Soorten netten: Vraag: Vergelijk de verschillende systemen van ...

Vraag 11 : Een draaiveld verdraait 1/12 toer in een tijd van
1/6 periode. Hoeveel polen heeft het veld?
60.
f
Antwoord : Basisformule : n?
met: n = toerental van het
p
draaiveld in tr/min.
f = frequentie van het aangesloten draaistroomnet
(meestal 50 Hz)
p = aantal poolparen in de stator
60.
f
Hieruit leiden we af: p?
In de opgave staat dat het draaiveld half zo traag
draait als de aangelegde spanning.
Dit betekent dat voor een aangelegde spanning van
50 Hz het draaiveld 25 toeren per seconde of 1500
60.
50
tr/min. draait. p ? = 2
1500
Er zijn dus 2 poolparen of m.a.w. 4 polen.
Driefasenalternator (synchrone generator)
Vraag: Schets de nullastkarakteristiek van een Driefasen–
alternator (synchrone generator)en verklaar de vorm ervan De
begrippen remanent magnetisme en verzadiging van de polen
toelichten.
Vermogen en rendement
Vraag: Geef het verband tussen schijnbaar en actief vermogen
van een één- en driefasige synchrone generator.
Vraag: Bespreek de verliezen en leid hieruit de formule van
het rendement.
Vraag: Verduidelijk de invloed van de arbeidsfactor op het
rendement.
Parallelschakeling
Vraag: Licht de voorwaarden toe voor één en driefasige
synchrone generatoren parallel te schakelen.
Som de middelen op om de synchronisatievoorwaarden te
controleren.
Spanningsregeling
Vraag: Het principe voor spanningsregeling toelichten.
Verklaar het principeschema voor bekrachtiging met
gelijkstroomgenerator en met synchrone generator.
Ankerreactie
Vraag: Leg het begrip ankerreactie uit alsmede de invloed
ervan op de gegenereerde spanning bij ohms, inductief of
capacitief belaste generator.
De transformator
Eénfasige transformator
Principiële samenstelling en werking
Vraag: Beschrijf de principiële samenstelling en werking van
de eenfasige transformator.
De ideale transformator
Vraag: Licht het begrip ideale transformator toe.
n