01.05.2013 Views

EEMLAND - Natuur en Milieufederatie Utrecht

EEMLAND - Natuur en Milieufederatie Utrecht

EEMLAND - Natuur en Milieufederatie Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WATERWENSEN VERENIGING NATUURMONUMENTEN<br />

VOOR KRW-DOELEN EN -MAATREGELEN<br />

<strong>EEMLAND</strong>


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

INHOUD<br />

1. INLEIDING..................................................................................................................................... 3<br />

1.1. Aanleiding............................................................................................................................... 3<br />

1.2. Doel ........................................................................................................................................ 3<br />

1.3. Aanpak ................................................................................................................................... 3<br />

2. INDELING WATEREN................................................................................................................... 5<br />

2.1. Alle relevante water<strong>en</strong> in beeld?............................................................................................ 5<br />

2.2. Alle relevante water<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gediffer<strong>en</strong>tieerd in beeld?................................................ 7<br />

2.3. Indeling in grondwaterlicham<strong>en</strong> ............................................................................................. 8<br />

3. ECOLOGISCHE DOELEN: RICHTING EN AMBITIES ................................................................. 9<br />

3.1. Doelstelling <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>............................................................................................ 9<br />

3.2. Status waterlichaam............................................................................................................. 10<br />

3.3. KRW-watertype <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tie............................................................................................... 11<br />

3.4. KRW-doelstelling.................................................................................................................. 12<br />

3.5. Conclusie relatie doelstelling<strong>en</strong> NM <strong>en</strong> KRW ...................................................................... 12<br />

4. MAATREGELEN.......................................................................................................................... 13<br />

5. HAALBAARHEID; KOSTEN EN BATEN ..................................................................................... 14<br />

5.1. Haalbaarheid........................................................................................................................ 14<br />

5.2. Kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> ................................................................................................................... 15<br />

BIJLAGE 1: Literatuur<br />

BIJLAGE 2: Artikel 4 KRW<br />

BIJLAGE 3: Beschrijving refer<strong>en</strong>tie type R7: langzaam strom<strong>en</strong>de rivier/nev<strong>en</strong>geul op zand/klei<br />

BIJLAGE 4: Beschrijving refer<strong>en</strong>tie type M14: ondiepe, matig grote, gebufferde plass<strong>en</strong>.<br />

COLOFON<br />

Uitgave: Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ’s-Graveland<br />

Datum: 1 oktober 2006<br />

Status: Intern docum<strong>en</strong>t<br />

Auteur: R. Tor<strong>en</strong>beek, ARCADIS Regio Noordoost<br />

In opdacht van: P. Vertegaal, Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

afdeling extern beleid<br />

INTERN DOCUMENT 2


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

1. INLEIDING<br />

In deze interne notitie formuleert de Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (NM) haar inzet voor de<br />

dialoog met de overhed<strong>en</strong> die inzake de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) bevoegd zijn,<br />

over de ecologische doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>odigde maatregel<strong>en</strong> die NM gerealiseerd zou will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in<br />

het Stroomgebiedbeheersplan Rijn-Midd<strong>en</strong> voor Eemland. Beoogde gesprekspartners zijn met<br />

name het Waterschap Vallei <strong>en</strong> Eem, de provincie <strong>Utrecht</strong> <strong>en</strong> de Regionale directie van het<br />

ministerie van LNV.<br />

1.1. Aanleiding<br />

Water behoort tot de belangrijkste randvoorwaard<strong>en</strong> voor de kwaliteit van de natuur in Nederland. Het<br />

strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> waterbeheer dat op de eis<strong>en</strong> van de natuur is afgestemd (kwaliteit, kwantiteit,<br />

hydromorfologie) behoort dan ook tot de core-business van NM. Omdat NM daarbij sterk afhankelijk is<br />

van peilbeheer <strong>en</strong> waterkwaliteitsbeheer buit<strong>en</strong> haar eig<strong>en</strong> terrein<strong>en</strong> spreekt ze de daartoe<br />

verantwoordelijke partij<strong>en</strong> aan, veelal de waterbeheerder, het waterschap of Rijkswaterstaat.<br />

Met de komst van de KRW is er red<strong>en</strong> voor NM om haar visie op de waterrandvoorwaard<strong>en</strong> in <strong>en</strong> om<br />

de gebied<strong>en</strong> die zij beheert systematisch te verwoord<strong>en</strong> voor de dialoog met de overheid: Juist nu de<br />

waterbeheerders <strong>en</strong> provincies hun plann<strong>en</strong> voor het waterbeheer voor de kom<strong>en</strong>de twintig jaar<br />

herijk<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de vereist<strong>en</strong> van de KRW, ligg<strong>en</strong> er kans<strong>en</strong> om al dan niet lang gekoesterde w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

(opnieuw) aan de betrokk<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> voor te legg<strong>en</strong>. Andersom moet NM alert zijn dat er in dat<br />

herijkingsproces ge<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> voor die lange periode tot 2027 word<strong>en</strong> vastgelegd die voor haar<br />

gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambities onw<strong>en</strong>selijk zijn.<br />

Mom<strong>en</strong>teel wordt door de waterschapp<strong>en</strong> gewerkt aan verk<strong>en</strong>ning van doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> voor<br />

afzonderlijke waterlicham<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de KRW-deelstroomgebied<strong>en</strong>. Dit is voor het eerst dat de<br />

KRW zich heel concreet toespitst op het schaalniveau dat onze eig<strong>en</strong> beheersdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

toekomstvisies van NM raakt. NM wil goed voorbereid op dit proces inhak<strong>en</strong>. Daartoe is het zaak dat<br />

NM haar visie op de ecologische waterdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterrandvoorwaard<strong>en</strong> voor haar gebied<strong>en</strong> concreet<br />

weet te vertal<strong>en</strong> in de terminologie waarin de overheid deze uiterlijk eind 2009 moet vastlegg<strong>en</strong> in<br />

Stroomgebiedbeheersplann<strong>en</strong> conform de vereist<strong>en</strong> van de KRW. Voor NM vereist dit e<strong>en</strong> vertaalslag<br />

van de wijze waarop zij haar doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor maatregel<strong>en</strong> tot nu toe verwoordde. Voor<br />

onderdel<strong>en</strong> uit de KRW-systematiek waarop NM haar visie in het geheel nog niet gebiedsgericht<br />

vastlegde, moet dit alsnog zoveel mogelijk gebeur<strong>en</strong>.<br />

1.2. Doel<br />

In deze notitie doet NM e<strong>en</strong> voorzet om de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van watergebond<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

maatregel<strong>en</strong> voor Eemland ‘KRW-proof’ te formuler<strong>en</strong>.<br />

1.3. Aanpak<br />

Om te kunn<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong> waarop we onze inzet in de dialoog moet<strong>en</strong> toespits<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> vergelijking<br />

gemaakt met reeds door de overheid geformuleerde conceptdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong>programma’s of<br />

de vermoedelijke richting daarvan. De hele analyse is volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vast strami<strong>en</strong> verricht<br />

(beoordelingskader). De volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behandeld:<br />

Hoofdstuk 2: W<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van NM t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de begr<strong>en</strong>zing van relevante water<strong>en</strong> in het KRWproces.<br />

Hoofdstuk 3: De doelstelling<strong>en</strong> van NM vergelek<strong>en</strong> met de ecologische doelstelling<strong>en</strong> (of de<br />

richting daarvan) in het KRW-proces.<br />

Hoofdstuk 4: Noodzakelijke maatregel<strong>en</strong> die NM voor og<strong>en</strong> heeft vergelek<strong>en</strong> met maatregel<strong>en</strong> die<br />

in het KRW-proces b<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> (of lijk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>).<br />

Hoofdstuk 5: De gew<strong>en</strong>ste planning (urg<strong>en</strong>tie) van maatregel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s NM vergelek<strong>en</strong> in het licht<br />

van de mogelijkhed<strong>en</strong> voor fasering van maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitzondering<strong>en</strong> op<br />

doelstelling<strong>en</strong> in het KRW-proces.<br />

INTERN DOCUMENT 3


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

NM heeft haar visie op doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste maatregel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van haar gebied<strong>en</strong> in de loop<br />

van de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> vastgelegd in verschill<strong>en</strong>de interne notities (beheers- <strong>en</strong> monitoringplann<strong>en</strong>,<br />

gebiedsvisies, natuurdoeltyp<strong>en</strong>, Opgav<strong>en</strong> in Beeld). T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de doel<strong>en</strong> beroept NM zich<br />

daarbij mede op de natuurdoeltypebeschrijving<strong>en</strong> van LNV <strong>en</strong> op de concept-instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

voor Natura 2000 gebied<strong>en</strong>. Dit eig<strong>en</strong> beeld op de doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> is bij de locale beheerders<br />

voldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d.<br />

Voor zover van toepassing word<strong>en</strong> ook algem<strong>en</strong>e toelichting<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Deze opmerking<strong>en</strong> zijn nietspecifiek<br />

voor het gebied. De betreff<strong>en</strong>de passages word<strong>en</strong> cursief weergegev<strong>en</strong>.<br />

Leeswijzer<br />

In het tweede hoofdstuk wordt het begrip waterlichaam toegelicht. Daarnaast wordt aangegev<strong>en</strong> hoe<br />

<strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> staat teg<strong>en</strong>over het gebruik <strong>en</strong> de invulling van dit begrip. In<br />

hoofdstuk drie wordt uitgelegd hoe de status (natuurlijk, sterk veranderd of kunstmatig) aan e<strong>en</strong><br />

waterlichaam wordt toegek<strong>en</strong>d. Ook word<strong>en</strong> de ecologische doel<strong>en</strong>, de afkorting<strong>en</strong> MEP, GEP <strong>en</strong><br />

GET <strong>en</strong> het “watertype”dat is toegek<strong>en</strong>d aan het betreff<strong>en</strong>de waterlichaam in hun onderlinge relatie<br />

beschrev<strong>en</strong>. Het vierde hoofdstuk geeft aan wanneer bepaalde maatregel<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. En vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> idee van de mogelijke maatregel<strong>en</strong> die wel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de KRW. Het laatste hoofdstuk geeft meer inzicht in de mogelijkhed<strong>en</strong> van het bijstell<strong>en</strong> van de<br />

ecologische doelstelling<strong>en</strong> in relatie tot de haalbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid van de maatregel<strong>en</strong>. Er<br />

wordt ingegaan op de criteria m.b.t. het formuler<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> op welke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de<br />

ecologische doelstelling<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bijgesteld.<br />

Elk onderwerp sluit af met e<strong>en</strong> actie voor NM (intern) <strong>en</strong> de inzet van NM (boodschap voor de<br />

waterbeheerders).<br />

Vooraf<br />

Vergeet niet: alles wat tot nog toe ‘vastligt’ in de gebiedsrapportages KRW 2005, is voorlopig! Alles<br />

kan nog anders in het definitieve stroomgebiedbeheersplan. Met de kanttek<strong>en</strong>ing dat het eig<strong>en</strong>lijk<br />

alle<strong>en</strong> maar beter kan, Brussel (de Europese Commissie, c.q. het Europese Hof) zal zeer gespitst zijn<br />

op ambities die naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> gaan vergelek<strong>en</strong> met de gebiedsrapportages. Laat je dus niet te snel<br />

afschrikk<strong>en</strong> met “kan niet” of “gepasseerd station”: we hebb<strong>en</strong> nog tot december 2009 de tijd om<br />

allerlei strijd<strong>en</strong> te voer<strong>en</strong> als wij dat belangrijk vind<strong>en</strong>…<br />

INTERN DOCUMENT 4


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

2. INDELING WATEREN<br />

2.1. Alle relevante water<strong>en</strong> in beeld?<br />

De KRW werkt met zog<strong>en</strong>aamde ‘waterlicham<strong>en</strong>’ als e<strong>en</strong>heid. Dit geldt zowel voor oppervlaktewater<br />

als grondwater. Aanvankelijk zijn in Nederland ook kleine water<strong>en</strong> (zij- <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van bek<strong>en</strong>,<br />

v<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, slot<strong>en</strong>) als waterlichaam begr<strong>en</strong>sd, veelal weergegev<strong>en</strong> als gebied met dergelijke kleine<br />

water<strong>en</strong>. Later is beslot<strong>en</strong> dat deze kleine water<strong>en</strong> vervall<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> mer<strong>en</strong> groter dan 50 ha<br />

