syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010
syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010
syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Wegwijs in welzijn en gezondheid<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Inhoudstafel<br />
Inleiding<br />
(Inter)provinciale sociale kaart<br />
Het provinciebestuur en sociale planning .................................................................................... p.8<br />
Het Regionaal Welzijnsoverleg .................................................................................................p.10<br />
Het provinciebestuur en het Vrijwilligerswerk ..............................................................................p.12<br />
Het provinciebestuur en Toegankelijkheid ..................................................................................p.14<br />
Het provinciebestuur en Wonen ...............................................................................................p.16<br />
Het provinciebestuur en <strong>Sociale</strong> tewerkstelling ............................................................................p.18<br />
01 Algemene Begeleiding<br />
01.01 Centra Algemeen Welzijnswerk ........................................................................................p.21<br />
01.02 OCMW .......................................................................................................................p.26<br />
01.03 Diensten Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds.............................................................p.34<br />
Het provinciebestuur en Geweld ..............................................................................................p.37<br />
02 Armoedebestrijding<br />
02.01 Schuldbemiddelingsdiensten en collectieve schuldenregeling ..................................................p.40<br />
02.02 Samenlevingsopbouw ...................................................................................................p.42<br />
02.03 Materiële hulpverlening .................................................................................................p.46<br />
Het provinciebestuur en Armoedebestrijding ...............................................................................p.49<br />
03 Kinderen en jongeren<br />
03.01 Begeleiding jonge kinderen en Kinderopvang ......................................................................p.52<br />
03.02 Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning ..................................................................p.56<br />
03.03 Opvoedingsondersteuning ..............................................................................................p.59<br />
Het provinciebestuur en Opvoedingsondersteuning .......................................................................p.64<br />
03.04 CAW - Jongeren Advies Centra ........................................................................................p.66<br />
03.05 Centra voor leerlingenbegeleiding ....................................................................................p.69<br />
03.06 Hulpverlening VAPH (minderjarigen) en onderwijs ...............................................................p.72<br />
03.07 Jongerenwelzijn ...........................................................................................................p.78<br />
03.08 Voorzieningen Bijzondere jeugdzorg .................................................................................p.82<br />
03.09 Integrale Jeugdhulp - Crisisnetwerk .................................................................................p.85<br />
03.10 Integrale Jeugdhulp - Cliëntoverleg ..................................................................................p.89<br />
Het provinciebestuur en Jongerenwelzijn ...................................................................................p.93<br />
04 Thuiszorg<br />
04.01 Thuiszorg ...................................................................................................................p.96<br />
Het provinciebestuur en eerstelijnsgezondheidszorg, residentiële zorg en thuiszorg ........................... p.101<br />
05 Lichamelijke gezondheidszorg<br />
05.01 Gezondheidszorg ....................................................................................................... p.104<br />
05.02 <strong>Sociale</strong> dienst binnen een ziekenhuis .............................................................................. p.108<br />
05.03 Revalidatiecentra ....................................................................................................... p.112<br />
06 Geestelijke gezondheidszorg<br />
06.01 Geestelijke gezondheidszorg ......................................................................................... p.115<br />
06.02 Middelenafhankelijkheid ......................................................................................................p.119<br />
Het provinciebestuur en Drugbeleid ........................................................................................ p.125
07 Etnisch-culturele minderheden<br />
07.01 Inburgering .............................................................................................................. p.128<br />
07.02 Integratiecentra ......................................................................................................... p.133<br />
Het provinciebestuur en Diversiteit ......................................................................................... p.136<br />
08 Ouderen<br />
08.01. Woonmogelijkheden voor ouderen ................................................................................ p.139<br />
Het provinciebestuur en eerstelijnsgezondheidszorg, residentiële zorg en thuiszorg ........................... p.145<br />
09 Personen met een handicap<br />
09.01 Multi disciplinaire teams .............................................................................................. p.148<br />
09.02 Hulpverlening VAPH meerderjarigen ............................................................................... p.150<br />
09.03 Thuisbegeleidingsdiensten personen met een handicap ....................................................... p.156<br />
09.04 Gebruikersorganisaties ................................................................................................ p.159<br />
Het provinciebestuur en Personen met een handicap .................................................................. p.163<br />
10 Bijlagen<br />
10.01 Afkortingenlijst .......................................................................................................... p.166<br />
10.02 Rubriekenlijst sociale kaart ........................................................................................... p.170
Inleiding<br />
Het opzet van de ‘<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>’<br />
In onze welvaartmaatschappij bestaat een gedifferentieerd aanbod aan welzijnsorganisaties. De veelheid<br />
aan initiatieven, werkvormen en samenwerkingsverbanden bemoeilijken vaak een klare kijk. Het is voor<br />
hulpverleners en doorverwijzers niet eenvoudig om door het bos de bomen te blijven zien.<br />
Vanuit dit perspectief organiseren het provinciaal Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning en de ankerpunten van het<br />
regionaal welzijnsoverleg de ‘<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>’ (1 en 8 juni <strong>2010</strong>). Opdat de opleiding vanuit een praktijkgerichte<br />
invalshoek zou worden gebracht, werd voor de inhoudelijke inbreng beroep gedaan op ervaren<br />
specialisten uit het werkveld. Op die manier is de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> een opleiding voor het werkveld, door<br />
het werkveld.<br />
De <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> past in een ruimer concept, waarin o.a. via deskundigheidsbevordering de<br />
toegankelijkheid van de voorzieningen verhoogd wordt. Zo worden er per regio regelmatig opleidingen<br />
‘Efficiënt werken met www.desocialekaart.be’ georganiseerd. Voor meer info hierover contacteer je best één<br />
van onderstaande organisatoren van de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>.<br />
De <strong>syllabus</strong><br />
De <strong>syllabus</strong> die bij de opleiding hoort, biedt de deelnemers aan deze opleiding een bruikbaar naslagwerk om<br />
cliënten gericht door te verwijzen. Zowel de structuur als het concrete aanbod van de verschillende deelsectoren<br />
komen aan bod.<br />
Naast de bijdragen van de sprekers, vind je in de <strong>syllabus</strong> ook fiches over het aanbod van de Provincie <strong>Oost</strong>-<br />
<strong>Vlaanderen</strong>. Je vindt deze informatie telkens na de bijdragen van de sprekers voor die (deel)sector. Het<br />
provinciale aanbod dat niet gelinkt is met de (deel)sectoren die tijdens de opleiding aan bod komen, vind je<br />
vooraan deze <strong>syllabus</strong>. Let wel: het overzicht van het provinciale aanbod is niet volledig; een volledig overzicht<br />
vind je op www.oost-vlaanderen.be.<br />
Tot slot vind je achteraan deze <strong>syllabus</strong> een handige lijst met de gebruikte afkortingen.<br />
Structuur van de sprekersbijdragen<br />
Elke (deel)sector wordt in de sprekersbijdragen toegelicht aan de hand van een vaste structuur:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Missie en opdrachten;<br />
Beknopte historiek;<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader;<br />
Structurering van de sector/subsector;<br />
Doelgroep(en);<br />
Werking;<br />
Afstemming en samenwerking;<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen;<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond (interessante sites).<br />
Powerpointpresentaties van de sprekers<br />
De powerpointpresentaties van de sprekers kan je kort na de opleidingen downloaden op de website<br />
www.socialeplattegrondovl.be.
<strong>Sociale</strong> kaart<br />
Wens je nog meer detailinformatie? Wil je bepaalde organisaties, diensten of voorzieningen contacteren? Zoek<br />
hun gegevens dan op via www.desocialekaart.be.<br />
Tip: probeer zeker eens het ‘Zoeken op inhoudstafel’ uit. Het is de ideale manier om ook in de praktijk de<br />
structuur van de verschillende (deel)sectoren beter te leren kennen … .<br />
Nood aan extra opleiding<br />
Voel je een nood aan extra opleiding, zoals een praktijkcursus ‘Efficiënt werken met de sociale kaart’? Of een<br />
vervolg op deze <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>? Contacteer dan de organisatoren van de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>.<br />
De organisatoren van de sociale plattegrond<br />
De <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> is een gezamenlijke realisatie van de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de ankerpunten<br />
van het regionaal welzijnsoverleg.<br />
Dit zijn hun contactgegevens:<br />
Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> - Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning<br />
Christophe Pyra - 09 267 75 04 - socialekaart@oost-vlaanderen.be<br />
Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Aalst (RWO-ARA)<br />
Jochen De Craene - 053 78 30 52 - rwo-ara@skynet.be<br />
Regionaal Welzijnsoverleg Dendermonde (RWOD)<br />
Els Op de Beeck - 052 37 85 61 - rwod@skynet.be<br />
Welzijnsoverleg Regio Gent (WRG)<br />
Koen Berwouts - 09 225 91 33 - info@wrg.be<br />
Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM)<br />
Mark Arnaut - 09 373 46 54 - rwom@meetjesland.be<br />
Regionaal Welzijnsoverleg arrondissement Oudenaarde (RWO Oudenaarde)<br />
David Cis - 0477 70 89 96 - rwo.oudenaarde@telenet.be<br />
Regionaal Welzijnsoverleg Waasland (RWW)<br />
Veerle Opdebeeck - 03 776 32 48 - info@rwowaasland.be
Op zoek naar adressen of contactgegevens van organisaties, diensten en<br />
voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssector ?<br />
Nood aan concrete informatie over hun werking, doelgroep,<br />
aanmeldingswijze, … ? Surf dan naar …<br />
Een realisatie van de 5 Vlaamse provincies en de Vlaamse<br />
Gemeenschapscommissie.<br />
Ingebed in de welzijnssector, bijvoorbeeld dankzij een intense samen-<br />
werking met de ankerpunten van het regionaal welzijnsoverleg.
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
sociale planning<br />
De provincie neemt inzake sociale planning vooral een ondersteunende rol op.<br />
Enerzijds investeert het Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning in een aantal basisinstrumenten, zoals gemeentefiches,<br />
woonfiches, omgevingsanalyses, …, waarmee het steunpunt een antwoord wil bieden op de vragen en noden<br />
die leven bij haar diverse doelgroepen. Anderzijds kunnen die doelgroepen ook bij het steunpunt terecht voor<br />
diverse vragen op maat: methodologische ondersteuning, cijfergegevens en/of omgevingsanalyses in het<br />
kader van bepaalde lokale projecten, ondersteuning bij onderzoek, … .<br />
Daarnaast besteedt het steunpunt ook veel aandacht aan overleg, afstemming en samenwerking met de<br />
andere provincies (en in casu sociale kaart ook met de Vlaamse Gemeenschapscommissie van Brussel).<br />
Tot slot is er in het kader van lokaal sociaal beleid ook een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de<br />
Vlaamse Gemeenschap.<br />
Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning<br />
Het Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning is een onderdeel van de zgn. ‘horizontale structuur’ van de Directie Welzijn,<br />
Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking. Deze positionering geeft aan dat het de ambitie<br />
van de directie is om sociale planning te integreren in de werking van de gehele directie, over alle sectoren<br />
heen. De directie en het steunpunt bevinden zich op dat vlak nog in een groeiproces.<br />
Doelstellingen<br />
De missie van het team sociale planning en netwerking luidt:<br />
‘Het team sociale planning en netwerking biedt instrumenten aan om te komen tot een sociaal beleid dat<br />
efficiënt en planmatig is, en dat op de reële behoeften is afgestemd’.<br />
Deze missie wordt gekoppeld aan volgende doelstellingen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het verzamelen, integreren en ontsluiten van informatie (kwalitatief en kwantitatief) in gebruiksvriendelijke<br />
instrumenten voor beleidsplanning;<br />
Het ondersteunen en stimuleren van de prioritaire doelgroepen bij het gebruik van de informatie in het<br />
kader van beleidsplanning (o.a. deskundigheidsbevordering);<br />
Een bijdrage leveren aan onderzoek door (in beperkte mate) zelf onderzoek uit te voeren of onderzoek op<br />
te volgen en te ondersteunen;<br />
Afstemmen, uitwisselen en samenwerken met derde partijen: andere directies (intern), andere steunpunten<br />
sociale planning (interprovinciaal) en andere ‘spelers op de markt’ (Studiedienst Vlaamse<br />
Regering, hogescholen en universiteiten,…);<br />
De prioritaire doelgroepen van het team sociale planning en netwerking zijn: de eigen directie, de lokale<br />
besturen, regionale en provinciale netwerken, regionale actoren, welzijns- en gezondheidsorganisaties.<br />
8<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Acties<br />
Tot de vaste acties van het steunpunt sociale planning behoren o.a.:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Permanente actualisering en optimalisering van www.desocialekaart.be;<br />
On line publiceren van statistische fiches (gemeentefiches, woonfiches, …) en kwantitatieve<br />
omgevingsanalyses;<br />
Visualisering van statistische gegevens, voorzieningenaanbod,… op kaart in functie van de eigen instrumenten<br />
en/of op vraag;<br />
Verwerking van gegevens op fijnmazig niveau (= op deelgemeenteniveau, wijkniveau, bouwblokniveau,<br />
statistisch sectorniveau, …);<br />
Ontwikkeling van opleidingen in functie van deskundigheidsbevordering, zoals deze <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>;<br />
Daarnaast wordt in elk jaarplan ook ruimte gemaakt voor eenmalige acties of nieuwe acties die eventueel<br />
een permanent of herhalend karakter kunnen krijgen. Enkele voorbeelden:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Publicatie van een jongerencahier, ouderencahier;<br />
Ontwikkeling van kwalitatieve omgevingsanalyses;<br />
Uitwerken en ondersteunen van een tevredenheidsonderzoek bij het cliënteel van het OCMW, het CAW<br />
en de stedelijke sociale dienst van Zottegem;<br />
Schrijven van gemeenterapporten in het kader van de gemeentelijke ouderenbehoeftenonderzoeken.<br />
Meer info:<br />
<strong>Sociale</strong> planning: Zeneb Bensafia, 09 267 75 15 of socialeplanning@oost-vlaanderen.be<br />
<strong>Sociale</strong> kaart: Christophe Pyra, 09 267 75 04 of socialekaart@oost-vlaanderen.be<br />
Lokaal sociaal beleid: Emma Van Der Maelen, 09 267 75 07 of lokaalsociaalbeleid@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be/socialeplanning<br />
www.desocialekaart.be<br />
9<br />
9<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO)<br />
Missie<br />
Het RWO wil de onderlinge verwevenheid van welzijns- en gezondheidsactoren binnen de regio’s<br />
bevorderen ter verhoging van het welzijn van de burger.<br />
Het RWO wil de neutrale draaischijf zijn van regionale (derde) actoren en overheden.<br />
Het signaleert naar de overheden en neemt gebiedsgerichte initiatieven.<br />
Het ondersteunt regionale (derde) actoren en overheden door het organiseren van gericht overleg, het<br />
bevorderen/faciliteren van netwerkvorming, te werken aan deskundigheidsbevordering bij derden en<br />
ambtenaren, te fungeren als het regionaal ankerpunt voor de sociale kaart.<br />
Personeelsinzet<br />
Het meest zichtbare luik van het RWO situeert zich - logischerwijze - in de regio’s. In elk van de zes arrondissentshoofdplaatsen<br />
wordt een ankerpunt gesubsidieerd. In elk van deze 6 ankerpunten is een coördinator aan<br />
de slag die een perfect zicht heeft op de regionale sociale kaart.<br />
De provinciale ondersteuning kadert in het Besluit van de Vlaamse Regering van 19/12/1997 betreffende de<br />
ondersteuning van regionaal overleg en regionale samenwerking in de welzijnssector. Structureel situeert<br />
deze cel zich binnen de horizontale structuur van de Directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking.<br />
Deze positionering moet toelaten dat alle sectoren binnen de verschillende diensten<br />
vlot kunnen samenwerken met het Regionaal Welzijnsoverleg.<br />
De 6 regionale coördinatoren en de provinciale ondersteuning zorgen gezamenlijk voor de opmaak van het<br />
beleidsplan en de voortgangsrapportage aan de stuurgroep, de deputatie en de Vlaamse Gemeenschap<br />
Doelstellingen<br />
We geven u de vier strategische doelstellingen op een rijtje:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het engagement om te zorgen voor een functionele informatiedoorstroming naar en tussen de beleidssectoren<br />
en relevante organisaties. We leggen de klemtoon op functionele en gerichte informatiedoorstroming<br />
om het eeuwige stigma dat op overleg in de welzijnssector rust (‘praatbarakken’) voor eens en altijd<br />
af te schudden.<br />
Het stimuleren, ondersteunen en organiseren van samenwerking en overleg binnen het welzijnswerk in de<br />
provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>. Vanuit alle sectoren komt het signaal dat maatschappelijke problematieken en<br />
noden steeds complexer worden. Ons verkokerde welzijnslandschap vergt een intersectorale aanpak van<br />
deze knelpunten. We wijzen bijvoorbeeld op de lopende inspanningen rond het thema ‘gedeelde zorg’ aan<br />
(groepen van) mensen die niet binnen één sector kunnen worden geholpen of op de regionale organisatie<br />
van cliëntoverleg (casemanagement) in de jeugdhulpverlening.<br />
De profilering van het <strong>Oost</strong>-Vlaams RWO-model. Als we geloven in het <strong>Oost</strong>-Vlaams model - met het<br />
provinciebestuur als coördinerend beleidsniveau, de ankerpunten als regionaal operationeel niveau<br />
en de lokale besturen als regisseurs van het lokaal sociaal beleid - moeten we dit ook meer durven<br />
uitdragen. West-<strong>Vlaanderen</strong> heeft een gelijkaardige organisatiestructuur en we merken een (aarzelende)<br />
belangstelling vanuit andere provincies. Minstens even belangrijk is het om ons eigen profiel intern nog<br />
zuiverder te krijgen, good practices binnen de eigen provincie te verspreiden.<br />
10<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Het instaan voor de bundeling en versterking van beleidssignalen vanuit een intersectoraal perspectief.<br />
Deze signaalfunctie is al te vaak de eeuwige dooddoener in zowat elk besluit of decreet maar voor het<br />
eerst engageerde de Stuurgroep zich heel uitgesproken om de signaalfunctie van het RWO te optimaliseren:<br />
beleidssignalen zullen worden gebundeld en gericht naar de hogere overheden worden gecommuniceerd.<br />
De Interprovinciale Afstemmingscommissie kan hiervoor een goed instrument worden.<br />
Acties<br />
Enkele voorbeelden van (de zeer diverse) acties van het RWO:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het RWO zorgt voor een sociale kaart die kwalitatief is: Actueel, volledig en gebruiksvriendelijk;<br />
Het RWO sensibiliseert actief rond het gebruik van de sociale kaart;<br />
het RWO is centraal aanspreekpunt voor organisaties, op zoek naar specifieke informatie over, of relevante<br />
partners binnen het regionale welzijnsveld;<br />
Het RWO organiseert in partnerschap met het provinciebestuur regionaal overleg tussen de lokale<br />
seniorenraden met het oog op:<br />
•<br />
•<br />
het informeren van de leden van de ouderenadviesraden: uitwisseling van informatie, ontmoeting,<br />
actuele vragen en ondersteuning bij knelpunten;<br />
de versterking van de wisselwerking tussen lokale seniorenraden, lokale en bovenlokale<br />
beleidsniveaus;<br />
Het RWO stimuleert gerichte informatiedoorstroming over beleidsontwikkelingen, ervaringuitwisseling,<br />
deskundigheidsbevordering binnen de Regionale Netwerken Arbeidszorg;<br />
Het RWO organiseert cliëntoverleg met een externe voorzitter voor de jeugdhulpverlening;<br />
Het RWO helpt vanuit zijn netwerkfunctie de verbinding te maken tussen enerzijds de sociale huizen op<br />
het niveau van de lokale besturen en anderzijds het bovenlokale welzijnsveld;<br />
Het RWO stimuleert/ondersteunt/participeert of organiseert de uitbouw van regionaal overleg opvoedingsondersteuning<br />
in complementariteit met het provinciaal steunpunt en de Vlaamse coördinatoren.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna ‘Regionaal welzijnsoverleg’<br />
www.rwowaasland.be<br />
www.rwo-oudenaarde.be<br />
www.rwo-ara.be<br />
www.rwod.be<br />
www.wrg.be<br />
www.meetjesland.be/rwom<br />
11<br />
11<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en het<br />
vrijwilligerswerk<br />
De provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> neemt via het Steunpunt Vrijwilligerswerk een belangrijke rol op inzake vrijwilligerswerk.<br />
Het Steunpunt Vrijwilligerswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> stimuleert en waardeert het vrijwilligerswerk<br />
in de provincie. Het biedt ondersteuning, zorgt voor meer deskundigheid in het werkveld en bevordert<br />
het provinciale en lokale vrijwilligersbeleid. Het <strong>Oost</strong>-Vlaamse Steunpunt werkt samen met de andere<br />
Vlaamse en provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk, het Punt vzw voor Brussel en het Vlaams Steunpunt<br />
Vrijwilligerswerk vzw.<br />
Kerntaken<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het bevorderen van het lokaal vrijwilligers(werk)beleid;<br />
De deskundigheidsbevordering van vrijwilligersorganisaties;<br />
De promotie van het vrijwilligerswerk en de werving van vrijwilligers.<br />
Steunpunt Vrijwilligerswerk<br />
Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake personen met een<br />
handicap ingebed in het team zorg binnen de dienst Maatschappelijke Participatie.<br />
Doelstellingen<br />
De voornaamste doelstellingen van het Steunpunt Vrijwilligerswerk zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het aanbieden van een (on line) dienstverlening aan vrijwiligers en organisaties;<br />
Het promoten van en het zorgen voor een grotere bekendheid en waardering voor het vrijwilligerswerk bij<br />
diverse doelgroepen in de provincie;<br />
Het aanbieden van ondersteuning en deskundigheidsbevordering aan organisaties en verenigingen;<br />
Het sensibiliseren van bepaalde doelgroepen voor het vrijwilligerswerk;<br />
Het ondersteunen van het lokaal vrijwilligersbeleid;<br />
Het mee helpen uitbouwen van een intern vrijwilligersbeleid in de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Acties<br />
Bovenstaande doelstellingen worden vertaald in een hele resem acties. Een beperkte greep uit het aanbod:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het steunpunt fungeert als aanspreekpunt voor vrijwilligers en organisaties rond sociaal-juridische<br />
vragen;<br />
Het steunpunt brengt vraag en aanbod in het vrijwilligerswerk bij elkaar via de vacaturedatabank op<br />
www.vrijwilligerswerk.be;<br />
Het steunpunt biedt een gratis vrijwilligersverzekering aan;<br />
Organisatie van de basiscursus ‘Vrijwilligerwerk, goed georganiseerd’;<br />
Organisatie (i.s.m. de 3 <strong>Oost</strong>-Vlaamse Vormingpluscentra) van vormingsmodules rond diverse thema’s,<br />
zoals: vzw-wetgeving en vzw-boekhouding, beroepsgeheim, fondsenwerving, draaiboek voor evenementen,<br />
… ;<br />
Ondersteuning van vormingsinitiatieven via een sprekerspool, voordrachten, … ;<br />
Mee helpen uitwerken van vormingsprogramma’s of dankacties naar vrijwilligers;<br />
12<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Deelname aan vrijwilligersbeurzen, ter beschikking stellen van actie- en promotiemateriaal,<br />
kennismakingstoeren voor kandidaat-vrijwilligers, … .<br />
Subsidies, premies<br />
Het Steunpunt Vrijwilligerswerk biedt een gratis vrijwilligersverzekering aan. Het steunpunt werkt daarvoor<br />
samen met 50 gemeenten, die elk een loket openden waar organisaties hun aanvraag voor deze verzekering<br />
kunnen indienen. Gemeenten die nog geen loket hebben, maar één wensen op te richten, nemen<br />
contact op met Dominique Verspeurt op het nummer 09 267 75 89.<br />
Meer info:<br />
Naïma Lafkioui, 09 267 75 44 of vrijwilliger@oost-vlaanderen.be<br />
Dominique Verspeurt, 09 267 75 89 of vrijwilliger@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be/vrijwilligerswerk<br />
www.vrijwilligerswerk.be<br />
13<br />
13<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
toegankelijkheid<br />
Het Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> streeft naar een integraal toegankelijke samenleving<br />
waarin iedereen (personen met een handicap, kinderen, ouderen, …) op een volledige en autonome<br />
manier kan participeren en functioneren.<br />
Dit betekent dat gebouwen, omgeving en dienstverlening betreedbaar, bereikbaar, bruikbaar en begrijpbaar<br />
moeten zijn voor iedereen en dit op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier.<br />
Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid<br />
Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid<br />
ingebed in de dienst Maatschappelijke Participatie.<br />
Doelstellingen<br />
Het steunpunt heeft vier grote doelstellingen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Coördineren van alle organisaties die in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> actief zijn rond ‘toegankelijkheid’ via oa de<br />
werking van het provinciaal platform toegankelijkheid;<br />
Verzamelen, registreren en verstrekken van informatie. Openbare en publieke gebouwen binnen de<br />
provincie worden systematisch doorgelicht;<br />
Sensibiliseren van provinciale diensten, gemeenten en ocmw’s via studiedagen, vorming, projecten en<br />
financiële ondersteuning;<br />
Signaleren van knelpunten en leemten aan het Vlaams Steunpunt Toegankelijkheid.<br />
Acties<br />
•<br />
•<br />
Onderzoek en screenings:<br />
Systematische doorlichting van openbare gebouwen, domeinen en groengebieden in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
moet het mogelijk maken de toegankelijkheid in kaart te brengen en de toegankelijkheid van het provinciaal<br />
patrimonium te verbeteren.<br />
Op de website van Toegankelijk <strong>Vlaanderen</strong> (www.toevla.be) vinden gebruikers informatie over de<br />
toegankelijkheid van de verschillende types accommodaties die zijn doorgelicht.<br />
Naast de fysieke toegankelijkheid worden inspanningen geleverd om de toegankelijkheid van informatie<br />
te bevorderen. Openbare besturen worden gesensibiliseerd om websites gebruiksvriendelijk te<br />
maken voor personen met een leeshandicap. Zo werden alle <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeentelijke websites<br />
gescreend op de toegankelijkheid.<br />
Ondersteuning van lokale besturen: Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid biedt praktische en financiële<br />
ondersteuning aan lokale besturen (gemeentebesturen en ocmw’s) die aandacht hebben voor de<br />
problematiek van toegankelijkheid.<br />
14<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
Opleidingen voor personeel van lokale besturen:<br />
•<br />
•<br />
Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid organiseert regelmatig opleidingen en vormingsessies voor<br />
lokale ambtenaren. Hiervoor wordt samengewerkt met ervaringsdeskundigen en het adviesbureau<br />
toegankelijke omgeving uit Sint-Niklaas. Enkele vormingen die georganiseerd werden:<br />
•<br />
•<br />
Cursus ‘Omgaan met personen met een handicap’ voor onthaalpersoneel;<br />
Vorming toegankelijkheid ‘openbaar domein’, ‘openbare gebouwen’, ‘openbaar groen’ voor lokale<br />
ambtenaren van de technische dienst, ontwerpers en werkleiders openbare werken en groendienst,<br />
verantwoordelijke gebouwen, …<br />
Opleiding die binnenkort georganiseerd wordt: ‘De nieuwe toegankelijheidsverordening’ voor stedebouwkundige<br />
ambtenaren.<br />
Info- en meldpunt:<br />
•<br />
•<br />
Het provinciaal steunpunt fungeert als info- en meldpunt voor allerhande info-vragen mbt<br />
toegankelijkheid;<br />
Particulieren, overheidsdiensten kunnen bij het steunpunt terecht voor informatie inzake wetgeving,<br />
subsidiemogelijkheden en algemene infovragen;<br />
Sensibilisering via allerlei projecten: Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid sensibiliseert particulieren<br />
en overheden om toegankelijkheid te bevorderen. Zij doet dit via allerlei projecten die de nood aan een<br />
toegankelijke samenleving in de kijker zetten.<br />
Subsidies, premies<br />
De nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid betekent dat vergunningsplichtige<br />
voorzieningen moeten beantwoorden aan de toegankelijkheidsvoorwaarden die in deze<br />
wetgeving zijn opgenomen.<br />
Het is belangrijk dat van in de (voor)ontwerpfase rekening gehouden wordt met de gangbare toegankelijkheidsnormen.<br />
Het Provinciebestuur wil lokale besturen stimuleren om bij nieuwbouw of verbouwingen een<br />
toegankelijkheidsadvies in te winnen bij een gespecialeerd technisch adviesbureau. Het lokale bestuur kan<br />
hiervoor een provinciale subsidie aanvragen. De subsidie bedraagt per lokaal bestuur per jaar maximum 1800<br />
euro.<br />
Daarnaast voorziet hetzelfde reglement in subsidies voor het toegankelijk maken van informatie (toegankelijke<br />
websites, doventolken,…).<br />
Meer info:<br />
Petra Van Poucke, 09 267 75 85, petra.van.poucke@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Gelijke kansen’ en tot slot voor<br />
‘Toegankelijkheid’.<br />
15<br />
15<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en wonen<br />
Een goed woonbeleid steunt op een aangepast beleid inzake ruimtelijke ordening. In dat kader zijn instrumenten<br />
beschikbaar om tegemoet te komen aan woonnoden, zoals het tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle<br />
woningen en voldoende standplaatsen voor woonwagengezinnen.<br />
Vanuit de invalshoek welzijn wordt vooral gewerkt aan de kwaliteit van het wonen en de woning en aan de<br />
betaalbaarheid van het wonen. Er wordt daarenboven een gericht impulsbeleid gevoerd rondom het beter afstemmen<br />
van wonen en zorg, de organisatie van de informatiespreiding rondom wonen in het algemeen, het<br />
bevorderen van de leefbaarheid en de woonkwaliteit en het lokaal en regionaal woonbeleid.<br />
In het kader van het decreet Grond- en pandenbeleid is de deputatie bevoegd voor het bepalen van de gemeentelijke<br />
sociale objectieven voor sociale koopwoningen en sociale kavels. Er is een door de deputatie<br />
samengestelde provinciale beoordelingscommissie Wonen in eigen streek actief die, voor elke overdracht van<br />
onroerend goed binnen woonuitbreidingsgebied op het grondgebied van negen <strong>Oost</strong>-Vlaamse doelgemeenten,<br />
de band van de begunstigde van de overdracht met de gemeente onderzoekt.<br />
Team Wonen<br />
Het team Wonen bestaat uit een beleidsmedewerker Wonen, een deskundige lokaal woonbeleid en een cel<br />
aanvullende leningen. De cel aanvullende leningen bestaat uit twee dossierbehandelaars aanvullende leningen.<br />
Doelstellingen<br />
Het team Wonen werkt vooral aan het verhogen van de kwaliteit en de betaalbaarheid van het wonen in <strong>Oost</strong>-<br />
<strong>Vlaanderen</strong>. Daarnaast wordt een thematisch gericht impulsbeleid gevoerd door het investeren in tijdelijke<br />
projecten. Het team Wonen staat, in samenwerking met de directie Ruimte, in voor de uitvoering van het decreet<br />
Grond- en pandenbeleid.<br />
Acties<br />
Bovenstaande doelstellingen resulteren in een hele resem acties. Een beperkte selectie uit de tientallen acties<br />
van het Team Wonen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het verlenen van aanvullende leningen aan gezinnen met een bescheiden inkomen en een bescheiden<br />
woning;<br />
Het verlenen van premies voor de aansluiting op het openbaar waternet aan gezinnen met een<br />
bescheiden inkomen;<br />
Het verlenen van premies voor het bouwen en verwerven van een woning voor iemand met een fysieke<br />
handicap;<br />
Het verlenen van projectsubsidies in het kader van een provinciaal impulsbeleid;<br />
Het voorbereiden van de gemeentelijke sociale objectieven voor sociale koopwoningen en sociale kavels;<br />
Het organiseren van de provinciale beoordelingscommissie Wonen in eigen streek;<br />
Het opvolgen van een aantal (inter)gemeentelijke woonoverleggen;<br />
Het begeleiden van potentiële indieners van intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid;<br />
Het aanreiken van provinciale woonbeleidsinstrumenten bij de voorbereiding van lokaal woonbeleid en bij<br />
de opmaak van een lokaal woonplan;<br />
Het actualiseren van de gemeentelijke woonfiches en de geografische voorstelling van die data;<br />
Het ontwikkelen van een provinciaal reglement inzake de ondersteuning van de aanleg van een doortrekkersterrein<br />
voor woonwagengezinnen door gemeenten en/of sociale woonactoren.<br />
16<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het verlenen van aanvullende leningen voor het aankopen en/of (ver)bouwen van een (enige) woning in<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />
Het verlenen van procesbegeleiding aan gemeenten bij het ontwikkelen van een intergemeentelijk project<br />
lokaal woonbeleid;<br />
Het verlenen van een gericht impulsbeleid door het verlenen van projectsubsidies in het kader van het<br />
afstemmen van wonen en zorg, de organisatie van de informatiespreiding rondom het wonen in het algemeen,<br />
het bevorderen van de leefbaarheid en de woonkwaliteit en het lokaal en regionaal woonbeleid;<br />
Het verlenen van subsidies voor het aansluiten van woningen in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> op het openbaar<br />
waternet;<br />
Het verlenen van subsidies voor het bouwen/kopen van een woning die tegemoet komt aan een persoon<br />
met een fysieke handicap.<br />
Meer info:<br />
Martine Brackeleire, 09 267 75 31, martine.brackeleire@oost-vlaanderen.be<br />
Nathalie De Vis, 09 267 75 31, nathalie.de.vis@oost-vlaanderen.be<br />
Isis Craninx, 09 267 75 22, isis.craninx@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Wonen & Milieu’, daarna voor ‘Wonen’.<br />
17<br />
17<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en sociale<br />
tewerkstelling<br />
Meer en meer mensen kunnen niet meer voldoen aan de hoge productiviteitseisen die de reguliere arbeidsmarkt<br />
stelt. Door het voeren van een vernieuwend beleid inzake sociale tewerkstelling wenst de provincie bij<br />
te dragen tot het grondrecht op arbeid voor deze groep. Het bestuur heeft hierbij niet enkel aandacht voor<br />
aangepaste betaalde arbeid voor personen met een arbeidshandicap binnen beschutte werkplaatsen, maar<br />
ook voor onbetaalde tewerkstelling binnen Arbeidszorg. Arbeidszorg is er voor de zwakste groep voor wie<br />
zelfs een tewerkstelling binnen een sociale of beschutte werkplaats te hoog gegrepen is.<br />
Het provinciaal beleid inzake sociale tewerkstelling zich eveneens naar jongeren. Als partner van het Departement<br />
Beroepsopleiding stelt de Provincie elk schooljaar een zestal stageplaatsen ter beschikking van jongeren<br />
uit het deeltijds onderwijs.<br />
Team Insluiting en Diversiteit<br />
Arbeid is een grondrecht . Het team Insluiting en Diversiteit waarbinnen het domein ‘sociale tewerkstelling’<br />
geïntegreerd is, legt zich toe op het concretiseren van deze maatschappelijke grondrechten.<br />
Doelstellingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Bijdragen tot een betaald of - indien niet mogelijk - onbetaald tewerkstellingsaanbod op maat van<br />
kansengroepen en personen met een arbeidshandicap;<br />
Ervoor zorgen dat zorgvragers op de voor hen meest gepaste werkplek terechtkomen en kunnen doorgroeien<br />
naar de voor hen hoogst mogelijke vorm van tewerkstelling;<br />
Bijdragen tot een structurele oplossing van knelpunten en hiaten op het gebied van sociale tewerkstelling<br />
door deze in kaart te brengen en te signaleren aan de lokale overheden;<br />
Bijdragen tot de kwaliteit van het aanbod inzake sociale tewerkstelling;<br />
Faciliteren van de deskundigheidsbevordering en ervaringsuitwisseling.<br />
Acties<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Financiële stimuli bieden aan organisaties die bijdragen tot een regionaal gespreid aanbod Arbeidszorg op<br />
maat en dit ongeacht het statuut en de inkomensvorm van de cliënt;<br />
Waarborgen van arbeidstrajectbegeiding richting Arbeidszorg door GTB;<br />
Motivatiepremie voor werknemers met een arbeiddshandicap binnen beschutte werkplaatsen;<br />
Organiseren van het Platform Arbeidszorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de Regionale Netwerken Arbeidszorg;<br />
Organiseren van studiedagen met betrekking tot sociale tewerkstelling;<br />
In beeld brengen van Arbeidszorg in oost-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />
Deelname aan de Ronde Tafel Arbeidszorg.<br />
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Projectsubsidies arbeidszorginitiatieven;<br />
Werkingssubsidies beschutte werkplaatsen;<br />
Motivatiepremie voor werknemers van beschutte werkplaatsen.<br />
Meer info<br />
Gerda Huygebaert, 09 267 75 72, gerda.huygebaert@oost-vlaanderen.be<br />
18<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Beschermd werken’.<br />
19<br />
19<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
1. Algemene Begeleiding<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Centra algemeen welzijnswerk (CAW)<br />
Patrick Seys, CAW Artevelde<br />
Missie en opdrachten<br />
Het AWW helpt de gebruikers zich persoonlijk en sociaal te ontplooien, hun individuele en sociale rechten uit<br />
te oefenen, zodat ze een menswaardig leven kunnen leiden. De CAW’s willen dit realiseren door:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De toegankelijkheid en bereikbaarheid van de maatschappelijke basis- en zorgvoorzieningen effectief te<br />
helpen realiseren;<br />
Via preventieve en signalerende acties;<br />
Mee oplossingen zoeken voor individuele vragen.<br />
Beknopte historiek<br />
De centra algemeen welzijnswerk zijn pas ontstaan in uitvoering van de harmonisering van de regelgeving op<br />
het eerstelijns welzijnswerk in <strong>Vlaanderen</strong> door het decreet op het AWW in 1991, gewijzigd in 1997. Historische<br />
voorgangers waren:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Reclasserings- en opvanginitiatieven voor ex-gedetineerden;<br />
Opvangcentra voor daklozen;<br />
Jaren 70: een explosie van kleinschalige welzijnsvoorzieningen gericht op bepaalde doelgroepen of<br />
methodieken;<br />
2 KB’s: OCMW(’74) en CMW (’76);<br />
Discussie openbaar vs. particulier;<br />
1980: door de regionalisering wordt welzijn Gemeenschapsmaterie;<br />
Decreet AWW 1991 - 1997 - 2009.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Het decreet op het AWW regelt de erkenning en subsidiering van zowel de CAW’s als de diensten Teleonthaal.<br />
Door het ontbreken van uitvoeringsbesluiten op het nieuwe decreet op het AWW van 30/04/09, blijft het<br />
vorige decreet van 19/12/97 (uitvoeringsbesluiten 12/10/2001) voor zowel de CAW’s als Teleonthaal van<br />
toepassing. Bovendien moeten de CAW’s voldoen aan het decreet van 29/04/97 inzake kwaliteitszorg.<br />
Aanvullend en om een antwoord te bieden op specifieke problemen, worden de <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s en Teleonthaal<br />
structureel ondersteund door de Provincie.<br />
Om tegemoet te komen aan de (nieuwe) maatschappelijke noden wordt de basiswerking van de meeste<br />
CAW’s uitgebreid via extra overeenkomsten met de lokale of federale overheid of via Europese projecten.<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> is ingedeeld in 5 CAW-werkingsgebieden en er zijn 7 CAW’s (autonome, particuliere organisaties)<br />
actief in de provincie. Vier <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s (CAW regio Aalst, CAW regio Dendermonde, CAW<br />
Waasland en CAW Zuid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>) richten hun werking op één werkingsgebied. CAW Artevelde en CAW<br />
Visserij zijn beiden actief in de regio Gent-Eeklo. De gemeenten Ninove, Haaltert en Denderleeuw worden<br />
bediend door CAW Delta, die voor de rest haar werkingsgebied heeft in de provincie Vlaams Brabant.<br />
Hulpvragers mogen om het even in welk CAW hun vraag stellen, de verdeling van de werkingsgebieden<br />
heeft tot doel afspraken te maken tussen de CAW’s over het geografisch terrein waar zij hun aanbod actief<br />
aanbieden.<br />
21<br />
21<br />
www.desocialekaart.be
Werkingsgebieden <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Het nieuwe decreet op het AWW van 2009 voorziet twee soorten centra; de centra voor teleonthaal en de<br />
centra voor algemeen welzijnswerk.<br />
De centra voor teleonthaal, waarvan er 1 centrum per provincie werd erkend, moeten op permanente basis<br />
telefonische hulpverlening en crisisopvang voorzien met bijzondere aandacht voor zelfdodingpreventie. Hierbij<br />
moeten ze waar nodig hulpvragers verwijzen naar andere diensten en hebben ze een beleidssignalerende<br />
opdracht. De centra teleonthaal werken met vrijwilligers die ondersteund worden door professionelen.<br />
Verder hebben we het enkel over de CAW’s.<br />
22<br />
www.socialeplattegrondovl.be
CAW’s hebben een zeer gedifferentieerd aanbod van hulp- en dienstverlening die direct toegankelijk is voor<br />
de hulpzoekende. Dit aanbod kan het best in beeld gebracht worden aan de hand van de drie kerntaken van<br />
het CAW; namelijk het onthaal, de psychosociale begeleiding en de preventie en beleidssignalering. Dit wordt<br />
verder toegelicht onder het punt werking.<br />
Doelgroep<br />
Zoals reeds aangegeven, richt het onthaal van de CAW’s zich op iedereen met vragen en/of problemen<br />
i.v.m. welzijn. Het begeleidingsaanbod richt zich op specifieke doelgroepen en/of problemen, met bijzondere<br />
aandacht voor kwetsbare groepen.<br />
Aan de hand van de drie probleemgebieden waardoor mensen doorgaans in contact komen met het CAW<br />
proberen we de belangrijkste doelgroepen in kaart te brengen (deze zijn uiteraard niet steeds perfect af te<br />
bakenen):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Naar aanleiding van gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Kinderen en jongeren;<br />
Mensen met persoonlijke problemen zoals verlieservaringen, identiteitsproblemen, seksuele<br />
problemen, …<br />
Mensen geconfronteerd met relatieproblemen en/of partnergeweld;<br />
Mensen geconfronteerd met opvoedingsproblemen;<br />
Mensen geconfronteerd met financiële problemen.<br />
Ten gevolge van meervoudige kwetsing of sociale uitsluiting:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Dak- en thuislozen;<br />
Mensen met een precair verblijfsstatuut;<br />
Multi-problem gezinnen;<br />
Allochtonen die in armoede leven;<br />
Ontankerde jongvolwassenen.<br />
Ten gevolge van kwetsbaarheid in een justitiële context:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Werking<br />
Daders van geweld-, vermogens-, en seksueel delicten;<br />
Slachtoffers van misdrijven;<br />
Gedetineerden.<br />
Het CAW is de huisarts voor welzijnsvragen.<br />
Werkingsprincipes<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De dienst- en hulpverlening wordt door de hulpvrager gevraagd of aanvaard;<br />
Gericht participatie en zelfredzaamheid van de hulpvrager;<br />
Vertrekken vanuit wat de persoon vraagt, zorg op maat;<br />
Respect voor de persoonlijke levenssfeer;<br />
Steeds via de minst ingrijpende vorm van hulp;<br />
Met aandacht voor alle levensdomeinen;<br />
Werken met professionelen en vrijwilligers;<br />
23<br />
23<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Onthaal is altijd gratis; voor ambulante vervolgbegeleiding wordt in sommige CAW’s een beperkte cliëntbijdrage<br />
gevraagd. Bij residentiële opname worden de verblijfskosten aangerekend (of ten laste genomen<br />
door het bevoegde OCMW). De vastgelegde maximum dagprijs bedraagt momenteel voor min 12-jarigen<br />
12,62€ /dag; en voor 12+jarigen 19,72€/dag.<br />
• Het onthaal:<br />
In het onthaal, dat direct toegankelijk is, kan iedereen terecht met zijn/haar vraag of<br />
probleem op het vlak van welzijn. Dit kan zowel telefonisch, fysisch tijdens open permanentie-uren of<br />
na afspraak, als huisbezoek waar wenselijk of via e-hulpverlening (in eerste instantie sterk uitgebouwd<br />
naar jongeren). Waar nodig wordt de crisishulpverlening ingeschakeld. Het onthaalgebeuren kan in één of<br />
meerdere contacten.<br />
Het onthaal is niet enkel het voorportaal voor de vervolgbegeleiding, maar moet gezien worden als een<br />
eigenstandig hulpverleningsaanbod waar men terecht kan voor informatie, vraagverheldering, advies en<br />
directe hulpverlening. Het onthaal is gericht op zicht krijgen op het probleem zodat ofwel onmiddellijk een<br />
oplossing kan geformuleerd worden en/of een eventuele opstap kan gerealiseerd worden naar verdere<br />
begeleiding en dit zowel binnen als buiten het CAW.<br />
Het onthaal wordt in de verschillende CAW’s niet steeds op dezelfde manier georganiseerd, maar het<br />
CAW-onthaal wordt in elke regio duidelijk bekendgemaakt en geprofileerd naar de brede bevolking. Naast<br />
een breed toegankelijk CAW-onthaal, worden in de meeste regio’s meerdere onthaalpunten georganiseerd<br />
die gericht zijn op specifieke doelgroepen zoals jongeren, mensen met een precair verblijfsstatuut, dak-<br />
en thuislozen, slachtoffers, gedetineerden, …. Met deze specifieke onthaalpunten willen de CAW’s hun<br />
toegankelijkheid verhogen.<br />
De psychosociale begeleiding: Vertrekkend van het onthaal biedt het CAW waar nodig en mogelijk<br />
zelf een aangepaste psychosociale begeleiding. Deze is bij uitstek gericht op het beter functioneren in het<br />
dagelijks leven. De begeleiding - ambulant, mobiel of residentieel- is maatwerk in verschillende vormen:<br />
ontwikkeling van basisvaardigheden, woonbegeleiding, relatiebegeleiding, psychische begeleiding bij<br />
identiteitsproblemen en levensvragen, integrale begeleiding, bemiddelen bij familiale problemen of<br />
bij schuldoverlast, de begeleiding van daders van delicten, trajectbegeleiding bij gedetineerden en bij<br />
verkeersslachtoffers, …<br />
Daarnaast worden door sommige CAW’s specifieke opdrachten opgenomen zoals het organiseren van een<br />
bezoekruimte, het begeleiden van slachtoffers van misdrijven, het begeleiden van daders van delicten,<br />
het organiseren van nachtopvang, het maatschappelijk onderzoek inzake inter-landelijke adoptie en hulp<br />
aan kinderen slachtoffer van een schokkende gebeurtenis.<br />
Preventie en beleidsignalering<br />
• : De contacten met duizenden hulpvragers leveren een schat van informatie<br />
op over factoren en mechanismen, die oorzaak zijn van onwelzijn en sociale uitsluiting. Het CAW<br />
signaleert deze gegevens en ervaringen aan de betrokken instanties, overheden en de publieke opinie.<br />
Het CAW doet ook voorstellen tot structurele veranderingen, indien mogelijk samen met andere organisaties<br />
die opkomen voor het welzijn van kwetsbare burgers. Het CAW werkt ook (mee) aan projecten met<br />
een algemeen-preventieve bedoeling, door deskundigheidsoverdracht aan anderen (bijv.. leerkrachten<br />
inzicht geven in de achtergronden van risicogedrag of een vormingsmodule voor politiemensen voor<br />
onthaal van slachtoffers), door het opzetten van experimenten of good practices, die ingaan op leemten<br />
in het hulpaanbod of in het aanbod van basisvoorzieningen (werk, vrijetijd, wonen,…) en door het (mee)<br />
creëren van een beleidsnetwerk met diverse sectoren rond een bepaalde doelgroep (bijv.. kwetsbare<br />
jongeren) of een bepaalde problematiek (bijv.. spijbelen of Intrafamiliaal geweld), door publieksgerichte<br />
sensibiliseringscampagnes (bijv.. de campagne ‘laat je niet in de zak zetten’ over schulden).<br />
24<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Afstemming en samenwerking<br />
De OCMW’s zijn voor de CAW’s belangrijke partners om in de regio’s te komen tot een afgestemd aanbod<br />
van hulp- en dienstverlening. Het lokaal sociaal beleid is hiertoe een belangrijke hefboom. Door de regionale<br />
werking en de duidelijke eerstelijnspositie zijn de CAW’s actief betrokken in heel wat sectorale en intersectorale<br />
samenwerkingsinitiatieven en netwerken en dit zowel op hulpverlening, als op beleidsniveau. Concreet<br />
denken we aan samenwerking en netwerken met de verschillende CAW’s, integrale jeugdhulp, in het kader<br />
van gedeelde zorg mbt mensen met een beperking, overeenkomsten met OCMW’s, gemeenten en politiezones,<br />
wijkgezondheidscentra, geestelijke gezondheidszorg, justitiepartners, samenlevingsopbouw en<br />
vereniging waar armen het woord nemen, integratiecentra en -dienst, VDAB en tewerkstellingspartners,<br />
sociaal verhuurkantoren en andere woonpartners.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De CAW’s worden geconfronteerd met een overbevraging, wat hen noodzaakt om duidelijker eigen<br />
accenten te leggen;<br />
De CAW’s hebben historisch veel aandacht voor de nieuwe maatschappelijke en individuele noden<br />
waarmee ze geconfronteerd worden. CAW’s zijn dan ook broedplaatsen voor het uitbouwen van nieuwe<br />
dienst- en hulpverleningsvormen;<br />
CAW’s worden meer en meer gesolliciteerd om hun expertise en kennis mee in te zetten voor andere<br />
doelgroepen en sectoren (minderjarigen, mensen met een beperking, VDAB, justitie, …).<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.caw.be<br />
centrale infonummer van de CAW’s: 078/150 300<br />
25<br />
25<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn<br />
(O.C.M.W.)<br />
Marianne Van Der Biest, afdelingshoofd <strong>Sociale</strong> Zaken OCMW Herzele<br />
Historiek<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vóór 1789: armenzorg privaat initiatief ‘Tafels van de Heilige Geest’.<br />
Na 1789, 2 soorten instellingen:<br />
•<br />
•<br />
Er werden weldadigheidsburelen opgericht die ten huize kwamen en materiële en niet-materiële hulp<br />
verleenden;<br />
Er werden ook burgerlijke godshuizen opgericht. Deze vorm van hulpverlening kwam niet ten huize.<br />
Op 10 maart 1925 verscheen de wet op de Commissies voor Openbare Onderstand (COO) met als taak<br />
de behoeftige te ondersteunen, ziekenverpleging organiseren en ellende te bestrijden door preventieve<br />
maatregelen te nemen.<br />
Op 8 juli 1976 verscheen de organieke wet tot instelling van de Openbare Centra voor Maatschappelijk<br />
Welzijn (zoals laatst gewijzigd door het decreet van 19 december 2009 betreffende de organisatie van de<br />
OCMW’s).<br />
Wat is het OCMW?<br />
De letters OCMW zijn een afkorting van de woorden: Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.<br />
