NEC Aspire Handleiding Verkort Standard,Comfort & Executive

Aspire 475_N.qxd 23-09-2003 09:56 Pagina 1
Uw telefoon gebruiken
Door de flexibiliteit van het hele
systeem kunnen de belcodes en
functies van uw toestel afwijken
van de handleiding.
Raadpleeg uw systeembeheerder
en noteer eventuele verschillen.
Met slechts één druk op de
snelkiestoetsen bent u rechtsreeks
in contact met collega’s en externe
gesprekspartners. U kunt deze
toetsen ook gebruiken voor
bepaalde functies. Raadpleeg uw
systeembeheerder.
Voor meer privacy tijdens het
handenvrij bellen, neemt u de hoorn
op (zie Handenvrij bellen hieronder).
Druk op CALL1 en LND om automatisch
het laatst gekozen nummer te herhalen.
Druk op CALL1, DIAL en kies een
geheugennummer om een nummer uit
de gemeenschappelijke lijst verkort te
kiezen.
Druk op CONF om een
conferentiegesprek te voeren.
Met de volumetoetsen regelt u het
volume van de luidspreker, de hoorn
en de beltonen. Bij telefoons met een
display kunt u er ook het LCD-contrast
mee regelen.
Met de softkeys hebt u snel en
makkelijk toegang tot de functies
– doorloop gewoon het menu op
het display (niet op alle modellen
aanwezig).
Via het alfanumeriek display kunt u de functies
gebruiken en krijgt u informatie over uw oproepen. Als
op uw toestel de functie oproepidentificatie is
ingesteld, verschijnt op het display het nummer en de
naam van de beller.
Het indicatielampje voor berichten
knippert wanneer u een nieuw bericht hebt
ontvangen. Als u geen berichtentoets hebt,
knippert het ook als uw mailbox nieuwe
voicemailberichten heeft ontvangen.
Dit zijn de LIJN- en/of FUNCTIE-toetsen.
Voor meer informatie over het instellen van
deze toetsen, zie De Functietoetsen
programmeren.
De gesprekskanaaltoetsen zijn toetsen voor
uitgaande en inkomende gesprekken. Als er
één bezet is, gebruikt u de andere.
Activeer de niet-storen-functie om
binnenkomende oproepen te blokkeren. Deze
toets knippert ook wanneer
oproepdoorschakeling is geactiveerd.
Druk op SPK om handenvrij te bellen, of
gebruik de hoorn. Zie Handenvrij bellen
hieronder. Druk één keer op de SPK-toets
wanneer u een gesprek voert via de hoorn en
handenvrij wilt bellen, en twee keer om de
meeluisterfunctie te activeren.
Via de microfoon kunt u handenvrij bellen.
Druk op de MIC-toets om de microfoon uit te
schakelen.
Handenvrij bellen
• Druk op de SPK-toets in plaats van de hoorn op te nemen om met de handenvrij-functie
uitgaande en inkomende gesprekken te voeren.
• Met de automatische handenvrij-functie kunt u op een gesprekskanaaltoets drukken
zonder de hoorn op te nemen. De automatische handenvrij-functie is standaard geactiveerd.
• Gebruik de handenvrij antwoordfunctie om een interne oproep met stemaankondiging te
beantwoorden door in uw telefoon te spreken zonder de hoorn op te nemen.
Uitgaande gesprekken
Externe uitgaande gesprekken…
Druk op een lijntoets
voor snelle toegang:
Vorm codes voor
externe oproepen:
Een collega oproepen…
Gebruik de
intercomfunctie:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. Druk op de LIJN-toets + Wacht op de kiestoon
+ Toets een extern nummer.
•U kunt lijnen of lijngroepen onder de functietoetsen
programmeren.
OF
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. CALL1 + 0 + Extern nummer.
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
• Om met één druk op de toets te kunnen bellen,
drukt u op een snelkiestoets of een DSSfunctietoets
in plaats van naar stap 2 te
gaan.
