26.02.2013 Views

Bloed Zweet & Tranen

Bloed Zweet & Tranen

Bloed Zweet & Tranen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Sport in Amsterdam<br />

<strong>Bloed</strong><br />

<strong>Zweet</strong><br />

&<br />

<strong>Tranen</strong><br />

Nieuwe Openingen 7 | Dienst Ruimtelijke Ordening | Gemeente Amsterdam


Nieuwe Openingen 7<br />

Sport in Amsterdam<br />

<strong>Bloed</strong><br />

<strong>Zweet</strong><br />

&<br />

<strong>Tranen</strong><br />

Dienst Ruimtelijke Ordening | Gemeente Amsterdam


Woord vooraf<br />

Steeds meer mensen doen aan sport. 65 procent van de Nederlanders trekt er<br />

minstens één keer per maand op uit om te gaan sporten; in 2003 was dit nog<br />

61 procent, zo meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs. Tegelijkertijd<br />

verandert de sportbehoefte van de stedeling. Sport speelt zich niet meer exclusief af<br />

in het groen, maar heeft zich verplaatst naar de straat, de fi tnessschool of skatebaan.<br />

De hele stad is het speelveld geworden. Sport is verweven geraakt met mode, muziek,<br />

sociale klasse en leefstijl. Een stad die constant in beweging is vraagt om sportmogelijkheden<br />

die daarop inspelen.<br />

Deze uitgave van Nieuwe Openingen, een opiniërende reeks geschreven door<br />

medewerkers van Dienst Ruimtelijke Ordening (dro), waarmee wij beogen een<br />

inspirerende bijdrage te leveren aan het debat in het vakgebied, is deze keer geheel<br />

gewijd aan sport in Amsterdam. Sport in verenigingsverband en topsport. Sport<br />

op trapveldjes in het park, op de openbare weg en op of in het water. Oud en jong,<br />

olympisch kampioen of kampioen van de straat: iedereen moet kunnen sporten en<br />

de stad moet hen daartoe de gelegenheid bieden.<br />

‘Ambitie is mooi’, zei Freek de Jonge onlangs in het Parool toen hij werd geïnterviewd<br />

over zijn nieuwste theatershow die deels over topsport gaat. ‘Maar om je doel<br />

te bereiken moet je nietsontziend en gedisciplineerd zijn. En het lijkt wel of het in<br />

ons sportklimaat steevast ontbreekt aan de instelling om tot het uiterste te gaan.<br />

Het is vaak ‘nét niet’.’ En dat is ook wat volgens de auteurs van dit boekje – die hun<br />

bijdragen overigens allen op persoonlijke titel schreven – vaak het geval is als het<br />

gaat om het ruimtelijk beleid. Er gaat veel goed: Amsterdammers sporten veel en er<br />

is voor ieder wat wils, maar het kan altijd beter. En dat moet ook als we stoppen met<br />

dromen en er echt werk van gaan maken om in 2028 de Olympische Spelen naar<br />

Nederland te halen.<br />

Ik ben trots op deze Nieuwe Openingen; het zijn stuk voor stuk inspirerende<br />

artikelen die mij in elk geval al ‘nieuwe openingen’ hebben opgeleverd in mijn<br />

denken over het ruimtelijk sportbeleid in onze stad. Dank dus aan alle dro’ers die<br />

aan deze uitgave een bijdrage hebben geleverd. En ik wens alle lezers veel genoegen<br />

en minstens evenveel inspiratie toe.<br />

Klaas de Boer<br />

directeur Dienst Ruimtelijke Ordening<br />

gemeente Amsterdam


Remco Daalder<br />

Zonder sport geen stad<br />

Inleiding 6<br />

Bas van Leeuwen<br />

De stad als stadion<br />

Column 24<br />

Iris van der Helm en Lia de Lange<br />

Het kan beter en mooier<br />

Sportplekken in de<br />

Amsterdamse openbare<br />

ruimte<br />

34<br />

Zef Hemel<br />

Zien en gezien worden<br />

Sport in de ‘hoogere<br />

eenheid die stad heet’<br />

Kees Vernooij<br />

10<br />

Playground Amsterdam<br />

Planologie door de ogen<br />

van een fi etskoerier<br />

26<br />

Niek Bosch<br />

Ruimte voor sport<br />

De ontkoppeling van groen<br />

en sportvelden<br />

44


Remco Daalder<br />

Olympische schakel<br />

De Amsterdamse Sportas<br />

Kitty van der Linden<br />

Sport is lelijk<br />

Mariëtte van Baaren<br />

Amsterdam<br />

watersportstad<br />

56<br />

88<br />

72<br />

Nelleke Penninx<br />

Een tandje erbij<br />

Plannen als een topsporter<br />

Esther Reith<br />

Zwemrecords en<br />

hygiëne<br />

Het openbare zwembad in<br />

Amsterdam<br />

76<br />

64<br />

Nelleke Penninx<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen<br />

of: Ode aan de Zuidzaal<br />

Column 94


6 | Nieuwe Openingen 7


Inleiding<br />

De stad is voor het zoogdier mens een hoogst onnatuurlijke leefomgeving.<br />

Honderdduizenden jaren lang zwierven we in kleine groepjes over de Afrikaanse<br />

savannes. In steden wonen we pas enkele duizenden jaren. En pas enkele<br />

honderden jaren wonen we in enorme dichtheden in die stad. We wonen naast, op<br />

en onder elkaar, overal komen we elkaar tegen, dag of nacht, kantoor of Vondelpark,<br />

overal zijn mensen.<br />

Zonder sport geen stad<br />

Biologen hebben berekend dat<br />

gezien de grootte van de mens en<br />

zijn levenswijze er van nature hooguit<br />

honder duizend exemplaren van dit<br />

vreemde zoogdier in Nederland zouden<br />

passen. Zoveel zitten er alleen al in<br />

Amsterdam-Noord.<br />

Het leven in te hoge dichtheden roept<br />

onherroepelijk irritatie op. Als je veel<br />

dieren bij elkaar opsluit, dan worden<br />

ze gek omdat ze voortdurend moeten<br />

reageren op elkaar. Daar is een dier niet<br />

op gebouwd. In dierentuinen en laboratoria<br />

zijn daarmee ervaringen opgedaan.<br />

Zet je teveel apen, ratten of vogels bij<br />

elkaar dan gebeuren er de vreselijkste<br />

dingen. Agressie alom: moord en<br />

doodslag, kannibalisme, kinderen<br />

worden verwaarloosd of verkracht; geen<br />

moment rust, voortdurend strijd.<br />

Maar bij de mens gebeurt dit niet, of<br />

slechts een klein beetje. Amsterdam<br />

mag de meest criminele stad zijn van<br />

Nederland, de agressie tussen mensen<br />

onderling valt in het niet bij wat je ziet<br />

bij andere dieren. We hebben blijkbaar<br />

mechanismen gevonden om de agressie<br />

in te dammen die door de overvloed<br />

aan mensen wordt veroorzaakt. Eén<br />

mechanisme is dat van de handhaving.<br />

Wie iets verkeerd doet, wordt door de<br />

politie opgepakt en krijgt straf. Een<br />

tweede mechanisme is dat van het<br />

stoom afblazen.<br />

Wie in de stad leeft krijgt voortdurend<br />

prikkels uit zijn omgeving. Reclames<br />

roepen de wandelaar op iets te kopen,<br />

graffi ti vertelt hem dat een jonge<br />

Je kunt natuurlijk die vervelende fi etser ter plekke in elkaar meppen,<br />

maar dan komt de politie, dus daar heb je niks aan.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 7


kunstenaar om aandacht schreeuwt,<br />

hij moet opzij springen voor de tram,<br />

komt op het fi etspad terecht, een fi etser<br />

scheldt hem uit en steekt zijn middelvinger<br />

op, een aantrekkelijke vrouw<br />

glimlacht hem begrijpend toe: het is<br />

een bombardement van indrukken<br />

waardoor de wandelaar emotioneel<br />

wordt opgeladen. In de stad maakt de<br />

geest het lichaam voortdurend klaar om<br />

te vechten of te vrijen door de aanmaak<br />

van adrenaline en andere hormonen.<br />

Daar moet het lichaam iets mee. Die<br />

emotie, die agressie, moet eruit. Dat<br />

kan op allerlei manieren. Teveel<br />

drinken, naar de hoeren, houseparty’s,<br />

metalconcerten: de stad biedt velerlei<br />

mogelijkheden.<br />

Ontladen door lichamelijke inspanning<br />

is de beste manier om de adrenaline<br />

8 | Nieuwe Openingen 7<br />

weg te werken en geeft de meeste<br />

voldoening. Je kunt natuurlijk die<br />

vervelende fi etser ter plekke in elkaar<br />

meppen, maar dan komt de politie, dus<br />

daar heb je niks aan. Sport biedt een<br />

betere oplossing.<br />

Vroeger had je geen sport. Alleen de<br />

maatschappelijke toplaag had de tijd<br />

en het geld om iets aan lichamelijke<br />

inspanning te doen. De rest werkte<br />

zich kapot en had geen cent. Vroeger,<br />

dat is nog geen honderd jaar geleden.<br />

Het was de tijd dat mijn opa, geboren<br />

Kattenburger, in de Amsterdamse<br />

haven werkte als kolensjouwer. Zesdaagse<br />

werkweken, minstens tien uur<br />

werken per dag, balen van soms veertig<br />

kilo. Toch moesten die jongens nog<br />

agressie kwijt. ‘Zaterdags gingen we<br />

naar de Zeedijk’, vertelde mijn opa.<br />

� Nét na de wedstrijd!<br />

Freefi ght en kickboxgala<br />

bij Top Team,<br />

Beverwijk, oktober<br />

2008


‘En dan knokken. Wat wil je: er was verder niks. Geen TV, geen radio,<br />

geen sport. Vechten, dat was onze afl eiding.’<br />

‘Met een ploeg van een man of tien,<br />

allemaal bootwerkers. Dan zochten we<br />

ruzie met een ploeg mariniers, of met<br />

matrozen, of met Wittenburgers die er<br />

ook toevallig liepen. En dan knokken.<br />

Wat wil je: er was verder niks. Geen tv,<br />

geen radio, geen sport. Vechten, dat was<br />

onze afl eiding.’ Ook deze primitieve<br />

sportbeoefening kende volgens mijn<br />

opa zijn regels: ‘Alles ging met de blote<br />

hand, we gebruikten geen wapens.<br />

Had er eentje een boksbeugel of een<br />

mes dan sloegen we hem helemaal de<br />

vernieling in.’<br />

Met deze vorm van vermaak was het<br />

afgelopen zodra de korfbalvereniging<br />

svk werd opgericht, de sportvereniging<br />

Kattenburg. ‘Toen hoefden we niet<br />

meer naar de Zeedijk: we gingen naar<br />

de korfbalclub. Je rende je een ongeluk<br />

en je kwam nog mooie meiden tegen<br />

ook.’ De korfbalclub was ook een prima<br />

manier om als groep andere groepen<br />

te lijf te gaan. ‘We vochten niet meer<br />

letterlijk met de Wittenburgers, maar<br />

fi guurlijk, op het korfbalveld met een<br />

scheidsrechter erbij. Er werd toch nog<br />

weleens geknokt bij de wedstrijden<br />

natuurlijk, maar door de toeschouwers,<br />

nooit in het veld. Wij hadden het te<br />

druk met korfballen.’<br />

In de twintigste eeuw, de eeuw waarin<br />

Amsterdam qua inwonertal explodeerde,<br />

kwam de sportbeoefening tot grote<br />

bloei. Overal ontstonden korfbal-, voet-<br />

bal- en handbalverenigingen, vaak met<br />

een buurtkarakter. De jongeren konden<br />

hun agressie op vreedzame wijze kwijt,<br />

de ouderen werden scheidsrechter of<br />

gingen in de kantine staan.<br />

In de stad van nu is het buurtkarakter<br />

van sportverenigingen vrijwel verdwenen.<br />

Mensen blazen stoom af in<br />

fi tnesscentra of ze rennen zich een<br />

ongeluk als voorbereiding op de Dam<br />

tot Damloop. In een moderne stad is<br />

een grote behoefte aan trainingsfaciliteiten<br />

om stomweg de agressie eraf te<br />

sporten. Maar, ook de georganiseerde<br />

sport is aan een opmars bezig. In de<br />

stad zal steeds ook een grote behoefte<br />

zijn aan sporten in teamverband, want<br />

dat voldoet aan een andere wens van<br />

het sociale dier mens. De wens om met<br />

de eigen groep een andere, vijandige<br />

groep te verslaan. Aan die behoefte kan<br />

je voldoen door oorlog te gaan voeren<br />

of door op de Zeedijk matrozen in<br />

elkaar te meppen. Maar je kan er ook<br />

aan voldoen door bij de Volewijckers te<br />

gaan en tegen dwv te voetballen.<br />

Zonder sport in al zijn verscheidenheid<br />

kan de stad nooit zoveel mensen in<br />

zulke extreme dichtheden herbergen als<br />

hij nu doet. Zonder sport geen stad. �<br />

Remco Daalder<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 9


10 | Nieuwe Openingen 7


Sport en groen zijn van oudsher met elkaar verbonden. Dat is de afgelopen jaren<br />

aan het veranderen. Sporten is sterk verweven geraakt met mode, muziek, sociale<br />

klasse en leefstijl. Groen is daardoor niet langer meer noodzakelijk: de straat,<br />

kunstgrasvelden, fi tnessscholen, skatebanen of het water voldoen net zo goed. Dit<br />

maakt sporten tot een stedelijke activiteit bij uitstek, met één nieuwe voorwaarde:<br />

het moet goed zichtbaar zijn.<br />

Zien en gezien<br />

worden<br />

Sport in ‘de hoogere eenheid,<br />

die stad heet’<br />

De geschiedenis van sportbeoefening<br />

in Amsterdam is veel jonger<br />

dan die van de stadsontwikkeling. Bij<br />

het verschijnen van het Algemeen<br />

Uitbreidingsplan van 1935, nu ruim<br />

zeventig jaar geleden, stond sportbeoefening<br />

nog in de kinderschoenen.<br />

De auteurs van dit plan noemde de<br />

toenmalige situatie ‘het beginstadium<br />

van een ontwikkeling’. Dat was goed te<br />

zien. De sportvelden lagen ‘volkomen<br />

incidenteel en ongeordend op toevallig<br />

beschikbare terreinen’ en waren, luidde<br />

het, ‘min of meer primitief aangelegd’.<br />

En in de discussie over het belang van<br />

sportvelden en groenvoorzieningen<br />

bleken deze auteurs nog af te moeten<br />

rekenen met het hardnekkige idee dat<br />

groen er in de eerste plaats toe dient de<br />

�<br />

Skaten op het Zuidplein<br />

bedorven stadslucht te zuiveren. ‘Het<br />

belang van het groenoppervlak moet<br />

eerder gezocht worden in het gebruik<br />

dat er door de bevolking van gemaakt<br />

wordt, om er te wandelen, te spelen of<br />

een bepaalde sport te beoefenen.’<br />

Daarmee raakte sport onlosmakelijk<br />

verbonden met het groen. Het groen<br />

was voortaan bovenal gebruiksgroen. En<br />

sport was zinnig gebruik van stadsgroen<br />

door mensen die de fabrieksarbeid en<br />

het wonen drie hoog achter voor even<br />

wilden ontvluchten. Vanaf dat moment<br />

begon de groei en de professionalisering<br />

van de sport in de stad en van de<br />

uitbreiding van het groenoppervlak<br />

bestemd voor sportief gebruik. Juist<br />

vanwege de primitieve en ongeordende<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 11


aanleg ervan moest een groot deel van<br />

de toenmalige accommodaties worden<br />

opgeruimd, ‘omdat ze voor bebouwing<br />

of park moeten plaats maken’. Dat<br />

was niet erg. Sport kreeg de voor dat<br />

element ‘organisch aangewezen ligging’<br />

binnen de stad, ‘zoodat alles in goed<br />

onderling verband kan uitgroeien tot<br />

de hoogere eenheid, die stad heet’.<br />

‘Moderne sportcomplexen’<br />

Zo werd er begin jaren dertig door<br />

de Afdeling Stadsontwikkeling<br />

uitgebreid studie gedaan naar sportbeoefening<br />

in buitenlandse steden. In<br />

Duitsland, stelde men vast, was in de<br />

voorgaande vijftien jaar de beoefening<br />

van sport verdriedubbeld en het<br />

aantal vierkante meters sportterrein<br />

per inwoner gegroeid van 1 tot bijna 3<br />

vierkante meter. Ook in Londen was<br />

de oppervlakte sportterrein aanzienlijk<br />

gegroeid, maar nog altijd was het daar<br />

‘op zaterdagmiddag zeer moeilijk een<br />

vrij tennis- of cricketveld te vinden’.<br />

Het aantal sport- en speelvelden diende<br />

er eigenlijk drie- tot viermaal groter<br />

te zijn. Dit tekort zou in Amsterdam<br />

niet optreden. Men prognosticeerde<br />

een aanzienlijke bevolkingsgroei, die<br />

rond het jaar 2000 echter vrij abrupt<br />

tot stilstand zou komen. Vervolgens<br />

gebruikte men de systematiek van dr.<br />

Martin Wagner, stedenbouwkundige<br />

van Berlijn en actief lid van de Deutscher<br />

Werkbund, om de toekomstige<br />

behoefte aan sportterreinen te berekenen.<br />

Die ging uit van een behoefte van<br />

zeker 3 vierkante meter sportterrein<br />

per inwoner. Het Amsterdamse plan<br />

ging echter verder. In het jaar 2000, zo<br />

luidde het, was de bevolking naar een<br />

12 | Nieuwe Openingen 7<br />

miljoen inwoners gegroeid en zou de<br />

gemiddelde inwoner niet 3 maar 4,86<br />

vierkante meter sportterrein tot zijn<br />

beschikking moeten hebben. Dat was<br />

bijna drie meter meer dan de hoeveelheid<br />

ten tijde van het plan en een meter<br />

meer dan waar Wagner vanuit ging.<br />

Dat betekende nogal wat. Een enorm<br />

oppervlak sportterrein moest worden<br />

toegevoegd. Omvangrijke parken<br />

voor de sport werden geprojecteerd in<br />

Oost, Zuid, Noord en West. In West<br />

Sport was zinnig gebruik van stadsgroen door<br />

mensen die de fabrieksarbeid en het wonen drie<br />

hoog achter voor even wilden ontvluchten.


� Illustratie uit<br />

het Algemeen<br />

Uitbreidingsplan<br />

van 1935 met in vogelvlucht<br />

de geplande<br />

sportvelden bij de<br />

Nieuwe Meer, die er<br />

nooit zijn gekomen.<br />

lagen deze ‘moderne sportcomplexen’<br />

tussen de bestaande Haarlemmerweg<br />

en de naar het noorden te schuiven<br />

spoorweg naar Haarlem, maar ook in<br />

het grote park binnen de ringbaan, in<br />

het gebied nabij het park ten westen<br />

van de Sloterdijkermeer en ook nog<br />

langs het Nieuwe Meer. In Oost waren<br />

ze ontworpen op de kleigronden van<br />

de Watergraafsmeer, van oudsher het<br />

ontspanningsgebied van Amsterdam.<br />

In Noord had men enkele complexen<br />

gesitueerd op de baggerbergplaats bij<br />

Oostzaan en in de Buikslotermeerpolder.<br />

In Zuid ten slotte, kreeg sport zijn<br />

‘defi nitieve plaats’ in het aan te planten<br />

Amsterdamse Bos en ten westen van<br />

de Amstelveenseweg: ‘Dit complex, dat<br />

daar op een voor bebouwing door zijn<br />

afgesloten ligging niet in aanmerking<br />

komend terrein is ontworpen, zal<br />

zoodoende in samenhang met het<br />

Olympisch Stadion, dat het centrum<br />

der sport bij uitnemendheid is, en de<br />

ontworpen nieuwe IJsbaan langs den<br />

Schinkel een goede groene schakel<br />

vormen tusschen de bebouwing in dit<br />

stadsdeel en het ontworpen Boschpark.’<br />

Imponerend<br />

Op de getekende panorama’s bij het<br />

Algemeen Uitbreidingsplan waren de<br />

sportcomplexen duidelijk gemarkeerd.<br />

Vrijwel overal maakten ze deel uit<br />

van de grotere groengebieden die het<br />

toekomstige stadslichaam geleden, de<br />

koppen van de scheggen in de eerste<br />

plaats.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 13


14 ‘Sport | Nieuwe is meer Openingen dan ooit een 7 kwestie van zien en gezien worden.’ Sportplaza Mercator, Jan van Galenstraat


