06.05.2013 Views

syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010

syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010

syllabus - Sociale Plattegrond Oost-Vlaanderen 2010

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Wegwijs in welzijn en gezondheid<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Inhoudstafel<br />

Inleiding<br />

(Inter)provinciale sociale kaart<br />

Het provinciebestuur en sociale planning .................................................................................... p.8<br />

Het Regionaal Welzijnsoverleg .................................................................................................p.10<br />

Het provinciebestuur en het Vrijwilligerswerk ..............................................................................p.12<br />

Het provinciebestuur en Toegankelijkheid ..................................................................................p.14<br />

Het provinciebestuur en Wonen ...............................................................................................p.16<br />

Het provinciebestuur en <strong>Sociale</strong> tewerkstelling ............................................................................p.18<br />

01 Algemene Begeleiding<br />

01.01 Centra Algemeen Welzijnswerk ........................................................................................p.21<br />

01.02 OCMW .......................................................................................................................p.26<br />

01.03 Diensten Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds.............................................................p.34<br />

Het provinciebestuur en Geweld ..............................................................................................p.37<br />

02 Armoedebestrijding<br />

02.01 Schuldbemiddelingsdiensten en collectieve schuldenregeling ..................................................p.40<br />

02.02 Samenlevingsopbouw ...................................................................................................p.42<br />

02.03 Materiële hulpverlening .................................................................................................p.46<br />

Het provinciebestuur en Armoedebestrijding ...............................................................................p.49<br />

03 Kinderen en jongeren<br />

03.01 Begeleiding jonge kinderen en Kinderopvang ......................................................................p.52<br />

03.02 Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning ..................................................................p.56<br />

03.03 Opvoedingsondersteuning ..............................................................................................p.59<br />

Het provinciebestuur en Opvoedingsondersteuning .......................................................................p.64<br />

03.04 CAW - Jongeren Advies Centra ........................................................................................p.66<br />

03.05 Centra voor leerlingenbegeleiding ....................................................................................p.69<br />

03.06 Hulpverlening VAPH (minderjarigen) en onderwijs ...............................................................p.72<br />

03.07 Jongerenwelzijn ...........................................................................................................p.78<br />

03.08 Voorzieningen Bijzondere jeugdzorg .................................................................................p.82<br />

03.09 Integrale Jeugdhulp - Crisisnetwerk .................................................................................p.85<br />

03.10 Integrale Jeugdhulp - Cliëntoverleg ..................................................................................p.89<br />

Het provinciebestuur en Jongerenwelzijn ...................................................................................p.93<br />

04 Thuiszorg<br />

04.01 Thuiszorg ...................................................................................................................p.96<br />

Het provinciebestuur en eerstelijnsgezondheidszorg, residentiële zorg en thuiszorg ........................... p.101<br />

05 Lichamelijke gezondheidszorg<br />

05.01 Gezondheidszorg ....................................................................................................... p.104<br />

05.02 <strong>Sociale</strong> dienst binnen een ziekenhuis .............................................................................. p.108<br />

05.03 Revalidatiecentra ....................................................................................................... p.112<br />

06 Geestelijke gezondheidszorg<br />

06.01 Geestelijke gezondheidszorg ......................................................................................... p.115<br />

06.02 Middelenafhankelijkheid ......................................................................................................p.119<br />

Het provinciebestuur en Drugbeleid ........................................................................................ p.125


07 Etnisch-culturele minderheden<br />

07.01 Inburgering .............................................................................................................. p.128<br />

07.02 Integratiecentra ......................................................................................................... p.133<br />

Het provinciebestuur en Diversiteit ......................................................................................... p.136<br />

08 Ouderen<br />

08.01. Woonmogelijkheden voor ouderen ................................................................................ p.139<br />

Het provinciebestuur en eerstelijnsgezondheidszorg, residentiële zorg en thuiszorg ........................... p.145<br />

09 Personen met een handicap<br />

09.01 Multi disciplinaire teams .............................................................................................. p.148<br />

09.02 Hulpverlening VAPH meerderjarigen ............................................................................... p.150<br />

09.03 Thuisbegeleidingsdiensten personen met een handicap ....................................................... p.156<br />

09.04 Gebruikersorganisaties ................................................................................................ p.159<br />

Het provinciebestuur en Personen met een handicap .................................................................. p.163<br />

10 Bijlagen<br />

10.01 Afkortingenlijst .......................................................................................................... p.166<br />

10.02 Rubriekenlijst sociale kaart ........................................................................................... p.170


Inleiding<br />

Het opzet van de ‘<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>’<br />

In onze welvaartmaatschappij bestaat een gedifferentieerd aanbod aan welzijnsorganisaties. De veelheid<br />

aan initiatieven, werkvormen en samenwerkingsverbanden bemoeilijken vaak een klare kijk. Het is voor<br />

hulpverleners en doorverwijzers niet eenvoudig om door het bos de bomen te blijven zien.<br />

Vanuit dit perspectief organiseren het provinciaal Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning en de ankerpunten van het<br />

regionaal welzijnsoverleg de ‘<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>’ (1 en 8 juni <strong>2010</strong>). Opdat de opleiding vanuit een praktijkgerichte<br />

invalshoek zou worden gebracht, werd voor de inhoudelijke inbreng beroep gedaan op ervaren<br />

specialisten uit het werkveld. Op die manier is de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> een opleiding voor het werkveld, door<br />

het werkveld.<br />

De <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> past in een ruimer concept, waarin o.a. via deskundigheidsbevordering de<br />

toegankelijkheid van de voorzieningen verhoogd wordt. Zo worden er per regio regelmatig opleidingen<br />

‘Efficiënt werken met www.desocialekaart.be’ georganiseerd. Voor meer info hierover contacteer je best één<br />

van onderstaande organisatoren van de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>.<br />

De <strong>syllabus</strong><br />

De <strong>syllabus</strong> die bij de opleiding hoort, biedt de deelnemers aan deze opleiding een bruikbaar naslagwerk om<br />

cliënten gericht door te verwijzen. Zowel de structuur als het concrete aanbod van de verschillende deelsectoren<br />

komen aan bod.<br />

Naast de bijdragen van de sprekers, vind je in de <strong>syllabus</strong> ook fiches over het aanbod van de Provincie <strong>Oost</strong>-<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Je vindt deze informatie telkens na de bijdragen van de sprekers voor die (deel)sector. Het<br />

provinciale aanbod dat niet gelinkt is met de (deel)sectoren die tijdens de opleiding aan bod komen, vind je<br />

vooraan deze <strong>syllabus</strong>. Let wel: het overzicht van het provinciale aanbod is niet volledig; een volledig overzicht<br />

vind je op www.oost-vlaanderen.be.<br />

Tot slot vind je achteraan deze <strong>syllabus</strong> een handige lijst met de gebruikte afkortingen.<br />

Structuur van de sprekersbijdragen<br />

Elke (deel)sector wordt in de sprekersbijdragen toegelicht aan de hand van een vaste structuur:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Missie en opdrachten;<br />

Beknopte historiek;<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader;<br />

Structurering van de sector/subsector;<br />

Doelgroep(en);<br />

Werking;<br />

Afstemming en samenwerking;<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen;<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond (interessante sites).<br />

Powerpointpresentaties van de sprekers<br />

De powerpointpresentaties van de sprekers kan je kort na de opleidingen downloaden op de website<br />

www.socialeplattegrondovl.be.


<strong>Sociale</strong> kaart<br />

Wens je nog meer detailinformatie? Wil je bepaalde organisaties, diensten of voorzieningen contacteren? Zoek<br />

hun gegevens dan op via www.desocialekaart.be.<br />

Tip: probeer zeker eens het ‘Zoeken op inhoudstafel’ uit. Het is de ideale manier om ook in de praktijk de<br />

structuur van de verschillende (deel)sectoren beter te leren kennen … .<br />

Nood aan extra opleiding<br />

Voel je een nood aan extra opleiding, zoals een praktijkcursus ‘Efficiënt werken met de sociale kaart’? Of een<br />

vervolg op deze <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>? Contacteer dan de organisatoren van de <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>.<br />

De organisatoren van de sociale plattegrond<br />

De <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> is een gezamenlijke realisatie van de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de ankerpunten<br />

van het regionaal welzijnsoverleg.<br />

Dit zijn hun contactgegevens:<br />

Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> - Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning<br />

Christophe Pyra - 09 267 75 04 - socialekaart@oost-vlaanderen.be<br />

Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Aalst (RWO-ARA)<br />

Jochen De Craene - 053 78 30 52 - rwo-ara@skynet.be<br />

Regionaal Welzijnsoverleg Dendermonde (RWOD)<br />

Els Op de Beeck - 052 37 85 61 - rwod@skynet.be<br />

Welzijnsoverleg Regio Gent (WRG)<br />

Koen Berwouts - 09 225 91 33 - info@wrg.be<br />

Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland (RWOM)<br />

Mark Arnaut - 09 373 46 54 - rwom@meetjesland.be<br />

Regionaal Welzijnsoverleg arrondissement Oudenaarde (RWO Oudenaarde)<br />

David Cis - 0477 70 89 96 - rwo.oudenaarde@telenet.be<br />

Regionaal Welzijnsoverleg Waasland (RWW)<br />

Veerle Opdebeeck - 03 776 32 48 - info@rwowaasland.be


Op zoek naar adressen of contactgegevens van organisaties, diensten en<br />

voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssector ?<br />

Nood aan concrete informatie over hun werking, doelgroep,<br />

aanmeldingswijze, … ? Surf dan naar …<br />

Een realisatie van de 5 Vlaamse provincies en de Vlaamse<br />

Gemeenschapscommissie.<br />

Ingebed in de welzijnssector, bijvoorbeeld dankzij een intense samen-<br />

werking met de ankerpunten van het regionaal welzijnsoverleg.


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />

sociale planning<br />

De provincie neemt inzake sociale planning vooral een ondersteunende rol op.<br />

Enerzijds investeert het Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning in een aantal basisinstrumenten, zoals gemeentefiches,<br />

woonfiches, omgevingsanalyses, …, waarmee het steunpunt een antwoord wil bieden op de vragen en noden<br />

die leven bij haar diverse doelgroepen. Anderzijds kunnen die doelgroepen ook bij het steunpunt terecht voor<br />

diverse vragen op maat: methodologische ondersteuning, cijfergegevens en/of omgevingsanalyses in het<br />

kader van bepaalde lokale projecten, ondersteuning bij onderzoek, … .<br />

Daarnaast besteedt het steunpunt ook veel aandacht aan overleg, afstemming en samenwerking met de<br />

andere provincies (en in casu sociale kaart ook met de Vlaamse Gemeenschapscommissie van Brussel).<br />

Tot slot is er in het kader van lokaal sociaal beleid ook een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de<br />

Vlaamse Gemeenschap.<br />

Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning<br />

Het Steunpunt <strong>Sociale</strong> Planning is een onderdeel van de zgn. ‘horizontale structuur’ van de Directie Welzijn,<br />

Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking. Deze positionering geeft aan dat het de ambitie<br />

van de directie is om sociale planning te integreren in de werking van de gehele directie, over alle sectoren<br />

heen. De directie en het steunpunt bevinden zich op dat vlak nog in een groeiproces.<br />

Doelstellingen<br />

De missie van het team sociale planning en netwerking luidt:<br />

‘Het team sociale planning en netwerking biedt instrumenten aan om te komen tot een sociaal beleid dat<br />

efficiënt en planmatig is, en dat op de reële behoeften is afgestemd’.<br />

Deze missie wordt gekoppeld aan volgende doelstellingen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het verzamelen, integreren en ontsluiten van informatie (kwalitatief en kwantitatief) in gebruiksvriendelijke<br />

instrumenten voor beleidsplanning;<br />

Het ondersteunen en stimuleren van de prioritaire doelgroepen bij het gebruik van de informatie in het<br />

kader van beleidsplanning (o.a. deskundigheidsbevordering);<br />

Een bijdrage leveren aan onderzoek door (in beperkte mate) zelf onderzoek uit te voeren of onderzoek op<br />

te volgen en te ondersteunen;<br />

Afstemmen, uitwisselen en samenwerken met derde partijen: andere directies (intern), andere steunpunten<br />

sociale planning (interprovinciaal) en andere ‘spelers op de markt’ (Studiedienst Vlaamse<br />

Regering, hogescholen en universiteiten,…);<br />

De prioritaire doelgroepen van het team sociale planning en netwerking zijn: de eigen directie, de lokale<br />

besturen, regionale en provinciale netwerken, regionale actoren, welzijns- en gezondheidsorganisaties.<br />

8<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Acties<br />

Tot de vaste acties van het steunpunt sociale planning behoren o.a.:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Permanente actualisering en optimalisering van www.desocialekaart.be;<br />

On line publiceren van statistische fiches (gemeentefiches, woonfiches, …) en kwantitatieve<br />

omgevingsanalyses;<br />

Visualisering van statistische gegevens, voorzieningenaanbod,… op kaart in functie van de eigen instrumenten<br />

en/of op vraag;<br />

Verwerking van gegevens op fijnmazig niveau (= op deelgemeenteniveau, wijkniveau, bouwblokniveau,<br />

statistisch sectorniveau, …);<br />

Ontwikkeling van opleidingen in functie van deskundigheidsbevordering, zoals deze <strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong>;<br />

Daarnaast wordt in elk jaarplan ook ruimte gemaakt voor eenmalige acties of nieuwe acties die eventueel<br />

een permanent of herhalend karakter kunnen krijgen. Enkele voorbeelden:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Publicatie van een jongerencahier, ouderencahier;<br />

Ontwikkeling van kwalitatieve omgevingsanalyses;<br />

Uitwerken en ondersteunen van een tevredenheidsonderzoek bij het cliënteel van het OCMW, het CAW<br />

en de stedelijke sociale dienst van Zottegem;<br />

Schrijven van gemeenterapporten in het kader van de gemeentelijke ouderenbehoeftenonderzoeken.<br />

Meer info:<br />

<strong>Sociale</strong> planning: Zeneb Bensafia, 09 267 75 15 of socialeplanning@oost-vlaanderen.be<br />

<strong>Sociale</strong> kaart: Christophe Pyra, 09 267 75 04 of socialekaart@oost-vlaanderen.be<br />

Lokaal sociaal beleid: Emma Van Der Maelen, 09 267 75 07 of lokaalsociaalbeleid@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be/socialeplanning<br />

www.desocialekaart.be<br />

9<br />

9<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO)<br />

Missie<br />

Het RWO wil de onderlinge verwevenheid van welzijns- en gezondheidsactoren binnen de regio’s<br />

bevorderen ter verhoging van het welzijn van de burger.<br />

Het RWO wil de neutrale draaischijf zijn van regionale (derde) actoren en overheden.<br />

Het signaleert naar de overheden en neemt gebiedsgerichte initiatieven.<br />

Het ondersteunt regionale (derde) actoren en overheden door het organiseren van gericht overleg, het<br />

bevorderen/faciliteren van netwerkvorming, te werken aan deskundigheidsbevordering bij derden en<br />

ambtenaren, te fungeren als het regionaal ankerpunt voor de sociale kaart.<br />

Personeelsinzet<br />

Het meest zichtbare luik van het RWO situeert zich - logischerwijze - in de regio’s. In elk van de zes arrondissentshoofdplaatsen<br />

wordt een ankerpunt gesubsidieerd. In elk van deze 6 ankerpunten is een coördinator aan<br />

de slag die een perfect zicht heeft op de regionale sociale kaart.<br />

De provinciale ondersteuning kadert in het Besluit van de Vlaamse Regering van 19/12/1997 betreffende de<br />

ondersteuning van regionaal overleg en regionale samenwerking in de welzijnssector. Structureel situeert<br />

deze cel zich binnen de horizontale structuur van de Directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking.<br />

Deze positionering moet toelaten dat alle sectoren binnen de verschillende diensten<br />

vlot kunnen samenwerken met het Regionaal Welzijnsoverleg.<br />

De 6 regionale coördinatoren en de provinciale ondersteuning zorgen gezamenlijk voor de opmaak van het<br />

beleidsplan en de voortgangsrapportage aan de stuurgroep, de deputatie en de Vlaamse Gemeenschap<br />

Doelstellingen<br />

We geven u de vier strategische doelstellingen op een rijtje:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het engagement om te zorgen voor een functionele informatiedoorstroming naar en tussen de beleidssectoren<br />

en relevante organisaties. We leggen de klemtoon op functionele en gerichte informatiedoorstroming<br />

om het eeuwige stigma dat op overleg in de welzijnssector rust (‘praatbarakken’) voor eens en altijd<br />

af te schudden.<br />

Het stimuleren, ondersteunen en organiseren van samenwerking en overleg binnen het welzijnswerk in de<br />

provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>. Vanuit alle sectoren komt het signaal dat maatschappelijke problematieken en<br />

noden steeds complexer worden. Ons verkokerde welzijnslandschap vergt een intersectorale aanpak van<br />

deze knelpunten. We wijzen bijvoorbeeld op de lopende inspanningen rond het thema ‘gedeelde zorg’ aan<br />

(groepen van) mensen die niet binnen één sector kunnen worden geholpen of op de regionale organisatie<br />

van cliëntoverleg (casemanagement) in de jeugdhulpverlening.<br />

De profilering van het <strong>Oost</strong>-Vlaams RWO-model. Als we geloven in het <strong>Oost</strong>-Vlaams model - met het<br />

provinciebestuur als coördinerend beleidsniveau, de ankerpunten als regionaal operationeel niveau<br />

en de lokale besturen als regisseurs van het lokaal sociaal beleid - moeten we dit ook meer durven<br />

uitdragen. West-<strong>Vlaanderen</strong> heeft een gelijkaardige organisatiestructuur en we merken een (aarzelende)<br />

belangstelling vanuit andere provincies. Minstens even belangrijk is het om ons eigen profiel intern nog<br />

zuiverder te krijgen, good practices binnen de eigen provincie te verspreiden.<br />

10<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Het instaan voor de bundeling en versterking van beleidssignalen vanuit een intersectoraal perspectief.<br />

Deze signaalfunctie is al te vaak de eeuwige dooddoener in zowat elk besluit of decreet maar voor het<br />

eerst engageerde de Stuurgroep zich heel uitgesproken om de signaalfunctie van het RWO te optimaliseren:<br />

beleidssignalen zullen worden gebundeld en gericht naar de hogere overheden worden gecommuniceerd.<br />

De Interprovinciale Afstemmingscommissie kan hiervoor een goed instrument worden.<br />

Acties<br />

Enkele voorbeelden van (de zeer diverse) acties van het RWO:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het RWO zorgt voor een sociale kaart die kwalitatief is: Actueel, volledig en gebruiksvriendelijk;<br />

Het RWO sensibiliseert actief rond het gebruik van de sociale kaart;<br />

het RWO is centraal aanspreekpunt voor organisaties, op zoek naar specifieke informatie over, of relevante<br />

partners binnen het regionale welzijnsveld;<br />

Het RWO organiseert in partnerschap met het provinciebestuur regionaal overleg tussen de lokale<br />

seniorenraden met het oog op:<br />

•<br />

•<br />

het informeren van de leden van de ouderenadviesraden: uitwisseling van informatie, ontmoeting,<br />

actuele vragen en ondersteuning bij knelpunten;<br />

de versterking van de wisselwerking tussen lokale seniorenraden, lokale en bovenlokale<br />

beleidsniveaus;<br />

Het RWO stimuleert gerichte informatiedoorstroming over beleidsontwikkelingen, ervaringuitwisseling,<br />

deskundigheidsbevordering binnen de Regionale Netwerken Arbeidszorg;<br />

Het RWO organiseert cliëntoverleg met een externe voorzitter voor de jeugdhulpverlening;<br />

Het RWO helpt vanuit zijn netwerkfunctie de verbinding te maken tussen enerzijds de sociale huizen op<br />

het niveau van de lokale besturen en anderzijds het bovenlokale welzijnsveld;<br />

Het RWO stimuleert/ondersteunt/participeert of organiseert de uitbouw van regionaal overleg opvoedingsondersteuning<br />

in complementariteit met het provinciaal steunpunt en de Vlaamse coördinatoren.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna ‘Regionaal welzijnsoverleg’<br />

www.rwowaasland.be<br />

www.rwo-oudenaarde.be<br />

www.rwo-ara.be<br />

www.rwod.be<br />

www.wrg.be<br />

www.meetjesland.be/rwom<br />

11<br />

11<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en het<br />

vrijwilligerswerk<br />

De provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> neemt via het Steunpunt Vrijwilligerswerk een belangrijke rol op inzake vrijwilligerswerk.<br />

Het Steunpunt Vrijwilligerswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> stimuleert en waardeert het vrijwilligerswerk<br />

in de provincie. Het biedt ondersteuning, zorgt voor meer deskundigheid in het werkveld en bevordert<br />

het provinciale en lokale vrijwilligersbeleid. Het <strong>Oost</strong>-Vlaamse Steunpunt werkt samen met de andere<br />

Vlaamse en provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk, het Punt vzw voor Brussel en het Vlaams Steunpunt<br />

Vrijwilligerswerk vzw.<br />

Kerntaken<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het bevorderen van het lokaal vrijwilligers(werk)beleid;<br />

De deskundigheidsbevordering van vrijwilligersorganisaties;<br />

De promotie van het vrijwilligerswerk en de werving van vrijwilligers.<br />

Steunpunt Vrijwilligerswerk<br />

Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake personen met een<br />

handicap ingebed in het team zorg binnen de dienst Maatschappelijke Participatie.<br />

Doelstellingen<br />

De voornaamste doelstellingen van het Steunpunt Vrijwilligerswerk zijn:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het aanbieden van een (on line) dienstverlening aan vrijwiligers en organisaties;<br />

Het promoten van en het zorgen voor een grotere bekendheid en waardering voor het vrijwilligerswerk bij<br />

diverse doelgroepen in de provincie;<br />

Het aanbieden van ondersteuning en deskundigheidsbevordering aan organisaties en verenigingen;<br />

Het sensibiliseren van bepaalde doelgroepen voor het vrijwilligerswerk;<br />

Het ondersteunen van het lokaal vrijwilligersbeleid;<br />

Het mee helpen uitbouwen van een intern vrijwilligersbeleid in de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Acties<br />

Bovenstaande doelstellingen worden vertaald in een hele resem acties. Een beperkte greep uit het aanbod:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het steunpunt fungeert als aanspreekpunt voor vrijwilligers en organisaties rond sociaal-juridische<br />

vragen;<br />

Het steunpunt brengt vraag en aanbod in het vrijwilligerswerk bij elkaar via de vacaturedatabank op<br />

www.vrijwilligerswerk.be;<br />

Het steunpunt biedt een gratis vrijwilligersverzekering aan;<br />

Organisatie van de basiscursus ‘Vrijwilligerwerk, goed georganiseerd’;<br />

Organisatie (i.s.m. de 3 <strong>Oost</strong>-Vlaamse Vormingpluscentra) van vormingsmodules rond diverse thema’s,<br />

zoals: vzw-wetgeving en vzw-boekhouding, beroepsgeheim, fondsenwerving, draaiboek voor evenementen,<br />

… ;<br />

Ondersteuning van vormingsinitiatieven via een sprekerspool, voordrachten, … ;<br />

Mee helpen uitwerken van vormingsprogramma’s of dankacties naar vrijwilligers;<br />

12<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Deelname aan vrijwilligersbeurzen, ter beschikking stellen van actie- en promotiemateriaal,<br />

kennismakingstoeren voor kandidaat-vrijwilligers, … .<br />

Subsidies, premies<br />

Het Steunpunt Vrijwilligerswerk biedt een gratis vrijwilligersverzekering aan. Het steunpunt werkt daarvoor<br />

samen met 50 gemeenten, die elk een loket openden waar organisaties hun aanvraag voor deze verzekering<br />

kunnen indienen. Gemeenten die nog geen loket hebben, maar één wensen op te richten, nemen<br />

contact op met Dominique Verspeurt op het nummer 09 267 75 89.<br />

Meer info:<br />

Naïma Lafkioui, 09 267 75 44 of vrijwilliger@oost-vlaanderen.be<br />

Dominique Verspeurt, 09 267 75 89 of vrijwilliger@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be/vrijwilligerswerk<br />

www.vrijwilligerswerk.be<br />

13<br />

13<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />

toegankelijkheid<br />

Het Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> streeft naar een integraal toegankelijke samenleving<br />

waarin iedereen (personen met een handicap, kinderen, ouderen, …) op een volledige en autonome<br />

manier kan participeren en functioneren.<br />

Dit betekent dat gebouwen, omgeving en dienstverlening betreedbaar, bereikbaar, bruikbaar en begrijpbaar<br />

moeten zijn voor iedereen en dit op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier.<br />

Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid<br />

Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid<br />

ingebed in de dienst Maatschappelijke Participatie.<br />

Doelstellingen<br />

Het steunpunt heeft vier grote doelstellingen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Coördineren van alle organisaties die in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> actief zijn rond ‘toegankelijkheid’ via oa de<br />

werking van het provinciaal platform toegankelijkheid;<br />

Verzamelen, registreren en verstrekken van informatie. Openbare en publieke gebouwen binnen de<br />

provincie worden systematisch doorgelicht;<br />

Sensibiliseren van provinciale diensten, gemeenten en ocmw’s via studiedagen, vorming, projecten en<br />

financiële ondersteuning;<br />

Signaleren van knelpunten en leemten aan het Vlaams Steunpunt Toegankelijkheid.<br />

Acties<br />

•<br />

•<br />

Onderzoek en screenings:<br />

Systematische doorlichting van openbare gebouwen, domeinen en groengebieden in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

moet het mogelijk maken de toegankelijkheid in kaart te brengen en de toegankelijkheid van het provinciaal<br />

patrimonium te verbeteren.<br />

Op de website van Toegankelijk <strong>Vlaanderen</strong> (www.toevla.be) vinden gebruikers informatie over de<br />

toegankelijkheid van de verschillende types accommodaties die zijn doorgelicht.<br />

Naast de fysieke toegankelijkheid worden inspanningen geleverd om de toegankelijkheid van informatie<br />

te bevorderen. Openbare besturen worden gesensibiliseerd om websites gebruiksvriendelijk te<br />

maken voor personen met een leeshandicap. Zo werden alle <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeentelijke websites<br />

gescreend op de toegankelijkheid.<br />

Ondersteuning van lokale besturen: Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid biedt praktische en financiële<br />

ondersteuning aan lokale besturen (gemeentebesturen en ocmw’s) die aandacht hebben voor de<br />

problematiek van toegankelijkheid.<br />

14<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

Opleidingen voor personeel van lokale besturen:<br />

•<br />

•<br />

Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid organiseert regelmatig opleidingen en vormingsessies voor<br />

lokale ambtenaren. Hiervoor wordt samengewerkt met ervaringsdeskundigen en het adviesbureau<br />

toegankelijke omgeving uit Sint-Niklaas. Enkele vormingen die georganiseerd werden:<br />

•<br />

•<br />

Cursus ‘Omgaan met personen met een handicap’ voor onthaalpersoneel;<br />

Vorming toegankelijkheid ‘openbaar domein’, ‘openbare gebouwen’, ‘openbaar groen’ voor lokale<br />

ambtenaren van de technische dienst, ontwerpers en werkleiders openbare werken en groendienst,<br />

verantwoordelijke gebouwen, …<br />

Opleiding die binnenkort georganiseerd wordt: ‘De nieuwe toegankelijheidsverordening’ voor stedebouwkundige<br />

ambtenaren.<br />

Info- en meldpunt:<br />

•<br />

•<br />

Het provinciaal steunpunt fungeert als info- en meldpunt voor allerhande info-vragen mbt<br />

toegankelijkheid;<br />

Particulieren, overheidsdiensten kunnen bij het steunpunt terecht voor informatie inzake wetgeving,<br />

subsidiemogelijkheden en algemene infovragen;<br />

Sensibilisering via allerlei projecten: Het provinciaal steunpunt toegankelijkheid sensibiliseert particulieren<br />

en overheden om toegankelijkheid te bevorderen. Zij doet dit via allerlei projecten die de nood aan een<br />

toegankelijke samenleving in de kijker zetten.<br />

Subsidies, premies<br />

De nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid betekent dat vergunningsplichtige<br />

voorzieningen moeten beantwoorden aan de toegankelijkheidsvoorwaarden die in deze<br />

wetgeving zijn opgenomen.<br />

Het is belangrijk dat van in de (voor)ontwerpfase rekening gehouden wordt met de gangbare toegankelijkheidsnormen.<br />

Het Provinciebestuur wil lokale besturen stimuleren om bij nieuwbouw of verbouwingen een<br />

toegankelijkheidsadvies in te winnen bij een gespecialeerd technisch adviesbureau. Het lokale bestuur kan<br />

hiervoor een provinciale subsidie aanvragen. De subsidie bedraagt per lokaal bestuur per jaar maximum 1800<br />

euro.<br />

Daarnaast voorziet hetzelfde reglement in subsidies voor het toegankelijk maken van informatie (toegankelijke<br />

websites, doventolken,…).<br />

Meer info:<br />

Petra Van Poucke, 09 267 75 85, petra.van.poucke@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Gelijke kansen’ en tot slot voor<br />

‘Toegankelijkheid’.<br />

15<br />

15<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en wonen<br />

Een goed woonbeleid steunt op een aangepast beleid inzake ruimtelijke ordening. In dat kader zijn instrumenten<br />

beschikbaar om tegemoet te komen aan woonnoden, zoals het tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle<br />

woningen en voldoende standplaatsen voor woonwagengezinnen.<br />

Vanuit de invalshoek welzijn wordt vooral gewerkt aan de kwaliteit van het wonen en de woning en aan de<br />

betaalbaarheid van het wonen. Er wordt daarenboven een gericht impulsbeleid gevoerd rondom het beter afstemmen<br />

van wonen en zorg, de organisatie van de informatiespreiding rondom wonen in het algemeen, het<br />

bevorderen van de leefbaarheid en de woonkwaliteit en het lokaal en regionaal woonbeleid.<br />

In het kader van het decreet Grond- en pandenbeleid is de deputatie bevoegd voor het bepalen van de gemeentelijke<br />

sociale objectieven voor sociale koopwoningen en sociale kavels. Er is een door de deputatie<br />

samengestelde provinciale beoordelingscommissie Wonen in eigen streek actief die, voor elke overdracht van<br />

onroerend goed binnen woonuitbreidingsgebied op het grondgebied van negen <strong>Oost</strong>-Vlaamse doelgemeenten,<br />

de band van de begunstigde van de overdracht met de gemeente onderzoekt.<br />

Team Wonen<br />

Het team Wonen bestaat uit een beleidsmedewerker Wonen, een deskundige lokaal woonbeleid en een cel<br />

aanvullende leningen. De cel aanvullende leningen bestaat uit twee dossierbehandelaars aanvullende leningen.<br />

Doelstellingen<br />

Het team Wonen werkt vooral aan het verhogen van de kwaliteit en de betaalbaarheid van het wonen in <strong>Oost</strong>-<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Daarnaast wordt een thematisch gericht impulsbeleid gevoerd door het investeren in tijdelijke<br />

projecten. Het team Wonen staat, in samenwerking met de directie Ruimte, in voor de uitvoering van het decreet<br />

Grond- en pandenbeleid.<br />

Acties<br />

Bovenstaande doelstellingen resulteren in een hele resem acties. Een beperkte selectie uit de tientallen acties<br />

van het Team Wonen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het verlenen van aanvullende leningen aan gezinnen met een bescheiden inkomen en een bescheiden<br />

woning;<br />

Het verlenen van premies voor de aansluiting op het openbaar waternet aan gezinnen met een<br />

bescheiden inkomen;<br />

Het verlenen van premies voor het bouwen en verwerven van een woning voor iemand met een fysieke<br />

handicap;<br />

Het verlenen van projectsubsidies in het kader van een provinciaal impulsbeleid;<br />

Het voorbereiden van de gemeentelijke sociale objectieven voor sociale koopwoningen en sociale kavels;<br />

Het organiseren van de provinciale beoordelingscommissie Wonen in eigen streek;<br />

Het opvolgen van een aantal (inter)gemeentelijke woonoverleggen;<br />

Het begeleiden van potentiële indieners van intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid;<br />

Het aanreiken van provinciale woonbeleidsinstrumenten bij de voorbereiding van lokaal woonbeleid en bij<br />

de opmaak van een lokaal woonplan;<br />

Het actualiseren van de gemeentelijke woonfiches en de geografische voorstelling van die data;<br />

Het ontwikkelen van een provinciaal reglement inzake de ondersteuning van de aanleg van een doortrekkersterrein<br />

voor woonwagengezinnen door gemeenten en/of sociale woonactoren.<br />

16<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het verlenen van aanvullende leningen voor het aankopen en/of (ver)bouwen van een (enige) woning in<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />

Het verlenen van procesbegeleiding aan gemeenten bij het ontwikkelen van een intergemeentelijk project<br />

lokaal woonbeleid;<br />

Het verlenen van een gericht impulsbeleid door het verlenen van projectsubsidies in het kader van het<br />

afstemmen van wonen en zorg, de organisatie van de informatiespreiding rondom het wonen in het algemeen,<br />

het bevorderen van de leefbaarheid en de woonkwaliteit en het lokaal en regionaal woonbeleid;<br />

Het verlenen van subsidies voor het aansluiten van woningen in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> op het openbaar<br />

waternet;<br />

Het verlenen van subsidies voor het bouwen/kopen van een woning die tegemoet komt aan een persoon<br />

met een fysieke handicap.<br />

Meer info:<br />

Martine Brackeleire, 09 267 75 31, martine.brackeleire@oost-vlaanderen.be<br />

Nathalie De Vis, 09 267 75 31, nathalie.de.vis@oost-vlaanderen.be<br />

Isis Craninx, 09 267 75 22, isis.craninx@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Wonen & Milieu’, daarna voor ‘Wonen’.<br />

17<br />

17<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en sociale<br />

tewerkstelling<br />

Meer en meer mensen kunnen niet meer voldoen aan de hoge productiviteitseisen die de reguliere arbeidsmarkt<br />

stelt. Door het voeren van een vernieuwend beleid inzake sociale tewerkstelling wenst de provincie bij<br />

te dragen tot het grondrecht op arbeid voor deze groep. Het bestuur heeft hierbij niet enkel aandacht voor<br />

aangepaste betaalde arbeid voor personen met een arbeidshandicap binnen beschutte werkplaatsen, maar<br />

ook voor onbetaalde tewerkstelling binnen Arbeidszorg. Arbeidszorg is er voor de zwakste groep voor wie<br />

zelfs een tewerkstelling binnen een sociale of beschutte werkplaats te hoog gegrepen is.<br />

Het provinciaal beleid inzake sociale tewerkstelling zich eveneens naar jongeren. Als partner van het Departement<br />

Beroepsopleiding stelt de Provincie elk schooljaar een zestal stageplaatsen ter beschikking van jongeren<br />

uit het deeltijds onderwijs.<br />

Team Insluiting en Diversiteit<br />

Arbeid is een grondrecht . Het team Insluiting en Diversiteit waarbinnen het domein ‘sociale tewerkstelling’<br />

geïntegreerd is, legt zich toe op het concretiseren van deze maatschappelijke grondrechten.<br />

Doelstellingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Bijdragen tot een betaald of - indien niet mogelijk - onbetaald tewerkstellingsaanbod op maat van<br />

kansengroepen en personen met een arbeidshandicap;<br />

Ervoor zorgen dat zorgvragers op de voor hen meest gepaste werkplek terechtkomen en kunnen doorgroeien<br />

naar de voor hen hoogst mogelijke vorm van tewerkstelling;<br />

Bijdragen tot een structurele oplossing van knelpunten en hiaten op het gebied van sociale tewerkstelling<br />

door deze in kaart te brengen en te signaleren aan de lokale overheden;<br />

Bijdragen tot de kwaliteit van het aanbod inzake sociale tewerkstelling;<br />

Faciliteren van de deskundigheidsbevordering en ervaringsuitwisseling.<br />

Acties<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Financiële stimuli bieden aan organisaties die bijdragen tot een regionaal gespreid aanbod Arbeidszorg op<br />

maat en dit ongeacht het statuut en de inkomensvorm van de cliënt;<br />

Waarborgen van arbeidstrajectbegeiding richting Arbeidszorg door GTB;<br />

Motivatiepremie voor werknemers met een arbeiddshandicap binnen beschutte werkplaatsen;<br />

Organiseren van het Platform Arbeidszorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de Regionale Netwerken Arbeidszorg;<br />

Organiseren van studiedagen met betrekking tot sociale tewerkstelling;<br />

In beeld brengen van Arbeidszorg in oost-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />

Deelname aan de Ronde Tafel Arbeidszorg.<br />

Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Projectsubsidies arbeidszorginitiatieven;<br />

Werkingssubsidies beschutte werkplaatsen;<br />

Motivatiepremie voor werknemers van beschutte werkplaatsen.<br />

Meer info<br />

Gerda Huygebaert, 09 267 75 72, gerda.huygebaert@oost-vlaanderen.be<br />

18<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Beschermd werken’.<br />

19<br />

19<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

1. Algemene Begeleiding<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Centra algemeen welzijnswerk (CAW)<br />

Patrick Seys, CAW Artevelde<br />

Missie en opdrachten<br />

Het AWW helpt de gebruikers zich persoonlijk en sociaal te ontplooien, hun individuele en sociale rechten uit<br />

te oefenen, zodat ze een menswaardig leven kunnen leiden. De CAW’s willen dit realiseren door:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De toegankelijkheid en bereikbaarheid van de maatschappelijke basis- en zorgvoorzieningen effectief te<br />

helpen realiseren;<br />

Via preventieve en signalerende acties;<br />

Mee oplossingen zoeken voor individuele vragen.<br />

Beknopte historiek<br />

De centra algemeen welzijnswerk zijn pas ontstaan in uitvoering van de harmonisering van de regelgeving op<br />

het eerstelijns welzijnswerk in <strong>Vlaanderen</strong> door het decreet op het AWW in 1991, gewijzigd in 1997. Historische<br />

voorgangers waren:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Reclasserings- en opvanginitiatieven voor ex-gedetineerden;<br />

Opvangcentra voor daklozen;<br />

Jaren 70: een explosie van kleinschalige welzijnsvoorzieningen gericht op bepaalde doelgroepen of<br />

methodieken;<br />

2 KB’s: OCMW(’74) en CMW (’76);<br />

Discussie openbaar vs. particulier;<br />

1980: door de regionalisering wordt welzijn Gemeenschapsmaterie;<br />

Decreet AWW 1991 - 1997 - 2009.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Het decreet op het AWW regelt de erkenning en subsidiering van zowel de CAW’s als de diensten Teleonthaal.<br />

Door het ontbreken van uitvoeringsbesluiten op het nieuwe decreet op het AWW van 30/04/09, blijft het<br />

vorige decreet van 19/12/97 (uitvoeringsbesluiten 12/10/2001) voor zowel de CAW’s als Teleonthaal van<br />

toepassing. Bovendien moeten de CAW’s voldoen aan het decreet van 29/04/97 inzake kwaliteitszorg.<br />

Aanvullend en om een antwoord te bieden op specifieke problemen, worden de <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s en Teleonthaal<br />

structureel ondersteund door de Provincie.<br />

Om tegemoet te komen aan de (nieuwe) maatschappelijke noden wordt de basiswerking van de meeste<br />

CAW’s uitgebreid via extra overeenkomsten met de lokale of federale overheid of via Europese projecten.<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> is ingedeeld in 5 CAW-werkingsgebieden en er zijn 7 CAW’s (autonome, particuliere organisaties)<br />

actief in de provincie. Vier <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s (CAW regio Aalst, CAW regio Dendermonde, CAW<br />

Waasland en CAW Zuid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>) richten hun werking op één werkingsgebied. CAW Artevelde en CAW<br />

Visserij zijn beiden actief in de regio Gent-Eeklo. De gemeenten Ninove, Haaltert en Denderleeuw worden<br />

bediend door CAW Delta, die voor de rest haar werkingsgebied heeft in de provincie Vlaams Brabant.<br />

Hulpvragers mogen om het even in welk CAW hun vraag stellen, de verdeling van de werkingsgebieden<br />

heeft tot doel afspraken te maken tussen de CAW’s over het geografisch terrein waar zij hun aanbod actief<br />

aanbieden.<br />

21<br />

21<br />

www.desocialekaart.be


Werkingsgebieden <strong>Oost</strong>-Vlaamse CAW’s<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Het nieuwe decreet op het AWW van 2009 voorziet twee soorten centra; de centra voor teleonthaal en de<br />

centra voor algemeen welzijnswerk.<br />

De centra voor teleonthaal, waarvan er 1 centrum per provincie werd erkend, moeten op permanente basis<br />

telefonische hulpverlening en crisisopvang voorzien met bijzondere aandacht voor zelfdodingpreventie. Hierbij<br />

moeten ze waar nodig hulpvragers verwijzen naar andere diensten en hebben ze een beleidssignalerende<br />

opdracht. De centra teleonthaal werken met vrijwilligers die ondersteund worden door professionelen.<br />

Verder hebben we het enkel over de CAW’s.<br />

22<br />

www.socialeplattegrondovl.be


CAW’s hebben een zeer gedifferentieerd aanbod van hulp- en dienstverlening die direct toegankelijk is voor<br />

de hulpzoekende. Dit aanbod kan het best in beeld gebracht worden aan de hand van de drie kerntaken van<br />

het CAW; namelijk het onthaal, de psychosociale begeleiding en de preventie en beleidssignalering. Dit wordt<br />

verder toegelicht onder het punt werking.<br />

Doelgroep<br />

Zoals reeds aangegeven, richt het onthaal van de CAW’s zich op iedereen met vragen en/of problemen<br />

i.v.m. welzijn. Het begeleidingsaanbod richt zich op specifieke doelgroepen en/of problemen, met bijzondere<br />

aandacht voor kwetsbare groepen.<br />

Aan de hand van de drie probleemgebieden waardoor mensen doorgaans in contact komen met het CAW<br />

proberen we de belangrijkste doelgroepen in kaart te brengen (deze zijn uiteraard niet steeds perfect af te<br />

bakenen):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Naar aanleiding van gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Kinderen en jongeren;<br />

Mensen met persoonlijke problemen zoals verlieservaringen, identiteitsproblemen, seksuele<br />

problemen, …<br />

Mensen geconfronteerd met relatieproblemen en/of partnergeweld;<br />

Mensen geconfronteerd met opvoedingsproblemen;<br />

Mensen geconfronteerd met financiële problemen.<br />

Ten gevolge van meervoudige kwetsing of sociale uitsluiting:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Dak- en thuislozen;<br />

Mensen met een precair verblijfsstatuut;<br />

Multi-problem gezinnen;<br />

Allochtonen die in armoede leven;<br />

Ontankerde jongvolwassenen.<br />

Ten gevolge van kwetsbaarheid in een justitiële context:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Werking<br />

Daders van geweld-, vermogens-, en seksueel delicten;<br />

Slachtoffers van misdrijven;<br />

Gedetineerden.<br />

Het CAW is de huisarts voor welzijnsvragen.<br />

Werkingsprincipes<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De dienst- en hulpverlening wordt door de hulpvrager gevraagd of aanvaard;<br />

Gericht participatie en zelfredzaamheid van de hulpvrager;<br />

Vertrekken vanuit wat de persoon vraagt, zorg op maat;<br />

Respect voor de persoonlijke levenssfeer;<br />

Steeds via de minst ingrijpende vorm van hulp;<br />

Met aandacht voor alle levensdomeinen;<br />

Werken met professionelen en vrijwilligers;<br />

23<br />

23<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Onthaal is altijd gratis; voor ambulante vervolgbegeleiding wordt in sommige CAW’s een beperkte cliëntbijdrage<br />

gevraagd. Bij residentiële opname worden de verblijfskosten aangerekend (of ten laste genomen<br />

door het bevoegde OCMW). De vastgelegde maximum dagprijs bedraagt momenteel voor min 12-jarigen<br />

12,62€ /dag; en voor 12+jarigen 19,72€/dag.<br />

• Het onthaal:<br />

In het onthaal, dat direct toegankelijk is, kan iedereen terecht met zijn/haar vraag of<br />

probleem op het vlak van welzijn. Dit kan zowel telefonisch, fysisch tijdens open permanentie-uren of<br />

na afspraak, als huisbezoek waar wenselijk of via e-hulpverlening (in eerste instantie sterk uitgebouwd<br />

naar jongeren). Waar nodig wordt de crisishulpverlening ingeschakeld. Het onthaalgebeuren kan in één of<br />

meerdere contacten.<br />

Het onthaal is niet enkel het voorportaal voor de vervolgbegeleiding, maar moet gezien worden als een<br />

eigenstandig hulpverleningsaanbod waar men terecht kan voor informatie, vraagverheldering, advies en<br />

directe hulpverlening. Het onthaal is gericht op zicht krijgen op het probleem zodat ofwel onmiddellijk een<br />

oplossing kan geformuleerd worden en/of een eventuele opstap kan gerealiseerd worden naar verdere<br />

begeleiding en dit zowel binnen als buiten het CAW.<br />

Het onthaal wordt in de verschillende CAW’s niet steeds op dezelfde manier georganiseerd, maar het<br />

CAW-onthaal wordt in elke regio duidelijk bekendgemaakt en geprofileerd naar de brede bevolking. Naast<br />

een breed toegankelijk CAW-onthaal, worden in de meeste regio’s meerdere onthaalpunten georganiseerd<br />

die gericht zijn op specifieke doelgroepen zoals jongeren, mensen met een precair verblijfsstatuut, dak-<br />

en thuislozen, slachtoffers, gedetineerden, …. Met deze specifieke onthaalpunten willen de CAW’s hun<br />

toegankelijkheid verhogen.<br />

De psychosociale begeleiding: Vertrekkend van het onthaal biedt het CAW waar nodig en mogelijk<br />

zelf een aangepaste psychosociale begeleiding. Deze is bij uitstek gericht op het beter functioneren in het<br />

dagelijks leven. De begeleiding - ambulant, mobiel of residentieel- is maatwerk in verschillende vormen:<br />

ontwikkeling van basisvaardigheden, woonbegeleiding, relatiebegeleiding, psychische begeleiding bij<br />

identiteitsproblemen en levensvragen, integrale begeleiding, bemiddelen bij familiale problemen of<br />

bij schuldoverlast, de begeleiding van daders van delicten, trajectbegeleiding bij gedetineerden en bij<br />

verkeersslachtoffers, …<br />

Daarnaast worden door sommige CAW’s specifieke opdrachten opgenomen zoals het organiseren van een<br />

bezoekruimte, het begeleiden van slachtoffers van misdrijven, het begeleiden van daders van delicten,<br />

het organiseren van nachtopvang, het maatschappelijk onderzoek inzake inter-landelijke adoptie en hulp<br />

aan kinderen slachtoffer van een schokkende gebeurtenis.<br />

Preventie en beleidsignalering<br />

• : De contacten met duizenden hulpvragers leveren een schat van informatie<br />

op over factoren en mechanismen, die oorzaak zijn van onwelzijn en sociale uitsluiting. Het CAW<br />

signaleert deze gegevens en ervaringen aan de betrokken instanties, overheden en de publieke opinie.<br />

Het CAW doet ook voorstellen tot structurele veranderingen, indien mogelijk samen met andere organisaties<br />

die opkomen voor het welzijn van kwetsbare burgers. Het CAW werkt ook (mee) aan projecten met<br />

een algemeen-preventieve bedoeling, door deskundigheidsoverdracht aan anderen (bijv.. leerkrachten<br />

inzicht geven in de achtergronden van risicogedrag of een vormingsmodule voor politiemensen voor<br />

onthaal van slachtoffers), door het opzetten van experimenten of good practices, die ingaan op leemten<br />

in het hulpaanbod of in het aanbod van basisvoorzieningen (werk, vrijetijd, wonen,…) en door het (mee)<br />

creëren van een beleidsnetwerk met diverse sectoren rond een bepaalde doelgroep (bijv.. kwetsbare<br />

jongeren) of een bepaalde problematiek (bijv.. spijbelen of Intrafamiliaal geweld), door publieksgerichte<br />

sensibiliseringscampagnes (bijv.. de campagne ‘laat je niet in de zak zetten’ over schulden).<br />

24<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Afstemming en samenwerking<br />

De OCMW’s zijn voor de CAW’s belangrijke partners om in de regio’s te komen tot een afgestemd aanbod<br />

van hulp- en dienstverlening. Het lokaal sociaal beleid is hiertoe een belangrijke hefboom. Door de regionale<br />

werking en de duidelijke eerstelijnspositie zijn de CAW’s actief betrokken in heel wat sectorale en intersectorale<br />

samenwerkingsinitiatieven en netwerken en dit zowel op hulpverlening, als op beleidsniveau. Concreet<br />

denken we aan samenwerking en netwerken met de verschillende CAW’s, integrale jeugdhulp, in het kader<br />

van gedeelde zorg mbt mensen met een beperking, overeenkomsten met OCMW’s, gemeenten en politiezones,<br />

wijkgezondheidscentra, geestelijke gezondheidszorg, justitiepartners, samenlevingsopbouw en<br />

vereniging waar armen het woord nemen, integratiecentra en -dienst, VDAB en tewerkstellingspartners,<br />

sociaal verhuurkantoren en andere woonpartners.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De CAW’s worden geconfronteerd met een overbevraging, wat hen noodzaakt om duidelijker eigen<br />

accenten te leggen;<br />

De CAW’s hebben historisch veel aandacht voor de nieuwe maatschappelijke en individuele noden<br />

waarmee ze geconfronteerd worden. CAW’s zijn dan ook broedplaatsen voor het uitbouwen van nieuwe<br />

dienst- en hulpverleningsvormen;<br />

CAW’s worden meer en meer gesolliciteerd om hun expertise en kennis mee in te zetten voor andere<br />

doelgroepen en sectoren (minderjarigen, mensen met een beperking, VDAB, justitie, …).<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.caw.be<br />

centrale infonummer van de CAW’s: 078/150 300<br />

25<br />

25<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn<br />

(O.C.M.W.)<br />

Marianne Van Der Biest, afdelingshoofd <strong>Sociale</strong> Zaken OCMW Herzele<br />

Historiek<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vóór 1789: armenzorg privaat initiatief ‘Tafels van de Heilige Geest’.<br />

Na 1789, 2 soorten instellingen:<br />

•<br />

•<br />

Er werden weldadigheidsburelen opgericht die ten huize kwamen en materiële en niet-materiële hulp<br />

verleenden;<br />

Er werden ook burgerlijke godshuizen opgericht. Deze vorm van hulpverlening kwam niet ten huize.<br />

Op 10 maart 1925 verscheen de wet op de Commissies voor Openbare Onderstand (COO) met als taak<br />

de behoeftige te ondersteunen, ziekenverpleging organiseren en ellende te bestrijden door preventieve<br />

maatregelen te nemen.<br />

Op 8 juli 1976 verscheen de organieke wet tot instelling van de Openbare Centra voor Maatschappelijk<br />

Welzijn (zoals laatst gewijzigd door het decreet van 19 december 2009 betreffende de organisatie van de<br />

OCMW’s).<br />

Wat is het OCMW?<br />

De letters OCMW zijn een afkorting van de woorden: Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.<br />

Het OCMW is dus een publieke instelling waar iedereen terecht kan met zijn of haar problemen in de brede<br />

zin van het woord.<br />

Het woord ‘welzijn’ duidt trouwens aan dat het over veel meer gaat dan de loutere armoedebestrijding.<br />

Het OCMW werd pas in 1976 opgericht ter vervanging van de vroegere commissies voor openbare onderstand.<br />

Ieder OCMW heeft een zekere eigenheid, maar alle OCMW’s hebben toch dezelfde basisstructuur. Het OCMW<br />

wordt onder leiding van een voorzitter bestuurd door de Raad voor maatschappelijk welzijn. De Raad<br />

wordt om de 6 jaar verkozen door de hernieuwde gemeenteraad.<br />

De Raad vergadert minimaal 10 keer per jaar. Er is een openbaar gedeelte dat door elke burger kan worden<br />

bijgewoond en een besloten gedeelte dat omwille van het sociale karakter en de privacy niet toegankelijk is<br />

voor het publiek.<br />

Voor het behandelen van de aanvragen tot maatschappelijke dienstverlening richtten de meeste OCMW’s<br />

het Bijzonder Comité op. Dit comité bestaat uit een delegatie van de Raad en vergadert met gesloten<br />

deuren.<br />

Wanneer de beslissingen door de Raad genomen zijn en hun uitwerking kunnen hebben, is het de taak van de<br />

voorzitter om ze uit te voeren.<br />

De praktische uitvoering moet natuurlijk door het personeel gebeuren.<br />

Aan het hoofd van het personeel staat de secretaris. Hij is de hoogste ambtenaar van het OCMW en heeft<br />

een algemene coördinerende functie over alle diensten en instellingen.<br />

26<br />

www.socialeplattegrondovl.be


De kernactiviteit van een OCMW wordt bepaald in de organieke wet van 8 juli 1976 en luidt als volgt:<br />

‘Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel éénieder in de<br />

mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.’<br />

Het woord ‘iedereen’ is hierin zeer belangrijk, het gaat duidelijk niet alleen over ‘ behoeftigen’<br />

De OCMW-wet biedt slechts een algemeen kader aan de wijze waarop het OCMW zijn opdracht moet waarmaken.<br />

De invulling wordt overgelaten aan het plaatselijk OCMW dat het best geplaatst is om de concrete toepassing<br />

van de norm van menselijke waardigheid in de praktijk om te zetten.<br />

Alle aanvragen van om het even welke aard worden gericht naar de sociale dienst. Niet voor niets wordt de<br />

sociale dienst vaak de spil of de draaischijf van het OCMW genoemd.<br />

Het is de maatschappelijk werker die elke aanvraag tot hulp- of dienstverlening onderzoekt. Dit<br />

sociaal onderzoek is vooral in de financiële hulpverlening van groot belang. Het is immers op basis van dit<br />

onderzoek en het daaruit voortvloeiend sociaal verslag dat een beslissing wordt genomen inzake het al<br />

dan niet toekennen van de steun door het Bijzonder Comité of de Raad.<br />

Actoren<br />

Het OCMW is een lokaal openbaar bestuur dat o.a. samenwerkt met de gemeente. De gemeente oefent een<br />

bestuurlijk toezicht uit op de OCMW’s. Elke gemeente wordt bediend door één OCMW. Het OCMW wordt<br />

bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn (politiek orgaan) en komt minimaal 10 keer per jaar<br />

samen.<br />

De Raad voor maatschappelijk welzijn heeft de volheid van bevoegdheden, maar kan een aantal van<br />

deze bevoegdheden delegeren aan het Vast Bureau. Het Vast Bureau bestaat uit een delegatie van<br />

