eindrapport_commissie_onder
eindrapport_commissie_onder
eindrapport_commissie_onder
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VERTROUWELIJK<br />
Eindrapport Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc<br />
Amsterdam, 7 december 2012<br />
“Weer in contact komen”<br />
Onderzoeks<strong>commissie</strong> toezichtfunctie VUmc<br />
Piet Grinwis<br />
Frans van der Meché<br />
Eric Spaans
Inhoudsopgave<br />
Deel I 3<br />
- Hoofdstuk 1<br />
Opdracht, werkwijze en verantwoording 4<br />
- Hoofdstuk 2<br />
Beknopt overzicht van de gebeurtenissen<br />
in de periode 1999 - 2012 6<br />
- Hoofdstuk 3<br />
Beschouwing 9<br />
- Hoofdstuk 4<br />
Conclusies 15<br />
- Hoofdstuk 5<br />
Aanbevelingen 18<br />
Deel II: Bijlagen 22<br />
- Geïnterviewde personen 23<br />
- Samenstelling RvT 24<br />
- Samenstelling RvB 25<br />
- (Concept) taakomschrijving tijdelijk 26<br />
gedelegeerd toezichthouder<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 2
Deel I<br />
- Hoofdstuk 1<br />
Opdracht, werkwijze en verantwoording<br />
- Hoofdstuk 2<br />
Beknopt overzicht van de gebeurtenissen<br />
in de periode 1999 - 2012<br />
- Hoofdstuk 3<br />
Beschouwing<br />
- Hoofdstuk 4<br />
Conclusies<br />
- Hoofdstuk 5<br />
Aanbevelingen<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 3
Hoofdstuk 1<br />
Opdracht, werkwijze en<br />
verantwoording<br />
Opdracht<br />
De Raad van Toezicht (RvT) van de stichting VU-VUmc heeft op 26<br />
september 2012 besloten een <strong>onder</strong>zoeksopdracht te verstrekken ten<br />
einde het eigen functioneren te beoordelen in relatie tot het VUmc.<br />
Aanleiding daartoe vormden samengevat het <strong>onder</strong> verscherpt toezicht<br />
plaatsen van het ziekenhuis door de Inspectie Gezondheidszorg<br />
(21 augustus 2012) alsmede het aftreden van 2 bestuurders uit de<br />
driehoofdige Raad van Bestuur (RvB) van het VUmc (24 augustus 2012).<br />
De opdracht van de RvT (opdrachtgever) omvat:<br />
1. het opstellen van een feitenrelaas. Het doel daarvan is zicht te krijgen<br />
op de effectiviteit van het handelen van de RvT met betrekking tot<br />
de gebeurtenissen die hebben geleid tot het genoemde verscherpte<br />
toezicht en het terug treden van de bestuurders. Het feitenrelaas moet<br />
in beeld brengen hoe is gehandeld door de RvT.<br />
2. een evaluatie aan de hand van het feitenrelaas.<br />
Werkwijze en verantwoording<br />
De <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> heeft vanaf 27 september 2012 gewerkt aan<br />
de opdrachtuitvoering. Daartoe zijn documenten bestudeerd en is met<br />
29 betrokkenen één of enkele malen gesproken. De gesprekken waren<br />
vertrouwelijk en uitsluitend bedoeld om de <strong>onder</strong>zoekers te voeden<br />
met relevante informatie. De <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> heeft toegang<br />
gekregen tot alle gewenste documenten. De selectie van documenten en<br />
gesprekspartners is door de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> gemaakt vanuit de<br />
optiek het uitgeoefende toezicht in kaart te kunnen brengen en te kunnen<br />
beoordelen.<br />
Conform de opdrachtformulering heeft de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong><br />
een gedetailleerd feitenrelaas opgesteld, gebaseerd op de gevoerde<br />
gesprekken en op openbare en vertrouwelijke bronnen, zoals verslagen<br />
en (e-mail) correspondentie. Het feitenrelaas is in week 44 beoordeeld<br />
door de gesprekspartners tijdens het <strong>onder</strong>zoek en door hen verbeterd.<br />
Dat gebeurde in aanwezigheid van de <strong>onder</strong>zoekers door het lezen van<br />
een exemplaar dat niet eerder beschikbaar werd gesteld en weer terug<br />
werd genomen na lezing en becommentariëring. Die werkwijze hield<br />
verband met het vertrouwelijk karakter van de ingewonnen informatie.<br />
Deze werkwijze werd door de gesprekspartners gewaardeerd.<br />
Op basis van dat aangevulde feitenrelaas heeft de <strong>commissie</strong> haar<br />
voorlopige analyses opgesteld. Dit is op 9 november 2012 in eerste<br />
aanleg besproken met de opdrachtgever, de RvT. Aansluitend hebben de<br />
gesprekspartners op dezelfde wijze als in de eerste commentaarronde de<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 4
gelegenheid gehad ook de analyses, de conclusies en de aanbevelingen<br />
te becommentariëren. Van die gelegenheid is wederom in ruime mate<br />
gebruik gemaakt. Daarna heeft de <strong>commissie</strong> op 12 november 2012 een<br />
tweede maal overleg gehad overleg met de opdrachtgever.<br />
Op basis van die besprekingen heeft de <strong>commissie</strong> haar concept-rapport<br />
opgesteld. De RvT heeft daarover op 23 november 2012 in eigen kring<br />
gesproken. De thans voor u liggende definitieve versie is op 7 december<br />
aan de opdrachtgever aangeboden.<br />
De besluiten van de RvT op grond van het <strong>onder</strong>zoek en op basis van<br />
eigen overwegingen van de RvT worden separaat bekend gemaakt.<br />
Gebruik van de rapportage<br />
De <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> wijst er met nadruk op dat zij zich niet heeft<br />
verdiept in de diepere achtergronden van de verschillende conflicten in<br />
de werkorganisatie die ten grondslag liggen aan het <strong>onder</strong> verscherpt<br />
toezichtstellen en het aftreden van de bestuurders, omdat het <strong>onder</strong>zoek<br />
zich primair richt op de uitgeoefende toezichtfunctie. Daarom zijn alleen<br />
die stukken bestudeerd die daarmee verband houden en is alleen met die<br />
betrokkenen gesproken die vanuit dat perspectief door de <strong>commissie</strong> van<br />
belang werden geacht.<br />
De <strong>commissie</strong> spreekt in dit rapport een oordeel uit over het handelen<br />
van de RvT in het licht van de gerezen problemen. Dit rapport kan niet<br />
gebruikt worden om een conclusie of oordeel uit te spreken over de<br />
inhoud en de aard van de conflicten in de werkorganisatie en de daarbij<br />
betrokken personen. Daarover gaat dit rapport niet.<br />
Tenslotte<br />
Tenslotte wil de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> nog het volgende opmerken.<br />