<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 15


Zo was ten oosten van de Nieuwe<br />

Meer een groot complex van roeibaan,<br />

jachthavens, ijsbaan, tennisbanen,<br />

stadion en voetbalvelden ingetekend,<br />

als verlengstuk van het toekomstige<br />

Bosplan. Ten noorden van het water,<br />

langs de oeverlanden, liep deze in<br />

een dunne strook nog door. Het<br />

sportcomplex bleek eveneens naar het<br />

oosten verlengd, tussen het in ontwikkeling<br />

zijnde Berlage-Zuid en het<br />

toekomstige Buitenveldert in, tot aan<br />

Zorgvlied toe, waar langs de Zuidelijke<br />

Wandelweg, nabij de groene Amsteloever,<br />

een groot zwembad was ingetekend,<br />

het latere De Mirandabad. Enzovoort.<br />

Ronduit imponerend was de wijze<br />

waarop overal in de stadsuitbreidingen<br />

sport als ruimtelijk element verscheen.<br />

De complexen oogden als stevige<br />

vierkanten en rechthoeken, zorgvuldig<br />

en gebalanceerd in verhouding gebracht<br />

tot de andere stedelijke functies als<br />

betrof het een schilderij van Mondriaan.<br />

16 | Nieuwe Openingen 7<br />

Het moet voor de toenmalige bevolking<br />

een onvoorstelbare luxe hebben geleken,<br />

al die sport, badend in het groen, even<br />

luxueus en heerlijk als het vooruitzicht<br />

van elektriciteit, warm stromend water<br />

en centrale verwarming in alle nieuw<br />

te bouwen huizen. Anders gezegd, het<br />

gevoel van moderniteit moet midden<br />

jaren dertig van de twintigste eeuw<br />

niet alleen in het door de stedenbouwkundigen<br />

geprojecteerde autoverkeersysteem<br />

of in de toen nog onbekende<br />

strokenbouw hebben gescholen, maar<br />

vooral in de weldadige overmaat aan<br />

sportvoorzieningen.<br />

En al die voorbeeldig ingetekende<br />

sportcomplexen zijn na de Tweede<br />

Wereldoorlog ook daadwerkelijk door<br />

de publieke diensten gerealiseerd.<br />

Waarbij moet worden aangetekend<br />

dat tussen 1945 en 1966 niet minder<br />

dan 122 sportvelden werden opgeheven<br />

vanwege de woningnood en om haven-


Het lijkt wel alsof er minder wordt gesport dan<br />

pakweg dertig jaar geleden. Maar dat is zeker niet<br />

� Hardlopen langs de<br />

Amstel is populairder<br />

dan ooit.<br />

het geval. Integendeel.<br />

uitbreiding mogelijk te maken. In de<br />

meeste gevallen werden de velden naar<br />

het grondgebied van de buurgemeenten<br />

verplaatst. Hoe dan ook, in het standaardwerk<br />

van Van der Velde over de<br />

Stadsontwikkeling van Amsterdam in<br />

de periode 1939-1967 is goed te lezen<br />

met hoeveel toewijding de overheid<br />

zich in die jaren over de sportbeoefening<br />

van haar bevolking ontfermde.<br />

De trots waarmee dit gebeurde blijkt<br />

met name uit de reusachtige abstracte<br />

plastieken van Constant Nieuwenhuis<br />

bij de entrees van de sportparken op<br />

Ookmeer en Buitenveldert.<br />

Kortom, er is maar één conclusie<br />

mogelijk: sport, niet minder dan de<br />

aanleg van parken, ligt aan de basis van<br />

wat later de hoofdgroenstructuur van<br />

Amsterdam zou gaan heten.<br />

Onderspit<br />

Sindsdien is er veel veranderd. Sommigen<br />

ervaren deze verandering als<br />

een puur verlies. En zeker, vanwege<br />

de noodzaak de bebouwingsdichtheid<br />

verder op te voeren worden sinds begin<br />

jaren negentig sportterreinen opgeofferd<br />

aan kantoren- en woningbouw. Op<br />

sportpark De Meern verrezen woningen;<br />

op Middenmeer-Noord, nabij<br />

Sciencepark, gebeurt op dit moment<br />

hetzelfde; in het noorden van Buitenveldert<br />

verdwijnen de sportvelden ten<br />

gunste van de bouw van de Zuidas. Op<br />

Sportpark Jan van Galenstraat vindt<br />

een ingrijpende herschikking plaats.<br />

De uitgestrekte ligweiden van het De<br />

Mirandabad zijn onderwerp geweest<br />

van een stedenbouwkundige prijsvraag.<br />

Enzovoort. Het lijkt wel alsof er minder<br />

wordt gesport dan pakweg dertig jaar<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 17


geleden. Maar dat is zeker niet het<br />

geval. Integendeel. Het bedrijven van<br />

sport is alleen maar populairder en<br />

professioneler geworden. Meer mensen<br />

dan ooit doen actief aan sport. Er wordt<br />

ook zeer veel geld aan sport uitgegeven.<br />

Toch lijkt het alsof sport voortdurend<br />

het onderspit moet delven in de<br />

stadsontwikkeling en dat het aantal<br />

vierkante meters sportvoorziening per<br />

inwoner daalt. Burgers protesteren dan<br />

ook heftig als er weer velden moeten<br />

verdwijnen. En steeds wordt weer de<br />

vraag gesteld of de planologen het<br />

belang van sportbeoefening in de stad<br />

nog wel op waarde weten te schatten.<br />

18 | Nieuwe Openingen 7<br />

De werkelijkheid is dat sport een heel<br />

andere plaats gaat innemen in de stad<br />

dan ten tijde van het Algemeen Uitbreidingsplan<br />

van 1935. In de industriële<br />

stad, waarvan het plan een ideaalversie<br />

verbeeldde, was sport vooral een<br />

gezonde activiteit in de openlucht, dus<br />

in het groen, als tegenwicht tegen de<br />

fabrieksarbeid in de industriële stad.<br />

Dat kon je toen nog uitdrukken in<br />

vierkante meters en in kleedhokjes. In<br />

de postindustriële stad daarentegen is<br />

sport een typisch stedelijke activiteit<br />

die niet meer als tegenwicht moet<br />

worden gezien, maar veeleer onderdeel<br />

is van het gevarieerde stedelijke leven.


� Reuzencatamarans<br />

streden in september<br />

2008 in de IJhaven<br />

om de IShares<br />

Cup. De bewoners<br />

van het Oostelijk<br />

Havengebied zaten<br />

op de eerste rang.<br />

Show<br />

Het sporten speelt zich tegenwoordig<br />

af op straat, op kunstgrasvelden, in<br />

fi tnessscholen, op skatebanen, op het<br />

water. Mensen joggen, gaan naar de<br />

sportschool, staan op de skibaan, willen<br />

voor en na de wedstrijd elkaar ontmoeten,<br />

zoeken publiek en – omgekeerd –<br />

het publiek is op zoek naar sport. Het<br />

aantal sporten is de afgelopen jaren<br />

explosief toegenomen, het sporten zelf<br />

is veel gevarieerder geworden en is nu<br />

sterk verbonden met mode, muziek,<br />

sociale klasse en leefstijl. Soms is sport<br />

ook heel erg duur geworden; dan is het<br />

permanent op zoek naar sponsorgeld,<br />

naar media-aandacht, naar advertising.<br />

Die krijgt het alleen als het voor veel<br />

mensen zichtbaar is, wanneer het is<br />

opgenomen in de boezem van de grote<br />

stad. Sport is dan ook meer dan ooit<br />

een kwestie van zien en gezien worden.<br />

Groen is daarvoor niet meer essentieel.<br />

De stormachtige opmars van het<br />

kunstgras verhoudt zich toch al slecht<br />

met de vertrouwde enscenering van<br />

de sportvelden in het groen: kunstgras<br />

vraagt om een heel andere enscenering.<br />

Kortom, sport bedrijven is vandaag de<br />

dag bij uitstek een stedelijke activiteit.<br />

Een fraai voorbeeld zijn de zeilers in<br />

de Extreme 40-klasse, die in september<br />

2008 hun reuzencatamarans in de<br />

Amsterdamse IJhaven met elkaar lieten<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 19


20 | Nieuwe Openingen 7


� ‘Zeldzaam mooi zijn<br />

de ranke boten op het<br />

stille water van de<br />

Amstel.’<br />

strijden – een sport die zich doorgaans<br />

afspeelt in de kille afzondering van<br />

het grote open water, volkomen uit<br />

het zicht van de buitenwereld. “Dit is<br />

geweldig voor het zeilen, iedereen vindt<br />

dit leuk: zeilers, sponsors en publiek,”<br />

jubelde olympiër Carolijn Brouwer<br />

de volgende dag in Nrc Handelsblad.<br />

“Door in de stad te zeilen konden we<br />

de sponsors en toeschouwers eindelijk<br />

eens wat bieden,” vond organisator<br />

Herbert Dercksen in hetzelfde artikel.<br />

Sport is hier tot show geworden,<br />

entertainment voor een groot publiek.<br />

In de postindustriële stad komt deze<br />

nieuwe plaats van sport misschien<br />

wel het duidelijkst tot uitdrukking in<br />

de stedelijke marathons: duizenden<br />

mensen die rennend over asfalt door<br />

tienduizenden andere mensen worden<br />

toegejuicht. Hele stukken stad worden<br />

daarvoor voor alle verkeer een dag lang<br />

afgezet.<br />

Fraaie voorbeelden<br />

Sport, kortom, vraagt tegenwoordig om<br />

een totaal andere plek in het stedelijke<br />

weefsel dan pakweg dertig, veertig<br />

jaar geleden. Sport wordt niet meer in<br />

afzondering bedreven. Sport neemt<br />

afscheid van het groen. Planologen<br />

moeten veel meer aandacht besteden<br />

aan de zichtbaarheid van de sporter in<br />

de stad. Dat vraagt om andere accommodaties,<br />

om een andere ligging, om<br />

andere functiecombinaties. Daarvan<br />

zijn al goede voorbeelden aan te wijzen.<br />

Denk aan de tot sporthallen verbouwde<br />

Apollohal in Zuid, waar ’s avonds vanaf<br />

de Apollolaan de sporters goed te zien<br />

zijn. Mooi is ook het zicht vanaf de<br />

Nassaukade op de zwemmers in het<br />

verbouwde Marnixbad. Of neem de<br />

hoog liggende sporthal aan de Ruys de<br />

Beerenbrouckstraat in Geuzenveld. En<br />

wat te denken van de centrale ligging<br />

van de sportvelden in de RI-Oostbuurt<br />

op het Zeeburgereiland? Het zijn stuk<br />

voor stuk fraaie voorbeelden van hoe<br />

sport als een stedelijke activiteit kan<br />

worden geënsceneerd, stevig gemengd<br />

met andere stedelijke functies, intensief<br />

gebruikt en bovenal: goed zichtbaar.<br />

Dat betekent dat er op dit moment een<br />

radicale omkering plaatsvindt in de<br />

wijze waarop het sportieve bedrijf zich<br />

tot de stad verhoudt. Sport wordt een<br />

grootstedelijk fenomeen. Het wordt<br />

tijd dat de Nederlandse sportbonden,<br />

inclusief het noc * nsf dat zich nu nog<br />

in de bossen bij Papendal verschuilt,<br />

terugkeren naar de grote stad.<br />

Echter, voor één sport geldt die<br />

omkering veel minder. Die sport is<br />

altijd al goed zichtbaar geweest. Dat<br />

is het roeien. Zeldzaam mooi zijn de<br />

ranke boten op het stille water van<br />

de Amstel en het Amstelkanaal op de<br />

vroege zondagochtend. Het nastaren<br />

van de boten vanaf de brug, het spoor<br />

van lijnen en kolken dat ze achter zich<br />

aantrekken, de perfecte cadans waarin<br />

ze bewegen, het snelle voorbijschieten<br />

en het verglijden van de staarten<br />

tussen de slapende huizenblokken van<br />

Oud-Zuid; het maakt telkens weer een<br />

overweldigende indruk. �<br />

Zef Hemel is lid van de directie Dienst<br />

Ruimtelijke Ordening. Ook is hij bestuurslid<br />

van Stichting Forum voor Stedelijke<br />

Vernieuwing.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 21


22 2 | Nieuwe NNi<br />

N euw e uw uww<br />

e eO e O OOpen<br />

Openingen pen pe p ing ngen en e 7


Sport in Amsterdam uitgelicht<br />

<strong>Bloed</strong>, Bl Blo Bl Blo <strong>Bloed</strong> ed ed, ed ed, ed ed, ed ed, ed ed, d, zw zweet zzw<br />

zweet eet et e &<br />

& tra tr tra tr tra tr tra tr ttranen ranen<br />

| 23 2 23 3


Nieuwkomers in Nederland valt vaak<br />

het voyeurisme en de gezelligheid<br />

op. Om de woorden van prinses Máxima<br />

te gebruiken: ‘Nederland is: grote ramen<br />

zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar<br />

binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan<br />

privacy en gezelligheid’.<br />

Toch mis ik persoonlijk iets. Ook al<br />

kunnen we vaak lekker naar binnen gluren<br />

bij de buren.... Ook al houden we van<br />

gezelligheid....<br />

Bij sportevenementen is op dit moment<br />

vaak weinig of niks van de wedstrijd of het<br />

evenement te merken buiten het stadion.<br />

Natuurlijk lopen er voor een wedstrijd van<br />

Ajax Ajacieden over het Rembrandtplein –<br />

terwijl de me toekijkt. En in de directe omgeving<br />

van de Amsterdam ArenA is na de<br />

wedstrijd aan de rommel en fi les ook wel<br />

te merken dat er een belangrijke wedstrijd<br />

is geweest. Maar als er een topevenement<br />

plaats vindt in bijvoorbeeld de ArenA,<br />

Sporthallen Zuid of het Wagener-stadion<br />

is er verdomd weinig van te merken in de<br />

rest van de stad.<br />

Hoe anders was dat in Berlijn tijdens<br />

het wk voetbal 2006! Als oud-bewoner<br />

en frequent bezoeker van Berlijn was het<br />

geweldig om te zien op hoeveel prachtige<br />

plekken je kon genieten van alle voetbalwedstrijden.<br />

De ‘Fanmeile’ op de Straße<br />

des 17. Juni in Tiergarten trok tijdens<br />

de openingswedstrijd zo’n driehonderd<br />

duizend mensen die samen van de wedstrijd<br />

hebben genoten. Op de achtste fi nale<br />

tussen Duitsland en Zweden kwamen zelfs<br />

zoveel mensen af – 750 duizend – dat al<br />

enkele uren voor de wedstrijd mensen naar<br />

24 | Nieuwe Openingen 7


De stad als stadion<br />

een plek elders in de stad moesten gaan<br />

om de match te zien. Gelukkig was er aan<br />

alternatieven geen gebrek. Overal waren<br />

plekken in de stad ingericht om samen<br />

van het evenement te genieten. Pleinen,<br />

sporthallen, parken, scholen, binnentuinen,<br />

ziekenhuizen, stoepen: overal mochten<br />

ondernemers, vrienden en verenigingen<br />

grote schermen neerzetten. Belangrijkste<br />

voorwaarde: geen entree heff en.<br />

Hierdoor werd dit wk niet een evenement<br />

dat alleen binnen het stadion, in de kroeg<br />

of bij mensen thuis tot positieve stemmingen<br />

leidde en tot negatieve daarbuiten<br />

vanwege de overlast. De stad was het<br />

stadion en iedereen speelde mee in de<br />

wedstrijd. Ook vrienden van mij die niet<br />

van voetbal houden gingen naar het park<br />

om daar op het grote scherm – samen met<br />

vrienden en onbekenden – de wedstrijd te<br />

volgen en een leuke dag of avond te hebben.<br />

Willen we in het vervolg een echt succesvol<br />

evenement in Amsterdam of Nederland<br />

organiseren, dan zullen we af moeten van<br />

bepaalde regels. Regels die opleggen: geen<br />

scherm hier, geen tapvergunning daar,<br />

werken net als rode kaarten. Als we hier<br />

beter mee omgaan, ontstaat er vanzelf een<br />

eerlijke, gezellige wedstrijd in de hele stad.<br />

En wellicht waant Máxima zich dan door<br />

de sfeer in Amsterdam op een Zuid-<br />

Amerikaans carnaval.<br />

Bas van Leeuwen is planoloog en liefhebber<br />

van voetbal én Berlijn.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 25


26 | Nieuwe Openingen 7


Een deel van de Amsterdamse sporters heeft geen sportveld of sportvereniging<br />

nodig. Zij gebruiken de stad: de straten als wieler- of skatebaan, de gebouwen als<br />

klimmuur en de medeweggebruikers als extra hindernissen die het spel nog wat<br />

spannender maken. Zo ook Kees Vernooij, planoloog én fi etskoerier.<br />

Playground<br />

Amsterdam<br />

Planologie door de ogen van<br />

een fi etskoerier<br />

Sinds 1996 ben ik fi etskoerier in<br />

Amsterdam. Vanaf 2000 combineer<br />

ik dit met een parttime baan bij Dienst<br />

Ruimtelijke Ordening. De ene dag<br />

werk ik aan de openbare ruimte van<br />

Amsterdam, de andere dag ben ik één<br />

van de meest intensieve gebruikers van<br />

diezelfde openbare ruimte en kan ik het<br />

ontwerp en beleid met eigen ogen en<br />

benen testen.<br />

Als fi etskoerier ben ik herkenbaar door<br />

mijn specifi eke kleding en dito fi ets.<br />

En meestal fi ets ik in een tempo dat<br />

aanzienlijk hoger ligt dan dat van de<br />

gemiddelde stadsfi etser. Doorstromen,<br />

meegaan met de fl ow van het verkeer.<br />

Surfi ng traffi c als één grote groene<br />

golf, dat is de kunst. Zorgen dat je een<br />

redelijk tempo kunt handhaven, zonder<br />

daarbij jezelf en andere mensen in<br />

gevaar te brengen of te storen. Wanneer<br />

je dat wél doet, negeer je de fl ow van<br />

het moment en worden de risico’s voor<br />

iedereen groter, niet in de laatste plaats<br />

voor jezelf. Tijdens het fi etskoerieren is<br />

de stad een podium en de fi etskoerier<br />

speelt daarin een unieke, vrije rol. Het<br />

fi etsen in de stad is te vergelijken met<br />

een computerspel, waarin ik als een<br />

fi etsende ‘Super Mario’ mijn kunstjes<br />

vertoon. Alleen, ik heb maar één leven,<br />

het level wisselt voortdurend en gameover<br />

is pas na zessen.<br />

Urban lifestyle<br />

Fietskoerieren is een way of life:<br />

een subcultuur vol races, offi cieuze<br />

kampioenschappen, artshows en andere<br />

fi etsfestivals. Fietskoeriers hebben zo<br />

wereldwijd de afgelopen 15 jaar een<br />

unieke urban lifestyle gecreëerd.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 27


Ik ben natuurlijk partijdig, maar ik ken<br />

geen andere beroep waarin werk, hobby,<br />

sport en mode in de stad zo prettig<br />

valt te combineren. Zo goed zelfs, dat<br />

andere groepen in de samenleving ons<br />

gedrag zijn gaan overnemen. Het begon<br />

met de afgeknipte broek, tot driekwart<br />

van de lengte; anders komt-ie toch<br />

maar tussen de ketting. Toen was er<br />

de messenger-bag, een rugzak koeriersstijl.<br />

Maar de grote klapper is de fi xed<br />

gear, ofwel ‘een doortrapper’. Dit soort<br />

fi etsen heeft een vast verzet en bij voorkeur<br />

geen remmen en wordt normaal<br />

gesproken alleen op een wielerbaan<br />

gebruikt. Afremmen en stoppen blijft<br />

goed mogelijk, maar vereist techniek.<br />

Fietskoeriers brachten dit type fi etsen<br />

van de wielerbaan naar de straat. En<br />

sinds een paar jaar slaat het aan,<br />

fl ink geholpen door internetsites als<br />

YouTube waarop allerlei tips & tricks<br />

zijn te vinden over hoe dit type fi ets<br />

te berijden. Wereldwijd bloeit nu<br />

een scene op van fi xed gear-fans die<br />

graag hun baanfi etsen showen in het<br />

straatbeeld; je ziet ze inmiddels in<br />

elke metropool. Deze fi etsers worden<br />

door fi etskoeriers ‘fakenger’ of ‘posenger’<br />

genoemd omdat ze zich vaak over the<br />

top (ver)kleden als een echte messenger,<br />

compleet met tas.<br />

Uiteraard zijn fi etskoeriers niet de enigen<br />

die de stad als speelveld gebruiken.<br />

Skaters maken er ook dankbaar gebruik<br />

van, liefst op spectaculaire wijze en in<br />

elk geval niet zoals de buitenruimteontwerper<br />

het heeft bedoeld. En beoefenaars<br />

van parkour hebben als doel al<br />

lopende en klimmende over gebouwen<br />

zo vloeiend en snel mogelijk hun<br />

bestemming te bereiken. De fl ow is ook<br />

28 | Nieuwe Openingen 7<br />

hier waar het om draait. Een stijlvariant<br />

hierop is free running, waarbij salto’s en<br />

360’s veelvuldig voorkomen.<br />

Routebepaling<br />

Terug naar het koerieren, met of zonder<br />

rem. Gedurende een werkdag komen<br />

er steeds nieuwe pakjes en dus nieuwe<br />

ophaal- en afl everadressen bij zodat<br />

ik constant mijn route opnieuw moet<br />

bepalen. Tijd is geld en daarom kies<br />

ik vaak directe routes. In Amsterdam<br />

betekent dit een continue afweging<br />

van de radialen en de tangenten<br />

in het stratenpatroon om de route<br />

hemelsbreed zo kort mogelijk te maken.<br />

Ook de daadwerkelijke spoed van de<br />

klant telt zwaar mee. Soms is het dus<br />

gewoon even nodig de groene golf op<br />

de Wibautstraat mee te pakken.<br />

Het comfort van het wegdek kan een<br />

omrijfactor zijn of mogelijk vertraging<br />

opleveren. Door werkzaamheden aan<br />

de Noord/Zuidlijn en het Rijksmuseum<br />

zijn belangrijke doorgaande fi etsroutes<br />

momenteel niet, of slechts gedeeltelijk,<br />

te berijden. Dit levert minder directe,<br />

alternatieve of parallelle routes op. Ook<br />

verwachte vertragingen tijdens de spits<br />

of bij kruisingen met verkeerslichten<br />

kunnen argumenten zijn om te kiezen<br />

voor een alternatieve route. Verder kan<br />

de luchtkwaliteit een omrijfactor zijn,<br />

net als de aantrekkelijkheid van een<br />

bepaalde route vanwege de aanwezigheid<br />

van bijvoorbeeld groen en water,<br />

ruimte of architectonische landmarks.<br />

Onwillekeurig, op gevoel en in een<br />

fractie van een seconde worden<br />

bovenstaande afwegingen gemaakt bij<br />

het (opnieuw) bepalen van een route.<br />

� Een variant op<br />

parkour is free<br />

running, waarbij<br />

salto’s en 360’s veelvuldig<br />

voorkomen.


