Taal, natuur en cultuur volgens Kraak - Rijksuniversiteit Groningen
Taal, natuur en cultuur volgens Kraak - Rijksuniversiteit Groningen
Taal, natuur en cultuur volgens Kraak - Rijksuniversiteit Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Taal</strong>, <strong>natuur</strong> <strong>en</strong> <strong>cultuur</strong> volg<strong>en</strong>s <strong>Kraak</strong><br />
Jan Koster<br />
1 Overdrijving als didactisch procédé<br />
Zonder Remmert <strong>Kraak</strong> zou ik niet in de taalkunde terecht gekom<strong>en</strong> zijn. Dat heeft mede te<br />
mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schap van <strong>Kraak</strong> die ook in dit boek e<strong>en</strong> rol speelt, namelijk het<br />
vermog<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>thousiaste overdrijving. Dat was e<strong>en</strong> sterkte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwakte. De kracht van<br />
<strong>Kraak</strong>s overdrijv<strong>en</strong>de gedrev<strong>en</strong>heid was dat je als stud<strong>en</strong>t al snel het gevoel kreeg deel te<br />
nem<strong>en</strong> aan iets grandioos. Als didactisch procédé was dat erg effectief <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong> moet voor<br />
de taalkunde hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> door <strong>Kraak</strong>s <strong>en</strong>thousiasme.<br />
Dat <strong>en</strong>thousiaste overdrijving ook nadel<strong>en</strong> heeft blijkt uit dit boek. De drag<strong>en</strong>de<br />
gedachte ervan is dat de weergavemythe moet word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>, de opvatting “dat er één <strong>en</strong><br />
dezelfde taal is waarvan we ons al naar het uitkomt mondeling dan wel schriftelijk bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>”<br />
(p. 12). Vervolg<strong>en</strong>s wordt in de rest van het boek omstandig betoogd dat wij gew<strong>en</strong>d zijn de<br />
taal te bekijk<strong>en</strong> door de bril van de schriftelijkheid, waardoor de taalkunde aan de illusie t<strong>en</strong><br />
prooi valt dat iets <strong>natuur</strong>lijks bestudeerd wordt, terwijl het in werkelijkheid gaat om e<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong>standig <strong>cultuur</strong>product.<br />
Ik vind <strong>Kraak</strong>s integrale verwerping van de weergavemythe niet overtuig<strong>en</strong>d. Er is<br />
zeker iets problematisch aan de relatie tuss<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> ook de vraag of<br />
het studieobject van de taalkunde biologisch-<strong>natuur</strong>lijk dan wel cultureel is, is van groot<br />
belang. Maar aangaande het problematische van de eerstg<strong>en</strong>oemde relatie overdrijft <strong>Kraak</strong><br />
<strong>en</strong>orm, terwijl hij t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het tweede probleem juist niet radicaal g<strong>en</strong>oeg is. Kort<br />
gezegd b<strong>en</strong> ik van m<strong>en</strong>ing dat de weergaverelatie tuss<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal alles<br />
behalve mythisch is, terwijl zowel gesprok<strong>en</strong> als geschrev<strong>en</strong> taal tot de m<strong>en</strong>selijke <strong>cultuur</strong><br />
behoort. De uitvinding van het schrift is niet de radicale Rubicon tuss<strong>en</strong> <strong>natuur</strong> <strong>en</strong> <strong>cultuur</strong> in<br />
de taal die <strong>Kraak</strong> erin ziet.<br />
Om te beginn<strong>en</strong> de weergaverelatie. Dat er e<strong>en</strong> weergaverelatie bestaat tuss<strong>en</strong><br />
gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal blijkt uit het feit dat iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst kan<br />
weergev<strong>en</strong> in gesprok<strong>en</strong> taal door hem voor te lez<strong>en</strong>. Omgekeerd behoort het tot het dagelijks<br />
werk van m<strong>en</strong>ig typist(e) om ingesprok<strong>en</strong> taaluiting<strong>en</strong> om te zett<strong>en</strong> in geschrev<strong>en</strong> tekst. Voor<br />