<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>/rivier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stroomgebied groter dan 10 km 2 begr<strong>en</strong>sd. Voor waterrijke gebied<strong>en</strong> (meer<br />

dan 15 tot 20% op<strong>en</strong> water in e<strong>en</strong> hydrologische e<strong>en</strong>heid) <strong>en</strong> ‘ecologisch waardevolle’ kleine water<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> op die regel uitzondering<strong>en</strong> gemaakt. Let wel: als e<strong>en</strong> water niet is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

waterlichaam dan word<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> niet gerapporteerd aan Brussel <strong>en</strong> is er alle kans<br />

dat de ambities voor dat water e<strong>en</strong> stille dood sterv<strong>en</strong>. Jurist<strong>en</strong> gaan er vanuit dat de KRW voor alle<br />

water<strong>en</strong> geldt, maar dat over de kleinste water<strong>en</strong> niet gerapporteerd hoeft te word<strong>en</strong>. Dat is raar, want<br />

Brussel kan dan niet toets<strong>en</strong> of het goed gebeurt. Dit lijkt e<strong>en</strong> inconsist<strong>en</strong>tie in de KRW te zijn. Ook in<br />

veel andere EU-land<strong>en</strong> zijn veel kleine water<strong>en</strong> niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in waterlicham<strong>en</strong>. Toch weet je waar<br />

je aan toe b<strong>en</strong> als er wel zoveel mogelijk waterbeleid in waterlicham<strong>en</strong> wordt vastgelegd, desnoods<br />

als opmerking<strong>en</strong> bij de beschrijving<strong>en</strong> van ontvang<strong>en</strong>de grotere waterlicham<strong>en</strong>. Wij gaan daar voor.<br />

In figuur 1 is het gebied “Eemland” aangegev<strong>en</strong>. Het kerngebied zijn de percel<strong>en</strong> aan weerszijd<strong>en</strong> van<br />

de oude zomerdijk langs de Eem. Parallel aan dit dijkje ligt e<strong>en</strong> brede watergang met wiel<strong>en</strong>. Haaks<br />

daarop ligg<strong>en</strong> veel slot<strong>en</strong>. Daarnaast heeft NM kleinere percel<strong>en</strong> direct langs de Eem in eig<strong>en</strong>dom.<br />

Deze percel<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de oude zomerdijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de (waarschijnlijk nieuwere) dijk langs de Eem.<br />

Tot slot heeft NM e<strong>en</strong> deel van de oever van het Eemmeer (“buit<strong>en</strong>dijkse” grond) in eig<strong>en</strong>dom.<br />

Eemnes<br />

me<strong>en</strong>tdijk<br />

Figuur 1. Eig<strong>en</strong>dom NM (interne gegev<strong>en</strong>s)<br />

Eemland<br />

zomerdijk<br />

Eemmeer<br />

Eem<br />

Spak<strong>en</strong>burg<br />

In figuur 2 is de begr<strong>en</strong>zing van het Vogelrichtlijngebied Eemmeer weergegev<strong>en</strong>. Dit gebied overlapt<br />

e<strong>en</strong> klein stukje met Eemland, namelijk met de “buit<strong>en</strong>dijkse” oever van het Eemmeer dat NM in<br />

eig<strong>en</strong>dom heeft. In de directe omgeving van Eemland ligg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> andere Vogel- of<br />

Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong>.<br />

INTERN DOCUMENT 5


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

Leg<strong>en</strong>da<br />

Eu Vogelrichtlijn2006 vogelrln_2006<br />

<strong>Natuur</strong>gebied<strong>en</strong><br />

Figuur 2, Ligging Vogelrichtlijngebied<strong>en</strong> (interne gegev<strong>en</strong>s)<br />

In figuur 3 is de meest rec<strong>en</strong>te indeling van waterlicham<strong>en</strong> van het Waterschap Vallei <strong>en</strong> Eem<br />

gegev<strong>en</strong>. De Eem is als waterlichaam begr<strong>en</strong>sd. Daarnaast is de Eemnesservaart, die van de Eem<br />

naar Eemnes stroomt, als waterlichaam begr<strong>en</strong>sd. In Eemland zelf zijn ge<strong>en</strong> waterlicham<strong>en</strong> begr<strong>en</strong>sd.<br />

Eemland<br />

Figuur 3. Meest rec<strong>en</strong>te indeling waterlicham<strong>en</strong> (gegev<strong>en</strong>s Waterschap Vallei <strong>en</strong> Eem)<br />

INTERN DOCUMENT 6


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

De randmer<strong>en</strong>, waarvan het Eemmeer er één is, zijn als aparte waterlicham<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> (dit is niet<br />

in figuur 3 weergegev<strong>en</strong>). Het eig<strong>en</strong>dom van NM van de oever van het Eemmeer heeft e<strong>en</strong> directe<br />

relatie met dit waterlichaam. Het is niet duidelijk of de oevergrond bij de begr<strong>en</strong>zing van het<br />

waterlichaam is betrokk<strong>en</strong>. Vanwege de beperkte tijd zijn deze gegev<strong>en</strong>s niet achterhaald.<br />

Op termijn wil NM dat de Eem natuurlijker wordt ingericht. De grasland<strong>en</strong> direct gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan de Eem<br />

zoud<strong>en</strong> daarbij betrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Om dit proces te versnell<strong>en</strong> zou het goed zijn als deze<br />

gebied<strong>en</strong> bij de begr<strong>en</strong>zing van de Eem betrokk<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Iets vergelijkbaars is in Nederland<br />

ook met de grote rivier<strong>en</strong> gebeurd: de uiterwaard<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> onderdeel uit van de begr<strong>en</strong>zing van het<br />

waterlichaam. NM is er dus voorstander van dat de oorspronkelijke inundatiegebied<strong>en</strong> langs de Eem<br />

bij de begr<strong>en</strong>zing van het waterlichaam betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De waterhuishoudkundige ingrep<strong>en</strong> die<br />

hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij het formuler<strong>en</strong> van doel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

maatregel<strong>en</strong> in het KRW proces, kom<strong>en</strong> zo duidelijker in beeld. Daarnaast heeft <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

de w<strong>en</strong>s de monding van de Eem natuurlijker in te richt<strong>en</strong>. Hiertoe bestaan voldo<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

aangezi<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> infrastructurele werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bebouwing van betek<strong>en</strong>is is.<br />

Het belang van de waterkwaliteit <strong>en</strong> –kwantiteit van de overige terrein<strong>en</strong> van NM (dit betreft dus de<br />

weidevogelgrasland<strong>en</strong> in de polder) kan zowel via het waterlichaam Eemnesservaart als via het<br />

waterlichaam van de Eem verlop<strong>en</strong>. De slot<strong>en</strong> in Eemland water<strong>en</strong> af via de Eemnesservaart, die op<br />

zijn beurt via e<strong>en</strong> gemaal afwatert op de Eem. De kwaliteit van het water in de Eemnesservaart <strong>en</strong> de<br />

Eem is dus mede afhankelijk van de kwaliteit van het water in de slot<strong>en</strong> van Eemland. Hetzelfde geldt<br />

voor de waterkwantiteit. T<strong>en</strong> behoeve van b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>strooms geleg<strong>en</strong> waterlicham<strong>en</strong> moet vaak<br />

bov<strong>en</strong>strooms in de haarvat<strong>en</strong> water word<strong>en</strong> vastgehoud<strong>en</strong>. Omdat de invloed van het water uit<br />

Eemland op de Eem kleiner is dan de invloed op de Eemnesservaart, is het voor NM het handigst om<br />

vooral via de relatie met de Eemnesservaart in het KRW-proces in te stapp<strong>en</strong>.<br />

Inzet NM:<br />

− De oorspronkelijke inundatiegebied<strong>en</strong> langs de Eem bij het waterlichaam van de Eem betrekk<strong>en</strong>.<br />

− E<strong>en</strong> groter deel van de monding <strong>en</strong> oeverland<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong> bij het waterlichaam.<br />

− Het belang van de waterkwaliteit <strong>en</strong> –kwantiteit van de slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> waai<strong>en</strong> in Eemland via het<br />

waterlichaam van de Eemnesservaart in het KRW-proces inbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Huiswerk NM:<br />

− De exacte begr<strong>en</strong>zing van het waterlichaam Eemmeer bij Rijkswaterstaat of het Regionaal<br />

Ambtelijk Overleg van Rijn-Midd<strong>en</strong> opvrag<strong>en</strong>. Contactpersoon RAO Rijn-Midd<strong>en</strong>: Roelof Koops,<br />

provincie Flevoland.<br />

2.2. Alle relevante water<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gediffer<strong>en</strong>tieerd in beeld?<br />

Bij de definitie voor waterlichaam hoort dat er voor het hele waterlichaam sprake moet zijn van e<strong>en</strong><br />

uniform watertype <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uniforme doelstelling (KRW App<strong>en</strong>dix II). Hoe ruimer de doelstelling is<br />

geformuleerd, hoe makkelijker dit zal lukk<strong>en</strong>, maar je kunt je voorstell<strong>en</strong> dat dit beeld verfijning<br />

behoeft. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat de doelstelling zo slap wordt dat dit t<strong>en</strong> koste gaat van de<br />

ambities voor de meer kwetsbare gebied<strong>en</strong> (actueel èn pot<strong>en</strong>tieel).<br />

De b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>loop van de Eem van de monding tot in Amersfoort is als één waterlichaam begr<strong>en</strong>sd.<br />

Hoewel het traject in Amersfoort zelf afwijk<strong>en</strong>d is omdat het minder mogelijkhed<strong>en</strong> voor herstel biedt,<br />

is verdere opsplitsing niet noodzakelijk. Er hoev<strong>en</strong> bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de watertyp<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Ook de begr<strong>en</strong>zing van de Eemnesservaart is gedetailleerd g<strong>en</strong>oeg. Het<br />

Eemmeer, Nijkerkernauw <strong>en</strong> het Gooimeer zijn gezam<strong>en</strong>lijk begr<strong>en</strong>sd als één waterlichaam onder de<br />

naam Zuidelijke randmer<strong>en</strong>. Differ<strong>en</strong>tiatie tuss<strong>en</strong> deze randmer<strong>en</strong> zou alle<strong>en</strong> nodig kunn<strong>en</strong> zijn m.b.t.<br />

de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> die geld<strong>en</strong> vanuit de Vogelrichtlijn. Op het eerste gezicht lijkt dit niet<br />

nodig omdat de eis<strong>en</strong> voor het waterbeheer die vanuit de Vogelrichtlijn geformuleerd gaan word<strong>en</strong><br />

automatisch geld<strong>en</strong> voor de rest van het waterlichaam.<br />

INTERN DOCUMENT 7


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

2.3. Indeling in grondwaterlicham<strong>en</strong><br />

In Nederland is e<strong>en</strong> beperkt aantal zeer grote grondwaterlicham<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>, met daarbinn<strong>en</strong> vele<br />

kleine grondwaterlicham<strong>en</strong>. ‘Kleine’ grondwaterlicham<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> inzijggebied<strong>en</strong> van winning<strong>en</strong> voor<br />

m<strong>en</strong>selijke consumptie. Zowel de grote als de kleine grondwaterlicham<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan<br />

bepaalde kwaliteitseis<strong>en</strong> (m.n. individuele bestrijdingsmiddel<strong>en</strong> < 0,1 µg/l, nitraat < 50 mg/l) <strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> significant effect hebb<strong>en</strong> op de grondwatertoestand van aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de aquatische <strong>en</strong><br />

terrestrische natuur (KRW App<strong>en</strong>dix II).<br />

In figuur 3 is de indeling van de grondwaterlicham<strong>en</strong> van Rijn-Midd<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> (lit. 4, uitsnede).<br />

Het b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>stroomse deel van het beekdal van de Eem met de omligg<strong>en</strong>de polders maakt deel uit<br />

van e<strong>en</strong> groot grondwaterlichaam (klei). Nabij Spak<strong>en</strong>burg is op de kaart met e<strong>en</strong> donkerblauwe kleur<br />

het intrekgebied van e<strong>en</strong> diepe grondwaterwinning aangegev<strong>en</strong>. De begr<strong>en</strong>zing van dit gebied is de<br />

100-jaars zone van het intrekgebied. Maar dit is niet hetzelfde als het beïnvloedingsgebied van de<br />

winning. Het gebied waar grondwaterstandsdaling <strong>en</strong> dus verdroging optreedt, is meestal veel groter.<br />

