04.05.2013 Views

Erfelijkheid, voortplanting, differentiatie en groei

Erfelijkheid, voortplanting, differentiatie en groei

Erfelijkheid, voortplanting, differentiatie en groei

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Biologie van experim<strong>en</strong>t tot theorie<br />

<strong>Erfelijkheid</strong>, <strong>voortplanting</strong>,<br />

<strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> <strong>en</strong> <strong>groei</strong><br />

Sam<strong>en</strong>gesteld door:<br />

DRS. J. E. VAN DER PLUIJM<br />

DRS. A. H. M. TER BRAAK<br />

DRS. P. P. H. HALLMANN<br />

DRS. P. J. W. HOUWEN<br />

J. G. M. MARQUENIE<br />

W. VAN REE<br />

J. A. SCHRAAG<br />

Tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> J. G. M. Marqu<strong>en</strong>ie<br />

B.V. W. J. THIEME & CIE - ZUTPHEN


Voorwoord<br />

In het kader van de Overgangswet behor<strong>en</strong>de bij de Wet op het Voortgezet Onderwijs<br />

(Mammoetwet), werd in 1969 e<strong>en</strong> begin gemaakt met de organisatie van<br />

applicatiecursuss<strong>en</strong> voor doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij het mavo <strong>en</strong> lbo. Zo werd voor het vak biologie<br />

door de Raadadviseur in Algem<strong>en</strong>e Di<strong>en</strong>st, Dr. J. B. Drewes, overleg gepleegd met de<br />

inspecteur drs. O. P. Mechelinck <strong>en</strong> met de Biologische Raad van de Koninklijke<br />

Nederlandse Akademie van Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Hieruit is e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<br />

ontstaan tuss<strong>en</strong> het Ministerie van Onderwijs <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de<br />

Inspectie <strong>en</strong> de Biologische Raad anderzijds. Dit sam<strong>en</strong>werkingsverband kreeg vorm in<br />

e<strong>en</strong> bijscholingscommissie onder voorzitterschap van Prof. Dr. G. A. van Arkel.<br />

Als uitgangspunt voor de vakinhoudelijke vormgeving van de applicatiecursus biologie<br />

di<strong>en</strong>de de Programmabasis van de Biologische Raad. Onder de stuw<strong>en</strong>de leiding van de<br />

to<strong>en</strong>malige secretaris van de Biologische Raad, drs. G. P. Hekstra, kreeg het programma<br />

van de applicatiecursus biologie gestalte; hij werd bijgestaan door drs. F. D. Keuch<strong>en</strong>ius,<br />

drs. F. J. van Oostrum, drs. H. J. Saaltink <strong>en</strong> door de coördinator<strong>en</strong> drs. A. H. M. ter<br />

Braak, drs. N. A. van der Cingel, drs. J. E. van der Pluijm <strong>en</strong> drs. A. K. F. Schermer.<br />

Er werd<strong>en</strong> cursusleiders aangetrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in september 1969 startte op 19 plaats<strong>en</strong> in<br />

Nederland e<strong>en</strong> applicatiecursus biologie. De sam<strong>en</strong>stelling van de groep van<br />

coördinator<strong>en</strong> heeft daarna herhaaldelijk wijziging<strong>en</strong> ondergaan. Zo legd<strong>en</strong> in 1970 drs.<br />

N. A. van der Cingel <strong>en</strong> drs. A. K. F. Schermer hun funktie als coördinator neer <strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> adviseur. Van januari tot augustus 1971 is Dr. J. P. D. W. Pay<strong>en</strong>s als coördinator<br />

opgetred<strong>en</strong>. Van augustus 1971 tot augustus 1972 maakte drs. F. J. van Oostrum deel<br />

uit van het team van coördinator<strong>en</strong>.<br />

Met de definitieve vormgeving van het cursusmateriaal werd in augustus 1971 begonn<strong>en</strong>.<br />

Het to<strong>en</strong> werkzame team van coördinator<strong>en</strong> heeft daarbij dankbaar gebruik kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> van de opzet door de werkers van het eerste uur <strong>en</strong> de voortdur<strong>en</strong>de inbr<strong>en</strong>g van<br />

de cursusleiders <strong>en</strong> de cursist<strong>en</strong>.<br />

To<strong>en</strong> bleek dat de cursustekst<strong>en</strong> van de biologiecursus voor mavo <strong>en</strong> lbo doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun<br />

definitieve vorm op grote schaal ook werd<strong>en</strong> gebruikt in de bov<strong>en</strong>bouw van vwo, havo <strong>en</strong><br />

mavo, werd uitgave van de tekst<strong>en</strong> overwog<strong>en</strong>.<br />

De coördinator<strong>en</strong> van de biologiecursus die de definitieve vorm tot stand hebb<strong>en</strong><br />

gebracht, hebb<strong>en</strong> to<strong>en</strong> als auteursteam de door h<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> cursustekst<strong>en</strong><br />

omgevormd tot wat thans BIOTHEMA heet.<br />

De auteurs zijn dank verschuldigd aan de werkers van het eerste uur <strong>en</strong> aan de vroegere<br />

coördinator<strong>en</strong>. Zij sprek<strong>en</strong> de hoop uit dat BIOTHEMA de thematische b<strong>en</strong>adering van de<br />

biologie in het voortgezet onderwijs zal bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plaats die het praktikum<br />

daarbij inneemt zal vergrot<strong>en</strong>. De auteurs houd<strong>en</strong> zich voor op- of aanmerking<strong>en</strong><br />

aanbevol<strong>en</strong>.<br />

Gro<strong>en</strong>lo, januari 1977<br />

Copyright: B. V. W. J. Thieme & Cie – Zutph<strong>en</strong><br />

Niets uit deze uitgave mag word<strong>en</strong> verveelvoudigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt door middel<br />

van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de uitgever.<br />

ISBN 9003 40110 1<br />

2


Inhoudsopgave<br />

voorwoord 2<br />

inleiding 5<br />

E-1 de celdeling: mitose <strong>en</strong> meiose 7<br />

E-2 methode voor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> squash-preparaat van e<strong>en</strong><br />

worteltop om de mitose te bestuder<strong>en</strong><br />

27<br />

E-3 bloem<strong>en</strong>practicum 29<br />

E-4 hygroscopische beweging<strong>en</strong> van de wand<strong>en</strong> van droge vrucht<strong>en</strong> 34<br />

E-5 de ontwikkeling van <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> van gamet<strong>en</strong> bij<br />

36<br />

bedektzadig<strong>en</strong><br />

E-6 vrucht <strong>en</strong> zaad 43<br />

E-7 poll<strong>en</strong>kieming - ontwikkeling van de poll<strong>en</strong>buis 47<br />

E-8 het inzett<strong>en</strong> van var<strong>en</strong>prothallia 48<br />

E-9 embryonale ontwikkeling van de plant 50<br />

E-10 bladstekk<strong>en</strong> bij Begonia 50<br />

E-11 de <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> bij Sphagnum 51<br />

E-12 de larvale ontwikkeling van het Pekelkreeftje (Artemia salina) 53<br />

E-13 de larvale ontwikkeling bij insect<strong>en</strong> 55<br />

E-14 embryologie van de kip 59<br />

E-15 de <strong>groei</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 73<br />

E-16 <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> remstoff<strong>en</strong> 73<br />

E-17 bepaling van de <strong>groei</strong>zone in e<strong>en</strong> wortel 78<br />

E-18 de invloed van auxine op de l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong> 79<br />

E-19 de invloed van <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> op de beworteling van plant<strong>en</strong>stekk<strong>en</strong> 81<br />

E-20 in de natuur voorkom<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> die het kiem<strong>en</strong> van zad<strong>en</strong> remm<strong>en</strong> 81<br />

E-21 <strong>groei</strong>regulatie van cotyl<strong>en</strong> van radijs onder invloed van b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine 83<br />

E-22 het antagonisme van <strong>groei</strong>- <strong>en</strong> remstoff<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong>dekroos 84<br />

E-23 de hoeveelheid water nodig voor de kieming van zad<strong>en</strong> 85<br />

E-24 de invloed van de zuurstof op de kieming van zad<strong>en</strong> 86<br />

E-25 de invloed van de temperatuur op de kieming van zad<strong>en</strong> 87<br />

E-26 de invloed van de hoeveelheid licht op de <strong>groei</strong> van de kiemplant<strong>en</strong> 87<br />

E-27 fototropie 91<br />

E-28 e<strong>en</strong>voudige erfelijkheidsleer of g<strong>en</strong>etica 93<br />

E-29 handleiding voor het Drosophila-practicum 96<br />

E-30 kruising<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitsplitsing<strong>en</strong> van Drosophila's 103<br />

E-31 uitsplitsing<strong>en</strong> bij F2 zaailing<strong>en</strong> van de tomaat 113<br />

E-32 statistische analyse van de resultat<strong>en</strong> van kruisingsproev<strong>en</strong> 117<br />

E-33 modificaties 120<br />

E-34 het inzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatiekooi 121<br />

E-35 g<strong>en</strong>etica van de m<strong>en</strong>s: 'tongroll<strong>en</strong>' 125<br />

E-36 inleiding stamboomonderzoek bij de m<strong>en</strong>s 127<br />

E-37 g<strong>en</strong>etica bij de m<strong>en</strong>s: chromosom<strong>en</strong>; karyotype <strong>en</strong> het mak<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> karyogram van de m<strong>en</strong>s<br />

128<br />

3


E-38 het vervaardig<strong>en</strong> van modell<strong>en</strong> ter illustratie van process<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verschijnsel<strong>en</strong> in de erfelijkheidsleer<br />

135<br />

E-39 vraagstukk<strong>en</strong> erfelijkheidsleer 138<br />

E-40 soort, populatie <strong>en</strong> evolutie 139<br />

E-41 begripp<strong>en</strong>lijst 151<br />

4


Inleiding<br />

Plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> zijn opgebouwd uit cell<strong>en</strong>, die in vorm <strong>en</strong> functie van elkaar kunn<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>. Die opbouw uit cell<strong>en</strong> ontstaat tijd<strong>en</strong>s de <strong>groei</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> proces<br />

waarbij het aantal cell<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt (mitose). Het zijn vooral snel <strong>groei</strong><strong>en</strong>de plantedel<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld worteltopp<strong>en</strong>, waaraan dit proces kan word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Daarbij kunn<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s de dragers van de erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, de chromosom<strong>en</strong>,<br />

word<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

Sommige cell<strong>en</strong>, de <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de speciale functie zorg te drag<strong>en</strong> voor<br />

de reproductie van plant <strong>en</strong> dier. Deze <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> ontstaan door e<strong>en</strong> speciaal<br />

delingsproces: de reductiedeling of meiose.<br />

Naast de geslachtelijke <strong>voortplanting</strong>, door middel van speciale <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong>, zal<br />

in dit deel de ongeslachtelijke <strong>voortplanting</strong>, die bij de meeste plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij <strong>en</strong>kele<br />

diergroep<strong>en</strong> voorkomt, aan de orde kom<strong>en</strong>. Ook aan de vermeerdering van cell<strong>en</strong> bij de<br />

<strong>groei</strong> <strong>en</strong> het ontstaan van verschill<strong>en</strong>de celtyp<strong>en</strong> zal aandacht word<strong>en</strong> geschonk<strong>en</strong>.<br />

Met name kom<strong>en</strong> onderwerp<strong>en</strong> aan de orde als:<br />

de bouw <strong>en</strong> functie van <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> gamet<strong>en</strong><br />

de <strong>groei</strong> van plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s<br />

de exog<strong>en</strong>e <strong>en</strong> <strong>en</strong>dog<strong>en</strong>e factor<strong>en</strong> die van invloed zijn op de <strong>groei</strong><br />

de beïnvloeding van het <strong>groei</strong>proces door de m<strong>en</strong>s<br />

het ontstaan <strong>en</strong> het kiem<strong>en</strong> van zad<strong>en</strong><br />

factor<strong>en</strong> van invloed op de kieming<br />

embryologie bij plant<strong>en</strong>, insect<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewervelde dier<strong>en</strong><br />

het ontstaan van verschill<strong>en</strong>de celtyp<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> zygote (<strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong>).<br />

Als m<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> van één g<strong>en</strong>eratie onderling<br />

<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> nakomeling<strong>en</strong> wil bestuder<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> dit slechts do<strong>en</strong> door op<br />

karakteristieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te lett<strong>en</strong>.<br />

Met de vraag: 'Hoe ontstaan overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>?' bedoelt m<strong>en</strong> in feite:<br />

'Hoe erv<strong>en</strong> karakteristieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisme op de nakomeling<strong>en</strong> over?'.<br />

Met deze vraag komt m<strong>en</strong> terecht in de g<strong>en</strong>etica, de leer van de overerving van<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Aan de hand van kruisingsproev<strong>en</strong> bij plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek<br />

van de cel (cytog<strong>en</strong>etica) word<strong>en</strong> de grondbeginsel<strong>en</strong> van de erfelijkheidsleer<br />

bestudeerd. Daarbij zal word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hoe de aanleg, die in de chromosom<strong>en</strong> is<br />

vastgelegd, invloed heeft op het ontstaan van de reeds g<strong>en</strong>oemde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Deze aanleg is in de chromosom<strong>en</strong> gecodeerd aanwezig in de vorm van bepaalde<br />

chemische structur<strong>en</strong> (DNA). Is de kern met zijn chromosom<strong>en</strong> echter alle<strong>en</strong><br />

verantwoordelijk voor het tot stand kom<strong>en</strong> van die eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>? Heeft het milieu ook<br />

invloed op het tot stand kom<strong>en</strong> van de uiteindelijke verschijningsvorm?<br />

Het antwoord op de laatste vraag kan gedeeltelijk gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige<br />

meting, bijvoorbeeld door bepaling van het gewicht van iedere aardappel die aan één<br />

plant voorkomt of bepaling van de l<strong>en</strong>gte van e<strong>en</strong> aantal naald<strong>en</strong> of blader<strong>en</strong> van één<br />

boom. Buit<strong>en</strong> de macroscopische <strong>en</strong> microscopische onderzoeking<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong>etica kan<br />

m<strong>en</strong> zich afvrag<strong>en</strong> welke biochemische process<strong>en</strong> verantwoordelijk zijn voor de<br />

overdracht van erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Er zal e<strong>en</strong> eindanalyse plaats vind<strong>en</strong> van de inhoud van e<strong>en</strong> populatiekooi;<br />

de populatie-g<strong>en</strong>etica kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> als ingang tot e<strong>en</strong> discussie over de evolutie.<br />

5


E-1 De celdeling: mitose <strong>en</strong> meiose<br />

I. Inleiding<br />

In de kern van iedere cel bevind<strong>en</strong> zich chromosom<strong>en</strong>; dat zijn draadvormige structur<strong>en</strong><br />

die tijd<strong>en</strong>s de deling door kleuring zichtbaar gemaakt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In 1902 ontdekt<strong>en</strong><br />

Sutton (USA) <strong>en</strong> Boveri (Duitsland) dat het gedrag van de chromosom<strong>en</strong>, zoals m<strong>en</strong> dat<br />

onder de microscoop kan waarnem<strong>en</strong>, overe<strong>en</strong>komt met wat m<strong>en</strong> van g<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<br />

verwacht<strong>en</strong> op grond van onder andere door M<strong>en</strong>del verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> bij<br />

kruisingsproev<strong>en</strong>. Hierdoor zijn cytologie (celleer) <strong>en</strong> g<strong>en</strong>etica (erfelijkheidsleer) in nauw<br />

contact met elkaar gekom<strong>en</strong>. Uit cytog<strong>en</strong>etisch onderzoek is kom<strong>en</strong> vast te staan dat in<br />

de celkern<strong>en</strong> meestal par<strong>en</strong> chromosom<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Zo'n paar is sam<strong>en</strong>gesteld uit één<br />

chromosoom dat van de vrouwelijke ouder, <strong>en</strong> één chromosoom dat van de mannelijke<br />

ouder afkomstig is. M<strong>en</strong> noemt zo'n paar homologe chromosom<strong>en</strong>. De kern bevat dus<br />

twee sets chromosom<strong>en</strong>. Per set zijn de chromosom<strong>en</strong> onderling verschill<strong>en</strong>d. Het aantal,<br />

verschill<strong>en</strong>de chromosom<strong>en</strong> duidt m<strong>en</strong> aan met 'n' (haploied).<br />

Het volledige aantal chromosom<strong>en</strong> is dan 2n (diploied). Enkele voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

Homo sapi<strong>en</strong>s (m<strong>en</strong>s) : 46 (n = 23)<br />

Equus caballus (paard) : 66 (n = 33)<br />

Bos taurus (rund) : 60 (n = 30)<br />

Carassius auratus (goudvis) : 94 (n = 47)<br />

Helianthus annuus (zonnebloem) : 34 (n = 17)<br />

Solanum lycopersicum (tomaat) : 24 (n = 12)<br />

Oryza sativa (rijst) : 24 (n = 12)<br />

Drosophila melanogaster (fruitvliegje) : 8 (n = 4)<br />

Vaak is de chromosom<strong>en</strong>uitrusting van de beide geslacht<strong>en</strong> niet helemaal gelijk, maar<br />

onderscheid<strong>en</strong> zij zich in één chromosom<strong>en</strong>paar: de geslachtschromosom<strong>en</strong> of<br />

heterosom<strong>en</strong>. Die ongelijkheid komt tot stand omdat van het paar geslachtschromosom<strong>en</strong><br />

de beide led<strong>en</strong> hetzij ongelijk zijn, hetzij slechts e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

aanwezig is. Indi<strong>en</strong> ze ongelijk zijn komt er naast het X-chromosoom e<strong>en</strong> anders<br />

gevormde, meestal kleinere partner voor: het zog<strong>en</strong>aamde Y-chromosoom.<br />

De overige chromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangeduid met de term autosom<strong>en</strong> (dus de nietgeslachtschromosom<strong>en</strong>).<br />

II. De mitose of gewone deling<br />

Aan elke celdeling gaat e<strong>en</strong> kerndeling vooraf. In de kern ligg<strong>en</strong> de chromosom<strong>en</strong>.<br />

Omdat de chromosom<strong>en</strong> de dragers van de erfelijke aanleg zijn, is het erg belangrijk te<br />

wet<strong>en</strong> wat er met die chromosom<strong>en</strong> gebeurt als de cel gaat del<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de deling zijn<br />

de chromosom<strong>en</strong> na kleuring zichtbaar. Hierdoor is het mogelijk op grond van de vorm<br />

<strong>en</strong> de ligging van de chromosom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de cel in de mitose bepaalde fas<strong>en</strong> te<br />

onderscheid<strong>en</strong>.<br />

N.B. In de figur<strong>en</strong> 1, 2 <strong>en</strong> 3 is in de links getek<strong>en</strong>de dierlijke cell<strong>en</strong> steeds 1 paar<br />

chromosom<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> terwijl in de rechts getek<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> 2 paar<br />

chromosom<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Bij het vergelijk<strong>en</strong> van de afbeelding<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t hier steeds op te<br />

word<strong>en</strong> gelet.<br />

a. Interfase (figuur 1 <strong>en</strong> 4)<br />

De periode tuss<strong>en</strong> twee op elkaar volg<strong>en</strong>de mitos<strong>en</strong> wordt interfase g<strong>en</strong>oemd. Soms<br />

wordt deze periode t<strong>en</strong> onrechte als rustfase aangeduid, maar juist tijd<strong>en</strong>s<br />

7


Figuur 1. De mitose of gewone kerndeling. Het onstaan van de chromosom<strong>en</strong> in de profase via e<strong>en</strong><br />

verdubbeling van het DNA in de G-2 fase. In de ruimtelijke voorstelling (rechts) zijn tweemaal<br />

zoveel chromosom<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>d.<br />

8


Figuur 2. De mitose of gewone kerndeling.de chromosom<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in het equatoriaal vlak van de<br />

kernspoel te ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan in de anafase uit elkaar.<br />

9


de interfase zijn de chromosom<strong>en</strong> druk bezig met het regel<strong>en</strong> van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in<br />

de cel. De chromosom<strong>en</strong> zijn tijd<strong>en</strong>s de interfase heel lang <strong>en</strong> dun, zó dun, dat ze ook na<br />

kleuring niet microscopisch zichtbaar zijn. In de kern zijn slechts e<strong>en</strong> of meer vlekjes, de<br />

kernlichaampjes of nucleoli, te zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s diffuus gekleurde achtergrond.<br />

Omdat de chromosom<strong>en</strong> niet direct herk<strong>en</strong>baar zijn sprek<strong>en</strong> we hier over chromatinemassa.<br />

b. G 2 fase (figuur 1 <strong>en</strong> 4)<br />

Het einde van de interfase noemt m<strong>en</strong> de G 2 fase; het is e<strong>en</strong> voorbereiding op de<br />

mitose. De chromosom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich verdubbeld <strong>en</strong> bestaan nu al uit twee chromatid<strong>en</strong>,<br />

die echter met de lichtmicroscoop nog niet waarneembaar zijn.<br />

c. Profase (figuur 1 <strong>en</strong> 4)<br />

Tijd<strong>en</strong>s de profase is de kernmembraan nog aanwezig. De chromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door<br />

spiralisering korter <strong>en</strong> dikker <strong>en</strong> daardoor na kleuring microscopisch zichtbaar. De twee<br />

chromatid<strong>en</strong>, waaruit ieder chromosoom bestaat, zijn nu waarneembaar.<br />

Deze chromatid<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> keurig parallel (door middel van e<strong>en</strong> proces van aantrekking) <strong>en</strong><br />

zijn via het c<strong>en</strong>tromeer met elkaar verbond<strong>en</strong>. De chromatid<strong>en</strong> zijn niet overal ev<strong>en</strong> sterk<br />

kleurbaar.<br />

De sterker kleur<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> word<strong>en</strong> chromomer<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />

Bij dierlijke cell<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de kern de c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong>, die tijd<strong>en</strong>s de profase uit elkaar<br />

gaan <strong>en</strong> uiteindelijk aan twee teg<strong>en</strong>over elkaar ligg<strong>en</strong>de pol<strong>en</strong> van de cel terechtkom<strong>en</strong>.<br />

Bij de meeste plant<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong>.<br />

d. Prometafase (figuur 2 <strong>en</strong> 4)<br />

Tijd<strong>en</strong>s de prometafase verdwijnt de kernmembraan <strong>en</strong> er blijk<strong>en</strong> drad<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong> van de<br />

c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> naar de c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> naar elkaar: de kernspoel. Tijd<strong>en</strong>s<br />

de prometafase verdwijn<strong>en</strong> de kernlichaampjes (nucleoli). De chromatid<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong><br />

vanaf de uiteind<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong> elkaar los te lat<strong>en</strong> (proces van afstoting).<br />

e. Metafase (figuur 2 <strong>en</strong> 5)<br />

De c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong> rangschikk<strong>en</strong> zich in het equatorvlak tuss<strong>en</strong> de<br />

twee pol<strong>en</strong>. De chromosom<strong>en</strong> zijn door verdere spiralisatie erg kort <strong>en</strong> dik geword<strong>en</strong>.<br />

Dit stadium is zeer geschikt om het aantal chromosom<strong>en</strong> te tell<strong>en</strong>. De homologe<br />

chromosom<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de metafase van de mitose niet bij elkaar in de buurt te<br />

ligg<strong>en</strong>, maar willekeurig over het equatorvlak verspreid. (Karakteristiek voor de mitose,<br />

zie E-37 <strong>en</strong> figuur 61).<br />

f. Anafase (figuur 2 <strong>en</strong> 5)<br />

De chromatid<strong>en</strong> van ieder chromosoom schuiv<strong>en</strong> naar teg<strong>en</strong>overligg<strong>en</strong>de pol<strong>en</strong>, omdat<br />

de c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>door gedeeld word<strong>en</strong>. Nu de chromatid<strong>en</strong> niet meer met elkaar<br />

verbond<strong>en</strong> zijn, word<strong>en</strong> ze (dochter-)chromosom<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />

In plaats van één groep van bijvoorbeeld 8 chromosom<strong>en</strong> ontstaan nu dus twee groep<strong>en</strong><br />

van ieder 8 dochterchromosom<strong>en</strong> (de oorspronkelijke chromatid<strong>en</strong>}.<br />

g. Telofase (figuur 3 <strong>en</strong> 5)<br />

Om de groepjes dochterchromosom<strong>en</strong> he<strong>en</strong> ontstaan nu nieuwe kernmembran<strong>en</strong>.<br />

Ieder c<strong>en</strong>triool heeft e<strong>en</strong> nieuw c<strong>en</strong>triool gevormd, dat ruimtelijk zo georiënteerd is dat<br />

het e<strong>en</strong> rechte hoek met het oorspronkelijke c<strong>en</strong>triool vormt (alle<strong>en</strong> bij dierlijke cell<strong>en</strong>).<br />

Het cytoplasma wordt door e<strong>en</strong> celmembraan in tweeën gedeeld. Bij e<strong>en</strong> plant<strong>en</strong>cel<br />

ontstaat deze scheiding vanuit het midd<strong>en</strong> van het equatorvlak. Bij dierlijke cell<strong>en</strong> wordt<br />

het cytoplasma door insnoering in tweeën gedeeld. De dochter-<br />

10


Figuur 3. De mitose of gewone kerndeling. De chromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> kernwand<br />

<strong>en</strong> er volgt e<strong>en</strong> celdeling. De twee nieuw ontstane cell<strong>en</strong> zijn id<strong>en</strong>tiek aan de oorspronkelijke cel.<br />

11


Figuur 4. De mitose of gewone kerndeling.<br />

Weergegev<strong>en</strong> zijn uitsluit<strong>en</strong>d de process<strong>en</strong> in de kern tijd<strong>en</strong>s de kerndeling<br />

12


Figuur 5. De mitose of gewone kerndeling.<br />

Weergegev<strong>en</strong> zijn uitsluit<strong>en</strong>d de process<strong>en</strong> in de kern tijd<strong>en</strong>s de kerndeling<br />

13


chromosom<strong>en</strong> despiraliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> weer langer <strong>en</strong> dunner, waardoor ze<br />

microscopisch niet meer zichtbaar zijn. In de late telofase verschijn<strong>en</strong> de nucleoli weer.<br />

h. Interfase (figuur 3 <strong>en</strong> 5)<br />

Tijd<strong>en</strong>s de interfase verdubbelt ieder dochterchromosoom zijn chromatide, zodat bij het<br />

begin van de volg<strong>en</strong>de mitose ieder chromosoom weer uit twéé chromatid<strong>en</strong>, die precies<br />

dezelfde bouw <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling hebb<strong>en</strong>, blijkt te bestaan. Ze zitt<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>tromeer<br />

aan elkaar vast. Dit vormingsproces is niet microscopisch waar te nem<strong>en</strong>, omdat de<br />

dochterchromosom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de interfase zeer ver gedespiraliseerd <strong>en</strong> dus weinig<br />

compact zijn om goed gekleurd te word<strong>en</strong>.<br />

N.B. Ter verduidelijking is in figuur 4 <strong>en</strong> 5 de mitose nogmaals in afbeelding<strong>en</strong><br />

weergegev<strong>en</strong>, maar dan uitsluit<strong>en</strong>d voor wat het proces van de kerndeling betreft.<br />

De vorming van de chemische verbinding<strong>en</strong> waaruit de chromosom<strong>en</strong> bestaan, met name<br />

de synthese van het desoxyribonucleïnezuur (desoxyribonucleicacid = DNA) kan m<strong>en</strong><br />

niet direct met de microscoop volg<strong>en</strong>. Wel heeft m<strong>en</strong> met gespecialiseerde method<strong>en</strong> van<br />

onderzoek kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat de interfase kan word<strong>en</strong> verdeeld in drie fas<strong>en</strong>:<br />

1. De G 1 fase (G = gap). De chromosom<strong>en</strong> bestaan nog niet uit twee chromatid<strong>en</strong>;<br />

ze zijn nog hetzelfde als ze uit de voorafgaande mitose gekom<strong>en</strong> zijn.<br />

2. De S fase (S = synthesis). DNA wordt gesynthetiseerd <strong>en</strong> ieder dochterchromosoom<br />

vormt er e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tiek chromatide bij, dat in het c<strong>en</strong>tromeer aan het oorspronkelijke<br />

chromatide vast zit.<br />

3. De G 2 fase. De chromosom<strong>en</strong> bestaan weer uit twee chromatid<strong>en</strong>.<br />

De cel bereidt zich voor op de volg<strong>en</strong>de mitose.<br />

Dus: tijd<strong>en</strong>s de S fase wordt in de kern de hoeveelheid DNA verdubbeld. Tijd<strong>en</strong>s de<br />

anafase wordt deze dubbele hoeveelheid over de twee dochtercell<strong>en</strong> verdeeld.<br />

Door dit mechanisme krijgt iedere dochtercel zowel kwantitatief als kwalitatief dezelfde<br />

hoeveelheid DNA <strong>en</strong> dus dezelfde erfelijke aanleg. Tijd<strong>en</strong>s de interfase vorm<strong>en</strong> de<br />

dochtercell<strong>en</strong> nieuw cytoplasma met de daarin ligg<strong>en</strong>de organell<strong>en</strong>. Zowel de plastid<strong>en</strong><br />

als de mitochondriën kunn<strong>en</strong> ontstaan uit kleine blaasjes die door de kernmembraan<br />

afgesnoerd word<strong>en</strong>. Of de plastid<strong>en</strong> zich ontwikkel<strong>en</strong> tot leukoplast<strong>en</strong> of chloroplast<strong>en</strong> is<br />

onder andere afhankelijk van de belichting. Mitochondriën kunn<strong>en</strong> ook ontstaan door<br />

deling van andere mitochondriën. Ook de chloroplast<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich door deling<br />

vermeerder<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>doplasmatisch reticulum ontstaat uit de kernmembraan. Het Golgiapparaat<br />

(dictyosoom) vermeerdert zich hoogstwaarschijnlijk door deling. (Zie ook<br />

Biothema 1, pag. 62 e.v.)<br />

III. De meiose of reductiedeling<br />

Bij de vorming van gamet<strong>en</strong> (<strong>voortplanting</strong>sceli<strong>en</strong>, geslachtscell<strong>en</strong>) vindt e<strong>en</strong> bijzondere<br />

deling, de zog<strong>en</strong>aamde meiose plaats. Bij de m<strong>en</strong>s onder invloed van hormon<strong>en</strong> in de<br />

puberteit; bij hogere plant<strong>en</strong> (Angiosperm<strong>en</strong>) na inductie van de bloei.<br />

Het resultaat van de mitose is dat de dochtercell<strong>en</strong> uiteindelijk hetzelfde aantal<br />

chromosom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde erfelijke aanleg krijg<strong>en</strong> als de oorspronkelijke cel.<br />

Bij de meiose krijg<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> het halve aantal chromosom<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijgt ieder e<strong>en</strong> andere<br />

erfelijke aanleg. Het aantal 2n (diploied) wordt gereduceerd tot n (haploied).<br />

De meiose bestaat uit twee op elkaar volg<strong>en</strong>de deling<strong>en</strong>: de meiose I <strong>en</strong> de meiose II.<br />

(N.B. In veel boek<strong>en</strong> wordt de reductiedeling vere<strong>en</strong>voudigd tot één deling, waarop dan<br />

e<strong>en</strong> min of meer erbij behor<strong>en</strong>de mitose zou volg<strong>en</strong>. Deze vere<strong>en</strong>voudiging leidt tot<br />

moeilijkhed<strong>en</strong> bij het verklar<strong>en</strong> van kruising<strong>en</strong> als er crossing-over opgetred<strong>en</strong> is.)<br />

14


A. Meiose I<br />

a. G 2 fase (figuur 6)<br />

De microscopische niet waarneembare voorbereiding van de meiose; het einde van de<br />

interfase.<br />

b. Profase I (figuur 6)<br />

De profase I wordt in de meiose I onderverdeeld in e<strong>en</strong> aantal stadia:<br />

1. Leptote<strong>en</strong><br />

Dit is het vroegste stadium waarin de chromosom<strong>en</strong> na kleuring weer als draadjes<br />

zichtbaar zijn.<br />

2. Zygote<strong>en</strong><br />

De homologe chromosom<strong>en</strong> gaan teg<strong>en</strong> elkaar aan ligg<strong>en</strong>. Er ligg<strong>en</strong> nu dus vier<br />

chromatid<strong>en</strong> naast elkaar, van iedere chromosoom twee. E<strong>en</strong> dergelijk bij elkaar<br />

ligg<strong>en</strong>d tweetal chromosom<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> bival<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd.<br />

De c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> gaan uit elkaar.<br />

3. Pachyte<strong>en</strong><br />

De naast elkaar ligg<strong>en</strong>de homologe chromosom<strong>en</strong> (de bival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> korter <strong>en</strong><br />

dikker. De nucleolus verdwijnt.<br />

4. Diplote<strong>en</strong><br />

Op bepaalde plaats<strong>en</strong> gaan de bival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> iets uit elkaar. Op andere plaats<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> ze<br />

aan elkaar vast te zitt<strong>en</strong> of over elkaar he<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>: m<strong>en</strong> noemt die plaats<strong>en</strong><br />

chiasmata. Als er crossing-over (overkruising) optreedt dan gebeurt dit in dit<br />

stadium. Crossing-over is het uitwissel<strong>en</strong> van stukk<strong>en</strong> chromatid<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee<br />

homologe chromosom<strong>en</strong>, waardoor er e<strong>en</strong> uitwisseling plaats heeft van de erfelijke<br />

aanleg die van de <strong>en</strong>e ouder afkomstig is teg<strong>en</strong> de erfelijke aanleg die van de andere<br />

ouder afkomstig is. De twee chromatid<strong>en</strong> die dan in één c<strong>en</strong>tromeer aan elkaar<br />

vastzitt<strong>en</strong> zijn dan niet meer id<strong>en</strong>tiek.<br />

5. Diakinese<br />

De bival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nog korter <strong>en</strong> dikker. De c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> elkaar af te stot<strong>en</strong>,<br />

de homologe chromosom<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bij de chiasmata met elkaar verbond<strong>en</strong>.<br />

Op het eind van de diakinese verdwijnt de kernmembraan <strong>en</strong> ontstaat de kernspoel.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de profase I zijn de c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> naar de pol<strong>en</strong> gegaan.<br />

c. Metafase I (figuur 7)<br />

De c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> van de bival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aan weerszijd<strong>en</strong> van het equatorvlak.<br />

De metafase I duurt erg kort, ze gaat bijna mete<strong>en</strong> over in de anafase I.<br />

d. Anafase I (figuur 7)<br />

Omdat de c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> intact blijv<strong>en</strong> gaan tijd<strong>en</strong>s de anafase I hele chromosom<strong>en</strong> naar<br />

de pol<strong>en</strong>. Het gevolg is dat er twee groep<strong>en</strong> chromosom<strong>en</strong> ontstaan van ieder het halve<br />

aantal chromosom<strong>en</strong>, die ieder nog uit twee chromatid<strong>en</strong> bestaan. Hier is dus het<br />

chromosom<strong>en</strong>aantal per cel gereduceerd. E<strong>en</strong> diploide cel (met bijvoorbeeld 6<br />

chromosom<strong>en</strong>) levert twee haploide cell<strong>en</strong> (met ieder 3 chromosom<strong>en</strong>): reductiedeling.<br />

De homologe chromosom<strong>en</strong> zijn nu dus van elkaar gescheid<strong>en</strong>!<br />

e. Telofase l (figuur 7)<br />

De twee groep<strong>en</strong> van ieder het halve aantal chromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door kernmembran<strong>en</strong><br />

omgev<strong>en</strong>. Er ontstaat e<strong>en</strong> celmembraan. Soms heeft de vorming van<br />

15


Figuur 6. Reductiedeling: Meiose I. De process<strong>en</strong> in de kern zijn weergegev<strong>en</strong>.<br />

In het diplote<strong>en</strong> (4) treedt crossing-over op.<br />

22


Figuur 7. Reductiedeling: Meiose I. Het aantal chromosom<strong>en</strong> is gehalveerd:<br />

het halve aantal chromosom<strong>en</strong> komt bij de interkinese bij de kern.<br />

23


e<strong>en</strong> celmembraan pas na de meiose II plaats; in dat geval deelt de oorspronkelijke cel<br />

zich na de meiose II in vier nieuwe cell<strong>en</strong>. De c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> verdubbel<strong>en</strong> zichzelf.<br />

f. Interkinese (figuur 7)<br />

Dit stadium wijkt af van de interfase tuss<strong>en</strong> twee mitotische deling<strong>en</strong>, omdat er ge<strong>en</strong><br />

DNA-synthese plaats vindt. Dat is ook niet nodig, omdat ieder chromosoom nog uit twee<br />

chromatid<strong>en</strong> bestaat. In veel gevall<strong>en</strong> ontbreekt dit stadium <strong>en</strong> gaat de vroege telofase I<br />

nauwelijks merkbaar over in de prometafase II.<br />

B. Meiose II<br />

Deze deling is ge<strong>en</strong> gewone mitose, omdat de chromatid<strong>en</strong> van ieder chromosoom door<br />

crossing-over niet meer id<strong>en</strong>tiek behoev<strong>en</strong> te zijn. De door meiose II gevormde cell<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> dan ook niet dezelfde erfelijke aanleg hebb<strong>en</strong>. De naamgeving van de<br />

verschill<strong>en</strong>de stadia is wel gelijk aan de naamgeving in de mitose. Ter onderscheiding<br />

wordt aan de nam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'II' toegevoegd, dus: profase II, metafase II, anafase II <strong>en</strong><br />

telofase II.<br />

g. Profase II (figuur 8}<br />

De chromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door spiralisering weer korter <strong>en</strong> dikker. Ze zijn vaak in de<br />

interkinese niet zo lang <strong>en</strong> dun geword<strong>en</strong> als in de interfase het geval is. De c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong><br />

gaan naar de pol<strong>en</strong>. De kernspoel ontstaat.<br />

h. Prometafase II (figuur 8)<br />

De chromosom<strong>en</strong> verkort<strong>en</strong> zich verder. De kernmembraan verdwijnt.<br />

De nucleoli verdwijn<strong>en</strong>.<br />

i. Metafase II (figuur 8)<br />

De c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in hetequatorvlak.<br />

Er ligg<strong>en</strong> slechts n chromosom<strong>en</strong>.<br />

k. Anafase II (figuur 9)<br />

De c<strong>en</strong>tromer<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedeeld <strong>en</strong> uit elkaar getrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dochterchromosom<strong>en</strong><br />

gaan naar de pol<strong>en</strong>.<br />

l. Telofase II (figuur 9)<br />

De groepjes dochterchromosom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> door kernmembran<strong>en</strong>.<br />

Er wordt e<strong>en</strong> celmembraan gevormd. De c<strong>en</strong>triol<strong>en</strong> verdubbel<strong>en</strong> zich.<br />

Uiteindelijk ontstaan zo vier cell<strong>en</strong> met ieder n dochterchromosom<strong>en</strong>.<br />

De erfelijke aanleg van de cell<strong>en</strong> is niet id<strong>en</strong>tiek.<br />

m. Interfase (figuur 9)<br />

Het geheel van vier cell<strong>en</strong> dat nu ontstaan is wordt wel tetrade g<strong>en</strong>oemd. M<strong>en</strong> spreekt<br />

daarom in plaats van meiose ook wel over tetradedeling. De term reductiedeling verdi<strong>en</strong>t<br />

echter de voorkeur.<br />

De cell<strong>en</strong> die ontstaan zijn kunn<strong>en</strong> zich ontwikkel<strong>en</strong> tot gamet<strong>en</strong>, waarbij het lot van de<br />

vier cell<strong>en</strong> niet altijd gelijk is. Bij de vorming van eicell<strong>en</strong> wordt vaak maar één van de<br />

vier cell<strong>en</strong> gebruikt. Deze gameet krijgt bijna al het cytoplasma, de drie andere — ieder<br />

met weinig cytoplasma — word<strong>en</strong> als zog<strong>en</strong>aamde poollichaampjes uitgestot<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet<br />

gebruikt. Door deze gang van zak<strong>en</strong> bevat de eicel veel cytoplasma, is groot <strong>en</strong> wordt<br />

daarom macrogameet g<strong>en</strong>oemd. Bij de vorming van mannelijke gamet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de vier<br />

cell<strong>en</strong> alle gebruikt. Het cytoplasma moet verdeeld word<strong>en</strong> over deze vier cell<strong>en</strong>.<br />

Zij word<strong>en</strong> daardoor kleiner, waardoor ze als microgameet aangeduid word<strong>en</strong>. Over het<br />

algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de grote eicell<strong>en</strong> zichzelf niet verplaats<strong>en</strong>. De microgamet<strong>en</strong><br />

24


Figuur 8. Reductiedeling: Meiose II. Het halve aantal chromosom<strong>en</strong> in ieder kern ondergaat nu e<strong>en</strong><br />

delingsproces. Ze kom<strong>en</strong> in het equatorvlak van de kernspoel te ligg<strong>en</strong>, de metafase II.<br />

25


Figuur 9. Figuur 6. Reductiedeling: Meiose II. Er ontstaan nu uiteindelijk vier kern<strong>en</strong>.<br />

De chromosom<strong>en</strong> v<strong>en</strong> deze vier kern<strong>en</strong> zijn als gevolg van crossing-over in de regel niet id<strong>en</strong>tiek<br />

met die van de oorspronkelijke kern.<br />

26


moet<strong>en</strong> zich dan wél kunn<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong>, bijvoorbeeld doordat zij zweephar<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> of<br />

doordat zij met behulp van e<strong>en</strong> poll<strong>en</strong>buis naar de eicel toe<strong>groei</strong><strong>en</strong>.<br />

Onder andere bij de hogere plant<strong>en</strong> (Angiosperm<strong>en</strong>) vorm<strong>en</strong> de dochterchromosom<strong>en</strong>, in<br />

de haploide cell<strong>en</strong> waaruit de gamet<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ontstaan, er weer e<strong>en</strong> chromatide bij, zodat<br />

er weer chromosom<strong>en</strong> ontstaan die ieder uit twee id<strong>en</strong>tieke chromatid<strong>en</strong> bestaan.<br />

Deze cell<strong>en</strong> gaan dan over tot e<strong>en</strong> haploide mitose. Bij de vorming van de microgameet<br />

treedt dan twee maal zo'n haploide mitose op <strong>en</strong> bij de vorming van de macrogameet<br />

zelfs drie maal.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat is het verschil tuss<strong>en</strong> homologe chromosom<strong>en</strong> <strong>en</strong> autosom<strong>en</strong>?<br />

2. Wat is het verschil tuss<strong>en</strong> homologe chromosom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>?<br />

3. Hoe kan m<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> preparaat van e<strong>en</strong> metafase te mak<strong>en</strong> heeft met<br />

e<strong>en</strong> metafase van de mitose, van meiose I of van meiose II?<br />

E-2 Methode voor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> squash-preparaat van<br />

e<strong>en</strong> worteltop om de mitose te bestuder<strong>en</strong><br />

Deze methode kan zeer goed word<strong>en</strong> uitgevoerd met worteltopp<strong>en</strong> van hyacinth<strong>en</strong>.<br />

Ook worteltopp<strong>en</strong> van ui<strong>en</strong> of tuinbon<strong>en</strong> zijn bruikbaar.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

boll<strong>en</strong> van hyacinth<strong>en</strong> <strong>en</strong> ui<strong>en</strong> (zie voorbereiding)<br />

tuinboonzad<strong>en</strong> (zie voorbereiding)<br />

erl<strong>en</strong>meyers<br />

bekerglaz<strong>en</strong><br />

petrischal<strong>en</strong><br />

koelkast<br />

broedstoof<br />

ethanol<br />

azijnzuur<br />

colchicine<br />

3N HCl<br />

1N HCl<br />

acetokarmijn<br />

aceto-orceïne<br />

toluïdineblauw<br />

voorwerp- <strong>en</strong> dekglaasjes<br />

microscoop<br />

Recept<strong>en</strong>:<br />

a. Acetokarmijn:<br />

Voeg sam<strong>en</strong>: 45 ml ijsazijn + 55 ml aqua dest. + 2 à 3 gram poedervormig karmijn<br />

(wateroplosbaar karmijn!). E<strong>en</strong> half à e<strong>en</strong> uur lat<strong>en</strong> kok<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> terugvloeikoeler.<br />

Na volledig afkoel<strong>en</strong> filtrer<strong>en</strong>. Voeg aan het acetokarmijn e<strong>en</strong> weinig FeCl3 toe; e<strong>en</strong><br />

mespuntje per 5 ml acetokarmijn is voldo<strong>en</strong>de. Het niet opgeloste karmijn is opnieuw te<br />

gebruik<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> donkere fles bewaard is de kleurstof onbeperkt houdbaar. Indi<strong>en</strong> na<br />

langdurig staan e<strong>en</strong> neerslag optreedt moet voor het gebruik word<strong>en</strong> gefiltreerd.<br />

27


. Aceto-orceïne:<br />

Voeg sam<strong>en</strong>: 1 gram zuivere orceïne + 45 ml ijsazijn + 55 ml aqua dest. in e<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

watt<strong>en</strong>prop afgeslot<strong>en</strong> erl<strong>en</strong>meyer. Tot teg<strong>en</strong> kookpunt verwarm<strong>en</strong>, afkoel<strong>en</strong>, filtrer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel met aqua dest. aanvull<strong>en</strong> tot 100 ml.<br />

c. Toluïdineblauw-oplossing:<br />

Los 0,1 gram toluïdineblauw op in 100 ml aqua dest.<br />

Voorbereiding:<br />

a. Hyacinth<strong>en</strong>: M<strong>en</strong> gebruikt zware geprepareerde boll<strong>en</strong>, bij voorkeur van de rass<strong>en</strong><br />

l'Innoc<strong>en</strong>ce, Pink Pearl, Annemarie, Ostara of Bismarck. De boll<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> koele,<br />

donkere plaats lat<strong>en</strong> uitlop<strong>en</strong> door ze te plaats<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> met water gevulde<br />

erl<strong>en</strong>meyer of op e<strong>en</strong> bekerglas (in dit laatste geval ondersteund met gaas, stokjes of<br />

iets dergelijks).<br />

Het wateroppervlak mag de onderzijde van de bol niet rak<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>ruimte van<br />

1-2 mm is noodzakelijk. Alle<strong>en</strong> wortels met e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van <strong>en</strong>kele cm zijn geschikt;<br />

tot die tijd het water tot de juiste hoogte bijvull<strong>en</strong>. Gebruik dus liever niet de punt<strong>en</strong><br />

van lange wortels; de cell<strong>en</strong> daarvan nem<strong>en</strong> slecht kleurstof op <strong>en</strong> het resultaat is<br />

daarom meestal teleurstell<strong>en</strong>d.<br />

b. Ui<strong>en</strong>: M<strong>en</strong> gebruikt poot-ui<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> boll<strong>en</strong>handelaar of landbouwcoöperatie.<br />

Andere ui<strong>en</strong> zijn zodanig behandeld dat ze ge<strong>en</strong> wortels meer krijg<strong>en</strong>.<br />

Leg de ui<strong>en</strong> 1 nacht in de koelkast <strong>en</strong> dan 1,5 uur op de verwarming. Vervolg<strong>en</strong>s de<br />

ui<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> uitlop<strong>en</strong> op de wijze zoals bij de hyacint is beschrev<strong>en</strong>, echter op e<strong>en</strong> lichte<br />

<strong>en</strong> niet te koele plaats. De bijwortels zijn na 2 tot 3 wek<strong>en</strong> lang g<strong>en</strong>oeg.<br />

c. Tuinbon<strong>en</strong> laat m<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> <strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> in geslot<strong>en</strong> petrischal<strong>en</strong>, gevuld met iets water,<br />

in e<strong>en</strong> broedstoof bij 20-25° C (ge<strong>en</strong> filtreerpapier gebruik<strong>en</strong>: schimmel!).<br />

M<strong>en</strong> kan de tuinbon<strong>en</strong> ook lat<strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> in nat zand <strong>en</strong> van de hoofdwortel, wanneer<br />

deze ongeveer 3-5 cm lang is, de kop afsnijd<strong>en</strong>. Er ontwikkel<strong>en</strong> zich<br />

dan e<strong>en</strong> aantal zijwortels, die alle te gebruik<strong>en</strong> zijn.<br />

De topp<strong>en</strong> van wortels met e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 1 —5 cm zijn bruikbaar. Hyacinth<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> betrekkelijk grote chromosom<strong>en</strong>, die van tuinbon<strong>en</strong> zijn relatief klein.<br />

Ook de worteltopp<strong>en</strong> van Crocus balansae zijn zeer geschikt; deze Crocus species<br />

heeft relatief grote chromosom<strong>en</strong>,<br />

d. Behandeling met colchicine. Colchicine is e<strong>en</strong> gif dat tijd<strong>en</strong>s de mitose het ontstaan<br />

van e<strong>en</strong> spoelfiguur verhindert. Hierdoor blijv<strong>en</strong> de chromosom<strong>en</strong> in het equatorvlak,<br />

waardoor ge<strong>en</strong> kerndeling optreedt. Om dit te bewerk<strong>en</strong> hangt m<strong>en</strong> de wortels van<br />

hyacinth, ui of van e<strong>en</strong> of meer tuinbon<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 4 à 5 uur in e<strong>en</strong> 0,1%<br />

colchicine-oplossing.<br />

e. Fixer<strong>en</strong>. Na de colchicinebehandeling word<strong>en</strong> ca. 2 cm lange worteltopjes afgesned<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gefixeerd in ethanol-azijnzuur 3:1. Ook niet met colchicine behandelde, ca. 2 cm<br />

lange worteltopjes word<strong>en</strong> gefixeerd in ethanol-azijnzuur 3:1.<br />

De beste fixatietijd ligt in de grootte-orde van <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>.<br />

f. De worteltopjes kunn<strong>en</strong> langere tijd in de fixatie-vloeistof bewaard word<strong>en</strong>.<br />

De kleurbaarheid van de chromosom<strong>en</strong> vermindert dan wel. Om langere tijd te<br />

bewar<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de worteltopjes beter overgebracht word<strong>en</strong> in ethanol 70% (in het<br />

begin af <strong>en</strong> toe ververs<strong>en</strong> tot de azijnzuurgeur weg blijft).<br />

Uitvoering:<br />

a. Methode I<br />

br<strong>en</strong>g de gefixeerde worteltopjes gedur<strong>en</strong>de 1 minuut in 3N HCl.<br />

verwijder de HCl door te spoel<strong>en</strong> in 50% azijnzuur.<br />

snijd 1 cm worteltop af <strong>en</strong> verwijder de rest.<br />

28


kleur de worteltopjes in acetokarmijn (3 minut<strong>en</strong>) of aceto-orceïne (5 minut<strong>en</strong>).<br />

squash door voorzichtig tikk<strong>en</strong> (achterkant potlood) op het dekglas.<br />

wat harder drukk<strong>en</strong> wanneer de cell<strong>en</strong> gespreid zijn.<br />

b. Methode II<br />

snijd 1 cm worteltop af <strong>en</strong> verwijder de rest.<br />

br<strong>en</strong>g de gefixeerde worteltopp<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> objectglas <strong>en</strong> macereer gedur<strong>en</strong>de 3<br />

minut<strong>en</strong> in 1 N HCl van 60 °C.<br />

verwijder de HCl door te spoel<strong>en</strong> met aqua dest.<br />

kleur de worteltopjes in toluïdineblauw-oplossing 0,1 % gedur<strong>en</strong>de 1 minuut.<br />

spoel de overtollige kleurstof weg met aqua dest.<br />

squash door dekglas op te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

c.<br />

maak volg<strong>en</strong>s methode I of II e<strong>en</strong> squash-preparaat van e<strong>en</strong> worteltop die met<br />

colchicine is behandeld én e<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onbehandelde worteltop.<br />

zoek met e<strong>en</strong> vergroting van bijvoorbeeld 400x de verschill<strong>en</strong>de delingsstadia op.<br />

N.B. Het verdi<strong>en</strong>t niettemin aanbeveling ook squash-preparat<strong>en</strong> van verse worteltopp<strong>en</strong><br />

te mak<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde methode.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Ziet m<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> het aantal cell<strong>en</strong> dat in deling is in e<strong>en</strong> met colchicine<br />

behandelde wortel <strong>en</strong> het aantal in e<strong>en</strong> onbehandelde wortel?<br />

2. Welke verklaring kan m<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>?<br />

3. Is het aantal chromosom<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>?<br />

4. Welke delingsfase(n) kom<strong>en</strong> het meest voor?<br />

5. Welke delingsfas<strong>en</strong> zijn afwezig? Verklaar.<br />

E-3 Bloem<strong>en</strong>practicum<br />

Begripp<strong>en</strong><br />

De bloem is het deel van de plant (figuur 15) waarmee deze zich geslachtelijk voortplant.<br />

Bij de bedektzadig<strong>en</strong> (Angiosperm<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> zij bestaan uit bloembekleedsel<strong>en</strong>,<br />

meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> stamper(s). Meestal zijn de bloembekleedsel<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong> in de van<br />

elkaar verschill<strong>en</strong>de kelkblad<strong>en</strong> <strong>en</strong> kroonblad<strong>en</strong>.<br />

Kelkblad<strong>en</strong> zijn zeer vaak klein, di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor bescherming <strong>en</strong> zijn meestal gro<strong>en</strong> van<br />

kleur. Bij plant<strong>en</strong> met insect<strong>en</strong>bestuiving zijn de kroonblad<strong>en</strong> meestal groot, opvall<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> vele kleur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> er slechts één krans van bloembekleedsel<strong>en</strong><br />

voorkomt, die alle dezelfde kleur hebb<strong>en</strong>, spreekt m<strong>en</strong> van bloemdekblad<strong>en</strong>.<br />

Meeldrad<strong>en</strong> (figuur 22) bestaan uit e<strong>en</strong> steelvormig gedeelte: de helmdraad <strong>en</strong> aan het<br />

einde daarvan e<strong>en</strong> helmknop. Tuss<strong>en</strong> de twee helft<strong>en</strong> van de helmknop wordt als<br />

voortzetting van de helmdraad het helmbindsel aangetroff<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van<br />

de bloem ontstaan in iedere helft van de helmknop twee buisvormige helmzakjes (totaal<br />

dus 4), waarin de mannelijke <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> - poll<strong>en</strong>korrels - zich ontwikkel<strong>en</strong> (zie<br />

E-5). Wanneer deze ontwikkeling is voltooid versmelt<strong>en</strong> de helmzakjes twee aan twee<br />

met elkaar tot helmhokjes. Tijd<strong>en</strong>s de bloei spring<strong>en</strong> de helmhokjes meestal op<strong>en</strong>.<br />

Het belangrijkste deel van de stamper is het vruchtbeginsel (figuur 19). Tijd<strong>en</strong>s de<br />

vorming van de bloem hebb<strong>en</strong> zich er meestal zaadknopp<strong>en</strong> in ontwikkeld, die na de<br />

bevruchting tot zad<strong>en</strong> uit<strong>groei</strong><strong>en</strong> (zie E-5). Voor het opvang<strong>en</strong> of in ontvangst<br />

29


nem<strong>en</strong> van stuifmeel is het vruchtbeginsel van e<strong>en</strong> of meer stempels voorzi<strong>en</strong>.<br />

Op de stempels kunn<strong>en</strong> papill<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het oppervlak bevindt zich meestal<br />

e<strong>en</strong> kleverige vloeistof die suiker bevat. Tuss<strong>en</strong> stempel <strong>en</strong> vruchtbeginsel kan e<strong>en</strong> stijl<br />

aanwezig zijn. Als deze ontbreekt spreekt m<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de stempel.<br />

Indi<strong>en</strong> de andere bloemdel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lagere plaats aan de bloemsteel zitt<strong>en</strong> dan het<br />

vruchtbeginsel noemt m<strong>en</strong> het vruchtbeginsel bov<strong>en</strong>standig. E<strong>en</strong> vruchtbeginsel is<br />

onderstandig als de andere bloemdel<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> dat vruchtbeginsel staan ingeplant.<br />

Het bloemdiagram<br />

E<strong>en</strong> bloemdiagram (figuur 10) is e<strong>en</strong> schematische weergave van de bloem, waarbij de<br />

ligging van de afzonderlijke bloemdel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van elkaar wordt aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

tev<strong>en</strong>s wordt vastgelegd of <strong>en</strong> hoe die bloemdel<strong>en</strong> met elkaar ver<strong>groei</strong>d zijn (figuur 11).<br />

Figuur 10. Voorbeeld van e<strong>en</strong><br />

bloemdiagram.<br />

Figuur 11. De wijze waarop de ver<strong>groei</strong>ing<br />

van kelk-, kroon- of bloemdekblader<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

die van e<strong>en</strong> meeldraad met e<strong>en</strong> kroonblad<br />

of e<strong>en</strong> bloemdek wordt weergegev<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> bloemdiagram.<br />

Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bloemdiagram kan m<strong>en</strong> het beste uitgaan van e<strong>en</strong> aantal met<br />

potlood getek<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>trische cirkels. Vijf cirkels is meestal voldo<strong>en</strong>de; ze kunn<strong>en</strong><br />

bijvoorbeeld e<strong>en</strong> straal hebb<strong>en</strong> van respectievelijk 3,0 - 2,6 - 2,2 - 1,8 - 0,8 cm.<br />

Soms is e<strong>en</strong> verdeling van de cirkels in zes gelijke segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st. M<strong>en</strong> kan dit<br />

gemakkelijk bereik<strong>en</strong> door de straal van de cirkel 5x op de omtrek van die cirkel af te<br />

zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> met het middelpunt te verbind<strong>en</strong>,<br />

Op de buit<strong>en</strong>ste cirkel word<strong>en</strong> de kelkblad<strong>en</strong> (of bloemdekblad<strong>en</strong>) aangegev<strong>en</strong>.<br />

Op de tweede cirkel word<strong>en</strong> de kroonblad<strong>en</strong> (of bloemdekblad<strong>en</strong>) aangegev<strong>en</strong>.<br />

De derde <strong>en</strong> de vierde cirkel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt voor het aangev<strong>en</strong> van de<br />

meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de vijfde cirkel wordt schematisch het vruchtbeginsel<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

30


B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

scheermesjes<br />

prepareernaald<strong>en</strong><br />

pincett<strong>en</strong><br />

loep<br />

klem om de bloemsteel in te zett<strong>en</strong> (bruikbaar is de ringklem van multoband).<br />

pinksterbloem<strong>en</strong> (of koolzaadbloem<strong>en</strong>); ook uitgebloeide bloem<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich<br />

ontwikkel<strong>en</strong>de vrucht<strong>en</strong>.<br />

<strong>en</strong> verder per leerling:<br />

één tulp<br />

één narcis<br />

twee bloempjes van de hyacint<br />

één mannelijk <strong>en</strong> één vrouwelijk katje van zowel els als wilg.<br />

Uitvoering:<br />

a. Tulp<br />

snijd de bloemsteel 5 à 10 cm onder de bloem af<br />

houd de bloem onderstebov<strong>en</strong> <strong>en</strong> snijd de bloemdekblad<strong>en</strong> op ± 0,5 cm van de<br />

bloemsteel door (niet te diep; beschadig de andere bloemdel<strong>en</strong> niet)<br />

stel de stand van de bloemdekblad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van elkaar vast<br />

onderzoek of er e<strong>en</strong> of meer krans<strong>en</strong> meeldrad<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> stel de stand van de<br />

meeldrad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de bloemdekblad<strong>en</strong> vast<br />

bepaal ook de stand van het vruchtbeginsel t<strong>en</strong> opzichte van de bloemdekblad<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>/of meeldrad<strong>en</strong><br />

maak met behulp van de gevond<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> diagram.<br />

snijd e<strong>en</strong> meeldraad onderaan los. Tek<strong>en</strong> deze meeldraad <strong>en</strong> geef in de tek<strong>en</strong>ing<br />

helmdraad, helmknop <strong>en</strong> helmbindsel aan<br />

snijd de helmknop dwars door. Bestudeer met de loep de dwarsdoorsnede <strong>en</strong> tek<strong>en</strong><br />

deze. Indi<strong>en</strong> het snijvlak vol zit met stuifmeel kan dit voorzichtig word<strong>en</strong><br />

weggeblaz<strong>en</strong> (soms moet het eerst nog wat drog<strong>en</strong>).<br />

N.B. Bij tulp<strong>en</strong> die nauwelijks op kleur zijn, is de dwarsdoorsnede van de helmknop<br />

het best te bestuder<strong>en</strong>.<br />

snijd in het midd<strong>en</strong> van het vruchtbeginsel de stamper dwars door.<br />

Zet de onderste helft met de bloemsteel in de klem <strong>en</strong> bestudeer met behulp van de<br />

loep het snijvlak. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

plaats het bov<strong>en</strong>ste deel van de stamper met het vruchtbeginsel in de klem zó, dat<br />

e<strong>en</strong> stempel met de loep in zijaanzicht bekek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>.<br />

De papill<strong>en</strong> op de stempel houd<strong>en</strong> het stuifmeel vast. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

plaats dit bov<strong>en</strong>ste deel van de stamper nu zo in de klem dat met de loep de<br />

stempels in bov<strong>en</strong>aanzicht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

Over de stempels lop<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>.<br />

b. Narcis<br />

vouw onder de bloem het vliezige schutblad zover terug tot het donkergro<strong>en</strong>e<br />

onderstandige vruchtbeginsel zichtbaar is. Het lichtgro<strong>en</strong>e gedeelte daarbov<strong>en</strong> is de<br />

bloembuis. Juist bov<strong>en</strong> de bloembuis zijn de rand<strong>en</strong> van de gele bloemdekblad<strong>en</strong> nog<br />

van elkaar gescheid<strong>en</strong>; in de bloembuis zelf zijn ze met elkaar ver<strong>groei</strong>d.<br />

De bloemdekblad<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> het bloemdek.<br />

De voortzetting van de bloembuis bov<strong>en</strong> het bloemdek heet corona.<br />

snijd het vruchtbeginsel dwars door op de plaats waar de donkergro<strong>en</strong>e knobbel het<br />

dikst is.<br />

31


stel de stand van de bloemdekblad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van elkaar vast <strong>en</strong> zoek, met<br />

behulp van het gedeelte van het vruchtbeginsel dat nog aan de bloembuis zit, uit hoe<br />

de tuss<strong>en</strong>schott<strong>en</strong> in dat vruchtbeginsel staan t<strong>en</strong> opzichte van de bloemdekblad<strong>en</strong>.<br />

Geef dit in het diagram aan.<br />

snijd juist bov<strong>en</strong> het bloemdek met e<strong>en</strong> scheermesje rondom zó diep in de corona,<br />

dat de daarbinn<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van bov<strong>en</strong> af zichtbare bloemdel<strong>en</strong> niet beschadigd<br />

word<strong>en</strong>. Verwijder de corona.<br />

schuif e<strong>en</strong> scheermesje tuss<strong>en</strong> twee bloemdekblad<strong>en</strong> door <strong>en</strong> snijd de bloembuis<br />

voorzichtig aan e<strong>en</strong> kant in de l<strong>en</strong>gte op<strong>en</strong>.<br />

Snijd het vruchtbeginsel geheel door <strong>en</strong> vouw de bloembuis op<strong>en</strong>. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

stel de ligging van de meeldrad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van elkaar <strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

overige bloemdel<strong>en</strong> vast. Geef dit in het diagram aan.<br />

N.B. De helmknop kan beweg<strong>en</strong>.t.o.v. de helmdraad.<br />

zet de bloemsteel, waar nog e<strong>en</strong> deel van het vruchtbeginsel aan vastzit, in de klem<br />

<strong>en</strong> bestudeer met de loep de dwarsdoorsnede. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

neem dit gedeelte van het vruchtbeginsel tuss<strong>en</strong> duim <strong>en</strong> wijsvinger van de<br />

linkerhand (resp, rechterhand) <strong>en</strong> snijd het met e<strong>en</strong> scheermesje over één van de 3<br />

tuss<strong>en</strong>schott<strong>en</strong> in de l<strong>en</strong>gte door (figuur 12).<br />

Indi<strong>en</strong> op de juiste wijze gesned<strong>en</strong> is, ziet m<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> helft bestaat uit het<br />

midd<strong>en</strong>door gesned<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>schot <strong>en</strong> de andere helft uit e<strong>en</strong> smalle zaadlijst,<br />

waaraan de zaadknopp<strong>en</strong> bevestigd zijn. Tek<strong>en</strong> deze doorsnede.<br />