de computer zijn er zelfs spraakherk<strong>en</strong>ningsprogramma’s die gesprok<strong>en</strong> taal omzett<strong>en</strong> in<br />
1
geschrev<strong>en</strong> taal, alles onder gebruikmaking van het alfabet. Teg<strong>en</strong> de achtergrond van deze<br />
alledaagse ervaring<strong>en</strong> heb ik grote moeite met <strong>Kraak</strong>s integrale verwerping van de<br />
“weergavemythe”.<br />
2 De weergavemythe in de fonologie<br />
In de nadere uitwerking van zijn kritiek op de weergaverelatie gaat <strong>Kraak</strong> zeer uitvoerig in op<br />
het ontstaan van de fonologie. <strong>Kraak</strong> ziet de verme<strong>en</strong>de illusie van de weergaverelatie vooral<br />
terug in de geschied<strong>en</strong>is van de fonologie, waarbij segm<strong>en</strong>tering als d.m.v. fonem<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />
hem ge<strong>en</strong> <strong>natuur</strong>lijke werkelijkheid beschrijft maar gezi<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> optische<br />
illusie veroorzaakt door het alfabet. <strong>Kraak</strong> verwerpt daarmee de standaardopvatting, die<br />
inhoudt dat de uitvinding van het alfabet juist gebaseerd was op briljant intuïtief inzicht in de<br />
<strong>natuur</strong>lijke segm<strong>en</strong>tering van woord<strong>en</strong> in spraakklank<strong>en</strong>.<br />
Het is voor <strong>Kraak</strong> van het grootste belang dat, om aan te ton<strong>en</strong> dat segm<strong>en</strong>tering in de<br />
fonologie niet deugt, het ook werkelijk zo is volg<strong>en</strong>s de laatste fonologische inzicht<strong>en</strong> dat<br />
segm<strong>en</strong>tering verworp<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. Echter, <strong>Kraak</strong> besteedt juist aan die kwestie slechts<br />
e<strong>en</strong> paar bladzijd<strong>en</strong> (hfst. 2, pp. 172-180). Het grootste gedeelte van het desbetreff<strong>en</strong>de<br />
hoofdstuk docum<strong>en</strong>teert de rol van het alfabet in het ontstaan van de fonologie <strong>en</strong> de daarmee<br />
verbond<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>teringsgedachte. Het is echter de vraag of segm<strong>en</strong>tering zo radicaal<br />
verworp<strong>en</strong> wordt door de hed<strong>en</strong>daagse fonologie als <strong>Kraak</strong> suggereert. Zelfs de door <strong>Kraak</strong><br />
geciteerde fonoloog John Goldsmith schrijft het historische succes van het alfabet toe aan<br />
correspond<strong>en</strong>tie met <strong>en</strong>igerlei <strong>natuur</strong>lijke werkelijkheid. Dat is eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> kwestie van<br />
gezond verstand: zonder g<strong>en</strong>oemde correspond<strong>en</strong>tie zou het op het alfabet gebaseerde spell<strong>en</strong><br />
geheel onleerbaar <strong>en</strong> onbruikbaar zijn. E<strong>en</strong> soortgelijke conclusie kan word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> uit<br />
wat hierbov<strong>en</strong> gezegd is over hardop lez<strong>en</strong>, het werk van de typist(e) <strong>en</strong><br />
spraakherk<strong>en</strong>ningsprogramma’s.<br />
Dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet in e<strong>en</strong> alfabetische traditie zijn opgegroeid niet in staat zijn om<br />
woord<strong>en</strong> in segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op te del<strong>en</strong> zegt, anders dan <strong>Kraak</strong> suggereert, absoluut niets over de<br />
<strong>natuur</strong>lijkheid van segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> alfabet ler<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> namelijk impliciet het<br />
fonologisch-theoretische inzicht mee dat aan het alfabet t<strong>en</strong> grondslag ligt. Dat de segm<strong>en</strong>tele<br />
fonologie ontstaan is binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> alfabetische <strong>cultuur</strong> ligt om soortgelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de<br />
hand: er wordt gebruik gemaakt van de theoretische voorsprong die de uitvinders van het<br />
