Sportreglement BORA jaargang 2004 van ... - FordRallyeSport
Sportreglement BORA jaargang 2004 van ... - FordRallyeSport
Sportreglement BORA jaargang 2004 van ... - FordRallyeSport
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK I: SAMENSTELLING B.O.R.A.<br />
“BELGIAN OFF ROAD ASSOCIATION”<br />
vzw opgericht in aanwezigheid <strong>van</strong> Not. PISSOORT op 17 januari 1973<br />
B.O.R.A.<br />
Voorzitter Stichter: Mr. Ph. de KERCHOVE de DENTERGHEM<br />
Erevoorzitter: Mr. E. DE CORTE<br />
Voorzitter: Mr. A. SCHRAEPEN<br />
Ondervoorzitter: Mr. A. LASURE<br />
Beheerraad: MM. Charles CLOCHERIEUX - Jean FILIPPINI - Andy LASURE - Gustaaf MEULEMANS -<br />
Mw. Liliane NOTERMANS - Ludo PEETERS - André REUL - Etienne REUTEN - André SCHRAEPEN -<br />
Tom SNEYERS<br />
Leden: MM. Michel BLOCKX - Leo CUYPERS - Philippe DASSARGUES – Denis DECLERCQ - François<br />
DUMONT - Gustaaf GEUDENS - Marc HOUBEN - François MEURIS - Eddy PEETERS - Guillaume PHILTJENS<br />
- Raymond WILLEMS.<br />
Penningmeester: Mr. Ludo PEETERS<br />
COLLEGE DER SPORTCOMMISSARISSEN<br />
Voorzitter:<br />
Mr. Ludo PEETERS Molendijk 139, 3582 BERINGEN<br />
Tel/Fax 011/43.47.94 (P) Tel/Fax 011/43.94.33 (B)<br />
GSM 0475/89.59.65 ludo.rita@pi.be<br />
Ondervoorzitter: Mr. Andy LASURE<br />
Secretaris: Mevr. Liliane LASURE<br />
Effectieve leden:<br />
Mr. Michel BLOCKX Tel.: 014/67.99.61<br />
Kerkstraat, 78, 2370 ARENDONK<br />
Mr. Leo CUYPERS Tel.: 014/67.09.45<br />
Kerkstraat, 89, 2370 ARENDONK<br />
Mr. Denis DECLERCQ Tel.: 02/ 653.18.90 - Fax: 02/ 203.46.94<br />
Beau Site, 3ème Avenue, 15, 1330 RIXENSART<br />
Mr. François DUMONT Tel. + Fax 071/58.76.87 - GSM 0497/27.16.95<br />
Rue aux Scrabilles 134, 6061 Montignies sur Sambre<br />
Mr. Marc HOUBEN Tel.: 011/45.48.00<br />
Galgestraat 28, 3583 BERINGEN-PAAL<br />
Mr. Andy LASURE Tel.: 02/721.25.02 – lasure@pi.be - GSM 0475/233.551<br />
Michielsstraat 29, 1930 ZAVENTEM
Mw. Liliane LASURE<br />
Mr. François MEURIS Tel.: 089/46.14.49<br />
Damburgstraat, 90, 3950 BOCHOLT<br />
Mr. André SCHRAEPEN Tel. + Fax 068/65.99.68 - andre.schraepen@skynet.be<br />
Chemin de Beloeil, 88, 7800 ATH<br />
Mr. Raymond WILLEMS Tel.: 011/42.13.21 (P) - Tel.: 089/62.04.64 (B)<br />
Heidebloemstraat, 38, 3580 BERINGEN<br />
COMMISSIE VOOR TECHNISCHE CONTROLE<br />
Zie nationale voorschriften.<br />
TIJDOPNAME COMMISSIE<br />
Voorzitter:<br />
Mr. Charles CLOCHERIEUX Place du Puits, 20, 5650 CLERMONT<br />
Tel.: 071/53.30.47<br />
WERKGROEPEN<br />
Rallycross:<br />
Voorzitter: Liliane LASURE GSM 0476/730244<br />
Homologatie: François MEURIS<br />
Technische Commissie: Eddy PEETERS<br />
Nuttige adressen:<br />
Andy + Liliane Lasure RACB Sport Eddy Peeters<br />
Michielsstraat 29 Aarlenstraat 53 Hortweidenweg 87<br />
1930 ZAVENTEM 1040 BRUSSEL 3520 ZONHOVEN<br />
Tel en Fax 02 7212502 Tel 02 6756050 Tel en Fax 011 818656<br />
GSM .0475 233551 Fax 02 6756119 GSM 0477 303619<br />
E-mail: “lasure@pi.be” csn@racb.com eddy.jeannine@pi.be<br />
B.O.R.A. website/ Site B.O.R.A.: http://www.bora-be.tk/<br />
B.O.R.A.
HOOFDSTUK II: ORGANISATIE<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1<br />
Alleen B.O.R.A. “Belgian Off-Road Association” is erkend door RACB Sport <strong>van</strong> de Koninklijke<br />
Automobiel Club <strong>van</strong> België om Off-Road competities, onder gelijk welke vorm, in België te beheren.<br />
ARTIKEL 2<br />
De Belgische organisators <strong>van</strong> Off-Road wedstrijden en piloten die aan deze wedstrijden deelnemen,<br />
moeten zich bijgevolg onderwerpen aan de voorschriften <strong>van</strong> het huidig sportreglement en zijn<br />
aanhangsels.<br />
ARTIKEL 3<br />
Om door B.O.R.A. als organisator <strong>van</strong> sportwedstrijden toegelaten te worden dient een club:<br />
• Te beschikken over een Beheerraad die verantwoordelijk is tegenover B.O.R.A. en waar<strong>van</strong> alle<br />
leden, minimum vijf, alle nodige waarborgen <strong>van</strong> een volmaakte eerbaarheid moeten genieten.<br />
De leden <strong>van</strong> de Beheerraad moeten wettelijk in België verblijven.<br />
• Haar statuten minstens drie maanden in het “Belgisch Staatsblad” gepubliceerd te hebben<br />
overeenstemming de wet.<br />
• Zich ertoe verbinden om minstens één officiële sportwedstrijd in te richten gedurende het jaar.<br />
• Houder zijn <strong>van</strong> een bankrekening waarop de inschrijvingskosten voor de wedstrijden kunnen<br />
gestort worden.<br />
• De door de Internationale Sportcommissie, de RACB Sport en deze door B.O.R.A. uitgevaardigde<br />
reglementen in hun geheel eerbiedigen.<br />
• Het gunstig advies <strong>van</strong> B.O.R.A. bekomen.<br />
• Het erkenningsrecht betalen <strong>van</strong> 100 €.<br />
• Erkend zijn door het Provinciaal Comité waar<strong>van</strong> hij afhangt en aan de erkenningsplichten er<strong>van</strong><br />
voldaan hebben.<br />
N.B.: Teneinde hun recht op erkenning te kunnen behouden, moeten de clubs niet alleen de<br />
vereiste criteria blijven behouden, doch tevens om het jaar het recht <strong>van</strong> 50 € kwijten.
ORGANISATIE DER WEDSTRIJDEN<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 4 - WEDSTRIJDTYPES<br />
De Off-Road wedstrijden behoren verplicht tot één <strong>van</strong> de volgende types:<br />
• Nationale Kampioenschapswedstrijd:<br />
Wedstrijd opgenomen in de nationale kalender met Europese of gelijkgestelde deelname en<br />
tellend voor het Open Kampioenschap <strong>van</strong> België ten titel <strong>van</strong> B.O.R.A. wedstrijd.<br />
• Internationale Europese Kampioenschapswedstrijd:<br />
Wedstrijd opgenomen in de F.I.A. kalender en tellend voor het Europees Kampioenschap <strong>van</strong><br />
de F.I.A.<br />
De reglementen en publicitaire aankondigingen, zowel schriftelijk als mondeling, dienen<br />
verplicht melding te maken <strong>van</strong> één der bovenvermelde types. Geen enkele wedstrijd <strong>van</strong> dezelfde<br />
discipline zal mogen plaatsvinden samen met een Kampioenschapswedstrijd.<br />
ARTIKEL 5 - GROEPEN DER WAGENS<br />
Aan de wedstrijd zullen deelnemen, de groepen der wagens zoals volledig opgenomen in het technisch<br />
hoofdstuk <strong>van</strong> het Nationaal <strong>Sportreglement</strong>, eigen aan elke discipline.<br />
ARTIKEL 6 - INSCHRIJVINGSRECHT OP DE KALENDER<br />
Om het volgend jaar toegelaten te worden moeten de kalenderaanvragen voor de nationale<br />
wedstrijden ten laatste op 1 juli <strong>van</strong> het lopend jaar worden gedaan en vergezeld zijn <strong>van</strong> het<br />
inschrijvingsrecht.<br />
De aanvragen voor de internationale wedstrijden dienen tegen ten laatste 1 juni ingediend te<br />
worden, vergezeld <strong>van</strong> de kwijting <strong>van</strong> het inschrijvingsrecht (F.I.A. Kampioenschaps-wedstrijd -<br />
1 februari).<br />
Behoudens afwijking toegestaan in bijzondere omstandigheden door de Sportcommissie <strong>van</strong><br />
B.O.R.A., mag een wedstrijd slechts ingeschreven worden voor het Kampioenschap <strong>van</strong> België voor<br />
zover zij tenminste éénmaal nationaal werd ingericht door dezelfde club op nationaal vlak.<br />
ARTIKEL 6 BIS - INSCHRIJVINGSRECHT OP DE KALENDER<br />
De inschrijving op de kalender zal maar effectief worden na kwijting <strong>van</strong> het inschrijvingsrecht op<br />
de bankrekening <strong>van</strong> B.O.R.A. 340-0875975-06. Voor deze betaling kan de proef altijd <strong>van</strong> de<br />
kalender geschrapt worden zonder enige verwittiging(voor om het even welke proef).<br />
Elke vertraging <strong>van</strong> meer dan 15 dagen ten overstaan <strong>van</strong> de datum vermeld op de schriftelijke aanvraag<br />
zal een verhoging <strong>van</strong> 10% meebrengen.<br />
Voor de Off-Road wedstrijden bedraagt het kalenderrecht B.O.R.A.:<br />
• Nationale wedstrijd: 815 €<br />
• Internationale Europese F.I.A. wedstrijd: 5.855 €<br />
Bij een internationale wedstrijd, omvatten deze rechten, het F.I.A. kalenderrecht.<br />
B.O.R.A. Cijnzen: voor alle wedstrijden, per vertrekkend voertuig: 5 €
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 7 - REGLEMENTEN<br />
Teneinde de beginselen <strong>van</strong> de wedstrijden beter te begrijpen, moeten de organisators in hun bijzonder<br />
reglement de vervolledigde artikels <strong>van</strong> het typereglement verplicht hernemen.<br />
Zij zijn vrij er eventueel bijzonderheden aan toe te voegen op voorwaarde dat deze niet indruisen<br />
tegen de verplichtingen <strong>van</strong> het typereglement en <strong>van</strong> dit sportreglement.<br />
ARTIKEL 8 - TERMIJN VOOR HET AANBIEDEN, GOEDKEUREN EN OPENBAAR MAKEN VAN HET<br />
REGLEMENT<br />
Het wedstrijdreglement moet ten laatste 60 dagen voor de wedstrijd voor nazicht en goedkeuring<br />
door B.O.R.A. Sportcommissie worden voorgelegd aan de Voorzitter. Elke vertraging wordt beboet<br />
met 125 €, betaalbaar voor het begin <strong>van</strong> de wedstrijd.<br />
De Sportcommissie <strong>van</strong> B.O.R.A. zal zich over het reglement uitspreken en de organisator zal het<br />
publiceren ten laatste 30 dagen voor de sluitingsdatum der inschrijvingen met enkelvoudig recht;<br />
hij zal de publicatie er<strong>van</strong> rechtvaardigen door binnen dezelfde termijn, minstens vijf exemplaren<br />
te sturen naar de Voorzitter <strong>van</strong> de discipline en drie naar de Secretaris <strong>van</strong> de Technische Commissie.<br />
Elk voorschrift aangehaald in officiële documenten strijdig met onderhavig reglement zal als niet<br />
bestaand beschouwd worden. De “Off-Road” reglementen moeten tenminste tweetalig zijn.<br />
ARTIKEL 9 - VERZEKERINGEN<br />
Zie Nationale sportvoorschriften - algemeenheden.<br />
ARTIKEL 10 - TOELATING VAN DE OPENBARE MACHTEN<br />
De inrichters <strong>van</strong> Off-Road wedstrijden moeten de vereiste toelatingen krijgen <strong>van</strong> de bevoegde<br />
Openbare Machten.<br />
Iedere tekortkoming aan deze verplichting stelt de organisators verantwoordelijk ten opzichte <strong>van</strong><br />
B.O.R.A. en de deelnemers. De Sportcommissaris(sen) afgevaardigd door de Sportcommissie B.O.R.A.<br />
zal (zullen) de hierboven aangehaalde toelatingen vorderen voor de wedstrijd waarvoor zij aangeduid<br />
zijn.<br />
Indien de wedstrijd zou worden stopgezet of afgelast door gebrek aan toelating <strong>van</strong> de Openbare<br />
Machten, zullen de organisators de inschrijvingsgelden aan de deelnemers moeten terugbetalen.<br />
ARTIKEL 11 - DEELNEMERS & BESTUURDERSVERGUNNINGEN<br />
Zie Voorschriften <strong>van</strong> de RACB Sport.<br />
ARTIKEL 12 - WEDSTRIJDDIRECTEUR, COMMISSARISSEN<br />
Het wedstrijdreglement zal de identiteit <strong>van</strong> de wedstrijddirecteur en <strong>van</strong> tenminste twee<br />
Commissarissen, voor deze functies aangewezen door de organisators, aanduiden. Het zal eveneens<br />
de identiteit vermelden <strong>van</strong> de Secretaris <strong>van</strong> de wedstrijd en <strong>van</strong> het Hoofd <strong>van</strong> de Veiligheid.<br />
Voor iedere wedstrijd zal de SportCommissie één of meerdere Sportcommissarissen aanstellen. De<br />
Sportcommissaris(sen) is (zijn) volkomen gemachtigd de reglementen, evenals de programma’s te<br />
laten respecteren. Ze zullen elke klacht die eventueel tijdens een wedstrijd mocht geuit worden,<br />
beoordelen, onder voorbehoud <strong>van</strong> het recht op beroep.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 13 - INSCHRIJVING VOOR DE WEDSTRIJDEN<br />
Bij ieder wedstrijdreglement zal een inschrijvingsformulier gevoegd worden. Dit dient rechtstreeks<br />
naar de organisator gestuurd te worden en wel naar het adres vermeld in het reglement.<br />
Ieder inschrijvingsformulier zal verplicht volgende vermelding hernemen:<br />
“Door het feit <strong>van</strong> zijn inschrijving, stelt de deelnemer en de bestuurder(s) de R.A.C.B., de RACB<br />
Sport, B.O.R.A., de organisators en hun vertegenwoordigers of aangestelden en ieder onder hen in<br />
het bijzonder, vrij <strong>van</strong> elke verantwoordelijkheid in verband met de acties, kosten, uitgaven,<br />
terugvorderingen en klachten relatief aan dodelijke of andere kwetsuren, voortkomend of het<br />
resultaat zijnde <strong>van</strong> zijn inschrijving of deelname aan een wedstrijd; of ze al dan niet rechtstreeks<br />
of onrechtstreeks gevolgen zijn <strong>van</strong> een nalatigheid of een fout der organisators, hun vertegenwoordigers<br />
of hun aangestelden, <strong>van</strong> de R.A.C.B., de RACB Sport en B.O.R.A.”.<br />
De sluiting der inschrijvingen aan enkel recht moet minstens 10 dagen voor een internationale wedstrijd<br />
en 8 dagen voor elk ander type <strong>van</strong> wedstrijd gebeuren. Na deze termijn zullen de organisators nieuwe<br />
inschrijvingsaanvragen mogen aanvaarden met verhoogd recht, indien het aantal vastgesteld door<br />
de homologatiefiche <strong>van</strong> de omloop, het parcours of het bijzonder reglement <strong>van</strong> de wedstrijd, niet<br />
overschreden wordt. De piloten die zich na de termijn met enkel recht inschrijven, zullen geen verhaal<br />
hebben indien hun aanvraag niet zou aanvaard worden.<br />
De volledige lijst der inschrijvingen zal, ten laatste de dag volgend op de sluiting <strong>van</strong> der inschrijvingen<br />
met enkel recht, gestuurd worden naar het Secretariaat <strong>van</strong> B.O.R.A. De inschrijvingsbulletins <strong>van</strong><br />
elke piloot zullen op de wedstrijddag overhandigd worden aan de Sportcommissarissen. De<br />
organisators worden verzocht slechts volledig ingevulde en ondertekende inschrijvingen te aanvaarden,<br />
vergezeld <strong>van</strong> het inschrijvingsrecht.<br />
Eerbiediging der inschrijvingen:<br />
Elke wijziging <strong>van</strong> het inschrijvingsformulier is verboden, behalve in de gevallen voorzien door het<br />
reglement. Een deelnemer heeft echter het recht het voertuig dat opgegeven werd op de<br />
inschrijvingsaanvraag te wijzigen door een ander in dezelfde divisie en dit tot op het moment <strong>van</strong><br />
de technische controles.<br />
Gevolgen:<br />
Door zijn inschrijving erkent elke deelnemer als enige bevoegde instantie, de Sportcommissie <strong>van</strong><br />
B.O.R.A., de Tuchtraad en de Sportrechtbank <strong>van</strong> de RACB Sport, bij uitsluiting <strong>van</strong> enige andere juridische<br />
instantie of arbitrage en verklaart zich onvoorwaardelijk te onderwerpen aan hun autoriteit, zoals<br />
vastgelegd in het huidige algemene reglement, ongeacht de reglementeringen en toekomstige<br />
particuliere reglementen. Iedere deelnemer verbindt er zich ook toe aan deze wedstrijd deel te nemen,<br />
uitgezonderd bij degelijk vastgesteld geval <strong>van</strong> heerkracht; hij stelt zich borg voor het gedrag <strong>van</strong><br />
zijn piloot en zijn mecanicien(s), waarvoor hij, in geval <strong>van</strong> overtreding, persoonlijk aansprakelijk<br />
blijft. Iedere valse aanduiding aangebracht op het inschrijvingsformulier is een inbreuk en kan de<br />
uitsluiting <strong>van</strong> de deelnemer tot gevolg hebben en dit onder voorbehoud <strong>van</strong> andere en/of strengere<br />
sancties.<br />
Indien een regelmatig ingeschreven deelnemer zich wegens heerkracht in de onmogelijkheid bevindt<br />
aan deze wedstrijd deel te nemen, moet hij de organisator zo snel mogelijk en ten laatste voor het<br />
afsluiten <strong>van</strong> de administratieve controle schriftelijk of telefonisch hier<strong>van</strong> verwittigen.
