9 ENECO Netbeheer Weert bv - Stedin

E N E C O N e t B e h e e r
K w a l i t e i t s - e n C a p a c i t e i t s d o c u m e n t
2 0 0 8 - 2 0 1 4
G a s
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

E N E C O N e t B e h e e r
K w a l i t e i t s - e n C a p a c i t e i t s d o c u m e n t
2 0 0 8 - 2 0 1 4
Gas

Inhoud
Voorwoord
Omgeving en Visie
Noodzaak tot investeren
Het belang van een goede en veilige gasinfrastructuur
Veiligheidsindicator
Netinteractie in het kader van verduurzaming
Complexiteit in de ondergrond
PAS55
Algemene uitgangspunten en KBS
Inleiding
Algemene ontwikkelingen
Raming van de noodzakelijke capaciteit
Definitie van een knelpunt
Vaststellen streefwaardes
Gehanteerde normen
Risicoanalyse
Kwaliteits beoordeling van de infrastructuur
Monitoringsprocedure
Oplossen van storingen en onderbrekingen
Kwaliteitsbeheerssysteem
Voorkomen van schade
Beheer bedrijfsmiddelenregister
Beheersing processen van plan naar uitvoering
Specifieke delen
1 ENECO NetBeheer B.V.
2 ENECO EdelNet Delfland B.V.
3 ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
4 ENBU B.V.
5 ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
6 ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
7 ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
8 ENECO Netbeheer Weert N.V.
9 ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
10 ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
11 ONS Netbeheer B.V.
3
5
7
9
15
21
27
33
39
45
47
48
53
55
57
58
60
66
70
73
74
76
78
79
81
83
101
115
129
143
155
169
183
195
207
221

Voorwoord
In het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument (KCD) geven wij onze
meerjarenvisie op hoe we met investeringen in onze netten omgaan,
inclusief de afwegingen die daaraan vooraf gaan en onze uiteindelijke
keuzes. We willen dat op een heldere manier doen en er een breed
publiek mee bereiken. Dat is de reden waarom we dit jaar hebben
gekozen voor een ander uiterlijk van het KCD. Aantrekkelijker vormgegeven
en begrijpelijker geschreven, maakt dit document nu in één
keer duidelijk wat onze visie is op de komende jaren en waar onze
technische experts zich mee bezig houden. Zonder dat de lezer
eindeloze technische materie en tabellen hoeft door te worstelen. De
huidige ontwikkelingen en trends vragen om een proactieve en
intensieve samenwerking met externe partijen. Dit document is een
prima start om de discussie te initiëren en na te gaan of wij voldoen
aan de verwachtingen die de omgeving aan ons stelt.
Ontwikkelingen
Die omgeving is behoorlijk in beweging. Wij constateren een
toegenomen economische bedrijvigheid. Het aantal klanten neemt toe
en daarmee ook de vraag, zeker in het Botlekgebied. Onze samenwerking
met het Havenbedrijf Rotterdam bij de ontwikkeling van
Maasvlakte II is een prachtig voorbeeld van een succesvolle
gezamenlijke risicobeheersing bij nieuwbouwprojecten. Bij andere
industriegebieden zien we vooral veel herstructurering en uitbreiding
van de netten, evenals bij woningbouw en MKB.
De snelheid waarmee de tuinbouw zich ontwikkelt is nauwelijks bij te
houden. De activiteiten op het gebied van duurzame energietransitie
door teruglevering blijft de komende jaren een trend. Met onze
huidige netten kunnen we de ontwikkelingen op dat gebied prima
bijhouden. We doen dan ook nog geen grootschalige investeringen,
maar we blijven de trends wel volgen. Op het gebied van windenergie
hebben we de afgelopen twee jaar al veel gedaan. Ook hier geldt: we
volgen de trends en ons net accommodeert de huidige ontwikkelingen.
Voor alle ontwikkelingen geldt dat verstandig investeren van cruciaal
belang is. Zo efficiënt mogelijk, niet te vroeg en niet te laat. Maar het
blijft lastig balanceren. We zien een toenemende schaarste in
materialen vanwege de stijgende vraag uit het Verre Oosten. Door het
oplopen van de levertijden van het materiaal is het efficiënt en verder
vooruit plannen inmiddels een serieuze aangelegenheid geworden. Het
goed uitvoeren van onze investeringsplannen en de inhoud van dit
document worden door deze trend alleen maar belangrijker.
Aandachtspunten
In dit KCD komen onze zorgen over de samenwerking met de omgeving
duidelijk naar voren. De snelheid en de kwaliteit waarmee de bouw
haar plannen realiseert staan bijvoorbeeld vaak haaks op onze
veiligheidseisen. Het ontstane spanningsveld is een aandachtspunt
5

waarover we de dialoog willen aangaan. Een ander punt van zorg is de
beschikbaarheid en de kwaliteit van tracés in de binnensteden.
Natuurstenen pleinen zijn een prachtig initiatief en technisch gezien
kunnen wij er oplossingen voor vinden. Wat wringt zijn de kosten die
dat met zich mee brengt en wie die gaat betalen. Daarover willen we
graag met gemeenten en andere stakeholders in gesprek gaan. Met
sommige gemeenten, zoals de gemeente Den Haag, is dat al eerder
goed bevallen.
Proactief
De komende jaren willen we ons focussen op de intensivering van de
samenwerking met onze omgeving. Actief en vooraan in de processen,
zonder ons te verstoppen achter de regulering. We willen onze zorgen
bespreekbaar maken, zodat we onze voorzieningen en het onderhoud
op peil kunnen houden. Door samen creatief na te denken ontstaan
oplossingen die aan eenieders kwaliteitseisen voldoen. Met dit KCD
denken we alvast een grote stap in die richting te kunnen zetten.
6

7
Omgeving en visie

Jaarrekening ENECO NetBeheer B.V.
8

Noodzaak tot investeren
9
Omgeving en visie

Noodzaak tot investeren
Nadruk ligt op beheer en
beheersbaarheid
Steek de stekker in het stopcontact en
de lamp gaat branden. Druk de knop
van het fornuis in en je hebt een
gasvlam om op te koken. Logisch.
Maar het vereist wel elektriciteits- en
gasnetten die technisch in staat zijn op
een veilige manier te voldoen aan de
vraag. Sterker nog: om dit te bereiken
moeten aanpassingen aan de netten
de verwachte veranderingen in die
vraag vóór zijn.
10

Noodzaak tot investeren
Investeringen in elektriciteit- en gasnetten zijn nodig om te
voorzien in de vraag naar capaciteit of, met andere woorden,
in de potentie van de netten. Klanten vragen energie en gas;
het is onze taak om te zorgen dat er infrastructuur is waarmee
ze die krijgen. Een minstens zo belangrijk investeringsdoel
is de beschikbaarheid van de netten. Ze kunnen nog zo
adequaat zijn, uiteindelijk moet de levering van elektriciteit
en gas zo veel mogelijk kunnen worden gegarandeerd. Dat
vereist een goede technische conditie. Tot slot is van groot
belang dat de netten voldoen aan eisen op het gebied van
veiligheid. Dat betekent: werken aan het indammen of wegnemen
van risico’s voor medewerkers en voor de omgeving
door voorlichting, het serieus nemen van signalen uit de
praktijk en het kiezen van componenten die de veiligheid
van monteur en eindgebruiker waarborgen.
Verschillend zwaartepunt
Hoewel alle drie genoemde redenen tot investeren van
belang zijn, kennen elektriciteit en gas een verschillend
zwaartepunt. De beschikbaarheid van het net - ofwel de
kwaliteit van levering - en voldoende capaciteit zijn in de
elektriciteitsvoorziening prioriteit. De vraag neemt de
komende jaren toe onder invloed van het stijgende comfortniveau
in zowel de particuliere als de zakelijke markt. De
afhankelijkheid van elektriciteit stijgt daarmee natuurlijk
ook. In de praktijk betekent het dat wij de nadruk leggen op
vervanging gecombineerd met vaak verzwaring of uitbreiding
van het elektriciteitsnet. De vraag naar gas neemt
naar verwachting de komende jaren juist af door besparingsmaatregelen
en vervangingsoperaties bij gebruikers. Het
zwaartepunt ligt dan ook bij de kwaliteit en de veiligheid
van het net, bijvoorbeeld de vervanging van huisaansluitingen
door nieuwe, innovatieve typen.
Maar er is nog een andere reden waarom wij onze netten
moeten aanpassen. In het verleden trad de grootste vraag
naar elektriciteit op tijdens de koude maanden, maar de
laatste jaren ligt de piek, onder invloed van onder meer
airconditioninginstallaties, vaak in de zomer. Waar
componenten dus voorheen onder koele omstandigheden
piekbelastingen moesten verwerken, gebeurt dat nu onder
ongunstigere, warmere omstandigheden. Bij een groeiende
11
Omgeving en visie

Noodzaak tot investeren
vraag betekent dat zwaardere uitvoeringen nodig zijn om de
gevraagde capaciteit in het net ook onder deze omstandigheden
beschikbaar te houden.
Kwaliteitsclassificatie
De kwaliteit van de gebruikte componenten bepaalt ook de
kwaliteit van de gas- en elektriciteitsnetten als geheel.
Wij gebruiken honderden verschillende componenten
waarvan de kwaliteit in veel gevallen nauwkeurig en in
sommige gevallen slechts steekproefsgewijs kan worden
bepaald. Componenten ‘in het zicht’, zoals transformatoren
en schakelaars, krijgen op basis van hun leeftijd, de
materiaalsoort en een aantal andere graadmeters zoals
inspectieresultaten een bepaalde kwaliteitsclassificatie.
Voor ondergrondse componenten is dat vrijwel onmogelijk,
al spelen ook daar leeftijd, materiaalsoort en omgeving een
rol. Een PE-gasleiding heeft een andere kwaliteitswaarde dan
een even oude PVC-leiding; een kabel in kleigrond heeft
meer te verduren dan dezelfde kabel in een zandbodem.
In combinatie met risicoanalyses bepalen dergelijke gradaties
de risicobeheersmaatregelen en uiteindelijk de onderhoudsen
investeringsvraag.
Vervangingsgolf
Wij krijgen de komende jaren te maken met een toename
van vervangingen. Daarbij vervangt ENECO NetBeheer
bedrijfsmiddelen die veertig jaar of langer geleden zijn
geïnstalleerd. Een periode waarin de netten veel minder
omvangrijk waren en de nadruk minder dan nu lag op beheer
en beheersbaarheid. De uitbreidingsgolf uit de jaren 60 en 70
van de vorige eeuw nadert het einde levensduurmoment.
Tussen 2010 en 2020 zal dit pas doorslaggevend worden en
mogelijk leiden tot een vervangingsgolf. In netten die
doorlopend groeien en veranderen, is een piek aan
vervangingsinvesteringen niet wenselijk. Hoe wij vandaag en
de komende jaren werken aan onderhoud en instandhouding,
bepaalt in belangrijke mate de toekomstige
ontwikkelingen op dat gebied.
12

Noodzaak tot investeren
Adequaat toekomstbeeld
Wij hebben, zoals blijkt uit het voorgaande, expliciet invloed
op onderhoud en vervanging. Dat geldt niet voor de
ontwikkeling van de capaciteitsvraag als gevolg van nieuwe
woning- en utiliteitsbouw. Aan de hand van kengetallen op
basis van ervaring kunnen we vaststellen welk effect een
bedrijventerrein of een aantal woningen van een bepaald
type heeft op de vraag naar elektriciteit en gas. Belangrijk
daarbij is in een zo vroeg mogelijk stadium te weten waar
dergelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zodat we daar onze
aanleg- en vervangingsprogramma’s aan kunnen aanpassen.
Om een adequaat beeld te krijgen van de toekomst en de
gevolgen voor onze netten, werken we aan een actiever
beleid waarin we doorlopend contact hebben met
gemeenten, projectontwikkelaars en ontwikkelingsmaatschappijen.
Area Management wordt een nieuwe tak
van sport die zich richt op specifieke doelgroepen in ons
werkgebied.
Vaardigheden en kennis
En daarmee zijn we beland bij de misschien wel belangrijkste
factor: onze medewerkers. Wij investeren niet alleen in
materialen en middelen, maar ook in mensen: hun vaardigheden,
hun kennis en de systemen waarmee ze werken. Zo
steken we de komende jaren veel energie in het stroomlijnen
van de grote hoeveelheid gegevens die beschikbaar is over
onze netten. Gekoppeld daaraan trainen we medewerkers in
het slimmer en doelgerichter analyseren en toepassen van die
informatie, zodat (ook) ‘in het veld’ een beter beeld ontstaat
van de staat waarin een bepaald deel van het net verkeert.
Daarnaast zullen we meer en meer werken met verschillende
scenario’s - bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten die op
verschillende manieren kunnen verlopen - en de vaardigheden
van medewerkers in het daarmee omgaan.
Het tekent het belang dat wij hechten aan het investeren in
onze netten én in onze medewerkers. Zo kunnen we de
komende jaren goed inspelen op een veranderende vraag
naar elektriciteit en gas.
13
Omgeving en visie

Jaarrekening ENECO NetBeheer B.V.
14

Het belang van een goede en
veilige gasinfrastructuur
15
Omgeving en visie

Het belang van een goede en
veilige gasinfrastructuur
Innoveren en samenwerken helpt om
gasvoorziening op kwalitatief hoger
peil te krijgen
Ieder mens wil veilig wonen en zich
veilig op straat kunnen begeven. Maar
zo vanzelfsprekend is dat niet. Allerlei
omgevingsfactoren en partijen hebben
namelijk invloed op die veiligheid. Als
netbeheerder hebben we een goede
en veilige gasinfrastructuur hoog op
onze prioriteitenlijst staan. Daarom
gaan we actief de dialoog met onze
omgeving aan.
16

Het belang van een goede en veilige gasinfrastructuur
ENECO NetBeheer besteedt veel aandacht aan de verbetering
en instandhouding van de veiligheid. Dat doen wij bijvoorbeeld
door innoveren, veiligheidsinspecties (zo’n 6.000 per
jaar), het in kaart brengen van grondzakkingen en grondwaterstanden
en het deelnemen in normcommissies en landelijke
overleggen. Maar wat als de omgeving van mening is
dat iedere vierkante meter geld kost? Als projectontwikkelaars
en bouwbedrijven een hoge bouwsnelheid
willen en weinig oponthoud? En als er steeds vaker te weinig
ruimte is om leidingen neer te leggen? Als netbeheerder
willen we geen concessies doen aan de veiligheid. We zijn
dan ook regelmatig genoodzaakt bouwkundige voorzieningen
af te keuren of gas af te sluiten. Die sancties vallen
niet altijd goed, maar ze zijn nodig omdat we onze
verantwoordelijkheid serieus nemen. Door andere partijen
deelgenoot te maken van onze afwegingen, merken we dat
we meer begrip creëren voor onze keuzes.
Ernst
Maatregelen nemen is allesbehalve eenvoudig. Maatschappelijk
gezien is het ook nogal ingrijpend, want waar begin en
waar eindig je? Met gemeenten, projectontwikkelaars en
bedrijven gaan we proactief in gesprek over maatregelen om
het gasnet veiliger te maken. Bijvoorbeeld als de grond zakt
en onze aansluitingen boven de grond komen te liggen. Bij
particulieren is dat vaak onbegonnen werk. We kunnen niet
bij iedereen het gas afsluiten als de aansluiting in de voortuin
boven de grond komt te liggen, omdat die niet wordt
opgehoogd. Toch nemen we - voor zover het in ons
vermogen ligt – alle mogelijke maatregelen om een goede en
veilige gasinfrastructuur te waarborgen. De Raad van
Veiligheid, de DTe en Staatstoezicht op de mijnen zien daar
op toe. Na een aantal sancties begrijpen de bouwbedrijven
dat het ons ernst is. Ze vragen ons nu steeds vaker wat ze het
beste kunnen doen. Onze dialoog met de omgeving begint
dus zijn vruchten af te werpen. Het uiteindelijke doel is dat
iedereen zich straks bewust is van de veiligheidseisen.
Innovaties
Innoveren helpt ons ook om de gasvoorziening op een
kwalitatief hoger peil te krijgen en daarmee de veiligheid te
17
Omgeving en visie

Het belang van een goede en veilige gasinfrastructuur
waarborgen. Zo hebben wij als ENECO NetBeheer de aanzet
gegeven voor de ontwikkeling van een grote gasaansluiting
die ook geschikt is voor zakkende grond en niet gevoelig is
voor corrosie. Belangrijk, omdat grondzakking één van de
belangrijkste oorzaken is van een verhoogd veiligheidsrisico
binnen het beheersgebied van ENECO NetBeheer. Ook
hebben wij het gaslek zoeken met GPS-systeem ingevoerd.
Daarmee kunnen we geconstateerde lekken sneller
registreren, veiligstellen en de kwaliteit borgen. We zijn ook
behoorlijk trots op de invoering van de zogenoemde meetkoffer
voor het functioneel inspecteren van gasinstallaties.
Door de functionele inspecties van gasstations eenduidiger
uit te voeren, zijn de resultaten onderling beter vergelijkbaar,
en is het veiligheidsrisico tijdens de inspectie lager.
Landelijke initiatieven
Voor nieuwe constructies moeten bouwbedrijven als eerste
voorzieningen treffen. Om de bouwbedrijven tegemoet te
komen, hebben we in overleg met de Stichting Bouw
Research een landelijk naslagwerk voor de bouwbedrijven
ontwikkeld. In deze ‘bibliotheek’ kunnen de bouwbedrijven
alles nalezen wat met de bouw te maken heeft, inclusief de
oplossingen voor nutsaansluitingen. In dat gedeelte kunnen
we in de toekomst onze informatie en wensen kwijt. De
bibliotheek wordt naar verwachting eind 2008 gepubliceerd.
We verwachten veel van onze initiatieven om landelijk zaken
op het gebied van veiligheid te verbeteren. Onze
gasluchtcampagne was daar in 2006 al een goed voorbeeld
van. De campagne was zo’n succes dat hij door andere
energiebedrijven werd overgenomen. We hebben daarnaast
veel energie gestopt in de standaardisatie van het
meterkasttype voor het midden- en kleinbedrijf. Na tien jaar
is het eindelijk gelukt! De energiebedrijven hebben ook op
dit gebied goed samengewerkt.
Lange adem
We moeten een lange adem hebben als we veranderingen
willen doorvoeren. Als mensen al 30 jaar op dezelfde manier
werken, verloopt een dergelijk proces moeizaam en lang-
18

Het belang van een goede en veilige gasinfrastructuur
zaam. Maar verandering is nodig als we storingen en
incidenten willen voorkomen. Als we de dialoog met onze
omgeving blijven opzoeken, kunnen we onze veiligheidsdoelstellingen
voor de gasvoorziening zeker bereiken.
19
Omgeving en visie

Jaarrekening ENECO NetBeheer B.V.
20

Veiligheidsindicator
21
Omgeving en visie

Veiligheidsindicator
Objectieve maat voor de veiligheid
Nog een paar jaar wachten en de
veiligheidsindicator, nu nog in
ontwikkeling, kan zijn werk doen: een
objectieve indicatie geven van de
kwaliteit van het complete gasdistributienet
van de netbeheerder.
Met behulp van de veiligheidsindicator
kunnen de gasnetten van netbeheerders
ook onderling worden
vergeleken; een belangrijke stap op de
weg naar verdere kwaliteitsverbetering.
22

Veiligheidsindicator
Het idee om de veiligheidsindicator te ontwikkelen, kwam
het afgelopen jaar binnen de gassector zelf tot stand. De
sector wilde een objectieve maat voor de kwaliteit van de
gasdistributienetten. Om ze onderling te kunnen vergelijken
en om veranderingen te kunnen volgen. DTe heeft het
voornemen om een kwaliteitregulering in te voeren, ook wel
Q-factor genoemd. De Q-factor geeft straks aan hoeveel
uitval een netbeheerder per jaar heeft en hoe lang klanten
gemiddeld zonder gas zitten.
Ook bepaalt de Q-factor mede hoe groot de omzet van een
netbeheerder mag zijn. De veiligheidsindicator gaat mogelijk
een rol spelen bij die kwaliteitregulering in de zin van
onderhoud, vervanging en risico-inschatting. Uiteindelijk
doel: incidenten vóór zijn en een veiliger situatie voor mens
en omgeving creëren.
Rekenexercitie
De veiligheidsindicator is een rekenexercitie die gebruik
maakt van twee bestaande datasets: de ongevallen- en
incidentenregistratie van Kiwa Gastec en de storingendatabase
van de netbeheerder. Van ieder ongeval of incident
met gas wordt al jaren melding gemaakt bij Kiwa Gastec.
Storingen en hun oorzaken registreert iedere netbeheerder
zelf in een storingendatabase. De gegevens zijn dus
voorhanden en worden ook al jaren door netbeheerders
geanalyseerd. Maar ze werden nog niet gecombineerd. Er
zijn namelijk wel veel storingen, maar die leiden gelukkig
niet altijd tot een incident of een ongeval. Hoe zich dat
precies verhoudt, gaat de veiligheidsindicator straks in kaart
brengen.
In een statuut is vastgelegd hoe de berekening van de
veiligheidsindicator tot stand komt. Dit statuut is met de
gezamenlijke netbeheerders opgesteld. De berekening komt
op het volgende neer. Als er bijvoorbeeld een woning
ontploft heeft dat een oorzaak, bijvoorbeeld een lekke of
gebroken hoofdleiding. Maar niet iedere lekke of gebroken
hoofdleiding leidt tot een ontploffing. Het afgelopen jaar
hebben we dan ook gekeken naar de oorzaken van
incidenten en ongevallen. Bijvoorbeeld graafwerkzaamheden
door derden, een gaslek of een montagefout. Die oorzaken,
23
Omgeving en visie

Veiligheidsindicator
de zogenaamde precursors, hebben we allemaal benoemd.
Voor de uiteindelijke totstandkoming van de veiligheidsindicator
laten we vervolgens statische technieken los op de
bestaande storingsdata en brengen daarmee een weging tot
stand. Die weging bepaalt wat het risico is van een storing en
wat het effect is op de veiligheid. Dat getal wordt vervolgens
langs de precursorlijst (de storingen die we op jaarbasis zien)
gehouden, leidt tot een vermenigvuldiging en uiteindelijk tot
de veiligheidsindicator. Een voorbeeld: als een storing een
risicofactor 10 krijgt toegekend en er vinden 10 van die
storingen per jaar plaats, telt dat dus voor 100 mee in de
veiligheidsindicator. Hoe hoger dus het risico, hoe slechter
het is voor de veiligheid en hoe groter de noodzaak om actie
te ondernemen.
Gedegen markeringspunt
Om de veiligheidsindicator over vier jaar een gedegen
markeringspunt te geven, moet de registratie van storingen
bij netbeheerders uniformer en nauwkeuriger plaatsvinden
en moet de kwaliteit van de gegevens omhoog. We moeten
meer meten en over een langere periode. Daarom gaan alle
netbeheerders de komende jaren met bestaande datagegevens
historie opbouwen. Daar zijn we het afgelopen jaar
al mee begonnen. De gegevens die nu beschikbaar zijn,
hebben een relatieve waarde omdat ze nog niet altijd op een
eenduidige manier werden geregistreerd. Dat begint bij de
basisgegevens, de registratie van wat monteurs precies op
locatie doen. Zij moeten storingsformulieren in de toekomst
op dezelfde mannier gaan invullen en administratief
verwerken in het storingregistratiesysteem Nestor. Daaruit
vinden ook de rapportages naar de DTe plaats. Via werk
overleggen worden monteurs de komende tijd op de hoogte
gebracht van de nieuwe werkwijze. Een verbeterd registratiesysteem
dat foutief registreren zoveel als mogelijk uitsluit
moet uiteindelijk leiden tot een stabiele en betrouwbare
veiligheidsindicator.
Gevolgen voor bedrijfsvoering
De veiligheidsindicator zegt straks dus iets over het risico dat
een netbeheerder de afgelopen periode in het net had, en is
daarmee een maat voor de veiligheid. Maar zover is het nog
24

Veiligheidsindicator
niet. Het beeld van de veiligheidsindicator moet stabiliseren.
Pas daarna kunnen we inschatten hoe de normen straks
liggen en bepalen wat we met de gegevens gaan doen.
Binnen ENECO NetBeheer wordt op dit moment gewerkt aan
een systematiek waarbij de verschillende ENECOnetbeheerders
onderling kunnen worden vergeleken.
Hiervoor wordt de veiligheidsindicator al gebruikt. Landelijk
wordt één keer per jaar van alle netbeheerders een rapport
opgemaakt. Met ontwikkeling van de veiligheidsindicator
laten we nu al zien dat wij als netbeheerder het onderwerp
veiligheid hoog op de agenda hebben staan.
25
Omgeving en visie

Netinteractie in het kader
van verduurzaming
27
Omgeving en visie

Netinteractie in het kader
van verduurzaming
Opwekking en verbruik veranderen;
netbeheerder is verbindende factor
Sla een krant open of kijk naar een
nieuwsuitzending en tien tegen één
dat het woord ‘duurzaamheid’ ergens
valt. En terecht: we moeten samen
werken aan een duurzame samenleving
en zorgvuldig omgaan met onze
energiebronnen. Veel hangt daarbij af
van de manier waarop we energie
opwekken en verbruiken. Als
netbeheerder proberen we onze gasen
elektriciteitsnetten aan die
ontwikkelingen aan te passen.
28

Netinteractie in het kader van verduurzaming
Duurzame ontwikkelingen in de vraag naar en het aanbod
van elektriciteit en gas raken ons wezen als netbeheerder.
Onze belangrijkste taak is het faciliteren van de energiemarkt.
Een markt waarin opwekking en verbruik veranderen,
maar waarin wij letterlijk de verbindende factor beheren.
Niet alleen nu, maar - als het aan ons ligt - ook in de
toekomst. Dat betekent dat we een actieve rol willen en
moeten spelen in bestaande en toekomstige veranderingen
in energieopwekking en -verbruik.
Daarnaast werken we als bedrijf aan duurzaamheid, onder
meer in materiaalkeuze. Onze componenten gaan in de regel
tot wel veertig jaar mee en kunnen na die tijd (deels) worden
hergebruikt. Hun levensduur is daarmee veel langer dan
apparatuur in de markt; een cv-ketel gaat tien tot vijftien
jaar mee, consumentenapparatuur soms maar twee jaar. Dat
betekent dat tijdens de levenscyclus van een component,
meerdere keren iets kan veranderen in de energievoorziening
in een woning. Met alle gevolgen van dien voor het
elektriciteit- en gasnet.
In kaart brengen
Die veranderingen kunnen we voor een deel voorzien. Zo is
redelijk zeker dat op vrij korte termijn veel meer decentrale
opwekking gaat plaatsvinden. Het energienet verandert
daardoor van een transportnet (van enkele elektriciteit- of
gasproducenten naar klanten) in een uitwisselingsnet waarin
veel meer partijen gas en stroom leveren. De kunst is in kaart
te brengen welke ontwikkelingen daadwerkelijk plaatsvinden
op het gebied van duurzaamheid.
De doorbraak van de micro-WKK is een zekere ontwikkeling
en de uitrol ervan slechts een kwestie van tijd. Dit apparaat
vormt een vervangingsmarkt voor HR-ketels in met name
bestaande woningen. Waarschijnlijk verloopt de introductie
via woningcorporaties, dus met blokken of wijken tegelijk.
micro-WKK’s verbruiken weliswaar iets meer gas dan
traditionele HR-ketels, maar halen daar naast warmte ook
elektriciteit uit. Het is goed mogelijk dat ENECO NetBeheer
meer dan andere netbeheerders met deze ontwikkeling te
maken krijgt. Van de veertig achterstandswijken die het
ministerie van VROM in Nederland heeft aangewezen, liggen
29
Omgeving en visie

Netinteractie in het kader van verduurzaming
er 18 in ons werkgebied. Als we aanhaken op veranderingen
in die wijken, biedt ons dat de kans om dáár vernieuwingen
en innovaties op energiegebied toe te passen.
In nieuwbouwprojecten zullen mogelijk meer en meer
warmtepompen worden geïnstalleerd met elektriciteit, die
lage temperatuur warmte met een zeer hoog rendement
omzetten in bruikbare warmte. Opwekking via fotovoltaïsche
cellen (zonne-energie) is een andere reële optie. Op het
gebied van aardgasvoorziening neemt het bijmengen van
biogas waarschijnlijk verder toe en is gebruik van waterstof
eventueel een optie voor de langere termijn.
Proeven
Al die ontwikkelingen kunnen al op korte termijn, twee jaar
na nu, tot gevolg hebben dat op wijkniveau evenveel gas en
elektriciteit worden gemaakt en opgewekt als verbruikt. De
netbeheerders in Nederland doen daarom nu al proeven om
te onderzoeken welke netinteractie dat oplevert. Zo beschikt
ENECO NetBeheer samen met andere netbeheerders over een
proefopstelling waarin het effect van een met micro-WKK’s
uigeruste wijk kan worden getest. Wat er bijvoorbeeld
gebeurt als ze allemaal tegelijk aan gaan of juist uit. Of wat
het effect is van kortsluiting en welke aanpassingen we aan
de hand van die informatie aan het elektriciteitsnet moeten
doen om het geschikt te maken voor maximale micro-WKK
toepassing.
Op het gebied van gasvoorziening mengt ENECO Energie op
beperkte schaal al biogas bij het gangbare aardgas. In
principe moeten die twee dezelfde eigenschappen hebben,
maar in biogas kunnen ook wel eens andere stoffen zitten.
Waar ENECO Energie als leverancier vooral kijkt naar de
kwaliteit van het gas, zijn we als netbeheerder met name
geïnteresseerd in de fysieke invloed van dat ‘nieuwe’
mengsel op gasleidingen. Daarnaast worden op een andere
locatie lage percentages waterstof bijgemengd. Voordeel
daarvan is dat de verbranding minder CO2 oplevert. Aan de
andere kant geldt hetzelfde als bij biogas: de vraag of
veiligheid en kwaliteit op peil blijft en hoe het net er in de
praktijk op reageert.
30