NM wil graag inzicht hebb<strong>en</strong> in de grootte van dit beinvloedingsgebied. E<strong>en</strong> daling van de<br />

grondwaterstand betek<strong>en</strong>t immers dat de kans groter is dat er ’s zomers water moet word<strong>en</strong> ingelat<strong>en</strong><br />

om peil<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>. Zeker als NM streeft naar e<strong>en</strong> hoger peil in het gebied Eemland, is<br />

dit e<strong>en</strong> belangrijk aspect.<br />

Inzet NM:<br />

We will<strong>en</strong> inzicht hebb<strong>en</strong> in de grootte van het beïnvloedingsgebied van de grondwaterwinning nabij<br />

Spak<strong>en</strong>burg. Deze gebied<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> op kaart moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>.<br />

Figuur 3. Indeling grondwaterlicham<strong>en</strong> (lit. 4, uitsnede)<br />

INTERN DOCUMENT 8


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

3. ECOLOGISCHE DOELEN: RICHTING EN AMBITIES<br />

Volg<strong>en</strong>s de systematiek van de KRW word<strong>en</strong> de ecologische doel<strong>en</strong> gekoppeld aan watertyp<strong>en</strong>. Voor<br />

elk watertype is e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tie-situatie beschrev<strong>en</strong>: de toestand zoals die zou zijn zonder m<strong>en</strong>selijke<br />

beïnvloeding. Het doel is om zoveel als mogelijk die refer<strong>en</strong>tie te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. Het kan echter<br />

voorkom<strong>en</strong> dat het terugdraai<strong>en</strong> van hydromorfologische verandering<strong>en</strong> (‘mitiger<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>’)<br />

”significante” schade aan ”duurzame maatschappelijke activiteit<strong>en</strong>”, zoals scheepvaart, landbouw of<br />

won<strong>en</strong>, veroorzaakt. In dat geval mag de overheid e<strong>en</strong> waterlichaam als “Sterk veranderd” aanmerk<strong>en</strong><br />

(KRW art.4.3a – zie bijlage). Bij de ecologische doelstelling mag je dan rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met zulke<br />

‘onomkeerbare’ hydromorfologische verandering<strong>en</strong>. Iets vergelijkbaars geldt voor ”Kunstmatige”<br />

water<strong>en</strong>. Dit zijn water<strong>en</strong> die op plaats<strong>en</strong> gegrav<strong>en</strong> zijn waar oorspronkelijk ge<strong>en</strong> water van betek<strong>en</strong>is<br />

was. Waterlicham<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s deze definities niet sterk veranderd of kunstmatig g<strong>en</strong>oemd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in de KRW de status “<strong>Natuur</strong>lijk”. De ecologische doelstelling<strong>en</strong> in KRW-term<strong>en</strong> het<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong> Goede Ecologische Toestand (GET) voor natuurlijke water<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Goed Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel<br />

(GEP) voor sterk veranderde <strong>en</strong> kunstmatige water<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> is het GEP lager dan het GET.<br />

Het GET is e<strong>en</strong> lichte afwijking van de natuurlijke refer<strong>en</strong>tie. Het GEP is e<strong>en</strong> lichte afwijking van het<br />

maximaal haalbare ecologsiche niveau voor sterk veranderde <strong>en</strong> kunstmatige water<strong>en</strong> (het Maximaal<br />

Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel – MEP).<br />

De meeste water<strong>en</strong> in Nederland zijn aangemerkt als sterk veranderd of kunstmatig. Op dit mom<strong>en</strong>t<br />

word<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de ecologische doelstelling<strong>en</strong> (GEP) geformuleerd. Dit is nog e<strong>en</strong> onzekere<br />

factor, maar biedt juist geleg<strong>en</strong>heid om met waterbeheerders te gaan overlegg<strong>en</strong>.<br />

3.1. Doelstelling <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

In figuur 4 zijn de gew<strong>en</strong>ste natuurtyp<strong>en</strong> van Eemland weergegev<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal staat<br />

weidevogelgrasland als doelstelling. NM wil graag de omvang <strong>en</strong> de kwaliteit van het leefgebied van<br />

de weidevogelpopulaties verbeter<strong>en</strong>. De terrein<strong>en</strong> langs de Eem hebb<strong>en</strong> Nat uiterwaard<strong>en</strong>grasland<br />

als doelstelling. De doelstelling van de oevergrond<strong>en</strong> van de Eem is onbek<strong>en</strong>d.<br />

Leg<strong>en</strong>da<br />

Afdeling-<strong>Natuur</strong>type_gew<strong>en</strong>st<br />

999 onbek<strong>en</strong>d<br />

BO4 Broekbos<br />

BO7 Voedselrijk bos<br />

GR1 Grasland (algeme<strong>en</strong>)<br />

GR11 Weidevogelgrasland<br />

GR2 Kruid<strong>en</strong>- / structuurrijk grasland<br />

GR5 Nat uiterwaardgrasland<br />

LE4 Singel<br />

WA2 Soort<strong>en</strong>rijk water<br />

WE2 Weg/parkeerplaats<br />

Figuur 4. Gew<strong>en</strong>ste natuurtyp<strong>en</strong> (interne gegev<strong>en</strong>s)<br />

INTERN DOCUMENT 9


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

Voor het gebied Eemland is nog ge<strong>en</strong> rapportage “<strong>Natuur</strong> <strong>en</strong> Water – Opgav<strong>en</strong> in beeld” versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

In het midd<strong>en</strong>lange termijnplan voor Eemland (lit. 10) zijn wel <strong>en</strong>kele w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor het extern beheer<br />

aangegev<strong>en</strong>. De belangrijkste op het gebied van waterbeheer zijn:<br />

− NM wil graag het waterpeil in haar gebied<strong>en</strong> zelf in de hand kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> voor het realiser<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> natuurlijker peil. Dit geldt met name voor gebied<strong>en</strong> waar NM de <strong>en</strong>ige belanghebb<strong>en</strong>de is.<br />

− Herstel van de landschappelijke sam<strong>en</strong>hang van de Eem <strong>en</strong> haar uiterwaard<strong>en</strong>. Om dit te bereik<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> de beschoeiing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oevers van de Eem moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast <strong>en</strong> de<br />

uiterwaard<strong>en</strong> verlaagd.<br />

− E<strong>en</strong> natuurlijke inrichting van de monding van de Eem door het doorstek<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele kades.<br />

− Verbetering van nutriënt<strong>en</strong>gehalt<strong>en</strong> in de Eem.<br />

Het Eemmeer is sam<strong>en</strong> met het Gooimeer Zuidoever in het kader van de Europese Vogelrichtlijn voor<br />

verschill<strong>en</strong>de vogelsoort<strong>en</strong> aangemeld. De doelstelling<strong>en</strong> voor deze vogelsoort<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> én pass<strong>en</strong><br />

ook binn<strong>en</strong> onze eig<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong>. Het gaat om de instandhouding van de volg<strong>en</strong>de watervogels:<br />

fuut, aalscholver, kleine zwaan, grauwe gans, smi<strong>en</strong>t, tafele<strong>en</strong>d, kuife<strong>en</strong>d, nonnetje, lepelaar,<br />

krake<strong>en</strong>d, slobe<strong>en</strong>d, kuife<strong>en</strong>d, meerkoet <strong>en</strong> visdief. Op dit mom<strong>en</strong>t staan voor aanvulling de snor<br />

(broedvogel) <strong>en</strong> de grote karekiet (broedvogel) op de lijst. Voor de grote karekiet staat in<br />

conceptdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Natura 2000 voorlopig e<strong>en</strong> ontwikkeldoelstelling voor het Eemmeer <strong>en</strong> het<br />

Gooimeer Zuidoever. <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zou graag aan de ontwikkeldoelstelling; uitbreiding omvang<br />

<strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied, meewerk<strong>en</strong> door het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> natuurlijkere monding van<br />

de Eem. E<strong>en</strong> natuurlijkere monding komt tegemoet aan de volg<strong>en</strong>de ecologische ambities die<br />

<strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft voor dit gebied:<br />

− E<strong>en</strong> natuurlijkere monding resulteert in e<strong>en</strong> uitbreiding van het areaal moerasachtige, riet<br />

vegetatie, hét habitat waar de grote karekiet <strong>en</strong> andere moerasvogels zich thuis voel<strong>en</strong>.<br />

− Wanneer de natuurlijkere monding aansluit bij het kerngebied van <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> de<br />

grootschaligheid voor rust <strong>en</strong> zal het gebied functioner<strong>en</strong> als trekpleister voor andere watervogels.<br />

− Steltlopers zull<strong>en</strong> op de slik- <strong>en</strong> zandplat<strong>en</strong> foerager<strong>en</strong>.<br />

− De uitbreiding met vochtige grasland<strong>en</strong> zoals dotterbloemhooiland (winterhalfjaar drassig) <strong>en</strong><br />

glanshaver hooiland<strong>en</strong> (vochtige, kleiachtige bodems) die zo nu <strong>en</strong> dan kunn<strong>en</strong> inunder<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong><br />

in de zomer ruimte bied<strong>en</strong> aan de uitbreidingsmogelijkhed<strong>en</strong> van de populatie weidevogels.<br />

− Het ontstaan van verschill<strong>en</strong>de vertakking<strong>en</strong> (krek<strong>en</strong>) met eilandjes, waarbij vorm <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>tatie<br />

door de Eem zijn bepaald bied<strong>en</strong> paaimogelijkhed<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de vissoort<strong>en</strong>.<br />

3.2. Status waterlichaam<br />

De Eemnesservaart heeft de voorlopige status “kunstmatig”. De Eem heeft de voorlopige status “sterk<br />

veranderd”. Het waterlichaam waar het Eemmeer toe behoort heeft de status “sterk veranderd”.<br />

De statustoek<strong>en</strong>ning van de Eemnesservaart lijkt e<strong>en</strong> terechte keuze. Dit betreft e<strong>en</strong> gegrav<strong>en</strong><br />

watergang op e<strong>en</strong> locatie waar van oorsprong ge<strong>en</strong> oppervlaktewater van betek<strong>en</strong>is aanwezig was.<br />

Over de statustoek<strong>en</strong>ning van de Eem zou wel discussie mogelijk zijn. De status “sterk veranderd”<br />

mag alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d als de hydromorfologische maatregel<strong>en</strong> niet zover kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

teruggedraaid of gemitigeerd, dat daarmee de Goede Ecologische Toestand niet kan word<strong>en</strong> bereikt.<br />

De verlegging van de bedding <strong>en</strong> het kanaliser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> deel van de Eem (de Grote Melm, bij de<br />

Zeldertse Wetering <strong>en</strong> bij Eembrugge) vorm<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de onderbouwing aangezi<strong>en</strong> deze ingrep<strong>en</strong><br />

hersteld <strong>en</strong> minimaal gemitigeerd zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarnaast mag ook de kwaliteit van het<br />

water niet bij de argum<strong>en</strong>tatie betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: er moet bij de statustoek<strong>en</strong>ning van uit word<strong>en</strong><br />

gegaan dat het water schoon g<strong>en</strong>oeg is de ecologische doel<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>. NM wil graag de<br />

argum<strong>en</strong>tatie van het waterschap hebb<strong>en</strong>, waarom de status “sterk veranderd” is toegek<strong>en</strong>d.<br />

De status van het Eemmeer is waarschijnlijk terecht. In de stroomgebiedsrapportage is aangegev<strong>en</strong><br />

dat door de aanleg van de afsluitdijk het watertype is veranderd van zout naar zoet. Vervolg<strong>en</strong>s is<br />

door de aanleg van de polders de hydromorfologie verder aangepast. Vooral de inrichting van de<br />

oevers aan de polderzijde is daarbij belangrijk. Ook het peilbeheer is e<strong>en</strong> belangrijk ecologisch aspect.<br />

Het is niet erg waarschijnlijk dat door maatregel<strong>en</strong> de goede ecologische toestand kan word<strong>en</strong> bereikt.<br />

Het goed ecologisch pot<strong>en</strong>tieel (de doelstelling voor sterk veranderde waterlicham<strong>en</strong>) is dan het<br />

hoogst haalbare doel.<br />

INTERN DOCUMENT 10


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

3.3. KRW-watertype <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tie<br />

De Eemnesservaart heeft het watertype M3 gekreg<strong>en</strong>: gebufferde regionale kanal<strong>en</strong>. Voor dit<br />

watertype is (nog) ge<strong>en</strong> landelijke refer<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de maatlat opgesteld. Het waterschap<br />

gebruikt voor de beoordeling van de Eemnesservaart de maatlat van M5: ondiep lijnvormig water,<br />

op<strong>en</strong> verbinding met rivier, geïnundeerd, of watertype M25: ondiepe laagve<strong>en</strong>plass<strong>en</strong>. Het watertype<br />

