14.07.2013 Views

Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS

Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS

Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL<br />

FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE<br />

INTERUNIVERSITAIRE GESPECIALISEERDE OPLEIDING ARCHIVISTIEK<br />

<strong>Het</strong> <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong><br />

verwant zijn aan een politieke partij<br />

CASUS :<br />

HET ARCHIEFFONDS VAN<br />

EEN AANTAL LIBERALE VERENIGINGEN MET ZETEL<br />

IN HET ANTWERPSE LIBERAAL HUIS<br />

Promotor : PROF. DR. JUUL VERHELST<br />

Verhandeling aangeboden door GERD DE COSTER<br />

Gent, 1995.


ALGEMENE INLEIDING<br />

<strong>Het</strong> archief dat het onderwerp vormt <strong>van</strong> deze verhandeling, stond algemeen bekend als het<br />

archief <strong>van</strong> de Antwerpse PVV. Een eerste doorname <strong>van</strong> de schenkingslijsten <strong>die</strong> in het<br />

Liberaal Archief waren opgemaakt en <strong>van</strong> de stukken zelf maakte snel duidelijk dat het om een<br />

verzameling <strong>van</strong> - weliswaar verwante - <strong>archieven</strong> ging. M.a.w. een archieffonds. <strong>Het</strong> geheel<br />

was immers afkomstig uit de verschillende ruimten en lokalen <strong>van</strong> het Liberaal Huis waar<br />

diverse Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong> hun zetel hadden en dat fungeerde als partijgebouw<br />

<strong>van</strong> de achtereenvolgende Antwerpse liberale arrondissementsfederaties. Samenvattend kan<br />

worden gesteld dat we te maken kregen met meerdere archiefvormers <strong>die</strong> gebruik maakten<br />

<strong>van</strong> dezelfde zetel, waarbij de belangrijkste - LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en<br />

PVV-afdeling Antwerpen-Stad - te beschouwen waren als geledingen <strong>van</strong> de opeenvolgende<br />

liberale partijen <strong>van</strong> ons land. Die vaststelling riep een aantal vragen op inzake het soort<br />

materiaal dat door archief- en documentatiecentra wordt behandeld en meer specifiek hoe het<br />

best wordt omgesprongen met politiek partijarchief in het kader <strong>van</strong> een inventarisatie.<br />

Dat laatste probleem is er één <strong>van</strong> archieftheoretische aard. Stelt partijarchief specifieke<br />

eisen aan de inventarisator ? Moet de algemene archieftheorie op één of andere wijze worden<br />

bijgeschaafd in functie <strong>van</strong> dergelijke archiefvormers ? Kan een theoretisch archiefschema<br />

worden opgesteld dat toepasbaar zou moeten kunnen zijn op alle partij<strong>archieven</strong> ? Deze<br />

vragen hangen overigens samen met de vaststelling dat uiterst zelden wetenschappelijke<br />

artikels gewijd zijn aan partijarchief. Een vaststelling <strong>die</strong> evenzeer opgaat voor inventarissen<br />

<strong>van</strong> dergelijke <strong>archieven</strong>.<br />

Daarnaast stellen we ons vragen i.v.m. de specifieke opdrachten en problemen<br />

waarmee een archief- en documentatiecentrum als het Liberaal Archief wordt geconfronteerd.<br />

Onze nieuwsgierigheid terzake werd opgewekt <strong>van</strong>uit de toestand waarin het archief zich<br />

bevond. <strong>Het</strong> materiaal bestond immers uit een conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, deelarchiefjes en<br />

documentatie dat oorspronkelijk in één en hetzelfde gebouw lag opgeslagen. Wat ligt daaraan<br />

ten grondslag ? Hoe is één en ander te verklaren ? In hoeverre is een dergelijke toestand<br />

typisch voor het materiaal dat door archief- en documentatiecentra wordt verzameld en welke<br />

oplossingen kunnen een antwoord bieden op <strong>die</strong> problemen ? Wat zijn de specifieke<br />

opdrachten <strong>van</strong> zo'n centrum ? In welke mate wijken <strong>die</strong> af <strong>van</strong> bijvoorbeeld een instelling als<br />

het Rijksarchief ?<br />

Die twee kwesties vormen de basis <strong>van</strong> deze verhandeling, wat dan ook in de<br />

structuur tot uiting komt. Na de opgave <strong>van</strong> de bibliografie en een lijst <strong>van</strong> gebruikte<br />

afkortingen wordt de vraagstelling in deel 1 verder uitge<strong>die</strong>pt aan de hand <strong>van</strong> een aantal<br />

vaststellingen. De eerste vraag <strong>die</strong> aan bod komt is het probleem <strong>van</strong> het onderscheid tussen<br />

archief en documentatie, gezien <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> een archief- en<br />

documentatiecentrum. Vervolgens stellen we ons de vraag hoe partijarchief het best wordt<br />

geïnventariseerd. Aan de hand <strong>van</strong> de beschikbare literatuur en de gepubliceerde<br />

inventarissen wordt de wetenschappelijke stand <strong>van</strong> zaken geschetst. De gedane bevindingen<br />

leiden uiteindelijk tot een voorlopig model <strong>van</strong> archiefschema dat zou moeten kunnen <strong>die</strong>nen<br />

als basis voor het <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> partijarchief. <strong>Het</strong> eerste deel wordt afgesloten met de


gevolgen <strong>die</strong> het gebrek aan wetgeving i.v.m. dergelijke <strong>archieven</strong> kunnen ressorteren op o.a.<br />

openbaarheid en selectie. <strong>Het</strong> eerste deel leidt slechts tot voorlopige conclusies <strong>die</strong> in het<br />

laatste deel eventueel kunnen worden bijgesteld, gewijzigd of omgegooid.<br />

<strong>Het</strong> veeleer praktische tweede deel heeft de bestudering en ontsluiting <strong>van</strong> de diverse<br />

<strong>archieven</strong> als onderwerp. Vooraleer de eigenlijke inventarisatie aangevat, wordt in het<br />

inleidende hoofdstuk ingegaan op een aantal zaken <strong>die</strong> algemeen zijn voor het gros <strong>van</strong> de<br />

behandelde <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> gaat in de eerste plaats om een beschrijving <strong>van</strong> het archieffonds en<br />

een uiteenzetting over de algemene geschiedenis er<strong>van</strong>. Ze worden gevolgd door de<br />

verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie voor zover <strong>die</strong> algemeen geldend is. Helemaal op het<br />

eind volgen nog een aantal praktische aanwijzingen <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang kunnen zijn bij de<br />

raadpleging <strong>van</strong> het archief, zoals de regels m.b.t. de openbaarheid <strong>van</strong> de stukken.<br />

<strong>Het</strong> tweede hoofdstuk betreft het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. <strong>Het</strong> betreft hier het om<strong>van</strong>grijkste archief uit het fonds; het omvat maar liefst ca. 25<br />

lopende meter. Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong> om<strong>van</strong>g en het gebrek aan tijd werd besloten hieraan geen<br />

inventarisatie, maar wel een structuurstu<strong>die</strong> te wijden. Daarin zal aan de hand <strong>van</strong> een stu<strong>die</strong><br />

<strong>van</strong> werking, bevoegdheden, taken en functies een voorstel <strong>van</strong> archiefschema worden<br />

geformuleerd, waarbij het theoretische model uit deel 1 een eerste maal zal kunnen worden<br />

geëvalueerd. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema zal worden onderbouwd met voorbeelden <strong>van</strong><br />

bestanddelen <strong>die</strong> aanleiding geven tot een <strong>die</strong>pgaander exposé over de historisch gevormde<br />

orde.<br />

In het derde hoofdstuk komt dan de eigenlijke inventarisatie <strong>van</strong> de zes meest<br />

volledige (deel)<strong>archieven</strong> aan bod, waarbij elk archief in een afzonderlijke inventaris wordt<br />

behandeld. Achtereenvolgens zijn dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis, de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen, de PVV-afdeling Antwerpen-stad, de liberale maandbladen<br />

Eerst Vrijheid en Eerst Vrij, het Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen en de Sociale Dienst Hulp aan<br />

Patroon VZW. Vooral de eerste drie archiefvormers zijn daarbij <strong>van</strong> belang. De eigenlijke<br />

inventaris wordt telkens voorafgegaan door een schema <strong>van</strong> de inventaris en een<br />

wetenschappelijke inleiding. In voorkomend geval wordt de eigenlijke inventaris gevolgd<br />

door een lijst <strong>van</strong> documentatie.<br />

Naast deze min of meer op zichzelf staande <strong>archieven</strong> troffen we binnen het<br />

archieffonds nog meerdere fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> aan <strong>die</strong> in het vierde hoofdstuk worden<br />

behandeld. We beperken ons voor <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> tot een inleiding waarin kort wordt<br />

aangegeven waar de archiefvormer eigenlijk voor staat, een beschrijving <strong>van</strong> de weinige<br />

stukken en eventueel ook <strong>van</strong> de documentatie. Wegens gebrek aan informatie is het immers<br />

onzinnig om daaraan een volwaardige inleiding te besteden.<br />

Deel twee wordt afgesloten met indices <strong>die</strong> betrekking hebben op alle voorgaande<br />

inventarissen en in een afzonderlijk hoofdstuk worden behandeld. Na de alfabetische index op<br />

persoonsnamen, volgt de klapper op namen <strong>van</strong> instellingen en <strong>verenigingen</strong>. Beide hebben<br />

slechts betrekking op de beschrijvingen zelf. Ze vormen dus geen bijkomende inhoudelijke<br />

ontsluiting.<br />

In deel drie worden een aantal conclusies getrokken en vragen beantwoord, waarbij de<br />

voorlopige theoretische conclusies uit deel 1 worden geconfronteerd met de praktische<br />

bevindingen uit deel 2. Ten eerste wordt het model <strong>van</strong> archiefschema geëvalueerd.<br />

Vervolgens wordt <strong>die</strong>per ingegaan op de oorzaken <strong>die</strong> aan de basis lagen <strong>van</strong> de vermenging


<strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> en de gevolgen <strong>die</strong> daaraan waren verbonden met het oog op de<br />

archiefvorming. In een derde onderdeel trachten we een aantal oplossingen te formuleren in<br />

het kader <strong>van</strong> de ontsluiting en de verwerking <strong>van</strong> archief en documentatie binnen één en<br />

dezelfde instelling. Tot slot worden een aantal conclusies geponeerd i.v.m. het gebrek aan<br />

wetgeving. Belangrijk daarbij is vooral de lijst <strong>van</strong> voor vernietiging in aanmerking komende<br />

stukken.<br />

De verhandeling wordt beëindigd met het algemeen besluit, dat nog wordt gevolgd<br />

door een lijst <strong>van</strong> de in de verhandeling opgenomen illustraties en bijlagen en tot slot de<br />

inhoudstafel.<br />

We willen ook nog een woord <strong>van</strong> dank richten aan een aantal personen <strong>die</strong> bij het<br />

maken <strong>van</strong> deze verhandeling een grote hulp betekenden. We denken daarbij in de allereerste<br />

plaats uiteraard aan voorzitter Marcel Bots en vooral archivaris Luc Pareyn <strong>van</strong> het Liberaal<br />

Archief. Zij boden ons alle mogelijke faciliteiten in het kader <strong>van</strong> onze stage, nodig om dit<br />

eindwerk als werkstudent tot een goed einde te brengen. Naast deze meer praktische<br />

ondersteuning konden we steeds met archiefproblemen terecht bij Frank Scheelings en vooral<br />

bij onze promotor Juul Verhelst. Tot slot kunnen we niet voorbij aan Betsy Calcoen <strong>die</strong> onze<br />

dagelijkse steun en toeverlaat was.<br />

LIJST VAN AFKORTINGEN<br />

ACC Actie- en Coördinatiecomité<br />

ACK Antwerpse Culturele Kring<br />

ACLVB Algemene Centrale der Liberale Vakbonden <strong>van</strong> België<br />

ADVN Archief- en Documentatiecentrum <strong>van</strong> het Vlaams-Nationalisme<br />

ALCA Association Libérale et Constitutionelle d'Anvers<br />

ALIMA Antwerpse Liberale Middenstandsactie<br />

ALV Antwerps Liberaal Verbond<br />

AMSAB Archief en Museum <strong>van</strong> de Socialistische Arbeidersbeweging<br />

AMVC Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven<br />

ASLK Algemene Spaar- en Lijfrentekas<br />

BLM Belgische Liberale Middenklasse<br />

BRT Belgische Radio en Televisie<br />

BS Belgisch Staatsblad<br />

BSP Belgische Socialistische Partij<br />

BWP Belgische Werkliedenpartij<br />

CAPR Comité voor Actie en Public Relations<br />

CMB Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong> België<br />

COO Centrum voor Openbare Onderstand<br />

CVP Christelijke Volkspartij<br />

HUZ Help U Zelve<br />

IVK Instituut voor Kadervorming<br />

KADOC Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum<br />

KB Koninklijk Besluit<br />

LA Liberaal Archief<br />

LEV Liberaal Economisch Verbond


LGVA Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen<br />

LJW Liberale Jonge Wacht<br />

LP Liberale Partij (<strong>van</strong> België)<br />

LVSV Liberaal Vlaams Studentenverbond<br />

NIR Nationaal Instituut voor Radio-omrroep<br />

nr. nummer<br />

NV Naamloze Vennootschap<br />

OCGA Overlegcomité Groot Antwerpen<br />

OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn<br />

PKI Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen<br />

PVBA Persoonlijke Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid<br />

PVV Partij voor Vrijheid en Vooruitgang<br />

RTT Regie <strong>van</strong> Telegraaf en Telefoon<br />

RUCA Rijksuniversitair Centrum Antwerpen<br />

SA Société Anonyme<br />

SV Samenwerkende Vennootschap<br />

UZ Universitair Ziekenhuis<br />

VLD Vlaamse en Liberale Democraten<br />

VSOA Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt<br />

VZW Vereniging Zonder Winstoogmerk<br />

z.d. zonder datum<br />

z.p. zonder plaats


A. Bronnen<br />

BIBLIOGRAFIE<br />

Naast de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> het onderwerp vormen <strong>van</strong> deze verhandeling raadpleegden we volgende<br />

bronnen :<br />

♦ AMVC (Antwerpen).<br />

* Archief <strong>van</strong> PVV-Antwerpen.<br />

♦ LA (Gent).<br />

* Archief- en documentatiebestand Plaatselijk Liberalisme.<br />

* Archief Albert Lilar.<br />

* Archief Alfonsine Tisson-De Sloovere.<br />

* Archief PVV-afdeling Boom.<br />

* Archief mevrouw Vogels-De Loose<br />

♦ Statuten <strong>van</strong> de PVV. Goedgekeurd door het congres te Gent, 15 mei 1982. Z.p. [1982].<br />

♦ Archiefwet 24 juli 1955 (BS 12/8/1955); KB 12 december 1957 (20/12/1957).<br />

♦ Een laatste belangrijke bron werd gevormd door : Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad i.v.m. VZW's,<br />

welke wij raadpleegden <strong>van</strong> 1943 tot en met 1992.<br />

B. Tijdschriften en bibliografieën<br />

1) TIJDSCHRIFTEN<br />

♦ The American Archivist.<br />

♦ Archief- en Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België.<br />

♦ Der Archivar. Mitteilungsblatt für Deutsches Archivwesen.<br />

♦ Archives. Revue de l'Association des Archivistes de Québec.<br />

♦ ARCHIVUM.<br />

♦ Bibliotheek- en Archiefgids.<br />

♦ La Gazette des Archives. Revue trimestrielle de l'Association des Archivistes Français.<br />

♦ Nederlands Archievenblad.<br />

♦ Records Management.<br />

Daarenboven raadplaagden we verscheidene publikaties <strong>die</strong> werden uitgegeven door de behandelde<br />

archiefvormers, waaronder : <strong>Het</strong> Kaderblad, Antwerpen Vandaag, Antwerpen Morgen, Antwerpen Metropool,<br />

PVV-Mededelingen, PVV-Express, ...<br />

2) BIBLIOGRAFIEËN EN REPERTORIA<br />

Naast de bibliografieën <strong>die</strong> in de archieftijdschriften worden gepubliceerd en de jaarlijkse bibliografie in<br />

Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, raadpleegden we nog :<br />

♦ DE BOOY, E. Repertorium op het Nederlands Archievenblad. Jaargang 1-93 (1892-1989) met indices. Z.p.,<br />

1990.<br />

♦ FRANCOIS, L. De vele gezichten <strong>van</strong> de nieuwste geschiedenis. Les multiples visages de l'histoire<br />

contemporaine. Bibliografie <strong>van</strong> de licentiaats- en doctoraatsverhandelingen betreffende de Belgische nieuwste<br />

geschiedenis tot stand gebracht aan de Belgische universiteiten, buiten de seminaries voor nieuwste geschiedenis.<br />

Bibliographie des mémoires de licence et des thèses de doctorat concernant l'histoire contemporaine belge,<br />

en dehors des séminaires d'histoire contemporaine. 1975-1990. Gent, 1992.


BIBLIOGRAFIE G -<br />

♦ NIJSSEN, R. Handboeken voor archiefbeheer. Bibliografie. Manuels pour la gestion d'archives. Bibliographie.<br />

Manuals on archives administration. Bibliography. Miscellanea Archivistica Manuale 14. Brussel, 1993.<br />

♦ VAN DEN EECKHOUT, P. Naslagwerken voor de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de hedendaagse samenleving. Brussel, 1991.<br />

♦ VAN DEN EECKHOUT, P. en WITTE, E. Bronnen voor de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de hedendaagse samenleving.<br />

Antwerpen-Amsterdam, 1986.<br />

♦ VAN EENOO, R. «Bibliografie <strong>van</strong> België». Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis (jaarlijks).<br />

C. Werken en artikels<br />

♦ BANK, J. Bespreking <strong>van</strong> Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)<br />

1894-1946 door H. Hondius en M. Schrevel. IISG-Werkuitgaven I. Amsterdam, 1985. Nederlands<br />

Archievenblad, XC (1986) 95-96.<br />

♦ BOEYKENS, K. <strong>Het</strong> ontstaan en de evolutie <strong>van</strong> de Vlaamse PVV (1972-1985). Licentiaatsverhandeling,<br />

Rijksuniversiteit Gent, dept. Politieke Wetenschappen, 1987.<br />

♦ BOOMS, M. «Überlieferungsbildung : keeping archives as a social and political activity». Archivaria,<br />

XXXIII (winter 1991/92) 25-33.<br />

♦ BOTS, M. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de Liberale Partij. Liberaal Archief, Reeks Verhandelingen 3. Gent,<br />

1989.<br />

♦ BRADLER, G. «Les archives des partis politiques en République Fédérale d'Allemagne» La Gazette<br />

des Archives, CXLVIII (1990) 49-51.<br />

♦ BUCHSTAB, G. «Archive politischer Parteien und Verbände». Der Archivar, XXXVII (1984) 431-436.<br />

♦ BUCHSTAB, G. «Archives des partis politiques en Europe : réflexions générales et situation actuelle»<br />

Janus, CL (1992/2) 89-102.<br />

♦ BUCHSTAB, G. «Archivierung von Materialen der Parteien und deren Mitglieder» in : Mitteilungen<br />

der Fachgruppe 6 : Archivare an Archiven der Politische Parteien, Stiftungen und Verbände, 15-23.<br />

♦ CARNAVAGGIO, P. en DE TOURTIER-BONAZZI, C. «Les archives des hommes et des partis<br />

politiques en France depuis la seconde guerre mondiale». Archief- en Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België, LX<br />

(1989) 41-58.<br />

♦ COPPEJANS-DESMEDT, H. Inventarisatie. Algemene inleiding. Miscellanea Archivistica Manuale<br />

Preprint 16. Brussel, 1988.<br />

♦ COPPEJANS-DESMEDT, H. «Selectie en vernietiging <strong>van</strong> hedendaagse <strong>archieven</strong> : een dwingende<br />

noodzaak» in : Miscellanea archivistica 17. Brussel, 1977, 13-29.<br />

♦ COPPENS, H. Archiefterminologie. Archieftermen voor gebruik in het Rijksarchief. Miscellanea Archivistica<br />

Manuale 5. Brussel, 1990.<br />

♦ CROMBE, I. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong> België. AMSAB<br />

Werkinstrumenten 1. Gent, 1994.<br />

♦ DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen ? De evolutie <strong>van</strong> de Belgische partijstructuren sinds 1960.<br />

Brussel, 1993.<br />

♦ DE SCHUYTTER, I. Geschiedenis <strong>van</strong> het Belgisch Liberalisme 1830-1987. Een selectieve bibliografie.<br />

Liberaal Archief, Reeks Bibliografieën 2. Gent, 1989.<br />

♦ DE VRIES, B. «Archiefanalyse als onderdeel <strong>van</strong> het inventarisatieproces». Nederlands Archievenblad,<br />

XCV (1992) 271-274.<br />

♦ DE WAELE, M. Encyclope<strong>die</strong> <strong>van</strong> de politieke wetenschappen. Partim : de Liberale zuil in België, met<br />

klemtoon op Vlaanderen. Gent, 1984 (onuitgegeven).<br />

♦ D'HAESE, R. «Archief of documentatie. De werkwijze in het Archief- en Documentatiecentrum <strong>van</strong><br />

het Vlaams-Nationalisme». Bibliotheek- en Archiefgids, LXV (1989/3) 325-328.<br />

♦ D'HOORE, M. «De Liberale Partij als organisatie <strong>van</strong> 1914 tot 1961» in : Verhulst, A. en Hasquin, H.<br />

<strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989, 83-90.<br />

♦ DREESE, M. «Archives and documentation». ARCHIVUM, XXX (1984) 53-63.<br />

♦ FLESSING, E. «Fachgruppe 6 : Archivare an Archiven der Parlement, der politische Parteien,<br />

Stiftungen und Verbände». Der Archivar, LX (1987) 84-86.<br />

♦ GAUYE, O. «Spécificité des archives et convergeances avec les Bibliothèques, les Musées et les<br />

Centres de documentation». ARCHIVUM, XXX (1984) 17-23.


