03.06.2013 Views

Informatiebrochure ClimaLevel voor Architecten

Informatiebrochure ClimaLevel voor Architecten

Informatiebrochure ClimaLevel voor Architecten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De installatie in het ontwerp<br />

Het architectonische signaal van Centre George Pompidou<br />

Het Centre George Pompidou was een eerste signaal<br />

van de nieuwe betekenis van gebouwtechniek <strong>voor</strong><br />

het totale ontwerp. De architecten Piano & Rogers<br />

toonden in 1977 demonstratief de technische<br />

installaties aan de buitenkant van het gebouw. Het<br />

duurt soms 35 jaar <strong>voor</strong>dat we de diepere beteke-<br />

nis van zo’n architectonisch signaal leren oppikken.


Op één of andere manier scheiden we nog steeds de installatietechniek van de visuele, materiële en<br />

ruimtelijke aspecten van een gebouw. We vinden het “lelijk” en verbergen het in kelders en leidingkokers.<br />

Een enkele keer verwijzen we met een felgekleurde buisstructuur naar Piano & Rogers. De<br />

techniek blijft veelal het ontwerp volgen maar is er dan nog geen integraal onderdeel van.<br />

De boodschap van Piano & Rogers is echter duidelijk: Verhef de gebouwtechniek tot een primair<br />

ontwerpaspect! En het is in de huidige tijd inspirerend om na te denken over de consequenties van<br />

deze boodschap, we willen duurzaam bouwen!<br />

We beseen dat we alleen maar kunnen overleven als we de faalkosten weten te reduceren en beter<br />

leren luisteren naar onze opdrachtgever. We moeten dan wel afstappen van de hiërarchisch achtergestelde<br />

plaats van de gebouwtechniek in het ontwerpproces.<br />

Met vier zintuigen nemen we een gebouw waar!<br />

Notitie <strong>Architecten</strong> WB 2012.02<br />

Het begint met het besef dat we tenminste 4 zintuigen hebben waarmee we een gebouw ervaren:<br />

• Het oog<br />

• Het oor<br />

• Het gevoel<br />

• De neus<br />

Laten we beginnen met het oog. Het visuele aspect van een ontwerp is werkelijk allesoverheersend. En<br />

het draagt ertoe bij dat een gebouw <strong>voor</strong>al mooi is op de tekentafel en bij de presentatie van de 3D<br />

artist impression. O ja, en bij het doorknippen van het lintje!<br />

Sedert de Bauhaus stroming integreren we schoonheid en functionaliteit in het visuele ontwerp. Het<br />

aspect functionaliteit is echter steeds minder expliciet en zit verstopt in wat feitelijk beperkingen zijn<br />

van nanciële, constructieve, regulatoire en materiële aard. We zien daarom de functionaliteit steeds<br />

minder en we zijn geconditioneerd om de schoonheid van een gebouw op een bepaalde inclusieve<br />

wijze te ervaren. Dit uit zich ook in de wijze waarop ontwerpaspecten verwoord worden en wat harmonisch<br />

gevonden wordt. Er wordt gewoon gesteld dat een zichtlijn, lijnenspel, vlakverdeling, etc. “mooi”<br />

is. Zulke teksten laten maar weinig ruimte <strong>voor</strong> smaakvariëteit en hebben <strong>voor</strong> velen dezelfde betekenis<br />

als de omschrijving van een dure wijn <strong>voor</strong> een bierdrinker.<br />

Na 10 – 15 jaar gaat overigens veel van die schoonheid verloren. Strakke vlakken vervuilen, verkleuren<br />

of worden bespoten met grati…. Het is opmerkelijk dat dit veel minder geldt <strong>voor</strong> historische<br />

gebouwen van vóór Gropius en Mies van der Rohe.


