02.06.2013 Views

De aanpak van laaggeletterdheid door openbare ... - Taalwerkt.nl

De aanpak van laaggeletterdheid door openbare ... - Taalwerkt.nl

De aanpak van laaggeletterdheid door openbare ... - Taalwerkt.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

laag geletterdheid<br />

<strong>door</strong> <strong>openbare</strong><br />

bibliotheken<br />

sectorinstituut<br />

<strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Kansen en mogelijkheden voor de toekomst


<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

laag geletterdheid<br />

<strong>door</strong> <strong>openbare</strong><br />

bibliotheken<br />

Kansen en mogelijkheden voor de toekomst<br />

sectorinstituut<br />

<strong>openbare</strong> bibliotheken


2<br />

Een onderzoek in opdracht <strong>van</strong> het SIOB aan Research voor Beleid<br />

<strong>De</strong> verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik <strong>van</strong><br />

cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is<br />

toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking<br />

in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na<br />

schriftelijke toestemming <strong>van</strong> Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen<br />

aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Voorwoord<br />

In de komende jaren zal het aantal laaggeletterde mensen in<br />

Nederland nauwelijks afnemen. Openbare bibliotheken voeren<br />

veel activiteiten uit om de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> onder<br />

volwassenen te ondersteunen, maar hoe duurzaam kan deze <strong>aanpak</strong><br />

zijn? Het voorliggende onderzoek ‘Aanpak <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

<strong>door</strong> bibliotheken’ is uitgevoerd <strong>door</strong> Research voor Beleid<br />

in opdracht <strong>van</strong> het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken.<br />

Uit de verkenning komen kansen naar voren, maar ook een aantal<br />

serieuze belemmerende factoren voor een actief bibliotheekbeleid<br />

om de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> te ondersteunen. Samenwerking<br />

met ROC’s in educatie voor laaggeletterden bijvoorbeeld<br />

staat onder druk <strong>van</strong> bezuinigingen. Hetzelfde geldt voor activiteiten<br />

gericht op inburgering. In het regeerakkoord <strong>van</strong> het kabinet-<br />

Rutte is opgenomen dat er een Actieplan Laaggeletterdheid zal<br />

komen. In dit actieplan, dat medio 2011 gepresenteerd wordt,<br />

mogen de bibliotheken als deskundige partners met een groot<br />

bereik niet ontbreken. Het SIOB pleit ervoor dat het actieplan aan<br />

bibliotheken mogelijkheden biedt, ook in financiële zin, om bij te<br />

dragen aan de ambitie om <strong>laaggeletterdheid</strong> te bestrijden. <strong>De</strong><br />

schade die <strong>laaggeletterdheid</strong> betekent voor de kenniseconomie<br />

rechtvaardigt in ruime mate de investering in de <strong>aanpak</strong> er<strong>van</strong>.<br />

Maar er ligt ook een opgave voor de bibliotheken zelf. <strong>De</strong> onderzoekers<br />

constateren dat de bibliotheken weinig visie hebben op hoe<br />

zij in de toekomst effectief kunnen bijdragen aan de bestrijding<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Het SIOB zal dit onderwerp opnemen in<br />

het bredere traject <strong>van</strong> visievorming dat het heeft ingezet, wat<br />

eind 2011 zal leiden tot een integrale visie op de bibliotheeksector.<br />

Dit onderzoek vormt daarvoor de basis, die zal worden aangevuld<br />

met inbreng <strong>van</strong> deskundigen binnen en buiten het bibliotheekveld.<br />

T.G. <strong>van</strong> Dijk QC<br />

waarnemend directeur<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

3


4<br />

Inhoud<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 6<br />

1 Achtergrond en opzet 15<br />

1.1 Achtergrond 15<br />

1.2 Vraagstelling 15<br />

1.3 Opzet <strong>van</strong> het onderzoek 16<br />

1.4 Leeswijzer 17<br />

2 Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken 18<br />

2.1 Rotterdam 18<br />

2.2 Haarlem 22<br />

2.3 Kampen 22<br />

2.4 Noord-Brabant 24<br />

2.5 Limburg 25<br />

2.6 Bereik en resultaten 27<br />

2.7 Effecten <strong>van</strong> educatietrajecten 28<br />

2.8 Randvoorwaarden voor succes 28<br />

3 Landelijke beleidskaders 30<br />

3.1 Aanvalsplan Laaggeletterdheid 30<br />

3.2 Actieplan Laaggeletterdheid 31<br />

3.3 SIOB 31<br />

4 Provinciale beleidskaders 33<br />

4.1 Noord- en Zuid-Holland 35<br />

4.2 Noord-Brabant 35<br />

4.3 Overijssel 36<br />

4.4 Drenthe 36<br />

5 Gemeentelijke beleidskaders 38<br />

5.1 Participatiebudget 38<br />

5.2 Vormgeving <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> 40<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


6 Overlegstructuren 42<br />

6.1 Gemeentelijke overlegstructuren 42<br />

6.2 Provinciale overlegstructuren 43<br />

6.3 Landelijke overlegstructuren 43<br />

7 Samenwerkingspartners 45<br />

7.1 Regionale opleidingscentra 45<br />

7.2 Private taalaanbieders 46<br />

7.3 Andere samenwerkingspartners 47<br />

8 Financieringsbronnen 51<br />

8.1 Gemeentelijke financiering 51<br />

8.2 Provinciale financiering 54<br />

8.3 Landelijke financiering 54<br />

8.4 Europese financiering 55<br />

8.5 Overige financieringsbronnen 55<br />

Bijlage 1 Geraadpleegde bronnen 58<br />

Bijlage 2 Respondenten 60<br />

Bijlage 3 <strong>De</strong>finitie <strong>laaggeletterdheid</strong> 61<br />

Bijlage 4 IALS niveauverdeling 63<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

5


6<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Vraagstelling onderzoek In opdracht <strong>van</strong> het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken<br />

(SIOB) heeft Research voor Beleid een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor<br />

<strong>openbare</strong> bibliotheken om (beter) gebruik te maken <strong>van</strong> landelijke, regionale en lokale<br />

beleidsstructuren rondom de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Er zijn vier centrale onderzoeksvragen geformuleerd:<br />

1 Bij welke beleidskaders kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken aansluiten?<br />

2 In welke (bestuurlijke) overleggen/geledingen kunnen bibliotheken participeren?<br />

3 Met welke organisaties kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken samenwerken?<br />

4 Van welke financieringsstromen kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken gebruikmaken?<br />

Hieronder gaan we in op de belangrijkste uitkomsten <strong>van</strong> het onderzoek. Eerst gaan we in<br />

op de vraag of de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> een kans vormt voor bibliotheken. Daarna<br />

geven we antwoord op de vier onderzoeksvragen. Tot slot formuleren we een aantal aanbevelingen<br />

voor een succesvolle <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Is <strong>laaggeletterdheid</strong> een kans voor bibliotheken? Aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

past binnen de strategie en speerpunten <strong>van</strong> bibliotheken, zoals die zijn<br />

vastgelegd in de Agenda voor de toekomst. <strong>De</strong> strategie <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Openbare<br />

Bibliotheken voor de jaren 2009-2012. Hierin staat:<br />

“<strong>De</strong> overheid stelt dat iedere burger over voldoende kennis, vaardigheden en onderscheidings<br />

vermogen moet beschikken om zich bewust, kritisch en actief te kunnen<br />

bewegen in onze huidige complexe en veranderlijke informatiemaatschappij. Kunnen<br />

lezen en schrijven is een essentiële voorwaarde voor zelfredzaamheid… In de eerste<br />

plaats is dit een probleem voor het onderwijs, maar bibliotheken kunnen zich eveneens<br />

een belangrijke rol toe-eigenen…”. 1<br />

Ook is vastgesteld dat de volgende thema’s voor de komende jaren bepalend zijn: Digitale<br />

Bibliotheek, Collectie Nederland, mediawijsheid en lezen en leesbevordering. Aandacht<br />

voor <strong>laaggeletterdheid</strong> kan zowel ondergebracht worden bij de speerpunt mediawijsheid<br />

als de speerpunt lezen en leesbevordering.<br />

Uit onderzoek blijkt ook dat de bibliotheek een plek is waar laaggeletterden komen,<br />

misschien wel tegen de algemene verwachting in. 2 Op basis <strong>van</strong> dit gegeven kan gesteld<br />

worden dat bibliotheken een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bestrijden <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. Met andere woorden: de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong><br />

bibliotheken vormt een kans.<br />

Uit het onderzoek ‘<strong>De</strong> leerfunctie <strong>van</strong> bibliotheken in beeld’ komt naar voren dat veel<br />

bibliotheken deze kans ook pakken en actief zijn op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat 60% <strong>van</strong> de bibliotheken in één of enkele vestigingen speciaal<br />

aanbod heeft voor laaggeletterden en 25% in alle vestigingen. Slechts 15% <strong>van</strong> de bibliotheken<br />

heeft geen speciaal aanbod voor laaggeletterden.<br />

Het is echter ook duidelijk dat het hebben <strong>van</strong> een plein met boeken voor laaggeletterden<br />

niet voldoende is voor een succesvolle <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Uit dit onderzoek<br />

komt naar voren dat het voor bibliotheken zeker niet gemakkelijk is om te komen tot een<br />

succesvolle <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Veel genoemde woorden om het proces te<br />

beschrijven zijn ‘gevecht’, ‘strijden voor draagvlak’ en vooral ‘lange adem’. <strong>De</strong> centrale<br />

onderzoeksvraag, namelijk hoe bibliotheken (beter) gebruik kunnen maken <strong>van</strong> de<br />

beleids structuren rondom de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, kent dan ook geen gemakkelijk<br />

antwoord. Er is zeker geen sprake <strong>van</strong> een kant-en-klare-oplossing.<br />

In dit onderzoek is gesproken met meerdere bibliotheken die actief zijn op het gebied <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. <strong>De</strong>ze bibliotheken weten goed gebruik te maken <strong>van</strong> de huidige beleidsstructuren<br />

rondom <strong>laaggeletterdheid</strong>. Het is echter de vraag hoe toekomstbestendig de<br />

<strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> deze bibliotheken zijn. Met name bezuinigingen vormen een bedreiging.<br />

Voor een duurzame <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> is het daarom niet voldoende als de<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> deze bibliotheken wordt ‘gekopieerd’ <strong>door</strong> andere bibliotheken. Het is <strong>van</strong><br />

belang een visie te ontwikkelen die verder gaat dan wat bibliotheken nu al doen op het<br />

gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

1 VOB, Agenda voor de toekomst. <strong>De</strong> strategie <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Openbare Bibliotheken voor de jaren 2009-2012<br />

(2008), p.23.<br />

2 Het gaat hier om een nadere analyse <strong>van</strong> ALL data 2008. <strong>De</strong> resultaten <strong>van</strong> het ALL-onderzoek zijn nog niet<br />

gepubliceerd. <strong>De</strong> verwachting is dat de data in de komende maanden alsnog beschikbaar komen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

7


8<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Bij alle partijen waarmee gesproken is (bibliotheken en hun belangrijkste samenwerkingspartners)<br />

blijkt er echter vrij weinig visie te bestaan op hoe bibliotheken in de toekomst<br />

een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, anders<br />

dan ze nu al doen.<br />

Zonder langetermijnvisie is het lastig nieuwe kansen voor de toekomst op het spoor te<br />

komen. Er kan aldus geconcludeerd worden dat er uit dit onderzoek weinig kansen en<br />

mogelijkheden naar voren komen voor een duurzame <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong><br />

<strong>openbare</strong> bibliotheken. Met name op het gebied <strong>van</strong> samenwerkingspartners en financiering<br />

komen weinig toekomstige opties naar voren.<br />

Het is echter ook niet zo dat uit dit onderzoek helemaal geen kansrijke opties voor bibliotheken<br />

naar voren zijn gekomen. In de nu volgende paragrafen gaan we op de huidige en<br />

toekomstige mogelijkheden in.<br />

Beleidsmatige inbedding <strong>De</strong> (gemeentelijke) beleidskaders waarbij de bibliotheken<br />

kunnen aansluiten voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> zijn educatie, inburgering,<br />

reïntegratie en zorg en welzijn.<br />

Educatie<br />

Educatie is het meest voor de hand liggende beleidskader voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> laag geletterdheid.<br />

Educatie voor laaggeletterden wordt verzorgd <strong>door</strong> ROC’s. <strong>De</strong> kern <strong>van</strong> de samenwerking<br />

tussen ROC’s en bibliotheken op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> is dat ROC’s met<br />

hun cursisten langskomen in de bibliotheek. Door bezuinigingen staat de educatie voor<br />

laaggeletterden echter onder druk. Dit heeft ook consequenties voor de samenwerking<br />

tussen ROC’s en bibliotheken, ook deze komt onder druk te staan.<br />

<strong>De</strong> bezuinigingen zouden ook een kans kunnen bieden: wellicht zijn gemeenten bereid<br />

om de bibliotheek als basisvoorziening voor laaggeletterden in stand te houden, om de<br />

bezuinigingen op het educatiebudget te ‘compenseren’. Wij hebben tijdens het onderzoek<br />

echter geen concrete aanwijzingen gevonden dat gemeenten hiermee bezig zijn.<br />

<strong>De</strong>ze kabinetsperiode blijft de inkoopverplichting <strong>van</strong> educatietrajecten bij ROC’s<br />

gehandhaafd. Mocht deze verplichting nadien verdwijnen, dan kunnen ook bibliotheken<br />

aanspraak gaan maken op deze gelden. Sommige bibliotheken – maar zeker niet alle –<br />

hebben de ambitie om te zijner tijd de taken <strong>van</strong> de ROC’s op zich te nemen <strong>door</strong> zelf<br />

cursussen voor laaggeletterden te verzorgen.<br />

Inburgering<br />

Door aansluiting te zoeken bij de gemeentelijke aanbesteding op het gebied <strong>van</strong> inburgering<br />

weten de bibliotheken in Rotterdam en Haarlem relatief veel laaggeletterden te bereiken.<br />

Alle taalaanbieders die in de aanbesteding zitten komen met hun cursisten naar de bibliotheek.<br />

Zeker in Rotterdam is de rol <strong>van</strong> de bibliotheek in de aanbesteding een solide basis<br />

voor de bibliotheek om <strong>laaggeletterdheid</strong> aan te pakken en daarvoor ook de benodigde<br />

financiering te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Tegelijkertijd is inburgering een onzeker beleidsterrein en vooral een onzekere bron <strong>van</strong><br />

financiering, <strong>van</strong>wege de aangekondigde bezuinigingen op inburgering. Het plan is dat<br />

inburgeraars hun cursus zelf moeten gaan betalen. Gemeenten ont<strong>van</strong>gen dan ook geen<br />

middelen meer voor inburgering. Dit betekent niet direct dat bibliotheken niets meer kunnen<br />

op dit gebied, maar de gemeente zal hierin dan geen financieringsbron meer zijn.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Reïntegratie<br />

Ook reïntegratie vormt een beleidskader waar bij kan worden aangesloten in de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Immers, <strong>door</strong> beter te leren lezen en schrijven, wordt ook de kans<br />

op een baan vergoot. Bibliotheken kunnen daarom hun aanbod voor laaggeletterden en<br />

werkzoekenden met elkaar combineren. In de bibliotheek Breda is dit in de vorm gegoten<br />

<strong>van</strong> een Taal&Werk plein.<br />

Zorg en welzijn<br />

Zorg en welzijn is vaak genoemd als een beleidsveld waarin de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

ingebed kan worden, maar dit gebeurt nog weinig. Bibliotheken zouden aansluiting<br />

kunnen zoeken bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Er bestaat immers<br />

overlap tussen de doelstelling <strong>van</strong> de Wmo en de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, namelijk<br />

het vergroten <strong>van</strong> zelfstandigheid en participatie in de same<strong>nl</strong>eving. Het is daarmee denkbaar<br />

dat de inzet <strong>van</strong> bibliotheken voor het vergroten <strong>van</strong> de participatie <strong>van</strong> laaggeletterden<br />

<strong>van</strong>uit de Wmo gefinancierd kan worden. Om dit te bereiken, is het wel nodig dat er<br />

concrete ideeën ontwikkeld worden over de precieze rol en toegevoegde waarde <strong>van</strong><br />

bibliotheken op dit vlak.<br />

Integrale <strong>aanpak</strong><br />

Het ligt voor de hand om te komen tot een integrale <strong>aanpak</strong>, dat wil zeggen een <strong>aanpak</strong><br />

waarbij aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong> gecombineerd wordt met aandacht voor andere<br />

basisvaardigheden (digitale, financiële, sociale en juridische en gezondheidsvaardigheden).<br />

Immers, gebrek aan één vaardigheid gaat vaak samen met moeilijkheden met andere<br />

vaardigheden. Een dergelijke integrale <strong>aanpak</strong> is in dit onderzoek alleen als idee naar<br />

voren gekomen, het is (nog) geen praktijk.<br />

<strong>De</strong> integrale <strong>aanpak</strong> kan niet benoemd worden als kans; in ieder geval niet op korte termijn.<br />

Zolang gemeenten geen integrale <strong>aanpak</strong> hanteren, zal het namelijk ook voor bibliotheken<br />

lastig zijn iets dergelijks te creëren. Bibliotheken krijgen te maken met verschillende contactpersonen,<br />

afdelingen en financieringsstromen bij gemeenten. Een geslaagde integrale<br />

<strong>aanpak</strong> vergt draagvlak bij alle afdelingen. Als het noodzakelijke draagvlak er niet bij iedereen<br />

is, kan dit de <strong>aanpak</strong> op alle vlakken laten doen verwateren. Hierbij ligt ook het risico <strong>van</strong><br />

versnippering op de loer: in plaats <strong>van</strong> duidelijk te focussen op één probleem, raakt de<br />

aandacht en de <strong>aanpak</strong> versnipperd.<br />

Voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> in de nabije toekomst lijkt de integrale <strong>aanpak</strong> dus<br />

geen reële optie te zijn, maar in de wat verdere toekomst wellicht wel.<br />

Overlegstructuren Het is duidelijk dat regelmatig overleg met samenwerkingspartners,<br />

en zeker met de financierder <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong>, <strong>van</strong> groot belang is. Het is daarom<br />

ook goed een reguliere overlegstructuur rondom de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> te<br />

organiseren. In enkele <strong>van</strong> de onderzochte <strong>aanpak</strong>ken blijkt een dergelijke overlegstructuur<br />

ook te bestaan.<br />

Uit dit onderzoek komen echter geen vaste, reeds bestaande landelijke, provinciale of<br />

gemeentelijke overlegstructuren naar voren, waar<strong>van</strong> het goed zou zijn als bibliotheken<br />

hierbij aansluiting zoeken. <strong>De</strong> enige optie die genoemd is, is de Lokale Educatieve Agenda.<br />

<strong>De</strong> agenda <strong>van</strong> dit overleg zou dan verbreed moeten worden tot <strong>laaggeletterdheid</strong>. Uit dit<br />

onderzoek komt niet naar voren dat dit reeds gebeurt, of dat bibliotheken dit als een kans zien.<br />

Wel zijn er reguliere bijeenkomsten genoemd waarbij de bibliotheken aansluiting zouden<br />

kunnen zoeken, namelijk de provinciale en landelijke deelnemersdagen <strong>van</strong> Stichting ABC.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

9


10<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Samenwerkingspartners <strong>De</strong> belangrijkste samenwerkingspartners <strong>van</strong> de bibliotheken<br />

op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> zijn ROC’s en private taalaanbieders. <strong>De</strong><br />

samenwerking tussen de bibliotheken en de ROC’s en taalaanbieders is in verschillende<br />

vormen gegoten. In Rotterdam is de bibliotheek partner in de gemeentelijke aanbesteding<br />

Taal en Participatie. In Haarlem en Kampen is er sprake <strong>van</strong> een convenant. In Limburg is er<br />

recentelijk een provinciebreed project <strong>van</strong> start gegaan, waarin de bibliotheken, ROC’s en<br />

Stichting ABC samenwerken. In West-Brabant hebben de ROC’s en bibliotheken ‘huwelijken’<br />

gesloten en is de samenwerking vastgelegd in een beleidsplan.<br />

Uit dit onderzoek komen opvallend weinig concrete ideeën naar voren over andere potentiële<br />

samenwerkingspartners voor de bibliotheken. Wanneer bibliotheken zich meer dan nu het<br />

geval is profileren als kenniscentrum op het gebied <strong>van</strong> lezen en schrijven, zijn er echter<br />

meer samenwerkingsverbanden denkbaar. Zo zouden bibliotheken trainingen kunnen<br />

geven aan bedrijven, scholen en maatschappelijke organisaties om de bewustwording <strong>van</strong><br />

de problematiek en het bereik <strong>van</strong> de doelgroep te vergroten. Dit vereist wel dat bibliotheken<br />

meer naar buiten treden. Bibliotheek Rotterdam geeft reeds dit soort trainingen<br />

en via een train-de-trainer bijeenkomst <strong>van</strong> ProBiblio zal dit ook worden overgedragen op<br />

andere bibliotheken.<br />

Financiering Allereerst vormen de reguliere middelen <strong>van</strong> de bibliotheek een potentiële<br />

financieringsbron <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Bij de onderzochte regionale en<br />

lokale <strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> worden reguliere middelen ingezet, maar dan wel<br />

vaak in aanvulling op andere financiering. In tijden <strong>van</strong> bezuinigingen is het echter niet heel<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk dat bibliotheken extra reguliere middelen zullen vrijmaken voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. Bibliotheken moeten dus op zoek naar andere bronnen <strong>van</strong> financiering.<br />

Het participatiebudget, dat gemeenten inzetten voor reïntegratie, inburgering en educatie,<br />

vormt de belangrijkste financieringsbron voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong><br />

bibliotheken. <strong>De</strong> bezuinigingen op het educatie- en inburgeringsbudget vormen hier echter<br />

een duidelijke bedreiging.<br />

Daarnaast verstrekken provincies – recentelijk nog de provincie Limburg – subsidies aan<br />

bibliotheken. Om voor provinciale subsidies in aanmerking te komen is samenwerking tussen<br />

verschillende bibliotheken <strong>van</strong> groot belang; hier ligt een rol voor de provinciale serviceorganisaties.<br />

Daarnaast is het voor de borging <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> belangrijk dat er ook bij de<br />

gemeenten draagvlak bestaat voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Op landelijk niveau blijken er geen bronnen <strong>van</strong> financiering te zijn waar individuele bibliotheken<br />

aanspraak op kunnen maken. Van Europese subsidies wordt zover bekend nog<br />

geen gebruik gemaakt, maar wellicht kunnen bibliotheken, uiteraard in nauwe samenwerking<br />

met gemeenten en ROC’s, in aanmerking komen voor ESF-subsidies.<br />

Uit dit onderzoek komen enkele andere financieringsmogelijkheden naar voren, zoals private<br />

taalaanbieders, werkgevers en Wmo-gelden. Er zijn nog geen concrete plannen over het<br />

aanboren <strong>van</strong> deze bronnen en het is daarom lastig om te zeggen hoe kansrijk deze opties<br />

zijn. Al met al kan gesteld worden dat er wel financieringsmogelijkheden zijn voor de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, maar dat de bezuinigingen een concrete bedreiging vormen.<br />

