Cases binnenwerk 22 - Communicatiedesk
Cases binnenwerk 22 - Communicatiedesk
Cases binnenwerk 22 - Communicatiedesk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het dorp in de stad, het verhaal<br />
van de Hanzehogeschool<br />
Groningen<br />
Janke van der Zaag 2<br />
1. Inleiding<br />
Het verhaal van de Hanzehogeschool Groningen is ontstaan uit de<br />
noodzaak om continuïteit te waarborgen in een extreem veranderende<br />
omgeving. Organisatorische, sociale, maatschappelijke, politieke en<br />
demografische veranderingen creëren de behoefte aan een houdbaar,<br />
gemeenschappelijk verhaal binnen een organisatie waarbij de losstaande<br />
trefwoorden van de gemeenschappelijke vertrekpunten aan elkaar<br />
worden gepraat tot een verhaal dat intern en extern (h)erkend wordt<br />
(Van Riel, 2004).<br />
Het is een normerend verhaal, dit verhaal over de geschiedenis van de<br />
Hanzehogeschool Groningen. Het is een ‘story’, een weergave van de<br />
betekenis die de verteller toekent aan gebeurtenissen. Volgens Gabriel<br />
(Gabriel, 2001) is het verhaal een verhaal van iets en iemand dat zich<br />
kenmerkt door ‘de waardering van de werkelijkheid’. De verteller geeft<br />
aan wat hij/zij goed vindt, wat hij/zij waardeert. Het verhaal is gebaseerd<br />
op gebeurtenissen maar in tegenstelling tot een discussie of<br />
rapportage worden de gebeurtenissen of ‘events’ niet behandeld als<br />
informatie maar als ervaring.<br />
En dus wordt in dit verhaal de werkelijkheid geduid, krijgt het een<br />
frame mee waarmee betekenis wordt gegeven aan de werkelijkheid<br />
(Van Ruler, 2004 naar Fairhurst e.a.).<br />
Het verhaal is ontstaan vanuit het marktgericht denken van de jaren<br />
negentig, door observatie van de nieuwe generatie binnenkomende<br />
studenten en gevoed met literatuur over de tijdgeest, het nieuwe type<br />
student.
Het verhaal van het dorp in de stad is van binnenuit begonnen bij het<br />
dorp, de opleiding, en heeft zich door de functies die het heeft,<br />
uitgebreid over de stad. Hierdoor heeft het uiteindelijk ook een duidelijk<br />
leitmotiv: het motiveren van mensen bij veranderingstrajecten.<br />
Zichtbaar in het verhaal wordt de tegenstelling tussen het instrumentele<br />
denken, het bedenken van structuren die een organisatie tot een<br />
geheel moeten maken enerzijds en het procesmatige anderzijds:<br />
kwaliteit en duurzaamheid van het intermenselijk functioneren in<br />
organisaties (Hetebrij, 2000).<br />
2. Hoe is de Hanzehogeschool in haar huidige vorm<br />
ontstaan?<br />
De Hanzehogeschool Groningen bestaat in haar huidige organisatievorm<br />
sinds 1 april 1993. In de naam van de Hanzehogeschool ligt de<br />
verwantschap met het ondernemen en handel drijven. In vroegere tijden<br />
stond het hanzeverbond voor samenwerking en internationale contacten.<br />
Niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten bijvoorbeeld in<br />
Duitsland en Scandinavië. Nederland kende een groot aantal<br />
Hanzesteden, waaronder Groningen. Het begrip ‘Hanze’ in de naam<br />
Hanzehogeschool duidt op de wortels in het verleden. Maar ook op de<br />
verbondenheid met de stad Groningen. Het logo reflecteert de historie.<br />
De gekantelde gotische letter H in een oranje tint is overal terug te<br />
vinden: binnen de Hanzehogeschool en op al haar uitingen. Bij de<br />
Hanzehogeschool Groningen werken nu 1.800 personeelsleden voor<br />
18.000 studenten.<br />
‘In juni (1992), tijdens het bezoek van minister Ritzen aan het<br />
Groninger hoger onderwijs hebben wij hem in een gesprek meegedeeld<br />
dat een fusie met de Hanzehogeschool voor ons volstrekt<br />
onbespreekbaar was’, aldus de voorzitter van de medezeggen-
schapsraad van de Rijkshogeschool Groningen. ‘Dat had onder meer<br />
als reden het negatieve imago van de Rijkshogeschool bij de toenmalige<br />
Hanzehogeschool: alsof de Rijkshogeschool bestond uit een<br />
stel verspillers. Maar het lag heel anders, mensen op verantwoordelijke<br />
posities disfunctioneerden. Eén ervan was inmiddels vertrokken,<br />
er was een interimmanager aan het werk getogen. Wat wij toen<br />
wilden, was investeren in het op poten zetten van de<br />
Rijkshogeschool, niet in een fusie. In december 1992 zijn we door<br />
de interim-manager op de hoogte gesteld van het overleg met leden<br />
van het bestuur en het college van bestuur van de<br />
Hanzehogeschool. Feitelijk gingen de besprekingen nog niet over<br />
een fusie, maar de interimmanager kreeg de indruk dat die minder<br />
ver weg was dan daarvoor.’<br />
Minister Ritzen heeft tijdens een bezoek aan de Rijkshogeschool en de<br />
Hanzehogeschool, twee van de drie hogescholen in Groningen, in juni 1992<br />
beloofd de eerstkomende vijf jaar het onderwerp fusie met rust te laten.<br />
De reden om met elkaar in gesprek te gaan in oktober 1992 is dan ook<br />
een heel andere: ze willen elkaar spreken over de opleiding<br />
Overheidscommunicatie, een gezamenlijk project, en over huisvesting op<br />
het complex waar de Hanzehogeschool zit en de Rijkshogeschool gaat<br />
bouwen.<br />
Na oktober 1992 volgt een aantal informatieve gesprekken. ‘We liggen<br />
elkaar wel’, aldus de voorzitters van de beide hogescholen in Groningen<br />
na deze gesprekken. De minister waardeert de toenaderingspogingen zeer.<br />
Fusie<br />
Het is januari 1993 en de Hanzehogeschool Groningen en de<br />
Rijkshogeschool Groningen staan op het punt om het samen verder te<br />
proberen. De Rijkshogeschool is groot en divers, met opleidingen variërend<br />
van baggertechnologie tot verpleegkunde en van overheidscommunicatie,<br />
pabo, sportacademie tot een studie harp aan het conservatorium.<br />
De Rijkshogeschool heeft net een woelige periode achter de<br />
rug met aan het hoofd een interimvoorzitter die hard heeft moeten<br />
saneren.