BIBLIOGRAFIE H -<br />

♦ GOOVAERTS, M. De radikale Liberalen en de evolutie in de verhouding tot de Liberale Partij te Antwerpen<br />

(1910-1930). Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, dept. Nieuwste Geschiedenis, 1977-78.<br />

♦ HAEGEMAN, M. «De inventarisatie <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de priorij Onze-Lieve-Vrouw Ten Hove te<br />

Waarschoot, later te Gent (1445-1796)» in : J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen<br />

en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1.<br />

Brussel, 1991, 25-32.<br />

♦ HASCAL, V. Liberale Partij en PVV. Korte historiek der liberale familie in de twintigste eeuw. Brussel, 1977.<br />

♦ HOFMAN, J. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Pacifistische Socialistische Partij (PSP) (1955-) 1957-1981.<br />

IISG-Werkuitgaven X. Amsterdam, 1990.<br />

♦ HONDIUS, H. en SCHREVEL, M. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij<br />

(SDAP) 1894-1946. IISG-Werkuitgaven I. Amsterdam, 1985.<br />

♦ HORSMAN, P.J. Syllabus. Ordenen <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Voorlopige uitgave. Den Haag, 1986.<br />

♦ JANSSENS, G. «Archiefvorming». Bibliotheek- en Archiefgids, LXVII (1991/2) 230-236.<br />

♦ LEESCH, W. «Deutsche Parlements-, Partei- und Gewerkschaftsarchive». Archief- en Bibliotheekwezen<br />

<strong>van</strong> België, LX (1989) 24-29.<br />

♦ LEFEVRE, P. «De Liberale Partij als organisatie <strong>van</strong> 1846 tot 1914» in : Verhulst, A. en Hasquin, H.<br />

<strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989, 75-82.<br />

♦ LEFRANC, P. «Les archives du Rassemblement du peuple français à l'Institut Charles de Gaulle». La<br />

Gazette des Archives, CXLVIII (1990) 24-29.<br />

♦ LESAGE, X. «De inventarisatie <strong>van</strong> het modern stadsarchief <strong>van</strong> Nieuwpoort (1796-1945). Kritische<br />

noot bij de decimale ordeningsmethode <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Belgische Steden en Gemeenten» in :<br />

J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de<br />

Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 43-59.<br />

♦ LUYCKX, T. en PLATEL, M. Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België. 2 dln. Antwerpen, 1985.<br />

♦ LUYTEN, D. Politieke machtsverhoudingen binnen de 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong> Antwerpen' in de periode<br />

1870-1884. Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, dept. Nieuwste Geschiedenis, 1982-83.<br />

♦ MALVOZ, L. en VERBIST, C. Een België <strong>van</strong> 589 gemeenten. Bestuursgeografische aspecten <strong>van</strong> de<br />

samenvoegingen. Brussel, 1981.<br />

♦ MATERNE, J. «Ordeningsfundamenten bij de inventarisatie <strong>van</strong> bedrijfs<strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> geval <strong>van</strong> de<br />

Antwerpse NV L'Union Commerciale et industrielle/De Handels- en Nijverheidsvereniging (1900-<br />

1972)» in : J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste<br />

resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 89-104.<br />

♦ MENU, P. Congresresoluties <strong>van</strong> de Vlaamse politieke partijen. 4. De Liberale Partij/Partij voor Vrijheid en<br />

Vooruitgang 1945-1992. Steunpunt Sociopolitiek Systeem. Gent, 1994.<br />

♦ MERTENS, J. «Vereisen archief en documentatie een specifieke benadering ?». Bibliotheek- en<br />

Archiefgids, LXV (1989/3) 298-302.<br />

♦ MÜLLER, S.; FEITH, J. en FRUIN, R. Handleiding voor het ordenen en beschrijven <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>.<br />

Groningen, 1920.<br />

♦ PAUL, H.-H. «Archivare an Parlementsarchive und Archiven politischer Parteien und Verbände.<br />

Bericht der Fachgruppe 6». Der Archivar, XXXVI (1983) 61-62, XXXVII (1984) 77.<br />

♦ PREVENIER, W. «<strong>Het</strong> eigen gezicht <strong>van</strong> de liberale partij in Vlaanderen, 1961-81». Ons Erfdeel, (1982)<br />

186-206.<br />

♦ PUT, E. «Archiefvormers in kaart brengen : moeilijkheden en mogelijkheden» in : Aspects<br />

methodologiques de l'histoire de l'administration belge. Miscellanea Archivistica Studia XI.<br />

♦ REYNAERT, H. Interne Belgische politiek. Partim : de liberalen. Gent, 1993.<br />

♦ SMETS, E. «De inventarisatie <strong>van</strong> de oude <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Budingen» in : J. Baerten, F. Scheelings en J.<br />

Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken.<br />

Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 33-42.<br />

♦ VAN DEN EECKHOUT, P. «Naoorlogse politieke en syndicale <strong>archieven</strong> in België». Archief- en<br />

Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België, LX (1989) 3-40.<br />

♦ VAN DER CRUYSSEN, C. «Horen boeken thuis in een archiefbestand ?». Bibliotheek-en Archiefgids,<br />

LXIX (1993/3) 110-118.


BIBLIOGRAFIE - I<br />

♦ VAN DER HORST, A. Inventaris <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> het Revolutionair-Socialistisch Verbond (RSV), de<br />

Revolutionaire Socialistische Arbeiderspartij (RSAP) en enkele afdelingen, gewesten en federaties <strong>van</strong> RSP,<br />

RSP en Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP) 1928-1940. IISG-Werkuitgaven XVII. Amsterdam,<br />

1992.<br />

♦ VAN DRIESSCHE, I. «Archiefbewaring door culturele <strong>verenigingen</strong>» in : J. Baerten, F. Scheelings en<br />

J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken.<br />

Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 105-119.<br />

♦ VERHELST, J. Archief ordenen. (Onuitgegeven syllabus). Z.p., z.d.<br />

♦ VERHELST, J. De Antwerpse hoge burgerij. Haar voornaamste figuren en hun sociale oorsprong teruggaande<br />

tot 1794. Licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, dept. Geschiedenis, 1960.<br />

♦ VERHULST, A. en HASQUIN, H. <strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989.<br />

♦ VERMOTE, M. «Archief en documentatie in het Archief en Museum <strong>van</strong> de Socialistische<br />

Arbeidersbeweging - Gent». Bibliotheek- en Archiefgids, LXV (1989/3) 321-324.<br />

♦ VERMOTE, M. Roger De Kinder (1947-1963) - BSP-Federatie Veurne-Oostende-Diksmuide (1946-1969) -<br />

BWP/BSP-afdeling Oostende (1939-1964). Gent, 1987.<br />

♦ VOERMAN, G. «De <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Nederlandse politieke partijen». Nederlands Archievenblad, XCV<br />

(1991) 244-253.<br />

♦ VRANCKEN, I. Besluitvorming en werking binnen de PVV. Een onderzoek bij de nationale en gewestelijke<br />

partij-organen. Licentiaatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, dept. Sociale Wetenschappen,<br />

1986.<br />

♦ VUNCKX, F. Federaties <strong>van</strong> gemeenten en grote agglomeraties. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit<br />

Brussel, dept. Politieke Wetenschappen, 1970-71.<br />

♦ WILLEMS, M. Bibliografie <strong>van</strong> de Belgische politieke partijen. 2 dln. Leuven, 1978.<br />

♦ WITTE, E. «Aperçu des études consacrés aux partis belges». Revue de l'Université de Bruxelles,<br />

(1981/1-2) 97-124.<br />

♦ WITTE, E. Politiek en democratie. Omtrent de werking <strong>van</strong> de westerse democratieën in de 19de en 20ste<br />

eeuw. Brussel, 1990.<br />

♦ WITTE, E. en CRAEYBECKX, J. Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België sinds 1830. Spanningen in een burgerlijke<br />

democratie. Antwerpen, 1981.<br />

♦ WITTE, E. en MEYNEN, A. «<strong>Het</strong> maatschappelijk-politiek leven in België 1945-1980». Algemene<br />

Geschiedenis der Nederlanden, XV (1982) 204-268.<br />

♦ YSEBAERT, C. Politicograaf. Politiek Zakboekje 1992. Antwerpen, 1992.


INLEIDEND HOOFDSTUK A -<br />

♦ Archiefbeheer in de praktijk. Alphen aan de Rijn, sinds 1986.<br />

♦ «Archiefwet en openbaarheid. Lezingen <strong>van</strong> de KVAN-stu<strong>die</strong>middag te Arnhem 30 maart 1995».<br />

Nederlands Archievenblad, IC (1995) 100-124.<br />

♦ Archives et documentation. Guide à l'usage des associations et des particuliers. Centre d'Animation et de<br />

Recherche en Histoire Ouvrière et Populaire (CARHOP). Brussel, 1993.<br />

♦ De Nieuwe Gazet, 32ste jrg. nr. 9918, 3 dec. 1928. «Inhuldiging <strong>van</strong> het Liberaal Huis».<br />

♦ De provincie vroeger en nu. Antwerpen. Gemeentekre<strong>die</strong>t <strong>van</strong> België : La Province hier et aujourd'hui -<br />

De provincie vroeger en nu. Brussel, 1976.<br />

♦ «Een kritische doorlichting <strong>van</strong> de huidige methoden tot ontsluiting <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Handelingen <strong>van</strong><br />

de stu<strong>die</strong>dag ingericht door de Sectie Archief <strong>van</strong> de VVBAD te Brussel op 18 april 1986». Bibliotheek-<br />

en Archiefgids, LXII (1987/2) 101-144.<br />

♦ <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen. Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen en<br />

VLD-arrondissementsfederatie Antwerpen. Antwerpen, 1993.<br />

♦ Inventaris archief Katholiek Partij - CVP Antwerpen. KADOC. Leuven, z.d. (onuitgegeven).<br />

♦ Leidraad bij de lessen in het ordenen en beschrijven <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Nederlandse Rijksarchiefschool. Den<br />

Haag, 1983.<br />

♦ Leidraad voor de inventarisatie <strong>van</strong> lokale overheids<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> het Ancien Régime.<br />

♦ Lexicon <strong>van</strong> Nederlandse archieftermen. Den Haag, 1983.<br />

♦ Praktische aanwijzingen voor de selectie en vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particuliere instelling.<br />

Centraal Register <strong>van</strong> Particuliere Archieven. Den Haag, 1987.<br />

♦ Repertorium <strong>van</strong> zuilgebonden VZW's. 2. Liberale VZW's. Steunpunt Sociopolitiek Systeem. Gent, 1993.<br />

Enkele inleidende vaststellingen<br />

DEEL 1 :<br />

ARCHIEFTHEORETISCHE PROBLEEMSTELLINGEN<br />

In de loop <strong>van</strong> 1992 en 1993 werd in enkele keren archiefmateriaal dat de Antwerpse liberale partij<br />

betrof naar het Liberaal Archief overgebracht 1 . Bij nader toezien bleek het om een conglomeraat <strong>van</strong><br />

<strong>archieven</strong>, deelarchiefjes en documentatie te gaan, waar<strong>van</strong> de oudste documenten dateren <strong>van</strong> ca. 1945,<br />

de jongste <strong>van</strong> 1992. Uit de voorlopige en gedeeltelijke ontsluiting door Geertrui Coppens, kon worden<br />

opgemaakt dat het archieffonds door ten minste vier verschillende <strong>verenigingen</strong> was gevormd : LP- en<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, de Samenwerkende Vennootschap <strong>Het</strong> Liberaal Huis en de PVVafdeling<br />

Antwerpen-stad. Nochtans is het fonds in zijn geheel afkomstig <strong>van</strong> één en dezelfde<br />

bewaarplaats, met name het lokaal <strong>van</strong> de Antwerpse liberale arrondissementsfederatie aan het Kome<strong>die</strong>plein;<br />

het Liberaal Huis 2 . Samenvattend kan worden gesteld dat we te maken hadden met een<br />

conglomeraat <strong>van</strong> archief en documentatie dat door een zekere graad <strong>van</strong> wanorde en vermenging<br />

werd gekenmerkt en voornamelijk uit <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> geledingen <strong>van</strong> een politieke partij bestond.<br />

Deze vaststelling riep een aantal vragen op. Hoe moet worden omgesprongen met een<br />

verzameling <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> aan elkaar verwante <strong>verenigingen</strong> ? Waar ligt het onderscheid tussen archief<br />

en documentatie ? Hoe kunnen de verschillende archiefvormers uit elkaar worden gehouden ? Wat is de<br />

1<br />

Voor een meer uitvoerige geschiedenis verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />

2 Zie hiervoor de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. We willen er overigens voor waarschuwen dat<br />

men <strong>die</strong> vereniging niet mag verwarren met het gebouw het Liberaal Huis dat als partijlokaal fungeerde en door SV <strong>Het</strong><br />

Liberaal Huis werd aangekocht.


INLEIDEND HOOFDSTUK B -<br />

precieze betekenis <strong>van</strong> een archiefvormer ? Is dat de partij in haar geheel of vormt daarentegen elke<br />

geleding een afzonderlijk archief ? Wat was er de oorzaak <strong>van</strong> dat deze <strong>archieven</strong> in één gebouw<br />

werden bewaard ? Wat was de oorzaak <strong>van</strong> wanorde en vermenging ? In hoeverre stellen<br />

partij<strong>archieven</strong> specifieke problemen aan de inventarisator ? Wat is het belang <strong>van</strong> het feit dat partijen<br />

feitelijke <strong>verenigingen</strong> zijn en m.a.w. geen rechtspersoonlijkheid bezitten ? Welke invloeden heeft dat op<br />

archiefvorming, openbaarheid, selectie, vernietiging en zo meer ?<br />

Deze vragen zullen hierna worden behandeld <strong>van</strong>uit de bestaande literatuur hieromtrent. <strong>Het</strong><br />

eerste onderdeel spitst zich toe op de tegenstelling tussen archief en documentatie. Een probleemstelling<br />

<strong>die</strong> we zullen kaderen in de context <strong>van</strong> archief- en documentatiecentra, zoals het Liberaal Archief er een<br />

is. In een tweede luik zal nader worden ingegaan op de wijze waarop de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief<br />

moet gebeuren. <strong>Het</strong> derde en laatste stuk zal zijn gewijd aan het gebrek aan wetgeving dat<br />

partij<strong>archieven</strong> kenmerkt. We zullen ons hierna hoofdzakelijk beperken tot het schetsen <strong>van</strong> de<br />

problematiek, al kunnen hier en daar aan de hand <strong>van</strong> de bestaande literatuur al enige richtinggevende<br />

antwoorden worden vooropgesteld. Elke oplossing zal echter steeds worden getoetst aan de praktische<br />

bevindingen <strong>die</strong> in deel 2 aan bod komen, zodat in deel 3 een aantal conclusies kunnen worden<br />

getrokken.


INLEIDEND HOOFDSTUK C -<br />

1.1. Waar ligt het onderscheid tussen archief en documentatie en hoe gaan archief- en<br />

documentatiecentra met <strong>die</strong> problematiek om ?<br />

Vooraleer hierop een antwoord of een voorstel tot kan worden geformuleerd, moet even nader worden<br />

ingegaan op de specifieke doelstellingen <strong>van</strong> zulke centra. In tegenstelling tot gewone<br />

archiefinstellingen worden de archief- en documentatiecentra voortdurend geconfronteerd met deze<br />

problematiek. Voor een archiefinstelling volstaat het meestal ruimschoots om te bepalen waar het<br />

onderscheid tussen beide ligt, zodat het documentatiemateriaal kan worden afgescheiden <strong>van</strong> het<br />

eigenlijke archief. Archief- en documentatiecentra daarentegen hebben een andere rol. Voor hen spelen<br />

beide vormen <strong>van</strong> documenten een quasi even belangrijke en vaak zelfstandige rol. Zoals de naam het<br />

zegt hebben zij immers een dubbele taak <strong>die</strong> erin bestaat zowel archief als documentatie te beheren, te<br />

ontsluiten en zo toegankelijk mogelijk te maken. Deze centra ont<strong>van</strong>gen niet enkel <strong>archieven</strong>, maar ook<br />

tijdschriften, boeken, knipsels, foto's... De aanwezigheid <strong>van</strong> beide soorten documenten impliceert dat<br />

binnen dergelijke instellingen getracht moet worden de tegenstelling archief versus documentatie te<br />

overbruggen zonder afbreuk te doen aan de regels <strong>van</strong> zowel de archivistiek als de documentatiewetenschap.<br />

Vooral de archivistiek is in deze zeer kwetsbaar, vermits de klassieke ontsluiting <strong>die</strong><br />

inventarissen bieden vaak niet voldoen aan de moderne eisen inzake snelle en efficiënte informatieverschaffing<br />

aan de gebruiker. Aangezien de laatste jaren vele archief- en documentatiecentra als<br />

paddestoelen uit de grond oprijzen, is deze vraagstelling zeer actueel.<br />

Om de tegenstelling tussen beide soorten <strong>van</strong> documenten aan te duiden kunnen we het best<br />

terugvallen op een aantal opvattingen <strong>die</strong> daarover bestaan 3 . Alle auteurs geven aan dat er wel degelijk<br />

een verschil is tussen beide. Alleen is men het er niet steeds over eens waaruit dat verschil dan wel mag<br />

bestaan. Eigenlijk kunnen twee verschillende stromingen worden onderscheiden. Aan de ene kant zijn<br />

er <strong>die</strong>genen <strong>die</strong> met A.J.M. Den Teuling stellen dat archiefbescheiden altijd documentatie zijn, terwijl het<br />

omgekeerde onwaar is. Hieruit kan worden opgemaakt dat archief een onderdeel <strong>van</strong> documentatie is.<br />

Anderen zeggen dan weer dat beide vormen een onderdeel zijn <strong>van</strong> informatie, waarbij archief als<br />

informatie in samenhang moet worden gezien. Documentatie daarentegen is op zichzelf staande<br />

informatie. Welke <strong>van</strong> deze twee stromingen het gelijk aan haar kant heeft willen we hier in het midden<br />

laten. Veel belangrijker is namelijk dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen archief en<br />

documentatie dat voornamelijk gekenmerkt wordt door de wijze <strong>van</strong> ontstaan. Een archief wordt<br />

spontaan gevormd, zonder vooropgesteld doel, <strong>van</strong>uit de functies en taken <strong>van</strong> een persoon of<br />

instelling. Documentatie daarentegen wordt bewust verzameld; met het oog op een bepaald doel.<br />

Refererend naar de definitie <strong>van</strong> archief kan worden gesteld dat een documentaire verzameling niet<br />

naar zijn aard bestemd is om te berusten onder de persoon of de instelling <strong>die</strong> de stukken verzamelt 4 .<br />

Dit belangrijke onderscheid vereist ook een verschil in aanpak bij de behandeling en de ontsluiting.<br />

Archieven worden beschreven en geordend volgens hun functie, documenten naar de inhoud. Volgens<br />

J. Mertens is een inhoudelijke ontsluiting <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> uitgesloten. Daarom zal een archivaris <strong>van</strong> een<br />

archiefinstelling wanneer hij begint met de voorbereiding <strong>van</strong> een inventarisatie in eerste instantie<br />

steeds pogen om documentatie <strong>van</strong> het archief af te scheiden. <strong>Het</strong> betreft immers documenten <strong>die</strong><br />

vreemd zijn aan het archief en niet passen in de definitie <strong>van</strong> wat een archief is. Hoogstens kan<br />

geoordeeld worden dat bepaalde documentatie kan worden beschouwd als onontbeerlijk voor de<br />

raadpleging <strong>van</strong> een archief. Dergelijke gevallen doen zich bv. voor wanneer documentatie zeer nauw<br />

aansluit bij één <strong>van</strong> de functies <strong>van</strong> de archiefvormer. Dan kan worden besloten na de eigenlijke<br />

inventaris een lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie op te nemen 5 .<br />

3 Mertens, «Archief en documentatie», 298-300; Gauye, «Specificité et convergeances», 17-19; Dreese, «Archives and<br />

documentation», 53-54.<br />

4 Lexicon, 13-14.<br />

5 Dat betekent echter niet dat het zo eenvoudig is om in de praktijk steeds een scheidslijn te trekken tussen wat nu archief<br />

is en wat documentatie. Christine Van der Cruyssen toonde aan welke verschillende mogelijke oplossingen bestaan<br />

wanneer zich boeken in het archief bevinden : Van der Cruyssen, «Horen boeken thuis ?», 110-118.