Wat tijdens het <strong>onder</strong>zoek naar voren is gekomen getuigt van een grote<br />
emotionele betrokkenheid van en impact voor allen met wie is gesproken<br />
of waarvan documentatie is bestudeerd. Zorgvuldige omgang daarmee is<br />
geboden. Ook om “weer in contact te komen” met allen die het VUmc een<br />
warm hart toe dragen.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 5
Hoofdstuk 2<br />
Beknopt overzicht van de<br />
gebeurtenissen in de periode<br />
1999 - 2012<br />
In dit hoofdstuk geeft de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> een korte samenvatting<br />
van de gebeurtenissen, geselecteerd op basis van hun relevantie voor het<br />
<strong>onder</strong>zoek naar het functioneren van de RvT.<br />
1. Benoeming Elmer Mulder tot voorzitter RvB VUmc (mei 1999);<br />
2. Invoering clusterstructuur (oktober 1999);<br />
3. Jean Savelkoul treedt toe tot de RvB VUmc en krijgt daar o.m. de<br />
portefeuille patiëntenzorg (januari 2000);<br />
4. Door de fusie van de faculteit en het ziekenhuis ontstaat het VUmc;<br />
Ed van der Veen (sedert 1997 decaan van de faculteitit Geneeskunde)<br />
treedt daarmee toe tot de RvB van het VUmc; Pieter Bouw wordt<br />
voorzitter RvT VU-VUmc (januari 2001);<br />
5. Oprichting Intensive Care Volwassenen (januari 2001);<br />
6. Bestuurlijke fusie met Christelijke Hogeschool Windesheim, waarmee<br />
RvT VU-VUmc wordt uitgebreid met twee leden en waarmee de raad<br />
naast VU-VUmc ook de hogeschool <strong>onder</strong> toezicht krijgt (januari<br />
2004);<br />
7. Invoering divisiestructuur (februari 2007);<br />
8. Ed van der Veen wordt als decaan in de RvB opgevolgd door Wim<br />
Stalman, hoogleraar huisartsgeneeskunde (maart 2007);<br />
9. Frans Leijnse treedt toe tot de RvT VU-VUmc (april 2007);<br />
10. Brand in het OK-complex (mei 2007);<br />
11. Start intensieve samenwerking met GGZ- Buitenamstel/<br />
Geestgronden; vooruitlopend op een fusie treden twee<br />
toezichthouders (Hans Berg en Aad Weijsenfeld) vanuit Buitenamstel/<br />
Geestgronden, het latere GGZ inGeest toe tot de RvT. De RvT van<br />
VU-VUmc-Windesheim krijgt ook GGZ inGeest <strong>onder</strong> toezicht. Vanuit<br />
GGZ-Buitenamstel/Geestgronden treedt Wouter van Ewijk toe tot<br />
de RvB VUmc; hij blijft ook lid van de RvB van GGZ inGeest (januari<br />
2008);<br />
12. Instituut Ondersteuning Patiëntenzorg (IOP) opgericht (maart 2008);<br />
13. Problemen binnen de heelkunde leiden tot ontslag van één van de<br />
betrokkenen en tot aftreden van het afdelingshoofd (medio 2008);<br />
14. Alexandra Schaapveldt treedt toe tot de RvT (november 2008);<br />
15. Huidige hoofd Heelkunde benoemd; oud-afdelingshoofd blijft in<br />
dienst (september 2009);<br />
16. Elmer Mulder (voorzitter RvB) wordt voorzitter NFU (september<br />
2010);<br />
17. Rapport naar aanleiding van het functioneren van het IOP (december<br />
2010);<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 6
18. Melding bij de IGZ naar aanleiding van een sterfgeval op de IC (maart<br />
2011);<br />
19. Eén lid van de RvT, Hans Berg, wordt vanaf april 2011 ook via<br />
externe kanalen regelmatig vertrouwelijk geïnformeerd over de<br />
situatie rondom de IGZ melding; hij start een uitvoerige e-mail<br />
correspondentie met met name de portefeuillehouder VUmc en<br />
de voorzitter van de RvT (april 2011 doorlopend tot begin januari<br />
2012);<br />
20. Vertrek Jean Savelkoul uit de RvB VUmc, de laatste somatisch klinisch<br />
specialist in de RvB; hij wordt niet vervangen; Wouter van Ewijk<br />
(psychiater) neemt zijn portefeuille over; de RvB bestaat vanaf dit<br />
moment uit drie personen (september 2011);<br />
21. Eerste uitvoerige discussie tussen RvB VUmc en deel van de RvT over<br />
problemen rondom de postoperatieve zorg; RvT spreekt vertrouwen<br />
uit in aanpak RvB (september 2011);<br />
22. Reeks rapporten over de mankerende interne samenwerking rond<br />
vooral de post operatieve zorg:<br />
a. externe <strong>commissie</strong> (juni 2011)<br />
b. IGZ rapport (november 2011)<br />
c. interne <strong>commissie</strong> (november 2011);<br />
23. Melding van een sterfgeval op de IC (oktober 2011) bij de IGZ leidt<br />
tot nieuwe spanningen tussen enkele specialisten (november 2011);<br />
24. Bijeenkomst met alle betrokkenen over IGZ rapport (november<br />
2011);<br />
25. Media aandacht; vertrouwelijke stukken lekken naar de pers;<br />
diverse events, allerlei bronnen en contacten (start november 2011,<br />
doorlopend tot heden);<br />
26. Start uitvoering plan van aanpak dat op aandringen van RvT is<br />
aangepast en aangescherpt; RvT spreekt het vertrouwen in de RvB<br />
uit (december 2011);<br />
27. Voorzitter divisie IV treedt terug; in eerste instantie tijdelijk,<br />
later (mei 2012) definitief. Hij blijft wel aan als afdelingshoofd IC<br />
(december 2011);<br />
28. Mediation tussen vier direct betrokken specialisten bij de IGZ-casus<br />
van maart 2011 (start december 2011);<br />
29. Door <strong>onder</strong> andere de ontbinding van de fusie Windesheim<br />
vereenvoudigt de toezichtstructuur; vier leden vertrekken uit de RvT,<br />
Jacqueline Rijsdijk en Cees Veerman treden nieuw toe (januari 2012);<br />
30. Via de kwaliteits<strong>commissie</strong> heeft de RvT vanaf januari 2012 in<br />
de persoon van Pieter Bouw, Rein Willems en Willem van Tilburg<br />
intensieve bemoeienis met de uitvoering van het Plan van Aanpak; in<br />
de loop der tijd komt de kwaliteits<strong>commissie</strong> vijfmaal bijeen; vanaf<br />
mei 2012 neemt Frans Leijnse de plaats in van Pieter Bouw;<br />
31. De in december 2011 gestarte mediation tussen 4 specialisten<br />
slaagt; maar de spanningen rond een longarts (Postmus), een<br />
longchirurg (Rick Paul) en enkele andere sleutelfunctionarissen in<br />
Divisie I en Divisie IV blijven bestaan; het blijven voortbestaan van<br />
deze spanningen wordt gemeld in de kwaliteits<strong>commissie</strong> (januari/<br />
februari 2012);<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 7
32. Incident rond SEH-Eyeworks; RvB beluit tot vervroegde TV<br />
uitzending; RvB optreden in Nieuwsuur, daags daarna gevolgd<br />
door publiekelijk uitgesproken excuses en stopzetten uitzendingen<br />