OCMW-raadsleden.<br />

Daarnaast kan er ook een Bijzonder Comité voor de <strong>Sociale</strong> Dienst opgericht worden. Ook dit bestuursorgaan<br />

bestaat uit een delegatie van OCMW-raadsleden. Maandelijks komt het Bijzonder Comité voor de sociale<br />

dienst samen om de sociale dossiers te bespreken en hierin beslissingen te nemen.<br />

•<br />

Werken binnen een opgelegd wettelijk kader:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s.<br />

Organieke wet van 8 juli 1976, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 december 2009 betreffende de<br />

organisatie van het OCMW;<br />

Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;<br />

Decreet lokaal sociaal beleid van 3 maart 2004;<br />

Andere ... .<br />

Missie en toegangspoort<br />

•<br />

Organisatie van het recht op maatschappelijke dienstverlening door het aanbieden van een laagdrempelige<br />

hulpverlening voor elke burger teneinde:<br />

•<br />

Eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid<br />

(art. 1);<br />

27<br />

27<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden<br />

is (art. 57): van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal geneeskundige, psychologische aard,<br />

preventief of curatief coördinator (regisseursfunctie) in het lokaal sociaal beleid.<br />

Structurering van de sector<br />

Type voorzieningen: ambulante, residentiële en semiresidentiële voorzieningen, sterk bepaald door de grootte<br />

en het karakter van de gemeente.<br />

Doelgroep<br />

Elke burger van de gemeente, met bijzondere aandacht voor kansengroepen.<br />

Inhoudelijke thema’s:<br />

Afhankelijk van het concreet OCMW; een brede opdracht, dus een niet limitatieve opsomming:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het toekennen van een recht op maatschappelijke integratie, hetzij via een tewerkstelling,hetzij via het<br />

toekennen van een leefloon, al dan niet gekoppeld aan een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke<br />

integratie;<br />

Financiële en materiële tussenkomsten, schuldbemiddeling (collectieve, budgetbegeleiding, budgetbeheer,<br />

…), voorschotten op uitkeringen, toelagen;<br />

Juridisch advies;<br />

Psychosociale hulpverlening;<br />

Voogdij kinderen;<br />

Opleiding en tewerkstelling, sociale economie, arbeidszorg;<br />

Huisvesting, noodwoningen, sociaal verhuurkantoor;<br />

Voorzieningen voor senioren: woon- en zorgcentra, dagcentra, serviceflats, lokale dienstencentra;<br />

Thuiszorgvoorzieningen: gezinszorg, poetshulp, warme maaltijden, karweidiensten, minder mobielencentrale,<br />

erkende dienstenondernemingen met dienstencheques;<br />

Gezondheidsvoorzieningen: ziekenhuizen;<br />

Voorzieningen voor personen met een handicap;<br />

Kinderopvang;<br />

Opvang van asielzoekers via het lokaal opvanginitiatief (LOI);<br />

Buurtprojecten, buurt- en nabijheiddiensten;<br />

Sociaal-culturele en sportieve participatie;<br />

Wettelijke opdrachten sociale dienstverlening: taken Vlaamse Zorgkas, energielevering, ... .<br />

…<br />

Toenemende aandacht voor digitale dienstverlening in het lokaal sociaal beleid: uitbouwen van een<br />

geïntegreerd, inclusief kansenbeleid:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Sociaal huis;<br />

Beleidsplan;<br />

Coördinatie en afstemming van het aanbod.<br />

28<br />

www.socialeplattegrondovl.be


De aard van de hulpverlening<br />

Het recht op maatschappelijke integratie<br />

Men kan voor deze (dienstverlening/recht) enkel terecht in het OCMW.<br />

In deze wet streeft men ernaar iedereen maximaal te laten deelnemen aan het maatschappelijk leven.<br />

Het recht op maatschappelijke integratie reikt dan ook verder dan enkel het recht op een minimuminkomen.<br />

Het doel is het bevorderen van de integratie via tewerkstelling, in het bijzonder voor de jongeren. Werk<br />

verschaft mensen immers inkomen, maatschappelijke erkenning, sociale contacten en eigenwaarde.<br />

Het recht op maatschappelijke integratie kan verwezenlijkt worden door tewerkstelling of door een leefloon,<br />

al dan niet gekoppeld aan een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie<br />

(GPMI)(contract tussen jongeren en OCMW).<br />

Men hecht bijzonder veel aandacht aan de –25 jarigen. Het OCMW dient voor deze jongeren binnen een<br />

periode van 3 maanden na hun aanvraag, alle mogelijke inspanningen te leveren om hen aan het werk te<br />

helpen.<br />

Om recht te hebben op maatschappelijke integratie dient de aanvrager te voldoen aan een aantal voorwaarden<br />

(verblijf, leeftijd, nationaliteit, bestaansmiddelen, werkbereidheid).<br />

Het is de maatschappelijk werker die onderzoekt of de hulpvrager voldoet aan de voorwaarden van de wet.<br />

Na zijn/haar sociaal onderzoek brengt hij/zij via het sociaal verslag een advies uit aan het Bijzonder Comité of<br />

aan de Raad. Op basis van dit verslag wordt de beslissing inzake het al dan niet toekennen genomen.<br />

•<br />

Het leefloon wordt opgedeeld in 3 categorieën<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Samenwonenden: 483,86 €/maand<br />

Alleenstaanden: 725,79 €/maand<br />

Samenwonenden met gezinslast: 967,72 €/maand<br />

Financiële hulpverlening<br />

•<br />

Financiële steun<br />

•<br />

•<br />

Dagelijks wordt de sociale dienst van een OCMW geconfronteerd met cliënten, die wel over een<br />

inkomen beschikken maar die financieel toch in de problemen zitten. Zij vragen financiële steun aan<br />

het OCMW.<br />

Mogelijke oorzaken<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een te beperkt inkomen<br />

Onverwachte grote uitgaven<br />

Schuldenlast<br />

Verkeerde besteding van het inkomen<br />

Verslavingsproblematiek<br />

Medische problemen<br />

Plotse daling van het inkomen enz…<br />

Ook hier zal de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek verrichten en via het sociaal verslag een advies<br />

tot tussenkomst formuleren voor het Bijzonder Comité of de Raad. Het Bijzonder Comité of de Raad zal ook<br />

beslissen of deze steun al dan niet terugvorderbaar is.<br />

De steun kan éénmalig zijn of periodiek.<br />

29<br />

29<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

Voorschotten op uitkeringen<br />

•<br />

•<br />

Voorschotten zijn voorafbetalingen op de eigen centen van de mensen. Hun uitkering is laattijdig, niet<br />

in orde, of ze kunnen de maand niet rondkomen;<br />

Het gaat om voorschotten op kinderbijslag, pensioen, werkloosheidsuitkering, ziekte uitkering, loon<br />

enz… .<br />

Dringende steun van de voorzitter<br />

• In dringende gevallen kan de voorzitter van het OCMW zelf tot hulpverlening beslissen, mits deze<br />

beslissing op de eerstvolgende Raad te laten bekrachtigen. De OCMW-voorzitter zal zich daarbij in<br />

principe laten adviseren door de verantwoordelijke van de sociale dienst.<br />

• Vaak gaat dit over deurwaarderskosten, leefgeld, bankwaarborgen…<br />

Schuldhulpverlening<br />

Het aantal mensen die een beroep doen op het OCMW (of CAW) voor hulpverlening omwille van de<br />

schuldoverlast neemt reeds lange tijd, stelselmatig toe.<br />

•<br />

De voornaamste instrumenten van de OCMW’s zijn:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Budgetbegeleiding: De cliënt wordt begeleid bij de besteding van zijn/haar inkomen, maar blijft dit<br />

zelf beheren;<br />

Budgetbeheer: Het inkomen van de cliënt wordt beheerd door de maatschappelijk werker. De<br />

autonomie van de cliënt over zijn budget wordt geheel of gedeeltelijk ontnomen;<br />

Schuldbemiddeling: Bemiddelen bij schuldeisers over schulden van een cliënt;<br />

Collectieve schuldenregeling: Via verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank.<br />

Hulpverlening in natura<br />

Deze wijze van hulpverlening kan diverse vormen aannemen: bijv. voedselpakketten, stookolie, … .<br />

<strong>Sociale</strong> tewerkstelling<br />

Wanneer een persoon het bewijs moet leveren van een periode van tewerkstelling om sociale uitkeringen<br />

te kunnen genieten, dan moet het OCMW alle maatregelen nemen om hen een betrekking te bezorgen. Het<br />

OCMW kan dit ook door zelf als werkgever op te treden voor de periode die nodig is om de betrokken<br />

cliënt in regel te brengen met de sociale zekerheid. Dit wordt tewerkstelling art.60§7 genoemd.<br />

Deze tewerkstelling heeft voor de OCMW’s geen verplichtend karakter. Het geldt eerder als noodoplossing<br />

ingeval er vruchteloos gezocht werd naar tewerkstelling en de betrokkene niet gerechtigd is op het volledig<br />

voordeel van bepaalde uitkeringen bijv. werkloosheidsuitkeringen.<br />

Naast deze specifieke tewerkstellingsvorm bestaan er ook nog andere vormen van sociale tewerkstelling waar<br />

het OCMW gebruik kan van maken.<br />

Psycho-sociale begeleiding<br />

Deze hulpverleningsvorm is minder gelinkt aan het OCMW. Toch is het een opdracht van elk OCMW om aan<br />

psycho-sociale begeleiding te doen in de meest passende vorm.<br />

Vooral in ‘kleinere’ OCMW’s is deze hulpverlening enorm belangrijk. Inwoners van kleinere gemeenten kunnen<br />

vaak niet terecht in andere diensten omdat het aanbod vaak beperkt is.<br />

30<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Administratieve en juridische hulpverlening<br />

Het OCMW dient alle nuttige raadgevingen en inlichtingen te verstrekken om aan de betrokkenen alle<br />

rechten en voordelen te verlenen, waarop zij krachtens de Belgische of buitenlandse wetten aanspraak<br />

kunnen maken (art. 60§2 OCMW-wet).<br />

Dit is de basis voor het verstrekken van juridische eerstelijnshulp door het OCMW. Hoe dit concreet<br />

georganiseerd wordt hangt af van ieder OCMW, bijv. samenwerken met de balie, eigen jurist in dienst nemen,<br />

zitdagen rechtshulp organiseren via de commissies juridische bijstand, … .<br />

Het OCMW staat ook in voor administratieve hulpverlening. Een bijzondere vorm van administratieve<br />

hulp is de expliciete verplichting van het OCMW om de hulpvrager die niet is aangesloten bij een<br />

verzekeringsinstelling voor ziekte en invaliditeit, deze aan te sluiten bij een verzekeringsinstelling naar<br />

zijn keuze (art. 60§5 OCMW wet).<br />

Het oprichten van diensten<br />

Het OCMW kan, waar de noodzakelijkheid zich voordoet, inrichtingen of diensten oprichten met een<br />

sociaal curatief of preventief karakter. Deze diensten worden opgericht naargelang de behoeften in de<br />

gemeente.<br />

De thuiszorgdiensten zijn hier een voorbeeld van. Denk maar aan maaltijdbedeling, poetshulp, gezinszorg, … .<br />

Ook kinderopvang of woon– en zorgcentra zijn hier voorbeelden van.<br />

Het OCMW hoeft deze diensten ook niet altijd zelf op te richten, maar kan hiervoor ook samenwerken met<br />

reeds bestaande diensten, eventueel uit de private sector. (Ze straks lokaal sociaal beleid).<br />

Asielzoekers<br />

De regelgeving inzake asielzoekers is zeer complex. De asielprocedure is de voorbije jaren immers ernstig<br />

hervormd.<br />

Belangrijk is te weten dat het OCMW op twee manieren een rol kan spelen in de opvang van vluchtelingen:<br />

•<br />

•<br />

Door het geven van financiële hulp (= bedrag gelijk aan het leefloon). De vluchteling dient uiteraard<br />

aan een aantal voorwaarden te voldoen;<br />

Door materiële opvang: LOI = lokaal opvanginitiatief. In dit geval krijgt de asielzoeker enkel een<br />

beperkt zakgeld. Het OCMW dient voor al het overige in te staan (huisvesting, verwarming, kledij,<br />

schoolkosten enz …)<br />

Daklozen en hulp bij uithuiszetting<br />

•<br />

Een dakloze persoon is iemand die niet over een eigen woongelegenheid beschikt en niet de<br />

middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen. Tot wanneer de dakloze opnieuw over<br />

een verblijfplaats beschikt kan hij/zij een ‘referentieadres’ vragen bij het OCMW.<br />

Het is de maatschappelijk werker die zal onderzoeken of de dakloze inderdaad aan alle voorwaarden<br />

voldoet tot het bekomen van een referentieadres. De bedoeling van een referentieadres is de dakloze in<br />

staat stellen zijn/haar administratieve correspondentie te ontvangen.<br />

Wanneer de dakloze een woning heeft gevonden, heeft hij/zij recht op een installatiepremie. Het<br />

bedrag van de installatiepremie is gelijk aan het bedrag van het leefloon categorie 3. Deze premie wordt<br />

éénmalig toegekend. De installatiepremie mag niet gebruikt worden om bijvoorbeeld de huur of de<br />

huurwaarborg te betalen. Hij dient enkel opdat de dakloze zich zou kunnen installeren.<br />

31<br />

31<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Hulpverlening bij uithuiszetting: Het OCMW heeft de verplichting om op de meest aangewezen wijze, hulp<br />

te bieden bij de uithuiszetting.<br />

Deze hulp kan o.a. geboden worden via financiële hulp opdat de uithuiszetting toch niet zou doorgaan, via<br />

het verlenen van rechtshulp (verlengen van de termijn bijvoorbeeld minnelijk of via de vrederechter), via<br />

begeleiden bij het zoeken naar een andere woonst/oplossing<br />

Dienstverlening op vlak van energie<br />

• Lokale adviescommissie (LAC): In elke gemeente wordt een lokale adviescommissie opgericht. Deze<br />

commissie komt regelmatig samen en geeft advies inzake het afsluiten of het heraansluiten van energie.<br />

De hoofdmaatschappelijk werker is voorzitter van de LAC.<br />

Het secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van het OCMW.<br />

• De budgetmeter voor aardgas en elektriciteit: De OCMW’s fungeren als oplaadpunt voor aardgas en<br />

elektriciteit.<br />

De sociale leverancier voor gas en elektriciteit garandeert minimumleveringen bij klanten met<br />

betalingsmoeilijkheden door het plaatsen van budgetmeters.<br />

De budgetmeter is een meter die werkt met een oplaadbare kaart. Daardoor kan men enkel die hoeveelheid<br />

elektriciteit of aardgas gebruiken, die men vooraf betaalt.<br />

Het systeem is het best te vergelijken met een kaart voor een GSM. Er wordt een bepaald bedrag op een<br />

elektronische kaart opgeladen om daarna te verbruiken.<br />

Dit systeem vereist een netwerk van oplaadpunten. De oplaadpunten worden onder andere in de OCMW’s<br />

geplaatst.<br />

• De stookoliepremie:<br />

Reeds een aantal jaren wordt aan de gezinnen met een laag inkomen, hulp<br />

geboden bij de aankoop van een voorraad stookolie.<br />

Het stookoliefonds zorgt voor de financiering. De praktische organisatie wordt toegewezen aan de<br />

OCMW’s.<br />

De toekenning van de toelage moet worden aangevraagd. Er is geen ambtshalve toekenning. De<br />

maatschappelijk werker dient een sociaal onderzoek te doen naar het recht. De Raad of het Bijzonder<br />

Comité beslissen over de toekenning.<br />

Lokaal Sociaal Beleid<br />

In het lokaal sociaal beleid streeft men naar samenwerking tussen lokale besturen en lokale actoren.<br />

Deze samenwerking heeft als bedoeling dat aan elke burger de toegang tot sociale, culturele en economische<br />

rechten wordt gegarandeerd. Hiertoe worden door de lokale actoren en besturen acties opgezet.<br />

Deze acties worden in het lokaal sociaal beleidsplan omschreven en door gemeente en OCMW<br />

goedgekeurd. Gemeente en OCMW zijn samen verantwoordelijk voor de coördinatie van het sociaal beleid in<br />

hun gemeente.<br />

Het lokaal sociaal beleid streeft naar een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor<br />

elke burger. Hiertoe realiseren zij het Sociaal huis.<br />

Dit sociaal huis heeft 3 functies :<br />

• Het sociaal huis heeft de opdracht informatie te verstrekken over de mogelijke hulp- en opvangvormen<br />

en voorzieningen.<br />

• De loketfunctie kan worden gerealiseerd door het tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op<br />

geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokaal bestuur.<br />

• De doorverwijsfunctie wordt gerealiseerd via een ruime samenwerking met de lokale actoren.<br />

Het lokaal bestuur bepaalt zelf hoe het deze drie functies vervult. Er geldt geen uniform model van Sociaal<br />

Huis. Net zoals bij de uitbouw van de dienstverlening is ook hier creativiteit erg belangrijk.<br />

32<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De uitbouw van het sociaal huis met:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De effectieve realisatie van de één-loketfunctie, waar elke burger terecht kan met om het even welk<br />

probleem;<br />

De verdere uitbouw van een geïntegreerde, toegankelijke, laagdrempelige hulpverlening;<br />

De afstemming en samenwerking van alle 1ste lijnvoorzieningen.<br />

Samen met de gemeente een breed sociaal beleid uitbouwen, met aandacht voor inspraak en participatie<br />

van de burger.<br />

Uitbouwen van de regisseursfunctie bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan met aandacht voor:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Visieontwikkeling omtrent welzijn;<br />

Afstemming van de dienstverlening op de verschillende beleidsdomeinen;<br />

Samenwerking met andere actoren.<br />

Verdere uitbouw van een speerpuntfunctie op de 1ste lijn: alertheid voor nieuwe problematieken en doelgroepen.<br />

Ondanks een toenemend aantal taken door hogere overheden opgelegd, zijn rol blijven spelen in de<br />

armoedebestrijding en als vangnet fungeren van de actieve welvaartsstaat:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Kunnen omgaan met de toenemende druk van de activering;<br />

Aangepaste formules blijven zoeken;<br />

Bijzondere aandacht blijven besteden aan de meest kwetsbare mensen in de samenleving.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

Een OCMW in elke gemeente (zie rubriek 01.04.01 OCMW in www.desocialekaart.be).<br />

33<br />

33<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Thuiszorg<br />

Dienst Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds<br />

Els Desmet (Christelijke Mutualiteit Midden-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />

Missie en opdrachten<br />

De dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds is een voorziening die als opdracht heeft hulp- en<br />

dienstverlening te bieden aan gebruikers en aan hun mantelzorgers, in het bijzonder als zij door ziekte,<br />

handicap, ouderdom of vanuit sociale kwetsbaarheid blijvend of tijdelijk problemen ondervinden.<br />

Beknopte historiek<br />

De diensten maatschappelijk werk zijn recent (op 1/1/<strong>2010</strong>) opgenomen in het Woonzorgdecreet. Voorheen<br />

ressorteerde de dienst als ICAW onder het Decreet op het Algemeen Welzijnswerk.<br />

Met de positie binnen het woonzorgdecreet wordt de dienst een thuiszorgvoorziening naast (o.a.) de diensten<br />

voor gezinszorg, thuisverpleging, het lokaal of regionaal dienstencentrum. De sociale dienst- en hulpverlening<br />

aan de ruime doelgroep van personen van wie ‘de welzijnskansen bedreigd worden of verminderd worden<br />

ten gevolge van persoonlijke, relationele, gezins- of maatschappelijke factoren’ (art. 2, 1°, decreet Algemeen<br />

Welzijnswerk) vormt niet langer de kerntaak van de diensten maatschappelijk werk.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

De diensten vallen onder de bevoegdheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement<br />

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.<br />

Het woonzorgdecreet omvat de thuiszorg en de ouderenzorg en heeft tot doel de levenskwaliteit van de<br />

gebruiker te waarborgen door de zelfzorg en mantelzorg te ondersteunen, door gedifferentieerde en gespecialiseerde<br />

woonzorg te verlenen en door de samenwerking en afstemming tussen de actoren binnen de woonzorg<br />

te bevorderen.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

De diensten zijn opgericht door een ziekenfonds of een landsbond van ziekenfondsen en ontplooien hun<br />

werking in het werkingsgebied waarvoor ze erkend zijn.<br />

De dienst staat open voor alle hulpvragen en verwijst indien wenselijk door naar de meest geëigende voorziening.<br />

De diensten maatschappelijk werk hebben bijkomende opdrachten opgenomen die verband houden met de<br />

doelgroepen waartoe zij zich richten en zijn onder andere erkend als gemachtigd indicatiesteller in het kader<br />

van de Vlaamse Zorgverzekering en als Multidisciplinair Team in het kader van het Vlaams Agentschap voor<br />

Personen met een Handicap.<br />

Doelgroep(en)<br />

De dienst richt zich specifiek tot de volgende doelgroepen: zieken, personen met een handicap, ouderen.<br />

34<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Werking<br />

Binnen het woonzorgdecreet worden de verplichte activiteiten als volgt vastgelegd:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Ondersteuning bieden bij het oriënteren van hulp- en zorgvragen van gebruikers of mantelzorgers op<br />

basis van vraagverheldering en vraagverduidelijking of die personen naar de georganiseerde thuiszorg<br />

toeleiden;<br />

Door informatie, advies, ondersteuning en bemiddeling de gebruikers en mantelzorgers in staat stellen<br />

hun rechten maximaal uit te putten en maximaal toegang te hebben tot zorg;<br />

Administratieve en psychosociale ondersteuning aanbieden, als de draagkracht of vaardigheden van de<br />

gebruikers of mantelzorgers ontoereikend zijn;<br />

Het zelfzorgvermogen als vermeld in artikel 2, 5, van het decreet van 3 maart 2004 betreffende de<br />

eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, evalueren;<br />

Gebruikers met een indicatie van verminderd zelfzorgvermogen proactief benaderen;<br />

In complexe zorgsituaties of als een wijziging van zorgvorm wenselijk is, de mogelijkheid tot langdurige<br />

begeleiding en ondersteuning aanbieden, waarbij de gebruiker in elke fase van zijn persoonlijke zorgtraject<br />

een beroep kan doen op een professionele zorgverlener;<br />

Belemmerende factoren beleidsgericht signaleren.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

In het belang van de doelgroepen wordt actief samengewerkt met de verschillende actoren binnen de zorg-<br />

en dienstverlening. Deze samenwerking is van belang om een vlotte toeleiding te kunnen realiseren naar de<br />

best geplaatste dienst of organisatie.<br />

Vanuit het jaarverslag van het Platform Algemeen Welzijnswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (PAWO) vermelden we de<br />

volgende diensten waarbij op cliëntniveau wordt samengewerkt. Uiteraard is dit geen limitatieve lijst. Afhankelijk<br />

van nieuwe behoeften worden nieuwe samenwerkingsinitiatieven ondernomen.<br />

•<br />

•<br />

Op cliëntniveau:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Zorgverleners en diensten in de thuiszorg en de woonzorg: huisartsen, diensten voor thuisverpleging,<br />

diensten voor gezinszorg, regionale en lokale dienstencentra, diensten voor kortverblijf en/of herstel,<br />

woonzorgcentra …<br />

<strong>Sociale</strong> diensten van ziekenhuizen;<br />

Centra Geestelijke Gezondheidszorg;<br />

Algemene CAW’s en OCMW’s;<br />

Gemeentelijke en stedelijke diensten;<br />

<strong>Sociale</strong> huisvestingsdiensten;<br />

Vrijwilligerswerk;<br />

Voorzieningen voor personen met een handicap;<br />

…<br />

Op beleidsniveau:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Regionaal Welzijnsoverleg en de diverse ankerpunten;<br />

Regionaal Welzijnsoverleg en de deelwerkingen;<br />

SEL’s;<br />

LOGO’s;<br />

Stedelijke adviesraden;<br />

Intermutualistisch overleg;<br />

Netwerk palliatieve en psychiatrische thuiszorg;<br />

….<br />

35<br />

35<br />

www.desocialekaart.be


Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

De diensten voor maatschappelijk werk staan voor de belangrijke uitdaging om zich te profileren binnen<br />

het woonzorgdecreet en binnen een overgangstermijn van 2 jaar (uiterlijk 1/1/2012) te voldoen aan alle<br />

bepalingen van het decreet. Dit zal meebrengen dat de inhoud van de structurele samenwerkingsverbanden<br />

ook bijsturing zal vragen.<br />

De vergrijzing of verzilvering plaatst de diensten voor de grote uitdaging om in samenwerking met alle relevante<br />

partners de diverse verplichte opdrachten te realiseren en ervoor te zorgen dat gebruikers zo lang<br />

mogelijk op een kwaliteitsvolle wijze in het thuiszorgsituatie kunnen opgevolgd en ondersteund worden.<br />

36<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en geweld<br />

Het provinciebestuur is al bijna 20 jaar actief rond geweld op mannen en vrouwen. Op vraag van en met<br />

financiële en inhoudelijke ondersteuning van de federale overheid, bevoegd voor gelijke kansen voor mannen<br />

en vrouwen, wordt in elke Belgische provincie beleid gevoerd rond geweld, voornamelijk partnergeweld.<br />

De provincie legt zelf ook accenten op geweld op ouderen, op seksueel geweld, intra- en extrafamiliaal en op<br />

preventie van kindermishandeling.<br />

Team geweld<br />

Een consulent geweld (Chantal Van de Kerckhove) en 4 hulpverleners partnergeweld (Lut Vergote in caw<br />

Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, Diana Wille in caw Regio Aalst, Marjan Gryson in caw Artevelde en Sofie Duyck/Anka<br />

Blomme in caw Waasland) werken onder aansturing van Anne Kesteloot in de dienst Preventie, Hulpverlening<br />

en Zorg.<br />

Doelstellingen<br />

Verhogen van de deskundigheid inzake geweld én bevorderen van de onderlinge samenwerking tussen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

<strong>Sociale</strong> hulpverleners: maatschappelijk assistenten en therapeuten, ambulant en residentieel;<br />

Medische zorgverleners: huisartsen, vroedvrouwen, gynaecologen, verpleegkundigen en artsen privé en<br />

in ziekenhuizen;<br />

Politiemensen: interventiepolitie, wijkpolitie, slachtofferbejegenaars van de lokale politie;<br />

Magistraten: parketmagistraten, onderzoeksrechters, …<br />

Occasioneel ook advies- en verwijsfunctie, naast sensibiliseringswerk om mentaliteitswijziging te bekomen<br />

bij de brede <strong>Oost</strong>-Vlaamse bevolking en de hulpmogelijkheden bekend te maken.<br />

Acties<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Organiseren van provinciale studiedagen en regionale vormingen rond partnergeweld, preventie en vroegdetectie<br />

van kindermishandeling, geweld op ouderen, …<br />

Doceren aan de politie-academie rond zedendelicten, partnergeweld, intrafamiliaal geweld;<br />

Manifestaties op het getouw zetten rond 25 november, de internationale dag tegen huiselijk geweld,<br />

waarop gratis actiemateriaal verspreid wordt;<br />

Coördineren van overleg in stuurgroepen per gerechtelijk arrondissement over partnergeweld;<br />

Mogelijk maken van relationele en seksuele vorming naar kwetsbare jongeren (‘Met Liefs’), een provinciale<br />

film over de aanklampende koppelgerichte aanpak van partnergeweld na politie-ingrijpen, …<br />

Subsidies, premies<br />

De subsidies worden in <strong>2010</strong> beperkt tot ondersteuning van caw’s voor de omkadering van de hulpverleners<br />

partnergeweld en een ondersteuning van het <strong>Oost</strong>-Vlaamse steunpunt Ouderenmis(be)handeling.<br />

Meer info:<br />

Anne Kesteloot, 09/267 75 47, anne.kesteloot@oost-vlaanderen.be<br />

Chantal Van de Kerckhove, 09/267 75 48, chantal.van.de.kerckhove@oost-vlaanderen.be<br />

Lut Vergote (CAW Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>), 055 30 46 32, lut.vergote@oost-vlaanderen.be<br />

Diana Wille (CAW Regio Aalst), 053 41 40 20, diana.wille@oost-vlaanderen.be<br />

Marjan Gryson (CAW Artevelde), 09 225 06 52, marjan.gryson@oost-vlaanderen.be<br />

37<br />

37<br />

www.desocialekaart.be


Sofie Duyck/Anka Blomme (CAW Waasland), 03 776 82 71, sofie.duyck@oost-vlaanderen.be en<br />

anka.blomme@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Geweld’.<br />

38<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

2. Armoedebestrijding<br />

39<br />

39<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Schuldbemiddelingsdiensten en collectieve<br />

schuldenregeling<br />

Peter Vercauteren, CAW Regio Aalst<br />

Historiek/wettelijk kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wet op de consumentenkredieten (1991);<br />

Decreet Schuldbemiddeling (1997): erkende diensten;<br />

Wet Collectieve Schuldenregeling (1999).<br />

Visie<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Schuldhulpverlening is een specialiteit (wettelijk kader, erkenning, opleiding);<br />

Schuldhulpverlening vereist een multidisciplinaire aanpak;<br />

Schuldhulpverlening heeft het beste effect met de combinatietandem maatschappelijk assistent/jurist;<br />

Schuldhulpverlening heeft een effect op alle levensdomeinen;<br />

Aandacht voor preventie en nazorg.<br />

Actoren<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Erkende diensten (OCMW’s en CAW’s);<br />

Advocaten;<br />

Gerechtsdeurwaarders.<br />

Toegangspoort/structurering aanbod<br />

Sectoraal zeer divers, gestoeld op lokale noden en samenwerkingsverbanden:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Taakverdeling OCMW/CAW;<br />

Samenwerking OCMW/CAW;<br />

Privé-sector/OCMW/CAW.<br />

Doelgroep<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Iedereen met een schuldenproblematiek (of waar een schuldenproblematiek dreigt te ontstaan);<br />

Extra aandacht voor de meest kwetsbaren in de samenleving;<br />

Preventieve interventies om schuldoverlast te vermijden.<br />

Werking<br />

•<br />

Soorten schuldhulpverlening:<br />

•<br />

Budgetbegeleiding/Occasionele bemiddeling:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De hulpverlener bemiddelt maar de cliënt behoudt de beslissingsbevoegdheid;<br />

Minst ingrijpend (autonomie);<br />

Emancipatorisch;<br />

40<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Niet geschikt voor elke doelgroep.<br />

Budgetbeheer:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De hulpverlener neemt het geldbeheer van de cliënt over;<br />

Budgetrekening en leefgeldrekening;<br />

Ondersteunend/beschermend.<br />

Schuldbemiddeling (Wet Consumentenkrediet 1991):<br />

•<br />

Kredietschulden: Negatief rekeningsaldo, persoonlijke lening, kredietopening, koop op afbetaling.<br />

Mag enkel door een erkende schuldbemiddelaar.<br />

Collectieve Schuldenregeling (Wet Collectieve Schuldenregeling):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Gerechtelijke procedure Arbeidsrechtbank (verzoekschrift);<br />

Aanstelling schuldbemiddelaar;<br />

Minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringregeling.<br />

Knelpunten en kansen<br />

•<br />

•<br />

Knelpunten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Verschil in regio OCMW - CAW ( uitdaging voor de toekomst: regionale samenwerking);<br />

Verschil in bedrijfscultuur OCMW - CAW;<br />

Verschil in verplichtingen van overheidswege (dossiervorming en registratie);<br />

Gezamenlijk team optimaliseren is een natuurlijk groeiproces dat tijd vraagt (opbouwen vertrouwen).<br />

Kansen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Omkadering Lokaal Sociaal Beleid;<br />

Intakecel;<br />

Beter zicht op noden versus caseload;<br />

Verbreding hulpaanbod;<br />

Interne doorstroming (bijv. nazorg);<br />

Ervaringsuitwisseling (intervisie);<br />

Versterking signaalfunctie (intern, lokaal, Vlaams).<br />

41<br />

41<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Samenlevingsopbouw<br />

Luc Joos, Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

De missie geeft de bestaansreden aan van de sector Samenlevingsopbouw en verwoordt de collectieve<br />

ambitie. De kernopdrachten bepalen waaraan de sector prioriteit moet geven om zijn missie te realiseren.<br />

‘Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.’<br />

Mensen hebben recht op werk, sociale bescherming, behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu, op<br />

culturele en maatschappelijke ontplooiing. Wie verstoken blijft van deze grondrechten is maatschappelijk<br />

kwetsbaar. Voor hem en haar dreigt sociale uitsluiting.<br />

Het opbouwwerk biedt deskundige en onafhankelijke ondersteuning aan groepen van mensen, opdat zij<br />

hun grondrechten kunnen uitoefenen. Opbouwwerkers hebben vooral oog voor mensen die kampen met<br />

maatschappelijke achterstelling en uitsluiting. Ze werken aan waarneembare oplossingen van gemeenschappelijke<br />

problemen, dit met uitdrukkelijke participatie van de mensen zelf. Wat de mensen zelf weten en<br />

kunnen is het vertrekpunt. Opbouwwerkers mobiliseren alle nuttige, sociale krachten. Het opbouwwerk draagt<br />

bij tot een leefbare en duurzame samenleving.<br />

Beknopte historiek<br />

De jaren vijftig van de 20ste eeuw: ontstaan van het buurtwerk in de grotere steden met in 1967 de oprichting<br />

van een ‘Federatie Buurtwerk’.<br />

De jaren ’60: ontstaan van het streekopbouwwerk, voornamelijk in West-<strong>Vlaanderen</strong> en Limburg. Dit leidt tot<br />

de oprichting in 1976 van een ‘Federatie Territoriaal Opbouwwerk’.<br />

1983: Minister Karel Poma brengt structuur in de sector. Alle werkers werden ‘gepoold’ in provinciale en<br />

stedelijke organisaties, de zgn. (P)RISO’s en één ondersteuningsinstituut: VIBOSO.<br />

9 juli 1985: oprichting van RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw, met maatschappelijke zetel te Gent, via pooling van<br />

6 lokale en regionale opbouwwerkinstellingen.<br />

26 juni 1991: het decreet maatschappelijk opbouwwerk creëert een decretale basis voor de erkenning en<br />

subsidiëring van het instituut.<br />

1 januari 2001: de Gentse werking wordt afgesplitst van RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw en ondergebracht in<br />

een afzonderlijk instituut voor het grootstedelijk gebied onder de naam RISO Gent vzw.<br />

1 januari 2006: VIBOSO en de RISO’s streven naar een sterkere profilering van de sector samenlevingsopbouw<br />

en een meer samenhangende en kwalitatieve werking. Dit streven vertaalt zich ondermeer in een<br />

nieuwe naam: RISO <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> wordt Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Structurering van de sector en regelgevend kader<br />

•<br />

Er zijn in <strong>Vlaanderen</strong> 8 instituten voor Samenlevingsopbouw, 5 provinciale en 3 stedelijke:<br />

42<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Samenlevingsopbouw West-<strong>Vlaanderen</strong> vzw;<br />

Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw;<br />

Samenlevingsopbouw Gent vzw;<br />

Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie vzw;<br />

Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw;<br />

RISO Vlaams-Brabant vzw;<br />

Samenlevingsopbouw Brussel vzw;<br />

RIMO Limburg vzw.<br />

Daarnaast beschikt de sector over een ondersteuninginstituut. Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong><br />

vzw staat in voor vorming, training en opleiding van opbouwwerkers, buurtwerkers en beleidsmedewerkers.<br />

Het instituut werkt ook nieuwe visies en werkinstrumenten uit op basis van praktijkonderzoek en<br />

methodiekontwikkeling. De themawerking van het ondersteuninginstituut is onder andere gericht op wonen<br />

en onderwijs. Haar informatieopdracht vervult Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong> onder meer via een bibliotheek,<br />

publicaties, een website, een digitale nieuwsbrief en het tijdschrift TerZake.<br />

De onderlinge samenwerking tussen de 8 regionale instituten en Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong> wordt<br />

georganiseerd binnen de meerjarenplanning. Er bestaan samenwerkingsverbanden rond de thema’s<br />

wonen, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en platteland.<br />

De Federatie Samenlevingsopbouw (FESO) behartigt de collectieve belangen van de sector en neemt<br />

namens de sector standpunten in ten aanzien van de overheid en andere sectoren.<br />

Regelgevend kader: ‘Decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk’<br />

van 26 juni 1991. De basis voor de erkenning en subsidiëring van de instituten voor Samenlevingsopbouw<br />

is het meerjarenplan. Het lopende meerjarenplan beslaat de periode 2009-2015.<br />

Doelgroep(en)<br />

We werken bij voorrang met maatschappelijk kwetsbare groepen. Dit zijn groepen die kampen met situaties<br />

van achterstelling en uitsluiting op vlak van grondrechten, leefbaarheid en samenleven in diversiteit. Het is<br />

hier dat hun maatschappelijke kwetsbaarheid tot uiting komt en waarmee we aan de slag gaan. De diversiteit<br />

van de doelgroep is dan ook zeer groot:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Mensen in armoede, meervoudig achtergestelden, laaggeschoolde langdurig werklozen, thuislozen, woonnomaden,<br />

…<br />

Bewoners van aandachtsgebieden, minder mobiele personen, …<br />

Mensen die vereenzaamd leven; maatschappelijk kwetsbare ouderen, jongeren, alleenstaanden,<br />

eenoudergezinnen, allochtonen, sociale huurders, …<br />

In het verklaren van achterstelling en uitsluiting stellen we zonder meer de structurele dimensie voorop,<br />

zonder voorbij te gaan aan oorzaken op individueel niveau die situaties van achterstelling en uitsluiting mee<br />

kunnen veroorzaken en bestendigen.<br />

Werking<br />

Wat Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> doet ligt vast in het huidige meerjarenplan 2009-2015. De<br />

strategische keuzes vielen op de thema’s grondrechten, maatschappelijke dienstverlening, wonen, onderwijs<br />

en leefbaarheid. Alle keuzes die we in dit meerjarenplan maken verfijnen we elk jaar opnieuw in een jaarplan.<br />

Dag in dag uit zijn onze buurt- en opbouwwerkers samen met vrijwilligers, organisaties, diensten en beleidsmakers<br />

aan de slag in onze projecten en buurthuiswerkingen.<br />

43<br />

43<br />

www.desocialekaart.be


Binnen het thema grondrechten willen we vooral de achterstelling in ons werkingsgebied zichtbaar maken,<br />

de organisatiegraad van maatschappelijk kwetsbare groepen versterken en randvoorwaarden voor beleidsparticipatie<br />

creëren.<br />

Binnen het thema maatschappelijke dienstverlening werken we met de rechthebbenden oplossingen uit<br />

voor de problematiek van onderbescherming (Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>), betrekken we maatschappelijk kwetsbare<br />

groepen bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal beleid inzake maatschappelijke dienstverlening<br />

(Meetjesland) en realiseren we geïntegreerde basisvoorzieningen voor die doelgroepen (Lokeren).<br />

Binnen het thema wonen werken we enerzijds oplossingen uit voor de problematiek van het ‘wonen aan<br />

de onderkant’ (Waas & Dender - woonwagenbewoners in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>) en anderzijds betrekken we<br />

maatschappelijk kwetsbare groepen bij de ontwikkeling en uitvoering van een lokaal woonbeleid dat meer<br />

rekening houdt met hun noden en behoeften (kwetsbare huurders op de private woningmarkt in Sint-Niklaas,<br />

sociale huurders in Eeklo, ouderen in het Meetjesland).<br />

Binnen het thema onderwijs werken we oplossingen uit voor de problematiek van kansenongelijkheid van<br />

maatschappelijk kwetsbare kinderen in het basisonderwijs (onderwijsopbouwwerk in Ronse en Sint-Niklaas en<br />

kleuterparticipatie in Sint-Niklaas).<br />

Binnen het thema leefbaarheid zetten we enerzijds projecten op die de participatiekansen van bewoners<br />

met betrekking tot hun directe woon- en leefomgeving verhogen (Dorpsparticipatie Geraardsbergen, DORP<br />

inZICHT Merelbeke, Naar een <strong>Oost</strong>-Vlaamse Vereniging kleine kernen). Anderzijds zetten we initiatieven op<br />

die de sociale en fysieke leefbaarheid en het samenleven in stedelijke en landelijke aandachtsgebieden verbeteren<br />

(wijkwerking in Dendermonde, buurtwerk in Ronse, Buurtweb in Aalst, Babbelonië in Dendermonde<br />

e.a.).<br />

Voor elk van deze thema’s hebben we ook een bovenlokale werking die bestaat uit het opzetten of deelnemen<br />

aan sectorale, provinciale, Vlaamse of federale acties en overlegtafels (bijv.. Vlaams Netwerk VWAWN,<br />

Provinciale Woonraad, VIVAS, Meetjeslands overleg welzijn & onderwijs, Transitiearena duurzaam wonen,<br />

Plaatselijke Groepen Leader, IPO).<br />

Samenlevingsopbouw is op een projectmatige manier actief in buurten, wijken, dorpen, een streek.<br />

Centraal staan de mensen en hun gemeenschappelijke, gedeelde noden en problemen waarvoor oplossingen<br />

worden gezocht. Naast probleemoplossend is een project ook steeds gericht op de versterking van de eigen<br />

rol en verantwoordelijkheid van de doelgroep. Projecten zijn beperkt in tijd: 1 jaar, 2, 5, … Opbouwwerkers<br />

begeleiden de bewonersgroepen voor de duur van een project en worden dan opnieuw elders ingezet.<br />

Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> heeft ook buurtwerkers in dienst. Buurtwerkers opereren vanuit<br />

een vaste stek. Dat kan een buurthuis, een dorpshuis of geïntegreerde basisvoorziening zijn. Daar zetten<br />

ze samen met de bewoners allerlei activiteiten en dienstverlening op: van een openbare computerruimte of<br />

een infoavond over gezondheid tot zitdagen van sociale diensten en buurtacties. De directe participatie van<br />

bewoners en hun inzet binnen het vrijwilligersnetwerk zijn essentieel. Bijzondere aandacht gaat naar mensen<br />

die extra steun kunnen gebruiken.<br />

Het opbouwwerk hanteert daarbij tal van methodieken en handvatten. De methodieken worden aangewend<br />

om langdurige processen methodisch te begeleiden. Voorbeelden zijn DORP inZICHT, LENS, DIP, Planning<br />

for Real. De handvatten zijn instrumenten die worden ingezet om in bepaalde onderdelen van het project<br />

bewoners te mobiliseren, stem te geven of in dialoog te treden. Voorbeelden zijn: hoppen, open space,<br />

keukentafelgesprekken, straat- en pleinpanel.<br />

44<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Afstemming en samenwerking<br />

Voor Samenlevingsopbouw zijn de belangrijkste partners op projectniveau de lokale besturen (gemeente en<br />

OCMW) en daarnaast - afhankelijk van de behandelde thematiek - de relevante thema- en welzijnsactoren,<br />

zoals sociale huisvestingsmaatschappijen, sociale verhuurkantoren, woonwinkels, woon- en zorgcentra,<br />

scholen, CLB’s, tewerkstellingsprojecten, ... .<br />

Afstemming in meerjarenplannning en jaarplannen en in de terreinwerking wordt steeds meer gezocht met<br />

CAW’s en Verenigingen waar armen het woord nemen.<br />

Op bovenlokaal niveau zoeken we samenwerking en overleg met provinciale, Vlaamse en federale overheden<br />

en gaan we allianties aan met relevante koepels en overlegplatforms, zoals het Vlaams Netwerk van<br />

Verenigingen waar armen het woord nemen, Steunpunt algemeen Welzijnswerk, VOB, VIVAS, Komosie, ….<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

De sector samenlevingsopbouw staat dit jaar voor een bijsturing van de lopende meerjarenplanning. Daarin<br />

zal meer aandacht uitgaan naar de samenwerking die in de komende jaren wordt opgezet met CAW’s en<br />

Verenigingen waar armen het woord nemen. Daarnaast wordt geëxpliciteerd hoe wordt ingespeeld op<br />

beleidsaccenten die door de Vlaamse minister bevoegd voor Welzijn worden gelegd.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.samenlevingsopbouw.be<br />

www.samenlevingsopbouw-oost-vlaanderen.be<br />

www.dorpinzicht.be<br />

Andere websites/blogs van Samenlevingsopbouw <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw ter illustratie van onze werking:<br />

www.buurtweb-aalst.be<br />

www.dorpshuizen.be/index.html<br />

dorpsparticipatie.geraardsbergen.be<br />

taalpaleis.blogspot.com<br />

45<br />

45<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Materiële hulpverlening<br />

Ria Roosens, KRAS<br />

Missie en opdrachten<br />

Iedereen heeft recht op de vervulling van elementaire basisbehoeften zoals voeding en kledij.<br />

Pas als deze behoeften vervuld zijn zullen mensen stappen zetten naar zelfontplooiing, participatie en deelname<br />

aan allerlei goed bedoelde projecten.<br />

Materiële hulp bestaat nooit op zich maar maakt altijd deel uit van een globale begeleiding met als doel de<br />

totaalsituatie van de hulpvrager te verbeteren.<br />

Beknopte historiek<br />

(Hoofdzakelijk) vrijwilligers stelden in hun nabije omgeving vast dat mensen er niet in slaagden om te<br />

voldoen aan elementaire materiële behoeften. In eerste instantie werd kledij ter beschikking gesteld. Bij de<br />

contacten met de mensen bleek er ook nood aan voeding. Het ondersteunen met voeding en kledij werd<br />

geleidelijk aan gekoppeld aan groepsmomenten om het sociaal isolement te doorbreken.<br />

Materiële ondersteuning bleek een goede opstap om mensen te bereiken en samen met hen te werken aan<br />

betere levensvoorwaarden.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Materiële hulp situeert zich vooral in de particuliere sector en is voor het grootste deel in handen van vrijwilligers<br />

in armoedediensten.<br />

Armoedediensten uit de particuliere sector werden in het verleden niet en op vandaag, hier en daar, in zekere<br />

mate gesubsidieerd.<br />

Materiële hulpverlening is niet terug te brengen onder één regelgevend kader.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Oorspronkelijk werkten armoedediensten los van mekaar en was er ook weinig contact met het beleid.<br />

In de voorbije jaren gingen armoedediensten samenwerken bijv.. Kras vzw voor Gent en Welzijnsschakels<br />

voor de Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Samenwerking bevordert een efficiënte hulpverlening (uitwisseling van ervaringen en knowhow) en geeft aan<br />

de diensten een groter draagvlak.<br />

Samenwerkende armoedediensten vervullen een signaalfunctie inzake armoedeaangelegenheden.<br />

46<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Doelgroep(en)<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

OCMW-leefloners, mensen met kleine vervangingsinkomens (uitkeringsgerechtigd werkloos, invaliditeit),<br />

kleine pensioenen, mensen met schuldenlast;<br />

Mensen die over onvoldoende leefgeld beschikken om te voldoen aan elementaire materiële behoeften<br />

(inkomen verminderd met huisvesting, energie en afbetalingen);<br />

Mensen die om diverse redenen niet of niet onmiddellijk kunnen geholpen worden door de officiële<br />

hulpverlening;<br />

Specifieke doelgroepen, bijv.. vluchtelingen en mensen zonder papieren.<br />

Werking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Uitgangspunt: materiële hulp op maat van het individu, als onderdeel van een globale begeleiding.<br />

Materiële hulpverlening kan veel verschillende vormen aannemen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Voedselondersteuning (zorg voor kwalitatief aanbod, keuzemogelijkheid);<br />

Tussenkomst voor warme maaltijden in sociale restaurants;<br />

Kledij en huisraad i.s.m. Kringloopwinkels;<br />

Tussenkomst voor school- en gezondheidskosten;<br />

Tussenkomst voor hygiëne (bijv.. gratis douches, jetons voor wasserette, wasproducten, tandverzorging<br />

...);<br />

Zelfzorg (kapper, medische voetverzorging).<br />

Ander belangrijke aspecten van basishulp:<br />

•<br />

•<br />

Werken aan beter zelfbeeld en zinvolle tijdsbesteding door mensen in armoede taken en verantwoordelijkheden<br />

te geven in de armoededienst;<br />

Het bevorderen van participatie door mensen in armoede toe te leiden naar en te begeleiden bij<br />

allerlei activiteiten op vlak van vrije tijd, cultuur bv theater, Festival van <strong>Vlaanderen</strong>, museumbezoek<br />

…<br />

Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Algemeen: zo ruim mogelijke samenwerking met zoveel mogelijk partners;<br />

Eerste partner, het OCMW: belangrijk om goede afspraken te maken over doorverwijzing en begeleiding;<br />

Verder: afhankelijk van de situatie, samenwerking met de diensten/organisaties die een inbreng kunnen<br />

doen bij de begeleiding: CAW’s, school, brugfiguren, wijkgezondheidscentrum;<br />

Bijdrage aan structurele armoedeaanpak door het opnemen van partnerschap binnen het lokale sociaal<br />

beleid.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Prioritair knelpunt: de minimuminkomens zijn te laag en de kosten van huisvesting en energie te hoog<br />

waardoor mensen in de armoede terechtkomen en/of er niet uit geraken;<br />

De armoede stijgt: materiële hulpverlening blijft een noodzakelijk kwaad.<br />

Het OCMW en de officiële organisaties beseffen dit en zoeken samenwerking met de derden om mensen<br />

zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen.<br />

Uitdagingen voor de sector basishulp - materiële hulpverlening:<br />

•<br />

De materiële hulp verder verfijnen en differentiëren (voedselondersteuning aangrijpen om op weg te<br />

gaan met mensen - mensen stem geven en laten participeren);<br />

47<br />

47<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Maximale samenwerking met OCMW, beleid en de welzijnswereld: signaleren van armoedeaangelegenheden<br />

en participeren aan de uitbouw van het lokale sociaal beleid.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.welzijnsschakels.be<br />

www.armoedebestrijding.be<br />

www.ateljee.info<br />

www.KRASgent.be<br />

www.wijkcentrumdekring.be<br />

48<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />

Armoedebestrijding<br />

‘Armoede’ wordt gedefinieerd als een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere<br />

gebieden van het individuele en collectieve bestaan en die de armen scheiden van de algemeen aanvaarde<br />

leefpatronen van de samenleving (J. Vranken).<br />

Armoede reikt dus verder dan het louter ontberen van financiële middelen. Mensen in armoede worden ook<br />

geconfronteerd met drempels voor wat betreft onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg,<br />

cultuur en vrijetijd.<br />

Het spreekt voor zich dat armoedebestrijding er op gericht is deze uitsluitingen op te heffen en ervoor te<br />

zorgen dat de grondrechten voor iedereen, in het bijzonder de meest uitgesloten groepen in onze samenleving,<br />

kunnen gerealiseerd worden. Armoedebestrijding vergt een inclusieve aanpak over verschillende<br />

sectoren en beleidsdomeinen heen.<br />

Team Insluiting en diversiteit<br />

Armoedebestrijding wordt opgenomen door het team insluiting en diversiteit binnen de Dienst Maatschappelijke<br />

Participatie.<br />

Doelstellingen<br />

Het provinciaal armoedebeleid beoogt:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Voor iedereen de sociale grondrechten te waarborgen;<br />

<strong>Sociale</strong> uitsluiting te vermijden of terug te dringen;<br />

Kwetsbare personen en groepen sterker te maken in hun mogelijkheden om te participeren;<br />

Armoede zichtbaar te maken, te (h)erkennen, in kaart te brengen en te begrijpen;<br />

De inbreng van ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede, zowel in maatschappelijke dienstverlening<br />

als in beleid ten aanzien van mensen in armoede.<br />

Acties<br />

Om Armoede en sociale uitsluiting aan te pakken werd, complementair aan het Vlaams Armoededecreet en<br />

het decreet lokaal sociaal beleid, een beleid uitgewerkt dat inzet op:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het ondersteunen van groepswerkingen;<br />

Provinciaal Armoedeoverleg en netwerkvorming;<br />

De inbreng van ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede in maatschappelijke dienstverlening en in<br />

beleid.<br />

Subsidies, premies<br />

Het provinciebestuur subsidieert jaarlijks collectieve projecten waarbij verschillende actoren in<br />

armoedebestrijding samen werken aan het voorkomen of wegwerken van sociale uitsluitingen.<br />

49<br />

49<br />

www.desocialekaart.be


Daarnaast beschikt het team Insluiting en diversiteit ook over een subsidielijn voor projecten van algemeen<br />

sociale aard. De bedoeling van deze regeling algemeen sociale aard is verbreding en vernieuwing in de<br />

welzijnssector aan te moedigen. Deze projecten dienen niet enkel experimenteel of innovatief te zijn, maar<br />

richten zich ook op maatschappelijk kwetsbare groepen.<br />

Meer info<br />

Bart Van Hulle, 09 267 75 24, bart.van.hulle@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Algemeen welzijnsbeleid’ en tot<br />

slot voor ‘Kansenbeleid’.<br />

50<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

3. Kinderen en Jongeren<br />

51<br />

51<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Begeleiding jonge kinderen en Kinderopvang<br />

Krista De Vos, Kind & Gezin<br />

Stijn Lauwers, Kind & Gezin<br />

Missie<br />

‘Kind en gezin wil, samen met haar partners, voor elk kind, waar en hoe het ook geboren is of opgroeit,<br />

zoveel mogelijk kansen creëren.’<br />

Beknopte historiek<br />

De oprichting van de Nationale Liga tot bescherming van het kind in zijn eerste levensjaren in 1904 en<br />

van de afdeling Hulp en Bescherming aan de Werken voor Kinderwelzijn binnen het Nationaal Hulp en<br />

Voedingscomité (NHVC, 1915) in volle oorlogstijd liggen aan de grondslag van de georganiseerde kinderzorg<br />

in België.<br />

In 1919 wordt het NWK opgericht, het Nationaal werk voor kinderwelzijn.<br />

In het kielzog van de staatshervorming van 1980 werd in 1984 Kind en Gezin bij decreet opgericht.<br />

In 1987 werd Kind en Gezin een Vlaamse openbare instelling en van 2006 zijn we een intern verzelfstandigd<br />

agentschap met rechtspersoonlijkheid onder de bevoegdheid van de minister van welzijn, volksgezondheid en<br />

gezin.<br />

Structurering van de sector<br />

•<br />

Preventieve gezinsondersteuning<br />

Doelgroep: aanstaande ouders en gezinnen met jonge kinderen tot 3 jaar.<br />

• Preventiediensten:<br />

• Pre- en perinatale dienstverlening:<br />

• Infoavonden ‘kind op komst’ voor aanstaande ouders i.s.m. de kraamklinieken waarbij<br />

allerlei informatie rond zwangerschap en geboorte wordt aangeboden;<br />

• Communicatiedragers:<br />

zwangerschapsmap, zwangerschapspakket, elektronische nieuwsbrieven;<br />

• Prenatale steunpunten voor de medische en psychosociale begeleiding van maatschappelijk<br />

kwetsbare zwangere vrouwen;<br />

• Prenatale huisbezoeken voor psychosociale begeleiding van maatschappelijk kwetsbare<br />

zwangere vrouwen;<br />

• Kennismakingsbezoek in de kraamkliniek na de bevalling.<br />

52<br />

www.socialeplattegrondovl.be


• Postnatale dienstverlening:<br />

• Gezinsbezoeken:<br />

De regioverpleegkundige (in sommige regio’s aangevuld met een<br />

gezinsondersteuner die de brug probeert te maken tussen het maatschappelijk kwetsbaar<br />

gezin en de hulpverlener) komt een paar keer op huisbezoek kort na de bevalling tot in de<br />

derde levensmaand.<br />

• Indien nodig kan dit ook langer. Men ontmoet het gezin in zijn dagelijks gebeuren en geeft<br />

advies rond voeding, verzorging, gezondheid, opvoeding en ontwikkeling en veilige leefomgeving.<br />