INLEIDEND HOOFDSTUK D -<br />

Daar eindigen de problemen voor een archief<strong>die</strong>nst. Archief- en documentatiecentra<br />

daarentegen moeten beide soorten informatie, zeg maar, bewaren en ontsluiten. Dat zou in theorie<br />

willen zeggen dat beide soorten volgens geëigende wijzen zouden moeten worden ontsloten. De vraag<br />

is echter of een dergelijke oplossing voor conglomeraten <strong>van</strong> archief en documentatie zomaar mogelijk<br />

of zelfs wenselijk is. Boven<strong>die</strong>n behoort het tot de opdracht <strong>van</strong> een archief- en documentatiecentrum<br />

om bezoekers informatie te verschaffen of een instrumentarium aan te reiken waardoor ze hun weg<br />

kunnen vinden in de gegevens <strong>die</strong> binnen de instelling aanwezig zijn, ongeacht de vorm <strong>van</strong> het<br />

document of de drager <strong>die</strong> de gegevens bevat. Dat vraagt m.a.w. om een geïntegreerde ontsluiting,<br />

zodat de bezoeker niet elk type <strong>van</strong> documenten afzonderlijk of op een andere wijze moet gaan<br />

raadplegen. Dat impliceert dan weer dat op één of andere wijze een compromis moet worden gevonden<br />

in de ontsluiting, in de verschillende aanpak <strong>die</strong> archief en documentatie vereisen. Mag m.a.w. met het<br />

oog op een zo goed mogelijke ontsluiting en informering <strong>van</strong> de «klant» voorbij worden gegaan aan<br />

archivistische of documentalistische principes ? Of is het misschien mogelijk, zonder afbreuk te doen<br />

aan beide wetenschappen, toch een zo goed mogelijke <strong>die</strong>nstverlening te verschaffen.<br />

Om hierop een antwoord te vinden, besloten we even na te gaan hoe de zusterinstellingen <strong>van</strong><br />

het Liberaal Archief met deze problematiek omspringen 6 . In het ADVN maakt men onderscheid tussen<br />

grote en kleine schenkingen en losse stukken. De eerste groep wordt als geheel behandeld en<br />

opgeborgen, en via een inventaris ontsloten. Voor de kleinere schenkingen wordt opnieuw een<br />

onderscheid gemaakt tussen coherente en heterogene. Enkel de laatste categorie wijkt af <strong>van</strong> de aanpak<br />

<strong>van</strong> grote schenkingen. Deze stukken worden in een inventaris - wellicht slaat dit op een soort <strong>van</strong><br />

plaatsingslijst - beschreven en worden naderhand volgens een meer logisch systeem geclasseerd. Elk<br />

stuk wordt om <strong>die</strong> reden voorzien <strong>van</strong> het «stortingsnummer» en vervolgens in thematische mappen<br />

ondergebracht. Losse stukken worden rechtstreeks in een systeem ingepast dat opgebouwd is rond het<br />

thema nationalisme op basis <strong>van</strong> een decimale indeling. <strong>Het</strong> Vlaams-Nationalistische archief- en<br />

documentatiecentrum neigt er m.a.w. toe meer belang te hechten aan de uiteindelijke informatie dan<br />

aan de samenhang <strong>die</strong> tussen documenten bestaat. Alhoewel duidelijke archiefbestanden in hun geheel<br />

worden behandeld en nergens een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen archief en<br />

documentatie. Dat verschil is volgens de auteur voor een instelling <strong>die</strong> zich met historisch materiaal<br />

bezighoudt trouwens weinig rele<strong>van</strong>t. De uiteenzetting toont anderzijds duidelijk aan dat nog geen<br />

welomschreven aanpak bestaat voor het behandelen <strong>van</strong> conglomeraten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, archiefjes en<br />

documentatie. Nergens wordt nauwkeurig omschreven wat als archief kan worden beschouwd; wat als<br />

documentatie moet worden afgesplitst en wat daarmee dan wel <strong>die</strong>nt te worden aange<strong>van</strong>gen. Evenmin<br />

wordt duidelijk gemaakt hoe <strong>die</strong> losse stukken op termijn eventueel kunnen worden ingepast in een<br />

archief.<br />

In het overzicht dat Michel Vermote <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> het AMSAB geeft, maakt hij een<br />

onderscheid tussen de beginjaren <strong>van</strong> deze instelling en de huidige situatie. In het verleden werd door<br />

mensen <strong>die</strong> uit de bibliotheeksector kwamen, gewerkt met een thematische ordening zodat<br />

archiefmateriaal mee werd opgenomen in documentaire verzamelingen. Vanaf 1982 - de eigenlijke start<br />

<strong>van</strong> het AMSAB - gooide men het roer radicaal om en werden de nieuwe aanwinsten per archiefvormer<br />

behandeld. Tegelijkertijd werd getracht de reeds bestaande documentaire collectie te ontmantelen. Op<br />

dit ogenblik wordt <strong>van</strong> elke schenking een «stortingslijst» opgemaakt waarin de stukken in grote lijnen<br />

worden beschreven. Naderhand kunnen stukken worden overgebracht naar verzamelingen, mits<br />

uitdrukkelijke vermelding op <strong>die</strong> stortingslijst. Anderzijds gebeurt het ook dat verzamelingen <strong>die</strong> bij een<br />

archief horen en voor de raadpleging er<strong>van</strong> rele<strong>van</strong>t zijn, in de archiefinventaris worden opgenomen.<br />

Schenkingen <strong>die</strong> louter uit documentatie bestaan worden daarentegen onmiddellijk verspreid over de<br />

bestaande verzamelingen. Een heel andere categorie bestaat echter uit conglomeraten <strong>van</strong> deel<strong>archieven</strong><br />

en documentatiemateriaal <strong>die</strong> vaak worden gevormd door politieke mandatarissen of secretarissen<br />

bijvoorbeeld. Hiermee wordt ons inziens de kern aangehaald <strong>van</strong> de problemen <strong>die</strong> karakteristiek zijn<br />

voor archief- en documentatiecentra en waar<strong>van</strong> het hier behandelde archieffonds een uitstekend<br />

voorbeeld vormt. Volgens de redenering <strong>van</strong> het AMSAB is de waarde <strong>van</strong> dit geheel minder groot dan<br />

<strong>die</strong> <strong>van</strong> een archief. Daarom mogen archiefstukken uit <strong>die</strong> collectie worden verwijderd en volgens het<br />

6 Zie voor KADOC : Kwanten, «Ontsluitingstechnieken», 317-318; voor AMSAB : Vermote, «Archief en documentatie»,<br />

321-324; voor ADVN : D'Haese, «Archief of documentatie», 325-328.


INLEIDEND HOOFDSTUK E -<br />

bestemmingsbeginsel overgebracht worden naar bekende <strong>archieven</strong>. Voor de stukken <strong>die</strong> niet tot één<br />

<strong>van</strong> de gekende <strong>archieven</strong> behoren, maar toch als archiefstuk kunnen worden bestempeld, wordt beroep<br />

gedaan op het zogenaamde «los archief» waarin al <strong>die</strong> stukken worden verzameld. De aanpak <strong>van</strong> de<br />

socialistische tegenhanger lijkt meer aandacht en zorg te besteden aan de archivistische principes. Aan<br />

de andere kant worden collecties documentatie gevormd volgens eigen regels. Deze instelling heeft ook<br />

een voorlopige oplossing gevonden voor het probleem <strong>van</strong> de losse archiefstukken; stukken m.a.w.<br />

waar<strong>van</strong> de oorspronkelijke band met de andere archiefstukken geheel of gedeeltelijk teniet is gegaan.<br />

<strong>Het</strong> KADOC tot slot maakt een duidelijk onderscheid in de aanpak <strong>van</strong> archief en documentatie,<br />

wat tot uiting komt in de wijze <strong>van</strong> ontsluiting. Archief wordt formeel, documentatie inhoudelijk<br />

ontsloten. De tegenstelling <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het gevolg is poogt men weg te werken door gebruik te maken<br />

<strong>van</strong> de computer. In het KADOC heeft men er dus voor gekozen om beide vormen <strong>van</strong> informatie op de<br />

hun geëigende wijze te behandelen en tegelijkertijd toch de nadelen daar<strong>van</strong> in de vorm <strong>van</strong> de<br />

moeilijker consulteerbaarheid <strong>van</strong> archief te trachten te omzeilen. Eenzelfde optie is recent genomen in<br />

het Navorsings- en Stu<strong>die</strong>centrum voor de Geschiedenis <strong>van</strong> de Tweede Wereldoorlog. Daar poogt men naast de<br />

klassieke ontsluitingsmiddelen als inventarissen, repertoria en catalogi een overkoepelend zoeksysteem<br />

<strong>van</strong> trefwoorden aan te bieden waarmee zowel archief, bibliotheek als documentaire verzamelingen zijn<br />

ontsloten of dat in de toekomst althans zouden moeten zijn.<br />

Voorlopig kunnen we de conclusie trekken dat de meeste archief- en documentatiecentra zoveel<br />

mogelijk de regels <strong>van</strong> zowel archivistiek als documentalisme na willen leven. Dat neemt echter niet<br />

weg dat zij pogingen blijven ondernemen om te komen tot een betere ontsluiting <strong>van</strong> het materiaal<br />

<strong>van</strong>uit documentair oogpunt. Anderzijds blijkt dat de conglomeraten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie<br />

een specifieke bezorgdheid uitmaken <strong>van</strong> deze centra.<br />

Een kwestie <strong>die</strong> - voor zover ons bekend althans - in de literatuur niet of nauwelijks aan bod<br />

komt heeft betrekking op de toeleveraars <strong>van</strong> de genoemde centra. Sinds de jaren tachtig bezit in België<br />

elke zuil haar eigen archief- en documentatiecentrum. Voor de toelevering <strong>van</strong> materiaal zijn deze<br />

instellingen sterk gebonden aan de <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> tot <strong>die</strong> zuil behoren. Slechts wat de <strong>verenigingen</strong><br />

willen afstaan, kan worden bewaard en ontsloten. Aan de andere kant staan vele <strong>verenigingen</strong> zeer<br />

recent materiaal af, dat - voor wat het archiefmateriaal aangaat - vaak nog (semi)-dynamisch kan<br />

worden genoemd. Dat houdt in dat veel <strong>van</strong> het afgestane materiaal te allen tijde door de schenkende<br />

persoon of instelling kan worden opgevraagd. De zuilgebonden archief- en documentatiecentra staan<br />

dus in een speciale relatie tot de toeleveraars <strong>die</strong> immers geen verplichting tot neerlegging hebben. <strong>Het</strong><br />

is dan ook nodig voor de zuilgebonden centra om hun geloofwaardigheid op te bouwen door het<br />

verzekeren <strong>van</strong> de privacy of de uitbouw <strong>van</strong> een goede <strong>die</strong>nstverlening naar de achterban toe. Die<br />

<strong>die</strong>nstverlening kan bv. inhouden dat informatie <strong>die</strong> zich in het afgestane materiaal bevindt snel en<br />

efficiënt naar de schenker kan worden doorgespeeld, in<strong>die</strong>n daar vraag naar is. Anderzijds is het echter<br />

zo dat zeer veel <strong>verenigingen</strong> al hun materiaal, tot het recentste toe, afstaan en zodoende over geen<br />

eigen archief of documentatiebestand meer beschikken. Dat verhoogt hun afhankelijkheid tegenover het<br />

archief- en documentatiecentrum. Eén en ander heeft zijn gevolgen op de bewaartermijnen en op de<br />

politiek <strong>van</strong> vernietiging en selectie. Zolang bepaalde zaken kunnen worden opgevraagd zal selectie<br />

moeten worden uitgesteld. <strong>Het</strong>zelfde probleem stelt zich overigens voor tijdschriften en andere<br />

documentatie. Wanneer een bepaald tijdschriftnummer bv. <strong>die</strong>nt geraadpleegd, zal beroep moeten<br />

worden gedaan op het centrum. Ook dan kan niet zomaar materiaal worden vernietigd 7 . We komen op<br />

deze problematiek echter terug wanneer we het hebben over partijarchief en wetgeving. Eerst<br />

behandelen we nog de bijzondere problemen <strong>die</strong> aan de inventarisator bij het ordenen <strong>van</strong> partijarchief<br />

worden gesteld.<br />

1.2. Welke specifieke problemen stelt partijarchief ?<br />

1.2.1. STATUS QUAESTIONIS<br />

7 Dat is trouwens de reden waarom in het behandelde archieffonds geen selectie plaatsvond. In deel 3 zal daarom worden<br />

aangegeven welke stukken voor vernietiging in aanmerking zouden kunnen komen.


INLEIDEND HOOFDSTUK F -<br />

Zonder overdrijven kan worden gesteld dat de archivistiek in het kader <strong>van</strong> verenigingsarchief, maar<br />

vooral op het vlak <strong>van</strong> partijarchief in het bijzonder nog in zijn kinderschoenen staat. Voor wat de<br />

Belgische literatuur betreft, moet in dat geval zelfs <strong>van</strong> een eufemisme gewag worden gemaakt. <strong>Het</strong><br />

raadplegen <strong>van</strong> diverse handboeken, tijdschriften en bibliografieën leverde slechts enkele artikels op <strong>die</strong><br />

het hebben over politieke partij<strong>archieven</strong> 8 . De belangrijkste oorzaak hiervoor moet ons inziens worden<br />

gezocht in de definitie <strong>van</strong> de term archief <strong>die</strong> de Nederlandse archivarissen Müller, Feith en Fruin rond<br />

de vorige eeuwwisseling hanteerden en <strong>die</strong> tot <strong>die</strong>p in de twintigste eeuw gevolgd werd 9 . Voor hen<br />

bleef archief beperkt tot <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong> door functionarissen in het kader <strong>van</strong> hun openbare functie<br />

werden gevormd. Hun opvattingen genoten internationale erkenning en hielden dan ook lang stand.<br />

Pas tijdens de laatste decennia kwam hierin enige verandering. De definities werden volgens de huidige<br />

wetenschappelijke tendensen bijgeschaafd en gemoderniseerd zodat nu ook personen en <strong>verenigingen</strong><br />

als archiefvormers kunnen worden beschouwd. Volgens het Lexicon <strong>van</strong> Nederlandse Archieftermen uit<br />

1982 is een archief «het geheel <strong>van</strong> archiefbescheiden, ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt door een instelling,<br />

persoon of groep personen». Als archiefbescheiden werden beschouwd «al <strong>die</strong> bescheiden <strong>die</strong> ongeacht<br />

hun vorm, naar hun aard bestemd zijn om te berusten onder de instelling, persoon of groep personen<br />

<strong>die</strong> deze heeft ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt uit hoofd <strong>van</strong> zijn/haar activiteiten of vervulling <strong>van</strong> zijn/haar<br />

taken». In de bijhorende commentaar werd uitgelegd dat deze aanpassingen nodig waren om aan te<br />

geven dat niet alleen rechts- en natuurlijke personen, maar ook groepen <strong>van</strong> natuurlijke personen<br />

archief vormen en om ook bedrijfs-, persoonlijk en verenigingsarchief in de definitie <strong>van</strong> archief te laten<br />

passen 10 .<br />

Deze nieuwe inzichten leidden vooralsnog allerminst tot een boom <strong>van</strong> de wetenschappelijke<br />

literatuur in verband met de nieuw veroverde archiefterritoria. Voorlopig blijft de klassieke archivistiek<br />

- <strong>die</strong> in de eerste plaats overheidsarchief betreft - de boventoon voeren. Slechts mondjesmaat verschijnen<br />

geleidelijk aan enkele artikels over verenigings- en bedrijfs<strong>archieven</strong>. Bijdragen over partij<strong>archieven</strong><br />

blinken het meest uit in afwezigheid. De weinige artikels <strong>die</strong> wel voorkomen beperken zich<br />

hoofdzakelijk tot het opsommen <strong>van</strong> de archiefbewaarplaatsen waarin zich <strong>archieven</strong> en andere<br />

informatie bevinden <strong>die</strong> betrekking hebben op politieke partijen en hun aanverwante organisaties,<br />

zonder daarbij in te gaan op archivistische probleemstellingen. Een mooi voorbeeld daar<strong>van</strong> was te<br />

vinden in het tijdschrift Archief- en Bibliotheekwezen in België dat een themanummer wijdde aan<br />

partijarchief. In elke bijdrage werd de toestand in één bepaald land beschreven. Zo werd in de bijdrage<br />

over België door P. Van den Eeckhout per archief<strong>die</strong>nst aangegeven wat de belangrijkste <strong>archieven</strong> zijn<br />

waarover men beschikt. Daarnaast werd ook aangegeven wat daar<strong>van</strong> via plaatsingslijsten of<br />

inventarissen werd ontsloten. Dat maakte meteen duidelijk dat op het einde <strong>van</strong> de jaren tachtig<br />

nagenoeg geen <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> politieke partijen waren ontsloten. Dat staat vaak in schril contrast met de<br />

inventarisatie <strong>van</strong> bv. persoonlijke <strong>archieven</strong>.<br />

De situatie in Nederland en vele andere buurlanden is overigens niet veel rooskleuriger. Gerrit<br />

Voerman gaf in een artikel een degelijk overzicht <strong>van</strong> de in Nederland gepubliceerde inventarissen <strong>van</strong><br />

partijarchief. Maar wat meer is; ze werden eveneens op hun waarde beoordeeld. Als eerste conclusie<br />

kan dus worden gesteld dat tot nog toe geen theoretische artikels omtrent partijarchief verschenen.<br />

Duitsland is de spreekwoordelijke uitzondering <strong>die</strong> de regel bevestigt. Daar bestaat immers een<br />

werkgroep <strong>die</strong> regelmatig vergadert en zich uitsluitend met deze groep <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> bezighoudt 11 . De<br />

Mitteilungen <strong>die</strong> door <strong>die</strong> werkgroep worden gepubliceerd konden echter niet worden geraadpleegd.<br />

Een laatste indicatie voor de stiefmoederlijke behandeling <strong>van</strong> partijarchief werd geboden door een<br />

bibliografie <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Rombout Nijssen, medewerker <strong>van</strong> het Rijksarchief 12 . Eén <strong>van</strong> de<br />

rubrieken waarin de handboeken werden onderverdeeld, betroffen bijzondere <strong>archieven</strong>. Vooral de<br />

8 Die algemene werken en tijdschriften staan vermeld in de bibliografie.<br />

9 Müller, Feith en Fruin, Handleiding, 1.<br />

10 Lexicon, 13.<br />

11 <strong>Het</strong> betreft Fachgruppe 6; Archivare an Archiven der Politischen Parteien, Stiftungen und Verbände.<br />