B.O.R.A.<br />
Afgelastingen:<br />
In geval <strong>van</strong> aflassing <strong>van</strong> de wedstrijd is alleen de organisator verantwoordelijk. Hij moet daarom<br />
ook alle betrokken personen en instanties verwittigen door eigen middelen, hetzij via de pers, hetzij<br />
via de radio.<br />
ARTIKEL 14 - HOMOLOGATIE<br />
Algemeenheden:<br />
Voor elke wedstrijd dient elke omloop een homologatie te laten doen door de Sportcommissie. Van<br />
deze homologatie zal een rapport gemaakt worden met de opmerkingen en noodzakelijke wijzigingen<br />
die voor de wedstrijd moeten gedaan worden. De op de wedstrijddag aanwezige Sportcommissaris<br />
dient de verwezenlijking er<strong>van</strong> na te gaan. De gehele of gedeeltelijke niet naleving <strong>van</strong> de opgelegde<br />
wijzigingen kan de schorsing <strong>van</strong> de wedstrijd tot gevolg hebben.<br />
Gevolgen:<br />
Een volledig gunstige homologatie dient niet voor elke wedstrijd hernieuwd te worden, voor zover<br />
de omloop strikt overeenstemt met deze beschreven op de homologatiekaart. Elke wijziging, zelfs<br />
<strong>van</strong> lichte aard, dient door de organisator aan de Sportcommissie meegedeeld te worden.<br />
De geldigheid <strong>van</strong> de verleende homologatie is beperkt tot één jaar.<br />
Termijn:<br />
De homologatieaanvraag dient ten laatste 60 dagen voor de wedstrijddatum op het Secretariaat<br />
<strong>van</strong> B.O.R.A. ingediend te worden, vergezeld <strong>van</strong> een plan in twee exemplaren (schaal 1/10.000 en<br />
1/25.000).<br />
Procedure:<br />
Een afvaardigde <strong>van</strong> de Sportcommissie zal zich, in het bezit <strong>van</strong> de homologatieaanvraag, ter<br />
plaatse begeven ten laatste 40 dagen voor de wedstrijd. Na het bezoek zal een fiche opgesteld worden<br />
met vermelding <strong>van</strong> de aan te brengen wijzigingen voor de wedstrijd. Deze steekkaart zal door de<br />
organisator aan de Sportcommissaris overhandigd worden voor de eerste oefenritten.<br />
Deelname in de onkosten:<br />
De deelname in de onkosten <strong>van</strong> elke homologatie beloopt 90 € door de organisatoren te betalen<br />
aan de afgevaardigde <strong>van</strong> B.O.R.A. op het ogenblik <strong>van</strong> de homologatie.<br />
N.B.: De Sportcommissie mag op gelijk welk moment overgaan tot een controle-inspectie op een<br />
reeds gehomologeerd circuit en kan haar standpunt t.o.v. de vroeger toegestane homologatie<br />
wijzigen.<br />
Voor de internationale wedstrijden zijn de voorschriften <strong>van</strong> de F.I.A., inzake Rallycross, <strong>van</strong> toepassing.<br />
De organisators <strong>van</strong> zulke wedstrijden moeten aan het Secretariaat <strong>van</strong> B.O.R.A. de gedetailleerde<br />
voorschriften vragen, voor deze homologatie, evenals het lastenkohier.
ARTIKEL 15 - VLAGGEN EN SIGNALISATIE<br />
Zie Nationale bijbel - <strong>Sportreglement</strong> - Veiligheid.<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 16 - VEILIGHEID OMLOOP<br />
1. BAANPOSTEN:<br />
De organisators zijn eraan gehouden langs de ganse omloop posten <strong>van</strong> Baancommissarissen<br />
te voorzien, in het bezit <strong>van</strong> de reglementaire vlaggen, volgens Bijlage “H” <strong>van</strong> de Internationale<br />
Sportcode.<br />
Elke post moet op zich contact kunnen houden met de voorgaande en met de volgende: de<br />
maximale afstand tussen deze posten is 200 m.<br />
De organisatoren zullen het aantal baanposten, zoals vermeld in het homologatierapport,<br />
nauwkeurig naleven.<br />
Er zullen minstens twee commissarissen per post zijn. De posten zullen in de mate <strong>van</strong> het<br />
mogelijke telefonisch of per radio verbonden zijn met de wedstrijddirecteur. Elke post zal voorzien<br />
zijn <strong>van</strong> minstens twee draagbare brandblussers met een inhoud <strong>van</strong> 6 kg. Het is verplicht op<br />
elke post een deken, borstel en schop ter beschikking te stellen.<br />
2. VEILIGHEIDSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN HET PUBLIEK:<br />
De toeschouwers dienen op een afstand <strong>van</strong> minimum 30 meter <strong>van</strong> de baan opgesteld te<br />
worden in een daartoe aangelegde ruimte of achter een omheining die op een afstand <strong>van</strong> 3<br />
meter een wagen die de baan verlaat kan weerhouden, in overeenstemming met de<br />
F.I.A.voorschriften, of op een vlak dat 2,50 meter hoger ligt dan het niveau <strong>van</strong> de baan. In<br />
geen enkel geval mogen de toeschouwers zich lager dan de baan bevinden.<br />
De bezoekers dienen erop gewezen te worden dat zij de wedstrijden op eigen risico bijwonen<br />
daar de toeschouwers, in geval <strong>van</strong> ongeval, geen enkel verhaal hebben tegenover de R.A.C.B.<br />
- B.O.R.A., de organisators <strong>van</strong> de wedstrijden, het personeel dat voor om het even welke titel<br />
belast wordt met het verloop, noch tegen de eigenaar(s) <strong>van</strong> de omloop.<br />
3. VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET WAGENPARK<br />
De stands en de overige kwartieren voorbehouden aan de deelnemers moeten op dezelfde<br />
wijze beschermd worden als hierboven vermeld voor plaatsen toegankelijk voor het publiek<br />
(behalve wanneer het rennerskwartier zich op zodanige afstand <strong>van</strong> het circuit bevindt, dat er<br />
geen gevaar kan bestaan.<br />
4. ALGEMENE MAATREGELEN:<br />
Op het circuit dienen tenminste één ziekenwagen, onder de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> een dokter,<br />
en voldoende Rode Kruis personeel aanwezig te zijn.<br />
Met ziekenhuizen in de naaste omgeving dienen regelingen getroffen te worden voor de mogelijke<br />
opname <strong>van</strong> gewonden.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 17 - PUBLICITEIT<br />
Teneinde de opgang <strong>van</strong> de “Alle Terreinen” sport in de hand te werken, veroorlooft B.O.R.A. het<br />
dragen <strong>van</strong> publiciteit op de aan de officiële wedstrijden deelnemende wagens en langsheen de<br />
omlopen, mits volgende voorwaarden:<br />
• B.O.R.A. behoudt zich het recht voor om in speciale gevallen, publiciteit te doen plaatsen op<br />
het terrein, in het bijzonder reglement <strong>van</strong> de wedstrijd, in de programma’s en op de voertuigen<br />
in bepaalde wedstrijden, en laat de verkoop en tentoonstelling <strong>van</strong> producten zijner sponsors<br />
toe, dit binnen de omheining <strong>van</strong> de omlopen, uitgenomen dranken.<br />
• Zie Nationale Bijbel<br />
ARTIKEL 18 - TIJDOPNAME<br />
De tijdopname <strong>van</strong> elke Off-Road wedstrijd geschiedt in 1/10 seconde bij manuele opname en in<br />
1/100 seconde bij automatische. De tijdopname <strong>van</strong> elke wedstrijd dient verplicht te geschieden<br />
door de tijdopnemers <strong>van</strong> de RACB Sport. Indien beroep gedaan wordt op de tijdopnemers verbinden<br />
de organisatoren zich ertoe deze te vergoeden volgens het barema hernomen in de Voorschriften<br />
<strong>van</strong> de RACB Sport.<br />
Tenminste één tijdopnemer zal ter plaatse blijven tot het eind <strong>van</strong> de klachtentermijn. De organisatoren<br />
worden verzocht, vlak tegenover de tijdopnamelijn, voor de tijdopnemers een overdekte plaats te<br />
voorzien die voldoende comfort biedt om hun taak optimaal te volbrengen.<br />
ARTIKEL 19 - TECHNISCHE CONTROLE<br />
De Technische Controle voor de Internationale of Nationale wedstrijden wordt verplicht uitgevoerd<br />
door de Technische Commissarissen <strong>van</strong> de RACB Sport.<br />
De organisators dienen steeds een degelijke ruimte voor het uitvoeren <strong>van</strong> de technische controle<br />
te voorzien.<br />
De Technische Commissarissen zullen vergoed worden volgens een vast barema <strong>van</strong> B.O.R.A., d.w.z.<br />
40 € per prestatie. Het is wenselijk dat elke organisator twee personen afvaardigt om de Technische<br />
Commissie bij te staan. De technische Controle <strong>van</strong> de voertuigen zal voor de eerste oefenrit en<br />
minstens twee uren voor het vertrek dienen door te gaan, behoudens uitzonderlijk geval.<br />
De technische controle <strong>van</strong> de voertuigen zal geschieden volgens de timing <strong>van</strong> het particulier reglement.<br />
Een tweede controle kan uitgevoerd worden op gelijk welk ogenblik <strong>van</strong> de wedstrijd, klachtentermijn<br />
inbegrepen.<br />
ARTIKEL 20 - KLASSEMENTEN<br />
Dertig minuten na het uithangen <strong>van</strong> het klassement <strong>van</strong> een wedstrijd wordt dit definitief na<br />
homologatie <strong>van</strong> de resultaten door de Sportcommissarissen.<br />
ARTIKEL 21 - PRIJZEN<br />
Zie Rallycross Reglement.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 22 - ALGEMENE MAATREGELEN<br />
De organisatoren hebben tot plicht deze voorschriften en hun aanhangsels strikt toe te passen.<br />
Geen enkele verontschuldiging, gebaseerd op het niet kennen <strong>van</strong> de Internationale Sportcode en<br />
de Sportvoorschriften en hun aanhangsels, zal worden aangenomen, zomin <strong>van</strong>wege de organisators<br />
als <strong>van</strong>wege de piloten.<br />
Elke nalatigheid <strong>van</strong> een organisator vastgesteld door de Sportcommissaris <strong>van</strong> dienst kan zich bestraft<br />
zien met een boete gaande <strong>van</strong> 50 tot 250 €. De graad <strong>van</strong> verantwoordelijkheid zal beslissend zijn<br />
voor het bepalen <strong>van</strong> de boetes, beslist bij meerderheid der stemmen door het Bureau <strong>van</strong> de<br />
Sportcommissie B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 23 - DOORLAATBEWIJZEN<br />
De leden <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> de Sportcommissie <strong>van</strong> B.O.R.A., dragers <strong>van</strong> hun officiële badge, zullen<br />
vrije toegang hebben tot de omloop en tot gelijk welke plaats <strong>van</strong> de omloop bij een door een Belgische<br />
organisator georganiseerde Off-Road wedstrijd.<br />
De andere leden <strong>van</strong> B.O.R.A., in het bezit <strong>van</strong> hun identiteitskaart, zullen vrije toegang hebben tot<br />
elke organisatie.<br />
ARTIKEL 24 - BEVOEGDHEID<br />
Alleen B.O.R.A. is bevoegd om aan huidig sportreglement wijzigingen, toevoegingen en weglatingen,<br />
welke zij nuttig oordeelt, aan te brengen. Zij doet oppermachtig uitspraak over alle kwesties op het<br />
Belgisch Grondgebied, die betrekking hebben op de toepassing <strong>van</strong> huidig reglement en zijn<br />
aanhangsels.
HOOFDSTUK III - ALGEMENE VOORSCHRIFTEN<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1<br />
Alleen B.O.R.A. “Belgian Off-Road Association” is erkend door de RACB Sport <strong>van</strong> de Royal Automobile<br />
Club of Belgium om Off-Road competities, onder gelijk welke vorm, in België te beheren.<br />
ARTIKEL 2<br />
De Belgische organisators <strong>van</strong> Off-Road wedstrijden en piloten die aan deze wedstrijden deelnemen,<br />
moeten zich bijgevolg onderwerpen aan de voorschriften <strong>van</strong> het huidig sportreglement en zijn<br />
aanhangsels.<br />
In een bijlage I zullen voor elke wedstrijd telkens de namen <strong>van</strong> de officiëlen, sport- en technische<br />
commissarissen en tijdopnemers <strong>van</strong> dienst vermeld worden, evenals elke bijzonderheid die afwijkt<br />
<strong>van</strong> dit reglement. In zoverre het geen wijzigingen betreft <strong>van</strong> het aan<strong>van</strong>gsuur en/of de wedstrijddatum<br />
zult U deze bijlage kunnen consulteren op het officieel uithangbord <strong>van</strong>af de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />
administratieve controle <strong>van</strong> de betrokken wedstrijd.<br />
Dit wedstrijdreglement heeft betrekking op de wedstrijden, georganiseerd in <strong>2004</strong>. Zij tellen mee<br />
voor het Belgisch Internationaal Open Rallycross Kampioenschap in Divisie 1, 1A, 2 en voor de “Free<br />
National Cup” in Divisie 3.<br />
Op 7 en 8 augustus <strong>2004</strong> wordt op het Duivelsbergcircuit de Belgische Manche voor het F.I.A. Europees<br />
Kampioenschap Rallycross verreden. De Belgische piloten zullen uitsluitend op uitnodiging kunnen<br />
deelnemen. Zij zullen <strong>van</strong> de organisator een bijzonder wedstrijdreglement ont<strong>van</strong>gen. In Divisie 1<br />
zal er voorrang gegeven worden aan vierwiel aangedreven wagens.<br />
ARTIKEL 3: BEREKENING VAN HET KAMPIOENSCHAP<br />
3.1. Klassering <strong>van</strong> de finalisten:<br />
• Eerstens de piloten die het aangegeven aantal ronden hebben voltooid, in de volgorde <strong>van</strong><br />
het overschrijden <strong>van</strong> de aankomstlijn;<br />
• Ten tweede de piloten, die NIET het aantal ronden hebben voltooid, worden geklasseerd volgens<br />
het aantal werkelijk verreden ronden;<br />
• Ten derde de piloten, die uitgesloten zijn wegens twee valse starten, zullen individueel<br />
geklasseerd worden volgens hun startpositie;<br />
• Ten vierde, de piloten, die NIET starten, zullen individueel geklasseerd worden volgens hun<br />
startpositie.<br />
3.2. De berekening <strong>van</strong> het Kampioenschap en Cup voor alle Divisies:<br />
• Alle resultaten zullen weerhouden worden.<br />
• Het resultaat na een tweede uitsluiting wegens niet-conformiteit zal een schrapping uit het<br />
kampioenschap betekenen.<br />
• het Kampioenschap zal afgesloten worden op 10/10/<strong>2004</strong> met de Internationale Rallycross<br />
wedstrijd te Maasmechelen.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 4<br />
4.1. Het Open Internationaal Kampioenschap <strong>van</strong> België Rallycross is voorbehouden aan piloten<br />
met een "C" vergunning.<br />
4.2. De volgende titels zullen toegekend worden:<br />
- Internationaal Kampioen <strong>van</strong> België Rallycross Divisie 1 (Groep A)<br />
- Internationaal Kampioen <strong>van</strong> België Rallycross Divisie 1A (Groep A - 1600cc)<br />
- Internationaal Kampioen <strong>van</strong> België Rallycross Divisie 2 (Groep N)<br />
- Winnaar The Free National Cup <strong>van</strong> België Rallycross The Cup.<br />
4.3. De Belgische Kampioenen <strong>2004</strong> zullen bekroond worden door de RACB Sport met bekers voor<br />
de eerste drie plaatsen, indien aanwezig op de officiële prijsuitdeling, georganiseerd door de<br />
RACB Sport. Een ongeldige afwezigheid zal door de Sportcommissie beboet worden.<br />
4.4. Enkel piloten, gekwalificeerd als de 16 besten zullen kampioenschappunten toegekend krijgen<br />
op de volgende manier:<br />
20 - 17 - 15 - 13 - 12 - 11 - 10 - 9 - 8 - 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1.<br />
Bij uitsluiting <strong>van</strong> een piloot uit de wedstrijd, kunnen de Sportcommissarissen beslissen de<br />
volgende piloten naar boven op te schuiven of de vrijgekomen plaats vrij te laten.<br />
4.5. Voor de piloten die met gelijke punten zouden eindigen zal het toekennen <strong>van</strong> de titel de<br />
rangschikking op volgende wijze worden uitgewerkt:<br />
• men zal eerst rekening houden met de punten en de beste resultaten behaald in proeven waarmee<br />
men geen rekening heeft gehouden;<br />
• indien de gelijkheid blijft bestaan zal men rekening houden met het aantal eerste, tweede,<br />
derde, enz.. plaatsen behaald in de Kampioenschapwedstrijden;<br />
• indien de gelijkheid blijft bestaan zal de uitslag <strong>van</strong> de laatste wedstrijd beslissend zijn.<br />
4.6. Het Bureau <strong>van</strong> de Sportcommissie behoudt zich het recht voor om aan onderhavig reglement<br />
wijzigingen aan te brengen, indien zij dit nodig acht.
