POM West-Vlaanderen
POM West-Vlaanderen
POM West-Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Werden uitgenodigd voor het Vlaamse stakeholdersoverleg:<br />
Extern<br />
Chantal Block (KU Leuven/Groep T)<br />
Aviel Verbruggen (Universiteit Antwerpen)<br />
Rudy Verheyen (Universiteit Antwerpen)<br />
Steven Van Passel (Universiteit Hasselt)<br />
Sara Van Dyck (Bond Beter Leefmilieu)<br />
Francis Noyen (Milieu- en natuurraad <strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Marc Van de Bosch (VOKA nationaal/Minaraad)<br />
Caroline Godts (Business & Society Belgium)<br />
Michel Van Gorp (Unizo)<br />
Bart Palmaers (VVSG)<br />
Bart Bode (ODE)<br />
Ines Becue (EANDIS)<br />
Joost Cuvelier (Infrax)<br />
Lieven Vandevelde (POWERLINK/UGENT)<br />
Serge De Gheldere (Future Proofed/REcentre)<br />
Luc Lavrysen (Universiteit Gent)<br />
Geert Van Hoorick (Universiteit Gent)<br />
Lut Slabbinck (Agentschap Ondernemen)<br />
Pieter Desiere (Agentschap Ondernemen)<br />
Wim Buelens (Kabinet Minister Freya van den Bossche)<br />
Lieven Van Lieshout (VEA)<br />
Tom Maes (WVI/Universiteit Gent)<br />
Isabelle Vanden Bon (VREG)<br />
Christine Broux (Flanders cleantech association/VITO)<br />
Annemie Bollen (SERV)<br />
Koen Vanoverberghe (Warmtenetwerk<br />
<strong>Vlaanderen</strong>/MIROM)<br />
Schreven zich in voor het Vlaamse stakeholdersoverleg:<br />
Extern<br />
Koen Van Overberghe (MIROM)<br />
Lieven Van Lieshout (VEA)<br />
Leen Trappers (KAHO St-Lieven)<br />
Katrien De Maeyer (Agentschap Ondernemen)<br />
Dieter Brigitta (PNO consultants)<br />
Viooltje Lebuf (VCM)<br />
Jan Aerts (Futureproofed)<br />
Dirk Van Evercooren (VREG)<br />
Annemie Bollen (SERV)<br />
Marc Van den Bosch (VOKA)<br />
Wim Buelens (Kabinet Minister Freya van den Bossche)<br />
Tania Van Laer (UGENT)<br />
Véronique Victor (POWERLINK/UGENT)<br />
Caroline Godts (Business & Society Belgium)<br />
Michel Van Gorp (Unizo Brussel)<br />
Datum: 5 maart 2012<br />
Project: Stakeholdersoverleg beleidsondersteuning<br />
ECO2Profit<br />
Onderwerp:<br />
Notulist:<br />
Discussie Vlaamse zijde<br />
Peter Clauwaert (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)
Waren aanwezig op het Vlaamse stakeholdersoverleg:<br />
Extern Intern<br />
Koen Van Overberghe (MIROM) Stijn Vercampt (<strong>POM</strong> Limburg)<br />
Lieven Van Lieshout (VEA) Philippe Tavernier (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Leen Trappers (KAHO St-Lieven) Eline D’hooge (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Katrien De Maeyer (Agentschap Ondernemen) Peter Clauwaert (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Dieter Brigitta (PNO consultants) Isabelle Verdonck (<strong>POM</strong> Antwerpen)<br />
Viooltje Lebuf (VCM) Annelies Herregat (<strong>POM</strong> Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Dirk Van Evercooren (VREG)<br />
Véronique Victor (POWERLINK/UGENT)<br />
Tania Van Laer (UGENT)<br />
Vulden de enquête (al dan niet gedeeltelijk) in:<br />
Extern Intern<br />
Steven Van Passel (Universiteit Hasselt) Stijn Vercampt (<strong>POM</strong> Limburg)<br />
Koen Van Overberghe (MIROM) Philippe Tavernier (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Lieven Van Lieshout (VEA) Eline D’hooge (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Leen Trappers (KAHO St-Lieven) Peter Clauwaert (<strong>POM</strong> <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Katrien De Maeyer (Agentschap Ondernemen) Geert Penneman (<strong>POM</strong> Antwerpen)<br />
Dieter Brigitta (PNO consultants) Annelies Herregat/Dieter Geenens/Marieke Van Poucke<br />
(<strong>POM</strong> Oost-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Viooltje Lebuf (VCM)<br />
Jan Aerts (Futureproofed)<br />
Dirk Van Evercooren (VREG)<br />
Annemie Bollen (SERV)<br />
Marc Van den Bosch (VOKA)<br />
Lieven Vandevelde (POWERLINK/UGENT)<br />
Tania Van Laer (UGENT)<br />
Francies Van Gijzeghem (ODE)<br />
Stuurden nadien nog opmerkingen door:<br />
Francies Van Gijzeghem (ODE)<br />
Annemie Bollen (SERV)<br />
Marc Van den Bosch (VOKA)<br />
1. Beleid in functie van stroom in plaats van warmte leidt tot energetische<br />
devalorisatie<br />
Algemene opmerkingen:<br />
o Lieven Van Lieshout (VEA) erkent dat het beleid groene warmte nog in zijn kinderschoenen staat en haalt als een<br />
van de redenen aan dat Europa tot voor kort steeds de nadruk legde op groene stroom<br />
o Annemie Bollen (SERV) signaleert dat er geen afzonderlijke bindende doelstellingen zijn voor warmte en transport<br />
voor België en ook niet voor <strong>Vlaanderen</strong>. De doelstellingen in het nationaal actieplan zijn indicatief. Wat de meest<br />
kostenefficiënte verdeling is van de HE-doelstelling tussen de verschillende vectoren moet dringend onderzocht<br />
en bekend gemaakt worden om op basis daarvan het (indicatief) ambitieniveau voor de verschillende vectoren te<br />
bepalen. Het ziet er inderdaad wel naar uit dat meer inspanningen voor groene warmte (en dus bijsturing) nodig<br />
zullen zijn (zie ook SERV-Mina-advies over groene warmte), voor transport is mevrouw Bollen daar – ook gezien<br />
de polemiek – niet zo zeker van. Bovendien is ook EE een belangrijke piste om he-doelstellingen te halen (noemer<br />
van de breuk) en zeker zwaar onderbelicht.
