05.05.2013 Views

Samenvatting BREF chlooralkali industrie - Infomil

Samenvatting BREF chlooralkali industrie - Infomil

Samenvatting BREF chlooralkali industrie - Infomil

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

-<br />

EUROPESE COMMISSIE<br />

Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging<br />

(IPPC)<br />

Referentiedocument:<br />

beste beschikbare technieken in de <strong>chlooralkali</strong>producerende<br />

<strong>industrie</strong><br />

XXX 2001


<strong>Samenvatting</strong><br />

SAMENVATTING<br />

Dit referentiedocument betreffende de beste beschikbare technieken in de <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong><br />

is de schriftelijke neerslag van een informatie-uitwisseling die heeft plaatsgevonden overeenkomstig<br />

artikel 16, lid 2, van Richtlijn 96/61/EG van de Raad. Het document dient te worden<br />

beschouwd in het licht van de inleiding, waarin de doelstellingen en het gebruik van dit document<br />

worden beschreven.<br />

De <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong><br />

De <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong> is de bedrijfstak die zich bezighoudt met de productie van chloor (Cl2)<br />

en alkali, natriumhydroxide (NaOH) of kaliumhydroxide (KOH), door middel van elektrolyse van<br />

een zoutoplossing. De voornaamste technieken die bij de <strong>chlooralkali</strong>productie worden gebruikt,<br />

zijn kwik-, diafragma- en membraancelelektrolyse, waarbij hoofdzakelijk natriumchloride (NaCl)<br />

en in mindere mate kaliumchloride (KCl) voor de productie van kaliumhydroxide wordt gebruikt.<br />

Het diafragmacelproces (Griesheim-cel, 1885) en het kwikcelproces (Castner-Kellner-cel, 1892)<br />

werden beide eind negentiende eeuw geïntroduceerd. Het membraancelproces is van veel<br />

recenter datum (1970). Elk van deze processen kent een andere methode om de geproduceerde<br />

chloor bij de anode gescheiden te houden van de eveneens, direct of indirect, geproduceerde<br />

caustische soda en zuurstof bij de kathode. Op dit moment wordt 95% van de mondiale<br />

chloorproductie verkregen uit het <strong>chlooralkali</strong>proces.<br />

De geografische spreiding van <strong>chlooralkali</strong>processen vertoont wereldwijd aanzienlijke verschillen<br />

(productiecapaciteit van chloor):<br />

- West-Europa, voornamelijk kwikcelprocessen (juni 2000): 55%<br />

- Verenigde Staten, voornamelijk diafragmacelprocessen: 75%<br />

- Japan, voornamelijk membraancelprocessen: >90%<br />

De resterende chloorproductiecapaciteit in West-Europa bestaat (juni 2000) voor 22% uit<br />

diafragmacelprocessen, voor 20% uit membraancelprocessen en voor 3% uit overige processen.<br />

Sinds 1940 is de productie van chloor enorm toegenomen als gevolg van de explosief groeiende<br />

vraag naar kunststoffen, met name PVC en polyurethaan. De productie van chlooraromaten<br />

(bijv. chloorbenzeen voor fenolsynthese), propyleenoxide (chloorhydrineproces), oplosmiddelen<br />

die gechloreerde koolwaterstoffen bevatten, en anorganische chloorverbindingen zijn eveneens in<br />

belangrijke mate verantwoordelijk voor het gestegen chloorverbruik na 1940. De chloorproductie<br />

van een land is een indicator voor het ontwikkelingsstadium waarin de chemische <strong>industrie</strong> van<br />

dat land zich bevindt.<br />

Wereldwijd bedroeg de productiecapaciteit voor chloor in 1995 circa 44 miljoen ton, waarvan<br />

ongeveer 24 % binnen West-Europa. In juni 2000 bedroeg de chloorproductiecapaciteit in West-<br />

Europa 11,3 miljoen ton. 65% van de mondiale chloorproductie is geconcentreerd in drie regio's,<br />

te weten Noord-Amerika, West-Europa en Japan. Na een terugval begin 1990 lijkt de productie<br />

in West-Europa nu te zijn gestabiliseerd op een niveau van rond 9 miljoen ton per jaar (9,2<br />

miljoen ton in 1999).<br />

De <strong>chlooralkali</strong>sector in Europa heeft zich geleidelijk ontwikkeld en is geografisch gezien zeer<br />

verspreid. Het feit dat chloor en natriumhydroxide onvermijdelijk in bijna gelijke hoeveelheden<br />

worden geproduceerd, is voor de <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong> altijd een probleem geweest. Beide<br />