Bijvoorbeeld, de slechte luchtkwaliteit<br />

is niet altijd een reden om niet op de<br />

Stadhouderskade te fi etsen. Sterker nog,<br />

ik fi ets er graag vanwege de snelheid<br />

die je er kunt ontwikkelen.<br />

Vrijliggende fi etspaden<br />

Wil je als fi etskoerier de hele dag snel,<br />

maar ook ontspannen door de stad<br />

fi etsen, dan gaat het maar om één ding:<br />

het meegaan met de dynamiek van het<br />

verkeer. Dat geldt overigens niet alleen<br />

voor fi etskoeriers: iedere fi etser in<br />

Amsterdam streeft dit na. Helaas komt<br />

het regelmatig voor dat de inrichting<br />

van de stad een belemmering vormt.<br />

Op steeds meer plekken komt de<br />

doorstroming in het geding en lijkt de<br />

stad zelfs voor fi etsers dicht te slibben.<br />

Zo is het vasthouden van de fl ow<br />

moeilijker in straten waar meerdere<br />

verkeershoofdnetten samenkomen.<br />

Alle verkeerssoorten – tram, auto,<br />

parkeerruimte, fi etspaden en voetgangersruimte<br />

– gescheiden en ingericht<br />

binnen één straatprofi el is tegenwoordig<br />

het ideaal van de verkeersontwerper.<br />

Dit concept genaamd ‘Duurzaam Veilig’<br />

is in Den Haag bedacht en heeft als<br />

doel het aantal – dodelijke – verkeersongelukken<br />

terug te dringen. Uiteraard<br />

een goed streven, maar helaas wordt<br />

dit concept ook toegepast op plekken<br />

waar er onvoldoende ruimte is in het<br />

straatprofi el om iedere verkeersfunctie<br />

een eigen baan te geven. Iedereen levert<br />

in en zit vast in zijn eigen baantje. Een<br />

groot nadeel is dat dit de fl ow totaal<br />

uit de straat haalt. Ga maar eens een<br />

rondje fi etsen langs Overtoom, Van<br />

Baerlestraat, Roelof Hartplein en<br />

Linnaeusstraat.<br />

En of die plekken er echt duurzaam<br />

veiliger op zijn geworden? Op de<br />

kruisingen of daar waar de fi etsers zich<br />

vaak weer mengen met het auto- en<br />

vrachtverkeer, in ieder geval niet.<br />

Nu zijn aanrijdingen tussen fi etsers<br />

onderling meestal niet zo ernstig. Maar<br />

het begint langzamerhand te druk<br />

te worden op al deze goed bedoelde,<br />

smalle, vrijliggende fi etspaden van 1,50<br />

meter breed. En dan moet je ook nog<br />

de spookfi etsers ontwijken en bakfi etsen<br />

en invalidenkarretjes, fi etstaxi’s en<br />

rollerskaters zien te passeren. Rechts<br />

afslaan of oversteken wordt vaak<br />

geblokkeerd door andere fi etsers, die<br />

ook geen kant op kunnen op hun kleine<br />

stukje fi etspad. De enige uitwijkmogelijkheid<br />

is dan vaak het voetpad.<br />

Andersom wijken ook voetgangers vaak<br />

noodgedwongen uit naar het fi etspad.<br />

Door de aanleg van het vrijliggende<br />

fi etspad, ten koste van de stoep, is deze<br />

nu vaak te smal en heeft niet meer<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 29


voldoende capaciteit om iedereen een<br />

plaats te geven. Kortom, de veiligheid<br />

is in theorie gewaarborgd, maar de<br />

praktijk levert een chaos op, naast een<br />

hoop irritatie.<br />

Nog een voorbeeld. Vooral in de binnenstad<br />

gebruiken fi etsers vaak het hele<br />

straatprofi el om hun ideale lijn te rijden<br />

en zo min mogelijk last te hebben van<br />

opstoppingen. Zij verzinnen slimme tot<br />

ronduit storende oplossingen om zich<br />

door het verkeer te wurmen. Wat dat<br />

betreft was het vroegere grachtenprofi el<br />

met de Amsterdammertjes, oorspronkelijk<br />

ingezet als anti-parkeerpaaltje,<br />

een zegen voor de fi etser. Het nieuwe<br />

standaard grachtenprofi el zonder<br />

Amsterdammertjes is bepaald niet in<br />

het voordeel van de fi etser uitgepakt.<br />

Er is nu een niveauverschil tussen de<br />

stoep en de rijbaan waardoor het voor<br />

de fi etser lastiger wordt om voorbij een<br />

opstopping te geraken.<br />

Onlogisch<br />

Geen gracht, maar wel ingericht<br />

volgens de principes van het standaard<br />

grachtenprofi el, is de drukke<br />

fi etsverbinding Damstraat-Oude<br />

Hoogstraat-Nieuwe Hoogstraat. Dit<br />

is na de herinrichting bijna een<br />

offi cieuze voetgangerszone geworden.<br />

Ook de Dam maakt onderdeel uit van<br />

deze belangrijke oost-west fi etsroute.<br />

Fietsers ervaren de Dam niet, zoals de<br />

buitenruimteontwerpers dat wél doen,<br />

als een serene, homogene vloer. De<br />

ontwerpgedachte, één materiaal van<br />

gevel tot gevel, is teveel vanuit een helikopter<br />

bedacht, met een 2d-ontwerpers<br />

blik. Staand, midden op de Dam zou<br />

30 | Nieuwe Openingen 7


Fietsers ervaren de Dam niet, zoals de buitenruimteontwerpers<br />

een strookje geasfalteerd fi etspad op<br />

de drukste oost-west fi etsverbinding<br />

in de stad niet eens te zien zijn. Laat<br />

staan de kleur van dat asfalt wat vaak<br />

een heikele ontwerpbeslissing is.<br />

Fietsers maken nu vaak gebruik van<br />

de 30 centimeter brede natuurstenen<br />

band en marmeren wegmarkering van<br />

10 centimeter – het smalste fi etspad<br />

van Amsterdam – om zo nog enigszins<br />

comfortabel de Dam over te kunnen<br />

steken.<br />

Het zou de ontwerpers van de openbare<br />

ruimte sieren wanneer ze zich niet<br />

langer blind staren op de materialisatie.<br />

Wat er mooi uit ziet op een plankaart,<br />

werkt in de praktijk vaak toch net even<br />

anders. Probeer zo te ontwerpen dat<br />

ongewenst gedrag van weggebruikers<br />

zoveel mogelijk wordt gereduceerd.<br />

Vooral voor langzaam verkeer zou dit<br />

moeten gelden. Dus niet eerst een<br />

onlogische verkeersstroom bedenken,<br />

hiervoor vervolgens het verkeerde materiaal<br />

gebruiken en dan raar opkijken<br />

als er veel klachten over het ontwerp<br />

binnenkomen.<br />

Maar, hier wordt aan gewerkt. Vanaf<br />

2004 is door de stadsdelen en centraal<br />

stedelijke diensten de ‘Puccinimethode’<br />

ontwikkeld. Deze methode bestaat uit<br />

aanbevelingen voor het materiaal van<br />

het wegdek om de kwaliteit van de<br />

openbare ruimte te verbeteren, zodat<br />

er weer een gezamenlijke en logische<br />

traditie en cultuur ontstaat over de<br />

� Fietsers zoeken hun weg, zo ook op de Dam.<br />

dat wél doen, als een serene, homogene vloer.<br />

inrichting van het Amsterdamse<br />

straatbeeld.<br />

Eigen ‘Hoofdnetje Fiets’<br />

Fietsen op de rijbaan, tegen de richting<br />

in op het vrijliggende fi etspad of op de<br />

stoep: het zijn allemaal manieren van<br />

fi etsers om de vaart er enigszins in te<br />

houden. Zou de fi etsende Amsterdammer<br />

zich ook bewust zijn van het<br />

bestaan van een Hoofdnet Fiets, het<br />

gemeentelijk vastgestelde netwerk van<br />

belangrijke fi etsroutes door de stad? Iedereen<br />

met een beetje stadskennis heeft<br />

al snel zijn eigen ‘Hoofdnetje Fiets’<br />

samengesteld, lijkt me. En, hoe meer<br />

stadskennis, hoe beter deze mental map<br />

van de fi etser ontwikkeld is, hoe minder<br />

hij waarschijnlijk gebruik maakt van<br />

het Hoofdnet Fiets. Om dit te illustreren<br />

heb ik de routes van vier werkdagen<br />

fi etskoerieren in kaart gebracht en vergeleken<br />

met het Hoofdnet Fiets en een<br />

kaart met het aantal fi etsbewegingen.<br />

Op deze spaghettikaarten (bladzijde<br />

34-35) is goed te zien waar de routes van<br />

de fi etskoerier en die van het Hoofdnet<br />

Fiets elkaar overlappen en waar niet.<br />

Uit de kaarten blijkt dat de bottleneck<br />

de oude stad, binnen de Singelgracht, is<br />

waar veel ‘gedwongen’ routes zijn, met<br />

weinig alternatieven. Het lijkt erop dat<br />

de fi etskoerier zich buiten het centrum<br />

niet al teveel aantrekt van het Hoofdnet<br />

Fiets, maar juist parallelle, minder<br />

drukke wegen uitzoekt om zijn routes<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 31


te maken. In de binnenstad is er minder<br />

keus uit parallelle routes. Dat roept de<br />

vraag op welke betekenis het Hoofdnet<br />

Fiets nu eigenlijk heeft. Voor iemand<br />

die de plattegrond van de stad goed in<br />

zijn hoofd heeft zitten is het wijk- en<br />

buurtfi etsnet wellicht belangrijker om<br />

een aantrekkelijke fi etsroute samen<br />

te stellen. Het is tijd dat verkeersontwerpers<br />

zich meer gaan verdiepen in<br />

logische en gewenste routing van lange<br />

lijnen door de stad in combinatie met<br />

het weggedrag van fi etsers.<br />

Fietssnelwegen<br />

Ook al bewegen fi etsers zich soms lomp<br />

en asociaal door het verkeer, het is een<br />

zegen dat er zoveel fi etsers in de stad<br />

rondrijden. Amsterdam heeft in totaal<br />

400 kilometer fi etspad en dagelijks<br />

leggen Amsterdammers zo’n 2 miljoen<br />

32 | Nieuwe Openingen 7<br />

kilometer af op de fi ets. En dat is maar<br />

goed ook. De stad zou stilstaan als deze<br />

mensen zich allemaal met een auto of<br />

het openbaar vervoer zouden verplaatsen.<br />

Fietsen is bovendien een zeer voor<br />

de hand liggend middel om verdergaande<br />

luchtvervuiling en co 2 -emissie<br />

tegen te gaan. Een belangrijk argument<br />

in deze tijden van klimaatverandering.<br />

Dus planologen, stedenbouwers en<br />

verkeersontwerpers waar wacht u<br />

nog op? Verenigt u en stap af van het<br />

autodenken en baseer Amsterdam nog<br />

meer op de fi ets.<br />

Natuurlijk vraagt een toename van het<br />

aantal fi etsers ook om extra ruimtelijke<br />

maatregelen, vooral in de binnenstad<br />

en de 19de-eeuwse gordel. Nu al gaat<br />

in de binnenstad 65 procent van de<br />

verplaatsingen per fi ets, in de 19deeeuwse<br />

wijken is dit 50 procent. Laten<br />

� Het Hoofdnet Fiets<br />

(in geel), geprojecteerd<br />

op de routes van vier<br />

dagen fi etskoerieren<br />

(links), en op het<br />

aantal fi etsbewegingen<br />

tijdens een willekeurige<br />

avondspits<br />

(rechts).


we voetgangers een brede stoep geven,<br />

zodat ze daar ook blijven en niet naar<br />

het fi etspad hoeven uit te wijken.<br />

En maak een vrijliggend fi etspad zo<br />

breed genoeg dat deze in beide richtingen<br />

kan worden bereden. Tegelijkertijd<br />

is het niet nodig de fi ets in de oude<br />

stad helemaal en overal van de auto<br />

te scheiden, mits de fi etsstroken maar<br />

breed genoeg zijn.<br />

Een stap verder is het ontkoppelen van<br />

de verschillende Hoofdnetten Auto,<br />

Fiets en Openbaar vervoer. Maak van<br />

het centrum binnen de Singelgracht een<br />

30 kilometer-gebied zonder verkeersdrempels<br />

en vorm belangrijke fi etsradialen<br />

en -tangenten om tot fi etsstraat.<br />

Op zo’n fi etsstraat is de auto dan ‘te gast’<br />

op bepaalde tijden, bijvoorbeeld buiten<br />

de spitsuren. Of helemaal verboden,<br />

wanneer er alternatieve autoroutes<br />

zijn. Radialen als de Haarlemmerstraat<br />

en -dijk, Bloemgracht, Leidsestraat,<br />

Nieuwe Spiegelstraat, Reguliersgracht<br />

kunnen dan worden omgetoverd tot een<br />

netwerk van fi etsstraten. Gecombineerd<br />

met ‘auto te gast’ op de gehele binnenring<br />

– Marnixstraat-Weteringschans-<br />

Sarphatistraat-Czaar Peterstraat<br />

– ontstaat er een compleet fi etsnetwerk<br />

in de oude stad, met voldoende ruimte<br />

voor de fi ets. Zwolle en Tilburg zijn<br />

al jaren succesvol in het aanleggen van<br />

fi etsstraten in het centrum. Een soort<br />

fi etssnelwegen door de stad, met voorrangskruisingen,<br />

dus ook nog veilig! Dat<br />

lijkt mij pas een echt Hoofdnet Fiets. �<br />

Kees Vernooij is parttime planoloog. De<br />

rest van zijn werktijd vult hij met zijn<br />

tweede parttime baan: fi etskoerieren in<br />

Amsterdam.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 33


34 | Nieuwe Openingen 7


� ‘Sportplekken zijn<br />

vaak kaal, kil, hard<br />

ingericht.’ Omgeving<br />

De Boelelaan<br />

Sporten in de openbare ruimte is voor stedelingen volstrekt vanzelfsprekend en<br />

neemt in omvang toe. Amsterdam doet zijn best de schaarse, openbare ruimte<br />

sportiever te maken. Tot op heden helaas slechts met gemengd succes.<br />

Het kan beter<br />

en mooier<br />

Sportplekken in de<br />

Amsterdamse openbare ruimte<br />

Sporten buiten verenigingen om, de<br />

ongebonden sport, zit al jaren in<br />

de lift. Mensen willen steeds vaker hun<br />

vrije tijd zelf indelen en doen dat door<br />

bijvoorbeeld minder verplichtingen aan<br />

te gaan. Wat sporten betreft betekent<br />

dit dat minder mensen kiezen voor<br />

sporten in verenigingsverband, maar<br />

individueel gaan sporten op welk uur<br />

van de dag dan ook. Dit heeft geleid tot<br />

een grote groei van het aantal fi tnesscentra<br />

in de stad en tot een toenemend<br />

gebruik van de openbare ruimte door<br />

sportende volwassenen. Jongeren hebben<br />

de openbare ruimte eigenlijk altijd<br />

al gebruikt om er te sporten, meestal te<br />

voetballen, te basketballen of, sinds de<br />

laatste decennia, te skaten.<br />

Dienst Ruimtelijke Ordening (dro)<br />

heeft in 2006 alle openbare sportplekken<br />

in de stad op een rij gezet,<br />

beschreven en gefotografeerd. Uit dit<br />

overzicht blijkt dat Amsterdam redelijk<br />

goed scoort waar het gaat om het aantal<br />

sportplekken in de openbare ruimte.<br />

Wie een balletje wil trappen of slaan<br />

kan terecht op 180 openbare voetbal-,<br />

119 basketbal- en 43 tennisplekken. Er<br />

zijn 28 skate- en 66 combiplekken in de<br />

stad. Met uitzondering van de stadsdelen<br />

Oud-West, Slotervaart, Centrum<br />

en Oud-Zuid voldoet Amsterdam aan<br />

de kwantitatieve en spreidingsnormen.<br />

Althans, volgens onze eigen boekjes<br />

met richtlijnen, die weer gebaseerd<br />

zijn op de normen van de Nederlandse<br />

Unie van Speeltuinorganisaties (nuso).<br />

Amsterdam komt ook redelijk uit de<br />

bus bij de toetsing van deze plekken<br />

op objectieve criteria, zoals verlichting,<br />

ondergrond of de aanwezigheid van<br />

doelen. Geen vuiltje aan de lucht zou je<br />

denken.<br />

Toch word je er niet echt warm van als<br />

je de genoemde plekken bekijkt op de<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 35


website van dro, of nog liever in het<br />

echt. De sportplekken zijn vaak kaal,<br />

kil, hard ingericht. Niet zelden zijn het<br />

restplekken tegen een spoortalud of in<br />

stroken met een onduidelijke ruimtelijke<br />

functie. Vaak zijn het ook plekken<br />

die maar op één manier te gebruiken<br />

zijn: een voetbalkooi dus, of alleen<br />

een skatebaan. Vooral bij de grotere<br />

ruimtes wekt de inrichting in veel<br />

gevallen een onverschillige indruk, met<br />

grote plakken asfalt binnen een weinig<br />

geborgen omgeving. Het zijn geen<br />

plekken met een prettig verblijfsklimaat<br />

waar je vanwege de gezellige omgeving<br />

naar toe gaat.<br />

Trieste restplekken<br />

De voorkeuren van jongeren en<br />

volwassenen lopen nogal uiteen als het<br />

gaat om de keuze voor de omgeving<br />

en omstandigheden waarin ze het<br />

liefste sporten. Volwassenen sporten<br />

vaker alleen: ze lopen bijvoorbeeld<br />

hard of skeeleren, meestal in een<br />

groene omgeving. De combinatie van<br />

groen en informele ontmoeting is<br />

aantrekkelijk voor de groeiende groep<br />

ouderen die buiten willen sporten. In<br />

landen met iets warmere en minder<br />

natte zomers zijn ze er al: de fi tnesstoestellen<br />

voor ouderen. Rijen dik en<br />

intensief gebruikt langs de Bosporus<br />

in Istanbul bijvoorbeeld. En ook de<br />

jeu-de-boulesbaan blijkt een goed<br />

middel te zijn om ouderen achter de<br />

geraniums weg te houden. Jongeren<br />

willen wat anders: zij ontmoeten elkaar<br />

36 | Nieuwe Openingen 7<br />

op pleinen, het liefst zo dicht mogelijk<br />

in de buurt. Hun sportgedrag is minder<br />

individueel en minder vastgepind op<br />

tijden en afspraken. Voor hen is zien en<br />

gezien worden belangrijker dan voor de<br />

sportende volwassene.<br />

Door die verschillen in sportgedrag tussen<br />

volwassenen en jongeren, zijn ook<br />

de eisen die zij aan de openbare ruimte<br />

stellen verschillend. Voor volwassenen<br />

zijn vooral goede routes in parken<br />

belangrijk. Jongeren zijn meer gericht<br />

op ruimtes middenin de stadsbuurten,<br />

het liefst op verharde ondergronden.<br />

De afgelopen jaren zijn in Amsterdam<br />

op veel plekken sportmogelijkheden<br />

gecreëerd. Via de viewer op de website<br />

van dro is te zien dat op de meest<br />

verrassende locaties voetbal- en<br />

basketbalkooien opduiken. Soms lijken<br />

het trieste restplekken, maar in een stad<br />

waar gewoekerd wordt met de ruimte<br />

zijn de keuzes nu eenmaal beperkt.<br />

Voetbalkooien tegen spoortaluds zijn<br />

welkome voorzieningen in buurten<br />

waar geen alternatieven voorhanden<br />

zijn. Een voetbal- en basketbalkooi op<br />

zo’n plek kan een gouden greep zijn,<br />

zeker als er langzaamverkeersroutes<br />

langs liggen, er dus passanten zijn en de<br />

jongeren ook in de kooi dus onderdeel<br />

blijven uitmaken van het stedelijk<br />

leven. Bovendien is het voordeel van<br />

de kleinere plekken dat ze ook geschikt<br />

zijn voor kleine groepjes sporters: met<br />

drie vrienden een balletje trappen<br />

zonder je verloren te voelen kan er<br />

Zie voor kaarten, informatie en foto’s van de openbare sportplekken in de stad:<br />

http://www.gisdro.nl/openbare_sportplekken/<br />

‘Confectie kan soms,<br />

�<br />

maar meestal niet.’<br />

Johan Cruyff veld op<br />

het Sumatraplatsoen.


uitstekend. De kleine plekken in het<br />

overzicht zijn meestal niet de slechtste,<br />

al zijn er dramatische uitzonderingen.<br />

Kennelijk leidt juist het woekeren met<br />

de ruimte, of de behoefte om in een<br />

dichtbebouwde omgeving een plek<br />

voor de grotere kinderen en jongeren te<br />

maken, tot vindingrijkheid.<br />

Armoedig<br />

Een goede inrichting van de grotere<br />

ruimtes buiten de parken, blijkt in<br />

de praktijk lastiger te zijn. Er zijn<br />

in Amsterdam weinig voorbeelden<br />

van grotere ruimtes, geschikt voor<br />

zowel sporten als spelen, met ook nog<br />

een aangenaam verblijfsklimaat. De<br />

oriëntatie van jongeren op locaties in<br />

hun directe omgeving – vaak plekken<br />

die ze al van jongsaf kennen – betekent<br />

bijna automatisch dat hun sportgebruik<br />

moet concurreren met andere<br />

soorten gebruik. Het gaat immers om<br />

de pleinen en ruimtes middenin de<br />

stadsbuurten. De vraag die dan opkomt<br />

is in hoeverre specifi ek aan wensen van<br />

een sportieve inrichting tegemoet moet<br />

worden gekomen? Openbare ruimtes<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 37


zijn ten slotte van iedereen. En, waarin<br />

schuilen nu de succesfactoren en de<br />

mislukkingen?<br />

We willen aan de hand van drie<br />

voorbeelden op zoek gaan naar de<br />

mogelijkheden, maar ook de grenzen,<br />

voor sport in onze openbare ruimte.<br />

38 | Nieuwe Openingen 7<br />

Samengeraapt zooitje<br />

Het eerste voorbeeld is het Sumatraplantsoen<br />

in de Indische Buurt, een<br />

groot plantsoen ten zuiden van de<br />

Insulindeweg. Het wat versnipperde<br />

plantsoen wordt gebruikt als parkeerplaats,<br />

zitplaats en speelplek. Recent


� Het Amstelveld is een<br />

voorbeeld waaruit<br />

blijkt dat sport op een<br />

druk plein heel goed<br />

mogelijk is.<br />

is er een Johan Cruyff court gemaakt.<br />

De Johan Cruyff veldjes worden<br />

aangeboden en deels gefi nancierd door<br />

de gelijknamige stichting en zijn in<br />

opmars, ook in Amsterdam. Ter ere van<br />

de zestigste verjaardag van de legendarische<br />

nummer 14 worden de komende<br />

jaren zelfs zes – zestig ging kennelijk<br />

te ver – voetbalveldjes aangelegd. De<br />

Johan Cruyff oundation probeert met de<br />

veldjes verbetering te brengen in wijken<br />

die minder goed bedeeld zijn met sport-<br />

en spelplekken. Maar wat begonnen is<br />

als een leuk, goedbedoeld initiatief om<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 39


spel en sport in de buurt te stimuleren,<br />

dreigt uit te groeien tot een excuus<br />

om niet zelf na te hoeven denken over<br />

de inrichting van een sportplek. De<br />

inrichting van een Johan Cruyff veld is<br />

standaard, maar zeker niet terughoudend<br />

met een kunstgrasmat met gele<br />

middenstip inclusief niet te missen logo,<br />

oranje doelen en paarsblauwe hekken<br />

rondom. Het Johan Cruyff veld op het<br />

Sumatraplantsoen ziet er exact hetzelfde<br />

uit als het veld aan de Polderweg<br />

in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer of<br />

aan de Wiltzanghlaan in Geuzenveld.<br />

Confectie kán soms, maar meestal niet,<br />

en zeker niet op een plek van deze om-<br />

40 | Nieuwe Openingen 7<br />

vang. Op het Sumatraplantsoen is het<br />

veld een eiland in een groot openbaar<br />

plantsoen voor iedereen, dat door het<br />

Cruyff veldje nóg meer versnipperd is<br />

geraakt. Het is jammer dat de wens om<br />

hier een goede sportplek te maken – en<br />

het moet gezegd worden, het Johan<br />

Cruyff veld wórdt goed gebruikt – niet<br />

heeft geresulteerd in een integraal<br />

ontwerp voor het plantsoen. Het<br />

geheel oogt nu nogal armoedig, als een<br />

samengeraapt zooitje.<br />

Energie en creativiteit<br />

Een beter voorbeeld is het Zaandammerplein<br />

in de Spaarndammerbuurt.