HOOFDSTUK IV - STANDAARD REGLEMENT<br />
I PROGRAMMA<br />
II ORGANISATIE<br />
III ALGEMENE BEPALINGEN<br />
IV NAZICHTEN<br />
V VERLOOP VAN DE WEDSTRIJD<br />
VI UITSLAGEN - KLACHTEN<br />
VII BEKERS - KAMPIOENSCHAP<br />
I PROGRAMMA<br />
25 januari <strong>2004</strong>: Publicatie <strong>van</strong> het reglement en aanvaarding <strong>van</strong> de inschrijvingen.<br />
12 dagen vóór elke wedstrijd: Afsluiting <strong>van</strong> de inschrijvingen aan eenvoudig recht.<br />
De dag <strong>van</strong> de wedstrijd:<br />
07.45 uur 09.30 uur Administratieve controles.<br />
07.45 uur 09.45 uur Technische controles.<br />
09.30 uur Vrije trainingen (2 ronden minimum)<br />
10.00 uur Eerste vergadering Sportcommissie<br />
10.15 uur Gechronometreerde trainingen<br />
10.55 uur: Briefing piloten.<br />
11.10 uur Start eerste reeks volgens deze startorde:<br />
The Cup, Divisie 2, Divisie 1A, Divisie 1<br />
De prijsuitreiking zal plaatsvinden één uur na het officieel worden <strong>van</strong> de uitslag.<br />
B.O.R.A.<br />
II ORGANISATIE<br />
1.<br />
1.1. Alle Rallycross wedstrijden zullen georganiseerd worden in overeenstemming met de<br />
internationale sportcode <strong>van</strong> de FIA, het reglement <strong>van</strong> de FIA met betrekking tot de Rallycross<br />
en de Rallycrosskampioenschappen, het nationaal reglement <strong>van</strong> de B.O.R.A., dit<br />
wedstrijdreglement en zijn bijlagen.<br />
1.2. De Belgische inrichters<br />
Maasmechelen: Arendonk:<br />
Belgische Rallycross Vereniging vzw R.T. GLOSSO V.Z.W.<br />
André REUL, voorzitter Gustaaf MEULEMANS, voorzitter<br />
Kastanjelaan 26 Markt 3B<br />
B - 3630 MAASMECHELEN B - 2480 DESSEL<br />
Tel. 089/76 47 89 - Fax 089/77 50 14 Tel 014/37.94.50 - Fax 014/37.09.84<br />
1.3. Officiëlen: zie bijlagen <strong>van</strong> elke wedstrijd.
B.O.R.A.<br />
III ALGEMENE BEPALINGEN<br />
2. Algemeenheden<br />
De wedstrijden tellen mee voor het Internationaal Open Belgisch Rallycross Kampioenschap<br />
<strong>2004</strong>.<br />
3. OMLOPEN:<br />
Omloop Duivelsberg Glosso Circuit<br />
Plaats: Maasmechelen - Opgrimbie Arendonk<br />
Weg naar Zutendaal Schotelven<br />
Telefoon: 089 760829 014 670230<br />
Lengte: 980 m 950 m<br />
Startbreedte: 13,5 m 13,5 m<br />
Max. breedte: 16,5 m 13,5 m<br />
Min. Breedte: 9,5 m 10 m<br />
Verhard: 60% 60 %<br />
Onverhard: 40% 40 %<br />
4. TOEGELATEN VOERTUIGEN<br />
DIVISIE 1: Toerismewagens gehomologeerd in Groep A of in Supertoerisme, conform aan Bijlage<br />
"J" Groep A (Artikels 251 tot 255). De wijzigingen opgesomd in Art. 2 en 3 <strong>van</strong> Bijlage J, Art.<br />
279 zijn toegestaan. De voertuigen moeten gesloten modellen zijn met vast dak en niet <strong>van</strong><br />
het cabriolet-type.<br />
DIVISIE 1 A: Toerismewagens gehomologeerd in Groep A met voorwielaandrijving en atmosferisch<br />
aangedreven motor, conform aan Bijlage "J" Groep A (Artikels 251 tot 255). De wijzigingen<br />
opgesomd in Art. 2 en 3 <strong>van</strong> Bijlage J, Art. 279 zijn toegestaan. De voertuigen moeten gesloten<br />
modellen zijn met vast dak en niet <strong>van</strong> het cabriolet-type.<br />
DIVISIE 2: Productiewagens gehomologeerd in Groep N en conform aan Bijlage J (Artikels 251<br />
tot 254) met inbegrip <strong>van</strong> de rally voorschriften, maar met toegelaten wijzigingen opgesomd<br />
in Art. 2 en 4 <strong>van</strong> Bijlage J, Art. 279. De voertuigen moeten gesloten modellen zijn met vast<br />
dak en niet <strong>van</strong> het cabriolet-type De maximum toegelaten cilinderinhoud is 2000 cm3, 2wiel<br />
aangedreven.<br />
THE CUP: Toerismewagens en GT-wagens, met uitzondering <strong>van</strong> 4-wiel aangedreven, maar<br />
conform aan de nationale reglementen.<br />
5. TOEGELATEN DEELNEMERS<br />
Zie Nationaal <strong>Sportreglement</strong>.
B.O.R.A.<br />
6. INSCHRIJVING VOOR DE WEDSTRIJD<br />
6.1. Bij ieder wedstrijdreglement zal een inschrijvingsformulier gevoegd worden. Dit dient rechtstreeks<br />
naar de organisator gestuurd te worden en wel naar het adres vermeld in het reglement.<br />
Ieder inschrijvingsformulier zal verplicht volgende vermelding hernemen:<br />
“Door het feit <strong>van</strong> zijn inschrijving, stelt de deelnemer en de bestuurder(s) de RACB, RACB<br />
Sport, B.O.R.A., de organisators en hun vertegenwoordigers of aangestelden en ieder onder<br />
hen in het bijzonder, vrij <strong>van</strong> elke verantwoordelijkheid in verband met de acties, kosten, uitgaven,<br />
terugvorderingen en klachten relatief aan dodelijke of andere kwetsuren, voortkomend of het<br />
resultaat zijnde <strong>van</strong> zijn inschrijving of deelname aan een wedstrijd; of ze al dan niet rechtstreeks<br />
of onrechtstreeks gevolgen zijn <strong>van</strong> een nalatigheid of een fout der organisators, hun<br />
vertegenwoordigers of hun aangestelden, <strong>van</strong> de RACB, RACB Sport en B.O.R.A.”.<br />
De sluiting der inschrijvingen aan enkel recht moet 12 dagen voor een wedstrijd gebeuren.<br />
Na deze termijn zullen de organisators nieuwe inschrijvingsaanvragen mogen aanvaarden met<br />
verhoogd recht, indien het aantal vastgesteld door de homologatiefiche <strong>van</strong> de omloop, het<br />
parcours of het bijzonder reglement <strong>van</strong> de wedstrijd, niet overschreden wordt. De piloten die<br />
zich na de termijn met enkel recht inschrijven, zullen geen verhaal hebben indien hun aanvraag<br />
niet zou aanvaard worden.<br />
6.2. In geen geval mag een regelmatig ingeschreven deelnemer voor een Belgische proef, op<br />
dezelfde datum deelnemen aan een buitenlandse proef, op uitzondering <strong>van</strong> een F.I.A.-<br />
Kampioenschapwedstrijd en dit op straf <strong>van</strong> uitsluiting uit het lopend kampioenschap.<br />
6.3. Elke wijziging <strong>van</strong> het inschrijvingsformulier is verboden, behalve in de gevallen voorzien door<br />
het reglement. Een deelnemer heeft echter het recht het voertuig dat opgegeven werd op de<br />
inschrijvingsaanvraag te wijzigen door een ander in dezelfde divisie en dit tot op het moment<br />
<strong>van</strong> de technische controles.<br />
6.4. Door zijn inschrijving erkent elke deelnemer als enige bevoegde instantie, de Sportcommissie<br />
<strong>van</strong> B.O.R.A., de Tuchtraad en de Sportrechtbank <strong>van</strong> de RACB Sport, bij uitsluiting <strong>van</strong> enige<br />
andere juridische instantie of arbitrage en verklaart zich onvoorwaardelijk te onderwerpen aan<br />
hun autoriteit, zoals vastgelegd in het huidige algemene reglement, ongeacht de reglementeringen<br />
en toekomstige particuliere reglementen.<br />
Iedere deelnemer verbindt er zich ook toe aan deze wedstrijd deel te nemen, uitgezonderd<br />
bij degelijk vastgesteld geval <strong>van</strong> heerkracht; hij stelt zich borg voor het gedrag <strong>van</strong> zijn piloot<br />
en zijn mecanicien(s), waarvoor hij, in geval <strong>van</strong> overtreding, persoonlijk aansprakelijk blijft.<br />
Iedere valse aanduiding aangebracht op het inschrijvingsformulier is een inbreuk en kan de<br />
uitsluiting <strong>van</strong> de deelnemer tot gevolg hebben en dit onder voorbehoud <strong>van</strong> andere en/of<br />
strengere sancties.<br />
6.5. Indien een regelmatig ingeschreven deelnemer zich wegens heerkracht in de onmogelijkheid<br />
bevindt aan deze wedstrijd deel te nemen, moet hij de organisator zo snel mogelijk en ten<br />
laatste voor het afsluiten <strong>van</strong> de administratieve controle schriftelijk of telefonisch hier<strong>van</strong><br />
verwittigen.<br />
6.6. De aanvraag tot inschrijving dient per post of via e-mail te gebeuren.<br />
6.7. De organisator behoudt zich het recht voor een deelnemer of piloot te weigeren zonder de<br />
reden er<strong>van</strong> te moeten opgeven (Art. 74 Internationale Sportcode).<br />
6.8. Het aantal deelnemers is beperkt tot 120.
B.O.R.A.<br />
7. INSCHRIJVINGSRECHT<br />
7.1. Het inschrijvingsrecht bedraagt:<br />
- eerste datum <strong>van</strong> sluiting: 90 €<br />
- tweede datum <strong>van</strong> sluiting: 112 €<br />
Regerende kampioenen betalen geen inschrijvingsrecht.<br />
7.2. De aanvraag tot inschrijving zal slechts aanvaard worden indien het inschrijvingsgeld volledig<br />
voldaan is.<br />
7.3. Het inschrijvingsrecht zal slechts terugbetaald worden indien:<br />
a) de inschrijving geweigerd wordt door de organisator;<br />
b) de wedstrijd afgelast wordt;<br />
c) de deelnemer zich afmeldt voor het einde <strong>van</strong> de technische controle.<br />
8. VERZEKERINGEN<br />
De organisator laat de deelnemers verzekeren voor de burgerlijke aansprakelijkheid tegenover<br />
derden, zoals voorzien door de wet en door de Nationale sportvoorschriften.<br />
9. WIJZIGINGEN - INTERPRETATIES<br />
9.1. Vanaf de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de wedstrijd mag er, in overeenstemming met artikel 66 <strong>van</strong> de<br />
Internationale Sportcode, geen enkele wijziging meer worden aangebracht aan onderhavig<br />
reglement, behalve bij unaniem akkoord <strong>van</strong> alle reeds ingeschreven deelnemers, of door een<br />
beslissing <strong>van</strong> de sportcommissarissen in gevallen <strong>van</strong> heerkracht of veiligheid.<br />
9.2. Alle bijkomende inlichtingen zullen aan de deelnemers verstrekt worden via gedateerde en<br />
genummerde bijlagen. Deze worden uitgehangen op het officieel uithangbord.<br />
9.3. De sportcommissarissen hebben het absolute recht om alle beslissingen te nemen in verband<br />
met de gevallen, die niet voorzien werden in huidig reglement.<br />
9.4. In geval <strong>van</strong> betwisting omtrent dit reglement is enkel de Nederlandse Tekst bindend.<br />
IV NAZICHTEN<br />
10. ADMINISTRATIEF<br />
10.1. De piloten dienen zich aan te bieden aan de administratieve controle.<br />
10.2. De controle bestaat uit een nazicht <strong>van</strong> de deelnemers- en rijdersvergunning.<br />
11. TECHNISCH<br />
11.1. Ieder voertuig dat deelneemt aan een proef dient aangeboden te worden aan de technische<br />
controle, overeenkomstig het tijdschema vermeld in het programma. Bij aanbieding na 9u45,<br />
zal hij niet meer aanvaard worden, tenzij een officieel uitstel werd verleend.<br />
11.2. De technische controle fiche zal afgeleverd worden, mits betaling <strong>van</strong> 2,50 €. In geval <strong>van</strong> verlies<br />
of vernieling, kan de piloot een nieuwe fiche bekomen tegen de prijs <strong>van</strong> 250 € indien hij de<br />
authenticiteit <strong>van</strong> de vorige fiche kan bewijzen.
B.O.R.A.<br />
11.3. Geluid: De wagens mogen niet meer dan 95dBa produceren op de omloop tijdens de<br />
wedstrijden. Het niveau zal gemeten worden op met een dbA-meter, geregeld op “A” en op<br />
“langzaam”, en wordt geplaatst in een hoek <strong>van</strong> 45 graden ten aanzien <strong>van</strong> de uitlaatpijpen<br />
<strong>van</strong> de wagens, op een afstand <strong>van</strong> 50 cm, met de motor die draait tegen een toerental <strong>van</strong><br />
4500 t/min. Een tapijt <strong>van</strong> 1,50 m op 1,50 m zal aanwezig zijn op de plaats <strong>van</strong> de meting.<br />
De uitlaatpijp moet uitkomen aan de achterkant <strong>van</strong> het voertuig en mag niet uitsteken.<br />
Herhaalde uitlaat explosies tijdens het rijden zijn VERBODEN. Een eerste overtreding wordt<br />
bestraft met een verwittiging, de tweede met een UITSLUITING.<br />
11.4. Competitienummers: zie art. 48 <strong>van</strong> het Nationaal sportreglement.<br />
De startnummers blijven dezelfde gedurende het hele jaar, en zijn gebaseerd op de uitslag<br />
<strong>van</strong> het vorige jaar. De nummers gelden voor alle circuits.<br />
V VERLOOP VAN DE WEDSTRIJD<br />
12. VEILIGHEID DER PILOTEN (behalve "Nationaal Cup")<br />
Elke piloot dient:<br />
- een helm te dragen in overeenstemming met de FIA normen;<br />
- een brandvrije overall in overeenstemming met de FIA normen, kousen, een balaclava en<br />
brandvrij ondergoed te dragen;<br />
- handschoenen en schoenen in brandvrij materiaal of leder, zonder gaten, te dragen in<br />
overeenstemming met de FIA normen;<br />
- een vizier of een bril te dragen ter bescherming indien een opening komt in de voorruit;<br />
- stevig vast te zitten in zijn stoel door middel <strong>van</strong> veiligheidsgordels in overeenstemming met<br />
de FIA normen;<br />
- de zijruit aan de bestuurderskant gesloten te houden.<br />
13. TRAININGEN<br />
De trainingen zijn verplicht. Iedere piloot dient minstens één ronde af te leggen. Tijdens de<br />
gechronometreerde trainingen zal de tijd <strong>van</strong> de tweede ronde weerhouden worden.
B.O.R.A.<br />
14. KWALIFICATIES<br />
14.1. Er zullen drie kwalificatiereeksen zijn met vijf voertuigen aan de start.<br />
1ste reeks: volgens de uitslag <strong>van</strong> de gechronometreerde trainingen.<br />
2de reeks: volgens de tijden <strong>van</strong> de eerste reeks.<br />
3de reeks: volgens het resultaat <strong>van</strong> de 1ste en 2de reeks samen.<br />
De hoogst gekwalificeerde piloot mag zijn startplaats kiezen, dan de tweede, de derde, enz.<br />
Elke reeks zal op dezelfde basis georganiseerd worden: beginnen <strong>van</strong>af het einde volgens de<br />
gerealiseerde tijden, elke reeks met 5 wagens, behalve voor de laatste twee reeksen, waarbij<br />
de niet-ingenomen plaatsen niet mogen opgevuld worden.<br />
Het overblijvende aantal dient door twee gedeeld te worden, en de startopstelling is als volgt:<br />
indien er 10 overblijven: voorlaatste reeks: 2-4-6-8-10<br />
laatste reeks: 1-3-5-7-9<br />
indien er 9 overblijven: voorlaatste reeks: 2-4-6-8-9<br />
laatste reeks: 1-3-5-7<br />
indien er 8 overblijven: voorlaatste reeks: 2-4-6-8<br />
laatste reeks: 1-3-5-7<br />
indien er 7 overblijven: voorlaatste reeks: 2-4-6-7<br />
laatste reeks: 1-3-5<br />
indien er 6 overblijven: voorlaatste reeks: 2-4-6<br />
laatste reeks: 1-3-5<br />
indien er 5 zijn of minder: één enkele reeks: 1 – 2 – 3 – 4 – 5.<br />
14.2. Algemene bepalingen<br />
Alle kwalificatiereeksen worden gechronometreerd en na afloop <strong>van</strong> de reeksen wordt een<br />
rangschikking opgemaakt, de snelste piloot <strong>van</strong> elke klasse bekomt 1 punt, de tweede snelste<br />
2, enz.. .Piloten, die uitvallen tijdens de reeks, krijgen 80 punten, de niet-starters 90 punten<br />
en uitgesloten piloten krijgen 95 punten toegekend.<br />
De start zal gegeven worden bij middel <strong>van</strong> lichten, waarbij rode lichten gaan branden en<br />
vervolgens uitgaan als teken <strong>van</strong> start. Er zal een valse start zijn indien een wagen zijn startplaats<br />
verlaat voor de rode lichten uitgaan. Een piloot die een valse start veroorzaakt zal bestraft worden<br />
met 3 seconden, voor een tweede valse start in dezelfde reeks zal hij uitgesloten worden uit<br />
de betreffende reeks.