Figuur 12. De wijze van doorsnijd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

vruchtbeginsel van e<strong>en</strong> tulp of narcis.<br />

c. Hyacint<br />

bestudeer e<strong>en</strong> bloem in bov<strong>en</strong>aanzicht; stel de onderlinge ligging van de tot e<strong>en</strong><br />

bloembuis ver<strong>groei</strong>de bloemdekblad<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> geef dit in het diagram aan.<br />

schuif e<strong>en</strong> scheermesje tuss<strong>en</strong> twee bloemdekblad<strong>en</strong> door <strong>en</strong> snijd de bloembuis<br />

voorzichtig aan één kant in de l<strong>en</strong>gte op<strong>en</strong> (niet te diep!)<br />

indi<strong>en</strong> de bloem wordt op<strong>en</strong> gebog<strong>en</strong> is soms van bov<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> dat 3 meeldrad<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> de bloemdekblad<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> 3 meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins afstaan.<br />

Zoek in ieder geval de plaats op waar de helmdrad<strong>en</strong> aan de bloembuis vastzitt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ga na of alle helmdrad<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> hoog vastzitt<strong>en</strong><br />

geef de onderlinge stand van de meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> die t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

bloemdekblad<strong>en</strong> in het diagram aan<br />

onthoud de stand van het bov<strong>en</strong>standige vruchtbeginsel t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

bloemdekblad<strong>en</strong> (let bijvoorbeeld op de nad<strong>en</strong> die over het vruchtbeginsel lop<strong>en</strong>)<br />

verwijder de overige bloemdel<strong>en</strong> zodat alle<strong>en</strong> de stamper aan de bloemsteel blijft<br />

zitt<strong>en</strong>. Zet de bloemsteel in de klem <strong>en</strong> bestudeer de stamper in bov<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

zijaanzicht. Over vruchtbeginsel <strong>en</strong> stijl lop<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>.<br />

De stijl eindigt in 3 behaarde stempels. Op de stamper treft m<strong>en</strong> 3 nectariën aan, te<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan druppeltjes nectar, die erdoor zijn afgescheid<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong> de stamper in zijaanzicht<br />

32


snijd het vruchtbeginsel dwars door <strong>en</strong> bepaal nu de stand van de tuss<strong>en</strong>schott<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

opzichte van de bloemdekblad<strong>en</strong>. Geef dit in het diagram aan<br />

snijd e<strong>en</strong> nieuwe bloem in de l<strong>en</strong>gte door. Leg daarvoor de bloem op de tafel.<br />

Plaats de punt van het scheermes tuss<strong>en</strong> 2 bloemdekblad<strong>en</strong> <strong>en</strong> snijd met het<br />

scheermes zó, dat de bloemsteel op de plaats waar die aan de bloem vastzit,<br />

midd<strong>en</strong>door wordt gesned<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dit op de juiste wijze gebeurt bevat iedere<br />

bloemhelft drie, met de bloembuis ver<strong>groei</strong>de, meeldrad<strong>en</strong>.<br />

Vlak bov<strong>en</strong> het vruchtbeginsel, op de plaats waar de meeldrad<strong>en</strong> staan ingeplant, is<br />

de bloembuis naar binn<strong>en</strong> ge<strong>groei</strong>d<br />

tek<strong>en</strong> deze l<strong>en</strong>gtedoorsnede door de bloem<br />

Opdracht:<br />

1. Leg verband tuss<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> de families, waarin de betreff<strong>en</strong>de<br />

plant<strong>en</strong> (tulp, narcis <strong>en</strong> hyacinth) zijn ingedeeld.<br />

d. Els<br />

buig e<strong>en</strong> mannelijk katje dubbel <strong>en</strong> plaats het in de klem<br />

prepareer met behulp van e<strong>en</strong> naald bov<strong>en</strong> op het gebog<strong>en</strong> gedeelte e<strong>en</strong> mannelijke<br />

bloem los van de as<br />

bestudeer met e<strong>en</strong> loep de mannelijke bloem<strong>en</strong> die aan de as zijn blijv<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

De bloembekleedsel<strong>en</strong> bestaan hier uit e<strong>en</strong> aantal gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> bruinrood gekleurde<br />

schubb<strong>en</strong>. Naast deze bloembekleedsel<strong>en</strong> treft m<strong>en</strong> in de mannelijke bloem<strong>en</strong><br />

uitsluit<strong>en</strong>d meeldrad<strong>en</strong> aan<br />

tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van het mannelijk katje<br />

N.B. Rijpe ♂ katjes lat<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> droge verwarmde ruimte het stuifmeel gemakkelijk<br />

los (gebruik voor demonstratie e<strong>en</strong> donkere ondergrond)<br />

steek e<strong>en</strong> losgemaakte mannelijke bloem aan de punt van e<strong>en</strong> naald <strong>en</strong> bestudeer de<br />

bloem met de loep<br />

tek<strong>en</strong> deze bloem zo, dat in de tek<strong>en</strong>ing de korte bloemsteel, de meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

schubb<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> zijn<br />

plaats e<strong>en</strong> vrouwelijk katje met het steeltje in de klem <strong>en</strong> bestudeer het met de loep<br />

tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van het vrouwelijk katje. Ook hier treft m<strong>en</strong> schubb<strong>en</strong> aan,<br />

waartuss<strong>en</strong> de paarse stijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> stempels naar buit<strong>en</strong> stek<strong>en</strong>.<br />

snijd e<strong>en</strong> vrouwelijk katje in de l<strong>en</strong>gte door (over het midd<strong>en</strong> van het steeltje!)<br />

plaats het gehalveerde steeltje in de klem <strong>en</strong> bekijk het snijvlak met de loep<br />

tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedeelte van deze doorsnede. Tracht vast te stell<strong>en</strong>, dat de paarse stijl<strong>en</strong><br />

doorlop<strong>en</strong> tot de kleine, teg<strong>en</strong> de as zitt<strong>en</strong>de, vruchtbeginsels<br />

indi<strong>en</strong> beschikbaar tek<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> donkerbruin tot zwarte, droge vrucht van het<br />

vorige seizo<strong>en</strong> na. Tuss<strong>en</strong> de verhoute schubb<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de zad<strong>en</strong> gezet<strong>en</strong><br />

e. Wilg<br />

buig e<strong>en</strong> mannelijk katje dubbel <strong>en</strong> plaats het in de klem<br />

prepareer met behulp van e<strong>en</strong> naald bov<strong>en</strong> op het gebog<strong>en</strong> gedeelte e<strong>en</strong> mannelijke<br />

bloem los van de as<br />

bestudeer met e<strong>en</strong> loep de mannelijke bloem<strong>en</strong> die aan de as zijn blijv<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

De bloembekleedsel<strong>en</strong> bestaan hier uit e<strong>en</strong> aantal schubb<strong>en</strong>, waaraan zich lange<br />

viltige har<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong>. Daarnaast vall<strong>en</strong> de grote heldergele meeldrad<strong>en</strong> op.<br />

Tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van het mannelijk katje<br />

steek e<strong>en</strong> losgemaakte, mannelijke bloem aan de punt van e<strong>en</strong> naald <strong>en</strong> bestudeer<br />

de bloem met de loep<br />

tek<strong>en</strong> deze bloem zó, dat in de tek<strong>en</strong>ing de korte bloemsteel, de meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schubb<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> zijn. Let ook op de nectarie die als glimm<strong>en</strong>d knobbeltje tuss<strong>en</strong> de<br />

helmdrad<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> is<br />

33


plaats e<strong>en</strong> vrouwelijk katje met het steeltje in de klem <strong>en</strong> bestudeer het met de loep<br />

tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van het vrouwelijk katje. De schubb<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> ook hier har<strong>en</strong>.<br />

Tuss<strong>en</strong> deze har<strong>en</strong> stek<strong>en</strong> de lichtgele stempels naar buit<strong>en</strong><br />

steek e<strong>en</strong> losgeprepareerde vrouwelijke bloem aan de punt van e<strong>en</strong> naald <strong>en</strong><br />

bestudeer met de loep<br />

tek<strong>en</strong> deze bloem zó, dat in de tek<strong>en</strong>ing het behaarde vruchtbeginsel met stijl <strong>en</strong><br />

stempels te zi<strong>en</strong> is.<br />

Indi<strong>en</strong> de hier ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aanwezige nectarie gevond<strong>en</strong> wordt deze ook tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

f. Pinksterbloem (of koolzaad)<br />

stel het aantal <strong>en</strong> de onderlinge plaats van kelk- <strong>en</strong> kroonblad<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> geef deze in<br />

het diagram weer<br />

bestudeer de bloem in bov<strong>en</strong>aanzicht om de stand van de meeldrad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de kroonblad<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong><br />

verwijder de kroonblad<strong>en</strong>. Er zijn twee korte <strong>en</strong> vier lange meeldrad<strong>en</strong><br />

geef de lange <strong>en</strong> korte meeldrad<strong>en</strong> in het diagram aan (de lange groter tek<strong>en</strong><strong>en</strong> dan<br />

de korte)<br />

schuif de rest van de bloem rnet de bloemsteel in de klem <strong>en</strong> bestudeer met de loep<br />

tek<strong>en</strong> dit in zijaanzicht. Binn<strong>en</strong> de kelkblad<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich nu nog de stamper <strong>en</strong> de<br />

lange meeldrad<strong>en</strong>. Van de korte meeldrad<strong>en</strong> is vaak alle<strong>en</strong> de helmknop nog maar te<br />

zi<strong>en</strong><br />

tracht vast te stell<strong>en</strong> hoe de nad<strong>en</strong> van het vruchtbeginsel staan t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

meeldrad<strong>en</strong><br />

neem e<strong>en</strong> pas uitgebloeide bloem <strong>en</strong> plaats de bloemsteel in de klem. Bestudeer met<br />

de loep. Aan de bloemsteel is alle<strong>en</strong> nog de stamper overgeblev<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> lang<br />

vruchtbeginsel, waarvan soms de 2 bruine klepp<strong>en</strong> al te zi<strong>en</strong> zijn.<br />

Tuss<strong>en</strong> het vruchtbeginsel <strong>en</strong> de stempel(s) zit de korte stijl. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

snijd e<strong>en</strong> vrucht, die zich al <strong>en</strong>ige tijd ontwikkeld heeft, dwars door. Onderzoek de<br />

bouw van het vruchtbeginsel aan de hand van deze dwarsdoorsnede. Tek<strong>en</strong> deze<br />

geef de doorsnede van het vruchtbeginsel schematisch in het diagram weer.<br />

E-4 Hygroscopische beweging<strong>en</strong> van de wand<strong>en</strong> van droge vrucht<strong>en</strong><br />

Vruchtwand<strong>en</strong> van peul<strong>en</strong> op<strong>en</strong><strong>en</strong> zich bij droogte <strong>en</strong> roll<strong>en</strong> dan als e<strong>en</strong> spiraal op.<br />

Deze beweging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet door <strong>groei</strong> veroorzaakt, maar wel door fysische factor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol bij de zaadverspreiding (figuur 13). Dit verschijnsel kan word<strong>en</strong><br />

nagebootst met behulp van twee strok<strong>en</strong> gelinieerd schrijfpapier.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>.<br />

gelinieerd schrijfpapier<br />

schaar<br />

lijm<br />

liniaal<br />

Uitvoering:<br />

knip twee strok<strong>en</strong> gelinieerd schrijfpapier van 17 x 3 cm zó uit dat de 'blauwe' lijn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> hoek van 45° mak<strong>en</strong> met de langste zijde (<strong>en</strong> dus ook met de korte zijde) van de<br />

strook<br />

34


Figuur 13. De peul van lupine. Links e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>gelegde peul <strong>en</strong> rechts e<strong>en</strong> door uitdroging gedraaide<br />

klep van de peul. Door deze hygroscopische beweging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de zad<strong>en</strong> weggeschot<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt<br />

de verspreiding van zad<strong>en</strong> bevorderd.<br />

plak de twee strok<strong>en</strong> met behulp van waterbevatt<strong>en</strong>d plaksel zó op elkaar dat de<br />

'blauwe' lijn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoek van 90° met elkaar mak<strong>en</strong> (figuur 14)<br />

maak 3 controles:<br />

één waarbij de lijn<strong>en</strong> van beide strok<strong>en</strong> in de l<strong>en</strong>gterichting lop<strong>en</strong>,<br />

één waarbij de lijn<strong>en</strong> van beide strok<strong>en</strong> in de breedterichting lop<strong>en</strong>,<br />

één waarbij bij de <strong>en</strong>e strook de lijn<strong>en</strong> in de l<strong>en</strong>gterichting <strong>en</strong> bij de andere de lijn<strong>en</strong><br />

in de breedterichting lop<strong>en</strong> zodat de lijn<strong>en</strong> na het op elkaar plakk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoek van 90°<br />

met elkaar mak<strong>en</strong>.<br />

laat de sam<strong>en</strong>gevoegde strok<strong>en</strong> drog<strong>en</strong> (bijvoorbeeld bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verwarming).<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Zal de inkrimping van e<strong>en</strong> papiervezel bij uitdroging het sterkst in de l<strong>en</strong>gte- of in de<br />

breedterichting van de vezel plaats vind<strong>en</strong>?<br />

2. Speelt het antwoord van vraag 1 e<strong>en</strong> rol bij de verklaring van het waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>e?<br />

Verklaar.<br />

Figuur 14. De wijze van plakk<strong>en</strong> van papierstrok<strong>en</strong> voor het aanton<strong>en</strong> van hygroscopische<br />

beweging<strong>en</strong>.<br />

35


E-5 De ontwikkeling van <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> van gamet<strong>en</strong> bij bedektzadig<strong>en</strong><br />

De Angiosperm<strong>en</strong> (bedektzadig<strong>en</strong>) behor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> grotere groep van plant<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong><br />

de zaadplant<strong>en</strong> noemt.<br />

E<strong>en</strong> zaad bevat e<strong>en</strong> jong plantje dat zich in e<strong>en</strong> tijdelijke rusttoestand bevindt <strong>en</strong> is<br />

omgev<strong>en</strong> door reservevoedsel. Het geheel is omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>d omhulsel:<br />

de zaadhuid. Zad<strong>en</strong> ontstaan als gevolg van de geslachtelijke <strong>voortplanting</strong>.<br />

Zij ontstaan in de bloem uit zaadknopp<strong>en</strong>; dit zijn orgaantjes die na de bevruchting<br />

uit<strong>groei</strong><strong>en</strong> tot zad<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> spreekt van bedektzadig<strong>en</strong>, omdat de zaadknopp<strong>en</strong> ingeslot<strong>en</strong> zijn in e<strong>en</strong> hol<br />

orgaan: het vruchtbeginsel. Tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van zaadknopp<strong>en</strong> tot zad<strong>en</strong><br />

ontwikkelt het vruchtbeginsel zich tot vrucht.<br />

De bloem is het '<strong>voortplanting</strong>sorgaan' van de Angiosperm<strong>en</strong>. Voor zover deze bloem<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het lokk<strong>en</strong> van insect<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> ze gekleurde bloemblad<strong>en</strong>.<br />

De eig<strong>en</strong>lijke <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong> van de bloem zijn:<br />

a. de meeldrad<strong>en</strong>, waarin onder andere de mannelijke geslachtscell<strong>en</strong> ontstaan<br />

b. de stamper, waarin onder andere de vrouwelijke geslachtscell<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong>.<br />

Al deze bloemdel<strong>en</strong> staan bov<strong>en</strong> op de bloemsteel ingeplant (figuur 15). De bloem<br />

ontstaat uit omgevormde blader<strong>en</strong>. Zo ontstaat bijvoorbeeld het vruchtbeginsel door het<br />

ver<strong>groei</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of meer blader<strong>en</strong>. De zaadknopp<strong>en</strong> ontstaan aan de rand<strong>en</strong> van de<br />

oorspronkelijke blader<strong>en</strong> (vruchtblad<strong>en</strong>). M<strong>en</strong> kan zich voorstell<strong>en</strong> dat de peul van e<strong>en</strong><br />

erwt<strong>en</strong>plant uit e<strong>en</strong> vruchtblad ontstaat, als weergegev<strong>en</strong> is in figuur 16.<br />

Figuur 15. De <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> tulp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lelie.<br />

36


Figuur 16. Het ontstaan van e<strong>en</strong> peul uit e<strong>en</strong> vruchtblad.<br />

Figuur 17. De verschill<strong>en</strong>de vruchtbeginsels ontstaan doordat e<strong>en</strong> of meer vruchtblader<strong>en</strong> op<br />

verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> met elkaar ver<strong>groei</strong><strong>en</strong>. Daardoor ontstaan ook verschill<strong>en</strong>de vrucht<strong>en</strong>.<br />

37


Figuur 18. Dwarsdoorsnede van e<strong>en</strong> vruchtbeginsel van e<strong>en</strong> lelie-achtige met ver<strong>groei</strong>ingsnad<strong>en</strong><br />

(1), hoofdnerv<strong>en</strong> van de vruchtblad<strong>en</strong> (2), zaadknopp<strong>en</strong><br />

(3) <strong>en</strong> de wand van het vruchtbeginsel (4).<br />

Hoe verschill<strong>en</strong>de vruchtbeginsels uit e<strong>en</strong> of meer vruchtblad<strong>en</strong> zijn opgebouwd is in<br />

figuur 17 weergegev<strong>en</strong>.<br />

Het vruchtbeginsel van de lelies <strong>en</strong> de tulp<strong>en</strong> is opgebouwd uit 3 vruchtblad<strong>en</strong>. In figuur<br />

18 zijn de ver<strong>groei</strong>ingsnad<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze vruchtblad<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. De hoofdnerf<br />

(vaatbundel) van ieder blad is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s getek<strong>en</strong>d. De vruchtblad<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de wand van<br />

het vruchtbeginsel waarbinn<strong>en</strong> zich de zaadknopp<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> (zie ook figuur 19).<br />

b. De stamper<br />

De belangrijkste onderdel<strong>en</strong> van de stamper zijn de stempel <strong>en</strong> het vruchtbeginsel<br />

(figuur 19). Daartuss<strong>en</strong> kan zich de stijl bevind<strong>en</strong>, die de stempel zover bov<strong>en</strong> het<br />

vruchtbeginsel uitbr<strong>en</strong>gt als nodig is om zijn functie goed te kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. Voordat<br />

de bloem op<strong>en</strong> gaat ontwikkel<strong>en</strong> zich in het vruchtbeginsel de zaadknopp<strong>en</strong> (figuur 20).<br />

Aan de rand<strong>en</strong> van de vruchtblad<strong>en</strong> ontstaan knopvorminge orgaantjes, waarbinn<strong>en</strong> zich<br />

e<strong>en</strong> groep gelijkgevormde cell<strong>en</strong> bevindt: het nucellusweefsel. E<strong>en</strong> van deze cell<strong>en</strong> gaat<br />

zich sterk vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> vormt zo de embryozakmoedercel. Uit deze embryozakmoedercel<br />

ontstaat de ♀ geslachtscel. Eerst treedt reductiedeling op, waarbij tijd<strong>en</strong>s de meiose I<br />

(figuur 20-A) het aantal chromosom<strong>en</strong> gehalveerd wordt <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de meiose II (figuur<br />

20-B) in iedere cel het gehalveerde aantal chromosom<strong>en</strong> in zijn chromatid<strong>en</strong> wordt<br />

gesplitst. Van de 4 cell<strong>en</strong>, die nu ontstaan zijn, is er e<strong>en</strong> groter dan de overige 3,<br />

Deze laatste 3 deg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> (figuur 20-C) <strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> na <strong>en</strong>ige tijd praktisch geheel.<br />

De kern van de overgeblev<strong>en</strong> grote cel ondergaat 3x gewone kerndeling (mitose), echter<br />

met het haploide aantal chromosom<strong>en</strong>. Er volgt ge<strong>en</strong> celdeling op (figuur 20-C, E), zodat<br />

t<strong>en</strong>slotte e<strong>en</strong> grote cel met 8 haploide kern<strong>en</strong> ontstaat, die in twee groep<strong>en</strong> van 4 zijn<br />

gerangschikt. Nu gaan zich cell<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> (figuur 20-F <strong>en</strong> 21). Van de 4 onderste kern<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> er 3 in het eiapparaat opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het eiapparaat bestaat uit de eicel <strong>en</strong> 2<br />

synergid<strong>en</strong>. Van de 4 'bov<strong>en</strong>ste' kern<strong>en</strong> zijn er 3 wat kleiner <strong>en</strong> die<br />

38


Figuur 19. Links: de stamper van e<strong>en</strong> lelie, bestaande uit e<strong>en</strong> stempel (1),<br />

e<strong>en</strong> stijl (2) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vruchtbeginsel (3).<br />

Rechts: het vruchtbeginsel van e<strong>en</strong> lelie, bestaande uit e<strong>en</strong> stij (1),<br />

zaadknop (2) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vruchtwand (3).<br />

39


Figuur 20. De ontwikkeling van e<strong>en</strong> zaadknop.<br />

1 = embryozakmoedercel, 2 = embryozak <strong>en</strong> 3 = micropyle of poortje. Verklaring in de tekst.<br />

40


kom<strong>en</strong> in de antipod<strong>en</strong> terecht. De kern die bov<strong>en</strong> overblijft verzamelt zich met de kern<br />

die onder overblijft in het midd<strong>en</strong>. Deze twee poolkern<strong>en</strong> zijn haploid. Door al deze<br />

process<strong>en</strong> is de embryozak gevormd (figuur 20-F), die in volume is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door<br />

behalve het protoplasma te vermeerder<strong>en</strong> ook water op te nem<strong>en</strong>, waardoor grote<br />

vacuol<strong>en</strong> ontstaan. De embryozak is omgev<strong>en</strong> door het nucellusweefsel, waarbuit<strong>en</strong> zich<br />

nog 2 vliez<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong>: de integum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In het steeltje van de zaadknop zit e<strong>en</strong><br />

vaatbundeltje voor de aanvoer van stoff<strong>en</strong> (figuur 21) (zie ook E-9).<br />

b. De meeldraad<br />

De meeldraad bestaat uit helmknop <strong>en</strong> helmdraad (figuur 22). De meeldraad ontstaat uit<br />

e<strong>en</strong> blad, waarbij m<strong>en</strong> zich moet voorstell<strong>en</strong> dat de twee helft<strong>en</strong> van dat blad afzonderlijk<br />

zijn ingerold. Op dwarse doorsnede vind<strong>en</strong> we de hoofdnerf van het oorspronkelijke blad<br />

dan ook in het verbindingsstuk tuss<strong>en</strong> de twee helft<strong>en</strong> van de helmknop: het<br />

helmbindsel.<br />

Figuur 21. Embryozak, microscopisch.<br />

1 = eicel, 2 = synergid<strong>en</strong>, 3 = poolkern<strong>en</strong>, 4 = antipod<strong>en</strong>, 5 = micropyle of poortje, 6 = binn<strong>en</strong>ste<br />

<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>ste integum<strong>en</strong>t, 7 = vacuol<strong>en</strong> van de embryozak, 8 = nucellus <strong>en</strong> 9 = houtvat.<br />

41


Figuur 22. De meeldraad. Ontwikkeling van e<strong>en</strong> stuifmeelkorrel.<br />

1 = helmknop, 2 = helmdraad, 3 = helmbindsel 4 = tapetum, 5 =helmzakjes, 6 = poll<strong>en</strong>moedercel,<br />

7 = tetrade, 8 = oxine, 9 = intine, 10 = g<strong>en</strong>eratieve cel, 11 = vegatatieve kern <strong>en</strong><br />

12 = helmhokje.<br />

42


Wanneer de bloem nog in knop is zitt<strong>en</strong> in iedere helft van de helmknop 2 helmzakjes.<br />

De binn<strong>en</strong>zijde van de helmzakjes is bekleed met e<strong>en</strong> laag speciale cell<strong>en</strong>: het tapetum.<br />

In de helmzakjes bevind<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong> groot aantal poll<strong>en</strong>moedercell<strong>en</strong>. Iedere diploide<br />

poll<strong>en</strong>moedercel ondergaat reductiedeling (figuur 22-A, B) waarbij na de meiose II vier<br />

cell<strong>en</strong> met haploide kern<strong>en</strong> zijn ontstaan. De meiose kan hier met recht tetradedeling<br />

g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>, omdat er e<strong>en</strong> geheel van 4 cell<strong>en</strong> door ontstaat. Nu rond<strong>en</strong> deze cell<strong>en</strong><br />

zich af <strong>en</strong> rak<strong>en</strong> los van elkaar (figuur 22-C). Uit deze cell<strong>en</strong> ontstaan de poll<strong>en</strong>korrels,<br />

doordat er e<strong>en</strong> wand omhe<strong>en</strong> wordt gevormd uit stoff<strong>en</strong> die door de cell<strong>en</strong> van het<br />

tapetum word<strong>en</strong> geproduceerd. De buit<strong>en</strong>ste laag van de wand (de exine) bestaat uit<br />

sporopoll<strong>en</strong>ine e<strong>en</strong> stof die tot nu toe chemisch niet kan word<strong>en</strong> aangetast. Binn<strong>en</strong> de<br />

exine bevindt zich nog e<strong>en</strong> laag: de intine. De kern van deze cell<strong>en</strong> ondergaat nog e<strong>en</strong><br />

rijpingsdeling (e<strong>en</strong> gewone mitosel), waardoor binn<strong>en</strong> deze cel e<strong>en</strong> aparte cel wordt<br />

gevormd: de g<strong>en</strong>eratieve cel. De tweede kern is de vegetatieve kern. De g<strong>en</strong>eratieve cel<br />

deelt zich bij de kieming van de poll<strong>en</strong>korrel, zodat de poll<strong>en</strong>buis behalve één<br />

vegetatieve kern, twéé g<strong>en</strong>eratieve cell<strong>en</strong> bevat. Eén van deze g<strong>en</strong>eratieve cell<strong>en</strong><br />

versmelt met de eikern <strong>en</strong> moet dus als gameet beschouwd word<strong>en</strong>.<br />

N.B. Het is onjuist te sprek<strong>en</strong> over 'g<strong>en</strong>eratieve kern<strong>en</strong>'; deze beide kern<strong>en</strong> zijn, in<br />

teg<strong>en</strong>stelling tot de vegetatieve kern, duidelijk omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> celwand <strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

derhalve als cell<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beschouwd. De ligging der beide g<strong>en</strong>eratieve cell<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> andere cel (de poll<strong>en</strong>buis) is ev<strong>en</strong>wel opmerkelijk.<br />

Wanneer de poll<strong>en</strong>korrels rijp zijn versmelt<strong>en</strong> de helmzakjes 2 aan 2 tot helmhokjes<br />

(figuur 22 <strong>en</strong> 23). Kort voor of tijd<strong>en</strong>s de bloei ontstaat er e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>ing naar buit<strong>en</strong>.<br />

Soms buig<strong>en</strong> de wand<strong>en</strong> van de helmhokjes naar buit<strong>en</strong>, zodat de inhoud geheel vrij<br />

komt te ligg<strong>en</strong>.<br />

Figuur 23. De helmhokk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> meeldraad. Dwarsdoorsnede, microscopisch.<br />

1 = poll<strong>en</strong>korrel <strong>en</strong> 2 = helmhokje.<br />

E-6 Vrucht <strong>en</strong> zaad<br />

a. Dubbel-zinnige woord<strong>en</strong><br />

Doordat m<strong>en</strong> vroeger ge<strong>en</strong> goede voorstelling had van het <strong>voortplanting</strong>sproces, speciaal<br />

in de plant<strong>en</strong>wereld, di<strong>en</strong><strong>en</strong> nu elk van de beide woord<strong>en</strong> vrucht <strong>en</strong> zaad voor zeer<br />

verschill<strong>en</strong>de, ja zelfs teg<strong>en</strong>gestelde begripp<strong>en</strong>. Gebruikt in verband met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> of<br />

dier<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> ze iets anders dan bij plant<strong>en</strong>. Gelukkig heeft m<strong>en</strong> ook de woord<strong>en</strong>:<br />

gameet, zygote <strong>en</strong> embryo, die elk staan voor één begrip.<br />

43


Gamet<strong>en</strong>, ook paarcell<strong>en</strong>, <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> of geslachtscell<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, zijn cell<strong>en</strong> die<br />

zich kunn<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> nieuw wez<strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plant of e<strong>en</strong><br />

dier dat andere eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> dan de ouders.<br />

Versmelting van e<strong>en</strong> vrouwelijke met e<strong>en</strong> mannelijke gameet levert e<strong>en</strong> cel, die kiemcel<br />

g<strong>en</strong>oemd wordt omdat dit het allereerste begin is van het nieuwe individu. Maar e<strong>en</strong><br />

betere naam is zygote omdat dit afgeleid is van e<strong>en</strong> Grieks woord dat juk of span van<br />

trekdier<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> dus mooi aangeeft dat m<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> twee-e<strong>en</strong>heid te do<strong>en</strong> heeft;<br />

twee ding<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong> één nieuw ding werd<strong>en</strong>. Dit <strong>groei</strong>t tot embryo, wat 'het<br />

beginn<strong>en</strong>de' betek<strong>en</strong>t. Het woord embryo geldt ev<strong>en</strong>zeer in de plantkunde als in de<br />

dierkunde. En er wordt precies hetzelfde mee aangegev<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> het eerste, nog<br />

beschutte stadium van het nieuwe lev<strong>en</strong>.<br />

b. Voort-plant-ing bij plant<strong>en</strong><br />

Teg<strong>en</strong>woordig weet iedere<strong>en</strong> dat meeldrad<strong>en</strong> de mannelijke organ<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vruchtbeginsel of eig<strong>en</strong>lijk de hele stamper e<strong>en</strong> vrouwelijk orgaan. De wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

naam voor vruchtbeginsel is ovarium hetge<strong>en</strong> verwant is met de Engelse term ovary.<br />

Aan kinder<strong>en</strong> kan ook het woord ovarium (eierstock, met ck!) geleerd word<strong>en</strong>, want aan<br />

de binn<strong>en</strong>kant zitt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tot vele speldeknopvormige uit<strong>groei</strong>sels, de zaadknopp<strong>en</strong> (of<br />

zaadbeginsels) <strong>en</strong> in elk daarvan e<strong>en</strong> vrouwelijke gameet, die ook eicel of secundaire<br />

embryozak g<strong>en</strong>oemd wordt. De mannelijke gameet maakt deel uit van de stuifmeelkorrel.<br />

Komt deze op de rijpe stempel van e<strong>en</strong> bloem van dezelfde plant<strong>en</strong>soort, dan<br />

<strong>groei</strong>t e<strong>en</strong> stuifmeelbuis naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> (het woord kiem<strong>en</strong> of ontkiem<strong>en</strong> ware voor dit<br />

proces te vermijd<strong>en</strong>). Door deze buis gaat de mannelijke gameet naar de vrouwelijke <strong>en</strong><br />

ver<strong>en</strong>igt zich er mee tot zygote.<br />

Terwijl in e<strong>en</strong> vogelei de zygote in rust blijft tot het ei bebroed wordt, gaat de zygote van<br />

e<strong>en</strong> plant direct <strong>groei</strong><strong>en</strong>. Daarbij wordt het moederlijke weefsel van de zaadknop<br />

geprikkeld om ook te <strong>groei</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zo ontstaat uit de eivliez<strong>en</strong> de zaadhuid. Als het embryo<br />

zijn definitieve grootte bereikt heeft, wordt vocht onttrokk<strong>en</strong> aan embryo <strong>en</strong> zaadhuid,<br />

welke dan meestal geel of bruin wordt. Het zaad is dan rijp <strong>en</strong> maakt als regel e<strong>en</strong><br />

rustperiode door. Pas daarna kan het kiem<strong>en</strong>. Het reserve voedsel wordt dan<br />

aangesprok<strong>en</strong>, het kiempje <strong>groei</strong>t <strong>en</strong> de zaadhuid barst. M<strong>en</strong> noemt het nieuwe individu<br />

dan niet langer embryo, maar kiemplantje (waarbij 'kiem<strong>en</strong>' betek<strong>en</strong>t: beginn<strong>en</strong> aan de<br />

tweede <strong>groei</strong>). To<strong>en</strong> het embryo nog met de moederplant verbond<strong>en</strong> was, werd het niet<br />

alle<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> door de zaadhuid, maar ook door de vrucht, dus door het uitge<strong>groei</strong>de<br />

vruchtbeginsel, dat m<strong>en</strong> naar het Engels voorbeeld ovarium noemt. Dit kan afhankelijk<br />

van de plant<strong>en</strong>soort de meest uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft tot taak de zad<strong>en</strong><br />

te verspreid<strong>en</strong> <strong>en</strong> wel ver van de moederplant. Hierbij moet m<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat zowel de<br />

vrucht als de zaadhuid del<strong>en</strong> van de moederplant zijn. Ze behor<strong>en</strong> niet tot het nieuwe<br />

individu. Terwijl dit uit<strong>groei</strong>t tot e<strong>en</strong> grote plant <strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> weer verder draagt, gaan<br />

zaadhuid <strong>en</strong> vrucht te gronde.<br />

In de plantkunde is dus:<br />

Zaad: e<strong>en</strong> embryo omgev<strong>en</strong> door de zaadhuid<br />

Vrucht: de omhulling <strong>en</strong> aanhechtingsplaats van e<strong>en</strong> of meer zad<strong>en</strong>.<br />

c. Voort-plant-ing bij dier<strong>en</strong><br />

Bij plant<strong>en</strong> wordt het reservevoedsel gevormd na de versmelting van de gamet<strong>en</strong>, bij<br />

dier<strong>en</strong> is dit toegevoegd aan de vrouwelijke gameet. Bij plant<strong>en</strong> heeft het embryo e<strong>en</strong><br />

rusttijd, bij dier<strong>en</strong> niet. 'Jonge plant<strong>en</strong>' word<strong>en</strong> door de vrucht verspreid, jonge dier<strong>en</strong><br />

gaan zelf de wijde wereld in. De zygote van dier<strong>en</strong> ontstaat niet in het ovarium, maar de<br />

eicel komt, zij het veelal passief de mannelijke gameet e<strong>en</strong> eindweegs tegemoet.<br />

Maar …. het nieuwe wez<strong>en</strong> ontstaat door versmelting van beide gamet<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong><br />

dat m<strong>en</strong> nog steeds bevrucht<strong>en</strong> noemt.<br />

44


d. Ongew<strong>en</strong>st gebruik van het woord zaad<br />

Wie terzake kundig is, weet wel wat bedoeld wordt als bij dier<strong>en</strong> van zaad gesprok<strong>en</strong><br />

wordt, maar vel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door dit woordgebruik in de war rak<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> leert bij de<br />

plantkunde dat e<strong>en</strong> zaad of juister het door de zaadhuid omgev<strong>en</strong> embryo e<strong>en</strong><br />

zelfstandig iets is, dat het lev<strong>en</strong> verder doet gaan. Maar e<strong>en</strong> geslachtscel kan niet<br />

zelfstandig het lev<strong>en</strong> voortzett<strong>en</strong>. Als hij zich niet ver<strong>en</strong>igt met e<strong>en</strong> gameet van het<br />

andere geslacht, heeft hij ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor de voortgang van het lev<strong>en</strong>. Het is dus<br />

ongew<strong>en</strong>st de mannelijke gamet<strong>en</strong> met hetzelfde woord aan te duid<strong>en</strong> als zygot<strong>en</strong>.<br />

Om het verschil tuss<strong>en</strong> geslachtscell<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichaamscell<strong>en</strong> duidelijk te mak<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t in de<br />

lagere klass<strong>en</strong> iets verteld te zijn over chromosom<strong>en</strong>, speciaal over hun aantal per cel.<br />

e. Ongew<strong>en</strong>st gebruik van het woord vrucht<br />

Bij plant<strong>en</strong> is niet de vrucht het nieuwe, maar het binn<strong>en</strong> de zaadhuid geleg<strong>en</strong> embryo.<br />

E<strong>en</strong> vrucht <strong>groei</strong>t nooit uit tot e<strong>en</strong> nieuw plantje, het is het zaad dat kiemt.<br />

E<strong>en</strong> ongebor<strong>en</strong> dier is e<strong>en</strong> embryo. M<strong>en</strong> moet ophoud<strong>en</strong> dit 'vrucht' te noem<strong>en</strong>.<br />

Gelukkig kan m<strong>en</strong> in plaats van vruchtafdrijving zegg<strong>en</strong>: abortus <strong>en</strong> in plaats van<br />

vruchtwater: amnionvocht. Aangezi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> deze oude uitdrukking<strong>en</strong> nog hoort, moet<br />

m<strong>en</strong> in de biologieles iets aan taaihistorie do<strong>en</strong>.<br />

f. Taalgebruik<br />

In het algeme<strong>en</strong> spraakgebruik betek<strong>en</strong>t vrucht vaak resultaat. M<strong>en</strong> zou nu kunn<strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de oorspronkelijke betek<strong>en</strong>is was: resultaat van de paring. Dat is echter zeer<br />

onwaarschijnlijk. M<strong>en</strong> zou eig<strong>en</strong>lijk de taal moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit de oertijd, to<strong>en</strong> jagers<br />

primitieve landbouw ging<strong>en</strong> beoef<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar misschi<strong>en</strong> helpt ons het Latijn, <strong>en</strong> zeker het<br />

spraakgebruik van de hed<strong>en</strong>daagse boer<strong>en</strong>. Van het Latijnse woord frux is afgeleid fruit<br />

<strong>en</strong> van fructus: vrucht. Het eerste woord betek<strong>en</strong>t vooral de grijpbare veld- of<br />

boomvrucht, hoewel het ook wel overdrachtelijk wordt gebruikt voor nut of resultaat.<br />

Van fructus echter geeft het woord<strong>en</strong>boek als eerste betek<strong>en</strong>is: g<strong>en</strong>ieting <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

oogst, opbr<strong>en</strong>gst, winst, gevolg, <strong>en</strong>zovoort. De term waarvan het woord fructus komt,<br />

werd misschi<strong>en</strong> het eerst geuit bij het et<strong>en</strong> van de nieuwe oogst. Behalve het begrip<br />

g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> kan ook al spoedig het begrip resultaat aan de klank verbond<strong>en</strong> zijn, want de<br />

oogst was het resultaat van offers aan de god<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het werk van de primitieve boer<br />

zelf. Ook de teg<strong>en</strong>woordige landbouwer gebruikt het woord vrucht om de opbr<strong>en</strong>gst van<br />

zijn land aan te duid<strong>en</strong>. Of het nu knoll<strong>en</strong> zijn of st<strong>en</strong>gels of zad<strong>en</strong> of werkelijke<br />

vrucht<strong>en</strong>, hij spreekt steeds van : 'vrucht'. Gewass<strong>en</strong> waartuss<strong>en</strong> geschoffeld kan<br />

word<strong>en</strong>, het<strong>en</strong> hakvrucht<strong>en</strong> (aardappel, biet<strong>en</strong>). Wanneer het gras dat gehooid moet<br />

word<strong>en</strong> goed ge<strong>groei</strong>d is, zegt de boer: er staat e<strong>en</strong> goede vrucht. Verder zijn er de<br />

woord<strong>en</strong>: tuss<strong>en</strong>vrucht, vruchtwisseling <strong>en</strong>zovoort. De bij de notaris thuisbehor<strong>en</strong>de term<br />

'vruchtgebruik' had oorspronkelijk betrekking op de opbr<strong>en</strong>gst van land <strong>en</strong> niet op r<strong>en</strong>te<br />

van geld of geldwaardige papier<strong>en</strong>. Het woord zaad is te herleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> stam van e<strong>en</strong><br />

werkwoord dat 'uitstrooi<strong>en</strong>' betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> heeft dus in de eerste plaats te mak<strong>en</strong> met het<br />

zaai<strong>en</strong> op de akker. Nu zou het kunn<strong>en</strong> zijn dat de eerste boer<strong>en</strong> die veetelers werd<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> pas gebor<strong>en</strong> dier begroet hebb<strong>en</strong> met dezelfde term waarmee ze hun oogst<br />

inhaald<strong>en</strong>, maar of ze hetge<strong>en</strong> dat van de stier uitging zoud<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met<br />

graankorrels op de akker gestrooid, is zeer de vraag. Veel waarschijnlijker is, dat<br />

dichterlijke geest<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> latere tijd die vergelijking hebb<strong>en</strong> gemaakt, hetge<strong>en</strong><br />

uitdrukking<strong>en</strong> zoals: 'moederaarde' <strong>en</strong> 'aan de schoot der aarde toevertrouw<strong>en</strong>' do<strong>en</strong><br />

ontstaan. Dat het voor sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nog steeds moeilijk is man <strong>en</strong> vrouw als<br />

gelijkwaardig te beschouw<strong>en</strong>, is misschi<strong>en</strong> wel de schuld van die dichters. Wanneer m<strong>en</strong><br />

voortaan leert d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> met de woord<strong>en</strong> gameet <strong>en</strong> zygote als dragers<br />

45


van deze begripp<strong>en</strong>, zal het vanzelfsprek<strong>en</strong>d zijn dat beide geslacht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel invloed<br />

hebb<strong>en</strong> op de aard van de nakomeling<strong>en</strong>. Dwaze uitdrukking<strong>en</strong> als 'verwekker van het<br />

lev<strong>en</strong>' zull<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> omdat alle<strong>en</strong> de versmelting van twee gelijkwaardige gamet<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> nieuw lev<strong>en</strong> mogelijk maakt.<br />

g. Waar begripsverwarring optreedt<br />

Indi<strong>en</strong> 'vrucht' in eerste instantie het resultaat is van de akker, dan hoort dit woord<br />

alle<strong>en</strong> thuis bij de plant<strong>en</strong>. Toch zal het voor sommig<strong>en</strong> moeilijk zijn e<strong>en</strong> lege zaaddoos<br />

vrucht te noem<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> wordt namelijk beïnvloed door de gevoelswaarde (nut, voordeel,<br />

rijkdom, <strong>en</strong>zovoort) die aan e<strong>en</strong> dergelijk woord kleeft. Jonge m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die pas e<strong>en</strong> woord<br />

zoals 'zaadlozing' hebb<strong>en</strong> gehoord, gaan bij de plantkundeles het bestuiv<strong>en</strong> van bloem<strong>en</strong><br />

verwarr<strong>en</strong> met verspreid<strong>en</strong> van zaad door de wind, omdat ze e<strong>en</strong> stuifmeelkorrel<br />

hardnekkig zaadje blijv<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. Bij meisjes is het woord 'vrucht' sterk verbond<strong>en</strong> met<br />

begripp<strong>en</strong> zoals 'kind' <strong>en</strong> 'beginn<strong>en</strong>d lev<strong>en</strong>'. Gekke fout<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dan ontstaan zoals<br />

'vruchtjes die kiem<strong>en</strong>', <strong>en</strong>zovoort.<br />

Sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> seksuele voorlichting, terwijl ze ge<strong>en</strong> duidelijk beeld hebb<strong>en</strong> van<br />

het <strong>voortplanting</strong>sproces. Hoe vaak komt m<strong>en</strong> person<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> die m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat kipp<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> eier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> als er ge<strong>en</strong> haan bij is. 'Er moet toch eerst gezaaid word<strong>en</strong><br />

voor er geoogst kan word<strong>en</strong>' is hun gedachtegang.<br />

h. Welke woord<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>?<br />

M<strong>en</strong> me<strong>en</strong>t dat er ge<strong>en</strong> begripsverwarring ontstaat wanneer m<strong>en</strong> van 'zaadcell<strong>en</strong>' spreekt<br />

in plaats van 'zaad'. Maar zelfs dan blijft er onbewust het beeld van de zaai<strong>en</strong>de boer <strong>en</strong><br />

de passieve akker. Hoe ook bij de Griek<strong>en</strong> deze dichterlijke verwarring bestond, blijkt uit<br />

het woord 'sperma', dat zowel zaadkorrels als mannelijke geslachtscell<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>de.<br />

Toch kan beter dit woord gebruikt word<strong>en</strong> dan het woord zaadcel. Alle<strong>en</strong> de vrij lange<br />

term mannelijke gamet<strong>en</strong> of mannelijke geslachtscell<strong>en</strong> is volkom<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig.<br />

Naast de term vrouwelijke gameet kan m<strong>en</strong> het woord eicel handhav<strong>en</strong>. Het woord eitje<br />

is minder gew<strong>en</strong>st, omdat e<strong>en</strong> bevrucht ei van e<strong>en</strong> vogel e<strong>en</strong> zygote is. Met het woord<br />

'bevrucht<strong>en</strong>' blijft m<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> niet naast de term versmelt<strong>en</strong> van gamet<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

nieuw woord bijvoorbeeld 'zygoter<strong>en</strong>' wordt ingevoerd.<br />

i. Wijz<strong>en</strong> op de verouderde woord<strong>en</strong><br />

Aan de hand van de naaktzadig<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> het dwaze van het woord 'bevrucht<strong>en</strong>'<br />

illustrer<strong>en</strong>. Bij de d<strong>en</strong> heeft de bevruchting e<strong>en</strong> jaar na de bestuiving plaats.<br />

Bij de bedektzadig<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> er de nadruk op te legg<strong>en</strong> dat de vrucht het indirecte<br />

gevolg is van de zygotering. Soms is dit gevolg afwezig zoals bij pitloze vrucht<strong>en</strong>.<br />

De dorre indeling van de diverse vruchtvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vergelijk<strong>en</strong> van de paardekastanje<br />

met de tamme kan interessant zijn als m<strong>en</strong> zich afvraagt: wat is nou precies de vrucht.<br />

Als oef<strong>en</strong>vraag is te gebruik<strong>en</strong>: Wat eet m<strong>en</strong> van: tomaat, doperwt, snijboon, <strong>en</strong>zovoort,<br />

maar hierbij moet<strong>en</strong> we het in de vrucht opgehoopte voedsel steeds verlokkingsvoedsel<br />

blijv<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat in het zaad: proviand. E<strong>en</strong> andere oef<strong>en</strong>ing is het besprek<strong>en</strong> van<br />

de vele woord<strong>en</strong> met pit, zoals zonnepit, kers<strong>en</strong>pit, <strong>en</strong>zovoort.<br />

T<strong>en</strong>slotte kan gevraagd word<strong>en</strong> of het woord peulvrucht<strong>en</strong>, dat waarschijnlijk nog in het<br />

hoofdstuk voedingsleer staat, wel juist is <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt van graszaad <strong>en</strong> van<br />

graanvrucht<strong>en</strong>.<br />

j. E<strong>en</strong>heid in de natuur<br />

Er zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hoewel ze plantkunde <strong>en</strong> dierkunde in hun onderwijs gehad hebb<strong>en</strong>,<br />

nooit die e<strong>en</strong>heid ontdekt<strong>en</strong>. Maar er zijn er ook die e<strong>en</strong> gevoel van herk<strong>en</strong>ning hebb<strong>en</strong><br />

als ze vernem<strong>en</strong> dat bij de moss<strong>en</strong> <strong>en</strong> var<strong>en</strong>s zygotering plaats heeft.<br />

46 (Bewerkt naar G. Wanrooy)


E-7 Poll<strong>en</strong>kieming - ontwikkeling van de poll<strong>en</strong>buis<br />

Stuifmeelkorrels kiem<strong>en</strong> behalve op de stempel meestal ook in e<strong>en</strong> kunstmatig voedingsmedium.<br />

Wanneer de voedingsoplossing op e<strong>en</strong> objectglas wordt gedaan, kan m<strong>en</strong> de<br />

kieming van de poll<strong>en</strong>korrels <strong>en</strong> de <strong>groei</strong> van de poll<strong>en</strong>buis met het microscoop volg<strong>en</strong>.<br />

De stuifmeelkorrels van het Vlijtig Liesje (Impati<strong>en</strong>s sultani) behor<strong>en</strong> tot de gemakkelijk<br />

kiem<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>; de kieming is binn<strong>en</strong> 30 minut<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>. Na 30 minut<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> vochtige kamer wordt de kiemingstoestand bekek<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> andere<br />

stuifmeelkorrels dan die van Impati<strong>en</strong>s sultani wil prober<strong>en</strong> moet er rek<strong>en</strong>ing mee<br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, dat de juiste conc<strong>en</strong>tratie van de suikeroplossing voor iedere<br />

stuifmeelsoort uitgeprobeerd moet word<strong>en</strong> (kan ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 30%). Voor de<br />

meeste soort<strong>en</strong> blijkt het tuss<strong>en</strong> de 10 <strong>en</strong> 20% te ligg<strong>en</strong>. (Poll<strong>en</strong>korrels van Tradescantia<br />

<strong>en</strong> Lathyrus kiem<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als die van Impati<strong>en</strong>s in 10% saccharose-oplossing.)<br />

Poll<strong>en</strong>korrels blijk<strong>en</strong> bij lagere suikerconc<strong>en</strong>traties vaak beter te kiem<strong>en</strong> dan bij hogere,<br />

maar de kans dat de poll<strong>en</strong>buiz<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de <strong>groei</strong> stuk spring<strong>en</strong> is dan wel groter.<br />

Soms wordt de kieming bevorderd door e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel van verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> poll<strong>en</strong> te<br />

gebruik<strong>en</strong>.<br />

Poll<strong>en</strong>korrels kiem<strong>en</strong> slechts dan, wanneer ze de juiste rijpheid bereikt hebb<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de anther<strong>en</strong> op<strong>en</strong> gaan hebb<strong>en</strong> de poll<strong>en</strong>korrels nog niet altijd de juiste<br />

rijpheid. De tijd tuss<strong>en</strong> het 'uitzaai<strong>en</strong>' <strong>en</strong> het zichtbare begin van de kieming hangt van<br />

de soort af <strong>en</strong> schommelt tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>.<br />

Poll<strong>en</strong>korrels van Tradescantia, Lathyrus <strong>en</strong> Impati<strong>en</strong>s kiem<strong>en</strong> redelijk snel.<br />

Poll<strong>en</strong>buiz<strong>en</strong> <strong>groei</strong><strong>en</strong> in vitro meestal niet recht, maar mak<strong>en</strong> allerlei bocht<strong>en</strong>.<br />

De poll<strong>en</strong>buiz<strong>en</strong> van Lathyrus <strong>groei</strong><strong>en</strong> vrij recht.<br />

De kern<strong>en</strong> in de poll<strong>en</strong>buiz<strong>en</strong> zijn niet altijd ev<strong>en</strong> goed zichtbaar; zelfs niet na kleuring.<br />

Tradescantia is in dit opzicht gunstig te noem<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

stuifmeelkorrels van Impati<strong>en</strong>s sultani (Vlijtig Liesje).<br />

10% suiker-oplossing. Gewone keuk<strong>en</strong>suiker is voor dit doel meestal niet zuiver<br />

g<strong>en</strong>oeg, Gebruik daarom chemisch zuivere saccharose.<br />

Maak de oplossing vers met aqua dest. (bacteriën!).<br />

object- <strong>en</strong> dekglaz<strong>en</strong>.<br />

De glaasjes moet<strong>en</strong> goed schoon zijn <strong>en</strong> in aqua dest. gespoeld.<br />

microscoop.<br />

petrischal<strong>en</strong> met op de bodem twee filtreerpapiertjes.<br />

acetokarmijn <strong>en</strong>/of methylgro<strong>en</strong>azijnzuur.<br />

Recept<strong>en</strong>:<br />

a. Acetokarmijn: 1 tot 2 gram karmijn (ev<strong>en</strong>tuele korrels fijn wrijv<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> met 45 ml<br />

ijsazijn <strong>en</strong> 55 ml aqua dest. in e<strong>en</strong> erl<strong>en</strong>meyer van 500 ml gedaan <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kleine<br />

vlam ongeveer 30 minut<strong>en</strong> gekookt. Op de erl<strong>en</strong>meyer e<strong>en</strong> terugvloeikoeler plaats<strong>en</strong>.<br />

Na afkoel<strong>en</strong> filtrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bruine fles met igeslep<strong>en</strong> stop bewar<strong>en</strong>. De beste<br />

resultat<strong>en</strong> verkrijgt m<strong>en</strong> met verse oplossing<strong>en</strong>. Het karmijn dat op het filter<br />

achterblijft wordt gedroogd <strong>en</strong> kan opnieuw gebruikt word<strong>en</strong>.<br />

b. Methylgro<strong>en</strong>azijnzuur: 1 gram methylgro<strong>en</strong> wordt in 100 ml aqua dest. opgelost <strong>en</strong><br />

zo lang in e<strong>en</strong> scheitrechter met chloroform geschud tot de chloroform niet meer<br />

violet wordt. 50 ml van deze methylgro<strong>en</strong>oplossing wordt dan met 50 ml ijsazijn<br />

gem<strong>en</strong>gd. (Bij microscoop roodfilter gebruik<strong>en</strong>.)<br />

47


Uitvoering:<br />

br<strong>en</strong>g e<strong>en</strong> druppel voedingsmedium op e<strong>en</strong> objectglas <strong>en</strong> spreid deze met e<strong>en</strong> schone<br />

prepareernaald uit, zodat de dikte ongeveer 1 mm is.<br />

strooi op dit voedingsmedium de poll<strong>en</strong>korrels. Hoe dichter de poll<strong>en</strong>korrels bij elkaar<br />

ligg<strong>en</strong>, hoe gemakkelijker ze kiem<strong>en</strong>. Bed<strong>en</strong>k ev<strong>en</strong>wel dat het preparaat met het<br />

microscoop bestudeerd moet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

leg het preparaat in de petrischaal met bevochtigde filtreerpapiertjes <strong>en</strong> sluit met de<br />

deksel af. Deze vochtige kamer gaat uitdroging teg<strong>en</strong>. Voor de kieming is in de regel<br />

veel zuurstof nodig, zodat op het objectglas ge<strong>en</strong> dekglas gelegd mag word<strong>en</strong>.<br />

Bij ev<strong>en</strong>tuele slechte kieming 0,01 % boorzuur toevoeg<strong>en</strong>.<br />

plaats de petrischaal bij e<strong>en</strong> temperatuur van ongeveer 25 °C.<br />

haal de preparat<strong>en</strong> na 30 minut<strong>en</strong> uit de vochtige kamer <strong>en</strong> bedek ze met e<strong>en</strong><br />

dekglas. Luchtbell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de glaasjes word<strong>en</strong> door toevoeging van e<strong>en</strong> weinig<br />

voedingsmedium verdrev<strong>en</strong>.<br />

de ontwikkeling van de poll<strong>en</strong>buis kan m<strong>en</strong> verder vervolg<strong>en</strong> door de preparat<strong>en</strong> met<br />

dekglas weer in de vochtige kamertjes te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de 30 minut<strong>en</strong> te bestuder<strong>en</strong>.<br />

indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> de gekweekte poll<strong>en</strong>buiz<strong>en</strong> op kern<strong>en</strong> wil onderzoek<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> ze fixer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> door acetokarmijn of methylgro<strong>en</strong>azijnzuur onder het dekglas door te<br />

zuig<strong>en</strong>. Pas op voor het wegdrijv<strong>en</strong> van de gekiemde korrels.<br />

E-8 Het inzett<strong>en</strong> van var<strong>en</strong>prothallia<br />

Het kwek<strong>en</strong> van var<strong>en</strong>prothallia gebeurt op potgrond (bloemist<strong>en</strong>aarde) in schimmelvrije<br />

pott<strong>en</strong>. Onder zeer gunstige omstandighed<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> zich prothallia in e<strong>en</strong> week,<br />

meestal verschijn<strong>en</strong> zij na ongeveer 1 maand. Ook de snelheid waarmee archegoniën <strong>en</strong><br />

antheridiën zich ontwikkel<strong>en</strong> kan moeilijk aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Bij langer aanhoud<strong>en</strong> van de prothalliumkweek kan m<strong>en</strong> de sporofyll<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> ontstaan;<br />

het do<strong>en</strong> van chemotaxis-proev<strong>en</strong> met de spermatozoïd<strong>en</strong> is niet e<strong>en</strong>voudig, ze zijn zeer<br />

klein <strong>en</strong> slechts korte tijd actief.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

spor<strong>en</strong> van var<strong>en</strong><br />

potgrond (bloemist<strong>en</strong>aarde)<br />

steriel zand<br />

conserv<strong>en</strong>blik<br />

aardewerk bloempott<strong>en</strong> of plastic pott<strong>en</strong><br />

plastic zakk<strong>en</strong><br />

HCl 25%<br />

Voorbereiding:<br />

Vul het conserv<strong>en</strong>blik met potgrond <strong>en</strong> laat het gedur<strong>en</strong>de 30 minut<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> waterbad<br />

met kok<strong>en</strong>d water staan. De potgrond is nu niet bacterievrij, maar wel zijn schimmels,<br />

spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zad<strong>en</strong> in de potgrond gedood.<br />

Maak de pott<strong>en</strong> schimmelvrij door ze 1 uur in 25% HCl te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna grondig te<br />

spoel<strong>en</strong> in leidingwater. Plastic pott<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gereinigd word<strong>en</strong> in water van 60-70 °C.<br />

48


Figuur 24. Embryologie van de plant.<br />

Verschill<strong>en</strong>de ontwikkelingsstadia van het embryo van het Herderstasje (Capsella bursa-pastoris<br />

(L) Med.). De volgorde van de ontwikkeling verloopt van 1 naar 9. 10 = embryo in het zaad.<br />

k= kiembol, p = proëmbryo, s — susp<strong>en</strong>sor, v = vegetatiepunt, w = wortel <strong>en</strong> z =zaadlob<br />

of cotyl.<br />

49


Uitvoering:<br />

br<strong>en</strong>g schone potgrond in de schimmelvrije bloempott<strong>en</strong>, waarvan het gat onderin<br />

met behulp van e<strong>en</strong> potscherf (bolle zijde bov<strong>en</strong>) afgedekt is.<br />

maak de potgrond met leidingwater goed vochtig.<br />

strooi de spor<strong>en</strong> — ev<strong>en</strong>tueel gem<strong>en</strong>gd met steriel (rivier)zand om e<strong>en</strong> goede<br />

spreiding te bereik<strong>en</strong> — met behulp van e<strong>en</strong> steriele mespunt of spatel uiterst dun<br />

over de potgrond. Ze word<strong>en</strong> niet met grond bedekt.<br />

plaats de bloempot in e<strong>en</strong> plastic zak (bodem van de pot op de bodem van de zak) <strong>en</strong><br />

bindt de zak dicht.<br />

plaats het geheel op e<strong>en</strong> lichte <strong>en</strong> warme plaats.<br />

indi<strong>en</strong> nodig giet m<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s na <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> water langs de pot (niet op de<br />

potgrond), maar zodanig dat er nauwelijks water onder in de zak blijft staan.<br />

E-9 Embryonale ontwikkeling van de plant<br />

Uit de bevruchte eicel in de zaadknop ontwikkelt zich het embryo. De afzonderlijke<br />

ontwikkelingsstadia kan m<strong>en</strong> met behulp van het microscoop bestuder<strong>en</strong>.<br />

Wanneer in ontwikkeling zijnde zaadknopp<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de leeftijd tegelijk op het<br />

objectglas gelegd word<strong>en</strong>, verkrijgt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> preparaat met verschill<strong>en</strong>de embryonale<br />

stadia. M<strong>en</strong> kan er in slag<strong>en</strong> de zygote na de eerste delingsstadia te zi<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong><br />

(proëmbryo). Figuur 24 geeft verschill<strong>en</strong>de ontwikkelingsstadia weer.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

verse vruchtjes van Capsella bursa-pastoris (herderstasje; bloeitijd maart tot<br />

december) in verschill<strong>en</strong>de stadia van ontwikkeling.<br />

5% KOH-oplossing.<br />

object- <strong>en</strong> dekglaz<strong>en</strong>.<br />

pincet <strong>en</strong> prepareernaald of 2 prepareernaald<strong>en</strong>.<br />

microscoop (vergroting 100-250 x).<br />

Uitvoering:<br />

maak met pincet <strong>en</strong> prepareernaald op e<strong>en</strong> objectglas voorzichtig de vruchtjes van<br />

verschill<strong>en</strong>de leeftijd op<strong>en</strong> <strong>en</strong> prepareer er <strong>en</strong>kele zich tot zaadjes ontwikkel<strong>en</strong>de<br />

zaadknopp<strong>en</strong> uit.<br />

verwijder de rest<strong>en</strong> van de vruchtwand <strong>en</strong> voeg 5% KOH-oplossing toe (dit kan<br />

ev<strong>en</strong>tueel eerder geschied<strong>en</strong>). Leg er e<strong>en</strong> dekglas op.<br />

druk voorzichtig met de naaldhouder van de prepareernaald op het dekglas.<br />

Hierdoor word<strong>en</strong> de embryon<strong>en</strong> uit de zaadknopp<strong>en</strong> geperst.<br />

indi<strong>en</strong> nodig meer ker<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong>, maar tuss<strong>en</strong>door het preparaat met het microscoop<br />

controler<strong>en</strong> op reeds vrijgekom<strong>en</strong> embryon<strong>en</strong>.<br />

Embryon<strong>en</strong> die er zijn uitgesprong<strong>en</strong> zijn vaak moeilijk te vind<strong>en</strong>.<br />

E-10 Bladstekk<strong>en</strong> bij Begonia<br />

De zygote ontwikkelt zich tot e<strong>en</strong> aantal gespecialiseerde cell<strong>en</strong>, die sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> st<strong>en</strong>gel,<br />

wortel of blad vorm<strong>en</strong>. Als zo'n orgaan vol<strong>groei</strong>d is del<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> niet meer. Door de<br />

sam<strong>en</strong>hang van de cell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plantte verbrek<strong>en</strong> (steksnijd<strong>en</strong>, verwond<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong><br />

gespecialiseerde cell<strong>en</strong> weer opnieuw gaan del<strong>en</strong>. Het is zelfs mogelijk uit de blader<strong>en</strong><br />

van Begonia rex (bladbegonia) jonge plantjes te lat<strong>en</strong> ontstaan (figuur 25).<br />

50


Figuur 25. Begonia spec. Blad met bladstekk<strong>en</strong>.<br />

De epidermiscell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opnieuw gaan del<strong>en</strong>. De kleine plantjes die dan ontstaan<br />

kunn<strong>en</strong> in goede potgrond gezet word<strong>en</strong>. Ze <strong>groei</strong><strong>en</strong> het beste in vochtige warmte, niet<br />

in de zon. De beste tijd om bladstekk<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> is de zomer.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

Begonia rex (bladbegonia).<br />

turfmolm of bladaarde.<br />

scherp zand.<br />

bloempott<strong>en</strong>.<br />

plastic zakk<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

neem e<strong>en</strong> vol<strong>groei</strong>d blad met bladsteel, maar zonder okselknop.<br />

snijd het blad aan de achterkant met e<strong>en</strong> scherp mes in op de plaats waar de<br />

hoofdnerf of de zijnerv<strong>en</strong> zich vertakk<strong>en</strong>.<br />

leg het blad nu met de onderkant op e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel van turfmolm (of bladaarde) met<br />

scherp zand. Zorg dat de insnijding<strong>en</strong> het zand rak<strong>en</strong> door er kiezelste<strong>en</strong>tjes naast te<br />

legg<strong>en</strong> of door er e<strong>en</strong> speld door te stek<strong>en</strong>.<br />

zet de bloempot met het blad in e<strong>en</strong> plastic zak in het licht, niet in de zon.<br />

Maak de bodem vochtig <strong>en</strong> bind de zak dicht.<br />

Na verloop van tijd ontstaan er op de plaats van de inkerving<strong>en</strong> jonge plantjes.<br />

Vraag:<br />

1. Hoe is het mogelijk dat e<strong>en</strong> bladcel nog de informatie bevat, die nodig is voor de<br />

vorming van e<strong>en</strong> hele plant?<br />

E-11 De <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> bij Sphagnum<br />

Ve<strong>en</strong>mos (Sphagnum spec.) bestaat uit e<strong>en</strong> stam met stamblad<strong>en</strong>, waarbij om de 4<br />

stamblad<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bundeltje van 4 takk<strong>en</strong> aanwezig is. De takk<strong>en</strong> zijn met takblad<strong>en</strong> bezet.<br />

Twee van de 4 takk<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> omlaag; de andere twee staan horizontaal.<br />

51


Figuur 26. Differ<strong>en</strong>tiatie van de bladcell<strong>en</strong> bij Sphagnum spec.<br />

Dwarsdoorsnede van het blad (a-b) <strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> in bov<strong>en</strong>aanzicht (c).<br />

De <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> verloopt van 1 naar 4. Ze differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong> tot chlorofylcell<strong>en</strong> (cc1 <strong>en</strong> cc2) of tot<br />

hyali<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> (h). Deze laatste zijn voorzi<strong>en</strong> van por<strong>en</strong> (p) (n. Beijerinck, 1934)<br />