� ‘En ook de jeu-deboulesbaan<br />

blijkt een<br />

goed middel te zijn<br />

om ouderen achter<br />

de geraniums weg te<br />

houden.’<br />

Hier is zichtbaar energie en creativiteit<br />

gestoken in een ontwerp dat zowel<br />

functioneel als esthetisch een duurzame<br />

kwaliteit heeft. Ook dit is een gesponsord<br />

veld, dit keer door de Richard<br />

Krajicek Foundation. Anders dan<br />

vaak gedacht zijn de Krajicekveldjes<br />

niet per se tennisveldjes. Er wordt<br />

gesport, dat staat voorop. Maar de<br />

invulling verschilt al naar gelang de<br />

behoefte. Ook de vormgeving is niet<br />

vooraf bepaald, maar plooit zich naar<br />

het integrale ontwerp voor de plek.<br />

Voor het Zaandammerplein heeft<br />

dat geresulteerd in een groot spel- en<br />

sportplantsoen met een prettig verblijfsklimaat.<br />

Vanaf de speelplek voor<br />

de kleinsten – met een zitplek voor de<br />

ouders nabij een kiosk – is zicht op<br />

de sportplek van de oudere kinderen.<br />

Door de licht verdiepte ligging van het<br />

sportveld blijft de bal enigszins binnen<br />

het veld waardoor hekken niet nodig<br />

zijn. De randen kunnen worden gebruikt<br />

als zitplaats. Het veld is verhard<br />

en daarom op rustige uren ook geschikt<br />

om bijvoorbeeld een kind op te leren<br />

fi etsen. Er zijn meerdere belijningen<br />

voor verschillende sporten getrokken.<br />

Door de minder specifi eke inrichting<br />

dan bijvoorbeeld het Cruyff veld, krijgen<br />

de jongeren die een ander spel willen<br />

spelen ook hun kans. Een dergelijke<br />

invulling zou ook goed voorstelbaar<br />

zijn met een skate-ramp.<br />

Het Sumatraplantsoen is door het Johan<br />

Cruyff veld nóg meer versnipperd geraakt.<br />

Een derde voorbeeld, het Amstelveld<br />

in de binnenstad – ooit de plek van<br />

een veemarkt – is ook op buurtniveau<br />

een stedelijke plek in optima forma.<br />

Voetballende kinderen en jongeren<br />

maken onderdeel uit van het veelzijdige<br />

publiek dat het plein bevolkt. Er is een<br />

speelplek met speelattributen die al<br />

generaties lang een succes zijn: glijbaan,<br />

zandbak, klimrek. Er zijn bankjes, er<br />

is een café met terras en op maandag<br />

staat er een bloemen- en plantenmarkt.<br />

Het plein met voetbaldoelen wordt<br />

vaak gebruikt, maar ook spelen leerlingen<br />

van de scholen in de omgeving er<br />

andere spelletjes. Langs het plein lopen<br />

doorgaande, maar geen drukke routes.<br />

Het verblijfsklimaat is aangenaam,<br />

door de wanden rondom en de bomen<br />

op het plein en omdat er bijna altijd<br />

mensen verblijven of langs komen. De<br />

bestrating met klinkers is voor voetballen<br />

misschien niet ideaal, maar passend<br />

bij zo’n stedelijk plein met zoveel<br />

verschillende gebruikers.<br />

Ontmoetingsplaats<br />

Het Zaandammerplein en het<br />

Amstelveld laten zien dat een goede<br />

sportplek op drukke pleinen goed<br />

en mooi kan samengaan met ander<br />

gebruik. We moeten de jongeren zeker<br />

niet weren uit ons straatbeeld, juist<br />

de integratie van de puberende jeugd<br />

met kinderen en hun ouders zorgt<br />

voor een leuke ontmoetingsplaats. Een<br />

goede sport- en speelruimte waar<br />

verschillende leeftijdsgroepen zich<br />

thuis voelen is niet alleen in het belang<br />

van de sportende jongere, maar kan de<br />

leefbaarheid van een buurt verbeteren<br />

doordat bewoners van verschillende<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 41


42 | Nieuwe Openingen 7


leeftijdsgroepen elkaar simpelweg zien.<br />

Ouders leren elkaar kennen via hun<br />

buitenspelende kinderen, wat bijdraagt<br />

aan sociale betrokkenheid en cohesie<br />

in een buurt. Speelplekken die als<br />

ontmoetingsplek voor ouders goed<br />

scoren worden vanzelfsprekend ook<br />

veel beter bezocht door kinderen, zoals<br />

de speelplek in Park Franckendael in de<br />

Watergraafsmeer. De confectie van een<br />

Johan Cruyff veld is te rigide voor deze<br />

plekken. Een dergelijke inrichting past<br />

op een locatie met een specifi ek karakter.<br />

Zo is het Johan Cruyff veld aan de<br />

Polderweg in Oost-Watergraafsmeer<br />

naast het Montessori College Oost wél<br />

een logische functie op die plek, hoewel<br />

ook op zulke locaties enige fl exibiliteit<br />

over de details in de inrichting niet zou<br />

misstaan. Het is een plek die min of<br />

meer bij de school hoort en onderdeel<br />

is van een specifi eke functie in het<br />

gebied.<br />

Met liefde<br />

Bij openbare ruimtes hoort een<br />

integrale inrichting. Door hekwerken,<br />

banken en andere noodzakelijke<br />

inrichtingselementen aan te passen<br />

aan de rest van de omgeving, ontstaat<br />

eenheid en helderheid in de openbare<br />

ruimte. Bovendien wordt een voetbalveldje<br />

dan niet een eiland in de rest<br />

van de openbare ruimte, maar gaat<br />

wezenlijk onderdeel uitmaken van een<br />

openbare ruimte, zoals een plein of een<br />

park. Soms is een kleiner speelveld dat<br />

verzacht wordt door bomen rondom,<br />

te verkiezen boven een levensgroot<br />

veld dat het verblijfsklimaat van de<br />

hele ruimte graden lager zet. Plekken<br />

� ‘Jongeren zijn meer gericht op ruimtes middenin de stadsbuurten, het liefst op<br />

verharde ondergronden.’ Sportpark Olympiaplein<br />

die met liefde en zorg zijn gekozen<br />

en ingericht, zullen ook minder snel<br />

worden vernield.<br />

Met goed nadenken moet het lukken<br />

om de Amsterdamse openbare<br />

ruimte zo in te richten dat er een goede<br />

combinatie van sportmogelijkheden in<br />

parken, op pleinen en op specifi eke locaties<br />

ontstaat. Voor de parken betekent<br />

dat een inrichting die de rust en het<br />

groen niet verstoort of beschadigt. Een<br />

aantal goed gekozen pleinen kunnen zo<br />

worden ingericht dat er een combinatie<br />

van verschillende sport-, speel- en<br />

verblijfsfuncties ontstaan, geschikt<br />

om er te sporten en om te kijken,<br />

liefst aangevuld met horeca of andere<br />

verblijfsvoorzieningen. En tenslotte<br />

moet er ruimte zijn voor specifi eke<br />

plekken: voetbalkooien en volledig<br />

voor sport ingerichte gelegenheden bij<br />

bijvoorbeeld scholen voor voortgezet<br />

onderwijs. Zo is voor elke sporter in de<br />

openbare ruimte, wat wils. �<br />

Iris van der Helm is ontwerper openbare<br />

ruimte en heeft meerdere speel- en sportplekken<br />

in de stad vormgegeven.<br />

Lia de Lange is sociaal geograaf en is<br />

één van de auteurs van het gemeentelijk<br />

Sportaccomodatieplan.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 43


44 | Nieuwe Openingen 7


Hoe ziet het sportpark van de toekomst eruit en zal het onderdeel uit blijven<br />

maken van de Amsterdamse hoofdgroenstructuur? Een vraag die zowel sportclubs,<br />

beleidsmakers als projectontwikkelaars bezighoudt. En een vraagstuk dat zich<br />

ook duidelijk manifesteert in Amsterdam, waar de druk op de beschikbare groene<br />

ruimte alleen maar toeneemt.<br />

Ruimte voor sport<br />

De ontkoppeling van groen<br />

en sportvelden<br />

In de jaren negentig nam de druk op<br />

Amsterdamse sportparken zichtbaar<br />

toe. De sterke economische groei en<br />

een beleid gericht op de compacte<br />

stad waren oorzaken. Locaties langs<br />

snelwegen en spoorwegen die daarvoor<br />

nog relatief laag werden gewaardeerd<br />

vanwege de geluidsoverlast en vervuiling,<br />

kwamen in trek voor woningbouw<br />

en kantoorontwikkeling. Zo verrezen<br />

er op sportpark De Meern woningen<br />

en werden ten gunste van de Zuidas<br />

sportverenigingen uitgeplaatst. Deze<br />

herbestemmingen waren bij de eerste<br />

gemeentelijke ‘optimaliseringrondes’ in<br />

1986 en 1989 mede ingegeven door de<br />

geconstateerde onderbespeling van de<br />

Amsterdamse sportvelden. De grote<br />

opgave was om tot een meer optimale<br />

benutting te komen van de sportvelden<br />

in Amsterdam. Het viel nu eenmaal<br />

niet langer te verantwoorden dat grote<br />

� De komst van de Zuidas heeft tot de gedwongen<br />

verhuizing van een aantal sportvelden geleid. Ook<br />

Tennispark Gold Star zal op termijn vertrekken.<br />

lappen natuurgrasveld op gewilde<br />

locaties in de stad grote delen van de<br />

week onbespeeld bleven. Tegelijkertijd<br />

werden in herstructureringsgebieden<br />

als het Oostelijk Havengebied<br />

sportvoorzieningen niet automatisch<br />

meer ingepland of verloopt de realisatie<br />

ervan moeizaam. Technische<br />

problemen met de grondzetting en<br />

strijd om het aantal ingeplande meters<br />

sport tijdens de planvorming overeind<br />

te houden, ervaren we op IJburg en<br />

Zeeburgereiland.<br />

Duidelijke keuzes<br />

Strikt genomen worden sportparken in<br />

Amsterdam alleen opgeheven als daar<br />

zwaarwegende argumenten voor de<br />

stedelijke ontwikkeling voor zijn. Hoe<br />

vaak een veld gebruikt wordt, is hierbij<br />

overigens niet doorslaggevend. Ook<br />

goed bespeelde velden kunnen om deze<br />

reden worden opgeheven of verplaatst.<br />

Bij voorkeur worden deze omgezet<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 45


in compacte sportparken die meer<br />

gebruikers kent dan alleen sportverenigingen.<br />

Sportvelden aan de rand van<br />

de stad zijn sneller aan de beurt dan<br />

sportvelden in het stedelijk gebied. Het<br />

gaat dan met name om bereikbaarheid<br />

en sociale veiligheid.<br />

In het structuurplan Kiezen voor<br />

stedelijkheid staat dat kleinschalige<br />

sportvoorzieningen voor de stad<br />

behouden moeten blijven en waar<br />

46 | Nieuwe Openingen 7<br />

mogelijk gestimuleerd. Bovendien<br />

wordt gepleit voor een gelijkmatige<br />

spreiding van voorzieningen over de<br />

stad en koppelen ze bij voorkeur<br />

sportparken aan andere functies in<br />

een buurt. In de visie tot 2010 staan<br />

de sportparken, met uitzondering van<br />

Sportpark Voorland/Middenmeer,<br />

niet ter discussie. De voorstellen<br />

voor het opheff en van ondere andere<br />

sportvelden in de periode 2020-2030<br />

zijn uit het structuurplan Kiezen voor


� Uit: Voorstel tweede<br />

fase optimalisering<br />

gebruik Amsterdamse<br />

sportvelden 1989 –<br />

2000; Bijlagen en<br />

kaarten. Gemeente<br />

Amsterdam, oktober<br />

1989.<br />

stedelijkheid geschrapt, onder druk<br />

van de publieke opinie. Inmiddels is<br />

een nieuwe structuurvisie in de maak.<br />

Reden temeer dus om de discussie<br />

serieus aan te gaan, maatschappelijke,<br />

ruimtelijke en economische belangen<br />

tegen elkaar af te wegen én duidelijke<br />

keuzes te durven maken.<br />

Intensiever gebruik<br />

Tegelijkertijd is er de wens om de<br />

bestaande sportaccommodaties verder<br />

te optimaliseren. Mede daarom heeft<br />

Sportpark Joos Banckersweg in Bos<br />

en Lommer recentelijk een aanzienlijke<br />

verbouwing ondergaan en wordt<br />

Sportpark Jan van Galenstraat compleet<br />

opnieuw ingericht. Ook sportparken<br />

als Ookmeer, De Eendracht en<br />

Sloten worden rigoureus onder handen<br />

genomen. Deze zijn samen met twee<br />

sportparken in Amsterdam-Noord<br />

en het nieuw aan te leggen Sportpark<br />

Bijlmerpark aangewezen als ‘sportpark<br />

met potentie en ambitie om tot<br />

toppark uit te groeien’. Maar, ook van<br />

de ‘gewone’ sportparken is met niet al<br />

teveel ingrepen een park te maken dat<br />

beter in kan spelen op de vraag van de<br />

gebruikers van vandaag, een bredere<br />

aanbod kan bieden en een grotere<br />

recreatieve betekenis kan vervullen voor<br />

de buurt.<br />

Bij de renovatie en het vervangen van<br />

gebouwen, sportvelden en paden is het<br />

van belang in de eerste plaats de kwaliteit<br />

van een sportpark te verbeteren. Dit<br />

is goed te realiseren door de toepassing<br />

van duurzame en milieuvriendelijke<br />

materialen, maar ook door de toevoeging<br />

van hoogwaardig groen. Openbaar<br />

groen aan de rand van een sportpark<br />

fungeert als groene en ecologische buffer<br />

met de omgeving. Vervolgens is het<br />

van belang de beschikbare grond voor<br />

meerdere doeleinden te gaan benutten.<br />

Dat is op verschillende manieren mogelijk.<br />

Bijvoorbeeld, doordat verenigingen<br />

fuseren of door nieuwe organisaties aan<br />

te trekken. Het toevoegen van functies<br />

is ook een mogelijkheid, evenals het<br />

stapelen van sportvoorzieningen en het<br />

combineren of clusteren van functies<br />

verdeeld over de tijd. Een voorbeeld<br />

hiervan is een kunstgrasmat die in de<br />

winter dienst kan doen als ijsbaan of<br />

een kantine die ook beschikbaar is voor<br />

buurtactiviteiten.<br />

Verder bieden nieuwe materialen ook<br />

nieuwe mogelijkheden, zoals Wetra<br />

– half kunstgras, half natuurgras – of<br />

duurzaam kunststof dat zich leent voor<br />

intensiever gebruik, evenals multifunctionele<br />

sportvloeren in sporthallen.<br />

Hierdoor ontstaat ruimte voor extra<br />

sportclubs, wat tevens gunstig is voor<br />

de clubkas. De discussie of kunstgras<br />

de toekomst heeft, hoeft niet langer te<br />

worden gevoerd: dit is een feit! Door<br />

de toepassing van nieuwe technieken<br />

wordt de kwaliteit van de natuurlijke<br />

grasmat steeds verder geëvenaard. In<br />

plaats van zand, strooit men de velden<br />

tegenwoordig veelal in met rubbersnippers.<br />

Slidings veroorzaken geen<br />

brandwonden meer, keepers kunnen<br />

zonder gevaar naar de bal duiken en de<br />

eff ecten op de balsnelheid zijn positief.<br />

De geur van gras ten spijt, die moet<br />

elders worden opgesnoven.<br />

Wat eveneens het gebruik van een<br />

sportpark bevordert is een betere<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 47


toegankelijkheid. Denk hierbij aan de<br />

mate van spreiding over de stad, de<br />

afstand tot de parken, de sociale veiligheid,<br />

de ontsluiting en de aansluiting<br />

op recreatieve fi ets- en wandelroutes.<br />

Een stadsbrede discussie over een<br />

grotere openbaarheid van sportvoorzieningen<br />

is hiervoor absoluut een vereiste.<br />

Vanzelf gaan de hekken niet open.<br />

Sportcentrum nieuwe stijl<br />

Tenslotte is een goed beheer essentieel<br />

voor een succesvol sportpark. Zo maakt<br />

een goed onderhouden park dat de<br />

gebruikers er graag komen, zich er prettig<br />

voelen en waarschijnlijk ook eerder<br />

geneigd zijn vrijwillig een steentje bij<br />

te dragen aan onderhoud of organisatie;<br />

aspecten die bijdragen aan een gewild<br />

en geliefd sportpark. Organisatorisch<br />

kunnen sportverenigingen het park zelf<br />

beheren of uitbesteden aan professionals,<br />

eventueel in samenwerking met<br />

het stadsdeel, woningcorporaties en<br />

bewoners. Nieuwe organisatievormen<br />

als omniverenigingen en het sportcentrum<br />

nieuwe stijl zijn hierop gericht. Ze<br />

maken een fl exibele deelname mogelijk<br />

aan een divers aanbod van sportactiviteiten,<br />

zowel in verenigings- als in<br />

ongeorganiseerd verband. De opzet<br />

is multifunctioneel en laagdrempelig<br />

en biedt zo hulp aan verenigingen en<br />

zorgt voor een nieuw sportaanbod voor<br />

de buurt. Een aanbod dat bijvoorbeeld<br />

ook aantrekkelijk is voor kortstondige<br />

gebruikers zoals expats en studenten<br />

die tijdelijk in de stad verblijven en niet<br />

lid willen worden van een vereniging.<br />

De cruciale vraag is echter in hoeverre<br />

deze optimaliseringoperatie nog kan<br />

48 | Nieuwe Openingen 7<br />

Het viel niet langer te verantwoorden om grote<br />

lappen natuurgrasveld te handhaven op gewilde<br />

locaties in de stad, die bovendien grote delen van de<br />

week onbespeeld blijven.<br />

worden doorgezet zonder dat er een<br />

tekort ontstaat aan sportvelden, of<br />

dat de sportparken verworden tot<br />

bebouwde centra voor sport en vermaak.<br />

Het feit dat de ongeorganiseerde en<br />

meer commerciële vormen van binnensport<br />

letterlijk aan terrein winnen,<br />

betekent niet dat er in de toekomst<br />

automatisch een aantal sportparken<br />

kan worden opgeheven. Daar moet heel<br />

voorzichtig mee worden omgegaan,<br />

want éénmaal opgeheven is de kans<br />

miniem dat daar opnieuw een sportmat<br />

zal verschijnen. Teamsporten als<br />

voetbal en hockey trekken met name<br />

bij de jeugd weer sterk aan. Het blijft<br />

dan ook noodzakelijk bevolkingsprognoses<br />

en sportdeelnamecijfers bij<br />

deze afweging te betrekken. Net zo<br />

goed als het noodzakelijk blijft voor de<br />

gemeente Amsterdam om een marge<br />

van 20 procent in het sportaanbod te<br />

blijven garanderen en zo schommelingen<br />

in de sportbehoefte op te kunnen<br />

vangen. Des te meer omdat steeds<br />

moeilijker te voorspellen is naar welke<br />

sportvoorzieningen er vraag zal zijn en<br />

deze bovendien meer fl uctueert dan in<br />

het verleden. In elk geval moeten we in<br />

de toekomst veel meer dan tot nu toe<br />

het geval is geweest, inspringen op de<br />

vraag.<br />

� Sportpark Olympiaplein is een goed functionerend<br />

sportpark, middenin de stad.