B.O.R.A.<br />
15. FINALES<br />
15.1. De piloot die het laagste totaal <strong>van</strong> punten heeft uit twee <strong>van</strong> de drie reeksen, heeft de polepositie<br />
in de A-finale, de piloot met de tweede laagste score heeft de tweede positie in de<br />
finale, enz.. . Om gerangschikt te kunnen worden dient de piloot tijden te hebben verwezenlijkt<br />
in twee <strong>van</strong> de drie reeksen.<br />
Er zullen drie finales zijn voor een totaal <strong>van</strong> 16 wagens. De vijf piloten met de laagste score<br />
uit de reeksen, betwisten de A-finale. De zesde tot de tiende plaats, geeft recht op deelname<br />
aan de B-finale, de elfde tot de zestiende plaats aan de C-finale. De winnaar <strong>van</strong> de C-finale<br />
neemt deel aan de B-finale; de winnaar <strong>van</strong> de B-finale neemt deel aan de A-finale.<br />
De startopstellingen <strong>van</strong> de finales bestaan uit zes wagens, verdeeld over drie lijnen (2-2-2).<br />
De beste gekwalificeerde finalist kiest zijn pole positie en de tweede neemt plaats op dezelfde<br />
rij. De andere rijen zijn geschraagd.<br />
Indien er in een divisie minstens 14 finalisten zijn, zal er een A, B en C finale zijn. Indien er<br />
minstens 9 en maximum 13 finalisten zijn, zal er een A en B finale zijn, zijn er minder dan 9<br />
finalisten, zal er enkel een A-finale zijn.<br />
15.2. Algemene bepalingen<br />
Wanneer twee piloten hetzelfde aantal punten scoren voor de deelname aan de finales, zullen<br />
de punten <strong>van</strong> de niet meetellende reeks, bepalend zijn. Indien er nog gelijkheid blijft, zal de<br />
beste tijd uit eender welke reeks bepalend zijn.<br />
Wanneer een piloot niet kan deelnemen aan een finale, blijft zijn plaats op de startgrid open<br />
en mag deze niet ingenomen worden door een andere wagen. Indien een piloot niet de start<br />
zal kunnen nemen in de finale, zal hij automatisch als laatste <strong>van</strong> de gekwalificeerde <strong>van</strong> deze<br />
finale geklasseerd worden in de einduitslagen.<br />
Een valse start in de finales zal onmiddellijk gevolgd worden door een onderbreking <strong>van</strong> de<br />
wedstrijd en er zal een nieuwe start worden gegeven. Een piloot die tweemaal in dezelfde<br />
finale een valse start veroorzaakt, wordt laatste geklasseerd <strong>van</strong> deze finale.<br />
16. ALGEMEENHEDEN<br />
16.1. Indien twee voertuigen in eenzelfde incident betrokken zijn, en niet meer verder kunnen rijden,<br />
worden ze gerangschikt volgens hun laatste doortocht aan de aankomstlijn, of, indien dit gebeurt<br />
in de eerste ronde, volgens de oorspronkelijk startpositie.<br />
16.2. Vlaggen en signalisatie: zie nationale sportvoorschriften.<br />
16.3. Indien er een zwarte vlag getoond wordt, moet de betreffende piloot zich onmiddellijk naar<br />
de paddock begeven of naar een plaats aangewezen door de wedstrijdleider.<br />
16.4. Een piloot die langs de verkeerde kant <strong>van</strong> de markeerders of met vier wielen de baan verlaat<br />
en daarbij voordeel haalt, zal geen tijd toegekend worden voor deze reeks. In een finale wordt<br />
deze overtreding bestraft met een uitsluiting. Een minimum aantal strafpilonen kan worden<br />
gebruikt om de omloop af te bakenen.<br />
16.5. Iedere piloot ont<strong>van</strong>gt <strong>van</strong> de inrichter voldoende informatie om precies te weten wanneer<br />
hij moet starten. Er zal niet gewacht worden. Het is wenselijk dat een piloot die niet meer kan<br />
starten, zo snel mogelijk zijn opgave of de onmogelijkheid om te starten zou melden aan het<br />
wedstrijdsecretariaat of de verantwoordelijke voor de relatie met de deelnemers.<br />
16.6. Het is verboden in de tegenovergestelde richting <strong>van</strong> de omloop te rijden.<br />
16.7. Hulp of bevoorrading door personen, vreemd aan de organisatie is verboden.
B.O.R.A.<br />
VI UITSLAGEN - KLACHTEN<br />
17. UITSLAGEN<br />
De samenstelling en uitslagen <strong>van</strong> de reeksen en finales worden meegedeeld aan de deelnemers,<br />
zodra zij beschikbaar zijn.<br />
Alle uitslagen worden uitgehangen op het officieel uithangbord.<br />
18. KLACHTEN - BEROEP<br />
Elke klacht dient in overeenstemming te zijn met de Nationale sportvoorschriften.<br />
VII PRIJZEN - BEKERS<br />
19. Zie particulier reglement.<br />
Alle prijswinnaars krijgen ook een beker.<br />
20. BRANDBLUSAPPARATEN<br />
Iedere piloot dient een brandblusapparaat te hebben in de nabijheid <strong>van</strong> zijn standplaats.<br />
21. OMGEVINGSVERVUILING<br />
Het is verplicht dat elke piloot een niet-vloeistof doorlatende bekleding <strong>van</strong> min. 3 x 5 m. onder<br />
de wedstrijdwagen plaatst, om grondvervuiling tegen te gaan.<br />
Het paddock dient ten allen tijde proper gehouden te worden. Alle afval dient gedeponeerd<br />
in de daarvoor voorziene containers. (OLIE, ..)<br />
22. GOEDKEURING<br />
Dit reglement werd goedgekeurd door B.O.R.A. op 15 november 2003.
HOOFDSTUK V<br />
TECHNISCH REGLEMENT – DIVISIE 1<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1: ALGEMEEN<br />
1.1. Definities<br />
Toerismewagens gehomologeerd in Groep A of in Supertoerisme, conform aan Bijlage "J" Groep<br />
A (Artikels 251 tot 255). De wijzigingen opgesomd in Art. 2 en 3 <strong>van</strong> Bijlage J, Art. 279 zijn<br />
toegestaan. De voertuigen moeten gesloten modellen zijn met vast dak en niet <strong>van</strong> het<br />
cabriolet-type.<br />
1.2. Geluid - Uitlaat:<br />
Een limiet <strong>van</strong> 95 dB/A is opgelegd aan alle wagens. Het geluid zal gemeten worden<br />
overeenkomstig de FIA geluidsmeting procedure, door gebruik <strong>van</strong> een sonometer, geregeld<br />
op "A" en "SLOW", geplaatst in een hoek <strong>van</strong> 45° tot en een afstand <strong>van</strong> 50 cm <strong>van</strong> de<br />
uitlaatpijp, terwijl de motor <strong>van</strong> de wagen op 4500 tpm draait.<br />
Een vloerkleed <strong>van</strong> minimum 1.50 x 1.50 m moet geplaatst worden over de rele<strong>van</strong>te plaats<br />
op de grond.<br />
Het uitlaatsysteem moet één of meerdere gehomologeerde katalysatoren bevatten, die op alle<br />
ogenblikken moeten functioneren en waar alle uitlaatgassen moeten doorgaan.<br />
De uitlaatpijp moet eindigen aan de achterzijde <strong>van</strong> de wagen.<br />
1.3 Brandstof - Samenstelling:<br />
De wagens mogen enkel loodvrije benzine gebruiken (maximum 0.013g/l) in overeenkomst<br />
met artikels 252.9.1 en 252.9.2.<br />
1.4 Banden en wielen:<br />
1.4.1 Volledige wielen<br />
De breedte <strong>van</strong> het wiel (flens + velg + opgeblazen band) moet altijd passen in een U-vormige<br />
mal waar<strong>van</strong> de uiteinden 250 mm zijn, de meting moet gebeuren op een onbeladen gedeelte<br />
<strong>van</strong> de band.<br />
De diameter <strong>van</strong> de velg is vrij maar mag niet meer zijn dan 18".<br />
De wagens <strong>van</strong> Divisie 2 moeten conform zijn aan artikel 254.6.4.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 2: TOEGESTANE WIJZIGINGEN EN VOORSCHRIFTEN<br />
De volgende voorschriften zijn <strong>van</strong> toepassing op alle wagens en worden bijgevoegd bij de<br />
voorschriften <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.1 Achterlichten:<br />
Elke wagen zal uitgerust zijn met twee rode achterlichten <strong>van</strong> het type “mistlamp” (minimum<br />
verlichte oppervlakte <strong>van</strong> elk licht: 60 cm2; gloeilampen <strong>van</strong> minimum 15 watt elk) die samen<br />
met of ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de originele stoplichten werken. Ze moeten geplaatst zijn tussen<br />
1.50 m en 1.00 m boven de grond en <strong>van</strong> achter zichtbaar zijn. Ze moeten symmetrisch geplaatst<br />
zijn ten opzichte <strong>van</strong> de lengteassen <strong>van</strong> de wagen en in een dwars vlak.<br />
Achterlichten uitgerust met LED zijn toegelaten.<br />
2.2 Trekhaak:<br />
Moet bevestigd zijn aan de voorkant en aan de achterkant.<br />
Deze haken moeten niet uitsteken onder de omtrek <strong>van</strong> het koetswerk <strong>van</strong> boven gezien.<br />
Ze zouden moeten geschilderd zijn in fel geel, rood of oranje en zo vastgemaakt zijn dat ze<br />
gemakkelijk worden gevonden door de hulpdiensten in geval <strong>van</strong> dringendheid.<br />
2.3 Zetels, hechtingen en steunen:<br />
Alle zetels <strong>van</strong> inzittenden moeten ofwel origineel zijn, ofwel veranderd door enkel bijvoegingen<br />
<strong>van</strong> accessores <strong>van</strong> een geregistreerde merknaam, of gehomologeerd door de EU, de FMVSS<br />
of de FIA (8855/1999 standaarden), en niet veranderd. In al deze gevallen moet er een<br />
hoofdsteun aanwezig zijn.<br />
De passagierszetels en de hoedenplank moeten verwijderd worden.<br />
Indien de originele zetelhechtingen of steunen veranderd worden, moeten de nieuwe stukken<br />
ofwel goedgekeurd worden voor dit gebruik door de fabrikant ofwel in overeenstemming zijn<br />
met de volgende specificaties (zie tekening 253-52):<br />
1. Steunen moeten vastgemaakt zijn aan het koetswerk met tenminste 4 bevestigpunten per zetel<br />
met bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en onderplaten, overeenkomstig de<br />
tekening.<br />
De minimum contactoppervlakte tussen steun, koetswerk en onderplaten is 40 cm2 voor elk<br />
bevestigingspunt.<br />
Indien snelbevestigingssystemen worden gebruikt, moeten deze in staat zijn om verticale en<br />
horizontale krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, niet tezamen toegepast.<br />
Indien rails worden gebruikt voor het verstellen <strong>van</strong> de zetel, moeten het deze zijn die origineel<br />
werden geleverd bij de gehomologeerde wagen of met de zetel.<br />
2. De zetel moet vastgemaakt worden aan de steunen met 4 hechtingspunten, 2 voor en 2 achter<br />
de zetel, door gebruik te maken <strong>van</strong> bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en in de<br />
zetel geïntegreerde versterkingen.<br />
Elk bevestigpunt moet in staat zijn om krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, toegepast in gelijk<br />
welke richting.<br />
3. De minimum dikte <strong>van</strong> de steunen en onderplaten is 3 mm voor staal end 5 mm voor lichte<br />
legering materialen.<br />
De minimum lengtemaat <strong>van</strong> elke steun is 6 cm.
B.O.R.A.<br />
2.4 Voorruit en vensters:<br />
De voorruit moet in laminaat glas of <strong>van</strong> policarbonaat zijn, en de vensters moeten <strong>van</strong> veilig<br />
glas of plastiek zijn.<br />
Indien ze <strong>van</strong> plastiek zijn, mag de dikte niet minder dan 5 mm zijn.<br />
Wagens met laminaat voorruiten die zodanig beschadigd zijn dat de zichtbaarheid serieus wordt<br />
belemmerd of indien er een mogelijkheid bestaat op verder breken tijdens de race, zullen<br />
uitgesloten worden.<br />
Films, stickers en bespuitingen zijn niet toegelaten, tenzij toegelaten door de “Sporting code”<br />
Hoofdstuk 17, Artikel 211.<br />
Synthetische voorruiten mogen niet getint zijn.<br />
Getinte voorruiten, v.b. zonnepanelen voorruiten, zijn enkel toegelaten indien zij origineel zijn<br />
voor deze wagen.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> een bijkomende voorruitwatertank of <strong>van</strong> een met een grotere capaciteit<br />
is toegelaten. Deze tank moet strikt gereserveerd zijn voor het schoonmaken <strong>van</strong> de voorruit.<br />
2.5 Reserve wielen:<br />
Verboden.<br />
2.6 Benzine tank:<br />
Indien geen originele benzinetank is ingebouwd, moet het een veilige tank zijn die gehomologeerd<br />
is door de FIA (minimum FT3 of FT3 1999 specificatie) overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong><br />
artikel 253.14.<br />
De tank, de op<strong>van</strong>g tank (buffer doos), de pompen en alle componenten <strong>van</strong> het benzine toevoer<br />
systeem moeten op minstens 30 cm <strong>van</strong> het koetswerk in zowel laterale als transversale richtingen<br />
verwijderd zijn, buiten het rijders compartiment.<br />
In alle gevallen, moet de tank, met inbegrip <strong>van</strong> de vulpijp, geïsoleerd zijn door een anti vuurwand<br />
of door een container, die beiden vuurbestendig en vuurvast zullen zijn, gelijk welke infiltratie<br />
<strong>van</strong> benzine in de cockpit voorkomend of enig contact met de uitlaatpijpen verhinderend.<br />
Indien de benzine tank geïnstalleerd is in de kofferruimte en de achterzetels werden verwijderd,<br />
moet een vuur- en vloeistofbestendig schot de cockpit scheiden <strong>van</strong> de benzine tank.<br />
Bij bi-volume wagens, zal het mogelijk zijn een niet-gestructureerde scheidingswand te<br />
gebruiken in transparant onontvlambare plastiek tussen de cockpit en de tank plaatsing.<br />
De tanks moeten daadwerkelijk beschermd zijn en veilig vastgemaakt aan het geraamte of het<br />
koetswerk <strong>van</strong> de wagen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> veiligheidsschuim in de tanks is aanbevolen.<br />
Alle benzine pompen moeten alleen werken als de motor loopt of tijdens de startprocedure.<br />
2.7 Stuurkolom:<br />
Anti-diefstal uitrustingen moeten verwijderd worden.<br />
2.8 Veiligheidsriemen:<br />
Verplicht, met tenminste zes punten overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong> Artikel 253.6 <strong>van</strong><br />
Appendix J.<br />
Alle schouderbanden zullen verschillende hechtingspunten hebben.
B.O.R.A.<br />
2.9 Buitenlichten:<br />
Mogen verwijderd worden op voorwaarde dat de daardoor gemaakte openingen <strong>van</strong> het<br />
koetswerk worden dichtgemaakt en dat de voorschriften <strong>van</strong> Artikel 2.1 worden nageleefd.<br />
Bedekkingen moeten overeenkomen met het originele silhouet.<br />
2.10 Veiligheidsrolkooi:<br />
Moet ingebouwd worden zoals gedefinieerd in Appendix J artikel 253.8.<br />
2.11 Tapijten:<br />
Tapijten mogen verwijderd worden.<br />
2.12 Brandblussysteem:<br />
Geïnstalleerde automatische systemen zijn verplicht.<br />
Zij moeten gemaakt zijn overeenkomstig artikel 253.7 <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.13 Spatlappen:<br />
Het aanbrengen <strong>van</strong> spatlappen is toegestaan indien Artikel 252.7.7. wordt gerespecteerd.<br />
ARTIKEL 3: WIJZIGINGEN TOEGELATEN IN DIVISIE 1, BIJKOMEND BIJ DE VOORSCHRIFTEN VAN<br />
ARTIKEL 2 HIERBOVEN<br />
3.1 Minimum gewicht:<br />
De wagens dienen minstens het volgende gewicht te hebben in functie <strong>van</strong> hun cilinderinhoud:<br />
B.O.R.A.<br />
3.2 Koetswerk en onderstel:<br />
3.2.1 Koetswerk:<br />
De uitwendige vorm <strong>van</strong> het originele koetswerk moet behouden blijven, behalve voor wat<br />
betreft de spatborden en aërodynamische delen. Strip en rubbers mogen verwijderd worden.<br />
De ruitenwissers zijn vrij maar minstens één moet in goede staat <strong>van</strong> werking zijn.<br />
3.2.2 Het onderstel:<br />
Het onderstel en het koetswerk dienen behouden te blijven, maar de originele basisstructuur<br />
mag versterkt worden in overeenstemming met artikel 255.5.7.1.<br />
Het koetswerk mag veranderd worden overeenkomstig tekening 279.1. Alle metingen zullen<br />
uitgevoerd worden in verhouding <strong>van</strong> het midden <strong>van</strong> de voorste en achterste assen <strong>van</strong> het<br />
gehomologeerde koetswerk. De bijgevoegde materialen moeten <strong>van</strong> metaal zijn en vast<br />
gesoldeerd aan het koetswerk. Om een katalysator te installeren, is het toegelaten een uitholling<br />
te maken in de centrale tunnel volgens tekening 279.2.<br />
3.2.3 Deuren, motorkap en kofferdeksel:<br />
Hun materie is vrij, op voorwaarde dat de originele vorm behouden blijft. De scharnieren en<br />
buiten bediening <strong>van</strong> de deuren zijn vrij. De originele sloten mogen ver<strong>van</strong>gen worden maar<br />
de nieuw geplaatste moeten efficiënt zijn. De originele deur aan de pilootzijde dient behouden<br />
te blijven, maar de binnenbekleding mag verwijderd worden. Het is toegelaten de achterste<br />
deuren vast te lassen. Het hechtingssysteem <strong>van</strong> de motorkap en kofferdeksel alsook hun scharnier<br />
zijn vrij. Zij dienen echter op vier punten vast te zitten, men moet ze <strong>van</strong> buitenuit kunnen<br />
bedienen. Het is toegelaten ventilatieopeningen te maken in de motorkap voor zover er geen<br />
mechanische delen zichtbaar zijn. In elk geval moeten motorkap en kofferdeksel op elk<br />
moment verwisselbaar kunnen zijn met de originele gehomologeerde.<br />
3.2.4 Cockpit ventilatie openingen<br />
Het is toegelaten een of twee ventilatieflappen in te bouwen in het dak <strong>van</strong> de wagen, op de<br />
volgende voorwaarden:<br />
- maximum hoogte 10 cm<br />
- plaatsing ingebouwd in het voorste derde deel <strong>van</strong> het dak<br />
- scharnieren aan de achterkant<br />
- totale maximum breedte <strong>van</strong> de openingen: 500 mm.<br />
Het verwarmingssysteem mag verwijderd worden.<br />
3.2.5 Bodembeschermplaat<br />
Het gebruik <strong>van</strong> een bodembeschermplaat is toegelaten in overeenstemming met artikel<br />
255.5.7.2.10, maar elke uitbreiding <strong>van</strong> deze bescherming voor de voorwielen is verboden, tenzij<br />
het strikt geplaatst is onder een <strong>van</strong> de delen, beschreven in artikel 255.5.7.2.10.
