05.05.2013 Views

Voorbereiding - Planetarium

Voorbereiding - Planetarium

Voorbereiding - Planetarium

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Inhoudsopgave<br />

Lesfiche 1: Melkweg: ontdekken van het heelal ..................................................................... 3<br />

Lesfiche 2: Ruimtekaart tekenen ............................................................................................ 9<br />

Lesfiche 3: Ruimtehelm maken ............................................................................................ 13<br />

Lesfiche 4: Raket ontwerpen en bouwen ............................................................................. 21<br />

Lesfiche 5: Spel: “Wordt een ruimtemonteur!” .................................................................... 25<br />

Lesfiche 6: Inpakken en wegwezen! ..................................................................................... 31<br />

Lesfiche 7: Raketlancering ................................................................................................... 35<br />

Lesfiche 8: Zachte landing .................................................................................................... 41<br />

Lesfiche 9: Kruimelvrij koken in de ruimte............................................................................ 45<br />

Lesfiche 10: Eerste maanfoto ............................................................................................... 51<br />

Lesfiche 11: Varen in de ruimte ........................................................................................... 55<br />

Lesfiche 12: Ruimtewezentjes .............................................................................................. 59<br />

Bijlagen:<br />

- Achtergrondinformatie (links naar websites met ruimtevaartinformatie)<br />

- ESERO folder<br />

- Sterrenkunde brochure


2<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


3<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Melkweg:<br />

Ontdekken van het heelal<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 1<br />

Als voorbereiding op hun ruimtereis ontdekken de leerlingen het heelal. Zo creëren ze een<br />

eigen ster bestaande uit melk, voedingskleurstof en een beetje zeep. Heel de klas ontwerpt<br />

samen een nieuw zonnestelsel: hun eigen Melkweg.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

Bij de start van het thema wordt er verder gebouwd op de achtergrondkennis van de kleuters.<br />

De leerkracht visualiseert (film-plaatjes-verhaal) het thema en vraagt, via een<br />

klas/kringgesprek, naar meer uitleg.<br />

Materiaal<br />

“Hoe ziet de ruimte/heelal er uit?”<br />

Melkwegstelsel<br />

- Melk – op kamertemperatuur, karnemelk – yoghurt<br />

- Voedingskleurstoffen<br />

- Wattenstaafjes<br />

- Vloeibare zeep - geen Ecover of andere natuurlijke zepen! De zeep moet de<br />

oppervlaktespanning van het water breken.<br />

- Borden - ronde en met hoeken.


4<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Melkwegstelsel-schilderen<br />

- Emmer/badje water<br />

- Marmerverf – verschillende kleuren<br />

- Wit papier<br />

- Satéstokje/wattenstaafje/houten lepel/… (een voorwerp om de kleuren te mengen-<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

Melkwegstelstel<br />

Het knutselmateriaal wordt klaargezet.<br />

De leerkracht test het melkexperiment eerst zelf – indien het experiment niet goed werk, kan je<br />

de melk aanlengen met water. Voorzie schortjes voor de kinderen, kleurstof gaat moeilijk uit de<br />

kleren.<br />

Melkwegstelsel-schilderen<br />

Het knutselmateriaal wordt klaargezet.<br />

Inleiding<br />

De leerlingen en leerkracht zitten in de vertelhoek. De leerkracht laat enkele mooie, uitvergrote<br />

foto’s van het heelal, de maan, planeten, de aarde, … zien aan de kinderen en vraagt hen om de<br />

foto te beschrijven: kleur, vorm, licht/donder, … en vraagt dan aan de leerlingen wat de<br />

afbeelding voorstelt. Tijdens deze verkenning legt de leerkracht uit dat de sterren, de maan,<br />

onze aarde en de planeten deel uitmaken van één heel grote ruimte die zich rondom onze zon<br />

bevindt. Ons zonnestelsel bevindt zich in een sterrenstelsel dat de ‘Melkweg’ wordt genoemd.


5<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Kern<br />

1. De probleemstelling?<br />

Hoe maken we onze eigen Melkweg of sterrenstelsel?<br />

2. Brainstorm<br />

De kinderen denken na hoe ze hun eigen Melkweg kunnen maken. Wat is belangrijk?<br />

Wat hebben ze nodig? Probeer de leerlingen in de juiste richting te sturen zodat ze<br />

uiteindelijk zelf uitkomen bij de zon (!), sterren, maan, planeten, …<br />

3. Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

Suggestie:<br />

De kleuters en leerkracht nemen een bord en vullen dit, tot aan de rand met melk.<br />

De leerkracht doet bij elke leerling een aantal druppels voedingskleurstof in de melk.<br />

Het effect is het mooiste wanneer er verschillende kleuren gebruikt worden.<br />

De leerkracht vult een aantal potjes met vloeibare zeep.<br />

De leerlingen nemen elk één wattenstaafje.<br />

De leerkracht neemt ook een wattenstaafje en doopt dit in de vloeibare zeep. Waarna<br />

de leerkracht het wattenstaafje in de melk stopt.<br />

De leerlingen doen de leerkracht na: wattenstaafje in de zeep en daarna in de melk.<br />

De proef kan daarna overgedaan worden met karnemelk/platte kaas/… werkt dit?<br />

De Melkweg met de sterren kan gebruikt worden om een ‘eigen heelal’ te creëren. De<br />

leerkracht plaatst enkele gekleurde ballen (of papier-maché-replica’s) tussen de sterren en<br />

toont de leerlingen zo hoe het heelal eruit ziet. De leerkracht neemt vanuit de hoogte een<br />

foto van het geheel. Laat de leerlingen daarna een foto van de Melkweg vergelijken met de<br />

eigen Melkweg.


6<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Melkweg – schilderen (hoekactiviteit)<br />

1. De kleuters druppelen marmerverf in het badje met water. Deze kleuren blijven op het<br />

wateroppervlak liggen.<br />

2. Met het satéstokje roeren ze heel voorzichtig door het water en de kleurtjes. Het is de<br />

bedoeling dat de kleuren lichtjes door elkaar lopen. Wanneer de leerlingen te snel<br />

roeren gaan de kleuren in elkaar op. Dat is niet de bedoeling.<br />

3. Daarna nemen de kleuters het witte papier en leggen dit op het oppervlak van het<br />

water. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een emmer, dompelen de leerlingen het<br />

blad in de emmer.<br />

4. Even later nemen ze het blad er weer af/uit en laten het drogen.<br />

Suggestie:<br />

Het is ook mogelijk een ‘afdruk’ te nemen van het melkexperiment. Alleen zal het resultaat bij<br />

die oefening minder duidelijk zijn, aangezien er gebruik werd gemaakt van<br />

voedingskleurstoffen. Langs de andere kant worden een deel van de handelingen van het<br />

melkexperiment bij deze oefening herhaalt en kunnen ze deze schildertechniek voor een groot<br />

deel zelf uitvoeren.<br />

Vaardigheden<br />

De kinderen kunnen aangeven welke materialen (melk-yoghurt-plattekaas-…) ze gebruiken voor<br />

hun technisch systeem (OD 2.1)<br />

De kleuters maken een eenvoudig technisch systeem/melkwegstelsel, met de hulp van de<br />

leerkracht (OD 2.6).


7<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerlingen gaan na of het doel bereikt werd, zowel bij het melkexperiment als bij het gebruik<br />

van karnemelk, yoghurt, … (2.7).<br />

Attitude<br />

De kleuters tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen<br />

over techniek (in dit geval een ‘scheikundig’ fenomeen) (OD 2.9).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

De zeep doorbreekt de oppervlaktespanning van het water. De oppervlaktespanning van het<br />

water kan je waarnemen door een glas water te nemen, een dikke laag (barbecue)kruiden op<br />

het wateroppervlak te strooien en daarna je vinger in het water te steken. Je zal merken dat je<br />

vinger droog is gebleven. De kruiden hebben de oppervlaktespanning van het water versterkt<br />

en zo kreeg het water niet de kans de vinger te bereiken.<br />

Water bestaat uit allemaal kleine watermoleculen (voor de leerlingen kan u dit vereenvoudigen<br />

tot druppeltjes), die naar elkaar toe worden getrokken en zo één grote plas vormen. Er wordt<br />

langs alle kanten aan de kleine watermoleculen getrokken. Maar omdat de bovenste<br />

watermoleculen langs één zijde begrensd zijn met een luchtlaag, trekken de onderkant en<br />

zijkant extra hard waardoor er een sterke, elastische laag gevormd wordt nl. oppervlakte-<br />

spanning. Op de plek waar de zeep wordt aangebracht wordt de oppervlaktespanning<br />

doorbroken. De watermoleculen die niet in contact komen met de zeep trekken heel erg aan de<br />

andere waterdeeltjes waardoor deze naar de zijkant schieten.


8<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Beschrijving<br />

Een foto (genomen door de Hubble telescoop) van het spiraalvormig sterrenstelsel Messier 51<br />

(ook wel Draaikolknevel genoemd). Ons zonnestelsel is slechts één van miljarden zonnestelsels<br />

in het universum. Hieronder dus een voorbeeld van een ander zonnestelsel dan het onze.<br />

Bron: ESA/Hubble


9<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Ruimtekaart tekenen<br />

Samenvatting<br />

In de vorige opdracht leerden de leerlingen het heelal beter kennen. Als de kleuters op<br />

Lesfiche 2<br />

ruimtereis vertrekken is het erg belangrijk dat ze de juiste weg nemen. Een kaart van de ruimte<br />

kan hen daarbij helpen. Het is aan de leerlingen om deze kaart te ontwerpen. Op deze kaart<br />

staan enkele belangrijke herkenningspunten zoals de maan, de aarde, ons huis, …<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De leerlingen gaan na op welke manier ze deze ‘Ruimtekaart’ gaan ontwerpen.<br />

Materiaal<br />

“Van waar vertrekken we? Naar waar vertrekken we? Welke herkenningspunten zijn<br />

belangrijk?”<br />

- Wascokrijtjes<br />

- Wit papier<br />

- (dikke) zwarte verf<br />

- Prikpen/paperclip/satéstokje<br />

- Landkaarten of plattegronden (vb. 1/10 000 topografische kaart van de eigen<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

leefomgeving, een eenvoudig plattegrond van de gemeente/school)<br />

De leerkracht voorziet enkele landkaarten op verschillende schalen. Zo hebben de kleuters een<br />

goed beeld van een ‘landkaart’.