Nieuwe combinaties<br />

Leefstijlen worden belangrijker dan de<br />

duur van een lidmaatschap. Deze zijn<br />

bepalend voor wat een sportpark moet<br />

bieden. Naast sport in verenigingsverband<br />

is er behoefte aan ruimte voor de<br />

meer ongeorganiseerde en commerciële<br />

vormen van sport. Ruimtelijk gezien zal<br />

sport steeds meer haar eilandstatus verliezen.<br />

De verdergaande diff erentiatie<br />

en vermenging van sport met andere<br />

sectoren zorgt voor dynamiek aan de<br />

aanbodkant. In het aanbod ontstaan<br />

nieuwe combinaties met bijvoorbeeld<br />

kinderopvang, revalidatie en andere<br />

diensten. En nieuwe sporten als klimmen,<br />

karten, skiën en mountainbiken<br />

vragen om nieuwe accommodaties.<br />

Deze hoeven niet zoals vanouds door<br />

de gemeente te worden gerealiseerd en<br />

gefi nancierd. Het faciliteren van ruimte<br />

volstaat.<br />

Een goede ruimtelijke spreiding van<br />

het aanbod over de stad blijft belangrijk,<br />

maar spreidingsplannen alleen bepalen<br />

niet langer het benodigde aanbod in de<br />

stad. Door het gebruik van de auto is de<br />

relatie tussen waar de sportvoorziening<br />

is gevestigd en de mate van sportdeelname<br />

vervaagd. De vraag of je kinderen<br />

uit gezondheidsoverwegingen niet veel<br />

liever zelfstandig op de fi ets naar de<br />

sportclub laat gaan is een andere.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 49


Dan gaat het ook om verkeersveilige<br />

routes naar sportvoorzieningen en<br />

is het belangrijk om in het ruimtelijke<br />

beleid bijvoorbeeld kleinschalige<br />

sportvoorzieningen een kans te geven.<br />

En hoewel spreidingsplannen achterhaald<br />

zijn volgens de huidige planologie,<br />

dienen signalen van tekorten of<br />

overschotten in sportsectoren serieus te<br />

worden genomen. Zo is het signaal uit<br />

het sportaccommodatieplan van 2006<br />

een duidelijke: er is nog steeds sprake<br />

van onderbenutting van de sportcapaciteit<br />

in met name Amsterdam-West,<br />

terwijl het aanbod in Amsterdam-Oost<br />

juist aan de krappe kant is. Dan is het<br />

zinvol om over de ruimtecapaciteit van<br />

de stadsdeelgrenzen heen te kijken<br />

om te bezien hoe het sportaanbod<br />

beter op elkaar kan worden afgestemd,<br />

gediversifi eerd en gemoderniseerd.<br />

Of zoals men doet met de Sportas in<br />

Amsterdam-Zuid: topsport, georganiseerde<br />

en ongeorganiseerde sport met<br />

elkaar mengen.<br />

Oksels<br />

Daarbij is het ook goed om te bekijken<br />

welke takken van sport we wel of niet<br />

binnen de grenzen van Amsterdam willen<br />

bedienen. Hierbij moeten we niet te<br />

makkelijk Not in my Backyard-achtige<br />

voorzieningen, zoals motorcrossbanen<br />

en maneges over de schutting gooien<br />

naar de buren, maar gericht kijken of<br />

ze een meerwaarde kunnen hebben<br />

voor de koppen van de scheggen of<br />

toch beter op hun plek zijn in de regio.<br />

Wanneer durven we nu eens een knoop<br />

door te hakken over een geschikte<br />

locatie voor een tweede ijsbaan en kunnen<br />

golfbanen niet veel beter worden<br />

50 | Nieuwe Openingen 7<br />

opgevangen in de landschapsparken<br />

van de regio dan in de oksels van de<br />

scheggen waar de Amsterdammer wil<br />

recreëren? In de jaren zestig was het<br />

de wens van wethouder Verhey om<br />

van golf een volkssport te maken en<br />

deze is tot op de dag van vandaag niet<br />

uitgekomen. Golfbanen nemen veel<br />

groene ruimte in beslag. Aan de rand<br />

van de stad en in de regio is betaalbare<br />

en bereikbare ruimte beschikbaar en<br />

stoort de verkeersaantrekkende<br />

werking minder. Hier is ruimte om<br />

grootschaligere sportvoorzieningen te<br />

combineren met detailhandel en andere<br />

vrijetijdsvoorzieningen waar vraag naar<br />

is, zoals kinderparadijzen, discotheken<br />

Wanneer durven we nu eens een knoop<br />

door te hakken over een geschikte locatie<br />

voor een tweede ijsbaan?<br />

en bioscopen. Dergelijke ‘leisurelocaties’<br />

vragen om een ruimtelijk fl exibele<br />

setting. De initiatieven zijn divers van<br />

karakter en hebben vaak een kortere<br />

levensduur. Het is echter de vraag of we<br />

dergelijke concepten wenselijk vinden<br />

in ons groen en of deze niet eerder<br />

thuishoren op bedrijventerreinen.<br />

Opoff eren<br />

Horen sportparken dan nog thuis in de<br />

hoofdgroenstructuur? Kunstgras is geen<br />

groen en indoor vrijetijdsvoorzieningen<br />

zijn dat evenmin. Dat een groot deel<br />

van de sportparken op dit moment<br />

onderdeel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur<br />

biedt aan de ene kant een zekere<br />

bescherming voor het behoud van


de sportfunctie. Tegelijkertijd maakt de<br />

ligging in de hoofdgroenstructuur het<br />

vrijwel onmogelijk om te anticiperen<br />

op de veranderingen in de sportvraag.<br />

Bebouwing in de hoofdgroenstructuur<br />

is niet toegestaan. Terwijl het opoff eren<br />

van groene ruimte voor kwalitatief<br />

hoogwaardig gebouwde, aan de sport<br />

gerelateerde vrijetijdsvoorzieningen,<br />

soms een impuls voor de sportparken<br />

kan betekenen. Sowieso is het vanuit<br />

het gezichtspunt van de sport wenselijk<br />

om deze nieuwe sportconcepten<br />

ruimtelijk mogelijk te maken.<br />

Aderlating<br />

Illustratief is Sportpark Ookmeer.<br />

Dit enkele jaren geleden nog slecht<br />

bespeelde en perifeer gelegen sportpark,<br />

bood weinig toekomstperspectief<br />

voor de Academie voor Lichamelijke<br />

Opvoeding. Toen de opleiding in<br />

eerste instantie haar voorzieningen niet<br />

mocht uitbreiden vanwege de ligging<br />

in de hoofdgroenstructuur, dreigde ze<br />

te vertrekken naar Almere. Dit zou<br />

een grote aderlating betekenen voor<br />

de Amsterdamse sport. Uiteindelijk<br />

is ingestemd met een nieuwe sporthal.<br />

Ook elders op het sportpark doet het<br />

stadsdeel nu pogingen om een kwaliteitsslag<br />

te maken door het sport- en<br />

vrijetijdsaanbod te verbreden en te<br />

moderniseren. Hierbij loopt ze echter<br />

voortdurend op tegen beschermende<br />

regels van de hoofdgroenstructuur.<br />

Zo geldt er als regel dat maximaal 10<br />

procent van het oppervlak van het<br />

sportpark mag worden verhard. Deze<br />

limiet was al bereikt op het moment<br />

dat de optimaliseringoperatie nog<br />

moest beginnen.<br />

Vanwege de aanstaande structuurvisie<br />

is het goed om nu over dit dilemma na<br />

te denken. Het ligt misschien voor de<br />

hand om te zeggen dat de sportparken<br />

niet langer in de hoofdgroenstructuur<br />

thuis horen omdat ze geen groene<br />

recreatieve voorzieningen meer zijn.<br />

De kans bestaat dan wel dat ze in rap<br />

tempo zullen worden bebouwd. Ze<br />

vervolgens weer terugbrengen in de<br />

stad is een illusie. De oplossing is wellicht<br />

eerder te vinden in het versoepelen<br />

van de regels voor de hoofdgroenstructuur.<br />

Een voorzetje: het wel of niet<br />

toestaan van kunstgras mag niet langer<br />

een issue zijn. En, duidelijk moet zijn<br />

waarom het ene sportpark wel en het<br />

andere niet in de hoofdgroenstructuur<br />

ligt. Bovendien moeten we de categorie<br />

‘groen buiten de hoofdgroenstructuur’<br />

op de structuurplankaart schrappen.<br />

Bepalend zou moeten zijn of een<br />

sportpark voldoende groene, recreatieve<br />

mogelijkheden biedt. Doorgaande<br />

wandel- en fi etsroutes worden in dit<br />

opzicht steeds belangrijker. Op de<br />

meer kleinschalige sportparken zijn de<br />

mogelijkheden hiertoe beperkter, maar<br />

gezien de maatschappelijke waarde<br />

hiervan verdienen deze sportparken net<br />

zoals in het huidige ruimtelijke beleid<br />

een beschermstatus binnen de ring a10.<br />

Andere onderdelen vragen om meer<br />

uitspitwerk. Zo lijkt het oprekken van<br />

het verhardingspercentage een logische<br />

mogelijkheid om een sportpark als<br />

Ookmeer te laten uitgroeien tot een<br />

‘topsportpark’, zoals voorgesteld in het<br />

Sportplan 2009-2012. Oprekken van de<br />

verharding betekent automatisch dat er<br />

groen verdwijnt. Wat is hierbij wense-<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 51


lijk of acceptabel? 30 procent? 50 procent?<br />

Wellicht dient dan eerst helder te<br />

zijn hoe zo’n topsportpark eruit moet<br />

zien en wat dit van de omgeving eist.<br />

Essentiële vragen hierbij zijn: welke<br />

verhouding tussen outdoor en indoor<br />

is wenselijk, zijn alleen sportvoorzie-<br />

52 | Nieuwe Openingen 7<br />

ningen welkom of ontwikkelt zo’n<br />

locatie zich tot een ontspannings- en<br />

vermaakcentrum en is het mogelijk om<br />

de indoorvoorzieningen te clusteren op<br />

een bepaald gedeelte van het sportpark?<br />

Pas dan kan een meer fl exibel<br />

instrument worden ontwikkeld, dat of


� Jongens en meisjes<br />

van Sportclub<br />

Buitenveldert in actie,<br />

met op de achtergrond<br />

de Zuidas in aanbouw<br />

werkt met typen sportparken, waarin<br />

het onderscheid bijvoorbeeld bestaat<br />

uit de mate van verharding. Of waarbij<br />

per sportpark duidelijke ontwikkeldoelstellingen<br />

worden geformuleerd<br />

om een kwaliteitsverbetering te kunnen<br />

garanderen. Of met zoneringen op de<br />

sportparken – zoals een leisurestrook<br />

met ruimere bebouwingsmogelijkheden<br />

en sportvelden – in het toetsingskader.<br />

Het nu al gehanteerde onderscheid<br />

tussen kleinschalige en grootschalige<br />

sportparken kan gehandhaafd blijven,<br />

al zou het beleid fl exibeler kunnen.<br />

Voor de langere termijn moet de keuze<br />

worden gemaakt of dergelijke activity<br />

spaces wel wenselijk zijn in deze groene<br />

scheggen of dat deze moeten worden<br />

geïntegreerd in de bebouwde omgeving<br />

van de stad. Wellicht ligt op termijn<br />

de oplossing dan ook geheel buiten<br />

de hoofdgroenstructuur. Een puur<br />

ruimtelijke benadering van sportparken<br />

als stedelijke, groene voorzieningen is<br />

achterhaald. Integratie met de sociaalculturele<br />

en economische invalshoek is<br />

noodzakelijk. Het Sportplan 2009-2012<br />

is hiertoe een eerste aanzet, maar vraagt<br />

om een verdere ruimtelijke uitwerking<br />

en vertaling. Door sportparken niet<br />

langer als ruimtelijk groen te beschouwen,<br />

maar als vrijetijdsvoorziening,<br />

liggen er legio kansen om deze uit<br />

te laten groeien tot voorzieningen in<br />

de stad, waar iedereen trots op is. De<br />

commerciële tak vindt wat dat betreft<br />

haar weg wel. Des te belangrijker blijft<br />

het om als overheid naast topsporters<br />

de gewone Amsterdammer die wat<br />

overtollige kilo’s kwijt wil of lekker met<br />

vrienden een balletje wil trappen, niet<br />

uit het oog te verliezen. �<br />

Niek Bosch is stadssocioloog en richt zich<br />

op het gebruik en de kwaliteitsverbetering<br />

van de openbare ruimte in en om de stad.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 53


Teamsporten bij de jeugd weer in de lift<br />

1.500<br />

1.000<br />

500<br />

seniorenteams<br />

1978 1986 1994 2002 2008<br />

Wie sport waar?<br />

Nabijheid van een sportpark is belangrijk, vooral voor jongere Amsterdammers.<br />

Op de kaartjes de woonplekken van jongere (5-17 jarigen) en oudere<br />

(18-54) voetballers op sportpark Middenmeer in de Watergraafsmeer.<br />

Voor alle sportparken met voetbalvelden geldt dat veel van de voetballers<br />

dichtbij in de buurten en stadsdelen rondom het sportpark wonen.<br />

Bron: Uit of Th uis (O&S 2005)<br />

� Sportpark Middenmeer,<br />

5-17 jarigen<br />

� Sportpark Amsterdamse Bos,<br />

5-17 jarigen<br />

54 | Nieuwe Openingen 7<br />

jeugdteams<br />

Ondanks de procentuele afname groeien<br />

sommige verenigingssporten in Amsterdam<br />

weer. De groei zit vooral in jeugdteams.<br />

Dankzij Amsterdams jonge bevolking is het<br />

aantal voetbalpupillenteams nu hoger dan<br />

ooit (618 in 2007/2008 ten opzichte van 224 in<br />

1986/1987). Voetbal is nog altijd de grootste sport,<br />

maar het aandeel hockey groeit. Hockey is de<br />

enige veldsport die ook bij volwassenen groeit.<br />

Bron: Overzicht bespeling sportparken 2007-2008 (DMO)<br />

� Sportpark Middenmeer,<br />

18-54 jarigen<br />

� Sportpark Amsterdamse Bos,<br />

18-54 jarigen<br />

Herkomst sporters per<br />

buurtcombinatie<br />

< 1,0%<br />

1,0% - 1,9%<br />

2,0% - 3,9 %<br />

4,0% - 7,9 %<br />

> 7,9%


60<br />

procent van de<br />

Amsterdammers sportte<br />

in 2006 tenminste één keer<br />

per week.<br />

Fitness de grootste, voetbal<br />

nummer één bij de jeugd<br />

De top drie van meest beoefende sporten door<br />

Amsterdammers bestaat uit<br />

fi tness (26%), voetbal (14%),<br />

zwemmen en hardlopen (beide 13%).<br />

Voetbal staat veruit op nummer één bij de 6-12<br />

jarigen en 13-17 jarigen en bij Turkse en Marokkaanse<br />

Amsterdammers. Bij andere leeftijdsgroepen<br />

en bij Amsterdammers met een Nederlandse<br />

achtergrond springt fi tness er juist uit.<br />

Bron: Sportmonitor 2006 (O&S)<br />

Bron bij de rode kaders: Sportaccommodatieplan Amsterdam (DMO<br />

2006) en Sportplan gemeente Amsterdam (DMO 2008)<br />

Jaap Edenbaan de meest<br />

bezochte ijsbaan<br />

De Jaap Edenbaan is de ijsbaan met de<br />

hoogste bezoekersaantallen van<br />

Nederland (557.000 bezoekers<br />

in 2007/2008).<br />

Th ialf staat op de tweede<br />

plaats (407.500 bezoekers in<br />

2006/2007). Het laatste bezoekersrecord op de<br />

Jaap Edenbaan werd in 1997 gevestigd, toen er<br />

een Elfstedentocht werd gereden.<br />

Bron: Amsterdam in cijfers 2008 (O&S)<br />

en Vereniging Kunstijsbanen Nederland<br />

11 zwembaden<br />

800 sportverenigingen<br />

55 takken van sport<br />

12.000 vrijwilligers<br />

70 fi tnesscentra<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 55


Internationale roeibaan De Bosbaan in het Amsterdamse Bos<br />

56 | Nieuwe Openingen 7


De rand van het Amsterdamse Bos<br />

aan de oostkant is een gebied met<br />

grote potentie: zonder problemen<br />

kan hier een ware Amsterdamse<br />

sportas ontstaan. Wellicht zelfs één<br />

met olympische allure. Maar, dan<br />

moeten de dumppraktijken wel<br />

onmiddellijk ophouden.<br />

De Amsterdamse Sportas<br />

Olympische schakel<br />

Aan de zuidwestkant van Amsterdam,<br />

langs de Schinkel en<br />

het Amsterdamse Bos, ligt een hele<br />

reeks belangrijke sportaccommodaties.<br />

Het Wagener-stadion, de Bosbaan,<br />

tenniscentrum Amstelpark, het Frans<br />

Ottenstadion, Sporthallen Zuid en<br />

het Olympisch Stadion liggen keurig<br />

op een rijtje van zuid naar noord, met<br />

elkaar verbonden door de Amstelveense<br />

weg. Iemand die de geschiedenis van<br />

de stad niet kent zal op grond van de<br />

plattegrond vermoeden dat hier een<br />

planologische meesterhand aan het<br />

werk is geweest. Niets is minder waar.<br />

Deze concentratie van sport is vooral<br />

tot stand gekomen omdat het makkelijker<br />

is om nieuwe, grote voorzieningen<br />

in de stadsrand of in een groengebied<br />

te plaatsen dan in de stad zelf.<br />

Het begon met het Olympisch Stadion,<br />

gebouwd voor de spelen van 1928. Dat<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 57


Hevige discussies in de gemeenteraad, hevige protesten daarbuiten,<br />

actievoerders die de bomenzagers voor de voeten liepen, maar het<br />

lag destijds helemaal aan de rand van<br />

de stad. Na het Olympisch Stadion<br />

had je alleen nog maar weilanden en de<br />

boerderijen aan de Amstelveenseweg;<br />

een gebied waar niemand iets te<br />

zoeken had. Die situatie veranderde<br />

met de ambitieuze aanleg van het<br />

Amsterdamse Bos in de jaren dertig,<br />

met de nieuwe nationale roeibaan – de<br />

Bosbaan werd in 1937 offi cieel geopend<br />

– en het hockeystadion. Toen had heel<br />

Amsterdam hier ineens iets te zoeken.<br />

Meteen al bij het gereedkomen van<br />

de eerste speelweiden werd het bos<br />

overstroomd door Amsterdammers op<br />

zoek naar ruimte en groen, en dat is<br />

altijd zo gebleven.<br />

Het rommelige gebied tussen het<br />

Olympisch Stadion en het bos is een<br />

tijdlang dumpplek geweest voor alles<br />

wat elders lastig onder te brengen<br />

was. Een openlucht schaatsbaan. Een<br />

camping. Opslagplek van overbodige<br />

openluchtkunst. Gemeentewerf.<br />

Woonboten. Dat ‘stadsrandverleden’ is<br />

nog steeds af te lezen uit de chaotische<br />

inrichting van het gebied, waar je snel<br />

de weg kwijtraakt en de openbare<br />

ruimte niet echt uitnodigt tot wandelen.<br />

En dat terwijl er nu met Sporthallen<br />

Zuid en het Frans Ottenstadion<br />

keurige accommodaties liggen om te<br />

basketballen, handballen of tennissen.<br />

Het Amsterdamse Bos zelf bleef ook<br />

58 | Nieuwe Openingen 7<br />

tennispark kwam er toch.<br />

niet verschoond van dumppraktijken.<br />

Het tennispark Amstelpark werd<br />

begin jaren negentig verplaatst van<br />

wat de Zuidas moest worden naar<br />

de Vietnamweide in het bos. Hevige<br />

discussies in de gemeenteraad, hevige<br />

protesten daarbuiten, actievoerders die<br />

de bomenzagers voor de voeten liepen,<br />

maar het tennispark kwam er toch. Vijf<br />

miljoen bosbezoekers per jaar bleken<br />

geen garantie te zijn voor de vrijwaring<br />

van ingrepen.<br />

Het uiteindelijke resultaat van deze<br />

min of meer toevallige ontwikkelingen<br />

is dat Amsterdam een aantal topsportlocaties<br />

vlakbij elkaar heeft liggen. Ze<br />

liggen zo mooi van noord naar zuid<br />

geschakeld dat je van een ‘sportas’ zou<br />

kunnen spreken. Kijkend op de kaart<br />

kan je dromen van een nieuwe olympische<br />

toekomst voor dit gebied. Voor<br />

olympische wedstrijden zijn de meeste<br />

accommodaties ongeschikt, maar<br />

trainen en warmlopen gaat er prima.<br />

Maar, ga je buiten kijken dan zie je dat<br />

er nog heel wat moet gebeuren om het<br />

zo ver te krijgen.<br />

Luguber bedrijventerreintje<br />

De gemiddelde bezoeker die op zoek is<br />

naar Sporthallen Zuid of het Wagenerstadion<br />

zal niet het idee hebben dat<br />

hij zich in een sportas bevindt. Rond<br />

Sporthallen Zuid is het gebied uiterst


onoverzichtelijk. De openbare ruimte<br />

heeft nog steeds de uitstraling van een<br />

stadsrand. Rommelig, goedkoop, een<br />

warboel. Die uitstraling treff en we in<br />

nog heviger mate aan in het gebied<br />

rond de jachthaven. Dat is een eldorado<br />

voor kleine zeilverenigingen en scouts,<br />

maar een normaal mens voelt zich<br />

er niet thuis. Bij evenementen in het<br />

Wagener-stadion of op de Bosbaan is er<br />

verkeerschaos op de Amstelveenseweg<br />

en bij de ingangen van het Amsterdamse<br />

Bos, en levert het parkeren steeds<br />

meer problemen op. Zijn er gelijktijdig<br />

evenementen dan is het helemaal raak.<br />

Fietsers en wandelaars die van het<br />

Olympisch Stadion naar het Amsterdamse<br />

Bos willen, moeten goed de weg<br />

weten. In de langzaamverkeerroute van<br />

het Vondelpark naar het Amsterdamse<br />

Bos zitten een paar gevaarlijke knelpunten.<br />

Dat begint al bij het prachtige<br />

fi etspad over de nieuwe Schinkeleilanden.<br />

Probeer het begin van dit fi etspad<br />

maar eens te vinden. Het ligt voorlopig<br />

nog verborgen op een luguber bedrijventerreintje<br />

bij de tramremises op het<br />

Havenstraatterrein. Een ander knelpunt,<br />

het viaduct onder de a10, wordt<br />

waarschijnlijk nog in 2009 aangepakt<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 59


60 | Nieuwe Openingen 7<br />

Sportas Amsterdam (zie inzet)