alfabet ons gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Het is in dit verband interessant dat grote aandacht voor de<br />
2
syllabe in onze fonologische traditie van relatief rec<strong>en</strong>te datum is. Als wij e<strong>en</strong> syllabisch<br />
schrift gehad hadd<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> we daar ongetwijfeld eerder aan toegekom<strong>en</strong> zijn. Dat wij door<br />
alfabetisch dan wel syllabisch schrift e<strong>en</strong> bepaalde richting opgestuurd word<strong>en</strong> in onze<br />
fonologische theorieën kan moeilijk word<strong>en</strong> opgevat als kritiek op de realiteit van segm<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />
syllabe.<br />
3 De weergavemythe in taal <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
In de laatste twee hoofdstukk<strong>en</strong> van zijn boek bespreekt <strong>Kraak</strong> de weergavemythe in relatie<br />
tot de verhouding tuss<strong>en</strong> taal <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> logica <strong>en</strong> het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> anderzijds. Ook hier is de<br />
stelling dat de taalkunde zich niet bezighoudt met het <strong>natuur</strong>lijke of praktische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> maar<br />
met eig<strong>en</strong>standige <strong>cultuur</strong>product<strong>en</strong> die gevormd zijn door onze schriftelijke <strong>cultuur</strong>. <strong>Kraak</strong>s<br />
laatste zin luidt als volgt: “ons <strong>natuur</strong>lijke, praktische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zal mogelijk altijd e<strong>en</strong> mysterie<br />
blijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee ook de relatie met de taal”.<br />
Het gaat hier zeker om iets interessants, namelijk om de vraag of de cognitieve<br />
psychologie of de taalkunde ooit <strong>natuur</strong>lijke, biologische feit<strong>en</strong> bestudeert of in hoofdzaak<br />
feit<strong>en</strong> die, zoals Vygotsky het uitdrukte, “cultureel bemiddeld” zijn. Ik b<strong>en</strong> het met <strong>Kraak</strong><br />
e<strong>en</strong>s dat die culturele bemiddeling vaak onderschat of zelfs misk<strong>en</strong>d wordt. Chomsky’s<br />
nadruk op “biolinguïstiek” is daar e<strong>en</strong> voorbeeld van. E<strong>en</strong> zekere scepsis lijkt mij hier op zijn<br />
plaats. Ik ga zelfs met <strong>Kraak</strong> mee als hij beweert dat de uitvinding van het schrift e<strong>en</strong><br />
belangrijke stap geweest is in de culturele bemiddeling van wat wij als taal <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />
Maaar <strong>Kraak</strong> overdrijft weer als hij suggereert dat de kunstmatigheid van de schriftelijke<br />
taal<strong>cultuur</strong> ons elk zicht op de <strong>natuur</strong> ontneemt. De syllogistische logica is bijvoorveeld<br />
zonder meer e<strong>en</strong> product van onze <strong>cultuur</strong>. Maar dat betek<strong>en</strong>t niet dat er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele verband<br />
is met onze <strong>natuur</strong>lijke mogelijkhed<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> respectabele traditie zijn culturele<br />
prestaties mede articulaties <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> van onze <strong>natuur</strong>lijke vermog<strong>en</strong>s. De figuratieve<br />
schilderkunst is bijvoorbeeld mede mogelijk door ons biologisch verankerde vermog<strong>en</strong> om<br />
tweedim<strong>en</strong>sionale repres<strong>en</strong>taties te interpreter<strong>en</strong> als afbeelding<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> driedim<strong>en</strong>sionale<br />
werkelijkheid.<br />
Ik vind dus dat <strong>Kraak</strong> te rigoureus is in het ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>natuur</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van logica <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dat die relatie uiteindelijk onontwarbaar zou kunn<strong>en</strong><br />
zijn is e<strong>en</strong> andere kwestie. Het zou e<strong>en</strong> te moeilijk empirisch probleem kunn<strong>en</strong> zijn in plaats<br />