10<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De opdracht wordt in 2 delen uitgevoerd:<br />

- <strong>Voorbereiding</strong>: inkleuren vormen met wasco en overschilderen met zwarte verf.<br />

- Uitwerking: het maken van de tekening.<br />

Hou hier rekening mee bij de lesplanning!<br />

Inleiding<br />

De leerkracht toont de verschillende kaarten aan de kleuters en vertelt hen dat op deze kaart<br />

alle wegen, bossen, dorpen en soms huizen worden getekend om ons te helpen nooit de weg<br />

kwijt te raken. Het is belangrijk dat de leerkracht gebruik maakt van een kaart waarop de eigen<br />

leefomgeving van de kleuters terug te vinden is. Zo kan de leerkracht verwijzen naar enkele<br />

herkenbare plaatsen zoals: rivier, bos, gemeentehuis in de dichte omgeving van de school.<br />

Laat ook duidelijk zien op welke manier deze plaatsen met elkaar verbonden zijn.<br />

Kern<br />

1. Probleemstelling?<br />

Wat is de juiste ‘weg’/reisroute van de aarde naar de maan? Laat de leerlingen zelfstandig<br />

een ruimtekaart ontwikkelen met enkele herkenningspunten.<br />

2. Enkele eisen:<br />

De reisroute tussen de aarde en de maan moet duidelijk zichtbaar zijn.<br />

Ook obstakels zoals planeten, sterren, … moeten duidelijk aangegeven worden. Zij kunnen<br />

immers een hindernis vormen tijdens de ruimtereis.<br />

3. Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

<strong>Voorbereiding</strong>sfase:<br />

Alle leerlingen krijgen een groot wit papier.


11<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Daarna trekken ze met potlood verschillende lijnen, kris kras op het papier. Op deze manier<br />

moeten er verschillende vlakken/vormen ontstaan.<br />

Deze vormen worden ingekleurd met verschillende kleuren wasco, waardoor er een heel<br />

kleurenpallet ontstaat op het papier.<br />

Deze vlakken worden overschilderd met zwarte verf. Er mag niets meer te zien zijn van de<br />

wascokleuren.<br />

Dan zit de voorbereiding er op. De tekening moet een aantal uren drogen op de verwarming –<br />

het droogproces kan versneld worden met een haardroger. Bij dun papier is er kans dat de<br />

tekening naar boven gaat krullen bij het drogen, om dit te voorkomen kan u best iets steviger<br />

papier gebruiken.<br />

Uitwerkingsfase:<br />

Als de tekening droog is, kunnen de leerlingen verder werken. Ze krassen met een paperclip of<br />

prikpen sterren, maan, planeten, huizen, … in de zwarte verf. Hierdoor wordt de gekleurde<br />

ondergrond weer zichtbaar. Het is de bedoeling dat er, op een af andere manier, een duidelijk<br />

verbinding te zien is tussen de aarde en de maan.<br />

Slot<br />

De kinderen bekijken de ruimtekaarten van de andere klasgenoten en gaan na of ze aan de<br />

eisen voldoen:<br />

Is de reisroute tussen de aarde en de maan duidelijk aangeduid?<br />

Zijn mogelijke obstakels goed aangeduid op de kaart?<br />

Vaardigheden<br />

De leerlingen zien het verband tussen de eenvoudige topografische kaart/plattegrond en het<br />

feit dat deze gemaakt worden om ons te helpen oriënteren (OD 2.2)


12<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerlingen gaan na op welke manier ze deze ‘Ruimtekaart’ gaan ontwerpen: van waar<br />

vertrekken we? Naar waar gaan we? Welke herkenningspunten zijn belangrijk? (OD 2.4)<br />

De leerlingen maken een eenvoudige ruimtekaart met wasco en zwarte verf (OD 2.6).<br />

Attitude<br />

De kleuters kunnen aangeven dat de landkaart nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kan zijn (OD<br />

2.10)<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Topografische kaarten en straatatlassen worden steeds meer verdrukt door de<br />

allesoverheersing van satellietbepalingssystemen zoals GPS (VS), GALILEI (EU), GLONASS (RUS)<br />

en Beidou (CH). Vier van de vierentwintig satellieten in de ruimte vertellen de ontvanger waar<br />

op aarde hij zich bevindt. Het GPS-toestel navigeert ons zonder veel moeite van de ene plek<br />

naar de andere. Maar omdat steeds meer mensen een blind vertrouwen hebben in deze<br />

satellietbepalingssystemen verliezen wij ons oriëntatiegevoel. Het is belangrijk dat kinderen<br />

zich leren oriënteren in de nabije omgeving. Waar zijn we? Bos, stad, school, straat … de<br />

leerlingen beschrijven waar ze zich bevinden en zoeken naar belangrijke herkenningspunten in<br />

het landschap. Aan de hand van deze herkenningspunten kunnen de kleuters trachten te<br />

bepalen of dit dicht bij de school/huis/dorp is of ver. Kortom in deze fase is WAARNEMEN<br />

heel erg belangrijk.


13<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Ruimtehelm maken<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 3<br />

Nadat de leerlingen het heelal leerden kennen en hun reisroute reeds uitstippelden is het nu<br />

tijd om aan de echte voorbereidingen voor de ruimtereis te beginnen. Om te kunnen<br />

vertrekken moeten ze immers goed voorbereid zijn. Ze mogen niet zomaar vertrekken. Een<br />

echte astronaut draagt een helm die hen voorziet van de nodige zuurstof. In de ruimte is er<br />

immers geen lucht aanwezig en wij, mensen, hebben lucht nodig om te kunnen leven.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De kinderen kiezen de geschikte materialen en gereedschap voor het ontwerp van hun<br />

ruimtehelm (OD 2.5): ze houden er rekening mee dat er zeker een systeem voorzien wordt voor<br />

de aanvoer van zuurstof (OD 2.3).<br />

Materiaal<br />

“Welke materialen en gereedschappen zijn er nodig om een ruimtehelm te maken?”<br />

- Kartonnen doos<br />

- Zilverpapier<br />

- Verf<br />

- Doorzichtige petflessen<br />

- Flexibele PVC-buizen<br />

- Cellofaanpapier<br />

- Kleurtjes<br />

- Lijm<br />

- Prikpen – schaar – snijmes


14<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht en leerlingen verzamelen knutselmateriaal. De ouders kunnen eveneens<br />

aangesproken worden. Voorzie genoeg materiaal en gereedschap zodat de leerlingen zelf<br />

kunnen bepalen welke zaken ze al dan niet nodig hebben.<br />

Inleiding<br />

De leerlingen en leerkracht bespreken in de vertelhoek de kledij van een ruimtereiziger.<br />

Foto’s en/of beeldfragmenten laten zien hoe de kledij er uitziet en welk nut deze kleren<br />

hebben. Zo garanderen zij zowel de veiligheid van de astronaut als de aanvoer van lucht.<br />

Kern<br />

1. Probleemstelling?<br />

Op welke manier gebeurt de luchtaanvoer in het ruimtepak?<br />

2. Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

De leerlingen zetten zich per twee.<br />

Waarna één leerling de doos over het hoofd trekt en op de doos aanduidt waar zijn ogen zitten.<br />

De andere leerling duidt de ogen aan met een dikke viltstift.<br />

De leerlingen prikken (met de prikpen), op ooghoogte, een rechthoek uit de doos – indien dit<br />

niet lukt kan de juf de rechthoek uitsnijden. Zo ontstaat er een kijkvenster.<br />

Aan de binnenkant van het kijkvenster kleven ze een stuk cellofaanpapier, het hele kijkvenster<br />

moet overdekt zijn.<br />

Daarna nemen de leerlingen twee petflessen en kleven deze, naast elkaar, op de achterkant van<br />

de doos. Let erop dat de bovenkant van de fles eveneens naar de bovenkant van de helm wijst.