Netinteractie in het kader van verduurzaming
Systeem operators
Veranderingen in het elektriciteits- en gasnet hebben, zoals
blijkt uit het voorgaande, consequenties voor alle netbeheerders
en ook landelijk gezien kunnen de gevolgen ver
strekken. Nu zijn er nog twee systeem operators, TenneT en
Gasunie, die landelijk zorgen voor de balans in respectievelijk
het elektriciteits- en gasnet. Met een toename van de
decentrale opwekking is de vraag of er niet op regionaal of
zelfs lokaal niveau ook dergelijke ‘system operators’ moeten
komen, om juist daar te zorgen voor balans. Zo’n aanpak zou
de netbeheerder ook helpen bij het efficiënt aanleggen en
onderhouden van de elektriciteit- en gasnetten. De vraag
wordt mogelijk in hoeverre de regulering lokaal ingrijpen
door de netbeheerder zal gaan toestaan.
Taskforce Energietransitie
Het is hoe dan ook belangrijk duurzaamheid niet als uitdaging
voor elke afzonderlijke netbeheerder te zien, maar
als opgave voor alle bij de productie van stroom en gas
betrokken partijen. Ook de regering ziet de noodzaak
daarvan in. Daarom is er de Taskforce Energietransitie, een
samenwerkingsverband van kennisinstituten, marktpartijen
en energiebedrijven, dat werkt aan een visie op de duurzame
energievoorziening in 2050, en de weg daarnaar toe. ENECO
NetBeheer is vanzelfsprekend betrokken bij dit initiatief.
Voor die 43 jaar zijn inmiddels zes transitiepaden uitgewerkt
waarin we samen proberen los te komen van de waan van de
dag en keuzes maken over hoe de toekomst er uit kan zien.
Vervolgens bepalen we de logische stappen daar naartoe.
Bijvoorbeeld door ons te realiseren dat de micro-WKK en de
warmtepomp waarschijnlijk een belangrijke rol gaan spelen,
maar dat de kans dat we ze in dezelfde wijk tegenkomen
klein is. Het gaat immers om twee totaal verschillende
markten. Combinaties met fotovoltaïsche opwekking zijn dan
weer in beide gevallen goed mogelijk, net zo goed als de
bredere toepassing van biogas en waterstof als brandstof.
De tijd zal leren of onze keuzes juist zijn. In ieder geval
helpen ze ons bij het bepalen van onze strategie, zodat wij
een nuttige bijdrage leveren aan een duurzamer
samenleving.
31
Omgeving en visie

Jaarrekening ENECO NetBeheer B.V.
32

Complexiteit in de ondergrond
33
Omgeving en visie

Complexiteit in de ondergrond
Steeds moeilijker manoeuvreren in
steeds beperktere ruimte
Ruimte wordt schaarser en duurder;
zeker in binnensteden en grote
industriegebieden is de grond bijna
niet meer te betalen. Iedere meter
wordt benut voor parkeergarages,
appartementencomplexen en met
hardsteen geplaveide winkelpleinen.
Ook voor de ondergrond heeft het
nadelige gevolgen. Steeds meer
partijen moeten hun voorzieningen
aanbrengen in een steeds kleiner
wordende ruimte.
34

Complexiteit in de ondergrond
Met de toename van bebouwing, stapelen ondergrondse
voorzieningen zich ook op. Letterlijk en figuurlijk soms.
Riolering, gas, elektriciteit, ondergrondse vuilcontainers,
reclameborden, verkeersborden: ze moeten allemaal een plek
krijgen. Gevolg: de beschikbare ruimte raakt op. En waar nog
wel ruimte is, wordt die steeds vaker hermetisch afgesloten.
Meer en meer gemeenten kiezen voor natuurstenen plaveisel
op pleinen in met name de binnenstad, waardoor we
moeilijker of helemaal geen toegang meer tot de ondergrond
kunnen krijgen. Ze verlangen van ons dat we de
nieuwe panden netjes aansluiten én dat we garanderen dat
we de komende 15 jaar niet meer bij de voorzieningen
hoeven te zijn. Dat laatste is bijna onmogelijk. Als er later
een nieuwe klant bij komt, moeten we die toch aansluiten.
En als er een storing is, moeten we die zo snel mogelijk
kunnen verhelpen. Om partijen inzicht te geven in onze
belangen, proberen we in een zo vroeg mogelijk stadium met
ze samen te werken.
Tegenstrijdige belangen
En daar wordt de problematiek complexer. Allereerst spelen
veel partijen met vaak tegenstrijdige belangen er een rol bij.
Partijen die soms drukker zijn met het verstevigen van hun
eigen rechtspositie en het uitvaardigen van regels, dan met
het gezamenlijk oplossen van het probleem. De oplossing
wordt vaak gezocht in de variant die het minst kost, maar dat
is meestal niet de meest effectieve en veilige oplossing.
Daarnaast doen overheden ook een duit in het zakje en
proberen ze hun financiële positie veilig te stellen door hun
kosten in dwingende regelgeving bij ons neer te leggen. Of
ze bedenken regels in de vorm van verordeningen. Daarbovenop
komt dan nog de centrale overheid met allerhande
administratieve verplichtingen.
Kortom, de weg naar constructief overleg lijkt lang. Lijkt,
want bij een aantal gemeenten hebben we het overleg over
plannen op lange en middellange termijn uit het slop kunnen
halen. Die overleggen waren vroeger heel gewoon toen we
nog een gemeentebedrijf waren, maar de laatste jaren
werden ze eerder uitzondering. Hoewel deze langlopende
processen veel energie kosten, hebben onze inspanningen
wel resultaat. Zo zijn er al verschillende convenanten met
35
Omgeving en visie

Complexiteit in de ondergrond
gemeenten en andere partijen gesloten. Daarin hebben we
afgesproken hoe we het probleem van de beperkte ruimte
aanpakken en welke afspraken we er met elkaar over maken.
Inventieve oplossingen
Maar daarmee zijn we er nog niet. Met een beperkter
wordende ruimte moeten we ook inventiever zijn in het
bedenken van oplossingen om onze voorzieningen kwijt te
kunnen. Normaal gesproken liggen de voorzieningen van
verschillende partijen naast elkaar in de ondergrond en
graaft iedereen zijn eigen sleuf als er problemen zijn. Door
de beperkte ruimte liggen al die kabels en leidingen tegenwoordig
óp elkaar. Dan is het dus nóg belangrijker dat alle
partijen goed met elkaar samenwerken, om te voorkomen
dat de onderste partij altijd alles weg moet halen en alle
kosten moet dragen. Voor zover het financieel maar ook
technisch verantwoord is, anticipeert ENECO NetBeheer op
die situaties. We proberen vooruit te kijken door in overleg
uitwijktracés aan te leggen, of een reservetracé waar de
toplaag wel redelijk makkelijk te verwijderen is. Dat laatste
hebben we in Den Haag gedaan. Daar werken we momenteel
ook aan een ondergrondse, betreedbare tunnel die alleen
gebruikt wordt voor kabels en leidingen. Een heel mooie,
maar dure oplossing, waarin alle partijen extra investeren.
Nieuwe wetgeving
Met ingang van 1 januari 2008 wordt de Wet Informatie
Uitwisseling Ondergrondse Netten (WIUON) van kracht. In die
wet – ook wel ‘grondroerdersregeling’ genoemd - is
vastgelegd dat partijen verplicht een zogenaamde klikmelding
bij het kadaster doen als ze gaan graven in de
ondergrond. Graafwerkzaamheden zijn nog steeds oorzaak
nummer één van schade aan netten. De netbeheerders
worden via deze wet verplicht te melden wat ze in de grond
hebben liggen, en die gegevens op termijn ook digitaal aan
te leveren. De wet heeft ook als doel de kwaliteit van de
gegevens te verhogen; dat levert nog meer verplichtingen
op. Als een graver onze kabel bijvoorbeeld niet op de
ingetekende plaats kan vinden omdat die 40 jaar geleden is
gelegd en ingemeten, moeten we binnen 20 werkdagen de
juiste maat in ons systeem hebben verwerkt. Een ander
36

Complexiteit in de ondergrond
onderdeel van de wet is dat het toezicht houden op werk aan
of bij gevaarlijke leidingen verplicht wordt.
De invoering van de wet heeft een enorme invloed op de
manier waarop wij straks onze systemen inrichten, hoe we
informatie verstrekken en wat we moeten doen als er een
schademelding is. Gelukkig is er een overgangsregeling en
hoeven we onze informatie pas vanaf 1 januari 2009 digitaal
aan te leveren. We hebben dus nog een jaar om de
aanpassingen te realiseren van het ICT-proces. Die tijd
hebben we ook hard nodig om de implementatie te doen.
37
Omgeving en visie

Jaarrekening ENECO NetBeheer B.V.
38

PAS55
39
Omgeving en visie

PAS55
Assetmanagement: méér dan ‘in de
gaten houden’
‘Netbeheer doen we al jaren, maar
assetmanagement is een vak apart’.
Het is een constatering die je bij
ENECO NetBeheer steeds vaker hoort.
En hij staat niet op zichzelf: in
(inter)nationale ontwikkelingen in de
energie- en watersector is dezelfde
trend zichtbaar. Assetmanagement is
immers méér dan het in de gaten
houden van onze bedrijfsmiddelen.
40

PAS55
Bij het beheer van onze energienetten konden we voorheen
wel volstaan met het regelmatig bekijken en inspecteren van
de bedrijfsmiddelen. Vervolgens besloten we of ze onderhoud
nodig hadden. Tegenwoordig maken onze bedrijfsmiddelen
- ‘assets’ - deel uit van steeds complexer wordende
elektriciteits- en gasnetwerken. Deze netwerken zijn het
productiemiddel van een netbeheerder. Beoordelen of
onderhoud of vervanging van assets noodzakelijk is, gaat dan
ook verder dan alleen de bepaling van de toestand van een
afzonderlijke component. We toetsen tegelijk of een
component de gewenste bijdrage aan een kwalitatief goed
productieproces levert.
Bijdrage aan bedrijfsdoelstellingen
Deze afwegingen passen in een model waarin we eerst de
risico’s vaststellen die een eventuele afwijkende staat van een
bedrijfsmiddel met zich meebrengen. Aan de hand van die
risico’s bepalen we of we in actie moeten komen. We starten
dan bijvoorbeeld een studie naar de aanpassing van de
component, of we vervangen hem direct. Maar het risico kan
ook zo klein zijn dat we niet direct actie hoeven te
ondernemen. In dat geval blijft het risico dus bestaan en
bewaken we het zorgvuldig. Hebben we eenmaal vastgesteld
wat we naar aanleiding van een bepaald risico moeten doen,
dan maken we nog de afweging welke acties prioriteit
verdienen omdat ze de grootste bijdrage leveren aan onze
bedrijfsdoelstellingen. Onze assets zijn immers de productiemiddelen
waarmee we de doelen van ENECO NetBeheer
realiseren. Deze bedrijfsdoelen liggen ten grondslag aan
investeringskeuzes en ze zijn gerelateerd aan financiën,
veiligheid en gezondheid, de kwaliteit van ons product, onze
reputatie, ons imago en de vraag of we voldoen aan wet- en
regelgeving.
Goed assetmanagement
We voeren het assetmanagement niet alleen uit vanwege
onze doelstellingen, maar ook vanuit onze bedrijfswaarden.
‘Goed’ assetmanagement betekent daarom dat we een hele
cyclus gesloten willen krijgen. Die cyclus bestaat uit de
huidige fysieke toestand van de assets, het risico dat deze
toestand met zich meebrengt, de te ondernemen actie, de
41
Omgeving en visie

PAS55
juiste prioriteiten en de evaluatie van de nieuwe toestand
van de assets. Deze nieuwe toestand zorgt ervoor dat een
asset een andere positie krijgt in de ‘risicomatrix’, waarin we
de omvang van een risico vaststellen. Deze matrix is de basis
voor het bepalen van de meerjarenplannen en budgetten.
Uiteindelijk ontstaat een lijst van risicodragende projecten
die we op basis van prioriteit vertalen naar concreet uit te
besteden werk.
Deze methode van risicomatrix, prioriteiten en bedrijfsdoelen
zorgt ervoor dat we alle relevante risico’s aanpakken en dat
we de best mogelijke acties ondernemen. Ook de DTe erkent
deze werkwijze als de juiste: een omgeving waarin de netbeheerder
haar risico’s herkent, afweegt en de juiste acties
onderneemt. We zijn nu bezig deze werkwijze volledig in te
vullen. Met andere woorden: we gaan van het beheer van
bedrijfsmiddelen via de eerste vormen van assetmanagement
(met de nadruk op aanpakken van de geconstateerde risico’s,
de beste engineering en uitbesteden van het werk) naar
goed assetmanagement. Precies wat de DTe als toezichthouder
van ons vraagt.
PAS55
Om de kwalificatie ‘goed assetmanagement’ te kunnen
bereiken, hebben we ons nader georiënteerd op PAS55. Dit is
een specificatie van ‘good asset management’, opgesteld
door de British Standards Institution. PAS55 staat voor
‘Publicly Available Specification for the optimised management
of physical assets and infrastructure’. Het is een
standaard die vergelijkbaar is met ISO9001:2000. Alleen daar
waar ISO9001:2000 passend is voor productieprocessen richt
PAS55 zich specifiek op het beheer van grote aantallen
bedrijfsmiddelen. Deze standaard beschrijft in 21 heldere
definities de eisen aan geoptimaliseerd assetmanagement in
de hele levenscyclus van assets.
De reden dat we ons juist oriënteren op PAS55 is dat deze
standaard uitgaat van de gesloten keten tussen risico’s, acties
en resultaten zoals wij die nastreven. Bedrijven die al eerder
volgens PAS55 zijn gaan werken, blijken uitstekende
resultaten te boeken. Daarnaast zorgt PAS55 ervoor dat we
op veel breder gebied dan alleen energie-assets ervaring
42

PAS55
kunnen opdoen: ook bedrijven met grote aantallen andere
assets gebruiken de specificatie.
Op dit moment analyseren we hoe ver onze processen en
werkwijzen verwijderd zijn van PAS55. Aan de hand daarvan
bepalen we of, hoe en binnen welke termijn we de ‘gaten’
kunnen dichten. Vervolgens maken we de definitieve keuze:
laten we ons volgens PAS55 certificeren of niet? De vraag is
daarbij ook of de DTe deze stap volgt binnen de ruimte die
gedifferentieerd toezicht biedt. In Engeland, waar de
standaard al zo’n tien jaar bestaat, heeft toezichthouder
Ofgem (De Engelse DTe) PAS55 sterk aanbevolen omdat een
gecertificeerd energiebedrijf minder toezicht nodig heeft.
Dat kan ook voor Nederland een optie zijn. Los daarvan is het
een goed raamwerk waarmee we via goed assetmanagement
door kunnen verbeteren naar best practices. En verbeteren,
daar draait het om.
43
Omgeving en visie

E N E C O N e t B e h e e r
K w a l i t e i t s - e n C a p a c i t e i t s d o c u m e n t
G a s
2 0 0 8 - 2 0 1 4
Algemene uitgangspunten en KBS

Inleiding
Dit document is het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas [KCD-G] 2008-
2014 van ENECO NetBeheer B.V., zoals vereist in de Gaswet en de hierop
aansluitende “Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van
20 december 2004 nr. WJZ 4082582” van de Minister van Economische
Zaken, zoals deze is gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253 van 30
december 2004.
Dit tweede Kwaliteits- en Capaciteitsdocument hebben we opgesteld om te
voldoen aan de geldende wetgeving. De inhoud geeft, zoveel mogelijk in de
volgorde van de artikelen van de “Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer
elektriciteit en gas”, de inhoud van onze interne meerjarenplanning. Verder
hebben we bij het opstellen van dit KCD-G rekening gehouden met de
beleidsregel uit 2005 en het concept toetsingskader zoals in oktober 2007
gepresenteerd. De ervaringen uit de beoordeling van het KCD 2006-2012 en
het rapport naar aanleiding van de audit daarover hebben we gebruikt om
op een aantal punten verbeteringen aan te brengen.
ENECO NetBeheer representeert meerdere netbeheerders, die juridisch
gescheiden zijn en waarover wij, conform de wet, afzonderlijk moeten
rapporteren. Om de hoeveelheid informatie compact en overzichtelijk te
houden hebben we ervoor gekozen om al die zaken die voor al de ENECO
netbeheerders gelijk zijn, in dit algemene deel te beschrijven. Dit weerspiegelt
de eenheid van beleid en uitgangspunten zoals we deze binnen
ENECO NetBeheer hanteren. In het volgende deel geven we per netbeheerder
afzonderlijk de verantwoording zoals deze van ons wordt geëist.
Tenslotte hebben wij een afzonderlijke vertrouwelijke bijlage opgesteld
waarin wij de te rapporteren vertrouwelijke gegevens vermelden.
47
Algemene uitgangspunten en KBS

Algemene ontwikkelingen
Dit Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas geeft de ontwikkelingen weer
die de gasnetwerken van ENECO NetBeheer in de komende vijf tot zeven
jaar doormaken. Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen.
Uitbreidingen
In de komende periode worden gemiddeld ongeveer 21.000 nieuwe aansluitingen
per jaar gerealiseerd. Gemiddeld worden ongeveer 4.000 aansluitingen
per jaar ontmanteld. Hiermee neemt het aantal gasaansluitingen
met ongeveer 17.000 per jaar toe. Het eerste getal weerspiegelt de te
plegen investeringen, het tweede leidt rechtstreeks tot een toename van het
piekuurverbruik.
Woningbouwprognose ENECO totaal (Gas)
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
2007
2008
2009
2010
In deze cijfers hebben we er rekening mee gehouden dat zowel een deel
van de nieuwbouwwoningen als een deel van de stadsvernieuwingsaansluitingen
niet van gas worden voorzien maar worden aangesloten op
warmtedistributie.
De verandering als gevolg van woningbouw leidt, in combinatie met de
ontwikkeling van bedrijventerreinen, tot de uiteindelijke totale
geprognotiseerde vraag. Daarnaast houden we diverse trends nauwlettend
in de gaten zoals:
• piekuurverbruik aan de gasinkooppunten
• de verlaging van het specifieke verbruik door efficientieverbetering in de
woning
• gecombineerde productie van warmte en elektriciteit
Het gemeten piekuurverbruik in de gasontvangststations laat de laatste
jaren zien dat de totale gasvraag in het consessiegebied van ENECO
NetBeheer, ondanks het toenemen van het aantal klanten, niet groeit.
Het gevraagde piekuurverbruik is getoetst aan de beschikbare netcapaciteit
waarmee die situaties in het net zichtbaar worden waar aanvullende
investeringen noodzakelijk zijn. Deze analyses laten zien dat er de komende
jaren binnen de gasnetwerken geen capaciteitsknelpunten te verwachten
zijn, waarmee de uitbreidingsinvesteringen nagenoeg uitsluitend worden
bepaald door netuitbreiding naar nieuwe klanten en het realiseren van de
aansluitingen.
48
2011
Nieuwbouw
Toename/Afname
2012
2013
2014

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Vervangingen
Ons vervangingsbeleid voor gas wordt gestuurd door het risico van de
technische staat van de bedrijfsmiddelen voor de gasvoorziening. De kans
op uitval – onderbreking – van de levering blijkt bij gas een ondergeschikt
gegeven. Gemiddeld wordt een klant per jaar slechts enkele seconden
getroffen door een onderbreking van de gaslevering, oftewel eens in de
circa 250 tot 500 jaar voor één tot twee uur. Aan de andere kant is het risico
voor de veiligheid een belangrijker gegeven. Vrije gasuitstroom kan immers
leiden tot een veiligheidsissue. Er is kans op explosie of brand, mogelijk
leidend tot persoonlijk letsel.
Onderstaand figuur geeft voor het hoge druk net, de gasdrukregelinstallaties,
het lage druk net en de aansluitingen, de vervangingen weer
voor de komende jaren voor het totaal van alle ENECO netbeheerders.
Vervangingen gasassets per jaar (% van totale populatie)
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0
2009
2010
2011
Duidelijk zichtbaar is de geplande toename aan vervangingen voor het
hoofdnet voor de komende jaren. Een langzame toename wordt voorzien
naar circa 2% per jaar in 2020 op basis van een verwachte gemiddelde
levensduur van circa 50 jaar in combinatie met de toename van het aantal
assets in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Het percentage vervangingen van aansluitingen ligt hoger. Dit is vastgesteld
op basis van een verwachte gemiddelde levensduur, in combinatie met een
aantal vervangingen van jongere aansluitingen in corroderende en zakkende
grond. Als gevolg hiervan ligt het vervangingsniveau op dit moment
enigszins boven de 2,5%. Dit percentage zal, wanneer deze inhaalslag is
afgerond, zakken naar circa 2% rond 2020. Het noodzakelijke aan
vervangingsniveau wordt gemonitord door het uitvoeren van veiligheidsinspecties.
Hierbij graven we steekproefsgewijs aansluitingen en netdelen
vrij om een beoordeling van de kwaliteit te kunnen doen.
De vervangingen van de gasdrukregelstations liggen min of meer op een
stabiel niveau.
Voor de prioritering van de feitelijke vervangingsprojecten wordt naast de
kwaliteit van de assets gekeken welke risico’s we lopen. Zo heeft bijvoor-
49
2012
2013
Aansluitingen
HD net
LD net
2014 Gasinstallaties
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
beeld een leiding of gasregelstation langs een landweg een lager risico dan
een leiding of regelstation die in de zelfde staat verkeert in een winkelstraat.
Voor aansluitingen is het soort object dat aangesloten wordt doorslaggevend.
Onderstaande schema’s laten deze risicobeoordelingsmatrices zien.
Risicomatrix leidingen en gasinstallaties
Kwaliteit Assets
Matig
Voldoende
Goed
Als nieuw
Laag risico
Matig risico
Klein gevolg Beperkt gevolg Aanzienlijk gevolg Groot gevolg
Landelijk gebied Stedelijk gebied Stadskern
Risicomatrix lage druk gas aansluitingen
Kwaliteit Assets
Matig
Voldoende
Goed
Als nieuw
Laag risico
Matig risico
De acties in de afgelopen twee jaar hebben geleid tot een zichtbare
verbetering van de kwaliteit van de assets. Hieronder wordt de kwalitatieve
beoordeling uit 2005 vergeleken met de recente beoordeling zoals deze eind
2007 is gedaan voor dit Kwaliteits- en Capaciteitsdocument.
Als nieuw 75%
50
Normaal risico
Normaal risico
Hoog risico
Hoog risico
Klein gevolg Beperkt gevolg Aanzienlijk gevolg Groot gevolg
Meteropstelling Meteropstelling Bungalow, villa, Bungalow, villa,
vrijstaand gevelmontage schakelwoningen schakelwoningen
laagbouw in niet laagbouw in sterk
tot matig zakkende grond,
zakkende grond hoogbouw,
kantoor, school,
ziekenhuis,
bejaardentehuis
Hoge druk 2005 Hoge druk 2007
>1% Matig
15% Voldoende
9% Goed
Goed
Als nieuw 77%
0% Matig
14% Voldoende
9% Goed
Goed

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Lage druk net 2005 Lage druk net 2007
Als nieuw 71%
Als nieuw 11%
Goed Goed 36%
36%
N.B. Voor gasinstallaties is de vergelijking niet gegeven i.v.m. een tussentijdse definitieaanpassing
waardoor in 2005 de aansluitsets niet in de beoordeling zaten en in 2007 wel.
Hierdoor zijn de resultaten niet vergelijkbaar.
Expoitatie
Inspecties en onderhoud aan de gasnetten wordt gedaan conform de in de
handboeken vastgestelde criteria en frequenties. De omvang van de onderhoudsacties
ligt daarbij redelijk vast. Ontwikkelingen op dit gebied richten
wij er op om inspecties en onderhoud effectiever (beter) en efficiënter
(slimmer) uit te voeren. Hiertoe voeren we lekzoeken in met behulp van GPS
positiebepaling en geautomatiseerd inspecteren van de gasdrukregelinstallaties.
Beide acties leiden tot het eenduidig en nauwkeuriger
vastleggen van de gegevens.
De details
2% Matig
16% Matig
26% Voldoende
1% Goed
37% Voldoende
Als nieuw 72%
Tot zover de belangrijkste bevindingen uit dit Kwaliteits- en Capaciteitsdocument.
In dit KCD kunt u verder lezen hoe we de verschillende
beoordelingen van kwaliteit, capaciteit en risico hebben gedaan. Verder
geven we een oordeel over het functioneren van het kwaliteitsbeheerssysteem
en beschrijven we op het hoogste niveau een aantal essentiële
processen. Tot slot geven we per juridische netbeheerder binnen ENECO
NetBeheer, zoals tot 31 december 2007 de situatie was, de resultaten van de
analyses weer, doen we een kwaliteitsoordeel over de netwerken en worden
de noodzakelijke aanpassingen benoemd.
51
Als nieuw 18%
1% Matig
Aansluitingen 2005 Aansluitingen 2007
11% Matig
25% Voldoende
1% Goed
Goed
Goed Goed 36%
36% 35% Voldoende
Algemene uitgangspunten en KBS

De procedure capaciteitraming
Spoor A Spoor B Spoor C Spoor D
Gecalibreerd net
voor de huidige
situatie
Accres %
verbruikers
algemeen
Specifieke
nieuw
grootverbruik
Bekende
grotere
uitbreidingslocaties
Capaciteitsbehoefte 2014
52
Kengetallen
Nieuwbouw
wonen en
industrie

Raming van de noodzakelijke
capaciteit
Om een gasnet te beheren dat voldoet aan de vraag naar gas, bepalen we
regelmatig de huidige en toekomstige behoefte aan gas. We baseren ons
daarbij op onze gegevens over de vraag van nu en de verwachte
veranderingen. Deze veranderingen hangen samen met planologische en
met technische ontwikkelingen, bijvoorbeeld efficiëntere gastoestellen.
De procedure capaciteitraming
In nevenstaand schema geven we de procedure van capaciteitsraming en
knelpuntbepaling. We lichten de vier sporen waarlangs de raming tot stand
komt toe in de volgende paragrafen. De som van deze sporen is de
capaciteitsvraag voor 2014.
Spoor A: kalibratie hogedruknet 2014
In de netberekeningen betrekken we de relevante gegevens zoals die zijn
vastgelegd in het geografisch informatiesysteem (GIS) en het aansluitregister.
Op de invoeringspunten van het HD-net - de gasontvangststations -
vergelijken we de resultaten van deze berekeningen met de waarden van
Gas Transport Services (Gasunie). Deze waarden zijn allemaal gecorrigeerd
naar standaardcondities voor de gasvraag bij -12oC. Een eventueel verschil
analyseren en corrigeren we zó dat de -12oC-situatie correct is gemodelleerd
voor de bestaande netsituatie. Verschillen kunnen bestaan door bijvoorbeeld
afwijkende temperatuurafhankelijkheid van verbruik en
veranderingen in het klantenbestand tussen het moment van de ijkmeting
aan het GOS en het vastleggen van de klantgegevens in het netberekeningsbestand.
Op die manier ontstaat een netmodel. Over dit model berekenen
we het jaarlijkse accres voor de periode 2008-2014; zo bepalen we de
capaciteitsvraag van het huidige klantenbestand in 2014 en ontstaat een
model van het Hoge Druk (HD)-net voor 2014 uitgaande van het klantenbestand
van 2007. Het gehanteerde accres hebben we voor dit document op
nul gesteld, zodat het model 2014 gelijk is aan het model 2007. De reden is
dat het jaarverbruik de laatste jaren per kleinverbruiker een licht dalende
trend vertoont. Deze trend is niet waarneembaar in het piekuurverbruik; de
behoefte aan bijvoorbeeld comfort in de warmwatervoorziening kan een
verklaring zijn.
Spoor B: specifieke nieuwe grootverbruiker
Voor bekende nieuwe grotere klanten voegen we de te verwachten
capaciteitsvraag voor 2014 toe aan het gemodelleerde HD-net. Deze
toevoeging nemen we ook mee in de raming voor Gas Transport Services.
Spoor C: bekende grotere uitbreidinglocaties
Voor bekende grotere uitbreidingslocaties voegen we de te verwachten
capaciteitsvraag voor 2014 toe aan het gemodelleerde HD-net. Deze
toevoeging nemen we ook mee in de raming voor Gas Transport Services.
53
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Spoor D: nieuwbouw wonen en kleine industrie
Ook voor kleine nieuwbouwlocaties voegen we de gevraagde capaciteit op
basis van kengetallen toe aan het net. Dat doen we als de omvang ervan
significant is en op de plaats in het net waar we de vraag naar capaciteit
verwachten. We hanteren de volgende kengetallen voor het specifieke
gelijktijdige piekuurgebruik:
• Per wooneenheid 1,3 kubieke meter per uur
• Kookgasaansluiting 0,2 kubieke meter per uur
• Gelijktijdigheid grootverbruik 70 procent
• Kleine industrie per ha 50 kubieke meter per uur
Betrouwbaarheid van de raming
De betrouwbaarheid van de raming is voor gas niet direct meetbaar.
De piekwaarde uit onze prognose wordt maar zelden bereikt. We hebben
deze piek gedefinieerd onder standaardcondities die slechts incidenteel en
bij benadering voorkomen. Daardoor zijn steeds correcties nodig om terug
te kunnen rekenen naar de normcondities bij -12°C. We corrigeren op basis
van de stooklijn. Deze lijn geeft de temperatuursafhankelijkheid van het
gasverbruik bij verschillende etmaaltemperaturen.
Stooklijn gas
Belasting
(m³/h)
120%
100%
80%
60%
40%
20%
0%
-18,0
Qmax
Qmin
-15,0
-12,0
-9,0
Stooklijn
-6,0
-3,0
0,0
Deze methode kent wat onzekerheden omdat niet alle soorten gasvraag in
gelijke mate temperatuursafhankelijk zijn en de vraag bij lage temperaturen
mede afhankelijk is van de duur van de koudeperiode. In het verleden zijn
nooit problemen ontstaan door een volgens deze methode onjuist bepaalde
piekafname.
54
Temperatuur (TºC)
3,0
6,0
9,0
12,0
15,0
18,0
21,0