o Francies Van Gijzeghem (ODE) pleit steeds voor operationele steun in combinatie met investeringssteun, maar<br />
met de nadruk op exploitatie aangezien het aantal draaiuren belangrijk is. Bovendien moet steeds, ook bij groene<br />
warmte, rekening gehouden worden met de emissies<br />
o Koen Van Overberghe (MIROM/warmtenetwerk <strong>Vlaanderen</strong>) meldt dat er wellicht ook best werk gemaakt wordt<br />
van een Vlaamse variant van het ‘Niet meer dan anders’ principe in Nederland, gezien het monopolie dat een<br />
warmtenet met zich meebrengt.<br />
o Het oplossen van de crisis met de marktwerking van het certificatensysteem kan mogelijks honderden miljoenen<br />
kosten, hopelijk niet ten koste van de transitie naar groene warmte en restwarmtevalorisatie<br />
Stellingen:<br />
1.1 Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd te worden om:<br />
o injectie groen gas te stimuleren<br />
o geothermie te stimuleren<br />
o de discriminatie van restwarmtevalorisatie tav aardgas-WKK weg te werken<br />
[9 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
1.1a Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de injectie van groen gas te stimuleren<br />
7; 41%<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
1.1a Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de injectie van groen gas te stimuleren<br />
2; 33%<br />
1; 17%<br />
0; 0% 0; 0%<br />
1; 17%<br />
2; 33%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
3; 18%<br />
5; 29%<br />
5; 46%<br />
0; 0%<br />
0; 0%<br />
1; 9%<br />
2; 18%<br />
3; 27%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1.1a Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de injectie van groen gas te stimuleren<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
1.1b Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om geothermie te stimuleren<br />
3; 17%<br />
0; 0%<br />
2; 11%<br />
1.1b Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om geothermie te stimuleren<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
3; 50%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
10; 55%<br />
3; 17%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
2; 17%<br />
7; 58%<br />
2; 17%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1.1b Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om geothermie te stimuleren<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Opmerkingen:<br />
1.1c Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de discriminatie van restwarmtevalorisatie tav aardgas-WKK<br />
weg te werken<br />
2; 12%<br />
0; 0%<br />
9; 53%<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
1.1c Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de discriminatie van restwarmtevalorisatie tav aardgas-WKK<br />
weg te werken<br />
2; 33%<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
3; 50%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“ik neem aan dat jullie doelen op het budget voor het opgezette call-systeem. Dat is inderdaad (veel) te weinig. De<br />
verhouding tussen budgetten voor groene stroom (via tarieven 600 a 700 mio euro) tov budgetten groene warmte (7 mio?)<br />
en EE (enkele tientallen mio). Maar het is voor mij niet zeker dat de (extra) financiering op deze wijze (via extra algemene<br />
middelen) moet gebeuren en dus moet verhogen (misschien beter via een slimmere doorrekening aan àlle<br />
energieverbruikers, ongeacht ze zelf HE-producent zijn, met liefst een incentive tot besparing door ev. progressiviteit in<br />
tarifering zodat marginaal verbruik duurder wordt en de IRR van EE- en HE-projecten gevoelig toeneemt). De kritiek op het<br />
call systeem is bovendien dat het te blind is door diverse warmteprojecten samen te laten concurreren, terwijl die dat niet<br />
kunnen en men riskeert het volledige budget kwijt te zijn aan enkele zeer grote projecten die zonder steun ook al rendabel<br />
zouden zijn. Ook hier geldt weer dat informatie nodig is over de maatschappelijke kosteneffectiviteit van Injectie van groen<br />
gas, geothermie, restwarmtevalorisatie, én andere warmtetoepassingen, en warmtenetten, om te kunnen beslissen over de<br />
gewenste groene warmtemix. Als die mix bekend is, kan je je instrumentarium daarop afstemmen. Callsysteem kan voor<br />
bepaalde grote projecten die gelijkaardig zijn en op prijs kunnen concurreren interessant zijn (maar enkel op basis van OT).<br />
In heel wat andere gevallen is wellicht investeringssteun, publieke participatie, ed. een betere piste. Restwarmtevalorisatie<br />
kan goed zijn voor klimaatdoelen, maar niet voor he-doelen. Voor meer bemerkingen zie advies groene warmte van SERV en<br />
Minaraad”<br />
1; 9%<br />
5; 29%<br />
0; 0%<br />
1; 9%<br />
2; 18%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1.1c Het budget voor het decreet groene warmte dient substantieel verhoogd<br />
te worden om de discriminatie van restwarmtevalorisatie tav aardgas-WKK<br />
weg te werken<br />
intern 7; 64%<br />
extern<br />
0; 0%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Budget groene warmte verhogen: heb dit [onderdeel van de enquête] niet ingevuld per categorie maar akkoord om budget<br />
te verhogen voor zover deze maatregel kosten efficiënt is maw in deze de vergelijking met groene stroom. Dus ja maar ik<br />
kan mij niet uitspreken over welk van de 3 wel of niet omdat ik onvoldoende gegevens heb over de kosten efficiëntie van de<br />
3 maatregelen”<br />
1.2 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: formuleren en afdwingen van lokale doelstellingen groene warmte per<br />
bedrijventerrein in functie lokale mogelijkheden indien dit aan marktconforme warmteprijzen kan<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
1.2 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: formuleren en afdwingen<br />
van lokale doelstellingen groene warmte per bedrijventerrein in functie<br />
lokale mogelijkheden indien dit aan marktconforme warmteprijzen kan<br />
5; 28%<br />
1; 5%<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
1.2 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: formuleren en afdwingen<br />
van lokale doelstellingen groene warmte per bedrijventerrein in functie<br />
lokale mogelijkheden indien dit aan marktconforme warmteprijzen kan<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
5; 83%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4; 34%<br />
1; 8%<br />
11; 61%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
6; 50%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1.2 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: formuleren en afdwingen<br />
van lokale doelstellingen groene warmte per bedrijventerrein in functie<br />
lokale mogelijkheden indien dit aan marktconforme warmteprijzen kan<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
intern extern
Opmerkingen:<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Groene warmtemogelijkheden moeten lokaal opgespoord worden (warmtekaart) en wellicht worden ook best lokaal de<br />
nodige initiatieven genomen om vragers en aanbieders elkaar daarin te laten vinden. Persoonlijk geloof ik niet sterk in het<br />
vastleggen van lokale doelstellingen (wie is de eindverantwoordelijke, wie kiest de doelstellingen, wie dwingt af, hoe is de<br />
meetbaarheid, …); in een transitie-aanpak ga je denk ik beter naar een andere aanpak, die vanuit winwin vanuit alle spelers<br />