Kostverlorenvaart<br />

Waterverbinding met de binnenstad<br />

Olympisch Stadion<br />

Frans Ottenstadion/Sporthallen Zuid<br />

Sportboulevard voor<br />

fietsers en wandelaars<br />

Centrum voor Topsport en Onderwijs<br />

Amstelpark tennis<br />

Openbaar Vervoer van binnenstad<br />

naar Amsterdamse Bos<br />

Bosbaan Internationale roeibaan<br />

Wagener Stadion Internationaal hockeycentrum<br />

Amstelveenseweg verbindt<br />

accomodaties en is daarmee de<br />

ruggengraat van de Sportas<br />

Amsterdamse Bos Recreatiegebied bij uitstek<br />

Sportas Amsterdam<br />

P<br />

Focus op sport<br />

Topsportaccommodaties<br />

Olympisch Stadion / Atletiekbaan Ookmeer<br />

Amsterdam ArenA / Sportpark Ookmeer<br />

Bosbaan<br />

Sloterparkbad<br />

Hockey: Wagener-stadion<br />

Frans Otten Stadion / Amstelpark / Tennispark<br />

Gold Star<br />

Sporthallen Zuid<br />

Sporthallen Zuid<br />

‘Kraamkamers’ van de topsport<br />

P<br />

Kraaijennest<br />

Johan Cruyffvelden / Vondelpark /<br />

Amsterdamse Bos / Sportpark De Toekomst<br />

Amstel / Roeivereniging De Drietand<br />

(Noorderamstelkanaal)<br />

Sportplaza Mercator / Marnixbad /<br />

Bijlmer Sportcentrum<br />

Sportpark Nieuwe Kalfjeslaan /<br />

Sportpark Voorland<br />

Westerpark / Zuideramstel<br />

Museumplein / Apollohal<br />

Academie voor Lichamelijke Opvoeding<br />

M<br />

P<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 61<br />

P


door stadsdeel Oud-Zuid. Het fi etspad<br />

gaat hier het traject van de Museumtramlijn<br />

volgen. Even verderop verliest<br />

dit fi etspad alle allure als het langs de<br />

achterkanten van het Jachthavengebied<br />

en tenniscentrum Amstelpark loopt.<br />

Daarna worden de fi etsers losgelaten in<br />

het Amsterdamse Bos.<br />

62 | Nieuwe Openingen 7<br />

Ideeënstorm<br />

Er worden veel plannen gemaakt voor<br />

onderdelen van dit gebied. Stadsdeel<br />

Oud-Zuid kijkt naar de mogelijkheden<br />

voor het gebied direct ten zuiden van<br />

het Olympisch Stadion. Basketbalclub<br />

EclipseJet MyGuide wil een eigen<br />

hal bouwen. De hockeybond wil het<br />

Wagener-stadion verbouwen. De


particuliere eigenaar van tenniscentrum<br />

Amstelpark is bezig om op eigen terrein<br />

een groot welnesscentrum neer te<br />

zetten. Onder meer Stichting Topsport<br />

Amsterdam (sta) wil in dit gebied een<br />

cto vestigen: een centrum voor topport<br />

en onderwijs, waar topsporters kunnen<br />

wonen en trainen en tegelijk een<br />

opleiding volgen. Eén van de beoogde<br />

samenwerkingspartners van sta is de<br />

Vrije Universiteit, waar men nu bezig<br />

is het aantal studenten te verdubbelen<br />

door de opname van Hogeschool Inholland.<br />

Al die plannen kunnen makkelijk<br />

leiden tot verdergaande versnippering,<br />

maar daar is niemand bij gebaat. Je<br />

kunt de ideeënstorm en daadkracht ook<br />

aangrijpen om de zwakke punten van<br />

het gebied aan te pakken. Te beginnen<br />

met de infrastructuur. Het fi etspad dat<br />

Vondelpark en Amsterdamse Bos met<br />

elkaar moet gaan verbinden, de Amstelveenseweg<br />

die voor de verkeersafwikkeling<br />

moet gaan zorgen, het openbaar<br />

vervoer dat nu krakkemikkig is. En dan<br />

de openbare ruimte: geef dit gebied een<br />

allure die bezoekers trekt, ook bezoekers<br />

die helemaal niet willen sporten. Maak<br />

er een stuk stad van! Daar hoort een<br />

programma bij. Aansprekende sporten<br />

op aansprekende locaties, maar ook<br />

horeca en winkels die best ook sport als<br />

thema kunnen hebben. En let er vooral<br />

goed op dat het Amsterdamse Bos blijft<br />

wat het nu is. Een toevluchtsoord voor<br />

de mensen die ruimte en groen zoeken,<br />

die willen wandelen, fi etsen, zonnen, of<br />

een balletje trappen op de speelweiden.<br />

Maak van de Sportas een echt stuk<br />

stad en hou het Amsterdamse Bos echt<br />

groen. Geen dumppraktijken meer. We<br />

weten nu beter.�<br />

Remco Daalder is stadsecoloog. Hij leidt<br />

diverse projecten over de inrichting van<br />

groengebieden, waaronder de ontwikkeling<br />

van de Sportas. Naast zijn werk voor<br />

Dienst Ruimtelijke Ordening is Daalder<br />

publicist. Laatste boek: Grafherrie (2008),<br />

over de underground-muziekwereld van<br />

Amsterdam.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 63


64 | Nieuwe Openingen 7


Amsterdam heeft de ambitie een topsportstad te zijn. Voor polderen is dan geen<br />

ruimte. En dát doet de stad nu nog te veel.<br />

Een tandje erbij<br />

Plannen als een topsporter<br />

Een topsporter kent geen compromissen.<br />

Hij of zij kent maar<br />

één doel en daar moet alles voor<br />

wijken. Sociaal leven, werk en studie<br />

zijn belangrijk, maar worden terzijde<br />

geschoven als het nodig is voor de sport<br />

en de prestatie.<br />

Een topsporter plant alles tot in de<br />

puntjes, elk detail is in beeld. Winst of<br />

verlies liggen soms maar één honderdste<br />

van een seconde of een centimeter<br />

van elkaar. Alles moet kloppen op dat<br />

ene moment.<br />

Onze huidige planningspraktijk leeft<br />

bij de gratie van compromissen. Al<br />

polderend plannen we onze stad.<br />

Draagvlak is het devies en dat betekent<br />

dat iedereen een beetje water bij de<br />

wijn moet doen. Een topsporter drinkt<br />

zijn water puur, zonder wijn. Polderen<br />

komt niet in zijn vocabulaire voor.<br />

Amsterdam heeft hoge ambities als<br />

topsportstad. Maar is het mogelijk<br />

om in een stad, waar zoveel mensen<br />

leven en met zoveel belangen rekening<br />

moet worden gehouden, te kiezen voor<br />

topsport en te plannen als een topsporter<br />

of in ieder geval, voor de topsporter?<br />

� Olympisch kampioene puntenkoers Marianne Vos<br />

tijdens de 16de Zesdaagse van Amsterdam in oktober<br />

2008 in het Velodrome Amsterdam op Sportpark<br />

Sloten.<br />

Kampioenen<br />

Amsterdam heeft een rijk topsportverleden.<br />

Hier werden in 1928 de eerste en<br />

enige Olympische Spelen van Nederland<br />

georganiseerd. Bijna drie duizend<br />

topatleten bevolkten toen twee weken<br />

lang de stad. Het olympisch vuur werd<br />

voor het eerst ontstoken in onze stad.<br />

In het Olympisch Stadion vonden<br />

daarna legendarische wedstrijden plaats,<br />

zoals in 1966 de beroemde wedstrijd<br />

in de mist. Ajax versloeg Liverpool<br />

met 5-1. Aansprekende topsporters als<br />

Fanny Blankers-Koen, Johan Cruyff en<br />

Ellen van Langen woonden en trainden<br />

in Amsterdam.<br />

Tegenwoordig trainen in het Olympisch<br />

Stadion wereldkampioenen op de<br />

sprint. Op de Bosbaan roeien meervoudig<br />

olympisch kampioenen. In de rij bij<br />

de bakker in Slotervaart staat de zwem-,<br />

zeil- en volleybalelite van Nederland.<br />

De gouden hockeysters van Beijing<br />

rijden iedere dag naar het Wagenerstadion<br />

in het Amsterdamse Bos.<br />

In het dagelijkse leven van de stad<br />

vallen deze sporters nauwelijks op.<br />

Herkend worden ze hooguit door hun<br />

sportieve kleding, fi tte uitstraling of de<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 65


olympische auto waar ze uitstappen. Ze<br />

leven hun topsportleven in de relatieve<br />

anonimiteit van de grote stad.<br />

Toch wonen, werken, studeren en<br />

trainen in Amsterdam ongeveer<br />

120 topsporters en 150 talenten, de<br />

topsporters van de toekomst. Daarnaast<br />

zijn er in de stad ongeveer 35 sportverenigingen<br />

actief op het hoogste niveau.<br />

Binnen die verenigingen zijn dat zo’n<br />

350 sporters. Vergeleken met andere<br />

steden en de rest van Nederland wonen<br />

er relatief veel topsporters in Amsterdam.<br />

Van de Nederlandse olympische<br />

66 | Nieuwe Openingen 7<br />

deelnemers in Beijing komt bijna een<br />

kwart uit de stad.<br />

Toch is slechts een klein deel van de<br />

Amsterdamse bevolking actief topsporter:<br />

slechts één op de 1300 Amsterdammers<br />

is actief op het hoogste<br />

sportniveau, nog geen promille van de<br />

Amsterdamse bevolking. Legitimeert<br />

zo’n kleine groep Amsterdamse topsporters<br />

de keuze om vol in te zetten op<br />

en te investeren in topsport? Wat levert<br />

topsport de stad op?<br />

Topsport heeft betekenis voor een<br />

stad, het hoort bij een metropool.


� Eredivisie basketbal<br />

in actie in Sporthallen<br />

Zuid<br />

Topsportevenementen en topsporters<br />

blijken uitstekende reclame te zijn<br />

voor wat een stad te bieden heeft.<br />

Topsport draagt bij aan de nationale<br />

en internationale uitstraling van de<br />

stad. Ook voor het bedrijfsleven en het<br />

vestigingsklimaat voor bedrijven is het<br />

interessant. Topsport inspireert en geeft<br />

mensen een ambitie.<br />

Th uis<br />

Op hun beurt hebben topsporters<br />

ook de stad nodig. Veel atleten zijn<br />

speciaal voor het uitoefenen van hun<br />

sport naar Amsterdam verhuisd. Er<br />

zijn hoogwaardige trainings- en<br />

wedstrijdaccommodaties, de sportmedische<br />

voorzieningen zijn op hoog<br />

niveau en er zijn onderwijsinstituten<br />

die een combinatie van sport en studie<br />

mogelijk maken. Bovendien trainen<br />

veel bondsselecties in Amsterdam en<br />

voor sporters die veel in het buitenland<br />

moeten zijn ligt Schiphol om de hoek.<br />

Amsterdam heeft zich ontwikkeld tot<br />

een ware topsporthub van Nederland<br />

en Europa.<br />

Maar niet alleen praktische overwegingen<br />

spelen mee. Topsporters voelen<br />

zich thuis in Amsterdam. De dynamiek<br />

van de stad geeft de sporters het gevoel<br />

onderdeel uit te maken van het ‘echte’<br />

leven en doorbreekt de eentonigheid<br />

van hun strak geplande dagelijks<br />

leven enigszins. Bovendien draagt de<br />

anonimiteit van de stad eraan bij dat ze<br />

zich ongestoord kunnen voorbereiden<br />

op de grote wedstrijden.<br />

Amsterdam wil de topsporter blijven<br />

omarmen. In het Sportplan 2009-2012<br />

profi leert Amsterdam zich nadrukkelijk<br />

als olympische stad met olympische<br />

ambities. De stad heeft zich uitgesproken<br />

voor het Olympisch Plan 2028,<br />

een plan dat in 2016 kan resulteren<br />

in een olympische kandidatuur van<br />

een Nederlandse stad. Amsterdam in<br />

2016 op olympisch niveau: dat is de<br />

missie. Om dit te kunnen bereiken<br />

wordt fors ingezet op topsport. “Willen<br />

we topsport in Amsterdam, dan<br />

hebben we ze alle drie nodig: talenten<br />

en topsporters, topsportevenementen<br />

en topsportaccommodaties”, aldus de<br />

auteurs van het plan.<br />

Felle strijd<br />

Amsterdam is overigens niet uniek<br />

in deze ambities. Tegenwoordig zien<br />

veel steden topsport als een middel<br />

om zichzelf te profi leren. Overal zijn<br />

plannen voor topsporthallen en zetten<br />

steden in op het binnenhalen van<br />

aansprekende sportevenementen. Zo<br />

kaapte Rotterdam onlangs na een felle<br />

strijd de start van de Tour de France<br />

voor de neus van Utrecht weg. In de<br />

ogen van veel gemeentebestuurders<br />

glimmen de olympische ringen. Ze<br />

vissen daarbij uit dezelfde, kleine vijver.<br />

De concurrentie neemt dus toe, maar<br />

de vraag is of Amsterdam zich hier<br />

zorgen over moet maken. De stad heeft<br />

een topsportverleden. Topsporters en<br />

talenten wonen van oudsher in de stad<br />

en zullen hier wel blijven komen. En<br />

de stad heeft een stevige topsportinfrastructuur.<br />

Maar, iedere topsporter weet<br />

dat hij nooit achterover kan leunen.<br />

Niet veranderen is stilstaan. Een<br />

topsporter probeert zijn concurrentie<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 67


telkens weer een stap voor zijn, door<br />

zich te blijven ontwikkelen en op zoek<br />

te gaan naar innovatie. Bovendien zijn<br />

topsporters aan niemand anders loyaal<br />

dan aan zichzelf. Dus ook niet aan een<br />

stad. Als een andere stad betere faciliteiten<br />

biedt dan Amsterdam, dan is de<br />

stap snel gemaakt. Blijven investeren is<br />

voor Amsterdam dus nodig.<br />

De vraag is of de stad zich daarbij op<br />

alles moet richten. Topsporters zijn<br />

specialisten bij uitstek, ze excelleren<br />

vaak op één onderdeel. Ook omdat<br />

ze goed weten waar hun beperkingen<br />

liggen. De sport kent natuurlijk<br />

allrounders en meerkampers. Zij<br />

richten zich op meerdere onderdelen,<br />

maar ook zij weten waar ze goed in<br />

zijn. En daar zetten ze alles op in.<br />

Voor sporten die veel ruimte of ruige<br />

terreinen vragen, zal ook niet zo snel<br />

naar Amsterdam worden gekeken.<br />

Hoe leuk we het ook zouden vinden,<br />

schansspringen bijvoorbeeld hoort niet<br />

thuis in Amsterdam. De sneeuw en de<br />

traditie ontbreekt. Goed weten waar je<br />

kracht ligt, daar gaat het om.<br />

‘Net niet’<br />

Topsporters eisen alles van zichzelf en<br />

van hun omgeving. Ze doen het voor<br />

niet minder dan het beste. Grijstinten<br />

kennen ze niet, het is zwart of wit, tot<br />

in de kleinste details. Er is de laatste<br />

jaren veel geïnvesteerd in Amsterdamse<br />

topsportaccommodaties: het<br />

Olympisch Stadion is gerenoveerd, het<br />

Sloterparkbad en het Velodrome zijn<br />

gebouwd en de Bosbaan is verbreed.<br />

Het niveau is alleen maar gestegen, zou<br />

68 | Nieuwe Openingen 7<br />

je zeggen. Maar is het ook voldoende<br />

voor de topsporter?<br />

Het Sloterparkbad was oorspronkelijk<br />

gepland als zwembad met olympische<br />

afmetingen. Door bezuinigingen moest<br />

deze ambitie worden losgelaten. Het<br />

is nog steeds een topbad, maar het<br />

predikaat olympisch heeft het niet.<br />

Sinds de verbreding van de Bosbaan<br />

heeft Amsterdam een aantal internationale<br />

topwedstrijden toegewezen<br />

gekregen. Of dit aan de Bosbaan zelf<br />

te danken is, is maar zeer de vraag. De<br />

organisatiekracht van de Nederlanders<br />

en de kracht van een stad als Amsterdam<br />

hebben een aardig, en misschien<br />

wel het beslissende, steentje bijgedragen.<br />

De baan voldoet, maar nieuwe investeringen<br />

zijn nodig om mee te gaan in de<br />

internationale en vooral ook nationale<br />

concurrentiestrijd nu Rotterdam bouwt<br />

aan een internationale toproeibaan.<br />

Het Olympisch Stadion moest 12 jaar<br />

wachten op een inloopbaan. Realisatie<br />

van deze baan was bovendien lange tijd<br />

onzeker. Er was een interventie nodig<br />

in de plannen voor het nieuwe Park<br />

Schinkeleilanden achter het stadion,<br />

om dit alsnog voor elkaar te krijgen.<br />

Het Velodrome in Sloten is 200 meter<br />

lang en geschikt voor een wielerzesdaagse.<br />

Maar, om als olympische baan<br />

gekwalifi ceerd te worden, is minimaal<br />

250 meter nodig.<br />

Ook in gebruik van de accommodaties<br />

moet vaak worden onderhandeld. Topsportaccommodaties<br />

zijn meestal niet<br />

rendabel en worden ook gebruikt voor<br />

breedtesport om de exploitatie minder<br />

verliesgevend te maken. Topsporters<br />

hebben dus niet het alleenrecht, maar<br />

� Ontvangst olympische<br />

sporters tijdens het<br />

Welkom thuis-event<br />

op 25 augustus 2008<br />

in het Olympisch<br />

Stadion


moeten het water, de hal of de atletiekbaan<br />

delen met anderen. Sterker nog:<br />

de topzwemmers in het Sloterparkbad<br />

werden tot voor kort verwezen naar<br />

incourante uren vroeg in de ochtend.<br />

Daar zijn nu goede afspraken over<br />

gemaakt, maar nog geen jaar geleden<br />

verloren de olympisch kampioenen in<br />

de verdeling van het badwater de strijd<br />

van de recreatieve zestigers.<br />

Ondanks de goede bedoelingen en<br />

investeringen blijft er een gevoel van<br />

‘net niet’ over. Net niet is dodelijk voor<br />

een topsporter. Dat kleine beetje extra<br />

maakt juist het verschil tussen winst en<br />

verlies.<br />

De redenen: een veelheid aan gebruikers,<br />

hoge kosten, onvindbare investeer-<br />

ders, ruimtegebrek, gebrek aan regie en<br />

in een aantal gevallen onwetendheid.<br />

Het zijn begrijpelijke verklaringen voor<br />

de gemaakte beslissingen, maar maken<br />

het topsport tegelijkertijd moeilijk of<br />

staan het zelfs in de weg. Het toont<br />

ook aan dat bij de planning van nieuwe<br />

sportaccommodaties in de stad de<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 69


prioriteit niet bij topsport ligt. De<br />

scholen moeten er kunnen sporten, met<br />

een beetje geluk kunnen de verenigingen<br />

er hun wedstrijden spelen, maar<br />

dan houdt het op. Terwijl met een klein<br />

beetje extra inzet, hoe moeilijk dat<br />

soms ook kan zijn, er zoveel meer van<br />

te maken is: sportaccommodaties die<br />

topsportwaardig zijn. Accommodaties<br />

– om het Sportplan nog eens te citeren –<br />

‘waarin breedte- en topsport verbonden<br />

zijn omdat de top de basis inspireert en<br />

de basis de top voedt. Waarin ieder zijn<br />

70 | Nieuwe Openingen 7<br />

eigen plek kan vinden met de stimulans<br />

om er nog een tandje bij te doen.’<br />

Zonder compromissen<br />

Op dit moment staat er in Amsterdam<br />

een aantal projecten voor nieuwe<br />

sportaccommodaties op stapel, zoals<br />

het multifunctionele sportcentrum<br />

Ookmeer, de Jan van Galenhal, maar<br />

ook op IJburg en Zeeburgereiland.<br />

Ook zijn er plannen voor een nieuw<br />

Wagener-stadion. Durft de stad bij de<br />

planning hiervan in te zetten op dat<br />

tandje meer?


� Nederlands<br />

Kampioenschap<br />

atletiek 2007 in het<br />

Olympisch Stadion<br />

Dan moet een stad ook als een topsporter<br />

gaan plannen voor een topsporter:<br />

zonder compromissen, geen genoegen<br />

nemend met minder dan het maximale.<br />

Dat zal nooit helemaal lukken. De stad<br />

is geen laboratorium, waarin de sporter<br />

de omstandigheden geheel naar zijn<br />

hand kan zetten. Dat zal hij of zij trouwens<br />

ook nooit willen. Een topsporter<br />

is ook getraind in het zich aanpassen<br />

aan de gegeven omstandigheden.<br />

Wel zou het goed zijn om in de planning<br />

de lef, de zelfkennis en de drang<br />

om te blijven innoveren en investeren<br />

te introduceren. En soms net een stapje<br />

extra te doen, een tandje erbij. Zonder<br />

dat geen topsport. �<br />

Nelleke Penninx is planoloog en voormalig<br />

toproeister. Ze haalde onder meer in<br />

2000 zilver op de Olympische Spelen in<br />

Sydney met de dames acht.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 71


72 | Nieuwe Openingen 7


De Nederlandse sporthal is lelijk, bedompt en zweterig en zelden een visitekaartje<br />

voor de sport. En dat is helemaal niet nodig, betoogt Kitty van der Linden.<br />

Sport is lelijk<br />

We hebben er afgelopen zomer<br />

weer allemaal van kunnen<br />

genieten. Spannende wedstrijden,<br />

mooie overwinningen, gouden medailles,<br />

prachtige openingsceremonie en<br />

fantastische gebouwen met het Nationaal<br />

Stadion van Peking, ofwel het<br />

Vogelnest, als boegbeeld van architectuur<br />

in de topsport en de Olympische<br />

Spelen.<br />

Ongetwijfeld zijn er weer veel mensen<br />

geïnspireerd geraakt om te gaan sporten,<br />

bijvoorbeeld hockey na de gouden<br />

plak van de dames, of waterpolo, judo,<br />

volleybal of basketbal.<br />

De sportinspanningen die dan volgen<br />

zijn niet te vergelijken met topsport en<br />

behoren dan ook tot wat we de Nederlandse<br />

breedtesport noemen. En breedtesport<br />

is heel wat anders dan topsport.<br />

Geen mooie stadions of sportarena’s,<br />

lang niet altijd goede sportfaciliteiten,<br />

alles loopt uitsluitend dankzij de vele<br />

vrijwilligers en speelt zich af in de<br />

vreemdste en verste uithoeken van<br />

het land. Ik heb me destijds niet laten<br />

inspireren door de Olympische Spelen,<br />

maar heb wel jarenlang intensief<br />

gesport. Geen topsport, gewoon een<br />

regionale zaterdagcompetitie volleybal.<br />

Twee keer in de week twee uur trainen<br />

en zaterdag competitie. Helaas kan ik<br />

niet putten uit ervaringen in de regio<br />

Amsterdam, maar de situatie hier wijkt<br />

ongetwijfeld nauwelijks af van die in<br />

Zuidwest Nederland.<br />

Wie in de regionale competitie speelt,<br />

doet de meest uiteenlopende gemeenten<br />

aan. Ik reisde weekend aan weekend<br />

van Rotterdam naar Goes en van Groot<br />

Ammers tot Zundert. Elke keer is het<br />

weer zoeken naar de sporthal van de<br />

desbetreff ende vereniging. Sporthallen<br />

zijn te vinden op oude industrieterreinen,<br />

in oude veilinghallen, aan de rand<br />

van een jaren zestig-wijk of juist in het<br />

midden van een jaren zeventig-bloemkoolwijk,<br />

naast scholen of universiteiten<br />

en af en toe bij het sportpark tussen de<br />

voetbalverenigingen.<br />

Dichte doos<br />

Een sporthal is te herkennen aan de<br />

dichte gevels bekleed met golfplaat en<br />

een hoogte variërend van 9 tot 12 meter.<br />

Een sporthal wil zich nog wel eens<br />

verschuilen tussen aangeplant struweel,<br />

of andere moeilijk te defi niëren<br />

bosschages. In beide gevallen draagt de<br />

aanblik van het gebouw niet bij aan een<br />

prettige uitstraling in de buurt of dan<br />

toch op z’n minst een algemeen gevoel<br />

van veiligheid. Het parkeren bij een hal<br />

geschiedt op een lukraak, aangelegd<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 73