De blader<strong>en</strong> zijn één cellaag dik. Er kom<strong>en</strong> 2 soort<strong>en</strong> cell<strong>en</strong> voor (figuur 26):<br />

a. de chlorofylcell<strong>en</strong> (cc1 <strong>en</strong> cc2), deze zijn smal <strong>en</strong> langgerekt <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong><br />

chlorofylkorrels;<br />

b. de hyali<strong>en</strong>e of watercell<strong>en</strong> (h), deze zijn breder <strong>en</strong> de lev<strong>en</strong>de inhoud ervan is<br />

afgestorv<strong>en</strong>. De wand<strong>en</strong> zijn versterkt met cellulose-ring<strong>en</strong>.<br />

Daartuss<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich in de wand de por<strong>en</strong>.<br />

Dit bladpatroon is ontstaan, doordat de oorspronkelijke kwadratische cell<strong>en</strong><br />

(figuur 26-1), waaruit het blad is opgebouwd, zich ongelijk del<strong>en</strong> (figuur 26-2) <strong>en</strong> daarna<br />

nog e<strong>en</strong> keer (figuur 26-3). Zo ontstaat e<strong>en</strong> triade. De ongelijk afgesplitste cell<strong>en</strong> cc1 <strong>en</strong><br />

cc2 ontwikkel<strong>en</strong> zich verder zoals aangegev<strong>en</strong> bij figuur 26-4:<br />

cc1 <strong>groei</strong>t uit tot e<strong>en</strong> langgerekte chlorofylcel, waarin zich later nog in veel gevall<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> dwarswand kan vorm<strong>en</strong>;<br />

cc2 buigt zich S-vormig <strong>en</strong> grijpt in het midd<strong>en</strong> van cc1 aan.<br />

In het blad zijn dus regelmatig gerangschikte blade<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van 3 cell<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong>.<br />

Daarbij valt nog op te merk<strong>en</strong>, dat de ontwikkeling zoals die in de figuur bij 26 van<br />

1 t/m 4 is weergegev<strong>en</strong>, de linker bladhelft betreft. In de rechter bladhelft ontstaat<br />

hetzelfde patroon, maar dan in spiegelbeeld (figuur 26-5). Ve<strong>en</strong>mos heeft ge<strong>en</strong> wortels,<br />

Het water, waarmee de hyali<strong>en</strong>e cell<strong>en</strong> zich vull<strong>en</strong>, betrekt dit mos uit vochtige lucht.<br />

De onderzijde van de plant sterft geleidelijk af; de top <strong>groei</strong>t verder.<br />

Hierdoor ontstaat e<strong>en</strong> kuss<strong>en</strong>vormig hoogve<strong>en</strong>, dat water vasthoudt.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

Sphagnum (verkrijgbaar bij bloemist).<br />

microscoop.<br />

scheermes.<br />

object- <strong>en</strong> dekglaz<strong>en</strong>.<br />

methyle<strong>en</strong>blauw-oplossing.<br />

karmijnoplossing.<br />

52


Uitvoering:<br />

tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stukje van de stam na met e<strong>en</strong> bundeltje takk<strong>en</strong>. Geef duidelijk de<br />

dakpansgewijze ligging van de blader<strong>en</strong> aan. Gebruik de loep.<br />

snijd e<strong>en</strong> tak van de stam af <strong>en</strong> trek met de pincet <strong>en</strong>kele takblad<strong>en</strong> los.<br />

leg ze op e<strong>en</strong> objectglas in e<strong>en</strong> druppel water. Snijd de top <strong>en</strong> de basis van het blad<br />

af (figuur 26) zodat de blad<strong>en</strong> vlak kom<strong>en</strong> te ligg<strong>en</strong>.<br />

voeg e<strong>en</strong> druppel methyle<strong>en</strong>blauw-oplossing toe.<br />

Hierdoor kleur<strong>en</strong> de celwand<strong>en</strong> van de hyali<strong>en</strong>e cell<strong>en</strong>, maar de por<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

uiteraard ongekleurd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> daardoor beter zichtbaar.<br />

bestudeer het celpatroon van e<strong>en</strong> blad bij e<strong>en</strong> vergroting van 100x.<br />

tek<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> vergroting van 400x <strong>en</strong>kele blade<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> na, waarbij hun onderlinge<br />

structuur duidelijk tot uitdrukking komt.<br />

Geef in de hyali<strong>en</strong>e cell<strong>en</strong> bandjes <strong>en</strong> por<strong>en</strong> aan.<br />

plaats e<strong>en</strong> droge ve<strong>en</strong>mosplant in e<strong>en</strong> flesje met karmijnoplossing. Verklaar het<br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>e. Als m<strong>en</strong> in plaats van kleurstof petroleum gebruikt, kan m<strong>en</strong><br />

ve<strong>en</strong>mos als lampepit gebruik<strong>en</strong>. Dit wordt toegepast door de Laplanders.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Waarvoor wordt ve<strong>en</strong>mos door bloemist<strong>en</strong> gebruikt?<br />

2. Hoe is uit de structuur van het mos te verklar<strong>en</strong> dat het in periodes van droogte toch<br />

over water beschikt, ondanks het feit dat dit mos ge<strong>en</strong> wortels heeft?<br />

3. Hoe is uit de structuur van het mos te verklar<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> volledig uitgedroogde plant,<br />

die van onder<strong>en</strong> wordt bevochtigd, zich helemaal met vocht volzuigt, ondanks het feit<br />

dat er ge<strong>en</strong> vaatbundels zijn?<br />

4. Welke functie(s) vervult ieder celtype?<br />

E-12 De larvale ontwikkeling van het Pekelkreeftje (Artemia salina)<br />

Het pekelkreeftje komt in Europa weinig voor in zoute water<strong>en</strong>, maar wel over de gehele<br />

wereld in grote zoutmer<strong>en</strong>. Merkwaardig is dat Artemia niet in zee voorkomt. Hier <strong>en</strong><br />

daar tred<strong>en</strong> ze in zulke grote hoeveelhed<strong>en</strong> op dat ze als voedingsmiddel van belang zijn.<br />

Ze word<strong>en</strong> tot 15 mm lang, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kort kopstuk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> romp bestaande uit 15<br />

segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De kleur is bleekrose tot rood. De int<strong>en</strong>siteit van de kleur hangt sam<strong>en</strong> met<br />

de zoutconc<strong>en</strong>tratie. Hoe hoger de zoutconc<strong>en</strong>tratie des te feller rood.<br />

Ook de lichaamsgrootte <strong>en</strong> lichaamsvorm hang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de zoutconc<strong>en</strong>tratie.<br />

De <strong>voortplanting</strong> (t<strong>en</strong> dele parth<strong>en</strong>og<strong>en</strong>ese) levert eier<strong>en</strong> die zeer lang houdbaar zijn.<br />

Ze zijn ongeveer 1,5 mm groot, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> harde schaal <strong>en</strong> zwell<strong>en</strong> niet. Eier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ingevror<strong>en</strong> Artemia's vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ideaal visvoer; uitgekom<strong>en</strong> eier<strong>en</strong> lever<strong>en</strong><br />

naupliuslarv<strong>en</strong> geschikt voor jonge viss<strong>en</strong>. Eier<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> zich goed in e<strong>en</strong> sterke<br />

keuk<strong>en</strong>zoutoplossing: 10 gram jodiumvrij keuk<strong>en</strong>zout op 250 cc leidingwater.<br />

Temperatuur 24-25 °C. De eier<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> na 24-48 uur uit. M<strong>en</strong> heeft dan nauplis larv<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan ze kwek<strong>en</strong> door ondiepe schal<strong>en</strong> voor de helft te vull<strong>en</strong> met de zoutoplossing <strong>en</strong><br />

daarin e<strong>en</strong> mespuntje eier<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Nadeel van deze wijze van kwek<strong>en</strong> is dat de<br />

larv<strong>en</strong> zich door het ontbrek<strong>en</strong> van waterbeweging maar t<strong>en</strong> dele kunn<strong>en</strong> bevrijd<strong>en</strong> van<br />

de eischaal. Bij overbezetting dreigt e<strong>en</strong> groot deel om te kom<strong>en</strong> door zuurstofgebrek.<br />

De kweek lukt beter indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> gebruik maakt van fless<strong>en</strong> die in serie aangeslot<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> luchtpomp (figuur 27). De doorluchting moet zo sterk zijn dat de eier<strong>en</strong><br />

goed door elkaar he<strong>en</strong> wervel<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> op deze wijze minder last van<br />

verdamp<strong>en</strong>d water.<br />

53


Figuur 27. Opstelling voor het kwek<strong>en</strong> van pekelkreeftjes.<br />

De toevoerbuis moet zo lang zijn dat deze net bov<strong>en</strong> de bodem hangt. In e<strong>en</strong> fles van 1<br />

liter 500-750 cc zout water br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; hierin e<strong>en</strong> afgestrek<strong>en</strong> theelepel eier<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan meer kwek<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> door meer fless<strong>en</strong> in serie te zett<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k er aan dat in<br />

de laatste fles de eier<strong>en</strong> goed door elkaar gewerveld word<strong>en</strong>. De dier<strong>en</strong> (larv<strong>en</strong>) zijn uit<br />

de fles te hal<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de manier. M<strong>en</strong> koppelt e<strong>en</strong> fles los <strong>en</strong> laat deze <strong>en</strong>ige tijd<br />

(5 minut<strong>en</strong>) <strong>en</strong>igszins schuin staan. De dier<strong>en</strong> zakk<strong>en</strong> naar de bodem; eischal<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

drijv<strong>en</strong> (na 48 uur bij 19-20 °C of 36 uur bij 24 °C). Door de pomp nu aan te sluit<strong>en</strong> op<br />

de afvoerslang blaast m<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> door de oorspronkelijke aanvoerslang naar buit<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vangt m<strong>en</strong> deze op op e<strong>en</strong> fijnmazige zeef. Larv<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nu gebracht word<strong>en</strong> in<br />

platte schal<strong>en</strong> of kleine aquaria (maar dan doorlucht<strong>en</strong>) met e<strong>en</strong> zoutoplossing<br />

(maximaal 6 cm hoog). Zet deze schal<strong>en</strong> in het licht <strong>en</strong> houdt de temperatuur liefst<br />

bov<strong>en</strong> de 20 °C. Af <strong>en</strong> toe omroer<strong>en</strong> om te vermijd<strong>en</strong> dat er op de bodem zoutafzetting<br />

plaats vindt. Verdamp<strong>en</strong>d water vervang<strong>en</strong>. In de handel is e<strong>en</strong> Artemia incubator <strong>en</strong><br />

separator (Hobby) verkrijgbaar.<br />

M<strong>en</strong> kan ook met succes verder kwek<strong>en</strong> door de larv<strong>en</strong> over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 4 liter<br />

bak, waarin dezelfde oplossing als voor het kwek<strong>en</strong>. Of m<strong>en</strong> maakt 4 liter kunstmatig<br />

zeewater (zeewaterzout<strong>en</strong> in de handel verkrijgbaar: Hobby-Mikrozell, bevat tev<strong>en</strong>s<br />

fytoplankton). Deze kweekbak moet zeer langzaam doorlucht word<strong>en</strong>. Na ongeveer drie<br />

wek<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> Artemia's, welke zich voortplant<strong>en</strong> (bij 19-20 °C).<br />

E<strong>en</strong> kweek is maand<strong>en</strong>lang houdbaar.<br />

Als voedsel voor de larv<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zweefalg<strong>en</strong> die in iedere vijver te vind<strong>en</strong> zijn.<br />

Bij gebrek aan zweefalg<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> ze voeder<strong>en</strong> met stoffijn kunstvoer. M<strong>en</strong> maakt<br />

gebruik van in e<strong>en</strong> mortier fijngewrev<strong>en</strong> visvoer (bijvoorbeeld merk Biovit). Br<strong>en</strong>g 5<br />

gram van dit poeder in 250 ml zout water, roer goed <strong>en</strong> laat e<strong>en</strong> uur zachtjes kok<strong>en</strong>.<br />

Br<strong>en</strong>g na afkoeling <strong>en</strong>kele milliliters van deze visvoersusp<strong>en</strong>sie in de kweekbak. Het<br />

water wordt troebel; de larv<strong>en</strong> voed<strong>en</strong> zich met dit voer <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het water weer<br />

helder. Er kan dan opnieuw gevoederd word<strong>en</strong>. Uitstek<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> verkrijgt m<strong>en</strong> met<br />

het in de handel zijnde preparaat Hobby-Mikrozell Aufzuchtfutter, dat de alg<strong>en</strong> Dunaliella<br />

viridis <strong>en</strong> Dunaliella salina bevat. Susp<strong>en</strong>sie mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> toevoeg<strong>en</strong>.<br />

Van Artemia zijn zowel de larv<strong>en</strong> als de volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> voor proev<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>.<br />

De sterke lichtbehoefte bij de kweek wijst op het bestaan van e<strong>en</strong> positieve fototaxis.<br />

De dier<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> in zoet water 6—8 uur in lev<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

Artemia-eier<strong>en</strong>.<br />

Hobby-Mikrozell Aufzuchtfutter.<br />

jodiumvrij keuk<strong>en</strong>zout.<br />

melkfless<strong>en</strong>..<br />

luchtpomp.<br />

puimste<strong>en</strong>tjes.<br />

aquaria.<br />

54


Uitvoering:<br />

bestudeer <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> intacte eier<strong>en</strong>, eischal<strong>en</strong>, naupliuslarv<strong>en</strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>.<br />

Let hierbij vooral op de overgang van de larv<strong>en</strong> naar het volwass<strong>en</strong> stadium.<br />

N.B. Indi<strong>en</strong> de weersomstandighed<strong>en</strong> hiertoe aanleiding gev<strong>en</strong> tracht de doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong>ige<br />

zoetwatercrustaceeën, met name Cyclops <strong>en</strong> Daphne, te bemachtig<strong>en</strong>. Parkvijvers met<br />

e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn in de regel rijk aan Cyclops <strong>en</strong> Daphne. De broedzorg van deze soort<strong>en</strong> kan<br />

met die van Artemia vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat kan de biologische betek<strong>en</strong>is zijn van de verschill<strong>en</strong> in lichaamsvorm die bij veel<br />

geleedpotig<strong>en</strong> de larvale stadia t<strong>en</strong> opzichte van hun volwass<strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

verton<strong>en</strong>? (D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan: made-vlieg, rups-vlinder, etc.).<br />

2. Op welke wijze verton<strong>en</strong> de volwass<strong>en</strong> Artemia's broedzorg?<br />

3. Hoe staat het in dit opzicht bij andere kleine kreeftachtig<strong>en</strong>?<br />

E-13 De larvale ontwikkeling bij insect<strong>en</strong><br />

Deze ontwikkeling kan word<strong>en</strong> bestudeerd aan de hand van de stadia bij de blauwe<br />

vleesvlieg, de meeltor, de fruitvlieg, de wandel<strong>en</strong>de tak <strong>en</strong> de huiskrekel.<br />

Voorbereiding:<br />

A. De blauwe vleesvlieg (Calliphora erythrocephala): made, pop <strong>en</strong> imago<br />

Mad<strong>en</strong> van de blauwe vleesvlieg zijn meestal in winkels van h<strong>en</strong>gelsportartikel<strong>en</strong> te koop.<br />

M<strong>en</strong> kan ze in e<strong>en</strong> vochtige omgeving (bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> bak met vochtig zaagsel) in<br />

lev<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Na <strong>en</strong>ige tijd verpopp<strong>en</strong> de larv<strong>en</strong> (mad<strong>en</strong>) <strong>en</strong> word<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>.<br />

De larv<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus in e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> ruimte gebracht te word<strong>en</strong> (v<strong>en</strong>tilatie!).<br />

B. De meeltor (T<strong>en</strong>ebrio molitor): made, pop, imago<br />

Deze larv<strong>en</strong> (meelworm<strong>en</strong>) zijn als voedsel voor huisdier<strong>en</strong> te koop in zaadhandels,<br />

dier<strong>en</strong>winkels, etc. Bewaard in meelproduct<strong>en</strong> (havermout, Brinta-korrels), bij<br />

kamertemperatuur <strong>en</strong> niet te licht, gaan zij na <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> verpopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontstaan na<br />

± 3 wek<strong>en</strong> de imago's. Bij de popp<strong>en</strong> is de huid <strong>en</strong>igszins doorzichtig <strong>en</strong> vormt als het<br />

ware e<strong>en</strong> afdruk van de inw<strong>en</strong>dige opbouw van de pop.<br />

C. Het fruitvliegje (Drosophila melanogaster): made, pop, imago<br />

Zie E-29 <strong>en</strong> figuur 49.<br />

D. De wandel<strong>en</strong>de tak (Carausius morosus): ei, vervellingsstadia, imago<br />

a. eier<strong>en</strong><br />

De eier<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> rechtstreeks in de perman<strong>en</strong>te kweekbak(zie b) br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De eier<strong>en</strong><br />

uit de eig<strong>en</strong> kweek kan m<strong>en</strong> het best iedere 1-2 maand<strong>en</strong> van de bodem verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

apart uit lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in bijvoorbeeld e<strong>en</strong> plastic bakje of inmaakglas. De eier<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

hierin met tuss<strong>en</strong>ruimt<strong>en</strong> over de bodem uitgespreid, iedere 2 dag<strong>en</strong> met wat water<br />

besproeid <strong>en</strong> bij 20-25° C geplaatst. Voor de v<strong>en</strong>tilatie is het voldo<strong>en</strong>de de bov<strong>en</strong>zijde<br />

van de 'kraamruimte' met fijn gaas af te dekk<strong>en</strong> (kleinste maaswijdte 1,5 mm; door<br />

grotere op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong> de jongste larvale stadia). M<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> aantal of alle<br />

larv<strong>en</strong> na <strong>en</strong>ige tijd overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de kweekbak <strong>en</strong> aldus grootte <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling van<br />

de populatie regel<strong>en</strong> (zie d). Zo gauw er larv<strong>en</strong> zijn, deze voedsel gev<strong>en</strong> (zie c <strong>en</strong> d).<br />

55


. kweekbak<br />

Maximale inhoud naar keuze, minimale inhoud ca. 10 liter. Doorzichtige wand<strong>en</strong>, één<br />

wand of het dak voorzi<strong>en</strong> van gaas (let op maaswijdte!). De bodem behoeft niet bedekt<br />

te word<strong>en</strong>. Goede toegankelijkheid van de bak is gew<strong>en</strong>st, iedere 2 dag<strong>en</strong> de inhoud met<br />

wat water besproei<strong>en</strong>. Temperatuur 20-25 °C. Bak niet te donker plaats<strong>en</strong>.<br />

c. voedsel<br />

Verse bebladerde twijg<strong>en</strong> van klimop, Tradescantia, linde, roos, rode beuk of boer<strong>en</strong>kool.<br />

Andere plant<strong>en</strong> zelf uitprober<strong>en</strong>. Plaatsing van de twijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> erl<strong>en</strong>meyer met water<br />

verl<strong>en</strong>gt de versheid. Bov<strong>en</strong>zijde erl<strong>en</strong>meyer afdekk<strong>en</strong>, zodat er ge<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in kunn<strong>en</strong><br />

vall<strong>en</strong>. Afgevret<strong>en</strong> of verwelkte blader<strong>en</strong> met spoed vervang<strong>en</strong>. De dier<strong>en</strong> nooit langer<br />

dan één nacht zonder voedsel lat<strong>en</strong> (zie d).<br />

d. kannibalisme<br />

Zo gauw voedselgebrek optreedt — <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dichtbevolkte populatie is dat vrijwel<br />

onvermijdelijk — word<strong>en</strong> vervell<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> door soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> aangevret<strong>en</strong>.<br />

De jongste stadia zijn hierbij het meest agressief.<br />

E. De huiskrekel (Gryllus domesticus): ei, vervellingsstadia, imago<br />

Hoewel ze onschadelijk zijn, is het feit dat ontsnapte krekels zich in het schoolgebouw<br />

wet<strong>en</strong> te handhav<strong>en</strong> aanleiding er op te wijz<strong>en</strong> dat ev<strong>en</strong>tuele invoering van de huiskrekel<br />

geheel op eig<strong>en</strong> verantwoording geschiedt. M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t zelf te beoordel<strong>en</strong> of m<strong>en</strong> dit dier<br />

in plaats van of naast de wandel<strong>en</strong>de tak w<strong>en</strong>st te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> in zodanige<br />

omstandighed<strong>en</strong> verkeert dat invoering ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> zal oplever<strong>en</strong>. Wij wild<strong>en</strong> echter<br />

onderstaande gegev<strong>en</strong>s niet achterhoud<strong>en</strong>, omdat de huiskrekel zeer gemakkelijk<br />

gekweekt kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het onderwijs zeer bruikbaar kan zijn.<br />

De krekels vorm<strong>en</strong> met de sabelsprinkhan<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderorde van de grote orde<br />

Sprinkhan<strong>en</strong> (Saltatoria). Bij de sabelsprinkhan<strong>en</strong> <strong>en</strong> krekels hebb<strong>en</strong> de ♀♀ e<strong>en</strong><br />

duidelijke legboor <strong>en</strong> beide sex<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vrij lange ant<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Er bestaan tuss<strong>en</strong> de sabelsprinkhan<strong>en</strong> (Locustidae) <strong>en</strong> de krekels (Gryllidae) grote<br />

verschill<strong>en</strong> in uiterlijk. Toch zijn ze principieel weinig verschill<strong>en</strong>d. De krekels omvatt<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> groep van ongeveer 1200 soort<strong>en</strong>.<br />

In Nederland is de gro<strong>en</strong>e sabelsprinkhaan algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d; van de krekels vind<strong>en</strong> we<br />

de veld- <strong>en</strong> boskrekel buit<strong>en</strong>. Krekels, waarvan het mannetje in de ingang van zijn hol zit<br />

te zing<strong>en</strong>. De huiskrekel (Gryllus domesticus, Achetes domesticus L.) verlangt zeer veel<br />

warmte, vandaar dat we deze dier<strong>en</strong> veel vind<strong>en</strong> in bakkerij<strong>en</strong>. De mannetjes zijn<br />

voorzi<strong>en</strong> van speciale organ<strong>en</strong> om geluid te mak<strong>en</strong>. In de basis van de rechter<br />

voorvleugel bevindt zich e<strong>en</strong> hard vliesje, waarlangs e<strong>en</strong> lijst met scherpe <strong>en</strong> harde<br />

tand<strong>en</strong> staat. Ze wrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ader van de andere vleugel langs deze getande lijst,<br />

waardoor geluid ontstaat. Het harde vlies (vleugelmembraan) versterkt de trilling<strong>en</strong>.<br />

Het gehoororgaan ligt in het basale deel van de sch<strong>en</strong><strong>en</strong> van de voorpot<strong>en</strong>. Het zijn rij<strong>en</strong><br />

zintuigcell<strong>en</strong> met bijbehor<strong>en</strong>de z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> die in holtes ligg<strong>en</strong>, welke met de buit<strong>en</strong>wereld<br />

in verbinding staan door e<strong>en</strong> nauwe spleet. Het voorborststuk is beweeglijk; de<br />

voorvleugels zijn smal <strong>en</strong> leerachtig, terwijl de achtervleugels breed <strong>en</strong> sterk geaderd<br />

zijn. De achterpot<strong>en</strong> zijn springpot<strong>en</strong> met sterk ontwikkelde dij<strong>en</strong>. Aan de punt van het<br />

achterlijf vind<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> paar gelede aanhangsels of cerci.<br />

De gedaanteverwisseling is onvolkom<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat de larve via e<strong>en</strong> serie<br />

vervelling<strong>en</strong> (ongeveer 10) het volwass<strong>en</strong> stadium (imago) bereikt. Larv<strong>en</strong> <strong>en</strong> imago's<br />

hebb<strong>en</strong> dezelfde leefwijze. Eier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgezet in het substraat. Ze kom<strong>en</strong> na 14<br />

dag<strong>en</strong> uit. Na 8 wek<strong>en</strong> zijn de dier<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslachtsrijp.<br />

56


Figuur 28. Constructie van de bov<strong>en</strong>kant van e<strong>en</strong> kweekkast voor huiskrekels.<br />

Huiskrekels zijn zeer gemakkelijk te kwek<strong>en</strong>, zo gemakkelijk dat e<strong>en</strong> kweek verschill<strong>en</strong>de<br />

jar<strong>en</strong> in stand blijft zonder dat dit te veel werk vereist. In e<strong>en</strong> kweek zijn krekels<br />

voorhand<strong>en</strong> van allerlei grootte <strong>en</strong> ze vorm<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d voedsel voor alle<br />

terrariumdier<strong>en</strong>, viss<strong>en</strong> (vooral kleine exemplar<strong>en</strong>) <strong>en</strong> vogels. Behalve als voedsel voor<br />

andere dier<strong>en</strong> zijn krekels op school te gebruik<strong>en</strong> om de onvolkom<strong>en</strong><br />

gedaanteverwisseling te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor gedragsstudies: ze zijn onderling nogal<br />

aggressief <strong>en</strong> verton<strong>en</strong> — begeleid door zang — territoriumverdediging <strong>en</strong> balts.<br />

(Biothema 5, pag. 142 e.v.).<br />

Ontsnapte krekels richt<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> schade aan, noch in het terrarium, waar ze juist oud<br />

voedsel <strong>en</strong> uitwerpsel<strong>en</strong> opvret<strong>en</strong>, noch in huis of in de school. Meestal zoek<strong>en</strong> ze na<br />

ontsnapping de buiz<strong>en</strong> van de verwarming op. M<strong>en</strong> kan ze — als m<strong>en</strong> dat wil —<br />

terugvang<strong>en</strong> met behulp van glaz<strong>en</strong> pott<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> stukje brood of fruit als aas<br />

gedaan is. M<strong>en</strong> zet de pott<strong>en</strong> schuin teg<strong>en</strong> de muur opdat de krekels er wel via de muur<br />

in kunn<strong>en</strong> maar er niet uit kunn<strong>en</strong>: ze kunn<strong>en</strong> niet teg<strong>en</strong> de glaz<strong>en</strong> wand omhoog<br />

kruip<strong>en</strong>.<br />

Huiskrekels kunn<strong>en</strong> gekweekt word<strong>en</strong> in aquaria of in e<strong>en</strong> zelfgemaakte behuizing van<br />

hout, gelijmd glas of perspex ter grootte van 60 x 40 x 40 cm. De kweekbak di<strong>en</strong>t<br />

hermetisch geslot<strong>en</strong> te zijn: jonge krekels zijn zeer klein <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door de kleinste<br />

op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong>. V<strong>en</strong>tilatiegat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> zijn van zeer fijnmazig gaas<br />

(gaas dat gebruikt wordt voor b<strong>en</strong>zinefilters bij auto's). Beter is het de v<strong>en</strong>tilatiegat<strong>en</strong><br />

onbereikbaar te mak<strong>en</strong> voor krekels door glas te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zodanig aan te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat de krekels eerst dit glas moet<strong>en</strong> overstek<strong>en</strong> om de v<strong>en</strong>tilatiegat<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

bereik<strong>en</strong>; er is dan ge<strong>en</strong> gaas nodig. Bij gebruik van e<strong>en</strong> aquarium is het voldo<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />

glaz<strong>en</strong> dekruit te gebruik<strong>en</strong> die van v<strong>en</strong>tilatieop<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is voorzi<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> behuizing wordt gemaakt van multiplex 15 mm, goed glad <strong>en</strong> droog.<br />

De wand<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met koudlijm gelijmd <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel geschroefd. De voorzijde is<br />

ev<strong>en</strong>tueel te voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ruit. M<strong>en</strong> maakt e<strong>en</strong> gat, bijvoorbeeld ter grootte van 40 x<br />

25 cm, voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sponning waarin e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> ruit past, die met e<strong>en</strong> lijst<br />

vastgezet wordt. Lijst<strong>en</strong> lijm<strong>en</strong> <strong>en</strong> spijker<strong>en</strong>.<br />

In de deksel komt e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>ing van ongeveer 40 x 20 cm, voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sponning<br />

waarin e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> ruit precies past. Ruit voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> greep. In deze ruit kunn<strong>en</strong><br />

v<strong>en</strong>tilatiegat<strong>en</strong> geboord word<strong>en</strong>, die niet van gaas voorzi<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> als m<strong>en</strong><br />

de volg<strong>en</strong>de constructie aanbr<strong>en</strong>gt: Binn<strong>en</strong>waarts van de op<strong>en</strong>ing waar de glaz<strong>en</strong> ruit in<br />

past maakt m<strong>en</strong> van plexiglas opstaande rand<strong>en</strong> die verhinder<strong>en</strong> dat de dier<strong>en</strong> bij deze<br />

op<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (figuur 28). Het is ook mogelijk e<strong>en</strong> gedeelte van het vaste<br />

deksel scharnier<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>. De moeilijkheid is echter het draai<strong>en</strong>d gedeelte goed te<br />

57


lat<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij m<strong>en</strong> de gehele bov<strong>en</strong>rand aan de binn<strong>en</strong>zijde van strok<strong>en</strong> glas<br />

voorziet. Buit<strong>en</strong>zijde van de kist verniss<strong>en</strong>; de binn<strong>en</strong>zijde behandel<strong>en</strong> met<br />

epoxyharsverf (wit) of strijkbare plastic. E<strong>en</strong> op deze wijze gebouwde kist is praktisch<br />

onbeperkt houdbaar. Voor verwarming gebruikt m<strong>en</strong> twee 60 Watt lamp<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> aan<br />

de zijwand<strong>en</strong> monteert <strong>en</strong> in serie schakelt: m<strong>en</strong> behoeft dan niet om de haverklap<br />

lamp<strong>en</strong> te vernieuw<strong>en</strong>; lamp<strong>en</strong> op halve spanning brand<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange<br />

lev<strong>en</strong>sduur. M<strong>en</strong> kan op deze wijze gemakkelijk e<strong>en</strong> temperatuur handhav<strong>en</strong> van 30 °C.<br />

Bij gebruik van aquaria di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de bak aan de buit<strong>en</strong>zijde te bekled<strong>en</strong> met tempex. Dit<br />

is vooral van belang op schol<strong>en</strong>, waar in de vakantie de verwarming uitgeschakeld wordt.<br />

Als substraat gebruikt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> laag turfmolm (<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> turf) van <strong>en</strong>kele c<strong>en</strong>timeters<br />

dik. Ev<strong>en</strong>tueel de turf m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met zand. De ruimte di<strong>en</strong>t vochtig gehoud<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.<br />

Krekels drink<strong>en</strong> cond<strong>en</strong>sdruppels.<br />

Krekels et<strong>en</strong> alles: sla, wortels, fruit, zemel<strong>en</strong> <strong>en</strong> droog brood. M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t echter op te<br />

pass<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> te grote vochtigheid heerst als m<strong>en</strong> dit gevarieerd voedsel aanbiedt<br />

in verband met het optred<strong>en</strong> van schimmels. Zeer goede resultat<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> als m<strong>en</strong><br />

voedert met gemal<strong>en</strong> rattepijp (geperste voederkorrels voor ratt<strong>en</strong>, muiz<strong>en</strong>, hamsters <strong>en</strong><br />

konijn<strong>en</strong>, 16 mm, merk Muracon, bij de dier<strong>en</strong>handel verkrijgbaar). De gemal<strong>en</strong> rattepijp<br />

m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met gistocal (1 : 1). Dit voedsel aanbied<strong>en</strong> in petrischaal. (Andere dier<strong>en</strong> et<strong>en</strong><br />

dit voedsel ook: schildpadd<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> dit poeder aangel<strong>en</strong>gd is met water). Zeer goede<br />

resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook verkreg<strong>en</strong> bij voedering met Tetramin.<br />

Om de dier<strong>en</strong> te vang<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> we bamboehuisjes, e<strong>en</strong>zijdig geslot<strong>en</strong> in de kweekkist.<br />

De dier<strong>en</strong> kruip<strong>en</strong> in de buisjes. M<strong>en</strong> behoeft ze slechts leegte schudd<strong>en</strong> bijvoorbeeld in<br />

e<strong>en</strong> 2 liter inmaakpot, waarna m<strong>en</strong> gemakkelijk de dier<strong>en</strong> kan sorter<strong>en</strong> op grootte. Om<br />

tere dier<strong>en</strong> niet te beschadig<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> pincett<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van blad(ver<strong>en</strong>)staal van e<strong>en</strong><br />

breedte van 2 mm <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dikte van 0,2 mm. Twee stukk<strong>en</strong> van 10-12 cm aan elkaar<br />

solder<strong>en</strong>. In plaats van bamboebuiz<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> ook melkflesjes in de kweekkist legg<strong>en</strong>.<br />

Melkfless<strong>en</strong> direct rechtop zett<strong>en</strong>; de krekels kunn<strong>en</strong> er dan niet meer uit.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

kweekbakk<strong>en</strong> met mad<strong>en</strong> van blauwe vleesvlieg, meeltor, fruitvliegje.<br />

alle ontwikkelingsstadia van wandel<strong>en</strong>de takk<strong>en</strong>.<br />

alle ontwikkelingsstadia van de huiskrekel.<br />

petrischal<strong>en</strong>.<br />

loep.<br />

microscoop.<br />

Uitvoering:<br />

bestudeer made, pop <strong>en</strong> imago van de blauwe vleesvlieg, de meeltor <strong>en</strong> het<br />

fruitvliegje. Tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

bestudeer eier<strong>en</strong>, lege eischal<strong>en</strong>, verschill<strong>en</strong>de larvale stadia <strong>en</strong> imago’s van<br />

wandel<strong>en</strong>de takk<strong>en</strong> <strong>en</strong> huiskrekels.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Welk type metamorfose verton<strong>en</strong> deze insect<strong>en</strong>?<br />

2. Wat zijn de donkere puntjes die bij de popp<strong>en</strong> van de meeltor langs de zijkant<br />

zichtbaar zijn?<br />

3. Op welke wijze(n) zijn de popp<strong>en</strong> van de onder A <strong>en</strong> B g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

vijand<strong>en</strong> beschermd? (Raak de popp<strong>en</strong> zacht aan.).<br />

4. In de populatie wandel<strong>en</strong>de takk<strong>en</strong> zijn vrijwel zeker ge<strong>en</strong> ♂♂ exemplar<strong>en</strong> aanwezig.<br />

De ♀♀ kunn<strong>en</strong> zich alléén voortplant<strong>en</strong>.<br />

Hoe heet het hier optred<strong>en</strong>de verschijnsel?<br />

5. Zijn er meer soort<strong>en</strong> organism<strong>en</strong> die het verton<strong>en</strong>?<br />

58


E-14 Embryologie van de kip<br />

Inleiding<br />

Vogeleier<strong>en</strong> zijn — ev<strong>en</strong>als die van reptiel<strong>en</strong> — rijk aan eigeel. Op de grote dooier, die<br />

e<strong>en</strong> deel van de eicel is, zit de kiemschijf. Daarin versmelt de kern van de eicel bij de<br />

bevruchting met de kern van de zaadcel. De eerste deling<strong>en</strong>, tot aan e<strong>en</strong> ontwikkelingsfase<br />

van verscheid<strong>en</strong>e honderd<strong>en</strong> cell<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> nog in het lichaam van de h<strong>en</strong> plaats.<br />

Dan wordt de ontwikkeling tot aan het begin van de bebroeding onderbrok<strong>en</strong>. Uit de<br />

kiemschijf ontstaat de kiem (= embryo) <strong>en</strong> later de jonge vogel in het ei (= foetus).<br />

Bij deze ontwikkeling wordt de inhoud van de dooierzak opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereikt via<br />

bloedvat<strong>en</strong> het lichaam van het embryo. Het eiwit, of althans e<strong>en</strong> rest daarvan, komt<br />

teg<strong>en</strong> het einde van de ontwikkeling in de amnionzak terecht, van waaruit het door de<br />

snavel <strong>en</strong> de anus van de jonge vogel als eerste maaltijd in de darm terechtkomt. Vaak<br />

blijft e<strong>en</strong> deel van de dooier — soms 1 /3 deel van de oorspronkelijke massa — onder de<br />

buik van het vogeljong achter <strong>en</strong> wordt pas na het uit het ei kom<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Veel nestvlieders nem<strong>en</strong> pas na 2-3 dag<strong>en</strong> voedsel op.<br />

Gedur<strong>en</strong>de de ontwikkeling onttrekt het lichaam van het jong kalk aan de schaal van het<br />

ei <strong>en</strong> gebruikt dat voor de opbouw van het skelet. Daardoor wordt de schaal van het ei<br />

dunner. Poriën in de kalkschaal (onderzoek deze met e<strong>en</strong> loep!) lat<strong>en</strong> kooldioxyde,<br />

zuurstof <strong>en</strong> water door.<br />

Enkele dag<strong>en</strong> voordat het jong uit het ei komt <strong>groei</strong>t bij vogels e<strong>en</strong> hoornachtig<br />

uitsteeksel op de bov<strong>en</strong>snavel: de eitand. Kort nadat deze gevormd is op<strong>en</strong>t het<br />

vogeljong daarmee de luchtkamer <strong>en</strong> nu kan ademhaling via de long<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

Terwijl het jong in het ei ronddraait maakt het met de eitand e<strong>en</strong> reeks scheurtjes, zodat<br />

de eischaal aan de stompe pool cirkelvormig wordt doorbrok<strong>en</strong>. Bij grote vogels kan dit<br />

uit het ei kruip<strong>en</strong> twee a drie dag<strong>en</strong> dur<strong>en</strong>. De bestudering van de ontwikkeling van het<br />

embryo van de kip is vanwege zijn uitgebreidheid in twee del<strong>en</strong> gesplitst:<br />

de ontwikkeling gedur<strong>en</strong>de de eerste 60 uur <strong>en</strong> de ontwikkeling na 3, 4, 5 <strong>en</strong> 6 dag<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

bevruchte kipp<strong>en</strong>eier<strong>en</strong> (kunn<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> pluimveevermeerderingsbedrijf word<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong>).<br />

eierdoz<strong>en</strong> van geperst karton of plastic, zoals deze bij het transport van eier<strong>en</strong><br />

gebruikt word<strong>en</strong>, broedstoof.<br />

pincet.<br />

schaar.<br />

losse ijzerzaagjes (zonder houder).<br />

Psteurse pipet.<br />

bekerglas of jampot.<br />

kleine petrischal<strong>en</strong> of horlogeglaz<strong>en</strong>.<br />

agar.<br />

neutraalrood of nijlblauwsulfaat.<br />

fysiologische zoutoplossing (bevat NaCl, KCl <strong>en</strong> CaCl2).<br />

hardgekookte eier<strong>en</strong>.<br />

ring<strong>en</strong> van stevig tek<strong>en</strong>papier.<br />

objectglaasjes.<br />

loep<br />

microscoop.<br />

59


Recept<strong>en</strong>:<br />

a. Gekleurde agar voor het kleur<strong>en</strong> van de kipp<strong>en</strong>embryon<strong>en</strong><br />

Voeg 4 gram agar (<strong>en</strong>ige tijd lat<strong>en</strong> wek<strong>en</strong>) aan 100 ml kok<strong>en</strong>d aqua dest. toe <strong>en</strong> blijf<br />

roer<strong>en</strong> tot alle agar is opgelost. Giet de warme agar-oplossing door e<strong>en</strong> zeefje om<br />

ev<strong>en</strong>tuele klontjes te verwijder<strong>en</strong>.<br />

Leg e<strong>en</strong> aantal schone objectglaz<strong>en</strong> in schone grote petrischal<strong>en</strong> of in e<strong>en</strong> plastic bak.<br />

Zorg dat de petrischal<strong>en</strong> of plastic bak met objectglaz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> temperatuur van 50 °C<br />

hebb<strong>en</strong> (op waterbad), giet dan e<strong>en</strong> dunne laag agar over de objectglaz<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat<br />

afkoel<strong>en</strong>. Zet het geheel 2 à 3 dag<strong>en</strong> stofvrij weg om te drog<strong>en</strong>.<br />

Als de agar goed droog is, word<strong>en</strong> de objectglaz<strong>en</strong> voorzichtig van hun ondergrond los<br />

gesned<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> of meer dag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 1% oplossing van neutraalrood (of<br />

nijlblauwsulfaat) geplaatst. Beide kleurstoff<strong>en</strong> zijn geschikt voor vitaalkleuring.<br />

Kleuring met neutraalrood is reeds uitgeprobeerd <strong>en</strong> geeft uitstek<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong>.<br />

Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> 1% neutraalroodoplossing doet m<strong>en</strong> er goed aan deze, nadat<br />

goed geschud is, af te filtrer<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het kleur<strong>en</strong> van de agarplaatjes het kleurbakje<br />

afsluit<strong>en</strong> om verdamping teg<strong>en</strong> te gaan, daar anders alsnog neerslag ontstaat.<br />

Na het kleurbad de glaasjes afspoel<strong>en</strong> in aqua dest. <strong>en</strong> stofvrij lat<strong>en</strong> drog<strong>en</strong>.<br />

Als ze droog zijn kunn<strong>en</strong> ze bijna onbeperkt voor later gebruik word<strong>en</strong> bewaard.<br />

Gekleurde agarplaatjes ongeveer e<strong>en</strong> half uur voor het gebruik bevochtig<strong>en</strong> met aqua<br />

dest. <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> scheermesje schijfjes van 1 cm 2 <strong>en</strong> reepjes van ongeveer 6 mm breed<br />

mak<strong>en</strong>. Deze vlak voor het gebruik met e<strong>en</strong> scheermesje van het objectglas afschrap<strong>en</strong>.<br />

b. Papierring<strong>en</strong><br />

Om het embryo van de dooier te verwijder<strong>en</strong> gebruikt m<strong>en</strong> ring<strong>en</strong> van stevig niet glad<br />

papier. Voor embryon<strong>en</strong> tot 40 uur gebruikt m<strong>en</strong> ring<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>diameter van 13<br />

mm <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>diameter van 23 mm; tuss<strong>en</strong> 40 <strong>en</strong> 50 uur word<strong>en</strong> ring<strong>en</strong> gebruikt met<br />

e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>diameter van 17 mm <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>diameter van 27 mm (zie figuur 29).<br />

c. Fysiologische zoutoplossing<br />

De fysiologische zoutoplossing volg<strong>en</strong>s Ringer die speciaal geschikt is voor<br />

kipp<strong>en</strong>embryon<strong>en</strong> is als volgt sam<strong>en</strong>gesteld:<br />

NaCl 7 gram<br />

KCl 0,42 gram<br />

CaCl2 0,24 gram<br />

aqua dest. 1 liter<br />

De zoutoplossing moet bij gebruik zo nauwkeurig mogelijk e<strong>en</strong> temperatuur van 38 °C<br />

hebb<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het bestuder<strong>en</strong> van de embryo's moet deze temperatuur word<strong>en</strong><br />

gehandhaafd.<br />

Voorbereiding:<br />

a. Het kipp<strong>en</strong>embryo gedur<strong>en</strong>de de eerste 60 uur van zijn ontwikkeling<br />

Het bebroed<strong>en</strong> van de eier<strong>en</strong><br />

Aan 2 leerling<strong>en</strong> wordt tijd<strong>en</strong>s het practicum één bebroed ei ter bestudering uitgereikt.<br />

Uiteraard word<strong>en</strong> bevruchte eier<strong>en</strong> gebruikt. Omdat tuss<strong>en</strong> de bevruchte ook<br />

onbevruchte eier<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het bebroed<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere mortaliteit<br />

rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t het aanbeveling 2x zoveel eier<strong>en</strong> aan te<br />

schaff<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bebroed<strong>en</strong> als nodig zijn. De lev<strong>en</strong>svatbaarheid van de eier<strong>en</strong> loopt bij<br />

overmatig schudd<strong>en</strong> terug.<br />

Bevruchte eier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> na het legg<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige tijd (7-14 dag<strong>en</strong>) bewaard word<strong>en</strong> voordat<br />

met het bebroed<strong>en</strong> wordt begonn<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> het best bij e<strong>en</strong> temperatuur<br />

60


van 7-15 °C bewaard word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de eier<strong>en</strong> langer dan e<strong>en</strong> week nadat ze gelegd zijn<br />

bewaard word<strong>en</strong>, vermindert de lev<strong>en</strong>svatbaarheid van de embryo's sterk.<br />

Het bebroed<strong>en</strong> van de eier<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in de drie dag<strong>en</strong> voorafgaand aan het practicum op<br />

zodanige tijdstipp<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong>, dat verschill<strong>en</strong>de stadia van 20 uur (niet<br />

korter!) tot <strong>en</strong> met 60 uur voorhand<strong>en</strong> zijn (zie 'tijdschaal' van de embryonale<br />

ontwikkeling van de kip op pagina 68). Daar het bebroed<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de eerste week,<br />

zonder al te veel schade voor het embryo, <strong>en</strong>ige tijd (max. 24 uur) kan word<strong>en</strong><br />

onderbrok<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schema ontwerp<strong>en</strong> dat het mogelijk maakt op het practicum<br />

te beschikk<strong>en</strong> over zo goed mogelijk in de aangegev<strong>en</strong> periode (20-60 uur) gespreide<br />

stadia zonder dat 's nachts eier<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> ingezet. Bij onderbreking van het<br />

bebroed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de eier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bewaard bij e<strong>en</strong> temperatuur onder 25° C doch<br />

bov<strong>en</strong> 10 °C, De beste temperatuur voor het bebroed<strong>en</strong> is 38 °C (37-39 °C) met e<strong>en</strong><br />

relatieve luchtvochtigheid van 50-60%. Om er voor te zorg<strong>en</strong> dat voldo<strong>en</strong>de zuurstof de<br />

schaal kan passer<strong>en</strong> kan het ei tijd<strong>en</strong>s het bebroed<strong>en</strong> horizontaal in e<strong>en</strong> eierdoos word<strong>en</strong><br />

gelegd. De eier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het bebroed<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste tweemaal per dag afwissel<strong>en</strong>d<br />

met de wijzers van de klok mee <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de wijzers van de klok in word<strong>en</strong> gedraaid (tot<br />

de 18e dag) (90° draaiing om de l<strong>en</strong>gteas). Zet met potlood e<strong>en</strong> kruis op het ei om<br />

telk<strong>en</strong>s te wet<strong>en</strong> in welke richting gedraaid moet word<strong>en</strong>. Schrijf er ook de datum <strong>en</strong> het<br />

tijdstip van inzett<strong>en</strong> op.<br />

N.B. Vanaf de dag voor het practicum word<strong>en</strong> de eier<strong>en</strong> niet meer gedraaid.<br />

b. Het kippeëmbryo na 3, 4, 5 <strong>en</strong> 6 dag<strong>en</strong> van zijn ontwikkeling<br />

Zet ook hier 6, 5, 4 <strong>en</strong> 3 dag<strong>en</strong> voor de aanvang van het practicum 2x zoveel eier<strong>en</strong> in<br />

de broedstoof als nodig zijn. Handel verder zoals vermeld onder B.<br />

Uitvoering:<br />

A. De ontwikkeling van het kipp<strong>en</strong>embryo tuss<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong> 60 uur bebroed<strong>en</strong><br />

a. Algeme<strong>en</strong><br />

De eier<strong>en</strong>, die verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> korter dan 60 uur zijn bebroed, word<strong>en</strong> over ze<br />

leerling<strong>en</strong> verdeeld met di<strong>en</strong> verstande dat door uitwisseling van 'preparat<strong>en</strong>' iedere<strong>en</strong><br />

alle stadia kan bestuder<strong>en</strong>. Op de dag van het practicum word<strong>en</strong> de eier<strong>en</strong> niet meer<br />

gedraaid. Bij het uit de broedstoof hal<strong>en</strong> van de eier<strong>en</strong> wordt direct met e<strong>en</strong> potlood,<br />

ballpoint of viltstift aangetek<strong>en</strong>d welke zijde bov<strong>en</strong> lag. Deze zijde wordt bij het transport<br />

<strong>en</strong> de verdere behandeling bov<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />

b. Het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van het ei<br />

Leg het ei voor de verdere behandeling horizontaal in e<strong>en</strong> eierdoos: het ligt daarmee<br />

goed vast <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel later uitstrom<strong>en</strong>d eiwit wordt in de doos opgevang<strong>en</strong>.<br />

Het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van het ei kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>:<br />

1.<br />

zaag met e<strong>en</strong> ijzerzaagje voorzichtig gleuv<strong>en</strong> in de schaal, zonder daarbij de<br />

onderligg<strong>en</strong>de schaalvliez<strong>en</strong> te beschadig<strong>en</strong>. De volgorde waarin de gleuv<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

te word<strong>en</strong> aangebracht is in figuur 29 door cijfers aangegev<strong>en</strong>.<br />

pik de zo gesned<strong>en</strong> vierkantjes met e<strong>en</strong> pincet weg: schaalvliez<strong>en</strong> ook nu zo<br />

mogelijk heel lat<strong>en</strong>.<br />

knip de eivliez<strong>en</strong> op<strong>en</strong> wanneer alle schaalstukjes verwijderd zijn.<br />

Als bij het verwijder<strong>en</strong> van de schaal risico ontstaat voor het beschadig<strong>en</strong> van de<br />

dooier, dan eerst eiwit wegzuig<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> druppelpipet (wijde op<strong>en</strong>ing) <strong>en</strong> daarna<br />

pas verder gaan.<br />

61


Figuur 29. Het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van bebroede eier<strong>en</strong> <strong>en</strong> het transport van het embryo.<br />

Links bov<strong>en</strong>: de mat<strong>en</strong> van de papier<strong>en</strong> ring<strong>en</strong>, nodig voor het transport van het embryo.<br />

Rechts bov<strong>en</strong>: de volgorde van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de zaagsned<strong>en</strong> voor het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van het ei.<br />

62.


prik de scherpe punt van e<strong>en</strong> schaar aan de stompe kant in het ei (niet te diep!).<br />

knip de schaal dan voorzichtig rondom op<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zodanige wijze dat de dooier niet<br />

beschadigd wordt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> resultaat wordt verkreg<strong>en</strong> zoals aangegev<strong>en</strong> in figuur 29.<br />

3.<br />

wrijf met e<strong>en</strong> in 4N HCl gedr<strong>en</strong>kt watje zolang over de bov<strong>en</strong>zijde van het ei tot de<br />

schaal al bruis<strong>en</strong>d is opgelost (ev<strong>en</strong>tueel gebruik mak<strong>en</strong> van plastic handscho<strong>en</strong><strong>en</strong>).<br />

M<strong>en</strong> kan de schaal ook lat<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> door het ei met de bov<strong>en</strong>zijde in de 4N HCl te<br />

legg<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet dan het ei wel zo nu <strong>en</strong> dan afspoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uit de schaal<br />

vrijkom<strong>en</strong>de eiwitt<strong>en</strong> afwrijv<strong>en</strong>, daar anders het proces tot stilstand komt.<br />

In ieder geval moet na behandeling met HCl zorgvuldig word<strong>en</strong> afgespoeld met de<br />

fysiologische zoutoplossing.<br />

knip pas daarna de eivliez<strong>en</strong> op<strong>en</strong>.<br />

zuig in alle 3 de gevall<strong>en</strong> het overtollige eiwit weg met behulp van de druppelpipet<br />

(wijde op<strong>en</strong>ing!), waarbij deze zo ver mogelijk van de dooier verwijderd teg<strong>en</strong> de<br />

schaal wordt gezet. Het dooieroppervlak ev<strong>en</strong>tueel 'schoon' spoel<strong>en</strong> met fysiologische<br />

zoutoplossing (38 °C).<br />

c. Het kleur<strong>en</strong> van het embryo<br />

In embryon<strong>en</strong> van 36 uur <strong>en</strong> vroeger is weinig of ge<strong>en</strong> rood bloed aanwezig; ze zijn<br />

daarom zonder kleuring moeilijk te zi<strong>en</strong>. Aan de bov<strong>en</strong>zijde van de dooier bemerkt m<strong>en</strong><br />

waarschijnlijk e<strong>en</strong> gevlekt gedeelte; het embryo is het wat meer helder gebied in het<br />

c<strong>en</strong>trum daarvan.<br />

De kleurmethode is slechts bruikbaar voor embryon<strong>en</strong> die niet langer dan 50 uur zijn<br />

bebroed. Ga als volgt tewerk:<br />

leg e<strong>en</strong> voorgeweekt gekleurd agarvliesje op de plaats van de dooier waar m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt<br />

dat het embryo ligt; laat het ongeveer 3 minut<strong>en</strong> ongestoord ligg<strong>en</strong>.<br />

voorkom tijd<strong>en</strong>s deze 3 minut<strong>en</strong> dat de bov<strong>en</strong>zijde van het agarvliesje uitdroogt door<br />

ev<strong>en</strong>tueel met fysiologische zoutoplossing te druppel<strong>en</strong>.<br />

verwijder het vliesje voorzichtig met e<strong>en</strong> pincet. Als het dooieroppervlak niet te nat is<br />

geweest, is het embryo nu gekleurd. De ingetrokk<strong>en</strong> kleurstof (neutraalrood) verdeelt<br />

zich nog <strong>en</strong>ige tijd na het verwijder<strong>en</strong> van het agarvliesje over het embryo, waardoor<br />

het beeld beter wordt.<br />

d. Het los preparer<strong>en</strong> <strong>en</strong> transporter<strong>en</strong> van het embryo<br />

leg nu e<strong>en</strong> papierringetje zodanig op de dooier, dat het embryo zo goed mogelijk in<br />

de op<strong>en</strong>ing komt te ligg<strong>en</strong>. Het ringetje di<strong>en</strong>t ervoor om het dooiervlies uitgespann<strong>en</strong><br />

te houd<strong>en</strong>. Het is daarom belangrijk dat het goed aan het dooieroppervlak 'hecht'.<br />

Zorg er daarom voor, dat bij het oplegg<strong>en</strong> van het ringetje het dooieroppervlak niet<br />

te nat is (figuur 29).<br />

knip vervolg<strong>en</strong>s langs de buit<strong>en</strong>zijde van de ring het dooiervlies door <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g ring +<br />

embryo met behulp van e<strong>en</strong> of twee pincett<strong>en</strong> voorzichtig over naar e<strong>en</strong> kleine<br />

petrischaal met fysiologische zoutoplossing (38° C) (figuur 29). Bewaar het ei nog<br />

ev<strong>en</strong>: zie de vrag<strong>en</strong> hieronder.<br />

vervang de zoutoplossing in het petrischaaltje als deze troebel wordt door verse<br />

zoutoplossing (met behulp van e<strong>en</strong> druppelpipet).<br />

bestudeer de preparat<strong>en</strong> bij doorvall<strong>en</strong>d licht met e<strong>en</strong> goede loep. Maak gebruik van<br />

de hierna volg<strong>en</strong>de figur<strong>en</strong> 30 <strong>en</strong> 31 <strong>en</strong> de tijdschaal op pagina 68.<br />

plaats het petrischaaltje vervolg<strong>en</strong>s op de objecttafel van e<strong>en</strong> microscoop <strong>en</strong><br />

bestudeer de afzonderlijke organ<strong>en</strong> met de zwakste vergroting.<br />

goede preparat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> uitgewisseld.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Waarom moet het ei vanaf e<strong>en</strong> dag voor het practicum tot <strong>en</strong> met het preparer<strong>en</strong> in<br />

één bepaalde stand gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

63


Figuur 30, Embryo van de kip na 33 uur bebroed<strong>en</strong> (n. Freeman e,a. 1963).<br />

In dit stadium is het embryo nog niet 'volledig'. Het deel dat gevormd is bepaalt zich slechts tot de<br />

kop <strong>en</strong> de nek van het toekomstige kuik<strong>en</strong>. De meer naar achter<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van het lichaam<br />

word<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de volg<strong>en</strong>de 15-20 uur aangelegd.<br />

Het embryo ligt nu uitgespreid op het oppervlak van de dooier; de rand<strong>en</strong> van het toekomstig<br />

lichaam vorm<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> geheel met de omgev<strong>en</strong>de laag lev<strong>en</strong>d weefsel, de dooierzak, die uit<strong>groei</strong>t<br />

over de dooier.<br />

De buit<strong>en</strong>ste lijn (terminaal bloedvat) geeft de gr<strong>en</strong>s van de <strong>groei</strong><strong>en</strong>de dooierzak aan; bij 33 uur is<br />

de diameter van de dooierzak ongeveer 1 cm.<br />

Op de dooierzak verander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal cell<strong>en</strong> in bloedlichaampjes <strong>en</strong> bloedvat<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gevormd, die via de navelstr<strong>en</strong>g in verbinding tred<strong>en</strong> met bloedvat<strong>en</strong> die naar het hart van het<br />

embryo leid<strong>en</strong>.<br />

64


Figuur 31. Embryo van de kip na 52 uur bebroed<strong>en</strong> (n. Freeman e.a. 1963).<br />

De diameter van dooierzak is nu ongeveer 2 cm..<br />

Deze figuur laat verschill<strong>en</strong>de belangrijke verandering<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> die tuss<strong>en</strong> 33 <strong>en</strong> 52 ur<strong>en</strong> tot stand<br />

kom<strong>en</strong>. Het lichaam van het embryo is nu 'compleet' <strong>en</strong> er begint e<strong>en</strong> staart te verschijn<strong>en</strong>. De<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn nu voorover gebog<strong>en</strong>, zodat het bov<strong>en</strong>ste deel teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lager deel is kom<strong>en</strong> te<br />

ligg<strong>en</strong>. Het embryo is gaan draai<strong>en</strong>, waardoor het voorste deel nu op de linkerzijde ligt. Enkele<br />

ur<strong>en</strong> later zal ook de rest van het lichaam gedraaid zijn. In dit stadium klopt het hart al 12 uur <strong>en</strong><br />

is er e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dige circulatie van bloed door het lichaam <strong>en</strong> door het netwerk van bloedvat<strong>en</strong> op de<br />

dooierzak. De bloedvat<strong>en</strong> die bloed naar het hart vervoer<strong>en</strong> zijn nu in het lichaam opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>;<br />

m<strong>en</strong> kan nog wel zi<strong>en</strong> waar het bloed uit het lichaam komt (navelstr<strong>en</strong>g). Het oog is veel verder<br />

ontwikkeld dan bij 33 uur. Het amnion, dat spoedig het hele lichaam zal omsluit<strong>en</strong>, heeft reeds de<br />

voorkant bedekt <strong>en</strong> zal dit naar achter<strong>en</strong> voort zett<strong>en</strong>.<br />

65


2. Waarom wordt fysiologische zoutoplossing gebruikt?<br />

3. Aan welke zijde van het ei ligt de luchtkamer?<br />

4. Wordt de luchtkamer begr<strong>en</strong>sd door twee vliez<strong>en</strong> of door één vlies <strong>en</strong> de schaal?<br />

5. Ziet het eiwit er overal hetzelfde uit?<br />

6. Zoek de hagelsnoer<strong>en</strong> op, die aan beide zijd<strong>en</strong> van de dooier zitt<strong>en</strong>.<br />

Wat is de functie van de hagelsnoer<strong>en</strong>?<br />

7. Kan m<strong>en</strong> het hart, de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, de toekomstige og<strong>en</strong> <strong>en</strong> de somiet<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>?<br />

8. Tel het aantal somiet<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan daarmee de nauwkeurige leeftijd van het embryo<br />

bepal<strong>en</strong>. Vanaf 21 uur bebroed<strong>en</strong> wordt per uur e<strong>en</strong> somiet bijgevormd.<br />

Vergelijk ev<strong>en</strong>tueel met figuur 30 <strong>en</strong> 31.<br />

Welke leeftijd hebb<strong>en</strong> de bestudeerde embryo's?<br />

9. Probeer de in de tijdschaal aangegev<strong>en</strong> bijzonderhed<strong>en</strong> zelf waar te nem<strong>en</strong>.<br />

Noteer. (Figuur 33 tot <strong>en</strong> met 37).<br />

B. Het kippeëmbryo na 3, 4, 5 <strong>en</strong> 6 dag<strong>en</strong> van zijn ontwikkeling<br />

Ieder leerling<strong>en</strong>paar krijgt e<strong>en</strong> bepaald stadium van 3, 4, 5 of 6 dag<strong>en</strong>. Om alle stadia te<br />

kunn<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de preparat<strong>en</strong> uitgewisseld. Kleuring wordt niet toegepast.<br />

Figuur 32. Embryo van de kip (±5 dag<strong>en</strong> bebroed ). De ligging van de vliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ruimte die<br />

door deze vliez<strong>en</strong> omslot<strong>en</strong> wordt, alsmede de ligging van de bloedvat<strong>en</strong>.<br />

1 = gasuitwisseling van zuurstof <strong>en</strong> kooldioxide, 2 = kalkschaal, 3 = schaalvlies, 4 = chorion,<br />

5 = amnionholte, 6 = allantoïs, hierin hop<strong>en</strong> zich de afvalstoff<strong>en</strong> van de stikstofhuishouding op,<br />

7 = dooier, 8 = ader in de navelstr<strong>en</strong>g, 9 = slagader in de navelstr<strong>en</strong>g, 10 = ader op de dooierzak<br />

<strong>en</strong> 11 = slagader op de dooierzak.<br />

66


Uitvoering:<br />

op<strong>en</strong> de eier<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de method<strong>en</strong> die hiervoor onder A zijn beschrev<strong>en</strong>.<br />

zuig met e<strong>en</strong> druppelpipet e<strong>en</strong> groot deel van het eiwit weg.<br />

bekijk met e<strong>en</strong> loep het verloop van de bloedvat<strong>en</strong>. Laat, voordat m<strong>en</strong> verder gaat,<br />

andere leerling<strong>en</strong> het verloop van de bloedvat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestudeer dit ook bij de<br />

stadia die m<strong>en</strong> zelf niet heeft.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

10. Welke verschill<strong>en</strong> merkt m<strong>en</strong> op?<br />

11. Kan m<strong>en</strong> het bloed in e<strong>en</strong> bepaalde richting zi<strong>en</strong> strom<strong>en</strong>?<br />

br<strong>en</strong>g met de nodige voorzichtigheid embryo + dooier over in e<strong>en</strong> petrischaal 9 cm<br />

Ø). Tracht de dooier heel te houd<strong>en</strong> (let op de scherpe punt<strong>en</strong> van de schaal).<br />

Probeer zó over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat het embryo bov<strong>en</strong> blijft ligg<strong>en</strong>.<br />

zuig met e<strong>en</strong> druppelpipet voorzichtig de dooierzak leeg. Spoel ev<strong>en</strong>tueel met warme<br />

(38 °C) fysiologische zoutoplossing <strong>en</strong> houdt daarmee ook het embryo vochtig.<br />

tracht het aantal hartslag<strong>en</strong> per minuut vast te stell<strong>en</strong>. Vergelijk de gevond<strong>en</strong><br />

frequ<strong>en</strong>tie met die welke bij andere of dezelfde stadia zijn gevond<strong>en</strong>,<br />

indi<strong>en</strong> het hart niet meer klopt kan het soms weer gaan klopp<strong>en</strong> na 'hartmassage'<br />

met e<strong>en</strong> fijne sonde.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

12. Waar zou de hartfrequ<strong>en</strong>tie tijd<strong>en</strong>s het preparer<strong>en</strong> van het ei door beïnvloed kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>?<br />

13. Welke verklaring kan m<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> voor de vroege ontwikkeling van hart, bloed <strong>en</strong><br />

bloedvat<strong>en</strong>?<br />

14. Welke vliez<strong>en</strong> neemt m<strong>en</strong> waar? (figuur 32).<br />

15. Bestudeer de verschill<strong>en</strong>de structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> maak e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing. Vergelijk de grootte van<br />

het oog met die van de kop. Let op de kleur van de og<strong>en</strong>. Onderzoek of de aanleg van<br />

vleugels <strong>en</strong> pot<strong>en</strong> waarneembaar is. Tracht bij embryon<strong>en</strong> van 5 <strong>en</strong> 6 dag<strong>en</strong> aan de<br />

buikzijde van het embryo, onder de plaats waar de bloedvat<strong>en</strong> uit het embryo kom<strong>en</strong>,<br />

de zog<strong>en</strong>aamde allantoïs — e<strong>en</strong> zakvormige uit<strong>groei</strong>ing van de darm — te vind<strong>en</strong>.<br />

In de allantoïs word<strong>en</strong> door het embryo gevormde afvalproduct<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>.<br />

16. Waarom is bij zoogdier<strong>en</strong> de allantoïs minder belangrijk?<br />

N,B. De embryon<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> geconserveerd word<strong>en</strong> in 70% alcohol (met Norit ontkleurde<br />

spiritus) of in 4% formaline.<br />

De eerste dag<strong>en</strong> moet de vloeistof <strong>en</strong>kele mal<strong>en</strong> ververst word<strong>en</strong>.<br />

C. Onderzoek van e<strong>en</strong> hardgekookt ei (ev<strong>en</strong>tueel thuis uit te voer<strong>en</strong>)<br />

Verwijder de schaal <strong>en</strong> snijd het ei overlangs in tweeën. Vergelijk verschill<strong>en</strong>de<br />

gehalveerde eier<strong>en</strong> met elkaar.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

17. Ligt de dooier altijd in het midd<strong>en</strong> van het ei?<br />

18. Heeft de dooier overal dezelfde kleur? Waardoor wordt ev<strong>en</strong>tueel kleurverschil<br />

veroorzaakt? Welke functie?<br />

67


Tijdschaal van de embryonale ontwikkeling van de kip<br />

Incubatietijd<br />

in ur<strong>en</strong>*<br />

Stadiumnr.<br />

volg<strong>en</strong>s<br />

Hamilton <strong>en</strong><br />

Hamburger<br />

Aantal<br />

somiet<strong>en</strong><br />

Bijzonderhed<strong>en</strong><br />

18,5 ±0,8 4 0 Maximale l<strong>en</strong>gte: primitiefstreep: 2,2 mm lang.<br />

Schildvormige laag mesoderm naast de<br />

primitiefstreep.<br />

20,1 ± 0,6 5-6 0 Primitiefstreep 1,9 mm lang.<br />

Neuraalplaat <strong>en</strong> neuraalgoot zichtbaar.<br />

De eerste somiet ontstaat gelijk met het ontstaan<br />

van de hoofdplooi (stadiumnr. 7).<br />

23,6 ± 1,4 8- 3 Primitiefstreep 1,5 mm lang.<br />

Neuraalgoot begint in hers<strong>en</strong>gedeelte te sluit<strong>en</strong>.<br />

25,8 ± 1,4 8+ 5 Primitiefstreep 1,2 mm lang.<br />

Neuraalgoot in hers<strong>en</strong>gedeelte geslot<strong>en</strong>.<br />

Tuss<strong>en</strong> de somiet<strong>en</strong> begint de goot te sluit<strong>en</strong>.<br />

Grote dooierader<strong>en</strong> ontstaan.<br />

Eerste begin van de hartaanleg.<br />

31,4 ± 2,1 10 10 Primitiefstreep 0,6 mm lang.<br />

Drie hers<strong>en</strong>blaasjes zichtbaar.<br />

De eerste somiet begint te verdwijn<strong>en</strong> onder de<br />

lichaamsplooi.<br />

Het hart begint zwak te klopp<strong>en</strong>.<br />

Begin oogontwikkeling.<br />

De kop buigt naar de buikzijde <strong>en</strong> zinkt in de dooier.<br />

35,6 ± 3,4 11 13 Primitiefstreep 0,4 mm lang.<br />

Vijf hers<strong>en</strong>blaasjes zichtbaar.<br />

De hartslag wordt duidelijker. Het hart ligt rechts<br />

van het embryo.<br />

De tweede somiet verdwijnt onder de lichaamsplooi.<br />

De kop buigt verder <strong>en</strong> begint te draai<strong>en</strong> om de<br />

l<strong>en</strong>gte-as. Voor het hoofd begint de amnionplooi<br />

zich te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

* N.B. De incubatietijd<strong>en</strong> zijn gemiddelde tijd<strong>en</strong> naar gegev<strong>en</strong>s van Duval, Huettner,<br />

Patt<strong>en</strong> <strong>en</strong> Lillie. Afhankelijk van temperatuur, vochtigheid <strong>en</strong> ras kan de ontwikkeling<br />

sneller of langzamer verlop<strong>en</strong>. De omstandighed<strong>en</strong> in schoolbroedstov<strong>en</strong> zijn over<br />

het algeme<strong>en</strong> zodanig dat de ontwikkeling langer duurt dan normaal.<br />

68


Figuur 33. Embryo van de kip.<br />

Stadium 10 uit de tijdschaal, het<br />

aantal somiet<strong>en</strong> bedraagt 10<br />

(n. Freeman e.a. 1963).<br />

Incubatietijd<br />

in ur<strong>en</strong>*<br />

Stadiumnr.<br />

volg<strong>en</strong>s<br />

Hamilton <strong>en</strong><br />

Hamburger<br />

Aantal<br />

somiet<strong>en</strong><br />

Figuur 34. Embryo van de kip.<br />

Stadium 11 uit de tijdschaal, het<br />

aantal somiet<strong>en</strong> bedraagt 13<br />

(n. Freeman e.a. 1963).<br />

Bijzonderhed<strong>en</strong><br />

40,6 ± 3,7 12+ 17 Primitiefstreep 0,2 mm lang.<br />

De voorhers<strong>en</strong><strong>en</strong> staan t<strong>en</strong>gevolge van de buiging<br />

in e<strong>en</strong> hoek t<strong>en</strong> opzichte van de achterhers<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Het hart klopt <strong>en</strong> de aorta ontstaat.<br />

Ter hoogte van somiet 16 <strong>en</strong> 17 zijn de dooierslagaders<br />

zichtbaar.<br />

De derde somiet verdwijnt onder de lichaamsplooi.<br />

Begin van de oogl<strong>en</strong>svorming.<br />

Het gehoorkapsel ontstaat.<br />

De kopbuiging is ongeveer 90°, de kop ligt op zijn<br />

linkerzijde.<br />

Het amnion <strong>groei</strong>t terug over de voorhers<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De primitief streep verdwijnt <strong>en</strong> gaat over in de<br />

staartknop.<br />

69


Incubatietijd<br />

in ur<strong>en</strong>*<br />

70<br />

Stadiumnr.<br />

volg<strong>en</strong>s<br />

Hamilton <strong>en</strong><br />

Hamburger<br />

Aantal<br />

somiet<strong>en</strong><br />

Figuur 35. Embryo van de kip. Stadium 15 uit de<br />

tijdschaal, het aantal somiet<strong>en</strong> bedraagt 25<br />

(n. Freeman e.a. 1963).<br />

Bijzonderhed<strong>en</strong><br />

45,9 ± 2,1 14+ 21 De voorhers<strong>en</strong><strong>en</strong> staan in e<strong>en</strong> rechte hoek t<strong>en</strong><br />

opzichte van de achterhers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> relatief<br />

groter.<br />

De dooierslagader ligt tuss<strong>en</strong> somiet 17 <strong>en</strong> 19.<br />

De vierde somiet verdwijnt. De achterhers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de eerste somiet<strong>en</strong> zijn door het amnion bedekt.<br />

Er is e<strong>en</strong> duidelijke staartknop.<br />

48,6 ± 2,1 15 24 Het tel<strong>en</strong>cephalon is gescheid<strong>en</strong> van het<br />

diëncephalon.<br />

De eerste somiet<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>.<br />

Er zijn twee aortabog<strong>en</strong> (+ kieuwbog<strong>en</strong>).<br />

De dooierslagaders ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> somiet 18 <strong>en</strong> 20.<br />

De lichaamsplooi bereikt somiet 5 <strong>en</strong> 6.<br />

Door de kopbuiging kom<strong>en</strong> de voorhers<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

het hart te ligg<strong>en</strong>.<br />

De amnionplooi loopt van somiet 6 tot 13.