Definitie van een knelpunt
In deze paragraaf definiëren we een knelpunt in zowel een normale
bedrijfssituatie als bij een storing.
Normale bedrijfssituatie
We bepalen knelpunten in het HD-net door de gevraagde capaciteit voor
2014 bij -12°C te toetsen aan de beschikbare capaciteit. We kiezen voor deze
ontwerptemperatuur omdat:
• Installateurs centraleverwarmingsinstallaties volgens ISSO-51 ontwerpen
op een laagste ontwerptemperatuur van -10°C. Op grond daarvan
concluderen wij dat het gasverbruik voor ruimteverwarming nauwelijks
toeneemt bij een temperatuur lager dan -10 °C.
• Gastec heeft bepaald dat de toename van het gasverbruik sterk afvlakt bij
een buitentemperatuur lager dan -12°C.
De resultaten van de berekeningen toetsen we aan de uitgangspunten voor
de maximale drukbesteding. De drukbesteding geeft aan hoe ver de gasdruk
in het net zakt als gevolg van het transport. Wanneer de druk in delen van
het HD-net zakt tot onder de minimale waarde, signaleren we dat als
knelpunt. Wanneer we een knelpunt hebben geïdentificeerd, voeren we
voor de jaren tussen 2007 en 2014 berekeningen uit om vast te stellen in
welk jaar het knelpunt ontstaat.
Storingssituaties
Naast het ontwerpen van het gastransportnet in een normale bedrijfssituatie
is het van belang de capaciteit vast te stellen in geval van een
storing in het net. Dit noemen we een N-1-analyse. Voor de N-1-analyse van
het gastransportnet rekenen we met het gasverbruik dat optreedt bij -2 °C.
Bij die temperatuur vinden nauwelijks graafwerkzaamheden plaats - de
grootste veroorzaker van storingen - en komen storingen die tot een onderbreking
in de gasvoorziening leiden, nauwelijks voor. Ook hier toetsen we
de resultaten aan de uitgangspunten voor de minimale druk in het net.
Minimale druk
Het transportnet wordt ontworpen voor de maximale capaciteitsvraag (in
kubieke meter per uur) die verwacht wordt bij een buitenluchttemperatuur
van -12°C. Bij de netberekening houden we een bepaalde minimaal toelaatbare
druk aan. Deze berekenen we aan de hand van onze prognose van de
maximale vraag, verhoogd met een zekerheidsmarge van 15 procent:
• 1,5 bar in een gastransportnet van 8 bar;
• 0,8 bar in een gastransportnet van 4 bar;
• 0,2 bar in een gastransportnet van 1 bar.
De gasdruk regelstations (GDR) zijn ontworpen om de nominale capaciteit te
leveren bij de volgende drukken:
• 3 bar in een gastransportnet van 8 bar;
• 1,6 bar in een gastransportnet van 4 bar;
• 0,35 bar in een gastransportnet van 1 bar.
55
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
In gebieden onder deze minimum voordruk wordt geverifieerd of de
stations in dit gebied ook daadwerkelijk de normale capaciteit moeten
leveren.
56

Vaststellen streefwaardes
Door allerlei omstandigheden kunnen de kwaliteitsindicatoren voor de
netten van de verschillende netbeheerders onderling van elkaar afwijken.
Bijvoorbeeld door een verschillende - historisch ontstane - netopbouw,
verschillende drukniveaus, of een afwijkende bodemgesteldheid.
Desondanks hebben we besloten tot één set indicatoren als streefwaardes.
Dit om de interne besluitvorming consistent te houden en ervoor te zorgen
dat de focus daar komt te liggen, waar voor de klanten van ENECO
NetBeheer als totaal het beste resultaat haalbaar is.
ENECO NetBeheer heeft de volgende kwaliteitsindicatoren in de ministeriële
regeling benoemd:
• de jaarlijkse uitvalduur;
• de gemiddelde onderbrekingsduur;
• de onderbrekingsfrequentie.
Daar komt bij dat de historie van de onvoorziene niet-beschikbaarheid vast
ligt in de NESTOR-rapportages. Deze NESTOR-data is, gezien het beperkte
aantal jaren van registratie en het betrekkelijk lage aantal storingen dat tot
uitval leidt, in statistisch opzicht, van beperkte waarde. NESTOR is dan ook
nog een onzekere bron.
Gezien de aard van de NESTOR-cijfers, is gekozen voor een methodiek
waarmee de kwaliteitsindicatoren als volgt worden gedefinieerd:
• De jaarlijkse uitvalduur is de resultante van onderbrekingsfrequentie en
onderbrekingsduur. Beide zijn direct te beïnvloeden, de jaarlijkse
uitvalduur niet. Wij zijn van mening dat binnen de definitie-eenheid in het
KCD [minuten/jaar] een streefwaarde ‘

Gehanteerde normen
De normenserie EN 12007 wordt binnen de EU gehanteerd voor het
ontwerp, de aanleg en het beheer van gasdistributiesystemen. Voor
Nederland is hieruit de NEN 7244-serie ontwikkeld. Bij het toepassen van de
NEN 7244-serie wordt impliciet verwezen naar alle relevante normen die in
de NEN 7244-delen aan de orde komen, waardoor het systeem consistent is.
Ook verwijst de tekst naar normen die nog worden bewerkt en naar de
KVGN-richtlijnen, voor zover die van toepassing zijn. De verwijzing naar
Arbowet en VIAG is ook onderdeel van NEN 7244-1 (H4). In het kader van de
veiligheid bij de aanleg, het onderhoud en het beheer van het gastransportnet
en het verrichten van transport van gas via het gastransportnet, past
ENECO NetBeheer de normen uit de NEN 7244 –reeks toe.
Het gaat hierbij om de volgende normen:
NEN 7244-1:2003
Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-1
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met
16 bar - Deel 1: Algemene functionele eisen
NEN 7244-2:2004
Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-2
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 2: Specifieke functionele eisen voor polyetheen (MOP tot en met 16
bar)
NEN 7244-3:2004
Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-3
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 3: Specifieke functionele eisen voor staal
NEN 7244-4:2004
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 4: Specifieke functionele eisen voor nodulair gietijzeren leidingen met
een maximale bedrijfsdruk van 8 bar
NEN 7244-6:2005
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 6: Specifieke functionele eisen voor aansluitleidingen
Ontw. NEN 7244-7
Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12327
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 7: Specifieke functionele eisen voor sterkte- en dichtheidsbeproeving
en voor het in bedrijf en buiten bedrijf stellen van gasdistributieleidingen
58

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Onderstaande normen zijn nog in ontwikkeling:
Ontw. NEN 7244-9
Gasvoorzieningsystemen - Leidingen voor maximale druk tot en met 16 bar -
Deel 9: Specifieke functionele eisen voor de controle en behandeling van
lekkage in gasdistributieleidingen
Ontw. NEN 7244-10
Gasvoorzieningsystemen – Bijlage F ‘Meteropstellingen’ uit de NEN
1059:2003
NEN 3650
Voor vergunningverwerving bij rijks- en provinciale overheden
Voor gas stations past de netbeheerder de norm NEN 1059 toe.
NEN 1059:2003
Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12186 en NEN-EN 12279
59
Algemene uitgangspunten en KBS

Risicoanalyse
De risicoanalyse heeft betrekking op de risico’s van het realiseren of in stand
houden van de transportdienst. Het heeft ook betrekking op risico’s van
andere aspecten die van invloed zijn op mogelijke incidenten, zoals het
veiligstellen van het net na een melding en de kans op lekken.
De risicoanalyse geeft algemeen beschouwd inzicht in:
1 Wat kan er mis gaan?
2 Hoe groot is de kans dat dit gebeurt?
3 Wat zijn de passende beheersmaatregelen?
Mogelijke faalmechanismen en oorzaken zijn geïnventariseerd en er wordt
weergegeven wat de beheersmaatregelen zijn. Die beheersmaatregelen zijn
onderverdeeld in het beheersen van de kans enerzijds en het effect
anderzijds. In deze risicoanalyse zullen we eerst ingaan op de algemene
risico’s, die alleen kwalitatief worden behandeld. Daarna volgen de
componentgerelateerde risico’s, waarvoor de beoordeling een kwalitatieve
en een kwantitatieve component heeft.
Algemene risico’s
In deze categorie vallen de algemene risico’s voor het transport van gas en
de veiligheid van de netwerken, die niet specifiek op een component zijn
gericht. Een groep deskundigen binnen de afdeling Asset Management
heeft de volgende risico’s als belangrijkste geïdentificeerd:
Voor alle bovengrondse bedrijfsmiddelen
• Terrorisme (het bewust beschadigen van netdelen met het doel de levering
langdurig te onderbreken of een veiligheidsrisico als gevolg van een
explosie te veroorzaken). Dit risico wordt beheerst door beperking van de
kans door de toegankelijkheid van risicovolle netcomponenten klein te
houden.
• Vandalisme (het beschadigen van netcomponenten van buiten af). Dit
risico wordt beheerst door beperking van de kans door de
toegankelijkheid van netcomponenten klein te houden.
Voor alle bedrijfsmiddelen
Het niet tijdig kunnen uitvoeren van onderhoud (beperkingen in het
tijdsvenster voor onderhoud gerelateerd aan de tijd van het jaar, de
beschikbaarheid van reserve onderdelen of onderhoudsspecialisten). Deze
risico’s worden beheerst door beperking van de kans door tijdige planning
van onderhoud en het vastleggen van benodigde middelen.
Voor alle bedrijfsmiddelen
De uitval door fouten in ontwerp en montage. Deze risico’s worden beheerst
door beperking van de kans door:
• Ontwerpreviews
• Toepassen van (QA) keurmerk
• Testen van de bedrijfsmiddelen voor het in gebruik nemen, of na
aanpassingen
• Vermijden van niet in het ontwerp voorziene bedrijfssituaties
60

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Voor alle gasinstallaties
Risico’s van bedieningsfouten. Deze risico’s worden beheerst door beperking
van de kans door:
• Procedures en werkinstructies
• Toepassen van speciale apparatuur voor inspecties
• Gerichte opleidingen
Componentgerelateerde risico’s
De risicoanalyse hebben we ingedeeld in algemene risicobeperkende
maatregelen - vaak op procedureel en organisatorisch vlak -risico’s met
betrekking tot ondergrondse infrastructuur, gasstations en aansluitingen.
Er wordt in principe geen onderscheid gemaakt tussen bedrijfsmiddelen die
bij het net horen en bedrijfsmiddelen die bij aansluitingen op het net horen.
Alle bedrijfsmiddelen die beheerd worden door de netbeheerder, zijn
opgenomen.
Per tabel stellen we de meest voorkomende typen componenten en de
belangrijkste oorzaken van calamiteiten vast. In de onderstaande tabellen
worden deze oorzaken benoemd en er wordt aangegeven welke beheersmaatregelen
er worden genomen met betrekking tot de kans op een falen
en de mogelijke effecten. Per mogelijke oorzaak wordt beschouwd wat de
passende beheersmaatregelen zijn, zoals ze op dit moment worden
toegepast.
61
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Risicobeperkende maatregelen; diversen
Risico
Maatregelen ter beperking kans
Lekken of incidenten tijdens aanleg/montage
• Werken met gecertificeerde Infra bedrijven en
aannemers
• Uitvoeren van audits bij aannemers en Infra
bedrijven
• Invoeren van certificering PE-lassers, laspas en
lasprotocol (2008)
Lekken of incidenten ten gevolge van productfout
• Toepassen van materialen met Europees keurmerk,
bijvoorbeeld QA-keur
Lekken of incidenten door verbruiker
• Sancties bij fraude
62
Maatregelen ter beperking effect
Algemeen
• Goedgekeurde procedures (ISO)
• Adequate storingsdienst
• Opleiding en voorlichting personeel
en incident-
• Invoering van een analysemethodiek waarmee de afhandelingplan
(te verwachten) restlevensduur kan worden • Tracés en installaties op
bepaald (2008)
voldoende afstand van
• Werken volgens de norm en testen van constructies bebouwing
• Opstellen van ontwerp, aanleg en onderhoud
criteria
• Werken met veiligheidsinstructies, werkinstructies
en montage-instructies
• Kennisuitwisseling netbeheerders ter bevordering
van de veiligheid
• Onderzoek van uitkomende en/of falende
materialen door (bijvoorbeeld) Gastec
• Odorisatie om gaslekken te kunnen herkennen
• Toepassen van B-kleppen om de vrije uitstroom van
gas in de woning te voorkomen
• Invoeren certificering gaslekzoekers (2008)
• Werkplekafzetting
• Veiligheidsvoorzieningen
als brandblussers,
veiligheidsbril
• Intrinsiek veilig
gereedschap en
meetapparatuur
• Fraudebestendige
constructies toepassen
• Bescherming van
aansluitleidingen

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Risicobeperkende maatregelen; ondergrondse infrastructuur
Risico
Maatregelen ter beperking kans
Lekken of incidenten ten gevolge van corrosie of veroudering
• In kaart brengen van de zuurgraad van de grond • Corrosietoeslag op de
verdeeld naar pH > 6,5 en ≤ 6,5
wanddikte van het
• Preventieve inspectieprogramma’s
leidingmateriaal
• Opvoeren van vervangingsbeleid t.o.v. 2006 • Voldoende afstand van
• Preventief en/of correctief onderhoud
leiding tot bebouwing
• Voldoende afstand houden tot stroomgeleiders handhaven
• Corrosietoeslag op wanddikte leidingmateriaal • Storingsdienst toegerust
• Extra projectmatige lekzoekronden boven de om netdelen snel te
standaard lekzoekprogramma’s
sectioneren door middel
• Stalen leidingen voorzien van een corrosiewerende van schakelen of blazen
bekleding
plaatsen
• Metingen van de zwerfstromen bij stalen leidingen • Plaatsen van sectieaf-
• Toepassing van kathodische bescherming bij stalen sluiters in transportnetten
buis
• Opzetten en bijhouden
• Elektrische sectionering van stalen leidingen door van up to date afsluiter-
middel van isolatiestukken
schema’s van de transportnetten
Lekken of incidenten ten gevolge van graafwerk- • Bereikbaarheid van
zaamheden en/of beschadiging van buitenaf
afsluiters handhaven
• Materiaalkeuze en wanddiktetoeslag
• Tracékeuze op veilige locatie
• Toezicht houden bij werk door derden
• Aanbrengen van waarschuwingslint boven de
leiding
• Leidingaanleg met voldoende dekking
• Beschermende voorzieningen aanbrengen zoals
mantelbuis, afdekband/-platen bij kleinere dekking
• Stimuleren/ondersteunen van KLIC-meldingen
• Voldoende afstand houden tot andere leidingen en
voorzieningen
• Aanbrengen van waarschuwingsymbolen
Lekken of incidenten ten gevolge van werking bodem
• In kaart brengen van gebieden met een
grondzakking < 1 cm/jaar en ≥ 1 cm/jaar
• In kaart brengen van grondwaterstanden
• Preventief inspectiebeleid
• Ophaalprogramma
• Aanbrengen van flexibele constructies bij overgangen
van grondslag en bij aansluiting onderheide
objecten
• Structureel vervangen van corrosiegevoelige
leidingen door niet corrosiegevoelig leidingmateriaal
• Inventariseren, schouwen en aanpassen van
kruisingen met onderheide constructies
• Toepassen van op de omstandigheden aangepaste
verbindingen als lasverbindingen, trekvaste
verbindingen en verlengde moffen
63
Maatregelen ter beperking effect
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Risicobeperkende maatregelen; gasstations
Risico
Maatregelen ter beperking kans
Lekken of incidenten ten gevolge van corrosie of veroudering
• Installaties voorzien van een corrosievaste
poederbekleding (pijpstukken) en corrosievaste
componenten
• Toepassen van RVS-behuizing voorzien van een
poederbekleding
• Functionele controle met behulp van een
meetkoffer
• Opvoeren van het vervangingsbeleid t.o.v. 2006
• Uitvoeren van preventieve, visuele inspecties
• Elektrische isolatie van de inkomende metalen
leiding
Lekken of incidenten ten gevolge van graafwerkzaamheden
en/of beschadiging van buitenaf
• Handhaving minimale afstanden tot wegen en
bebouwing
• Sleutelbeleid ter beperking van toegankelijkheid
• Aanbrengen van waarschuwingsymbolen
• Aanbrengen van voorzieningen tegen aanrijden
Lekken of incidenten ten gevolge van werking bodem
• Flexibele voorzieningen op de aansluitende
leidingen
• Toepassen van op omstandigheden afgestemde
funderingen
• Ophalen installaties en aansluitende leidingen
64
Maatregelen ter beperking effect
• Handhaving minimale
afstanden tot gebouwen

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Risicobeperkende maatregelen; aansluitingen
Risico
Maatregelen ter beperking kans
Lekken of incidenten ten gevolge van corrosie of veroudering
• Ontwerp en toepassing van nieuwe
• Aanpassing van de
aansluitconstructie, beter bestand tegen
constructie aan de gevel
bodeminvloeden als grondzakking en corrosie door voorziening die
• Continueren van preventief inspectiebeleid op flexibel en gasdicht is en
aansluitleidingen
minder verbindingen
• Opvoeren van vervangingsbeleid t.o.v. 2006
heeft
• Plaatsen van ‘Hinderwet’-
Lekken of incidenten ten gevolge van graafwerkafsluiters in aansluitleidzaam-heden
en/of beschadiging van buitenaf
ing buiten en in stijg-
• Algemene voorwaarden gas
• Beschermende voorzieningen
• Voldoende dekking op de leiding
• Veilig tracé aanhouden
leiding
Lekken of incidenten ten gevolge van werking bodem
• Ontwerp en toepassing van een flexibele
aansluitconstructie aan hoofdleiding en de gevel
met minder verbindingen, lasverbindingen en
gasdicht aan de gevel
• Aanscherping van de eisen aan bouwkundige
voorzieningen
• Vervangen van niet trekvaste constructies aan de
gevel door trekvaste constructies
• Vervangen van starre constructies door flexibele
constructies
• Toepassing van PE-aansluitleiding buiten
• Inspectiebeleid aansluitleidingen
65
Maatregelen ter beperking effect
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits beoordeling van
de infrastructuur
De toestand van de gasinfrastructuur
De toestand van het netwerk beoordelen we aan de hand van een
combinatie van de kenmerken en eigenschappen van toegepaste materialen,
de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan in het gasnet. Dit
laatste heeft bij leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen de
materiaalsoort, de druk in het netdeel waar het materiaal wordt toegepast
en de specifieke liggingcondities, zoals grondsoort en eventuele
grondzakkingen.
Op dit moment is een analysemethodiek in ontwikkeling waarmee een
betere inschatting kan worden gemaakt wat de restlevensduur is van de
assets. De verwachting is dat deze methodiek begin 2008 gebruiksklaar is. In
het KCD 2010-2016 zal deze methodiek, samen met de veiligheidsindicator,
naar verwachting worden toegepast ter bepaling van kwaliteit en risico van
de assets. Omdat deze methode nu nog geen data kan leveren die
betrouwbaar genoeg zijn, is in dit KCD de kwaliteit en het risico van de
assets nog op dezelfde wijze bepaald als in het KCD 2006. Echter wel met
verfijningen aan de hand van uitgevoerde inspecties, lek zoekronden en exit
beoordelingen.
De volgende gradaties voor de toestand van de materialen worden daarbij
onderkend:
Periode
0 - 5 jaar
5 - 15 jaar
15 - 30 jaar
30 - 50 jaar
Kwaliteit
Matig
Voldoende
Goed
Als nieuw
Definitie
De toestand van de componenten moet binnen 5 jaar
worden beoordeeld en op basis van de beoordeling
mogelijk worden aangepast of vervangen.
De component is op dit moment geschikt voor
de huidige functie in het net.
De component moet binnen de planperiode van 15 jaar
worden beoordeeld en opgewaardeerd, gemodificeerd
of vervangen.
De component is geschikt voor de functie in het net.
De component kan onder normale condities
naar verwachting 15 tot 30 jaar goed functioneren.
De component is functioneel niet van nieuw te
onderscheiden.
De component kan onder normale condities naar
verwachting 30 tot 50 jaar goed functioneren.
Het betreft een recent geplaatst of gereviseerd
component.
Het bovenstaande overzicht is overgenomen uit het KCD 2006. Het jaar 2008
is dus in feite het derde jaar.
De assets die het stempel ‘Matig’ hebben gekregen, hebben de afgelopen
twee jaar de eerste aandacht gekregen binnen de lopende inspectie- en
66

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
vervangingsprogramma’s. Er is ook een aanvang gemaakt met de inspecties
van de ‘Voldoende’ assets. Deze zullen we in de komende 15 jaren nader
onderworpen aan een inspectie-, modificatie- en/of vervangingsactie.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur langer blijkt
te zijn als nu wordt verondersteld. De terminologie zoals deze gehanteerd
wordt in de voorgaande tabel sluit daarbij als volgt aan:
• Opwaarderen betekent dat uit inspecties blijkt dat de kwaliteit van de
betreffende assets beter is dan op grond van de huidige analyse wordt
verwacht. Hiermee kunnen op basis van voortschrijdend inzicht assets
doorschuiven naar de categorie ‘Goed’.
• Modificeren betekent dat deze assets na aanpassing weer voor een
langere periode aan de eisen voldoen en dat de kwaliteit daarmee kan
worden opgewaardeerd.
• Vervangen spreekt voor zich. De betreffende assets zullen door nieuwe
worden vervangen.
Gegeven de algemene kwaliteit van de assets, zijn andere factoren
vastgesteld die de prioriteit bepalen waarmee de feitelijke netsituatie wordt
gekarakteriseerd. Dit zijn factoren die betrekking hebben op de interactie
tussen het netwerk en het risico voor de omgeving. De basisgedachte is dat
de kwalitatieve staat voor een aanzienlijk deel de kans bepaalt dat door
falen van een asset een ongewenste situatie ontstaat. Maar dat er ook nog
specifieke locale factoren zijn die deze kans verder beïnvloeden en
daarnaast bepalend zijn voor het gevolg van een falen van het gasnetwerk.
Relevante factoren zijn de dichtheid van de bebouwing (bijvoorbeeld
stedelijk gebied of platteland) en de intensiteit van acties die kunnen leiden
tot beschadiging van het gasnet (bijvoorbeeld reconstructies en andere
graafwerkzaamheden). Daarbij zijn de gevolgen naar verwachting groter
naarmate een gebied dichter bebouwd is. Onderstaande schema’s met een
korte toelichting illustreren we deze benadering.
Risicomatrix leidingen en gasinstallaties
Kwaliteit Assets
Matig
Voldoende
Goed
Als nieuw
Laag risico
Matig risico
Klein gevolg Beperkt gevolg Aanzienlijk gevolg Groot gevolg
Landelijk gebied Stedelijk gebied Stadskern
Voor aansluitingen is - meer dan het algemene karakter van het gebied - het
type aansluiting van belang voor de ernst van het gevolg. Daarom wordt het
onderscheidende criterium voor aansluitingen direct aan het type
aansluiting gerelateerd.
Voor aansluitingen Hebben we de relatie tussen kwaliteit en risico daarmee
als volgt gedefinieerd:
67
Normaal risico
Hoog risico
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Risicomatrix lage druk gas aansluitingen
Kwaliteit Assets
Matig
Voldoende
Goed
Als nieuw
Laag risico
Matig risico
Klein gevolg Beperkt gevolg Aanzienlijk gevolg Groot gevolg
Meteropstelling Meteropstelling Bungalow, villa, Bungalow, villa,
vrijstaand gevelmontage schakelwoningen schakelwoningen
laagbouw in niet laagbouw in sterk
tot matig zakkende grond,
zakkende grond hoogbouw,
kantoor, school,
ziekenhuis,
bejaardentehuis
In het algemeen plant en voert NetBeheer structurele programma’s uit voor
het inspecteren, beoordelen, onderhouden, modificeren en vervangen van
assets. Een en ander hebben we gebaseerd op de resultaten van de analyses.
De specifieke acties komen, naar aanleiding van de kwaliteit analyse en het
daaraan direct gerelateerde risico, in de specifieke delen voor de
afzonderlijke netbeheerders tot uitdrukking in de inspectie-, onderhoudsen
vervangingsplannen.
De kwalitatieve toestand van het netwerk
Overzicht in meters en stuks
In de specifieke uitwerking beschrijven we per netbeheerder de toestand
van het netwerk. In het algemene deel hieronder, het totaal voor alle assets
van ENECO.
68
Normaal risico
Hoog risico
Kwaliteit Asset HD leidingen (m) LD leidingen (m) Stations (stuks) Aansluitingen (stuks)
Matig 0 201.741 2.642 204.347
Voldoende 759.113 4.415.744 3.090 669.816
Goed 480.954 236.182 2.578 688.727
Als nieuw 4.067.148 12.853.682 3.280 339.934
Totaal 5.307.215 17.707.349 11.590 1.902.824
Overzicht in procenten
Kwaliteit Asset HD leidingen (%) LD leidingen (%) Stations (%) Aansluitingen (%)
Matig 0 1 23 11
Voldoende 14 25 27 35
Goed 9 1 22 36
Als nieuw 77 73 28 18
Totaal 100 100 100 100

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Kwaliteitsgerelateerde risico’s
Vanuit de algemene beoordeling van de kwaliteit van de assets zijn de
risico’s als volgt vastgesteld:
Overzicht in meters en stuks
Kwaliteit Asset HD leidingen (m) LD leidingen (m) Stations (stuks) Aansluitingen (stuks)
Hoog 0 540 431 70.400
Aanzienlijk 198.347 423.939 4.167 1.081.623
Normaal 3.762.639 12.016.019 6.112 715.377
Laag 1.346.228 5.266.851 880 35.423
Totaal 5.307.215 17.707.349 11.590 1.902.824
Overzicht in procenten
Kwaliteit Asset HD leidingen (%) LD leidingen (%) Stations (%) Aansluitingen (%)
Hoog 0 0 4 4
Aanzienlijk 4 2 36 57
Normaal 71 68 53 38
Laag 25 30 8 2
Totaal 100 100 100 100
De uitgevoerde analyses geven een indicatie van de toestand die er toe
heeft geleid dat we specifieke aandacht geven aan de toestand van de
aansluitleidingen in risicovolle gebieden.
69
Algemene uitgangspunten en KBS

Monitoringsprocedure
De monitoringsprocedure voor het bepalen van de technische toestand van
de componenten van het net is bij ENECO NetBeheer geïntegreerd in de
procedures voor het plannen en uitvoeren van het onderhoud.
Veelal is het uitvoeren van onderhoud een geschikt moment om controles
uit te voeren naar de toestand van netcomponenten. Men is immers al ter
plaatse en de component is uitgeschakeld, waardoor zonder gevaar
metingen (in ruime zin opgevat) gedaan kunnen worden.
Anderzijds kunnen de uitkomsten van een meting invloed hebben op de
planning van onderhoud.
De monitoringsprocedure is, voor zover het de activiteiten van de ENECOnetbeheerders
betreft, omschreven in het kwaliteitssysteem. Dit systeem is
ISO 9001:2000 en OHSAS-18001:1999 gecertificeerd.
Het onderhoud en de inspectie van bedrijfsmiddelen is daarin opgenomen in
de procedures:
• Bouwen en instandhouden van assets
• Onderhouden van netten en aansluitingen
• Plegen van preventief en correctief onderhoud
• Houden van inspecties
• Analyseren van onderhoudsgegevens
De processen van ENECO Infra zijn opgenomen in hun kwaliteitsbeheersingsysteem.
Dit systeem is ISO 9001:2000 gecertificeerd.
In de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Infra zijn de eisen aan de
werkzaamheden en de producten die worden uitgevoerd en opgeleverd,
vastgelegd.
De organisatiestructuur
Voor het vaststellen van de huidige conditie van de gasnetten en om
effectief en efficiënt onderhoud en vervanging aan de gasnetten te kunnen
plegen, is er een organisatiestructuur opgezet tussen de tot Energie,
NetBeheer en Infra behorende organisatieonderdelen.
NetBeheer is daarin verantwoordelijk voor het beheren en onderhouden van
de netten. De afdeling Asset Management [AM] binnen NetBeheer is
verantwoordelijk voor de effectiviteit van de investeringen in de gasnetten
en dient het onderhoud te optimaliseren.
NetBeheer richt zich primair op de effectiviteit van haar operaties om de
gasnetten goed te beheren en te onderhouden, en geeft de noodzakelijke
operationele werkzaamheden in opdracht aan Infra. Infra is op haar beurt
verantwoordelijk voor de kwaliteit en efficiency van de aan haar gegunde
en door haar op te leveren werken.
Hierbij geldt de basisafspraak:
NetBeheer: Bepaalt wat er wanneer moet gebeuren in het net
Infra: Bepaalt hoe dat gebeurt
Om lering te trekken uit de opgedane praktijk verstrekt het Infrabedrijf een
70