2


<strong>Samenvatting</strong><br />

producten worden voor zeer verschillende toepassingen gebruikt en zijn aan een verschillende<br />

marktdynamiek onderworpen en het gebeurt slechts zelden dat de vraag naar de twee producten<br />

samenvalt. Europa is wat chloor betreft nagenoeg in balans en is van oudsher de op een na<br />

grootste exporteur van caustische soda wereldwijd; op dit moment is Europa netto-importeur.<br />

Chloor wordt op grote schaal gebruikt bij de synthese van gechloreerde organische verbindingen.<br />

De stuwende kracht achter de <strong>chlooralkali</strong>productie in de meeste Europese landen is nog steeds<br />

MVC voor de synthese van PVC. Het is moeilijk om chloor op een economische manier op te<br />

slaan en te vervoeren. Het wordt daarom meestal in de buurt van verbruikers geproduceerd.<br />

Meer dan 85% van de binnen de EU geproduceerde chloor wordt op dezelfde locatie of op<br />

nabijgelegen locaties voor andere chemische processen gebruikt.<br />

Natriumhydroxide wordt doorgaans geleverd als 50% oplossing in water en kan lange tijd<br />

worden opgeslagen. Ook is het gemakkelijk te vervoeren (per spoor, over land of water). De<br />

voornaamste toepassingsgebieden voor natriumhydroxide zijn op dit moment:<br />

- chemicaliën: synthese van organische of anorganische verbindingen<br />

- metallurgie, aluinaarde-/aluminium<strong>industrie</strong><br />

- pulp- en papier<strong>industrie</strong><br />

- textiel<strong>industrie</strong><br />

- zepen, oppervlak-actieve stoffen<br />

- waterbehandeling<br />

- verbruiksartikelen.<br />

Ingevoerde materialen en geproduceerde verontreinigende stoffen<br />

Een deel van de ingevoerde materialen en geproduceerde verontreinigende stoffen is<br />

kenmerkend voor alle processen in de <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong>. Een ander deel is afhankelijk van<br />

het soort celtechnologie dat is gebruikt, de zuiverheid van het inkomende zout en de<br />

productspecificaties.<br />

De ingevoerde materialen bestaan voornamelijk uit zout en water als basismateriaal; zuren en<br />

chemische neerslagmiddelen die worden gebruikt om onzuiverheden uit het toegevoerde brijn of<br />

de geproduceerde chloor/caustische soda te halen; koelmiddelen (CFK's, HCFK's, HFC's,<br />

ammoniak, enz.) voor het verdichten en zuiveren van het geproduceerde chloorgas. Het<br />

<strong>chlooralkali</strong>-proces heeft enorme hoeveelheden elektriciteit nodig en er wordt dan ook veel<br />

elektrische energie verbruikt.<br />

De verontreinigingen die bij alle drie elektrolytische processen voorkomen, zijn de uitstoot van<br />

chloorgas in lucht en van vrije oxidanten in water, afvalzuur, koelmiddelen en onzuiverheden<br />

afkomstig uit het toegevoerde zout of brijn.<br />

De meest zorgwekkende verontreinigende stof uit de <strong>chlooralkali</strong>-<strong>industrie</strong> is kwik, een stof die<br />

wordt gebruikt voor de kwikceltechnologie. De proceskenmerken maken dat kwik kan worden<br />

uitgestoten in lucht en water, als afval en in de producten zelf. De totale uitstoot van kwik in<br />

lucht, water en producten bedroeg in 1998 bij <strong>chlooralkali</strong>-installaties in West-Europa 9,5 ton, met<br />

chloorcapaciteiten van de afzonderlijke installaties tussen 0,2-3,0 g Hg/ton.<br />

Het grootste deel van het kwik komt echter in de diverse soorten procesafval terecht.<br />

OSPARCOM meldde voor 1997 een totaal van 31 ton kwik in niet hergebruikt vast afval. De<br />

hoeveelheid kwik in het vastestofafval per installatie bedroeg in 1998 tussen de 0-84 g Hg/ton<br />

chloorcapaciteit. Deze gegevens zijn afkomstig van Euro Chlor (zie bijlage C van dit document).<br />