12 Nijssen, Handboeken archiefbeheer, 137-161.


INLEIDEND HOOFDSTUK G -<br />

klassieke <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> overheids- en kerkelijke instellingen kwamen ruim aan bod. Daarnaast werd<br />

ook al behoorlijk wat ruimte vrijgemaakt voor bedrijfsarchief en in minderde mate voor <strong>archieven</strong> <strong>van</strong><br />

medische en onderwijsinstellingen en <strong>van</strong> personen en families. Van verenigingsarchief in het algemeen<br />

of partijarchief in het bijzonder werd echter met geen woord gerept.<br />

Zoals gezegd bleek uit de literatuur de beperktheid <strong>van</strong> het aantal inventarissen met betrekking<br />

tot de groepen nieuwe archiefvormers. Men hoeft er bv. slechts Nieuws <strong>van</strong> Archieven op na te slaan om<br />

dit te verifiëren. Geen 10 % <strong>van</strong> de in Nederland gepubliceerde inventarissen blijkt niet-overheids<strong>archieven</strong><br />

te betreffen. De oorzaak hiervoor valt niet ver te zoeken. De meeste archivarissen zijn - vooral in<br />

ons land - nog steeds tewerkgesteld in archiefinstellingen <strong>die</strong> afhangen <strong>van</strong> één of andere overheid en<br />

worden dus vooral met dat soort <strong>archieven</strong> geconfronteerd. In het Belgisch Rijksarchief kunnen wel<br />

andere <strong>archieven</strong> worden gedeponeerd, maar deze instelling voert daaromtrent - onder meer om<br />

financiële redenen - geen actieve acquisitiepolitiek, eerder integendeel. Toch bevinden zich onder de<br />

collecties <strong>van</strong> het Rijksarchief vrij veel bedrijfs<strong>archieven</strong>. Dit verklaart wellicht waarom rond <strong>die</strong> vorm<br />

<strong>van</strong> archief de laatste tijd wel enig werk werd verricht, net zoals dat voor <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> kerkelijke<br />

instellingen trouwens het geval is. Toch mag worden gesteld dat, gezien de grote verscheidenheid<br />

binnen de verenigings<strong>archieven</strong>, deze sector nog steeds goeddeels ondervertegenwoordigd is. Zoals<br />

reeds gezegd, zijn de meeste archivarissen niet alleen tewerkgesteld in de openbare sector, maar zijn ze<br />

boven<strong>die</strong>n precies vooral geschoold in of vertrouwd met overheidsarchief.<br />

Zoals uit het artikel <strong>van</strong> Gerrit Voerman kon worden geconcludeerd, werd gedurende het<br />

laatste decennium in Nederland toch een poging ondernomen het wegwerken <strong>van</strong> de achterstand aan te<br />

vatten. Sinds<strong>die</strong>n publiceerde o.a. het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) verschillende<br />

inventarissen <strong>van</strong> 20ste-eeuws partijarchief. In ons land is men nog lang zover niet, al komen ook hier<br />

geleidelijk aan meer inventarissen <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> uit. Deze evolutie is grotendeels te wijten aan het<br />

ontstaan <strong>van</strong> private, veelal gesubsi<strong>die</strong>erde, archief- en documentatiecentra. In de eerste helft <strong>van</strong> de<br />

jaren tachtig kende Vlaanderen de oprichting <strong>van</strong> achtereenvolgens KADOC, AMSAB, Liberaal Archief en<br />

ADVN; m.a.w. elke zuil haar archief. Toch publiceerden deze instellingen tot op heden zeer weinig<br />

inventarissen, laat staan dat <strong>die</strong> instellingen aan de basis lagen <strong>van</strong> wetenschappelijke vernieuwingen<br />

inzake de <strong>archieven</strong> waarmee juist zij worden geconfronteerd. De oorzaak daar<strong>van</strong> ligt zeker niet in het<br />

disfunctioneel zijn <strong>van</strong> deze instellingen. Integendeel, zelfs. In een mum <strong>van</strong> tijd werd een organisatie<br />

opgezet <strong>die</strong> zoveel mogelijk materiaal dat voorgoed verloren dreigde te gaan, trachtte te recupereren. In<br />

een eerste stadium ging <strong>van</strong>zelfsprekend vooral daarnaar aandacht uit. Langzamerhand verbeterde de<br />

behuizing, groeide het personeelsbestand en verminderde de toevloed <strong>van</strong> materiaal enigszins, zodat<br />

aan de verwerking er<strong>van</strong> kon worden gedacht. Uiteraard duurde het even vooraleer de archivarissen -<br />

<strong>die</strong> zich uiteindelijk op nieuw terrein begaven - zich een geëigende methode aanmaten om het<br />

voorhanden materiaal aan te pakken 13 . <strong>Het</strong> is dus niet verwonderlijk dat enige tijd voorbijging<br />

vooraleer volop <strong>archieven</strong> werden ontsloten. Langzamerhand gaven deze centra - met het KADOC op<br />

kop - inventarissen uit. <strong>Het</strong> aantal bleef echter beperkt, vermits deze centra over het algemeen de<br />

voorkeur gaven en geven aan een snelle verwerking en ontsluiting aan de hand <strong>van</strong> zogeheten<br />

stortings- of schenkingslijsten. De weinige inventarissen waren in eerste instantie voornamelijk gewijd<br />

aan <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> belangrijke politieke of andere zuilgebonden figuren. In een later stadium volgden<br />

<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> jeugdbewegingen, vakbonden en andere <strong>verenigingen</strong>. Echt plaatselijke <strong>verenigingen</strong> en<br />

politieke partijen echter kwamen tot nu toe nauwelijks of niet aan de bak. Enkel door het AMSAB werd<br />

vrij recent overgegaan tot de inventarisatie <strong>van</strong> een partijarchieffonds uit het arrondissement Veurne-<br />

Oostende-Diksmuide. Van een echte wetenschappelijke inventaris met een goed uitgewerkte inleiding is<br />

echter geen sprake, zodat men de kans liet liggen om de basis te leggen voor de uitbouw <strong>van</strong> de<br />

archiefwetenschap inzake partijarchief. Bij de katholieke tegenhanger vonden we enkel en alleen een<br />

plaatsingslijst betreffende de CVP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Van een inleiding is hier überhaupt<br />

geen sprake.<br />

Als slotsom kan dus worden gesteld dat - met uitzondering <strong>van</strong> het Duitse taalgebied en met<br />

eveneens enige reserve ten opzichte <strong>van</strong> Nederland - de archivistiek met betrekking tot politieke partijen<br />

13 Over de specifieke problemen <strong>van</strong> deze centra in het kader <strong>van</strong> de tegenstelling archief en documentatie handelden we<br />

reeds uitvoerig op pagina’s 11-13.


INLEIDEND HOOFDSTUK H -<br />

nog een goeddeels braakliggend terrein vormt. Enigszins anders is het gesteld met verenigingsarchief in<br />

het algemeen. In 1993 bv. kwam een vulgariserende gids uit 14 . <strong>Het</strong> werk is toegespitst op particulieren<br />

en <strong>verenigingen</strong> en wil een handleiding bieden voor het beheer <strong>van</strong> vooral dynamisch archief. <strong>Het</strong> kan<br />

ook voor ons <strong>van</strong> nut zijn, maar heeft als belangrijkste nadeel uit het Franse taalgebied te komen, waarin<br />

een enigszins afwijkende archiefvisie naar voren wordt gebracht.<br />

1.2.2. DE INVENTARISSEN I.V.M. PARTIJARCHIEVEN<br />

Hoe kan de inventarisatie <strong>van</strong> een archief nu het best worden aangepakt ? Welke wijze <strong>van</strong> ordening<br />

ver<strong>die</strong>nt in zulke gevallen de voorkeur ? En op welke wijze kan lering worden getrokken uit de<br />

bestaande inventarissen <strong>van</strong> partijarchief waarover wij konden beschikken ? 15 Deze vragen vertrekken<br />

trouwens <strong>van</strong>uit de idee dat gelijkaardige archiefvormers een gelijkaardig archief moeten hebben en dat<br />

gelijksoortige <strong>archieven</strong> op een gelijkaardige manier <strong>die</strong>nen geïnventariseerd, niettegenstaande de<br />

uniciteit <strong>van</strong> elk archief waarmee uiteraard rekening moet worden gehouden 16 .<br />

<strong>Het</strong> bestuderen <strong>van</strong> de schaarse inventarissen <strong>van</strong> partij<strong>archieven</strong> bracht ons net als de<br />

literatuur niet veel verder. De KADOC-plaatsingslijst betreffende de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de Vereenigde<br />

Katholieken <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen en <strong>van</strong> haar na-oorlogse opvolger - de CVParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen - bevatte zoals gezegd geen inleiding. Voor beide archiefvormers<br />

werd een gelijkaardig archiefschema uitgewerkt, maar zonder een verantwoording kan daaruit niet veel<br />

worden afgeleid. Duidelijk is alleszins dat geopteerd werd voor een ordening <strong>die</strong> het midden houdt<br />

tussen functioneel en thematisch. De AMSAB-inventaris omvatte feitelijk drie <strong>archieven</strong>, met name <strong>van</strong><br />

de BSP-arrondissementsfederatie Veurne-Oostende-Diksmuide, de BWP/BSP-afdeling Oostende en het<br />

persoonlijk archief <strong>van</strong> Roger De Kinder. Slechts de twee eerste archiefvormers interesseren ons voor<br />

zover het de ordening betreft. Alleen de inventaris <strong>van</strong> de federatie was echter uitgebreid genoeg om<br />

<strong>van</strong> een uitgesproken archiefschema te kunnen gewagen. De drie archiefafdelingen zijn Bestuur;<br />

Organisatie en Administratie; en Externe Contacten. Volgens de inleiding baseerde men zich hiervoor<br />

op een ordening naar functie. De verantwoording besloeg echter slechts twee regels, wat uiteraard<br />

onvoldoende is om over de waarde er<strong>van</strong> een gefundeerde uitspraak te kunnen doen. De indeling <strong>van</strong><br />

de inventaris zelf was overigens eerder beperkt omwille <strong>van</strong> de wanverhouding tussen briefwisseling<br />

en het overige materiaal. <strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling had dan weer vooral betrekking op de<br />

verkiezingen. Opvallend hierbij was echter wel dat geen onderscheid werd gemaakt tussen het archief<br />

<strong>van</strong> de BWP- en <strong>van</strong> de BSP-afdeling.<br />

In de inleiding <strong>van</strong> de Nederlandse inventaris tot slot, werd gesteld dat de ordening gebeurde<br />

volgens het pertinentiebeginsel. Onafgezien <strong>van</strong> de onnauwkeurigheden en onjuistheden <strong>van</strong> de oude<br />

orde <strong>die</strong> zich baseerde op een rangschikking naar inhoud, werd toch besloten <strong>die</strong> als uitgangspunt te<br />

nemen. <strong>Het</strong> uiteindelijke archiefschema, zoals dat in de inhoudsopgave tot uiting kwam, hanteerde<br />

duidelijk een ordening naar functie. Vermits hier echter vooral beroep werd gedaan op de originele<br />

ordening, mogen daaruit geen verregaande conclusies worden getrokken met het oog op een theoretisch<br />

archiefschema voor partijarchief. Toch kunnen twee gevolgtrekkingen worden gemaakt. Ten eerste zijn<br />

al deze inventarissen min of meer functioneel opgesteld, ten tweede wordt een geleding <strong>van</strong> een partij<br />

steeds beschouwd als de archiefvormer, als de eenheid.<br />

Om <strong>die</strong> tweede vaststelling nader te onderbouwen gingen we te rade bij Herman Coppens en<br />

zijn definitie voor de term archiefvormer : «een zelfstandig handelend orgaan, persoon of groep<br />

personen <strong>die</strong> archiefbescheiden ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt, verzameld en bewaard heeft voor hun<br />

overbrenging naar een archiefbewaarplaats» 17 . Voor Gustaaf Janssens dan weer is hèt criterium het<br />

zelfstandig handelen <strong>van</strong> de archiefvormer 18 . Over het algemeen wordt vooral de beschikking over een<br />

14 Archives et documentation. Guide à l'usage des associations et des particuliers. Brussel, 1993.<br />

15 Hondius en Schrevel, Inventaris SDAP, V-XXVIII; Inventaris CVP Antwerpen; Vermote, BSP-federatie. Andere<br />

inventarissen uit Nederland hebben we niet kunnen raadplegen.<br />

16 Materné, «Inventarisatie <strong>van</strong> bedrijfs<strong>archieven</strong>», 89-91; Inventarisatie <strong>van</strong> lokale overheids<strong>archieven</strong>, 3.<br />

17 Coppens, Archiefterminologie, 16.<br />

18 Janssens, «Archiefvorming», 230.


INLEIDEND HOOFDSTUK - I<br />

afzonderlijk secretariaat als een duidelijk bewijs beschouwd voor het zelfstandig handelen. Dat betekent<br />

m.a.w. dat de Antwerpse partijgeledingen als afzonderlijke archiefvormers kunnen worden aanzien. Zij<br />

beschikten immers over een secretariaat dat te Antwerpen gelegen was; niet in Brussel zoals het<br />

nationale partijsecretariaat dus.<br />

Zeer recent werd door het AMSAB gestart met de uitgave <strong>van</strong> de reeks Werkinstrumenten. <strong>Het</strong><br />

eerste nummer daar<strong>van</strong> betrof de inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong><br />

België 19 . <strong>Het</strong> ging hier <strong>van</strong>zelfsprekend niet om partijarchief, maar alleszins wel om een nationale<br />

organisatie met een zeer <strong>die</strong>pgaande structuur, vermits onder meer afdelingen bestonden op plaatselijk<br />

of zelfs bedrijfsniveau. Die gelijkenis met partijarchief en het feit dat het evenzeer een archieffonds<br />

betrof, maakte deze inventaris <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Isabelle Crombé interessant in het kader <strong>van</strong> de kwestie<br />

<strong>van</strong> wat een archiefvormer is. Boven<strong>die</strong>n was de inventaris <strong>van</strong> een degelijke inleiding voorzien.<br />

Volgens <strong>die</strong> inleiding werd in eerste instantie een poging gedaan om het moederarchief (CMBnationaal)<br />

te ontdoen <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de plaatselijke en regionale <strong>archieven</strong>. Dat betekent m.a.w.<br />

dat er ook hier <strong>van</strong>uit werd gegaan dat de archiefvormers samenvielen met de geledingen.<br />

Als voorlopig besluit zou kunnen gelden dat voor partijarchief elke partijgeleding een<br />

afzonderlijk archief vormt en dat de archiefafdelingen <strong>van</strong> de inventaris worden opgebouwd volgens<br />

een functioneel model. Wanneer we dit nu vergelijken met de mening <strong>van</strong> Archiefbeheer in de praktijk<br />

over de behandeling <strong>van</strong> verenigingsarchief in het algemeen dan blijkt dat <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> veelal uit een<br />

veelheid <strong>van</strong> deel<strong>archieven</strong> bestaan, gevormd door commissies, directie en functionarissen 20 . De<br />

opbouw <strong>van</strong> de inventaris is dan veeleer gebaseerd op het organogram <strong>van</strong> de vereniging. Aan de<br />

andere kant stelde men vast dat dergelijke <strong>archieven</strong> zich meestal in een ongeordende staat bevinden<br />

zodat door de inventarisator zelf een ordeningsschema moet worden ontworpen 21 . Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />

reden en het feit dat zowel de wetenschappelijke literatuur als de praktijk in de vorm <strong>van</strong> inventarissen<br />

zelf geen bevredigend antwoord konden geven op de vraag op welke specifieke wijze met partijarchief<br />

zou moeten worden omgegaan, besluiten wij dan ook een model <strong>van</strong> archiefschema op te stellen dat in<br />

theorie voor alle partij<strong>archieven</strong> zou moeten kunnen gelden. Hierbij fungeert de stelling dat<br />

gelijkaardige archiefvormers, gelijkaardige <strong>archieven</strong> vormen als uitgangspunt.<br />

1.2.3. UITWERKING VAN EEN MODEL VAN ARCHIEFSCHEMA VOOR DE INVENTARISATIE VAN EEN<br />

PARTIJARCHIEF<br />

We opteren dus voor de uitwerking <strong>van</strong> een theoretisch model dat uitgaat <strong>van</strong> een ordening naar<br />

functies. Bij zo'n model lijkt het ons het meest opportuun om de verschillende functies <strong>van</strong> een<br />

partij(geleding) te rangschikken <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder. Om dat te kunnen realiseren moet men<br />

echter een duidelijk zicht krijgen op de mogelijk functies <strong>die</strong> voor zo'n partij gemeenschappelijk zijn,<br />

maar vooral wat het eigenlijke, ultieme doel is. Om <strong>die</strong> laatste vraag te beantwoorden konden we een<br />

beroep doen op de definities <strong>die</strong> in de literatuur terzake bestaan. Volgens het Politiek zakboekje kan een<br />

politieke partij worden omschreven «als een georganiseerde vereniging <strong>van</strong> mensen <strong>die</strong> én individueel<br />

én gezamenlijk optreden ter bevordering <strong>van</strong> het nationaal, een regionaal of een groepsbelang zoals zij<br />

dit zien in het licht <strong>van</strong> een aantal beginselen. Eens deze beginselen doorgedacht in de bestaande<br />

maatschappelijke-sociale structuren, ontstaan de programma's en wordt naar mogelijkheden, middelen<br />

en manieren gezocht om ze te realiseren» 22 . Els Witte definieerde partij <strong>van</strong>uit de twee componenten<br />

ideologie en machtsuitoefening 23 . Volgens haar zijn partijen «<strong>verenigingen</strong>, op vrijwillige basis<br />

gevormd, <strong>die</strong> uit leden met nagenoeg dezelfde politieke overtuiging bestaan; hun aanhangers<br />

herkennen in hen de spreekbuis <strong>van</strong> hun ideeën, zodat de partij steeds meer is dan de som <strong>van</strong> de<br />

19 Crombé, Inventaris CMB, 31.<br />

20 Archiefbeheer, 4510/40.<br />

21 Archiefbeheer, 4510/26-28.<br />

22 Ysebaert, Politicograaf, 265.<br />

23 Witte, Politiek en democratie, 155.


INLEIDEND HOOFDSTUK - J<br />

individuele leden, gezien ze de ideologische stroming belichaamt en de politieke wil <strong>van</strong> de aanhangers<br />

naar buiten brengt. Om als een coherent geheel te kunnen opereren, staat de burger zijn individueel<br />

recht tot participatie zelfs gedeeltelijk aan de partij af». De tweede component - machtsuitoefening - is<br />

met het oog op een archiefschema <strong>van</strong> groter belang, gezien veel meer de doelstelling of eigenlijke<br />

functie aan bod komt : «de doelstelling <strong>van</strong> elke partij bestaat erin politieke macht te verkrijgen (binnen<br />

de instellingen <strong>van</strong> het parlementaire bestel), ten einde te kunnen deelnemen aan de besluitvorming.<br />

Daartoe is de partij erop uit zoveel mogelijk kiezers bij de groepering te betrekken en deze te<br />

mobiliseren tijdens de verkiezingen». Wil een algemene definitie accuraat zijn dan lijkt de formulering<br />

<strong>die</strong> wij tussen haakjes plaatsten niet geheel correct. Partijen kunnen in principe immers evenzeer<br />

functioneren in minder of ondemocratische omstandigheden, desnoods illegaal. Aan de doeleinden zelf<br />

zal in <strong>die</strong> omstandigheden echter niets veranderen. Boven<strong>die</strong>n lijkt het ons zo te zijn dat binnen een<br />

democratisch bestel nog op andere wijzen invloed kan worden uitgeoefend dan alleen via <strong>die</strong><br />

parlementaire instellingen.<br />

We kunnen <strong>die</strong> twee definities in het licht <strong>van</strong> de archivistiek dan ook enigszins herformuleren<br />

en samenvatten als volgt. Een politieke partij heeft als uiteindelijke doelstelling haar ideologie, op welke<br />

wijze ook, langs politieke weg in de praktijk om te zetten. Dit kan bv. door deel te nemen aan het beleid<br />

of door het uitoefenen <strong>van</strong> invloed en lobby-werk. De formulering «langs politieke weg» is <strong>van</strong> belang<br />

omdat daarin een politieke partij verschilt <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> en drukkingsgroepen. Vanuit de<br />

definitie wordt het ook mogelijk om alle andere functies en taken te ordenen in het licht <strong>van</strong> de<br />

uiteindelijke doelstelling; de verwezenlijking <strong>van</strong> haar ideologie.<br />

<strong>Het</strong> uiteindelijke doel <strong>van</strong> de partij is dus het in de praktijk omzetten <strong>van</strong> haar stellingen. Om<br />

dat doel te realiseren is het in een parlementair bestel nodig om druk uit te kunnen oefenen op het<br />

beleid. Dat kan gaan <strong>van</strong> het verspreiden en kenbaar maken <strong>van</strong> de eigen stellingen, via sociaal<br />

<strong>die</strong>nstbetoon of via parlementaire en andere vertegenwoordigers in overheidsinstellingen, tot deelname<br />

aan een regering. De laatste twee kunnen slechts worden bereikt door deelname met succes aan<br />

verkiezingen <strong>die</strong> binnen de partij <strong>die</strong>nen voorbereid.<br />