vertrekt – zo bereik je op lokaal niveau veel sneller, veel meer. Want het heeft geen zin, om eventueel af te laten kopen met<br />
emissierechten, easy-win- of BAU-projecten die men sowieso al van plan was.”<br />
1.3 Minimumeisen inzake warmtevalorisatie opleggen als criterium voor erkenning als HE-elektriciteitsopwekking uit<br />
biomassa en elektriciteitsopwekking uit niet hernieuwbare energiebronnen<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
Opmerkingen:<br />
1.3 Minimumeisen inzake warmtevalorisatie opleggen als criterium voor<br />
erkenning als HE-elektriciteitsopwekking uit biomassa en<br />
elektriciteitsopwekking uit niet hernieuwbare energiebronnen<br />
4; 22%<br />
2; 11%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
1.3 Minimumeisen inzake warmtevalorisatie opleggen als criterium voor<br />
erkenning als HE-elektriciteitsopwekking uit biomassa en<br />
elektriciteitsopwekking uit niet hernieuwbare energiebronnen<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
2; 33%<br />
2; 34%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Ik neem aan dat jullie doelen op erkenning om in aanmerking te komen voor GSC (want voor de Europese doelstelling<br />
maakt dat niet uit). Vanuit theoretisch oogpunt klopt het dat je meer uit biomassa haalt als je er warmte mee opwekt, dan<br />
dat je elektriciteit mee maakt. Maar er kunnen wel degelijk andere overwegingen die maken dat biomassagebruik voor<br />
3; 17%<br />
8; 44%<br />
2; 17%<br />
2; 17%<br />
0; 0%<br />
1; 8%<br />
1; 8%<br />
6; 50%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1.3 Minimumeisen inzake warmtevalorisatie opleggen als criterium voor<br />
erkenning als HE-elektriciteitsopwekking uit biomassa en niet hernieuwbare<br />
energiebronnen<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
intern extern
elektriciteitsopwekking zonder warmtevalorisatie op korte termijn toch zin heeft (bv geen warmteafnemer binnen bereik of<br />
geen economisch haalbare alternatieven om de doelstellingen te bereiken). Punt is dat je eerst moet bepalen welke mix je<br />
wil, welke je wil ondersteunen en via welke wijze.”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Minimum warmtevalorisatie biomassa; niet noodzakelijk. Je moet dit bekijken vanuit de exergie. Als rendement voor<br />
elektriciteitsopwekking te zeer zou dalen hoeft dit niet”<br />
1.4 Warmtenetten toevoegen als technologie op limitatieve lijst ecologiepremie<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
Opmerkingen:<br />
1.4 Warmtenetten toevoegen als technologie op limitatieve lijst<br />
ecologiepremie<br />
2; 11%<br />
0; 0%<br />
6; 33%<br />
2; 11%<br />
1.4 Warmtenetten toevoegen als technologie op limitatieve lijst<br />
ecologiepremie<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
3; 50%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Het budget van de ecologiepremie overstijgt ruimschoots de vraag ernaar. De mogelijkheid om budgetten over te<br />
hevelen naar andere ‘ministers’ (bijvoorbeeld om de steun voor groene warmte substantieel te verhogen) is<br />
blijkbaar geen evidentie<br />
8; 45%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1.4 Warmtenetten toevoegen als technologie op limitatieve lijst<br />
ecologiepremie<br />
2; 17%<br />
0; 0%<br />
5; 41%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
5; 42%<br />
intern extern<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Annemie Bollen (SERV):<br />
“voor warmtenetten kan wellicht beter een afzonderlijk mechanisme opgezet worden; om verdringingseffecten te vermijden<br />
(voor andere ecologie-investeringen). Maar ook omdat het gaat over infrastructuur-achtige investeringen waarvoor andere<br />
kwesties van belang zijn (zoals toegang, beheer, …) die anders zijn dan de traditioneel beoogde ecologiepremieinvesteringen.<br />
Als we echt voor warmtenetten willen gaan, zullen trouwens substantiële budgetten nodig zijn.”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Warmtenetten op LTL lijst: ik denk dat dit het verkeerde instrument is; voor warmtenetten verwijs ik graag naar grijs water;<br />
er is daar een afzonderlijk subsidiebesluit voor gemaakt. Ik zou eerder zelfde doen. Liever LTL lijst voorbehouden voor<br />
procesmaatregelen”<br />
1.5 Doorvoeren Europese richtlijn van 10% opmenging biodiesel<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
2; 13%<br />
0; 0%<br />
1.5 Doorvoeren Europese richtlijn van 10% opmenging biodiesel<br />
3; 19%<br />
5; 31%<br />
1.5 Doorvoeren Europese richtlijn van 10% opmenging biodiesel<br />
1; 20%<br />
0; 0%<br />
3; 60%<br />
1; 20%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
5; 31%<br />
0; 0%<br />
2; 18%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1.5 Doorvoeren Europese richtlijn van 10% opmenging biodiesel<br />
3; 27%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
intern 2; 18%<br />
4; 37% extern<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Opmerkingen:<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“ik denk dat de controverse hierover best op EU-niveau wordt beslecht”<br />
2. Lokale productie én afname van stroom stimuleren om kosten van<br />
distributie te beperken<br />
Algemene opmerkingen:<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“het omgekeerde kan ook waar zijn, waardoor het in sommige gevallen toch interessanter kan zijn om wel elektriciteit over<br />
geavanceerde lijnen over grote afstanden te transporteren (zeker als we naar meer vergaande transitie naar koolstofarm<br />
gaan). Punt is dat je het slim moet aanpakken en cruciaal is vooral dat een mix van centrale en decentrale productie nodig<br />
is. Alleen decentraal zal niet lukken als je naar zeer hoge aandelen hernieuwbare energie wil gaan (omdat ons intern<br />
potentieel beperkt is). Ook bevoorradingszekerheid is een belangrijk punt daarbij (en daardoor ook belang van differentiatie<br />
naar bronnen biomassa en naar geïnterconnecteerde landen).”<br />
Stellingen:<br />
2.1 Een aanscherping van het ambitieniveau van de invulling van CO2-neutrale bedrijventerreinen door een verplichting<br />
(voor een bepaald percentage) van lokale Garanties van Oorsprong (GvO) van elektriciteit (bijv. bedrijventerrein, de<br />
gemeente, provincie, regio, … ifv van de lokale mogelijkheden)<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
2.1 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: GvO elektriciteit lokaal<br />
maken voor een bepaald % (bijv. bedrijventerrein, de gemeente, provincie,<br />
regio, … ifv van de lokale mogelijkheden)<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
4; 25%<br />
3; 19%<br />
4; 25%<br />
4; 25%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
2.1 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: GvO elektriciteit lokaal<br />
maken voor een bepaald % (bijv. bedrijventerrein, de gemeente, provincie,<br />
regio, … ifv van de lokale mogelijkheden)<br />
0; 0%<br />
1; 20%<br />
1; 20%<br />
1; 20%<br />
2; 40%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Ben geen voorstander van lokale differentiëring van garanties van oorsprong – de netlogica verschilt in de verschillende<br />
gebieden zodanig dat het in sommige regio’s juist niet verantwoord is om lokale productie te eisen (want dat zou<br />
gigantische kosten voor netontwikkeling vereisen) terwijl het voor andere juist geen probleem is dat er niet decentraal wordt<br />
opgewekt. Een gerichte aanpak is nodig waar installaties bewust ingeplant worden, rekening houdend met de lokale vraag<br />