15<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Aan de bovenkant van de fles wordt een stukje flexibele PVC-buis/slangetje bevestigd, het<br />

andere eind wordt vastgemaakt aan de bovenkant van de helm. Voor de tweede fles wordt<br />

hetzelfde gedaan. Waarna de leerlingen een opening maken/prikken in de helm op de plek<br />

waar de pvc-buis werd vastgemaakt aan de bovenkant. Het bevestigen van deze pvc-buizen is<br />

het gemakkelijkste met tape. Deze kan rondom de buis gekleefd worden en maakt het zo<br />

mogelijk, via de twee luchtgaatjes, een echte verbinding te maken tussen de helm en de<br />

petflessen.<br />

Dan is het aan de leerlingen om de helm te versieren: inpakken met zilverpapier, kroonkurken<br />

als knopjes, stukjes (geïsoleerde) metaaldraad als antenne, …<br />

De leerlingen testen de helm door hem op te zetten, goed in en uit te ademen en dan te<br />

controleren of de petflessen aangedampt zijn of niet.<br />

ALTERNATIEVE LESFICHE:<br />

Er zijn ook andere manieren om een ruimtehelm te maken.<br />

De allerjongste kleuters kunnen een hoofddeksel (pet – hoed – veiligheidshelm) inpakken met<br />

zilverpapier. Aan de bovenkant van het hoofddeksel bevestigen ze twee rietjes. Dit kunnen ze<br />

doen door de rietjes mee in het zilverpapier te verpakken, of door deze met kleefband stevig<br />

vast te kleven. Het is de bedoeling dat ze zelf proberen de antennes te bevestigen.<br />

De oudere kleuters kunnen een ruimtehelm maken in papier maché:<br />

Materiaal<br />

- Behanglijm<br />

- Krantenpapier of WC-papier


16<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

- Ballonnen<br />

- Verf<br />

- Spuitbus vernis (voor de leerkracht)<br />

- Water<br />

- Emmers<br />

- Vaseline - vershoudfolie<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

Deze opdracht kan niet in één lestijd afgewerkt worden. Er is dus een voorbereidende fase,<br />

uitwerkingsfase en een afwerkingsfase, die ten vroegste op drie dagen afgewerkt kunnen<br />

worden. De eerste stap kan overgeslagen worden, indien de leerkracht reeds de papier maché<br />

heeft bereid en laten trekken of wanneer er gebruik wordt gemaakt van de papier maché-<br />

laagjesmethode.<br />

De leerkracht maakt geen voorbeeld, anders apen de leerlingen dit na. Het is de bedoeling dat<br />

ze zelf creatief zijn. Het materiaal is voorhanden.<br />

<strong>Voorbereiding</strong>sfase: maken van de papier maché<br />

De leerlingen scheuren het krantenpapier in dunne strookjes.<br />

Deze strookjes worden in een emmer met water gelegd, waar ze een tijdje in moeten<br />

weken.<br />

Laat de kinderen het mengsel goed kneden.<br />

De leerkracht giet het water uit de emmer en verpakt de pulp in een oud kledingstuk.<br />

Waarna ze probeert al het water uit de papierpulp te kneden.<br />

Wanneer bijna al het water verdwenen is, wordt er een hele hoop behangerslijm aan het<br />

mengsel toegevoegd: een pakje lijm voor een grote emmer.<br />

Daarna wordt het mengsel nogmaals goed gekneed. Het is klaar voor gebruik.


17<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Uitwerkingsfase<br />

De (veiligheids)helm of grote ballon wordt ingesmeerd met vaseline of ingepakt met<br />

vershoudfolie. Zo kan het voorwerp later, als de papier-maché droog is, makkelijk verwijderd<br />

worden.<br />

Het object wordt bedekt met de papier-maché. Bij de laagjesmethode kan de eerste,<br />

voorbereidende fase overgeslagen worden. De leerlingen scheuren reepjes papier, leggen deze<br />

één voor één op het voorwerp en smeren deze telkens royaal in met behangerslijm.<br />

Let erop dat de laagjes papier elkaar steeds overlappen zodat er een stevige structuur wordt<br />

opgebouwd. Er mogen een 10-tal lagen aangebracht worden.<br />

Nadat het object ingepakt is met een aantal lagen papier-maché kan het een aantal dagen<br />

drogen. Zet het op de vensterbank, in de zon en op een verhoogje zodat de lucht ook onder het<br />

voorwerp kan.<br />

Afwerkingsfase<br />

De ruimtehelm wordt van de mal gehaald en geschilderd. De leerkracht kan nadien vernis over<br />

de helm spuiten zodat de helm blinkt en de verf beter blijft hangen.<br />

Als de ruimtehelm droog is, zijn de leerlingen klaar om aan hun ruimtemissie te beginnen.<br />

Suggestie:<br />

De leerlingen kunnen ook zelf een mal ontwerpen. Een ballon of helm als basis, waarop zij dan<br />

andere voorwerpen bevestigen: antennes, oorbeschermers, mondstuk, enz.<br />

Laat de leerlingen vooraf enkele foto’s zien van bekende ruimtereizigers en laat hen dan aan<br />

het ontwerp beginnen.


18<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen kunnen aangeven uit welke materialen hun ruimtehelm gemaakt is (OD 2.1).<br />

De leerlingen houden er rekening mee dat er zeker een systeem voorzien is voor de aanvoer<br />

van zuurstof (OD 2.3).<br />

De leerlingen bedenken op welke manier zij de luchtaanvoer gaan voorzien in de helm (OD 2.4).<br />

De kinderen kiezen de geschikte materialen en gereedschap voor het ontwerp van hun<br />

ruimtehelm (OD 2.5).<br />

Attitude<br />

De leerlingen zijn bereid zorgzaam en veilig aan het ontwerp te werken (OD 2.8).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Een ruimtepak biedt de astronauten bescherming tegen extreme temperaturen, kleine<br />

meteorieten en een lage luchtdruk. Daarnaast zorgt het pak voor de aanvoer van de<br />

broodnodige zuurstof en is het voorzien van een radiozender en radio-ontvanger. Er is immers<br />

geen lucht op de maan waardoor geluid zich niet kan voortplanten. Vandaar dat de astronauten<br />

aangewezen zijn op hun radio’s om met elkaar te kunnen praten.<br />

Het ruimtepak bestaat uit twee verschillende delen: een onderpak en een drukpak. Het<br />

onderpak wordt gekoeld door water en zorgt ervoor dat er in het pak een constante en leefbare<br />

temperatuur wordt gecreëerd. Het drukpak beschermt tegen druk en straling. In de ‘rugzak’ die<br />

de astronauten dragen zit het koelwater voor het onderpak en het apparaat voor de zuurstof-<br />

toevoer. Aan de schoenen van de astronauten zitten zuignappen omdat het door de lage<br />

zwaartekracht in de ruimte erg moeilijk is om recht te blijven staan.


19<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Beschrijving<br />

De ESA astronaut Paolo Nespoli brengt zijn ruimtepak in orde voor een ruimtewandeling.<br />

Deze foto werd genomen tijdens een astronautentraining (in september 2010) in het Johnson<br />

Space Center van NASA. Nespoli draagt reeds het onderpak. Let op het waterkoelings systeem<br />

en de ventilatie.<br />

Bron: ESA/NASA


20<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


21<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Raket ontwerpen en bouwen<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 4<br />

De leerlingen vatten hun ruimtereisvoorbereidingen reeds aan. Het is belangrijk dat zij ook<br />

vervoer voorzien naar hun verre bestemming. Hoe geraken we in de ruimte?<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De leerlingen gaan na welk technisch systeem/middel hen op de beste manier tot in de ruimte<br />

kan brengen (OD 2.3).<br />

Materiaal<br />

“Op welke manier reizen wij naar de ruimte?”<br />

- Blokjes<br />

- Duplo<br />

- Clicks<br />

- Wc-rollen/keukenpapierrollen<br />

- Werktuigen zoals hamer, schroevendraaier, schaar, ..<br />

- Glasvezelplaat bedekt met wit zand<br />

- Grote ronde (waspoeder)dozen – hiervoor kan de leerkracht de ouders of fabrikanten<br />

aanspreken, deze stevige dozen komen ook bij andere leeractiviteiten zeker van pas.<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

Het materiaal in de knutselhoek wordt klaargelegd. Voorzie extra materiaal, zodat de leerlingen<br />

zelf moeten uitzoeken welke materialen ze nodig hebben.<br />

Inleidend kringgesprek: “Hoe reizen we naar de ruimte?” – “Wat hebben we nodig om een<br />

raket te maken?”


22<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Inleiding (klasactiviteit)<br />

1. brainstorm<br />

Tijdens het kringgesprek vraagt de leerkracht aan de kinderen hoe ze naar de maan vliegen.<br />

Met het vliegtuig, luchtballon, …? Hoe ziet een raket eruit? Naargelang de antwoorden van<br />

de leerlingen laat de leerkracht plaatjes zien van vervoersmiddelen en vertelt hen waarom<br />

ze wel/niet geschikt zijn om hen naar de ruimte te vliegen.<br />

Kern<br />

2. probleemstelling?<br />

De leerlingen ontwerpen een raket.<br />

3. Ideeën genereren<br />

Nadat de leerlingen achterhaalden dat een raket hen naar de ruimte zal brengen, vraagt<br />

de leerkracht hen om een ‘raket’ te ontwerpen.<br />

Op de glasvezelplaat met zand tekenen de leerlingen met hun vingers het ontwerp van de<br />

raket.<br />

4. Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

De kinderen verzamelen eerst de materialen die ze nodig hebben bij de bouw van hun raket.<br />

Zij gaan met deze materialen aan de slag om een maquette van hun raket te bouwen: blokjes,<br />

duplo, clicks, …<br />

De leerlingen laten hun ontwerp aan de klas zien terwijl de leerkracht vraagt waarom ze de<br />

raket op die manier hebben gebouwd en welke materialen ze gebruikt hebben.<br />

Suggestie:<br />

Als slot kunnen ze met de hele klas een grote raket maken, zodat iedereen mee op ruimtereis<br />

kan. Hiervoor kunnen de leerlingen grote wasdozen gebruiken of (halve) gresbuizen met een


23<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

grote diameter (deze zijn prijzig, maar misschien zijn er bij afbraakwerken in de buurt wel<br />

materialen te vinden).<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen gaan na welk technisch systeem/middel hen op de beste manier tot in de ruimte<br />

kan brengen (OD 2.3).<br />

De kleuters zoeken materiaal en gereedschap om een raket te maken (OD 2.5).<br />

De kinderen maken een eenvoudige raket (OD 2.6).<br />

Attitude<br />

De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen<br />

over techniek (OD 2.9).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

De term ‘raket’ wordt hier verkeerd gebruikt. Eigenlijk is een raket een reactiemotor met veel<br />

brandstof aan boord. De raket wordt vooruit gestuwd door een heleboel hete gassen, met een<br />

hoge snelheid, uit te stoten. Met andere woorden, het ruimteschip wordt gelanceerd door een<br />

raket maar de raket zelf is enkel een manier om de ruimtecapsule te lanceren tot in de ruimte.<br />

Bij de lancering van de Ariane-vluchten (1-5, 1979-2009) werd er gebruik gemaakt van het<br />

drietrapssysteem. De twee onderste trappen bestaan uit brandstof systemen en motoren, eens<br />

deze tanks leeg zijn, worden deze afgestoten en gaat de derde trap verder. Op deze manier<br />

wordt er steeds minder brandstof verbruikt. De nuttige lading staat voor een ruimtesonde,<br />

ruimtecapsule (bij bemande Apollo-vluchten NASA-viertrapsstysteem) of een<br />

satelliet/kunstmaan. Deze nuttige lading heeft vaak ook een kleine motor aan boord waardoor<br />

er nog koersveranderingen kunnen worden aangebracht.<br />

Op de website van ESA (www.esa.int) kan je beelden vinden van enkele Ariane-lanceringen.