Een goed resultaat bij de verkiezingen is slechts mogelijk dankzij een goed uitgebouwde<br />

partijstructuur, een goed werkende ledenwerving en een sterke propaganda. Dat betekent onder meer<br />

dat binnen de partij gezorgd moet worden voor een hechte band tussen de leden via allerhande<br />

activiteiten en een goede interne doorstroming <strong>van</strong> de beslissingen en opties <strong>die</strong> door de partijtop<br />

worden genomen. Die doelstellingen zijn op hun beurt slechts mogelijk via een secretariaat dat voor<br />

voldoende administratieve ondersteuning moet zorgen en een leiding <strong>die</strong> kan besturen op basis <strong>van</strong> een<br />

gezonde financiële situatie.<br />

In heel dit proces moeten de lagere partijgeledingen worden gezien als de schakels <strong>die</strong> dezelfde<br />

doelstellingen in de praktijk moeten trachten te brengen binnen hun ressort. Dat impliceert dat de relatie<br />

met de andere geledingen moet worden gezien in functie <strong>van</strong> de doorstroming <strong>van</strong> informatie binnen<br />

de partij.<br />

Voor wat het archiefschema betreft kunnen we de verschillende functies of doelstellingen <strong>van</strong><br />

de partij in drie groepen onderverdelen : de administratieve functies, de interne functies en de externe<br />

functies. Wat de eerste groep betreft, daaronder verstaan we in eerste instantie de financiële<br />

administratie, maar daarnaast kunnen ook vele andere ondersteunende activiteiten zoals beheer <strong>van</strong><br />

archief of ledenbestand bv. aan bod komen.<br />

Met interne functies bedoelen we <strong>die</strong> functies <strong>die</strong> betrekking hebben op de interne werking <strong>van</strong><br />

de partij en/of de leden betreffen. De relaties tussen de verschillende geledingen, het informeren <strong>van</strong> de<br />

leden, allerhande ledenactiviteiten, de organisatie <strong>van</strong> de beweging en zo meer passen in <strong>die</strong><br />

omschrijving.<br />

De externe functies tot slot slaan veeleer op de werking <strong>die</strong> de partij(geleding) naar de<br />

bevolking in zijn geheel toe tentoon spreidt. We denken hierbij aan sociaal <strong>die</strong>nstbetoon, voorbereiding<br />

en evaluatie <strong>van</strong> verkiezingen, persconferenties, propagandacampagnes, kiezen <strong>van</strong> vertegenwoordigers<br />

in overheidsinstellingen,...<br />

Al deze functies brengen stukken <strong>van</strong> bijzondere aard voort. Daarnaast worden echter ook nog<br />

een aantal stukken gevormd <strong>die</strong> niet in <strong>die</strong> functionele indeling passen vermits ze op meerdere functies<br />

slaan. Elke partijgeleding beschikt namelijk over een eigen bestuur dat allerlei beslissingen neemt <strong>die</strong>


INLEIDEND HOOFDSTUK K -<br />

worden geboekstaafd in notulen. Vermits <strong>die</strong> beslissingen allerhande onderwerpen kunnen betreffen<br />

zijn ze <strong>van</strong> algemene aard. <strong>Het</strong>zelfde moet worden gezegd <strong>van</strong> congresdocumenten, statuten en<br />

reglementen. Die hebben over het algemeen betrekking op de partijwerking in haar geheel. Aan de<br />

andere kant zijn precies deze documenten de basis waarop de partij haar daden steunt en waarnaar ze<br />

steeds weer moet en kan refereren. Deze stukken kunnen m.a.w. alleen maar vooraan in het<br />

archiefschema worden opgenomen.<br />

Deze vaststellingen leiden ons tot het volgende voorlopige archiefschema dat aan een toetsing<br />

zal worden onderworpen bij de behandeling <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen, LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en PVV-Stad Antwerpen in deel 2, waarna het in het<br />

laatste deel kan worden bijgesteld.<br />

BIJLAGE 1 : Theoretisch model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />

I. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

A. Stukken <strong>van</strong> regelgevende aard<br />

B. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

II. Stukken betreffende de administratie<br />

C. Stukken betreffende de financiën<br />

D. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

III. Stukken betreffende de interne werking<br />

E. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen en relaties met andere<br />

partijgeledingen<br />

F. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> de partijstructuur en ledenwerving<br />

G. Stukken betreffende ledenactiviteiten<br />

H. Stukken betreffende de informatievoorziening en het ledenblad<br />

IV. Stukken betreffende de externe werking<br />

I. Stukken betreffende het bekendmaken <strong>van</strong> de politieke standpunten<br />

J. Stukken betreffende de verkiezingen<br />

K. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

L. Stukken betreffende de deelname aan het beleid<br />

Binnen de vier archiefafdelingen worden de onderdelen zoveel mogelijk <strong>van</strong> algemeen naar<br />

bijzonder gerangschikt. Dat betekent onder meer dat in afdeling 3 de informatievoorziening helemaal<br />

achteraan komt, vermits <strong>die</strong> al veel meer op de uiteindelijke doelstelling gericht is dan bv. de<br />

ledenactiviteiten. Partijstructuur en ledenwerving worden in één onderdeel vervat, vermits beide taken<br />

voortkomen <strong>van</strong>uit de bezorgdheid een goede machtsbasis uit te bouwen waarop voor de realisatie <strong>van</strong><br />

de doelstellingen kan worden gebouwd. Anderzijds wordt er in de vierde en laatste afdeling voor<br />

geopteerd om sociaal <strong>die</strong>nstbetoon te plaatsen na de verkiezingen, vermits <strong>die</strong> taak voornamelijk door<br />

verkozen mandatarissen wordt uitgeoefend. Dit model <strong>van</strong> archiefschema is natuurlijk aan wijzigingen<br />

onderhevig, gezien steeds rekening zal moeten worden gehouden met de bestaande archiefordening en<br />

de specifieke taakstelling <strong>van</strong> elke partij(geleding). Zo is het bv. mogelijk dat bepaalde partijgeledingen -<br />

zoals de arrondissementsfederaties bv. - op hun niveau niet of nauwelijks aan het beleid kunnen<br />

deelnemen. De overheidsinstellingen zijn op het arrondissementele niveau immers quasi onbestaande.<br />

Dat doet uiteraard niets af aan de vaststelling dat <strong>die</strong> deelname aan het beleid één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

hefbomen is in functie <strong>van</strong> de realisatie <strong>van</strong> de partijideologie.<br />

In de bestaande archiefschema's worden vaak archiefafdelingen of onderdelen daar<strong>van</strong> gewijd<br />

aan externe relaties. Dit is hier niet het geval omdat we er<strong>van</strong> uitgaan dat <strong>die</strong> relaties steeds in te passen<br />

zijn binnen één <strong>van</strong> de genoemde taakstellingen. Of deze veronderstelling opgaat, zal moeten blijken uit<br />

de confrontatie <strong>van</strong> dit archiefschema met de praktische inventarisatie in deel 2.


1.3. Partijarchief en wetgeving<br />

INLEIDEND HOOFDSTUK L -<br />

Bij de behandeling <strong>van</strong> de problematiek inzake archief versus documentatie werd naar aanleiding <strong>van</strong><br />

de uitweiding over de archief- en documentatiecentra al even ingegaan op selectie en vernietiging. Twee<br />

onderwerpen <strong>die</strong> hier - naast andere - aan de orde zijn in het kader <strong>van</strong> het schrijnende gebrek aan<br />

wetgeving waardoor partijarchief wordt gekenmerkt. Dat gebrek komt al tot uiting in de vigerende<br />

archiefwet en het bijhorende KB <strong>die</strong> feitelijk enkel belangstelling hebben voor de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de<br />

overheid 24 . Persoonlijk en verenigingsarchief komen slechts terloops aan bod. Aan de andere kant zijn<br />

vele <strong>verenigingen</strong> in hun activiteiten gebonden door tal <strong>van</strong> wetten, richtlijnen en regels. Dat geldt bv.<br />

voor culturele <strong>verenigingen</strong> via de uitgebreide cultuurwetgeving <strong>die</strong> de laatste decennia werd<br />

opgebouwd 25 . Maar ook als dat soort wetgeving ontbreekt moeten VZW's bv. de regels naleven <strong>die</strong><br />

specifiek voor dergelijke <strong>verenigingen</strong> gelden. Heel anders is het gesteld met partijen. <strong>Het</strong> betreft<br />

immers feitelijke <strong>verenigingen</strong>, wat inhoudt dat ze geen rechtspersoonlijkheid bezitten en dus aan de<br />

meeste wetgeving ontsnappen. Ze zijn bv. niet verplicht tot het bijhouden en laten controleren <strong>van</strong> een<br />

boekhouding. Enkel via een omweg komen ze met wetgeving in contact. De kieswetgeving bv. speelt<br />

een zeer belangrijke rol gezien het voorbereiden <strong>van</strong> de verkiezingen en het organiseren <strong>van</strong> de<br />

campagne als één <strong>van</strong> de voornaamste taken <strong>van</strong> een partij kan worden beschouwd. Eén en ander moet<br />

wellicht gevolgen hebben voor de archiefvorming en -bewaring, maar welke ?<br />

Via de wetgeving komen we evenzeer op het terrein <strong>van</strong> de selectie en vernietiging terecht. In<br />

de regel worden hedendaagse <strong>archieven</strong> geselecteerd, zodat bepaalde gedeelten kunnen worden<br />

vernietigd. Rond <strong>die</strong> selectie zijn reeds een aantal algemene regels opgesteld waarbij de documenten in<br />

drie groepen worden onderverdeeld 26 . Een eerste categorie wordt gevormd door archivalia <strong>die</strong> onder<br />

geen beding mogen worden vernietigd gezien zij het wezen zelf <strong>van</strong> de archiefvormer bepalen; notulen,<br />

statuten, instructies en verslagen, overzichten <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven,... Een tweede groep mag<br />

steeds worden vernietigd. Men denkt daarbij in de eerste plaats aan dubbelen of stukken waar<strong>van</strong> de<br />

informatie ook reeds elders - in verwerkte vorm bv. - aanwezig is. Van de derde soort tot slot zou men<br />

slechts een aantal representatieve stalen kunnen bewaren. We kunnen ons echter de vraag stellen of <strong>die</strong><br />

selectie-gedachte integraal op partijarchief <strong>van</strong> toepassing kan zijn. We bouwen <strong>die</strong> reserve om twee<br />

welbepaalde redenen in. Ten eerste hebben zuilgebonden archief- en documentatiecentra - zoals reeds<br />

werd aangeduid - de taak om <strong>archieven</strong> te bewaren in functie <strong>van</strong> de achterban. Vermits <strong>die</strong> centra over<br />

veel recent materiaal beschikken is de kans zeer groot dat bepaalde stukken nog zullen worden<br />

opgevraagd of geraadpleegd door de neerlegger zelf. Vernietiging heeft in een eerste fase dus weinig<br />

zin. Pas wanneer alle claims <strong>van</strong> de deponerende <strong>verenigingen</strong> en personen verdwenen kunnen zijn - en<br />

dat zal veelal langer zijn dan bij overheids<strong>archieven</strong> - kan vernietiging worden overwogen. Maar zelfs<br />

dan blijft in het specifieke geval <strong>van</strong> partijarchief voorzichtigheid geboden. De reden daar<strong>van</strong> ligt in het<br />

feit dat tot op heden behoorlijk weinig materiaal <strong>van</strong> partijen bewaard is gebleven. Archieven <strong>van</strong><br />

arrondissementsfederaties bv. zijn slechts sporadisch en dan vaak nog onvolledig in het bezit <strong>van</strong><br />

archiefinstellingen. Er bestaat voorlopig immers geen wetgeving <strong>die</strong> neerlegging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> in de<br />

archief- en documentatiecentra verplicht maakt. Die vaststelling impliceert trouwens ook dat het<br />

selectieprobleem inzake het bewaarniveau <strong>van</strong> stukken <strong>die</strong> binnen de partij op verschillende niveaus<br />

voorkomen voorlopig niet aan de orde is. Die redenen maken dat het doorvoeren <strong>van</strong> selectie en<br />

vernietiging voor dergelijke <strong>archieven</strong> vooralsnog eerder absurd is. Anderzijds is het verwijderen <strong>van</strong><br />

dubbelen in een archief- en documentatiecentrum al evenmin een evidentie. Vanuit archivistisch<br />

oogpunt kunnen ze gewoon worden vernietigd, <strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nstverlening <strong>van</strong> de<br />

24 Archiefwet 24 juni 1955, (BS 12/8/1955); KB 12 december 1957 (BS 20/12/1957).<br />

25 Van Driessche, «Culturele <strong>verenigingen</strong>», 105-106.<br />

26 Coppejans-Desmedt, «Selectie en vernietiging», 22-29. Voor bepaalde soorten <strong>archieven</strong> zijn trouwens al selectie- en<br />

vernietigingslijsten opgesteld <strong>die</strong> echter niet <strong>van</strong> toepassing zijn op verenigings<strong>archieven</strong>. Zie ook het Nederlandse<br />

Praktische aanwijzingen voor de selectie en vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particuliere instelling uit<br />

1987.


INLEIDEND HOOFDSTUK M -<br />

archief- en documentatiecentra echter kunnen <strong>die</strong> stukken beter worden behouden. Op de vraag hoe dat<br />

in de praktijk het best kan worden georganiseerd, zullen we in deel 3 trachten te antwoorden.<br />

De opgesomde redenen verklaren waarom bij de inventarisatie <strong>van</strong> het archieffonds niet tot<br />

selectie zal worden overgegaan en tevens waarom vernietiging en selectie voor archief- en<br />

documentatiecentra, zoals het Liberaal Archief, niet <strong>van</strong>zelfsprekend is. In het laatste deel <strong>van</strong> deze<br />

verhandeling zal daarentegen wel een opsomming worden gemaakt <strong>van</strong> de bestanddelen <strong>die</strong> <strong>van</strong>uit<br />

archivistisch oogpunt alvast wel zouden kunnen worden vernietigd. We zullen tevens pogen een<br />

antwoord te formuleren op de vraag of vernietiging <strong>van</strong> recente documenten in een archief- en<br />

documentatiecentrum eventueel toch mogelijk is.<br />

Ook de openbaarheid <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> is sterk met wetgeving gelieerd. De archiefwet en het KB<br />

zeggen slechts impliciet iets over openbaarheid en hebben daarenboven geen betrekking op archief dat<br />

niet in één <strong>van</strong> de overheids<strong>archieven</strong> wordt bewaard. Voor partijarchief kan evenmin beroep worden<br />

gedaan op bv. de fiscale of boekhoudkundige wetgeving gezien partijen niet verplicht zijn tot het<br />

bijhouden <strong>van</strong> een boekhouding. Aan de andere kant stelt zich echter het probleem <strong>van</strong> de privacy.<br />

Ledenbestanden bv. mogen niet zomaar openbaar worden gemaakt. De laatste jaren heeft er zich<br />

trouwens een dubbele beweging in gang gezet. Enerzijds willen onderzoekers steeds sneller, steeds<br />

recenter materiaal raadplegen, anderzijds wordt de persoonlijke levenssfeer steeds vaker bedreigd door<br />

het groeiend aantal bestanden dat persoonlijke gegevens bevat 27 . Dat maakt dat de problematiek <strong>van</strong><br />

de openbaarheid sterk aan de orde is bij het archiefmateriaal waarmee wij hier werden geconfronteerd,<br />

gezien het dateert uit de periode 1945-1992. Vanzelfsprekend kunnen vooral de zeer recente stukken<br />

niet steeds openbaar zijn. Aangezien geen wettelijke regels zijn opgelegd moet de dagelijkse praktijk<br />

terzake uitkomst bieden. De algemene regel <strong>die</strong> op dit moment over het algemeen wordt gehanteerd<br />

voor archiefmateriaal <strong>van</strong> administratieve aard is een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> 50 jaar. In bepaalde<br />

gevallen kan echter worden beslist dat archiefstukken reeds <strong>van</strong>af 30 jaar openbaar kunnen worden<br />

gesteld. Stukken <strong>die</strong> <strong>van</strong> bij hun ontstaan openbaar waren, mogen zelfs meteen worden geraadpleegd<br />

28 . Alles wat de privacy aanbelangt moet daarentegen 100 jaar worden bewaard. Die regeling<br />

wordt op dit moment gebruikt in het Belgisch Rijksarchief. Gezien de archiefwet echter nauwelijks op<br />

de openbaarheid ingaat, heeft de archivaris feitelijk vrij spel bij het bepalen <strong>van</strong> de termijnen en dat is zo<br />

mogelijk nog meer waar voor archivarissen <strong>van</strong> particuliere archiefinstellingen, zoals het Liberaal Archief.<br />

Besluit<br />

<strong>Het</strong> conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie dat in deze verhandeling wordt behandeld stelt een<br />

aantal problemen. In eerste instantie is er de tegenstelling tussen archief en documentatie waar archief-<br />

en documentatiecentra meer en op een andere wijze mee te maken krijgen <strong>van</strong>uit hun karakteristieke<br />

doelstellingen. Op één of andere wijze poogt men daar beide vormen <strong>van</strong> informatie op een zo goed<br />

mogelijke wijze te ontsluiten zonder afbreuk te doen aan de uiteenlopende wetenschappelijke vereisten.<br />

Toch ontbreekt vooralsnog een uitgewerkte methode.<br />

Een tweede vaststelling ligt in het feit dat tot nu toe zeer weinig wetenschappelijke artikels of<br />

inventarissen m.b.t. partijarchief zijn verschenen. Ook dat hangt samen met de afzonderlijke positie <strong>van</strong><br />

de archief- en documentatiecentra <strong>die</strong> meer gericht zijn op snelle en praktische verwerking. Dat betekent<br />

dat inventarissen of wetenschappelijke artikels vaak slechts bijkomstig zijn. Eén en ander houdt in dat er<br />

nood bestaat aan een geëigend archiefschema dat <strong>van</strong> toepassing is op partijarchief. Bij het opstellen<br />

daar<strong>van</strong> lijkt voorlopig een ordening naar functies het meest geschikt. De archiefafdelingen in dat<br />

schema zijn geordend <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder. Achteraan komen m.a.w. <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong><br />

betrekking hebben op de ultieme doelstelling <strong>van</strong> een partij.<br />

27 «Archiefwet of openbaarheid», 101.<br />

28 Notities bij Verhelst, Archief ordenen.


INLEIDEND HOOFDSTUK N -<br />

Een laatste vaststelling betreft het gebrek aan wetgeving <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang is bij feitelijke<br />

<strong>verenigingen</strong> zoals partijen. Dat heeft - in combinatie met andere factoren - onder meer tot gevolg dat<br />

het niet zo evident is om over te gaan tot selectie en vernietiging of althans niet op dezelfde wijze als dat<br />

voor andere <strong>archieven</strong> het geval zou zijn. Ook regels i.v.m. openbaarheid voor dergelijke <strong>archieven</strong> zijn<br />

nagenoeg onbestaande, zodat daaromtrent grote onduidelijk heerst.<br />

Inleiding<br />

DEEL 2 :<br />

STUDIE EN ONTSLUITING VAN HET ARCHIEFFONDS<br />

Na een meer theoretische benadering worden in dit tweede deel de <strong>archieven</strong> zelf aangepakt. We<br />

hebben te maken met een archieffonds en dat houdt onder meer in dat een aantal gegevens voor alle<br />

archiefvormers geldt. Die zaken worden behandeld in een inleidend hoofdstuk. Vooral de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> het archieffonds zal daarbij een belangrijke plaats innemen. Voor het overige komen ook de<br />

verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie en de aanwijzingen voor de raadplegers aan bod.<br />

Vervolgens wordt het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen ontleed, dat mag<br />

gelden als het meest belangrijke <strong>van</strong> het fonds <strong>van</strong>wege om<strong>van</strong>g en volledigheid. Precies omwille <strong>van</strong><br />

<strong>die</strong> om<strong>van</strong>g - liefst ca. 25 lopende meter - werd in overleg met Prof. J. Verhelst besloten er een<br />

structuurstu<strong>die</strong> aan te wijden. <strong>Het</strong> redigeren <strong>van</strong> een inventaris zou namelijk teveel tijd hebben gekost.<br />

Deze optie stelde ons echter in de mogelijkheid een iets <strong>die</strong>pgaandere stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> deze archiefvormer te<br />

maken <strong>die</strong> zal resulteren in een voorstel <strong>van</strong> archiefschema dat aan de hand <strong>van</strong><br />

voorbeeldbeschrijvingen zal worden geïllustreerd. Daarbij kan melding worden gemaakt <strong>van</strong> de<br />

specifieke problemen <strong>die</strong> het archief stelt en waar bij een eventuele inventarisatie moet op worden gelet.<br />

<strong>Het</strong> derde hoofdstuk ontsluit een aantal (deel)<strong>archieven</strong> aan de hand <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />

inventarissen. <strong>Het</strong> gaat om de belangrijkste en meest volledige <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> volgende hoofdstuk<br />

behandelt de archieffragmenten <strong>die</strong> <strong>van</strong> het archieffonds konden worden afgescheiden. In tegenstelling<br />

tot de vorige <strong>archieven</strong> worden de beschrijvingen niet voorafgegaan door een volwaardige<br />

wetenschappelijke inleiding vermits vaak te weinig informatie voorhanden is. Die <strong>archieven</strong> beslaan<br />

trouwens meestal slechts enkele stukken.<br />

Deel 2 wordt afgesloten met een vijfde hoofdstuk waarin de inventarissen nader worden<br />

ontsloten via indices <strong>van</strong> persoonsnamen en instellingen. Ze hebben betrekking op alle beschrijvingen<br />

samen.