Bibliotheken zullen genoodzaakt zijn andere wegen te bewandelen, maar tot nu toe lijkt<br />

dit nog niet erg <strong>van</strong> de grond te komen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Aanbevelingen Uit bovenstaande volgen de volgende aanbevelingen voor bibliotheken:<br />

Algemeen<br />

Ontwikkel een lange termijn visie<br />

Zoals reeds is opgemerkt, is het allereerst <strong>van</strong> belang dat bibliotheken en samenwerkingspartners<br />

een lange termijn visie op de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> ontwikkelen. Het zal<br />

echter niet mogelijk zijn te komen tot dé visie, die een oplossing biedt voor alle bibliotheken<br />

in Nederland. Hiervoor verschilt de context per bibliotheek en per gemeente immers te veel.<br />

Doelgroep<br />

Focus meer op reguliere bezoeker <strong>van</strong> bibliotheek<br />

Uit onderzoek blijkt dat een substantieel gedeelte <strong>van</strong> laaggeletterden wel eens de bibliotheek<br />

bezoekt. In plaats <strong>van</strong> het verwerven <strong>van</strong> ‘nieuwe’ bezoekers <strong>van</strong> de bibliotheek via<br />

de ROC’s en de taalaanbieders, zouden bibliotheken zich ook meer kunnen richten op de<br />

reguliere bezoekers <strong>van</strong> de bibliotheek. Bij de gewone bezoeker <strong>van</strong> de bibliotheek kan<br />

meer onder de aandacht gebracht worden dat de bibliotheek mogelijkheden heeft om te<br />

ondersteunen bij het leren lezen en schrijven.<br />

Zo zouden bibliotheken zich ook kunnen richten op mensen die nu niet vallen onder de<br />

noemer ‘laaggeletterd’, maar dat over een aantal jaren wel zullen doen, als ze het lezen en<br />

schrijven niet bijhouden. Door deze groep mensen aan het lezen te krijgen, kan <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

voorkomen worden.<br />

Focus op hoger opgeleide laaggeletterden<br />

Een kansrijke doelgroep zijn de hoger opgeleide laaggeletterden. Bij deze groep bestaat<br />

er vaak een sterke motivatie om te leren lezen en schrijven en de bibliotheek daarbij te<br />

gebruiken. In Rotterdam blijkt de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> de bibliotheek ook vooral aan te slaan bij<br />

hoger opgeleide inburgeraars: zij blijven na het Bibliotheek Programma gebruik maken<br />

<strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

Focus op jongvolwassenen<br />

Uit onderzoek blijkt dat de achteruitgang in het niveau <strong>van</strong> geletterdheid het sterkst is bij<br />

jongvolwassenen (16-34 jaar). 3 Om te voorkomen dat er steeds nieuwe ‘aanwas’ is <strong>van</strong><br />

laaggeletterden, vormen jongvolwassenen een belangrijke doelgroep. Bibliotheken zouden<br />

hierop meer kunnen inzetten. Eén <strong>van</strong> de manieren om dit te doen is Biebsearch, een<br />

grootschalig samenwerkingsproject tussen het primair en voortgezet onderwijs, MBO’s<br />

en bibliotheken. Ook zou (meer) aansluiting gezocht kunnen worden bij landelijke inzet<br />

om het taal- en rekenniveau <strong>van</strong> ondermeer MBO-leerlingen te verhogen.<br />

Door te focussen op de drie bovenstaande doelgroepen komt de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

dichter te liggen bij de reguliere taak <strong>van</strong> bibliotheken, namelijk leesbevordering.<br />

Wellicht kan de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> op deze manier wat uit de probleemsfeer<br />

gehaald worden. Nu is de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> veelal iets wat bibliotheken extra<br />

doen, voor wat gezien wordt als een moeilijke doelgroep. Door de focus te verleggen naar<br />

‘makkelijkere’ groepen als ‘net-niet-laaggeletterden’, hogeropgeleide laaggeletterden of<br />

jong-volwassenen, wordt de motivatie en het draagvlak voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

wellicht versterkt.<br />

3 Dit is gebaseerd op een vergelijking tussen 1994 en 2008. Bron: W. Houtkoop, Geletterdheid en gecijferdheid in<br />

Nederland. Eerste resultaten <strong>van</strong> het ALL onderzoek. Presentatie Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) (2010).<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

11


12<br />

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

Beleidsmatige inbedding<br />

Maak werk <strong>van</strong> beleidsmatige inbedding binnen zorg en welzijn<br />

Zorg en welzijn is een beleidsveld waarin de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> ingebed kan<br />

worden. Om dit te realiseren is het aan te bevelen dat er een concrete visie wordt ontwikkeld<br />

op wat de bibliotheek kan betekenen en met welke partners dit bereikt kan worden.<br />

Ontwikkel visie op integrale <strong>aanpak</strong><br />

Het ontwikkelen <strong>van</strong> een visie op een integrale <strong>aanpak</strong> is een aanbeveling voor de lange<br />

termijn. Bij de integrale <strong>aanpak</strong> hoort dat bibliotheken zich profileren als een instituut dat<br />

kan bijdragen aan het bevorderen en ontwikkelen <strong>van</strong> basisvaardigheden, waaronder<br />

lezen en schrijven.<br />

Overlegstructuren<br />

Organiseer een reguliere (lokale) overlegstructuur<br />

Het is aan te bevelen dat alle samenwerkingspartners in de (lokale) <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

waaronder de bibliotheek, regulier overleggen. Op deze wijze wordt de samenwerking<br />

versterkt en kan er een gezame<strong>nl</strong>ijke visie op de toekomst ontwikkeld worden.<br />

Samenwerkingspartners<br />

Blijf investeren in samenwerking ROC’s<br />

Vanwege de handhaving <strong>van</strong> de inkoopverplichting <strong>van</strong> educatietrajecten bij ROC’s, blijven<br />

ROC’s belangrijke samenwerkingspartners voor de bibliotheken. <strong>De</strong> samenwerking zou<br />

verdiept kunnen worden als bibliotheken de mogelijkheden om cursussen te volgen bij<br />

ROC’s (nog) meer onder de aandacht brengen bij hun bezoekers. Op die manier zou er een<br />

tweerichtingsverkeer tussen ROC’s en bibliotheken kunnen ontstaan: de ROC’s brengen<br />

hun cursisten naar de bibliotheek en de bibliotheek zorgt voor nieuwe cursisten bij de ROC’s.<br />

Een heel praktische manier <strong>van</strong> samenwerken is het geven <strong>van</strong> cursussen op locaties <strong>van</strong><br />

de bibliotheek.<br />

Profileer als kenniscentrum<br />

Door profilering als kenniscentrum op het gebied <strong>van</strong> lezen en schrijven zijn er meer<br />

mogelijk heden voor bibliotheken om de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> vorm te geven.<br />

Op deze manier kan de bibliotheek ook nieuwe samenwerkingsverbanden aan gaan. Zo<br />

zouden bibliotheken trainingen kunnen geven aan bedrijven, scholen en maatschappelijke<br />

organisaties om de bewustwording <strong>van</strong> de problematiek en het bereik <strong>van</strong> de doelgroep<br />

te vergroten.<br />

Financiering<br />

Focus op financiering<br />

<strong>De</strong> noodzaak voor meer focus op financiering is er zeker. Uit dit onderzoek blijkt dat er (te)<br />

weinig visie is op mogelijke financieringsbronnen. En de huidige bronnen <strong>van</strong> financiering<br />

staan onder druk <strong>van</strong>wege bezuinigingen. Het is daarom noodzakelijk andere wegen te<br />

bewandelen. Een meer commerciële instelling kan zeker geen kwaad. Er bestaat de neiging<br />

producten en diensten gratis aan te bieden, terwijl er soms best partijen zijn te vinden die<br />

bereid zijn hiervoor te betalen.<br />

Zet in op opname <strong>van</strong> bibliotheek in gemeentelijk aanbesteding<br />

Opname <strong>van</strong> de bibliotheek in het gemeentelijke aanbestedingstraject op het gebied <strong>van</strong><br />

reïntegratie, inburgering en educatie zorgt voor een solide financieringsbasis voor de aan-<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenvatting, conclusies en aanbevelingen<br />

pak <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. <strong>De</strong> taalaanbieders die de aanbesteding gegund krijgen, kopen<br />

(verplicht) programma’s <strong>van</strong> de bibliotheek voor laaggeletterden in.<br />

Houd rekening met het verdwijnen <strong>van</strong> het inburgeringsbudget<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> leunt in sommige gevallen erg op het inburgeringsbeleid<br />

<strong>van</strong> gemeenten. Door bezuinigingen zal de gemeente echter als financieringsbron op dit<br />

gebied verdwijnen. Wellicht zijn private taalaanbieders bereid dit gat op te vullen. Bibliotheken<br />

moeten deze mogelijkheden tijdig verkennen.<br />

Zet in op bove<strong>nl</strong>okale/provinciebrede samenwerking<br />

Door het initiëren <strong>van</strong> bove<strong>nl</strong>okale of provinciebrede samenwerking op het gebied <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>, wordt de kans vergroot dat provincies willen investeren in de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

13


14<br />

Achtergrond en opzet<br />

1 Achtergrond en opzet<br />

1.1 Achtergrond In Nederland zijn naar schatting anderhalf miljoen mensen (13%)<br />

laaggeletterd. <strong>De</strong>ze mensen hebben grote moeite met lezen en schrijven, waar<strong>door</strong> zij in<br />

het dagelijks leven of op het werk minder goed kunnen functioneren.<br />

Om de problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> aan te pakken, lanceerde het Ministerie <strong>van</strong><br />

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in 2006 het ‘Aanvalsplan Laaggeletterdheid<br />

2006-2010: Van A tot Z betrokken’. Het Aanvalsplan zou aan<strong>van</strong>kelijk in 2010 eindigen,<br />

maar is met één jaar verlengd.<br />

Zowel de bibliotheeksector als het Ministerie <strong>van</strong> OCW bezinnen zich momenteel op de<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> in de komende jaren. <strong>De</strong> directie Beroepsonderwijs en<br />

Volwasseneneducatie (BVE) <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> OCW bereidt momenteel een slotrapportage<br />

over het Aanvalsplan voor die gepresenteerd wordt in de week <strong>van</strong> de Alfabetisering<br />

in september 2011. Aan het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) is<br />

<strong>door</strong> het ministerie gevraagd input te geven voor zowel de slotrapportage als nieuw te<br />

ontwikkelen beleidsplannen <strong>van</strong> de overheid.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Achtergrond en opzet<br />

In dit verband heeft het Sectorinstituut behoefte aan een onderzoek naar de mogelijkheden<br />

om (beter) gebruik te maken <strong>van</strong> de bestaande beleidsstructuren (zie kader)<br />

rondom de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Het onderzoek moet daarmee een impuls<br />

geven aan een effectief en duurzaam <strong>laaggeletterdheid</strong>sbeleid <strong>van</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

in de komende jaren.<br />

Beleidsstructuren <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

Onder ‘beleidsstructuren’ verstaan wij de beleidsmatige, bestuurlijke en financiële<br />

om kadering <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>sprogramma’s en -projecten die <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

uitvoeren. Structuren hebben dus niet betrekking op de activiteiten die worden uit gevoerd<br />

binnen de programma’s en projecten, maar op de zaken die de activiteiten mogelijk<br />

maken. <strong>De</strong> structuren bevinden zich op drie niveaus: landelijk, regionaal en lokaal.<br />

Concreet bestaan structuren uit de volgende aspecten:<br />

• Beleidsmatige inbedding <strong>van</strong> programma’s en projecten: wat zijn de beleidskader<br />

waarbinnen <strong>laaggeletterdheid</strong> wordt aangepakt?<br />

• Samenwerkingspartners waarmee bibliotheken samenwerken om programma’s en<br />

projecten mogelijk te maken of om programma’s en projecten uit te voeren.<br />

• Kenmerken <strong>van</strong> de financiering <strong>van</strong> programma’s en projecten: is de financiering<br />

tijdelijk of permanent, in het kader <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> of een ander thema?<br />

• Bestuurlijke overleggen waarin bibliotheken participeren en waarin al dan niet<br />

besluiten worden genomen over de (financiering <strong>van</strong> de) <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

1.2 Vraagstelling Er zijn vier centrale onderzoeksvragen geformuleerd. Uit iedere<br />

centrale onderzoeksvraag zijn deelvragen afgeleid die betrekking hebben op de huidige<br />

beleidsstructuren en de toekomstplannen <strong>van</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken en samenwerkingspartners.<br />

A Bij welke beleidskaders kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken aansluiten?<br />

1 Op welke wijze is de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> beleidsmatig ingebed in de huidige<br />

landelijke, regionale en lokale projecten/programma’s?<br />

2 Welke plannen maken bibliotheken en partnerorganisaties over de toekomstige <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

3 Bij welke beleidskaders sluiten partnerorganisaties en bibliotheken aan bij de toekomstige<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

B In welke (bestuurlijke) overleggen/geledingen kunnen bibliotheken<br />

participeren?<br />

4 In welke (bestuurlijke) overleggen/geledingen participeren <strong>openbare</strong> bibliotheken als<br />

het gaat <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

5 In welke (bestuurlijke) overleggen/geledingen worden besluiten genomen over de<br />

toekomstige <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

C Met welke partnerorganisaties kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken samenwerken?<br />

6 Hoe ontstaat het initiatief <strong>van</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken om <strong>laaggeletterdheid</strong> te bestrijden?<br />

i Welke partij is de initiatiefnemer?<br />

ii Wat is de aa<strong>nl</strong>eiding?<br />

7 Met welke partnerorganisaties werken bibliotheken samen als het gaat om<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

15


16<br />

Achtergrond en opzet<br />

laag geletterdheid?<br />

8 Hoe ervaren <strong>openbare</strong> bibliotheken en partnerorganisaties de samenwerking?<br />

Wat zijn knelpunten en succesfactoren?<br />

9 Welke visie hebben partnerorganisaties over de rol <strong>van</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken bij de<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

10 Welke kansen zien partnerorganisaties voor voortzetting of vernieuwing <strong>van</strong> de<br />

samenwerking met <strong>openbare</strong> bibliotheken?<br />

D Van welke financieringsstromen kunnen <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

gebruikmaken?<br />

11 Van welke financieringsstromen zijn bibliotheken afhankelijk bij de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

in landelijke, regionale en lokale projecten/programma’s?<br />

12 Wat zijn de kenmerken <strong>van</strong> deze financieringsstromen? Reguliere subsidie, ad hoc<br />

subsidie, programma/projectsubsidie?<br />

13 Op welke wijze worden toekomstige plannen (waarschij<strong>nl</strong>ijk) gefinancierd?<br />

14 In welke (bestuurlijke) overleggen/geledingen worden besluiten genomen over de<br />

financiering <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>?<br />

Afbakening onderzoek<br />

In dit onderzoek gaat het om de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken,<br />

gericht op volwassenen. <strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> bibliotheken vindt ook<br />

plaats <strong>door</strong> middel <strong>van</strong> leesbevordering in het algemeen, in het bijzonder gericht op de<br />

voorschoolse periode en het primair onderwijs. Dit laatste valt buiten de focus <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek.<br />

1.3 Opzet <strong>van</strong> het onderzoek Het onderzoek bestond uit vier fasen. Hieronder<br />

wordt de inhoud <strong>van</strong> elke onderzoeksfase geschetst.<br />

Fase 1: Voorbereiding en selectie<br />

Het onderzoek is <strong>van</strong> start gegaan met een overleg tussen het onderzoeksteam en de<br />

opdrachtgever. In dit overleg is ondermeer gesproken over de regionale/lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> die interessant zouden zijn om in dit onderzoek te betrekken. <strong>De</strong><br />

volgende selectie is overeengekomen:<br />

• Rotterdam<br />

• Haarlem<br />

• Kampen<br />

• Noord-Brabant<br />

• Limburg<br />

<strong>De</strong> criteria bij de selectie waren als volgt: de <strong>aanpak</strong>ken dienen succesvol te zijn en dienen<br />

een goede dwars<strong>door</strong>snede te geven wat betreft ‘type <strong>aanpak</strong>’ en betrokken partijen.<br />

Ook is rekening gehouden met regionale spreiding en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de gemeenten.<br />

Vervolgens is een deskresearch uitgevoerd. In bijlage 1 is een overzicht te vinden <strong>van</strong> de<br />

bestudeerde bronnen. Tot slot is in deze fase een belronde uitgevoerd om te achterhalen<br />

welke partijen betrokken zijn bij de geselecteerde regionale/lokale <strong>aanpak</strong>ken.<br />

Fase 2: Landelijk beleid<br />

Het doel <strong>van</strong> deze fase was het verkrijgen <strong>van</strong> inzicht in de bestaande landelijke beleidsstructuren<br />

en de toekomstplannen op landelijk niveau. Hiertoe zijn interviews afgenomen<br />

met het Ministerie <strong>van</strong> OCW (directie BVE), Stichting Lezen & Schrijven, de VNG en CINOP.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Achtergrond en opzet<br />

In bijlage 2 is een overzicht te vinden <strong>van</strong> de respondenten.<br />

Aan<strong>van</strong>kelijk was ook een interview met het IPO gepland, maar het IPO bleek niet te<br />

beschikken over een contactpersoon met een overzicht over het beleid <strong>van</strong> de provincies<br />

op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> en de rol <strong>van</strong> bibliotheken daarin.<br />

<strong>De</strong>ze fase is afgesloten met een overleg met de opdrachtgever om te rapporteren over de<br />

uitkomsten <strong>van</strong> deze fase.<br />

Fase 3: Regionaal en lokaal beleid<br />

Het doel <strong>van</strong> fase 3 was het verkrijgen <strong>van</strong> inzicht in de bestaande regionale en lokale<br />

beleidsstructuren en in de toekomstplannen <strong>van</strong> bibliotheken en samenwerkingspartners.<br />

Per geselecteerde <strong>aanpak</strong> zijn drie interviews afgenomen. Hieronder is een overzicht<br />

gegeven <strong>van</strong> de partijen die zijn geïnterviewd. Een overzicht <strong>van</strong> de respondenten is te<br />

vinden in bijlage 2.<br />

• Rotterdam: de bibliotheek, de gemeente en een taalaanbieder<br />

• Haarlem: de bibliotheek, de gemeente en een taalaanbieder<br />

• Kampen: de bibliotheek, de gemeente en de rotary<br />

• Noord-Brabant: Cubiss, ROC Kellebeek en bibliotheek Breda<br />

• Limburg: Bibliotheekhuis Limburg, Stichting ABC en ROC Arcus<br />

Van elke <strong>aanpak</strong> is ook documentatie bestudeerd. Het gaat dan om projectplannen,<br />

beleidsnota’s, voortgangsrapportages, etc . Een overzicht hier<strong>van</strong> is te vinden in bijlage 1.<br />

<strong>De</strong>ze fase is afgesloten met een overleg met de opdrachtgever om te rapporteren over de<br />

uitkomsten <strong>van</strong> deze fase.<br />

Fase 4: Analyse en rapportage<br />

In deze fase zijn de bevindingen uit fase 2 en 3 in samenhang geanalyseerd. <strong>De</strong>ze analyse<br />

heeft zijn neerslag gekregen in de onderhavige rapportage. In deze rapportage is er voor<br />

gekozen meer gedetailleerde beschrijvingen te geven <strong>van</strong> de geselecteerde <strong>aanpak</strong>ken<br />

(hoofdstuk 2) en daarnaast schetsen te geven <strong>van</strong> de landelijke, provinciale en gemeentelijke<br />

beleidskaders (hoofdstuk 3-5).<br />

1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 geven we een schets <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

<strong>door</strong> bibliotheken in Rotterdam, Haarlem, Kampen, Noord-Brabant en Limburg.<br />

Ook gaan we in op de resultaten <strong>van</strong> deze <strong>aanpak</strong> en op de factoren die de <strong>aanpak</strong> tot een<br />

succes maken.<br />

In hoofdstuk 3, 4 en 5 schetsen we de beleidskaders waarbinnen de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

plaatsvindt op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau.<br />

Hoofdstuk 6 is gewijd aan de landelijke, provinciale en lokale overlegstructuren rondom<br />

de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. In hoofdstuk 7 komen de huidige en potentiële samenwerkingspartners<br />

<strong>van</strong> bibliotheken aan bod. In hoofdstuk 8 gaan we tot slot in op de<br />

huidige en potentiële financieringsbronnen voor bibliotheken.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

17


18<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

2 Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

In dit hoofdstuk schetsen we de wijze waarop de bibliotheek betrokken is bij de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> in Rotterdam, Haarlem, Kampen, Noord-Brabant en Limburg.<br />

Daarna gaan we in op de resultaten en succesfactoren.<br />

2.1 Rotterdam Eind 2009 heeft Bibliotheek Rotterdam met de gemeentelijke diensten<br />

SoZaWe en JOS 1 afstemming bereikt over opname <strong>van</strong> de bibliotheek in de Aanbesteding<br />

Taal en Participatie 2010-2012. Concreet houdt dit in dat de taalaanbieders programma’s<br />

<strong>van</strong> de bibliotheek inkopen. <strong>De</strong> bibliotheek zet daarnaast ook in op werving, toeleiding<br />

en preventie <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. In onderstaand figuur is de samenwerking tussen<br />

gemeente, taalaanbieders en de bibliotheek schematisch weergegeven.<br />

1 JOS: Jeugd, Onderwijs en Same<strong>nl</strong>eving.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

Figuur 2.1 Samenwerking gemeente, taalaanbieders en bibliotheek<br />

Cursisten<br />

(inburgeraars en<br />

laaggeletterden)<br />

Taalaanbieders<br />

Bibliotheekprogramma<br />

Taal- en participatieprogramma<br />

Voordat we in gaan op de inhoud <strong>van</strong> het Bibliotheek Programma, gaan we eerst in op de<br />

voorgeschiedenis.<br />

Voorgeschiedenis<br />

<strong>De</strong> vaste rol <strong>van</strong> de bibliotheek in het gemeentelijke taal- en participatietraject komt zeker<br />

niet <strong>van</strong>uit het niets. In de jaren 2007, 2008 en 2009 heeft de bibliotheek vele activiteiten<br />

ontplooid op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Met financiële ondersteuning <strong>van</strong> de gemeente Rotterdam (dienst JOS) en de provincie<br />

Zuid-Holland zijn in 2007 en 2008 vijf 4you!-plekken 2 en vijf Lees en Schrijf!-plekken 3<br />

ingericht. Op deze plekken zijn activiteiten uitgevoerd, zoals kennismakingsbezoeken<br />

voor cursisten <strong>van</strong> de ROC’s en andere taalaanbieders, leesclubs, arbeidscoaching en<br />

schrijversbezoeken. Ook is WerkZat 4 opgenomen in de Lees en Schrijf!-plekken. Verder zijn<br />

er Taalkr8!-Leeskr8!-workshops 5 ontwikkeld en georganiseerd. In 2009 zijn deze plekken<br />

en producten ingebed in de bestaande organisatie, eveneens met middelen <strong>van</strong> de<br />

gemeente.<br />

Ook is in deze jaren duidelijk geworden dat de bibliotheek een rol kan vervullen in de werving<br />

<strong>van</strong> laaggeletterden. In samenwerking met ROC’s zijn namelijk Voorleesvogel 6 ouder-<br />