(februari 2012);<br />
33. Brief waarin 11 chirurgen hun vertrouwen in de verdere<br />
samenwerking met longchirurg Rick Paul opzeggen (maart 2012);<br />
34. Afscheid Pieter Bouw; Cees Veerman voorzitter RvT (april 2012);<br />
35. Nieuwe voorzitter Divisie IV benoemd (mei 2012);<br />
36. Pre-mediation tussen chirurgen en longchirurg Rick Paul lijkt<br />
kansloos te zijn, maar wordt toch gestart (mei 2012);<br />
37. Eindrapport plan van aanpak naar aanleiding van IGZ rapport van<br />
november 2011 gereed; IGZ toont zich tevreden met alle behaalde<br />
resultaten (juni 2011);<br />
38. Pre-mediation tussen chirurgen en Rick Paul mislukt (juni 2012);<br />
39. Naar aanleiding van een incident op de OK meldt Rick Paul zich ziek<br />
(juni 2012);<br />
40. Longarts Postmus meldt, z<strong>onder</strong> overleg met de longchirurgen,<br />
naar aanleiding van de ziekmelding van Paul, bezettingsproblemen<br />
bij longchirurgie aan de IGZ; nadat hij de melding heeft gedaan,<br />
informeert hij de RvB, de betrokken divisievoorzitters en<br />
afdelingshoofden (3 juli 2012);<br />
41. Rein Willems treedt voortijdig af als lid RvT; de RvT bestaat vanaf dat<br />
moment uit 5 leden (augustus 2012);<br />
42. Argos uitzending, met daarin uitvoerige citaten uit het vertrouwelijke<br />
pre-mediation verslag en de brief van de 11 chirurgen (18 augustus<br />
2012);<br />
43. VUmc <strong>onder</strong> verscherpt toezicht IGZ (21 augustus 2012);<br />
44. Elmer Mulder en Wouter van Ewijk stellen hun bestuursfuncties ter<br />
beschikking (24 augustus 2012);<br />
45. Aantreden interim bestuurders Fred Plukker en Frans Corstens (28<br />
augustus 2012);<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 8
Hoofdstuk 3<br />
Beschouwing<br />
Gevoed door de gememoreerde feiten, de ervaringen tijdens het<br />
<strong>onder</strong>zoek en eigen inzichten tracht de <strong>commissie</strong> te begrijpen wat er<br />
aan de hand is in het VUmc. Hoe heeft het zover kunnen komen dat de<br />
inspectie het ziekenhuis <strong>onder</strong> verscherpt toezicht plaatste en 2 van de 3<br />
bestuurders besloten vroegtijdig te vertrekken?<br />
Met fierheid en ambitie<br />
Abraham Kuyper spreekt, als één van de oprichters van de Vrije<br />
Universiteit, in oktober 1898 over wetenschap in een van zijn Stonelezingen<br />
in de Verenigde Staten. Hij verdedigt daar de vrije wetenschap<br />
als tegenhanger van de wetenschap, waarin de mens als een <strong>onder</strong>deel<br />
wordt gezien van de evolutie in plaats van de schepping: “En daarentegen<br />
nu waakt met koninklijke fierheid het geloofsbewustzijn en de<br />
verontwaardiging in ons eigen hart op”.<br />
Deze fierheid en verontwaardiging van Kuyper kunnen ook nu nog<br />
worden teruggezien in de ontwikkeling van de VU-Vereniging (en<br />
daarvoor tot voor 1-1-2012 de Vereniging VU-Windesheim) en zeker ook<br />
in het VUmc. Vanuit de origine van de vereniging is er een grote ambitie<br />
om te exploreren en op te bouwen. Dit typische eigen gedachtegoed<br />
leidt tot sterke groeiambities om een rol van betekenis te kunnen blijven<br />
spelen en daarmee de continuïteit te waarborgen in een tijd van verdere<br />
secularisatie. Beoogde fusies en grote inspanningen daartoe met de<br />
HBO-Instelling Windesheim in Zwolle en de GGZ-instelling Buitenamstel/<br />
Geestgronden (het latere GGZ inGeest) lijken daar het zichtbare bewijs<br />
van. In het VUmc leidt dit tot de ambitie om tot de kwaliteitstop van<br />
Nederland te behoren, zowel in de wetenschap als in topreferente<br />
zorg. Het VUmc slaagt daar over de jaren in, vanuit de positie van een<br />
“underdog” in de wereld van de academische ziekenhuizen in Nederland.<br />
Dit grote commitment met de ambities van het VUmc wordt door de<br />
<strong>commissie</strong> alom aangetroffen; tot aan de huidige interne crisis overweegt<br />
terecht de trots over het bereikte.<br />
Het commitment met de organisatie is groot en de organisatie groeit<br />
in alle opzichten. Het heeft er alle schijn van dat dit beeld van groei<br />
en succes niet verstoord mag worden. De <strong>commissie</strong> is daarbij op een<br />
ogenschijnlijke discrepantie gestoten. Enerzijds gaan vermijden en<br />
toedekken bij de cultuur horen. Vrijwel alle gesprekspartners uit de<br />
organisatie benoemen dit cultuuraspect van de organisatie: het VUmc<br />
is een vermijdende en toedekkende organisatie. Met andere woorden:<br />
men is overheersend geneigd elkaar te onthouden van wat men denkt<br />
als dat niet overeenkomt met de groei, de ambitie en het succes van<br />
de organisatie. Anderzijds blijken uit de gebeurtenissen heftige interne<br />
reacties en beleven meerderen het VUmc als een organisatie waar snel<br />
intern wordt geprocedeerd. Het is blijkbaar een bepaalde “mentale<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 9
conditie” waarin in overgrote meerderheid de toedekkende lijn ten<br />
behoeve van het succes gevolgd wordt, maar sommigen krachtig, ook<br />
via de rechter en de (social) media het eigen gelijk nastreven. Het Bestuur<br />
voelde dat als balanceren binnen een beperkte bandbreedte.<br />
Groeiende complexiteit in het toezicht, groeiende afstand<br />
De RvT start bij de VUmc vorming in 2001. Vanaf 2004 werd de<br />
samenstelling van de RvT sterk beïnvloed door de instroom van<br />
toezichthouders vanuit de beoogde fusiepartners Windesheim en GGZ<br />
inGeest. Er vindt ook eigen werving en selectie van toezichthouders<br />
plaats met behulp van een recruitmentbureau. De RvT groeit geleidelijk<br />
van 7 naar 10 leden in 2010 in een wisselende samenstelling (zie bijlage).<br />
Dit verklaarbare samenstellingsproces vanuit de groeiambities kwam naar<br />
de mening van de <strong>commissie</strong> de kwaliteit van het toezicht niet ten goede.<br />
In de periode vanaf 2004 tot 2012 wordt in een geleidelijke opbouw<br />
uiteindelijk toegezien op de VU, VUmc, Windesheim, GGZ inGeest en<br />
de VU-Vereniging. In vergaderingen wordt in de loop van de tijd veel<br />
aandacht gegeven aan het beheersbaar maken van de toezichtstaak.<br />
Dat is begrijpelijk gegeven de ontstane omvang en complexiteit van het<br />