De welvarende Hanzehogeschool heeft vrijwel alleen economisch<br />
getinte opleidingen met nog veel relatief jonge docenten, vooral voortkomend<br />
uit het Hoger Economisch Administratief Onderwijs. Door een<br />
grote vraag naar deze opleidingen heeft de Hanzehogeschool een goede<br />
uitgangspositie.<br />
De beide collegevoorzitters weten dat Den Haag vindt dat er een brede<br />
hogeschool in het Noorden moet komen. Ze weten dat er ook voordelen<br />
zijn: je bent door het brede aanbod van opleidingen financieel minder<br />
kwetsbaar bij conjunctuurwisselingen en met de docentenpopulatie heb<br />
je meer mogelijkheden.<br />
Bovendien doen we ook al veel samen, aldus de voorzitters.<br />
Bekendmaking<br />
Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst begin 1993 maakt de voorzitter van<br />
het college van bestuur van de Hanzehogeschool het grote nieuws<br />
bekend: er zijn plannen tot een nauwere samenwerking tussen de<br />
Rijkshogeschool en de Hanzehogeschool.<br />
‘Laten we niet onduidelijk zijn: dit is gewoon een fusie’, zo sprak de<br />
collegevoorzitter tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst van de<br />
Hanzehogeschool. En: ‘de fusie is groter maar lijkt op wat we eerder hebben<br />
meegemaakt. De samensmelting ging toen heel geleidelijk.’<br />
De reacties op de voorgenomen fusie variëren van ‘Het is een behoorlijke<br />
vergroting en het wordt erg massaal’ en ‘ Ik heb er niet veel vertrouwen<br />
in. De organisatie is daar veel chaotischer. Komt er een extra<br />
bestuurslaag tussen? Heeft het personele gevolgen? Wat zijn de positieve<br />
gevolgen? Het zal communicatieproblemen geven’ tot ‘Ik ben er wel<br />
gelukkig mee, anders waren we misschien gedwongen; er kleven gevaren<br />
aan een monosectorale school’.<br />
1 april 1993 is het dan zover. De Hanzehogeschool en Rijkshogeschool<br />
worden één en de naam wordt: Hanzehogeschool, Hogeschool van<br />
Groningen.<br />
Organisatieverandering<br />
Tijdens de fusie is afgesproken: er is geen haast. Maar in werkelijkheid<br />
is er sprake van een toenemende drang tot samengaan vanuit de orga-
nisaties zelf. Er is een behoefte aan modellen, een duidelijke structuur<br />
waarbij uiteindelijk twee modellen onderwerp van gesprek vormen: het<br />
afdelingenmodel en het faculteitenmodel. De keuze voor een faculteitenmodel<br />
waarbij de opleidingen centraal blijven, lijkt een logische;<br />
anders vorm je te veel directielagen. Het adagium van de nieuwe hogeschool<br />
blijft ‘decentraal, tenzij’ en ‘centraal wat moet, decentraal wat<br />
kan’. Er blijven elementen die vanuit centraal niveau aangestuurd<br />
moeten worden, ook actief, bijvoorbeeld integrale kwaliteitszorg. Het is<br />
duidelijk dat het college van bestuur daar verantwoordelijk voor is, aldus<br />
de directeur Onderwijs.<br />
Het is het startschot voor de eerste Hanzebrede notitie over kwaliteit<br />
en cultuur(verandering). Alle interne organisatieonderdelen moeten nog<br />
beter gaan inzien dat eenieder niet alleen voor zichzelf bezig is maar ook<br />
voor anderen. Hoe kunnen we met zijn allen werken aan de beste kwaliteit?<br />
Continue kwaliteitszorg moet geïnternaliseerd worden, want: de<br />
wereld verandert, studenten veranderen, ik verander, wat kan ik volgend<br />
jaar beter doen? Het kan altijd beter, dat zou de overtuiging moeten zijn.<br />
De notitie vormt tevens het begin van een organisatieverandering die<br />
drie jaar duurt en veel overhoop haalt.<br />
De organisatieverandering valt namelijk samen met een aantal landelijke<br />
thema’s in het hoger onderwijs: herstructurering van opleidingen in<br />
het landelijke register CROHO, een nieuwe CAO met mogelijkheden tot<br />
functiedifferentiatie van docenten, een nieuwe financieringsstructuur<br />
voor het huisvestingsbeleid, de nieuwe Wet op het hoger en wetenschappelijk<br />
onderwijs en noodzakelijke bezuinigingen.<br />
Macht en communicatie<br />
Als het meeste stof van de fusie is neergedaald kan de balans worden<br />
opgemaakt: van alle sectordirecteuren, functionele directeuren, stafhoofden<br />
en collegeleden is 67% in meer of mindere mate geschonden uit<br />
de strijd gekomen, dus ziek, overgeplaatst, van functie veranderd, eerder<br />
gestopt of vertrokken. Is dit het einde van de nieuwe<br />
Hanzehogeschool?<br />
Nee, want wat blijkt? De tijdgeest heeft al een begin gemaakt met de<br />
ontwikkeling van een onverwacht, nieuw draagvlak. Tegen de stroom in
is het verhaal van het dorp in de stad ontstaan dat haar weg weet te vinden<br />
en door velen wordt omarmd. Communicatie blijkt het sleutelwoord<br />
te zijn voor een nieuw en alomvattend begin van iets moois.<br />
3. Nieuwe inzichten: de verhaallijn van het dorp in de<br />
stad<br />
Ondanks de fusieperikelen voelen docenten en het middenmanagement,<br />
de afdelingsdirecties zich verantwoordelijk voor de binnen hun<br />
onderdeel vallende opleidingen. Ze hebben voldoende ideeën over wat<br />
hun (potentiële) studenten als aantrekkelijk, herkenbaar en uitnodigend<br />
zien. Door ervaring met vorige groepen studenten herkennen ze op basis<br />