2 <strong>De</strong> 4you! plek is ontwikkeld om de taal- en leesvaardigheid <strong>van</strong> vmbo-leerlingen (leerjaar 1 of 2) te vergroten. <strong>De</strong><br />

inrichting en de collectie sluiten aan op de belevingswereld <strong>van</strong> jongeren. Op de 4you! plek kunnen jongeren verder<br />

tijdschriften lezen, informatieve websites bezoeken of een game spelen.<br />

3 <strong>De</strong> Lees en Schrijf! Collectie is gefocust op de laaggeletterde volwassenen. <strong>De</strong> collectie bevat oefenmateriaal,<br />

toegankelijk lees- en kijkmateriaal, DVD’s, CD-roms, daisy-roms (gesproken boeken) en digitale oefenmaterialen.<br />

4 WerkZat helpt bibliotheekbezoekers op een laagdrempelige en alternatieve manier bij het vinden <strong>van</strong> een (andere)<br />

baan. WerkZat wordt inmiddels uitgevoerd in 45 bibliotheekvestigingen. Een bibliotheek met Werk-Zat biedt haar<br />

bezoekers workshops, coachingspreekuren en een WerkPlek met informatie op het gebied <strong>van</strong> werk en ontwikkeling.<br />

5 TAalkr8! Is een <strong>door</strong> Stichting Lezen & Schrijven ontwikkelde formule om <strong>door</strong> een dag vol workshops leerlingen in<br />

het vmbo (leerjaar 1 en 2) op een leuke en aantrekkelijke manier bewust te maken <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> taal. Leeskr8!<br />

Is een digitaal leesbevorderingsproject <strong>van</strong> de bibliotheken <strong>van</strong> de vier grote steden. Bibliotheek Rotterdam combineert<br />

beide en heeft er een eigen draai aan gegeven.<br />

6 Het voorleesprogramma <strong>De</strong> Voorleesvogel is een initiatief <strong>van</strong> de bibliotheken <strong>van</strong> de vier grote steden, met steun<br />

<strong>van</strong> Stichting Lezen. <strong>De</strong> ouderbijeenkomsten zijn gericht op ouders met kinderen in de leeftijd <strong>van</strong> 0-6 jaar, met als<br />

doel ze te stimuleren thuis meer voor te lezen aan hun kinderen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Potentiële cursisten via<br />

instellingen in de wijk<br />

Bibliotheekprogramma<br />

Werving, toeleiding, preventie<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong><br />

Taalaanbieders<br />

19


20<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

bijeenkomsten georganiseerd. <strong>De</strong> bibliotheek verzorgde de ouderbijeenkomst en de<br />

ROC’s de voorlichting over inburgeringscursussen en lees en schrijfcursussen.<br />

<strong>De</strong> bibliotheek heeft in deze jaren de meeste targets die met de gemeente waren afgesproken<br />

kunnen behalen. <strong>De</strong> bibliotheek heeft daarnaast veel kennis over <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

opgebouwd, heeft samenwerkingspartners gezocht en heeft producten voor laaggeletterden<br />

opgenomen in het reguliere aanbod <strong>van</strong> de bibliotheek. Dit alles heeft ertoe<br />

geleid dat de bibliotheek voor de gemeente een belangrijke partner werd in de strijd tegen<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. Dit heeft zich voor de bibliotheek ‘uitbetaald’ in de opname in de<br />

aanbesteding Taal en Participatie.<br />

Aanbesteding Taal en Participatie<br />

<strong>De</strong> aanbesteding Taal en Participatie bestaat uit vier losse aanbestedingen:<br />

1 Duale trajecten gericht op maatschappelijke participatie<br />

2 Duale trajecten richting werk<br />

3 Taal voor werkenden<br />

4 Onafhankelijke taalleertoets en toets op het arbeidspotentieel<br />

<strong>De</strong> taalaanbieders, die zijn voortgekomen uit het aanbestedingstraject <strong>van</strong> de gemeente,<br />

kopen drie programma’s <strong>van</strong> de bibliotheek tegen kostprijs in. <strong>De</strong>ze drie programma’s zijn:<br />

• Programma Taal: een interactieve introductie met de bibliotheek<br />

(verplicht in aan besteding 1 en 2, facultatief in aanbesteding 3)<br />

• Programma Interactief voorlezen: een interactieve introductie en het kunnen<br />

toepassen <strong>van</strong> de basiselementen <strong>van</strong> voorlezen aan jonge kinderen<br />

(facultatief in aanbesteding 1, 2 en 3)<br />

• Programma Maatschappelijke Participatie: een snuffel/taalstage en vrijwilligerswerk in<br />

de bibliotheek (facultatief opgenomen in aanbesteding 1).<br />

Het Programma Taal kent veruit de meeste deelnemers. Het programma bestaat uit vier<br />

bezoeken aan de bibliotheek.<br />

Tabel 2.1 Opzet Bibliotheekprogramma Taal<br />

Introductiebezoeken<br />

Bezoek 1 Een laagdrempelige introductie<br />

Bezoek 2 Er kan gekozen worden uit drie thema’s: voorlezen, lezen, computer<br />

Leren toepassen<br />

Bezoek 3 Gebruik bibliotheek en pasje staat centraal<br />

(boek uitlenen en i<strong>nl</strong>everen, boek uitzoeken)<br />

Bezoek 4 Gebruik bibliotheek en pasje staat centraal.<br />

Herhaling informatie uit bezoek 1<br />

Werving, toeleiding en preventie Laaggeletterden<br />

In het kader <strong>van</strong> de samenwerking in de aanbesteding is <strong>door</strong> de bibliotheek een bijdrage<br />

in de werving <strong>van</strong> cursisten naar taalcursussen toegezegd. <strong>De</strong> bibliotheek werkt hiertoe<br />

met een groot aantal partijen samen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

Tabel 2.2 Overzicht samenwerkingspartners Bibliotheek Rotterdam<br />

Welkom in Rotterdam<br />

OK bank<br />

Scala<br />

Charlois Welzijn<br />

Accent<br />

Volksuniversiteit<br />

Stichting A<strong>van</strong>co<br />

Servicepunt participatie en inburgering<br />

Sociaal Raadsman<br />

WerkZat<br />

Eindeloos<br />

SPIOR<br />

Pluspunt<br />

Disck<br />

Gezondheidscentra<br />

<strong>De</strong>ze organisaties worden uitgenodigd om met hun klanten/cursisten bij de bibliotheek<br />

langs te komen. <strong>De</strong>ze groepen worden in de bibliotheek ont<strong>van</strong>gen en worden dan ook<br />

gewezen op de mogelijkheid bij een taalaanbieder een traject te volgen. Dit gedeelte <strong>van</strong> het<br />

programma wordt gedeeltelijk gefinancierd <strong>door</strong> een bijdrage <strong>van</strong> de gemeente speciaal<br />

voor dit doel, gedeeltelijk uit de reguliere middelen <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

Het aantal activiteiten dat de bibliotheek in dit kader in 2010 georganiseerd heeft is als volgt:<br />

• Voorleesvogel: 98 activiteiten<br />

• 4you!: 102 activiteiten<br />

• Taalkr8!-Leeskr8!: 26 activiteiten<br />

• Lees en Schrijf!: 80 activiteiten.<br />

Training Taal en Laaggeletterdheid<br />

Tot slot bevat de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> Bibliotheek Rotterdam nog een ander<br />

element, buiten de aanbesteding om, namelijk trainingen. In 2010 en 2011 zijn er <strong>van</strong>uit de<br />

bibliotheek trainingen Taal en Laaggeletterdheid gegeven aan diverse Rotterdamse bedrijven<br />

en diensten (o.a. SoZaWe, UWV, onderwijsinstelling Nieuwland). Het doel <strong>van</strong> de training<br />

is drieledig:<br />

1 Uitleggen hoe medewerkers <strong>laaggeletterdheid</strong> bij klanten kunnen herkennen<br />

2 Medewerkers bewust maken <strong>van</strong> hun complexe taalgebruik als zij communiceren met<br />

de klant<br />

3 <strong>De</strong> medewerkers informeren over taalontwikkeling en het belang <strong>van</strong> lezen bij met<br />

name kinderen.<br />

<strong>De</strong> trainingen worden goed ont<strong>van</strong>gen en de vraag ernaar blijft ook komen. Op verzoek<br />

<strong>van</strong> verschillende collegabibliotheken geeft de Bibliotheek Rotterdam in mei 2011 een<br />

train-de-trainer-bijeenkomst, georganiseerd <strong>door</strong> ProBiblio.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Wijkgebouwen<br />

Gilde<br />

Cultuurscouts<br />

Stichting Buurtwerk<br />

LOV, leer en ontmoetingsproject voor vrouwen<br />

Balans<br />

Meidenvilla<br />

AbuRakRak<br />

Lokaal Cultureel Centra<br />

Jeugdwerk Feijenoord<br />

Stichting Steady<br />

Servicepunt participatie &Inburgering<br />

<strong>De</strong>lfshaven<br />

Riagg Preventie<br />

Centraal Inburgeringsloket Rotterdam (CIL)<br />

21


22<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

2.2 Haarlem Ook de Stadsbibliotheek Haarlem is actief op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

waarbij de focus voornamelijk ligt op inburgeraars. <strong>De</strong> bibliotheek heeft het concept<br />

‘NL-Plein’ ontwikkeld. Dit concept richt zich op de taalontwikkeling en maatschappelijke<br />

oriëntatie <strong>van</strong> anderstaligen.<br />

NL­Plein<br />

Het concept NL-Plein omvat het volgende:<br />

• Een collectie materialen die geschikt zijn om de Nederlandse taal te leren<br />

• Bijzondere aandacht voor de opstelling en de presentatie <strong>van</strong> deze materialen<br />

• Een aanbod <strong>van</strong> op de doelgroep toegesneden voorgeselecteerde digitale informatie<br />

• Een educatief programma waarbij met diverse partners in de stad wordt samengewerkt<br />

• Een informatiepunt inburgering dat voldoet aan de inburgeringswet<br />

• <strong>De</strong> inzet <strong>van</strong> specifieke expertise t.a.v. de doelgroep anderstaligen.<br />

Om te zorgen dat de doelgroep bekend is en gebruikt maakt <strong>van</strong> het NL-Plein heeft de<br />

bibliotheek een convenant gesloten met alle taalaanbieders die in de gemeentelijke aanbesteding<br />

op het gebied <strong>van</strong> inburgering zitten. Kern <strong>van</strong> de samenwerking zoals die is<br />

vastgelegd in het convenant is dat de taalaanbieders een bezoek aan de bibliotheek opnemen<br />

als vast onderdeel in hun lesprogramma. <strong>De</strong> consulent <strong>van</strong> de bibliotheek gaat eerst naar<br />

de taalaanbieders toe om uitleg te geven over de bibliotheek. <strong>De</strong> taalaanbieders komen<br />

vervolgens met de cursisten langs in de bibliotheek. <strong>De</strong> bibliotheek verzorgt een rondleiding<br />

en geeft gratis pasjes aan de cursisten.<br />

Het educatieve programma dat wordt aangeboden <strong>door</strong> de bibliotheek is breder. Zo is het<br />

ook mogelijk een programma ‘mythologie/verhalen’ te volgen, waarbij de cursisten elkaar<br />

de eigen verhalen vertellen. En in het programma ‘Geschiedenis <strong>van</strong> Haarlem’ wordt <strong>door</strong><br />

de bibliotheek een beeld geschetst <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> Haarlem. Doel is dat de cursisten<br />

meer weten <strong>van</strong> hun nieuwe woonplaats en daar<strong>door</strong> meer bij de stad betrokken raken.<br />

Ook is er het programma ‘Mediavaardigheid/mediawijsheid’. In dit programma leren<br />

cursisten hoe ze informatie kunnen vinden die ondersteunend werkt bij het leren <strong>van</strong> de<br />

Nederlandse taal. Cursisten worden ook bewust gemaakt <strong>van</strong> de ondersteuning die de<br />

Stadsbibliotheek kan bieden bij het zoeken naar informatie. Tot slot is er een leeskring voor<br />

laaggeletterden. <strong>De</strong>ze heeft tot doel de taalontwikkeling en het lezen <strong>van</strong> laaggeletterden<br />

en inburgeraars te stimuleren.<br />

<strong>De</strong> Stadsbibliotheek ont<strong>van</strong>gt jaarlijks een subsidie <strong>van</strong> de gemeente Haarlem om de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong> te financieren.<br />

2.3 Kampen Ook in de gemeente Kampen bestaat al enige jaren een <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

waarbij meerdere partijen samenwerken, waaronder de bibliotheek Kampen.<br />

<strong>De</strong> samenwerking is vastgelegd in een convenant en er is een uitvoeringsgroep en een<br />

stuurgroep opgericht. <strong>De</strong> volgende partijen hebben hierin zitting:<br />

• Rotary Kampen<br />

• ROC <strong>De</strong>ltion college<br />

• Gemeente Kampen<br />

• Bibliotheek Kampen<br />

<strong>De</strong> Stichting MEE heeft o<strong>nl</strong>angs ook zitting genomen in de uitvoeringsgroep.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

Bij de totstandkoming <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> heeft de Rotary Kampen een voortrekkersrol<br />

gespeeld. Het terugdringen <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> is wereldwijd een speerpunt <strong>van</strong> de<br />

Rotary. <strong>De</strong> Rotary Noord- en Oost-Nederland heeft een ‘Plan <strong>van</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

voor Rotaryclub…’ ontwikkeld en de afdeling Kampen is hiermee aan de slag gegaan.<br />

Eén <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de Rotary Kampen is vroeger directeur geweest <strong>van</strong> een school voor<br />

speciaal basisonderwijs. Hij constateerde dat de kinderen die jaren geleden moeite hadden<br />

met lezen en schrijven, op volwassen leeftijd vaak nog steeds kampten met deze problemen.<br />

Dit was voor hem een motivatie om <strong>laaggeletterdheid</strong> onder volwassenen aan te<br />

pakken. Hij had al contacten met het ROC en het ROC had juist besloten specifieke aandacht<br />

aan <strong>laaggeletterdheid</strong> te besteden. Aangezien Kampen een kleine gemeente is,<br />

waren de contacten met de gemeente en de bibliotheek daarna snel gelegd.<br />

<strong>De</strong> werkgroep Laaggeletterdheid heeft de volgende doelstellingen geformuleerd:<br />

• Laaggeletterdheid <strong>door</strong> de same<strong>nl</strong>eving te laten onderkennen als een belangrijk<br />

sociaal-economisch vraagstuk, zowel nationaal als plaatselijk.<br />

• Analfabetisme en <strong>laaggeletterdheid</strong> te helpen vorkomen en verminderen <strong>door</strong> het<br />

probleem structureel, pragmatisch en gezame<strong>nl</strong>ijk aan te pakken.<br />

In het convenant is een streven geformuleerd <strong>van</strong> een afname <strong>van</strong> laaggeletterden met<br />

15%. Het behalen <strong>van</strong> dit streven wordt niet gemonitord, aangezien hiertoe geen<br />

mogelijk heden worden gezien.<br />

<strong>De</strong> rol <strong>van</strong> de bibliotheek binnen dit samenwerkingsverband is als volgt:<br />

• Er is een Makkelijk Lezen plein ingericht.<br />

• <strong>De</strong> cursisten <strong>van</strong> het <strong>De</strong>ltion College komen op bezoek in de bibliotheek,<br />

dit is een vast onderdeel <strong>van</strong> de cursus lezen en schrijven.<br />

• <strong>De</strong> cursisten ont<strong>van</strong>gen een gratis lidmaatschap <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

• Er is een leesgroep laaggeletterden.<br />

• <strong>De</strong> bibliotheek neemt deel aan de Dag <strong>van</strong> de Alfabetisering.<br />

• <strong>De</strong> bibliotheek beschikt over voorlichtingsmateriaal en verspreidt dit ook. Zo zijn er<br />

herkenningswijzers uitgedeeld aan kleuterleidsters, zodat deze kunnen herkennen of<br />

ouders <strong>van</strong> kinderen wellicht laaggeletterd zijn.<br />

Voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> is geen gezame<strong>nl</strong>ijk budget. Alle partners dragen<br />

zoveel mogelijk bij <strong>van</strong>uit hun reguliere taken en de inzet <strong>van</strong> bestaande middelen. Voor<br />

zaken die daar buitenvallen, zoals incidentele activiteiten en acties, heeft de Rotary Kampen<br />

een beperkt budget beschikbaar. <strong>De</strong> bibliotheek heeft 100 uur per jaar aan <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

te besteden. <strong>De</strong> financiering bestaat uit € 4.000,– subsidie <strong>van</strong> de gemeente en<br />

reguliere middelen <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

23


24<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

2.4 Noord-Brabant In de provincie Noord-Brabant wordt op verschillende niveaus<br />

de problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> aangepakt. Hier gaan we specifiek in op de <strong>aanpak</strong><br />

in West-Brabant en Breda. In hoofdstuk 4 gaan we in op de provinciebrede <strong>aanpak</strong>.<br />

Samenwerking in West­Brabant<br />

Op 10 september 2009 zijn de directies <strong>van</strong> zes bibliotheken 7 in het huwelijk getreden met de<br />

directie <strong>van</strong> de afdelingen Basiseducatie en NT2 8 ROC Kellebeek College VIA. Dit symbolische<br />

huwelijk was de start <strong>van</strong> een beleidsmatig samenwerkingsverband tussen het ROC en<br />

de bibliotheken.<br />

Voor de jaren 2010-2012 is een beleidsplan opgesteld, om de samenwerking te structureren,<br />

te professionaliseren en te borgen. In het plan staat opgenomen dat bibliotheken het<br />

volgende basispakket aan dienstverlening hebben:<br />

• Taal PC’s in de bibliotheek om te oefenen met de Nederlandse taal<br />

• Rondleidingen/groepsbezoeken/cursussen in de bibliotheek voor cursisten ROC<br />

• Gratis bibliotheekpassen voor cursisten<br />

• Cursussen in bibliotheek: meelezen met luisterboeken, computer- en internetcursussen,<br />

cursus digitale vaardigheden.<br />

Naast dit basispakket kunnen bibliotheken en ROC een keuze maken uit de volgende<br />

activiteiten:<br />

• Leesclubs voor laaggeletterden en inburgeraars<br />

• Abonnement op Netnieuws Volwassenen en de Slimme Nieuwslezer<br />

• Taaldruk werkplaats 9<br />

• Culturele Dropping voor laaggeletterden 10<br />

Er zijn provinciale middelen beschikbaar om de samenwerkingsactiviteiten te bekostigen<br />

(in ieder geval tot en met 2011 en waarschij<strong>nl</strong>ijk ook in 2012).<br />

Bibliotheek Breda<br />

<strong>De</strong> bibliotheek Breda heeft de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> ingebed in een bredere <strong>aanpak</strong><br />

voor laagopgeleide werkzoekenden, inburgeraars en laaggeletterden. <strong>De</strong>ze <strong>aanpak</strong><br />

heeft vorm gekregen in Taal&Werk pleinen. Met deze pleinen wordt beoogd het sociaalmaatschappelijk<br />

aanbod op het gebied <strong>van</strong> taal en werk voor de doelgroep in samenhang<br />

te presenteren. Het aanbod bestaat uit cursussen, informatie, werkplekken en boeken. Er<br />

is een loopbaancoach ter beschikking, die ook samenwerkt met het UWV. <strong>De</strong> gebruikers <strong>van</strong><br />

Taal & Werk krijgen ook een gratis bibliotheekabonnement. Met het Taal&Werk programma<br />

geeft de Bibliotheek Breda een eigen invulling aan het werkgelegenheidsproject WerkZat.<br />

7 Breda, Etten-Leur, Markiezaat, Theek5, VANnU en Zundert-Rucphen.<br />

8 NT2: Nederlands als tweede taal.<br />

9 <strong>De</strong> Taaldruknomade heeft een mobiele workshop, waarbij ROC’s en bibliotheken een gezame<strong>nl</strong>ijk aanbod voor<br />

laaggeletterden of inburgeraars kunnen organiseren.<br />

10 Vanuit het UITpunt Bergen op Zoom worden cultuurdroppings georganiseerd. Een cultuurdroppig is een verrassingsavond,<br />

waarbij deelnemers op een laagdrempelige manier kennis maken met het culturele aanbod <strong>van</strong> de<br />

stad. Op initiatief <strong>van</strong> de Bibliotheek het Markiezaat is een cultuurdropping speciaal voor laaggeletterden ontwikkeld.<br />

Een <strong>van</strong> de programmaonderdelen bevatte een creatieve en laagdrempelige kennismaking met taal en boeken.<br />

<strong>De</strong>elnemers waren cursisten <strong>van</strong> een ROC.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

<strong>De</strong> bibliotheek werkt ook samen met het ROC Kellebeek. Het ROC komt met cursisten<br />

langs in de bibliotheek; dit vormt een vast onderdeel <strong>van</strong> het lesprogramma. Bovendien<br />

zijn er leesclubs voor laaggeletterden opgezet in samenwerking met het ROC (in 2010 vier<br />

groepen <strong>van</strong> 10-13 man).<br />

<strong>De</strong> bibliotheek Breda heeft ook contact gezocht met de lokale private taalaanbieder, die<br />

lessen verzorgt in opdracht <strong>van</strong> werkgevers. Docenten <strong>van</strong> deze taalaanbieder kunnen nu<br />

ook materiaal bij de bibliotheek lenen, <strong>door</strong> middel <strong>van</strong> een bedrijfsabonnement. Doel is<br />

dat de taalaanbieder ook met cursisten in de bibliotheek zal komen, zover is het echter<br />

nog niet.<br />

<strong>De</strong> bibliotheek legt veel contacten met andere organisaties (welzijnsorganisaties, kredietbank,<br />

maatschappelijk werk, UWV&WERKplein, etc.) om het <strong>laaggeletterdheid</strong>sbeleid verder<br />

vorm te geven. Door een vaste speler te worden in het maatschappelijk werk probeert de<br />

bibliotheek ook een structurele financieringsbron te vinden. Momenteel financiert de<br />

bibliotheek de <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> grotendeels uit de reguliere middelen. Er was<br />

€ 6.000,– beschikbaar voor het organiseren <strong>van</strong> de leesclubs, maar dit is na bezuinigingen<br />

gehalveerd. Soms lukt het om op projectbasis financiering te krijgen.<br />

2.5 Limburg <strong>De</strong> provincie Limburg heeft o<strong>nl</strong>angs een subsidieaanvraag toegekend<br />

waarmee elf Limburgse bibliotheken 11 de problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> kunnen <strong>aanpak</strong>ken.<br />

<strong>De</strong> trekker <strong>van</strong> de subsidieaanvraag en de samenwerking is het Bibliotheekhuis<br />

Limburg. <strong>De</strong> looptijd <strong>van</strong> het project is januari 2011-maart 2012.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> bestaat uit drie onderdelen. Allereerst heeft in maart 2011<br />

een provinciebrede informatiebijeenkomst plaatsgevonden om het belang <strong>van</strong> de<br />

(samenwerkings)activiteiten te onderstrepen en de producten en diensten te promoten.<br />

Het tweede onderdeel <strong>van</strong> het project is dat alle deelnemende bibliotheek een<br />

‘basispakket’ op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> realiseren. Dit basispakket bestuit uit:<br />

• Kennisdelen en professionaliseren <strong>van</strong> bibliotheekpersoneel (met Cubiss)<br />

