02.05.2013 Views

Rapportage inventarisatie enkelvoudige voegen - Curnet

Rapportage inventarisatie enkelvoudige voegen - Curnet

Rapportage inventarisatie enkelvoudige voegen - Curnet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq<br />

<strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong><br />

<strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

15 juni 2006


2 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


<strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong><br />

<strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

15 juni 2006<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Colofon<br />

Uitgegeven door: J.N. Booij<br />

Informatie: J.N. Booij/ H.E. Klatter<br />

Telefoon: 030 – 285 76 00<br />

Fax: 030 – 285 84 60<br />

Uitgevoerd door: Analyse en rapportage: H.E. Klatter<br />

Inspectie buiten: Dilatec BV<br />

Opmaak: V. Knaapen<br />

Datum: 15 juni 2006<br />

Status: Definitief<br />

Versienummer: Juni 2006/4<br />

3 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


4 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Inhoudsopgave<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

1. Inleiding 7<br />

1.1 Probleemstelling algemeen 7<br />

1.2 Behoefte <strong>inventarisatie</strong> 7<br />

1.3 Doelstelling project 7<br />

2. Samenvatting / conclusies 9<br />

2.1 Resultaten algemeen/proces 9<br />

2.1.1. Beweging tussen rijdekken en landhoofden en tussen rijdekken onderling mogelijk maken;<br />

dilatatie 10<br />

2.1.2. Bestand zijn tegen intensief verkeer met groot aandeel zwaar vrachtverkeer 10<br />

2.1.3. Vlakke rijbaan creëren; aansluiting asfalt 10<br />

2.1.4. Waterdichte afsluiting voor onderliggende constructie 10<br />

2.1.5. Beperkte geluidsproductie 10<br />

2.2 Resultaten per voegtype 11<br />

2.2.1. Stalen randprofiel met ingeklemd afdichtprofiel of afdichtprofiel in klauw 11<br />

2.2.2. Staalvezelbeton- en kunstharsbalken met ingelijmd profiel 11<br />

2.2.3. Bitumineuze <strong>voegen</strong> 12<br />

2.2.4. Matten<strong>voegen</strong> 12<br />

2.2.5. Open <strong>voegen</strong> 13<br />

2.2.6. Categorie ‘overige’ 13<br />

3. Inventarisatie in detail 15<br />

3.1 Aanpak 15<br />

3.1.1. Voldoen dilatatie 17<br />

3.1.2. De constructieve staat van de <strong>voegen</strong> 17<br />

3.1.3. Aansluiting asfalt 17<br />

3.1.4. Waterdichte afsluiting 18<br />

3.1.5. Vervolgschade 18<br />

3.2 Stalen <strong>voegen</strong> met afdichtprofiel ingeklemd of in klauw 19<br />

3.2.1. Algemeen 19<br />

3.2.2. Schade voegconstructie 19<br />

3.2.3. Kwaliteit afdichtprofielen en lekkage 19<br />

3.2.4. Prestatie profiel in klauw versus ingeklemd profiel. 20<br />

3.2.5. Levensduur 21<br />

3.3 Staalvezel- en kunstharsbetonbalken met ingelijmd profiel 21<br />

3.3.1. Algemeen 21<br />

3.3.2. Schade voegconstructie 21<br />

3.3.3. Kwaliteit afdichtprofielen en lekkage 22<br />

3.3.4. Levensduur 24<br />

3.4 Bitumineuze <strong>voegen</strong> 25<br />

3.4.1. Algemeen 25<br />

3.4.2. Schade voegconstructie 25<br />

3.4.3. Levensduur 26<br />

3.4.4. Lekkage 27<br />

3.5 Matten<strong>voegen</strong> 27<br />

3.5.1. Algemeen 27<br />

3.5.2. Schade voegconstructie 27<br />

3.5.3. Schade voegconstructie, lekkage en restlevensduur 28<br />

5 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.6 Open <strong>voegen</strong> 28<br />

3.7 Overige 29<br />

3.7.1. Stalen randprofielen verankerd in staalvezel en kunstharsbalken met afdichtprofiel in klauw<br />

29<br />

3.7.2. Strelax <strong>voegen</strong> 29<br />

3.7.3. Vinger<strong>voegen</strong> 30<br />

3.8 Resultaten <strong>inventarisatie</strong> per voegtype 30<br />

3.8.1. Figuren hoofdstuk 3 30<br />

4. Geluidsproductie 33<br />

5. Benchmark NL-D-B 35<br />

5.1 Vraagstelling 35<br />

5.2 Verslag benchmark Duitsland 36<br />

5.3 Verslag benchmark België 37<br />

5.3.1. Verslag benchmark België; Wallonië 37<br />

5.3.2. Verslag benchmark België; Vlaanderen 38<br />

5.4 Tabel met vergelijkende resultaten 39<br />

5.5 Conclusies 41<br />

5.6 Aanbevelingen 42<br />

5.6.1. Dit kan meer concreet betekenen: 42<br />

a) Voor de korte termijn: 42<br />

b) Op de langere termijn: 42<br />

c) En verder: 42<br />

6. Overzicht bijlagen 43<br />

Bijlage A Schadebeelden 45<br />

Bijlage B Overzicht voegtypen en aantallen in <strong>inventarisatie</strong> 47<br />

Bijlage C Gegevensprofiel <strong>inventarisatie</strong> 49<br />

Bijlage D Figuren Benchmark Duitsland 51<br />

Bijlage E <strong>Rapportage</strong> bevindingen in detail (Engelstalig) Benchmark Single seal joints 53<br />

6 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


1. Inleiding<br />

1.1 Probleemstelling algemeen<br />

Voegovergangen vormen de overgangsconstructies tussen rijbanen en kunstwerken en<br />

kunstwerkdelen onderling. Zij zijn kwetsbaar en vergen frequent onderhoud. Daarmee vormen zij een<br />

grote kostenpost in het programma B&O-kunstwerken: ca. € 20 mln./jr (Raming Basis<br />

Onderhoudsniveau 2001). Schades aan voegovergangen veroorzaken ongewenste verkeershinder en<br />

risico’s voor de verkeersveiligheid. Daarnaast zijn voegovergangen vaak de oorzaak van<br />

geluidsoverlast. Europese regelgeving is voor voegovergangen nog niet voorhanden.<br />

1.2 Behoefte <strong>inventarisatie</strong><br />

Landelijk bestaat grote behoefte aan onderhoudsarme voegovergangen met eenduidige ontwerp-,<br />

uitvoerings- en instandhoudingrichtlijnen (bron: enquête RD’s door de heer Van der Zwan van de<br />

DWW, 2003). Het is de wens van de overheid geluidsoverlast bij de bron aan te pakken (bron:<br />

Innovatieprogramma Geluid).<br />

1.3 Doelstelling project<br />

Het project ‘Verbetervoorstellen Enkelvoudige Voegovergangen’ is gericht op verbetering van de<br />

huidige praktijk (ontwerp, uitvoering en onderhoud) en de ontwikkeling van alternatieve<br />

toepassingen, rekening houdend met de vastgestelde behoeften.<br />

De aanpak volgt twee sporen<br />

Spoor één bestaat uit de realisatie van korte termijn verbetermaatregelen en betreft de huidige<br />

praktijk.<br />

Spoor twee bestaat uit de realisatie van middellange/lange termijn verbetermaatregelen en betreft<br />

alternatieve toepassingen.<br />

Binnen spoor één zijn uitgevoerd:<br />

Een benchmark met Duitsland en België.<br />

De keuze voor deze landen ligt ten grondslag aan het feit dat de verkeersintensiteiten en<br />

verkeersbelastingen vergelijkbaar zijn met de situatie in Nederland. Het doel van de benchmark is het<br />

verzamelen van informatie die mogelijk ingezet kan worden voor verbetering van de Nederlandse<br />

situatie. Informatie over welke eisen worden gesteld en welke keuzes worden gemaakt bij ontwerp,<br />

uitvoering en onderhoud en over ervaringen in het gebruik.<br />

Een <strong>inventarisatie</strong> van de kwaliteit van de huidige voegovergangen in een grootschalige steekproef<br />

(14% van het aantal kunstwerken met <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>). De steekproef vormt een doorsnede<br />

van de voorkomende typen voegovergangen en geeft een overzicht van de prestatie van de<br />

verschillende typen; hoe houden ze zich, is er veel/weinig schade, wat zijn de voorkomende<br />

schadebeelden en wat is de invloed daarvan op de functievervulling. Getracht wordt inzicht te krijgen<br />

in de levensduur van de verschillende typen <strong>voegen</strong>.<br />

De resultaten van beide onderzoeken is beschreven in dit rapport. Ter aanvulling is de expert opinion<br />

over geluidsproductie gegeven. In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van de resultaten en de<br />

conclusies. Hoofdstuk 3 geeft de resultaten van de <strong>inventarisatie</strong>, hoofdstuk 4 behandelt de<br />

geluidsproductie en hoofdstuk 5 de resultaten van de Benchmark.<br />

7 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


8 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


2. Samenvatting / conclusies<br />

2.1 Resultaten algemeen/proces<br />

De beoordeling van prestaties is gedaan aan de hand van de functies van de <strong>voegen</strong>. Samengevat<br />

moet de voegovergang beweging tussen rijdekken en landhoofden en tussen rijdekken onderling<br />

mogelijk maken. De voegconstructie moet bestand zijn tegen intensief verkeer met groot aandeel<br />

zwaar vrachtverkeer, moet een vlakke rijbaan creëren, en een waterdichte afsluiting voor<br />

onderliggende constructie hebben. De geluidsproductie moet beperkt blijven. De prestatie per functie<br />

wordt samengevat en per type besproken in deze paragraaf en meer in detail in hoofdstuk 3. Voordat<br />

dit beschreven wordt, wordt een overzicht gegeven van de verschillende typen <strong>voegen</strong>.<br />

In Nederland is een groot aantal verschillende typen toegepast. In Duitsland wordt sterk gestuurd op<br />

één type (stalen randprofiel met afdichtprofiel in klauw). In België wordt minder gestuurd op een<br />

type, in praktijk is een met Duitsland vergelijkbaar type toegepast (zie conclusies per type).<br />

In totaal zijn in Nederland 45 typen toegepast. Daarvan komen 36 typen voor in de <strong>inventarisatie</strong> (zie<br />

bijlage B). De typen zijn ingedeeld in een aantal verzamel categorieën. Ter illustratie is een overzicht<br />

uit de <strong>inventarisatie</strong> gegeven in onderstaande tabel.<br />

Alle <strong>voegen</strong> in/over de rijksweg<br />

Categorie voeg<br />

Stalen randprofiel met ingeklemd Afdichtprofiel<br />

Aantal<br />

of afdichtprofiel in klauw 273<br />

Kunstharsbalken met ingelijmd profiel 234<br />

Staalvezelbetonbalken met ingelijmd profiel 116<br />

Bitumineuze <strong>voegen</strong> 206<br />

Matten<strong>voegen</strong> 41<br />

Open <strong>voegen</strong> 38<br />

Overige typen 47<br />

Totaal 955<br />

De conclusies op hoofdlijnen uit de bevindingen in België en Duitsland zijn (zie verder hoofdstuk 5):<br />

Waar mogelijk worden de toegepaste typen beperkt tot de voegovergangen<br />

met de langste levensduur (ongeveer 25 tot 40 jaar). Alleen in<br />

uitzonderingssituaties, bijvoorbeeld bij noodreparaties worden typen met een<br />

kortere levensduur toegepast.<br />

Er is een voorkeur voor klauwprofielen met een verwisselbare<br />

rubberafdichting verankerd in de hoofdconstructie (foto: Duitsland ÜBe1<br />

profiel). In Duitsland is de verankering in detail voorgeschreven. In België<br />

hanteert men een vergelijkbare detaillering als referentie.<br />

Alhoewel geluid relevant wordt geacht, ligt de nadruk op duurzaamheid.<br />

Er zijn gedetailleerde eisen t.a.v. belastingen, materialen, fabricage en<br />

montage.<br />

Er worden kwaliteitscontroles uitgevoerd bij de fabricage en de montage,<br />

deze variëren van steekproeven bij de fabricage tot “toezicht” bij de<br />

montage.<br />

Door de aandacht door alle fasen heen, worden fouten in een voorgaande fase doorgaans<br />

gecorrigeerd in een volgende, waardoor het effect op de levensduur geminimaliseerd wordt.<br />

9 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bij Rijkswaterstaat wordt minder direct gestuurd op de keuze van het voegtype, het ontwerp en de<br />

verankering aan de hoofdconstructie. Ook is het toegestaan minder duurzame types toe te passen. De<br />

kwaliteitscontrole tijdens de fabricage en bij de montage gebeurt op afstand, vaak via de<br />

kwaliteitsborging bij de aannemer. De resultaten vertonen inhoudelijk een grote spreiding.<br />

Navolgende beoordeling van de voegovergangen (enkelvoudig met een dilatatiecapaciteit tot 80 mm)<br />

is opgesplitst naar functie, eerst algemeen beschreven en daarna uitgewerkt voor de verschillende<br />

typen voegovergangen.<br />

2.1.1. Beweging tussen rijdekken en landhoofden en tussen rijdekken onderling mogelijk maken;<br />

dilatatie<br />

Bij 9% van de <strong>voegen</strong> met een voegprofiel voldoet de dilatatie niet. De<br />

schade aan de voegconstructie is daarbij niet groter dan wanneer de<br />

dilatatie wel voldoet. De kwaliteit van het afdichtprofiel is in 90% van de<br />

gevallen waar de dilatatie niet voldoet, slecht. Dit is beduidend meer dan<br />

bij wel voldoen van de dilatatie. Bitumineuze <strong>voegen</strong> konden niet<br />

beoordeeld worden op dit punt. Bij open <strong>voegen</strong> is de dilatatie niet<br />

relevant.<br />

2.1.2. Bestand zijn tegen intensief verkeer met groot aandeel zwaar<br />

vrachtverkeer<br />

Dit is beoordeeld aan de hand van de optredende schadebeelden en de ernst van de schade. De<br />

relatie met de verkeersintensiteit is alleen globaal gelegd. Er is onderscheid gemaakt tussen <strong>voegen</strong> in<br />

kunstwerken in de rijksweg en over de rijksweg. De <strong>voegen</strong> in de rijksweg zijn intensief belast, de<br />

<strong>voegen</strong> over de rijksweg in de regel veel minder intensief. De resultaten zijn beschreven per voegtype.<br />

2.1.3. Vlakke rijbaan creëren; aansluiting asfalt<br />

Beoordeeld is of de aansluiting voldoet, omdat er vermoed wordt dat de<br />

kwaliteit van de aansluitende verharding invloed heeft op de schade van<br />

bepaalde typen voegovergangen. Over het geheel voldoet bij 16% van<br />

de <strong>voegen</strong> de aansluiting met het asfalt niet. Er zijn echter grote<br />

verschillen per voegtype; range 4% tot 39%. De effecten op de schade<br />

van de voeg verschillen sterk per type voeg.<br />

2.1.4. Waterdichte afsluiting voor onderliggende constructie<br />

De waterdichtheid is enerzijds beoordeeld a.d.h.v. de kwaliteit van het afdichtprofiel en anderzijds aan<br />

de hand van lekkage. In het algemeen ijlt lekkage na op het slechter worden van de kwaliteit van het<br />

voegprofiel. De resultaten zijn beschreven per type. Bij lekkage<br />

ontstaat vervolgschade aan de onderliggende constructie. De<br />

vervolgschade is apart beoordeeld. Over het geheel is bij 14% van<br />

de <strong>voegen</strong> met ernstige lekkage ernstige vervolgschade<br />

geconstateerd. De schadegevoeligheid van de onderliggende<br />

constructie is een belangrijke factor en de tijd speelt een belangrijke<br />

rol. Lekkage geeft niet direct schade, echter bij langdurige lekkage<br />

mag een sterke toename van de vervolgschade verwacht worden.<br />

2.1.5. Beperkte geluidsproductie<br />

De geluidsproductie is ingeschat met expertmeningen uit de projectgroep. De geluidsproductie wordt<br />

bepaald door het directe geluid van auto’s die over de <strong>voegen</strong> rijden en meer indirect door de<br />

klankkastwerking van het kunstwerk. Het directe geluid wordt bepaald door de vormgeving van de<br />

overgang. Een voeg met stalen randprofielen met ingeklemd rubberprofiel geeft veel meer geluid dan<br />

een bitumineuze voeg. In hoeverre dit naar beneden toe wordt doorgegeven, wordt bepaald door de<br />

vormgeving van het kunstwerk bij de voeg; bijvoorbeeld een open constructie rond de opleggingen<br />

10 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


eduidend slechter dan het ACME profiel. De functionele levensduur (bescherming tegen lekkage)<br />

van het ACME profiel is gelijk aan de balk.<br />

De kunstharsbalken vertonen meer schade en lekkage dan de<br />

staalvezelbetonbalken. De maatgevende schadebeelden zijn scheuren<br />

en afbrokkelen van de balken. Bij 16% van de balken voldoet de<br />

dilatatie niet en bij 20% de aansluiting met de verharding niet. Dit is<br />

slechter dan gemiddeld. De lastige uitvoering, vaak gecombineerd met<br />

zeer korte inbouwtijd, geeft vaak al een slechte start. Door krimp van<br />

de kunsthars wordt dit tijdens gebruik nog eens versterkt. De<br />

geïnventariseerde balken vertonen veel schade; 26% is ernstig<br />

beschadigd. Kijken we alleen naar de balken in de rijksweg, dan is 34% ernstig<br />

beschadigd. De levensduurverwachting van de balken in de rijksweg is<br />

gemiddeld bijna 20 jaar. In kunstwerken over de rijksweg ruim 21 jaar. Er is<br />

echter een grote spreiding met een aantal grote afwijkingen naar beneden. Het<br />

bezwijkgedrag van de balken is sterk progressief. De restlevensduur van balken<br />

met ernstige schade is nog geen 2 jaar. De kwaliteit van het afdichtprofiel is bij<br />

50% slecht, 23% heeft ernstige lekkage. Het slechtst presteren de balken in de<br />

rijksweg; van 60% is het profiel slecht en 28% heeft ernstige lekkage. Ook bij<br />

de kunstharsbalken presteren de ACME profielen beduidend beter dan de VA<br />

profielen.<br />

2.2.3. Bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

Bitumineuze <strong>voegen</strong> zijn vanaf halverwege de 80’er jaren in Nederland veelvuldig toegepast. Vooral<br />

omdat ze erg stil zijn. De levensduur is erg kort. Daarom worden de bitumineuze <strong>voegen</strong> in Duitsland<br />

