zonnen, of<br />
een balletje trappen op de speelweiden.<br />
Maak van de Sportas een echt stuk<br />
stad en hou het Amsterdamse Bos echt<br />
groen. Geen dumppraktijken meer. We<br />
weten nu beter.�<br />
Remco Daalder is stadsecoloog. Hij leidt<br />
diverse projecten over de inrichting van<br />
groengebieden, waaronder de ontwikkeling<br />
van de Sportas. Naast zijn werk voor<br />
Dienst Ruimtelijke Ordening is Daalder<br />
publicist. Laatste boek: Grafherrie (2008),<br />
over de underground-muziekwereld van<br />
Amsterdam.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 63
64 | Nieuwe Openingen 7
Amsterdam heeft de ambitie een topsportstad te zijn. Voor polderen is dan geen<br />
ruimte. En dát doet de stad nu nog te veel.<br />
Een tandje erbij<br />
Plannen als een topsporter<br />
Een topsporter kent geen compromissen.<br />
Hij of zij kent maar<br />
één doel en daar moet alles voor<br />
wijken. Sociaal leven, werk en studie<br />
zijn belangrijk, maar worden terzijde<br />
geschoven als het nodig is voor de sport<br />
en de prestatie.<br />
Een topsporter plant alles tot in de<br />
puntjes, elk detail is in beeld. Winst of<br />
verlies liggen soms maar één honderdste<br />
van een seconde of een centimeter<br />
van elkaar. Alles moet kloppen op dat<br />
ene moment.<br />
Onze huidige planningspraktijk leeft<br />
bij de gratie van compromissen. Al<br />
polderend plannen we onze stad.<br />
Draagvlak is het devies en dat betekent<br />
dat iedereen een beetje water bij de<br />
wijn moet doen. Een topsporter drinkt<br />
zijn water puur, zonder wijn. Polderen<br />
komt niet in zijn vocabulaire voor.<br />
Amsterdam heeft hoge ambities als<br />
topsportstad. Maar is het mogelijk<br />
om in een stad, waar zoveel mensen<br />
leven en met zoveel belangen rekening<br />
moet worden gehouden, te kiezen voor<br />
topsport en te plannen als een topsporter<br />
of in ieder geval, voor de topsporter?<br />
� Olympisch kampioene puntenkoers Marianne Vos<br />
tijdens de 16de Zesdaagse van Amsterdam in oktober<br />
2008 in het Velodrome Amsterdam op Sportpark<br />
Sloten.<br />
Kampioenen<br />
Amsterdam heeft een rijk topsportverleden.<br />
Hier werden in 1928 de eerste en<br />
enige Olympische Spelen van Nederland<br />
georganiseerd. Bijna drie duizend<br />
topatleten bevolkten toen twee weken<br />
lang de stad. Het olympisch vuur werd<br />
voor het eerst ontstoken in onze stad.<br />
In het Olympisch Stadion vonden<br />
daarna legendarische wedstrijden plaats,<br />
zoals in 1966 de beroemde wedstrijd<br />
in de mist. Ajax versloeg Liverpool<br />
met 5-1. Aansprekende topsporters als<br />
Fanny Blankers-Koen, Johan Cruyff en<br />
Ellen van Langen woonden en trainden<br />
in Amsterdam.<br />
Tegenwoordig trainen in het Olympisch<br />
Stadion wereldkampioenen op de<br />
sprint. Op de Bosbaan roeien meervoudig<br />
olympisch kampioenen. In de rij bij<br />
de bakker in Slotervaart staat de zwem-,<br />
zeil- en volleybalelite van Nederland.<br />
De gouden hockeysters van Beijing<br />
rijden iedere dag naar het Wagenerstadion<br />
in het Amsterdamse Bos.<br />
In het dagelijkse leven van de stad<br />
vallen deze sporters nauwelijks op.<br />
Herkend worden ze hooguit door hun<br />
sportieve kleding, fi tte uitstraling of de<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 65
olympische auto waar ze uitstappen. Ze<br />
leven hun topsportleven in de relatieve<br />
anonimiteit van de grote stad.<br />
Toch wonen, werken, studeren en<br />
trainen in Amsterdam ongeveer<br />
120 topsporters en 150 talenten, de<br />
topsporters van de toekomst. Daarnaast<br />
zijn er in de stad ongeveer 35 sportverenigingen<br />
actief op het hoogste niveau.<br />
Binnen die verenigingen zijn dat zo’n<br />
350 sporters. Vergeleken met andere<br />
steden en de rest van Nederland wonen<br />
er relatief veel topsporters in Amsterdam.<br />
Van de Nederlandse olympische<br />
66 | Nieuwe Openingen 7<br />
deelnemers in Beijing komt bijna een<br />
kwart uit de stad.<br />
Toch is slechts een klein deel van de<br />
Amsterdamse bevolking actief topsporter:<br />
slechts één op de 1300 Amsterdammers<br />
is actief op het hoogste<br />
sportniveau, nog geen promille van de<br />
Amsterdamse bevolking. Legitimeert<br />
zo’n kleine groep Amsterdamse topsporters<br />
de keuze om vol in te zetten op<br />
en te investeren in topsport? Wat levert<br />
topsport de stad op?<br />
Topsport heeft betekenis voor een<br />
stad, het hoort bij een metropool.
� Eredivisie basketbal<br />
in actie in Sporthallen<br />
Zuid<br />
Topsportevenementen en topsporters<br />
blijken uitstekende reclame te zijn<br />
voor wat een stad te bieden heeft.<br />
Topsport draagt bij aan de nationale<br />
en internationale uitstraling van de<br />
stad. Ook voor het bedrijfsleven en het<br />
vestigingsklimaat voor bedrijven is het<br />
interessant. Topsport inspireert en geeft<br />
mensen een ambitie.<br />
Th uis<br />
Op hun beurt hebben topsporters<br />
ook de stad nodig. Veel atleten zijn<br />
speciaal voor het uitoefenen van hun<br />
sport naar Amsterdam verhuisd. Er<br />
zijn hoogwaardige trainings- en<br />
wedstrijdaccommodaties, de sportmedische<br />
voorzieningen zijn op hoog<br />
niveau en er zijn onderwijsinstituten<br />
die een combinatie van sport en studie<br />
mogelijk maken. Bovendien trainen<br />
veel bondsselecties in Amsterdam en<br />
voor sporters die veel in het buitenland<br />
moeten zijn ligt Schiphol om de hoek.<br />
Amsterdam heeft zich ontwikkeld tot<br />
een ware topsporthub van Nederland<br />
en Europa.<br />
Maar niet alleen praktische overwegingen<br />
spelen mee. Topsporters voelen<br />
zich thuis in Amsterdam. De dynamiek<br />
van de stad geeft de sporters het gevoel<br />
onderdeel uit te maken van het ‘echte’<br />
leven en doorbreekt de eentonigheid<br />
van hun strak geplande dagelijks<br />
leven enigszins. Bovendien draagt de<br />
anonimiteit van de stad eraan bij dat ze<br />
zich ongestoord kunnen voorbereiden<br />
op de grote wedstrijden.<br />
Amsterdam wil de topsporter blijven<br />
omarmen. In het Sportplan 2009-2012<br />
profi leert Amsterdam zich nadrukkelijk<br />
als olympische stad met olympische<br />
ambities. De stad heeft zich uitgesproken<br />
voor het Olympisch Plan 2028,<br />
een plan dat in 2016 kan resulteren<br />
in een olympische kandidatuur van<br />
een Nederlandse stad. Amsterdam in<br />
2016 op olympisch niveau: dat is de<br />
missie. Om dit te kunnen bereiken<br />
wordt fors ingezet op topsport. “Willen<br />
we topsport in Amsterdam, dan<br />
hebben we ze alle drie nodig: talenten<br />
en topsporters, topsportevenementen<br />
en topsportaccommodaties”, aldus de<br />
auteurs van het plan.<br />
Felle strijd<br />