M5 lijkt ge<strong>en</strong> logische keuze, omdat er ge<strong>en</strong> sprake is van inundatie door rivierwater. De inpoldering<br />

<strong>en</strong> de bemaling moet dan als onomkeerbare hydromorfologische ingreep word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd, <strong>en</strong> bij de<br />

formulering van de ecologische doelstelling mag met het ontbrek<strong>en</strong> van de inundatie vervolg<strong>en</strong>s<br />

rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. De ess<strong>en</strong>tie van type M5 is juist het optred<strong>en</strong> van inundaties. Wat er van<br />

de doelstelling overblijft als inundaties niet meer optred<strong>en</strong>, wordt dan erg onduidelijk. De keuze van<br />

M25 is daarom veel logischer. In dit docum<strong>en</strong>t gaan we niet volledig in op de beschrijving van de<br />

refer<strong>en</strong>tie van M25, omdat het waterlichaam van de Eemnesservaart voor het gebied Eemland alle<strong>en</strong><br />

via “afw<strong>en</strong>teling” van belang is. Dat betek<strong>en</strong>t dat vooral de eis<strong>en</strong> voor de (chemische) waterkwaliteit<br />

belangrijk zijn. In onderstaande tabel zijn de ranges van <strong>en</strong>kele stoff<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> die bij de refer<strong>en</strong>tiesituatie<br />

van M25 hor<strong>en</strong> (lit.3)<br />

Tabel 1. Refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong> type M25 voor de algeme<strong>en</strong> fysisch-chemische kwaliteitselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

(lit. 3)<br />

Deze refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat het water relatief hoge chloridegehalte kan hebb<strong>en</strong> (tot 500<br />

mg/l). Zoute kwel kan dus bij het watertype voorkom<strong>en</strong>. De conc<strong>en</strong>traties aan nutriënt<strong>en</strong> zijn erg laag.<br />

Ter vergelijking: de algem<strong>en</strong>e norm<strong>en</strong> in het nationaal beleid (de Maximaal Toelaatbare Risicowaard<strong>en</strong>)<br />

zijn 0,15 mgP/l voor fosfaat <strong>en</strong> 2,2 mgN/l voor stikstof. Onder refer<strong>en</strong>tie-condities is het<br />

water van type M25 dus e<strong>en</strong> stuk voedselarmer.<br />

De Eem heeft het watertype R7 gekreg<strong>en</strong>: langzaam strom<strong>en</strong>de rivier of nev<strong>en</strong>geul op zand of klei.<br />

E<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de beschrijving van de refer<strong>en</strong>tie van R7 is in bijlage 3 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het type<br />

wordt beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> dynamisch <strong>en</strong> gevarieerd systeem met verschill<strong>en</strong> in substrat<strong>en</strong>, locale<br />

verschill<strong>en</strong> in stroomsnelhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>de waterstand<strong>en</strong>. De flora <strong>en</strong> fauna is daarop aangepast.<br />

In luwe del<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> zich goed ontwikkel<strong>en</strong>, in sneller strom<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> minder goed.<br />

De vegetatie van de lage oever bestaat uit pioniervegetaties <strong>en</strong> moerasruigtes, terwijl iets hogerop<br />

zachthoutooibos groeit. De macrofauna heeft k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> van strom<strong>en</strong>d water. Onder de<br />

viss<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> zowel stromingsminn<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> voor als soort<strong>en</strong> van stilstaand water. Belangrijk is<br />

dat ook trekviss<strong>en</strong> (anadrome soort<strong>en</strong>) voorkom<strong>en</strong>.<br />

De randmer<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het watertype M14: ondiepe, matig grote, gebufferde plass<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>vatting van de refer<strong>en</strong>tie van dit type is in bijlage 4 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In die beschrijving wordt<br />

aangegev<strong>en</strong> dat het type in de refer<strong>en</strong>tie-situatie verschill<strong>en</strong>de trofische niveaus kan hebb<strong>en</strong>,<br />

oligotroof, mesotroof <strong>en</strong> eutroof. De eutrofe (voedselrijke) situaties kom<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> voor in het<br />

rivier<strong>en</strong>gebied met e<strong>en</strong> kleibodem. De oligotrofe (voedselarme) situaties kom<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> voor bij plass<strong>en</strong><br />

die gevoed word<strong>en</strong> met grondwater. Het is waarschijnlijk dat Rijkswaterstaat voor de matig<br />

voedselrijke variant (mesotroof) als refer<strong>en</strong>tie zal kiez<strong>en</strong>. Bij die variant is er sprake van helder water<br />

<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoge bedekking met ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> (fonteinkruid<strong>en</strong>, kranswier<strong>en</strong>). De<br />

vispopulatie bestaat voor e<strong>en</strong> belangrijk deel uit limnofiele soort<strong>en</strong> (viss<strong>en</strong> van stilstaand water).<br />

INTERN DOCUMENT 11


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

3.4. KRW-doelstelling<br />

De ecologische doelstelling die in het KRW-proces moet word<strong>en</strong> geformuleerd, is niet de refer<strong>en</strong>tie,<br />

maar e<strong>en</strong> afgeleide daarvan. Bij kunstmatige <strong>en</strong> sterk veranderde waterlicham<strong>en</strong> mag t<strong>en</strong> eerste<br />

rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de hydromorfologische omstandighed<strong>en</strong> die niet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

teruggedraaid of opgehev<strong>en</strong>. Dit levert het niveau van het Maximaal Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel. De<br />

ecologische doelstelling, het Goed Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel, is nog weer e<strong>en</strong> lichte afwijking daarvan.<br />

Mom<strong>en</strong>teel heeft het waterschap concept<strong>en</strong> voor het GEP opgesteld. Het is zaak om nu met het<br />

waterschap overleg te voer<strong>en</strong> over de hoogte van het GEP. Het gaat dan om de b<strong>en</strong>oeming van de<br />

hydromorfologische ingrep<strong>en</strong> die het waterschap als onomkeerbaar heeft bestempeld, <strong>en</strong> om de<br />

maatregel<strong>en</strong> waarmee het waterschap de effect<strong>en</strong> van die ingrep<strong>en</strong> wil verzacht<strong>en</strong>. Bij de Eem gaat<br />

het bijvoorbeeld om de kades van het riviertje, de mate waarin oevers kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast <strong>en</strong><br />

inundatiegebied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangelegd.<br />

3.5. Conclusie relatie doelstelling<strong>en</strong> NM <strong>en</strong> KRW<br />

Het watertype van de Eemnesservaart heeft tot gevolg dat in de slot<strong>en</strong> van Eemland schoon water<br />

aanwezig moet zijn. Met deze consequ<strong>en</strong>tie is NM gelukkig.<br />

De keuze van de watertyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de beschrijving<strong>en</strong> van de Eem pass<strong>en</strong> goed bij de<br />

doelstelling<strong>en</strong> die NM heeft. Het natuurtype Nat uiterwaardgrasland bestaat uit soort<strong>en</strong>rijke<br />

grasland<strong>en</strong> die in de winter vaak gedur<strong>en</strong>de langere tijd onder water staan (door overstroming van<br />

e<strong>en</strong> rivier <strong>en</strong>/of door e<strong>en</strong> hoge grondwaterstand), maar ’s zomers oppervlakkig kunn<strong>en</strong> uitdrog<strong>en</strong>.<br />

In de refer<strong>en</strong>tiebeschrijving vormt de langzaam strom<strong>en</strong>de rivier <strong>en</strong> haar nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> e<strong>en</strong> netwerk<br />

van strom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zandbank<strong>en</strong>. Deze beschrijving past goed bij het beeld dat NM heeft voor de monding<br />

van de Eem aangevuld met de ontwikkeling van e<strong>en</strong> moerasachtige vegetatie.<br />

Waterrefer<strong>en</strong>tie type R7 refereert ook aan de laaggeleg<strong>en</strong> oeverdel<strong>en</strong> waar relatief kortdur<strong>en</strong>d<br />

droogvall<strong>en</strong>de slik- <strong>en</strong> zandplat<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. In de uiterwaard<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> klein water, moeras,<br />

rivierduin, stroomdalgrasland, zachthout- <strong>en</strong> hardhoutooibos op ruime schaal voor <strong>en</strong> zijn botanisch<br />

goed ontwikkeld. De plat<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> ook goede bij het beeld van e<strong>en</strong> natuurlijk ingerichte monding van<br />

de Eem. De botanisch goed ontwikkelde stroomdalgrasland<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> de ruimte aan de populatie<br />

weidevogels die NM graag wil uitbreid<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast zijn in refer<strong>en</strong>tie-omstandighed<strong>en</strong> de oevers grot<strong>en</strong>deels begroeid met (zachthout)ooibos.<br />

Deze aanwezigheid van zachthout ooiboss<strong>en</strong> past niet in het beeld van NM, NM wil het poldergebied<br />

tuss<strong>en</strong> Eemnes <strong>en</strong> Spakeburg graag op<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. De vraag is verder in hoeverre bij het formuler<strong>en</strong><br />

van de ecologische doelstelling (het GEP) van de refer<strong>en</strong>tie wordt afgewek<strong>en</strong>.<br />

Bij de keuze van het watertype van het Eemmeer speelt het punt of deze ge<strong>en</strong> conflict oplevert met de<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> van de Vogelrichtlijn. Bij de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> gaat het niet alle<strong>en</strong> om de<br />

soort<strong>en</strong>, maar ook om de aantall<strong>en</strong>. Voor viset<strong>en</strong>de watervogels kan het zijn dat e<strong>en</strong> hoog visbestand<br />

nodig is om de aantall<strong>en</strong> vogels in stand te kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hoog visbestand kan tot troebel water<br />

leid<strong>en</strong>. Dat zou dan niet in overe<strong>en</strong>stemming met de KRW-doelstelling zijn.<br />

Inzet NM:<br />

− NM wil graag de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bediscussiër<strong>en</strong> waarom de Eem als sterk veranderd waterlichaam is<br />

aangemerkt. Welke ingrep<strong>en</strong> zijn onomkeerbaar <strong>en</strong> met welke maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de negatieve<br />

effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verzacht. Is vervolg<strong>en</strong>s met die maatregel<strong>en</strong> de Goede Ecologische Toestand<br />

bereikbaar? Dan moet het waterlichaam als “natuurlijk” word<strong>en</strong> aangemerkt.<br />

− E<strong>en</strong> natuurlijkere monding van de Eem om aan het refer<strong>en</strong>tiebeeld van e<strong>en</strong> netwerk van strom<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> eiland<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>. Ook meer ruimte voor de ontwikkeling van de slik- <strong>en</strong> zandplat<strong>en</strong><br />

uit het refer<strong>en</strong>tiebeeld.<br />

− NM wil het poldergebied tuss<strong>en</strong> Eemnes <strong>en</strong> Spak<strong>en</strong>burg op<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. De vraag is in hoeverre van<br />

de refer<strong>en</strong>tie wordt afgewek<strong>en</strong> m.b.t. de zachthoutooiboss<strong>en</strong> op de hogere grond<strong>en</strong>.<br />

− De KRW-doelstelling in relatie met de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> van het Vogelrichtlijngebied<br />