• Afsluiten digitale media-abonnementen<br />

• Aanschaffen basispakket digitale en fysieke media<br />

• Aanbieden tentoonstellingen met als thema taal en lezen.<br />

Een kleiner aantal bibliotheken hebben de status <strong>van</strong> aandachtbibliotheek, omdat zij naast<br />

het basispakket ook deelnemen aan een of meerdere pilots. <strong>De</strong>ze pilots vormen het derde<br />

onderdeel <strong>van</strong> het project. <strong>De</strong> aandachtsbibliotheken moeten aan de volgende voorwaarden<br />

voldoen:<br />

• <strong>De</strong> bibliotheken nemen alle onderdelen <strong>van</strong> het basispakket af.<br />

• Laaggeletterdheid wordt bij aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de activiteitenperiode opgenomen in het<br />

beleidsplan <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

• <strong>De</strong> bibliotheek benoemt voor minimaal 2 uur per week een bibliotheekprofessional<br />

tot aandachtsfunctionaris <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

11 <strong>De</strong>elnemende bibliotheken zijn: Centre Ceramique, Biblionova, Bibliorura, Bibliocenter, Schunck bibliotheek,<br />

Bibliotheek Kerkrade, Bibliotheek Landgraaf, Bibliotheek Brunssum, Bibliotheek Maas en Peel, Bibliotheek<br />

Heuvelland, Bibliotheek Nuth.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

25


26<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

Pilots aandachtsbibliotheken<br />

<strong>De</strong> aandachtsbibliotheken voeren een of meerdere <strong>van</strong> onderstaande pilots uit:<br />

• Bibliotheek en ROC/taalaanbieder voeren gezame<strong>nl</strong>ijk wervingscampagne.<br />

• Bibliotheek en ROC/taalaanbieders werken samen ivm Week <strong>van</strong> de Alfabetisering.<br />

• Bibliotheek en ROC/taalaanbieder zetten ‘Testpanels Wegwijs in de bibliotheek’ in.<br />

Wisselende testpanels bestaande uit ambassadeurs en cursisten <strong>van</strong> het ROC testen bij<br />

twee basisbibliotheken routing, symboolinformatie en collectiepresentatie. Is de bibliotheek<br />

‘laaggeletterdproof’?<br />

• Bibliotheek in het ROC-lesprogramma<br />

Om cursisten te stimuleren de bibliotheek buiten schooltijd te bezoeken worden drie<br />

bezoeken aan de bibliotheek standaard opgenomen in het lesprogramma. Daarnaast<br />

biedt het ROC de cursisten ook de mogelijkheid om deel te nemen aan de aangepaste<br />

voorleescursus <strong>van</strong> de bibliotheek. Daarnaast beschikt het ROC over een wisselcollectie en<br />

kunnen cursisten deelnemen aan een leeskring. <strong>De</strong> bibliotheek begeleidt deze leeskring.<br />

• Bibliotheek organiseert samen met Stichting ABC en ROC/taalaanbieder informatiebijeenkomsten.<br />

<strong>De</strong>ze informatiebijeenkomsten kunnen ondermeer zijn voor medewerkers <strong>van</strong> het UWV,<br />

schuldsanering, woningbouwverenigingen, consultatiebureaus, leerkrachten en huisartsen.<br />

Doel is bewustwording <strong>van</strong> de problematiek.<br />

In enkele <strong>van</strong> bovenstaande pilots wordt samengewerkt met de Stichting ABC. Dit is een<br />

stichting <strong>van</strong> en voor laaggeletterden (zie kader).<br />

Stichting ABC<br />

In verschillende provincies zijn reeds afdelingen <strong>van</strong> Stichting ABC actief. <strong>De</strong> stichting<br />

komt op voor de belangen <strong>van</strong> laaggeletterden en zet zich in om <strong>laaggeletterdheid</strong> op de<br />

agenda <strong>van</strong> de gemeente, provincie en de regering te houden. Zo zet de stichting in op<br />

het laten tekenen <strong>van</strong> intentieverklaringen <strong>door</strong> gemeenten om <strong>laaggeletterdheid</strong> te<br />

bestrijden. Ook pleit de stichting voor voldoende en goede cursussen voor laaggeletterden.<br />

<strong>De</strong> stichting organiseert tevens deelnemersdagen op provinciaal en landelijk niveau.<br />

<strong>De</strong> provincie financiert het gehele project, dus zowel de aanschaf <strong>van</strong> middelen, als de<br />

uren <strong>van</strong> de bibliotheekmedewerkers. Naar schatting zal dit ongeveer op een bedrag <strong>van</strong><br />

€ 150.000 uitkomen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

2.6 Bereik en resultaten In de volgende tabel is een aantal cijfers weergegeven<br />

die een beeld geven <strong>van</strong> het bereik en de resultaten <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Omdat de bibliotheken in de provincie Limburg pas o<strong>nl</strong>angs gestart zijn met het project,<br />

kunnen hierover nog geen cijfers geleverd worden.<br />

Tabel 2.3 Bereik en resultaten <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> (2010)<br />

In de onderzochte regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken wordt het bereik <strong>van</strong> de inzet gemonitord<br />

<strong>door</strong> het aantal cursisten dat in de bibliotheek op bezoek komt te meten. Het bereik loopt<br />

erg uiteen: <strong>van</strong> enkele tientallen in Kampen en Breda, honderden in Haarlem, tot (naar<br />

verwachting) duizenden deelnemers in Rotterdam.<br />

Daarnaast kan vastgesteld worden of de cursisten daadwerkelijk in de bibliotheek blijven<br />

komen en gebruik maken <strong>van</strong> de diensten. Dit wordt gedaan het aantal uitleningen <strong>van</strong> de<br />

collectie voor laaggeletterden te meten en vast te stellen in hoeveel gevallen de gratis<br />

abonnementen worden verlengd, na afloop <strong>van</strong> de gratis periode.<br />

Meerdere bibliotheken hebben erop gewezen dat er geen enorme resultaten <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> verwacht kunnen worden. Het aantal laaggeletterden dat daadwerkelijk<br />

<strong>van</strong> de diensten <strong>van</strong> de bibliotheek gebruik blijft maken is relatief laag. Resultaten<br />

staan niet altijd in verhouding tot de inzet die op het thema gepleegd wordt. <strong>De</strong> motivatie<br />

voor het opzetten <strong>van</strong> een <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> is in de meeste gevallen dan ook niet<br />

het ‘aanboren’ <strong>van</strong> een nieuwe klantenkring, maar is gelegen in het maatschappelijke<br />

belang <strong>van</strong> de bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

12 CINOP, Vooronderzoek <strong>laaggeletterdheid</strong> in Stadsregio Rotterdam (2006).<br />

13 Gemeente Breda, Alle inwoners kunnen meedoen! Bespreeknotitie over laaggeletterden 2008-2010 (2007).<br />

Dit aantal is gebaseerd op onderzoek <strong>van</strong> CINOP.<br />

14 Plan <strong>van</strong> Aanpak Laaggeletterdheid in Zuid Kennermerland 2006-2009. Dit aantal is gebaseerd op onderzoek <strong>van</strong><br />

CINOP.<br />

15 Kampen met taal. Aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong> Kampen (2009). Dit aantal is gebaseerd op onderzoek <strong>van</strong> CINOP.<br />

16 Dit gaat over de periode september 2010 (start) – december 2010. Het gaat om 35 groepen <strong>van</strong> 15 deelnemers.<br />

17 Er was in het verleden geen precieze registratie. Het gaat hier om een gemiddeld aantal per jaar.<br />

18 Periode september 2010- december 2010<br />

19 Het gaat hier om de uitleningen op de gratis verstrekte pasjes, in de periode september – december 2010. Voor<br />

geheel 2010 bedroeg het aantal uitleningen <strong>van</strong> de Lees en Schrijf!plekken: 12.318.<br />

20 <strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> wordt bijna uitsluitend uit de reguliere middelen gefinancierd. Er was een gemeentelijke subsidie <strong>van</strong><br />

€ 6.000,– voor de leesclubs. Dit is inmiddels gehalveerd <strong>door</strong> bezuinigingen. Verder is er wel financiering op ad hoc basis.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Rotterdam Breda Haarlem Kampen<br />

Aantal laaggeletterden 97.00012 15.00013 15.70014 4.80015 % laaggeletterden 22 12 14 14<br />

Aantal ont<strong>van</strong>gen cursisten 52516 7517 746 30<br />

Aantal groepen 35 – 68 2<br />

Gratis pasjes 1.11718 40 473 52<br />

Verlenging gratis pasjes – 20 85 33<br />

Uitleningen collectie 94819 – 5670 294<br />

Subsidie gemeente nvt voornamelijk<br />

reguliere<br />

middelen 20<br />

€ 33.000,– € 4.000,–<br />

27


28<br />

Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

2.7 Effecten <strong>van</strong> educatietrajecten Het is lastig de effectiviteit <strong>van</strong> de inzet<br />

<strong>van</strong> bibliotheken op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> vast te stellen, omdat deze inzet<br />

vaak onderdeel uitmaakt <strong>van</strong> een bredere inzet. Wat de effecten <strong>van</strong> het bezoek aan een<br />

bibliotheek zijn voor een laaggeletterde is nauwelijks vast te stellen. Wel is er onderzoek<br />

gedaan naar de effecten <strong>van</strong> educatietrajecten die <strong>door</strong> ROC’s worden aangeboden. Zoals<br />

gezien kan een bezoek aan de bibliotheek onderdeel uit maken <strong>van</strong> een dergelijk traject.<br />

Maurice de Greef heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit <strong>van</strong> volwasseneneducatie<br />

(waaronder cursussen lezen en schrijven). In totaal hebben 1127 cursisten op 32 ROC’s<br />

voorafgaand en na afloop <strong>van</strong> de cursus een vrage<strong>nl</strong>ijst ingevuld (of zijn geïnterviewd). Op<br />

basis hier<strong>van</strong> is vastgesteld of er sprake was <strong>van</strong> een verbeterde sociale inclusie <strong>door</strong> het<br />

volgen <strong>van</strong> een cursus. Het begrip ‘sociale inclusie’ is uitgewerkt in de volgende indicatoren:<br />

• Activering: leren om te weten en te begrijpen<br />

• Internalisatie: leren om zichzelf te zijn en verantwoordelijkheid te dragen<br />

• Participatie: leren om mee te doen<br />

• Connectie: leren om samen te leven en contacten te onderhouden<br />

Uit het onderzoek volgde dat er bij 38,8% <strong>van</strong> de deelnemers sprake was <strong>van</strong> een verbeterde<br />

sociale inclusie. Ook is onderzocht welke factoren <strong>van</strong> belang zijn voor de toename <strong>van</strong><br />

sociale inclusie. <strong>De</strong> twee belangrijkste factoren blijken ‘zelfsturing’ en ‘transfer naar de<br />

dagelijkse praktijk’ te zijn. Mensen die aangaven dat ze het geleerde meteen in hun directe<br />

omgeving konden toepassen, hadden meer succes. Wanneer ROC’s hun cursussen zodanig<br />

inrichten dat deze elementen er duidelijk in terug komen, dan kunnen de cursussen<br />

effectiever worden.<br />

Zover bekend is er in dit onderzoek niet specifiek aandacht besteed aan de eventuele rol <strong>van</strong><br />

bibliotheken in de lesprogramma’s. Het onderzoek biedt dus geen zicht op de effectiviteit<br />

<strong>van</strong> de inzet <strong>van</strong> bibliotheek in de educatietrajecten. Wel kan, met de nodige voorzichtigheid,<br />

gesteld worden dat bibliotheken wellicht een goede bijdrage kunnen leveren aan de<br />

factor ‘transfer naar de dagelijkse praktijk’. Immers, de bibliotheek is een plek waar de<br />

opgedane vaardigheden in de cursus daadwerkelijk toegepast kunnen worden. Als de<br />

bibliotheek voor de cursist een plek wordt waar ze ook buiten het lesprogramma met enige<br />

regelmaat komen, dan wordt het geleerde in de dagelijkse praktijk toegepast. Dit pleit<br />

ervoor bibliotheken zeker te betrekken in de educatietrajecten, om invulling te geven aan<br />

de overgang <strong>van</strong> school naar de dagelijkse praktijk.<br />

2.8 Randvoorwaarden voor succes In de verschillende regionale en lokale<br />

<strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> komt steeds een aantal factoren naar voren die gelden<br />

als randvoorwaarden voor succes. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden in organisatorische<br />

factoren, inhoudelijke elementen en factoren die samenhangen met mentaliteit<br />

en opstelling.<br />

Het inhoudelijke element dat in iedere <strong>aanpak</strong> naar voren komt is een samenwerkingsverband<br />

met ROC’s en taalaanbieders, die een bezoek aan de bibliotheek in hun cursusprogramma<br />

opnemen. Het verstrekken <strong>van</strong> gratis pasjes gebeurt ook in alle gevallen, om<br />

de drempel <strong>van</strong> het lidmaatschapsgeld weg te nemen. In meerdere gevallen is daarnaast de<br />

leeskring genoemd als een element <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> dat goed aanslaat bij de laaggeletterden.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> moet in ieder geval meer omvatten dan alleen maar een plein in de bibliotheek.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Schets regionale en lokale <strong>aanpak</strong>ken<br />

Organisatorisch gezien is het vooral <strong>van</strong> groot belang dat bibliotheekmedewerkers voldoende<br />

tijd hebben om de <strong>aanpak</strong> daadwerkelijk vorm te geven. In veel gevallen werkt het goed<br />

als er iemand is die zich opwerpt als verantwoordelijke en met veel enthousiaste en daadkracht<br />

aan de slag gaat met de <strong>aanpak</strong>. Echter, het maakt de <strong>aanpak</strong> erg kwetsbaar als<br />

deze te veel leunt op de inzet <strong>van</strong> één persoon. Het is tevens <strong>van</strong> belang dat de <strong>aanpak</strong><br />

gedragen wordt <strong>door</strong> de overige bibliotheekmedewerkers, ook zij kunnen immers vragen<br />

krijgen <strong>van</strong> laaggeletterden. Met name de steun <strong>van</strong> de afdeling communicatie is <strong>van</strong><br />

belang. Tot slot is het uiteraard <strong>van</strong> groot belang dat de directie <strong>van</strong> de bibliotheek achter<br />

de <strong>aanpak</strong> staat. Dit blijkt zeker niet <strong>van</strong>zelfsprekend zijn. Draagvlak is iets waarin voortdurend<br />

geïnvesteerd moet worden.<br />

Tot slot zijn er nog enkele verklaringen die meer te maken hebben met opstelling en mentaliteit.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> kan een succes worden <strong>door</strong>dat bibliotheekmedewerkers<br />

<strong>van</strong>uit sociale bevlogenheid er actief mee aan te slag gaan. Hier<strong>door</strong> lukt het<br />

andere partners te inspireren en mee te krijgen. Ook een zeer professionele en kundige<br />

instelling kan bijdragen aan het succes. Een bibliotheek kan <strong>door</strong> een professionele houding<br />

aan de gemeente bewijzen een betrouwbare en waardevolle partner op dit gebied te zijn.<br />

Ook het hebben <strong>van</strong> een commerciële instelling kan <strong>van</strong> belang zijn, zodat het lukt een<br />

stevige financieringsbasis voor de <strong>aanpak</strong> te vinden. Het helpt als de financiering niet wordt<br />

beschouwd als een vervelende bijzaak die ook nog geregeld moet worden, als iets wat het<br />

realiseren <strong>van</strong> het goede doel alleen maar in de weg staat. Bij de onderzochte regionale en<br />

lokale <strong>aanpak</strong>ken hebben we overigens vaker een sociaal bevlogen insteek geconstateerd,<br />

dan een commerciële insteek.<br />

Ook de wil om samen te werken en goed zijn in lobbyen kwamen naar voren als belangrijke<br />

randvoorwaarden voor succes. Tot slot kwam in alle gevallen naar voren dat het hebben<br />

<strong>van</strong> een lange adem een absolute noodzaak is. Het is vaak nodig jare<strong>nl</strong>ang te investeren,<br />

voordat er daadwerkelijk iets opgebouwd kan worden.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

29


30<br />

Landelijke beleidskaders<br />

3 Landelijke beleidskaders<br />

In dit hoofdstuk gaan we in op het landelijke Aanvalsplan Laaggeletterdheid en de plannen<br />

die er zijn voor een vervolg op dit aanvalsplan. Ook gaan we in op de rol <strong>van</strong> het SIOB op<br />

het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

3.1 Aanvalsplan Laaggeletterdheid Begin 2006 is het ‘Aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

2006-2010: Van A tot Z betrokken’ <strong>van</strong> start gegaan. <strong>De</strong> ambitie <strong>van</strong> het Aanvalsplan<br />

was om in de periode 2006 tot 2010 de volgende zes mijlpalen te bereiken:<br />

1 Het percentage leerlingen voortgezet onderwijs dat op of onder PISA-leesniveau 1<br />

terugdringen tot 10%, rekening houdend met een verwachte toename <strong>van</strong> deze<br />

probleemgroep in 2010.<br />

2 Het aantal werkgevers dat actief bijdraagt aan de bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

met 50 tot 100% vergroten.<br />

3 <strong>De</strong> totstandkoming <strong>van</strong> negen provinciale aanvalsplannen en een aanzie<strong>nl</strong>ijk aantal<br />

gemeentelijke aanvalsplannen.<br />

4 <strong>De</strong> uitvoering <strong>van</strong> lokale en regionale leesbevorderingsplannen in een meerderheid<br />

<strong>van</strong> de gemeenten.<br />

5 <strong>De</strong> verhoging <strong>van</strong> het aantal deelnemers aan alfabetiseringscursussen tot rond de 12.500.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Landelijke beleidskaders<br />

6 <strong>De</strong> verbetering <strong>van</strong> de effectiviteit met betrekking tot de bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

<strong>door</strong> onderzoek, monitoring en internationale samenwerking.<br />

Bij het realiseren <strong>van</strong> deze doelstellingen is een groot aantal partijen betrokken: het onderwijs,<br />

werkgevers en werknemers, gemeenten of provincie) en instanties op het terrein <strong>van</strong><br />

leesbevordering. <strong>De</strong> hoofduitvoerders <strong>van</strong> het Aanvalsplan zijn CINOP, Stichting Expertisecentrum<br />

ETV.<strong>nl</strong> en Stichting Lezen & Schrijven. Het budget <strong>van</strong> het Aanvalsplan is ook<br />

toegekend aan deze partijen.<br />

Rol bibliotheken<br />

<strong>De</strong> bibliotheken waren weliswaar geen uitvoerende partij <strong>van</strong> het Aanvalsplan Laaggeletterdheid,<br />

maar waren wel betrokken bij meerdere initiatieven. Zo hebben de Vereniging<br />

<strong>van</strong> Openbare Bibliotheken (VOB) en Stichting Lezen & Schrijven samengewerkt aan enkele<br />

initiatieven. Een voorbeeld hier<strong>van</strong> is het project Taalkracht voor consultatiebureaus. 1<br />

Sinds de splitsing in 2010 <strong>van</strong> de VOB in een branchevereniging (VOB) en een sectorinstituut<br />

(SIOB) is de samenwerking tussen Stichting Lezen & Schrijven en bibliotheken on hold<br />

gezet. <strong>De</strong> stichting is in afwachting <strong>van</strong> duidelijkheid over waar de samenwerking het<br />

beste ondergebracht kan worden en wat de VOB en/of het SIOB zelf zouden willen in dit<br />

kader. Voor een kleine organisatie als Stichting Lezen & Schrijven is het immers lastig om<br />

met alle individuele bibliotheken aparte samenwerkingsverbanden aan te gaan. <strong>De</strong> samenwerking<br />

tussen de stichting en de bibliotheken is nu meer op ad hoc basis georganiseerd.<br />

3.2 Actieplan Laaggeletterdheid In het regeerakkoord is opgenomen dat er<br />

een Actieplan Laaggeletterdheid zal komen. Dit actieplan zal medio 2011 gepresenteerd<br />

worden. In het actieplan MBO ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’, dat begin 2011 naar de<br />

Tweede Kamer is gestuurd, staat het volgende vermeld over dit actieplan: “Hierin wordt<br />

educatie gericht ingezet om een grotere groep laaggeletterden te bereiken en wordt<br />

geregeld dat gemeenten hierbij leidend blijven.”<br />

Het Actieplan Laaggeletterdheid moet nog opgesteld worden. Wel is duidelijk dat voor<br />

bibliotheken zeker een belangrijke rol wordt gezien bij de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Hoe zich dit precies in het plan zal vertalen is echter nog niet bekend.<br />

3.3 SIOB Op landelijk niveau is het SIOB voor bibliotheken een belangrijke partij. Het<br />

SIOB is zich momenteel aan het bezinnen op een visie en koers voor de komende jaren,<br />

ook wat betreft aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Het SIOB heeft <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> OCW de opdracht gekregen een aantal besteltaken<br />

uit te voeren:<br />

• vertegenwoordiging en promotie<br />

• educatie, informatie en reflectie<br />

• instandhouding voorziening leesgehandicapten<br />

• afstemming en coördinatie<br />

1 Taalkracht voor consultatiebureaus ondersteunt medewerkers binnen de jeugdgezondheidszorg bij de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. In het kader hier<strong>van</strong> is een regiotour georganiseerd bedoeld voor artsen en verpleegkundigen<br />

jeugdgezondheid. <strong>De</strong> bijeenkomsten op bibliotheeklocaties bestonden uit presentaties <strong>van</strong> deskundigen op het<br />

gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, taalstimulering en gezondheidsvoorlichting.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

31


32<br />

Landelijke beleidskaders<br />

Om invulling te geven aan dit takenpakket is gekozen voor een programmatische werkwijze.<br />

Er is gekozen voor een zevental programma’s en onder elk programma vallen meerdere<br />

projecten. <strong>De</strong> prioriteit voor de eerste jaren ligt voornamelijk bij het programma<br />

Digitale Innovatie.<br />

<strong>De</strong> aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong> is ondergebracht in het project Leven Lang Leren,<br />

wat weer onderdeel uitmaakt <strong>van</strong> het programma Maatschappelijke Verankering. Laaggeletterdheid<br />

is momenteel geen duidelijke prioriteit <strong>van</strong> het SIOB, dus de mogelijkheden<br />

om activiteiten op dit gebied te ontplooien zijn beperkt. Het thema is echter ook niet<br />

helemaal <strong>van</strong> de agenda, wat verwachtingen (en hoop) schept bij bibliotheken.<br />

Uit verscheidene interviews komt naar voren dat bibliotheken regie op landelijk niveau op<br />

het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> missen. Zo wordt het verdwijnen <strong>van</strong> het landelijke platform<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong> als een gemis ervaren. Cubiss en Bibliotheekhuis Limburg hebben<br />

recentelijk wel het initiatief genomen om het platform nieuw leven in te blazen. Hierbij<br />

wordt gehoopt op actieve steun <strong>van</strong> het SIOB. Het is daarom <strong>van</strong> belang dat het SIOB in<br />

haar visieontwikkeling tot een besluit komt of het thema prioriteit krijgt of niet. Dit schept<br />

helderheid voor alle betrokken partijen.<br />

Bovenstaande is ook in lijn met de constateringen <strong>van</strong> de Visitatiecommissie Sectorinstituten,<br />

die de wijze waarop de negen andere sectorinstituten invulling geven aan<br />

hun taken heeft beoordeeld. <strong>De</strong> commissie constateert dat meerdere sectorinstituten de<br />

neiging hebben een waaier aan activiteiten te ontplooien, waarbij er te weinig sprake is <strong>van</strong><br />

expliciet geformuleerde keuzes en prioriteiten. Hier<strong>door</strong> blijft de achterban vaak allerlei<br />

verwachtingen houden over ondersteuning, die in de praktijk vaak niet waargemaakt<br />

kunnen worden. Door een scherpe focus aan te brengen kunnen de instituten duidelijkheid<br />

scheppen en hun positie in de sector versterken.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Provinciale beleidskaders<br />