24<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


25<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Spel: “Word een ruimtemonteur!”<br />

Samenvatting<br />

De leerlingen reizen naar de ruimte om daar op verkenning te gaan. De Europese<br />

Ruimtevaartorganisatie (ESA) vindt dat een super plan. Zij wilden dit jaar graag enkele<br />

onderhoudswerken uitvoeren aan het internationaal ruimtestation en vroegen aan de<br />

Lesfiche 5<br />

leerkracht of de leerlingen deze reparaties niet voor hun rekening willen nemen. De leerkracht<br />

test eerst of de leerlingen wel bekwaam zijn om herstellingswerken uit te voeren.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

Bij deze opdracht ervaren de leerlingen de tijdsdruk en efficiëntie die de astronauten aan de<br />

dag moeten leggen tijdens hun ruimtemissie. Enerzijds het parcours veilig doorlopen en<br />

anderzijds een technische taak tot een goed einde brengen.<br />

Materiaal<br />

“Wat zijn de taken van een astronaut?”<br />

- heel veel kledingstukken, in verschillende maten.<br />

- (ruimte)helm<br />

- verschillende paren handschoenen<br />

- chronometer<br />

- hamertje tik – meccano – clics


26<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

Het spel vereist een grote ruimte. De speelplaats, turnzaal of zandbak zijn ideaal voor deze<br />

activiteit. Het hindernissenparcours wordt reeds op voorhand opgesteld.<br />

Inleiding<br />

De leerkracht legt uit dat de Europese Ruimtevaartorganisatie graag beroep wil doen op de<br />

leerlingen om enkele herstellingswerken uit te voeren aan het internationale ruimtestation.<br />

Een hele moeilijke taak, daarom wil de leerkracht eerst testen of de leerlingen wel bekwaam<br />

zijn om deze zware opdracht uit te voeren. Maar wat is de taak van een ruimtevaarder<br />

eigenlijk? Wat moet een astronaut kunnen vooraleer hij naar de ruimte mag vliegen?<br />

De kleuters gaan na wat het beroep astronaut inhoudt. Nadat de beroepsopdracht van de<br />

ruimtevaarders voor de kleuters duidelijk is, kan de “word ruimtemonteur”-activiteit beginnen.<br />

Kern<br />

De leerlingen trekken verschillende kledingstukken over elkaar aan. Ze zetten eveneens hun<br />

(ruimte)helm op en trekken twee paar handschoenen aan. Een ruimtepak zit niet gemakkelijk<br />

en vrij bewegen is moeilijk, de weerstand van de vele kledingstukken evenaart dat gevoel deels.<br />

Iedere leerlingen loopt het hindernissenparcours. Ze vertrekken één voor één vanuit de<br />

hoepel/ruimtecabine en lopen via de hindernissen naar de doe-bank.<br />

Op de doe-bank liggen een aantal technische oefeningen zoals ‘hamertje tik’ of ‘clicks’, waarbij<br />

de leerlingen tot een technische realisatie proberen te komen.<br />

Nadat ze hun doe-opdracht hebben afgerond keren ze terug naar de ruimtecabine.


27<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De juf kan de leerlingen timen tijdens hun opdracht, zodat zij ervaren dat tijd heel erg belangrijk<br />

is in de ruimte. Een astronaut moet efficiënt, maar ook snel kunnen werken.<br />

Slot<br />

De leerkracht vertelt welke leerlingen het snelste waren maar geeft aan dat ook de andere<br />

leerlingen met glans geslaagd zijn voor het ‘examen’. Iedere leerling krijgt een brevet met de<br />

vermelding van zijn sterkste/moedigste eigenschap.<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen kiezen welke materialen ze nodig hebben om hun ‘technische oefening’ te<br />

volbrengen (OD 2.5).<br />

De leerlingen maken met de materialen de vooropgestelde technische oefening (OD 2.6).<br />

Op het einde van de opdracht wordt nagegaan of ze (binnen de tijd) hun ruimteopdracht<br />

hebben volbracht (OD 2.7).<br />

Attitude<br />

De kinderen tonen interesse in ruimtevaart en ‘ervaren’ wat een ruimtevaarder zo al moet<br />

kunnen (OD 2.9).


28<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Voor het beroep ‘ruimtevaarder’ kan je niet studeren. De astronaut wordt uitgekozen door de<br />

ruimte-organisatie waardoor enkel de allerbesten in aanmerking komen. Deze mensen worden<br />

langdurig getraind en zo goed mogelijk voorbereid op hun verblijf in het ISS. Op welke<br />

kwaliteiten worden de aspirant-ruimtevaarders gescreend?<br />

- Grote verantwoordelijkheid, ze moeten immers alles heel erg nauwkeurig en goed doordacht<br />

uitvoeren. Er zijn vaak geen ‘tweede kansen’.<br />

- Hoge wetenschappelijke én technische achtergrond<br />

- Goede conditie<br />

- Er wordt getest of ze in een kleine afgesloten ruimte kunnen samenleven met andere mensen<br />

(uit verschillende culturen) en of ze hun familie een aantal maanden kunnen achterlaten.<br />

- Ze moeten heel erg goed Engels en Russisch spreken en eveneens een mondje Japans.<br />

Indien je graag astronaut wil worden moet je heel erg veel geduld hebben, veel sporten en<br />

veel kennis opdoen in verschillende wetenschappelijke disciplines. Anderzijds moet je ook<br />

een inwoner zijn van een land dat mee de Europese Ruimtevaartmaatschappij ondersteund.<br />

België is één van hen. Zo werd Dirk Frimout in 1992 de eerste Belg in de ruimte, en tien jaar<br />

later mocht Frank De Winne voor een eerste keer de dampkring verlaten. In 2009 keerde hij<br />

een tweede keer terug en verbleef hij meer dan vijf maanden in het Internationale<br />

Ruimtestation.


29<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Beschrijving<br />

De Deense astronaut Andreas Mogensen (ESA) oefent in het Europese Astronautencentrum (in<br />

Keulen, Duitsland) zijn “spacewalk”. Deze training leert de astronauten in spe wandelen in een<br />

bijna gewichtsloze omgeving.<br />

Bron: ESA- T. Bourry, 2010


30<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


31<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Inpakken en wegwezen!<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 6<br />

De leerlingen zijn goed voorbereid op de ruimtereis en de leerkracht besluit de reis aan te<br />

vatten. Ze moeten enkel bepalen welke bagage ze allemaal meenemen.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De leerlingen aantonen dat het erg belangrijk is dat er niet teveel bagage mee vertrekt naar de<br />

ruimte. Hoe meer gewicht, hoe meer kans dat de raket niet kan vertrekken. Het is de bedoeling<br />

de kleuters aan te tonen enkel het noodzakelijke mee te nemen op reis en hen te laten zoeken<br />

naar andere alternatieve oplossingen om het gewicht van de raket onder controle te houden.<br />

Materiaal<br />

- Koffer<br />

- Grote dozen<br />

- Water<br />

- Eten<br />

- Kleren<br />

“Hoe kunnen we het gewicht van onze ruimtereisbagage zo veel mogelijk<br />

beperken?”


