You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Holland nyelv — középszint Név: ........................................................... osztály:......<br />
OPDRACHT 2<br />
In het schema vindt u 5 beweringen waarom Nederlandse vrouwen parttime willen werken.<br />
Onder het schema staan argumenten vóór en tegen deze beweringen. Uw taak is om het schema<br />
in te vullen door de letters van de argumenten op de juiste plaatsen te zetten. Bij elke bewering<br />
is er alleen één voor- en één tegenargument juist.<br />
Vraag 01 en 02 zijn als voorbeeld gegeven.<br />
Voor: (01) C .<br />
Fulltime werken? Echt niet!<br />
“Mijn kinderen hebben mij nodig”<br />
Tegen:<br />
(02) H .<br />
“Mijn partner werkt al fulltime”<br />
Voor: (14) _______ Tegen: (15) _______<br />
“Ik verdien te weinig om de opvang te kunnen betalen”<br />
Voor: (16) _______ Tegen: (17) _______<br />
“Ik heb zo veel hobby’s”<br />
Voor: (18) _______ Tegen: (19) _______<br />
“Ik kan met parttime werk genoeg verdienen”<br />
Voor: (20) _______ Tegen: (21) _______<br />
A Wie het beste voor haar kind wil, moet vrij veel uitgeven voor kinderopvang. Een kindermeisje<br />
brengt rust in het gezin, maar wie kan dat betalen?<br />
B De vraag is natuurlijk: waarom kunnen mannen vaak wél een hobby combineren met een<br />
fulltime baan? Als de zorgtaken eerlijker verdeeld zijn in huis, komen vrouwen met een fulltime<br />
baan in hun vrije tijd ook meer toe aan hun hobby’s.<br />
C De belangrijkste aanleiding voor vrouwen om minder te gaan werken, is dat ze moeder worden.<br />
Zo’n tien procent stopt zelfs helemaal met werken na de geboorte van een kind. En dat is niet<br />
vreemd: uit vele onderzoeken blijkt dat kleine kinderen veel behoefte hebben aan structurele<br />
aanwezigheid van hun ouders.<br />
D Toch is kinderopvang in Nederland voor iedereen beschikbaar. Want hoe lager het salaris, hoe<br />
hoger de kinderopvangtoeslag. Die varieert van 96,5% van alle kosten per kind bij een laag<br />
inkomen, tot 33% van de totale kosten bij een inkomen van € 130.000 of meer.<br />
írásbeli vizsga, I. összetevő 6 / 12 2011. október 21.<br />
1111