4 Provinciale beleidskaders<br />

Provincies hebben geen taakstelling op het gebied <strong>van</strong> scholing en educatie. Provincies<br />

kunnen wel een aanjaag- en faciliterende functie vervullen als het gaat om de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. In dit kader is in het Aanvalsplan Laaggeletterdheid ook de doelstelling<br />

geformuleerd dat negen provincies een aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong> moeten ontwikkelen.<br />

Op de volgende kaart is te zien wat de stand <strong>van</strong> zaken in de verschillende provincies is.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

33


34<br />

Provinciale beleidskaders<br />

Figuur 4.1 Aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong> per provincie 1<br />

Hier worden nog geen activiteiten ondernomen<br />

Hier vinden activiteiten plaats<br />

Hier is een actie- of aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

Bron: www.taalkrachtvoorgemeenten.<strong>nl</strong><br />

Ook is er informatie beschikbaar over de mate waarin de bibliotheken per provincie aandacht<br />

hebben voor <strong>laaggeletterdheid</strong>. Dit is gebaseerd op het onderzoek ‘<strong>De</strong> Leerfunctie<br />

<strong>van</strong> Bibliotheken in Beeld’, dat de stand <strong>van</strong> zaken in 2009 weergeeft. <strong>De</strong> provincies waar<br />

meer dan 30% <strong>van</strong> de bibliotheken in alle vestigingen aanbod voor laaggeletterden hebben<br />

zijn Gelderland, Friesland, Noord-Brabant, Zeeland en Drenthe. <strong>De</strong> provincies waar 20% of<br />

meer <strong>van</strong> de bibliotheken in geen enkele vestiging aanbod voor laaggeletterden hebben<br />

zijn Utrecht, Drenthe, Overijssel en Limburg. Voor de provincie Limburg kan gesteld worden<br />

dat dit zal gaan veranderen. Zoals in hoofdstuk 2 al aan bod kwam, is er recentelijk een<br />

provinciale subsidie toegekend waarmee het Bibliotheekhuis Limburg, verscheidene<br />

bibliotheken, ROC’s en Stichting ABC <strong>laaggeletterdheid</strong> in de provincie gaan bestrijden.<br />

In dit onderzoek is niet in detail gekeken naar de wijze waarop <strong>laaggeletterdheid</strong> wordt<br />

aangepakt in de verschillende provincies. Hieronder geven we, op basis <strong>van</strong> deskresearch,<br />

een beknopt overzicht <strong>van</strong> het beleid rondom <strong>laaggeletterdheid</strong> en de rol <strong>van</strong> bibliotheken.<br />

1 Het is niet bekend wat de peildatum <strong>van</strong> de gegevens is waar deze kaart op is gebaseerd.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Provinciale beleidskaders<br />

4.1 Noord- en Zuid-Holland <strong>De</strong> provincie Zuid-Holland was de eerste provincie<br />

met een beleidsplan op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>: het Zuid-Hollands Aanvalsplan<br />

Laaggeletterdheid 2006-2008. In de pro-vincie Noord-Holland vindt de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

vooral op regionaal niveau plaats: Midden-Kennemerland, Zuid-Kennemerland<br />

en de Kop <strong>van</strong> Noord-Holland.<br />

<strong>De</strong> provinciale service-organisatie ProBiblio ondersteunt bibliotheken bij de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> dienstverlening op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Dit gebeurt op basis <strong>van</strong> het programmaplan<br />

Laaggeletterdheid 2011-2013, dat is opgesteld in opdracht <strong>van</strong> de bibliotheekdirecties<br />

uit Noord- en Zuid-Holland. Dankzij subsidies <strong>van</strong> de provincies Noord- en<br />

Zuid-Holland bouwt dit programma reeds eerder ontwikkelde formules op het gebied<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> verder uit en versterkt de borging bij bibliotheken. Het gaat om<br />

de formules Makkelijk Lezen Plein (primair onderwijs), 4you! (vmbo) en Lees en Schrijf!<br />

(volwassenen). <strong>De</strong>ze formules zetten in op preventie en herstel <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> en<br />

vormen een <strong>door</strong>gaande leerlijn.<br />

<strong>De</strong> <strong>door</strong> ProBiblio beheerde formules en websites <strong>van</strong> het MLP en 4you! functioneren als<br />

kennisportal. Onder de ‘paraplu’ <strong>van</strong> de formules biedt ProBiblio bibliotheken diensten<br />

aan zoals scholing en kennis in de vorm <strong>van</strong> kenniscirkels en een maandelijkse nieuwsbrief.<br />

In 2011 bestaat het scholingsaanbod ondermeer uit Verkooptrainingen, Bouwen aan duurzame<br />

relaties, Train de trainer Laaggeletterdheid en Train de trainer MLP.<br />

4.2 Noord-Brabant Het Platform Aanvalsplan Laaggeletterdheid NB heeft gestreefd<br />

naar een provinciebrede samenwerking op het terrein <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Cubiss, de<br />

provinciale service-organisatie, heeft het voorzitterschap <strong>van</strong> dit platform op zich genomen.<br />

Andere deelnemers aan het platform waren: Stichting Z, stichting ABC, alle ROC’s, enkele<br />

beleidsambtenaren <strong>van</strong> de provincie en de Vereniging Brabantse gemeenten (VBG). Het is<br />

echter niet gelukt tot een provinciebrede <strong>aanpak</strong> te komen. Na het programma<br />

Kennis=Meedoen (zie onderstaand kader), kwam dit plan een beetje als mosterd na de<br />

maaltijd. In het provinciale bestuur had het thema geen prioriteit en er bleek onvoldoende<br />

draagvlak voor een provinciale <strong>aanpak</strong>.<br />

Kennis=Meedoen<br />

Het doel <strong>van</strong> dit programma is het geven <strong>van</strong> een impuls aan het verhogen <strong>van</strong> de kwaliteit<br />

en kennis <strong>van</strong> de Brabantse beroepsbevolking. Dit programma is met name bedoeld voor<br />

groepen in de same<strong>nl</strong>eving die moeite hebben met de snelle economische veranderingen.<br />

Het actieplan kent vier pijlers:<br />

1 Op de bres voor techniek<br />

2 <strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> voortijdig schoolverlaten / jeugdwerkloosheid<br />

3 Sectorale/clustergewijze HRM / employability / scholings <strong>aanpak</strong><br />

4 Scholing voor de groep laaggekwalificeerden<br />

In plaats <strong>van</strong> een provinciebrede <strong>aanpak</strong>, is besloten aan te sluiten bij reeds bestaande<br />

projecten en initiatieven. <strong>De</strong> belangrijkste daar<strong>van</strong> zijn:<br />

• Cubiss verzorgt een rol als ‘initiërende netwerkpartner’ voor lokale, bove<strong>nl</strong>okale<br />

en provinciale activiteiten op het terrein <strong>laaggeletterdheid</strong>, als onderdeel <strong>van</strong> het<br />

programma Leven Lang Leren.<br />

• Er zijn huwelijken gesloten tussen zes Brabants ROC-directeuren Educatie en 22<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

35


36<br />

Provinciale beleidskaders<br />

Brabantse bibliotheekdirecteuren. In navolging <strong>van</strong> deze huwelijken heeft Cubiss<br />

bijeenkomsten georganiseerd op management en uitvoerend niveau. <strong>De</strong>ze hebben<br />

geresulteerd in beleidsmatige afspraken over samenwerking. Zoals in hoofdstuk 2 al<br />

aan bod kwam is de samenwerking in West-Brabant vastgelegd in een beleidsplan.<br />

• Binnen Kennis=Meedoen is ETV.<strong>nl</strong> Brabant 2008-2011 één <strong>van</strong> de deelprojecten. In dit<br />

project zijn de Brabantse bibliotheken als kernpartner opgenomen. Er is binnen dit project<br />

een ideeënboek ontwikkeld voor samenwerking tussen ETV.<strong>nl</strong> Brabant, ROC’s en de<br />

basisbibliotheken in Brabant. Tevens hebben bibliotheken en ROC’s een aantal <strong>van</strong> deze<br />

ideeën als pilotproject uitgevoerd. In 2010 zijn deze pilots verder uitgerold om de<br />

samenwerking tussen bibliotheken en ROC’s verder te verstevigen.<br />

• Stichting ABC wordt <strong>door</strong> de provincie gefinancierd.<br />

4.3 Overijssel In de provincie Overijssel is er een provinciale coördinatiegroep <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

<strong>De</strong>ze coördinatiegroep bestaat uit de Stichting ABC afdeling Overijssel, de<br />

Overijsselse Bibliotheek Dienst, vertegenwoordigers <strong>van</strong> de ROC’s, afgevaardigden uit een<br />

aantal gemeenten en enkele andere partijen waaronder de Rotary. <strong>De</strong>ze coördinatiegroep<br />

heeft Gedeputeerde Staten verzocht om in het collegewerkprogramma 2011-2015 te werken<br />

aan het verhogen <strong>van</strong> het niveau <strong>van</strong> laaggekwalificeerden in Overijssel.<br />

Dit verzoek is uitgewerkt in het Overijssel aanvalsplan Laaggeletterdheid. Iedere burger<br />

telt mee. 2010-2015, geschreven <strong>door</strong> CINOP in nauwe samenwerking met de coördinatiegroep.<br />

Alle Overijsselse bibliotheken, ROC’s en 23 gemeenten staan achter dit aanvalsplan.<br />

<strong>De</strong>ze steun is tot uiting gekomen in de intentieverklaringen die deze organisaties hebben<br />

getekend. In dit plan wordt een integrale <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> voorgesteld. <strong>De</strong><br />

<strong>aanpak</strong> sluit aan bij de provinciale ontwikkelingen op het gebied <strong>van</strong> jeugd, onderwijs,<br />

werkgelegenheid, inzet <strong>van</strong> vrijwilligers, cultuur en sociaal beleid.<br />

<strong>De</strong> provincie wordt gevraagd financiële ondersteuning te bieden voor pilotprojecten die<br />

passen binnen de volgende thema’s:<br />

• Bespreekbaar maken <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

• Werving <strong>van</strong> laaggeletterden<br />

• Aanpak <strong>van</strong> werkende laaggeletterden<br />

• Verhogen <strong>van</strong> het taalniveau <strong>van</strong> leerlingen in het (v)mbo<br />

Ook wordt aan de provincie financiële ondersteuning gevraagd voor Stichting ABC. In<br />

totaal wordt € 815.000,– voor periode 2011-2015 gevraagd. Ten tijde <strong>van</strong> het opstellen <strong>van</strong><br />

deze rapportage was nog geen beslissing genomen <strong>door</strong> Gedeputeerde Staten.<br />

4.4 Drenthe <strong>De</strong> provincie Drenthe heeft het initiatief genomen om de problematiek<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> aan te pakken. In de provinciale nota Onderwijskansen in Drenthe<br />

2008-2011 staat het streven om over tien jaar het onderwijsniveau in Drenthe tenminste<br />

op het landelijk niveau te hebben.<br />

Het Drents Netwerk Bibliotheken sluit aan bij deze provinciale beleidsdoelstelling met het<br />

Beleidsplan Jeugd. In het Beleidsplan Jeugd wordt het provinciale beleidskader uitgewerkt<br />

waar alle twaalf Drentse basisbibliotheken zich op hebben vastgelegd. Het beleidsplan<br />

kent drie speerpunten: leespromotie, mediawijsheid en <strong>laaggeletterdheid</strong>. In het plan<br />

staat het volgende over het thema <strong>laaggeletterdheid</strong>:<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Provinciale beleidskaders<br />

“Drenthe kampt met een relatief grote taalachterstand bij kinderen en allochtonen. Er is<br />

in het algemeen sprake <strong>van</strong> een grote mate <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. <strong>De</strong> provincie heeft<br />

de ambitie dat over tien jaar het onderwijsniveau in Drenthe tenminste op landelijk<br />

niveau ligt. Dit voornemen sluit naadloos aan op de visie <strong>van</strong> de Drentse bibliotheken.<br />

<strong>De</strong> bibliotheken willen een onmisbare partner in het lokale educatief beleid zijn. Waar<br />

mogelijk nemen ze deel aan de Lokale Educatieve Agenda (LEA). <strong>De</strong> bibliotheken gaan<br />

hun producten en diensten voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> taal- en leesachterstanden verbeteren.” 2<br />

<strong>De</strong> target die hieraan verbonden is luidt: het gebruik <strong>van</strong> producten voor de doelgroep<br />

laaggeletterden is in 2011 met 10 procent gegroeid vergeleken met 2009.<br />

2 Drents Netwerk Bibliotheken, Dichter bij de jeugd. Beleidsplan Jeugd (2010), p.24.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

37


38<br />

Gemeentelijke beleidskaders<br />

5 Gemeentelijke beleidskaders<br />

In dit hoofdstuk gaan we eerst in op het participatiebudget en de ruimte die er voor<br />

gemeenten is om dit budget in te zetten voor de bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Vervolgens<br />

gaan we in op de activiteiten die gemeenten ontplooien op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

5.1 Participatiebudget Op 1 januari 2009 is de Wet Participatiebudget in werking<br />

getreden. <strong>De</strong>ze wet bundelt de rijksbijdragen WWB (reïntegratie), WI (inburgering) en WEB<br />

(educatie) tot één budget voor gemeenten. Zoals in onderstaand figuur is te zien is het<br />

educatiebudget onderverdeeld in twee categorieën: voortgezet algemeen volwassenenonderwijs<br />

(vavo) en overige educatie. Onder overige educatie vallen ondermeer de cursussen<br />

voor laaggeletterden . 1<br />

1 <strong>De</strong> NT1 trajecten die ROC’s in de aanbieding hebben zijn cursussen Nederlands (beginners en gevorderden), lezen<br />

en schrijven, toegepast lezen/schrijven/rekenen, Mailen in goed Nederlands, Nederlandse Taal voor Werk en<br />

Opleiding en Nederlands op de werkvloer.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Gemeentelijke beleidskaders<br />

Figuur 5.1 Participatiebudget<br />

Participatiebudget<br />

Reïntegratie Inburgering Educatie<br />

Oormerking educatiegelden<br />

Het was aan<strong>van</strong>kelijk de bedoeling dat het participatiebudget een volledig ontschot budget<br />

zou worden. Door een aantal kabinetsmaatregelen is dit echter uitgesteld. In dit kader is<br />

het vooral <strong>van</strong> belang dat voor educatie een verplichte besteding <strong>van</strong> educatiegelden bij<br />

ROC’s geldt. In het actieplan MBO ‘Focus op Vakmanschap 2011-2015’ dat in februari 2011<br />

naar de Tweede Kamer is verzonden staat vermeld dat deze kabinetsperiode de educatiegelden<br />

geoormerkt blijven voor besteding <strong>van</strong> ROC’s. Dit vormt een wijziging op het eerdere<br />

plan de dubbele oormerking <strong>van</strong>af 2013 los te laten.<br />

VAVO onder aansturing Rijk<br />

In dit actieplan MBO is tevens de wijziging opgenomen het vavo voortaan onder rechtstreekse<br />

aansturing <strong>van</strong> het Rijk te brengen. Gelet op de oorspronkelijke verdeling binnen<br />

de educatie (50% vavo en 50% overige educatie) wordt de helft <strong>van</strong> het educatiebudget<br />

voor vavo ingezet. Consequentie is dat gemeenten over een gehalveerd educatiebudget<br />

zullen beschikken en dat er minder speelruimte is om keuzes te maken over de besteding<br />

<strong>van</strong> het educatiebudget. <strong>De</strong> mogelijkheid voor gemeenten om te beslissen geen of weinig<br />

middelen aan vavo te besteden en veel middelen aan <strong>laaggeletterdheid</strong> verdwijnt hiermee.<br />

Bezuinigingen<br />

Sinds de inwerkingtreding <strong>van</strong> de Wet Participatiebudget zijn de nodige bezuinigingen<br />

<strong>door</strong>gevoerd. Voor educatie is het budget ten opzichte <strong>van</strong> 2009 in 2010 met € 50 miljoen<br />

en in 2011 met € 35 miljoen verminderd. Ook op het inburgeringbudget wordt de komende<br />

jaren flink bezuinigd. Het kabinet is <strong>van</strong> plan (regeerakkoord) om migranten en asielzoekers<br />

zelf te laten zorgen voor hun inburgering in Nederland. Dit betekent dat ze zelf daarvoor<br />

moeten betalen. Als dat niet lukt, kunnen zij gebruik maken <strong>van</strong> een sociaal leenstelsel.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

VAVO<br />

Overige educatie<br />

(o.a.<strong>laaggeletterdheid</strong>)<br />

39


40<br />

Gemeentelijke beleidskaders<br />

5.2 Vormgeving <strong>aanpak</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> Kern <strong>van</strong> het gemeentelijk<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>sbeleid is dat gemeenten jaarlijks een zogenaamde productovereenkomst<br />

met het ROC sluiten voor de besteding <strong>van</strong> het WEB-deel <strong>van</strong> het participatiebudget.<br />

Daarnaast wordt in veel gevallen ingezet op communicatie, om bewustwording <strong>van</strong> de<br />

problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> te vergroten.<br />

Educatie in gemeentelijke organisatie<br />

Educatie maakt binnen 57% <strong>van</strong> de gemeenten onderdeel uit <strong>van</strong> de afdeling Onderwijs.<br />

20% <strong>van</strong> de gemeenten heeft Educatie gepositioneerd binnen de afdeling Sociale Zaken.<br />

Bij zo’n 4% <strong>van</strong> de gemeenten valt Educatie onder de afdeling inburgering. <strong>De</strong> overige 20%<br />

heeft Educatie op andere wijze ondergebracht in de organisatie, bijvoorbeeld binnen de<br />

afdelingen Welzijn, Maatschappelijke Zorg of Werk&Inkomen.<br />

Om zicht te krijgen op de activiteiten die gemeenten ondernemen op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

heeft CINOP in 2010 de Monitor Laaggeletterdheid afgenomen. Met deze<br />

monitor is vastgesteld hoe de grootste 50 gemeenten <strong>van</strong> Nederland, aangevuld met de<br />

gemeenten Vlissingen en Middelburg, de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> hebben vorm gegeven.<br />

Uit deze monitor komt naar voren dat bijna driekwart <strong>van</strong> de gemeenten het voornemen<br />

heeft om beleid te ontwikkelen op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. 56% <strong>van</strong> de gemeenten<br />

heeft het voornemen een aanvalspan op te stellen. <strong>De</strong> gemeenten die dit niet <strong>van</strong> plan<br />

zijn, geven hiervoor verschillende redenen. Sommige gemeenten hebben voldoende<br />

afspraken met het ROC gemaakt en activiteiten op het gebied <strong>van</strong> bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

uitgezet, waar<strong>door</strong> de beschikbare WEB-middelen volledig worden benut.<br />

Andere gemeenten hebben geen plan <strong>van</strong>wege een beperkte ambtelijke capaciteit of<br />

<strong>van</strong>wege de financiële vooruitzichten (bezuinigingen).<br />

85% <strong>van</strong> de gemeenten hebben of hadden activiteiten op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Conform het landelijk Aanvalsplan Laaggeletterdheid zijn er voor gemeenten zes ambities<br />

benoemd waarop activiteiten ondernomen kunnen worden bij het voorkomen en bestrijden<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>:<br />

1 het bespreekbaar maken <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

2 het vergroten <strong>van</strong> de toegankelijkheid <strong>van</strong> informatie<br />

3 leesbevordering<br />

4 het <strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> taalachterstanden bij kinderen, jongeren en hun ouders<br />

5 het <strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> laaggeletterden zonder werk<br />

6 het <strong>aanpak</strong>ken <strong>van</strong> werkende laaggeletterden<br />

<strong>De</strong> aanvalsplannen <strong>van</strong> de meeste gemeenten zijn breed opgezet. Vooral op ambitie 1, het<br />

bespreekbaar maken <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, en ambitie 2, het toegankelijker maken <strong>van</strong><br />

gemeentelijke informatie, zijn de gemeenten actief. In bijna alle aanvalsplannen ligt de nadruk<br />

op het curatieve deel <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Het grootste deel <strong>van</strong> de activiteiten<br />

is namelijk gericht op de doelgroep volwassen laaggeletterden. Activiteiten op de<br />

ambities 3 en 4 komen beduidend minder vaak voor in de aanvalsplannen <strong>van</strong> de gemeenten.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Gemeentelijke beleidskaders<br />

In de monitor is ook aandacht besteed aan de samenwerkingspartners <strong>van</strong> de gemeenten,<br />

waaronder de bibliotheken. Van de actieve gemeenten werkt 89% (34 <strong>van</strong> 38) samen met<br />

de bibliotheek. 58% <strong>van</strong> de gemeenten 2 stimuleert bibliotheken een ‘Makkelijk Lezen<br />

Plein’ in te richten voor laaggeletterden.<br />

2 Onder actieve gemeenten wordt verstaan: gemeenten die een aanvalsplan hebben opgesteld en/of beleid hebben<br />

ontwikkeld waarin de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> specifiek wordt beschreven.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

41


42<br />

Overlegstructuren<br />

6 Overlegstructuren<br />

In dit hoofdstuk gaan we in op overlegstructuren rondom het thema <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau.<br />

6.1 Gemeentelijke overlegstructuren Aangezien bibliotheken veelal op<br />

gemeentelijke schaal opereren, ligt het het meest voor de hand dat bibliotheken deelnemen<br />

aan overlegstructuren op gemeentelijk niveau. Uit dit onderzoek komt niet naar<br />

voren dat bibliotheken deelnemen aan vaste gemeentelijke overleggen rondom het<br />

thema <strong>laaggeletterdheid</strong>. Er is wel veel overleg tussen de bibliotheek en de gemeente,<br />

maar dit lijkt meer op ad hoc basis te zijn. Vaak gaat het om 1-op-1 overleg tussen de<br />

bibliotheek en de vaste contactpersoon bij de gemeente.<br />

Ook nemen bibliotheken deel aan overleggen die speciaal zijn opgericht in het kader <strong>van</strong><br />

de <strong>aanpak</strong> (en die dus niet in alle gemeenten bestaan). Zo bestaat er in Kampen een stuurgroep<br />

en een uitvoeringsgroep waar<strong>van</strong> de bibliotheek onderdeel uitmaakt en die met<br />

regelmaat bijeenkomen. In Rotterdam neemt de bibliotheek deel aan het reguliere overleg<br />

tussen alle betrokken partijen bij de aanbesteding Taal en Participatie.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Overlegstructuren<br />

Er blijken weinig ideeën te bestaan over gemeentelijke overleggen die <strong>van</strong> belang zouden<br />

kunnen zijn voor bibliotheken. <strong>De</strong> enige optie die naar voren is gekomen is de Lokale<br />

Educatieve Agenda (LEA).<br />

Lokale Educatieve Agenda<br />

<strong>De</strong> Lokale Educatie Agenda is geïntroduceerd als een instrument om het lokaal onderwijsbeleid<br />

vorm en inhoud te geven na de wetwijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid in<br />