(Nord-Rhein Westfalen) en België niet vaak toegepast in de snelweg. In Zwitserland worden wel<br />

bitumineuze <strong>voegen</strong> toegepast in de snelweg. Daarbij worden hoge eisen gesteld aan<br />

materiaalsamenstelling en uitvoering. Er is ook een speciaal type ontwikkeld, dat versterkt is met een<br />

stalen veren als een soort wapening.<br />

De bitumineuze <strong>voegen</strong> in de <strong>inventarisatie</strong> vertonen snel schade. De<br />

maatgevende schadebeelden zijn spoorvorming, combinaties van<br />

scheuren in de voeg en aansluiting met de verharding en vervorming bij<br />

schampkanten. 17% heeft ernstige schade, 23%<br />

matige. De aansluiting met de verharding voldoet<br />

bij 7% niet. Dit is sterk gecorreleerd met ernstige<br />

schade en spoorvorming in de voeg. 22% van de<br />

<strong>voegen</strong> vertoont matige tot ernstige lekkage. De<br />

levensduur is niet nauwkeurig te bepalen, omdat bij veel <strong>voegen</strong> (42%) het jaar<br />

van inbouw onbekend is. De levensduurverwachting van de bitumineuze<br />

<strong>voegen</strong> in de rijksweg blijkt erg kort te zijn; 3,5 jaar op basis van waarnemingen<br />

met bekend jaar van inbouw. De levensduurverwachting van bitumineuze<br />

<strong>voegen</strong> in kunstwerken over de rijksweg is gemiddeld ruim 10 jaar.<br />

2.2.4. Matten<strong>voegen</strong><br />

Matten<strong>voegen</strong> zijn vanaf halverwege de 80’er jaren in Nederland toegepast. De beoordeelde<br />

matten<strong>voegen</strong> betreffen drie sets met een zelfde leeftijd. Omdat van een brede<br />

steekproef geen sprake is moeten de bepaalde percentages schade met enige<br />

voorzichtigheid worden gehanteerd. Desondanks ontstaat wel<br />

een redelijk overallbeeld. Bij alle <strong>voegen</strong> voldeed de dilatatie.<br />

De aansluitende verharding voldeed bij 10% niet. De<br />

maatgevende schadebeelden zijn schade aan de bevestiging<br />

en afslijten van de rubbermat, waarbij uiteindelijk de<br />

onderliggende stalenplaat zichtbaar wordt. 37% heeft<br />

12 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


ernstige schade en bij 29% van de <strong>voegen</strong> is ernstige lekkage. De levensduurverwachting van de<br />

Algaflex en Multiflex matten is circa 10 jaar. Alle beoordeelde <strong>voegen</strong> lagen in de rijksweg.<br />

In Duitsland worden de matten met ingevulcaniseerde staalplaten niet toegepast in de snelweg. In<br />

België incidenteel. Daar worden slijtagegevoeligheid en lekkage als belangrijkste nadelen genoemd.<br />

2.2.5. Open <strong>voegen</strong><br />

De open <strong>voegen</strong> zijn de oudste <strong>voegen</strong> in de <strong>inventarisatie</strong>; voor 1965 ingebouwd. Dilatatie en<br />

waterdichtheid zijn niet relevant. De aansluiting op de verharding voldoet bij 39% van de <strong>voegen</strong><br />

niet. De kwaliteit van de staalconstructies is interessant, omdat dit de oudste <strong>voegen</strong> zijn. Evenals bij<br />

de stalen randprofielen is corrosie gerelateerde schade het<br />

belangrijkste schadebeeld. 26% van de <strong>voegen</strong> heeft ernstige schade.<br />

Het merendeel daarvan is niet meer te herstellen. De<br />

levensduurverwachting van de <strong>voegen</strong> met ernstige schade is<br />

gemiddeld 46 jaar. De levensduurverwachting van overige <strong>voegen</strong><br />

met minder schade is gemiddeld 56 jaar. Met deze gegevens kan de<br />

levensduurverdeling van de stalen randprofielen worden bepaald.<br />

2.2.6. Categorie ‘overige’<br />

In deze categorie vallen de typen waarvan het aantal in de <strong>inventarisatie</strong> te klein is om een volledige<br />

beoordeling te geven. Een drietal typen zijn hier vermeldenswaard:<br />

Stalen randprofielen verankerd in staalvezel en kunstharsbalken met afdichtprofiel in klauw:<br />

Ten opzichte van de balken met een ingelijmd afdichtprofiel houden deze balken zich beduidend<br />

beter.<br />

Strelax <strong>voegen</strong>:<br />

Deze <strong>voegen</strong> vertonen extreem veel schade. Er zijn slechts vier balken beoordeeld, deze zijn allen<br />

ernstig beschadigd.<br />

Vinger<strong>voegen</strong>:<br />

In Nederland is dit type voor het dilatatiebereik van <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> (tot 80 mm) nauwelijks<br />

toegepast. In het verleden zijn deze <strong>voegen</strong> als open voeg toegepast. In de <strong>inventarisatie</strong> is een<br />

kunstwerk beoordeeld met vinger<strong>voegen</strong> uit 1939. Deze <strong>voegen</strong> zijn nog in uitstekende staat.<br />

In de benchmark kwam zowel in Duitsland als België naar voren dat<br />

dit type weer op de markt is, met een waterafvoersysteem onder de<br />

voeg. Het aantrekkelijke van deze voeg is de beperkte<br />

geluidsproductie. Aan de onderhoudsgevoeligheid en<br />

betrouwbaarheid van de waterafvoer wordt getwijfeld. Afhankelijk<br />

van de uitvoering kunnen de vinger<strong>voegen</strong> gevaarlijk zijn voor<br />

motorrijders.<br />

13 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


14 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


vormt een goede klankkast en geeft veel geluid door. Bij situaties met geluidsschermen zal het geluid<br />

aan de bovenkant gedempt worden. Op het geluid aan de onderkant heeft dit geen invloed. Dit zal<br />

daardoor veel meer bepalend worden. De geluidsproductie van de <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> is zelfs van<br />

de meest luidruchtige veel minder dan die van meervoudige <strong>voegen</strong>.<br />

2.2 Resultaten per voegtype<br />

2.2.1. Stalen randprofiel met ingeklemd afdichtprofiel of afdichtprofiel in klauw<br />

Deze stalen voegconstructies zijn in de periode 1965 tot 1980 het meest voorkomende type voeg. Het<br />

merendeel van dit type in de <strong>inventarisatie</strong> is tussen de 30 en 40 jaar oud en nog het oorspronkelijke<br />

type voeg dat bij de bouw van het kunstwerk is aangebracht.<br />

De dilatatie voldoet in 8% van de gevallen niet. Dit leidt vaak tot schade aan<br />

het afdichtprofiel. Ondanks de hoge leeftijd van de meeste <strong>voegen</strong> is de<br />

constructieve staat nog redelijk. Corrosieschade is het dominante schadebeeld<br />

voor de voegconstructie; 10% heeft ernstige, 20% matige schade. De<br />

levensduurverwachting is circa 45 jaar. Met renovatie is de levensduur veelal<br />

te verlengen tot 60 jaar. De aansluiting van de verharding voldoet bij 23%<br />

niet. Er is geen relatie met schade aan de voegconstructie te zien.<br />

De kwaliteit van de afdichtprofielen is vaak slecht: 50% slecht en 30% matig.<br />

Bij totaal 25% is sprake van ernstige lekkage. Dit is sterk gecorreleerd aan<br />

slechte staat van het afdichtprofiel. De functionele levensduur (bescherming<br />

tegen lekkage) van de profielen is tussen 20 en 30 jaar bij de ingeklemde<br />

afdichtprofielen. De profielen in klauwen gaan langer mee, te weten 30<br />

tot 40 jaar.<br />

Stalen <strong>voegen</strong> zijn in Nederland de afgelopen decennia heel beperkt<br />

toegepast. In Duitsland is dit het standaard type voeg bij nieuwe<br />

kunstwerken in de snelweg en voorkeurstype bij renovatie. In België<br />

wordt minder gestuurd op dit type, in praktijk is dit verreweg het meest<br />

toegepaste type, zowel bij nieuwbouw als renovatie.<br />

2.2.2. Staalvezelbeton- en kunstharsbalken met ingelijmd profiel<br />

Vanaf 1980 zijn de staalvezelbeton- en kunstharsbalken met ingelijmde profielen veel toegepast. Dit<br />

in tegenstelling tot Duitsland en België, waar deze typen in de snelweg niet worden toegepast. Ook in<br />

het verleden niet. Alleen bij noodreparaties worden kunstharsbalken gebruikt, vanwege de snelle<br />

uithardingtijd. Met name het verschil in materiaaleigenschappen (uitzettingscoëfficiënt en krimp)<br />

tussen beton en kunsthars wordt als bron van problemen gezien.<br />

De bevindingen uit de <strong>inventarisatie</strong> voor staalvezel en kunsthars:<br />

Bij de staalvezelbetonbalken voldoet bij 5% de dilatatie niet en bij 4% de<br />

aansluiting met de verharding niet. Dit is beduidend beter dan gemiddeld.<br />

De staalvezelbetonbalken worden in praktijk goed uitgevoerd en blijven<br />

ook goed. Maatgevend schadebeeld is scheuren en afbrokkelen van de<br />

balk. Van de geïnventariseerde balken is 16%<br />

ernstig beschadigd en 30% matig. De<br />

levensduurverwachting van de balken in de<br />

rijksweg is 21 jaar, over de rijksweg 24 jaar.<br />

De kwaliteit van de afdichtprofielen is bij 40%<br />

slecht, in 10% van het totaal is sprake van<br />

ernstige lekkage. Van de twee gebruikte<br />

afdichtprofielen presteert het VA profiel<br />

11 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3. Inventarisatie in detail<br />

3.1 Aanpak<br />

De kwaliteit van de huidige voegovergangen is onderzocht met een grootschalige steekproef.<br />

De steekproef vormt een doorsnede van de voorkomende typen voegovergangen en geeft een<br />

overzicht van de prestatie van de verschillende typen; hoe houden ze zich, is er veel/weinig schade,<br />

wat zijn de voorkomende schadebeelden en wat is de invloed daarvan op de functievervulling.<br />

Getracht wordt inzicht te krijgen in de levensduur van de verschillende typen <strong>voegen</strong>.<br />

De <strong>inventarisatie</strong> is uitgevoerd in september / november 2004 (400 kunstwerken). Voorafgaand is in<br />

juni 2004 een pilot-<strong>inventarisatie</strong> uitgevoerd om het informatieprofiel vast te stellen en operationeel<br />

te testen. Dit betrof ca. 50 kunstwerken in de regio NO. Aanvullend zijn in november nog een aantal<br />

kunstwerken met matten<strong>voegen</strong> geïnspecteerd. In de totale <strong>inventarisatie</strong> zijn van ca. 450<br />

kunstwerken 955 <strong>voegen</strong> geïnspecteerd, 2/3 daarvan in de kunstwerken in de rijksweg en 1/3 over de<br />

rijksweg.<br />

Ter voorbereiding van de inspectie buiten is geïnventariseerd wat in de datasystemen met inspectie en<br />

onderhoudsgegevens is vastgelegd. In DISK is het type voegovergang in de regel niet goed<br />

vastgelegd. De onderhoudshistorie evenmin. In Maatplan is vaak het type beter ingevoerd, de<br />

kwaliteit van deze gegevens is onzeker. In TISBO1 is in de regel Maatplan overgenomen, de kwaliteit<br />

van de gegevens van voegovergangen is niet verbeterd. Met de gegevens in DISK is een selectie<br />

gemaakt van de te inventariseren <strong>voegen</strong>. De resultaten zijn opgeslagen in eenvoudige Excel<br />

bestanden. De structuur sluit aan op de indeling in DISK. Indien later gewenst kunnen de resultaten in<br />

DISK ingevoerd worden, als de onderdeeltypen en de schadebeschrijvingen ook worden ingevoerd in<br />

DISK.<br />

In de totale <strong>inventarisatie</strong> zijn van ca. 450 kunstwerken 955 <strong>voegen</strong> geïnspecteerd, 2/3 daarvan in de<br />

kunstwerken in de rijksweg en 1/3 over de rijksweg. In totaal is 14% van het aantal kunstwerken met<br />

<strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> geïnspecteerd (de overzichten sluiten meestal op een lager totaal aantal dan<br />

955, omdat er vaak een aantal niet meegenomen zijn in de beoordeling waarvan de gegevens niet<br />

compleet zijn).<br />

De typen zijn vastgelegd in het ‘familiealbum’. Tijdens de <strong>inventarisatie</strong> is dit aangevuld. In totaal<br />

komen 45 typen voor. Daarvan komen 36 typen voor in de <strong>inventarisatie</strong> (zie bijlage B).<br />

Alle <strong>voegen</strong> in/over de rijksweg<br />

Categorie voeg aantal<br />

Staal afdichtprofiel ingeklemd en in klauw 273<br />

Kunstharsbeton ingelijmd 234<br />

Staalvezelbeton ingelijmd 116<br />

Bitumineus 206<br />

Mattenvoeg 41<br />

Open voeg 38<br />

Overige 47<br />

Eindtotaal 955<br />

15 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Specificatie overig:<br />

Kunstharsbeton met klauw 19<br />

Staalvezelbeton met klauw 7<br />

PU-Technovoeg 2<br />

Strelax 4<br />

Langsvoeg rubberslab 5<br />

Vingervoeg 2<br />

GHH75-klauwprofiel met schotten in epoxybalken 8<br />

Totaal overig 47<br />

De beoordeling van prestaties is gedaan aan de hand van de functies van de <strong>voegen</strong>. Getracht is een<br />

beeld te vormen uit een momentopname. Helaas is er geen registratie van historie qua reparatie en<br />

indien er schade is, wanneer deze is ontstaan. De beoordeling is opgesplitst naar functie, eerst kort<br />

algemeen beschreven en daarna uitgewerkt voor de verschillende typen voegovergangen.<br />

In onderstaande tabel worden de functies benoemd uit het referentiedocument voegovergangen met<br />

daarbij aangegeven wat in de <strong>inventarisatie</strong> geregistreerd is.<br />

Functie Functie-eis referentiedocument registratie <strong>inventarisatie</strong><br />

1. Dilatatie Geen beperking ten aanzien van het<br />

binnen de toegestane marges vrij<br />

kunnen bewegen van het kunstwerk (in<br />

drie dimensies).<br />

Dilatatie voldoet wel/niet.<br />

2a. Opname<br />

De belasting van het verkeer dient Constructieve staat voeg en<br />

verkeersbelasting*<br />

te kunnen worden opgenomen. Levensduur:<br />

2b. Opname brugbelasting* De belasting vanuit de brug dient te Schade voegconstructie:<br />

kunnen worden opgenomen, indien er Geen/licht/matig/ernstig.<br />

een afdichtprofiel wordt toegepast Schadebeeld aansluiting op<br />

(belastingopname afhankelijk van het verharding (zie bijlage A):<br />

soort voegovergang).<br />

Voldoet wel/niet.<br />

3. Comfort Het verkeer dient de voegovergang<br />

comfortabel en veilig te kunnen<br />

passeren: de wrijvingscoëfficiënt dient<br />

zodanig te zijn dat de voegovergang<br />

voldoende stroef is.<br />

Restlevensduur.<br />

4. Waterdichte afsluiting Het afdichtprofiel en de aansluitingen Staat afdichtprofiel:<br />

met dit profiel dienen waterdicht te goed/matig/slecht.<br />

zijn.<br />

Lekkage:<br />

geen/licht/matig/ernstig.<br />

Vervolgschade:<br />

geen/licht/matig/ernstig.<br />

5. Geluidsbeperking De geluidsbelasting als gevolg van Geen systematisch oordeel,<br />

contact- of pulsgeluid, moet worden conclusies expert opinion<br />

beperkt.<br />

(hoofdstuk 4).<br />

*De functies “opname verkeersbelasting” en “opname brugbelasting” worden in het referentiedocument<br />

gecombineerd tot de functie “opname belasting”.<br />

Ter aanvulling zijn tevens het type oplegsysteem en het type verharding geregistreerd. Het volledige<br />

gegevensprofiel is opgenomen in bijlage C.<br />

16 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.1.1. Voldoen dilatatie<br />

Bij juiste keuze van het type en correcte inbouw voldoet de voeg aan de eisen. Beoordeeld is of dit<br />

inderdaad het geval is. Dit is alleen beoordeeld bij <strong>voegen</strong> met een rubber afdichtprofiel.<br />

Totaaloverzicht (niet bitumineuze en open <strong>voegen</strong>)<br />

Dilatatie staalvezel kunsthars staal matten overig<br />

Voldoet wel 626 110 191 245 41 39<br />

Voldoet niet 63 6 36 20 0 1<br />

Totaal 689 116 227 265 41 40<br />

Perc niet 9% 5% 16% 8% 0% 3%<br />

Bij 63 van de beoordeelde <strong>voegen</strong> in deze categorie (totaal 689) bleek de dilatatie niet te voldoen. Dit<br />

is 9%. De schade aan de voegconstructie is niet groter dan wanneer de dilatatie wel voldoet. De<br />

kwaliteit van het afdicht profiel is in 90% van de gevallen met niet voldoen dilatatie slecht. Dit is<br />

beduidend meer dan gemiddeld.<br />

Dilatatie voldoet niet Kwaliteit afdichtprofiel<br />

Schade<br />

voeg goed matig slecht<br />

Geen 8 2 1 5<br />

Licht 19 1 4 14<br />

Matig 10 10<br />

Ernstig 26 26<br />

Totaal 63 3 5 55<br />

De bitumineuze <strong>voegen</strong> konden niet beoordeeld worden op dit punt.<br />

3.1.2. De constructieve staat van de <strong>voegen</strong><br />

Deze is verantwoordelijk voor de vervulling van de functies opname belastingen en comfort. Deze is<br />

beoordeeld aan de hand van schadebeelden en de ernst van de schade. Resultaten beschreven per<br />

voegtype.<br />

3.1.3. Aansluiting asfalt<br />

Beoordeeld is of de aansluiting voldoet, omdat er vermoed wordt dat de kwaliteit van de aansluitende<br />

verharding invloed heeft op de schade van bepaalde typen voegovergangen. Een overzicht van de<br />

waarnemingen per hoofdtype voegovergang zijn weergegeven in onderstaande tabel. De aard van de<br />

afwijking is niet nader gespecificeerd bij de <strong>inventarisatie</strong>. Het effect ervan wordt besproken per type<br />

voeg.<br />

aansluiting asfalt totaal bitumen staalvezel kunsthars staal matten open voeg overig<br />

voldoet wel 787 192 111 178 208 37 23 38<br />

voldoet niet 150 14 5 45 63 4 15 4<br />

percentage 16% 7% 4% 20% 23% 10% 39% 10%<br />

17 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.1.4. Waterdichte afsluiting<br />