Het OCMW is dus een publieke instelling waar iedereen terecht kan met zijn of haar problemen in de brede<br />
zin van het woord.<br />
Het woord ‘welzijn’ duidt trouwens aan dat het over veel meer gaat dan de loutere armoedebestrijding.<br />
Het OCMW werd pas in 1976 opgericht ter vervanging van de vroegere commissies voor openbare onderstand.<br />
Ieder OCMW heeft een zekere eigenheid, maar alle OCMW’s hebben toch dezelfde basisstructuur. Het OCMW<br />
wordt onder leiding van een voorzitter bestuurd door de Raad voor maatschappelijk welzijn. De Raad<br />
wordt om de 6 jaar verkozen door de hernieuwde gemeenteraad.<br />
De Raad vergadert minimaal 10 keer per jaar. Er is een openbaar gedeelte dat door elke burger kan worden<br />
bijgewoond en een besloten gedeelte dat omwille van het sociale karakter en de privacy niet toegankelijk is<br />
voor het publiek.<br />
Voor het behandelen van de aanvragen tot maatschappelijke dienstverlening richtten de meeste OCMW’s<br />
het Bijzonder Comité op. Dit comité bestaat uit een delegatie van de Raad en vergadert met gesloten<br />
deuren.<br />
Wanneer de beslissingen door de Raad genomen zijn en hun uitwerking kunnen hebben, is het de taak van de<br />
voorzitter om ze uit te voeren.<br />
De praktische uitvoering moet natuurlijk door het personeel gebeuren.<br />
Aan het hoofd van het personeel staat de secretaris. Hij is de hoogste ambtenaar van het OCMW en heeft<br />
een algemene coördinerende functie over alle diensten en instellingen.<br />
26<br />
www.socialeplattegrondovl.be
De kernactiviteit van een OCMW wordt bepaald in de organieke wet van 8 juli 1976 en luidt als volgt:<br />
‘Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel éénieder in de<br />
mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.’<br />
Het woord ‘iedereen’ is hierin zeer belangrijk, het gaat duidelijk niet alleen over ‘ behoeftigen’<br />
De OCMW-wet biedt slechts een algemeen kader aan de wijze waarop het OCMW zijn opdracht moet waarmaken.<br />
De invulling wordt overgelaten aan het plaatselijk OCMW dat het best geplaatst is om de concrete toepassing<br />
van de norm van menselijke waardigheid in de praktijk om te zetten.<br />
Alle aanvragen van om het even welke aard worden gericht naar de sociale dienst. Niet voor niets wordt de<br />
sociale dienst vaak de spil of de draaischijf van het OCMW genoemd.<br />
Het is de maatschappelijk werker die elke aanvraag tot hulp- of dienstverlening onderzoekt. Dit<br />
sociaal onderzoek is vooral in de financiële hulpverlening van groot belang. Het is immers op basis van dit<br />
onderzoek en het daaruit voortvloeiend sociaal verslag dat een beslissing wordt genomen inzake het al<br />
dan niet toekennen van de steun door het Bijzonder Comité of de Raad.<br />
Actoren<br />
Het OCMW is een lokaal openbaar bestuur dat o.a. samenwerkt met de gemeente. De gemeente oefent een<br />
bestuurlijk toezicht uit op de OCMW’s. Elke gemeente wordt bediend door één OCMW. Het OCMW wordt<br />
bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn (politiek orgaan) en komt minimaal 10 keer per jaar<br />
samen.<br />
De Raad voor maatschappelijk welzijn heeft de volheid van bevoegdheden, maar kan een aantal van<br />
deze bevoegdheden delegeren aan het Vast Bureau. Het Vast Bureau bestaat uit een delegatie van<br />
OCMW-raadsleden.<br />
Daarnaast kan er ook een Bijzonder Comité voor de <strong>Sociale</strong> Dienst opgericht worden. Ook dit bestuursorgaan<br />
bestaat uit een delegatie van OCMW-raadsleden. Maandelijks komt het Bijzonder Comité voor de sociale<br />
dienst samen om de sociale dossiers te bespreken en hierin beslissingen te nemen.<br />
•<br />
Werken binnen een opgelegd wettelijk kader:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s.<br />
Organieke wet van 8 juli 1976, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 december 2009 betreffende de<br />
organisatie van het OCMW;<br />
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;<br />
Decreet lokaal sociaal beleid van 3 maart 2004;<br />
Andere ... .<br />
Missie en toegangspoort<br />
•<br />
Organisatie van het recht op maatschappelijke dienstverlening door het aanbieden van een laagdrempelige<br />
hulpverlening voor elke burger teneinde:<br />
•<br />
Eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid<br />
(art. 1);<br />
27<br />
27<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden<br />
is (art. 57): van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal geneeskundige, psychologische aard,<br />
preventief of curatief coördinator (regisseursfunctie) in het lokaal sociaal beleid.<br />
Structurering van de sector<br />
Type voorzieningen: ambulante, residentiële en semiresidentiële voorzieningen, sterk bepaald door de grootte<br />
en het karakter van de gemeente.<br />
Doelgroep<br />
Elke burger van de gemeente, met bijzondere aandacht voor kansengroepen.<br />
Inhoudelijke thema’s:<br />
Afhankelijk van het concreet OCMW; een brede opdracht, dus een niet limitatieve opsomming:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het toekennen van een recht op maatschappelijke integratie, hetzij via een tewerkstelling,hetzij via het<br />
toekennen van een leefloon, al dan niet gekoppeld aan een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke<br />
integratie;<br />
Financiële en materiële tussenkomsten, schuldbemiddeling (collectieve, budgetbegeleiding, budgetbeheer,<br />
…), voorschotten op uitkeringen, toelagen;<br />
Juridisch advies;<br />
Psychosociale hulpverlening;<br />
Voogdij kinderen;<br />
Opleiding en tewerkstelling, sociale economie, arbeidszorg;<br />
Huisvesting, noodwoningen, sociaal verhuurkantoor;<br />
Voorzieningen voor senioren: woon- en zorgcentra, dagcentra, serviceflats, lokale dienstencentra;<br />
Thuiszorgvoorzieningen: gezinszorg, poetshulp, warme maaltijden, karweidiensten, minder mobielencentrale,<br />
erkende dienstenondernemingen met dienstencheques;<br />
Gezondheidsvoorzieningen: ziekenhuizen;<br />
Voorzieningen voor personen met een handicap;<br />
Kinderopvang;<br />
Opvang van asielzoekers via het lokaal opvanginitiatief (LOI);<br />
Buurtprojecten, buurt- en nabijheiddiensten;<br />
Sociaal-culturele en sportieve participatie;<br />
Wettelijke opdrachten sociale dienstverlening: taken Vlaamse Zorgkas, energielevering, ... .<br />
…<br />
Toenemende aandacht voor digitale dienstverlening in het lokaal sociaal beleid: uitbouwen van een<br />
geïntegreerd, inclusief kansenbeleid:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Sociaal huis;<br />
Beleidsplan;<br />
Coördinatie en afstemming van het aanbod.<br />
28<br />
www.socialeplattegrondovl.be
De aard van de hulpverlening<br />
Het recht op maatschappelijke integratie<br />
Men kan voor deze (dienstverlening/recht) enkel terecht in het OCMW.<br />
In deze wet streeft men ernaar iedereen maximaal te laten deelnemen aan het maatschappelijk leven.<br />
Het recht op maatschappelijke integratie reikt dan ook verder dan enkel het recht op een minimuminkomen.<br />
Het doel is het bevorderen van de integratie via tewerkstelling, in het bijzonder voor de jongeren. Werk<br />
verschaft mensen immers inkomen, maatschappelijke erkenning, sociale contacten en eigenwaarde.<br />
Het recht op maatschappelijke integratie kan verwezenlijkt worden door tewerkstelling of door een leefloon,<br />
al dan niet gekoppeld aan een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie<br />
(GPMI)(contract tussen jongeren en OCMW).<br />
Men hecht bijzonder veel aandacht aan de –25 jarigen. Het OCMW dient voor deze jongeren binnen een<br />
periode van 3 maanden na hun aanvraag, alle mogelijke inspanningen te leveren om hen aan het werk te<br />
helpen.<br />
Om recht te hebben op maatschappelijke integratie dient de aanvrager te voldoen aan een aantal voorwaarden<br />
(verblijf, leeftijd, nationaliteit, bestaansmiddelen, werkbereidheid).<br />
Het is de maatschappelijk werker die onderzoekt of de hulpvrager voldoet aan de voorwaarden van de wet.<br />
Na zijn/haar sociaal onderzoek brengt hij/zij via het sociaal verslag een advies uit aan het Bijzonder Comité of<br />
aan de Raad. Op basis van dit verslag wordt de beslissing inzake het al dan niet toekennen genomen.<br />
•<br />
Het leefloon wordt opgedeeld in 3 categorieën<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Samenwonenden: 483,86 €/maand<br />
Alleenstaanden: 725,79 €/maand<br />
Samenwonenden met gezinslast: 967,72 €/maand<br />
Financiële hulpverlening<br />
•<br />
Financiële steun<br />
•<br />
•<br />
Dagelijks wordt de sociale dienst van een OCMW geconfronteerd met cliënten, die wel over een<br />
inkomen beschikken maar die financieel toch in de problemen zitten. Zij vragen financiële steun aan<br />
het OCMW.<br />
Mogelijke oorzaken<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een te beperkt inkomen<br />
Onverwachte grote uitgaven<br />
Schuldenlast<br />
Verkeerde besteding van het inkomen<br />
Verslavingsproblematiek<br />
Medische problemen<br />
Plotse daling van het inkomen enz…<br />
Ook hier zal de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek verrichten en via het sociaal verslag een advies<br />
tot tussenkomst formuleren voor het Bijzonder Comité of de Raad. Het Bijzonder Comité of de Raad zal ook<br />
beslissen of deze steun al dan niet terugvorderbaar is.<br />
De steun kan éénmalig zijn of periodiek.<br />
29<br />
29<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
Voorschotten op uitkeringen<br />
•<br />
•<br />
Voorschotten zijn voorafbetalingen op de eigen centen van de mensen. Hun uitkering is laattijdig, niet<br />
in orde, of ze kunnen de maand niet rondkomen;<br />
Het gaat om voorschotten op kinderbijslag, pensioen, werkloosheidsuitkering, ziekte uitkering, loon<br />
enz… .<br />
Dringende steun van de voorzitter<br />
• In dringende gevallen kan de voorzitter van het OCMW zelf tot hulpverlening beslissen, mits deze<br />
beslissing op de eerstvolgende Raad te laten bekrachtigen. De OCMW-voorzitter zal zich daarbij in<br />
principe laten adviseren door de verantwoordelijke van de sociale dienst.<br />
• Vaak gaat dit over deurwaarderskosten, leefgeld, bankwaarborgen…<br />
Schuldhulpverlening<br />
Het aantal mensen die een beroep doen op het OCMW (of CAW) voor hulpverlening omwille van de<br />
schuldoverlast neemt reeds lange tijd, stelselmatig toe.<br />
•<br />
De voornaamste instrumenten van de OCMW’s zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Budgetbegeleiding: De cliënt wordt begeleid bij de besteding van zijn/haar inkomen, maar blijft dit<br />
zelf beheren;<br />
Budgetbeheer: Het inkomen van de cliënt wordt beheerd door de maatschappelijk werker. De<br />
autonomie van de cliënt over zijn budget wordt geheel of gedeeltelijk ontnomen;<br />
Schuldbemiddeling: Bemiddelen bij schuldeisers over schulden van een cliënt;<br />
Collectieve schuldenregeling: Via verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank.<br />
Hulpverlening in natura<br />
Deze wijze van hulpverlening kan diverse vormen aannemen: bijv. voedselpakketten, stookolie, … .<br />
<strong>Sociale</strong> tewerkstelling<br />
Wanneer een persoon het bewijs moet leveren van een periode van tewerkstelling om sociale uitkeringen<br />
te kunnen genieten, dan moet het OCMW alle maatregelen nemen om hen een betrekking te bezorgen. Het<br />
OCMW kan dit ook door zelf als werkgever op te treden voor de periode die nodig is om de betrokken<br />
cliënt in regel te brengen met de sociale zekerheid. Dit wordt tewerkstelling art.60§7 genoemd.<br />
Deze tewerkstelling heeft voor de OCMW’s geen verplichtend karakter. Het geldt eerder als noodoplossing<br />
ingeval er vruchteloos gezocht werd naar tewerkstelling en de betrokkene niet gerechtigd is op het volledig<br />
voordeel van bepaalde uitkeringen bijv. werkloosheidsuitkeringen.<br />
Naast deze specifieke tewerkstellingsvorm bestaan er ook nog andere vormen van sociale tewerkstelling waar<br />
het OCMW gebruik kan van maken.<br />
Psycho-sociale begeleiding<br />
Deze hulpverleningsvorm is minder gelinkt aan het OCMW. Toch is het een opdracht van elk OCMW om aan<br />
psycho-sociale begeleiding te doen in de meest passende vorm.<br />
Vooral in ‘kleinere’ OCMW’s is deze hulpverlening enorm belangrijk. Inwoners van kleinere gemeenten kunnen<br />
vaak niet terecht in andere diensten omdat het aanbod vaak beperkt is.<br />
30<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Administratieve en juridische hulpverlening<br />
Het OCMW dient alle nuttige raadgevingen en inlichtingen te verstrekken om aan de betrokkenen alle<br />
rechten en voordelen te verlenen, waarop zij krachtens de Belgische of buitenlandse wetten aanspraak<br />
kunnen maken (art. 60§2 OCMW-wet).<br />
Dit is de basis voor het verstrekken van juridische eerstelijnshulp door het OCMW. Hoe dit concreet<br />
georganiseerd wordt hangt af van ieder OCMW, bijv. samenwerken met de balie, eigen jurist in dienst nemen,<br />
zitdagen rechtshulp organiseren via de commissies juridische bijstand, … .<br />
Het OCMW staat ook in voor administratieve hulpverlening. Een bijzondere vorm van administratieve<br />
hulp is de expliciete verplichting van het OCMW om de hulpvrager die niet is aangesloten bij een<br />
verzekeringsinstelling voor ziekte en invaliditeit, deze aan te sluiten bij een verzekeringsinstelling naar<br />
zijn keuze (art. 60§5 OCMW wet).<br />
Het oprichten van diensten<br />
Het OCMW kan, waar de noodzakelijkheid zich voordoet, inrichtingen of diensten oprichten met een<br />
sociaal curatief of preventief karakter. Deze diensten worden opgericht naargelang de behoeften in de<br />
gemeente.<br />
De thuiszorgdiensten zijn hier een voorbeeld van. Denk maar aan maaltijdbedeling, poetshulp, gezinszorg, … .<br />
Ook kinderopvang of woon– en zorgcentra zijn hier voorbeelden van.<br />
Het OCMW hoeft deze diensten ook niet altijd zelf op te richten, maar kan hiervoor ook samenwerken met<br />
reeds bestaande diensten, eventueel uit de private sector. (Ze straks lokaal sociaal beleid).<br />
Asielzoekers<br />
De regelgeving inzake asielzoekers is zeer complex. De asielprocedure is de voorbije jaren immers ernstig<br />
hervormd.<br />
Belangrijk is te weten dat het OCMW op twee manieren een rol kan spelen in de opvang van vluchtelingen:<br />
•<br />
•<br />
Door het geven van financiële hulp (= bedrag gelijk aan het leefloon). De vluchteling dient uiteraard<br />
aan een aantal voorwaarden te voldoen;<br />
Door materiële opvang: LOI = lokaal opvanginitiatief. In dit geval krijgt de asielzoeker enkel een<br />
beperkt zakgeld. Het OCMW dient voor al het overige in te staan (huisvesting, verwarming, kledij,<br />
schoolkosten enz …)<br />
Daklozen en hulp bij uithuiszetting<br />
•<br />
Een dakloze persoon is iemand die niet over een eigen woongelegenheid beschikt en niet de<br />
middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen. Tot wanneer de dakloze opnieuw over<br />
een verblijfplaats beschikt kan hij/zij een ‘referentieadres’ vragen bij het OCMW.<br />
Het is de maatschappelijk werker die zal onderzoeken of de dakloze inderdaad aan alle voorwaarden<br />
voldoet tot het bekomen van een referentieadres. De bedoeling van een referentieadres is de dakloze in<br />
staat stellen zijn/haar administratieve correspondentie te ontvangen.<br />
Wanneer de dakloze een woning heeft gevonden, heeft hij/zij recht op een installatiepremie. Het<br />
bedrag van de installatiepremie is gelijk aan het bedrag van het leefloon categorie 3. Deze premie wordt<br />
éénmalig toegekend. De installatiepremie mag niet gebruikt worden om bijvoorbeeld de huur of de<br />
huurwaarborg te betalen. Hij dient enkel opdat de dakloze zich zou kunnen installeren.<br />
31<br />
31<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Hulpverlening bij uithuiszetting: Het OCMW heeft de verplichting om op de meest aangewezen wijze, hulp<br />
te bieden bij de uithuiszetting.<br />
Deze hulp kan o.a. geboden worden via financiële hulp opdat de uithuiszetting toch niet zou doorgaan, via<br />
het verlenen van rechtshulp (verlengen van de termijn bijvoorbeeld minnelijk of via de vrederechter), via<br />
begeleiden bij het zoeken naar een andere woonst/oplossing<br />
Dienstverlening op vlak van energie<br />
• Lokale adviescommissie (LAC): In elke gemeente wordt een lokale adviescommissie opgericht. Deze<br />
commissie komt regelmatig samen en geeft advies inzake het afsluiten of het heraansluiten van energie.<br />
De hoofdmaatschappelijk werker is voorzitter van de LAC.<br />
Het secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van het OCMW.<br />
• De budgetmeter voor aardgas en elektriciteit: De OCMW’s fungeren als oplaadpunt voor aardgas en<br />
elektriciteit.<br />
De sociale leverancier voor gas en elektriciteit garandeert minimumleveringen bij klanten met<br />
betalingsmoeilijkheden door het plaatsen van budgetmeters.<br />
De budgetmeter is een meter die werkt met een oplaadbare kaart. Daardoor kan men enkel die hoeveelheid<br />
elektriciteit of aardgas gebruiken, die men vooraf betaalt.<br />
Het systeem is het best te vergelijken met een kaart voor een GSM. Er wordt een bepaald bedrag op een<br />
elektronische kaart opgeladen om daarna te verbruiken.<br />
Dit systeem vereist een netwerk van oplaadpunten. De oplaadpunten worden onder andere in de OCMW’s<br />
geplaatst.<br />
• De stookoliepremie:<br />
Reeds een aantal jaren wordt aan de gezinnen met een laag inkomen, hulp<br />
geboden bij de aankoop van een voorraad stookolie.<br />
Het stookoliefonds zorgt voor de financiering. De praktische organisatie wordt toegewezen aan de<br />
OCMW’s.<br />
De toekenning van de toelage moet worden aangevraagd. Er is geen ambtshalve toekenning. De<br />
maatschappelijk werker dient een sociaal onderzoek te doen naar het recht. De Raad of het Bijzonder<br />
Comité beslissen over de toekenning.<br />
Lokaal Sociaal Beleid<br />
In het lokaal sociaal beleid streeft men naar samenwerking tussen lokale besturen en lokale actoren.<br />
Deze samenwerking heeft als bedoeling dat aan elke burger de toegang tot sociale, culturele en economische<br />
rechten wordt gegarandeerd. Hiertoe worden door de lokale actoren en besturen acties opgezet.<br />
Deze acties worden in het lokaal sociaal beleidsplan omschreven en door gemeente en OCMW<br />
goedgekeurd. Gemeente en OCMW zijn samen verantwoordelijk voor de coördinatie van het sociaal beleid in<br />
hun gemeente.<br />
Het lokaal sociaal beleid streeft naar een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor<br />
elke burger. Hiertoe realiseren zij het Sociaal huis.<br />
Dit sociaal huis heeft 3 functies :<br />
• Het sociaal huis heeft de opdracht informatie te verstrekken over de mogelijke hulp- en opvangvormen<br />
en voorzieningen.<br />
• De loketfunctie kan worden gerealiseerd door het tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op<br />
geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokaal bestuur.<br />
• De doorverwijsfunctie wordt gerealiseerd via een ruime samenwerking met de lokale actoren.<br />
Het lokaal bestuur bepaalt zelf hoe het deze drie functies vervult. Er geldt geen uniform model van Sociaal<br />
Huis. Net zoals bij de uitbouw van de dienstverlening is ook hier creativiteit erg belangrijk.<br />
32<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De uitbouw van het sociaal huis met:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De effectieve realisatie van de één-loketfunctie, waar elke burger terecht kan met om het even welk<br />
probleem;<br />
De verdere uitbouw van een geïntegreerde, toegankelijke, laagdrempelige hulpverlening;<br />
De afstemming en samenwerking van alle 1ste lijnvoorzieningen.<br />
Samen met de gemeente een breed sociaal beleid uitbouwen, met aandacht voor inspraak en participatie<br />
van de burger.<br />
Uitbouwen van de regisseursfunctie bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan met aandacht voor:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Visieontwikkeling omtrent welzijn;<br />
Afstemming van de dienstverlening op de verschillende beleidsdomeinen;<br />
Samenwerking met andere actoren.<br />
Verdere uitbouw van een speerpuntfunctie op de 1ste lijn: alertheid voor nieuwe problematieken en doelgroepen.<br />
Ondanks een toenemend aantal taken door hogere overheden opgelegd, zijn rol blijven spelen in de<br />
armoedebestrijding en als vangnet fungeren van de actieve welvaartsstaat:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Kunnen omgaan met de toenemende druk van de activering;<br />
Aangepaste formules blijven zoeken;<br />
Bijzondere aandacht blijven besteden aan de meest kwetsbare mensen in de samenleving.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
Een OCMW in elke gemeente (zie rubriek 01.04.01 OCMW in www.desocialekaart.be).<br />
33<br />
33<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Thuiszorg<br />
Dienst Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds<br />
Els Desmet (Christelijke Mutualiteit Midden-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
Missie en opdrachten<br />
De dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds is een voorziening die als opdracht heeft hulp- en<br />
dienstverlening te bieden aan gebruikers en aan hun mantelzorgers, in het bijzonder als zij door ziekte,<br />
handicap, ouderdom of vanuit sociale kwetsbaarheid blijvend of tijdelijk problemen ondervinden.<br />
Beknopte historiek<br />
De diensten maatschappelijk werk zijn recent (op 1/1/<strong>2010</strong>) opgenomen in het Woonzorgdecreet. Voorheen<br />
ressorteerde de dienst als ICAW onder het Decreet op het Algemeen Welzijnswerk.<br />
Met de positie binnen het woonzorgdecreet wordt de dienst een thuiszorgvoorziening naast (o.a.) de diensten<br />
voor gezinszorg, thuisverpleging, het lokaal of regionaal dienstencentrum. De sociale dienst- en hulpverlening<br />
aan de ruime doelgroep van personen van wie ‘de welzijnskansen bedreigd worden of verminderd worden<br />
ten gevolge van persoonlijke, relationele, gezins- of maatschappelijke factoren’ (art. 2, 1°, decreet Algemeen<br />
Welzijnswerk) vormt niet langer de kerntaak van de diensten maatschappelijk werk.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
De diensten vallen onder de bevoegdheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement<br />
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.<br />
Het woonzorgdecreet omvat de thuiszorg en de ouderenzorg en heeft tot doel de levenskwaliteit van de<br />
gebruiker te waarborgen door de zelfzorg en mantelzorg te ondersteunen, door gedifferentieerde en gespecialiseerde<br />
woonzorg te verlenen en door de samenwerking en afstemming tussen de actoren binnen de woonzorg<br />
te bevorderen.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
De diensten zijn opgericht door een ziekenfonds of een landsbond van ziekenfondsen en ontplooien hun<br />
werking in het werkingsgebied waarvoor ze erkend zijn.<br />
De dienst staat open voor alle hulpvragen en verwijst indien wenselijk door naar de meest geëigende voorziening.<br />
De diensten maatschappelijk werk hebben bijkomende opdrachten opgenomen die verband houden met de<br />
doelgroepen waartoe zij zich richten en zijn onder andere erkend als gemachtigd indicatiesteller in het kader<br />
van de Vlaamse Zorgverzekering en als Multidisciplinair Team in het kader van het Vlaams Agentschap voor<br />
Personen met een Handicap.<br />
Doelgroep(en)<br />
De dienst richt zich specifiek tot de volgende doelgroepen: zieken, personen met een handicap, ouderen.<br />
34<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Werking<br />
Binnen het woonzorgdecreet worden de verplichte activiteiten als volgt vastgelegd:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Ondersteuning bieden bij het oriënteren van hulp- en zorgvragen van gebruikers of mantelzorgers op<br />
basis van vraagverheldering en vraagverduidelijking of die personen naar de georganiseerde thuiszorg<br />
toeleiden;<br />
Door informatie, advies, ondersteuning en bemiddeling de gebruikers en mantelzorgers in staat stellen<br />
hun rechten maximaal uit te putten en maximaal toegang te hebben tot zorg;<br />
Administratieve en psychosociale ondersteuning aanbieden, als de draagkracht of vaardigheden van de<br />
gebruikers of mantelzorgers ontoereikend zijn;<br />
Het zelfzorgvermogen als vermeld in artikel 2, 5, van het decreet van 3 maart 2004 betreffende de<br />
eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, evalueren;<br />
Gebruikers met een indicatie van verminderd zelfzorgvermogen proactief benaderen;<br />
In complexe zorgsituaties of als een wijziging van zorgvorm wenselijk is, de mogelijkheid tot langdurige<br />
begeleiding en ondersteuning aanbieden, waarbij de gebruiker in elke fase van zijn persoonlijke zorgtraject<br />
een beroep kan doen op een professionele zorgverlener;<br />
Belemmerende factoren beleidsgericht signaleren.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
In het belang van de doelgroepen wordt actief samengewerkt met de verschillende actoren binnen de zorg-<br />
en dienstverlening. Deze samenwerking is van belang om een vlotte toeleiding te kunnen realiseren naar de<br />
best geplaatste dienst of organisatie.<br />
Vanuit het jaarverslag van het Platform Algemeen Welzijnswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (PAWO) vermelden we de<br />
volgende diensten waarbij op cliëntniveau wordt samengewerkt. Uiteraard is dit geen limitatieve lijst. Afhankelijk<br />
van nieuwe behoeften worden nieuwe samenwerkingsinitiatieven ondernomen.<br />
•<br />
•<br />
Op cliëntniveau:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Zorgverleners en diensten in de thuiszorg en de woonzorg: huisartsen, diensten voor thuisverpleging,<br />
diensten voor gezinszorg, regionale en lokale dienstencentra, diensten voor kortverblijf en/of herstel,<br />
woonzorgcentra …<br />
<strong>Sociale</strong> diensten van ziekenhuizen;<br />
Centra Geestelijke Gezondheidszorg;<br />
Algemene CAW’s en OCMW’s;<br />
Gemeentelijke en stedelijke diensten;<br />
<strong>Sociale</strong> huisvestingsdiensten;<br />
Vrijwilligerswerk;<br />
Voorzieningen voor personen met een handicap;<br />
…<br />
Op beleidsniveau:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Regionaal Welzijnsoverleg en de diverse ankerpunten;<br />
Regionaal Welzijnsoverleg en de deelwerkingen;<br />
SEL’s;<br />
LOGO’s;<br />
Stedelijke adviesraden;<br />
Intermutualistisch overleg;<br />
Netwerk palliatieve en psychiatrische thuiszorg;<br />
….<br />
35<br />
35<br />
www.desocialekaart.be
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
De diensten voor maatschappelijk werk staan voor de belangrijke uitdaging om zich te profileren binnen<br />
het woonzorgdecreet en binnen een overgangstermijn van 2 jaar (uiterlijk 1/1/2012) te voldoen aan alle<br />
bepalingen van het decreet. Dit zal meebrengen dat de inhoud van de structurele samenwerkingsverbanden<br />
ook bijsturing zal vragen.<br />
De vergrijzing of verzilvering plaatst de diensten voor de grote uitdaging om in samenwerking met alle relevante<br />
partners de diverse verplichte opdrachten te realiseren en ervoor te zorgen dat gebruikers zo lang<br />
mogelijk op een kwaliteitsvolle wijze in het thuiszorgsituatie kunnen opgevolgd en ondersteund worden.<br />
36<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en geweld<br />
Het provinciebestuur is al bijna 20 jaar actief rond geweld op mannen en vrouwen. Op vraag van en met<br />
financiële en inhoudelijke ondersteuning van de federale overheid, bevoegd voor gelijke kansen voor mannen<br />
en vrouwen, wordt in elke Belgische provincie beleid gevoerd rond geweld, voornamelijk partnergeweld.<br />
De provincie legt zelf ook accenten op geweld op ouderen, op seksueel geweld, intra- en extrafamiliaal en op<br />
preventie van kindermishandeling.<br />
Team geweld<br />
Een consulent geweld (Chantal Van de Kerckhove) en 4 hulpverleners partnergeweld (Lut Vergote in caw<br />
Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, Diana Wille in caw Regio Aalst, Marjan Gryson in caw Artevelde en Sofie Duyck/Anka<br />
Blomme in caw Waasland) werken onder aansturing van Anne Kesteloot in de dienst Preventie, Hulpverlening<br />
en Zorg.<br />
Doelstellingen<br />
Verhogen van de deskundigheid inzake geweld én bevorderen van de onderlinge samenwerking tussen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
<strong>Sociale</strong> hulpverleners: maatschappelijk assistenten en therapeuten, ambulant en residentieel;<br />
Medische zorgverleners: huisartsen, vroedvrouwen, gynaecologen, verpleegkundigen en artsen privé en<br />
in ziekenhuizen;<br />
Politiemensen: interventiepolitie, wijkpolitie, slachtofferbejegenaars van de lokale politie;<br />
Magistraten: parketmagistraten, onderzoeksrechters, …<br />
Occasioneel ook advies- en verwijsfunctie, naast sensibiliseringswerk om mentaliteitswijziging te bekomen<br />
bij de brede <strong>Oost</strong>-Vlaamse bevolking en de hulpmogelijkheden bekend te maken.<br />
Acties<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Organiseren van provinciale studiedagen en regionale vormingen rond partnergeweld, preventie en vroegdetectie<br />
van kindermishandeling, geweld op ouderen, …<br />
Doceren aan de politie-academie rond zedendelicten, partnergeweld, intrafamiliaal geweld;<br />
Manifestaties op het getouw zetten rond 25 november, de internationale dag tegen huiselijk geweld,<br />
waarop gratis actiemateriaal verspreid wordt;<br />
Coördineren van overleg in stuurgroepen per gerechtelijk arrondissement over partnergeweld;<br />
Mogelijk maken van relationele en seksuele vorming naar kwetsbare jongeren (‘Met Liefs’), een provinciale<br />
film over de aanklampende koppelgerichte aanpak van partnergeweld na politie-ingrijpen, …<br />
Subsidies, premies<br />
De subsidies worden in <strong>2010</strong> beperkt tot ondersteuning van caw’s voor de omkadering van de hulpverleners<br />
partnergeweld en een ondersteuning van het <strong>Oost</strong>-Vlaamse steunpunt Ouderenmis(be)handeling.<br />
Meer info:<br />
Anne Kesteloot, 09/267 75 47, anne.kesteloot@oost-vlaanderen.be<br />
Chantal Van de Kerckhove, 09/267 75 48, chantal.van.de.kerckhove@oost-vlaanderen.be<br />
Lut Vergote (CAW Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>), 055 30 46 32, lut.vergote@oost-vlaanderen.be<br />
Diana Wille (CAW Regio Aalst), 053 41 40 20, diana.wille@oost-vlaanderen.be<br />
Marjan Gryson (CAW Artevelde), 09 225 06 52, marjan.gryson@oost-vlaanderen.be<br />
37<br />
37<br />
www.desocialekaart.be
Sofie Duyck/Anka Blomme (CAW Waasland), 03 776 82 71, sofie.duyck@oost-vlaanderen.be en<br />
anka.blomme@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Geweld’.<br />
38<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
2. Armoedebestrijding<br />
39<br />
39<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Schuldbemiddelingsdiensten en collectieve<br />
schuldenregeling<br />
Peter Vercauteren, CAW Regio Aalst<br />
Historiek/wettelijk kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wet op de consumentenkredieten (1991);<br />
Decreet Schuldbemiddeling (1997): erkende diensten;<br />
Wet Collectieve Schuldenregeling (1999).<br />
Visie<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Schuldhulpverlening is een specialiteit (wettelijk kader, erkenning, opleiding);<br />
Schuldhulpverlening vereist een multidisciplinaire aanpak;<br />
Schuldhulpverlening heeft het beste effect met de combinatietandem maatschappelijk assistent/jurist;<br />
Schuldhulpverlening heeft een effect op alle levensdomeinen;<br />
Aandacht voor preventie en nazorg.<br />
Actoren<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Erkende diensten (OCMW’s en CAW’s);<br />
Advocaten;<br />
Gerechtsdeurwaarders.<br />
Toegangspoort/structurering aanbod<br />
Sectoraal zeer divers, gestoeld op lokale noden en samenwerkingsverbanden:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Taakverdeling OCMW/CAW;<br />
Samenwerking OCMW/CAW;<br />
Privé-sector/OCMW/CAW.<br />
Doelgroep<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Iedereen met een schuldenproblematiek (of waar een schuldenproblematiek dreigt te ontstaan);<br />
Extra aandacht voor de meest kwetsbaren in de samenleving;<br />
Preventieve interventies om schuldoverlast te vermijden.<br />
Werking<br />
•<br />
Soorten schuldhulpverlening:<br />
•<br />
Budgetbegeleiding/Occasionele bemiddeling:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De hulpverlener bemiddelt maar de cliënt behoudt de beslissingsbevoegdheid;<br />
Minst ingrijpend (autonomie);<br />
Emancipatorisch;<br />
40<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Niet geschikt voor elke doelgroep.<br />
Budgetbeheer:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De hulpverlener neemt het geldbeheer van de cliënt over;<br />
Budgetrekening en leefgeldrekening;<br />
Ondersteunend/beschermend.<br />
Schuldbemiddeling (Wet Consumentenkrediet 1991):<br />
•<br />
Kredietschulden: Negatief rekeningsaldo, persoonlijke lening, kredietopening, koop op afbetaling.<br />
Mag enkel door een erkende schuldbemiddelaar.<br />
Collectieve Schuldenregeling (Wet Collectieve Schuldenregeling):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Gerechtelijke procedure Arbeidsrechtbank (verzoekschrift);<br />
Aanstelling schuldbemiddelaar;<br />
Minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringregeling.<br />
Knelpunten en kansen<br />
•<br />
•<br />
Knelpunten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Verschil in regio OCMW - CAW ( uitdaging voor de toekomst: regionale samenwerking);<br />
Verschil in bedrijfscultuur OCMW - CAW;<br />
Verschil in verplichtingen van overheidswege (dossiervorming en registratie);<br />
Gezamenlijk team optimaliseren is een natuurlijk groeiproces dat tijd vraagt (opbouwen vertrouwen).<br />
Kansen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Omkadering Lokaal Sociaal Beleid;<br />
Intakecel;<br />
Beter zicht op noden versus caseload;<br />
Verbreding hulpaanbod;<br />
Interne doorstroming (bijv. nazorg);<br />
Ervaringsuitwisseling (intervisie);<br />
Versterking signaalfunctie (intern, lokaal, Vlaams).<br />
41<br />
41<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Samenlevingsopbouw<br />
Luc Joos, Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
De missie geeft de bestaansreden aan van de sector Samenlevingsopbouw en verwoordt de collectieve<br />
ambitie. De kernopdrachten bepalen waaraan de sector prioriteit moet geven om zijn missie te realiseren.<br />
‘Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.’<br />
Mensen hebben recht op werk, sociale bescherming, behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu, op<br />
culturele en maatschappelijke ontplooiing. Wie verstoken blijft van deze grondrechten is maatschappelijk<br />
kwetsbaar. Voor hem en haar dreigt sociale uitsluiting.<br />
Het opbouwwerk biedt deskundige en onafhankelijke ondersteuning aan groepen van mensen, opdat zij<br />
hun grondrechten kunnen uitoefenen. Opbouwwerkers hebben vooral oog voor mensen die kampen met<br />
maatschappelijke achterstelling en uitsluiting. Ze werken aan waarneembare oplossingen van gemeenschappelijke<br />
problemen, dit met uitdrukkelijke participatie van de mensen zelf. Wat de mensen zelf weten en<br />
kunnen is het vertrekpunt. Opbouwwerkers mobiliseren alle nuttige, sociale krachten. Het opbouwwerk draagt<br />
bij tot een leefbare en duurzame samenleving.<br />
Beknopte historiek<br />
De jaren vijftig van de 20ste eeuw: ontstaan van het buurtwerk in de grotere steden met in 1967 de oprichting<br />
van een ‘Federatie Buurtwerk’.<br />
De jaren ’60: ontstaan van het streekopbouwwerk, voornamelijk in West-<strong>Vlaanderen</strong> en Limburg. Dit leidt tot<br />
de oprichting in 1976 van een ‘Federatie Territoriaal Opbouwwerk’.<br />
1983: Minister Karel Poma brengt structuur in de sector. Alle werkers werden ‘gepoold’ in provinciale en<br />
stedelijke organisaties, de zgn. (P)RISO’s en één ondersteuningsinstituut: VIBOSO.<br />
9 juli 1985: oprichting van RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw, met maatschappelijke zetel te Gent, via pooling van<br />
6 lokale en regionale opbouwwerkinstellingen.<br />
26 juni 1991: het decreet maatschappelijk opbouwwerk creëert een decretale basis voor de erkenning en<br />
subsidiëring van het instituut.<br />
1 januari 2001: de Gentse werking wordt afgesplitst van RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw en ondergebracht in<br />
een afzonderlijk instituut voor het grootstedelijk gebied onder de naam RISO Gent vzw.<br />
1 januari 2006: VIBOSO en de RISO’s streven naar een sterkere profilering van de sector samenlevingsopbouw<br />
en een meer samenhangende en kwalitatieve werking. Dit streven vertaalt zich ondermeer in een<br />
nieuwe naam: RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> wordt Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Structurering van de sector en regelgevend kader<br />
•<br />
Er zijn in <strong>Vlaanderen</strong> 8 instituten voor Samenlevingsopbouw, 5 provinciale en 3 stedelijke:<br />
42<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> vzw;<br />
Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw;<br />
Samenlevingsopbouw Gent vzw;<br />
Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw;<br />
Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw;<br />
RISO Vlaams-Brabant vzw;<br />
Samenlevingsopbouw Brussel vzw;<br />
RIMO Limburg vzw.<br />
Daarnaast beschikt de sector over een ondersteuninginstituut. Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong><br />
vzw staat in voor vorming, training en opleiding van opbouwwerkers, buurtwerkers en beleidsmedewerkers.<br />
Het instituut werkt ook nieuwe visies en werkinstrumenten uit op basis van praktijkonderzoek en<br />
methodiekontwikkeling. De themawerking van het ondersteuninginstituut is onder andere gericht op wonen<br />
en onderwijs. Haar informatieopdracht vervult Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong> onder meer via een bibliotheek,<br />
publicaties, een website, een digitale nieuwsbrief en het tijdschrift TerZake.<br />
De onderlinge samenwerking tussen de 8 regionale instituten en Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong> wordt<br />
georganiseerd binnen de meerjarenplanning. Er bestaan samenwerkingsverbanden rond de thema’s<br />
wonen, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en platteland.<br />
De Federatie Samenlevingsopbouw (FESO) behartigt de collectieve belangen van de sector en neemt<br />
namens de sector standpunten in ten aanzien van de overheid en andere sectoren.<br />
Regelgevend kader: ‘Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk’<br />
van 26 juni 1991. De basis voor de erkenning en subsidiëring van de instituten voor Samenlevingsopbouw<br />
is het meerjarenplan. Het lopende meerjarenplan beslaat de periode 2009-2015.<br />
Doelgroep(en)<br />
We werken bij voorrang met maatschappelijk kwetsbare groepen. Dit zijn groepen die kampen met situaties<br />
van achterstelling en uitsluiting op vlak van grondrechten, leefbaarheid en samenleven in diversiteit. Het is<br />
hier dat hun maatschappelijke kwetsbaarheid tot uiting komt en waarmee we aan de slag gaan. De diversiteit<br />
van de doelgroep is dan ook zeer groot:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Mensen in armoede, meervoudig achtergestelden, laaggeschoolde langdurig werklozen, thuislozen, woonnomaden,<br />
…<br />
Bewoners van aandachtsgebieden, minder mobiele personen, …<br />
Mensen die vereenzaamd leven; maatschappelijk kwetsbare ouderen, jongeren, alleenstaanden,<br />
eenoudergezinnen, allochtonen, sociale huurders, …<br />
In het verklaren van achterstelling en uitsluiting stellen we zonder meer de structurele dimensie voorop,<br />
zonder voorbij te gaan aan oorzaken op individueel niveau die situaties van achterstelling en uitsluiting mee<br />
kunnen veroorzaken en bestendigen.<br />
Werking<br />
Wat Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> doet ligt vast in het huidige meerjarenplan 2009-2015. De<br />
strategische keuzes vielen op de thema’s grondrechten, maatschappelijke dienstverlening, wonen, onderwijs<br />
en leefbaarheid. Alle keuzes die we in dit meerjarenplan maken verfijnen we elk jaar opnieuw in een jaarplan.<br />
Dag in dag uit zijn onze buurt- en opbouwwerkers samen met vrijwilligers, organisaties, diensten en beleidsmakers<br />
aan de slag in onze projecten en buurthuiswerkingen.<br />
43<br />
43<br />
www.desocialekaart.be
Binnen het thema grondrechten willen we vooral de achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken,<br />
de organisatiegraad van maatschappelijk kwetsbare groepen versterken en randvoorwaarden voor beleidsparticipatie<br />
creëren.<br />
Binnen het thema maatschappelijke dienstverlening werken we met de rechthebbenden oplossingen uit<br />
voor de problematiek van onderbescherming (Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>), betrekken we maatschappelijk kwetsbare<br />
groepen bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal beleid inzake maatschappelijke dienstverlening<br />
(Meetjesland) en realiseren we geïntegreerde basisvoorzieningen voor die doelgroepen (Lokeren).<br />
Binnen het thema wonen werken we enerzijds oplossingen uit voor de problematiek van het ‘wonen aan<br />
de onderkant’ (Waas & Dender - woonwagenbewoners in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>) en anderzijds betrekken we<br />
maatschappelijk kwetsbare groepen bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer<br />
rekening houdt met hun noden en behoeften (kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas,<br />
sociale huurders in Eeklo, ouderen in het Meetjesland).<br />
Binnen het thema onderwijs werken we oplossingen uit voor de problematiek van kansenongelijkheid van<br />
maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs (onderwijsopbouwwerk in Ronse en Sint-Niklaas en<br />
kleuterparticipatie in Sint-Niklaas).<br />
Binnen het thema leefbaarheid zetten we enerzijds projecten op die de participatiekansen van bewoners<br />
met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhogen (Dorpsparticipatie Geraardsbergen, DORP<br />
inZICHT Merelbeke, Naar een <strong>Oost</strong>-Vlaamse Vereniging kleine kernen). Anderzijds zetten we initiatieven op<br />
die de sociale en fysieke leefbaarheid en het samenleven in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden verbeteren<br />
(wijkwerking in Dendermonde, buurtwerk in Ronse, Buurtweb in Aalst, Babbelonië in Dendermonde<br />
e.a.).<br />
Voor elk van deze thema’s hebben we ook een bovenlokale werking die bestaat uit het opzetten of deelnemen<br />
aan sectorale, provinciale, Vlaamse of federale acties en overlegtafels (bijv.. Vlaams Netwerk VWAWN,<br />
Provinciale Woonraad, VIVAS, Meetjeslands overleg welzijn & onderwijs, Transitiearena duurzaam wonen,<br />
Plaatselijke Groepen Leader, IPO).<br />
Samenlevingsopbouw is op een projectmatige manier actief in buurten, wijken, dorpen, een streek.<br />
Centraal staan de mensen en hun gemeenschappelijke, gedeelde noden en problemen waarvoor oplossingen<br />
worden gezocht. Naast probleemoplossend is een project ook steeds gericht op de versterking van de eigen<br />
rol en verantwoordelijkheid van de doelgroep. Projecten zijn beperkt in tijd: 1 jaar, 2, 5, … Opbouwwerkers<br />
begeleiden de bewonersgroepen voor de duur van een project en worden dan opnieuw elders ingezet.<br />
Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> heeft ook buurtwerkers in dienst. Buurtwerkers opereren vanuit<br />
een vaste stek. Dat kan een buurthuis, een dorpshuis of geïntegreerde basisvoorziening zijn. Daar zetten<br />
ze samen met de bewoners allerlei activiteiten en dienstverlening op: van een openbare computerruimte of<br />
een infoavond over gezondheid tot zitdagen van sociale diensten en buurtacties. De directe participatie van<br />
bewoners en hun inzet binnen het vrijwilligersnetwerk zijn essentieel. Bijzondere aandacht gaat naar mensen<br />
die extra steun kunnen gebruiken.<br />
Het opbouwwerk hanteert daarbij tal van methodieken en handvatten. De methodieken worden aangewend<br />
om langdurige processen methodisch te begeleiden. Voorbeelden zijn DORP inZICHT, LENS, DIP, Planning<br />
for Real. De handvatten zijn instrumenten die worden ingezet om in bepaalde onderdelen van het project<br />
bewoners te mobiliseren, stem te geven of in dialoog te treden. Voorbeelden zijn: hoppen, open space,<br />
keukentafelgesprekken, straat- en pleinpanel.<br />
44<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Afstemming en samenwerking<br />
Voor Samenlevingsopbouw zijn de belangrijkste partners op projectniveau de lokale besturen (gemeente en<br />
OCMW) en daarnaast - afhankelijk van de behandelde thematiek - de relevante thema- en welzijnsactoren,<br />
zoals sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, woonwinkels, woon- en zorgcentra,<br />
scholen, CLB’s, tewerkstellingsprojecten, ... .<br />
Afstemming in meerjarenplannning en jaarplannen en in de terreinwerking wordt steeds meer gezocht met<br />
CAW’s en Verenigingen waar armen het woord nemen.<br />
Op bovenlokaal niveau zoeken we samenwerking en overleg met provinciale, Vlaamse en federale overheden<br />
en gaan we allianties aan met relevante koepels en overlegplatforms, zoals het Vlaams Netwerk van<br />
Verenigingen waar armen het woord nemen, Steunpunt algemeen Welzijnswerk, VOB, VIVAS, Komosie, ….<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
De sector samenlevingsopbouw staat dit jaar voor een bijsturing van de lopende meerjarenplanning. Daarin<br />
zal meer aandacht uitgaan naar de samenwerking die in de komende jaren wordt opgezet met CAW’s en<br />
Verenigingen waar armen het woord nemen. Daarnaast wordt geëxpliciteerd hoe wordt ingespeeld op<br />
beleidsaccenten die door de Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn worden gelegd.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.samenlevingsopbouw.be<br />
www.samenlevingsopbouw-oost-vlaanderen.be<br />
www.dorpinzicht.be<br />
Andere websites/blogs van Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw ter illustratie van onze werking:<br />
www.buurtweb-aalst.be<br />
www.dorpshuizen.be/index.html<br />
dorpsparticipatie.geraardsbergen.be<br />
taalpaleis.blogspot.com<br />
45<br />
45<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Materiële hulpverlening<br />
Ria Roosens, KRAS<br />
Missie en opdrachten<br />
Iedereen heeft recht op de vervulling van elementaire basisbehoeften zoals voeding en kledij.<br />
Pas als deze behoeften vervuld zijn zullen mensen stappen zetten naar zelfontplooiing, participatie en deelname<br />
aan allerlei goed bedoelde projecten.<br />
Materiële hulp bestaat nooit op zich maar maakt altijd deel uit van een globale begeleiding met als doel de<br />
totaalsituatie van de hulpvrager te verbeteren.<br />
Beknopte historiek<br />
(Hoofdzakelijk) vrijwilligers stelden in hun nabije omgeving vast dat mensen er niet in slaagden om te<br />
voldoen aan elementaire materiële behoeften. In eerste instantie werd kledij ter beschikking gesteld. Bij de<br />
contacten met de mensen bleek er ook nood aan voeding. Het ondersteunen met voeding en kledij werd<br />
geleidelijk aan gekoppeld aan groepsmomenten om het sociaal isolement te doorbreken.<br />
Materiële ondersteuning bleek een goede opstap om mensen te bereiken en samen met hen te werken aan<br />
betere levensvoorwaarden.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Materiële hulp situeert zich vooral in de particuliere sector en is voor het grootste deel in handen van vrijwilligers<br />
in armoedediensten.<br />
Armoedediensten uit de particuliere sector werden in het verleden niet en op vandaag, hier en daar, in zekere<br />
mate gesubsidieerd.<br />
Materiële hulpverlening is niet terug te brengen onder één regelgevend kader.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Oorspronkelijk werkten armoedediensten los van mekaar en was er ook weinig contact met het beleid.<br />
In de voorbije jaren gingen armoedediensten samenwerken bijv.. Kras vzw voor Gent en Welzijnsschakels<br />
voor de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Samenwerking bevordert een efficiënte hulpverlening (uitwisseling van ervaringen en knowhow) en geeft aan<br />
de diensten een groter draagvlak.<br />
Samenwerkende armoedediensten vervullen een signaalfunctie inzake armoedeaangelegenheden.<br />
46<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Doelgroep(en)<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
OCMW-leefloners, mensen met kleine vervangingsinkomens (uitkeringsgerechtigd werkloos, invaliditeit),<br />
kleine pensioenen, mensen met schuldenlast;<br />
Mensen die over onvoldoende leefgeld beschikken om te voldoen aan elementaire materiële behoeften<br />
(inkomen verminderd met huisvesting, energie en afbetalingen);<br />
Mensen die om diverse redenen niet of niet onmiddellijk kunnen geholpen worden door de officiële<br />
hulpverlening;<br />
Specifieke doelgroepen, bijv.. vluchtelingen en mensen zonder papieren.<br />
Werking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Uitgangspunt: materiële hulp op maat van het individu, als onderdeel van een globale begeleiding.<br />
Materiële hulpverlening kan veel verschillende vormen aannemen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Voedselondersteuning (zorg voor kwalitatief aanbod, keuzemogelijkheid);<br />
Tussenkomst voor warme maaltijden in sociale restaurants;<br />
Kledij en huisraad i.s.m. Kringloopwinkels;<br />
Tussenkomst voor school- en gezondheidskosten;<br />
Tussenkomst voor hygiëne (bijv.. gratis douches, jetons voor wasserette, wasproducten, tandverzorging<br />
...);<br />
Zelfzorg (kapper, medische voetverzorging).<br />
Ander belangrijke aspecten van basishulp:<br />
•<br />
•<br />
Werken aan beter zelfbeeld en zinvolle tijdsbesteding door mensen in armoede taken en verantwoordelijkheden<br />
te geven in de armoededienst;<br />
Het bevorderen van participatie door mensen in armoede toe te leiden naar en te begeleiden bij<br />
allerlei activiteiten op vlak van vrije tijd, cultuur bv theater, Festival van <strong>Vlaanderen</strong>, museumbezoek<br />
…<br />
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Algemeen: zo ruim mogelijke samenwerking met zoveel mogelijk partners;<br />
Eerste partner, het OCMW: belangrijk om goede afspraken te maken over doorverwijzing en begeleiding;<br />
Verder: afhankelijk van de situatie, samenwerking met de diensten/organisaties die een inbreng kunnen<br />
doen bij de begeleiding: CAW’s, school, brugfiguren, wijkgezondheidscentrum;<br />
Bijdrage aan structurele armoedeaanpak door het opnemen van partnerschap binnen het lokale sociaal<br />
beleid.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Prioritair knelpunt: de minimuminkomens zijn te laag en de kosten van huisvesting en energie te hoog<br />
waardoor mensen in de armoede terechtkomen en/of er niet uit geraken;<br />
De armoede stijgt: materiële hulpverlening blijft een noodzakelijk kwaad.<br />
Het OCMW en de officiële organisaties beseffen dit en zoeken samenwerking met de derden om mensen<br />
zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen.<br />
Uitdagingen voor de sector basishulp - materiële hulpverlening:<br />
•<br />
De materiële hulp verder verfijnen en differentiëren (voedselondersteuning aangrijpen om op weg te<br />
gaan met mensen - mensen stem geven en laten participeren);<br />
47<br />
47<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Maximale samenwerking met OCMW, beleid en de welzijnswereld: signaleren van armoedeaangelegenheden<br />
en participeren aan de uitbouw van het lokale sociaal beleid.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.welzijnsschakels.be<br />
www.armoedebestrijding.be<br />
www.ateljee.info<br />
www.KRASgent.be<br />
www.wijkcentrumdekring.be<br />
48<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
Armoedebestrijding<br />
‘Armoede’ wordt gedefinieerd als een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere<br />
gebieden van het individuele en collectieve bestaan en die de armen scheiden van de algemeen aanvaarde<br />
leefpatronen van de samenleving (J. Vranken).<br />
Armoede reikt dus verder dan het louter ontberen van financiële middelen. Mensen in armoede worden ook<br />
geconfronteerd met drempels voor wat betreft onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg,<br />
cultuur en vrijetijd.<br />
Het spreekt voor zich dat armoedebestrijding er op gericht is deze uitsluitingen op te heffen en ervoor te<br />
zorgen dat de grondrechten voor iedereen, in het bijzonder de meest uitgesloten groepen in onze samenleving,<br />
kunnen gerealiseerd worden. Armoedebestrijding vergt een inclusieve aanpak over verschillende<br />
sectoren en beleidsdomeinen heen.<br />
Team Insluiting en diversiteit<br />
Armoedebestrijding wordt opgenomen door het team insluiting en diversiteit binnen de Dienst Maatschappelijke<br />