Incubatietijd<br />

in ur<strong>en</strong>*<br />

Stadiumnr.<br />

volg<strong>en</strong>s<br />

Hamilton <strong>en</strong><br />

Hamburger<br />

Aantal<br />

somiet<strong>en</strong><br />

bijzonderhed<strong>en</strong><br />

51,3 ±1,8 16 27 De <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> van de somiet<strong>en</strong> bereikt somiet<br />

20.<br />

De derde aortaboog (+ kieuwboog) ontstaat. De<br />

dooierslagaders ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> somiet 19 <strong>en</strong> 21.<br />

De lichaamsplooi ligt tuss<strong>en</strong> somiet 7 <strong>en</strong> 10.<br />

De oogl<strong>en</strong>s laat los van het ectoderm, de og<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong> vóór de or<strong>en</strong>.<br />

De kopbuiging is op zijn maximum.<br />

De rugbuiging wordt sterker.<br />

De aanleg van de achterpot<strong>en</strong> wordt zichtbaar.<br />

Vorming achterste amnionplooi bij de staartknop.<br />

56,6 ± 2,3 17 30 De <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> bereikt somiet 25.<br />

De vierde aortaboog (+ kieuwboog) ontstaat.<br />

De lichaamsplooi ligt bij somiet 10 <strong>en</strong> 12.<br />

De og<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> achter de or<strong>en</strong>.<br />

De rugbuiging is ± 100°.<br />

De voorste amnionplooi ligt bij somiet 16-24.<br />

De voorpootaanleg ligt bij somiet 17-19; de<br />

achterpootaanleg bij somiet 26-30.<br />

De achterste amnionplooi ligt bij somiet 29-30 <strong>en</strong><br />

<strong>groei</strong>t naar vor<strong>en</strong>.<br />

71,5 ± 0,8 18+ 36 Uit de tel<strong>en</strong>cephalonblaasjes ontwikkel<strong>en</strong> zich de<br />

grote hers<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

De <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> bereikt somiet 30.<br />

Het eerste paar aortabog<strong>en</strong> begint te atrofiër<strong>en</strong><br />

terwijl het vierde paar zich verder ontwikkelt.<br />

De dooierslagaders ligg<strong>en</strong> bij somiet 21-22.<br />

De lichaamsplooi ligt bij somiet 13-14.<br />

T<strong>en</strong>gevolge van de buiging ligg<strong>en</strong> de og<strong>en</strong><br />

duidelijk meer naar achter<strong>en</strong> dan de or<strong>en</strong>.<br />

De voorste <strong>en</strong> achterste amnionplooi<strong>en</strong><br />

ontmoet<strong>en</strong> elkaar bij somiet 26-28.<br />

De allantoïs ontstaat <strong>en</strong> <strong>groei</strong>t na 72 uur<br />

incubatietijd verder uit naarmate eidooier <strong>en</strong> eiwit<br />

verbruikt word<strong>en</strong>.<br />

De aanleg van de voor- <strong>en</strong> achterpot<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

spitse topp<strong>en</strong>.<br />

71


Figuur 36. Embryo van de kip.<br />

Stadium 17 uit de tijdschaal, het<br />

aantal somiet<strong>en</strong> bedraagt 30<br />

(n. Freeman e.a. 1963).<br />

72<br />

Figuur 37. Embryo van de kip.<br />

Stadium 18 uit de tijdschaal, het<br />

aantal somiet<strong>en</strong> bedraagt 35<br />

(n. Freeman e.a. 1963).


E-15 De <strong>groei</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

Figuur 38 laat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s zi<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong> van zijn ontwikkeling.<br />

Alle lichaamsl<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> zijn getek<strong>en</strong>d op hetzelfde formaat.<br />

Figuur 38. De <strong>groei</strong> van de m<strong>en</strong>s. De m<strong>en</strong>s op verschill<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong> van zijn ontwikkeling,<br />

waarbij de lichaamsl<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> op hetzelfde formaat gehoud<strong>en</strong> zijn.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat kan gezegd word<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de relatieve l<strong>en</strong>gte van het hoofd gedur<strong>en</strong>de de<br />

ontwikkeling?<br />

2. Wat gebeurt er met de relatieve l<strong>en</strong>gte van de romp gedur<strong>en</strong>de de ontwikkeling?<br />

(afstand van kin tot kruis). Gebruik e<strong>en</strong> liniaal.<br />

3. Op welke leeftijd bereikt de arm relatief zijn maximum-l<strong>en</strong>gte t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

rest van het lichaam?<br />

Gebruik e<strong>en</strong> liniaal <strong>en</strong> meet vanaf de oksel tot het eind van de langste vinger.<br />

4. Op welke leeftijd bereikt het be<strong>en</strong> relatief zijn maximum-l<strong>en</strong>gte t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

rest van het lichaam?<br />

Gebruik e<strong>en</strong> liniaal <strong>en</strong> meet van het kruis tot de zool van de voet.<br />

E-16 Groeistoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> remstoff<strong>en</strong><br />

N.B. De hier opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> chemische formules zijn bedoeld om <strong>en</strong>ig idee van de bouw van<br />

dergelijke verbinding<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>. Op de hoekpunt<strong>en</strong> van deze formules waar e<strong>en</strong><br />

sterretje staat aangegev<strong>en</strong>, moet 'C' staan. De 'rester<strong>en</strong>de' val<strong>en</strong>ties van deze<br />

koolstofatom<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> waterstof (H).<br />

Groei- <strong>en</strong> remstoff<strong>en</strong> zijn ingewikkelde chemische verbinding<strong>en</strong>, die door bepaalde<br />

plantedel<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> <strong>en</strong> meestal elders in de plant hun effect hebb<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan ze daarom plant<strong>en</strong>hormon<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. De werking van de plant<strong>en</strong>hormon<strong>en</strong><br />

(fytohormon<strong>en</strong>) is afhankelijk van hun conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> van de verhouding van de<br />

verschill<strong>en</strong>de hormon<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> elkaars werking versterk<strong>en</strong>, maar ook antagonistisch<br />

op elkaar inwerk<strong>en</strong>.<br />

In 1928 werd door F. W. W<strong>en</strong>t voor het eerst e<strong>en</strong> <strong>groei</strong>stofwerking beschrev<strong>en</strong>.<br />

Hij werkte met havercoleoptiel<strong>en</strong>. Dit zijn holle cilinders die om het eerste blaadje<br />

73


van e<strong>en</strong> ontkiemd gras zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> met dit eerste blaadje omhoog <strong>groei</strong><strong>en</strong>. Sindsdi<strong>en</strong> zijn er<br />

veel in de plant voorkom<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> met <strong>groei</strong>stofwerking gevond<strong>en</strong>, terwijl er veel<br />

kunstmatige <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Van de remstoff<strong>en</strong> in de natuur is<br />

abscisinezuur of dormine waarschijnlijk het belangrijkste. Ook remstoff<strong>en</strong> zijn er veel<br />

kunstmatig bereid.<br />

De <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong> in drie groep<strong>en</strong>, namelijk de auxin<strong>en</strong>, de<br />

gibberellin<strong>en</strong> <strong>en</strong> de cytokinin<strong>en</strong>.<br />

a. De auxin<strong>en</strong><br />

De belangrijkste in de plant vrijkom<strong>en</strong>de <strong>groei</strong>stof is het indolazijnzuur (IAA, ook wel<br />

heteroauxine g<strong>en</strong>oemd). Deze stof wordt in de st<strong>en</strong>geltop, de worteltop <strong>en</strong> door<br />

<strong>groei</strong><strong>en</strong>de blader<strong>en</strong> gevormd. Het IAA beïnvloedt vooral de strekkings<strong>groei</strong> van de<br />

plant<strong>en</strong>cell<strong>en</strong>. Ook het al of niet uitlop<strong>en</strong> van okselknopp<strong>en</strong> wordt door IAA beïnvloed.<br />

Knopp<strong>en</strong> die dicht bij de st<strong>en</strong>geltop zitt<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> niet uit. Hierdoor staan de zijtakk<strong>en</strong> op<br />

min of meer regelmatige afstand<strong>en</strong> van elkaar. Het indolazijnzuur ontstaat in de plant<br />

hoogstwaarschijnlijk uit het aminozuur tryptofaan (figuur 39).<br />

Figuur 39. Tryptofaan, e<strong>en</strong> natuurlijk aminozuur (links)<br />

<strong>en</strong> indolazijnzuur of IAA, e<strong>en</strong> natuurlijke <strong>groei</strong>stof (rechts).<br />

De plant vervoert het IAA van de st<strong>en</strong>geltop naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Als de st<strong>en</strong>gel horizontaal ligt<br />

gaat het IAA onder invloed van de zwaartekracht naar de onderligg<strong>en</strong>de kant van de<br />

st<strong>en</strong>gel. Hierdoor wordt hier de <strong>groei</strong>stofconc<strong>en</strong>tratie hoger dan aan de bov<strong>en</strong>kant,<br />

waardoor de cell<strong>en</strong> aan de onderkant e<strong>en</strong> sterkere strekkings<strong>groei</strong> gaan verton<strong>en</strong>.<br />

Het gevolg is dat de st<strong>en</strong>gel zich opricht (negatieve geotropie).<br />

Door ultraviolet licht wordt IAA onwerkzaam gemaakt. Ook blauw licht maakt (IAA in de<br />

plant onwerkzaam (als er t<strong>en</strong>minste carote<strong>en</strong> aanwezig is). De belichte kant van e<strong>en</strong><br />

st<strong>en</strong>gel heeft hierdoor e<strong>en</strong> minder sterke strekkings<strong>groei</strong> dan de schaduwkant.<br />

Het gevolg is dat de st<strong>en</strong>gel naar het licht toe buigt (positieve fototropie, zie E-27).<br />

De plant <strong>groei</strong>t dus niet naar het licht toe opdat de blader<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beter plaatsje in de zon<br />

krijg<strong>en</strong>, maar doordat het licht de <strong>groei</strong>stofconc<strong>en</strong>tratie beïnvloedt.<br />

Enkele kunstmatige auxin<strong>en</strong> zijn het indolboterzuur <strong>en</strong> het 2,4-dichloorph<strong>en</strong>oxy-azijnzuur<br />

(2,4-D) (figuur 40). Voor 2,4-D zijn tweezaadlobbige plant<strong>en</strong> gevoeliger dan<br />

e<strong>en</strong>zaadlobbige plant<strong>en</strong>. Het wordt als onkruidbestrijdingsmiddel (herbicide) gebruikt in<br />

e<strong>en</strong> 'conc<strong>en</strong>tratie' van 500 gram per hectare. De tweezaadlobbig<strong>en</strong><br />

74


Figuur 40. Het 2,4-dichloorph<strong>en</strong>oxyazijnzuur (links), het indolboterzuur (rechts)<br />

<strong>en</strong> het naphtylazijnzuur (onder). Alle zijn kunstmatige auxin<strong>en</strong>.<br />

Figuur 41. Twee plant<strong>en</strong> van de kool (Brassica oleracea L.), gekweekt onder gelijke<br />

omstandighed<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> plant A is behandeld met gibberellinezuur.<br />

Plant A ontwikkelde zich alle<strong>en</strong> vegetatief <strong>en</strong> plant B ging bloei<strong>en</strong>.<br />

75


<strong>groei</strong><strong>en</strong> zich dan dood, de e<strong>en</strong>zaadlobbig<strong>en</strong> (gran<strong>en</strong> bijvoorbeeld) krijg<strong>en</strong> daardoor meer<br />

ruimte. 2,4-D wordt ook gebruikt om de vroege val van appels <strong>en</strong> per<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>.<br />

Het bewortel<strong>en</strong> van stekk<strong>en</strong> wordt door auxin<strong>en</strong> versneld (het handelsproduct Rhizopon-<br />

A bevat indolazijnzuur, Rhizopon-B bevat naphtylazijnzuur) (figuur 40).<br />

De kunstmatige auxin<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> krachtiger dan de natuurlijke.<br />

b. De gibberellin<strong>en</strong><br />

Na de auxin<strong>en</strong> zijn de gibberellin<strong>en</strong> (figuurn42) de bek<strong>en</strong>dste <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong>.<br />

Zij beïnvloed<strong>en</strong> vooral de l<strong>en</strong>gte van de st<strong>en</strong>gelled<strong>en</strong>, dus de afstand tuss<strong>en</strong> de knop<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> koolplant<strong>en</strong> met gibberellin<strong>en</strong> behandelt verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de korte st<strong>en</strong>gelled<strong>en</strong> zich<br />

zodat er e<strong>en</strong> koolzaadachtige plant ontstaat (figuur 41). Ze beïnvloed<strong>en</strong> soms ook de<br />

celdeling<strong>en</strong>. Bij plant<strong>en</strong> waarvan de st<strong>en</strong>gel eerst strekkings<strong>groei</strong> vertoont voordat ze<br />

gaan bloei<strong>en</strong>, werkt gibberellinezuur stimuler<strong>en</strong>d op de bloei. Bij plant<strong>en</strong> waar de<br />

vegetatieve fase strekkings<strong>groei</strong> vertoont wordt de bloei door toedi<strong>en</strong>ing van<br />

gibberellinezuur geremd. Ook de kieming van zad<strong>en</strong>, die soms slechts na licht- of<br />

koudebehandeling verloopt, kan door gibberellinezuurbehandeling zonder licht- of<br />

koudebehandeling verlop<strong>en</strong> (sommige rass<strong>en</strong> sla, appelzad<strong>en</strong>).<br />

De functie van gibberellinezuur bij het ontkiem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> graankorrel is het doorbrek<strong>en</strong><br />

van de rust van de cell<strong>en</strong> van de eiwitrijke buit<strong>en</strong>laag van de korrel. Het embryo vormt<br />

na wateropname e<strong>en</strong> beetje gibberellinezuur, dat door de korrel naar de buit<strong>en</strong>ste laag<br />

cell<strong>en</strong> diffundeert <strong>en</strong> deze — onder andere — aanzet tot het mak<strong>en</strong> van amylase, het<br />

<strong>en</strong>zym dat zetmeel afbreekt tot moutsuiker waardoor het reservevoedsel ter beschikking<br />

komt. Kunstmatig toevoeg<strong>en</strong> van gibberellinezuur versnelt dan ook de ontkieming van<br />

veel zad<strong>en</strong>.<br />

Figuur 42. Gibberellinezuur of GA3, e<strong>en</strong> natuurlijke <strong>groei</strong>stof.<br />

c. De fytokinin<strong>en</strong> (cytokinin<strong>en</strong>)<br />

Bij experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met weefselkwek<strong>en</strong> uit plantaardig materiaal bleek kokosnootmelk<br />

onmisbare stoff<strong>en</strong> te bevatt<strong>en</strong>. Het bleek onmogelijk deze stoff<strong>en</strong> uit de kokosnootmelk<br />

te isoler<strong>en</strong>. Later onderzoek toonde dat de structuur van deze stoff<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<br />

vertoonde met ad<strong>en</strong>ine, e<strong>en</strong> bouwste<strong>en</strong> van de nucleïnezur<strong>en</strong> (figuur 43). M<strong>en</strong><br />

onderzocht daarom afbraakproduct<strong>en</strong> van nucleïnezur<strong>en</strong> op <strong>groei</strong>stofwerking. Tot 120 °C<br />

verwarmd haringsperma vertoonde na afkoeling inderdaad e<strong>en</strong> <strong>groei</strong>stofwerking.<br />

Door de fytokynin<strong>en</strong> wordt vooral de celdeling gestimuleerd. Door auxin<strong>en</strong> <strong>en</strong> fytokinin<strong>en</strong><br />

in bepaalde conc<strong>en</strong>traties toe te voeg<strong>en</strong> bleek het mogelijk uit stukjes st<strong>en</strong>gel van<br />

tabaksplant<strong>en</strong> naar w<strong>en</strong>s wortels, blader<strong>en</strong> of bloem<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> ontstaan.<br />

76


Figuur 43. Ad<strong>en</strong>ine, e<strong>en</strong> onderdeel van e<strong>en</strong> nucleïnezuur (links bov<strong>en</strong>) <strong>en</strong> kinetine,<br />

verkreg<strong>en</strong> als afbraakproduct van nucleïnezuur (rechts bov<strong>en</strong>).<br />

6 ( dimethylallylamino) purine, e<strong>en</strong> natuurlijke <strong>groei</strong>stof (links onder) <strong>en</strong> het<br />

kunstmatige b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine (rechts onder).<br />

d. De remstoff<strong>en</strong> (dormine)<br />

Het abscisinezuur of dormine is rond 1965 geïsoleerd uit kato<strong>en</strong>vrucht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

esdoornblader<strong>en</strong> (figuur 44). M<strong>en</strong> me<strong>en</strong>t dat deze verbinding in kato<strong>en</strong> verantwoordelijk<br />

is voor het voortijdig afvall<strong>en</strong> van de vrucht, terwijl m<strong>en</strong> bij de esdoorn ontdekte dat de<br />

verbinding de okselknopp<strong>en</strong> in winterslaap liet gaan (dormine). M<strong>en</strong> vermoedt dat deze<br />

verbinding de rustperiode beheerst. Knopp<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> in het voorjaar uit omdat de<br />

dormineconc<strong>en</strong>tratie daalt, òf omdat e<strong>en</strong> antagonistisch werk<strong>en</strong>de <strong>groei</strong>stof, zoals 'n<br />

cytokinine wordt gevormd. Er zijn veel kunstmatig bereide remstoff<strong>en</strong> welke toepassing<br />

in land- <strong>en</strong> tuinbouw gevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (figuur 44). Zij word<strong>en</strong> gebruikt om azalea's <strong>en</strong><br />

chrysant<strong>en</strong> laag te houd<strong>en</strong>, om appelbom<strong>en</strong> eerder vrucht te lat<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>, om gran<strong>en</strong><br />

met kort stro te verkrijg<strong>en</strong>.<br />

77


Figuur 44. Kunstmatige remstoff<strong>en</strong>.<br />

Van bov<strong>en</strong> naar onder: dormine of abscisinezuur, e<strong>en</strong> natuurlijke remstof; 2-chloorethyltrimethylammoniumchloride<br />

(chloorcholinechloride) of CCC, dat stro<strong>groei</strong> remt bij tarwe; <strong>en</strong> het<br />

N-N-dimethylbarnste<strong>en</strong>zuurmonoamide of B 995 of B9, e<strong>en</strong> kunstmatige remstof die de<br />

st<strong>en</strong>gel<strong>groei</strong> bij chrysanth<strong>en</strong> remt.<br />

E-17 Bepaling van de <strong>groei</strong>zone in e<strong>en</strong> wortel<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

koperdraad.<br />

draadje gar<strong>en</strong>.<br />

Oost-Indische inkt.<br />

gekiemde erwt<strong>en</strong>.<br />

fles met dubbeldoorboorde kurk.<br />

watt<strong>en</strong>.<br />

Figuur 45. Markeerdraad voor het met O.I.-inkt<br />

merk<strong>en</strong> van wortelpunt<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

maak e<strong>en</strong> markeerdraad door tuss<strong>en</strong> de uiteind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gebog<strong>en</strong> koperdraad e<strong>en</strong><br />

draadje gar<strong>en</strong> te spann<strong>en</strong> (figuur 45).<br />

bevochtig het draadje met Oost-Indische inkt.<br />

br<strong>en</strong>g op de wortel van e<strong>en</strong> gekiemde erwt e<strong>en</strong> millimeterverdeling aan.<br />

78


zet deze erwt met behulp van e<strong>en</strong> ijzerdraad vast aan e<strong>en</strong> kurk, waarin ook e<strong>en</strong> gat is<br />

geboord (di<strong>en</strong>t voor luchtverversing).<br />

plaats de kurk op e<strong>en</strong> fles waarin zich natte watt<strong>en</strong> op de bodem bevind<strong>en</strong><br />

(luchtvochtigheid!).<br />

bepaal na <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> (bij niet te hoge temperatuur na 7 dag<strong>en</strong>) het resultaat<br />

(figuur 46).<br />

Figuur 46. Proefopstelling voor het bepal<strong>en</strong> van de <strong>groei</strong>zone in e<strong>en</strong> wortel.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Welke streepjes (begin onderaan te nummer<strong>en</strong>) ligg<strong>en</strong> nu het verst van elkaar?<br />

2. Waar bevond zich bij het inzett<strong>en</strong> van het experim<strong>en</strong>t de <strong>groei</strong>zone van deze wortel<br />

<strong>en</strong> waar zou deze zich nu bevind<strong>en</strong>?<br />

3. Wat moet m<strong>en</strong> onder de <strong>groei</strong>zone verstaan?<br />

E-18 De invloed van auxine op de l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong><br />

Verschill<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>traties auxine beïnvloed<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong> van de st<strong>en</strong>gel op e<strong>en</strong><br />

geheel andere wijze dan de l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong> van de wortel. De wortel reageert niet of wordt<br />

misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje gestimuleerd in e<strong>en</strong> oplossing van 10- 10 M auxine.<br />

Verhoging van de conc<strong>en</strong>tratie leidt tot e<strong>en</strong> sterke remming, die maximaal wordt bij e<strong>en</strong><br />

conc<strong>en</strong>tratie van ongeveer 10 -5 M. De l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong> van de st<strong>en</strong>gel wordt zeer sterk<br />

gestimuleerd door auxine <strong>en</strong> wel maximaal bij 10 -5 M, dezelfde conc<strong>en</strong>tratie dus waarbij<br />

de wortel<strong>groei</strong> praktisch wordt stop gezet.<br />

De proef wordt uitgevoerd met e<strong>en</strong> kunstmatige <strong>groei</strong>stof (figuur 40), die e<strong>en</strong> werking<br />

heeft analoog aan die van indolazijnzuur, het 2,4-dichloorf<strong>en</strong>oxy-azijnzuur(2,4-D).<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

tuinkerszad<strong>en</strong>.<br />

bekerglaz<strong>en</strong> van 400 ml met deksels.<br />

2,4-dichloorf<strong>en</strong>oxy-azijnzuur (2,4-D).<br />

79


Recept:<br />

Het moleculair gewicht van 2,4-D is 221. Voor e<strong>en</strong> oplossing van 10 -3 M (0,001 M) is dus<br />

0,221 gram 2,4-D nodig, opgelost in 1 liter aqua destillata. Via e<strong>en</strong> verdunningsreeks kan<br />

hiervan de gew<strong>en</strong>ste serie <strong>groei</strong>stofoplossing<strong>en</strong> van 10 -11 M oplop<strong>en</strong>d tot 10- 4 M<br />

sam<strong>en</strong>gesteld word<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

vul de bekerglaz<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hoogte van ongeveer 1 mm met de 2,4-D oplossing<strong>en</strong> van<br />

verschill<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>traties, oplop<strong>en</strong>d van 10 -11 M tot 10- 4 M.<br />

leg porties van 10 zad<strong>en</strong> van tuinkers in het donker te kiem<strong>en</strong> in deze bekerglaz<strong>en</strong><br />

(afsluit<strong>en</strong> met deksel).<br />

meet na 4 dag<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>gte (in mm) van de st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong> de wortel bij ieder plantje <strong>en</strong><br />

bepaal het gemiddeld per bekerglas. Niet gekiemde zad<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet meegeteld.<br />

zet de gemiddeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> diagram uit teg<strong>en</strong> de 2,4-D conc<strong>en</strong>traties.<br />

Tabel 1<br />

80


E-19 De invloed van <strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> op de beworteling van plant<strong>en</strong>stekk<strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

stekk<strong>en</strong> van Chrysanthemum indicum (tuin- of potchrysanth, bij bloemist) bij<br />

voorkeur vegetatief; stekk<strong>en</strong> 5 tot 7 cm lang, 3 stekk<strong>en</strong> per 2 leerling<strong>en</strong>.<br />

aardewerk bloempotjes of plastic bekers, ± 7 cm Ø 3 per 2 leerling<strong>en</strong>.<br />

scherp rivierzand.<br />

<strong>en</strong>kele gramm<strong>en</strong> talkpoeder.<br />

Rhizopon B, (bevat 0,2% naphtylazijnzuur op talkpoeder): (figuur 40) als<br />

handelspreparaat bij zaadhandels verkrijgbaar.<br />

Uitvoering:<br />

stop de vooraf bevochtigde onderkant van één stek in het Rhizoponpoeder<br />

(1 tot 2 cm diep) <strong>en</strong> plant deze stek dan in e<strong>en</strong> bloempotje met scherp zand (eerst<br />

e<strong>en</strong> gaatje in het zand mak<strong>en</strong>, anders wordt de <strong>groei</strong>stof van het stekuiteinde<br />

afgeschov<strong>en</strong>!). Na het inplant<strong>en</strong> de grond aandrukk<strong>en</strong>.<br />

stop de tweede stek in zuiver talkpoeder <strong>en</strong> plant deze op dezelfde wijze in het scherp<br />

zand van het tweede bloempotje.<br />

plant de derde stek zonder verdere behandeling in het zand van het derde<br />

bloempotje.<br />

plaats de pott<strong>en</strong> met stekk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kas bij 10-12 °C, of onder bol staande plastic<br />

zakk<strong>en</strong>. (Eerst uitadem<strong>en</strong> in de zak vlak voor deze op de pot te plaats<strong>en</strong> verbetert het<br />

microklimaat in de zak.)<br />

haal na 2-3 wek<strong>en</strong> de hele wortelkluit uit de pott<strong>en</strong> van alle stekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoel het<br />

scherp zand met e<strong>en</strong> zachte waterstraal tuss<strong>en</strong> de wortels uit.<br />

tel het aantal wortels van iedere stek <strong>en</strong> meet van iedere wortel de l<strong>en</strong>gte.<br />

Opdracht <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Verwerk de eig<strong>en</strong> meetresultat<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tabel waarin ook de gemiddelde resultat<strong>en</strong><br />

van alle leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermeld. (Ter vergelijking van deze laatste gegev<strong>en</strong>s<br />

wordt e<strong>en</strong> verzameltabel op het bord gemaakt.)<br />

2. Welke stek(k<strong>en</strong>) is (zijn) in dit experim<strong>en</strong>t als blanco bedoeld?<br />

3. Waarom moet m<strong>en</strong> deze blanco stek(k<strong>en</strong>) inzett<strong>en</strong>?<br />

4. Zijn er aan de stekk<strong>en</strong> ook bov<strong>en</strong>grondse verschill<strong>en</strong> waarneembaar?<br />

E-20 In de natuur voorkom<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong> die het kiem<strong>en</strong><br />

van zad<strong>en</strong> remm<strong>en</strong><br />

In de onmiddellijke omgeving van embryon<strong>en</strong> (bijvoorbeeld in het <strong>en</strong>dosperm, in de<br />

zaadhuid, in het vruchtvlees) word<strong>en</strong> stoff<strong>en</strong> gevormd, die bij veel plant<strong>en</strong> het voortijdig<br />

kiem<strong>en</strong> van zad<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>. Deze remming kan door het volg<strong>en</strong>de experim<strong>en</strong>t (ev<strong>en</strong>tueel<br />

thuis uit te voer<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> aangetoond.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

4 petrischal<strong>en</strong> 9 cm Ø.<br />

4 filtreerpapiertjes 9 cm Ø.<br />

mes.<br />

tuinkerszad<strong>en</strong>.<br />

appel.<br />

sinaasappel.<br />

tomaat.<br />

ev<strong>en</strong>tueel andere vrucht<strong>en</strong> zoals komkommer, banan<strong>en</strong>schil <strong>en</strong> melo<strong>en</strong>.<br />

81


Uitvoering:<br />

leg tuinkerszad<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> petrischaal gevuld met leiding water.<br />

leg in ieder van vier petrischal<strong>en</strong> twee ronde filtreerpapiertjes (9 cm Ø) <strong>en</strong> bevochtig<br />

ze goed met leidingwater.<br />

leg in de eerste petrischaal e<strong>en</strong> dunne schijf appel, in de tweede e<strong>en</strong> dunne schijf van<br />

e<strong>en</strong> sinaasappel <strong>en</strong> in de derde e<strong>en</strong> dunne schijf tomaat. De vierde schaal wordt de<br />

controle. Hoe ziet deze controleproef eruit?<br />

verdeel op iedere schijf 10-15 gezwoll<strong>en</strong> tuinkerszad<strong>en</strong>.<br />

sluit de schal<strong>en</strong> met het deksel <strong>en</strong> laat ze bij kamertemperatuur staan.<br />

Opdracht <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat ziet m<strong>en</strong> na 48 uur in deze petrischal<strong>en</strong>?<br />

2. Zet de resultat<strong>en</strong> uit in bijgaande tabel.<br />

3. Welke verklaring kan m<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>?<br />

4. Wat is biologisch de betek<strong>en</strong>is van dit verschijnsel?<br />

Tabel 2<br />

aantal gekiemde zad<strong>en</strong> aantal niet-gekiemde zad<strong>en</strong><br />

vrucht schaal 1 schaal 2 schaal 3 schaal 4 totaal schaal 1 schaal 2 schaal 3 schaal 4 totaal<br />

appel<br />

sinaasappel<br />

tomaat<br />

82


E-21 Groeiregulatie van cotyl<strong>en</strong> van radijs onder<br />

invloed van b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

radijszad<strong>en</strong> (type ronde rode witpunt of Chérie bel).<br />

gewass<strong>en</strong> scherp zand.<br />

broedstoof.<br />

koelkast.<br />

4 petrischal<strong>en</strong> 9 cm Ø.<br />

filtreerpapier 9 cm Ø.<br />

scheermesje of ander mes.<br />

pincet.<br />

4 reageerbuiz<strong>en</strong>.<br />

bufferoplossing (zie onder voorbereiding).<br />

b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine-oplossing (zie onder voorbereiding).<br />

Voorbereiding:<br />

bereid 50 ml bufferoplossing door het sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong> van:<br />

25 ml 0,004 M Na2HP04.2H20 (=0,696 gram/liter) <strong>en</strong><br />

25 ml 0,004 M KH2PO4 (=0,544 gram/liter)<br />

bereid e<strong>en</strong> oplossing van b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine met e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie van 10 -5 M<br />

(= 0,00225 gram/liter), zodat door verdunning met aqua dest. de overige<br />

conc<strong>en</strong>traties zijn te verkrijg<strong>en</strong> (figuur 43).<br />

laat 80 radijszaadjes 3 à 4 dag<strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> op vochtig scherp zand tot de zaadlobb<strong>en</strong><br />

duidelijk zichtbaar zijn.<br />

N.B. De oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de petrischal<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> niet steriel te zijn.<br />

Uitvoering:<br />

snijd van de twee zaadlobb<strong>en</strong> steeds de kleinste met behulp van pincet <strong>en</strong> scheermesje<br />

zodanig af dat aan die zaadlob niets meer van het bladsteeltje aanwezig is.<br />

plaats 4 reageerbuiz<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> rekje, nummer ze 1 tot <strong>en</strong> met 4 <strong>en</strong> pipetteer in ieder 9<br />

ml bufferoplossing.<br />

voeg toe:<br />

aan buis 1: 1 ml 10 -5 M b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine-oplossing<br />

aan buis 2: 1 ml 10 -6 M b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine-oplossing<br />

aan buis 3: 1 ml 10 -7 M b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine-oplossing<br />

aan buis 4: 1 ml 10 -8 M b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine-oplossing<br />

bedek van 5 petrischal<strong>en</strong> (9 cm Ø) de bodem met filtreerpapier(9 cm Ø)<br />

voorzie de petrischal<strong>en</strong> van de nummers 1 tot <strong>en</strong> met 5 (nummer op de onderste<br />

helft!)<br />

br<strong>en</strong>g 3 ml uit buis 1 in petrischaal 1.<br />

3 ml uit buis 2 in petrischaal 2.<br />

3 ml uit buis 3 in petrischaal 3.<br />

3 ml uit buis 4 in petrischaal 4.<br />

br<strong>en</strong>g 3 ml bufferoplossing in petrischaal 5, zodat deze als blanco di<strong>en</strong>st kan do<strong>en</strong>.<br />

leg in ieder van de 5 petrischal<strong>en</strong> 10 cotyl<strong>en</strong>, die op de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> wijze<br />

zijn behandeld.<br />

sluit de petrischal<strong>en</strong> af met de bijbehor<strong>en</strong>de deksels.<br />

plaats de schal<strong>en</strong> zo mogelijk bij e<strong>en</strong> temperatuur van 24-25 °C.<br />

Zorg er daarbij voor dat voldo<strong>en</strong>de licht kan toetred<strong>en</strong>.<br />

83


na 3 à 4 dag<strong>en</strong> is (bij de g<strong>en</strong>oemde temperatuur) het resultaat meestal bereikt.<br />

Om het optred<strong>en</strong> van schimmel- <strong>en</strong> bacterie-infecties te remm<strong>en</strong> is het aan te<br />

bevel<strong>en</strong> de petrischal<strong>en</strong>, nadat het resultaat bereikt is, in de koelkast te plaats<strong>en</strong>.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat neemt m<strong>en</strong> waar aan de cotyl<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke verschill<strong>en</strong> zijn er tuss<strong>en</strong> de schal<strong>en</strong><br />

1 tot <strong>en</strong> met 5?<br />

2. Bestaat er e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> de conc<strong>en</strong>tratie van het b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine <strong>en</strong> de<br />

opgetred<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> der cotyl<strong>en</strong>?<br />

3. Geef dit verschil in e<strong>en</strong> diagram weer.<br />

Weeg daarvoor van iedere schaal de cotyl<strong>en</strong> (het aanhang<strong>en</strong>de water eerst afdrog<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> bepaal het gemiddelde gewicht. Zet dit gemiddelde gewicht uit teg<strong>en</strong> de<br />

conc<strong>en</strong>tratie b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine.<br />

4. Tracht de resultat<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>.<br />

E-22 Het antagonisme van <strong>groei</strong>- <strong>en</strong> remstoff<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong>dekroos<br />

E<strong>en</strong>dekroos is gevoelig voor de remm<strong>en</strong>de werking van dormine. Deze remm<strong>en</strong>de<br />

werking kan wel ongedaan gemaakt word<strong>en</strong> met behulp van cytokinin<strong>en</strong>, maar niet met<br />

behulp van auxin<strong>en</strong> of gibberellin<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

4 petrischal<strong>en</strong> (per 4 leerling<strong>en</strong> 1 serie).<br />

dormine(abscisinezuur)10 -12 M <strong>en</strong> 10 -6 M (Mol. gewicht: 248).<br />

b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine 10 -6 M ('n kunstmatig cytokinine)(Mol. gewicht: 225).<br />

e<strong>en</strong>dekroos uit e<strong>en</strong> schone, heldere sloot.<br />

geconc<strong>en</strong>treerde voedingsoplossing (Gro-stuf).<br />

Voorbereiding:<br />

a. De cultuur van e<strong>en</strong>dekroosplantjes<br />

verdun de geconc<strong>en</strong>treerde voedingsoplossing (Gro-stuf) door hiervan 1 ml aan<br />

999 ml aqua dest. toe te voeg<strong>en</strong>.<br />

vul e<strong>en</strong> aantal petrischal<strong>en</strong> met deze voedingsoplossing.<br />

spoel het verzamelde e<strong>en</strong>dekroos 3x goed met leidingwater om de aanhang<strong>en</strong>de<br />

alg<strong>en</strong> zo veel mogelijk te verwijder<strong>en</strong>.<br />

verdeel het e<strong>en</strong>dekroos over de petrischal<strong>en</strong>. Het wateroppervlak mag voor ongeveer<br />

de helft bedekt zijn met drijv<strong>en</strong>de plantjes.<br />

sluit de petrischal<strong>en</strong> met de doorzichtige deksels af <strong>en</strong> plaats ze 30 à 40 cm onder<br />

2 continu brand<strong>en</strong>de TL buiz<strong>en</strong> van 40 W (120 cm lang).<br />

De temperatuur di<strong>en</strong>t rond de 20 °C te schommel<strong>en</strong>.<br />

ververs de voedingsoplossing gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> à twee wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal mal<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verwijder telk<strong>en</strong>s de afgestorv<strong>en</strong> e<strong>en</strong>dekroosplantjes.<br />

Indi<strong>en</strong> er nog slechts <strong>en</strong>kele plantjes afsterv<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> geringe of ge<strong>en</strong> bacterie<strong>groei</strong><br />

meer optreedt, is de cultuur gestabiliseerd <strong>en</strong> zal het aantal plantjes weer to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Dan kan het e<strong>en</strong>dekroos voor onderstaand experim<strong>en</strong>t gebruikt word<strong>en</strong>.<br />

84


. Het vervaardig<strong>en</strong> van oplossing<strong>en</strong> van <strong>groei</strong>- <strong>en</strong> remstof<br />

maak van dormine <strong>en</strong> b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine oplossing<strong>en</strong> (figuur 43 <strong>en</strong> 44) met e<strong>en</strong><br />

conc<strong>en</strong>tratie van 10 -4 M. Gebruik de verdunde voedingsoplossing om deze stoff<strong>en</strong> tot<br />

de juiste conc<strong>en</strong>tratie te verdunn<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

vul:<br />

petrischaal I met verdunde voedingsoplossing<br />

petrischaal II met verdunde voedingsoplossing met 10 -12 M dormine<br />

petrischaal III met verdunde voedingsoplossing met 10 -6 M dormine<br />

petrischaal IV met verdunde voedingsoplossing met 10 -6 M dormine én<br />

10 -6 M b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine<br />

spoel de e<strong>en</strong>dekroosplantjes uit de cultuur <strong>en</strong>kele mal<strong>en</strong> met aqua dest. om de nog<br />

aanwezige bacteriën mer<strong>en</strong>deels te verwijder<strong>en</strong>.<br />

voorzie iedere petrischaal van e<strong>en</strong> gelijk aantal plantjes, die zoveel mogelijk dezelfde<br />

grootte hebb<strong>en</strong> (noteer het aantal plantjes <strong>en</strong> het totaal aantal 'blaadjes').<br />

Het wateroppervlak kan tot voor ongeveer de helft bedekt zijn.<br />

sluit de petrischaal af <strong>en</strong> plaats ze onder de Tl-buiz<strong>en</strong> (zie cultuurmethode onder<br />

voorbereiding).<br />

meet na één week <strong>en</strong> na twee wek<strong>en</strong> de ontwikkeling door het aantal 'blaadjes' te<br />

tell<strong>en</strong> of door het afgedroogde kroos te weg<strong>en</strong>.<br />

zet de gevond<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tabel <strong>en</strong> verklaar de resultat<strong>en</strong>.<br />

E-23 De hoeveelheid water nodig voor de kieming van zad<strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

50 erwt<strong>en</strong>.<br />

petrischal<strong>en</strong> 9 cm Ø<br />

Uitvoering:<br />

vul de 5 petrischal<strong>en</strong> met respectievelijk 10, 15, 20, 25 <strong>en</strong> 30 ml water.<br />

leg in ieder van de 5 petrischal<strong>en</strong> 10 erwt<strong>en</strong> te kiem<strong>en</strong>.<br />

plaats de petrischal<strong>en</strong> bij dezelfde temperatuur in dezelfde hoeveelheid licht.<br />

meet na 7 dag<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>gte van de st<strong>en</strong>gels <strong>en</strong> van de wortels.<br />

bepaal per schaal het gemiddelde <strong>en</strong> vul dit in de tabel in.<br />

cm 3<br />

water<br />

mm<br />

wortel<br />

mm<br />

st<strong>en</strong>gel<br />

10 15 20 25 30<br />

Vraag:<br />

Is de uitkomst volg<strong>en</strong>s de verwachting? Geef e<strong>en</strong> verklaring.<br />

85


E-24 De invloed van de zuurstof op de kieming van zad<strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

glaz<strong>en</strong> cilinder.<br />

erwt<strong>en</strong>.<br />

stokje.<br />

speld<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

vul e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> cilinder voor tweederde met uitgekookt water.<br />

bevestig met behulp van speld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal erwt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> stokje.<br />

plaats dit stokje in de cilinder met uitgekookt water.<br />

T<strong>en</strong>minste twee erwt<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het wateroppervlak (figuur 47).<br />

zet de cilinder op e<strong>en</strong> donkere warme plaats.<br />

Figuur 47. Proefopstelling voor het bepal<strong>en</strong> van de invloed<br />

van de zuurstof op de ontkieming van zad<strong>en</strong>.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Waarom wordt er uitgekookt water gebruikt.<br />

2. Welke erwt<strong>en</strong> ontkiem<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> welke niet?<br />

3. Geef daarvoor e<strong>en</strong> verklaring.<br />

86


E-25 De invloed van de temperatuur op de kieming van zad<strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

3 kiemdoz<strong>en</strong>.<br />

broedstoof.<br />

koelkast.<br />

stukjes tempex.<br />

erwt<strong>en</strong>.<br />

Voorbereiding:<br />

Kiemdoz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> van ½ liter of 1 liter plastic voorraaddoz<strong>en</strong> of van<br />

hoge koelkastdoz<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> half met water gevuld. Op het water drijft e<strong>en</strong> stukje<br />

tempex (bijvoorbeeld van e<strong>en</strong> plafondtegel), waarin met e<strong>en</strong> gloei<strong>en</strong>de spijker gaatjes<br />

gesmolt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die zo groot zijn dat de erwt<strong>en</strong> er net niet door vall<strong>en</strong>. De erwt<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> met het naveltje naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> op de gaatjes gelegd. Door het poortje kan het<br />

zaad dan water opnem<strong>en</strong>. De doz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zwart geschilderd word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

broedstoof beschikbaar is kunn<strong>en</strong> de 'warme' doz<strong>en</strong> bij de verwarming gezet word<strong>en</strong> of in<br />

e<strong>en</strong> tropisch aquarium gehang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De tuss<strong>en</strong>temperatuur kan bereikt word<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> emmer, waarin e<strong>en</strong> klein straaltje water loopt (± 10 °C).<br />

Opmerking: Deze experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel thuis uitgevoerd word<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

leg in ieder van drie kiemdoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal erwt<strong>en</strong> te kiem<strong>en</strong>.<br />

plaats deze doz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> week lang in het donker, maar bij verschill<strong>en</strong>de temperatur<strong>en</strong>:<br />

één in e<strong>en</strong> broedstoof bij e<strong>en</strong> temperatuur van ongeveer 25 °C.<br />

de tweede in e<strong>en</strong> gangkast bij e<strong>en</strong> temperatuur van ongeveer 15 °C <strong>en</strong><br />

de derde in de koelkast bij e<strong>en</strong> temperatuur van ongeveer 5 °C.<br />

meet iedere dag op hetzelfde uur de l<strong>en</strong>gte van st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong> wortel van de 10 erwt<strong>en</strong> in<br />

iedere kiemdoos <strong>en</strong> bepaal van iedere groep het gemiddelde.<br />

Vul deze gegev<strong>en</strong>s in de tabell<strong>en</strong> 4, 5 <strong>en</strong> 6 in.<br />

zet de meting<strong>en</strong> uit in e<strong>en</strong> grafiek.<br />

indi<strong>en</strong> het niet mogelijk is iedere dag te met<strong>en</strong> wordt er pas na <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong><br />

gemet<strong>en</strong>. De meting<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> tabel.<br />

E-26 De invloed van de hoeveelheid licht op de <strong>groei</strong> van kiemplant<strong>en</strong><br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

3 kiemdoz<strong>en</strong> (zie E-25).<br />

erwt<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

leg in drie kiemdoz<strong>en</strong> elk 10 erwt<strong>en</strong> te kiem<strong>en</strong>.<br />

plaats deze doz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> week lang in e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de hoeveelheid licht: één voor het<br />

raam,<br />

de tweede zo ver mogelijk van het raam af <strong>en</strong> de derde in e<strong>en</strong> donkere kast.<br />

87


meet elke dag op e<strong>en</strong> vast uur van de 10 erwt<strong>en</strong> in de doz<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>gte van st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong><br />

wortel.<br />

berek<strong>en</strong> van iedere doos telk<strong>en</strong>s het gemiddelde van de ti<strong>en</strong> meting<strong>en</strong>, vul dit<br />

gemiddelde in de tabell<strong>en</strong> 7, 8 <strong>en</strong> 9 in.<br />

verwerk de gemiddelde waard<strong>en</strong> van de 3 doz<strong>en</strong> daarna in één diagram.<br />

Geef de gemiddelde waard<strong>en</strong> van doos 1, 2 <strong>en</strong> 3 aan met verschill<strong>en</strong>de lijnsoort<strong>en</strong> of<br />

maak gebruik van verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong>.<br />

Tabel 7<br />

veel<br />

datum opm.<br />

licht<br />

l<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel<br />

in mm<br />

l<strong>en</strong>gte wortel<br />

in mm<br />

Tabel 8<br />

weinig<br />

datum opm.<br />

licht<br />

l<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel<br />

in mm<br />

l<strong>en</strong>gte wortel<br />

in mm<br />

Tabel 9<br />

donker datum opm.<br />

l<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel<br />

in mm<br />

l<strong>en</strong>gte wortel<br />

in mm<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Welke invloed heeft het licht op de l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong>?<br />

2. Welke invloed heeft het licht op de kleur van st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong> blader<strong>en</strong>?<br />

3. Moet<strong>en</strong> de punt<strong>en</strong>, in het diagram met rechte lijn<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of moet er<br />

e<strong>en</strong> kromme door de punt<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

E-27 Fototropie<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

gekiemde haverkorrels.<br />

kweekbakk<strong>en</strong>, waarvan de bodem voorzi<strong>en</strong> is van drainagegat<strong>en</strong>.<br />

kartonn<strong>en</strong> doos, waarin de kweekbak past, van binn<strong>en</strong> zwart geverfd.<br />

filters van verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong>: rood, geel, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> blauw.<br />

aluminiumfolie.<br />

91


Uitvoering:<br />

leg gekiemde haverkorrels juist zichtbaar onder de oppervlakte in vochtige aarde in<br />

e<strong>en</strong> aantal bakjes, waarvan de bodem drainagegat<strong>en</strong> bevat.<br />

laat op één bakje uit één richting licht vall<strong>en</strong> door over de bak e<strong>en</strong> kartonn<strong>en</strong> doos te<br />

plaats<strong>en</strong>, waarvan de zijkant<strong>en</strong>, de achterkant <strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>kant van binn<strong>en</strong> zwart<br />

geschilderd zijn <strong>en</strong> de voorkant verwijderd is (figuur 48).<br />

Figuur 48. Proefopstelling voor het bepal<strong>en</strong> van de fototropie van gekiemde haverplant<strong>en</strong>.<br />

voer deze proef zo mogelijk ook uit door gebruik te mak<strong>en</strong> van kunstlicht <strong>en</strong> licht met<br />

bepaalde golfl<strong>en</strong>gtes: te realiser<strong>en</strong> door verschill<strong>en</strong>de lichtfilters tuss<strong>en</strong> de lamp <strong>en</strong> de<br />

plantjes te plaats<strong>en</strong> (bijvoorbeeld rode, gele, gro<strong>en</strong>e, blauwe glaasjes).<br />

in het laatste bakje laat m<strong>en</strong> de plantjes eerst op<strong>groei</strong><strong>en</strong> door er alzijdig licht op te<br />

lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>.<br />

bedek de topp<strong>en</strong> (½ cm) van circa de helft van het aantal plantjes in ieder bakje met<br />

hoedjes van aluminiumfolie.<br />

vergelijk de l<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>groei</strong>richting<strong>en</strong> der diverse categorieën kiemplant<strong>en</strong>.<br />

In de regel zal belichting gedur<strong>en</strong>de 4 uur al resultat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Wat neemt m<strong>en</strong> waar tijd<strong>en</strong>s het op<strong>groei</strong><strong>en</strong> van kiemplantjes bij e<strong>en</strong>zijdige <strong>en</strong> wat bij<br />

alzijdige belichting (daglicht)?<br />

2. Geef e<strong>en</strong> verklaring.<br />

3. Wat neemt m<strong>en</strong> waar bij belichting met kunstlicht?<br />

Heeft de golfl<strong>en</strong>gte van het licht invloed op deze plantjes?<br />

4. Wat neemt m<strong>en</strong> waar bij de plantjes waarvan de topp<strong>en</strong> zijn bedekt met<br />

aluminiumfolie?<br />

92


E-28 E<strong>en</strong>voudige erfelijkheidsleer of g<strong>en</strong>etica<br />

A. Inleiding <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong><br />

Chromosom<strong>en</strong> zijn de dragers van de erfelijke aanleg. Deze erfelijke aanleg — volg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> voor iedere soort vast patroon — in de chromosom<strong>en</strong> gerangschikt. De aanleg voor<br />

e<strong>en</strong> erfelijke eig<strong>en</strong>schap (ook wel factor g<strong>en</strong>oemd) wordt aangeduid met de term g<strong>en</strong>.<br />

De vorm<strong>en</strong> waarin zo'n g<strong>en</strong> kan voorkom<strong>en</strong> noemt m<strong>en</strong> allel<strong>en</strong> (<strong>en</strong>kelvoud; allel).<br />

Bij erwt<strong>en</strong> bestaat er e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> voor zaadkleur, waarvan de twee allel<strong>en</strong> zijn: gro<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

geel. Bij runder<strong>en</strong> bestaat er e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> voor huidskleur; waarvan twee allel<strong>en</strong> zijn: zwart<br />

<strong>en</strong> rood. Bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bestaat er e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> voor bloedgroep, waarvan drie allel<strong>en</strong> zijn A, B<br />

<strong>en</strong> O (nul). Omdat de chromosom<strong>en</strong> in par<strong>en</strong> in de normale celkern voorkom<strong>en</strong>, zijn de<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong> twee keer in iedere kern aanwezig (uitzondering ongelijkvormige heterosom<strong>en</strong>).<br />

De gezam<strong>en</strong>lijke g<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> cel noemt m<strong>en</strong> het g<strong>en</strong>oom. 'n Aantal afzonderlijke g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

noemt m<strong>en</strong> het g<strong>en</strong>otype. Dit g<strong>en</strong>otype hoeft niet altijd tot uitdrukking te kom<strong>en</strong>.<br />

Het resultaat is ook nog afhankelijk van het milieu. Het feitelijke resultaat van g<strong>en</strong>otype<br />

<strong>en</strong> milieu noemt m<strong>en</strong> het f<strong>en</strong>otype. De invloed van g<strong>en</strong>otype <strong>en</strong> milieu zijn niet altijd<br />

ev<strong>en</strong> sterk. De lichaamsl<strong>en</strong>gte <strong>en</strong> het lichaamsgewicht word<strong>en</strong> door beide beïnvloed,<br />

terwijl de oogkleur <strong>en</strong> de bloedgroep grot<strong>en</strong>deels op het g<strong>en</strong>otype berust<strong>en</strong>.<br />

Als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kruising uitvoert met organism<strong>en</strong>, waarbij m<strong>en</strong> slechts op het verschil in één<br />

erfelijke eig<strong>en</strong>schap let, spreekt m<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> monohybride kruising. Als m<strong>en</strong> op het<br />

verschil in twee erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> let, is het e<strong>en</strong> dihybride kruising.<br />

Als de allel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> op beide homologe chromosom<strong>en</strong> hetzelfde zijn noemt m<strong>en</strong><br />

het organisme t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van dat g<strong>en</strong> homozygoot. Zijn de allel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> op de<br />

homologe chromosom<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d, dan noemt m<strong>en</strong> het organisme heterozygoot.<br />

Soms komt in e<strong>en</strong> organisme, dat heterozygoot is, slechts één van de aanwezige allel<strong>en</strong><br />

in het f<strong>en</strong>otype tot uitdrukking. Het overheers<strong>en</strong>de allel noemt m<strong>en</strong> dan dominant, het<br />

andere allel, dat dus onderdrukt wordt, heet recessief. In andere gevall<strong>en</strong> is het<br />

f<strong>en</strong>otype e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>vorm tuss<strong>en</strong> de twee in het g<strong>en</strong>otype aanwezige allel<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> spreekt dan van intermediaire overerving <strong>en</strong> onvolledige dominantie.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

gele erwt<strong>en</strong> <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e erwt<strong>en</strong>: geel is dominant<br />

zwartbont vee <strong>en</strong> roodbont vee: zwart is dominant<br />

rhesus positief <strong>en</strong> rhesus negatief: rhesus positief is dominant<br />

rode <strong>en</strong> witte leeuw<strong>en</strong>bek: volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie is rose (intermediair)<br />

Het dominante allel wordt meestal aangeduid met e<strong>en</strong> hoofdletter, het recessieve allel<br />

met dezelfde kleine letter. (Let bij de keuze van letters op e<strong>en</strong> duidelijk verschil tuss<strong>en</strong><br />

de hoofdletter <strong>en</strong> de kleine letter. Bijvoorbeeld niet: W <strong>en</strong> w).<br />

B. Het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kruisingsschema:<br />

a. Monohybride kruising<br />

Kruising van e<strong>en</strong> erwt met gele zad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> erwt met gro<strong>en</strong>e zad<strong>en</strong>:<br />

1. Par<strong>en</strong>tes = ouders:<br />

a. G<strong>en</strong>otype: ♀ GG X gg ♂<br />

b. F<strong>en</strong>otype: ♀ geel X gro<strong>en</strong> ♂<br />

c. Gamet<strong>en</strong>: ♀ G X g ♂<br />

93


2. F1 g<strong>en</strong>eratie (filii zijn kinder<strong>en</strong>):<br />

a. G<strong>en</strong>otype: ♀ Gg X Gg ♂<br />

b. F<strong>en</strong>otype: ♀ geel X geel ♂<br />

50% G 50% G<br />

c. Gamet<strong>en</strong>: ♀ 50% g 50%g ♂<br />

3. F2 g<strong>en</strong>eratie (nakomeling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderlinge kruising van de F1):<br />

a. G<strong>en</strong>otype: 25% GG 50% Gg 25 % gg<br />

De verhouding geel:gro<strong>en</strong>= 3 1<br />

Deze verhouding<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in de praktijk niet precies gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat de<br />

combinatie van de gamet<strong>en</strong> op toevallige wijze tot stand komt.<br />

In dergelijke kruisingsschema's wordt het vrouwelijk organisme of de vrouwelijke gameet<br />

altijd voorop geplaatst.<br />

b. Dihybride kruising<br />

Bij e<strong>en</strong> dihybride kruising let m<strong>en</strong> bij de ouders op twéé g<strong>en</strong><strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de allel<strong>en</strong>.<br />

Bijvoorbeeld van het g<strong>en</strong> zaadkleur de allel<strong>en</strong> geel (G) <strong>en</strong> gro<strong>en</strong> (g) <strong>en</strong> van het g<strong>en</strong><br />

zaadvorm de allel<strong>en</strong> rond (R) <strong>en</strong> kantig (r). De ouders zijn homozygoot.<br />

Het kruisingsschema wordt als volgt: ♂ ♂ <strong>en</strong> ♀ ♀<br />

1. Par<strong>en</strong>tes:<br />

a. G<strong>en</strong>otype: ♀ GGrr X ggRR ♂<br />

b. F<strong>en</strong>otype: ♀ geel-kantig X gro<strong>en</strong>-rond ♂<br />

c. Gamet<strong>en</strong>:<br />

2. F1 g<strong>en</strong>eratie:<br />

♀ Gr X gR ♂<br />

a. G<strong>en</strong>otype: ♀ GgRr X GgRr ♂<br />

b. F<strong>en</strong>otype: ♀ geel-rond X geel-rond ♂<br />

c. Gamet<strong>en</strong>:<br />

♀<br />

25% GR<br />

25% Gr<br />

25% gR<br />

25% gr<br />

X<br />

25% GR<br />

25% Gr<br />

25% gR<br />

25% gr<br />

(Let wel: Eerst de twee dominante allel<strong>en</strong> (GR), dan het eerste dominant <strong>en</strong> het tweede<br />

recessief (Gr), dan het eerste recessief <strong>en</strong> het tweede dominant (gR), dan de beide<br />

recessieve allel<strong>en</strong>).<br />

De e<strong>en</strong>maal gekoz<strong>en</strong> lettervolgorde, dus eerst de 'gé' <strong>en</strong> dan de 'èr', blijft gehandhaafd.<br />

3. F2 g<strong>en</strong>eratie: Deze staat binn<strong>en</strong> de dikke lijn<strong>en</strong> in het 'schaakbord'. Indi<strong>en</strong> de<br />

gamet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s onderstaand voorbeeld geplaatst word<strong>en</strong>, ontstaat er e<strong>en</strong><br />

symmetrische verdeling, die vrij overzichtelijk is.<br />

♂<br />

♀ Gr gR gr<br />

94<br />

GR<br />

Gr<br />

gR<br />

gr<br />

1<br />

GGRR<br />

5<br />

GGRr<br />

9<br />

GgRR<br />

13<br />

GgRr<br />

2<br />

GGRr<br />

6<br />

GGrr<br />

10<br />

GgRr<br />

14<br />

Ggrr<br />

3<br />

GgRR<br />

7<br />

GgRr<br />

11<br />

ggRR<br />

15<br />

ggRr<br />

4<br />

GgRr<br />

8<br />

Ggrr<br />

12<br />

ggRr<br />

16<br />

ggrr<br />

♂<br />

↑gamet<strong>en</strong> ♀<br />

← gamet<strong>en</strong> ♂<br />

← F2 g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong>


Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Welke f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> zijn er <strong>en</strong> in welke verhouding kom<strong>en</strong> ze voor?<br />