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
deugdelijke terugkoppeling van praktijkervaringen aan Netbeheer.
De organisaties van zowel de afdeling Asset Management binnen Netbeheer
als het Infrabedrijf is in drie districten verdeeld. De districten Zuid-Holland
Noord, Zuid-Holland Zuid en Midden (Utrecht en de buitenregio’s). Tussen
deze districten van Netbeheer en het Infrabedrijf zijn diverse formele
overlegstructuren georganiseerd die vastgelegd zijn in de bedrijfsprocessen.
Binnen deze formele overleggen vindt kennisoverdracht, praktijkervaringuitwisseling,
opdrachtverstrekking en diverse rapportages plaats.
Eveneens worden binnen deze overleggen door het Infrabedrijf voorstellen
gedaan voor nieuwe onderhouds- en vervangingsplannen. De afdeling Asset
Management binnen Netbeheer toetst deze nieuwe voorstellen aan de
geldende regels.
Schematisch ziet e.e.a. er als volgt uit:
ENECO NetBeheer
Asset Management
Wat
Infra
Hoe
Wanneer
Noord Midden
Infra Noord Infra Midden
HS & MS Stations Gas ontvangsstations Installaties
HS-masten Tuinen & Terreinen Kabels, lijnen en leidingen
Distributie G stations Transformatoren Warmte stations Distributie E stations
Data verzamelen en verwerken Inspecties Bemonsteren Metingen
Restievenduur bepaling Analyses Onderhoud systematiek en kennisregels
De systemen en de kennisregels
Expertise
Beleid & Strategie
Meerjarenplannen
Overleggen
Voortgangsrapportages & projectbesprekingg
Uitvoering
Systeem(en) van het onderhoud
GIS; MAXIMO
De componenten waaruit de gasnetten zijn opgebouwd vormen bij elkaar
een enorm volume. Om dit volume goed te kunnen beheren gebruikt Infra
systemen waarin alle noodzakelijke data is opgeslagen. Het up to date
houden van de data in die systemen (GIS en MAXIMO) gebeurt in opdracht
van NetBeheer door Infra. Beide gebruiken deze gegevens. De eisen die aan
de systemen worden gesteld, zijn overeengekomen in een dienstverleningsovereenkomst
(DVO) tussen NetBeheer en Infra. Met behulp van deze
systemen worden inspectie-, onderhouds- en vervangingsprogramma’s
71
Zuid
Toetsen & Goedkeuren kennisregels/
-plannen, Studies,
Opdrachtverstrekking & Controle uitvoering
Infra Zuid
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
opgesteld. De diverse specialisten binnen NetBeheer en Infra maken de
criteria en houden ze up to date. Externe specialisten kunnen hierbij een rol
spelen.
De kern van het onderhoud aan de gasnetten is gebaseerd op gebruiksduur.
Veelal worden op basis van de gebruiksduur inspecties uitgevoerd (stations)
of worden lekzoekacties, al dan niet met steekproeven, uitgevoerd (netwerk
en aansluitleidingen). Op basis van de conditie van componenten worden
onderhoudsacties uitgevoerd.
Ook worden uit het net afkomstige leidingstukken aan KIWA Gastec aangeboden
in het kader van een exit-beoordeling.
Resultaten van de metingen, inspecties, studies en/of analyses vormen de
basis voor het meerjaren onderhouds- en/of vervangingplan. De uiteindelijk
door de systemen gegenereerde onderhouds- en vervangingsplannen
controleert NetBeheer op juistheid en worden na goedkeuring aan Infra in
opdracht gegeven.
Goedkeuren van de kennisregels en inspectie-intervallen vindt plaats door
het Management Team (MT) van Asset Management (AM) van NetBeheer.
Na goedkeuring door het MT van AM worden de nieuwe kennisregels in de
diverse handboeken en systemen opgenomen.
72

Oplossen van storingen
en onderbrekingen
Voor het oplossen van storingen aan de gasinfrastructuur volgen we bij
ENECO NetBeheer het proces ‘Oplossen storingen’. Iedere verstoring in de
gaslevering melden we bij het nationale storingsmeldpunt. Via dit meldpunt
wordt de storing doorgegeven aan de centrale storingsreceptie (CSR) van
ENECO NetBeheer. De CSR geeft de storing rechtstreeks door aan ENECO
Infra, dat vervolgens de noodzakelijke acties in gang zet.
Gasluchtmeldingen en meterkaststoringen
Wanneer een klant een gaslucht waarneemt of er een meterkaststoring is,
wordt de monteur van ENECO Infra naar de betreffende locatie gestuurd.
De monteur verricht meestal de reparatie die noodzakelijk is om de levering
te herstellen. Als de gaslucht het gevolg is van een lekkage in het hoofdnet,
hoeft de levering niet onderbroken te zijn. De monteur herstelt in dit geval
het lek in het hoofdnet. Na het opheffen van de storing handelt de monteur
de melding administratief af en volgt de rapportage aan ENECO NetBeheer.
Incidenten en calamiteiten
Blijkt bij het CSR dat de aard en de ernst van de melding groter zijn dan een
‘gangbare’ gasluchtmelding of meterkaststoring, dan komt de
verantwoordelijke deskundige in het betreffende gebied in actie. Deze
deskundige beoordeelt de melding en neemt maatregelen volgens het
Incident Afhandelings Plan (IAP). In het kwaliteitshandboek van ENECO
NetBeheer staat een uitgebreide beschrijving van dit proces. Alle medewerkers
van ENECO Infra en ENECO NetBeheer kennen dit handboek; ze
kunnen het te allen tijde raadplegen. Wanneer sprake is van gewonden,
grote economische schade, gevaar voor het welbevinden van mensen, chaos
door het uitvallen van belangrijke communicatiecentra, naamschade voor
ENECO, of het ontstaan van maatschappelijke onrust, krijgt een incident het
karakter van een calamiteit. Een calamiteit handelen we af volgens de
daarvoor geldende procedure. Elk incident en elke calamiteit melden we
volgens de daarvoor geldende regels aan de Raad voor de Veiligheid en aan
het Kenniscentrum Gas bij Kiwa, voor registratie en nadere analyse.
Regelgeving
Voor de melding en registratie van storingen gelden landelijke afspraken en
regels waaraan wij moeten voldoen. De manier waarop wij storingsmeldingen
ontvangen, en storingen opheffen en registreren, voldoet aan
deze regelgeving. Daarnaast hebben we onze werkwijze vastgelegd in
procedures en/of in onderlinge dienstverleningsovereenkomsten.
73
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteitsbeheerssysteem
De werkwijzen en processen van NetBeheer zijn ondergebracht in een
kwaliteitsmanagementsysteem dat ISO 9001 en OHSAS 14001 is
gecertificeerd. Over het algemeen hebben de processen laten zien op een
adequate manier inhoud te geven aan het bereiken van de doelstellingen
van ENECO NetBeheer. Toch moeten we constateren dat er de afgelopen
periode sprake was van gebeurtenissen die niet volledig onder controle
waren binnen het huidige systeem.
Het ging om de volgende zaken:
Opstarten grootschalige vervangingen
Het besluit uit het vorige KCD om het aantal jaarlijks te vervangen gasaansluitingen
sterk op te voeren stuitte in eerste instantie op gebrek aan uitvoerende
capaciteit. Tijdig voorzien van dergelijke besluiten was nog niet
voldoende ingebed in het beheerssysteem. Inmiddels is het risicomodel
verder naar de toekomst uitgebreid. Hiermee kunnen we dergelijke
wijzigingen eerder zien aankomen.
Als beheersmaatregelen zijn de volgende acties ondernomen:
• we hebben zelf zorg gedragen voor het opleiden van extra personeel voor
specifiek deze werkzaamheden
• met aannemers zijn lange termijn afspraken gemaakt over benodigde
uitvoeringscapaciteit
• voor het hoofdleidingnet wordt het vervangingsprogramma nu al
langzaam opgevoerd naar het te verwachten niveau rond 2015.
Onverwachte kwaliteitsissues
In een aantal gevallen is gebleken dat de resultaten van inspecties en onderhoud
niet hebben geleid tot effectieve acties. Dit had tot gevolg dat een
aantal extra onderhoudsacties, danwel extra vervangingen, noodzakelijk
bleek. Die zijn uitgevoerd zoals op een aantal plaatsen is vermeld in de
afzonderlijke terugblikken van de netbeheerders binnen ENECO NetBeheer.
Als beheersmaatregel zijn de volgende acties ondernomen:
• voor de specifieke gevallen zijn de noodzakelijke acties in gang gezet om
de toestand van de assets weer in ‘voldoende’ staat te brengen;
• met als raamwerk PAS55 is een analyse gedaan naar de verbeterpunten.
Belangrijkste issue daarbij is dat de risico’s die onderkend worden nog niet
worden geborgd in een risicoregister. Deze stap wordt in 2008 gezet;
• in 2008 inrichten van het risicomanagementproces.
Meer algemeen wordt bevestigd dat ISO 9001 als norm voor productieprocessen
niet volledig dekkend is. PAS55 heeft dit wel, hetgeen aanleiding
is om verder te gaan met het verbeteren van processen naar PAS55. Naast
het inrichten van het risicoregister zijn de volgende punten voor verbetering
aanwijsbaar:
• kwaliteitsbeoordeling van het netwerk op basis van steeds meer
objectiveerbare methodieken;
• verbeteren van de analyse-tools om de meest effectieve oplossingen te
kunnen ontwikkelen;
74

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
• implementeren van noodzakelijke extra analyse-ondersteunende tools.
Deze onderwerpen zijn in een actieprogramma voor de periode 2008-2011
geadresseerd.
75
Algemene uitgangspunten en KBS

Voorkomen van schade
De grondroerdersregeling (volledige naam: Wet Informatie Uitwisseling
Ondergrondse Netten, ofwel WIUON) is in behandeling bij de Eerste Kamer.
Naar verwachting treedt deze wet per 1 januari 2008, of zo spoedig
mogelijk daarna, in werking. Doel van deze wet is het zo veel mogelijk
voorkomen van schade door graafwerkzaamheden. Het is de bedoeling voor
zowel grondroerder als netbeheerder een aantal verplichtingen vast te
leggen.
De grondroerder is verplicht:
• graafwerkzaamheden te melden;
• zorgvuldig te graven;
• een afwijkende ligging van leidingen te melden;
• voorzorgsmaatregelen te nemen bij graafwerk in de buurt van gevaarlijke
leidingen;
• een graafverbod in acht te nemen zolang er geen melding is gedaan
(uitgezonderd calamiteiten);
• veroorzaakte schade te melden.
De netbeheerder is verplicht:
• elektronisch betrouwbaar kaartmateriaal (nauwkeurigheid circa 1 meter)
beschikbaar te stellen;
• kaartmateriaal aan te passen na een melding van afwijkende ligging van
leidingen;
• schade aan netten te melden bij het Kadaster;
• vooroverleg te voeren bij planvorming;
• toezicht te houden bij de uitvoering van graafwerkzaamheden.
Uiteraard zijn wij het eens met de doelstelling van de wet. Het voorkomen
van schade is niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk gewenst.
Omdat we bij ENECO NetBeheer beide rollen vervullen, moeten we de implicaties
daarvan dus voor beide beoordelen, uitwerken en implementeren. Bij
het vaststellen van onze verplichtingen gaan we daarom ook steeds na of
aanvullende maatregelen kunnen leiden tot een beter resultaat. Daarbij
maken we wel voortdurend de afweging tussen kosten en baten.
Gevolgen van de invoering van de WIUON
De invoering van de WIUON heeft de komende tijd een aantal gevolgen. We
zetten de belangrijkste op een rij.
Invoeren zorgvuldig graven als proces (2008)
ENECO NetBeheer is grondroerder en opdrachtgever tegelijk. Daarom is de
invoering van een zorgvuldig graafproces van belang. Vanuit dat proces
moeten we aanbestedingen, voorwaarden en vooral onze werkwijze in het
veld aanpassen.
Verstrekken analoge kaartinformatie aan grondroerders
Tot de invoering van een geautomatiseerd systeem geldt een
overgangsregeling waarbij we analoge kaartinformatie vertrekken aan
grondroerders. In feite is dit een voortzetting van de bestaande situatie, met
enkele kleine verschillen.
76

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
Halfjaarlijks melden aantal schadegevallen aan Kadaster (2008)
Deze melding is een wettelijke verplichting.
Invoeren procedures (2008-2009)
We moeten procedures invoeren voor:
• de verwerking van meldingen van afwijkende ligging van leidingen;
• het voeren van toezicht op werkzaamheden in de buurt van gevaarlijke
leidingen;
• het zo mogelijk vooruitlopen op oriëntatiemeldingen.
Bij de eerste twee punten moeten we zoeken naar de mix van inspanning en
optimaal resultaat. Een melding van afwijkende ligging kan ook bij de
uitvoering van de graafwerkzaamheden al leiden tot extra contact met de
graver en inzet van personeel. Als het gaat om ori_ntatiemeldingen, moeten
we proberen daarop aan te haken door ze bijvoorbeeld te combineren met
onze eigen planvorming.
Invoering geautomatiseerd systeem (2009)
We beschikken bij ENECO NetBeheer al over een geautomatiseerd systeem,
maar moeten werk maken van protocollen en een nieuwe interface voor
gebruikers.
Verhoging van de kwaliteit van gegevens (2009 en verder)
Dankzij onze procedures voor terugmelding en nieuwe werkwijzen, neemt
de kwaliteit van de gegevens over de ligging van leidingen in de loop van
de tijd toe. Daarvoor moeten we deze procedures en ons beleid wel steeds
kritisch blijven beoordelen.
Leveren gegevens voor kosten-batenanalyse huisaansluitingen (2009-2010)
Voor huisaansluitingen zijn we tot acht jaar na de inwerkingtreding van de
wet niet verplicht gegevens te leveren. Wel wordt de wet na twee jaar
geëvalueerd. Daarbij wordt een kosten-batenanalyse van dit onderdeel
gemaakt. Op basis van deze analyse neemt het ministerie van Economische
Zaken vervolgens een besluit.
Uitvoering besluit over huisaansluitingen (2010-2015)
Elke verandering in de manier waarop gegevens over huisaansluitingen
moeten worden opgeslagen, betekent vanwege de grote aantallen een
omvangrijke operatie.
77
Algemene uitgangspunten en KBS

Beheer bedrijfsmiddelenregister
Actuele en correcte gegevens over de netwerken zijn een belangrijk
aandachtspunt voor ENECO NetBeheer. Het is de basiskennis voor goed
netbeheer. Voor het vastleggen en bijhouden van die informatie gebruiken
wij ons bedrijfsmiddelenregister. Het actueel houden van dit register is van
groot belang. Daarom ligt het vast in alle processen waarbij wijzigingen
plaatsvinden aan onze netwerken.
Het bedrijfsmiddelenregister is eigendom van ENECO NetBeheer, maar
ENECO Energie Infra houdt het in onze opdracht actueel. De processen rond
bedrijfsmiddelenregistratie zijn onderdeel van de processen en procedures
in het kwaliteitmanagementsysteem van ENECO Energie Infra. Dit systeem is
ISO 9001:2000 gecertificeerd.
Voor de uitvoering van werkzaamheden bestaat een dienstverleningsovereenkomst
(DVO) tussen ENECO NetBeheer en ENECO Energie Infra. In
deze DVO zijn naast de werkzaamheden ook de eisen voor de registratie van
de bedrijfsmiddelen vastgelegd. Onderdeel daarvan is dat werk dat wordt
opgeleverd, vergezeld gaat van een opleverdocument. In dat document
geeft Infra onder meer aan dat de netgegevens in het bedrijfsmiddelenregister
zijn aangepast aan de situatie die na de werkzaamheden is
ontstaan. Of deze gegevens juist en volledig zijn, controleren we op twee
manieren: bij ENECO Energie Infra via de interne kwaliteitchecks en bij
ENECO NetBeheer volgens de AQL (Acceptable Quality Level)-methodiek,
ISO-2859. Daarbij gaan we uit van het algemene keuringsniveau en normale
toepassing (code II). Wanneer we fouten aantreffen, krijgt Infra de opdracht
tot aanpassing en biedt zij de oplevering van het werk opnieuw ter goedkeuring
aan. Mochten we bij oplevering systematische fouten tegenkomen,
dan overleggen we daarover met Infra, zodat daar in het proces
aanpassingen kunnen worden gedaan.
Naast het actueel houden van het bedrijfsmiddelenregister naar aanleiding
van wijzigingen, controleren we ook projectmatig of de historische
gegevens compleet en consistent zijn. Omdat ENECO NetBeheer is ontstaan
uit verschillende fusies, zijn de terminologie, definitie en visie op de data
niet altijd en overal hetzelfde. Die onvolkomenheden signaleren en
verhelpen we op deze manier systematisch.
78

Beheersing processen van
plan naar uitvoering
ENECO NetBeheer werkt volgens een strakke jaarplanning, waarin een
aantal onderdelen met elkaar samenhangt. Samen vormen deze onderdelen
de planning voor onze budgetten en activiteiten. De onderdelen
onderscheiden zich van elkaar door hun verschillende tijdsbepaling en
detailniveau.
De onderdelen die gezamenlijk de planning vormen zijn:
• het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument, dat de planningshorizon voor
capaciteit en kwaliteit voor de komende zeven tot vijftien jaar vastlegt, de
financiële raming voor de komende vijf jaar bepaalt en taakstellend is
voor het eerstvolgende Operationeel plan;
• het Operationeel plan met een planningshorizon van twee jaar, waarin het
Kwaliteits- en Capaciteitsdocument nader wordt uitgewerkt en dat
bepalend is voor het budget voor het eerstvolgende jaar;
• een activiteitenplan voor het eerstvolgende jaar, waarin het Operationeel
plan nader wordt gedetailleerd en het budget voor dat jaar wordt
uitgewerkt.
Schematisch laat deze planning zich als volgt samenvatten:
Planning activiteiten
Analyses en bijsturing
79
Meerjarenplan KCD
Tweejaars
operationeel plan
Budgetvoorstel
eerstvolgende jaar
Opdracht verstrekking
Uitvoering en oplevering
door aannemer
Algemene uitgangspunten en KBS

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014
We waarborgen de samenhang van deze planning: het Kwaliteits- en
Capaciteitsdocument vormt de basis voor het Operationeel plan, dat op zijn
beurt het taakstellende toetsingskader vormt voor zowel de inhoudelijke
projecten en acties als voor de financiële raming. We werken er de details
voor de acties naar aanleiding van knelpunten en risico’s uit het Kwaliteitsen
Capaciteitsdocument verder in uit. Het Operationeel plan bevat ook de
planning die we hanteren bij het oplossen van deze knelpunten en risico’s.
We gebruiken het Operationeel plan voor het vaststellen van het budget dat
in het eerstvolgende jaar nodig is om de taakstelling uit het Kwaliteits- en
Capaciteitsdocument te kunnen waarmaken. Dit budget spelen we ook door
aan ENECO Energie Infra voor haar planning. Daarna verstrekken we, binnen
de kaders van dit budget, tot in detail de opdracht tot het uitvoeren van
werkzaamheden aan Infra. Dit doen we grotendeels voor het einde van het
lopende jaar. Daarbij houden we ruimte om deze opdracht in het planjaar
nader in te vullen.
Het Operationeel plan, het activiteitenplan en nieuwe kennis over woningbouwplannen,
en onderhoudsactiviteiten en storingen, vormen samen de
basis voor de update van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument. Daarmee
sluiten we de planningjaarcyclus.
Maandelijks bespreken we de voortgang van en afwijkingen in het plan.
Op basis daarvan rapporteren we aan onze directies en ondernemen we
eventueel acties.
80

E N E C O N e t B e h e e r
K w a l i t e i t s - e n C a p a c i t e i t s d o c u m e n t
G a s
2 0 0 8 - 2 0 1 4
Beheergebied Gas
81
ENECO NetBeheer B.V.
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
De resultaten
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
83
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Inleiding
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Netbeheer B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende “Regeling kwaliteitsaspecten
netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ 4082582” van de
Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253 van 30
december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
De onderstaande figuur geeft het gebied weer waar ENECO NetBeheer B.V. als netbeheerder
is aangewezen. Het gastransportnet van ENECO NetBeheer bestaat uit 35 fysiek
gescheiden leveringsgebieden die gevoed worden door 60 gasontvangstations (GOS).
‘s Gravenhage
Voorburg
Rijswijk
Leidschendam
Vianen
Zederik
Liesveld
Nieuw Lekkerland
Giessenlanden
Leerdam
Bernisse
Alblasserdam
Graafstroom
Lingewaal
Hardinxveld-Giessendam
Sliedrecht
Gorinchem
Zwijndrecht
Korendijk
s’ Gravendeel
Cromstrijen
Dordrecht
Strijen
Spijkenisse
Hoek van Holland
Capelle a/d IJssel
Vlaardingen
Rotterdam Ouderkerk
Westvoorne
Maassluis
Rozenburg
Brielle
Krimpen a/d IJssel Nederlek
Goedereede
Hellevoetsluis
Alblasserwaard
H.I. Ambacht
Heerjansdam
Binnenmaas
Oud-Beijerland
Dirksland
Middelharnis
Oostflakkee
84
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
16.000
14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren aansluitingen.
De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 13.395 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 30.344 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening.
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen NetBeheer B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfs- c.q.
industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als
tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan een
beter beeld gevormd worden.
2003
85
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
1.600.000Qmax
(-12ºC) = 1.380.000 m
1.400.000
1.200.000
1.000.000
800.000
600.000
400.000
200.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 Piekuur verbruik (KNMH Meetstation Rotterdam, 2002)
/uur
Stooklijn Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Voor het gebied Netbeheer zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2002-2006 bepaald.
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
1.400.000 1.380.000
1.300.000
1.200.000
1.100.000
1.000.000
2002
1.390.000
2003
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. Middels een exportfunctie is
een koppeling gerealiseerd met het netberekeningspakket “Irene”, waarbij leidingen en
verbruiken naar “Irene” worden geëxporteerd. De verbruiken in het GIS zijn 1 op 1
gekoppeld aan de verbruiken in het aansluitregister, op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
1.346.000
Voor de capaciteitsberekeningen is het gebied onderverdeeld in netberekeningsgebieden
die overeenkomen met Pseudo-GOSsen. Een Pseudo-GOS is twee of meer GOSsen die op
transportniveau hydraulisch met elkaar doorverbonden zijn.
Voor elk van deze gebieden is een aparte rekenversie opgesteld waarin de
distributienetten zijn opgenomen en daaroverheen de transportnetten zijn
geprojecteerd.
86
2004
1.329.000 1.320.000
2005
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
In zo’n gebied (rekenversie) wordt dan alleen het transportnet van het betreffende
Pseudo-GOS beschouwd. Uitzondering hierop is het Pseudo-GOS Rotterdam-Dordrecht
dat om rekentechnische redenen is gesplitst in 3 berekeningen, terwijl het in de huidige
situatie als één aaneengeschakeld net functioneert. Uitgangspunt van de lange termijn
capaciteitsplannen zijn de 2-jaars operationele capaciteitsplannen (2008-2009) van de
regio.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Netbeheerder ENECO Noord
Trekvliet W050 97.314 111.911 4.5
Loosduinen W629 92.657 106.556 4.5
Scheveningen W630 60.793 69.912 4.5
Gaslaan W632 47.579 54.716 4.5
Voorburg W841 35.258 40.547 4.5
Schaapweg W684 22.554 25.937 4.5
Lange Kleiweg W206 22.940 26.381 4.5
Beatrixlaan W709 0 0 4.5
Lavendel W921 33.277 38.269 4.5
Stompwijk W558 5.642 6.488 4.5
Koperstraat W652 121.247 139.434 4.8
Keilehaven W653 102.662 118.061 4.8
Wilderse Kade W664 3.442 3.958 7.9
Krimpen a/d IJssel W614 21.114 24.281 5.7
Krimpen a/d Lek W619 4.046 4.653 7.9
Lekkerkerk W617 5.333 6.133 6.5
Ouderkerk a/d IJssel W620 3.630 4.175 7.9
Hoek van Holland W654 22.860 26.289 6.3
Maassluis W263 17.687 20.340 7.6
Vlaardingen-Holy W039 23.327 26.826 7.6
Vlaardingen A. Koplaan W564 20.873 24.004 7.6
87
Vervolg op volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Vervolg van vorige pagina
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
ENECO Netbeheer Zuid
Waalhaven W656 78.648 90.445 6.5
Feyenoord W048 49.541 56.972 6.5
Hoogvliet W789 18.468 21.238 6.5
Amstelwijckweg W047 41.848 48.125 6.5
Baanhoekweg W606 15.806 18.177 6.5
Kromme Zand W615 19.816 22.788 6.5
H.I.-Ambacht W603 23.086 26.549 6.5
Zwijndrecht W708 29.003 33.353 6.5
Ridderkerk W622 35.792 41.161 6.5
Spijkenisse W659 35.325 40.624 5.0
Nw Beijerland W610 4.628 5.322 5.0
Abbenbroek W663 3.391 3.900 7.8
Oudenhoorn W666 3.771 4.337 7.5
Hellevoetsluis W662 21.027 24.181 6.1
Rozenburg W657 6.524 7.503 7.7
Vierpolders W667 12.598 14.488 3.3
Brielle W864 25.170 28.947 3.3
Rockanje W661 13.677 15.729 3.3
Distripark W665 672 773 7.9
Oud Beijerland W857 19.256 22.144 4.9
Mijnsherenland W612 12.694 14.598 6.6
Numansdorp W607 11.400 13.110 5.0
‘s-Gravendeel W627 6.119 7.037 7.6
Puttershoek W609 15.185 17.463 -3.3
Middelharnis W438 37.777 43.444 2.7
Papendrecht W604 18.422 21.185 6.0
Sliedrecht W624 20.544 23.626 6.0
H’veld – Giessendam W611 14.843 17.069 6.0
Alblasserdam W608 17.523 20.151 3.8
Giessenburg W625 12.592 14.481 3.0
Gorinchem W428 22.163 25.487 7.2
Spijk W626 4.453 5.121 7.2
Heukelum W623 1.900 2.185 7.7
Asperen W618 2.311 2.658 8.0
Leerdam W227 22.770 26.186 6.3
Arkel W613 13.124 15.093 3.6
Vianen W286 16.795 19.314 3.6
Totaal 1.476.754
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Netbeheer heeft enkel 8 bar netten, m.u.v. een ca. 1 km lange leiding in Delft die op een
netdruk van 1 bar wordt bedreven.
Knelpunten transportnet
Binnen het gebied van ENECO NetBeheer B.V. zijn in het capaciteitsplan 2008 twee
potentiële knelpunten aangegeven met betrekking tot de leveringszekerheid:
• Rotterdam Noord Industrieterrein “Noord West”;
• het tuindergebied rondom West-Voorne.
Gas levering aan het Industrieterrein “Noord West” cq. “Spaanse Polder” wordt als
knelpunt aangemerkt omdat dit gebied wordt beleverd middels 1 districtstation aan het
uiteinde van een lange steekleiding. Een tweede leiding naar dat gebied is een moeizame
88

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
opdracht omdat dit alleen kan worden uitgevoerd met een gestuurde boring. Hiervoor is
in dit gebied echter niet voldoende ruimte op de plaatsen waar de leiding gewenst is.
Een alternatieve reductie van het risico wordt nu gezocht in een verkorting van de lange
steekleiding door deze in een 8 bar ring op te nemen. Dit probleem is nog in studie bij de
betreffende regio.
Gasvoorziening aan het tuindergebied rondom West-Voorne (GOS Rockanje) werd als
knelpunt aangemerkt omdat de druk in storingssituaties (volgens toenmalige
berekeningen) onder de 3 bar zou kunnen zakken.
In de nabije toekomst worden in dit gebied geen grote uitbreidingsplannen voorzien.
Op termijn wordt het probleem aangepakt door de GOSsen Rockanje en Hellvoetsluis
met elkaar te koppelen. In 2002 is hiertoe al 1,5 km leiding gelegd. De resterende
2,3 km volgen indien de ontwikkelingen in dit gebied hiertoe aanleiding geven.
De netberekeningen geven een probleem aan bij het net van GOS Puttershoek (Pmin=-3.3
bar). Recente drukcontroles geven echter een veel gunstiger beeld van de heersende
drukken. De oorzaak van deze sterk afwijkende berekeningsresultaten wordt onderzocht
door de betreffende regio.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Den Haag
Toename woningen 2.416 2.416 2.416 2.416 2.416
Laagste netdruk 4,5 4,4 4,4 4,3 4,2 4,1
PG Rotterdam-Noord
Toename woningen 619 619 619 619 619
Laagste netdruk 4,8 4,8 4,7 4,7 4,7 4,7
PG Vlaardingen
Toename woningen 83 83 83 83 83
Laagste netdruk 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
Hoek van Holland
Toename woningen 10 10 10 10 10
Laagste netdruk 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3
Maassluis
Toename woningen 42 42 42 42 42
Laagste netdruk 7,6 7,6 7,6 7,6 7,6 7,6
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Noord 1 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
2012
89
2013
GOS Maassluis
PG Vlaardingen
GOS Hoek van Holland
PG Den Haag
2014 PG Rotterdam Noord
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Krimpen a/d IJssel
Toename woningen 96 96 96 96 96
Laagste netdruk 5,7 5,7 5,6 5,6 5,6 5,5
Krimpen a/d Lek
Toename woningen 9 9 9 9 9
Laagste netdruk 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
Lekkerkerk
Toename woningen 10 10 10 10 10
Laagste netdruk 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5
Ouderkerk a/d IJssel
Toename woningen 12 12 12 12 12
Laagste netdruk 7,9 7,9 7,9 7,9 7,9 7,9
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Noord 2 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
2011
2012
90
2013
GOS Ouderkerk
GOS Krimpen a/d Lek
GOS Lekkerkerk
2014 GOS Krimpen a/d IJssel
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Rotterdam-Dordrecht
Toename woningen 1887 1887 1887 1887 1887
Laagste netdruk 6,5 6,5 6,4 6,4 6,4 6,4
PG Spijkenisse
Toename woningen 307 307 307 307 307
Laagste netdruk 5,0 4,9 4,8 4,8 4,7 4,6
PG Brielle
Toename woningen 97 97 97 97 97
Laagste netdruk 3,3 3,3 3,2 3,2 3,2 3,1
Hellevoetsluis
Toename woningen 171 171 171 171 171
Laagste netdruk 6,1 6,1 6,0 6,0 5,9 5,9
Rozenburg
Toename woningen -3 -3 -3 -3 -3
Laagste netdruk 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7
Middelharnis
Toename woningen 158 158 158 158 158
Laagste netdruk 2,7 2,6 2,5 2,4 2,3 2,2

