Negen classificaties - International Institute of Social History
Negen classificaties - International Institute of Social History
Negen classificaties - International Institute of Social History
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De `0' werd toegekend in het geval van de niet verder onderverdeelde onderste twee sociale<br />
lagen van Van Tulder en in het geval van systematische problemen bij de verdere indeling<br />
in de bovenste vier categorieën (zie hierna).<br />
Naast VT en VTX werd er nog een derde variabele opgenomen met daarin een kodering<br />
voor de `zekerheid' waarmee een beroepstitel kon worden ingedeeld. Deze variabele TTZ<br />
heeft de volgende waarden:<br />
1 Letterlijk terug te vinden in de lijst van Treiman <strong>of</strong> van Van Tulder<br />
2 Het beroep is goed <strong>of</strong> redelijk vergelijkbaar met een beroep uit de lijst van Treiman<br />
<strong>of</strong> van Van Tulder<br />
4 Zelfstandigheid-/grootte-probleem, ingedeeld volgens specifieke criteria (alleen van<br />
toepassing op de socio-pr<strong>of</strong>essionele categorieën 31 t/m 35)<br />
Er werd niet getracht op voorhand een oplossing te geven voor de gevallen die – strikt<br />
genomen – op grond van alleen de beroepstitel niet zijn in te delen. Het gaat hier om de<br />
socio-pr<strong>of</strong>essionele beroepsgroepen 31 t/m 35 (M96-indeling). In deze groepen bevinden<br />
zich ook die titels die kunnen betekenen dat de functie zelfstandig werd uitgeoefend, maar<br />
waarvan dit niet met zekerheid kan worden afgeleid. In het volgende zullen de keuzes<br />
worden besproken die er voor bepaalde probleemcategorieën binnen deze beroepsgroepen<br />
gemaakt moesten worden.<br />
Subgroep 31 (landbouwers e.d.)<br />
De mogelijke indelingen van zelfstandige landbouwers in een bepaalde sociale laag zijn<br />
de volgende (kode VTX, tussen teksthaken de prestige-toekenning bij Treiman):<br />
22 [ 55.7 ] Grote bedrijven,<br />
31 [ 50.4 ] Kleinbedrijf (met personeel)<br />
42 [ 37.3 ] Kleinbedrijf (zonder personeel)<br />
Voor het merendeel van deze beroepen was het niet duidelijk hoe deze in de bovenstaande<br />
categorieën in te delen; in deze gevallen werd de zaak gefixeerd op de derde laag bij Van<br />
Tulder zonder enige verdere onderverdeling: 30.<br />
Subgroep 32 (directeuren/eigenaren industriële bedrijven)<br />
De omschrijvingen in deze categorie zijn dusdanig (directeur, fabrikanten) dat deze<br />
hoogstwaarschijnlijk altijd firma's betreffen met personeel en soms zeer veel personeel.<br />
Mogelijke indeling:<br />
11 [ 77,5 ] Grote industriële bedrijven<br />
21 [ 62,6 ] Middenbedrijf (ca. 50 personeel)<br />
3 Kleinbedrijf<br />
Bij de statustoekenning is er uitgegaan van de veronderstelling dat de titel `industrieel' staat<br />
voor een eigenaar van een grootbedrijf (prestige-categorie 11), dat met de titel `directeur'<br />
<strong>of</strong> `fabrikant' eigenaren/beheerders van redelijk grote bedrijven worden aangeduid<br />
(categorie 10) en dat met de term `ho<strong>of</strong>d' kleinere bedrijven worden aangeduid (categorie<br />
20).<br />
Subgroep 33 (zelfstandigen: ambacht/middenstand/bouw)<br />
Deze categorie bestaat uit personen die zelfstandig een ambacht uitoefenden, al dan niet<br />
met personeel, soms met veel personeel. Daarnaast vervulde men veelvuldig een<br />
commerciële functie (kappers, bakkers). Afhankelijk van het al dan niet uitoefenen van een<br />
directe commerciële functie werd deze subgroep in tweeën verdeeld (331 en 335, zie<br />
appendix A). Mogelijke indeling:<br />
11