Amsterdam is overigens niet uniek<br />
in deze ambities. Tegenwoordig zien<br />
veel steden topsport als een middel<br />
om zichzelf te profi leren. Overal zijn<br />
plannen voor topsporthallen en zetten<br />
steden in op het binnenhalen van<br />
aansprekende sportevenementen. Zo<br />
kaapte Rotterdam onlangs na een felle<br />
strijd de start van de Tour de France<br />
voor de neus van Utrecht weg. In de<br />
ogen van veel gemeentebestuurders<br />
glimmen de olympische ringen. Ze<br />
vissen daarbij uit dezelfde, kleine vijver.<br />
De concurrentie neemt dus toe, maar<br />
de vraag is of Amsterdam zich hier<br />
zorgen over moet maken. De stad heeft<br />
een topsportverleden. Topsporters en<br />
talenten wonen van oudsher in de stad<br />
en zullen hier wel blijven komen. En<br />
de stad heeft een stevige topsportinfrastructuur.<br />
Maar, iedere topsporter weet<br />
dat hij nooit achterover kan leunen.<br />
Niet veranderen is stilstaan. Een<br />
topsporter probeert zijn concurrentie<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 67
telkens weer een stap voor zijn, door<br />
zich te blijven ontwikkelen en op zoek<br />
te gaan naar innovatie. Bovendien zijn<br />
topsporters aan niemand anders loyaal<br />
dan aan zichzelf. Dus ook niet aan een<br />
stad. Als een andere stad betere faciliteiten<br />
biedt dan Amsterdam, dan is de<br />
stap snel gemaakt. Blijven investeren is<br />
voor Amsterdam dus nodig.<br />
De vraag is of de stad zich daarbij op<br />
alles moet richten. Topsporters zijn<br />
specialisten bij uitstek, ze excelleren<br />
vaak op één onderdeel. Ook omdat<br />
ze goed weten waar hun beperkingen<br />
liggen. De sport kent natuurlijk<br />
allrounders en meerkampers. Zij<br />
richten zich op meerdere onderdelen,<br />
maar ook zij weten waar ze goed in<br />
zijn. En daar zetten ze alles op in.<br />
Voor sporten die veel ruimte of ruige<br />
terreinen vragen, zal ook niet zo snel<br />
naar Amsterdam worden gekeken.<br />
Hoe leuk we het ook zouden vinden,<br />
schansspringen bijvoorbeeld hoort niet<br />
thuis in Amsterdam. De sneeuw en de<br />
traditie ontbreekt. Goed weten waar je<br />
kracht ligt, daar gaat het om.<br />
‘Net niet’<br />
Topsporters eisen alles van zichzelf en<br />
van hun omgeving. Ze doen het voor<br />
niet minder dan het beste. Grijstinten<br />
kennen ze niet, het is zwart of wit, tot<br />
in de kleinste details. Er is de laatste<br />
jaren veel geïnvesteerd in Amsterdamse<br />
topsportaccommodaties: het<br />
Olympisch Stadion is gerenoveerd, het<br />
Sloterparkbad en het Velodrome zijn<br />
gebouwd en de Bosbaan is verbreed.<br />
Het niveau is alleen maar gestegen, zou<br />
68 | Nieuwe Openingen 7<br />
je zeggen. Maar is het ook voldoende<br />
voor de topsporter?<br />
Het Sloterparkbad was oorspronkelijk<br />
gepland als zwembad met olympische<br />
afmetingen. Door bezuinigingen moest<br />
deze ambitie worden losgelaten. Het<br />
is nog steeds een topbad, maar het<br />
predikaat olympisch heeft het niet.<br />
Sinds de verbreding van de Bosbaan<br />
heeft Amsterdam een aantal internationale<br />
topwedstrijden toegewezen<br />
gekregen. Of dit aan de Bosbaan zelf<br />
te danken is, is maar zeer de vraag. De<br />
organisatiekracht van de Nederlanders<br />
en de kracht van een stad als Amsterdam<br />
hebben een aardig, en misschien<br />
wel het beslissende, steentje bijgedragen.<br />
De baan voldoet, maar nieuwe investeringen<br />
zijn nodig om mee te gaan in de<br />
internationale en vooral ook nationale<br />
concurrentiestrijd nu Rotterdam bouwt<br />
aan een internationale toproeibaan.<br />
Het Olympisch Stadion moest 12 jaar<br />
wachten op een inloopbaan. Realisatie<br />
van deze baan was bovendien lange tijd<br />
onzeker. Er was een interventie nodig<br />
in de plannen voor het nieuwe Park<br />
Schinkeleilanden achter het stadion,<br />
om dit alsnog voor elkaar te krijgen.<br />
Het Velodrome in Sloten is 200 meter<br />
lang en geschikt voor een wielerzesdaagse.<br />
Maar, om als olympische baan<br />
gekwalifi ceerd te worden, is minimaal<br />
250 meter nodig.<br />
Ook in gebruik van de accommodaties<br />
moet vaak worden onderhandeld. Topsportaccommodaties<br />
zijn meestal niet<br />
rendabel en worden ook gebruikt voor<br />
breedtesport om de exploitatie minder<br />
verliesgevend te maken. Topsporters<br />
hebben dus niet het alleenrecht, maar<br />
� Ontvangst olympische<br />
sporters tijdens het<br />
Welkom thuis-event<br />
op 25 augustus 2008<br />
in het Olympisch<br />
Stadion
moeten het water, de hal of de atletiekbaan<br />
delen met anderen. Sterker nog:<br />
de topzwemmers in het Sloterparkbad<br />
werden tot voor kort verwezen naar<br />
incourante uren vroeg in de ochtend.<br />
Daar zijn nu goede afspraken over<br />
gemaakt, maar nog geen jaar geleden<br />
verloren de olympisch kampioenen in<br />
de verdeling van het badwater de strijd<br />
van de recreatieve zestigers.<br />
Ondanks de goede bedoelingen en<br />
investeringen blijft er een gevoel van<br />
‘net niet’ over. Net niet is dodelijk voor<br />
een topsporter. Dat kleine beetje extra<br />
maakt juist het verschil tussen winst en<br />
verlies.<br />
De redenen: een veelheid aan gebruikers,<br />
hoge kosten, onvindbare investeer-<br />
ders, ruimtegebrek, gebrek aan regie en<br />
in een aantal gevallen onwetendheid.<br />
Het zijn begrijpelijke verklaringen voor<br />
de gemaakte beslissingen, maar maken<br />
het topsport tegelijkertijd moeilijk of<br />
staan het zelfs in de weg. Het toont<br />
ook aan dat bij de planning van nieuwe<br />
sportaccommodaties in de stad de<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 69
prioriteit niet bij topsport ligt. De<br />
scholen moeten er kunnen sporten, met<br />
een beetje geluk kunnen de verenigingen<br />
er hun wedstrijden spelen, maar<br />
dan houdt het op. Terwijl met een klein<br />
beetje extra inzet, hoe moeilijk dat<br />
soms ook kan zijn, er zoveel meer van<br />
te maken is: sportaccommodaties die<br />
topsportwaardig zijn. Accommodaties<br />
– om het Sportplan nog eens te citeren –<br />
‘waarin breedte- en topsport verbonden<br />
zijn omdat de top de basis inspireert en<br />
de basis de top voedt. Waarin ieder zijn<br />
70 | Nieuwe Openingen 7<br />
eigen plek kan vinden met de stimulans<br />
om er nog een tandje bij te doen.’<br />
Zonder compromissen<br />
Op dit moment staat er in Amsterdam<br />
een aantal projecten voor nieuwe<br />
sportaccommodaties op stapel, zoals<br />
het multifunctionele sportcentrum<br />
Ookmeer, de Jan van Galenhal, maar<br />
ook op IJburg en Zeeburgereiland.<br />
Ook zijn er plannen voor een nieuw<br />
Wagener-stadion. Durft de stad bij de<br />
planning hiervan in te zetten op dat<br />
tandje meer?