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Zuid 4 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
GOS Abbenbroek
Toename woningen 17 17 17 17 17
Laagste netdruk 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
GOS Oudenhoorn
Toename woningen 19 9 9 9 9
Laagste netdruk 6,5 6,5 6,5 6,4 6,4 6,4
GOS Oud-Beijerland
Toename woningen 161 161 161 161 161
Laagste netdruk 4,9 4,8 4,7 4,6 4,5 4,4
GOS Mijnsherenland
Toename woningen 61 61 61 61 61
Laagste netdruk 6,6 6,6 6,6 6,5 6,5 6,5
GOS Numansdorp
Toename woningen 61 61 61 61 61
Laagste netdruk 5,0 4,9 4,9 4,8 4,8 4,7
GOS Puttershoek
Toename woningen 86 86 86 86 86
Laagste netdruk -3,3
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Zuid 2 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
2011
2012
2012
91
2013
2013
GOS Rozenburg
PG Rotterdam-Dordrecht
Hellevoetsluis
PG Brielle
GOS Middelharnis
2014 PG Spijkenisse
GOS Abbenbroek
GOS Mijnsherenland
GOS Oudenhoorn
GOS Oud Beijerland
2014 GOS Numansdorp
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
GOS Gravendeel
Toename woningen 0 0 0 0 0
Laagste netdruk 7,6 7,6 7,6 7,6 7,6 7,6
GOS Alblasserdam
Toename woningen 81 81 81 81 81
Laagste netdruk 3,8 3,7 3,7 3,6 3,5 3,4
PG Sliedrecht
Toename woningen 209 209 209 209 209
Laagste netdruk 6,0 6,0 6,0 5,9 5,9 5,9
GOS Giessenburg
Toename woningen 37 37 37 37 37
Laagste netdruk 3,0 2,9 2,9 2,8 2,7 2,7
PG Gorinchem
Toename woningen 106 106 106 106 106
Laagste netdruk 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2
PG Vianen
Toename woningen 84 84 84 84 84
Laagste netdruk 3,6 3,6 3,5 3,5 3,4 3,4
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Zuid 3 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
2011
2012
2009 2010 2011 2012 2013 2014
GOS Heukelum
Toename woningen 17 17 17 17 17
Laagste netdruk 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7
GOS Asperen
Toename woningen 9 9 9 9 9
Laagste netdruk 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0
GOS Leerdam
Toename woningen 29 29 29 29 29
Laagste netdruk 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3
92
2013
GOS Gravendeel
PG Gorinchem
PG Sliedrecht
PG Vianen
GOS Giessenburg
2014 GOS Alblasserdam

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Prognose laagste netdruk ENECO Netbeheer Zuid 4 (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Uitbreidingsinvesteringen
2011
Uitbreidingen en verwijderingen
De aantallen voor 2008 zijn gebaseerd op de plannen zoals deze aan ENECO Infra, op
basis van de dienstverleningsovereenkomst, in opdracht zijn gegeven. De jaren daarna
zijn gebaseerd op een extrapolatie van voorgaande jaren.
Evaluatie capaciteit en knelpunten
2012
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder ENECO zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
93
2013
GOS Leerdam
GOS Heukelum
2014 GOS Asperen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 8.130 10.095 8.514 8.514 8.514 8.514 8.514
LD leidingen Meters 31.323 38.894 32.803 32.803 32.803 32.803 32.803
HD leidingen Meters 8.253 10.248 8.643 8.643 8.643 8.643 8.643
Overslagstations Stuks 1
Districtstations Stuks 20 10 10 10 10 10 10
Afleverstations Stuks 121 120 120 120 120 120 120
Hoge druk stations Stuks 28 30 30 30 30 30 30
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 2.726 4.008 4.008 4.008 4.008 4.008
LD leidingen Meters 18.611 23.109 19.490 19.490 19.490 19.490 19.490
HD leidingen Meters 6.873 8.534 7.198 7.198 7.198 7.198 7.198
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door goed
geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Voor een goede bepaling van de verwachte uur afgifte bij Tb=-12°C zijn een aantal
opeenvolgende winterse dagen vereist. De gemiddelde etmaal temperatuur dient dan
-5°C of lager te zijn. Naarmate de temperatuur hoger is wordt de berekeningsafwijking
van de Qmax (-12°C) groter.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van Netbeheerder ENECO zijn afgeleid van de
NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene)
2004 31 sec
2005 7 sec
2006 18 sec
2007 (prognose) 10 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
129 min
49 min
66 min
(prognose) 45 min
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven met uitzondering van de gemiddelde
onderbrekingsduur over 2004.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
Netbeheerder ENECO gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde
periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes
worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen
ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren,
met uitzondering van de gemiddelde onderbrekingsduur over 2004, onder de in 2006
gekozen streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
94
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,004
0,002
0,005
(prognose) 0,003

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage
vanaf 1-1-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
24-02-2006 gaslekkage Vlaardingen 2:51
24-02-2006 gaslekkage Den Haag 1:24
28-02-2006 gaslekkage Hoogvliet 5:44
20-03-2006 gasexplosie Dordrecht 1:14
21-03-2006 gaslekkage Hoogvliet 9:31
20-06-2006 gaslucht Rotterdam 4:46
29-06-2006 gaslekkage Geervliet 4:58
19-10-2006 gaslucht Rotterdam 3:23
22-11-2006 gaslekkage Rijswijk 0:25
24-11-2006 gaslekkage Hendrik Ido Ambacht 1:11
07-12-2006 gaslekkage Rotterdam 0:31
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan.
Dit laatste heeft bij leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en
druktrap van het netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities
zoals grondsoort en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
95
Lekken
Gastransportleidingen 625
Aansluitingen 2.859
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 197.608 930 132.001
Voldoende 86.389 2.515.527 896 316.782
Goed 307.636 231.586 477 372.349
Als nieuw 1.124.742 5.083.373 1.301 174.189
Totaal 1.518.767 8.028.094 3.604 995.321
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 2 26 13
Voldoende 6 31 25 32
Goed 20 3 13 37
Als nieuw 74 63 36 18
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie “matig” zodanig omlaag zijn gebracht
dat de aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 178 50.148
Aanzienlijk 42.838 346.019 1.294 587.587
Normaal 1.148.809 5.558.180 1.742 347.074
Laag 327.120 2.123.895 390 10.511
Totaal 1.518.767 8.028.094 3.604 995.321
96

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 5 5
Aanzienlijk 3 4 36 59
Normaal 76 69 48 35
Laag 22 26 11 1
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 13.000 17.000 20.000
KCD 2008 35.687 35.598 35.598 29.624 25.212 24.321 23.293
Vooral in Rotterdam zijn veel aansluitingen waarvan de geveldoorvoering in een slechte
staat is. Grondzakkingen en corrosie van leidingen buiten en in kruipruimten zijn
aanleiding tot extra vervangingen.
Hierdoor zullen, tot en met 2010, ongeveer 35.600 aansluitingen (inclusief inpandige)
worden vervangen. Daarna zullen deze specifieke problemen naar verwachting zijn
opgelost en gaat het aantal terug naar ongeveer 23.000 per jaar tot het jaar 2027. Na
2027 zal het aantal voor een aantal jaren weer oplopen tot ca 45.000 stuks per jaar.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 24.000 24.000 24.000
KCD 2008 55.809 55.110 79.274 92.817 93.950 93.950 102.560
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 100 kilometer per jaar en
stabiliseren tot 2024. Daarna zal het vervangingsniveau teruglopen tot ongeveer 90 km
per jaar.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 6.000 6.000 6.000
KCD 2008 7.138 5.510 18.756 21.083 21.536 23.304 32.372
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 32 kilometer per jaar en
stabiliseren tot 2019. Daarna zal het vervangingsniveau teruglopen tot ongeveer 21 km
per jaar en hierop stabiliseren.
97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Vervangen van stations (aantallen)
Onderhoudsschema’s
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 30 20 20
KCD 2008 123 122 122 122 122 122 122
Overslagstation 2 0 0 0 0 0 0
Districtstation 51 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 16 52 52 52 52 52 52
Hoge druk station 54 70 70 70 70 70 70
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
98

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 1.414 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 190 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 5.800 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 10.100 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 1.400 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 260 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 0 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 130 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 5.862 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 900 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 760 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 14.560 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 2.200 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 2.050 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 310 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 445 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 1.350 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken Preventief 1.080.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie Correctief 5.100 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 5.400 stuks na storing
Stations
Funct. Inspectie DS/OS Preventief 1.200 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 220 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 220 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 1.400 stuks 2 keer per jaar
Funct. Inspectie HAS Preventief 1.960 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 40 stuks na inspectie
Verhelpen storing in HAS Storingen 40 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 1.350 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 50 stuks na inspectie
Verhelpen storing in AS Storingen 70 stuks na storing
Overige
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder ENECO
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als 2007 ca. 23,5 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is dit in 2006 gehaald (ca. 23 km) en in 2007 verhoogd naar
ca. 57 km.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers met een hoog risico bedroeg aanvang 2006 7 km en zal eind 2008
nihil zijn. In de categorie risico hoog “aanzienlijk risico” zal het aantal kilometers per
1 januari 2008 teruggebracht zijn van 435 km naar 387 km.
99
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Piekuur verbruik (KNMI Meetstation Rotterdam, 2002)
Gasafgifte
(m³o/h)
400.000
Qmax (-12ºC) = 300.000 m
300.000
3 /uur
200.000
100.000
0
Stooklijn Stooklijn
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
305.000300.000
300.000
300.000
295.000
290.000
285.000
280.000
275.000
270.000
265.000
260.000
255.000
2002
2003
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het
gevolg is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
104
287.250
2004
278.750.
2005
272.350
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO NetBeheer B.V.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als 2007 ca. 6 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 1,3 km en in 2007 ca. 7,4 km vervangen.
De reden voor de lagere vervanging in 2006 moet gezocht worden in het noodzakelijk
prioriteren tussen lage en hoge druk leidingen en aansluitingen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers HD leidingen met een hoog risico was per januari 2006 al vrij laag
en bedraagt op dit moment 0 km, het aantal kilometers met een aanzienlijk risico zal per
1 januari 2008 teruggebracht zijn van ca. 61,5 km naar ca. 43 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 7.800 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 15.000 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
ca. 13.000 aansluitingen opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar ca. 34.000 stuks
aansluitingen.
Door middel van inspecties en analyses is gebleken dat het aantal aansluitingen met een
hoog risico, hoger is dan in het KCD 2006 was verondersteld.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
ca. 72.500 stuks. Dit zal naar verwachting per 1 januari 2008 verlaagd zijn tot ca. 50.000
stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 39 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 54 gas stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van ca. 40
stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 102 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 258
stuks. Dit zal naar verwachting per 1 januari 2008 verlaagd zijn tot 178 stuks.
Uitbreidingen Netbeheerder ENECO
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 70 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 43,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 59 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 19,5 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 11 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 4,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 9 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 9 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 7.700 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 6.500 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 6.500 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 6.700 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 17 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 45 gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 15
stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 67 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
100

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
101
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Inleiding Netbeheerder Edelnet Delfland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Edelnet Delfland B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende “Regeling
kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ 4082582”
van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253
van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO Edelnet
Delfland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Delft
W349 34
W013 W0 W013 W0
W171
Nootdorp
W059
W006 W
Pijnacker
Het gastransportnet is onderverdeeld in 4 fysiek gescheiden leveringsgebieden die
gevoed worden door 11 gasontvangstations (GOS).
102
W210
W040
W123 W1 W123 W1
W078
W065
Berkel en Rodenrijs
Bergschenhoek
W060 0
Bleiswijk
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 3.304 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 10.940 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO Edelnet Delfland B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfs- c.q.
industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als
tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan
een beter beeld gevormd worden.
2003
103
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. Middels een exportfunctie is
een koppeling gerealiseerd met het netberekeningspakket “Irene”, waarbij leidingen en
verbruiken naar “Irene” worden geëxporteerd.
De verbruiken in het GIS zijn 1 op 1 gekoppeld aan de verbruiken in het aansluitregister,
op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Voor de capaciteitsberekeningen is het gebied Delfland onderverdeeld in 3
netberekenings-gebieden die overeenkomen met Pseudo-GOSsen. Een Pseudo-GOS zijn
twee of meer GOSsen die op transportniveau hydraulisch met elkaar doorverbonden zijn.
Voor elk van deze gebieden is een aparte rekenversie opgesteld waarin de
distributienetten zijn opgenomen en daaroverheen de transportnetten van geheel
Delfland zijn geprojecteerd.
In zo n gebied (rekenversie) wordt dan alleen het transportnet van het betreffende
Pseudo-GOS beschouwd.
De 3 netberekeningsgebieden zijn Delft, Zoetermeer-Nootdorp-Pijnacker-
Berkel&Rodenrijs en Bleiswijk-Bergschenhoek.
Uitgangspunt van de lange termijn capaciteitsplannen zijn de 2-jaars operationele
capaciteitsplannen (2008-2009) van de betreffende regio.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. 105
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Pseudo-GOS Zoetermeer
Zoetermeer v/d Hagestraat W065 40.433 46.498 4.8
Zoetermeer Americaweg W210 21.887 25.170 4.8
Pijnacker Noord W059 31.481 36.203 4.8
Nootdorp W171 21.202 24.382 4.8
Pijnacker Oude Leede W006 25.849 29.726 4.8
Pijnacker Oost W040 30.122 34.640 4.8
Berkel W102 25.789 29.657 4.8
Subtotaal 196.763
Pseudo-GOS Bleiswijk
Bleiswijk Chrysantenweg W060 36.159 41.583 6.7
Bergschenhoek Poolster W078 32.872 37.803 6.7
Subtotaal 79.089
Pseudo-GOS Delft
Delft Kruithuis W013 41.406 47.617 6.0
Delft Gist Brochadus nv W349 21.025 24.179 6.0
Subtotaal 62.431
Totaal 338.283
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Delfland heeft enkel 8 bar netten, m.u.v. een ca. 1 km lange leiding in Delft die op een
netdruk van 1 bar wordt bedreven.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Zoetermeer - Pijnacker/Nootdorp -
Berkel - Rodenrijs
Toename woningen 1.707 1.707 1.707 1.707 1.707
Laagste netdruk 4,8 4,7 4,6 4,5 4,4 4,3
PG Bleiswijk - Bergschenhoek
Toename woningen 282 282 282 282 282
Laagste netdruk 6,0 6,0 6,0 5,9 5,9 5,9
PG Delft
Toename woningen 199 199 199 199 199
Laagste netdruk 6,7 6,7 6,7 6,6 6,6 6,6
106

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
Knelpunten transportnet
2012
107
2013
PG Bleiswijk
PG Zoetermeer
2014 PG Delft
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Edelnet Delfland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen 1) Stuks 1.853 1.736 2.404 2.404 2.404 2.404 2.404
LD leidingen 2) Meters 18.361 17.203 23.821 23.821 23.821 23.821 23.821
HD leidingen 3) Meters 4.195 3.930 5.442 5.442 5.442 5.442 5.442
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 3 2 2 2 2 2 2
Afleverstations Stuks 8 7 7 7 7 7 7
Hoge druk stations Stuks 25 20 20 20 20 20 20
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 91 143 143 143 143 143
LD leidingen Meters 981 919 1.273 1.273 1.273 1.273 1.273
HD leidingen Meters 211 198 274 274 274 274 274
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
De aantallen voor 2008 zijn gebaseerd op de plannen zoals deze aan ENECO Infra, op
basis van de dienstverleningsovereenkomst, in opdracht zijn gegeven. De jaren daarna
zijn gebaseerd op een extrapolatie van voorgaande jaren in combinatie met de opgedane
kennis uit de risico analyse. In de planning is er voorlopig van uitgegaan dat een deel van
het als risicovol betitelde net nog nader door inspecties wordt onderzocht. Een deel zal
op basis van de inspecties mogelijk worden opgewaardeerd of gemodificeerd. Indien
vervangen van grotere aantallen inderdaad noodzakelijk blijkt, dan zullen de
vervangingscijfers alsnog naar boven worden bijgesteld.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Edelnet Delfland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien.
Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Edelnet zijn afgeleid van de NESTOR
gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 9 sec
2005 8 sec
2006 25 sec
2007 (prognose) 5 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
38 min
38 min
75 min
(prognose) 40 min
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven.
108
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,004
0,003
0,005
(prognose) 0,002

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Edelnet gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde periode,
zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes worden
gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen ENECO
NetBeheer.
Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren onder de in 2006
gekozen streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren
gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
16-05-2006 gaslekkage Berkel en Rodenrijs 1:48
16-11-2006 gaslekkage Bergschenhoek 2:10
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen
Lekken
76
Aansluitingen 303
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
109
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 152 25.356
Voldoende 0 322.443 492 34.736
Goed 42.268 1.445 461 42.422
Als nieuw 271.630 713.940 462 33.346
Totaal 313.898 1.037.828 1.567 135.860
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 10 19
Voldoende 0 31 31 26
Goed 13 0 29 31
Als nieuw 87 69 29 25
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit
de risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 31 4.500
Aanzienlijk 0 5 462 69.268
Normaal 207.369 643.749 950 55.688
Laag 106.529 394.074 124 6.404
Totaal 313.898 1.037.828 1.567 135.860
110

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 2 3
Aanzienlijk 0 0 29 51
Normaal 66 62 61 41
Laag 34 38 8 5
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen
Vooral in dit gebied is geconstateerd dat er bij relatief nieuwe aansluitingen meer
grondzakking optreedt dan bij aanleg bekend was. Het gevolg hiervan is dat een aantal
aansluitingen voortijdig (deels) moeten worden vervangen. Gevolg hiervan is dat, tot en
met 2010, het aantal vervangingen zal oplopen tot ca. 6.400 stuks inclusief inpandige
aansluitingen. Daarna loopt het aantal terug naar ca. 2.200 per jaar.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 2.000 2.000 2.000
KCD 2008 3.439 3.570 5.809 8.395 8.405 8.405 11.938
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 12 kilometer per jaar en op dit
aantal stabiliseren.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 200 200 200
KCD 2008 2.646 0 420 544 544 922 2.868
Het vervangingsniveau zal oplopen tot ongeveer 3 km in 2014 van af 2019 wordt
verwacht dat dit verder gaat oplopen tot ongeveer 4 km.
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 6 6 6
KCD 2008 22 20 20 20 20 20 20
Overslagstation 3 0 0 0 0 0 0
Districtstation 12 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 0 11 11 11 11 11 11
Hoge druk station 7 9 9 9 9 9 9
111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Onderhoudsschema’s
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties naar aanleiding van storingen.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 100 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 57 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 1.500 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 3.650 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 515 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 32 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 0 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 60 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 300 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 150 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 27 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 2.800 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 530 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 288 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 150 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 170 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 180 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleiding Preventief 24.400 stuks Steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 560 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 160 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleidingen Preventief 50 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitl. storing Storingen 1.600 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 188 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 63 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 30 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 188 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 70 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 10 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 25 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 270 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 71 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een AS Storingen 60 stuks na storing
Overige
112

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Edelnet Delfland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als 2007 ca. 5 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 7,5 km en in 2007 ca. 12,5 km
geprognosticeerd.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers met een hoog risico was al nihil. In de categorie “aanzienlijk risico”
zal het aantal kilometers per 1 januari 2008 teruggebracht zijn van 3,8 km naar nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als 2007 ca. 0,2 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 1,2 km en in 2007 ca. 2,4 km vervangen.
De reden voor de lagere vervanging in 2006 moet gezocht worden in het noodzakelijk
prioriteren tussen lage en hoge druk leidingen en aansluitingen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers HD leidingen met een hoog risico was per januari 2006 al vrij laag
en bedraagt op dit moment 0 km, het aantal kilometers met een aanzienlijk risico zal per
1 januari 2008 teruggebracht zijn van ca. 234 km naar ca. 198 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 4.000 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 9.000 aansluitingen vervangen.
Voor 2007 was het vervangen van ca. 2.000 aansluitingen opgenomen, dit is voor 2007
opgehoogd naar ca. 7.500 stuks aansluitingen.
Door middel van inspecties en analyses is gebleken dat het aantal aansluitingen met een
hoog risico, hoger is dan in het KCD 2006 was verondersteld.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 ca.
6.700 stuks. Dit zal naar verwachting per 1 januari 2008 verlaagd zijn tot ca. 4.500 stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 8 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 4 gasstations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
ca. 7 stuks gasstations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 17 stuks gasstations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gasstations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
40 stuks.
Uitbreidingen Netbeheerder Edelnet Delfland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 22 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 15,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 10,5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 35,5 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 3 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 0,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 2,5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 6,5 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 3.500 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 3.000 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 1.700 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 2.500 stuks aansluitingen.
113
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Edelnet Delfand
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 6 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 40 gasstations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 4 stuks
gasstations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 23 stuks gasstations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
114

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
115
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
11
22
33
44
55
66
77
88
99
10 10
11 11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Inleiding Netbeheerder Midden-Holland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende
“Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ
4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de
Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO Midden
Holland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
W435 W
Nieuwerkerk
a/d IJssel
Waddinxveen
W318
Moordrecht
W331 W
Gouda
Ouderkerk
Reeuwijk
W041
W035
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Midden Holland B.V. bestaat uit 11 fysiek
gescheiden leveringsgebieden die gevoed worden door 11 gasontvangstations (GOS). Verder
voedt Continuon het net van ENECO NetBeheer Midden Holland B.V. in Moerkappelle.
116
W395
Reeuwijkse
plassen
Vlist
W002
W294
Bodegraven
Driebruggen
Bergambacht
W428
W330
W329
Schoonhoven
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Ontwikkeling woningbouw
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO Midden
Holland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Woningbouw (in aantal woningen)
1200
1000
800
600
400
200
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 1.028 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 2.385 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO Midden-Holland B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfs- c.q.
industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als
tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan een
beter beeld gevormd worden.
2003
117
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
200.000 Qmax (-12ºC) = 169.600 m
180.000
160.000
140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 Piekuur verbruik (KNMH Meetstation Rotterdam, 2003)
/uur
Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Voor het gebied Midden-Holland zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2003-2006
bepaald.
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
180.000
160.000
140.000
120.000
100.000
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2003-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
169.600
2003
Grootverbruik: Het gebied heeft geen echte grote industriële kenmerken met
uitzonderingen van Gouda.
De gebieden rondom Waddinxveen en Nieuwerkerk a/d IJssel kenmerken zich als
tuindergebied. Verder hebben de meeste grootverbruikers een gebruikersprofiel wat
gerelateerd is aan de buitenluchttemperatuur (kantoren, blokverwarmingunits,
ziekenhuizen en verzorgingscentra, winkelcentra e.d.).
Incidenteel treft men een tuinder, wasserij of zwembad aan.
Behoudens onderdelen van de nieuwbouwprojecten “De Triangel” en “Gouwepark”
worden voor dit gebied worden geen grote uitbreidingen m.b.t. grootverbruik verwacht.
118
166.400 164.300
2004
2005
160.000
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. Met een exportfunctie is een
koppeling gerealiseerd met het netberekeningspakket “Irene”, waarbij leidingen en
verbruiken naar “Irene” worden geëxporteerd.
De verbruiken in het GIS zijn 1 op 1 gekoppeld aan de verbruiken in het aansluitregister,
op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Het gebied van NetBeheer Midden Holland telt 11 afzonderlijke transportnetten die elk
worden gevoed door 1 GOS.
Uitgangspunt van de lange termijn capaciteitsplannen zijn de 2-jaars capaciteitsplannen
(2006-2007) van de regio.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Netbeheer heeft enkel 8 bar netten, m.u.v. een ca. 1 km lange leiding in Delft die op een
netdruk van 1 bar wordt bedreven.
Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Bodegraven W248 12.913 14.850 6.7
Schoonhoven W408 8.081 9.293 5.6
Oudewater W409 6.646 7.643 7.3
Moordrecht W414 5.977 6.874 6.9
Berkenwoude (4 bar net) W673 881 1.013 3.7
Waddinxveen W384 39.194 45.073 4.6
Reeuwijk W435 5.020 5.773 7.4
Nieuwerkerk a/d IJssel W468 34.450 39.618 6.1
Waarder W482 2.310 2.657 6.9
Stolwijk W677 9.292 10.686 7.8
Gouda W694 59.199 68.078 4.2
Totaal 183.963
119
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Midden-Holland heeft enkel 8 bar netten, m.u.v. het transportnet van Berkenwoude dat
op een netdruk van 4 bar wordt bedreven.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Bodegraven
Toename woningen 36 36 36 36 36
Laagste netdruk 4,8 4,8 4,7 4,7 4,7 4,6
PG Schoonhoven
Toename woningen 45 44,7 44,7 44,7 44,7
Laagste netdruk 5,6 5,6 5,5 5,5 5,4 5,4
PG Oudewater
Toename woningen 27 27 27 27 27
Laagste netdruk 7,3 7,3 7,3 7,3 7,3 7,3
PG Moordrecht
Toename woningen 39 39 39 39 39
Laagste netdruk 6,9 6,9 6,9 6,8 6,8 6,8
PG Waddinxveen
Toename woningen 56 56 56 56 56
Laagste netdruk 4,6 4,6 4,6 4,6 4,5 4,5
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
2011
2012
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Reeuwijk
Toename woningen 25 25 25 25 25
Laagste netdruk 7,4 7,4 7,4 7,4 7,4 7,4
PG Nieuwerkerk
Toename woningen 105 105 105 105 105
Laagste netdruk 6,1 6,1 6,1 6,0 6,0 6,0
PG Waarder
Toename woningen 11 11 11 11 11
Laagste netdruk 6,9 6,9 6,9 6,9 6,8 6,8
120
2013
PG Bodegraven
PG Schoonhoven
PG Oudewater
PG Gouda
2014 PG Moordrecht

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Prognose laagste netdruk (bar)
PG Stolwijk
Toename woningen 31 31 31 31 31
Laagste netdruk 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
PG Gouda
Toename woningen 31 31 31 31 31
Laagste netdruk 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8
PG Berkenwoude
Toename woningen 98 98 98 98 98
Laagste netdruk 4,2 4,2 4,2 4,1 4,1 4,1
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
4,0
3,6
3,2
2,8
2,4
2,0
1,6
1,2
0,8
2009
2010
2011
2011
Knelpunten transportnet
2012
2012
2013
2013
PG Reeuwijk
PG Waarder
PG Nieuwerkerk
PG Gouda
2014 PG Stolwijk
2014 PG Berkenwoude
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Midden-Holland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
121
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 487 846 618 618 618 618 618
LD leidingen Meters 5.692 9.892 7.226 7.226 7.226 7.226 7.226
HD leidingen Meters 638 1.109 810 810 810 810 810
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 5 5 5 5 5 5 5
Afleverstations Stuks 6 5 5 5 5 5 5
Hoge druk stations Stuks 17 15 15 15 15 15 15
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 161 118 118 118 118 118
LD leidingen Meters 500 869 635 635 635 635 635
HD leidingen Meters 400 695 508 508 508 508 508
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Midden-Holland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere)
belastingen.Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de
lijn der verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
122

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Midden-Holland zijn afgeleid van de
NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene):
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 18 sec
2005 48 sec
2006 24 sec
2007 (prognose) 10 sec
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Midden-Holland gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde
periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes
worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen
ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren,
met uitzondering van de onderbrekingsfrequentie over 2005, onder de in 2006 gekozen
streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene)

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 775 4.895
Voldoende 512 57.405 715 46.909
Goed 131.050 3.151 494 18.998
Als nieuw 218.766 713.573 740 13.468
Totaal 350.328 774.129 2.724 84.270
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 28 6
Voldoende 0 7 26 56
Goed 37 0 18 23
Als nieuw 62 92 27 16
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
124