toezicht. De uitvoerbaarheid van het toezicht was zeer problematisch<br />
geworden. Eind 2011 worden dan de benodigde grote stappen gezet<br />
naar een nieuwe structuur van het toezicht wanneer de Vereniging VU<br />
en Windesheim worden afgesplitst. De basis daarvan wordt gelegd in het<br />
rapport van 1 juni 2011 “Duurzaam verbonden”. Daarin is opgenomen<br />
dat één zetel in de RvT VU-VUmc gereserveerd dient te worden voor een<br />
toezichthouder met medisch-specialistische achtergrond.<br />
De samenstelling van de RvT vernieuwt zich vanaf 1 januari 2012<br />
drastisch ten opzichte van de RvT in 2011; door het vertrek van 4 leden<br />
en de komst van 2 nieuwe leden. Als eind april 2012 voorzitter Pieter<br />
Bouw en later dat jaar per 1 augustus 2012 VUmc - portefeuillehouder<br />
Rein Willems vertrekken, ontstaan er twee vacatures. De RvT bestaat<br />
thans uit 5 leden die toezicht houden op de VU, het VUmc en GGZ<br />
inGeest. Statutair zijn 7 leden van de RvT mogelijk.<br />
De veelheid aan <strong>onder</strong>werpen en de wisselingen in samenstelling<br />
leidden er toe dat de RvT als geheel op betrekkelijk grote afstand blijft<br />
van de werkorganisaties. De RvT komt als collectief niet regelmatig<br />
in contact met de werkorganisatie. Er bestaat geen regulier overleg<br />
met bijvoorbeeld de divisievoorzitters of afdelingshoofden. Wel is er<br />
regelmatig informeel contact tussen sommige leden van de RvT en<br />
medewerkers uit de organisatie, maar dit lijkt vooral het gevolg van<br />
bestaande persoonlijke relaties.<br />
Ook de zesmaandrapportage van het VUmc in de RvT laat alleen<br />
geaggregeerde gegevens zien en geeft geen resultaten per afdeling of<br />
divisie. In de vergadering van de RvT komen de organisatie<strong>onder</strong>delen<br />
dus niet gestructureerd over het voetlicht. Deze rapportage komt slechts<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 10
eenmaal per jaar aan de orde in de oktobervergadering waarna bijsturing<br />
in het lopende jaar nauwelijks meer mogelijk is.<br />
De inzet van de individuele leden van de RvT is groot. Van circa een halve<br />
dag per week tot soms wel 2 dagen per week. Voor de verschillende<br />
instellingen werd vanuit de RvT gewerkt met portefeuillehouders. Ook<br />
vóór de incidenten die vanaf maart 2011 naar buiten kwamen, heeft de<br />
portefeuillehouder VUmc maandelijks contact met de voorzitter van de<br />
RvB. De voorzitter van de RvT heeft in de periode van 2001 tot maart<br />
2012 veelvuldig contact met de voorzitter van de RvB. Beiden kennen<br />
elkaar de gehele bestuursperiode van elf jaar. Binnen deze relatie worden<br />
veel problemen besproken en opgelost.<br />
Door deze werkwijze en taakverdeling ontstaat er een gelaagdheid in de<br />
informatievoorziening binnen de RvT. Er wordt – mede gezien de veelheid<br />
aan <strong>onder</strong>werpen – door de andere leden van de RvT in belangrijke<br />
mate gesteund op de voorzitter en de portefeuillehouder die veel tijd<br />
steken in hun taken. In de RvT is de discussie rond VUmc vervolgens<br />
in eerste instantie beperkt zoals bleek bij de problematiek rond de<br />
longgeneeskunde. Die discussie lijkt ook niet nodig want het loopt<br />
allemaal goed: wetenschappelijk, financieel en qua medische activiteiten<br />
en productie.<br />
De positieve lijn van het VUmc en de langdurige samenwerking van<br />
de beide voorzitters leidt tot vertrouwen over en weer, opkomende<br />
onrust wordt niet als symptomatisch gesignaleerd. Door het succes,<br />
het gegroeide vertrouwen en de toenemende complexiteit worden de<br />
problemen oppervlakkiger en niet meer in samenhang tot het geheel<br />
benaderd. Het vertrouwen in bijvoorbeeld het instrument van mediation<br />
bij diep zittende tegenstellingen is daarvan een illustratie.<br />
Verlies van directe contacten<br />
Intussen is in de loop van de jaren de bestuurssamenstelling sterk<br />
veranderd, evenals de organisatiestructuur. In de loop van 2011<br />
verzwakte de RvB door de vermindering van vier naar drie leden en meer<br />
nog door het verdwijnen van somatisch specialistische kennis in de RvB.<br />
Na het vertrek van Jean Savelkoul uit de RvB had geen van de RvB leden<br />
nog de persoonlijke ervaring met die delen van het bedrijf waar later de<br />
problemen opvlamden: de interactie tussen disciplines op en rond de<br />
intensive care. Een jaar voordat de laatste somatisch medisch specialist<br />
uit de RvB vertrok, was de voorzitter van de Raad voorzitter van de<br />
koepel van UMC’s, de NFU, geworden. Dat vergde veel van zijn tijd.<br />
Deze sterke beperking van de beschikbare bestuurlijke aandacht leidt in<br />
combinatie met de ingevoerde divisiestructuur tot een grote (formele)<br />
afstand tot de afdelingshoofden. De gebrekkige “zichtbaarheid” van de<br />
RvB wordt aan de orde gesteld, ook door de RvT.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 11
De werking van de divisiestructuur wordt een verdere katalysator van<br />
bestaande spanningen. Deze spanningen slepen al enige jaren rond<br />
Heelkunde, Longziekten, de IC en wisselend een enkele andere afdeling,<br />
maar ook rechtstreeks tussen sleutelfiguren en de RvB. In maart/<br />
april 2011, wanneer een incident op de postoperatieve intensive care<br />
aan de IGZ wordt gemeld, wordt deze katalyserende werking evident.<br />
In de spanningen tussen een longchirurg en het hoofd IC over het al<br />
dan niet juist professioneel handelen en/of de al dan niet vermeende<br />
onjuistheid van een melding bij de IGZ, is het feit dat juist het hoofd IC<br />
als divisievoorzitter ook een hiërarchische relatie heeft tot de betrokken<br />
chirurg, een complicerende factor. Deze complexiteit van de structuur<br />
en de consequenties daarvan waren bekend bij de RvB en RvT. Maar het<br />
leidde pas in december 2011 tot ingrijpen, toen de divisievoorzitter werd<br />
vervangen.<br />
Naar aanleiding van het incident van maart 2011 wijst al in juni 2011<br />
een externe <strong>commissie</strong> op de problematische interne samenwerking rond<br />
de IC; de IGZ en een interne <strong>commissie</strong> komen in november 2011 tot<br />