B.O.R.A.<br />
3.3 Aërodynamische middelen:<br />
3.3.1 Vooraan:<br />
- Op verticaal plan gaande over de wielassen vooraan en het horizontaal vlak komende over<br />
het laagste punt <strong>van</strong> de deuropening (tekening 279.3).<br />
- Over de lengte buiten alles <strong>van</strong> de gehomologeerde wagen.<br />
- Naar voor, door een verticale projectie <strong>van</strong> de bumpers <strong>van</strong> de gehomologeerde wagen. Het<br />
materiaal <strong>van</strong> de bumper dient behouden te blijven (plastiek moet plastiek blijven, met<br />
inbegrip <strong>van</strong> de samengestelde materialen). De veiligheidselementen die de schokken tussen<br />
de bumpers en het koetswerk op<strong>van</strong>gen, dienen behouden te blijven.<br />
- Het laterale gedeelte <strong>van</strong> de voorbumper kan gewijzigd worden volgens de definitie <strong>van</strong> de<br />
vleugel, gegeven in artikel 1 <strong>van</strong> het homologatiereglement <strong>van</strong> de groepen A.<br />
Een of meerdere bedekkingen mogen uitgevoerd worden in de bumpers (gedeelte gesitueerd<br />
onder het plan gaande <strong>van</strong> het laagste punt <strong>van</strong> de deuropening), maar de volledige oppervlakte<br />
<strong>van</strong> de opening <strong>van</strong> het voorfront mag niet meer dan 2.500 cm≥ zijn. Deze openingen mogen<br />
de structurele integriteit <strong>van</strong> de bumpers niet beïnvloeden. De dikte <strong>van</strong> de aërodynamische<br />
middelen moet minimum 2 mm en maximum 5 mm zijn.<br />
3.3.2 Achteraan:<br />
Moet maximale afmetingen hebben zoals voorgeschreven in tekening 279.4. Aan de uiteinden<br />
dient het aan het koetswerk te komen en het moet geheel ingeschreven zijn in de frontale<br />
projectie <strong>van</strong> de wagen zonder de buitenspiegels. De basis <strong>van</strong> de doos waarin de tekening<br />
dient te zijn, is deze met de grootst mogelijke afmetingen. Het dient zich horizontaal te<br />
bevinden. Daarbij komt nog, dat het volume mag uitgebreid worden sectie per sectie, dit wil<br />
zeggen dat op eender welk punt <strong>van</strong> het aërodynamisch middel achter, elke sectie niet 450 x<br />
290 x 190 mag overschrijden, hechtingen inbegrepen. Dit aërodynamisch middel dient<br />
inbegrepen te zijn bij de frontale projectie <strong>van</strong> de wagen, alsook bij de projectie <strong>van</strong> de wagen<br />
<strong>van</strong> beneden gezien. De dikte <strong>van</strong> de aërodynamische middelen achteraan dient minimum 2<br />
mm en maximum 5 mm te zijn.
B.O.R.A.<br />
3.4 Spatborden:<br />
De definitie <strong>van</strong> spatbord is deze <strong>van</strong> Artikel 251.2.5.7. <strong>van</strong> Bijlage “J”. Het materiaal en de vorm<br />
er<strong>van</strong> zijn vrij. Niettemin zal de vorm <strong>van</strong> de wielopening behouden dienen te blijven, dit betekent<br />
echter niet dat de originele maten moeten behouden blijven. Alle bijkomende spatborden zullen<br />
een minimale dikte <strong>van</strong> 0.5 mm en een maximale dikte <strong>van</strong> 2 mm moeten hebben. In elk<br />
geval is de maximale toegelaten uitbreiding ter hoogte <strong>van</strong> de wielassen voor en achter 140<br />
mm in verhouding met de maten, opgegeven in de homologatiefiche <strong>van</strong> de wagen. De<br />
spatborden dienen de wielen zodanig te beschermen dat de band volledig bedekt is in de<br />
breedte en minstens één derde in de omtrek. Koelingopeningen mogen in de spatborden<br />
aangebracht worden. Er dient op gelet dat indien deze in het achterste spatbord aangebracht<br />
worden, men met een systeem <strong>van</strong> luikjes het zicht <strong>van</strong> de band moet beletten wanneer men<br />
achter de wagen op een horizontale hoogte <strong>van</strong> de openingen naar de spatborden kijkt. Men<br />
mag er mechanische onderdelen in plaatsen die nochtans niet mogen dienen om het spatbord<br />
te verstevigen.<br />
3.5 Lichten:<br />
Overeenkomstig artikel 2.10 mag in iedere opening een ruimte <strong>van</strong> 30 cm 2 vrij blijven voor<br />
afkoelingsdoeleinden.<br />
3.6 Motor:<br />
De motor is vrij, maar het motorblok moet voortkomen <strong>van</strong> een origineel door hetzelfde merk<br />
als de wagen geldige gehomologeerde motor in groep A en dient hetzelfde aantal cilinders te<br />
hebben als de originele motor in het koetswerk gehomologeerd. De motor moet in het<br />
compartiment geplaatst worden dat voor de originele motor voorzien werd. Aan elkaar gebouwde<br />
motorblokken worden niet toegelaten, tenzij zij onder deze vorm gehomologeerd werden.<br />
Variabele ventieltiming is verboden. Regelbare lengten <strong>van</strong> luchtinlaat trompetten zijn niet<br />
toegelaten. Titanium in niet toegelaten, tenzij voor de zuigstangen, de ventielen, ventielhouders<br />
en warmtebeschermers.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> magnesium is niet toegelaten op beweegbare delen. Het gebruik <strong>van</strong> eender<br />
welk keramisch element is verboden. De inwendige of uitwendige verstuiving of injectie <strong>van</strong><br />
water of enig andere substantie is verboden.(behalve deze <strong>van</strong> de brandstof voor het normaal<br />
gebruik er<strong>van</strong>).<br />
Het gebruik <strong>van</strong> carbon en samengestelde materialen is beperkt tot de koppeling en tot de<br />
beveiligingen of tot de niet structuurleidingen.<br />
Enkel een directe mechanische verbinding tussen het gaspedaal en de motor is toegelaten.<br />
De tunnels, gebruikt voor de doorgang <strong>van</strong> de uitlaat moeten open blijven naar buiten over<br />
minstens twee derden <strong>van</strong> hun lengte.<br />
Indien er overalimentatie gebruikt wordt, moeten de uitlaatgassen <strong>van</strong> de wastegate in het<br />
uitlaatsysteem <strong>van</strong> het voertuig uitkomen.<br />
Waterinjectie is verboden, zelfs als het op de originele motorblok gehomologeerd werd. Het<br />
besproeien <strong>van</strong> de intercooler is verboden.<br />
De wagens met turbo aangedreven motors mogen niet uitgerust zijn met een regelingssysteem<br />
dat door de piloot al rijdende kan bediend worden voor het regelen <strong>van</strong> de turbo druk (buiten<br />
het gaspedaal).
B.O.R.A.<br />
3.7 Compressor en/of turbo motors<br />
Alle over ge-alimenteerde motors dienen een begrenzer gehecht te hebben aan het<br />
compressiehuis. Al de lucht nodig voor de voeding <strong>van</strong> de motor, dient langs deze begrenzer<br />
te gaan, die de volgende normen dient te respecteren:<br />
De maximum interne diameter <strong>van</strong> de begrenzer is 45 mm. Deze diameter moet behouden<br />
blijven over een afstand <strong>van</strong> minstens 3 mm gemeten in de richting <strong>van</strong> het perpendiculaire<br />
plan <strong>van</strong> de bewegende as en bevindt zich 50 mm maximum tegenover de uiteinden het verst<br />
gelegen wielblad (zie tekening 254.4). Deze diameter moet gerespecteerd worden bij gelijk<br />
welke temperatuur. De buitendiameter <strong>van</strong> de begrenzer op de hoogte <strong>van</strong> de hals, moet kleiner<br />
zijn dan 51 mm. Deze diameter moet behouden blijven over een lengte <strong>van</strong> 5 mm aan elke<br />
kant. Het monteren <strong>van</strong> de begrenzer op de turbo compressor moet uitgevoerd worden op<br />
dergelijke wijze dat het absoluut noodzakelijk is dat er twee schroeven dienen verwijderd te<br />
worden <strong>van</strong> de compressor of <strong>van</strong> de begrenzer. Het monteren door middel <strong>van</strong> een scherpe<br />
schroef is niet toegelaten.<br />
Om de begrenzer te installeren, is het toegelaten materiaal weg te halen <strong>van</strong> het compressorhuis<br />
om er bij te voegen met het enige doel zich te verzekeren <strong>van</strong> de hechting <strong>van</strong> de begrenzer<br />
op het huis. De hechtingsschroefhoofden dienen voorzien te zijn <strong>van</strong> gaatjes om een loding<br />
toe te laten. De begrenzer moet samengesteld zijn uit één enkel materiaal en mag niet<br />
doorboord zijn, tenzij voor de hechting en de loding, die moet uitgevoerd worden tussen de<br />
hechtingsschroeven, tussen de begrenzer en het huis (zie tekening 254.4.). Bij een motor met<br />
twee compressors in parallel, is iedere compressor beperkt tot een maximum ingangsdiameter<br />
<strong>van</strong> 32 mm en 38 mm als uitgang.<br />
3.8 Interieur:<br />
De bekleding die zich bevindt onder het dashboard en niet integraal deel <strong>van</strong> uitmaakt, mag<br />
verwijderd worden. Het is toegelaten het deel <strong>van</strong> de middenconsole weg te nemen, dat niet<br />
de verwarming en instrumenten bevat volgens tekening 255.7.<br />
Het dashboard mag geen scherpe uitsteeksels hebben. De zetel moet geheel gesitueerd zijn<br />
aan de ene of de andere zijde <strong>van</strong> het verticaal plan <strong>van</strong> de as <strong>van</strong> de wagen. De tussenschotten,<br />
die het motorcompartiment en de koffer scheiden, moeten hun originele plaats behouden<br />
evenals de vorm en in origineel of sterker materiaal zijn. Het plaatsen <strong>van</strong> elementen tegen<br />
of doorheen één <strong>van</strong> deze tussenschotten is toegelaten voor zover ze de leefruimte niet meer<br />
dan 20 cm indringen (loodrecht gemeten op het tussenschot <strong>van</strong>af de bovenkant. Deze<br />
mogelijkheden zijn niet <strong>van</strong> toepassing op de motorblok, de olietank, de cilinderkop of de krukas.<br />
Anderzijds is het toegelaten de hoogte <strong>van</strong> de vloer te wijzigen voor de opbouw <strong>van</strong> een<br />
vierwielaandrijving volgens tekening 3.2.2.
B.O.R.A.<br />
3.9 Brandstof-, olie- en koelvloeistoftanks:<br />
Dienen <strong>van</strong> de leefruimte gescheiden te worden door schotten die beletten dat hogervermelde<br />
vloeistoffen in de leefruimte geraken door een lek. Dit geldt eveneens voor wat betreft de<br />
brandstoftank ten opzichte <strong>van</strong> de motor en de uitlaatsystemen. In geen enkel geval mag de<br />
vuldop <strong>van</strong> de benzinetank uit het koetswerk uitsteken. Hij moet waterdicht zijn. Het stockeren<br />
<strong>van</strong> brandstof aan boord <strong>van</strong> het voertuig bij een temperatuur <strong>van</strong> meer dan 10° Celsius boven<br />
de omgevingstemperatuur is verboden.<br />
3.10 Ophanging:<br />
Wagens moeten uitgerust zijn met een ophanging.<br />
De werkwijze en het concept <strong>van</strong> het ophangingsysteem zijn vrij.<br />
De wijzigingen <strong>van</strong> het onderstel en het koetswerk voor het aanpassen <strong>van</strong> de verankeringspunten<br />
en spilpunten zijn beperkt tot het geven <strong>van</strong> het nodige spel aan de ophangingarmen,<br />
aandrijfassen, alsook wiel en band.<br />
Met de uitzondering <strong>van</strong> de onderstellen die de voor en achter kant met elkaar verbinden, is<br />
het vooronderstel vrij voor wat betreft het materiaal en de vorm, in acht genomen dat:<br />
- het omwisselbaar is met het originele stuk en dat het originele aantal verankeringspunten<br />
ongewijzigd blijft.<br />
- het demonteerbaar is (niet gelast).<br />
Het is toegelaten de hechtingspunten te verplaatsen, indien deze in de nieuwe tunnel gesitueerd<br />
blijven.<br />
Het verend gedeelte mag niet enkel bestaan uit bouten die geplaatst zijn doorheen flexibele<br />
naafbussen of montages, maar mag ook <strong>van</strong> een beweeglijk type zijn.<br />
De beweging <strong>van</strong> de wielen moet een beweging <strong>van</strong> de ophanging geven die groter is dan<br />
de flexibiliteit <strong>van</strong> de hechtingen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> actieve ophanging is verboden.<br />
Gechromeerde ophangingarmen in staal zijn verboden.<br />
Alle ophangingarmen moeten gemaakt worden <strong>van</strong> homogene metalen materialen.<br />
Hydrapneumatische ophangingsystemen zijn toegelaten, op voorwaarde dat zij geen actieve<br />
controle hebben.
B.O.R.A.<br />
3.11 Overbrenging:<br />
Is vrij, maar “traction control” is verboden. Het omvormen naar vier wiel aandrijving is toegelaten.<br />
Slipdifferentiëlen met beperkt slipvermogen moeten mechanisch zijn.<br />
"Mechanisch beperkt slipvermogen differentieel" betekent elk systeem dat puur mechanisch<br />
werkt, dus zonder de hulp <strong>van</strong> enig hydraulisch of elektrisch systeem. Een visco-koppeling wordt<br />
niet beschouwd als een mechanisch systeem.<br />
Ingeval <strong>van</strong> een vierwiel aangedreven wagen, is het toegelaten een hydraulisch of viscokoppeling<br />
bij te voegen aan het centraal differentieel voor het beperken <strong>van</strong> het slippen, maar<br />
dit systeem mag niet regelbaar zijn tijdens het rijden <strong>van</strong> de wagen.<br />
3.12 Koelradiator:<br />
De plaats is vrij op voorwaarde dat het niet in de leefruimte wordt geplaatst. De lucht in en<br />
uitvoer <strong>van</strong> de radiator langs het koetswerk mag maximum dezelfde oppervlakte hebben als<br />
de radiator.<br />
De luchttoevoer mag door de leefruimte gaan.<br />
De vloer mag niet gewijzigd worden voor de doorgang <strong>van</strong> luchtleidingen.<br />
3.13 De remmen:<br />
Vrij, doch moet bestaan uit een dubbel circuit dat door dezelfde pedaal bediend wordt en als<br />
volgt gedefinieerd is: de actie <strong>van</strong> de pedaal moet normalerwijze gebeuren op alle wielen.<br />
In geval <strong>van</strong> een lek in om het even welk punt <strong>van</strong> de kanalisatie of om het even welk gebrek<br />
in de removerbrenging, moet de actie <strong>van</strong> de pedaal op minstens twee wielen werken.<br />
Anti-blokkering rem systemen zijn niet toegelaten.<br />
De remschijven moeten gemaakt zijn <strong>van</strong> ijzerhoudend materiaal.<br />
Een handrem is verplicht; hij moet efficiënt zijn en tegelijkertijd de twee voorwielen of de twee<br />
achterwielen controleren.<br />
Vloeistof tanks zijn verboden in de cockpit.<br />
Een efficiënte handrem is verplicht; hij moet simultaan werken op twee wielen <strong>van</strong> dezelfde<br />
as.<br />
3.14 Mechanische elementen:<br />
Geen enkel mechanisch element zal ten aanzien <strong>van</strong> het originele koetswerk <strong>van</strong> de wagen<br />
mogen uitsteken, behalve aan de binnenzijde <strong>van</strong> de spatborden.<br />
3.15 Stuurhuis:<br />
Het besturingssysteem en de plaatsing er<strong>van</strong> zijn vrij maar enkel een directe mechanische<br />
verbinding tussen het stuur en de besturingswielen is toegelaten. De stuurkolom moet<br />
vastgemaakt zijn met een intrekbaar dispositief in geval <strong>van</strong> schok, afkomstig <strong>van</strong> een seriewagen.<br />
Vier wiel besturing is verboden.<br />
3.16 Soorten versnellingsbak:<br />
De semi-automatische of automatische elektronisch gecontroleerde, pneumatische of hydraulische<br />
versnellingsbakken, zijn verboden. Sperdifferentieel met elektronische, pneumatische of<br />
hydraulische controle, die door de piloot tijdens het rijden kunnen geregeld worden, zijn verboden.<br />
3.17 Magnesiumbladen:<br />
Het gebruik <strong>van</strong> magnesiumbladen <strong>van</strong> meer dan 3 mm dikte is verboden.<br />
3.18 Telemetrie:<br />
Het gebruik <strong>van</strong> telemetrie is verboden.
TECHNISCH REGLEMENT – DIVISIE 1A<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1: ALGEMEEN<br />
1.1. Definities<br />
Toerismewagens gehomologeerd in Groep A met voorwielaandrijving en atmosferisch<br />
aangedreven motor, conform aan Bijlage "J" Groep A (Artikels 251 tot 255). De wijzigingen<br />
opgesomd in Art. 2 en 3 <strong>van</strong> Bijlage J, Art. 279 zijn toegestaan. De voertuigen moeten gesloten<br />
modellen zijn met vast dak en niet <strong>van</strong> het cabriolet-type.<br />
1.2. Geluid - Uitlaat:<br />
Een limiet <strong>van</strong> 95 dB/A is opgelegd aan alle wagens. Het geluid zal gemeten worden<br />
overeenkomstig de FIA geluidsmeting procedure, door gebruik <strong>van</strong> een sonometer, geregeld<br />
op "A" en "SLOW", geplaatst in een hoek <strong>van</strong> 45° tot en een afstand <strong>van</strong> 50 cm <strong>van</strong> de<br />
uitlaatpijp, terwijl de motor <strong>van</strong> de wagen op 4500 tpm draait.<br />
Een vloerkleed <strong>van</strong> minimum 1.50 x 1.50 m moet geplaatst worden over de rele<strong>van</strong>te plaats<br />
op de grond.<br />
Het uitlaatsysteem moet één of meerdere gehomologeerde katalysatoren bevatten, die op alle<br />
ogenblikken moeten functioneren en waar alle uitlaatgassen moeten doorgaan.<br />
De uitlaatpijp moet eindigen aan de achterzijde <strong>van</strong> de wagen.<br />
1.3 Brandstof - Samenstelling:<br />
De wagens mogen enkel loodvrije benzine gebruiken (maximum 0.013g/l) in overeenkomst<br />
met artikels 252.9.1 en 252.9.2.<br />
1.4 Banden en wielen:<br />
1.4.1 Volledige wielen<br />
De breedte <strong>van</strong> het wiel (flens + velg + opgeblazen band) moet altijd passen in een U-vormige<br />
mal waar<strong>van</strong> de uiteinden 250 mm zijn, de meting moet gebeuren op een onbeladen gedeelte<br />
<strong>van</strong> de band.<br />
De diameter <strong>van</strong> de velg is vrij maar mag niet meer zijn dan 18".<br />
ARTIKEL 2: TOEGESTANE WIJZIGINGEN EN VOORSCHRIFTEN<br />
De volgende voorschriften zijn <strong>van</strong> toepassing op alle wagens en worden bijgevoegd bij de<br />
voorschriften <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.1 Achterlichten:<br />
Elke wagen zal uitgerust zijn met twee rode achterlichten <strong>van</strong> het type “mistlamp” (minimum<br />
verlichte oppervlakte <strong>van</strong> elk licht: 60 cm2; gloeilampen <strong>van</strong> minimum 15 watt elk) die samen<br />
met of ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de originele stoplichten werken. Ze moeten geplaatst zijn tussen<br />
1.50 m en 1.00 m boven de grond en <strong>van</strong> achter zichtbaar zijn. Ze moeten symmetrisch geplaatst<br />
zijn ten opzichte <strong>van</strong> de lengteassen <strong>van</strong> de wagen en in een dwars vlak.<br />
Achterlichten uitgerust met LED zijn toegelaten.