32<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

In het kringgesprek vertelt de leerkracht dat het belangrijk is dat de astronauten niet teveel<br />

meenemen op hun ruimtereis, anders kan de raket namelijk niet opstijgen. Het is belangrijk dat<br />

zij enkel het noodzakelijkste meenemen.<br />

De leerkracht stalt de verschillende materialen uit in de klas. De leerlingen mogen ook van thuis<br />

materiaal meebrengen dat zij zeker willen meenemen.<br />

Inleiding (kringactiviteit)<br />

In het kringgesprek vertelt de leerkracht dat er slechts twee grote koffers mee mogen in de<br />

raket. De leerkracht en leerlingen maken een lijstje van wat zij denken nodig te hebben op<br />

hun lange reis. Laat de leerlingen hun fantasie gebruiken. Het mag een lange lijst worden.<br />

Kern<br />

De leerkracht en leerlingen verzamelen reeds een aantal van deze voorwerpen. Maar na een<br />

tijdje zet de leerkracht de leerlingen aan tot nadenken. Kunnen we deze bagage wel allemaal<br />

meenemen op onze reis? Ze komen samen tot het besluit dat iedere leerling één voorwerp mag<br />

kiezen dat hij graag wil meenemen én waarom? Het is belangrijk dat de leerling kan<br />

verantwoorden waarom dat voorwerp voor hem (en voor anderen) bruikbaar kan zijn in de<br />

ruimte. Alle voorwerpen worden in de koffer(s) gepropt waarna de leerkracht de bagage voor<br />

vertrek weegt.<br />

Probleemstelling?<br />

De bagage weegt teveel waardoor de raket niet zal kunnen vertrekken. Hoe kunnen we dit<br />

oplossen?<br />

De leerlingen denken na hoe ze het hoge gewicht van de bagage kunnen verminderen zodat<br />

de raket alsnog kan vertrekken. De leerlingen gaan na welke voorwerpen ze écht nodig


33<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

hebben op hun reis, welke voorwerpen ze allemaal kunnen gebruiken. De leerkracht helpt hen<br />

hierbij en geeft hen een aantal eisen/voorwaarden mee:<br />

Slot<br />

- Past het voorwerp in de koffer én kunnen er nog andere spulletjes bij?<br />

- Is het voorwerp zwaar? Want de koffer mag niet teveel wegen.<br />

- Kunnen we het voorwerp in de ruimte goed gebruiken? Kunnen de andere leerlingen er<br />

- …<br />

ook plezier/nut van hebben?<br />

De leerkracht en leerlingen laden de koffers zorgvuldig in en overlopen het lijstje om na te<br />

kijken of ze niets vergeten zijn. Daarna zet de leerkracht de koffer op de weegschaal en vertelt<br />

de leerlingen het verschil in gewicht met de eerste weging.<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen denken na hoe zij het gewicht van hun bagage kunnen beperken (OD 2.4).<br />

Ze gaan na welke materialen en welk gereedschap ze nodig hebben voor de realisatie van hun<br />

doel (OD 2.5).<br />

De leerlingen gaan na of hun doel werd bereikt (OD 2.7).<br />

Attitude<br />

De leerlingen geven aan of hun technische systeem nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kan zijn<br />

(OD 2.10).


34<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Voor elke kilo gewicht die het ruimteschip mee vervoert naar de ruimte, is er meer dan 1000<br />

kilo raketbrandstof nodig. Ter vergelijking, voor drie kilo bagage moeten we het gewicht van<br />

één olifant aan brandstof meenemen. Hoe hoger het gewicht, hoe kostelijker de hele reis.<br />

Vandaar dat iedere astronaut slecht 1,5 kilo ‘handbagage’ mag meenemen. Het materiaal<br />

voor de experimenten wordt hier niet bijgeteld.<br />

De obsessie voor het gewicht gaat zelfs zo ver dat de NASA hun externe brandstoftank, die ze<br />

gebruikten tijdens de Space Shuttle-vluchten (vanaf 1982), niet meer schilderen. Normaal<br />

werden deze wit geschilderd om ze te beschermen tegen het ultraviolet-licht van de zon.<br />

Toen bleek dat dit licht weinig problemen gaf, besloten ze de tank enkel in te spuiten met een<br />

soort anti-roestmiddel. Deze beslissing bespaarde NASA maar liefst 272 kg gewicht en een hele<br />

hoop dollars.


35<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Raketlancering<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 7<br />

De raket gaat vertrekken. Alles is ingepakt, iedereen is klaar. De oudere kleuters (5 tot 6 jaar)<br />

lanceren samen met de leerkracht een waterraket en leren zo hoe een échte raket wordt<br />

voortgestuwd. De kleinere kleuters maken een blaasraket en proberen deze zo ver mogelijk te<br />

lanceren.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

Deze lesactiviteit wakkert de interesse van de kleuters in techniek aan. Ze worden<br />

aangemoedigd te experimenteren en onderzoeken op welke manier zij de raket kunnen<br />

lanceren (OD 2.9). Er wordt eveneens nagegaan of de raket effectief een bepaalde hoogte<br />

bereikt (OD 2.7).<br />

Materiaal<br />

BLAASRAKET<br />

- Rietjes<br />

- Kleefband<br />

- Lange reep (inpak)papier (4 cm op 28 cm)<br />

- Stevig papier<br />

- Schaar<br />

- Lintpapier<br />

- Rond potlood<br />

- Kopie ARIANE 5 ES-raket


36<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

WATERRAKET<br />

- Karton (vinnen)<br />

- Duc tape<br />

- PET-fles<br />

- Kurk<br />

- Fietspomp<br />

- Papier (raketpunt)<br />

- Water (de fles moet voor 1/3 gevuld zijn)<br />

- Lijm<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

BLAASRAKET<br />

Een grote werkruimte<br />

Organiseer de lesactiviteit op een droge dag<br />

Lanceerruimte vb. speelplaats, park. Reken er op dat de raket tot 8 meter hoog kan vliegen.<br />

Oogbescherming<br />

WATERRAKET<br />

Neem goede veiligheidsmaatregelen wanneer de waterraket wordt gelanceerd. Zo kan je de<br />

waterraket geleiden langs een dun stukje touw dat omhoog gespannen is langs een regenpijp.<br />

Iedere leerling kan één specifieke taak krijgen in het bouw/lanceerproces.<br />

Inleiding<br />

Vandaag is de dag dat de kinderen en de leerkracht op maanmissie vertrekken.<br />

Maar hoe geraken ze daar? Ze voeren samen een ‘brainstorm-sessie’ uit, en wegen de voor- en<br />

nadelen van de verschillende vervoersmiddelen af. Samen komen ze tot het besluit dat een<br />

raket het makkelijkste en veiligste middel is om op de maan te geraken.


37<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Probleemstelling?<br />

De leerlingen gaan na hoe een raket er uit ziet, wat er belangrijk is bij een raket en hoe ze dit<br />

gaan maken.<br />

Kern<br />

Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

1. BLAASRAKET<br />

Toon de leerlingen hoe ze een papieren raket maken. De leerkracht kan ook werken met een<br />

stappenplan.<br />

1. Knip een lange reep papier uit van 4 cm. breed en 28 cm. lang.<br />

2. Neem het ronde potlood en rol de papierstrip er rond.<br />

3. Kleef over de verticale papiernaad doorzichtige kleefband.<br />

4. Knip één einde in verschillende repen van 1 cm.<br />

5. Vorm deze repen om tot een ronde, scherpe punt en fixeer deze met kleefband.<br />

De leerkracht bereidt enkele papieren modellen voor van de ARIANE 5 ES-raket.<br />

De leerlingen halen voorzichtig het potlood uit zijn papieren silhouet en stoppen het rietje<br />

voorzichtig in de plaats.<br />

De leerlingen begeven zich naar de lanceerplek om daar hun raket te testen.<br />

Daarna blazen ze de raket, met volle kracht, de lucht in.<br />

Laat de leerlingen dit enkele keren proberen. Er kan een competitie-element ingebouwd<br />

worden waarbij de leerlingen proberen hun raket om ter hoogst/verst te blazen.<br />

De leerkracht maakt aan enkele raketten vinnen vast (voor de stabiliteit). Vervolgens testen de<br />

leerlingen of deze raketten sneller/hoger vliegen dan de andere raketten.


38<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerlingen krijgen de kans om zelf wat te experimenteren met hun raketjes en daarna te<br />

testen of het sneller/hoger gaat. De leerkracht stuurt dit proces door enkele mogelijkheden aan<br />

te reiken: aanbrengen vinnen, grote/kleine raket, scherpe/afgeronde raketpunt, enz.<br />

2. WATERRAKET<br />

De leerkracht maakt in het midden van de kurk een smal gaatje (bv. met een handboor).<br />

Duw de kurk in de fles. De kurk moet stevig op de fles staan. Hij moet behoorlijk weerstand<br />

bieden vooraleer hij er weer uitschiet bij de lancering.<br />

Enkele leerlingen knippen uit een stuk stevig karton drie vleugeltjes/vinnen voor de stabiliteit<br />

van de raket. Ze mogen deze vinnen versieren, maar ze moeten erop letten dat de uitrusting<br />

van de waterraket niet te zwaar mag zijn.<br />

Bevestig deze vinnen aan de bovenkant van de fles – kant van de flessenhals/opening.<br />

Bevestig het stukje pvc-buis eveneens aan het raket. Dit buisje dient voor de geleiding, het<br />

maakt niet zoveel uit waar het wordt bevestigd. Het is wel belangrijk dat het verticaal wordt<br />

aangebracht.<br />

Vul daarna de raket voor 1/3 tot de 1/2 met water.<br />

De raket wordt gelanceerd via de lanceerstok. De leerkracht plaatst een lange buis<br />

op de lanceerplek en schuift daar – via het stukje pvc-buis, de waterraket over.<br />

De leerkracht duwt het ventiel van de fietspomp (dit moet een naaldventiel zijn waarmee je<br />

een voetbal oppompt en deze moet perfect passen in het gaatje van de kurk die je gebruikt) in<br />

de kurk, begint te pompen en lanceert de raket! Let er op dat de lancering gebeurt op een open<br />

veld!<br />

Slot<br />

De leerlingen bespreken hun lanceringen en gaan na wat er goed/fout liep. De kinderen<br />

proberen reeds na te denken over de ideale omstandigheden van een raketlancering.