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds
het type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 82 1.063
Aanzienlijk 0 0 1.146 47.657
Normaal 263.764 354.104 1.309 32.851
Laag 86.564 420.025 187 2.700
Totaal 350.328 774.129 2.724 84.270
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 3 1
Aanzienlijk 0 0 42 57
Normaal 75 46 48 39
Laag 25 54 7 3
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Het aantal te vervangen aansluitingen zal tot 2012 oplopen tot ca. 3.000 stuks.
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 8 kilometer per jaar en daarna
over langere periode stabiliseren op ongeveer 8 km per jaar.
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 6 kilometer per jaar en daarna
stabiliseren op ongeveer 4 km per jaar.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 800 800 800
KCD 2008 817 1.137 1.137 1.704 3.439 3.250 2.950
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1.000 1.000 850
KCD 2008 1.387 3.127 3.528 4.026 4.047 4.047 7.883
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 8 kilometer per jaar en daarna
over langere periode stabiliseren op ongeveer 8 km per jaar.
125
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Vervangen van hoge druk gasleidingen
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 6 kilometer per jaar en daarna
stabiliseren op ongeveer 4 km per jaar.
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 500 500 450
KCD 2008 813 0 2.740 2.746 2.746 3.789 5.788
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 12 6 6
KCD 2008 191 86 86 86 86 86 86
Overslagstation 0 1 1 1 1 1 1
Districtstation 20 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 6 14 14 14 14 14 14
Hoge druk station 165 72 72 72 72 72 72
126

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Onderhoudsschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lekzoeken Preventief 348 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 20 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 1.150 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 2.915 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 1.100 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 50 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 100 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 35 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 770 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 70 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 400 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 4.400 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 1.200 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 400 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 100 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 120 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 100 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleiding Preventief 83.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 1.100 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 600 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleidingen Preventief 100 stuks na inspectie
Veiligst. aansluitl. storing Storingen 400 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 252 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 70 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 10 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 480 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 382 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 55 stuks na inspectie
Verhelpen storing in HAS Storingen 20 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 204 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 20 stuks na inspectie
Verhelpen storing in AS Storingen 40 stuks na storing
Overige
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Uitbreidingen Netbeheerder Midden-Holland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 4,7 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 3,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 3,5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 9,7 km.
127
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Holland
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 0,3 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 0,3 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 0,3 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 2,1 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 800 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 450 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren ca.
600 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 600 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 4 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 19 gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 2
stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 24 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
Kwaliteit en vervanging Netbeheerder Midden-Holland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,3 en in 2007 ca. 1 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 3,4 km en zal in 2007 ca. 2,5 km worden
vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,3 km en in 2007 ca. 0,5 kilometer
vervangen zou worden. In werkelijkheid is in 2006 niets en in 2007 ca. 2 km vervangen.
De reden voor de lagere vervanging in 2006 moet gezocht worden in het noodzakelijk
prioriteren tussen lage en hoge druk leidingen en aansluitingen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 9.200 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 8.200 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
ca. 1.500 aansluitingen opgenomen, dit wordt in 2007 ook uitgevoerd.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
ca. 10.900 stuks. Dit zal per 1 januari 2008 ca. 1.100 stuks bedragen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 28 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn in 2006 39 stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van ca. 16
stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 151 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
222 stuks. Dit zal naar verwachting per 1 januari 2008 verlaagd zijn tot 82 stuks.
128

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Beheergebied Gas
129
ENECO NetBeheer B.V.
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Inleiding Netbeheerder ENBU
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENBU B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende “Regeling kwaliteitsaspecten
netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ 4082582” van de Minister
van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253 van 30
december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENBU B.V. als
netbeheerder is aangewezen.
De RondeVenen
W089
W362
Woerden
W344 WW344
Abcoude
W315
Breukelen
Lopik
W332
W448
Montfoort
IJsselstein
Loenen
W218
De Bilt
Maarssen
W308
W462
Utrecht
W063 WW063
W299
W334 W33 W334
34
Nieuwegein
W223
Baarn
W055 WW055
Houten
Het gastransportnet wordt gevoed door 23 gasontvangststations (GOS).
130
Eemnes
Soest
Bunschoten
W221
W114
Amersfoort
W222 W W222 WW222
22
W128 WW128
Leusden
W183
Woudenberg W108
Renswoude
Wijk bij Duurstede
W267
Leersum
Veenendaal
Amerongen
W150 WW150
W104 W1 W104
104 10
Rhenen
W151
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren aansluitingen.
De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 11.294 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 31.095 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende activiteitenbestemming.
De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van zakelijke
verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit capaciteitsplan
als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening.
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENBU B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfs- c.q. industrieterrein.
Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan een
beter beeld gevormd worden.
2003
131
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
700.000 Qmax (-12ºC) = 616.100 m
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 Piekuur verbruik (KNMH Meetstation de Bilt, 2003)
/uur
Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Voor het gebied ENBU zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2003-2006 bepaald.
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
650.000
600.000
550.000
500.000
450.000
400.000
350.000
300.000
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2003-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
616.100 612.000 610.000 600.000
2003
Grootverbruik: De grote industrieën beperken zich tot de grote woonkernen Utrecht-
Stad, Amersfoort en Woerden. Daarnaast zal op termijn een nieuw industriegebied
“Kloosterpark” in Nieuwegein worden ontwikkeld.
Het gebied “Ronde Venen” kenmerkt zich als tuindergebied. In Harmelen ontwikkelt zich
een nieuw tuindergebied met tuinders die elders zijn opgeheven. De overige grootverbruikers
hebben een gebruikersprofiel wat gerelateerd is aan de buitenluchttemperatuur
(kantoren, blokverwarmingunits, ziekenhuizen en verzorgingscentra,
winkelcentra e.d.).
Voor dit gebied worden zijn drie grote uitbreidingsgebieden maatgevend voor de lange
termijn:
• Vathorst-Amersfoort (gevoed vanuit GOS Hoogland)
• Leidsche Rijn (gevoed vanuit GOS Vleuten)
• Kloosterpark-Nieuwegein (gevoed vanuit GOS Nieuwegein)
132
2004
2005
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. Middels een exportfunctie is
een koppeling gerealiseerd met het netberekeningspakket “Irene”, waarbij leidingen en
verbruiken naar “Irene” worden geëxporteerd.
De verbruiken in het GIS zijn 1 op 1 gekoppeld aan de verbruiken in het aansluitregister,
op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Voor de capaciteitsberekeningen is het gebied ENBU onderverdeeld in 4 netberekeningsgebieden
die overeenkomen met Pseudo-GOSsen. Een Pseudo-GOS is twee of meer
GOSsen die op transportniveau hydraulisch met elkaar doorverbonden zijn.
Voor elk van deze gebieden is een aparte rekenversie opgesteld waarin de distributienetten
zijn opgenomen en daaroverheen de transportnetten zijn geprojecteerd.
In zo’n gebied (rekenversie) wordt dan alleen het transportnet van het betreffende
Pseudo-GOS beschouwd.
De 4 netberekeningsgebieden zijn Houten, Utrecht-stad, Hoogland en Veenendaal.
Uitgangspunt van de lange termijn capaciteitsplannen zijn de 2-jaars operationele
capaciteitsplannen (2008-2009) van de regio.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. 133
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Breukelen W332 16.577 19.064 4
Hollandsche Rading W299 7.947 9.139 4
Houten W055 10.636 12.231 4
IJsselstein W218 19.407 22.318 4
Linschoten W315 18.221 20.954 4
Maarssen W308 23.648 27.195 4
Mijdrecht W089 18.784 21.602 4
Nieuwegein W063 30.876 35.507 4
Vinkeveen W362 20.259 23.298 4
Vleuten W448 32.102 36.917 4
Woerden W344 20.920 24.058 4
Subtotaal 219.377
Utrecht Stad (Atoomweg) W462 128.841 6.7
Amersfoort W222 58.504 67.280 6
Baarn W223 60.377 69.434 6
Bunschoten W221 16.896 19.430 6
Hoogland W114 33.477 38.499 6
Subtotaal 169.254
Amerongen W150 16.791 19.310 6
Hamersveld-Leusden W128 17.588 20.226 6
Rhenen W151 12.633 14.528 6
Scherpenzeel W108 9.815 11.287 6
Veenendaal W104 39.164 45.039 6
Wijk bij Duurstede W267 10.252 11.790 6
Woudenberg W183 7.671 8.822 6
Subtotaal 113.914
Totaal 631.386
Voor de transportnetten binnen NetBeheer worden de volgende combinaties van
netdrukken en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en
1bar/0.2bar.
ENBU heeft enkel 8 en 1 bar netten.
Het aantal van 25.850 woningen (excl. 5.245 Vinex-woningen), omgerekend
ca. 33.600 m3 /uur (periode 2010-2014), kunnen door de huidige transportnetten
(met geplande uitbreidingen) worden opgenomen.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
134

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Prognose laagste netdruk (bar)
Knelpunten transportnet
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Houten
Toename woningen 1.962 1.962 1.962 1.962 1.962
Laagste netdruk 4,0 3,9 3,7 3,6 3,4 3,3
PG Amersfoort
Toename woningen 1.264 1.264 1.264 1.264 1.264
Laagste netdruk 6,0 6,0 5,9 5,9 5,8 5,8
PG Veenendaal
Toename woningen 617 617 617 617 617
Laagste netdruk 6,0 6,0 5,9 5,9 5,9 5,8
Utrecht Stad
Toename woningen 1.328 1.328 1.328 1.328 1.328
Laagste netdruk 6,7 6,7 6,6 6,6 6,5 6,5
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
Binnen het verzorgingsgebied van ENBU zijn geen structurele knelpunten aanwezig.
2012
135
2013
Utrecht Stad
PG Veenendaal
PG Amersfoort
2014 PG Houten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 4.595 7.242 7.522 7.337 6.562 6.492 6.792
LD leidingen Meters 33.062 52.108 54.121 52.790 47.214 46.710 48.869
HD leidingen Meters 5.718 9.012 9.360 9.130 8.166 8.078 8.452
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 3 3 3 3 3 3 3
Afleverstations Stuks 5 5 5 5 5 5 5
Hoge druk stations Stuks 12 10 10 10 10 10 10
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 390 634 634 634 634 634
LD leidingen Meters 4.500 7.092 7.366 7.185 6.426 6.358 6.651
HD leidingen Meters
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder ENBU zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn
voor netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
136

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal kwaliteitsindicatoren.
Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO ENBU zijn afgeleid van de NESTOR
gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 4 sec
2005 8 sec
2006 10 sec
2007 (prognose) 2 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
29 min
53 min
47 min
(prognose) 35 min
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO ENBU gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde periode, zoals
in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes worden
gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen ENECO
NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren onder de
in 2006 gekozen streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren
gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
137
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,002
0,002
0,004
(prognose) 0,002
Datum Oorzaak Gebied Duur
07-02-2006 Gaslekkage Veenendaal 12:13
18-05-2006 Gasexplosie Baarn 1:30
05-07-2006 Gaslucht Abcoude 5:08
17-10-2006 Gaslekkage Woerden 1:16
02-11-2006 Gaslekkage Veenendaal 3:07
30-11-2006 Gaslucht Utrecht 1:00
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen
Lekken
196
Aansluitingen 719
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 174 18.258
Voldoende 75.717 535.427 351 215.689
Goed 0 0 451 127.814
Als nieuw 840.372 4.606.945 117 28.353
Totaal 916.089 5.142.372 1.093 390.114
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 3 2
Aanzienlijk 4 1 28 72
Normaal 75 72 68 25
Laag 20 27 2 1
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens.
Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking, met andere worden
bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van acties, zoals graven, die
138

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens meegenomen wat het
risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het type aansluiting, van
enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke gebouwen, en de mate van
grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 28 8.717
Aanzienlijk 37.976 47.177 301 280.129
Normaal 690.417 3.723.231 742 98.070
Laag 187.696 1.371.964 22 3.198
Totaal 916.089 5.142.372 1.093 390.114
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 3 2
Aanzienlijk 4 1 28 72
Normaal 75 72 68 25
Laag 20 27 2 1
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 11.000 11.000 11.000
KCD 2008 4.264 5.062 5.062 8.165 16.395 16.081 15.721
In verband met koperaansluitingen welke in een bepaalde periode zijn aangelegd zal het
aantal te vervangen aansluitingen oplopen tot ca. 16.000 stuks in het jaar 2022. Daarna
zal het aantal teruglopen tot ca. 7.600 stuks.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 8.000 7.000 7.000
KCD 2008 12.858 55.910 61.427 63.462 63.462 63.462 70.535
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 70 kilometer per jaar en
stabiliseren tot 2024. Daarna zal het vervangingsniveau teruglopen tot ongeveer 50 km
per jaar.
139
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 800 800 800
KCD 2008 5.429 6.329 6.329 9.824 10.157 10.157 16.677
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 17 kilometer per jaar,
na enkele jaren oplopen naar 19 km per jaar en daarna weer teruglopen.
Vervangen van stations (aantallen)
Onderhoudsschema’s
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 10 10 10
KCD 2008 17 22 22 22 22 22 22
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 5 2 2 2 2 2 2
Afleverstation 5 13 13 13 13 13 13
Hoge druk station 7 8 8 8 8 8 8
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
140

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 914 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 50 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 2.400 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 3.600 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 1.400 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 50 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 100 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 35 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 5105 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 320 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 250 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 2.400 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 320 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 250 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 100 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 20 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 150 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleidingen Preventief 380.000 stuks steeksproefsgewijze
Reparatie aansluitleidingen Correctief 2.000 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 1.800 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 10 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitleiding storing Storingen 2.300 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 593 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 150 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een DS/OS Storingen 45 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 850 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 45 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 2 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 139 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 25 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een AS Storingen 40 stuks na storing
Overige
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder ENBU
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2,6 en in 2007 ca. 4 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 4 km en zal in 2007 ca. 16 km worden
vervangen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers met een hoog risico was in 2006 al nihil. In de categorie risico hoog
“aanzienlijk risico” zal het aantal kilometers per 1 januari 2008 teruggebracht zijn van
56 km naar 47 km.
141
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENBU B.V.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als 2007 ca. 1 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 0,8 km en in 2007 ca. 7 km vervangen.
De reden voor de lagere vervanging in 2006 moet gezocht worden in het noodzakelijk
prioriteren tussen lage en hoge druk leidingen en aansluitingen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers HD leidingen met een hoog risico was per januari 2006 al vrij laag
en bedraagt op dit moment 0 km, het aantal kilometers met een aanzienlijk risico zal per
1 januari 2008 teruggebracht zijn van ca. 50,5 km naar ca. 38 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2.600 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 1.500 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
ca. 9.000 aansluitingen opgenomen, dit is voor 2007 verlaagd naar ca. 5.000 stuks
aansluitingen.
Door middel van inspecties en analyses is gebleken dat de inschatting voor het ENBU in
het KCD 2006 te negatief was. Dit is dan ook naar beneden toe bijgesteld omdat en
combinatie met ophoging van het aantal vervangingen in andere gebieden.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
ca. 47.500 stuks. Als gevolg van de voornoemde bijstelling zal dit per 1 januari
2008 ca. 8.700 stuks bedragen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 8 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn in 2006 geen stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van ca.
10 stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 21 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
43 stuks. Dit zal naar verwachting per 1 januari 2008 verlaagd zijn tot 28 stuks.
Uitbreidingen Netbeheerder ENBU
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 51 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 54,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 60 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 38.5 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 4,5 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 6,7 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 4 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 7 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 5.500 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 5.000 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 6.500 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 4.700 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 5 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 12 gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van
ca. 5 stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 24 stuks gas
stations. Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006
alleen de overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en
Hogedruk aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD
opgenomen omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
142

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
143
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Inleiding Netbeheerder Amstelland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO NetBeheer Amstelland B.V. zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende
“Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ
4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de
Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO NetBeheer
Amstelland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Aalsmeer
W262 W139 WW139
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Amstelland B.V. is onderverdeeld in 3 fysiek
gescheiden leveringsgebieden die gevoed worden door 7 gasontvangstations (GOS).
144
W228
Amstelveen
W051
W268 W268
W144
Ouderkerk
a/d Amstel
W401
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
1993
Historie
1994
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 1.822 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 2.225 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming.
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
1995
1996
1997
1998
1999
2000
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het GIS. Voor Amstelland is de exportfunctie
voor de koppeling met het netberekeningspakket “Irene” nog niet gerealiseerd.
Capaciteitsberekeningen
2001
2002
Aangezien voor ENECO Amstelland geldt dat er nog geen koppeling is gerealiseerd met
het netberekenings-pakket “Irene” zijn dit jaar geen nieuwe berekeningen uitgevoerd.
De meest recente berekeningen zijn uit 1995. Bij deze berekening zijn tevens de
verwachte uitbreidingen meegenomen. De toen verwachte uitbreidingen zijn inmiddels
gerealiseerd.
2003
145
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Pseudo-GOS Amstelveen
Aalsmeer W262 44.439 51.105
Amstelveen Bovenkerk W228 14.563 16.747
Amstelveen Kronenburg W268 30.826 35.450
Uithoorn Randweg W139 69.753 80.216
Uithoorn Wagenaarweg W051 21.464 24.684
Subtotaal 181.045
Duivendrecht W401 3.551 4.084
Ouderkerk a/d Amstel W144 4.518 5.196
Totaal 189.114
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Amstelland heeft enkel 8 bar netten; 2 individuele netten die worden gevoed door de
GOSsen Duivendrecht en Ouderkerk a/d Amstel en een 8 bar net dat Aalsmeer,
Amstelveen en Uithoorn van gas voorziet. Op basis van de berekeningen uit 1995 waarin
alle inmiddels gerealiseerde uitbreidingen zijn verwerkt, alsmede de te verwachten
veranderingen van de capaciteitsvraag en de huidige praktijkervaring met deze netten,
worden in dit gebied geen problemen verwacht. De netten van Amstelland voldoen aan
de gevraagde capaciteit.
Het GIS van Amstelland zal naar verwachting in het voorjaar 2008 in ENECO-GIS zijn
ondergebracht Na deze conversie zullen netberekeningen kunnen worden opgesteld.
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Amstelland zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
146

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 623 1.430 501 501 501 501 501
LD leidingen Meters 4.788 10.990 3.853 3.853 3.853 3.853 3.853
HD leidingen Meters 278 638 224 224 224 224 224
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 3 1 1 1 1 1 1
Afleverstations Stuks 5 5 5 5 5 5 5
Hoge druk stations Stuks 14 15 15 15 15 15 15
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 138 48 48 48 48 48
LD leidingen Meters
HD leidingen Meters
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Amstelland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
147
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal kwaliteitsindicatoren.
Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Amstelland zijn afgeleid van de
NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene):
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 14 sec
2005 3 sec
2006 22 sec
2007 (prognose) 5 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
46 min
44 min
63 min
(prognose) 25 min
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Amstelland gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde periode,
zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes worden
gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen ENECO
NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren onder de
in 2006 gekozen streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren
gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
148
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,005
0,001
0,006
(prognose) 0,006
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Gastransportleidingen
Lekken
52
Aansluitingen 171

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 312 4.538
Voldoende 2.025 274.073 243 10.002
Goed 0 0 237 32.378
Als nieuw 138.634 61.076 261 12.995
Totaal 140.659 335.149 1.053 59.913
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 30 8
Voldoende 1 82 23 17
Goed 0 0 23 54
Als nieuw 99 18 25 22
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
149
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 66 1.550
Aanzienlijk 0 0 422 23.595
Normaal 85.458 305.527 490 33.343
Laag 55.201 29.622 75 1.426
Totaal 140.659 335.149 1.053 59.913
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 6 3
Aanzienlijk 0 0 40 39
Normaal 61 91 47 56
Laag 39 9 7 2
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 300 300 300
KCD 2008 1.121 1.138 1.138 1.188 764 712 628
Het aantal vervangingen zal van ongeveer 1.100 stuks tot 2014 teruglopen naar 600 tot
700 stuks per jaar. Vanaf 2023 zal over een periode van 15 jaar het aantal op jaarbasis
stijgen tot ongeveer 4.000 stuks.
150

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 4,6 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau is van 2009 tot 2014 laag, daarna zal dit over een periode van
enkele jaren naar 900 meter per jaar worden gebracht. Dit blijft gehandhaafd tot 2019
waarna het niveau naar ongeveer 1.500 meter per jaar wordt verhoogd.
Er zit een groot verschil tussen 2008 en 2009. Dit wordt veroorzaakt door projecten
geïnitieerd door derden waarin hoge druk leidingen vervangen moet worden. Voor 2008
is slechts 250 meter als vervanging op eigen initiatief gepland.
Onderhoudsschema’s
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1.500 1.500 1.500
KCD 2008 1.430 413 2.269 4.366 4.366 4.366 4.627
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 0 0 0
KCD 2008 4.485 0 0 5 5 5 862
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 5 5 3
KCD 2008 42 39 39 39 39 39 39
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 8 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 7 21 21 21 21 21 21
Hoge druk station 27 18 18 18 18 18 18
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
151
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 142 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 16 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 450 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 1.710 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 160 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 15 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 100 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 10 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 329 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 120 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 0 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 2.260 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 280 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 70 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 250 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 20 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 16 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleidingen Preventief 64.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 75 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 25 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 50 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitl., storing Storingen 500 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 116 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 32 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 12 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 40 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 505 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 11 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 20 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 452 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 10 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een AS Storingen 40 stuks na storing
Overige
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Amstelland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als in 2007 ca. 1,5 kilometer
vervangen zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 2,3 km en zal in 2007 ca. 2 km
worden vervangen. De hoge vervanging in 2006 is te wijten aan reconstructies
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
152

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 waren geen vervangingen opgenomen voor 2006 en 2007. Er hebben
ook hebben op kleine schaal wel vervangingen plaatsgevonden.
Het aantal kilometers met een hoog risico was in 2006 al nihil en het aantal kilometers
met een aanzienlijk risico wordt verlaagd van 1 km naar nul.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 1.905 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn 870 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van 300
aansluitingen opgenomen, dit wordt 1.651 stuks.
Aan de hand van inspecties is het aantal aansluitingen met een hoog risico hoger ingezet
dan in het KCD 2006 was aangegeven.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 1.666
stuks. Als gevolg van de bijstelling bedraagt dit aantal per 1 januari 2008 nog 1.550 stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 1 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn in 2006 geen stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van 5
stuks gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 27 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
83 stuks en is verlaagd naar 66 stuks per januari 2008.
Uitbreidingen Netbeheerder Amstelland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,4 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 8 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 1,4 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 4,7 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 geen uitbreiding zou plaatsvinden.
In werkelijkheid is ca. 0,25 km aangelegd. Voor 2007 is geen uitbreiding voorzien.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 350 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 480 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 400 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 600 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 6 gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 2 stuks
gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 16 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
153
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Amstelland
154

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
155
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Inleiding Netbeheerder Midden Kennemerland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO NetBeheer Midden Kennemerland B.V., zoals vereist in de Gaswet en de
aanvullende “Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december
2004 nr. WJZ 4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in
de Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO NetBeheer
Midden Kennemerland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Heemskerk
Beverwijk
Castricum
W170
W156
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Midden Kennemerland bestaat uit één
leveringsgebied dat gevoed worden door 2 gasontvangstations (GOS).
156
Uitgeest
Zuidschermer
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2007 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
1200
1000
800
600
400
200
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 948 woningen gepland voor de
periode 2008-2009 en circa 2605 woningen voor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk
een eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening.
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO NetBeheer Midden Kennemerland B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto
hectare bedrijfs- c.q. industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor
industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan een
beter beeld gevormd worden.
2003
157
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
100.000
Qmax (-12ºC) = 81.600 m
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 Piekuur verbruik (KNMI Meetstation Schiphol, 2002)
/uur
Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Voor het gebied Midden-Kennemerland zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2002-2006
bepaald.
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
90.000
81.600
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
81.000 79.000 78.500 77.500
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
2003
Grootverbruik: Het gebied heeft geen industriële kenmerken. De meeste
grootverbruikers hebben een gebruikersprofiel wat gerelateerd is aan de
buitenluchttemperatuur (kantoren, blokverwarmingunits, ziekenhuizen en
verzorgingscentra, winkelcentra e.d.).
Incidenteel treft men een tuinder, wasserij of zwembad aan.
Buiten het gebieden Broekpolder en Businesspark Noord en Zuid worden voor dit
(volgebouwde) gebied geen uitbreidingen m.b.t. grootverbruik verwacht.
158
2004
2005
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. De verbruiken ten behoeve
van de netberekeningen zijn vastgelegd in het aansluitregister op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Hoewel de data van de infrastructuur in GIS is ondergebracht worden wijzigingen ook
nog in “Irene” bijgehouden om netberekeningen te kunnen verrichten. In dit “Irenemodel”
zijn de transportnetten doorgerekend.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Pseudo-GOS Midden-Kennemerland
Beverwijk W0307 42.279 48.621 5.0
Castricum W0555 42.423 48.786 5.0
Totaal 84.702
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Beverwijk en Castricum hebben 8 bar netten waarin een laagst berekende druk optreedt
van ca. 5 bar.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Midden-Kennemerland
Toename woningen 521 521 521 521 521
Laagste netdruk 5,0 4,9 4,8 4,7 4,5 4,4
159
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Midden Kennemerland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uitbreidingsinvesteringen
2011
Uitbreidingen en verwijderingen
2012
160
2013
Kennemerland
2014 PG Midden
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 430 811 682 682 682 682 682
LD leidingen Meters 3.340 6.302 5.296 5.296 5.296 5.296 5.296
HD leidingen Meters 174 328 276 276 276 276 276
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 3 1 1 1 1 1 1
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks 4 3 3 3 3 3 3
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 171 144 144 144 144 144
LD leidingen Meters 450 849 714 714 714 714 714
HD leidingen Meters 200 377 317 317 317 317 317
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Midden Kennemerland zijn geen
structurele knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Midden Kennemerland zijn afgeleid
van de NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 19 sec
2005 690 sec
2006 8 sec
2007 (prognose) 55 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
75 min
795 min
38 min
(prognose) 60 min
161
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,004
0,014
0,003
(prognose) 0,004
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Midden Kennemerland gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele
gevraagde periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De
waardes worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders
binnen ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen
jaren, met uitzondering van de waarden over 2005, onder de in 2006 gekozen
streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen 21
Aansluitingen 83
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
162
Lekken

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 7 4.025
Voldoende 1.854 142.970 26 2.860
Goed 0 0 30 29.083
Als nieuw 71.962 482.389 37 15.927
Totaal 73.816 625.359 100 51.895
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 7 8
Voldoende 3 23 26 6
Goed 0 0 30 56
Als nieuw 97 77 37 31
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en vervangingsprogramma’s
van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 0 1.210
Aanzienlijk 450 0 33 13.870
Normaal 44.751 338.247 62 35.020
Laag 28.615 287.112 5 1.795
Totaal 73.816 625.359 100 51.89
163
1
1
2
2
3
4
3
5
46
7
5
8
9
6
10
7
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 0 2
Aanzienlijk 1 0 33 27
Normaal 61 54 62 67
Laag 39 46 5 3
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 100 100 100
KCD 2008 786 907 907 787 683 388 171
Het aantal vervangingen zal van ongeveer 900 stuks tot 2014 teruglopen naar enkele
honderden stuks per jaar. Vanaf 2027 zal voor een periode van 10 jaar het aantal op
jaarbasis stijgen tot ongeveer 3.700 stuks.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 500 500 500
KCD 2008 1.215 2.072 3.063 4.139 4.139 4.139 6.764
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 4,4 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 0 0 0
KCD 2008 457 19 19 24 33 33 408
Het vervangingsniveau is van 2009 tot 2014 laag, daarna zal dit over een periode van
enkele jaren naar 800 meter per jaar worden gebracht.
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 5 3 2
KCD 2008 12 0 0 0 0 0 0
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 4 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 2 0 0 0 0 0 0
Hoge druk station 6 0 0 0 0 0 0
164

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Onderhoudsschema’s
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds verwachten acties n.a.v. storingen.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 74 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 5 stuks na inspec./stor.
controle Kath Besch. Preventief 330 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 350 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 32 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 5 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 50 m na inspectie
veiligstellen storing Storingen 40 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 625 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 8 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 0 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 990 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 40 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 30 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 100 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 0 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 50 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleidingen Preventief 53.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 260 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 25 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 20 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitl., storing Storingen 550 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 50 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 1 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een DS/OS Storingen 5 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 50 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 35 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 2 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 11 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 1 stuk na inspectie
Verhelpen storing in een AS Storingen 1 stuks na storing
Overige
165
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Midden
Kennemerland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 0,8 en in 2007 0,5 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 0,5 km en zal in 2007 0,9 km worden vervangen.
De hoge vervanging in 2006 is te wijten aan reconstructies.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 waren geen vervangingen opgenomen voor 2006 en 2007. In 2007 is
0,6 km vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico was in 2006 al nihil. Het aantal kilometers
met een aanzienlijk risico wordt verlaagd van 1,2 naar 0,4 kilometer.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 245 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn 286 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
100 aansluitingen opgenomen, dit wordt 577 stuks.
Aan de hand van inspecties is de categorie aansluitingen met een hoog risico omhoog
bijgesteld. Hierdoor zal het aantal aansluitingen met een hoog risico per 2008 van 357
naar 1.200 stuks gaan.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 1 stuks vervangen zou worden. Dit is ook
uitgevoerd. Voor 2007 was het vervangen van 4 stuks gas stations opgenomen, dit is
voor 2007 opgehoogd naar 18 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 6 stuks
en is verlaagd naar nul. De aantallen met een aanzienlijk risico zijn per 1 januari 2008
verlaagd zijn van 43 stuks naar 33 stuks.
Uitbreidingen Netbeheerder Midden Kennemerland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 7 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 1 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 8 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 4,3 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,3 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid heeft geen uitbreiding plaatsgevonden. Voor 2007 was het aanleggen van
ca. 1,3 km opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 0,3 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 600 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 950 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 700 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 500 stuks aansluitingen.
166

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid geen gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 2 stuks
gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 4 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
167
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Midden Kennemerland
168