Hoofdstuk 1 : Inleidend gedeelte<br />

2.1.1. VOORSTELLING VAN HET ARCHIEF<br />

HET LIBERAAL HUIS A -<br />

<strong>Het</strong> archief dat in deze stu<strong>die</strong> wordt behandeld, is in de jaren 1992 en 1993 in verschillende gedeelten op<br />

het Liberaal Archief neergelegd. Voor hun overbrenging berustten de archivalia in het Antwerpse liberale<br />

partijgebouw, het Liberaal Huis. De belangrijkste reden voor de overbrenging <strong>van</strong> het archief is te<br />

vinden in de verbouwingswerken <strong>die</strong> in dat gebouw aan de gang waren. Zo verwierf het Liberaal Archief<br />

een belangrijk lokaal partijarchief; het eerste in zijn soort overigens. De oudste stukken <strong>van</strong> de archivalia<br />

<strong>die</strong> in 1992 werden overgebracht, dateren <strong>van</strong> vlak na de tweede wereldoorlog. De meest recente lopen<br />

tot het einde <strong>van</strong> de jaren zeventig. De stukken kregen op het Liberaal Archief een eerste, voorlopige<br />

ontsluiting door middel <strong>van</strong> schenkingslijsten; met de nadruk op het meervoud. Op dat moment<br />

immers was reeds duidelijk dat het om meerdere archiefvormers ging; met name de PVV-afdeling<br />

Antwerpen Stad (periode 1967-1982, schenking 1992/207), PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen (1960ca.<br />

1977, schenking 1992/249); LP-arrondissementsfederatie Antwerpen (ca. 1955-1960, schenking 1992/250)<br />

en de Samenwerkende Vennootschap <strong>Het</strong> Liberaal Huis (1949-ca.1973, 1992/251).<br />

De archivalia <strong>die</strong> in 1993 werden overgedragen, betroffen voornamelijk de periode 1975-1992 en<br />

vormden eigenlijk nagenoeg alleen een aanvulling op het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. Deze stukken kregen nog geen voorlopige beschrijving. Er werd daarentegen besloten het<br />

volledige archieffonds aan de hand <strong>van</strong> een inventaris definitief te ontsluiten. Daarbij bleek relatief snel<br />

dat nog meer archiefvormers in het archieffonds aanwezig waren. Samengevat betekende dat een<br />

conglomeraat <strong>van</strong> verschillende <strong>archieven</strong> en archieffragmenten dat zowat de volledige na-oorlogse<br />

periode en ongeveer 50 lopende meter archief en documentatie omvatte. Daarenboven bestond het uit<br />

zowel statisch als dynamisch en semi-dynamisch archief.<br />

2.1.2. GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFFONDS<br />

Zoals gezegd bevond het archieffonds zich voor de overbrenging in het Antwerpse liberale<br />

partijgebouw. Wat is de verklaring voor het feit dat al deze <strong>archieven</strong> in één en hetzelfde gebouw<br />

werden bewaard ? Wat is m.a.w. de geschiedenis <strong>van</strong> dit archieffonds ? De sleutel ligt in de<br />

ontstaansgeschiedenis en de betekenis <strong>van</strong> het Liberaal Huis. Na de tweede wereldoorlog werd in het<br />

arrondissement Antwerpen een liberale arrondissementsfederatie opgericht 29 . De federatie had echter<br />

nood aan een partijlokaal en vergaderplaats. Om <strong>die</strong> reden werd uitgekeken naar een gebouw dat als<br />

vergader- en verzamelplaats <strong>van</strong> de Antwerpse liberalen <strong>die</strong>nst kon doen. Om één en ander vlot te<br />

kunnen financieren werd in 1948 een Samenwerkende Vennootschap opgericht, <strong>die</strong> reeds enkele<br />

maanden later overging tot de aankoop <strong>van</strong> een immens gebouw dat in het centrum <strong>van</strong> Antwerpen<br />

gelegen was, in de door de straten Kome<strong>die</strong>plaats, Ketelstraat en Schuttershofstraat gevormde driehoek.<br />

Door zijn ligging, om<strong>van</strong>g en inrichting was het uitermate geschikt om te voorzien in vergaderzalen,<br />

secretariaatslokalen, een café, feestzaal en zo meer. <strong>Het</strong> bouwwerk dat specifiek ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie werd aangeschaft, werd dan ook door de meest uiteenlopende liberale<br />

groeperingen gebruikt als locatie voor hun vergaderingen en secretariaat.<br />

Anderzijds was het gebouw ook groot genoeg om er een massa aan documenten in op te slaan.<br />

Toch bleek dat niet voldoende, want toen de medewerkers <strong>van</strong> het Liberaal Archief het archief ter plaatse<br />

gingen ophalen, bleken de stukken verspreid te zijn geraakt over verschillende delen <strong>van</strong> het gebouw.<br />

Een eerste deel lag op zolder, een ander om<strong>van</strong>grijk gedeelte onder het podium <strong>van</strong> de grote zaal en een<br />

laatste deel bevond zich verspreid in kasten. Blijkbaar wisten de verantwoordelijken in het gebouw zelf<br />

ook niet goed op welke plaatsen archiefmateriaal te vinden was, aangezien bij elk bezoek dat door het<br />

Liberaal Archief aan het partijgebouw werd gebracht, steeds weer nieuw materiaal opdook.<br />

29 Voor meer informatie <strong>die</strong>naangaande verwijzen we naar de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.


HET LIBERAAL HUIS B -<br />

<strong>Het</strong> gevonden archiefmateriaal bevond zich hoofdzakelijk in een wanordelijke staat. Volgens<br />

archivaris Luc Pareyn is het mogelijk dat het oorspronkelijk wel degelijk geordend was. Wellicht is de<br />

verstoring daar<strong>van</strong> te wijten aan de jarenlange opslag in combinatie met de raadpleging <strong>van</strong> stukken <strong>die</strong><br />

niet meer naar hun oorspronkelijke plaats werden teruggebracht. Boven<strong>die</strong>n waren verschillende<br />

bestanddelen uit de kasten naar beneden gevallen, zodat de interne ordening verloren was gegaan 30 .<br />

Wanneer wij in het najaar <strong>van</strong> 1993 de voorbereidselen op de inventarisatie <strong>van</strong> het archieffonds<br />

aanvatten, zag het gedeelte dat in dat jaar werd overgedragen er als volgt uit. Slechts een gedeelte zat<br />

nog min of meer geordend in archiefdozen waarop vaak iets over de inhoud was aangebracht. Vele<br />

andere stukken zaten echter kriskras door mekaar in plastic zakken, kartonnen dozen of zelfs totaal los.<br />

Enigszins anders was het gesteld met de archivalia <strong>die</strong> in 1992 naar het Liberaal Archief waren<br />

overgebracht. Die stukken werden immers reeds een eerste keer beschreven en geordend. Wij maakten<br />

noch de overdracht, noch deze eerste rudimentaire verwerking mee. <strong>Het</strong> is voor ons dus niet mogelijk<br />

na te gaan in hoeverre <strong>die</strong> handelingen de originele ordening hebben beïnvloed. We kunnen er echter<br />

wel <strong>van</strong> uitgaan dat de interne ordening <strong>van</strong> archiefbestanddelen grotendeels ongemoeid werd gelaten.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> de grote gelijkenis in orde of wanorde tussen de reeds verwerkte en de nog onverwerkte<br />

archivalia, kunnen we besluiten dat de toestand door overdracht en verwerking slechts in geringe mate<br />

was gewijzigd. Wel kon na verloop <strong>van</strong> tijd worden opgemaakt dat in elk <strong>van</strong> de reeds opgestelde<br />

schenkingslijsten nog archiefstukken schuil gingen <strong>van</strong> andere archiefvormers.<br />

Hoe is de wanorde in de <strong>archieven</strong> dan wel te verklaren ? Ons inziens moet de oorzaak in een<br />

combinatie <strong>van</strong> een drietal factoren worden gezocht <strong>die</strong> kunnen worden samengevat in slechts drie<br />

woorden of begrippen : het Liberaal Huis, Charles de Weze en verbouwingswerken.<br />

Ten eerste de factor het Liberaal Huis. Zoals gezegd had men met de aankoop <strong>van</strong> dat gebouw<br />

in eerste instantie de bedoeling de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen te voorzien <strong>van</strong> een partijlokaal.<br />

<strong>Het</strong> complex was echter zo groot dat verschillende <strong>verenigingen</strong> er tegen betaling hun zetel vestigden<br />

en/of hun vergaderingen lieten plaatsvinden. Verenigingen <strong>die</strong> er hun vaste standplaats vonden, zullen<br />

er uiteraard ook wel hun documenten hebben bewaard.<br />

De tweede en zo mogelijk nog belangrijker factor is te vinden in de persoon <strong>van</strong> Charles De<br />

Weze <strong>die</strong> de impact <strong>van</strong> de secretarissen en andere functionarissen op vorming en ordening <strong>van</strong> het<br />

archief belichaamt 31 . De vermenging <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> hing immers sterk samen met de intense banden<br />

tussen de verschillende Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>. Dat hield onder meer in dat vele liberale<br />

personen lid waren <strong>van</strong> verscheidene liberale <strong>verenigingen</strong> en vaak zelfs in meerdere bestuursorganen<br />

<strong>van</strong> uiteenlopende <strong>verenigingen</strong> zetelden. Eén en ander bracht met zich mee dat de notie archiefvormer<br />

- zo men daar al enig besef <strong>van</strong> had - in het gedrang kwam. Dat kwam trouwens tot uiting in de<br />

archiefstukken zelf. Charles De Weze bv. <strong>die</strong> <strong>van</strong> 1960 tot 1975 de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong><br />

achtereenvolgens LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen uitoefende, ondertekende vaak brieven<br />

in naam <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> zoals SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis of PVV-afdeling Antwerpen-stad. De<br />

duidelijkheid inzake de afbakening <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> nam daardoor <strong>van</strong>zelfsprekend niet<br />

toe. Daarnaast was Charles De Weze - een echt manusje-<strong>van</strong>-alles - ook nog penningmeester, secretarisgeneraal<br />

of zelfs voorzitter <strong>van</strong> diverse <strong>verenigingen</strong> waaronder enkele archief vormden dat tot dit<br />

fonds behoort. Deze man drukte dan ook op vele <strong>van</strong> deze <strong>archieven</strong> een min of meer belangrijke<br />

stempel. Dat had zijn goede kanten - continuïteit in de archiefordening - maar kwam anderzijds de idee<br />

<strong>van</strong> een scheiding tussen de verschillende archiefvormers niet ten goede. De belangrijkste figuur inzake<br />

archiefvorming in het algemeen was overigens voor elke vereniging de secretaris. Binnen instellingen<br />

<strong>die</strong> louter draaiden op vrijwilligers nam de secretaris - <strong>die</strong> als enige soms bezoldigd was - meestal het<br />

dagelijkse beheer waar. Vaak werden bepaalde opdrachten echter aan daartoe speciaal aangewezen<br />

personen toevertrouwd, terwijl ook de voorzitter vaak persoonlijk een aantal opdrachten voor zijn<br />

rekening nam. <strong>Het</strong> feit dat het om vrijwilligers ging <strong>die</strong> niet dagelijks op de zetel <strong>van</strong> hun vereniging<br />

aanwezig zijn, maakte dat zij het archief dat binnen dat kader werd gevormd vaak als persoonlijk<br />

30 Deze gegevens zijn gebaseerd op informatie <strong>die</strong> ons door archivaris Luc Pareyn <strong>van</strong> het Liberaal Archief werd<br />

meegedeeld.<br />

31 De bijlagen met lijsten <strong>van</strong> functionarissen tonen dat overduidelijk aan. Zie bijlagen 2, 5, 6 en 8.


HET LIBERAAL HUIS C -<br />

archief beschouwden of althans toch bij hen thuis bewaarden. Dat kwam dan weer de volledigheid <strong>van</strong><br />

de <strong>archieven</strong> niet ten goede. Dit fenomeen deed zich overigens ook voor bij Charles De Weze op het<br />

moment dat <strong>die</strong> niet langer permanent secretaris was 32 . Dat toont nogmaals aan dat zelfs hij geen besef<br />

had <strong>van</strong> het begrip archiefvormer.<br />

Een derde en laatste factor heeft te maken met de verbouwingen en verfraaiingswerken <strong>die</strong> het<br />

gebouw aan de Kome<strong>die</strong>plaats met de regelmaat <strong>van</strong> een klok onderging 33 . De invloed hier<strong>van</strong> was<br />

reeds duidelijk wanneer Marc Somers op het eind <strong>van</strong> de jaren zeventig voor het AMVC op de zolder<br />

<strong>van</strong> het Liberaal Huis op zoek ging naar archief. Dat lag toen verspreid tussen het puin. Wanneer wij het<br />

archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis onderzochten bleek dat bezaaid te zijn met puinresten en dergelijke. <strong>Het</strong><br />

puin zal <strong>van</strong>zelfsprekend geen goede invloed hebben gehad op de goede bewaring <strong>van</strong> de stukken.<br />

De ongeordende toestand <strong>van</strong> het archiefmateriaal kan m.a.w. worden toegeschreven aan de<br />

combinatie <strong>van</strong> een aantal uiteenlopende oorzaken. Ten eerste kunnen we niet voorbij aan de toestand<br />

<strong>van</strong> het Liberaal Huis. In dat gebouw zetelden vele liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> voor hun vergaderingen<br />

dezelfde ruimten frequenteerden en hun wat oudere archief wellicht in <strong>die</strong> ruimten opborgen.<br />

Tegelijkertijd gingen in de grote zaal manifestaties, optredens en feesten door, terwijl het gehele gebouw<br />

of delen er<strong>van</strong> regelmatig werd(en) blootgesteld aan verbouwings- en/of verfraaiingswerken. Een<br />

onderscheid tussen de archiefvormers werd niet gemaakt. Daaraan ten grondslag lag de grote<br />

verwevenheid <strong>van</strong> de actieve leden. Vele personen speelden immers een niet onaanzienlijke rol in<br />

verschillende <strong>verenigingen</strong>. Daarenboven werd vaak geen onderscheid gemaakt tussen persoonlijk en<br />

verenigingsarchief. Dit alles verklaart - samen met de jarenlange opslag <strong>van</strong> het archief in niet al te beste<br />

omstandigheden - grotendeels de toestand waarin het archieffonds zich bevond op het moment waarop<br />

onze opdracht een aan<strong>van</strong>g nam.<br />

We stelden zopas vast dat vele <strong>archieven</strong> werden geamputeerd door functionarissen <strong>die</strong><br />

stukken <strong>die</strong> door de <strong>verenigingen</strong> werden gevormd als het hunne beschouwden. Dat impliceert<br />

uiteraard dat de <strong>archieven</strong> in deze inventarisbundel niet volledig zijn. Boven<strong>die</strong>n ontbreken vele<br />

stukken <strong>die</strong> voor 1961 werden gevormd en zich ooit in het Liberaal Huis hebben bevonden. Toen wij het<br />

archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen aan een nader onderzoek onderwierpen, kon<br />

worden vastgesteld dat het Partijbestuur in het najaar <strong>van</strong> 1977 op voorstel <strong>van</strong> de toenmalige voorzitter<br />

besliste de documenten <strong>van</strong> voor 1961 <strong>die</strong> zich op de zolder bevonden aan het Antwerpse Museum <strong>van</strong> het<br />

Vlaamse Cultuurleven (AMVC) over te maken 34 . Volgens de notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur <strong>van</strong> 16<br />

december was <strong>die</strong> zaak reeds geregeld. <strong>Het</strong> AMVC heette bijzonder opgetogen te zijn over de<br />

waardevolle stukken. Men had er zelfs plannen mee; zoals een permanente tentoonstelling, een<br />

historiek <strong>van</strong> de Liberale Partij tussen 1910 en 1930 of een academische zitting. De overdracht <strong>van</strong> het<br />

archief was ook een agendapunt op het Politiek Comité <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad <strong>van</strong> 8<br />

februari 1978. Dit betekende echter niet dat er nog geen overdracht zou hebben plaatsgevonden.<br />

Wellicht was het veeleer de bedoeling om deze zaak te bespreken in de vergadering <strong>van</strong> het<br />

stadsbestuur. <strong>Het</strong> AMVC is immers een direct door het stadsbestuur gecontroleerde instelling. Wellicht<br />

had dit tot doel de overhandiging meer officieel te maken. Dat de arrondissementsfederatie in <strong>die</strong><br />

periode niet onverschillig stond tegenover haar verleden en de bronnen daarvoor, wordt aangetoond<br />

door de telefonische vraag <strong>die</strong> door haar op 28 november 1979 werd gericht aan het AMVC. In de<br />

neerslag <strong>die</strong> zich daar<strong>van</strong> in het archief bevindt, wordt op de vraag of het archief geordend is en of er<br />

iets mee kan worden georganiseerd, geantwoord dat het rudimentair geordend is en dat er een<br />

summiere catalogus (lees : inventaris of plaatsingslijst) is opgesteld <strong>die</strong> zou worden toegestuurd aan de<br />

arrondissementsfederatie. Hier<strong>van</strong> konden wij echter nooit enig spoor terugvinden ! Verder zouden vier<br />

archiefdozen <strong>die</strong> documenten bevatten <strong>van</strong> na 1961 teruggebracht worden. Blijkbaar was de zaak<br />

32 Zie de archiefinventaris <strong>van</strong> Charles De Weze.<br />

33 Zie hiervoor de archiefinventaris <strong>van</strong> de SV <strong>Het</strong> Liberaal huis.<br />

34 LA, Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur 1977; Inventaris PVV-afdeling<br />

Antwerpen-stad, nummer 31. Dit archief dat op de zolder lag <strong>van</strong> het Liberaal Huis behoort tot meerdere archiefvormers.<br />

<strong>Het</strong> feit dat de arrondissementsfederatie hierover besliste, wijst nogmaals op het totaal gebrek aan onderscheid dat werd<br />

gemaakt tussen de archiefvormers.


HET LIBERAAL HUIS D -<br />

hiermee nog niet gesloten, want men besloot het gesprek met de overeenkomst om verder af te spreken.<br />

Ook daar<strong>van</strong> viel echter geen enkele aanwijzing meer te vinden.