39<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen maken, met de hulp van de leerkracht, een eenvoudige technische realisatie (OD<br />

2.6).<br />

De leerlingen stellen vast of het doel werd bereikt (vb. stabiliteit) en de raket succesvol werd<br />

gelanceerd (OD 2.7).<br />

Attitude<br />

De leerlingen nemen de voorschriften en afspraken in acht bij de lancering van de blaas- en<br />

waterraketten (OD 2.8)<br />

De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te<br />

weten te komen over techniek (OD 2.9).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Veel lanceerplaatsen (oa. Centre Spatial Guyana in Frans-Guyana) bevinden zich in de buurt van<br />

de evenaar. Op die manier kan men de raketten een hogere snelheid geven aangezien deze met<br />

de draairichting van de aarde mee gelanceerd worden. De lancering zelf is het spannendste<br />

moment. De raket moet zoveel mogelijk snelheid maken voordat hij de atmosfeer doorkliefd.<br />

Eens in de ruimte blijft de raket dezelfde snelheid aanhouden. Door de afwezigheid van lucht is<br />

er geen weerstand en blijft de raket gewoon rechtdoor vliegen. Als de brandstof van de eerste<br />

trap op is, wordt deze afgestoten en gaat de raket met de andere twee/drie trappen verder. In<br />

principe is er enkel brandstof nodig wanneer er afgeremd, gestuurd en/of versneld moet<br />

worden.


40<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


41<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Zachte landing<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 8<br />

Het is heel erg belangrijk dat het ruimteveer veilig kan landen op de maan. Wij moeten immers<br />

ook weer terugkeren naar de aarde. Vandaar dat het belangrijk is dat we een goede en veilige<br />

landingsplaats zoeken. Het is de bedoeling dat de leerlingen zo’n landingsbasis bouwen met de<br />

beschikbare materialen en het daarna testen door er een ei op te laten vallen.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

Het is belangrijk dat de leerlingen een ‘veilige landingsplaats’ ontwerpen zodat de raket ook<br />

veilig kan terugkeren naar de aarde. Met welke materialen kunnen we een veilige<br />

landingsplaats bouwen.<br />

Materiaal<br />

- Eieren<br />

- Bubbeltjes plastic<br />

- Rubber<br />

“Bouw een veilige landingsplaats zodat de astronauten (eieren) veilig kunnen<br />

landen op de maan?”<br />

- Stof/katoen – oude kleren<br />

- Kartonnen doos<br />

- Rubberen rekkertjes<br />

- Rietjes<br />

- Plastic<br />

- Touwtjes<br />

- Groot plastieken zeil


42<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

Voorzie een groot plastic zeil zodat de opkuis achteraf meevalt.<br />

Verder is het belangrijk dat er genoeg(veel) materiaal en gereedschap voorzien is zodat de<br />

leerlingen zelf kunnen bepalen wat ze nodig hebben voor deze oefening.<br />

Inleiding<br />

De leerkracht legt de leerlingen uit dat het heel erg belangrijk is dat het ruimteveer veilig kan<br />

landen op de maan. Als er iets gebeurt, kunnen de astronauten immers niet terug naar de<br />

aarde. Vandaar dat de Europese ruimtevaartorganisatie op zoek is naar een landingssysteem<br />

dat een hevige schok kan opvangen. De leerkracht legt uit dat de leerlingen zelf een systeem<br />

gaan ontwerpen en dat ze dat systeem gaan testen door er een ei op te laten vallen. Breekt het<br />

ei, dan is het niet veilig … blijft het ei heel, dan is het een veilige constructie!<br />

Probleemstelling?<br />

De leerlingen gaan na welke materialen schokken kunnen opvangen/welke materialen<br />

veerkrachtig zijn. Ze kunnen de materialen op de materiaaltafel indelen in ‘Bruikbaar’<br />

(kant van het groene papier) en ‘Niet Bruikbaar’ (kant van het rode papier) voor het<br />

landingssysteem.<br />

Kern<br />

De kinderen denken, samen met de leerkracht na, hoe ze een veilige landingsplaats kunnen<br />

bouwen (brainstorm) en wat het effect zou zijn van hun ontwerp. De leerkracht vertelt dat de<br />

leerlingen zelf mogen experimenteren met de veerkrachtige materialen uit stap 2. De kinderen<br />

worden uitgedaagd om met de materialen een systeem te bouwen dat de schok opvangt zodat<br />

het ei niet breekt.


43<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

De kleuters gaan aan de slag met de verschillende materialen. Ze nemen allen een kartonnen<br />

doos als basis en gaan dan op zoek naar veerkrachtige materialen om het landingssysteem te<br />

bouwen.<br />

De kinderen kunnen ook een valscherm maken voor hun ei. Zo maken ze een kokertje voor het<br />

ei met daaraan twee touwtjes die aan het ‘valscherm’ vasthangen. Het is aan hen om uit te<br />

zoeken welke materialen hiervoor het best geschikt zijn.<br />

Wanneer de leerlingen denken dat hun systeem ‘veilig’ is, laten de leerlingen één ei vallen op<br />

hun landingsplaats. Indien het ei breekt, is het systeem niet veilig genoeg!<br />

Slot<br />

Samen met de leerkracht gaan de leerlingen na waarom hun systeem al dan niet veilig was.<br />

Eventueel worden er ook nieuwe ideeën aangebracht voor een ultiem landingssysteem.<br />

Net zoals de echte ingenieurs noteren ze hun bevindingen in een ‘verslag'.<br />

Vaardigheid<br />

De kinderen kunnen aangeven uit welke materialen hun landingssyteem bestaat (OD 2.1).<br />

De leerlingen kunnen nagaan welke materialen het beste geschikt zijn om hun landingssyteem<br />

te bouwen (OD 2.3).<br />

De leerlingen gaan na hoe ze er voor kunnen zorgen dat het ei niet breekt bij de val(OD 2.4).<br />

De kleuters kunnen een eenvoudig technisch systeem bouwen, met hulp van de leerkracht (OD<br />

2.6).<br />

De kinderen testen zelf of hun systeem het ei goed opvangt (OD 2.7).<br />

Attitude<br />

De kinderen zijn bereid met zorg en veilig aan het landingssyteem te werken (OD 2.8).


44<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerlingen zijn bereid te experimenteren om zo meer te weten te komen over de<br />

eigenschappen van het (veerkrachtige) materiaal (OD 2.9).<br />

De kinderen kunnen aangeven of hun systeem al dan niet nuttig zou zijn op de maan (OD 2.10).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Het had niet zoveel gescheeld of de allereerste maanlanding van Apollo-vlucht 11 was fout<br />

afgelopen. Op slechts 1,2 km. van het maanoppervlak merkten de twee bemanningsleden<br />

(Armstrong en Aldrin) dat ze zouden landen in een immense krater. De bemanning greep heel<br />

snel in en stuurde de cabine naar een veilige landingsplek.<br />

Een veilige landingsplek is heel erg belangrijk. Als er iets gebeurt, kunnen de astronauten niet<br />

meer terug. Daarnaast gaan er ook een heleboel belangrijke gegevens verloren. Elke Ruimte-<br />

organisatie beschikt over een aantal missie-planners. Deze mensen plannen minutieus het<br />

parcours van de ruimtevlucht. Maar deze mensen kunnen niet alles voorzien daarom is het erg<br />

belangrijk dat de astronauten steeds alert zijn. De ruimte-organisaties broeden nu op een plan<br />

om een veilige, vlakke landingsplaats te bouwen op de maan in de buurt van de meest<br />

interessante plekken.


45<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Kruimelvrij koken in de ruimte<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 9<br />

De leerkracht en leerlingen zijn op weg naar de maan. Ze hebben nog een lange reis voor de<br />

boeg. Toch hebben al een aantal astronaut-leerlingen een grote honger. Maar hoe gaat dat in<br />

de ruimte? Heeft de ruimtecabine of het ruimtestation een echte keuken en wat maken ze daar<br />

dan klaar?<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De leerlingen gaan na welke voedingsmiddelen het bruikbaarst zijn in de ruimte. Deze<br />

voedingsmiddelen mogen niet groot, zwaar of ongezond zijn en absoluut niet kruimelen (OD<br />

2.3). De leerlingen gaan de voedingsmiddelen opsplitsen in ‘geschikt’ en ‘ongeschikt’ en kunnen<br />

verklaren waarom ze in die categorie terecht komen.<br />

Materiaal<br />

- Rietjes<br />

- Gedroogd fruit<br />

- Plastic borden<br />

- Plastic zakjes<br />

“Welke voedingsmiddelen zijn geschikt om in de ruimte op te eten?”<br />

- Drinken (cola, kabouterwijn, soep, …)<br />

- Chips<br />

- Boterham


46<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

- Appel/peer/sinaasappel/banaan<br />

- Rijstkoeken<br />

- Verschillende kleuren curverbakken<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht moet vooraf (bij de ouders) informeren of er kinderen zijn met een bepaalde<br />

voedingsallergie/intolerantie.<br />

Het kookmateriaal (blender en waterkoker) is reeds getest en veilig, eveneens de plaats waar<br />

deze toestellen gebruikt worden.<br />

Een grote ruimte met veel tafels en veel werkruimte (zoals de refter).<br />

Inleiding<br />

De leerkracht vertelt de leerlingen dat astronauten absoluut niet mogen kruimelen omdat<br />

anders de kruimeltjes blijven rondvliegen in het ruimtecabine. Anderzijds mag het eten ook niet<br />

te veel afval produceren en mag het niet zwaar wegen aangezien de raket anders niet kan<br />

vertrekken. Kortom, de maaltijd van een astronaut moet aan een aantal eisen voldoen.<br />

Kern<br />

1. Probleemstelling?<br />

Welke voedingsmiddelen zijn geschikt om mee te nemen op ruimtereis?<br />

2. Eisen:<br />

De leerlingen gaan een aantal voedingsmiddelen testen op ‘ruimtegeschiktheid’. Indien het<br />

product niet (of héél weinig) kruimelt, niet veel weegt en niet te groot is, is het ‘ruimtegeschikt’<br />

en mag het in de groene bak gelegd worden. Indien het product niet aan de drie eisen voldoen,<br />

is het ‘niet ruimtegeschikt’ en komt het in de rode bak terecht.