van dat de relatie in kwestie totaal afwezig is.<br />
3
Maar eig<strong>en</strong>lijk stelt <strong>Kraak</strong>s conclusie ons voor e<strong>en</strong> nog veel groter, principieel probleem: als<br />
de ware aard van ons <strong>natuur</strong>lijke, praktische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> mysterie is, dan is ook niet<br />
langer uit te mak<strong>en</strong> hoe schiftelijkheid daar e<strong>en</strong> vervorming van is. Immers, om uit te mak<strong>en</strong><br />
of iets e<strong>en</strong> vervorming is moet m<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> hoe het er uitzag vóór de vervorming. <strong>Kraak</strong>s<br />
stelling is daarom niet te evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijft stek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> speculatie die best in minder<br />
bladzijd<strong>en</strong> geformuleerd had kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Iets soortgelijks geldt voor de specifieke rol van de schriftelijkheid bij het ontstaan van<br />
de g<strong>en</strong>oemde vervorming<strong>en</strong>. Ook hier kan m<strong>en</strong> zich pas uitsprek<strong>en</strong> over de aard van de<br />
vervorming<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> <strong>en</strong>ig idee heeft hoe het onvervormde product er uitzag. Maar hoe ziet<br />
taal er uit die niet vervormd is door de schriftelijke <strong>cultuur</strong>? M<strong>en</strong> zou dan iets moet<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong><br />
over de taal van schriftloze volker<strong>en</strong>, maar daar zegt <strong>Kraak</strong> vrijwel niets over. Ook hier<br />
kunn<strong>en</strong> <strong>Kraak</strong>s stelling<strong>en</strong> dus niet geëvalueerd word<strong>en</strong>.<br />
Zelfs als tal<strong>en</strong> van schriftloze geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, is het<br />
zeer de vraag of die volstrekt uniform zijn t<strong>en</strong> opzichte van wat m<strong>en</strong> in geschrev<strong>en</strong> tal<strong>en</strong><br />
aantreft. <strong>Kraak</strong> heeft oog voor het feit dat orale cultur<strong>en</strong> niet uniform zijn maar<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door het uitvind<strong>en</strong> van mnemonische techniek<strong>en</strong> (p.<br />
286). Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn metrum <strong>en</strong> rijm bij mondeling overgeleverde gedicht<strong>en</strong>. Noch<br />
orale noch schriftelijke cultur<strong>en</strong> zijn uniform <strong>en</strong> er is daarom wellicht eerder sprake van e<strong>en</strong><br />
continuum dan van e<strong>en</strong> scherpe scheidslijn, ontstaan door de uitvinding van het schrift.<br />
Sterker nog, het bestaan van metrum <strong>en</strong> rijm in oraal overgeleverede literaire creaties is e<strong>en</strong><br />
sterk teg<strong>en</strong>voorbeeld teg<strong>en</strong> <strong>Kraak</strong>s hypothese dat de realiteit van segm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> syllabe ons<br />
opgelegd is door onze teg<strong>en</strong><strong>natuur</strong>lijke schriftelijke <strong>cultuur</strong>.<br />
4 <strong>Kraak</strong> <strong>en</strong> de <strong>natuur</strong>lijkeidsmythe<br />
Ik begrijp lang niet altijd wat <strong>Kraak</strong> bedoelt in zijn boek <strong>en</strong> ik zal de lezer e<strong>en</strong> lange lijst van<br />
voorbeeld<strong>en</strong> bespar<strong>en</strong>. Waar ik <strong>Kraak</strong> wel me<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> b<strong>en</strong> ik het vrijwel nooit met hem<br />
e<strong>en</strong>s, zoals uit het bov<strong>en</strong>staande mag blijk<strong>en</strong>. Toch heb ik het lez<strong>en</strong> van dit mijns inzi<strong>en</strong>s<br />
weinig overtuig<strong>en</strong>de boek op e<strong>en</strong> bepaalde manier stimuler<strong>en</strong>d gevond<strong>en</strong>. Bij de huidige<br />
discussies over biolinguïstiek <strong>en</strong> evolutionaire psychologie komt het mij meer <strong>en</strong> meer voor<br />