• Consultatiebureaus:<br />

10 consulten bij een regioverpleegkundige en de arts waarbij advies en<br />

praktische tips gegeven worden, klinisch onderzoek gebeurt en gevaccineerd.<br />

• Spreekuur opvoedingsondersteuning:<br />

1 tot 5 gesprekken rond alledaagse opvoedingsvragen.<br />

De totale dienstverlening is gratis en op vrijwillige basis.<br />

• Hulp in specifieke situaties, K&G erkent en subsidieert:<br />

• Adoptie:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

• Inloopteams:<br />

De belangrijkste doelstelling is om in een aantal kansarme buurten<br />

opvoedingsondersteunende activiteiten op te zetten voor aanstaande moeders en moeders met<br />

kinderen tussen o en 3 jaar. Doelstelling is drempelverlagend te werken.<br />

In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er inloopteams in Ronse, Sint-Niklaas en 3 in Gent.<br />

• Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning:<br />

Professionele begeleiding in lastige tijden<br />

voor gezinnen met kinderen tot 12 jaar. De begeleiding kan mobiel (thuisbegeleiding) of (semi)residentieel(dag-<br />

en nachtopvang) gebeuren en is beperkt in tijd.<br />

In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er 6 ckg’s werkzaam.<br />

• Diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg:<br />

Kortdurende opvang van kinderen in een<br />

pleeggezin wanneer de thuissituatie even moeilijk is. In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er 2.<br />

• Vertrouwenscentrum Kindermishandeling <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />

De vertrouwenscentra dienen<br />

als meldpunt, buiten het gerechtelijk kader, bij een vermoeden van kindermishandeling. Zij onderzoeken,<br />

diagnosticeren, verwijzen en coördineren de hulpverlening.<br />

• Opvoedingswinkels:<br />

Laagdrempel initiatief waar ouders met kinderen tot 18 jaar binnen kunnen<br />

lopen met al hun vragen rond opvoeding.<br />

In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er momenteel 3 erkende opvoedingswinkels.<br />

• Expertisecentrum kraamzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />

Ze richten zich naar professionelen en nietprofessionelen<br />

om kennis en ervaring rond kraamzorg te vergaren en te delen.<br />

K&G is de Vlaamse Centrale autoriteit inzake adoptie (2005);<br />

Gezinnen die een kindje willen adopteren, kunnen hun licht opsteken bij Kind en Gezin. K&G begeleidt<br />

binnenlandse en buitenlandse adoptiediensten.<br />

Andere specifieke activiteiten:<br />

•<br />

Meldpunt onveilige kinderartikelen.<br />

53<br />

53<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

•<br />

Kinderopvang:<br />

•<br />

•<br />

Kind en Gezin is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid inzake kinderopvang dat wordt<br />

uitgezet door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Kind en Gezin organiseert<br />

zelf geen opvang, maar samen met onze partners ondersteunen en stimuleren we kinderopvang in<br />

<strong>Vlaanderen</strong> en Brussel.<br />

We controleren de bestaande opvanginitiatieven en staan ze bij. Vele ervan worden door ons gesubsidieerd.<br />

Dit wordt concreet vertaald in vijf volgende kernopdrachten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Afstemmen van vraag en aanbod:<br />

•<br />

•<br />

Bijkomende plaatsen in de kinderopvang mogelijk maken;<br />

Ouders en voorzieningen informeren;<br />

De lokale besturen betrekken bij de regie van de kinderopvang en hen ondersteunen in hun lokale<br />

regierol;<br />

Toestemming geven voor het opstarten van kwaliteitsvolle kinderopvang en deze opvang opvolgen<br />

in het kader van de ondersteuning van zijn werking;<br />

Een intermediaire rol spelen bij de financiering van de opvangvoorzieningen;<br />

De kwaliteit van de kinderopvang bevorderen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Kwaliteit bevorderen, samen met de partners;<br />

Medische preventie en veiligheid;<br />

Competentiebevordering en professionalisering.<br />

Kinderopvanglandschap<br />

•<br />

Dagopvang 0-3 jaar:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Opvang in gezinsverband;<br />

Opvang in groepsverband;<br />

Erkende (en gesubsidieerd);<br />

Zelfstandige sector:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Diensten voor onthaalouders (aangesloten onthaalouder) (max 4 FT, max 8 gelijktijdig);<br />

Erkende kinderdagverblijven (vanaf 23 plaatsen, kleine vestigingsplaats vanaf 14 plaatsen);<br />

Zelfstandig onthaalouder (tot maximum 7 plaatsen);<br />

Zelfstandig kinderdagverblijf (vanaf 8 plaatsen).<br />

Deze initiatieven kunnen ook een bijkomend aanbod voor schoolgaande kinderen bieden.<br />

Buitenschoolse opvang 3-12 jaar:<br />

•<br />

•<br />

Initiatieven buitenschoolse opvang (organiserend bestuur minstens 21 plaatsen, vestiging minimum 8<br />

plaatsen);<br />

Zelfstandig buitenschoolse opvang (vanaf 8 plaatsen).<br />

54<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Welke opvang niet onder bevoegdheid WVG<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Informeel: opvang thuis, familie, vrienden, kennissen;<br />

Geven van onderwijs inclusief opvang op school;<br />

Activiteiten van jeugdwerk, sportdienst, vakantieorganisaties;<br />

Jeugdhulp;<br />

Zorg in ziekenhuizen;<br />

Kortdurende toezicht van klanten in een handelszaak;<br />

Internaten;<br />

Babysitdienst of au pair;<br />

Thuisopvang zieke kinderen door ziekenfondsen.<br />

Prijs dagopvang<br />

•<br />

•<br />

Inkomensgerelateerd: berekening op basis van gezamenlijk belastbaar inkomen:<br />

•<br />

•<br />

Dagprijs tussen 1,42 euro - 25,35 euro;<br />

Supplementen mogelijk (bv luiers).<br />

Of vaste prijs bepaald door opvanginitiatief:<br />

•<br />

(halve) Dagprijs of maandprijs gemiddeld 20,30 euro (verschil landelijk/stedelijk groepsopvang/<br />

gezinsopvang)<br />

Prijs buitenschoolse opvang<br />

•<br />

•<br />

Erkend sector: bepaald binnen minimum en maximum afhankelijk van duurtijd opvang;<br />

Zelfstandige sector: bepalen zelf de opvangprijs.<br />

Kinderopvang zoeken<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Gemeentelijke folders/aanspreekpunt;<br />

www.kindengezin.be<br />

www.kinderopvangzov.be<br />

www.ikzoekkinderopvang.be<br />

Soorten plaatsen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Reguliere plaatsen basisaanbod tussen 7u en 18u;<br />

Occassionele (beperkt in tijd 6 maanden; bedoeld voor werkzoekenden die plots werk hebben, sollicitatie,<br />

opleiding hebben, acute crisissituatie om pedagogische en of sociale motieven dagopvang<br />

behoeft, draaglastvermindering);<br />

Flexibele opvangaanbod minstens 30 minuten voor of na regulier basisaanbod; of extra dagen (bv<br />

zaterdag);<br />

Lokale diensten buurtgerichte werking (laagdrempelig, geïntegreerd in de buurt, kinderopvang bevorderen<br />

voor kwetsbare gezinnen);<br />

Inclusieve;<br />

Nachtopvang, weekendopvang, kinderhotels (bijv. Oudenaarde).<br />

55<br />

55<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning<br />

Arnold Schaek, Directeur CKG Het Open Poortje<br />

Missie en opdracht<br />

Een Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) richt zich naar gezinnen met kinderen van 0 tot<br />

12 jaar (in al hun diversiteit), die een hulpvraag stellen omdat het opvoedingsgebeuren voor ouders en/of<br />

kind vastloopt of dreigt vast te lopen en waarvoor mits een tijdelijk hulpaanbod voldoende perspectief is op<br />

verandering.<br />

Hiervoor beschikken we over een palet aan hulpverleningsmogelijkheden zoals thuisbegeleiding, intensieve<br />

thuisbegeleiding bij moeders met baby’s, semiresidentiële begeleiding (al of niet met een pedagogisch<br />

trainingsaanbod voor ouders), residentiële kinderopvang en gezinsbegeleiding, een trainingsaanbod voor<br />

jonge kinderen (en ouders) met gedragsproblemen en triple P-groepstraining voor ouders.<br />

Beknopte historiek<br />

CKG’s zijn gegroeid uit organisaties die zich in de 2e helft van de 20e eeuw aanvankelijk richten op de<br />

verscheidenheid aan kindslachtoffers na de tweede WO.<br />

Daar de nood aan deze ‘kinderkolonies’ stilaan minder noodzakelijk werd en anderzijds de behoefte aan<br />

opvang voor kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen toenam, besliste het toenmalige Nationaal Werk voor<br />

Kinderwelzijn (heden Kind en Gezin) in de jaren ‘70 die organisaties te heroriënteren. Zo ontstonden enerzijds<br />

‘Kinderopvangcentra’ (KOC’s), die zich richten naar kinderen tussen 6 en 14 jaar en anderzijds de Kinder-<br />

Dag-en-Nacht-Verblijven (KDNV), die zich richten op kinderen tussen 0 en 6 jaar.<br />

In april ’95 verscheen uiteindelijk het Ministeriële Besluit waarin de bovenvermelde KOC’s en KDNV’s samen<br />

werden gebracht onder de nieuwe naam Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG’s).<br />

Actoren en regelgevend kader<br />

Kind en Gezin is een zelfstandig Vlaams agentschap dat gelinkt is aan het Vlaams Kabinet Welzijn (minister<br />

Vandeurzen).<br />

De CKG’s situeren zich binnen het agentschap Kind en Gezin, en wel binnen de afdeling Preventieve Gezinsondersteuning.<br />

Binnen deze afdeling bevinden zich ook de vertrouwenscentra Kindermishandeling, de<br />

regiohuizen, de inloopteams en de gezinsondersteunende pleegzorg.<br />

De CKG’s behoren zo ook tot de partners die betrokken zijn in het Integrale Jeugdhulpverhaal.<br />

Het besluit van de Vlaamse regering betreffende de CKG’s dateert van 6 april 1995.<br />

Structurering der sector<br />

Er zijn 23 CKG’s in <strong>Vlaanderen</strong>, waarbij meerdere CKG’s bijhuizen hebben. <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> telt 6 CKG’s; in<br />

Ronse, in Nazareth, in Lierde, in Sint-Niklaas, in Evergem en in Zottegem. Er bevinden zich ook afdelingen in<br />

Aalst en 2 in Gent. Ik verwijs hierbij graag naar www.ckg.be waar u een digitale map kunt vinden.<br />

56<br />

www.socialeplattegrondovl.be


De CKG’s zijn ondergebracht in 2 koepels; enerzijds het Vlaams Welzijnsverbond en anderzijds het Pluralistisch<br />

Platform Jeugdzorg.<br />

De CKG’s situeren zich vooral in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en onderscheiden zich zodoende van<br />

de partners in de Jongerenwelzijn.<br />

Doelgroep<br />

CKG’s richten zich vooral naar gezinnen met jonge kinderen (0-12 jaar), die in pedagogische moeilijkheden<br />

verkeren en die vrijwillig met ons contact opnemen. Deze gezinnen kunnen ook naar een CKG doorverwezen<br />

worden via diensten. Een beperkt deel der kinderen wordt door de jeugdrechtbank, via beschikking, geplaatst<br />

(en dus niet vrijwillig opgenomen). Het betreft in dit laatste geval vooral residentiële opnames.<br />

De meerdere werkvormen (thuisbegeleiding, (semi-)residentiële begeleiding, STOP4-7…) worden toegelicht<br />

op de website www.ckg.be. Ze zijn ook vindbaar in modules via de databank van integrale jeugdhulp en<br />

worden eveneens graag mondeling toegelicht door een CKG in uw buurt.<br />

Werking<br />

•<br />

•<br />

Als CKG heeft het centrum enkele specifieke accenten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De meerdere werkvormen kunnen naadloos in elkaar overgaan of onafhankelijk zijn;<br />

CKG’s zijn 24u op 24 bereikbaar. Elke dag in de week en dit het ganse jaar;<br />

Crisisaanvragen, die aansluiten bij de opdracht, kunnen direct opgenomen worden;<br />

De begeleiding is tijdelijk. Dat betekent dat we geen jarenlange opvang en begeleiding kunnen bieden<br />

maar binnen een tijdsperk van een aantal tot meerdere maanden een oplossing zoeken voor het<br />

gezin;<br />

De gezinnen kunnen zelf de vraag aan een CKG richten, er hoeft dus geen instantie tussen te komen;<br />

De (semi-)residentiële opvang is niet gratis maar wordt berekend op basis van het inkomen. De<br />

ouderbijdrage is aangepast aan kansarme gezinnen, startend bij 1,5 tot 13 euro/dag voor de beter<br />

bemiddelde gezinnen.<br />

Contra-indicaties:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Chronische problematieken (ernstige POS zonder perspectief) worden doorverwezen naar Jongerenwelzijn;<br />

Kinderen met individueel-therapeutische noden worden doorverwezen naar de kinderpsychiatrie of<br />

DGGZ;<br />

Kinderen die naar een dienst binnen Jongerenwelzijn dienen georiënteerd te worden, maar wegens<br />

plaatsgebrek daar niet terecht kunnen, worden in principe ook niet in een CKG begeleid.<br />

De CKG’s passen het decreet inzake ‘de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulpverlening’ toe<br />

en zijn intersectoraal vaak voorlopers inzake methodiekontwikkeling betreffende begeleiding van gezinnen<br />

met jonge kinderen. Kernthema’s en blijvende uitdaging zijn ouderparticipatie (ook binnen een residentiële<br />

context), hechtingsrelatie tussen ouders en kinderen en mantelzorg.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

De CKG’s richten zich zowel naar de partners binnen de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (bijv. CLB,<br />

regiohuizen…), als naar de partners binnen de onrechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (begeleidingstehuizen,<br />

thuisbegeleidingsdiensten…) en naar partners binnen de nulde lijn (scholen, OCMW’s, sociale diensten ziekenhuizen…).<br />

Zij kunnen hierbij met deze partners zowel lokale als regionale samenwerkingsafspraken opmaken.<br />

57<br />

57<br />

www.desocialekaart.be


Knelpunten en uitdagingen<br />

Er komt een nieuwe regelgeving aan voor de CKG’s waarbij de residentiële werking terug wordt besproken en<br />

mogelijks herkaderd.<br />

De uitdagingen naar de toekomst toe zijn de verdere uitbouw van het ouderparticipatief werken, het<br />

inspelen op de gehechtheidrelatie tussen ouders en kinderen en het uitbouwen van mantelzorg bij kwetsbare<br />

gezinnen.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.ckg.be<br />

www.kindengezin.be<br />

www.stop4-7.be<br />

58<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Opvoedingsondersteuning<br />

Katrien De Canck, Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning<br />

Missie en opdrachten<br />

Opvoedingsondersteuning wordt volgens het decreet (2007) gedefinieerd als:<br />

‘De laagdrempelige, gelaagde ondersteuning van opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van<br />

kinderen/jongeren van nul tot achttien jaar’.<br />

Het Vlaams Netwerk Opvoedingsondersteuning (2005) formuleert het als volgt:<br />

•<br />

‘Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders steun te bieden<br />

bij het opvoeden. Het richt zich niet zozeer op het kind zelf, maar vooral op ouders en opvoeders en op<br />

de context waarbinnen opvoeding plaatsvindt’.<br />

Opvoedingsondersteuning heeft tot doel:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De competentie en vaardigheden van deze opvoedingsverantwoordelijken te versterken;<br />

De draagkracht te verhogen door het bieden van een luisterend oor, praktische hulp of steun;<br />

Het sociale netwerk rondom kinderen/jongeren en gezinnen te versterken;<br />

Het herstellen van de zelfregulatie en adaptatie om (zwaardere) problemen te voorkomen.<br />

Beknopte historiek<br />

Hoewel ouders reeds van oudsher hun kinderen opvoeden, is ‘Opvoedingsondersteuning’ een relatief nieuw<br />

beleidsthema.<br />

Opvoeden wordt gezien als een proces dat ‘vanzelf’ verloopt. Vandaag zijn er echter een aantal maatschappelijke<br />

ontwikkelingen die het proces van opvoeden beïnvloeden, waardoor opvoeden anders geworden is<br />

dan vroeger. Ouders van vandaag kiezen bewuster voor kinderen. Ze hebben hoge verwachtingen van hun<br />

kinderen en van zichzelf en voeden meer dan ooit bewust op.<br />

Tegelijk werd de samenleving zelf meer geïndividualiseerd. Traditionele waarden en normen voldoen niet<br />

meer. Het vertrouwde netwerk van de familie is grotendeels weggevallen. Daarnaast is de samenleving voor<br />

kinderen en jongeren ingewikkeld en veeleisend geworden, waardoor de kans op problemen toeneemt.<br />

Dit alles leidt tot meer opvoedingsvragen, opvoedingsonzekerheid en opvoedingsproblemen, waardoor de<br />

nood aan opvoedingsondersteuning groter geworden is.<br />

Ouders worden - burgerrechtelijk en ook volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind<br />

- gezien als de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. De tijd is echter voorbij dat<br />

ouders als enige verantwoordelijk gesteld worden voor het welslagen van deze opvoeding. Het opvoeden<br />

van kinderen wordt gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid, waarin ondermeer ook de overheid<br />

een rol in te vervullen heeft door het creëren van de nodige randvoorwaarden en het nemen van de juiste<br />

beleidsmaatregelen.<br />

59<br />

59<br />

www.desocialekaart.be


Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Regelgevend kader:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (14 juli 2007);<br />

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van een subsidie-enveloppe en kwaliteitslabel<br />

aan de opvoedingswinkels (december 2008);<br />

Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie<br />

van opvoedingsondersteuning (maart 2009).<br />

Actoren op het werkveld:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De sector opvoedingsondersteuning is breed en moeilijk af te lijnen. Een heel aantal initiatieven en<br />

voorzieningen hebben immers niet expliciet ‘opvoedingsondersteuning’ als kerntaak, maar worden<br />

door hun werking door ouders wel als opvoedingsondersteunend ervaren.<br />

Initiatieven die opvoedingsondersteuning tot kerntaak hebben:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Opvoedingswinkels in de centrumsteden (voor <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Aalst, Gent, Sint-Niklaas);<br />

Kind en Gezin (consultatiebureaus, spreekuur pedagogisch advies, inloop-team’s);<br />

Gezinsbond (Brieven aan jonge ouders, Botsing, vormingsaanbod,…);<br />

Ontmoetingsplaatsen (cfr. De speelcité, de mammacafé’s, ….).<br />

Initiatieven die opvoedingsondersteunend beschouwd worden:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Socio-cultureel werk (vormingplus, KAV, KVLV, ...);<br />

Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB);<br />

Kinderopvanginitiatieven;<br />

Algemene welzijnsvoorzieningen;<br />

Gezinshulp;<br />

Onderwijs;<br />

….<br />

Ondersteunende partners:<br />

•<br />

Het decreet opvoedingsondersteuning voorziet ook een aantal ondersteunende partners met een<br />

specifiek takenpakket. Deze ondersteunende partners hebben geen dienstverlening aan opvoedingsverantwoordelijken,<br />

maar zijn ondersteunend bedoeld voor de initiatieven op het werkveld:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning (EXPOO);<br />

Vlaamse Coördinatoren Opvoedingsondersteuning (agentschap Jongerenwelzijn);<br />

Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning;<br />

Lokale coördinatoren Opvoedingsondersteuning (in principe in elke gemeente/stad).<br />

60<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Structurering van de sector/subsector<br />

Waar eindigt opvoedingsondersteuning en begint opvoedingshulp?<br />

Het agentschap Jongerenwelzijn ontwikkelde een schema. Dit schema tracht de positionering van de sector<br />

opvoedingsondersteuning tussen de hulpverlenende en de algemene voorzieningen als volgt te verduidelijken:<br />

Doelgroep(en)<br />

Opvoedingsondersteunende initiatieven richten zich tot primaire en secundaire opvoedingsverantwoordelijken.<br />

Als primaire opvoedingsverantwoordelijken worden beschouwd ‘de titularissen van het ouderlijke gezag, de<br />

natuurlijke personen die één of meer kinderen op duurzame wijze of op regelmatige basis in feite onder hun<br />

bewaring hebben of bij wie het kind geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een overheid’. Hiermee<br />

worden bedoeld: de natuurlijke ouders, adoptieouders, pleegouders, grootouders, voogden … enz.<br />

Secundaire opvoedingsverantwoordelijken zijn dan ‘de professionelen die op grond van hun activiteiten mee<br />

verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van meerdere kinderen’. Dit zijn bijvoorbeeld begeleiders in de<br />

kinderopvang, onderwijzers, opvoeders in allerhande (semi—) residentiële voorzieningen,… enz.<br />

Werking<br />

Omdat het terrein van opvoedingsondersteuning zo breed is, worden initiatieven opvoedingsondersteuning<br />

ingedeeld volgens een aantal functies:<br />

Initiatieven die informatie en voorlichting bieden. Bijvoorbeeld:website ‘groeimee.be’, een lezing of<br />

vorming over een opvoedingsthema georganiseerd door een oudercomité of sociaal-culturele vereniging, een<br />

info-hoek in de opvoedingswinkel of op een openbare plaats met folders en brochures m.b.t. opvoeding, een<br />

‘tuppercare-avond’ aan huis (cfr.; ‘Bijtanken @home’ - Gezinsbond), …<br />

61<br />

61<br />

www.desocialekaart.be


Initiatieven die sociale steun bieden. Bijvoorbeeld: haal- en brengcontacten met de opvoeders van de<br />

kinderkribbe of de school, ‘babbelmama’s’, het inloopteam van Kind & Gezin, ontmoetingsplaatsen (bijv.<br />

Baboes in Brussel, mammacafé’s,…), ….<br />

Initiatieven die signaleren en doorverwijzen. Bijvoorbeeld: de consultatiebureaus van Kind & Gezin, een<br />

doorverwijsfolder, beleidsnetwerken opvoedingsondersteuning, ... .<br />

Initiatieven die pedagogisch advies bieden. Bijvoorbeeld: spreekuur pedagogisch advies Kind & Gezin,<br />

adviesgesprek in de opvoedingswinkel, opvoedingstelefoon, oudercursussen (bijv.. oudertrainingen van de<br />

Gezinbond),….<br />

‘Opvoedingsondersteuning’ kan dus heel divers zijn. Maar in elk van de verschillende vormen, wordt<br />

vertrokken van volgende uitgangspunten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De activiteiten kaderen binnen het recht op maatschappelijke dienstverlening en gaan uit van de erkenning<br />

van het recht op respect voor hun privé- en gezinsleven<br />

Alle activiteiten moeten door de gezinsleden ervaren worden als ondersteunend of aanvullend bij de<br />

opvoeding;<br />

Vertrekken van de vragen en de behoeften van de ouders (vraaggericht en participatief werken);<br />

Aansluiten bij de deskundigheid van ouders en hen activeren om zelf oplossingen te zoeken die passen in<br />

hun situatie (empowerment);<br />

Niet problematiseren maar aansluiten bij wat goed gaat en zo de competenties versterken (opvoedingsvragen<br />

zijn normaal, taboedoorbrekend).<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Afstemming en samenwerking zijn kernwoorden binnen het decreet opvoedingsondersteuning. Het is de<br />

bedoeling dat partners door afstemming en samenwerking een zo breed mogelijk aanbod voor opvoedingsverantwoordelijken<br />

kunnen realiseren.<br />

Op lokaal niveau dient men dit te bereiken via de organisatie van het Lokaal Overleg<br />

Opvoedingsondersteuning.<br />

Lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning worden in een aantal regio’s samengebracht en ondersteund<br />

door het RWO in Regionale (Leer)netwerken Opvoedingsondersteuning (cfr. Meetjesland, Aalst, Oudenaarde).<br />

Op provinciaal niveau worden de verschillende partners samengebracht in het Provinciaal Platform<br />

Opvoedingsondersteuning.<br />

Daarnaast ook structureel overleg tussen EXPOO, de verschillende Provinciale Steunpunten en de Vlaamse<br />

Coördinatoren.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Een groot aantal voorzieningen en organisaties werken opvoedingsondersteunend naar ouders: de<br />

kinderopvanginitiatieven, gezinshulp, onderwijs, socio-culturele organisaties, algemeen welzijnswerk, …. Toch<br />

hebben weinig voorzieningen expliciet opvoedingsondersteuning als kerntaak.<br />

Het bekend maken van het aanbod aan ouders, het afstemmen van het aanbod tussen de aanbiedende voorzieningen<br />

en het ontwikkelen van een bereikbaar aanbod opvoedingsondersteuning voor elke ouder, vormen<br />

de grootste uitdagingen voor de sector.<br />

62<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.expoo.be<br />

www.groeimee.be<br />

63<br />

63<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />

Opvoedingsondersteuning<br />

Aanvullend aan het Vlaamse beleid en met oog voor noden die zich in de provincie aandienen, ondersteunt<br />

het Provinciebestuur de netwerken en organisaties op het terrein van opvoedingsondersteuning.<br />

In het kader van het uitvoeren van zijn takenpakket, gaat het Provinciaal Steunpunt<br />

Opvoedingsondersteuning ondermeer in overleg met volgende actoren:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning (deze worden tewerkgesteld door een gemeente of een<br />

intergemeentelijk samenwerkingsverband);<br />

Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning (consulenten van het Intern Verzelfstandigd Agentschap<br />

Jongerenwelzijn);<br />

Vlaams expertisecentrum opvoedingsondersteuning.<br />

Team Preventie en hulp<br />

Het beleid inzake opvoedingsondersteuning is ingebed in het team Preventie en Hulp binnen de dienst<br />

Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />

Doelstellingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Faciliteren van intergemeentelijke of regionale samenwerkingsverbanden;<br />

Bundelen van goede praktijkvoorbeelden en mogelijk maken van ervaringsuitwisseling;<br />

Initiatieven opvoedingsondersteuning, gelegen in niet-centrumsteden en plattelandsgebieden, in staat<br />

stellen om op te starten (voeren van een impulsbeleid);<br />

Faciliteren van een kwalitatief en actueel vormingsaanbod voor iedereen die op professionele of vrijwillige<br />

basis aan opvoedingsondersteuning doet;<br />

Verspreiden van informatie en materiaal met betrekking tot opvoedingsondersteuning aan de actoren in<br />

provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Acties<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Informeren, begeleiden en ondersteunen van (inter)gemeentelijke, bovenlokale en regionale netwerken<br />

en initiatieven opvoedingsondersteuning, gericht op het versterken van deze netwerken en/of initiatieven;<br />

Inhoudelijk ondersteunen van de leernetwerken opvoedingsondersteuning in de regionale welzijnsregio’s;<br />

Detecteren van blinde vlekken, overlapping en versnippering op het terrein;<br />

Organiseren van het provinciaal platform opvoedingsondersteuning;<br />

Organiseren van een overleg tussen de coördinatoren van de <strong>Oost</strong>-Vlaamse opvoedingswinkels in functie<br />

van ervaringsuitwisseling, deskundigheidsbevordering en eventuele afstemming van acties;<br />

Organiseren van intervisie voor de aanbieders van pedagogisch advies in de verschillende initiatieven<br />

opvoedingsondersteuning;<br />

Optreden als gastheer voor de ‘provinciale vergadering voor diensten voor opvanggezinnen’;<br />

Mee zoeken naar een structurele inbedding van goede, vernieuwende (boven)lokalen en regionale<br />

projecten opvoedingsondersteuning die hun meerwaarde bewezen hebben;<br />

Actualiseren van de overzichtslijst van interessante brochures en folders met betrekking tot<br />

opvoeding(sondersteuning) in functie van de verspreiding ervan aan lokale en regionale actoren<br />

opvoedingsondersteuning;<br />

64<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

In het kader van ‘week van de opvoeding’ (16 mei tot 22 mei <strong>2010</strong>) participeert het provinciaal steunpunt<br />

opvoedingsondersteuning mee in de werkgroep, georganiseerd door het expertisecentrum<br />

opvoedingsondersteuning, die deze week in <strong>Vlaanderen</strong> gestalte geeft;<br />

Uitvoeren van het provinciaal reglement voor subsidiëring van initiatieven opvoedingsondersteuning.<br />

Subsidies, premies<br />

Het provinciebestuur wil een bijdrage leveren aan het bevorderen van de kwaliteit van de initiatieven<br />

opvoedingsondersteuning op het lokale en regionale niveau. Via het provinciaal reglement voor subsidiëring<br />

van initiatieven opvoedingsondersteuning kan het provinciebestuur projectsubsidies toekennen aan initiatieven<br />

en netwerken Opvoedingsondersteuning, die ten goede komen aan de inwoners van het grondgebied<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Het reglement en aanvraagformulier voor subsidies voor initiatieven opvoedingsondersteuning is<br />

terug te vinden via: www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor<br />

‘Opvoedingsondersteuning’. Zie nu het linkje in het rechterblok onder ‘Subsidies/Reglementen’.<br />

Meer info:<br />

Katrien De Canck, 09 267 75 57, katrien.de.canck@oost-vlaanderen.be<br />

Luc De Vulder, 09 267 75 51, luc.de.vulder@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Opvoedingsondersteuning’<br />

www.expoo.be<br />

www.groeimee.be<br />

65<br />

65<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Algemeen Welzijnswerk -<br />

JongerenAdviesCentrum (JAC)<br />

Frances Van Belle, JAC Gent - CAW Artevelde<br />

Missie en opdrachten<br />

Een Jongeren Advies Centrum of JAC maakt deel uit van een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en<br />

neemt de missie over van de CAW’s.<br />

Net als de CAW’s heeft een JAC 3 kerntaken:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Onthaal en vraagverduidelijking;<br />

Psychosociale begeleiding;<br />

Preventie en beleidssignalering.<br />

Beknopte historiek<br />

De historiek van de JAC ‘s situeert zich in de alternatieve hulpverlening in de jaren ‘60. JongerenInformatieCentra<br />

(JIC) ontstaan in Gent in 1966 naar aanleiding van een onderzoek van de RUG (Willy Faché-1963)<br />

naar de informatie en -hulpbehoeften van jongeren.<br />

JAC’s (JongerenAdviesCentra) ontstaan in 1972 in Antwerpen, Leuven en Aalst. Ze beogen een lage instap<br />

met een nieuwe doelgroepgerichte en specifieke aanpak. Ze combineren in hun aanpak de scala van hulpverlening,<br />

dienstverlening, voorlichting en sociale actie. Ze zijn formeel pluralistisch en krijgen erkenning en<br />

financiële ondersteuning als ‘experimenteel’ jeugdwerk. (bron: www.canonsociaalwerk.be)<br />

Nu zijn de JAC’s deelwerkingen van de CAW’s. Begin jaren ’90 wou de Vlaamse regering een reorganisatie van<br />

de sector en de basis hiervan werd gelegd in het decreet van juli 1991. De kleine ambulante en residentiële<br />

centra werden aangezet om te fuseren tot grote polyvalente centra.<br />

In de loop van de jaren 90 van de vorige eeuw werden verschillende Autonome Centra Algemeen<br />

Welzijnswerk opgericht. De verschillende JAC’s sloten aan bij CAW binnen hun regio (of één van de CAW’s<br />

binnen de grotere steden).<br />

In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er JAC’s in St. Niklaas, Lokeren, Dendermonde, Wetteren, Aalst, Oudenaarde,<br />

Geraardsbergen en Gent.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 8 mei 2009: Als erkend Centrum voor Algemeen<br />

Welzijnswerk krijgt de moederorganisatie waaronder het JAC valt een subsidie van de Vlaamse overheid:<br />

ministerie van welzijn, volksgezondheid en gezin (enveloppensubsidie). Vanaf 2011 worden er beleidsplannen<br />

voor 5 jaar geschreven (2011-2015).<br />

66<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Structurering van de sector/subsector<br />

Het JAC is een ambulante eerstelijnsdienst en het jongerenonthaal (‘toegangspoort’) voor de CAW’s.<br />

Doelgroep(en)<br />

Alle jongeren van 12 tot 25 jaar met om het even welke vraag.<br />

Werking<br />

De werking kan sterk verschillen van JAC tot JAC. Deze opsomming is gebaseerd op de werking van JAC Gent.<br />

Sommige andere JAC’s kunnen andere accenten leggen.<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Jongerenonthaal = toegangspoort voor vervolghulpverlening in de Gentse CAW’s i.f.v.<br />

vraagverduidelijking, indicatie, doorverwijzing;<br />

Informatie over uiteenlopende onderwerpen die met de leefwereld van jongeren te maken hebben (‘er<br />

zijn geen domme vragen’);<br />

Advies: Verschillende mogelijkheden worden op een rij gezet en afgewogen zodat de jongere zelfstandig<br />

een tot een keuze/oplossing kan komen;<br />

Begeleiding: Meerdere gesprekken, op regelmatige basis. Wederzijds engagement en duidelijke<br />

doelstelling(en);<br />

Consult: Het bieden van informatie en advies aan professionals.<br />

Tijdens een eerste gesprek wordt de hulpvraag verduidelijkt en wordt bekeken wat het meest geschikt<br />

antwoord is. Vaak heeft de jongere voldoende aan een informatief, adviserend en/of<br />

ondersteunend gesprek.<br />

Andere jongeren hebben nood aan meer ondersteuning. In onderling overleg wordt dan gezocht naar een<br />

hulpverleningsaanbod dat het best aansluit bij hun vragen en wensen. Sommigen kunnen voor psychosociale<br />

begeleiding geholpen worden in ons eigen centrum.<br />

Anderen verwijzen we door naar het aanbod van anders gespecialiseerde centra, zoals o.m. de geestelijke<br />

gezondheidszorg, de drughulpverlening, juridische hulpverlening, ….<br />

Werkingsprincipes:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De jongere is zelfstandige hulpvrager;<br />

Anoniem;<br />

Vrijwillig;<br />

Vrijblijvend;<br />

Gratis.<br />

Bereikbaarheid: (afspraak hoeft niet, mag wel):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Op het centrum;<br />

Telefonisch;<br />

E-mail/brief;<br />

Chat (on-line permanentie met andere JAC’s).<br />

Werkingsgebied: Het werkingsgebied valt in principe samen met het werkingsgebied van het CAW waar<br />

het JAC onder valt.<br />

67<br />

67<br />

www.desocialekaart.be


Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Integrale jeugdhulp;<br />

Jeugddiensten in de regio;<br />

Jeugdwerk;<br />

Lokaal sociaal beleid;<br />

Sensoa;<br />

In petto (jongereninformatie.be);<br />

OCMW;<br />

Ad hoc;<br />

…<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Doorverwijsmogelijkheden en ontbreken van samenwerking met GGZ/VAPH diensten;<br />

Betaalbare huisvesting, huurdiscriminatie voor ECM en/of leefloontrekkenden;<br />

Het moeten opnemen van bemiddelende rol om basisvoorzieningen hun werk te laten doen;<br />

Vakjargon dat gehanteerd wordt waardoor dagdagelijkse administratie onbegrijpelijk wordt (bv. huurcontract);<br />

Leemte voor 17-jarigen: te oud voor het comité bijzondere jeugdzorg en te jong voor het OCMW;<br />

Tekort aan opvangplaatsen, zeker voor jongeren;<br />

Jongeren die nergens (meer) terecht kunnen omwille van herhaaldelijke agressie/omwille van psychiatrische<br />

problematiek.<br />

Uitdaging: Een gedeelde visie en samenwerking met probleemspecifieke sectoren ikv ‘gedeelde zorg’.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.jongereninformatie.be<br />

www.rechtenverkenner.be<br />

www.vad.be<br />

www.kindermishandeling.org<br />

www.allesoverseks.be<br />

68<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector CLB (Centra voor Leerlingenbegeleiding)<br />

Fernand Voet, vestigingsverantwoordelijke Vrij CLB Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, vestiging Ronse<br />

Missie en algemene opdracht<br />

Werken in een CLB betekent werken in het onderwijslandschap. Dat wil zeggen werken met en voor leerlingen<br />

(= jongeren in schools verband), leerkrachten, schooldirecties, ouders van leerlingen binnen de structuren<br />

van het Vlaamse onderwijs (Ministerie van Onderwijs en vorming).<br />

Maar het CLB is meer dan dat: het verleent tegelijkertijd ook jeugdhulp en is één van de 7 sectoren binnen<br />

de Integrale Jeugdhulp in <strong>Vlaanderen</strong>. Het CLB leunt dus ook sterk aan bij de sector welzijn en fungeert als<br />

draaischijf tussen onderwijs en welzijn.<br />

De CLB’er kent het onderwijslandschap, hij hoort erin thuis, kent en begrijpt de wereld, maar tegelijkertijd<br />

is hij een buitenstaander: hij behoort niet tot de school. Deze positie maakt het CLB-werk uniek. De CLB-er<br />

beweegt zich in het concrete schoolse leven en tegelijkertijd kijkt hij van op een professionele afstand toe,<br />

boven de verschillende scholen waarmee het CLB een contract heeft afgesloten. Zo kan hij zich engageren<br />

in elke school en toch voldoende objectief blijven. En dat is niet altijd evident, het is soms dansen op een<br />

slappe koord. Het uitgangspunt bij het CLB-werk is en blijft immers het welbevinden van de leerling,<br />

zorgen dat jongeren op school de beste kansen krijgen, helpen om ze tot zelfredzame en evenwichtige<br />

volwassenen te laten opgroeien.<br />

Waarden en principes (opgenomen in een netoverschrijdende Mission<br />

Statement)<br />

Elke CLB-medewerker is gebonden aan het beroepsgeheim en werkt vanuit volgend deontologisch kader:<br />

• Vertrouwen:<br />

De basis voor de relatie tussen het centrum en zijn cliënten (de leerling, zijn ouders, de<br />

leerkracht en de schooldirectie) is wederzijds vertrouwen;<br />

• Onafhankelijk:<br />

De centra treden onafhankelijk op met als belangrijkste doelstelling het welzijn van de<br />

leerling;<br />

• Discreet:<br />

De centra garanderen discretie vanuit een respect voor alle betrokkenen;<br />

• Respect voor de privacy:<br />

De centra verzamelen en gebruiken enkel gegevens die relevant zijn voor de<br />

uitvoering van hun opdracht;<br />

• Deskundig:<br />

Alle medewerkers van de centra waken over hun deskundigheid en bekwamen zich steeds<br />

verder in functie van hun taak;<br />

• Laagdrempelig:<br />

De centra stemmen hun werking af op en staan open voor hun doelgroepen. De<br />

begeleiding is kosteloos;<br />

• Preventief:<br />

De centra ondernemen, waar noodzakelijk en nuttig, tijdig actie om samen met alle<br />

betrokken partijen het welzijn van de leerlingen te vrijwaren of te bevorderen;<br />

• Emancipatorisch:<br />

De centra werken samen met de school aan de versterking van de eigen verantwoordelijkheid<br />

van de leerling en stimuleren zijn ontwikkeling tot zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en zelfsturing<br />

met respect voor de identiteit van de leerling;<br />

• Maatschappijgericht:<br />

de centra houden voeling met de maatschappelijke evoluties en houden hiermee<br />

rekening bij de uitvoering van hun opdracht;<br />

• Teamwerk:<br />

de centra werken multidisciplinair;<br />

• Prioriteit:<br />

de centra besteden bijzondere aandacht aan leerlingen die bedreigd zijn in hun ontwikkeling of<br />

opgroeien in een risicovolle omgeving.<br />

69<br />

69<br />

www.desocialekaart.be


Beknopte historiek<br />

De huidige CLB’s zijn ontstaan in 2000 als samenvoeging van de Psycho-Medisch-<strong>Sociale</strong> Centra<br />

(PMS) en het medisch Schooltoezicht (MST).<br />

Zowel de voorganger van het PMS, het Bureel voor Beroepsoriëntering, als het MST, zijn in het begin van de<br />

20e eeuw ontstaan, respectievelijk in 1912 en 1921. De doelstelling van het Bureel voor Beroepsoriëntering<br />

bestond uit het uitstippelen van het opleidingscurriculum van leerlingen. Het MST spitste zich oorspronkelijk<br />

toe op de controle van de fysieke gezondheidssituatie van de leerlingen. Als antwoord op maatschappelijke<br />

vragen vulde het met de jaren de notie gezondheid ruimer in, met als gevolg dat het de leerling meer vanuit<br />

een sociale invalshoek ging bekijken.<br />

Ondertussen was in 1960 het PMS ontstaan dat dezelfde maatschappelijke trend volgde. Het gevolg was<br />

dat het takenpakket en de doelgroep van beide en ook van andere welzijnsorganisaties voor overlappingen<br />

zorgde.<br />

Daarnaast werd het takkenpakket van het PMS en het MST ook steeds groter. Deze evoluties hebben eind<br />

de jaren negentig geleid tot een reorganisatie van de sector leerlingenbegeleiding. Deze reorganisatie ging<br />

gepaard met een schaalvergroting: de 300 PMS- en MST-centra werden gegroepeerd in 72 CLB’s.<br />

Structurering van de sector en regelgevend kader<br />

De werking van de CLB’s in <strong>Vlaanderen</strong> wordt geregeld door het decreet van 1 december 1998 betreffende de<br />

centra voor leerlingenbegeleiding. Net zoals de scholen behoort elk van de 72 CLB’s tot een bepaald<br />

net, gegroepeerd onder 4 koepels (Gemeenschapsonderwijs, vrij onderwijs, provinciaal onderwijs en het<br />

onderwijs van de Vlaamse steden en gemeenten).<br />

Elk CLB, dat uit verschillende vestigingen of consultatieplaatsen kan bestaan, sluit met de scholen in<br />

zijn eigen regio een contract af waarin de leerlingenbegeleiding voor 3 jaar wordt vastgelegd en jaarlijks<br />

geëvalueerd. Het aantal leerlingen van deze scholen onder contract bepaalt de personeelsomkadering<br />

van het CLB.<br />

Per school wordt een multidisciplinair team gevormd dat bestaat uit medewerkers van de psychologische<br />

discipline (psycholoog, pedagoog, orthopedagoog, ..), maatschappelijke discipline (maatschappelijk<br />

werker) en medische discipline (schoolarts, sociaalverpleegkundige, ..). Zij beheren in teamverband het individueel<br />

leerlingendossier.<br />

Werking en doelgroep(en)<br />

Het CLB begeleidt leerlingen van bij de instap in de kleuterschool tot het einde van het secundair<br />

onderwijs. Een speciale aandacht gaat naar leerlingen die in hun ontwikkeling en hun leerproces bedreigd<br />

zijn en naar kleuters, leerlingen van de eerste graad van het lager onderwijs, leerlingen uit het buitengewoon<br />

onderwijs, T(echnisch)SO, K(unst)SO en deeltijds beroepsonderwijs.<br />

De leerlingenbegeleiding bestaat enerzijds uit een leerlingengebonden aanbod en anderzijds uit<br />

schoolondersteunende activiteiten.<br />

Het leerlingengebonden aanbod vertrekt van een zorgvraag die betrekking heeft op het welbevinden<br />

van de leerling. Het heeft tot doel het leerproces of de onderwijsloopbaan van de leerling te<br />

vrijwaren of te versterken, hetzij op het moment van de vraag hetzij in de toekomst.<br />

70<br />

www.socialeplattegrondovl.be


In de uitvoering van het leerlingengebonden aanbod wordt altijd rekening gehouden met het decreet betreffende<br />

de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp. De CLB-begeleiding is in principe vraaggestuurd<br />

en vrijwillig: de leerling (+12-jarige) of zijn ouders (-12-jarige) geven telkens hun toestemming. De<br />

begeleiding bij problematische afwezigheden (spijbelen) en de medische consulten vormen hierop<br />

een uitzondering, aangezien de leerling, zijn ouders en de school verplicht zijn op deze begeleiding in te<br />

gaan.<br />

Binnen dit leerlingengebonden aanbod worden volgende 6 kernactiviteiten onderscheiden: onthaal,<br />

vraagverheldering, het geven van info en advies, diagnose, kortdurende begeleiding (2 tot 8 sessies) en<br />

samenwerken met het netwerk en dit op 4 begeleidingsdomeinen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Preventieve gezondheidszorg: Hieronder vallen het vaccinatieprogramma (voortzetting na K&G),<br />

medisch onderzoek, doorverwijzing naar tandarts, huisarts of specialist, beschermingsmaatregelen bij<br />

besmettelijke aandoeningen, gezondheidsopvoeding, …;<br />

Leren en studeren: Hier gaat de aandacht naar de cognitieve functieontwikkeling en leervorderingen van<br />

het kind en jongere (leerstoornissen, aandacht, leerattitudes, ...);<br />

Onderwijsloopbaan: Hieronder vallen de studiekeuzebegeleiding, problematische afwezigheden, schoolwisselingen,<br />

doorverwijzingen naar aangepast onderwijs, …;<br />

Psychisch en sociaal functioneren: Hier wordt gelet op de socio-emotionele ontwikkelingen van de leerling<br />

(relaties thuis, op school, onder vrienden, de emotionele verwerking in crisissituaties, het aanpakken van<br />

normoverschrijdend gedrag, …).<br />

In functie van de versterking van de (school)interne leerlingenbegeleiding en vertrekkend van concrete<br />

probleemsituaties biedt het CLB ‘schoolondersteuning’ aan. De samenwerking met alle actoren die<br />

betrokken zijn bij de leerlingenbegeleiding (waaronder school, ouders, leerlingen en de pedagogische<br />

begeleidingsdiensten), moet er toe leiden dat de deskundigheid van leerkrachten op het gebied van signaaldetectie<br />

en de opvang van leerlingen vergroot wordt. Daarenboven is het doel van schoolondersteuning om<br />

tot een adequate vorm van leerlingenbegeleiding of zorgbeleid op school te komen.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Het centrum werkt samen met relevante netwerkpartners in functie van de begeleiding van de leerling en de<br />

ondersteuning van ouders, de school of personen uit de leefomgeving.<br />

Wanneer naar externe hulpverlening verwezen wordt, betekent dit niet dat het CLB geen taken meer te<br />

vervullen heeft. In het kader van de draaischijffunctie zorgt het CLB voor onder meer het aanleveren van<br />

gegevens in functie van verwijzing en zorgt het voor opvolging in functie van de onderwijsleersituatie.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

10 jaar na de implementatie van het CLB-decreet rijzen nieuwe maatschappelijke vragen<br />

en uitdagingen zoals levenslang leren, gelijke onderwijskansen, leerzorg, time-outprojecten,<br />

opvoedingsondersteuning, inclusief onderwijs, gezondheidsbeleid, vaccinatiecampagnes, lokale overlegplatformen,<br />

integrale jeugdhulp en nog meer. De centra blijven niet aan de zijlijn staan en nemen een toenemend<br />

aantal nieuwe taken op. Doordat de toename van taken niet samengaat met een toename van middelen<br />

worden de centra verplicht om keuzes te maken die het meest beantwoorden aan de lokale noden. Die<br />

verschillende lokale behoeftes leiden soms tot een grote diversiteit tussen de centra, wat tot een onduidelijkheid<br />

kan leiden bij het publiek over wat van een CLB verwacht mag worden.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.ond.vlaanderen.be/clb<br />

71<br />

71<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Hulpverlening VAPH (minderjarigen) en<br />

onderwijs<br />

Paul Ongenaert, Algemeen directeur SOC De Hagewinde - Scholen De Hagewinde<br />

Missie en opdrachten<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie en gelijkheid<br />

van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven. Het<br />

doel is dat zij de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit bereiken.<br />

Het VAPH subsidieert hiertoe diensten, voorzieningen en personen met een handicap op verschillende<br />

domeinen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Diensten en voorzieningen: Het VAPH subsidieert de diensten en voorzieningen die zorg verlenen aan<br />

personen met een handicap door begeleiding of opvang;<br />

Hulpmiddelen en aanpassingen: Om zijn dagelijks leven beter te organiseren kan een persoon met een<br />

handicap een tussenkomst krijgen voor een hulpmiddel of een aanpassing aan zijn woning of wagen;<br />

Persoonlijke-assistentiebudget: Personen met een handicap die liever thuis willen blijven wonen, kunnen<br />

een persoonlijke-assistentiebudget aanvragen. Met dit budget kunnen zij assistenten in dienst nemen.<br />

Beknopte historiek<br />

Tot 1980 behoorde de hele welzijnszorg tot de bevoegdheid van de nationale (nu federale) overheid. De zorg<br />

voor personen met een handicap was over drie departementen of parastatalen verspreid:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het Ministerie van <strong>Sociale</strong> Voorzorg: Dat ministerie stond in voor het ’inkomen’ van personen met een<br />

handicap ;<br />

Het Rijksfonds voor de <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Minder-Validen: Dat fonds liet zich in met de<br />

tewerkstelling van personen met een handicap;<br />

Het Fonds voor Medische, <strong>Sociale</strong> en Pedagogische Hulp aan Gehandicapten (Fonds 81): Dat fonds stond<br />

in voor opvang, behandeling en begeleiding via de residentiële, semi-residentiële en ambulante<br />

voorzieningen.<br />

De Vlaamse Gemeenschap maakte van de staatshervorming in de jaren tachtig gebruik om de bevoegdheden<br />

van het Rijksfonds en van het Fonds 81 samen te brengen in één Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie<br />

van Personen met een Handicap (VFSIPH).<br />

In 2006 vond de grootschalige herstructurering van de Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid (BBB)<br />

plaats. Die overheid bestaat voortaan uit 13 beleidsdomeinen. Hierdoor zijn er bevoegdheden verschoven.<br />

Voor het Vlaams Fonds veranderde op 1 april 2006 wat volgt:<br />

• Het Vlaams Fonds heet sinds dan officieel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

(VAPH);<br />

• De sector Opleiding en Tewerkstelling is onttrokken aan de bevoegdheid van het Vlaams Fonds;<br />

• De Inspectie voor de sector Zorg is overgeheveld naar het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid<br />

en Gezin;<br />

• De dienst Investeringen is overgeheveld naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden<br />

Aangelegenheden (VIPA).<br />

72<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />

en Gezin;<br />

Vlaamse Openbare Instelling;<br />

Departement Onderwijs voor buitengewoon of geïntegreerd onderwijs of voor aanpassingen in het<br />

gewoon onderwijs;<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur voor huisvestingsprojecten;<br />

VDAB voor individugerichte tewerkstellingsbevorderende maatregelen en arbeidstrajectbegeleiding;<br />

Vlaams Agentschap Werk en <strong>Sociale</strong> Economie voor beschutte werkplaatsen;<br />

Federale Overheidsdienst <strong>Sociale</strong> Zekerheid (departement <strong>Sociale</strong> Zaken en Volksgezondheid): Voor inkomensvervangende<br />

en integratietegemoetkomingen.<br />

Naast de genoemde zijn er nog heel wat andere instituties betrokken bij diverse maatregelen (bijvoorbeeld in<br />

functie van verhoogde kinderbijslag, belastingvermindering ...).<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

In de sector maken we onderscheid voor ondersteuning in:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wonen en opvang;<br />

Leren en werken;<br />

Vrije tijd;<br />

Mobiliteit;<br />

Hulpmiddelen.<br />

Op al deze domeinen is er ondersteuning mogelijk via erkende voorzieningen (zorg in natura) of via een<br />

financieringsmechanisme rechtstreeks naar de cliënt (persoonlijk assistentiebudget, hulpmiddelenbudget,<br />

persoonsgebonden budget).<br />

• Voorzieningen bieden één of meerdere vormen van zorg, opvang en begeleiding: (semi)residentiële<br />

zorg; ambulante zorg, logeren, kortverblijf, observatie en behandeling, pleegzorg;<br />

• Persoonlijk assistentiebudget (tussen circa 8.900 en 41.300 euro): Zelf iemand in dienst nemen;<br />

• Hulpmiddelen:<br />

Tussenkomst in de kosten voor aanschaf van bijvoorbeeld aangepast meubilair, bredere<br />

deuropeningen, bijstand van een tolk voor doven, een brailleleesregel, een spraaksynthesizer, …<br />

• Persoonsgebonden budget (momenteel enkel experimenteel): Een budget dat het VAPH aan u<br />

persoonlijk toekent om gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. Men<br />

kan zelf beslissen welke ondersteuning waar en wanneer wordt ingekocht.<br />

Doelgroep(en)<br />

Personen met een handicap kunnen een beroep doen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een<br />

Handicap (VAPH). Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert<br />

het VAPH steeds volgende definitie:<br />

‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel<br />

tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het<br />

uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.’<br />

Deze definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die zich wil inschrijven apart te bekijken. Als een<br />

persoon aan deze definitie beantwoordt, kan hij of zij zich inschrijven bij het VAPH (zie verder).<br />

73<br />

73<br />

www.desocialekaart.be


Werking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Inschrijving in het VAPH:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Aanvraagformulier (A001);<br />

Multidisciplinair verslag (A002);<br />

Uw dossier wordt voorgelegd aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie bestaat<br />

ondermeer uit een psycholoog, een pedagoog, een jurist, een arts, een maatschappelijk werker en<br />

een ervaringsdeskundige. Binnen de drie maanden na uw aanvraag brengt het VAPH u op de hoogte<br />

van de beslissing en op welke diensten u een beroep kan doen of hoe groot het bedrag van de<br />

goedgekeurde tegemoetkoming is.<br />

Centrale registratie van de zorgvragen (CRZ): Het is niet omdat u een goedkeuring heeft ontvangen dat<br />

je onmiddellijk kunt worden geholpen. Uw vraag naar ondersteuning en/of opvang wordt geregistreerd<br />

door een contactpersoon op een centrale registratielijst (vroeger ook wel eens ‘wachtlijst’ genoemd).<br />

Erkende voorzieningen dienen zich op deze lijsten te baseren om nieuwe cliënten op te nemen. De<br />

wachttijd is erg verschillend en afhankelijk van de precieze vraag, de aanwezige capaciteit bij de voorzieningen<br />

en het aantal wachtenden.<br />

Minderjarigenzorg door voorzieningen kan als volgt worden ingedeeld:<br />

• Logeren:<br />

Soms kan de zorg voor uw thuiswonend kind even te zwaar worden en wilt u wat op adem<br />

komen. Op dat ogenblik kan u uw zoon of dochter laten ’gaan logeren’ in een internaat met logeeraanbod;<br />