47<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

3. Kiezen, maken, uitproberen en evalueren<br />

Iedere leerling neemt een plastic bord en gaat op zijn plaats zitten. De leerkracht legt een<br />

voedingsproduct op hun bord (chips, boterham, stuk peer, … steeds een klein stukje. Het gehele<br />

voedingsproduct laat de leerkracht aan alle leerlingen zien).<br />

1. Is het een groot of klein voedingsproduct? Groot = groter dan een boterham<br />

2. Weegt het voedingsproduct meer of minder dan vb. het koffiekopje?<br />

3. Kruimelt het voedingsproduct veel of weinig?<br />

De leerlingen gaan voor ieder product na of het geschikt is en leggen het in de juiste bak.<br />

De leerkracht overloopt de ‘ruimtegeschikte’ voedingsproducten en vertelt hoe de astronauten<br />

oplossingen zoeken om toch ook gezond en lekker eten mee de ruimte in te nemen.<br />

Om plaats te besparen wordt uit heel wat voedingsproducten het water gehaald. Op aarde<br />

wordt bijvoorbeeld soep heel erg warm gemaakt waardoor de soep verandert in kleine<br />

korreltjes. De astronauten doen weer warm water bij die korreltjes zodat het terug een<br />

gezonde lekkere soep wordt. Fruit wordt gedroogd waardoor het enerzijds nog veel vitamines<br />

bevat en anderzijds veel minder plek inneemt.<br />

De leerkracht geeft iedere leerling één plastic (isothermisch!) zakje, een rietje en een (half)<br />

zakje instantsoep. De leerlingen openen het soepzakje en gieten de inhoud in de plastic zak –<br />

dit principe kan eveneens toegepast worden met instant chocomelkpoeder.<br />

Terwijl de leerkracht water kookt (en opnieuw wat laat afkoelen!), bekijken de leerlingen de<br />

korreltjes soep en proeven er van.<br />

De leerkracht giet in elk zakje een hoeveelheid warm water, sluit het zakje goed af met een<br />

rekkertje en plaatst het rietje in het zakje soep.<br />

Het veiligst is om de leerlingen hun soep al zittend op hun eigen plaats te laten opdrinken,<br />

boven het plastic eetbord.<br />

Als toetje krijgen de leerlingen enkele stukjes gedroogd fruit. Na het eten controleren de<br />

leerlingen of er kruimels op hun bord liggen.


48<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerkracht polst bij de leerlingen of hun mama’s en papa’s thuis soms ook op deze manier<br />

eten klaar maken. Wat maken zij klaar?<br />

Suggestie:<br />

Er zijn ook heel wat andere voedingsproducten in omloop die gebaseerd zijn op<br />

ruimtevaarttechnologie:<br />

- Nesquik<br />

- Aiki Noodles<br />

- Sauzen<br />

- Kloppudding<br />

- Koffie<br />

- …<br />

Er is ook nog de mogelijkheid om samen kloppudding te maken. Voor 4 personen is er een halve<br />

liter (koude!) melk nodig, deze substantie zo’n 2 minuten goed kloppen. Waarna de pudding in<br />

plastic zakjes wordt gedaan. Zet deze zakjes even in de koelkast zodat ze kunnen opstijven.<br />

Na een kwartiertje is de pudding reeds opgesteven. Knip dan een hoekje uit het puddingzakje<br />

en laat de leerlingen op deze manier genieten van hun ruimtemaaltijd.<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen kunnen aangeven dat de droge korreltjes (instantvoeding) en het water nodig zijn<br />

om de ruimtemaaltijd te bereiden (OD 2.2).<br />

De leerlingen kunnen nagaan welke materialen/voedingswaren het best geschikt zijn om in de<br />

ruimte op te eten (OD 2.3).<br />

De kinderen testen zelf of de voedingsmiddelen al dan niet kruimelen (OD 2.7).


49<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Attitude<br />

De kinderen zijn bereid veilig en zorgzaam te koken (OD 2.8).<br />

De leerlingen zijn bereid te experimenteren om zo meer te weten te komen over de<br />

eigenschappen van het (voedings-)materiaal (OD 2.9).


50<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

In het internationale ruimtestation ISS is er plaats voor een kleine ‘keuken’. Al heeft deze keuken weinig<br />

weg van zijn aardse tegenhanger. Alles wat hier op aarde zo logisch lijkt, zoals het mengen van<br />

ingrediënten, is in de ruimte een grote opdracht. Het gebrek aan zwaartekracht maakt dat de<br />

ingrediënten hun eigen weg zoeken in de ruimte, ook wanneer je hen samen in één mengkom giet.<br />

NASA-astronaut Sandra Magnus voerde enkele kookexperimenten uit in het ISS en kwam tot de<br />

conclusie dat kleefband en plastic zakjes noodzakelijk waren in haar keuken. Op die manier kon zij met<br />

veel geduld en op een ordelijke en nette manier koken.<br />

Een dagmenu van NASA-astronaut Susan Helms (vrij geïnterpreteerd naar Europese normen):<br />

ONTBIJT<br />

Stukje kaas<br />

Een gedroogde abrikoos<br />

Koffie met suiker<br />

MIDDAGMAAL<br />

Tomatensoep (gedroogd, waarna water werd toegevoegd)<br />

Varkenshaasje met champignonsaus (eveneens instant-versie)<br />

Appelsap met pulp<br />

AVONDMAAL<br />

Kip<br />

Rijst met boter<br />

Broccoli<br />

Meergranenkoek<br />

TUSSENDOORTJES<br />

Abrikozen<br />

Boterkoekjes<br />

Ananassap


51<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Eerste maanfoto<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 10<br />

Nadat de kinderen hun eerste maanwandeling er op zit is het tijd voor een foto. De leerkracht<br />

neemt een oud fototoestel en trekt een foto van de leerlingen op de maan. Dan is het aan de<br />

leerlingen om deze kleurfoto te ontwikkelen.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De kleuters worden aangemoedigd creatief om te springen met de ontwikkeling van de<br />

ruimtefoto (OD 2.4).<br />

Materiaal<br />

“Hoe maken we een ruimtefoto?” (voorbeeld: NASA- Buzz Aldrin op de maan)<br />

- Papier in fotoformaat (10 cm x 15 cm)<br />

- Verfborstels<br />

- Wasco<br />

- Ecoline (zwart)<br />

- Zwart papier<br />

- Foto eerste maanlanding<br />

- Oud fototoestel


52<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht zoekt enkele kleurplaten in fotoformaat over de maanlanding. Deze kunnen<br />

gekopieerd worden en gebruikt worden voor de “eerste maanfoto”- opdracht.<br />

Inleiding<br />

De leerlingen en leerkracht zijn geland op de maan en hebben hun eerste maanwandeling er op<br />

zitten. Het is tijd om deze memorabele gebeurtenis vast te leggen met een camera, net<br />

zoals Neil Armstrong en Buzz Aldrin in 1969 deden. De leerkracht toont foto’s en/of filmpjes<br />

van hun ruimteavontuur. Het is belangrijk dat de leerkracht duidelijk uitlegt wat er te zien is op<br />

de media. Zo leren de kinderen ‘gericht kijken’.<br />

Probleemstelling?<br />

Hoe maken we zelf een maanfoto, op aarde?<br />

Kern<br />

De leerlingen zetten zelf het materiaal klaar dat ze nodig hebben voor de oefening:<br />

wasco’s, knutselschort, zwarte ecolineverf, verfborstels en een potje water.<br />

De leerlingen maken met wasco een tekening van zichzelf op de maan of in de ruimte.<br />

Dit doen ze op een dik/stevig papier in fotoformaat (10 cm x 15 cm).<br />

Als de tekening klaar is, overschilderen ze de hele wasco-tekening met zwarte ecolineverf. De<br />

zwarte ecoline bedekt alle plekjes waar geen wasco zit en creëert zo het inktzwarte effect dat<br />

ook op de eerste maanfoto’s terug te vinden is.<br />

De tekening laten drogen. Later kan er nog een zwarte kader rond de foto gemaakt worden of<br />

kan de ‘foto’ op een pikzwart papier gekleefd worden. De zijden van de foto kunnen ‘oud’<br />

gemaakt worden door ze voorzichtig af te scheuren of ze met een kartelschaar of perforator te<br />

bewerken.


53<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Slot<br />

De leerlingen tonen elkaar hun ‘ruimtefoto’ en vertellen wat/wie er afgebeeld staat en wat die<br />

aan het doen is.<br />

Suggestie<br />

Voor de kleinste kleuters is er de mogelijkheid om kleurplaten, eventueel in fotoformaat, te<br />

voorzien. Ze kleuren dan deze eenvoudige tekening in met wasco en overschilderen deze<br />

eveneens met ecoline. Zo verkrijgen zij hetzelfde effect als bij de eigenlijke lesactiviteit. Voor de<br />

oudere kleuters is er de mogelijkheid om een thaumatroop of wonderschijfje te maken.<br />

ALTERNATIEVE LESFICHE: Een thaumatroop maken<br />

Materiaal<br />

- 2 ronde bierkaartjes<br />

- Perforator<br />

- 2 rubberen rekkertjes of twee<br />

- Stukjes stevig touw<br />

- Kleurpotloden/viltstiften<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht maakt een voorbeeld van het wonderschijfje en laat het effect zien aan de<br />

leerlingen. Ze vertelt dat het schijfje zo snel draait dat ons oog soms nog het beeld onthoudt<br />

terwijl het beeld in het echt alweer veranderd is.<br />

Hierdoor zien wij de twee bewegende plaatjes als één kort filmpje.