De waterdichtheid is beoordeeld door de kwaliteit van het afdichtprofiel en rechtsreeks aan de hand<br />

van de lekkage. In het algemeen ijlt lekkage na op het slechter worden van de kwaliteit van het<br />

voegprofiel. De resultaten zijn beschreven per voegtype.<br />

Een totaaloverzicht is gegeven in navolgende tabel:<br />

Vervolgschade gerelateerd aan mate van lekkage<br />

Vervolgschade % Lekkage<br />

Lekkage ernstig matig licht geen onbekend totalen excl. open<br />

Ernstig (% van 134) 14% 19% 7% 45% 15% 100%<br />

Ernstig (aantal) 19 26 9 60 20 134 15%<br />

Matig 2 20 21 54 10 107 12%<br />

Licht 0 6 15 161 10 192 21%<br />

Geen 1 4 1 387 0 393 43%<br />

Onbekend 1 3 0 54 27 85 9%<br />

Open voeg 4 10 0 22 8 44 nvt<br />

Totalen 27 69 46 738 75 955 911<br />

3.1.5. Vervolgschade<br />

Ook is de vervolgschade beoordeeld; zowel bij lekkage als bij open <strong>voegen</strong>.<br />

Bij lekkage ontstaat vervolgschade aan de onderliggende constructie. De vervolgschade is apart<br />

beoordeeld. Over het geheel is bij 14% van de <strong>voegen</strong> met lekkage ernstige vervolgschade<br />

geconstateerd. In bijna alle gevallen bij ernstige lekkage. De schadegevoeligheid van de<br />

onderliggende constructie is een belangrijke factor en de tijd speelt een belangrijke rol. Lekkage geeft<br />

niet direct schade, echter bij langdurige lekkage mag een sterke toename van de vervolgschade<br />

verwacht worden.<br />

Het aantal gevallen waarbij er vervolgschade is aan de onderliggende constructie, is beperkt. Wel is<br />

het zo dat in geval van vervolgschade er regelmatig sprake is van ernstige schade. Kennelijk is de<br />

schadegevoeligheid van de onderliggende constructie een belangrijke factor en speelt de tijd een<br />

belangrijke rol. Bij blijvende langdurige lekkage mag een sterke toename van de vervolgschade<br />

verwacht worden. Met inspecties is dit vroegtijdig te signaleren.<br />

aantal met ernst lekkage<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

Vervolgschade<br />

ernstig matig licht geen<br />

gevolgschade<br />

geen<br />

licht<br />

matig<br />

ernstig<br />

open voeg<br />

onbekend<br />

18 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

aantal met ernst lekkage<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Vervolgschade<br />

ernstig<br />

gevolgschade<br />

geen<br />

licht<br />

matig<br />

ernstig<br />

open voeg<br />

onbekend


In 14% van de gevallen met ernstige lekkage is ernstige vervolgschade geconstateerd. De resultaten<br />

zijn uitgesplitst weergegeven in bovenstaande figuren. De eerste figuur geeft voor alle vier<br />

categorieën vervolgschade (geen/licht/matig/ernstig) de onderverdeling beoordeling naar beoordeling<br />

van lekkage (geen/licht/matig/ernstig, open <strong>voegen</strong>, onbekend).<br />

3.2 Stalen <strong>voegen</strong> met afdichtprofiel ingeklemd of in klauw<br />

3.2.1. Algemeen<br />

De stalen voegconstructies zijn in de inbouwperiode 1965 - 1980 de meest voorkomende types. Het<br />

merendeel van deze types in de <strong>inventarisatie</strong> is tussen de 30 en 40 jaar oud en nog in oorspronkelijke<br />

staat (niet gemodificeerd). Het jaar van inbouw is bij 93% van de <strong>voegen</strong> bekend. Er is een 18-tal<br />

varianten aangetroffen. De beoordeling van de kwaliteit van deze <strong>voegen</strong> is op het globale niveau van<br />

de beoordeling in de <strong>inventarisatie</strong> dusdanig vergelijkbaar dat geen onderscheid gemaakt is naar type.<br />

Alleen het verschil tussen een afdichtprofiel in een klauwprofiel en ingeklemd<br />

rubberpakket/afdichtprofiel is nader bekeken.<br />

3.2.2. Schade voegconstructie<br />

De onderscheiden schadebeelden aan de voegconstructie zijn:<br />

Stalen <strong>voegen</strong> met klem/klauwprofiel en/of<br />

roosterconstructies<br />

2* Corrosie roosterconstructie en defecten rooster<br />

3* Ontbreken van de betonvulling in de roostervakken<br />

4* Ontbreken van de slijtlaag en defecten deklaag<br />

* Schade nummers corresponderen met nummering in Bijlage A<br />

Van deze schadebeelden is corrosieschade en daarmee samenhangende schade aan de<br />

staalconstructie het maatgevende schadebeeld. De andere twee komen wel in combinatie met<br />

corrosieschade voor, echter vrijwel nooit zelfstandig. De schade aan de <strong>voegen</strong> is bij 10% van de<br />

<strong>voegen</strong> ernstig en 20% matig als we alle (273) stalen <strong>voegen</strong> beschouwen. Maken we onderscheid<br />

naar <strong>voegen</strong> in en over de rijksweg, dan blijkt de categorie matig/ernstige schade in beide gevallen<br />

even groot. Voegen over de rijksweg hebben daarbinnen iets vaker ernstige schade.<br />

Voor het trekken van conclusies dient opgemerkt dat de reparatie historie niet geregistreerd is.<br />

Bekend is dat in de rijksweg zeer beperkt onderhoud wordt gepleegd aan de voegconstructie en over<br />

de rijksweg in de regel helemaal niet. Met dit in het achterhoofd geeft de <strong>inventarisatie</strong> een goed<br />

beeld hoe dit type voeg na lange tijd in gebruik (enkele tientallen jaren) er bij ligt. De prestatie is goed<br />

te noemen.<br />

3.2.3. Kwaliteit afdichtprofielen en lekkage<br />

Beoordeeld is de kwaliteit van het afdichtprofiel (goed/matig /slecht) en waar mogelijk de lekkage<br />

van de voeg (geen/licht/matig/ernstig). De kwaliteit van de afdichtprofielen is in 50% van de<br />

gevallen slecht en nog eens 30% matig. Krap 20% van de profielen is goed. Er is daarbij weinig<br />

verschil tussen <strong>voegen</strong> in en over de rijksweg. De lekkage van de <strong>voegen</strong> is bij ruwweg ¼ van de<br />

<strong>voegen</strong> matig tot ernstig en bij ¾ licht tot geen. Ernstige lekkage is uitsluitend geconstateerd bij<br />

slechte kwaliteit afdichtprofiel.<br />

Er zijn twee nadere analyses uitgevoerd op deze gegevens; de staat van het afdichtprofiel als functie<br />

van de leeftijd en vergelijking tussen geklemde profielen en profielen in klauw.<br />

De staat van het afdichtprofiel als functie van de leeftijd is weergegeven in onderstaande figuur.<br />

19 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

kwaliteit afdichtprofiel bij stalen <strong>voegen</strong><br />

slecht<br />

matig<br />

0 tot 10 jr 11 tot 20 jr 21 tot 30 jr 31 tot 40 jr leeftijd<br />

Als rode draad is te herkennen dat van de <strong>voegen</strong> tussen de 21 en 30 jaar ruim de helft van de<br />

profielen slecht is en de rest matig van kwaliteit. Opvallend is dat van de oudste categorie toch nog<br />

10% goed is. Dit betreft 20 stuks. Hiervan zijn 15 met afdichtprofiel in klauw; 4 stuks ombouw EGV<br />

(type 49) met jaar van inbouw 1969; Deze zijn waarschijnlijk nieuwer; 1 stuks EKV (type 10) uit 1965.<br />

De profielen in klauw presteren beter (zie nadere analyse klauw versus ingeklemd). Gecombineerd<br />

met de bevinding dat ernstige lekkage alleen geconstateerd is bij slechte profielen, wordt de<br />

technisch/functionele levensduur van het afdichtprofiel geschat tussen de 20 en 30 jaar.<br />

3.2.4. Prestatie profiel in klauw versus ingeklemd profiel.<br />

Vergeleken zijn de lekkages gerelateerd aan de kwaliteit van het afdichtprofiel. Verwacht wordt dat<br />

ingeklemde profielen gevoeliger zijn voor lekkage. Van de totaal 273 beoordeelde <strong>voegen</strong> zijn er 70<br />

met een profiel in klauw. Vergelijking laat zien dat ernstige lekkage bij beide typen alleen voorkomt<br />

bij slechte kwaliteit profielen. De kwaliteit van de afdichtingsprofielen in klauwprofiel is opvallend<br />

beter dan de ingeklemde (zie onderstaande tabel). Het aandeel lekkende <strong>voegen</strong> is daardoor dan ook<br />

kleiner.<br />

Kwaliteit<br />

afdichtprofiel klauwprofiel ingeklemd profiel<br />

slecht 9 13% 127 63%<br />

matig 23 33% 57 28%<br />

goed 38 54% 11 5%<br />

onbekend 0 0% 8 4%<br />

Totaal 70 100% 203 100%<br />

De leeftijdsverdeling van de <strong>voegen</strong> met ingeklemd profiel heeft zijn zwaartepunt tussen de 30 en 35<br />

jaar. De categorie klauwprofiel valt in twee groepen in te delen; 23 stuks met een leeftijd minder dan<br />

10 jaar en 47 met een leeftijd tussen de 31 en 39 jaar. De kwaliteit van het afdichtprofiel is bij alle<br />

nieuwere <strong>voegen</strong> goed, bij de oudere groep komen de matige en slechte voor. Bij 7 van de 9 slechte<br />

profielen is ernstige lekkage, bij 2 matige. De conclusie is dat een afdichtprofiel in klauw gaat langer<br />

mee gaat dan ingeklemd. De functionele levensduur (bescherming tegen lekkage) ligt tussen de 30 en<br />

40 jaar.<br />

goed<br />

20 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.2.5. Levensduur<br />

De levensduurverwachting van de <strong>voegen</strong> is bepaald door de restlevensduur in te schatten en deze op<br />

te tellen bij de leeftijd. De voegconstructie heeft in vrijwel alle beoordeelde gevallen ook bij ernstige<br />

schade aan vervangbare onderdelen een restlevensduur van 15 jaar. De zo bepaalde levensduur is<br />

ruim 46 jaar. Bij tijdige renovatie is de levensduur te verlengen tot ca. 60 jaar (zie ook bevindingen<br />

open <strong>voegen</strong>).<br />

Levensduur<br />

voegconstructie<br />

Type voeg alle in over<br />

Staal 46,2 46,2 46,3<br />

3.3 Staalvezel- en kunstharsbetonbalken met ingelijmd profiel<br />

3.3.1. Algemeen<br />

Vanaf 1980 zijn de staalvezel- en kunstharsbetonbalken met ingelijmde profielen veel toegepast. Als<br />

afdichtprofiel zijn VA en ACME profielen toegepast. Het jaar van inbouw is bij ruim ¼ van deze<br />

<strong>voegen</strong> onbekend. Vaak is de voeg ter vervanging van het oorspronkelijke type of een bezweken<br />

identieke voeg aangebracht. Deze historie is niet geregistreerd evenals in het verleden uitgevoerde<br />

reparaties. Dit maakt beoordeling van de prestatie op een aantal punten lastig. Toch is een redelijk<br />

beeld van de prestatie van deze typen <strong>voegen</strong> te geven. Daarbij is gekeken naar voorkomende<br />

schadebeelden aan de balken, de kwaliteit van het afdichtprofiel en de lekkage. Specifiek is gekeken<br />

naar de relatie tussen aansluiting van de verharding en schade aan balken en naar het verschil in<br />

prestatie tussen een VA en ACME afdichtprofiel.<br />

3.3.2. Schade voegconstructie<br />

De onderscheiden schadebeelden aan de voegconstructie zijn:<br />

Staalvezel- en kunstharsbeton <strong>voegen</strong><br />

6* Defecten aan de balkconstructie<br />

7* Te hoog afwerken van de balkconstructie<br />

8* Het ontbreken van de slijtlaag<br />

* Schade nummers corresponderen met nummering in Bijlage A<br />

Van deze schades is ‘te hoog afwerken van de balkconstructie’ niet waargenomen. ‘Het ontbreken<br />

van de slijtlaag’ komt op een enkele uitzondering na in combinatie met ‘defecten aan de<br />

balkconstructie voor’. Dit laatste is ook het bepalende schadebeeld voor de levensduur van de balken.<br />

De schade bestaat uit scheuren in de balken en afgebrokkelde balken.<br />

De staalvezel- en kunstharsbeton balken vertonen veel schade; ruwweg de helft van de <strong>voegen</strong> heeft<br />

matige tot ernstige schade. De kunstharsbalken scoren daarbij slechter dan de staalvezelbetonbalken.<br />

Vooral de kunstharsbeton balken in de rijksweg vertonen veel schade; 34% ernstige schade.<br />

Alle <strong>voegen</strong> Ernst schade<br />

Type voeg geen licht matig ernstig onbekend aantal<br />

Kunsthars ingelijmd 9% 40% 24% 26% 1% 234<br />

Staalvezel ingelijmd 9% 44% 30% 16% 0% 116<br />

21 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Nadere analyse van schades ter plaatse van de aansluiting van de verharding op voegovergangbalken<br />

laat zien dat bij onvoldoende aansluiting van de verharding de kunstharsbalken beduidend meer<br />

schade hebben; de helft van de balken bij onvoldoende aansluiting is ernstig beschadigd, terwijl bij<br />

voldoende aansluiting nog geen 20% ernstige schade vertoont. De verklaringen die hiervoor worden<br />

gegeven door experts zijn de uitvoeringsgevoeligheid in combinatie met de vaak gewenste zeer korte<br />

inbouwtijd. De kunstharsmortel is erg lastig in goed profiel aan te brengen, de aansluiting is bij aanleg<br />

al vaak niet goed. Door krimp van de kunsthars wordt dit tijdens gebruik nog eens versterkt. Krimp<br />

van de balken verstoort de aansluiting. Bij slechte aansluiting tussen balk en verharding neemt de<br />

schade toe.<br />

Kunstharsbalken met ingelijmd profiel<br />

Aansluiting asfalt<br />

Schade voeg Voldoet niet Voldoet wel<br />

Ernstig 23 51% 32 18%<br />

Matig 9 20% 46 26%<br />

Licht 10 22% 83 47%<br />

Geen 1 2% 17 10%<br />

Onbekend 2 4% 0 0%<br />

Totaal 45 100% 178 100%<br />

223 20% 80%<br />

(223 i.p.v. totaal 234, omdat van 11 stuks geen gegevens over aansluiting asfalt zijn)<br />

De analyse van het verband tussen voldoen van aansluiting verharding en schade aan<br />

staalvezelbetonbalken is ook gemaakt. Opvallend is het gering aantal gevallen waarbij de aansluiting<br />

niet voldoet. Met 4% ligt dit ver onder het totaal gemiddelde van 16% niet voldoen aansluiting. Het<br />

aantal balken met onvoldoende aansluiting is te klein om een verband te leggen tussen mate van<br />

voldoen aansluiting en schade.<br />

Volgens de experts zijn de staalvezel balken beter in profiel te brengen. Vaak wordt dit type<br />

ingebouwd als er meer uitvoeringstijd is en de balken krimpen niet na aanleg.<br />

Staalvezelbetonbalken met ingelijmd<br />

profiel<br />

Aansluiting asfalt<br />

Schade voeg Voldoet niet Voldoet wel<br />

Ernstig 2 40% 17 15%<br />

Matig 2 40% 33 30%<br />

Licht 1 20% 50 45%<br />

Geen 0 0% 11 10%<br />

Onbekend 0 0% 0 0%<br />

Totaal 5 100% 111 100%<br />

116 4% 96%<br />

3.3.3. Kwaliteit afdichtprofielen en lekkage<br />

Beoordeeld is de kwaliteit van het afdichtprofiel (goed/matig/slecht) en waar mogelijk de lekkage<br />

door de voeg (geen/licht/matig/ernstig). De kwaliteit van de afdichtprofielen is bij ruim 50% van de<br />

kunstharsbalken en 40% van de staalvezelbetonbalken slecht als alle <strong>voegen</strong> beschouwd worden. Het<br />

slechtst zijn de profielen in de rijksweg van de kunstharsbalken; 60% slecht. De lekkage van de<br />

<strong>voegen</strong> is bij 23% van de kunstharsbalken en 10% van de staalvezelbetonbalken ernstig als alle<br />

22 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


<strong>voegen</strong> beschouwd worden. Qua lekkage presteren kunstharsbalken in de rijksweg het slechtst met<br />

28% ernstige lekkage.<br />

Vergeleken is lekkage bij ACME profielen en VA profielen apart voor de kunsthars- en<br />

staalvezelbetonbalken (zie onderstaande tabellen). Ernstige lekkage komt bij ACME profielen<br />

beduidend minder voor dan bij VA profielen. Ernstige lekkage komt alleen voor bij slechte ACME<br />

profielen. Bij VA profielen is ernstige lekkage veel minder gekoppeld aan kwaliteit profiel, Lekkage<br />

komt ook voor bij goede en matige kwaliteit van de profielen. Opvallend is dat bij<br />

staalvezelbetonbalken met VA profiel er nauwelijks verband is tussen ernst lekkage en kwaliteit<br />

profiel. Hoewel enige voorzichtigheid geboden is met harde conclusies over de staalvezelbetonbalken<br />

met ACME profiel, vanwege het relatief geringe aantal (29), presteert dit type het beste als naar het<br />

totaalbeeld van schade aan voegconstructie en waterafdichting wordt gekeken.<br />