• Kortverblijf:<br />

soms kunnen u en uw gezin gedurende een korte periode, door welke omstandigheden<br />

ook (bijvoorbeeld een crisisperiode), niet voor uw kind zorgen. Het kan dan aangewezen zijn dat uw<br />

zoon of dochter tijdelijk ergens anders zou verblijven;<br />

• Pleegzorg:<br />

In sommige situaties kan de zorg voor uw kind te zwaar worden. Dan kunt u de opvang<br />

voor een korte of lange periode toevertrouwen aan een pleeggezin. Het doet er niet toe welke leeftijd<br />

uw kind heeft. De pleegouders nemen de verzorging en de opvoeding van uw kind op zich. Via huisbezoeken<br />

krijgen zij hiervoor informatie, advies en ondersteuning van een erkende pleeggezinnendienst;<br />

• Observatie en BehandelingsCentra (OBC): Voor als er (nog) geen duidelijkheid over de precieze<br />

aard van de handicap van uw kind of over de meest geschikte ondersteuning is. OBC’s richten zich<br />

vooral tot kinderen en jongeren met complexe gedrag- en emotionele stoornissen, al dan niet in<br />

combinatie met een verstandelijke handicap. Het OBC stelt zich tot doel via intensieve observatie tot<br />

een diagnose te komen, te starten met een behandeling en gericht door te verwijzen voor verdere<br />

ondersteuning door een gepaste dienst of voorziening. Maximale duur: 3 jaar;<br />

• Thuisbegeleiding:<br />

Deze diensten richten zich tot gezinnen met een minder- of meerderjarig kind<br />

met een motorische, een zintuiglijke of een verstandelijke handicap, of met autisme. De begeleiding is<br />

gericht op de ontwikkeling van uw kind en de pedagogische en psychosociale ondersteuning van uzelf<br />

als ouders. De aanvaarding van de handicap en ook de toekomst van uw kind staan centraal;<br />

• Semi-internaten:<br />

Bieden opvang en begeleiding aan zowel schoolgaande als niet-schoolgaande<br />

kinderen en jongeren:<br />

• Bij de schoolgaanden ligt de nadruk op voor- en naschoolse opvang en op een aangepast<br />

opvoedings- en/of therapeutisch kader. Deze semi-internaten zijn meestal verbonden aan een<br />

instelling voor buitengewoon onderwijs;<br />

• Bij de niet-schoolgaanden ligt de nadruk op verzorging en stimulatie van de basisfuncties. Het<br />

gaat dan ook om kinderen of jongeren die omwille van hun handicap niet naar school kunnen;<br />

• Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod van de semi-internaten: kinesitherapie, logopedie,<br />

ergotherapie, zelfredzaamheidtraining, structurering en andere specifieke trainingen. Die<br />

worden meestal in het semi-internaat zelf aangeboden, maar soms ook buiten de voorziening<br />

(ambulant);<br />

• Internaten:<br />

Internaten bieden opvang en begeleiding aan, zowel aan schoolgaande als niet-schoolgaande<br />

kinderen en jongeren. De internaten zijn dikwijls verbonden aan een instelling voor buitengewoon<br />

onderwijs.<br />

Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod: kinesitherapie, logopedie, ergotherapie,<br />

74<br />

www.socialeplattegrondovl.be


zelfredzaamheidtraining, structurering en andere specifieke trainingen. Die worden meestal in het<br />

internaat zelf aangeboden, maar soms ook buiten de voorziening (ambulant). Internaten werken 24<br />

u/dag en 7 dagen per week. Er is een sterke gezinsgerichte werking waarbij de ouders zo veel als<br />

mogelijk worden betrokken bij de werking. Voor zowel het semi- als het internaat zijn deeltijdse stelsels<br />

mogelijk.<br />

Vele voorzieningen combineren twee of meer van hoger vermelde zorgvormen zodat er een maximale afstemming<br />

mogelijk wordt met de vraag van de ouders.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

Onderwijs: Zoals alle kinderen en jongeren lopen de meeste kinderen met een handicap school.<br />

De Vlaamse overheid tracht, waar nodig, extra ondersteuning aan te bieden. Afhankelijk van de<br />

mogelijkheden zijn er verschillende opties:<br />

•<br />

•<br />

Het gewoon onderwijs (inclusief onderwijs)<br />

Het buitengewoon onderwijs: Kunnen kinderen en jongeren zich niet optimaal ontplooien in het<br />

gewone onderwijs, dan kunnen ze les volgen in het buitengewoon onderwijs. Naast onderwijs bieden<br />

de scholen voor buitengewoon onderwijs ook opvoeding, verzorging en therapie. Het doel is de<br />

totale persoonlijkheidsontwikkeling te stimuleren. Kinderen en jongeren worden voorbereid op het<br />

maatschappelijke leven en de uitoefening van een beroep. Dat laatste kan al dan niet binnen het<br />

gewone arbeidscircuit zijn.<br />

Het buitengewoon kleuteronderwijs laat kleuters van 2,5 tot 6 jaar toe. Kinderen tussen 6 en 13<br />

(uitzonderlijk 14) jaar kunnen terecht in het buitengewoon lager onderwijs.<br />

Zowel buitengewoon kleuter- als lager onderwijs zijn opgedeeld in types:<br />

• Type 1:<br />

Voor kinderen met een licht verstandelijke handicap;<br />

• Type 2:<br />

Voor kinderen met een matig of ernstig verstandelijke handicap;<br />

• Type 3:<br />

Voor kinderen met gedragsstoornissen, ernstige emotionele en/of gedragsproblemen;<br />

• Type 4:<br />

Voor kinderen met een fysieke handicap;<br />

• Type 5:<br />

Voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis;<br />

• Type 6:<br />

Voor kinderen met een visuele handicap;<br />

• Type 7:<br />

Voor kinderen met een auditieve handicap;<br />

• Type 8:<br />

Voor kinderen met ernstige leerstoornissen.<br />

Het buitengewoon secundair onderwijs: Binnen de verschillende types spreekt men over<br />

opleidingsvormen. Die hebben telkens andere doelstellingen in functie van de toekomst van de<br />

jongere:<br />

• Opleidingsvorm 1:<br />

Het doel van onderwijs tot sociale aanpassing is de jongere een sociale<br />

vorming te geven zodat hij in een beschermde leefomgeving kan wonen.<br />

Opleidingsvorm 1 bestaat binnen type 2, 3, 4, 6 en 7.<br />

• Opleidingsvorm 2:<br />

De tweede opleidingsvorm traint de jongere in algemene en sociale vorming<br />

én in arbeidsvaardigheden. De bedoeling is dat hij of zij in een beschermde leef- en werkomgeving<br />

kan wonen en werken.<br />

Opleidingsvorm 2 bestaat binnen type 2, 3, 4, 6 en 7.<br />

• Opleidingsvorm 3:<br />

Deze opleidingsvorm geeft de jongere een algemene, sociale en<br />

beroepsvorming. De bedoeling is dat de jongere zich later integreert in een gewone leef- en<br />

arbeidsomgeving.<br />

Deze opleidingsvorm bestaat binnen type 1, 3, 4, 6 en 7.<br />

• Opleidingsvorm 4:<br />

Deze opleidingsvorm omvat algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs.<br />

Hier gelden dezelfde doelstellingen als in het gewoon secundair onderwijs.<br />

Deze opleidingsvorm bestaat niet voor jongeren met een verstandelijke handicap.<br />

75<br />

75<br />

www.desocialekaart.be


• Het geïntegreerd onderwijs (GON): Geïntegreerd onderwijs is een samenwerking tussen het<br />

gewoon en het buitengewoon onderwijs. Het GON bestaat op het niveau van het kleuter-, lager en<br />

secundair onderwijs en het hoger onderwijs buiten de universiteit.<br />

Het geïntegreerd onderwijs bestaat erin dat leerlingen met een handicap, leer- of<br />

opvoedingsmoeilijkheden tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of volledig, lessen kunnen volgen in een<br />

school voor gewoon onderwijs. Via een GON-begeleider biedt de school voor buitengewoon onderwijs<br />

dan onderwijskundige of paramedische hulp aan.<br />

• Het inclusief onderwijs (ION): Sinds enkele jaren werkt het departement Onderwijs en Vorming aan<br />

dit proefproject. Zo krijgen 50 leerlingen met een mentale handicap tijdelijk de kans om aan te sluiten<br />

bij het gewoon lager of secundair onderwijs.<br />

De doelstelling van het ION is verschillend van die van het geïntegreerd onderwijs (GON). In het<br />

GON moeten de kinderen, met extra hulp, aan dezelfde vereisten kunnen voldoen als de kinderen<br />

uit het gewoon onderwijs. Dit heeft als gevolg dat niet elk kind in aanmerking komt voor GON.<br />

Inclusief onderwijs daarentegen gaat ervan uit dat de doelstellingen in het onderwijs per kind kunnen<br />

verschillen. De nadruk ligt dan eerder op de sociale integratie in de klas.<br />

Binnen het inclusief onderwijs volgt de leerling de lessen in het gewoon onderwijs. Hiervoor krijgen de<br />

leerling, de leerkracht en het team ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs (type 2).<br />

• Integrale Jeugdhulp:<br />

Bij de jeugdhulpverlening zijn meerdere sectoren betrokken: Algemeen<br />

Welzijnswerk, Geestelijke Gezondheidszorg, Kind en Gezin, Centra voor Leerlingenbegeleiding, Vlaams<br />

Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en Bijzondere Jeugdbijstand.<br />

Sinds begin 2000 wil de Integrale Jeugdhulp de hulp- en dienstverlening voor jongeren tot en met 17<br />

jaar over de grenzen van de verschillende sectoren heen organiseren en afstemmen. Het aanbod moet<br />

geschikter en meer vraaggericht worden. De persoon, zijn omgeving en de vraag moeten centraal staan.<br />

Integrale jeugdhulp moet ook een beter overzicht bieden van de vraag, het vereiste aanbod en de<br />

werkelijk aangeboden hulpverlening. De afweging van vraag en aanbod moet richtinggevend zijn voor de<br />

planning en programmatie van het aanbod.<br />

• Uitwerking:<br />

Vanuit de krachtlijnen werden nieuwe vormen van samenwerking en afstemming voor<br />

de betrokken sectoren uitgetekend. De pijlers daarvan staan hierna beschreven.<br />

• Modulering:<br />

Alle jeugdhulpaanbieders beschrijven hun aanbod aan de hand van een en hetzelfde<br />

intersectoraal bruikbaar begrippenkader. Tegelijk delen ze hun aanbod op in modules. Een module is<br />

dan een ‘eenheid van hulp’ die afzonderlijk kan worden ingezet. Modules kunnen vrij gecombineerd<br />

worden tot een hulpprogramma dat zo goed mogelijk aansluit bij de vraag van de cliënt. Het resultaat<br />

van de modulering is een gegevensbank (www.jeugdhulpwijzer.be), die de totaliteit van het<br />

jeugdhulpaanbod beschrijft.<br />

• Netwerken jeugdhulp en crisishulp:<br />

Alle aanbieders van jeugd hulp en van crisishulp organiseren<br />

zich in regionale netwerken. Het werkgebied van zo’n netwerk valt samen met een Integrale Jeugdhulp-regio<br />

of vormt er een deel van. De netwerken garanderen een zo vlot mogelijke toegang tot en<br />

opstart van de hulp die het meest aansluit bij de vraag en de behoefte van de cliënt.<br />

• Intersectorale toegangspoort:<br />

De intersectorale toegangspoort wil door een autonome<br />

indicatiestelling en toewijzing en via afspraken met de jeugdhulpaanbieders, de toegang tot de nietrechtstreeks<br />

toegankelijke hulp efficiënter en vraaggerichter organiseren.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

• De sectoren zijn ‘ verkokerd’. Meerdere departementen, regelgevingen en toegangspoorten zijn<br />

betrokken bij de jeugdhulpverlening. Er is geen coördinatie bij de uitbouw van nieuwe initiatieven.<br />

• De cliënt staat voor een ondoorzichtig kluwen van hulpverlening. Daardoor bepaalt het toeval in grote<br />

mate waar hij uiteindelijk terechtkomt.<br />

• Sommige cliënten kunnen in principe in meerdere sectoren terecht. Andere ( restgroepen) vallen telkens<br />

tussen twee of meer stoelen, omdat ze in het ene noch in het andere vakje echt passen. Een voorbeeld<br />

van die laatste categorie zijn de jongeren met een verstandelijke handicap en een psychiatrische<br />

problematiek. De betrokken sectoren zeggen onvoldoende expertise in huis te hebben om hun meervoudige<br />

problematiek aan te kunnen.<br />

76<br />

www.socialeplattegrondovl.be


• Sommige hulpvormen overlappen elkaar, daar er een gelijkaardige hulp geboden wordt in meerdere<br />

sectoren. Er gelden echter wel totaal verschillende spelregels, bijvoorbeeld inzake subsidiëring en<br />

personeelsmiddelen. Voor andere hulpvormen is het aanbod onvoldoende, of is er in bepaalde regio’s<br />

wel een aanbod maar in andere dan weer niet. Die overlappingen en tekorten zijn dan ook nog eens<br />

verschillend per regio.<br />

• Welke hulp de cliënt effectief krijgt, wordt veeleer door het bestaande aanbod bepaald dan door de eigenlijke<br />

vraag. Dit leidt tot oneigenlijke verwijzingen: de cliënt wordt in een bepaald vakje geduwd,<br />

omdat dat vakje nu eenmaal bestaat én op dat moment beschikbaar is.<br />

• Er bestaan weinig of geen globale gegevens over de vraag naar hulp. Elke sector heeft hiervoor zijn<br />

eigen registratie en zijn eigen criteria.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.vaph.be<br />

www.wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp<br />

het decreet betreffende de integrale jeugdhulp<br />

het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.<br />

www.ond.vlaanderen.be<br />

Coördinatiepunt Handicap Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

77<br />

77<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector jongerenwelzijn<br />

Tom Elen, Jongerenwelzijn<br />

Missie en opdrachten<br />

Het Agentschap Jongerenwelzijn, en meer bepaald de afdeling Preventie- en verwijzersbeleid, heeft een tweevoudige<br />

opdracht.<br />

Enerzijds heeft zij een preventieve opdracht: Sinds het decreet van 2007 houdende de organisatie<br />

van opvoedingsondersteuning nemen zij, als Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning,<br />

een ondersteunende, stimulerende en coördinerende rol op ten aanzien van diverse actoren<br />

opvoedingsondersteuning. Hiertoe hebben zij een drievoudige opdracht: het bevorderen dat gemeentes een<br />

lokale coördinator aanstellen, samen met de lokale coördinatoren het bovenlokaal overleg organiseren en<br />

het ondersteunen van de opvoedingswinkels. Opvoedingsondersteuning wordt binnen Jongerenwelzijn door<br />

regionale (of provinciale) preventieteams georganiseerd.<br />

Anderzijds is er ook een hulpverlenende opdracht: Ze moet immers instaan voor de organisatie van hulp-<br />

en dienstverlening aan minderjarigen en hun gezinnen, bij problematische opvoedingssituaties (POS) en<br />

uitvoering van de opgelegde en voorgestelde maatregelen bij als misdrijf omschreven feiten (MOF). Met<br />

andere woorden de organisatie van de vrijwillige dan wel de gedwongen hulpverlening.<br />

De vrijwillige hulpverlening gebeurt op vraag van en met akkoord van de cliënten. Deze vrijwillige hulpverlening<br />

wordt georganiseerd door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en kan door het Comité voor Bijzondere<br />

Jeugdzorg verlengd worden tot de leeftijd van 20 of 21 jaar. Indien er hulpverlening wordt opgelegd door<br />

tussenkomst van de Jeugdrechtbank, hebben we het over de gedwongen hulpverlening.<br />

Na doorverwijzing, binnen het vrijwillige dan wel gedwongen kader, kunnen minderjarigen en hun context<br />

begeleid worden door een erkende voorziening of dienst binnen Jongerenwelzijn.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Minderjarigen en hun gezinnen kunnen begeleid worden door een voorziening, project of dienst binnen de<br />

Bijzondere Jeugdzorg op basis van een verwijzing door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of via de<br />

jeugdrechtbank. Na meerderjarigheid van de jongere kan die voortgezette hulpverlening vragen (tot de<br />

leeftijd van 20 of 21 jaar) aan het Comité voor Bijzonder Jeugdzorg. Het comité gaat dan na of deze hulpverlening<br />

verder opgenomen wordt binnen de eigen sector of de jongere doorverwezen wordt naar een andere<br />

sector (zoals bijvoorbeeld Algemeen Welzijnswerk, Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap,<br />

Centrum Geestelijke Gezondheidszorg). Dit alles werd vastgelegd in het ‘Decreet van 7 maart 2008 inzake<br />

bijzondere jeugdbijstand’.<br />

Daarnaast dient ook het decreet Rechtspositie vermeld te worden. Het erkent immers de minderjarige als<br />

volwaardige partner en als rechtssubject in de hulpverlening. Het biedt minderjarigen de noodzakelijke<br />

rechtsbescherming in de jeugdhulp. Het decreet Rechtspositie concretiseert de provisie-, protectie- en participatierechten<br />

van de minderjarige en de handelingsbekwaamheid van de minderjarige in de jeugdhulpverlening.<br />

Het bouwt voort op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het heeft implicaties<br />

zowel op het individuele handelingsniveau van jeugdhulpverleners, als op het beleidsniveau van de<br />

voorzieningen.<br />

78<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Structurering van de sector/subsector<br />

• Het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ): Als een jongere, ouder of derden (zoals het CLB, Kind<br />

en Gezin, een grootouder of buurvrouw…) zelf hulp zoekt, kunnen zij zich richten tot het Comité voor<br />

Bijzondere Jeugdzorg. De consulenten van de sociale dienst onderzoeken dan de hulpvraag en bepalen<br />

samen met de cliënt welk traject binnen of buiten het Agentschap Jongerenwelzijn het meest aangewezen<br />

is als antwoord op hun vraag. Na onderzoek kan hulpverlening worden georganiseerd binnen of buiten de<br />

eigen sector en volgt het Comité de hulpverlening verder op. In elk bestuurlijk arrondissement (uitzonderlijk<br />

per regio van twee bestuurlijke arrondissementen) is er één Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De<br />

woon- of verblijfplaats van het kind of de jongere bepaalt welk Comité bevoegd is.<br />

In elk comité is er een ‘Bureau voor Bijzondere Jeugdbijstand’ werkzaam. Dit ‘Bureau’ heeft als taken:<br />

daadwerkelijke hulp en bijstand te organiseren in problematische opvoedingssituaties in het belang van<br />

de minderjarige en 2. aan magistraten belast met jeugdzaken, de waarborg te verlenen dat de hulp en<br />

bijstand daadwerkelijk zullen worden aangeboden en hen daartoe desgevraagd mee te delen of die hulp<br />

en bijstand werden aangevat, nog worden voortgezet of werden voltooid.<br />

Er is altijd toestemming nodig van de jongere en zijn ouders. Als men er niet in slaagt tot een akkoord te<br />

komen, kan de bemiddelingscommissie tussenbeide komen.<br />

• De Bemiddelingscommissies voor Bijzondere Jeugdbijstand:<br />

De bemiddelingscommissie treedt<br />

op wanneer de vrijwillige hulpverlening van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg vastloopt. Dit kan<br />

gebeuren omdat de minderjarige of zijn ouder(s) niet akkoord gaan met het voorstel van het Comité of<br />

omdat men niet tevreden is over het verloop van de begeleiding. Ook het bureau voor bijzondere jeugdzorg<br />

kan een bemiddelingsverzoek indien. Door bemiddeling tracht deze commissie de vrijwillige hulpverlening<br />

(terug) mogelijk te maken. Men gaat op zoek naar een oplossing waarmee iedereen zich kan<br />

tevreden stellen.<br />

Een bemiddelingscommissie staat los van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en van de <strong>Sociale</strong> dienst<br />

bij de Jeugdrechtbank. Het werkgebied van de bemiddelingscommissies is het gerechtelijk arrondissement.<br />

Na de bemiddeling zijn er drie mogelijke pistes:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Als de bemiddeling lukte staat er op papier een overeenkomst of minnelijke regeling, waarin de<br />

afspraken werden vastgelegd. Alle partijen verklaren zich akkoord met de voorgestelde oplossing. De<br />

hulpverlening blijft vrijwillig.<br />

Mochten één of meerdere betrokkenen zich niet aan de afspraken houden, dan kan bij uitzondering<br />

een nieuw bemiddelingsverzoek worden ingediend.<br />

Indien de bemiddelingscommissie de zaak uit handen geeft, stopt de hulpverlening. De consulent zal<br />

de zaak dan ook niet verder opvolgen.<br />

Als de bemiddelingscommissie het risico niet neemt om alle hulp te laten stoppen, dan verzoeken<br />

de bemiddelaars, bij hun doorverwijzing naar het Parket, in een gemotiveerd advies om toch een<br />

‘verplichte’ vorm van hulp te laten opstarten. Het is de jeugdrechter die hierover beslist. Vrijwillige<br />

hulp wordt dan gedwongen hulpverlening.<br />

• Gedwongen hulpverlening:<br />

België telt 27 rechtbanken van eerste aanleg. De rechtbank van eerste<br />

aanleg heeft drie afdelingen: de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank en de jeugdrechtbank.<br />

De jeugdrechtbank is bevoegd ivm de materie jeugdbescherming voor de jongeren en hun ouders. Zij kan<br />

optreden wanneer jongeren zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden of wanneer zij een<br />

als misdaad omschreven feit pleegden.<br />

Het jeugdparket vertegenwoordigt de maatschappij, verdedigt de belangen van de minderjarige en<br />

vordert de jeugdrechter overeenkomstig de Jeugd(beschermings)wet. Welke jeugdrechtbank bevoegd is,<br />

wordt bepaald door de woonplaats van de ouders of wettelijk vertegenwoordiger.<br />

79<br />

79<br />

www.desocialekaart.be


Met gedwongen jeugdhulpverlening bedoelt men dus de gerechtelijke jeugdbijstand. De bevoegdheidsverdeling<br />

tussen de federale staat en de gemeenschappen in verband met de gedwongen hulpverlening is<br />

complex:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De opgave en de uitvoering van afdwingbare pedagogische maatregelen in een problematische<br />

opvoedingssituatie (POS) behoren tot de bevoegdheid van de Vlaamse Overheid. Dit gebeurt dus bij<br />

decreet.<br />

De uitvoering van afdwingbare pedagogische maatregelen voor delinquente jongeren behoort tot de<br />

bevoegdheid van de Gemeenschappen.<br />

De opgave van de maatregelen voor delinquente jongeren behoort tot de bevoegdheid van de federale<br />

overheid. Dit gebeurt dus bij wet.<br />

De maatregelen voor de ouders ter bescherming van de minderjarigen: de ontzetting uit het ouderlijk<br />

gezag en het toezicht op de sociale uitkeringen vallen onder de bevoegdheid van de federale overheid.<br />

De <strong>Sociale</strong> dienst van de Jeugdrechtbank staat de jeugdrechter bij en onderzoekt samen met de minderjarige<br />

en zijn gezin de problemen die aan de grondslag liggen van het gestelde gedrag. Het actiegebied<br />

van de jeugdrechtbank omvat drie domeinen:<br />

• Maatregelen bij problematische opvoedingssituaties (POS): Het Openbaar Ministerie kan een<br />

problematische opvoedingssituatie voor de jeugdrechtbank brengen als het vindt dat een afdwingbare<br />

pedagogische maatregel dringend noodzakelijk is (bij hoogdringendheid). Bovendien moet het<br />

aantonen dat onmiddellijke hulpverlening op vrijwillige basis niet mogelijk is én de integriteit van de<br />

persoon van de minderjarige gevaar loopt. De jeugdrechter kan beroep doen op dezelfde waaier aan<br />

hulpverleningsmogelijkheden als bij de vrijwillige hulpverlening.<br />

Er kan daarnaast ook een doorverwijzing naar de bemiddelingscommissie vooropgesteld worden.<br />

• Maatregelen t.a.v. de ouders:<br />

De jeugdrechtbank kan een derde persoon aanwijzen om de sociale<br />

uitkeringen te innen en voor het kind te gebruiken. Dit wanneer blijkt dat het kind grootgebracht<br />

wordt in nefaste omstandigheden op het gebied van voeding, huisvesting en hygiëne en wanneer is<br />

vastgesteld dat het bedrag van de uitkering niet wordt aangewend in het belang van het kind. Een<br />

meer ingrijpende maatregel is de ouders geheel of gedeeltelijk uit het ouderlijk gezag te ontzetten<br />

wanneer de gezondheid, de veiligheid en de zedelijkheid van het kind in gevaar zijn.<br />

• Maatregelen t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben<br />

gepleegd: In België kan een minderjarige zich juridisch gezien niet schuldig maken aan strafbare<br />

feiten. Men spreekt dan ook van minderjarigen die een ‘als misdrijf omschreven feit’ pleegden. Naast<br />

de waaier aan ambulante, mobiele of residentiële hulp binnen de Bijzondere Jeugdzorg, kan de<br />

jeugdrechter ook beroep doen crisisjeugdhulp, herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen<br />

uitspreken of een beroep doen op therapieën of vernieuwende initiatieven.<br />

Doelgroep(en)<br />

Minderjarigen en hun context.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Het Agentschap Jongerenwelzijn is als sector betrokken bij de verdere implementatie van de Integrale Jeugdhulp<br />

en evolueert op dit gebied samen met de andere betrokken partners en sectoren. Daarnaast zijn er heel<br />

wat relevante (bilaterale) contacten met andere sectoren betrokken op jeugdhulp.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Binnen de verdere ontwikkeling van de Integrale Jeugdhulp staat de implementatie van een intersectorale<br />

toegangspoort te dringen als een van de grootste en belangrijkste (r)evoluties in het (jeugd)<br />

hulpverleningslandschap.<br />

80<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.jongerenwelzijn.be<br />

www.expoo.be<br />

www.jeugdhulp.be<br />

81<br />

81<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg<br />

Jan De Backer, TB De Mee-ander/DC De Marbol<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Hoe kan een begeleiding binnen de bijzondere jeugdbijstand starten?<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ): vrijwillige hulpverlening. De ouders, en jongeren boven de<br />

12 jaar, moeten instemmen met de vooropgestelde hulpverlening. Een comité vind je in elk bestuurlijk<br />

arrondissement.<br />

<strong>Sociale</strong> Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de Jeugdrechtbank (SDJ): gerechtelijke bijstand.<br />

In opdracht van de jeugdrechter moet een beslissing tot hulpverleningworden uitgevoerd. De sociale<br />

dienst heeft een autonoom adviserende functie ten aanzien van de jeugdrechters. Een SDJ vind je in<br />

elk gerechtelijk arrondissement.<br />

Er moet sprake zijn van een ernstige problematische opvoedingssituatie en/of een als misdrijf<br />

omschreven feit.<br />

Uitgangspunten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vrijwillige hulpverlening gaat voor op gedwongen hulpverlening;<br />

De minst ingrijpende maatregel is te verkiezen en er wordt geprobeerd zo dicht mogelijk bij huis een<br />

oplossing te zoeken;<br />

Er wordt gezocht naar een hulpverlening op maat d.w.z. een oplossing die voor dit specifiek gezin en<br />

dit kind het meest geschikt is;<br />

Alle voorzieningen hebben als opdracht gezinsgericht te werken;<br />

Bij alle stappen in de hulpverlening worden de gezinsleden betrokken en hebben ze recht op info en<br />

inspraak;<br />

De hulpverlening is onderworpen aan de wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke<br />

levenssfeer, het beroepsgeheim en de decreten integrale jeugdhulp en rechtspositie van de minderjarige<br />

in de integrale jeugdhulp.<br />

De bemiddelingscommissie vormt een buffer tussen de vrijwillige en de gerechtelijke jeugdbijstand. Ze is<br />

een essentiële schakel in het vrijwaren van een gerechtelijke tussenkomst voor heel wat minderjarigen in<br />

een problematische opvoedingssituatie. In elk gerechtelijk arrondissement werd een bemiddelingscommissie<br />

geïnstalleerd.<br />

Categorieën van voorzieningen<br />

• Begeleidingstehuizen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De residentiële begeleidingstehuizen bieden plaats aan kinderen/jongeren tussen 0 en 18 jaar, die<br />

omwille van problemen thuis tijdelijk of langdurig uit huis wonen;<br />

Een uithuisplaatsing is de enige mogelijkheid om de jongeren en gezin tot rust te laten komen;<br />

Een residentiële voorziening wil aan kinderen en jongeren in een problematische opvoedingssituatie<br />

een ontwikkelingsbevorderende leefomgeving aanbieden met opvang en begeleiding;<br />

Er wordt in een open geest toekomstgericht samengewerkt met ouders, familieleden, school, ... met<br />

het oog op het stimuleren van een evenwichtige persoonlijkheidsontwikkeling van de kinderen;<br />

Met de ouders en de gezinnen wordt samengewerkt om een haalbaar perspectief te realiseren;<br />

Heel wat begeleidingstehuizen bieden ook kamertraining en/of begeleid zelfstandig wonen aan. Verder<br />

gezette hulpverlening kan tot de leeftijd van 20 jaar en tot 21 jaar op studio’s.<br />

82<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Gezinstehuizen<br />

•<br />

•<br />

Kenmerkend voor dit type van voorziening is dat minderjarige kinderen en jongeren (min. 5 en max.<br />

10) in een gezinsvervangende context opgevangen worden met o.m. als voorwaarde dat er een<br />

inwonende hulpverlener ter beschikking is;<br />

Kleinschaligheid van de voorziening is kenmerkend: op die manier wordt ernaar gestreefd om een<br />

familiale en huiselijke sfeer te creëren en geborgenheid te geven. Het is een residentiële werkvorm<br />

die sterk aanleunt bij de gewone gezinssituatie.<br />

Onthaal, Oriëntatie en Observatiecentra<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een onthaal-, oriëntatie en observatiecentrum (OOOC) is een werkvorm voor kortdurende begeleiding<br />

en opvang met als bijzondere opdracht de hulpvraag met alle betrokken partijen grondig te analyseren<br />

zodat een gepast hulpprogramma kan worden opgestart.<br />

Een OOOC is een voorziening die een deskundig advies wil uitbrengen en zich richt naar minderjarigen<br />

en hun gezin die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden en waarvan de problematiek<br />

niet duidelijk is.<br />

Een OOOC biedt drie verschillende werkvormen aan:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Dagcentra<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Onthaal: crisisopvang en opvang in afwachting van een definitieve doorverwijzing;<br />

Oriëntatie: (max.30 dagen, éénmalig verlengbaar met dezelfde periode) formuleren van een<br />

advies;<br />

Observatie: (60 dagen, éénmaal verlengbaar met 60 dagen) geven van een gepast antwoord op<br />

hulpvragen die een meer diepgaand en intensief onderzoek rechtvaardigen.<br />

Dagcentra richten zich tot kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar en hun gezinnen die moeilijkheden<br />

ervaren in opvoedingssituaties. Vanuit concrete situaties wordt via groeps- en individuele<br />

begeleiding, school- en gezinsbegeleiding, gewerkt aan de maximale ontplooiing van de eigen<br />

mogelijkheden van de kinderen, jongeren en hun gezinnen;<br />

Enerzijds wordt getracht de draaglast van het gezin te verminderen door de jongeren in een gestructureerde<br />

omgeving, individueel en in groep, te begeleiden. Anderzijds wordt de draagkracht van het<br />

gezin vergroot door een intensieve gezinsbegeleiding;<br />

Een begeleiding vertrekt vanuit de eigen krachten en dynamieken van het gezin. De opvoedingsverantwoordelijkheid<br />

blijft bij het gezin. Alle inzet van gezinsleden, aanwezige hulpbronnen in het gezin,<br />

mogelijkheden en oplossingen die de cliënt zelf aangeeft worden beklemtoond en aangewend als hulpmiddelen<br />

in de begeleiding;<br />

De dagcentra bieden opvang en begeleiding aan de kinderen op schooldagen over de middag en na de<br />

schooluren tot 19 uur en op vakantiedagen tussen 9 en 17 uur.<br />

Thuisbegeleidingsdiensten<br />

•<br />

•<br />

Thuisbegeleiding is een intensieve vorm van ambulante begeleiding van gezinnen met inwonende<br />

kinderen tussen 0 en 18 jaar. Gemiddeld eenmaal per week vindt een begeleiding plaats, in principe<br />

in het gezin waartoe de minderjarige behoort. De focus van thuisbegeleiding is het gezin waartoe de<br />

minderjarige behoort, waarbij het belang van de minderjarige steeds de ingangspoort is. De minderjarige<br />

staat centraal in de begeleiding.<br />

Binnen het eigen thuismilieu streeft de thuisbegeleiding naar maximale ontwikkelingskansen voor<br />

elk gezinslid. Opvoedingsmoeilijkheden zijn de voornaamste reden van doorverwijzing. Deze zijn<br />

vaak verstrengeld met problemen op andere domeinen van het gezinsleven. Deze multi-problematiek<br />

belemmert het gezin en zijn leden in zijn/hun ontwikkelingstaken. De hulpverleningsvorm en<br />

methodiek zijn erop gericht hierbij aansluiting te vinden en te komen tot een optimaliseren van het<br />

gezinsfunctioneren, zodat er voldoende ontwikkelingskansen kunnen gecreëerd worden voor alle<br />

gezinsleden.<br />

83<br />

83<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

Diensten voor begeleid zelfstandig wonen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Begeleid Zelfstandig Wonen biedt een integrale begeleiding aan jongeren die alleen (gaan) wonen.<br />

Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) is een hulpverleningsvorm die toegankelijk is voor jongeren tussen<br />

17 en 21 jaar. Het is een ambulante werkvorm, wat betekent dat de jongere niet in de instelling<br />

verblijft maar een eigen huis, appartement of studio bewoont. Dit betekent dat er reeds bij de<br />

aanvang van de begeleiding sprake is van zelfstandig wonen en dat de jongere daarbij tracht de eigen<br />

verantwoordelijkheden op te nemen;<br />

Alleen gaan wonen is aangewezen om hun groeikansen te vergroten. Het bevorderen van de<br />

zelfstandigheid,zowel op materieel en praktisch als op psychosociaal vlak is het hoofddoel. De<br />

begeleiding focust zich op de jongere, maar ook leden van het netwerk kunnen betrokken worden.<br />

Diensten voor pleegzorg<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Pleeggezindiensten begeleiden de opvang van kinderen en jongeren in een pleeggezin;<br />

Ze richten zich hierbij zowel tot het pleegkind als het pleeggezin. Wanneer een ouder het moeilijk<br />

heeft om de zorg van zijn kind of jongere te dragen kan hij een beroep doen op een pleeggezin. Dit<br />

betekent dat het pleeggezin dan tijdelijk de zorg voor zijn kind overneemt. Wanneer de moeilijkheden<br />

in het eigen gezin voldoende opgelost zijn, dan keert het kind terug naar zijn ouders. Kinderen van 0<br />

tot 18 jaar kunnen in een pleeggezin terecht. Deze leeftijd kan zelfs verlengd worden tot 20 jaar;<br />

Ook tijdens het verblijf van hun kind in een pleeggezin, blijven de ouders sterk betrokken op hun<br />

kind. Er wordt een bezoekregeling uitgewerkt en op geregelde tijdstippen wordt overleg met de<br />

ouders georganiseerd. Belangrijke beslissingen over de kinderen gebeuren steeds in samenspraak met<br />

de ouders;<br />

De begeleidende dienst zoekt ook samen met de ouders welke ondersteuning er voor hen kan<br />

gegeven worden<br />

Er wordt vorming geboden aan de pleeggezinnen, de ouders en de pleegkinderen. Aan het pleeggezin<br />

wordt een administratieve ondersteuning geboden. De dienst staat ook in voor de werving en de<br />

selectie van kandidaat-pleegouders. Op vraag van de verwijzer zoekt de dienst een geschikt gezin<br />

voor het kind. Aan de verwijzer wordt regelmatig verslaggeving bezorgd.<br />

• Diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandelingen: HCA is het letterwoord voor herstelrechtelijke<br />

en constructieve afhandeling en omvat de werkvormen: de slachtoffer-dader bemiddeling, het<br />

herstelgericht groepsoverleg, het leerproject en de ouderstage.<br />

• Diensten voor crisishulp aan huis: Crisishulp aan Huis is een vorm van hulpverlening aan gezinnen<br />

in crisissituaties waar uithuisplaatsing dreigt voor een of meer kinderen. De hulp is kortdurend, mobiel<br />

en intensief, en vindt plaats bij het gezin thuis. De hulpverlening start binnen 24 uur na aanmelding.<br />

Gedurende ongeveer vier weken is er met een gemiddelde van 8 uur per week een gezinsmedewerker in<br />

het gezin. Het doel van Crisishulp aan Huis is om het gezin bij elkaar te houden en uithuisplaatsing van<br />

één of meer kinderen te voorkomen. De veiligheid van de kinderen staat hierbij voorop.<br />

Projecten:<br />

• Sommige van deze projecten hebben een eerder experimenteel en tijdelijk karakter. Andere<br />

hebben na jaren van werken een eerder permanent karakter gekregen en zullen wellicht op termijn een<br />

structurele erkenning krijgen. Meer informatie kun je bij de respectieve projecten krijgen.<br />

84<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Integrale Jeugdhulp - crisisnetwerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Leen Poppe en Koen Gevaert, Integrale Jeugdhulp <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

Crisisjeugdhulpverlening bestaat in een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een crisis.<br />

Een crisis is een acuut beleefde noodsituatie die niet vooraf kan worden ingeschat en waarin onmiddellijk hulp<br />

moet worden geboden.<br />

•<br />

Uitgangspunten hulpprogramma crisis<br />

• Het hulpprogramma is een buffer voor die crisissen die niet in de reguliere hulpverlening kunnen<br />

worden opgevangen. De aanmelder zoekt eerst zelf in de reguliere hulp een oplossing voor de crisissituatie.<br />

Pas wanneer dit niet lukt, kan de aanmelder het crisismeldpunt opbellen.<br />

• Hulpprogramma crisis is vrijwillige hulpverlening en situeert zich in de buitengerechtelijke hulp.<br />

Ouders/opvoedingsverantwoordelijken en minderjarige dienen akkoord te gaan met de stappen die<br />

worden gezet.<br />

• Crisisjeugdhulp wordt enkel opgestart met toestemming/medewerking van de minderjarige en zijn<br />

leefomgeving. Soms is een akkoord van alle partijen niet mogelijk. Minimaal moeten de ouders/<br />

opvoedingsverantwoordelijken ingelicht zijn.<br />

• De veiligheid van de minderjarige is een belangrijke parameter bij de inschatting van de crisis.<br />

Beknopte historiek<br />

In de 8e aanbeveling uit de maatschappelijke beleidsnota ‘Bijzondere Jeugdzorg’ spreekt het parlement<br />

het parlement zijn voorkeur uit om crisishulpverlening voor minderjarigen uit te bouwen buiten de bijzondere<br />

jeugdzorg. Om plaatsingen in de Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) te verminderen, zo stelt deze nota, is<br />

er een ruimer beleid noodzakelijk dat voorkomt dat minderjarigen en hun gezin in de marginaliteit worden<br />

gedwongen.<br />

Uitgangspunten hierbij zijn o.m. een hulpverlening op maat en in dialoog, gedragen door een gezinsgerichte<br />

aanpak en een emanciperende hulpverlenerhouding. Hierbij heeft vrijwillig aanvaarde en onderhandelde<br />

hulpverlening de voorkeur op gedwongen hulpverlening. Bij gelijkblijvend effect moet ambulante hulpverlening<br />

overwogen worden voor residentiële hulp.<br />

In 2000/2001 startte in de schoot van het opstartende project Integrale Jeugdhulp een ad hoc werkgroep<br />

Crisisjeugdhulp op die met deze uitgangspunten aan de slag ging. Deze groep van mensen (medewerkers IJH,<br />

sectoradministraties en werkveld) werkte een visie en een methodiek rond crisishulpverlening uit.<br />

Sinds begin 2009 zijn er in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> 4 hulpprogramma’s crisis actief.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp (B.S.11.X.2004) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 9<br />

december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en<br />

crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp (B.S.23.II.2006).<br />

85<br />

85<br />

www.desocialekaart.be


Doelgroep(en)<br />

Minderjarigen van 0 tot 18 jaar in crisis.<br />

Werking<br />

35 jeugdhulpvoorzieningen uit 6 verschillende sectoren in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vormen samen het crisisnetwerk.<br />

Waaruit bestaat dit crisisnetwerk?<br />

•<br />

•<br />

Crisismeldpunten<br />

•<br />

Telefonische meldpunten die 24u/24u en 7d/7d bereikbaar zijn:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

0-12 jaar <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Samenwerking tussen CKG’s in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: 09/360 04 42<br />

13-17 jaar regio Aalst-Oudenaarde<br />

CAW Aalst - KOC Niemandsland: 053/60 61 62<br />

13-17 jaar regio Deinze-Eeklo-Gent<br />

CAW Artevelde - OC De Schelp: 09/223 50 93<br />

13-17 jaar regio Waas en Dender<br />

CAW Waasland - OC De Brug: 03/777 54 14<br />

Wat doet een meldpunt?<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Verkent samen met de aanmelder het probleem;<br />

Maakt een inschatting van de acuutheid van de situatie en de veiligheid van de minderjarige;<br />

Ondersteunt de aanmelder in het zoeken naar oplossingen en geeft advies;<br />

Schat in of minderjarige en leefomgeving akkoord is om mee te werken;<br />

Zoekt naar de meest aangewezen vorm van crisishulp of combinatie ervan;<br />

Schakelt crisishulp in.<br />

Crisisinterventie<br />

5 organisaties gespreid over<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />

• Biedt onmiddellijke, korte<br />

(maximum 3 dagen),<br />

intensieve stressverlagende<br />

hulp<br />

• Eerste hulp bij emotionele<br />

en relationele<br />

ontploffingen<br />

• Nodigt alle betrokkenen<br />

uit<br />

• Schat de crisis in<br />

• Installeert veiligheid<br />

• Komt aan huis of in een<br />

voorziening<br />

⇓<br />

Crisisbegeleiding<br />

Crisisopvang<br />

12 organisaties gespreid 23 organisaties gespreid over<br />

over <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>:<br />

• Biedt intensieve • Biedt opvang voor maximum<br />

begeleiding (maximum 7 dagen (Bed/Bad/Brood)<br />

28 dagen)<br />

• Biedt veiligheid<br />

• Bewaakt de veiligheid • Steeds in combinatie met<br />

• Maakt een<br />

crisisinterventie of crisisbe-<br />

doelstellingenplan met geleiding<br />

minderjarige en leefom- • In sociaal netwerk<br />

geving<br />

(familie/vrienden), in een<br />

• Komt aan huis of in een crisisopvanggezin of in een<br />

voorziening<br />

residentiële voorziening<br />

86<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Bij elke aangemelde casus onderzoekt het meldpunt samen met de aanmelder grondig of er hulp nodig is,<br />

welke hulp of combinatie van hulp noodzakelijk is. Het centrale crisismeldpunt neemt hierin een beslissing en<br />

geeft consult of activeert de crisishulp.<br />

In overleg met de aanmelder wordt eveneens, indien nodig, gezocht naar de passende vervolghulp.<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wanneer aanmelden?<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een minderjarige is in crisis;<br />

Je oordeelt dat je nu moet ingrijpen;<br />

Je vindt geen oplossingen binnen de reguliere jeugdhulp en/of leefomgeving;<br />

Er is geen dringende medische hulp nodig;<br />

Enkel met toestemming van de minderjarige en/of de ouders contacteer je het crisismeldpunt.<br />

Wie kan aanmelden?<br />

•<br />

•<br />

Professionele verwijzers, dit zijn alle personen of voorzieningen die beroepshalve in contact komen<br />

met kinderen, jongeren en hun leefomgeving in crisis;<br />

Concreet: Alle hulpverleners, maar ook dienstverleners zoals politie, huisartsen, jeugdwerkers,<br />

straathoekwerkers, …<br />

Verwachtingen t.a.v. aanmelder ?<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De aanmelder wordt en blijft maximaal betrokken bij de crisisjeugdhulp;<br />

Concrete taken aanmelder:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Hij vraagt het akkoord van de minderjarige en/of leefomgeving;<br />

Hij informeert de cliënt over de aard van de crisishulp;<br />

Hij blijft beschikbaar tot op het moment van dispatching;<br />

Hij maakt afspraken met de cliënt m.b.t. kledij, verzorging, vervoer;<br />

Hij volgt het crisistraject van heel nabij op (uitgezonderd voor politie);<br />

Hij zoekt actief mee naar vervolghulp.<br />

De ene aanmelder kan intensiever en langer betrokken worden in het proces van de crisishulp<br />

dan de andere. Het crisismeldpunt maakt mee deze inschatting en zoekt indien nodig naar andere<br />

oplossingen.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

35 jeugdhulpvoorzieningen uit 6 verschillende sectoren in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vormen samen het crisisnetwerk.<br />

Zij komen 4/5 keer per jaar samen in een praktijkoverleg waar mogelijkheden en knelpunten van de hulpprogramma’s<br />

aan bod komen. Daarnaast is er een <strong>Oost</strong>-Vlaamse netwerkstuurgroep crisis. Adhoc casusoverleg<br />

kan steeds aangevraagd worden door aanmelders of partners van het crisisnetwerk.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

De vraag naar crisishulp is soms groter dan het aanbod waardoor de meldpunten enkel consult kunnen<br />

bieden. De uitdaging is om enerzijds de telefonische vraagverheldering te intensifiëren zodat er meer<br />

efficiënt naar de hulpprogramma’s kan gedispatcht worden. Anderzijds gaan we op zoek naar bijkomende<br />

partners die een engagement willen/kunnen opnemen in het crisisnetwerk.<br />

De bereidheid tot medewerking van zowel minderjarigen als ouders/opvoedingsverantwoordelijken is<br />

essentieel om de doelstellingen van het crisisnetwerk te kunnen bereiken. In de praktijk blijkt dit niet<br />

altijd evident te zijn bij crisissituaties.<br />

87<br />

87<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

Het crisisnetwerk en de voorwaarden zijn niet altijd gekend bij aanmelders. Voortdurende bekendmaking<br />

van het crisisnetwerk bij mogelijke aanmelders is noodzakelijk.<br />

Bij complexe dossiers die gedispatcht worden naar crisisopvang ontbreekt vaak na deze week vervolghulp<br />

in het reguliere aanbod. In de toekomst gaan we hiervoor in overleg met jeugdhulporganisaties die geen<br />

aanbod doen in het crisisnetwerk.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

Meer info en crisiskaart <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> op wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp/12_oost-vlaanderen/netwerken_<br />

cj.htm<br />

88<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Integrale Jeugdhulp - Cliëntoverleg onder begeleiding<br />

van een externe voorzitter<br />

Leen Poppe en Koen Gevaert, Integrale Jeugdhulp <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

In de praktijk loopt het met de afstemming en coördinatie van hulpverlening nog wel eens mis, niet in het<br />

minst voor de cliënt. Die wordt soms geconfronteerd met verschillende, soms tegenstrijdige verwachtingen<br />

van de verschillende hulpverleners, en kan het overzicht verliezen. De hulpverlener van zijn kant, weet<br />

soms niet welke collega’s er betrokken zijn en voor welke engagementen zij staan. In deze situaties kan het<br />

aangewezen zijn om beroep te doen op het cliëntoverleg integrale jeugdhulp (IJH).<br />

Het ‘cliëntoverleg IJH’ is een forum waar hulpverleners en cliënt(en) 1 , in onderling overleg en onder het<br />

professionele voorzitterschap van een externe voorzitter, in complexe situaties hulp rond een cliëntsysteem<br />

coördineren, afstemmen en de continuïteit ervan bewaken. De hulpvraag of -behoefte van de cliënt(en) staat<br />

centraal.<br />

De betrokkenheid van cliënt(en) bij het overleg is maximaal. Zij zijn gelijkwaardige partner en daarom bij<br />

voorkeur aanwezig bij het overleg. Cliënten die niet in staat zijn hun belangen te verdedigen zoals heel jonge<br />

kinderen, worden vertegenwoordigd of bijgestaan. Het overleg heeft plaats onder het gedeeld beroepsgeheim.<br />

Cliëntoverleg is bruikbaar in elke fase van het hulpverleningsproces (vraagverheldering, vervolledigen<br />

van een diagnostisch beeld, opmaken van een hulpverleningsplan, …).<br />

Het cliëntoverleg wil een kwaliteitsvolle hulpverlening realiseren door met cliënten en<br />

hulpverleners samen tot ‘een gedeelde visie over de te verlenen hulp’ te komen. Deze visie vertaalt de voorzitter<br />

in concrete afspraken onder de vorm van een werkplan. Voor de uitvoering van dit werkplan zijn alle<br />

partners rond de tafel verantwoordelijk: hulpverleners én cliënten. Hierover worden sluitende afspraken<br />

gemaakt. Als nodig stelt de vergadering een hulpcoördinator aan.<br />

Beknopte historiek<br />

Het cliëntoverleg IJH werd in 2005-2006 conceptueel uitgewerkt door het Netwerk rechtstreeks toegankelijke<br />

jeugdhulp van het Meetjesland, naar analogie van een bestaande praktijk in de regio Aalst. Sinds 2008<br />

zijn er vanuit Integrale Jeugdhulp middelen ter beschikking gesteld om dit project te realiseren in geheel<br />

<strong>Vlaanderen</strong>. Recent besliste het managementcomité Integrale Jeugdhulp de toekenning van de middelen te<br />

verlengen tot mei 2012.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Decreet betreffende de Integrale Jeugdhulp (B.S.11.X.2004) en het besluit van de Vlaamse regering van 9<br />

december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ) en<br />

crisisjeugdhulp in het raam van integrale jeugdhulp. In artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering<br />

worden een aantal opdrachten voor de netwerken RTJ vastgelegd, waaronder het zorgen voor de nodige coördinatie<br />

van de hulp.<br />

89<br />

89<br />

www.desocialekaart.be


Doelgroep(en)<br />

Elke hulpverlener of cliënt kan cliëntoverleg IJH introduceren wanneer aan volgende criteria is voldaan:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De cliënten zijn minderjarige(n) en/of zijn ouders;<br />

De cliënten zijn jongvolwassenen tot 21 jaar die gebruik maken van jeugdhulp;<br />

De cliënten gaan akkoord met het cliëntoverleg;<br />

Het gaat over een ‘complexe situatie’:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Werking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Waarbij minstens 2 verschillende dienst- en/of hulpverlenende actoren betrokken zijn en er zeker één<br />

hiervan behoort tot een sector die gevat is door IJH;<br />

Met een combinatie van problemen, over verschillende levensdomeinen waarbij het totale hulpaanbod<br />

de mogelijkheden van de afzonderlijke hulpverlenende actoren overstijgt;<br />

Waarbij de inschakeling van een externe voorzitter een meerwaarde heeft.<br />

Basiskenmerken:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Cliënten centraal: Het cliëntoverleg IJH beantwoordt aan de principes van een participatieve jeugdhulpverlening.<br />

De cliënt wordt betrokken vanaf de aanvraag, over de voorbereiding en de uitvoering<br />

tot en met de evaluatie van het overleg.<br />

Deontologie en gedeeld beroepsgeheim: Hulpverleners die deelnemen aan het cliëntoverleg zijn<br />

gebonden aan de ‘Deontologische code Cliëntoverleg IJH‘. De deontologische code bevat de afspraken<br />

over de gegevensuitwisseling, over de voorbereiding met de cliënt en over de omgang met de cliënt<br />

tijdens het overleg. Ze respecteert de rechten van de cliënt en zijn leefomgeving.<br />

Het basisprincipe voor het cliëntoverleg IJH is dat iemand slechts mag deelnemen, indien hij<br />

gebonden is door het beroepsgeheim. Indien dit niet het geval is, kan deze persoon alleen toegelaten<br />

worden tot het overleg indien hiervoor de uitdrukkelijke toestemming werd gegeven door de cliënt.<br />

Rol van de externe voorzitter:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een externe voorzitter zit het overleg voor. Hij is neutraal en onafhankelijk. De externe voorzitter<br />

begeleidt in de eerste plaats het proces om te komen tot afstemming van de hulpverlening tussen<br />

de verschillende betrokkenen. Aanvullend hierbij kan hij vanuit de eigen expertise en deskundigheid<br />

een inbreng doen. De voorzitter neemt geen rechtstreekse hulpverleningspositie in ten aanzien van<br />

cliënten en hij volgt het traject van de cliënt niet op.<br />

De externe voorzitter bewaakt de positie en de integriteit van de cliënt tijdens het overleg en betrekt<br />

hem in de dialoog. De externe voorzitter maakt bij het einde van het overleg een werkplan. Het<br />

werkplan is de concrete vertaling van het samen - vanuit een gedeelde visie - zoeken naar de beste<br />

oplossing en formuleert de engagementen van de aanwezigen in het hulptraject.<br />

Het tot een goed einde brengen van het overleg is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle deelnemers<br />

aan het overleg. Van alle deelnemers wordt verwacht dat ze de gemaakte afspraken uitvoeren.<br />

Hulpverleners die deelnemen aan overleg:<br />

•<br />

•<br />

De hulpverlener weegt, samen met de cliënten, af of het cliëntoverleg een goede manier is om tot een<br />

meer gecoördineerde hulp te komen. Die dient, samen met cliënten, een aanvraag tot cliëntoverleg<br />

in aan de hand van een aanvraagformulier. Hij/zij staat tijdens de voorbereiding van het overleg in<br />

communicatie met de externe voorzitter. Van de andere betrokken hulpverleners wordt ook verwacht<br />

dat zij het overleg met hun cliënt(en) voorbereiden als dat nodig is.<br />

In complexe situaties kan het aangewezen zijn om op het einde van het overleg een hulpcoördinator<br />

aan te stellen. Deze hulpverleners is dan aanspreekpersoon voor opvolging van de uitvoering van het<br />

werkplan.<br />

90<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Cliëntoverleg stap voor stap<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Samen met de cliënt(en) heb je beslist om een cliëntoverleg aan te vragen. De cliënt is geïnformeerd,<br />

akkoord en de agenda is bepaald;<br />

Het aanvraagformulier verkrijg je bij het plaatselijk Regionaal WelzijnsOverleg. Je vult het samen in<br />

met je cliënt(en), en je stuurt of mailt de aanvraag naar het secretariaat van het RWO;<br />