2006. <strong>De</strong> bedoeling <strong>van</strong> deze Educatieve Agenda is dat de gemeenten samen met de<br />

betrokken partners (in ieder geval schoolbesturen, kinderop<strong>van</strong>ginstellingen en peuterspeelzaalorganisaties)<br />

een lijst <strong>van</strong> onderwerpen bespreken die op deze agenda gezet gaan<br />

worden, waarbij ook afspraken worden gemaakt over de uitvoering en verantwoording<br />

<strong>van</strong> deze thema’s. Ook welzijnsinstellingen en maatschappelijk werk en nemen in sommige<br />

gemeenten deel aan het overleg. Bibliotheken nemen in een vijfde <strong>van</strong> de gemeenten deel<br />

aan het LEA-overleg, zo blijkt uit onderzoek over 2010.<br />

<strong>De</strong> bibliotheken waarmee in het kader <strong>van</strong> dit onderzoek gesproken is, hebben het LEA<br />

niet als kansrijke optie genoemd. In dit onderzoek is ook niet naar voren gekomen dat de<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> onderwerp <strong>van</strong> gesprek is in dit overleg. Dit wordt ook<br />

ondersteund <strong>door</strong> ander onderzoek, waaruit blijkt dat bij gemeenten en schoolbesturen<br />

de klacht bestaat dat de LEA te weinig over onderwijsinhoudelijke zaken gaat. Wel blijkt<br />

uit dit onderzoek dat taalbeleid in 63% <strong>van</strong> de gevallen op de agenda staat. 1<br />

6.2 Provinciale overlegstructuren In dit onderzoek zijn geen provinciale overlegstructuren,<br />

maar wel bijeenkomsten, naar voren gekomen waaraan bibliotheken of<br />

provinciale service-organisaties kunnen deelnemen.<br />

Op provinciaal niveau worden <strong>door</strong> de PSO’s bijeenkomsten georganiseerd waar de bibliotheken<br />

kennis en ervaringen kunnen uitwisselen over de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Ook worden er conferenties georganiseerd waarbij ook samenwerkingspartners betrokken<br />

zijn. Zo was er o<strong>nl</strong>angs in de provincie Limburg een conferentie rondom het thema <strong>laaggeletterdheid</strong>,<br />

bedoeld voor beleidsmakers, (volwassenen)onderwijs, welzijnswerk,<br />

consultatiebureaus, maatschappelijke organisaties en bibliotheken. <strong>De</strong>rgelijke bijeenkomsten<br />

zijn goede gelegenheden voor bibliotheken om hun netwerk te versterken en te achterhalen<br />

wat er speelt bij mogelijke samenwerkingspartners.<br />

6.3 Landelijke overlegstructuren Er zijn geen landelijke overlegstructuren<br />

naar voren gekomen waar<strong>van</strong> het goed zou zijn als bibliotheken hierbij aansluiting zoeken.<br />

Het Platform Laaggeletterdheid en de deelnemersdagen <strong>van</strong> Stichting ABC vormen wel opties.<br />

Interdepartementaal Vaardigheden Overleg<br />

Er bestaat een landelijk overleg waarbij <strong>laaggeletterdheid</strong> op de agenda staat, namelijk<br />

het Interdepartementaal Vaardigheden Overleg (IVO). Het IVO is een informeel overleg<br />

<strong>van</strong> negen ministeries en zeven uitvoeringspartijen 2 en richt zich op het bevorderen <strong>van</strong> de<br />

volgende basisvaardigheden:<br />

1 Oberon, <strong>De</strong> Lokale Educatie Jaaragenda 2010 (2010).<br />

2 <strong>De</strong> betrokken departementen: Financiën, OCW, VWS, SZW, ELI, BZK (en het voormalige VROM en WWI).<br />

<strong>De</strong> betrokken intermediairs zijn: Stichting Lezen & Schrijven, Stichting het Juridisch Loket, Programmabureau<br />

Digivaardig & Digibewust, Mediawijzer.net, CentiQ, VNG, Stichting <strong>van</strong> de Arbeid.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

43


44<br />

Overlegstructuren<br />

• Lezen, schrijven en rekenen<br />

• Digitale vaardigheden<br />

• Gezondheidsvaardigheden<br />

• Financiële vaardigheden<br />

• Sociale en juridische vaardigheden<br />

Het idee achter dit overleg is het bevorderen <strong>van</strong> een integrale <strong>aanpak</strong>. Gebrek aan een<br />

<strong>van</strong> deze vaardigheden (bijvoorbeeld <strong>laaggeletterdheid</strong>) gaat namelijk vaak gepaard met<br />

moeilijkheden met een of meerdere <strong>van</strong> de andere vaardigheden. Laaggeletterden zijn<br />

ook relatief vaak onderdeel <strong>van</strong> een doelgroep die de overheid al op andere manieren<br />

tracht te ondersteunen.<br />

Door de bezuinigingen die ministeries moeten <strong>door</strong>voeren en <strong>door</strong>dat het bevorderen <strong>van</strong><br />

de vaardigheden strikt genomen voor lang niet alle ministeries onder hun verantwoordelijkheid<br />

valt, is een integrale <strong>aanpak</strong> tot nu toe niet erg <strong>van</strong> de grond gekomen. Bibliotheken,<br />

bijvoorbeeld vertegenwoordigd <strong>door</strong> het SIOB, zouden wel aansluiting kunnen zoeken bij<br />

het IVO, maar gezien de huidige stand <strong>van</strong> zaken valt hier weinig <strong>van</strong> te verwachten.<br />

Platform Laaggeletterdheid<br />

O<strong>nl</strong>angs is <strong>door</strong> Cubiss en Bibliotheekhuis Limburg het initiatief genomen het (landelijk)<br />

Platform Laaggeletterdheid nieuw leven in te blazen. Verschillende provinciale serviceorganisaties<br />

nemen deel aan dit platform met als doel kennis te delen op het gebied <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>. Het gaat hier om een overlegvorm waarbij alleen de bibliotheekwereld<br />

betrokken is.<br />

<strong>De</strong>elnemersdagen Stichting ABC<br />

In één <strong>van</strong> de interviews is de optie genoemd <strong>van</strong> deelname <strong>van</strong> bibliotheken aan de<br />

provinciale en landelijke deelnemersdagen die Stichting ABC organiseert, vaak in samenwerking<br />

met ROC’s. Het gaat hier dus niet om een overleg waarmee de bibliotheek haar<br />

positie in het netwerk kan verstevigen. Wel is het een goede gelegenheid voor bibliotheken<br />

om bij laaggeletterden onder de aandacht te brengen wat zij voor hen kunnen betekenen.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenwerkingspartners<br />

7 Samenwerkingspartners<br />

In dit hoofdstuk gaan we in op de huidige en mogelijke samenwerkingspartners voor<br />

bibliotheken op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Eerst komen de ROC’s en de private<br />

taalaanbieders aan bod en daarna passeren enkele andere opties de revue: werkgevers,<br />

scholen en maatschappelijke organisaties.<br />

7.1 Regionale opleidingscentra Vanwege de inkoopverplichting <strong>van</strong> de educatie<br />

trajecten bij ROC’s komt het in veel gemeenten voor dat het <strong>laaggeletterdheid</strong>sbeleid<br />

grotendeels is ‘weggezet’ bij ROC’s. <strong>De</strong> ROC’s stellen het Actieplan Laaggeletterdheid op<br />

en proberen zoveel mogelijk laaggeletterden te werven. Eén <strong>van</strong> de manieren waarop dit<br />

gedaan wordt is het inzetten <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>sambassadeurs. Dit zijn voormalig<br />

laaggeletterden die <strong>door</strong> een cursus te volgen beter hebben leren lezen en schrijven.<br />

Uit de voortgangsrapportage over het landelijke Aanvalsplan Laaggeletterdheid blijkt dat<br />

er bij ROC’s ongeveer 12.000 alfabetiseringscursussen worden gevolgd. Omdat de doelgroep<br />

bij de ROC’s cursussen volgt, zijn ROC’s voor bibliotheken een belangrijke samenwerkingspartner.<br />

Dit zal de komende jaren ook zo blijven, aangezien de oormerking <strong>van</strong> educatiegelden<br />

voor ROC’s deze kabinetsperiode gehandhaafd blijft.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

45


46<br />

Samenwerkingspartners<br />

Veel bibliotheken hebben ook al contacten met een ROC. In het al eerder genoemde onderzoek<br />

‘<strong>De</strong> Leerfunctie <strong>van</strong> Bibliotheken in Beeld’ komt naar voren dat bijna 80% <strong>van</strong> de<br />

bibliotheken in één of meer vestigingen samenwerkt met een ROC basis / volwasseneneducatie.<br />

<strong>De</strong> samenwerking tussen de bibliotheken en de ROC’s kan verschillende vormen<br />

aannemen. In Haarlem en Kampen is er sprake <strong>van</strong> een convenant. In West-Brabant hebben<br />

de ROC’s en bibliotheken ‘huwelijken’ gesloten en is de samenwerking vastgelegd in een<br />

beleidsplan.<br />

Zoals al eerder opgemerkt, is het belangrijkste ingrediënt <strong>van</strong> de samenwerking tussen<br />

bibliotheken en ROC’s dat de ROC’s een of meerdere malen met hun cursisten in de bibliotheek<br />

komen. In sommige gevallen levert de bibliotheek ook boeken voor laaggeletterden<br />

aan ROC’s, zodat de docenten deze tijdens hun lessen kunnen gebruiken. Ook worden er<br />

<strong>door</strong> bibliotheken en ROC’s leesclubs voor laaggeletterden op poten gezet.<br />

<strong>De</strong> samenwerking zou verdiept kunnen worden als bibliotheken de mogelijkheden om<br />

cursussen te volgen bij ROC’s (nog) meer onder de aandacht brengen bij hun bezoekers.<br />

Op die manier zou er een tweerichtingsverkeer tussen ROC’s en bibliotheken kunnen ontstaan:<br />

de ROC’s brengen hun cursisten naar de bibliotheek en de bibliotheek zorgt voor<br />

nieuwe cursisten bij de ROC’s. Een heel praktische manier <strong>van</strong> samenwerken is het geven<br />

<strong>van</strong> cursussen op locaties <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

Een knelpunt in de samenwerking vormen de bezuinigingen op het educatiebudget. Doordat<br />

er minder middelen beschikbaar zijn, kunnen er ook minder cursussen aangeboden<br />

worden. Op deze manier kunnen ROC’s ook minder cursisten naar de bibliotheek brengen.<br />

<strong>De</strong> motivatie voor samenwerking is er vaak wel bij ROC’s. Bibliotheken worden als een<br />

nuttige en belangrijke partners op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> gezien. Vanwege<br />

gebrek aan tijd en middelen staat de samenwerking toch onder druk. Uitzondering hierop<br />

vormt de provincie Limburg. Door de subsidie <strong>van</strong> de provincie is er juist de mogelijkheid<br />

de samenwerking te versterken en te verdiepen.<br />

7.2 Private taalaanbieders Ruim 40% <strong>van</strong> de bibliotheken werkt samen met taalaanbieders,<br />

zo blijkt uit het onderzoek ‘<strong>De</strong> Leerfunctie <strong>van</strong> Bibliotheken in Beeld’. Taalaanbieders<br />

zijn organisaties in de private sector waar inburgerings- en reïntegratietrajecten<br />

gevolgd kunnen worden. In de samenwerking tussen bibliotheken en taalaanbieders gaat<br />

het vooral om inburgeraars. <strong>De</strong> taalaanbieders komen met hun cursisten, net als de ROC’s,<br />

naar de bibliotheek.<br />

Uit dit onderzoek komt naar voren dat de taalaanbieders bibliotheken als belangrijke partner<br />

zien. <strong>De</strong> taalaanbieders zijn de afgelopen jaren vaak in rap tempo gegroeid en hebben zich<br />

gevestigd in steeds nieuwe steden. <strong>De</strong> bibliotheek wordt gezien als een partner die hen<br />

wegwijs kan maken in de stad en hen in contact kan brengen met rele<strong>van</strong>te partners. In<br />

Haarlem geeft een taalaanbieder ook lessen in een vestiging <strong>van</strong> de bibliotheek. <strong>De</strong> bibliotheek<br />

wordt voor de doelgroep zo een plek waar ze regelmatig komen. Daarnaast verwerft<br />

de bibliotheek op deze manier inkomsten.<br />

Een indicatie dat bibliotheken inderdaad een belangrijke partner zijn voor taalaanbieders,<br />

is de bereidheid de bibliotheek te betalen voor de bezoeken. <strong>De</strong>ze bereidheid blijkt inderdaad<br />

te bestaan. Eén respondent vergeleek het met een groepsbezoek aan een museum,<br />

wat ook voorkomt in een inburgeringscursus: ook hier betaalt de taalaanbieder het<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenwerkingspartners<br />

museum voor. Kanttekening is wel dat deze opmerking gemaakt werd <strong>door</strong> een taalaanbieder<br />

die zich richt op hoger opgeleide inburgeraars, die in een traject richting werk zitten<br />

of al een baan hebben. Voor deze doelgroep blijkt het bibliotheekbezoek een toegevoegde<br />

waarde te hebben. <strong>De</strong> bibliotheek wordt een plek waar cursisten samen komen om te<br />

studeren. In hun land <strong>van</strong> herkomst was de bibliotheek soms ook een plek waar ze vaak<br />

kwamen. <strong>De</strong> ‘barrière’ om <strong>van</strong> de diensten <strong>van</strong> een bibliotheek gebruik te maken, is voor<br />

deze doelgroep niet heel hoog.<br />

<strong>De</strong>ze bereidheid <strong>van</strong> taalaanbieders te betalen voor een bezoek aan de bibliotheek, in ieder<br />

geval met een groep waar<strong>van</strong> verwacht kan worden dat het bezoek ook <strong>van</strong> meerwaarde<br />

zal zijn, biedt een kans voor bibliotheken. Mocht een gemeente bijvoorbeeld beslissen de<br />

bibliotheek geen subsidie meer te geven voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, dan kunnen<br />

taalaanbieders wellicht bereid gevonden worden in dit gat te springen. Er moet hierbij wel<br />

opgemerkt worden dat in dit onderzoek slechts twee taalaanbieders zijn geïnterviewd en<br />

dat dus niet met zekerheid gesteld kan worden dat deze bereidheid bestaat onder vele<br />

taalaanbieders.<br />

Vanwege de aangekondigde bezuinigingen op het inburgeringsbudget, zal er naar<br />

verwachting geen gemeentelijke aanbestedingen meer komen waarop taalaanbieders<br />

kunnen inschrijven. Er zijn immers geen gelden meer te verdelen en inburgeraars zullen<br />

hun trajecten zelf moeten gaan betalen, zo is het plan. Nieuwkomers zullen nog steeds<br />

verplicht moeten inburgeren, maar de verwachting is wel dat het aantal vrijwillige inburgeraars<br />

zal afnemen. Als gemeenten zich terugtrekken op het gebied <strong>van</strong> inburgering,<br />

dan is het ook maar de vraag of taalaanbieders zullen <strong>door</strong>zetten met hun inburgeringstrajecten.<br />

Zoals opgemerkt in een interview, is het dan geen ‘rendabele business’ meer. Er<br />

is ook de verwachting uitgesproken dat de inburgeringstrajecten teruggaan naar de ROC’s. 1<br />

Aan de samenwerking met taalaanbieders zitten dus zowel kansen als bedreigingen vast.<br />

Momenteel zijn taalaanbieders kansrijke samenwerkingspartners voor bibliotheken,<br />

omdat ze inburgeraars naar de bibliotheek kunnen brengen. Vanwege de verwachte<br />

bezuinigingen op inburgering, is het echter maar de vraag hoe lang dit nog zal duren.<br />

7.3 Andere samenwerkingspartners Uit dit onderzoek komen de ROC’s en<br />

taalaanbieders naar voren als de belangrijkste samenwerkingspartners voor bibliotheken<br />

op het gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. In hoofdstuk 2 kwam al aan bod dat er ook met<br />

andere partners wordt gewerkt, ondermeer met de Stichting ABC, de Rotary, Stichting<br />

MEE, het UWV. <strong>De</strong> bibliotheek Rotterdam heeft een samenwerkingsverband met een<br />

groot aantal maatschappelijke organisaties.<br />

In ieder interview is gevraagd naar potentiële samenwerkingspartners voor de bibliotheken.<br />

Dit bleek een lastige vraag, waar niet altijd een concreet antwoord op kwam. Sommige<br />

bibliotheken waren ook <strong>van</strong> mening dat de ROC’s en/of de taalaanbieders eige<strong>nl</strong>ijk de<br />

enige geschikte partners zijn, omdat de doelstelling <strong>van</strong> deze instituten dichtbij die <strong>van</strong> de<br />

bibliotheken ligt. Door samenwerking met andere partijen (bijvoorbeeld het UWV) zou de<br />

bibliotheek te ver <strong>van</strong> zijn kerntaken gaan afwijken.<br />

1 <strong>De</strong> marktwerking in het inburgeringsonderwijs is ingevoerd op 1 januari 2007. Daarvoor gold een inkoopverplichting<br />

<strong>van</strong> trajecten bij ROC’s.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

47


48<br />

Samenwerkingspartners<br />

Al met al hebben de interviews wel een lijst <strong>van</strong> potentiële samenwerkingspartners opgeleverd.<br />

Hierbij moet wel opgemerkt worden dat er weinig concrete ideeën waren over hoe<br />

deze samenwerking er dan uit zou moeten zijn. Zo zou het doel <strong>van</strong> de samenwerking<br />

werving <strong>van</strong> laaggeletterden kunnen zijn, of juist het bestrijden <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Bij<br />

het noemen <strong>van</strong> potentiële partners is deze ‘ordening’ echter niet naar voren gekomen.<br />

<strong>De</strong> genoemde partners zijn grofweg in drie categorieën onder te brengen:<br />

• Werk en inkomen: bedrijfsleven, sociale werkvoorziening, kredietbank, schuldsanering,<br />

Kamer <strong>van</strong> Koophandel.<br />

• Onderwijs: basisscholen, ouders <strong>van</strong> basisschoolleerlingen, vmbo, praktijkonderwijs.<br />

• Zorg en welzijn: Wmo-circuit, Zorgloketten, welzijnsorganisaties voor ouderen,<br />

verenigingen voor mensen met lichamelijke en verstandelijke beperkingen, buurthuizen,<br />

centra jeugd&gezin, huisartsen, apothekers, GGD.<br />

Tot slot zijn ook woningcorporaties, Voedselbank en Vluchtelingenwerk genoemd als<br />

mogelijke partners. Hieronder gaan we in op enkele partners die <strong>door</strong> meerdere partijen<br />

als belangrijk of kansrijk zijn benoemd.<br />

7.3.1 Werkgevers Uit onderzoek blijkt dat 420.000 laaggeletterden een baan hebben.<br />

Werkgevers vormen dus een belangrijke ‘ingang’ om de doelgroep te bereiken en de<br />

problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> aan te pakken. Hiertoe is in 2007 ook het ‘Convenant<br />

Laaggeletterdheid’ gesloten (zie kader).<br />

Convenant Laaggeletterdheid<br />

<strong>De</strong> Stichting <strong>van</strong> de Arbeid heeft in 2007 samen met de Ministeries <strong>van</strong> OCW, SZW en het<br />

toenmalige ministerie Jeugd en Gezin het ‘Convenant Laaggeletterdheid’ ondertekend. <strong>De</strong><br />

looptijd <strong>van</strong> het convenant is 2007-2015. In het convenant is afgesproken het aantal werkende<br />

laaggeletterden met 60 procent terug te dringen <strong>van</strong> 420.000 naar 168.000. Daarnaast is<br />

afgesproken dat de Stichting <strong>van</strong> de Arbeid, via decentrale partijen, bedrijven oproept in<br />

eigen bedrijf laaggeletterden op te sporen. Ook beveelt de Stichting <strong>van</strong> de Arbeid de caopartijen<br />

aan laaggeletterde werknemers te stimuleren tot het volgen <strong>van</strong> een opleiding en<br />

dit via cao-afspraken en inzet <strong>van</strong> O&O-fondsen te ondersteunen.<br />

In 2010 heeft Research voor Beleid onderzoek gedaan naar de inspanningen die centrale<br />

sociale partners, sectoren en bedrijven leveren om <strong>laaggeletterdheid</strong> onder werkenden<br />

aan te pakken. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de landelijke <strong>aanpak</strong>, waarbij via<br />

decentrale partijen geprobeerd wordt <strong>laaggeletterdheid</strong> te bestrijden, nog relatief weinig<br />

heeft opgeleverd. <strong>De</strong> reden waarom er vaak geen sectorale <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

ontstaat, is dat niemand zich probleemeigenaar voelt. Een <strong>van</strong> de aanbevelingen om het<br />

bereik <strong>van</strong> het convenant te vergroten is het direct aanspreken <strong>van</strong> individuele bedrijven.<br />

In dit onderzoek komt niet naar voren dat bibliotheken actief zijn bij het ondersteunen <strong>van</strong><br />

werkgevers in het bestrijden <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> onder hun werknemers. Wanneer werkgevers<br />

als samenwerkingspartners <strong>van</strong> bibliotheken genoemd worden, is dus niet helemaal<br />

duidelijk welk beeld bibliotheken hierbij hebben. Een mogelijkheid kan zijn dat bibliotheken<br />

zich <strong>door</strong> middel <strong>van</strong> lezingen/workshops inzetten om de aandacht voor <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

in bedrijven te vergroten. Bibliotheken kunnen bedrijven met cao-afspraken over <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

proactief met een aanbod benaderen. Op deze manier kunnen bibliotheken<br />

een bijdrage leveren aan het bereiken <strong>van</strong> de doelgroep, iets wat nog altijd lastig is.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Samenwerkingspartners<br />

7.3.2 Onderwijs In meerdere interviews zijn ouders met kinderen als een interessante<br />

doelgroep voor bibliotheken benoemd. Laaggeletterdheid bij ouders kan een negatief<br />

effect hebben op de cognitieve ontwikkeling <strong>van</strong> kinderen. Door te focussen op deze<br />

groep kan er dus zowel in curatieve als in preventieve zin iets bereikt worden. Voor deze<br />

doelgroep hebben bibliotheken al initiatieven als Voorleesvogel en BoekStart 2 .<br />

Ook scholen zijn vaakgenoemd als potentiële samenwerkingspartners. Het vaakst genoemd<br />

werd het vmbo. Verscheidene bibliotheken richten zich al op deze doelgroep met concepten<br />

als de 4you!-plek en Taalkr8!. Bibliotheken zouden nog meer kunnen inzetten op bewustwording<br />

<strong>van</strong> de problematiek <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> onder leerkrachten. Vaak is bekend in<br />

welke wijken het percentage laaggeletterden het hoogst is, dus de bibliotheken zouden<br />

zich kunnen richten op de scholen in deze wijken. Op deze manier kan de bibliotheek een<br />

bijdrage leveren aan het bereiken <strong>van</strong> de doelgroep, en bovendien kan onder de aandacht<br />

gebracht worden wat de bibliotheek te bieden heeft voor kinderen en ouders.<br />

Een project dat niet expliciet over <strong>laaggeletterdheid</strong> gaat, maar wel interessant kan zijn is<br />