2. Wat is de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> op de diagonaal van links-bov<strong>en</strong><br />

naar rechts-b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>?<br />

3. Wat is de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> op de diagonaal van links-b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

naar rechts-bov<strong>en</strong>?<br />

4. Welke nieuwe zaadvaste combinaties zijn er ontstaan?<br />

5. Wat is bij e<strong>en</strong> erwt F1, F2?<br />

6. Hoe zou m<strong>en</strong> de kruising in de praktijk uitvoer<strong>en</strong>, wat moet m<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> bij de<br />

verschill<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties?<br />

c. Geslachtsgebond<strong>en</strong> overerving (sex-linkage)<br />

Bij geslachtsgebond<strong>en</strong> overerving zijn die g<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> die wél op het Xchromosoom,<br />

maar niet op het Y-chromosoom voorkom<strong>en</strong>. De vrouw heeft het g<strong>en</strong> dan<br />

twee keer (XX), de man maar e<strong>en</strong> keer (XY), omdat het Y-chromosoom het g<strong>en</strong> niet<br />

draagt. Hierdoor tred<strong>en</strong> in het nageslacht afwijk<strong>en</strong>de verdeling<strong>en</strong> op. In de U.S.A. is 8%<br />

van de mann<strong>en</strong> rood-gro<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>blind <strong>en</strong> slechts 0,5% van bevrouw<strong>en</strong>. Bij de m<strong>en</strong>s<br />

ligt de erfelijke aanleg voor rood-gro<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>blindheid op het X-chromosoom.<br />

De aanleg voor niet kleur<strong>en</strong>blind zijn is dominant, de aanleg voor wel kleur<strong>en</strong>blind zijn is<br />

recessief.<br />

We kiez<strong>en</strong> als letter voor rood-gro<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>blindheid: X ,<br />

r<br />

<strong>en</strong> als letter voor kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>d: X<br />

R<br />

De X is er aan toegevoegd als geheug<strong>en</strong>steuntje voor het gegev<strong>en</strong> dat dit g<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op<br />

het X-chromosoom voorkomt.<br />

Het kruisingsschema:<br />

4. Par<strong>en</strong>tes:<br />

d. G<strong>en</strong>otype:<br />

e. F<strong>en</strong>otype:<br />

♀<br />

♀<br />

XX<br />

RR<br />

kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>d<br />

X<br />

XY<br />

r-<br />

X kleur<strong>en</strong>blind<br />

♂<br />

♂<br />

f. Gamet<strong>en</strong>: ♀<br />

X<br />

R<br />

50% X <strong>en</strong> 50 % Y<br />

r - ♂<br />

5. F1 g<strong>en</strong>eratie:<br />

a. G<strong>en</strong>otype: ♀<br />

XX<br />

Rr<br />

X<br />

XY<br />

R-<br />

♂<br />

b. F<strong>en</strong>otype: ♀ kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>d X kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>d ♂<br />

c. Gamet<strong>en</strong>:<br />

50% X<br />

50% X<br />

♀<br />

R<br />

50% X<br />

R<br />

50% X<br />

♂<br />

r<br />

-<br />

(Let wel: E<strong>en</strong> broer-zuster huwelijk is bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet gebruikelijk. De F1 echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> ieder uit e<strong>en</strong> huwelijk als bov<strong>en</strong> onder par<strong>en</strong>tes aangegev<strong>en</strong> bor<strong>en</strong> zijn).<br />

2. De F2: Ongeveer 25% XX: homozygote, kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>de vrouw<br />

RR<br />

Ongeveer 25% XX: heterozygote, kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>de vrouw<br />

Rr<br />

Ongeveer 25% XY: 'n kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>de man<br />

R-<br />

Ongeveer 25% XY: 'n rood-gro<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong>blinde man<br />

r-<br />

95


Alle dochters uit dit huwelijk zijn kleur<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>d, terwijl bij de zoons kleur<strong>en</strong>blindheid<br />

verwacht kan word<strong>en</strong>. Het resultaat is voor mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> niet hetzelfde, vandaar<br />

dat m<strong>en</strong> zo'n kruising e<strong>en</strong> geslachtsgebond<strong>en</strong> kruising noemt.<br />

Opdracht:<br />

7. Werk thuis de reciproke kruising uit <strong>en</strong> vergelijk de F1 <strong>en</strong> F2 met bov<strong>en</strong>staande<br />

kruising.<br />

E-29 Handleiding voor het Drosophila — practicum<br />

a. Inleiding<br />

Door de Amerikaan Th. Morgan is in 1908 de fruitvlieg geïntroduceerd als het object voor<br />

het onderzoek in de erfelijkheidsleer of g<strong>en</strong>etica. Sinds die tijd is de fruitvlieg (Drosophila<br />

melanogaster) e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> gebruikt dier in de g<strong>en</strong>etische laboratoria. Het biedt bij het<br />

onderzoek vele voordel<strong>en</strong>:<br />

1. De ontwikkeling van ei tot imago duurt bij 25 °C slechts 9 dag<strong>en</strong>; m<strong>en</strong> kan dus in<br />

korte tijd veel g<strong>en</strong>eraties kwek<strong>en</strong>.<br />

2. De dier<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> veel nakomeling<strong>en</strong>. Per ouderpaar soms meer dan 100.<br />

3. Ze zijn gemakkelijk te kwek<strong>en</strong>. Onder gunstige omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

wek<strong>en</strong>lang met dezelfde voedingsbodem toe.<br />

4. Ze zijn goed te hanter<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> weinig etherdamp zijn ze gemakkelijk te<br />

narcotiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met de loep bestudeerd word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> door te<br />

sterke narcose sterv<strong>en</strong> is dat spoedig waarneembaar. De ♀♀ zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

gemakkelijk van de ♂♂ te onderscheid<strong>en</strong>.<br />

5. Er zijn vele scherp omschrev<strong>en</strong> uitw<strong>en</strong>dige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (oogkleur, oogvorm, beharing,<br />

kleur van het lichaam, bouw van de vleugels, <strong>en</strong>zovoort).<br />

6. Ze hebb<strong>en</strong> maar vier paar chromosom<strong>en</strong>. In de speekselklier<strong>en</strong> van de larv<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

reuz<strong>en</strong>chromosom<strong>en</strong> voor.<br />

b. De ontwikkeling van de fruitvlieg<br />

De tijd die de ontwikkeling van ei tot vlieg in beslag neemt, is onder andere afhankelijk<br />

van de temperatuur. De gegev<strong>en</strong>s in figuur 49 geld<strong>en</strong> voor 25 °C; de ontwikkeling neemt<br />

dan ongeveer 9 dag<strong>en</strong> in beslag.<br />

Opdracht:<br />

1. Bestudeer <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> de stadia van Drosophila (figuur 49) bij e<strong>en</strong> loepvergroting van<br />

8x. Om de larv<strong>en</strong> bewegingsloos te mak<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong> ze <strong>en</strong>ige tijd in etherdamp<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zorg voor doorvall<strong>en</strong>d licht. Voer deze opdracht uit indi<strong>en</strong> er tijd over is.<br />

c. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> ♂♂ <strong>en</strong> ♀♀<br />

Bij Drosophila zijn de vrouwtjes (♀♀) <strong>en</strong> de mannetjes (♂♂) meestal met het ongewap<strong>en</strong>d<br />

oog van elkaar te onderscheid<strong>en</strong> (figuur 50), In bepaalde gevall<strong>en</strong> moet van de loep als<br />

hulpmiddel gebruikgemaakt word<strong>en</strong>.<br />

Het achterlijf is bij de ♀♀ langer <strong>en</strong> spitser als bij de ♂♂, waar het achterlijf meer is<br />

afgerond. Wanneer de eicell<strong>en</strong>, die de ♀♀ in het achterlijf producer<strong>en</strong>, tot ontwikkeling<br />

kom<strong>en</strong> zet het achterlijf iets uit, waardoor ze direct van de ♂♂ onderscheid<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> (♂♂ lijk<strong>en</strong> kleiner). Op de bov<strong>en</strong>zijde van het achterlijf van de ♀♀ zijn 6 min of<br />

meer smalle donkere (zwarte) band<strong>en</strong> zichtbaar. Bij de ♂♂ zijn dat 3 band<strong>en</strong>, waarvan de<br />

eerste 2 smal zijn <strong>en</strong> de achterste breed, waardoor<br />

96


Figuur 49. De ontwikkelingsstadia van Drosophila melanogaster L.<br />

1 = de aanhangsels, 2 = micropyle. 3 = oppervlaktestructuur, 4 = mondhaak, 5 = kopkeelplaat,<br />

6 = buiz<strong>en</strong> naar voorste stigmata, 7 = luchtpijp, 8 = achterste stigmata, 9 = segm<strong>en</strong>t,<br />

10 = buiz<strong>en</strong> van de voorste stigmata, 11 = achterste stigmata <strong>en</strong> 12 = segm<strong>en</strong>t.<br />

97


Figuur 50. Drosophila melanogaster L., mannetje <strong>en</strong> vrouwtje.<br />

het achterlijf van de ♂♂ e<strong>en</strong> donkerder indruk maakt. De ♂♂ hebb<strong>en</strong> op beide voorpot<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> kam bestaande uit e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal stevige uitsteeksels (figuur 51). De kam is alle<strong>en</strong> met<br />

behulp van e<strong>en</strong> goede loep waarneembaar! Ook de details van de uitw<strong>en</strong>dige<br />

geslachtsorgan<strong>en</strong>, die aan de buikzijde van het achterlijf word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> (figuur 51)<br />

zijn slechts met e<strong>en</strong> goede loep te zi<strong>en</strong>. Wel is het zo dat bij het ♂ de uitw<strong>en</strong>dige<br />

geslachtsorgan<strong>en</strong> met het blote oog als e<strong>en</strong> donker vlekje aan de punt van het achterlijf<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de vlieg<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s hun ontwikkeling uit de cocon tevoorschijn kom<strong>en</strong> zijn de<br />

vleugels nog opgevouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het lichaam is nog licht gepigm<strong>en</strong>teerd, waardoor onder<br />

andere de ♂♂ dan nog moeilijk van de ♀♀ te onderscheid<strong>en</strong> zijn. (Het donker vlekje aan<br />

de punt van het achterlijf van de ♂♂ is dan meestal al wel te zi<strong>en</strong>.) Het chitinepantser is<br />

dan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> nog niet gehard. Dit is er de oorzaak van dat de vlieg<strong>en</strong> de eerste 6 à 12<br />

uur na het uitkom<strong>en</strong> niet par<strong>en</strong>. Wanneer de ♀♀ binn<strong>en</strong> 6 (misschi<strong>en</strong> zelfs 12) uur na het<br />

uitkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgezonderd zijn ze nog niet bevrucht (virginaal) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voor<br />

experim<strong>en</strong>tele kruising<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt. De ♀♀ waar wij bij het begin van dit<br />

practicum van uitgaan word<strong>en</strong> op deze wijze verzameld (pagina 102). Wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

kruising met virginale ♀♀ inzet, treedt e<strong>en</strong> à twee uur na de narcose paring op.<br />

De ♀♀ van Drosophila legg<strong>en</strong> hun eier<strong>en</strong> (er is inw<strong>en</strong>dige bevruchting) op e<strong>en</strong> niet te<br />

natte plaats op de voedingsbodem. Het is daarom gew<strong>en</strong>st aan het oppervlak van de<br />

voedingsbodem, met behulp van snippers filtreerpapier, vocht te onttrekk<strong>en</strong>.<br />

d. De voedingsbodem<br />

In de natuur gebruikt Drosophila melanogaster meestal gist<strong>en</strong>d <strong>en</strong> rott<strong>en</strong>d fruit als<br />

voedsel voor zichzelf <strong>en</strong> zijn larv<strong>en</strong>. Kunstmatig wordt e<strong>en</strong> gelijkwaardige voedingsbodem<br />

verkreg<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de ingrediënt<strong>en</strong>: water, maïsmeel, rietsuiker (ook rietsuikerstroop<br />

is te gebruik<strong>en</strong>) <strong>en</strong> biergistpoeder (bevat onder andere vitamin<strong>en</strong>). Hieraan wordt<br />

agar agar als bindmiddel toegevoegd. Om de ontwikkeling van schimmels <strong>en</strong> bacteriën<br />

teg<strong>en</strong> te gaan wordt er e<strong>en</strong> weinig nipagine bij gedaan.<br />

Deze stoff<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> pap gekookt. Hiermee word<strong>en</strong> de kweekbuiz<strong>en</strong> ± 2 cm<br />

gevuld. Wanneer de voedingsbodem is afgekoeld <strong>en</strong> gestold word<strong>en</strong> er <strong>en</strong>ige snippertjes<br />

filtreerpapier op gestrooid. Dan word<strong>en</strong> de kweekbuiz<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> watt<strong>en</strong>prop<br />

(ondoorlat<strong>en</strong>d voor bacteriën <strong>en</strong> schimmelspor<strong>en</strong>) afgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> snelkookpan bij<br />

120 °C gesteriliseerd. Wanneer de kweekbuiz<strong>en</strong> gebruikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, wordt ev<strong>en</strong><br />

tevor<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige druppels (in water opgelost) bakkersgist toegevoegd om de gisting van de<br />

suiker te bewerk<strong>en</strong>.<br />

98


Figuur 51. De uitw<strong>en</strong>dige anatomie van Drosophila melanogaster L.<br />

Het abdom<strong>en</strong> van respectievelijk vrouwtje <strong>en</strong> mannetje van onder<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorpoot, die bij het mannetje is voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kam (onder).<br />

99


B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

instant voedingsbodem (Instant Drosophila Medium: IDM) òf<br />

gedestilleerd water<br />

agar 2,5 g.<br />

suiker 25 g. (ook rietsuikerstroop is bruikbaar)<br />

maïsmeel 50 g. (te verkrijg<strong>en</strong> bij landbouwcoöperaties ev<strong>en</strong>tueel korrels zelf mal<strong>en</strong><br />

met koffiemol<strong>en</strong>)<br />

biergistpoeder (drogist) of droog bakkersgist 3 g.<br />

nipagine (= para-methyl hydroxyb<strong>en</strong>zoaat = methylis-p-oxyb<strong>en</strong>zoas) 0,25 g.<br />

alcohol 96%, 5 ml.<br />

snelkookpan (aanbeveling verdi<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> groot model snelkookpan).<br />

bekerglas 800ml.<br />

bekerglas 300 ml.<br />

maatcilinder 10 ml.<br />

2 à 3 erl<strong>en</strong>meyers 250 ml.<br />

prepareernaald.<br />

klein bekerglas (50 ml).<br />

Pasteurse pipet met spe<strong>en</strong>.<br />

filtreerpapier.<br />

ev<strong>en</strong>tueel koffiemol<strong>en</strong> <strong>en</strong> koelkast.<br />

Voorbereiding:<br />

1. Instant Drosophila Medium (IDM)<br />

Vul de cultuurbuiz<strong>en</strong> (zie pagina 106) tot e<strong>en</strong> hoogte van 1,5 cm met IDM<br />

(= ca. 2 gram), voeg ongeveer 7 ml water toe <strong>en</strong> wacht e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong>.<br />

Het medium neemt vocht op <strong>en</strong> zwelt; de hoogte van de voedingsbodem wordt daardoor<br />

nu ongeveer 2,5 cm. Voeg e<strong>en</strong> mespuntje gedroogde gist toe. De voedingsbodem is<br />

gereed <strong>en</strong> de vlieg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> terstond in de buiz<strong>en</strong> gedaan word<strong>en</strong>.<br />

Bij gebruik van 1 /8 slagroomflesjes br<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s 1,5 cm droog medium in de<br />

flesjes (= ca. 8 gram) <strong>en</strong> voegt 25 ml water toe, waardoor het medium zwelt tot e<strong>en</strong><br />

hoogte van 2,5 cm. Voeg ook hier e<strong>en</strong> weinig gedroogde gist toe. Instant Drosophila<br />

Medium mag niet geautoclaveerd of gekookt word<strong>en</strong>. Er behoeft ge<strong>en</strong> nipagine te word<strong>en</strong><br />

toegevoegd <strong>en</strong> ook het gebruik van papiersnippers is overbodig.<br />

2. Zelf te bereid<strong>en</strong> voedingsbodem voor 3O tot 40 cultuurbuiz<strong>en</strong><br />

De voedingsbodem wordt t<strong>en</strong>minste één dag voor het gebruik bereid.<br />

In e<strong>en</strong> bekerglas van 300 ml m<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong> 50 gram maïsmeel, 25 gram suiker <strong>en</strong> 3 gram<br />

biergistpoeder droog door elkaar, voegt dan 75 ml water toe <strong>en</strong> roert tot e<strong>en</strong> gladde brij.<br />

Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> in plaats van biergistpoeder droog bakkersgist gebruikt, maakt m<strong>en</strong> hiervan<br />

eerst e<strong>en</strong> susp<strong>en</strong>sie in de 75 ml water voordat deze aan het m<strong>en</strong>gsel wordt toegevoegd.<br />

Los 0,25 gram nipagine op in 5 ml alcohol 96%.<br />

In e<strong>en</strong> bekerglas van 800 ml br<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong> 250 ml water aan de kook <strong>en</strong> voegt 2,5 gram<br />

agar toe (niet-poedervormige agar ev<strong>en</strong>tueel voorwek<strong>en</strong>). Als de agar door verwarm<strong>en</strong><br />

geheel is opgelost voegt m<strong>en</strong> hier het dikke maïsmeelm<strong>en</strong>gsel aan toe.<br />

Onder voortdur<strong>en</strong>d roer<strong>en</strong> (om aanbrand<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>) laat m<strong>en</strong> de brij <strong>en</strong>igszins<br />

inkok<strong>en</strong>; het mag juist ge<strong>en</strong> dikke, stroperige massa word<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> neemt het bekerglas<br />

van het vuur, voegt de nipagineoplossing toe <strong>en</strong> roert deze goed door het m<strong>en</strong>gsel.<br />

3. Sterilisatie<br />

De cultuurbuiz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Vierkantjes knipp<strong>en</strong> uit gevouw<strong>en</strong><br />

watt<strong>en</strong>, 'n kleiner stukje watt<strong>en</strong> in het midd<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het geheel tot e<strong>en</strong> prop<br />

sam<strong>en</strong>vouw<strong>en</strong>. De watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> niet al te los op de buiz<strong>en</strong><br />

100


zitt<strong>en</strong>, daar anders de vlieg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het glas <strong>en</strong> de watt<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong>. De cultuurbuiz<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> in de snelkookpan bij 120 °C gedur<strong>en</strong>de 20 minut<strong>en</strong> gesteriliseerd.<br />

Het vuur temper<strong>en</strong> zodra de druk is bereikt. Laat de pan na het steriliser<strong>en</strong> zeer<br />

geleidelijk afkoel<strong>en</strong>; verminder nooit de druk door de drukregelaar op te licht<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> buisje met snippers filtreerpapier (± 5x5 mm) wordt meegesteriliseerd. M<strong>en</strong> kan ook<br />

droog steriliser<strong>en</strong> in de ov<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gasfornuis (± 30 minut<strong>en</strong> bij 120 °C).<br />

Watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong> dan afdekk<strong>en</strong> met aluminiumfolie. De voedingsbodem wordt over<br />

erl<strong>en</strong>meyers van 250 ml verdeeld (niet te vol do<strong>en</strong>). De erl<strong>en</strong>meyers kunn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

watt<strong>en</strong>prop word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> of met aluminiumfolie word<strong>en</strong> afgedekt.<br />

De voedingsbodem wordt bij 120 °C gedur<strong>en</strong>de 10 à 20 minut<strong>en</strong> in de snelkookpan<br />

gesteriliseerd. Er kunn<strong>en</strong> meestal 4 erl<strong>en</strong>meyers van 250 ml in e<strong>en</strong> grote snelkookpan.<br />

4. Giet<strong>en</strong> van voedingsbodem<br />

Het giet<strong>en</strong> van de voedingsbodems kan het beste door 2 person<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> erl<strong>en</strong>meyer met voedingsbodem wordt na het steriliser<strong>en</strong> warm uit de snelkookpan<br />

gehaald <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> doek gewikkeld (snelkookpan weer afsluit<strong>en</strong> om de overige<br />

erl<strong>en</strong>meyers warm te houd<strong>en</strong>).<br />

Terwijl de e<strong>en</strong> de watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong> verwijdert (niet op tafel legg<strong>en</strong>!), giet de ander ± 2 cm<br />

(= ¼ tot 1 /5 deel van de buis) voedingsbodem in de buis. De wand<strong>en</strong> van de buiz<strong>en</strong> aan<br />

de binn<strong>en</strong>kant niet 'bevuil<strong>en</strong>'. Buiz<strong>en</strong> weer afsluit<strong>en</strong> met watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong>. De buiz<strong>en</strong> die<br />

niet mete<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> plaatst m<strong>en</strong> in de koelkast.<br />

5. Gebruiksklaar mak<strong>en</strong><br />

Daags vóór gebruik: De buiz<strong>en</strong> die de volg<strong>en</strong>de dag gebruikt word<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> van<br />

cond<strong>en</strong>swater word<strong>en</strong> bevrijd. Zet ze daartoe op e<strong>en</strong> warme plaats (bijvoorbeeld in de<br />

broedstoof bij 25 °C), maar vermijd bodemwarmte <strong>en</strong> direct zonlicht. De buiz<strong>en</strong> uit de<br />

koelkast word<strong>en</strong> — één dag voor zij nodig zijn — op kamertemperatuur gebracht <strong>en</strong> dan<br />

verder op dezelfde wijze behandeld om het cond<strong>en</strong>swater te verwijder<strong>en</strong>.<br />

Mete<strong>en</strong> vóór gebruik: M<strong>en</strong> maakt met gedestilleerd water <strong>en</strong> wat verse bakkersgist in<br />

e<strong>en</strong> bekerglas van 50 ml e<strong>en</strong> gistsusp<strong>en</strong>sie. Met e<strong>en</strong> uitgegloeide prepareernaald maakt<br />

m<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele gaatjes in de voedingsbodem <strong>en</strong> voegt dan e<strong>en</strong> druppel gistsusp<strong>en</strong>sie toe,<br />

die nu in de voedingsbodem kan doordring<strong>en</strong>. Voeg ook <strong>en</strong>kele snippertjes filtreerpapier<br />

toe <strong>en</strong> sluit weer af met de watt<strong>en</strong>prop.<br />

6. Het aanhoud<strong>en</strong> van stamm<strong>en</strong><br />

Zie voor: - verschil tuss<strong>en</strong> ♀ <strong>en</strong> ♂ pagina 98 (figuur 50)<br />

- afbeelding<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ige mutant<strong>en</strong> pagina 104 (figuur 52)<br />

- de ontwikkeling van ei tot vlieg pagina 97 (figuur 49)<br />

- het narcotiser<strong>en</strong> van de vlieg<strong>en</strong> pagina 106 (figuur 54)<br />

De b<strong>en</strong>odigde vlieg<strong>en</strong> verkrijgt m<strong>en</strong> door 3 wek<strong>en</strong> (uiterlijk 2 wek<strong>en</strong>) voor het begin van<br />

het practicum cultures van de aangegev<strong>en</strong> stamm<strong>en</strong> aan te zett<strong>en</strong>. Van iedere stam<br />

moet m<strong>en</strong> per klas voor t<strong>en</strong>minste 2 cultures (liefst meer) in 1 /8 slagroomflesjes zorg<strong>en</strong>.<br />

Per flesje heeft m<strong>en</strong> 5 à 10 paartjes van de betreff<strong>en</strong>de stam nodig. M<strong>en</strong> kan deze<br />

vlieg<strong>en</strong> voor het aanzett<strong>en</strong> van stamcultures ieder jaar opnieuw van e<strong>en</strong> der g<strong>en</strong>etische<br />

laboratoria betrekk<strong>en</strong>, doch de mogelijkheid staat op<strong>en</strong> om de vlieg<strong>en</strong>stamm<strong>en</strong> het<br />

gehele jaar door in culture te houd<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet bij dit laatste wel bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de<br />

vlieg<strong>en</strong> iedere 3 à 4 wek<strong>en</strong> (is afhankelijk van de temperatuur) op e<strong>en</strong> nieuwe<br />

voedingsbodem moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgezet (oude fless<strong>en</strong> direct reinig<strong>en</strong> in verband met<br />

gevaar voor infectie met mijt<strong>en</strong>). Voor het aanzett<strong>en</strong> van de cultures word<strong>en</strong> de met<br />

watt<strong>en</strong>propp<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesteriliseerde flesjes 2 à 3 cm met gesteriliseerde<br />

voedingsbodem gevuld (= ongeveer 30 cm 3 voedingsbodem per flesje). Indi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

instant voedingsbodem wordt gebruikt di<strong>en</strong><strong>en</strong> op de voedingsbodem <strong>en</strong>kele snippertjes<br />

101


filtreerpapier te word<strong>en</strong> gestrooid. De vlieg<strong>en</strong>, die g<strong>en</strong>arcotiseerd in de flesjes gebracht<br />

word<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> — vooral bij gebruik van e<strong>en</strong> zelf te bereid<strong>en</strong> voedingsbodem — tijd<strong>en</strong>s<br />

de narcose niet met de voedingsbodem in contact kom<strong>en</strong>. Wanneer ze vastplakk<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> ze zichzelf, nadat ze zijn bijgekom<strong>en</strong>, meestal niet meer uit de voedingsbodem<br />

bevrijd<strong>en</strong>. Leg daarom de flesjes horizontaal tot de vlieg<strong>en</strong> zijn bijgekom<strong>en</strong>.<br />

De flesjes word<strong>en</strong> in de broedstoof geplaatst bij 25 °C.<br />

7. Sorter<strong>en</strong> van virginale ♀♀<br />

Om het practicum te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> van deze stamm<strong>en</strong> virginale<br />

(= onbevruchte) ♀♀ nodig. Binn<strong>en</strong> 6 uur (misschi<strong>en</strong> zelfs 12 uur) na het uitkom<strong>en</strong> par<strong>en</strong><br />

de ♀♀ in de regel niet (mits ge<strong>en</strong> oudere ♂♂ aanwezig zijn).<br />

M<strong>en</strong> kan dus als volgt te werk gaan:<br />

Als de popp<strong>en</strong> in de stamcultures beginn<strong>en</strong> uit te kom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> iedere morg<strong>en</strong> zo vroeg<br />

mogelijk de uitgekom<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> uit de flesjes verwijderd; de ♂♂ kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bewaard, de ♀♀ zijn onbruikbaar omdat m<strong>en</strong> niet zeker is dat ze virginaal zijn.<br />

De fless<strong>en</strong> goed controler<strong>en</strong> op achtergeblev<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>. Lev<strong>en</strong>de vlieg<strong>en</strong> die in de<br />

voedingsbodem zitt<strong>en</strong> vastgeplakt met de steel van het p<strong>en</strong>seel verwijder<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de<br />

de dag t<strong>en</strong>minste 1x (niet later dan 6 uur na het eerste uitschudd<strong>en</strong>) doch liefst 2x<br />

(bijvoorbeeld 12.00 <strong>en</strong> 17.00 uur) uitschudd<strong>en</strong>. ♂♂ <strong>en</strong> ♀♀ van elkaar scheid<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bewar<strong>en</strong> in buisjes met voedingsbodem. Telk<strong>en</strong>s nieuwe buisjes nem<strong>en</strong>; mocht m<strong>en</strong> zich<br />

bij het isoler<strong>en</strong> van de <strong>en</strong> ♀♀ e<strong>en</strong>s vergiss<strong>en</strong> dan zijn slechts de vlieg<strong>en</strong> in dat buisje<br />

onbruikbaar.<br />

Omdat onder normale omstandighed<strong>en</strong> het uitkom<strong>en</strong> van de vlieg<strong>en</strong> uit de popp<strong>en</strong><br />

meestal in de vroege ocht<strong>en</strong>dur<strong>en</strong> plaats heeft zou e<strong>en</strong> andere methode meer geschikt<br />

kunn<strong>en</strong> zijn om grotere aantall<strong>en</strong> virginale ♀♀ te verzamel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> haalt 's avonds de<br />

buiz<strong>en</strong> met vlieg<strong>en</strong> uit de broedstoof ('s nachts niet kouder dan 18 °C). De volg<strong>en</strong>de<br />

ocht<strong>en</strong>d verwijdert m<strong>en</strong> alle vlieg<strong>en</strong> (nauwkeurig controler<strong>en</strong>), waarna de buiz<strong>en</strong> weer in<br />

de broedstoof (25 °C) geplaatst word<strong>en</strong>. Twee uur daarna word<strong>en</strong> de nu uitgekom<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong> uitgeschud <strong>en</strong> op geslacht gesorteerd.<br />

Als de stamcultures 3 wek<strong>en</strong> voor het begin van het practicum zijn aangezet kan m<strong>en</strong> op<br />

deze wijze t<strong>en</strong>minste 10 dag<strong>en</strong> virginale ♀♀ verzamel<strong>en</strong>. Onder<br />

goede cultuuromstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de vlieg<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e wek<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>.<br />

Ze zijn vruchtbaar zo lang ze lev<strong>en</strong>.<br />

Het verzamel<strong>en</strong> van virginale ♀♀ is in zekere zin e<strong>en</strong> arbeidsint<strong>en</strong>sief werk. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />

niet in de geleg<strong>en</strong>heid is de soms grote aantall<strong>en</strong> virginale ♀♀ te verzamel<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong><br />

het practicum toch wel gedeeltelijk uitvoer<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> verzamelt dan e<strong>en</strong> beperkt aantal<br />

virginale ♀♀ <strong>en</strong> zet daarmee de aangegev<strong>en</strong> kruising<strong>en</strong> aan. De ♂♂ <strong>en</strong> ♀♀ van de F1 die<br />

m<strong>en</strong> op deze wijze kweekt word<strong>en</strong> dan aan de leerling<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> om er e<strong>en</strong> F2 van te<br />

kwek<strong>en</strong>. (F1 ♀♀ behoev<strong>en</strong> uiteraard niet virginaal te zijn)<br />

Bij het verzamel<strong>en</strong> van de ♂♂ <strong>en</strong> virginale ♀♀ kan het volg<strong>en</strong>de van belang zijn:<br />

Voedingsbodems waar ge<strong>en</strong> larv<strong>en</strong> in voorkom<strong>en</strong> schimmel<strong>en</strong> eerder dan met larv<strong>en</strong>.<br />

Schimmel op de voedingsbodem maakt de vlieg<strong>en</strong> het et<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong> onmogelijk; ze<br />

sterv<strong>en</strong> dan spoedig. Controleer de buisjes met ♂♂ <strong>en</strong> met virginale ♀♀ regelmatig.<br />

E<strong>en</strong> vlieg die pas is uitgekom<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> smal <strong>en</strong> lang achterlijf; de vleugels zijn nog<br />

opgevouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het dier is nog slechts weinig gepigm<strong>en</strong>teerd. Bij deze dier<strong>en</strong> is het<br />

geslacht nog moeilijk vast te stell<strong>en</strong>. De ♂♂ hebb<strong>en</strong> in dit stadium aan de buikzijde<br />

e<strong>en</strong> donker vlekje bij de punt van het achterlijf (uitw<strong>en</strong>dige geslachtsorgan<strong>en</strong>).<br />

Na de narcose krijgt het lichaam van deze dier<strong>en</strong> zijn normale vorm <strong>en</strong> wordt<br />

pigm<strong>en</strong>t gevormd. Door de behandeling met etherdamp word<strong>en</strong> de vleugels hard,<br />

zodat ze later niet meer of niet meer geheel gestrekt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (niet verwarr<strong>en</strong><br />

met de mutant vestigial).<br />

8. Overige gegev<strong>en</strong>s<br />

De buisjes word<strong>en</strong> zo steriel mogelijk bereid. De voedingsbodem is behalve voor<br />

102


vlieg<strong>en</strong> ook zeer geschikt voor bacteriën <strong>en</strong> schimmels. Om infectie met bacteriën <strong>en</strong><br />

schimmelspor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> minimum te beperk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de cultuurbuiz<strong>en</strong>, wanneer ze<br />

geop<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, zo snel mogelijk weer met de watt<strong>en</strong>prop word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>.<br />

De toevoeging van nipagine aan de zelf te bereid<strong>en</strong> voedingsbodem is bedoeld om de<br />

ontwikkeling van schimmels (meestal P<strong>en</strong>icillium) te beperk<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> in de voedingsbodem niet al te lange tijd na het aanzett<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de larv<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn, zorg<strong>en</strong> deze er óók voor dat de schimmelontwikkeling wordt onderdrukt.<br />

Slechts wanneer weinig larv<strong>en</strong> aanwezig zijn bestaat de kans dat de culture door het<br />

optred<strong>en</strong> van schimmel mislukt (grijze tot grijsgro<strong>en</strong>e tot gro<strong>en</strong>witte laag op de<br />

voedingsbodem).<br />

Wanneer bacteriën de voedingsbodem aantast<strong>en</strong> wordt deze meestal slijmerig. Als zich<br />

infecties voordo<strong>en</strong> kunt U het beste de dier<strong>en</strong> in nieuwe buisjes overzett<strong>en</strong> (mits meer<br />

dan 10 dag<strong>en</strong> vóór de F1 of F2 analyse).<br />

Omdat de dier<strong>en</strong> door te lang verblijf in de etherdamp dood gaan, moet m<strong>en</strong> ze uit de<br />

etheriseerder schudd<strong>en</strong> wanneer alle vlieg<strong>en</strong> stil ligg<strong>en</strong>. Bij langdurig gebruik van de<br />

etheriseerder cond<strong>en</strong>seert etherdamp op de bodem van de fles. Vlieg<strong>en</strong> die in de<br />

vloeibare ether terechtkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daardoor direct gedood. Laat daarom van tijd tot<br />

tijd de etherdamp uit de fless<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong> (ram<strong>en</strong> op<strong>en</strong>!) of gebruik regelmatig nieuwe<br />

etheriseerders.<br />

Vlieg<strong>en</strong> die onder narcose zijn <strong>en</strong> op het punt staan bij te kom<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> hun pootjes<br />

<strong>en</strong> de monddel<strong>en</strong>. Warmte (bijvoorbeeld van e<strong>en</strong> lamp) verkort de narcose.<br />

Wanneer de vlieg<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige tijd nadat ze onder narcose gebracht zijn ge<strong>en</strong><br />

pootbeweging<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de vleugels onder e<strong>en</strong> hoek van 45° bov<strong>en</strong> hun<br />

achterlijf omhoogstek<strong>en</strong>, zijn ze dood.<br />

Wanneer de virginale ♀♀ <strong>en</strong> 2 à 3 dag<strong>en</strong> apart word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>groei</strong><strong>en</strong> de ovaria zo<br />

snel, dat het achterlijf opzwelt. Het aantal nakomeling<strong>en</strong> wordt hierdoor gunstig<br />

beïnvloed. Bij de paring slaat het ♀ de spermatozoa (= mannelijke geslachtscell<strong>en</strong>) op in<br />

e<strong>en</strong> spermatheca <strong>en</strong> gebruikt deze om er e<strong>en</strong> groot aantal eicell<strong>en</strong> mee te bevrucht<strong>en</strong>.<br />

De eerste twee dag<strong>en</strong> na het uitkom<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> de jonge ♀♀ ge<strong>en</strong> eier<strong>en</strong>.<br />

E-30 Kruising<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitsplitsing<strong>en</strong> van Drosophila's<br />

Mutant<strong>en</strong><br />

V<br />

oor practicumdoeleind<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de mutant<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>; zij zijn echter niet<br />

alle ev<strong>en</strong> geschikt. In onderstaande lijst zijn e<strong>en</strong> aantal veel gebruikte mutant<strong>en</strong><br />

vermeld. Achter de naam is tuss<strong>en</strong> haakjes aangegev<strong>en</strong> waar de mutaties op het<br />

chromosoom gelokaliseerd zijn. Het eerste cijfer geeft hot chromosoom aan, waarin zij<br />

gelokaliseerd zijn <strong>en</strong> het tweede cijfer de plaats op de g<strong>en</strong>etische kaart van dat<br />

chromosoom. Dus vg: vestigial (2 - 67.0) wil zegg<strong>en</strong> dat vestigial op locus (plaats) 67<br />

van de g<strong>en</strong>etische kaart van het tweede chromosoom ligt.<br />

1. Oogkleur: w: white (1 - 1.5) witte og<strong>en</strong> (figuur 52)<br />

pr: purple (2 - 54.5) donkerrode oogkleur<br />

v: vermillion (1 - 33.0) helderrode oogkleur<br />

2. Oogvorm: B: Bar (1 - 57.0) staafvormige og<strong>en</strong><br />

3. Lichaamskleur: y: yellow(1 - 0.0) geelbruine lichaamskleur<br />

b: black (2 - 48.5) donker, zwart-bruine lichaamskleur<br />

e: ebony (3 - 70.7) zwarte lichaamskleur<br />

4. Vleugelvorm: dp: dumpy (2 - 13.0) vleugels ingebocht <strong>en</strong> afgeknot tot<br />

ongeveer 2 /3 van normale l<strong>en</strong>gte<br />

vg: vestigial (2 - 67.0) vleugels sterk gereduceerd (figuur 52)<br />

105


Figuur 52. Mutant<strong>en</strong> van Drosophila melanogaster L.<br />

Het vestigal-vrouwtje <strong>en</strong> het verschil tuss<strong>en</strong> de normale og<strong>en</strong> (wilde vorm)<br />

<strong>en</strong> de witte og<strong>en</strong> bij mannetjes <strong>en</strong> vrouwtjes.<br />

Vleugeladers: cv: crossveinless (1 - 13.7) de dwarsaders van de vleugels<br />

ontbrek<strong>en</strong><br />

N.B. Elders in deze handleiding word<strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> niet met twee letters, maar met één letter<br />

aangeduid (bijvoorbeeld vg — v).<br />

Vestigial voldoet uitstek<strong>en</strong>d als op de volg<strong>en</strong>de wijze wordt uitgeschud:<br />

Buisje op de plaats van de voedingsbodem in de <strong>en</strong>e hand vast houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

vinger van de andere hand ter hoogte van de watt<strong>en</strong>prop teg<strong>en</strong> het buisje tikk<strong>en</strong>.<br />

De vlieg<strong>en</strong> gaan dan naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> zonder dat ze met al teveel geweld op de<br />

voedingsbodem terechtkom<strong>en</strong>, zodat vastplakk<strong>en</strong> bijna niet optreedt.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

a. Practicumuitrusting per 2 leerling<strong>en</strong>:<br />

1 'etheriseerder', bestaande uit 1 /8 slagroomflesje met kurk (diameter onderzijde kurk<br />

29 mm). De kurk aan de onderzijde op de draaibank met e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>draaibeitel of<br />

met e<strong>en</strong> boor uitholl<strong>en</strong> (figuur 53). De uitholling strak met watt<strong>en</strong> vull<strong>en</strong>.<br />

104


Figuur 53. De mat<strong>en</strong> in mm van e<strong>en</strong> kurk nodig voor het<br />

narcotiser<strong>en</strong> van Drosophila melanogaster L.<br />

1 'heretheriseerder', bestaande uit ½ petrischaal met op de bodem geplakt 2 velletjes<br />

filtreerpapier, waartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plukje watt<strong>en</strong>.<br />

1 systeemkaartje. Dit moet regelmatig vernieuwd word<strong>en</strong> in verband met het<br />

overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van schimmelspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> bacteriën; m<strong>en</strong> kan het ook regelmatig reinig<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> watt<strong>en</strong>prop gedr<strong>en</strong>kt in alcohol 70%.<br />

1 p<strong>en</strong>seel no. 2. Regelmatig steriliser<strong>en</strong> in alcohol 70%. P<strong>en</strong>seel echter niet in de<br />

alcohol lat<strong>en</strong> staan daar anders het kwastje krom wordt.<br />

1 stootplaatje, bestaande uit e<strong>en</strong> plaatje hardboard (bijvoorbeeld 12x10 cm) met<br />

daarop gelijmd e<strong>en</strong> laagje schuimplastic (± 1 cm dik).<br />

1 druppelflesje (15 cm 3 ; drogist) met kurk, gevuld met ether.<br />

1 loep.<br />

6 cultuurbuiz<strong>en</strong> met voedingsbodem. De voorkeur verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> cilindervormige buisjes<br />

± 25 mm Ø, met platte bodem. E<strong>en</strong> hoogte van 8 cm is zeer geschikt.<br />

L<strong>en</strong>gte 10 cm is ook verkrijgbaar.<br />

6 etikett<strong>en</strong> voor de cultuurbuiz<strong>en</strong>.<br />

1 vel tek<strong>en</strong>papier.<br />

b. Overige b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

broedstoof: het practicumschema van 1 les per week is er op gebaseerd dat de<br />

vlieg<strong>en</strong> bij 25 °C word<strong>en</strong> gekweekt. Hoe lang de ontwikkeling van de vlieg<strong>en</strong> duurt bij<br />

de wissel<strong>en</strong>de temperatuur van het leslokaal is niet te voorspell<strong>en</strong>.<br />

Houd bij het aanschaff<strong>en</strong> of vervaardig<strong>en</strong> (gegev<strong>en</strong>s hierover zijn elders vermeld)<br />

van e<strong>en</strong> broedstoof rek<strong>en</strong>ing met de ruimte die m<strong>en</strong> nodig heeft voor de buisjes.<br />

oliegraf: glaz<strong>en</strong> potjes met schroefdeksel, half gevuld met olie.<br />

Vlieg<strong>en</strong> die niet meer nodig zijn word<strong>en</strong> hierin voorgoed uitgeschakeld.<br />

watt<strong>en</strong>: pakk<strong>en</strong> verbandwatt<strong>en</strong> (drogist); goedkopere oplossing<strong>en</strong> zijn mogelijk.<br />

ether: technische ether (drogist).<br />

voedingsbodem: zie voor de b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong> E-29 onder:<br />

Voorbereiding<strong>en</strong> voor het practicum pag. 98.<br />

vlieg<strong>en</strong>: zie E-29 onder 6 <strong>en</strong> 7, pag. 101 <strong>en</strong> 102.<br />

Uitvoering:<br />

a. Het narcotiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> sorter<strong>en</strong> van de vlieg<strong>en</strong> (figuur 54)<br />

neem de stop met watt<strong>en</strong> van de etheriseerder.<br />

bevochtig de watt<strong>en</strong> met ether.<br />

neem e<strong>en</strong> kweekbuisje met te behandel<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> <strong>en</strong> tik met de bodem <strong>en</strong>ige mal<strong>en</strong><br />

op het stootplaatje. (Let op bij vestigial; zie aanwijzing onder mutant<strong>en</strong> (pag. 104).<br />

105


Figuur 54. Het narcotiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> selecter<strong>en</strong> van Drosophila melanogaster L.<br />

106


Figuur 55. Etiket op de kweekbuis <strong>en</strong> de wijze van invull<strong>en</strong> van dit etiket.<br />

1 = nummer van de kruising, 2 = naam van de leerling, 3 = mutant<strong>en</strong>, die gekruist word<strong>en</strong>,<br />

4 = de aantall<strong>en</strong> van de gebruikte mutant<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5 = datum.<br />

verwijder de watt<strong>en</strong>prop <strong>en</strong> keer het buisje mete<strong>en</strong> om bov<strong>en</strong> de etheriseerder.<br />

neem etheriseerder <strong>en</strong> kweekbuisje in e<strong>en</strong> hand <strong>en</strong> tik op het stootplaatje, zodat de<br />

vlieg<strong>en</strong> in de etheriseerder vall<strong>en</strong>.<br />

doe de stop op de etheriseerder <strong>en</strong> wacht tot de vlieg<strong>en</strong> verdoofd zijn.<br />

schud de verdoofde vlieg<strong>en</strong> op het witte kaartje. Narcotiseer niet te kort daar anders<br />

de vlieg<strong>en</strong> zeer snel weer bijkom<strong>en</strong>, doe het ook niet te lang daar ze dan gedood<br />

word<strong>en</strong>. (Lees ook E-29, onder 8, pag. 102 <strong>en</strong> 103).<br />

sorteer de vlieg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>seel. Druk niet met het p<strong>en</strong>seel op de vlieg<strong>en</strong>, maar<br />

veeg ze voor het kwastje uit. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kruising moet word<strong>en</strong> ingezet handelt m<strong>en</strong><br />

eerst zoals hierna onder b is aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> sorteert dan pas de overige vlieg<strong>en</strong>.<br />

als de dier<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het sorter<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> ze weer verdov<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

heretheriseerder. Druppel ether op het filtreerpapier in de petrischaal <strong>en</strong> plaats deze<br />

omgekeerd over de vlieg<strong>en</strong>.<br />

b. Het inzett<strong>en</strong> van kruising<strong>en</strong><br />

veeg de vlieg<strong>en</strong> in de gew<strong>en</strong>ste combinatie voorzichtig met e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>seel in de nieuwe<br />

kweekbuis.<br />

sluit de kweekbuis af met e<strong>en</strong> watt<strong>en</strong>prop <strong>en</strong> laat deze horizontaal ligg<strong>en</strong> tot alle<br />

vlieg<strong>en</strong> zijn bijgekom<strong>en</strong>.<br />

plak het ingevulde etiket (ook het aantal ♂♂ <strong>en</strong> ♀♀ vermeld<strong>en</strong>) zo hoog mogelijk op<br />

de kweekbuis (niet te dicht bij de watt<strong>en</strong>). Zie figuur 55.<br />

c. Kruising<strong>en</strong><br />

1. Monohybride kruising met volledige dominantie<br />

107


Noteer van ieder f<strong>en</strong>otype het aantal dat door de afzonderlijke groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> werd<br />

gevond<strong>en</strong> in hierna volg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong>.<br />

F1 F2<br />

Tabel<br />

10<br />

TOTAAL<br />

108<br />

wild<br />

Tabel<br />

wild vestigal<br />

♀ ♂<br />

11<br />

♀ ♂ ♀ ♂<br />

naar<br />

tabel 18 a.<br />

b.<br />

totaal<br />

♀ <strong>en</strong> ♂<br />

totaal<br />

FENOTYPE<br />

naar<br />

tabel 18<br />

naar<br />

tabel 19


2. Dihybride kruising met volledige dominantie<br />

Noteer van ieder f<strong>en</strong>otype het aantal, dat door de afzonderlijke groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> werd<br />

gevond<strong>en</strong>, in hierna volg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong>.<br />

F1 F2<br />

Tabel<br />

12<br />

wild<br />

Tabel<br />

wild vestigal ebony<br />

♀ ♂<br />

13<br />

♀ ♂ ♀ ♂<br />

TOTAAL naar<br />

tabel 18<br />

109<br />

a.<br />

b.<br />

TOTAAL<br />

♀ <strong>en</strong> ♂<br />

TOTAAL<br />

FENOTYPE<br />

ebony<br />

vestigal<br />

naar<br />

tabel 18<br />

naar<br />

tabel 19


3. Monohybride kruising met geslachtsgekoppeld k<strong>en</strong>merk<br />

Noteer van ieder f<strong>en</strong>otype het aantal, dat door de afzonderlijke groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> werd<br />

gevond<strong>en</strong>, in hierna volg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong>.<br />

F1 F2<br />

Tabel<br />

14<br />

TOTAAL<br />

110<br />

wild<br />

Tabel<br />

wild vestigal<br />

♀ ♂<br />

15<br />

♀ ♂ ♀ ♂<br />

naar<br />

tabel 18 a.<br />

b.<br />

totaal<br />

♀ <strong>en</strong> ♂<br />

totaal<br />

FENOTYPE<br />

naar<br />

tabel 18<br />

naar<br />

tabel 19


4. Reciproke kruising van 3<br />

Noteer van ieder f<strong>en</strong>otype het aantal, dat door de afzonderlijke groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> werd<br />

gevond<strong>en</strong>, in hierna volg<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong>.<br />

F1 F2<br />

Tabel<br />

16<br />

TOTAAL<br />

111<br />

wild<br />

Tabel<br />

wild vestigal<br />

♀ ♂<br />

17<br />

♀ ♂ ♀ ♂<br />

naar<br />

tabel 18 a.<br />

b.<br />

totaal<br />

♀ <strong>en</strong> ♂<br />

totaal<br />

FENOTYPE<br />

naar<br />

tabel 18<br />

naar<br />

tabel 19


Tabel 18<br />

van<br />

Tabel<br />

10<br />

11a<br />

12<br />

13a<br />

14<br />

15a<br />

16<br />

17a<br />

TOTAAL<br />

te<br />

verwacht<strong>en</strong><br />

Tabel 19<br />

van<br />

tabel<br />

11b<br />

15b<br />

17b<br />

13b<br />

♀ ♂<br />

1:1<br />

Het totaal van de voorgaande tabell<strong>en</strong> wordt, volg<strong>en</strong>s de<br />

aanwijzing<strong>en</strong> bij die tabell<strong>en</strong>, overgebracht naar<br />

verzameltabell<strong>en</strong> 18 <strong>en</strong> 19. De getall<strong>en</strong> die in tabel 19 word<strong>en</strong><br />

ingevuld, word<strong>en</strong> bewerkt zoals hieronder met e<strong>en</strong> voorbeeld is<br />

aangegev<strong>en</strong>. Achter 136 kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld de getall<strong>en</strong> voor:<br />

845 239 226 66<br />

Het totaal is 1376. E<strong>en</strong> ideale uitkomst zou verkreg<strong>en</strong> zijn, als<br />

het eerste getal was geweest 9/16 X 1376 = 774 <strong>en</strong> het tweede<br />

<strong>en</strong> derde 3/16 X 1376 = 258; het laatste getal zou dan 1/16 X<br />

1376 = 86 hebb<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn.<br />

Naast het feit dat het verschil tuss<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

berek<strong>en</strong>de ideale getall<strong>en</strong> statisch (zie E-32) zeer wel te<br />

verklar<strong>en</strong> is, kan m<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong> aan de hand van de opgave<br />

onder tabel 19 nader besprek<strong>en</strong>.<br />

Vlieg<strong>en</strong>, die homozygoot-recessief zijn voor e<strong>en</strong> bepaald uiterlijk<br />

k<strong>en</strong>merk, zijn dat vaak ook voor eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de hun<br />

ontwikkeling. Dit kan tot gevolg hebb<strong>en</strong> dat de ontwikkeling<br />

langere tijd in beslag neemt, maar ook dat slechts e<strong>en</strong> bepaald<br />

perc<strong>en</strong>tage de ontwikkeling van ei tot vlieg voltooit (bij ebony<br />

bijvoorbeeld ongeveer 80%). Hierdoor wijk<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> vaak<br />

te veel af van de te verwacht<strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong>.<br />

gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong><br />

wild vestigial<br />

wild white<br />

wild white<br />

wild vestigial ebony<br />

Opdracht <strong>en</strong> vraag:<br />

ebony<br />

vestigial<br />

te verwacht<strong>en</strong><br />

verhouding<br />

3:1<br />

3:1<br />

1 :1<br />

9:3:3:1<br />

1. Ga aan de hand van tabel 19 na of dit zich bij e<strong>en</strong> of meer kruising<strong>en</strong> heeft<br />

voorgedaan.<br />

2. Hoe is na te gaan of m<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vertraagde ontwikkeling bij de homozygootrecessief<br />

te do<strong>en</strong> heeft dan wel met e<strong>en</strong> zekere letaliteit tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling<br />

rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong>?<br />

112


E-31 Uitsplitsing<strong>en</strong> bij F2 zaailing<strong>en</strong> van de tomaat<br />

A. Inleiding<br />

Door veredeling is de tomaat in de loop der jar<strong>en</strong> economisch e<strong>en</strong> uitermate belangrijk<br />

cultuurgewas geword<strong>en</strong>. In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> bijvoorbeeld is het qua marktwaarde op<br />

één na het belangrijkste tuinbouwgewas. In Nederland het eerste, gevolgd door<br />

komkommer <strong>en</strong> sla. Als gevolg van de int<strong>en</strong>sieve onderzoeking<strong>en</strong> van de laatste 15 jaar<br />

is de tomaat met gerst <strong>en</strong> maïs g<strong>en</strong>etisch e<strong>en</strong> der best onderzochte gewass<strong>en</strong>.<br />

In de tomaat war<strong>en</strong> in 1968 al 650 verschill<strong>en</strong>de g<strong>en</strong><strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d, welke betrekking hebb<strong>en</strong><br />

op morfologie, habitus, synthese van stoff<strong>en</strong>, ziekte-resist<strong>en</strong>tie zowel in zaailing<strong>en</strong> als in<br />

vol<strong>groei</strong>de plant<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal van deze zaailingk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> l<strong>en</strong><strong>en</strong> zich bijzonder goed om<br />

in de F2 populatie-g<strong>en</strong>etische principes <strong>en</strong> methodiek<strong>en</strong> te demonstrer<strong>en</strong>, zoals:<br />

a. G<strong>en</strong>etische principes<br />

1. Dominantie teg<strong>en</strong>over recessiviteit<br />

2. G<strong>en</strong>otype teg<strong>en</strong>over f<strong>en</strong>otype<br />

3. Monohybride <strong>en</strong> dihybride uitsplitsing<strong>en</strong><br />

4. Letaliteit<br />

5. Interactie tuss<strong>en</strong> erfelijke factor <strong>en</strong> milieu<br />

6. G<strong>en</strong>etische blokkering van e<strong>en</strong> biochemische synthese<br />

7. Intermediaire overerving<br />

b. G<strong>en</strong>etische methodiek<strong>en</strong><br />

8. Herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

9. Scor<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in tabell<strong>en</strong><br />

10. Uitsprek<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> hypothese<br />

11. Uitwerk<strong>en</strong> van tabell<strong>en</strong><br />

B. G<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst<br />

In deze lijst word<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> aantal g<strong>en</strong><strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> welke in het zaailingstadium<br />

duidelijk tot uitdrukking kom<strong>en</strong>.<br />

Waar in onderstaande lijst in het g<strong>en</strong>otype e<strong>en</strong> punt is ingevuld, staat deze in plaats van<br />

zowel e<strong>en</strong> hoofdletter als e<strong>en</strong> kleine letter (bijvoorbeeld A. betek<strong>en</strong>t AA <strong>en</strong> Aa).<br />

a. Normale of ge<strong>en</strong> anthocyaanvorming (chromosoom 2)<br />

A . — Met anthocyaan; st<strong>en</strong>gel violet van kleur.<br />

A a — Zonder anthocyaan; st<strong>en</strong>gel gro<strong>en</strong> van kleur.<br />

Deze eig<strong>en</strong>schap komt het best tuss<strong>en</strong> de 10-20 dag<strong>en</strong> na uitzaai tot uiting.<br />

Soms zeer goed te zi<strong>en</strong> wanneer de kiemplant<strong>en</strong> juist bov<strong>en</strong> de grond kom<strong>en</strong>.<br />

Bij lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> wordt weinig anthocyaan gevormd.<br />

Op oudere leeftijd <strong>en</strong> bij hogere temperatuur verdwijnt de anthocyaankleur<br />

langzamerhand. Voorbeeld van interactie tuss<strong>en</strong> milieu <strong>en</strong> erfelijkheid.<br />

b. Tomat<strong>en</strong>- of aardappelblad (chromosoom 6)<br />

C . — Tomat<strong>en</strong>blad; blad met inkeping<strong>en</strong>.<br />

C c — Aardappelblad; bij jonge plant<strong>en</strong> is de bladrand gaaf; bij oudere blader<strong>en</strong> is het<br />

aantal bladsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gereduceerd.<br />

Deze eig<strong>en</strong>schap wordt ongeveer 17 dag<strong>en</strong> na uitzaai zichtbaar.<br />

113


c. Behaard of onbehaard (chromosoom 11)<br />

H . — Normaal behaarde plant.<br />

H h — Onbehaarde plant.<br />

d. Normale of ge<strong>en</strong> thiaminevorming (thiamineless) (chromosoom 6)<br />

T . — Normale plant.<br />

t t — Thiamine (vitamine B1) wordt niet gevormd, doordat de syntheseket<strong>en</strong> van deze<br />

stof op e<strong>en</strong> tot nu toe onbek<strong>en</strong>d punt geblokkeerd is. De cotyledon<strong>en</strong> <strong>en</strong> eerste<br />

blader<strong>en</strong> van t t plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de normale gro<strong>en</strong>e kleur, omdat het embryo e<strong>en</strong><br />

beperkte hoeveelheid thiamine van de moederplant heeft meegekreg<strong>en</strong>. Wanneer<br />

dit echter is verbruikt tred<strong>en</strong> gebreksverschijnsel<strong>en</strong> op <strong>en</strong> nieuwe blader<strong>en</strong> zijn<br />

dan bleekgro<strong>en</strong>, geel of wit. De <strong>groei</strong> is sterk vertraagd <strong>en</strong> zonder behandeling<br />

blijv<strong>en</strong> deze plant<strong>en</strong> dan ook in <strong>groei</strong> achter <strong>en</strong> drag<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vrucht. De normale<br />

<strong>groei</strong> treedt echter weer op, wanneer de zaailing<strong>en</strong> geregeld (ééns in de 3 dag<strong>en</strong>)<br />

bespot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> oplossing van 0,002% thiamine (0,01 gram per halve<br />

liter water).<br />

Wanneer deze mutant verwacht wordt, kunn<strong>en</strong> de zad<strong>en</strong> het best in twee<br />

verschill<strong>en</strong>de bakjes uitgezaaid word<strong>en</strong>. Als de afwijk<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong> zich<br />

manifester<strong>en</strong> word<strong>en</strong> deze door middel van luciferstokjes gemarkeerd <strong>en</strong> kan één<br />

der bakjes met de thiamine-oplossing behandeld word<strong>en</strong>. Op deze wijze kan m<strong>en</strong><br />

het best de interactie tuss<strong>en</strong> het milieu <strong>en</strong> de erfelijke eig<strong>en</strong>schap waarnem<strong>en</strong>.<br />

e. Gro<strong>en</strong> of gelig blad (xanthophyllic) (chromosoom 10)<br />

z z — Plant<strong>en</strong> met normale kleur<strong>en</strong> habitus.<br />

Z z — Plant<strong>en</strong> met gelig blad; vertraagde <strong>groei</strong>.<br />

Z Z — Plant<strong>en</strong> kleurloos; sterv<strong>en</strong> spoedig.<br />

Dit g<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> goed voorbeeld van intermediaire overerving. Kort na het<br />

ontkiem<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> 1:2:1 verhouding b<strong>en</strong>aderd word<strong>en</strong>, doch als gevolg van de<br />

letaliteit van de Z Z typ<strong>en</strong> zal op d<strong>en</strong> duur e<strong>en</strong> verschuiving naar e<strong>en</strong> 1 : 2<br />

verhouding word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

f. Zaailing<strong>en</strong> gro<strong>en</strong> of geel (yellow seedling) (chromosoom onbek<strong>en</strong>d)<br />

Y . — Normale plant.<br />

yy — Zaailing<strong>en</strong> geel; sterv<strong>en</strong> vroegtijdig.<br />

Dit k<strong>en</strong>merk manifesteert zich ongeveer 15 dag<strong>en</strong> na uitzaai.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

zakjes met zaad waaruit F2 plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgekweekt. (In de handel zijnde<br />

pakkett<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> ook zad<strong>en</strong> waaruit de par<strong>en</strong>tes <strong>en</strong> de F1 plant<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

opgekweekt.) Na uitzaai zijn in het zaailing-stadium reeds F2 uitsplitsing<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>.<br />

Het g<strong>en</strong>otype van de F1 plant staat op het betreff<strong>en</strong>de zakje aangegev<strong>en</strong> (alle<strong>en</strong> voor<br />

die g<strong>en</strong><strong>en</strong> welke in de F2 uitsplits<strong>en</strong>). De betek<strong>en</strong>is van de gebruikte codering staat<br />

aangegev<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst van deze handleiding. Er wordt steeds e<strong>en</strong> zodanige<br />

hoeveelheid zaad beschikbaar gesteld, dat t<strong>en</strong>minste 5 plantjes in de homozygoot<br />

recessieve groep verwacht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

de voor biochemische mutant<strong>en</strong> noodzakelijke chemicaliën. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> zaadmonsters<br />

heeft die de mutant thiamineless bevatt<strong>en</strong>, heeft m<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s thiamine nodig (voor<br />

behandelingswijze zie g<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst).<br />

114


zaaibakjes; t<strong>en</strong>minste 1 per leerling. Afmeting<strong>en</strong> minimaal 22,5 X 20,0 cm <strong>en</strong> 5 cm<br />

hoogte. Kan van ste<strong>en</strong>, hout of plastic zijn.<br />

grond - potaarde.<br />

wit rivierzand.<br />

zeefjes.<br />

doorschijn<strong>en</strong>d plastic.<br />

vernevelspuit of flesspuit; e<strong>en</strong> gieter met fijne sproeier is ook bruikbaar.<br />

hout<strong>en</strong> of plastic labeltjes.<br />

Uitvoering:<br />

vul de zaaibakjes met gewone potaarde, die 1,5 cm onder de bov<strong>en</strong>rand moet blijv<strong>en</strong>.<br />

vul zaaibakjes van niet meer dan 5 cm hoogte tot 0,5 cm onder de rand.<br />

zeef het bov<strong>en</strong>ste laagje potaarde, zodat het oppervlak zo glad mogelijk is.<br />

Is het bakje gevuld dan de grond met e<strong>en</strong> plat voorwerp (bijvoorbeeld plankje) zacht<br />

aandrukk<strong>en</strong>.<br />

leg de zad<strong>en</strong> nu op regels. Onderlinge afstand tuss<strong>en</strong> de regels 2,5-3 cm (minimaal 2<br />

cm); afstand tuss<strong>en</strong> de zad<strong>en</strong> in één regel 1-2,5 cm. Het zaai<strong>en</strong> kan met behulp van<br />

e<strong>en</strong> pincet of gewoon met de hand gebeur<strong>en</strong>.<br />

In verband met het uitdrog<strong>en</strong> van de aarde aan de zijkant<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>ste<br />

regels minst<strong>en</strong>s 2 cm van de rand van het bakje ligg<strong>en</strong>.<br />

bedek de zad<strong>en</strong> met ± 0,5 cm potaarde (zaaidiepte = ± 3 x de zaaddikte) <strong>en</strong> strooi<br />

vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dun laagje rivierzand over de potaarde. Het rivierzand di<strong>en</strong>t om<br />

schimmelinfectie teg<strong>en</strong> te gaan <strong>en</strong> het scor<strong>en</strong> te vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />

plaats aan de rand van het bakje e<strong>en</strong> label waarop onder andere het g<strong>en</strong>otype van de<br />

F1 plant (zie zakje met zaad) wordt geschrev<strong>en</strong>.<br />

bevochtig het bakje met de spuit of de gieter goed, echter zodanig dat er ge<strong>en</strong> putjes<br />

in de aarde ontstaan.<br />

dek de bakk<strong>en</strong> af met doorzichtig plastic, waardoor e<strong>en</strong> hoge luchtvochtigheid wordt<br />

behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats ze voor het raam. De bakjes behoev<strong>en</strong> nu niet meer begot<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong> totdat de zaadjes ontkiemd zijn.<br />

verwijder nu het plastic <strong>en</strong> begiet de bakjes regelmatig (1x per dag). De grond mag<br />

nooit droog zijn, maar neem bij gebruik van water-ondoorlaatbare bakjes<br />

maatregel<strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>tueel overtollig water te lat<strong>en</strong> weglop<strong>en</strong>.<br />

Opmerking: Om de zad<strong>en</strong> zoveel mogelijk gelijktijdig te lat<strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> moet dit bij e<strong>en</strong><br />

temperatuur van 20-25 °C gebeur<strong>en</strong>. Bij temperatur<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> 20 °C <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> 25 °C<br />

verloopt de kieming langzaam <strong>en</strong> wisselvallig. Zet de bakjes zo mogelijk in de<br />

broedstoof.<br />

Enkele zad<strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> al na 4 dag<strong>en</strong> maar de meerderheid komt pas na 6 tot 8 dag<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong> de grond; sommige zad<strong>en</strong> kiem<strong>en</strong> nog later. Zodra ongeveer e<strong>en</strong> kwart van de<br />

zad<strong>en</strong> gekiemd is moet<strong>en</strong> de bakjes in het licht geplaatst word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> mogelijk nog<br />

<strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> temperatuur van 20 °C opkwek<strong>en</strong>, daarna mag de temperatuur<br />

zakk<strong>en</strong> tot 12 à 15 °C.<br />

Voor e<strong>en</strong> goede <strong>groei</strong> van de jonge plantjes is zonlicht gedur<strong>en</strong>de meerdere ur<strong>en</strong> per dag<br />

noodzakelijk. Gedur<strong>en</strong>de herfst, winter <strong>en</strong> l<strong>en</strong>te is kunstmatige bijverlichting<br />

noodzakelijk. Goede resultat<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> met TL buiz<strong>en</strong> van 40 W Philips kleur<br />