van observatie een aantal kenmerken van de nieuwe student. De observaties<br />
worden ondersteund door trendbevestigende artikelen in<br />
Intermediair, een weekblad voor hoger economisch personeel. Ook de<br />
uitspraken van de socioloog Bert Barends ondersteunen de nieuwe<br />
trends onder jongeren. Uitleg, het blad voor het management van het<br />
onderwijs, uitgegeven door het ministerie van OCW gaat ook in op de<br />
trends en ontwikkelingen, de jongerenmarkt. Het valt op dat studenten<br />
graag veel samen doen. Ze zijn snel aan elkaar gehecht, ze reageren<br />
emotioneel op elkaar en vormen een hecht team. Docenten en management<br />
vertalen de zich vrij plotseling en heftig aandienende trend naar<br />
hun eigen opleiding. De opleidingen kunnen daarbij handig gebruikmaken<br />
van een recent vastgesteld organisatieprincipe van de hogeschool<br />
waarbij de opleiding de centrale eenheid is. Alle opleidingen hebben een<br />
herkenbaar beroepsprofiel en bijpassend werkveld waardoor een eigen<br />
opleidingssfeer te creëren is.<br />
De gesignaleerde trend onder jongeren, gecombineerd met het organisatieprincipe<br />
en beroepsprofiel leidt binnen enkele maanden met hulp<br />
van de stafafdeling Communicatie tot een aantal kenmerkende, vooral<br />
organisatiecultuurbepalende lijnen van waaruit het verhaal ontstaat:<br />
• Het tijdperk van de individualisering is voorbij, het is een terug naar<br />
ons dorp, als onderdeel van de gemeenschap kun je individu zijn. Ik<br />
blijft belangrijk maar het is een meer dan ik-gevoel, een behoefte aan<br />
gemeenschappelijkheid. Mensen zoeken naar nieuwe verbanden om
het met elkaar aan te kunnen.<br />
• Een individu is geen individuele beslisser.<br />
• Er is behoefte aan een nieuw soort dorp; dit wordt ook bewerkstelligd<br />
door de komst van internet; ook een soort dorp maar dan wereldwijd<br />
(denk aan de huidige community).<br />
• Een systeem van regels, afspraken, normen en waarden is van belang.<br />
• Jongeren en allochtonen beschikken over gemeenschappelijke informatie<br />
die ze via snel werkende informatiekanalen verkrijgen (denk<br />
hierbij aan de tamtam bij houseparty’s).<br />
• Mensen groeien naar een vrijheid met structuur daarin.<br />
Basisboodschap<br />
De organisatiecultuurlijnen zijn richtinggevend verwoord voor organisatie,<br />
management en (marketing)communicatie in een aantal statements:<br />
join the club; neem je ouders en vrienden mee; kom proeven,<br />
kom in ons dorp; voelt het goed?; we zorgen er samen voor dat het lukt;<br />
als je dit en dat leuk vindt, dan moet dit wel iets voor je zijn.<br />
Je richt je op het individu als onderdeel van een kleine gemeenschap.<br />
Je houdt daarbij rekening met de context, de omgeving van mensen<br />
rondom het individu. Want in die omgeving legt het individu min of<br />
meer rekenschap af voor een beslissing.<br />
In de boodschap leg je accenten op service, traditie, gevoel en sfeer. Je<br />
stimuleert een gevoel van trots zijn op je omgeving en je maakt samen<br />
de beloftes waar. De dorpsreclame gaat voor de stadsreclame!<br />
Ook de docenten en medewerkers van het dorp worden gevoed met<br />
de dorp-in-de-stad-gedachte door dorpsbladen en stadskranten en intranet.<br />
Het reeds bestaande credo ‘decentraal tenzij’ krijgt nu daadwerkelijk<br />
handen en voeten. De stad richt zich op gemeenschappelijke faciliteiten,<br />
rechten, plichten en ongekende mogelijkheden. Het dorp<br />
daarentegen richt zich op de gemeenschap, het individu met wensen,<br />
eigenaardigheden, inhoud, kwaliteit en onderlinge, blijvende relaties.<br />
4. Theorie, aannames, uitwerking<br />
Een organisatie is bezig om duidelijk te maken hoe de organisatie met<br />
haar mensen, waarden, geschiedenis en toekomst zorg draagt voor al
haar doelgroepen. ‘Het leidt ertoe dat grote organisaties een eenvoudige,<br />
liefst pittoreske herkomst maximaal uitnutten in communicatie-uitingen’<br />
(Rijnja, 2003).<br />
Van Riel (Van Riel, 1992 en 2003) heeft in vijf stappen van de sustainable<br />
corporate story neergezet voor de totstandkoming van het verhaal.<br />
In de corporate communication van de Hanzehogeschool zijn ze achteraf<br />
te herleiden tot:<br />
1. Het positioneren; uitgewerkt in paragraaf 4.1.<br />
2. De werkelijke en gewenste organisatie-identiteit vaststellen; uitgewerkt<br />
in paragraaf 4.2.<br />
3. Reputatieanalyse en trends in publieke opinie; uitgewerkt in paragraaf<br />
4.3.<br />
4. Creëren en bevestigen van de story; uitgewerkt in paragraaf 5.<br />
5. Implementatie van de uiteindelijke versie; uitgewerkt in paragraaf 6.<br />
De volgende paragrafen geven een toelichting op de vijf stappen van<br />
Van Riel, toegepast op de totstandkoming, de implementatie en de eerste<br />
effecten van het verhaal van de Hanzehogeschool vanaf 1992 tot<br />
1998 (tot en met par. 5) en de stand van zaken, herijking vanaf 2002 tot<br />
2004.<br />
In paragraaf 4.1 komt het positioneren van de nieuwe<br />
Hanzehogeschool aan de orde. Aan de hand van de missie en de huisstijl<br />
wordt de positionering van de Hanzehogeschool als stad met vele dorpen<br />