Biebsearch.<br />

Biebsearch<br />

Biebsearch is de naam <strong>van</strong> een grootschalig samenwerkingsproject tussen het primair en<br />

voortgezet onderwijs, MBO’s en de bibliotheek. Binnen dit project werken de bibliotheek en<br />

het onderwijs aan nieuwe diensten en werkvormen om leerlingen te ondersteunen bij hun<br />

studie. Samen zoeken zij naar mogelijkheden om leerlingen te begeleiden. Biebsearch is<br />

zowel voor het onderwijs als de bibliotheek een kans om de krachten te bundelen op het<br />

gebied <strong>van</strong> digitale en fysieke informatie, mediawijsheid en lezen. <strong>De</strong> bibliotheek wacht<br />

niet langer tot leerlingen naar de bibliotheek komen, maar zoekt ze in plaats daar<strong>van</strong> voortaan<br />

actief op in de omgeving waar ze in schoolverband het meest vertoeven: de elektronische<br />

leeromgeving (ELO). Zo kan de bibliotheek al haar digitale diensten rechtstreeks onderbrengen<br />

in de digitale leeromgeving <strong>van</strong> de scholieren.<br />

7.3.3 Maatschappelijke organisaties Tot slot zouden bibliotheken ook <strong>van</strong> waarde kunnen<br />

zijn voor maatschappelijke organisaties die werken met een doelgroep waar<strong>van</strong> het waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />

is dat <strong>laaggeletterdheid</strong> er relatief veel voorkomt. Er zijn verschillende opties<br />

denkbaar.<br />

Introductie in de bibliotheek<br />

<strong>De</strong> bibliotheek Rotterdam heeft momenteel een samenwerkingsverband met een groot<br />

aantal maatschappelijke organisaties. <strong>De</strong>ze organisaties komen met hun klanten/leden/<br />

cursisten in de bibliotheek en krijgen een rondleiding. Het doel <strong>van</strong> dit samenwerkingsverband<br />

is voornamelijk werving <strong>van</strong> laaggeletterden en toeleiding naar een taalaanbieder.<br />

Trainingen aan maatschappelijke organisaties<br />

Een andere mogelijke vorm <strong>van</strong> samenwerking is dat bibliotheken hun kennis over <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

overdragen aan maatschappelijke organisaties, zodat zij alerter worden op<br />

het probleem onder hun klanten of achterban. Dit zou <strong>door</strong> middel <strong>van</strong> trainingen over-<br />

2 BoekStart is een programma dat het lezen met heel jonge kinderen wil bevorderen én ouders met jonge kinderen<br />

wil laten genieten <strong>van</strong> boeken. BoekStart gaat uit <strong>van</strong> de gedachte dat kinderen die al op jonge leeftijd in aanraking<br />

komen met boeken een voorsprong (op school) ontwikkelen waar ze hun hele leven voordeel <strong>van</strong> hebben.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

49


50<br />

Samenwerkingspartners<br />

gebracht kunnen worden, naar het voorbeeld <strong>van</strong> de trainingen die <strong>door</strong> Bibliotheek<br />

Rotterdam worden gegeven.<br />

Taalcoach voor laaggeletterden<br />

<strong>De</strong> Stadsbibliotheek Haarlem werkt samen met het Gilde Samenspraak. Gilde SamenSpraak,<br />

het taal- en integratieproject <strong>van</strong> Gilde Nederland, brengt Nederlanders en anderstaligen<br />

bijeen om de Nederlandse taal en cultuur te delen. Concreet houdt dit in dat een Nederlandstalige<br />

vrijwilliger aan een anderstalige wordt gekoppeld. Wekelijks komen zij samen<br />

om Nederlands te spreken. <strong>De</strong> bibliotheek wordt vaak als locatie gekozen. Gilde Samen-<br />

Spraak verstrekt in Haarlem aan de anderstaligen ook een gratis lidmaatschap <strong>van</strong> de<br />

bibliotheek. <strong>De</strong>ze inzet <strong>van</strong> Gilde SamenSpraak maakt onderdeel uit <strong>van</strong> het landelijke<br />

project Taalcoach voor inburgeraars.<br />

Project Taalcoach voor inburgeraars<br />

Het project Taalcoach is een gezame<strong>nl</strong>ijk project <strong>van</strong> Humanitas, Landelijk Netwerk Thuislesorganisaties,<br />

het Rode Kruis, VluchtelingenWerk Nederland en Gilde SamenSpraak<br />

Nederland. O<strong>nl</strong>angs is een evaluatie verschenen <strong>van</strong> het landelijke project Taalcoach. Het<br />

rapport laat zien dat vrijwilligers als taalcoach een belangrijke aanvulling zijn op de inburgeringcursussen.<br />

Er zijn inmiddels ruim 9.000 koppelingen tussen inburgeraars en<br />

vrijwilligers tot stand gebracht. Gemeenten konden voor de periode 2008 tot en met 2011<br />

geld ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> het Rijk voor de uitvoering <strong>van</strong> het Taalcoachproject. Gemeenten die<br />

het lokale project willen voortzetten, moeten dit uit andere middelen financieren.<br />

In één <strong>van</strong> de interviews is geopperd dat bibliotheken wellicht een soortgelijk initiatief als<br />

het project Taalcoach voor inburgeraars, voor laaggeletterden kunnen opzetten. Het gaat<br />

dan om een vorm <strong>van</strong> ‘nazorg’ voor de laaggeletterden die een cursus lezen en schrijven<br />

bij het ROC hebben afgerond. Bibliotheken zouden dit kunnen opzetten in samenwerking<br />

met ROC’s. <strong>De</strong> bibliotheek kan bijvoorbeeld een rol spelen bij de werving <strong>van</strong> vrijwilligers.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Financieringsbronnen<br />

8 Financieringsbronnen<br />

In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijke bronnen <strong>van</strong> financiering <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> bibliotheken. We beginnen bij de meest voor de hand liggende<br />

financierder: de gemeente. Ook gaan we in op de provinciale, landelijk en Europese<br />

mogelijkheden. Tot slot besteden we aandacht aan enkele overige opties voor financiering.<br />

8.1 Gemeentelijke financiering Een eerste mogelijke financieringsbron voor de<br />

<strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> vormen de reguliere middelen <strong>van</strong> de bibliotheek.<br />

Reguliere middelen<br />

<strong>De</strong> bibliotheken in Rotterdam, Breda en Kampen zetten reguliere middelen in om de <strong>aanpak</strong><br />

(gedeeltelijk) te financieren. Het vrijmaken <strong>van</strong> reguliere middelen vormt een signaal<br />

richting de gemeente dat het thema prioriteit heeft voor de bibliotheek. Dit kan ertoe leiden<br />

dat de gemeente eerder geneigd is aanvullende middelen (op projectbasis) voor het thema<br />

beschikbaar te stellen. Echter, in sommige gevallen wordt alleen uit noodzaak gekozen<br />

voor reguliere middelen, omdat er geen andere financieringsbron gevonden kan worden.<br />

<strong>De</strong> bezuinigingen op de reguliere subsidie <strong>van</strong> de gemeente aan de bibliotheken vormen<br />

een bedreiging. Uit onderzoek blijkt dat ruim 93% <strong>van</strong> de basisbibliotheken in de jaren<br />

2010-2013 te maken heeft met bezuinigingen <strong>door</strong> één of meer <strong>van</strong> de gemeenten in hun<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

51


52<br />

Financieringsbronnen<br />

verzorgingsgebied. <strong>De</strong> bezuinigingen hebben consequenties voor personeel, voor de collectie,<br />

voor de openingsuren en de tarieven. Ook worden vestigingen gesloten. Daarnaast<br />

hebben de bezuinigingen consequenties voor de inhoud <strong>van</strong> het bibliotheekwerk. Bezuinigingen<br />

worden opge<strong>van</strong>gen <strong>door</strong> <strong>van</strong> alles (of <strong>van</strong> sommige specifieke diensten) een<br />

beetje minder te doen. 1<br />

Door de bezuinigingen is ook de discussie aangezwengeld over de functie <strong>van</strong> bibliotheken,<br />

waarbij er grofweg twee visies zijn te onderscheiden. Volgens de ene visie moeten bibliotheken<br />

in antwoord op de bezuinigingen teruggaan naar hun meest basale taken. <strong>De</strong> andere<br />

visie is dat bibliotheken moeten zoeken naar zeer vernieuwende vormen <strong>van</strong> bibliotheekwerk.<br />

Daarbij wordt gedacht aan het afstoten <strong>van</strong> gebouwen, maar zelfs ook aan het stoppen<br />

met het uitlenen <strong>van</strong> boeken. Veel bibliotheken voelen in ieder geval een noodzaak<br />

tot drastisch vernieuwen.<br />

In één <strong>van</strong> de interviews is geopperd dat het goed zou zijn als de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

in de discussie over de toekomst <strong>van</strong> bibliotheken expliciet wordt meegenomen. In<br />

plaats <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> te zien als iets wat bibliotheken ‘extra’ kunnen<br />

doen indien aanvullende financiering beschikbaar is, zou het ook gezien kunnen worden<br />

als kerntaak waarvoor reguliere middelen vrijgemaakt worden. <strong>De</strong>ze reguliere middelen<br />

kunnen vrijkomen <strong>door</strong> bijvoorbeeld gebouwen af te stoten. <strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

wordt dan onderdeel <strong>van</strong> de nieuwe invulling <strong>van</strong> bibliotheekwerk. Door geen <strong>van</strong> de<br />

bibliotheken die in dit onderzoek meegenomen zijn, is deze optie echter als concreet plan<br />

naar voren gebracht. <strong>De</strong>ze optie lijkt dus meer de status te hebben <strong>van</strong> een ‘ideetje’ voor<br />

de toekomst.<br />

In dit onderzoek zijn de bezuinigingen op de reguliere subsidie <strong>van</strong> de gemeente toch niet<br />

vaak genoemd als bedreiging voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Reden hiervoor is dat<br />

voor de <strong>aanpak</strong> in veel gevallen aanvullende financiering is gevonden en daar<strong>door</strong> niet<br />

bedreigd wordt <strong>door</strong> deze bezuinigingen.<br />

Participatiebudget: educatie<br />

Het participatiebudget vormt de meest logische financieringsbron voor bibliotheken op het<br />

gebied <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. In alle onderzochte lokale <strong>aanpak</strong>ken kwam de financiering<br />

voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> ook uit het participatiebudget.<br />

Bibliotheken kunnen geen aanspraak maken op het educatiegedeelte <strong>van</strong> het participatiebudget,<br />

aangezien dit verplicht besteed moet worden bij ROC’s. ROC’s hebben te maken<br />

met bezuinigingen op het educatiebudget. Meerdere partijen zijn <strong>van</strong> mening dat er <strong>door</strong><br />

deze bezuinigingen niet ‘geoogst’ kan worden. <strong>De</strong> afgelopen jaren is op landelijk, provinciaal<br />

en gemeentelijk niveau geïnvesteerd in het op de kaart zetten <strong>van</strong> de problematiek<br />

<strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> en het bereiken <strong>van</strong> de doelgroep. Nu hiermee vorderingen zijn<br />

geboekt, is er voor de doelgroep echter minder aanbod om beter te leren lezen en schrijven<br />

en de problematiek dus daadwerkelijk te bestrijden. Gemeenten hebben immers minder<br />

middelen tot hun beschikking om trajecten bij de ROC’s in te kopen. Sommige ROC’s bouwen<br />

hun educatietak noodgedwongen af.<br />

1 J.M. Kasperovitz, Een krimpend perspectief. Gemeentelijke bezuinigingen op het openbaar bibliotheekwerk in de<br />

periode 2010-2013 (2010).<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Financieringsbronnen<br />

Sommige bibliotheken zien toch ook weer een kans in de bezuinigingen waar de ROC’s<br />

mee te maken hebben. Als ROC’s nog weinig middelen hebben om iets te betekenen voor<br />

laaggeletterden, zijn gemeenten misschien wel geneigd ter compensatie de bibliotheek<br />

middelen te bieden om voor laaggeletterden een soort ‘basisvoorziening’ in stand te houden.<br />

Mocht de dubbele oormerking <strong>van</strong> de educatiegelden over enkele jaren komen te vervallen,<br />

dan kan dit een kans betekenen voor bibliotheken. Bibliotheken kunnen dan ook aanspraak<br />

gaan maken op deze gelden. Sommige bibliotheken hebben zelfs de ambitie om de taken<br />

<strong>van</strong> de ROC’s op zich te nemen <strong>door</strong> zelf cursussen te verzorgen. Er zijn echter ook bibliotheken<br />

die verklaren dit zeker niet te ambiëren, omdat dit toch echt een andere tak <strong>van</strong><br />

sport is.<br />

Participatiebudget: inburgering en reïntegratie<br />

Als de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> een bibliotheek zich richt op inburgeraars, kan dit gefinancierd wel worden<br />

uit het participatiebudget. Het inburgeringbudget kan de gemeente immers vrij besteden.<br />

Met de aangekondigde bezuinigingen gaat dit budget echter verdwijnen.<br />

Ook het reïntegratiebudget vormt een bron: als de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong><br />

bibliotheken gecombineerd wordt met toeleiding naar werk, dan kan dit gefinancierd<br />

worden uit het reïntegratiebudget.<br />

Andere gemeentelijke financieringsbronnen<br />

Behalve het participatiebudget zijn er in dit onderzoek weinig andere potentiële gemeentelijke<br />

financieringbronnen naar voren gekomen. Een optie die meerdere keren genoemd<br />

is, is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Er bestaat immers overlap tussen<br />

de doelstelling <strong>van</strong> de Wmo en de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>, namelijk het vergroten<br />

<strong>van</strong> zelfstandigheid en participatie in de same<strong>nl</strong>eving.<br />

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)<br />

<strong>De</strong> Wet Maatschappelijke Ondersteuning bestrijkt een zeer uitgebreid terrein <strong>van</strong> zorg<br />

en welzijn Het omvat activiteiten die het mensen mogelijk maken om mee te doen in de<br />

same<strong>nl</strong>eving. Dat kan bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk en mantelzorg, maar ook met<br />

informatie en advies, opvoedingsondersteuning en huishoudelijke hulp. <strong>De</strong> wet moet er<br />

voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen<br />

doen in de same<strong>nl</strong>eving.<br />

<strong>De</strong> Wmo omschrijft ‘maatschappelijke ondersteuning’ in de vorm <strong>van</strong> negen prestatievelden:<br />

1 Leefbaarheid en bevorderen sociale samenhang<br />

2 Preventieve ondersteuning <strong>van</strong> jeugdigen<br />

3 Informatie, advies en cliëntondersteuning<br />

4 Ondersteunen mantelzorg en vrijwilligers<br />

5 Het bevorderen <strong>van</strong> deelname aan het maatschappelijke verkeer<br />

6 Het verlenen <strong>van</strong> voorzieningen aan mensen met een beperking<br />

7 Maatschappelijke op<strong>van</strong>g, advies en steunpunten huiselijk geweld<br />

8 Openbare geestelijke gezondheidszorg<br />

9 Ambulante verslavingszorg.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

53


54<br />

Financieringsbronnen<br />

Welke activiteiten en voorzieningen <strong>van</strong>uit de Wmo gefinancierd worden verschilt per<br />

gemeente. Gemeenten hebben de vrijheid om zelf invulling te geven aan de Wmo en daar<strong>door</strong><br />

verschillen de activiteiten die zij ontplooien en financieren. Daarbij is het een streven<br />

in de Wmo om zoveel mogelijk het maatschappelijke middenveld en initiatieven <strong>van</strong> burgers<br />

te stimuleren. Gemeenten financieren dergelijke initiatieven wanneer deze aansluiten bij<br />

de doelen die de gemeente heeft gesteld.<br />

Ook voor bibliotheken liggen er mogelijkheden om voor financiering uit de Wmo in aanmerking<br />

te komen. Wanneer een bibliotheek (in samenwerking met andere partners) met<br />

een concreet plan komt om de sociale samenhang in een wijk te bevorderen, bijvoorbeeld<br />

<strong>door</strong> leesclubs te organiseren, dan kan een gemeente beslissen dit te financieren <strong>van</strong>uit de<br />

Wmo (prestatieveld 1). Ook zouden bibliotheken kunnen inzetten op het toegankelijk<br />

maken <strong>van</strong> informatie over de Wmo voor laaggeletterden (prestatieveld 3). Met een<br />

Makkelijk Lezen Plein beschikken bibliotheken over een voorziening voor mensen met een<br />

beperking (prestatieveld 6). Aangezien het vooral welzijnsorganisaties zijn die in dit prestatieveld<br />

voor financiering in aanmerking komen, zal het hebben <strong>van</strong> een plein alleen echter<br />

niet genoeg zijn om financiering te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Er zijn in dit onderzoek echter geen concrete plannen <strong>van</strong> bibliotheken naar voren gekomen<br />

over het aanboren <strong>van</strong> deze bron. Wil dit gaan lukken dan is een duidelijke visie op de rol<br />

en toegevoegde waarde <strong>van</strong> bibliotheken in het vergroten <strong>van</strong> participatie laaggeletterde<br />

burgers een noodzaak.<br />

8.2 Provinciale financiering Ook provincies vormen een mogelijke financieringsbron<br />

voor de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> bibliotheken. Om voor een provinciale<br />

subsidie in aanmerking te komen is <strong>van</strong> belang dat bibliotheken samenwerken op bove<strong>nl</strong>okaal,<br />

provinciaal of regionaal niveau. In de provincie Limburg was een belangrijke factor<br />

in het toekennen <strong>van</strong> de subsidie dat het ging om een provinciebreed project. Ook de<br />

samenwerking met het Brabantse Cubiss die in het project is opgenomen speelde zeker<br />

mee in de toekenning. Dit project past immers mooi in de plannen die er al zijn voor meer<br />

samenwerking tussen Bibliotheekhuis Limburg en Cubiss. In de provincie Overijssel is nog<br />

geen besluit genomen over de financiering <strong>van</strong> het Aanvalsplan, maar ook hier is sprake<br />

<strong>van</strong> een brede samenwerking: de Overijsselse Bibliotheek Dienst, stichting ABC, ROC’s en<br />

gemeenten. Bij het binnenhalen <strong>van</strong> provinciale subsidies is dus een rol weggelegd voor<br />

de provinciale service-organisaties. Zij kunnen een voortrekkersrol op zich nemen bij een<br />

gezame<strong>nl</strong>ijke <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Wanneer de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> gefinancierd wordt met provinciale middelen,<br />

blijft het belangrijk oog te houden voor het draagvlak binnen de gemeente. Provincies<br />

nemen immers vooral een aanjagende taak op zich hebben en verwachten daarna dat de<br />

gemeenten het over nemen. Voor de borging <strong>van</strong> de <strong>aanpak</strong> is het dus <strong>van</strong> belang de pijlen<br />

niet alleen op provincies te richten. Zo zijn de bibliotheken die deelnemen aan het project<br />

in Limburg niet alleen gericht op de provincie. Het is ook de bedoeling dat bibliotheken<br />

aan gemeenten duidelijk maken welke toegevoegde waarde zij kunnen hebben in de strijd<br />

tegen <strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

8.3 Landelijke financiering <strong>De</strong> financieringsmogelijkheden voor bibliotheken op<br />

landelijk niveau zijn erg beperkt. <strong>De</strong> middelen in het kader <strong>van</strong> het Aanvalsplan Laaggeletterdheid<br />

waren bestemd voor CINOP, ETV.<strong>nl</strong> en Stichting Lezen & Schrijven. Over de inzet<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Financieringsbronnen<br />

<strong>van</strong> middelen in het kader <strong>van</strong> het Actieplan Laaggeletterdheid is nog niets bekend. Het<br />

SIOB heeft momenteel maar beperkt financiële middelen beschikbaar voor het thema<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>.<br />

Bibliotheken hebben wel de hoop uitgesproken op ‘landelijke potjes’, via Stichting<br />

Lezen&Schrijven. Zoals eerder opgemerkt is het voor Stichting Lezen & Schrijven lastig<br />

samenwerkingsverbanden aan te gaan met individuele bibliotheken. Dit zou dan vorm<br />

moeten krijgen in een landelijke samenwerking, met betrokkenheid <strong>van</strong> het SIOB. Het is<br />

echter afhankelijk <strong>van</strong> de koers <strong>van</strong> het SIOB of een dergelijk samenwerkingsverband op<br />

gang zal komen.<br />

8.4 Europese financiering In dit onderzoek zijn geen bibliotheken naar voren<br />

gekomen die Europese subsidies ont<strong>van</strong>gen. Wellicht ligt hier wel een mogelijkheid in het<br />

kader <strong>van</strong> het Europees Sociaal Fonds (ESF).<br />

Het Europees Sociaal Fonds<br />

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) is één <strong>van</strong> de structuurfondsen die in het leven is geroepen<br />

om de economische en sociale samenhang in de Europese Unie te versterken. Ter ondersteuning<br />

<strong>van</strong> de economische ontwikkeling <strong>van</strong> de lidstaten en regio’s, stelt de EU fondsen<br />

beschikbaar. <strong>De</strong>ze fondsen dienen te worden gebruikt voor programma’s die bijdragen<br />

aan het behalen <strong>van</strong> de gestelde doelstellingen in de Europese strategie voor groei en<br />

werkgelegenheid.<br />

Het Kellebeek College in Breda, onderdeel <strong>van</strong> het ROC West-Brabant, heeft namelijk<br />

recentelijk een ESF-subsidie <strong>van</strong> maximaal 1,2 miljoen euro toegekend gekregen. Het gaat<br />

om een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). <strong>De</strong> toekenning <strong>van</strong> de subsidie is<br />

vooral te danken aan de gezame<strong>nl</strong>ijke aanvraag <strong>van</strong> de dertien gemeenten in West-Brabant<br />

waar Kellebeek College mee samenwerkt. Het ROC zet de subsidie in om de bezuinigingen<br />

<strong>van</strong> het Rijk op de volwasseneneducatie voor een deel op te <strong>van</strong>gen. <strong>De</strong> subsidie wordt<br />

ook aangewend om te netwerken, ook met de bibliotheken. Ook bibliotheken kunnen dus<br />

indirect profiteren <strong>van</strong> deze subsidie. Wellicht dat gemeenten bij een volgende subsidieaanvraag<br />

de bibliotheek nog duidelijker naar voren kan schuiven als partner <strong>van</strong> het ROC.<br />

8.5 Overige financieringsbronnen Buiten de provinciale en gemeentelijke<br />

subsidies komen in dit onderzoek weinig mogelijke financieringsbronnen naar voren. Wat<br />

betreft financiering ligt de focus <strong>van</strong> bibliotheken sterk op de gemeente, wat ook niet<br />

geheel o<strong>nl</strong>ogisch is. Geconfronteerd met dreigende bezuinigingen, wordt de gemeenteraad<br />

gezien als mogelijke ‘redder in nood’ om de bezuinigingen te voorkomen. Op zoek gaan<br />

naar andere bronnen <strong>van</strong> financiering lijkt zeker geen ‘natuurlijke impuls’ te zijn. <strong>De</strong> term<br />

cultureel ondernemerschap is in dit verband ook niet gevallen.<br />

<strong>De</strong> opties die wel naar voren zijn gekomen:<br />

• Werkgevers<br />

• Private taalaanbieders<br />

• Rabobank<br />

• VSB-fonds<br />

• Oranjefonds<br />

• Rotary<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

55


56<br />

Financieringsbronnen<br />

Op de Rotary en de taalaanbieders na, maken de bibliotheken die in dit onderzoek zijn<br />

meegenomen, nog geen gebruik <strong>van</strong> bovenstaande financieringsbronnen. Het is daarom<br />

ook lastig te zeggen hoe kansrijk deze opties zijn. Stichting Lezen&Schrijven bewijst in<br />

ieder geval dat het zeker niet onmogelijk is bijdragen uit de private sector te ont<strong>van</strong>gen<br />

voor het thema <strong>laaggeletterdheid</strong>. Ruim 31% <strong>van</strong> de totale ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> de stichting in<br />