én met de lokale mogelijkheden van de netten.”<br />
2.2 Bij een netcongestie de afschakeling van lokale elektriciteitsproducenten afhankelijk maken van de duurzaamheid<br />
van elektriciteitsopwekking<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2.1 Aanscherping ambitieniveau CO2-neutrale BT: GvO elektriciteit lokaal<br />
maken voor een bepaald % (bijv. bedrijventerrein, de gemeente, provincie,<br />
regio, … ifv van de lokale mogelijkheden)<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
2; 18%<br />
3; 27%<br />
intern extern<br />
2.2 Bij een netcongestie de afschakeling van lokale elektriciteitsproducenten<br />
afhankelijk maken van de duurzaamheid van elektriciteitsopwekking<br />
0; 0%<br />
1; 5%<br />
3; 17%<br />
7; 39%<br />
7; 39%<br />
2; 18%<br />
3; 28%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
2.2 Bij een netcongestie de afschakeling van lokale elektriciteitsproducenten<br />
afhankelijk maken van de duurzaamheid van elektriciteitsopwekking<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
2; 33%<br />
2; 34%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“afschakelregelingen en compensatieregelingen zijn samen te bekijken; het kan omwille van netlogica wel degelijk<br />
verantwoord zijn om zeer duurzame producenten af te schakelen, zolang ze maar voldoende daarvoor vergoed worden (en<br />
bijv. meer dan andere installaties);<br />
Om afschakelproblematiek van duurzame installaties ten gronde aan te pakken, is het vooral nodig om dringend te zorgen<br />
voor meer flexibele productiecapaciteit (biomassa-installaties en niet-HE-installaties), meer opslag, vraagsturing, … (zie<br />
advies SERV-Mina over hernieuwbare energie)”<br />
Dirk Van Evercooren (VREG) wijst er op dat een deel van de problemen rond netcongestie het gevolg zijn van een<br />
ondoordacht inplanting op locaties waar de ontvangscapaciteit daar niet op voorzien is. Met als voorbeeld het groot aantal<br />
WKK’s in de Kempen (tuinbouw) terwijl dit in een regio is waar maar zeer weinig elektrische afname is. Het kan interessant<br />
zijn om, net zoals bij windplannen, zoekzones te definiëren waar aansluiting wenselijker is dan op andere locaties en de<br />
aansluitkosten daar van te laten afhangen. De afschakeling volgens duurzaamheid is reeds opgenomen in de Europese<br />
richtlijn en is reeds van toepassing op het hoogspanningsnet van ELIA, maar nog niet bij het middenspanningsnet van<br />
EANDIS/INFRAX omdat de netbeheerders geen verantwoordelijkheid hebben inzake balancing – en dit terwijl daar net het<br />
grootste aandeel HE en WKK op aangesloten zit.<br />
2.3 Groepsaankoop elektriciteit van Provincies: GvO uit de provincie/<strong>Vlaanderen</strong>/België<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
1; 6%<br />
4; 23%<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2.2 Bij een netcongestie de afschakeling van lokale elektriciteitsproducenten<br />
afhankelijk maken van de duurzaamheid van elektriciteitsopwekking<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
1; 8%<br />
5; 42%<br />
intern extern<br />
2.3 Groepsaankoop elektriciteit van Provincies: GvO uit de<br />
provincie/<strong>Vlaanderen</strong>/België<br />
1; 6%<br />
2; 12%<br />
2; 12%<br />
7; 41%<br />
5; 42%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
1; 17%<br />
0; 0%<br />
2.3 Groepsaankoop elektriciteit van Provincies: GvO uit de<br />
provincie/<strong>Vlaanderen</strong>/België<br />
1; 17%<br />
1; 16%<br />
3; 50%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Garanties van oorsprong zullen er sowieso genoeg zijn als GVO alleen voor bepaalde BT en groepsaankopen verplicht zijn,<br />
dus lijkt me niet als instrument niet effectief. Zie trouwens ook nadelen in groepsaankopen”<br />
2.4 Directe elektrische leidingen tussen bedrijven worden best toegestaan en naar vergunningen toe gefaciliteerd (geen<br />
compensatie voor nadeel stroominjectie)<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1; 9%<br />
2.3 Groepsaankoop elektriciteit van Provincies: GvO uit de<br />
provincie/<strong>Vlaanderen</strong>/België<br />
1; 9%<br />
1; 9%<br />
intern 3; 27%<br />
extern<br />
2.4 Directe elektrische leidingen tussen bedrijven worden best toegestaan en<br />
naar vergunningen toe gefaciliteerd (geen compensatie voor nadeel<br />
stroominjectie)<br />
4; 23%<br />
1; 6%<br />
1; 6%<br />
1; 6%<br />
2.4 Directe elektrische leidingen tussen bedrijven worden best toegestaan en<br />
naar vergunningen toe gefaciliteerd (geen compensatie voor nadeel<br />
stroominjectie)<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
4; 67%<br />
1; 16%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2; 12%<br />
1; 9%<br />
1; 9%<br />
8; 47%<br />
3; 27%<br />
1; 9%<br />
1; 9%<br />
1; 9%<br />
4; 37%<br />
4; 37%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2.4 Directe elektrische leidingen tussen bedrijven worden best toegestaan en<br />
naar vergunningen toe gefaciliteerd (geen compensatie voor nadeel<br />
stroominjectie)<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Dirk Van Evercooren (VREG) duidt de voorzichtigheid van de VREG inzake het toestaan van directe elektrische leidingen<br />
tussen bedrijven. Enerzijds gaat het doorgaans over bedrijven die certificaten krijgen voor hun productie van elektriciteit en<br />
de grootte van deze certificaten werd bepaald aan de hand van de onrendabele top en dus ook de prijs geassocieerd met<br />
netinjectie. Als deze bedrijven een bijkomend financieel voordeel halen door directe elektrische leidingen is er dus sprake<br />
van oversubsidiëring. Anderzijds is de winst die voortvloeit uit het zich onttrekken van het elektrische net ongeoorloofd als<br />
men in geval van nood wel beroep wenst te doen op de netcapaciteit die door de overheid bekostigd wordt en waaraan<br />
men niet meebetaalt. Bovendien betekent dit dat het zich onttrekken van de netkosten (maar ook andere bijv. Kyotofonds)<br />
automatisch betekent dat wie wel aangesloten blijft op het net meer moet betalen.<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“problematiek van directe leidingen vergt specifieke aanpak: enerzijds niet de bedoeling om netkosten te vermijden,<br />
anderzijds netlogica te respecteren”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Directe leidingen: is voor ons een afweging tussen solidariteit om netkosten te betalen en anderzijds beperken van de<br />
meerkosten; hebben huidige regelgeving mee bediscussieerd en zijn er mee akkoord. Misschien is er iets meer mogelijk dan<br />
nu het geval is maar moeten we eerst aantonen.”<br />
2.5 RWZI’s met slibvergisters zelf maximaal te laten instaan in hun energievoorziening door hen toe te laten co-vergisting<br />
toe te staan met lokale co-substraten om hun vergistingsinstallatie optimaal te kunnen gebruiken naar het Nederlandse<br />
idee van de RWZI als ‘De Energiefabriek’ (bijv. enkel heffingsplicht op aandeel co-substraat)<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
2.5 RWZI’s met slibvergisters zelf maximaal te laten instaan in hun<br />
energievoorziening door hen toe te laten co-vergisting toe te staan met lokale<br />
co-substraten om hun vergistingsinstallatie optimaal te kunnen gebruiken<br />
naar het Nederlandse idee van de RW<br />
10; 59%<br />
2; 12%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
