Naoorlogse stationsgebouwen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Naoorlogse stationsgebouwen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Naoorlogse stationsgebouwen - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Cluster NS-Tech<br />
Zoetermeer Dubbelstation/Driemanspolder (1973/1977, gesloopt), C. Douma<br />
Maasssluis (1980), K. van der Gaast<br />
Zaandam (1983), P.A.M. Kilsdonk<br />
Amsterdam Sloterdijk (1983-1986), H. Reijnders<br />
Amsterdam Lelylaan (1986), R. Steenhuis<br />
Hoofddorp en Nieuw Vennep (1986), P.A.M. Corbey<br />
Nijmegen Dukenburg (1986, buiten gebruik gesteld 1996), P.A.M. Corbey<br />
Helmond (1986-87), P.A.M. Corbey<br />
Almere centrum (1987), P.A.M. Kilsdonk<br />
Lelystad Centrum (1988), P.A.M. Kilsdonk<br />
Dordrecht Stadspolders (1990), J.A. van Belkum<br />
Uitgeest (1990), J. Bak<br />
Leeuwarden Cammingaburen (1991), J. Bak<br />
Voorschoten (1992-1995), J. Bak<br />
Diemen Zuid (1993), R. Steenhuis<br />
Rotterdam Zuid (1993), H. Reijnders<br />
Rotterdam Blaak (1993), H. Reijnders<br />
Leiden Centraal (1996), H. Reijnders<br />
Almere Parkwijk (1996), H. Reijnders<br />
Rotterdam Lombardijen (1996), P.H. van der Ree<br />
Amsterdam Arena (1997), J. van der Steeg<br />
Den Haag randstadrail (2006), Zwarts & Jansma<br />
Amsterdam Bijlmer (2006), Grimshaw<br />
Karakteristieke architectonische kenmerken:<br />
Dit cluster heeft een paar van de meest bekende en opvallende <strong>stationsgebouwen</strong><br />
opgeleverd die Nederland rijk is, gebouwen die erin zijn<br />
geslaagd als beeldmerk <strong>voor</strong> een stad of een stadsdeel te fungeren. De<br />
NS versie van de High Tech architectuur uit de jaren zeventig en tachtig<br />
kenmerkt zich door een allesoverheersende constructie-est<strong>het</strong>iek, met<br />
immense liggers, bogen en vakwerkconstructies van geverfd staal.<br />
Binnen de stations is dikwijls gebruik gemaakt van gladde materialen en<br />
primaire kleuren zodat een fris en jaren tachtig-modern beeld ontstaat.<br />
De stations zelf zijn door hun schaal, hun openheid en hun positionering<br />
toegevoegd aan de stad als grootse, overdekte openbare ruimtes,<br />
geïnspireerd door de passages en <strong>stationsgebouwen</strong> uit de 19e eeuw.<br />
Zij zijn niet zuiver vanuit functionele overwegingen ontworpen, maar<br />
voosral vanuit overwegingen van representatie en herkenbaarheid.<br />
22<br />
Een behoedzame omgang met dit soort gebouwen betekent:<br />
• <strong>het</strong> vasthouden aan de kleurcodes en de gladde materialiteit van <strong>het</strong><br />
oorspronkelijk ontwerp<br />
• <strong>het</strong> behouden en goed verzorgen van de openheid en transparantie<br />
• <strong>het</strong> blijven garanderen van de openbare doorgankelijkheid van <strong>het</strong> gebouw, ook<br />
<strong>voor</strong> niet-treinreizigers