� Nederlands<br />
Kampioenschap<br />
atletiek 2007 in het<br />
Olympisch Stadion<br />
Dan moet een stad ook als een topsporter<br />
gaan plannen voor een topsporter:<br />
zonder compromissen, geen genoegen<br />
nemend met minder dan het maximale.<br />
Dat zal nooit helemaal lukken. De stad<br />
is geen laboratorium, waarin de sporter<br />
de omstandigheden geheel naar zijn<br />
hand kan zetten. Dat zal hij of zij trouwens<br />
ook nooit willen. Een topsporter<br />
is ook getraind in het zich aanpassen<br />
aan de gegeven omstandigheden.<br />
Wel zou het goed zijn om in de planning<br />
de lef, de zelfkennis en de drang<br />
om te blijven innoveren en investeren<br />
te introduceren. En soms net een stapje<br />
extra te doen, een tandje erbij. Zonder<br />
dat geen topsport. �<br />
Nelleke Penninx is planoloog en voormalig<br />
toproeister. Ze haalde onder meer in<br />
2000 zilver op de Olympische Spelen in<br />
Sydney met de dames acht.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 71
72 | Nieuwe Openingen 7
De Nederlandse sporthal is lelijk, bedompt en zweterig en zelden een visitekaartje<br />
voor de sport. En dat is helemaal niet nodig, betoogt Kitty van der Linden.<br />
Sport is lelijk<br />
We hebben er afgelopen zomer<br />
weer allemaal van kunnen<br />
genieten. Spannende wedstrijden,<br />
mooie overwinningen, gouden medailles,<br />
prachtige openingsceremonie en<br />
fantastische gebouwen met het Nationaal<br />
Stadion van Peking, ofwel het<br />
Vogelnest, als boegbeeld van architectuur<br />
in de topsport en de Olympische<br />
Spelen.<br />
Ongetwijfeld zijn er weer veel mensen<br />
geïnspireerd geraakt om te gaan sporten,<br />
bijvoorbeeld hockey na de gouden<br />
plak van de dames, of waterpolo, judo,<br />
volleybal of basketbal.<br />
De sportinspanningen die dan volgen<br />
zijn niet te vergelijken met topsport en<br />
behoren dan ook tot wat we de Nederlandse<br />
breedtesport noemen. En breedtesport<br />
is heel wat anders dan topsport.<br />
Geen mooie stadions of sportarena’s,<br />
lang niet altijd goede sportfaciliteiten,<br />
alles loopt uitsluitend dankzij de vele<br />
vrijwilligers en speelt zich af in de<br />
vreemdste en verste uithoeken van<br />
het land. Ik heb me destijds niet laten<br />
inspireren door de Olympische Spelen,<br />
maar heb wel jarenlang intensief<br />
gesport. Geen topsport, gewoon een<br />
regionale zaterdagcompetitie volleybal.<br />
Twee keer in de week twee uur trainen<br />
en zaterdag competitie. Helaas kan ik<br />
niet putten uit ervaringen in de regio<br />
Amsterdam, maar de situatie hier wijkt<br />
ongetwijfeld nauwelijks af van die in<br />
Zuidwest Nederland.<br />
Wie in de regionale competitie speelt,<br />
doet de meest uiteenlopende gemeenten<br />
aan. Ik reisde weekend aan weekend<br />
van Rotterdam naar Goes en van Groot<br />
Ammers tot Zundert. Elke keer is het<br />
weer zoeken naar de sporthal van de<br />
desbetreff ende vereniging. Sporthallen<br />
zijn te vinden op oude industrieterreinen,<br />
in oude veilinghallen, aan de rand<br />
van een jaren zestig-wijk of juist in het<br />
midden van een jaren zeventig-bloemkoolwijk,<br />
naast scholen of universiteiten<br />
en af en toe bij het sportpark tussen de<br />
voetbalverenigingen.<br />
Dichte doos<br />
Een sporthal is te herkennen aan de<br />
dichte gevels bekleed met golfplaat en<br />
een hoogte variërend van 9 tot 12 meter.<br />
Een sporthal wil zich nog wel eens<br />
verschuilen tussen aangeplant struweel,<br />
of andere moeilijk te defi niëren<br />
bosschages. In beide gevallen draagt de<br />
aanblik van het gebouw niet bij aan een<br />
prettige uitstraling in de buurt of dan<br />
toch op z’n minst een algemeen gevoel<br />
van veiligheid. Het parkeren bij een hal<br />
geschiedt op een lukraak, aangelegd<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 73
parkeerterreintje. Meestal pal voor de<br />
deur, soms ook achterom en een enkele<br />
keer wordt in de wijk zelf geparkeerd.<br />
Als de auto staat, is het zoeken naar de<br />
ingang. Dat is vaker dan je zou verwachten<br />
nog een hele toer. De ingang<br />
zit niet altijd op de meest logische plek<br />
en als de sporthal onderdeel is van een<br />
groter complex dan is de hal te bereiken<br />
via een – soms nogal onopvallende –<br />
achterdeur. Binnenin de sporthal kan<br />
het voorkomen dat er geen kantine is of<br />
dat deze – nog – gesloten is. De kleedkamers<br />
zijn soms alleen buitenom te<br />
bereiken en soms alleen via de sportzaal,<br />
waar op dat moment ook wedstrijden<br />
worden gespeeld. De douches en de<br />
toiletten laten zich raden. De zaal zelf<br />
kan gaten in de vloer hebben of het dak<br />
kan lekken. De luchtafvoersystemen<br />
lijken per defi nitie in tanende staat<br />
te verkeren. De tribunes zijn soms<br />
provisorisch aangebracht of wat ook<br />
voor komt is dat het publiek in de zaal<br />
74 | Nieuwe Openingen 7<br />
zelf staat.<br />
De nieuwere hallen, te vinden op de<br />
sportparken aan de rand van het stedelijk<br />
gebied, hebben qua interieur wel<br />
vaak goede faciliteiten. Kantine, vloer<br />
en kleedkamers zijn schoon en netjes.<br />
Het uiterlijk blijft echter vergelijkbaar<br />
met een willekeurige bedrijfshal: een<br />
dichte doos bekleed met golfplaat en<br />
het parkeren gebeurt ernaast. Daar zijn<br />
de huidige budgetten op gebaseerd. Elk<br />
ander materiaal, elke andere oplossing<br />
die een betere inpassing van een hal in<br />
een stedelijk gebied toelaat moet uit<br />
een ander potje komen.<br />
Algemene conclusie: de Nederlandse<br />
sporthal is lelijk, bedompt en zweterig,<br />
het is zelden een visitekaartje voor de<br />
sport. Een sporthal heeft het uiterlijk<br />
van een bedrijfshal en zou daarom ook<br />
beter passen op een bedrijventerrein.<br />
Toch wordt sport planologisch nog<br />
vaak in groengebieden geplaatst, of als
� Van links naar rechts:<br />
Sporthal Zeeburg,<br />
Sporthal Oostenburg,<br />
Sporthal Zeeburg,<br />
Sporthal De Pijp<br />
programmatische invulling van een<br />
groengebied gezien. Als het echter<br />
gaat om het plaatsen van een sporthal<br />
is deze invulling vanuit ruimtelijk<br />
oogpunt onterecht.<br />
Ondergronds<br />
De laatste jaren zijn er in Amsterdam<br />
plannen gemaakt om het sporten centraal<br />
in de buurten te laten plaatsvinden.<br />
Middenin woonwijken is ruimte<br />
gemaakt voor sportvelden en sporthal.<br />
Laan van Spartaan bijvoorbeeld, of de<br />
RI-Oostbuurt op het Zeeburgereiland.<br />
De sportplek is voor iedereen zichtbaar<br />
en met de fi ets bereikbaar. Sport krijgt<br />
zo weer een plek in de stad en niet aan<br />
de rand. Maar, een goede inpassing van<br />
Een sporthal wil zich nog wel eens verschuilen<br />
tussen aangeplant struweel, of andere moeilijk te<br />
defi niëren bosschages.<br />
een sporthal in een stedelijke situatie<br />
vraagt meer dan een dichte doos van<br />
golfplaat met parkeerruimte voor de<br />
deur. Inpandig of ondergronds parkeren<br />
is dan een vereiste. De onderste laag<br />
van de hal zal een vriendelijke en<br />
daarmee ook veilige uitstraling moeten<br />
krijgen; geen ogenschijnlijk dichte<br />
wanden.<br />
En dat kan best. Er zijn voorbeelden<br />