Eemmeer besprek<strong>en</strong>. Zeker het instandhoudingsdoel m.b.t. de grote karekiet gebruik<strong>en</strong> voor<br />

uitbreiding van moerasachtige vegetatie in het gebied, zoals mogelijk is bij de monding van de Eem<br />

wanneer deze natuurlijker wordt ingericht.<br />

INTERN DOCUMENT 12


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

4. MAATREGELEN<br />

Zoals in de inleid<strong>en</strong>de tekst bij hoofdstuk 3 is aangegev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de doelstelling<strong>en</strong> voor sterk<br />

veranderde <strong>en</strong> kunstmatige water<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de KRW-systematiek mede gebaseerd op zog<strong>en</strong>aamde<br />

mitiger<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>. Dit zijn maatregel<strong>en</strong> die het sterk veranderde of kunstmatige karakter van<br />

deze water<strong>en</strong> zoveel mogelijk ombuig<strong>en</strong> richting de natuurlijke refer<strong>en</strong>tie. Hierbij word<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> significant negatief effect op functies (zoals landbouw, bebouwing, scheepvaart,<br />

drinkwatervoorzi<strong>en</strong>ing) of het milieu in het algeme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Er is (nog) ge<strong>en</strong><br />

criterium vastgesteld om te bepal<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> de schade van e<strong>en</strong> maatregel significant is. Hier is<br />

dus bestuurlijke keuzevrijheid. De algem<strong>en</strong>e indruk is, dat deze vrijheid ruim g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt (<strong>en</strong> dus<br />

dat maatregel<strong>en</strong> al snel afvall<strong>en</strong>).<br />

Mom<strong>en</strong>teel wordt er hard gewerkt aan het formuler<strong>en</strong> van de ecologische doel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus aan het<br />

formuler<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong>. Dit is dus e<strong>en</strong> goed mom<strong>en</strong>t voor NM om in het KRW-proces mee te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> mee te discussiër<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van NM voor maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nu ingebracht<br />

word<strong>en</strong>!<br />

In het beheerplan voor Eemland (lit. 9 <strong>en</strong> 10) heeft NM (beheer)maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd voor haar<br />

eig<strong>en</strong> terrein<strong>en</strong>. Het betreft vooral het maaibeheer van de grasland<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de dijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

schoningsbeheer van de slootoevers <strong>en</strong> de waai<strong>en</strong>. Voor het extern beheer zijn maatregel<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd die ook in het vorige hoofdstuk al aan de orde kwam<strong>en</strong>: het peilbeheer van de grasland<strong>en</strong>,<br />

verbeter<strong>en</strong> van het nutriënt<strong>en</strong>gehalte in de Eem <strong>en</strong> de natuurvri<strong>en</strong>delijke herinrichting van de Eem. Er<br />

ligt in de Eemland e<strong>en</strong> duidelijke kans om e<strong>en</strong> natuurlijke monding van e<strong>en</strong> riviertje terug te krijg<strong>en</strong>. Bij<br />

de monding zijn ge<strong>en</strong> dorp<strong>en</strong>, sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote infrastructurele werk<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. Ook niet onbelangrijk<br />

is het ontbrek<strong>en</strong> van bedijking langs de Eem, de Eem k<strong>en</strong>t kades die doorgestok<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Deze maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer ongeveer 250 hectare landbouwgrond<br />

is aangekocht, bij voorkeur in het verl<strong>en</strong>gde van het huidige bezit van NM. Na de landinrichting zijn de<br />

boerderij<strong>en</strong> al op terp<strong>en</strong> gebouwd, rek<strong>en</strong>inghoud<strong>en</strong>d met de mogelijk natuurlijkere inrichting van de<br />

Eem in de toekomst. Voor het natuurlijk inricht<strong>en</strong> van de Eemmonding is het nodig de monding<br />

gedeeltelijk te verdiep<strong>en</strong> vanwege de zandophoping<strong>en</strong> vanuit de Gelderse Vallei. In de toekomst biedt<br />

de ruimere monding van de Eem kans<strong>en</strong> voor ontstaan van verschill<strong>en</strong>de vertakking<strong>en</strong> (krek<strong>en</strong>) met<br />

eilandjes, waarbij vorm <strong>en</strong> sedim<strong>en</strong>tatie door de Eem zijn bepaald.<br />

De bov<strong>en</strong>staande maatregel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directe relatie met de hoogte van de KRW-doelstelling.<br />

Hoe meer hydromorfologische maatregel<strong>en</strong> haalbaar word<strong>en</strong> geacht, hoe hoger de doelstelling.<br />

Voor de randmer<strong>en</strong> wordt al lang gesprok<strong>en</strong> over het aanpass<strong>en</strong> van het peil. In het kader van de<br />

KRW komt ook de herinrichting van de oevers nadrukkelijk(er) in beeld. Hoewel NM nog ge<strong>en</strong><br />

concrete doel<strong>en</strong> voor de buit<strong>en</strong>dijkse oevergrond<strong>en</strong> langs het Eemmeer heeft geformuleerd, leid<strong>en</strong> de<br />

maatregel<strong>en</strong> wel tot meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor natuurontwikkeling. NM zal daarom meewerk<strong>en</strong> aan de<br />

uitvoering van deze maatregel<strong>en</strong>.<br />

Inzet NM:<br />

− NM wil het peil in grotere e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> waar zij de <strong>en</strong>ige belanghebb<strong>en</strong>de is, zelf in de hand kunn<strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong>.<br />

− Verbeter<strong>en</strong> nutriënt<strong>en</strong>gehalte Eem.<br />

− NM zet in op e<strong>en</strong> natuurvri<strong>en</strong>delijkere inrichting van de Eem. Dit betreft herinrichting van de oevers,<br />

de aanleg van inundatiegebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> op termijn het natuurlijker inricht<strong>en</strong> van de monding. Deze<br />

maatregel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bij de formulering van het GEP betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

- verlag<strong>en</strong> van uiterwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> oevergrond<strong>en</strong> voor het ontstaan van slik- <strong>en</strong> zandplat<strong>en</strong><br />

- grondaankoop voor mogelijk mak<strong>en</strong> natuurlijke inrichting monding<br />

- kades doorstek<strong>en</strong><br />

- monding gedeeltelijk verdiep<strong>en</strong> zodat natuurlijke vorming van plat<strong>en</strong> kan plaatsvind<strong>en</strong><br />

− NM zal meewerk<strong>en</strong> aan de maatregel<strong>en</strong> in het Eemmeer die gericht zijn op natuurontwikkeling. En<br />

zal zelf voorstell<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om o.a. de doelstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de grote karekiet te behal<strong>en</strong>,<br />

namelijk het natuurlijk inricht<strong>en</strong> van de monding van de Eem in het Eemmeer.<br />

INTERN DOCUMENT 13


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

5. HAALBAARHEID; KOSTEN EN BATEN<br />

Volg<strong>en</strong>s de systematiek van de KRW moet na het formuler<strong>en</strong> van doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de<br />

maatregel<strong>en</strong>, bepaald word<strong>en</strong> of de doel<strong>en</strong> ook haalbaar zijn. Bij deze afweging spel<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> rol. Indi<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> te hoog word<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze bijvoorbeeld over e<strong>en</strong> langere termijn<br />

uitgesmeerd word<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat het doel later dan 2015 gehaald word<strong>en</strong>. Omdat de KRW met<br />

e<strong>en</strong> cyclus van 6 jaar werkt (elke 6 jaar moet e<strong>en</strong> bijgewerkt Stroomgebiedsplan word<strong>en</strong> opgesteld),<br />

wordt het doeljaar dan bijvoorbeeld 2021 of 2027. Maar het kan ook zijn dat van e<strong>en</strong> maatregel geheel<br />

wordt afgezi<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> te lage kost<strong>en</strong>effectiviteit ofwel ‘onev<strong>en</strong>redig hoge kost<strong>en</strong>’. In dat geval<br />

wordt het doel verlaagd.<br />

Het is goed om op dit mom<strong>en</strong>t nogmaals alle overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> criteria met betrekking tot maatregel<strong>en</strong><br />

in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>:<br />

1. Aanmerk<strong>en</strong> als Sterk Veranderd of Kunstmatig water. Maatregel<strong>en</strong> die nodig zoud<strong>en</strong> zijn om<br />

hydromorfologische ingrep<strong>en</strong> volledig op te heff<strong>en</strong> zijn niet mogelijk, omdat ze te grote schade<br />

zoud<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> aan andere functies <strong>en</strong> het milieu in het algeme<strong>en</strong> of zoud<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

‘onev<strong>en</strong>redig’ hoge kost<strong>en</strong>. De hydromorfologische ingrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als “irreversibel’<br />

bestempeld (KRW art, 4.3 – bijlage 1).<br />

2. Afleid<strong>en</strong> van het MEP (Maximaal Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel). Bij het formuler<strong>en</strong> van het hoogst<br />

haalbare ecologische niveau voor sterk veranderde <strong>en</strong> kunstmatige water<strong>en</strong>, mag je rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong> met bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde irreversibele ingrep<strong>en</strong> (oftewel: het sterk veranderde of<br />

kunstmatige karakter van het water). Wel moet je maatregel<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> die het negatieve effect<br />

van die ingrep<strong>en</strong> zoveel mogelijk verzacht<strong>en</strong>. Bij de keuze van deze mitiger<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de criteria van ‘onev<strong>en</strong>redige kost<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> significante schade aan functies <strong>en</strong><br />

het milieu.<br />

3. Afleid<strong>en</strong> van het GEP (Goed Ecologisch Pot<strong>en</strong>tieel). Dit is de eig<strong>en</strong>lijke doelstelling voor sterk<br />

veranderde <strong>en</strong> kunstmatige water<strong>en</strong>. Het verschil tuss<strong>en</strong> het MEP <strong>en</strong> het GEP is gering.<br />

Maatregel<strong>en</strong> die bij het MEP g<strong>en</strong>oemd zijn, maar die e<strong>en</strong> gering ecologisch effect hebb<strong>en</strong>,<br />

vervall<strong>en</strong> bij het GEP.<br />

4. Fasering <strong>en</strong> doelverlaging (‘exemptions’). Als de maatregel<strong>en</strong> die bij het GEP hor<strong>en</strong> te duur zijn<br />

(kost<strong>en</strong>effectiviteit) kan het doel uitgesteld word<strong>en</strong> (termijnverl<strong>en</strong>ing) of verlaagd word<strong>en</strong><br />

(doelverlaging). Zie bijlage 1: KRW art, 4.4 <strong>en</strong> 4.5. Natura-2000 gebied<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

KRW-Register Beschermde Gebied<strong>en</strong>. De tekst van de KRW stelt niet e<strong>en</strong>duidig dat voor<br />

dergelijke gebied<strong>en</strong> uitstel van doelrealisatie na 2015 niet mogelijk is. Toch houd<strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> er<br />

sterk rek<strong>en</strong>ing mee dat dat straks uit jurisprud<strong>en</strong>tie zal blijk<strong>en</strong>, het gaat per slot van rek<strong>en</strong>ing om<br />

‘top’ natuur, <strong>en</strong> daar zal Europa de lidstat<strong>en</strong> zeker op aansprek<strong>en</strong> (lit. 5).<br />

5.1. Haalbaarheid<br />

De haalbaarheid van e<strong>en</strong> peilverhoging van de grasland<strong>en</strong> <strong>en</strong> het in eig<strong>en</strong> beheer hebb<strong>en</strong> daarvan, is<br />

afhankelijk van de eig<strong>en</strong>domsituatie in relatie tot de hydrologische inrichting van het gebied. Als in e<strong>en</strong><br />

afgebak<strong>en</strong>d gebied deze maatregel<strong>en</strong> mogelijk zijn, dan kunn<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s relatief<br />

snel word<strong>en</strong> doorgevoerd. Er zijn ge<strong>en</strong> hoge kost<strong>en</strong> mee gemoeid <strong>en</strong> er hoeft ge<strong>en</strong> ingewikkelde<br />

besluitvorming plaats te vind<strong>en</strong>. NM is er voorstander van deze maatregel dan ook zo snel mogelijk uit<br />

te voer<strong>en</strong>.<br />

Het natuurvri<strong>en</strong>delijker herinricht<strong>en</strong> van de Eem is minder e<strong>en</strong>voudig. T<strong>en</strong> eerste zijn de kost<strong>en</strong><br />

waarschijnlijk hoger, omdat er ook sprake is van grondverzet. Daarnaast zal NM zich sterk moet<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> om grond<strong>en</strong> aan te kop<strong>en</strong> bij de monding van de Eem, ev<strong>en</strong>tueel in sam<strong>en</strong>werking met het<br />

waterschap als zij daar ook kans<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Mogelijkhed<strong>en</strong> voor het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> natuurlijkere<br />

Eemmonding ligg<strong>en</strong> ook in het Natura 2000 traject <strong>en</strong> de beheerplann<strong>en</strong> die opgesteld moet<strong>en</strong> gaan<br />

word<strong>en</strong>. Daarin wordt beschrev<strong>en</strong> hoe de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> bereikt gaan word<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

van de mogelijkhed<strong>en</strong> om uitbreiding van het leefgebied voor de grote karekiet te realiser<strong>en</strong> is het<br />

ontwikkel<strong>en</strong> van areaal moerasvegetatie.<br />

Belangrijker is, dat er veel belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> er dus uitvoerig overleg moet plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Daarbij is het belangrijk voldo<strong>en</strong>de onderbouwd aan te gev<strong>en</strong> dat de veiligheid niet in het geding is.<br />

De KRW kan gebruikt word<strong>en</strong> om het proces te versnell<strong>en</strong>. De opgave is het doel in 2015 te<br />