Participatie.<br />
Doelstellingen<br />
Het provinciaal armoedebeleid beoogt:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Voor iedereen de sociale grondrechten te waarborgen;<br />
<strong>Sociale</strong> uitsluiting te vermijden of terug te dringen;<br />
Kwetsbare personen en groepen sterker te maken in hun mogelijkheden om te participeren;<br />
Armoede zichtbaar te maken, te (h)erkennen, in kaart te brengen en te begrijpen;<br />
De inbreng van ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede, zowel in maatschappelijke dienstverlening<br />
als in beleid ten aanzien van mensen in armoede.<br />
Acties<br />
Om Armoede en sociale uitsluiting aan te pakken werd, complementair aan het Vlaams Armoededecreet en<br />
het decreet lokaal sociaal beleid, een beleid uitgewerkt dat inzet op:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het ondersteunen van groepswerkingen;<br />
Provinciaal Armoedeoverleg en netwerkvorming;<br />
De inbreng van ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede in maatschappelijke dienstverlening en in<br />
beleid.<br />
Subsidies, premies<br />
Het provinciebestuur subsidieert jaarlijks collectieve projecten waarbij verschillende actoren in<br />
armoedebestrijding samen werken aan het voorkomen of wegwerken van sociale uitsluitingen.<br />
49<br />
49<br />
www.desocialekaart.be
Daarnaast beschikt het team Insluiting en diversiteit ook over een subsidielijn voor projecten van algemeen<br />
sociale aard. De bedoeling van deze regeling algemeen sociale aard is verbreding en vernieuwing in de<br />
welzijnssector aan te moedigen. Deze projecten dienen niet enkel experimenteel of innovatief te zijn, maar<br />
richten zich ook op maatschappelijk kwetsbare groepen.<br />
Meer info<br />
Bart Van Hulle, 09 267 75 24, bart.van.hulle@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Algemeen welzijnsbeleid’ en tot<br />
slot voor ‘Kansenbeleid’.<br />
50<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
3. Kinderen en Jongeren<br />
51<br />
51<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Begeleiding jonge kinderen en Kinderopvang<br />
Krista De Vos, Kind & Gezin<br />
Stijn Lauwers, Kind & Gezin<br />
Missie<br />
‘Kind en gezin wil, samen met haar partners, voor elk kind, waar en hoe het ook geboren is of opgroeit,<br />
zoveel mogelijk kansen creëren.’<br />
Beknopte historiek<br />
De oprichting van de Nationale Liga tot bescherming van het kind in zijn eerste levensjaren in 1904 en<br />
van de afdeling Hulp en Bescherming aan de Werken voor Kinderwelzijn binnen het Nationaal Hulp en<br />
Voedingscomité (NHVC, 1915) in volle oorlogstijd liggen aan de grondslag van de georganiseerde kinderzorg<br />
in België.<br />
In 1919 wordt het NWK opgericht, het Nationaal werk voor kinderwelzijn.<br />
In het kielzog van de staatshervorming van 1980 werd in 1984 Kind en Gezin bij decreet opgericht.<br />
In 1987 werd Kind en Gezin een Vlaamse openbare instelling en van 2006 zijn we een intern verzelfstandigd<br />
agentschap met rechtspersoonlijkheid onder de bevoegdheid van de minister van welzijn, volksgezondheid en<br />
gezin.<br />
Structurering van de sector<br />
•<br />
Preventieve gezinsondersteuning<br />
Doelgroep: aanstaande ouders en gezinnen met jonge kinderen tot 3 jaar.<br />
• Preventiediensten:<br />
• Pre- en perinatale dienstverlening:<br />
• Infoavonden ‘kind op komst’ voor aanstaande ouders i.s.m. de kraamklinieken waarbij<br />
allerlei informatie rond zwangerschap en geboorte wordt aangeboden;<br />
• Communicatiedragers:<br />
zwangerschapsmap, zwangerschapspakket, elektronische nieuwsbrieven;<br />
• Prenatale steunpunten voor de medische en psychosociale begeleiding van maatschappelijk<br />
kwetsbare zwangere vrouwen;<br />
• Prenatale huisbezoeken voor psychosociale begeleiding van maatschappelijk kwetsbare<br />
zwangere vrouwen;<br />
• Kennismakingsbezoek in de kraamkliniek na de bevalling.<br />
52<br />
www.socialeplattegrondovl.be
• Postnatale dienstverlening:<br />
• Gezinsbezoeken:<br />
De regioverpleegkundige (in sommige regio’s aangevuld met een<br />
gezinsondersteuner die de brug probeert te maken tussen het maatschappelijk kwetsbaar<br />
gezin en de hulpverlener) komt een paar keer op huisbezoek kort na de bevalling tot in de<br />
derde levensmaand.<br />
• Indien nodig kan dit ook langer. Men ontmoet het gezin in zijn dagelijks gebeuren en geeft<br />
advies rond voeding, verzorging, gezondheid, opvoeding en ontwikkeling en veilige leefomgeving.<br />
• Consultatiebureaus:<br />
10 consulten bij een regioverpleegkundige en de arts waarbij advies en<br />
praktische tips gegeven worden, klinisch onderzoek gebeurt en gevaccineerd.<br />
• Spreekuur opvoedingsondersteuning:<br />
1 tot 5 gesprekken rond alledaagse opvoedingsvragen.<br />
De totale dienstverlening is gratis en op vrijwillige basis.<br />
• Hulp in specifieke situaties, K&G erkent en subsidieert:<br />
• Adoptie:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
• Inloopteams:<br />
De belangrijkste doelstelling is om in een aantal kansarme buurten<br />
opvoedingsondersteunende activiteiten op te zetten voor aanstaande moeders en moeders met<br />
kinderen tussen o en 3 jaar. Doelstelling is drempelverlagend te werken.<br />
In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er inloopteams in Ronse, Sint-Niklaas en 3 in Gent.<br />
• Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning:<br />
Professionele begeleiding in lastige tijden<br />
voor gezinnen met kinderen tot 12 jaar. De begeleiding kan mobiel (thuisbegeleiding) of (semi)residentieel(dag-<br />
en nachtopvang) gebeuren en is beperkt in tijd.<br />
In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er 6 ckg’s werkzaam.<br />
• Diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg:<br />
Kortdurende opvang van kinderen in een<br />
pleeggezin wanneer de thuissituatie even moeilijk is. In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er 2.<br />
• Vertrouwenscentrum Kindermishandeling <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />
De vertrouwenscentra dienen<br />
als meldpunt, buiten het gerechtelijk kader, bij een vermoeden van kindermishandeling. Zij onderzoeken,<br />
diagnosticeren, verwijzen en coördineren de hulpverlening.<br />
• Opvoedingswinkels:<br />
Laagdrempel initiatief waar ouders met kinderen tot 18 jaar binnen kunnen<br />
lopen met al hun vragen rond opvoeding.<br />
In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er momenteel 3 erkende opvoedingswinkels.<br />
• Expertisecentrum kraamzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />
Ze richten zich naar professionelen en nietprofessionelen<br />
om kennis en ervaring rond kraamzorg te vergaren en te delen.<br />
K&G is de Vlaamse Centrale autoriteit inzake adoptie (2005);<br />
Gezinnen die een kindje willen adopteren, kunnen hun licht opsteken bij Kind en Gezin. K&G begeleidt<br />
binnenlandse en buitenlandse adoptiediensten.<br />
Andere specifieke activiteiten:<br />
•<br />
Meldpunt onveilige kinderartikelen.<br />
53<br />
53<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
•<br />
Kinderopvang:<br />
•<br />
•<br />
Kind en Gezin is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid inzake kinderopvang dat wordt<br />
uitgezet door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Kind en Gezin organiseert<br />
zelf geen opvang, maar samen met onze partners ondersteunen en stimuleren we kinderopvang in<br />
<strong>Vlaanderen</strong> en Brussel.<br />
We controleren de bestaande opvanginitiatieven en staan ze bij. Vele ervan worden door ons gesubsidieerd.<br />
Dit wordt concreet vertaald in vijf volgende kernopdrachten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Afstemmen van vraag en aanbod:<br />
•<br />
•<br />
Bijkomende plaatsen in de kinderopvang mogelijk maken;<br />
Ouders en voorzieningen informeren;<br />
De lokale besturen betrekken bij de regie van de kinderopvang en hen ondersteunen in hun lokale<br />
regierol;<br />
Toestemming geven voor het opstarten van kwaliteitsvolle kinderopvang en deze opvang opvolgen<br />
in het kader van de ondersteuning van zijn werking;<br />
Een intermediaire rol spelen bij de financiering van de opvangvoorzieningen;<br />
De kwaliteit van de kinderopvang bevorderen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Kwaliteit bevorderen, samen met de partners;<br />
Medische preventie en veiligheid;<br />
Competentiebevordering en professionalisering.<br />
Kinderopvanglandschap<br />
•<br />
Dagopvang 0-3 jaar:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Opvang in gezinsverband;<br />
Opvang in groepsverband;<br />
Erkende (en gesubsidieerd);<br />
Zelfstandige sector:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Diensten voor onthaalouders (aangesloten onthaalouder) (max 4 FT, max 8 gelijktijdig);<br />
Erkende kinderdagverblijven (vanaf 23 plaatsen, kleine vestigingsplaats vanaf 14 plaatsen);<br />
Zelfstandig onthaalouder (tot maximum 7 plaatsen);<br />
Zelfstandig kinderdagverblijf (vanaf 8 plaatsen).<br />
Deze initiatieven kunnen ook een bijkomend aanbod voor schoolgaande kinderen bieden.<br />
Buitenschoolse opvang 3-12 jaar:<br />
•<br />
•<br />
Initiatieven buitenschoolse opvang (organiserend bestuur minstens 21 plaatsen, vestiging minimum 8<br />
plaatsen);<br />
Zelfstandig buitenschoolse opvang (vanaf 8 plaatsen).<br />
54<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Welke opvang niet onder bevoegdheid WVG<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Informeel: opvang thuis, familie, vrienden, kennissen;<br />
Geven van onderwijs inclusief opvang op school;<br />
Activiteiten van jeugdwerk, sportdienst, vakantieorganisaties;<br />
Jeugdhulp;<br />
Zorg in ziekenhuizen;<br />
Kortdurende toezicht van klanten in een handelszaak;<br />
Internaten;<br />
Babysitdienst of au pair;<br />
Thuisopvang zieke kinderen door ziekenfondsen.<br />
Prijs dagopvang<br />
•<br />
•<br />
Inkomensgerelateerd: berekening op basis van gezamenlijk belastbaar inkomen:<br />
•<br />
•<br />
Dagprijs tussen 1,42 euro - 25,35 euro;<br />
Supplementen mogelijk (bv luiers).<br />
Of vaste prijs bepaald door opvanginitiatief:<br />
•<br />
(halve) Dagprijs of maandprijs gemiddeld 20,30 euro (verschil landelijk/stedelijk groepsopvang/<br />
gezinsopvang)<br />
Prijs buitenschoolse opvang<br />
•<br />
•<br />
Erkend sector: bepaald binnen minimum en maximum afhankelijk van duurtijd opvang;<br />
Zelfstandige sector: bepalen zelf de opvangprijs.<br />
Kinderopvang zoeken<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Gemeentelijke folders/aanspreekpunt;<br />
www.kindengezin.be<br />
www.kinderopvangzov.be<br />
www.ikzoekkinderopvang.be<br />
Soorten plaatsen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Reguliere plaatsen basisaanbod tussen 7u en 18u;<br />
Occassionele (beperkt in tijd 6 maanden; bedoeld voor werkzoekenden die plots werk hebben, sollicitatie,<br />
opleiding hebben, acute crisissituatie om pedagogische en of sociale motieven dagopvang<br />
behoeft, draaglastvermindering);<br />
Flexibele opvangaanbod minstens 30 minuten voor of na regulier basisaanbod; of extra dagen (bv<br />
zaterdag);<br />
Lokale diensten buurtgerichte werking (laagdrempelig, geïntegreerd in de buurt, kinderopvang bevorderen<br />
voor kwetsbare gezinnen);<br />
Inclusieve;<br />
Nachtopvang, weekendopvang, kinderhotels (bijv. Oudenaarde).<br />
55<br />
55<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning<br />
Arnold Schaek, Directeur CKG Het Open Poortje<br />
Missie en opdracht<br />
Een Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) richt zich naar gezinnen met kinderen van 0 tot<br />
12 jaar (in al hun diversiteit), die een hulpvraag stellen omdat het opvoedingsgebeuren voor ouders en/of<br />
kind vastloopt of dreigt vast te lopen en waarvoor mits een tijdelijk hulpaanbod voldoende perspectief is op<br />
verandering.<br />
Hiervoor beschikken we over een palet aan hulpverleningsmogelijkheden zoals thuisbegeleiding, intensieve<br />
thuisbegeleiding bij moeders met baby’s, semiresidentiële begeleiding (al of niet met een pedagogisch<br />
trainingsaanbod voor ouders), residentiële kinderopvang en gezinsbegeleiding, een trainingsaanbod voor<br />
jonge kinderen (en ouders) met gedragsproblemen en triple P-groepstraining voor ouders.<br />
Beknopte historiek<br />
CKG’s zijn gegroeid uit organisaties die zich in de 2e helft van de 20e eeuw aanvankelijk richten op de<br />
verscheidenheid aan kindslachtoffers na de tweede WO.<br />
Daar de nood aan deze ‘kinderkolonies’ stilaan minder noodzakelijk werd en anderzijds de behoefte aan<br />
opvang voor kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen toenam, besliste het toenmalige Nationaal Werk voor<br />
Kinderwelzijn (heden Kind en Gezin) in de jaren ‘70 die organisaties te heroriënteren. Zo ontstonden enerzijds<br />
‘Kinderopvangcentra’ (KOC’s), die zich richten naar kinderen tussen 6 en 14 jaar en anderzijds de Kinder-<br />
Dag-en-Nacht-Verblijven (KDNV), die zich richten op kinderen tussen 0 en 6 jaar.<br />
In april ’95 verscheen uiteindelijk het Ministeriële Besluit waarin de bovenvermelde KOC’s en KDNV’s samen<br />
werden gebracht onder de nieuwe naam Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG’s).<br />
Actoren en regelgevend kader<br />
Kind en Gezin is een zelfstandig Vlaams agentschap dat gelinkt is aan het Vlaams Kabinet Welzijn (minister<br />
Vandeurzen).<br />
De CKG’s situeren zich binnen het agentschap Kind en Gezin, en wel binnen de afdeling Preventieve Gezinsondersteuning.<br />
Binnen deze afdeling bevinden zich ook de vertrouwenscentra Kindermishandeling, de<br />
regiohuizen, de inloopteams en de gezinsondersteunende pleegzorg.<br />
De CKG’s behoren zo ook tot de partners die betrokken zijn in het Integrale Jeugdhulpverhaal.<br />
Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de CKG’s dateert van 6 april 1995.<br />
Structurering der sector<br />
Er zijn 23 CKG’s in <strong>Vlaanderen</strong>, waarbij meerdere CKG’s bijhuizen hebben. <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> telt 6 CKG’s; in<br />
Ronse, in Nazareth, in Lierde, in Sint-Niklaas, in Evergem en in Zottegem. Er bevinden zich ook afdelingen in<br />
Aalst en 2 in Gent. Ik verwijs hierbij graag naar www.ckg.be waar u een digitale map kunt vinden.<br />
56<br />
www.socialeplattegrondovl.be
De CKG’s zijn ondergebracht in 2 koepels; enerzijds het Vlaams Welzijnsverbond en anderzijds het Pluralistisch<br />
Platform Jeugdzorg.<br />
De CKG’s situeren zich vooral in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en onderscheiden zich zodoende van<br />
de partners in de Jongerenwelzijn.<br />
Doelgroep<br />
CKG’s richten zich vooral naar gezinnen met jonge kinderen (0-12 jaar), die in pedagogische moeilijkheden<br />
verkeren en die vrijwillig met ons contact opnemen. Deze gezinnen kunnen ook naar een CKG doorverwezen<br />
worden via diensten. Een beperkt deel der kinderen wordt door de jeugdrechtbank, via beschikking, geplaatst<br />
(en dus niet vrijwillig opgenomen). Het betreft in dit laatste geval vooral residentiële opnames.<br />
De meerdere werkvormen (thuisbegeleiding, (semi-)residentiële begeleiding, STOP4-7…) worden toegelicht<br />
op de website www.ckg.be. Ze zijn ook vindbaar in modules via de databank van integrale jeugdhulp en<br />
worden eveneens graag mondeling toegelicht door een CKG in uw buurt.<br />
Werking<br />
•<br />
•<br />
Als CKG heeft het centrum enkele specifieke accenten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De meerdere werkvormen kunnen naadloos in elkaar overgaan of onafhankelijk zijn;<br />
CKG’s zijn 24u op 24 bereikbaar. Elke dag in de week en dit het ganse jaar;<br />
Crisisaanvragen, die aansluiten bij de opdracht, kunnen direct opgenomen worden;<br />
De begeleiding is tijdelijk. Dat betekent dat we geen jarenlange opvang en begeleiding kunnen bieden<br />
maar binnen een tijdsperk van een aantal tot meerdere maanden een oplossing zoeken voor het<br />
gezin;<br />
De gezinnen kunnen zelf de vraag aan een CKG richten, er hoeft dus geen instantie tussen te komen;<br />
De (semi-)residentiële opvang is niet gratis maar wordt berekend op basis van het inkomen. De<br />
ouderbijdrage is aangepast aan kansarme gezinnen, startend bij 1,5 tot 13 euro/dag voor de beter<br />
bemiddelde gezinnen.<br />
Contra-indicaties:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Chronische problematieken (ernstige POS zonder perspectief) worden doorverwezen naar Jongerenwelzijn;<br />
Kinderen met individueel-therapeutische noden worden doorverwezen naar de kinderpsychiatrie of<br />
DGGZ;<br />
Kinderen die naar een dienst binnen Jongerenwelzijn dienen georiënteerd te worden, maar wegens<br />
plaatsgebrek daar niet terecht kunnen, worden in principe ook niet in een CKG begeleid.<br />
De CKG’s passen het decreet inzake ‘de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulpverlening’ toe<br />
en zijn intersectoraal vaak voorlopers inzake methodiekontwikkeling betreffende begeleiding van gezinnen<br />
met jonge kinderen. Kernthema’s en blijvende uitdaging zijn ouderparticipatie (ook binnen een residentiële<br />
context), hechtingsrelatie tussen ouders en kinderen en mantelzorg.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
De CKG’s richten zich zowel naar de partners binnen de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (bijv. CLB,<br />
regiohuizen…), als naar de partners binnen de onrechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (begeleidingstehuizen,<br />
thuisbegeleidingsdiensten…) en naar partners binnen de nulde lijn (scholen, OCMW’s, sociale diensten ziekenhuizen…).<br />
Zij kunnen hierbij met deze partners zowel lokale als regionale samenwerkingsafspraken opmaken.<br />
57<br />
57<br />
www.desocialekaart.be
Knelpunten en uitdagingen<br />
Er komt een nieuwe regelgeving aan voor de CKG’s waarbij de residentiële werking terug wordt besproken en<br />
mogelijks herkaderd.<br />
De uitdagingen naar de toekomst toe zijn de verdere uitbouw van het ouderparticipatief werken, het<br />
inspelen op de gehechtheidrelatie tussen ouders en kinderen en het uitbouwen van mantelzorg bij kwetsbare<br />
gezinnen.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.ckg.be<br />
www.kindengezin.be<br />
www.stop4-7.be<br />
58<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Opvoedingsondersteuning<br />
Katrien De Canck, Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning<br />
Missie en opdrachten<br />
Opvoedingsondersteuning wordt volgens het decreet (2007) gedefinieerd als:<br />
‘De laagdrempelige, gelaagde ondersteuning van opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van<br />
kinderen/jongeren van nul tot achttien jaar’.<br />
Het Vlaams Netwerk Opvoedingsondersteuning (2005) formuleert het als volgt:<br />
•<br />
‘Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders steun te bieden<br />
bij het opvoeden. Het richt zich niet zozeer op het kind zelf, maar vooral op ouders en opvoeders en op<br />
de context waarbinnen opvoeding plaatsvindt’.<br />
Opvoedingsondersteuning heeft tot doel:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De competentie en vaardigheden van deze opvoedingsverantwoordelijken te versterken;<br />
De draagkracht te verhogen door het bieden van een luisterend oor, praktische hulp of steun;<br />
Het sociale netwerk rondom kinderen/jongeren en gezinnen te versterken;<br />
Het herstellen van de zelfregulatie en adaptatie om (zwaardere) problemen te voorkomen.<br />
Beknopte historiek<br />
Hoewel ouders reeds van oudsher hun kinderen opvoeden, is ‘Opvoedingsondersteuning’ een relatief nieuw<br />
beleidsthema.<br />
Opvoeden wordt gezien als een proces dat ‘vanzelf’ verloopt. Vandaag zijn er echter een aantal maatschappelijke<br />
ontwikkelingen die het proces van opvoeden beïnvloeden, waardoor opvoeden anders geworden is<br />
dan vroeger. Ouders van vandaag kiezen bewuster voor kinderen. Ze hebben hoge verwachtingen van hun<br />
kinderen en van zichzelf en voeden meer dan ooit bewust op.<br />
Tegelijk werd de samenleving zelf meer geïndividualiseerd. Traditionele waarden en normen voldoen niet<br />
meer. Het vertrouwde netwerk van de familie is grotendeels weggevallen. Daarnaast is de samenleving voor<br />
kinderen en jongeren ingewikkeld en veeleisend geworden, waardoor de kans op problemen toeneemt.<br />
Dit alles leidt tot meer opvoedingsvragen, opvoedingsonzekerheid en opvoedingsproblemen, waardoor de<br />
nood aan opvoedingsondersteuning groter geworden is.<br />
Ouders worden - burgerrechtelijk en ook volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind<br />
- gezien als de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. De tijd is echter voorbij dat<br />
ouders als enige verantwoordelijk gesteld worden voor het welslagen van deze opvoeding. Het opvoeden<br />
van kinderen wordt gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid, waarin ondermeer ook de overheid<br />
een rol in te vervullen heeft door het creëren van de nodige randvoorwaarden en het nemen van de juiste<br />
beleidsmaatregelen.<br />
59<br />
59<br />
www.desocialekaart.be
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Regelgevend kader:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (14 juli 2007);<br />
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van een subsidie-enveloppe en kwaliteitslabel<br />
aan de opvoedingswinkels (december 2008);<br />
Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie<br />
van opvoedingsondersteuning (maart 2009).<br />
Actoren op het werkveld:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De sector opvoedingsondersteuning is breed en moeilijk af te lijnen. Een heel aantal initiatieven en<br />
voorzieningen hebben immers niet expliciet ‘opvoedingsondersteuning’ als kerntaak, maar worden<br />
door hun werking door ouders wel als opvoedingsondersteunend ervaren.<br />
Initiatieven die opvoedingsondersteuning tot kerntaak hebben:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Opvoedingswinkels in de centrumsteden (voor <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Aalst, Gent, Sint-Niklaas);<br />
Kind en Gezin (consultatiebureaus, spreekuur pedagogisch advies, inloop-team’s);<br />
Gezinsbond (Brieven aan jonge ouders, Botsing, vormingsaanbod,…);<br />
Ontmoetingsplaatsen (cfr. De speelcité, de mammacafé’s, ….).<br />
Initiatieven die opvoedingsondersteunend beschouwd worden:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Socio-cultureel werk (vormingplus, KAV, KVLV, ...);<br />
Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB);<br />
Kinderopvanginitiatieven;<br />
Algemene welzijnsvoorzieningen;<br />
Gezinshulp;<br />
Onderwijs;<br />
….<br />
Ondersteunende partners:<br />
•<br />
Het decreet opvoedingsondersteuning voorziet ook een aantal ondersteunende partners met een<br />
specifiek takenpakket. Deze ondersteunende partners hebben geen dienstverlening aan opvoedingsverantwoordelijken,<br />
maar zijn ondersteunend bedoeld voor de initiatieven op het werkveld:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning (EXPOO);<br />
Vlaamse Coördinatoren Opvoedingsondersteuning (agentschap Jongerenwelzijn);<br />
Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning;<br />
Lokale coördinatoren Opvoedingsondersteuning (in principe in elke gemeente/stad).<br />
60<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Structurering van de sector/subsector<br />
Waar eindigt opvoedingsondersteuning en begint opvoedingshulp?<br />
Het agentschap Jongerenwelzijn ontwikkelde een schema. Dit schema tracht de positionering van de sector<br />
opvoedingsondersteuning tussen de hulpverlenende en de algemene voorzieningen als volgt te verduidelijken:<br />
Doelgroep(en)<br />
Opvoedingsondersteunende initiatieven richten zich tot primaire en secundaire opvoedingsverantwoordelijken.<br />
Als primaire opvoedingsverantwoordelijken worden beschouwd ‘de titularissen van het ouderlijke gezag, de<br />
natuurlijke personen die één of meer kinderen op duurzame wijze of op regelmatige basis in feite onder hun<br />
bewaring hebben of bij wie het kind geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een overheid’. Hiermee<br />
worden bedoeld: de natuurlijke ouders, adoptieouders, pleegouders, grootouders, voogden … enz.<br />
Secundaire opvoedingsverantwoordelijken zijn dan ‘de professionelen die op grond van hun activiteiten mee<br />
verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van meerdere kinderen’. Dit zijn bijvoorbeeld begeleiders in de<br />
kinderopvang, onderwijzers, opvoeders in allerhande (semi—) residentiële voorzieningen,… enz.<br />
Werking<br />
Omdat het terrein van opvoedingsondersteuning zo breed is, worden initiatieven opvoedingsondersteuning<br />
ingedeeld volgens een aantal functies:<br />
Initiatieven die informatie en voorlichting bieden. Bijvoorbeeld:website ‘groeimee.be’, een lezing of<br />
vorming over een opvoedingsthema georganiseerd door een oudercomité of sociaal-culturele vereniging, een<br />
info-hoek in de opvoedingswinkel of op een openbare plaats met folders en brochures m.b.t. opvoeding, een<br />
‘tuppercare-avond’ aan huis (cfr.; ‘Bijtanken @home’ - Gezinsbond), …<br />
61<br />
61<br />
www.desocialekaart.be
Initiatieven die sociale steun bieden. Bijvoorbeeld: haal- en brengcontacten met de opvoeders van de<br />
kinderkribbe of de school, ‘babbelmama’s’, het inloopteam van Kind & Gezin, ontmoetingsplaatsen (bijv.<br />
Baboes in Brussel, mammacafé’s,…), ….<br />
Initiatieven die signaleren en doorverwijzen. Bijvoorbeeld: de consultatiebureaus van Kind & Gezin, een<br />
doorverwijsfolder, beleidsnetwerken opvoedingsondersteuning, ... .<br />
Initiatieven die pedagogisch advies bieden. Bijvoorbeeld: spreekuur pedagogisch advies Kind & Gezin,<br />
adviesgesprek in de opvoedingswinkel, opvoedingstelefoon, oudercursussen (bijv.. oudertrainingen van de<br />
Gezinbond),….<br />
‘Opvoedingsondersteuning’ kan dus heel divers zijn. Maar in elk van de verschillende vormen, wordt<br />
vertrokken van volgende uitgangspunten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De activiteiten kaderen binnen het recht op maatschappelijke dienstverlening en gaan uit van de erkenning<br />
van het recht op respect voor hun privé- en gezinsleven<br />
Alle activiteiten moeten door de gezinsleden ervaren worden als ondersteunend of aanvullend bij de<br />
opvoeding;<br />
Vertrekken van de vragen en de behoeften van de ouders (vraaggericht en participatief werken);<br />
Aansluiten bij de deskundigheid van ouders en hen activeren om zelf oplossingen te zoeken die passen in<br />
hun situatie (empowerment);<br />
Niet problematiseren maar aansluiten bij wat goed gaat en zo de competenties versterken (opvoedingsvragen<br />
zijn normaal, taboedoorbrekend).<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Afstemming en samenwerking zijn kernwoorden binnen het decreet opvoedingsondersteuning. Het is de<br />
bedoeling dat partners door afstemming en samenwerking een zo breed mogelijk aanbod voor opvoedingsverantwoordelijken<br />
kunnen realiseren.<br />
Op lokaal niveau dient men dit te bereiken via de organisatie van het Lokaal Overleg<br />
Opvoedingsondersteuning.<br />
Lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning worden in een aantal regio’s samengebracht en ondersteund<br />
door het RWO in Regionale (Leer)netwerken Opvoedingsondersteuning (cfr. Meetjesland, Aalst, Oudenaarde).<br />
Op provinciaal niveau worden de verschillende partners samengebracht in het Provinciaal Platform<br />
Opvoedingsondersteuning.<br />
Daarnaast ook structureel overleg tussen EXPOO, de verschillende Provinciale Steunpunten en de Vlaamse<br />
Coördinatoren.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Een groot aantal voorzieningen en organisaties werken opvoedingsondersteunend naar ouders: de<br />
kinderopvanginitiatieven, gezinshulp, onderwijs, socio-culturele organisaties, algemeen welzijnswerk, …. Toch<br />
hebben weinig voorzieningen expliciet opvoedingsondersteuning als kerntaak.<br />
Het bekend maken van het aanbod aan ouders, het afstemmen van het aanbod tussen de aanbiedende voorzieningen<br />
en het ontwikkelen van een bereikbaar aanbod opvoedingsondersteuning voor elke ouder, vormen<br />
de grootste uitdagingen voor de sector.<br />
62<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.expoo.be<br />
www.groeimee.be<br />
63<br />
63<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
Opvoedingsondersteuning<br />
Aanvullend aan het Vlaamse beleid en met oog voor noden die zich in de provincie aandienen, ondersteunt<br />
het Provinciebestuur de netwerken en organisaties op het terrein van opvoedingsondersteuning.<br />
In het kader van het uitvoeren van zijn takenpakket, gaat het Provinciaal Steunpunt<br />
Opvoedingsondersteuning ondermeer in overleg met volgende actoren:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning (deze worden tewerkgesteld door een gemeente of een<br />
intergemeentelijk samenwerkingsverband);<br />
Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning (consulenten van het Intern Verzelfstandigd Agentschap<br />
Jongerenwelzijn);<br />
Vlaams expertisecentrum opvoedingsondersteuning.<br />
Team Preventie en hulp<br />
Het beleid inzake opvoedingsondersteuning is ingebed in het team Preventie en Hulp binnen de dienst<br />
Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />
Doelstellingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Faciliteren van intergemeentelijke of regionale samenwerkingsverbanden;<br />
Bundelen van goede praktijkvoorbeelden en mogelijk maken van ervaringsuitwisseling;<br />
Initiatieven opvoedingsondersteuning, gelegen in niet-centrumsteden en plattelandsgebieden, in staat<br />
stellen om op te starten (voeren van een impulsbeleid);<br />
Faciliteren van een kwalitatief en actueel vormingsaanbod voor iedereen die op professionele of vrijwillige<br />
basis aan opvoedingsondersteuning doet;<br />
Verspreiden van informatie en materiaal met betrekking tot opvoedingsondersteuning aan de actoren in<br />
provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Acties<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Informeren, begeleiden en ondersteunen van (inter)gemeentelijke, bovenlokale en regionale netwerken<br />
en initiatieven opvoedingsondersteuning, gericht op het versterken van deze netwerken en/of initiatieven;<br />
Inhoudelijk ondersteunen van de leernetwerken opvoedingsondersteuning in de regionale welzijnsregio’s;<br />
Detecteren van blinde vlekken, overlapping en versnippering op het terrein;<br />
Organiseren van het provinciaal platform opvoedingsondersteuning;<br />
Organiseren van een overleg tussen de coördinatoren van de <strong>Oost</strong>-Vlaamse opvoedingswinkels in functie<br />
van ervaringsuitwisseling, deskundigheidsbevordering en eventuele afstemming van acties;<br />
Organiseren van intervisie voor de aanbieders van pedagogisch advies in de verschillende initiatieven<br />
opvoedingsondersteuning;<br />
Optreden als gastheer voor de ‘provinciale vergadering voor diensten voor opvanggezinnen’;<br />
Mee zoeken naar een structurele inbedding van goede, vernieuwende (boven)lokalen en regionale<br />
projecten opvoedingsondersteuning die hun meerwaarde bewezen hebben;<br />
Actualiseren van de overzichtslijst van interessante brochures en folders met betrekking tot<br />
opvoeding(sondersteuning) in functie van de verspreiding ervan aan lokale en regionale actoren<br />
opvoedingsondersteuning;<br />
64<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
In het kader van ‘week van de opvoeding’ (16 mei tot 22 mei <strong>2010</strong>) participeert het provinciaal steunpunt<br />
opvoedingsondersteuning mee in de werkgroep, georganiseerd door het expertisecentrum<br />
opvoedingsondersteuning, die deze week in <strong>Vlaanderen</strong> gestalte geeft;<br />
Uitvoeren van het provinciaal reglement voor subsidiëring van initiatieven opvoedingsondersteuning.<br />
Subsidies, premies<br />
Het provinciebestuur wil een bijdrage leveren aan het bevorderen van de kwaliteit van de initiatieven<br />
opvoedingsondersteuning op het lokale en regionale niveau. Via het provinciaal reglement voor subsidiëring<br />
van initiatieven opvoedingsondersteuning kan het provinciebestuur projectsubsidies toekennen aan initiatieven<br />
en netwerken Opvoedingsondersteuning, die ten goede komen aan de inwoners van het grondgebied<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Het reglement en aanvraagformulier voor subsidies voor initiatieven opvoedingsondersteuning is<br />
terug te vinden via: www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor<br />
‘Opvoedingsondersteuning’. Zie nu het linkje in het rechterblok onder ‘Subsidies/Reglementen’.<br />
Meer info:<br />
Katrien De Canck, 09 267 75 57, katrien.de.canck@oost-vlaanderen.be<br />
Luc De Vulder, 09 267 75 51, luc.de.vulder@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Opvoedingsondersteuning’<br />
www.expoo.be<br />
www.groeimee.be<br />
65<br />
65<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Algemeen Welzijnswerk -<br />
JongerenAdviesCentrum (JAC)<br />
Frances Van Belle, JAC Gent - CAW Artevelde<br />
Missie en opdrachten<br />
Een Jongeren Advies Centrum of JAC maakt deel uit van een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en<br />
neemt de missie over van de CAW’s.<br />
Net als de CAW’s heeft een JAC 3 kerntaken:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Onthaal en vraagverduidelijking;<br />
Psychosociale begeleiding;<br />
Preventie en beleidssignalering.<br />
Beknopte historiek<br />
De historiek van de JAC ‘s situeert zich in de alternatieve hulpverlening in de jaren ‘60. JongerenInformatieCentra<br />
(JIC) ontstaan in Gent in 1966 naar aanleiding van een onderzoek van de RUG (Willy Faché-1963)<br />
naar de informatie en -hulpbehoeften van jongeren.<br />
JAC’s (JongerenAdviesCentra) ontstaan in 1972 in Antwerpen, Leuven en Aalst. Ze beogen een lage instap<br />
met een nieuwe doelgroepgerichte en specifieke aanpak. Ze combineren in hun aanpak de scala van hulpverlening,<br />
dienstverlening, voorlichting en sociale actie. Ze zijn formeel pluralistisch en krijgen erkenning en<br />
financiële ondersteuning als ‘experimenteel’ jeugdwerk. (bron: www.canonsociaalwerk.be)<br />
Nu zijn de JAC’s deelwerkingen van de CAW’s. Begin jaren ’90 wou de Vlaamse regering een reorganisatie van<br />
de sector en de basis hiervan werd gelegd in het decreet van juli 1991. De kleine ambulante en residentiële<br />
centra werden aangezet om te fuseren tot grote polyvalente centra.<br />
In de loop van de jaren 90 van de vorige eeuw werden verschillende Autonome Centra Algemeen<br />
Welzijnswerk opgericht. De verschillende JAC’s sloten aan bij CAW binnen hun regio (of één van de CAW’s<br />
binnen de grotere steden).<br />
In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er JAC’s in St. Niklaas, Lokeren, Dendermonde, Wetteren, Aalst, Oudenaarde,<br />
Geraardsbergen en Gent.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 8 mei 2009: Als erkend Centrum voor Algemeen<br />
Welzijnswerk krijgt de moederorganisatie waaronder het JAC valt een subsidie van de Vlaamse overheid:<br />
ministerie van welzijn, volksgezondheid en gezin (enveloppensubsidie). Vanaf 2011 worden er beleidsplannen<br />
voor 5 jaar geschreven (2011-2015).<br />
66<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Structurering van de sector/subsector<br />
Het JAC is een ambulante eerstelijnsdienst en het jongerenonthaal (‘toegangspoort’) voor de CAW’s.<br />
Doelgroep(en)<br />
Alle jongeren van 12 tot 25 jaar met om het even welke vraag.<br />
Werking<br />
De werking kan sterk verschillen van JAC tot JAC. Deze opsomming is gebaseerd op de werking van JAC Gent.<br />
Sommige andere JAC’s kunnen andere accenten leggen.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Jongerenonthaal = toegangspoort voor vervolghulpverlening in de Gentse CAW’s i.f.v.<br />
vraagverduidelijking, indicatie, doorverwijzing;<br />
Informatie over uiteenlopende onderwerpen die met de leefwereld van jongeren te maken hebben (‘er<br />
zijn geen domme vragen’);<br />
Advies: Verschillende mogelijkheden worden op een rij gezet en afgewogen zodat de jongere zelfstandig<br />
een tot een keuze/oplossing kan komen;<br />
Begeleiding: Meerdere gesprekken, op regelmatige basis. Wederzijds engagement en duidelijke<br />
doelstelling(en);<br />
Consult: Het bieden van informatie en advies aan professionals.<br />
Tijdens een eerste gesprek wordt de hulpvraag verduidelijkt en wordt bekeken wat het meest geschikt<br />
antwoord is. Vaak heeft de jongere voldoende aan een informatief, adviserend en/of<br />
ondersteunend gesprek.<br />
Andere jongeren hebben nood aan meer ondersteuning. In onderling overleg wordt dan gezocht naar een<br />
hulpverleningsaanbod dat het best aansluit bij hun vragen en wensen. Sommigen kunnen voor psychosociale<br />
begeleiding geholpen worden in ons eigen centrum.<br />
Anderen verwijzen we door naar het aanbod van anders gespecialiseerde centra, zoals o.m. de geestelijke<br />
gezondheidszorg, de drughulpverlening, juridische hulpverlening, ….<br />
Werkingsprincipes:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De jongere is zelfstandige hulpvrager;<br />
Anoniem;<br />
Vrijwillig;<br />
Vrijblijvend;<br />
Gratis.<br />
Bereikbaarheid: (afspraak hoeft niet, mag wel):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Op het centrum;<br />
Telefonisch;<br />
E-mail/brief;<br />
Chat (on-line permanentie met andere JAC’s).<br />
Werkingsgebied: Het werkingsgebied valt in principe samen met het werkingsgebied van het CAW waar<br />
het JAC onder valt.<br />
67<br />
67<br />
www.desocialekaart.be
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Integrale jeugdhulp;<br />
Jeugddiensten in de regio;<br />
Jeugdwerk;<br />
Lokaal sociaal beleid;<br />
Sensoa;<br />
In petto (jongereninformatie.be);<br />
OCMW;<br />
Ad hoc;<br />
…<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Doorverwijsmogelijkheden en ontbreken van samenwerking met GGZ/VAPH diensten;<br />
Betaalbare huisvesting, huurdiscriminatie voor ECM en/of leefloontrekkenden;<br />
Het moeten opnemen van bemiddelende rol om basisvoorzieningen hun werk te laten doen;<br />
Vakjargon dat gehanteerd wordt waardoor dagdagelijkse administratie onbegrijpelijk wordt (bv. huurcontract);<br />
Leemte voor 17-jarigen: te oud voor het comité bijzondere jeugdzorg en te jong voor het OCMW;<br />
Tekort aan opvangplaatsen, zeker voor jongeren;<br />
Jongeren die nergens (meer) terecht kunnen omwille van herhaaldelijke agressie/omwille van psychiatrische<br />
problematiek.<br />
Uitdaging: Een gedeelde visie en samenwerking met probleemspecifieke sectoren ikv ‘gedeelde zorg’.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.jongereninformatie.be<br />
www.rechtenverkenner.be<br />
www.vad.be<br />
www.kindermishandeling.org<br />
www.allesoverseks.be<br />
68<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector CLB (Centra voor Leerlingenbegeleiding)<br />
Fernand Voet, vestigingsverantwoordelijke Vrij CLB Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, vestiging Ronse<br />
Missie en algemene opdracht<br />
Werken in een CLB betekent werken in het onderwijslandschap. Dat wil zeggen werken met en voor leerlingen<br />
(= jongeren in schools verband), leerkrachten, schooldirecties, ouders van leerlingen binnen de structuren<br />
van het Vlaamse onderwijs (Ministerie van Onderwijs en vorming).<br />
Maar het CLB is meer dan dat: het verleent tegelijkertijd ook jeugdhulp en is één van de 7 sectoren binnen<br />
de Integrale Jeugdhulp in <strong>Vlaanderen</strong>. Het CLB leunt dus ook sterk aan bij de sector welzijn en fungeert als<br />
draaischijf tussen onderwijs en welzijn.<br />
De CLB’er kent het onderwijslandschap, hij hoort erin thuis, kent en begrijpt de wereld, maar tegelijkertijd<br />
is hij een buitenstaander: hij behoort niet tot de school. Deze positie maakt het CLB-werk uniek. De CLB-er<br />
beweegt zich in het concrete schoolse leven en tegelijkertijd kijkt hij van op een professionele afstand toe,<br />
boven de verschillende scholen waarmee het CLB een contract heeft afgesloten. Zo kan hij zich engageren<br />
in elke school en toch voldoende objectief blijven. En dat is niet altijd evident, het is soms dansen op een<br />
slappe koord. Het uitgangspunt bij het CLB-werk is en blijft immers het welbevinden van de leerling,<br />
zorgen dat jongeren op school de beste kansen krijgen, helpen om ze tot zelfredzame en evenwichtige<br />
volwassenen te laten opgroeien.<br />
Waarden en principes (opgenomen in een netoverschrijdende Mission<br />
Statement)<br />
Elke CLB-medewerker is gebonden aan het beroepsgeheim en werkt vanuit volgend deontologisch kader:<br />
• Vertrouwen:<br />
De basis voor de relatie tussen het centrum en zijn cliënten (de leerling, zijn ouders, de<br />
leerkracht en de schooldirectie) is wederzijds vertrouwen;<br />
• Onafhankelijk:<br />
De centra treden onafhankelijk op met als belangrijkste doelstelling het welzijn van de<br />
leerling;<br />
• Discreet:<br />
De centra garanderen discretie vanuit een respect voor alle betrokkenen;<br />
• Respect voor de privacy:<br />
De centra verzamelen en gebruiken enkel gegevens die relevant zijn voor de<br />
uitvoering van hun opdracht;<br />
• Deskundig:<br />
Alle medewerkers van de centra waken over hun deskundigheid en bekwamen zich steeds<br />
verder in functie van hun taak;<br />
• Laagdrempelig:<br />
De centra stemmen hun werking af op en staan open voor hun doelgroepen. De<br />
begeleiding is kosteloos;<br />
• Preventief:<br />
De centra ondernemen, waar noodzakelijk en nuttig, tijdig actie om samen met alle<br />
betrokken partijen het welzijn van de leerlingen te vrijwaren of te bevorderen;<br />
• Emancipatorisch:<br />
De centra werken samen met de school aan de versterking van de eigen verantwoordelijkheid<br />
van de leerling en stimuleren zijn ontwikkeling tot zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en zelfsturing<br />
met respect voor de identiteit van de leerling;<br />
• Maatschappijgericht:<br />
de centra houden voeling met de maatschappelijke evoluties en houden hiermee<br />
rekening bij de uitvoering van hun opdracht;<br />
• Teamwerk:<br />
de centra werken multidisciplinair;<br />
• Prioriteit:<br />
de centra besteden bijzondere aandacht aan leerlingen die bedreigd zijn in hun ontwikkeling of<br />
opgroeien in een risicovolle omgeving.<br />
69<br />
69<br />
www.desocialekaart.be
Beknopte historiek<br />
De huidige CLB’s zijn ontstaan in 2000 als samenvoeging van de Psycho-Medisch-<strong>Sociale</strong> Centra<br />
(PMS) en het medisch Schooltoezicht (MST).<br />
Zowel de voorganger van het PMS, het Bureel voor Beroepsoriëntering, als het MST, zijn in het begin van de<br />
20e eeuw ontstaan, respectievelijk in 1912 en 1921. De doelstelling van het Bureel voor Beroepsoriëntering<br />
bestond uit het uitstippelen van het opleidingscurriculum van leerlingen. Het MST spitste zich oorspronkelijk<br />
toe op de controle van de fysieke gezondheidssituatie van de leerlingen. Als antwoord op maatschappelijke<br />
vragen vulde het met de jaren de notie gezondheid ruimer in, met als gevolg dat het de leerling meer vanuit<br />
een sociale invalshoek ging bekijken.<br />
Ondertussen was in 1960 het PMS ontstaan dat dezelfde maatschappelijke trend volgde. Het gevolg was<br />
dat het takenpakket en de doelgroep van beide en ook van andere welzijnsorganisaties voor overlappingen<br />
zorgde.<br />
Daarnaast werd het takkenpakket van het PMS en het MST ook steeds groter. Deze evoluties hebben eind<br />
de jaren negentig geleid tot een reorganisatie van de sector leerlingenbegeleiding. Deze reorganisatie ging<br />
gepaard met een schaalvergroting: de 300 PMS- en MST-centra werden gegroepeerd in 72 CLB’s.<br />
Structurering van de sector en regelgevend kader<br />
De werking van de CLB’s in <strong>Vlaanderen</strong> wordt geregeld door het decreet van 1 december 1998 betreffende de<br />
centra voor leerlingenbegeleiding. Net zoals de scholen behoort elk van de 72 CLB’s tot een bepaald<br />
net, gegroepeerd onder 4 koepels (Gemeenschapsonderwijs, vrij onderwijs, provinciaal onderwijs en het<br />
onderwijs van de Vlaamse steden en gemeenten).<br />
Elk CLB, dat uit verschillende vestigingen of consultatieplaatsen kan bestaan, sluit met de scholen in<br />
zijn eigen regio een contract af waarin de leerlingenbegeleiding voor 3 jaar wordt vastgelegd en jaarlijks<br />
geëvalueerd. Het aantal leerlingen van deze scholen onder contract bepaalt de personeelsomkadering<br />
van het CLB.<br />
Per school wordt een multidisciplinair team gevormd dat bestaat uit medewerkers van de psychologische<br />
discipline (psycholoog, pedagoog, orthopedagoog, ..), maatschappelijke discipline (maatschappelijk<br />
werker) en medische discipline (schoolarts, sociaalverpleegkundige, ..). Zij beheren in teamverband het individueel<br />
leerlingendossier.<br />
Werking en doelgroep(en)<br />
Het CLB begeleidt leerlingen van bij de instap in de kleuterschool tot het einde van het secundair<br />
onderwijs. Een speciale aandacht gaat naar leerlingen die in hun ontwikkeling en hun leerproces bedreigd<br />
zijn en naar kleuters, leerlingen van de eerste graad van het lager onderwijs, leerlingen uit het buitengewoon<br />
onderwijs, T(echnisch)SO, K(unst)SO en deeltijds beroepsonderwijs.<br />
De leerlingenbegeleiding bestaat enerzijds uit een leerlingengebonden aanbod en anderzijds uit<br />
schoolondersteunende activiteiten.<br />
Het leerlingengebonden aanbod vertrekt van een zorgvraag die betrekking heeft op het welbevinden<br />
van de leerling. Het heeft tot doel het leerproces of de onderwijsloopbaan van de leerling te<br />
vrijwaren of te versterken, hetzij op het moment van de vraag hetzij in de toekomst.<br />
70<br />
www.socialeplattegrondovl.be
In de uitvoering van het leerlingengebonden aanbod wordt altijd rekening gehouden met het decreet betreffende<br />
de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp. De CLB-begeleiding is in principe vraaggestuurd<br />
en vrijwillig: de leerling (+12-jarige) of zijn ouders (-12-jarige) geven telkens hun toestemming. De<br />
begeleiding bij problematische afwezigheden (spijbelen) en de medische consulten vormen hierop<br />
een uitzondering, aangezien de leerling, zijn ouders en de school verplicht zijn op deze begeleiding in te<br />
gaan.<br />
Binnen dit leerlingengebonden aanbod worden volgende 6 kernactiviteiten onderscheiden: onthaal,<br />
vraagverheldering, het geven van info en advies, diagnose, kortdurende begeleiding (2 tot 8 sessies) en<br />
samenwerken met het netwerk en dit op 4 begeleidingsdomeinen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Preventieve gezondheidszorg: Hieronder vallen het vaccinatieprogramma (voortzetting na K&G),<br />
medisch onderzoek, doorverwijzing naar tandarts, huisarts of specialist, beschermingsmaatregelen bij<br />
besmettelijke aandoeningen, gezondheidsopvoeding, …;<br />
Leren en studeren: Hier gaat de aandacht naar de cognitieve functieontwikkeling en leervorderingen van<br />
het kind en jongere (leerstoornissen, aandacht, leerattitudes, ...);<br />
Onderwijsloopbaan: Hieronder vallen de studiekeuzebegeleiding, problematische afwezigheden, schoolwisselingen,<br />
doorverwijzingen naar aangepast onderwijs, …;<br />
Psychisch en sociaal functioneren: Hier wordt gelet op de socio-emotionele ontwikkelingen van de leerling<br />
(relaties thuis, op school, onder vrienden, de emotionele verwerking in crisissituaties, het aanpakken van<br />
normoverschrijdend gedrag, …).<br />
In functie van de versterking van de (school)interne leerlingenbegeleiding en vertrekkend van concrete<br />
probleemsituaties biedt het CLB ‘schoolondersteuning’ aan. De samenwerking met alle actoren die<br />
betrokken zijn bij de leerlingenbegeleiding (waaronder school, ouders, leerlingen en de pedagogische<br />
begeleidingsdiensten), moet er toe leiden dat de deskundigheid van leerkrachten op het gebied van signaaldetectie<br />
en de opvang van leerlingen vergroot wordt. Daarenboven is het doel van schoolondersteuning om<br />
tot een adequate vorm van leerlingenbegeleiding of zorgbeleid op school te komen.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Het centrum werkt samen met relevante netwerkpartners in functie van de begeleiding van de leerling en de<br />
ondersteuning van ouders, de school of personen uit de leefomgeving.<br />
Wanneer naar externe hulpverlening verwezen wordt, betekent dit niet dat het CLB geen taken meer te<br />
vervullen heeft. In het kader van de draaischijffunctie zorgt het CLB voor onder meer het aanleveren van<br />
gegevens in functie van verwijzing en zorgt het voor opvolging in functie van de onderwijsleersituatie.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
10 jaar na de implementatie van het CLB-decreet rijzen nieuwe maatschappelijke vragen<br />
en uitdagingen zoals levenslang leren, gelijke onderwijskansen, leerzorg, time-outprojecten,<br />
opvoedingsondersteuning, inclusief onderwijs, gezondheidsbeleid, vaccinatiecampagnes, lokale overlegplatformen,<br />
integrale jeugdhulp en nog meer. De centra blijven niet aan de zijlijn staan en nemen een toenemend<br />
aantal nieuwe taken op. Doordat de toename van taken niet samengaat met een toename van middelen<br />
worden de centra verplicht om keuzes te maken die het meest beantwoorden aan de lokale noden. Die<br />
verschillende lokale behoeftes leiden soms tot een grote diversiteit tussen de centra, wat tot een onduidelijkheid<br />
kan leiden bij het publiek over wat van een CLB verwacht mag worden.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.ond.vlaanderen.be/clb<br />
71<br />
71<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Hulpverlening VAPH (minderjarigen) en<br />
onderwijs<br />
Paul Ongenaert, Algemeen directeur SOC De Hagewinde - Scholen De Hagewinde<br />
Missie en opdrachten<br />
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie en gelijkheid<br />
van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven. Het<br />
doel is dat zij de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit bereiken.<br />
Het VAPH subsidieert hiertoe diensten, voorzieningen en personen met een handicap op verschillende<br />
domeinen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Diensten en voorzieningen: Het VAPH subsidieert de diensten en voorzieningen die zorg verlenen aan<br />
personen met een handicap door begeleiding of opvang;<br />
Hulpmiddelen en aanpassingen: Om zijn dagelijks leven beter te organiseren kan een persoon met een<br />
handicap een tussenkomst krijgen voor een hulpmiddel of een aanpassing aan zijn woning of wagen;<br />
Persoonlijke-assistentiebudget: Personen met een handicap die liever thuis willen blijven wonen, kunnen<br />
een persoonlijke-assistentiebudget aanvragen. Met dit budget kunnen zij assistenten in dienst nemen.<br />
Beknopte historiek<br />
Tot 1980 behoorde de hele welzijnszorg tot de bevoegdheid van de nationale (nu federale) overheid. De zorg<br />
voor personen met een handicap was over drie departementen of parastatalen verspreid:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het Ministerie van <strong>Sociale</strong> Voorzorg: Dat ministerie stond in voor het ’inkomen’ van personen met een<br />
handicap ;<br />
Het Rijksfonds voor de <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Minder-Validen: Dat fonds liet zich in met de<br />
tewerkstelling van personen met een handicap;<br />
Het Fonds voor Medische, <strong>Sociale</strong> en Pedagogische Hulp aan Gehandicapten (Fonds 81): Dat fonds stond<br />
in voor opvang, behandeling en begeleiding via de residentiële, semi-residentiële en ambulante<br />
voorzieningen.<br />
De Vlaamse Gemeenschap maakte van de staatshervorming in de jaren tachtig gebruik om de bevoegdheden<br />
van het Rijksfonds en van het Fonds 81 samen te brengen in één Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie<br />
van Personen met een Handicap (VFSIPH).<br />
In 2006 vond de grootschalige herstructurering van de Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid (BBB)<br />
plaats. Die overheid bestaat voortaan uit 13 beleidsdomeinen. Hierdoor zijn er bevoegdheden verschoven.<br />
Voor het Vlaams Fonds veranderde op 1 april 2006 wat volgt:<br />
• Het Vlaams Fonds heet sinds dan officieel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />
(VAPH);<br />
• De sector Opleiding en Tewerkstelling is onttrokken aan de bevoegdheid van het Vlaams Fonds;<br />
• De Inspectie voor de sector Zorg is overgeheveld naar het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Gezin;<br />
• De dienst Investeringen is overgeheveld naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden<br />
Aangelegenheden (VIPA).<br />
72<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Gezin;<br />
Vlaamse Openbare Instelling;<br />
Departement Onderwijs voor buitengewoon of geïntegreerd onderwijs of voor aanpassingen in het<br />