parkeerterreintje. Meestal pal voor de<br />

deur, soms ook achterom en een enkele<br />

keer wordt in de wijk zelf geparkeerd.<br />

Als de auto staat, is het zoeken naar de<br />

ingang. Dat is vaker dan je zou verwachten<br />

nog een hele toer. De ingang<br />

zit niet altijd op de meest logische plek<br />

en als de sporthal onderdeel is van een<br />

groter complex dan is de hal te bereiken<br />

via een – soms nogal onopvallende –<br />

achterdeur. Binnenin de sporthal kan<br />

het voorkomen dat er geen kantine is of<br />

dat deze – nog – gesloten is. De kleedkamers<br />

zijn soms alleen buitenom te<br />

bereiken en soms alleen via de sportzaal,<br />

waar op dat moment ook wedstrijden<br />

worden gespeeld. De douches en de<br />

toiletten laten zich raden. De zaal zelf<br />

kan gaten in de vloer hebben of het dak<br />

kan lekken. De luchtafvoersystemen<br />

lijken per defi nitie in tanende staat<br />

te verkeren. De tribunes zijn soms<br />

provisorisch aangebracht of wat ook<br />

voor komt is dat het publiek in de zaal<br />

74 | Nieuwe Openingen 7<br />

zelf staat.<br />

De nieuwere hallen, te vinden op de<br />

sportparken aan de rand van het stedelijk<br />

gebied, hebben qua interieur wel<br />

vaak goede faciliteiten. Kantine, vloer<br />

en kleedkamers zijn schoon en netjes.<br />

Het uiterlijk blijft echter vergelijkbaar<br />

met een willekeurige bedrijfshal: een<br />

dichte doos bekleed met golfplaat en<br />

het parkeren gebeurt ernaast. Daar zijn<br />

de huidige budgetten op gebaseerd. Elk<br />

ander materiaal, elke andere oplossing<br />

die een betere inpassing van een hal in<br />

een stedelijk gebied toelaat moet uit<br />

een ander potje komen.<br />

Algemene conclusie: de Nederlandse<br />

sporthal is lelijk, bedompt en zweterig,<br />

het is zelden een visitekaartje voor de<br />

sport. Een sporthal heeft het uiterlijk<br />

van een bedrijfshal en zou daarom ook<br />

beter passen op een bedrijventerrein.<br />

Toch wordt sport planologisch nog<br />

vaak in groengebieden geplaatst, of als


� Van links naar rechts:<br />

Sporthal Zeeburg,<br />

Sporthal Oostenburg,<br />

Sporthal Zeeburg,<br />

Sporthal De Pijp<br />

programmatische invulling van een<br />

groengebied gezien. Als het echter<br />

gaat om het plaatsen van een sporthal<br />

is deze invulling vanuit ruimtelijk<br />

oogpunt onterecht.<br />

Ondergronds<br />

De laatste jaren zijn er in Amsterdam<br />

plannen gemaakt om het sporten centraal<br />

in de buurten te laten plaatsvinden.<br />

Middenin woonwijken is ruimte<br />

gemaakt voor sportvelden en sporthal.<br />

Laan van Spartaan bijvoorbeeld, of de<br />

RI-Oostbuurt op het Zeeburgereiland.<br />

De sportplek is voor iedereen zichtbaar<br />

en met de fi ets bereikbaar. Sport krijgt<br />

zo weer een plek in de stad en niet aan<br />

de rand. Maar, een goede inpassing van<br />

Een sporthal wil zich nog wel eens verschuilen<br />

tussen aangeplant struweel, of andere moeilijk te<br />

defi niëren bosschages.<br />

een sporthal in een stedelijke situatie<br />

vraagt meer dan een dichte doos van<br />

golfplaat met parkeerruimte voor de<br />

deur. Inpandig of ondergronds parkeren<br />

is dan een vereiste. De onderste laag<br />

van de hal zal een vriendelijke en<br />

daarmee ook veilige uitstraling moeten<br />

krijgen; geen ogenschijnlijk dichte<br />

wanden.<br />

En dat kan best. Er zijn voorbeelden<br />

waarbij de hal zodanig met andere<br />

functies wordt ingepakt dat de lelijke<br />

kanten van een hal aan het zicht zijn<br />

onttrokken. In Ypenburg in Den Haagbijvoorbeeld,<br />

is de hal ingebouwd in<br />

een woonblok. Of er zijn voorbeelden<br />

waarbij de hal wordt gecombineerd met<br />

andere, meer commerciële functies als<br />

fi tness, een sportkledingzaak of grand<br />

café. De hal blijft feitelijk dan nog<br />

steeds een goedkope dichte doos, alleen<br />

is dat vanaf de buitenkant niet meer<br />

te zien. Maar, het kan natuurlijk veel<br />

beter. Bijvoorbeeld, de vooroorlogse<br />

zwembaden, zoals het Zuiderparkpad<br />

of Sportfondsenbad Oost, hebben<br />

prachtige bakstenen gevels. Ook de<br />

nieuwe zwembaden in de stad – het<br />

nieuwe Marnixbad of Sportplaza<br />

Mercator – zijn mooi. Is het mogelijk<br />

om sporthallen te bouwen met zo’n<br />

uitstraling dat iedereen zin krijgt om te<br />

gaan sporten én te winnen? Het hoeft<br />

echt geen Vogelnest te zijn, maar een<br />

iets hogere standaard voor de breedtesport<br />

moet toch kunnen.�<br />

Kitty van der Linden is ontwerper. Ze<br />

speelde volleybal van haar 13de tot haar<br />

35e, haar topniveau was de derde divisie.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 75


76 | Nieuwe Openingen 7


Amsterdam telt tien openbare zwembaden. Relatief veel en dat is logisch: in een<br />

waterstad is leren zwemmen van levensbelang. Bovendien is zwemmen voor<br />

stadsbewoners een ideale manier om overtollige energie kwijt te kunnen en in<br />

conditie te blijven. Halverwege de 19de eeuw verrijzen de eerste zwembaden<br />

in Amsterdam, de ene architectonisch nog mooier dan de andere. Een kleine<br />

geschiedenis van de Amsterdamse zwembaden.<br />

Zwemrecords<br />

en hygiëne<br />

Het openbare zwembad in<br />

Amsterdam<br />

Zwemmen doet men al sinds<br />

mensenheugenis. Daar waar<br />

mensen aan het water leven zoals in<br />

Amsterdam, is kunnen zwemmen van<br />

levensbelang. Maar zwemmen is ook<br />

vermaak. Zeker bij mooi weer zoeken<br />

mensen het water op.<br />

In Nederland duurt het tot in de 19de<br />

eeuw voordat de eerste zwembaden er<br />

komen. De allereerste voorzieningen<br />

bestaan uit afpalingen en steigers in<br />

het open water. Via houten schotten<br />

worden beschutte zwemplaatsen<br />

gecreëerd met badhokjes en soms<br />

ook een duiktoren. In deze tijd is het<br />

zwemmen alleen nog voorbehouden<br />

aan mannen. De eerste Amsterdamse<br />

zweminrichtingen – Land en Dijkzicht<br />

aan de Spaarndammerdijk en een bad<br />

in de Doelenstraat – verschijnen rond<br />

1820.<br />

In het midden van de 19de eeuw<br />

begint de overheid voor het eerst<br />

aandacht te besteden aan sport en<br />

recreatie. Sindsdien nemen steden dit<br />

impliciet op in hun zorg voor publieke<br />

werken en openbare gezondheid. In<br />

Amsterdam ontstaat hieraan al eerder<br />

behoefte. Als gevolg van de armoede<br />

vindt er een gedwongen uittocht plaats<br />

van het platteland naar de grote steden.<br />

Doordat steden als Amsterdam uit<br />

hun voegen barsten ontstaat er bij de<br />

bevolking belangstelling voor recreatie.<br />

In 1909 verschijnt er een rapport van<br />

de Amsterdamse Woningraad over<br />

Amsterdamse parken en plantsoenen.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 77


78 | Nieuwe Openingen 7


� Met de klok mee:<br />

Westerdoksdijk,<br />

Sloterparkbad,<br />

Flevoparkbad,<br />

Heiligeweg<br />

Hierin pleit men voor meer recreatieve<br />

ruimtes in de nabijheid van woongebieden<br />

ter bevordering van de algemene<br />

volksgezondheid.<br />

Aan de Westerdoksdijk in Amsterdam<br />

wordt in 1846 de eerste offi ciële zwemschool<br />

geopend: Zwemschool aan het<br />

IJ. Deze zweminrichting was met drie<br />

bassins ruim van opzet, de bodem<br />

was een dikke zandlaag. In het bassin<br />

voor de kinderen dreef een boot met<br />

enkele hengels buitenboord waaraan de<br />

kinderen hun zwemles kregen.<br />

‘Wat een werk hebben wij niet indertijd<br />

gehad om de menschen warm te maken<br />

voor die zweminrichting aan den<br />

Westerdokdijk - ‘t hoognoodige voor onze<br />

Amsterdamsche schoolkinderen. Weet je<br />

nog Sophie? In zes-en-veertig was dat.<br />

Suringar opende met een speech, stond<br />

op een vlot middenin het bassin en zijn<br />

jongen viel uit puur enthousiasme van de<br />

balustrade in ’t water. Weet je nog Sophie?<br />

Wat hebben we gelachen!’<br />

Uit: Klop op de deur, Ina Boudier Bakker, blz. 423.<br />

In het laatste kwart van de 19de eeuw<br />

wordt de aandacht voor de stedelijke<br />

recreatieruimten, naast gezondheidsmotieven,<br />

ook ingegeven door overwegingen<br />

van disciplinaire aard. De aanleg<br />

van parken, speeltuinen, volkstuinen en<br />

zwembaden is namelijk ook een poging<br />

om onzedelijk gedrag en politieke<br />

onrust in het publieke domein te voorkomen.<br />

Als de gemeente Amsterdam in<br />

1878 het eerste zwembad opent gebeurt<br />

dit mede om de aanstoot, die het baden<br />

in de buurt van de openbare weg geeft,<br />

weg te nemen.<br />

‘Volkswedstrijd’<br />

Zwemles is in deze tijd alleen betaalbaar<br />

voor de beter gesitueerden.<br />

Het zwemdiploma was een kostbaar<br />

bezit. De meeste mensen konden niet<br />

zwemmen en er vonden nodeloos<br />

veel verdrinkingen plaats. Een aantal<br />

enthousiaste gebruikers van Zwemschool<br />

aan het IJ richt in 1870 de eerste<br />

zwemvereniging op: de Amsterdamsche<br />

Zwemclub, thans az 1870. Op 6<br />

augustus van dat jaar wordt door az<br />

haar eerste zwemwedstrijd georganiseerd,<br />

een zo genoemde ‘Volkswedstrijd’.<br />

Aantal deelnemers: 18, afstand:<br />

114 meter, snelste tijd: 2 minuten en 55<br />

seconden.<br />

De basis voor het georganiseerd zwemmen<br />

in ons land ligt voor een belangrijk<br />

deel rond het IJ in Amsterdam. Op<br />

initiatief van az 1870, samen met<br />

andere zwemclubs in Nederland, wordt<br />

op 14 augustus 1888 de Nederlandse<br />

Zwembond (nzb) opgericht. Het<br />

doel van de bond is om de beoefening<br />

der zwemkunst in Nederland meer<br />

algemeen te maken. Het diploma<br />

‘Geoefend Zwemmer’ en ‘Zwemmeester’<br />

worden in 1890 ingevoerd. Bij de eerste<br />

moderne Olympische Spelen van<br />

1896 in Athene wordt zwemmen een<br />

olympische sport, voor mannen. Er zijn<br />

vier zwemnummers, waaronder de 100<br />

en 1.500 meter vrije slag in open water.<br />

In 1881 komt er een tweede openluchtzweminrichting<br />

in Amsterdam bij:<br />

badhuis Obelt, aan de Ruyterkade. Hier<br />

kunnen ook dames terecht: een mijlpaal<br />

in de emancipatie van het zwemmen.<br />

Op 11 juli 1886 zwemmen zij hun eerste<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 79


wedstrijd. Dit bad wordt in 1892 de basis<br />

van een nieuwe zwemvereniging DJK:<br />

De Jonge Kampioen.<br />

De eerste overdekte bassins in Nederland<br />

komen aan het einde van de<br />

19de eeuw dankzij particulier initiatief<br />

tot stand. De initiatiefnemers zijn<br />

vermogend en voelen zich verantwoordelijk<br />

voor de beroerde hygiënische<br />

omstandigheden waarin hun minder<br />

bedeelde buurt- en plaatsgenoten leven.<br />

Bij de bouw van de eerste overdekte<br />

zwembaden speelt de bevordering<br />

van de persoonlijke hygiëne een<br />

belangrijke rol, naast het belang van<br />

zwemmen. Veelvuldig wordt de functie<br />

van de zweminrichting met die van<br />

het badhuis gecombineerd. Ook in<br />

architectonische zin ziet men baden<br />

en zwemmen vaak in elkaars verlengde,<br />

vaak met de Romeinse thermen als<br />

richtsnoer.<br />

Zo heeft het Zuiderbad – voorheen<br />

een fi etsschool, maar in 1912 heropend<br />

als zwembad met ultramoderne snufj es<br />

als centrale verwarming en elektrisch<br />

licht – een klassieke oriëntatie, evenals<br />

het oorspronkelijke ontwerp van de<br />

architecten Karel Muller en Jonas Ingenohl<br />

voor de openbare zweminrichting<br />

aan de Heiligeweg uit 1896.<br />

Aanvankelijk vindt de gemeente de plannen<br />

van bankier A. C. Wertheim voor een<br />

overdekt zwembad aan de Heiligeweg<br />

overbodig. Er is voldoende openbaar<br />

zwemwater. Dat hier ook alle riolen op<br />

uitkomen is voor de gemeente geen groot<br />

bezwaar. Wertheim zet zijn plannen<br />

echter door. Zo ontstaat in 1896 niet alleen<br />

de oudste, overdekte zweminrichting in<br />

80 | Nieuwe Openingen 7<br />

ons land, maar ook het grootste overdekte<br />

bassin van Europa. Het gebouw bestaat<br />

uit een grote zaal met zwembassin. Aan<br />

één kant is een cascade met groene planten.<br />

Het souterrain bevat inrichtingen voor<br />

damp-, hete lucht- en douchebaden en een<br />

rustkamer. Aan de galerij liggen ruimten<br />

met badkuipen. In 1995 wordt het zwembad<br />

na jarenlange strijd gesloopt om plaats<br />

te maken voor winkelcentrum Kalvertoren.<br />

De aanleg van parken, speeltuinen, volkstuinen<br />

en zwembaden is namelijk ook een poging om<br />

onzedelijk gedrag en politieke onrust in het publieke<br />

domein te voorkomen.<br />

Omslag in denken<br />

Dankzij de invoering van de achturige<br />

werkdag wordt actief sporten ook voor<br />

arbeiders beter mogelijk. Sporten is een<br />

actieve vorm van vrijetijdsbesteding<br />

geworden en doordat steeds meer<br />

mensen die vrije tijd ook krijgen, groeit<br />

de behoefte aan sportaccommodaties.<br />

In de jaren twintig en dertig komt de<br />

realisering van grote sportcomplexen<br />

in ontwikkeling. De betrokkenheid<br />

van de overheid hierin neemt toe, al<br />

was de gemeente Amsterdam nog<br />

altijd terughoudend waar het gaat<br />

om de realisering van permanente<br />

sportaccommodaties, zo blijkt uit haar<br />

houding ten aanzien van het bad voor<br />

de Olympische Spelen.<br />

In 1928 wordt in Amsterdam de Olympische<br />

Spelen gehouden. In de Schinkel achter<br />

het Olympisch Stadion is een tijdelijk<br />

olympisch zwembad gebouwd.


De architect Jan Wils, ontwerper van het<br />

Olympisch Stadion, is groot voorstander<br />

van een brede sportaccommodatie waar<br />

plaats is voor top- naast breedtesport.<br />

Maar de gemeente Amsterdam wenst zich<br />

niet te binden aan deze accommodaties.<br />

En zo wordt het betonnen bassin, dat via<br />

een pontonbrug met het stadion is verbonden,<br />

direct na de spelen weer afgebroken.<br />

En dat terwijl Johnny ‘Tarzan’ Weismuller<br />

op deze locatie een nieuw olympisch<br />

record op de 100 meter zwom!<br />

Aan het einde van de jaren twintig<br />

van de vorige eeuw is er een omslag<br />

in het denken over architectuur. Met<br />

architectenvereniging ‘De 8’ in de<br />

voorhoede, ontstaat er een andere<br />

visie op architectonische vormgeving:<br />

het Nieuwe Bouwen. De architecten<br />

van het Nieuwe Bouwen voelen zich<br />

geroepen om aan de verlangens van<br />

de massa naar hygiëne en voldoende<br />

lichaamsbeweging tegemoet te komen.<br />

Sport, lichaamscultuur en hygiëne zijn<br />

in hun ogen een uiting van dezelfde<br />

‘bevrijde geest’ als waar ook de nieuwe<br />

architectuur een uiting van is. De<br />

architecten proberen aan te sluiten bij<br />

de technologische en geïndustrialiseerde<br />

maatschappij, het gebruik van<br />

het gebouw is steeds het uitgangspunt.<br />

De toepassing van rationele ontwerpprincipes<br />

en het gebruik van moderne<br />

materialen en technieken is hier een<br />

uiting van. Decoratie is in de beweging<br />

taboe. Hun reactie op de eerste<br />

overdekte zwembaden is dat een gebrek<br />

aan daglicht en lucht het interieur<br />

beheerst en dat weelderig aangebrachte<br />

ornamentiek vuilvorming in de hand<br />

werkt. Betontechniek en vormgeving<br />

gaan samen op. De technische kennis<br />

maakt een ijle, gewichtsloze architectuur<br />

mogelijk.<br />

Vrijwel gelijk met het ontstaan van<br />

het nieuwe denken wordt in 1933<br />

de nv Sportfondsen opgericht. De<br />

motivatie van de oprichters is de wens<br />

de moderne voorzieningen in dienst<br />

te stellen van de verhoging van de<br />

hygiëne- en de lichamelijke gezondheid<br />

van zoveel mogelijk mensen. Door<br />

spaarbrieven aan aandeelhouders uit te<br />

geven, komt het kapitaal op tafel dat<br />

nodig is om een zwembad te bouwen.<br />

Iedere belangstellende verplicht zich<br />

12 jaar lang elke maand twee gulden<br />

vijftig te storten op de rekening van nv<br />

Sportfondsen en is daarmee aandeelhouder<br />

van het te bouwen zwembad.<br />

Ondertussen wordt door de vennootschap<br />

een lening aangegaan bij de bank.<br />

In 1929 wordt in het gebouw van de Oostergasfabriek<br />

in Amsterdam-Oost het eerste<br />

Sportfondsenbad in Nederland geopend.<br />

Hier wordt nieuwe technologie in een oud<br />

gebouw gerealiseerd door een zwevende<br />

zwembak te plaatsen. Het bad bestaat nog<br />

steeds en wordt zeer goed gebruikt. Het<br />

wedstrijdbad staat op palen middenin het<br />

gebouw waar alles – tribune, kleedkamers –<br />

omheen is gebouwd. Het zwembad is exact<br />

25 meter lang en 15 meter breed en bestaat<br />

uit 6 banen van elk 2,5 meter breed. In dit<br />

bad gaat bijna een miljoen liter water wat<br />

elke dag intensief wordt gecontroleerd op<br />

helderheid, bacteriën, warmte en de verhouding<br />

van de chemicaliën. Een opklapbare<br />

duikplank, onderwaterverlichting en<br />

twee jetstreams maken van dit geheel een<br />

zeer professioneel zwembad.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 81


82 | Nieuwe Openingen 7<br />

Met de klok mee: Olympisch<br />

zwembad in de<br />

Schinkel, Amstelparkbad,<br />

Brediusbad, Floraparkbad,<br />

Badhuis Obelt


Nieuwe uitdaging<br />

De rol van de overheid wordt nadrukkelijker<br />

als recreatie voor het eerst in<br />

1935 in het Algemeen Uitbreidingsplan<br />

van Amsterdam tot één van de<br />

hoofdfuncties in de stedenbouw<br />

wordt benoemd. Sport is een nieuwe<br />

uitdaging geworden, niet alleen voor<br />

de beoefenaars, maar ook voor stedenbouwers<br />

en architecten. De vraag naar<br />

sportaccommodaties in woonwijken en<br />

in openbare parken betekent een volledig<br />

nieuwe ontwerpopgave die nieuwe<br />

gebouwen en nieuwe stijlen oplevert.<br />

In de naoorlogse periode verschijnen<br />

op meerdere plaatsen in parkranden<br />

openluchtzwembaden, zoals het<br />

Amstelparkbad, openluchtzwembad<br />

Flevopark, het Sloterparkbad aan de<br />

Sloterplas, Floraparkbad – met binnenbad<br />

– in Amsterdam-Noord en het<br />

Brediusbad in de Spaarndammerbuurt.<br />

Het denken over vrije tijd verandert in<br />

belangrijke mate tussen 1950 en 1970.<br />

Door het toenemen van de welvaart en<br />

de automatisering doet geleidelijk aan<br />

de individualisering zijn intrede. Steeds<br />

minder is de gemeenschap norm voor<br />

een zinvolle besteding van vrije tijd,<br />

steeds meer komt deze bij het individu<br />

te liggen en staan zijn behoefte en<br />

beleving centraal. In de jaren zestig<br />

is vrije tijd consumptietijd geworden.<br />

Op vakantie en via de televisie maakt<br />

men kennis met andere culturen en<br />

klimaten. Deze ontwikkeling heeft ook<br />

invloed op het functioneren van het<br />

openbare zwembad. Het golfslagbad is<br />

de eerste ontwikkeling die de bezoeker<br />

een zeesensatie moet geven. Later<br />

worden daar de tropische planten en de<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 83


hoogtezon aan toegevoegd. Het nieuwe<br />

zwemparadijs bevredigt de drang<br />

naar de moderne verleiding, waarbij<br />

fantastische technologie wordt ingezet<br />

om de wildste fantasieën werkelijkheid<br />

te maken. Het domein van het fysiek:<br />

hier kan het lichaam beschikken over<br />

bubbelbaden, zonnebanken, knuff elmuren.<br />

De subtropische zwemparadijzen<br />

zijn normaliter gebouwen waar alleen<br />

het interieur van belang is, het exterieur<br />

is ondergeschikt. Binnen gebeurt het.<br />

Begin jaren zeventig wordt het voormalige<br />

Amstelparkbad verbouwd tot een tropisch<br />

paradijs aan de Amstel, bestemd voor<br />

alle Amsterdammers, het De Mirandabad.<br />

De vernoeming is een eerbetoon aan wethouder<br />

De Miranda die in 1921 het initiatief<br />

tot het invoeren van schoolzwemmen<br />

nam. Het vernieuwde zwembad is<br />

het aanzien meer dan waard. De koepel<br />

alleen al is een sensatie. Deze heeft een<br />

middellijn van 45 meter en is opgebouwd<br />

uit aluminium spanten met daartussen<br />

dubbele beglazing van plexiglas. Met een<br />

golfslagbad met water van 27 graden en<br />

een boventemperatuur van 29 graden lijkt<br />

het De Mirandabad inderdaad op een<br />

plekje aan de Middellandse zee.<br />

Na de realisatie van het De Mirandabad<br />

heeft de ontwikkeling van het<br />

Amsterdamse openbare zwembad bijna<br />

30 jaar stil gelegen. Pas aan het einde<br />

van de twintigste eeuw maakt Amsterdam<br />

weer plannen voor de openbare<br />

zwembaden in de stad. In de periode<br />

tussen 2001 en 2006 opent Amsterdam<br />

maar liefst drie nieuwe zwembaden.<br />

In 2001 het Sloterparkbad en in 2006<br />

het Marnixbad en Sportplaza Mercator.<br />

84 | Nieuwe Openingen 7


Sportplaza Mercator, ontworpen door<br />

Venhoeven CS, is een gebouw waarvan de<br />

gevels en het dak met beplanting is bekleed.<br />

Het groene complex vormt het begin en<br />

eindpunt van het Rembrandtpark. Van<br />

een afstand ziet het eruit als een overwoekerd<br />

vestingwerk. Door de glazen gevel<br />

glinstert een eigentijds thermencomplex<br />

� Het Zuiderbad<br />

�<br />

Het De Mirandabad met haar karakteristieke koepel<br />

met zwembaden, fi tness, feest- en horecagelegenheden.<br />

Het gebouw is ontworpen<br />

als een samenleving in miniatuur en<br />

benadrukt dat veel verschillende groepen<br />

om verschillende redenen van hetzelfde<br />

complex gebruik maken. Er zijn wedstrijdzwemmers<br />

die hun baantjes trekken,<br />

feestgangers, fi tnessbeoefenaars, ouders die<br />

hun kinderen laten spelen, reumapatiën-<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 85