33 op 40 cm afstand bov<strong>en</strong> de bakjes. Wanneer de afstand groter is zal het <strong>groei</strong>proces<br />

langzamer verlop<strong>en</strong>. De kunstmatige belichting moet ± 9 uur per dag zijn.<br />

tel van ieder zaaibakje per f<strong>en</strong>otype het aantal kiemplantjes <strong>en</strong> verwerk deze<br />

gegev<strong>en</strong>s zoals aangegev<strong>en</strong> onder opdracht<strong>en</strong>.<br />

115


Opmerking<strong>en</strong>:<br />

1. Verschill<strong>en</strong> in st<strong>en</strong>gelkleur (zie in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst: Normale of ge<strong>en</strong> anthocyaanvorming)<br />

tred<strong>en</strong> het duidelijkst op, indi<strong>en</strong> direct na de kieming bij e<strong>en</strong> temperatuur van<br />

12-15 °C <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge lichtint<strong>en</strong>siteit wordt verder gekweekt. De anthocyaanvorming<br />

wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bevorderd, wanneer m<strong>en</strong> de potgrond na het kiem<strong>en</strong> langzaam laat<br />

uitdrog<strong>en</strong>, echter niet zo ver dat de kiemplant<strong>en</strong> verwelk<strong>en</strong>. De anthocyaankleur (Aa)<br />

kan na 18 dag<strong>en</strong> gescoord word<strong>en</strong>.<br />

2. Voor wat bijvoorbeeld de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> tomat<strong>en</strong>loof/aardappelloof (Cc) betreft kan ± 25<br />

dag<strong>en</strong> na het zaai<strong>en</strong> gescoord word<strong>en</strong>.<br />

3. Bij de plantjes die uitsplits<strong>en</strong> voor Zz moet m<strong>en</strong> niet te lang wacht<strong>en</strong> met scor<strong>en</strong>,<br />

daar de witte plantjes ZZ na <strong>en</strong>ige tijd volledig verdwijn<strong>en</strong> zodat de verhouding:<br />

Zz : Zz : ZZ zz : Zz<br />

T 2 1 verandert in 1 2<br />

4. Ook met de plantjes die uitsplits<strong>en</strong> voor Yy moet m<strong>en</strong> niet te lang wacht<strong>en</strong>, omdat die<br />

na <strong>en</strong>ige tijd ook verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn.<br />

Opdracht<strong>en</strong>:<br />

1. Bepaal, uitgaande van het g<strong>en</strong>otype van de F1 plant, de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> die in de F2<br />

voorkom<strong>en</strong> (N.B. de tomaat is e<strong>en</strong> zelfbestuiver).<br />

2. Bepaal met deze F2 g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> de f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> die in de F2 verwacht word<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong><br />

de onderlinge verhouding, waarin ze te verwacht<strong>en</strong> zijn.<br />

3. Maak voor ieder F1 g<strong>en</strong>otype e<strong>en</strong> afzonderlijke tabel volg<strong>en</strong>s het voorbeeld van tabel<br />

20. Voer opdracht 1 <strong>en</strong> 2 uit voor alle zaadmonsters die gekweekt word<strong>en</strong> <strong>en</strong> noteer<br />

de gevond<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s in de afzonderlijke tabell<strong>en</strong>.<br />

Tabel 20<br />

GENOTYPE F1<br />

FENOTYPE F2<br />

te verwacht<strong>en</strong><br />

verhouding<br />

Gevond<strong>en</strong><br />

aantall<strong>en</strong> in<br />

zaaibakjes<br />

totaal<br />

gevond<strong>en</strong><br />

verwacht<strong>en</strong><br />

getall<strong>en</strong><br />

116<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10


4. Noteer van alle zaaibakjes de per f<strong>en</strong>otype gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> in de betreff<strong>en</strong>de<br />

tabell<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong> van ieder f<strong>en</strong>otype het totaal.<br />

5. Bepaal per tabel het totaal aantal getelde plantjes. Berek<strong>en</strong>, uitgaande van de te<br />

verwacht<strong>en</strong> verhouding, de aantall<strong>en</strong> die gevond<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn als aan die<br />

verwachting zou zijn voldaan. De afwijking<strong>en</strong> die de gevond<strong>en</strong> getall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de te verwacht<strong>en</strong> getall<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met behulp van wetmatighed<strong>en</strong> uit<br />

de waarschijnlijkheidsleer word<strong>en</strong> verklaard (zie E-32).<br />

E-32 Statistische analyse van de resultat<strong>en</strong> van kruisings-proev<strong>en</strong><br />

a. Statistische analyse F2<br />

Nadat de individu<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> F2 populatie geteld <strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de f<strong>en</strong>otypes ingedeeld<br />

zijn, moet<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de verwachting, welke op<br />

grond van de erfelijkheidswett<strong>en</strong> werd opgesteld. Door deze analyse kan vastgesteld<br />

word<strong>en</strong> of de uitkomst van het experim<strong>en</strong>t met kleine aantall<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met de<br />

verwachting welke alle<strong>en</strong> voor zeer grote aantall<strong>en</strong> opgaat. De onderzoeker moet kunn<strong>en</strong><br />

beoordel<strong>en</strong> of de resultat<strong>en</strong> het gevolg zijn van louter toeval, of ze in strijd zijn met de<br />

verwachting, of dat zij net met de verwachting in overe<strong>en</strong>stemming zijn.<br />

De gevond<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de kruising<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> afhankelijk van de<br />

uitgevoerde kruising in de F2 betrekking hebb<strong>en</strong> op twee f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> (monohybride<br />

kruising met volledige dominantie), op drie f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> (monohybride kruising met e<strong>en</strong><br />

intermediair overerv<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schap) of op vier f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> (dihybride kruising).<br />

De analyse kan ook uitgevoerd word<strong>en</strong> met kruisingsresultat<strong>en</strong> waarbij meer dan vier<br />

f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> in de F2 voorkom<strong>en</strong>. Het voorbeeld is uitgewerkt voor e<strong>en</strong> F2 van e<strong>en</strong> dihybride<br />

kruising. De hypothese is dan:<br />

1. Ieder paar allel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> splitst in de verhouding 3:1.<br />

2. De twee paar allel<strong>en</strong> splits<strong>en</strong> onafhankelijk van elkaar uit zodat er e<strong>en</strong> verhouding<br />

van 9 : 3 : 3 : 1 verwacht kan word<strong>en</strong>. Er zijn vier f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> welke aangeduid<br />

word<strong>en</strong> met a, b, c <strong>en</strong> d.<br />

Voorbeeld:<br />

f<strong>en</strong>otype aantal<br />

a 68<br />

b 20<br />

c 26<br />

d 6<br />

totaal 120<br />

a. heeft het uiterlijk van de twee dominante allel<strong>en</strong>.<br />

b. heeft het uiterlijk van e<strong>en</strong> dominant allel <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> recessief allel.<br />

c. heeft het uiterlijk van e<strong>en</strong> recessief allel <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dominant allel.<br />

d. heeft het uiterlijk van de twee recessieve allel<strong>en</strong>.<br />

117


Ieder paar erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> moet volg<strong>en</strong>s de verwachting in de verhouding 3 : 1<br />

voorkom<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> voor het eerste paar kunn<strong>en</strong> nu als volgt geanalyseerd<br />

word<strong>en</strong>:<br />

gevond<strong>en</strong><br />

verwacht<br />

afwijking<br />

f<strong>en</strong>otype<br />

a + b c + d<br />

88<br />

90<br />

-2<br />

32<br />

30<br />

2<br />

totaal<br />

120<br />

120<br />

0<br />

Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> zonder meer de gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> 88 <strong>en</strong> 32 deelt <strong>en</strong> zo de verhouding<br />

2,75 : 1 vindt, geeft het weinig voldo<strong>en</strong>ing als m<strong>en</strong> op grond van deze verhouding zegt:<br />

'dit is ongeveer 3:1, dus de hypothese is juist'. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>: 2,75 + 1 = 3,75, terwijl<br />

3 + 1 = 4. De total<strong>en</strong> klopp<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> er is ge<strong>en</strong> mogelijkheid te beoordel<strong>en</strong> of de<br />

afwijking toelaatbaar is. Door het toepass<strong>en</strong> van de zog<strong>en</strong>aamde chi-kwadraat test kan<br />

de toelaatbaarheid van de afwijking<strong>en</strong> onderzocht word<strong>en</strong>.<br />

χ 2 (chi-kwadraat) wordt uitgerek<strong>en</strong>d door de kwadrat<strong>en</strong> van de afwijking<strong>en</strong> van de<br />

gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de verwachte aantall<strong>en</strong>, te del<strong>en</strong> door de verwachte<br />

aantall<strong>en</strong> voor ieder f<strong>en</strong>otype <strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> op te tell<strong>en</strong>. (Bij kleine aantall<strong>en</strong> moet<br />

nog e<strong>en</strong> correctie word<strong>en</strong> toegepast.)<br />

χ 2 = (afwijking<strong>en</strong>) 2 = som van<br />

verwachting<br />

Toegepast op het voorbeeld:<br />

χ 2 = -2 2 + 2 2 + 4 + 4 + 4 + 12 = 16 = 0,1778<br />

90 30 90 30 90 90 90<br />

Deze waarde moet nu vergelek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de berek<strong>en</strong>de spreiding van χ 2 met behulp<br />

van de tabel op pagina 120. Het aantal vrijheidsgrad<strong>en</strong> is altijd één minder dan het<br />

aantal groep<strong>en</strong> dat getest wordt. In deze analyse dus 2 - 1 = 1. Uit de tabel volgt, dat<br />

voor één vrijheidsgraad de χ 2 waarde 0,1778 e<strong>en</strong> waarschijnlijkheid tuss<strong>en</strong> 0,7 <strong>en</strong> 0,5<br />

oplevert.<br />

Het is gebruikelijk e<strong>en</strong> waarschijnlijkheid van minder dan 0,05 te vereis<strong>en</strong> als gr<strong>en</strong>s voor<br />

e<strong>en</strong> afwijking tuss<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong> waarde <strong>en</strong> de verwachte waarde.<br />

Indi<strong>en</strong> de waarschijnlijkheid groter is dan 0,05, is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om aan de juistheid van<br />

de hypothese te twijfel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> het experim<strong>en</strong>t als e<strong>en</strong> bevestiging voor de<br />

juistheid van de hypothese beschouw<strong>en</strong>. (Zie ook: De interpretatie van<br />

'waarschijnlijkheid' op pagina 120.)<br />

In het bov<strong>en</strong> gebruikt voorbeeld ligt de uitkomst hoger dan 0,05 <strong>en</strong> is er dus ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong><br />

om te twijfel<strong>en</strong> aan de betrouwbaarheid van de gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan aannem<strong>en</strong><br />

dat de afwijking<strong>en</strong> van de verwachte aantall<strong>en</strong> het gevolg zijn van toevallige<br />

omstandighed<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> significante afwijking van de hypothese (3 :1). We kunn<strong>en</strong><br />

de conclusie trekk<strong>en</strong> dat de gamet<strong>en</strong> van ieder allel in gelijke aantall<strong>en</strong> voorkwam<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dat voor ieder type gameet e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> grote kans op bevruchting aanwezig was.<br />

Ook het tweede paar allel<strong>en</strong> van het tweede g<strong>en</strong> kan zo geanalyseerd word<strong>en</strong>:<br />

118


f<strong>en</strong>otype<br />

a + b c + d<br />

totaal<br />

gevond<strong>en</strong> 94 26 120<br />

verwacht 90 30 120<br />

afwijking 4 -4 0<br />

χ 2 = -4 2 + 4 2 = 0,7111 (één vrijheidsgraad)<br />

90 30<br />

Waarschijnlijkheid (afgelez<strong>en</strong> uit de tabel) = 0,5 tot 0,3.<br />

Ook deze uitkomst bevestigt de hypothese dat er e<strong>en</strong> verdeling van 3 : 1 zou moet<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong>.<br />

Na het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de uitkomst<strong>en</strong> met betrekking tot de<br />

3 : 1 verdeling, kan ook onderzocht word<strong>en</strong> of de gevond<strong>en</strong> getall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bevestiging<br />

vorm<strong>en</strong> voor de 9 : 3 : 3 : 1 verdeling.<br />

gevond<strong>en</strong><br />

verwacht<br />

afwijking<br />

f<strong>en</strong>otype<br />

a b c d<br />

68 67,5<br />

0,5<br />

20<br />

22,5<br />

-2,5<br />

26<br />

22,5<br />

3,5<br />

6<br />

7,5<br />

-1,5<br />

totaal<br />

120<br />

120<br />

0<br />

χ 2 = 0,5 2 + -2,5 2 + 3,5 2 - 1,5 2 = 1,259 (drie vrijheidsgrad<strong>en</strong>)<br />

67,5 22,5 22,5 7,7<br />

Waarschijnlijkheid (afgelez<strong>en</strong> uit de tabel) 0,8 tot 0,7.<br />

Weer is de waarschijnlijkheids-waarde bov<strong>en</strong> de 0,05 gr<strong>en</strong>s, zodat we aan kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong><br />

dat de door ons gevond<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bevestiging zijn van de hypothese dat er e<strong>en</strong><br />

9 : 3 : 3 : 1 moet optred<strong>en</strong>. De afwijking<strong>en</strong> van de exact berek<strong>en</strong>de aantall<strong>en</strong> is<br />

veroorzaakt door toevallige omstandighed<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan deze analyse natuurlijk ook uitvoer<strong>en</strong> voor terugkruising<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />

geslachtsgebond<strong>en</strong> (X-chromosoom gebond<strong>en</strong>) kruising<strong>en</strong>. De gevond<strong>en</strong> waard<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> dan vergelek<strong>en</strong> met de in die gevall<strong>en</strong> verwachte aantall<strong>en</strong>.<br />

b. Correctie voor kleine aantall<strong>en</strong><br />

Als het totaal aantal van e<strong>en</strong> monster klein is, bijvoorbeeld minder dan 100 <strong>en</strong> er is maar<br />

één vrijheidsgraad, dan kan de afwijking van het verwachte aantal met 0,5 verminderd<br />

word<strong>en</strong> voordat de χ 2 toets wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: voor e<strong>en</strong> kruising wordt e<strong>en</strong><br />

verdeling van 3 : 1 verwacht. Het totale aantal is 48. Dit aantal levert e<strong>en</strong> verdeling op<br />

van 30 : 18 in plaats van de verwachte verdeling van 36 : 12. Voor ieder f<strong>en</strong>otype is er<br />

dus e<strong>en</strong> afwijking van de verwachting van 6. Als er ge<strong>en</strong> correctie voor kleine aantall<strong>en</strong><br />

wordt toegepast is de<br />

χ 2 = 6 2 + 6 2 = 4,0 (één vrijheidsgraad)<br />

36 12<br />

De uit de tabel afgelez<strong>en</strong> waarschijnlijkheid is dan lager dan 0,05 (tuss<strong>en</strong> 0,05 <strong>en</strong> 0,01).<br />

Hieruit volgt de conclusie dat de gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bevestiging zijn van de<br />

verwachting <strong>en</strong> dat de gevond<strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> door toevallige omstandighed<strong>en</strong><br />

afwijk<strong>en</strong> van de verwachting. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> echter bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde correctie voor kleine<br />

aantall<strong>en</strong> toepast wordt de berek<strong>en</strong>ing:<br />

χ 2 = 5,5 2 + 5,5 2 = 3,36<br />

36 12<br />

119


De nu uit de tabel afgelez<strong>en</strong> waarschijnlijkheid is tuss<strong>en</strong> 0,10 <strong>en</strong> 0,05 <strong>en</strong> is dus groter<br />

dan 0,05, zodat voor dit kleine aantal toch mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de uitkomst in<br />

overe<strong>en</strong>stemming is met de verwachting. Het is natuurlijk beter indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> van grotere<br />

aantall<strong>en</strong> uitgaat.<br />

Verdeling van de χ 2<br />

Vrijheids-<br />

Waarschijnlijkheid<br />

grad<strong>en</strong> 0.99 0.95 0.90 0.80 0.70 0.50 0.30 0.20 0.10 0.05 0.01 0.001<br />

1 0.000157 0.00393 0.0158 0.0642 0.148 0.455 1.074 1.642 2.706 3.841 6.635 10.827<br />

2 0.0201 0.103 0.211 0.446 0.713 1.386 2.408 3.219 4.605 5.991 9.210 13.815<br />

3 0.115 0.352 0.584 1.005 1.424 2.366 3.665 4.642 6.251 7.815 11.345 16.268<br />

4 0.297 0.711 1.064 1.649 2.195 3.357 4.878 5.989 7.779 9.488 13.277 18.465<br />

5 0.554 1.145 1.610 2.343 3.000 4.351 6.064 7.289 9.236 11.070 15.086 20.517<br />

c. De interpretatie van 'waarschijnlijkheid'<br />

De uit de tabel af te lez<strong>en</strong> waarschijnlijkheid is die waarmee door het toeval resultat<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> die in overe<strong>en</strong>stemming zijn met de hypothese, ook al wijk<strong>en</strong> die<br />

resultat<strong>en</strong> af van de verwachting. Is de waarschijnlijkheid groot, dan bestaat er e<strong>en</strong><br />

goede overe<strong>en</strong>stemming tuss<strong>en</strong> prognose <strong>en</strong> waarneming. Bij e<strong>en</strong> lage waarde is de<br />

overe<strong>en</strong>stemming slecht. Is de waarde van de waarschijnlijkheid bijzonder laag, dan<br />

steun<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> de hypothese niet langer zodat deze verworp<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.<br />

Het waarschijnlijkheidsniveau waarop de hypothese verworp<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> is natuurlijk<br />

arbitrair. Meestal houdt m<strong>en</strong> zich aan de volg<strong>en</strong>de afsprak<strong>en</strong>:<br />

1. Is de waarschijnlijkheid groter dan 0,05, dan word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> in<br />

overe<strong>en</strong>stemming met de prognose geacht. In deze gevall<strong>en</strong> kan het verschil tuss<strong>en</strong><br />

de gevond<strong>en</strong> waarde <strong>en</strong> de prognose met zekerheid aan toevalsfactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

toegeschrev<strong>en</strong>. Er zijn ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat de hypothese onjuist is.<br />

2. Als de waarschijnlijkheid kleiner is dan 0,05, maar groter dan 0,01, spreekt m<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> significante afwijking van de prognose, of van e<strong>en</strong> significant verschil.<br />

3. Blijkt de waarschijnlijkheid kleiner dan 0,01 te zijn, dan wordt de situatie als<br />

bijzonder significant afwijk<strong>en</strong>d gek<strong>en</strong>schetst. In dat geval zijn de resultat<strong>en</strong> niet met<br />

de verwachting in overe<strong>en</strong>stemming zodat de hypothese verworp<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.<br />

Wij moet<strong>en</strong> hierbij echter wel bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat bij verwerping op 0,01 (= 1%) niveau, in<br />

1 % van de gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mogelijk juiste hypothese verworp<strong>en</strong> wordt.<br />

4. Komt uit de χ 2 berek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> waarschijnlijkheid van 0.99 of 0.95, dan bestaat er<br />

aanleiding om te verwacht<strong>en</strong> dat er met de 'gevond<strong>en</strong>' waard<strong>en</strong> geknoeid is.<br />

Dit is vooral het geval indi<strong>en</strong> regelmatig dit soort hoge waard<strong>en</strong> van de<br />

waarschijnlijkheid gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

E-33 Modificaties<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

twijg<strong>en</strong> van grove d<strong>en</strong> (of andere soort naaldboom): één twijg per leerling.<br />

liniaal of millimeterpapier.<br />

120


Uitvoering:<br />

meet van 200 volkom<strong>en</strong> willekeurig uitgekoz<strong>en</strong> losgemaakte naald<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vel<br />

millimeterpapier of langs e<strong>en</strong> liniaal de l<strong>en</strong>gte van iedere naald tot op 1 mm<br />

nauwkeurig. Heeft e<strong>en</strong> naald e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld 34 <strong>en</strong> 35 mm dan rondt<br />

m<strong>en</strong> op het dichtst bijgeleg<strong>en</strong> hele aantal millimeters af.<br />

turf voor iedere aldus in hele millimeters uitgedrukte l<strong>en</strong>gte het aantal naald<strong>en</strong> dat<br />

deze l<strong>en</strong>gte bezit.<br />

verwerk de gevond<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s grafisch in e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd histogram (horizontaal de<br />

l<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> in mm, op iedere l<strong>en</strong>gte e<strong>en</strong> verticale zuil die in zijn l<strong>en</strong>gte het gevond<strong>en</strong><br />

aantal naald<strong>en</strong> weergeeft).<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Moet m<strong>en</strong> de waarneming g<strong>en</strong>otypisch of f<strong>en</strong>otypisch verklar<strong>en</strong>? Waarom?<br />

2. Welke factor<strong>en</strong> zijn van invloed op de naaldl<strong>en</strong>gte?<br />

3. Is het juist of onjuist ook de leeftijd van.de naald als zo'n factor te zi<strong>en</strong>? Waarom?<br />

4. Had deze proef ook gedaan kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door bijvoorbeeld de halml<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

roggeveld te met<strong>en</strong>? Bered<strong>en</strong>eer.<br />

E-34 Het inzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatiekooi<br />

In e<strong>en</strong> populatiekooi word<strong>en</strong> 2 of meer soort<strong>en</strong> organism<strong>en</strong> (of mutant<strong>en</strong> van één soort)<br />

sam<strong>en</strong>gebracht, van voedsel voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de het experim<strong>en</strong>t aan hun lot<br />

overgelat<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> start met e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d aantal individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariseert de inhoud van<br />

de kooi aan het einde van het experim<strong>en</strong>t. Uit de dan gevond<strong>en</strong> getalssterkt<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong><br />

conclusies trekk<strong>en</strong> over:<br />

welke soort respectievelijk mutant zich het best aanpast aan de in de kooi heers<strong>en</strong>de<br />

(<strong>en</strong> naar believ<strong>en</strong> gewijzigde) omstandighed<strong>en</strong>.<br />

welke soort respectievelijk mutant het sterkst kan concurrer<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> er althans<br />

sprake is van e<strong>en</strong> onderlinge concurr<strong>en</strong>tie.<br />

hoe de onderlinge relaties zijn; waar concurr<strong>en</strong>tie optreedt; waar niet <strong>en</strong> waar wel<br />

sam<strong>en</strong>werking plaatsvindt.<br />

Meer g<strong>en</strong>etisch kan m<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>staande punt<strong>en</strong> ook als volgt formuler<strong>en</strong>; welk g<strong>en</strong> of<br />

welke g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinatie biedt zijn drager het meeste voordeel in de strijd om het<br />

bestaan? Immers wat zich in e<strong>en</strong> populatiekooi afspeelt is in feite e<strong>en</strong> strijd tuss<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>otypes.<br />

Vanzelfsprek<strong>en</strong>d heeft m<strong>en</strong> uit populatiekooi-experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> veel geleerd over het waarom<br />

van opmars <strong>en</strong> teruggang van huidige wilde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de mechanism<strong>en</strong> die in de<br />

evolutie werkzaam zijn.<br />

Voorbereiding:<br />

Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatiekooi. Deze kooi kan volg<strong>en</strong>s bijgaande schets gemaakt<br />

word<strong>en</strong> (figuur 56). Afmeting<strong>en</strong> <strong>en</strong> model zijn niet zo belangrijk: 30 X 30 X 50 cm is zeer<br />

geschikt.<br />

De opstaande wand<strong>en</strong> <strong>en</strong> het dak zijn van doorzichtig materiaal (glas, perspex <strong>en</strong><br />

dergelijke; e<strong>en</strong> omgekeerde plastic aquariumbak is zeer geschikt).<br />

Hierin word<strong>en</strong> luchtgat<strong>en</strong> aangebracht welke met fijn gaas word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>. Belangrijk<br />

is de bodem van hout of metaal, waarin zich 6 ronde gat<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> die zo groot zijn dat<br />

de fless<strong>en</strong> met voedingsbodem, hang<strong>en</strong>d aan de Terry-gereedschapsklemm<strong>en</strong>, er precies<br />

in pass<strong>en</strong> (kier<strong>en</strong> afsluit<strong>en</strong>). Bij gebruik van fless<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schroefdeksel maakt m<strong>en</strong> in<br />

het deksel e<strong>en</strong> gat<br />

121


Figuur 56. Bouwschets van e<strong>en</strong> populatiekooi. In de tek<strong>en</strong>ing zijn links de bevestiging<strong>en</strong> met Terryklemm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> rechts met schroeffitting<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

van dezelfde grootte als de gat<strong>en</strong> in de bodem van de kooi <strong>en</strong> monteert het deksel teg<strong>en</strong><br />

de bodem. De fles met het voedingsmedium kan er dan in <strong>en</strong> uit word<strong>en</strong> geschroefd.<br />

De gehele kooi zo hoog op pootjes dat de fless<strong>en</strong> vrij hang<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>waarts uit de<br />

klemm<strong>en</strong> gehaald kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, respectievelijk uit de deksels geschroefd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

N.B.:1.Het is voor het uit de kooi hal<strong>en</strong> van de bedwelmde vlieg<strong>en</strong> (zie 'uitvoering')<br />

beslist noodzakelijk dat de bov<strong>en</strong>zijde van de fless<strong>en</strong>hals niet bov<strong>en</strong> de bodem<br />

van de populatiekooi uitsteekt. Hiermee rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> bij het monter<strong>en</strong> van de<br />

Terry-klemm<strong>en</strong>.<br />

2. Voor het verwijder<strong>en</strong> van dode vlieg<strong>en</strong> (zie 'uitvoering') <strong>en</strong> het reinig<strong>en</strong> van de<br />

kooi na het experim<strong>en</strong>t, verdi<strong>en</strong>t het aanbeveling één wand van de kooi<br />

(ev<strong>en</strong>tueel de bodem), schuif- of draaibaar te bevestig<strong>en</strong>, zodat de kooi geop<strong>en</strong>d<br />

kan word<strong>en</strong>.<br />

122


B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

populatiekooi.<br />

6 flesjes ( 1 /4 of 1 /8 slagroomflesjes, sambal-flesjes, etc.) met instant drosophila<br />

voedingsbodem of zelf te bereid<strong>en</strong> voedingsbodem (zie E-29).<br />

drosophila's: 10 paar van de wild-vorm (W)<br />

10 paar van de mutant white (= witogig:w)<br />

Tabel 22 Programma populatiekooi<br />

1e week 2e week 3e week 4e week 5e week etc.<br />

populatiekooi<br />

inzett<strong>en</strong><br />

FLES 1<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

de stoof zett<strong>en</strong><br />

nieuwe fles 1a<br />

inzett<strong>en</strong><br />

FLES 1<br />

vlieg<strong>en</strong> tell<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong><br />

verwijder<strong>en</strong><br />

fles 1 weer in de<br />

stoof zett<strong>en</strong><br />

FLES 2<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in de stoof zett<strong>en</strong><br />

nieuwe fles 2a<br />

inzett<strong>en</strong><br />

FLES 1<br />

nu uitgekom<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong> tell<strong>en</strong><br />

inhoud fles 1<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schoonmak<strong>en</strong><br />

FLES 2<br />

vlieg<strong>en</strong> tell<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong><br />

verwijder<strong>en</strong><br />

fles 2 weer in de<br />

stoof zett<strong>en</strong><br />

FLES 3<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

de stoof zett<strong>en</strong><br />

nieuwe fles 3a<br />

inzett<strong>en</strong><br />

FLES 2<br />

nu uitgekom<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong> tell<strong>en</strong><br />

inhoud fles 2<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schoonmak<strong>en</strong><br />

FLES 3<br />

vlieg<strong>en</strong> tell<strong>en</strong><br />

vlieg<strong>en</strong><br />

verwijder<strong>en</strong><br />

fles 3 weer in de<br />

stoof zett<strong>en</strong><br />

FLES 4<br />

verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

de stoof zett<strong>en</strong><br />

nieuwe fles 4a<br />

inzett<strong>en</strong><br />

Uitvoering: (zie: programma populatiekooi tabel 22).<br />

zet de kooi in met 6 fless<strong>en</strong> waarin zich voedingsbodem bevindt.<br />

Vermeld van te vor<strong>en</strong> op de fless<strong>en</strong>:<br />

nummer van de fles, datum waarop in de kooi gezet, datum waarop uit de kooi te<br />

verwijder<strong>en</strong>.<br />

zet in iedere fles e<strong>en</strong> strookje filtreerpapier op de voedingsbodem. Het strookje moet<br />

bov<strong>en</strong> de fles uitstek<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgebog<strong>en</strong> zodat het de bodem van de kooi raakt.<br />

br<strong>en</strong>g in de kooi Drosophila's: 10 ♀♀ <strong>en</strong> 10 ♂♂ van de wildvorm sam<strong>en</strong> met 10 ♀♀ <strong>en</strong><br />

10 ♂♂ van e<strong>en</strong> mutant die gemakkelijk van de wildvorm is te onderscheid<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld: white).<br />

vervang elke week één fles door e<strong>en</strong> nieuwe. Hiermee handel<strong>en</strong> zoals aangegev<strong>en</strong> is<br />

in 'programma populatiekooi'. Bij het verwissel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong>.<br />

Geef de vervang<strong>en</strong>de fles het nummer 1a in plaats van 1 <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s 1b in plaats<br />

van 1a, etc.<br />

123<br />

etc.<br />

etc.


noteer elke week in tabel 23 de gegev<strong>en</strong>s verkreg<strong>en</strong> uit de telling<strong>en</strong>.<br />

Doe dit gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong>. Wanneer het experim<strong>en</strong>t wordt beëindigd<br />

moet<strong>en</strong> alle vlieg<strong>en</strong> in de kooi geteld word<strong>en</strong>.<br />

het verdi<strong>en</strong>t aanbeveling regelmatig (e<strong>en</strong>s in de maand) alle vlieg<strong>en</strong> in de kooi te<br />

tell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dode exemplar<strong>en</strong> te verwijder<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong>arcotiseerde vlieg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> na<br />

de telling uiteraard in de kooi teruggezet.<br />

TOTAAL<br />

TOTAAL<br />

3 e telling<br />

1 e telling<br />

Nr.<br />

van<br />

de<br />

fles<br />

124<br />

datum<br />

van<br />

verwijdering<br />

w<br />

W<br />

w<br />

W<br />

w<br />

W<br />

w<br />

W<br />

w<br />

W<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />

♀<br />

♂<br />


Opdracht <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Maak e<strong>en</strong> diagram met op de X-as de datum <strong>en</strong> op de Y-as de aantall<strong>en</strong> Drosophila's.<br />

Geef met e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong> lijn 'wild' aan <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> onderbrok<strong>en</strong> lijn 'white'.<br />

2. Beschrijf nauwkeurig wat er met de populatie is gebeurd. Verklaar de uitkomst<strong>en</strong><br />

(aantall<strong>en</strong> 29 ♀♀ <strong>en</strong> ♂♂ aantall<strong>en</strong> wild <strong>en</strong> white).<br />

E-35 G<strong>en</strong>etica van de m<strong>en</strong>s: 'tongroll<strong>en</strong>'<br />

Erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zijn bij de m<strong>en</strong>s uiteraard niet zo te onderzoek<strong>en</strong> zoals bij<br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> gebruikelijk is namelijk door proefkruising<strong>en</strong>. Toch blijkt het goed<br />

mogelijk erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s te onderzoek<strong>en</strong>. Iemand die zijn tong zo<br />

kan vouw<strong>en</strong> dat de zijkant<strong>en</strong> van de tong naar bov<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gebracht noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> 'roller'. E<strong>en</strong> 'niet-roller' kan dat — ook net de beste wil van de<br />

wereld — niet voor elkaar krijg<strong>en</strong>. Het g<strong>en</strong>otype 'roller' komt niet altijd f<strong>en</strong>otypisch tot<br />

uitdrukking. Dit bemoeilijkt de interpretatie van Je gegev<strong>en</strong>s.<br />

Dit zijn alle combinaties die theoretisch kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>:<br />

'groep'<br />

ouders<br />

vader moeder<br />

kinder<strong>en</strong><br />

roller niet-roller<br />

A roller roller allemaal ge<strong>en</strong><br />

B roller niet-r allemaal ge<strong>en</strong><br />

C niet-r roller allemaal ge<strong>en</strong><br />

D niet-r niet-r allemaal ge<strong>en</strong><br />

E roller roller sommige sommige<br />

F roller niet-r sommige sommige<br />

G niet-r roller sommige sommige<br />

H niet-r niet-r sommige sommige<br />

l roller roller ge<strong>en</strong> allemaal<br />

J roller niet-r ge<strong>en</strong> allemaal<br />

K niet-r roller ge<strong>en</strong> allemaal<br />

L niet-r niet-r ge<strong>en</strong> allemaal<br />

In werkelijkheid zull<strong>en</strong> we veel minder groep<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> sommige combinaties<br />

alle<strong>en</strong> maar mogelijk zijn als 'roller' dominant is <strong>en</strong> andere alle<strong>en</strong> als 'niet-roller'<br />

dominant is.<br />

1967 war<strong>en</strong> in twee klass<strong>en</strong> van het Revius-lyceum in Doorn de resultat<strong>en</strong> als volgt (naar<br />

W. Krist):<br />

groep totaalaantall<strong>en</strong> A totaal aantall<strong>en</strong> 46 <strong>en</strong> 23<br />

B 25 6<br />

C 12 14<br />

D - -<br />

E 23 9<br />

F 16 6<br />

G 13 14<br />

H - -<br />

I - 2<br />

J 3 -<br />

K 1 -<br />

L - 1<br />

125


Uit de aanwezigheid van E <strong>en</strong> I blijkt dat 'roller' dominant is; ook de afwezigheid van D<br />

<strong>en</strong> H wijst in die richting. I, J <strong>en</strong> K zoud<strong>en</strong> waarschijnlijk niet bestaan hebb<strong>en</strong> als de<br />

gezinn<strong>en</strong> héél groot geweest war<strong>en</strong>.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Ga minst<strong>en</strong>s zes gezinn<strong>en</strong> met (liefst veel) kinder<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> deel ze in in de<br />

hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde groep<strong>en</strong>. Verzamel de resultat<strong>en</strong> op het bord.<br />

2. Verwerk de telling<strong>en</strong> in tabel 24.<br />

Tabel 24<br />

groep eig<strong>en</strong> telling totaaltelling i. d. hele klas<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

1<br />

J<br />

K<br />

L<br />

3. Uit welke groep blijkt welke eig<strong>en</strong>schap dominant is?<br />

4. Hoe blijkt dat?<br />

5. Welke groep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beslist niet voorkom<strong>en</strong>?<br />

(het antwoord opvraag 3 moet goed zijn).<br />

6. Vertel van iedere in antwoord 5 g<strong>en</strong>oemde groep op grond van welke red<strong>en</strong>ering m<strong>en</strong><br />

het onmogelijk acht dat die groep zou kunn<strong>en</strong> bestaan.<br />

7. Van welke groep(<strong>en</strong>) me<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat ze niet bestaan zou(d<strong>en</strong>)<br />

hebb<strong>en</strong> als de gezinn<strong>en</strong> groter geweest war<strong>en</strong>?<br />

8. Vertel van de in 7 g<strong>en</strong>oemde groep(<strong>en</strong>) op grond van welke red<strong>en</strong>ering m<strong>en</strong> tot deze<br />

opvatting gekom<strong>en</strong> is.<br />

Zet e<strong>en</strong> soortgelijk onderzoek op naar het proev<strong>en</strong> van PTC (f<strong>en</strong>ylthiocarbamide) <strong>en</strong> naar<br />

losse <strong>en</strong> ver<strong>groei</strong>de oorlel (figuur 57). De drie onderzoeking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onder de<br />

leerling<strong>en</strong> verdeeld word<strong>en</strong>.<br />

Figuur 57. Oor met ver<strong>groei</strong>de<br />

<strong>en</strong> losse oorlel.<br />

126


E-36 Inleiding stamboomonderzoek bij de m<strong>en</strong>s<br />

Alvor<strong>en</strong>s stambom<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> met de symbol<strong>en</strong> vertrouwd zijn<br />

(figuur58).<br />

Figuur 58. Symbol<strong>en</strong> die gebruikt word<strong>en</strong> bij het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stamboom van de m<strong>en</strong>s.<br />

127


Vrag<strong>en</strong>:<br />

Beantwoord voor de gegev<strong>en</strong> stamboom (figuur 59) de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Is de eig<strong>en</strong>schap dominant of recessief?<br />

2. Van wie krijg<strong>en</strong> de lijders het desbetreff<strong>en</strong>de afwijk<strong>en</strong>de allel?<br />

3. Is de vader of moeder lijder, gezond of carrier (= heterozygoot = draagster).<br />

4. Van wie heeft deze persoon (sub 2) het afwijk<strong>en</strong>de allel gekreg<strong>en</strong>?<br />

5. Op welk chromosoom is deze afwijking gelokaliseerd?<br />

6. Deze afwijking betreft hemofilie, e<strong>en</strong> vrij ernstige afwijking. Is het te verwacht<strong>en</strong>, dat<br />

deze eig<strong>en</strong>schap tot afwijking<strong>en</strong> in de sex-ratio van de betrokk<strong>en</strong> families als geheel<br />

leidt in:<br />

de primaire sex-ratio (bij de conceptie)<br />

de secundaire sex-ratio (bij de geboorte)<br />

de tertiaire sex-ratio (op 50-jarige leeftijd}?<br />

E-37 G<strong>en</strong>etica bij de m<strong>en</strong>s: chromosom<strong>en</strong>, karyotype <strong>en</strong> het mak<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> karyogram van de m<strong>en</strong>s<br />

a. De chromosom<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s<br />

In het begin van de twintigste eeuw was bek<strong>en</strong>d dat de kern (nucleus) van plant<strong>en</strong>cell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> zich voorafgaande aan de celdeling oplost in e<strong>en</strong> aantal gescheid<strong>en</strong><br />

waarneembare <strong>en</strong> kleurbare object<strong>en</strong>: de chromosom<strong>en</strong>. Het aantal <strong>en</strong> de afmeting van<br />

de chromosom<strong>en</strong> was k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor iedere soort. De nauwkeurigheid waarmee de<br />

chromosom<strong>en</strong> bij de celdeling precies gelijk verdeeld werd<strong>en</strong> over de dochtercell<strong>en</strong> viel<br />

snel op, <strong>en</strong> daardoor werd duidelijk dat de chromosom<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong>s de dragers van de, tot<br />

dan toe puur hypothetische, g<strong>en</strong><strong>en</strong>, de erfelijke factor<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. De studie<br />

van de chromosom<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>t <strong>en</strong>kele period<strong>en</strong> van plotselinge bloei die steeds<br />

sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met het beschikbaar kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe preparatietechniek.<br />

De allereerste gegev<strong>en</strong>s over de chromosom<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s zijn van Von Winiwarter die<br />

in 1912 in testesmateriaal 48 chromosom<strong>en</strong> per cel vond. Dit werd in e<strong>en</strong> latere studie<br />

van Painter in 1923 bevestigd, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan de hand van testes-materiaal.<br />

De vaststelling van het chromosom<strong>en</strong>aantal van de m<strong>en</strong>s was erg moeilijk doordat de<br />

chromosom<strong>en</strong> zo dicht op elkaar <strong>en</strong> over elkaar lag<strong>en</strong>. Daarom was het e<strong>en</strong> belangrijke<br />

verbetering to<strong>en</strong> in 1952 Hsu ontdekte dat de behandeling van cell<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

hypotonische zoutoplossing e<strong>en</strong> zodanige zwelling teweeg bracht, dat de ruimtelijke<br />

afstand van de chromosom<strong>en</strong> onderling veel groter werd. Met behulp van deze techniek<br />

kond<strong>en</strong> Tjio <strong>en</strong> Levan in 1956 in m<strong>en</strong>selijke fibroblast<strong>en</strong> (huidweefsel) vaststell<strong>en</strong> dat de<br />

m<strong>en</strong>s 46 chromosom<strong>en</strong> heeft. Enkele wek<strong>en</strong> later, ook in 1956, kond<strong>en</strong> Ford <strong>en</strong><br />

Hamerton dit bevestig<strong>en</strong> met cell<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> uit testes-materiaal. Tot op vandaag in<br />

1975 is dit aantal van 46 chromosom<strong>en</strong> keer op keer bevestigd, maar toch zijn er nog<br />

steeds leerboek<strong>en</strong> die het oude <strong>en</strong> foutieve chromosom<strong>en</strong>aantal (48) vermeld<strong>en</strong>!<br />

Waar in het voorafgaande het chromosom<strong>en</strong>aantal van testes-materiaal ter sprake kwam<br />

gaat het steeds om de frequ<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong>de mitos<strong>en</strong> van de spermatogonia die leid<strong>en</strong><br />

tot de vorming van de spermatocyt<strong>en</strong>. Deze cell<strong>en</strong> ondergaan de meiose (reductiedeling).<br />

De techniek waarmee e<strong>en</strong> perfecte spreiding van de chromosom<strong>en</strong> mogelijk wordt,<br />

maakt gebruik van e<strong>en</strong> celsusp<strong>en</strong>sie die op e<strong>en</strong> objectglaasje wordt gedruppeld <strong>en</strong> aan<br />

de lucht gedroogd. Bij uitdroging barst<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> stuk <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de chromosom<strong>en</strong><br />

goed gespreid op het glaasje gedeponeerd. Met behulp van de luchtdroog-techniek<br />

kond<strong>en</strong> Turpin <strong>en</strong> Lejeune in 1959 de eerste chromosomale afwijking bij de m<strong>en</strong>s<br />

beschrijv<strong>en</strong>. Dit was de ontdekking dat mongooltjes 47 chromosom<strong>en</strong> per cel bezat<strong>en</strong>.<br />

128


Figuur 59. E<strong>en</strong> stamboom van de m<strong>en</strong>s.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke stap vooruit was de ontwikkeling van de bloedkweekmethode. In 1961<br />

beschreef Moorhead dat de lymfocyt<strong>en</strong> uit het perifere bloed, die zich normaliter niet<br />

del<strong>en</strong>, door behandeling met bon<strong>en</strong>extract, waarin haemagglutinine voorkomt,<br />

gestimuleerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich dan tóch del<strong>en</strong>. Ongeveer drie dag<strong>en</strong> na het begin van de<br />

kweek word<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> met de hypotonische oplossing behandeld <strong>en</strong> daarna gefixeerd<br />

met alcohol/azijn. De preparat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekleurd om de chromosom<strong>en</strong> gemakkelijker te<br />

kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> door het microscoop. De afmeting van de m<strong>en</strong>selijke chromosom<strong>en</strong> varieert<br />

tuss<strong>en</strong> de 2 <strong>en</strong> 7 nm.<br />

In 1961 is voor het eerst e<strong>en</strong> nom<strong>en</strong>clatuur afgesprok<strong>en</strong> voor de m<strong>en</strong>selijke<br />

chromosom<strong>en</strong>. Op basis van de relatieve l<strong>en</strong>gte van de chromosom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plaatsing<br />

van het c<strong>en</strong>tromeer is e<strong>en</strong> indeling gemaakt in groep<strong>en</strong>, omdat de g<strong>en</strong>oemde criteria e<strong>en</strong><br />

nauwkeuriger b<strong>en</strong>oeming van de individuele chromosom<strong>en</strong> niet mogelijk maakt<strong>en</strong>.<br />

Deze groep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> met de letters A tot <strong>en</strong> met G. In het bov<strong>en</strong>staande<br />

geval van 47 chromosom<strong>en</strong> bij mongooltjes, kon m<strong>en</strong> sindsdi<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong><br />

chromosoom te veel is in de G-groep.<br />

In 1970 veroorzaakte Caspersson grote opwinding door te publicer<strong>en</strong> dat chromosom<strong>en</strong><br />

gekleurd met e<strong>en</strong> fluorescer<strong>en</strong>de kleurstof <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ultra-violet-microscoop,<br />

e<strong>en</strong> duidelijk dwarsgestreept patroon van heldere <strong>en</strong> zwakkere band<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat<br />

dit band<strong>en</strong>patroon karakteristiek was voor ieder chromosom<strong>en</strong>paar! In 1971 slaagde<br />

Sumner erin hetzelfde band<strong>en</strong>patroon op de chromosom<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong> met de<br />

kleurstof Giemsa. Het voordeel hiervan is dat e<strong>en</strong> gewone microscoop gebruikt kan<br />

word<strong>en</strong> in plaats van e<strong>en</strong> dure fluoresc<strong>en</strong>tiemicroscoop <strong>en</strong> dat het preparaat naar<br />

believ<strong>en</strong> bestudeerd kan word<strong>en</strong>, terwijl bij het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fluoresc<strong>en</strong>tiepreparaat<br />

de beeldhelderheid binn<strong>en</strong> drie minut<strong>en</strong> te ver uitgedoofd is ('fading'). Het is zelfs<br />

mogelijk om grotere brokstukk<strong>en</strong> van chromosom<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Als consequ<strong>en</strong>tie van<br />

deze ontwikkeling werd tijd<strong>en</strong>s de Confer<strong>en</strong>tie van Parijs in 1971 e<strong>en</strong> nieuwe<br />

nom<strong>en</strong>clatuur opgesteld waarmee de band<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> precies in kaart gebracht <strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>oemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (figuur 60).<br />

We kunn<strong>en</strong> nu van mongooltjes niet alle<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, dat ze 47 chromosom<strong>en</strong>, of in de<br />

G-groep één chromosoom teveel hebb<strong>en</strong>, maar zelfs dat ze e<strong>en</strong> chromosoom no. 21<br />

teveel hebb<strong>en</strong>. Mongoloïde idiotie (mongooltje) wordt thans aangeduid met trisomie 21.<br />

In de loop der tijd zijn bij de m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> groot aantal chromosomale afwijking<strong>en</strong><br />

129


geconstateerd. Voorbeeld<strong>en</strong> van numerieke afwijking<strong>en</strong> zijn: trisomie 13 (47<br />

chromosom<strong>en</strong>) <strong>en</strong> monosomie X (45 chromosom<strong>en</strong>).<br />

Het is opvall<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong> aantal afwijking<strong>en</strong> die m<strong>en</strong> verwachtte nooit is gevond<strong>en</strong>.<br />

Van de meeste chromosom<strong>en</strong> (behalve het X-chromosoom) zijn géén monosomieën<br />

bek<strong>en</strong>d, wél trisomieën. Het lijkt theoretisch onontkoombaar dat deze monosomieën wél<br />

ontstaan maar in e<strong>en</strong> zéér vroeg stadium leid<strong>en</strong> tot spontane abortus.<br />

De structurele afwijking<strong>en</strong> die we k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit cytog<strong>en</strong>etisch onderzoek van plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

dier<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> zijn ook bij de m<strong>en</strong>s gevond<strong>en</strong>. Translokaties <strong>en</strong> deleties kom<strong>en</strong> relatief vaak<br />

voor; inversies zijn niet zeldzaam (inversie van chromosoom 9 komt voor bij 1 % van de<br />

bevolking). Vaak zal e<strong>en</strong> inversie of e<strong>en</strong> reciproke translokatie ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele klinische<br />

afwijking teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij de drager ervan. Er is natuurlijk wel risico voor e<strong>en</strong><br />

ongebalanceerd karyotype bij ev<strong>en</strong>tuele nakomeling<strong>en</strong>. Het chromosoomonderzoek van<br />

de m<strong>en</strong>s richt zich op het opspor<strong>en</strong> van dragers van e<strong>en</strong> chromosoomafwijking.<br />

Voornamelijk kinder<strong>en</strong> met aangebor<strong>en</strong> afwijking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in dit onderzoek betrokk<strong>en</strong>.<br />

Deze aangebor<strong>en</strong> afwijking<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> maar voor ongeveer 7% op e<strong>en</strong> waarneembare<br />

chromosoomafwijking te berust<strong>en</strong>. Meestal is deze chromosoomafwijking puur toevallig<br />

tot stand gekom<strong>en</strong>, doordat er tijd<strong>en</strong>s de meiose bij de vorming van gamet<strong>en</strong> van de<br />

vader of de moeder iets is misgegaan. Wanneer de beide ouders van e<strong>en</strong> kind met e<strong>en</strong><br />

chromosoomafwijking e<strong>en</strong> normaal karyotype hebb<strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om aan te nem<strong>en</strong><br />

dat e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d kind niet normaal zou zijn. In e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> (7%) heeft één der<br />

ouders echter wel e<strong>en</strong> chromosoomafwijking <strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> bepaalde kans dat e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d<br />

kind deze chromosoomafwijking zal erv<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor bij de geboorte afwijk<strong>en</strong>d zal zijn.<br />

Ouders dus van kinder<strong>en</strong> met (aangebor<strong>en</strong>) afwijking<strong>en</strong>, maar ook ouders die ge<strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> of die meerdere spontane aborti hebb<strong>en</strong> meegemaakt, kom<strong>en</strong> in<br />

aanmerking voor e<strong>en</strong> chromosoomonderzoek. Dit onderzoek gebeurt meestal in<br />

universiteitsinstitut<strong>en</strong> of academische ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> op verzoek van de arts die zich<br />

toelegt op het gev<strong>en</strong> van erfelijkheidsadviez<strong>en</strong> (g<strong>en</strong>etic counselling) of van de arts die<br />

onvruchtbaarheidonderzoek<strong>en</strong> doet (gynaecologie, infertiliteitkliniek). Voor het<br />

chromosoomonderzoek is de bioloog door zijn vooropleiding bij uitstek geschikt.<br />

E<strong>en</strong> erg prille ontwikkeling is de pr<strong>en</strong>atale diagnostiek van chromosomale afwijking<strong>en</strong>.<br />

Na de 12e week van de zwangerschap wordt 10 ml vruchtwater opgezog<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

injectiespuit. De daarin zwev<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong> die van het embryo zijn losgeraakt word<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trifuge afgedraaid <strong>en</strong> omdat hun aantal veel te gering is voor e<strong>en</strong> normaal<br />

onderzoek, word<strong>en</strong> ze 1½ week verder gekweekt in kunstmatig medium. Wanneer er<br />

voldo<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong> zijn, kan word<strong>en</strong> vastgesteld of het ongebor<strong>en</strong> kind e<strong>en</strong> chromosoomafwijking<br />

heeft <strong>en</strong> natuurlijk wet<strong>en</strong> we dan ook van welk geslacht het kind is.<br />

In de meeste gevall<strong>en</strong> zal blijk<strong>en</strong> dat het kind normaal is. Voor ouders, die bij voorbaat<br />

wist<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> verhoogd risico liep<strong>en</strong> is dit e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme opluchting. Wanneer blijkt dat<br />

dit kind e<strong>en</strong> chromosomale afwijking heeft, kunn<strong>en</strong> de ouders zich alvast voorbereid<strong>en</strong> op<br />

de speciale zorg<strong>en</strong> die te verwacht<strong>en</strong> zijn. Het is ook mogelijk dat ouders, die wet<strong>en</strong> dat<br />

hun ev<strong>en</strong>tuele kinder<strong>en</strong> het risico lop<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chromosoomafwijking, besluit<strong>en</strong> om<br />

géén (eig<strong>en</strong>) kinder<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de man drager is van e<strong>en</strong> erfelijke chromosoomafwijking, kan het echtpaar<br />

besluit<strong>en</strong> tot kunstmatige donor inseminatie, waarvoor sperma gebruikt wordt van e<strong>en</strong><br />

donor die chromosomaal <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etisch als normaal kan word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Er zijn in Nederland <strong>en</strong>kele universiteitsc<strong>en</strong>tra die de kunstmatige donor inseminatie<br />

verzorg<strong>en</strong>.<br />

Ook wanneer ouders volkom<strong>en</strong> gezond <strong>en</strong> 'normaal' zijn gaat er blijkbaar regelmatig<br />

spontaan iets fout tijd<strong>en</strong>s de meiose, waardoor er kinder<strong>en</strong> met chromosoomafwijking<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> ontstaan. Bij deze kinder<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> will<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> het defect te<br />

herstell<strong>en</strong>. Het reparer<strong>en</strong> van de foutieve of afwijk<strong>en</strong>de hoeveelheid erfelijk materiaal<br />

heeft m<strong>en</strong> op het oog wanneer gesprok<strong>en</strong> wordt over<br />

130


Figuur 60. Schematische weergave van de band<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> in de chromosom<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s<br />

(International Paris Confer<strong>en</strong>ce 1971)<br />

131


Figuur 61. Karyotype van de m<strong>en</strong>s (mannelijke mongool: 47.XY+21 =trisomie 21). Metafasechromosom<strong>en</strong><br />

ontle<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> lymfocyt<strong>en</strong>kweek van e<strong>en</strong> mannelijke patiënt met het syndroom<br />

van Down (mongolisme) na kleuring volg<strong>en</strong>s de trypsine-Giemsa-techniek.<br />

Deze foto is afkomstig uit de afdeling Cytog<strong>en</strong>etica van het Anthropologische Instituut te Nijmeg<strong>en</strong><br />

(Dr. Th. W. Hustinx; Dr. F. J. Rutt<strong>en</strong>; Dr. J. M. J. C. Scheres).<br />

132


Figuur 62. Schematische weergave met nummering van de chromosom<strong>en</strong><br />

van de m<strong>en</strong>s uit figuur 61.<br />

133


'g<strong>en</strong>etic <strong>en</strong>gineering' <strong>en</strong> 'g<strong>en</strong>e therapie'. Onderzoek op dit terrein vindt plaats in de<br />

bacterie-g<strong>en</strong>etica, waar tot nu toe één g<strong>en</strong> (lac-operon van Bacterium subtilis)<br />

synthetisch is bereid <strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> virus werd ingebouwd in bacteriën die dit<br />

g<strong>en</strong> tevor<strong>en</strong> niet bezat<strong>en</strong>. Hierna werd in deze bacteriestam de normale g<strong>en</strong>-activiteit<br />

gemet<strong>en</strong>.<br />

Dit experim<strong>en</strong>t heeft visio<strong>en</strong><strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> van de mogelijkheid tot manipulatie van het<br />

g<strong>en</strong>oom van e<strong>en</strong> organisme. Niet alle<strong>en</strong> het herstel van foutieve g<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar ook de<br />

introductie van begeerlijke of nuttige eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> in de toekomst reële<br />

mogelijkhed<strong>en</strong>, (Brave new world, Aldous Huxley.) E<strong>en</strong> aantal onderzoekers vindt de<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> op dit terrein dermate riskant dat zij hun medewerking aan deze<br />

onderzoeking<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beëindigd. De algem<strong>en</strong>e opinie is dat de technische ontwikkeling<br />

nog tot ver in de toekomst niet toereik<strong>en</strong>d zal zijn om deze visie op manipulatie met de<br />

m<strong>en</strong>s uitvoerbaar te mak<strong>en</strong>. Chromosomale afwijking<strong>en</strong>, waarbij steeds honderd<strong>en</strong> tot<br />

duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn, zull<strong>en</strong> daarom nog vele g<strong>en</strong>eraties niet voor reparatie in<br />

aanmerking kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

b. Het karyotype<br />

E<strong>en</strong> karyotype wordt gemaakt aan de hand van e<strong>en</strong> preparaat van de chromosom<strong>en</strong> die<br />

afkomstig zijn uit lymfocyt<strong>en</strong> (witte bloedcell<strong>en</strong> uit de thymus). E<strong>en</strong> dergelijk preparaat<br />

wordt als volgt vervaardigd:<br />

M<strong>en</strong> voegt ti<strong>en</strong> druppels v<strong>en</strong>eus bloed toe aan 4 ml kweekmedium dat op 37 °C wordt<br />

gehoud<strong>en</strong>. In dit medium zit haemagglutinine dat de kern<strong>en</strong> van de lymfocyt<strong>en</strong><br />

stimuleert, waardoor ze zwell<strong>en</strong>. De synthese van DNA komt op gang <strong>en</strong> de cel gaat in<br />

deling. Na drie dag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> behandeld met e<strong>en</strong> hypotonische KCl oplossing<br />

(0,15 M) <strong>en</strong> gefixeerd in methanol/azijnzuur. Op schone objectglaasjes wordt vervolg<strong>en</strong>s<br />

met behulp van de luchtdroogtechniek e<strong>en</strong> chromosoompreparaat gemaakt.<br />

Dit preparaat wordt daarna ongeveer 10 second<strong>en</strong> behandeld met e<strong>en</strong> 0,1% oplossing<br />

van trypsine <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 10 minut<strong>en</strong> gekleurd met Giemsa 0,1%.<br />

Door de microscoop bekek<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> de chromosom<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> karakteristieke<br />

dwarsstreping. Omdat de chromosom<strong>en</strong> in par<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> (uitgezonderd het X <strong>en</strong> Y<br />

chromosoom bij de man) is het mogelijk — door te lett<strong>en</strong> op de karakteristieke<br />

dwarsstreping — de individuele par<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. De absolute l<strong>en</strong>gte van de<br />

chromosom<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> goede maatstaf voor de id<strong>en</strong>tificatie omdat bij toepassing van de<br />

hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> techniek de chromosom<strong>en</strong> — door de trypsinebehandeling —<br />

ongelijk gezwoll<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn.<br />

Van de chromosom<strong>en</strong> in het preparaat kan e<strong>en</strong> foto word<strong>en</strong> gemaakt (figuur 61).<br />

Aan de hand van deze foto is het mogelijk e<strong>en</strong> korte karakterisering te gev<strong>en</strong> van de<br />

aanwezige chromosom<strong>en</strong> door aantal <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel grootte <strong>en</strong> vorm kort te beschrijv<strong>en</strong>.<br />

Zo kan m<strong>en</strong> bijvoorbeeld zegg<strong>en</strong>: 'zij heeft e<strong>en</strong> normaal karyotype' of 'haar karyotype is<br />

46,XX'. Ook afwijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> snel word<strong>en</strong> opgespoord <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dan tot karyotyp<strong>en</strong><br />

als 'trisomie 18' of 'zijn karyotype is 47,XY+18'. De afbeelding<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>/of de korte karakterisering ervan noemt m<strong>en</strong> het karyotype.<br />

c. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> karyogram van de m<strong>en</strong>s<br />

Door de individuele chromosom<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> foto van e<strong>en</strong> karyotype uit te knipp<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

rangschikk<strong>en</strong> naar het band<strong>en</strong>patroon <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel de grootte, wordt e<strong>en</strong> karyogram<br />

verkreg<strong>en</strong>. Internationaal (Paris Confer<strong>en</strong>ce 1971) is vastgelegd welke nom<strong>en</strong>clatuur<br />

m<strong>en</strong> hanteert <strong>en</strong> op welke wijze de id<strong>en</strong>tificatie van de chromosom<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t plaats te<br />

vind<strong>en</strong>. Van ieder paar chromosom<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> korte karakteristiek vastgesteld aan de hand<br />

van de morfologie <strong>en</strong> de band<strong>en</strong>patron<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s is in e<strong>en</strong> serie (schematische)<br />

tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong> het k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de<br />

134


and<strong>en</strong>patroon aangegev<strong>en</strong> (zie figuur 60) <strong>en</strong> is de volgorde bepaald waarin de<br />

chromosom<strong>en</strong> in het karyogram moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst.<br />

Met behulp van figuur 61 kunt U e<strong>en</strong> karyogram mak<strong>en</strong>.<br />

Uitvoering:<br />

bestudeer <strong>en</strong> ga na welke onderdel<strong>en</strong> chromosom<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> welke artefact<strong>en</strong><br />

(stofjes, har<strong>en</strong> e.d.).<br />

stel het karyotype vast als volgt:<br />

a. schets op (transparant) papier ruwweg de chromosom<strong>en</strong> zoals ze in de figuur<br />

ligg<strong>en</strong> (figuur 62).<br />

b. voorzie ieder chromosoom van e<strong>en</strong> nummer; het laatste nummer geeft het totaal<br />

aan.<br />

N.B. Bewaar deze ruwe schets tot na het uitknipp<strong>en</strong> van de chromosom<strong>en</strong> uit de figuur<br />

als controle op ev<strong>en</strong>tueel verlies van e<strong>en</strong> uitgeknipt chromosoom.<br />

vervaardig e<strong>en</strong> karyogram als volgt:<br />

a. knip de chromosom<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> tel ze<br />

b. rangschik ze volg<strong>en</strong>s het standaard-karyogram van de Paris Confer<strong>en</strong>ce 1971 op<br />

het lege karyogram; zorg er voor dat het c<strong>en</strong>tromeer telk<strong>en</strong>s in het op<strong>en</strong> gedeelte<br />

van de onderbrok<strong>en</strong> strep<strong>en</strong> komt te ligg<strong>en</strong> (tabel 25).<br />

c. nadat alle chromosom<strong>en</strong> in het karyogram hun plaats hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze<br />

word<strong>en</strong> vastgeplakt.<br />

Vrag<strong>en</strong>:<br />

1. Tijd<strong>en</strong>s welke fase van de mitose is de foto g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>?<br />

2. Hoeveel chromosom<strong>en</strong> zijn er?<br />

3. Wat is het karyotype (bijvoorbeeld 45,XO)?<br />

4. Is het e<strong>en</strong> mannelijk of vrouwelijk karyotype?<br />

E-38 Het vervaardig<strong>en</strong> van modell<strong>en</strong> ter illustratie van process<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong> in de erfelijkheidsleer<br />

De leerling di<strong>en</strong>t, uitgaande van de in dit thema opgedane k<strong>en</strong>nis, met het aangebod<strong>en</strong><br />

materiaal, modell<strong>en</strong> te ontwerp<strong>en</strong> die als illustratie kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de volg<strong>en</strong>de<br />

soms onzichtbare g<strong>en</strong>etische verschijnsel<strong>en</strong>:<br />

Lineaire rangschikking der allel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> chromatide.<br />

Bouw van e<strong>en</strong> chromosoom bestaande uit twee chromatid<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>tromeer.<br />

Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> (g<strong>en</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> (allel<strong>en</strong>) tuss<strong>en</strong> homologe chromatid<strong>en</strong><br />

(homozygotie <strong>en</strong> heterozygotie).<br />

Nabootsing mitose <strong>en</strong> meiose.<br />

Het uitwissel<strong>en</strong> van allel<strong>en</strong> <strong>en</strong> chromosoomfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

a. Natuurlijk: crossing-over <strong>en</strong> recombinatie<br />

b. Kunstmatig: de invloed van chemicaliën <strong>en</strong> straling (mutaties)<br />

De invloed van colchicine: het ontstaan van tetraploïdie.<br />

Statistische controle van de wett<strong>en</strong> van M<strong>en</strong>del.<br />

Andere g<strong>en</strong>etische verschijnsel<strong>en</strong> als natuurlijke selectie, sex-linkage, gekoppelde<br />

overerving <strong>en</strong> polymerie.<br />

135


136


137


E-39 Vraagstukk<strong>en</strong> erfelijkheidsleer<br />

1. Meestal, maar niet in alle gevall<strong>en</strong>, wordt oogkleur bij de m<strong>en</strong>s overgeërfd alsof<br />

bruine og<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong> zijn aan e<strong>en</strong> dominant <strong>en</strong> blauwe og<strong>en</strong> aan het<br />

corresponder<strong>en</strong>de recessief g<strong>en</strong>.<br />

Neem bij deze <strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> aan dat dit juist is.<br />

E<strong>en</strong> man met blauwe og<strong>en</strong> trouwt e<strong>en</strong> vrouw met bruine og<strong>en</strong>, waarvan de moeder<br />

blauwe had.<br />

Wat verwacht U inzake het deel van de kinder<strong>en</strong> dat blauwe og<strong>en</strong> zal hebb<strong>en</strong>?<br />

2. E<strong>en</strong> man met bruine og<strong>en</strong> trouwt e<strong>en</strong> vrouw met blauwe og<strong>en</strong>.<br />

Het eerste kind heeft blauwe og<strong>en</strong>. Wat is het g<strong>en</strong>otype van de vader?<br />

3. Wat is waarschijnlijker: dat twee bruinogige ouders e<strong>en</strong> blauwogig kind krijg<strong>en</strong> of dat<br />

twee blauwogige ouders e<strong>en</strong> kind met bruine og<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>?<br />

4. Wat is de gemakkelijkste manier om vast te stell<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> haan met e<strong>en</strong> roz<strong>en</strong>kam<br />

homo-of heterozygoot is? (Haan = XX, H<strong>en</strong> = XY).<br />

5. Bij Shorthorn runder<strong>en</strong> is hoornloos dominant over het bezit van hoorns <strong>en</strong> roodbont<br />

is het resultaat van heterozygotie voor de allel<strong>en</strong> voor rood <strong>en</strong> wit.<br />

Welk deel van de nakomeling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> roodbonte, heterozygoot hoornloze stier <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> roodbonte gehoornde koe verwacht U roodbont gehoornd te zijn?<br />

6. E<strong>en</strong> normale vrouw, waarvan de vader kleur<strong>en</strong>blind was, trouwt met e<strong>en</strong> normale<br />

man. Welke typ<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke verhouding?<br />