ILLUSTRATIE 1 : Ligging <strong>van</strong> de liberale lokalen<br />

HET LIBERAAL HUIS E -


HET LIBERAAL HUIS F -<br />

Toen wij het AMVC bezochten, bleek <strong>van</strong> een inventarisatie, een ordening of een plaatsingslijst<br />

hoegenaamd geen sprake te zijn. Zelfs over de wijze <strong>van</strong> overdracht en de eventuele bepalingen <strong>die</strong> er<br />

aan verbonden waren, kon ons door Marc Somers niets worden meegedeeld 35 . De reden hiervoor lag<br />

volgens hem in het ontbreken <strong>van</strong> enig schriftelijk gegeven hieromtrent. Wel vernamen we waarom en<br />

hoe de overdracht was gebeurd. Alles verliep via een tussenpersoon, te weten historicus en SP'er Lode<br />

Hancké <strong>die</strong> te weten kwam dat Lode Wils in de jaren zestig een verslagboek <strong>van</strong> de Association Libérale et<br />

Constitutionelle d'Anvers (ALCA) kreeg uitgeleend <strong>van</strong> iemand <strong>van</strong> de liberale partij. Dat verslagboek<br />

bleek verloren te zijn gegaan 36 . Dat wekte bij Lode Hancké de nieuwsgierigheid op naar het overige<br />

archief <strong>van</strong> deze vereniging. In overleg met het AMVC en met Frans Strieleman - liberaal journalist <strong>die</strong><br />

zich in <strong>die</strong> periode met het archief <strong>van</strong> de Antwerpse liberale partij inliet - kreeg Marc Somers de<br />

toelating om op de zolder <strong>van</strong> het Liberaal Huis op zoek te gaan naar archief. <strong>Het</strong> materiaal dat hij daar<br />

aantrof, was zeer disparaat en afkomstig <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong>. <strong>Het</strong> duurde liefst veertien<br />

dagen om tussen alle rommel (papier, hout, puin,...) het interessante archiefmateriaal <strong>van</strong> voor 1961 op<br />

te sporen.<br />

Opnieuw werd duidelijk dat het archief dat reeds gedurende tientallen jaren her en der in het<br />

Liberaal Huis lag opgeborgen, niet in ideale omstandigheden werd bewaard. In een dergelijke situatie<br />

en rekening houdende met het feit dat het gebouw verschillende verbouwingen onderging, vele<br />

<strong>verenigingen</strong> en hun verantwoordelijken er over de vloer kwamen en er regelmatig grote feesten en<br />

vergaderingen plaatsvonden, hoeft het niet te verbazen dat het archief zoals het in onze handen<br />

terechtkwam behoorlijk chaotisch was. <strong>Het</strong> behoeft eigenlijk zelfs eerder verwondering dat de orde in<br />

sommige delen nog zo goed bewaard gebleven was. Sommige gedeelten <strong>van</strong> het archief moeten echter<br />

gedurende jaren onaangeroerd geweest zijn, onder meer omwille <strong>van</strong> het feit dat men niet meer altijd op<br />

de hoogte was <strong>van</strong> bepaalde bergruimten. In <strong>die</strong> gevallen werd de orde wellicht niet verstoord, maar de<br />

verwaarlozing was wel groot en de kans op beschadiging door vocht, schimmels en dergelijke meer,<br />

minder denkbeeldig.<br />

Alhoewel de arrondissementsfederatie besliste over de overdracht <strong>van</strong> het archief, bleek bij ons<br />

bezoek aan het AMVC dat de er berustende archivalia alles behalve gevormd waren door de arrondissementsfederatie.<br />

Wij onderscheidden de Antwerpse onderwijsgeleding <strong>van</strong> de liberale vakbond LSAOD,<br />

de Antwerpse federatie der PVV-Jongeren en Jeugdkringen <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen en de Liberale en<br />

Grondwettelijke Associatie <strong>van</strong> Antwerpen als belangrijkste archiefvormers. <strong>Het</strong> is echter lang niet<br />

uitgesloten dat een grondiger onderzoek <strong>van</strong> dit archieffonds nog andere archiefvormers aan het licht<br />

zou brengen. Boven<strong>die</strong>n viel op dat nogal wat materiaal dateerde <strong>van</strong> na 1961. Mogelijk werden na<br />

november 1979 de contacten met de arrondissementsfederatie verbroken, waardoor de vier<br />

archiefdozen waar<strong>van</strong> hierboven sprake niet werden teruggebracht.<br />

De enige band tussen de twee archieffondsen wordt gevormd door het archief <strong>van</strong> de Liberale<br />

Associatie 37 . Die vereniging kan trouwens gezien worden als (één <strong>van</strong> de) voorloper(s) <strong>van</strong> de<br />

Antwerpse liberale arrondissementsfederatie. <strong>Het</strong> gaat immers om het oudste liberale korps <strong>van</strong><br />

Antwerpen, dat in de loop der jaren een organisatie uitbouwde <strong>die</strong> ook het platteland <strong>van</strong> het<br />

arrondissement omvatte. Dit archief is dan ook <strong>van</strong> het allergrootste belang voor het schetsen <strong>van</strong> een<br />

volledig beeld <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> de Antwerpse liberale partij. De stukken in het AMVC vormen<br />

m.a.w. een belangrijk stuk <strong>van</strong> de puzzel.<br />

Zo komen we bij <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> belangrijke aanvullende informatie kunnen bevatten voor<br />

onderzoek naar het Antwerpse liberalisme. Buiten het archieffonds dat in het AMVC berust, kunnen we<br />

daarbij in de eerste plaats het Archief <strong>van</strong> Albert Lilar vermelden dat op het Liberaal Archief bewaard<br />

wordt en ontsloten is aan de hand <strong>van</strong> een schenkingslijst. Dit archief is <strong>van</strong> belang voor diverse <strong>van</strong> de<br />

35 De gegevens hiervoor zijn gebaseerd op een gesprek met Marc Somers <strong>van</strong> het AMVC.<br />

36 Dirk Luyten kan in zijn licentiaatsverhandeling uit 1983 gebruik maken <strong>van</strong> de aantekeningen <strong>die</strong> door Lode Wils zijn<br />

gemaakt. <strong>Het</strong> is toen dus reeds verdwenen : Luyten, de 'Vereenigde Liberalen <strong>van</strong> Antwerpen', 7.<br />

37 Voor meer informatie verwijzen we naar de archiefinventarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en de<br />

Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen


HET LIBERAAL HUIS G -<br />

hier ontsloten <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong>zelfde geldt voor het archief <strong>van</strong> Alfonsine Tisson-De Sloovere dat zich ook<br />

in het Liberaal Archief bevindt en voornamelijk materiaal bevat betreffende de liberale vrouwen.<br />

Arrondissementsfederatie en stadsafdeling komen echter eveneens aan bod. Beide <strong>archieven</strong> bevatten<br />

stukken <strong>die</strong> niet enkel als persoonlijk archief kunnen worden beschouwd. <strong>Het</strong> archief- en documentatiebestand<br />

«plaatselijk liberalisme» dat door het Liberaal Archief wordt aangelegd, kan enkele bijkomende<br />

gegevens aanbrengen. Vele schenkingen <strong>die</strong> uit disparaat materiaal bestaan en waarin geen eenheid kan<br />

worden ontdekt, worden onder dit bestand geplaatst <strong>van</strong>uit documentair oogpunt. Verder is het best<br />

mogelijk dat een aantal Antwerpse families nog in het bezit zijn <strong>van</strong> materiaal dat voor deze <strong>archieven</strong><br />

<strong>van</strong> belang is. Dit laatste geldt voornamelijk voor <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> slechts fragmentair aanwezig zijn in<br />

het hieronder ontsloten archieffonds. Zeer recent nog werden op het Liberaal Archief de uit het<br />

Antwerpse afkomstige <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling Hove en <strong>van</strong> mevrouw Vogels-De Loose<br />

neergelegd.<br />

2.1.3. VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE<br />

In de vorige pagina's werd er al op gewezen dat we met een conglomeraat <strong>van</strong> diverse <strong>archieven</strong>,<br />

archieffragmenten en documentatiemateriaal te maken hadden. Uiteraard moeten zowel archief en<br />

documentatie als de verschillende <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> elkaar worden gescheiden. Dit kan slechts op een<br />

verantwoorde wijze wanneer men voldoende zicht heeft op werking en taakstelling <strong>van</strong> de<br />

verschillende archiefvormers. Daarom probeerden we in eerste instantie via de literatuur gegevens te<br />

verzamelen. Vrij snel bleek dat nog vrijwel geen onderzoek werd verricht naar regionale en plaatselijke<br />

afdelingen <strong>van</strong> de liberale partijen in de twintigste eeuw. <strong>Het</strong>zelfde geldt trouwens voor de meeste<br />

plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong>. Deze vaststelling kan gedeeltelijk worden verklaard <strong>van</strong>uit het feit dat<br />

de geschiedenis <strong>van</strong> het liberalisme in België duidelijk minder vaak het onderwerp vormt <strong>van</strong><br />

onderzoek dan de socialistische of katholieke bewegingen. Daarom zagen wij ons genoodzaakt het<br />

archief zelf te doorgronden om meer inzicht te verwerven. Dat eerste onderzoek leverde niet alleen<br />

gegevens op over de gekende archiefvormende instellingen, maar bracht evenzeer het bestaan <strong>van</strong> nog<br />

meer archiefvormers aan het licht. Vervolgens konden we overgaan tot het aanbrengen <strong>van</strong> een<br />

scheiding tussen archief en documentatie en tot het afsplitsen <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong>. Daarbij<br />

was het echter <strong>van</strong> belang om documentatie <strong>die</strong> duidelijk bij een bepaald archiefvormer hoorde,<br />

vooralsnog bij dat archief te houden of dat minstens op te tekenen.<br />

Uiteindelijk bleken maar liefst 19 verschillende archiefvormers in het archieffonds verborgen te<br />

zitten. Zeven daar<strong>van</strong> kunnen worden beschouwd als min of meer volledige (deel)<strong>archieven</strong>. De rest<br />

omvatte vaak slechts enkele stukken. Dat betekent dat de beschrijvingen <strong>van</strong> <strong>die</strong> stukken niet door een<br />

echte inleiding kunnen worden voorafgegaan. Voor de ontsluiting <strong>van</strong> de belangrijkste archiefvormer -<br />

de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen - was onvoldoende tijd beschikbaar, zodat besloten werd<br />

daaraan een structuurstu<strong>die</strong> te wijden. De overige zes archiefvormers worden wel degelijk ontsloten<br />

door een wetenschappelijke inventaris.<br />

Na de archiefvormers <strong>van</strong> elkaar te hebben gescheiden, kon worden vastgesteld dat de<br />

oorspronkelijke orde meestal gedeeltelijk of nagenoeg volledig verloren was gegaan. Gezien bijna nooit<br />

sporen <strong>van</strong> een oude orde - archiefcode, ordeningsplan en zo meer - waren terug te vinden, <strong>die</strong>nden we<br />

op basis <strong>van</strong> de bestaande bestanddelen te pogen de eventueel bestaande oude orde te reconstrueren.<br />

Via het herstellen <strong>van</strong> de oorspronkelijke series waren we in staat een soort <strong>van</strong> archiefgeraamte op te<br />

stellen. Dat volstond echter niet voor het opstellen <strong>van</strong> een volledige archiefstructuur, zodat een<br />

archiefschema <strong>die</strong>nde opgesteld 38 . We trachtten in elk geval steeds om de nog bestaande en<br />

gereconstrueerde relicten <strong>van</strong> de oude orde in het archiefschema in te passen. Op de verantwoording<br />

<strong>van</strong> de inventarisatie zal <strong>die</strong>per worden ingegaan in de inleidingen op de inventarissen, aangezien elk<br />

archief zijn eigen moeilijkheden en beperkingen stelde. Wel werd voor de politieke partij<strong>archieven</strong><br />

gewerkt <strong>van</strong>uit een theoretisch model-archiefschema dat aan de noden en specifieke taken <strong>van</strong> de<br />

verschillende <strong>archieven</strong> zal worden aangepast.<br />

38 Hiervoor verwijzen we naar het model <strong>van</strong> archiefschema uit deel 1 en naar de inleidingen op de verschillende<br />

inventarissen.


HET LIBERAAL HUIS H -<br />

Een aantal problemen keerden echter steeds opnieuw terug. Ten eerste waren de notulen bijna<br />

altijd in mappen opgeborgen, samen met andere stukken <strong>die</strong> op de vergaderingen betrekking hadden.<br />

We denken hierbij in de eerste plaats aan convocatiebrieven, presentielijsten, briefwisseling en eventueel<br />

documenten <strong>die</strong> op <strong>die</strong> vergadering aan de orde waren. De mappen bevatten echter nooit alleen de<br />

stukken <strong>die</strong> in één vergadering gebruikt werden, meestal zat al het gevormde archief betreffende de<br />

vergaderingen <strong>van</strong> een bepaald bestuursorgaan per semester, per jaar of per meerdere jaren samen. Om<br />

dit op een consequente wijze te beschrijven opteerden we voor het volgende : «Notulen <strong>van</strong> de<br />

vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen. 1981-1983. 1 omslag». Als redactionele vorm kozen<br />

we m.a.w. voor de term notulen. Via de passage «met bijlagen» wordt aangegeven dat de bestanddelen<br />

niet alleen notulen bevatten. In <strong>die</strong> gevallen dat een omslag enkel en alleen notulen bevat, wordt «met<br />

bijlagen» weggelaten.<br />

Een ander en min of meer gelijkaardig probleem kwam voor bij de briefwisseling. Steeds weer<br />

bevonden zich tussen de ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande brieven ook vele andere ingekomen en<br />

uitgaande stukken. Daarom wordt in <strong>die</strong> gevallen geopteerd voor de volgende beschrijving :<br />

«Briefwisseling met de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Met bijlagen. 1967-1972» 39 .<br />

2.1.4. AANWIJZINGEN VOOR RAADPLEGERS<br />

De ontsloten archivalia dateren uit de periode 1945 tot 1992. Uiteraard kunnen niet alle stukken<br />

openbaar worden gemaakt. Zoals in deel 1 werd aangeduid, bestaan echter nauwelijks vaste regels<br />

<strong>die</strong>naangaande. Daarom leek het ons het best zo veel als mogelijk de huidige, gangbare termijnen te<br />

volgen. Wel opteerden we ervoor om veeleer 30, i.p.v. 50 jaar als algemene grens te stellen. Dat houdt in<br />

dat op dit moment - 1995 - stukken <strong>van</strong> voor 1966 in principe openbaar zijn. Om reden <strong>van</strong><br />

eenvoudigheid wordt voor de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de liberale partijen door het Liberaal Archief de ietwat<br />

afwijkende regel gehanteerd om archief <strong>van</strong> voor 1962 - gevormd door de Liberale Partij <strong>die</strong> eind 1961<br />

werd ontbonden - in principe openbaar te stellen. Partijarchief <strong>van</strong> na 1961 is in de regel niet openbaar.<br />

Er blijven echter steeds twee uitzonderingen op de algemene termijn <strong>van</strong> dertig jaar en op het<br />

scharnierjaar 1961 voor partijarchief. In de eerste plaats zijn stukken <strong>die</strong> de privacy betreffen nooit<br />

openbaar. Anderzijds zijn alle archivalia <strong>die</strong> bij hun ontstaan reeds openbaar waren, nog steeds<br />

openbaar. We denken daarbij aan uitgedeelde verkiezingspropaganda, persconferenties en verslagen<br />

<strong>van</strong> openbare congressen. Ten derde kan ook de archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief in bepaalde gevallen<br />

een afwijking toestaan op deze algemene regels.<br />

Een aantal stukken <strong>die</strong> openbaar zijn hoeven niet in het archief zelf te worden geraadpleegd.<br />

<strong>Het</strong> Liberaal Archief beschikt namelijk over een aantal documentaire verzamelingen, zoals de collecties<br />

affiches, verkiezingsmateriaal en congresdocumenten. Daarenboven werden recent alle Vlaamse liberale<br />

congresresoluties sinds 1945 gepubliceerd 40 . In de <strong>archieven</strong> komen boven<strong>die</strong>n meermaals<br />

verkiezingsuitslagen voor <strong>die</strong> ook in allerlei publicaties zijn verschenen. Tot slot kunnen statuten <strong>van</strong><br />

VZW's en andere rechtspersonen steeds worden teruggevonden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.<br />

De wijze <strong>van</strong> aanvragen is voor elk <strong>van</strong> deze <strong>archieven</strong> anders. Eerst moet worden vermeld om<br />

welk archieffonds het gaat, daarna volgt dan het betreffende archiefbestand en tot slot eventueel een of<br />

meerdere inventarisnummers. Bv. archieffonds PVV-Antwerpen, archief <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen, nrs. 14-19.<br />

Hoofdstuk 2 : Structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-Arrondissementsfederatie Antwerpen<br />

39 Fictieve voorbeelden.<br />

40 Menu, Congresresoluties.


2.2.1. INLEIDING EN WERKWIJZE<br />

HET LIBERAAL HUIS - I<br />

De werkwijze <strong>die</strong> we volgden voor dit archief is enigszins anders dan voor de <strong>archieven</strong> waarvoor een<br />

inventaris werd opgemaakt. In dit tweede deel bespreken we immers het archief <strong>van</strong> de Antwerpse<br />

arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV, waarvoor we wegens gebrek aan tijd niet tot een inventarisatie<br />

konden komen. Dat hangt samen met de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief dat meer dan 20 lopende meter omvat.<br />

Vanwege het belang er<strong>van</strong> werd in overleg met professor Juul Verhelst besloten om dit archief aan een<br />

structuurstu<strong>die</strong> te onderwerpen. De stu<strong>die</strong> er<strong>van</strong> kan immers interessant zijn gezien de grote<br />

gelijkenissen met een aantal andere <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> in dit fonds zijn opgenomen, maar vooral omwille <strong>van</strong><br />

de graad <strong>van</strong> volledigheid en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief. Net om het te leren kennen met het oog op een<br />

latere inventarisatie moeten we trachten te ontsluieren hoe de arrondissementsfederatie werkte en welke<br />

invloed dit ressorteerde op de archiefvorming.<br />

Hoe gingen we hierbij te werk ? In eerste instantie gingen we op zoek naar gegevens over de<br />

archiefvormer zelf. <strong>Het</strong> resultaat er<strong>van</strong> is te lezen in het eerste luik waarin we antwoorden trachten te<br />

formuleren op volgende vragen. Hoe functioneerde de arrondissementsfederatie, wat waren haar<br />

bevoegdheden en functies, wat waren haar verhoudingen met andere partijgeledingen en zo meer. De<br />

nadruk komt dus te liggen op <strong>die</strong> gegevens <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang zijn voor de structuur <strong>van</strong> de federatie en<br />

m.a.w. de archiefvorming kunnen hebben beïnvloed. Op basis <strong>van</strong> de ingewonnen informatie kunnen<br />

dan reeds enkele conclusies worden gemaakt met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema.<br />

Dat schema wordt in het derde onderdeel opgesteld nadat uiteen werd gezet op welke wijze het<br />

archief gevormd werd en hoe de oorspronkelijke archiefordening er uitzag. In het daaropvolgende<br />

gedeelte wordt het archiefschema aan de hand <strong>van</strong> voorbeeldbeschrijvingen ingevuld en verklaard via<br />

bijgevoegde uitleg.<br />

In een laatste luik tenslotte worden een aantal conclusies getrokken. Niet alleen worden de<br />

typische eigenaardigheden en problemen <strong>van</strong> deze archiefvorming uiteengezet, ook wordt aangegeven<br />

wat de verschillen zijn tussen de archiefvorming en de eigenlijke taken <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie. Dit heeft zijn belang met het oog op een eventuele aanvulling <strong>van</strong> het archief<br />

met verloren of afgedwaald archief. Dat leidt ons tot een aantal bedenkingen i.v.m. de inventarisatie <strong>die</strong><br />

in de toekomst plaats zal hebben.<br />

2.2.2. GESCHIEDENIS, ORGANISATIE EN WERKING.<br />

Vooraleer we hierop ingaan moet worden opgemerkt dat informatie over werking en structuur <strong>van</strong> de<br />

Belgische liberale partijen zeer zeldzaam is. Laat staan dat al enig basiswerk werd verricht over de<br />

partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement 41 . We zagen ons dan ook verplicht onze informatie<br />

uit het archief zelf te halen. Daarbij beperkten we ons uiteraard niet tot de statuten, reglementen of<br />

instructies. Voor de eigenlijke werking <strong>die</strong>nde namelijk veel impliciet of uit een veelheid <strong>van</strong> kleine<br />

gegevens afgeleid 42 .<br />

41<br />

Slechts enkele licentiaatsverhandelingen betreffen Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>, weliswaar uit de vooroorlogse<br />

periode. Een aantal basiswerken raken de lagere afdelingen zijdelings aan : Vrancken, Besluitvorming en werking binnen<br />

de PVV; Deschouwer, Organiseren of bewegen ?; Reynaert, De liberalen; en D'Hoore, «De Liberale Partij <strong>van</strong> 1914 tot<br />

1961».<br />

42 Wanneer we ons baseren op bronnen uit het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie <strong>die</strong> precies te situeren zijn,<br />

zullen we ons in de voetnoten beperken tot de opgave <strong>van</strong> het archiefbestanddeel.