gewoon onderwijs;<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur voor huisvestingsprojecten;<br />
VDAB voor individugerichte tewerkstellingsbevorderende maatregelen en arbeidstrajectbegeleiding;<br />
Vlaams Agentschap Werk en <strong>Sociale</strong> Economie voor beschutte werkplaatsen;<br />
Federale Overheidsdienst <strong>Sociale</strong> Zekerheid (departement <strong>Sociale</strong> Zaken en Volksgezondheid): Voor inkomensvervangende<br />
en integratietegemoetkomingen.<br />
Naast de genoemde zijn er nog heel wat andere instituties betrokken bij diverse maatregelen (bijvoorbeeld in<br />
functie van verhoogde kinderbijslag, belastingvermindering ...).<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
In de sector maken we onderscheid voor ondersteuning in:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wonen en opvang;<br />
Leren en werken;<br />
Vrije tijd;<br />
Mobiliteit;<br />
Hulpmiddelen.<br />
Op al deze domeinen is er ondersteuning mogelijk via erkende voorzieningen (zorg in natura) of via een<br />
financieringsmechanisme rechtstreeks naar de cliënt (persoonlijk assistentiebudget, hulpmiddelenbudget,<br />
persoonsgebonden budget).<br />
• Voorzieningen bieden één of meerdere vormen van zorg, opvang en begeleiding: (semi)residentiële<br />
zorg; ambulante zorg, logeren, kortverblijf, observatie en behandeling, pleegzorg;<br />
• Persoonlijk assistentiebudget (tussen circa 8.900 en 41.300 euro): Zelf iemand in dienst nemen;<br />
• Hulpmiddelen:<br />
Tussenkomst in de kosten voor aanschaf van bijvoorbeeld aangepast meubilair, bredere<br />
deuropeningen, bijstand van een tolk voor doven, een brailleleesregel, een spraaksynthesizer, …<br />
• Persoonsgebonden budget (momenteel enkel experimenteel): Een budget dat het VAPH aan u<br />
persoonlijk toekent om gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. Men<br />
kan zelf beslissen welke ondersteuning waar en wanneer wordt ingekocht.<br />
Doelgroep(en)<br />
Personen met een handicap kunnen een beroep doen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een<br />
Handicap (VAPH). Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert<br />
het VAPH steeds volgende definitie:<br />
‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel<br />
tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het<br />
uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.’<br />
Deze definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die zich wil inschrijven apart te bekijken. Als een<br />
persoon aan deze definitie beantwoordt, kan hij of zij zich inschrijven bij het VAPH (zie verder).<br />
73<br />
73<br />
www.desocialekaart.be
Werking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Inschrijving in het VAPH:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Aanvraagformulier (A001);<br />
Multidisciplinair verslag (A002);<br />
Uw dossier wordt voorgelegd aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie bestaat<br />
ondermeer uit een psycholoog, een pedagoog, een jurist, een arts, een maatschappelijk werker en<br />
een ervaringsdeskundige. Binnen de drie maanden na uw aanvraag brengt het VAPH u op de hoogte<br />
van de beslissing en op welke diensten u een beroep kan doen of hoe groot het bedrag van de<br />
goedgekeurde tegemoetkoming is.<br />
Centrale registratie van de zorgvragen (CRZ): Het is niet omdat u een goedkeuring heeft ontvangen dat<br />
je onmiddellijk kunt worden geholpen. Uw vraag naar ondersteuning en/of opvang wordt geregistreerd<br />
door een contactpersoon op een centrale registratielijst (vroeger ook wel eens ‘wachtlijst’ genoemd).<br />
Erkende voorzieningen dienen zich op deze lijsten te baseren om nieuwe cliënten op te nemen. De<br />
wachttijd is erg verschillend en afhankelijk van de precieze vraag, de aanwezige capaciteit bij de voorzieningen<br />
en het aantal wachtenden.<br />
Minderjarigenzorg door voorzieningen kan als volgt worden ingedeeld:<br />
• Logeren:<br />
Soms kan de zorg voor uw thuiswonend kind even te zwaar worden en wilt u wat op adem<br />
komen. Op dat ogenblik kan u uw zoon of dochter laten ’gaan logeren’ in een internaat met logeeraanbod;<br />
• Kortverblijf:<br />
soms kunnen u en uw gezin gedurende een korte periode, door welke omstandigheden<br />
ook (bijvoorbeeld een crisisperiode), niet voor uw kind zorgen. Het kan dan aangewezen zijn dat uw<br />
zoon of dochter tijdelijk ergens anders zou verblijven;<br />
• Pleegzorg:<br />
In sommige situaties kan de zorg voor uw kind te zwaar worden. Dan kunt u de opvang<br />
voor een korte of lange periode toevertrouwen aan een pleeggezin. Het doet er niet toe welke leeftijd<br />
uw kind heeft. De pleegouders nemen de verzorging en de opvoeding van uw kind op zich. Via huisbezoeken<br />
krijgen zij hiervoor informatie, advies en ondersteuning van een erkende pleeggezinnendienst;<br />
• Observatie en BehandelingsCentra (OBC): Voor als er (nog) geen duidelijkheid over de precieze<br />
aard van de handicap van uw kind of over de meest geschikte ondersteuning is. OBC’s richten zich<br />
vooral tot kinderen en jongeren met complexe gedrag- en emotionele stoornissen, al dan niet in<br />
combinatie met een verstandelijke handicap. Het OBC stelt zich tot doel via intensieve observatie tot<br />
een diagnose te komen, te starten met een behandeling en gericht door te verwijzen voor verdere<br />
ondersteuning door een gepaste dienst of voorziening. Maximale duur: 3 jaar;<br />
• Thuisbegeleiding:<br />
Deze diensten richten zich tot gezinnen met een minder- of meerderjarig kind<br />
met een motorische, een zintuiglijke of een verstandelijke handicap, of met autisme. De begeleiding is<br />
gericht op de ontwikkeling van uw kind en de pedagogische en psychosociale ondersteuning van uzelf<br />
als ouders. De aanvaarding van de handicap en ook de toekomst van uw kind staan centraal;<br />
• Semi-internaten:<br />
Bieden opvang en begeleiding aan zowel schoolgaande als niet-schoolgaande<br />
kinderen en jongeren:<br />
• Bij de schoolgaanden ligt de nadruk op voor- en naschoolse opvang en op een aangepast<br />
opvoedings- en/of therapeutisch kader. Deze semi-internaten zijn meestal verbonden aan een<br />
instelling voor buitengewoon onderwijs;<br />
• Bij de niet-schoolgaanden ligt de nadruk op verzorging en stimulatie van de basisfuncties. Het<br />
gaat dan ook om kinderen of jongeren die omwille van hun handicap niet naar school kunnen;<br />
• Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod van de semi-internaten: kinesitherapie, logopedie,<br />
ergotherapie, zelfredzaamheidtraining, structurering en andere specifieke trainingen. Die<br />
worden meestal in het semi-internaat zelf aangeboden, maar soms ook buiten de voorziening<br />
(ambulant);<br />
• Internaten:<br />
Internaten bieden opvang en begeleiding aan, zowel aan schoolgaande als niet-schoolgaande<br />
kinderen en jongeren. De internaten zijn dikwijls verbonden aan een instelling voor buitengewoon<br />
onderwijs.<br />
Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod: kinesitherapie, logopedie, ergotherapie,<br />
74<br />
www.socialeplattegrondovl.be
zelfredzaamheidtraining, structurering en andere specifieke trainingen. Die worden meestal in het<br />
internaat zelf aangeboden, maar soms ook buiten de voorziening (ambulant). Internaten werken 24<br />
u/dag en 7 dagen per week. Er is een sterke gezinsgerichte werking waarbij de ouders zo veel als<br />
mogelijk worden betrokken bij de werking. Voor zowel het semi- als het internaat zijn deeltijdse stelsels<br />
mogelijk.<br />
Vele voorzieningen combineren twee of meer van hoger vermelde zorgvormen zodat er een maximale afstemming<br />
mogelijk wordt met de vraag van de ouders.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
Onderwijs: Zoals alle kinderen en jongeren lopen de meeste kinderen met een handicap school.<br />
De Vlaamse overheid tracht, waar nodig, extra ondersteuning aan te bieden. Afhankelijk van de<br />
mogelijkheden zijn er verschillende opties:<br />
•<br />
•<br />
Het gewoon onderwijs (inclusief onderwijs)<br />
Het buitengewoon onderwijs: Kunnen kinderen en jongeren zich niet optimaal ontplooien in het<br />
gewone onderwijs, dan kunnen ze les volgen in het buitengewoon onderwijs. Naast onderwijs bieden<br />
de scholen voor buitengewoon onderwijs ook opvoeding, verzorging en therapie. Het doel is de<br />
totale persoonlijkheidsontwikkeling te stimuleren. Kinderen en jongeren worden voorbereid op het<br />
maatschappelijke leven en de uitoefening van een beroep. Dat laatste kan al dan niet binnen het<br />
gewone arbeidscircuit zijn.<br />
Het buitengewoon kleuteronderwijs laat kleuters van 2,5 tot 6 jaar toe. Kinderen tussen 6 en 13<br />
(uitzonderlijk 14) jaar kunnen terecht in het buitengewoon lager onderwijs.<br />
Zowel buitengewoon kleuter- als lager onderwijs zijn opgedeeld in types:<br />
• Type 1:<br />
Voor kinderen met een licht verstandelijke handicap;<br />
• Type 2:<br />
Voor kinderen met een matig of ernstig verstandelijke handicap;<br />
• Type 3:<br />
Voor kinderen met gedragsstoornissen, ernstige emotionele en/of gedragsproblemen;<br />
• Type 4:<br />
Voor kinderen met een fysieke handicap;<br />
• Type 5:<br />
Voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis;<br />
• Type 6:<br />
Voor kinderen met een visuele handicap;<br />
• Type 7:<br />
Voor kinderen met een auditieve handicap;<br />
• Type 8:<br />
Voor kinderen met ernstige leerstoornissen.<br />
Het buitengewoon secundair onderwijs: Binnen de verschillende types spreekt men over<br />
opleidingsvormen. Die hebben telkens andere doelstellingen in functie van de toekomst van de<br />
jongere:<br />
• Opleidingsvorm 1:<br />
Het doel van onderwijs tot sociale aanpassing is de jongere een sociale<br />
vorming te geven zodat hij in een beschermde leefomgeving kan wonen.<br />
Opleidingsvorm 1 bestaat binnen type 2, 3, 4, 6 en 7.<br />
• Opleidingsvorm 2:<br />
De tweede opleidingsvorm traint de jongere in algemene en sociale vorming<br />
én in arbeidsvaardigheden. De bedoeling is dat hij of zij in een beschermde leef- en werkomgeving<br />
kan wonen en werken.<br />
Opleidingsvorm 2 bestaat binnen type 2, 3, 4, 6 en 7.<br />
• Opleidingsvorm 3:<br />
Deze opleidingsvorm geeft de jongere een algemene, sociale en<br />
beroepsvorming. De bedoeling is dat de jongere zich later integreert in een gewone leef- en<br />
arbeidsomgeving.<br />
Deze opleidingsvorm bestaat binnen type 1, 3, 4, 6 en 7.<br />
• Opleidingsvorm 4:<br />
Deze opleidingsvorm omvat algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs.<br />
Hier gelden dezelfde doelstellingen als in het gewoon secundair onderwijs.<br />
Deze opleidingsvorm bestaat niet voor jongeren met een verstandelijke handicap.<br />
75<br />
75<br />
www.desocialekaart.be
• Het geïntegreerd onderwijs (GON): Geïntegreerd onderwijs is een samenwerking tussen het<br />
gewoon en het buitengewoon onderwijs. Het GON bestaat op het niveau van het kleuter-, lager en<br />
secundair onderwijs en het hoger onderwijs buiten de universiteit.<br />
Het geïntegreerd onderwijs bestaat erin dat leerlingen met een handicap, leer- of<br />
opvoedingsmoeilijkheden tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of volledig, lessen kunnen volgen in een<br />
school voor gewoon onderwijs. Via een GON-begeleider biedt de school voor buitengewoon onderwijs<br />
dan onderwijskundige of paramedische hulp aan.<br />
• Het inclusief onderwijs (ION): Sinds enkele jaren werkt het departement Onderwijs en Vorming aan<br />
dit proefproject. Zo krijgen 50 leerlingen met een mentale handicap tijdelijk de kans om aan te sluiten<br />
bij het gewoon lager of secundair onderwijs.<br />
De doelstelling van het ION is verschillend van die van het geïntegreerd onderwijs (GON). In het<br />
GON moeten de kinderen, met extra hulp, aan dezelfde vereisten kunnen voldoen als de kinderen<br />
uit het gewoon onderwijs. Dit heeft als gevolg dat niet elk kind in aanmerking komt voor GON.<br />
Inclusief onderwijs daarentegen gaat ervan uit dat de doelstellingen in het onderwijs per kind kunnen<br />
verschillen. De nadruk ligt dan eerder op de sociale integratie in de klas.<br />
Binnen het inclusief onderwijs volgt de leerling de lessen in het gewoon onderwijs. Hiervoor krijgen de<br />
leerling, de leerkracht en het team ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs (type 2).<br />
• Integrale Jeugdhulp:<br />
Bij de jeugdhulpverlening zijn meerdere sectoren betrokken: Algemeen<br />
Welzijnswerk, Geestelijke Gezondheidszorg, Kind en Gezin, Centra voor Leerlingenbegeleiding, Vlaams<br />
Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en Bijzondere Jeugdbijstand.<br />
Sinds begin 2000 wil de Integrale Jeugdhulp de hulp- en dienstverlening voor jongeren tot en met 17<br />
jaar over de grenzen van de verschillende sectoren heen organiseren en afstemmen. Het aanbod moet<br />
geschikter en meer vraaggericht worden. De persoon, zijn omgeving en de vraag moeten centraal staan.<br />
Integrale jeugdhulp moet ook een beter overzicht bieden van de vraag, het vereiste aanbod en de<br />
werkelijk aangeboden hulpverlening. De afweging van vraag en aanbod moet richtinggevend zijn voor de<br />
planning en programmatie van het aanbod.<br />
• Uitwerking:<br />
Vanuit de krachtlijnen werden nieuwe vormen van samenwerking en afstemming voor<br />
de betrokken sectoren uitgetekend. De pijlers daarvan staan hierna beschreven.<br />
• Modulering:<br />
Alle jeugdhulpaanbieders beschrijven hun aanbod aan de hand van een en hetzelfde<br />
intersectoraal bruikbaar begrippenkader. Tegelijk delen ze hun aanbod op in modules. Een module is<br />
dan een ‘eenheid van hulp’ die afzonderlijk kan worden ingezet. Modules kunnen vrij gecombineerd<br />
worden tot een hulpprogramma dat zo goed mogelijk aansluit bij de vraag van de cliënt. Het resultaat<br />
van de modulering is een gegevensbank (www.jeugdhulpwijzer.be), die de totaliteit van het<br />
jeugdhulpaanbod beschrijft.<br />
• Netwerken jeugdhulp en crisishulp:<br />
Alle aanbieders van jeugd hulp en van crisishulp organiseren<br />
zich in regionale netwerken. Het werkgebied van zo’n netwerk valt samen met een Integrale Jeugdhulp-regio<br />
of vormt er een deel van. De netwerken garanderen een zo vlot mogelijke toegang tot en<br />
opstart van de hulp die het meest aansluit bij de vraag en de behoefte van de cliënt.<br />
• Intersectorale toegangspoort:<br />
De intersectorale toegangspoort wil door een autonome<br />
indicatiestelling en toewijzing en via afspraken met de jeugdhulpaanbieders, de toegang tot de nietrechtstreeks<br />
toegankelijke hulp efficiënter en vraaggerichter organiseren.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
• De sectoren zijn ‘ verkokerd’. Meerdere departementen, regelgevingen en toegangspoorten zijn<br />
betrokken bij de jeugdhulpverlening. Er is geen coördinatie bij de uitbouw van nieuwe initiatieven.<br />
• De cliënt staat voor een ondoorzichtig kluwen van hulpverlening. Daardoor bepaalt het toeval in grote<br />
mate waar hij uiteindelijk terechtkomt.<br />
• Sommige cliënten kunnen in principe in meerdere sectoren terecht. Andere ( restgroepen) vallen telkens<br />
tussen twee of meer stoelen, omdat ze in het ene noch in het andere vakje echt passen. Een voorbeeld<br />
van die laatste categorie zijn de jongeren met een verstandelijke handicap en een psychiatrische<br />
problematiek. De betrokken sectoren zeggen onvoldoende expertise in huis te hebben om hun meervoudige<br />
problematiek aan te kunnen.<br />
76<br />
www.socialeplattegrondovl.be
• Sommige hulpvormen overlappen elkaar, daar er een gelijkaardige hulp geboden wordt in meerdere<br />
sectoren. Er gelden echter wel totaal verschillende spelregels, bijvoorbeeld inzake subsidiëring en<br />
personeelsmiddelen. Voor andere hulpvormen is het aanbod onvoldoende, of is er in bepaalde regio’s<br />
wel een aanbod maar in andere dan weer niet. Die overlappingen en tekorten zijn dan ook nog eens<br />
verschillend per regio.<br />
• Welke hulp de cliënt effectief krijgt, wordt veeleer door het bestaande aanbod bepaald dan door de eigenlijke<br />
vraag. Dit leidt tot oneigenlijke verwijzingen: de cliënt wordt in een bepaald vakje geduwd,<br />
omdat dat vakje nu eenmaal bestaat én op dat moment beschikbaar is.<br />
• Er bestaan weinig of geen globale gegevens over de vraag naar hulp. Elke sector heeft hiervoor zijn<br />
eigen registratie en zijn eigen criteria.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.vaph.be<br />
www.wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp<br />
het decreet betreffende de integrale jeugdhulp<br />
het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.<br />
www.ond.vlaanderen.be<br />
Coördinatiepunt Handicap Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
77<br />
77<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector jongerenwelzijn<br />
Tom Elen, Jongerenwelzijn<br />
Missie en opdrachten<br />
Het Agentschap Jongerenwelzijn, en meer bepaald de afdeling Preventie- en verwijzersbeleid, heeft een tweevoudige<br />
opdracht.<br />
Enerzijds heeft zij een preventieve opdracht: Sinds het decreet van 2007 houdende de organisatie<br />
van opvoedingsondersteuning nemen zij, als Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning,<br />
een ondersteunende, stimulerende en coördinerende rol op ten aanzien van diverse actoren<br />
opvoedingsondersteuning. Hiertoe hebben zij een drievoudige opdracht: het bevorderen dat gemeentes een<br />
lokale coördinator aanstellen, samen met de lokale coördinatoren het bovenlokaal overleg organiseren en<br />
het ondersteunen van de opvoedingswinkels. Opvoedingsondersteuning wordt binnen Jongerenwelzijn door<br />
regionale (of provinciale) preventieteams georganiseerd.<br />
Anderzijds is er ook een hulpverlenende opdracht: Ze moet immers instaan voor de organisatie van hulp-<br />
en dienstverlening aan minderjarigen en hun gezinnen, bij problematische opvoedingssituaties (POS) en<br />
uitvoering van de opgelegde en voorgestelde maatregelen bij als misdrijf omschreven feiten (MOF). Met<br />
andere woorden de organisatie van de vrijwillige dan wel de gedwongen hulpverlening.<br />
De vrijwillige hulpverlening gebeurt op vraag van en met akkoord van de cliënten. Deze vrijwillige hulpverlening<br />
wordt georganiseerd door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en kan door het Comité voor Bijzondere<br />
Jeugdzorg verlengd worden tot de leeftijd van 20 of 21 jaar. Indien er hulpverlening wordt opgelegd door<br />
tussenkomst van de Jeugdrechtbank, hebben we het over de gedwongen hulpverlening.<br />
Na doorverwijzing, binnen het vrijwillige dan wel gedwongen kader, kunnen minderjarigen en hun context<br />
begeleid worden door een erkende voorziening of dienst binnen Jongerenwelzijn.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Minderjarigen en hun gezinnen kunnen begeleid worden door een voorziening, project of dienst binnen de<br />
Bijzondere Jeugdzorg op basis van een verwijzing door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of via de<br />
jeugdrechtbank. Na meerderjarigheid van de jongere kan die voortgezette hulpverlening vragen (tot de<br />
leeftijd van 20 of 21 jaar) aan het Comité voor Bijzonder Jeugdzorg. Het comité gaat dan na of deze hulpverlening<br />
verder opgenomen wordt binnen de eigen sector of de jongere doorverwezen wordt naar een andere<br />
sector (zoals bijvoorbeeld Algemeen Welzijnswerk, Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap,<br />
Centrum Geestelijke Gezondheidszorg). Dit alles werd vastgelegd in het ‘Decreet van 7 maart 2008 inzake<br />
bijzondere jeugdbijstand’.<br />
Daarnaast dient ook het decreet Rechtspositie vermeld te worden. Het erkent immers de minderjarige als<br />
volwaardige partner en als rechtssubject in de hulpverlening. Het biedt minderjarigen de noodzakelijke<br />
rechtsbescherming in de jeugdhulp. Het decreet Rechtspositie concretiseert de provisie-, protectie- en participatierechten<br />
van de minderjarige en de handelingsbekwaamheid van de minderjarige in de jeugdhulpverlening.<br />
Het bouwt voort op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het heeft implicaties<br />
zowel op het individuele handelingsniveau van jeugdhulpverleners, als op het beleidsniveau van de<br />
voorzieningen.<br />
78<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Structurering van de sector/subsector<br />
• Het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ): Als een jongere, ouder of derden (zoals het CLB, Kind<br />
en Gezin, een grootouder of buurvrouw…) zelf hulp zoekt, kunnen zij zich richten tot het Comité voor<br />
Bijzondere Jeugdzorg. De consulenten van de sociale dienst onderzoeken dan de hulpvraag en bepalen<br />
samen met de cliënt welk traject binnen of buiten het Agentschap Jongerenwelzijn het meest aangewezen<br />
is als antwoord op hun vraag. Na onderzoek kan hulpverlening worden georganiseerd binnen of buiten de<br />
eigen sector en volgt het Comité de hulpverlening verder op. In elk bestuurlijk arrondissement (uitzonderlijk<br />
per regio van twee bestuurlijke arrondissementen) is er één Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De<br />
woon- of verblijfplaats van het kind of de jongere bepaalt welk Comité bevoegd is.<br />
In elk comité is er een ‘Bureau voor Bijzondere Jeugdbijstand’ werkzaam. Dit ‘Bureau’ heeft als taken:<br />
daadwerkelijke hulp en bijstand te organiseren in problematische opvoedingssituaties in het belang van<br />
de minderjarige en 2. aan magistraten belast met jeugdzaken, de waarborg te verlenen dat de hulp en<br />
bijstand daadwerkelijk zullen worden aangeboden en hen daartoe desgevraagd mee te delen of die hulp<br />
en bijstand werden aangevat, nog worden voortgezet of werden voltooid.<br />
Er is altijd toestemming nodig van de jongere en zijn ouders. Als men er niet in slaagt tot een akkoord te<br />
komen, kan de bemiddelingscommissie tussenbeide komen.<br />
• De Bemiddelingscommissies voor Bijzondere Jeugdbijstand:<br />
De bemiddelingscommissie treedt<br />
op wanneer de vrijwillige hulpverlening van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg vastloopt. Dit kan<br />
gebeuren omdat de minderjarige of zijn ouder(s) niet akkoord gaan met het voorstel van het Comité of<br />
omdat men niet tevreden is over het verloop van de begeleiding. Ook het bureau voor bijzondere jeugdzorg<br />
kan een bemiddelingsverzoek indien. Door bemiddeling tracht deze commissie de vrijwillige hulpverlening<br />
(terug) mogelijk te maken. Men gaat op zoek naar een oplossing waarmee iedereen zich kan<br />
tevreden stellen.<br />
Een bemiddelingscommissie staat los van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en van de <strong>Sociale</strong> dienst<br />
bij de Jeugdrechtbank. Het werkgebied van de bemiddelingscommissies is het gerechtelijk arrondissement.<br />
Na de bemiddeling zijn er drie mogelijke pistes:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Als de bemiddeling lukte staat er op papier een overeenkomst of minnelijke regeling, waarin de<br />
afspraken werden vastgelegd. Alle partijen verklaren zich akkoord met de voorgestelde oplossing. De<br />
hulpverlening blijft vrijwillig.<br />
Mochten één of meerdere betrokkenen zich niet aan de afspraken houden, dan kan bij uitzondering<br />
een nieuw bemiddelingsverzoek worden ingediend.<br />
Indien de bemiddelingscommissie de zaak uit handen geeft, stopt de hulpverlening. De consulent zal<br />
de zaak dan ook niet verder opvolgen.<br />
Als de bemiddelingscommissie het risico niet neemt om alle hulp te laten stoppen, dan verzoeken<br />
de bemiddelaars, bij hun doorverwijzing naar het Parket, in een gemotiveerd advies om toch een<br />
‘verplichte’ vorm van hulp te laten opstarten. Het is de jeugdrechter die hierover beslist. Vrijwillige<br />
hulp wordt dan gedwongen hulpverlening.<br />
• Gedwongen hulpverlening:<br />
België telt 27 rechtbanken van eerste aanleg. De rechtbank van eerste<br />
aanleg heeft drie afdelingen: de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank en de jeugdrechtbank.<br />
De jeugdrechtbank is bevoegd ivm de materie jeugdbescherming voor de jongeren en hun ouders. Zij kan<br />
optreden wanneer jongeren zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden of wanneer zij een<br />
als misdaad omschreven feit pleegden.<br />
Het jeugdparket vertegenwoordigt de maatschappij, verdedigt de belangen van de minderjarige en<br />
vordert de jeugdrechter overeenkomstig de Jeugd(beschermings)wet. Welke jeugdrechtbank bevoegd is,<br />
wordt bepaald door de woonplaats van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger.<br />
79<br />
79<br />
www.desocialekaart.be
Met gedwongen jeugdhulpverlening bedoelt men dus de gerechtelijke jeugdbijstand. De bevoegdheidsverdeling<br />
tussen de federale staat en de gemeenschappen in verband met de gedwongen hulpverlening is<br />
complex:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De opgave en de uitvoering van afdwingbare pedagogische maatregelen in een problematische<br />
opvoedingssituatie (POS) behoren tot de bevoegdheid van de Vlaamse Overheid. Dit gebeurt dus bij<br />
decreet.<br />
De uitvoering van afdwingbare pedagogische maatregelen voor delinquente jongeren behoort tot de<br />
bevoegdheid van de Gemeenschappen.<br />
De opgave van de maatregelen voor delinquente jongeren behoort tot de bevoegdheid van de federale<br />
overheid. Dit gebeurt dus bij wet.<br />
De maatregelen voor de ouders ter bescherming van de minderjarigen: de ontzetting uit het ouderlijk<br />
gezag en het toezicht op de sociale uitkeringen vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid.<br />
De <strong>Sociale</strong> dienst van de Jeugdrechtbank staat de jeugdrechter bij en onderzoekt samen met de minderjarige<br />
en zijn gezin de problemen die aan de grondslag liggen van het gestelde gedrag. Het actiegebied<br />
van de jeugdrechtbank omvat drie domeinen:<br />
• Maatregelen bij problematische opvoedingssituaties (POS): Het Openbaar Ministerie kan een<br />
problematische opvoedingssituatie voor de jeugdrechtbank brengen als het vindt dat een afdwingbare<br />
pedagogische maatregel dringend noodzakelijk is (bij hoogdringendheid). Bovendien moet het<br />
aantonen dat onmiddellijke hulpverlening op vrijwillige basis niet mogelijk is én de integriteit van de<br />
persoon van de minderjarige gevaar loopt. De jeugdrechter kan beroep doen op dezelfde waaier aan<br />
hulpverleningsmogelijkheden als bij de vrijwillige hulpverlening.<br />
Er kan daarnaast ook een doorverwijzing naar de bemiddelingscommissie vooropgesteld worden.<br />
• Maatregelen t.a.v. de ouders:<br />
De jeugdrechtbank kan een derde persoon aanwijzen om de sociale<br />
uitkeringen te innen en voor het kind te gebruiken. Dit wanneer blijkt dat het kind grootgebracht<br />
wordt in nefaste omstandigheden op het gebied van voeding, huisvesting en hygiëne en wanneer is<br />
vastgesteld dat het bedrag van de uitkering niet wordt aangewend in het belang van het kind. Een<br />
meer ingrijpende maatregel is de ouders geheel of gedeeltelijk uit het ouderlijk gezag te ontzetten<br />
wanneer de gezondheid, de veiligheid en de zedelijkheid van het kind in gevaar zijn.<br />
• Maatregelen t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben<br />
gepleegd: In België kan een minderjarige zich juridisch gezien niet schuldig maken aan strafbare<br />
feiten. Men spreekt dan ook van minderjarigen die een ‘als misdrijf omschreven feit’ pleegden. Naast<br />
de waaier aan ambulante, mobiele of residentiële hulp binnen de Bijzondere Jeugdzorg, kan de<br />
jeugdrechter ook beroep doen crisisjeugdhulp, herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen<br />
uitspreken of een beroep doen op therapieën of vernieuwende initiatieven.<br />
Doelgroep(en)<br />
Minderjarigen en hun context.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Het Agentschap Jongerenwelzijn is als sector betrokken bij de verdere implementatie van de Integrale Jeugdhulp<br />
en evolueert op dit gebied samen met de andere betrokken partners en sectoren. Daarnaast zijn er heel<br />
wat relevante (bilaterale) contacten met andere sectoren betrokken op jeugdhulp.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Binnen de verdere ontwikkeling van de Integrale Jeugdhulp staat de implementatie van een intersectorale<br />
toegangspoort te dringen als een van de grootste en belangrijkste (r)evoluties in het (jeugd)<br />
hulpverleningslandschap.<br />
80<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.jongerenwelzijn.be<br />
www.expoo.be<br />
www.jeugdhulp.be<br />
81<br />
81<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg<br />
Jan De Backer, TB De Mee-ander/DC De Marbol<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Hoe kan een begeleiding binnen de bijzondere jeugdbijstand starten?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ): vrijwillige hulpverlening. De ouders, en jongeren boven de<br />
12 jaar, moeten instemmen met de vooropgestelde hulpverlening. Een comité vind je in elk bestuurlijk<br />
arrondissement.<br />
<strong>Sociale</strong> Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de Jeugdrechtbank (SDJ): gerechtelijke bijstand.<br />
In opdracht van de jeugdrechter moet een beslissing tot hulpverleningworden uitgevoerd. De sociale<br />
dienst heeft een autonoom adviserende functie ten aanzien van de jeugdrechters. Een SDJ vind je in<br />
elk gerechtelijk arrondissement.<br />
Er moet sprake zijn van een ernstige problematische opvoedingssituatie en/of een als misdrijf<br />
omschreven feit.<br />
Uitgangspunten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vrijwillige hulpverlening gaat voor op gedwongen hulpverlening;<br />
De minst ingrijpende maatregel is te verkiezen en er wordt geprobeerd zo dicht mogelijk bij huis een<br />
oplossing te zoeken;<br />
Er wordt gezocht naar een hulpverlening op maat d.w.z. een oplossing die voor dit specifiek gezin en<br />
dit kind het meest geschikt is;<br />
Alle voorzieningen hebben als opdracht gezinsgericht te werken;<br />
Bij alle stappen in de hulpverlening worden de gezinsleden betrokken en hebben ze recht op info en<br />
inspraak;<br />
De hulpverlening is onderworpen aan de wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke<br />
levenssfeer, het beroepsgeheim en de decreten integrale jeugdhulp en rechtspositie van de minderjarige<br />
in de integrale jeugdhulp.<br />
De bemiddelingscommissie vormt een buffer tussen de vrijwillige en de gerechtelijke jeugdbijstand. Ze is<br />
een essentiële schakel in het vrijwaren van een gerechtelijke tussenkomst voor heel wat minderjarigen in<br />
een problematische opvoedingssituatie. In elk gerechtelijk arrondissement werd een bemiddelingscommissie<br />
geïnstalleerd.<br />
Categorieën van voorzieningen<br />
• Begeleidingstehuizen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De residentiële begeleidingstehuizen bieden plaats aan kinderen/jongeren tussen 0 en 18 jaar, die<br />
omwille van problemen thuis tijdelijk of langdurig uit huis wonen;<br />
Een uithuisplaatsing is de enige mogelijkheid om de jongeren en gezin tot rust te laten komen;<br />
Een residentiële voorziening wil aan kinderen en jongeren in een problematische opvoedingssituatie<br />
een ontwikkelingsbevorderende leefomgeving aanbieden met opvang en begeleiding;<br />
Er wordt in een open geest toekomstgericht samengewerkt met ouders, familieleden, school, ... met<br />
het oog op het stimuleren van een evenwichtige persoonlijkheidsontwikkeling van de kinderen;<br />
Met de ouders en de gezinnen wordt samengewerkt om een haalbaar perspectief te realiseren;<br />
Heel wat begeleidingstehuizen bieden ook kamertraining en/of begeleid zelfstandig wonen aan. Verder<br />
gezette hulpverlening kan tot de leeftijd van 20 jaar en tot 21 jaar op studio’s.<br />
82<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Gezinstehuizen<br />
•<br />
•<br />
Kenmerkend voor dit type van voorziening is dat minderjarige kinderen en jongeren (min. 5 en max.<br />
10) in een gezinsvervangende context opgevangen worden met o.m. als voorwaarde dat er een<br />
inwonende hulpverlener ter beschikking is;<br />
Kleinschaligheid van de voorziening is kenmerkend: op die manier wordt ernaar gestreefd om een<br />
familiale en huiselijke sfeer te creëren en geborgenheid te geven. Het is een residentiële werkvorm<br />
die sterk aanleunt bij de gewone gezinssituatie.<br />
Onthaal, Oriëntatie en Observatiecentra<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een onthaal-, oriëntatie en observatiecentrum (OOOC) is een werkvorm voor kortdurende begeleiding<br />
en opvang met als bijzondere opdracht de hulpvraag met alle betrokken partijen grondig te analyseren<br />
zodat een gepast hulpprogramma kan worden opgestart.<br />
Een OOOC is een voorziening die een deskundig advies wil uitbrengen en zich richt naar minderjarigen<br />
en hun gezin die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden en waarvan de problematiek<br />
niet duidelijk is.<br />
Een OOOC biedt drie verschillende werkvormen aan:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Dagcentra<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Onthaal: crisisopvang en opvang in afwachting van een definitieve doorverwijzing;<br />
Oriëntatie: (max.30 dagen, éénmalig verlengbaar met dezelfde periode) formuleren van een<br />
advies;<br />
Observatie: (60 dagen, éénmaal verlengbaar met 60 dagen) geven van een gepast antwoord op<br />
hulpvragen die een meer diepgaand en intensief onderzoek rechtvaardigen.<br />
Dagcentra richten zich tot kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar en hun gezinnen die moeilijkheden<br />
ervaren in opvoedingssituaties. Vanuit concrete situaties wordt via groeps- en individuele<br />
begeleiding, school- en gezinsbegeleiding, gewerkt aan de maximale ontplooiing van de eigen<br />
mogelijkheden van de kinderen, jongeren en hun gezinnen;<br />
Enerzijds wordt getracht de draaglast van het gezin te verminderen door de jongeren in een gestructureerde<br />
omgeving, individueel en in groep, te begeleiden. Anderzijds wordt de draagkracht van het<br />
gezin vergroot door een intensieve gezinsbegeleiding;<br />
Een begeleiding vertrekt vanuit de eigen krachten en dynamieken van het gezin. De opvoedingsverantwoordelijkheid<br />
blijft bij het gezin. Alle inzet van gezinsleden, aanwezige hulpbronnen in het gezin,<br />
mogelijkheden en oplossingen die de cliënt zelf aangeeft worden beklemtoond en aangewend als hulpmiddelen<br />
in de begeleiding;<br />
De dagcentra bieden opvang en begeleiding aan de kinderen op schooldagen over de middag en na de<br />
schooluren tot 19 uur en op vakantiedagen tussen 9 en 17 uur.<br />
Thuisbegeleidingsdiensten<br />
•<br />
•<br />
Thuisbegeleiding is een intensieve vorm van ambulante begeleiding van gezinnen met inwonende<br />
kinderen tussen 0 en 18 jaar. Gemiddeld eenmaal per week vindt een begeleiding plaats, in principe<br />
in het gezin waartoe de minderjarige behoort. De focus van thuisbegeleiding is het gezin waartoe de<br />
minderjarige behoort, waarbij het belang van de minderjarige steeds de ingangspoort is. De minderjarige<br />
staat centraal in de begeleiding.<br />
Binnen het eigen thuismilieu streeft de thuisbegeleiding naar maximale ontwikkelingskansen voor<br />
elk gezinslid. Opvoedingsmoeilijkheden zijn de voornaamste reden van doorverwijzing. Deze zijn<br />
vaak verstrengeld met problemen op andere domeinen van het gezinsleven. Deze multi-problematiek<br />
belemmert het gezin en zijn leden in zijn/hun ontwikkelingstaken. De hulpverleningsvorm en<br />
methodiek zijn erop gericht hierbij aansluiting te vinden en te komen tot een optimaliseren van het<br />
gezinsfunctioneren, zodat er voldoende ontwikkelingskansen kunnen gecreëerd worden voor alle<br />
gezinsleden.<br />
83<br />
83<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
Diensten voor begeleid zelfstandig wonen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Begeleid Zelfstandig Wonen biedt een integrale begeleiding aan jongeren die alleen (gaan) wonen.<br />
Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) is een hulpverleningsvorm die toegankelijk is voor jongeren tussen<br />
17 en 21 jaar. Het is een ambulante werkvorm, wat betekent dat de jongere niet in de instelling<br />
verblijft maar een eigen huis, appartement of studio bewoont. Dit betekent dat er reeds bij de<br />
aanvang van de begeleiding sprake is van zelfstandig wonen en dat de jongere daarbij tracht de eigen<br />
verantwoordelijkheden op te nemen;<br />
Alleen gaan wonen is aangewezen om hun groeikansen te vergroten. Het bevorderen van de<br />
zelfstandigheid,zowel op materieel en praktisch als op psychosociaal vlak is het hoofddoel. De<br />
begeleiding focust zich op de jongere, maar ook leden van het netwerk kunnen betrokken worden.<br />
Diensten voor pleegzorg<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Pleeggezindiensten begeleiden de opvang van kinderen en jongeren in een pleeggezin;<br />
Ze richten zich hierbij zowel tot het pleegkind als het pleeggezin. Wanneer een ouder het moeilijk<br />
heeft om de zorg van zijn kind of jongere te dragen kan hij een beroep doen op een pleeggezin. Dit<br />
betekent dat het pleeggezin dan tijdelijk de zorg voor zijn kind overneemt. Wanneer de moeilijkheden<br />
in het eigen gezin voldoende opgelost zijn, dan keert het kind terug naar zijn ouders. Kinderen van 0<br />
tot 18 jaar kunnen in een pleeggezin terecht. Deze leeftijd kan zelfs verlengd worden tot 20 jaar;<br />
Ook tijdens het verblijf van hun kind in een pleeggezin, blijven de ouders sterk betrokken op hun<br />
kind. Er wordt een bezoekregeling uitgewerkt en op geregelde tijdstippen wordt overleg met de<br />
ouders georganiseerd. Belangrijke beslissingen over de kinderen gebeuren steeds in samenspraak met<br />
de ouders;<br />
De begeleidende dienst zoekt ook samen met de ouders welke ondersteuning er voor hen kan<br />
gegeven worden<br />
Er wordt vorming geboden aan de pleeggezinnen, de ouders en de pleegkinderen. Aan het pleeggezin<br />
wordt een administratieve ondersteuning geboden. De dienst staat ook in voor de werving en de<br />
selectie van kandidaat-pleegouders. Op vraag van de verwijzer zoekt de dienst een geschikt gezin<br />
voor het kind. Aan de verwijzer wordt regelmatig verslaggeving bezorgd.<br />
• Diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandelingen: HCA is het letterwoord voor herstelrechtelijke<br />
en constructieve afhandeling en omvat de werkvormen: de slachtoffer-dader bemiddeling, het<br />
herstelgericht groepsoverleg, het leerproject en de ouderstage.<br />
• Diensten voor crisishulp aan huis: Crisishulp aan Huis is een vorm van hulpverlening aan gezinnen<br />
in crisissituaties waar uithuisplaatsing dreigt voor een of meer kinderen. De hulp is kortdurend, mobiel<br />
en intensief, en vindt plaats bij het gezin thuis. De hulpverlening start binnen 24 uur na aanmelding.<br />
Gedurende ongeveer vier weken is er met een gemiddelde van 8 uur per week een gezinsmedewerker in<br />
het gezin. Het doel van Crisishulp aan Huis is om het gezin bij elkaar te houden en uithuisplaatsing van<br />
één of meer kinderen te voorkomen. De veiligheid van de kinderen staat hierbij voorop.<br />
Projecten:<br />
• Sommige van deze projecten hebben een eerder experimenteel en tijdelijk karakter. Andere<br />
hebben na jaren van werken een eerder permanent karakter gekregen en zullen wellicht op termijn een<br />
structurele erkenning krijgen. Meer informatie kun je bij de respectieve projecten krijgen.<br />
84<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Integrale Jeugdhulp - crisisnetwerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Leen Poppe en Koen Gevaert, Integrale Jeugdhulp <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
Crisisjeugdhulpverlening bestaat in een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een crisis.<br />
Een crisis is een acuut beleefde noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk hulp<br />
moet worden geboden.<br />
•<br />
Uitgangspunten hulpprogramma crisis<br />
• Het hulpprogramma is een buffer voor die crisissen die niet in de reguliere hulpverlening kunnen<br />
worden opgevangen. De aanmelder zoekt eerst zelf in de reguliere hulp een oplossing voor de crisissituatie.<br />
Pas wanneer dit niet lukt, kan de aanmelder het crisismeldpunt opbellen.<br />
• Hulpprogramma crisis is vrijwillige hulpverlening en situeert zich in de buitengerechtelijke hulp.<br />
Ouders/opvoedingsverantwoordelijken en minderjarige dienen akkoord te gaan met de stappen die<br />
worden gezet.<br />
• Crisisjeugdhulp wordt enkel opgestart met toestemming/medewerking van de minderjarige en zijn<br />
leefomgeving. Soms is een akkoord van alle partijen niet mogelijk. Minimaal moeten de ouders/<br />
opvoedingsverantwoordelijken ingelicht zijn.<br />
• De veiligheid van de minderjarige is een belangrijke parameter bij de inschatting van de crisis.<br />
Beknopte historiek<br />
In de 8e aanbeveling uit de maatschappelijke beleidsnota ‘Bijzondere Jeugdzorg’ spreekt het parlement<br />
het parlement zijn voorkeur uit om crisishulpverlening voor minderjarigen uit te bouwen buiten de bijzondere<br />
jeugdzorg. Om plaatsingen in de Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) te verminderen, zo stelt deze nota, is<br />
er een ruimer beleid noodzakelijk dat voorkomt dat minderjarigen en hun gezin in de marginaliteit worden<br />
gedwongen.<br />
Uitgangspunten hierbij zijn o.m. een hulpverlening op maat en in dialoog, gedragen door een gezinsgerichte<br />
aanpak en een emanciperende hulpverlenerhouding. Hierbij heeft vrijwillig aanvaarde en onderhandelde<br />
hulpverlening de voorkeur op gedwongen hulpverlening. Bij gelijkblijvend effect moet ambulante hulpverlening<br />
overwogen worden voor residentiële hulp.<br />
In 2000/2001 startte in de schoot van het opstartende project Integrale Jeugdhulp een ad hoc werkgroep<br />
Crisisjeugdhulp op die met deze uitgangspunten aan de slag ging. Deze groep van mensen (medewerkers IJH,<br />
sectoradministraties en werkveld) werkte een visie en een methodiek rond crisishulpverlening uit.<br />
Sinds begin 2009 zijn er in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> 4 hulpprogramma’s crisis actief.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp (B.S.11.X.2004) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 9<br />
december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en<br />
crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp (B.S.23.II.2006).<br />
85<br />
85<br />
www.desocialekaart.be
Doelgroep(en)<br />
Minderjarigen van 0 tot 18 jaar in crisis.<br />
Werking<br />
35 jeugdhulpvoorzieningen uit 6 verschillende sectoren in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vormen samen het crisisnetwerk.<br />
Waaruit bestaat dit crisisnetwerk?<br />
•<br />
•<br />
Crisismeldpunten<br />
•<br />
Telefonische meldpunten die 24u/24u en 7d/7d bereikbaar zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
0-12 jaar <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Samenwerking tussen CKG’s in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: 09/360 04 42<br />
13-17 jaar regio Aalst-Oudenaarde<br />
CAW Aalst - KOC Niemandsland: 053/60 61 62<br />
13-17 jaar regio Deinze-Eeklo-Gent<br />
CAW Artevelde - OC De Schelp: 09/223 50 93<br />
13-17 jaar regio Waas en Dender<br />
CAW Waasland - OC De Brug: 03/777 54 14<br />
Wat doet een meldpunt?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Verkent samen met de aanmelder het probleem;<br />
Maakt een inschatting van de acuutheid van de situatie en de veiligheid van de minderjarige;<br />
Ondersteunt de aanmelder in het zoeken naar oplossingen en geeft advies;<br />
Schat in of minderjarige en leefomgeving akkoord is om mee te werken;<br />
Zoekt naar de meest aangewezen vorm van crisishulp of combinatie ervan;<br />
Schakelt crisishulp in.<br />
Crisisinterventie<br />
5 organisaties gespreid over<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />
• Biedt onmiddellijke, korte<br />
(maximum 3 dagen),<br />
intensieve stressverlagende<br />
hulp<br />
• Eerste hulp bij emotionele<br />
en relationele<br />
ontploffingen<br />
• Nodigt alle betrokkenen<br />
uit<br />
• Schat de crisis in<br />
• Installeert veiligheid<br />
• Komt aan huis of in een<br />
voorziening<br />
⇓<br />
Crisisbegeleiding<br />
Crisisopvang<br />
12 organisaties gespreid 23 organisaties gespreid over<br />
over <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />
• Biedt intensieve • Biedt opvang voor maximum<br />
begeleiding (maximum 7 dagen (Bed/Bad/Brood)<br />
28 dagen)<br />
• Biedt veiligheid<br />
• Bewaakt de veiligheid • Steeds in combinatie met<br />
• Maakt een<br />
crisisinterventie of crisisbe-<br />
doelstellingenplan met geleiding<br />
minderjarige en leefom- • In sociaal netwerk<br />
geving<br />
(familie/vrienden), in een<br />
• Komt aan huis of in een crisisopvanggezin of in een<br />
voorziening<br />
residentiële voorziening<br />
86<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Bij elke aangemelde casus onderzoekt het meldpunt samen met de aanmelder grondig of er hulp nodig is,<br />
welke hulp of combinatie van hulp noodzakelijk is. Het centrale crisismeldpunt neemt hierin een beslissing en<br />
geeft consult of activeert de crisishulp.<br />
In overleg met de aanmelder wordt eveneens, indien nodig, gezocht naar de passende vervolghulp.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wanneer aanmelden?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een minderjarige is in crisis;<br />
Je oordeelt dat je nu moet ingrijpen;<br />
Je vindt geen oplossingen binnen de reguliere jeugdhulp en/of leefomgeving;<br />
Er is geen dringende medische hulp nodig;<br />
Enkel met toestemming van de minderjarige en/of de ouders contacteer je het crisismeldpunt.<br />
Wie kan aanmelden?<br />
•<br />
•<br />
Professionele verwijzers, dit zijn alle personen of voorzieningen die beroepshalve in contact komen<br />
met kinderen, jongeren en hun leefomgeving in crisis;<br />
Concreet: Alle hulpverleners, maar ook dienstverleners zoals politie, huisartsen, jeugdwerkers,<br />
straathoekwerkers, …<br />
Verwachtingen t.a.v. aanmelder ?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De aanmelder wordt en blijft maximaal betrokken bij de crisisjeugdhulp;<br />
Concrete taken aanmelder:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Hij vraagt het akkoord van de minderjarige en/of leefomgeving;<br />
Hij informeert de cliënt over de aard van de crisishulp;<br />
Hij blijft beschikbaar tot op het moment van dispatching;<br />
Hij maakt afspraken met de cliënt m.b.t. kledij, verzorging, vervoer;<br />
Hij volgt het crisistraject van heel nabij op (uitgezonderd voor politie);<br />
Hij zoekt actief mee naar vervolghulp.<br />
De ene aanmelder kan intensiever en langer betrokken worden in het proces van de crisishulp<br />
dan de andere. Het crisismeldpunt maakt mee deze inschatting en zoekt indien nodig naar andere<br />
oplossingen.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
35 jeugdhulpvoorzieningen uit 6 verschillende sectoren in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vormen samen het crisisnetwerk.<br />
Zij komen 4/5 keer per jaar samen in een praktijkoverleg waar mogelijkheden en knelpunten van de hulpprogramma’s<br />
aan bod komen. Daarnaast is er een <strong>Oost</strong>-Vlaamse netwerkstuurgroep crisis. Adhoc casusoverleg<br />
kan steeds aangevraagd worden door aanmelders of partners van het crisisnetwerk.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
De vraag naar crisishulp is soms groter dan het aanbod waardoor de meldpunten enkel consult kunnen<br />
bieden. De uitdaging is om enerzijds de telefonische vraagverheldering te intensifiëren zodat er meer<br />
efficiënt naar de hulpprogramma’s kan gedispatcht worden. Anderzijds gaan we op zoek naar bijkomende<br />
partners die een engagement willen/kunnen opnemen in het crisisnetwerk.<br />
De bereidheid tot medewerking van zowel minderjarigen als ouders/opvoedingsverantwoordelijken is<br />
essentieel om de doelstellingen van het crisisnetwerk te kunnen bereiken. In de praktijk blijkt dit niet<br />
altijd evident te zijn bij crisissituaties.<br />
87<br />
87<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
Het crisisnetwerk en de voorwaarden zijn niet altijd gekend bij aanmelders. Voortdurende bekendmaking<br />
van het crisisnetwerk bij mogelijke aanmelders is noodzakelijk.<br />
Bij complexe dossiers die gedispatcht worden naar crisisopvang ontbreekt vaak na deze week vervolghulp<br />
in het reguliere aanbod. In de toekomst gaan we hiervoor in overleg met jeugdhulporganisaties die geen<br />
aanbod doen in het crisisnetwerk.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
Meer info en crisiskaart <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> op wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp/12_oost-vlaanderen/netwerken_<br />
cj.htm<br />
88<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Integrale Jeugdhulp - Cliëntoverleg onder begeleiding<br />
van een externe voorzitter<br />
Leen Poppe en Koen Gevaert, Integrale Jeugdhulp <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
In de praktijk loopt het met de afstemming en coördinatie van hulpverlening nog wel eens mis, niet in het<br />
minst voor de cliënt. Die wordt soms geconfronteerd met verschillende, soms tegenstrijdige verwachtingen<br />
van de verschillende hulpverleners, en kan het overzicht verliezen. De hulpverlener van zijn kant, weet<br />
soms niet welke collega’s er betrokken zijn en voor welke engagementen zij staan. In deze situaties kan het<br />
aangewezen zijn om beroep te doen op het cliëntoverleg integrale jeugdhulp (IJH).<br />
Het ‘cliëntoverleg IJH’ is een forum waar hulpverleners en cliënt(en) 1 , in onderling overleg en onder het<br />
professionele voorzitterschap van een externe voorzitter, in complexe situaties hulp rond een cliëntsysteem<br />
coördineren, afstemmen en de continuïteit ervan bewaken. De hulpvraag of -behoefte van de cliënt(en) staat<br />
centraal.<br />
De betrokkenheid van cliënt(en) bij het overleg is maximaal. Zij zijn gelijkwaardige partner en daarom bij<br />
voorkeur aanwezig bij het overleg. Cliënten die niet in staat zijn hun belangen te verdedigen zoals heel jonge<br />
kinderen, worden vertegenwoordigd of bijgestaan. Het overleg heeft plaats onder het gedeeld beroepsgeheim.<br />
Cliëntoverleg is bruikbaar in elke fase van het hulpverleningsproces (vraagverheldering, vervolledigen<br />
van een diagnostisch beeld, opmaken van een hulpverleningsplan, …).<br />
Het cliëntoverleg wil een kwaliteitsvolle hulpverlening realiseren door met cliënten en<br />
hulpverleners samen tot ‘een gedeelde visie over de te verlenen hulp’ te komen. Deze visie vertaalt de voorzitter<br />
in concrete afspraken onder de vorm van een werkplan. Voor de uitvoering van dit werkplan zijn alle<br />
partners rond de tafel verantwoordelijk: hulpverleners én cliënten. Hierover worden sluitende afspraken<br />
gemaakt. Als nodig stelt de vergadering een hulpcoördinator aan.<br />
Beknopte historiek<br />
Het cliëntoverleg IJH werd in 2005-2006 conceptueel uitgewerkt door het Netwerk rechtstreeks toegankelijke<br />
jeugdhulp van het Meetjesland, naar analogie van een bestaande praktijk in de regio Aalst. Sinds 2008<br />
zijn er vanuit Integrale Jeugdhulp middelen ter beschikking gesteld om dit project te realiseren in geheel<br />
<strong>Vlaanderen</strong>. Recent besliste het managementcomité Integrale Jeugdhulp de toekenning van de middelen te<br />
verlengen tot mei 2012.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp (B.S.11.X.2004) en het besluit van de Vlaamse regering van 9<br />
december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ) en<br />
crisisjeugdhulp in het raam van integrale jeugdhulp. In artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering<br />
worden een aantal opdrachten voor de netwerken RTJ vastgelegd, waaronder het zorgen voor de nodige coördinatie<br />
van de hulp.<br />
89<br />
89<br />
www.desocialekaart.be
Doelgroep(en)<br />
Elke hulpverlener of cliënt kan cliëntoverleg IJH introduceren wanneer aan volgende criteria is voldaan:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De cliënten zijn minderjarige(n) en/of zijn ouders;<br />
De cliënten zijn jongvolwassenen tot 21 jaar die gebruik maken van jeugdhulp;<br />
De cliënten gaan akkoord met het cliëntoverleg;<br />
Het gaat over een ‘complexe situatie’:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Werking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Waarbij minstens 2 verschillende dienst- en/of hulpverlenende actoren betrokken zijn en er zeker één<br />
hiervan behoort tot een sector die gevat is door IJH;<br />
Met een combinatie van problemen, over verschillende levensdomeinen waarbij het totale hulpaanbod<br />
de mogelijkheden van de afzonderlijke hulpverlenende actoren overstijgt;<br />