B.O.R.A.<br />
2.2 Trekhaak:<br />
Moet bevestigd zijn aan de voorkant en aan de achterkant.<br />
Deze haken moeten niet uitsteken onder de omtrek <strong>van</strong> het koetswerk <strong>van</strong> boven gezien.<br />
Ze zouden moeten geschilderd zijn in fel geel, rood of oranje en zo vastgemaakt zijn dat ze<br />
gemakkelijk worden gevonden door de hulpdiensten in geval <strong>van</strong> dringendheid.<br />
2.3 Zetels, hechtingen en steunen:<br />
Alle zetels <strong>van</strong> inzittenden moeten ofwel origineel zijn, ofwel veranderd door enkel bijvoegingen<br />
<strong>van</strong> accessores <strong>van</strong> een geregistreerde merknaam, of gehomologeerd door de EU, de FMVSS<br />
of de FIA (8855/1999 standaarden), en niet veranderd. In al deze gevallen moet er een<br />
hoofdsteun aanwezig zijn.<br />
De passagierszetels en de hoedenplank moeten verwijderd worden.<br />
Indien de originele zetelhechtingen of steunen veranderd worden, moeten de nieuwe stukken<br />
ofwel goedgekeurd worden voor dit gebruik door de fabrikant ofwel in overeenstemming zijn<br />
met de volgende specificaties (zie tekening 253-52):<br />
1. Steunen moeten vastgemaakt zijn aan het koetswerk met tenminste 4 bevestigpunten per zetel<br />
met bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en onderplaten, overeenkomstig de tekening.<br />
De minimum contactoppervlakte tussen steun, koetswerk en onderplaten is 40 cm2 voor elk<br />
bevestigingspunt.<br />
Indien snelbevestigingssystemen worden gebruikt, moeten deze in staat zijn om verticale en<br />
horizontale krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, niet tezamen toegepast.<br />
Indien rails worden gebruikt voor het verstellen <strong>van</strong> de zetel, moeten het deze zijn die origineel<br />
werden geleverd bij de gehomologeerde wagen of met de zetel.<br />
2. De zetel moet vastgemaakt worden aan de steunen met 4 hechtingspunten, 2 voor en 2 achter<br />
de zetel, door gebruik te maken <strong>van</strong> bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en in de<br />
zetel geïntegreerde versterkingen.<br />
Elk bevestigpunt moet in staat zijn om krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, toegepast in gelijk<br />
welke richting.<br />
3. De minimum dikte <strong>van</strong> de steunen en onderplaten is 3 mm voor staal end 5 mm voor lichte<br />
legering materialen.<br />
De minimum lengtemaat <strong>van</strong> elke steun is 6 cm.<br />
2.4 Voorruit en vensters:<br />
De voorruit moet in laminaat glas of <strong>van</strong> policarbonaat zijn, en de vensters moeten <strong>van</strong> veilig<br />
glas of plastiek zijn.<br />
Indien ze <strong>van</strong> plastiek zijn, mag de dikte niet minder dan 5 mm zijn.<br />
Wagens met laminaat voorruiten die zodanig beschadigd zijn dat de zichtbaarheid serieus wordt<br />
belemmerd of indien er een mogelijkheid bestaat op verder breken tijdens de race, zullen<br />
uitgesloten worden.<br />
Films, stickers en bespuitingen zijn niet toegelaten, tenzij toegelaten door de “Sporting code”<br />
Hoofdstuk 17, Artikel 211.<br />
Synthetische voorruiten moegen niet getint zijn.<br />
Getinte voorruiten, v.b. zonnepanelen voorruiten, zijn enkel toegelaten indien zij origineel zijn<br />
voor deze wagen.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> een bijkomende voorruitwatertank of <strong>van</strong> een met een grotere capaciteit<br />
is toegelaten. Deze tank moet strikt gereserveerd zijn voor het schoonmaken <strong>van</strong> de voorruit.
B.O.R.A.<br />
2.5 Reserve wielen:<br />
Verboden.<br />
2.6 Benzine tank:<br />
Indien geen originele benzinetank is ingebouwd, moet het een veilige tank zijn die gehomologeerd<br />
is door de FIA (minimum FT3 of FT3 1999 specificatie) overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong><br />
artikel 253.14.<br />
De tank, de op<strong>van</strong>g tank (buffer doos), de pompen en alle componenten <strong>van</strong> het benzine toevoer<br />
systeem moeten op minstens 30 cm <strong>van</strong> het koetswerk in zowel laterale als transversale richtingen<br />
verwijderd zijn, buiten het rijders compartiment.<br />
In alle gevallen, moet de tank, met inbegrip <strong>van</strong> de vulpijp, geïsoleerd zijn door een anti vuurwand<br />
of door een container, die beiden vuurbestendig en vuurvast zullen zijn, gelijk welke infiltratie<br />
<strong>van</strong> benzine in de cockpit voorkomend of enig contact met de uitlaatpijpen verhinderend.<br />
Indien de benzine tank geïnstalleerd is in de kofferruimte en de achterzetels werden verwijderd,<br />
moet een vuur- en vloeistofbestendig schot de cockpit scheiden <strong>van</strong> de benzine tank.<br />
Bij bi-volume wagens, zal het mogelijk zijn een niet-gestructureerde scheidingswand te<br />
gebruiken in transparant onontvlambare plastiek tussen de cockpit en de tank plaatsing.<br />
De tanks moeten daadwerkelijk beschermd zijn en veilig vastgemaakt aan het geraamte of het<br />
koetswerk <strong>van</strong> de wagen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> veiligheidsschuim in de tanks is aanbevolen.<br />
Alle benzine pompen moeten alleen werken als de motor loopt of tijdens de startprocedure.<br />
2.7 Stuurkolom:<br />
Anti-diefstal uitrustingen moeten verwijderd worden.<br />
2.8 Veiligheidsriemen:<br />
Verplicht, met tenminste zes punten overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong> Artikel 253.6 <strong>van</strong><br />
Appendix J.<br />
Alle schouderbanden zullen verschillende hechtingspunten hebben.<br />
2.9 Water radiator:<br />
De water radiator en zijn capaciteit zijn vrij, de plaatsing mag niet gewijzigd worden.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> extra koelventilatoren is toegestaan.<br />
Een radiator scherm mag ingebouwd worden, op voorwaarde dat er geen versterking <strong>van</strong> het<br />
koetswerk uit voortkomt.<br />
2.10 Buitenlichten:<br />
Mogen verwijderd worden op voorwaarde dat de daardoor gemaakte openingen <strong>van</strong> het<br />
koetswerk worden dichtgemaakt en dat de voorschriften <strong>van</strong> Artikel 2.1 worden nageleefd.<br />
Bedekkingen moeten overeenkomen met het originele silhouet.<br />
2.11 Veiligheidsrolkooi:<br />
Moet ingebouwd worden zoals gedefinieerd in Appendix J artikel 253.8.<br />
2.12 Tapijten:<br />
Tapijten mogen verwijderd worden.<br />
2.13 Brandblussysteem:<br />
Geïnstalleerde automatische systemen zijn verplicht.<br />
Zij moeten gemaakt zijn overeenkomstig artikel 253.7 <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.14 Spatlappen:<br />
Het aanbrengen <strong>van</strong> spatlappen is toegestaan indien Artikel 252.7.7. wordt gerespecteerd.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 4: VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP EN WIJZIGINGEN TOEGELATEN VOOR<br />
WAGENS VAN DIVISIE 1A, BIJKOMEND BIJ DE VOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 2 HIERBOVEN<br />
4.1 Minimum gewicht:<br />
De wagens zullen tenminste de volgende gewichten hebben volgens de cilindercapaciteit:<br />
tot 1000 cm 3 : 670 kg<br />
<strong>van</strong>af 1000 cm 3 en tot 1400 cm 3 : 760 kg<br />
<strong>van</strong>af 1400 cm 3 en tot 1600 cm 3 : 850 kg<br />
Het gewicht <strong>van</strong> de wagen zal gecontroleerd worden in raceconditie, zonder de piloot en/of<br />
zijn uitrusting.<br />
4.2 Koetswerk - Onderstel:<br />
4.2.1 Koetswerk<br />
Het originele koetswerk moet behouden blijven, behalve voor de vleugels en de toegelaten<br />
aërodynamische dispositieven.<br />
Sierstrips, sierlijsten, enz. mogen verwijderd worden.<br />
Ruitenwissers zijn vrij, maar minstens één moet behoorlijk werken.<br />
4.2.2 Koetswerk - Onderstel<br />
Het serieproductie koetswerk moet behouden blijven maar de originele basisstructuur mag<br />
versterkt worden overeenkomstig artikel 255.5.7.1.<br />
4.2.3 Deuren, motorkap en kofferdeksel<br />
Behalve voor de rijdersdeur, is het materiaal vrij, op voorwaarde dat de originele vorm wordt<br />
behouden.<br />
Deur hengels en buitendeurhandvatten zijn vrij. De originele sloten mogen ver<strong>van</strong>gen worden<br />
maar de nieuwe moeten efficiënt zijn.<br />
De originele rijdersdeur moet behouden blijven, sierlijsten mogen verwijderd worden.<br />
De achterdeuren mogen dichtgelast worden.<br />
De sluitingen <strong>van</strong> de motorkap en de koffer, zowel als de hengsels, zijn vrij, maar elk deksel<br />
moet vastgehecht zijn met vier punten en het openen <strong>van</strong> buiten moet mogelijk zijn.<br />
Het originele sluitingssysteem moet verwijderd worden.<br />
In de motorkap mogen openingen gemaakt worden voor ventilatie, op voorwaarde dat zij niet<br />
de mechanische componenten laten zien.<br />
In alle omstandigheden moeten de motorkappen en koffers ver<strong>van</strong>gen kunnen worden door<br />
de originele gehomologeerde.<br />
Het is toegestaan de mechanismen voor het openen <strong>van</strong> de ramen <strong>van</strong> alle vier de deuren<br />
weg te halen of elektrische hendels te ver<strong>van</strong>gen door manuele.<br />
4.2.4 Cockpit ventilatie openingen<br />
Het is toegelaten een of twee ventilatieflappen in te bouwen in het dak <strong>van</strong> de wagen, op de<br />
volgende voorwaarden:<br />
- maximum hoogte 10 cm<br />
- plaatsing ingebouwd in het voorste derde deel <strong>van</strong> het dak<br />
- scharnieren aan de achterkant<br />
- totale maximum breedte <strong>van</strong> de openingen: 500 mm.<br />
Het verwarmingssysteem mag verwijderd worden.
B.O.R.A.<br />
4.2.5 Bodembeschermplaat<br />
Het gebruik <strong>van</strong> een bodembeschermplaat is toegelaten in overeenstemming met artikel<br />
255.5.7.2.10, maar elke uitbreiding <strong>van</strong> deze bescherming voor de voorwielen is verboden, tenzij<br />
het strikt geplaatst is onder een <strong>van</strong> de delen, beschreven in artikel 255.5.7.2.10.<br />
4.3 Aërodynamische dispositieven:<br />
4.3.1 Voor aërodynamisch dispositief<br />
De materialen en vorm zijn vrij <strong>van</strong> tekening, gelimiteerd door:<br />
- het verticale plan gaand over de assen <strong>van</strong> de voorwielen en het horizontale plan gaand door<br />
het laagste punt <strong>van</strong> de deuropening. (tekening 279-3).<br />
- de totale lengte <strong>van</strong> de gehomologeerde wagen.<br />
- naar voor, door de verticale projectie <strong>van</strong> de bumper <strong>van</strong> de gehomologeerde wagen.<br />
Het materiaal <strong>van</strong> de bumper moet onveranderd blijven (plastiek blijft plastiek, met inbegrip<br />
<strong>van</strong> de samengestelde materialen).<br />
De veiligheidselementen die de impact absorptie toestaan tussen de bumper and het koetswerk<br />
moeten behouden blijven.<br />
- Wijzigingen <strong>van</strong> het laterale gedeelte <strong>van</strong> de voorbumper: overeenkomstig de definitie<br />
gegeven door appendix 1 <strong>van</strong> de "Homologatie Regels voor Groep A wagens".<br />
Een of meer openingen mogen gemaakt worden in de bumper (het deel gesitueerd boven de<br />
plaats waar het plan gaat doorheen het laagste punt <strong>van</strong> de deuropening), maar de totale<br />
oppervlakte <strong>van</strong> de openingen in de voorkant mag niet meer dan 2500 cm2 zijn. Deze<br />
openingen mogen de structurele integriteit <strong>van</strong> de bumper niet beïnvloeden. De dikte <strong>van</strong> de<br />
voor aërodynamisch dispositieven moeten 2mm minimum en 5mm maximum zijn.<br />
4.3.2 Achter aërodynamische dispositieven<br />
Deze moeten de maximum afmetingen hebben, bepaald in tekening 279-4.<br />
Zelfs indien het voertuig origineel grotere afmetingen heeft dan deze maximale afmetingen,<br />
moeten ze overeenkomen met deze tekening.<br />
Aan de uiteinden mag dit dispositief het koetswerk vervoegen en het moet volledig passen<br />
binnen de frontale projectie <strong>van</strong> de wagen zonder de achteruitkijkspiegels.<br />
De basis <strong>van</strong> de doos met inbegrip <strong>van</strong> de tekening moet deze zijn met de grootste afmetingen.<br />
Ze moet horizontaal geplaatst worden.<br />
Verder, mag deze volume sectie per sectie uitgebreid worden, hetgeen wil zeggen dat op elk<br />
punt <strong>van</strong> het achter aërodynamisch dispositief, elke sectie niet de sectie 450 x 290 x 190 mag<br />
overschrijden, steunen inbegrepen.<br />
Dit aërodynamisch dispositief moet inbegrepen zijn binnen de frontale projectie <strong>van</strong> de wagen<br />
en binnen de projectie <strong>van</strong> de wagen <strong>van</strong> boven gezien.<br />
De dikte <strong>van</strong> het achter aërodynamisch dispositief moet 2mm minimum en 5mm maximum<br />
zijn.
B.O.R.A.<br />
4.4 Spatborden:<br />
De definitie <strong>van</strong> "spatbord" is deze gegeven in Artikel 251.2.5.7. <strong>van</strong> Appendix J.<br />
Het materiaal en de vorm zijn vrij, maar de vorm <strong>van</strong> de wielbogen moet behouden blijven.<br />
Dit houdt niet in dat de originele afmetingen dienen behouden te worden.<br />
Enige bijkomende spatlappen moeten een minimum dikte hebben <strong>van</strong> 0.5 mm en een<br />
maximum dikte <strong>van</strong> 2 mm.<br />
In alle gevallen, is de maximum toegelaten uitbreiding op het niveau <strong>van</strong> de voor en achterwiel<br />
assen 140 mm en relatief tot de afmetingen opgegeven in de homologatie formulieren <strong>van</strong><br />
de gehomologeerde wagen.<br />
De spatborden dienen de wielen een efficiënte bescherming te geven over tenminste een derde<br />
<strong>van</strong> hun omtrek en tenminste de volledige breedte <strong>van</strong> de band.<br />
Openingen voor afkoeling mogen gemaakt worden in de spatborden.<br />
Maar, indien ze gemaakt worden achter de achterwielen, moeten ventilatie-openingen het<br />
onmogelijk maken de band te zien in een horizontale richting.<br />
Het is toegelaten mechanische componenten te gebruiken in de spatborden, maar de installatie<br />
mag onder geen enkel beding gebruikt worden als versteviging <strong>van</strong> de spatborden.<br />
4.5 Lichten:<br />
Overeenkomstig Artikel 2.10, mag in iedere opening een ruimte <strong>van</strong> 30 cm2 vrij blijven voor<br />
afkoelingsdoeleinden.<br />
4.6 Motor:<br />
De motor is vrij maar met een maximum capaciteit <strong>van</strong> 1600 cc en de motorblok moet komen<br />
<strong>van</strong> een gehomologeerde motor <strong>van</strong> hetzelfde merk als het origineel gehomologeerde<br />
koetswerk en moet hetzelfde aantal cilinders hebben als de origineel gehomologeerde<br />
motorblok <strong>van</strong> deze wagen. De motor moet in het originele motorcompartiment geplaatst zijn.<br />
Bi-motor configuraties zijn niet toegelaten tenzij op deze manier gehomologeerd.<br />
Variabele timing <strong>van</strong> de ventielen is niet toegelaten. Inlaatpijpen met variabele lengten zijn<br />
verboden.<br />
Titanium is niet toegelaten, behalve voor de zuigstangen, de ventielen, de ventielhouders en<br />
de warmteschilden.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> magnesium is niet toegelaten in beweegbare delen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> enig ceramisch component is verboden.<br />
Inwendig en/of uitwendig sproeien <strong>van</strong> water of enige andere substantie welke dan ook is<br />
verboden (andere dan brandstof voor de normale verbrandingsdoeleinden in de motor).<br />
Het gebruik <strong>van</strong> koolstof of samengestelde materialen is beperkt tot de koppeling en de niet<br />
onder spanning staande beschermingen of leidingen.<br />
Enkel een directe mechanische verbinding tussen het gaspedaal en het dispositief <strong>van</strong> het opladen<br />
<strong>van</strong> de motor is toegelaten.<br />
De tunnels gebruikt voor de doorgang <strong>van</strong> de uitlaat moeten open blijven naar buiten over<br />
minstens twee derden <strong>van</strong> hun totale lengte.
