11 Samenstelling: Jan Nijssen
de lindenberg nr. <strong>773</strong> september 2011 Dit is de derde aflevering in een vierdelige serie over Croy. Henk Roosenboom gaat nader in op de functie van Kasteel Croy als bejaardenhuis. Marcel van Gerwen haalde herinneringen aan die tijd op met Wim Rooijakkers, buurman van het kasteel. <strong>De</strong> eerste twee afleveringen in deze serie zijn verschenen in <strong>De</strong> <strong>Lindenberg</strong> 770, van 25 juni 2011, en in <strong>De</strong> <strong>Lindenberg</strong> 772, van 3 september 2011. Zie ons archief op www.stiphoutnu.nl. Foto’s komen weer uit het bekende boek ‘Kasteel Croy’, van Henk van Beek en Wim Daniëls, uitgegeven in 2007. Een aanrader! Ruim 100 jaar zou Kasteel Croy als bejaardenhuis fungeren, tot 1976. Het grootste deel van die periode werden de bejaarden verzorgd door de zusters van Liefde. <strong>De</strong> zorg stond onder toezicht van de burgemeester en de pastoor van <strong>Stiphout</strong>. Formeel was dit niet helemaal in de haak, want eigenlijk had het Burgerlijk Armbestuur van <strong>Stiphout</strong> deze toezichttaak en moesten de burgemeester en de pastoor beslissen wie er in aanmerking kwam om kosteloos verpleegd te worden. In de praktijk echter hadden de leden van het Armbestuur weinig over Geloof, Hoop en Liefde te vertellen. Klachten Aanvankelijk zal de verzorging, volgens de normen van de tijd redelijk zijn geweest. Geleidelijk aan kwamen er echter wel degelijk klachten. <strong>De</strong> verzorging moest gratis gebeuren en betaald worden uit de opbrengst van het kasteel en de kasteelboerderijen. Die inkomsten werden echter geleidelijk minder, terwijl de kosten steeds hoger werden. Daardoor hadden de zusters steeds gebrek aan geld en dat zorgde weer voor Ruim 100 jaar bejaardenzorg op Croy bezuinigingen op de verzorging. Het gevolg was dat er herhaaldelijk vervelende opmerkingen gemaakt werden in de Raad van <strong>Stiphout</strong> en er steeds meer klachten kwamen over het beheer van de goederen, maar ook over de kwaliteit van de verzorging in het bejaardenhuis. Proces In 1956 barstte de bom. Het Burgerlijk Armbestuur was zo ontevreden dat er een proces kwam tussen het Armbestuur en de pastoor en burgemeester. <strong>De</strong> uitkomst was dat het Burgerlijk Armbestuur de volle verantwoordelijkheid kreeg voor het kasteel, de goederen en de verzorging. Vanaf dat jaar ging het dan ook beter, niet in de laatste plaats omdat het bejaardenhuis nu ook kon beschikken over de kas van het Armbestuur, dat weer gesubsidieerd werd door de gemeente. Inmiddels waren de zusters van Liefde vertrokken, maar ze werden opgevolgd door andere. Weer bij Aarle-Rixtel Ook de juridische positie veranderde. Wim Rooijakkers, van jongs af bewoner van Croy: ‘Nu ken je het kasteel niet meer terug’ Wim Rooijakkers woont op Croy. Op de boerderij, tegenover het poortgebouw van het kasteel. Gewoon achterom rijden, langs de borden waarop staat wat voor groenten en fruit Wim te koop heeft. Verhalen krijg je er bij, als je wilt. ‘Ik woon al zo lang op Croy. Ons vader kreeg de pacht in 1947. Hij pachtte tegen 45 gulden per hectare en moest per jaar 417,84 gulden betalen aan Croy. Harrie Lambregts was er toen secretaris. Ik heb de pacht van ons vader overgenomen. Als jongen heb ik nog de mis gediend in de kapel van Croy. 13 Zo kwam er in 1963 een nieuwe stichting Geloof, Hoop en Liefde, die tot doel had: het behoud en het beheer van de goederen van Croy zoals de freule dat bedoeld had. Die goederen bestonden op dat moment uit het kasteel, 12 boerderijen en ongeveer 200 ha grond. Men liep hierbij vooruit op de voorgenomen opheffing van Burgerlijke Armbesturen en de dreigende annexatie van de gemeente <strong>Stiphout</strong> door Helmond. In 1968 kwam die annexatie van <strong>Stiphout</strong> door Helmond. Croy werd echter bij Aarle-Rixtel gevoegd, net als vóór 1642. Het had echter zijn langste tijd als bejaardenhuis gehad, ook al omdat men in Aarle-Rixtel een nieuw bejaardenhuis aan het bouwen was. Toen was het nog een bejaardenhuis. Mensen uit <strong>Stiphout</strong> en Aarle-Rixtel mochten er wonen. Ik weet het nog goed: de mannen beneden, in de kelder zonder ramen, en de vrouwkes boven. Ook als ze getrouwd waren, werden ze ’s nachts gescheiden. (lees verder op pagina 15) Henk Roosenboom Marcel van Gerwen