Waarbij de inschakeling van een externe voorzitter een meerwaarde heeft.<br />
Basiskenmerken:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Cliënten centraal: Het cliëntoverleg IJH beantwoordt aan de principes van een participatieve jeugdhulpverlening.<br />
De cliënt wordt betrokken vanaf de aanvraag, over de voorbereiding en de uitvoering<br />
tot en met de evaluatie van het overleg.<br />
Deontologie en gedeeld beroepsgeheim: Hulpverleners die deelnemen aan het cliëntoverleg zijn<br />
gebonden aan de ‘Deontologische code Cliëntoverleg IJH‘. De deontologische code bevat de afspraken<br />
over de gegevensuitwisseling, over de voorbereiding met de cliënt en over de omgang met de cliënt<br />
tijdens het overleg. Ze respecteert de rechten van de cliënt en zijn leefomgeving.<br />
Het basisprincipe voor het cliëntoverleg IJH is dat iemand slechts mag deelnemen, indien hij<br />
gebonden is door het beroepsgeheim. Indien dit niet het geval is, kan deze persoon alleen toegelaten<br />
worden tot het overleg indien hiervoor de uitdrukkelijke toestemming werd gegeven door de cliënt.<br />
Rol van de externe voorzitter:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een externe voorzitter zit het overleg voor. Hij is neutraal en onafhankelijk. De externe voorzitter<br />
begeleidt in de eerste plaats het proces om te komen tot afstemming van de hulpverlening tussen<br />
de verschillende betrokkenen. Aanvullend hierbij kan hij vanuit de eigen expertise en deskundigheid<br />
een inbreng doen. De voorzitter neemt geen rechtstreekse hulpverleningspositie in ten aanzien van<br />
cliënten en hij volgt het traject van de cliënt niet op.<br />
De externe voorzitter bewaakt de positie en de integriteit van de cliënt tijdens het overleg en betrekt<br />
hem in de dialoog. De externe voorzitter maakt bij het einde van het overleg een werkplan. Het<br />
werkplan is de concrete vertaling van het samen - vanuit een gedeelde visie - zoeken naar de beste<br />
oplossing en formuleert de engagementen van de aanwezigen in het hulptraject.<br />
Het tot een goed einde brengen van het overleg is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle deelnemers<br />
aan het overleg. Van alle deelnemers wordt verwacht dat ze de gemaakte afspraken uitvoeren.<br />
Hulpverleners die deelnemen aan overleg:<br />
•<br />
•<br />
De hulpverlener weegt, samen met de cliënten, af of het cliëntoverleg een goede manier is om tot een<br />
meer gecoördineerde hulp te komen. Die dient, samen met cliënten, een aanvraag tot cliëntoverleg<br />
in aan de hand van een aanvraagformulier. Hij/zij staat tijdens de voorbereiding van het overleg in<br />
communicatie met de externe voorzitter. Van de andere betrokken hulpverleners wordt ook verwacht<br />
dat zij het overleg met hun cliënt(en) voorbereiden als dat nodig is.<br />
In complexe situaties kan het aangewezen zijn om op het einde van het overleg een hulpcoördinator<br />
aan te stellen. Deze hulpverleners is dan aanspreekpersoon voor opvolging van de uitvoering van het<br />
werkplan.<br />
90<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Cliëntoverleg stap voor stap<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Samen met de cliënt(en) heb je beslist om een cliëntoverleg aan te vragen. De cliënt is geïnformeerd,<br />
akkoord en de agenda is bepaald;<br />
Het aanvraagformulier verkrijg je bij het plaatselijk Regionaal WelzijnsOverleg. Je vult het samen in<br />
met je cliënt(en), en je stuurt of mailt de aanvraag naar het secretariaat van het RWO;<br />
Het secretariaat controleert de aanvraag op volledigheid van informatie;<br />
Het secretariaat mailt de aanvraag naar een beschikbare externe voorzitter. Er wordt afwisselend een<br />
beroep gedaan op de verschillende externe voorzitters, rekening houdend met hun beschikbaarheid<br />
en de dringendheid van een overleg. Indien een vervolgoverleg plaatsvindt, wordt dit bij voorkeur<br />
door dezelfde externe voorzitter begeleid;<br />
De externe voorzitter neemt contact op met de aanvrager;<br />
De externe voorzitter beslist, rekening houdende met de voorwaarden en in samenspraak met de<br />
aanvrager, of de vraag ontvankelijk is. Indien ontvankelijk wordt gestart met de organisatie van het<br />
cliëntoverleg;<br />
De externe voorzitter bereidt het overleg voor in samenspraak met de aanvrager;<br />
De externe voorzitter nodigt de hulpverleners en de cliënt uit tot het overleg. De doelstellingen van<br />
het overleg en de aanwezigen op het overleg worden in de uitnodiging vermeld;<br />
De externe voorzitter modereert het overleg;<br />
Bij de start van het overleg ondertekenen de aanwezigen het aanwezigheidsformulier en de deontologische<br />
code;<br />
De aanwezigen maken een werkplan en spreken af wie de hulpcoördinatie op zich neemt.<br />
De aanwezigen vullen het evaluatieformulier in;<br />
De externe voorzitter schrijft het werkplan uit en bezorgt het binnen de 14 dagen aan de betrokkenen;<br />
De externe voorzitter bewaart het werkplan gedurende 5 jaar na het beëindigen van het overleg. De<br />
dossiers worden indien nodig overgedragen naar een volgende externe voorzitter;<br />
De hulpverleners voeren het werkplan uit;<br />
De externe voorzitter registreert, maakt een structurele evaluatie en verstuurt alles naar het secretariaat;<br />
Het regioteam IJH maakt op basis van de informatie van de registratie en de structurele evaluatie een<br />
beleidsrapport op voor het managementcomité.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Het cliëntoverleg IJH, onder begeleiding van een externe voorzitter, is aanvullend op andere vormen van<br />
overleg zoals de Therapeutische projecten (voor specifieke doelgroepen en probleemsituaties), overleg<br />
dat door specifieke diensten als Vertouwenscentrum kindermishandeling of Comité Bijzondere Jeugdzorg<br />
opgenomen wordt vanuit hun specifieke opdracht. Voor situaties die buiten deze doelgroepen en probleemsituaties<br />
vallen en waarbij een overleg onder begeleiding van een externe voorzitter een meerwaarde heeft, kan<br />
beroep gedaan worden op het cliëntoverleg IJH.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Het cliëntoverleg IJH is nog onvoldoende bekend bij de hulpverleners op de werkvloer. Initiatieven hiertoe<br />
zullen moeten worden genomen door alle betrokkenen in de nabije toekomst.<br />
Er blijft nood aan een goede ondersteuning van alle betrokkenen om het cliëntoverleg op een kwaliteitsvolle<br />
manier uit te voeren. Al doende ervaring opdoen, elk in zijn rol (secretariaat, hulpverleners, voorzitters,<br />
cliënten..) en deze ervaringen uitwisselen is noodzakelijk. Het is van belang voldoende zorg te besteden aan<br />
een goede communicatie en verbinding tussen alle betrokkenen.<br />
De vraag van ouders, om zelf het initiatief te kunnen nemen en geïnformeerd te zijn over de mogelijkheid tot<br />
organiseren van overleg met alle betrokken hulpverleners, moet worden onderzocht.<br />
91<br />
91<br />
www.desocialekaart.be
Er moet bekeken worden op welke manier het cliëntoverleg IJH op termijn kan verankerd worden.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.jeugdhulp.be<br />
www.rwo-ara.be<br />
www.rwo-oudenaarde.be<br />
www.wrg.be<br />
www.rwowaasland.be<br />
www.rwod.be<br />
www.meetjesland.be/RWOM/RWOM.html<br />
92<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
Jongerenwelzijn<br />
De provincie neemt inzake jongerenwelzijn vooral een ondersteunende rol op.<br />
Het erkenningsbeleid in de Bijzondere Jeugdbijstand wordt op Vlaams niveau gevoerd. Het provinciebestuur<br />
ontwikkelde een ondersteuningsbeleid dat complementair is met het Vlaamse beleid.<br />
Het doet dit door vernieuwing in de sector mogelijk te maken, door het vormen van vorming met het oog op<br />
het vergroten van de pedagogische- en ICT-competenties, door interculturele competenties te vergroten via<br />
het Ondersteuningsteam Allochtonen en door meer mogelijkheden te bieden aan herstelgericht werken via<br />
het provinciaal vereffeningsfonds.<br />
Provinciale werking ‘Jeugdwelzijn’<br />
Deze werking is ingebed in de dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />
Doelstellingen<br />
Inzake jongerenwelzijn heeft het provinciebestuur de volgende doelstellingen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het vergroten van de pedagogische competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />
Het vergroten van de ICT-competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />
Het stimuleren van innovatie binnen de bijzondere jeugdbijstand en in de samenwerking met andere<br />
sectoren van de jeugdhulpverlening;<br />
Het vergroten van de interculturele competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand en<br />
belendende sectoren;<br />
Het geven van mogelijkheden aan jongeren die een ‘als misdrijf omschreven feit’ hebben gepleegd om<br />
aan herstel t.a.v. het slachtoffer te werken.<br />
Acties<br />
Enkele voorbeelden van acties:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het ondersteunen van hulpverleners in de bijzondere jeugdbijstand en belendende sectoren op het punt<br />
van interculturalisering. Steeds meer wordt men in de jeugdhulpverlening immers geconfronteerd met<br />
problematieken van jongeren met een andere culturele achtergrond. Het Ondersteuningsteam Allochtonen<br />
(OTA) helpt om de brug te slaan vanuit de hulpverlening naar deze vaak moeilijker bereikbare jongeren<br />
en hun gezinnen;<br />
Het organiseren van vorming door het OTA met het oog op het vergroten van de interculturele competenties<br />
van de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />
Het beheren van het provinciaal vereffeningsfonds en op die manier kansen geven aan jongeren die via<br />
vrijwillige prestaties bij een organisatie met een maatschappelijk doel, de schade aan hun slachtoffer<br />
willen vergoeden;<br />
Het i.s.m. de ankerpunten van het regionaal welzijnsoverleg mogelijk maken van cliëntoverleg in de<br />
jeugdhulpverlening . Het gaat om een model dat in een maximale participatie van de cliënt tot betere<br />
afspraken/afstemming tussen hulpverleners poogt te komen. Het model werd door Integrale Jeugdhulp<br />
(IJH) uitgewerkt en wordt op provinciaal niveau verder verfijnd en toegepast;<br />
93<br />
93<br />
www.desocialekaart.be
Subsidie, premies<br />
•<br />
•<br />
Het geven van vormingssubsidies aan voorzieningen in de bijzondere jeugdbijstand die een actief<br />
vormingsbeleid voeren en hun personeel de mogelijkheid geven om:<br />
•<br />
•<br />
Hun pedagische competenties te vergroten;<br />
Hun competenties inzake ict te vergroten.<br />
Het geven van subsidies aan projecten die op een innovatieve manier bepaalde problematieken of<br />
knelpunten in de sector proberen aan te pakken. Voorbeelden van projecten die door het provinciebestuur<br />
werden of worden ondersteund zijn:<br />
•<br />
•<br />
ROPPOV dat werkt aan een betere participatie van de ouders van jongeren in de bijzondere jeugdbijstand;<br />
zowel binnen de voorziening als op beleidsniveau;<br />
RUNG dat actief op zoek gaat naar herstellende oplossingen voor jongeren die in een voorziening of<br />
thuis weglopen.<br />
Meer info:<br />
Steven Van De Woestyne, 09 267 75 45, steven.van.de.woestyne@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Jeugdwelzijn’.<br />
94<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
4. Thuiszorg<br />
95<br />
95<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Thuiszorg<br />
Katelijne Vanderkerken, Coördinator dienstverlening thuiszorg ’t Punt - OCMW Sint-Niklaas<br />
Missie en opdrachten<br />
De patiënt/cliënt moet zo lang mogelijk in zijn natuurlijk milieu verzorgd worden.<br />
Thuiszorg vult aan daar waar de expertise van het mantelzorgnetwerk ophoudt of waar de investering vanuit<br />
dit netwerk onvoldoende is. Het zelfzorgvermogen wordt optimaal benut.<br />
Het nieuwe woonzorgdecreet heeft de volgende doelstellingen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Aandacht voor zelfzorg;<br />
Zorg op maat;<br />
Zorgcontinuïteit;<br />
Zorgafstemming;<br />
Zorg+wonen+welzijn;<br />
Zo lang mogelijk zelfstandig thuis.<br />
Beknopte historiek<br />
Thuiszorg heeft zich ontwikkeld doorheen maatschappelijke evoluties en tendensen. We leven in een<br />
welvaartstaat waarbinnen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een aantal grondrechten voor elk van ons gewaarborgd worden;<br />
Met het oog op materiële welvaart en individuele ontplooiingskansen;<br />
Binnen een wettelijk raamwerk;<br />
Binnen een democratisch bestel;<br />
Met behoud van de vrije marktprincipes.<br />
Deze welvaartstaat stagneerde in de jaren ‘70, begon zich te heroriënteren in de jaren ‘80 en botst momenteel<br />
tegen zijn budgettaire grenzen aan.<br />
Verschillende maatschappelijke tendensen bepalen de dag van vandaag nog steeds de ontwikkeling van zorgmodellen<br />
die tegemoetkomen aan de wijzigende behoeften.<br />
De veroudering van de bevolking, het tweeverdienermodel, multiculturaliteit…, grootschaligheid versus kleinschaligheid,<br />
groeiende expertises in behandeling en benadering: elke evolutie geeft aanleiding tot bijsturing<br />
en ontwikkeling.<br />
•<br />
Beleidsprioriteiten van de hedendaagse zorg: Belangrijke beleidsmatige principes worden gevoed door de<br />
zucht naar efficiëntie en effectiviteit en kunnen vandaag de dag als volgt samen gevat worden:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Preventie: Risicovoorkoming, risico opsporing en herstel;<br />
Echelonnering: De patiënt/cliënt wordt doorheen de zorg geleid via verschillende zorgniveau’s,<br />
thuiszorg situeert zich hoofdzakelijk op de eerste lijn;<br />
Responsabilisering: bijv.. enveloppenfinanciering;<br />
Gelijke kansen beleid: Toegankelijkheid tot de zorg waarborgen;<br />
Professionalisering en vervrijwilliging: Samenwerking en wederzijdse ondersteuning;<br />
Vraaggestuurd i.p.v. aanbodgestuurd: Zorg op maat, de vraag van de gebruiker versus het grote<br />
professionele gelijk;<br />
96<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
Kwaliteitszorg: Het kwaliteitsdenken doet zijn intrede in de social-profit en wordt beleidsmatig<br />
aangestuurd via kwaliteitsnormen;<br />
Interculturalisering: de aanwezigheid van de culturele verscheidenheid zal zich ook op vlak van zorg<br />
manifesteren.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Verschillende beleidsniveau’s: Een belangrijk aandeel van het welzijnsbeleid werd overgeheveld naar<br />
gewesten en gemeenschappen. De sociale zekerheid bleef echter federale materie waardoor bepaalde<br />
regelgevingen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd.<br />
Verschillende zorgniveau’s, disciplines en beroepsgroepen: Het thuiszorgspecifieke aanbod heeft zich<br />
vooral ontwikkeld vanuit de nood aan lichamelijke en hygiënische zorg, later groeide de huishoudelijke<br />
ondersteuning, poetshulp, klusjes, maaltijden aan huis, uitleendiensten enz.<br />
Doorheen de jaren ontwikkelden zich ook disciplines en werksoorten om de thuisverzorging mede te<br />
ondersteunen: palliatie, ergotherapie…psychiatrische thuiszorg, expertise dementie…<br />
Zowel de specificiteit van onze samenleving (tweeverdieners,vergrijzing, vereenzaming,…) als budgettaire<br />
beperkingen leidden tot de ontwikkeling van een aantal voorzieningen die ondersteunend en beschermend<br />
van aard zijn: dagverzorging, kortverblijf, nachtoppas, zorghotel, herstelverlof, assistentiewoningen,<br />
service flats….<br />
Een samenleving in beweging: De dagdagelijkse realiteit noopt tot het herzien van bepaalde<br />
regelgevingen, het op elkaar afstemmen van bepaalde zorgsectoren en initiatieven mbt het ontschotten<br />
van de zorg.<br />
Zo worden initiatieven die bepaalde zorgsectoren dichter bij elkaar brengen (bijv. thuiszorg en psychiatrische<br />
zorg, ambulante zorg en samenwerking met ziekenhuizen en woonzorgcentra) beleidsmatig ondersteund<br />
en gestimuleerd. Ook decreten krijgen een herdefiniëring: zo werd het vroegere thuiszorgdecreet<br />
en ouderendecreet omgevormd tot het woonzorgdecreet. De expertises wonen enerzijds en zorg anderzijds<br />
worden in 1 decreet ondergebracht.<br />
De Initiatiefnemers: Tal van sociale organisaties hebben historisch gezien het uitvoeren van het sociale<br />
beleid opgenomen via het verlenen van diensten en belangenbehartiging. Vaak werd dit levensbeschouwelijk<br />
ingekleurd waardoor een sterke verzuiling in het aanbod waarneembaar is.<br />
Ook de publieke sector neemt een belangrijke plaats in het aanbod in. OCMW’s vinden hun legitimatie in<br />
het menselijke recht op een waardig bestaan en bieden een vangnet aan.<br />
Ook gemeenten zijn vaak initiatiefnemer en ondersteunen lokale evoluties via hun lokaal sociaal beleid.<br />
Bedenkingen:<br />
•<br />
•<br />
De snelle evoluties binnen het maatschappelijke beeld, de diverse regelgevingen, de diversiteit<br />
aan beroepsgroepen, organisaties en initiatiefnemers hebben geleid tot een lappendeken van<br />
aanbodgerichte voorzieningen;<br />
De transparantie en toegankelijkheid van deze sector is niet zo vanzelfsprekend. In de rand ontwikkelden<br />
zich initiatieven die de onderlinge samenwerking en afstemming moet bevorderen:<br />
•<br />
•<br />
Initiatieven die het ontschotten van de zorgsectoren bevorderen: bijv. psychiatrische thuiszorg;<br />
regelgevingen die de afstemming en samenwerking tussen verschillende partners, initiatieven,<br />
disciplines moeten ondersteunen: de samenwerking eerste lijn of kortweg Sel en de diensten voor<br />
thuiszorg, kortweg GDT.<br />
97<br />
97<br />
www.desocialekaart.be
Structurering van de sector/subsector<br />
•<br />
Actoren binnen dit zorgveld:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De zorgvrager zelf met zijn mogelijkheden tot zelfzorg;<br />
De zelfhulpgroep: Hulp en ondersteuning door lotgenoten;<br />
Het mantelzorgnetwerk: Zorgdragers uit de onmiddellijke leefomgeving;<br />
Het vrijwilligerswerk;<br />
Het professionele netwerk: Zorgdisciplines zelfstandig of in dienstverband;<br />
Het woonzorgnetwerk:Thuiszorg, semiresidentiële en residentiële voorzieningen, woonvormen;<br />
Het wetgevende kader: Federaal (Z.I.V. materie), Vlaams (woonzorgdecreet).<br />
Doelgroep(en)<br />
Thuiszorg richt zich tot cliënten met een zorgnood. De zorg wordt hoofdzakelijk afgeleverd in het natuurlijke<br />
thuismilieu. De aard, frequentie, intensiteit en duur wordt bepaald door de aard van de zorg, de grenzen van<br />
de reglementeringen en een afweging ten opzichte van doelmatigheid en maatschappelijke aanvaardbaarheid.<br />
De aard van de zorg kan informatief, curatief, educatief, vervangend en ondersteunend zijn en houdt rekening<br />
met de zelfredzaamheid van betrokkene.<br />
Deze ruime omschrijving houdt dan ook een ruime doelgroep in. Vanzelfsprekend lijkt de thuiszorg zich<br />
hoofdzakelijk te richten tot de groep ouderen en bejaarden. Thuiszorg dient hier vervangend op te treden<br />
omdat betrokkenen een aantal functies niet meer zelf kunnen opnemen of het mantelzorgnetwerk té beperkt<br />
is.<br />
In de groep psychiatrische thuiszorg treft men dan weer eerder een jongere populatie aan met diverse<br />
persoonlijkheidsstoornissen, middelenafhankelijkheid enz. Thuiszorg zal hier eerder educatieve opdrachten<br />
opnemen gericht op het structureren en stabiliseren van het dagelijkse leven of administratieve ondersteuning<br />
en het aanbieden van zinvolle dagbesteding.<br />
Steeds meer wordt de thuiszorgdienstverlening betrokken bij zorgsituaties rondom personen met een<br />
handicap. De activiteiten vanuit de thuiszorg zijn dan weer meer mantelzorgondersteunend.<br />
De dienstencentra bereiken dan weer een actieve groep van senioren. Thuiszorgactiviteiten richten zich<br />
hier eerder op informatie, advies, oriëntering en verhogen van zelfzorg… Ze ontwikkelen initiatieven om het<br />
sociaal weefsel rond mensen te ontwikkelen, te herstellen, te stabiliseren.<br />
Thuiszorg wordt ingeroepen:<br />
•<br />
•<br />
Bij zeer specifieke en vaak tijdelijke evoluties: palliatie, dementie ... ;<br />
Om de overgang van een hoger naar een lager echelon te faciliteren: ontslag ziekenhuis, psychiatrische<br />
voorziening …<br />
De intensiteit varieert van sporadische tot frequente hulp, van hulp aan huis tot combinatie met dagverzorging,<br />
nachtopvang, kortverblijf ... en dit meestal in functie van de overgang van het laagste zorgechelon<br />
(thuis) naar een hoger echelon: een residentiële voorziening.<br />
Werking<br />
•<br />
Informeren en adviseren. Preventie en zelfzorg stimuleren Het aanbod transparant en toegankelijk<br />
maken: wegwijs in een doolhof van werksoorten, voorzieningen disciplines ... .<br />
98<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
Het zijn opdrachten die gerealiseerd worden via de regionale diensten centra, de lokale dienstencentra,<br />
de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen<br />
De zorg vraaggestuurd en op maat realiseren en houden. Aandacht hebben voor de trajectbegeleiding<br />
doorheen de verschillende echelons van de zorg.<br />
De methodiek van zorgbemiddeling en zorgcoördinatie wordt opgenomen door verscheidene<br />
zorgaanbieders<br />
Het garanderen/realiseren van sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen in de zorg; Het bieden<br />
van ethisch verantwoorde zorg; De persoonlijke autonomie en zelfverantwoordelijkheid vrijwaren,<br />
ondersteunen en stimuleren.<br />
Dit zijn werkingsprincipes die we terugvinden binnen de diverse werksoorten: gezinszorg, poetsdiensten,<br />
dagverzorgingscentra, serviceflats, kortverblijf, verpleging aan huis.<br />
Oog hebben voor communicatie en coördinatie tussen de verschillende betrokken partners. Afstemming<br />
zoeken tussen verschillende zorgsectoren: ontschotten van zorg, delen en benutten van expertise.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
De grote verscheidenheid aan initiatiefnemers, actoren, disciplines en methodieken creëert een schijnbaar<br />
weinig transparant en ontoegankelijk aanbod.<br />
Het netwerk rond de patiënt/cliënt is vaak complex zoals ook de zorgcontext.<br />
Zowel op organisatieniveau als op cliëntniveau ontwikkelen zich tendensen, initiatieven welke het aanbod<br />
transparanter, de toegankelijkheid duidelijker en de samenwerking efficiënter en effectiever moeten maken.<br />
Dit zijn ware evenwichtsoefeningen waarbij niet zelden de machtsverhoudingen op het werkveld zich laten<br />
gelden. Spijtig genoeg dreigt het welzijn van de gehele individuele zorgsituatie hier soms van ondergeschikt<br />
belang.<br />
Zowel de samenwerking eerste lijn (SEL) als de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging hebben de<br />
opdracht om de transparantie en toegankelijkheid van de zorg te verhogen en de samenwerking te concretiseren.<br />
Op cliëntniveau ontwikkelde zich de methodiek van de zorgbemiddeling en de zorgcoördinatie. Het zorgenplan<br />
is dan weer het concrete resultaat van afstemming en samenwerking.<br />
Bij zorgbemiddeling wordt de cliënt in zijn zorgtraject opgevolgd. De zorgbemiddelaar is een zorgbehartiger<br />
en aanspreekpunt. De zorgcoördinator organiseert een zorgoverleg met de verschillende zorgpartners ten<br />
einde een evenwichtig en voor allen aanvaardbaar zorgenplan uit te werken. Dit zorgenplan geeft de aard, de<br />
frequentie en de duur van de zorg aan alsook de verschillende uitvoerders van de zorg.<br />
Steeds meer wordt dit laatste ook benut om een opname en ontslagtraject (van en naar de ziekenhuissector<br />
of een residentiële setting) te stofferen.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vermarkting: De verhouding tussen de overheid, de gesubsidieerde sector en de commerciële sector is<br />
vaak gespannen. Er leven wederzijdse vooroordelen en er ontstaat een visionair spanningsveld;<br />
Vergrijzing: Onevenwicht tussen actieve bevolking en te verzorgen bevolking;<br />
Betaalbaarheid: Infrastructuur, niet medische zorgkosten;<br />
Verschillende zorgsectoren doorkruisen elkaar: Thuiszorg/zorg personen met een handicap, thuiszorg en<br />
psychiatrische zorg;<br />
De problematiek van de zorgvuldige zorgvermijder: Het wankele evenwicht tussen autonomie/zelfbeschikking<br />
en maatschappelijke verantwoordelijkheid;<br />
99<br />
99<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
•<br />
Knelpuntberoepen: Verpleging, zorgkundigen …<br />
De verschillende sectoren hanteren verschillende methodieken vanuit een verschillende visie op zorg. Dit<br />
leidt tot onbegrip op de werkvloer. De overdracht van expertise en knowhow is dan ook een uitdaging<br />
voor de toekomst;<br />
Omwille van de grootschaligheid in organisatie wordt de lokale toegangspoort tot de zorg verengd. Dit is<br />
niet bevorderlijk voor de toegankelijkheid en bereikbaarheid.<br />
100<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en eerstelijnsgezondheidszorg,<br />
residentiële zorg en thuiszorg<br />
De provincie heeft bijzondere aandacht voor de eerstelijnsgezondheidszorg, de residentiële zorg en<br />
de thuiszorg door middel van een eigen provinciaal impulsbeleid, door netwerkvorming, door het mee<br />
ondersteunen van het Vlaams zorgbeleid en door een signaalfunctie op te nemen tegenover de hogere overheden<br />
Team Zorg<br />
Bij de herstructurering van de directie welzijn en gezondheid werd het genoemde beleid ingebed in het team<br />
zorg binnen de dienst preventie, hulpverlening en zorg.<br />
Doelstellingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Labo- en impulsfunctie voor nieuwe en vernieuwende zorginitiatieven en dit aan de hand van prioriteiten<br />
met overeenkomsten tussen de betrokken partners en het provinciebestuur;<br />
Bovenlokale netwerkvorming, afstemming, samenwerking organiseren zowel sectoraal als intersectoraal.<br />
Dit gebeurt aan de hand van allerlei provinciaal overleg;<br />
Het Vlaams zorgbeleid mee helpen ondersteunen;<br />
Signaalfunctie naar de Vlaamse en Federale overheid;<br />
De nodige planningsinstrumenten mee helpen ontwikkelen voor publieke en private partners (zoals het<br />
ouderencahier, het gemeentelijk ouderenbehoeftenonderzoek, …).<br />
Acties<br />
De acties zijn zeer verscheiden. Het gaat grosso modo om uitvoering van afgesproken overeenkomsten, zowel<br />
sectoraal als intersectoraal, het verlenen van provinciale middelen om de gestelde doelstellingen uit te voeren<br />
en het aanbieden van overleg daar waar nodig en in functie van beheersbare en naadloze zorg.<br />
Enkele voorbeelden van acties:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
We organiseren bijkomende begeleiding en een consultfunctie geestelijke gezondheidszorg in de thuiszorg<br />
voor ouderen en dit in samenwerking met de centra geestelijke gezondheidszorg;<br />
We organiseren afstemmingsoverleg tussen de gezinszorg en de sector personen met een handicap;<br />
We leggen verbinding tussen mobiliteit en zorg: bijv. het vervoer dagcentra;<br />
We leggen de verbinding tussen wonen en zorg: bijv. de woonzorgnetwerken; de begeleiding van de<br />
woningaanpassing in de thuiszorg;<br />
We hebben systematisch overleg met de dagcentra, de kortverblijven, de lokale dienstencentra, de SEL’s,<br />
de diensten gezinszorg, de woonzorgcentra, de mutualiteiten en met diverse andere actoren binnen de<br />
aangegane overeenkomsten;<br />
We geven impulsen voor nachtzorg, nachtoppas, nachtopvang;<br />
We ondersteunen concreet de mantelzorg door de mantelzorgpremie;<br />
We werken mee aan beeldvorming van zorgberoepen, woonzorgcentra, kortverblijven en dagcentra, …<br />
We bevorderen de sociale cohesie van ouderen in samenwerking met de lokale dienstencentra;<br />
We helpen mee aan de ontwikkeling van diverse digitale systemen als daar zijn het elektronisch zorgplan,<br />
kortverblijfonline, registratie psychiatrische thuiszorg, registratie lokale dienstencentra, ... ;<br />
We ondersteunen het multi-disciplinair overleg in de thuiszorg;<br />
We ondersteunen samenwerkingsvormen residentiële zorg en thuiszorg;<br />
We co-financieren de diensten gezinszorg, met echter aandacht voor provinciale accenten;<br />
We helpen mee aan de bevordering van de zelfredzaamheid door het ondersteunen van het netwerk<br />
ambulante ergotherapie thuiszorg;<br />
We ondersteunen de werkzaamheid van het platform zelfzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
101<br />
101<br />
www.desocialekaart.be
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
De provinciale mantelzorgpremie;<br />
Subsidies voor de bovengenoemde acties.<br />
Meer info<br />
Frans Meyfroodt, 09 267 75 46, frans.meyfroodt@oost-vlaanderen.be<br />
Marleen De Wispelaere 09 267 75 09, marleen.de.wispelaere@oost-vlaanderen.be (mantelzorgpremie en<br />
kortverblijfonline)<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Zorg’<br />
102<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
5. Lichamelijke Gezondheidszorg<br />
103<br />
103<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Gezondheidszorg<br />
Jan De Clercq, bestuurder Liberale Mutualiteit <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
Definitie gezondheid:<br />
Gezondheid is het gezond zijn, het gevoel dat alles in orde is, zowel in lichamelijk, in geestelijk, als in<br />
maatschappelijk opzicht.<br />
De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO 1948):<br />
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts<br />
de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.<br />
Gezondheidszorg in België:<br />
Het behouden van een kwalitatief hoogstaand gezondheidszorgsysteem. Het comfort en de kwaliteit van<br />
de verzorging is belangrijk. Kwaliteitsverbeteringen en efficiëntieverhoging blijven aandachtspunten.<br />
De relatie tussen armoede en gezondheidszorg werd de laatste jaren meer en meer duidelijk en resulteerde<br />
in een evolutie naar een geïntegreerde multidisciplinaire samenwerking tussen de actoren in het welzijns- en<br />
gezondheidslandschap.<br />
Beknopte historiek<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Eerste bijstandskassen in 1848;<br />
Eerste erkende mutualiteitverenigingen in 1894;<br />
Invoering verplichte ziekteverzekering in 1945;<br />
Huidig kader dateert van 1963;<br />
Na de regionalisering van België in Gemeenschappen werden de welzijns- en thuiszorgdiensten sterk<br />
uitgebouwd.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Micro niveau: het niveau van het zorgproces zelf;<br />
Meso niveau: de zorginstellingen, de lokale samenwerkingsverbanden en -diensten, en het lokaal gezondheidsbeleid;<br />
Macro niveau: de ziekteverzekering, het federale beleid en dat van de gemeenschappen en gewesten.<br />
• Federaal niveau,<br />
bevoegdheid van:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Minister van Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu;<br />
Minister van <strong>Sociale</strong> Zaken;<br />
Financiering: via de <strong>Sociale</strong> zekerheid;<br />
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV);<br />
Paritair beheerd door sociale partners, ziekenfondsen ... .<br />
104<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Federale bevoegdheden:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Krachtlijnen en basisregeling curatieve gezondheidszorg;<br />
Basisinstrumenten voor kostenbeheersing;<br />
Basisregelen inzake planning van aanbod (programmatie);<br />
Financiering exploitatiekosten (vastleggen en financieren verpleegdagprijs);<br />
Vastleggen terugbetalingtarieven medische prestaties.<br />
• Vlaams niveau:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Doelstelling: De Vlaamse Gemeenschap erkent, subsidieert en reglementeert heel wat zorg- en<br />
gezondheidsvoorzieningen, gaande van rusthuizen en ziekenhuizen tot oppasdiensten en palliatieve<br />
netwerken;<br />
Bevoegde minister: Vlaams Minister van Welzijn;<br />
Bevoegdheid over het Vlaams gezondheidszorgbeleid - Extramurale preventieve gezondheidszorg:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Gezondheidsvoorlichting - Preventie: (Gezondheid en milieu, gezond leven, kinderen en<br />
jongeren,..);<br />
Bescherming van de gezondheid, onder meer door preventie van TBC en kanker;<br />
Bescherming van de gezondheid van moeder en kind;<br />
Medisch schooltoezicht;<br />
Medische sportcontroles;<br />
Arbeidsgeneeskundige controle;<br />
Bevoegdheid over het Vlaams welzijnsbeleid - gezinszorg, thuiszorg, residentiële zorg, zorgverzekering,<br />
maatschappelijk werk.<br />
• Provinciaal niveau:<br />
•<br />
•<br />
Ondersteuning van de thuiszorg, gezinszorg, GGZ, ouderenzorg, personen met een handicap, verslavingszorg,<br />
palliatieve zorg, mantelzorg, gebruikers en zelfzorg, jeugdwelzijn;<br />
Het Provinciebestuur OVL creëert, stimuleert en coördineert welzijnsoverleg in alle regio’s van de<br />
provincie.<br />
• Lokaal niveau,<br />
Lokaal Sociaal Beleid:<br />
•<br />
Lokaal Sociaal Beleid is het resultaat van de acties die OCMW, gemeente, andere overheden, semipublieke,<br />
private en privé organisaties ondernemen om de sociale grondrechten voor iedereen te<br />
realiseren. Via de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan worden alle acties gebundeld met als<br />
uitgangspunt een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak.<br />
In het decreet Lokaal Sociaal Beleid wordt een sterkere, coördinerende rol voor de lokale besturen<br />
voorzien. Het Lokaal Sociaal Beleidsplan is een instrument om dit concreet te realiseren. Gemeente en<br />
OCMW werken dit plan samen met de lokale actoren uit.<br />
• Regelgevend kader:<br />
• Federale regelgeving:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wetgeving inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering;<br />
Wetgeving op de werking van de ziekenfondsen;<br />
Wetgeving op de ziekenhuizen;<br />
Wetgeving op de samenwerking tussen zorgaanbieders;<br />
Geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT’s);<br />
De Vlaamse overheid erkent de GDT’s die door de federale overheid gefinancierd worden. Vanaf 1<br />
januari <strong>2010</strong> vallen de SEL’s en de GDT’s samen in <strong>Vlaanderen</strong> en zullen enkel de erkende SEL’s<br />
ook erkend worden als GDT.<br />
105<br />
105<br />
www.desocialekaart.be
• Vlaamse regelgeving:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Gezondheidszorg: Zorgregiodecreet;<br />
Thuiszorg: Eerstelijnsdecreet met o.m.Samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg;<br />
Ouderenzorg: Woonzorgdecreet.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Uitvoerende actoren:<br />
•<br />
•<br />
Verstrekkers: individuele, in groep, wijkgezondheidscentra;<br />
Diensten en initiatiefnemers.<br />
Zij leveren medische prestaties, diensten, opvang, begeleiding.<br />
Regulerende actoren:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Patiënten en patiëntenverenigingen;<br />
Ziekenfondsen;<br />
OCMW’s.<br />
Zij reguleren de prestaties (remgeld, nomenclatuurbeperkingen, contingenten, programmatie). Het<br />
aanbod wint inzake mogelijkheden en kwaliteit door de vrije keuze van de gebruiker, het vrije initiatief<br />
(openbaar en privé) en de concurrentie tussen de aanbieders. Daarnaast is het aanbod gelimiteerd door<br />
de beperkte middelen, de beperkte inzetmogelijkheden (bijv.. tekort aan verpleegkundigen), de beperkte<br />
infrastructuur.<br />
De middelen die worden gegenereerd door belastingen en sociale zekerheidsbijdragen bieden een<br />
mogelijkheid tot herverdeling:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Zodat gezondheidszorgen betaalbaar zijn door de RIZIV-tussenkomsten en aanvullende tussenkomsten<br />
van de ziekenfondsen (bv. ziekenvervoer);<br />
Zodat niet-medische kosten betaalbaar zijn (Vlaamse Zorgverzekering);<br />
Zodat welzijns- en thuiszorgdiensten betaalbaar zijn;<br />
Zodat vervangingsinkomens en het leefloon kunnen versterkt worden;<br />
Zodat preventieve acties kunnen gefinancierd worden;<br />
Doelgroep(en)<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De gebruikers van gezondheidszorgen;<br />
De personen met nood aan niet-medische hulpverlening;<br />
De zwaar zorgbehoevende personen met behoefte aan medische en niet-medische zorg- en hulpverlening.<br />
Werking<br />
Personen kiezen zelf de zorg- en hulpverleners. Afhankelijk van hun statuut, inkomen, sociale status, gezondheidstoestand<br />
enz. wordt hun persoonlijke tussenkomst bepaald (verhoogde tegemoetkoming, omnio, forfaits,<br />
maximumfactuur). Zij betalen aan de verstrekker en kunnen een gedeelte recupereren.<br />
Een alternatieve vorm is de inschrijving bij het wijkgezondheidscentrum (geen betaling aan verstrekker).<br />
Voor personen in een moeilijke financiële situatie wordt een rechtstreekse regeling met het ziekenfonds voorzien<br />
(regeling betalende derde) en betaalt de patiënt alleen remgeld.<br />
106<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Voor alle aspecten van het toekennen van rechten kunnen de patiënten beroep doen op administratieve<br />
ondersteuning, advies, hulp en begeleiding vanuit de ziekenfondsen.<br />
Daarnaast zorgen de ziekenfondsen voor de coördinatie van de zorg in geval van complexe zorgsituaties<br />
(regionale dienstencentra).<br />
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
Samenwerkingsinitiatieven in de eerstelijnsgezondheidszorg (SEL) en de Geïntegreerde Diensten<br />
voor Thuisverzorging (GDT)<br />
•<br />
•<br />
Partners: artsen, verpleegkundigen, kinesisten ... CAW van de Ziekenfondsen, OCMW’s en LDC, Diensten<br />
voor gezinszorg, dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf, diensten voor oppashulp, rusthuizen.<br />
Doel: samenwerking bevorderen en stimuleren, kwaliteit van de dienstverlening bewaken, overleg op<br />
patiëntniveau organiseren en coördineren, bevolking informeren.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
• Uitdagingen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Grenzen aan de zorg;<br />
Grenzen aan de samenwerking;<br />
Grenzen aan de middelen;<br />
Gebrek aan menselijk kapitaal;<br />
Ongelijkheid inzake de toegang tot de zorg;<br />
Mondigheid van de patiënt (patiëntenparticipatie);<br />
Milieu en gezondheid;<br />
Globalisering;<br />
Risicogedrag en beschavingsziekten.<br />
• Tendensen:<br />
•<br />
•<br />
Preventieve en proactieve werking;<br />
Outreachend werken.<br />
• Knelpunten:<br />
•<br />
•<br />
De juiste informatie op het juiste ogenblik aan de juiste persoon;<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen.<br />
107<br />
107<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector: <strong>Sociale</strong> dienst binnen een ziekenhuis<br />
Tom Baert, Diensthoofd <strong>Sociale</strong> Dienst AZ Nikolaas<br />
Missie en opdrachten<br />
•<br />
•<br />
Aangezien de opdracht van de sociale dienst niet officieel is omschreven, is de taakomschrijving/opdracht<br />
van de sociale dienst sterk verschillend van ziekenhuis tot ziekenhuis. Ik baseer mij dan ook op een<br />
ontwerptekst van een aantal diensthoofden in functie van een adviestekst voor de federale overheid<br />
(1/10/2007) en een adviestekst vanuit de werkgroep SD van Zorgnet <strong>Vlaanderen</strong> (<strong>2010</strong>).<br />
Opdrachten verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De psychosociale begeleiding voor de patiënten en hun omgeving;<br />
Het geven van concrete dienstverlening, materiële hulp en administratieve ondersteuning;<br />
Onderzoek en rapportage;<br />
Zorgcoördinatie;<br />
Signalering, belangenbehartiging en preventie.<br />
Opdrachten niet verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />
•<br />
•<br />
Deskundigheidsbevorderingvormen;<br />
Onderzoek & publicatie.<br />
Beknopte historiek<br />
Door het ontbreken van een wettelijk kader zijn de sociale diensten naar inhoud en vorm gegroeid afhankelijk<br />
van een aantal ziekenhuisinterne (organisatie, grootte, visie directie …) en ziekenhuisexterne factoren<br />
(geografische factoren, ontwikkeling van het netwerk …).<br />
Er werden reeds een aantal pogingen gedaan in functie van de ontwikkeling van een wettelijk kader en een<br />
duidelijke omschrijving van de opdracht en taak en met als doel tot een algemene normering en financiering<br />
te komen:<br />
• 1998: studiedag ‘<strong>Sociale</strong> dienst in het ziekenhuis’, georganiseerd in opdracht van het FOD Volksgezondheid,<br />
Veiligheid van de voedselketen en leefmilieu. Nationaal werd hierop nagedacht over de<br />
volgende thema’s:<br />
• Het statuut van de sociale dienst;<br />
• Interdisciplinariteit en samenwerking;<br />
• Ethische en deontologische aspecten;<br />
• Registratie van het sociaal werk in het ziekenhuis;<br />
(geen wettelijk gevolg).<br />
• 2001: Adviestekst van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen (NRVZ) met de oprichting<br />
van het ‘Sociaal observatorium’ als gevolg. Het doel was om parameters te bepalen die continu zouden<br />
moeten geregistreerd worden en op basis waarvan de bestaffing van de sociale dienst zou kunnen worden<br />
bepaald (geen wettelijk gevolg).<br />
<strong>2010</strong>:<br />
• Adviesnota werd opgemaakt met de werkgroep ‘<strong>Sociale</strong> dienst in het ziekenhuis’ van het FOD<br />
VVVL (wordt binnenkort besproken op het Kabinet).<br />
108<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
In de loop van <strong>2010</strong>: oprichting van de vereniging ‘Beroepsvereniging sociaal werkers ziekenhuizen met<br />
als doel:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het bevorderen van de erkeninning van het beroep van de sociaal werker in de ziekenhuizen;<br />
Belangenbehartiging;<br />
Bewaking van de kwaliteit van het beroep;<br />
Ontwikkelen van een deontologische code;<br />
Opvolgen van maatschappelijke ontwikkelingen;<br />
Organiseren van vormingsinitiatieven.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Universitaire Ziekenhuizen (privé/openbaar).<br />
Algemene Ziekenhuizen (privé/openbaar).<br />
Doelgroep(en)<br />
De sociale dienst richt zich in de eerste plaats tot patiënten en hun omgeving die omwille van hun hospitalisatie<br />
of ambulante behandeling noden ervaren die gerelateerd zijn aan het ziek zijn, het verblijf en de behandeling<br />
in het ziekenhuis en de eventuele veranderende toekomstperspectieven en levenssituatie.<br />
Werking<br />
Opdrachten verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Op psychosociaal niveau: De psychosociale begeleiding voor de patiënten en hun omgeving. Hierbij wordt<br />
rekening gehouden met de psychische, relationele, sociale en omgevingsgebonden moeilijkheden die<br />
inherent zijn aan de ziektetoestand en de behandeling in het ziekenhuis alsmede aan de vooruitzichten en<br />
de prognoses.<br />
Het geven van concrete dienstverlening, materiële hulp en administratieve ondersteuning: Het<br />
verschaffen van informatie over maatschappelijke en sociale voorzieningen. Samen met de patiënt en zijn<br />
omgeving de praktische, materiële, financiële, juridische en administratieve moeilijkheden aanpakken die<br />
zich voordoen naar aanleiding van een hospitalisatie of ambulante behandeling in het ziekenhuis.<br />
Onderzoek en rapportage: Activiteiten gericht op het verkennen van de psychosociale situatie van de<br />
patiënt in het kader van de integrale kwaliteitszorg zoals de sociale anamnese, opmaken en beheren van<br />
sociale dossiers, patiëntenoverleg in team, e.a.<br />
Zorgcoördinatie: In het kader van het opname- en ontslagbeleid is de coördinatie van de intra- en extramurale<br />
zorg voor de (risico)patiënten één van de specifieke taken van de sociale dienst binnen het<br />
ziekenhuis (methodiek van het ‘Ontslagmanagement’).<br />
Signalering, belangenbehartiging en preventie:<br />
Een<br />
• sensibiliseringsfunctie, waarbij de sociale dienst de beroepsbeoefenaars verbonden aan het<br />
ziekenhuis bewust maakt van de sociale problemen, gerelateerd aan een bepaalde medische toestand.<br />
109<br />
109<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
• Een signaalfunctie waarbij de sociale dienst het beleid (meso/macro niveau) informeert over<br />
tekortkomingen en/of disfuncties, die nadelige gevolgen hebben voor de hulpverlening aan patiënten<br />
en eventueel aanbevelingen formuleert.<br />
Opdrachten niet verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />
•<br />
•<br />
Deskundigheidsbevorderingvormen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Werkbegeleiding van de sociaal werker;<br />
Deelnemen aan bijscholingsactiviteiten en vormingscursussen;<br />
Participeren aan voorlichtingsactiviteiten gericht op een ruimer publiek;<br />
Organiseren van en participeren aan vormingsactiviteiten gericht op andere hulpverleners binnen<br />
en buiten het ziekenhuis;<br />
Creëren en aanbieden van stagemogelijkheden aan sociaal werkers in opleiding uit binnen- en<br />
buitenland.<br />
Onderzoek & publicatie:<br />
•<br />
•<br />
Opzetten van en deelname aan onderzoeksprojecten in functie van een voortdurende verbetering<br />
van de kwaliteit van de zorg voor patiënten en zijn omgeving;<br />
Publiceren van eigen visies, ervaringen en onderzoeksresultaten.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Intensieve samenwerking (formeel en informeel) met thuiszorgdiensten (thuisverpleging, gezins-<br />
en bejaardenhulp, mediotheek…), OCMW, CAW, residentiële voorzieningen (woon -en zorgcentra,<br />
revalidatiediensten, kortverblijf, dagopvang, hersteloord, …), politie, Comité Bijzondere Jeugdzorg, CKG … .<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
De ziekenhuisopname is door de technologische en farmacologische vooruitgang sterk gewijzigd. Het ziekenhuis<br />
wordt steeds minder afhankelijk van de klassieke hospitalisatie omdat meer ingrepen kunnen gebeuren<br />
via daghospitalisatie.<br />
Bovendien zorgt de beperking van de ligduur (ten gevolge van ziekenhuisfinanciering) in het ziekenhuis dat<br />
een aantal patiënten met een grotere zorgbehoevendheid naar huis of een thuisvervangend milieu ontslagen<br />
worden.<br />
Tevens wordt de toenemende vergrijzing niet evenredig gevolgd met het aantal extra rusthuisbedden<br />
waardoor de plaatsingsproblematiek alsmaar toeneemt.<br />
De maatschappelijke evoluties zoals het individualiseringsproces en de ontwrichting van het<br />
sociaal netwerk maakt dat de inzet en de vraag naar sociale dienstverlening groter en onmisbaar is in de<br />
ziekenhuissector zowel in de algemene als psychiatrische zorg.<br />
Deze evolutie maakt dat het inschakelen en coördineren van extramurale diensten in het verzorgingsproces<br />
belangrijk is. Steeds meer wordt samengewerkt met andere instellingen en diensten en integreert het ziekenhuis<br />
zich in verzorgingsnetwerken.<br />
In het algemeen, wordt de patiënt en zijn omgeving bij een overgang van een klassieke naar een eerder<br />
ambulante behandeling zwaarder belast. Er werden allerlei wettelijke voorzieningen uitgewerkt zoals: de<br />
zorgverzekering, zorgverlof, tijdskrediet, loopbaanonderbreking voor medische bijstand, … om het mogelijk te<br />
maken werk en mantelzorg te combineren.<br />
110<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Er is een duidelijke toename van probleemsituaties zoals personen zonder verzekering, personen<br />
zonder domicilie, vreemdelingen zonder wettig verblijf en/of verzekering, personen die in isolement leven,<br />
huishoudens met schulden, kansarmen … .<br />
Een bijkomende zorg voor de sociaal werker zijn de sociaal zwakkere groepen die met specifieke gezondheidsproblemen<br />
worden geconfronteerd.<br />
Dit alles maakt dat de functie en opdracht van het maatschappelijk werk in het ziekenhuis om een duidelijke<br />
erkenning en positionering vraagt van de <strong>Sociale</strong> Dienst.<br />
Tot op heden is hiervoor geen algemeen wettelijk kader en geen formele, adequate financiering voorhanden.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.hulporganisaties.be: contactgegevens allerlei hulporganisaties<br />
www.ontslagmangement.be: info i.v.m. project ‘Ontslagmanagement’<br />
www.orientatiepunt.be: info i.v.m. gezondheidszorg en vreemdelingen<br />
111<br />
111<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Revalidatiecentra<br />
Stefaan Singelée, Revalidatiecentrum Ter Kouter<br />
Missie en opdrachten<br />
De centra voor ambulante revalidatie situeren zich op de tweede lijn van de gezondheidszorg en staan in voor<br />
de multidisciplinaire diagnostiek en behandeling van: ontwikkelingsstoornissen, gehoorstoornissen en hersenletsels<br />
(aangeboren en niet aangeboren).<br />
Met de revalidatie beogen we een adequater persoonlijk en sociaal functioneren van de persoon in het<br />
gezin, de school, het werk en andere maatschappelijke situaties en een betere afstemming van deze<br />
omgeving op de specifieke noden van de persoon.<br />
De revalidatiecentra willen dit realiseren door samenwerking met het netwerk van andere<br />
zorgvoorzieningen en onderwijs.<br />
Beknopte historiek<br />
De revalidatiecentra zijn federaal georganiseerd en zijn ontstaan eind de jaren zestig. Ze werden gesubsidieerd<br />
door het toenmalig Rijksfonds voor <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Mindervaliden. Begin de jaren 90 werd<br />
de sector overgeheveld naar het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV).<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
De centra worden gesubsidieerd door het RIZIV voor wat betreft de vergoeding van de onderzoeken en de<br />
behandelingen. Er zijn in België 81 revalidatiecentra die een conventie hebben ondertekend. Op 1 januari<br />
<strong>2010</strong> onderhandelden de centra een geactualiseerde conventie. Voor meer informatie betreffende deze overeenkomst<br />
kan men terecht op www.riziv.be.<br />
Voor wat betreft de gebouwen en uitrustingsmateriaal worden de revalidatiecentra gesubsidieerd door het<br />
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Er worden in België 10.000 revalidanten behandeld in de revalidatiecentra door 2000 personeelsleden. Deze<br />
hebben uiteenlopende specialisaties: geneesheren-specialisten, ((neuro-) pediater, (kinder-), (neuro-) psychiater,<br />
N.K.O.-arts, fysiotherapeut) kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, psychologen, (ortho-)<br />
pedagogen, psychologisch assistenten, sociaal verpleegkundigen en maatschappelijk werkers.<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> telt 20 centra waarvan 18 zijn aangesloten bij de Federatie.<br />
Doelgroep(en)<br />
Niet aangeboren hersenletsel, mentale handicap, autismespectrumstoornissen, complexe<br />
ontwikkelingsstoornissen (gerelateerd aan leer-, taal- of motorische problemen), ADHD, stotteren, gehoorstoornissen,<br />
gedragstoornissen en hersenverlamming.<br />
112<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Werking<br />
De kernopdracht situeert zich op het vlak van multidisciplinaire diagnostiek en behandeling. Ieder onderzoek<br />
begint met een eerste verkennend gesprek met een psychosociaal medewerker om zicht te krijgen op het<br />
aangemelde probleem.<br />
Dan volgen verschillende onderzoeken die, afhankelijk van de gestelde problematiek, worden uitgevoerd<br />
door een psycholoog (of orthopedagoog) en paramedici (zoals kinesitherapeuten, logopedist, ergotherapeut<br />
en/of audioloog). Tevens is aan elk onderzoek een consultatie bij de geneesheer-specialist van het centrum<br />
verbonden.<br />
De resultaten worden tijdens het adviesgesprek besproken met de ouders (of de volwassen revalidant en de<br />
partner) en gerapporteerd aan de verwijzer. Afhankelijk van de aard en de complexiteit van de problematiek<br />
wordt een multidisciplinair revalidatieprogramma geadviseerd of wordt verwezen naar een andere aangepaste<br />
vorm van hulpverlening.<br />
Voor iedere revalidant wordt een geïndividualiseerd revalidatieprogramma opgesteld. De behandeling bestaat<br />
uit zeer regelmatige gespecialiseerde psychosociale, paramedische en medische tussenkomsten door een<br />
team van verschillende therapeuten onder toezicht van een revalidatiearts. De tussenkomsten beperken zich<br />
meestal tot twee à drie sessies van één tot twee uur per week.<br />
Naargelang de therapeutische doelstellingen gebeurt de behandeling individueel of in groepsverband. Tevens<br />
wordt het gezinssysteem of eventueel andere belangrijke maatschappelijke contexten in de revalidatie<br />
betrokken.<br />
Een behandeling wordt afgerond in onderling overleg met alle betrokkenen of na het verlopen van de maximaal<br />
toegestane behandelingsduur.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Onderzoek en eventueel behandeling in een revalidatiecentrum is mogelijk na doorverwijzing door een arts.<br />
De beschikbare gegevens afkomstig van de verwijzende diensten (artsen, centra voor leerlingenbegeleiding<br />
- CLB, centra voor ontwikkelingsstoornissen - COS, centra voor geestelijke gezondheidszorg) worden aangevuld<br />
met de bevindingen uit het eigen onderzoek. Een onderzoeksverslag wordt bezorgd aan de verwijzende<br />