B.O.R.A.<br />
4.7 Binnenwerk:<br />
De sierlijsten, die gesitueerd zijn onder het instrumentenbord en er geen deel <strong>van</strong> uitmaken,<br />
mogen verwijderd worden.<br />
Het is toegelaten het stuk <strong>van</strong> de middenconsole dat noch de verwarming, noch de instrumenten<br />
bevat, weg te halen. (overeenkomstig tekening 255-7).<br />
Het instrumentenbord mag geen uitstekende hoeken hebben.<br />
De volledige zetel moet in zijn geheel gesitueerd zijn aan de ene of andere zijde op verticaal<br />
vlak gezien <strong>van</strong>af de lengtemiddellijn <strong>van</strong> de wagen.<br />
De schotten die de cockpit <strong>van</strong> het motorcompartiment en <strong>van</strong> de laadruimte scheiden moeten<br />
op de originele plaats blijven in hun originele vorm.<br />
Hun materiaal moet hetzelfde zijn of sterker dan het oorspronkelijke materiaal.<br />
Geïnstalleerde bestanddelen tegen of doorheen een <strong>van</strong> deze schotten komend, is nochtans<br />
toegelaten, op voorwaarde dat zij niet uitsteken in de cockpit met meer dan 20 cm (horizontaal<br />
gemeten <strong>van</strong> het originele schot). Deze mogelijkheid is niet <strong>van</strong> toepassing op de motorblok,<br />
het oliereservoir, de krukas of de cilinder kop.<br />
4.8 Benzine, olie en koel water tanks:<br />
Zullen geïsoleerd zijn <strong>van</strong> het rijders compartiment door middel <strong>van</strong> schotten zodat ingeval<br />
<strong>van</strong> morsen of een lek aan een tank, geen vloeistof naar het rijderscompartiment kan vloeien.<br />
Hetzelfde is <strong>van</strong> toepassing op de brandstof tanks ten opzichte <strong>van</strong> het motorcompartiment<br />
en het uitlaatsysteem.<br />
De brandstof tank vuldop zal niet uitsteken uit het koetswerk en zal lekbestendig zijn.<br />
Het opslaan <strong>van</strong> brandstof aan boord <strong>van</strong> de wagen bij een temperatuur <strong>van</strong> meer dan 10<br />
graden Celsius onder de omgevingstemperatuur is verboden.
B.O.R.A.<br />
4.9 Ophanging:<br />
Wagens moeten uitgerust zijn met een veerophanging.<br />
De werkwijze en het concept <strong>van</strong> het ophangingsysteem zijn vrij.<br />
Wijzigingen aan het onderstel (of chassis) zijn beperkt tot:<br />
- de versteviging <strong>van</strong> de bestaande verankeringspunten,<br />
- het bijvoegen <strong>van</strong> materialen voor het bijmaken <strong>van</strong> nieuwe verankeringspunten,<br />
- de wijzigingen nodig om te zorgen voor vrije ruimte voor ophangingarmen, aandrijfassen,<br />
wielen en banden.<br />
De verstevigingen en bijvoegingen <strong>van</strong> materialen mogen niet meer dan 100 mm verder<br />
komen dan het verankeringspunt.<br />
Met de uitzondering <strong>van</strong> de onderstellen die de voor en achter kant met elkaar verbinden, is<br />
het vooronderstel vrij voor wat betreft het materiaal en de vorm, in acht genomen dat:<br />
- het omwisselbaar is met het originele stuk en dat het originele aantal verankeringspunten<br />
ongewijzigd blijft.<br />
- het demonteerbaar is (niet gelast).<br />
Het verend gedeelte mag niet enkel bestaan uit bouten die geplaatst zijn doorheen flexibele<br />
naafbussen of montages, maar mag ook <strong>van</strong> een beweeglijk type zijn.<br />
De beweging <strong>van</strong> de wielen moet een beweging <strong>van</strong> de ophanging geven die groter is dan<br />
de flexibiliteit <strong>van</strong> de hechtingen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> actieve ophanging is verboden.<br />
Gechromeerde ophangingarmen in staal zijn verboden.<br />
Alle ophangingarmen moeten gemaakt worden <strong>van</strong> homogene metalen materialen.<br />
Hydrapneumatische ophangingsystemen zijn toegelaten, op voorwaarde dat zij geen actieve<br />
controle hebben.<br />
4.10.aOverbrenging:<br />
Vrij, maar tractie controle is verboden.<br />
Slipdifferentiëlen met beperkt slipvermogen moeten mechanisch zijn.<br />
"Mechanisch beperkt slipvermogen differentieel" betekent elk systeem dat puur mechanisch<br />
werkt, dus zonder de hulp <strong>van</strong> enig hydraulisch of elektrisch systeem. Een visco-koppeling wordt<br />
niet beschouwd als een mechanisch systeem.<br />
Een visco koppeling is toegestaan indien dit gehomologeerd is op de wagen.<br />
4.10.bType versnellingbak:<br />
De bediening <strong>van</strong> de versnellingsbak moet in H vorm gebeuren.<br />
Sequentiële, semi-automatische of automatische versnellingsbakken met elektronische,<br />
pneumatische of hydraulische controle zijn verboden.<br />
Differentiëlen met elektronische, pneumatische of hydraulische slip controle die door de rijder<br />
kunnen bijgesteld worden terwijl de wagen in beweging is, zijn verboden.
B.O.R.A.<br />
4.11 Remmen:<br />
Vrij, maar er dient een dubbel circuit bediend te worden door dezelfde pedaal en in<br />
overeenstemming met het volgende: het pedaal zal normaal alle wielen controleren.<br />
Ingeval <strong>van</strong> lek op gelijk welk punt in de kanalen <strong>van</strong> het remsysteem of gelijk welk probleem<br />
in het rem overbrengsysteem, zal het pedaal steeds nog minstens twee wielen controleren.<br />
Anti-blokkering rem systemen zijn niet toegelaten.<br />
De remschijven moeten gemaakt zijn <strong>van</strong> ijzerhoudend materiaal.<br />
Een handrem is verplicht; hij moet efficiënt zijn en tegelijkertijd de twee voorwielen of de twee<br />
achterwielen controleren.<br />
Vloeistof tanks zijn verboden in de cockpit.<br />
4.12 Mechanische componenten:<br />
Geen enkel mechanisch component mag uitsteken uit het originele koetswerk <strong>van</strong> de wagen,<br />
behalve binnen de vleugels.<br />
4.13 Stuurhuis:<br />
Het besturingssysteem en de plaatsing er<strong>van</strong> zijn vrij maar enkel een directe mechanische<br />
verbinding tussen het stuur en de bestuurde wielen is toegelaten. De stuurkolom moet<br />
vastgemaakt zijn met een intrekbaar dispositief in geval <strong>van</strong> schok, afkomstig <strong>van</strong> een seriewagen.<br />
4.14 Magnesium blad:<br />
Het gebruik <strong>van</strong> magnesium bladen <strong>van</strong> minder dan 3 mm dikte is verboden.<br />
4.15 Telemetrie:<br />
Het gebruik <strong>van</strong> telemetrie is verboden.
TECHNISCH REGLEMENT – DIVISIE 2<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1: ALGEMEEN<br />
1.1. Definities<br />
Productiewagens gehomologeerd in Groep N en conform aan Bijlage J (Artikels 251 tot 254)<br />
met inbegrip <strong>van</strong> de rally voorschriften, maar met toegelaten wijzigingen opgesomd in Art. 2<br />
en 4 <strong>van</strong> Bijlage J, Art. 279. De voertuigen moeten gesloten modellen zijn met vast dak en niet<br />
<strong>van</strong> het cabriolet-type De maximum toegelaten cilinderinhoud is 2000 cm3, 2-wiel aangedreven.<br />
1.2. Geluid - Uitlaat:<br />
Een limiet <strong>van</strong> 95 dB/A is opgelegd aan alle wagens. Het geluid zal gemeten worden<br />
overeenkomstig de FIA geluidsmeting procedure, door gebruik <strong>van</strong> een sonometer, geregeld<br />
op "A" en "SLOW", geplaatst in een hoek <strong>van</strong> 45° tot en een afstand <strong>van</strong> 50 cm <strong>van</strong> de<br />
uitlaatpijp, terwijl de motor <strong>van</strong> de wagen op 4500 tpm draait.<br />
Een vloerkleed <strong>van</strong> minimum 1.50 x 1.50 m moet geplaatst worden over de rele<strong>van</strong>te plaats<br />
op de grond.<br />
Het uitlaatsysteem moet één of meerdere gehomologeerde katalysatoren bevatten, die op alle<br />
ogenblikken moeten functioneren en waar alle uitlaatgassen moeten doorgaan.<br />
De uitlaatpijp moet eindigen aan de achterzijde <strong>van</strong> de wagen.<br />
1.3 Brandstof - Samenstelling:<br />
De wagens mogen enkel loodvrije benzine gebruiken (maximum 0.013g/l) in overeenkomst<br />
met artikels 252.9.1 en 252.9.2.<br />
ARTIKEL 2: TOEGESTANE WIJZIGINGEN EN VOORSCHRIFTEN<br />
De volgende voorschriften zijn <strong>van</strong> toepassing op alle wagens en worden bijgevoegd bij de<br />
voorschriften <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.1 Achterlichten:<br />
Elke wagen zal uitgerust zijn met twee rode achterlichten <strong>van</strong> het type “mistlamp” (minimum<br />
verlichte oppervlakte <strong>van</strong> elk licht: 60 cm 2 ; gloeilampen <strong>van</strong> minimum 15 watt elk) die samen<br />
met of ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de originele stoplichten werken. Ze moeten geplaatst zijn tussen<br />
1.50 m en 1.00 m boven de grond en <strong>van</strong> achter zichtbaar zijn. Ze moeten symmetrisch geplaatst<br />
zijn ten opzichte <strong>van</strong> de lengteassen <strong>van</strong> de wagen en in een dwars vlak.<br />
Achterlichten uitgerust met LED zijn toegelaten.<br />
2.2 Trekhaak:<br />
Moet bevestigd zijn aan de voorkant en aan de achterkant.<br />
Deze haken moeten niet uitsteken onder de omtrek <strong>van</strong> het koetswerk <strong>van</strong> boven gezien.<br />
Ze zouden moeten geschilderd zijn in fel geel, rood of oranje en zo vastgemaakt zijn dat ze<br />
gemakkelijk worden gevonden door de hulpdiensten in geval <strong>van</strong> dringendheid.
B.O.R.A.<br />
2.3 Zetels, hechtingen en steunen:<br />
Alle zetels <strong>van</strong> inzittenden moeten ofwel origineel zijn, ofwel veranderd door enkel bijvoegingen<br />
<strong>van</strong> accessores <strong>van</strong> een geregistreerde merknaam, of gehomologeerd door de EU, de FMVSS<br />
of de FIA (8855/1999 standaarden), en niet veranderd. In al deze gevallen moet er een<br />
hoofdsteun aanwezig zijn.<br />
De passagierszetels en de hoedenplank moeten verwijderd worden.<br />
Indien de originele zetelhechtingen of steunen veranderd worden, moeten de nieuwe stukken<br />
ofwel goedgekeurd worden voor dit gebruik door de fabrikant ofwel in overeenstemming zijn<br />
met de volgende specificaties (zie tekening 253-52):<br />
1. Steunen moeten vastgemaakt zijn aan het koetswerk met tenminste 4 bevestigpunten per zetel<br />
met bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en onderplaten, overeenkomstig de<br />
tekening.<br />
De minimum contactoppervlakte tussen steun, koetswerk en onderplaten is 40 cm2 voor elk<br />
bevestigingspunt.<br />
Indien snelbevestigingssystemen worden gebruikt, moeten deze in staat zijn om verticale en<br />
horizontale krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, niet tezamen toegepast.<br />
Indien rails worden gebruikt voor het verstellen <strong>van</strong> de zetel, moeten het deze zijn die origineel<br />
werden geleverd bij de gehomologeerde wagen of met de zetel.<br />
2. De zetel moet vastgemaakt worden aan de steunen met 4 hechtingspunten, 2 voor en 2 achter<br />
de zetel, door gebruik te maken <strong>van</strong> bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en in de<br />
zetel geïntegreerde versterkingen.<br />
Elk bevestigpunt moet in staat zijn om krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, toegepast in gelijk<br />
welke richting.<br />
3. De minimum dikte <strong>van</strong> de steunen en onderplaten is 3 mm voor staal end 5 mm voor lichte<br />
legering materialen.<br />
De minimum lengtemaat <strong>van</strong> elke steun is 6 cm.<br />
2.4 Voorruit en vensters:<br />
De voorruit moet in laminaat glas of <strong>van</strong> policarbonaat zijn, en de vensters moeten <strong>van</strong> veilig<br />
glas of plastiek zijn.<br />
Indien ze <strong>van</strong> plastiek zijn, mag de dikte niet minder dan 5 mm zijn.<br />
Wagens met laminaat voorruiten die zodanig beschadigd zijn dat de zichtbaarheid serieus wordt<br />
belemmerd of indien er een mogelijkheid bestaat op verder breken tijdens de race, zullen<br />
uitgesloten worden.<br />
Films, stickers en bespuitingen zijn niet toegelaten, tenzij toegelaten door de “Sporting code”<br />
Hoofdstuk 17, Artikel 211.<br />
Synthetische voorruiten moegen niet getint zijn.<br />
Getinte voorruiten, v.b. zonnepanelen voorruiten, zijn enkel toegelaten indien zij origineel zijn<br />
voor deze wagen.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> een bijkomende voorruitwatertank of <strong>van</strong> een met een grotere capaciteit<br />
is toegelaten. Deze tank moet strikt gereserveerd zijn voor het schoonmaken <strong>van</strong> de voorruit.<br />
2.5 Reserve wielen:<br />
Verboden.
B.O.R.A.<br />
2.6 Benzine tank:<br />
Indien geen originele benzinetank is ingebouwd, moet het een veilige tank zijn die gehomologeerd<br />
is door de FIA (minimum FT3 of FT3 1999 specificatie) overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong><br />
artikel 253.14.<br />
De tank, de op<strong>van</strong>g tank (buffer doos), de pompen en alle componenten <strong>van</strong> het benzine toevoer<br />
systeem moeten op minstens 30 cm <strong>van</strong> het koetswerk in zowel laterale als transversale richtingen<br />
verwijderd zijn, buiten het rijders compartiment.<br />
In alle gevallen, moet de tank, met inbegrip <strong>van</strong> de vulpijp, geïsoleerd zijn door een anti vuurwand<br />
of door een container, die beiden vuurbestendig en vuurvast zullen zijn, gelijk welke infiltratie<br />
<strong>van</strong> benzine in de cockpit voorkomend of enig contact met de uitlaatpijpen verhinderend.<br />
Indien de benzine tank geïnstalleerd is in de kofferruimte en de achterzetels werden verwijderd,<br />
moet een vuur- en vloeistofbestendig schot de cockpit scheiden <strong>van</strong> de benzine tank.<br />
Bij bi-volume wagens, zal het mogelijk zijn een niet-gestructureerde scheidingswand te<br />
gebruiken in transparant onontvlambare plastiek tussen de cockpit en de tank plaatsing.<br />
De tanks moeten daadwerkelijk beschermd zijn en veilig vastgemaakt aan het geraamte of het<br />
koetswerk <strong>van</strong> de wagen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> veiligheidsschuim in de tanks is aanbevolen.<br />
Alle benzine pompen moeten alleen werken als de motor loopt of tijdens de startprocedure.<br />
2.7 Stuurkolom:<br />
Anti-diefstal uitrustingen moeten verwijderd worden.<br />
2.8 Veiligheidsriemen:<br />
Verplicht, met tenminste zes punten overeenkomstig de specificaties <strong>van</strong> Artikel 253.6 <strong>van</strong><br />
Appendix J.<br />
Alle schouderbanden zullen verschillende hechtingspunten hebben.<br />
2.9 Water radiator:<br />
De water radiator en zijn capaciteit zijn vrij, de plaatsing mag niet gewijzigd worden.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> extra koelventilatoren is toegestaan.<br />
Een radiator scherm mag ingebouwd worden, op voorwaarde dat er geen versterking <strong>van</strong> het<br />
koetswerk uit voortkomt.<br />
2.10 Buitenlichten:<br />
Mogen verwijderd worden op voorwaarde dat de daardoor gemaakte openingen <strong>van</strong> het<br />
koetswerk worden dichtgemaakt en dat de voorschriften <strong>van</strong> Artikel 2.1 worden nageleefd.<br />
Bedekkingen moeten overeenkomen met het originele silhouet.<br />
2.11 Veiligheidsrolkooi:<br />
Moet ingebouwd worden zoals gedefinieerd in Appendix J artikel 253.8.<br />
2.12 Tapijten:<br />
Tapijten mogen verwijderd worden.<br />
2.13 Brandblussysteem:<br />
Geïnstalleerde automatische systemen zijn verplicht.<br />
Zij moeten gemaakt zijn overeenkomstig artikel 253.7 <strong>van</strong> Appendix J.<br />
2.14 Spatlappen:<br />
Het aanbrengen <strong>van</strong> spatlappen is toegestaan indien Artikel 252.7.7. wordt gerespecteerd.
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 5: VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP EN WIJZIGINGEN TOEGELATEN VOOR<br />
WAGENS VAN DIVISIE 2, BIJKOMEND BIJ DE VOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 2 HIERBOVEN<br />
5.1 Minimum gewicht:<br />
Cilinderinhoud Voorwiel aandrijving Achterwiel aandrijving<br />
Tot 1.000 cc 750 kg 800 kg<br />
Van 1.001 tot 1.400 cm 3 850 kg 900 kg<br />
Van 1.401 tot 1.600 cm 3 950 kg 1.000 kg<br />
Van 1.601 tot 2.000 cm 3 1.050 kg 1.100 kg<br />
Het gewicht <strong>van</strong> de wagen zal gecontroleerd worden in raceconditie, zonder de piloot en/of<br />
zijn uitrusting.<br />
5.2 Remmen:<br />
De remmen moeten conform zijn aan artikel 254.6.5 <strong>van</strong> bijlage J.<br />
5.3 Nokkenas<br />
De nokkenas is vrij maar de afmetingen A en B <strong>van</strong> artikel 325 <strong>van</strong> de homologatiefiche dienen<br />
behouden te worden.<br />
5.4 Overbrenging<br />
5.4.1 Koppeling<br />
Conform aan het reglement <strong>van</strong> groep N, artikel 254.<br />
5.4.2 Versnellingsbak<br />
Het origineel huis <strong>van</strong> de versnellingsbak dient behouden te blijven maar de overbrengingen<br />
zijn vrij. Het materiaal in de versnellingsbak is vrij. Het maximale aantal versnellingen moet<br />
behouden blijven. De overbrengingsgewrichten <strong>van</strong> de versnellingsbediening zijn vrij.<br />
5.4.3 Eindoverbrenging en differentieel<br />
Het gebruik <strong>van</strong> een gelimiteerd slipsperdifferentieel is toegelaten op voorwaarde dat het kan<br />
ingebouwd worden in het originele huis. Om de montage toe te laten mag het binnenste <strong>van</strong><br />
het originele huis gewijzigd worden.<br />
"Mechanisch beperkt slipvermogen differentieel" betekent elk systeem dat puur mechanisch<br />
werkt, dus zonder de hulp <strong>van</strong> enig hydraulisch of elektrisch systeem. Een visco-koppeling wordt<br />
niet beschouwd als een mechanisch systeem.<br />
Een visco koppeling is toegestaan indien dit gehomologeerd is op de wagen. Deze mag<br />
behouden blijven, maar het is niet mogelijk een ander differentieel toe te voegen.<br />
Het origineel differentieel mag ook geblokkeerd worden. De verhoudingen <strong>van</strong> het originele<br />
huis zijn vrij. De materialen <strong>van</strong> de overbrenging zijn vrij.<br />
5.4.4 Overbrengingsas<br />
Het type <strong>van</strong> de originele overbrengingsas dient behouden te blijven, maar het materiaal is<br />
vrij, met uitzondering <strong>van</strong> de samenstellingen die verboden zijn.