4; 23%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
2.5 RWZI’s met slibvergisters zelf maximaal te laten instaan in hun<br />
energievoorziening door hen toe te laten co-vergisting toe te staan met lokale<br />
co-substraten om hun vergistingsinstallatie optimaal te kunnen gebruiken<br />
naar het Nederlandse idee van de RW<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
1; 17%<br />
2; 33%<br />
volledig mee eens<br />
3. De Vlaamse provincies kunnen een grotere rol opnemen in duurzame<br />
energie<br />
3a Dit kan door het oprichten van coöperatieven die bedrijven van goedkope leningen kunnen voorzien voor projecten<br />
rond energie-efficiëntie en hernieuwbare energie<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2.5 RWZI’s met slibvergisters zelf maximaal te laten instaan in hun<br />
energievoorziening door hen toe te laten co-vergisting toe te staan met lokale<br />
co-substraten om hun vergistingsinstallatie optimaal te kunnen gebruiken<br />
naar het Nederlandse idee van de RW<br />
8; 73%<br />
intern extern<br />
3a De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven die bedrijven<br />
van goedkope leningen kunnen voorzien voor projecten rond energieefficiëntie<br />
en hernieuwbare energie<br />
3; 19%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
9; 56%<br />
3; 19%<br />
1; 9%<br />
2; 18%<br />
0; 0%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
3a De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven die bedrijven<br />
van goedkope leningen kunnen voorzien voor projecten rond energieefficiëntie<br />
en hernieuwbare energie<br />
1; 20%<br />
2; 40%<br />
0; 0%<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“De meerwaarde ten opzichte van reeds bestaande initiatieven is niet duidelijk; is leenlast wel het probleem?) waarom<br />
alleen bedrijven? Waarom moet dit een coöperatieve zijn ? van wie? Waarom moet dit op lokaal niveau?”<br />
<strong>POM</strong> Oost-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />
http://www.groene-waarborg-pmv.be/ Wordt aangeboden door pmv<br />
2; 40%<br />
volledig mee eens<br />
3b Dit kan door het oprichten van coöperatieven/ESCO’s die via het systeem van de derde betaler energiebesparende<br />
projecten of projecten inzake hernieuwbare energie financieren die een te lage IRR hebben voor bedrijven en de<br />
voordelen uit de energiewinst te delen tussen het bedrijf en de coöperatieve/ESCO<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
1; 6%<br />
6; 38%<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
3a De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven die bedrijven<br />
van goedkope leningen kunnen voorzien voor projecten rond energieefficiëntie<br />
en hernieuwbare energie<br />
2; 18%<br />
0; 0%<br />
intern extern<br />
3b De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven/ESCO’s die via<br />
het systeem van de derde betaler energiebesparende projecten of projecten<br />
inzake hernieuwbare energie fin<br />
1; 9%<br />
7; 44%<br />
1; 9%<br />
7; 64%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
3b De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven/ESCO’s die via<br />
het systeem van de derde betaler energiebesparende projecten of projecten<br />
inzake hernieuwbare energie fin<br />
2; 40%<br />
0; 0%<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“waarom moet dit op lokaal niveau? Waarom alleen voor bedrijven?”<br />
3; 60%<br />
volledig mee eens<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Esco’s zijn belangrijk maar ik twijfel of dit een rol is voor de provincie. Zou eerder privé initiatief moeten zijn. Bovendien<br />
oprichting vlaams energiebedrijf. Beter misschien daar extra middelen in stoppen dan afzonderlijke fondsen/esco’s<br />
oprichten”<br />
3c Dit kan door het (samen) organiseren van groepsaankopen hernieuwbare energie voor particulieren en bedrijven<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
3; 18%<br />
7; 41%<br />
1; 6%<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
3b De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het oprichten van coöperatieven/ESCO’s die via<br />
het systeem van de derde betaler energiebesparende projecten of projecten<br />
inzake hernieuwbare energie fin<br />
1; 9%<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
1; 9%<br />
intern extern<br />
3c De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het (samen) organiseren van groepsaankopen<br />
hernieuwbare energie voor particulieren en bedrijven<br />
0; 0%<br />
4; 36%<br />
6; 35%<br />
4; 37%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
3c De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het (samen) organiseren van groepsaankopen<br />
hernieuwbare energie voor particulieren en bedrijven<br />
2; 40%<br />
0; 0%<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Groepsaankoop: geen rol voor de provincie”<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“nadelen voor kleine leveranciers die elkaar kapot concurreren, onduidelijke voorwaarden, breekt de concurrentie niet, te<br />
klein om voor banken als betrouwbare afnemers voor risicovolle HE-projecten te fungeren, te klein en te ongedifferentieerd<br />
om balancingkosten te kunnen uitvlakken”<br />
Persbericht VREG (De Standaard – 15/3/12):<br />
Het aandeel van marktleider Electrabel op de elektriciteitsmarkt in <strong>Vlaanderen</strong> is voor het eerst onder de 60 procent<br />
gevallen. Dat komt omdat steeds meer gezinnen en bedrijven overstappen naar een andere energieleverancier: januari was<br />
een nieuwe recordmaand. “De cijfers tonen aan dat de concurrentie werkt en dat steeds meer klanten hun drempelvrees<br />
laten varen en hun weg vinden op de energiemarkt”, stelt de Vreg. De regulator voegt toe dat ook het fenomeen van de<br />
groepsaankopen “een belangrijke rol speelt in de verklaring van de hoge marktdynamiek in de tweede helft van vorig jaar en<br />
de historisch hoge inzet van 2012”.<br />
3d Dit kan als elke provincie een eigen ‘windplan’ laat opstellen<br />
3; 60%<br />
volledig mee eens<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
3; 18%<br />
5; 29%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
3c De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie door het (samen) organiseren van groepsaankopen<br />
hernieuwbare energie voor particulieren en bedrijven<br />
3; 25%<br />
intern extern<br />
3d De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie als elke provincie een eigen ‘windplan’ laat opstellen<br />
0; 0%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
8; 47%<br />
5; 42%<br />
3; 25%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
3d De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie als elke provincie een eigen ‘windplan’ laat opstellen<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
2; 33%<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“windturbines lijken me nu net een voorbeeld waar er best op Vlaams niveau beslist wordt om te vermijden dat provincies<br />
hun verantwoordelijkheden terzake zouden ontlopen. <strong>West</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> die bijvoorbeeld zegt: elke provincie een gelijk<br />
aandeel in windturbines, terwijl het juist logischer is meer turbines aan de kust te voorzien; wat evenwel niet belet dat bij de<br />
vastlegging van het ruimtelijk energieplan (zie SERV-Mina-advies) provincies een te betrekken partner zijn, die zelf baat<br />