7. Het is erg moeilijk om van e<strong>en</strong> pas gebor<strong>en</strong> kuik<strong>en</strong> het geslacht vast te stell<strong>en</strong>, maar<br />

het is gemakkelijk om te bepal<strong>en</strong> of ze al of niet gestreept zijn.<br />

Bed<strong>en</strong>k, gebruik mak<strong>en</strong>d van het feit dat gestreept wordt overgeërfd als e<strong>en</strong><br />

geslachtsgekoppeld dominant allel, e<strong>en</strong> kruising zodat het geslacht van de kuik<strong>en</strong>s<br />

direct na het uit het ei kom<strong>en</strong>, kan word<strong>en</strong> bepaald.<br />

8. E<strong>en</strong> hoornloze stier: Arie, wordt gekruist met drie koei<strong>en</strong> namelijk Alie, Bertha <strong>en</strong><br />

Corrie.<br />

Alie is gehoornd, haar kalf Ans blijkt hoornloos.<br />

Bertha is gehoornd, haar kalf Bas is ook gehoornd.<br />

Corrie is hoornloos, haar kalf Cees is gehoornd.<br />

Gevraagd: alle g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> van de g<strong>en</strong>oemde dier<strong>en</strong>. Kies als letter H <strong>en</strong> h.<br />

De eig<strong>en</strong>schap is niet geslachtsgebond<strong>en</strong>.<br />

9. E<strong>en</strong> normale (gevleugelde) banan<strong>en</strong>vlieg wordt gekruist mete<strong>en</strong> ongevleugelde.<br />

De bastaard heeft vleugels. Wat verwacht U als de bastaard wordt gekruist met e<strong>en</strong><br />

homozygoot gevleugeld dier? Wat als m<strong>en</strong> hem kruist met e<strong>en</strong> ongevleugeld dier?<br />

10. M<strong>en</strong> kruist e<strong>en</strong> bruingele Cavia met e<strong>en</strong> witte. In de F2 krijgt m<strong>en</strong> 134 bruingele, 265<br />

lichtgele <strong>en</strong> 137 witte dier<strong>en</strong>. Verklaar dit. Hoe zag de F1 er uit? Wat ontstaat er<br />

theoretisch bij kruising van e<strong>en</strong> bruingeel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichtgeel dier?<br />

11. Bij e<strong>en</strong> kruising tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plant met brede <strong>en</strong> e<strong>en</strong> met smalle blader<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> alle<br />

F1-plant<strong>en</strong> brede blader<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.<br />

Hoe was het g<strong>en</strong>otype van de ouderplant<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat zal het g<strong>en</strong>otype <strong>en</strong> het f<strong>en</strong>otype<br />

van de F2 zijn?<br />

12. Kortvingerigheid bij de m<strong>en</strong>s erft dominant over. Kan er uit e<strong>en</strong> huwelijk tuss<strong>en</strong> twee<br />

normale ouders e<strong>en</strong> kortvingerig kind gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>? Kan er uit e<strong>en</strong> huwelijk<br />

tuss<strong>en</strong> twee afwijk<strong>en</strong>de ouders e<strong>en</strong> normaal kind gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

13. Bij de m<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> onder andere de bloedgroep<strong>en</strong> A, B, AB of O (nul) voor. A <strong>en</strong> B<br />

blijk<strong>en</strong> dominant over te erv<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van bloedgroep O. De AB-groep vertoont<br />

de reacties van de A- <strong>en</strong> de B-groep.<br />

Als beide ouders tot de O-groep behor<strong>en</strong>, tot welke groep(<strong>en</strong>) behor<strong>en</strong> dan de<br />

kinder<strong>en</strong>?<br />

138


Beide ouders hebb<strong>en</strong> A, wat kunn<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>?<br />

Hoe groot zijn hier de kans<strong>en</strong> op iedere bloedgroep bij de kinder<strong>en</strong>?<br />

Welke bloedgroep kan de 2e ouder van e<strong>en</strong> kind, dat A is, hebb<strong>en</strong> als één ouder tot<br />

bloedgroep B behoort?<br />

(Schrijf van de gevraagde bloedgroep<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> op.)<br />

14. Bij elke monohybride kruising bestaat de F2 voor ¾ uit individu<strong>en</strong> met het dominante<br />

f<strong>en</strong>otype. Deze zijn gedeeltelijk homozygoot, gedeeltelijk heterozygoot.<br />

M<strong>en</strong> kan nu altijd nagaan, welke de homozygote <strong>en</strong> welke de heterozygote zijn, door<br />

al deze individu<strong>en</strong> 'terug' te kruis<strong>en</strong> met het zuiver recessieve type. Doe dit bij de<br />

kruising gele x gro<strong>en</strong>e erwt<strong>en</strong>.<br />

15. Jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> trad op e<strong>en</strong> zilvervosfarm e<strong>en</strong> mutatie op, waardoor e<strong>en</strong> jong gebor<strong>en</strong><br />

werd met e<strong>en</strong> zeer lichte pelskleur, platina g<strong>en</strong>oemd. Paring<strong>en</strong> met zilvervoss<strong>en</strong><br />

gav<strong>en</strong> steeds ongeveer ev<strong>en</strong>veel platina- als zilverkleurige jong<strong>en</strong>.<br />

a. Is de mutant homo- of heterozygoot? Stel e<strong>en</strong> kruisingsschema op voor<br />

bov<strong>en</strong>staande kruising. Welke factor is dominant?<br />

b. Welk resultaat geeft e<strong>en</strong> onderlinge paring van platinavoss<strong>en</strong>? Hoe is te<br />

achterhal<strong>en</strong> welke dier<strong>en</strong> homo- <strong>en</strong> welke heterozygoot zijn?<br />

16. Van de Marokkaanse vlasleeuwebek werd e<strong>en</strong> rood ras met e<strong>en</strong> wit ras gekruist.<br />

De F1 leverde paarse bloem<strong>en</strong> op. De rode bloemkleur wordt veroorzaakt door<br />

anthocyaan in de vacuole, dat bij e<strong>en</strong> zure reactie rood gekleurd is <strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> basische<br />

reactie paars. Het alkalisch celvocht is dominant over het zure.<br />

AA = anthocyaan aanwezig; aa = anthocyaan afwezig<br />

ZZ = celvocht basisch; zz = celvocht zuur<br />

Rood X wit kan met de volg<strong>en</strong>de letters aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: AAzz X aaZZ.<br />

Berek<strong>en</strong> de verhouding in de F2.<br />

17. Bij haver is e<strong>en</strong> factor voor zwart kaf <strong>en</strong> één voor geel; beide blijk<strong>en</strong> dominant te zijn<br />

t<strong>en</strong> opzichte van wit kaf. Zijn de factor<strong>en</strong> zwart <strong>en</strong> geel echter sam<strong>en</strong> aanwezig, dan<br />

is de kleur geel natuurlijk niet te zi<strong>en</strong>.<br />

Wat is in de F2 de splitsingsverhouding zwart-geel-wit als m<strong>en</strong> uitgaat van e<strong>en</strong><br />

kruising zuiver zwart X zuiver geel?<br />

18. Er is e<strong>en</strong> dominante afwijking, waarbij vingers <strong>en</strong> t<strong>en</strong><strong>en</strong> korter zijn dan normaal,<br />

doordat ze alle slechts twee kootjes bevatt<strong>en</strong> (brachydactylie).<br />

Hoe staat het met deze afwijking bij de kinder<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> huwelijk van e<strong>en</strong> normale' <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> brachydactyle ouder, als de laatste onzuiver is?<br />

Hoe staat het met de afwijking bij de nakomeling<strong>en</strong> van de normale kinder<strong>en</strong>?<br />

E-40 Soort, populatie <strong>en</strong> evolutie<br />

a. Inleiding<br />

Organism<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong>, voed<strong>en</strong> zich, <strong>groei</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> vindt dit zo<br />

karakteristiek, dat m<strong>en</strong> spreekt van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het lev<strong>en</strong>: zich voed<strong>en</strong>, <strong>groei</strong><strong>en</strong>,<br />

zich beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich voortplant<strong>en</strong>. Het lev<strong>en</strong>, ligg<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> geboorte <strong>en</strong> dood, lijkt e<strong>en</strong><br />

statische zaak.<br />

In dit deel heeft m<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis gemaakt met de overdracht van g<strong>en</strong><strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e g<strong>en</strong>eratie<br />

op de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie.<br />

Fundam<strong>en</strong>teel is de cel met zijn biochemische uitrusting, waardoor het vermog<strong>en</strong><br />

aanwezig is tot zelfduplicatie. In feite de S-fase van de mitose <strong>en</strong> meiose. Hier immers<br />

treedt <strong>voortplanting</strong> in strikte zin op. Doordat de individu<strong>en</strong> de steeds weer<br />

gedupliceerde DNA-structur<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>eratie op g<strong>en</strong>eratie is het lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

dynamische informatiestroom <strong>en</strong> eindigt het lev<strong>en</strong> niet bij de dood van e<strong>en</strong> individu.<br />

139


Na het ontstaan van de zygote <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de daarop volg<strong>en</strong>de <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> blijft e<strong>en</strong><br />

aantal cell<strong>en</strong> embryonaal aanwezig. Deze cell<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> opnieuw de gamet<strong>en</strong> voor de<br />

volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie. Er is door de loop van miljard<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> he<strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan ontstaan van<br />

kiemcell<strong>en</strong> (figuur 63). Het zijn slechts de 'somata' (licham<strong>en</strong>), product<strong>en</strong> van<br />

<strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> <strong>en</strong> aanpassing, die sterv<strong>en</strong>.<br />

De chromosom<strong>en</strong> als dragers van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de vorming van de kiemcell<strong>en</strong> op<br />

hun specifieke wijze — al of niet met crossing-over of andere vorm<strong>en</strong> van recombinatie<br />

—, gedistribueerd in de daarop volg<strong>en</strong>de bevruchting. Zo kom<strong>en</strong> steeds nieuwe<br />

combinaties van g<strong>en</strong><strong>en</strong> tot stand <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de nakomeling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ouderpaar nooit<br />

exact op elkaar <strong>en</strong> op de ouders lijk<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ige uitzondering die m<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t zijn de<br />

e<strong>en</strong>eiïge tweeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle individu<strong>en</strong> die ontstaan door ongeslachtelijke <strong>voortplanting</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kan nauwelijks de kans begrijp<strong>en</strong> dat er twee individu<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ontstaan met precies<br />

dezelfde g<strong>en</strong><strong>en</strong>. Deze kans is zo klein dat m<strong>en</strong> spreekt van toeval. Jordan heeft toeval al<br />

e<strong>en</strong>s beschrev<strong>en</strong> als het kruis<strong>en</strong> van twee of meer onafhankelijk van elkaar optred<strong>en</strong>de<br />

causale ket<strong>en</strong>s. Het ontstaan van e<strong>en</strong> storm is e<strong>en</strong> causale ket<strong>en</strong>; zo ook is het los ligg<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> dakpan ontstaan in e<strong>en</strong> andere causale ket<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> zwerv<strong>en</strong>de voedselzoek<strong>en</strong>de<br />

muis is e<strong>en</strong> gevolg van e<strong>en</strong> derde causale ket<strong>en</strong>. Deze drie causale ket<strong>en</strong>s zijn<br />

onafhankelijk van elkaar. Het kruis<strong>en</strong> van deze drie ket<strong>en</strong>s: de storm, die de dakpan van<br />

het dak doet vall<strong>en</strong>, de muis, die er onderdoor loopt <strong>en</strong> de dakpan met dodelijke afloop<br />

op zijn kop krijgt, noem<strong>en</strong> we toeval.<br />

De <strong>en</strong>orme, langdurige stroom aan doorgegev<strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> heeft talloze individu<strong>en</strong> do<strong>en</strong><br />

ontstaan. Individu<strong>en</strong> die onderling niet gelijk war<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich in de loop der tijd<strong>en</strong><br />

langzaam wijzigd<strong>en</strong>. Vele individu<strong>en</strong> zijn na hun dood — compleet of slechts in del<strong>en</strong> —<br />

overgeblev<strong>en</strong> als fossiel<strong>en</strong>.<br />

b. Historie<br />

Lange reeks<strong>en</strong> fossiel<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op het lev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zich langzaam ontwikkel<strong>en</strong>d proces,<br />

dat nog niet tot stilstand is gekom<strong>en</strong>. Dit is het proces van de evolutie. In strikte zin<br />

betek<strong>en</strong>t evolutie zich ontwikkel<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> bloem, die op<strong>en</strong>gaat, evolueert.<br />

Door het werk van Charles Darwin ‘The Origin of Species' (by means of natural selection<br />

or the preservation of favored races in the struggle for life, zoals de volledige titel luidt),<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1859, kreeg het woord evolutie de betek<strong>en</strong>is die het hed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dage nog<br />

heeft. Namelijk, de ontwikkeling van het lev<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de miljard<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>, doordat<br />

soort<strong>en</strong> zich ontwikkeld<strong>en</strong> tot nieuwe soort<strong>en</strong>. Reeds voor Darwin komt m<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong><br />

over evolutie teg<strong>en</strong>, beschouwing<strong>en</strong>, die nogal filosofisch van aard war<strong>en</strong>. Toch mag m<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> voordi<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> aannam dat de natuur onveranderlijk was,<br />

zo niet op wet<strong>en</strong>schappelijke dan toch op wereldbeschouwelijke grond<strong>en</strong>. Linnaeus<br />

gebruikte het begrip 'soort' als e<strong>en</strong> onveranderlijke e<strong>en</strong>heid voor zijn systeem. Ook hij<br />

twijfelde reeds aan deze onveranderlijkheid.<br />

Darwin schreef zijn boek op aandring<strong>en</strong> van de geolog<strong>en</strong> Lyell <strong>en</strong> Wallace, die tot<br />

dezelfde conclusies war<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>. Zij beschikt<strong>en</strong> niet over zoveel materiaal als Darwin<br />

bij zijn reis met de 'Beagle' (1835) verzameld had. Darwin stelde e<strong>en</strong> natuurwet<strong>en</strong>schappelijke<br />

hypothese op <strong>en</strong> trachtte daarmede het mechanisme van de evolutie te<br />

verklar<strong>en</strong>. Zijn leid<strong>en</strong>de gedacht<strong>en</strong> war<strong>en</strong>:<br />

1 – er word<strong>en</strong> meer individu<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> dan er volwass<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

2- alle individu<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> van elkaar <strong>en</strong> van hun ouders.<br />

Het idee van het grote aantal concurrer<strong>en</strong>de nakomeling<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>de Darwin aan de<br />

econoom Malthus. Het idee van selectie kwam van de kwekers, die kunstmatig selecter<strong>en</strong><br />

voor het mak<strong>en</strong> van nieuwe variëteit<strong>en</strong>.<br />

De consequ<strong>en</strong>tie van het grote aantal gebor<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> is dat er e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiestrijd<br />

ontbrandt. In eerste instantie is er e<strong>en</strong> onderlinge concurr<strong>en</strong>tie om voedsel tijd<strong>en</strong>s het<br />

op<strong>groei</strong><strong>en</strong> met als resultaat de instandhouding van het individu. In tweede instantie e<strong>en</strong><br />

concurr<strong>en</strong>tie om de partner in de <strong>voortplanting</strong>stijd<br />

140


Figuur 63. De kiembaan.<br />

De zwarte cirkels stell<strong>en</strong> de <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun directe voorgangers in het organisme voor;<br />

de op<strong>en</strong> cirkels de somatische cell<strong>en</strong>, waarvan er uiteraard te weinig zijn getek<strong>en</strong>d.<br />

Rechts nogmaals de kiembaan, waarin zwart het erfelijke materiaal dat doorgegev<strong>en</strong> wordt via e<strong>en</strong><br />

aantal g<strong>en</strong>eraties.<br />

I: e<strong>en</strong> direct ingrijp<strong>en</strong> vanuit het milieu op het soma zonder invloed te hebb<strong>en</strong> op de erfelijke<br />

constitutie (bijvoorbeeld het couper<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> staart).<br />

II: e<strong>en</strong> door het lichaam zelf teweeg gebrachte verandering in het soma onder invloed van e<strong>en</strong><br />

milieufactor zonder invloed te hebb<strong>en</strong> op de erfelijke constitutie (bijvoorbeeld de verschill<strong>en</strong>de<br />

lichaamsvorm<strong>en</strong> van daphnia's ontstaan bij verschill<strong>en</strong>de temperatur<strong>en</strong>).<br />

III: e<strong>en</strong> milieu-invloed die de erfelijke constitutie <strong>en</strong> het soma beïnvloedt. Hierdoor treedt e<strong>en</strong><br />

verandering op die blijv<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> aan de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties doorgegev<strong>en</strong> wordt. Verandering<strong>en</strong> in<br />

het soma zijn voorgesteld door arcering<strong>en</strong>, (n. Hesse-Daflein 1914 <strong>en</strong> Umbgrove 1943)<br />

141


met als resultaat de instandhouding van de soort. Respectievelijk door Darwin g<strong>en</strong>oemd<br />

'the struggle for life' <strong>en</strong> 'the struggle for sex'. Beide sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de drijfveer van de<br />

natuurlijke selectie of 'the natural selection'.<br />

In deze concurr<strong>en</strong>tiestrijd blijv<strong>en</strong> slechts die individu<strong>en</strong> over, die door speciale<br />

aanpassing<strong>en</strong> of eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> betere lev<strong>en</strong>skans<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan hun soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />

Het resultaat van deze strijd is, dat de variaties met de beste aanpassing<strong>en</strong> door de<br />

natuurlijke selectie geselecteerd word<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> deze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

doorgev<strong>en</strong> aan hun nakomeling<strong>en</strong>: 'the survival of the fittest' (to fit on = aanpass<strong>en</strong>).<br />

Het zwakke punt in deze red<strong>en</strong>ering van Darwin war<strong>en</strong> de variaties. Hoe kond<strong>en</strong> deze<br />

zijn ontstaan? Dit kon slechts door toeval. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vestigde Darwin te veel aandacht<br />

op de individu<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet op de groep individu<strong>en</strong> als totaliteit. Het belang van g<strong>en</strong><strong>en</strong>uitwisseling<br />

binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> min of meer begr<strong>en</strong>sde groep was Darwin onbek<strong>en</strong>d.<br />

In 1865 versche<strong>en</strong> de publicatie van Gregor M<strong>en</strong>del over de overdracht van<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bij erwt<strong>en</strong>. Het werk van M<strong>en</strong>del bleef onbek<strong>en</strong>d, deels omdat het<br />

gepubliceerd was in e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d tijdschrift, deels omdat m<strong>en</strong> (nog) niet vertrouwd was<br />

met het kwantificer<strong>en</strong> van waarneming<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ging in die tijd de aandacht meer<br />

uit naar anatomisch-morfologische problem<strong>en</strong>. Wanneer Darwin dit werk gek<strong>en</strong>d had was<br />

hij wellicht meer gefundeerd geweest bij het verklar<strong>en</strong> van het ontstaan van de<br />

variëteit<strong>en</strong>.<br />

Het heeft tot 1900 geduurd. Hugo de Vries deed onderzoeking<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> sterk variabele<br />

soort, de grote teunisbloem (O<strong>en</strong>othera Lamarckiana Ser.). Hij trachtte door kruising<strong>en</strong><br />

nieuwe soort<strong>en</strong> te verkrijg<strong>en</strong> dat wil zegg<strong>en</strong> hij trachtte de evolutie experim<strong>en</strong>teel te<br />

bewijz<strong>en</strong>. Hij herontdekte echter wetmatighed<strong>en</strong> die ook door M<strong>en</strong>del gevond<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij<br />

erwt<strong>en</strong>. Gelijktijdig werd deze herontdekking gedaan door Corr<strong>en</strong>s bij Mirabilis jalapa L.<br />

<strong>en</strong> door Tschermak bij de erwt.<br />

Hugo de Vries poneerde voor het eerst het principe van de mutaties, dat door Morgan in<br />

1925 bewez<strong>en</strong> werd. E<strong>en</strong> mutatie is e<strong>en</strong> plotseling optred<strong>en</strong>de nieuwe eig<strong>en</strong>schap, die<br />

schijnbaar niet afkomstig is van de ouders of voorouders. Het zijn, zoals we nu wet<strong>en</strong>,<br />

verandering<strong>en</strong> in de chemische sam<strong>en</strong>stelling van het g<strong>en</strong> of van de rangschikking van<br />

de g<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het chromosom<strong>en</strong>garnituur.<br />

E<strong>en</strong> mutatie is nooit e<strong>en</strong> grote verandering. Het mer<strong>en</strong>deel van de mutaties is zelfs<br />

lethaal. Indi<strong>en</strong> echter onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> de overlevingskans<strong>en</strong> gunstig<br />

beïnvloed word<strong>en</strong> zijn zij de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van de evolutie. Of e<strong>en</strong> mutatie gunstig is wordt<br />

bepaald door het milieu. E<strong>en</strong> mutatie, die in het <strong>en</strong>e milieu e<strong>en</strong> negatieve invloed op de<br />

overlevingskans<strong>en</strong> heeft, kan in e<strong>en</strong> ander milieu positief uitwerk<strong>en</strong>. Door het optred<strong>en</strong><br />

van mutaties kunn<strong>en</strong> organism<strong>en</strong> zich aan wijzig<strong>en</strong>de milieu-omstandighed<strong>en</strong><br />

'aanpass<strong>en</strong>'.<br />

Sinds deze herontdekking van de g<strong>en</strong>etische wetmatighed<strong>en</strong> is de evolutie niet meer het<br />

terrein van de systematici, anatoom-morfolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> paleontolog<strong>en</strong>, maar wordt de<br />

evolutie bestudeerd vanuit alle disciplines van de biologie. Het is e<strong>en</strong> studie met e<strong>en</strong><br />

veelheid van invalshoek<strong>en</strong>.<br />

De weerstand<strong>en</strong> die het werk van Darwin, of de evolutie als theorie, opgeroep<strong>en</strong> heeft<br />

ligg<strong>en</strong> niet op het natuurwet<strong>en</strong>schappelijke vlak, maar kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere zijde <strong>en</strong><br />

zijn voornamelijk van religieus-wereldbeschouwelijke aard. De constantheid der soort<strong>en</strong><br />

lag 'religieus verankerd' <strong>en</strong> de evolutietheorie tastte schijnbaar religieuze waard<strong>en</strong> aan.<br />

Ook de g<strong>en</strong>etica riep rond 1900 weerstand<strong>en</strong> op. Sprek<strong>en</strong> over het erfelijk-zijn van<br />

lichamelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> was nog te tolerer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>zelfde gedachtegang ontwikkel<strong>en</strong><br />

door ook geestelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stoffelijke basis in de g<strong>en</strong><strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> was e<strong>en</strong><br />

onverteerbare zaak. Tev<strong>en</strong>s werd het begrip 'struggle for life' gebruikt ter rechtvaardiging<br />

van de concurr<strong>en</strong>tie onder de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitbuiting van de minderhed<strong>en</strong>.<br />

Teilhard de Chardin (1948) heeft b<strong>en</strong>adrukt dat juist de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de<br />

individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> soort de winst van de evolutie kan zijn. Dit wordt bewez<strong>en</strong> door de<br />

dier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> grotere overlevingskans doordat zij in groepsverband lev<strong>en</strong>, alsmede<br />

door de organisatievorm<strong>en</strong> van die groep<strong>en</strong> zoals bij bij<strong>en</strong>, wesp<strong>en</strong><br />

142


mier<strong>en</strong> <strong>en</strong> termiet<strong>en</strong>. Dit zijn dier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aanmerkelijk langere evolutie-lijn dan de<br />

zoogdier<strong>en</strong>.<br />

Het mechanisme van de <strong>voortplanting</strong> als e<strong>en</strong> zichzelf kopiër<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>etische structur<strong>en</strong><br />

moet reeds vroeg zijn vastgelegd. De g<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn de 'blauwdrukk<strong>en</strong>' van het aangebor<strong>en</strong><br />

bouwplan <strong>en</strong> het hierbij behor<strong>en</strong>de gedrag. De g<strong>en</strong><strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> controle uit op<br />

het complete individu.<br />

Bij deze <strong>voortplanting</strong> word<strong>en</strong> twee process<strong>en</strong> door het toeval 'geregeld': de verdeling<br />

van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> over de gamet<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bije<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> gevolgd door het sam<strong>en</strong>smelt<strong>en</strong> van<br />

deze gamet<strong>en</strong>. Iedere nakomeling is e<strong>en</strong> volstrekt willekeurige combinatie van de<br />

erfelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de ouders. Het aantal combinaties, mede door mutaties, is<br />

onvoorstelbaar groot. Op deze combinaties grijpt de natuurlijke selectie aan.<br />

C. Populaties<br />

Onder e<strong>en</strong> sport verstaat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep individu<strong>en</strong>, die zich onderling kunn<strong>en</strong><br />

voortplant<strong>en</strong> <strong>en</strong> fertiele nakomeling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> die op elkaar <strong>en</strong> op de ouders lijk<strong>en</strong>.<br />

Het is dus e<strong>en</strong> groep individu<strong>en</strong> die niet kunn<strong>en</strong> par<strong>en</strong> met individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere<br />

soort. Als dit gebeurt levert dat steriele nakomeling<strong>en</strong> op.<br />

Mutaties bij één of meer individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> soort leidt niet mete<strong>en</strong> tot verandering van<br />

die soort. Het g<strong>en</strong>etische materiaal — de g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool — van die populatie moet eerst<br />

verander<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> populatie is e<strong>en</strong> groep individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> soort die in e<strong>en</strong> bepaald<br />

gebied won<strong>en</strong> <strong>en</strong> door onderlinge <strong>voortplanting</strong> voortdur<strong>en</strong>d g<strong>en</strong><strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> oude steriel geword<strong>en</strong> zilvermeeuw behoort wel tot de soort, maar niet meer tot de<br />

populatie als g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool. Deze vogel behoort wél tot de populatie in ecologisch opzicht.<br />

Door g<strong>en</strong><strong>en</strong>uitwisseling binn<strong>en</strong> de populatie kunn<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> ontstaan met nieuwe<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> zijn met geheel nieuwe kwaliteit<strong>en</strong>. Ze behoev<strong>en</strong><br />

aanvankelijk zelfs nauwelijks op te vall<strong>en</strong> of zichtbaar te zijn. Ze zoud<strong>en</strong> voor<br />

modificaties verslet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong><strong>en</strong>, die verantwoordelijk zijn voor dit<br />

'nieuwe' moet<strong>en</strong> eerst verspreid word<strong>en</strong> onder de individu<strong>en</strong> van de gehele populatie, wil<br />

er e<strong>en</strong> wijziging in de soort als geheel optred<strong>en</strong>. Dit hangt af van het succes van de<br />

<strong>voortplanting</strong>.<br />

Niet het succes — zoals Darwin beschreef — in de aantall<strong>en</strong> nakomeling<strong>en</strong>, hoe groot dan<br />

ook, maar het succes als productie van nakomeling<strong>en</strong> die op<strong>groei</strong><strong>en</strong> tot geslachtsrijpe<br />

individu<strong>en</strong>. Aantall<strong>en</strong> op zich zegg<strong>en</strong> niets. M<strong>en</strong>ige soort levert zeer grote aantall<strong>en</strong><br />

nakomeling<strong>en</strong>, waarvan e<strong>en</strong> zeer gering deel de geslachtsrijpheid haalt. E<strong>en</strong> weinig<br />

succesvolle <strong>voortplanting</strong>.<br />

Hoe succesvoller e<strong>en</strong> <strong>voortplanting</strong> is — de m<strong>en</strong>s is hiervan e<strong>en</strong> duidelijk voorbeeld —<br />

des te groter is de to<strong>en</strong>ame van de populatie. De volwass<strong>en</strong> exemplar<strong>en</strong> do<strong>en</strong> weer mee<br />

aan de <strong>voortplanting</strong> <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie. Zo kunn<strong>en</strong> zij de nieuwe<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinaties doorgev<strong>en</strong>. Deze zull<strong>en</strong> afhankelijk van de <strong>voortplanting</strong>ssnelheid<br />

eig<strong>en</strong>dom word<strong>en</strong> van de gehele populatie. Hier ligt de 'survival of the fittest'; evolutie is<br />

selectie van g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinaties. De frequ<strong>en</strong>tie waarmee bepaalde g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinaties in de<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool van de populatie voorkom<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte over lange periode hun<br />

uitwerking niet miss<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de soort. De natuurlijke selectie<br />

zal door het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> constante druk de nieuwe gunstige combinaties kunn<strong>en</strong><br />

bevoordel<strong>en</strong>. De optred<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong>, in feite het beter aangepast zijn van de<br />

organism<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong> hierdoor gericht. Deze gerichtheid is karakteristiek voor het<br />

evolutieproces.<br />

E<strong>en</strong>zelfde gerichte ontwikkeling — naar e<strong>en</strong> betere aanpassing— kan ook bij e<strong>en</strong><br />

populatie van e<strong>en</strong> andere niet verwante soort optred<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> deze<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> onder gelijke omstandighed<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> spreekt dan van parallelle<br />

adaptatie. De organism<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van deze parallelle adaptatie uiterlijk<br />

e<strong>en</strong>zelfde vorm verkrijg<strong>en</strong>. Het zijn converg<strong>en</strong>te typ<strong>en</strong> (figuur 64).<br />

143


Figuur 64. Converg<strong>en</strong>tie.<br />

Van bov<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>: haai (viss<strong>en</strong>), Ichthyosaurus (reptiel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dolfijn (zoogdier<strong>en</strong>).<br />

Ook het gedrag heeft e<strong>en</strong> selectieve waarde. D<strong>en</strong>kbaar is dat bij e<strong>en</strong> populatie witte<br />

vlinders de mannetjes e<strong>en</strong> kleurprefer<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong> voor geel bov<strong>en</strong> wit bij het<br />

aanvlieg<strong>en</strong> van de witte vrouwtjes tijd<strong>en</strong>s de balts. Wanneer nu door mutatie gele<br />

vrouwtjes ontstaan zull<strong>en</strong> deze de meeste kans hebb<strong>en</strong> door de mannetjes aangevlog<strong>en</strong><br />

te word<strong>en</strong>: het allel voor geel zal na <strong>en</strong>kele g<strong>en</strong>eraties snel in frequ<strong>en</strong>tie to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> inde<br />

populatie.<br />

De constante druk van de selectie op de g<strong>en</strong><strong>en</strong> — het voortdur<strong>en</strong>d modeller<strong>en</strong> van de<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool — is e<strong>en</strong> selectie van g<strong>en</strong><strong>en</strong>, die leidt tot e<strong>en</strong> succesvolle <strong>voortplanting</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

gerichte ontwikkeling. Het is niet het resultaat van de selectie als e<strong>en</strong> individuele kracht.<br />

Zo zal de populatie op de duur zover gewijzigd word<strong>en</strong> dat zij niet meer op de<br />

oorspronkelijke populatie lijkt. Als deze ontwikkeling zover gaat dat paring met<br />

soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> van het oorspronkelijke type ge<strong>en</strong> vruchtbare nakomeling<strong>en</strong> meer oplevert,<br />

is e<strong>en</strong> nieuwe soort ontstaan,<br />

d. Aanpassing<br />

Iedere nieuwe g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinatie kan slechts van biologische betek<strong>en</strong>is zijn indi<strong>en</strong> de<br />

overlevingskans<strong>en</strong> — het volwass<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan de <strong>voortplanting</strong> —<br />

vergroot word<strong>en</strong>.<br />

Ieder individu in de populatie is e<strong>en</strong> optelsom van nieuwe combinaties. Zodra de nieuwe<br />

combinatie het individu (of de gehele soort) voordel<strong>en</strong> oplevert, is dit individu (of deze<br />

soort) beter aangepast aan de (soms nieuwe) omstandighed<strong>en</strong>. Alle biologische<br />

f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> vanuit dit standpunt beschouwd te word<strong>en</strong>. De cel met zijn<br />

biochemische uitrusting <strong>en</strong> ook de daarvan afhang<strong>en</strong>de specialisaties van cell<strong>en</strong>,<br />

gegroepeerd in orgaanstelsels zijn ev<strong>en</strong> zovele aanpassing<strong>en</strong>. Deze zijn in de loop van de<br />

evolutie ontstaan <strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van deze aanpassing<strong>en</strong> voordel<strong>en</strong> op.<br />

Eier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leerachtige of kalkhoud<strong>en</strong>de schaal word<strong>en</strong> gelegd. Ze zijn moeilijk<br />

verplaatsbaar <strong>en</strong> kwetsbaar. Ze moet<strong>en</strong> verstopt <strong>en</strong> verdedigd word<strong>en</strong>. Om uit te kom<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> ze gedur<strong>en</strong>de langere tijd op e<strong>en</strong> bepaalde temperatuur gehoud<strong>en</strong><br />

144


te word<strong>en</strong>. Voortplanting met behulp van e<strong>en</strong> baarmoeder levert de volg<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong><br />

op: voedseltoevoer <strong>en</strong> temperatuur zijn verzekerd <strong>en</strong> bij gevaar gaat het embryo mee op<br />

de vlucht. Zoogdier<strong>en</strong> zijn onder andere daardoor succesvoller in de <strong>voortplanting</strong> dan<br />

reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels.<br />

Aanpassing<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> nieuwe lev<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> mogelijk. Deze aanpassing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de<br />

loop van de evolutie steeds verbeterd <strong>en</strong> verfijnd. Verlies van aanpassing<strong>en</strong> levert gevaar<br />

op voor de soort. M<strong>en</strong> ziet dit nogal e<strong>en</strong>s optred<strong>en</strong> bij domesticatie <strong>en</strong> uitsterv<strong>en</strong>.<br />

Domesticatieverschijnsel<strong>en</strong> zijn afwijking<strong>en</strong> in de bouw, functie <strong>en</strong> het gedrag die<br />

optred<strong>en</strong> bij huisdier<strong>en</strong> t<strong>en</strong>gevolge van fokprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>swijze in<br />

afhankelijkheid van de mogelijkhed<strong>en</strong> die de m<strong>en</strong>s aan deze dier<strong>en</strong> biedt. Zo vindt m<strong>en</strong><br />

bij gedomesticeerde dier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote variabiliteit in hun anatomie <strong>en</strong> hun morfologische<br />

structur<strong>en</strong>: dwergvorm<strong>en</strong>, reuz<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>, het verkort<strong>en</strong> (verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>) van de ledemat<strong>en</strong>,<br />

vetophoping onder de huid (waardoor ze geschikt word<strong>en</strong> voor de mesterij),<br />

schedelverkorting (mopskopp<strong>en</strong>), sterkere ontwikkeling van de associatiec<strong>en</strong>tra in de<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, verminderd vermog<strong>en</strong> van de zintuig<strong>en</strong>, slappere huid, sterkere of ge<strong>en</strong><br />

ontwikkeling van de kopversiering<strong>en</strong> zoals hoorns, verschill<strong>en</strong> in de beharing tot kaalheid<br />

toe, verschil in kleur<strong>en</strong> waarbij albinisme (wit), flavisme (geel), erythrochisme (rood) <strong>en</strong><br />

of melanisme (zwart) op de voorgrond tred<strong>en</strong>, verl<strong>en</strong>ging van het darmkanaal ook bij<br />

roofdier<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> geringere ontwikkeling van de kauwmusculatuur, etc.<br />

Ook de <strong>voortplanting</strong> is gevoelig voor domesticatie. De binding aan e<strong>en</strong> bepaald<br />

jaargetijde gaat verlor<strong>en</strong>. De mannetjes zijn in staat het gehele jaar te par<strong>en</strong>.<br />

Tev<strong>en</strong>s zijn jonge dier<strong>en</strong> eerder geslachtsrijp. Bij de vrouwtjes treedt er e<strong>en</strong> langduriger<br />

melkafscheiding op. Domesticatie kan ook de oorzaak zijn, dat neuron<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d<br />

impuls<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> afvur<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> continu gedrag optreedt. Zoals het merkwaardige<br />

vlieg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tuimelaar (duif), e<strong>en</strong> gedragspatroon dat normaal tot het vlucht<strong>en</strong><br />

behoort. De kropper (duif) vertoont voortdur<strong>en</strong>d balts-gedrag, de opgerichte staart van<br />

de haan behoort ook tot de balts. Normaliter di<strong>en</strong>t de staart te hang<strong>en</strong>. Aangebor<strong>en</strong><br />

coördinatiepatron<strong>en</strong> word<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger of gaan verlor<strong>en</strong>. Gekweekte kipp<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> kan<br />

m<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> broed<strong>en</strong> op allerlei onnatuurlijke voorwerp<strong>en</strong>. Andere kipp<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong><br />

het vermog<strong>en</strong> om te broed<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> 'voortgeplant-word<strong>en</strong>' door broedmachines.<br />

Het vermog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> langdurige band tuss<strong>en</strong> de partners te vorm<strong>en</strong> kan verlor<strong>en</strong> gaan.<br />

Onze 'tamme' wilde e<strong>en</strong>d is hier e<strong>en</strong> voorbeeld van. De mannetjes zou m<strong>en</strong> 'oversexed'<br />

kunn<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>, ze verliez<strong>en</strong> het monogame karakter. Waarschijnlijk behoort homofilie<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot de domesticatieverschijnsel<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> in de dier<strong>en</strong>tuin<strong>en</strong> valt waar te<br />

nem<strong>en</strong>.<br />

De domesticatie gaat door het uitvall<strong>en</strong> van de natuurlijke selectie teg<strong>en</strong> de ontwikkeling<br />

van de evolutie in. Het is e<strong>en</strong> aanpassing aan e<strong>en</strong> door de m<strong>en</strong>s aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gecreëerd milieu. Slechts zolang m<strong>en</strong> dit milieu handhaaft is het voortbestaan van deze<br />

soort<strong>en</strong> verzekerd. Het eist daarom e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de zorg.<br />

e. De nieuwe soort <strong>en</strong> het uitsterv<strong>en</strong> van de voorafgaande soort<br />

Zolang e<strong>en</strong> deel van de populatie met betrekking tot de g<strong>en</strong><strong>en</strong> zich langzaam wijzigt <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> beperkt aantal gewijzigde individu<strong>en</strong> omvat, blijft de situatie bestaan dat alle<br />

individu<strong>en</strong> onderling kruis<strong>en</strong>. Wil er e<strong>en</strong> nieuwe soort ontstaan dan zal g<strong>en</strong>etische isolatie<br />

moet<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> deel van de populatie met de nieuwe g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool<br />

geïsoleerd zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de oorspronkelijke populatie.<br />

Bij voldo<strong>en</strong>de isolatie, — terwijl de gerichte verandering<strong>en</strong> voortschrijd<strong>en</strong> —, zal<br />

bastaardering van de veranderde individu<strong>en</strong> met de individu<strong>en</strong> van de oorspronkelijke<br />

populatie onmogelijk word<strong>en</strong>. Het zijn nu twee aparte soort<strong>en</strong> geword<strong>en</strong> (figuur 65).<br />

Deze zijn wel nauw verwant aan elkaar. Treedt er nu nogmaals e<strong>en</strong> dergelijk proces op<br />

dan zijn de zo ontstane soort<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verwant, maar niet meer zo nauw. Zo komt op<br />

de duur e<strong>en</strong> verwantschap<br />

145


Figuur 65. G<strong>en</strong>etische isolatie door e<strong>en</strong> geologische-geografische isolatie. De puntjes stell<strong>en</strong> de<br />

individu<strong>en</strong> voor in het areaal. De isolatie geeft aanleiding tot nieuwe areal<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere<br />

spreiding van de individu<strong>en</strong>. De populaties kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etisch zo verschill<strong>en</strong>d zijn dat er nieuwe<br />

soort<strong>en</strong> ontstaan.<br />

in evolutionaire zin tot stand zoals m<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t in de systematiek: g<strong>en</strong>era, families, etc.<br />

G<strong>en</strong>etische isolatie is meestal het gevolg van e<strong>en</strong> geologisch-geografische isolatie, zoals<br />

het ontstaan van berg<strong>en</strong>, zeeën, woestijn<strong>en</strong> als ook verandering<strong>en</strong> in klimatologische<br />

omstandighed<strong>en</strong>, etc. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kan g<strong>en</strong>etische isolatie optred<strong>en</strong> doordat e<strong>en</strong> deel van de<br />

populatie wegtrekt <strong>en</strong> het contact met de oorspronkelijke populatie verlor<strong>en</strong> gaat.<br />

Het klassieke voorbeeld wordt gevormd door de zog<strong>en</strong>aamde Darwin-vink<strong>en</strong> op de<br />

Galapagos-eiland<strong>en</strong>. Deze vink<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich t<strong>en</strong> gevolge van de geografische<br />

isolatie op de eiland<strong>en</strong> ontwikkeld tot zeer verschill<strong>en</strong>de voedselspecialist<strong>en</strong>.<br />

De Australische fauna van buideldier<strong>en</strong> is mede gehandhaafd door e<strong>en</strong> geografische<br />

isolatie. Oorspronkelijk vormde Australië met Azië één contin<strong>en</strong>t (het Sahoel-<br />

So<strong>en</strong>daplat). De geologisch veel oudere aplac<strong>en</strong>talia (onder andere de buideldier<strong>en</strong>) zijn<br />

door de concurr<strong>en</strong>tie met de plac<strong>en</strong>talia — baarmoeder bezitt<strong>en</strong>de zoogdier<strong>en</strong> — van het<br />

vasteland van Azië verdrev<strong>en</strong> of op eig<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid vertrokk<strong>en</strong> naar de rand van dit<br />

contin<strong>en</strong>t, namelijk naar Australië. De plac<strong>en</strong>talia hebb<strong>en</strong> deze kans niet meer gehad, het<br />

Sahoel-So<strong>en</strong>daplat kwam onder de zeespiegel te ligg<strong>en</strong>. Slechts de bergrugg<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

over: de Maleise Archipel. De buideldier<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> to<strong>en</strong> geïsoleerd op Australië <strong>en</strong> Nieuw<br />

Guinea.<br />

Binn<strong>en</strong> de populaties van de buideldier<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> wel de mogelijkhed<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>pools<br />

aanwezig om bijna gelijke evolutielijn<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> als de zoogdier<strong>en</strong>: kangoeroe - konijn<br />

(knaagdiertype), wolf - buidelwolf (roofdiertype). Gezi<strong>en</strong> de geringere overlevingskans<strong>en</strong><br />

van de buideldier<strong>en</strong> in vergelijking met de plac<strong>en</strong>talia is de invoering van bijvoorbeeld<br />

zoogdier<strong>en</strong> in Australië funest voor de buideldier<strong>en</strong>, zeker als zij dezelfde niche gaan<br />

bezett<strong>en</strong>. De scheiding van de oorspronkelijke populatie <strong>en</strong> de nieuwe populatie is pas<br />

compleet wanneer de oorspronkelijke populatie uitsterft.<br />

146


Normaliter verkeert de populatie in e<strong>en</strong> natuurlijk ev<strong>en</strong>wicht. Het aantal individu<strong>en</strong> zal<br />

schommel<strong>en</strong> rond e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtstoestand. Deze populatie zal niet snel uitsterv<strong>en</strong>.<br />

Het uitsterv<strong>en</strong> wordt nooit bereikt door de activiteit<strong>en</strong> van roofvijand<strong>en</strong> van de populatie.<br />

Roofdier<strong>en</strong> zijn t.a.v. hun voedsel zo gespecialiseerd, dat zij hun prooidier<strong>en</strong> nooit<br />

uitroei<strong>en</strong>. Zij regel<strong>en</strong> door de predatie eig<strong>en</strong>lijk hun eig<strong>en</strong> aantal.<br />

Epidemieën bereik<strong>en</strong> precies hetzelfde resultaat. Gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> epidemie neemt het<br />

aantal individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatie af, maar door de dal<strong>en</strong>de bevolkingsdichtheid neemt<br />

ook de besmettingskans af. De populatie zal zich herstell<strong>en</strong>, mede doordat ook de<br />

immuniteit van de overgeblev<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> is toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het milieu kan e<strong>en</strong> populatie<br />

wél do<strong>en</strong> uitsterv<strong>en</strong>. Milieuomstandighed<strong>en</strong> zijn nooit constant, vooral klimatologische<br />

omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zeer sterk verander<strong>en</strong>. Zeeën kunn<strong>en</strong> droogvall<strong>en</strong> — in Zuid-<br />

Limburg wandelt m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zeebodem uit het Tertiair. Uitgestrekte vlakt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in<br />

zeeën verander<strong>en</strong>: onze Noordzee. De steeds to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de afmeting<strong>en</strong> van de reptiel<strong>en</strong> in<br />

het Tertiair vereist<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme pootstructur<strong>en</strong> om het lichaamsgewicht op het land te<br />

drag<strong>en</strong>. Voor de in het water lev<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> lichtere constructie van de pot<strong>en</strong><br />

mogelijk. E<strong>en</strong> droogteperiode sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> voedselgebrek is dan voldo<strong>en</strong>de<br />

om deze dier<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> uitsterv<strong>en</strong>. De Kalahari-woestijn is e<strong>en</strong> groot kerkhof van<br />

uitgestorv<strong>en</strong> reptiel<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>t is het uitsterv<strong>en</strong> van populaties nijlpaard<strong>en</strong> door droogte<br />

in Afrika.<br />

Uitsterv<strong>en</strong> kan ook veroorzaakt word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de evolutie verworv<strong>en</strong> sterke<br />

specialisatie van de individu<strong>en</strong>. Door deze sterke specialisatie in één richting, dikwijls e<strong>en</strong><br />

voedingsspecialisatie, wordt de te bewon<strong>en</strong> niche te beperkt <strong>en</strong> is de soort veel<br />

kwetsbaarder. Deze dier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hun specialisatie e<strong>en</strong> te geringe g<strong>en</strong>etische<br />

variabiliteit. Deze geringe variabiliteit wordt voor h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> handicap. Lokaal optred<strong>en</strong>de<br />

verandering<strong>en</strong> in het milieu <strong>en</strong> de specialisatie van de dier<strong>en</strong> leidt tot het verdwijn<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> deel van de populatie, zoals ook in ons land geconstateerd is. De voormalige<br />

Zuiderzee was aan de kant<strong>en</strong> zo ondiep, dat kleine zwan<strong>en</strong> hier tijd<strong>en</strong>s de trek kond<strong>en</strong><br />

verblijv<strong>en</strong> door de wortelstokk<strong>en</strong> van het zeegras te et<strong>en</strong>. Bij de afsluiting van de<br />

Zuiderzee <strong>en</strong> de daarop volg<strong>en</strong>de verzoeting van het IJsselmeer verdwe<strong>en</strong> het zeegras <strong>en</strong><br />

daarmee de populaties kleine zwan<strong>en</strong>. Reeds vrij snel werd de verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> flora<br />

vervang<strong>en</strong> door fonteinkruid<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere plant<strong>en</strong>. De kleine zwan<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> van de<br />

wortelstokk<strong>en</strong> van deze fonteinkruid<strong>en</strong> et<strong>en</strong> <strong>en</strong> de populaties keerd<strong>en</strong> terug, maar nu op<br />

andere plaats<strong>en</strong> langs de IJsselmeerkust.<br />

Het voedselzoek<strong>en</strong> van steltlopers op wadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> vereist dat de voedselgebied<strong>en</strong><br />

ritmisch onderlop<strong>en</strong>. Bij laag water mag het gebied niet dieper zijn dan <strong>en</strong>kele<br />

c<strong>en</strong>timeters of het moet goed vochtig blijv<strong>en</strong>. Bij vloed moet het voldo<strong>en</strong>de droge<br />

plekk<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> als vluchtplaats<strong>en</strong>. Wadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> hierdoor zeer grote<br />

populaties steltlopers. Verandering van dit milieu is funest voor deze populaties.<br />

Wanneer door één van de g<strong>en</strong>oemde oorzak<strong>en</strong> het aantal individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatie<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kritisch minimum komt is dit gevaarlijk. Dit is onder andere bek<strong>en</strong>d van de<br />

rotganz<strong>en</strong>, die gespecialiseerd zijn op e<strong>en</strong> zeegrassoort. E<strong>en</strong> epidemie tastte deze<br />

voedselbron zo ernstig aan dat m<strong>en</strong> met het uitsterv<strong>en</strong> van de rotganz<strong>en</strong> ernstig<br />

rek<strong>en</strong>ing ging houd<strong>en</strong>. In 1932 schatte m<strong>en</strong> het restant van de populatie op 7 à 25% van<br />

het oorspronkelijke aantal. De zeegrasveld<strong>en</strong> zijn zich nu aan het herstell<strong>en</strong>, maar het is<br />

de vraag of de rotganz<strong>en</strong>populatie zich nog herstell<strong>en</strong> kan.<br />

In kleine populaties van sterk gespecialiseerde dier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel optred<strong>en</strong>de<br />

variaties g<strong>en</strong>etisch slecht onder controle gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> is de dreiging tot uitsterv<strong>en</strong> het<br />

grootst. De selectiedruk di<strong>en</strong>t aan te grijp<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> brede basis van g<strong>en</strong>etisch materiaal.<br />

Hierdoor word<strong>en</strong> de gunstige combinaties zo veel mogelijk gespreid in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool <strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong> de aanpassing<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>. Daarom word<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> in de huidige<br />

natuurbescherming om met uitroeiing bedreigde soort<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong> slechts zeld<strong>en</strong> met<br />

succes beloond. Veelal is het uitzicht op<br />

147


<strong>en</strong>ig resultaat hopeloos: de populaties zijn te klein, de specialisatie te groot <strong>en</strong> de<br />

g<strong>en</strong>etische variabiliteit te gering.<br />

f. De distributie van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool<br />

Tot nu toe hebb<strong>en</strong> we ons in E-28, E-30, E-31 <strong>en</strong> E-34 bezig gehoud<strong>en</strong> met populaties<br />

die ontstond<strong>en</strong> uit één homozygoot ouderpaar, dat wil zegg<strong>en</strong> dat de te onderzoek<strong>en</strong><br />

allel<strong>en</strong>par<strong>en</strong> in gelijke frequ<strong>en</strong>tie voorkwam<strong>en</strong>. De helft bezit het dominante allel <strong>en</strong> de<br />

andere helft bezit het recessieve allel. Door uit te gaan van e<strong>en</strong> homozygoot ouderpaar<br />

<strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de techniek is de wijze van <strong>voortplanting</strong> scherp voorgeschrev<strong>en</strong>.<br />

Er ontstaat e<strong>en</strong> geprogrammeerde populatie. In natuurlijke populaties tred<strong>en</strong> beide<br />

verschijnsel<strong>en</strong> niet op. De frequ<strong>en</strong>tie van de allel<strong>en</strong> is nooit gelijk. Het <strong>en</strong>e allel kan<br />

veelvuldiger voorkom<strong>en</strong> dan het andere daarbij behor<strong>en</strong>de allel. De ontmoeting van de<br />

partners in het <strong>voortplanting</strong>sproces is meestal volslag<strong>en</strong> willekeurig. Dat de distributie<br />

van de allel<strong>en</strong> anders is dan de gangbare verhouding<strong>en</strong> bij toepassing van de wett<strong>en</strong> van<br />

M<strong>en</strong>del, blijkt uit het volg<strong>en</strong>de voorbeeld van het voorkom<strong>en</strong> van de bloedgroep<strong>en</strong> M <strong>en</strong><br />

N bij Bedouïn<strong>en</strong>.<br />

MM MN NN Totaal<br />

119 76 13 208<br />

Deze distributie wijkt af van wat de splitsingswet bij kruising van twee homozygote<br />

ouders ons leert. We verwacht<strong>en</strong> 1 : 2 : 1, indi<strong>en</strong> we uitgaan van e<strong>en</strong> verdeling van de<br />

allel<strong>en</strong> M <strong>en</strong> N van 50%.<br />

In deze populatie kom<strong>en</strong> (119 x 2) + 76 = 314 M <strong>en</strong> (13 x 2) + 76 = 102 N-allel<strong>en</strong> voor<br />

op e<strong>en</strong> totaal van 208x2 = 416 allel<strong>en</strong>.<br />

De frequ<strong>en</strong>tie van het allel M is 314=0.75 <strong>en</strong> van het allel N is 102=0.25.<br />

416 416<br />

Het allel M komt dus driemaal zoveel voor als het allel N in deze populatie.<br />

M<strong>en</strong> noemt dit de allelfrequ<strong>en</strong>tie.<br />

Nu leert de statistiek dat de kans dat twee van elkaar onafhankelijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

gelijktijdig optred<strong>en</strong> gelijk is aan het product van de afzonderlijke kans<strong>en</strong>.<br />

De kans om met één dobbelste<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zes te gooi<strong>en</strong> is 1 /6; de kans om met twee<br />

dobbelst<strong>en</strong><strong>en</strong> tegelijk dubbel zes te gooi<strong>en</strong> is 1 /6 X 1 /6 = 1 /36. Past m<strong>en</strong> dit toe op<br />

alle combinaties te vorm<strong>en</strong> door M <strong>en</strong> N dan vindt m<strong>en</strong> dat de kans op:<br />

MM is 0.75x0.75 =0.56<br />

MN is 0.75x0.25 = 0.19<br />

MN is 0.75x0.25 = 0.19 op MN is 0.38<br />

NN is 0.25x0.25 = 0.06<br />

Bij dit onderzoek van 208 Bedouïn<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> dus verwacht<strong>en</strong>:<br />

0.56x208= 117 MM<br />

0.38x208= 79 MN<br />

0.06x208= 12 NN.<br />

Opdracht:<br />

1. Vergelijk de berek<strong>en</strong>de kans op het voorkom<strong>en</strong> van MM, MN <strong>en</strong> NN met de werkelijk<br />

gevond<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>.<br />

Met behulp van de eerder g<strong>en</strong>oemde stelling uit de statistiek kan m<strong>en</strong> als de frequ<strong>en</strong>tie<br />

van het allel A gelijk is aan p <strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>tie van het allel a gelijk is aan q de<br />

g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong>, die voorkom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> populatie berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het voorkom<strong>en</strong> van AA in de<br />

populatie zal p 2 <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van aa zal q 2 zijn, terwijl het voorkom<strong>en</strong> van Aa 2pq<br />

bedraagt (AA : Aa : aa). Het voorkom<strong>en</strong> van de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> in de populatie kan m<strong>en</strong><br />

weergev<strong>en</strong> door:<br />

P 2 AA + 2pqAa + q 2 aa<br />

148


De verdeling der g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> bedraagt (p + q) 2 . Dit is e<strong>en</strong> binominale distributie.<br />

M<strong>en</strong> ziet hierbij dat p + q = 1, hetge<strong>en</strong> wil zegg<strong>en</strong>, dat de formule alle allel<strong>en</strong> A <strong>en</strong> a van<br />

de gehele populatie omvat.<br />

K<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de distributie van één allel dan kan m<strong>en</strong> de andere gemakkelijk berek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Immers p = (1 - q) <strong>en</strong> q = (1 - p). Voor p alle<strong>en</strong> verkrijgt m<strong>en</strong> dan de distributie:<br />

(1 - q) 2 AA + 2q(1 -q)Aa + q 2 aa.<br />

Bij multiple allelie, zoals bij onze bloedgroep<strong>en</strong>. A, B, AB <strong>en</strong> O geldt natuurlijk<br />

(p + q + r) 2 , waarbij p + q + r = 1.<br />

Opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraag:<br />

2. Berek<strong>en</strong> in onderstaande tabel de ontbrek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong>.<br />

Tabel 26<br />

FENOTYPEN verwachte f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong><br />

POPULATIE TOT. M MN N p(M) p(N) p(M)<br />

Pueblo-indian<strong>en</strong> 140 83 46 11<br />

Brooklyn U.S.A. 1849 541 903 405<br />

Australische<br />

Aborigines<br />

102 3 44 55<br />

2pg<br />

(MN) g2 (N)<br />

3. Vergelijk het voorkom<strong>en</strong> van de allel<strong>en</strong> M <strong>en</strong> N in de g<strong>en</strong>oemde populaties.<br />

4. Berek<strong>en</strong> in onderstaande tabel de distributie <strong>en</strong> het totaal van de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> als<br />

resultaat van e<strong>en</strong> kruising van de gegev<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie van de gamet<strong>en</strong>.<br />

♀<br />

p(A)<br />

q(a)<br />

♂<br />

Tabel 27<br />

p(A) q(a)<br />

5. Wijkt de distributie van de nieuwe g<strong>en</strong>eratie af van die van de voorafgaande<br />

g<strong>en</strong>eratie?<br />

De distributie van de g<strong>en</strong>o- <strong>en</strong> f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> van ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eraties zal niet van<br />

elkaar verschill<strong>en</strong>. De populatie verkeert in e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etisch ev<strong>en</strong>wicht. Het terrein van<br />

deze beschouwing<strong>en</strong> is de populatieg<strong>en</strong>etica. Vele problem<strong>en</strong> op dit gebied kunn<strong>en</strong> met<br />

behulp van bov<strong>en</strong>staande formules berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Voorbeeld: hoeveel gezinn<strong>en</strong> met<br />

vijf kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> drie jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> twee meisjes omvatt<strong>en</strong>?<br />

De kans op e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> is gelijk aan 1 /2; die van e<strong>en</strong> meisje is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gelijk aan ½.<br />

In de binominale distributie van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> op X <strong>en</strong> Y is de expon<strong>en</strong>t gelijk aan het aantal<br />

kinder<strong>en</strong>, dus (a + b) 5 , waarin a de kans op e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> <strong>en</strong> b de kans op e<strong>en</strong> meisje<br />

voorstelt. Uitwerking van de formule geeft:<br />

A 5 + 5a 4 b + 10a 3 b 2 + 10a 2 b 3 + 5ab 4 + b 5<br />

De drie jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> twee meisjes vind<strong>en</strong> we in 10a 3 b 2 . Uitte rek<strong>en</strong><strong>en</strong> als volgt:<br />

10a 3 b 2 = 10 X (½) 3 X (½) 2 = 10/32,<br />

Dat wil zegg<strong>en</strong> van de 32 gezinn<strong>en</strong> met vijf kinder<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> we er 10 met drie<br />

jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> twee meisjes te vind<strong>en</strong>. Deze berek<strong>en</strong>ing klopt met de cijfers die het<br />

bevolkingsonderzoek oplevert.<br />

149


Vrag<strong>en</strong>:<br />

6. Hoeveel gezinn<strong>en</strong> met vijf kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> uit vijf jong<strong>en</strong>s, uit vijf meisjes <strong>en</strong> uit twee<br />

jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> drie meisjes bestaan?<br />

7. Hoeveel gezinn<strong>en</strong> met drie kinder<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> uit drie jong<strong>en</strong>s, uit drie meisjes of uit 1<br />

jong<strong>en</strong> <strong>en</strong> twee meisjes bestaan?<br />

g. Populatieg<strong>en</strong>etica <strong>en</strong> evolutie: verandering in g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie<br />

Verandering<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool zijn in feite verandering<strong>en</strong> in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie.<br />

Hierdoor verschuift het g<strong>en</strong>etische ev<strong>en</strong>wicht. Wordt e<strong>en</strong> nieuw g<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> nieuwe<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>combinatie bevoordeeld dan kan dit op de lange duur leid<strong>en</strong> tot f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> die sterk<br />

afwijk<strong>en</strong> van de oorspronkelijke.<br />

Mutatie is één van de oorzak<strong>en</strong> van deze verandering van de g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie. Indi<strong>en</strong> het<br />

allel A muteert tot a zal er e<strong>en</strong> verschuiving optred<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste van q. Meestal zijn de<br />

mutaties binn<strong>en</strong> de populaties reversibel. A muteert tot a <strong>en</strong> a muteert tot A. Het effect<br />

zal dan nihil zijn als de snelheid waarmee het g<strong>en</strong> muteert in beide richting<strong>en</strong> gelijk is.<br />

De mutatiesnelheid is echter in beide richting<strong>en</strong> veelal verschill<strong>en</strong>d. Hierdoor zal de<br />

populatie afhankelijk van de mutatiesnelheid e<strong>en</strong> nieuw ev<strong>en</strong> wicht bereik<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

andere g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie. De invloed van het milieu kan m<strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong> aan de hand van het<br />

volg<strong>en</strong>de extreme voorbeeld. In e<strong>en</strong> populatie treft m<strong>en</strong>, terwijl de populatie in e<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>etisch ev<strong>en</strong>wicht verkeert <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> willekeurige <strong>voortplanting</strong> van de individu<strong>en</strong> is,<br />

de volg<strong>en</strong>de frequ<strong>en</strong>tie van f<strong>en</strong>o- <strong>en</strong> g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> aan<br />

f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> A- aa<br />

frequ<strong>en</strong>tie f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> 0.51 0.49<br />

GENOTYPEN AA Aa aa<br />

frequ<strong>en</strong>tie g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> 0.09 0.42 0.49<br />

M<strong>en</strong> veronderstelt dat alle aa-individu<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> milieufactor niet in staat zijn tot<br />

<strong>voortplanting</strong> of althans ge<strong>en</strong> fertiele nakomeling<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>. De populatie wordt<br />

daardoor gereduceerd tot twee g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong>: AA <strong>en</strong> Aa, die voorkom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhouding<br />

0.09AA: 0.42 Aa. Voor de <strong>voortplanting</strong> zijn nu in de populatie<br />

0.09 . = 0.18 AA <strong>en</strong> 0.42 . = 0.82 Aa beschikbaar.<br />

0.09 + 0.42 0.09 + 0.42<br />

Indi<strong>en</strong> deze individu<strong>en</strong> met all<strong>en</strong> hetzelfde f<strong>en</strong>otype zich voortplant<strong>en</strong>, zal de volg<strong>en</strong>de<br />

g<strong>en</strong>eratie bestaan uit individu<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s onderstaande tabel<br />

nakomeling<strong>en</strong><br />

Kruising frequ<strong>en</strong>tie AA Aa aa<br />

AA x AA (0.18) 2 =0.03 0.03<br />

AA x Aa 2 x (0.18) x (0.82) = 0.30 0.15 0.15<br />

Aa x Aa (0.82) 2 = 0.67 0.17 0.34 0.17<br />

TOTAAL 1.00 0.35 0.49 0.17<br />

De nieuwe populatie heeft wederom e<strong>en</strong> binominaire distributie <strong>en</strong> verkeert in g<strong>en</strong>etisch<br />

ev<strong>en</strong>wicht. De g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> van aa zijn echter verminderd van 0.7 tot 0.41 (de wortel uit<br />

0.17) <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> van AA zijn dan vermeerderd van 0.3 tot 0.6 (de wortel uit 0.35).<br />

De selectie heeft e<strong>en</strong> nog groter effect indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>ties van de f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong><br />

vergelijkt: voor aa van 0.5 naar 0.17.<br />

150


E<strong>en</strong> dergelijke selectie op e<strong>en</strong> dominant allel heeft e<strong>en</strong> nog.groter effect: het kan in<br />

extreme gevall<strong>en</strong> in één g<strong>en</strong>eratie verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>, zijn.<br />

Selectie op recessieve allel<strong>en</strong> gaat over het algeme<strong>en</strong> langzamer. Om deze red<strong>en</strong> zijn<br />

lethale — meestal recessieve — allel<strong>en</strong>, nogal veelvuldig voorkom<strong>en</strong>d in e<strong>en</strong> populatie.<br />

Ze zijn verborg<strong>en</strong> in de heterozygot<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> in de populatie gehandhaafd ondanks<br />

het feit dat de homozygot<strong>en</strong> van de lethale eig<strong>en</strong>schap steeds uit de populatie<br />

verdwijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich dus ook niet kunn<strong>en</strong> voortplant<strong>en</strong>. Selectie op de recessieve allel<strong>en</strong><br />

zal er toe leid<strong>en</strong> dat de heterozygot<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> in vergelijking met de<br />

homozygot<strong>en</strong> als de frequ<strong>en</strong>tie van dit allel afneemt. Heterozygot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de<br />

selectie bevoordeeld <strong>en</strong> daarmede wordt de variabiliteit van de soort in stand gehoud<strong>en</strong>.<br />