Het secretariaat controleert de aanvraag op volledigheid van informatie;<br />

Het secretariaat mailt de aanvraag naar een beschikbare externe voorzitter. Er wordt afwisselend een<br />

beroep gedaan op de verschillende externe voorzitters, rekening houdend met hun beschikbaarheid<br />

en de dringendheid van een overleg. Indien een vervolgoverleg plaatsvindt, wordt dit bij voorkeur<br />

door dezelfde externe voorzitter begeleid;<br />

De externe voorzitter neemt contact op met de aanvrager;<br />

De externe voorzitter beslist, rekening houdende met de voorwaarden en in samenspraak met de<br />

aanvrager, of de vraag ontvankelijk is. Indien ontvankelijk wordt gestart met de organisatie van het<br />

cliëntoverleg;<br />

De externe voorzitter bereidt het overleg voor in samenspraak met de aanvrager;<br />

De externe voorzitter nodigt de hulpverleners en de cliënt uit tot het overleg. De doelstellingen van<br />

het overleg en de aanwezigen op het overleg worden in de uitnodiging vermeld;<br />

De externe voorzitter modereert het overleg;<br />

Bij de start van het overleg ondertekenen de aanwezigen het aanwezigheidsformulier en de deontologische<br />

code;<br />

De aanwezigen maken een werkplan en spreken af wie de hulpcoördinatie op zich neemt.<br />

De aanwezigen vullen het evaluatieformulier in;<br />

De externe voorzitter schrijft het werkplan uit en bezorgt het binnen de 14 dagen aan de betrokkenen;<br />

De externe voorzitter bewaart het werkplan gedurende 5 jaar na het beëindigen van het overleg. De<br />

dossiers worden indien nodig overgedragen naar een volgende externe voorzitter;<br />

De hulpverleners voeren het werkplan uit;<br />

De externe voorzitter registreert, maakt een structurele evaluatie en verstuurt alles naar het secretariaat;<br />

Het regioteam IJH maakt op basis van de informatie van de registratie en de structurele evaluatie een<br />

beleidsrapport op voor het managementcomité.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Het cliëntoverleg IJH, onder begeleiding van een externe voorzitter, is aanvullend op andere vormen van<br />

overleg zoals de Therapeutische projecten (voor specifieke doelgroepen en probleemsituaties), overleg<br />

dat door specifieke diensten als Vertouwenscentrum kindermishandeling of Comité Bijzondere Jeugdzorg<br />

opgenomen wordt vanuit hun specifieke opdracht. Voor situaties die buiten deze doelgroepen en probleemsituaties<br />

vallen en waarbij een overleg onder begeleiding van een externe voorzitter een meerwaarde heeft, kan<br />

beroep gedaan worden op het cliëntoverleg IJH.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Het cliëntoverleg IJH is nog onvoldoende bekend bij de hulpverleners op de werkvloer. Initiatieven hiertoe<br />

zullen moeten worden genomen door alle betrokkenen in de nabije toekomst.<br />

Er blijft nood aan een goede ondersteuning van alle betrokkenen om het cliëntoverleg op een kwaliteitsvolle<br />

manier uit te voeren. Al doende ervaring opdoen, elk in zijn rol (secretariaat, hulpverleners, voorzitters,<br />

cliënten..) en deze ervaringen uitwisselen is noodzakelijk. Het is van belang voldoende zorg te besteden aan<br />

een goede communicatie en verbinding tussen alle betrokkenen.<br />

De vraag van ouders, om zelf het initiatief te kunnen nemen en geïnformeerd te zijn over de mogelijkheid tot<br />

organiseren van overleg met alle betrokken hulpverleners, moet worden onderzocht.<br />

91<br />

91<br />

www.desocialekaart.be


Er moet bekeken worden op welke manier het cliëntoverleg IJH op termijn kan verankerd worden.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.jeugdhulp.be<br />

www.rwo-ara.be<br />

www.rwo-oudenaarde.be<br />

www.wrg.be<br />

www.rwowaasland.be<br />

www.rwod.be<br />

www.meetjesland.be/RWOM/RWOM.html<br />

92<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />

Jongerenwelzijn<br />

De provincie neemt inzake jongerenwelzijn vooral een ondersteunende rol op.<br />

Het erkenningsbeleid in de Bijzondere Jeugdbijstand wordt op Vlaams niveau gevoerd. Het provinciebestuur<br />

ontwikkelde een ondersteuningsbeleid dat complementair is met het Vlaamse beleid.<br />

Het doet dit door vernieuwing in de sector mogelijk te maken, door het vormen van vorming met het oog op<br />

het vergroten van de pedagogische- en ICT-competenties, door interculturele competenties te vergroten via<br />

het Ondersteuningsteam Allochtonen en door meer mogelijkheden te bieden aan herstelgericht werken via<br />

het provinciaal vereffeningsfonds.<br />

Provinciale werking ‘Jeugdwelzijn’<br />

Deze werking is ingebed in de dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />

Doelstellingen<br />

Inzake jongerenwelzijn heeft het provinciebestuur de volgende doelstellingen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het vergroten van de pedagogische competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />

Het vergroten van de ICT-competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />

Het stimuleren van innovatie binnen de bijzondere jeugdbijstand en in de samenwerking met andere<br />

sectoren van de jeugdhulpverlening;<br />

Het vergroten van de interculturele competenties bij de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand en<br />

belendende sectoren;<br />

Het geven van mogelijkheden aan jongeren die een ‘als misdrijf omschreven feit’ hebben gepleegd om<br />

aan herstel t.a.v. het slachtoffer te werken.<br />

Acties<br />

Enkele voorbeelden van acties:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het ondersteunen van hulpverleners in de bijzondere jeugdbijstand en belendende sectoren op het punt<br />

van interculturalisering. Steeds meer wordt men in de jeugdhulpverlening immers geconfronteerd met<br />

problematieken van jongeren met een andere culturele achtergrond. Het Ondersteuningsteam Allochtonen<br />

(OTA) helpt om de brug te slaan vanuit de hulpverlening naar deze vaak moeilijker bereikbare jongeren<br />

en hun gezinnen;<br />

Het organiseren van vorming door het OTA met het oog op het vergroten van de interculturele competenties<br />

van de professionelen in de bijzondere jeugdbijstand;<br />

Het beheren van het provinciaal vereffeningsfonds en op die manier kansen geven aan jongeren die via<br />

vrijwillige prestaties bij een organisatie met een maatschappelijk doel, de schade aan hun slachtoffer<br />

willen vergoeden;<br />

Het i.s.m. de ankerpunten van het regionaal welzijnsoverleg mogelijk maken van cliëntoverleg in de<br />

jeugdhulpverlening . Het gaat om een model dat in een maximale participatie van de cliënt tot betere<br />

afspraken/afstemming tussen hulpverleners poogt te komen. Het model werd door Integrale Jeugdhulp<br />

(IJH) uitgewerkt en wordt op provinciaal niveau verder verfijnd en toegepast;<br />

93<br />

93<br />

www.desocialekaart.be


Subsidie, premies<br />

•<br />

•<br />

Het geven van vormingssubsidies aan voorzieningen in de bijzondere jeugdbijstand die een actief<br />

vormingsbeleid voeren en hun personeel de mogelijkheid geven om:<br />

•<br />

•<br />

Hun pedagische competenties te vergroten;<br />

Hun competenties inzake ict te vergroten.<br />

Het geven van subsidies aan projecten die op een innovatieve manier bepaalde problematieken of<br />

knelpunten in de sector proberen aan te pakken. Voorbeelden van projecten die door het provinciebestuur<br />

werden of worden ondersteund zijn:<br />

•<br />

•<br />

ROPPOV dat werkt aan een betere participatie van de ouders van jongeren in de bijzondere jeugdbijstand;<br />

zowel binnen de voorziening als op beleidsniveau;<br />

RUNG dat actief op zoek gaat naar herstellende oplossingen voor jongeren die in een voorziening of<br />

thuis weglopen.<br />

Meer info:<br />

Steven Van De Woestyne, 09 267 75 45, steven.van.de.woestyne@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Jeugdwelzijn’.<br />

94<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

4. Thuiszorg<br />

95<br />

95<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Thuiszorg<br />

Katelijne Vanderkerken, Coördinator dienstverlening thuiszorg ’t Punt - OCMW Sint-Niklaas<br />

Missie en opdrachten<br />

De patiënt/cliënt moet zo lang mogelijk in zijn natuurlijk milieu verzorgd worden.<br />

Thuiszorg vult aan daar waar de expertise van het mantelzorgnetwerk ophoudt of waar de investering vanuit<br />

dit netwerk onvoldoende is. Het zelfzorgvermogen wordt optimaal benut.<br />

Het nieuwe woonzorgdecreet heeft de volgende doelstellingen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Aandacht voor zelfzorg;<br />

Zorg op maat;<br />

Zorgcontinuïteit;<br />

Zorgafstemming;<br />

Zorg+wonen+welzijn;<br />

Zo lang mogelijk zelfstandig thuis.<br />

Beknopte historiek<br />

Thuiszorg heeft zich ontwikkeld doorheen maatschappelijke evoluties en tendensen. We leven in een<br />

welvaartstaat waarbinnen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een aantal grondrechten voor elk van ons gewaarborgd worden;<br />

Met het oog op materiële welvaart en individuele ontplooiingskansen;<br />

Binnen een wettelijk raamwerk;<br />

Binnen een democratisch bestel;<br />

Met behoud van de vrije marktprincipes.<br />

Deze welvaartstaat stagneerde in de jaren ‘70, begon zich te heroriënteren in de jaren ‘80 en botst momenteel<br />

tegen zijn budgettaire grenzen aan.<br />

Verschillende maatschappelijke tendensen bepalen de dag van vandaag nog steeds de ontwikkeling van zorgmodellen<br />

die tegemoetkomen aan de wijzigende behoeften.<br />

De veroudering van de bevolking, het tweeverdienermodel, multiculturaliteit…, grootschaligheid versus kleinschaligheid,<br />

groeiende expertises in behandeling en benadering: elke evolutie geeft aanleiding tot bijsturing<br />

en ontwikkeling.<br />

•<br />

Beleidsprioriteiten van de hedendaagse zorg: Belangrijke beleidsmatige principes worden gevoed door de<br />

zucht naar efficiëntie en effectiviteit en kunnen vandaag de dag als volgt samen gevat worden:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Preventie: Risicovoorkoming, risico opsporing en herstel;<br />

Echelonnering: De patiënt/cliënt wordt doorheen de zorg geleid via verschillende zorgniveau’s,<br />

thuiszorg situeert zich hoofdzakelijk op de eerste lijn;<br />

Responsabilisering: bijv.. enveloppenfinanciering;<br />

Gelijke kansen beleid: Toegankelijkheid tot de zorg waarborgen;<br />

Professionalisering en vervrijwilliging: Samenwerking en wederzijdse ondersteuning;<br />

Vraaggestuurd i.p.v. aanbodgestuurd: Zorg op maat, de vraag van de gebruiker versus het grote<br />

professionele gelijk;<br />

96<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

Kwaliteitszorg: Het kwaliteitsdenken doet zijn intrede in de social-profit en wordt beleidsmatig<br />

aangestuurd via kwaliteitsnormen;<br />

Interculturalisering: de aanwezigheid van de culturele verscheidenheid zal zich ook op vlak van zorg<br />

manifesteren.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Verschillende beleidsniveau’s: Een belangrijk aandeel van het welzijnsbeleid werd overgeheveld naar<br />

gewesten en gemeenschappen. De sociale zekerheid bleef echter federale materie waardoor bepaalde<br />

regelgevingen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd.<br />

Verschillende zorgniveau’s, disciplines en beroepsgroepen: Het thuiszorgspecifieke aanbod heeft zich<br />

vooral ontwikkeld vanuit de nood aan lichamelijke en hygiënische zorg, later groeide de huishoudelijke<br />

ondersteuning, poetshulp, klusjes, maaltijden aan huis, uitleendiensten enz.<br />

Doorheen de jaren ontwikkelden zich ook disciplines en werksoorten om de thuisverzorging mede te<br />

ondersteunen: palliatie, ergotherapie…psychiatrische thuiszorg, expertise dementie…<br />

Zowel de specificiteit van onze samenleving (tweeverdieners,vergrijzing, vereenzaming,…) als budgettaire<br />

beperkingen leidden tot de ontwikkeling van een aantal voorzieningen die ondersteunend en beschermend<br />

van aard zijn: dagverzorging, kortverblijf, nachtoppas, zorghotel, herstelverlof, assistentiewoningen,<br />

service flats….<br />

Een samenleving in beweging: De dagdagelijkse realiteit noopt tot het herzien van bepaalde<br />

regelgevingen, het op elkaar afstemmen van bepaalde zorgsectoren en initiatieven mbt het ontschotten<br />

van de zorg.<br />

Zo worden initiatieven die bepaalde zorgsectoren dichter bij elkaar brengen (bijv. thuiszorg en psychiatrische<br />

zorg, ambulante zorg en samenwerking met ziekenhuizen en woonzorgcentra) beleidsmatig ondersteund<br />

en gestimuleerd. Ook decreten krijgen een herdefiniëring: zo werd het vroegere thuiszorgdecreet<br />

en ouderendecreet omgevormd tot het woonzorgdecreet. De expertises wonen enerzijds en zorg anderzijds<br />

worden in 1 decreet ondergebracht.<br />

De Initiatiefnemers: Tal van sociale organisaties hebben historisch gezien het uitvoeren van het sociale<br />

beleid opgenomen via het verlenen van diensten en belangenbehartiging. Vaak werd dit levensbeschouwelijk<br />

ingekleurd waardoor een sterke verzuiling in het aanbod waarneembaar is.<br />

Ook de publieke sector neemt een belangrijke plaats in het aanbod in. OCMW’s vinden hun legitimatie in<br />

het menselijke recht op een waardig bestaan en bieden een vangnet aan.<br />

Ook gemeenten zijn vaak initiatiefnemer en ondersteunen lokale evoluties via hun lokaal sociaal beleid.<br />

Bedenkingen:<br />

•<br />

•<br />

De snelle evoluties binnen het maatschappelijke beeld, de diverse regelgevingen, de diversiteit<br />

aan beroepsgroepen, organisaties en initiatiefnemers hebben geleid tot een lappendeken van<br />

aanbodgerichte voorzieningen;<br />

De transparantie en toegankelijkheid van deze sector is niet zo vanzelfsprekend. In de rand ontwikkelden<br />

zich initiatieven die de onderlinge samenwerking en afstemming moet bevorderen:<br />

•<br />

•<br />

Initiatieven die het ontschotten van de zorgsectoren bevorderen: bijv. psychiatrische thuiszorg;<br />

regelgevingen die de afstemming en samenwerking tussen verschillende partners, initiatieven,<br />

disciplines moeten ondersteunen: de samenwerking eerste lijn of kortweg Sel en de diensten voor<br />

thuiszorg, kortweg GDT.<br />

97<br />

97<br />

www.desocialekaart.be


Structurering van de sector/subsector<br />

•<br />

Actoren binnen dit zorgveld:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De zorgvrager zelf met zijn mogelijkheden tot zelfzorg;<br />

De zelfhulpgroep: Hulp en ondersteuning door lotgenoten;<br />

Het mantelzorgnetwerk: Zorgdragers uit de onmiddellijke leefomgeving;<br />

Het vrijwilligerswerk;<br />

Het professionele netwerk: Zorgdisciplines zelfstandig of in dienstverband;<br />

Het woonzorgnetwerk:Thuiszorg, semiresidentiële en residentiële voorzieningen, woonvormen;<br />

Het wetgevende kader: Federaal (Z.I.V. materie), Vlaams (woonzorgdecreet).<br />

Doelgroep(en)<br />

Thuiszorg richt zich tot cliënten met een zorgnood. De zorg wordt hoofdzakelijk afgeleverd in het natuurlijke<br />

thuismilieu. De aard, frequentie, intensiteit en duur wordt bepaald door de aard van de zorg, de grenzen van<br />

de reglementeringen en een afweging ten opzichte van doelmatigheid en maatschappelijke aanvaardbaarheid.<br />

De aard van de zorg kan informatief, curatief, educatief, vervangend en ondersteunend zijn en houdt rekening<br />

met de zelfredzaamheid van betrokkene.<br />

Deze ruime omschrijving houdt dan ook een ruime doelgroep in. Vanzelfsprekend lijkt de thuiszorg zich<br />

hoofdzakelijk te richten tot de groep ouderen en bejaarden. Thuiszorg dient hier vervangend op te treden<br />

omdat betrokkenen een aantal functies niet meer zelf kunnen opnemen of het mantelzorgnetwerk té beperkt<br />

is.<br />

In de groep psychiatrische thuiszorg treft men dan weer eerder een jongere populatie aan met diverse<br />

persoonlijkheidsstoornissen, middelenafhankelijkheid enz. Thuiszorg zal hier eerder educatieve opdrachten<br />

opnemen gericht op het structureren en stabiliseren van het dagelijkse leven of administratieve ondersteuning<br />

en het aanbieden van zinvolle dagbesteding.<br />

Steeds meer wordt de thuiszorgdienstverlening betrokken bij zorgsituaties rondom personen met een<br />

handicap. De activiteiten vanuit de thuiszorg zijn dan weer meer mantelzorgondersteunend.<br />

De dienstencentra bereiken dan weer een actieve groep van senioren. Thuiszorgactiviteiten richten zich<br />

hier eerder op informatie, advies, oriëntering en verhogen van zelfzorg… Ze ontwikkelen initiatieven om het<br />

sociaal weefsel rond mensen te ontwikkelen, te herstellen, te stabiliseren.<br />

Thuiszorg wordt ingeroepen:<br />

•<br />

•<br />

Bij zeer specifieke en vaak tijdelijke evoluties: palliatie, dementie ... ;<br />

Om de overgang van een hoger naar een lager echelon te faciliteren: ontslag ziekenhuis, psychiatrische<br />

voorziening …<br />

De intensiteit varieert van sporadische tot frequente hulp, van hulp aan huis tot combinatie met dagverzorging,<br />

nachtopvang, kortverblijf ... en dit meestal in functie van de overgang van het laagste zorgechelon<br />

(thuis) naar een hoger echelon: een residentiële voorziening.<br />

Werking<br />

•<br />

Informeren en adviseren. Preventie en zelfzorg stimuleren Het aanbod transparant en toegankelijk<br />

maken: wegwijs in een doolhof van werksoorten, voorzieningen disciplines ... .<br />

98<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

Het zijn opdrachten die gerealiseerd worden via de regionale diensten centra, de lokale dienstencentra,<br />

de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen<br />

De zorg vraaggestuurd en op maat realiseren en houden. Aandacht hebben voor de trajectbegeleiding<br />

doorheen de verschillende echelons van de zorg.<br />

De methodiek van zorgbemiddeling en zorgcoördinatie wordt opgenomen door verscheidene<br />

zorgaanbieders<br />

Het garanderen/realiseren van sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen in de zorg; Het bieden<br />

van ethisch verantwoorde zorg; De persoonlijke autonomie en zelfverantwoordelijkheid vrijwaren,<br />

ondersteunen en stimuleren.<br />

Dit zijn werkingsprincipes die we terugvinden binnen de diverse werksoorten: gezinszorg, poetsdiensten,<br />

dagverzorgingscentra, serviceflats, kortverblijf, verpleging aan huis.<br />

Oog hebben voor communicatie en coördinatie tussen de verschillende betrokken partners. Afstemming<br />

zoeken tussen verschillende zorgsectoren: ontschotten van zorg, delen en benutten van expertise.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

De grote verscheidenheid aan initiatiefnemers, actoren, disciplines en methodieken creëert een schijnbaar<br />

weinig transparant en ontoegankelijk aanbod.<br />

Het netwerk rond de patiënt/cliënt is vaak complex zoals ook de zorgcontext.<br />

Zowel op organisatieniveau als op cliëntniveau ontwikkelen zich tendensen, initiatieven welke het aanbod<br />

transparanter, de toegankelijkheid duidelijker en de samenwerking efficiënter en effectiever moeten maken.<br />

Dit zijn ware evenwichtsoefeningen waarbij niet zelden de machtsverhoudingen op het werkveld zich laten<br />

gelden. Spijtig genoeg dreigt het welzijn van de gehele individuele zorgsituatie hier soms van ondergeschikt<br />

belang.<br />

Zowel de samenwerking eerste lijn (SEL) als de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging hebben de<br />

opdracht om de transparantie en toegankelijkheid van de zorg te verhogen en de samenwerking te concretiseren.<br />

Op cliëntniveau ontwikkelde zich de methodiek van de zorgbemiddeling en de zorgcoördinatie. Het zorgenplan<br />

is dan weer het concrete resultaat van afstemming en samenwerking.<br />

Bij zorgbemiddeling wordt de cliënt in zijn zorgtraject opgevolgd. De zorgbemiddelaar is een zorgbehartiger<br />

en aanspreekpunt. De zorgcoördinator organiseert een zorgoverleg met de verschillende zorgpartners ten<br />

einde een evenwichtig en voor allen aanvaardbaar zorgenplan uit te werken. Dit zorgenplan geeft de aard, de<br />

frequentie en de duur van de zorg aan alsook de verschillende uitvoerders van de zorg.<br />

Steeds meer wordt dit laatste ook benut om een opname en ontslagtraject (van en naar de ziekenhuissector<br />

of een residentiële setting) te stofferen.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vermarkting: De verhouding tussen de overheid, de gesubsidieerde sector en de commerciële sector is<br />

vaak gespannen. Er leven wederzijdse vooroordelen en er ontstaat een visionair spanningsveld;<br />

Vergrijzing: Onevenwicht tussen actieve bevolking en te verzorgen bevolking;<br />

Betaalbaarheid: Infrastructuur, niet medische zorgkosten;<br />

Verschillende zorgsectoren doorkruisen elkaar: Thuiszorg/zorg personen met een handicap, thuiszorg en<br />

psychiatrische zorg;<br />

De problematiek van de zorgvuldige zorgvermijder: Het wankele evenwicht tussen autonomie/zelfbeschikking<br />

en maatschappelijke verantwoordelijkheid;<br />

99<br />

99<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

•<br />

Knelpuntberoepen: Verpleging, zorgkundigen …<br />

De verschillende sectoren hanteren verschillende methodieken vanuit een verschillende visie op zorg. Dit<br />

leidt tot onbegrip op de werkvloer. De overdracht van expertise en knowhow is dan ook een uitdaging<br />

voor de toekomst;<br />

Omwille van de grootschaligheid in organisatie wordt de lokale toegangspoort tot de zorg verengd. Dit is<br />

niet bevorderlijk voor de toegankelijkheid en bereikbaarheid.<br />

100<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en eerstelijnsgezondheidszorg,<br />

residentiële zorg en thuiszorg<br />

De provincie heeft bijzondere aandacht voor de eerstelijnsgezondheidszorg, de residentiële zorg en<br />

de thuiszorg door middel van een eigen provinciaal impulsbeleid, door netwerkvorming, door het mee<br />

ondersteunen van het Vlaams zorgbeleid en door een signaalfunctie op te nemen tegenover de hogere overheden<br />

Team Zorg<br />

Bij de herstructurering van de directie welzijn en gezondheid werd het genoemde beleid ingebed in het team<br />

zorg binnen de dienst preventie, hulpverlening en zorg.<br />

Doelstellingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Labo- en impulsfunctie voor nieuwe en vernieuwende zorginitiatieven en dit aan de hand van prioriteiten<br />

met overeenkomsten tussen de betrokken partners en het provinciebestuur;<br />

Bovenlokale netwerkvorming, afstemming, samenwerking organiseren zowel sectoraal als intersectoraal.<br />

Dit gebeurt aan de hand van allerlei provinciaal overleg;<br />

Het Vlaams zorgbeleid mee helpen ondersteunen;<br />

Signaalfunctie naar de Vlaamse en Federale overheid;<br />

De nodige planningsinstrumenten mee helpen ontwikkelen voor publieke en private partners (zoals het<br />

ouderencahier, het gemeentelijk ouderenbehoeftenonderzoek, …).<br />

Acties<br />

De acties zijn zeer verscheiden. Het gaat grosso modo om uitvoering van afgesproken overeenkomsten, zowel<br />

sectoraal als intersectoraal, het verlenen van provinciale middelen om de gestelde doelstellingen uit te voeren<br />

en het aanbieden van overleg daar waar nodig en in functie van beheersbare en naadloze zorg.<br />

Enkele voorbeelden van acties:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

We organiseren bijkomende begeleiding en een consultfunctie geestelijke gezondheidszorg in de thuiszorg<br />

voor ouderen en dit in samenwerking met de centra geestelijke gezondheidszorg;<br />

We organiseren afstemmingsoverleg tussen de gezinszorg en de sector personen met een handicap;<br />

We leggen verbinding tussen mobiliteit en zorg: bijv. het vervoer dagcentra;<br />

We leggen de verbinding tussen wonen en zorg: bijv. de woonzorgnetwerken; de begeleiding van de<br />

woningaanpassing in de thuiszorg;<br />

We hebben systematisch overleg met de dagcentra, de kortverblijven, de lokale dienstencentra, de SEL’s,<br />

de diensten gezinszorg, de woonzorgcentra, de mutualiteiten en met diverse andere actoren binnen de<br />

aangegane overeenkomsten;<br />

We geven impulsen voor nachtzorg, nachtoppas, nachtopvang;<br />

We ondersteunen concreet de mantelzorg door de mantelzorgpremie;<br />

We werken mee aan beeldvorming van zorgberoepen, woonzorgcentra, kortverblijven en dagcentra, …<br />

We bevorderen de sociale cohesie van ouderen in samenwerking met de lokale dienstencentra;<br />

We helpen mee aan de ontwikkeling van diverse digitale systemen als daar zijn het elektronisch zorgplan,<br />

kortverblijfonline, registratie psychiatrische thuiszorg, registratie lokale dienstencentra, ... ;<br />

We ondersteunen het multi-disciplinair overleg in de thuiszorg;<br />

We ondersteunen samenwerkingsvormen residentiële zorg en thuiszorg;<br />

We co-financieren de diensten gezinszorg, met echter aandacht voor provinciale accenten;<br />

We helpen mee aan de bevordering van de zelfredzaamheid door het ondersteunen van het netwerk<br />

ambulante ergotherapie thuiszorg;<br />

We ondersteunen de werkzaamheid van het platform zelfzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

101<br />

101<br />

www.desocialekaart.be


Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

De provinciale mantelzorgpremie;<br />

Subsidies voor de bovengenoemde acties.<br />

Meer info<br />

Frans Meyfroodt, 09 267 75 46, frans.meyfroodt@oost-vlaanderen.be<br />

Marleen De Wispelaere 09 267 75 09, marleen.de.wispelaere@oost-vlaanderen.be (mantelzorgpremie en<br />

kortverblijfonline)<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Zorg’<br />

102<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

5. Lichamelijke Gezondheidszorg<br />

103<br />

103<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Gezondheidszorg<br />

Jan De Clercq, bestuurder Liberale Mutualiteit <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

Definitie gezondheid:<br />

Gezondheid is het gezond zijn, het gevoel dat alles in orde is, zowel in lichamelijk, in geestelijk, als in<br />

maatschappelijk opzicht.<br />

De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO 1948):<br />

Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts<br />

de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.<br />

Gezondheidszorg in België:<br />

Het behouden van een kwalitatief hoogstaand gezondheidszorgsysteem. Het comfort en de kwaliteit van<br />

de verzorging is belangrijk. Kwaliteitsverbeteringen en efficiëntieverhoging blijven aandachtspunten.<br />

De relatie tussen armoede en gezondheidszorg werd de laatste jaren meer en meer duidelijk en resulteerde<br />

in een evolutie naar een geïntegreerde multidisciplinaire samenwerking tussen de actoren in het welzijns- en<br />

gezondheidslandschap.<br />

Beknopte historiek<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Eerste bijstandskassen in 1848;<br />

Eerste erkende mutualiteitverenigingen in 1894;<br />

Invoering verplichte ziekteverzekering in 1945;<br />

Huidig kader dateert van 1963;<br />

Na de regionalisering van België in Gemeenschappen werden de welzijns- en thuiszorgdiensten sterk<br />

uitgebouwd.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Micro niveau: het niveau van het zorgproces zelf;<br />

Meso niveau: de zorginstellingen, de lokale samenwerkingsverbanden en -diensten, en het lokaal gezondheidsbeleid;<br />

Macro niveau: de ziekteverzekering, het federale beleid en dat van de gemeenschappen en gewesten.<br />

• Federaal niveau,<br />

bevoegdheid van:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Minister van Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu;<br />

Minister van <strong>Sociale</strong> Zaken;<br />

Financiering: via de <strong>Sociale</strong> zekerheid;<br />

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV);<br />

Paritair beheerd door sociale partners, ziekenfondsen ... .<br />

104<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Federale bevoegdheden:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Krachtlijnen en basisregeling curatieve gezondheidszorg;<br />

Basisinstrumenten voor kostenbeheersing;<br />

Basisregelen inzake planning van aanbod (programmatie);<br />

Financiering exploitatiekosten (vastleggen en financieren verpleegdagprijs);<br />

Vastleggen terugbetalingtarieven medische prestaties.<br />

• Vlaams niveau:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Doelstelling: De Vlaamse Gemeenschap erkent, subsidieert en reglementeert heel wat zorg- en<br />

gezondheidsvoorzieningen, gaande van rusthuizen en ziekenhuizen tot oppasdiensten en palliatieve<br />

netwerken;<br />

Bevoegde minister: Vlaams Minister van Welzijn;<br />

Bevoegdheid over het Vlaams gezondheidszorgbeleid - Extramurale preventieve gezondheidszorg:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Gezondheidsvoorlichting - Preventie: (Gezondheid en milieu, gezond leven, kinderen en<br />

jongeren,..);<br />

Bescherming van de gezondheid, onder meer door preventie van TBC en kanker;<br />

Bescherming van de gezondheid van moeder en kind;<br />

Medisch schooltoezicht;<br />

Medische sportcontroles;<br />

Arbeidsgeneeskundige controle;<br />

Bevoegdheid over het Vlaams welzijnsbeleid - gezinszorg, thuiszorg, residentiële zorg, zorgverzekering,<br />

maatschappelijk werk.<br />

• Provinciaal niveau:<br />

•<br />

•<br />

Ondersteuning van de thuiszorg, gezinszorg, GGZ, ouderenzorg, personen met een handicap, verslavingszorg,<br />

palliatieve zorg, mantelzorg, gebruikers en zelfzorg, jeugdwelzijn;<br />

Het Provinciebestuur OVL creëert, stimuleert en coördineert welzijnsoverleg in alle regio’s van de<br />

provincie.<br />

• Lokaal niveau,<br />

Lokaal Sociaal Beleid:<br />

•<br />

Lokaal Sociaal Beleid is het resultaat van de acties die OCMW, gemeente, andere overheden, semipublieke,<br />

private en privé organisaties ondernemen om de sociale grondrechten voor iedereen te<br />

realiseren. Via de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan worden alle acties gebundeld met als<br />

uitgangspunt een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak.<br />

In het decreet Lokaal Sociaal Beleid wordt een sterkere, coördinerende rol voor de lokale besturen<br />

voorzien. Het Lokaal Sociaal Beleidsplan is een instrument om dit concreet te realiseren. Gemeente en<br />

OCMW werken dit plan samen met de lokale actoren uit.<br />

• Regelgevend kader:<br />

• Federale regelgeving:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wetgeving inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering;<br />

Wetgeving op de werking van de ziekenfondsen;<br />

Wetgeving op de ziekenhuizen;<br />

Wetgeving op de samenwerking tussen zorgaanbieders;<br />

Geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT’s);<br />

De Vlaamse overheid erkent de GDT’s die door de federale overheid gefinancierd worden. Vanaf 1<br />

januari <strong>2010</strong> vallen de SEL’s en de GDT’s samen in <strong>Vlaanderen</strong> en zullen enkel de erkende SEL’s<br />

ook erkend worden als GDT.<br />

105<br />

105<br />

www.desocialekaart.be


• Vlaamse regelgeving:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Gezondheidszorg: Zorgregiodecreet;<br />

Thuiszorg: Eerstelijnsdecreet met o.m.Samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg;<br />

Ouderenzorg: Woonzorgdecreet.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Uitvoerende actoren:<br />

•<br />

•<br />

Verstrekkers: individuele, in groep, wijkgezondheidscentra;<br />

Diensten en initiatiefnemers.<br />

Zij leveren medische prestaties, diensten, opvang, begeleiding.<br />

Regulerende actoren:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Patiënten en patiëntenverenigingen;<br />

Ziekenfondsen;<br />

OCMW’s.<br />

Zij reguleren de prestaties (remgeld, nomenclatuurbeperkingen, contingenten, programmatie). Het<br />

aanbod wint inzake mogelijkheden en kwaliteit door de vrije keuze van de gebruiker, het vrije initiatief<br />

(openbaar en privé) en de concurrentie tussen de aanbieders. Daarnaast is het aanbod gelimiteerd door<br />

de beperkte middelen, de beperkte inzetmogelijkheden (bijv.. tekort aan verpleegkundigen), de beperkte<br />

infrastructuur.<br />

De middelen die worden gegenereerd door belastingen en sociale zekerheidsbijdragen bieden een<br />

mogelijkheid tot herverdeling:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Zodat gezondheidszorgen betaalbaar zijn door de RIZIV-tussenkomsten en aanvullende tussenkomsten<br />

van de ziekenfondsen (bv. ziekenvervoer);<br />

Zodat niet-medische kosten betaalbaar zijn (Vlaamse Zorgverzekering);<br />

Zodat welzijns- en thuiszorgdiensten betaalbaar zijn;<br />

Zodat vervangingsinkomens en het leefloon kunnen versterkt worden;<br />

Zodat preventieve acties kunnen gefinancierd worden;<br />

Doelgroep(en)<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De gebruikers van gezondheidszorgen;<br />

De personen met nood aan niet-medische hulpverlening;<br />

De zwaar zorgbehoevende personen met behoefte aan medische en niet-medische zorg- en hulpverlening.<br />

Werking<br />

Personen kiezen zelf de zorg- en hulpverleners. Afhankelijk van hun statuut, inkomen, sociale status, gezondheidstoestand<br />

enz. wordt hun persoonlijke tussenkomst bepaald (verhoogde tegemoetkoming, omnio, forfaits,<br />

maximumfactuur). Zij betalen aan de verstrekker en kunnen een gedeelte recupereren.<br />

Een alternatieve vorm is de inschrijving bij het wijkgezondheidscentrum (geen betaling aan verstrekker).<br />

Voor personen in een moeilijke financiële situatie wordt een rechtstreekse regeling met het ziekenfonds voorzien<br />

(regeling betalende derde) en betaalt de patiënt alleen remgeld.<br />

106<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Voor alle aspecten van het toekennen van rechten kunnen de patiënten beroep doen op administratieve<br />

ondersteuning, advies, hulp en begeleiding vanuit de ziekenfondsen.<br />

Daarnaast zorgen de ziekenfondsen voor de coördinatie van de zorg in geval van complexe zorgsituaties<br />

(regionale dienstencentra).<br />

Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

Samenwerkingsinitiatieven in de eerstelijnsgezondheidszorg (SEL) en de Geïntegreerde Diensten<br />

voor Thuisverzorging (GDT)<br />

•<br />

•<br />

Partners: artsen, verpleegkundigen, kinesisten ... CAW van de Ziekenfondsen, OCMW’s en LDC, Diensten<br />

voor gezinszorg, dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf, diensten voor oppashulp, rusthuizen.<br />

Doel: samenwerking bevorderen en stimuleren, kwaliteit van de dienstverlening bewaken, overleg op<br />

patiëntniveau organiseren en coördineren, bevolking informeren.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

• Uitdagingen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Grenzen aan de zorg;<br />

Grenzen aan de samenwerking;<br />

Grenzen aan de middelen;<br />

Gebrek aan menselijk kapitaal;<br />

Ongelijkheid inzake de toegang tot de zorg;<br />

Mondigheid van de patiënt (patiëntenparticipatie);<br />

Milieu en gezondheid;<br />

Globalisering;<br />

Risicogedrag en beschavingsziekten.<br />

• Tendensen:<br />

•<br />

•<br />

Preventieve en proactieve werking;<br />

Outreachend werken.<br />

• Knelpunten:<br />

•<br />

•<br />

De juiste informatie op het juiste ogenblik aan de juiste persoon;<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen.<br />

107<br />

107<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector: <strong>Sociale</strong> dienst binnen een ziekenhuis<br />

Tom Baert, Diensthoofd <strong>Sociale</strong> Dienst AZ Nikolaas<br />

Missie en opdrachten<br />

•<br />

•<br />

Aangezien de opdracht van de sociale dienst niet officieel is omschreven, is de taakomschrijving/opdracht<br />

van de sociale dienst sterk verschillend van ziekenhuis tot ziekenhuis. Ik baseer mij dan ook op een<br />

ontwerptekst van een aantal diensthoofden in functie van een adviestekst voor de federale overheid<br />

(1/10/2007) en een adviestekst vanuit de werkgroep SD van Zorgnet <strong>Vlaanderen</strong> (<strong>2010</strong>).<br />

Opdrachten verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De psychosociale begeleiding voor de patiënten en hun omgeving;<br />

Het geven van concrete dienstverlening, materiële hulp en administratieve ondersteuning;<br />

Onderzoek en rapportage;<br />

Zorgcoördinatie;<br />

Signalering, belangenbehartiging en preventie.<br />

Opdrachten niet verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />

•<br />

•<br />

Deskundigheidsbevorderingvormen;<br />

Onderzoek & publicatie.<br />

Beknopte historiek<br />

Door het ontbreken van een wettelijk kader zijn de sociale diensten naar inhoud en vorm gegroeid afhankelijk<br />

van een aantal ziekenhuisinterne (organisatie, grootte, visie directie …) en ziekenhuisexterne factoren<br />

(geografische factoren, ontwikkeling van het netwerk …).<br />

Er werden reeds een aantal pogingen gedaan in functie van de ontwikkeling van een wettelijk kader en een<br />

duidelijke omschrijving van de opdracht en taak en met als doel tot een algemene normering en financiering<br />

te komen:<br />

• 1998: studiedag ‘<strong>Sociale</strong> dienst in het ziekenhuis’, georganiseerd in opdracht van het FOD Volksgezondheid,<br />

Veiligheid van de voedselketen en leefmilieu. Nationaal werd hierop nagedacht over de<br />

volgende thema’s:<br />

• Het statuut van de sociale dienst;<br />

• Interdisciplinariteit en samenwerking;<br />

• Ethische en deontologische aspecten;<br />

• Registratie van het sociaal werk in het ziekenhuis;<br />

(geen wettelijk gevolg).<br />

• 2001: Adviestekst van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen (NRVZ) met de oprichting<br />

van het ‘Sociaal observatorium’ als gevolg. Het doel was om parameters te bepalen die continu zouden<br />

moeten geregistreerd worden en op basis waarvan de bestaffing van de sociale dienst zou kunnen worden<br />

bepaald (geen wettelijk gevolg).<br />

<strong>2010</strong>:<br />

• Adviesnota werd opgemaakt met de werkgroep ‘<strong>Sociale</strong> dienst in het ziekenhuis’ van het FOD<br />

VVVL (wordt binnenkort besproken op het Kabinet).<br />

108<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

In de loop van <strong>2010</strong>: oprichting van de vereniging ‘Beroepsvereniging sociaal werkers ziekenhuizen met<br />

als doel:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het bevorderen van de erkeninning van het beroep van de sociaal werker in de ziekenhuizen;<br />

Belangenbehartiging;<br />

Bewaking van de kwaliteit van het beroep;<br />

Ontwikkelen van een deontologische code;<br />

Opvolgen van maatschappelijke ontwikkelingen;<br />

Organiseren van vormingsinitiatieven.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

FOD Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Universitaire Ziekenhuizen (privé/openbaar).<br />

Algemene Ziekenhuizen (privé/openbaar).<br />

Doelgroep(en)<br />

De sociale dienst richt zich in de eerste plaats tot patiënten en hun omgeving die omwille van hun hospitalisatie<br />

of ambulante behandeling noden ervaren die gerelateerd zijn aan het ziek zijn, het verblijf en de behandeling<br />

in het ziekenhuis en de eventuele veranderende toekomstperspectieven en levenssituatie.<br />

Werking<br />

Opdrachten verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Op psychosociaal niveau: De psychosociale begeleiding voor de patiënten en hun omgeving. Hierbij wordt<br />

rekening gehouden met de psychische, relationele, sociale en omgevingsgebonden moeilijkheden die<br />

inherent zijn aan de ziektetoestand en de behandeling in het ziekenhuis alsmede aan de vooruitzichten en<br />

de prognoses.<br />

Het geven van concrete dienstverlening, materiële hulp en administratieve ondersteuning: Het<br />

verschaffen van informatie over maatschappelijke en sociale voorzieningen. Samen met de patiënt en zijn<br />

omgeving de praktische, materiële, financiële, juridische en administratieve moeilijkheden aanpakken die<br />

zich voordoen naar aanleiding van een hospitalisatie of ambulante behandeling in het ziekenhuis.<br />

Onderzoek en rapportage: Activiteiten gericht op het verkennen van de psychosociale situatie van de<br />

patiënt in het kader van de integrale kwaliteitszorg zoals de sociale anamnese, opmaken en beheren van<br />

sociale dossiers, patiëntenoverleg in team, e.a.<br />

Zorgcoördinatie: In het kader van het opname- en ontslagbeleid is de coördinatie van de intra- en extramurale<br />

zorg voor de (risico)patiënten één van de specifieke taken van de sociale dienst binnen het<br />

ziekenhuis (methodiek van het ‘Ontslagmanagement’).<br />

Signalering, belangenbehartiging en preventie:<br />

Een<br />

• sensibiliseringsfunctie, waarbij de sociale dienst de beroepsbeoefenaars verbonden aan het<br />

ziekenhuis bewust maakt van de sociale problemen, gerelateerd aan een bepaalde medische toestand.<br />

109<br />

109<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

• Een signaalfunctie waarbij de sociale dienst het beleid (meso/macro niveau) informeert over<br />

tekortkomingen en/of disfuncties, die nadelige gevolgen hebben voor de hulpverlening aan patiënten<br />

en eventueel aanbevelingen formuleert.<br />

Opdrachten niet verbonden aan de patiënt en zijn omgeving:<br />

•<br />

•<br />

Deskundigheidsbevorderingvormen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Werkbegeleiding van de sociaal werker;<br />

Deelnemen aan bijscholingsactiviteiten en vormingscursussen;<br />

Participeren aan voorlichtingsactiviteiten gericht op een ruimer publiek;<br />

Organiseren van en participeren aan vormingsactiviteiten gericht op andere hulpverleners binnen<br />

en buiten het ziekenhuis;<br />

Creëren en aanbieden van stagemogelijkheden aan sociaal werkers in opleiding uit binnen- en<br />

buitenland.<br />

Onderzoek & publicatie:<br />

•<br />

•<br />

Opzetten van en deelname aan onderzoeksprojecten in functie van een voortdurende verbetering<br />

van de kwaliteit van de zorg voor patiënten en zijn omgeving;<br />

Publiceren van eigen visies, ervaringen en onderzoeksresultaten.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Intensieve samenwerking (formeel en informeel) met thuiszorgdiensten (thuisverpleging, gezins-<br />

en bejaardenhulp, mediotheek…), OCMW, CAW, residentiële voorzieningen (woon -en zorgcentra,<br />

revalidatiediensten, kortverblijf, dagopvang, hersteloord, …), politie, Comité Bijzondere Jeugdzorg, CKG … .<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

De ziekenhuisopname is door de technologische en farmacologische vooruitgang sterk gewijzigd. Het ziekenhuis<br />

wordt steeds minder afhankelijk van de klassieke hospitalisatie omdat meer ingrepen kunnen gebeuren<br />

via daghospitalisatie.<br />

Bovendien zorgt de beperking van de ligduur (ten gevolge van ziekenhuisfinanciering) in het ziekenhuis dat<br />

een aantal patiënten met een grotere zorgbehoevendheid naar huis of een thuisvervangend milieu ontslagen<br />

worden.<br />

Tevens wordt de toenemende vergrijzing niet evenredig gevolgd met het aantal extra rusthuisbedden<br />

waardoor de plaatsingsproblematiek alsmaar toeneemt.<br />

De maatschappelijke evoluties zoals het individualiseringsproces en de ontwrichting van het<br />

sociaal netwerk maakt dat de inzet en de vraag naar sociale dienstverlening groter en onmisbaar is in de<br />

ziekenhuissector zowel in de algemene als psychiatrische zorg.<br />

Deze evolutie maakt dat het inschakelen en coördineren van extramurale diensten in het verzorgingsproces<br />

belangrijk is. Steeds meer wordt samengewerkt met andere instellingen en diensten en integreert het ziekenhuis<br />

zich in verzorgingsnetwerken.<br />

In het algemeen, wordt de patiënt en zijn omgeving bij een overgang van een klassieke naar een eerder<br />

ambulante behandeling zwaarder belast. Er werden allerlei wettelijke voorzieningen uitgewerkt zoals: de<br />

zorgverzekering, zorgverlof, tijdskrediet, loopbaanonderbreking voor medische bijstand, … om het mogelijk te<br />

maken werk en mantelzorg te combineren.<br />

110<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Er is een duidelijke toename van probleemsituaties zoals personen zonder verzekering, personen<br />

zonder domicilie, vreemdelingen zonder wettig verblijf en/of verzekering, personen die in isolement leven,<br />

huishoudens met schulden, kansarmen … .<br />

Een bijkomende zorg voor de sociaal werker zijn de sociaal zwakkere groepen die met specifieke gezondheidsproblemen<br />

worden geconfronteerd.<br />

Dit alles maakt dat de functie en opdracht van het maatschappelijk werk in het ziekenhuis om een duidelijke<br />

erkenning en positionering vraagt van de <strong>Sociale</strong> Dienst.<br />

Tot op heden is hiervoor geen algemeen wettelijk kader en geen formele, adequate financiering voorhanden.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.hulporganisaties.be: contactgegevens allerlei hulporganisaties<br />

www.ontslagmangement.be: info i.v.m. project ‘Ontslagmanagement’<br />

www.orientatiepunt.be: info i.v.m. gezondheidszorg en vreemdelingen<br />

111<br />

111<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Revalidatiecentra<br />

Stefaan Singelée, Revalidatiecentrum Ter Kouter<br />

Missie en opdrachten<br />

De centra voor ambulante revalidatie situeren zich op de tweede lijn van de gezondheidszorg en staan in voor<br />

de multidisciplinaire diagnostiek en behandeling van: ontwikkelingsstoornissen, gehoorstoornissen en hersenletsels<br />

(aangeboren en niet aangeboren).<br />

Met de revalidatie beogen we een adequater persoonlijk en sociaal functioneren van de persoon in het<br />

gezin, de school, het werk en andere maatschappelijke situaties en een betere afstemming van deze<br />

omgeving op de specifieke noden van de persoon.<br />

De revalidatiecentra willen dit realiseren door samenwerking met het netwerk van andere<br />

zorgvoorzieningen en onderwijs.<br />

Beknopte historiek<br />

De revalidatiecentra zijn federaal georganiseerd en zijn ontstaan eind de jaren zestig. Ze werden gesubsidieerd<br />

door het toenmalig Rijksfonds voor <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Mindervaliden. Begin de jaren 90 werd<br />

de sector overgeheveld naar het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV).<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

De centra worden gesubsidieerd door het RIZIV voor wat betreft de vergoeding van de onderzoeken en de<br />

behandelingen. Er zijn in België 81 revalidatiecentra die een conventie hebben ondertekend. Op 1 januari<br />

<strong>2010</strong> onderhandelden de centra een geactualiseerde conventie. Voor meer informatie betreffende deze overeenkomst<br />

kan men terecht op www.riziv.be.<br />

Voor wat betreft de gebouwen en uitrustingsmateriaal worden de revalidatiecentra gesubsidieerd door het<br />

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Er worden in België 10.000 revalidanten behandeld in de revalidatiecentra door 2000 personeelsleden. Deze<br />

hebben uiteenlopende specialisaties: geneesheren-specialisten, ((neuro-) pediater, (kinder-), (neuro-) psychiater,<br />

N.K.O.-arts, fysiotherapeut) kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, psychologen, (ortho-)<br />

pedagogen, psychologisch assistenten, sociaal verpleegkundigen en maatschappelijk werkers.<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> telt 20 centra waarvan 18 zijn aangesloten bij de Federatie.<br />

Doelgroep(en)<br />

Niet aangeboren hersenletsel, mentale handicap, autismespectrumstoornissen, complexe<br />

ontwikkelingsstoornissen (gerelateerd aan leer-, taal- of motorische problemen), ADHD, stotteren, gehoorstoornissen,<br />

gedragstoornissen en hersenverlamming.<br />

112<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Werking<br />

De kernopdracht situeert zich op het vlak van multidisciplinaire diagnostiek en behandeling. Ieder onderzoek<br />

begint met een eerste verkennend gesprek met een psychosociaal medewerker om zicht te krijgen op het<br />

aangemelde probleem.<br />

Dan volgen verschillende onderzoeken die, afhankelijk van de gestelde problematiek, worden uitgevoerd<br />

door een psycholoog (of orthopedagoog) en paramedici (zoals kinesitherapeuten, logopedist, ergotherapeut<br />

en/of audioloog). Tevens is aan elk onderzoek een consultatie bij de geneesheer-specialist van het centrum<br />

verbonden.<br />

De resultaten worden tijdens het adviesgesprek besproken met de ouders (of de volwassen revalidant en de<br />

partner) en gerapporteerd aan de verwijzer. Afhankelijk van de aard en de complexiteit van de problematiek<br />

wordt een multidisciplinair revalidatieprogramma geadviseerd of wordt verwezen naar een andere aangepaste<br />

vorm van hulpverlening.<br />

Voor iedere revalidant wordt een geïndividualiseerd revalidatieprogramma opgesteld. De behandeling bestaat<br />

uit zeer regelmatige gespecialiseerde psychosociale, paramedische en medische tussenkomsten door een<br />

team van verschillende therapeuten onder toezicht van een revalidatiearts. De tussenkomsten beperken zich<br />

meestal tot twee à drie sessies van één tot twee uur per week.<br />

Naargelang de therapeutische doelstellingen gebeurt de behandeling individueel of in groepsverband. Tevens<br />

wordt het gezinssysteem of eventueel andere belangrijke maatschappelijke contexten in de revalidatie<br />

betrokken.<br />

Een behandeling wordt afgerond in onderling overleg met alle betrokkenen of na het verlopen van de maximaal<br />

toegestane behandelingsduur.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Onderzoek en eventueel behandeling in een revalidatiecentrum is mogelijk na doorverwijzing door een arts.<br />

De beschikbare gegevens afkomstig van de verwijzende diensten (artsen, centra voor leerlingenbegeleiding<br />

- CLB, centra voor ontwikkelingsstoornissen - COS, centra voor geestelijke gezondheidszorg) worden aangevuld<br />

met de bevindingen uit het eigen onderzoek. Een onderzoeksverslag wordt bezorgd aan de verwijzende<br />

instantie. Tijdens de revalidatie wordt er systematisch samengewerkt met de andere betrokken instanties<br />

(thuisbegeleidingsdienst, kinderdagverblijf, school, CLB, CGG, artsen ...).<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Het grootste knelpunt binnen de centra situeert zich op het vlak van de wachtlijsten. Deze kunnen in<br />

bepaalde regio’s in België zeer groot zijn doordat er onvoldoende capaciteit voorhanden is. Anderzijds hebben<br />

de centra van het RIZIV de opdracht gekregen om zich meer tot medische doelgroepen te richten (autismespectrumstoornissen,<br />

ADHD, gehoorstoornissen, niet aangeboren hersenletsels, …). Hiertoe moeten ze<br />

kinderen met complexe leerstoornissen taal- of motorische stoornissen op termijn afbouwen tot maximum<br />

30% van hun populatie.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.revalidatie.be<br />

www.riziv.be<br />

113<br />

113<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

6. Geestelijke Gezondheidszorg<br />

114<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Geestelijke Gezondheidszorg<br />

Kurt Lievens, PopovGGZ<br />

Koen Lefevre, Psychiatrisch Centrum Sint-Jan<br />

Missie en opdrachten<br />

De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) biedt behandeling en begeleiding aan mensen met psychische<br />

problemen en stoornissen, met het oog op het behoud of het herstel van het psychisch evenwicht of het<br />

draaglijk maken van chronische psychische problemen voor patiënten en hun leefomgeving.<br />

Beknopte historiek<br />

Algemeen is er een evolutie in de benadering van psychiatrische patiënten van gevaarlijk/te mijden (bewaken<br />

in gestichten en isoleren van de maatschappij) naar behandelen (o.a. medicamenteus en gesprekstherapie)<br />

en begeleiden, steeds meer geïntegreerd in de maatschappij.<br />

Enkele data:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

1850: Krankzinnigenwet (juridisch statuut voor de geesteszieke, maar de instellingen blijven onder<br />

toezicht van het Ministerie van Justitie);<br />

1948: Toezicht overgedragen naar het ministerie van Volksgezondheid;<br />

1963: Hervorming RIZIV, met financiële tussenkomst voor behandeling en verblijf;<br />

1963: Wet op de ziekenhuizen (erkenning);<br />

1975: Erkenning centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG - voorheen dispensaria voor geestelijke<br />

hygiëne);<br />

1990-1991: Wet ter bescherming van de persoon van de geesteszieke (i.p.v. collocatie) en de wet op de<br />

bescherming van de goederen; ontstaan van psychiatrische verzorgingstehuizen en beschut wonen (op<br />

basis van reconversie van bedden in psychiatrische ziekenhuizen), alsook van de overlegplatforms GGZ;<br />

2000: Decreet Geestelijke Gezondheidszorg, met o.m. een verplichte fusie voor de CGG (21 centra);<br />

2002: Wet op de rechten van de patiënt.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

Verschillende ministeries en departementen:<br />

• Federale overheid (Volksgezondheid): Staat in voor programmatie, regelgeving en financiering<br />

van psychiatrische ziekenhuizen (PZ), psychiatrische afdelingen in een algemeen ziekenhuis (PAAZ),<br />

psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en beschut wonen (BW).<br />

• Vlaamse overheid (Welzijn en Gezondheid): Staat in voor inspectie en erkenning van PZ, PAAZ, PVT<br />

en BW, en heeft de volledige bevoegdheid over de CGG.<br />

Beide overheden financieren ook heel wat piloot- en andere projecten.<br />

Andere belangrijke actoren binnen de GGZ:<br />

•<br />

•<br />

Het RIZIV;<br />

De koepelverenigingen:<br />

•<br />

•<br />

Zorgnet <strong>Vlaanderen</strong>;<br />

Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg (FDGG);<br />

115<br />

115<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Federatie Beschut Wonen (FBW);<br />

Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen (VOV).<br />

De ziekenfondsen;<br />

De Overlegplatforms GGZ (in <strong>Vlaanderen</strong> één per provincie);<br />

De Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid (VVGG).<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

• Een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) is een ambulante tweedelijnsvoorziening waar<br />

een multidisciplinair team de cliënten begeleidt en/of behandelt. Het betreft zowel kinderen en jongeren,<br />

volwassenen als ouderen die worden geconfronteerd met psychosociale en psychische problemen.<br />