instantie. Tijdens de revalidatie wordt er systematisch samengewerkt met de andere betrokken instanties<br />
(thuisbegeleidingsdienst, kinderdagverblijf, school, CLB, CGG, artsen ...).<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Het grootste knelpunt binnen de centra situeert zich op het vlak van de wachtlijsten. Deze kunnen in<br />
bepaalde regio’s in België zeer groot zijn doordat er onvoldoende capaciteit voorhanden is. Anderzijds hebben<br />
de centra van het RIZIV de opdracht gekregen om zich meer tot medische doelgroepen te richten (autismespectrumstoornissen,<br />
ADHD, gehoorstoornissen, niet aangeboren hersenletsels, …). Hiertoe moeten ze<br />
kinderen met complexe leerstoornissen taal- of motorische stoornissen op termijn afbouwen tot maximum<br />
30% van hun populatie.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.revalidatie.be<br />
www.riziv.be<br />
113<br />
113<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
6. Geestelijke Gezondheidszorg<br />
114<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Geestelijke Gezondheidszorg<br />
Kurt Lievens, PopovGGZ<br />
Koen Lefevre, Psychiatrisch Centrum Sint-Jan<br />
Missie en opdrachten<br />
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) biedt behandeling en begeleiding aan mensen met psychische<br />
problemen en stoornissen, met het oog op het behoud of het herstel van het psychisch evenwicht of het<br />
draaglijk maken van chronische psychische problemen voor patiënten en hun leefomgeving.<br />
Beknopte historiek<br />
Algemeen is er een evolutie in de benadering van psychiatrische patiënten van gevaarlijk/te mijden (bewaken<br />
in gestichten en isoleren van de maatschappij) naar behandelen (o.a. medicamenteus en gesprekstherapie)<br />
en begeleiden, steeds meer geïntegreerd in de maatschappij.<br />
Enkele data:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
1850: Krankzinnigenwet (juridisch statuut voor de geesteszieke, maar de instellingen blijven onder<br />
toezicht van het Ministerie van Justitie);<br />
1948: Toezicht overgedragen naar het ministerie van Volksgezondheid;<br />
1963: Hervorming RIZIV, met financiële tussenkomst voor behandeling en verblijf;<br />
1963: Wet op de ziekenhuizen (erkenning);<br />
1975: Erkenning centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG - voorheen dispensaria voor geestelijke<br />
hygiëne);<br />
1990-1991: Wet ter bescherming van de persoon van de geesteszieke (i.p.v. collocatie) en de wet op de<br />
bescherming van de goederen; ontstaan van psychiatrische verzorgingstehuizen en beschut wonen (op<br />
basis van reconversie van bedden in psychiatrische ziekenhuizen), alsook van de overlegplatforms GGZ;<br />
2000: Decreet Geestelijke Gezondheidszorg, met o.m. een verplichte fusie voor de CGG (21 centra);<br />
2002: Wet op de rechten van de patiënt.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
Verschillende ministeries en departementen:<br />
• Federale overheid (Volksgezondheid): Staat in voor programmatie, regelgeving en financiering<br />
van psychiatrische ziekenhuizen (PZ), psychiatrische afdelingen in een algemeen ziekenhuis (PAAZ),<br />
psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en beschut wonen (BW).<br />
• Vlaamse overheid (Welzijn en Gezondheid): Staat in voor inspectie en erkenning van PZ, PAAZ, PVT<br />
en BW, en heeft de volledige bevoegdheid over de CGG.<br />
Beide overheden financieren ook heel wat piloot- en andere projecten.<br />
Andere belangrijke actoren binnen de GGZ:<br />
•<br />
•<br />
Het RIZIV;<br />
De koepelverenigingen:<br />
•<br />
•<br />
Zorgnet <strong>Vlaanderen</strong>;<br />
Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg (FDGG);<br />
115<br />
115<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Federatie Beschut Wonen (FBW);<br />
Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen (VOV).<br />
De ziekenfondsen;<br />
De Overlegplatforms GGZ (in <strong>Vlaanderen</strong> één per provincie);<br />
De Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid (VVGG).<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
• Een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) is een ambulante tweedelijnsvoorziening waar<br />
een multidisciplinair team de cliënten begeleidt en/of behandelt. Het betreft zowel kinderen en jongeren,<br />
volwassenen als ouderen die worden geconfronteerd met psychosociale en psychische problemen.<br />
Zij komen op verwijzing of op eigen initiatief bij een CGG terecht.<br />
• Psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) nemen mensen meestal voor korte<br />
tijd op, vaak in een crisistoestand. De focus in deze meestal kleine afdelingen (30 bedden) ligt op kortdurende<br />
interventies (urgentie- en crisispsychiatrie) en op liaisonpsychiatrie (psychologisch/psychiatrische<br />
benadering van bepaalde patiënten op andere afdelingen in het AZ).<br />
• De psychiatrische ziekenhuizen (PZ) bieden specialistische diagnosestelling en behandeling voor<br />
mensen met psychiatrische stoornissen, en dit meestal multidisciplinair. De duur (van kort tot jarenlang)<br />
en de doelstellingen van de behandeling zijn afgestemd op de individuele mogelijkheden en behoeften<br />
van de patiënt.<br />
Naast volledige opname is meestal ook partiële hospitalisatie mogelijk (dag of nacht).<br />
Het PZ is er voor kinderen en jongeren, volwassenen en ouderen, maar niet elk ziekenhuis heeft een<br />
gespecialiseerd zorgaanbod voor al deze leeftijdsgroepen.<br />
• Beschut wonen (BW) is een woonvorm voor mensen met psychiatrische problemen die geen ziekenhuisbehandeling<br />
meer nodig hebben. Zij wonen individueel of in kleine groepjes. Regelmatig komt een<br />
begeleider langs, en vaak zijn er ook aangepaste dagactiviteiten.<br />
• Een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) is eerder een woon- dan een behandelingsvorm, en<br />
is er voor bewoners met een langdurige gestabiliseerde psychiatrische stoornis. Zij behoeven geen<br />
ziekenhuisopname meer, maar kunnen bv. niet naar huis of naar beschut wonen.<br />
• Sinds een aantal jaar worden ook bepaalde voorzieningen met een RIZIV-conventie tot de GGZ<br />
gerekend. Deze categorie bestaat uit verschillende soorten organisaties, zoals voorzieningen voor<br />
drughulpverlening (dagcentra, crisisinterventiecentra, MSOC, therapeutische gemeenschappen, ..., zie ook<br />
rubriek ‘middelenmisbruik’), centra voor ambulante revalidatie (van minderjarigen of van volwassenen),<br />
... .<br />
Naast bovenstaande officieel erkende voorzieningensoorten zijn er ook nog een aantal recent gegroeide<br />
werkvormen:<br />
• Psychiatrische zorg in de thuissituatie (PZT) wil mensen met een psychiatrische problematiek de<br />
mogelijkheid bieden in hun natuurlijke omgeving te leven en zo een (her)opname in het ziekenhuis te<br />
voorkomen, te verkorten of beter voor te bereiden.<br />
• Dagactiviteitencentra en centra voor arbeidszorg richten zich tot mensen met psychische of<br />
psychiatrische problemen die hierdoor (nog) niet kunnen werken, maar baat hebben bij een zinvolle<br />
dagbesteding of voorbereiding op (herintrede op) de arbeidsmarkt.<br />
In<br />
• ontmoetingshuizen kunnen (ex-)psychiatrische patiënten terecht voor vrijblijvende ontmoeting en<br />
tijdsinvulling.<br />
116<br />
www.socialeplattegrondovl.be
• Naast al dit zorgaanbod zijn er uiteraard ook heel wat vrij gevestigde psychiaters, psychologen en<br />
psychotherapeuten.<br />
Doelgroep(en)<br />
Mensen met psychiatrische stoornissen en psychische problemen, zoals depressie, eetstoornissen,<br />
relatieproblemen, stress, seksuele moeilijkheden, angsten en fobieën, dwangstoornissen burn-out, verslaving,<br />
slapeloosheid, psychosomatische symp tomen, persoonlijkheidsstoornissen, psychotische aandoeningen, ... .<br />
Bij kinderen kan het bv. ook gaan om gedragsmoeilijkheden, opvoedingsproblemen, bedwateren, angsten,<br />
stotteren, puberteitsproblemen, schoolproblemen, … .<br />
De verschillende aandoeningen worden meestal ingedeeld a.d.h.v. de DSM (Diagnostic and Statistical Manual<br />
of Mental Disorders).<br />
Werking<br />
De GGZ in door de overheid gesubsidieerde voorzieningen in <strong>Vlaanderen</strong> kenmerkt zich doorgaans door<br />
een multidisciplinaire werking: onder verantwoordelijkheid en supervisie van een psychiater bestaan teams<br />
meestal uit psychologen, maatschappelijk werkers, (psychiatrisch) verpleegkundigen en/of ergo- en andere<br />
therapeuten.<br />
Meestal wordt daarbij vanuit een bio-psychosociaal model gewerkt: psychi(atri)sche problemen en<br />
aandoeningen worden beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren.<br />
Na een intakefase, eventueel verfijnd aan de hand van psychodiagnostisch onderzoek, krijgen cliënten de<br />
passende zorg: licht, kortdurend en/of eenmalig waar mogelijk, intensief en/of langdurig indien nodig. Het<br />
handhaven of de reïntegratie in de maatschappij is daarbij steeds het streefdoel.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Er is een onmiskenbare tendens naar meer samenwerking, ook onder druk van de overheid, die aanstuurt op<br />
de vorming van zorgcircuits en netwerken. Die zouden meer zorg op maat en continuïteit van zorg moeten<br />
bieden.<br />
De Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg (in <strong>Vlaanderen</strong> één per provincie) hebben de<br />
expliciete opdracht om samenwerking in de geestelijke gezondheidszorg te bevorderen.<br />
Aansluitend bij de steeds verder gaande vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg wordt<br />
daarbij ook steeds meer afstemming gezocht met belendende sectoren, zoals thuiszorg, justitie, algemeen<br />
welzijnswerk, … .<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
Knelpunten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de Gemeenschappen;<br />
Blijvende stigmatisering van psychiatrische patiënten;<br />
Vaak gefragmenteerde zorg;<br />
Vaak lange wachtlijsten voor ambulante zorg (CGG).<br />
117<br />
117<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Tendensen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Van intramurale zorg naar ambulante zorg;<br />
Vermaatschappelijking van de zorg;<br />
Van medisch model naar bio-psychosociaal;<br />
Specialisatie en differentiatie in de behandeling;<br />
Steeds meer nadruk op ‘zorg op maat’ en ‘continuïteit’ van zorg;<br />
Beleid stuurt aan op meer samenwerking, te concretiseren in zorgcircuits en netwerken;<br />
Groeiende (maar vaak nog erg beperkte) participatie van patiënten- en familieverenigingen.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.overlegplatformsggz.be<br />
www.theseas.be<br />
www.spiller.be<br />
www.ombudsfunctieggz.be<br />
www.vvgg.be<br />
www.geestelijke-gezondheid.be<br />
118<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Middelenafhankelijkheid<br />
Marc Tack, CGG Eclips<br />
Missie en opdrachten<br />
De bejegening van afhankelijkheidsproblematiek is veelzijdig: Preventie, vroegtijdige interventies, reguliere<br />
hulp, zowel ambulant als residentieel, kortdurende en langdurende zorg, nazorg… . ‘De’ verslavingssector<br />
kent minstens een Vlaams (preventie en ambulante ggz) en een federaal luik (gezondheidszorg) met<br />
toenemende bruggen (afspraken en liaisonfiguren) naar justitie.<br />
De sector is dus op zich reeds zeer complex,maar bovendien kunnen veel maatschappelijke sectoren en<br />
niet-categoriale diensten een fundamentele rol spelen: het onderwijs, personeelsdiensten in bedrijven<br />
enz. spelen een belangrijke detecterende en toeleidende rol, organisaties en diensten in de welzijns- en<br />
gezondheidssector en de geestelijke gezondheidszorg zijn belangrijk binnen het aspect zorg voor personen<br />
met middelenafhankelijkheid.<br />
Beknopte historiek<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Eerste periode na oorlog: lage gebruikcijfers<br />
In de jaren ’50 en ’60 werden problematische alcohol- en pillenverslaafden (barbituraten) ‘verpleegd’ in<br />
PAAZ.<br />
Begin jaren zeventig: opkomst eerste illegaal gebruik.<br />
Halverwege de jaren ’70 (problematisch gebruik cannabis en heroïne) kwam de ‘alternatieve’ hulpverlening<br />
voor druggebruikers tot stand. Voor jongeren in welzijnssector ( met name het JAC), voor<br />
verslaafde heroïnegebruiker TG (gestructureerde gemeenschap type “Emiliehoeve”).<br />
In de jaren ’80 differentieerden de bestaande centra hun aanbod. In deze periode ontstonden ook<br />
vindplaatsgerichte straathoekwerk, de halfweghuizen en de kortdurende programma’s.<br />
Het begin van de jaren ’90 kenmerkt zich door opkomst vaan harm-reduction-strategieën (methadon als<br />
substitutiemiddel)<br />
Vanuit recreatief druggebruik(XTC in het uitgaansmilieu,cannabis) komt de ambulante praktijk weer op de<br />
voorgrond en ontstaan initiatieven ‘vroeghulp’.<br />
Meest recent zijn enerzijds verdere de diversifiëring omtrent specifieke producten (cocaïne) en gedrag<br />
(gokken/internet) aan de orde en toenemende druk tot evaluatie en evidentie voor de gebruikte<br />
methodes.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Nagenoeg elk beleidsniveau draagt via eigen bevoegdheden bij tot het geheel van de bejegening van<br />
middelenafhankelijkheid.<br />
Federaal wordt de beschikbaarheid van middelen ( al/niet verbod, productie, distributie- en verkoopsvoo<br />
rwaarden,reclamewetgeving), de politionele opsporing (illegale drugs, maar ook bijv. verkeerstoezicht legale<br />
middelen) en de justitiële vervolging en strafuitvoering geregeld.<br />
Daarnaast wordt binnen de reguliere gezondheidszorg (AZ,PAAZ en Psy ziekenhuis) lichamelijke zorg en residentiele<br />
ontwenning- en behandeling voorzien. In aanvulling kregen diverse specifieke zorgmodules<br />
(TG,MSOC,dagcentra,…) een rechtstreekse conventie met het RIZIV. Ook in de zorgcoördinatie worden per<br />
provincie middelen geïnvesteerd. Ook werd een interministeriële Cel Drugbeleid opgericht met vertegenwoordigers<br />
van alle bevoegde diensten van de Federale Regering en van de gewesten.<br />
119<br />
119<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
•<br />
<strong>Vlaanderen</strong>: Via Welzijn (caw’s) met diverse opvangvormen en de Geestelijke gezondheidszorg (cgg’s)<br />
met ambulante multidisciplinaire begeleiding worden diverse zorgvormen voorzien.<br />
De Vlaamse overheid is bovendien bevoegd voor preventie. Via regionale preventiewerkers verbonden aan<br />
diverse cgg wordt naar deskundigheidsbevordering van intermediairen gewerkt. Verder geeft <strong>Vlaanderen</strong><br />
een inhoudelijke coördinatieopdracht aan de VAD (Vereniging voor Alcohol - en andere Drugproblemen<br />
–vad.be), de overkoepelende organisatie van alle instellingen die zich in <strong>Vlaanderen</strong> met studie, preventie<br />
en hulpverlening inzake alcohol - en andere drugproblemen bezighouden.<br />
Provincie: De provinciale platforms zijn bevoegd voor de afstemming van een kwaliteitsvol preventie- en<br />
zorgbeleid.<br />
Daarnaast investeren provincie in de ondersteuning/afstemming van lokale initiatieven en<br />
vernieuwingsinitiatieven.<br />
Lokaal: Op lokaal vlak zijn (soms intergemeentelijke) preventiewerkers actief. Ze zorgen ook voor eerste<br />
contacten met specifieke afhankelijkheidszorg en vroegtijdige interventies.<br />
Via lokale drugpreventieplatforms pogen ze alle partners (politie, onderwijs, artsen, ocmw, jeugdwerk,…)<br />
op elkaar af te stemmen.<br />
Ook in het lokaal sociaal beleid en de werking van ocmw’s worden , afhankelijk van de noden, specifieke<br />
initiatieven voorzien.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Er zijn diverse ontwikkelingslijnen terug te vinden:<br />
•<br />
•<br />
Preventie : agendasetting, sensibilisering, vorming omtrent middelen en afhankelijkheid en reactiewijzen<br />
in omgaan ermee: detectie, motiverende vaardigheden en beleidsvoering in diensten en instellingen, … .<br />
Detectie en vroeghulp : in diverse sectoren (arbeid, onderwijs, instellingen, huisartspraktijk) leidt<br />
signaalkennis en een alerte systematische korte reactie op de eerste signalen van misbuik tot het<br />
aanbrengen van probleembesef, het verhogen van motivatie en eerste stappen tot gedragsverandering.<br />
In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er met betrekking tot bovenstaande strategieën twee werkvormen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Diverse intergemeentelijke samenwerkigsverbanden gecoördineerd door een Steunpunt Lokaal Overleg en<br />
Vroeginterventie<br />
PISAD in zuidelijk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (zie samenwerking)<br />
Zelfhulp : buiten het professionele hulpverleningscircuit bieden lotgenoten in zelfhulpgroepen (bijv.<br />
Anonieme Alcoholisten/SOS Nuchterheid, Werkgroep tegen Gokverslaving,…) elkaar ondersteuning. Er is<br />
ook lotgenotencontact voor partners of voor kinderen van…).<br />
Pro actief op zoek gaan naar de druggebruiker (straathoekwerk). Straathoekwerk is als werkvorm gestart<br />
midden de jaren 1980 en richt zich naast andere doelgroepen ook specifiek op druggebruikers. De<br />
straathoekwerker gaat zelf actief op zoek naar de ‘gasten’ en poogt in contact te komen. Dit is de meest<br />
laagdrempelige en cliëntgeoriënteerde vorm van hulpverlenende bejegening. De hoofddoelstelling van het<br />
straathoekwerk is het verminderen van de kwetsbaarheid van de doelgroep.<br />
Drughulpverlening toegankelijker maken en acute zorg<br />
•<br />
De Dagcentra zijn laagdrempelige voorzieningen die zich richten op een zeer brede doelgroep<br />
van mensen met een drugprobleem (experimenteel gebruik tot afhankelijkheid) en tot hun naaste<br />
omgeving.<br />
De ondersteuning kan individueel of in groep gebeuren en situeert zich vooral op psychosociaal,<br />
administratief en juridisch vlak.<br />
120<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De Crisis Interventie Centra zijn hulpverleningscentra die zich bezighouden met crisisopvang, fysieke<br />
ontwenning en motivatie voor verdere abstinentie. Zij zorgen voor een verdere oriëntatie naar het<br />
meest geschikte vervolgprogramma. Ze hebben meestal illegale druggebruikers als doelgroep.<br />
De Medisch <strong>Sociale</strong> Opvangcentra werden door de Federale Overheid op initiatief van een aantal grote<br />
steden opgericht. Hier combineert men het werken aan onveiligheidsgevoelens bij de burgers met het<br />
werken aan gezondheidszorg.<br />
De bedoeling is afhankelijke, mogelijk gemarginaliseerde druggebruikers te bereiken. De methodiek is<br />
er zeer cliëntgericht en substitutietherapie (methadone ter vervanging van heroïne) is er mogelijk.<br />
Psychiatrische spoed (bijv. UPSIE Gent) en sommige residentiële partners bieden op een aantal<br />
plaatsen urgentiebedden specifiek voor middelenproblematiek<br />
Veranderingsgerichte zorg (acute zorg, ambulante werking, zorg gericht op abstinentie<br />
(ziekenhuisopnames en therapeutische gemeenschappen)<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Diverse cgg hebben een categoriale veranderingsgerichte werking omtrent afhankelijkheid ontwikkeld,<br />
ingebed in het breder kader van geestelijke gezondheidszorg. Veelal is een ondersteunend netwerk<br />
nodig om deze zorgvorm mogelijk te maken.<br />
Kortdurende residentiële zorg en motivering wordt geboden door de PAAZ,veelal beperkt tot volgende<br />
zorgfuncties: detoxificatie, observatie, diagnosestelling en motiveren en doorverwijzen.<br />
Diverse residentiële ziekenhuissettings voorzien in gefaseerde categoriale hulpverlening (detoxificatie,<br />
oriëntatie en motivatie, behandeling, hervalpreventie en resocialisatie) met een lang tot middellang<br />
verblijf.<br />
De Therapeutische Gemeenschappen zijn voorzieningen die meer pedagogisch herstructurerend en<br />
groepsdynamisch georiënteerd zijn en zich vooral tot illegale druggebruikers richten en vertrekken<br />
vanuit de doelstelling om druggebruikers na ontwenning drugvrij te reïntegreren in de maatschappij.<br />
Het programma is steevast langdurig.<br />
Hervalpreventie en integratie van de cliënt in de samenleving (halfweghuizen, begeleid/beschut wonen,<br />
initiatieven tewerkstelling en bijscholing)<br />
Vele residentiële programma’s hebben nazorg uitgebouwd, ter vrijwaring van de bekomen verandering.<br />
Daarnaast biedt men ondersteuning bij het herstructureren van de vrije tijd en de (her)ontwikkeling van<br />
de eventuele beroepsloopbaan. Hier en daar ontstaan vanuit reconversie: afbouw van psychiatrische<br />
bedden woonprojecten specifiek voor cliënten met verslavingsproblemen bedoeld tot verder integreren in<br />
de maatschappij met minimale begeleiding<br />
Doelgroep(en)<br />
‘In den beginne’ waren er vaak ernstige mannelijke alcoholisten (met meer dan vandaag diliriumbeelden<br />
en korsakovpathologie) en ‘pillenmisbruiksters’. Sinds jaren zeventig meldt een steeds diversere doelgroep<br />
zich aan: ook illegale drugs ( zwaar verslavende eigenschap van heroïne; toename van cannabisgebruik;<br />
agressieproblematiek bij amfetamines) werden een aanmeldingsvraag, met daarin, naast nieuwe middelen<br />
(XTC,cocaïne) vooral steeds meer cliënten met poly-druggebruik (deels door de beschikbaarheid gestuurde<br />
mix van diverse illegale middelen, medicatie en alcohol) .<br />
Niet enkel verslaving, maar ook storend gebruik (buurtoverlast…) of gebruik door jongeren (onderwijs,<br />
jeugdwerk,bijzondere jeugdzorg…) worden verwezen naar vroeghulp, steevast met de nodige druk. Let op,<br />
ook diverse jongeren geven hier al blijk van een ernstige cannabisafhankelijkheid. Er wordt dan ook, naast<br />
ambulante vroeghulp, residentiële jongerenhulpverlening voorzien, bijv. Gent en Eeklo<br />
121<br />
121<br />
www.desocialekaart.be
Naast afhankelijkheid aan middelen opent zich, voorlopig projectmatig, de vraag naar zorgaanbod voor<br />
gedragsafhankelijkheid (gokken en gamen-internet).<br />
Naast de gebruiker/verslaafde zelf bieden diverse zorgaanbieders ook modules aan die zich richten naar de<br />
partner, de ouders van of de kinderen van, en dit, niet enkel in het kader van lopende behandeling, maar ook<br />
met het oog op welbevinden van die omgevingspersonen zelf.<br />
Werking<br />
Afhankelijk van de setting worden onderstaande componenten meer-of minder in het zorgaanbod verweven.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Screening en diagnostiek:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Aangeven van de behandelrichting;<br />
Intakegesprek: klachten – hulpvraag;<br />
Diagnostisch onderzoek in functie van gericht te behandelen<br />
Anamnese van vroeger en huidig gebruik;<br />
Somatisch en psychiatrisch onderzoek, screening van bloed, urine;<br />
Familiale & sociale anamnese, vroegere opnames & behandelingen.<br />
Farmacotherapie:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Behandeling acute intoxicaties;<br />
Bewerkstelligen totale abstinentie (detox);<br />
Stabiliseren gebruik (substitutie);<br />
Voorkomen terugval;<br />
Behandelen psychiatrische comorbiditeit;<br />
Psychosociale behandelmodellen via verbale therapie (psychotherapie, groepsgesprekken, individuele<br />
gesprekken, ….):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Motiverende strategieën (vertaling van klacht naar gedragen hulpvraag);<br />
Cognitief-gedragstherapeutische strategieën;<br />
Contextgericht en systeemtheoretisch werken;<br />
Milieutherapeutisch werken;<br />
Betrekken van familie & kinderen;<br />
Non-verbale therapie (ergo, crea, muziek, beweging, relaxatie, …);<br />
<strong>Sociale</strong> en juridische ondersteuning;<br />
Aanleren van vaardigheden (algemeen sociale, communicatieve, assertiviteits- en tijdsplanningsvaardigheden)<br />
Nazorg en maatschappelijke integratie:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Contactbehoud;<br />
Hervalpreventie;<br />
Farmacotherapie;<br />
Tewerkstellling;<br />
122<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Afstemming en samenwerking<br />
Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg PopovGGZ (Drongen)<br />
Project zorgcoördinatie (FOD Volksgezondheid) + middelen provincie (vooral voor case management<br />
en cliëntenoverleg): Gericht op netwerk met als doel de organisatie van een zorgcircuit<br />
middelenmisbruik (illegale drugs):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Cliëntenoverleg drugs regio groot-Gent;<br />
Project case management (in opdracht van provinciebestuur, ondersteund door UGent);<br />
Inventarisatie zorgaanbod;<br />
Zorgtraject spoed-en crisisopvang van drugverslaafden–groot Gent;<br />
Zorgtraject dubbele diagnose (aansluitend bij project DD FOD VG);<br />
Proefzorg;<br />
Drugbehandelingskamer;<br />
Streven naar betere regionale spreiding.<br />
Voorzieningen betrokken bij het Netwerk Zorgciruit middelenmisbruik:<br />
CAW Artevelde (Gent), CGG Eclips-CAT (Gent), CGG Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, CGG Waas en<br />
Dender, De Kiem (Gavere - Ronse), De Sleutel (Gent), Kliniek De Pelgrim (<strong>Oost</strong>erzele), MSOC<br />
(Gent), PC Sint-Jan-Baptist (Zelzate), PC Sleidinge, PZ Sint-Camillus (Sint-Denijs-Westrem) ,PZ<br />
Sint-Jan (Eeklo),UPSIE (Gent), De Eenmaking-El Wahda- Birlesim (gericht op minderheden)<br />
Therapeutische projecten: Door het RIZIV gefinancierde experimenten1 die overleg rond<br />
een patiënt (met langdurige en complexe problematiek) binnen een bepaalde patiëntengroep<br />
organiseren en/of coördineren – het betreft steeds een samenwerking tussen 1e, 2e en 3e lijnsgezondheidszorg.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Multizorgbenadering en – behandeling van alcoholmisbruik en- verslaving bij vrouwen;<br />
Alcoholteam – aanmelding en inschakeling in een zorgtraject voor volwassenen met een<br />
alcoholproblematiek;<br />
Integraal Jongeren Drugoverleg vanuit de regio Gent-Eeklo: maandelijks cliëntoverleg –<br />
voor jongeren met zich ernstig ontwikkelend middelenmisbruik met voorziene nood aan<br />
complexe begeleiding van de gerelateerde psychische- en gedragsproblematiek;<br />
Problematisch middelenmisbruik jonge gebruikers Dendermonde: zorgtraject uitstippelen<br />
voor jongeren met ernstig ontwikkelend middelenmisbruik en bijkomende GGZ-problemen,<br />
waar een gecoördineerde netwerkaanpak zich opdringt.<br />
PARDOV–Provinciale Adviesraad Drugbeleid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Bijdragen tot verdere uitbouw<br />
van een provinciaal drugbeleid dat tegelijk specifiek is voor het provinciale beleidsniveau én<br />
rekening houdt met het beleid van andere overheidsniveaus. Bedoeling is tot een duurzaam en<br />
integraal drugbeleid te komen op lan ge termijn dat oog heeft voor het continuüm preventie<br />
over verslavingszorg tot handhaving.<br />
Samenstelling: deskundigen uit preventie, vroeginterventie-vroeghulp, verslavingszorg en<br />
handhaving (politie en justitie)<br />
PISAD-Provinciaal intergemeentelijk samenwerkingsverband voor drugsbegeleiding Zuid-<strong>Oost</strong><br />
<strong>Vlaanderen</strong> : Provinciaal bedrijf, vooral bezig met preventie en vroeginterventie met antennes<br />
in Brakel, Denderleeuw, Gavere, Geraardsbergen, Haaltert, Liedekerke, Ninove, Oudenaarde,<br />
Ronse en Zottegem<br />
123<br />
123<br />
www.desocialekaart.be
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Verbeterde Samenwerking Justitie-HV (bijv. vanuit manco’s van klassieke probatie):<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Project proefzorg arrondissement Gent = alternatieve afhandelingsmodaliteit waarbij middelengebruikers<br />
met enkelvoudige misdrijven reeds op het niveau van het parket kunnen doorgestuurd<br />
worden naar de hulpverlening;<br />
Drugbehandelingskamer Correctionele rechtbank;<br />
Nauwe samenwerking tussen gerecht, parket, balie, hulpverlening en justitiehuis om op het niveau<br />
van de rechtbank een snelle doorverwijzing van de drugsgebruikende beklaagde naar de hulpverlening<br />
te realiseren door het uitstellen van het vonnis onder voorwaarde van een behandeltraject.<br />
Evidence based werken:<br />
•<br />
•<br />
Expliciet en oordeelkundig gebruik maken van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te<br />
nemen voor individuele patiënten<br />
Cave: vast protocollen moeilijk voor nog weinig gemotiveerde cliënten<br />
Nieuwe doelgroepen: Internet, cocaïnegebruik : nieuw behandelparadigma vereist?<br />
Tekort gespreidde ambulante zorg en vroeghulp<br />
On-line-hulpverlening<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.vad.be<br />
124<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en Drugbeleid<br />
Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> heeft de afgelopen 14 jaar veel geïnvesteerd in de promotie van samenwerking en<br />
kwaliteit binnen de sectoren drugpreventie en drughulpverlening.<br />
Op het gebied van drugpreventie heeft het provinciebestuur een traditie van het ondersteunen van lokale<br />
besturen, zowel inhoudelijk als financieel. Drugpreventie moet immers lokaal en structureel gebeuren via een<br />
lokaal intersectoraal overleg rond de uitwisseling van informatie, ervaringen en methodieken.<br />
Op dit momenten ondersteunt het provinciebestuur 70 % van de <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeenten financieel én<br />
inhoudelijk in hun uitbouw van een lokaal drugpreventiebeleid.<br />
Die ondersteuning gebeurt op twee manieren:<br />
•<br />
•<br />
In Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> via het gewoon provinciebedrijf PISAD, waarvan 19 Zuid-<strong>Oost</strong>-Vlaamse<br />
gemeenten lid zijn;<br />
Via het provinciaal subsidiereglement op de intergemeentelijke drugpreventie, waardoor dit jaar 26<br />
gemeenten - in zeven intergemeentelijke samenwerkingsverbanden - financieel ondersteund worden.<br />
Voor de inhoudelijke ondersteuning werkt het provinciebestuur al jaren samen met het CAT Preventiehuis<br />
(een deelwerking van CGG Eclips). Het Provinciaal Steunpunt Lokaal Overleg en Vroeginterventie heeft een<br />
algemene provinciale opdracht in het inhoudelijk ondersteunen van lokale besturen bij het ontwikkelen van<br />
een lokaal drugbeleid. Op vraag van een gemeente wordt gekeken op welke manier een drugpreventiebeleid<br />
kan uitgewerkt worden. Het lokaal drugoverleg wordt ter plaatse opgevolgd.<br />
De coördinatie binnen de sector van de drughulpverlening is op de eerste plaats een zoektocht naar geschikte<br />
instrumenten en methodieken om de samenwerking binnen de sector daadwerkelijk tot stand te brengen. We<br />
hebben de afgelopen jaren vele positieve resultaten geboekt. Resultaten die er maar gekomen zijn dank zij de<br />
goede samenwerking van de provincie met het overlegplatform PopovGGZ, de vakgroep Orthopedagogiek van<br />
de Universiteit Gent en - als belangrijkste partner - het werkveld zelf.<br />
Dankzij de samenwerking met en financiële ondersteuning van het netwerk drughulpverlening via PopovGGZ<br />
wordt de verdere uitbouw en coördinatie van het case management binnen de verslavingszorg verzekerd,<br />
gekoppeld aan coördinatie en ondersteuning van regionale samenwerking en netwerkvorming, waarbij de<br />
methodieken van cliëntenoverleg drugs en case management worden overgedragen naar de andere regio’s.<br />
Het project case management speelt ook een belangrijke rol in de samenwerking met justitie: het pilootproject<br />
Proefzorg (van gestart gegaan in 2005) en in het project Drugbehandelingskamer dat in 2008 van<br />
start is gegaan. Meer specifiek wordt op uitdrukkelijke vraag van de rechtbank van Gent de coördinatie van<br />
de liaisons hulpverlening opgenomen via het project zorgcoördinatie.<br />
Een belangrijk resultaat is dat in 2003 13 zorgvoorzieningen uit de drughulpverlening een overeenkomst<br />
afsloten voor de oprichting van een netwerk voor de uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik.<br />
Verder investeert de Provincie in de uitbouw van regionale antennes voor medisch-sociale opvang van<br />
drugverslaafden.<br />
Vorig jaar werd ook de provinciale adviesraad drugbeleid in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> - kortweg PARDOV - geïnstalleerd.<br />
Deze adviesraad geeft beleidsadviserend mee richting aan het reeds sterk uitgebouwde provinciaal<br />
drugbeleid in een complexere context. Via PARDOV maken we momenteel werk om de methodiek van<br />
vroeginterventie en de plaats van de intergemeentelijke drugpreventiewerkers te verankeren in het totaalplaatje<br />
van een geïntegreerd drugbeleid, waarbij alle partners en methodieken op elkaar worden afstemd<br />
binnen een continuüm van preventie, vroeginterventie, hulpverlening en handhaving.<br />
125<br />
125<br />
www.desocialekaart.be
Provinciaal drugbeleid<br />
Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake drugs ingebed in de<br />
dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />
Doelstellingen<br />
De hoofddoelstelling van het provinciale drugbeleid is het versterken van de intergemeentelijke drugpreventie<br />
en vroeginterventie.<br />
In concreto betekent dit: het ondersteunen en stimuleren van gemeenten in het uitwerken en uitvoeren van<br />
een lokaal drugbeleid (drugpreventie en vroeginterventie) binnen een gezondheids- en welzijnsbevorderend<br />
beleid (niet overlast, veiligheid en criminaliteit). Een effectieve preventie is ingebed in een zo laag mogelijk<br />
bestuursniveau om de continuïteit te bewaken en de betrokkenheid van de lokale bevolking te realiseren.<br />
Acties<br />
De provincie onderneemt verschillende acties in het kader van haar drugbeleid:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Voorzien van financiële ondersteuning voor intergemeentelijke samenwerkingen rond drugpreventie;<br />
Voorzien van inhoudelijke ondersteuning via het Provinciaal Steunpunt Lokaal Drugoverleg en Vroeginterventie;<br />
Opvolgen van alle beheerscomités van interlokale verenigingen;<br />
Organiseren van uitwisselings- en overlegmomenten voor drugpreventiewerkers;<br />
Participeren aan en voorstellen van het provinciaal beleid op diverse lokale, intergemeentelijke en<br />
regionale overleggen;<br />
Continu werken aan de kwaliteit van preventie en vroeginterventie.<br />
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
Subsidies aan samenwerkingsinitiatieven intergemeentelijke drugpreventie;<br />
Subsidiëring van intergemeentelijke samenwerkingsinitiatieven voor de uitbouw van een laagdrempelige<br />
medisch-sociale opvang van drugverslaafden of medisch-sociaal inlooppunt (msip).<br />
Meer info:<br />
Bert Mostien, 09 267 75 49, bert.mostien@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Drugpreventie’<br />
126<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
7. Etnisch-Culturele Minderheden<br />
127<br />
127<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Voorzieningen voor etnisch-culturele minderheden<br />
Sector ‘Inburgering’<br />
Karen Vanbrabant, Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
In samenwerking met de besturen van steden en gemeenten, in samenwerking met enkele partners zoals<br />
het Huis van het Nederlands en de VDAB, moeten de onthaalbureaus de inburgeraars ontvangen en hen een<br />
aangepast inburgeringprogramma voorstellen. De onthaalbureaus begeleiden elke cliënt zoveel mogelijk op<br />
maat gedurende maximaal één jaar. Ze bieden een cursus oriëntatie in de maatschappij aan in een taal die<br />
de cliënt begrijpt. Samen met eerstelijnspartners als het ‘Huis van het Nederlands’ en VDAB zorgen wij dat<br />
de cliënt Nederlands en loopbaanoriëntatie kan volgen. De trajectbegeleiders trachten in de mate van het<br />
mogelijke individueel te begeleiden, door te verwijzen of zelf op vragen te antwoorden. Het is ook de taak van<br />
de onthaalbureaus om te controleren of de inburgeraars dit inburgeringprogramma naar behoren volgen en<br />
afwerken. Bij het uitvoeren van deze opdrachten vertrekt Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vanuit onderstaande<br />
principe:<br />
Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw is een jonge, pluralistische organisatie die zich tot doel stelt de<br />
maatschappelijke participatie van nieuwkomers en oudkomers te helpen bevorderen, ongeacht hun<br />
huidskleur, afkomst, geslacht of geloof.<br />
Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> wil dit doen door de maatschappelijke kwetsbaarheid - verbonden met het<br />
‘vreemd zijn’ in onze samenleving - te reduceren, door aan inburgeraars en die samenleving kapstokken<br />
te bieden om de communicatie tussen beiden te bevorderen. Hierbij ligt de nadruk op het bevorderen van<br />
de zelfredzaamheid van de inburgeraar en het verbreden van zijn maatschappelijk netwerk, met het oog<br />
op een actieve en volwaardige deelname aan de nieuwe samenleving.<br />
In dit alles gaat Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> uit van een gedeelde verantwoordelijkheid van de<br />
inburgeraar, Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de samenleving.<br />
Beknopte historiek<br />
Inburgering heette bij de start van Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw nog ‘Onthaal van Nieuwkomers’ en werd<br />
via projectsubsidies al langer op het terrein uitgevoerd. Vijf kleinere onthaalbureaus waren reeds actief in<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
In Sint-Niklaas (in opdracht van de Stad Sint-Niklaas);<br />
In Ronse (in opdracht van de stad Ronse);<br />
In Aalst (in opdracht van de ondertussen opgeheven vzw Kom-Pas Aalst);<br />
In Dendermonde (in opdracht van het toenmalig Provinciaal Integratiecentrum <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, intussen<br />
Odice);<br />
In Eeklo (in opdracht van het Provinciaal Integratiecentrum <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, intussen Odice).<br />
‘Onthaal Nieuwkomers <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw’ is op 1 oktober 2003 door een aantal geëngageerde individuen,<br />
organisaties en lokale besturen opgericht en is sindsdien verantwoordelijk voor de uitvoering van het inburgeringsdecreet<br />
in de provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent.<br />
Sinds 2008 heet het onthaalbureau officieel ‘Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw’, in het kader van een gemeenschappelijke<br />
naam- en huisstijl voor alle onthaalbureaus in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
128<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Sinds april 2004 is het eerste Decreet Inburgering in werking: Vanaf 1 april 2004 mag of moet de inburgeraar<br />
die zich inschrijft in de gemeente een inburgeringstraject volgen. Het onderscheid tussen recht en plicht<br />
wordt gemaakt op basis van internationale verdragen, waaronder het EU-verdrag. Inburgeraars die zich<br />
inschrijven in een van de negentien Brusselse gemeenten, worden niet verplicht.<br />
In juli 2006 heeft de regering een nieuw Decreet Inburgering goedgekeurd. Dit decreet maakte de groep<br />
verplichte inburgeraars heel wat groter.<br />
De bevoegdheid Inburgering is opeenvolgend binnen Groen!, VLD en N-VA opgenomen. Dit heeft heel wat<br />
inhoudelijke wijzigingen met zich meegebracht, al dan niet vertaald in bijkomende uitvoeringsbesluiten bij<br />
genoemde decreten.<br />
Huidig minister van inburgering is Geert Bourgois.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
Sinds 2004 erkent en subsidieert de Vlaamse overheid 8 onthaalbureaus:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Inburgering West-<strong>Vlaanderen</strong> (de SOM);<br />
Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw (zonder Gent);<br />
Inburgering Gent vzw;<br />
Inburgering Antwerpen (PINA);<br />
Inburgering Antwerpen provincie (Prisma);<br />
Inburgering Brussel (BON vzw);<br />
Inburgering Vlaams Brabant;<br />
Inburgering Limburg vzw.<br />
Doelgroep(en)<br />
Het inburgeringsbeleid is bedoeld voor vreemdelingen van 18 jaar en ouder die zich langdurig in <strong>Vlaanderen</strong><br />
of Brussel komen vestigen. Ook Belgen die in het buitenland geboren zijn en van wie minstens een van de<br />
ouders niet in België geboren is, kunnen inburgeren.<br />
Asielzoekers die nog geen vier maanden geleden asiel aanvroegen en mensen die hier met een tijdelijk doel<br />
verblijven of geen geldige verblijfspapieren hebben, hebben géén recht op inburgering.<br />
U hebt het recht om een inburgeringstraject te volgen als u:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een vreemdeling bent<br />
•<br />
•<br />
Ingeschreven in een Vlaamse of Brusselse gemeente;<br />
Met de bedoeling om lange tijd in België te blijven wonen.<br />
Of een Belg<br />
•<br />
•<br />
Die woont in <strong>Vlaanderen</strong> of Brussel maar in het buitenland geboren is;<br />
Van wie minstens één van de ouders in het buitenland geboren is.<br />
Als u bovendien een nieuwkomer bent of bedienaar van een erkende eredienst, bent u misschien verplicht<br />
tot inburgering.<br />
129<br />
129<br />
www.desocialekaart.be
Als u verplicht bent tot inburgering, is het heel belangrijk dat u zich op tijd bij ons komt aanmelden, dat u<br />
meewerkt bij het opstellen van een inburgeringscontract en dat u voldoende in de lessen aanwezig bent.<br />
Zoniet kan er een sanctie volgen.<br />
Werking<br />
Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw heeft haar administratieve zetel in Gent. Coördinatoren, stafmedewerkers<br />
en ondersteunend personeel voor het ganse onthaalbureau hebben hier hun bureaus, net als de leerkrachten<br />
maatschappelijke oriëntatie. Op hetzelfde adres gaan alle lessen maatschappelijke oriëntatie door.<br />
Verder zijn er 17 loketten in de provincie, waar trajectbegeleiders werken.<br />
Inburgeraars zijn vrij zich aan te melden op een plaats naar keuze, bij voorkeur na een telefonische afspraak.<br />
Voor meer adressen, plannetjes en openingsuren: surf naar www.oostvlaanderen.inburgering.be of bel naar<br />
een van onze vestigingen.<br />
•<br />
•<br />
De eerste stap: Al wie zich uit het buitenland in een <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeente (behalve Gent) komt<br />
vestigen, met de bedoeling lang of voorgoed in ons land te blijven, wordt door het onthaalbureau zelf<br />
uitgenodigd voor een eerste gesprek. Maar ook wie al langer in het land verblijft, is welkom.<br />
Een trajectbegeleider gaat na of de persoon in kwestie recht heeft op inburgering of er eventueel toe<br />
verplicht is. Al naargelang interesse en/of plicht start de trajectbegeleider samen met hem of haar een<br />
individueel inburgeringstraject op. Daarbij houdt de trajectbegeleider zoveel mogelijk rekening met de<br />
agenda, de toekomstperspectieven, de competenties, de talenkennis, de werk- en gezinssituatie van de<br />
inburgeraar.<br />
Samen onderweg: Cursussen en trajectbegeleiding.<br />
Een inburgeringstraject bestaat uit twee luiken:<br />
•<br />
•<br />
Individuele begeleiding door de trajectbegeleider (trajectbegeleiding);<br />
Een vormingsprogramma. Het vormingsprogramma wordt door de trajectbegeleider en inburgeraar<br />
samen bijeengepuzzeld en kan tot drie cursussen bevatten: maatschappelijke oriëntatie, Nederlands<br />
en loopbaanoriëntatie.<br />
Maatschappelijke oriëntatie<br />
• wordt gegeven door leerkrachten van het onthaalbureau zelf, in<br />
meer dan tien verschillende talen. Deze opleiding van ongeveer 60 uur focust niet alleen op kennis<br />
over het leven in België, er worden vooral ook vaardigheden aangeleerd die mensen moeten<br />
helpen beter zelf hun weg te vinden in onze samenleving.<br />
Er zijn intensieve en minder intensieve cursussen en voor mensen die voltijds werken of studeren<br />
organiseert Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw ook avond- en zaterdagcursussen.<br />
Alle inburgeraars kunnen maatschappelijke oriëntatie volgen in een taal die ze zelf voldoende<br />
beheersen. Door het aanbod te centraliseren in Gent, kunnen we voldoende instapmomenten<br />
garanderen in voldoende verschillende talen. Ongeveer zes keer per jaar starten er nieuwe<br />
cursussen, onder andere in het Arabisch, Engels, Frans, Russisch, Thai, Turks, … .Voor de<br />
allerkleinste taalgroepen doen we beroep op tolken.<br />
De trajectbegeleiders begeleiden hun cliënten in het vinden van een gepaste cursus. Indien nodig<br />
helpen ze met het vinden van de beste transportmogelijkheden naar de lesplaats. Inburgeraars<br />
met een beperkt inkomen kunnen eventueel aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming<br />
voor vervoer van en naar de lessen of kinderopvang tijdens de lesuren van maatschappelijke<br />
oriëntatie.<br />
130<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
• Nederlands:<br />
Voor iedereen die nog geen basiskennis heeft van onze taal, komt daar nog eens<br />
een cursus Nederlands bij. Het spreekt voor zich dat wie vele jaren onderwijs heeft genoten, een<br />
andere cursus nodig heeft dan wie amper kan lezen en schrijven in de eigen taal. Daarom zoeken<br />
de medewerkers van het Huis van Het Nederlands voor iedereen een geschikte beginnerscursus.<br />
Afhankelijk van de scholingsgraad en/of testresultaten, wordt het een cursus van 240 tot 600 uur<br />
bij een Centrum voor Basiseducatie, een module van 80 tot 180 uur bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs<br />
of een superintensieve cursus van 60 tot 90 uur bij een Universitair Talencentrum.<br />
•<br />
Inburgeraars die willen werken (en gezien hun verblijfsstatuut ook mogen), hebben bovendien<br />
recht op een derde opleidingsonderdeel binnen het inburgeringstraject: bij VDAB kunnen<br />
ze ‘loopbaanoriëntatie’ volgen. Zo’n module kan - afhankelijk van het profiel van de<br />
inburgeraar - bestaan uit een korte lessenreeks of uit een aantal individuele gesprekken met een<br />
inburgeringsconsulent van VDAB. Tijdens deze bijeenkomsten helpt VDAB de inburgeraars de<br />
eigen ervaring, opleiding, professionele wensen en verwachtingen én de mogelijkheden hier op de<br />
arbeidsmarkt met elkaar af te wegen. Onder deskundige begeleiding maakt de inburgeraar uiteindelijk<br />
een gefundeerde keuze voor een beroep(ssector).<br />
De aankomst: geen eindhalte<br />
Een inburgeringstraject wordt idealiter na een periode van maximum 1 jaar afgesloten. Wat houdt de<br />
inburgeraar daar dan aan over?<br />
Om te beginnen een ‘attest van inburgering’, zeg maar een officiële proficiat voor de geleverde inspanningen.<br />
Voor sommigen kan dit document deuren (helpen) openen: naar een sociale woning bv., of naar<br />
gratis (vervolg)cursussen Nederlands.<br />
Verder: een hoop nieuwe vrienden. En vooral: de nodige bagage om zelf -zonder ondersteuning van het<br />
onthaalbureau- een vervolg te schrijven aan het eigen inburgeringsverhaal. Dit betekent trouwens niet<br />
dat er geen verdere begeleiding meer mogelijk is: veel inburgeraars kiezen ervoor in te stappen in een<br />
‘secundair inburgeringstraject’, dat kan bestaan uit verdere opleiding en begeleiding bij VDAB, of vervolgcursussen<br />
Nederlands, of aansluiting bij een socio-culturele vereniging, … .<br />
Contracten, attesten en boetes: Het inburgeringprogramma is gratis maar niet vrijblijvend! Veel mensen<br />
komen uit eigen beweging bij het onthaalbureau aankloppen, anderen zijn hier sowieso door de overheid<br />
toe verplicht. Deze mensen worden hierover per aangetekende brief door het onthaalbureau ingelicht.<br />
Wanneer ze zich op het onthaalbureau komen aanmelden, krijgen ze als bewijs hiervan een attest<br />
van aanmelding. Ongeacht de eventuele wettelijke verplichting, sluit iedere inburgeraar die een<br />
inburgeringstraject wil volgen, een contract van inburgering af met het onthaalbureau. Hiermee engageert<br />
de inburgeraar zich om de overeengekomen cursussen regelmatig bij te wonen. Wie het contract<br />
correct naleeft, wordt beloond met een attest van inburgering.<br />
Het contract niet naleven (bv. door te vaak afwezig te zijn in de lessen) kan dan weer leiden tot een<br />
administratieve geldboete. De verplichte inburgeraar moet daarna opnieuw een inburgeringstraject te<br />
starten.<br />
Natuurlijk bestaan er ook redenen om een traject tijdelijk op te schorten, bv. bij ziekte of wegvallen van<br />
kinderopvang.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
•<br />
•<br />
Inburgering<br />
www.inburgering.be: de site over inburgering van de Vlaamse Overheid<br />
www.oostvlaanderen.inburgering.be<br />
www.gent.inburgering.be: Inburgering stad Gent<br />
Onze partners voor het inburgeringstraject<br />
www.hvnoostvlaanderen.be: Huis van het Nederlands <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
www.hvngent.be: Huis van het Nederlands Gent<br />
131<br />
131<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
•<br />
www.vdab.be: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
www.oost-vlaanderen.be: de site van de provincie<br />
www.odice.be: <strong>Oost</strong>-Vlaams DiversiteitsCentrum<br />
Info voor en over vreemdelingen<br />
www.vreemdelingenrecht.be: wegwijs in het vreemdelingenrecht<br />
www.vmc.be: Vlaams Minderhedencentrum<br />
www.minderhedenforum.be: spreekbuis en belangenbehartiger van de etnisch-culturele minderheden<br />
www.diversiteit.be: centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding<br />
www.newintown.be: info voor wie nieuw is in België (in Nederlands en Frans)<br />
Onderwijs<br />
www.huizenvanhetnederlands.be: alle Huizen van het Nederlands in <strong>Vlaanderen</strong><br />
www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/volwassen: volwassenonderwijs<br />
www.ond.vlaanderen.be/onthaalonderwijs/: onthaalonderwijs<br />
www.basiseducatie.be: alle centra voor basiseducatie<br />
www.ond.vlaanderen.be: Vlaams ministerie van onderwijs en vorming<br />
www.ond.vlaanderen.be/naric: Naric, dienst voor gelijkschakeling van buitenlandse diploma’s<br />
132<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Voorzieningen voor etnisch-culturele minderheden<br />
Sector ‘de integratiecentra’<br />
Jos Jacobs, <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum (ODiCe)<br />
Missie en opdrachten<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Voorzieningen, besturen, diensten en organisaties helpen bij het verhogen van hun toegankelijkheid voor<br />
etnisch-culturele minderheden;<br />
Lokale besturen ondersteunen in de bepaling, uitvoering en evaluatie van hun integratiebeleid;<br />
Bijdragen tot een genuanceerde beeldvorming over de etnisch-culturele verscheidenheid in de<br />
samenleving;<br />
Contact bevorderen, ontmoeting en respect over de etnisch-culturele grenzen heen.<br />
Beknopte historiek<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Sinds eind jaren ’60 …<br />
Een verscheidenheid aan initiatieven van vakbonden, vrijwilligersgroepen, sociale voorzieningen: hulpverlening:<br />
taallessen, huisvesting, socio-culturele activiteiten, opleiding- en tewerkstelling, belangenbehartiging,<br />
huistaakbegeleiding, ... ;<br />
Besluit van de Vlaamse Regering in 1990 ...<br />
Erkenning van lokale integratiecentra, regionale centra (ondersteuning), Vlaams Centrum voor de Integratie<br />
van Migranten met nog steeds een ruime keuzemogelijkheid aan activiteiten. In Gent zijn er vier<br />
lokale integratiecentra en één stedelijke integratiedienst. In de rest van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er zes zeven<br />
lokale integratiecentra en één regionaal integratiecentrum.<br />
Het Vlaamse minderhedendecreet van 1998 ...<br />
Een kader voor een Vlaams minderhedenbeleid, beperking en verduidelijken van de kernopdrachten, een<br />
fusie van de integratiecentra tot provinciale en grootstedelijke lokale integratiecentra, de mogelijkheid tot<br />
oprichting van gemeentelijke integratiediensten. In Gent fuseren de vier integratiecentra tot één lokaal<br />
integratiecentrum. In de rest van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> fuseren de centra tot één provinciaal centrum. In<br />
steeds meer steden en gemeenten wordt een integratiedienst opgericht.<br />
Het Vlaams integratiedecreet van 2009 s<br />
Gericht op toegankelijkheidsverhoging van voorzieningen en samenleven in diversiteit, taakafbakening<br />
tussen integratiecentra en het minderhedenforum, uitvoeren een inclusief en horizontaal Vlaams integratiebeleid,<br />
regierol voor de lokale overheid, erkenning van tolk- en vertaal diensten. In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
zonder Gent hergroepeert ODiCe zich eerst in regiohuizen, vervolgens centraal in Gent.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Vlaams minderhedendecreet, 28 april 1998, gewijzigd door het Vlaams integratiedecreet, 22 april 2009<br />
erkent:<br />
•<br />
Op Vlaams niveau:<br />
•<br />
•<br />
Het Vlaams Minderhedencentrum (wordt een Vlaams Expertisecentrum voor Migratie en Integratie,<br />
onder meer ter ondersteuning van de sector);<br />
Het Minderhedenforum als organisatie voor de participatie van etnisch-culturele minderheden.<br />
133<br />
133<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