Notitie <strong>Architecten</strong> WB 2012.02<br />

Het oor krijgt ook de nodige aandacht bij de materialisatie van een gebouw. De geluidwerendheid en<br />

de akoestiek zijn inmiddels belangrijke aspecten bij het ontwerp, hoewel we nog steeds publieke<br />

lokalen en ook woonkamers tegenkomen waar het hol klinkt of galmt. Een café of restaurant met harde<br />

wanden en plafonds en met een houten vloer als klankkast is alleen maar aantrekkelijk <strong>voor</strong> wie daar<br />

naar toe gaat <strong>voor</strong> iets anders dan mondeling sociaal contact!<br />

De tastzin krijgt soms enige aandacht in de wijze waarop wanden worden bekleed en ja, de verwarming<br />

moet er<strong>voor</strong> zorgen dat het niet te koud is in de winter. We staan er echter veel te weinig bij stil<br />

dat de ervaring van het binnenklimaat er niet alleen één is van een thermometer. De temperatuur die<br />

we ervaren wordt bepaald door convectie, geleiding en straling en <strong>voor</strong>ts door de luchtvochtigheid,<br />

luchtstroming, onze subjectieve referentie met het buitenklimaat, onze activiteiten, onze leeftijd en<br />

onze kleding. Dit leidt ertoe dat een temperatuur van 16 gr C toch “behaaglijk” kan zijn terwijl soms<br />

23 gr C als “kil” ervaren kan worden. Het is duidelijk dat er veel afhangt van het ontwerp van de werktuigbouwkundige<br />

installaties en de besturing ervan of het gebouw ook letterlijk aangenaam voelt!<br />

Ten slotte is de reukzin het meest onderschatte zintuig. Maar als we er even bij stilstaan herkennen we<br />

wel de specieke geuren van een kindercrèche, een schoolgebouw in de herfst met natte jassen aan de<br />

kapstokken, een vergaderzaal waar zwaar onderhandeld is of de recreatiezaal in een bejaardencentrum.<br />

De eecten hiervan op de indruk die een gebouw maakt, de associaties die het oproept en niet<br />

te vergeten de gezondheids- / ARBO-aspecten die er mee verbonden zijn kunnen behoorlijk botsen<br />

met de visuele uitstraling van een ontwerp. En dat kan meer belevingsimpact hebben dan een zichtlijn!<br />

Ventilatie wordt echter <strong>voor</strong>al gezien als een noodzakelijk kwaad wat ink wat bouwvolume in beslag<br />

neemt, duur is en bovendien energieverlies oplevert. De regelgeving rond ventilatie in gebouwen richt<br />

zich <strong>voor</strong>al op het minimaliseren van het ventilatievolume en de daaraan verbonden energieverliezen.<br />

Het gevolg is dat we ontwerpkansen laten liggen.


Integraal ontwerpen en bouwen<br />

Notitie <strong>Architecten</strong> WB 2012.02<br />

Het werktuigbouwkundige ontwerp van <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> “Heating, Ventilation and Air Conditioning”<br />

(HVAC) is niet <strong>voor</strong> niets een apart vakgebied. De discipline wordt gedomineerd door technici die vaak<br />

ver afstaan van de wijze waarop de opdrachtgever uiteindelijk het gebouw wenst te beleven en vaak<br />

pas in tweede of derde instantie worden ingeschakeld bij het ontwerp. Opdrachtgevers zijn zich op hun<br />

beurt vaak te weinig bewust van de impact die reuk en tastzin hebben op de beleving en de eectiviteit<br />

van een gebouw. De architect dient zich hiervan meer dan ooit bewust te zijn.<br />

We moeten bij het ontwerp van een gebouw rekening houden met HVAC <strong>voor</strong>zieningen door ruimte<br />

te reserveren <strong>voor</strong> luchtkanalen, ventilatiekasten en technische ruimten. Maar we kunnen verder gaan<br />

door de HVAC direct in het totaalontwerp te integreren. Daarbij moeten we onderscheid maken tussen<br />

het bronsysteem en het distributiesysteem.<br />

Bronsystemen<br />

Als we bronsystemen in het gebouwontwerp integreren kunnen we denken aan zonnepanelen en/of<br />

zonneboilers die in de dakconstructie kunnen worden geïntegreerd. We kennen zonnepanelen in de<br />

vorm van dakpannen of in de vorm van halfdoorlatende glaspanelen. Maar ook kunnen we denken aan<br />

de integratie van het gebouw in zijn omgeving: De bron kan bijv. een grote waterpartij zijn waaraan<br />

warmte wordt onttrokken met behulp van een warmtepomp.<br />

Ventilatielucht kan worden ingenomen via een daktoevoerrooster, maar interessanter is een grondbuis<br />

waarin de lucht ’s winters al iets wordt <strong>voor</strong>verwarmd, resp. ’s zomers wordt gekoeld. De luchtinlaat in<br />

het omgevende terrein is dan bovendien een interessant gegeven wat inspireert tot integratie met<br />

kunst, met tuinornamenten, verlichting of hoogteverschillen.<br />

Distributiesystemen<br />

Betonkernactivatie is een mooi <strong>voor</strong>beeld van integratie van bouwkundig en werktuigbouwkundig<br />

ontwerp: Immers de constructiemassa wordt benut als warmteaccumulator en stralingslichaam.<br />

Een ander <strong>voor</strong>beeld is vloer-, wand en/of plafondverwarming.