INTERN DOCUMENT 14


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

realiser<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> met goede argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mag daarvan word<strong>en</strong> afgewek<strong>en</strong>. Vooralsnog ziet NM daar<br />

ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor.<br />

Aanpassing van het peil van de randmer<strong>en</strong> is nog minder e<strong>en</strong>voudig. Hier zijn waarschijnlijk hoge<br />

kost<strong>en</strong> mee gemoeid (aanpass<strong>en</strong> gemal<strong>en</strong>, stuw<strong>en</strong>, kades, etc) <strong>en</strong> er zijn veel direct <strong>en</strong> indirect<br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het aanpass<strong>en</strong> van de oevers is minder complex: Rijkswaterstaat voert dergelijke<br />

maatregel<strong>en</strong> nu vaak al uit. NM zal zoveel mogelijk meewerk<strong>en</strong> aan versnelling van de process<strong>en</strong>,<br />

maar heeft hierin waarschijnlijk maar e<strong>en</strong> beperkte rol.<br />

Inzet NM:<br />

− Als de mogelijkheid zich voordoet het peil in e<strong>en</strong> afgebak<strong>en</strong>d gebied te verhog<strong>en</strong> <strong>en</strong> in eig<strong>en</strong><br />

beheer te nem<strong>en</strong>, dit zo snel mogelijk uitvoer<strong>en</strong>.<br />

− Voor de natuurlijke herinrichting van de Eemmonding meelift<strong>en</strong> bij het Natura 2000 proces;<br />

opstell<strong>en</strong> van het Beheerplan voor Eemmeer <strong>en</strong> Gooimeer Zuidoever.<br />

− Herinrichting van de Eem, vasthoud<strong>en</strong> aan de termijn van doelrealisatie in 2015.<br />

− Meewerk<strong>en</strong> aan versnelling van het proces van voorbereiding van maatregel<strong>en</strong> in de randmer<strong>en</strong>.<br />

5.2. Kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong><br />

In de fase tuss<strong>en</strong> nu <strong>en</strong> het stroomgebiedbeheersplan moet<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> op hun effectiviteit,<br />

haalbaarheid, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst. Dit moet deel uit mak<strong>en</strong> van de KRW-verplichte<br />

onderbouwing van lagere of gefaseerde doel<strong>en</strong>, maar ook van keuze voor status sterk veranderd i.p.v.<br />

natuurlijk (KRW art. 4.5, resp. 4.4 <strong>en</strong> 4.3 – zie bijlage). NM wil dat dit niet alle<strong>en</strong> op het (politieke)<br />

gevoel wordt weggeschrev<strong>en</strong> maar dat dit expliciet wordt verk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> getoetst <strong>en</strong> dat de uitkomst<strong>en</strong><br />

van dat proces expliciet word<strong>en</strong> vastgelegd.<br />

NM wil niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>effectiviteitsanalyse van verschill<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>pakkett<strong>en</strong><br />

(voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> KRW-actie), maar ook e<strong>en</strong> reële inschatting van netto kost<strong>en</strong> per maatregel(-pakket).<br />

Dat betek<strong>en</strong>t dat ook de bat<strong>en</strong> in beeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht <strong>en</strong> gekwantificeerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Zie ook de brochure ´Bat<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> water´ (lit. 4).<br />

Huiswerk NM:<br />

Voorzover voor ons bek<strong>en</strong>d zorg<strong>en</strong> dat we e<strong>en</strong> beeld van kost<strong>en</strong>, bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectiviteit van belangrijke<br />

maatregel<strong>en</strong>, die o.a. in hoofdstuk 4 zijn g<strong>en</strong>oemd, paraat hebb<strong>en</strong>. Vooral de bat<strong>en</strong> die onze belang<strong>en</strong><br />

rak<strong>en</strong>, in ieder geval kwalitatief, maar als het kan ook kwantitatief. Hoofdkantoor/EB: uit werk Coalitie<br />

Bat<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> water checklist tracht<strong>en</strong> af te leid<strong>en</strong>. Nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong> het effectiefst zijn /<br />

prioriter<strong>en</strong>.<br />

Inzet NM:<br />

Wij will<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>plaatjes zi<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> nog maar kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>plaatjes! Ook al zijn de bat<strong>en</strong> niet<br />

altijd te gelde te mak<strong>en</strong> door de partij die de kost<strong>en</strong> moet mak<strong>en</strong>, het moet wel inzichtelijk zijn!<br />

INTERN DOCUMENT 15


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

BIJLAGE 1. LITERATUUR<br />

1. Het Europese Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de Raad van de Europese Unie, 2000. Richtlijn 2000/60/EG van<br />

het Europese Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van e<strong>en</strong> kader voor<br />

communautaire maatregel<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de het waterbeleid. Publicatieblad van de Europese<br />

Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> 22.12.2000 NL: 1-72.<br />

2. D. van der Mol<strong>en</strong> (red), 2004. Refer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> concept-maatlatt<strong>en</strong> voor mer<strong>en</strong> voor de<br />

Kaderrichtlijn Water. STOWA-rapport 2004-42.<br />

3. D. van de Mol<strong>en</strong> (red), 2004. Refer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> concept-maatlatt<strong>en</strong> voor rivier<strong>en</strong> voor de<br />

Kaderrichtlijn Water. STOWA-rapport 2004-43.<br />

4. RAO Rijn-Midd<strong>en</strong>, 2004. Kaderrichtlijn Water. Karakterisering deelstroomgebied Rijn-Midd<strong>en</strong>.<br />

5. Coalitie Bat<strong>en</strong> Schoon Water, 2006. De bat<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> water. Brochure. ANWB, De<br />

Landschapp<strong>en</strong>, De 12 provinciale <strong>Milieufederatie</strong>s, IVN, Sportvisserij Nederland,<br />

Staatsbosbeheer, Stichting Noordzee, Stichting <strong>Natuur</strong> <strong>en</strong> milieu, Stichting Reinwater,<br />

Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, VEWIN, Vogelbescherming Nederland, Watersportverbond.<br />

6. Milieu <strong>en</strong> <strong>Natuur</strong> Planbureau, 2006. Welke ruimte biedt de Kaderrichtlijn Water. E<strong>en</strong> quick<br />

scan. Milieu <strong>en</strong> <strong>Natuur</strong> Planbureau. MNP-rapportnummer 500072001.<br />

7. Tak<strong>en</strong> Landschapsplanning, 2004. <strong>Natuur</strong> <strong>en</strong> Water. Opgav<strong>en</strong> in beeld. Overijssel-Flevoland.<br />

Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Intern werkdocum<strong>en</strong>t.<br />

8. Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, 2005. Handboek Doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Monitoring.<br />

9. Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, 1997. Beheerplan 1997 Eemland. Beheervisie <strong>en</strong><br />

docum<strong>en</strong>tatie.<br />

10. Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, 1998. Beheerplan 1998 Eemland. Middellange termijnplan.<br />

11. Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, 2004. Doel<strong>en</strong>, monitoringsplan, Eemland.<br />

12. Soort<strong>en</strong> van de Habitatrichtlijn. Europese natuur in Nederland. J.A.M. Janss<strong>en</strong>, Uitgeverij<br />

K.N.N.V. 2004.<br />

13. Habitattyp<strong>en</strong>. Europese natuur in Nederland. J.A.M. Janss<strong>en</strong>, Uitgeverij K.N.N.V. 2003.<br />

14. www.minlnv.nl/natura2000 Hulpmiddel<strong>en</strong> natuurwetgeving: soort<strong>en</strong>, habitattyp<strong>en</strong>, gebied<strong>en</strong>.<br />

De belangrijkste externe docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> staan gedownload op de algeme<strong>en</strong> toegankelijke directory:<br />

G:\ Sam<strong>en</strong>-Regios-HK \ beleidsbeïnvloeding \ water \ kaderrichtlijn water<br />

INTERN DOCUMENT 16


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

BIJLAGE 2: ARTIKEL 4 KRW (LIT. 1)<br />

INTERN DOCUMENT 17


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

INTERN DOCUMENT 18


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

BIJLAGE 3. BESCHRIJVING REFERENTIE R7. LANGZAAM<br />

STROMENDE RIVIER/NEVENGEUL OP ZNAD/KLEI (LIT. 3)<br />

TYPOLOGIE<br />

De abiotische karakteristiek<strong>en</strong> van het watertype zijn weergegev<strong>en</strong> in onderstaande tabel 8.1a.<br />

GEOGRAFIE<br />

Rivier, bestaande uit e<strong>en</strong> hoofdgeul <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> lage waterafvoer. Het water heeft door<br />

de lage afvoer gemiddeld e<strong>en</strong> lage stroomsnelheid, maar deze kan plaatselijk (door vernauwing van<br />

de bedding) hoger zijn. De langzaam strom<strong>en</strong>de rivier <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>geul kan overal in het rivier<strong>en</strong>gebied<br />

voorkom<strong>en</strong>, met uitzondering van het uiterste zuid<strong>en</strong>.<br />

HYDROMORFOLOGIE<br />

Er zijn maar <strong>en</strong>kele grote rivier<strong>en</strong> in Nederland <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn dit sterk veranderde afgeleid<strong>en</strong>, dus<br />

is e<strong>en</strong> uitgebreide typologie minder zinvol voor het natuurlijke type. Wel behulpzaam is het<br />

onderscheid<strong>en</strong> van de belangrijkste habitats in de rivier<strong>en</strong>. In de Maas <strong>en</strong> de Rijntakk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in<br />

principe dezelfde habitats voorkom<strong>en</strong>.<br />

− Vast substraat (st<strong>en</strong><strong>en</strong>, grind, ve<strong>en</strong>/kleibank<strong>en</strong>, hout) in langzaam strom<strong>en</strong>d water. E<strong>en</strong> op dit<br />

mom<strong>en</strong>t veel voorkom<strong>en</strong>d habitat zijn de vaste substrat<strong>en</strong> in langzaam strom<strong>en</strong>d of bijna stilstaand<br />

water. Hieronder vall<strong>en</strong> onder andere de stortst<strong>en</strong><strong>en</strong> in de oever. Andere substrat<strong>en</strong> zijn<br />

aangesned<strong>en</strong> ve<strong>en</strong>bank<strong>en</strong> of grindbedd<strong>en</strong>. Grindbedd<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> minder voor in langzaam<br />

strom<strong>en</strong>d water dan in snelstrom<strong>en</strong>d water omdat deze al snel bedekt zull<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> met zand of<br />

slib. Dood hout is afkomstig van ooibos op de oevers <strong>en</strong> kan lang blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in rustige del<strong>en</strong> van<br />

de oever <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>.<br />

− Zand in langzaam strom<strong>en</strong>d water. In relatief rustige del<strong>en</strong> van de rivier kan de bodem bestaan uit<br />

zand. Er is sprake van langzame stroming, zodanig dat er ge<strong>en</strong> slib wordt afgezet.<br />

− Zand met e<strong>en</strong> laagje slib of detritus in langzaam strom<strong>en</strong>d water. In rustige del<strong>en</strong> van de rivier,<br />

zowel in de hoofdgeul als in de nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> plekk<strong>en</strong> zijn waar fijn detritus of slib kan<br />

sedim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Vaak gebeurt dit op e<strong>en</strong> zandige ondergrond. Het habitat dat zo ontstaat bestaat uit<br />

e<strong>en</strong> ondergrond van zand met e<strong>en</strong> laagje slib. De stroomsnelheid in deze del<strong>en</strong> van de rivier is<br />

langzaam. Sommige plekk<strong>en</strong> in nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> of hoekjes in de oever kunn<strong>en</strong> zelfs stilstaand zijn.<br />