vergelijkbare inzichten. Maar in de organisatie en tussen de RvB en de<br />
RvT gaat het vooral om de vraag of het incident van maart 2011 nu wel<br />
of geen calamiteit betrof en of de melding op onheuse gronden vanuit<br />
één van de “kampen” is gedaan.<br />
De <strong>commissie</strong> pretendeert geenszins het complete inzicht te hebben<br />
gekregen in alle achtergronden bij de achtereenvolgende conflicten<br />
die in en tussen <strong>onder</strong>delen van Divisie I en Divisie IV speelden. Wel<br />
is helder geworden dat verschillen van mening niet tot oplossingen,<br />
maar tot blokvorming en verbittering hebben geleid. Dit leidde tot<br />
allerlei “schermutselingen” die geen halt werden toegeroepen c.q. niet<br />
konden worden gestopt. De contacten waren ernstig verstoord. In een<br />
dergelijk spanningsveld worden reacties en informatie vaak niet meer<br />
op hun merites beoordeeld, maar aangehoord door het filter van de<br />
vooringenomenheid. Daardoor wordt niet meer gehoord wat gehoord<br />
zou moeten worden en wordt niet meer gedaan wat gedaan zou moeten<br />
worden.<br />
De <strong>commissie</strong> beschouwt de IGZ melding in maart 2011 als het<br />
spreekwoordelijke “lont in het kruitvat”. Het kruitvat van interne<br />
spanningen en tegenstellingen was vóór die tijd geleidelijk ontstaan<br />
en de zwaarte niet <strong>onder</strong>kend. Derhalve waren ook effectieve<br />
bijstuurmaatregelen niet tijdig getroffen. Op bestuurlijk niveau is<br />
gevoeligheid voor dergelijke zwakke signalen die onheil voorspellen een<br />
kritieke factor om tot handelen te komen.<br />
Ook intern ‘verscherpt toezicht’<br />
In de zomer van 2011 raakt ook de RvT in de ban van het conflict,<br />
wanneer één van de toezichthouders via een externe route vanuit één<br />
hoek vertrouwelijke informatie krijgt. Deze informatie bereikt wel de RvB,<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 12
de voorzitter en de portefeuillehouder van de RvT, maar in onvoldoende<br />
mate de overige leden van de RvT. Binnen de RvT wordt vervolgens<br />
steeds gebalanceerd tussen reflectie op het achterliggende probleem en<br />
het stelling nemen wie gelijk heeft ofwel de boosdoener is. De RvT blijkt<br />
daar maar half uit te komen; het bemoeilijkt duidelijk de keuze van de te<br />
volgen gedragslijn.<br />
Zodra het rapport van de IGZ in november 2011 uitkomt, wordt wel<br />
direct op initiatief van de RvB gewerkt aan een omvattend plan van<br />
aanpak. De RvT realiseert zich dan in toenemende mate de ernst van de<br />
problemen. In het najaar van 2011 stuurt de RvT de RvB bij in haar visie<br />
over de meldingen en de primair-emotionele reacties op het conceptrapport<br />
van de IGZ. De RvT scherpt later het daar uit volgende plan van<br />
aanpak aan. De RvT trekt daarmee de RvB deels uit de “groef” waarin zij<br />
zit ten opzichte van het interne spanningsveld.<br />
Bovendien gaat een delegatie van de RvT zich via een ingestelde<br />
kwaliteits<strong>commissie</strong> intensief met de uitvoering van het plan van aanpak<br />
bemoeien. Hierdoor was de RvT voortdurend op de hoogte van de<br />
blijvende spanningen tussen de verschillende specialisten: de beruchte<br />
brief van de 11 chirurgen van 7 maart 2012 kondigde zich al in een<br />
vroeg stadium aan. Ook was al snel duidelijk dat mediation tussen de<br />
betreffende chirurgen en de betrokken longchirurg weinig kansrijk<br />
was. Dit vormde echter geen aanleiding om het plan van aanpak of de<br />
uitvoering daarvan te herzien.<br />
Vanaf september 2011 legt de RvB meerdere malen de<br />
vertrouwenskwestie bij de RvT op tafel. Dit vertrouwen wordt steeds<br />
door de RvT uitgesproken, zowel in het functioneren van de RvB als in<br />
de door de RvB gekozen aanpak. Dit vertrouwen en de staat van dienst<br />
van met name de voorzitter van de RvB weerhield de RvT van ingrijpen<br />
in november/december 2011. De continuïteit en de kwaliteit van het<br />
bestuur kwamen wel scherper op de agenda van de RvT te staan. Maar<br />
wie vertrouwen vraagt mist zelfvertrouwen. Ook dat is een “zwak” signaal<br />
dat niet genegeerd mag worden.<br />
Ook bij de Eyeworks-affaire volgde de RvT deze lijn. Hoewel de reputatie<br />
van het VUmc in februari 2012 ernstig geschaad werd, werd alleen<br />
achter de schermen intensief met de RvB overlegd. De RvT meende dat<br />
openlijk ingrijpen in de RvB op dat moment onverstandig was. De RvT<br />
hield het vertrouwen in de wijze waarop de RvB de Eyeworks-affaire<br />
aanpakte. Via de kwaliteits<strong>commissie</strong> werd dit intensief gevolgd. De RvB<br />
beschouwde de Eyeworksaffaire als een “bedrijfsongeval” en besefte niet<br />
dat deze affaire wederom een manifestatie vormde van de dieperliggende<br />
samenwerkingsproblematiek in het ziekenhuis en van de ontstane<br />
afstand van de RvB tot de basis van het ziekenhuis.<br />
Uit de door de <strong>commissie</strong> bestudeerde stukken blijkt, dat de nieuwe<br />
voorzitter van de RvT, die eind april 2012 aantrad, direct nieuwe<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 13
afspraken maakte met de leden van de RvB omtrent de bestuurlijke<br />
samenstelling. Deze afspraken werden eind juni 2012 door de RvT<br />
gedetailleerd vastgelegd.<br />
Na het <strong>onder</strong> verscherpt toezicht stellen van het gehele VUmc in augustus<br />
2012 bleek deze beleidslijn niet langer houdbaar en werd duidelijk dat<br />
een deel van het VUmc bestuur zou aftreden. De RvT reageerde direct<br />
op deze ontwikkeling, trad in nauw overleg met delegaties van de<br />
organisatie en benoemde voortvarend een interim-bestuur.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 14
Hoofdstuk 4<br />
Conclusies<br />
De RvT van VU-VUmc heeft behoefte aan reflectie op het eigen handelen.<br />
In dat licht formuleert de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> haar conclusies. De<br />
<strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> hanteert het volgende beoordelingskader om tot<br />
conclusies te komen.<br />
Beoordelingskader<br />
Van oudsher concentreert de verantwoordelijkheid van het toezicht<br />
zich op het zorgdragen voor de continuïteit en de kwaliteit van het<br />