TECHNISCH REGLEMENT – THE CUP<br />
B.O.R.A.<br />
ARTIKEL 1: ALGEMEEN<br />
1.1. Definities<br />
Toerismewagens en GT-wagens, met uitzondering <strong>van</strong> 4-wiel aangedreven, maar conform aan<br />
de nationale reglementen.<br />
1.2. Geluid - Uitlaat:<br />
Een limiet <strong>van</strong> 95 dB/A is opgelegd aan alle wagens. Het geluid zal gemeten worden<br />
overeenkomstig de FIA geluidsmeting procedure, door gebruik <strong>van</strong> een sonometer, geregeld<br />
op "A" en "SLOW", geplaatst in een hoek <strong>van</strong> 45° tot en een afstand <strong>van</strong> 50 cm <strong>van</strong> de<br />
uitlaatpijp, terwijl de motor <strong>van</strong> de wagen op 4500 tpm draait.<br />
Een vloerkleed <strong>van</strong> minimum 1.50 x 1.50 m moet geplaatst worden over de rele<strong>van</strong>te plaats<br />
op de grond.<br />
Het uitlaatsysteem moet één of meerdere gehomologeerde katalysatoren bevatten, die op alle<br />
ogenblikken moeten functioneren en waar alle uitlaatgassen moeten doorgaan.<br />
De uitlaatpijp moet eindigen aan de achterzijde <strong>van</strong> de wagen.<br />
1.3 Brandstof - Samenstelling:<br />
De wagens mogen enkel loodvrije benzine gebruiken (maximum 0.013g/l) in overeenkomst<br />
met artikels 252.9.1 en 252.9.2.<br />
1.4 Banden en wielen:<br />
1.4.1 Volledige wielen<br />
De breedte <strong>van</strong> het wiel (flens + velg + opgeblazen band) moet altijd passen in een U-vormige<br />
mal waar<strong>van</strong> de uiteinden 250 mm zijn, de meting moet gebeuren op een onbeladen gedeelte<br />
<strong>van</strong> de band.<br />
De diameter <strong>van</strong> de velg is vrij maar mag niet meer zijn dan 18".<br />
ARTIKEL 6: VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP EN WIJZIGINGEN TOEGELATEN VOOR<br />
WAGENS VAN THE CUP<br />
6.1 Achterlichten:<br />
Elke wagen zal uitgerust zijn met twee rode achterlichten <strong>van</strong> het type “mistlamp” (minimum<br />
verlichte oppervlakte <strong>van</strong> elk licht: 60 cm 2 ; gloeilampen <strong>van</strong> minimum 15 watt elk) die samen<br />
met of ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de originele stoplichten werken. Ze moeten geplaatst zijn tussen<br />
1.50 m en 1.00 m boven de grond en <strong>van</strong> achter zichtbaar zijn. Ze moeten symmetrisch geplaatst<br />
zijn ten opzichte <strong>van</strong> de lengteassen <strong>van</strong> de wagen en in een dwars vlak.<br />
Achterlichten uitgerust met LED zijn toegelaten.<br />
6.2 Trekhaak:<br />
Moet bevestigd zijn aan de voorkant en aan de achterkant.<br />
Deze haken moeten niet uitsteken onder de omtrek <strong>van</strong> het koetswerk <strong>van</strong> boven gezien.<br />
Ze zouden moeten geschilderd zijn in fel geel, rood of oranje en zo vastgemaakt zijn dat ze<br />
gemakkelijk worden gevonden door de hulpdiensten in geval <strong>van</strong> dringendheid.
B.O.R.A.<br />
6.3 Zetels, hechtingen en steunen:<br />
Kuipzetels zijn verplicht met een hoofdsteun.<br />
De passagierszetels en de hoedenplank moeten verwijderd worden.<br />
Indien de originele zetelhechtingen of steunen veranderd worden, moeten de nieuwe stukken<br />
ofwel goedgekeurd worden voor dit gebruik door de fabrikant ofwel in overeenstemming zijn<br />
met de volgende specificaties (zie tekening 253-52):<br />
1. Steunen moeten vastgemaakt zijn aan het koetswerk met tenminste 4 bevestigpunten per zetel<br />
met bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en onderplaten, overeenkomstig de<br />
tekening.<br />
De minimum contactoppervlakte tussen steun, koetswerk en onderplaten is 40 cm 2 voor elk<br />
bevestigingspunt.<br />
2. De zetel moet vastgemaakt worden aan de steunen met 4 hechtingspunten, 2 voor en 2 achter<br />
de zetel, door gebruik te maken <strong>van</strong> bouten met een minimum diameter <strong>van</strong> 8 mm en in de<br />
zetel geïntegreerde versterkingen.<br />
Elk bevestigpunt moet in staat zijn om krachten <strong>van</strong> 18000 N op te <strong>van</strong>gen, toegepast in gelijk<br />
welke richting.<br />
3. De minimum dikte <strong>van</strong> de steunen en onderplaten is 3 mm voor staal end 5 mm voor lichte<br />
legering materialen.<br />
De minimum lengtemaat <strong>van</strong> elke steun is 6 cm.<br />
6.4 Voorruit en vensters:<br />
De voorruit moet in laminaat glas of <strong>van</strong> policarbonaat zijn, en de vensters moeten <strong>van</strong> veilig<br />
glas of plastiek zijn.<br />
Indien ze <strong>van</strong> plastiek zijn, mag de dikte niet minder dan 5 mm zijn.<br />
Wagens met laminaat voorruiten die zodanig beschadigd zijn dat de zichtbaarheid serieus wordt<br />
belemmerd of indien er een mogelijkheid bestaat op verder breken tijdens de race, zullen<br />
uitgesloten worden.<br />
Films, stickers en bespuitingen zijn niet toegelaten, tenzij toegelaten door de “Sporting code”<br />
Hoofdstuk 17, Artikel 211.<br />
Synthetische voorruiten moegen niet getint zijn.<br />
Getinte voorruiten, v.b. zonnepanelen voorruiten, zijn enkel toegelaten indien zij origineel zijn<br />
voor deze wagen.<br />
Het inbouwen <strong>van</strong> een bijkomende voorruitwatertank of <strong>van</strong> een met een grotere capaciteit<br />
is toegelaten. Deze tank moet strikt gereserveerd zijn voor het schoonmaken <strong>van</strong> de voorruit.<br />
6.5 Reserve wielen:<br />
Verboden.
B.O.R.A.<br />
6.6 Benzine tank:<br />
Indien geen originele benzinetank is ingebouwd, moet het een veilige tank zijn met een<br />
maximum inhoud <strong>van</strong> 20 liter.<br />
De tank, de op<strong>van</strong>g tank (buffer doos), de pompen en alle componenten <strong>van</strong> het benzine toevoer<br />
systeem moeten op minstens 30 cm <strong>van</strong> het koetswerk in zowel laterale als transversale richtingen<br />
verwijderd zijn, buiten het rijders compartiment.<br />
In alle gevallen, moet de tank, met inbegrip <strong>van</strong> de vulpijp, geïsoleerd zijn door een anti vuurwand<br />
of door een container, die beiden vuurbestendig en vuurvast zullen zijn, gelijk welke infiltratie<br />
<strong>van</strong> benzine in de cockpit voorkomend of enig contact met de uitlaatpijpen verhinderend.<br />
Indien de benzine tank geïnstalleerd is in de kofferruimte en de achterzetels werden verwijderd,<br />
moet een vuur- en vloeistofbestendig schot de cockpit scheiden <strong>van</strong> de benzine tank.<br />
Bij bi-volume wagens, zal het mogelijk zijn een niet-gestructureerde scheidingswand te<br />
gebruiken in transparant onontvlambare plastiek tussen de cockpit en de tank plaatsing.<br />
De tanks moeten daadwerkelijk beschermd zijn en veilig vastgemaakt aan het geraamte of het<br />
koetswerk <strong>van</strong> de wagen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> veiligheidsschuim in de tanks is aanbevolen.<br />
Alle benzine pompen moeten alleen werken als de motor loopt of tijdens de startprocedure.<br />
6.7 Stuurkolom:<br />
Anti-diefstal uitrustingen moeten verwijderd worden.<br />
6.8 Veiligheidsriemen:<br />
Een intacte vierpuntsgordel is verplicht. Alle schouderbanden zullen verschillende hechtingspunten<br />
hebben. Zelfgemaakte gordels zijn verboden.<br />
6.9 Water radiator:<br />
De plaats is vrij op voorwaarde dat het niet in de leefruimte wordt geplaatst. De lucht in en<br />
uitvoer <strong>van</strong> de radiator langs het koetswerk mag maximum dezelfde oppervlakte hebben als<br />
de radiator.<br />
De luchttoevoer mag door de leefruimte gaan.<br />
De vloer mag niet gewijzigd worden voor de doorgang <strong>van</strong> luchtleidingen.<br />
6.10 Buitenlichten:<br />
Mogen verwijderd worden op voorwaarde dat de daardoor gemaakte openingen <strong>van</strong> het<br />
koetswerk worden dichtgemaakt en dat de voorschriften <strong>van</strong> Artikel 2.1 (divisie 1) worden<br />
nageleefd. Bedekkingen moeten overeenkomen met het originele silhouet.<br />
6.11 Veiligheidsrolkooi:<br />
Voor wagens gebouwd <strong>van</strong>af januari <strong>2004</strong> moet de rolkooi gebouwd worden zoals gedefinieerd<br />
in Appendix J artikel 253.8., de bestaande wagens zullen gekeurd worden op hun veiligheid<br />
door de technische commissarissen.<br />
6.12 Tapijten:<br />
Tapijten mogen verwijderd worden.<br />
6.13 Brandblussysteem:<br />
Brandblussystemen zijn niet verplicht.<br />
6.14 Spatlappen:<br />
Het aanbrengen <strong>van</strong> spatlappen is toegestaan indien Artikel 252.7.7. wordt gerespecteerd.
B.O.R.A.<br />
6.15 Minimum gewicht:<br />
De wagens dienen minstens het volgende gewicht te hebben in functie <strong>van</strong> hun cilinderinhoud:<br />
B.O.R.A.<br />
6.17 Spatborden:<br />
Het materiaal en de vorm er<strong>van</strong> zijn vrij. Niettemin zal de vorm <strong>van</strong> de wielopening behouden<br />
dienen te blijven, dit betekent echter niet dat de originele maten moeten behouden blijven.<br />
Alle bijkomende spatborden zullen een minimale dikte <strong>van</strong> 0.5 mm en een maximale dikte<br />
<strong>van</strong> 2 mm moeten hebben. In elk geval is de maximale toegelaten uitbreiding ter hoogte <strong>van</strong><br />
de wielassen voor en achter 140 mm in verhouding met de maten, opgegeven in de<br />
homologatiefiche <strong>van</strong> de wagen. De spatborden dienen de wielen zodanig te beschermen dat<br />
de band volledig bedekt is in de breedte en minstens één derde in de omtrek. Koelingopeningen<br />
mogen in de spatborden aangebracht worden. Er dient op gelet dat indien deze in het achterste<br />
spatbord aangebracht worden, men met een systeem <strong>van</strong> luikjes het zicht <strong>van</strong> de band moet<br />
beletten wanneer men achter de wagen op een horizontale hoogte <strong>van</strong> de openingen naar<br />
de spatborden kijkt. Men mag er mechanische onderdelen in plaatsen die nochtans niet<br />
mogen dienen om het spatbord te verstevigen.<br />
6.18 Motor:<br />
Het motorblok moet voortkomen <strong>van</strong> hetzelfde merk als de wagen met hetzelfde aantal<br />
cilinders als de originele motor. De motor moet in het compartiment geplaatst worden dat<br />
voor de originele motor voorzien werd. Enkel een directe mechanische verbinding tussen het<br />
gaspedaal en de motor is toegelaten.<br />
Voor compressor en/of turbo motors wordt verwezen naar art. 3.6 en 3.7 onder Divisie 1.<br />
6.19 Interieur:<br />
Het dashboard mag geen scherpe uitsteeksels hebben. De zetel moet geheel gesitueerd zijn<br />
aan de ene of de andere zijde <strong>van</strong> het verticaal plan <strong>van</strong> de as <strong>van</strong> de wagen. De tussenschotten,<br />
die het motorcompartiment en de koffer scheiden, moeten hun originele plaats behouden<br />
evenals de vorm en in origineel of sterker materiaal zijn. Het plaatsen <strong>van</strong> elementen tegen<br />
of doorheen één <strong>van</strong> deze tussenschotten is toegelaten voor zover ze de leefruimte niet meer<br />
dan 20 cm indringen (loodrecht gemeten op het tussenschot <strong>van</strong>af de bovenkant. Deze<br />
mogelijkheden zijn niet <strong>van</strong> toepassing op de motorblok, de olietank, de cilinderkop of de krukas.<br />
6.20 Brandstof-, olie- en koelvloeistoftanks:<br />
Dienen <strong>van</strong> de leefruimte gescheiden te worden door schotten die beletten dat hogervermelde<br />
vloeistoffen in de leefruimte geraken door een lek. Dit geldt eveneens voor wat betreft de<br />
brandstoftank ten opzichte <strong>van</strong> de motor en de uitlaatsystemen. In geen enkel geval mag de<br />
vuldop <strong>van</strong> de benzinetank uit het koetswerk uitsteken. Hij moet waterdicht zijn. Het stockeren<br />
<strong>van</strong> brandstof aan boord <strong>van</strong> het voertuig bij een temperatuur <strong>van</strong> meer dan 10° Celsius boven<br />
de omgevingstemperatuur is verboden.
B.O.R.A.<br />
6.21 Ophanging:<br />
Wagens moeten uitgerust zijn met een ophanging.<br />
De werkwijze en het concept <strong>van</strong> het ophangingsysteem zijn vrij.<br />
De wijzigingen <strong>van</strong> het onderstel en het koetswerk voor het aanpassen <strong>van</strong> de verankeringspunten<br />
en spilpunten zijn beperkt tot het geven <strong>van</strong> het nodige spel aan de ophangingarmen,<br />
aandrijfassen, alsook wiel en band.<br />
Met de uitzondering <strong>van</strong> de onderstellen die de voor en achter kant met elkaar verbinden, is<br />
het vooronderstel vrij voor wat betreft het materiaal en de vorm, in acht genomen dat:<br />
- het omwisselbaar is met het originele stuk en dat het originele aantal verankeringspunten<br />
ongewijzigd blijft.<br />
- het demonteerbaar is (niet gelast).<br />
Het is toegelaten de hechtingspunten te verplaatsen, indien deze in de nieuwe tunnel gesitueerd<br />
blijven.<br />
Het verend gedeelte mag niet enkel bestaan uit bouten die geplaatst zijn doorheen flexibele<br />
naafbussen of montages, maar mag ook <strong>van</strong> een beweeglijk type zijn.<br />
De beweging <strong>van</strong> de wielen moet een beweging <strong>van</strong> de ophanging geven die groter is dan<br />
de flexibiliteit <strong>van</strong> de hechtingen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> actieve ophanging is verboden.<br />
Gechromeerde ophangingarmen in staal zijn verboden.<br />
Alle ophangingarmen moeten gemaakt worden <strong>van</strong> homogene metalen materialen.<br />
Hydrapneumatische ophangingsystemen zijn toegelaten, op voorwaarde dat zij geen actieve<br />
controle hebben.<br />
6.22 Overbrenging:<br />
Is vrij, maar “traction control” is verboden.. Slipdifferentiëlen met beperkt slipvermogen moeten<br />
mechanisch zijn.<br />
"Mechanisch beperkt slipvermogen differentieel" betekent elk systeem dat puur mechanisch<br />
werkt, dus zonder de hulp <strong>van</strong> enig hydraulisch of elektrisch systeem. Een visco-koppeling wordt<br />
niet beschouwd als een mechanisch systeem.<br />
6.23 De remmen:<br />
Vrij, doch moet bestaan uit een dubbel circuit dat door dezelfde pedaal bediend wordt en als<br />
volgt gedefinieerd is: de actie <strong>van</strong> de pedaal moet normalerwijze gebeuren op alle wielen.<br />
In geval <strong>van</strong> een lek in om het even welk punt <strong>van</strong> de kanalisatie of om het even welk gebrek<br />
in de removerbrenging, moet de actie <strong>van</strong> de pedaal op minstens twee wielen werken.<br />
Anti-blokkering rem systemen zijn niet toegelaten.<br />
De remschijven moeten gemaakt zijn <strong>van</strong> ijzerhoudend materiaal.<br />
Vloeistof tanks zijn verboden in de cockpit.<br />
Een efficiënte handrem is verplicht; hij moet simultaan werken op twee wielen <strong>van</strong> dezelfde<br />
as.<br />
6.24 Stuurhuis:<br />
Het besturingssysteem en de plaatsing er<strong>van</strong> zijn vrij maar enkel een directe mechanische<br />
verbinding tussen het stuur en de besturingswielen is toegelaten. De stuurkolom moet<br />
vastgemaakt zijn met een intrekbaar dispositief in geval <strong>van</strong> schok, afkomstig <strong>van</strong> een seriewagen.<br />
Vier wiel besturing is verboden.
B.O.R.A.<br />
6.25 Soorten versnellingsbak:<br />
De bediening moet in “H” vorm gebeuren. Sequentiële, semi-automatische en automatische<br />
elektronisch gecontroleerde, pneumatische of hydraulische versnellingsbakken, zijn verboden.<br />
Sperdifferentieel met elektronische, pneumatische of hydraulische controle, die door de piloot<br />
tijdens het rijden kunnen geregeld worden, zijn verboden.