2010 waren afkomstig uit de private sector. 2<br />

2 Stichting Lezen & Schrijven, Financieel Jaarverslag 2010 (2011).<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Bijlagen<br />

Bijlagen<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

57


58<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Geraadpleegde bronnen<br />

Algemeen<br />

• Andiessen, E., Profiel, Educatie bevordert sociale inclusie (2010).<br />

• CINOP, Monitor Laaggeletterdheid G52. Stand <strong>van</strong> zaken bij de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

in de G52 gemeenten (2010).<br />

• CINOP, Voortgangsrapportage Aanvalsplan Laaggeletterdheid over het jaar 2009<br />

(2010).<br />

• CINOP, Voortgangsrapportage Aanvalsplan Laaggeletterdheid over het jaar 2008<br />

(2009).<br />

• Nederlandse TaalUnie, Laaggeletterdheid in de Lage Landen. Hoge prioriteit voor beleid<br />

(2004).<br />

• DSP-groep, Bezuinigingen <strong>van</strong> gemeenten en provincies op kunst en cultuur (2011).<br />

• Houtkoop, W., Geletterdheid en gecijferdheid in Nederland. Eerste resultaten <strong>van</strong> het<br />

ALL onderzoek. Presentatie Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) (2010).<br />

• Houtkoop, W., Basisvaardigheden in Nederland. <strong>De</strong> ‘geletterdheid’ <strong>van</strong> Nederland:<br />

economische, sociale en educatieve aspecten <strong>van</strong> de taal- en rekenvaardigheden <strong>van</strong><br />

de Nederlandse beroepsbevolking (1999).<br />

• Kasperkovitz, J.M., Een krimpend perspectief. Gemeentelijke bezuinigingen op<br />

openbaar bibliotheekwerk in de periode 2010-2013 (2010).<br />

• Kasperkovitz beleidsonderzoek en advies en IVA beleidsonderzoek en advies,<br />

<strong>De</strong> Leerfunctie <strong>van</strong> Bibliotheken in beeld (2009). Publicatie SIOB 2010.<br />

• Ministerie <strong>van</strong> OCW, Actieplan mbo ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’ (2011).<br />

• Ministerie <strong>van</strong> OCW, Van A tot Z betrokken. Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010.<br />

• Oberon, Bibliotheken aan de LEA-Tafel (2008).<br />

• Oberon, <strong>De</strong> Lokale Educatie Jaaragenda 2010 (2010).<br />

• Peeters, P.H., Tijdschrift voor sociale vraagstukken, Eindelijk weten hoe de afstandbediening<br />

werkt. Volwasseneneducatie noopt tot bescheiden verwachtingen (2009).<br />

• ProBiblio, Checklist. Opzet <strong>van</strong> een fysieke plek voor laaggeletterden in de <strong>openbare</strong><br />

bibliotheek.<br />

• Regioplan, Taalcoaching: meer dan taal alleen. Een waarderingsonderzoek <strong>van</strong> het<br />

project Taalcoach voor inburgeraars (2011).<br />

• Research voor Beleid, Werken met taal. Bestrijding <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> sectoren<br />

en bedrijven (2010).<br />

• SIOB, Sterker stelsel, groter bereik. Plan sectorinstituut <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

2010-2012 (2010).<br />

• Stichting Lezen & Schrijven, Financieel Jaarverslag 2010 (2011).<br />

• VNG, Gemeente en bibliotheek <strong>van</strong> de toekomst. Verslag <strong>van</strong> Vier VNG-congressen<br />

over het toekomstig bibliotheekbeleid (2011).<br />

• VNG, IPO, Ministerie <strong>van</strong> OCW, Bibliotheekcharter 2010-2012 (2009).<br />

• Visitatiecommissie cultuurfondsen en sectorinstituten, Visitatierapport cultuurfondsen<br />

en sectorinstituten (2010).<br />

• VOB, Agenda voor de toekomst. <strong>De</strong> strategie <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Openbare<br />

Bibliotheken voor de jaren 2009-2012 (2008).<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Bijlagen<br />

Rotterdam<br />

• Bibliotheek Rotterdam, Plan <strong>van</strong> <strong>aanpak</strong> werkgroep Participatie 2010 (2010)<br />

• Bibliotheek Rotterdam, Eindrapportage Laaggeletterdheid (2010).<br />

• CINOP, Vooronderzoek <strong>laaggeletterdheid</strong> in Stadsregio Rotterdam (2006).<br />

• Gemeente Rotterdam, Rotterdam leest! Rotterdam schrijft! Actieplan <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

2007-2010 (2007).<br />

Haarlem<br />

• Nova College, Plan <strong>van</strong> Aanpak Laaggeletterdheid in Zuid Kennemerland 2006-2009.<br />

• Stadsbibliotheek Haarlem, Aanvraag subsidie gemeente Haarlem (2010).<br />

• Stadsbibliotheek Haarlem, Verantwoording subsidie 2010 (2011).<br />

Kampen<br />

• Jaarverslag 2007/2008 <strong>van</strong> de uitvoeringsgroep ‘Kampen met Taal’ (2008).<br />

• ‘Kampen met Taal’. Aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong> Kampen (2009).<br />

Noord­Brabant<br />

• Beleidsplan Laaggeletterdheid. Bibliotheken West-Brabant en Kellebeek College Via,<br />

2010-2012 (2010).<br />

• Bibliotheek Breda, Beleidsvisie 2009-2013. Vitaal knooppunt <strong>van</strong> informatie (2009).<br />

• Bibliotheek Breda, Taal & Werk in Bibliotheek Breda. Plan <strong>van</strong> Aanpak (2008).<br />

• Gedeputeerde Staten, Kennis = Meedoen. Actieplan (2005).<br />

• Gemeente Breda, Alle inwoners kunnen meedoen! Bespreeknotitie over laaggeletterden<br />

2008-2010 (2007).<br />

• PSW, 4xL: Lang Leve Leren Laagopgeleiden. Van ideaal naar waar verhaal (2010).<br />

Limburg<br />

• Bibliotheekhuis Limburg, Limburgse bibliotheken en hun dienstverlening aan<br />

laaggeletterden en lesbegeleiders. Uitvoeringsplan tbv projectaanvraag fase 2 (2011).<br />

Overijssel<br />

• CINOP, Overijssels aanvalsplan <strong>laaggeletterdheid</strong>. Iedere burger telt mee, 2010-2015<br />

(2011).<br />

Drenthe<br />

• Drents Netwerk Bibliotheken, Dichter bij de jeugd. Beleidsplan jeugd (2010).<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

59


60<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 2 Respondenten<br />

Respondenten fase 2<br />

Ministerie <strong>van</strong> OCW Paula Gouw en Meike Vos<br />

VNG Jamil Jawad en Andries Kok<br />

Stichting Lezen&Schrijven Margreet de Vries<br />

CINOP Paul Steehouder<br />

Respondenten fase 3<br />

Rotterdam<br />

Bibliotheek Rotterdam Andrea Driesse en Djounie Anton<br />

Gemeentelijke dienst JOS Heleen <strong>van</strong> der Meijden<br />

Agens Louelle Driessen<br />

Haarlem<br />

Stadsbibliotheek Haarlem Lydia <strong>van</strong> Duijn<br />

Prins en Heida Saskia <strong>van</strong> Wijk<br />

Gemeente Haarlem Viviën Nelom<br />

Kampen<br />

Bibliotheek Kampen Annette Schol<br />

Rotary Kampen Aart Kleijer<br />

Gemeente Kampen Gerard Wessels<br />

Noord­Brabant<br />

Cubiss Petra Oosterhout en Jan Plooij<br />

Bibliotheek Breda Lianne Knobel<br />

ROC Kellebeek Rina Zagers<br />

Limburg<br />

Bibliotheekhuis Limburg Ivette Sprooten<br />

Stichting ABC Charles Thijssens<br />

ROC Arcus Dick <strong>van</strong> Zomeren<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Bijlagen<br />

Bijlage 3 <strong>De</strong>finitie <strong>laaggeletterdheid</strong><br />

<strong>De</strong> term ‘laaggeletterd’ wordt sinds enkele jaren gebruikt als ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de termen<br />

analfabeet, semi-alfabeet en functioneel analfabeet. Het begrip duidt op de gradaties <strong>van</strong><br />

geletterdheid die een persoon kan hebben. Er zijn verschillende referentiekaders in omloop<br />

waarmee het geletterdheidsniveau <strong>van</strong> individuen is te meten. <strong>De</strong> International Adult<br />

Literacy Survey (IALS), tussen 1994 en 1998 uitgevoerd <strong>door</strong> de OESO 1 , is een internationale<br />

standaard. Bij de opzet <strong>van</strong> het IALS-onderzoek is gekozen voor een brede definitie <strong>van</strong><br />

‘geletterdheid’:<br />

Geletterdheid: 2<br />

‘<strong>De</strong> vaardigheid om gedrukte en geschreven informatie te gebruiken om te functioneren<br />

in de maatschappij, om persoo<strong>nl</strong>ijke doelstellingen te bereiken en de persoo<strong>nl</strong>ijke kennis<br />

en kunde te ontwikkelen.’<br />

In het IALS-onderzoek worden drie domeinen <strong>van</strong> geletterdheid onderscheiden 3 :<br />

• Prozageletterdheid: de kennis en vaardigheden die nodig zijn om informatie te begrijpen<br />

en te gebruiken uit teksten.<br />

• Documentgeletterdheid: de kennis en vaardigheden die nodig zijn om informatie te<br />

vinden en te gebruiken in diverse ‘geconcentreerde’ tekstvormen.<br />

• Kwantitatieve geletterdheid: de kennis en vaardigheden die nodig zijn om losse of<br />

opeenvolgende rekenkundige bewerkingen uit te voeren op getallen, die veelal zijn<br />

ingebed in teksten.<br />

Geletterdheid wordt in het IALS-onderzoek ingedeeld in vijf niveaus. Globaal is de indeling<br />

als volgt:<br />

Niveau Vaardigheden<br />

1 Het kunnen vinden <strong>van</strong> de benodigde informatie in een simpele tekst.<br />

2 Het bovenstaande, maar er kunnen verscheidene afleiders in de tekst staan,<br />

of de lezer moet zelf eenvoudige gevolgen trekken.<br />

3 Het kunnen combineren en integreren <strong>van</strong> verschillende typen informatie<br />

in een tekst.<br />

4 Het kunnen vergelijken <strong>van</strong> verschillende aspecten of het kunnen geven<br />

<strong>van</strong> meer dan één antwoord.<br />

5 Al het bovenstaande, maar er zijn meerdere afleiders in een tekst en de<br />

lezer moet ingewikkelder conclusies kunnen trekken.<br />

1 Bron: http://www.statcan.ca/english/Dli/Data/Ftp/ials/ials1994-96-98.htm<br />

2 W. Houtkoop, Basisvaardigheden in Nederland. <strong>De</strong> ‘geletterdheid’ <strong>van</strong> Nederland: economische, sociale en<br />

educatieve aspecten <strong>van</strong> de taal- en rekenvaardigheden <strong>van</strong> de Nederlandse beroepsbevolking (1999).<br />

Vrij vertaald uit: OECD (1995 en 1997), International Adult Literacy Survey.<br />

3 Idem.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

61


62<br />

Bijlagen<br />

Of iemand te laaggeletterd is om effectief te kunnen handelen in persoo<strong>nl</strong>ijke en maatschappelijke<br />

situaties is onderhevig aan eisen <strong>van</strong>uit dezelfde same<strong>nl</strong>eving op het gebied<br />

<strong>van</strong> basisvaardigheden. In het IALS-onderzoek wordt niet expliciet een norm genoemd voor<br />

het niveau <strong>van</strong> geletterdheid waarop er niet meer effectief gefunctioneerd kan worden.<br />

Wel wordt niveau 3 beschouwd als het geletterdheidsniveau dat nodig is om in de kenniseconomie<br />

en de moderne westerse same<strong>nl</strong>eving adequaat te functioneren. Volwassen op<br />

niveau 2 lopen risico problemen te ondervinden als de same<strong>nl</strong>eving hogere eisen gaat<br />

stellen. Op niveau 1 en 2 bevond zich tijdens het IALS-onderzoek 37,4% <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

bevolking. 4<br />

<strong>De</strong> term ‘laaggeletterd’ wordt in vele publicaties gelijkgesteld aan niveau 1, waar volgens<br />

het IALS-onderzoek 10,3% <strong>van</strong> de volwassen Nederlandse bevolking onder valt. Tot de<br />

doelgroep behoren zowel autochtone als allochtone Nederlanders. Volgens het IALS-<br />

onderzoek betreft het ongeveer één miljoen autochtonen en een half miljoen allochtonen.<br />

Daarbij kan de definitie <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> echter bij de allochtone bevolking voor<br />

verwarring zorgen omdat het zowel betrekking kan hebben op <strong>laaggeletterdheid</strong> in de<br />

eigen taal als op <strong>laaggeletterdheid</strong> in de Nederlandse taal.<br />

In de steekproef <strong>van</strong> het IALS-onderzoek hebben respondenten deelgenomen die de<br />

Nederlandse taal voldoende machtig waren om de vrage<strong>nl</strong>ijst te beantwoorden. 5<br />

Onder de half miljoen allochtone laaggeletterden vallen daarom de allochtonen voor<br />

wie het Nederlands niet de eerste taal is, maar die het Nederlands al voldoende beheersen<br />

om de vragen te kunnen begrijpen en beantwoorden. 6<br />

4 Nederlandse TaalUnie, Laaggeletterdheid in de Lage Landen. Hoge prioriteit voor beleid (2004), p 9-10.<br />

5 W. Houtkoop, Basisvaardigheden in Nederland. <strong>De</strong> ‘geletterdheid’ <strong>van</strong> Nederland: economische, sociale en<br />

educatieve aspecten <strong>van</strong> de taal- en rekenvaardigheden <strong>van</strong> de Nederlandse beroepsbevolking (1999), p. 53-54.<br />

6 CINOP, Voortgangsrapportage Aanvalsplan Laaggeletterdheid over het jaar 2008 (2009), p.35.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Level 1<br />

0-225<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 4 IALS niveauverdeling 1<br />

Proza Document Kwantitatief<br />

In de meeste taken op dit<br />

niveau wordt de lezer verzocht<br />

om bepaalde informatie<br />

in de tekst op te sporen die<br />

identiek is aan of synoniem<br />

met de informatie uit de<br />

opdracht. Als een plausibel,<br />

maar verkeerd antwoord in<br />

de tekst staat, wijkt het<br />

meestal sterk af <strong>van</strong> de juiste<br />

informatie.<br />

Op dit niveau vereisen de<br />

meeste taken <strong>van</strong> de lezer dat<br />

hij informatie kan opsporen<br />

<strong>door</strong> letterlijk gegevens over<br />

te nemen. Afleidende informatie,<br />

indien aanwezig,<br />

bevindt zich niet in de buurt<br />

<strong>van</strong> het correcte antwoord.<br />

In bepaalde taken vraagt<br />

men de lezer om persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

informatie op een<br />

formulier te noteren.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Hoewel geen enkele kwantitatieve<br />

taak in IALS onder de<br />

score 225 ligt, blijkt uit ervaring<br />

dat zulke taken de lezer<br />

vragen om één enkelvoudige<br />

en relatief gemakkelijke<br />

bewerking uit te voeren<br />

(meestal een som), waarbij<br />

de getallen reeds op het<br />

gegeven document staan en<br />

de bewerking reeds is aangegeven<br />

of waarbij de getallen<br />

worden gegeven en de<br />

lezer de bewerking nergens<br />

moet gaan zoeken.<br />

1 W. Houtkoop, Basisvaardigheden in Nederland. <strong>De</strong> ‘geletterdheid’ <strong>van</strong> Nederland: economische, sociale en<br />

educatieve aspecten <strong>van</strong> de taal- en rekenvaardigheden <strong>van</strong> de Nederlandse beroepsbevolking (1999), p. 27-29.<br />

63


64<br />

Level 2<br />

226-<br />

275<br />

Bijlagen<br />

Proza Document Kwantitatief<br />

Taken op dit niveau vragen<br />

de lezer één of meerdere<br />

gegevens in de tekst op te<br />

sporen, maar er kunnen<br />

meerdere ‘afleiders’ in staan<br />

of soms moet de lezer zelf<br />

eenvoudige gevolgen trekken.<br />

In taken op dit niveau<br />

wordt de lezer ook verzocht<br />

om twee of meer gegevens<br />

te integreren of de informatie<br />

te vergelijken en tegenover<br />

elkaar te stellen.<br />

<strong>De</strong> documenttaken op dit<br />

niveau zijn iets meer gevarieerd.<br />

Terwijl bij sommige<br />

taken nog steeds <strong>van</strong> de<br />

lezer wordt verwacht dat hij<br />

op basis <strong>van</strong> één enkel aspect<br />

vergelijkingen maakt, bevatten<br />

ze soms al afleidende<br />

informatie of vereisen ze<br />

eenvoudige conclusies.<br />

Bepaalde taken vragen de<br />

lezer een formulier in te vullen<br />

of gegevens in een document<br />

te combineren.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Bij taken op dit niveau vraagt<br />

men de lezer om een enkelvoudige<br />

rekenkundige<br />

bewerking te maken (meestal<br />

een optelling of een aftrekking)<br />

waarbij de getallen<br />

makkelijk in de tekst of in het<br />

document terug te vinden<br />

zijn. <strong>De</strong> soort bewerking die<br />

moet worden uitgevoerd,<br />

kan makkelijk uit de verwoording<br />

<strong>van</strong> de opgave of<br />

uit de opmaak <strong>van</strong> het tekstmateriaal<br />

worden afgeleid<br />

(bijv. een stortingsformulier<br />

of een bestelbon).


Level 3<br />

276-<br />

326<br />

Bijlagen<br />

Proza Document Kwantitatief<br />

Taken op dit niveau zetten<br />

de lezer aan de teksten te<br />

<strong>door</strong>zoeken op overeenkomstige<br />

informatie, die een<br />

eenvoudige gevolgtrekking<br />

vereist of die aan bepaalde<br />

voorwaarden moet voldoen.<br />

Soms vraagt men de lezer<br />

meerdere stukjes informatie<br />

op te sporen die zich in verschillende<br />

zinnen of alinea’s<br />

bevinden en niet in één<br />

enkele zin. Het kan ook<br />

gebeuren dat men vraagt<br />

om informatie uit verschillende<br />

alinea’s of tekstgedeeltes<br />

te vergelijken of<br />

tegenover elkaar te stellen.<br />

<strong>De</strong> taken op dit niveau zijn<br />

zeer gevarieerd. Sommige<br />

taken vereisen dat de lezer<br />

de informatie letterlijk of<br />

met een synoniem weergeeft,<br />

maar meestal moet hij in zijn<br />

vergelijking rekening houden<br />

met voorwaardelijke informatie<br />

of moet hij met meerdere<br />

aspecten <strong>van</strong> de informatie<br />

vergelijken. Andere<br />

taken vereisen dan weer dat<br />

de lezer de gegevens uit één<br />

of meer vormen <strong>van</strong> gepresenteerde<br />

informatie gaat<br />

integreren. Nog andere taken<br />

vragen de lezer om de gegevens<br />

uit een document te<br />

combineren om zo meerdere<br />

antwoorden te kunnen geven.<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Bij taken op dit niveau vraagt<br />

men de lezen om een enkelvoudige<br />

bewerking te maken.<br />

<strong>De</strong> bewerkingen worden<br />

echter meer gevarieerd – op<br />

dit niveau vindt men enkele<br />

vermenigvuldigingen en<br />

delingen. Soms zijn er twee<br />

of meer getallen nodig om<br />

het probleem op te lossen, en<br />

de getallen zijn vaak ingebed<br />

in meer ingewikkelde tekstvormen.<br />

Omdat meer semantische<br />

verbanden worden<br />

gelegd zoals ‘hoeveel is…’ of<br />

‘bereken het verschil tussen…’,<br />

moet de lezer vaak tegenover<br />

elkaar te stellen. uit een<br />

document te combineren<br />

om zo meerdere antwoorden<br />

te kunnen geven.<br />

65


66<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken


Verantwoording<br />

Het SIOB heeft Research voor Beleid gevraagd onderzoek te doen<br />

naar de kansen en mogelijkheden voor <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

om (beter) gebruik te maken <strong>van</strong> de bestaande beleidsstructuren<br />

rondom de <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong>. Het is de bedoeling<br />

dat het onderzoek een impuls geeft aan een effectief en duurzaam<br />

<strong>laaggeletterdheid</strong>sbeleid <strong>van</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken in de<br />

komende jaren.<br />

Wij hebben dit onderzoek met veel plezier uitgevoerd. Zonder<br />

uitzondering waren alle respondenten die we in het kader <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek hebben gesproken bijzonder bevlogen bezig met het<br />

thema <strong>laaggeletterdheid</strong>. Wij willen hen hartelijk bedanken voor<br />

hun enthousiaste deelname aan het onderzoek.<br />

Ook willen we Lourina de Voogd en Marjolein Oomes <strong>van</strong> het<br />

SIOB bedanken voor hun nuttige input gedurende de loop <strong>van</strong><br />

het onderzoek en de prettige samenwerking.<br />

Het onderzoek is uitgevoerd <strong>door</strong> Marleen de Kleijn met medewerking<br />

<strong>van</strong> Sander Quak onder begeleiding <strong>van</strong> Lennart de Ruig.<br />

Marleen de Kleijn en Lennart de Ruig<br />

Onderzoeksteam<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

67


Colofon<br />

<strong>De</strong> <strong>aanpak</strong> <strong>van</strong> <strong>laaggeletterdheid</strong> <strong>door</strong> <strong>openbare</strong> bibliotheken is een uitgave<br />

<strong>van</strong> het © Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, <strong>De</strong>n Haag, mei 2011.<br />

Projectleiding SIOB: drs. Lourina K. de Voogd<br />

Tekst: drs. M.M. de Kleijn, drs. A.S. Quak, drs. L.S. de Ruig<br />

© Research voor Beleid<br />

Projectnummer: B3863<br />

Zoetermeer, 25 mei 2011<br />

www.research.<strong>nl</strong><br />

Vormgeving: Comma-S ontwerpers, ’s-Hertogenbosch<br />

Druk: Drukkerij Tielen, Boxtel<br />

© SIOB<br />

ISBN 9789491231001<br />

www.siob.<strong>nl</strong>


sectorinstituut<br />

<strong>openbare</strong> bibliotheken<br />

Grote Marktstraat 43 | 2511 bh <strong>De</strong>n Haag<br />

Postbus 16146 | 2500 bc <strong>De</strong>n Haag<br />

t +31(0)70 30 90 222 f +31(0)70 30 90 299<br />

www.siob.<strong>nl</strong> | infosiob@siob.<strong>nl</strong><br />

<strong>De</strong>n Haag, mei 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!