Staalvezelbeton met ingelijmd VA profiel<br />

Lekkage geen licht matig ernstig onbekend totaal percentage<br />

Kwaliteit profiel<br />

Goed 0 1 1 2 0 4 5%<br />

Matig 6 9 11 7 5 38 44%<br />

Slecht 7 16 17 2 3 45 51%<br />

Totaal 13 26 29 11 8 87 100%<br />

Percentage 15% 30% 33% 13% 9% 100%<br />

Kunstharsbeton met ingelijmd VA profiel<br />

Lekkage geen licht matig ernstig onbekend totaal percentage<br />

Kwaliteit profiel<br />

Goed 8 1 0 1 2 12 7%<br />

Matig 36 13 7 2 6 64 35%<br />

Slecht 13 34 12 40 8 107 58%<br />

Totaal 57 48 19 43 16 183 100%<br />

percentage 31% 26% 10% 23% 9% 100%<br />

Staalvezelbeton met ingelijmd ACME profiel<br />

Lekkage geen licht matig ernstig onbekend totaal percentage<br />

Kwaliteit profiel<br />

Goed 18 0 0 0 0 18 62%<br />

Matig 6 0 0 0 4 10 35%<br />

Slecht 0 0 0 0 1 1 3%<br />

Totaal 24 0 0 0 5 29 100%<br />

Percentage 83% 0% 0% 0% 17% 100%<br />

Kunstharsbeton met ingelijmd ACME profiel<br />

Lekkage geen licht matig ernstig onbekend totaal percentage<br />

Kwaliteit profiel<br />

Goed 15 0 2 0 0 17 33%<br />

Matig 4 2 1 0 1 8 16%<br />

Slecht 8 7 4 6 1 26 51%<br />

Totaal 27 9 7 6 2 51 100%<br />

Percentage 53% 18% 14% 12% 4% 100%<br />

23 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.3.4. Levensduur<br />

Getracht is via het inschatten van de restlevensduur meer inzicht te krijgen in de levensduur van de<br />

<strong>voegen</strong>. De restlevensduur vanaf het moment van <strong>inventarisatie</strong> vermeerderd met de leeftijd geeft de<br />

geschatte levensduur. De restlevensduur is gedefinieerd als de nog resterende levensduur van de<br />

voegconstructie, los van het afdichtprofiel, zonder dat renovatie van de voegconstructie uitgevoerd<br />

wordt. Voor de kunsthars en staalvezel balken is de inschatting redelijk consistent. Omdat van een<br />

groot deel van de <strong>voegen</strong> (vooral in de rijksweg) het jaar van inbouw niet bekend is, is vaak geen<br />

levensduur te bepalen. Jaar van inbouw is onbekend bij 25% van de kunstharsbalken en 28 % van de<br />

staalvezelbetonbalken met ingelijmd profiel. De geschatte levensduur is verzameld per hoofdtype in<br />

onderstaande tabel:<br />

levensduur<br />

voegconstructie<br />

Type voeg alle in over<br />

kunshars ingelijmd 20,5 19,9 21,1<br />

staalvezel ingelijmd 22,0 21,2 24,1<br />

Waar wel een levensduur te bepalen was geven de kunstharsbalken in de categorie ‘in de rijksweg’<br />

relatief veel spreiding te zien; een aantal heeft na 20 jaar matige schade terwijl een verglijkbaar aantal<br />

al tussen de 10 en 15 jaar matige of ernstige schade vertoont. Daar komt nog bij dat het<br />

bezwijkgedrag van de balken sterk progressief is.<br />

Om toch wat meer te kunnen zeggen over de levensduur van staalvezel- en kunstharsbalken in de<br />

rijksweg is een nadere analyse gemaakt van de restlevensduren afgezet tegen de ernst van de schade.<br />

Deze is wel van alle balken bepaald. De gemiddelde restlevensduren staan in de volgende tabellen:<br />

Schade<br />

kunsthars ingelijmd<br />

Restlevensduur<br />

alle in over<br />

Geen 9,3 9,4 9,2<br />

Licht 6,0 5,7 6,3<br />

Matig 4,9 4,9 5,0<br />

Ernstig 1,8 1,8 1,8<br />

Schade<br />

staalvezel ingelijmd<br />

Restlevensduur<br />

alle in over<br />

Geen 9,1 10,0 7,5<br />

Licht 8,0 8,3 7,3<br />

Matig 5,3 5,4 5,0<br />

Ernstig 3,6 3,4 5,0<br />

Het eerste wat opvalt is dat de inspecteurs de restlevensduur van onbeschadigde balken aan de<br />

voorzichtige kant inschatten. Wat verder opvalt is dat de restlevensduur van de staalvezel balken bij<br />

grotere schade gunstiger wordt ingeschat dan de kunstharsbalken. Kennelijk is het bezwijkgedrag van<br />

kunstharsbalken sterk progressief; bij ernstige schade binnen 2 jaar einde levensduur. Bij<br />

staalvezelbetonbalken met ernstige schade is einde levensduur gemiddeld na 3 tot 5 jaar.<br />

24 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.4 Bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

3.4.1. Algemeen<br />

Vanaf halverwege de jaren ‘80 zijn bitumineuze <strong>voegen</strong> veel toegepast. In de <strong>inventarisatie</strong> was het<br />

aandeel van dit type voeg 22% van het totaal aantal. Hoewel de <strong>inventarisatie</strong> primair gericht is op<br />

<strong>voegen</strong> met een afdichtprofiel en niet op de specifieke aspecten van bitumineuze <strong>voegen</strong>, zijn deze<br />

wel in de <strong>inventarisatie</strong> meegenomen om een globaal beeld te krijgen. De analyse van de resultaten is<br />

minder grondig gedaan dan die van de andere typen.<br />

Zo is het jaar van inbouw in 42% van de bitumineuze <strong>voegen</strong> niet bekend. Vaak is de voeg ter<br />

vervanging van het oorspronkelijke type of een bezweken bitumineuze voeg aangebracht. Deze<br />

historie is niet geregistreerd evenals in het verleden uitgevoerde reparaties. Dit maakt beoordeling van<br />

de prestatie voor dit type op veel punten lastig. Toch is een redelijk overall beeld verkregen van de<br />

voorkomende schadebeelden aan de <strong>voegen</strong>, het aantal beschadigde <strong>voegen</strong> en de lekkage. Specifiek<br />

is gekeken naar de relatie tussen schade aan de voeg en het al dan niet voldoen van de aansluitende<br />

verharding.<br />

3.4.2. Schade voegconstructie<br />

De onderscheiden schadebeelden aan de voegconstructie zijn:<br />

Bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

9* verzakking van de bitumineuze voeg<br />

10* zichtbaar worden van de plaat aan het oppervlak<br />

11* lekkage<br />

12* scheurvorming<br />

13* verplaatsen van het bitumineuze materiaal<br />

(spoorvorming/uitrijden)<br />

14* loslaten van de flanken (hechtvlak met aansluitende<br />

verharding)<br />

16* uitvloeien voegmateriaal bij schampkanten<br />

* Schade nummers corresponderen met nummering in Bijlage A<br />

Van de geregistreerde schades is ‘zichtbaar worden van de plaat aan het oppervlak’ nooit<br />

waargenomen. ‘Lekkage’ is apart beoordeeld en is daarom niet als schade aan de constructie<br />

meegenomen. De meeste schades betreffen combinaties van schadebeelden. Alleen het schadebeeld<br />

‘spoorvorming’ komt regelmatig als enig schadebeeld voor. Bij de combinaties komen ‘verzakking van<br />

de voeg’ en ‘uitvloeien materiaal aan de schampkanten’ minder vaak voor in de gecombineerde<br />

schadebeelden en ‘scheurvorming’ en ‘loslaten van de flanken’ relatief vaker. Bij ernstige schade is<br />

‘spoorvorming’ in de meeste gevallen aanwezig, vaak in combinatie met andere schadebeelden.<br />

Een overzicht van de ernst van de schades is gegeven in onderstaande tabel. Het merendeel (178) van<br />

deze <strong>voegen</strong> bevindt zich in de rijksweg. Bij de <strong>inventarisatie</strong> bleek dat veel <strong>voegen</strong> recentelijk<br />

gerepareerd zijn. Kwantitatieve gegevens over reparaties zijn niet bekend.<br />

in/over de rijksweg In/ over<br />

Schade<br />

categorie voeg geen licht matig ernstig aantal<br />

bitumineus 20% 39% 23% 17% 206<br />

Specifiek is gekeken naar de relatie tussen schade aan de voeg al dan niet voldoen van aansluitende<br />

verharding. Een overzicht van de schade aan de bitumineuze <strong>voegen</strong> met daarbij een uitsplitsing naar<br />

25 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


spoorvorming als schadebeeld of een van de schadebeelden is opgenomen in onderstaande tabel. Dit<br />

is verder uitgesplitst naar wel en niet voldoen van de aansluitende verharding.<br />

Schade voegconstructie – spoorvorming – aansluiting verharding<br />

aansluiting verharding voldoet<br />

schade spoorvorming<br />

wel niet<br />

ernstig 36 nee 9 7 2<br />

ja 27 16 11<br />

matig 47 nee 23 23 0<br />

ja 24 24 0<br />

licht 81 nee 15 15 0<br />

ja 66 65 1<br />

geen 42 nee 42 42 0<br />

ja 0 0 0<br />

totaal 206 206 192 14<br />

Wat opvalt is dat vergeleken met het totaal aantal <strong>voegen</strong> het percentage bitumineuze <strong>voegen</strong> met<br />

niet voldoen van de aansluitende verharding (7%) beduidend minder is dan gemiddeld (16%). De niet<br />

voldoende aansluiting gaat vrijwel altijd samen met ernstige schade aan de voeg en merendeels<br />

gecombineerd met spoorvorming in de voeg. Het lijkt er sterk op dat de spoorvorming in de voeg de<br />

niet voldoende aansluiting veroorzaakt.<br />

3.4.3. Levensduur<br />

Voor de bitumineuze <strong>voegen</strong> is geen duidelijk einde van de levensduur aan te geven. Reparatie is vaak<br />

een soort deelvervanging, dus einde levensduur van het betreffende stuk voeg. Er ontstaat een grijs<br />

gebied tussen reparatie en vervanging. Analyse van de levensduur is in zekere mate indicatief, omdat<br />

van een groot aantal van de <strong>voegen</strong> het jaar van inbouw onbekend is. Van de meest interessante<br />

categorie, <strong>voegen</strong> met ernstige schade, is van slechts 5 van de 36 het jaar van inbouw bekend. De<br />

restlevensduur van deze categorie wordt ingeschat op 0 tot 1 jaar. Een totaaloverzicht is gegeven in<br />

onderstaande tabel. Bij levensduur 36 en 39 jaar is het jaar van inbouw, respectievelijk 1965 en 1968,<br />

fout geregistreerd. Deze zijn niet in de analyse meegenomen.<br />

in/over de<br />

rijksweg in/ over<br />

categorie voeg bitumineus<br />

Schade leeftijd<br />

Ernst schade 0 1 2 8 9 10 36* 39* onbekend Eindtotaal<br />

geen 17 3 1 21 42<br />

licht 5 7 2 1 2 2 62 81<br />

matig 4 3 1 2 2 1 34 47<br />

ernstig 2 1 2 31 36<br />

Eindtotaal 26 12 4 2 2 6 4 2 148 206<br />

* jaar van inbouw fout geregistreerd<br />

De levensduurverwachting is gebaseerd op de categorie <strong>voegen</strong> waarvan jaar van inbouw bekend is<br />

met de leeftijd en de inschatting van de restlevensduur. De resultaten zijn verzameld in onderstaande<br />

tabel. De levensduurverwachting van de bitumineuze <strong>voegen</strong> in de rijksweg blijkt erg kort te zijn; 3,5<br />

jaar als alle waarnemingen met bekend jaar van inbouw worden meegenomen.<br />

26 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Het weglaten van de <strong>voegen</strong> zonder schade in het bepalen van de levensduurverwachting heeft<br />

weinig invloed. De levensduurverwachting is gebaseerd op de beoordeling van <strong>voegen</strong> in de rijksweg<br />

bepaald door <strong>voegen</strong> die de afgelopen 5 jaar zijn ingebouwd.<br />

aantal<br />

bitumineus totaal beoordeeld levensduurverwachting opmerking<br />

alle <strong>voegen</strong> 206 52 4,3 jaar<br />

in rijksweg 178 42 3,5 jaar Alle schades<br />

in rijksweg 178 24 3,6 jaar alleen licht/matig/ernstig<br />

over rijksweg 28 10 10,4 jaar<br />

3.4.4. Lekkage<br />

Een overzicht van de lekkage van de bitumineuze <strong>voegen</strong> is gegeven in onderstaande tabel. Het<br />

percentage met ernstige lekkage is met 18% lager dan bij veel andere typen. Bedacht moet worden<br />

dat de bitumineuze <strong>voegen</strong> relatief nieuw zijn in vergelijking met de andere typen. Dat betekent dat<br />

bitumineuze <strong>voegen</strong> al direct na inbouw of enkele jaren daarna ernstige lekkage kunnen vertonen. De<br />

bescherming tegen lekkage van bitumineuze <strong>voegen</strong> is niet optimaal.<br />

aantal<br />

Lekkage bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

geen licht Matig ernstig onbekend Eindtotaal<br />

%<br />

(bekend) aantal<br />

%<br />

(bekend) aantal<br />

%<br />

(bekend) aantal<br />

%<br />

(bekend)<br />

in rijksweg 65 40% 61 37% 20 12% 17 10% 15 178<br />

over rijksweg 13 50% 5 19% 7 27% 1 4% 2 28<br />

totaal 78 41% 66 35% 27 14% 18 10% 17 206<br />

3.5 Matten<strong>voegen</strong><br />

3.5.1. Algemeen<br />

De matten<strong>voegen</strong> in de <strong>inventarisatie</strong> zijn voor het merendeel minder dan 10 jaar oud. In totaal zijn<br />

41 maten<strong>voegen</strong> geïnspecteerd, merendeels type Algaflex (zie onderstaande tabel).<br />

Type mattenvoeg aantal<br />

STOG 3<br />

Algaflex 36<br />

Multiflex 2<br />

Transflex 0<br />

Sollinger Hütte 0<br />

Totaal 41<br />

De 3 STOG’s zijn oudere exemplaren, 12 tot 17 jaar oud, en zijn dringend aan onderhoud toe.<br />

De Multiflex en Algaflex zijn goed vergelijkbaar<br />

3.5.2. Schade voegconstructie<br />

De onderscheiden schadebeelden aan de voegconstructie zijn:<br />

27 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Matten<strong>voegen</strong><br />

17* loszittende en/of ontbrekende bevestigingsmiddelen<br />

18* defecten aan rubberband<br />

19* doorzakken mat (onderliggende constructie)<br />

20* defecten aan overgangsbalken<br />

* Schade nummers corresponderen met nummering in Bijlage A<br />

Alle schadebeelden blijken bij de geïnventariseerde matten<strong>voegen</strong> voor te komen. Bij ernstige schade<br />

is in de regel sprake van gecombineerde schadebeelden, zonder dat er een als maatgevend uitspringt.<br />

Opvallend is het schadebeeld waarbij de ingevulcaniseerde stalenplaat bloot komt te liggen. Dit<br />

betekent tevens het einde van de levensduur van de betreffende matten<strong>voegen</strong>.<br />

3.5.3. Schade voegconstructie, lekkage en restlevensduur<br />

Een overzicht van de schade aan de matten en de lekkage is gegeven in onderstaande tabel.<br />

Matten<strong>voegen</strong><br />

Alle <strong>voegen</strong> geen licht matig ernstig onbekend totaal<br />

Schade voegconstructie 13 10 3 15 - 41<br />

32% 24% 7% 37% -<br />

lekkage 4 6 0 12 19 41<br />

10% 15% 0% 29% 46%<br />

Bij de interpretatie van de resultaten moet bedacht worden dat de beoordeelde <strong>voegen</strong> uit<br />

voornamelijk drie bouwjaren (1995, 1997 en 2001) komen. Van 6 <strong>voegen</strong> is jaar van inbouw<br />

onbekend. Een analyse per leeftijdsgroep laat zien dat de <strong>voegen</strong> uit 1995 allemaal ernstige schade<br />

hebben en nagenoeg einde levensduur zijn. De <strong>voegen</strong> uit 1997 hebben lichte tot matige schade en<br />

hebben nog ca. 5 jaar restlevensduur. De <strong>voegen</strong> uit 2001 hebben geen tot lichte schade, met<br />

uitzondering van twee exemplaren met ernstige schade aan bevestiging en/of doorzakken. De<br />

restlevensduur wordt ingeschat op 7 jaar.<br />

De levensduur van de matten<strong>voegen</strong> komt op basis van deze resultaten op 10 jaar.<br />

Niet voldoen van de aansluitende verharding is bij 1 van de 41 <strong>voegen</strong> geconstateerd.<br />

De drie STOG <strong>voegen</strong> liggen in de rijksweg en scoren qua schade beduidend beter dan de Algaflex en<br />

Multiflex; 2 uit 1992 hebben ernstige schade, maar kunnen geschat nog 15 jaar mee, 1 exemplaar uit<br />

1987 heeft lichte schade aan de constructie en matige kwaliteit profiel. Ook dit exemplaar kan nog 15<br />

jaar mee. De Levensduur komt daarmee op ca 30 jaar. Of dit representatief is kan op basis van drie<br />

waarnemingen niet gezegd worden.<br />

Ernstige lekkage komt op een geval na uitsluitend voor bij ernstig beschadigde <strong>voegen</strong>. Omgekeerd is<br />

bij 11 van de 15 <strong>voegen</strong> met ernstige schade ernstige lekkage geconstateerd. Dit is beduidend vaker<br />

dan bij de <strong>voegen</strong> met een ingelijmd en ingeklemd profiel, of profiel in klauw.<br />

3.6 Open <strong>voegen</strong><br />

Van de oudere exemplaren, voor 1965, zijn de open <strong>voegen</strong> veel voorkomend. Ook al zijn de <strong>voegen</strong><br />

oud (range 40 tot 51 jaar, gemiddeld 42,6 jaar), over het algemeen verkeren ze in redelijke staat:<br />

26% ernstige schade. Een deel hiervan is nog op te knappen, echter een deel is zover dat ze<br />