Inteelt leidt tot het bevorder<strong>en</strong> van de homozygotie in e<strong>en</strong> populatie. Op zich zal dit ge<strong>en</strong><br />

verandering in de g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie gev<strong>en</strong>. Het aantal homozygot<strong>en</strong>, dat als ouderpaar voor<br />

de <strong>voortplanting</strong> di<strong>en</strong>t, zal steeds groter word<strong>en</strong>. Dit heeft e<strong>en</strong> verarming van de<br />

variabiliteit tot gevolg. En zoals al eerder betoogd is, leidt dit bij te kleine populatie tot<br />

uitsterv<strong>en</strong>.<br />

Ook voor de m<strong>en</strong>s ligg<strong>en</strong> hier consequ<strong>en</strong>ties. Het op<strong>en</strong>brek<strong>en</strong> van geïsoleerde<br />

bevolkingsgroep<strong>en</strong> in land<strong>en</strong>, sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorp<strong>en</strong>; de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de urbanisatie gepaard<br />

gaande met immigratie van verschill<strong>en</strong>de bevolkingsgroep<strong>en</strong>; het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

intercontin<strong>en</strong>tale verkeer; het slop<strong>en</strong> van sociale barrières tuss<strong>en</strong> bevolkingsgroep<strong>en</strong>;<br />

de veranderde medische <strong>en</strong> hygiënische lev<strong>en</strong>somstandighed<strong>en</strong>; de verandering<strong>en</strong> in<br />

opvatting<strong>en</strong> over moraal <strong>en</strong> gezinssam<strong>en</strong>stelling, de verandering in leefwijze <strong>en</strong><br />

voedingsgewoont<strong>en</strong>; het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d gebruik van atomaire straling zull<strong>en</strong> hun effect<br />

hebb<strong>en</strong> op de verandering in de g<strong>en</strong><strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie in de m<strong>en</strong>selijke populatie. Alle<strong>en</strong> weet<br />

m<strong>en</strong> niet in welke richting.<br />

E-41 Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

A<br />

aangebor<strong>en</strong> het is niet w<strong>en</strong>selijk deze term als begrip in de erfelijkheidsleer te<br />

hanter<strong>en</strong> omdat het gebruik varieert van: 'erfelijk' tot 'niet erfelijk<br />

<strong>en</strong> voor de geboorte verkreg<strong>en</strong>'.<br />

aanleg overerv<strong>en</strong>de factor, g<strong>en</strong>.<br />

adaptatie het verschijnsel dat — door natuurlijke selectie — die dier<strong>en</strong> uit<br />

e<strong>en</strong> populatie overblijv<strong>en</strong>, die het beste aan die eis<strong>en</strong> die het<br />

milieu stelt aangepast zijn (zie Biothema 5).<br />

ad<strong>en</strong>ohypofyse de uit de darmwand ontstane voorkwab van de hypofyse.<br />

afstammingstheorie theorie die verklaart hoe de huidige soort<strong>en</strong>rijkdom uit<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke voorouders of anderszins is ontstaan.<br />

albinisme het ontbrek<strong>en</strong> van pigm<strong>en</strong>t bij dier<strong>en</strong>, veelal t<strong>en</strong> gevolge van<br />

domesticatie.<br />

allantoïs v<strong>en</strong>trale uitstulping van de einddarm bij het embryo van reptiel<strong>en</strong>,<br />

vogels <strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong>; fungeert als embryonale blaas, voedings- <strong>en</strong><br />

ademhalingsorgaan.<br />

allel iedere mutatievorm van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> (allel<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op dezelfde locus<br />

in homologe chromosom<strong>en</strong>)<br />

allelfrequ<strong>en</strong>tie de relatieve frequ<strong>en</strong>tie, waarmede e<strong>en</strong> allel in e<strong>en</strong> populatie<br />

voorkomt.<br />

151


aminozuur organisch carbonzuur waaraan e<strong>en</strong> aminogroep (-NH2) voorkomt.<br />

Het zijn de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van eiwitt<strong>en</strong>.<br />

amnion het binn<strong>en</strong>ste van de vliez<strong>en</strong> die het embryo van reptiel<strong>en</strong>, vogels <strong>en</strong><br />

zoogdier<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong>,<br />

anafase stadium in de kerndeling waarin de chromatid<strong>en</strong> (mitose <strong>en</strong> meiose<br />

II) of chromosom<strong>en</strong> (meiose I) naar de pol<strong>en</strong> van de cel beweg<strong>en</strong>.<br />

anemie zie 'sickle-cell anemie'.<br />

anthere meeldraad.<br />

antheridium meercellig, flesvormig ♂ <strong>voortplanting</strong>sorgaan bij var<strong>en</strong>s <strong>en</strong> moss<strong>en</strong>.<br />

anthropog<strong>en</strong>etica erfelijkheidsleer van de m<strong>en</strong>s.<br />

archegonium meercellig, flesvormig ♀ <strong>voortplanting</strong>sorgaan bij var<strong>en</strong>s <strong>en</strong> moss<strong>en</strong>.<br />

autosom<strong>en</strong> de niet-geslachtschromosom<strong>en</strong>.<br />

auxin<strong>en</strong> groep natuurlijke <strong>en</strong> kunstmatige, de celstrekking bevorder<strong>en</strong>de<br />

<strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong>.<br />

auxine natuurlijke, de celstrekking bevorder<strong>en</strong>de <strong>groei</strong>stof (heet ook IAA,<br />

vroeger hetero-auxine).<br />

B<br />

bacteriofaag virusdeeltje, waarvan het DNA of RNA in e<strong>en</strong> bacterie binn<strong>en</strong>dringt <strong>en</strong><br />

zich met materiaal van de bacterie verm<strong>en</strong>igvuldigt.<br />

Barr-lichaampje zie geslachtschromatine.<br />

bastaard zie hybride<br />

e<strong>en</strong> heterozygoot individu.<br />

bedektzadig<strong>en</strong> hogere plant<strong>en</strong> waarbij de bevruchting <strong>en</strong> zaadvorming zich in e<strong>en</strong><br />

vrijwel geheel afgeslot<strong>en</strong> vruchtbeginsel afspeelt.<br />

bevruchting het verm<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van erfelijk materiaal van beide ouders tijd<strong>en</strong>s de<br />

<strong>voortplanting</strong>. Vaak wordt gebruikt: het versmelt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ♂ <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

♀ gameet.<br />

biotine plantaardige, de <strong>groei</strong> <strong>en</strong> celdeling bevorder<strong>en</strong>de <strong>groei</strong>stof; id<strong>en</strong>tiek<br />

met vitamine H.<br />

bival<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> paar gepaard ligg<strong>en</strong>de homologe chromosom<strong>en</strong> in (het diplote<strong>en</strong><br />

van) de meiose; e<strong>en</strong> bival<strong>en</strong>t bestaat uit vier chromatid<strong>en</strong>.<br />

blastula vroeg embryonaal stadium, bolvormig met e<strong>en</strong> wand bestaande uit<br />

e<strong>en</strong> cellaag.<br />

bloederziekte zie hemofilie.<br />

bloem orgaan bij hogere plant<strong>en</strong>, bestaan uit één of meer ♂ <strong>en</strong>/of ♀<br />

<strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong>, welke kunn<strong>en</strong> zijn omgev<strong>en</strong> door vaak<br />

opvall<strong>en</strong>d gekleurde bloembekleedsels.<br />

bronsthormoon zie 'oestroge<strong>en</strong>'.<br />

C<br />

c<strong>en</strong>triool zie c<strong>en</strong>trosoom.<br />

c<strong>en</strong>tromeer deel van het chromosoom dat de chromatid<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> houdt <strong>en</strong><br />

waaraan de kernspoeldrad<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong>.<br />

c<strong>en</strong>trosom<strong>en</strong> kleine organell<strong>en</strong> die in veel dierlijke cell<strong>en</strong> vlak buit<strong>en</strong> de<br />

kernmembraan ligg<strong>en</strong>; ze del<strong>en</strong> zich vlak voor de kerndeling <strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de kerndeling aan iedere pool van de spoelfiguur;<br />

e<strong>en</strong> onderdeel van het c<strong>en</strong>trosoom is het c<strong>en</strong>triool.<br />

152


chiasma (mv. chiasmata) plaats waar de chromatid<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de profase I over elkaar<br />

he<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>; in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> kan dit tot crossing-over<br />

leid<strong>en</strong><br />

chirnaere e<strong>en</strong> individu waarvan sommige weefsels uit g<strong>en</strong>otypisch<br />

verschill<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong> zijn opgebouwd (bij dier<strong>en</strong> noemt m<strong>en</strong> dit<br />

e<strong>en</strong> mozaïek)<br />

chromatid<strong>en</strong> de beide overlangse helft<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chromosoom; ze zijn<br />

id<strong>en</strong>tiek aan elkaar (behalve na het optred<strong>en</strong> van crossing-over<br />

bij e<strong>en</strong> heterozygoot).<br />

chromatine de, door niet-basische kleurstoff<strong>en</strong>, kleurbare kernsubstantie<br />

die tijd<strong>en</strong>s de deling als chromosom<strong>en</strong> goed zichtbaar wordt =<br />

nucleoproteïne-complex van chromosom<strong>en</strong>.<br />

chromomer<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de profase van de meiose na kleuring zichtbare<br />

verdikking<strong>en</strong> in de chromatid<strong>en</strong>; in polyte<strong>en</strong>-chromosom<strong>en</strong> als<br />

'dwarsband<strong>en</strong>' met e<strong>en</strong> karakteristieke rangschikking te zi<strong>en</strong>.<br />

chromosom<strong>en</strong> de g<strong>en</strong><strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>de, sterk kleurbare lichaampjes die<br />

gedur<strong>en</strong>de de kerndeling<strong>en</strong> in de cel zichtbaar word<strong>en</strong>.<br />

chrorion het buit<strong>en</strong>ste vlies om het embryo,<br />

cistron g<strong>en</strong>etische e<strong>en</strong>heid van functie (het deel van e<strong>en</strong> DNA<br />

molecuul dat e<strong>en</strong> bepaalde polypeptideket<strong>en</strong> codeert in de<br />

eiwitsynthese).<br />

co-dominantie situatie waarin beide allel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> heterozygoot functioneel<br />

zijn <strong>en</strong> onafhankelijk van elkaar tot het f<strong>en</strong>otype bijdrag<strong>en</strong>.<br />

codon e<strong>en</strong> set van drie nucleotid<strong>en</strong> (triplet) in DNA of mRNA die e<strong>en</strong><br />

bepaald aminozuur codeert.<br />

colchicine stof uit de herfsttijloos (Colchicum) die de vorming van de<br />

kernspoel verhindert.<br />

concordantie overe<strong>en</strong>komst in f<strong>en</strong>otype bij tweeling<strong>en</strong>.<br />

converg<strong>en</strong>tie ontwikkeling van gelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bij nietverwante<br />

dier<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong>zelfde aanpassing.<br />

copulatie paring; hierbij word<strong>en</strong> ♂ gamet<strong>en</strong> in het ♀ lichaam afgezet.<br />

cormofyt<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> cormus.<br />

cormus aan het landlev<strong>en</strong> aangepaste plantaardige vorm, bestaande<br />

uit wortel, st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong> blad.<br />

cotyl<strong>en</strong><br />

zaadlobb<strong>en</strong>, reeds aan het plantaardige embryo aanwezige<br />

(= cotyledon<strong>en</strong>) blader<strong>en</strong>.<br />

crossing-over uitwisseling van homologe del<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee van de vier<br />

chromatid<strong>en</strong> van homologe chromosom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de profase I<br />

van de meiose.<br />

cryptomerie het verschijnsel dat e<strong>en</strong> dominant allel in het f<strong>en</strong>otype slechts<br />

tot uiting komt indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ander dominant allel ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

aanwezig is (bijvoorbeeld AaBb: A komt tot uiting doordat ook<br />

B aanwezig is; Aabb: A komt niet tot uiting).<br />

cytokinin<strong>en</strong> groep natuurlijke <strong>en</strong> kunstmatige, de celdeling bevorder<strong>en</strong>de<br />

<strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> (zie 'kinetine').<br />

deletie afwezigheid van e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> chromosoom.<br />

dicotyl<strong>en</strong><br />

plant<strong>en</strong>, waarbij het embryo twee cotyledon<strong>en</strong> draagt.<br />

(Tweezaad-lobbig<strong>en</strong>)<br />

153


<strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> het verkrijg<strong>en</strong> van speciale k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, gericht op het vervull<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> speciale taak in het organisme, door de cell<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

hun <strong>groei</strong>proces na de mitose of meiose.<br />

dihybride individu dat heterozygoot is voor twee g<strong>en</strong><strong>en</strong> (twee paar<br />

allel<strong>en</strong>)<br />

dihybride kruising kruising waarbij m<strong>en</strong> let op de allel<strong>en</strong> van twee g<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin de<br />

ouders verschill<strong>en</strong>.<br />

dikte<strong>groei</strong>, primaire de aanleg van transport- <strong>en</strong> stevigheidsweefsel in de st<strong>en</strong>gels<br />

van e<strong>en</strong>jarige kruidachtige plant<strong>en</strong>.<br />

dikte<strong>groei</strong>, secundaire de aanleg van transport- <strong>en</strong> stevigheidsweefsel in de st<strong>en</strong>gels<br />

van houtige gewass<strong>en</strong> na het eerste lev<strong>en</strong>sjaar.<br />

dioestrus de korte periode van rust tuss<strong>en</strong> twee bronstperiod<strong>en</strong> bij<br />

polyoestrische dier<strong>en</strong>.<br />

diploied cel of individu waarin de homologe chromosom<strong>en</strong> in par<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>.<br />

discordantie ongelijkheid in f<strong>en</strong>otype bij tweeling<strong>en</strong>.<br />

DNA desoxyribonucleïnezuur.<br />

domesticatie het optred<strong>en</strong> van afwijking<strong>en</strong> in bouw, functie <strong>en</strong> gedrag bij<br />

dier<strong>en</strong> t<strong>en</strong>gevolge van fokprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> leefwijze in<br />

afhankelijkheid van de door de m<strong>en</strong>s gebod<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

dominant e<strong>en</strong> dominant allel komt in het f<strong>en</strong>otype volledig tot uiting als<br />

het naast e<strong>en</strong> recessief allel van hetzelfde g<strong>en</strong> aanwezig is.<br />

dormine plantaardige, <strong>groei</strong>remm<strong>en</strong>de stof (antagonist van auxin<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gibberellin<strong>en</strong>). Heet ook abscissinezuur.<br />

Down syndroom g<strong>en</strong>etische afwijking bij de m<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> gevolge van het 3x<br />

aanwezig zijn van chromosoom 21 in het g<strong>en</strong>otype =<br />

mongoloïde idiotie = trisomie 21<br />

E<br />

ectoderm de buit<strong>en</strong>ste cellaag bij de allereerste embryonale stadia.<br />

e<strong>en</strong>huizig ♂ <strong>en</strong>/of ♀ bloem<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong>, maar op dezelfde plant<br />

voorkom<strong>en</strong>d.<br />

e<strong>en</strong>slachtig a. bij plant<strong>en</strong>: bloem met alle<strong>en</strong> ♂ of alle<strong>en</strong> ♀<br />

<strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong>.<br />

b. bij dier<strong>en</strong>: individu met alle<strong>en</strong> ♂ of alle<strong>en</strong> ♀<br />

<strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong>.<br />

eicel ♀ <strong>voortplanting</strong>scel.<br />

eig<strong>en</strong>schap f<strong>en</strong>otypisch gebruikt als: de expressie vane<strong>en</strong> g<strong>en</strong>.<br />

g<strong>en</strong>otypisch gebruikt als: synoniem voor g<strong>en</strong>.<br />

eiwit functionele ket<strong>en</strong> van aminozur<strong>en</strong>.<br />

embryo na de bevruchting optred<strong>en</strong>d ontwikkelingsstadium zonder<br />

zelfstandig lev<strong>en</strong>sonderhoud. Het embryo haalt de voor zijn<br />

<strong>groei</strong> b<strong>en</strong>odigde stoff<strong>en</strong> uit het lichaam van e<strong>en</strong> ouder<br />

(zoogdier<strong>en</strong>), of uit e<strong>en</strong> door de ouder bije<strong>en</strong> gebrachte<br />

voorraad (dooier, zaad van plant<strong>en</strong>).<br />

<strong>en</strong>doge<strong>en</strong> met oorsprong in het organisme.<br />

<strong>en</strong>toderm de uit ectoderm ontstane, één cellaag dikke wand van de<br />

embryonale oerdarm.<br />

<strong>en</strong>zym organische reactieversneller, rechtstreeks door e<strong>en</strong> g<strong>en</strong><br />

gemaakt.<br />

154


epistasie het verschijnsel dat het tot uiting kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> allel of<br />

de allel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> wordt onderdrukt door e<strong>en</strong> allel of<br />

de allel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander g<strong>en</strong> (het onderdrukte allel<br />

noemt m<strong>en</strong> het hypostatische; het allel dat onderdrukt<br />

het epistatische).<br />

erfelijke aanleg g<strong>en</strong>otype<br />

erffaktor g<strong>en</strong> (in onbruik geraakte term)<br />

erythrochisme het voorkom<strong>en</strong> van overweg<strong>en</strong>d rood pigm<strong>en</strong>t<br />

t<strong>en</strong>gevolge van domesticatie.<br />

eug<strong>en</strong>etica de toepassing van de g<strong>en</strong>etica bij de m<strong>en</strong>s, met als doel<br />

het nageslacht te verbeter<strong>en</strong>.<br />

evolutie het ontstaan van organism<strong>en</strong> uit andere organism<strong>en</strong> in<br />

de loop der tijd, waarbij erfelijke verandering<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong>, zodat nieuwe soort<strong>en</strong> ontstaan.<br />

exoge<strong>en</strong> met oorsprong buit<strong>en</strong> het organisme.<br />

extra-chromosomale erfelijkheid cytoplasmatische erfelijkheid door middel van DNA dat<br />

ge<strong>en</strong> deel uitmaakt van de chromosom<strong>en</strong> (bijvoorbeeld<br />

in mitochondriën <strong>en</strong> chloroplast<strong>en</strong>).<br />

F<br />

F1<br />

de nakomeling<strong>en</strong> uit de kruising van de ouders (filius=<br />

zoon).<br />

F2<br />

de nakomeling<strong>en</strong> uit de onderlinge kruising van heterozygote<br />

F1 individu<strong>en</strong>.<br />

f<strong>en</strong>otype het waarneembare resultaat van g<strong>en</strong>otype <strong>en</strong> milieu.<br />

flavisme het voorkom<strong>en</strong> van overweg<strong>en</strong>d geel pigm<strong>en</strong>t t<strong>en</strong>gevolge<br />

van domesticatie.<br />

foetus ouder embryo (bij de m<strong>en</strong>s vanaf ± 3 maand<strong>en</strong> na de<br />

bevruchting).<br />

folliculine zie 'oestroge<strong>en</strong>'.<br />

G<br />

gameet <strong>voortplanting</strong>scel.<br />

gametofyt het stadium bij plant<strong>en</strong> met g<strong>en</strong>eratiewisseling, dat de<br />

haploide gamet<strong>en</strong> voortbr<strong>en</strong>gt.<br />

gastrula vroeg embryonaal stadium waarbij de oerdarm ontstaat<br />

door het op één plaats insluip<strong>en</strong> van het ectoderm.<br />

gekoppelde overerving zie koppeling.<br />

g<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid van overerving. (soms in structurele zin gebruikt<br />

<strong>en</strong> soms in functionele zin, zie cistron).<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>, complem<strong>en</strong>taire mutante g<strong>en</strong><strong>en</strong>, welke sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> normaal f<strong>en</strong>otype<br />

lat<strong>en</strong> ontstaan.<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong> geslachtsgekoppelde zie 'sex-linkage'.<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>, letale g<strong>en</strong><strong>en</strong>, welke de drager in homozygote toestand niet<br />

lev<strong>en</strong>svatbaar mak<strong>en</strong>.<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>kaart tek<strong>en</strong>ing, waarop de onderlinge positie der g<strong>en</strong><strong>en</strong> op het<br />

chromosoom is aangegev<strong>en</strong>.<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool het totaal van dominante <strong>en</strong> recessieve g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>d in e<strong>en</strong> populatie.<br />

g<strong>en</strong>eratiewisseling het afwissel<strong>en</strong>d voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zich geslachtelijk <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zich ongeslachtelijk voortplant<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>eratie bij één<br />

soort.<br />

g<strong>en</strong>etica erfelijkheidsleer<br />

155


g<strong>en</strong>etische drift g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tieverandering<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> populatie, die<br />

toevallig word<strong>en</strong> veroorzaakt.<br />

g<strong>en</strong>etische kaart weergave van de ligging van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> in de chromosom<strong>en</strong><br />

= chromosoomkaart = g<strong>en</strong><strong>en</strong>kaart<br />

g<strong>en</strong>etisch ev<strong>en</strong>wicht het constant blijv<strong>en</strong> van de relatieve frequ<strong>en</strong>ties van de<br />

allel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> populatie gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal g<strong>en</strong>eraties.<br />

Het ev<strong>en</strong>wicht blijft alle<strong>en</strong> gehandhaafd indi<strong>en</strong>:<br />

1. willekeurige toevalseffect<strong>en</strong> niet plaatsvind<strong>en</strong>,<br />

2. verschill<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> volstrekt willekeurig par<strong>en</strong>,<br />

3. mutaties zeldzaam zijn of ontbrek<strong>en</strong>,<br />

4. er ge<strong>en</strong> natuurlijke selectie is.<br />

g<strong>en</strong>oom de haploïde set chromosom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> cel.<br />

g<strong>en</strong>otype de erfelijke aanleg van e<strong>en</strong> individu meestal gebruikt met<br />

betrekking tot één of meerdere in e<strong>en</strong> kruising gebruikte<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

geslachtschromatine sterk gecontraheerd X chromosoom dat in interfase-kern<strong>en</strong><br />

van cell<strong>en</strong> met twee of meer X chromosom<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> sterk<br />

kleurbaar lichaampje aantoonbaar is = Barr-lichaampje.<br />

geslachtschromosom<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> het geslacht van e<strong>en</strong> individu, bij de m<strong>en</strong>s X <strong>en</strong> Y.<br />

geslachtsgekoppelde g<strong>en</strong><strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> geslachtschromosoom (meestal het X<br />

chromosoom) ligg<strong>en</strong><br />

= geslachtschromosoom-gebond<strong>en</strong><br />

= sex-linked<br />

gibberelline de eerst ontdekte (in 1926) <strong>groei</strong>stof uit de groep der<br />

gibberellin<strong>en</strong>.<br />

gibberellin<strong>en</strong> groep bij celstrekking <strong>en</strong> zaadkieming e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>de<br />

<strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong>.<br />

gibberellinezuur de belangrijkste <strong>groei</strong>stof uit de groep der gibberellin<strong>en</strong>.<br />

gonade geslachtsklier.<br />

gonadotroop hormoon hormoon, door de ad<strong>en</strong>ohypofyse geproduceerd, dat de<br />

werking van de geslachtsklier<strong>en</strong> regelt.<br />

H<br />

haploïed cel of individu waarin de homologe chromosom<strong>en</strong> in<br />

<strong>en</strong>kelvoud voorkom<strong>en</strong>.<br />

hemizygoot slechts één allel van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> aantal g<strong>en</strong><strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong>d,<br />

zoals de meeste X chromosomale g<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de man.<br />

hemofilie onstolbaarheid van het bloed, veroorzaakt door e<strong>en</strong> recessief<br />

op het m<strong>en</strong>selijk X-chromosoom geleg<strong>en</strong> allel (zie 'sexlinkage').<br />

heterosis superioriteit van e<strong>en</strong> heterozygoot individu t<strong>en</strong> opzichte van<br />

zijn homozygote ouders.<br />

heterosom<strong>en</strong> = geslachtschromosom<strong>en</strong>.<br />

heterozygoot e<strong>en</strong> diploïed individu dat voor de betrokk<strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> nietgelijke<br />

allel<strong>en</strong> bezit.<br />

homologe chromosom<strong>en</strong> de twee led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chromosom<strong>en</strong>paar.<br />

het <strong>en</strong>e van de vader <strong>en</strong> het andere van de moeder<br />

afkomstig; ze bezitt<strong>en</strong> dezelfde g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

homozygoot e<strong>en</strong> diploïed individu dat voor de betrokk<strong>en</strong> g<strong>en</strong><strong>en</strong> gelijke<br />

allel<strong>en</strong> bezit.<br />

156


hybride nakomeling van homozygote ouders, die onderling in één of meer<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>; het is e<strong>en</strong> heterozygoot individu<br />

= bastaard.<br />

hypostasie zie epistasie.<br />

I<br />

id<strong>en</strong>tieke tweeling tweeling met hetzelfde g<strong>en</strong>otype (<strong>en</strong> dus geslacht) ontstaan uit één<br />

zygote.<br />

inteelt kruising tuss<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> die op grond van verwantschap meer met<br />

elkaar overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> dan de individu<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> willekeurige<br />

steekproef uit de populatie; inteelt leidt tot homozygotie.<br />

intermediair het is e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>otypische aanduiding waarmee m<strong>en</strong> aangeeft dat in de<br />

verschijningsvorm van e<strong>en</strong> heterozygoot individu de betrokk<strong>en</strong><br />

allel<strong>en</strong> van de beide ouders tot uiting kom<strong>en</strong> (de term intermediaire<br />

overerving is fout) zie onvolledige dominantie.<br />

inversie e<strong>en</strong> verandering in de volgorde van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> chromosoom<br />

door omkering van e<strong>en</strong> deel van het chromosoom.<br />

K<br />

karyogram de chromosom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kern, naar grootte <strong>en</strong> structuur<br />

gerangschikt.<br />

karyotype 1. afbeelding van de metafase chromosom<strong>en</strong>,<br />

2. aantal, grootte <strong>en</strong> structuur van de chromosom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> cel.<br />

kernspoel de spoelvormig gerangschikte trek- <strong>en</strong> steundrad<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de<br />

metafase zichtbaar zijn.<br />

kiem embryo.<br />

kiembaan het doorgev<strong>en</strong> van erfelijk materiaal (g<strong>en</strong><strong>en</strong>) in de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de<br />

g<strong>en</strong>eraties, waardoor de kiemcell<strong>en</strong> de onsterfelijke<br />

verbindingsschakels vorm<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>eraties.<br />

kiemblad zie 'cotyledon<strong>en</strong>'.<br />

kinetine kunstmatige, de celdeling stimuler<strong>en</strong>de <strong>groei</strong>stof.<br />

Klinefelter syndroom g<strong>en</strong>etische afwijking bij de m<strong>en</strong>s doordat er drie<br />

geslachtschromosom<strong>en</strong> zijn (XXY); het zijn steriele mann<strong>en</strong> met<br />

weinig ontwikkelde testes <strong>en</strong> zonder spermaproductie.<br />

kloon de door ongeslachtelijke <strong>voortplanting</strong> uit één individu ontstane<br />

nakomeling<strong>en</strong>; ze zijn g<strong>en</strong>otypisch id<strong>en</strong>tiek.<br />

koppeling van g<strong>en</strong><strong>en</strong> noemt m<strong>en</strong> het in hetzelfde chromosoom ligg<strong>en</strong> van<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong> die daardoor gezam<strong>en</strong>lijk overerv<strong>en</strong>; koppeling wordt door<br />

crossing-over verbrok<strong>en</strong>.<br />

koppelingsgroep alle in e<strong>en</strong> chromosoom ligg<strong>en</strong>de g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

korte-dagplant beter te noem<strong>en</strong>: lange-nachtplant; eist e<strong>en</strong> tijd lang<br />

ononderbrok<strong>en</strong> donkere period<strong>en</strong> (per soort variër<strong>en</strong>d van 8-14 uur<br />

per etmaal) om bloemknopp<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

kruis<strong>en</strong> het lat<strong>en</strong> producer<strong>en</strong> van nakomeling<strong>en</strong> door twee geselecteerde<br />

ouders.<br />

kryptomerie het niet tot uitdrukking kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij in de<br />

aanwezigheid van e<strong>en</strong> bepaald allel van e<strong>en</strong> ander g<strong>en</strong>.<br />

157


lampbrush-chromosoom chromosoom dat kan word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> in de primaire<br />

oöcyt<strong>en</strong> van amfibieën; ze bezitt<strong>en</strong> gepaarde luss<strong>en</strong> die uit de<br />

meeste chromomer<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

lange-dagplant eist e<strong>en</strong> tijd lang blootstelling aan licht gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode<br />

van (afhankelijk van de soort) 9-24 uur per etmaal, om<br />

bloemknopp<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

letale mutatie e<strong>en</strong> mutatie die leidt tot voortijdige dood van de drager ervan.<br />

Dominante letale mutaties hebb<strong>en</strong> de dood tot gevolg van<br />

heterozygot<strong>en</strong>. Recessieve letale mutaties hebb<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de<br />

dood van homozygot<strong>en</strong> tot gevolg.<br />

lethaal het dodelijk zijn.<br />

locus plaats die e<strong>en</strong> g<strong>en</strong> in de lineaire rangschikking van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> chromosoom inneemt.<br />

luteinisatie het proces waarbij de corpora lutea gevormd word<strong>en</strong>.<br />

luteotroop hormoon hormoon dat de corpora lutea in stand houdt.<br />

M<br />

meiose het proces waarbij uit e<strong>en</strong> diploiede cel door twee op elkaar<br />

volg<strong>en</strong>de deling<strong>en</strong> (meiose I <strong>en</strong> meiose II)4 haploiede<br />

delingsproduct<strong>en</strong> ontstaan.<br />

melanisme het voorkom<strong>en</strong> van overweg<strong>en</strong>d zwart pigm<strong>en</strong>t t<strong>en</strong>gevolge van<br />

domesticatie <strong>en</strong> soms door milieuverontreiniging.<br />

M<strong>en</strong>delwett<strong>en</strong><br />

eerste wet van M<strong>en</strong>del<br />

kruising van twee homozygot<strong>en</strong> levert e<strong>en</strong> F1 g<strong>en</strong>eratie waarvan<br />

alle exemplar<strong>en</strong> hetzelfde g<strong>en</strong>otype <strong>en</strong> f<strong>en</strong>otype hebb<strong>en</strong>.<br />

= uniformiteitregel = gelijkvormigheidwet.<br />

tweede wet van M<strong>en</strong>del zelfbevruchting van e<strong>en</strong> uniforme F1 levert, indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> let op<br />

e<strong>en</strong> verschil in één eig<strong>en</strong>schap tuss<strong>en</strong> de ouders, e<strong>en</strong> niet<br />

uniforme F2 op, met e<strong>en</strong> kans op het optred<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> in de verhouding van 1 : 2 :1 <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kans op<br />

het optred<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> in de verhouding van<br />

1 : 2 :1 of 3 : 1.<br />

=pluriformiteitsregel = splitsingswet.<br />

derde wet van M<strong>en</strong>del wanneer twee homozygot<strong>en</strong> die in meer dan één eig<strong>en</strong>schap<br />

verschill<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekruist, volgt iedere eig<strong>en</strong>schap<br />

onafhankelijk van e<strong>en</strong> andere eig<strong>en</strong>schap de beide vorige<br />

wett<strong>en</strong> van M<strong>en</strong>del (indi<strong>en</strong> de g<strong>en</strong><strong>en</strong> niet gekoppeld zijn).<br />

= onafhankelijkheidswet.<br />

m<strong>en</strong>struatie periodieke uterusbloeding.<br />

meristeem vormingsweefsel; weefsel waarin de cell<strong>en</strong> zich blijv<strong>en</strong> del<strong>en</strong>.<br />

mesoderm middelste kiemblad.<br />

metafase stadium in mitose <strong>en</strong> meiose waarin de chromosom<strong>en</strong> zich in<br />

het equatorvlak van de cel bevind<strong>en</strong>.<br />

metamorfose gedaanteverwisseling tot volwass<strong>en</strong> toestand.<br />

mitose celdeling waarbij uit e<strong>en</strong> cel twee g<strong>en</strong>etische id<strong>en</strong>tieke<br />

dochtercell<strong>en</strong> ontstaan met hetzelfde chromosom<strong>en</strong>aantal als de<br />

moedercel.<br />

modificatie f<strong>en</strong>otypisch verschil tuss<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zelfde g<strong>en</strong>otype<br />

als gevolg van milieu-invloed<strong>en</strong>.<br />

mongoloïde idiotie zie syndroom van Down.<br />

monocotyl<strong>en</strong> zaadplant<strong>en</strong> waarvan de zad<strong>en</strong> één zaadlob bezitt<strong>en</strong>.<br />

monoestrisch met één bronstperiode per jaar.<br />

158


monohybride kruising kruising waarbij m<strong>en</strong> let op de allel<strong>en</strong> van één g<strong>en</strong> waarin de<br />

ouders verschill<strong>en</strong>.<br />

morula hoopje cell<strong>en</strong> door deling ontstaan uit cell<strong>en</strong> van het eerste<br />

klievingstadium; nauwelijks groter dan de bevruchte eicel.<br />

mozaïek zie chimaere.<br />

multipele allelie het voorkom<strong>en</strong> van meer dan twee allel<strong>en</strong> van één g<strong>en</strong><br />

(bijvoorbeeld de allel<strong>en</strong> l a , l b <strong>en</strong> i van het A, B, O<br />

bloedgroepsysteem).<br />

mutage<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>s ag<strong>en</strong>s dat mutaties veroorzaakt<br />

chemisch = mutag<strong>en</strong>e stoff<strong>en</strong><br />

fysisch = straling<br />

mutag<strong>en</strong>e stoff<strong>en</strong> stoff<strong>en</strong> die mutaties veroorzak<strong>en</strong>.<br />

mutag<strong>en</strong>tia zie 'mutag<strong>en</strong>e stoff<strong>en</strong>'.<br />

mutant drager van e<strong>en</strong> mutatie.<br />

mutatie 1. het proces waarbij e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> chromosoom of het g<strong>en</strong>oom<br />

e<strong>en</strong> structurele verandering ondergaat,<br />

2. de structurele verandering.<br />

Typ<strong>en</strong> mutaties<br />

a. g<strong>en</strong>oommutatie = verandering in het aantal chromosom<strong>en</strong>,<br />

b. chromosoommutatie = erfelijke verandering van de<br />

structuur of de vorm van e<strong>en</strong> chromosoom,<br />

c. g<strong>en</strong>mutatie = verandering in het DNA binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> g<strong>en</strong><br />

d. puntmutatie = de kleinst mogelijke verandering in het DNA<br />

(één nucleotide) die e<strong>en</strong> gewijzigd f<strong>en</strong>otype oplevert.<br />

mycelium zwamvlok; vegetatief diploïd of haploïd schimmelweefsel.<br />

N<br />

naaktzadig<strong>en</strong> hogere plant<strong>en</strong> waarbij de zaadknop niet omgev<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong><br />

vruchtblad.<br />

natuurlijke selectie het mechanisme dat inwerkt op de verschill<strong>en</strong> in<br />

overlevingskans<strong>en</strong> van de organism<strong>en</strong>.<br />

neuruia embryonaal stadium waarin de aanleg van het z<strong>en</strong>uwstelsel<br />

begint.<br />

nidatie opname of implantatie van e<strong>en</strong> bevrucht ei in het slijmvlies van<br />

de uterus.<br />

nondisjunctie het tijd<strong>en</strong>s de meiose niet uit elkaar gaan van e<strong>en</strong> paar<br />

homologe chromosom<strong>en</strong>.<br />

O<br />

oestroge<strong>en</strong> bronsthormoon (folliculine).<br />

ontog<strong>en</strong>ese ontwikkeling van het individu.<br />

onvolledige dominantie het optred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> intermediair f<strong>en</strong>otype in e<strong>en</strong> heterozygoot<br />

voor e<strong>en</strong> bepaald g<strong>en</strong><br />

= semi-dominantie<br />

(de term 'intermediaire overerving' is fout)<br />

oögonium ♀ <strong>voortplanting</strong>sorgaan bij wier<strong>en</strong>, waarin grote onbeweeglijke<br />

cell<strong>en</strong> ontstaan.<br />

ovarium eierstok.<br />

ovulatie loslat<strong>en</strong> van of uitstot<strong>en</strong> van de eier<strong>en</strong> uit het ovarium.<br />

oxytocine het door de neuro-hypofyse gevormd hormoon, dat op onder<br />

andere glad spierweefsel inwerkt (uterus!) <strong>en</strong> melk-ejectie in de<br />

borstklier<strong>en</strong> veroorzaakt.<br />

159


parth<strong>en</strong>og<strong>en</strong>ese (-is) <strong>voortplanting</strong> door middel van geslachtscell<strong>en</strong> die zich zonder<br />

bevruchting ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

p<strong>en</strong>is mannelijk copulatieorgaan.<br />

plac<strong>en</strong>ta orgaan, aan de opbouw waarvan zowel embryonaal weefsel als<br />

moederlijk slijmvlies deelnem<strong>en</strong>, of, bij plant<strong>en</strong>, speciaal<br />

vormingsweefsel van de vruchtblad<strong>en</strong> van het vruchtbeginsel<br />

waarmee de zad<strong>en</strong> in verbinding staan.<br />

pleiotropie = polyf<strong>en</strong>ie<br />

polyf<strong>en</strong>ie het verschijnsel dat één g<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de, oppervlakkig gezi<strong>en</strong>,<br />

niet verwante eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> beïnvloedt.<br />

polyg<strong>en</strong>ie het verschijnsel dat e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>otypisch k<strong>en</strong>merk veroorzaakt wordt<br />

door e<strong>en</strong> aantal sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

polyhybride kruising kruising waarbij de ouders in meerdere eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>.<br />

polymerie = polyg<strong>en</strong>ie.<br />

polymorfie het verschijnsel dat twee of meer verschill<strong>en</strong>de f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

populatie gehandhaafd blijv<strong>en</strong>,<br />

polyploïdie het voorkom<strong>en</strong> van meer dan twee haploiide sets chromosom<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> cel.<br />

polyte<strong>en</strong>-chromosoom zie reuz<strong>en</strong>chromosoom.<br />

populatie alle individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> soort, waarbinn<strong>en</strong> uitwisseling van g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

plaatsvindt, in e<strong>en</strong> bepaald gebied.<br />

populatie-g<strong>en</strong>etica de g<strong>en</strong>etica die zich bezig houdt met de distributie van de g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de populatie, <strong>en</strong> met de verandering<strong>en</strong> in deze distributie.<br />

profase vroeg stadium in de kerndeling<strong>en</strong> waarin de chromosom<strong>en</strong><br />

zichtbaar word<strong>en</strong>.<br />

progesteron zwangerschapshormoon.<br />

prolactine e<strong>en</strong> in de ad<strong>en</strong>ohypofyse gevormd hormoon dat onder andere de<br />

melksecretie bevordert; heet ook lactoge<strong>en</strong>.<br />

proliferatie-fase het baarmoederslijmvlies wordt opnieuw opgebouwd uit de<br />

klierrest<strong>en</strong>.<br />

prostaat voorstanderklier.<br />

prothallium de gametofyt van var<strong>en</strong>s, die e<strong>en</strong> beperkte lev<strong>en</strong>sduur heeft.<br />

puffs lokale zwelling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> polyte<strong>en</strong>-chromosoom, sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d<br />

met de synthese van RNA; het is e<strong>en</strong> zichtbare uiting van<br />

g<strong>en</strong>activiteit.<br />

R<br />

recessief e<strong>en</strong> recessief allel komt niet in het f<strong>en</strong>otype tot uiting als het<br />

naast e<strong>en</strong> dominant allel van hetzelfde g<strong>en</strong> aanwezig is.<br />

reciproke kruising is e<strong>en</strong> tweede kruising waarbij de <strong>en</strong>e ouder nu het g<strong>en</strong>otype<br />

heeft van de andere ouder uit de eerste kruising, <strong>en</strong> omgekeerd.<br />

recombinatie komt tot stand door de vorming van nieuwe allel<strong>en</strong>-combinaties,<br />

gedur<strong>en</strong>de de meiose, voor gekoppelde g<strong>en</strong><strong>en</strong> door crossingover,<br />

<strong>en</strong> voor niet-gekoppelde g<strong>en</strong><strong>en</strong> als gevolg van de<br />

toevalsverdeling van de twee led<strong>en</strong> van ieder bival<strong>en</strong>t over de<br />

dochtercell<strong>en</strong>.<br />

reductiedeling zie meiose.<br />

remstof stof die de <strong>groei</strong> van zaadplant<strong>en</strong> remt.<br />

replicatie de verdubbeling van DNA-molecul<strong>en</strong>.<br />

160


euz<strong>en</strong>chromosom<strong>en</strong> chromosom<strong>en</strong> die zijn ontstaan door de herhaalde deling van de<br />

chromatid<strong>en</strong> die niet uite<strong>en</strong> zijn gewek<strong>en</strong>. Het chromosoom is<br />

hierdoor lang <strong>en</strong> dik, <strong>en</strong> heeft het uiterlijk van e<strong>en</strong> kabel, waarin<br />

de chromomer<strong>en</strong> als dwarsbandjes zichtbaar zijn.<br />

ribosom<strong>en</strong> cytoplasmatische deeltjes bestaande uit eiwit <strong>en</strong> RNA waarop de<br />

eiwitsynthese plaats vindt.<br />

RNA ribonucleïnezuur<br />

mRNA: mess<strong>en</strong>ger RNA<br />

tRNA: transfer RNA<br />

S<br />

secretiefase de fase waarin opbouw <strong>en</strong> afgifte van bepaalde stoff<strong>en</strong> in <strong>en</strong> door<br />

cell<strong>en</strong> plaats vindt.<br />

segregatie de scheiding van de homologe chromosom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de meiose <strong>en</strong><br />

daardoor het scheid<strong>en</strong> van de allel<strong>en</strong> van ieder allel<strong>en</strong>paar.<br />

selectie ieder natuurlijk of kunstmatig proces dat de overleving <strong>en</strong><br />

vermeerdering van bepaalde individu<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> populatie bevordert<br />

of belemmert.<br />

sex-linkage zie geslachtsgekoppelde g<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

sex-ratio de verhouding tuss<strong>en</strong> het aantal mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />

individu<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> populatie.<br />

sickle-cell anemie bij negers voorkom<strong>en</strong>de, erfelijke bloedarmoede waarbij de rode<br />

bloedcell<strong>en</strong> van homozygot<strong>en</strong> sikkelvormig word<strong>en</strong> bij lage<br />

zuurstofspanning.<br />

somatische cell<strong>en</strong> alle lichaamscell<strong>en</strong>, uitgezonderd de geslachtscell<strong>en</strong>.<br />

spermacel onbeweeglijke ♂ gameet.<br />

spermangium ♂ <strong>voortplanting</strong>sorgaan bij wier<strong>en</strong> waarin kleine, beweeglijke ♂<br />

<strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong>,<br />

spermatozoïde beweeglijke ♂ geslachtscel.<br />

sporangium orgaan waarin spor<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong>.<br />

sporofyl var<strong>en</strong>blad, waaraan sporangiën ontstaan.<br />

stamboomonderzoek e<strong>en</strong> van de manier<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis te verzamel<strong>en</strong> over overerving<br />

van eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bij de m<strong>en</strong>s.<br />

struggle for life de concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de individu<strong>en</strong>.<br />

struggle for sex de concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de individu<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> partner voor de<br />

<strong>voortplanting</strong> met als resultaat het behoud van de soort.<br />

survival of the fittest het overlev<strong>en</strong> van de best aangepaste individu<strong>en</strong> als resultaat van<br />

de natuurlijke selectie.<br />

syndroom e<strong>en</strong> aantal verschijnsel<strong>en</strong> die in combinatie e<strong>en</strong> afwijking<br />

karakteriser<strong>en</strong>.<br />

T<br />

telofase stadium van mitose of meiose waarin de bij de celpool<br />

aangekom<strong>en</strong> chromatid<strong>en</strong> c.q. chromosom<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong><br />

interfasekern gaan vorm<strong>en</strong>.<br />

terugkruising kruising van e<strong>en</strong> homozygoot recessief individu met e<strong>en</strong> ander<br />

individu om uit te mak<strong>en</strong> of dit andere individu voor hetzelfde g<strong>en</strong><br />

homo- of heterozygoot is, dan wel om uit te mak<strong>en</strong> of er sprake is<br />

van gekoppelde g<strong>en</strong><strong>en</strong> bij dit andere individu.<br />

testis mannelijke geslachtsklier.<br />

Thallofyt<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> zonder st<strong>en</strong>gel, wortel <strong>en</strong> blad.<br />

thallus plantaardige vorm zonder wortel, st<strong>en</strong>gel <strong>en</strong> blad.<br />

161


toeval het kruis<strong>en</strong> van twee of meer van elkaar onafhankelijke causale<br />

ket<strong>en</strong>s.<br />

transcriptie het 'overschrijv<strong>en</strong>' van de g<strong>en</strong>etische informatie van het DNA op het<br />

mRNA.<br />

translatie de 'aflezing' (= vertaling) van de informatie in het mRNA leid<strong>en</strong>d tot<br />

de vorming van e<strong>en</strong> polypeptideket<strong>en</strong>.<br />

translocatie uitwisseling van del<strong>en</strong> van niet-homologe chromosom<strong>en</strong>.<br />

trisomie het verschijnsel dat in e<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s diploïde cel e<strong>en</strong> extra<br />

chromosoom van e<strong>en</strong> bepaald paar aanwezig is.<br />

trofoblast wand van de blastula.<br />

Turner syndroom g<strong>en</strong>etische afwijking bij de m<strong>en</strong>s waarbij slechts één X-chromosoom<br />

aanwezig is; het zijn steriele vrouw<strong>en</strong>.<br />

tweehuizig mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke bloem<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>d.<br />

tweeling<strong>en</strong>studie zie 'stamboomonderzoek'.<br />

tweeslachtig<br />

(= hermafrodiet)<br />

U<br />

uterus baarmoeder<br />

a. bij plant<strong>en</strong>: bloem met meeldrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> stampers.<br />

b. bij dier<strong>en</strong>: individu met ♂ <strong>en</strong> ♀ <strong>voortplanting</strong>sorgan<strong>en</strong>.<br />

V<br />

vagina schede of vrouwelijk copulatieorgaan.<br />

variabiliteit de verscheid<strong>en</strong>heid van individu<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> soort (= variëteit<strong>en</strong>);<br />

de variëteit kan alle<strong>en</strong> f<strong>en</strong>otypisch zijn (= modificatie) of berust<strong>en</strong> op<br />

verschill<strong>en</strong> in g<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> (= variant<strong>en</strong>).<br />

variant variëteit t<strong>en</strong> gevolge van verandering in het g<strong>en</strong>otype.<br />

variëteit afwijk<strong>en</strong>de vorm die bij e<strong>en</strong> soort kan optred<strong>en</strong> door verandering in<br />

het milieu (modificatie) of in het g<strong>en</strong>otype (variant).<br />

vernalisatie (vernalis = l<strong>en</strong>te) bloei-inductie door koude- of warmtebehandeling<br />

van zad<strong>en</strong> of latere ontwikkelingsstadia van de plant.<br />

virus deeltje van RNA of DNA, omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> eiwitmantel.<br />

vulva uitw<strong>en</strong>dige vrouwelijke geslachtsorgan<strong>en</strong> (clitoris, kleine <strong>en</strong> grote<br />

schaamlipp<strong>en</strong>).<br />

W<br />

wildtype het meest waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> als 'normaal' beschouwde f<strong>en</strong>otype van<br />

e<strong>en</strong> organisme in de natuur.<br />

X<br />

X chromosoom het geslachtschromosoom dat gewoonlijk in <strong>en</strong>kelvoud bij mannelijke<br />

<strong>en</strong> in tweevoud bij vrouwelijke organism<strong>en</strong> wordt aangetroff<strong>en</strong><br />

(belangrijke uitzondering<strong>en</strong>: vogels <strong>en</strong> vlinders).<br />

Y<br />

Y chromosoom het geslachtschromosoom dat gewoonlijk in <strong>en</strong>kelvoud bij mannelijke<br />

<strong>en</strong> niet bij vrouwelijke organism<strong>en</strong> wordt aangetroff<strong>en</strong>.<br />

162


Z<br />

zaadvast homozygoot<br />

(bij plant<strong>en</strong> gebruikt m<strong>en</strong> de term zaadvast, bij dier<strong>en</strong> fokzuiver).<br />

zuivere lijn e<strong>en</strong> groep homozygote <strong>en</strong> g<strong>en</strong>otypisch id<strong>en</strong>tieke individu<strong>en</strong>,<br />

verkreg<strong>en</strong> door zelfbevruchting van één homozygoot individu of door<br />

e<strong>en</strong> proces van continue inteelt.<br />

zygote het versmeltingsproduct van e<strong>en</strong> mannelijke <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouwelijke<br />

gameet.<br />

163


Literatuurlijst<br />

Auteur Titel<br />

Allison Biologie van de sexualiteit<br />

Bargman Het organisme<br />

Barrington Hormon<strong>en</strong> <strong>en</strong> evolutie<br />

Bassler Das Stabheuschreck<strong>en</strong>praktikum<br />

B<strong>en</strong>nema Sexualiteit <strong>en</strong> <strong>voortplanting</strong><br />

Bok, S. T. Het ontstaan van het lev<strong>en</strong><br />

Crow, J. F. Overzicht van de g<strong>en</strong>etica<br />

Dobzhansky, T. Evolutie <strong>en</strong> erfelijkheid<br />

Dorst c.s. Evolutie<br />

Goldstein, P. Wat is erfelijkheid<br />

Hoffman Algem<strong>en</strong>e celleer<br />

Jinks, J. L. Extrachromosomale erfelijkheid<br />

Kühn, A. Inleiding tot de erfelijkheidsleer<br />

Künzel, E. Die <strong>en</strong>twicklung des hünch<strong>en</strong>s im ei<br />

Kusick, V. A. Mc. G<strong>en</strong>etica van de m<strong>en</strong>s<br />

Lanjouw c.s. Uit de plant<strong>en</strong>wereld<br />

Montagu, A. <strong>Erfelijkheid</strong> van de m<strong>en</strong>s<br />

Moog, F. Animal growth and developm<strong>en</strong>t<br />

Naaktgebor<strong>en</strong> Voortplanting bij het dier<br />

van Oordt Endocrinologie van de gewervelde dier<strong>en</strong><br />

van Oordt Voortplanting van de gewervelde dier<strong>en</strong><br />

Rav<strong>en</strong> Ontwikkeling als informatieverwerking<br />

Simpson Betek<strong>en</strong>is van de evolutie<br />

Sluyser, M. Van molecuul tot m<strong>en</strong>s<br />

Smith, C.U.M. Moleculaire biologie<br />

Spee <strong>en</strong> Timmermans Geboorteregeling<br />

Stahl, F. W. Het mechanisme van de erfelijkheid<br />

Teilhard de Chardin De plaats van de m<strong>en</strong>s in de natuur<br />

Teilhard de Chardin Het verschijn<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s op aarde<br />

Teilhard de Chardin Het verschijnsel m<strong>en</strong>s<br />

Thiad<strong>en</strong>s, A. J. H. De stamboekm<strong>en</strong>s die niet sterv<strong>en</strong> mag<br />

164


Register chromosom<strong>en</strong>, homologe 7, 15 erfelijkheidsleer 93<br />

chromosom<strong>en</strong>, dochter-, 10, 14 erfelijkheidsleer, modell<strong>en</strong> voor<br />

A chromosom<strong>en</strong>, geslachts-, 7 135<br />

aanpassing 144<br />

abscisinezuur 74,78<br />

chromosom<strong>en</strong>, van de m<strong>en</strong>s, 128,<br />

129, 131<br />

equatorvlak 9, 10, 25<br />

erwt 37<br />

albinisme 145, 151<br />

allantoïs 66, 71, 151<br />

chromosom<strong>en</strong>, afwijking<strong>en</strong> aan<br />

129, 130<br />

evolutie 140, 155<br />

exine 42, 43<br />

allel 93, 151 Chrysanthemum 81 F<br />

allelfrequ<strong>en</strong>tie 146, 151 colchicine 28, 153 f<strong>en</strong>otype 93, 155<br />

amnion 65, 68, 69, 70, 152 Confer<strong>en</strong>tie van Parijs 130, 131 f<strong>en</strong>ylthiocarbamide (PTC) 126<br />

amnionholte 59, 66 converg<strong>en</strong>tie 144, 153 F1-g<strong>en</strong>eratie 94, 55<br />

amnionvocht 45 Corr<strong>en</strong>s 142 F2-g<strong>en</strong>eratie 94, 113, 155<br />

anafase 9, 10, 13, 15, 23, 24, Crocus 28, 37 foetus 59, 155<br />

26, 152 crossing-over 15, 22, 153 fototropie 74, 91, 92<br />

Angiosperm<strong>en</strong> 27, 29, 36 Cyclops 55 fruitvliegje 55<br />

antagonisme <strong>groei</strong>- <strong>en</strong> rem-stoff<strong>en</strong> cytokin<strong>en</strong> 74, 76, 153 fytohormon<strong>en</strong> 73<br />

84 D fytokinin<strong>en</strong> 76<br />

anthere 47, 152 Daphne 55 G<br />

antheridium 48, 152 Darwin 140 gameet 14, 43, 44, 155<br />

antipod<strong>en</strong> 41, 41 Darwinvink<strong>en</strong> 146 gedaanteverwisseling 53, 54, 55,<br />

archegonium 48, 152 deletie 130,153 56<br />

Artemia 53, 54 diakinese 15, 22 g<strong>en</strong> 93, 155<br />

aster 8<br />

autosom<strong>en</strong> 7, 152<br />

2,4 dichloorph<strong>en</strong>oxyazijnzuur<br />

(2.4-D) 74, 75, 79<br />

g<strong>en</strong><strong>en</strong>pool 148, 155<br />

g<strong>en</strong>eratieve cel 42, 43<br />

auxine 79, 152 <strong>differ<strong>en</strong>tiatie</strong> 51, 52, 70, 71, 140, g<strong>en</strong>etica 93, 155<br />

auxin<strong>en</strong> 74, 152<br />

154 g<strong>en</strong>etica, modell<strong>en</strong> voor 135<br />

B dihybride kruising 93, 109, 109, g<strong>en</strong>frequ<strong>en</strong>tie 150<br />

Begonia 50, 51<br />

154 g<strong>en</strong>oom 93, 134, 156<br />

b<strong>en</strong>zylad<strong>en</strong>ine 83 diploied 7, 154 g<strong>en</strong>otype 93, 156<br />

bevruchting 152 diplote<strong>en</strong> 15, 22 geotropie 74<br />

bival<strong>en</strong>t 15, 152<br />

bladstek 50, 51<br />

DNA 8, 14, 154<br />

domesticatie 145, 154<br />

geslachtscell<strong>en</strong> 44<br />

geslachtschromosom<strong>en</strong> 7, 95, 156<br />

bloembekleedsel<strong>en</strong> 29 dominant 93, 154 geslachtsgebond<strong>en</strong> overerving 95,<br />

bloemdiagram 30 dooier 59, 66 110, 110, 155, 156<br />

bloemdiagram 30<br />

Brassica 75<br />

dooier-bloedvat<strong>en</strong> 64, 64, 66, 67,<br />

68, 69, 70, 70<br />

G1 -fase 14<br />

G2-fase 8, 10, 12, 15, 22<br />

buideldier<strong>en</strong> 146 dooierzak 64, 66 gibberellin<strong>en</strong> 76. 156<br />

C dormine 74, 77, 78, 154 gibberellinezuur (GA3) 75, 76,<br />

Calliphora 55 dov<strong>en</strong>etel 37 76, 156<br />

Capsella 49, 50 Drosophila 55, 96, 97, 98, 99 Golgi-apparaat, ontstaan van 14<br />

Carausius 55<br />

carrier 128<br />

celdeling 7<br />

Drosophila, erfelijkheidspracticum,<br />

96, 105, 106, 107, 108, 109,<br />

110, 111, 112<br />

<strong>groei</strong>, bij de m<strong>en</strong>s 73, 73<br />

<strong>groei</strong>regulatie 83, 87<br />

<strong>groei</strong>stoff<strong>en</strong> 73, 84<br />

c<strong>en</strong>triool 8, 10, 15, 24, 152 Drosophila, mutant<strong>en</strong> van 103, 104 <strong>groei</strong>zone 78, 79<br />

c<strong>en</strong>tromeer 10, 15, 152 E grove d<strong>en</strong> 120<br />

chiasma 15, 22, 153 e<strong>en</strong>dekroos 84 Gryllus 56<br />

chi-kwadraattoets 118 eicel 38, 41, 44, 154 H<br />

chloorcholinechloride (CCC) 78 eierstok 44 haploied 7, 156<br />

chlorofylcell<strong>en</strong> 52, 52 eitand 59 haver 91<br />

chloroplast<strong>en</strong>, ontstaan van, 14 eivliez<strong>en</strong> 44 helmbindsel 29, 41, 42<br />

chorion 66, 153 Els 33 helmdraad 29, 41, 42<br />

chromatid<strong>en</strong> 10, 14, 153 embryo 43, 44, 49, 50, 59, 62, helmhokje 29, 42, 43<br />

chromatine 10, 153<br />

64, 65, 66, 154 helmknop 29, 41, 42, 43<br />

chromoser<strong>en</strong> 10, 153 embryozak 40, 41, 41, 44 hemofilie 128, 156<br />

chromosom<strong>en</strong> 7, 93 embryozak-moedercel 38, 40 herderstasje 49, 50<br />

epifyse 65 heterosom<strong>en</strong> 7, 156<br />

165


heterozygoot 93, 156 meiose I 7, 14, 15, 22, 23, 38 P<br />

homologe chromosom<strong>en</strong> 7, 15, meiose II 14, 24, 25, 26, 38 pachyte<strong>en</strong> 15, 22<br />

156 melanisme 145, 158 parallelle adaptatie 143<br />

homozygoot 93, 156 M<strong>en</strong>del 142, 158 Pekelkreeftje 53, 53, 54<br />

huiskrekel 56 m<strong>en</strong>s, g<strong>en</strong>etica van de 125, 126, Peul 35, 37<br />

Hyacinth 27, 32 127, 128, 129, 131, 134 P-g<strong>en</strong>eratie 93<br />

hyalisne cell<strong>en</strong> 52, 52 m<strong>en</strong>s, chromosoomafwijking<strong>en</strong> bij Pinksterbloem 34, 37<br />

I de 129, 130 poll<strong>en</strong>buis 47<br />

imago 55, 56 m<strong>en</strong>s, oogkleur bij de 138 poll<strong>en</strong>kieming 47<br />

Impati<strong>en</strong>s 47 m<strong>en</strong>s, kortvingerigheïd bij de 138, poll<strong>en</strong>korrels 29, 42, 43<br />

indolazijnzuur, (IAA) 74, 74 139 poll<strong>en</strong>-moedercel 42, 43<br />

indolboterzuur 74, 75 m<strong>en</strong>s, bloedgroep<strong>en</strong> bij de 138 poolkern<strong>en</strong> 41, 41<br />

integum<strong>en</strong>t 41, 41 m<strong>en</strong>s, kleur<strong>en</strong>blindheid bij de 95, poollichaampjes 24<br />

interfase 7, 8, 11, 12, 14, 138 poortje 40, 41<br />

24, 26 m<strong>en</strong>s, hemofilie bij de 128, 156 populatie 139, 143, 160<br />

interkinese 23, 24 metafase 9, 10, 13, 15, 23, 24, populatie-g<strong>en</strong>etica 150, 160<br />

intermediaire overerving 93 25, 158 populatie-kooi 121, 122<br />

intine 42, 43 metamorfose 53, 54, 55, 56, 158 primitiefstreep 68, 69, 70<br />

inversie 130, 157 microgameet 24 primula 37<br />

K micropyle 40, 41 pro-embryo 49<br />

kalkschaal 59, 66 mitochondriën, ontstaan van 14 profase 8, 10, 12, 15, 22,<br />

karyogram 128, 134, 157 mitose 7, 8, 9, 11, 12, 13, 158 24, 25, 160<br />

karyotype 128, 132, 134, 157 mitose, haploiede 27, 28 prometafase 9, 10, 12, 24, 25<br />

katje 33 mitose, preparaat van de 27 prothallium 48, 160<br />

kelkblad<strong>en</strong> 29 modificatie 120, 158 PTC (f<strong>en</strong>yltniocarbanide) 126<br />

kerndeling 7, 8 mongoloïde idiotie 130, 132, 158 R<br />

kernmembraan 8, 15 mongooltjes, 128, 130 radijs 83<br />

kernspoel 9, 15, 25, 157 monohybride kruising 93, 107, recessief 93, 160<br />

kiembaan 141, 141, 157 108, 159 reciproke kruising 111, 111, 160<br />

kiem cel 44 monosomie 130 reductiedeling 14, 22, 23, 24,<br />

kiemschijf 59 Morgan 96, 142 38, 160<br />

kip, embryologie van de 59, 62, multiple allelie 149, 159 remstoff<strong>en</strong> 73, 74, 84, 160<br />

64, 65, 68, 69, 70, 72 mutatie 142, 159 rhesusfactor 193<br />

kleur<strong>en</strong>blindheid 95, 138 S<br />

kool 75 N schaalvlies 66<br />

koolzaad 34 narcis 31 sex-linkage 95, 161<br />

kroon blad<strong>en</strong> 29 natuurlijke selectie 140, 143, 159 sex-ratio 128, 161<br />

kruisingsschema, opstell<strong>en</strong> van 93 naupliuslarve 53, 55 S-fase 14, 139<br />

L navelstr<strong>en</strong>g 64, 65, 66 significatie 118<br />

larve, ontwikkeling van de 53 nectar 32 somiet<strong>en</strong> 64, 65, 69, 70, 71,<br />

larve, nauplius- 53, 55 nectariën 32 129, 161<br />

Lathyrus 47 nestvlieders 59 soort 139<br />

lelie 36, 39 neuraalgoot 68 soortsvormïng 145, 146, 146<br />

l<strong>en</strong>gte<strong>groei</strong> 79 neurale buis 65 sporopoll<strong>en</strong>ine 43<br />

leptote<strong>en</strong> 15, 22 neurula 159 stamboomonderzoek 127,<br />

Linnaeus 140 nucellus 38, 41 stamper 29, 36, 38, 39, 44<br />

Lupine 35 nucleolus 8, 10, 14, 15 statistische analyse van<br />

M kruising<strong>en</strong> 117<br />

macrogameet 24 O stempel 30, 38, 39<br />

manipulatie aan g<strong>en</strong>oom 134 onvolledige dominantie 93 stijl 38, 39<br />

meeldraad 29, 36, 41, 42, 44 oogbeker 65 Sphagnum 51, 52<br />

meeltor 55 opgav<strong>en</strong> erfelijkheidsleer 138 squash-techniek 27<br />

meelworm 55 organell<strong>en</strong> 14 struggie for life 142, 161<br />

meiose 7, 158 ovarium 44, 159 struggle for sex 142, 161<br />

166


stuifmeelbuis 44, 47 V wandel<strong>en</strong>de tak 55<br />

stuifmeelkorrel 42, 44 var<strong>en</strong> 48 watercel 52, 52<br />

susp<strong>en</strong>sor 49 ve<strong>en</strong>mos 51, 52 W<strong>en</strong>t 73<br />

synergid<strong>en</strong> 38, 41 vegetatiepunt 49 wilg 33<br />

T vegetatieve cel 42, 43 X<br />

tapetum 42 viool 37 X-chromosoom 95, 162<br />

Teilhard de Chardin 42 vleesvlieg 55<br />

telofase 10, 11, 13, 15, 23, Vlijtig Liesje 47 Y<br />

24, 26, 161 <strong>voortplanting</strong> bij plant<strong>en</strong> 44 Y-chromosoom 95, 162<br />

T<strong>en</strong>ebrio 55 <strong>voortplanting</strong> bij dier<strong>en</strong> 44<br />

tetrade 42 <strong>voortplanting</strong>scell<strong>en</strong> 44 Z<br />

tetradedeling 24, 43 de Vries 142 zaad 36, 44, 45<br />

tomaat 113 vrucht 34, 36, 37, 44, 45 zaadhuid 36, 44<br />

tomaat, mutant<strong>en</strong> van de 113 vruchtbeginsel 29, 32, 36, zaadkieming 76, 81, 85, 86,<br />

tongroll<strong>en</strong> 125 37, 38 86, 87<br />

Tradescantia 47 vruchtbeginsel, zaadknop 29, 32, 36, 38,<br />

translokatie 130, 162 bov<strong>en</strong>standig 30 40, 44<br />

trisomie 130, 162 vruchtbeginsel, zaadlijst 32<br />

Tschermak 142 onderstandig 30 zaadlob 49<br />

tuinboon 27 vruchtblad 36, 37, 38 zaadplant<strong>en</strong> 36<br />

tulp 31, 36 vrijheidsgraad 118 zaadverspreiding 34, 35<br />

U W zygote 43, 44, 140, 163<br />

ui 27 waarschijnlijkheid 118, 120 zygote<strong>en</strong> 15, 22<br />

167

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!