54<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

De leerlingen kleven de twee bierkaartjes zorgvuldig op elkaar.<br />

Dan perforeren ze langs beide kanten, én op gelijke hoogte twee gaatjes in de bierkaartjes.<br />

Op de ene kant tekenen de kleuters de maan op de andere kant tekenen ze een afbeelding van<br />

een astronaut of ruimteraket. Let er op dat de éne tekening ondersteboven op de tafel ligt, eer<br />

je aan de andere tekening begint!<br />

De kinderen knopen dan een doorgeknipte rekkertje of touwtje vast aan elk gaatje.<br />

Het wonderschijfje is klaar. De kinderen moeten enkel het schijfje opdraaien en via een<br />

eenvoudige trekbeweging weer ontwarren. Deze techniek staat hen toe het filmpje ‘af te<br />

spelen’.<br />

Vaardigheid<br />

De kleuters worden aangemoedigd creatief om te springen met de ontwikkeling van de<br />

ruimtefoto (OD 2.4).<br />

De kinderen kiezen het juiste materiaal voor het realiseren van deze creatieve oefening (OD<br />

2.5).<br />

De leerlingen realiseren op eigen houtje een creatieve oefening, waarbij ze gebruik maken van<br />

een bepaalde techniek om zo het gewenste effect te bereiken (OD2.6).<br />

Attitude<br />

De kleuters letten erop dat ze proper en zorgzaam werken (OD 2.8).


55<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Varen in de ruimte<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 11<br />

Er is water op de maan gevonden. Onderzoekers bevestigen dit. Maar in welke vorm vinden we<br />

dat water terug? Is het zout zoals de zee, of eerder zoet zoals onze rivieren?<br />

De leerlingen onderzoeken de drijf- en zinkcapaciteiten van een aantal voorwerpen, in<br />

verschillende mengsels.<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

De leerlingen onderzoeken welke voorwerpen blijven drijven en welke zinken.<br />

Materiaal<br />

- Papieren bootje<br />

- Speelgoedpopje<br />

- Water<br />

- Zout<br />

- Zand<br />

- Maïsmeel (300 g)<br />

- Suiker<br />

- Paperclips<br />

- Plastic<br />

- Penseel<br />

- 4 teiltjes<br />

“Welke voorwerpen blijven drijven?”


56<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht zet de 4 teiltjes klaar: één met water en véél zout, één met water en véél<br />

suiker, één met water en véél zand en één met water en veel maïzena (voor 1 liter: 1,2 kilogram<br />

maïzena).<br />

Voorzie een groot plastic zeil waarop die teiltjes komen te staan, zo kunnen de kleuters naar<br />

hartenlust experimenteren.<br />

Inleiding (hoekactiviteit)<br />

Enkele jaren geleden ontdekten de slimme wetenschappers dat er water aanwezig is op de<br />

maan. Dit was een hele grote ontdekking! De aanwezigheid van water op de maan betekent dat<br />

er in de toekomst misschien ook mensen kunnen gaan leven. Maar is het water op de maan<br />

hetzelfde water als hier op aarde? Kunnen we varen op de maan?<br />

Probleemstelling?<br />

De leerlingen onderzoeken welke voorwerpen blijven drijven in de verschillende<br />

watermengsels. Ze doen dit aan de hand van hun werkblad.<br />

Kern<br />

De leerlingen gaan in groepjes van twee of drie rond een teiltje zitten. Naast het teiltje liggen<br />

een heleboel voorwerpen oa.: papieren bootje, stuk plastiek, paperclips, …<br />

Bij elk teiltje vertelt een foto welke ingrediënten het mengsel bevat.<br />

De leerlingen voorspellen eerst of de voorwerpen al dan niet zullen drijven. Ze duiden hun<br />

voorspelling aan op het opdrachtenblad. Laat hen ook zeker met hun handen door het mengsel<br />

gaan zodat zij een idee kunnen krijgen van de structuur/samenstelling van het mengsel.


57<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Daarna gaan ze zelf testen en nagaan of hun voorspelling klopt. Aan de hand van het<br />

opdrachtenblad testen de leerlingen of de voorwerpen drijven of zinken. Indien het voorwerp<br />

blijft drijven, kleven zij dit op het werkblad bij het juiste teiltje.<br />

Slot<br />

De leerkracht en de leerlingen overlopen bij elk teiltje de materialen die blijven drijven. Indien<br />

er twijfel is, test de leerkracht het nog een keer en komen ze samen tot een besluit. Slotvraag:<br />

“Welke materialen bleven in de vier teiltjes drijven?”. Deze materialen kunnen gebruikt worden<br />

voor het bouwen van een superboot die zowel op aarde als in de ruimte gebruikt kan worden.<br />

Vaardigheid<br />

De kinderen geven aan welke materialen blijven drijven en welke niet (OD 2.1).<br />

De kleuters gaan na welke materialen het best geschikt zijn voor een superboot (OD 2.3).<br />

De kleuters kiezen de geschikte materialen en het geschikte gereedschap voor het maken van<br />

hun opdracht (OD 2.5)<br />

Attitude<br />

De kinderen tonen een onderzoekende en experimenterende aanpak om meer te weten te<br />

komen over techniek (OD 2.9).<br />

Technische Informatie voor de leerkracht<br />

Eigenlijk ‘vaart’ een raket ook echt in de ruimte. De raket maakt veel vaart in het aardse<br />

luchtruim, en eens het de atmosfeer voorbij is, zweeft het toestel aan dezelfde snelheid verder.<br />

Er is immers geen lucht aanwezig die weerstand biedt aan het vaartuig. Enkel voor<br />

stuurmanoeuvres is er dan nog brandstof nodig.


58<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs


59<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Ruimtewezentjes<br />

Samenvatting<br />

Lesfiche 12<br />

Als de kleutertjes op de maan gaan wonen, of ergens anders in het heelal, is het goed mogelijk<br />

dat ze met andere wezentjes geconfronteerd worden. Hoe zouden deze wezentjes eruit zien?<br />

Behoefte en probleemstelling<br />

Materiaal (per leerling)<br />

“Hoe zien ruimtewezentjes er uit?”<br />

- Wol in verschillende felle kleuren<br />

- 2 kartonnen rondjes, vb. bierkaartjes – moeten even groot zijn<br />

- Schaar<br />

- 1 paar knutseloogjes<br />

- Verschillende kleuren chenilledraad<br />

<strong>Voorbereiding</strong><br />

De leerkracht werkt reeds een voorbeeld uit.<br />

Verder voorziet de leerkracht enkele pomponmakers – 2 kartonnen rondjes met in het midden<br />

een uitgesneden rondje. Maak aan de zijkant van de twee rondjes een kleine inkeping.


60<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Inleiding<br />

Wat als we huizen gaan bouwen op de maan en later ook op andere planeten? Wonen daar nog<br />

andere wezentjes? Hoe zien deze er uit? Kunnen wij met hen samenleven?<br />

De leerkracht laat de kleutertjes fantaseren over het leven op een andere planeet.<br />

Kern<br />

De leerlingen kiezen een kleur wol. Waarna ze de twee kartonnetjes mooi op elkaar leggen<br />

zodat de opening in het midden gelijk ligt.<br />

De kinderen wikkelen de wol rond het karton. Ze kunnen de woldraad telkens door de inkeping<br />

halen en zo, dicht tegen elkaar, de kartonnetjes omwikkelen.<br />

Deze handeling houden ze vol tot er een heel dikke laag wol rond de kartonnetjes zit (ongeveer<br />

4 tot 6 lagen wol).<br />

Daarna knippen de leerlingen of de leerkracht, tussen de twee kartonnetjes, de wol door.<br />

De leerlingen nemen een stuk chenilledraad en leggen dit reeds klaar. Waarna ze voorzichtig de<br />

kartonnetjes uit elkaar schuiven. Er moet slechts een kleine spatie ontstaan tussen de twee<br />

kartonnetjes waardoor de chenilledraad geschoven wordt.<br />

Schuif de chenilledraad er tussen en maak deze heel stevig vast (draaien of knopen).<br />

De twee kartonnetjes kunnen nu voorzichtig uit de wol geschoven worden.<br />

Breng het pomponnetje in model en knip eventueel bij.<br />

Zet de twee stukjes chenilledraad omhoog, zodat er antennes ontstaan.<br />

Kleef knutseloogjes op het pomponnetje.<br />

Slot<br />

Het marsmannetje is klaar! Waarna de leerlingen in de zandbak het leven op de planeet kunnen<br />

nabootsen.


61<br />

Ruimtevaart en Techniek – lesfiches voor Kleuteronderwijs<br />

Vaardigheid<br />

De leerlingen kunnen aangeven van welk materiaal hun marsmannetje gemaakt werd (OD 2.1).<br />

Ze kiezen het geschikte materiaal en gereedschap voor het maken van het pomponnetje (OD<br />

2.5)<br />

De kleuters maken een marsmannetje aan de hand van een eenvoudig stappenplan (OD 2.6)<br />

Daarnaast gaan zij na of hun resultaat overeenkomt met het marsmannetje op het stappenplan<br />

(OD 2.7).<br />

Attitude<br />

De kinderen zijn bereid veilig en zorgzaam aan het pomponnetje te werken (OD 2.8).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!