heeft met bij grondige voorbereiding”<br />
Suggesties naar de Provincies toe om duurzame energie te stimuleren:<br />
2; 34%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Netwerking, forumwerking, feeling krijgen met energievragers, energieaanbieders, HE en vooral warmtepotentieel….,<br />
projectwerking, experimenten, samenwerking met academische wereld, participatieve projecten (HE, EE), transitieversneller<br />
of –facilitator, ….”<br />
Het opstellen van een Provinciaal windplan voor alle Provincies, gecoördineerd op Vlaams niveau<br />
Het opstellen van een Provinciale warmte-atlas/potentiekaart naar de mogelijkheden en wenselijkheid,<br />
gecoördineerd op Vlaams niveau<br />
Het opstellen van een Provinciale kaart van inplanting netinjectie volgens de netcapaciteit, nu en in de toekomst,<br />
gecoördineerd op Vlaams niveau<br />
Het opstellen van een Provinciale kaart naar de mogelijkheden en wenselijkheid van lokale energetische<br />
valorisatie van biomassastromen, nu en in de toekomst, gecoördineerd op Vlaams niveau<br />
4. Certificatenmechanisme optimaliseren en kosten besparen<br />
4.1 Verbieden van aanrekenen van boeteprijzen certificaten aan eindafnemers elektriciteit slechts de reële marktprijs<br />
van de aangekochte certificaten mag aangerekend worden<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
3d De provincies kunnen een nog grotere rol spelen in de transitie naar meer<br />
hernieuwbare energie als elke provincie een eigen ‘windplan’ laat opstellen<br />
3; 27%<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
intern extern<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
6; 55%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
4.1 Verbieden van aanrekenen van boeteprijzen certificaten aan<br />
eindafnemers elektriciteit --> slechts de reële marktprijs van de aangekochte<br />
certificaten mag aangerekend worden<br />
4; 25%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
0; 0%<br />
6; 38%<br />
4.1 Verbieden van aanrekenen van boeteprijzen certificaten aan<br />
eindafnemers elektriciteit --> slechts de reële marktprijs van de aangekochte<br />
certificaten mag aangerekend worden<br />
1; 20%<br />
2; 40%<br />
0; 0%<br />
2; 40%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Dirk Van Evercooren (VREG) stelt dat dit, gezien de complexiteit van de prijssetting van de leveranciers, dit voornamelijk<br />
een boekhoudkundige ingreep is die hoogst waarschijnlijk de prijs voor de consument niet beïnvloedt. De verplichting van<br />
het vermelden van reële marktprijs van certificaten zal gewoon tot gevolg hebben dat de energieprijs zelf stijgt, zodat de<br />
totale elektriciteitsprijs dezelfde blijft.<br />
Alex Polfliet (Zero Emission Solutions):<br />
Als leveranciers Groene stroom of Warmtekrachtcertificaten kopen dan kunnen ze die kost fiskaal inbrengen als<br />
productiekost. Als ze geen of onvoldoende GSC’s of WKC’s aankopen moeten ze een boete betalen. Maar een boete kan je<br />
niet als productiekost inbrengen en dus niet van je winst aftrekken.<br />
Anderzijds is het zo dat leveranciers op het moment dat ze een nieuwe klant contracteren, niet weten aan welke prijs ze de<br />
GSC’s en WKC’s zullen kunnen kopen en dus bovenop de reële marktprijs een risicopremie incalculeren. Dat betekent<br />
meestal dat ze postfactum zullen vaststellen dat zulke risicomarge niet nodig was en dus extra marge hebben geboekt.<br />
Een alternatief zou kunnen zijn dat men in de facturatie leveranciers verplicht om de kostprijs voor GSC’s en WKC’s te<br />
incorporeren in de commodity en niet meer apart te factureren. Het betreft een productiekost, net zoals bvb de loonlast<br />
van het personeel van de leverancier. En die wordt toch ook niet apart weergegeven op de factuur. Door deze aparte<br />
vermelding versterken leveranciers de onterechte insinuatie dat GSC’s en WKC’s ‘belastingen’ zijn.<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“dit kan in een geliberaliseerde markt niet gecontroleerd worden; je kan controleren wat “onder het mom van” de<br />
groenestroombijdrage wordt gefactureerd, niet wat eventueel via andere posten wordt doorgerekend; zie SERV-mina-advies<br />
hernieuwbare energie. In een quotumsysteem kan je niet controleren wat leveranciers doorrekenen, want je hebt geen zicht<br />
op productiekosten van leveranciers voor grijs en groen, noch op aankoopkosten voor GSC. Hetgeen het Vlaams parlement<br />
terzake aan de VREG gevraagd heeft, kan de VREG dus niet waarmaken (zie trouwens ook eerste advies van de VREG<br />
3; 27%<br />
5; 31%<br />
0; 0%<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
4; 37%<br />
3; 27%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.1 Verbieden van aanrekenen van boeteprijzen certificaten aan<br />
eindafnemers elektriciteit --> slechts de reële marktprijs van de aangekochte<br />
certificaten mag aangerekend worden<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
intern extern
hierover). Probleem is de quotumplicht die rust op leveranciers in een vrijgemaakte, maar zeer geconcentreerde<br />
elektriciteitsmarkt. Economische theorie zegt dat quotumsysteem maar effectief en efficiënt en rechtvaardig kan zijn in een<br />
goed werkende markt (enkel de kracht van goede concurrentie kan vermijden dat leveranciers meer doorrekenen) en die<br />
hebben we in <strong>Vlaanderen</strong> niet (en zullen we ook niet direct hebben. Onze elektriciteitsmarkt (en dus ook de afgeleide<br />
certificatenmarkt) behoort tot de meest geconcentreerde in Europa. Meer uitleg: Zie artikel: BOLLEN, Annemie en Peter<br />
VAN HUMBEECK (2012). Werkt de Vlaamse markt voor groenestroomcertificaten? De Gids op Maatschappelijk Gebied,<br />
2012, nr. 2, p. 33-40.”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Verbieden aanrekenen boete: als er niet genoeg certificaten zijn mag de boete aangerekend worden in ander geval de reële<br />
kost. Dus boete sowieso uitsluiten kan moeilijk.”<br />
4.2a Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door regelmatige (afhankelijk van de technologie)<br />
actualisatie van de minimum garantiewaarde van GSC’s, gebaseerd op een onrendabele top benadering, gedifferentieerd<br />
volgens technologie<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
4.2a Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door:<br />
regelmatige (afhankelijk van de technologie) actualisatie van de minimum<br />
garantiewaarde van GSC’s, gebaseerd op een onrendabele top benadering,<br />
gedifferentieerd volgens technologie<br />
0; 0%<br />
1; 5%<br />
3; 16%<br />
11; 58%<br />
4.2a Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door:<br />
regelmatige (afhankelijk van de technologie) actualisatie van de minimum<br />
garantiewaarde van GSC’s, gebaseerd op een onrendabele top benadering,<br />
gedifferentieerd volgens technologie<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
5; 83%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“ja zie hierover SERV-mina-advies hernieuwbare energie, met knipperlichtprocedures, voldoende differentiatie (opdeling<br />
binnen de categorieën naar types, naar doelgroepen (al dan niet ETS, al dan niet ecologiesteun,ev. individuele OT-<br />
4; 21%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
2; 15%<br />
6; 46%<br />
4; 31%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.2a Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door:<br />