zichtbaar gemaakt. De missie is een positioneringsstrategie waarbij<br />
de persoonlijkheid van de organisatie voor de relevante doelgroep centraal<br />
staat: de stad is vergelijkbaar met de internationale opleidingsmogelijkheden<br />
en faciliteiten; het dorp is de plaats waar docenten en studenten<br />
zich thuis voelen en waar de student zich kan ontplooien tot<br />
beginnend beroepsbeoefenaar. De huisstijl staat symbool voor de stad en<br />
haar dorpen.<br />
Paragraaf 4.2 gaat in op de zoektocht van de docenten en het<br />
management naar een nieuwe identiteit in relatie tot het – door hen zelf<br />
– gecreëerde verhaal. Paragraaf 4.3 verschaft inzicht in de wijze waarop<br />
de Hanzehogeschool in de eerste periode na de fusie met zichzelf bezig<br />
is en minder met de buitenwereld. Een analyse van de identiteit en het
imago van de nieuwe Hanzehogeschool is nog niet aan de orde.<br />
Paragraaf 5 geeft voorbeelden van het verhaal in relatie tot positionering<br />
en identiteit. Paragraaf 6 gaat in op de huidige situatie, de doorontwikkeling<br />
van de huisstijl tot merk en het verder positioneren van de<br />
Hanzehogeschool als school waar je je als student thuis voelt en onbegrensde<br />
mogelijkheden hebt.<br />
4.1 Positioneren: Corporate identity en de<br />
persoonlijkheid van de organisatie<br />
De missie<br />
De persoonlijkheid van een organisatie kan worden onderscheiden in<br />
drie aandachtsgebieden (Van Riel, 1990): de missie, de organisatiestructuur<br />
en -cultuur. De missie is van strategische aard. De missie van<br />
de Hanzehogeschool bestaat sinds 1992 en is de leidraad voor de positionering<br />
van de Hanzehogeschool vlak voor, tijdens en na de fusie met<br />
de Rijkshogeschool. De missie stelt het opleiden van studenten centraal<br />
en is anno 2004 nog niet veranderd:<br />
‘De Hanzehogeschool Groningen leidt studenten op in inspirerende<br />
werkplaatsen tot verantwoordelijke, ondernemende professionals en<br />
bereidt ze voor op beroepsuitoefening in internationaal perspectief.’<br />
De missie geeft het bestaansrecht van de Hanzehogeschool weer: het<br />
opleiden van studenten tot professionals in de beroepsbeoefening. De<br />
toegevoegde bijvoeglijke naamwoorden geven iets extra’s mee: verantwoordelijk,<br />
ondernemend en in internationaal perspectief. Het vertelt<br />
expliciet iets over de goede kwaliteit van het onderwijs en de docenten.<br />
Het geeft ook een waarde mee: het is van belang verantwoordelijk en<br />
ondernemend te zijn. Deze twee woorden leggen tevens een verbinding<br />
met het woord Hanze, het woord afkomstig van de Hanzesteden, de handeldrijvende<br />
steden waartoe Groningen ook behoort. Het zijn de linken<br />
met het logo, het merk Hanzehogeschool. De inspirerende werkplaatsen<br />
geven direct weer hoe belangrijk het primaire onderwijsproces is. De<br />
werkplaatsen zorgen voor vernieuwing, creativiteit, ondernemingsgeest,
variatie en zijn praktijkgericht. ‘Professionals’ legt een link met kwaliteit.<br />
Tot slot is een van de speerpunten het internationale karakter van de<br />
opleidingen van de Hanzehogeschool. Specifiek: er zijn uitwisselingsprogramma’s<br />
met buitenlandse hogescholen en universiteiten, er is een<br />
eigen internationale economische opleiding en er zijn mogelijkheden<br />
voor buitenlandse stages en projecten.<br />
4.2 Positioneren: corporate identity en symboliek<br />
De huisstijl<br />
In de jaren negentig zijn bij de Hanzehogeschool de eerstejaars weer<br />
sociale dieren zoals in de jaren zestig en zeventig, maar wel met een<br />
eigen individuele inbreng, eigen wensen en desalniettemin met een<br />
groot hart. Het verhaal van het dorp in de stad wordt gezien als de werkelijkheid.<br />
Er gaat een mythologische kracht vanuit (Van Ruler, 2004)<br />
met behulp van een stijlmiddel, een metafoor: dorp in de stad. De metafoor<br />
geeft eenieder houvast, creativiteit en doorzettingsvermogen, zo<br />
blijkt later (zie effecten).<br />
Zoals het verhaal van de Hanzehogeschool specifiek ontstaat ten<br />
behoeve van de werving van de studenten in de jaren negentig, zo verwoordt<br />
Rijnja het motief voor het ontstaan van verhalen: ‘Steeds minder<br />
steun ondervinden de campagnebenaderingen waarin feiten de boventoon<br />
voeren. Percepties, emoties en beleving komen nadrukkelijk in<br />
beeld. Het gaat niet om de feiten maar om de betekenis. En verhalen<br />
helpen bij zingeving’ (Rijnja, 2003).<br />
De huisstijl van de Hanzehogeschool wordt verder ontwikkeld naar<br />
aanleiding van het verhaal en de behoefte aan een campagne die erop<br />
aansluit.<br />
De symboliek van de organisatie houdt zich in feite bezig met de beelden,<br />
die datgene, wat er gebeurt op het niveau van de handelingen en<br />
de communicatie moet bekrachtigen en ondersteunen (Van Riel, 1992).<br />
Een onderdeel van het corporate identity-beleid is het te voeren merkenbeleid.<br />
Bij de Hanzehogeschool volgt de communicatie de structuur<br />
en volgt de structuur de strategie. Het verhaal is het verbindende element<br />
tussen missie en organisatie.
