Soorten netten: Vraag: Vergelijk de verschillende systemen van ...

Soorten netten:
Vraag: Vergelijk de verschillende systemen van aardverbinding
a) Toelichten hoe ze opgebouwd zijn (schetsen ook zie
cursus)
b) Voordelen en nadelen opsommen.
Antwoord:
Vraag : Welke zijn de 3 spanningsmogelijkheden van
Antwoord :
huishoudelijke distributienetwerken. (Ook
schetsen)

De wisselstroomgenerator
Werkingsprincipe en constructie
Vraag: Licht het principe van het opwekken van een
wisselspanning toe.
Vraag: Vergelijk de uitvoeringsvormen van de
wisselstroomgenerator
Antwoord:(binnenpool- en buitenpoolgeneratoren) onderscheiden
en in verband brengen met hun toepassingsgebied.
De constructievormen van de rotor beschrijven (vliegwiel-
en turbogeneratoren).
De wisselstroomgenerator
Vraag 1 : De pulsatie van een wisselspanning is 125,6 rad/s.
Bereken de periodeduur.
Antwoord : ? = 125,6 rad/s = 2.?.f f = 125,6/2.? = 19,99
Hz
De periodeduur T = 1/f = 1/19.99 Hz = 0,050 s of 50
ms
Vraag 2 : Het toerental van een vierpolige generator daalt
tot 1440 tr/min. Bereken de overeenstemmende
frequentie van de wisselspanning.
Antwoord : n = 1440 tr/min p = 2 (4 polen = 2 poolparen)
f = (p.n)/60 = (2.1440)/60 Hz = 48 Hz
Vraag 3 : De ogenblikkelijke waarde van een wisselspanning
met frequentie f = 50 Hz is 1/400 seconde na het
nulpunt gelijk aan 200 V. Bereken de effectieve
waarde en de maximum waarde.
Antwoord : Bij een frequentie van 50 Hz bedraagt de duur van
een volledige periode:
T = 1/f = 1/50 s = 20 ms 1/400 s = 1/8 T of in
graden uitgedrukt: 360°/8 = 45°
Gegeven is dus dat u = 200 V = Umax.sin 45° Umax =
200V/sin45° = 200.1,4142V
= 283 V
Ueff = Umax / ?2 = 283 V/1,4142 = 200 V
Vraag 4 : Een alternator van 50 000 kVA kan een actief
vermogen van 50000 kW leveren als de belasting
resistief is. De arbeidsfactor cos ? is dan 1. Bij
een belasting met cos ? = 0,8 kan deze generator
zonder overbelasting slechts 40 000 kW leveren.
Verklaar.
Antwoord : P = S.cos ? = 50 000 kW.0,8 = 40 000 kW
Vraag 5 : Een zespolige driefasengenerator is gewikkeld met
drie gleuven per pool en per fase. Hoeveel gleuven

ezit de stator?
Antwoord : 6 polen x 3 fasen x 3 gleuven/pool&fase = 54
gleuven
Vraag 6 : In een tweepolige driefasenstatorwikkeling ontstaat
bij aanleggen van een driefasenspanning een
draaiveld dat 90 graden verdraait in de tijd van
………. periode. Verklaar
Antwoord : ¼ periode want 360° is 1 periode dus 90° is ¼
van 360° en ¼ van een periode.
Vraag 7 : Bereken het toerental in tr/min van het draaiveld
bekomen door een tweepolige statorwikkeling ,
indien de frequentie van de driefasenspanning 60Hz
is.
Antwoord :
60.
f
n?
p
Vraag 8 : Bereken het toerental van het draaiveld van een
tienpolige statorwikkeling , indien de frequentie
van het draaistroomnet 50Hz is.
60.
50
Antwoord n ?
? 600tr
/ min :
5
Vraag 9 : Hoe groter de frequentie van de driefasenspanning ,
bij een zelfde statorwikkeling , des te ……….. is
het toerental van het draaiveld. Verklaar.
Antwoord : groter want de frequentie is recht evenredig
met het toerental.
Vraag 10 : Toon grafisch aan dat er een vierpolig draaiveld
ontstaat, bij aansluiting van een driefasenspanning
aan een vierpolig driefasenstatorwikkeling.
Antwoord :
60.
60
n ? ? 3600tr
/ min
1