28 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


afgeschreven moeten worden. Eerder onderhoud had dit kunnen voorkomen. De hoofdoorzaak is<br />

corrosie en daaraan gerelateerde schade. Bij tijdig onderhoud is een levensduur van rond de 60 jaar<br />

haalbaar. Zonder onderhoud rond de 50 jaar.<br />

Open <strong>voegen</strong> leeftijd+restlevensduur<br />

schade aantal percentage levensduur leeftijd<br />

ernstig 10 26% 46,4 43,4<br />

licht 24 63% 56,2 42,4<br />

geen 4 11% 57,0 42<br />

totaal 38 100% 53,7 42,6<br />

3.7 Overige<br />

In deze categorie vallen de typen waarvan het aantal in de <strong>inventarisatie</strong> te klein is om een volledige<br />

beoordeling te geven. Een drietal typen zijn hier vermeldenswaard.<br />

3.7.1. Stalen randprofielen verankerd in staalvezel en kunstharsbalken met afdichtprofiel in klauw<br />

Ten opzichte van de balken met een ingelijmd afdichtprofiel houden deze balken zich beduidend<br />

beter. De beoordeling van de schade, afgezet tegen de levensduurverwachting is verzameld in<br />

onderstaande tabellen.<br />

In/over de<br />

rijksweg In<br />

Categorie voeg Staalvezel met klauw<br />

Schade Leeftijd + restlevensduur<br />

Ernst schade 15 onbekend Eindtotaal<br />

geen 2 1 3<br />

licht 4 4<br />

Eindtotaal 2 5 7<br />

In/over de<br />

rijksweg In<br />

Categorie voeg Kunsthars met klauw<br />

Schade Leeftijd + restlevensduur<br />

Ernst schade 15 19 25 27 onbekend Eindtotaal<br />

licht 2 4 1 8 15<br />

matig 2 1 3<br />

ernstig 1 1<br />

Eindtotaal 2 2 4 1 10 19<br />

Er zijn geen waarnemingen met ernstige schade en bekend jaar van inbouw. De levensduur is daarom<br />

aan de veilige kant geschat; de inspecteurs schatten de levensduur van licht beschadigde <strong>voegen</strong> over<br />

het algemeen conservatief, aan de lage kant in.<br />

3.7.2. Strelax <strong>voegen</strong><br />

Deze <strong>voegen</strong> vertonen extreem veel schade. Er zijn slechts vier balken beoordeeld, deze zijn allen<br />

ernstig beschadigd. Het jaar van inbouw van deze <strong>voegen</strong> is niet bekend. Conclusies over de<br />

levensduur zijn daarom niet te trekken.<br />

29 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3.7.3. Vinger<strong>voegen</strong><br />

In Nederland is dit type voor het dilatatiebereik van <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> (tot 80 mm) nauwelijks<br />

toegepast. In het verleden zijn deze <strong>voegen</strong> als open voeg toegepast. In de <strong>inventarisatie</strong> is 1<br />

kunstwerk beoordeeld met vinger<strong>voegen</strong> uit 1939. Deze <strong>voegen</strong> zijn nog in uitstekende staat.<br />

3.8 Resultaten <strong>inventarisatie</strong> per voegtype<br />

3.8.1. Figuren hoofdstuk 3<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

staal met<br />

klauw<br />

staal met<br />

klauw<br />

schade voegconstructie (alle)<br />

kunsthars<br />

ingelijmd<br />

staalvezel<br />

ingelijmd<br />

bitumineus open voeg mattenvoeg<br />

schade voegconstructie (in RW)<br />

kunsthars<br />

ingelijmd<br />

staalvezel<br />

ingelijmd<br />

bitumineus open voeg mattenvoeg<br />

ernstig<br />

matig<br />

licht<br />

geen<br />

ernstig<br />

matig<br />

licht<br />

geen<br />

30 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

staal met<br />

klauw<br />

schade voegconstructie (over RW)<br />

kunsthars<br />

ingelijmd<br />

staalvezel<br />

ingelijmd<br />

kwaliteit afdichtprofiel (alle)<br />

staal met klauw kunsthars<br />

ingelijmd<br />

bitumineus open voeg mattenvoeg<br />

staalvezel<br />

ingelijmd<br />

mattenvoeg<br />

slecht<br />

matig<br />

goed<br />

ernstig<br />

matig<br />

licht<br />

geen<br />

31 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

staal met<br />

klauw<br />

kunsthars<br />

ingelijmd<br />

lekkage (alle)<br />

staalvezel<br />

ingelijmd<br />

bitumineus mattenvoeg<br />

ernstig<br />

matig<br />

licht<br />

geen<br />

32 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


4. Geluidsproductie<br />

In de Wet geluidshinder wordt de geluidsbelasting uitgedrukt in het zogenaamde equivalente<br />

geluidsniveau (LAeq.etm.), een gemiddeld geluidsniveau. Deze geluidsbelasting mag maximaal 55<br />

dB(A) bedragen. Voegen produceren contact- of pulsgeluiden. Hoewel dergelijke geluiden niet<br />

worden meegenomen in de Wet geluidshinder, moet een voegovergangconstructie zo geluidsarm<br />

worden uitgevoerd als noodzakelijk geacht vanuit constructief, financieel, verkeerstechnisch en<br />

milieuoogpunt.<br />

De geluidsproductie is ingeschat met expertmeningen uit de projectgroep. De geluidsproductie wordt<br />

bepaald door het directe geluid van auto’s die over de <strong>voegen</strong> rijden en het meer indirect door de<br />

klankkastwerking van het kunstwerk. Het directe geluid wordt bepaald door de vormgeving van de<br />

overgang. Een voeg met stalen randprofielen met ingeklemd rubberprofiel maakt meer geluid dan een<br />

bitumineuze voegovergang. Het geluid aan de onderzijde hangt deels samen met het geluid aan de<br />

bovenzijde. In hoeverre dit naar beneden toe wordt doorgegeven wordt bepaald door de vormgeving van<br />

het kunstwerk bij de voeg; bijvoorbeeld een open constructie rond de opleggingen vormt een goede<br />

klankkast en geeft veel geluid door. Bij situaties met geluidsschermen zal het geluid aan de bovenkant<br />

gedempt worden. Op het geluid aan de onderkant heeft dit geen invloed. Dit zal daardoor veel meer<br />

bepalend worden.<br />

De inschatting van de geluidsproductie van de verschillende typen <strong>voegen</strong> is weergegeven in onderstaande<br />

tabel. De beoordeling is relatief van -- luidruchtig tot ++ geluidsarm. Geluidsarm betekent nagenoeg geen<br />

toename van geluid ten opzichte van verkeersgeluid op verharding. Luidruchtig betekent zeer duidelijk<br />

hoorbaar, boven verkeersgeluid op verharding. De geluidsproductie van meervoudige <strong>voegen</strong> is overigens<br />

veel groter dan van de categorie ‘luidruchtig’.<br />

Geluidsproductie<br />

Loodrecht as weg Schuin (> 20 o ) (1)<br />

Type voeg<br />

Nosing joints:<br />

boven onder boven onder<br />

Kunsthars-/staalvezelbetonbalk met ingelijmd<br />

ACME profiel.<br />

- - + 0<br />

Kunsthars-/staalvezelbetonbalk met ingelijmd VA<br />

profiel.<br />

- -- + 0<br />

Stalen randprofielen met afdichting<br />

ingeklemd/klauw.<br />

- -- + -<br />

Matten<strong>voegen</strong><br />

Met ingevulcaniseerde staalplaten.<br />

Ingeklemd rubber (Solinger Hütte).<br />

Bitumineuze <strong>voegen</strong>.<br />

Uitkragende vinger<strong>voegen</strong>.<br />

-<br />

+<br />

33 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

--<br />

+<br />

++ ( 2) ++<br />

+/0 -<br />

1 De kruisingshoek van de voeg is van grote invloed bij <strong>voegen</strong> met een voegprofiel (nosing joints). Voegen die schuin de weg liggen<br />

(> 20 graden) produceren beduidend minder geluid.<br />

2 Bij schade aan bitumineuze <strong>voegen</strong>, rafeling en gaten, neemt geluid aan bovenzijde toe.


34 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


5. Benchmark NL-D-B<br />

Het doel van de benchmark is het verzamelen van informatie in Duitsland en België die mogelijk<br />

ingezet kan worden voor verbetering van de Nederlandse situatie. De keuze voor deze landen ligt ten<br />

grondslag aan het feit dat de verkeersintensiteiten en verkeersbelastingen vergelijkbaar zijn met de<br />

situatie in Nederland.<br />

In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens behandeld de vraagstelling, de bevindingen apart voor<br />

Duitsland, België-Wallonië en België- Vlaanderen en samengevat in een tabel, de belangrijkste<br />

conclusies en aanbevelingen. Een gedetailleerd verslag is te vinden in de bijlagen.<br />

5.1 Vraagstelling<br />

Om een inzicht te verkrijgen in welke mate de bij Rijkswaterstaat geconstateerde problemen zich ook<br />

voordoen bij wegbeheerders in België en Duitsland is een benchmark uitgevoerd. Daarbij zijn de<br />

volgende vragen gesteld:<br />

Welke typen worden toegepast?<br />

Worden typen uitgesloten?<br />

Wat is uw ervaring met:<br />

Epoxy nosings with bonded seals (Epoxy randen met gelijmde afdichtingen)<br />

Steel nosings anchored in epoxy (Stalen randprofielen verankerd in epoxy)<br />

Steel nosings anchored in concrete (Stalen randprofielen verankerd in beton)<br />

Steel nosings in polymeric concrete (Staalprofielen in polymeerbeton)<br />

Bituminous joints (Bitumineuze <strong>voegen</strong>)<br />

Welke eisen stelt uw organisatie aan voegovergangen:<br />

Ontwerp<br />

Algemeen, verkeersbelastingen etc.<br />

Specifiek<br />

Test methoden<br />

(Ongunstige omstandigheden)<br />

Randvoorwaarden<br />

Voegloos bouwen<br />

Fabricage<br />

Montage<br />

Kwaliteit<br />

Onderhoud<br />

(Verkeershinder)<br />

Vervanging<br />

Levensduur<br />

Schaden<br />

Type gerelateerd<br />

Materiaal gerelateerd<br />

Verkeersintensiteiten<br />

Milieu aspecten<br />

Dooizouten<br />

Gebruikte materialen<br />

Scheurvorming<br />

Brosheid<br />

35 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Een globaal verslag van de benchmarkbezoeken is gegeven in de volgende paragrafen. De<br />

bevindingen zijn gedetailleerd gerapporteerd aan de hand van een opgestelde vragenlijst. Deze is in<br />

het Engels opgesteld om communicatie met de te benchmarken organisaties mogelijk te maken. Dit<br />

verslag is als bijlage E bijgevoegd. De bevindingen zijn samengevat in een vergelijkingstabel<br />

opgenomen.<br />

5.2 Verslag benchmark Duitsland<br />

Krefeld, 23 juni 2003<br />

Deelnemers uit Duitsland:<br />

− Joachim Minten; Landesbetrieb Strassenbau Nordrhein-Westfalen<br />

− Hubert Pullen; Landesbetrieb Strassenbau Nordrhein-Westfalen<br />

− Dr Arnold Hemmert-Haltswick; Bundesanstalt für Strassenwesen<br />

Deelnemers uit Nederland:<br />

− Han Leendertz; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Dick Schaafsma; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Nico Booij; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

De voegovergangen worden door de Duitsers beschouwd als kritieke onderdelen. Men is erg beducht<br />

voor risico’s in onderhoud en terughoudend met het toepassen van nieuwe oplossingen. Dit heeft tot<br />

gevolg dat het toegepaste aantal typen voegovergangen veel beperkter is dan in Nederland. Dit<br />

wordt mede veroorzaakt door de regelgeving voor bouwmaterialen in Duitsland. Voor de<br />

meervoudige voegovergangen is een “Zulassung” vereist. Voor de <strong>enkelvoudige</strong> voegovergangen<br />

wordt gewerkt met een “Richtzeignung”; een soort principe oplossing.<br />

De ervaringen met <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> zijn vergelijkbaar met Nederland. Door de toegenomen<br />

verkeersintensiteiten op de snelwegen, en dan met name het vrachtverkeer, is de levensduur van de<br />

<strong>voegen</strong> afgenomen. De grootste problemen in onderhoud geven de meervoudige voegovergangen,<br />

omdat deze door de bewegende delen gevoelig zijn voor slijtage en vermoeiing. Ook bleken een<br />

aantal in het verleden toegepaste typen <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> te licht uitgevoerd en/of ongeschikt<br />

voor het huidige intensieve verkeer. Om deze reden worden bitumineuze <strong>voegen</strong> niet meer toegepast<br />

in de autosnelweg en worden stalen <strong>voegen</strong> met ingeklemd profiel in een zware uitvoering toegepast.<br />

De eis is in het algemeen een levensduur van minimaal 20 jaar en onderhoudsvrij gedurende de<br />

levensduur.<br />

De aandacht van de Duitse organisatie voor de voegovergangen verschilt van de Nederlandse. Waar<br />

wij veel aan de markt overlaten en op afstand toetsen en begeleiden, zitten de Duitsers er zelf “meer<br />

bovenop”; zij bepalen als opdrachtgever welke voeg er gekozen wordt, schakelen bij de uitvoering<br />

altijd eigen personeel in met deskundigheid van <strong>voegen</strong> en doen de technische inspecties met eigen<br />

inspecteurs. De <strong>voegen</strong> worden in bestekken vrij gedetailleerd voorgeschreven met een<br />

“Richtzeignung”. Dit is een principeoplossing, waarbij details zoals type afdichtprofiel open gelaten<br />

zijn. Dit lijkt veel op de standaarddetails zoals ze bij de Bouwdienst gebruikt worden. De aannemer<br />

moet bij inschrijving leveranciergegevens, specificaties en berekeningen verstrekken, waarvan hij niet<br />

meer mag afwijken.<br />

36 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


De Duitse collega’s hebben de “Richtzeignung” en een “Ausführungstzeichnung” met specificaties<br />

verstrekt. Zie hiervoor bijlage D resp. figuren 1 en 2. Een opvallend verschil in detaillering ten opzichte<br />

van de praktijk bij Rijkswaterstaat is dat de verankering volledig in het beton met het kunstwerk<br />

geïntegreerd is. Het asfalt sluit aan op het staalprofiel van de voeg waarbij de naad is afgesloten met<br />

elastisch materiaal.<br />

Een aantal viaducten is bezocht om een indruk te krijgen van de situatie in het veld. Er zijn naast de<br />

degelijke <strong>voegen</strong> volgens huidig inzicht, toch een groot aantal bitumineuze <strong>voegen</strong> aanwezig.<br />

Wellicht nuttig om nog nadere informatie te vragen over schades, inspectiecriteria en reparatie- en<br />

vervangingsopties. Tijdens het gesprek is hier nauwelijks over gesproken, omdat bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

niet meer nieuw toegepast worden. Hoewel er volgens de Duitse normering geen onderscheid wordt<br />

gemaakt in geluidsproductie tussen <strong>enkelvoudige</strong> stalen en bitumineuze <strong>voegen</strong>, is er zo “op het oor”<br />

wel verschil. Zeker als de <strong>voegen</strong> loodrecht op de wegas lopen.<br />

5.3 Verslag benchmark België<br />

5.3.1. Verslag benchmark België; Wallonië<br />

Namen, 27 juni 2003<br />

Deelnemers uit België Wallonië:<br />

− Victor Caby; Direction Générale des Services techniques, Ministère de L’équipement et des<br />

Transportes (MET)<br />

− Pascal Massart; Direction Générale des Services techniques, Ministère de L’équipement et des<br />

Transportes (MET)<br />

Deelnemers uit Nederland:<br />

− Han Leendertz; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Nico Booij; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

De heren Caby en Massart werken voor de “Direction de Ponts et Charpentes”. Dit is een onderdeel<br />

van het ministerie van openbare werken en transport in Wallonië. De dienst adviseert de beheerders<br />

(la Direction Territoriale) over ontwerp en onderhoud van o.a. bruggen. Aan de hand van onze<br />

vragenlijst is door de heer Caby een schriftelijke rapportage opgesteld. Deze is met opmerkingen<br />

(cursief) als gedetailleerde rapportage opgenomen.<br />

In Waals België is een vrij grote variëteit aan typen voegovergangen toegepast. Een type dat veel<br />

voorkomt in oudere kunstwerken zijn de “finger joints”. Kenmerkend zijn de tanden die gecontramald<br />

in elkaar grijpen. Hieronder is een waterafdichting aangebracht. Dit type wordt nu niet meer<br />

toegepast. Het slecht functioneren van de waterafdichting, o.a. door niet regelmatig schoonmaken, is<br />

het grootste probleem. Ook is dit type riskant voor motorrijders.<br />

De bitumineuze <strong>voegen</strong> zijn een periode zo’n tien jaar geleden veel toegepast. Dit type is niet<br />

duurzaam onder zwaar verkeer. De belangrijkste reden om deze niet meer toe te passen zijn de lifecycle<br />

kosten. De voegovergang moet bij elke vervanging van het asfalt ook vervangen worden. De<br />

kosten van de voeg zijn niet veel lager dan een staalconstructie. Deze laatste gaat veel langer mee en<br />

is daarom op langere termijn goedkoper.<br />

In de overwegingen om tot een inspectieregime te komen speelt de capaciteit van de organisatie een<br />

belangrijke rol. Uitgangspunt is dat men de (technische) inspecties met eigen mensen doet, naar rato<br />

van de risicogevoeligheid van de kunstwerken. Er wordt een basisfrequentie aangehouden van eens in<br />

de drie jaar. Weinig kritieke objecten zoals bijvoorbeeld onderdoorgangen worden minder frequent,<br />

eens in de 9 jaar geïnspecteerd. Jaarlijks vindt inspectie door “la Direction Territoriale” (vergelijkbaar<br />

37 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


met regionale directie/dienstkring) plaats. Zij rapporteren aan de “Direction des Ponts et Charpentes”.<br />

Op basis van deze inspecties wordt zonodig de inspectieplanning bijgesteld.<br />

Er is geen centraal beleid voor de keuze van voegovergangen; “la Direction Territoriale” is zelf<br />

verantwoordelijk voor haar keuze. Geluidsbeperking is geen doorslaggevend criterium voor de keuze<br />

van een type voegovergang. De “Direction des Ponts et Charpentes” heeft een aantal<br />

standaardoplossingen, die ze, als zij ingeschakeld wordt, adviseert. Bij intensief zwaar verkeer wordt<br />

geadviseerd een zware uitvoering te kiezen van het type “steel nosing anchored in concrete”.<br />

5.3.2. Verslag benchmark België; Vlaanderen<br />

Hasselt 24 september 2003<br />

Deelnemers uit België; Vlaanderen:<br />

− Lucien Tolpe; Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Metaalstructuren<br />

Deelnemers uit België; Wallonië:<br />

− Victor Caby; Direction Générale des Services techniques, Ministère de L’équipement et de<br />

Transportes (MET)<br />

− Pascal Massart; Direction Générale des Services techniques, Ministère de L’équipement et de<br />

Transportes (MET)<br />

Deelnemers uit Nederland:<br />

− Han Leendertz; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Nico Booij; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Dick Schaafsma; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

− Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

De heer Tolpe is hoofd van de afdeling metaalstructuren. Dit is een onderdeel van de dienst Leefmilieu en<br />