waarbij de hal zodanig met andere<br />
functies wordt ingepakt dat de lelijke<br />
kanten van een hal aan het zicht zijn<br />
onttrokken. In Ypenburg in Den Haagbijvoorbeeld,<br />
is de hal ingebouwd in<br />
een woonblok. Of er zijn voorbeelden<br />
waarbij de hal wordt gecombineerd met<br />
andere, meer commerciële functies als<br />
fi tness, een sportkledingzaak of grand<br />
café. De hal blijft feitelijk dan nog<br />
steeds een goedkope dichte doos, alleen<br />
is dat vanaf de buitenkant niet meer<br />
te zien. Maar, het kan natuurlijk veel<br />
beter. Bijvoorbeeld, de vooroorlogse<br />
zwembaden, zoals het Zuiderparkpad<br />
of Sportfondsenbad Oost, hebben<br />
prachtige bakstenen gevels. Ook de<br />
nieuwe zwembaden in de stad – het<br />
nieuwe Marnixbad of Sportplaza<br />
Mercator – zijn mooi. Is het mogelijk<br />
om sporthallen te bouwen met zo’n<br />
uitstraling dat iedereen zin krijgt om te<br />
gaan sporten én te winnen? Het hoeft<br />
echt geen Vogelnest te zijn, maar een<br />
iets hogere standaard voor de breedtesport<br />
moet toch kunnen.�<br />
Kitty van der Linden is ontwerper. Ze<br />
speelde volleybal van haar 13de tot haar<br />
35e, haar topniveau was de derde divisie.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 75
76 | Nieuwe Openingen 7
Amsterdam telt tien openbare zwembaden. Relatief veel en dat is logisch: in een<br />
waterstad is leren zwemmen van levensbelang. Bovendien is zwemmen voor<br />
stadsbewoners een ideale manier om overtollige energie kwijt te kunnen en in<br />
conditie te blijven. Halverwege de 19de eeuw verrijzen de eerste zwembaden<br />
in Amsterdam, de ene architectonisch nog mooier dan de andere. Een kleine<br />
geschiedenis van de Amsterdamse zwembaden.<br />
Zwemrecords<br />
en hygiëne<br />
Het openbare zwembad in<br />
Amsterdam<br />
Zwemmen doet men al sinds<br />
mensenheugenis. Daar waar<br />
mensen aan het water leven zoals in<br />
Amsterdam, is kunnen zwemmen van<br />
levensbelang. Maar zwemmen is ook<br />
vermaak. Zeker bij mooi weer zoeken<br />
mensen het water op.<br />
In Nederland duurt het tot in de 19de<br />
eeuw voordat de eerste zwembaden er<br />
komen. De allereerste voorzieningen<br />
bestaan uit afpalingen en steigers in<br />
het open water. Via houten schotten<br />
worden beschutte zwemplaatsen<br />
gecreëerd met badhokjes en soms<br />
ook een duiktoren. In deze tijd is het<br />
zwemmen alleen nog voorbehouden<br />
aan mannen. De eerste Amsterdamse<br />
zweminrichtingen – Land en Dijkzicht<br />
aan de Spaarndammerdijk en een bad<br />
in de Doelenstraat – verschijnen rond<br />
1820.<br />
In het midden van de 19de eeuw<br />
begint de overheid voor het eerst<br />
aandacht te besteden aan sport en<br />
recreatie. Sindsdien nemen steden dit<br />
impliciet op in hun zorg voor publieke<br />
werken en openbare gezondheid. In<br />
Amsterdam ontstaat hieraan al eerder<br />
behoefte. Als gevolg van de armoede<br />
vindt er een gedwongen uittocht plaats<br />
van het platteland naar de grote steden.<br />
Doordat steden als Amsterdam uit<br />
hun voegen barsten ontstaat er bij de<br />
bevolking belangstelling voor recreatie.<br />
In 1909 verschijnt er een rapport van<br />
de Amsterdamse Woningraad over<br />
Amsterdamse parken en plantsoenen.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 77
78 | Nieuwe Openingen 7
� Met de klok mee:<br />
Westerdoksdijk,<br />
Sloterparkbad,<br />
Flevoparkbad,<br />
Heiligeweg<br />
Hierin pleit men voor meer recreatieve<br />
ruimtes in de nabijheid van woongebieden<br />
ter bevordering van de algemene<br />
volksgezondheid.<br />
Aan de Westerdoksdijk in Amsterdam<br />
wordt in 1846 de eerste offi ciële zwemschool<br />
geopend: Zwemschool aan het<br />
IJ. Deze zweminrichting was met drie<br />
bassins ruim van opzet, de bodem<br />
was een dikke zandlaag. In het bassin<br />
voor de kinderen dreef een boot met<br />
enkele hengels buitenboord waaraan de<br />
kinderen hun zwemles kregen.<br />
‘Wat een werk hebben wij niet indertijd<br />
gehad om de menschen warm te maken<br />
voor die zweminrichting aan den<br />
Westerdokdijk - ‘t hoognoodige voor onze<br />
Amsterdamsche schoolkinderen. Weet je<br />
nog Sophie? In zes-en-veertig was dat.<br />
Suringar opende met een speech, stond<br />
op een vlot middenin het bassin en zijn<br />
jongen viel uit puur enthousiasme van de<br />
balustrade in ’t water. Weet je nog Sophie?<br />
Wat hebben we gelachen!’<br />
Uit: Klop op de deur, Ina Boudier Bakker, blz. 423.<br />
In het laatste kwart van de 19de eeuw<br />
wordt de aandacht voor de stedelijke<br />
recreatieruimten, naast gezondheidsmotieven,<br />
ook ingegeven door overwegingen<br />
van disciplinaire aard. De aanleg<br />
van parken, speeltuinen, volkstuinen en<br />
zwembaden is namelijk ook een poging<br />
om onzedelijk gedrag en politieke<br />
onrust in het publieke domein te voorkomen.<br />
Als de gemeente Amsterdam in<br />
1878 het eerste zwembad opent gebeurt<br />
dit mede om de aanstoot, die het baden<br />
in de buurt van de openbare weg geeft,<br />
weg te nemen.<br />
‘Volkswedstrijd’<br />
Zwemles is in deze tijd alleen betaalbaar<br />
voor de beter gesitueerden.<br />
Het zwemdiploma was een kostbaar<br />
bezit. De meeste mensen konden niet<br />
zwemmen en er vonden nodeloos<br />
veel verdrinkingen plaats. Een aantal<br />
enthousiaste gebruikers van Zwemschool<br />
aan het IJ richt in 1870 de eerste<br />
zwemvereniging op: de Amsterdamsche<br />
Zwemclub, thans az 1870. Op 6<br />
augustus van dat jaar wordt door az<br />
haar eerste zwemwedstrijd georganiseerd,<br />
een zo genoemde ‘Volkswedstrijd’.<br />
Aantal deelnemers: 18, afstand:<br />
114 meter, snelste tijd: 2 minuten en 55<br />
seconden.<br />
De basis voor het georganiseerd zwemmen<br />
in ons land ligt voor een belangrijk<br />
deel rond het IJ in Amsterdam. Op<br />
initiatief van az 1870, samen met<br />
andere zwemclubs in Nederland, wordt<br />
op 14 augustus 1888 de Nederlandse<br />
Zwembond (nzb) opgericht. Het<br />
doel van de bond is om de beoefening<br />
der zwemkunst in Nederland meer<br />
algemeen te maken. Het diploma<br />
‘Geoefend Zwemmer’ en ‘Zwemmeester’<br />
worden in 1890 ingevoerd. Bij de eerste<br />
moderne Olympische Spelen van<br />
1896 in Athene wordt zwemmen een<br />
olympische sport, voor mannen. Er zijn<br />
vier zwemnummers, waaronder de 100<br />
en 1.500 meter vrije slag in open water.<br />
In 1881 komt er een tweede openluchtzweminrichting<br />
in Amsterdam bij:<br />
badhuis Obelt, aan de Ruyterkade. Hier<br />
kunnen ook dames terecht: een mijlpaal<br />
in de emancipatie van het zwemmen.<br />
Op 11 juli 1886 zwemmen zij hun eerste<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 79
wedstrijd. Dit bad wordt in 1892 de basis<br />
van een nieuwe zwemvereniging DJK:<br />
De Jonge Kampioen.<br />
De eerste overdekte bassins in Nederland<br />
komen aan het einde van de<br />
19de eeuw dankzij particulier initiatief<br />
tot stand. De initiatiefnemers zijn<br />
vermogend en voelen zich verantwoordelijk<br />
voor de beroerde hygiënische<br />
omstandigheden waarin hun minder<br />
bedeelde buurt- en plaatsgenoten leven.<br />
Bij de bouw van de eerste overdekte<br />
zwembaden speelt de bevordering<br />