Hoe verder stroomafwaarts, hoe langzamer de stroomsnelheid van de rivier <strong>en</strong> hoe meer van dit<br />

habitat aanwezig zal zijn.<br />

− Slib in langzaam strom<strong>en</strong>d tot stilstaand water. In rustige del<strong>en</strong> van de rivier, zowel in de hoofdgeul<br />

als in nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> plekk<strong>en</strong> zijn waar slib kan sedim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Als de sliblaag zodanig dik is<br />

dat de onderligg<strong>en</strong>de zandlaag niet meer door macrofauna bewoond wordt, is er sprake van e<strong>en</strong><br />

slibhabitat. Dit habitat komt vooral in b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>stroomse del<strong>en</strong> van de rivier<strong>en</strong> voor. De<br />

stroomsnelheid in dit habitat is zeer langzaam tot nul. Het slibhabitat kan zowel in ondiepe als in<br />

diepe del<strong>en</strong> van de rivier voorkom<strong>en</strong>.<br />

− Habitats in snelstrom<strong>en</strong>de del<strong>en</strong>. In natuurlijke langzaam strom<strong>en</strong>de rivier<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van nature<br />

plekk<strong>en</strong> voor waar het water sneller stroomt. Dit betreft vooral de buit<strong>en</strong>bocht<strong>en</strong> van meanders <strong>en</strong><br />

smallere nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>. In deze del<strong>en</strong> kan grof substraat zoals grind word<strong>en</strong> afgezet. Vast substraat<br />

kan echter ook aan het oppervlak kom<strong>en</strong> als de rivier grind- of ve<strong>en</strong>bank<strong>en</strong> die zich in de<br />

ondergrond bevind<strong>en</strong> aansnijdt. In natuurlijke langzaam strom<strong>en</strong>de rivier<strong>en</strong> komt ook veel dood<br />

hout voor. Dit hout is afkomstig van ooibos dat zich op de oevers van de rivier<strong>en</strong> bevindt. Het gaat<br />

hier alle<strong>en</strong> om grote stamm<strong>en</strong> of omgevall<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> die ondanks de snelle stroming op hun plaats<br />

INTERN DOCUMENT 19


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Omgevall<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> zowel in de hoofdgeul als in nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> damm<strong>en</strong><br />

waarachter ander materiaal zich kan ophop<strong>en</strong>.<br />

CHEMIE<br />

Het water, dat deels afkomstig is van bek<strong>en</strong> <strong>en</strong> riviertjes <strong>en</strong> deels van buit<strong>en</strong> Nederland, is neutraal<br />

(tot basisch) <strong>en</strong> zwak eutroof tot eutroof. Heinis et al. (2004) gev<strong>en</strong> indicatieve waard<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele<br />

waterkwaliteitsparameters. Op basis van de koppeling met de natuurdoeltyp<strong>en</strong> kan het type verder als<br />

volgt word<strong>en</strong> gekarakteriseerd:<br />

BIOLOGIE<br />

In snelstrom<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> stromingsminn<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> voor. De soort<strong>en</strong> in langzaam strom<strong>en</strong>d<br />

water zijn veelal minder gevoelig voor vervuiling <strong>en</strong> lage zuurstofgehalt<strong>en</strong> dan de soort<strong>en</strong> op hetzelfde<br />

substraat in snel strom<strong>en</strong>d water. Van nature kom<strong>en</strong> de meeste, vaak karakteristieke,<br />

macrofaunasoort<strong>en</strong> voor op <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vast substraat, zand <strong>en</strong> slib zijn minder rijk. De vegetatie<br />

bevindt zich in de ondiepe <strong>en</strong> matig diepe del<strong>en</strong>. Er zijn migratiemogelijkhed<strong>en</strong> voor fauna door middel<br />

van verbinding met andere bek<strong>en</strong> <strong>en</strong> riviertjes.<br />

FYTOBENTHOS<br />

Op alle beschikbare substrat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> b<strong>en</strong>thische diatomeeën abundant zijn (vast substraat, zand,<br />

slib. In snelstrom<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> zijn zand <strong>en</strong> slib te instabiel voor e<strong>en</strong> goed ontwikkelde geme<strong>en</strong>schap.<br />

Het zijn vooral de algem<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong> die abundant zijn.<br />

MACROFYTEN<br />

Bij e<strong>en</strong> wat lagere dynamiek (stroomafwaartse riviertraject<strong>en</strong>, tijdelijk geïsoleerde water<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig<br />

afgeslot<strong>en</strong> rivierarm<strong>en</strong>) kan zich e<strong>en</strong> sterke waterplant<strong>en</strong>ontwikkeling voordo<strong>en</strong>, vaak gedomineerd<br />

door drijfbladplant<strong>en</strong>, met daarnaast fonteinkruidvegetaties <strong>en</strong> emerg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In de strom<strong>en</strong>de water<strong>en</strong><br />

van het zomerbed kom<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> voor in luwtes van obstakels in de rivier (eiland<strong>en</strong>,<br />

zandbank<strong>en</strong>, dode bom<strong>en</strong>) <strong>en</strong> in al dan niet meestrom<strong>en</strong>de nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong>. In snelstrom<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> is<br />

de watervegetatie efemeer <strong>en</strong> spaarzaam aanwezig. Het aantal soort<strong>en</strong> is beperkt, <strong>en</strong> omvat alle<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele plant<strong>en</strong>-geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> met soort<strong>en</strong> die bestand zijn teg<strong>en</strong> veel waterstandsschommeling<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> stroming. De vegetatie van de lage oever bestaat uit pioniervegetaties <strong>en</strong> moerasruigtes,<br />

terwijl iets hogerop zachthoutooibos groeit.<br />

MACROFAUNA<br />

De macrofaunageme<strong>en</strong>schap bevat minder rheofiele soort<strong>en</strong> dan die van snelstrom<strong>en</strong>de rivier<strong>en</strong>. De<br />

geme<strong>en</strong>schap is divers met soort<strong>en</strong> van harde substrat<strong>en</strong>, zoals de kokerjuffer Hydropsyche<br />

exocellata, de vedermug Orthocladius oblid<strong>en</strong>s, de tweekleppig<strong>en</strong> Pisidium pseudosphaerium,<br />

Pseudanodonta complanata <strong>en</strong> Unio crassus <strong>en</strong> de vedermug Demicryp-tochironomus vulneratus. Als<br />

er sprake is van slibafzetting kom<strong>en</strong> meer ubiquistische soort<strong>en</strong> voor, vooral worm<strong>en</strong>, vedermugg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> tweekleppig<strong>en</strong> (zoals Pisididae) gevond<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de (<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t teruggekeerde) libel<br />

is Gomphus flavipes.<br />

VISSEN<br />

Doordat de hoofdstroom langzaam stroomt kunn<strong>en</strong> naast reofiele soort<strong>en</strong> ook de volwass<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sstadia van eurytope soort<strong>en</strong> zich hier handhav<strong>en</strong>. De jonge lev<strong>en</strong>sstadia van reofiele <strong>en</strong><br />

eurytope soort<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> op in de langzamer strom<strong>en</strong>de zandige nev<strong>en</strong>geul<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de strang<strong>en</strong>.<br />

Limnofiele soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> in de afgeslot<strong>en</strong> strang<strong>en</strong> waar aquatische vegetatie tot<br />

ontwikkeling gekom<strong>en</strong> is. Hiernaast fungeert dit riviertype als doortrekgebied voor anadrome soort<strong>en</strong><br />

als zalm, zeeforel, elft <strong>en</strong> houting die zich voortplant<strong>en</strong> in de bov<strong>en</strong>loop van de rivier of zijrivier<strong>en</strong>.<br />

INTERN DOCUMENT 20


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

BIJLAGE 3. BESCHRIJVING REFERENTIE M14. ONDIEPE, MATIG<br />

GROTE, GEBUFFERDE PLASSEN (LIT. 3)<br />

TYPOLOGIE<br />

De abiotische karakteristiek<strong>en</strong> van het type M 14 zijn weergegev<strong>en</strong> in onderstaande tabel.<br />

GEOGRAFIE<br />

Tot dit watertype behor<strong>en</strong> de matig grote, vlakvormige, vrij ondiepe, semi-stagnante, gebufferde zoete<br />

water<strong>en</strong> in de regio.s laagve<strong>en</strong>gebied, zeekleigebied, duin<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> zeearm<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong><br />

zijn het Tjeukemeer, de Bov<strong>en</strong>wijde <strong>en</strong> het Zuidlaardermeer. De mer<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> zich van type<br />

M27 (Laagve<strong>en</strong>plass<strong>en</strong>), doordat de bodem niet voor >50% uit organisch materiaal (ve<strong>en</strong>) bestaat <strong>en</strong><br />

verlandingsprocess<strong>en</strong> met bijvoorbeeld Krabbescheer <strong>en</strong> drijftill<strong>en</strong> slechts op beperkte schaal<br />

voorkom<strong>en</strong>. De plass<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel voornamelijk in het laagve<strong>en</strong>gebied aangetroff<strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong><br />

zijn de mer<strong>en</strong> ontstaan door hydromorfologische ingrep<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s.<br />

HYDROLOGIE<br />

Op hydrologisch gebied word<strong>en</strong> de plass<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> grote variatie. Er kan sprake zijn<br />

van voeding door reg<strong>en</strong>water, grondwater <strong>en</strong>/of instrom<strong>en</strong>d oppervlaktewater van elders, afhankelijk<br />

van de ligging van de plass<strong>en</strong> in het regionale hydrologische systeem. De variatie in voeding leidt tot<br />

e<strong>en</strong> grote variatie in verblijftijd<strong>en</strong> (van jar<strong>en</strong> in geïsoleerde situaties tot dag<strong>en</strong> in sterk doorstroomde<br />

situaties) <strong>en</strong> nutriënt<strong>en</strong>belasting (als gevolg van de verblijftijdvariatie maar ook als gevolg van het<br />

nutriënt<strong>en</strong>gehalte van het voedingswater). Alle plass<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> natuurlijke seizo<strong>en</strong>smatige<br />

waterpeilfluctuatie, waarvan de amplitude (verschil tuss<strong>en</strong> hoogste <strong>en</strong> laagste waterstand) varieert <strong>en</strong><br />

afhangt van vele factor<strong>en</strong>, zoals de variatie in hoogteligging in het gebied, de verhouding tuss<strong>en</strong> het<br />

oppervlak van het water <strong>en</strong> het afwater<strong>en</strong>d oppervlak van het stroomgebied etc. E<strong>en</strong> amplitude van<br />

0,5 tot 1,0 meter is reëel. Als gevolg van de waterstandsdynamiek kunn<strong>en</strong> de plass<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> zijn<br />

met uitgestrekte vloedvlaktes, welke vele mal<strong>en</strong> groter kunn<strong>en</strong> zijn dan het oppervlak van de plass<strong>en</strong>.<br />

In de plass<strong>en</strong> zelf speelt de factor windwerking e<strong>en</strong> belangrijke rol. Deze zorgt voor waterbeweging <strong>en</strong><br />

golfwerking, welke als gevolg van de geringe diepte leid<strong>en</strong> tot dynamische erosie- <strong>en</strong><br />

sedim<strong>en</strong>tatieprocess<strong>en</strong>. Er zijn migratiemogelijkhed<strong>en</strong> voor de fauna.<br />

De bodem bestaat uit zand,ve<strong>en</strong> (minder dan 50%) <strong>en</strong>/of klei. Als gevolg van de wind- <strong>en</strong> golfwerking<br />

is de bodem vaak stevig <strong>en</strong> kaal in de golfslagzone. In de luwe zone accumuleert sedim<strong>en</strong>t, dat<br />

meestal voor e<strong>en</strong> belangrijk deel uit organisch materiaal bestaat (geproduceerd in het meer <strong>en</strong>/of<br />

aangevoerd van elders). Als gevolg van de overheers<strong>en</strong>de zuidwestelijke wind<strong>en</strong> bevindt dit slibdepot<br />

zich meestal in de zuidwestelijke hoek van de plas, terwijl de noordoostelijke hoek van de plas aan<br />

erosie onderhevig kan zijn (wandel<strong>en</strong>de mer<strong>en</strong>). De verhouding tuss<strong>en</strong> de productieve, verland<strong>en</strong>de<br />

zone <strong>en</strong> de erosiezone is afhankelijk van de dim<strong>en</strong>sie van de plas. In kleinere plass<strong>en</strong> is het<br />

productieve deel relatief groter dan in grotere plass<strong>en</strong>.<br />

CHEMIE<br />

Het water is neutraal tot basisch <strong>en</strong> kan variër<strong>en</strong> van oligotroof tot eutroof, afhankelijk van de voeding<br />

(reg<strong>en</strong>water, grondwater <strong>en</strong>/of oppervlaktewater) <strong>en</strong> de bodemsam<strong>en</strong>stelling (variër<strong>en</strong>d van oligotroof<br />

zand tot mesotroof of eutroof ve<strong>en</strong> of eutrofe klei). Er is e<strong>en</strong> goede zuurstofvoorzi<strong>en</strong>ing. Desondanks<br />

kunn<strong>en</strong> in de slibrijke <strong>en</strong> verland<strong>en</strong>de zuidwesthoek situaties met periodieke zuurstofdepletie (met<br />

name aan het eind van de nacht) optred<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor del<strong>en</strong> die sterk zijn begroeid met<br />

