03.05.2013 Views

Aantekening §7.5 Rekenen aan reacties - Scheikunde op school

Aantekening §7.5 Rekenen aan reacties - Scheikunde op school

Aantekening §7.5 Rekenen aan reacties - Scheikunde op school

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>§7.5</strong> <strong>Rekenen</strong> <strong>aan</strong> <strong>reacties</strong><br />

Oefen<strong>op</strong>dracht 1<br />

Bereken hoeveel mL van elk reactieproduct ontstaat bij de volledige verbranding van 15,0 mL<br />

but<strong>aan</strong>. Ga ervan uit dat alle reactieproducten en zich in de gasfase bevinden en dat Vm = 24,0<br />

dm 3 mol -1 bij deze omstandigheden.<br />

Stap 1: 2 C 4 H 10 (g)+ 13 O 2 (g) 8 CO 2 (g) + 10 H 2 O (l)<br />

Stap 2: gegeven: 15,0 mL but<strong>aan</strong><br />

gevraagd: <strong>aan</strong>tal ml CO2 en <strong>aan</strong>tal ml H2O dat ontstaat<br />

Stap 3: uit 2 mol but<strong>aan</strong> ontstaat 8 mol CO2 en 10 mol H2O<br />

Stap 4: <strong>aan</strong>tal mol C4H10 =<br />

−3<br />

V 15⋅10 = = ⋅<br />

V 24,0<br />

m<br />

−4<br />

6,25 10 mol<br />

8 −4 −3<br />

6, 25 10 2,50 10 mol<br />

Stap 5: <strong>aan</strong>tal mol CO2 = ⋅<br />

2<br />

⋅ = ⋅<br />

10 −4 −3<br />

<strong>aan</strong>tal mol H2O = ⋅6, 25⋅ 10 = 3,125 ⋅ 10 mol<br />

2<br />

Stap 6 + 7: volume CO2 (g) = <strong>aan</strong>tal mol · Vm = 2,50 · 10 -3 · 24,0 = 6,0 · 10 -2 L = 60,0 mL<br />

volume H2O (g) = <strong>aan</strong>tal mol · Vm = 3,125 · 10 -3 · 24,0 = 7,50 · 10 -2 L = 75,0 mL<br />

De totaal berekening ziet er dan voor CO2 als volgt uit:<br />

−3<br />

15,0 ⋅10<br />

8 −3 8<br />

−2<br />

Vm 2<br />

m<br />

2<br />

ofwel<br />

8<br />

15,0 ⋅ = 60,0 mL<br />

2<br />

⋅ ⋅ V = 15,0 ⋅10 ⋅ = 6,00 ⋅ 10 L = 60,0 mL<br />

voor water kom je dan tot een volume van 75,0 mL (ga zelf na)<br />

Dus de desbetreffende volumes zijn te berekenen door alleen de molverhouding te<br />

gebruiken! Dit kan omdat de stoffen in de gasfase zijn!<br />

Oefen<strong>op</strong>dracht 2 zie volgende pagina!<br />

<strong>Aantekening</strong> <strong>§7.5</strong> <strong>Rekenen</strong> <strong>aan</strong> <strong>reacties</strong>.doc Pagina 1 van 2


Oefen<strong>op</strong>dracht 2<br />

Bereken hoeveel mL van elk reactieproduct ontstaat bij de reactie van k<strong>op</strong>eroxide met het gas<br />

waterstof, waarbij k<strong>op</strong>er en vloeibaar water ontstaat. Bij deze reactie wordt 15,0 mL waterstof<br />

verbruikt. Ga ervan uit dat Vm = 24,0 dm 3 mol -1 bij 293K.<br />

Stap 1: CuO (s) + H 2 (g) Cu (s) + H 2 O (l)<br />

Stap 2: gegeven: 15,0 mL H2<br />

gevraagd: <strong>aan</strong>tal mL Cu en <strong>aan</strong>tal mL H2O dat ontstaat<br />

Stap 3: uit 1 mol CuO ontstaat 1 mol Cu en 1 mol H2O<br />

Stap 4: <strong>aan</strong>tal mol H2 =<br />

Stap 5: <strong>aan</strong>tal mol Cu =<br />

<strong>aan</strong>tal mol H2O =<br />

−3<br />

V 15⋅10 = = ⋅<br />

V 24,0<br />

m<br />

−4<br />

6, 25⋅ 10 mol<br />

−4<br />

6, 25⋅ 10 mol<br />

−4<br />

6,25 10 mol<br />

Stap 6 + 7: massa Cu (s) = <strong>aan</strong>tal mol · M = 6,25 · 10 -4 · 63,55 = 3,97 · 10 -2 g<br />

−2<br />

3,97 ⋅10<br />

−3<br />

volume = = 4,03 ⋅ 10 mL<br />

9,86<br />

massa H2O (l) = <strong>aan</strong>tal mol · M = 6,25 · 10 -4 · 18,02 = 1,13 · 10 -2 g<br />

−2<br />

1,13 ⋅10<br />

−2<br />

volume = = 1,13 ⋅ 10 mL<br />

0,998<br />

Molverhouding ≠ volumeverhouding, want niet alle stoffen zijn in de gasfase (dus niet: 15,0<br />

mL Cu (s) en 15,0 mL H2O (l))<br />

<strong>Aantekening</strong> <strong>§7.5</strong> <strong>Rekenen</strong> <strong>aan</strong> <strong>reacties</strong>.doc Pagina 2 van 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!