ten en mensen die vanuit het café liever<br />

alleen kijken naar al deze activiteiten. Het<br />

gebouw zit vol met zichtlijnen en doorkijkjes,<br />

die uitzicht bieden op de verschillen<br />

activiteiten en culturen in het gebouw.<br />

Zwempaleizen<br />

In 2008 telt Amsterdam 10 openbare<br />

zweminrichtingen, 16 zwemverenigingen,<br />

circa 7.000 schoolzwemmers.<br />

Zwemmen is nog steeds heel populair,<br />

niet alleen om te doen, maar ook zeker<br />

om naar te kijken. Dat bleek ook weer<br />

tijdens de Olympische Spelen in Beijing:<br />

de kaartjes voor de zwemwedstrijden<br />

in de prachtige ‘watercube’ waren<br />

86 | Nieuwe Openingen 7<br />

het moeilijkst te verkrijgen. Ook het<br />

olympische zwemsucces van Maarten<br />

van der Weijden, die op schitterende<br />

wijze de gouden medaille won bij<br />

het nieuwe onderdeel tien kilometer<br />

open water, geeft de zwemsport weer<br />

een frisse impuls. Zijn succes zal er<br />

ongetwijfeld mee te maken hebben dat<br />

er nu over een nieuw sportevenement<br />

in Amsterdam wordt gesproken: het<br />

‘Rondje knsm-eiland’, zwemmen in het<br />

open water van Amsterdam. Initiatiefnemer<br />

Swim Global Events praat op dit<br />

moment met de gemeente Amsterdam<br />

over de mogelijkheden voor dit zwemevenement.<br />

Was de slechte waterkwaliteit


�<br />

Sportplaza Mercator<br />

in 1896 de aanleiding voor het oprichten<br />

van het eerste overdekte zwembad,<br />

tegenwoordig is de waterkwaliteit kennelijk<br />

zo goed dat zwemmen in open<br />

water weer mogelijk is.<br />

Leren zwemmen in de waterstad<br />

Amsterdam blijft belangrijk, schoolzwemmen<br />

is nog altijd een vast gegeven<br />

in het Amsterdamse onderwijsprogramma.<br />

Maar, ook zwemmen als<br />

sport en ter ontspanning is nog steeds<br />

populair. Bestaande zweminrichtingen<br />

zullen moeten worden vernieuwd. Zo<br />

is bijvoorbeeld het De Mirandabad<br />

over een aantal jaren bouwtechnisch<br />

afgeschreven, het chloor heeft het gebouw<br />

zodanig aangetast dat nieuwbouw<br />

onvermijdelijk is. En door de ontwikkeling<br />

van nieuwe stukken stad zal er<br />

ook meer behoefte zijn aan openbare<br />

zweminrichtingen. Welke prachtige<br />

openbare zwempaleizen zullen er straks<br />

op IJburg en de Zuidas verrijzen? �<br />

Esther Reith is stedenbouwkundige. Zij<br />

schreef in 1995 voor haar studie aan de<br />

Academie van Bouwkunst Amsterdam een<br />

scriptie over de architectonische ontwikkeling<br />

van het openbare zwembad in<br />

Nederland.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 87


De jaarlijkse Grachtenrace met sloepen trekt deelnemers uit het hele land.<br />

88 | Nieuwe Openingen 7


Amsterdam is rijk aan water: de wereldberoemde grachten, de Amstel en het IJ, het<br />

IJmeer en het Noordzeekanaal. Dit maakt de stad geliefd bij watersporters. Toch<br />

doet Amsterdam maar weinig voor deze sporters, betoogt Mariëtte van Baaren.<br />

Een pleidooi om van Amsterdam een echte watersportstad te maken.<br />

Amsterdam<br />

watersportstad<br />

msterdam en het water: ze zijn<br />

A al eeuwenlang nauw met elkaar<br />

verbonden. Niet alleen vanwege het<br />

personen- en goederenvervoer per schip,<br />

maar zeker ook door de pleziervaart.<br />

Op schilderijen uit de 17de eeuw is te<br />

zien hoe Nederlanders zich in die tijd<br />

op het water vermaakten met roei- en<br />

zeilboten. Al in 1622 wees het stadsbestuur<br />

het deel nabij de ‘Oude Stadsherberg’<br />

– destijds gelegen ten westen<br />

van het huidige Centraal Station – aan<br />

als ligplaats voor jachten, wat dit tot de<br />

eerste offi ciële jachthaven ter wereld<br />

maakte. Sport en recreatie op het water<br />

waren in die tijd vooral weggelegd voor<br />

rijke burgers. In de 19de eeuw ontstonden<br />

in Amsterdam verschillende<br />

zeilverenigingen en gecombineerde zeilen<br />

roeiverenigingen met als hoofdactiviteit<br />

het organiseren van wedstrijden<br />

en evenementen op het IJ.<br />

Beschikten in 1742 nog maar veertig<br />

Amsterdammers over een pleziervaartuig,<br />

nu is het aantal boten in Amsterdam<br />

gestegen tot zo’n tien duizend.<br />

Een klein deel ligt in jachthavens, het<br />

merendeel aan kades en oevers in openbaar<br />

water. De huidige toename van de<br />

stedelijke bevolking van Amsterdam<br />

concentreert zich in sterke mate langs<br />

het IJ en IJmeer. Wonen aan het water<br />

is hip en recreëren op en rond het water<br />

is voor heel veel mensen een way of<br />

life. IJburg telde nog maar zes duizend<br />

inwoners, toen al zes honderd mensen<br />

lid waren van de watersportvereniging:<br />

dat is 10 procent! Ook veel watersporters<br />

van buiten Amsterdam bezoeken<br />

de stad geregeld per boot. De populaire<br />

jachthavens aan het IJ – de Sixhaven<br />

en Watersportvereniging Aeolus –<br />

verhuren jaarlijks aan bijna 23 duizend<br />

passerende watersporters een ligplaats<br />

om te overnachten.<br />

Hoopgevend<br />

Dat de stad aan het water geliefd is<br />

bij watersporters is geen wonder. De<br />

schitterende ligging van Amsterdam<br />

aan het IJ met zijn moderne architectuur<br />

en oude pakhuizen, de culturele<br />

hotspots en karakteristieke scheepswerven,<br />

de wereldberoemde grachten en<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 89


90 | Nieuwe Openingen 7


� De veerpont blijft altijd dienst doen, zo ook tijdens<br />

Sail 2005.<br />

talloze bijzondere bruggen verdient alle<br />

aandacht. Het vormt dan ook hét decor<br />

voor uiteenlopende waterevenementen,<br />

zoals Sail, races met klassieke boten, de<br />

Grachtenrace met sloepen, de Canal<br />

Parade tijdens Gay Pride, de catamaranzeilraces<br />

om de iShares Cup en het<br />

IJzeilen. De watersportmogelijkheden<br />

liggen in Amsterdam voor de deur:<br />

de stad ligt aan groot open water, het<br />

IJmeer. En heeft bovendien zowel een<br />

aansluiting op de Noordzee als op<br />

gebieden met veel binnenwater. Het IJ<br />

is hierin de verbindende schakel.<br />

Het zijn gunstige uitgangspunten voor<br />

de kwalifi catie van Amsterdam als<br />

watersportstad aan het IJ. Maar, het is<br />

de vraag of Amsterdam wel voldoende<br />

doet om die belevingswaarde van<br />

het water en de oevers maximaal te<br />

benutten. De vele ruimtelijke plannen<br />

voor de stedelijke uitbreidingen aan<br />

de beide IJoevers en het IJmeer zien<br />

er hoopgevend uit. Water, zo wordt<br />

verondersteld, levert een bijdrage aan<br />

een attractief vestigingsmilieu voor<br />

bewoners en bedrijven en versterkt<br />

het stadsbeeld. De plannen gaan over<br />

‘wonen aan het waterfront’, ‘publieksfuncties<br />

en historische elementen aan<br />

het waterplein’, ‘stimuleren van de<br />

pleziervaart’, ‘versterken van het open<br />

waterkarakter’, ‘een netwerk van op- en<br />

afstapvoorzieningen voor vervoer over<br />

water’ et cetera. En de jachthavens die<br />

her en der worden ingetekend spelen in<br />

de plannen de rol van sfeermakers.<br />

Ondanks de veelbelovende ambities,<br />

wordt de vereiste link tussen wonen<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 91


en vrije tijd niet altijd gelegd. Door de<br />

nieuwbouwontwikkelingen van IJburg<br />

en de IJoevers zullen in de toekomst<br />

maar liefst tachtig duizend mensen aan<br />

het IJ en IJmeer komen te wonen. De<br />

vrijetijdsbesteding aan en op het water<br />

gaat daar een nog grotere rol spelen.<br />

Verwacht wordt dat een aanzienlijk<br />

deel van de bewoners belangstelling<br />

heeft voor watersportmogelijkheden<br />

en behoefte heeft aan een ligplaats al<br />

dan niet in een jachthaven. Maar, echte<br />

concrete plannen voor de watersport<br />

zijn er nog nauwelijks.<br />

Sterker nog, jachthavens worden<br />

voorlopig uit bestemmingsplannen<br />

geweerd, vanwege de mogelijke verstoring<br />

van vogelpopulaties in het IJmeer.<br />

Ondertussen groeien de wachtlijsten:<br />

tien jaar wachten op een vaste ligplaats<br />

in Durgerdam is al lang geen uitzondering<br />

meer, met als gevolg dat deze<br />

plaatsen een exclusief karakter krijgen.<br />

Of Amsterdammers gaan in de regio<br />

92 | Nieuwe Openingen 7<br />

zoeken en rijden met de auto naar hun<br />

ligplaats om vervolgens weer terug naar<br />

Amsterdam te varen. Door de hoge<br />

bezetting van de bestaande jachthavens<br />

varen veel watersporters van buiten<br />

de stad, Amsterdam noodgedwongen<br />

voorbij. Met 150 specifi eke passantenligplaatsen<br />

telt Amsterdam nauwelijks<br />

mee in vergelijking met watersportsteden<br />

als Enkhuizen of Hoorn.<br />

Pogingen van ondernemers op watersportgebied<br />

stranden of krijgen te<br />

maken met langdurige besluitvorming.<br />

Zelfs op IJburg, waar alles nog open<br />

lijkt te liggen, moest een zeilschool<br />

alles uit de kast halen om slechts een<br />

tijdelijke vergunning te bemachtigen.<br />

Spelevaren<br />

In het centrum van de stad, daar waar<br />

het IJ op z’n smalst is, is het een hele<br />

uitdaging watersportvoorzieningen<br />

te realiseren. Het IJ als stedelijk plein<br />

waar bewoners kunnen spelevaren


klinkt als een idylle. En dat is het ook,<br />

want in werkelijkheid is het IJ nog<br />

altijd een snelweg voor de beroepsvaart.<br />

Voor bewoners is het een sport op zich<br />

om met een bootje zigzaggend heelhuids<br />

de overkant van het IJ te bereiken.<br />

Ook andere gebruikers vinden er in<br />

toenemende mate hun bestemming.<br />

De voornaamste zijn de binnenvaart, de<br />

zee- en riviercruise, de veerponten zoals<br />

de Fast Ferry en in mindere mate de<br />

zeevaart, de charter- en partyschepen<br />

en de rondvaartboten. Watersport is<br />

daar watertoerisme geworden. Ook<br />

een mooi streven, maar daar droomt<br />

de individuele, Amsterdamse watersporter<br />

niet van. Die wil zijn bootje<br />

kort parkeren bij de ndsm-werf of in<br />

het Oosterdok, gaan kitesurfen in de<br />

Minervahaven, klussen aan een collectieve<br />

bewonerssteiger bij Steigereiland<br />

of Buiksloterham, van een duikplank<br />

de IJhaven in plonzen of met de hele<br />

familie aan boord een bezoek brengen<br />

aan een waterspeeltuin, het liefst op de<br />

kop van het Java-eiland.<br />

Uitgestorven soort<br />

En het IJmeer? Dat is nu nog het<br />

knooppunt van de Nederlandse<br />

pleziervaart en de snelste groeier als het<br />

gaat om toename van het aantal boten.<br />

Ook daar liggen enorme kansen om<br />

watersport in alle mogelijke variaties<br />

te realiseren. Voor de langere termijn<br />

zijn ontwikkelingen gepland voor<br />

het IJmeer en Markermeer. In hoeverre<br />

gaan deze gebieden veranderen?<br />

Houden de plannen rekening met de<br />

watersporttrends, zoals er enerzijds<br />

de behoefte is aan ruim vaarwater en<br />

anderzijds aan een gevarieerde water-<br />

kant? Gaat het IJmeer deel uitmaken<br />

van de stedelijke ontwikkeling? Krijgt<br />

het meer betekenis voor de bewoners<br />

van Amsterdam en Almere? Wordt<br />

als compensatie het Markermeer een<br />

stiltegebied? Welke natuurwaarden<br />

gaan een grotere rol spelen? Zijn zeilers<br />

in 2030 een uitgestorven soort op het<br />

IJmeer? En de Randmeren? Ze zijn op<br />

veel plaatsen te ondiep en veel bruggen<br />

vormen nu al een belemmering.<br />

Ontstaat er zo een driedeling: het<br />

Waddengebied, het IJsselmeer en de<br />

Noordzee voor de avontuurlijke zeilers?<br />

Het Markermeer, de Randmeren en<br />

het binnengebied van Flevoland voor<br />

de oudere motorbootbezitter en het<br />

IJmeer een stadsvijver voor de waterrecreatieve<br />

stedeling?<br />

Laten we afspreken dat Amsterdam<br />

zich pas watersportstad mag noemen<br />

als het eerste startschot klinkt voor de<br />

zeilwedstrijd tussen wsv Houthavens<br />

en de Watergeuzen van Zeeburgereiland.<br />

Als de creatieven van ndsm<br />

en Overhoeks hun werk onderbreken<br />

en nog net iets meekrijgen van het<br />

evenement. Als bewoners samenkomen<br />

voor een nabeschouwing in één van<br />

de vele etablissementen rond onze<br />

stadshaven: de internationaal gerenommeerde<br />

Sixhaven. Als iedereen tenslotte<br />

huiswaarts keert en zich voorneemt<br />

het weekend in de eigen buurthaven te<br />

gaan klussen en de kinderen nu eens<br />

eindelijk de beloofde zeillessen geeft. �<br />

Mariëtte van Baaren is planoloog.<br />

Waterrecreatie is één van haar<br />

specialismen.<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 93


94 | Nieuwe Openingen 7


<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen<br />

of: Ode aan de Zuidzaal<br />

Ik heb veel uren van mijn bestaan als<br />

toproeier doorgebracht op de Bosbaan.<br />

Dat was nog voor de verbreding.<br />

De meeste uren trainden we op het<br />

water, maar voor alternatieve trainingen<br />

en fysiologische testen weken we uit<br />

naar de Zuidzaal onder de toenmalige<br />

tribune. Geen olympisch trainingscentrum<br />

met state-of-the-art-apparatuur,<br />

maar een schimmig zaaltje volgestouwd<br />

met ergometers en roestige gewichten.<br />

Hier vonden wekelijks lactaatmetingen<br />

plaats: na een intensieve test op de<br />

ergometer werden wij in onze oren<br />

geprikt en werd een druppel bloed<br />

opgevangen om te bepalen hoe<br />

verzuurd onze spieren waren. Ook nam<br />

de bondsarts hier buisjes bloed af om<br />

onze bloedwaarden te laten testen. Bij<br />

één van die afnamen trok het bloed<br />

letterlijk weg uit mijn hoofd en ging ik<br />

onderuit. Ik kwam weer bij tussen de<br />

ergometers op een koud matje op de<br />

grond.<br />

Het zweet droop er letterlijk van de<br />

ramen. Elkaar afwisselend werkten de<br />

mannenselectie en de vrouwenselectie,<br />

zowel licht als zwaar, hier hun trainingen<br />

op de ergometer af. Anderhalf<br />

uur beuken op een ergometer zonder<br />

goede ventilatie. De beperkte ruimte<br />

was bovendien geen belemmering om<br />

zoveel mogelijk roeiers tegelijkertijd te<br />

laten trainen. Een bron ook van ziektekiemen,<br />

zeker in de winterperiode. Voor<br />

sporters die toch al de grenzen van hun<br />

fysiek opzoeken, niet de meest gezonde<br />

omgeving.<br />

Vele tranen zijn hier ook geplengd.<br />

<strong>Tranen</strong> na selectiegesprekken als de<br />

bondscoach had bepaald wie wel en wie<br />

niet de boot zou bemannen. Alles of<br />

niets, tranen van vreugde en tranen van<br />

verdriet. Carrières werden hier gemaakt<br />

en gebroken.<br />

De Zuidzaal stond ver af van wat een<br />

topsporter nodig heeft: het was er te<br />

klein, te bedompt en te smerig. Maar<br />

we moesten het er mee doen, er was<br />

niks anders. Ondanks alles hebben we<br />

in de Zuidzaal toch ook de basis gelegd<br />

voor latere prestaties. Een accommodatie<br />

topsport onwaardig, maar toch<br />

ook een monument van bloed, zweet en<br />

tranen. �<br />

Nelleke Penninx<br />

<strong>Bloed</strong>, zweet & tranen | 95


Colofon<br />

Nieuwe Openingen, nr. 7, februari 2009<br />

Nieuwe Openingen is een uitgave van Dienst Ruimtelijke Ordening (dro) van de<br />

gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een opiniërende reeks waarmee dro beoogt<br />

een inspirerende bijdrage aan het debat in het vakgebied te leveren. De inhoud betreft de<br />

persoonlijke mening van de auteurs en kan afwijken van vastgesteld beleid.<br />

Redactie en bijdragen Mariëtte van Baaren, Niek Bosch, Remco Daalder, Iris van<br />

der Helm, Zef Hemel, Diana Janssen, Lia de Lange, Sandra<br />

Langendijk, Bas van Leeuwen, Kitty van der Linden, Nelleke<br />

Penninx, Esther Reith, Kees Vernooij, Bart de Vries, Frits<br />

Wegenwijs<br />

Hoofdredactie Nelleke Penninx<br />

Eindredactie Sandra Langendijk<br />

Vormgeving Bart de Vries<br />

Coverfoto Janus van den Eijnden<br />

Op de foto: Kickbokser Reamon Welboren (Mejiro Gym<br />

Amsterdam) nét na zijn partij tijdens het Freefi ght en kickboxgala<br />

bij Top Team, Beverwijk, oktober 2008<br />

Fotografi e Janus van den Eijnden, behalve: pag. 18-19: Vincent Curuchet<br />

– dppi – oc Events, pag. 40: Jeroen Alberts, pag. 24-25: Screen<br />

Vision, pag. 64: Peter Schoonen, pag. 66, 69: Edwin van Eis/<br />

gemeente Amsterdam, pag. 70-71: Bastiaan van Heus, pag. 78, 82:<br />

Stadsarchief Amsterdam, pag. 82 linksonder: Frans Busselman, pag.<br />

82 rechtsonder: Algemeen Dagblad, pag. 76-77: Luuk Kramer, pag.<br />

90: Doriann Kransberg / gemeente Amsterdam pag. 94: Rogier van<br />

Steennis / nl Roei (nk indoorroeien 2007 in Sporthallen Zuid)<br />

Kaarten Ronald Rijntjes, Kees Vernooij, Bart de Vries, Frits Wolters<br />

Drukwerk Calff & Meischke, Amsterdam<br />

Alle genoemde personen, met uitzondering van de fotografen, zijn medewerkers van dro.<br />

Verkoop Nieuwe Openingen is te koop in het Informatiecentrum voor<br />

ruimtelijke ordening en wonen De Zuiderkerk, Zuiderkerkhof 72,<br />

Amsterdam, telefoon 020 552 7987.<br />

Informatie nieuweopeningen@dro.amsterdam.nl<br />

isbn 9789075077100<br />

Dienst Ruimtelijke Ordening<br />

Postbus 2758<br />

1000 CT Amsterdam<br />

www.dro.amsterdam.nl


‘W<br />

ie in de stad leeft, krijgt voortdurend prikkels uit zijn omgeving. Reclames roepen<br />

de wandelaar op iets te kopen, graffi ti vertelt hem dat een jonge kunstenaar om<br />

aandacht schreeuwt, hij moet opzij springen voor de tram, komt op het fi etspad terecht, een<br />

fi etser scheldt hem uit en steekt zijn middelvinger op, een aantrekkelijke vrouw glimlacht hem<br />

begrijpend toe: het is een bombardement van indrukken waardoor de wandelaar emotioneel<br />

wordt opgeladen.<br />

‘In de stad maakt de geest het lichaam voortdurend klaar om te vechten of te vrijen door de<br />

aanmaak van adrenaline en andere hormonen. Daar moet het lichaam iets mee. Die emotie,<br />

die agressie moet eruit. De stad biedt daarvoor velerlei manieren: teveel drinken, naar de<br />

hoeren, houseparty’s, metalconcerten. De beste manier die bovendien de meeste voldoening<br />

geeft is ontladen door lichamelijke inspanning, bijvoorbeeld dus sport.’<br />

Voor stadsbewoners is de mogelijkheid om te kunnen sporten op welke manier dan ook van<br />

groot belang. Sport in de stad is het thema van deze Nieuwe Openingen, een uitgave van<br />

Dienst Ruimtelijke Ordening (dro) van de gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een<br />

opiniërende reeks waarmee dro beoogt een inspirerende bijdrage te leveren aan het debat in<br />

het vakgebied.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!