2. CALL1 + Toestelnummer van uw collega.
•U hoort het toestel rinkelen of 2 bieptonen.
Als u de beltoon hoort: wacht op antwoord.
Als u de bieptonen hoort: het toestel werkt
als intercom, u kunt spreken met uw collega.
Druk op 1 om te wisselen tussen de
rinkelen/intercom-modus.
•Kies 717 om een bericht achter te laten.
• Omroepfunctie: Kies 801 + 0 voor een
omroep op alle toestellen of 801 + 1-64 voor
de gewenste omroepzone.
Als uw oproep niet wordt beantwoord…
Aanschuiven en terugbellen
Als u de bezettoon
hoort, kunt u
aanschuiven of de
terugbelfunctie
activeren:
Berichten-indicatie (rechtstreekse berichten)
Een bericht achterlaten
(het indicatielampje
voor berichten
knippert) wanneer uw
collega uw oproep niet
beantwoordt:
Een bericht
beantwoorden:
1. Om aan te schuiven: druk op (en wacht *
zonder de verbinding te verbreken).
• (Interne gesprekken) Als u een beltoon
hoort: wacht tot uw oproep wordt beantwoord.
•(Externe gesprekken) Als u opnieuw de kiestoon
hoort: toets het nummer.
OF
1. Om terug te bellen: druk op (en verbreek *
de verbinding).
•Wacht tot het systeem u terugbelt.
2. Druk op de SPK-toets of neem de hoorn op.
•(Externe gesprekken) Toets het nummer.
• (Interne gesprekken) Voer een gesprek met
uw collega.
Om terugbellen te annuleren:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. CALL1 + 870 + Verbreek de verbinding.
1. Blijf aan de lijn + 0
• Het indicatielampje voor berichten van uw
collega knippert snel. Uw indicatielampje
voor berichten brandt.
1. CALL1 + 841
• Bericht annuleren (zowel de door u als de
naar u gestuurde berichten): CALL1 + 873.
Inkomende gesprekken
Externe inkomende gesprekken…
U hoort twee beltonen
en één van de
lijntoetsen knippert:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
Interne inkomende gesprekken…
Uw telefoon rinkelt:
U hebt de intercommodus
geactiveerd en
hoort twee bieptonen:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
1. Spreek in uw telefoon.
•U kunt de hoorn opnemen voor meer privacy.
Om uw telefoon op rinkelen in te stellen: CALL1 +
823; om op uw telefoon de intecom-modus te activeren: CALL1 + 821.
Oproepen overnemen van een ander toestel…
Het toestel van een
collega binnen uw
groep rinkelt:
Een oproep op het
toestel van een
bepaalde collega
overnemen:
Conferentiegesprek…
Een conferentiegesprek
houden:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. CALL1 + # + 0
2. CALL1 + 715 + Toestelnummer van uw collega.
•In plaats van naar stap 2 te gaan, kunt u hiervoor
een supervisietoets of een toets voor
oproepovername binnen uw groep gebruiken.
1. U voert een uitgaand/inkomend gesprek: druk
op CONF.
2. Begin/beantwoord een volgend uitgaand/inkomend
gesprek: druk op CONF.
• Herhaal bovenstaande procedure om meerdere
gesprekspartners aan het gesprek te
laten deelnemen. Er kunnen max. 32
gesprekspartners aan een conferentiegesprek
deelnemen.
3. Als alle verbindingen tot stand zijn gebracht,
drukt u nogmaals op CONF om het conferentiegesprek
te starten.
Verkorte handleiding voor andere functies
Niet storen: DND + 1 om externe oproepen te blokkeren OF 2 om de omroepfunctie,
interne oproepen, de doorschakelfunctie en doorverbonden
externe oproepen te blokkeren OF 3 om alle oproepen te blokkeren
OF 4 om doorgeschakelde oproepen te blokkeren OF 0 om deze
functie te annuleren.