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
169
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer
Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Inleiding Netbeheerder Zuid Kennemerland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende
“Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ
4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de
Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO NetBeheer
Zuid-Kennemerland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Zandvoort
W145 W 45
Bloemendaal
Bennebroek
W039
Haarlem
Het gastransportnet is onderverdeeld in 4 fysiek gescheiden leveringsgebieden die
gevoed worden door 3 gasontvangstations (GOS). Verder voedt de netbeheerder
Continuon op een tweetal punten (Haarlem Veen en Duin), Overveen Korte Zijlweg) het
gasnet van ENECO NetBeheer Zuid-Kennemerland B.V.
170
NUON
Haarlemmermeer
Haarlemmerliede
NBH
W410
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
700
600
500
400
300
200
100
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 398 woningen gepland voor de periode
2008-2009 en circa 505 woningen voor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk
een eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening.
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO NetBeheer Zuid Kennemerland B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto
hectare bedrijfs- c.q. industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor
industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan een
beter beeld gevormd worden.
2003
171
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Piekuur verbruik (KNMI Meetstation Schiphol, 2002)
Gasafgifte
(m³o/h)
60.000 Qmax (-12ºC) = 48.660 m
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0 Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 /uur
Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Voor het gebied Zuid-Kennemerland zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2002-2006
bepaald.
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
60.000
48.660
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
48.000 47.700
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
2003
Grootverbruik: Het gebied heeft geen industriële kenmerken. De meeste
grootverbruikers hebben een gebruikersprofiel wat gerelateerd is aan de
buitenluchttemperatuur (kantoren, blokverwarmingunits, ziekenhuizen en
verzorgingscentra, winkelcentra e.d.).
Incidenteel treft men een tuinder, wasserij of zwembad aan.
Voor dit (volgebouwde) gebied worden geen uitbreidingen m.b.t. grootverbruik
verwacht.
172
2004
50.000
2005
55.450
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in GIS. De verbruiken liggen vast in het
aansluit register, op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Om een goede indruk te krijgen van de netbelasting is het gasnet berekeningspakket
Irene gebruikt om netberekeningen te maken van de transportnetten.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Zandvoort W0115 17.690 20.344 2.1
Heemstede W0027 30.365 34.920 6.2
Halfweg W2386 3.551 4.084 7.7
Bloemendaal via NUON onbekend onbekend
Totaal 51.606
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Heemstede en Halfweg hebben 8 bar netten waarbij in Heemstede een laagst berekende
druk optreedt van 5.8 bar.
Zandvoort en Bloemendaal hebben een 4 bar net waarbij in Zandvoort een laagst
berekende druk optreedt van 2.1 bar.
De netten voldoen ruimschoots aan de gevraagde capaciteit.
173
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
Knelpunten transportnet
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Zandvoort
Toename woningen 8 8 8 8 8
Laagste netdruk 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1
Prognose laagste netdruk (bar)
3,8
2,8
1,8
0,8
2009
2010
Prognose laagste netdruk (bar)
Prognose laagste netdruk (bar)
Prognose laagste netdruk (bar)
8,5
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
2011
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Midden Kennemerland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
2012
2012
174
2013
2013
2014 PG Zandvoort
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Heemstede
Toename woningen 78 78 78 78 78
Laagste netdruk 6,2 6,2 6,2 6,2 6,1 6,1
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Halfweg
Toename woningen 15 15 15 15 15
Laagste netdruk 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7 7,7
PG Halfweg
2014 PG Heemstede

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 192 297 124 124 124 124 124
LD leidingen Meters 1.230 1.903 793 793 793 793 793
HD leidingen Meters 74 115 48 48 48 48 48
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 1
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 35 15 15 15 15 15
LD leidingen Meters
HD leidingen Meters 350 542 226 226 226 226 226
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Zuid Kennemerland zijn geen
structurele knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
175
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal kwaliteitsindicatoren.
Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Zuid Kennemerland zijn afgeleid van
de NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 11 sec
2005 4 sec
2006 17 sec
2007 (prognose) 35 sec
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Zuid Kennemerland gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde
periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes
worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen
ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren,
met uitzondering van de onderbrekingsfrequentie over 2005, onder de in 2006 gekozen
streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen 13
Aansluitingen 86
66 min
56 min
76 min
(prognose) 60 min
176
Lekken
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,003
0,001
0,004
(prognose) 0,002

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan
wel vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 4 4.795
Voldoende 0 115.219 21 9.828
Goed 0 0 54 11.460
Als nieuw 68.220 278.815 41 3.232
Totaal 68.220 394.034 120 29.315
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 3 16
Voldoende 0 29 18 34
Goed 0 0 45 39
Als nieuw 100 71 34 11
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
177
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds
het type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 0 663
Aanzienlijk 0 0 20 16.785
Normaal 40.965 232.706 93 11.466
Laag 27.255 161.329 7 401
Totaal 68.220 394.035 120 29.315
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 0 2
Aanzienlijk 0 0 17 57
Normaal 60 59 78 39
Laag 40 41 6 1
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 300 200 200
KCD 2008 1.348 927 927 1.216 1.075 795 602
Het aantal vervangingen zal van 1348 stuks in 2008 terug lopen naar ongeveer600 in
2014. Vanaf 2027 zal dit een aantal jaren oplopen tot ongeveer 1200 stuks per jaar.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters).
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1.500 1.500 1.500
KCD 2008 1.185 1.256 1.988 2.910 2.910 2.910 4.385
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 4,4 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
178

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Vervangen van druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau is tot 2014 erg laag, daarna zal dit oplopen tot ongeveer
400 meter per jaar en hierop stabiliseren.
Geen bijzonderheden.
Onderhoudsschema’s
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 0 0 0
KCD 2008 211 0 0 4 4 4 418
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 4 2 2
KCD 2008 4 1 1 1 1 1 1
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 2 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 0 0 0 0 0 0 0
Hoge druk station 2 0 0 0 0 0 0
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
179
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 68 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 5 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 150 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 325 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 475 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 5 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 10 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 7 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 395 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 20 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 0 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 450 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 40 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 10 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 50 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 8 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 40 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleidingen Preventief 30.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 40 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 10 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 5 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitle., storing Storingen 150 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 65 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 24 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 5 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 65 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 13 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 2 stuks na inspectie
Verhelpen storing HAS Storingen 1 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 29 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing AS Storingen 1 stuks na storing
Overige
180

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Zuid Kennemerland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 als in 2007 ca. 1,5 kilometer
vervangen zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 6,2 km en zal in 2007 ca. 1,7 km
worden vervangen.
De hoge vervanging in 2006 is te wijten aan reconstructies.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 waren geen vervangingen opgenomen voor 2006 en 2007. Er hebben
ook geen vervangingen plaatsgevonden.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 554 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn 532 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
300 aansluitingen opgenomen, dit wordt 588 stuks.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
1.432 stuks. Dit zal per 1 januari 2008 663 stuks bedragen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 2 stuks vervangen zou worden. In werkelijkheid
zijn in 2006 geen stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van 4 stuks gas
stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 14 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
In 2006 is hierop ingezoomd en actie genomen met voornoemd hoger aantal als gevolg
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 1 stuks
en is verlaagd naar nul. De aantallen met een aanzienlijk risico zijn per 1 januari 2008
verlaagd zijn van 31 stuks naar 20 stuks.
Uitbreidingen Netbeheerder Midden Kennemerland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 0,25 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 1,7 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 0,3 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 2 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 niets aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is ca. 0,2 km aangelegd. Voor 2007 wordt geen aanleg voorzien.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 200 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 100 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 100 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 280 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid is 1 gas station geplaatst. Voor 2007 is het plaatsen van ca. 2 stuks gas
stations opgenomen.
181
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Zuid Kennemerland
182

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V. ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
183
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Inleiding Netbeheerder Weert
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Netbeheer Weert N.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende “Regeling
kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ 4082582”
van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253
van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO Weert B.V.
als netbeheerder is aangewezen.
Z413
Z085
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Weert N.V. is verdeeld in 2 fysiek gescheiden
leveringsgebieden die gevoed worden door 2 gasontvangstations (GOS).
184
Weert
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
350
300
250
200
150
100
50
0
-50
-100
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren aansluitingen.
De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 336 woningen gepland voor de periode
2008-2009 en circa 744 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende activiteitenbestemming.
De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van zakelijke
verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO NetBeheer Weert B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfsc.q.
industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als
tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan
een beter beeld gevormd worden.
2003
185
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
Qmax (-12ºC) = 37.200 m
40.000
3 Piekuur verbruik (KNMI Meetstation Eindhoven, 2003)
/uur
30.000
20.000
10.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Voor het gebied ENBU zijn piekuurbelastingen voor de jaren 2003-2006 bepaald.
Gasafgifte
(m³o/h)
37.500
37.000 36.700
36.500
36.000
35.500
35.000
34.500
34.000
33.500
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
Stooklijn
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
2002
37.200
2003
Grootverbruik: Het gebied heeft geen industriële kenmerken. De meeste
grootverbruikers hebben een gebruikersprofiel wat gerelateerd is aan de
buitenluchttemperatuur (kantoren, blokverwarmingunits, ziekenhuizen en
verzorgingscentra, winkelcentra e.d.).
Incidenteel treft men een tuinder, wasserij of zwembad aan.
Er worden voor dit (volgebouwde) gebied geen uitbreidingen m.b.t.
grootverbruik verwacht.
186
35.650 35.650
2004
2005
34.800
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten Weert zijn nog niet opgeslagen in het ENECO-GIS.
Capaciteitsberekeningen
Voor Weert geldt dat er nog geen koppeling is gerealiseerd met het
netberekeningspakket “Irene”. Het transportnet is in een oude (niet grafische)
netberekeningspakket doorgerekend.
In het transportnet van Weert is de laagst optredende druk volgens de oude
netberekening ca. 5.5 bar.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Pseudo-GOS Weert
Vrakker Z0357 37.351 41.086 5.5
Trancheeweg Z0734 2.159 2.375 5.5
Totaal 39.510
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Weert heeft 8 bar en 3 bar netten.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
187
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Prognose laagste netdruk (bar)
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Weert zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
Uitbreidingsinvesteringen
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Weert
Toename woningen 149 149 149 149 149
Laagste netdruk 5,5 5,5 5,4 5,4 5,4 5,3
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
Uitbreidingen en verwijderingen
2012
188
2013
2014 PG Weert
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 185 250 193 193 193 193 193
LD leidingen Meters 1.072 1.449 1.119 1.119 1.119 1.119 1.119
HD leidingen Meters 206 278 215 215 215 215 215
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 45 35 35 35 35 35
LD leidingen Meters 350 473 365 365 365 365 365
HD leidingen Meters 1.100 1.487 1.148 1.148 1.148 1.148 1.148
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Weert zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Weert zijn afgeleid van de NESTOR
gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene):
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 7 sec
2005 13 sec
2006 8 sec
2007 (prognose) 8 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
30 min
30 min
34 min
(prognose) 30 min
Alle waarden blijven onder de gekozen streefwaarden.
189
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,004
0,007
0,003
(prognose) 0,002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Weert gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde periode, zoals
in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes worden
gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen ENECO
NetBeheer.
Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren, met uitzondering
van de onderbrekingsfrequentie over 2005, onder de in 2006 gekozen streefwaarden
blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage
vanaf 01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen 4
Aansluitingen 30
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de gebruiksomstandigheden.
De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling daarop
aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
190
Lekken

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 11 0
Voldoende 5.543 129.821 8 971
Goed 0 0 8 11.989
Als nieuw 24.322 159.122 30 5.789
Totaal 29.865 288.943 57 18.749
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 19 0
Voldoende 19 45 14 5
Goed 0 0 14 64
Als nieuw 81 55 53 31
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en vervangingsprogramma’s
van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens.
Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking, met andere worden
bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van acties, zoals graven, die
van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens meegenomen wat het
risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het type aansluiting, van
enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke gebouwen, en de mate van
grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 2 0
Aanzienlijk 450 0 15 3.811
Normaal 20.053 196.807 22 14.242
Laag 9.362 92.136 18 697
Totaal 29.865 288.943 57 18.749
191
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 4 0
Aanzienlijk 2 0 26 20
Normaal 67 68 39 76
Laag 31 32 32 4
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
De komende jaren zal op bescheiden schaal (enkele tientallen per jaar) worden
vervangen. Vanaf 2027 zal dit aantal oplopen naar ruim 10.000 stuks per jaar.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 3,4 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau zal tot 2020 oplopen tot ongeveer 300 meter per jaar en zich
hierop stabiliseren.
Geen bijzonderheden.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 200 200 200
KCD 2008 289 0 0 37 54 54 54
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 800 800 800
KCD 2008 1.400 724 1.591 2.594 2.594 2.594 3.436
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 0 0 0
KCD 2008 703 0 0 0 12 12 136
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 10 10 10
KCD 2008 17 22 22 22 22 22 22
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 5 2 2 2 2 2 2
Afleverstation 5 13 13 13 13 13 13
Hoge druk station 7 8 8 8 8 8 8
192

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Onderhoudsschema’s
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 30 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 3 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 215 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 217 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 160 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 30 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 0 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 3 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 287 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 16 stuks na inspectie
Controle Kath Besch. Preventief 0 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 435 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 24 stuks
Grav. Proefgat LD Preventief 10 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 0 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 5 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 10 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken Aansluitleidingen Preventief 19.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 250 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 5 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 0 na inspectie
Veiligstellen aansluitl., storing Storingen 150 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 22 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 3 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 50 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 5 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 4 stuks na inspectie
Verhelpen storing HAS Storingen 0 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 18 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 3 stuks na inspectie
Verhelpen storing AS Storingen 5 stuks na storing
Overige
193
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ENECO Netbeheer Weert N.V.
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Weert
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,9 en in 2007 ca. 0,8 kilometer
vervangen zou worden. In werkelijkheid is in 2006 ca. 2,6 km en zal in 2007 ca. 1,4 km
worden vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 waren voor 2006 en 2007 geen vervangingen opgenomen. In 2007 is
gepland om ca. 1,2 km te vervangen.
In 2007 is de lijn ingezet naar een hogere vervanging.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 329 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn 245 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van 200
aansluitingen opgenomen, dit zal 267 stuks worden.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
109 stuks. Dit zal per 1 januari 2008 nul zijn. De aantallen in de categorie aanzienlijk
risico zal verlaagd zijn van 4.200 naar 3.800 stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 waren geen vervangingen opgenomen, er hebben ook geen
vervangingen plaatsgevonden.
Er zijn 2 stuks stations met een hoog risico.
Uitbreidingen Netbeheerder Weert
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,5 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 1,7 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 1,5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 1,4 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 0,5 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 0,5 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 0,5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 0,5 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 150 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 200 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 100 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 180 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 geen installaties geplaatst zou worden. In
werkelijkheid is 1 gas station geplaatst. Voor 2007 zijn er geen gas stations opgenomen.
194

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
195
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Inleiding Zeist en Omstreken
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V. zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende
“Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ
4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de
Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO NetBeheer
Zeist en Omstreken B.V. als netbeheerder is aangewezen.
REMU
W334 W3 W334 W3 334
De Bilt
W333
Bunnik
Zeist
Driebergen-
Rijsenburg
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Zeist en Omstreken N.V. wordt gevoed
worden door 3 gasontvangstations (GOS).
196
REMU
Doorn
Maarn
W271
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
800
700
600
500
400
300
200
100
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren
aansluitingen. De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de
capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 455 woningen gepland voor de periode
2008-2009 en circa 1.430 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende
activiteitenbestemming. De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van
zakelijke verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO NetBeheer Zeist en Omstreken B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto
hectare bedrijfs- c.q. industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor
industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan
een beter beeld gevormd worden.
2003
197
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Gasafgifte
(m³o/h)
140.000 Qmax (-12ºC) = 117.200 m
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 Piekuur verbruik (KNMI Meetstation De Bilt, 2002)
/uur
Stooklijn Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
120.000 117.200 115.700 115.000
110.000
90.000
80.000
70.000
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
2003
Grootverbruik: Het gebied heeft geen industriële kenmerken. De meeste
grootverbruikers hebben een gebruikersprofiel wat gerelateerd is aan de
buitenluchttemperatuur (kantoren, blokverwarmingunits, ziekenhuizen en
verzorgingscentra, winkelcentra e.d.).
Incidenteel treft men een tuinder, wasserij of zwembad aan.
Er worden voor dit (volgebouwde) gebied geen uitbreidingen m.b.t. grootverbruik
verwacht.
198
2004
112.700
2005
110.500
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten zijn opgeslagen in het ENECO-GIS. Middels een exportfunctie
is een koppeling gerealiseerd met het netberekeningspakket “Irene”, waarbij leidingen
en verbruiken naar “Irene” worden geëxporteerd.
De verbruiken in het GIS zijn 1 op 1 gekoppeld aan de verbruiken in het aansluitregister,
op EAN-code niveau.
Capaciteitsberekeningen
Uitgangspunt van de lange termijn capaciteitsplannen zijn de 2-jaars operationele
capaciteitsplannen (2008-2009) van de betreffende regio.
Voor Zeist en Omstreken geldt dat er, naast de 3 GOSsen, een fysieke koppeling is
gerealiseerd met het 8 bar net van REMU (Amersfoort) Deze koppeling bestaat uit een
2-weg meet- en regelinstallatie die in bedrijf komt bij uitlaatdrukken beneden de 5 bar.
Deze koppeling is niet meegenomen in de netberekening.
In het transportnet van Zeist en Omstreken is de laagst optredende druk volgens de oude
netberekening ca. 5.1 bar.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Pseudo-GOS Zeist en Omstreken
Zeist W0245 60.056 69.064 5.1
Valkenheide W0104 10.350 48.786 5.1
De Bilt W0628 48.182 55.409 5.1
Totaal 118.588
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Zeist en Omstreken heeft een 8 bar net.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
199
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Prognose laagste netdruk (bar)
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Zeist en Omstreken zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uitbreidingsinvesteringen
2009 2010 2011 2012 2013 2014
PG Zeist en Omstreken
Toename woningen 285 285 285 285 285
Laagste netdruk 5,1 5,0 5,0 4,9 4,9 4,8
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
Uitbreidingen en verwijderingen
2012
200
2013
2014 PG Zeist
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 253 326 364 364 364 364 364
Lage druk leidingen Meters 2.299 2.962 3.309 3.309 3.309 3.309 3.309
Hoge druk leidingen Meters 190 245 273 273 273 273 273
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 7 1 1 1 1 1 1
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks 3 3 3 3 3 3 3
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 30 33 33 33 33 33
LD leidingen Meters 1.150 1.482 1.655 1.655 1.655 1.655 1.655
HD leidingen Meters 1.250 1.610 1.799 1.799 1.799 1.799 1.799
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Zeist en Omstreken zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Zeist en Omstreken zijn afgeleid van
de NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene):
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 16 sec
2005 7 sec
2006 7 sec
2007 (prognose) 4 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
65 min
41 min
31 min
(prognose) 25 min
201
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,004
0,003
0,004
(prognose) 0,002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Zeist en Omstreken gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde
periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes
worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen
ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren,
met uitzondering van de onderbrekingsfrequentie over 2005, onder de in 2006 gekozen
streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
202
Lekken
Gastransportleidingen 35
Aansluitingen 120

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 7 2.080
Voldoende 0 235.707 43 3.121
Goed 0 0 48 23.969
Als nieuw 103.357 553.354 26 28.853
Totaal 103.357 789.061 124 58.023
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 6 4
Voldoende 0 30 35 5
Goed 0 0 39 41
Als nieuw 100 70 21 50
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 1 487
Aanzienlijk 0 0 31 10.535
Normaal 61.903 459.185 88 46.068
Laag 41.454 329.876 4 933
Totaal 103.357 789.061 124 58.023
203
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 6 4
Voldoende 0 30 35 5
Goed 0 0 39 41
Als nieuw 100 70 21 50
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
Het aantal vervangingen zal de komende afnemen, vanaf 2027 zal echter een ruime
toename tot 4.600 stuks vervangingen op jaarbasis plaatsvinden over een periode van
ongeveer 10 jaar.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 9 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
Het vervangingsniveau is tot 2014 nihil en zal de jaren daarna oplopen tot ongeveer 1
kilometer per jaar en zich hierop over langere periode stabiliseren.
Geen bijzonderheden
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 500 500 500
KCD 2008 969 248 248 387 402 352 193
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 2.500 2.500 2.500
KCD 2008 1.316 2.362 3.980 5.788 5.788 5.788 8.810
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 100 100 100
KCD 2008 363 0 0 0 0 0 612
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1 1 1
KCD 2008 2 1 1 1 1 1 1
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 1 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 0 1 1 1 1 1 1
Hoge druk station 1 0 0 0 0 0 0
204

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Onderhoudsschema’s
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 103 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 12 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 350 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 170 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 80 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 50 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 0 m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 5 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 791 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 40 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 30 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 200 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 16 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 150 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 0 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 50 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 15 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleidingen Preventief 57.540 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 600 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 150 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 0 na inspectie
Veiligstellen aansluitleiding, storingStoringen 400 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 80 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 55 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een DS/OS Storingen 5 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 154 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 2 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 5 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 36 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 5 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een AS Storingen 3 stuks na storing
Overige
205
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheer Zeist en Omstreken
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Zeist en Omstreken
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 1,8 kilometer en in 2007 2,5 kilometer
vervangen zou worden. In werkelijkheid is in 2006 niets vervangen en zal in 2007
2,6 km worden vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 waren nagenoeg geen vervangingen opgenomen voor 2006 en 2007.
In 2007 is 1 kilometer vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 569 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid hebben geen vervangingen plaatsgevonden. Voor 2007 was het vervangen
van 100 aansluitingen opgenomen, dit wordt 1.054 stuks.
Aan de hand van inspecties is het aantal aansluitingen met een hoog risico hoger ingezet
dan in het KCD 2006 was aangegeven.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 314
stuks. Als gevolg van de bijstelling bedraagt dit aantal per 1 januari 2008 nog 487 stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 2 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn in 2006 geen stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen
van 3 stuks gas stations opgenomen, dit ook in 2007 hebben geen vervangingen
plaatsgevonden. Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg
per 1 januari 2006 3 stuks en is verlaagd naar 1 stuks per januari 2008.
Uitbreidingen Netbeheerder Zeist en Omstreken
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 1,7 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is geen uitbreiding gepleegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 2 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 1,7 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 0,1 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is geen uitbreiding gepleegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 0,1 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 0,1 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 200 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn 2 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren ca. 200
aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 300 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 2 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn geen gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 2 stuks
gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 6 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
206

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Beheergebied Gas
207
ENECO NetBeheer B.V.
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Inleiding Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ENECO NetBeheer Noord-Oost Friesland B.V., zoals vereist in de Gaswet en de
aanvullende “Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december
2004 nr. WJZ 4082582” van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in
de Staatscourant nr. 253 van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ENECO Noord-Oost
Friesland B.V. als netbeheerder is aangewezen.
Ameland
N180
N007
Ferwerderadeel
Tytsjerksteradiel
Dongeradeel
Het gastransportnet van ENECO NetBeheer Noord-Oost Friesland bestaat uit 7 fysiek
gescheiden leveringsgebieden die gevoed worden door 12 gasontvangstations (GOS).
208
N187 N
N475
Dantumadeel
N193
N467
N369 N36 N369 69 6
N135
N468
Schiermonnikoog
N199
Kollummerland
N128
Achtkarspelen
N368
Gasontvangststation Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2007 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
1000
800
600
400
200
0
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren aansluitingen.
De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 805 woningen gepland voor de periode
2008-2009 en circa 1884 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende activiteitenbestemming.
De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van zakelijke
verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit
capaciteitsplan als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening.
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ENECO NetBeheer Noord-Oost Friesland B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto
hectare bedrijfs- c.q. industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor
industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan
een beter beeld gevormd worden.
2003
209
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Piekuur verbruik (KNMI Meetstation Leeuwarden, 2003)
Gasafgifte
(m³o/h)
120.000
Qmax (-12ºC) = 93.500 m
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0 Gemiddelde temperatuur per etmaal (TºC)
3 /uur
Stooklijn
-12,0
-11,0
-10,0
-9,0
-8,0
-7,0
-6,0
-5,0
-4,0
-3,0
-2,0
-1,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
9,0
10,0
11,0
12,0
13,0
14,0
15,0
16,0
17,0
18,0
Q tb= geregistreerde gasafgifte (m3o/h) bij een gemiddelde etmaaltemperatuur
Q -12 0 C= Q tb omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij een gemiddelde
etmaaltemperatuur van -12 0 C
Voor het gebied ENECO Noord-Oost Friesland zijn piekuurbelastingen voor de jaren
2002-2006 bepaald.
Trend Piekuurbelasting (Qmax (-12 0 C) m 3 /uur)
Gasafgifte
(m³o/h)
100.000
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
2002
De bepaling van de piekuur verbruiken over de jaren 2002-2006 geeft aan dat het
piekuurverbruik daalt. Het is echter onduidelijk of deze trend zich doorzet of het gevolg
is van relatief “warme” winters waardoor een meetafwijking ontstaat.
Daarom wordt voor capaciteitsbehoefte in de netberekeningen de oude piekuur
verbruiken gehanteerd tot het moment dat er weer een “relatief” koude winterperiode
wordt geregistreerd.
Meerjarenplanning
93.500 92.800
2003
Grootverbruik: Nieuwe grootverbruikers voor de komende jaren hebben zich niet
aangemeld. Er is al jaren een tendens van een afbouw van grootverbruik als gevolg van
fusies (concentratie van productiemiddelen) en verhuizing van bedrijven naar andere
gebieden buiten NOF.
210
2004
91.000 90.000
2005
2006

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data gasnetten zijn vastgelegd in een GIS. De verbruiksgegevens staan in het
aansluitregister.
Capaciteitsberekeningen
Voor Noord-Oost Friesland geldt dat er nog geen koppeling is gerealiseerd met het
netberekeningspakket “Irene”. Het transportnet is in een oude (niet grafische)
netberekening doorgerekend. In het transportnet van Noord-Oost Friesland blijft de druk
volgens de netberekening ruimschoots boven de 5 bar.
Metingen in een koude periode geven echter aan dat er mogelijk problemen kunnen
ontstaan in het transportnet van “Tytjerkstradiel” (tussen de GOSsen Veenwouden-N369
en Giekerk-N467) Een 8-bar koppeling tussen de GOSsen Veenwouden en Giekerk als
oplossing voor dit probleem is in studie.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
Damwoude N475 6.892 7.926
Buitenpost N128 7.402 8.512
Giekerk N467 5.319 6.117
Surhuisterveen N368 9.760 11.224
Zwaagwesteinde N193 6.816 7.838
Kootstertille N468 8.039 9.245
Kollum N199 6.545 7.527
Ameland N180 4.078 4.690
Dokkum N187 20.202 23.232
Hallum N007 7.007 8.058
Veenwouden N369 8.860 10.189
Suameer N135 11.183 12.860
Totaal 102.103
211 11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
De 3 bar netten in Noord-Oost Friesland zijn in naam weliswaar een transportnet maar
hebben geen transportcapaciteit en worden bedreven als een distributienet. Dit net is in
de 70’er jaren uitgelegd ter ontsluiting van onrendabele gebieden. De totale lengte van
dit net bedraagt ca. 300 km. Hiermee worden ca. 900 aansluitingen (voornamelijk
boerderijen) van gas voorzien.
De netten van Noord-Oost Friesland voldoen ruimschoots aan de gevraagde capaciteit.
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Noord-Oost Friesland zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
Uitbreidingsinvestering
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen Stuks 527 504 482 482 482 482 482
LD leidingen Meters 6.012 5.751 5.503 5.503 5.503 5.503 5.503
HD leidingen Meters 239 229 219 219 219 219 219
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 3 2 2 2 2 2 2
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks 4 5 5 5 5 5 5
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 101 96 96 96 96 96
LD leidingen Meters 650 622 595 595 595 595 595
HD leidingen Meters 750 717 687 687 687 687 687
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder Noord-Oost Friesland zijn geen
structurele knelpunten aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
212

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO Noord-Oost Friesland zijn afgeleid
van de NESTOR gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Werkelijke cijfers jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene):
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 22 sec
2005 27 sec
2006 9 sec
2007 (prognose) 3 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
44 min
35 min
23 min
(prognose) 10 min
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven met uitzondering van de
onderbrekingsfrequentie over 2005.
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO Noord-Oost Friesland gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele
gevraagde periode, zoals in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De
waardes worden gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders
binnen ENECO NetBeheer. Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen
jaren, met uitzondering van de onderbrekingsfrequentie over 2005, onder de in 2006
gekozen streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren
gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
213
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
0,008
0,013
0,007
(prognose) 0,002
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Netbeheerder Noord-Oost Friesland Lekken
Gastransportleidingen 38
Aansluitingen 303
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan wel
vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
kwaliteitscategorie “matig en voldoende” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
kwaliteitscategorie “goed en als nieuw” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging” .
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 0 260 2.399
Voldoende 586.974 41.577 285 15.818
Goed 0 0 304 18.265
Als nieuw 1.182.656 43.399 252 16.782
Totaal 1.769.630 84.976 1.101 53.264
214