van de persoonlijke hygiëne een<br />
belangrijke rol, naast het belang van<br />
zwemmen. Veelvuldig wordt de functie<br />
van de zweminrichting met die van<br />
het badhuis gecombineerd. Ook in<br />
architectonische zin ziet men baden<br />
en zwemmen vaak in elkaars verlengde,<br />
vaak met de Romeinse thermen als<br />
richtsnoer.<br />
Zo heeft het Zuiderbad – voorheen<br />
een fi etsschool, maar in 1912 heropend<br />
als zwembad met ultramoderne snufj es<br />
als centrale verwarming en elektrisch<br />
licht – een klassieke oriëntatie, evenals<br />
het oorspronkelijke ontwerp van de<br />
architecten Karel Muller en Jonas Ingenohl<br />
voor de openbare zweminrichting<br />
aan de Heiligeweg uit 1896.<br />
Aanvankelijk vindt de gemeente de plannen<br />
van bankier A. C. Wertheim voor een<br />
overdekt zwembad aan de Heiligeweg<br />
overbodig. Er is voldoende openbaar<br />
zwemwater. Dat hier ook alle riolen op<br />
uitkomen is voor de gemeente geen groot<br />
bezwaar. Wertheim zet zijn plannen<br />
echter door. Zo ontstaat in 1896 niet alleen<br />
de oudste, overdekte zweminrichting in<br />
80 | Nieuwe Openingen 7<br />
ons land, maar ook het grootste overdekte<br />
bassin van Europa. Het gebouw bestaat<br />
uit een grote zaal met zwembassin. Aan<br />
één kant is een cascade met groene planten.<br />
Het souterrain bevat inrichtingen voor<br />
damp-, hete lucht- en douchebaden en een<br />
rustkamer. Aan de galerij liggen ruimten<br />
met badkuipen. In 1995 wordt het zwembad<br />
na jarenlange strijd gesloopt om plaats<br />
te maken voor winkelcentrum Kalvertoren.<br />
De aanleg van parken, speeltuinen, volkstuinen<br />
en zwembaden is namelijk ook een poging om<br />
onzedelijk gedrag en politieke onrust in het publieke<br />
domein te voorkomen.<br />
Omslag in denken<br />
Dankzij de invoering van de achturige<br />
werkdag wordt actief sporten ook voor<br />
arbeiders beter mogelijk. Sporten is een<br />
actieve vorm van vrijetijdsbesteding<br />
geworden en doordat steeds meer<br />
mensen die vrije tijd ook krijgen, groeit<br />
de behoefte aan sportaccommodaties.<br />
In de jaren twintig en dertig komt de<br />
realisering van grote sportcomplexen<br />
in ontwikkeling. De betrokkenheid<br />
van de overheid hierin neemt toe, al<br />
was de gemeente Amsterdam nog<br />
altijd terughoudend waar het gaat<br />
om de realisering van permanente<br />
sportaccommodaties, zo blijkt uit haar<br />
houding ten aanzien van het bad voor<br />
de Olympische Spelen.<br />
In 1928 wordt in Amsterdam de Olympische<br />
Spelen gehouden. In de Schinkel achter<br />
het Olympisch Stadion is een tijdelijk<br />
olympisch zwembad gebouwd.
De architect Jan Wils, ontwerper van het<br />
Olympisch Stadion, is groot voorstander<br />
van een brede sportaccommodatie waar<br />
plaats is voor top- naast breedtesport.<br />
Maar de gemeente Amsterdam wenst zich<br />
niet te binden aan deze accommodaties.<br />
En zo wordt het betonnen bassin, dat via<br />
een pontonbrug met het stadion is verbonden,<br />
direct na de spelen weer afgebroken.<br />
En dat terwijl Johnny ‘Tarzan’ Weismuller<br />
op deze locatie een nieuw olympisch<br />
record op de 100 meter zwom!<br />
Aan het einde van de jaren twintig<br />
van de vorige eeuw is er een omslag<br />
in het denken over architectuur. Met<br />
architectenvereniging ‘De 8’ in de<br />
voorhoede, ontstaat er een andere<br />
visie op architectonische vormgeving:<br />
het Nieuwe Bouwen. De architecten<br />
van het Nieuwe Bouwen voelen zich<br />
geroepen om aan de verlangens van<br />
de massa naar hygiëne en voldoende<br />
lichaamsbeweging tegemoet te komen.<br />
Sport, lichaamscultuur en hygiëne zijn<br />
in hun ogen een uiting van dezelfde<br />
‘bevrijde geest’ als waar ook de nieuwe<br />
architectuur een uiting van is. De<br />
architecten proberen aan te sluiten bij<br />
de technologische en geïndustrialiseerde<br />
maatschappij, het gebruik van<br />
het gebouw is steeds het uitgangspunt.<br />
De toepassing van rationele ontwerpprincipes<br />
en het gebruik van moderne<br />
materialen en technieken is hier een<br />
uiting van. Decoratie is in de beweging<br />
taboe. Hun reactie op de eerste<br />
overdekte zwembaden is dat een gebrek<br />
aan daglicht en lucht het interieur<br />
beheerst en dat weelderig aangebrachte<br />
ornamentiek vuilvorming in de hand<br />
werkt. Betontechniek en vormgeving<br />
gaan samen op. De technische kennis<br />
maakt een ijle, gewichtsloze architectuur<br />
mogelijk.<br />
Vrijwel gelijk met het ontstaan van<br />
het nieuwe denken wordt in 1933<br />
de nv Sportfondsen opgericht. De<br />
motivatie van de oprichters is de wens<br />
de moderne voorzieningen in dienst<br />
te stellen van de verhoging van de<br />
hygiëne- en de lichamelijke gezondheid<br />
van zoveel mogelijk mensen. Door<br />
spaarbrieven aan aandeelhouders uit te<br />
geven, komt het kapitaal op tafel dat<br />
nodig is om een zwembad te bouwen.<br />
Iedere belangstellende verplicht zich<br />
12 jaar lang elke maand twee gulden<br />
vijftig te storten op de rekening van nv<br />
Sportfondsen en is daarmee aandeelhouder<br />
van het te bouwen zwembad.<br />
Ondertussen wordt door de vennootschap<br />
een lening aangegaan bij de bank.<br />
In 1929 wordt in het gebouw van de Oostergasfabriek<br />
in Amsterdam-Oost het eerste<br />
Sportfondsenbad in Nederland geopend.<br />
Hier wordt nieuwe technologie in een oud<br />
gebouw gerealiseerd door een zwevende<br />
zwembak te plaatsen. Het bad bestaat nog<br />
steeds en wordt zeer goed gebruikt. Het<br />
wedstrijdbad staat op palen middenin het<br />
gebouw waar alles – tribune, kleedkamers –<br />
omheen is gebouwd. Het zwembad is exact<br />
25 meter lang en 15 meter breed en bestaat<br />
uit 6 banen van elk 2,5 meter breed. In dit<br />
bad gaat bijna een miljoen liter water wat<br />
elke dag intensief wordt gecontroleerd op<br />
helderheid, bacteriën, warmte en de verhouding<br />
van de chemicaliën. Een opklapbare<br />
duikplank, onderwaterverlichting en<br />
twee jetstreams maken van dit geheel een<br />
zeer professioneel zwembad.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 81
82 | Nieuwe Openingen 7<br />
Met de klok mee: Olympisch<br />
zwembad in de<br />
Schinkel, Amstelparkbad,<br />
Brediusbad, Floraparkbad,<br />
Badhuis Obelt
Nieuwe uitdaging<br />
De rol van de overheid wordt nadrukkelijker<br />
als recreatie voor het eerst in<br />
1935 in het Algemeen Uitbreidingsplan<br />
van Amsterdam tot één van de<br />
hoofdfuncties in de stedenbouw<br />
wordt benoemd. Sport is een nieuwe<br />
uitdaging geworden, niet alleen voor<br />
de beoefenaars, maar ook voor stedenbouwers<br />
en architecten. De vraag naar<br />
sportaccommodaties in woonwijken en<br />
in openbare parken betekent een volledig<br />
nieuwe ontwerpopgave die nieuwe<br />
gebouwen en nieuwe stijlen oplevert.<br />
In de naoorlogse periode verschijnen<br />
op meerdere plaatsen in parkranden<br />
openluchtzwembaden, zoals het<br />
Amstelparkbad, openluchtzwembad<br />
Flevopark, het Sloterparkbad aan de<br />
Sloterplas, Floraparkbad – met binnenbad<br />
– in Amsterdam-Noord en het<br />
Brediusbad in de Spaarndammerbuurt.<br />
Het denken over vrije tijd verandert in<br />