regelmatige (afhankelijk van de technologie) actualisatie van de minimum<br />
garantiewaarde van GSC’s, gebaseerd op een onrendabele top benadering,<br />
gedifferentieerd volgens technologie<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
erekening voor zeer grote projecten), peer review, …); voor alle toepassingen minimumsteun, ook op transmissienet,<br />
minimumsteun en minimumsteunduur volgens OT- berekening”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Actualisatie garantie GSC via OT ja voor nieuw te bouwen installaties. Neen voor installaties in werking. Indien je voor<br />
installaties in werking een aanpassing wil doen moet je dat doen via een automatische koppeling met een index”<br />
4.2b Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door het tijdelijk afschaffen van minimum garantieprijzen<br />
voor GSC’s (enkel!) voor nieuwe producenten van hernieuwbare elektriciteit op het moment dat de tussentijdse<br />
doelstellingen productie hernieuwbare elektriciteit gerealiseerd zijn om te vermijden dat de distributienetbeheerder<br />
deze dient op te kopen en het verlies in de tarieven dient door te rekenen.<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
4.2b Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door: tijdelijk<br />
afschaffen van minimum garantieprijzen voor GSC’s (enkel!) voor nieuwe<br />
producenten van hernieuwbare elektriciteit op het moment dat de<br />
tussentijdse doelstellingen productie hernieuwbar<br />
6; 33%<br />
1; 6%<br />
4.2b Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door: tijdelijk<br />
afschaffen van minimum garantieprijzen voor GSC’s (enkel!) voor nieuwe<br />
producenten van hernieuwbare elektriciteit op het moment dat de<br />
tussentijdse doelstellingen productie hernieuwbar<br />
1; 17%<br />
1; 17%<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
1; 16%<br />
2; 33%<br />
1; 5%<br />
5; 28%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“ten eerste moet investeringszekerheid gegarandeerd blijven; je kan maar afschaffen rekening houdend met lead time van<br />
projecten; dat kan kort zijn voor PV, maar niet voor windturbines, …); ben persoonlijk geen voorstander van quotumsysteem<br />
dat op bepaalde momenten kan remmen en dat juist door hybride karakter zorgt voor extra kosten. Persoonlijk voorstander<br />
voor afschaffing van quotum (= ontstoken appendix van het systeem), minimumsteun voor alle toepassingen, goede<br />
overgangsregeling (historische last) en vastlegging van indicatieve doelen die je regelmatig toetst: bij te snelle ontwikkeling<br />
2; 11%<br />
5; 42%<br />
0; 0%<br />
3; 17%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
4; 33%<br />
2; 17%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.2b Aanpassen van de minimum garantiewaarde van GSC’s door: tijdelijk<br />
afschaffen van minimum garantieprijzen voor GSC’s (enkel!) voor nieuwe<br />
producenten van hernieuwbare elektriciteit op het moment dat de<br />
tussentijdse doelstellingen productie hernieuwbar<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
verlaag je steun voor nieuwe, bij te trage kan je verhogen; als er tenminste geen andere hinderpalen zijn. Meer uitleg: zie<br />
NQ-optie in adviezen.”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Tijdelijk afschaffen garantie voor nieuwe installaties: totaal gebrek aan rechtszekerheid voor nieuwe investeerders; kan je<br />
niet maken”<br />
4.3 Een (Europees) systeem van verhandelbare witte certificaten om energie-efficiëntie te stimuleren zou ook het<br />
overaanbod van warmtekrachtcertificaten kunnen wegwerken<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
4.3 Een (Europees) systeem van verhandelbare witte certificaten om energieefficiëntie<br />
te stimuleren zou ook het overaanbod van<br />
warmtekrachtcertificaten kunnen wegwerken<br />
7; 44%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
4.3 Een (Europees) systeem van verhandelbare witte certificaten om energieefficiëntie<br />
te stimuleren zou ook het overaanbod van<br />
warmtekrachtcertificaten kunnen wegwerken<br />
3; 50%<br />
0; 0%<br />
1; 16%<br />
1; 17%<br />
1; 17%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1; 6%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“ik betwijfel of dit een realistische piste is: er moet daarvoor internationale afstemming zijn tussen het EE-beleid in de<br />
verschillende lidstaten, gelijkaardige toekenning van certificaten én vooral de bereidheid om doelstellingen niet in eigen land<br />
te halen en dat botst met de specifieke doelstellingen voor de lidstaten, …. Een betere, snellere oplossing voor WKKexploitanten<br />
is m.i. voldoende minimumsteun, zonder (remmend) quotum.”<br />
4; 40%<br />
4; 25%<br />
3; 19%<br />
1; 10%<br />
0; 0%<br />
2; 20%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.3 Een (Europees) systeem van verhandelbare witte certificaten om energieefficiëntie<br />
te stimuleren zou ook het overaanbod van<br />
warmtekrachtcertificaten kunnen wegwerken<br />
3; 30%<br />
intern 0; 0%<br />
extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Witte certificaten: geen voorstander: extra complexiteit; we hebben gekozen voor een ander systeem en bovendien zou de<br />
nieuwe eu richtlijn e-efficiëntie in de richting gaan van wat we nu reeds doen”<br />
Francies Van Gijzeghem (ODE):<br />
“EU systeem hebben we al een aantal ideeën gehad – laatste was garantie van oorsprong… ze floppen alle zolang er geen<br />
wil is binnen EU om er mee aan de slag te gaan en zolang er slechts een minderheid van landen deelneemt”<br />
4.4 Ondersteuning voor energieopwekking uit biomassa enkel indien energiebronnen voldoen aan strenge Life Cycle<br />
Analysis (LCA) criteria inzake productie, oogst en transport<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
4.4 Ondersteuning voor energieopwekking uit biomassa enkel indien<br />
energiebronnen voldoen aan strenge Life Cycle Analysis (LCA) criteria inzake<br />
productie, oogst en transport<br />
3; 17%<br />
4; 22%<br />
0; 0%<br />
4.4 Ondersteuning voor energieopwekking uit biomassa enkel indien<br />
energiebronnen voldoen aan strenge Life Cycle Analysis (LCA) criteria inzake<br />
productie, oogst en transport<br />
3; 18%<br />
3; 18%<br />
0; 0%<br />
5; 29%<br />
6; 35%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
5; 28%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“voorwaarden voor gebruik van biomassa moeten op EU-niveau vastgelegd worden; strengere Vlaamse voorwaarden leiden<br />
tot export naar buurlanden (met extra milieulasten)”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Ondersteuning biomassa koppelen aan LCA: kostprijsverhogend; hoe gaan we de 13% nog realiseren? Huidig vlaams<br />
systeem houdt reeds met aantal zaken rekening. Wel een ja voor EU criteria”<br />
2; 17%<br />
3; 25%<br />
6; 33%<br />
0; 0%<br />
3; 25%<br />
4; 33%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.4 Ondersteuning voor energieopwekking uit biomassa enkel indien<br />
energiebronnen voldoen aan strenge Life Cycle Analysis (LCA) criteria inzake<br />
productie, oogst en transport<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
4.5 De middelen kunnen efficiënter worden ingezet door één investeringssubsidiebudget te voorzien (bvb. door de<br />
ecologiepremie te verruimen naar technologieën en doelgroep)<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