De marketingcommunicatie richt zich op de relevante doelgroep: de<br />
(aankomende) student.<br />
Van Riel onderscheidt vier pijlers onder een succesvolle communicatieve<br />
expressie van organisaties: onderscheidend vermogen, creativiteit,<br />
transparantie en consistentie. Het logo van de Hanzehogeschool<br />
Groningen heeft alle mogelijkheden in zich om te fungeren als merk, als<br />
uiting van een gemeenschap, zichtbaar in een missie, gekoppeld aan de<br />
organisatiestructuur, doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden. De<br />
huisstijl heeft creatieve, verbindende mogelijkheden. Het logo, het merk<br />
van de Hanzehogeschool fungeert als ‘mother behind the brand’. Het<br />
logo van de Hanzehogeschool staat voor de stad. Voor de dorpen is er<br />
een endorsed stijl, eenheid in verscheidenheid, met een grafisch veelkleurenpalet<br />
en gericht op de beroepsmogelijkheden<br />
van de student.<br />
Voor communicatiemanagement geeft<br />
het de ultieme mogelijkheid communicatieprocessen<br />
te organiseren. In het verhaal<br />
komen percepties, emoties en beleving<br />
nadrukkelijk in beeld.<br />
De externe communicatie wordt<br />
gesplitst in voor het dorp en voor de<br />
stad relevante uitgangspunten voor marketingcommunicatie<br />
en corporate communicatie.<br />
De corporate communicatie<br />
richt zich op het merk Hanze-hogeschool,<br />
de stad voor iedereen. De marketingcommunicatie<br />
houdt zich bezig<br />
met de aanstaande student in het dorp.<br />
De functies van het verhaal zijn hierop<br />
gebaseerd: informeren, overtuigen,<br />
vernieuwen, motiveren, aansluiten.<br />
Binnen de identiteit van de organisatie,<br />
waarin communicatie, gedrag en<br />
symboliek worden onderscheiden, zijn<br />
communicatie en gedrag minder een-
voudig te managen. Dat geldt niet voor de huisstijl als de symbolische<br />
zelfrepresentatie van de organisatie. Met huisstijlmanagement wordt de<br />
effectiviteit van de visuele representativiteit van de organisatie ook op<br />
termijn gewaarborgd (Van den Bosch, 2000; zie ook Van den Bosch,<br />
2003).<br />
De huisstijlontwerper Proforma uit Rotterdam heeft in 1993 de huisstijl<br />
van de Hanzehogeschool ontworpen. Proforma maakt in samenwerking<br />
met de afdeling Communicatie de criteria voor een nieuwe wervingscampagne<br />
die aansluit bij de positionering van de Hanzehogeschool<br />
als merk. De verschillende beroepsmogelijkheden van de opleidingen en<br />
de faciliteiten van de hogeschool moeten in de wervende mediacampagne<br />
uitdrukkelijk een plaats krijgen. Het plaatselijke bureau La<br />
Compagnie werkt aan de hand van een briefing van de afdeling<br />
Communicatie de campagne uit met als titel ‘Laat je studie leven’. De<br />
stad draagt de lead uit met een verwassen spijkerbroek met het logo op<br />
de achterzak en de titel ‘Op zoek naar een studie die je aantrekt’. De<br />
opleidingen dragen het merk op andere plekken. Bij verpleegkunde<br />
wordt het merk op verbandvasthouders zichtbaar. Bij de sportacademie<br />
zit het merk op de gespen van (sport)schoenen. Het logo is verpakt in<br />
producten die gemaakt worden binnen de opleidingen van de faculteit
Techniek. Het verder ontwikkelen van het merk van de Hanzehogeschool,<br />
als visuele representatie in stad en dorp, staat centraal.<br />
4.3 De werkelijke en gewenste organisatie identiteit<br />
Binden en boeien<br />
De werkelijke identiteit van de gefuseerde Hanzehogeschool is een<br />
diverse. De gefuseerde hogeschool bestaat immers uit zeer veel (63)<br />
opleidingen die, al dan niet ondergebracht in verschillende scholen, een<br />
eigen identiteit hebben en voor de fusie werkten aan een gewenste identiteit.<br />
Aangezien bij de Hanzehogeschool direct na de fusie de vanzelfsprekende<br />
hogeschoolbinding niet meer bestaat, is ze op zoek naar nieuwe<br />
voorwaarden voor gezamenlijkheid. Het binden van mensen aan een<br />
organisatie en het boeien van mensen binnen de organisatie is een nieuwe<br />
uitdaging voor bestuur en management. Medewerkers ervaren een<br />
fusie vaak als een zij/wij-verhaal. Er ontstaan spontaan nieuwe verhalen<br />
om aan de eigen cultuur vast te houden. Hierdoor wordt het moeilijker<br />
om te werken aan een nieuwe organisatie identiteit. Het verhaal van het<br />
dorp in de stad wordt het nieuwe, overkoepelende verhaal dat door<br />
vernieuwing en overtuiging de kracht geeft om voor jezelf, je opleiding<br />
of je faculteit een eigen plek te creëren in de nieuwe organisatie. Ook in<br />
de verticale richting geeft het verhaal uiteindelijk richting aan het implementatieproces.<br />
De verhaallijn heeft een voorwaardescheppende dimensie;<br />
de stad moet zorgen voor de benodigde faciliteiten en ondersteuning<br />
(het bestuur en de directie).<br />
Bij de Hanzehogeschool Groningen ontstaat het verhaal in het begin<br />
van de jaren negentig bij de opleiding Overheidscommunicatie, nu<br />
Communicatie, vanuit het middenmanagement en de stafafdeling<br />
Communicatie. Het verhaal van het dorp komt vanuit de organisatie<br />
naar boven en kan op het niveau van de totale nieuwe organisatie<br />
worden ondersteund door het gezamenlijk formuleren van de missie.<br />
Het dorp in de stad, het verhaal van de Hanzehogeschool Groningen,<br />
heeft hierdoor verschillende dimensies en functies. Het verhaal volgt de<br />
vastgestelde decentrale organisatiestructuur (organisatiedimensie).