bestuur. Dat was, is en blijft de kerntaak van het toezicht. Toezicht<br />
kan nooit bestuur vervangen, hoe goed het toezicht ook is. In dit licht<br />
gezien komen dan <strong>onder</strong>werpen op de toezichtagenda als de kwaliteit<br />
en de veiligheid van de patiëntenzorg, wetenschappelijke ontwikkeling,<br />
financiën, strategie, risicomanagement, organisatie, cultuur,<br />
personeelsbeleid, reputatie en maatschappelijke verantwoording.<br />
In een IGZ-rapport van november 2009 <strong>onder</strong> de titel “De vrijblijvendheid<br />
voorbij” wordt meer specifiek voor goed toezicht het volgende belangrijk<br />
geacht. Het toezicht:<br />
- dient over kennis van de sector en het primair proces te beschikken<br />
- ervoor te zorgen dat zij goede informatie tot zich neemt en ernaar<br />
handelt<br />
- gevoelig te zijn voor zwakke signalen<br />
- en duidelijk en snel op te treden als het vertrouwen en de reputatie<br />
wordt geschaad.<br />
In de Zorgbrede Governancecode van januari 2010 wordt verder<br />
gesteld dat de RvT verantwoordelijk is voor de kwaliteit van haar eigen<br />
functioneren. Leden moeten op openbare wijze worden geworven. Het<br />
Toezichtkader van de IGZ van april 2011 stelt <strong>onder</strong> andere dat de RvT<br />
geïnformeerd dient te zijn over wat er speelt <strong>onder</strong> leidinggevenden,<br />
professionals en patiënten.<br />
Het ‘duurzame’ uitgangspunt om te zorgen voor de continuïteit en de<br />
kwaliteit van het bestuur alsmede de meer recente en toegesneden<br />
governanceopvattingen voor de zorgsector gelden uiteraard ook voor<br />
het VUmc toezicht. Dat het VUmc een unieke organisatie is door zijn<br />
oorsprong en filosofie, doet daar niets aan af.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 15
Conclusies<br />
Als de <strong>commissie</strong> de gebeurtenissen in de bestudeerde periode toetst aan<br />
dit beoordelingskader, concludeert de <strong>commissie</strong> het volgende.<br />
- Vanaf 2007 tot mei 2012 kan niet worden gesproken van een adequate<br />
wijze van toezicht op het VUmc. De kwaliteit van het toezicht komt<br />
vanaf ca. 2007 geleidelijk <strong>onder</strong> druk te staan. Dat komt door een<br />
combinatie van factoren, zoals de deels opportunistische werkwijze<br />
met betrekking tot de samenstelling van de RvT als gevolg van<br />
de beoogde fusies waardoor de RvT onvoldoende grip had op de<br />
eigen samenstelling. Hoewel de toezichtstaak veel complexer werd,<br />
accepteerde de RvT deze gang van zaken kennelijk bewust. De RvT<br />
bestond vanaf eind 2008 tot eind 2011 uit 9 en enkele maanden<br />
zelfs uit 10 leden en hield toezicht op 5 instellingen. In de literatuur<br />
is bekend dat naar mate een raad van commissarissen groter is, de<br />
neiging van het bestuur om aan commissarissen (vertrouwelijke)<br />
informatie te onthouden groter zal zijn. Daar kwam nog bij dat door<br />
de invoering van de divisiestructuur (2007) het bestuur op grotere<br />
afstand van de operatie geraakte. De RvT organiseerde in deze periode<br />
onvoldoende een eigen informatievoorziening met de werkorganisatie<br />
om deze afstand te overbruggen.<br />
- De RvT is er jegens het VUmc niet in geslaagd de kwaliteit en de<br />
continuïteit van het bestuur voldoende te waarborgen. De kwaliteit<br />
van het bestuur werd geleidelijk uitgehold en de samenstelling van het<br />
bestuur was inhoudelijk en qua omvang volgens de <strong>commissie</strong> niet<br />
meer toegerust voor de complexiteit van het medisch-wetenschappelijk<br />
bedrijf. Als het bestuur de grip kwijt raakt moet het toezicht ingrijpen.<br />
Dat ingrijpen vond pas in augustus 2012 plaats.<br />
- De RvT is er niet in geslaagd ernstige reputatieschade voor het VUmc te<br />
voorkomen, mede omdat de RvT te lang vertrouwen heeft gehad in de<br />
wijze waarop de RvB de gerezen problemen aanpakte.<br />
- Sinds begin 2012 zorgen wijzigingen in de structuur en in het<br />
leiderschap in de RvT geleidelijk en duidelijk voor een nieuwe aanpak<br />
van het toezicht. Het is nu zaak daarop voort te “borduren” en daarmee<br />
het toezicht voor het VUmc op een adequater peil te brengen.<br />
Voor het onvoldoende functioneren van het toezicht zijn in dit rapport<br />
veel verklarende factoren te vinden. Zoals de groeiende complexiteit<br />
van het toezichtwerk, de <strong>onder</strong>schatting van de zwaarte van de taak,<br />
de gekozen werkwijze waardoor essentiële informatie (te) laat bij de<br />
voltallige RvT kwam, de toedekkende cultuur, de succesvolle wijze<br />
waarop het VUmc op alle fronten opereerde en de zeker tot de zomer van<br />
2011 onbetwiste status van de voorzitter van de RvB, zowel binnen het<br />
VUmc als in de landelijke gremia.<br />
Deze factoren moeten niet worden ontkend of genegeerd. Maar het<br />
resultaat van het toezicht als geheel bezien was onvoldoende. Dat<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 16
lijft de verantwoordelijkheid van ieder lid afz<strong>onder</strong>lijk. Ook bij een<br />
<strong>onder</strong>linge taakverdeling, hoe logisch en verleidelijk ook, is ieder lid<br />
verantwoordelijk voor het collectief functioneren van de RvT.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 17
Hoofdstuk 5<br />
Aanbevelingen<br />
In lijn met de conclusies uit het vorige hoofdstuk komt de <strong>commissie</strong> tot<br />
de volgende aanbevelingen.<br />
1. Versterk per direct het toezicht<br />
Het is niet aan de <strong>commissie</strong> om te bepalen welke consequenties de<br />
huidige RvT of de individuele leden van de RvT aan de observaties en de<br />
conclusies van de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> willen verbinden. De publieke<br />
verantwoording van het uitgevoerde toezicht is immers niet aan de<br />
<strong>commissie</strong>, maar aan de RvT zelf. De <strong>commissie</strong> beperkt zich tot de<br />
constatering dat het belang van patiënten en de continuïteit van zowel<br />
VUmc als VU (en vooralsnog ook GGZ inGeest) voorop dient te staan. Het<br />
zijn gerenommeerde kennisorganisaties met belangrijke publieke taken<br />
in zorg, <strong>onder</strong>wijs en wetenschap. De maatschappij investeert daar veel<br />