Namen opslaan: CALL1 + 800 + Toestelnummer + Naam (Zie Verkort kiezen) +
HOLD
Oproepdoor- CALL1 + 848 + 1 + Toestelnummer voor onmiddellijk doorschakelen
schakeling: CALL1 + 842 + 1 + Toestelnummer voor rinkelen op beide toestellen
CALL1 + 843 + 1 + Toestelnummer indien bezet
CALL1 + 844 + 1 + Toestelnummer indien bezet / geen antwoord
CALL1 + 845 + 1 + Toestelnummer indien geen antwoord
CALL1 + 846 + 1 + Toestelnummer voor volgstand
U kunt het toestelnummer vervangen door het voicemail-hoofd-
De oproepnummer om oproepen door te schakelen naar uw mailbox.
doorschakeling
uitschakelen: CALL1 + code + 0
Selectieve Uw telefoon rinkelt. Neem de hoorn niet op en druk ook niet op
omleiding CALL1, maar druk op een FUNCTIE-toets (selectief omleiden).
Beltoon: CALL1 + 820 + 1 voor interne inkomende gesprekken
CALL1 + 820 + 2 voor externe inkomende gesprekken
Kies beltoon 1 - 8 (u hoort de beltoon)
Druk op SPK om de beltoon in te stellen.
Tijd: CALL1 + 828 + 2 cijfers voor het uur (24-uur-systeem) + 2 cijfers
voor de minuten + SPK om de verbinding te verbreken
Algemene CALL1 + 720 om de volgende functies te annuleren:
annuleercode: Oproepdoorschakeling, berichten-indicatie, niet storen, alarm, nummerherhaling,
tekstberichten.
Kies via uw
telefoondisplay
een
collega
of extern
nummer
uit een
telefoonlijst
(i.p.v. het
nummer te
toetsen).
Bellen via het telefoonboek
Systeemtoestel
1. Druk op de ALF-toets.
2. Druk op de snelkiestoets om een telefoonlijst te kiezen:
VKNa = Algemene nummers voor verkort kiezen;
VKNg = Groepsnummer voor verkort kiezen;
TST. = Toestelnummer van uw collega;
VKT = Uw snelkiestoetsen (1-10).
3. Geef de letter/het nummer in van de gewenste persoon,
bv. druk op 2 voor A, B, C of 2.
4. Druk op de pijl naar beneden om naar die lijst te gaan.
5. Druk op de pijlen om de lijst te doorlopen.
6. Druk op CALL1 of neem de hoorn op om te bellen of
druk op de DIAL-toets.

Aspire 475_N.qxd 23-09-2003 09:56 Pagina 7
De snelkiestoetsen programmeren
Programmeren: CALL1 + 855 + Toets + Nummer + HOLD + Naam (zie Namen
ingeven onder Verkort kiezen) + HOLD + SPK om de verbinding te verbreken
DSS: Geef het toestelnummer van uw collega in.
Persoonlijke geheugennummers: 0 + Extern nummer
Gebruikscodes: Gebruikscode. U kunt bijvoorbeeld met de code 885 een wistoets
programmeren om een bewaard nummer te wissen.
Functietoetsen programmeren - Algemeen
Programmeren: CALL1 + 851+ Toets + Code + Optionele gegevens
Oproepdoorschakeling: Kies 10 voor onmiddellijke oproepdoorschakeling.
Kies 11 voor oproepdoorschakeling indien bezet.
Kies 12 voor oproepdoorschakeling indien geen antwoord.
Kies 13 voor oproepdoorschakeling indien bezet/geen antwoord.
Kies 14 voor oproepdoorschakeling waarbij beide toestellen
rinkelen.
Kies 15 voor oproepdoorschakeling volgstand.
Kies 16 voor oproepdoorschakeling naar toestel (zelfde als
888 toetsen).
Kies 17 voor displaybericht naar keuze, persoonlijke boodschap
(zelfde als 713 toetsen).
Conferentiegesprek: Kies 07 om een conferentietoets te programmeren.