De organisatiestructuur is het uitgangspunt voor de communicatie<br />
(communicatiedimensie). De interne communicatie wordt deels gedecentraliseerd<br />
en via internet en intranet toegankelijk en vraaggericht<br />
gemaakt (managementdimensie). In paragraaf 5 wordt zichtbaar hoe de<br />
docenten, het management en de ondersteunende diensten invulling<br />
geven aan de gewenste identiteit van de Hanzehogeschool. In de eerste<br />
jaren is dit nog niet consistent maar broksgewijs.<br />
4.4 Reputatieanalyse en trends in publieke opinie Zoals al duidelijk<br />
is geworden uit paragraaf 2 is de nieuwe Hanzehogeschool in de<br />
eerste jaren na de fusie vooral bezig met een aantal interne en externe<br />
ontwikkelingen. Er is weinig oog voor hoe de buitenwereld tegen de<br />
Hanzehogeschool aankijkt. De bestaande reputaties van de voormalige<br />
aparte scholen vormen het uitgangspunt voor het handelen. Er worden<br />
wel onderzoeken gedaan maar niet systematisch en niet voor de hele<br />
Hanzehogeschool. In 1997 wordt voor het eerst een reputatieonderzoek<br />
gedaan onder aanstaande en eerstejaars studenten. Het onderzoek<br />
wordt uitgevoerd door vierdejaars studenten communicatie en bevestigt<br />
de uitgangspunten van het verhaal van ‘het dorp in de stad’. De resultaten<br />
vormen samen met het verhaal de uitgangspunten voor de wervingscampagne.<br />
De wervingscampagne wordt onderworpen aan een<br />
‘pre-test’ in de vorm van een aantal groepsgesprekken met verschillende<br />
doelgroepen.<br />
5. Effecten<br />
Vanuit diverse hoeken worden studenten, docenten en medewerkers<br />
geactiveerd door de dorp-in- de-stad-gedachte. Er worden concerten<br />
gegeven door het conservatorium om de stad als geheel te kunnen<br />
behouden. Het concert is als public affairs-instrument bedoeld om<br />
politieke en ambtelijke relaties gunstig te stemmen (stadsbehoud).<br />
Kookcursussen ontstaan voor interne en externe relatiegroepen. Intern<br />
verbindt het mensen, extern wordt de Hanzehogeschool bekend bij veel<br />
nieuwe doelgroepen. Collega’s koken als uitje samen onder de bezielende<br />
leiding van docenten Voeding en Marketing in het geavanceerde<br />
Smaakcentrum. De modeacademie showt de nieuwste modellen ter
gelegenheid van de start van het nieuwe jaar en de studenten verkopen<br />
en passant heel wat stukken uit de collectie. Opleidingen laten per toerbeurt<br />
hun kwaliteiten zien aan relatie- en doelgroepen, zowel intern als<br />
extern. Ze leren van elkaar en laten zien dat er door de fusie nu minder<br />
kennis en ervaring van buiten de Hanzehogeschool nodig is. Vier uitgewerkte<br />
voorbeelden volgen ter illustratie.<br />
5.1 Creëren en bevestigen<br />
Huisvesting<br />
Vanuit de verhaallijn springt de vertaling naar huisvesting het directst<br />
in het oog. In plaats van een gang met afdelingsdirecties, vakgroepkamers<br />
en ondersteunend personeel zijn er nu herkenbare plekken voor<br />
studenten, docenten en leiding in één gang. De faculteit Economie van<br />
de Hanzehogeschool is een mooi voorbeeld van de transformatie: in de<br />
eerste versie van de nieuwbouw vóór de fusie bleek weinig oog te zijn<br />
voor de opleidingen zelf. Grootschalige aanpak van die tijd had geleid<br />
tot onvrede over de verdeling van de afdelingen en opleidingen over het<br />
gebouw. Studenten raakten bovendien volledig de weg kwijt. Het gevolg<br />
was een permanente interne verhuizing die zes jaar heeft geduurd! Het<br />
idee van de herkenbare plek wordt nu door management, docenten en<br />
studenten als belangrijk gezien en ook veel consequenter doorgevoerd.<br />
‘Ik vind dat de opleiding herkenbaar moet zijn, dat geldt ook voor de<br />
plek waar ze zitten. Ik ben voor een concentratie van docenten en ondersteunend<br />
personeel per opleiding. Dat is ook een logisch gevolg van de<br />
organisatie-eenheid waarbij de opleiding de centrale eenheid is’, aldus<br />
de directeur Facilitaire Dienstverlening.<br />
Mediacampagne<br />
Door de dorp-in-de-stad-gedachte is de na de fusie ontwikkelde en<br />
zeer bruikbare huisstijl toe aan een volgende stap. De huisstijl moet het<br />
merk van de stad worden. Net als de ster van Mercedes Benz moet de<br />
voor de Hanzehogeschool zo herkenbare H evolueren tot een merk in<br />
hbo-land. De huisstijl heeft de uitstraling van zowel vooruitgang als
traditie en heeft veel grafische mogelijkheden. Met kleur kan er gespeeld<br />
worden met de karakteristieke huisstijlkenmerken voor zowel dorp als<br />
stad. Het stadse merk (de H) wordt per opleiding vertaald in aandachttrekkende<br />
hebbedingen die een relatie leggen met de beroepen en de<br />
beroepspraktijk.<br />
De mediacampagne wordt geconcretiseerd naar een aantal strategische<br />
uitgangspunten. De huisstijl speelt een belangrijke rol in de<br />
mediacampagne die vooral tot doel heeft de student te bereiken:<br />
De student ziet vanuit het eigen referentiekader dat de opleiding x van de<br />
hogeschool de meest geschikte opleiding is voor hem/haar, omdat:<br />
• het past bij de persoonlijke voorkeuren;<br />
• de student geschikt is voor opleiding x en<br />
• de student het bij opleiding x ook zal redden;<br />
• de student beschikt over een aantal kwaliteiten<br />
• die behoren bij de opleiding en die zullen leiden tot een beroepsbeoefenaar<br />
met de beroepsmogelijkheden van opleiding x.<br />
Met andere woorden: De opleiding staat centraal in de communicatie<br />
naar de student en de student en zijn of haar omgeving staat centraal in het<br />
dorp.<br />
In de uitvoering moet dat wel leiden tot een aantal heldere besluiten:<br />
• De mediacampagne wordt decentraal georganiseerd en de budgetten<br />
worden verdeeld.<br />
• Het pakket van regels wordt direct van besloten uitgangspunten en<br />
kaders afgeleid waarbij er een differentiatie komt in de huisstijl van de<br />
eerste orde (stadscommunicatie naar diverse doelgroepen en internationaal)<br />
en de tweede orde (dorpscommunicatie). Het gaat hierbij niet<br />
om rangorde maar om eventuele noodzakelijke herkenbaarheid van de<br />
school ten opzichte van andere scholen in binnen- en/of buitenland.<br />
• Er kan niet getornd worden aan de vastgestelde uitwerking van de<br />
huisstijl, wel is er veel ruimte voor een eigen invulling mits er herkenbare<br />