Zij komen op verwijzing of op eigen initiatief bij een CGG terecht.<br />

• Psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) nemen mensen meestal voor korte<br />

tijd op, vaak in een crisistoestand. De focus in deze meestal kleine afdelingen (30 bedden) ligt op kortdurende<br />

interventies (urgentie- en crisispsychiatrie) en op liaisonpsychiatrie (psychologisch/psychiatrische<br />

benadering van bepaalde patiënten op andere afdelingen in het AZ).<br />

• De psychiatrische ziekenhuizen (PZ) bieden specialistische diagnosestelling en behandeling voor<br />

mensen met psychiatrische stoornissen, en dit meestal multidisciplinair. De duur (van kort tot jarenlang)<br />

en de doelstellingen van de behandeling zijn afgestemd op de individuele mogelijkheden en behoeften<br />

van de patiënt.<br />

Naast volledige opname is meestal ook partiële hospitalisatie mogelijk (dag of nacht).<br />

Het PZ is er voor kinderen en jongeren, volwassenen en ouderen, maar niet elk ziekenhuis heeft een<br />

gespecialiseerd zorgaanbod voor al deze leeftijdsgroepen.<br />

• Beschut wonen (BW) is een woonvorm voor mensen met psychiatrische problemen die geen ziekenhuisbehandeling<br />

meer nodig hebben. Zij wonen individueel of in kleine groepjes. Regelmatig komt een<br />

begeleider langs, en vaak zijn er ook aangepaste dagactiviteiten.<br />

• Een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) is eerder een woon- dan een behandelingsvorm, en<br />

is er voor bewoners met een langdurige gestabiliseerde psychiatrische stoornis. Zij behoeven geen<br />

ziekenhuisopname meer, maar kunnen bv. niet naar huis of naar beschut wonen.<br />

• Sinds een aantal jaar worden ook bepaalde voorzieningen met een RIZIV-conventie tot de GGZ<br />

gerekend. Deze categorie bestaat uit verschillende soorten organisaties, zoals voorzieningen voor<br />

drughulpverlening (dagcentra, crisisinterventiecentra, MSOC, therapeutische gemeenschappen, ..., zie ook<br />

rubriek ‘middelenmisbruik’), centra voor ambulante revalidatie (van minderjarigen of van volwassenen),<br />

... .<br />

Naast bovenstaande officieel erkende voorzieningensoorten zijn er ook nog een aantal recent gegroeide<br />

werkvormen:<br />

• Psychiatrische zorg in de thuissituatie (PZT) wil mensen met een psychiatrische problematiek de<br />

mogelijkheid bieden in hun natuurlijke omgeving te leven en zo een (her)opname in het ziekenhuis te<br />

voorkomen, te verkorten of beter voor te bereiden.<br />

• Dagactiviteitencentra en centra voor arbeidszorg richten zich tot mensen met psychische of<br />

psychiatrische problemen die hierdoor (nog) niet kunnen werken, maar baat hebben bij een zinvolle<br />

dagbesteding of voorbereiding op (herintrede op) de arbeidsmarkt.<br />

In<br />

• ontmoetingshuizen kunnen (ex-)psychiatrische patiënten terecht voor vrijblijvende ontmoeting en<br />

tijdsinvulling.<br />

116<br />

www.socialeplattegrondovl.be


• Naast al dit zorgaanbod zijn er uiteraard ook heel wat vrij gevestigde psychiaters, psychologen en<br />

psychotherapeuten.<br />

Doelgroep(en)<br />

Mensen met psychiatrische stoornissen en psychische problemen, zoals depressie, eetstoornissen,<br />

relatieproblemen, stress, seksuele moeilijkheden, angsten en fobieën, dwangstoornissen burn-out, verslaving,<br />

slapeloosheid, psychosomatische symp tomen, persoonlijkheidsstoornissen, psychotische aandoeningen, ... .<br />

Bij kinderen kan het bv. ook gaan om gedragsmoeilijkheden, opvoedingsproblemen, bedwateren, angsten,<br />

stotteren, puberteitsproblemen, schoolproblemen, … .<br />

De verschillende aandoeningen worden meestal ingedeeld a.d.h.v. de DSM (Diagnostic and Statistical Manual<br />

of Mental Disorders).<br />

Werking<br />

De GGZ in door de overheid gesubsidieerde voorzieningen in <strong>Vlaanderen</strong> kenmerkt zich doorgaans door<br />

een multidisciplinaire werking: onder verantwoordelijkheid en supervisie van een psychiater bestaan teams<br />

meestal uit psychologen, maatschappelijk werkers, (psychiatrisch) verpleegkundigen en/of ergo- en andere<br />

therapeuten.<br />

Meestal wordt daarbij vanuit een bio-psychosociaal model gewerkt: psychi(atri)sche problemen en<br />

aandoeningen worden beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren.<br />

Na een intakefase, eventueel verfijnd aan de hand van psychodiagnostisch onderzoek, krijgen cliënten de<br />

passende zorg: licht, kortdurend en/of eenmalig waar mogelijk, intensief en/of langdurig indien nodig. Het<br />

handhaven of de reïntegratie in de maatschappij is daarbij steeds het streefdoel.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Er is een onmiskenbare tendens naar meer samenwerking, ook onder druk van de overheid, die aanstuurt op<br />

de vorming van zorgcircuits en netwerken. Die zouden meer zorg op maat en continuïteit van zorg moeten<br />

bieden.<br />

De Overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg (in <strong>Vlaanderen</strong> één per provincie) hebben de<br />

expliciete opdracht om samenwerking in de geestelijke gezondheidszorg te bevorderen.<br />

Aansluitend bij de steeds verder gaande vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg wordt<br />

daarbij ook steeds meer afstemming gezocht met belendende sectoren, zoals thuiszorg, justitie, algemeen<br />

welzijnswerk, … .<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

Knelpunten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de Gemeenschappen;<br />

Blijvende stigmatisering van psychiatrische patiënten;<br />

Vaak gefragmenteerde zorg;<br />

Vaak lange wachtlijsten voor ambulante zorg (CGG).<br />

117<br />

117<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Tendensen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Van intramurale zorg naar ambulante zorg;<br />

Vermaatschappelijking van de zorg;<br />

Van medisch model naar bio-psychosociaal;<br />

Specialisatie en differentiatie in de behandeling;<br />

Steeds meer nadruk op ‘zorg op maat’ en ‘continuïteit’ van zorg;<br />

Beleid stuurt aan op meer samenwerking, te concretiseren in zorgcircuits en netwerken;<br />

Groeiende (maar vaak nog erg beperkte) participatie van patiënten- en familieverenigingen.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.overlegplatformsggz.be<br />

www.theseas.be<br />

www.spiller.be<br />

www.ombudsfunctieggz.be<br />

www.vvgg.be<br />

www.geestelijke-gezondheid.be<br />

118<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Middelenafhankelijkheid<br />

Marc Tack, CGG Eclips<br />

Missie en opdrachten<br />

De bejegening van afhankelijkheidsproblematiek is veelzijdig: Preventie, vroegtijdige interventies, reguliere<br />

hulp, zowel ambulant als residentieel, kortdurende en langdurende zorg, nazorg… . ‘De’ verslavingssector<br />

kent minstens een Vlaams (preventie en ambulante ggz) en een federaal luik (gezondheidszorg) met<br />

toenemende bruggen (afspraken en liaisonfiguren) naar justitie.<br />

De sector is dus op zich reeds zeer complex,maar bovendien kunnen veel maatschappelijke sectoren en<br />

niet-categoriale diensten een fundamentele rol spelen: het onderwijs, personeelsdiensten in bedrijven<br />

enz. spelen een belangrijke detecterende en toeleidende rol, organisaties en diensten in de welzijns- en<br />

gezondheidssector en de geestelijke gezondheidszorg zijn belangrijk binnen het aspect zorg voor personen<br />

met middelenafhankelijkheid.<br />

Beknopte historiek<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Eerste periode na oorlog: lage gebruikcijfers<br />

In de jaren ’50 en ’60 werden problematische alcohol- en pillenverslaafden (barbituraten) ‘verpleegd’ in<br />

PAAZ.<br />

Begin jaren zeventig: opkomst eerste illegaal gebruik.<br />

Halverwege de jaren ’70 (problematisch gebruik cannabis en heroïne) kwam de ‘alternatieve’ hulpverlening<br />

voor druggebruikers tot stand. Voor jongeren in welzijnssector ( met name het JAC), voor<br />

verslaafde heroïnegebruiker TG (gestructureerde gemeenschap type “Emiliehoeve”).<br />

In de jaren ’80 differentieerden de bestaande centra hun aanbod. In deze periode ontstonden ook<br />

vindplaatsgerichte straathoekwerk, de halfweghuizen en de kortdurende programma’s.<br />

Het begin van de jaren ’90 kenmerkt zich door opkomst vaan harm-reduction-strategieën (methadon als<br />

substitutiemiddel)<br />

Vanuit recreatief druggebruik(XTC in het uitgaansmilieu,cannabis) komt de ambulante praktijk weer op de<br />

voorgrond en ontstaan initiatieven ‘vroeghulp’.<br />

Meest recent zijn enerzijds verdere de diversifiëring omtrent specifieke producten (cocaïne) en gedrag<br />

(gokken/internet) aan de orde en toenemende druk tot evaluatie en evidentie voor de gebruikte<br />

methodes.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Nagenoeg elk beleidsniveau draagt via eigen bevoegdheden bij tot het geheel van de bejegening van<br />

middelenafhankelijkheid.<br />

Federaal wordt de beschikbaarheid van middelen ( al/niet verbod, productie, distributie- en verkoopsvoo<br />

rwaarden,reclamewetgeving), de politionele opsporing (illegale drugs, maar ook bijv. verkeerstoezicht legale<br />

middelen) en de justitiële vervolging en strafuitvoering geregeld.<br />

Daarnaast wordt binnen de reguliere gezondheidszorg (AZ,PAAZ en Psy ziekenhuis) lichamelijke zorg en residentiele<br />

ontwenning- en behandeling voorzien. In aanvulling kregen diverse specifieke zorgmodules<br />

(TG,MSOC,dagcentra,…) een rechtstreekse conventie met het RIZIV. Ook in de zorgcoördinatie worden per<br />

provincie middelen geïnvesteerd. Ook werd een interministeriële Cel Drugbeleid opgericht met vertegenwoordigers<br />

van alle bevoegde diensten van de Federale Regering en van de gewesten.<br />

119<br />

119<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

•<br />

<strong>Vlaanderen</strong>: Via Welzijn (caw’s) met diverse opvangvormen en de Geestelijke gezondheidszorg (cgg’s)<br />

met ambulante multidisciplinaire begeleiding worden diverse zorgvormen voorzien.<br />

De Vlaamse overheid is bovendien bevoegd voor preventie. Via regionale preventiewerkers verbonden aan<br />

diverse cgg wordt naar deskundigheidsbevordering van intermediairen gewerkt. Verder geeft <strong>Vlaanderen</strong><br />

een inhoudelijke coördinatieopdracht aan de VAD (Vereniging voor Alcohol - en andere Drugproblemen<br />

–vad.be), de overkoepelende organisatie van alle instellingen die zich in <strong>Vlaanderen</strong> met studie, preventie<br />

en hulpverlening inzake alcohol - en andere drugproblemen bezighouden.<br />

Provincie: De provinciale platforms zijn bevoegd voor de afstemming van een kwaliteitsvol preventie- en<br />

zorgbeleid.<br />

Daarnaast investeren provincie in de ondersteuning/afstemming van lokale initiatieven en<br />

vernieuwingsinitiatieven.<br />

Lokaal: Op lokaal vlak zijn (soms intergemeentelijke) preventiewerkers actief. Ze zorgen ook voor eerste<br />

contacten met specifieke afhankelijkheidszorg en vroegtijdige interventies.<br />

Via lokale drugpreventieplatforms pogen ze alle partners (politie, onderwijs, artsen, ocmw, jeugdwerk,…)<br />

op elkaar af te stemmen.<br />

Ook in het lokaal sociaal beleid en de werking van ocmw’s worden , afhankelijk van de noden, specifieke<br />

initiatieven voorzien.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Er zijn diverse ontwikkelingslijnen terug te vinden:<br />

•<br />

•<br />

Preventie : agendasetting, sensibilisering, vorming omtrent middelen en afhankelijkheid en reactiewijzen<br />

in omgaan ermee: detectie, motiverende vaardigheden en beleidsvoering in diensten en instellingen, … .<br />

Detectie en vroeghulp : in diverse sectoren (arbeid, onderwijs, instellingen, huisartspraktijk) leidt<br />

signaalkennis en een alerte systematische korte reactie op de eerste signalen van misbuik tot het<br />

aanbrengen van probleembesef, het verhogen van motivatie en eerste stappen tot gedragsverandering.<br />

In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er met betrekking tot bovenstaande strategieën twee werkvormen:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Diverse intergemeentelijke samenwerkigsverbanden gecoördineerd door een Steunpunt Lokaal Overleg en<br />

Vroeginterventie<br />

PISAD in zuidelijk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (zie samenwerking)<br />

Zelfhulp : buiten het professionele hulpverleningscircuit bieden lotgenoten in zelfhulpgroepen (bijv.<br />

Anonieme Alcoholisten/SOS Nuchterheid, Werkgroep tegen Gokverslaving,…) elkaar ondersteuning. Er is<br />

ook lotgenotencontact voor partners of voor kinderen van…).<br />

Pro actief op zoek gaan naar de druggebruiker (straathoekwerk). Straathoekwerk is als werkvorm gestart<br />

midden de jaren 1980 en richt zich naast andere doelgroepen ook specifiek op druggebruikers. De<br />

straathoekwerker gaat zelf actief op zoek naar de ‘gasten’ en poogt in contact te komen. Dit is de meest<br />

laagdrempelige en cliëntgeoriënteerde vorm van hulpverlenende bejegening. De hoofddoelstelling van het<br />

straathoekwerk is het verminderen van de kwetsbaarheid van de doelgroep.<br />

Drughulpverlening toegankelijker maken en acute zorg<br />

•<br />

De Dagcentra zijn laagdrempelige voorzieningen die zich richten op een zeer brede doelgroep<br />

van mensen met een drugprobleem (experimenteel gebruik tot afhankelijkheid) en tot hun naaste<br />

omgeving.<br />

De ondersteuning kan individueel of in groep gebeuren en situeert zich vooral op psychosociaal,<br />

administratief en juridisch vlak.<br />

120<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De Crisis Interventie Centra zijn hulpverleningscentra die zich bezighouden met crisisopvang, fysieke<br />

ontwenning en motivatie voor verdere abstinentie. Zij zorgen voor een verdere oriëntatie naar het<br />

meest geschikte vervolgprogramma. Ze hebben meestal illegale druggebruikers als doelgroep.<br />

De Medisch <strong>Sociale</strong> Opvangcentra werden door de Federale Overheid op initiatief van een aantal grote<br />

steden opgericht. Hier combineert men het werken aan onveiligheidsgevoelens bij de burgers met het<br />

werken aan gezondheidszorg.<br />

De bedoeling is afhankelijke, mogelijk gemarginaliseerde druggebruikers te bereiken. De methodiek is<br />

er zeer cliëntgericht en substitutietherapie (methadone ter vervanging van heroïne) is er mogelijk.<br />

Psychiatrische spoed (bijv. UPSIE Gent) en sommige residentiële partners bieden op een aantal<br />

plaatsen urgentiebedden specifiek voor middelenproblematiek<br />

Veranderingsgerichte zorg (acute zorg, ambulante werking, zorg gericht op abstinentie<br />

(ziekenhuisopnames en therapeutische gemeenschappen)<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Diverse cgg hebben een categoriale veranderingsgerichte werking omtrent afhankelijkheid ontwikkeld,<br />

ingebed in het breder kader van geestelijke gezondheidszorg. Veelal is een ondersteunend netwerk<br />

nodig om deze zorgvorm mogelijk te maken.<br />

Kortdurende residentiële zorg en motivering wordt geboden door de PAAZ,veelal beperkt tot volgende<br />

zorgfuncties: detoxificatie, observatie, diagnosestelling en motiveren en doorverwijzen.<br />

Diverse residentiële ziekenhuissettings voorzien in gefaseerde categoriale hulpverlening (detoxificatie,<br />

oriëntatie en motivatie, behandeling, hervalpreventie en resocialisatie) met een lang tot middellang<br />

verblijf.<br />

De Therapeutische Gemeenschappen zijn voorzieningen die meer pedagogisch herstructurerend en<br />

groepsdynamisch georiënteerd zijn en zich vooral tot illegale druggebruikers richten en vertrekken<br />

vanuit de doelstelling om druggebruikers na ontwenning drugvrij te reïntegreren in de maatschappij.<br />

Het programma is steevast langdurig.<br />

Hervalpreventie en integratie van de cliënt in de samenleving (halfweghuizen, begeleid/beschut wonen,<br />

initiatieven tewerkstelling en bijscholing)<br />

Vele residentiële programma’s hebben nazorg uitgebouwd, ter vrijwaring van de bekomen verandering.<br />

Daarnaast biedt men ondersteuning bij het herstructureren van de vrije tijd en de (her)ontwikkeling van<br />

de eventuele beroepsloopbaan. Hier en daar ontstaan vanuit reconversie: afbouw van psychiatrische<br />

bedden woonprojecten specifiek voor cliënten met verslavingsproblemen bedoeld tot verder integreren in<br />

de maatschappij met minimale begeleiding<br />

Doelgroep(en)<br />

‘In den beginne’ waren er vaak ernstige mannelijke alcoholisten (met meer dan vandaag diliriumbeelden<br />

en korsakovpathologie) en ‘pillenmisbruiksters’. Sinds jaren zeventig meldt een steeds diversere doelgroep<br />

zich aan: ook illegale drugs ( zwaar verslavende eigenschap van heroïne; toename van cannabisgebruik;<br />

agressieproblematiek bij amfetamines) werden een aanmeldingsvraag, met daarin, naast nieuwe middelen<br />

(XTC,cocaïne) vooral steeds meer cliënten met poly-druggebruik (deels door de beschikbaarheid gestuurde<br />

mix van diverse illegale middelen, medicatie en alcohol) .<br />

Niet enkel verslaving, maar ook storend gebruik (buurtoverlast…) of gebruik door jongeren (onderwijs,<br />

jeugdwerk,bijzondere jeugdzorg…) worden verwezen naar vroeghulp, steevast met de nodige druk. Let op,<br />

ook diverse jongeren geven hier al blijk van een ernstige cannabisafhankelijkheid. Er wordt dan ook, naast<br />

ambulante vroeghulp, residentiële jongerenhulpverlening voorzien, bijv. Gent en Eeklo<br />

121<br />

121<br />

www.desocialekaart.be


Naast afhankelijkheid aan middelen opent zich, voorlopig projectmatig, de vraag naar zorgaanbod voor<br />

gedragsafhankelijkheid (gokken en gamen-internet).<br />

Naast de gebruiker/verslaafde zelf bieden diverse zorgaanbieders ook modules aan die zich richten naar de<br />

partner, de ouders van of de kinderen van, en dit, niet enkel in het kader van lopende behandeling, maar ook<br />

met het oog op welbevinden van die omgevingspersonen zelf.<br />

Werking<br />

Afhankelijk van de setting worden onderstaande componenten meer-of minder in het zorgaanbod verweven.<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Screening en diagnostiek:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Aangeven van de behandelrichting;<br />

Intakegesprek: klachten – hulpvraag;<br />

Diagnostisch onderzoek in functie van gericht te behandelen<br />

Anamnese van vroeger en huidig gebruik;<br />

Somatisch en psychiatrisch onderzoek, screening van bloed, urine;<br />

Familiale & sociale anamnese, vroegere opnames & behandelingen.<br />

Farmacotherapie:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Behandeling acute intoxicaties;<br />

Bewerkstelligen totale abstinentie (detox);<br />

Stabiliseren gebruik (substitutie);<br />

Voorkomen terugval;<br />

Behandelen psychiatrische comorbiditeit;<br />

Psychosociale behandelmodellen via verbale therapie (psychotherapie, groepsgesprekken, individuele<br />

gesprekken, ….):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Motiverende strategieën (vertaling van klacht naar gedragen hulpvraag);<br />

Cognitief-gedragstherapeutische strategieën;<br />

Contextgericht en systeemtheoretisch werken;<br />

Milieutherapeutisch werken;<br />

Betrekken van familie & kinderen;<br />

Non-verbale therapie (ergo, crea, muziek, beweging, relaxatie, …);<br />

<strong>Sociale</strong> en juridische ondersteuning;<br />

Aanleren van vaardigheden (algemeen sociale, communicatieve, assertiviteits- en tijdsplanningsvaardigheden)<br />

Nazorg en maatschappelijke integratie:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Contactbehoud;<br />

Hervalpreventie;<br />

Farmacotherapie;<br />

Tewerkstellling;<br />

122<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Afstemming en samenwerking<br />

Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg PopovGGZ (Drongen)<br />

Project zorgcoördinatie (FOD Volksgezondheid) + middelen provincie (vooral voor case management<br />

en cliëntenoverleg): Gericht op netwerk met als doel de organisatie van een zorgcircuit<br />

middelenmisbruik (illegale drugs):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Cliëntenoverleg drugs regio groot-Gent;<br />

Project case management (in opdracht van provinciebestuur, ondersteund door UGent);<br />

Inventarisatie zorgaanbod;<br />

Zorgtraject spoed-en crisisopvang van drugverslaafden–groot Gent;<br />

Zorgtraject dubbele diagnose (aansluitend bij project DD FOD VG);<br />

Proefzorg;<br />

Drugbehandelingskamer;<br />

Streven naar betere regionale spreiding.<br />

Voorzieningen betrokken bij het Netwerk Zorgciruit middelenmisbruik:<br />

CAW Artevelde (Gent), CGG Eclips-CAT (Gent), CGG Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, CGG Waas en<br />

Dender, De Kiem (Gavere - Ronse), De Sleutel (Gent), Kliniek De Pelgrim (<strong>Oost</strong>erzele), MSOC<br />

(Gent), PC Sint-Jan-Baptist (Zelzate), PC Sleidinge, PZ Sint-Camillus (Sint-Denijs-Westrem) ,PZ<br />

Sint-Jan (Eeklo),UPSIE (Gent), De Eenmaking-El Wahda- Birlesim (gericht op minderheden)<br />

Therapeutische projecten: Door het RIZIV gefinancierde experimenten1 die overleg rond<br />

een patiënt (met langdurige en complexe problematiek) binnen een bepaalde patiëntengroep<br />

organiseren en/of coördineren – het betreft steeds een samenwerking tussen 1e, 2e en 3e lijnsgezondheidszorg.<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Multizorgbenadering en – behandeling van alcoholmisbruik en- verslaving bij vrouwen;<br />

Alcoholteam – aanmelding en inschakeling in een zorgtraject voor volwassenen met een<br />

alcoholproblematiek;<br />

Integraal Jongeren Drugoverleg vanuit de regio Gent-Eeklo: maandelijks cliëntoverleg –<br />

voor jongeren met zich ernstig ontwikkelend middelenmisbruik met voorziene nood aan<br />

complexe begeleiding van de gerelateerde psychische- en gedragsproblematiek;<br />

Problematisch middelenmisbruik jonge gebruikers Dendermonde: zorgtraject uitstippelen<br />

voor jongeren met ernstig ontwikkelend middelenmisbruik en bijkomende GGZ-problemen,<br />

waar een gecoördineerde netwerkaanpak zich opdringt.<br />

PARDOV–Provinciale Adviesraad Drugbeleid <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Bijdragen tot verdere uitbouw<br />

van een provinciaal drugbeleid dat tegelijk specifiek is voor het provinciale beleidsniveau én<br />

rekening houdt met het beleid van andere overheidsniveaus. Bedoeling is tot een duurzaam en<br />

integraal drugbeleid te komen op lan ge termijn dat oog heeft voor het continuüm preventie<br />

over verslavingszorg tot handhaving.<br />

Samenstelling: deskundigen uit preventie, vroeginterventie-vroeghulp, verslavingszorg en<br />

handhaving (politie en justitie)<br />

PISAD-Provinciaal intergemeentelijk samenwerkingsverband voor drugsbegeleiding Zuid-<strong>Oost</strong><br />

<strong>Vlaanderen</strong> : Provinciaal bedrijf, vooral bezig met preventie en vroeginterventie met antennes<br />

in Brakel, Denderleeuw, Gavere, Geraardsbergen, Haaltert, Liedekerke, Ninove, Oudenaarde,<br />

Ronse en Zottegem<br />

123<br />

123<br />

www.desocialekaart.be


Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Verbeterde Samenwerking Justitie-HV (bijv. vanuit manco’s van klassieke probatie):<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Project proefzorg arrondissement Gent = alternatieve afhandelingsmodaliteit waarbij middelengebruikers<br />

met enkelvoudige misdrijven reeds op het niveau van het parket kunnen doorgestuurd<br />

worden naar de hulpverlening;<br />

Drugbehandelingskamer Correctionele rechtbank;<br />

Nauwe samenwerking tussen gerecht, parket, balie, hulpverlening en justitiehuis om op het niveau<br />

van de rechtbank een snelle doorverwijzing van de drugsgebruikende beklaagde naar de hulpverlening<br />

te realiseren door het uitstellen van het vonnis onder voorwaarde van een behandeltraject.<br />

Evidence based werken:<br />

•<br />

•<br />

Expliciet en oordeelkundig gebruik maken van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te<br />

nemen voor individuele patiënten<br />

Cave: vast protocollen moeilijk voor nog weinig gemotiveerde cliënten<br />

Nieuwe doelgroepen: Internet, cocaïnegebruik : nieuw behandelparadigma vereist?<br />

Tekort gespreidde ambulante zorg en vroeghulp<br />

On-line-hulpverlening<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.vad.be<br />

124<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en Drugbeleid<br />

Provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> heeft de afgelopen 14 jaar veel geïnvesteerd in de promotie van samenwerking en<br />

kwaliteit binnen de sectoren drugpreventie en drughulpverlening.<br />

Op het gebied van drugpreventie heeft het provinciebestuur een traditie van het ondersteunen van lokale<br />

besturen, zowel inhoudelijk als financieel. Drugpreventie moet immers lokaal en structureel gebeuren via een<br />

lokaal intersectoraal overleg rond de uitwisseling van informatie, ervaringen en methodieken.<br />

Op dit momenten ondersteunt het provinciebestuur 70 % van de <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeenten financieel én<br />

inhoudelijk in hun uitbouw van een lokaal drugpreventiebeleid.<br />

Die ondersteuning gebeurt op twee manieren:<br />

•<br />

•<br />

In Zuid-<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> via het gewoon provinciebedrijf PISAD, waarvan 19 Zuid-<strong>Oost</strong>-Vlaamse<br />

gemeenten lid zijn;<br />

Via het provinciaal subsidiereglement op de intergemeentelijke drugpreventie, waardoor dit jaar 26<br />

gemeenten - in zeven intergemeentelijke samenwerkingsverbanden - financieel ondersteund worden.<br />

Voor de inhoudelijke ondersteuning werkt het provinciebestuur al jaren samen met het CAT Preventiehuis<br />

(een deelwerking van CGG Eclips). Het Provinciaal Steunpunt Lokaal Overleg en Vroeginterventie heeft een<br />

algemene provinciale opdracht in het inhoudelijk ondersteunen van lokale besturen bij het ontwikkelen van<br />

een lokaal drugbeleid. Op vraag van een gemeente wordt gekeken op welke manier een drugpreventiebeleid<br />

kan uitgewerkt worden. Het lokaal drugoverleg wordt ter plaatse opgevolgd.<br />

De coördinatie binnen de sector van de drughulpverlening is op de eerste plaats een zoektocht naar geschikte<br />

instrumenten en methodieken om de samenwerking binnen de sector daadwerkelijk tot stand te brengen. We<br />

hebben de afgelopen jaren vele positieve resultaten geboekt. Resultaten die er maar gekomen zijn dank zij de<br />

goede samenwerking van de provincie met het overlegplatform PopovGGZ, de vakgroep Orthopedagogiek van<br />

de Universiteit Gent en - als belangrijkste partner - het werkveld zelf.<br />

Dankzij de samenwerking met en financiële ondersteuning van het netwerk drughulpverlening via PopovGGZ<br />

wordt de verdere uitbouw en coördinatie van het case management binnen de verslavingszorg verzekerd,<br />

gekoppeld aan coördinatie en ondersteuning van regionale samenwerking en netwerkvorming, waarbij de<br />

methodieken van cliëntenoverleg drugs en case management worden overgedragen naar de andere regio’s.<br />

Het project case management speelt ook een belangrijke rol in de samenwerking met justitie: het pilootproject<br />

Proefzorg (van gestart gegaan in 2005) en in het project Drugbehandelingskamer dat in 2008 van<br />

start is gegaan. Meer specifiek wordt op uitdrukkelijke vraag van de rechtbank van Gent de coördinatie van<br />

de liaisons hulpverlening opgenomen via het project zorgcoördinatie.<br />

Een belangrijk resultaat is dat in 2003 13 zorgvoorzieningen uit de drughulpverlening een overeenkomst<br />

afsloten voor de oprichting van een netwerk voor de uitbouw van een zorgcircuit middelenmisbruik.<br />

Verder investeert de Provincie in de uitbouw van regionale antennes voor medisch-sociale opvang van<br />

drugverslaafden.<br />

Vorig jaar werd ook de provinciale adviesraad drugbeleid in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> - kortweg PARDOV - geïnstalleerd.<br />

Deze adviesraad geeft beleidsadviserend mee richting aan het reeds sterk uitgebouwde provinciaal<br />

drugbeleid in een complexere context. Via PARDOV maken we momenteel werk om de methodiek van<br />

vroeginterventie en de plaats van de intergemeentelijke drugpreventiewerkers te verankeren in het totaalplaatje<br />

van een geïntegreerd drugbeleid, waarbij alle partners en methodieken op elkaar worden afstemd<br />

binnen een continuüm van preventie, vroeginterventie, hulpverlening en handhaving.<br />

125<br />

125<br />

www.desocialekaart.be


Provinciaal drugbeleid<br />

Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake drugs ingebed in de<br />

dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />

Doelstellingen<br />

De hoofddoelstelling van het provinciale drugbeleid is het versterken van de intergemeentelijke drugpreventie<br />

en vroeginterventie.<br />

In concreto betekent dit: het ondersteunen en stimuleren van gemeenten in het uitwerken en uitvoeren van<br />

een lokaal drugbeleid (drugpreventie en vroeginterventie) binnen een gezondheids- en welzijnsbevorderend<br />

beleid (niet overlast, veiligheid en criminaliteit). Een effectieve preventie is ingebed in een zo laag mogelijk<br />

bestuursniveau om de continuïteit te bewaken en de betrokkenheid van de lokale bevolking te realiseren.<br />

Acties<br />

De provincie onderneemt verschillende acties in het kader van haar drugbeleid:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Voorzien van financiële ondersteuning voor intergemeentelijke samenwerkingen rond drugpreventie;<br />

Voorzien van inhoudelijke ondersteuning via het Provinciaal Steunpunt Lokaal Drugoverleg en Vroeginterventie;<br />

Opvolgen van alle beheerscomités van interlokale verenigingen;<br />

Organiseren van uitwisselings- en overlegmomenten voor drugpreventiewerkers;<br />

Participeren aan en voorstellen van het provinciaal beleid op diverse lokale, intergemeentelijke en<br />

regionale overleggen;<br />

Continu werken aan de kwaliteit van preventie en vroeginterventie.<br />

Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

Subsidies aan samenwerkingsinitiatieven intergemeentelijke drugpreventie;<br />

Subsidiëring van intergemeentelijke samenwerkingsinitiatieven voor de uitbouw van een laagdrempelige<br />

medisch-sociale opvang van drugverslaafden of medisch-sociaal inlooppunt (msip).<br />

Meer info:<br />

Bert Mostien, 09 267 75 49, bert.mostien@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Drugpreventie’<br />

126<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

7. Etnisch-Culturele Minderheden<br />

127<br />

127<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Voorzieningen voor etnisch-culturele minderheden<br />

Sector ‘Inburgering’<br />

Karen Vanbrabant, Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

In samenwerking met de besturen van steden en gemeenten, in samenwerking met enkele partners zoals<br />

het Huis van het Nederlands en de VDAB, moeten de onthaalbureaus de inburgeraars ontvangen en hen een<br />

aangepast inburgeringprogramma voorstellen. De onthaalbureaus begeleiden elke cliënt zoveel mogelijk op<br />

maat gedurende maximaal één jaar. Ze bieden een cursus oriëntatie in de maatschappij aan in een taal die<br />

de cliënt begrijpt. Samen met eerstelijnspartners als het ‘Huis van het Nederlands’ en VDAB zorgen wij dat<br />

de cliënt Nederlands en loopbaanoriëntatie kan volgen. De trajectbegeleiders trachten in de mate van het<br />

mogelijke individueel te begeleiden, door te verwijzen of zelf op vragen te antwoorden. Het is ook de taak van<br />

de onthaalbureaus om te controleren of de inburgeraars dit inburgeringprogramma naar behoren volgen en<br />

afwerken. Bij het uitvoeren van deze opdrachten vertrekt Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vanuit onderstaande<br />

principe:<br />

Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw is een jonge, pluralistische organisatie die zich tot doel stelt de<br />

maatschappelijke participatie van nieuwkomers en oudkomers te helpen bevorderen, ongeacht hun<br />

huidskleur, afkomst, geslacht of geloof.<br />

Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> wil dit doen door de maatschappelijke kwetsbaarheid - verbonden met het<br />

‘vreemd zijn’ in onze samenleving - te reduceren, door aan inburgeraars en die samenleving kapstokken<br />

te bieden om de communicatie tussen beiden te bevorderen. Hierbij ligt de nadruk op het bevorderen van<br />

de zelfredzaamheid van de inburgeraar en het verbreden van zijn maatschappelijk netwerk, met het oog<br />

op een actieve en volwaardige deelname aan de nieuwe samenleving.<br />

In dit alles gaat Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> uit van een gedeelde verantwoordelijkheid van de<br />

inburgeraar, Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en de samenleving.<br />

Beknopte historiek<br />

Inburgering heette bij de start van Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw nog ‘Onthaal van Nieuwkomers’ en werd<br />

via projectsubsidies al langer op het terrein uitgevoerd. Vijf kleinere onthaalbureaus waren reeds actief in<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

In Sint-Niklaas (in opdracht van de Stad Sint-Niklaas);<br />

In Ronse (in opdracht van de stad Ronse);<br />

In Aalst (in opdracht van de ondertussen opgeheven vzw Kom-Pas Aalst);<br />

In Dendermonde (in opdracht van het toenmalig Provinciaal Integratiecentrum <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, intussen<br />

Odice);<br />

In Eeklo (in opdracht van het Provinciaal Integratiecentrum <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>, intussen Odice).<br />

‘Onthaal Nieuwkomers <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw’ is op 1 oktober 2003 door een aantal geëngageerde individuen,<br />

organisaties en lokale besturen opgericht en is sindsdien verantwoordelijk voor de uitvoering van het inburgeringsdecreet<br />

in de provincie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent.<br />

Sinds 2008 heet het onthaalbureau officieel ‘Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw’, in het kader van een gemeenschappelijke<br />

naam- en huisstijl voor alle onthaalbureaus in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />

128<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Sinds april 2004 is het eerste Decreet Inburgering in werking: Vanaf 1 april 2004 mag of moet de inburgeraar<br />

die zich inschrijft in de gemeente een inburgeringstraject volgen. Het onderscheid tussen recht en plicht<br />

wordt gemaakt op basis van internationale verdragen, waaronder het EU-verdrag. Inburgeraars die zich<br />

inschrijven in een van de negentien Brusselse gemeenten, worden niet verplicht.<br />

In juli 2006 heeft de regering een nieuw Decreet Inburgering goedgekeurd. Dit decreet maakte de groep<br />

verplichte inburgeraars heel wat groter.<br />

De bevoegdheid Inburgering is opeenvolgend binnen Groen!, VLD en N-VA opgenomen. Dit heeft heel wat<br />

inhoudelijke wijzigingen met zich meegebracht, al dan niet vertaald in bijkomende uitvoeringsbesluiten bij<br />

genoemde decreten.<br />

Huidig minister van inburgering is Geert Bourgois.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

Sinds 2004 erkent en subsidieert de Vlaamse overheid 8 onthaalbureaus:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Inburgering West-<strong>Vlaanderen</strong> (de SOM);<br />

Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw (zonder Gent);<br />

Inburgering Gent vzw;<br />

Inburgering Antwerpen (PINA);<br />

Inburgering Antwerpen provincie (Prisma);<br />

Inburgering Brussel (BON vzw);<br />

Inburgering Vlaams Brabant;<br />

Inburgering Limburg vzw.<br />

Doelgroep(en)<br />

Het inburgeringsbeleid is bedoeld voor vreemdelingen van 18 jaar en ouder die zich langdurig in <strong>Vlaanderen</strong><br />

of Brussel komen vestigen. Ook Belgen die in het buitenland geboren zijn en van wie minstens een van de<br />

ouders niet in België geboren is, kunnen inburgeren.<br />

Asielzoekers die nog geen vier maanden geleden asiel aanvroegen en mensen die hier met een tijdelijk doel<br />

verblijven of geen geldige verblijfspapieren hebben, hebben géén recht op inburgering.<br />

U hebt het recht om een inburgeringstraject te volgen als u:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een vreemdeling bent<br />

•<br />

•<br />

Ingeschreven in een Vlaamse of Brusselse gemeente;<br />

Met de bedoeling om lange tijd in België te blijven wonen.<br />

Of een Belg<br />

•<br />

•<br />

Die woont in <strong>Vlaanderen</strong> of Brussel maar in het buitenland geboren is;<br />

Van wie minstens één van de ouders in het buitenland geboren is.<br />

Als u bovendien een nieuwkomer bent of bedienaar van een erkende eredienst, bent u misschien verplicht<br />

tot inburgering.<br />

129<br />

129<br />

www.desocialekaart.be


Als u verplicht bent tot inburgering, is het heel belangrijk dat u zich op tijd bij ons komt aanmelden, dat u<br />

meewerkt bij het opstellen van een inburgeringscontract en dat u voldoende in de lessen aanwezig bent.<br />

Zoniet kan er een sanctie volgen.<br />

Werking<br />

Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw heeft haar administratieve zetel in Gent. Coördinatoren, stafmedewerkers<br />

en ondersteunend personeel voor het ganse onthaalbureau hebben hier hun bureaus, net als de leerkrachten<br />

maatschappelijke oriëntatie. Op hetzelfde adres gaan alle lessen maatschappelijke oriëntatie door.<br />

Verder zijn er 17 loketten in de provincie, waar trajectbegeleiders werken.<br />

Inburgeraars zijn vrij zich aan te melden op een plaats naar keuze, bij voorkeur na een telefonische afspraak.<br />

Voor meer adressen, plannetjes en openingsuren: surf naar www.oostvlaanderen.inburgering.be of bel naar<br />

een van onze vestigingen.<br />

•<br />

•<br />

De eerste stap: Al wie zich uit het buitenland in een <strong>Oost</strong>-Vlaamse gemeente (behalve Gent) komt<br />

vestigen, met de bedoeling lang of voorgoed in ons land te blijven, wordt door het onthaalbureau zelf<br />

uitgenodigd voor een eerste gesprek. Maar ook wie al langer in het land verblijft, is welkom.<br />

Een trajectbegeleider gaat na of de persoon in kwestie recht heeft op inburgering of er eventueel toe<br />

verplicht is. Al naargelang interesse en/of plicht start de trajectbegeleider samen met hem of haar een<br />

individueel inburgeringstraject op. Daarbij houdt de trajectbegeleider zoveel mogelijk rekening met de<br />

agenda, de toekomstperspectieven, de competenties, de talenkennis, de werk- en gezinssituatie van de<br />

inburgeraar.<br />

Samen onderweg: Cursussen en trajectbegeleiding.<br />

Een inburgeringstraject bestaat uit twee luiken:<br />

•<br />

•<br />

Individuele begeleiding door de trajectbegeleider (trajectbegeleiding);<br />

Een vormingsprogramma. Het vormingsprogramma wordt door de trajectbegeleider en inburgeraar<br />

samen bijeengepuzzeld en kan tot drie cursussen bevatten: maatschappelijke oriëntatie, Nederlands<br />

en loopbaanoriëntatie.<br />

Maatschappelijke oriëntatie<br />

• wordt gegeven door leerkrachten van het onthaalbureau zelf, in<br />

meer dan tien verschillende talen. Deze opleiding van ongeveer 60 uur focust niet alleen op kennis<br />

over het leven in België, er worden vooral ook vaardigheden aangeleerd die mensen moeten<br />

helpen beter zelf hun weg te vinden in onze samenleving.<br />

Er zijn intensieve en minder intensieve cursussen en voor mensen die voltijds werken of studeren<br />

organiseert Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> vzw ook avond- en zaterdagcursussen.<br />

Alle inburgeraars kunnen maatschappelijke oriëntatie volgen in een taal die ze zelf voldoende<br />

beheersen. Door het aanbod te centraliseren in Gent, kunnen we voldoende instapmomenten<br />

garanderen in voldoende verschillende talen. Ongeveer zes keer per jaar starten er nieuwe<br />

cursussen, onder andere in het Arabisch, Engels, Frans, Russisch, Thai, Turks, … .Voor de<br />

allerkleinste taalgroepen doen we beroep op tolken.<br />

De trajectbegeleiders begeleiden hun cliënten in het vinden van een gepaste cursus. Indien nodig<br />

helpen ze met het vinden van de beste transportmogelijkheden naar de lesplaats. Inburgeraars<br />

met een beperkt inkomen kunnen eventueel aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming<br />

voor vervoer van en naar de lessen of kinderopvang tijdens de lesuren van maatschappelijke<br />

oriëntatie.<br />

130<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

• Nederlands:<br />

Voor iedereen die nog geen basiskennis heeft van onze taal, komt daar nog eens<br />

een cursus Nederlands bij. Het spreekt voor zich dat wie vele jaren onderwijs heeft genoten, een<br />

andere cursus nodig heeft dan wie amper kan lezen en schrijven in de eigen taal. Daarom zoeken<br />

de medewerkers van het Huis van Het Nederlands voor iedereen een geschikte beginnerscursus.<br />

Afhankelijk van de scholingsgraad en/of testresultaten, wordt het een cursus van 240 tot 600 uur<br />

bij een Centrum voor Basiseducatie, een module van 80 tot 180 uur bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs<br />

of een superintensieve cursus van 60 tot 90 uur bij een Universitair Talencentrum.<br />

•<br />

Inburgeraars die willen werken (en gezien hun verblijfsstatuut ook mogen), hebben bovendien<br />

recht op een derde opleidingsonderdeel binnen het inburgeringstraject: bij VDAB kunnen<br />

ze ‘loopbaanoriëntatie’ volgen. Zo’n module kan - afhankelijk van het profiel van de<br />

inburgeraar - bestaan uit een korte lessenreeks of uit een aantal individuele gesprekken met een<br />

inburgeringsconsulent van VDAB. Tijdens deze bijeenkomsten helpt VDAB de inburgeraars de<br />

eigen ervaring, opleiding, professionele wensen en verwachtingen én de mogelijkheden hier op de<br />

arbeidsmarkt met elkaar af te wegen. Onder deskundige begeleiding maakt de inburgeraar uiteindelijk<br />

een gefundeerde keuze voor een beroep(ssector).<br />

De aankomst: geen eindhalte<br />

Een inburgeringstraject wordt idealiter na een periode van maximum 1 jaar afgesloten. Wat houdt de<br />

inburgeraar daar dan aan over?<br />

Om te beginnen een ‘attest van inburgering’, zeg maar een officiële proficiat voor de geleverde inspanningen.<br />

Voor sommigen kan dit document deuren (helpen) openen: naar een sociale woning bv., of naar<br />

gratis (vervolg)cursussen Nederlands.<br />

Verder: een hoop nieuwe vrienden. En vooral: de nodige bagage om zelf -zonder ondersteuning van het<br />

onthaalbureau- een vervolg te schrijven aan het eigen inburgeringsverhaal. Dit betekent trouwens niet<br />

dat er geen verdere begeleiding meer mogelijk is: veel inburgeraars kiezen ervoor in te stappen in een<br />

‘secundair inburgeringstraject’, dat kan bestaan uit verdere opleiding en begeleiding bij VDAB, of vervolgcursussen<br />

Nederlands, of aansluiting bij een socio-culturele vereniging, … .<br />

Contracten, attesten en boetes: Het inburgeringprogramma is gratis maar niet vrijblijvend! Veel mensen<br />

komen uit eigen beweging bij het onthaalbureau aankloppen, anderen zijn hier sowieso door de overheid<br />

toe verplicht. Deze mensen worden hierover per aangetekende brief door het onthaalbureau ingelicht.<br />

Wanneer ze zich op het onthaalbureau komen aanmelden, krijgen ze als bewijs hiervan een attest<br />

van aanmelding. Ongeacht de eventuele wettelijke verplichting, sluit iedere inburgeraar die een<br />

inburgeringstraject wil volgen, een contract van inburgering af met het onthaalbureau. Hiermee engageert<br />

de inburgeraar zich om de overeengekomen cursussen regelmatig bij te wonen. Wie het contract<br />

correct naleeft, wordt beloond met een attest van inburgering.<br />

Het contract niet naleven (bv. door te vaak afwezig te zijn in de lessen) kan dan weer leiden tot een<br />

administratieve geldboete. De verplichte inburgeraar moet daarna opnieuw een inburgeringstraject te<br />

starten.<br />

Natuurlijk bestaan er ook redenen om een traject tijdelijk op te schorten, bv. bij ziekte of wegvallen van<br />

kinderopvang.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

•<br />

•<br />

Inburgering<br />

www.inburgering.be: de site over inburgering van de Vlaamse Overheid<br />

www.oostvlaanderen.inburgering.be<br />

www.gent.inburgering.be: Inburgering stad Gent<br />

Onze partners voor het inburgeringstraject<br />

www.hvnoostvlaanderen.be: Huis van het Nederlands <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

www.hvngent.be: Huis van het Nederlands Gent<br />

131<br />

131<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

•<br />

www.vdab.be: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

www.oost-vlaanderen.be: de site van de provincie<br />

www.odice.be: <strong>Oost</strong>-Vlaams DiversiteitsCentrum<br />

Info voor en over vreemdelingen<br />

www.vreemdelingenrecht.be: wegwijs in het vreemdelingenrecht<br />

www.vmc.be: Vlaams Minderhedencentrum<br />

www.minderhedenforum.be: spreekbuis en belangenbehartiger van de etnisch-culturele minderheden<br />

www.diversiteit.be: centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding<br />

www.newintown.be: info voor wie nieuw is in België (in Nederlands en Frans)<br />

Onderwijs<br />

www.huizenvanhetnederlands.be: alle Huizen van het Nederlands in <strong>Vlaanderen</strong><br />

www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/volwassen: volwassenonderwijs<br />

www.ond.vlaanderen.be/onthaalonderwijs/: onthaalonderwijs<br />

www.basiseducatie.be: alle centra voor basiseducatie<br />

www.ond.vlaanderen.be: Vlaams ministerie van onderwijs en vorming<br />

www.ond.vlaanderen.be/naric: Naric, dienst voor gelijkschakeling van buitenlandse diploma’s<br />

132<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Voorzieningen voor etnisch-culturele minderheden<br />

Sector ‘de integratiecentra’<br />

Jos Jacobs, <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum (ODiCe)<br />

Missie en opdrachten<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Voorzieningen, besturen, diensten en organisaties helpen bij het verhogen van hun toegankelijkheid voor<br />

etnisch-culturele minderheden;<br />

Lokale besturen ondersteunen in de bepaling, uitvoering en evaluatie van hun integratiebeleid;<br />

Bijdragen tot een genuanceerde beeldvorming over de etnisch-culturele verscheidenheid in de<br />

samenleving;<br />

Contact bevorderen, ontmoeting en respect over de etnisch-culturele grenzen heen.<br />

Beknopte historiek<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Sinds eind jaren ’60 …<br />

Een verscheidenheid aan initiatieven van vakbonden, vrijwilligersgroepen, sociale voorzieningen: hulpverlening:<br />

taallessen, huisvesting, socio-culturele activiteiten, opleiding- en tewerkstelling, belangenbehartiging,<br />

huistaakbegeleiding, ... ;<br />

Besluit van de Vlaamse Regering in 1990 ...<br />

Erkenning van lokale integratiecentra, regionale centra (ondersteuning), Vlaams Centrum voor de Integratie<br />

van Migranten met nog steeds een ruime keuzemogelijkheid aan activiteiten. In Gent zijn er vier<br />

lokale integratiecentra en één stedelijke integratiedienst. In de rest van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zijn er zes zeven<br />

lokale integratiecentra en één regionaal integratiecentrum.<br />

Het Vlaamse minderhedendecreet van 1998 ...<br />

Een kader voor een Vlaams minderhedenbeleid, beperking en verduidelijken van de kernopdrachten, een<br />

fusie van de integratiecentra tot provinciale en grootstedelijke lokale integratiecentra, de mogelijkheid tot<br />

oprichting van gemeentelijke integratiediensten. In Gent fuseren de vier integratiecentra tot één lokaal<br />

integratiecentrum. In de rest van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> fuseren de centra tot één provinciaal centrum. In<br />

steeds meer steden en gemeenten wordt een integratiedienst opgericht.<br />

Het Vlaams integratiedecreet van 2009 s<br />

Gericht op toegankelijkheidsverhoging van voorzieningen en samenleven in diversiteit, taakafbakening<br />

tussen integratiecentra en het minderhedenforum, uitvoeren een inclusief en horizontaal Vlaams integratiebeleid,<br />

regierol voor de lokale overheid, erkenning van tolk- en vertaal diensten. In <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

zonder Gent hergroepeert ODiCe zich eerst in regiohuizen, vervolgens centraal in Gent.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Vlaams minderhedendecreet, 28 april 1998, gewijzigd door het Vlaams integratiedecreet, 22 april 2009<br />

erkent:<br />

•<br />

Op Vlaams niveau:<br />

•<br />

•<br />

Het Vlaams Minderhedencentrum (wordt een Vlaams Expertisecentrum voor Migratie en Integratie,<br />

onder meer ter ondersteuning van de sector);<br />

Het Minderhedenforum als organisatie voor de participatie van etnisch-culturele minderheden.<br />

133<br />

133<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

Op provinciaal niveau: 5 provinciale integratiecentra (provinciale overheid of vzw, zoals in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>),<br />

voor <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: het <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum, ODiCe vzw.<br />

Op lokaal niveau:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een particulier (vzw) integratiecentrum voor Antwerpen en Gent, voor Gent het Intercultureel<br />

Netwerk Gent, ING vzw.<br />

Een gemeentelijke of stedelijke integratiedienst (in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>: Gent, Aalst, Sint-Niklaas,<br />

Temse, Lokeren, Denderleeuw, Ronse, Zele)<br />

Voor Brussel een particulier integratiecentrum.<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

ING en ODiCe werken autonoom en in overleg, elk op een eigen werkingsgebied, respectievelijk Gent en<br />

<strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> zonder Gent.<br />

De integratiediensten zijn gemeentelijke diensten, soms ondergebracht in een andere gemeentelijke dienst<br />

(samenleven, welzijn, cultuur).<br />

ODiCe brengt de gemeentelijke diensten samen en ondersteunt hen.<br />

Doelgroep(en)<br />

Enkel het Minderhedenforum houdt de etnisch-culturele minderheden over als specifieke doelgroep. Bovendien<br />

wordt die doelgroep specifieker omschreven: minstens één van de ouders is als niet-Belg geboren, woonwagenbewoners<br />

en vreemdelingen zonder wettig verblijf (voor bepaalde aspecten).<br />

De rest van de sector richt zich tot (overheids)diensten, voorzieningen en de ‘hele samenleving’.<br />

Werking<br />

Aanbod van ODiCe:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Voor het lokaal beleid, bestuur, OCMW en gemeentelijke diensten:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Beleidsondersteuning voor het lokaal integratiebeleid;<br />

Ondersteuning voor integratiediensten of bij de oprichting van zo’n dienst;<br />

Beleidsondersteuning voor het lokale woonwagenbeleid;<br />

Procesbegeleiding van cultuur-, sport- en jeugddiensten.<br />

Voor organisaties, diensten, voorzieningen die kiezen voor kleur:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Procesbegeleiding;<br />

Projectwerk;<br />

Interculturele trainingvoor beroepskrachten.<br />

Voor wie hulp verleent aan vluchtelingen en mensen met een onzeker verblijf:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Verblijfsrechten en aanverwante rechten: publicaties, vormingen;<br />

Toegang tot gezondheidszorg: publicaties, vormingen;<br />

Mind-Spring, psychosociale hulp door en voor vluchtelingen;<br />

Overlegplatform van lokale vrijwilligersgroepen voor vluchtelingenwerk;<br />

Helpdesk Vreemdelingenrecht;<br />

134<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

Helpdesk Gezondheidszorg.<br />

Voor wie ter plekke werkt aan intercultureel samenleven:<br />

•<br />

•<br />

Interculturele actie;<br />

Interculturele vorming.<br />

Het aanbod van ING is vergelijkbaar, maar dan gericht op de stad Gent en in afstemming met het aanbod van<br />

de stedelijke integratiedienst. De gemeentelijke diensten staan in voor de regie over het lokaal integratiebeleid<br />

en zijn daarnaast vooral gericht op de toegankelijkheid van de gemeentelijke dienstverlening en het<br />

bevorderen van de sociale cohesie.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Omwille van de nieuwe opdracht voert de integratiesector weinig of niets meer uit zonder samen te werken<br />

met reguliere diensten en voorzieningen of het middenveld.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

De interculturalisering van voorzieningen wordt niet opgelegd. De sector kan enkel doelgericht werken als er<br />

bereidheid is in de voorzieningen en de samenleving.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.odice.be<br />

www.ingent.be<br />

www.vmc.be<br />

www.minderhedenforum.be<br />

135<br />

135<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en diversiteit<br />

De provincie neemt een belangrijke rol op inzake diversiteit.<br />

Niettegenstaande het provinciebestuur een onafhankelijke positie inneemt t.a.v. het Inburgeringsdecreet,<br />

houdt ze er natuurlijk wel rekening mee.<br />

Het Integratiedecreet bepaalt dat de provinciebesturen dienen te voorzien in maatregelen in hun beleidsdomeinen,<br />

coördinatie en overleg met betrokken actoren, advies van de minderheden om het integratiebeleid<br />

te realiseren. Ze kunnen zelf een integratiecentrum oprichten of samenwerken met een particulier centrum,<br />

waarvoor het provinciebestuur van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> koos.<br />