In wacht zetten: Voor exclusieve in wacht: kies 45
DSS/Snelkiestoets: Kies 01 + Toestelnummer van uw collega + HOLD
Kladblokgeheugen: Kies 31
Het getoetste nummer bewaren: Kies 30
Nummerherhaling: Kies 29
Voicemailbox: Kies 77 + Uw toestelnummer
Omroep: Intern: 21 + Zone (1-64) of 22 (alle oproepen)
Extern: 19 + Zone (0-8)
Combinatie: 20 (voor alle interne en externe oproepen)
Functietoetsen programmeren - Visualisatie
Lijntoetsen: Kies 01 + Lijnnummer (001-200).
*
Supervisietoetsen: Kies 03 + Toestelnummer van uw collega.
*
Parkeren: Kies 04 + Parkeernummer (01-64)
*
Systeemtoestel
Programmeren: CALL1 + 852 + Toets + Code + Optionele gegevens
Gesprekken behandelen…
Een gesprek in wacht zetten…
In wacht zetten
Zet het gesprek in
wacht in plaats van de
lijn open te laten:
Een oproep uit wacht
halen:
1. Blijf aan de lijn + HOLD.
• Uw extern gesprek wordt nu in wacht gezet.
Uw collega’s kunnen het gesprek uit de
wachtstand halen. Druk op de exclusieve
HOLD-functietoets om de oproep in exclusieve
wacht te zetten.
• Interne gesprekken gaan automatisch in
exclusieve wacht als u op HOLD drukt.
1. Druk op de SPK-toets of neem de hoorn op.
2. Druk op de knipperende LIJN-toets.
OF
2. Druk op de knipperende CALL1-toets als de
oproep niet op een lijntoets binnenkwam (of
een intern gesprek was).
Een oproep naar een collega doorverbinden…
Doorverbinden
Uw gesprek naar een
collega doorverbinden:
1. Blijf aan de lijn + HOLD.
2. Toets het toestelnummer van uw collega.
• Druk op een snelkiestoets in plaats van het
nummer van uw collega te toetsen.
• Om het gesprek door te verbinden naar de
voicemail, drukt u op uw voicemailtoets voor
u het nummer van uw collega toetst.
OF
2. Druk op een FUNCTIE-toets (DSS/snelkiestoets).
3. Druk op de als DOORVERBIND-toets geprogrammeerde
functietoets om het gesprek door
te verbinden.
Een gesprek parkeren
Een gesprek parkeren
zodat een collega het
kan overnemen:
Of een gesprek
overnemen dat een
collega voor u heeft
geparkeerd:
1. Blijf aan de lijn.
2. HOLD + 831 + Parkeernummer.
• Parkeernummers: 1-64. Om een persoonlijk
gesprek te parkeren, toetst u het nummer
773 in plaats van 831.
3. Roep uw collega om zodat hij het gesprek kan
overnemen.
•Druk 801 + 0 voor een omroep naar alle toestellen
of 801 + 1-64 voor een omroep naar
de gewenste omroepzone.
4. Verbreek de verbinding.
1. Druk op de SPK-toets of neem de hoorn op.
2. CALL1 + 861 + Parkeernummer.
• Om een persoonlijk gesprek te parkeren,
toetst u het nummer 773 (als het gesprek op
uw toestel werd geparkeerd) of 715 + toestelnummer.
Uw gesprek naar een collega doorschakelen…
Oproepen
doorschakelen naar
een collega of
voicemail terwijl u aan
uw bureau zit:
1. CALL1 + 888.
2. Kies het nummer van de voorwaarde waarop
de oproepen moeten worden doorgeschakeld:
1 = Persoonlijk antwoordapparaat
(ga vervolgens naar stap 4)
2 = Bezet of geen antwoord
3 = Volgstand
4 = Onmiddellijk
6 = Geen antwoord
7 = Onmiddellijk waarbij beide toestellen rinkelen
(niet voor voicemail)
0 = Annuleren
3. Toets het toestelnummer waarnaar uw oproepen moeten worden doorgeschakeld
of het voicemail-hoofdnummer of druk op de voicemailtoets.