elementen inzitten zoals die zijn afgesproken.<br />
• Een aantal studio’s krijgt een uitwerking van de verschillende versies<br />
van de huisstijl zodat met een minimum aan huisstijlontwerpkosten zo
maximaal mogelijk gewerkt kan worden met de huisstijlvarianten van<br />
de opleidingen.<br />
• Advertenties worden op advies van de opleidingen ingepland met<br />
daarbij het uitgangspunt dat ze zo min mogelijk concurrerend zijn.<br />
Alumni<br />
De opleidingen Facilitaire Dienstverlening, Voeding en Diëtetiek en<br />
Voeding en Marketing werken traditiegetrouw veel met alumni. Er ontstaat<br />
het idee om vanuit de dorp-in-de-stad-gedachte de vierdejaarsstudenten<br />
als toekomstige alumni te binden aan de school door hen een<br />
afscheidsschilderij voor de nieuwe eigen gang te laten maken onder de<br />
bezielende leiding van een bekende kunstenares. Met de schilderijen<br />
worden de gangen op een goedkope en leuke manier gezellig gemaakt.<br />
De eerste keer is een doorslaand succes voor zowel de schilderes Maya<br />
Wildevuur als voor de schilders. Alleen al door deze persoonlijke<br />
bijdrage hebben de schilders een reden om naar het eerstvolgende<br />
lustrum te komen of een gastles te verzorgen. De dag genereert bovendien<br />
veel free publicity voor het dorp en de stad.<br />
Hanzecocktail<br />
De huisstijl, de stijl van het huis nodigt uit tot het maken van stadse<br />
gerechten en drankjes. In de kleur van de huisstijl worden op gezamenlijke<br />
bijeenkomsten (kerst, nieuwjaar, opening hogeschooljaar) hapjes en<br />
drankjes in de huisstijlkleur bedacht door opleidingen. Verschillend<br />
gevulde dadels met onder meer mon chou en gehakte noten en de<br />
Hanzecocktail, een mix van rode vermout, cointreau en champagne, zien<br />
het licht, bedacht door een docente Voedingsleer van de opleiding<br />
Voeding en Marketing. Voor de maker is het op sommige partijtjes nog<br />
even zoeken naar de juiste balans. De cocktail is soms aan de zware kant<br />
(en zeker niet conform de richtlijnen goede voeding van het<br />
Voedingscentrum!) en wekt dan veel hilariteit. De cocktail doet dan denken<br />
aan het gereformeerde verleden van de docenten van een deel van<br />
de hogeschool van vóór de fusie. De docenten werden grevo’s genoemd,<br />
vernoemd naar hun gereformeerde afkomst. Maar dat is weer een heel<br />
ander verhaal van vroeger.
5.2 Stand van zaken implementatie In het strategisch beleidsplan<br />
van de Hanzehogeschool dat in november 2004 zal verschijnen, wordt<br />
het accent op maatschappelijke verantwoordelijkheid, flexibilisering en<br />
internationalisering gelegd. Het kan leiden tot een nieuwe communicatiestrategie.<br />
Vooralsnog heeft de Hanzehogeschool het accent meer op<br />
gemeenschappelijkheid gelegd.<br />
De positionering van de hogeschool staat in de werving nu iets meer<br />
voorop: een breed aanbod, in een compacte studiestad met een internationaal<br />
karakter. Studeren over de grenzen heen. De mediacampagne die<br />
vanaf september 2002 loopt, heet daarom Unlimited. Voor de mediacampagne<br />
is La Compagnie opnieuw het uitvoerende bureau onder regie van<br />
de afdeling Marketing en Communicatie.<br />
Door de grootte van de school is<br />
kwaliteit gecombineerd met een<br />
breed pakket aan mogelijkheden.<br />
De grootte versterkt echter ook<br />
bureaucratie en anonimiteit.<br />
In de fase waarin het hoger<br />
onderwijs zich bevindt met bachelor-<br />
en masteropleidingen (BAMAstructuur),<br />
ontwikkelt de Hanzehogeschool<br />
tien schools onder<br />
leiding van deans. ‘De schools zijn<br />
onderscheidend, hebben een eigen<br />
karakter en brengen daardoor een<br />
eigen sfeer en emotie met zich mee’,<br />
aldus de directeur Marketing en<br />
Communicatie, Gini Coutinho.<br />
‘Een onderdeel waar sportleraren<br />
worden opgeleid heeft een ander karakter dan een school waar financiën<br />
centraal staat. We sturen op eenheid van beleid, op één kennisinstituut<br />
met daarbinnen ruimte voor een eigen invulling, karakter, variatie. In de<br />
interne communicatie richten we ons op communicatie via de lijn om de<br />
boodschap duidelijk over te brengen, het verhaal te vertellen.
Van ‘decentraal tenzij’, het adagium tot nu toe, is het nu ‘centraal, tenzij’<br />
geworden. De focus is anders, gericht op gemeenschappelijke afspraken.<br />
Het is het afmaken van de fusie.’<br />
Opnieuw combineert de Hanzehogeschool veranderingen in wetgeving<br />
met een organisatieverandering en een mediacampagne. Uit diverse<br />
publicaties (jaarverslag 2002 en Hanzeweb 2003 en 2004) en een<br />
gesprek met de directeur Marketing en Communicatie blijkt dat. Nu is<br />
het een vervolgstap in het ontwikkelingsproces; kernwaarden en het<br />
kerndoel zijn met nuanceverschillen nog steeds hetzelfde en de missie<br />
staat centraal.<br />
Er moet nog meer dan voorheen veelkleurigheid mogelijk zijn binnen<br />
het oranje kader. En dus wil de Hanzehogeschool Groningen de organisatie<br />
vanaf september 2003 nog beter aan laten sluiten bij het primaire<br />
proces (het onderwijs geven in de opleidingen).<br />
Er zijn nu 18.000 studenten en 1.800 personeelsleden. De docenten en<br />
studenten kennen elkaar binnen de grenzen van de school. Ze zullen zich<br />
er thuis voelen. Het gaat om beleefde kleinschaligheid. De kleur van het<br />
eigen instituut mag sterker worden terwijl de Hanzehogeschool<br />
Groningen zelf ook een sterke uitstraling moet hebben.<br />
De dean, docent en studiebegeleider vormen de heilige drie-eenheid.<br />
Het wordt een nieuwe organisatiestructuur over de grenzen van de<br />
faculteiten heen: kwaliteit en kleinschaligheid. Het moet leiden tot: betere<br />
begeleiding van de student en betere aansturing en coaching van de<br />
docent waarbij de verantwoordelijkheid voor een school met verschillende<br />
richtingen bij de dean van de school ligt. (Informatie, afkomstig<br />
uit het Hanzeblad van september 2003 – maart 2004.)<br />
De Hanzehogeschool Groningen heeft jarenlang gewerkt met de campagne<br />
zoals die in 1997 is begonnen. In 2002 en 2003 kreeg de<br />
Hanzehogeschool te maken met een verlaagde instroom. Minder studenten<br />
vonden de weg naar de Hanzehogeschool. Tijd om wederom<br />
onderzoek te gaan doen naar het imago van de Hanzehogeschool bij de<br />
doelgroepen.