belangrijke mate tussen 1950 en 1970.<br />
Door het toenemen van de welvaart en<br />
de automatisering doet geleidelijk aan<br />
de individualisering zijn intrede. Steeds<br />
minder is de gemeenschap norm voor<br />
een zinvolle besteding van vrije tijd,<br />
steeds meer komt deze bij het individu<br />
te liggen en staan zijn behoefte en<br />
beleving centraal. In de jaren zestig<br />
is vrije tijd consumptietijd geworden.<br />
Op vakantie en via de televisie maakt<br />
men kennis met andere culturen en<br />
klimaten. Deze ontwikkeling heeft ook<br />
invloed op het functioneren van het<br />
openbare zwembad. Het golfslagbad is<br />
de eerste ontwikkeling die de bezoeker<br />
een zeesensatie moet geven. Later<br />
worden daar de tropische planten en de<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 83
hoogtezon aan toegevoegd. Het nieuwe<br />
zwemparadijs bevredigt de drang<br />
naar de moderne verleiding, waarbij<br />
fantastische technologie wordt ingezet<br />
om de wildste fantasieën werkelijkheid<br />
te maken. Het domein van het fysiek:<br />
hier kan het lichaam beschikken over<br />
bubbelbaden, zonnebanken, knuff elmuren.<br />
De subtropische zwemparadijzen<br />
zijn normaliter gebouwen waar alleen<br />
het interieur van belang is, het exterieur<br />
is ondergeschikt. Binnen gebeurt het.<br />
Begin jaren zeventig wordt het voormalige<br />
Amstelparkbad verbouwd tot een tropisch<br />
paradijs aan de Amstel, bestemd voor<br />
alle Amsterdammers, het De Mirandabad.<br />
De vernoeming is een eerbetoon aan wethouder<br />
De Miranda die in 1921 het initiatief<br />
tot het invoeren van schoolzwemmen<br />
nam. Het vernieuwde zwembad is<br />
het aanzien meer dan waard. De koepel<br />
alleen al is een sensatie. Deze heeft een<br />
middellijn van 45 meter en is opgebouwd<br />
uit aluminium spanten met daartussen<br />
dubbele beglazing van plexiglas. Met een<br />
golfslagbad met water van 27 graden en<br />
een boventemperatuur van 29 graden lijkt<br />
het De Mirandabad inderdaad op een<br />
plekje aan de Middellandse zee.<br />
Na de realisatie van het De Mirandabad<br />
heeft de ontwikkeling van het<br />
Amsterdamse openbare zwembad bijna<br />
30 jaar stil gelegen. Pas aan het einde<br />
van de twintigste eeuw maakt Amsterdam<br />
weer plannen voor de openbare<br />
zwembaden in de stad. In de periode<br />
tussen 2001 en 2006 opent Amsterdam<br />
maar liefst drie nieuwe zwembaden.<br />
In 2001 het Sloterparkbad en in 2006<br />
het Marnixbad en Sportplaza Mercator.<br />
84 | Nieuwe Openingen 7
Sportplaza Mercator, ontworpen door<br />
Venhoeven CS, is een gebouw waarvan de<br />
gevels en het dak met beplanting is bekleed.<br />
Het groene complex vormt het begin en<br />
eindpunt van het Rembrandtpark. Van<br />
een afstand ziet het eruit als een overwoekerd<br />
vestingwerk. Door de glazen gevel<br />
glinstert een eigentijds thermencomplex<br />
� Het Zuiderbad<br />
�<br />
Het De Mirandabad met haar karakteristieke koepel<br />
met zwembaden, fi tness, feest- en horecagelegenheden.<br />
Het gebouw is ontworpen<br />
als een samenleving in miniatuur en<br />
benadrukt dat veel verschillende groepen<br />
om verschillende redenen van hetzelfde<br />
complex gebruik maken. Er zijn wedstrijdzwemmers<br />
die hun baantjes trekken,<br />
feestgangers, fi tnessbeoefenaars, ouders die<br />
hun kinderen laten spelen, reumapatiën-<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 85
ten en mensen die vanuit het café liever<br />
alleen kijken naar al deze activiteiten. Het<br />
gebouw zit vol met zichtlijnen en doorkijkjes,<br />
die uitzicht bieden op de verschillen<br />
activiteiten en culturen in het gebouw.<br />
Zwempaleizen<br />
In 2008 telt Amsterdam 10 openbare<br />
zweminrichtingen, 16 zwemverenigingen,<br />
circa 7.000 schoolzwemmers.<br />
Zwemmen is nog steeds heel populair,<br />
niet alleen om te doen, maar ook zeker<br />
om naar te kijken. Dat bleek ook weer<br />
tijdens de Olympische Spelen in Beijing:<br />
de kaartjes voor de zwemwedstrijden<br />
in de prachtige ‘watercube’ waren<br />
86 | Nieuwe Openingen 7<br />
het moeilijkst te verkrijgen. Ook het<br />
olympische zwemsucces van Maarten<br />
van der Weijden, die op schitterende<br />
wijze de gouden medaille won bij<br />
het nieuwe onderdeel tien kilometer<br />
open water, geeft de zwemsport weer<br />
een frisse impuls. Zijn succes zal er<br />
ongetwijfeld mee te maken hebben dat<br />
er nu over een nieuw sportevenement<br />
in Amsterdam wordt gesproken: het<br />
‘Rondje knsm-eiland’, zwemmen in het<br />
open water van Amsterdam. Initiatiefnemer<br />
Swim Global Events praat op dit<br />
moment met de gemeente Amsterdam<br />
over de mogelijkheden voor dit zwemevenement.<br />
Was de slechte waterkwaliteit
�<br />
Sportplaza Mercator<br />
in 1896 de aanleiding voor het oprichten<br />
van het eerste overdekte zwembad,<br />
tegenwoordig is de waterkwaliteit kennelijk<br />
zo goed dat zwemmen in open<br />
water weer mogelijk is.<br />
Leren zwemmen in de waterstad<br />
Amsterdam blijft belangrijk, schoolzwemmen<br />
is nog altijd een vast gegeven<br />
in het Amsterdamse onderwijsprogramma.<br />
Maar, ook zwemmen als<br />
sport en ter ontspanning is nog steeds<br />
populair. Bestaande zweminrichtingen<br />
zullen moeten worden vernieuwd. Zo<br />
is bijvoorbeeld het De Mirandabad<br />
over een aantal jaren bouwtechnisch<br />
afgeschreven, het chloor heeft het gebouw<br />
zodanig aangetast dat nieuwbouw<br />
onvermijdelijk is. En door de ontwikkeling<br />
van nieuwe stukken stad zal er<br />
ook meer behoefte zijn aan openbare<br />
zweminrichtingen. Welke prachtige<br />
openbare zwempaleizen zullen er straks<br />
op IJburg en de Zuidas verrijzen? �<br />
Esther Reith is stedenbouwkundige. Zij<br />
schreef in 1995 voor haar studie aan de<br />
Academie van Bouwkunst Amsterdam een<br />
scriptie over de architectonische ontwikkeling<br />
van het openbare zwembad in<br />
Nederland.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 87
De jaarlijkse Grachtenrace met sloepen trekt deelnemers uit het hele land.<br />
88 | Nieuwe Openingen 7
Amsterdam is rijk aan water: de wereldberoemde grachten, de Amstel en het IJ, het<br />
IJmeer en het Noordzeekanaal. Dit maakt de stad geliefd bij watersporters. Toch<br />
doet Amsterdam maar weinig voor deze sporters, betoogt Mariëtte van Baaren.<br />
Een pleidooi om van Amsterdam een echte watersportstad te maken.<br />
Amsterdam<br />
watersportstad<br />
msterdam en het water: ze zijn<br />
A al eeuwenlang nauw met elkaar<br />
verbonden. Niet alleen vanwege het<br />
personen- en goederenvervoer per schip,<br />
maar zeker ook door de pleziervaart.<br />
Op schilderijen uit de 17de eeuw is te<br />
zien hoe Nederlanders zich in die tijd<br />
op het water vermaakten met roei- en<br />
zeilboten. Al in 1622 wees het stadsbestuur<br />
het deel nabij de ‘Oude Stadsherberg’<br />
– destijds gelegen ten westen<br />
van het huidige Centraal Station – aan<br />
als ligplaats voor jachten, wat dit tot de<br />
eerste offi ciële jachthaven ter wereld<br />
maakte. Sport en recreatie op het water<br />
waren in die tijd vooral weggelegd voor<br />
rijke burgers. In de 19de eeuw ontstonden<br />
in Amsterdam verschillende<br />