Team Insluiting en Diversiteit<br />

Vóór de herstructurering van de provinciale diensten rond Welzijn en Gezondheid behoorde dit terrein tot een<br />

aparte ‘dienst Minderheden’. Inschakeling in het team Insluiting en Diversiteit in de dienst Maatschappelijke<br />

Participatie is dus symptomatisch voor de nieuwe, geïntegreerde en inclusieve aanpak van het provinciaal<br />

sociaal beleid.<br />

Doelstellingen<br />

Het team Insluiting en Diversiteit wil volgende doelstellingen van het provinciaal beleid realiseren:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een toegankelijke en kwaliteitsvolle dienst- en zorgverlening kunnen aanbieden aan alle <strong>Oost</strong>-Vlamingen<br />

en in het bijzonder aan etnisch-culturele minderheden en andere kansengroepen;<br />

De maatschappelijke kansen en participatie bevorderen voor etnisch-culturele minderheden en alle kwetsbare<br />

groepen in onze maatschappij;<br />

Het samenleven in diversiteit bevorderen voor iedereen.<br />

Acties<br />

De acties van het team Insluiting en Diversiteit zijn zeer verscheiden. Wij willen onze doelstellingen bereiken<br />

door bijvoorbeeld:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het gratis aanbieden van een sociale tolk- en vertaalservice voor niet-courante talen, waar diensten,<br />

voorzieningen en instellingen (geen individuen!) een beroep kunnen doen op sociaal tolken en vertalers<br />

om hun hulp-/dienstverlening aan anderstaligen te optimaliseren;<br />

Het ondersteunen van interculturaliserings- en diversifiëringsprocessen binnen de dienst- en zorgverlening;<br />

Het stimuleren van interculturele competenties in de beroepsopleidingen;<br />

Het verbeteren van arbeidskansen voor kansengroepen;<br />

Het helpen ontwikkelen van vormingen en methodieken inzake diversiteit.<br />

Vanzelfsprekend doen wij dit alles in het kader van het integraal en inclusief provinciebeleid ter zake, waarbij<br />

wij samenwerken met andere diensten binnen ons bestuur én met derden.<br />

136<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Subsidie<br />

Naast de eigen activiteiten wil het provinciebestuur ook elke instelling of organisatie aanmoedigen om<br />

initiatieven op te zetten die kunnen leiden tot emancipatie en integratie van migranten, asielzoekers en<br />

vluchtelingen, of die de interculturele verstandhouding en het respect voor diversiteit kunnen bevorderen.<br />

Zo voorziet het provinciebestuur in een jaarlijkse toelage aan de integratiecentra (ODiCe en ING). Maar ook<br />

andere initiatiefnemers kunnen bij het team Insluiting en Diversiteit ook terecht kan voor projectsubsidie.<br />

Meer info:<br />

David Talloen, 09 267 71 46, david.talloen@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’, daarna voor ‘Gelijke kansen’, waarna je kan<br />

kiezen tussen ‘Diversiteit’, ‘Etnisch-culturele minderheden’, …<br />

137<br />

137<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

8. Ouderen<br />

138<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Woonmogelijkheden voor ouderen<br />

Marc Vanderbeken, directeur Woon en zorgcentrum Heilig Hart<br />

Als men de dag van vandaag over oud worden spreekt dan denkt men vooral aan leven en gezondheid of<br />

wonen en zorg. Beiden zijn onafwendbaar aan elkaar verbonden. De nood aan zorg bepaalt vaak waar en<br />

hoe de oudere woont en leeft.<br />

Mensen worden ouder. Elk jaar stijgt de levensverwachting met een seizoen van 3 maand. Het is vooral<br />

de groep hoogbejaarden die heel snel toeneemt. Men heeft uitgerekend dat er in 2050 ongeveer 3 keer<br />

zoveel tachtig - jarigen en tien keer zoveel honderd - jarigen zullen zijn als vandaag. Wij zien ook dat<br />

zorgbehoefte toeneemt met de leeftijd. Wel is het zo dat er geen lineaire correlatie is tussen leeftijd en<br />

zorg, toch moeten we ervan uitgaan dat ouderenzorg, zowel thuis als residentieel, in een pijlsnelle lift zit.<br />

Missie en opdrachten<br />

Ouderenzorg is erop gericht mensen van hoge leeftijd bij te staan in al zijn aspecten: fysisch, mentaal en<br />

sociaal. Ouderenzorg moet erop gericht zijn de oudere in al zijn/haar waardigheid te laten leven, autonoom te<br />

laten functioneren daar te ondersteunen daar waar nodig.<br />

Waardigheid betekent hier ook streven om zo lang mogelijk in het vertrouwde milieu te laten wonen, leven<br />

en functioneren met alle bijstand van de thuiszorg tot de grenzen van de redelijkheid bereikt zijn. De oudere<br />

moet naadloos kunnen toeleiden naar de meest passende residentiële setting.<br />

Bij een naderend levenseinde moet de oudere ondersteund worden zowel thuis, als residentieel.<br />

Beknopte historiek<br />

De historiek van de ouderenzorg is zomaar niet onmiddellijk te vatten. Zolang er mensen bestaan, zal voor<br />

mensen worden zorg gedragen, ook als zijn ze al dan niet oud.<br />

Toch nemen we evoluties waar. Daarnaast zijn er tussen mensen culturele verschillen. Ouderenzorg zal daardoor<br />

ook in belangrijke mate worden bepaald. Ook de plaats die de oudere inneemt in een maatschappijbeeld<br />

valt niet te verwaarlozen.<br />

In sommige culturen neemt de oudere een belangrijke plaats aar in een gemeenschap. Ouderenzorg zal daar<br />

anders evolueren dan pakweg in een louter West-Europese context.<br />

Vroeger tot rond de helft van vorige eeuw was het de regel dat ouders door de kinderen in huis werden<br />

genomen. Dit waren dan ook gezinnen waar de vrouw des huizes het huishouden op zich nam en de centrale<br />

rol speelde in de opvoeding van meerdere kinderen. Onderdak bieden aan en zorg voor de ouders waren dan<br />

ook vanzelfsprekend.<br />

Door de verandering van het maatschappijbeeld, waarbij de vrouw een prominente plaats inneemt in het<br />

beroepsleven, en de evolutie naar meer consumptie zijn meer en meer tweeverdieners in een gezin gaan<br />

ontstaan. Het is daardoor minder vanzelfsprekend dat een ouder nog bij één van de kinderen kan worden<br />

opgevangen.<br />

Vooral daardoor denk ik dat de vraag en de evolutie van de thuiszorg een grote toename heeft gekend.<br />

Steeds willen mensen nog zo lang mogelijk thuis wonen en leven.<br />

Rekenen we daarbij nog eens de toename van de kennis van de geriatrie en het snel toenemend aantal<br />

ouderen, dan is een verklaring snel gevonden.<br />

139<br />

139<br />

www.desocialekaart.be


Een prominente plaats in het gegeven is ook het afnemen van het aantal kinderen per gezin en het ontstaan<br />

van meer en meer éénoudergezinnen. Het aantal kinderen dat voor de ouders zal kunnen zorgen, of de<br />

mantelzorg neemt snel af. De vraag naar residentiële opvang neemt daardoor fel toe.<br />

Ik zie ook een grote evolutie ontstaan in de residentiële ouderenzorg.<br />

De eerste helft van vorige eeuw waren er ook rusthuizen, al noemde men dit toen anders. Het waren verblijfplaatsen<br />

van vooral gefortuneerde oudere dames die zich in de watten lieten leggen. Overdag waren die vaak<br />

niet in het rusthuis aanwezig en zorg was dan ook eerder beperkt.<br />

Door het toenemen van de levensduur en de daaraan gekoppelde zorgnood zijn deze rusthuizen geëvolueerd<br />

naar verzorgingsinstellingen waar men bovendien kon verblijven. Deze verzorgingsinstellingen waren wel<br />

eens ziekenhuisdiensten: de V-diensten. Omwille van de betaalbaarheid door de overheid zijn deze diensten<br />

geëvolueerd naar RVT-instellingen.<br />

Tot midden de jaren ‘80 was residentiële ouderenzorg beperkt tot de zorg voor het fysische lichaam. Deze<br />

zorg werd sterk gemedicaliseerd. De rusthuizen waren tot op dat moment vaak kopieën van de vroegere<br />

V-diensten.<br />

Sindsdien is men aan nadenken over het welzijnsaspect in deze voorzieningen en is er daardoor een nieuwe<br />

evolutie ontstaan: men ging nu er ook echt ‘wonen’.<br />

Zowel literatuur, overtuiging van de sector, als de overheid hebben de residentiële ouderenzorg op een hoger<br />

niveau getild.<br />

Door het toenemend aantal ouderen zag men ook het toenemend aantal dementerende ouderen. Recent heeft<br />

men ook oog voor jongdementerende mensen. Er ontstaan nieuwe zorgvormen die uitgaan van de overtuiging<br />

dat deze mensen best opgevangen worden in kleine leefgemeenschappen. Zo zien we het ontstaan van zorgboerderijen,<br />

de Cantous in Wallonië, en zo meer.<br />

Men besteedt nu ook aandacht aan specifieke doelgroepen zoals comapatiënten. Weet wel dat hierbij niet<br />

zozeer de woonfunctie primeert, dan wel de opvang van vaak jongere familieleden.<br />

De residentiële zorg is geëvolueerd van rust- en verzorgingstehuizen naar Woon- en zorgcentra. Deze laatste<br />

groep beklemtoont niet alleen het belang van de woonfunctie, maar heeft ook aandacht voor het organiseren<br />

van thuiszorgondersteunende diensten zoals centra voor kortverblijf, serviceflats (assistentiewoningen), en<br />

dagverzorgingscentra.<br />

De laatste jaren is men ook meer en meer aandacht gaan besteden aan de mensen, vaak ouderen in hun<br />

laatste levensfase.<br />

Het begrip ‘stervensbegeleiding’ is de laatste 15 jaar geëvolueerd naar het domein van de palliatieve zorg, dit<br />

zowel in de thuisomgeving, de residentiële ouderzorg, als in de ziekenhuizen.<br />

Actoren en regelgevend kader<br />

Het spreekt voor zich dat er ontzettend veel actoren in de zorg voor ouderen optreden. Hier wil ik mij<br />

beperken tot een opsomming die nooit volledig kan zijn:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Huisartsen;<br />

Regionale en lokale dienstencentra;<br />

Thuiszorgdiensten voor gezinszorg;<br />

Diensten voor thuisverpleegkundigen;<br />

Zelfstandige verpleegkundigen;<br />

Kinesisten;<br />

Ergotherapeuten;<br />

Diëtisten;<br />

Logopedisten;<br />

Verschillende centra voor sociaal werk;<br />

140<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Mutualiteiten;<br />

OCMW’s;<br />

Vrijwilligersorganisaties;<br />

Ziekenhuizen;<br />

Hersteloorden;<br />

Woon- en zorgcentra;<br />

…<br />

Laat ons hier vooraf duidelijk zijn: het regelgevend kader is bijzonder ingewikkeld omwille van de verschillende<br />

bevoegdheden. Kort komt het hier op neer:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Erkenningen zijn vaak regionale bevoegdheden;<br />

Financiering kan zowel regionaal, als federale materie zijn. Ook lokale overheden kunnen bepalend zijn in<br />

de financiering; bijv. de OCMW’s in de financiering van de openbare rusthuizen;<br />

Daarnaast hebben we ook heel wat toenemende regelgeving inzake milieu, sociale wetgeving, … .<br />

Administratieve Vereenvoudiging en eenduidigheid is verder en verder van ons verwijderd.<br />

Structurering van de sector<br />

Heel recent werd het nieuwe Woonzorgdecreet ontwikkeld. Alhoewel tot op de dag van vandaag nog niet alle<br />

uitvoeringsbesluiten gekend zijn, merken we toch een nieuwe benadering van het wonen en zorgen voor<br />

ouderen.<br />

Ik hou er niet van om de sector in vakjes onder te verdelen. Toch doe ik hier toch een poging met alleen de<br />

bedoeling een overzicht van de sector te geven.<br />

• Thuiszorg:<br />

De thuiszorg omvat een aanbod van diensten voor die mensen die in de thuissituatie ondersteuning<br />

behoeven.<br />

Alhoewel iedereen autonomie voorstaat en de mensen uit de directe mantelzorgomgeving deze<br />

ondersteuning laat bieden, is er vaak complementaire thuiszorghulp noodzakelijk.<br />

De centrale positie wordt hier heel vaak ingenomen door de sociale diensten van de mutualiteiten die<br />

vaak hun aangesloten diensten zullen aanbieden.<br />

Ook hier kunnen verschillende diensten optreden. Deze diensten werden reeds hoger opgenoemd bij de<br />

actoren.<br />

Niet zo nieuw maar toch vrij recent kwam het systeem van de dienstencheques op gang. Meer en meer<br />

mensen, maar niet alleen ouderen, maken van hiervan gebruik.<br />

Een positieve beweging die op gang kwam was de coördinatie van de verschillende actoren die bij de<br />

oudere thuis hun opwachting maken. Ook hier kan de zorgcoördinatie van de mutualiteiten een centrale<br />

rol vervullen en bereikt men zorg met afstemming.<br />

• Thuiszorgondersteunende zorg:<br />

•<br />

De rol van de dienstencentra:<br />

•<br />

•<br />

De lokale dienstcentra zijn gekende voorzieningen, waar de gebruiker terecht kan voor vorming,<br />

ontspanning en hygiënische zorg.<br />

Met het nieuw woonzorgdecreet wil de rol van deze organisaties uitbreiden. Zo wil men zich ook<br />

richten op de activiteiten die te maken hebben met technologie en woningaanpassing.<br />

141<br />

141<br />

www.desocialekaart.be


Zoals hoger aangehaald biedt de nieuwe formule van de woon- en zorgcentra thuiszorgondersteunende diensten<br />

aan:<br />

• Reeds jaren kennen we de serviceflats waar mensen op zoek gaan naar een veilige woonvorm met<br />

vooruitzicht van zorg, die meestal geboden wordt door de thuiszorgdiensten. Recent is ook in het nieuwe<br />

woonzorgdecreet het begrip ‘assistentiewoning’ ingevoerd. Hopelijk is dit een vervaging van de barrière<br />

thuiszorg - residentiële zorg met de bedoeling in deze woningen te streven naar levensbestendig wonen.<br />

Dit moet nog worden uitgeklaard.<br />

• Er zijn de centra voor kortverblijf. Deze centra bieden de mogelijkheid om gedurende een beperkte<br />

periode een oudere er te laten verblijven. Dit zou best eens kunnen om een mantelzorger gedurende een<br />

tijd te ontlasten, of om een tussenschakel te zijn tussen het ziekenhuisverblijf en de thuissituatie en dit<br />

eerder voor chronische zorgsituaties.<br />

• Centra voor kortverblijf fungeren nu ongewild en onbedoeld als wachtplaatsen voor een residentiële<br />

opvang. Mensen kunnen zoals geciteerd voor een beperkte tijd in het centrum verdwijnen. Ze worden<br />

vaak gebruikt om mensen na een ziekenhuisverblijf in de wachtkamer te plaatsen met de hoop om een<br />

mogelijkheid voor residentiële opvang. Hierbij maken we vaak kennis met schrijnende situaties.<br />

• We maken ook kennis met de dagverzorgingscentra.<br />

Ook hier ondersteunen deze centra de mantelzorger door op een eerder systematisch dagbasis<br />

ondersteuning te bieden gedurende de dag.<br />

• Nieuwe zorg is nachtzorg. Dit is een beperkt aanbod dat zich nog beweegt in een nog eerder experimenteel<br />

kader. Deze zorg kan een belangrijke ondersteuning zijn van de mantelzorger, omdat thuiszorg<br />

daar vaak zijn beperkingen heeft, waardoor de redelijkheid van thuiszorg zijn grenzen ontmoet. De<br />

ziekenfondsen hebben erop aangedrongen om de Centra voor herstelverblijf in het woonzorgdecreet op te<br />

nemen en om zo een Vlaams wettelijk kader te verkrijgen. Dit verblijf is gericht op een revaliderend kortverblijf;<br />

Deze mensen worden na een langdurige onderbreking van de normale activiteiten begeleid op<br />

terug zelfstandig functioneren in de thuissituatie.<br />

•<br />

•<br />

Een nieuwe alternatieve zorgvorm werd ook ingeschreven in het nieuwe woonzorgdecreet. Het betreft de<br />

Dienst voor gastopvang. Deze zorgvorm beoogt dat een persoon langer in zijn thuissituatie kan blijven<br />

door tijdelijke opvang overdag, ’s nachts of gedurende een korte periode.<br />

De aandacht gaat hier vooral uit naar die personen die weinig of geen contact hebben en eenzaam zijn.<br />

Hierbij worden ook de zorgboerderijen gerekend waar men van uitgaat dat dit zich voor personen met<br />

lichte en matige dementie.<br />

Residentiële zorg<br />

• : Reeds hoger werd de residentiële zorg uitgebreid toegelicht. Een kanttekening moet<br />

evenwel we nog maken. Woon- en zorgcentra willen ook de woon- en leefomgeving benadrukken. Hier<br />

zijn evenwel voorwaarden aan verbonden: de minimale vereisten moeten er zijn om zich in een min of<br />

meer normale leefomgeving te begeven. Daarin speelt de infrastructuur uiteraard een belangrijk rol:<br />

privacy, voldoende bewegingsruimte, licht, comfort, ... .<br />

Vergeten we echter ook niet het sociale component. Mensen moeten zich sociaal kunnen bewegen:<br />

voldoende met vrienden en familie kunnen omgaan, voldoende naar buiten kunnen komen, maar ook<br />

een aangenaam nieuw sociaal netwerk kunnen uitbouwen in de nieuwe leefomgeving.<br />

Dit betekent dat er in een residentiële setting ook mensen moeten wonen die van dit netwerk deel<br />

kunnen uitmaken. Louter zwaar zorgenbehoevende mensen en dementerende ouderen kunnen dit helaas<br />

niet. Vandaar pleit ik om toch een gezonde mix aan te houden met uiteraard vooral mensen met een<br />

hoog zorgprofiel, maar ook mensen toe te laten die én er komen wonen omwille van hun zorgnood én die<br />

mensen die residentiële opvang om een redelijke reden behoeven, los van de administratief vastgelegde<br />

criteria van zorg.<br />

We ervaren een sterke indeling in vakjes met mensen van de overheid die met budgetten omgaan.<br />

142<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Ziekenhuisverblijf: Wij weten met zijn allen dat een ziekenhuisopname belangrijk dan zijn voor de<br />

zorg voor ouderen. Laat ons dit wel plaatsen in een acute context. Veel te vaak zien we dat een<br />

ziekenhuisopname wordt ingeleid om een niet medische zorgsituatie waar niet kan op ingespeeld worden,<br />

te omzeilen.<br />

Mensen worden er opgenomen, verblijven er onterecht en vaak veel te lang om uiteindelijk toch naar huis<br />

te moeten, of via kortverblijf in een residentiële setting terecht te komen. Dit zijn ook vaak schrijnende<br />

situaties die mensen op hoge leeftijd niet verdienen.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Meer en meer dringt afstemming en samenwerking zich op. We zien om allerlei redenen samenwerkingsvormen<br />

ontstaan in de groep van de actoren onderling. Zo zijn er samenwerkingsverbanden in de residentiële<br />

ouderenzorg om reden van efficiëntie en inzet van gemeenschappelijke middelen. Deze verbanden ontstonden<br />

vroeger reeds bij organisaties van dezelfde origine (congregatie met verschillende rusthuizen), maar bereiken<br />

nu ook organisaties die ontstaan zijn los van elkaar. Deze vormen van samenwerking zijn nog pril, maar<br />

zullen in de toekomst ongetwijfeld toenemen.<br />

Men ziet in andere samenwerkingsvormen echter ook het belang van de gebruiker. Samenwerkingvormen<br />

tussen organisaties van thuiszorg en residentiële zorg vormen zich en zijn er onder meer op gericht naadloos<br />

de overgang tussen zorgsystemen mogelijk te maken of om potentiële gebruikers van zorgsystemen te<br />

ondersteunen.<br />

Als voorbeeld hierbij nemen we één van de ZP3-proefprojecten die door de federale overheid werden<br />

uitgewerkt als alternatieve zorgvorm: zorgenbehoevende ouderen worden in een samenwerkingsverband<br />

tussen thuiszorgactoren en actoren van woon- en zorgcentra ondersteund om langer in de thuissituatie te<br />

kunnen verblijven. De overheid mobiliseert hiervoor tijdelijk financiële middelen.<br />

Zorgactoren stemmen ook af voor het oprichten van zorgvormen, zoals kortverblijf, en dagverzorging. Deze<br />

afstemming is wel geregeld via programmatienormen.<br />

Een recente beweging is ook ontstaan door de ontwikkeling van de nieuwe SEL - structuren. Deze beweging<br />

overstijgt eigenlijk wel de ouderenzorg, maar deze maakt er toch deel van uit.<br />

Vroeger bestonden reeds door overheid ondersteunde samenwerkingsinitiatieven in de thuiszorg: de SIT’s<br />

(Samenwerkingsinitiatieven Thuiszorg). Door een recente aanpassing van de regelgeving is dit verruimde<br />

naar SEL’s (samenwerkinginitiatieven eerste lijnszorg). Bij deze samenwerkingsinitiatieven worden ook de<br />

woon- en zorgcentra als verplichte partner betrokken.<br />

In het nieuwe Woonzorgdecreet werd nu ook het begrip ‘woonzorgnetwerk’ ingeschreven. Ook hier krijgen we<br />

door de overheid gestuurde samenwerkingsvormen.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Het is heel duidelijk dat er zich een tendens naar samenwerking aan het ontwikkelen is. Deze tendens wordt<br />

gestimuleerd en deels gestuurd door de overheid. Wel zien we hierbij nog een belemmering door de verzuiling<br />

van onze zorgsystemen.<br />

Overstijgen van deze verzuiling zal soms wel nodig zijn als voorwaarde voor een goede samenwerking.<br />

Mensen worden ouder. Zorg voor ouderen zal toenemen vooral de professionele zorg. Daarbij kom direct<br />

de betaalbaarheid om de hoek kijken. Het zal echt een uitdaging zijn kwaliteitsvolle zorg met voldoende<br />

middelen aan de maatschappij te kunnen aanbieden.<br />

De groep mensen van buitenlandse origine neemt snel toe. Alhoewel deze groep zich vooral concentreren op<br />

de grootsteden, moeten we ons ook voorbereiden om met deze mensen, hun taal en hun cultuur om te gaan.<br />

Zorg in het algemeen en dus ook ouderenzorg is een arbeidsintensieve aangelegenheid.<br />

143<br />

143<br />

www.desocialekaart.be


Velen stellen zich de vraag of men, los van de betaalbaarheid, voldoende personele middelen beschikbaar zal<br />

kunnen stellen om kwalitatieve zorg aan te reiken. Nu reeds stellen zich problemen. De overheid en werkgevers<br />

hebben via sociale akkoorden bereikt dat sectoren ongeveer op elkaar afgestemd raakten. De meest<br />

kapitaalkrachtige sectoren en aanbieders van zorg trekken nu reeds medewerkers aan door het aanbieden<br />

van bijkomende voordelen.<br />

144<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en eerstelijnsgezondheidszorg,<br />

residentiële zorg en thuiszorg<br />

De provincie heeft bijzondere aandacht voor de eerstelijnsgezondheidszorg, de residentiële zorg en<br />

de thuiszorg door middel van een eigen provinciaal impulsbeleid, door netwerkvorming, door het mee<br />

ondersteunen van het Vlaams zorgbeleid en door een signaalfunctie op te nemen tegenover de hogere<br />

overheden.<br />

Team Zorg<br />

Bij de herstructurering van de directie welzijn en gezondheid werd het genoemde beleid ingebed in het team<br />

zorg binnen de dienst preventie, hulpverlening en zorg.<br />

Doelstellingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Labo- en impulsfunctie voor nieuwe en vernieuwende zorginitiatieven en dit aan de hand van prioriteiten<br />

met overeenkomsten tussen de betrokken partners en het provinciebestuur;<br />

Bovenlokale netwerkvorming, afstemming, samenwerking organiseren zowel sectoraal als intersectoraal.<br />

Dit gebeurt aan de hand van allerlei provinciaal overleg;<br />

Het Vlaams zorgbeleid mee helpen ondersteunen;<br />

Signaalfunctie naar de Vlaamse en Federale overheid;<br />

De nodige planningsinstrumenten mee helpen ontwikkelen voor publieke en private partners (zoals het<br />

ouderencahier, het gemeentelijk ouderenbehoeftenonderzoek, …).<br />

Acties<br />

De acties zijn zeer verscheiden. Het gaat grosso modo om uitvoering van afgesproken overeenkomsten, zowel<br />

sectoraal als intersectoraal, het verlenen van provinciale middelen om de gestelde doelstellingen uit te voeren<br />

en het aanbieden van overleg daar waar nodig en in functie van beheersbare en naadloze zorg.<br />

Enkele voorbeelden van acties:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

We organiseren bijkomende begeleiding en een consultfunctie geestelijke gezondheidszorg in de thuiszorg<br />

voor ouderen en dit in samenwerking met de centra geestelijke gezondheidszorg;<br />

We organiseren afstemmingsoverleg tussen de gezinszorg en de sector personen met een handicap;<br />

We leggen verbinding tussen mobiliteit en zorg: bijv. het vervoer dagcentra;<br />

We leggen de verbinding tussen wonen en zorg: bijv. de woonzorgnetwerken; de begeleiding van de<br />

woningaanpassing in de thuiszorg;<br />

We hebben systematisch overleg met de dagcentra, de kortverblijven, de lokale dienstencentra, de SEL’s,<br />

de diensten gezinszorg, de woonzorgcentra, de mutualiteiten en met diverse andere actoren binnen de<br />

aangegane overeenkomsten;<br />

We geven impulsen voor nachtzorg, nachtoppas, nachtopvang;<br />

We ondersteunen concreet de mantelzorg door de mantelzorgpremie;<br />

We werken mee aan beeldvorming van zorgberoepen, woonzorgcentra, kortverblijven en dagcentra, … ;<br />

We bevorderen de sociale cohesie van ouderen in samenwerking met de lokale dienstencentra;<br />

We helpen mee aan de ontwikkeling van diverse digitale systemen als daar zijn het elektronisch zorgplan,<br />

kortverblijfonline, registratie psychiatrische thuiszorg, registratie lokale dienstencentra, ... ;<br />

We ondersteunen het multi-disciplinair overleg in de thuiszorg;<br />

We ondersteunen samenwerkingsvormen residentiële zorg en thuiszorg;<br />

We co-financieren de diensten gezinszorg, met echter aandacht voor provinciale accenten;<br />

145<br />

145<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

We helpen mee aan de bevordering van de zelfredzaamheid door het ondersteunen van het netwerk<br />

ambulante ergotherapie thuiszorg;<br />

We ondersteunen de werkzaamheid van het platform zelfzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />

Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

De provinciale mantelzorgpremie;<br />

Subsidies voor de bovengenoemde acties.<br />

Meer info<br />

Frans Meyfroodt, 09 267 75 46, frans.meyfroodt@oost-vlaanderen.be<br />

Marleen De Wispelaere 09 267 75 09, marleen.de.wispelaere@oost-vlaanderen.be (mantelzorgpremie en<br />

kortverblijfonline)<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be, kies daar voor ‘Welzijn & Gezondheid’ en daarna voor ‘Zorg’<br />

146<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

9. Personen met een Handicap<br />

(VAPH)<br />

147<br />

147<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Voorzieningen voor personen met een handicap<br />

Sector ‘Multi-disciplinaire teams’ (MDT’s)<br />

Vera Florus, Bond Moyson <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

Missie en opdrachten<br />

Opmaak van aanvraagdossier voor Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Het<br />

VAPH vergoedt gemaakte meerkosten door een persoon met een handicap voor aankoop van hulpmiddelen en<br />

aanpassingen aan woning en wagen, voor bijstand door doventolken (samen IMB) en voor het aanwerven van<br />

persoonlijke assistenten (PAB). IMB staat voor Individuele Materiële Bijstand. PAB staat voor Persoonlijkeassistentiebudget.<br />

Het VAPH neemt daarnaast ook de kosten op zich van begeleiding van personen met een<br />

handicap door ambulante diensten of van hun opvang in een voorziening (ZORG).<br />

De opmaak van een aanvraagdossier of multidisciplinair verslag (MDV), gebeurt door een multidisciplinair<br />

team (MDT). Een multidisciplinair team is een organisatie uit het sociale en gezondheidswerkveld, dat hiervoor<br />

expliciet erkend is door het VAPH. De basissamenstelling van een MDT is een dokter, een psycholoog en<br />

een maatschappelijk assistent. Het MDT motiveert in het MDV dat de persoon met een handicap tot de doelgroep<br />

van het VAPH behoort (voldoet aan de definitie van handicap). Het MDT motiveert in het MDV ook de<br />

noodzaak van de voorgestelde oplossing. Er worden bijkomende specifieke eisen gesteld qua samenstelling<br />

MDT en inhoud dossier, naargelang de soort aanvraag (IMB, PAB, ZORG). Een persoon met een handicap<br />

moet zich voor een eerste aanvraag vóór de leeftijd van 65 jaar tot het VAPH wenden, via het MDT.<br />

Beknopte historiek<br />

1991-1992: ontstaan Vlaams Fonds (staatshervorming jaren 80: overname taken en bevoegdheden van<br />

Rijksfonds voor <strong>Sociale</strong> Reclassering van Minder-Validen en Fonds 81).<br />

2006: herstructurering Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid: Vlaams Fonds wordt een Intern Verzelfstandigd<br />

Agentschap en heet voortaan VAPH, WERK gaat naar VDAB (individugerichte tewerkstellingsbevorderende<br />

maatregelen) en naar Subsidieagentschap voor Werk en <strong>Sociale</strong> Economie (beschutte werkplaatsen),<br />

Inspectie is overgeheveld naar apart agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

Erkend door Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. BVR 24 juli 1991 betr de inschrijving<br />

bij het Vlaams Fonds (VAPH) - B.S. 29.10.1991, Err. 13.02.1992. BVR 31 maart 2006 betr het Departement<br />

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betr de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van<br />

agentschappen in het beleidsdomein W, V en G en betr de wijziging van regelgeving mbt dat beleidsdomein -<br />

B.S. 31.05.2006.<br />

De meeste MDT’s waren vóór hun erkenning door het VAPH, reeds werkzaam in sociale en gezondheidssector<br />

en vandaar ook gehouden aan specifiek eigen wetgeving.<br />

148<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Structurering van de sector/subsector<br />

MDT’s erkend door het VAPH, zijn onder te verdelen in: centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), diensten<br />

maatschappelijk werk van de ziekenfondsen (DMW’s), centra geestelijke gezondheidszorg (CGGZ),<br />

revalidatiediensten (Reva), adviescentra beroepskeuze, observatie- en behandelingscentra personen met een<br />

handicap (OBC’s), observatiecentra bijzondere jeugdzorg (OBJ), centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS),<br />

kinderpsychiatrische ziekenhuisdiensten (K-diensten).<br />

Doelgroep(en)<br />

Algemeen vanuit regelgeving VAPH: Iedere persoon wiens kansen tot participatie aan het sociale leven langdurig<br />

en ernstig beperkt zijn door een samenspel tussen verstandelijke, psychische, lichamelijke of zintuiglijke<br />

functiestoornissen en andere persoonlijke en externe factoren.<br />

De persoon met een handicap moet voor zijn eerste aanvraag jonger zijn dan 65 jaar. Eens ingeschreven bij<br />

het VAPH, kan hij na de leeftijd van 65 jaar verder beroep doen op dienstverlening van het VAPH, voor zover<br />

dit in verband kan gebracht worden met de aandoening(en) die hij had vóór de leeftijd van 65 jaar. Specifieke<br />

doelgroepen verschillend naargelang MDT.<br />

Werking<br />

De opmaak van een dossier begint met een aanvraagformulier (A001), aangevuld met een multidisciplinair<br />

verslag (A002 of MDV). Inhoud dossier: voorstel van indicatiestelling, nl. het antwoord op de<br />

ondersteuningsnood van de persoon met een handicap gebaseerd op zijn noden, wensen, mogelijkheden en<br />

beperkingen. Dit wordt volledig in het dossier beschreven en aangetoond met geobjectiveerde gegevens zoals<br />

verslagen van medische specialisten, IQ- en OQ-gegevens, handelingsplan huidige begeleidingsdiensten,…. Er<br />

wordt gewerkt met respect voor en in samenspraak met de persoon met een handicap, rekening houdend met<br />

zijn tempo in het aanvaardingsproces. MDT’s zijn erkend voor de opmaak van bepaalde dossiers gericht naar<br />

bepaalde doelgroepen. Mogelijke erkenningen zijn IMB, ZORG, PAB, kinderen, volwassenen. Daarnaast zijn er<br />

ook MDT’s die erkend zijn door het VAPH als RIZIV-team, in het kader van de bijzondere procedure van het<br />

RIZIV voor de aanvraag van een mobiliteitshulpmiddel. Het RIZIV-team maakt hiervoor het multidisciplinair<br />

functioneringsrapport op.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Om een antwoord te geven op de nood in het domein zorg, is er het geheel van zorgregie, georganiseerd<br />

door het VAPH en de provinciale actoren. Zorgregie behelst: zorgvraagregistratie, zorgbemiddeling, zorgafstemming<br />

en zorgplanning. MDT’s zijn hierin vertegenwoordigd als ‘verwijzers’.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

Zorgregie biedt geen directe oplossing voor de schaarste. Lopende reorganisatie VAPH. Wijziging van de minimale<br />

kwaliteitseisen opgelegd aan MDT’s, door het VAPH. Financiering van de MDT’s.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

http://www.vaph.be<br />

Verwijzersplatform vzw<br />

149<br />

149<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Hulpverlening VAPH - meerderjarigen<br />

Lut Van de Vijver, Directrice vzw Emiliani<br />

Missie en opdrachten<br />

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie en gelijkheid<br />

van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven. Het<br />

doel is dat zij de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit bereiken.<br />

Het VAPH subsidieert hiertoe diensten, voorzieningen en personen met een handicap op verschillende<br />

domeinen:<br />

• Diensten en voorzieningen:<br />

het VAPH subsidieert de diensten en voorzieningen die zorg verlenen aan<br />

personen met een handicap door begeleiding of opvang.<br />

• Hulpmiddelen en aanpassingen:<br />

om zijn dagelijks leven beter te organiseren kan een persoon met<br />

een handicap een tussenkomst krijgen voor een hulpmiddel of een aanpassing aan zijn woning of wagen.<br />

• Persoonlijke-assistentiebudget:<br />

personen met een handicap die liever thuis willen blijven<br />

wonen, kunnen een persoonlijke-assistentiebudget aanvragen. Met dit budget kunnen zij assistenten in<br />

dienst nemen.<br />

Beknopte historiek<br />

Tot 1980 behoorde de hele welzijnszorg tot de bevoegdheid van de nationale (nu federale) overheid. De zorg<br />

voor personen met een handicap was over drie departementen of parastatalen verspreid:<br />

• Het Ministerie van <strong>Sociale</strong> Voorzorg:<br />

dat ministerie stond in voor het ’inkomen’ van personen met een<br />

handicap.<br />

• Het Rijksfonds voor de <strong>Sociale</strong> Reclassering van de Minder-Validen:<br />

dat fonds liet zich in met de<br />

tewerkstelling van personen met een handicap.<br />

• Het Fonds voor Medische, <strong>Sociale</strong> en Pedagogische Hulp aan Gehandicapten (Fonds 81) :<br />

dat fonds stond in voor opvang, behandeling en begeleiding via de residentiële, semi-residentiële en<br />

ambulante voorzieningen.<br />

De Vlaamse Gemeenschap maakte van de staatshervorming in de jaren tachtig gebruik om de bevoegdheden<br />

van het Rijksfonds en van het Fonds 81 samen te brengen in één Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie<br />

van Personen met een Handicap (VFSIPH).<br />

In 2006 vond de grootschalige herstructurering van de Vlaamse overheid Beter Bestuurlijk Beleid (BBB)<br />

plaats. Die overheid bestaat voortaan uit 13 beleidsdomeinen. Hierdoor zijn er bevoegdheden verschoven.<br />

Voor het Vlaams Fonds veranderde op 1 april 2006 wat volgt:<br />

• Het Vlaams Fonds heet sinds dan officieel Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

(VAPH).<br />

• De sector Opleiding en Tewerkstelling is onttrokken aan de bevoegdheid van het Vlaams Fonds.<br />

• De Inspectie voor de sector Zorg is overgeheveld naar het agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid<br />

en Gezin.<br />

• De dienst Investeringen is overgeheveld naar het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden<br />

Aangelegenheden (VIPA).<br />

150<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />

en Gezin;<br />

Vlaamse Openbare Instelling;<br />

Departement Onderwijs voor buitengewoon of geïntegreerd onderwijs of voor aanpassingen in het<br />

gewoon onderwijs;<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur voor huisvestingsprojecten;<br />

VDAB voor individugerichte tewerkstellingsbevorderende maatregelen en arbeidstrajectbegeleiding;<br />

Vlaams Agentschap Werk en <strong>Sociale</strong> Economie voor beschutte werkplaatsen;<br />

Federale Overheidsdienst <strong>Sociale</strong> Zekerheid (departement <strong>Sociale</strong> Zaken en Volksgezondheid): voor inkomensvervangende<br />

en integratietegemoetkomingen.<br />

Naast de genoemde zijn er nog heel wat andere instituties betrokken bij diverse maatregelen (bijv.. in functie<br />

van verhoogde kinderbijslag, belastingvermindering …).<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

In de sector maken we onderscheid voor ondersteuning in:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wonen en opvang<br />

Leren en werken<br />

Vrije tijd<br />

Mobiliteit<br />

Hulpmiddelen<br />

Op al deze domeinen is er ondersteuning mogelijk via erkende voorzieningen (zorg in natura) of via een<br />

financieringsmechanisme rechtstreeks naar de cliënt (persoonlijk assistentiebudget, hulpmiddelenbudget,<br />

persoonsgebonden budget).<br />

• Voorzieningen bieden één of meerdere vormen van zorg, opvang en begeleiding: (semi) residentiële<br />

zorg; ambulante zorg, logeren, kortverblijf, observatie en behandeling, pleegzorg;<br />

• Persoonlijk assistentiebudget (tussen circa 8.900 en 41.300 euro): zelf iemand in dienst nemen;<br />

• Hulpmiddelen:<br />

tussenkomst in de kosten voor aanschaf van bijvoorbeeld aangepast meubilair, bredere<br />

deuropeningen, bijstand van een tolk voor doven, een brailleleesregel, een spraaksynthesizer … ;<br />

• Persoonsgebonden budget (momenteel enkel experimenteel): een budget dat het VAPH aan u<br />

persoonlijk toekent om gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. Men<br />

kan zelf beslissen welke ondersteuning waar en wanneer wordt ingekocht.<br />

Doelgroep(en)<br />

Personen met een handicap kunnen een beroep doen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een<br />

Handicap (VAPH). Het is niet altijd duidelijk wat er onder de term handicap verstaan wordt. Daarom hanteert<br />

het VAPH steeds volgende definitie:<br />

‘Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel<br />

tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het<br />

uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.’<br />

Deze definitie laat toe om de situatie van iedere persoon die zich wil inschrijven apart te bekijken. Als een<br />

persoon aan deze definitie beantwoordt, kan hij of zij zich inschrijven bij het VAPH (zie verder).<br />

151<br />

151<br />

www.desocialekaart.be


Werking<br />

• Inschrijving in het VAPH:<br />

•<br />

•<br />

Aanvraagformulier (A001)<br />

Multidisciplinair verslag (A002)<br />

Uw dossier wordt voorgelegd aan de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC). Deze commissie bestaat<br />

ondermeer uit een psycholoog, een pedagoog, een jurist, een arts, een maatschappelijk werker en een<br />

ervaringsdeskundige. Binnen de drie maanden na uw aanvraag brengt het VAPH u op de hoogte van de<br />

beslissing en op welke diensten u een beroep kan doen of hoe groot het bedrag van de goedgekeurde<br />

tegemoetkoming is.<br />

• Centrale registratie van de zorgvragen (CRZ) : het is niet omdat u een goedkeuring heeft ontvangen<br />

dat u onmiddellijk kunt worden geholpen. Uw vraag naar ondersteuning en/of opvang wordt geregistreerd<br />

door een contactpersoon op een centrale registratielijst (vroeger ook wel eens ‘wachtlijst’ genoemd).<br />

Erkende voorzieningen dienen zich op deze lijsten te baseren om nieuwe cliënten op te nemen. De<br />

wachttijd is erg verschillend en afhankelijk van de precieze vraag, de aanwezige capaciteit bij de voorzieningen<br />

en het aantal wachtenden.<br />

• Aanbod via voorzieningen kan worden ingedeeld in:<br />

• Logeren:<br />

soms kan de zorg voor uw thuiswonende zoon/dochter, broer/zus even te zwaar worden<br />

en wilt u wat op adem komen. Op dat ogenblik kan u uw zoon of dochter laten ’gaan logeren’ in een<br />

tehuis niet-werkenden met logeeraanbod.<br />

• Kortverblijf:<br />

soms kunnen u en uw gezin gedurende een korte periode, door welke omstandigheden<br />

ook (bijvoorbeeld een crisisperiode), niet voor uw zoon/dochter, broer/zus zorgen. Het kan dan<br />

aangewezen zijn dat uw zoon of dochter tijdelijk ergens anders zou verblijven.<br />

• Begeleid werken:<br />

u werkt onder begeleiding van het dagcentrum deeltijds, zonder verloning of<br />

arbeidscontract, in een sociale voorziening of een culturele organisatie, bij een particulier of in een<br />

bedrijf.<br />

Begeleid werken sluit meer aan bij het gewone leven dan de atelierwerking in een dagcentrum.<br />

Bovendien is de waaier aan mogelijkheden groter en is het werk aangepast aan uw<br />

arbeidsmogelijkheden. U verzorgt bijvoorbeeld de koffiebedeling in een rusthuis, u rangschikt de<br />

boeken in een bibliotheek of u helpt bij een boer, een bakker of een beenhouwer.<br />

• Dagcentrum:<br />

is werken op de gewone arbeidsmarkt of in een beschutte werkplaats voor u te zwaar,<br />

maar zoekt u toch een zinvolle dagactiviteit, dan is een dagcentrum misschien iets voor u. In een<br />

dagcentrum kunt u terecht voor activiteiten als atelierwerking (ambachtelijke creaties, knutselen<br />

…), tuinbouw of semi-industrieel werk. Daarnaast biedt een dagcentrum training of therapie aan op<br />

diverse domeinen: kinesitherapie, logopedie, ergotherapie, zelfredzaamheidstraining, sociale vaardigheidstraining,<br />

emotionele ondersteuning en ontwikkeling van arbeidsgerichte vaardigheden.<br />

• Pleegzorg:<br />

in sommige situaties kan de zorg te zwaar worden. Dan kunt u de opvang voor een<br />

korte of lange periode toevertrouwen aan een pleeggezin. De pleegouders nemen de begeleiding<br />

op zich. Via huisbezoeken krijgen zij hiervoor informatie, advies en ondersteuning van een erkende<br />

pleeggezinnendienst.<br />

• Wonen onder begeleiding van een particulier (WOP) : wonen onder begeleiding van een<br />

particulier is een ambulante variant van pleegzorg. U woont dan zelfstandig, maar u krijgt daarbij<br />

ondersteuning van een niet-professionele hulpverlener, meestal een vertrouwenspersoon uit de buurt,<br />

een vriend(in) of een familielid.<br />

• Thuisbegeleiding:<br />

deze diensten richten zich tot gezinnen met een minder- of meerderjarig kind<br />

met een motorische, een zintuiglijke of een verstandelijke handicap, of met autisme. De begeleiding<br />

is gericht op de persoon met een beperking zelf en de pedagogische en psycho-sociale ondersteuning<br />

van de ouders.<br />

152<br />

www.socialeplattegrondovl.be


• Begeleid wonen:<br />

u woont in uw eigen huis of u hebt plannen daartoe. U hebt echter behoefte aan<br />

enige ondersteuning omdat u zich niet volledig op eigen kracht in het sociale leven kunt inschakelen.<br />

Dan kunt u een beroep doen op een dienst voor begeleid wonen.<br />

• Zelfstandig wonen: u wilt zelfstandig leven maar u hebt hulp nodig bij de activiteiten van het<br />

dagelijks leven (ADL). Dan kunt u een beroep doen op een dienst voor zelfstandig wonen.<br />

• Beschermd wonen: u wilt zelfstandig wonen maar de begeleiding in begeleid wonen is voor u te<br />

licht en die in een tehuis voor (niet-)werkenden te intensief. Dan kunt u een beroep doen op een<br />

dienst voor beschermd wonen.<br />

• Geïntegreerd wonen:<br />

de begeleidingsvorm geïntegreerd wonen is in 2006 als project gestart in het<br />

kader van de zorggradatie. Het is de zwaarste vorm van ambulante begeleiding, een soort beschermd<br />

wonen-plus.<br />

• U woont in een inclusief woonproject, dit wil zeggen in een gewone woonomgeving, in kleine<br />

geïntegreerde woonunits. De voorziening staat in voor de zorg, de begeleiding en de eventuele<br />

dagbesteding. De huisvesting is een realisatie van een sociale huisvestingsmaatschappij.<br />

• Trajectbegeleiding:<br />

hebt u het moeilijk om zelf inzicht te verkrijgen in de voor u aangewezen<br />

soort(en) ondersteuning, al dan niet vanwege het VAPH? Of vindt u uw weg niet in het<br />

ondersteuningsaanbod van het VAPH of van aanverwante diensten? Dan kan trajectbegeleiding iets<br />

voor u zijn. De trajectbegeleiding omvat volgende aspecten: vraagverheldering, activering van het<br />

sociaal netwerk voor een maximale inclusie, begeleiding bij de opmaak van een trajectplan, zoektocht<br />

naar een gepast ondersteuningsaanbod, opvolging van het trajectplan.<br />

• Tehuizen voor werkenden:<br />

werkt u overdag, bijvoorbeeld in een beschutte werkplaats, en kunt u<br />

niet bij uw ouders of alleen wonen, dan kunt u terecht in een tehuis voor werkenden. Een tehuis voor<br />

werkenden biedt wel meer persoonlijke begeleiding aan dan verzorging. Voor diegenen die niet (meer)<br />

kunnen werken, zoals werklozen en gepensioneerden, is er een dagbesteding voorzien.<br />

• Tehuizen voor niet-werkenden (bezigheid/nursing) : bewoners van tehuizen voor<br />

niet-werkenden worden, naargelang van de zwaarte van hun zorgnoden, ingedeeld in bezigheids- en<br />

nursingscliënten. Bij nursingcliënten ligt de nadruk op de verzorging en de paramedische behandeling,<br />

zoals kinesitherapie. Dikwijls gaat het om personen met een meervoudige handicap.<br />

Bezigheidcliënten kunnen, onder persoonlijke begeleiding en naargelang van hun individuele<br />

mogelijkheden, deelnemen aan arbeidsvervangende activiteiten of vaardigheidstrainingen.<br />

• Aanbod via persoonlijk assistentiebudget:<br />

misschien verkiest u thuis te blijven wonen in de plaats<br />

van de stap naar een voorziening te zetten. Of verblijft u momenteel in een voorziening, maar wil u graag<br />

uw eigen thuis.<br />

Die keuze ligt echter niet zo voor de hand. Meestal hebt u immers hulp nodig als u op uw eentje thuis wil<br />

(blijven) wonen. Hulp bij allerlei activiteiten uit het dagelijks leven. Het Persoonlijke-AssistentieBudget<br />

(PAB) kan u in die zin een oplossing bieden. Het is een stap naar een zelfstandiger leven, naar meer<br />

sociale integratie. Door middel van het PAB kan u immers niet alleen hulp krijgen om u aan te kleden, te<br />

koken, te eten of op te ruimen, maar ook voor uw boodschappen, uw verplaatsingen of zelfs uw<br />

uitstappen. Ook (ortho)(ped)agogische begeleiding en ondersteuning behoren tot de mogelijkheden.<br />

• Ondersteuning via individuele materiële bijstand:<br />

Hebt u in uw leefsituatie een aantal hulpmiddelen<br />

nodig, zoals bijvoorbeeld een eetapparaat of een boodschappenwagen? Hebt u behoefte aan aangepast<br />

meubilair, bredere deuropeningen of een aangepaste wagen? Zou u de bijstand van een tolk voor doven<br />

en slechthorenden kunnen gebruiken, of hebt u nood aan een brailleleesregel of een spraaksynthesizer?<br />

U kunt bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) terecht voor financiële tegemoetkomingen<br />

voor dergelijke hulpmiddelen, aanpassingen of bijstand. In dit deel van deze site leest u<br />

daar alles over.<br />

•<br />

•<br />

Subsidiëring van erkende vrijetijdsorganisaties<br />

Maatregelen in functie van mobiliteit<br />

153<br />

153<br />

www.desocialekaart.be


Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Regionaal Overlegnetwerk Personen met een Handicap (ROG);<br />

Algemene Vergadering Personen met een Handicap;<br />

Stuurgroep ROG;<br />

Platform Minderjarigen;<br />

Platform Meerderjarigen;<br />

Dagelijks Bestuur Meerderjarigen;<br />

Werkgroep Zorgplanning.<br />

Subregionaal overleg gehandicaptenzorg (subROG)<br />

De SubROG’s van het Regionaal Welzijnsoverleg (RWO) worden door het ROG als extra overlegplatform<br />

erkend en kunnen in het kader van de zorgregie geconsulteerd worden. Omgekeerd kunnen van hieruit<br />

evoluties betreffende regionale, intersectorale of thematische evoluties aan de stuurgroep ROG gesignaleerd<br />

worden.<br />

De subROG’s worden georganiseerd per ankerpunt van het RWO.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Zorgvernieuwing<br />

De zorgvernieuwing heeft tot doel de mogelijkheden van personen met een handicap te optimaliseren,<br />

met het oog op een kwaliteitsvol leven, meer zelfbeschikking en een betere participatie in de samenleving.<br />

De zorgvernieuwing wil de zorgaanbieders meer vrijheid bieden om zorg op maat te realiseren en<br />

het aanbod beter te kunnen afstemmen op de vragen van de persoon met een handicap.<br />

In de zorgvernieuwing wordt ingezet op:<br />

• Preventie:<br />

personen met een handicap moeten ondersteund worden bij de verduidelijking van hun<br />

zorgvraag en de realisatie van hun ondersteuningsplan (het ‘voortraject’). Ook netwerkversterking<br />

met behulp van person centered methodieken en meer thuisbegeleiding horen daarbij.<br />

• Inclusie:<br />

personen met een handicap moeten hierbij ondersteund worden. Handicapspecifieke<br />

knowhow en draagvlak moeten worden overgebracht in de andere levensdomeinen zoals onderwijs,<br />

werk, mobiliteit of huisvesting.<br />

• Een basisfinancieringssysteem:<br />

een transparanter en persoonsgebonden basisfinancieringssysteem<br />

moet toelaten de ondersteuning vanuit de netwerken vraaggestuurd te betalen.<br />

• Zorggarantie:<br />

in de meest behartenswaardige situaties moet de zorg gegarandeerd zijn. Het VAPH<br />

wil ook streven naar engagementen om andere ondersteuningvormen te financieren, al dan niet<br />

vanuit het VAPH.<br />

• Een gedereguleerd kader:<br />

ket kader voor de zorgaanbieders moet gedereguleerd worden. Dit is<br />

een belangrijke randvoorwaarde voor meer zorg op maat.<br />

• Een zorgzame samenleving.<br />

Zorgregie<br />

De zorgvraag blijft stijgen<br />

Alle indicatoren wijzen erop dat de zorgvraag zal blijven stijgen, wat duidelijk blijkt uit de meerjarenanalyse<br />

van het VAPH. Tegen de actuele, moeilijke economische achtergrond betekent dit dat er meer vragen op het<br />

VAPH afkomen dan de diensten en voorzieningen met hun huidige capaciteit aankunnen. Dat geldt overigens<br />

ook voor het PAB. Het beleid zal dus ofwel nog meer prioriteiten moeten stellen, ofwel meer middelen<br />

voorzien, of nog creatiever ondersteuningsvormen bedenken. Een optie voor dat laatste is proberen meer<br />

te halen uit de bestaande middelen. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld in te zetten op een betere preventie,<br />

een goede persoonlijke toekomstplanning voor personen met een handicap, of meer thuisbegeleiding en<br />

begeleid wonen.<br />

154<br />

www.socialeplattegrondovl.be


•<br />

Zorgbemiddeling, knelpuntdossiers en zorgplanning<br />

• Zorgbemiddeling:<br />

de zorgbemiddeling is een van de sturende processen in de zorgregie. Dat proces<br />

sluit aan op de noodzaak om prioriteiten te stellen en zal verder worden uitgebouwd. Het doel is<br />

met de beschikbare middelen zoveel mogelijk personen een bij hun zorgvraag passend aanbod te<br />

kunnen doen. Daarbij moeten de personen in de meest behartenswaardige situaties eerst worden<br />

geholpen.<br />

• Knelpuntdossiers:<br />

na de registratie van een zorgvraag in de CRZ-databank start het<br />

bemiddelingsproces tussen de contactpersoon en de voorzieningen met open plaatsen. Hierbij zijn<br />

soms een aantal formele bemiddelingsvergaderingen nodig, met name voor die gevallen waarvoor<br />

de normale in- en uitstroom niet blijkt te werken. In dergelijke vergaderingen kan de vraag van de<br />

persoon met een handicap het statuut ‘knelpuntdossier’ krijgen, wat voorrang inhoudt op de wachtlijst.<br />

Op die manier weten de voorzieningen wie prioritair naar een aanbod moet worden toegeleid.<br />

De prioriteiten op de zorgbemiddelingsvergaderingen worden enerzijds bepaald door de urgentiecode,<br />

die de dringendheid van een vraag weergeeft, en anderzijds door de contactpersoon. In de toekomst<br />

moet de groep personen met de hoogste zorgnood nog beter kunnen gedefinieerd worden.<br />

• Zorgplanning:<br />

zorgbemiddeling is in hoge mate een intermenselijk proces. In de CRZ-databank staan<br />

de zorgvragen geregistreerd en ook de open plaatsen in de voorzieningen. De contactpersoon geeft<br />

de zorgvragers op die voor de open plaatsen in aanmerking komen. Dan gaan de contactpersoon, de<br />

zorgvrager en de voorziening een dialoog aan om te bekijken of het aanbod past bij de vraag. Vanuit het<br />

VAPH is er per provincie een coördinator zorgregie aanwezig op de zorgbemiddelings- en planningsvergaderingen.<br />