Infrastructuur (LIN) van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De heren Caby en Massart uit<br />

Wallonië zijn ook bij het gesprek aanwezig en zorgen voor een nationaal Belgisch tintje.<br />

In Vlaams België is de afgelopen decennia hoofdzakelijk één type <strong>enkelvoudige</strong> voeg toegepast, een<br />

Maurer ontwerp stalen profiel, verankerd in de beton. Dit is een gevolg van de praktische monopoliepositie<br />

van de leverancier van deze <strong>voegen</strong>. In oudere kunstwerken komen ook andere typen voor. In het gesprek<br />

is daar verder geen aandacht aan besteed. Bitumineuze <strong>voegen</strong> zijn in Vlaanderen nooit op grote schaal<br />

toegepast. Tegenwoordig is het toepassen van bitumineuze <strong>voegen</strong> evenals epoxy balken in nieuwe<br />

bruggen niet toegestaan vanwege de beperkte levensduur en grote onderhoudsbehoefte. Alleen bij<br />

noodreparaties wordt een uitzondering gemaakt. Bij de keuze van de <strong>voegen</strong> speelt de afdeling<br />

Metaalstructuren een bepalende rol. Leveranciers weten dat en er zijn weinig aanbiedingen van<br />

alternatieve constructies. Er worden standaard specificaties en besteksteksten gebruikt, zowel voor<br />

nieuwbouw als renovatie (een kopie is aan ons geleverd).<br />

Geluidsproductie is geen expliciete eis bij de keuze van de <strong>voegen</strong>. Er wordt wel aan gedacht, maar er<br />

worden geen concessies gedaan aan de levensduur. Opvallend is de aandacht die bij het ontwerp van<br />

bruggen en viaducten wordt besteed aan het beperken van het aantal <strong>voegen</strong> en het zo lokaliseren dat<br />

voor de voeg gunstige belastingsomstandigheden ontstaan.<br />

De technische inspecties worden evenals in Wallonië uitgevoerd door eigen personeel. Het inspectieinterval<br />

is standaard 3 jaar. Voor eenvoudige standaard bruggen en betonnen kokers wordt een interval<br />

van 6 jaar aangehouden.<br />

Men heeft veel ervaring met de veelvuldige toegepaste duurzame <strong>enkelvoudige</strong> voeg van Maurer. Helaas<br />

is geen systematische registratie van levensduur en onderhoudsbehoefte naar boven gekomen. De ervaring<br />

is dat deze <strong>voegen</strong> 20 tot 40 jaar meegaan.<br />

38 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


5.4 Tabel met vergelijkende resultaten<br />

Duitsland België Nederland<br />

Landesbetrieb Strassenbau Nordrhein-<br />

Westfalen;<br />

Niedrlassung Krefeld<br />

Wallonië: direction des services techniques,<br />

MET;<br />

Vlaanderen: ministerie van de Vlaamsche<br />

gemeenschap, afdeling metaalstructuren<br />

Ontwerp<br />

nieuwbouw Voor meervoudige voegovergangen is een Wallonië: Geen centraal beleid t.a.v. de keuze De Bouwdienst heeft tot nog toe geadviseerd<br />

“zulassung” noodzakelijk, voor <strong>enkelvoudige</strong> van voegovergangen. Bij zwaar verkeer wordt gebruik te maken van een 4-tal<br />

voegovergangen wordt een “regelzeignung” door de direction des ponts et charpentes het standaarddetails voor <strong>enkelvoudige</strong><br />

voorbereid, bestaande uit:<br />

type “steel nosing joint anchored in concrete” voegovergangen:<br />

Standaarddetail UBE1 +<br />

geadviseerd.<br />

stalen randprofiel verankerd in beton<br />

Specificaties ZTVK-ING. In de praktijk komt Vlaanderen: hoewel er geen centraal beleid<br />

voegovergang met kunstharsbalk en<br />

dit neer op zeer degelijke voegconstructies. bestaat ten aanzien van voegovergangen<br />

rubberprofiel<br />

Bitumineuze <strong>voegen</strong> zijn min of meer in de heeft dit ertoe geleid dat er een<br />

voegovergang met<br />

ban gedaan.<br />

monopoliepositie is ontstaan voor de<br />

staalvezelbetonbalk en rubberprofiel<br />

MAURER-voegovergangen. Eisen worden<br />

bitumineuze voegovergang<br />

gespecificeerd in een vrij uitgebreid bestek. Daarnaast zijn de eisen gespecificeerd in de<br />

NBD.<br />

In toenemende mate wordt de keuze<br />

gebaseerd op voorstellen van de aannemer.<br />

renovatie Zie nieuwbouw. Aan renovatiewerken worden In Vlaanderen wordt geëist dat<br />

In veel gevallen worden de <strong>voegen</strong><br />

geen andere eisen gesteld dan aan<br />

voegconstructies worden vervangen door het gerenoveerd binnen een asfaltbestek en wordt<br />

nieuwbouw. In de praktijk komt dit neer op zelfde type voegconstructie. In de praktijk de Bouwdienst niet of nauwelijks<br />

zeer complexe/tijdrovende renovaties.<br />

heeft dit geleid tot een monopoliepositie voor geraadpleegd door de individuele directies. In<br />

de firma MAURER.<br />

de praktijk heeft dit geleid tot een ‘ratjetoe’<br />

aan oplossingen.<br />

39 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Fabricage<br />

Montage<br />

Inspectie en Onderhoud<br />

Stand van zaken<br />

Duitsland België Nederland<br />

Voegconstructies moeten volgens<br />

“regelzeignung” gefabriceerd worden. In de<br />

praktijk betekent dit dat voegconstructies<br />

onder certificaat (externe toets) geleverd<br />

worden en dat de opdrachtgever<br />

steekproeven uitvoert om de kwaliteit te<br />

borgen.<br />

Volgens de woordvoerders van de<br />

Niederlassung Krefeld wordt nauwgezet<br />

toezicht uitgevoerd op de montage<br />

(producttoets).<br />

Inspecties door eigen personeel. 1 x per 6<br />

jaar in detail en 1 x per 3 jaar globaal door<br />

specialisten, Jaarlijks door lokale<br />

onderhoudsdienst Ervaring is dat de<br />

voegconstructies lang meegaan.<br />

Voorgeschreven type voegconstructie is zeer<br />

degelijk en geeft daarom nauwelijks<br />

problemen. Problemen zijn ontstaan met<br />

bitumineuze voegconstructies. Deze zijn<br />

dientengevolge in de ban gedaan.<br />

Elementen van voegconstructies worden<br />

onder certificaat (volgens bestek) geleverd.<br />

Daarnaast inspecteert de afdeling<br />

Metaalstructuren de assemblage regelmatig.<br />

Opdrachtgever vraagt om kwaliteitssysteem<br />

van aannemer en voert toezicht.<br />

Door eigen personeel, gemiddeld 1x per 3<br />

jaar. Ervaring is dat stalen voegconstructies in<br />

de orde 20 tot 40 jaar meegaan.<br />

Zowel Vlaanderen als Wallonië geeft te<br />

kennen weinig problemen met<br />

voegconstructies te kennen. Deels door de<br />

uniformiteit van de <strong>voegen</strong> (Vlaanderen),<br />

deels door minder te experimenteren met<br />

onbekende <strong>voegen</strong>.<br />

40 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

RWS voert op dit moment geen beleid ten<br />

aanzien van inspecties bij fabricage.<br />

Bij projecten onder auspiciën van de<br />

Bouwdienst is deskundig toezicht uitgevoerd<br />

door de bouwdirectie geen regel meer. De<br />

montage wordt in het bestek vaak gezien als<br />

een project specifieke eis. Deskundige<br />

controle buiten is daarmee echter niet<br />

verzekerd. Hoe de situatie is bij projecten bij<br />

de regionale directies is onbekend.<br />

Onregelmatige inspecties. Veel problemen<br />

met onderhoud aan (verkeerde?)<br />

voegconstructies.<br />

Veel problemen met voegconstructies.


5.5 Conclusies<br />

De bevindingen uit de benchmark in Nordrhein-Westfalen zijn representatief voor Duitsland. Ook<br />

van België is het beeld compleet. Het beeld dat hieruit volgt is niet representatief voor andere<br />

Europese landen, zoals bijvoorbeeld Frankrijk en Engeland. Gezien het doel van de benchmark, het<br />

verzamelen van ervaringen in vergelijkbare verkeersomstandigheden als in Nederland, is voldoende<br />

materiaal verzameld om conclusies te kunnen trekken.<br />

De conclusies uit de bevindingen in België en Duitsland zijn:<br />

Waar mogelijk worden de toegepaste typen beperkt tot de voegovergangen met de langste<br />

levensduur (ongeveer 25 tot 40 jaar). Alleen in uitzonderingssituaties, bijvoorbeeld bij<br />

noodreparaties worden typen met een kortere levensduur toegepast.<br />

Er is een voorkeur voor klauwprofielen met een verwisselbare rubberafdichting verankerd in de<br />

hoofdconstructie (In Duitsland ÜBe1 genoemd). In Duitsland is de verankering in detail<br />

voorgeschreven. In België hanteert men een vergelijkbare detaillering als referentie.<br />

Alhoewel geluid relevant wordt geacht, ligt de nadruk op duurzaamheid.<br />

Er zijn gedetailleerde eisen t.a.v. belastingen, materialen, fabricage en montage.<br />

Er worden kwaliteitscontroles uitgevoerd bij de fabricage en de montage, deze variëren van<br />

steekproeven bij de fabricage tot “toezicht” bij de montage.<br />

Door de aandacht door alle fasen heen, worden fouten in een voorgaande fase doorgaans<br />

gecorrigeerd in een volgende, waardoor het effect op de levensduur geminimaliseerd wordt.<br />

Bij Rijkswaterstaat wordt minder direct gestuurd op de keuze van het voegtype, het ontwerp en de<br />

verankering aan de hoofdconstructie. Ook zijn minder duurzame types toegelaten. De<br />

kwaliteitscontrole tijdens de fabricage en bij de montage gebeurt op afstand, vaak via de<br />

kwaliteitsborging bij de aannemer. De resultaten vertonen inhoudelijk een grote spreiding.<br />

Daarom wordt de onzekerheid of het ontwerp voldoet aan de eisen vergroot door de geringe<br />

aandacht voor de fabricage en begeleiding van de inbouw, hetgeen in praktijk regelmatig leidt tot<br />

structureel onder gedimensioneerde voegovergangen.<br />

De in het verleden in Nederland toegepaste typen blijken beter bestand tegen de belastingen dan<br />

de recenter toegepaste typen, staalvezel en kunstharsbalken en bitumineuze <strong>voegen</strong>. Ook het<br />

afstemmen van de voegovergangen met het asfalteren is in Nederland een bron van problemen.<br />

41 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


5.6 Aanbevelingen<br />

In verband met het streven naar verlaging van de onderhoudskosten, de kosten voor<br />

verkeersmaatregelen en de maatschappelijke kosten verdient het aanbeveling om vooral in het<br />

traject van de keuze van voegtypen alleen de duurzame typen toe te laten. De aannemers moeten<br />

vervolgens op basis van ontwerpuitgangspunten tot goede ontwerpen komen. Daarnaast moet<br />

meer aandacht worden besteed aan de materiaalkwaliteiten, de fabricage en de inbouw.<br />

5.6.1. Dit kan meer concreet betekenen:<br />

a) Voor de korte termijn:<br />

1. Toepassen van een ÜBe1-type (volgens Richtzeignung in Duitsland) als standaarddetail<br />

voor <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong> in nieuw werk, eventueel aangevuld met geluidsbeperkende<br />

maatregelen.<br />

2. Analyseren van de huidige standaarddetails, deze aanpassen en de verbeterde<br />

standaarddetails toepassen bij renovatie.<br />

b) Op de langere termijn:<br />

1. Opstellen van functionele eisen en aantoonprocedures per productfamilie die aansluiten bij<br />

de Europese eisen.<br />

2. Opstellen van een catalogus met oplossingen die voldoen aan de functionele eisen, aan de<br />

hand van geaccepteerde details.<br />

c) En verder:<br />

1. De problematiek RWS breed communiceren, vooral met de werkvloer.<br />

2. De eisen RWS breed laten toepassen.<br />

42 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


6. Overzicht bijlagen<br />

Bijlage A: Schadebeelden<br />

Bijlage B: Overzicht voegtypen en aantallen in <strong>inventarisatie</strong><br />

Bijlage C: Gegevensprofiel <strong>inventarisatie</strong><br />

Bijlage D: Figuren Übe 1 Benchmark Duitsland<br />

Bijlage E: <strong>Rapportage</strong> bevindingen Benchmark in detail (Engelstalig)<br />

43 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


44 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bijlage A Schadebeelden<br />

0 geen schade<br />

stalen <strong>voegen</strong> met klem/klauwprofiel en/of roosterconstructies<br />

2 corrosie roosterconstructie en defecten rooster<br />

3 ontbreken van de betonvulling in de roostervakken<br />

4 ontbreken van de slijtlaag en defecten deklaag<br />

staalvezel- en kunstharsbeton <strong>voegen</strong><br />

6 defecten aan de balkconstructie<br />

7 te hoog afwerken van de balkconstructie<br />

8 het ontbreken van de slijtlaag<br />

bitumineuze <strong>voegen</strong><br />

9 verzakking van de bitumineuze voeg<br />

10 zichtbaar worden van de plaat aan het oppervlak<br />

11 Lekkage<br />

12 scheurvorming<br />

13 verplaatsen van het bitumineuze materiaal<br />

(spoorvorming/uitrijden)<br />

14 loslaten van de flanken (hechtvlak met aansluitende<br />

verharding)<br />

16 uitvloeien voegmateriaal bij schampkanten<br />

Matten<strong>voegen</strong><br />

17 loszittende en/of ontbrekende bevestigingsmiddelen<br />

18 defecten aan rubberband<br />

19 doorzakken mat(onderliggende constructie)<br />

20 defecten aan overgangsbalken<br />

Verwachte levensduur conform referentiedocument voegovergangen versie 3.1:<br />

Type<br />

Enkelvoudig<br />

Materiaal Inspectieonderdeel Gemiddelde<br />

staal (-rubber) 1. roosterconstructie van staal<br />

2. afdichtprofiel van rubber<br />

staalvezelbeton 1. randbalk van staalvezelbeton<br />

2. afdichtprofiel van rubber<br />

kunstharsbeton<br />

(epoxy)<br />

1. randbalk van kunstharsbeton<br />

2. afdichtprofiel van rubber<br />

Bitumen 1. plaat, fixatiemiddelen en rugvulling<br />

2. bitumineuze balk<br />

Rubber 1. verankering en bevestigingsmiddelen<br />

2. afdichtings-/overgangsprofiel van<br />

rubber<br />

45 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

levensduur-<br />

verwachting (jaren)<br />

30-40<br />

10<br />

15<br />

8<br />

15<br />

8<br />

5<br />

15


46 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bijlage B Overzicht voegtypen en aantallen in <strong>inventarisatie</strong><br />

Familienaam Verzameltype nr. Type aantal<br />

Nosing joints<br />

staal met klem/klauw 10* EKV roosters 50 mm hoog 69<br />

staal met klem/klauw 11 EGV roosters t.b.v. druppelprofiel 24<br />

overig (kunsthars met 12 Tensa (klauw) GUK (kunstharsbetonbalk G50- 19<br />

klauw)<br />

G80)<br />

overig (staalvezel met<br />

klauw)<br />

13 Tensa (klauw) GUS (staalvezelbetonbalk) 7<br />

open voeg 14 Open voeg (met of zonder rijroosters/hoekstaal) 38<br />

staal met klem/klauw 15 EGV t.b.v. VA-30 profiel 12<br />

staal met klem/klauw 16 ACME 45 AW (geen pakket - met bovenpet) 22<br />

staal met klem/klauw 17 ACME 45 AW (pakket - met bovenpet) 30<br />

staal met klem/klauw 18 ACME 35 AW (alleen rubberpakket) 4<br />

staal met klem/klauw 19 Maurer D60 kastprofiel 45<br />

staal met klem/klauw 20* Maurer klauwprofiel met bandprofiel D80 2<br />

staal met klem/klauw 21 Tensa G-profiel met verankering (max. 80 mm) 2<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 22 Betoflexbalk / polymeerbeton - ongewapende<br />

balken<br />

0<br />

staal met klem/klauw 23 Mageba 4<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 24 Sollinger Hütte 0<br />

kunshars ingelijmd 25* Kunstharsbalk met VA-profiel 183<br />

kunshars ingelijmd 26 Kunstharsbalk met ACME-profiel 51<br />

staalvezel ingelijmd 27 Staalvezelbetonbalk met VA-profiel 87<br />

staalvezel ingelijmd 28 Staalvezelbetonbalk met ACME-profiel 29<br />

staal met klem/klauw 29 RUB 40 2<br />

overig (Strelax) 30 Strelax met Jeene rubberprofiel ingelijmd -<br />

ongewapende balken WABO ER<br />

4<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 31 RWS (Rheinstahl Wafel Schenkel) 0<br />

Flexible plug expansion joints<br />

Bitumineus<br />

32 Heijmans voeg 4<br />

Mat expansion joints<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong><br />

33 Oomsvoeg 0<br />

Bitumineus 34* Bitumineuze voeg 202<br />

Mattenvoeg<br />

Mattenvoeg<br />

Mattenvoeg<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong><br />

35 STOG 3<br />

36* Algaflex 36<br />

37 Multiflex 2<br />

38 Transflex 0<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 39 Sollinger Hütte 0<br />

47 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Familienaam Verzameltype nr. Type aantal<br />