4. Kies het nummer van het type oproep dat moet worden doorgeschakeld:
2 = Alle oproepen; of 3 = Alleen externe oproepen; of 4 = Alleen interne
oproepen
• DND knippert traag. Een digitale stem bevestigt dat uw oproepen worden
doorgeschakeld (optioneel).
Snel bellen
Automatische nummerherhaling…
Het laatst gekozen nummer herhalen
Bewaren
Uw laatst gekozen
extern nummer
herhalen:
Een oproep bewaren
om het nummer later
snel te toetsen:
Een bewaard nummer
kiezen:
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. CALL1 + LND.
• Het systeem kiest een buitenlijn.
OF
2. LIJN-toets + LND.
• De oproep gaat via de lijn die u kiest.
OF
2. LND + Druk op de pijltoetsen om het op te
roepen nummer te selecteren + CALL1.
• Het systeem bewaart de 10 laatst gekozen
nummers. U kunt deze lijst doorlopen en er
een nummer uit selecteren.
1. Druk op een FUNCTIE-toets (om het nummer
te bewaren).
1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
2. CALL1 + FUNCTIE-toets (waaronder het nummer
werd opgeslagen).
• Het systeem kiest een buitenlijn.
OF
2. LIJN-toets + FUNCTIE-toets (waaronder het
nummer werd opgeslagen).
• De oproep gaat via de lijn die u kiest.
Snel collega’s en externe nummers opbellen…
Snelkiezen
De snelkiestoetsen
gebruiken om tijd te
besparen als u een
collega opbelt:
Verkort kiezen (verkorte geheugennummers)
1. (Optioneel) Neem de hoorn op. +
snelkiestoets.
•Er zijn snelkiestoetsen voor directe toestelselectie
(DSS), persoonlijke verkorte geheugennummers
(externe oproepen) of functiecodes.
Zie De sneltoetsen programmeren.
Algemene of 1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
groepsnummers voor 2. CALL1 + 853 (voor algemene nummers).
verkort kiezen opslaan: OF
2. CALL1 + 854 (voor groepsnummers).
3. Toets het geheugennummer voor verkort kiezen.
• Vraag uw systeembeheerder naar de geheugennummers.
4. Toets het telefoonnummer dat u wilt opslaan + HOLD.
• Het nummer mag bestaan uit max. 24 cijfers (0-9, # en *). Druk op de
MIC-toets om een spatie in te geven.
5. Geef een naam in voor het opgeslagen nummer + HOLD + SPK of verbreek
de verbinding.
• Zie Namen ingeven hieronder.
Een verkort 1. (Optioneel) Neem de hoorn op.
geheugennummer 2. CALL1 + 813 + geheugennummer voor alge-
kiezen:
OF
mene nummers.
2. CALL1 + 814 + geheugennummer voor
groepsnummers.
•Verkort kiezen kan ook worden toegewezen
aan de functietoetsen.
Namen ingeven: Gebruik de alfanumerieke toetsen om namen in te geven. Bijvoorbeeld,
druk één keer op de cijfertoets 2 om de letter A in te geven, twee keer voor
B, drie keer voor C enz.
1 = 1 @ [ ¥ ] ^ _ ` { | } > <
2 = A-C, a-c, 2
3 = D-F, d-f, 3
4 = G-I, g-i, 4
5 = J-L, j-l, 5
6 = M-O, m-o, 6
7 = P-S, p-s, 7
8 = T-V, t-v, 8
9 = W-Z, w-z, 9
0 = 0 ! “ # $ % & ‘ ( ) *
* = * + , - . / : ; < = > ?
# = een karakter aanvaarden en de cursor een stap naar rechts verplaatsen (of een spatie invoegen).
CONF = het ingegeven karakter links van de cursor wissen, een karakter per keer.
Digitaal systeemtoestel
Verkorte handleiding
Belangrijk
De benaming van de toetsen kan afwijken van de beschrijvingen in deze handleiding. Uw
toestelsjabloon kan worden aangepast volgens uw persoonlijke telefooninstellingen.