De planningsvergaderingen hebben dan weer als doel de organisatie van de zorg te bekijken en<br />

aan te geven waar de mogelijke accenten voor het uitbreidingsbeleid bij voorkeur moeten komen te<br />

liggen.<br />

• Noodsituaties:<br />

•<br />

•<br />

Protocol: momenteel zijn er twee basiscriteria voor de prioriteitstelling: de urgentiecode en de<br />

wachttijd. Die bieden echter geen oplossing voor personen die plots in een onvoorziene, uiterst<br />

dringende situatie terechtkomen. Om aan die vragen tegemoet te komen, werd het ‘protocol noodsituatie’<br />

ontwikkeld. Daarmee kunnen zorgvragers zes tot tien weken ondersteuning genieten, los van de<br />

bestaande capaciteit van een dienst of voorziening. Die ondersteuning kan zowel ambulant zijn, semiresidentieel,<br />

residentieel of een combinatie daarvan.<br />

Persoonsvolgend budget: leidt de toekenning van de status ‘knelpuntdossier’ evenmin tot een<br />

goede oplossing, dan kan sinds eind 2008 een persoonsvolgend budget (PVB) een uitweg bieden.<br />

Zo’n budget laat toe tot oplossingen op maat van de zorgvraag te komen. Het PVB geldt zowel voor<br />

knelpuntdossiers van langwachtenden als voor knelpuntdossiers die uit noodsituaties ontstaan.<br />

• Persoonsgebonden budget:<br />

sinds 1 september 2008 loopt bij het Vlaams Agentschap voor Personen<br />

met een Handicap (VAPH) een tweejarig experiment met het Persoonsgebonden Budget (PGB). Het<br />

VAPH schreef voor dat experiment mogelijke kandidaten aan uit de arrondissementen Halle-Vilvoorde en<br />

Antwerpen. Uiteindelijk hebben er een 170-tal een budget toegewezen gekregen.<br />

Een persoonsgebonden budget (PGB) is een budget dat het VAPH aan u persoonlijk toekent om<br />

gedeeltelijk of volledig uw ondersteuning te organiseren en te financieren. U hebt daarbij een grote<br />

keuzevrijheid en kunt zelf beslissen welke ondersteuning u waar en wanneer inkoopt. Zo kunt u een<br />

beroep doen op zowel persoonlijke assistenten als op al dan niet door het VAPH erkende diensten en<br />

voorzieningen.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.vaph.be<br />

www.oost-vlaanderen.be<br />

155<br />

155<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Sector Personen met een handicap.<br />

Thuisbegeleidingsdiensten personen met een handicap<br />

Katrien Windey, directie De Tandem vzw<br />

Missie en opdrachten<br />

Gezinnen in de thuissituatie zo tijdig mogelijk opvangen en ondersteunen in de opvoeding van/het<br />

samenleven met een kind, jongere of volwassene met een handicap.<br />

Bij thuisbegeleiding voor kinderen is de begeleiding gericht op handicapspecifieke ontwikkelingsstimulatie<br />

en op de pedagogische en psychosociale ondersteuning van de ouders.<br />

Bij thuisbegeleiding voor de jongeren en volwassenen ligt de focus op het samenleven met een persoon<br />

met een handicap, rekening houdend met zijn mogelijkheden en beperkingen. Onder bepaalde voorwaarden<br />

kunnen ook zelfstandig wonende meerderjarigen met een handicap worden ondersteund. Thuisbegeleidingsdiensten<br />

bieden deze ambulante ondersteuning door thuisbegeleiding, zorgconsulentschap in<br />

kader van PAB (persoonlijk assistentiebudget) of trajectbegeleiding.<br />

Beknopte historiek<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Eind van de jaren ‘70 zijn in de verschillende Vlaamse provincies diensten voor thuisbegeleiding ontstaan.<br />

vanuit verschillende invalshoeken met dezelfde doelstelling;<br />

In 1988 eerste wetbesluit dat de werking van de thuisbegeleidingsdiensten officieel erkende;<br />

Diensten groeiden gaandeweg vanuit vroegbegeleidingsdiensten naar thuisbegeleidingsdiensten;<br />

Diensten kregen gaandeweg ook erkenning voor zorgconsulentschap en trajectbegeleiding.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH), beleidsdomein departement Welzijn, Volksgezondheid<br />

en Gezin;<br />

Besluit Vlaamse Regering 17.12.1996 betreffende de erkenning en subsidiering van<br />

thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap;<br />

Thuisbegeleiding minderjarigen: Enkele modules rechtstreeks toegankelijk, andere via inschrijving VAPH;<br />

Thuisbegeleiding meerderjarigen: Via inschrijving VAPH.<br />

Structurering van de subsector thuisbegeleiding<br />

•<br />

•<br />

Thuisbegeleidingsdiensten hebben meestal een erkenning voor:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Thuisbegeleiding;<br />

Zorgconsulentschap bij PAB;<br />

Trajectbegeleiding.<br />

Hun werkingsgebied is doorgaans één provincie, voor de doelgroep personen met een auditieve of visuele<br />

handicap zijn dit twee provincies.<br />

156<br />

www.socialeplattegrondovl.be


Doelgroep(en)<br />

Thuisbegeleidingsdiensten hebben een erkenning voor ondersteuning van alle leeftijdsgroepen 0-65 jaar.<br />

Naargelang de grootte van erkenning onderscheiden ze zelf drie leeftijdsgroepen: gezinnen met baby’s,<br />

peuters en kleuters, gezinnen met kinderen en gezinnen met jongeren of volwassenen.<br />

5 doelgroepen: personen met een motorische, visuele, auditieve of verstandelijke handicap, of autisme. De<br />

erkenning is vanaf de start altijd doelgroepgebonden/handicapspecifiek geweest.<br />

•<br />

•<br />

Zorgconsulentschap: Personen die beschikken over een PAB;<br />

Trajectbegeleiding: Personen met een handicap of vermoeden van handicap.<br />

Werking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

De thuisbegeleidingsdiensten werken op drie niveaus:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het kindgerichte of persoonsgerichte niveau;<br />

Het gezinsgerichte niveau;<br />

Het gezinsoverschrijdende niveau, netwerkgerichte aspecten.<br />

De frequentie van de ambulante en mobiele begeleiding gebeurt in functie van de vraag. Persoon betaalt<br />

een eigen bijdrage per begeleiding.<br />

Kenmerken van deze ambulante en mobiele werkvorm:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Begeleiding in de natuurlijke woon- en leefomgeving van de persoon met een handicap;<br />

Zelfzorg stimuleren: Verhoging van de draagkracht en als het kan maakt thuisbegeleiding zichzelf<br />

overbodig;<br />

Preventief karakter;<br />

Een interdisciplinaire benaderingswijze en samenwerking met ervaringsdeskundigen;<br />

Laagdrempelig aanbod met relatief lage maatschappelijke kost;<br />

Werkt vraaggericht:Op maat van het gezin/de persoon met een handicap.<br />

Combinatie met enkele zorgvormen van VAPH mogelijk: o.a. met kortopvang, semi-internaat, dagcentrum,<br />

een andere thuisbegeleidingsdienst.<br />

Bij zorgconsulentschap: persoon betaalt een bedrag met zijn PAB budget. Trajectbegeleiding is gratis.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Intensieve samenwerking met reguliere ondersteuningsvormen en belendende sectoren;<br />

Afstemming met diensten Begeleid Wonen en diensten ambulante werking van semi-internaten/internaten<br />

VAPH;<br />

Afstemming ROG (Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>);<br />

22 Vlaamse thuisbegeleidingsdiensten zijn verenigd in het SWOT-V, Vlaams overlegplatform .<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wachtlijsten en toekenning uitbreiding: steeds verdere aangroei van wachtenden voor thuisbegeleiding;<br />

Werkdruk door prestatiesysteem in thuisbegeleiding;<br />

Rechtstreeks toegankelijke modules;<br />

157<br />

157<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

Doelgroependebat: Sommige doelgroepen binnen VAPH vallen uit de boot voor thuisbegeleiding bv geen<br />

erkende thuisbegeleidingsdiensten voor doelgroep GES (gedrags- en emotionele stoornissen).<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.dekangoeroe.be<br />

www.de-tandem.be<br />

www.ki-spermalie.be<br />

www.thuisbegeleiding-slp.be<br />

www.thuisbegeleidingautisme.be<br />

www.vaph.be<br />

158<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Voorzieningen voor personen met een handicap<br />

Sector ‘Gebruikersorganisaties’<br />

Caroline Callens, Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap, VGPH<br />

Missie en opdrachten<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het VGPH ondersteunt personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers, zodat ze, als<br />

lid van hun vereniging, volwaardig kunnen deelnemen aan het beleid dat via regionale, provinciale en<br />

Vlaamse overlegorganen de centrale registratie van de zorgvragen in uitvoering brengt;<br />

Deze ondersteuning gebeurt door het begeleiden van personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers<br />

naar, en het rechtstreeks ondersteunen van de gebruikersvertegenwoordigers aan, de<br />

verschillende overlegtafels betreffende de zorgregie. Verder ondersteunt VGPH hen en hun verenigingen<br />

door studiewerk en door een platform voor overleg en samenwerking te bevorderen betreffende verschillende<br />

thema’s rond zorgregie en zorgvernieuwing;<br />

In haar missie wil VGPH empowerend en op vraag van de personen met een handicap, hun wettelijke<br />

vertegenwoordigers en hun verenigingen te werk gaan en hun ervaringsdeskundigheid professioneel<br />

ondersteunen;<br />

Personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers uit de ledenverenigingen nemen<br />

volwaardig deel aan het beleid dat betrekking heeft op de organisatie van zorg en ondersteuning;<br />

De organisatie van zorg en ondersteuning opgezet ten behoeve van personen met een handicap komt<br />

tegemoet aan verwachtingen van personen met een handicap en voldoet aan hun aspiraties om als<br />

volwaardig persoon in de samenleving te kunnen deelnemen;<br />

VGPH is als platform een vruchtbaar overlegorgaan ten dienste van personen met een handicap, hun<br />

wettelijke vertegenwoordigers en hun verenigingen in functie van de zorgregie. VGPH gaat als integer<br />

ondersteuner en procesbegeleider te werk om de ervaringsdeskundige maximaal en op elk niveau te laten<br />

participeren aan de zorgregie en de zorgvernieuwing.<br />

Beknopte historiek<br />

Het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) is een overlegplatform van<br />

gebruikersverenigingen met als doelgroep personen met en handicap en/of hun sociaal netwerk. VGPH is een<br />

vzw die opgericht is eind 2002 door 3 gebruikersverenigingen, nl. Fovig, Inclusie <strong>Vlaanderen</strong> en KVG.<br />

Actoren/instituties en regelgevend kader<br />

VGPH werd op 16 maart 2006 erkend door de Vlaamse Regering op basis van het besluit zorgregie.<br />

Het Besluit Zorgregie heeft drie grote doelstellingen.<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Afstemming van zorgaanbod op zorgvraag van persoon met een handicap;<br />

Transparant en rechtvaardig opnamebeleid en bemiddelingsbeleid realiseren;<br />

Gefundeerde planning van het nieuwe aanbod.<br />

159<br />

159<br />

www.desocialekaart.be


Doelgroepen<br />

Momenteel zijn er 17 gebruikersverenigingen aangesloten bij het VGPH nl.:<br />

Logo Naam gebruikersvereniging Doelgroep<br />

ALS-Liga Vereniging voor ALS-patiënten<br />

Belgische Vereniging voor<br />

Dystoniepatiënten Vereniging voor dystoniepatiënten<br />

Bol-Budiv Budgethoudersvereniging<br />

Fevlado Vereniging voor doven<br />

Fovig<br />

Govag<br />

Vereniging voor ouders van kinderen in voorzieningen<br />

Vereniging voor ouders van gebruikers van<br />

antroposofische gehandicaptenzorg<br />

Huntington Liga Vereniging voor huntingtonpatiënten<br />

Inclusie <strong>Vlaanderen</strong><br />

Vereniging van en voor personen met een<br />

verstandelijke handicap en hun sociaal netwerk<br />

MS-Liga Vereniging voor MS-patiënten<br />

Onze Nieuwe Toekomst Beweging van en voor personen met een<br />

verstandelijke beperking<br />

Vereniging van en voor ouders van minderjarige<br />

Ouders voor Inclusie<br />

kinderen<br />

Similes<br />

Vereniging van en voor familieleden van<br />

personen met psychische problemen<br />

VeBeS Vereniging voor blinden en slechtzienden<br />

VFG<br />

Vlaamse socio-culturele vereniging van<br />

personen met een handicap, langdurig zieken<br />

en hun sociaal netwerk<br />

Vlaamse Reumaliga Vereniging voor reumapatiënten<br />

160<br />

www.socialeplattegrondovl.be


VVA Vereniging voor personen met autisme<br />

Vzw. Coma Vereniging voor NAH-personen<br />

(Niet-Aangeboren Hersenletsel)<br />

Structurering van de sector/subsector<br />

•<br />

•<br />

Raad van Bestuur VGPH: De Raad van Bestuur bestaat uit 7 leden + directeur van VGPH (Ann De Martelaer).<br />

De leden worden om de 5 jaar verkozen op een Algemene Vergadering. De bestuursleden zijn<br />

gemandateerd uit de gebruikersverenigingen die aangesloten zijn bij VGPH.<br />

Personeel VGPH:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Op Vlaams niveau: Op Vlaams niveau zijn er 2 personeelsleden bij de studiedienst, de coördinator<br />

informatie en communicatie en 2 administratieve krachten) en de directeur.<br />

De studiedienst bestaat uit:<br />

•<br />

•<br />

Een coördinator zorgregie: deze coördineert de provincies opdat belangrijke thema’s interprovinciaal<br />

kunnen worden afgestemd;<br />

Een raadgever: deze voert studiewerk uit met betrekking tot thema’s die belangrijk zijn voor de<br />

zorgregie.<br />

Op provinciaal niveau: In iedere Vlaamse provincie zijn een provinciale coördinator (voltijds) en een<br />

provinciale medewerker (deeltijds) werkzaam.<br />

De opdrachten van de provinciale coördinator en de medewerker verschillen van provincie tot<br />

provincie. De coördinator neemt vooral taken op provinciaal niveau en taken op Vlaams niveau op<br />

zich. De medewerker heeft de opdracht om continu de vertegenwoordiger te zijn van de gebruikers in<br />

de ROG-overleggen op provinciaal niveau.<br />

Werking van <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> via de raad van gebruikers (RvG)<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Wat is de RvG?: De Raad van Gebruikers is een overleg dat in iedere provincie afzonderlijk plaatsvindt.<br />

Dit overleg wordt georganiseerd door de medewerkers per provincie. De Raad van Gebruikers heeft een<br />

vergaderfrequentie van 1 keer in de maand.<br />

Wie neemt deel aan de RvG ?<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Personen met een handicap en/of hun sociaal netwerk die lid is van provinciale afdeling van<br />

gebruikersvereniging die aangesloten is bij VGPH;<br />

Onafhankelijke personen met een handicap en/of hun sociaal netwerk;<br />

Professionelen uit andere organisaties uit de gehandicaptensector.<br />

Doel RvG ? De Raad van Gebruikers is een overleg van en voor gebruikers. Gebruikers zijn ervaringsdeskundigen.<br />

De RvG biedt de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen over de zorgregie. Op de Raad<br />

van Gebruikers wordt ook door de medewerkers van VGPH informatie uitgewisseld over wat zich afspeelt<br />

op Vlaams niveau en hoe zaken kunnen worden aangepakt op provinciaal niveau. Verschillende overleggen<br />

waaraan gebruikers deelnemen, worden er tevens voorbereidt.<br />

De Raad van Gebruikers dient hoofdzakelijk om de ROG stuurgroep voor te bereiden. Op de Raad van<br />

Gebruikers bespreekt men inhoudelijk de agenda van de ROG stuurgroep om tot een gemeenschappelijk<br />

standpunt te komen vanuit gebruikersperspectief. Aan de ROG stuurgroep nemen 5 gebruikers deel als<br />

effectief lid.<br />

161<br />

161<br />

www.desocialekaart.be


Elke maand vindt er een Beleidsgroep Zorgregie plaats. Dit is de Raad van Gebruikers op Vlaams niveau.<br />

Op dit overleg participeren gebruikers die ook op de provinciale Raad van Gebruikers aanwezig zijn. Deze<br />

gebruikers koppelen informatie en standpunten uit hun provincie terug naar de andere provincies. Op<br />

de Beleidsgroep Zorgregie worden thema’s op Vlaams niveau besproken zoals: contactpersoonschap,<br />

inzagerecht, …. Op de provinciale Raad van Gebruikers wordt er teruggekoppeld uit de beleidsgroep<br />

zorgregie en wordt dit overleg ook voorbereidt op de provinciale Raad van Gebruikers.<br />

Afstemming en samenwerking<br />

Maandelijks is er een teamoverleg waar alle personeelsleden van VGPH met uitzondering van de<br />

administratieve dienst aan deelnemen.<br />

Op dit overleg worden ideeën uitgewisseld over thema’s die op Vlaams niveau lopend zijn. Op dit overleg<br />

kaarten de verschillende provincies eveneens thema’s aan die gedurende die maand belangrijk zijn in de<br />

provincie. Verschillende standpunten van gebruikers in de verschillende provincies worden overlopen en<br />

vergeleken.<br />

Maandelijks is er een Beleidsgroep Zorgregie waarbij leden van de diverse RvG over de provincies heen, de<br />

bevindingen, ervaringen, standpunten en uitdagingen omtrent de Zorgregie vanuit gebruikersperspectief<br />

samen bespreken om deze dan te bundelen tot standpunten van Gebruikers over de organisaties en over de<br />

provincies heen.<br />

Knelpunten, tendensen en uitdagingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Grondrechten: Het VGPH vertrekt in zijn werking van principes uit de Universele Verklaring van de<br />

Rechten van de Mens (Verenigde Naties, 1948) en van het Verdrag van de rechten van personen met een<br />

handicap (Verenigde Naties, 2006).<br />

Diversiteit en inclusieve samenleving:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het begrip handicap is aan verandering onderhevig. Het vloeit voort uit de wisselwerking tussen<br />

personen met functiebeperkingen en sociale en fysieke drempels die hen belet ten volle, effectief en<br />

op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving;<br />

Personen met een handicap worden nog steeds geconfronteerd met (fysieke, sociale, economische en<br />

culturele) obstakels die hun participatie in de samenleving als gelijkwaardige leden belemmeren;<br />

VGPH gaat er van uit dat er respect moet zijn voor verschillen en dat personen met een handicap deel<br />

uitmaken van de mensheid en van de menselijke diversiteit. Personen met een handicap hebben een<br />

potentiële en een bestaande gewaardeerde bijdrage aan de diversiteit van de samenleving en aan het<br />

algemeen welzijn.<br />

Participatie:<br />

•<br />

•<br />

VGPH gelooft dat het bevorderen van een volwaardige participatie aan onze samenleving door<br />

personen met een handicap ertoe zal leiden dat zij sterker gaan beseffen dat zij erbij horen en zal<br />

resulteren in wezenlijke vorderingen in de humane, sociale en economische ontwikkeling van de<br />

maatschappij;<br />

Personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers moeten in de gelegenheid worden<br />

gesteld actief betrokken te zijn bij de besluitvormingsprocessen over beleid en programma’s, in het<br />

bijzonder dewelke hen rechtstreeks aanbelangen.<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.vgph.be<br />

162<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Het Provinciebestuur <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> en personen<br />

met een handicap<br />

De provincie heeft bijzondere aandacht voor personen met een handicap door middel van:<br />

•<br />

•<br />

Het eigen provinciaal beleid voor personen met een handicap;<br />

De uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst inzake zorgregie tussen het Vlaams Agentschap voor<br />

Personen met een Handicap (VAPH) en de Vlaamse provinciebesturen.<br />

Het coördinatiepunt Handicap is het team dat verankerd is binnen het provinciale administratie en uitvoering<br />

geeft aan dit Vlaamse zorgbeleid en aan de vertaling ervan op <strong>Oost</strong>-Vlaams niveau.<br />

Team Zorg<br />

Bij de herstructurering van de directie Welzijn en Gezondheid werd het beleid inzake personen met een<br />

handicap ingebed in het team zorg binnen de dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg.<br />

Doelstellingen<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Provinciaal beleid:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Streekgerichte dienstverlening ondersteunen;<br />

Vernieuwende zorginitiatieven stimuleren;<br />

Integratie bevorderen van personen met een handicap;<br />

Het Vlaamse zorgbeleid ondersteunen.<br />

Zorgregie, Vlaamse doelstellingen zorgregie:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Een transparant en rechtvaardig opname- en bemiddelingsbeleid realiseren;<br />

Het bestaande zorgaanbod afstemmen op de vraag;<br />

Een gefundeerde planning van het nieuwe zorgaanbod realiseren.<br />

Via het samenwerkingsverband met VAPH worden tevens een aantal belangrijke provinciale doelstellingen<br />

gerealiseerd:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Acties<br />

Bevorderen en ondersteunen van netwerkvorming;<br />

Ondersteunen en actief opnemen van sociale planning - zorgplanning;<br />

Als centraal aanspreekpunt fungeren voor zowel professionelen, overheden als burgers;<br />

Gebruikersparticipatie bevorderen.<br />

De acties inzake personen met een handicap zijn zeer verscheiden. Wij willen onze doelstellingen bereiken<br />

door bijvoorbeeld:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het stimuleren van de uitbouw van een informatie- en ombudsfunctie voor personen met een handicap;<br />

Het ondersteunen van specifieke vormingsinitiatieven;<br />

Het ondersteunen van initiatieven ter bevordering van intersectorale samenwerking in functie van<br />

personen met een handicap;<br />

163<br />

163<br />

www.desocialekaart.be


•<br />

•<br />

Het ondersteunen van initiatieven die de integratie van personen met een handicap bevorderen en/of hun<br />

positie in deze samenleving versterken;<br />

Zorgregie:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Het uitbouwen en ondersteunen van een sterk provinciaal overlegnetwerk ter realisatie van het<br />

project zorgregie (ROG);<br />

Het uitwerken en ondersteunen van de zorgplanning voor personen met een handicap in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>;<br />

Het garanderen van een vlotte dienstverlening, zowel voor de partners van het ROG als voor<br />

externen.<br />

Subsidies, premies<br />

•<br />

•<br />

Ondersteunen van initiatieven in verband met de behandeling, verzorging, opvang, opvoeding en<br />

ontspanning van personen met een handicap, met een specifiek accent op apparatuur, uitrusting,<br />

vormingscursussen en vakantiekampen.<br />

www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/2145.cfm<br />

Ondersteunen van ambulante diensten voor personen met een handicap in <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (begeleid<br />

wonen, zelfstandig wonen, thuisbegeleiding en pleegzorg)<br />

www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/2147.cfm<br />

Meer info:<br />

An De Kryger, 09 267 75 55, an.de.kryger@oost-vlaanderen.be<br />

Leen De Caluwé, 09 267 75 52, leen.de.caluwe@oost-vlaanderen.be<br />

Kristien Boterbergh, 09 267 75 28, kristien.boterbergh@oost-vlaanderen.be<br />

Virtuele wandeling door de sociale plattegrond: andere infobronnen<br />

www.oost-vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/zorg/handicap_zorg/index.cfm<br />

www.vaph.be<br />

164<br />

www.socialeplattegrondovl.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

10. Bijlagen<br />

165<br />

165<br />

www.desocialekaart.be


<strong>Sociale</strong> <strong>Plattegrond</strong> OVL <strong>2010</strong><br />

Afkortingenlijst<br />

Afkortingenlijst<br />

ACAW Autonoom Centrum voor Algemeen Welzijnswerk<br />

ADL Activiteiten van het dagelijks leven<br />

ALS Amyotrofische Laterale Sclerose<br />

AWW Algemeen Welzijnswerk<br />

AZ Algemeen ziekenhuis<br />

BBB Beter Bestuurlijk Beleid<br />

BINC Begeleiding in Cijfers<br />

BJB Bijzondere JeugdBijstand<br />

BJZ Bijzondere JeugdZorg<br />

BKO Buitenschoolse kinderopvang<br />

BLO Buitengewoon Lager Onderwijs<br />

BOL Budgethoudersvereniging Onafhankelijk Leven<br />

BuBao Buitengewoon Basis Onderwijs<br />

Budiv Budgethoudersvereniging Inclusie <strong>Vlaanderen</strong><br />

BuSO Buitengewoon Secundair Onderwijs<br />

BW Beschutte werkplaats of Beschut wonen<br />

CADOR Centrum voor advies en oriëntering<br />

CAS Centrum Aangepast Sporten<br />

CAT Centrum voor Studie, Behandeling en Preventie van Alcoholisme en andere Toxicomanieën<br />

CAW Centrum Algemeen Welzijnswerk<br />

CBE Centrum voor basiseducatie<br />

CBJ Comité bijzondere jeugdzorg<br />

CBO Centrum voor beroepsopleiding<br />

CGG of CGGZ Centrum Geestelijke Gezondheidszorg<br />

CIG Centrum voor Integrale Gezinszorg<br />

CKG Centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning<br />

CKO Centrum voor Kinderopvang<br />

CLB Centrum voor leerlingenbegeleiding<br />

COS Centrum voor ontwikkelingsstoornissen<br />

CRZ Centrale registratie van de zorgvragen<br />

CVO Centrum voor volwassenenonderwijs<br />

DAV Dienst Aangepast Vervoer<br />

DAVO Dienst voor alimentatievordering<br />

DGGZ Dienst Geestelijke Gezondheidszorg<br />

DMW Dienst Maatschappelijk Werk<br />

DOG Dienst voor opvanggezinnen<br />

DOMINO Dossier Minderjarigen Opvolgingssysteem<br />

DSM Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders<br />

DVC Dagverzorgingscentrum<br />

ECM Etnisch-culturele minderheid<br />

EXPOO Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning<br />

FBW Federatie Beschut Wonen<br />

FDGG Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg<br />

FESO Federatie Samenlevingsopbouw<br />

Fevlado Federatie van Vlaamse Doven en Slechthorende Jongeren<br />

FOD VVVL Federale OverheidsDienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu<br />

Fovig Federatie van Ouders van Visueel Gehandicapte kinderen<br />

GDT Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging<br />

166<br />

www.socialeplattegrondovl.be


GES Gedrages- en Emotionele Stoornissen<br />

GGZ Geestelijke Gezondheidszorg<br />

GOB Gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst<br />

GON Geïntegreerd Onderwijs<br />

GOS Gedetineerdenopvolgsysteem<br />

Govag Vlaamse Gebruikers- en Oudervereniging Antroposofische Gehandicaptenzorg<br />

GTB Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst<br />

HINT Handicap Informatie en Tips<br />

HIVA Hoger Instituut Voor de Arbeid<br />

HPV Humaan Papilloma Virus<br />

HvN Huis van het Nederlands<br />

IBO Initiatief buitenschoolse opvang<br />

ICAW Ingebouwd Centrum Algemeen Welzijnswerk (voor <strong>2010</strong>, nu DMW)<br />

ICT Informatie- en Communicatietechnologie<br />

IJH Integrale Jeugdhulp<br />

IKG Inkomensgerelateerd (bij kinderopvang)<br />

IMB Individuele Materiële Bijstand<br />

ING Intercultureel Netwerk Gent<br />

ION Inclusief Onderwijs<br />

JAC Jongeren Advies Centrum<br />

JIP Jongeren Informatie Punt<br />

JOS Jeugdonderzoeksplatform<br />

JWW Justitieel Welzijnswerk<br />

K&G Kind & Gezin<br />

K-dienst Dienst Kinder- en Jeugdpsychiatrie<br />

KDNV Kinder-Dag-en-Nacht-Verblijven<br />

KOC Kinderopvangcentrum<br />

KOC Krisisopvangcentrum<br />

KVG Katholieke Vereniging Gehandicapten<br />

LAC Lokale adviescommissie<br />

LCCA Life Cycle Costing Analysis<br />

LDC Lokaal dienstencentrum<br />

LOGO Lokaal Gezondheidsoverleg (officieel: Loco-regionaal Gezondheidsoverleg en -organisatie)<br />

LOI Lokaal Opvanginitiatief<br />

LOP Lokaal Overlegplatform<br />

LSB Lokaal sociaal beleid<br />

MDT Multidisciplinair team<br />

MMC Mindermobielencentrale<br />

MOF Misdrijf omschreven feit<br />

MPI Medisch Pedagogisch Instituut<br />

MRSA Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus<br />

MS Multiple Sclerose<br />

MSOC Medisch Sociaal Opvangcentrum<br />

NAH Niet-Aangeboren Hersenletsel<br />

NARIC National Academic Recognition Information Centre - Flanders<br />

NERF Center for Neuro-Electronics Research Flanders<br />

NRVZ Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen<br />

OBC Observatie- en Behandelingscentrum voor personen met een handicap<br />

OC Opvangcentrum<br />

OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn<br />

ODiCe <strong>Oost</strong>-Vlaams Diversiteitscentrum<br />

ONOV Onthaal Nieuwkomers <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong> (voor 2008, nu Inburgering <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong>)<br />

OO Opvoedingsondersteuning<br />

OOOC Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum<br />

OTA Ondersteuningsteam allochtonen<br />

PAAZ Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis<br />

167<br />

167<br />

www.desocialekaart.be


PAB Persoonlijke-Assistentiebudget<br />

PAWO Platform Algemeen Welzijnswerk <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

PC Psychiatrisch centrum<br />

PEC Provinciale EvaluatieCommissie<br />

PGB Persoonsgebonden Budget<br />

PISAD Provinciaal Interbestuurlijk Samenwerkingsverband voor Aanpak van Drugmisbruik<br />

POD MI Programmatorische overheidsdienst maatschappelijke integratie<br />

POP Persoonlijk OntwikkelingsPlan<br />

POS Problematische opvoedingssituatie<br />

PPS Publiek-Private Samenwerking<br />

PVB Persoonsvolgend Budget<br />

PVT Psychiatrisch VerzorgingsTehuis<br />

PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap<br />

PZ Psychiatrisch Ziekenhuis<br />

PZT Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie<br />

RIA ReguleringsimpactAnalyse<br />

RISO Regionaal Instituut Samenlevingsopbouw (voor 2006)<br />

RIZIV RijksInstituut voor Ziekte- en InvaliditeitsVerzekering<br />

ROB Rustoord<br />

ROG Regionaal Overlegnetwerk Personen met een Handicap<br />

ROPPOV Regionaal Overleg Projecten en Participatie <strong>Oost</strong>-<strong>Vlaanderen</strong><br />

RSZ Rijksdienst voor sociale zekerheid<br />

RTJ Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp<br />

RVA Rijksdienst voor arbeidsvoorziening<br />

RVG Raad van Gebruikers<br />

RVT Rust- en Verzorgingstehuis<br />

RWO Regionaal Welzijnsoverleg<br />

RWO Oudenaarde Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Oudenaarde<br />

RWO-ARA Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Aalst<br />

RWOD Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Dendermonde<br />

RWOM Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland<br />

RWW Regionaal Welzijnsoverleg Waasland<br />

SEL Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnsgezondheidszorg<br />

SFG Serviceflatgebouw<br />

SGA Sterk Gedragsgestoorde en/of Agressieve patiënten<br />

SKM <strong>Sociale</strong> kredietmaatschappij<br />

subROG Subregionaal Overleg Gehandicaptenzorg<br />

SVF <strong>Sociale</strong>verzekeringsfonds<br />

SVK Sociaal Verhuurkantoor<br />

SW <strong>Sociale</strong> werkplaats<br />

SWOT-V Overlegplatform directies thuisbegeleiding <strong>Vlaanderen</strong><br />

TNW Tehuis niet-werkenden<br />

TW Tehuis werkenden<br />

UZ Universitair ziekenhuis<br />

VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding<br />

VeBeS Vereniging voor Blinden en Slechtzienden<br />

VFG Vereniging personen met een handicap<br />

VFSIPH Vlaams Fonds voor <strong>Sociale</strong> Integratie van Personen met een Handicap<br />

VGPH Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap<br />

ViA <strong>Vlaanderen</strong> in Actie<br />

VIPA Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden<br />

VMC Vlaams Minderheden Centrum<br />

VMSW Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen<br />

VOV Vereniging van Openbare Verzorgingsinstellingen<br />

VVA Vlaamse Vereniging Autisme<br />

168<br />

www.socialeplattegrondovl.be


VVGG Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid<br />

WCD Woningcomplex met dienstverlening<br />

WOP Wonen onder begeleiding van een particulier<br />

WRG Welzijnsoverleg Regio Gent<br />

WVG Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Vlaams beleidsdomein)<br />

WZC Woonzorgcentrum<br />

ZIV Ziekte- en Invaliditeitsverzekering<br />

169<br />

169<br />

www.desocialekaart.be


Inhoudstafel (rubriekenlijst) ‘www.desocialekaart.be’<br />

01. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING<br />

01.01. Dringende hulpverlening<br />

01.01.01. Algemene diensten<br />

01.01.02. Telefonische hulpverlening<br />

01.01.03. Crisisopvang (24u/24u)<br />

01.02. Algemeen Welzijnswerk<br />

01.02.01. Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)<br />

01.02.02. Dienst Maatschappelijk Werk van het Ziekenfonds<br />

01.02.03. Autonoom Centrum voor Maatschappelijk Werk (CMW)<br />

01.03. <strong>Sociale</strong> huizen<br />

01.04. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)<br />

01.04.01. OCMW<br />

01.04.02. Welzijnsbureaus - <strong>Sociale</strong> dienst<br />

01.04.03. Andere OCMW-diensten<br />

01.05. Algemeen Welzijnswerk - Stad, gemeenten, buurten<br />

01.05.01. Gemeentedienst - Welzijn en sociale zaken<br />

01.05.02. Buurtwerkingen en -centra<br />

01.05.03. Gemeenschapscentra<br />

01.05.04. Andere gemeentediensten<br />

01.06. Thuislozenzorg<br />

01.06.01. Crisisopvang<br />

01.06.02. Opvangcentra jongeren<br />

01.06.03. Opvangcentra vrouwen en kinderen<br />

01.06.04. Opvangcentra mannen<br />

01.06.05. Opvangcentra gemengd publiek<br />

01.06.06. Begeleid wonen<br />

01.06.07. Nood- en doorgangswoningen<br />

01.06.08. Andere<br />

01.07. Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling<br />

01.08. Ombudsdiensten<br />

01.09. Discriminatie<br />

01.10. Toegankelijkheid algemeen<br />

01.11. Ondersteuning vrijwilligerswerk<br />

01.12. Zelfzorg<br />

01.12.01. Lokaal overleg zelfzorg<br />

01.12.02. Federaties en koepels zelfzorg<br />

01.13. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

01.13.01. Overleg algemene sociale dienstverlening<br />

01.13.02. Federaties, koepels en inrichtende machten algemene sociale dienstverlening<br />

02. LICHAMELIJKE GEZONDHEIDSZORG<br />

02.01. Telefonische hulpverlening<br />

02.02. Dringende medische hulpverlening<br />

02.02.01. Dringend ziekenvervoer<br />

02.02.02. Wachtdiensten<br />

02.03. Gezondheidsbevordering<br />

02.03.01. Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO)<br />

02.03.02. Lokaal Overleg Gezondheidszorg (LOGO’s)<br />

02.04. Algemene dienstverlening gezondheidszorg<br />

02.04.01. Eerstelijnsgezondheidszorg<br />

02.04.02. Wijkgezondheidscentra<br />

02.04.03. Medisch hulpmateriaal<br />

02.04.04. Medische hulpdiensten (niet-dringend)<br />

02.04.05. Ziekenfondsen<br />

170<br />

www.socialeplattegrondovl.be


02.04.06. Diverse gezondheidsdiensten<br />

02.05. Specifieke gezondheidszorg<br />

02.05.01. Arbeid en gezondheid<br />

02.05.02. Specifieke gezondheidsthema’s<br />

02.05.03. Ziekenbezoek<br />

02.06. Ziekenhuizen, poliklinieken en dispensaria<br />

02.06.01. Ziekenhuizen<br />

02.06.02. <strong>Sociale</strong> diensten van ziekenhuizen<br />

02.06.03. Poliklinieken<br />

02.06.04. Dispensaria<br />

02.06.05. Hersteloorden<br />

02.06.06. Revalidatiecentra<br />

02.07. Palliatieve zorg<br />

02.07.01. Palliatieve netwerken en ondersteuning<br />

02.07.02. Dagcentra palliatieve zorg<br />

02.07.03. Palliatieve eenheid in een ziekenhuis<br />

02.07.04. Palliatieve supportteams<br />

02.08. Actieve levensbeëindiging<br />

02.09. Zelfhulp<br />

02.09.01. Zelfhulp - Fysische ziekte<br />

02.09.02. Zelfhulp - Operatieve ingreep<br />

02.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

02.10.01. Overleg lichamelijke gezondheidszorg<br />

02.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten gezondheidszorg<br />

03. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (GGZ)<br />

03.01. Dringende hulpverlening<br />

03.01.01. Telefonische hulpverlening<br />

03.01.02. Psychiatrische urgentiediensten en crisisinterventie<br />

03.02. Ambulante diensten voor geestelijke gezondheidszorg<br />

03.02.01. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ)<br />

03.02.02. Psychiatrische thuiszorg<br />

03.02.03. Andere ambulante begeleidingsdiensten GGZ<br />

03.02.04. Centra voor dagbehandeling GGZ en activiteitencentra GGZ<br />

03.02.05. Psychosociale revalidatiecentra<br />

03.02.06. Beschut wonen GGZ<br />

03.03. Residentiële diensten voor geestelijke gezondheidszorg<br />

03.03.01. Psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ)<br />

03.03.02. Psychiatrische ziekenhuizen<br />

03.03.03. Psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)<br />

03.03.04. Therapeutische gemeenschappen<br />

03.04. Specifieke doelgroepen<br />

03.04.01. Diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie<br />

03.04.02. Diensten voor psychogeriatrie<br />

03.05. Hulpverlening aan mensen met een verslaving<br />

03.05.01. Verslavingspreventie<br />

03.05.02. Spoedopname<br />

03.05.03. Ambulante begeleiding<br />

03.05.04. Residentiële hulpverlening<br />

03.06. Zelfhulp<br />

03.06.01. Zelfhulp - Psychosociale problemen<br />

03.06.02. Zelfhulp - Verwerking na verlies<br />

03.06.03. Zelfhulp - Verslavingsproblemen<br />

03.07. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

03.07.01. Overleg GGZ<br />

03.07.02. Federaties, koepels en inrichtende machten GGZ<br />

171<br />

171<br />

www.desocialekaart.be


04. THUISZORG<br />

04.01. Thuiszorgmeldpunten (24u op 24u)<br />

04.02. Lokale dienstencentra<br />

04.03. Regionale dienstencentra<br />

04.04. Diensten voor gezinszorg<br />

04.05. Oppas- en gezelschapsdiensten<br />

04.06. Opvang<br />

04.06.01. Dagverzorgingscentrum<br />

04.06.02. Centrum voor kortverblijf<br />

04.07. Specifieke dienstverlening<br />

04.07.01. Diensten maaltijdbedeling<br />

04.07.02. Poetsdiensten<br />

04.07.03. Klusjesdiensten (boodschappen, strijken, kleine herstellingen,…)<br />

04.07.04. Vervoerdiensten<br />

04.07.05. Ergotherapie aan huis<br />

04.07.06. Alarmcentrales<br />

04.07.07. Thuisverpleging<br />

04.07.08. Palliatieve thuiszorg<br />

04.08. Verenigingen voor mantelzorgers<br />

04.09. Zorgkassen<br />

04.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

04.10.01. Overleg thuiszorg<br />

04.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten thuiszorg<br />

05. RELATIES EN SEKSUALITEIT<br />

05.01. Dringende hulpverlening<br />

05.02. Diensten relaties en seksualiteit<br />

05.03. Seksualiteitbeleving<br />

05.04. Specifieke situaties<br />

05.04.01. Familiaal geweld<br />

05.04.02. Relatie- en scheidingsbemiddeling<br />

05.04.03. Alimentatievordering<br />

05.05. Zelfhulp<br />

05.05.01. Zelfhulp - Alleenstaand en echtscheiding<br />

05.05.02. Zelfhulp - Relaties en seksualiteit<br />

05.05.03. Zelfhulp - Seksueel misbruik<br />

05.06. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

05.06.01. Overleg relaties & seksualiteit<br />

05.06.02. Federaties, koepels en inrichtende machten relaties & seksualiteit<br />

06. OPLEIDING, WERKLOOSHEID EN TEWERKSTELLING<br />

06.01. Opleiding voor volwassenen<br />

06.01.01. Basiseducatie<br />

06.01.02. Tweedekansonderwijs<br />

06.01.03. Onderwijs voor sociale promotie<br />

06.01.04. Centra voor beroepsopleiding<br />

06.01.05. Opleidingscentra<br />

06.02. <strong>Sociale</strong> partners en secretariaten<br />

06.02.01. Hoofdzetels en gewestelijke verbonden van de vakbonden<br />

06.02.02. Middenstands- en werkgeversorganisaties<br />

06.02.03. <strong>Sociale</strong>verzekeringsfondsen<br />

06.02.04. Sociaal secretariaten<br />

06.03. Werkloosheid<br />

06.03.01. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)<br />

06.03.02. Lokale afdelingen vakbonden en uitbetalingsbureaus hulpkas voorwerkloosheidsuitkeringen<br />

06.04. Sociaal interimkantoren<br />

172<br />

www.socialeplattegrondovl.be


06.05. Bemiddeling, begeleiding, opleiding en werkervaring voor werkzoekenden<br />

06.05.01. Werkwinkel<br />

06.05.02. Arbeidsbemiddeling<br />

06.05.03. Werkzoekendenwerkingen<br />

06.05.04. Trajectbegeleiding werkgelegenheid<br />

06.05.05. Opleidings- en werkervaringinitiatieven<br />

06.05.06. PWA - Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap<br />

06.06. <strong>Sociale</strong> tewerkstelling<br />

06.06.01. <strong>Sociale</strong> werkplaatsen<br />

06.06.02. Arbeidszorginitiatieven<br />

06.06.03. Beschutte werkplaatsen<br />

06.06.04. Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst - GTB<br />

06.06.05. Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst - GA<br />

06.06.06. Gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdienst - GOB<br />

06.06.07. Lokale Diensteneconomie<br />

06.06.08. Invoegbedrijven<br />

06.06.09. Startcentra<br />

06.07. Steunpunten Groene Zorg<br />

06.08. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

06.08.01. Overleg opleiding, werkloosheid en tewerkstelling<br />

06.08.02. Koepels, federaties en inrichtende machten opleiding, werkloosheid en Tewerkstelling<br />

07. HUISVESTING<br />

07.01. Info en advies huisvesting<br />

07.01.01. Woonwinkel<br />

07.01.02. Huisvestingsdiensten OCMW en gemeente<br />

07.01.03. Huurdersverenigingen<br />

07.01.04. Levenslang wonen<br />

07.02. Huisvestingsinitiatieven<br />

07.02.01. <strong>Sociale</strong> leningen<br />

07.02.02. <strong>Sociale</strong> huisvesting<br />

07.02.03. <strong>Sociale</strong> verhuurkantoren<br />

07.02.04. Stads-, gemeente- en OCMW-woningen<br />

07.02.05. Andere huisvestingsinitiatieven<br />

07.03. Zelfzorg huisvesting<br />

07.04. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

07.04.01. Overleg huisvesting<br />

07.04.02. Federaties, koepels en inrichtende machten huisvesting<br />

08. RECHTSHULP EN JUSTITIE<br />

08.01. Rechtshulp en juridisch advies<br />

08.01.01. Wetswinkel<br />

08.01.02. Rechtshulp<br />

08.01.03. Consumentenorganisaties<br />

08.02. Justitiële hulpverlening<br />

08.02.01. Justitieel welzijnswerk<br />

08.02.02. Slachtofferzorg<br />

08.02.03. Daderhulp<br />

08.02.04. Bemiddeling in strafzaken<br />

08.02.05. Preventiediensten (veiligheidscontracten)<br />

08.02.06. Herstelbemiddeling<br />

08.03. Federale en lokale politie<br />

08.04. Justitie en medewerkers gerecht<br />

08.04.01. Justitiehuizen<br />

08.04.02. Rechtbanken<br />

08.04.03. Advocaten<br />

173<br />

173<br />

www.desocialekaart.be


08.04.04. Notarissen<br />

08.04.05. Gerechtsdeurwaarders<br />

08.04.06. Strafinrichtingen<br />

08.04.07. Alternatieve maatregelen en straffen<br />

09. KINDEREN EN GEZINNEN<br />

09.01. Telefonische diensten<br />

09.02. Opvoedingsondersteuning<br />

09.03. Ambulante begeleiding van kinderen en gezinnen<br />

09.03.01. Prenatale zorgverlening<br />

09.03.02. Kraamzorg<br />

09.03.03. Consultatiebureaus<br />

09.03.04. Regiohuizen Kind en Gezin<br />

09.03.05. Inloop-team<br />

09.04. Kinderopvang<br />

09.04.01. Centra voor Kinderopvang (CKO)<br />

09.04.02. Gemandateerde voorzieningen<br />

09.04.03. Kinderdagverblijven<br />

09.04.04. Initiatieven buitenschoolse opvang<br />

09.04.05. Diensten voor onthaalouders<br />

09.04.06. Opvang voor kinderen met een handicap en zieke kinderen<br />

09.04.07. Andere kinderopvang<br />

09.05. Gezinsondersteuning<br />

09.05.01. Crisisbegeleiding gezinnen<br />

09.05.02. Centra voor integrale gezinszorg (CIG)<br />

09.05.03. Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)<br />

09.05.04. Andere residentiële gezinsondersteuning<br />

09.06. Adoptie-, evaluatie- en nazorgdiensten<br />

09.07. Specifieke gezinssituaties<br />

09.07.01. Gezinsplaatsingsdiensten<br />

09.07.02. Neutrale ontmoetingsruimtes<br />

09.07.03. Kinderverwaarlozing en -mishandeling<br />

09.08. Speel-o-theken<br />

09.09. Kinderbijslagfondsen<br />

09.10. Zelfhulp Kinderen en Gezinnen<br />

09.11. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

09.11.01. Overleg kinderen- en gezinsbegeleiding<br />

09.11.02. Federaties en koepels en inrichtende machten kinderen- en Gezinsbegeleiding<br />

10. JONGEREN<br />

10.01. Info, advies en begeleiding<br />

10.01.01. Telefonische hulpverlening jongeren<br />

10.01.02. JIP’s en JAC’s<br />

10.01.03. Gemeentelijke jeugddiensten<br />

10.02. Jeugd(welzijns)werk<br />

10.02.01. Jongerenorganisaties/jeugdvoorzieningen<br />

10.02.02. Initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren<br />

10.03. Onderwijs<br />

10.03.01. Informatie<br />

10.03.02. Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)<br />

10.03.03. Lokale Overlegplatforms Gelijke Onderwijskansen (LOP’s)<br />

10.03.04. Centra voor deeltijds onderwijs<br />

10.03.05. Deeltijdse vorming<br />

10.03.06. Studentenvoorzieningen en -begeleiding<br />

10.03.07. Buitenschoolse en naschoolse begeleiding<br />

10.03.08. Schoolopbouwwerk<br />

174<br />

www.socialeplattegrondovl.be


10.04. Specifieke tewerkstellingsinitiatieven voor jongeren<br />

10.05. Woonbegeleiding jongeren<br />

10.06. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

10.06.01. Overleg jeugd en jongeren<br />

10.06.02. Federaties, koepels en inrichtende machten jeugd en jongeren<br />

11. BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND<br />

11.01. Aanmeldingspunten Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)<br />

11.01.01. Comités Bijzondere Jeugdzorg<br />

11.02. Bemiddelingscommissies<br />

11.03. Politionele jeugdbijstand<br />

11.04. <strong>Sociale</strong> dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand<br />

11.05. Ondersteuningsteam Allochtonen BJB (OTA)<br />

11.06. Ambulante BJB<br />

11.06.01. Crisishulp aan Huis<br />

11.06.02. Thuisbegeleidingsdiensten BJB<br />

11.06.03. Dagcentra BJB<br />

11.06.04. Begeleid zelfstandig wonen BJB<br />

11.07. Residentiële BJB<br />

11.07.01. Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra<br />

11.07.02. Pleegzorgdiensten<br />

11.07.03. Begeleidings- en gezinstehuizen BJB<br />

11.07.04. Gemeenschapsinstellingen BJB<br />

11.08. Alternatieve begeleiding jongeren<br />

11.09. Zelfhulp Bijzondere Jeugdbijstand<br />

11.10. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

11.10.01. Overleg BJB<br />

11.10.02. Federaties, koepels en inrichtende machten BJB<br />

12. OUDEREN<br />

12.01. Dienstverlening<br />

12.01.01. Telefonische hulpverlening<br />

12.01.02. Informatie- en bemiddelingsdiensten<br />

12.01.03. Aanvraag en toekenning pensioen<br />

12.01.04. Ouderenmis(be)handeling<br />

12.02. Ontmoeting - Vrije tijd - Vorming<br />

12.02.01. Ontmoetingscentra<br />

12.02.02. Verenigingsleven ouderen<br />

12.02.03. Activiteiten en cursussen<br />

12.03. Woonmogelijkheden<br />

12.03.01. Rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen<br />

12.03.02. Serviceflats en andere residenties met serviceverlening<br />

12.03.03. Woonprojecten (met/zonder dienstverlening)<br />

12.04. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

12.04.01. Overleg ouderen<br />

12.04.02. Koepels, federaties en inrichtende machten ouderen<br />

13. PERSONEN MET EEN HANDICAP<br />

13.01. Informatie, advies en bemiddeling<br />

13.01.01. Telefonische informatie en hulpverlening<br />

13.01.02. Handicap en advies<br />

13.01.03. Trajectbegeleiding<br />

13.01.04. Steunpunt Expertise Netwerken (SEN)<br />

13.01.05. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap<br />

13.02. Algemene diagnose en behandeling<br />

13.02.01. Centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS)<br />

175<br />

175<br />

www.desocialekaart.be


13.02.02. Observatie- en behandelingscentra (OBC)<br />

13.02.03. Centrum voor menselijke erfelijkheid (CME)<br />

13.02.04. Vroegtijdige revalidatiecentra en kinderdagverblijven<br />

13.03. Centra voor Ambulante Revalidatie<br />

13.04. Thuisbegeleiding personen met een handicap<br />

13.05. Verenigingen en vrijetijdsbesteding<br />

13.05.01. Vrije tijd, speelpleinwerking en vorming voor personen met een handicap<br />

13.05.02. Sport voor personen met een handicap<br />

13.05.03. Speel-o-theken voor personen met een handicap<br />

13.06. Buitengewoon onderwijs<br />

13.06.01. Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs<br />

13.06.02. Buitengewoon secundair onderwijs<br />

13.06.03. Centra voor leerlingenbegeleiding voor buitengewoon onderwijs<br />

13.07. Orthopedagogische internaten of semi-internaten<br />

13.08. Dagcentra en begeleid werken personen met een handicap<br />

13.09. Woonvormen voor meerderjarigen met een handicap<br />

13.09.01. Zelfstandig wonen<br />

13.09.02. Begeleid wonen<br />

13.09.03. Gezinsplaatsingsdiensten<br />

13.09.04. Wonen onder begeleiding van een particulier (WOP)<br />

13.09.05. Beschermd wonen<br />

13.09.06. Tehuizen voor kort verblijf<br />

13.09.07. Tehuizen voor werkenden (gezinsvervangende tehuizen)<br />

13.09.08. Tehuizen voor niet-werkenden<br />

13.10. Specifieke dienstverlening<br />

13.10.01. Hulpmiddelen<br />

13.10.02. Assistentie<br />

13.11. Zelfhulp - Personen met een handicap<br />

13.12. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

13.12.01. Overleg Personen met een handicap<br />

13.12.02. Koepels, federaties en inrichtende machten personen met een handicap<br />

14. ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN<br />

14.01. (Gemeentelijke) integratiediensten<br />

14.02. Integratiecentra<br />

14.02.01. Hoofdzetels<br />

14.02.02. Steunpunten<br />

14.03. Dienstverlening aan minderheden<br />

14.03.01. Onthaalbureaus voor anderstalige nieuwkomers<br />

14.03.02. Tolken en vertaaldiensten<br />

14.03.03. Taallessen voor etnisch-culturele minderheden<br />

14.03.04. Rechtshulp voor etnisch-culturele minderheden<br />

14.04. Doelgroep vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren<br />

14.04.01. Opvangcentra<br />

14.04.02. Lokale opvanginitiatieven (LOI)<br />

14.04.03. Cellen vluchtelingenwerk<br />

14.04.04. Andere dienstverlening<br />

14.05. Doelgroep zigeuners, woonwagenbewoners en voyageurs<br />

14.06. Specifieke thema’s<br />

14.06.01. Racismebestrijding<br />

14.06.02. Noord-Zuid-samenwerking<br />

14.07. Zelfzorg<br />

14.07.01. Organisaties van etnisch-culturele minderheden<br />

14.08. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

14.08.01. Overleg minderheden<br />

14.08.02. Koepels, federaties en inrichtende machten minderheden<br />

176<br />

www.socialeplattegrondovl.be


15. ARMOEDE EN KANSARMOEDE<br />

15.01. Algemene informatie en advies<br />

15.02. Materiële en sociale dienstverlening<br />

15.02.01. Kringloopcentra<br />

15.02.02. Sociaal restaurants<br />

15.02.03. Materiële hulpverlening en voedselbedeling<br />

15.02.04. Inloopcentra<br />

15.02.05. Vakantie<br />

15.03. Straathoekwerk<br />

15.04. Groepen van mensen in achterstellingssituaties<br />

15.04.01. Erkende Verenigingen waar armen het woord nemen<br />

15.04.02. Andere initiatieven van of voor mensen in armoede<br />

15.05. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

15.05.01. Overleg armoede en kansarmoede<br />

15.05.02. Opleiding ervaringsdeskundigen (kans)armen<br />

15.05.03. Federaties, koepels en inrichtende machten armoede en kansarmoede<br />

16. SAMENLEVINGSOPBOUW<br />

16.01. Maatschappelijk opbouwwerk<br />

16.02. Informatie, overleg, federaties en koepels<br />

16.02.01. Regionale organisaties voor Samenlevingsopbouw<br />

16.02.02. Samenlevingsopbouw <strong>Vlaanderen</strong><br />

16.02.03. Federatie Samenlevingsopbouw<br />

17. GEMEENTELIJKE, PROVINCIALE, VLAAMSE EN FEDERALE OVERHEDEN<br />

17.01. Gemeentelijke overheden<br />

17.02. Provinciale diensten en gemeenschapscommissies<br />

17.03. Vlaamse Gemeenschap<br />

17.03.01. Ministeries<br />

17.03.02. Administratie<br />

17.04. Federale overheidsdiensten en rijksdiensten<br />

17.05. Parastatalen<br />

177<br />

177<br />

www.desocialekaart.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!