Cantilever joints<br />

overig (vingervoeg) 40* Vingervoeg 2<br />

Gemodificeerde <strong>voegen</strong><br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 41 Sleepplaatvoeg 0<br />

staal met klem/klauw 42 Ombouw van RUB naar klauwvoeg 2<br />

staal met klem/klauw 43* Ombouw van EGV naar klauwvoeg 19<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 44 Ombouw van open voeg naar klauwvoeg 0<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 45 Ombouw van EKV naar klauwvoeg 0<br />

niet in <strong>inventarisatie</strong> 46 Ombouw Maurer D120 naar GHH100 0<br />

staal met klem/klauw 47 ACME-Wafel-Schenkel(AWS) 8<br />

staal met klem/klauw 48 ACME-P met staalbezelbetonbalken 5<br />

staal met klem/klauw 49 Ombouw rooster EGV naar ACME 13<br />

overig (Langsvoeg<br />

rubberslab)<br />

50 Langsvoeg rubberslab met geboute strippen(A73) 5<br />

overig (PU-Technovoeg) 51 PU-voeg (AM Technobeton) 2<br />

staal met klem/klauw<br />

52 Ombouw Maurer D60W naar ACME-wafel 8<br />

overig (GHH75-klauw) 53 GHH75-klauwprofiel met schotten in<br />

epoxybalken<br />

8<br />

staal met klem/klauw 54 Dubbele EGV 2<br />

48 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

Totaal 955


Bijlage C Gegevensprofiel <strong>inventarisatie</strong><br />

Toelichting<br />

Identificatie voegconstructie (overzichtsfoto voeg, nummer in kolom foto's (24))<br />

kolomnr<br />

Topcode aangeleverd uit DISK 1<br />

Code kunstwerkdeel aangeleverd uit DISK 2<br />

Steunpuntnummer: aangeleverd uit DISK 3<br />

Zijbermnummers: uit bedit tekening 4<br />

Type volgens DISK Type, vpm, materiaal, fabrikaat, aangeleverd uit DISK<br />

familienaam uit catalogus (nummer invullen uit catalogus of nieuw type<br />

5<br />

Type voeg:<br />

toe<strong>voegen</strong>) 6<br />

Jaar van inbouw voeg:<br />

Gegevens omgeving voeg<br />

indien bekend 7<br />

In/over de rijksweg verharding op kunstwerk bepalend 8<br />

Asfalt op aardenbaan: keuze uit standaard typen verhardingen 9<br />

Asfalt op KW-deel: keuze uit standaard typen verhardingen 10<br />

Plaats vast punt: paspoort-bedit, vrije tekst veld -<br />

Oplegsysteem: paspoort-bedit 11<br />

Breedte kunstwerk (m) aangeleverd uit DISK, checken met tekeningen 12<br />

Kruisingshoek (GON) aangeleverd uit DISK 13<br />

Gegevens voeg (detailfoto's van schades, nummers in kolom foto's (24))<br />

Laatst geregistreerde schade aangeleverd uit DISK, datum, inspecteur, VenF 14<br />

Lengte voeg (m) berekende lengte<br />

nummer uit schadecatalogus (geen schade of onbekend; dan geen<br />

15<br />

Schade voegconstructie: nummer invullen) 16<br />

Ernst: geen-licht-matig-ernstig-onbekend (geen = geen schade) 17<br />

Kwaliteit afdichtprofiel: nvt-goed-matig-slecht-onbekend (n.v.t. bij voeg zonder afdichtprofiel)<br />

nvt-geen-licht-matig-ernstig-onbekend (n.v.t. bij voeg zonder<br />

18<br />

Lekkage:<br />

afdichtprofiel) 19<br />

Aansluiting asfalt:<br />

Bijzonderheden<br />

voldoet WEL/NIET 20<br />

Schampkant vrije tekst veld -<br />

Geluid vrije tekst veld -<br />

Etcetera<br />

Conclusies<br />

vrije tekst veld -<br />

Dilatatie: voldoet WEL/NIET 21<br />

Vervolgschade: geen-licht-matig-ernstig-onbekend 22<br />

Restlevensduur: van de voegconstructie, niet van afdichtprofiel! 23<br />

Verklaring sterren: * Levensduur, mits reparatie uitgevoerd tussen 0 - 1 jaar<br />

** Levensduur, mits reparatie uitgevoerd tussen 1 - 5 jaar<br />

*** Levensduur, mits reparatie uitgevoerd na 5 jaar<br />

23a<br />

49 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


50 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bijlage D Figuren Benchmark Duitsland<br />

Figuur 1, Richtzeignung Ube 1<br />

51 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Figuur 2, Ausführungstzeichnung Ube1<br />

52 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bijlage E <strong>Rapportage</strong> bevindingen in detail (Engelstalig)<br />

Benchmark Single seal joints<br />

Rijkswaterstaat as a government organisation in The Netherlands is the owner of the motorways, canals,<br />

rivers and storm barriers. A survey of maintenance costs showed that after resurfacing projects, the<br />

maintenance and replacement of single seal joints is the major origin of expenses for motorways. Therefore<br />

Rijkswaterstaat has initiated an internal quality improvement project for single seal joints which consists of<br />

the following fases:<br />

1. Survey and analysis of problems<br />

2. Discussion with neighbouring countries about their experiences<br />

3. Proposals for better design, fabrication, installation etc. laid down in<br />

specifications<br />

4. Proposals for maintenance<br />

Phase 2 consists of a benchmark study with the Ministry of transport in Flanders and Wallony and the<br />

Landesbetrieb Strassenbau Nordrhein-Westfalen in Germany. For this benchmark a questionnaire was<br />

drawn up with the following subjects:<br />

1. Types of single seal joints used and experiences<br />

2. Design<br />

3. Manufacturing and Installation<br />

4. Inspection and Maintenance<br />

5. Replacement<br />

Experience Netherlands<br />

The Dutch experiences were compiled using:<br />

• Reference documents expansion joints, edition 3.0<br />

• Memo ‘product <strong>enkelvoudige</strong> voegovergangen’ 11 July 2001<br />

• Requirements for expansion joints<br />

• Project startup May 13th 2003<br />

1. Types of single seal joints used and experiences<br />

See table 1.<br />

2. Design<br />

Are traffic loads and movements from standards and measurements used for design calculations and<br />

verification tests? When tests are carried out, which boundary conditions are used and do they include<br />

the most adverse design situations? What design life is aimed at? Are the structures tested and<br />

evaluated with respect to the brittleness and the risk of crack propagation<br />

Traffic intensities and traffic loads are determined by extensive measurements. These have been<br />

assessed and compared with Eurocode figures and elaborated into static design loads and axle spectrum<br />

for fatigue loads. (Requirements for expansion joints). These loads are used for design computations of<br />

multiple seal joints. Results of tests performed by manufacturers are used. Some parts of single seal<br />

joints are similar to multiple seal joints. Here the same computations and tests apply. Rijkswaterstaat<br />

does not perform tests self, neither contract out such tests.<br />

For single seal joints standardized details specified by drawings and contract specifications are used. In<br />

design and construct contracts these are used as reference for products proposed by contractors. In<br />

53 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


future Rijkswaterstaat plans to use the document ‘Requirements for expansion joints’ for single seal<br />

joints too.<br />

Design life of 30 years is required. Replaceable elements, such as seals, must have a design life of at<br />

least 10 years. Lifetimes and repair intervals assessed from expert judgement are given in table 1.<br />

For bituminous joints a lifetime equal to the pavement is required; this ranges from 10 years for heavily<br />

used (right) lanes to 15-17 years for other lanes.<br />

54 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Type of joint<br />

Text in Dutch included<br />

Epoxy nosing with<br />

bonded seals<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van<br />

kunstharsbeton<br />

Polymeric concrete<br />

nosing with bonded<br />

seals<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van<br />

staalvezelbeton<br />

Steel nosing anchored<br />

in concrete<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van staal<br />

(-rubber)<br />

Steel nosing anchored<br />

in epoxy<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van<br />

(a) Table 1: Types of single seal joints used and experiences<br />

Example / Details<br />

for our own reference<br />

Kunstharsbeton<br />

balkconstructie met<br />

gelijmd profiel<br />

Staalvezelbeton<br />

balkconstructie met<br />

gelijmd profiel<br />

Roosterconstructie met<br />

betonvulling<br />

Gemodificeerd met<br />

vervangbaar<br />

voegpakket<br />

Maurer type<br />

klemprofiel, verankerd<br />

in beton<br />

Kunstharsbeton<br />

balkconstructie met<br />

staalprofiel verankerd in<br />

Use Subjective advice Life time (expert<br />

opinion)<br />

Used as replacement Not applicable in heavy Repair (exchange seal):<br />

and in new structures traffic conditions 8 years<br />

Replacement:


Type of joint<br />

Text in Dutch included<br />

kunstharsbeton<br />

Steel nosing in<br />

polymeric concrete<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van<br />

staalvezelbeton<br />

Bituminous joint /<br />

Flexible plug joints<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergang van<br />

bitumen<br />

Buried joint<br />

Example / Details<br />

for our own reference<br />

dorpel en rijdek<br />

Staalvezelbeton<br />

balkconstructie met<br />

staalprofiel verankerd in<br />

dorpel en rijdek, rubber<br />

afdichting ingeklemd of<br />

in klauwprofiel<br />

Original “Thorma<br />

joints”<br />

Use Subjective advice Life time (expert<br />

opinion)<br />

Frequently used as<br />

replacement and in new<br />

structures<br />

Frequently used from<br />

80’s. Silent joint quick<br />

to install<br />

Not applied<br />

Beams are weak<br />

elements; not durable<br />

under heavy traffic<br />

conditions; better than<br />

epoxy beams<br />

not durable under<br />

heavy traffic conditions.<br />

Should be installed with<br />

great care<br />

56 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

Repair (exchange seal):<br />

8 years<br />

Replacement: 15 years<br />

Repair/Replacement: 5<br />

– 10 years<br />

Finger joint Some applications Repair /Replacement:<br />

not known<br />

Mat joint<br />

Rubber matconstructie Some applications Durability under heavy Repair/ Replacement:<br />

Elastomeric cushion bevestigd met bouten,<br />

traffic conditions not 15 years<br />

joint<br />

bijvoorbeeld Algaflex en<br />

ensured<br />

Referentiedocument:<br />

Enkelvoudige<br />

voegovergangen van<br />

rubber<br />

STOG<br />

Remarks<br />

Often poor installation<br />

quality.<br />

Limited movement<br />

capacity; 30 mm, max<br />

50 mm<br />

Watertightness weak<br />

point<br />

Elastomeric material<br />

may be sensitive to<br />

fatigue due to stress<br />

concentrations near<br />

embedded steel parts.<br />

Bolted fixings are weak<br />

points.


Noise reduction has been an important requirement for some twenty years. This encouraged the use of<br />

bituminous joints. On most of the stretches of the Dutch highways open asphalt pavement is used for<br />

noise reduction too. Steel nosing joints are regarded as noisy compared to bituminous joints.<br />

Is there a tendency to avoid joints in bridge structures?<br />

In the past the Dutch bridge designers have paid not much attention to reduction of the number of<br />

joints. Awareness is growing; a research project joint less bridges is an example of this.<br />

3. Manufacturing and installation<br />

How is dealt with the manufacturing an installation procedures and quality control aspects? Do<br />

internal or external institutions carry out manufacturing and installation inspections?<br />

Installation is crucial for the lifetime of the joints. In The Netherlands installation after pavement construction<br />

is the common procedure. The contactor in most cases performs quality control, using quality assurance<br />

procedures according to ISO standards. In practice this does not always result in technical optimal<br />

procedures. A problem in enforcing strict quality control procedures is that liability of the contractor is limited<br />

to cost of the construction only, while effects of damage or short lifetime on cost for traffic measures are<br />

much higher than cost of a joint. Not to speak of user cost due to congestion caused by repairs.<br />

4. Inspection and maintenance<br />

Who is carrying out inspections and the evaluation of the results?<br />

Inspections consist of regular visual inspections and technical inspections.<br />

The local maintenance staff performs regular visual inspections at least once a year. Routine<br />

maintenance is determined by such inspections. Additional visual checks are performed continuously as<br />

part of regular overall observations.<br />

Technical inspections are planned on object level either incidentally or periodically. The objective of these<br />

inspections is to update the preservation plans based on the actual condition of the bridge. Inspection<br />

planning is geared to the maintenance planning. The inspection interval of bridges varies in practice from 5<br />

to 10 years. Technical inspections are contracted out for more than 80%.<br />

Inspection measures consist of the elements to be inspected, , specified with inspection instructions<br />

where relevant<br />

The main objective of the periodical technical inspections is to check and actualise the preservation plan. For<br />

this conclusions can be:<br />

• Maintenance measure in plan correct, where necessary update of advised year of execution<br />

• Additional investigation necessary<br />

Specific regulations for bridge inspection intervals are not available in the Netherlands. General<br />

codes and regulations are applicable. Most relevant are building codes and regulations and<br />

standards for electrical installations. A backlog has developed in inspections due to shortage of<br />

budget. The option of postponing inspections is introduced by not having strict regulations for<br />

inspection intervals.<br />

57 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Is maintenance subject to standard procedures and how is dealt with traffic<br />

measures (lane closures etc.)?<br />

What type related damages are found?<br />

Do specific materials and construction types show specific damages?<br />

See table 1.<br />

5. Replacement<br />

How is dealt with replacement? Are the working lives of the joint types evaluated, also in relation to the<br />

traffic distribution, volume, environmental conditions, de-icing agents etc.?<br />

Replacement of joints has a major impact on traffic. Therefore either a long lifetime of joints is required or<br />

replacement can be combined with pavement maintenance. Joint types that are frequently used in the<br />

Netherlands have too short lifetimes, show frequent damage and are a large cost item of the maintenance<br />

budget. Further leakage of joints causes much damage to concrete structure and bearings, that is exposed to<br />

chloride environment (de-icing agents).<br />

Working lives are estimated on expert judgement (see table 1). Further assessment of lifetimes from<br />

inspections is planned.<br />

Results Germany<br />

The German (Nordrhein-Westfalen) experiences were discussed in a meeting in Krefelt June 23rd 2003<br />

Participants<br />

Germany:<br />

Joachim Minten, Hubert Pullen; Landesbetrieb Strassenbau Nordrhein-Westfalen<br />

Dr Arnold Hemmert-Haltswick; Bundesanstalt fur Strassenwesen<br />

Netherlands:<br />

Han Leendertz, Dick Schaafsma, Nico Booij, Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

The results of the discussion are reported below<br />

1. Types of single seal joints<br />

If used, what are the experiences with:<br />

• Epoxy nosings with bonded seals<br />

• Steel nosings anchored in epoxy<br />

• Steel nosings anchored in concrete<br />

• Steel nosings in polymeric concrete<br />

• Bituminous joints<br />

• Flexible plug joints<br />

• Buried joints<br />

• Finger joints<br />

• Mat joints<br />

Are types excluded?<br />

In new bridges “Steel nosings anchored in concrete” is the only type that is applied under heavy traffic<br />

conditions.<br />

58 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Bituminous joints are applied in many bridges since the seventies. This type is experienced not suitable<br />

for heave traffic conditions and is not applied in new bridges. Existing bituminous joints show great<br />

variety in functioning; some perform excellent under heavy traffic conditions, some perform badly.<br />

Construction of the joint plays a important role. The risk of this type is regarded to be too high. Existing<br />

bituminous joints are replaced by other types, when damaged.<br />

Finger joints were used in the fifties, the sixties and some still in the seventies and now again because of<br />

noise reasons, for the time being with a special permission of the ministry of Transport and perhaps<br />

beginning from the end of this year with an approval according the widened existing Technical Delivery<br />

and Technical Testing Conditions for Expansion Joints (TL/TP-FÜ).<br />

Mat joints are applied by exception in motorway bridges; they are used more in city road bridges.<br />

Where they were used in motorway bridges other types very often replace them.<br />

2. Design<br />

Are traffic loads and movements from standards and measurements used for design calculations and<br />

verification tests? When tests are carried out, which boundary conditions are used and do they include the<br />

most adverse design situations? What design life is aimed at? Are the structures tested and evaluated with<br />

respect to the brittleness and the risk of crack propagation?<br />

Traffic intensities are measured, intensity of trucks known in general. Measurements of vehicle<br />

configurations and traffic loads are not available. Design loads are based on DIN 1072. Traffic<br />

intensities are comparable to Dutch conditions, up to 140 – 100.000 vehicles/day, of which 12000<br />

trucks. These figures vary per motorway.<br />

Steel parts are designed on engineering judgement; no calculations are used in the beginning of the<br />

planning process. Such calculations are performed for static loads and fatigue for multi seal joints<br />

(TL/TP-FÜ). These might be applicable to steel parts of single seal joints. Anchoring in concrete and<br />

steel structures is designed with static calculation.<br />

Joints are subjected to strict design regulations from the German Ministry of Transport<br />

(Bundesministerium für Verkehr, Bau- und Wohnungswesen). These results are laid down in a sort of<br />

standardised design drawing (Richtzeichnung (RiZ) Übe 1, see figures Richtzeichnung and<br />

Ausführungstzeichnung in appendix 1). Rubber profile and steel clamps for this are not prescribed. This<br />

depends on manufacturer.<br />

Interesting aspect is noise generation/emission; single seal joints are regarded to be comparable to<br />

bituminous joints with regard to noise. Only multi-seal joints are regarded as “noisy”, and thus not<br />

applicable in sensitive environment. This is different from the Netherlands, where single seal joints with<br />

a rubber profile are regarded as “noisy” and not applicable in sensitive environment. Research on noise<br />

generation/emission and reduction of single seal joints is being performed in Germany at he moment.<br />

Design life is at least 20 years.<br />

Used types contain no brittle material, such as epoxy.<br />

For bituminous joints a “Bast Bericht” is available with guidelines for application and installation of this<br />

type of joint. (This is not discussed during the meeting 23 rd June)<br />

Is there a tendency to avoid joints in bridge structures?<br />

For dilatation movements < 10 mm (fixed point support) no joint is made; instead elastic seal is used.<br />

59 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3. Manufacturing and Installation<br />

How is dealt with the manufacturing an installation procedures and quality control aspects? Do<br />

internal or external institutions carry out manufacturing and installation inspections?<br />

All steel parts are subjected to quality control system of the manufacturer. In Germany this demands an<br />

external quality control (“Fremduberwachung”). Incidental checks are performed by principal. On<br />

construction site steel parts are visually inspected mainly on damages. Anchoring and reinforcement are<br />

checked by qualified personal from principal.<br />

4. Inspection and Maintenance<br />

Who is carrying out inspections and the evaluation of the results?<br />

Inspections are performed conform a standardised regime (Bauwerksprufung, DIN 1076). Detailed technical<br />

inspections are performed each 6 years (Hauptprufung) and each 3 years a more global visual inspection<br />

(Einfache Prufung). These inspections are performed by specialists from the managing authority. Each year a<br />

visual check is performed by personal of the regional road maintenance operating centre. Results of the 3<br />

and 6 years inspection are registered, and are available during following inspections.<br />