dat de relatie tuss<strong>en</strong> <strong>natuur</strong> <strong>en</strong> <strong>cultuur</strong> in taal <strong>en</strong> cognitie aan grondige heroverd<strong>en</strong>king toe is.<br />
Chomsky houdt de <strong>cultuur</strong> buit<strong>en</strong> de deur door van het taalvermog<strong>en</strong> in brede zin <strong>en</strong> het<br />
taalvermog<strong>en</strong> in <strong>en</strong>gere zin te sprek<strong>en</strong>. Het laatste, met name het vermog<strong>en</strong> tot het recursief<br />
4
g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van zinn<strong>en</strong>, zou puur biologisch zijn. Ik b<strong>en</strong> het daar niet mee e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> vind dat welk<br />
<strong>natuur</strong>lijk vermog<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> rol speelt in de taal, het daar slechts e<strong>en</strong> plaats in heeft door<br />
e<strong>en</strong> puur m<strong>en</strong>selijke uitvinding, namelijk die van woord<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> onze woord<strong>en</strong><br />
complexe eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> waaronder de mogelijkheid ze recursief te gebruik<strong>en</strong>. Ook<br />
in <strong>en</strong>gere zin is de taal dus niet iets <strong>natuur</strong>lijk-biologisch maar iets cultureels, <strong>en</strong> wel omdat<br />
we er onze <strong>natuur</strong>lijke vermog<strong>en</strong>s in toepass<strong>en</strong>. Toepassing van biologische vermog<strong>en</strong>s is<br />
ge<strong>en</strong> biologie, maar technologie <strong>en</strong> technologie is e<strong>en</strong> vorm van <strong>cultuur</strong>.<br />
Wat ik stimuler<strong>en</strong>d aan <strong>Kraak</strong>s boek vind is dat hij terecht datg<strong>en</strong>e wat de taalkunde<br />
bestudeert eerder in de <strong>cultuur</strong> situeert dan in onze biologische <strong>natuur</strong>. Maar waar hij zich<br />
volg<strong>en</strong>s mij in vergist, is in zijn stellingname dat “schriftelijkeid” het alles besliss<strong>en</strong>de<br />
criterium is <strong>en</strong> de belangrijkste scheidslijn vormt tuss<strong>en</strong> <strong>natuur</strong> <strong>en</strong> <strong>cultuur</strong>. Ook de taal van<br />
schriftloze geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> <strong>cultuur</strong>product, al was het alle<strong>en</strong> maar omdat de woord<strong>en</strong><br />
ervan uitvinding<strong>en</strong> zijn. Ook in orale tradities treft m<strong>en</strong>, zoals gezegd, soms besef aan van<br />
segm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> syllabe, terwijl <strong>Kraak</strong> t<strong>en</strong> onrechte de neiging heeft zulk besef te lat<strong>en</strong> afhang<strong>en</strong><br />
van de uitvinding van het schrift. Maar omdat <strong>Kraak</strong> zich hierin vergist is ook de<br />
weergaverelatie tuss<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal minder mythisch dan <strong>Kraak</strong> suggereert.<br />
Uiteindelijk vind ik daarom dat <strong>Kraak</strong>, ondanks zijn soms al te radicale standpunt<strong>en</strong>, in zeker<br />
opzicht nog niet radicaal g<strong>en</strong>oeg is: aan wat wij traditiegetrouw de <strong>natuur</strong>lijke taal noem<strong>en</strong>, is<br />
weinig <strong>natuur</strong>lijks. Volg<strong>en</strong>s <strong>Kraak</strong> ontneemt de schriftelijkheid van onze taaltraditie ons het<br />
zicht op de <strong>natuur</strong>lijke spraak <strong>en</strong> het <strong>natuur</strong>lijke d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Hij creëert hiermee e<strong>en</strong> nieuwe<br />
mythe, namelijk die van de <strong>natuur</strong>lijkheid van de taal in orale tradities. Het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over taal<br />
wordt niet vertroebeld door <strong>Kraak</strong>s weergavemythe maar door de <strong>natuur</strong>lijkheidsmythe.<br />
Jan Koster<br />
<strong>Rijksuniversiteit</strong> Groning<strong>en</strong><br />
J.Koster@rug.nl<br />
5