in en heeft ook recht op toezicht dat transparant volgens de bestaande<br />
Zorgbrede Governancecode tot stand is gekomen.<br />
Het is in dat belang dat de RvT zo snel mogelijk wordt versterkt,<br />
deels door aanvulling, deels door vernieuwing. De verhouding tussen<br />
aanvulling en vernieuwing is aan de RvT. De “oude” RvT heeft per<br />
1 januari 2012 belangrijke verbeteringen doorgevoerd. Collectief<br />
zijn de negen leden, die tot eind 2011 deel uitmaakten van de RvT,<br />
verantwoordelijk geweest voor de gesignaleerde problemen, maar ook<br />
voor de ingevoerde verbeteringen. De huidige RvT bestaat nog uit drie<br />
leden aangetreden vóór 2012 en uit twee nieuwe leden aangetreden in<br />
2012. Nieuwe leden zullen voortvarend conform de voorschriften uit de<br />
governancecode geworven moeten worden.<br />
De RvT dient de invulling van de vacatures zo spoedig mogelijk ter hand<br />
te nemen om de statutaire omvang van 7 leden te halen. De huidige<br />
situatie vergt echter een buitengewone inspanning van de RvT, die meer<br />
tijd en energie van de RvT leden zal vragen dan zij naar verwachting<br />
beschikbaar kunnen stellen.<br />
Het is daarom in de ogen van de <strong>commissie</strong> raadzaam om per direct één<br />
gedelegeerd toezichthouder te benoemen die als een soort kwartiermaker<br />
meer tijd en ruimte krijgt dan een ‘normaal’ RvT lid en een belangrijke rol<br />
speelt bij de vernieuwing en versterking van het toezicht. Deze “nonexecutive”<br />
zal in aanvulling op en ter <strong>onder</strong>steuning van het interim<br />
bestuur ook een belangrijke rol kunnen spelen bij het samenstellen van<br />
een vernieuwde RvB.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 18
2. Studie naar splitsing van het toezicht<br />
Op middellange termijn is het noodzakelijk te bezien hoe het toezicht<br />
qua organisatie en structuur nog beter kan worden toegespitst op de<br />
verschillende werkorganisaties die VU en VUmc zijn. De geschiedenis van<br />
de afgelopen periode leert, dat het toezicht houden op beide organisaties<br />
een zeer complexe en tijdrovende zaak is. Tegelijkertijd is het uiteraard<br />
wel noodzakelijk om het eigene van de VU Vereniging en de stichting<br />
VU-VUmc, de bijz<strong>onder</strong>e identiteit en geschiedenis, te borgen. Bovendien<br />
is de <strong>onder</strong>linge verwevenheid van VU en VUmc in veel opzichten<br />
redelijk groot; inhoudelijk, financieel en qua huisvesting/vastgoed. De<br />
geschiedenis van de afgelopen jaren leert ook, dat het toezicht dichter<br />
op de werkorganisatie georganiseerd moet worden. De verandering zoals<br />
die in januari 2012 is ingezet, is daarvoor een eerste stap in de goede<br />
richting, maar deze is naar de mening van de <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong><br />
vermoedelijk niet voldoende. Een nader <strong>onder</strong>zoek zal in de loop van<br />
2013 moeten uitwijzen, hoe het toezicht binnen de VU vereniging zo<br />
vorm gegeven kan worden, dat zowel de eenheid als de verscheidenheid<br />
van beide werkorganisaties recht worden gedaan. Bovendien kan dan<br />
een herbezinning plaats vinden op de uitgangspunten die de Verenging<br />
VU-Windesheim heeft geformuleerd voor de samenstelling van de RvT.<br />
De <strong>onder</strong>zoeks<strong>commissie</strong> acht één toezichthouder met kennis van het<br />
universitair medisch specialistische bedrijf te beperkt.<br />
Op korte termijn ligt in ieder geval de oprichting van een aparte RvT<br />
voor GGZ inGeest voor de hand. Binnen de versterkte, aangevulde<br />
en vernieuwde RvT van VU-VUmc kan per direct gewerkt gaan<br />
worden met een werkverdeling, waarbij bijvoorbeeld 2 of 3 leden<br />
zich specifiek richten op het VUmc, dan wel de VU. De voorzitter kan<br />
een tussenpositie innemen en als verbindende factor deel uit maken<br />
van beide ‘kamers’. Dan moet echter wel voorkomen worden dat de<br />
collectieve verantwoordelijkheid van de RvT in de praktijk onvoldoende<br />
wordt ingevuld en waar gemaakt. Het is in dit licht raadzaam het<br />
bestuurssecretariaat van de RvT, de RvB en het CvB van de VU <strong>onder</strong> één<br />
leiding te brengen.<br />
3. Zo snel mogelijk vernieuwen van de Raad van Bestuur<br />
Een snelle vorming van een nieuwe RvB is een absolute must. Een interim<br />
bestuur kan, hoe goed ook, nooit die binding met en dat draagvlak in de<br />
werkorganisatie krijgen die nodig zijn voor het duurzaam normaliseren<br />
van de werkverhoudingen in de organisatie. Het belang van de vormende<br />
kant van het bestuur in zowel professioneel als mentaal opzicht mag<br />
niet worden <strong>onder</strong>schat; zeker thans niet in het ontspoorde werkklimaat<br />
in belangrijke delen van het VUmc. De <strong>commissie</strong> pleit daarom voor een<br />
snelle bemensing van de RvB, waarbij versnelde procedures gevolgd<br />
moeten kunnen worden, z<strong>onder</strong> inbreuk te doen aan de inbreng van de<br />
geëigende gremia.<br />
Op het niveau van het bestuur heeft een vierhoofdige RvB de voorkeur<br />
van de <strong>commissie</strong>. In de RvB zijn tenminste 2 medisch specialisten (van<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 19
verschillende origine) nodig om het contact met de werkvloer en de<br />
afdelingen te kunnen intensiveren. Veel van de huidige problemen in<br />
het domein van de patiëntenzorg zijn terug te voeren op een geleidelijk<br />
ontstane onvoldoende bestuurlijke blik op en capaciteit voor de medische<br />
en verpleegkundige procesgang. Een vierhoofdig collegiaal model blijkt<br />
in de praktijk een stabiele en kwalitatief goede bestuursvorm te kunnen<br />
zijn.<br />
De voorzitter van de RvB vervult zo nodig een eindbeslissende rol bij<br />
lastige besluitvorming. De klinische afdelingen worden bij voorkeur<br />
verdeeld over de bestuurders met medisch specialistische achtergrond<br />
in een collegiaal bestuursmodel. Ook de voorzitter kan één van beide<br />
medisch specialisten zijn. De RvB wordt gecompleteerd met een sterke<br />
beheerfunctie.<br />
Uiteraard verdient de topstructuur nadere uitwerking en dialoog met de<br />