zeilverenigingen en gecombineerde zeilen<br />
roeiverenigingen met als hoofdactiviteit<br />
het organiseren van wedstrijden<br />
en evenementen op het IJ.<br />
Beschikten in 1742 nog maar veertig<br />
Amsterdammers over een pleziervaartuig,<br />
nu is het aantal boten in Amsterdam<br />
gestegen tot zo’n tien duizend.<br />
Een klein deel ligt in jachthavens, het<br />
merendeel aan kades en oevers in openbaar<br />
water. De huidige toename van de<br />
stedelijke bevolking van Amsterdam<br />
concentreert zich in sterke mate langs<br />
het IJ en IJmeer. Wonen aan het water<br />
is hip en recreëren op en rond het water<br />
is voor heel veel mensen een way of<br />
life. IJburg telde nog maar zes duizend<br />
inwoners, toen al zes honderd mensen<br />
lid waren van de watersportvereniging:<br />
dat is 10 procent! Ook veel watersporters<br />
van buiten Amsterdam bezoeken<br />
de stad geregeld per boot. De populaire<br />
jachthavens aan het IJ – de Sixhaven<br />
en Watersportvereniging Aeolus –<br />
verhuren jaarlijks aan bijna 23 duizend<br />
passerende watersporters een ligplaats<br />
om te overnachten.<br />
Hoopgevend<br />
Dat de stad aan het water geliefd is<br />
bij watersporters is geen wonder. De<br />
schitterende ligging van Amsterdam<br />
aan het IJ met zijn moderne architectuur<br />
en oude pakhuizen, de culturele<br />
hotspots en karakteristieke scheepswerven,<br />
de wereldberoemde grachten en<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 89
90 | Nieuwe Openingen 7
� De veerpont blijft altijd dienst doen, zo ook tijdens<br />
Sail 2005.<br />
talloze bijzondere bruggen verdient alle<br />
aandacht. Het vormt dan ook hét decor<br />
voor uiteenlopende waterevenementen,<br />
zoals Sail, races met klassieke boten, de<br />
Grachtenrace met sloepen, de Canal<br />
Parade tijdens Gay Pride, de catamaranzeilraces<br />
om de iShares Cup en het<br />
IJzeilen. De watersportmogelijkheden<br />
liggen in Amsterdam voor de deur:<br />
de stad ligt aan groot open water, het<br />
IJmeer. En heeft bovendien zowel een<br />
aansluiting op de Noordzee als op<br />
gebieden met veel binnenwater. Het IJ<br />
is hierin de verbindende schakel.<br />
Het zijn gunstige uitgangspunten voor<br />
de kwalifi catie van Amsterdam als<br />
watersportstad aan het IJ. Maar, het is<br />
de vraag of Amsterdam wel voldoende<br />
doet om die belevingswaarde van<br />
het water en de oevers maximaal te<br />
benutten. De vele ruimtelijke plannen<br />
voor de stedelijke uitbreidingen aan<br />
de beide IJoevers en het IJmeer zien<br />
er hoopgevend uit. Water, zo wordt<br />
verondersteld, levert een bijdrage aan<br />
een attractief vestigingsmilieu voor<br />
bewoners en bedrijven en versterkt<br />
het stadsbeeld. De plannen gaan over<br />
‘wonen aan het waterfront’, ‘publieksfuncties<br />
en historische elementen aan<br />
het waterplein’, ‘stimuleren van de<br />
pleziervaart’, ‘versterken van het open<br />
waterkarakter’, ‘een netwerk van op- en<br />
afstapvoorzieningen voor vervoer over<br />
water’ et cetera. En de jachthavens die<br />
her en der worden ingetekend spelen in<br />
de plannen de rol van sfeermakers.<br />
Ondanks de veelbelovende ambities,<br />
wordt de vereiste link tussen wonen<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 91
en vrije tijd niet altijd gelegd. Door de<br />
nieuwbouwontwikkelingen van IJburg<br />
en de IJoevers zullen in de toekomst<br />
maar liefst tachtig duizend mensen aan<br />
het IJ en IJmeer komen te wonen. De<br />
vrijetijdsbesteding aan en op het water<br />
gaat daar een nog grotere rol spelen.<br />
Verwacht wordt dat een aanzienlijk<br />
deel van de bewoners belangstelling<br />
heeft voor watersportmogelijkheden<br />
en behoefte heeft aan een ligplaats al<br />
dan niet in een jachthaven. Maar, echte<br />
concrete plannen voor de watersport<br />
zijn er nog nauwelijks.<br />
Sterker nog, jachthavens worden<br />
voorlopig uit bestemmingsplannen<br />
geweerd, vanwege de mogelijke verstoring<br />
van vogelpopulaties in het IJmeer.<br />
Ondertussen groeien de wachtlijsten:<br />
tien jaar wachten op een vaste ligplaats<br />
in Durgerdam is al lang geen uitzondering<br />
meer, met als gevolg dat deze<br />
plaatsen een exclusief karakter krijgen.<br />
Of Amsterdammers gaan in de regio<br />
92 | Nieuwe Openingen 7<br />
zoeken en rijden met de auto naar hun<br />
ligplaats om vervolgens weer terug naar<br />
Amsterdam te varen. Door de hoge<br />
bezetting van de bestaande jachthavens<br />
varen veel watersporters van buiten<br />
de stad, Amsterdam noodgedwongen<br />
voorbij. Met 150 specifi eke passantenligplaatsen<br />
telt Amsterdam nauwelijks<br />
mee in vergelijking met watersportsteden<br />
als Enkhuizen of Hoorn.<br />
Pogingen van ondernemers op watersportgebied<br />
stranden of krijgen te<br />
maken met langdurige besluitvorming.<br />
Zelfs op IJburg, waar alles nog open<br />
lijkt te liggen, moest een zeilschool<br />
alles uit de kast halen om slechts een<br />
tijdelijke vergunning te bemachtigen.<br />
Spelevaren<br />
In het centrum van de stad, daar waar<br />
het IJ op z’n smalst is, is het een hele<br />
uitdaging watersportvoorzieningen<br />
te realiseren. Het IJ als stedelijk plein<br />
waar bewoners kunnen spelevaren
klinkt als een idylle. En dat is het ook,<br />
want in werkelijkheid is het IJ nog<br />
altijd een snelweg voor de beroepsvaart.<br />
Voor bewoners is het een sport op zich<br />
om met een bootje zigzaggend heelhuids<br />
de overkant van het IJ te bereiken.<br />
Ook andere gebruikers vinden er in<br />
toenemende mate hun bestemming.<br />
De voornaamste zijn de binnenvaart, de<br />
zee- en riviercruise, de veerponten zoals<br />
de Fast Ferry en in mindere mate de<br />
zeevaart, de charter- en partyschepen<br />
en de rondvaartboten. Watersport is<br />
daar watertoerisme geworden. Ook<br />
een mooi streven, maar daar droomt<br />
de individuele, Amsterdamse watersporter<br />
niet van. Die wil zijn bootje<br />
kort parkeren bij de ndsm-werf of in<br />
het Oosterdok, gaan kitesurfen in de<br />
Minervahaven, klussen aan een collectieve<br />
bewonerssteiger bij Steigereiland<br />
of Buiksloterham, van een duikplank<br />
de IJhaven in plonzen of met de hele<br />
familie aan boord een bezoek brengen<br />
aan een waterspeeltuin, het liefst op de<br />
kop van het Java-eiland.<br />
Uitgestorven soort<br />
En het IJmeer? Dat is nu nog het<br />
knooppunt van de Nederlandse<br />
pleziervaart en de snelste groeier als het<br />
gaat om toename van het aantal boten.<br />
Ook daar liggen enorme kansen om<br />
watersport in alle mogelijke variaties<br />
te realiseren. Voor de langere termijn<br />
zijn ontwikkelingen gepland voor<br />
het IJmeer en Markermeer. In hoeverre<br />
gaan deze gebieden veranderen?<br />
Houden de plannen rekening met de<br />
watersporttrends, zoals er enerzijds<br />
de behoefte is aan ruim vaarwater en<br />
anderzijds aan een gevarieerde water-<br />
kant? Gaat het IJmeer deel uitmaken<br />
van de stedelijke ontwikkeling? Krijgt<br />
het meer betekenis voor de bewoners<br />
van Amsterdam en Almere? Wordt<br />
als compensatie het Markermeer een<br />
stiltegebied? Welke natuurwaarden<br />
gaan een grotere rol spelen? Zijn zeilers<br />