4.5 De middelen kunnen efficiënter worden ingezet door één<br />
investeringssubsidiebudget te voorzien (bvb. door de ecologiepremie te<br />
verruimen naar technologieën en doelgroep)<br />
7; 44%<br />
0; 0%<br />
2; 12%<br />
4.5 De middelen kunnen efficiënter worden ingezet door één<br />
investeringssubsidiebudget te voorzien (bvb. door de ecologiepremie te<br />
verruimen naar technologieën en doelgroep)<br />
1; 20%<br />
2; 40%<br />
0; 0%<br />
2; 40%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“het is niet door één instrument te voorzien dat het efficiënter wordt. Het moet vooral gepast zijn, niet meer dan nodig.<br />
Het grote voordeel van ecologiesteun (tov van certificatensteun) is dat het prefinancieringsproblemen helpt overkomen, niet<br />
belastbaar is (certificaten zijn onderhevig aan vennootschapsbelasting; waardoor steun substantieel hoger moet zijn om<br />
eenzelfde netto-effect te hebben).”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Uitbreiden ecologiepremie: we hebben gezien dat uitbreiden naar pv geen goed idee was; dus eerder niet. Alhoewel er voor<br />
technologieën met hoge investeringskost en lage exploitatiekost (wind, pv) wel iets te zeggen is voor steun op basis van<br />
investering en niet op basis van exploitatie. Ik zou dat mechanisme echter buiten de ecologiesteun houden.”<br />
4.6 Inwisselbaarheid van groene stroomcertificaten in België (+off-shore windturbines) om liquiditeit te verhogen en de<br />
kans op een marktcrisis te minimaliseren<br />
3; 19%<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
0; 0%<br />
2; 18%<br />
4; 25%<br />
6; 55%<br />
1; 9%<br />
2; 18%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.5 De middelen kunnen efficiënter worden ingezet door één<br />
investeringssubsidiebudget te voorzien (bvb. door de ecologiepremie te<br />
verruimen naar technologieën en doelgroep)<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
4.6 Inwisselbaarheid van groene stroomcertificaten in België (+off-shore<br />
windturbines) om liquiditeit te verhogen en de kans op een marktcrisis te<br />
minimaliseren<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
5; 29%<br />
5; 29%<br />
4.6 Inwisselbaarheid van groene stroomcertificaten in België (+off-shore<br />
windturbines) om liquiditeit te verhogen en de kans op een marktcrisis te<br />
minimaliseren<br />
3; 50%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
2; 33%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“Niet evident; Inwisselbaarheid kan tot verdere scheeftrekkingen leiden door niet gelijk sporen van de certificatensysteem<br />
én ook niet van alle andere aspecten van het ondersteuningsbeleid (zowel in het opheffen van financiële en van nietfinanciële<br />
barrières). Het was een andere zaak als men gelijk gestart was… Bovendien zal de marktwerking wel wat kunnen<br />
verbeteren, maar wellicht niet substantieel om dat dominante speler dezelfde blijft (zie Belgische statistieken op website<br />
VrEG). Ook op Belgisch niveau is niet aan de voorwaarden van een goed werkende markt voldaan die je nodig hebt om een<br />
quotumsysteem effectief, efficiënt en rechtvaardig te laten zijn. Je riskeert door scheeftrekkingen tussen de gewesten het<br />
probleem nog groter te maken (evidenter is quotumplicht af te schaffen)”<br />
Marc Van den Bosch (VOKA):<br />
“Inwisselbaarheid certificaten Vl – B – wal: in princiep ja maar zal uw probleem niet oplossen. Ook Waals systeem kampt<br />
met overschot; Belgisch systeem is in naam certificaten maar in de feiten een feedin. +- geantwoord omdat dit probleem<br />
niet zal oplossen”<br />
4.7 Bijstellen doelstellingen 2020 voor transport ten voordele van groene stroom<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1; 6%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1; 9%<br />
0; 0%<br />
2; 18%<br />
5; 30%<br />
0; 0%<br />
5; 46%<br />
3; 27%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.6 Inwisselbaarheid van groene stroomcertificaten in België (+off-shore<br />
windturbines) om liquiditeit te verhogen en de kans op een marktcrisis te<br />
minimaliseren<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
4.7 Bijstellen doelstellingen 2020 voor transport ten voordele van groene<br />
stroom<br />
7; 39%<br />
2; 11%<br />
4.7 Bijstellen doelstellingen 2020 voor transport ten voordele van groene<br />
stroom<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
1; 17%<br />
2; 33%<br />
volledig mee eens<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“(Belgische?); denk inderdaad dat doelen voor groene stroom wellicht hoger moeten, maar over hoe je daar best tegen aan<br />
kijkt, staat beschreven in SERV-Mina-advies over certificatenoverschotten van maart 2012”<br />
4.8 Degressiviteit in het toekennen van WKC’s versnellen om overschotten te vermijden<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1; 6%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
2; 11%<br />
4; 22%<br />
2; 11%<br />
1; 8%<br />
2; 17%<br />
1; 8%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.7 Bijstellen doelstellingen 2020 voor transport ten voordele van groene<br />
stroom<br />
5; 42%<br />
intern 1; 8% extern<br />
2; 17%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
4.8 Degressiviteit in het toekennen van WKC’s versnellen om overschotten te<br />
vermijden<br />
6; 33%<br />
0; 0%<br />
3; 17%<br />
4.8 Degressiviteit in het toekennen van WKC’s versnellen om overschotten te<br />
vermijden<br />
2; 33%<br />
0; 0%<br />
0; 0%<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“het uitgangspunt moet zijn dat je steun geeft zolang dat het nodig is. Als je ziet dat bepaalde grote wkk-installaties<br />
rendabel kunnen zijn zonder steun is degressiviteit verdedigbaar, maar dat geldt lang niet voor allemaal (zie onrendabele<br />
topberekening van VITO voor diverse types WKK’s). Steun moet je zoveel geven als de OT is (ev. rekening houdend met<br />
evolutie van energie- en biomassa-prijzen) en zolang als in de OT-berekening gerekend werd. Minimumsteun voor WKK is<br />
onvoldoende gedifferentieerd.”<br />
4.9 Definitie “Ingrijpende wijziging” voor WKK verstrengen<br />
4; 67%<br />
volledig mee eens<br />
[3 Figuren 1.1a, b en c voor interne stakeholders, externe stakeholders en samen]<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
1; 6%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4; 22%<br />
4; 33%<br />
0; 0%<br />
4; 22%<br />
3; 25%<br />
1; 8%<br />
0; 0%<br />
4; 34%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
4.8 Degressiviteit in het toekennen van WKC’s versnellen om overschotten te<br />
vermijden<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening
2; 33%<br />
0; 0%<br />
8; 47%<br />
4.9 Definitie “Ingrijpende wijziging” voor WKK verstrengen<br />
0; 0%<br />
4.9 Definitie “Ingrijpende wijziging” voor WKK verstrengen<br />
1; 17%<br />
0; 0%<br />
1; 6%<br />
Annemie Bollen (SERV):<br />
“(cf. opmerking bij 4.8 – hangt er dus vanaf in welke zin)”<br />
1; 17%<br />
2; 33%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
1; 6%<br />
6; 55%<br />
4; 23%<br />
3; 18%<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
4.9 Definitie “Ingrijpende wijziging” voor WKK verstrengen<br />
0; 0%<br />
1; 9%<br />
4; 36%<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening<br />
intern extern<br />
volledig mee eens<br />
mee eens<br />
neutraal<br />
oneens<br />
volledig mee oneens<br />
geen idee/mening