De naamsbekendheid van de Hanzehogeschool is groot, blijkt uit een<br />
onderzoek dat in 2002 gehouden is onder aanstaande studenten, eerstejaars<br />
en tweedejaars studenten van de Hanzehogeschool. Het is een<br />
nulmeting die tegelijkertijd met de introductie van de nieuwe mediacampagne<br />
plaatsvindt. Minder duidelijk is wat de Hanzehogeschool in huis<br />
heeft (Jaarverslag Hanzehogeschool 2002).<br />
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de opleiding zelf bekend<br />
is, de Hanzehogeschool ook maar dat de kennis over de mogelijkheden<br />
van de Hanzehogeschool in relatie tot de verschillende opleidingen niet<br />
voldoende aanwezig is. ‘De kennis is te versnipperd, de samenhang ontbreekt<br />
nog’, aldus Gini Coutinho.<br />
Het dorp in de stad is niet verdwenen. Integendeel: het wordt meer<br />
dan eens versterkt en aangepast aan het huidige tijdsgewricht en aan de<br />
huidige stand van zaken binnen de organisatie.<br />
Als je je verdiept in Jongerenmarketing anno 2004, dan gaat nu de<br />
aandacht uit naar de volgende zaken:<br />
• wees authentiek, het verhaal moet in het verlengde liggen van het<br />
product en de identiteit van de organisatie;<br />
• staar je niet blind op subculturen;<br />
• vul je merk in met diensten en keuzemogelijkheden;<br />
• wees transparant en eerlijk;<br />
• lever goede kwaliteit (uit: rapport RMO 2003).
De trend van de jaren negentig heeft zich verder ontwikkeld als het<br />
gaat om faciliteiten voor studenten en er is nog meer dan voorheen het<br />
accent gelegd op de verantwoordelijkheid van de organisatie en het<br />
individu.<br />
Vraaggericht denken en handelen in organisatie, positionering en<br />
mediacampagne is de volgende stap in het proces van de sustainable<br />
corporate story.<br />
6. Tot slot<br />
Het verhaal van de Hanzehogeschool Groningen staat symbool voor<br />
de wijze waarop mensen binnen organisaties oog kunnen hebben voor<br />
het proces, voor de kwaliteiten van mensen en voor ontwikkelingen die<br />
van belang kunnen zijn voor de ontwikkelingsgerichtheid van organisaties.<br />
Door het accent te blijven leggen op het proces, door oog te blijven<br />
hebben voor de omgeving en voor de kwaliteit van mensen, kan de<br />
Hanzehogeschool Groningen zich verder ontwikkelen tot een organisatie<br />
die zich kenmerkt door flexibiliteit, kennisintensiteit, transparantie,<br />
respect en communicatie van een hoge kwaliteit; voorwaarden voor<br />
communicatief management conform de theorie van Hetebrij. Mensen<br />
moeten dan wel in staat zijn oog te blijven houden voor communicatie<br />
met de buitenwereld. Zeker wanneer het gaat om de implementatie van<br />
de sustainable corporate story.<br />
Literatuur<br />
Bosch, Annette van den (2000). Huisstijlmanagement: de verankering<br />
van de huisstijl in de organisatie. Communicatiedossier 16. Alphen aan<br />
den Rijn: Samsom.<br />
Bosch, Annette van den (2003). ‘Visueel representatief blijven!’ In: De<br />
vorm van de overheid. Den Haag: Kunstcommissie Nieuwspoort en<br />
Premsela, stichting voor Nederlandse vormgeving.<br />
Fairhurst, Gail T. and Robert A. Sarr (1996). The Art of Framing.<br />
Managing the Language of Laedership. San Francisco: Jossey-Bass<br />
Publishers.<br />
Gabriel, Yiannis (2001). Storytelling in Organizations. Facts, Fictions,<br />
and Fantasies. New York: Oxford University Press.
Hetebrij, Martin (2000). Communicatief Management. Tussen macht en<br />
communicatie. Alphen aan den Rijn: Samsom.<br />
Riel, C.B.M. van (1990). ‘Corporate communication: een plaatsbepaling’.<br />
In: C.B.M. van Riel en W.H. Nijhof (red). Handboek corporate communication,<br />
Deventer: Van Loghum Slaterus.<br />
Riel, C.B.M. van (1992). Identiteit en Imago. Een inleiding in de corporate<br />
communication. Schoonhoven: Academic Service.<br />
Riel, C.B.M. van (2003). Identiteit en Imago. Grondslagen van corporate<br />
communication. Schoonhoven: Academic Service.<br />
Rijnja, Guido (2003). ‘Storytelling als communicatie-instrument’. In:<br />
Handboek interne communicatie. Alphen aan den Rijn: Kluwer.<br />
2 Drs. Janke van der Zaag is van 1987 tot 1998 verbonden geweest aan de Hanzehogeschool.<br />
Achtereenvolgens als docent, adjunct-afdelingsdirecteur, secretaris van het college van bestuur<br />
en hoofd Interne en Externe Betrekkingen. Tevens is ze vier jaar lid geweest van de medezeggenschapsraad,<br />
waarvan drie jaar als voorzitter. Van 1998 tot 2002 is ze als programmadirecteur verantwoordelijk<br />
voor zes opleidingen Communicatie en Overheidscommunicatie op post-hbo- en<br />
postacademisch niveau en senior consultant bij SRM.<br />
Thans is ze mededirecteur van PhoenixInteractivePartners BV (PIP BV),een netwerkorganisatie op<br />
het snijvlak van management, communicatie en journalistiek.