Op provinciaal niveau: 5 provinciale integratiecentra (provinciale overheid of vzw, zoals in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>),<br />
voor <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: het <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum, ODiCe vzw.<br />
Op lokaal niveau:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een particulier (vzw) integratiecentrum voor Antwerpen en Gent, voor Gent het Intercultureel<br />
Netwerk Gent, ING vzw.<br />
Een gemeentelijke of stedelijke integratiedienst (in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Gent, Aalst, Sint-Niklaas,<br />
Temse, Lokeren, Denderleeuw, Ronse, Zele)<br />
Voor Brussel een particulier integratiecentrum.<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
ING en ODiCe werken autonoom en in overleg, elk op een eigen werkingsgebied, respectievelijk Gent en<br />
<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent.<br />
De integratiediensten zijn gemeentelijke diensten, soms ondergebracht in een andere gemeentelijke dienst<br />
(samenleven, welzijn, cultuur).<br />
ODiCe brengt de gemeentelijke diensten samen en ondersteunt hen.<br />
Doelgroep(en)<br />
Enkel het Minderhedenforum houdt de etnisch-culturele minderheden over als specifieke doelgroep. Bovendien<br />
wordt die doelgroep specifieker omschreven: minstens één van de ouders is als niet-Belg geboren, woonwagenbewoners<br />
en vreemdelingen zonder wettig verblijf (voor bepaalde aspecten).<br />
De rest van de sector richt zich tot (overheids)diensten, voorzieningen en de ‘hele samenleving’.<br />
Werking<br />
Aanbod van ODiCe:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Voor het lokaal beleid, bestuur, OCMW en gemeentelijke diensten:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Beleidsondersteuning voor het lokaal integratiebeleid;<br />
Ondersteuning voor integratiediensten of bij de oprichting van zo’n dienst;<br />
Beleidsondersteuning voor het lokale woonwagenbeleid;<br />
Procesbegeleiding van cultuur-, sport- en jeugddiensten.<br />
Voor organisaties, diensten, voorzieningen die kiezen voor kleur:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Procesbegeleiding;<br />
Projectwerk;<br />
Interculturele trainingvoor beroepskrachten.<br />
Voor wie hulp verleent aan vluchtelingen en mensen met een onzeker verblijf:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Verblijfsrechten en aanverwante rechten: publicaties, vormingen;<br />
Toegang tot gezondheidszorg: publicaties, vormingen;<br />
Mind-Spring, psychosociale hulp door en voor vluchtelingen;<br />
Overlegplatform van lokale vrijwilligersgroepen voor vluchtelingenwerk;<br />
Helpdesk Vreemdelingenrecht;<br />
134<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
Helpdesk Gezondheidszorg.<br />
Voor wie ter plekke werkt aan intercultureel samenleven:<br />
•<br />
•<br />
Interculturele actie;<br />
Interculturele vorming.<br />
Het aanbod van ING is vergelijkbaar, maar dan gericht op de stad Gent en in afstemming met het aanbod van<br />
de stedelijke integratiedienst. De gemeentelijke diensten staan in voor de regie over het lokaal integratiebeleid<br />
en zijn daarnaast vooral gericht op de toegankelijkheid van de gemeentelijke dienstverlening en het<br />
bevorderen van de sociale cohesie.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Omwille van de nieuwe opdracht voert de integratiesector weinig of niets meer uit zonder samen te werken<br />
met reguliere diensten en voorzieningen of het middenveld.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
De interculturalisering van voorzieningen wordt niet opgelegd. De sector kan enkel doelgericht werken als er<br />
bereidheid is in de voorzieningen en de samenleving.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.odice.be<br />
www.ingent.be<br />
www.vmc.be<br />
www.minderhedenforum.be<br />
135<br />
135<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en diversiteit<br />
De provincie neemt een belangrijke rol op inzake diversiteit.<br />
Niettegenstaande het provinciebestuur een onafhankelijke positie inneemt t.a.v. het Inburgeringsdecreet,<br />
houdt ze er natuurlijk wel rekening mee.<br />
Het Integratiedecreet bepaalt dat de provinciebesturen dienen te voorzien in maatregelen in hun beleidsdomeinen,<br />
coördinatie en overleg met betrokken actoren, advies van de minderheden om het integratiebeleid<br />
te realiseren. Ze kunnen zelf een integratiecentrum oprichten of samenwerken met een particulier centrum,<br />
waarvoor het provinciebestuur van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> koos.<br />
Team Insluiting en Diversiteit<br />
Vóór de herstructurering van de provinciale diensten rond Welzijn en Gezondheid behoorde dit terrein tot een<br />
aparte ‘dienst Minderheden’. Inschakeling in het team Insluiting en Diversiteit in de dienst Maatschappelijke<br />
Participatie is dus symptomatisch voor de nieuwe, geïntegreerde en inclusieve aanpak van het provinciaal<br />
sociaal beleid.<br />
Doelstellingen<br />
Het team Insluiting en Diversiteit wil volgende doelstellingen van het provinciaal beleid realiseren:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een toegankelijke en kwaliteitsvolle dienst- en zorgverlening kunnen aanbieden aan alle <strong>Oost</strong>-Vlamingen<br />
en in het bijzonder aan etnisch-culturele minderheden en andere kansengroepen;<br />
De maatschappelijke kansen en participatie bevorderen voor etnisch-culturele minderheden en alle kwetsbare<br />
groepen in onze maatschappij;<br />
Het samenleven in diversiteit bevorderen voor iedereen.<br />
Acties<br />
De acties van het team Insluiting en Diversiteit zijn zeer verscheiden. Wij willen onze doelstellingen bereiken<br />
door bijvoorbeeld:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het gratis aanbieden van een sociale tolk- en vertaalservice voor niet-courante talen, waar diensten,<br />
voorzieningen en instellingen (geen individuen!) een beroep kunnen doen op sociaal tolken en vertalers<br />
om hun hulp-/dienstverlening aan anderstaligen te optimaliseren;<br />
Het ondersteunen van interculturaliserings- en diversifiëringsprocessen binnen de dienst- en zorgverlening;<br />
Het stimuleren van interculturele competenties in de beroepsopleidingen;<br />
Het verbeteren van arbeidskansen voor kansengroepen;<br />
Het helpen ontwikkelen van vormingen en methodieken inzake diversiteit.<br />
Vanzelfsprekend doen wij dit alles in het kader van het integraal en inclusief provinciebeleid ter zake, waarbij<br />
wij samenwerken met andere diensten binnen ons bestuur én met derden.<br />
136<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Subsidie<br />
Naast de eigen activiteiten wil het provinciebestuur ook elke instelling of organisatie aanmoedigen om<br />
initiatieven op te zetten die kunnen leiden tot emancipatie en integratie van migranten, asielzoekers en<br />
vluchtelingen, of die de interculturele verstandhouding en het respect voor diversiteit kunnen bevorderen.<br />
Zo voorziet het provinciebestuur in een jaarlijkse toelage aan de integratiecentra (ODiCe en ING). Maar ook<br />
andere initiatiefnemers kunnen bij het team Insluiting en Diversiteit ook terecht kan voor projectsubsidie.<br />
Meer info:<br />
David Talloen, 09 267 71 46, david.talloen@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Gelijke kansen’, waarna je kan<br />
kiezen tussen ‘Diversiteit’, ‘Etnisch-culturele minderheden’, …<br />
137<br />
137<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
8. Ouderen<br />
138<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Woonmogelijkheden voor ouderen<br />
Marc Vanderbeken, directeur Woon en zorgcentrum Heilig Hart<br />
Als men de dag van vandaag over oud worden spreekt dan denkt men vooral aan leven en gezondheid of<br />
wonen en zorg. Beiden zijn onafwendbaar aan elkaar verbonden. De nood aan zorg bepaalt vaak waar en<br />
hoe de oudere woont en leeft.<br />
Mensen worden ouder. Elk jaar stijgt de levensverwachting met een seizoen van 3 maand. Het is vooral<br />
de groep hoogbejaarden die heel snel toeneemt. Men heeft uitgerekend dat er in 2050 ongeveer 3 keer<br />
zoveel tachtig - jarigen en tien keer zoveel honderd - jarigen zullen zijn als vandaag. Wij zien ook dat<br />
zorgbehoefte toeneemt met de leeftijd. Wel is het zo dat er geen lineaire correlatie is tussen leeftijd en<br />
zorg, toch moeten we ervan uitgaan dat ouderenzorg, zowel thuis als residentieel, in een pijlsnelle lift zit.<br />
Missie en opdrachten<br />
Ouderenzorg is erop gericht mensen van hoge leeftijd bij te staan in al zijn aspecten: fysisch, mentaal en<br />
sociaal. Ouderenzorg moet erop gericht zijn de oudere in al zijn/haar waardigheid te laten leven, autonoom te<br />
laten functioneren daar te ondersteunen daar waar nodig.<br />
Waardigheid betekent hier ook streven om zo lang mogelijk in het vertrouwde milieu te laten wonen, leven<br />
en functioneren met alle bijstand van de thuiszorg tot de grenzen van de redelijkheid bereikt zijn. De oudere<br />
moet naadloos kunnen toeleiden naar de meest passende residentiële setting.<br />
Bij een naderend levenseinde moet de oudere ondersteund worden zowel thuis, als residentieel.<br />
Beknopte historiek<br />
De historiek van de ouderenzorg is zomaar niet onmiddellijk te vatten. Zolang er mensen bestaan, zal voor<br />
mensen worden zorg gedragen, ook als zijn ze al dan niet oud.<br />
Toch nemen we evoluties waar. Daarnaast zijn er tussen mensen culturele verschillen. Ouderenzorg zal daardoor<br />
ook in belangrijke mate worden bepaald. Ook de plaats die de oudere inneemt in een maatschappijbeeld<br />
valt niet te verwaarlozen.<br />
In sommige culturen neemt de oudere een belangrijke plaats aar in een gemeenschap. Ouderenzorg zal daar<br />
anders evolueren dan pakweg in een louter West-Europese context.<br />
Vroeger tot rond de helft van vorige eeuw was het de regel dat ouders door de kinderen in huis werden<br />
genomen. Dit waren dan ook gezinnen waar de vrouw des huizes het huishouden op zich nam en de centrale<br />
rol speelde in de opvoeding van meerdere kinderen. Onderdak bieden aan en zorg voor de ouders waren dan<br />
ook vanzelfsprekend.<br />
Door de verandering van het maatschappijbeeld, waarbij de vrouw een prominente plaats inneemt in het<br />
beroepsleven, en de evolutie naar meer consumptie zijn meer en meer tweeverdieners in een gezin gaan<br />
ontstaan. Het is daardoor minder vanzelfsprekend dat een ouder nog bij één van de kinderen kan worden<br />
opgevangen.<br />
Vooral daardoor denk ik dat de vraag en de evolutie van de thuiszorg een grote toename heeft gekend.<br />
Steeds willen mensen nog zo lang mogelijk thuis wonen en leven.<br />
Rekenen we daarbij nog eens de toename van de kennis van de geriatrie en het snel toenemend aantal<br />
ouderen, dan is een verklaring snel gevonden.<br />
139<br />
139<br />
www.desocialekaart.be
Een prominente plaats in het gegeven is ook het afnemen van het aantal kinderen per gezin en het ontstaan<br />
van meer en meer éénoudergezinnen. Het aantal kinderen dat voor de ouders zal kunnen zorgen, of de<br />
mantelzorg neemt snel af. De vraag naar residentiële opvang neemt daardoor fel toe.<br />
Ik zie ook een grote evolutie ontstaan in de residentiële ouderenzorg.<br />
De eerste helft van vorige eeuw waren er ook rusthuizen, al noemde men dit toen anders. Het waren verblijfplaatsen<br />
van vooral gefortuneerde oudere dames die zich in de watten lieten leggen. Overdag waren die vaak<br />
niet in het rusthuis aanwezig en zorg was dan ook eerder beperkt.<br />
Door het toenemen van de levensduur en de daaraan gekoppelde zorgnood zijn deze rusthuizen geëvolueerd<br />
naar verzorgingsinstellingen waar men bovendien kon verblijven. Deze verzorgingsinstellingen waren wel<br />
eens ziekenhuisdiensten: de V-diensten. Omwille van de betaalbaarheid door de overheid zijn deze diensten<br />
geëvolueerd naar RVT-instellingen.<br />
Tot midden de jaren ‘80 was residentiële ouderenzorg beperkt tot de zorg voor het fysische lichaam. Deze<br />
zorg werd sterk gemedicaliseerd. De rusthuizen waren tot op dat moment vaak kopieën van de vroegere<br />
V-diensten.<br />
Sindsdien is men aan nadenken over het welzijnsaspect in deze voorzieningen en is er daardoor een nieuwe<br />
evolutie ontstaan: men ging nu er ook echt ‘wonen’.<br />
Zowel literatuur, overtuiging van de sector, als de overheid hebben de residentiële ouderenzorg op een hoger<br />
niveau getild.<br />
Door het toenemend aantal ouderen zag men ook het toenemend aantal dementerende ouderen. Recent heeft<br />
men ook oog voor jongdementerende mensen. Er ontstaan nieuwe zorgvormen die uitgaan van de overtuiging<br />
dat deze mensen best opgevangen worden in kleine leefgemeenschappen. Zo zien we het ontstaan van zorgboerderijen,<br />
de Cantous in Wallonië, en zo meer.<br />
Men besteedt nu ook aandacht aan specifieke doelgroepen zoals comapatiënten. Weet wel dat hierbij niet<br />
zozeer de woonfunctie primeert, dan wel de opvang van vaak jongere familieleden.<br />
De residentiële zorg is geëvolueerd van rust- en verzorgingstehuizen naar Woon- en zorgcentra. Deze laatste<br />
groep beklemtoont niet alleen het belang van de woonfunctie, maar heeft ook aandacht voor het organiseren<br />
van thuiszorgondersteunende diensten zoals centra voor kortverblijf, serviceflats (assistentiewoningen), en<br />
dagverzorgingscentra.<br />
De laatste jaren is men ook meer en meer aandacht gaan besteden aan de mensen, vaak ouderen in hun<br />
laatste levensfase.<br />
Het begrip ‘stervensbegeleiding’ is de laatste 15 jaar geëvolueerd naar het domein van de palliatieve zorg, dit<br />
zowel in de thuisomgeving, de residentiële ouderzorg, als in de ziekenhuizen.<br />
Actoren en regelgevend kader<br />
Het spreekt voor zich dat er ontzettend veel actoren in de zorg voor ouderen optreden. Hier wil ik mij<br />
beperken tot een opsomming die nooit volledig kan zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Huisartsen;<br />
Regionale en lokale dienstencentra;<br />
Thuiszorgdiensten voor gezinszorg;<br />
Diensten voor thuisverpleegkundigen;<br />
Zelfstandige verpleegkundigen;<br />
Kinesisten;<br />
Ergotherapeuten;<br />
Diëtisten;<br />
Logopedisten;<br />
Verschillende centra voor sociaal werk;<br />
140<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Mutualiteiten;<br />
OCMW’s;<br />
Vrijwilligersorganisaties;<br />
Ziekenhuizen;<br />
Hersteloorden;<br />
Woon- en zorgcentra;<br />
…<br />
Laat ons hier vooraf duidelijk zijn: het regelgevend kader is bijzonder ingewikkeld omwille van de verschillende<br />
bevoegdheden. Kort komt het hier op neer:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Erkenningen zijn vaak regionale bevoegdheden;<br />
Financiering kan zowel regionaal, als federale materie zijn. Ook lokale overheden kunnen bepalend zijn in<br />
de financiering; bijv. de OCMW’s in de financiering van de openbare rusthuizen;<br />
Daarnaast hebben we ook heel wat toenemende regelgeving inzake milieu, sociale wetgeving, … .<br />
Administratieve Vereenvoudiging en eenduidigheid is verder en verder van ons verwijderd.<br />
Structurering van de sector<br />
Heel recent werd het nieuwe Woonzorgdecreet ontwikkeld. Alhoewel tot op de dag van vandaag nog niet alle<br />
uitvoeringsbesluiten gekend zijn, merken we toch een nieuwe benadering van het wonen en zorgen voor<br />
ouderen.<br />
Ik hou er niet van om de sector in vakjes onder te verdelen. Toch doe ik hier toch een poging met alleen de<br />
bedoeling een overzicht van de sector te geven.<br />
• Thuiszorg:<br />
De thuiszorg omvat een aanbod van diensten voor die mensen die in de thuissituatie ondersteuning<br />
behoeven.<br />
Alhoewel iedereen autonomie voorstaat en de mensen uit de directe mantelzorgomgeving deze<br />
ondersteuning laat bieden, is er vaak complementaire thuiszorghulp noodzakelijk.<br />
De centrale positie wordt hier heel vaak ingenomen door de sociale diensten van de mutualiteiten die<br />
vaak hun aangesloten diensten zullen aanbieden.<br />
Ook hier kunnen verschillende diensten optreden. Deze diensten werden reeds hoger opgenoemd bij de<br />
actoren.<br />
Niet zo nieuw maar toch vrij recent kwam het systeem van de dienstencheques op gang. Meer en meer<br />
mensen, maar niet alleen ouderen, maken van hiervan gebruik.<br />
Een positieve beweging die op gang kwam was de coördinatie van de verschillende actoren die bij de<br />
oudere thuis hun opwachting maken. Ook hier kan de zorgcoördinatie van de mutualiteiten een centrale<br />
rol vervullen en bereikt men zorg met afstemming.<br />
• Thuiszorgondersteunende zorg:<br />
•<br />
De rol van de dienstencentra:<br />
•<br />
•<br />
De lokale dienstcentra zijn gekende voorzieningen, waar de gebruiker terecht kan voor vorming,<br />
ontspanning en hygiënische zorg.<br />
Met het nieuw woonzorgdecreet wil de rol van deze organisaties uitbreiden. Zo wil men zich ook<br />
richten op de activiteiten die te maken hebben met technologie en woningaanpassing.<br />
141<br />
141<br />
www.desocialekaart.be
Zoals hoger aangehaald biedt de nieuwe formule van de woon- en zorgcentra thuiszorgondersteunende diensten<br />
aan:<br />
• Reeds jaren kennen we de serviceflats waar mensen op zoek gaan naar een veilige woonvorm met<br />
vooruitzicht van zorg, die meestal geboden wordt door de thuiszorgdiensten. Recent is ook in het nieuwe<br />
woonzorgdecreet het begrip ‘assistentiewoning’ ingevoerd. Hopelijk is dit een vervaging van de barrière<br />
thuiszorg - residentiële zorg met de bedoeling in deze woningen te streven naar levensbestendig wonen.<br />
Dit moet nog worden uitgeklaard.<br />
• Er zijn de centra voor kortverblijf. Deze centra bieden de mogelijkheid om gedurende een beperkte<br />
periode een oudere er te laten verblijven. Dit zou best eens kunnen om een mantelzorger gedurende een<br />
tijd te ontlasten, of om een tussenschakel te zijn tussen het ziekenhuisverblijf en de thuissituatie en dit<br />
eerder voor chronische zorgsituaties.<br />
• Centra voor kortverblijf fungeren nu ongewild en onbedoeld als wachtplaatsen voor een residentiële<br />
opvang. Mensen kunnen zoals geciteerd voor een beperkte tijd in het centrum verdwijnen. Ze worden<br />
vaak gebruikt om mensen na een ziekenhuisverblijf in de wachtkamer te plaatsen met de hoop om een<br />
mogelijkheid voor residentiële opvang. Hierbij maken we vaak kennis met schrijnende situaties.<br />
• We maken ook kennis met de dagverzorgingscentra.<br />
Ook hier ondersteunen deze centra de mantelzorger door op een eerder systematisch dagbasis<br />
ondersteuning te bieden gedurende de dag.<br />
• Nieuwe zorg is nachtzorg. Dit is een beperkt aanbod dat zich nog beweegt in een nog eerder experimenteel<br />
kader. Deze zorg kan een belangrijke ondersteuning zijn van de mantelzorger, omdat thuiszorg<br />
daar vaak zijn beperkingen heeft, waardoor de redelijkheid van thuiszorg zijn grenzen ontmoet. De<br />
ziekenfondsen hebben erop aangedrongen om de Centra voor herstelverblijf in het woonzorgdecreet op te<br />
nemen en om zo een Vlaams wettelijk kader te verkrijgen. Dit verblijf is gericht op een revaliderend kortverblijf;<br />
Deze mensen worden na een langdurige onderbreking van de normale activiteiten begeleid op<br />
terug zelfstandig functioneren in de thuissituatie.<br />
•<br />
•<br />
Een nieuwe alternatieve zorgvorm werd ook ingeschreven in het nieuwe woonzorgdecreet. Het betreft de<br />
Dienst voor gastopvang. Deze zorgvorm beoogt dat een persoon langer in zijn thuissituatie kan blijven<br />
door tijdelijke opvang overdag, ’s nachts of gedurende een korte periode.<br />
De aandacht gaat hier vooral uit naar die personen die weinig of geen contact hebben en eenzaam zijn.<br />
Hierbij worden ook de zorgboerderijen gerekend waar men van uitgaat dat dit zich voor personen met<br />
lichte en matige dementie.<br />
Residentiële zorg<br />
• : Reeds hoger werd de residentiële zorg uitgebreid toegelicht. Een kanttekening moet<br />
evenwel we nog maken. Woon- en zorgcentra willen ook de woon- en leefomgeving benadrukken. Hier<br />
zijn evenwel voorwaarden aan verbonden: de minimale vereisten moeten er zijn om zich in een min of<br />
meer normale leefomgeving te begeven. Daarin speelt de infrastructuur uiteraard een belangrijk rol:<br />
privacy, voldoende bewegingsruimte, licht, comfort, ... .<br />
Vergeten we echter ook niet het sociale component. Mensen moeten zich sociaal kunnen bewegen:<br />
voldoende met vrienden en familie kunnen omgaan, voldoende naar buiten kunnen komen, maar ook<br />
een aangenaam nieuw sociaal netwerk kunnen uitbouwen in de nieuwe leefomgeving.<br />
Dit betekent dat er in een residentiële setting ook mensen moeten wonen die van dit netwerk deel<br />
kunnen uitmaken. Louter zwaar zorgenbehoevende mensen en dementerende ouderen kunnen dit helaas<br />
niet. Vandaar pleit ik om toch een gezonde mix aan te houden met uiteraard vooral mensen met een<br />
hoog zorgprofiel, maar ook mensen toe te laten die én er komen wonen omwille van hun zorgnood én die<br />
mensen die residentiële opvang om een redelijke reden behoeven, los van de administratief vastgelegde<br />
criteria van zorg.<br />
We ervaren een sterke indeling in vakjes met mensen van de overheid die met budgetten omgaan.<br />
142<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Ziekenhuisverblijf: Wij weten met zijn allen dat een ziekenhuisopname belangrijk dan zijn voor de<br />
zorg voor ouderen. Laat ons dit wel plaatsen in een acute context. Veel te vaak zien we dat een<br />
ziekenhuisopname wordt ingeleid om een niet medische zorgsituatie waar niet kan op ingespeeld worden,<br />
te omzeilen.<br />
Mensen worden er opgenomen, verblijven er onterecht en vaak veel te lang om uiteindelijk toch naar huis<br />
te moeten, of via kortverblijf in een residentiële setting terecht te komen. Dit zijn ook vaak schrijnende<br />
situaties die mensen op hoge leeftijd niet verdienen.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Meer en meer dringt afstemming en samenwerking zich op. We zien om allerlei redenen samenwerkingsvormen<br />
ontstaan in de groep van de actoren onderling. Zo zijn er samenwerkingsverbanden in de residentiële<br />
ouderenzorg om reden van efficiëntie en inzet van gemeenschappelijke middelen. Deze verbanden ontstonden<br />
vroeger reeds bij organisaties van dezelfde origine (congregatie met verschillende rusthuizen), maar bereiken<br />
nu ook organisaties die ontstaan zijn los van elkaar. Deze vormen van samenwerking zijn nog pril, maar<br />
zullen in de toekomst ongetwijfeld toenemen.<br />
Men ziet in andere samenwerkingsvormen echter ook het belang van de gebruiker. Samenwerkingvormen<br />
tussen organisaties van thuiszorg en residentiële zorg vormen zich en zijn er onder meer op gericht naadloos<br />
de overgang tussen zorgsystemen mogelijk te maken of om potentiële gebruikers van zorgsystemen te<br />
ondersteunen.<br />
Als voorbeeld hierbij nemen we één van de ZP3-proefprojecten die door de federale overheid werden<br />
uitgewerkt als alternatieve zorgvorm: zorgenbehoevende ouderen worden in een samenwerkingsverband<br />
tussen thuiszorgactoren en actoren van woon- en zorgcentra ondersteund om langer in de thuissituatie te<br />
kunnen verblijven. De overheid mobiliseert hiervoor tijdelijk financiële middelen.<br />
Zorgactoren stemmen ook af voor het oprichten van zorgvormen, zoals kortverblijf, en dagverzorging. Deze<br />
afstemming is wel geregeld via programmatienormen.<br />
Een recente beweging is ook ontstaan door de ontwikkeling van de nieuwe SEL - structuren. Deze beweging<br />
overstijgt eigenlijk wel de ouderenzorg, maar deze maakt er toch deel van uit.<br />
Vroeger bestonden reeds door overheid ondersteunde samenwerkingsinitiatieven in de thuiszorg: de SIT’s<br />
(Samenwerkingsinitiatieven Thuiszorg). Door een recente aanpassing van de regelgeving is dit verruimde<br />
naar SEL’s (samenwerkinginitiatieven eerste lijnszorg). Bij deze samenwerkingsinitiatieven worden ook de<br />
woon- en zorgcentra als verplichte partner betrokken.<br />
In het nieuwe Woonzorgdecreet werd nu ook het begrip ‘woonzorgnetwerk’ ingeschreven. Ook hier krijgen we<br />
door de overheid gestuurde samenwerkingsvormen.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Het is heel duidelijk dat er zich een tendens naar samenwerking aan het ontwikkelen is. Deze tendens wordt<br />
gestimuleerd en deels gestuurd door de overheid. Wel zien we hierbij nog een belemmering door de verzuiling<br />
van onze zorgsystemen.<br />
Overstijgen van deze verzuiling zal soms wel nodig zijn als voorwaarde voor een goede samenwerking.<br />
Mensen worden ouder. Zorg voor ouderen zal toenemen vooral de professionele zorg. Daarbij kom direct<br />
de betaalbaarheid om de hoek kijken. Het zal echt een uitdaging zijn kwaliteitsvolle zorg met voldoende<br />
middelen aan de maatschappij te kunnen aanbieden.<br />
De groep mensen van buitenlandse origine neemt snel toe. Alhoewel deze groep zich vooral concentreren op<br />
de grootsteden, moeten we ons ook voorbereiden om met deze mensen, hun taal en hun cultuur om te gaan.<br />
Zorg in het algemeen en dus ook ouderenzorg is een arbeidsintensieve aangelegenheid.<br />
143<br />
143<br />
www.desocialekaart.be
Velen stellen zich de vraag of men, los van de betaalbaarheid, voldoende personele middelen beschikbaar zal<br />
kunnen stellen om kwalitatieve zorg aan te reiken. Nu reeds stellen zich problemen. De overheid en werkgevers<br />
hebben via sociale akkoorden bereikt dat sectoren ongeveer op elkaar afgestemd raakten. De meest<br />
kapitaalkrachtige sectoren en aanbieders van zorg trekken nu reeds medewerkers aan door het aanbieden<br />
van bijkomende voordelen.<br />
144<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en eerstelijnsgezondheidszorg,<br />
residentiële zorg en thuiszorg<br />
De provincie heeft bijzondere aandacht voor de eerstelijnsgezondheidszorg, de residentiële zorg en<br />
de thuiszorg door middel van een eigen provinciaal impulsbeleid, door netwerkvorming, door het mee<br />
ondersteunen van het Vlaams zorgbeleid en door een signaalfunctie op te nemen tegenover de hogere<br />
overheden.<br />
Team Zorg<br />
Bij de herstructurering van de directie welzijn en gezondheid werd het genoemde beleid ingebed in het team<br />
zorg binnen de dienst preventie, hulpverlening en zorg.<br />
Doelstellingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Labo- en impulsfunctie voor nieuwe en vernieuwende zorginitiatieven en dit aan de hand van prioriteiten<br />
met overeenkomsten tussen de betrokken partners en het provinciebestuur;<br />
Bovenlokale netwerkvorming, afstemming, samenwerking organiseren zowel sectoraal als intersectoraal.<br />
Dit gebeurt aan de hand van allerlei provinciaal overleg;<br />
Het Vlaams zorgbeleid mee helpen ondersteunen;<br />
Signaalfunctie naar de Vlaamse en Federale overheid;<br />
De nodige planningsinstrumenten mee helpen ontwikkelen voor publieke en private partners (zoals het<br />
ouderencahier, het gemeentelijk ouderenbehoeftenonderzoek, …).<br />
Acties<br />
De acties zijn zeer verscheiden. Het gaat grosso modo om uitvoering van afgesproken overeenkomsten, zowel<br />
sectoraal als intersectoraal, het verlenen van provinciale middelen om de gestelde doelstellingen uit te voeren<br />
en het aanbieden van overleg daar waar nodig en in functie van beheersbare en naadloze zorg.<br />
Enkele voorbeelden van acties:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
We organiseren bijkomende begeleiding en een consultfunctie geestelijke gezondheidszorg in de thuiszorg<br />
voor ouderen en dit in samenwerking met de centra geestelijke gezondheidszorg;<br />
We organiseren afstemmingsoverleg tussen de gezinszorg en de sector personen met een handicap;<br />
We leggen verbinding tussen mobiliteit en zorg: bijv. het vervoer dagcentra;<br />
We leggen de verbinding tussen wonen en zorg: bijv. de woonzorgnetwerken; de begeleiding van de<br />
woningaanpassing in de thuiszorg;<br />
We hebben systematisch overleg met de dagcentra, de kortverblijven, de lokale dienstencentra, de SEL’s,<br />
de diensten gezinszorg, de woonzorgcentra, de mutualiteiten en met diverse andere actoren binnen de<br />
aangegane overeenkomsten;<br />
We geven impulsen voor nachtzorg, nachtoppas, nachtopvang;<br />
We ondersteunen concreet de mantelzorg door de mantelzorgpremie;<br />
We werken mee aan beeldvorming van zorgberoepen, woonzorgcentra, kortverblijven en dagcentra, … ;<br />
We bevorderen de sociale cohesie van ouderen in samenwerking met de lokale dienstencentra;<br />
We helpen mee aan de ontwikkeling van diverse digitale systemen als daar zijn het elektronisch zorgplan,<br />
kortverblijfonline, registratie psychiatrische thuiszorg, registratie lokale dienstencentra, ... ;<br />
We ondersteunen het multi-disciplinair overleg in de thuiszorg;<br />
We ondersteunen samenwerkingsvormen residentiële zorg en thuiszorg;<br />
We co-financieren de diensten gezinszorg, met echter aandacht voor provinciale accenten;<br />
145<br />
145<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
We helpen mee aan de bevordering van de zelfredzaamheid door het ondersteunen van het netwerk<br />
ambulante ergotherapie thuiszorg;<br />
We ondersteunen de werkzaamheid van het platform zelfzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
De provinciale mantelzorgpremie;<br />
Subsidies voor de bovengenoemde acties.<br />
Meer info<br />
Frans Meyfroodt, 09 267 75 46, frans.meyfroodt@oost-vlaanderen.be<br />
Marleen De Wispelaere 09 267 75 09, marleen.de.wispelaere@oost-vlaanderen.be (mantelzorgpremie en<br />
kortverblijfonline)<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Zorg’<br />
146<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
9. Personen met een Handicap<br />
(VAPH)<br />
147<br />
147<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Voorzieningen voor personen met een handicap<br />
Sector ‘Multi-disciplinaire teams’ (MDT’s)<br />
Vera Florus, Bond Moyson <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
Missie en opdrachten<br />
Opmaak van aanvraagdossier voor Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Het<br />
VAPH vergoedt gemaakte meerkosten door een persoon met een handicap voor aankoop van hulpmiddelen en<br />
aanpassingen aan woning en wagen, voor bijstand door doventolken (samen IMB) en voor het aanwerven van<br />
persoonlijke assistenten (PAB). IMB staat voor Individuele Materiële Bijstand. PAB staat voor Persoonlijkeassistentiebudget.<br />
Het VAPH neemt daarnaast ook de kosten op zich van begeleiding van personen met een<br />
handicap door ambulante diensten of van hun opvang in een voorziening (ZORG).<br />
De opmaak van een aanvraagdossier of multidisciplinair verslag (MDV), gebeurt door een multidisciplinair<br />
team (MDT). Een multidisciplinair team is een organisatie uit het sociale en gezondheidswerkveld, dat hiervoor<br />
expliciet erkend is door het VAPH. De basissamenstelling van een MDT is een dokter, een psycholoog en<br />
een maatschappelijk assistent. Het MDT motiveert in het MDV dat de persoon met een handicap tot de doelgroep<br />
van het VAPH behoort (voldoet aan de definitie van handicap). Het MDT motiveert in het MDV ook de<br />
noodzaak van de voorgestelde oplossing. Er worden bijkomende specifieke eisen gesteld qua samenstelling<br />
MDT en inhoud dossier, naargelang de soort aanvraag (IMB, PAB, ZORG). Een persoon met een handicap<br />
moet zich voor een eerste aanvraag vóór de leeftijd van 65 jaar tot het VAPH wenden, via het MDT.<br />
Beknopte historiek<br />
1991-1992: ontstaan Vlaams Fonds (staatshervorming jaren 80: overname taken en bevoegdheden van<br />
Rijksfonds voor <strong>Sociale</strong> Reclassering van Minder-Validen en Fonds 81).<br />
2006: herstructurering Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid: Vlaams Fonds wordt een Intern Verzelfstandigd<br />
Agentschap en heet voortaan VAPH, WERK gaat naar VDAB (individugerichte tewerkstellingsbevorderende<br />
maatregelen) en naar Subsidieagentschap voor Werk en <strong>Sociale</strong> Economie (beschutte werkplaatsen),<br />
Inspectie is overgeheveld naar apart agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
Erkend door Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. BVR 24 juli 1991 betr de inschrijving<br />
bij het Vlaams Fonds (VAPH) - B.S. 29.10.1991, Err. 13.02.1992. BVR 31 maart 2006 betr het Departement<br />
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betr de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van<br />
agentschappen in het beleidsdomein W, V en G en betr de wijziging van regelgeving mbt dat beleidsdomein -<br />
B.S. 31.05.2006.<br />
De meeste MDT’s waren vóór hun erkenning door het VAPH, reeds werkzaam in sociale en gezondheidssector<br />
en vandaar ook gehouden aan specifiek eigen wetgeving.<br />
148<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Structurering van de sector/subsector<br />
MDT’s erkend door het VAPH, zijn onder te verdelen in: centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), diensten<br />
maatschappelijk werk van de ziekenfondsen (DMW’s), centra geestelijke gezondheidszorg (CGGZ),<br />
revalidatiediensten (Reva), adviescentra beroepskeuze, observatie- en behandelingscentra personen met een<br />
handicap (OBC’s), observatiecentra bijzondere jeugdzorg (OBJ), centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS),<br />
kinderpsychiatrische ziekenhuisdiensten (K-diensten).<br />
Doelgroep(en)<br />
Algemeen vanuit regelgeving VAPH: Iedere persoon wiens kansen tot participatie aan het sociale leven langdurig<br />
en ernstig beperkt zijn door een samenspel tussen verstandelijke, psychische, lichamelijke of zintuiglijke<br />
functiestoornissen en andere persoonlijke en externe factoren.<br />
De persoon met een handicap moet voor zijn eerste aanvraag jonger zijn dan 65 jaar. Eens ingeschreven bij<br />
het VAPH, kan hij na de leeftijd van 65 jaar verder beroep doen op dienstverlening van het VAPH, voor zover<br />
dit in verband kan gebracht worden met de aandoening(en) die hij had vóór de leeftijd van 65 jaar. Specifieke<br />
doelgroepen verschillend naargelang MDT.<br />
Werking<br />
De opmaak van een dossier begint met een aanvraagformulier (A001), aangevuld met een multidisciplinair<br />
verslag (A002 of MDV). Inhoud dossier: voorstel van indicatiestelling, nl. het antwoord op de<br />
ondersteuningsnood van de persoon met een handicap gebaseerd op zijn noden, wensen, mogelijkheden en<br />
beperkingen. Dit wordt volledig in het dossier beschreven en aangetoond met geobjectiveerde gegevens zoals<br />
verslagen van medische specialisten, IQ- en OQ-gegevens, handelingsplan huidige begeleidingsdiensten,…. Er<br />
wordt gewerkt met respect voor en in samenspraak met de persoon met een handicap, rekening houdend met<br />
zijn tempo in het aanvaardingsproces. MDT’s zijn erkend voor de opmaak van bepaalde dossiers gericht naar<br />
bepaalde doelgroepen. Mogelijke erkenningen zijn IMB, ZORG, PAB, kinderen, volwassenen. Daarnaast zijn er<br />
ook MDT’s die erkend zijn door het VAPH als RIZIV-team, in het kader van de bijzondere procedure van het<br />
RIZIV voor de aanvraag van een mobiliteitshulpmiddel. Het RIZIV-team maakt hiervoor het multidisciplinair<br />
functioneringsrapport op.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Om een antwoord te geven op de nood in het domein zorg, is er het geheel van zorgregie, georganiseerd<br />
door het VAPH en de provinciale actoren. Zorgregie behelst: zorgvraagregistratie, zorgbemiddeling, zorgafstemming<br />
en zorgplanning. MDT’s zijn hierin vertegenwoordigd als ‘verwijzers’.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
Zorgregie biedt geen directe oplossing voor de schaarste. Lopende reorganisatie VAPH. Wijziging van de minimale<br />
kwaliteitseisen opgelegd aan MDT’s, door het VAPH. Financiering van de MDT’s.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
http://www.vaph.be<br />
Verwijzersplatform vzw<br />
149<br />
149<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Hulpverlening VAPH - meerderjarigen<br />
Lut Van de Vijver, Directrice vzw Emiliani<br />
Missie en opdrachten<br />
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie en gelijkheid<br />
van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven. Het<br />
doel is dat zij de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit bereiken.<br />
Het VAPH subsidieert hiertoe diensten, voorzieningen en personen met een handicap op verschillende<br />
domeinen:<br />
• Diensten en voorzieningen:<br />
het VAPH subsidieert de diensten en voorzieningen die zorg verlenen aan<br />
personen met een handicap door begeleiding of opvang.<br />
• Hulpmiddelen en aanpassingen:<br />
om zijn dagelijks leven beter te organiseren kan een persoon met<br />
een handicap een tussenkomst krijgen voor een hulpmiddel of een aanpassing aan zijn woning of wagen.<br />
• Persoonlijke-assistentiebudget:<br />
personen met een handicap die liever thuis willen blijven<br />
wonen, kunnen een persoonlijke-assistentiebudget aanvragen. Met dit budget kunnen zij assistenten in<br />
dienst nemen.<br />
Beknopte historiek<br />
Tot 1980 behoorde de hele welzijnszorg tot de bevoegdheid van de nationale (nu federale) overheid. De zorg<br />
voor personen met een handicap was over drie departementen of parastatalen verspreid:<br />
• Het Ministerie van <strong>Sociale</strong> Voorzorg:<br />
dat ministerie stond in voor het ’inkomen’ van personen met een<br />
handicap.<br />
• Het Rijksfonds voor de <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Minder-Validen:<br />
dat fonds liet zich in met de<br />
tewerkstelling van personen met een handicap.<br />
• Het Fonds voor Medische, <strong>Sociale</strong> en Pedagogische Hulp aan Gehandicapten (Fonds 81) :<br />
dat fonds stond in voor opvang, behandeling en begeleiding via de residentiële, semi-residentiële en<br />
ambulante voorzieningen.<br />
De Vlaamse Gemeenschap maakte van de staatshervorming in de jaren tachtig gebruik om de bevoegdheden<br />
van het Rijksfonds en van het Fonds 81 samen te brengen in één Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie<br />
van Personen met een Handicap (VFSIPH).<br />
In 2006 vond de grootschalige herstructurering van de Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid (BBB)<br />
plaats. Die overheid bestaat voortaan uit 13 beleidsdomeinen. Hierdoor zijn er bevoegdheden verschoven.<br />
Voor het Vlaams Fonds veranderde op 1 april 2006 wat volgt:<br />
• Het Vlaams Fonds heet sinds dan officieel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />
(VAPH).<br />
• De sector Opleiding en Tewerkstelling is onttrokken aan de bevoegdheid van het Vlaams Fonds.<br />
• De Inspectie voor de sector Zorg is overgeheveld naar het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Gezin.<br />
• De dienst Investeringen is overgeheveld naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden<br />
Aangelegenheden (VIPA).<br />
150<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Gezin;<br />
Vlaamse Openbare Instelling;<br />
Departement Onderwijs voor buitengewoon of geïntegreerd onderwijs of voor aanpassingen in het<br />
gewoon onderwijs;<br />
Departement Leefmilieu en Infrastructuur voor huisvestingsprojecten;<br />
VDAB voor individugerichte tewerkstellingsbevorderende maatregelen en arbeidstrajectbegeleiding;<br />
Vlaams Agentschap Werk en <strong>Sociale</strong> Economie voor beschutte werkplaatsen;<br />
Federale Overheidsdienst <strong>Sociale</strong> Zekerheid (departement <strong>Sociale</strong> Zaken en Volksgezondheid): voor inkomensvervangende<br />
en integratietegemoetkomingen.<br />
Naast de genoemde zijn er nog heel wat andere instituties betrokken bij diverse maatregelen (bijv.. in functie<br />
van verhoogde kinderbijslag, belastingvermindering …).<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
In de sector maken we onderscheid voor ondersteuning in:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wonen en opvang<br />
Leren en werken<br />
Vrije tijd<br />
Mobiliteit<br />
Hulpmiddelen<br />
Op al deze domeinen is er ondersteuning mogelijk via erkende voorzieningen (zorg in natura) of via een<br />
financieringsmechanisme rechtstreeks naar de cliënt (persoonlijk assistentiebudget, hulpmiddelenbudget,<br />
persoonsgebonden budget).<br />
• Voorzieningen bieden één of meerdere vormen van zorg, opvang en begeleiding: (semi) residentiële<br />
zorg; ambulante zorg, logeren, kortverblijf, observatie en behandeling, pleegzorg;<br />
• Persoonlijk assistentiebudget (tussen circa 8.900 en 41.300 euro): zelf iemand in dienst nemen;<br />
• Hulpmiddelen:<br />
tussenkomst in de kosten voor aanschaf van bijvoorbeeld aangepast meubilair, bredere<br />
deuropeningen, bijstand van een tolk voor doven, een brailleleesregel, een spraaksynthesizer … ;<br />
• Persoonsgebonden budget (momenteel enkel experimenteel): een budget dat het VAPH aan u<br />
persoonlijk toekent om gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. Men<br />
kan zelf beslissen welke ondersteuning waar en wanneer wordt ingekocht.<br />
Doelgroep(en)<br />
Personen met een handicap kunnen een beroep doen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een<br />
Handicap (VAPH). Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert<br />
het VAPH steeds volgende definitie:<br />
‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel<br />
tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het<br />
uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.’<br />
Deze definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die zich wil inschrijven apart te bekijken. Als een<br />
persoon aan deze definitie beantwoordt, kan hij of zij zich inschrijven bij het VAPH (zie verder).<br />
151<br />
151<br />
www.desocialekaart.be
Werking<br />
• Inschrijving in het VAPH:<br />
•<br />
•<br />
Aanvraagformulier (A001)<br />
Multidisciplinair verslag (A002)<br />
Uw dossier wordt voorgelegd aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie bestaat<br />
ondermeer uit een psycholoog, een pedagoog, een jurist, een arts, een maatschappelijk werker en een<br />
ervaringsdeskundige. Binnen de drie maanden na uw aanvraag brengt het VAPH u op de hoogte van de<br />
beslissing en op welke diensten u een beroep kan doen of hoe groot het bedrag van de goedgekeurde<br />
tegemoetkoming is.<br />
• Centrale registratie van de zorgvragen (CRZ) : het is niet omdat u een goedkeuring heeft ontvangen<br />
dat u onmiddellijk kunt worden geholpen. Uw vraag naar ondersteuning en/of opvang wordt geregistreerd<br />
door een contactpersoon op een centrale registratielijst (vroeger ook wel eens ‘wachtlijst’ genoemd).<br />
Erkende voorzieningen dienen zich op deze lijsten te baseren om nieuwe cliënten op te nemen. De<br />
wachttijd is erg verschillend en afhankelijk van de precieze vraag, de aanwezige capaciteit bij de voorzieningen<br />
en het aantal wachtenden.<br />
• Aanbod via voorzieningen kan worden ingedeeld in:<br />
• Logeren:<br />
soms kan de zorg voor uw thuiswonende zoon/dochter, broer/zus even te zwaar worden<br />
en wilt u wat op adem komen. Op dat ogenblik kan u uw zoon of dochter laten ’gaan logeren’ in een<br />
tehuis niet-werkenden met logeeraanbod.<br />
• Kortverblijf:<br />
soms kunnen u en uw gezin gedurende een korte periode, door welke omstandigheden<br />
ook (bijvoorbeeld een crisisperiode), niet voor uw zoon/dochter, broer/zus zorgen. Het kan dan<br />
aangewezen zijn dat uw zoon of dochter tijdelijk ergens anders zou verblijven.<br />
• Begeleid werken:<br />
u werkt onder begeleiding van het dagcentrum deeltijds, zonder verloning of<br />
arbeidscontract, in een sociale voorziening of een culturele organisatie, bij een particulier of in een<br />
bedrijf.<br />
Begeleid werken sluit meer aan bij het gewone leven dan de atelierwerking in een dagcentrum.<br />
Bovendien is de waaier aan mogelijkheden groter en is het werk aangepast aan uw<br />
arbeidsmogelijkheden. U verzorgt bijvoorbeeld de koffiebedeling in een rusthuis, u rangschikt de<br />
boeken in een bibliotheek of u helpt bij een boer, een bakker of een beenhouwer.<br />
• Dagcentrum:<br />
is werken op de gewone arbeidsmarkt of in een beschutte werkplaats voor u te zwaar,<br />
maar zoekt u toch een zinvolle dagactiviteit, dan is een dagcentrum misschien iets voor u. In een<br />
dagcentrum kunt u terecht voor activiteiten als atelierwerking (ambachtelijke creaties, knutselen<br />
…), tuinbouw of semi-industrieel werk. Daarnaast biedt een dagcentrum training of therapie aan op<br />
diverse domeinen: kinesitherapie, logopedie, ergotherapie, zelfredzaamheidstraining, sociale vaardigheidstraining,<br />
emotionele ondersteuning en ontwikkeling van arbeidsgerichte vaardigheden.<br />
• Pleegzorg:<br />
in sommige situaties kan de zorg te zwaar worden. Dan kunt u de opvang voor een<br />
korte of lange periode toevertrouwen aan een pleeggezin. De pleegouders nemen de begeleiding<br />
op zich. Via huisbezoeken krijgen zij hiervoor informatie, advies en ondersteuning van een erkende<br />
pleeggezinnendienst.<br />
• Wonen onder begeleiding van een particulier (WOP) : wonen onder begeleiding van een<br />
particulier is een ambulante variant van pleegzorg. U woont dan zelfstandig, maar u krijgt daarbij<br />
ondersteuning van een niet-professionele hulpverlener, meestal een vertrouwenspersoon uit de buurt,<br />
een vriend(in) of een familielid.<br />
• Thuisbegeleiding:<br />
deze diensten richten zich tot gezinnen met een minder- of meerderjarig kind<br />
met een motorische, een zintuiglijke of een verstandelijke handicap, of met autisme. De begeleiding<br />
is gericht op de persoon met een beperking zelf en de pedagogische en psycho-sociale ondersteuning<br />
van de ouders.<br />
152<br />
www.socialeplattegrondovl.be
• Begeleid wonen:<br />
u woont in uw eigen huis of u hebt plannen daartoe. U hebt echter behoefte aan<br />
enige ondersteuning omdat u zich niet volledig op eigen kracht in het sociale leven kunt inschakelen.<br />
Dan kunt u een beroep doen op een dienst voor begeleid wonen.<br />
• Zelfstandig wonen: u wilt zelfstandig leven maar u hebt hulp nodig bij de activiteiten van het<br />
dagelijks leven (ADL). Dan kunt u een beroep doen op een dienst voor zelfstandig wonen.<br />
• Beschermd wonen: u wilt zelfstandig wonen maar de begeleiding in begeleid wonen is voor u te<br />
licht en die in een tehuis voor (niet-)werkenden te intensief. Dan kunt u een beroep doen op een<br />
dienst voor beschermd wonen.<br />
• Geïntegreerd wonen:<br />
de begeleidingsvorm geïntegreerd wonen is in 2006 als project gestart in het<br />
kader van de zorggradatie. Het is de zwaarste vorm van ambulante begeleiding, een soort beschermd<br />
wonen-plus.<br />
• U woont in een inclusief woonproject, dit wil zeggen in een gewone woonomgeving, in kleine<br />
geïntegreerde woonunits. De voorziening staat in voor de zorg, de begeleiding en de eventuele<br />
dagbesteding. De huisvesting is een realisatie van een sociale huisvestingsmaatschappij.<br />
• Trajectbegeleiding:<br />
hebt u het moeilijk om zelf inzicht te verkrijgen in de voor u aangewezen<br />
soort(en) ondersteuning, al dan niet vanwege het VAPH? Of vindt u uw weg niet in het<br />
ondersteuningsaanbod van het VAPH of van aanverwante diensten? Dan kan trajectbegeleiding iets<br />
voor u zijn. De trajectbegeleiding omvat volgende aspecten: vraagverheldering, activering van het<br />
sociaal netwerk voor een maximale inclusie, begeleiding bij de opmaak van een trajectplan, zoektocht<br />
naar een gepast ondersteuningsaanbod, opvolging van het trajectplan.<br />
• Tehuizen voor werkenden:<br />
werkt u overdag, bijvoorbeeld in een beschutte werkplaats, en kunt u<br />
niet bij uw ouders of alleen wonen, dan kunt u terecht in een tehuis voor werkenden. Een tehuis voor<br />
werkenden biedt wel meer persoonlijke begeleiding aan dan verzorging. Voor diegenen die niet (meer)<br />
kunnen werken, zoals werklozen en gepensioneerden, is er een dagbesteding voorzien.<br />
• Tehuizen voor niet-werkenden (bezigheid/nursing) : bewoners van tehuizen voor<br />
niet-werkenden worden, naargelang van de zwaarte van hun zorgnoden, ingedeeld in bezigheids- en<br />
nursingscliënten. Bij nursingcliënten ligt de nadruk op de verzorging en de paramedische behandeling,<br />
zoals kinesitherapie. Dikwijls gaat het om personen met een meervoudige handicap.<br />
Bezigheidcliënten kunnen, onder persoonlijke begeleiding en naargelang van hun individuele<br />
mogelijkheden, deelnemen aan arbeidsvervangende activiteiten of vaardigheidstrainingen.<br />
• Aanbod via persoonlijk assistentiebudget:<br />
misschien verkiest u thuis te blijven wonen in de plaats<br />
van de stap naar een voorziening te zetten. Of verblijft u momenteel in een voorziening, maar wil u graag<br />
uw eigen thuis.<br />
Die keuze ligt echter niet zo voor de hand. Meestal hebt u immers hulp nodig als u op uw eentje thuis wil<br />
(blijven) wonen. Hulp bij allerlei activiteiten uit het dagelijks leven. Het Persoonlijke-AssistentieBudget<br />
(PAB) kan u in die zin een oplossing bieden. Het is een stap naar een zelfstandiger leven, naar meer<br />
sociale integratie. Door middel van het PAB kan u immers niet alleen hulp krijgen om u aan te kleden, te<br />
koken, te eten of op te ruimen, maar ook voor uw boodschappen, uw verplaatsingen of zelfs uw<br />
uitstappen. Ook (ortho)(ped)agogische begeleiding en ondersteuning behoren tot de mogelijkheden.<br />
• Ondersteuning via individuele materiële bijstand:<br />
Hebt u in uw leefsituatie een aantal hulpmiddelen<br />
nodig, zoals bijvoorbeeld een eetapparaat of een boodschappenwagen? Hebt u behoefte aan aangepast<br />
meubilair, bredere deuropeningen of een aangepaste wagen? Zou u de bijstand van een tolk voor doven<br />
en slechthorenden kunnen gebruiken, of hebt u nood aan een brailleleesregel of een spraaksynthesizer?<br />
U kunt bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) terecht voor financiële tegemoetkomingen<br />
voor dergelijke hulpmiddelen, aanpassingen of bijstand. In dit deel van deze site leest u<br />
daar alles over.<br />
•<br />
•<br />
Subsidiëring van erkende vrijetijdsorganisaties<br />
Maatregelen in functie van mobiliteit<br />
153<br />
153<br />
www.desocialekaart.be
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Regionaal Overlegnetwerk Personen met een Handicap (ROG);<br />
Algemene Vergadering Personen met een Handicap;<br />
Stuurgroep ROG;<br />
Platform Minderjarigen;<br />
Platform Meerderjarigen;<br />
Dagelijks Bestuur Meerderjarigen;<br />
Werkgroep Zorgplanning.<br />
Subregionaal overleg gehandicaptenzorg (subROG)<br />
De SubROG’s van het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO) worden door het ROG als extra overlegplatform<br />
erkend en kunnen in het kader van de zorgregie geconsulteerd worden. Omgekeerd kunnen van hieruit<br />
evoluties betreffende regionale, intersectorale of thematische evoluties aan de stuurgroep ROG gesignaleerd<br />
worden.<br />
De subROG’s worden georganiseerd per ankerpunt van het RWO.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Zorgvernieuwing<br />
De zorgvernieuwing heeft tot doel de mogelijkheden van personen met een handicap te optimaliseren,<br />
met het oog op een kwaliteitsvol leven, meer zelfbeschikking en een betere participatie in de samenleving.<br />
De zorgvernieuwing wil de zorgaanbieders meer vrijheid bieden om zorg op maat te realiseren en<br />
het aanbod beter te kunnen afstemmen op de vragen van de persoon met een handicap.<br />
In de zorgvernieuwing wordt ingezet op:<br />
• Preventie:<br />
personen met een handicap moeten ondersteund worden bij de verduidelijking van hun<br />
zorgvraag en de realisatie van hun ondersteuningsplan (het ‘voortraject’). Ook netwerkversterking<br />
met behulp van person centered methodieken en meer thuisbegeleiding horen daarbij.<br />
• Inclusie:<br />
personen met een handicap moeten hierbij ondersteund worden. Handicapspecifieke<br />
knowhow en draagvlak moeten worden overgebracht in de andere levensdomeinen zoals onderwijs,<br />
werk, mobiliteit of huisvesting.<br />
• Een basisfinancieringssysteem:<br />
een transparanter en persoonsgebonden basisfinancieringssysteem<br />
moet toelaten de ondersteuning vanuit de netwerken vraaggestuurd te betalen.<br />
• Zorggarantie:<br />
in de meest behartenswaardige situaties moet de zorg gegarandeerd zijn. Het VAPH<br />
wil ook streven naar engagementen om andere ondersteuningvormen te financieren, al dan niet<br />
vanuit het VAPH.<br />
• Een gedereguleerd kader:<br />
ket kader voor de zorgaanbieders moet gedereguleerd worden. Dit is<br />
een belangrijke randvoorwaarde voor meer zorg op maat.<br />
• Een zorgzame samenleving.<br />
Zorgregie<br />
De zorgvraag blijft stijgen<br />
Alle indicatoren wijzen erop dat de zorgvraag zal blijven stijgen, wat duidelijk blijkt uit de meerjarenanalyse<br />
van het VAPH. Tegen de actuele, moeilijke economische achtergrond betekent dit dat er meer vragen op het<br />
