30.05.2013 Views

BKW Over Parthenocissus gesproken... 42/2004 - De Boomkwekerij

BKW Over Parthenocissus gesproken... 42/2004 - De Boomkwekerij

BKW Over Parthenocissus gesproken... 42/2004 - De Boomkwekerij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> <strong>Boomkwekerij</strong> <strong>42</strong> (15 oktober <strong>2004</strong>)<br />

22<br />

Heesters/coniferen<br />

Afnemers<br />

P. tricuspidata ’Green Spring’<br />

<strong>De</strong>ze cultivar behaalde in 1981 drie sterren tijdens de sortimentskeuring.<br />

<strong>Parthenocissus</strong> sempervirens is echter onvoldoende<br />

winterhard, wat juist wel vereist<br />

is voor de professionele gevelbegroening.<br />

Bij Mostert de Winter vindt de wilde<br />

wingerd toch regelmatig toepassing. Het<br />

bedrijf bekleedt met deze klimmer tal van<br />

geluidsschermen. Daar is een goed hechtende<br />

<strong>Parthenocissus</strong> juist ideaal voor,<br />

P. henryana<br />

<strong>De</strong>ze soort behoort tot de productie van<br />

Tom van Dijk uit Hazerswoude.<br />

meent Van Cooten. Hij ziet in die situaties<br />

graag de grootbladige typen toegepast.<br />

Daarvan is hij meer geporteerd dan van<br />

de kleinbladige. Een bijzonder aspect van<br />

deze toepassing vormt echter de gevoeligheid<br />

voor strooizout. Daarop moet de<br />

soortkeuze worden afgestemd, benadrukt<br />

Van Cooten.<br />

Verrijking<br />

Net als Van Cooten vraag ook Peter<br />

Bouw uit Barneveld zich af of er<br />

wintergroene <strong>Parthenocissus</strong> bestaat.<br />

Die zou in zijn ogen een verrijking<br />

van het sortiment zijn. Hij runt een<br />

architectenbureau en een hoveniersbedrijf,<br />

onder de vlag van Peter Bouw<br />

Groenconcepten. Af en toe sturen zijn<br />

opdrachtgevers bewust aan op het opnemen<br />

van de wilde wingerd in een beplantingsplan.<br />

Bouw zelf geeft daarbij<br />

de voorkeur aan P. tricuspidata. „Het<br />

is een soort die goed hecht.’’ Welke<br />

Partenocissus hij werkelijk toepast,<br />

hangt volgens hem voor een belangrijk<br />

deel af van het aanbod. Voor zijn<br />

opdrachtgevers maakt de uiteindelijke<br />

keuze niet zoveel uit, weet hij. Voor<br />

de ‘gemiddelde’ klant is een wilde<br />

wingerd gewoon een wilde wingerd en<br />

niet meer dan dat.<br />

Voor Jan Boelens, inkoper voor<br />

de Intratuin-vestigingen van Drenth<br />

Inkoop in voornamelijk Noord-Nederland,<br />

is de ene wingerd de andere<br />

Verwarrende<br />

naamgeving<br />

<strong>Parthenocissus</strong> sempervirens is, zoals de<br />

naam suggereert, wintergroen. Voor wie<br />

uit is op een bladhoudende wilde wingerd,<br />

is deze klimmer volgens collectiehouder<br />

Siegfried Zuhr echter niet het<br />

‘ei van Columbus’. <strong>De</strong> plant is namelijk<br />

onvoldoende winterhard. Volgens Zuhr<br />

zou P. sempervirens sterk lijken op de<br />

bladverliezende P. quinquefolia of P.<br />

inserta. Hij voegt er gelijk aan toe dat P.<br />

sempervirens volgens sortimentsdeskundigen<br />

nu Cissus striata zou moeten heten.<br />

In het productcodeboekje van de gezamenlijke<br />

veilingen geldt de naam van<br />

deze Cissus als synoniem voor P. inserta.<br />

Verwarrend genoeg brengt Smit Kwekerijen<br />

uit Sappemeer sinds enkele jaren<br />

een <strong>Parthenocissus</strong> striata als kamerplant<br />

op de markt, onder het label van de Eden<br />

Collection. Alle planten uit deze collectie<br />

hebben bijzondere namen meegekregen,<br />

zoals Watermeloenplant, Schildpadplant<br />

en Eendepootje. Voor de kamerplant<br />

<strong>Parthenocissus</strong> bedacht Smit de naam<br />

Suikerdruifje. Het publiek ziet deze plant<br />

duidelijk zitten, want de productie groeide<br />

in enkele jaren naar een niveau van<br />

meer dan 200.000 planten in P10,5, P12<br />

en P19. Die gaan voornamelijk naar het<br />

buitenland. Echter, ook bij veel Nederlandse<br />

tuincentra staat het Suikerdruifje<br />

zoetjes aan op de verkooptafels.<br />

juist niet. Hij twijfelt regelmatig aan de<br />

soortechtheid van ’Veitchii’. „Spreek ik<br />

de kweker daarop aan, dan zegt hij dat<br />

hij die altijd als ’Veitchii’ verkoopt. Daar<br />

erger ik mij aan.’’ <strong>De</strong> ’Veitchii’ die Boelens<br />

uit Italië haalt, heet volgens hem terecht<br />

zo. Daarvandaan komen de zware maten<br />

van 1,20 en 1,50 m. „Dan zie je gelijk ook<br />

het mooie grote blad van deze cultivar.’’<br />

In de bestellingen van Drenth Inkoop<br />

komt ’Green Spring’ de laatste twee jaar<br />

steeds vaker voor. Verder koopt Boelens<br />

ook P. quinquefolia en P. q. ’Engelmannii’<br />

in, alhoewel het hier om relatief<br />

kleine aantallen gaat. Boelens kan voor<br />

de ontwikkelingen moeilijk een verklaring<br />

aandragen. <strong>De</strong> verkooptafels zeggen<br />

genoeg. „<strong>De</strong> klant pakt quinquefolia en<br />

’Engelmannii’ veel minder vaak. Dat kunnen<br />

we gewoon zien.’’ <br />

Guus Wijchman<br />

Wijchman is freelance journalist<br />

voor <strong>De</strong> <strong>Boomkwekerij</strong>, boomkwekerij@hortipoint.nl.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!