<strong>ClimaLevel</strong><br />

Notitie <strong>Architecten</strong> WB 2012.02<br />

Betrekkelijk onbekend is nog de toepassing van de vloer als warmtewisselaar <strong>voor</strong> ventilatielucht. In dit<br />

Duitse <strong>ClimaLevel</strong> concept worden proelplaten bovenop een warmtereecterende isolatielaag op de<br />

constructievloer aangebracht. In de proelplaten worden leidingen <strong>voor</strong> de vloerverwarming<br />

gexeerd en ten slotte wordt de afwerkvloer daar weer op aangebracht. Ventilatielucht wordt nu<br />

van opzij of van onderen aangevoerd en vervolgens door de vrije ruimte van de proelplaten geleid.<br />

De lucht stroomt via regelbare spleetroosters in de vloer de ruimte in. De neerwaarts gerichte stralingswarmte<br />

vanuit de verwarmde afdekvloer verwarmt de proelplaten en deze warmte wordt opgenomen<br />

door de ventilatielucht die intensief in contact staat met de proelplaten. Als we dit concept combineren<br />

met een warmteterugwin-unit (WTW) en eventueel grondbuisventilatie kan het energieverlies door<br />

ventileren op nul gesteld worden, resp. kunnen we royaler dan het absolute minimum ventileren.<br />

Het eect is bovendien dat de cv-water temperatuur van de vloerverwarming veel lager dan in een<br />

klassieke vloerverwarming kan worden afgesteld, hetgeen bij toepassing van een warmtepomp tot<br />

een aanmerkelijke rendementsverbetering (ca 20 %) leidt.<br />

In warme perioden is de werking ook om te keren: Juist door het royaler ventileren via de vloer kan met<br />

een warmtepomp in omkeerbedrijf een zeer eectieve koeling bereikt worden!<br />

Ventilatiesysteem en vloersysteem integreren: Dit betekent ook <strong>voor</strong> het gebouwontwerp fraaie<br />

kansen: Weliswaar wordt de verdiepingsvloer ca 12,5 cm dikker (eventueel nog iets minder), maar een<br />

verlaagd plafond kan achterwege blijven.


Notitie <strong>Architecten</strong> WB 2012.02<br />

De <strong>ClimaLevel</strong> vloer kan door de lage vloertemperatuur bovendien gecombineerd worden met iedere<br />

vorm van vloerbedekking, met inbegrip van brede houten vloerdelen, die wegens “schotelen” veelal<br />

niet met klassieke vloerverwarming kunnen worden gecombineerd.<br />

Anders dan met betonkernactivatie kan bij toepassing van een <strong>ClimaLevel</strong> vloer de temperatuur van<br />

iedere ruimte afzonderlijk worden geregeld en bovendien reageert de ruimtetemperatuur relatief snel<br />

op de thermostaatinstelling.<br />

Omdat energieverlies door ventileren in de warmteverliesberekening wegvalt kunnen we veel meer doen<br />

met de ventilatielucht. We kunnen ongewenste geuren verdrijven, we kunnen koelen, we kunnen de<br />

vochtigheid reguleren en we <strong>voor</strong>komen het warme voeten gevoel van de klassieke vloerverwarming.<br />

Een laatste ontwerpaspect is natuurlijk het ontbreken van ontsierende verwarmingselementen.<br />

Daar<strong>voor</strong> in de plaats komen de vloerroosters die op een gewenste plaats kunnen worden aangebracht<br />

en waarmee de luchtstromen in een gewenste richting geleid kunnen worden.<br />

Meer informatie<br />

Zie www.climalevel.nl<br />

<strong>ClimaLevel</strong> Nederland BV<br />

Wezel 9<br />

5455 HA Wilbertoord<br />

Tel. 0485 - 478572

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!