INTERN DOCUMENT 21


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong>. De helderheid van het water is afhankelijk van de trofische status <strong>en</strong> de<br />

invloed van de windwerking in relatie tot de bodemsam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> het doorzicht kan variër<strong>en</strong> van<br />

<strong>en</strong>kele decimeters (door alg<strong>en</strong>groei <strong>en</strong>/of door opwerveling van bodemmateriaal zoals kleideeltjes) tot<br />

<strong>en</strong>kele meters (in voedselarme situaties). Heinis et al. (2004) gev<strong>en</strong> indicatieve waard<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele<br />

waterkwaliteitsvariabel<strong>en</strong>. Op basis van de koppeling met de natuurdoeltyp<strong>en</strong> kan het type verder als<br />

volgt word<strong>en</strong> gekarakteriseerd:<br />

BIOLOGIE<br />

Parallel aan de grote variatie in abiotische omstandighed<strong>en</strong> kan ook de sam<strong>en</strong>stelling van de<br />

lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schap sterk variër<strong>en</strong>. Algeme<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in de oeverzone van het meer uitgestrekte<br />

gordels met oeverplant<strong>en</strong> voor, welke zich kunn<strong>en</strong> voortzett<strong>en</strong> in de vloedvlakte. In de verland<strong>en</strong>de<br />

zuidwesthoek kan daarbij e<strong>en</strong> zonering word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> van ondiep wortel<strong>en</strong>de <strong>en</strong>/of<br />

drijftilvorm<strong>en</strong>de emerg<strong>en</strong>te soort<strong>en</strong> naar dieper wortel<strong>en</strong>de drijfbladvegetaties naar ondergedok<strong>en</strong><br />

waterplant<strong>en</strong>. In deze zone is de faunageme<strong>en</strong>schap gedomineerd door soort<strong>en</strong> die zijn geassocieerd<br />

met deze vegetaties (limnofiele vissoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> macrofauna) <strong>en</strong> zijn aangepast aan sterk fluctuer<strong>en</strong>de<br />

zuurstofcondities. In het op<strong>en</strong> water kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s sprake zijn van e<strong>en</strong> sterke dominantie van<br />

(ondergedok<strong>en</strong>) watervegetatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geassocieerde faunageme<strong>en</strong>schap. Er kan echter ook sprake<br />

zijn van situaties zonder waterplant<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> daaraan aangepaste faunageme<strong>en</strong>schap. Bezi<strong>en</strong> over<br />

het gehele meer is het relatieve aandeel van ieder van deze biotop<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d voor de sam<strong>en</strong>stelling<br />

van de totale lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schap. Dit is afhankelijk van de dim<strong>en</strong>sie, trofische status, de helderheid<br />

van het water <strong>en</strong> het diepteverloop. De volg<strong>en</strong>de condities zijn d<strong>en</strong>kbaar:<br />

− Oligotrofe heldere condities: helder voedselarm water waarin door voedselgebrek ge<strong>en</strong> of<br />

nauwelijks ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Deze situaties zijn in Nederland waarschijnlijk<br />

erg zeldzaam geweest <strong>en</strong> thans geheel verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> war<strong>en</strong> beperkt tot plass<strong>en</strong> die gevoed<br />

werd<strong>en</strong> met oligotroof grondwater. E<strong>en</strong> voorbeeld betreft de Loosdrechtse Plass<strong>en</strong> vóór 1920, to<strong>en</strong><br />

ze nog geheel gevoed werd<strong>en</strong> met kwelwater van de <strong>Utrecht</strong>se Heuvelrug (zie Hofstra & van Liere,<br />

1992).<br />

− Mesotrofe tot eutrofe heldere condities: helder, matig voedselrijk tot voedselrijk water met e<strong>en</strong><br />

bodem die, afhankelijk van het diepteverloop <strong>en</strong> het doorzicht geheel overgroeid kan zijn met<br />

ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> zoals kranswier<strong>en</strong> <strong>en</strong> fonteinkruid<strong>en</strong>. Deze situatie kwam<br />

waarschijnlijk verreweg het meest in Nederland voor <strong>en</strong> dit is ook het type, waarvoor deze<br />

beschrijving van M14 geldig is.<br />

− Eutrofe troebele situaties: perman<strong>en</strong>t troebele eutrofe situaties kwam<strong>en</strong> waarschijnlijk voor in<br />

plass<strong>en</strong> in het rivier<strong>en</strong>gebied met e<strong>en</strong> kleibodem als gevolg van opwerveling van die kleideeltjes.<br />

Daarnaast kwam<strong>en</strong> eutroof troebele plass<strong>en</strong> waarschijnlijk in het zeekleigebied <strong>en</strong> (voormalig)<br />

brakke gebied<strong>en</strong> voor bij aanwezigheid van zwavelrijke bodems die ge<strong>en</strong> P bind<strong>en</strong>, met als gevolg<br />

voedselrijk oppervlaktewater <strong>en</strong> kwelwater. In de troebele omstandighed<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> niet<br />

waterplant<strong>en</strong> maar zwev<strong>en</strong>de alg<strong>en</strong>. Deze eutrofe toestand zal onder natuurlijk omstandighed<strong>en</strong><br />

niet veel voorkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is het Schildmeer, waar del<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> katteklei-bodem<br />

voorkom<strong>en</strong>.<br />

FYTOPLANKTON EN FYTOBENTHOS<br />

Maximale biomassa.s van fytoplankton tred<strong>en</strong> op in het voorjaar (april) <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot chlorofyl-agehalt<strong>en</strong><br />

van 30 tot 60 µg/l. Het zomerhalfjaargemiddelde chlorofyl-a-gehalte ligt tuss<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 50 µg/l.<br />

In het gehele zomerhalfjaar kunn<strong>en</strong> kiezelalg<strong>en</strong>, goudalg<strong>en</strong>, cryptophyceeën, gro<strong>en</strong>alg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

blauwalg<strong>en</strong> naast elkaar voorkom<strong>en</strong>, afhankelijk van de trofiegraad, de graasdruk van zoöplankton <strong>en</strong><br />

het achtergronddoorzicht. In de meest eutrofe variant<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> in het voorjaar kiezelalg<strong>en</strong><br />

(Stephanodiscus binderanus, S. hantzschii, Cyclostephanos dubius, Diatoma t<strong>en</strong>uis), in de mesotrofe<br />

variant<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> goudalg<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleine cryptophyceeën op de voorgrond (Dinobryon diverg<strong>en</strong>s, Synura<br />

sp., Mallomonas sp.) <strong>en</strong> in intermediaire variant<strong>en</strong> combinaties van beide groep<strong>en</strong>, met onder de<br />

kiezelalg<strong>en</strong> Asterionella formosa. De soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling in de daaropvolg<strong>en</strong>de maand<strong>en</strong> is naast<br />

trofiegraad, sterk afhankelijk van graasdruk <strong>en</strong> het achtergronddoorzicht.<br />

INTERN DOCUMENT 22


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

Positieve indicator<strong>en</strong>:<br />

− kiezelalg<strong>en</strong>: Acanthoceras zachariasii, Aulacoseira subarctica, Cyclotella ocellata, C.radiosa,<br />

Fragilaria croton<strong>en</strong>sis, F. reicheltii, Rhizosol<strong>en</strong>ia eri<strong>en</strong>sis;<br />

− gro<strong>en</strong>alg<strong>en</strong>: Ankyra ancora, Ankistrodesmus fusiformis, Closterium acutum, C. praelongum, C.<br />

subulatum, Nephrochlamys allantoidea, Nephrocytium agardianum, Pseudosphaerocystis lacustris,<br />

Staurastrum arcuatum;<br />

− blauwalg<strong>en</strong>: Anaba<strong>en</strong>a compacta, Chroococcus microscopicus, Coelosphaerium kuetzingianum;<br />

− goudalg<strong>en</strong>: Chrysamoeba sp., Dinobryon diverg<strong>en</strong>s, Mallomonas spp., Synura spp., Urogl<strong>en</strong>a spp.<br />

De geme<strong>en</strong>schap van epifytische kiezelalg<strong>en</strong> kan gedomineerd word<strong>en</strong> door Achnanthes minutissima<br />

of Cocconeis plac<strong>en</strong>tula. In de minder voedselrijke variant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zij vergezeld door soort<strong>en</strong> als A.<br />

pusilla, Anomoeoneis vitrea <strong>en</strong> diverse mesotraf<strong>en</strong>te verteg<strong>en</strong>woordigers uit de geslacht<strong>en</strong> Cymbella,<br />

Fragilaria <strong>en</strong> Gomphonema.<br />

MACROFYTEN<br />

In dit watertype spel<strong>en</strong> ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol; vooral fonteinkruid<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kranswier<strong>en</strong> bedekk<strong>en</strong> vrijwel de gehele bodemoppervlakte. Langs de oevers komt e<strong>en</strong> brede<br />

verlandingsgordel van oeverplant<strong>en</strong> voor, waarin riet e<strong>en</strong> voorname rol speelt. In de ondiepe, luwe<br />

del<strong>en</strong> van de oever kom<strong>en</strong> drijfbladplant<strong>en</strong> voor, e<strong>en</strong> zone die naarmate het dieper wordt overgaat in<br />

ondergedok<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong>. In van nature voedselrijke plass<strong>en</strong> (kleibodems, zwavelrijke bodems)<br />

kunn<strong>en</strong> waterplant<strong>en</strong> door sterke troebeling van ondergeschikt belang zijn.<br />

MACROFAUNA<br />

In de ondiepe gebufferde plass<strong>en</strong> is de geme<strong>en</strong>schap rijk <strong>en</strong> duidt op goede zuurstofomstandighed<strong>en</strong><br />

(oxyfiele soort<strong>en</strong>). Alle groep<strong>en</strong> zijn goed verteg<strong>en</strong>woordigd. Knippers <strong>en</strong> predator<strong>en</strong> zijn talrijk<br />

aanwezig. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> zijn de Driehoeksmossel (Dreiss<strong>en</strong>a polymorpha) <strong>en</strong> de<br />

zwan<strong>en</strong>mossel Anadonta anatina, de kleine tweekleppig<strong>en</strong> Pisidium spp., de kreeftachtige Gammarus<br />

pulex, de vedermugg<strong>en</strong> Cladotanytarsus spp., Psectrocladius psilopterus <strong>en</strong> Stictochironomus spp.,<br />

de slakk<strong>en</strong> Bithynia t<strong>en</strong>taculata, Lithoglyphus naticoides, Potamopyrgus antipodarum <strong>en</strong> Valvata<br />

piscinalis, de waterkever Graphoderus bilineatus <strong>en</strong> de haft<strong>en</strong> Atractides ovalis, Forelia curvipalpis <strong>en</strong><br />

Hygrobates trigonicus. Libell<strong>en</strong> (zoals Co<strong>en</strong>agrion pulchellum <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de Gomphus<br />

pulchellus, maar ook andere soort<strong>en</strong> zoals g<strong>en</strong>oemd bij NDT 3.17) <strong>en</strong> de Grote gerande oeverspin<br />

(Dolomedes plantarius) kom<strong>en</strong> voor indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rijk gevarieerde oevervegetatie aanwezig is, in<br />

combinatie met e<strong>en</strong> goede waterkwaliteit. Opvall<strong>en</strong>d is de (zeer zeldzame) kokerjuffer Anabolia<br />

brevip<strong>en</strong>nis.<br />

VIS<br />

In de visstand kunn<strong>en</strong>, afhankelijk van de trofische status <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van waterplant<strong>en</strong>,<br />

verschill<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>(zie onderstaande tabel).<br />

INTERN DOCUMENT 23


Waterw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging <strong>Natuur</strong>monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de KRW-doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> –maatregel<strong>en</strong><br />

Eemland<br />

De visstand van de plant<strong>en</strong>rijke del<strong>en</strong> bestaat voor het belangrijkste deel uit limnofiele viss<strong>en</strong>,<br />

eurytope viss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral aangetroff<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong> water. Het aandeel ondergedok<strong>en</strong><br />

waterplant<strong>en</strong> <strong>en</strong> oeverplant<strong>en</strong> (peilfluctuatie) is daarom in sterke mate bepal<strong>en</strong>d voor het relatieve<br />

aandeel limnofiel<strong>en</strong>. In het geval van (al dan niet tijdelijke) verbinding met strom<strong>en</strong>de water<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

ook rheofiele soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>.<br />

INTERN DOCUMENT 24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!