Vraag 11 : Een draaiveld verdraait 1/12 toer in een tijd van
1/6 periode. Hoeveel polen heeft het veld?
60.
f
Antwoord : Basisformule : n?
met: n = toerental van het
p
draaiveld in tr/min.
f = frequentie van het aangesloten draaistroomnet
(meestal 50 Hz)
p = aantal poolparen in de stator
60.
f
Hieruit leiden we af: p?
In de opgave staat dat het draaiveld half zo traag
draait als de aangelegde spanning.
Dit betekent dat voor een aangelegde spanning van
50 Hz het draaiveld 25 toeren per seconde of 1500
60.
50
tr/min. draait. p ? = 2
1500
Er zijn dus 2 poolparen of m.a.w. 4 polen.
Driefasenalternator (synchrone generator)
Vraag: Schets de nullastkarakteristiek van een Driefasen–
alternator (synchrone generator)en verklaar de vorm ervan De
begrippen remanent magnetisme en verzadiging van de polen
toelichten.
Vermogen en rendement
Vraag: Geef het verband tussen schijnbaar en actief vermogen
van een één- en driefasige synchrone generator.
Vraag: Bespreek de verliezen en leid hieruit de formule van
het rendement.
Vraag: Verduidelijk de invloed van de arbeidsfactor op het
rendement.
Parallelschakeling
Vraag: Licht de voorwaarden toe voor één en driefasige
synchrone generatoren parallel te schakelen.
Som de middelen op om de synchronisatievoorwaarden te
controleren.
Spanningsregeling
Vraag: Het principe voor spanningsregeling toelichten.
Verklaar het principeschema voor bekrachtiging met
gelijkstroomgenerator en met synchrone generator.
Ankerreactie
Vraag: Leg het begrip ankerreactie uit alsmede de invloed
ervan op de gegenereerde spanning bij ohms, inductief of
capacitief belaste generator.
De transformator
Eénfasige transformator
Principiële samenstelling en werking
Vraag: Beschrijf de principiële samenstelling en werking van
de eenfasige transformator.
De ideale transformator
Vraag: Licht het begrip ideale transformator toe.
n

Antwoord:De principewerking van de ideale transformator bij
nullast en bij belasting verklaren en hieruit het
vectordiagram en de transformatieverhouding afleiden.
De niet- ideale transformator
De werking van de niet- ideale transformator bij nullast
en bij belasting toelichten en vergelijken
met de ideale transformator.
Vermogen en rendement
Vraag: De formule van het rendement opstellen en de
verschillende verliezen toelichten.
Vraagstukken oplossen.
Parallelschakelen
Vraag: De voorwaarden voor parallelschakelen van éénfasige
transformatoren opsommen en toelichten.
Driefasige transformator
Vraag: De principewerking en constructie toelichten.
Vraag: De schakelmogelijkheden toelichten. (schetsen)
Bijzondere transformatoren:
- spaartransformator
- meettransformator
- veiligheidstransformator
- regeltransformator
- ringkerntransformator
Mogelijke vragen:De samenstelling, het werkingsprincipe, de
typische eigenschappen en het toepassingsgebied van
deze transformatoren toelichten.
Productie van elektrische energie
Opwekken van elektrische energie
De algemene bouw van een thermische centrale schetsen,
de delen benoemen en toelichten.
De primaire brandstoffen (kernbrandstof, steenkool,
aardgas) bij thermische centrales herkennen.
De algemene bouw van een hydraulische centrale schetsen,
de delen benoemen en toelichten.
De algemene bouw van een gasturbinecentrale schetsen, de
delen benoemen en toelichten.
Alternatieve energie Het begrip alternatieve energie toelichten.
De voornaamste alternatieve vormen van energie-
winning toelichten.
Toepassingen van alternatieve energie herkennen.