VAPH afkomen dan de diensten en voorzieningen met hun huidige capaciteit aankunnen. Dat geldt overigens<br />
ook voor het PAB. Het beleid zal dus ofwel nog meer prioriteiten moeten stellen, ofwel meer middelen<br />
voorzien, of nog creatiever ondersteuningsvormen bedenken. Een optie voor dat laatste is proberen meer<br />
te halen uit de bestaande middelen. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld in te zetten op een betere preventie,<br />
een goede persoonlijke toekomstplanning voor personen met een handicap, of meer thuisbegeleiding en<br />
begeleid wonen.<br />
154<br />
www.socialeplattegrondovl.be
•<br />
Zorgbemiddeling, knelpuntdossiers en zorgplanning<br />
• Zorgbemiddeling:<br />
de zorgbemiddeling is een van de sturende processen in de zorgregie. Dat proces<br />
sluit aan op de noodzaak om prioriteiten te stellen en zal verder worden uitgebouwd. Het doel is<br />
met de beschikbare middelen zoveel mogelijk personen een bij hun zorgvraag passend aanbod te<br />
kunnen doen. Daarbij moeten de personen in de meest behartenswaardige situaties eerst worden<br />
geholpen.<br />
• Knelpuntdossiers:<br />
na de registratie van een zorgvraag in de CRZ-databank start het<br />
bemiddelingsproces tussen de contactpersoon en de voorzieningen met open plaatsen. Hierbij zijn<br />
soms een aantal formele bemiddelingsvergaderingen nodig, met name voor die gevallen waarvoor<br />
de normale in- en uitstroom niet blijkt te werken. In dergelijke vergaderingen kan de vraag van de<br />
persoon met een handicap het statuut ‘knelpuntdossier’ krijgen, wat voorrang inhoudt op de wachtlijst.<br />
Op die manier weten de voorzieningen wie prioritair naar een aanbod moet worden toegeleid.<br />
De prioriteiten op de zorgbemiddelingsvergaderingen worden enerzijds bepaald door de urgentiecode,<br />
die de dringendheid van een vraag weergeeft, en anderzijds door de contactpersoon. In de toekomst<br />
moet de groep personen met de hoogste zorgnood nog beter kunnen gedefinieerd worden.<br />
• Zorgplanning:<br />
zorgbemiddeling is in hoge mate een intermenselijk proces. In de CRZ-databank staan<br />
de zorgvragen geregistreerd en ook de open plaatsen in de voorzieningen. De contactpersoon geeft<br />
de zorgvragers op die voor de open plaatsen in aanmerking komen. Dan gaan de contactpersoon, de<br />
zorgvrager en de voorziening een dialoog aan om te bekijken of het aanbod past bij de vraag. Vanuit het<br />
VAPH is er per provincie een coördinator zorgregie aanwezig op de zorgbemiddelings- en planningsvergaderingen.<br />
De planningsvergaderingen hebben dan weer als doel de organisatie van de zorg te bekijken en<br />
aan te geven waar de mogelijke accenten voor het uitbreidingsbeleid bij voorkeur moeten komen te<br />
liggen.<br />
• Noodsituaties:<br />
•<br />
•<br />
Protocol: momenteel zijn er twee basiscriteria voor de prioriteitstelling: de urgentiecode en de<br />
wachttijd. Die bieden echter geen oplossing voor personen die plots in een onvoorziene, uiterst<br />
dringende situatie terechtkomen. Om aan die vragen tegemoet te komen, werd het ‘protocol noodsituatie’<br />
ontwikkeld. Daarmee kunnen zorgvragers zes tot tien weken ondersteuning genieten, los van de<br />
bestaande capaciteit van een dienst of voorziening. Die ondersteuning kan zowel ambulant zijn, semiresidentieel,<br />
residentieel of een combinatie daarvan.<br />
Persoonsvolgend budget: leidt de toekenning van de status ‘knelpuntdossier’ evenmin tot een<br />
goede oplossing, dan kan sinds eind 2008 een persoonsvolgend budget (PVB) een uitweg bieden.<br />
Zo’n budget laat toe tot oplossingen op maat van de zorgvraag te komen. Het PVB geldt zowel voor<br />
knelpuntdossiers van langwachtenden als voor knelpuntdossiers die uit noodsituaties ontstaan.<br />
• Persoonsgebonden budget:<br />
sinds 1 september 2008 loopt bij het Vlaams Agentschap voor Personen<br />
met een Handicap (VAPH) een tweejarig experiment met het Persoonsgebonden Budget (PGB). Het<br />
VAPH schreef voor dat experiment mogelijke kandidaten aan uit de arrondissementen Halle-Vilvoorde en<br />
Antwerpen. Uiteindelijk hebben er een 170-tal een budget toegewezen gekregen.<br />
Een persoonsgebonden budget (PGB) is een budget dat het VAPH aan u persoonlijk toekent om<br />
gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. U hebt daarbij een grote<br />
keuzevrijheid en kunt zelf beslissen welke ondersteuning u waar en wanneer inkoopt. Zo kunt u een<br />
beroep doen op zowel persoonlijke assistenten als op al dan niet door het VAPH erkende diensten en<br />
voorzieningen.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.vaph.be<br />
www.oost-vlaanderen.be<br />
155<br />
155<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Sector Personen met een handicap.<br />
Thuisbegeleidingsdiensten personen met een handicap<br />
Katrien Windey, directie De Tandem vzw<br />
Missie en opdrachten<br />
Gezinnen in de thuissituatie zo tijdig mogelijk opvangen en ondersteunen in de opvoeding van/het<br />
samenleven met een kind, jongere of volwassene met een handicap.<br />
Bij thuisbegeleiding voor kinderen is de begeleiding gericht op handicapspecifieke ontwikkelingsstimulatie<br />
en op de pedagogische en psychosociale ondersteuning van de ouders.<br />
Bij thuisbegeleiding voor de jongeren en volwassenen ligt de focus op het samenleven met een persoon<br />
met een handicap, rekening houdend met zijn mogelijkheden en beperkingen. Onder bepaalde voorwaarden<br />
kunnen ook zelfstandig wonende meerderjarigen met een handicap worden ondersteund. Thuisbegeleidingsdiensten<br />
bieden deze ambulante ondersteuning door thuisbegeleiding, zorgconsulentschap in<br />
kader van PAB (persoonlijk assistentiebudget) of trajectbegeleiding.<br />
Beknopte historiek<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Eind van de jaren ‘70 zijn in de verschillende Vlaamse provincies diensten voor thuisbegeleiding ontstaan.<br />
vanuit verschillende invalshoeken met dezelfde doelstelling;<br />
In 1988 eerste wetbesluit dat de werking van de thuisbegeleidingsdiensten officieel erkende;<br />
Diensten groeiden gaandeweg vanuit vroegbegeleidingsdiensten naar thuisbegeleidingsdiensten;<br />
Diensten kregen gaandeweg ook erkenning voor zorgconsulentschap en trajectbegeleiding.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />
en Gezin;<br />
Besluit Vlaamse Regering 17.12.1996 betreffende de erkenning en subsidiering van<br />
thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap;<br />
Thuisbegeleiding minderjarigen: Enkele modules rechtstreeks toegankelijk, andere via inschrijving VAPH;<br />
Thuisbegeleiding meerderjarigen: Via inschrijving VAPH.<br />
Structurering van de subsector thuisbegeleiding<br />
•<br />
•<br />
Thuisbegeleidingsdiensten hebben meestal een erkenning voor:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Thuisbegeleiding;<br />
Zorgconsulentschap bij PAB;<br />
Trajectbegeleiding.<br />
Hun werkingsgebied is doorgaans één provincie, voor de doelgroep personen met een auditieve of visuele<br />
handicap zijn dit twee provincies.<br />
156<br />
www.socialeplattegrondovl.be
Doelgroep(en)<br />
Thuisbegeleidingsdiensten hebben een erkenning voor ondersteuning van alle leeftijdsgroepen 0-65 jaar.<br />
Naargelang de grootte van erkenning onderscheiden ze zelf drie leeftijdsgroepen: gezinnen met baby’s,<br />
peuters en kleuters, gezinnen met kinderen en gezinnen met jongeren of volwassenen.<br />
5 doelgroepen: personen met een motorische, visuele, auditieve of verstandelijke handicap, of autisme. De<br />
erkenning is vanaf de start altijd doelgroepgebonden/handicapspecifiek geweest.<br />
•<br />
•<br />
Zorgconsulentschap: Personen die beschikken over een PAB;<br />
Trajectbegeleiding: Personen met een handicap of vermoeden van handicap.<br />
Werking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De thuisbegeleidingsdiensten werken op drie niveaus:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het kindgerichte of persoonsgerichte niveau;<br />
Het gezinsgerichte niveau;<br />
Het gezinsoverschrijdende niveau, netwerkgerichte aspecten.<br />
De frequentie van de ambulante en mobiele begeleiding gebeurt in functie van de vraag. Persoon betaalt<br />
een eigen bijdrage per begeleiding.<br />
Kenmerken van deze ambulante en mobiele werkvorm:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Begeleiding in de natuurlijke woon- en leefomgeving van de persoon met een handicap;<br />
Zelfzorg stimuleren: Verhoging van de draagkracht en als het kan maakt thuisbegeleiding zichzelf<br />
overbodig;<br />
Preventief karakter;<br />
Een interdisciplinaire benaderingswijze en samenwerking met ervaringsdeskundigen;<br />
Laagdrempelig aanbod met relatief lage maatschappelijke kost;<br />
Werkt vraaggericht:Op maat van het gezin/de persoon met een handicap.<br />
Combinatie met enkele zorgvormen van VAPH mogelijk: o.a. met kortopvang, semi-internaat, dagcentrum,<br />
een andere thuisbegeleidingsdienst.<br />
Bij zorgconsulentschap: persoon betaalt een bedrag met zijn PAB budget. Trajectbegeleiding is gratis.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Intensieve samenwerking met reguliere ondersteuningsvormen en belendende sectoren;<br />
Afstemming met diensten Begeleid Wonen en diensten ambulante werking van semi-internaten/internaten<br />
VAPH;<br />
Afstemming ROG (Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>);<br />
22 Vlaamse thuisbegeleidingsdiensten zijn verenigd in het SWOT-V, Vlaams overlegplatform .<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wachtlijsten en toekenning uitbreiding: steeds verdere aangroei van wachtenden voor thuisbegeleiding;<br />
Werkdruk door prestatiesysteem in thuisbegeleiding;<br />
Rechtstreeks toegankelijke modules;<br />
157<br />
157<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
Doelgroependebat: Sommige doelgroepen binnen VAPH vallen uit de boot voor thuisbegeleiding bv geen<br />
erkende thuisbegeleidingsdiensten voor doelgroep GES (gedrags- en emotionele stoornissen).<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.dekangoeroe.be<br />
www.de-tandem.be<br />
www.ki-spermalie.be<br />
www.thuisbegeleiding-slp.be<br />
www.thuisbegeleidingautisme.be<br />
www.vaph.be<br />
158<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Voorzieningen voor personen met een handicap<br />
Sector ‘Gebruikersorganisaties’<br />
Caroline Callens, Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap, VGPH<br />
Missie en opdrachten<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het VGPH ondersteunt personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers, zodat ze, als<br />
lid van hun vereniging, volwaardig kunnen deelnemen aan het beleid dat via regionale, provinciale en<br />
Vlaamse overlegorganen de centrale registratie van de zorgvragen in uitvoering brengt;<br />
Deze ondersteuning gebeurt door het begeleiden van personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers<br />
naar, en het rechtstreeks ondersteunen van de gebruikersvertegenwoordigers aan, de<br />
verschillende overlegtafels betreffende de zorgregie. Verder ondersteunt VGPH hen en hun verenigingen<br />
door studiewerk en door een platform voor overleg en samenwerking te bevorderen betreffende verschillende<br />
thema’s rond zorgregie en zorgvernieuwing;<br />
In haar missie wil VGPH empowerend en op vraag van de personen met een handicap, hun wettelijke<br />
vertegenwoordigers en hun verenigingen te werk gaan en hun ervaringsdeskundigheid professioneel<br />
ondersteunen;<br />
Personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers uit de ledenverenigingen nemen<br />
volwaardig deel aan het beleid dat betrekking heeft op de organisatie van zorg en ondersteuning;<br />
De organisatie van zorg en ondersteuning opgezet ten behoeve van personen met een handicap komt<br />
tegemoet aan verwachtingen van personen met een handicap en voldoet aan hun aspiraties om als<br />
volwaardig persoon in de samenleving te kunnen deelnemen;<br />
VGPH is als platform een vruchtbaar overlegorgaan ten dienste van personen met een handicap, hun<br />
wettelijke vertegenwoordigers en hun verenigingen in functie van de zorgregie. VGPH gaat als integer<br />
ondersteuner en procesbegeleider te werk om de ervaringsdeskundige maximaal en op elk niveau te laten<br />
participeren aan de zorgregie en de zorgvernieuwing.<br />
Beknopte historiek<br />
Het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) is een overlegplatform van<br />
gebruikersverenigingen met als doelgroep personen met en handicap en/of hun sociaal netwerk. VGPH is een<br />
vzw die opgericht is eind 2002 door 3 gebruikersverenigingen, nl. Fovig, Inclusie <strong>Vlaanderen</strong> en KVG.<br />
Actoren/instituties en regelgevend kader<br />
VGPH werd op 16 maart 2006 erkend door de Vlaamse Regering op basis van het besluit zorgregie.<br />
Het Besluit Zorgregie heeft drie grote doelstellingen.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Afstemming van zorgaanbod op zorgvraag van persoon met een handicap;<br />
Transparant en rechtvaardig opnamebeleid en bemiddelingsbeleid realiseren;<br />
Gefundeerde planning van het nieuwe aanbod.<br />
159<br />
159<br />
www.desocialekaart.be
Doelgroepen<br />
Momenteel zijn er 17 gebruikersverenigingen aangesloten bij het VGPH nl.:<br />
Logo Naam gebruikersvereniging Doelgroep<br />
ALS-Liga Vereniging voor ALS-patiënten<br />
Belgische Vereniging voor<br />
Dystoniepatiënten Vereniging voor dystoniepatiënten<br />
Bol-Budiv Budgethoudersvereniging<br />
Fevlado Vereniging voor doven<br />
Fovig<br />
Govag<br />
Vereniging voor ouders van kinderen in voorzieningen<br />
Vereniging voor ouders van gebruikers van<br />
antroposofische gehandicaptenzorg<br />
Huntington Liga Vereniging voor huntingtonpatiënten<br />
Inclusie <strong>Vlaanderen</strong><br />
Vereniging van en voor personen met een<br />
verstandelijke handicap en hun sociaal netwerk<br />
MS-Liga Vereniging voor MS-patiënten<br />
Onze Nieuwe Toekomst Beweging van en voor personen met een<br />
verstandelijke beperking<br />
Vereniging van en voor ouders van minderjarige<br />
Ouders voor Inclusie<br />
kinderen<br />
Similes<br />
Vereniging van en voor familieleden van<br />
personen met psychische problemen<br />
VeBeS Vereniging voor blinden en slechtzienden<br />
VFG<br />
Vlaamse socio-culturele vereniging van<br />
personen met een handicap, langdurig zieken<br />
en hun sociaal netwerk<br />
Vlaamse Reumaliga Vereniging voor reumapatiënten<br />
160<br />
www.socialeplattegrondovl.be
VVA Vereniging voor personen met autisme<br />
Vzw. Coma Vereniging voor NAH-personen<br />
(Niet-Aangeboren Hersenletsel)<br />
Structurering van de sector/subsector<br />
•<br />
•<br />
Raad van Bestuur VGPH: De Raad van Bestuur bestaat uit 7 leden + directeur van VGPH (Ann De Martelaer).<br />
De leden worden om de 5 jaar verkozen op een Algemene Vergadering. De bestuursleden zijn<br />
gemandateerd uit de gebruikersverenigingen die aangesloten zijn bij VGPH.<br />
Personeel VGPH:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Op Vlaams niveau: Op Vlaams niveau zijn er 2 personeelsleden bij de studiedienst, de coördinator<br />
informatie en communicatie en 2 administratieve krachten) en de directeur.<br />
De studiedienst bestaat uit:<br />
•<br />
•<br />
Een coördinator zorgregie: deze coördineert de provincies opdat belangrijke thema’s interprovinciaal<br />
kunnen worden afgestemd;<br />
Een raadgever: deze voert studiewerk uit met betrekking tot thema’s die belangrijk zijn voor de<br />
zorgregie.<br />
Op provinciaal niveau: In iedere Vlaamse provincie zijn een provinciale coördinator (voltijds) en een<br />
provinciale medewerker (deeltijds) werkzaam.<br />
De opdrachten van de provinciale coördinator en de medewerker verschillen van provincie tot<br />
provincie. De coördinator neemt vooral taken op provinciaal niveau en taken op Vlaams niveau op<br />
zich. De medewerker heeft de opdracht om continu de vertegenwoordiger te zijn van de gebruikers in<br />
de ROG-overleggen op provinciaal niveau.<br />
Werking van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> via de raad van gebruikers (RvG)<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Wat is de RvG?: De Raad van Gebruikers is een overleg dat in iedere provincie afzonderlijk plaatsvindt.<br />
Dit overleg wordt georganiseerd door de medewerkers per provincie. De Raad van Gebruikers heeft een<br />
vergaderfrequentie van 1 keer in de maand.<br />
Wie neemt deel aan de RvG ?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Personen met een handicap en/of hun sociaal netwerk die lid is van provinciale afdeling van<br />
gebruikersvereniging die aangesloten is bij VGPH;<br />
Onafhankelijke personen met een handicap en/of hun sociaal netwerk;<br />
Professionelen uit andere organisaties uit de gehandicaptensector.<br />
Doel RvG ? De Raad van Gebruikers is een overleg van en voor gebruikers. Gebruikers zijn ervaringsdeskundigen.<br />
De RvG biedt de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen over de zorgregie. Op de Raad<br />
van Gebruikers wordt ook door de medewerkers van VGPH informatie uitgewisseld over wat zich afspeelt<br />
op Vlaams niveau en hoe zaken kunnen worden aangepakt op provinciaal niveau. Verschillende overleggen<br />
waaraan gebruikers deelnemen, worden er tevens voorbereidt.<br />
De Raad van Gebruikers dient hoofdzakelijk om de ROG stuurgroep voor te bereiden. Op de Raad van<br />
Gebruikers bespreekt men inhoudelijk de agenda van de ROG stuurgroep om tot een gemeenschappelijk<br />
standpunt te komen vanuit gebruikersperspectief. Aan de ROG stuurgroep nemen 5 gebruikers deel als<br />
effectief lid.<br />
161<br />
161<br />
www.desocialekaart.be
Elke maand vindt er een Beleidsgroep Zorgregie plaats. Dit is de Raad van Gebruikers op Vlaams niveau.<br />
Op dit overleg participeren gebruikers die ook op de provinciale Raad van Gebruikers aanwezig zijn. Deze<br />
gebruikers koppelen informatie en standpunten uit hun provincie terug naar de andere provincies. Op<br />
de Beleidsgroep Zorgregie worden thema’s op Vlaams niveau besproken zoals: contactpersoonschap,<br />
inzagerecht, …. Op de provinciale Raad van Gebruikers wordt er teruggekoppeld uit de beleidsgroep<br />
zorgregie en wordt dit overleg ook voorbereidt op de provinciale Raad van Gebruikers.<br />
Afstemming en samenwerking<br />
Maandelijks is er een teamoverleg waar alle personeelsleden van VGPH met uitzondering van de<br />
administratieve dienst aan deelnemen.<br />
Op dit overleg worden ideeën uitgewisseld over thema’s die op Vlaams niveau lopend zijn. Op dit overleg<br />
kaarten de verschillende provincies eveneens thema’s aan die gedurende die maand belangrijk zijn in de<br />
provincie. Verschillende standpunten van gebruikers in de verschillende provincies worden overlopen en<br />
vergeleken.<br />
Maandelijks is er een Beleidsgroep Zorgregie waarbij leden van de diverse RvG over de provincies heen, de<br />
bevindingen, ervaringen, standpunten en uitdagingen omtrent de Zorgregie vanuit gebruikersperspectief<br />
samen bespreken om deze dan te bundelen tot standpunten van Gebruikers over de organisaties en over de<br />
provincies heen.<br />
Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Grondrechten: Het VGPH vertrekt in zijn werking van principes uit de Universele Verklaring van de<br />
Rechten van de Mens (Verenigde Naties, 1948) en van het Verdrag van de rechten van personen met een<br />
handicap (Verenigde Naties, 2006).<br />
Diversiteit en inclusieve samenleving:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het begrip handicap is aan verandering onderhevig. Het vloeit voort uit de wisselwerking tussen<br />
personen met functiebeperkingen en sociale en fysieke drempels die hen belet ten volle, effectief en<br />
op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving;<br />
Personen met een handicap worden nog steeds geconfronteerd met (fysieke, sociale, economische en<br />
culturele) obstakels die hun participatie in de samenleving als gelijkwaardige leden belemmeren;<br />
VGPH gaat er van uit dat er respect moet zijn voor verschillen en dat personen met een handicap deel<br />
uitmaken van de mensheid en van de menselijke diversiteit. Personen met een handicap hebben een<br />
potentiële en een bestaande gewaardeerde bijdrage aan de diversiteit van de samenleving en aan het<br />
algemeen welzijn.<br />
Participatie:<br />
•<br />
•<br />
VGPH gelooft dat het bevorderen van een volwaardige participatie aan onze samenleving door<br />
personen met een handicap ertoe zal leiden dat zij sterker gaan beseffen dat zij erbij horen en zal<br />
resulteren in wezenlijke vorderingen in de humane, sociale en economische ontwikkeling van de<br />
maatschappij;<br />
Personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers moeten in de gelegenheid worden<br />
gesteld actief betrokken te zijn bij de besluitvormingsprocessen over beleid en programma’s, in het<br />
bijzonder dewelke hen rechtstreeks aanbelangen.<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.vgph.be<br />
162<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en personen<br />
met een handicap<br />
De provincie heeft bijzondere aandacht voor personen met een handicap door middel van:<br />
•<br />
•<br />
Het eigen provinciaal beleid voor personen met een handicap;<br />
De uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst inzake zorgregie tussen het Vlaams Agentschap voor<br />
Personen met een Handicap (VAPH) en de Vlaamse provinciebesturen.<br />
Het coördinatiepunt Handicap is het team dat verankerd is binnen het provinciale administratie en uitvoering<br />
geeft aan dit Vlaamse zorgbeleid en aan de vertaling ervan op <strong>Oost</strong>-Vlaams niveau.<br />
Team Zorg<br />
Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake personen met een<br />
handicap ingebed in het team zorg binnen de dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />
Doelstellingen<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Provinciaal beleid:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Streekgerichte dienstverlening ondersteunen;<br />
Vernieuwende zorginitiatieven stimuleren;<br />
Integratie bevorderen van personen met een handicap;<br />
Het Vlaamse zorgbeleid ondersteunen.<br />
Zorgregie, Vlaamse doelstellingen zorgregie:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Een transparant en rechtvaardig opname- en bemiddelingsbeleid realiseren;<br />
Het bestaande zorgaanbod afstemmen op de vraag;<br />
Een gefundeerde planning van het nieuwe zorgaanbod realiseren.<br />
Via het samenwerkingsverband met VAPH worden tevens een aantal belangrijke provinciale doelstellingen<br />
gerealiseerd:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Acties<br />
Bevorderen en ondersteunen van netwerkvorming;<br />
Ondersteunen en actief opnemen van sociale planning - zorgplanning;<br />
Als centraal aanspreekpunt fungeren voor zowel professionelen, overheden als burgers;<br />
Gebruikersparticipatie bevorderen.<br />
De acties inzake personen met een handicap zijn zeer verscheiden. Wij willen onze doelstellingen bereiken<br />
door bijvoorbeeld:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het stimuleren van de uitbouw van een informatie- en ombudsfunctie voor personen met een handicap;<br />
Het ondersteunen van specifieke vormingsinitiatieven;<br />
Het ondersteunen van initiatieven ter bevordering van intersectorale samenwerking in functie van<br />
personen met een handicap;<br />
163<br />
163<br />
www.desocialekaart.be
•<br />
•<br />
Het ondersteunen van initiatieven die de integratie van personen met een handicap bevorderen en/of hun<br />
positie in deze samenleving versterken;<br />
Zorgregie:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Het uitbouwen en ondersteunen van een sterk provinciaal overlegnetwerk ter realisatie van het<br />
project zorgregie (ROG);<br />
Het uitwerken en ondersteunen van de zorgplanning voor personen met een handicap in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />
Het garanderen van een vlotte dienstverlening, zowel voor de partners van het ROG als voor<br />
externen.<br />
Subsidies, premies<br />
•<br />
•<br />
Ondersteunen van initiatieven in verband met de behandeling, verzorging, opvang, opvoeding en<br />
ontspanning van personen met een handicap, met een specifiek accent op apparatuur, uitrusting,<br />
vormingscursussen en vakantiekampen.<br />
www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/2145.cfm<br />
Ondersteunen van ambulante diensten voor personen met een handicap in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (begeleid<br />
wonen, zelfstandig wonen, thuisbegeleiding en pleegzorg)<br />
www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/2147.cfm<br />
Meer info:<br />
An De Kryger, 09 267 75 55, an.de.kryger@oost-vlaanderen.be<br />
Leen De Caluwé, 09 267 75 52, leen.de.caluwe@oost-vlaanderen.be<br />
Kristien Boterbergh, 09 267 75 28, kristien.boterbergh@oost-vlaanderen.be<br />
Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />
www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/index.cfm<br />
www.vaph.be<br />
164<br />
www.socialeplattegrondovl.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
10. Bijlagen<br />
165<br />
165<br />
www.desocialekaart.be
<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />
Afkortingenlijst<br />
Afkortingenlijst<br />
ACAW Autonoom Centrum voor Algemeen Welzijnswerk<br />
ADL Activiteiten van het dagelijks leven<br />
ALS Amyotrofische Laterale Sclerose<br />
AWW Algemeen Welzijnswerk<br />
AZ Algemeen ziekenhuis<br />
BBB Beter Bestuurlijk Beleid<br />
BINC Begeleiding in Cijfers<br />
BJB Bijzondere JeugdBijstand<br />
BJZ Bijzondere JeugdZorg<br />
BKO Buitenschoolse kinderopvang<br />
BLO Buitengewoon Lager Onderwijs<br />
BOL Budgethoudersvereniging Onafhankelijk Leven<br />
BuBao Buitengewoon Basis Onderwijs<br />
Budiv Budgethoudersvereniging Inclusie <strong>Vlaanderen</strong><br />
BuSO Buitengewoon Secundair Onderwijs<br />
BW Beschutte werkplaats of Beschut wonen<br />
CADOR Centrum voor advies en oriëntering<br />
CAS Centrum Aangepast Sporten<br />
CAT Centrum voor Studie, Behandeling en Preventie van Alcoholisme en andere Toxicomanieën<br />
CAW Centrum Algemeen Welzijnswerk<br />
CBE Centrum voor basiseducatie<br />
CBJ Comité bijzondere jeugdzorg<br />
CBO Centrum voor beroepsopleiding<br />
CGG of CGGZ Centrum Geestelijke Gezondheidszorg<br />
CIG Centrum voor Integrale Gezinszorg<br />
CKG Centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning<br />
CKO Centrum voor Kinderopvang<br />
CLB Centrum voor leerlingenbegeleiding<br />
COS Centrum voor ontwikkelingsstoornissen<br />
CRZ Centrale registratie van de zorgvragen<br />
CVO Centrum voor volwassenenonderwijs<br />
DAV Dienst Aangepast Vervoer<br />
DAVO Dienst voor alimentatievordering<br />
DGGZ Dienst Geestelijke Gezondheidszorg<br />
DMW Dienst Maatschappelijk Werk<br />
DOG Dienst voor opvanggezinnen<br />
DOMINO Dossier Minderjarigen Opvolgingssysteem<br />
DSM Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders<br />
DVC Dagverzorgingscentrum<br />
ECM Etnisch-culturele minderheid<br />
EXPOO Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning<br />
FBW Federatie Beschut Wonen<br />
FDGG Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg<br />
FESO Federatie Samenlevingsopbouw<br />
Fevlado Federatie van Vlaamse Doven en Slechthorende Jongeren<br />
FOD VVVL Federale OverheidsDienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu<br />
Fovig Federatie van Ouders van Visueel Gehandicapte kinderen<br />
GDT Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging<br />
166<br />
www.socialeplattegrondovl.be
GES Gedrages- en Emotionele Stoornissen<br />
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg<br />
GOB Gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst<br />
GON Geïntegreerd Onderwijs<br />
GOS Gedetineerdenopvolgsysteem<br />
Govag Vlaamse Gebruikers- en Oudervereniging Antroposofische Gehandicaptenzorg<br />
GTB Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst<br />
HINT Handicap Informatie en Tips<br />
HIVA Hoger Instituut Voor de Arbeid<br />
HPV Humaan Papilloma Virus<br />
HvN Huis van het Nederlands<br />
IBO Initiatief buitenschoolse opvang<br />
ICAW Ingebouwd Centrum Algemeen Welzijnswerk (voor <strong>2010</strong>, nu DMW)<br />
ICT Informatie- en Communicatietechnologie<br />
IJH Integrale Jeugdhulp<br />
IKG Inkomensgerelateerd (bij kinderopvang)<br />
IMB Individuele Materiële Bijstand<br />
ING Intercultureel Netwerk Gent<br />
ION Inclusief Onderwijs<br />
JAC Jongeren Advies Centrum<br />
JIP Jongeren Informatie Punt<br />
JOS Jeugdonderzoeksplatform<br />
JWW Justitieel Welzijnswerk<br />
K&G Kind & Gezin<br />
K-dienst Dienst Kinder- en Jeugdpsychiatrie<br />
KDNV Kinder-Dag-en-Nacht-Verblijven<br />
KOC Kinderopvangcentrum<br />
KOC Krisisopvangcentrum<br />
KVG Katholieke Vereniging Gehandicapten<br />
LAC Lokale adviescommissie<br />
LCCA Life Cycle Costing Analysis<br />
LDC Lokaal dienstencentrum<br />
LOGO Lokaal Gezondheidsoverleg (officieel: Loco-regionaal Gezondheidsoverleg en -organisatie)<br />
LOI Lokaal Opvanginitiatief<br />
LOP Lokaal Overlegplatform<br />
LSB Lokaal sociaal beleid<br />
MDT Multidisciplinair team<br />
MMC Mindermobielencentrale<br />
MOF Misdrijf omschreven feit<br />
MPI Medisch Pedagogisch Instituut<br />
MRSA Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus<br />
MS Multiple Sclerose<br />
MSOC Medisch Sociaal Opvangcentrum<br />
NAH Niet-Aangeboren Hersenletsel<br />
NARIC National Academic Recognition Information Centre - Flanders<br />
NERF Center for Neuro-Electronics Research Flanders<br />
NRVZ Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen<br />
OBC Observatie- en Behandelingscentrum voor personen met een handicap<br />
OC Opvangcentrum<br />
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn<br />
ODiCe <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum<br />
ONOV Onthaal Nieuwkomers <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (voor 2008, nu Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />
OO Opvoedingsondersteuning<br />
OOOC Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum<br />
OTA Ondersteuningsteam allochtonen<br />
PAAZ Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis<br />
167<br />
167<br />
www.desocialekaart.be
PAB Persoonlijke-Assistentiebudget<br />
PAWO Platform Algemeen Welzijnswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
PC Psychiatrisch centrum<br />
PEC Provinciale EvaluatieCommissie<br />
PGB Persoonsgebonden Budget<br />
PISAD Provinciaal Interbestuurlijk Samenwerkingsverband voor Aanpak van Drugmisbruik<br />
POD MI Programmatorische overheidsdienst maatschappelijke integratie<br />
POP Persoonlijk OntwikkelingsPlan<br />
POS Problematische opvoedingssituatie<br />
PPS Publiek-Private Samenwerking<br />
PVB Persoonsvolgend Budget<br />
PVT Psychiatrisch VerzorgingsTehuis<br />
PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap<br />
PZ Psychiatrisch Ziekenhuis<br />
PZT Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie<br />
RIA ReguleringsimpactAnalyse<br />
RISO Regionaal Instituut Samenlevingsopbouw (voor 2006)<br />
RIZIV RijksInstituut voor Ziekte- en InvaliditeitsVerzekering<br />
ROB Rustoord<br />
ROG Regionaal Overlegnetwerk Personen met een Handicap<br />
ROPPOV Regionaal Overleg Projecten en Participatie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />
RSZ Rijksdienst voor sociale zekerheid<br />
RTJ Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp<br />
RVA Rijksdienst voor arbeidsvoorziening<br />
RVG Raad van Gebruikers<br />
RVT Rust- en Verzorgingstehuis<br />
RWO Regionaal Welzijnsoverleg<br />
RWO Oudenaarde Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Oudenaarde<br />
RWO-ARA Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Aalst<br />
RWOD Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Dendermonde<br />
RWOM Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland<br />
RWW Regionaal Welzijnsoverleg Waasland<br />
SEL Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg<br />
SFG Serviceflatgebouw<br />
SGA Sterk Gedragsgestoorde en/of Agressieve patiënten<br />
SKM <strong>Sociale</strong> kredietmaatschappij<br />
subROG Subregionaal Overleg Gehandicaptenzorg<br />
SVF <strong>Sociale</strong>verzekeringsfonds<br />
SVK Sociaal Verhuurkantoor<br />
SW <strong>Sociale</strong> werkplaats<br />
SWOT-V Overlegplatform directies thuisbegeleiding <strong>Vlaanderen</strong><br />
TNW Tehuis niet-werkenden<br />
TW Tehuis werkenden<br />
UZ Universitair ziekenhuis<br />
VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />
VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding<br />
VeBeS Vereniging voor Blinden en Slechtzienden<br />
VFG Vereniging personen met een handicap<br />
VFSIPH Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie van Personen met een Handicap<br />
VGPH Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap<br />
ViA <strong>Vlaanderen</strong> in Actie<br />
VIPA Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden<br />
VMC Vlaams Minderheden Centrum<br />
VMSW Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen<br />
VOV Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen<br />
VVA Vlaamse Vereniging Autisme<br />
168<br />
www.socialeplattegrondovl.be
VVGG Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid<br />
WCD Woningcomplex met dienstverlening<br />
WOP Wonen onder begeleiding van een particulier<br />
WRG Welzijnsoverleg Regio Gent<br />
WVG Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Vlaams beleidsdomein)<br />
WZC Woonzorgcentrum<br />
ZIV Ziekte- en Invaliditeitsverzekering<br />
169<br />
169<br />
www.desocialekaart.be
Inhoudstafel (rubriekenlijst) ‘www.desocialekaart.be’<br />
01. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING<br />
01.01. Dringende hulpverlening<br />
01.01.01. Algemene diensten<br />
01.01.02. Telefonische hulpverlening<br />
01.01.03. Crisisopvang (24u/24u)<br />
01.02. Algemeen Welzijnswerk<br />
01.02.01. Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)<br />
01.02.02. Dienst Maatschappelijk Werk van het Ziekenfonds<br />
01.02.03. Autonoom Centrum voor Maatschappelijk Werk (CMW)<br />
01.03. <strong>Sociale</strong> huizen<br />
01.04. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)<br />
01.04.01. OCMW<br />
01.04.02. Welzijnsbureaus - <strong>Sociale</strong> dienst<br />
01.04.03. Andere OCMW-diensten<br />
01.05. Algemeen Welzijnswerk - Stad, gemeenten, buurten<br />
01.05.01. Gemeentedienst - Welzijn en sociale zaken<br />
01.05.02. Buurtwerkingen en -centra<br />
01.05.03. Gemeenschapscentra<br />
01.05.04. Andere gemeentediensten<br />
01.06. Thuislozenzorg<br />
01.06.01. Crisisopvang<br />
01.06.02. Opvangcentra jongeren<br />
01.06.03. Opvangcentra vrouwen en kinderen<br />
01.06.04. Opvangcentra mannen<br />
01.06.05. Opvangcentra gemengd publiek<br />
01.06.06. Begeleid wonen<br />
01.06.07. Nood- en doorgangswoningen<br />
01.06.08. Andere<br />
01.07. Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling<br />
01.08. Ombudsdiensten<br />
01.09. Discriminatie<br />
01.10. Toegankelijkheid algemeen<br />
01.11. Ondersteuning vrijwilligerswerk<br />
01.12. Zelfzorg<br />
01.12.01. Lokaal overleg zelfzorg<br />
01.12.02. Federaties en koepels zelfzorg<br />
01.13. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
01.13.01. Overleg algemene sociale dienstverlening<br />
01.13.02. Federaties, koepels en inrichtende machten algemene sociale dienstverlening<br />
02. LICHAMELIJKE GEZONDHEIDSZORG<br />
02.01. Telefonische hulpverlening<br />
02.02. Dringende medische hulpverlening<br />
02.02.01. Dringend ziekenvervoer<br />
02.02.02. Wachtdiensten<br />
02.03. Gezondheidsbevordering<br />
02.03.01. Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO)<br />
02.03.02. Lokaal Overleg Gezondheidszorg (LOGO’s)<br />
02.04. Algemene dienstverlening gezondheidszorg<br />
02.04.01. Eerstelijnsgezondheidszorg<br />
02.04.02. Wijkgezondheidscentra<br />
02.04.03. Medisch hulpmateriaal<br />
02.04.04. Medische hulpdiensten (niet-dringend)<br />
02.04.05. Ziekenfondsen<br />
170<br />
www.socialeplattegrondovl.be
02.04.06. Diverse gezondheidsdiensten<br />
02.05. Specifieke gezondheidszorg<br />
02.05.01. Arbeid en gezondheid<br />
02.05.02. Specifieke gezondheidsthema’s<br />
02.05.03. Ziekenbezoek<br />
02.06. Ziekenhuizen, poliklinieken en dispensaria<br />
02.06.01. Ziekenhuizen<br />
02.06.02. <strong>Sociale</strong> diensten van ziekenhuizen<br />
02.06.03. Poliklinieken<br />
02.06.04. Dispensaria<br />
02.06.05. Hersteloorden<br />
02.06.06. Revalidatiecentra<br />
02.07. Palliatieve zorg<br />
02.07.01. Palliatieve netwerken en ondersteuning<br />
02.07.02. Dagcentra palliatieve zorg<br />
02.07.03. Palliatieve eenheid in een ziekenhuis<br />
02.07.04. Palliatieve supportteams<br />
02.08. Actieve levensbeëindiging<br />
02.09. Zelfhulp<br />
02.09.01. Zelfhulp - Fysische ziekte<br />
02.09.02. Zelfhulp - Operatieve ingreep<br />
02.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
02.10.01. Overleg lichamelijke gezondheidszorg<br />
02.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten gezondheidszorg<br />
03. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (GGZ)<br />
03.01. Dringende hulpverlening<br />
03.01.01. Telefonische hulpverlening<br />
03.01.02. Psychiatrische urgentiediensten en crisisinterventie<br />
03.02. Ambulante diensten voor geestelijke gezondheidszorg<br />
03.02.01. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ)<br />
03.02.02. Psychiatrische thuiszorg<br />
03.02.03. Andere ambulante begeleidingsdiensten GGZ<br />
03.02.04. Centra voor dagbehandeling GGZ en activiteitencentra GGZ<br />
03.02.05. Psychosociale revalidatiecentra<br />
03.02.06. Beschut wonen GGZ<br />
03.03. Residentiële diensten voor geestelijke gezondheidszorg<br />
03.03.01. Psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ)<br />
03.03.02. Psychiatrische ziekenhuizen<br />
03.03.03. Psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)<br />
03.03.04. Therapeutische gemeenschappen<br />
03.04. Specifieke doelgroepen<br />
03.04.01. Diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie<br />
03.04.02. Diensten voor psychogeriatrie<br />
03.05. Hulpverlening aan mensen met een verslaving<br />
03.05.01. Verslavingspreventie<br />
03.05.02. Spoedopname<br />
03.05.03. Ambulante begeleiding<br />
03.05.04. Residentiële hulpverlening<br />
03.06. Zelfhulp<br />
03.06.01. Zelfhulp - Psychosociale problemen<br />
03.06.02. Zelfhulp - Verwerking na verlies<br />
03.06.03. Zelfhulp - Verslavingsproblemen<br />
03.07. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
03.07.01. Overleg GGZ<br />
03.07.02. Federaties, koepels en inrichtende machten GGZ<br />
171<br />
171<br />
www.desocialekaart.be
04. THUISZORG<br />
04.01. Thuiszorgmeldpunten (24u op 24u)<br />
04.02. Lokale dienstencentra<br />
04.03. Regionale dienstencentra<br />
04.04. Diensten voor gezinszorg<br />
04.05. Oppas- en gezelschapsdiensten<br />
04.06. Opvang<br />
04.06.01. Dagverzorgingscentrum<br />
04.06.02. Centrum voor kortverblijf<br />
04.07. Specifieke dienstverlening<br />
04.07.01. Diensten maaltijdbedeling<br />
04.07.02. Poetsdiensten<br />
04.07.03. Klusjesdiensten (boodschappen, strijken, kleine herstellingen,…)<br />
04.07.04. Vervoerdiensten<br />
04.07.05. Ergotherapie aan huis<br />
04.07.06. Alarmcentrales<br />
04.07.07. Thuisverpleging<br />
04.07.08. Palliatieve thuiszorg<br />
04.08. Verenigingen voor mantelzorgers<br />
04.09. Zorgkassen<br />
04.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
04.10.01. Overleg thuiszorg<br />
04.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten thuiszorg<br />
05. RELATIES EN SEKSUALITEIT<br />
05.01. Dringende hulpverlening<br />
05.02. Diensten relaties en seksualiteit<br />
05.03. Seksualiteitbeleving<br />
05.04. Specifieke situaties<br />
05.04.01. Familiaal geweld<br />
05.04.02. Relatie- en scheidingsbemiddeling<br />
05.04.03. Alimentatievordering<br />
05.05. Zelfhulp<br />
05.05.01. Zelfhulp - Alleenstaand en echtscheiding<br />
05.05.02. Zelfhulp - Relaties en seksualiteit<br />
05.05.03. Zelfhulp - Seksueel misbruik<br />
05.06. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
05.06.01. Overleg relaties & seksualiteit<br />
05.06.02. Federaties, koepels en inrichtende machten relaties & seksualiteit<br />
06. OPLEIDING, WERKLOOSHEID EN TEWERKSTELLING<br />
06.01. Opleiding voor volwassenen<br />
06.01.01. Basiseducatie<br />
06.01.02. Tweedekansonderwijs<br />
06.01.03. Onderwijs voor sociale promotie<br />
06.01.04. Centra voor beroepsopleiding<br />
06.01.05. Opleidingscentra<br />
06.02. <strong>Sociale</strong> partners en secretariaten<br />
06.02.01. Hoofdzetels en gewestelijke verbonden van de vakbonden<br />
06.02.02. Middenstands- en werkgeversorganisaties<br />
06.02.03. <strong>Sociale</strong>verzekeringsfondsen<br />
06.02.04. Sociaal secretariaten<br />
06.03. Werkloosheid<br />
06.03.01. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)<br />
06.03.02. Lokale afdelingen vakbonden en uitbetalingsbureaus hulpkas voorwerkloosheidsuitkeringen<br />
06.04. Sociaal interimkantoren<br />
172<br />
www.socialeplattegrondovl.be
06.05. Bemiddeling, begeleiding, opleiding en werkervaring voor werkzoekenden<br />
06.05.01. Werkwinkel<br />
06.05.02. Arbeidsbemiddeling<br />
06.05.03. Werkzoekendenwerkingen<br />
06.05.04. Trajectbegeleiding werkgelegenheid<br />
06.05.05. Opleidings- en werkervaringinitiatieven<br />
06.05.06. PWA - Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap<br />
06.06. <strong>Sociale</strong> tewerkstelling<br />
06.06.01. <strong>Sociale</strong> werkplaatsen<br />
06.06.02. Arbeidszorginitiatieven<br />
06.06.03. Beschutte werkplaatsen<br />
06.06.04. Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst - GTB<br />
06.06.05. Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst - GA<br />
06.06.06. Gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst - GOB<br />
06.06.07. Lokale Diensteneconomie<br />
06.06.08. Invoegbedrijven<br />
06.06.09. Startcentra<br />
06.07. Steunpunten Groene Zorg<br />
06.08. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
06.08.01. Overleg opleiding, werkloosheid en tewerkstelling<br />
06.08.02. Koepels, federaties en inrichtende machten opleiding, werkloosheid en Tewerkstelling<br />
07. HUISVESTING<br />
07.01. Info en advies huisvesting<br />
07.01.01. Woonwinkel<br />
07.01.02. Huisvestingsdiensten OCMW en gemeente<br />
07.01.03. Huurdersverenigingen<br />
07.01.04. Levenslang wonen<br />
07.02. Huisvestingsinitiatieven<br />
07.02.01. <strong>Sociale</strong> leningen<br />
07.02.02. <strong>Sociale</strong> huisvesting<br />
07.02.03. <strong>Sociale</strong> verhuurkantoren<br />
07.02.04. Stads-, gemeente- en OCMW-woningen<br />
07.02.05. Andere huisvestingsinitiatieven<br />
07.03. Zelfzorg huisvesting<br />
07.04. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
07.04.01. Overleg huisvesting<br />
07.04.02. Federaties, koepels en inrichtende machten huisvesting<br />
08. RECHTSHULP EN JUSTITIE<br />
08.01. Rechtshulp en juridisch advies<br />
08.01.01. Wetswinkel<br />
08.01.02. Rechtshulp<br />
08.01.03. Consumentenorganisaties<br />
08.02. Justitiële hulpverlening<br />
08.02.01. Justitieel welzijnswerk<br />
08.02.02. Slachtofferzorg<br />
08.02.03. Daderhulp<br />
08.02.04. Bemiddeling in strafzaken<br />
08.02.05. Preventiediensten (veiligheidscontracten)<br />
08.02.06. Herstelbemiddeling<br />
08.03. Federale en lokale politie<br />
08.04. Justitie en medewerkers gerecht<br />
08.04.01. Justitiehuizen<br />
08.04.02. Rechtbanken<br />
08.04.03. Advocaten<br />
173<br />
173<br />
www.desocialekaart.be
08.04.04. Notarissen<br />
08.04.05. Gerechtsdeurwaarders<br />
08.04.06. Strafinrichtingen<br />
08.04.07. Alternatieve maatregelen en straffen<br />
09. KINDEREN EN GEZINNEN<br />
09.01. Telefonische diensten<br />
09.02. Opvoedingsondersteuning<br />
09.03. Ambulante begeleiding van kinderen en gezinnen<br />
09.03.01. Prenatale zorgverlening<br />
09.03.02. Kraamzorg<br />
09.03.03. Consultatiebureaus<br />
09.03.04. Regiohuizen Kind en Gezin<br />
09.03.05. Inloop-team<br />
09.04. Kinderopvang<br />
09.04.01. Centra voor Kinderopvang (CKO)<br />
09.04.02. Gemandateerde voorzieningen<br />
09.04.03. Kinderdagverblijven<br />
09.04.04. Initiatieven buitenschoolse opvang<br />
09.04.05. Diensten voor onthaalouders<br />
09.04.06. Opvang voor kinderen met een handicap en zieke kinderen<br />
09.04.07. Andere kinderopvang<br />
09.05. Gezinsondersteuning<br />
09.05.01. Crisisbegeleiding gezinnen<br />
09.05.02. Centra voor integrale gezinszorg (CIG)<br />
09.05.03. Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)<br />
09.05.04. Andere residentiële gezinsondersteuning<br />
09.06. Adoptie-, evaluatie- en nazorgdiensten<br />
09.07. Specifieke gezinssituaties<br />
09.07.01. Gezinsplaatsingsdiensten<br />
09.07.02. Neutrale ontmoetingsruimtes<br />
09.07.03. Kinderverwaarlozing en -mishandeling<br />
09.08. Speel-o-theken<br />
09.09. Kinderbijslagfondsen<br />
09.10. Zelfhulp Kinderen en Gezinnen<br />
09.11. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
09.11.01. Overleg kinderen- en gezinsbegeleiding<br />
09.11.02. Federaties en koepels en inrichtende machten kinderen- en Gezinsbegeleiding<br />
10. JONGEREN<br />
10.01. Info, advies en begeleiding<br />
10.01.01. Telefonische hulpverlening jongeren<br />
10.01.02. JIP’s en JAC’s<br />
10.01.03. Gemeentelijke jeugddiensten<br />
10.02. Jeugd(welzijns)werk<br />
10.02.01. Jongerenorganisaties/jeugdvoorzieningen<br />
10.02.02. Initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren<br />
10.03. Onderwijs<br />
10.03.01. Informatie<br />
10.03.02. Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)<br />
10.03.03. Lokale Overlegplatforms Gelijke Onderwijskansen (LOP’s)<br />
10.03.04. Centra voor deeltijds onderwijs<br />
10.03.05. Deeltijdse vorming<br />
10.03.06. Studentenvoorzieningen en -begeleiding<br />
10.03.07. Buitenschoolse en naschoolse begeleiding<br />
10.03.08. Schoolopbouwwerk<br />
174<br />
www.socialeplattegrondovl.be
10.04. Specifieke tewerkstellingsinitiatieven voor jongeren<br />
10.05. Woonbegeleiding jongeren<br />
10.06. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
10.06.01. Overleg jeugd en jongeren<br />
10.06.02. Federaties, koepels en inrichtende machten jeugd en jongeren<br />
11. BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND<br />
11.01. Aanmeldingspunten Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)<br />
11.01.01. Comités Bijzondere Jeugdzorg<br />
11.02. Bemiddelingscommissies<br />
11.03. Politionele jeugdbijstand<br />
11.04. <strong>Sociale</strong> dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand<br />
11.05. Ondersteuningsteam Allochtonen BJB (OTA)<br />
11.06. Ambulante BJB<br />
11.06.01. Crisishulp aan Huis<br />
11.06.02. Thuisbegeleidingsdiensten BJB<br />
11.06.03. Dagcentra BJB<br />
11.06.04. Begeleid zelfstandig wonen BJB<br />
11.07. Residentiële BJB<br />
11.07.01. Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra<br />
11.07.02. Pleegzorgdiensten<br />
11.07.03. Begeleidings- en gezinstehuizen BJB<br />
11.07.04. Gemeenschapsinstellingen BJB<br />
11.08. Alternatieve begeleiding jongeren<br />
11.09. Zelfhulp Bijzondere Jeugdbijstand<br />
11.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
11.10.01. Overleg BJB<br />
11.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten BJB<br />
12. OUDEREN<br />
12.01. Dienstverlening<br />
12.01.01. Telefonische hulpverlening<br />
12.01.02. Informatie- en bemiddelingsdiensten<br />
12.01.03. Aanvraag en toekenning pensioen<br />
12.01.04. Ouderenmis(be)handeling<br />
12.02. Ontmoeting - Vrije tijd - Vorming<br />
12.02.01. Ontmoetingscentra<br />
12.02.02. Verenigingsleven ouderen<br />
12.02.03. Activiteiten en cursussen<br />
12.03. Woonmogelijkheden<br />
12.03.01. Rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen<br />
12.03.02. Serviceflats en andere residenties met serviceverlening<br />
12.03.03. Woonprojecten (met/zonder dienstverlening)<br />
12.04. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
12.04.01. Overleg ouderen<br />
12.04.02. Koepels, federaties en inrichtende machten ouderen<br />
13. PERSONEN MET EEN HANDICAP<br />
13.01. Informatie, advies en bemiddeling<br />
13.01.01. Telefonische informatie en hulpverlening<br />
13.01.02. Handicap en advies<br />
13.01.03. Trajectbegeleiding<br />
13.01.04. Steunpunt Expertise Netwerken (SEN)<br />
13.01.05. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />
13.02. Algemene diagnose en behandeling<br />
13.02.01. Centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS)<br />
175<br />
175<br />
www.desocialekaart.be
13.02.02. Observatie- en behandelingscentra (OBC)<br />
13.02.03. Centrum voor menselijke erfelijkheid (CME)<br />
13.02.04. Vroegtijdige revalidatiecentra en kinderdagverblijven<br />
13.03. Centra voor Ambulante Revalidatie<br />
13.04. Thuisbegeleiding personen met een handicap<br />
13.05. Verenigingen en vrijetijdsbesteding<br />
13.05.01. Vrije tijd, speelpleinwerking en vorming voor personen met een handicap<br />
13.05.02. Sport voor personen met een handicap<br />
13.05.03. Speel-o-theken voor personen met een handicap<br />
13.06. Buitengewoon onderwijs<br />
13.06.01. Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs<br />
13.06.02. Buitengewoon secundair onderwijs<br />
13.06.03. Centra voor leerlingenbegeleiding voor buitengewoon onderwijs<br />
13.07. Orthopedagogische internaten of semi-internaten<br />
13.08. Dagcentra en begeleid werken personen met een handicap<br />
13.09. Woonvormen voor meerderjarigen met een handicap<br />
13.09.01. Zelfstandig wonen<br />
13.09.02. Begeleid wonen<br />
13.09.03. Gezinsplaatsingsdiensten<br />
13.09.04. Wonen onder begeleiding van een particulier (WOP)<br />
13.09.05. Beschermd wonen<br />
13.09.06. Tehuizen voor kort verblijf<br />
13.09.07. Tehuizen voor werkenden (gezinsvervangende tehuizen)<br />
13.09.08. Tehuizen voor niet-werkenden<br />
13.10. Specifieke dienstverlening<br />
13.10.01. Hulpmiddelen<br />
13.10.02. Assistentie<br />
13.11. Zelfhulp - Personen met een handicap<br />
13.12. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
13.12.01. Overleg Personen met een handicap<br />
13.12.02. Koepels, federaties en inrichtende machten personen met een handicap<br />
14. ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN<br />
14.01. (Gemeentelijke) integratiediensten<br />
14.02. Integratiecentra<br />
14.02.01. Hoofdzetels<br />
14.02.02. Steunpunten<br />
14.03. Dienstverlening aan minderheden<br />
14.03.01. Onthaalbureaus voor anderstalige nieuwkomers<br />
14.03.02. Tolken en vertaaldiensten<br />
14.03.03. Taallessen voor etnisch-culturele minderheden<br />
14.03.04. Rechtshulp voor etnisch-culturele minderheden<br />
14.04. Doelgroep vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren<br />
14.04.01. Opvangcentra<br />
14.04.02. Lokale opvanginitiatieven (LOI)<br />
14.04.03. Cellen vluchtelingenwerk<br />
14.04.04. Andere dienstverlening<br />
14.05. Doelgroep zigeuners, woonwagenbewoners en voyageurs<br />
14.06. Specifieke thema’s<br />
14.06.01. Racismebestrijding<br />
14.06.02. Noord-Zuid-samenwerking<br />
14.07. Zelfzorg<br />
14.07.01. Organisaties van etnisch-culturele minderheden<br />
14.08. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
14.08.01. Overleg minderheden<br />
14.08.02. Koepels, federaties en inrichtende machten minderheden<br />
176<br />
www.socialeplattegrondovl.be
15. ARMOEDE EN KANSARMOEDE<br />
15.01. Algemene informatie en advies<br />
15.02. Materiële en sociale dienstverlening<br />
15.02.01. Kringloopcentra<br />
15.02.02. Sociaal restaurants<br />
15.02.03. Materiële hulpverlening en voedselbedeling<br />
15.02.04. Inloopcentra<br />
15.02.05. Vakantie<br />
15.03. Straathoekwerk<br />
15.04. Groepen van mensen in achterstellingssituaties<br />
15.04.01. Erkende Verenigingen waar armen het woord nemen<br />
15.04.02. Andere initiatieven van of voor mensen in armoede<br />
15.05. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
15.05.01. Overleg armoede en kansarmoede<br />
15.05.02. Opleiding ervaringsdeskundigen (kans)armen<br />
15.05.03. Federaties, koepels en inrichtende machten armoede en kansarmoede<br />
16. SAMENLEVINGSOPBOUW<br />
16.01. Maatschappelijk opbouwwerk<br />
16.02. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />
16.02.01. Regionale organisaties voor Samenlevingsopbouw<br />
16.02.02. Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong><br />
16.02.03. Federatie Samenlevingsopbouw<br />
17. GEMEENTELIJKE, PROVINCIALE, VLAAMSE EN FEDERALE OVERHEDEN<br />
17.01. Gemeentelijke overheden<br />
17.02. Provinciale diensten en gemeenschapscommissies<br />
17.03. Vlaamse Gemeenschap<br />
17.03.01. Ministeries<br />
17.03.02. Administratie<br />
17.04. Federale overheidsdiensten en rijksdiensten<br />
17.05. Parastatalen<br />
177<br />
177<br />
www.desocialekaart.be