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 0 24 5
Voldoende 33 49 26 30
Goed 0 0 28 34
Als nieuw 67 51 23 32
Totaal 100 100 100 100
Uit de tabel blijkt dat aantallen in de categorie zodanig omlaag zijn gebracht dat de
aandacht zich de komende jaren binnen de lopende inspectie- en
vervangingsprogramma’s van ENECO NetBeheer meer kan en zal richten op de categorie
voldoende.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken. Voor aansluitingen is tevens
meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting gebaseerd op enerzijds het
type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en hoogbouw tot publieke
gebouwen, en de mate van grondzakking.
De afgelopen jaren zijn door vervangingen en modificaties de aantallen Assets uit de
risicocategorie “hoog en aanzienlijk” behoorlijk verlaagd. De aantallen in de
risicocategorie “normaal en laag” zijn hierdoor behoorlijk verhoogd.
Dit is te zien in onderstaand overzicht en de terugblik “kwaliteit en vervanging”.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 0 40 812
Aanzienlijk 116.574 0 426 16.536
Normaal 1.181.121 59.397 589 30.057
Laag 471.935 25.579 46 5.859
Totaal 1.769.630 84.976 1.101 53.264
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 4 2
Aanzienlijk 7 0 39 31
Normaal 67 70 53 56
Laag 27 30 4 11
Totaal 100 100 100 100
215
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich (meer) gaan
richten op de risicogroep “aanzienlijk”. Dit is mogelijk omdat door de vervangingen van
de afgelopen jaren de aantallen in de categorie “hoog” aanzienlijk omlaag zijn gebracht.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
Het aantal vervangingen zal over de komende 25 jaar oplopen tot ongeveer 2.800 stuks
per jaar en daarna weer afnemen tot ca. 700 stuks per jaar.
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 1 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren.
Er zit een groot verschil tussen het plan 2008 en de opvolgende jaren. De reden is dat
Netbeheerder Noord-Oost Friesland 200 mbar netten heeft die voor het plan 2008 zijn
meegenomen als lage druk leiding. In het meerjarenplan 2009 en verder zijn deze echter
opgenomen als hoge druk leidingen. In het volgende KCD zal dit weer worden
aangepast.
Tot 2014 loopt het vervangingsniveau op tot ongeveer 24 km. Daarna loopt dit terug tot
ongeveer15 km.
Er zit een groot verschil tussen het plan 2008 en de opvolgende jaren. Reden hiervoor is
dat Netbeheerder Noord-Oost Friesland 200 mbar netten heeft die voor het plan 2008
zijn meegenomen als lage druk leiding. In het meerjarenplan 2009 en verder zijn deze
echter opgenomen als hoge druk leidingen. In het volgende KCD zal dit weer worden
aangepast.
Geen bijzonderheden.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 100 100 100
KCD 2008 477 625 657 513 987 887 787
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1.000 1.000 1.000
KCD 2008 1.875 285 413 863 863 863 1.089
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 500 500 500
KCD 2008 1.002 19.429 19.429 19.522 23.648 23.648 14.470
Vervangen van stations (aantallen)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1 1 1
KCD 2008 2 1 1 1 1 1 1
Overslagstation 0 0 0 0 0 0 0
Districtstation 1 0 0 0 0 0 0
Afleverstation 0 1 1 1 1 1 1
Hoge druk station 1 0 0 0 0 0 0
216

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Onderhoudsschema’s
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken HD net Preventief 462 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 48 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 388 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 742 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 300 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 40 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief 10 m na inspectie
Inspectie wadleiding Na inspectie 100 Na inspectie
Herprofileren wadleiding Na inspectie 100 Na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 15 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 1.382 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 140 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 68 stuks 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 536 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 330 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 20 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 100 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 10 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 15 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lekzoeken aansluitleidingen Preventief 60.000 stuks 1 keer per jaar
Reparatie aansluitleiding Correctief 400 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 300 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 6 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitl., storing Storingen 975 stuks na storing
Stations
Functionele Inspectie DS/OS Preventief 100 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 12 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 30 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 100 stuks 2 keer per jaar
Functionele Inspectie HAS Preventief 947 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 32 stuks na inspectie
Verhelpen storing in een HAS Storingen 60 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 21 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 5 stuks na inspectie
217 11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Overige
Verhelpen storing in een AS Storingen 5 stuks na storing
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat zowel in 2006 1,4 en in 2007 1 kilometer vervangen
zou worden. In werkelijkheid is in 2006 1,4 km en zal in 2007 1,7 km worden vervangen.
Het aantal kilometers met een hoog risico en het aantal kilometers met een aanzienlijk
risico waren beide in 2006 al nihil.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 voor 2006 en 2007 het vervangen van ca. 0,6 kilometer opgenomen.
Er hebben ook hebben op kleine schaal wel vervangingen plaatsgevonden.
Het aantal kilometers met een hoog risico was in 2006 al nihil.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 192 stuks vervangen zou worden. In
werkelijkheid zijn 212 aansluitingen vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
100 aansluitingen opgenomen, dit wordt 513 stuks.
Aan de hand van inspecties is het aantal aansluitingen met een hoog risico hoger ingezet
dan in het KCD 2006 was aangegeven.
Het aantal lage druk aansluitingen met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006 20
stuks. Als gevolg van de bijstelling bedraagt dit aantal per 1 januari 2008 812 stuks.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 geen vervangingen zou plaatsvinden. In
werkelijkheid zijn in 2006 2 stations vervangen. Voor 2007 was het vervangen van
5 stuks gas stations opgenomen, dit is bijgesteld naar nul.
Het aantal hoge druk gas stations met een hoog risico bedroeg per 1 januari 2006
73 stuks en is verlaagd naar 40 stuks per januari 2008.
Uitbreidingen Netbeheerder Noord-Oost Friesland
Lage druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 5 kilometer aangelegd zou worden.
In werkelijkheid is ca. 8,4 km aangelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 5 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 3,7 km.
Hoge druk hoofdleidingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 0,3 kilometer aangelegd zou worden. In
werkelijkheid is geen hoofdleiding gelegd. Voor 2007 was het aanleggen van ca. 0,3 km
opgenomen, dit wordt voor 2007 naar verwachting ca. 5,2 km.
Lage druk aansluitingen
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 450 nieuwe aansluitingen waren
gepland. In werkelijkheid zijn ca. 450 aansluitingen gerealiseerd. Voor 2007 waren
ca. 500 aansluitingen opgenomen, dit worden voor 2007 ca. 480 stuks aansluitingen.
Hoge druk gasstations
In het KCD 2006 was opgenomen dat in 2006 ca. 8 stuks geplaatst zou worden. In
werkelijkheid zijn ca. 5 gas stations geplaatst. Voor 2007 was het plaatsen van ca. 6 stuks
218

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
gas stations opgenomen, dit is voor 2007 opgehoogd naar 10 stuks gas stations.
Deze verhoging wordt onder andere veroorzaakt doordat in het KCD 2006 alleen de
overslagstations en districtstations waren opgenomen. Afleverstations en Hogedruk
aansluitingen (beide klantenstations) waren in 2006 nog niet in het KCD opgenomen
omdat we de beschikbare informatie hierover te onbetrouwbaar vonden.
219 11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 Netbeheerder Noord-Oost Friesland
220

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V. ENECO NetBeheer B.V.
Beheergebied Gas
221
ENECO EdelNet Delfland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.
ENBU B.V.
ENECO Netbeheer Amstelland B.V.
ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.
ENECO Netbeheer Weert N.V.
ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.
ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V.
ONS Netbeheer B.V.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Inleiding ONS Netbeheer B.V.
Dit is het specifieke deel van het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument gas 2008-2014 van
ONS Netbeheer B.V., zoals vereist in de Gaswet en de aanvullende “Regeling
kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas van 20 december 2004 nr. WJZ 4082582”
van de Minister van Economische Zaken en zoals gepubliceerd in de Staatscourant nr. 253
van 30 december 2004.
Dit specifieke deel sluit aan bij de hiervoor beschreven algemene uitgangspunten en het
kwaliteitsbeheer systeem binnen de eisen zoals genoemd in bovengenoemd regeling van
MinEZ. Verder hebben we rekening gehouden met de beleidsregel uit 2005, het concept
toetsingskader en de leringen die we konden trekken uit de beoordeling en audit van het
KCD 2006-2012. We houden in deze uitwerking zoveel als mogelijk de volgorde aan van
de artikelen van de ministeriële regeling.
Belastingprognoses
In de onderstaande figuur wordt het gebied weergegeven waarvoor ONS Netbeheer B.V.
als netbeheerder is aangewezen.
Schiedam
W230 W
Gasontvangststation
Het gastransportnet is op 8 bar niveau gekoppeld met het 8 bar net van
Rotterdam-Noord.
222
8 bar koppeling
W070
Transport gasleiding

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Ontwikkeling woningbouw
Voor de bepaling van de toename van het aantal woningen is gebruik gemaakt van
cijfers van het CBS. De CBS getallen (Nieuwbouw, Sloop en Toename/Afname) over de
periode 1997-2006 zijn gebruikt voor een gemiddeldebepaling voor de komende jaren.
Woningbouw (in aantal woningen)
1.200
800
600
400
200
0
-200
-400
-600
1993
Historie
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
De aantallen woningen “Nieuwbouw” worden gebruikt voor de te realiseren aansluitingen.
De aantallen woningen “Toename” worden gebruikt voor de capaciteitsbehoefte.
Voor de jaren 2007-2009 zijn deze waarden gecorrigeerd met de beschikbare informatie
uit de organisatie. Deze informatie is ondermeer gebaseerd op streekplannen en
contacten met de gemeenten.
Met deze prognose wordt een toename van circa 92 woningen gepland voor de periode
2008-2009 en circa 596 woningenvoor de periode 2010-2014.
Ontwikkeling zakelijke bouw
Voor de ontwikkeling van de zakelijke bouw is eveneens gebruik gemaakt van bij
gemeenten en projectontwikkelaars vergaarde gegevens.
2002
Vaak betreft het hier nieuwbouwplannen met een nog onbekende activiteitenbestemming.
De grote mate van diversiteit in het soort van activiteiten van zakelijke
verbruikers en daarmee van het piekverbruik maakt het vervolgens moeilijk een
eenduidig kengetal voor zakelijke piekbelasting vast te stellen. Hier is in dit capaciteitsplan
als volgt mee om gegaan:
• Voor nieuwbouwplannen met een bekende activiteitenbestemming en een daarmee
redelijk in te schatten piekbelasting zal deze inschatting worden opgenomen in de
prognoseberekening
• Voor zakelijke nieuwbouw met een nog niet bekende concrete activiteitenbestemming
zal als beste inschatting gebruik worden gemaakt van een algemeen ervaringscijfer
binnen ONS Netbeheer B.V., te weten 50 m3 /uur per bruto hectare bedrijfs- c.q.
industrieterrein. Dit kengetal wordt gebruikt zowel voor industrie, handel als tuinbouwgebieden.
Voor de bestaande industrie is in dit capaciteitsplan uitgegaan van een constant
gasverbruik. Wanneer meetgegevens bekend en geanalyseerd kunnen worden kan
een beter beeld gevormd worden.
2003
223
2004
2005
2006
2007
KCD
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Toename/afname Nieuwbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Piekuur verbruik en Trend Piekuur verbruik
Voor het gebied Schiedam kunnen geen specifieke piekuurbelastingen voor de jaren
2002-2006 worden bepaald. De oorzaak hiervan ligt in de koppeling met het 8 bar net
van Rotterdam-Noord. Deze koppeling is in 1994 gerealiseerd om een gas expansie
turbine op GOS Keilehaven optimaal te laten functioneren.
Om maximaal rendement te halen uit de gas expansie turbine is de leveringsdruk op GOS
Kethel (Schiedam) op 6,5 bar ingesteld. Hierdoor wordt Schiedam voornamelijk door GOS
Keilehaven (Rotterdam) van gas voorzien en lever GOS Kethel alleen in koude perioden.
Uit de gas afgifte van alleen GOS Kethel kan geen Piekuurverbruik of Trend Piekuur
verbruik worden bepaald.
Meerjarenplanning
Grootverbruik: Het gebied heeft geen echte grote industriële kenmerken. Als
uitzondering geldt een glasfabriek in dit gebied.
Er worden geen grote industriële uitbreidingen in dit gebied voorzien.
Capaciteitsknelpunten
Gasnetten
De data van de gasnetten ONS zijn in 2003 opgeslagen in het netberekeningspakket
“Irene”.
Capaciteitsberekeningen
Bij de capaciteitsberekening is het 8 bar net beschouwd als een net met 3
voedingspunten, d.w.z.: de twee koppelingen met het 8 bar net van Rotterdam zijn
beschouwd als gasontvangstations met een voedingsdruk van 8 bar.
Naar verwachting zullen de netten van ONS in de loop van 2008 in ENECO-GIS worden
ondergebracht. Vanaf dat moment zullen de gebieden van Schiedam en Rotterdam-
Noord in z’n geheel kunnen worden doorgerekend.
Uitgangspunt van de lange termijn capaciteitsplannen zijn de 2-jaars operationele
capaciteitsplannen (2008-2009) van de betreffende regio.
Gasafgifte van de GOSsen
Met behulp van de geregistreerde uur afgiftes van de afgelopen jaren zijn de maximale
gasafgiftes van de GOSsen bij Tb=-12 oC bepaald. Hiertoe zijn de koudste dagen van de
afgelopen jaren (met een gemiddelde etmaaltemperatuur van Tb=-5oC of lager)
omgerekend naar een verwachte gasafgifte bij Tb=-12 oC. Dit resulteert in onderstaand overzicht van de gasafgiftes op de GOSsen. In onderstaande
tabel zijn tevens de afzonderlijke GOSsen geclusterd per pseudo GOS. De kolommen
geven de volgende waarden weer:
Prognose ENECO bij Tb=-12 oC: Dit is de naar -12oC geëxtrapoleerde waarde op basis van
de GTS meetgegevens. (Piekuurverbruik)
Qmax (-12oC)+15%: Dit is de voorgaande waarde verhoogd met de 15% onzekerheidsmarge.
P min (bar): Dit is de laagste berekende druk in de netberekeningen op basis van
Qmax (-12oC)+15%. 224

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Gasafgifte van de GOSsen
GOS Prognose ENECO Qmax (-12 0 C) P min (bar)
Tb=-12 0 C (m 3 /h) +15% (m 3 /h) Netberekening
GOS Laan van Bol'Es W0560 18.615 21.407 6.3
6.3
Bakkershaven (kopp. R'dam) 24.947 28.689 6.3
Vlaardingweg (kopp. R'dam) 12.076 13.887 6.3
Totaal 55.638
Voor de transportnetten binnen ENECO worden de volgende combinaties van netdrukken
en minimum drukken aangehouden: 8bar/1.5bar; 4bar/0.8bar; 3bar/0.6bar en 1bar/0.2bar.
Schiedam heeft een 8 bar net en een (klein) een 1 bar net.
De combinatie van de netberekeningen met belastingsprognoses kan een indruk worden
verkregen van de netbelasting en mogelijke capaciteitsknelpunten in de toekomst.
Prognose laagste netdruk (bar)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Toename woningen 119 119 119 119 119
Laagste netdruk 6,3 6,3 6,3 6,3 6,3 6,2
Prognose laagste netdruk (bar)
7,5
6,5
5,5
4,5
3,5
2,5
1,5
2009
2010
2011
Knelpunten transportnet
Binnen het verzorgingsgebied van ENECO Netbeheer ONS zijn geen structurele
knelpunten aanwezig.
2012
225
2013
2014 PG ONS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Uitbreidingsinvesteringen
Uitbreidingen en verwijderingen
Uitbreidingen 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aansluitingen 1) Stuks 144 165 401 401 401 401 401
LD leidingen 2) Meters 668 765 1.861 1.861 1.861 1.861 1.861
HD leidingen 3) Meters 91 104 253 253 253 253 253
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks 1
Afleverstations Stuks 5 3 3 3 3 3 3
Hoge druk stations Stuks 6 5 5 5 5 5 5
Verwijderingen
Aansluitingen Stuks 125 304 304 304 304 304
LD leidingen Meters 594 680 1.655 1.655 1.655 1.655 1.655
HD leidingen Meters 80 92 223 223 223 223 223
Overslagstations Stuks
Districtstations Stuks
Afleverstations Stuks
Hoge druk stations Stuks
Evaluatie capaciteit en knelpunten
Binnen het verzorgingsgebied van Netbeheerder ONS zijn geen structurele knelpunten
aanwezig.
Uit netberekeningen kwamen enkele mogelijke knelpunten naar voren die in de praktijk
geen knelpunten bleken te zijn.
De oorzaak hiervan lag in het GIS waarin de gegevens (en voornamelijk de verbruiken)
destijds nog niet gekoppeld waren aan de verbruikerssystemen.
In de huidige berekeningen komen op sommige punten nog vreemde resultaten uit de
berekeningen die niet overeenkomen met wat in de praktijk wordt ervaren.
Het project om de GIS gegevens te completeren heeft een voortgangsdocument
vrijgegeven. In dit document wordt aangegeven dat de onderdelen welke nodig zijn voor
netberekening in kwartaal 4 in 2007 zouden zijn afgerond.
Zodra deze onderdelen zijn opgeleverd wordt een analyse van de netten gemaakt en
worden alle (dan nog aanwezige) fouten gecorrigeerd.
De analyses van de gasafgiftes over de afgelopen 5 jaren geven een dalend patroon te
zien. Dit kan verschillende oorzaken hebben;
1 Bij stadsvernieuwing worden slecht geïsoleerde woningen vervangen door (minder)
goed geïsoleerde woningen
2 In de grote steden worden gas aansluitingen bij stadsvernieuwing vervangen door
Stadsverwarmingaansluitingen
3 De afgelopen 5 jaren zijn geen echt koude winterperiodes voorgekomen.
Daarom wordt nog niet de definitieve conclusie getrokken dat de daling zich voortzet.
Voorlopig worden de netten berekend op de oude (en hogere) belastingen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van een stijgend gasverbruik ligt niet in de lijn der
verwachting.
Grote uitbreidingsprojecten zoals bedrijventerreinen en woningbouwlocaties worden per
project beoordeeld aan de hand van capaciteitsberekeningen. Realisatie van een project
wordt gekoppeld aan de benodigde netverzwaringen.
Capaciteitsproblemen als gevolg van uitbreidingsprojecten worden op deze manier
vermeden.
226

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Streefwaarden
Kwaliteitsindicatoren
In de Regeling worden historische gegevens gevraagd van een aantal
kwaliteitsindicatoren. Daarnaast worden voor de criteria die betrekking hebben op de
beschikbaarheid van de voorziening streefwaardes gevraagd voor de periode tot 2012.
Historische kwaliteit
De kwaliteitsindicatoren voor de netten van ENECO ONS zijn afgeleid van de NESTOR
gegevens over het jaar 2004 t/m 2006 en deels 2007.
Alle waarden zijn onder de streefwaarden gebleven met uitzondering van de gemiddelde
onderbrekingsduur over 2005.
Werkelijke cijfers jaarlijkse
uitvalduur
(gemiddeld per aangeslotene):
2004 geen cijfers bekend
2005 55 sec
2006 52 sec
2007 (prognose) 22 sec
Gemiddelde onderbrekingsduur
(per storing)
geen cijfers bekend
138 min
76 min
(prognose) 40 min
Streefwaarden kwaliteitsindicatoren
ENECO ONS gaat uit van één set streefwaardes voor de gehele gevraagde periode, zoals
in hoofdstuk 3 van het algemene deel wordt onderbouwd. De waardes worden
gehanteerd zoals deze worden nagestreefd voor alle Netbeheerders binnen ENECO
NetBeheer.
Omdat de werkelijke waarden en prognose over de afgelopen jaren, met uitzondering
van de gemiddelde onderbrekingsduur over 2005, onder de in 2006 gekozen
streefwaarden blijven, worden deze voor een periode van 5 jaren gecontinueerd.
• Jaarlijkse uitvalduur (gemiddeld per aangeslotene) < 1 min
• Gemiddelde onderbrekingsduur (per storing) < 120 min
• Onderbrekingsfrequentie (gemiddeld per aangeslotene) < 0,008
Incidentmeldingen aan De Onderzoeksraad voor veiligheid
ENECO NetBeheer heeft ervoor gekozen om rapportage te doen over aan de
Onderzoeksraad voor veiligheid gemelde incidenten over 2006. Een rapportage vanaf
01-01-2006 is daarmee consistent met toekomstige rapportages in de volgende
kwaliteitsdocumenten.
Incidentmeldingen
227
Onderbrekingsfrequentie
(gemiddeld per aangeslotene)
geen cijfers bekend
0,007
0,007
(prognose) 0,006
Datum Oorzaak Gebied Duur
- - - -
Onderstaande tabel geeft het aantal geregistreerde lekken in het jaar 2006.
Gastransportleidingen
Lekken
12
Aansluitingen 7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Kwaliteit van het netwerk
De kwaliteit van de leidingen is gerelateerd aan de materiaalkenmerken en de
gebruiksomstandigheden. De ligging en de omgevingskenmerken bepalen in aanvulling
daarop aan wat de risico’s zijn gerelateerd aan de kwaliteit van het systeem.
De kennis over kwaliteit is een eerste indicatie voor noodzakelijke verbetering dan
wel vervanging van netdelen. Het risico bepaald de prioriteit.
Kwalitatieve beoordeling gasnetwerk
De toestand van het netwerk wordt benaderd vanuit de combinatie van de toegepaste
materialen, de leeftijd van deze materialen en de toepassing ervan. Dit laatste heeft bij
leidingmaterialen betrekking op de relatie tussen materiaalsoort en druktrap van het
netwerk waarin de materialen worden toegepast en de liggingcondities zoals grondsoort
en eventuele grondzetting.
Omdat ONS begin 2007 onderdeel is geworden van ENECO NetBeheer bevat dit KCD
met betrekking tot ONS geen terugblik over de afname van aantallen in de kwaliteitscategorie
“matig en voldoende”. Wel zijn de Assets op gelijke wijze als de andere Assets
benaderd.
Onderstaande tabel geeft een algemene beoordeling van de kwaliteit van het netwerk.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Matig 0 4.133 10 6.000
Voldoende 99 45.575 10 13.100
Goed 0 0 14 0
Als nieuw 22.487 157.696 13 7.000
Totaal 22.586 207.404 47 26.100
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Matig 0 2 21 23
Voldoende 0 22 21 50
Goed 0 0 30 0
Als nieuw 100 76 28 27
Totaal 100 100 100 100
De eerste aandacht bij de inspectie en vervangingsprogramma’s zal uitgaan naar de
lagedruk leidingen, aansluitingen en stations.
Inspecties kunnen ertoe leiden dat de te verwachten levensduur verlengd kan worden
indien de toestand beter blijkt dat nu verondersteld.
Risicobeoordeling in relatie tot componentkwaliteit
Voor het feitelijke risico als direct gevolg van de kwalitatieve staat van het gasnet zijn
extra factoren meegenomen die betrekking hebben op de interactie tussen het netwerk
en het risico voor de mens. Factoren in dit verband zijn de dichtheid van de bevolking,
met andere worden bijvoorbeeld stedelijk gebied of platteland en de intensiteit van
acties, zoals graven, die van invloed zijn op de netwerken.
Voor aansluitingen is tevens meegenomen wat het risico is van de betreffende aansluiting
gebaseerd op enerzijds het type aansluiting, van enkel woonhuis via geschakeld en
hoogbouw tot publieke gebouwen, en de mate van grondzakking.
228

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Omdat ONS begin 2007 onderdeel is geworden van ENECO NetBeheer bevat dit KCD met
betrekking tot ONS geen terugblik over de afname van aantallen in de risicocategorie
“hoog en aanzienlijk” Wel zijn de Assets op gelijke wijze als de andere Assets benaderd.
Overzicht in meters en stuks
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico m m stuks stuks
Hoog 0 540 3 1.250
Aanzienlijk 59 30.738 17 11.850
Normaal 18.029 144.887 25 11.500
Laag 4.497 31.239 2 1.500
Totaal 22.586 207.404 47 26.100
Overzicht in procenten
HD leidingen LD leidingen stations aansluitingen
Risico % % % %
Hoog 0 0 6 5
Aanzienlijk 0 15 36 45
Normaal 80 70 53 44
Laag 20 15 4 6
Totaal 100 100 100 100
De komende jaren zullen de inspecties en vervangingsprogramma’s zich als eerste richten
op de risicogroep “hoog”. Daarnaast zal ook de categorie risico “aanzienlijk” de nodige
aandacht krijgen.
Vervangingsinvesteringen
Vervangen van lage druk gas aansluitingen (stuks)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 500 500 500
KCD 2008 920 1.404 1.404 1.415 1.263 869 549
Het aantal te vervangen zal zich na 2014 stabiliseren tussen 700 en 900 stuks op jaarbasis.
Vervangen van lage druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006
KCD 2008 154 7.279 7.448 7.563 7.563 7.563 5.085
Het vervangingsniveau zal tot 2014 oplopen tot ongeveer 5 kilometer per jaar en zich
hierop over langere periode stabiliseren. Vanaf 2025 zal het vervangingsniveau over
langere periode teruglopen tot ongeveer 1 km per jaar.
229
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Vervangen van hoge druk gasleidingen (meters)
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 100 100 100
KCD 2008 21 5 5 487 487 487 687
Het vervangingsniveau zal tot 2019 oplopen tot ongeveer 750 meter per jaar en vanaf
2025 teruggaan naar ongeveer 260 meter per jaar zich hierop over langere periode
stabiliseren.
Vervangen van stations (aantallen)
Onderhoudsschema’s
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
KCD 2006 1 1 1
KCD 2008 9 1 1 1 1 1 1
Overslagstation 1 0 0 0 0 0 0
Districtstation 2 1 1 1 1 1 1
Afleverstation 0 0 0 0 0 0 0
Hoge druk station 6 0 0 0 0 0 0
Onderhoudsactiviteiten zoals ingepland voor 2008 worden weergegeven in de tabellen.
Als toelichting worden de onderhoudsfrequenties, zoals toegepast, in de laatste kolom
herhaald.
De frequenties voor inspecties en onderhoud worden vooralsnog voor de komende jaren
niet aangepast. Daarmee gelden de gepresenteerde aantallen impliciet, in grote lijnen,
ook voor de daaropvolgende periode van vier jaren.
De cijfers zijn enerzijds gebaseerd op gebruiksduur gestuurde acties. Dit zijn de inspectie
intervallen. Deze zijn aangevuld met de op basis van ervaring noodzakelijke correctieve
acties naar aanleiding van deze inspecties. Anderzijds is een inschatting verwerkt van te
verwachten acties n.a.v. storingen.
230

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Onderhoudschema’s
Assets Activiteit Onderhouds- Aantal Frequentie
beleid
Gas transportleidingen
Lek zoeken Preventief 22 km 1 keer per 5 jaar
Repareren HD-net Correctief 5 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 200 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 445 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 70 stuks na inspectie
Grav. Proefgat HD Preventief 3 stuks in overleg
Ophalen HD net Preventief - m na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 4 stuks na storing
Distributieleidingen
Lek zoeken Preventief 207 km 1 keer per 5 jaar
Repareren LD-net Correctief 30 stuks na inspec./stor.
Controle Kath Besch. Preventief 8 palen 1 keer per jaar
Appendage controle Preventief 600 stuks 1 keer per jaar
Reparatie app./KB Correctief 100 stuks na inspectie
Grav. Proefgat LD Preventief 62 stuks in overleg
Ophalen LD net Preventief 50 m na inspectie
Wegpompen water LD Correctief 35 stuks na inspectie
Veiligstellen storing Storingen 41 stuks na storing
Aansluitleidingen
Lek zoeken aansluitleid. Preventief 4.000 stuks steekproefsgewijze
Reparatie aansluitleiding Correctief 210 stuks na inspectie
Reparatie meetopstelling Correctief 60 stuks na inspectie
Ophalen aansluitleiding Preventief 50 stuks na inspectie
Veiligstellen aansluitl., storing Storingen 207 stuks na storing
Stations
Functionele Insp. DS/OS Preventief 20 stuks 1 keer per jaar
Repareren DS/ OS Correctief 9 stuks na inspectie
Verhelpen storing DS/OS Storingen 5 stuks na storing
Drukcontrole DS/OS Preventief 20 stuks 2 keer per jaar
Functionele Insp. HAS Preventief 4 stuks 1 keer per 5 jaar
Repareren HAS Correctief 1 stuks na inspectie
Verhelpen storing HAS Storingen 2 stuks na storing
Functionele Inspectie AS Preventief 2 stuks 1 keer per 2 jaar
Repareren AS Correctief 9 stuks na inspectie
Verhelpen storing AS Storingen 2 stuks na storing
Overige
Evaluatie ten opzichte van het vorige KCD plan
Vervangingen en kwaliteit Netbeheerder ONS
Lage druk hoofdleidingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Hoge druk hoofdleidingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Lage druk aansluitingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
231
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2008-2014 ONS Netbeheer B.V.
Hoge druk gasstations
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Uitbreidingen Netbeheerder ONS
Lage druk hoofdleidingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Hoge druk hoofdleidingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Lage druk aansluitingen
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Hoge druk gasstations
Was niet in het KCD 2006 opgenomen.
Colofon
Dit jaarverslag is een uitgave van ENECO NetBeheer.
Bladconcept en teksten
Limona Tekst, Leiden, www.limona.nl
Eindredactie
ENECO NetBeheer, afdeling Communicatie
Productie, vormgeving en realisatie
Kruit Communicatie en Vormgeving in Gebruik, Montfoort, www.kruit.nl
Fotografie
Wim Hollemans Fotografie, Drunen, www.whfotografie.nl, p 8, p 14, p 32, p 76
Marcel Rozenberg Design & Photography, Schiedam, www.marcelrozenberg.com, p 26, p 38, p 44, p 52,
p 55, p 68, p 71
Fons Sluiter, www.fonssluiter.nl, p 20
Drukwerk
Senz grafische media, www.senz-grafischemedia.nl
232