3


<strong>Samenvatting</strong><br />

Momenteel is er zo'n 12.000 ton kwik verwerkt in kwikcellen die worden gebruikt voor de<br />

chloorproductie binnen de EU. Als installaties worden verbouwd of gesloten, kan die kwik<br />

vrijkomen in het milieu. Op dit moment bestaat er in de Europese Unie geen beleid of<br />

regelgeving voor de behandeling van deze enorme hoeveelheid puur kwik.<br />

Het hoofdprobleem bij de diafragmatechnologie is asbest. Zorgwekkend is zowel het feit dat<br />

werknemers kunnen worden blootgesteld aan asbest als dat er asbest kan vrijkomen in het<br />

milieu.<br />

Op sommige plaatsen is de verontreiniging van land en waterwegen met kwik en PCDD/F’s<br />

door vroegere <strong>chlooralkali</strong>-installaties waar werd gewerkt met kwik- en diafragmaprocessen,<br />

een groot milieuprobleem. De verontreiniging is het gevolg van de neerslag van kwik en de<br />

storting van grafietslib, overgebleven na het gebruik van grafietanoden, en andere soorten afval<br />

op en rond de fabriekslocaties.<br />

Het membraancelproces kent een aantal intrinsieke ecologische voordelen vergeleken met de<br />

twee oudere processen, omdat er geen kwik en geen asbest worden gebruikt en omdat het qua<br />

energieverbruik het meest efficiënte proces is. Ondanks deze voordelen is de introductie van dit<br />

nieuwe proces in West-Europa zeer langzaam verlopen omdat de meeste bestaande<br />

chloorinstallaties uit de jaren zeventig dateren. Deze installaties hebben namelijk een levensduur<br />

van 40 tot 60 jaar en er is geen behoefte geweest aan nieuwe productiecapaciteit. Bovendien is<br />

het gebruik van nieuwe technieken niet door wetgeving bespoedigd.<br />

In het kader van deze paragraaf moet ook uitdrukkelijk worden gewezen op het belang van<br />

veiligheidsaspecten als het gaat om de productie, de verwerking en de opslag van chloor.<br />

Conclusies omtrent de beste beschikbare technieken<br />

De membraantechnologie wordt beschouwd als de beste beschikbare techniek voor de productie<br />

van <strong>chlooralkali</strong>. Ook de diafragmatechnologie kan worden aangemerkt als beste beschikbare<br />

techniek, mits er geen asbest wordt gebruikt. Het totale energieverbruik bij gebruik van de beste<br />

beschikbare technieken voor chloorgas en 50% caustische soda is minder dan 3.000 kWh (AC)<br />

per ton chloor exclusief chloorverdichting en minder dan 3.200 kWh (AC) per ton chloor<br />

inclusief chloorverdichting en verdamping.<br />

Alle installaties met celprocessen<br />

De beste beschikbare technieken voor de vervaardiging van <strong>chlooralkali</strong> bestaan uit de volgende<br />

maatregelen:<br />

• Gebruik van beheerssystemen met het oog op de beperking van de risico's voor het milieu,<br />

de gezondheid en de veiligheid bij exploitatie van een <strong>chlooralkali</strong>-installatie. Het risiconiveau<br />

moet nagenoeg nul zijn. De beheerssystemen moeten de volgende onderdelen omvatten:<br />

− opleiding van personeel<br />

− vaststelling en evaluatie van belangrijke gevaren<br />

− instructies voor een veilig gebruik<br />

− opstellen van plannen voor noodgevallen en registratie van ongevallen en bijnaongevallen<br />

− continue verbetering inclusief terugkoppeling en kennis door ervaring.<br />

4


<strong>Samenvatting</strong><br />

• Een chloordestructie-eenheid voor het absorberen van de gehele celkamerproductie bij<br />

storingen in het productieproces tot het moment dat de installatie kan worden stopgezet. De<br />

chloorabsorptie-eenheid zorgt ervoor dat er in noodsituaties en/of bij een onregelmatige<br />

werking van de installatie geen chloorgas kan vrijkomen.<br />

De absorptie-eenheid moet in het slechtst denkbare geval het chloorgehalte in het uitgestoten<br />

gas tot een waarde onder 5 mg/m 3 kunnen verlagen.<br />

Alle chloorhoudende rookgasstromen moeten naar de chloorabsorptie-eenheid worden geleid.<br />

De emissie van chloor in lucht bij gebruik van de beste beschikbare technieken bij normaal<br />

bedrijf is minder dan 1 mg/m 3 bij gedeeltelijke verdichting en minder dan 3 mg/m 3 bij volledige<br />

verdichting.<br />

Vanuit de chloordestructie-eenheid mag geen systematische lozing van hypochloriet in water<br />

plaatsvinden.<br />

• Minimalisering van het verbruik/vermijding van de lozing van zwavelzuur door middel van<br />

een of meer van de volgende opties of vergelijkbare systemen:<br />

− herconcentratie in gesloten verdampers op de locatie<br />

− gebruikmaking van het afvalzuur voor beheersing van de pH in proces- en<br />

afvalwaterstromen<br />

− verkoop van het afvalzuur aan een afnemer die deze kwaliteit zuur accepteert<br />