in 2030 een uitgestorven soort op het<br />
IJmeer? En de Randmeren? Ze zijn op<br />
veel plaatsen te ondiep en veel bruggen<br />
vormen nu al een belemmering.<br />
Ontstaat er zo een driedeling: het<br />
Waddengebied, het IJsselmeer en de<br />
Noordzee voor de avontuurlijke zeilers?<br />
Het Markermeer, de Randmeren en<br />
het binnengebied van Flevoland voor<br />
de oudere motorbootbezitter en het<br />
IJmeer een stadsvijver voor de waterrecreatieve<br />
stedeling?<br />
Laten we afspreken dat Amsterdam<br />
zich pas watersportstad mag noemen<br />
als het eerste startschot klinkt voor de<br />
zeilwedstrijd tussen wsv Houthavens<br />
en de Watergeuzen van Zeeburgereiland.<br />
Als de creatieven van ndsm<br />
en Overhoeks hun werk onderbreken<br />
en nog net iets meekrijgen van het<br />
evenement. Als bewoners samenkomen<br />
voor een nabeschouwing in één van<br />
de vele etablissementen rond onze<br />
stadshaven: de internationaal gerenommeerde<br />
Sixhaven. Als iedereen tenslotte<br />
huiswaarts keert en zich voorneemt<br />
het weekend in de eigen buurthaven te<br />
gaan klussen en de kinderen nu eens<br />
eindelijk de beloofde zeillessen geeft. �<br />
Mariëtte van Baaren is planoloog.<br />
Waterrecreatie is één van haar<br />
specialismen.<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 93
94 | Nieuwe Openingen 7
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen<br />
of: Ode aan de Zuidzaal<br />
Ik heb veel uren van mijn bestaan als<br />
toproeier doorgebracht op de Bosbaan.<br />
Dat was nog voor de verbreding.<br />
De meeste uren trainden we op het<br />
water, maar voor alternatieve trainingen<br />
en fysiologische testen weken we uit<br />
naar de Zuidzaal onder de toenmalige<br />
tribune. Geen olympisch trainingscentrum<br />
met state-of-the-art-apparatuur,<br />
maar een schimmig zaaltje volgestouwd<br />
met ergometers en roestige gewichten.<br />
Hier vonden wekelijks lactaatmetingen<br />
plaats: na een intensieve test op de<br />
ergometer werden wij in onze oren<br />
geprikt en werd een druppel bloed<br />
opgevangen om te bepalen hoe<br />
verzuurd onze spieren waren. Ook nam<br />
de bondsarts hier buisjes bloed af om<br />
onze bloedwaarden te laten testen. Bij<br />
één van die afnamen trok het bloed<br />
letterlijk weg uit mijn hoofd en ging ik<br />
onderuit. Ik kwam weer bij tussen de<br />
ergometers op een koud matje op de<br />
grond.<br />
Het zweet droop er letterlijk van de<br />
ramen. Elkaar afwisselend werkten de<br />
mannenselectie en de vrouwenselectie,<br />
zowel licht als zwaar, hier hun trainingen<br />
op de ergometer af. Anderhalf<br />
uur beuken op een ergometer zonder<br />
goede ventilatie. De beperkte ruimte<br />
was bovendien geen belemmering om<br />
zoveel mogelijk roeiers tegelijkertijd te<br />
laten trainen. Een bron ook van ziektekiemen,<br />
zeker in de winterperiode. Voor<br />
sporters die toch al de grenzen van hun<br />
fysiek opzoeken, niet de meest gezonde<br />
omgeving.<br />
Vele tranen zijn hier ook geplengd.<br />
<strong>Tranen</strong> na selectiegesprekken als de<br />
bondscoach had bepaald wie wel en wie<br />
niet de boot zou bemannen. Alles of<br />
niets, tranen van vreugde en tranen van<br />
verdriet. Carrières werden hier gemaakt<br />
en gebroken.<br />
De Zuidzaal stond ver af van wat een<br />
topsporter nodig heeft: het was er te<br />
klein, te bedompt en te smerig. Maar<br />
we moesten het er mee doen, er was<br />
niks anders. Ondanks alles hebben we<br />
in de Zuidzaal toch ook de basis gelegd<br />
voor latere prestaties. Een accommodatie<br />
topsport onwaardig, maar toch<br />
ook een monument van bloed, zweet en<br />
tranen. �<br />
Nelleke Penninx<br />
<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 95
Colofon<br />
Nieuwe Openingen, nr. 7, februari 2009<br />
Nieuwe Openingen is een uitgave van Dienst Ruimtelijke Ordening (dro) van de<br />
gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een opiniërende reeks waarmee dro beoogt<br />
een inspirerende bijdrage aan het debat in het vakgebied te leveren. De inhoud betreft de<br />
persoonlijke mening van de auteurs en kan afwijken van vastgesteld beleid.<br />
Redactie en bijdragen Mariëtte van Baaren, Niek Bosch, Remco Daalder, Iris van<br />
der Helm, Zef Hemel, Diana Janssen, Lia de Lange, Sandra<br />
Langendijk, Bas van Leeuwen, Kitty van der Linden, Nelleke<br />
Penninx, Esther Reith, Kees Vernooij, Bart de Vries, Frits<br />
Wegenwijs<br />
Hoofdredactie Nelleke Penninx<br />
Eindredactie Sandra Langendijk<br />
Vormgeving Bart de Vries<br />
Coverfoto Janus van den Eijnden<br />
Op de foto: Kickbokser Reamon Welboren (Mejiro Gym<br />
Amsterdam) nét na zijn partij tijdens het Freefi ght en kickboxgala<br />
bij Top Team, Beverwijk, oktober 2008<br />
Fotografi e Janus van den Eijnden, behalve: pag. 18-19: Vincent Curuchet<br />
– dppi – oc Events, pag. 40: Jeroen Alberts, pag. 24-25: Screen<br />
Vision, pag. 64: Peter Schoonen, pag. 66, 69: Edwin van Eis/<br />
gemeente Amsterdam, pag. 70-71: Bastiaan van Heus, pag. 78, 82:<br />
Stadsarchief Amsterdam, pag. 82 linksonder: Frans Busselman, pag.<br />
82 rechtsonder: Algemeen Dagblad, pag. 76-77: Luuk Kramer, pag.<br />
90: Doriann Kransberg / gemeente Amsterdam pag. 94: Rogier van<br />
Steennis / nl Roei (nk indoorroeien 2007 in Sporthallen Zuid)<br />
Kaarten Ronald Rijntjes, Kees Vernooij, Bart de Vries, Frits Wolters<br />
Drukwerk Calff & Meischke, Amsterdam<br />
Alle genoemde personen, met uitzondering van de fotografen, zijn medewerkers van dro.<br />
Verkoop Nieuwe Openingen is te koop in het Informatiecentrum voor<br />
ruimtelijke ordening en wonen De Zuiderkerk, Zuiderkerkhof 72,<br />
Amsterdam, telefoon 020 552 7987.<br />
Informatie nieuweopeningen@dro.amsterdam.nl<br />
isbn 9789075077100<br />
Dienst Ruimtelijke Ordening<br />
Postbus 2758<br />
1000 CT Amsterdam<br />
www.dro.amsterdam.nl
‘W<br />
ie in de stad leeft, krijgt voortdurend prikkels uit zijn omgeving. Reclames roepen<br />
de wandelaar op iets te kopen, graffi ti vertelt hem dat een jonge kunstenaar om<br />
aandacht schreeuwt, hij moet opzij springen voor de tram, komt op het fi etspad terecht, een<br />
fi etser scheldt hem uit en steekt zijn middelvinger op, een aantrekkelijke vrouw glimlacht hem<br />
begrijpend toe: het is een bombardement van indrukken waardoor de wandelaar emotioneel<br />
wordt opgeladen.<br />
‘In de stad maakt de geest het lichaam voortdurend klaar om te vechten of te vrijen door de<br />
aanmaak van adrenaline en andere hormonen. Daar moet het lichaam iets mee. Die emotie,<br />
die agressie moet eruit. De stad biedt daarvoor velerlei manieren: teveel drinken, naar de<br />
hoeren, houseparty’s, metalconcerten. De beste manier die bovendien de meeste voldoening<br />
geeft is ontladen door lichamelijke inspanning, bijvoorbeeld dus sport.’<br />
Voor stadsbewoners is de mogelijkheid om te kunnen sporten op welke manier dan ook van<br />
groot belang. Sport in de stad is het thema van deze Nieuwe Openingen, een uitgave van<br />
Dienst Ruimtelijke Ordening (dro) van de gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een<br />
opiniërende reeks waarmee dro beoogt een inspirerende bijdrage te leveren aan het debat in<br />
het vakgebied.