Is maintenance subject to standard procedures and how is dealt with traffic measures (lane closures<br />

etc.)? What type related damages are found?<br />

Do specific materials and construction types show specific damages?<br />

The standard type (steel nosing anchored in concrete) needs no maintenance during its life time,<br />

besides some routine maintenance such as repairing seals between steel parts and pavement. Gutters<br />

formed by rubber profiles are self cleaning under intense traffic. Parts with low traffic intensities may<br />

have to be cleaned. Incidental rubber profiles have to be replaced, when they are damaged and no<br />

longer watertight, by incidental causes like perforation by sharp objects. End of life time of rubber<br />

profiles coincides with deterioration of steel clamp profiles in most cases. Exchange of rubber profile<br />

only in this case is likely to result in new damage relatively soon. After end of lifetime the entire joint (or<br />

possibly in segments per lane) is replaced. Closure of lanes is restricted to weekends (Friday 20 until<br />

Monday 6 o’clock).<br />

Maintenance of existing bituminous joints was not discussed 23rd June. Bituminous joints are frequently<br />

damaged and are regarded to be not durable under heavy traffic conditions until now.<br />

5. Replacement<br />

How is dealt with replacement? Are the working lives of the joint types evaluated, also in relation to the<br />

traffic distribution, volume, environmental conditions, de-icing agents etc.?<br />

See maintenance. Additional remarks: Working lives are not evaluated systematically, nor are they<br />

related systematically to traffic volumes etc. Life times are based on expert opinion/experience.<br />

Results Wallony<br />

The Wallony experiences were discussed in a meeting in Namen June 27 th 2003.<br />

Participants:<br />

Wallony:<br />

Victor Caby, Pascal Massart; Direction Generale des Services techniques, Ministere de L’equipment et<br />

de Transportes (MET)<br />

Netherlands:<br />

Han Leendertz, Nico Booij, Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

60 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


The results of the discussion are reported below. This report is mainly based on information provided by<br />

mr. Caby, added with notes from the discussion (in italic).<br />

1. Experience about single seal joints<br />

See table on next pages.<br />

2. Design<br />

Are traffic loads and movements from standards and measurements used for design calculations and<br />

verification tests? When tests are carried out, which boundary conditions are used and do they include<br />

the most adverse design situations? What design life is aimed at? Are the structures tested and<br />

evaluated with respect to the brittleness and the risk of crack propagation<br />

Traffic loads and movements are taken from Belgium standards NBN B 03-101 (1993) and from the<br />

"catalogue évolutif des joints contrôlés". This last document takes in to account the life time of the<br />

joint by introducing the factors K trafic depending on the traffic importance and the K dénivellation<br />

depending on the fact that the joint is or is not replaceable. (See Mr J. S. Leendertz document of the<br />

04-05-2000 on that matter).<br />

Traffic loads translated in axle-load spectra vary by motorway, depending on the part freight<br />

traffic. The heaviest traffic is concentrated around Antwerp.<br />

The design is only done according to the results of calculations based on an elastic limit state criterion.<br />

No tests are carried out because the cost is to important for the Belgium market.<br />

Mr. Massard has a complete design calculation of a multi-seal expansion joint. Parts of this<br />

calculation are applicable to single seal joints. Difficult aspects of the calculation are the<br />

assumptions for the wheel pressure on the steel nosing. Rijkswaterstaat (mr. Leendertz) has<br />

comparable calculations.<br />

Remark : The coefficients K trafic and K dénivellation have been calibrated on the base of our<br />

experience and good behaviour of joints known at that time.<br />

61 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


1. Experience about single seal joints<br />

(i) Expansion joints for road bridges<br />

Type of joint Example / Details use Subjective advice Remarks<br />

Epoxy nosing with bonded "Vredestein"<br />

seals<br />

not used none<br />

Steel nosing anchored in 2 types :<br />

The good keeping of the 2 To use only for critical<br />

epoxy<br />

types of joints depends mainly replacements when<br />

on the quality of the execution movement capacity needed is<br />

between 30 and 80 mm.<br />

To avoid for new joints<br />

because of the risk of bad<br />

behaviour.<br />

- in hard resin (Freyssinet) - in hard resin : seldom used - in hard resin a few<br />

anchored in the structure :<br />

problems appeared<br />

seldom used<br />

(viaduct des Guillemins)<br />

Steel nosing anchored in<br />

concrete<br />

Steel nosing in polymeric<br />

concrete<br />

- in flexible resin<br />

(Lumicilice) glued on to<br />

the structure<br />

- in flexible resin : seldom<br />

used<br />

"Maurer", "Récrido", "GHH" Most used in Belgium<br />

"Emergo" (Maurer)<br />

62 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

- in flexible resin a few<br />

problems appeared<br />

(cracking and<br />

watertightness at the<br />

boundary between the<br />

concrete and the road<br />

surfacing)<br />

usually very good behaviour To pay attention to the<br />

connection between the steel<br />

nosing and the watertight<br />

layer and also at the uplift of<br />

the extremity to avoid the<br />

flowing of water.<br />

unknown not used Anchorage by a fibre concrete<br />

has been proposed but not


Type of joint Example / Details use Subjective advice Remarks<br />

placed<br />

Bituminous joint<br />

Reported under “flexible plug<br />

joints”<br />

Old type of joint.<br />

The gap was bridged by a<br />

copper sheet<br />

Flexible plug joints "Thorma" Only used for joint<br />

replacements when movement<br />

capacity needed is less than 30<br />

mm<br />

Buried joints Joint under the road surfacing<br />

with reinforcement<br />

Finger joints Finger joint with watertight<br />

neoprene membrane under<br />

finger plate<br />

Mat joints Rubber joints "(GHH -<br />

"Transflex")<br />

Not used nowadays Cracks appear systematically<br />

in the road surfacing when the<br />

movement capacity needed is<br />

a little important.<br />

Fairly good behaviour<br />

Sometimes cracks appear in<br />

the adjacent road surfacing<br />

when a new joint is combined<br />

with an old pavement.<br />

63 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

Easy repair<br />

Difficulties appear at the uplift<br />

of the extremity to avoid the<br />

flowing of water.<br />

Life cycle cost are relatively<br />

high due to frequent<br />

maintenance. Joints have to<br />

be replaced with replacement<br />

of pavement adjacent to<br />

joints.<br />

One test No experience Difficulties appear at the uplift<br />

of the extremity to avoid the<br />

flowing of water.<br />

Have been often used in the<br />

past but not used nowadays<br />

Seldom placed (Pont des<br />

Ardennes)<br />

Good resistance of the joint it<br />

self but the watertight<br />

membrane finishes by splitting<br />

due to the accumulation of<br />

dirt.<br />

Generally good behaviour<br />

with actual joints.<br />

Watertightness problems at<br />

the boundary between the<br />

joint and the road surfacing.<br />

Sensitive to wear.<br />

Broken fingers in aluminium<br />

alloy (Quality of the<br />

aluminium alloy ?)<br />

Dangerous for motor cyclists<br />

In the passed, bad experience<br />

with the type made in Belgium<br />

due to the lack of wear<br />

resistance of the rubber.


Is there a tendency to avoid joints in bridge structures?<br />

These last 30 years, there is a tendency to avoid a maximum of expansion joints in road bridges and to<br />

use bonding supple concrete slabs. These slabs are 10 cm thick, 80 cm long and very heavily reinforced<br />

(10 ∅ 16 mm top and bottom) (see figure). This applies to joints between bridge deck elements or<br />

bridge deck and abutment. All displacements are concentrated in joints between bridge deck elements<br />

or bridge deck and abutments.<br />

3. Manufacturing and installation<br />

How is dealt with the manufacturing an installation procedures and quality control aspects? Do<br />

internal or external institutions carry out manufacturing and installation inspections?<br />

The quality control at the factory is carried out by the D 422 – "Direction des structures métalliques" of<br />

the MET – "Ministère Wallon de l'Équipement et des Transports". In certain cases and mainly when in<br />

a foreign country this department of the MET can delegate the control to an approved private firm.<br />

64 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


The control on site is carried out by the department in charge of the bridge ("la Direction Territoriale").<br />

No standard requirements are yet compulsory. Requirements as given by Rijkswaterstaat NBD-<br />

00710 on QA an QC are regarded as useful. Installation must be part of the quality plan of the<br />

contractor and shall be approved by the manufacturer.<br />

4. Inspection and maintenance<br />

Who is carrying out inspections and the evaluation of the results?<br />

Is maintenance subject to standard procedures and how is dealt with traffic measures (lane closures<br />

etc.)? What type related damages are found?<br />

Do specific materials and construction types show specific damages?<br />

Since 1978, a systematic inspection of all our bridges is organised. The procedure is laid down under<br />

the code "règlement de gestion des ouvrages d'art pour la région wallonne". That code specifies that<br />

all bridges have to be inspected at least every 3 years.<br />

The inspection is carried out by a staff member of the department in charge of the bridge ("la Direction<br />

Territoriale"). He is usually not an civil engineer. He writes the "formulaire d'inspection".<br />

The evaluation and results are written by a civil engineer of the department in charge of the bridge ("la<br />

Direction Territoriale") and is called "le rapport d'inspection" This report is sent with the formulaire<br />

d'inspection" to the D 411 – "Direction des Ponts et Charpentes" who gives it's advice.<br />

We have no records about the relation between type of damage found, and the type of joints, the type<br />

of structure or the builder. A few ideas have been given on that matter in the table in point 1.<br />

5. Replacement<br />

How is dealt with replacement? Are the working lives of the joint types evaluated, also in relation to the<br />

traffic distribution, volume, environmental conditions, de-icing agents etc.?<br />

The replacement of a joint only depends on the damages observed at the inspection time and on the<br />

evaluation of the state of the joint. With the advice of the different departments of the ministry<br />

involved in the matter, the department in charge of the bridge ("la Direction Territoriale") will decide to<br />

repair or to replace the entire joint or parts of it.<br />

65 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Results Flanders<br />

The Flemish experiences were discussed in a meeting in Hasselt August 24 th 2003.<br />

Participants:<br />

Flanders:<br />

Lucien Tolpe, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Metaalstructuren<br />

Wallony :<br />

Victor Caby, Pascal Massart; Direction Generale des Services techniques, Ministere de L’equipment et<br />

de Transportes (MET)<br />

Netherlands:<br />

Han Leendertz, Nico Booij, Dick Schaafsma, Leo Klatter; Bouwdienst Rijkswaterstaat<br />

General data Flanders:<br />

2400 bridges, 80% concrete types<br />

500 steel bridges, of which:<br />

• 200 fixed bridges<br />

• 200 movable bridges<br />

• 100 mixed steel/concrete types<br />

The results of the discussion are reported in the table for subject 1 and in the following sections for the<br />

other subjects.<br />

66 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


1. Types of single seal joints used and experiences<br />

Type of joint Example / Details use Subjective advice Remarks<br />

Epoxy nosing with bonded<br />

seals<br />

Steel nosing anchored in<br />

epoxy<br />

Steel nosing anchored in<br />

concrete<br />

Steel nosing in polymeric<br />

concrete<br />

Bituminous joint<br />

Reported under “flexible plug<br />

joints”<br />

Epoxy beams are not allowed<br />

in new bridges Only used for<br />

emergency joint repairs<br />

Epoxy beams are not allowed<br />

in new bridges Only used for<br />

emergency joint repairs<br />

"Maurer" type Standard type used in almost<br />

all motorway bridges<br />

Standard movement capacity<br />

80 mm (60 mm old types),<br />

maximum 100 mm.<br />

not used<br />

Not used<br />

Flexible plug joints Compound joint Not allowed in new bridges<br />

Only used for emergency joint<br />

repairs when movement<br />

capacity needed is less than 30<br />

mm<br />

Buried joints Not used<br />

Finger joints Finger joint with watertight<br />

neoprene membrane under<br />

finger plate<br />

Mat joints Not used<br />

Only watertight types are<br />

allowed<br />

Good behaviour,<br />

long lifetime (20 – 40 years)<br />

Not durable under highway<br />

traffic conditions<br />

Should not be used in skew<br />

and curved bridges<br />

Damage occurs with<br />

movements perpendicular to<br />

road axis<br />

67 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong><br />

market is dominated by one<br />

supplier


2. Design<br />

Are traffic loads and movements from standards and measurements used for design<br />

calculations and verification tests? When tests are carried out, which boundary conditions are<br />

used and do they include the most adverse design situations? What design life is aimed at?<br />

Are the structures tested and evaluated with respect to the brittleness and the risk of crack<br />

propagation<br />

All design aspects are translated into standard specifications for single seal expansion joints.<br />

Most important aspects are movement capacity, water tightness and minimal traffic<br />

obstruction. Water tightness should be guaranteed to prevent damage to substructure and<br />

bearings. The contractor does design of the anchoring in the concrete of the bridge.<br />

Demanding a long lifetime for the joint structure and easy replaceable joint seals ensures<br />

minimal traffic hindrance.<br />

The temperature range differs between NL and B:<br />

Temperature range [ºC] Netherlands Belgium<br />

Concrete bridges -15 +35 -10 +30<br />

Steel bridges -25 +45 -20 +40<br />

Maximum movement capacity for single seal joints is 80 mm for standard types. Special type<br />

with capacity of 100 mm is available.<br />

Steel parts must have quality J2. This requirement is imposed strictly in Flanders.<br />

Design computations are not made for single seal joints. The Flanders ministry is very reluctant<br />

in allowing new types of joints. Decision on approval is taken by ‘afdeling metaalstructuren’.<br />

Contractors are aware of this policy and propose joint types with proven quality in most<br />

projects.<br />

Is there a tendency to avoid joints in bridge structures?<br />

Reduction of the number of joints is standard aim in bridge design in Belgium (‘the best joint is<br />

no joint’). The place of the joints is selected carefully too, since this determines the<br />

requirements for the design of the joints.<br />

3. Manufacturing and installation<br />

How is dealt with the manufacturing an installation procedures and quality control aspects?<br />

Do internal or external institutions carry out manufacturing and installation inspections?<br />

Installation is crucial for the lifetime of the joints. Two different situations can be distinguished<br />

(standard type of joint; steel nosing anchored in concrete):<br />

• Installation before pavement construction:<br />

Asphalt is extended up to steel nosing. Remaining small joint is sealed with elastic material<br />

• Installation after pavement construction:<br />

Asphalt is cut out at joint position. Gap remaining after joint installation, is filled with medium<br />

strength concrete (C35/45)<br />

Both methods give equally good results, when performed with care.<br />

Quality control is performed according to standard procedures for; materials, computations and<br />

surveillance at construction site. To ensure an effective control, all aspects should be in one hand.<br />

Checks divided in several parts, each done by different actors are not effective in practice.<br />

68 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


4. Inspection and maintenance<br />

Who is carrying out inspections and the evaluation of the results?<br />

Is maintenance subject to standard procedures and how is dealt with traffic measures (lane<br />

closures etc.)? What type related damages are found?<br />

Do specific materials and construction types show specific damages?<br />

All bridges in Flanders have to be inspected every 3 years (general inspection ‘A(algemene)<br />

inspectie’). Simple bridges, box type underpasses and such are inspected every 6 years.<br />

Inspections are carried out by own personnel.<br />

Inspection reports consist of a list all elements with damages, drawn up by the inspector. The<br />

bridge engineer draws up a report (‘inspectieverslag’) based on the inspection reports. This<br />

report is send to the Brussels’ office, where it is checked by the structural engineer (‘stabiliteits<br />

ingenieur’) on possible structural problems. If necessary special inspections (B(ijzondere)<br />

inspectie’) are planned.<br />

Planning procedures were not discussed.<br />

Specific experience is reported in table in section 1.<br />

5. Replacement<br />

How is dealt with replacement? Are the working lives of the joint types evaluated, also in relation to<br />

the traffic distribution, volume, environmental conditions, de-icing agents etc.?<br />

Replacement of joints has a major impact on traffic. Therefore a long lifetime of joints is<br />

required. The frequently used joint type in Flanders, steel nosing anchored in concrete, has a<br />

lifetime of 20 to 40 years. Bituminous joints and epoxy types are not allowed in new designs<br />

because of their short lifetimes.<br />

69 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


Appendix Questionnaire<br />

CONCEPT 26/5/2003<br />

Dear Sir,<br />

I assume you are familiar with the fact that Rijkswaterstaat as a government organisation in<br />

The Netherlands is the owner of the motorways, canals, rivers and storm barriers.<br />

A survey of maintenance costs showed that after resurfacing projects, the maintenance and<br />

replacement of single seal joints is the major origin of expenses for motorways.<br />

Therefore Rijkswaterstaat has initiated an internal quality improvement project for single seal<br />

joints which consists of the following phases:<br />

1. Survey and analysis of problems<br />

2. Discussion with nabouring countries about their experiences<br />

3. Proposals for better design, fabrication, installation etc. laid down in specifications<br />

4. Proposals for maintenance<br />

For phase 2 we would like to discuss with the Ministry of Transport in Flanders and Wallony<br />

and the BASt in Germany the following subjects:<br />

1. Types of single seal joints<br />

If used, what are the experiences with:<br />

• Epoxy nosings with bonded seals<br />

• Steel nosings anchored in epoxy<br />

• Steel nosings anchored in concrete<br />

• Steel nosings in polymeric concrete<br />

• Bituminous joints<br />

• Flexible plug joints<br />

• Buried joints<br />

• Finger joints<br />

• Mat joints<br />

Are types excluded?<br />

2. Design<br />

Are traffic loads and movements from standards and measurements used for design<br />

calculations and verification tests? When tests are carried out, which boundary<br />

conditions are used and do they include the most adverse design situations? What<br />

design life is aimed at? Are the structures tested and evaluated with respect to the<br />

brittleness and the risk of crack propagation<br />

Is there a tendency to avoid joints in bridge structures?<br />

70 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>


3. Manufacturing and Installation<br />

How is dealt with the manufacturing an installation procedures and quality control<br />

aspects? Do internal or external institutions carry out manufacturing and installation<br />

inspections?<br />

4. Inspection and Maintenance<br />

Who is carrying out inspections and the evaluation of the results?<br />

Is maintenance subject to standard procedures and how is dealt with traffic measures<br />

(lane closures etc.)?<br />

What type related damages are found?<br />

Do specific materials and construction types show specific damages?<br />

5. Replacement<br />

How is dealt with replacement? Are the working lives of the joint types evaluated, also<br />

in relation to the traffic distribution, volume, environmental conditions, de-icing agents<br />

etc.?<br />

At this moment the following persons are directly involved:<br />

Mr. H.E.Klatter, Head of the development department in the Survey section<br />

Mr. J.N.Booij, Project manager for the single seal project<br />

Mr. D.Schaafsma, Specialist of the bridge design section<br />

Mr. J.S.Leendertz, Specialist of the steel and mechanical section<br />

We hope to have a fruitful discussion with you.<br />

Many regards,<br />

J.S.Leendertz<br />

71 <strong>Rapportage</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>enkelvoudige</strong> <strong>voegen</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!