organisatie.<br />
4. Advies met betrekking tot de werkorganisatie<br />
Op het niveau van de organisatie valt het advies van de <strong>commissie</strong> in<br />
twee aspecten uiteen. Ten eerste raadt de <strong>commissie</strong> een evaluatiestudie<br />
aan van de voor- en nadelen van de huidige divisiestructuur. De<br />
<strong>commissie</strong> kan zich niet aan de indruk onttrekken dat veel van de<br />
huidige problemen te maken hebben met gebrekkig bestuurlijk contact<br />
en begeleiding in samenhang met een haperende divisiestructuur.<br />
Daarbij is de divisiestructuur niet per sé de oorzaak van de problemen.<br />
Ook elders is met deze werkvorm ervaring opgedaan. Een minder<br />
stringente hantering van deze vorm zal naar verwachting de bestuurlijke<br />
betrokkenheid bij het primair proces ten goede komen.<br />
Bij een volwaardige bestuursfunctie behoort minder gelaagdheid in de<br />
organisatie zeker tot de mogelijkheden. Minder gelaagdheid leidt tot<br />
directer optreden. Daar is behoefte aan. Een volwaardig bestuur zal zich<br />
ook willen laten zien in het primaire proces z<strong>onder</strong> gehinderd te worden<br />
door extra managementlagen, bureaucratische bepalingen en overmatige<br />
stafvorming.<br />
De <strong>commissie</strong> pleit er voor te bezien hoe het medisch primaat weer<br />
meer in het centrum van de organisatiewerking kan komen. Ook in de<br />
formele overlegstructuur hoort het medisch primaat in praktijk te worden<br />
gebracht. Het zijn toch vooral de afdelingshoofden die moeten kunnen<br />
werken als scharnierpunt voor een evenwichtige aandacht voor de drie<br />
kerntaken in de academische geneeskunde en gezondheidszorg en alle<br />
daarbij betrokken disciplines.<br />
Daarmee geeft de <strong>commissie</strong> ook aan - en dat is het tweede deel van het<br />
advies met betrekking tot de werkorganisatie - dat in de werkorganisatie<br />
veel meer nodig is dan een verplatting van de organisatie of een<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 20
verfijning van de managementstructuur. Er zal intelligent en intensief -<br />
door het nieuwe bestuur en met hen door de gehele organisatie - gewerkt<br />
moeten worden aan het hervinden van de trots in de eigen organisatie en<br />
in het herstellen van de goede reputatie. De positieve krachten, die naar<br />
de stellige indruk van de <strong>commissie</strong> ook hier de overgrote meerderheid<br />
van de organisatie uitmaken, moeten weer het podium krijgen. De<br />
verhoudingen moeten worden genormaliseerd, de contacten hersteld.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 21
Deel II<br />
Bijlagen<br />
Geïnterviewde personen<br />
Samenstelling RvT<br />
Samenstelling RvB<br />
(Concept) taakomschrijving tijdelijk<br />
gedelegeerd toezichthouder<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 22
Samenstelling RvT<br />
Samenstelling van de RvT<br />
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012<br />
omvang RvT ultimo 7 7 7 9 8 8 9 9 9 10 9 5<br />
datum aftreden 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4<br />
datum eerste<br />
benoeming<br />
Cees Veerman 1 januari 2012<br />
Alexandra Schaapveld 15 november 2008<br />
Willem van Tilburg 25 juni 2010<br />
Frans Leijnse 1 april 2007<br />
Jacqueline Rijsdijk 1 januari 2012<br />
Pieter Bouw (vz. 2001 - 2012) 1 januari 2001 19 april 2012<br />
Rein Willems 1 augustus 2006 1 september 2012<br />
Hans Berg (InGeest) 1 januari 2008 31 december 2011<br />
Leendert Bikker 1 augustus 2006 31 december 2011<br />
Aad Weijsenfeld (InGeest) 1 januari 2008 31 december 2011<br />
René Paas 1 augustus 2006 31 december 2011<br />
Anneke de Widt-Nieuwenhuizen (Windesheim) 1 januari 2004 25 mei 2011<br />
Elco Brinkman (vz. 1996-2001) 1 januari 1995 22 mei 2008<br />
mevr. I.E.E. van der Dussen 2004 22 mei 2008<br />
J.M. Bleichrodt 2001 22 mei 2008<br />
Anton Westerlaken 2001 2006<br />
B. Sangster 2001 2006<br />
P.M. Volten 2001 2006<br />
Doekle Terpstra 2003 2005<br />
Kees Storm 2001 2003<br />
Annemiek Roobeek 1996 2001<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 24<br />
Roeleke Vunderink (secr.) 2007
Samenstelling RvB VU-MC (collegiaal bestuur met portefeuilleverdeling )<br />
Samenstelling van de RvB<br />
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012<br />
4 4 4 3 3 3 4 4 4 4 3 3<br />
omvang RvB ultimo<br />
Elmer Mulder 1999<br />
Jean Savelkoul 2000 1 sep 2011<br />
Wim Stalman (decaan) 1 mrt 2007<br />
Wouter van Ewijk 1 jan 2008<br />
van der Veen (decaan) 2000 1 mrt 2007<br />
T.J. Halma 1983 2004<br />
F. Faber (secr) 1989 2005<br />
Orian van der Beek (secr) 2005<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 25
(Concept) taakomschrijving<br />
tijdelijk gedelegeerd<br />
toezichthouder<br />
Doelstelling van de functie<br />
- Volwaardig en uitvoerbaar toezicht mede mogelijk maken<br />
- Risicoreductie van de toezichtfunctie. Voorkomen mogelijke<br />
reputatieschade<br />
- Verbetering van de kwaliteit van besluitvorming op strategisch niveau.<br />
Taken en bevoegdheden:<br />
- Adviseur van de Raad van Bestuur (RvB) vanuit de toezichtrol<br />
- Vrije toegang tot de RvB. Vrije toegang tot de organisatie in afstemming<br />
met de RvB<br />
- Informatievoorziening naar de Raad van Toezicht (RvT) verdiepen en<br />
vereenvoudigen<br />
- Gepaste escalatiemogelijkheid bieden voor medewerkers en<br />
leidinggevenden<br />
- Assistentie verlenen bij specifieke knelpunten in de organisatie met<br />
behoud van de verantwoordelijkheid van de RvT.<br />
Verantwoordelijkheden:<br />
- Evenwichtige informatievoorziening van de RvT, inclusief het principe<br />
van hoor en wederhoor<br />
- De toezichtfunctie op voldoende kracht brengen. Advisering daartoe<br />
- De alertheid op spanningen in de organisatie vergroten en tijdige<br />
bijsturing mogelijk maken.<br />
Aanstelling:<br />
- Medisch specialist met bestuurlijke ervaring<br />
- Eén dag per week gemiddeld beschikbaar<br />
- Aanstelling voor één jaar, met mogelijkheid tot verlenging<br />
- Bereidheid tot ‘gewoon’ RvT lidmaatschap<br />
- Geen ambitie tot bestuursfunctie in VUmc.<br />
EINDRAPPORT Onderzoeks<strong>commissie</strong> Toezichtfunctie VUmc - 26