− retournering van het afvalzuur aan een zwavelzuurproducent voor herconcentratie.<br />

Als de herconcentratie van zwavelzuur in gesloten verdampers op de locatie plaatsvindt, kan<br />

het verbruik worden teruggebracht tot 0,1 kg zuur per ton geproduceerde chloor.<br />

• Minimalisering van de lozing van vrije oxidanten in water door toepassing van:<br />

− reductie met behulp van een katalysator toegepast in een vast bed<br />

− chemische reductie<br />

− een andere methode met een vergelijkbaar rendement.<br />

De uitstoot van vrije oxidanten in het water bij gebruik van de beste beschikbare technieken<br />

bedraagt minder dan 10 mg/l. Bij het kiezen van de destructiemethode moet worden gekeken<br />

naar de effecten op het milieu in zijn geheel.<br />

• Gebruik van tetrachloorkoolstofvrije processen voor de verdichting en zuivering van chloor.<br />

• Zuurstof moet als chemische stof of als brandstof worden gebruikt om hulpbronnen te<br />

behouden.<br />

Membraancelinstallaties<br />

De beste beschikbare technieken voor membraancelinstallaties bestaan uit de volgende<br />

maatregelen:<br />

• Minimalisering van de lozing van chloraat en bromaat in water door gebruik te maken van:<br />

− een zuur milieu in het anolyt (pH 1-2) om de vorming van chloraat (ClO3 - ) en bromaat<br />

(BrO3 - ) tot een minimum te beperken<br />

− destructie van chloraat in het brijncircuit om het chloraat vóór zuivering te<br />

verwijderen.<br />

5


<strong>Samenvatting</strong><br />

6<br />

De zuurgraad van het anolyt is een ontwerpparameter van membraancelinstallaties en kan<br />

niet worden aangepast zonder gevolgen voor de werking van de membraancel. Indien niet<br />

voor deze optie wordt gekozen, kan men een chloraatreducent nodig zijn om het chloraat vóór<br />

zuivering te verwijderen. Het chloraatniveau bij gebruik van de beste beschikbare technieken<br />

in het brijncircuit bedraagt 1-5 g/l en het bromaatniveau 2-10 mg/l (houd er rekening mee dat<br />

het bromaatniveau afhankelijk is van het bromideniveau in het zout).<br />

• Juiste verwerking van gebruikte membramen en pakkingen.<br />

Kwikcelinstallaties<br />

De beste beschikbare techniek voor kwikcelinstallaties is de omschakeling op de<br />

membraanceltechnologie.<br />

Gedurende de resterende levensduur van de kwikcelinstallaties moeten alle mogelijke<br />

maatregelen worden genomen ter bescherming van het milieu in zijn geheel. Bij de best<br />

presterende kwikcelinstallaties komt er jaarlijks gemiddeld tussen de 0,2-0,5 g Hg/ton<br />

chloorcapaciteit kwik terecht in lucht, water en producten. Het meeste kwik komt in de diverse<br />

soorten procesafval terecht. Er zijn maatregelen nodig om de huidige en toekomstige<br />

kwikemissies ten gevolge van de verwerking, opslag, behandeling en storting van met kwik<br />

verontreinigd afval tot een minimum terug te brengen. De ontmanteling van kwikcelinstallaties<br />

moet zodanig worden uitgevoerd dat er gedurende en tijdens de sluiting van de installatie geen<br />

schadelijke gevolgen voor het milieu zijn en dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is. In<br />

hoofdstuk 1.2 wordt nader ingegaan op de beschikbare technieken voor het voorkomen en/of<br />

reduceren van emissies, de verwerking en de behandeling van afval, het energiegebruik, de<br />

ontmanteling van kwikcelinstallaties en de omschakeling op de membraanceltechologie.<br />

Diafragmacelinstallaties met asbest<br />

De beste beschikbare technieken voor diafragmacelinstallaties met asbest is de omschakeling op<br />

de membraanceltechnologie of, als aan het criterium van het energieverbruik wordt voldaan, het<br />

gebruik van diafragma's zonder asbest.<br />

Gedurende de resterende levensduur van de diafragmacelinstallaties met asbest moeten alle<br />

mogelijke maatregelen worden genomen ter bescherming van het milieu in zijn geheel. In<br />

hoofdstuk 4.3 wordt nader ingegaan op de beschikbare technieken voor het voorkomen en/of<br />

reduceren van emissies, afval en het energiegebruik bij diafragmacelinstallaties met asbest.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!