HET LIBERAAL HUIS - J<br />

ILLUSTRATIE 2 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1976


HET LIBERAAL HUIS K -<br />

ILLUSTRATIE 3 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1983


HET LIBERAAL HUIS L -<br />

2.2.2.1. Wat is een arrondissementsfederatie eigenlijk ?<br />

Net zoals dat bij de andere grote partijen in ons land het geval is, was de PVV niet louter nationaal<br />

georganiseerd. Ook op andere niveaus bestonden structuren. In de praktijk bleken de arrondissementsfederaties<br />

zowat de belangrijkste schakel te vormen tussen de leden en de nationale<br />

partijorganisatie 43 . De federaties zouden dan ook kunnen worden omschreven als het partijorgaan dat<br />

op arrondissementeel vlak moest zorgen voor het realiseren <strong>van</strong> de liberale doelstellingen. De<br />

arrondissementsfederaties waren m.a.w. het verbindingsorgaan tussen basis - leden en plaatselijke<br />

afdelingen - enerzijds en partijtop anderzijds, dat de liberale ideologie binnen het eigen ressort in de<br />

praktijk moest trachten om te zetten.<br />

2.2.2.2. Voorgeschiedenis 44<br />

De Liberale Partij kende niet <strong>van</strong> bij haar ontstaan zoiets als arrondissementsfederaties. Voor wat<br />

Antwerpen betreft gaat de voorgeschiedenis <strong>van</strong> <strong>die</strong> liberale federatie terug tot in 1857. Toen werd te<br />

Antwerpen de Association Liberale et Constitutionelle d'Anvers opgericht 45 . Gedurende de<br />

daaropvolgende decennia ontstonden in de gemeente Antwerpen meerdere liberale <strong>verenigingen</strong>.<br />

Hierbij waren zowel progressieve als conservatieve liberale stromingen vertegenwoordigd. Een aantal<br />

<strong>van</strong> deze korpsen smolt in 1872 samen en ging voortaan verder onder de naam Vereenigde Liberalen (<strong>van</strong><br />

Antwerpen). Een evolutie <strong>die</strong> eindigde in 1921, toen ook de meer progressieve Liberale Volkspartij-Help U<br />

Zelve tot deze vereniging toetrad. De Vereenigde Liberalen moet echter worden gezien als een losse<br />

groepering <strong>die</strong> slechts in verkiezingsperiodes werkelijk functioneerde met het oog op de opstelling <strong>van</strong><br />

de verkiezingslijsten. Voor het overige vormden <strong>die</strong> liberale korpsen volwaardige <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong><br />

elkaar op plaatselijk vlak beconcurreerden. De invloed <strong>van</strong> de francofone Association Libérale reikte tot<br />

ver buiten de stad Antwerpen. Dat leidde onder meer tot de oprichting <strong>van</strong> het Buitencomiteit dat<br />

bevoegd was over het volledige arrondissement buiten de stadspoorten 46 . Alle <strong>verenigingen</strong> waren<br />

echter als plaatseliijke Antwerpse <strong>verenigingen</strong> ontstaan en behielden daar ook steeds hun feitelijke<br />

machts- en werkingsbasis. Van een werkelijke arrondissementele organisatie kan dus ternauwernood<br />

gewag worden gemaakt. De politieke activiteit bleef immers nagenoeg volledig beperkt tot de stad zelf.<br />

Van een echte centralisatie op arrondissementeel niveau of een duidelijk uitgebouwde structuur<br />

was al <strong>die</strong> tijd dus nauwelijks sprake. Boven<strong>die</strong>n ageerden de plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong> zeer<br />

onafhankelijk, want op nationaal vlak bleef een echte organisatie uit. Slechts af en toe werden nationale<br />

congressen georganiseerd. Pas om en rond de eerste wereldoorlog veranderde dat met de oprichting<br />

<strong>van</strong> een Permanente Landsraad. Op arrondissementeel niveau werd de bestaande, min of meer<br />

onduidelijke situatie pas grondig omgevormd na de tweede wereldoorlog. Toen werd volledig komaf<br />

gemaakt met de vooroorlogse situatie en overgegaan tot de oprichting <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>van</strong> het<br />

Arrondissement Antwerpen; de eerste echte Antwerpse arrondissementsfederatie. De oude politieke en<br />

stedelijke korpsen leefden verder en verkregen een rechtstreekse vertegenwoordiging in de federatie. Ze<br />

boetten echter wel enigszins aan belang in, gezien nu ook plaatselijke afdelingen konden worden<br />

opgericht en afdelingen <strong>van</strong> vakbond, ziekenfonds en zo meer in de organisatie konden worden<br />

opgenomen 47 . Pas met de oprichting <strong>van</strong> de PVV zouden de korpsen hun bevoorrechte plaats volledig<br />

moeten afstaan en als onderafdelingen opgaan in de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />

43 Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 89.<br />

44 Reynaert, De Liberalen, 16-19. Lefèvre, «De Liberale Partij <strong>van</strong> 1846 tot 1914», 75-82. D'Hoore, «De Liberale Partij <strong>van</strong><br />

1914 tot 1961», 83-89. Goovaerts, De radikale Liberalen, 1, 120, 129-133. Luyten, De 'Vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />

Antwerpen', 38-39.<br />

45 In het Nederlands : Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen, beter bekend onder de verkorting Association<br />

Libérale of Liberale Associatie. Voor meer informatie over <strong>die</strong> vereniging verwijzen we naar de inleiding op de<br />

archiefinventaris <strong>van</strong> LGVA.<br />

46 Deze gegevens komen uit het reglement <strong>van</strong> deze vereniging uit 1907; LA, Plaatselijk Liberalisme, Antwerpen 21.<br />

47 We verwijzen naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen.


HET LIBERAAL HUIS M -<br />

2.2.2.3. Oprichting<br />

Onder impuls <strong>van</strong> LP-voorzitter Omer Vanaudenhove werd tijdens het nationaal congres <strong>van</strong> 7 en 8<br />

oktober 1961 de LP omgevormd tot PVV of Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. De vernieuwing kwam<br />

niet zozeer tot uiting in gewijzigde structuren, maar veeleer door een ideologische verruiming waarbij<br />

de anti-katholieke standpunten werden verlaten 48 . Binnen de Antwerpse arrondissementsfederatie<br />

werd op deze vernieuwing snel gereageerd, zodat reeds tien dagen later in een persmededeling de<br />

oprichting <strong>van</strong> een PVV-geleding op dat niveau kon worden aangekondigd. Ook hier bleef de<br />

organisatie grosso modo gelijk. In een eerste fase bleef zelfs hetzelfde politieke personeel via dezelfde<br />

organen de teugels in handen houden. Feitelijk werd pas goed met de oude structuren komaf gemaakt<br />

tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 27 mei 1962 waarin de nieuwe statuten werden goedgekeurd en<br />

een nieuw bestuur werd verkozen 49 . De daad <strong>die</strong> symbool stond voor deze vernieuwing, maar<br />

tegelijkertijd ook voor de continuïteit met het verleden was het toekennen <strong>van</strong> het ere-voorzitterschap -<br />

een ere-functie - aan ex-voorzitter Albert Lilar.<br />

2.2.2.4. Doelstelling(en) <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie<br />

<strong>Het</strong> doel <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie bestond er in de eerste plaats in alle personen <strong>die</strong> in het<br />

arrondissement woonachtig waren, de PVV-ideologie aanhingen en een lidmaatschapsbewijs betaalden,<br />

te verenigen. De federatie groepeerde alle plaatselijke afdelingen uit het arrondissement en maakte zelf<br />

deel uit <strong>van</strong> de PVV. Vandaar dat de arrondissementsfederatie de door de PVV in artikel 1 <strong>van</strong> haar<br />

statuten erkende stellingen te verdedigen en te verspreiden had 50 .<br />

2.2.2.5. De bestuursorganen<br />

De PVV-arrondissementsfederatie telde in totaal 5 vaste bestuursorganen, in volgorde <strong>van</strong> algemeen<br />

naar bijzonder 51 : de Algemene Vergadering, het Federaal Comité, het Partijbestuur, het Directiecomité<br />

en het ondersteunende Comité voor Actie en Public Relations.<br />

<strong>Het</strong> Directiecomité had de dagelijkse, meer praktische leiding over de arrondissementsfederatie.<br />

Dit orgaan kwam pas <strong>van</strong>af 1972 in de statuten voor. Toch bestond reeds sinds 1966 het<br />

Dagelijks Bestuur dat er de voorloper <strong>van</strong> was. Dat betekent meer dan waarschijnlijk dat de toenmalige<br />

statuten deze vergadering invoerden. Vóór 1966 was de dagelijkse leiding in handen <strong>van</strong> het Bestuur,<br />

dat zo meteen aan bod komt. <strong>Het</strong> Directiecomité was samengesteld uit een voorzitter, drie ondervoorzitters,<br />

2 secretarissen, een penningmeester, de verslaggever en de parlementsleden. Naast de<br />

dagelijkse leiding speelde het een belangrijke rol inzake de tuchtprocedure.<br />

<strong>Het</strong> Partijbestuur kende een aantal voorlopers, waaronder het Bureel dat nog uit de periode<br />

<strong>van</strong> de LP stamde. Tussen 1963 en 1969 werd het Bestuur genoemd. In de periode 1970-1973 kwamen<br />

beide benamingen naast elkaar voor. Pas <strong>van</strong>af 1974 werd definitief voor de benaming Partijbestuur<br />

gekozen 52 . Tot 1966 voerde het Bestuur de algemene leiding over de federatie. <strong>Het</strong> was toen<br />

samengesteld uit een voorzitter, 3 ondervoorzitters, een secretaris-generaal, een penningmeester, 10<br />

verkozen leden en de liberale leden <strong>van</strong> Parlement en Bestendige Deputatie. Na<strong>die</strong>n was de<br />

48 Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 506-507.<br />

49 In de loop <strong>van</strong> dertig jaar PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werden nog meermaals statutenwijzigingen<br />

doorgevoerd; onder meer ca. 1966, in 1972, 1979, 1982, 1988 en 1990. Over de statuten <strong>van</strong> 1966 en 1982 beschikken<br />

we echter niet.<br />

50 Statuten <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen : 1962, art. 1; 1979, art. 1-3; Statuten <strong>van</strong> de PVV 1982, art. 1<br />

: «De PVV stelt zich ten doel : allen <strong>die</strong> aan de liberale beginselen gehecht zijn te groeperen, zonder onderscheid <strong>van</strong><br />

afkomst, <strong>van</strong> gods<strong>die</strong>nstige gezindheid of <strong>van</strong> wijsgerige overtuiging, teneinde de toekomst <strong>van</strong> de Vlaamse<br />

gemeenschap in een geest <strong>van</strong> liberalisme te verzekeren; de individuele vrijheid te verdedigen; aan allen gelijke rechten<br />

en gelijke kansen te verzekeren; bij te dragen tot de totstandkoming <strong>van</strong> het sociaal liberalisme, dit wil zeggen het<br />

bereiken <strong>van</strong> een maatschappij bevrijd <strong>van</strong> politieke, economische en sociale <strong>die</strong>nstbaarheden, en waar het persoonlijk<br />

initiatief, de solidariteit en de ondernemingsgeest zich vrij kunnen ontwikkelen; een meer doeltreffende parlementaire<br />

democratie te verzekeren; samen te werken met de andere Belgische groeperingen <strong>die</strong> de liberale beginselen uitdragen;<br />

het liberalisme in de Europese Gemeenschap en Europa uit te dragen onder meer door een actieve deelname aan de<br />

werking <strong>van</strong> de Europese Liberaal-Democraten (ELD)».<br />

51 <strong>Het</strong> betreft hier de statutaire volgorde.<br />

52 In de statuten <strong>van</strong> 1972 is nog sprake <strong>van</strong> «Bestuur».


HET LIBERAAL HUIS N -<br />

samenstelling gelijk aan <strong>die</strong> <strong>van</strong> het Directiecomité met toevoeging <strong>van</strong> 6 verkozen leden, de voorzitter<br />

<strong>van</strong> het CAPR, twee afgevaardigden per district en 3 vertegenwoordigers <strong>van</strong> de arrondissementele<br />

Jongeren- en Vrouwenfederaties. De bevoegdheid evolueerde <strong>van</strong> het dagelijks bestuur naar het<br />

uitvoeren <strong>van</strong> de richtlijnen <strong>die</strong> door het Federaal Comité werden uitgevaardigd. Verder had het nog<br />

een waaier <strong>van</strong> taken <strong>die</strong> meestal gedeeld werd met andere vergaderorganen.<br />

<strong>Het</strong> Federaal Comité 53 vergaderde gewoonlijk eens om de twee maand en fungeerde zowat als<br />

een contactorgaan voor het arrondissementele liberalisme. Naast de leden <strong>van</strong> het Bestuur waren<br />

immers ook de lagere mandatarissen zoals gemeenteraads- en OCMW-leden vertegenwoordigd. De<br />

plaatselijke afdelingen waren vertegenwoordigd met 1 afgevaardigde per 50 leden, de<br />

districts<strong>verenigingen</strong> daarentegen enkel door hun voorzitters. <strong>Het</strong> belangrijkste onderscheid met de<br />

vorige organen lag echter in de afgevaardigden <strong>die</strong> de erkende sociale, politieke en culturele liberale<br />

<strong>verenigingen</strong> konden toewijzen. Tenslotte beschikten ook hier de Jongeren- en Vrouwenfederaties over<br />

een vast aantal vertegenwoordigers. Enkel PVV-leden mochten als afgevaardigde optreden. Omwille<br />

<strong>van</strong> haar samenstelling was deze vergadering zeer goed in staat om haar belangrijkste taak, met name<br />

het kiezen <strong>van</strong> de te nemen politieke opties, waar te nemen. Verder had het ook een belangrijke vinger<br />

in de pap bij het opstellen <strong>van</strong> de verkiezingslijsten.<br />

De Algemene Vergadering kwam in principe eenmaal per jaar samen en vertegenwoordigde<br />

alle leden uit het arrondissement 54 . Tijdens deze vergadering werden jaar- en financieel verslag<br />

gehoord en werden de bestuursleden verkozen. Statutenwijzigingen werden hier steeds definitief<br />

goedgekeurd.<br />

De vier hoofdorganen werden in hun werking gesteund door een comité dat zich vooral bezig<br />

hield met voorlichting, politieke actie, propaganda en public relations. Dat orgaan werd in de loop <strong>van</strong><br />

1962 onder de benaming ACC opgericht in navolging <strong>van</strong> het LP-Propagandakomiteit. In 1966 werd<br />

echter overgestapt op het CAPR. De samenstelling <strong>van</strong> de opeenvolgende organen verschilde licht,<br />

maar de taken bleven hoofdzakelijk gelijk. Steeds waren de propagandaverantwoordelijken <strong>van</strong> de<br />

plaatselijke afdelingen in het orgaan opgenomen. <strong>Het</strong> belangrijkste onderscheid qua samenstelling lag<br />

in het feit dat het ACC dezelfde leiding kende als het Bestuur, terwijl het CAPR een afzonderlijke<br />

voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en schatbewaarder had. Maar zelfs dan nog waren de<br />

arrondissementsvoorzitter, de beide secretarissen en de penningmeester <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie aanwezig. Dat het CAPR over een eigen schatbewaarder beschikte, valt te<br />

verklaren <strong>van</strong>uit het feit dat de financiën i.v.m. de verkiezingen apart werden beheerd. Dit Comité<br />

immers hield zich zoals gezegd onder meer bezig met de voorbereiding <strong>van</strong> de wetgevende verkiezingen<br />

en alle propaganda en public relations <strong>die</strong> daarmee samenhingen.<br />

Een Financieel Comité, dat <strong>van</strong> 1962 tot en met 1990 in de statuten opdook, had de opdracht de<br />

giften voor de verkiezingen in te zamelen. Een belangrijke bevoegdheid <strong>die</strong> elk orgaan - op uitzondering<br />

<strong>van</strong> het Financieel Comité - bezat, was de oprichting <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>commissies. Van deze mogelijkheid<br />

werd gretig gebruik gemaakt. Enkele voorbeelden : Landbouwcommissie, OCGA, Commissie<br />

Statuten,... Deze commissies waren over het algemeen nogal gelimiteerd, zowel qua bevoegdheden als<br />

tijdsduur.<br />

2.2.2.6. De belangrijkste functionarissen<br />

<strong>Het</strong> ere-voorzitterschap lijkt wel louter in functie <strong>van</strong> oud-voorzitter Albert Lilar gecreëerd te zijn<br />

geweest. In elk geval was zijn taak beperkt tot een soort <strong>van</strong> wijze <strong>die</strong> bij allerhande conflicten als<br />

hoofdarbiter kon worden ingezet.<br />

De echte leider <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie vinden we in de figuur <strong>van</strong> de voorzitter.<br />

Volgens de statuten <strong>die</strong>nde hij te waken over de eerbiediging <strong>van</strong> PVV-doctrine, -programma, en -<br />

statuten en was hij verantwoordelijk voor de politieke activiteit in het arrondissement. Met dat laatste<br />

doelde men o.a. op het bevorderen <strong>van</strong> de ledenwerving en de organisatie <strong>van</strong> allerlei vergaderingen<br />

<strong>die</strong> mogelijk maakten dat de bevolking op de hoogte werd gehouden <strong>van</strong> de politieke activiteiten <strong>die</strong> de<br />

53 Vóór de nieuwe statuten <strong>van</strong> 1962, bleef haar voorloper de Bestuurraad in functie.<br />

54 De Algemene Vergadering werd in de LP-periode Jaarvergadering <strong>van</strong> de Beheerraad genoemd. In het begin <strong>van</strong> 1962 -<br />

onder PVV-bestuur dus - had een dergelijke vergadering voor het laatst plaats.


HET LIBERAAL HUIS O -<br />

PVV aan de dag legde. Om zich beter <strong>van</strong> zijn taak te kunnen kwijten, beschikte hij over het recht om de<br />

vergaderingen <strong>van</strong> de ondergeschikte geledingen bij te wonen. Anderzijds kon hij, in<strong>die</strong>n hij zijn<br />

verplichtingen niet nakwam, worden gesanctioneerd.<br />

De drie ondervoorzitters, waaronder steeds één vrouw, hadden weinig concrete macht. Hun<br />

belangrijkste bevoegdheid bestond erin de voorzitter bij zijn afwezigheid te ver<strong>van</strong>gen. Vaak ook<br />

fungeerde één <strong>van</strong> de ondervoorzitters als waarnemend voorzitter, wanneer deze laatste functie<br />

vroegtijdig vacant werd. In de praktijk gebeurde het wellicht meermaals dat de ondervoorzitters een<br />

aantal taken voor een bepaalde tijd werden toegewezen om bv. de voorzitter bij te staan. Zo werd op de<br />

Algemene Vergadering <strong>van</strong> 21 april 1989 een taakverdeling doorgevoerd waarbij naast de ondervoorzitters<br />

ook de 2 secretarissen-generaal betrokken waren 55 .<br />

De secretarissen(-generaal). Oorspronkelijk was er slechts één secretaris-generaal. In de<br />

statuten <strong>van</strong> 1979 werd echter overgegaan tot een systeem met twee secretarissen 56 . Vanaf dat moment<br />

bestond in principe een taakverdeling waarbij de ene secretaris de politieke vraagstukken en de andere<br />

de meer administratieve aangelegenheden behartigde. Eind 1991 werd teruggekeerd naar het systeem<br />

met slechts één secretaris 57 .<br />

De penningmeester was voor de archiefvorming <strong>van</strong> groter belang. Hij beheerde immers de<br />

financiën. Aangezien de ledenadministratie ook een financiële kant bezat, was hij daarvoor medeverantwoordelijk.<br />

<strong>Het</strong>zelfde gold voor de inning <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en<br />

afgevaardigden in het Federaal Comité.<br />

Alle voorgaande functies werden samen met de reeds vernoemde verkiesbare leden <strong>van</strong> het<br />

Partijbestuur door de Algemene Vergadering verkozen voor vier jaar. Terwille <strong>van</strong> de continuïteit <strong>van</strong><br />

het beleid werd elk jaar slechts één vierde <strong>van</strong> het bestuur verkozen. Kandidaturen <strong>die</strong>nden<br />

ondersteund te zijn door vijf handtekeningen <strong>van</strong> andere leden en over de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> elke<br />

kandidatuur moest vooraf door Federaal Comité en Partijbestuur worden geoordeeld. Deze<br />

verkiezingen verliepen zeer officieel, volgens een vastgestelde procedure en gedecentraliseerd. In elk<br />

kanton bevond zich immers een stembureau met eigen voorzitter, bijzitters en getuigen. Wanneer het<br />

aantal kandidaten gelijk was aan het aantal te verkiezen plaatsen gingen deze bestuursverkiezingen<br />

uiteraard niet door.<br />

De permanente of bestendige secretaris was geen statutaire functie. Deze persoon werd door<br />

de leiding <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie aangesteld om de dagelijkse administratieve rompslomp te<br />

beheren en kan worden beschouwd als de spil <strong>van</strong> de dagelijkse werking gezien alleen voor deze<br />

functie personen betaald werden. Vermits de permanente secretaris geen vrijwilliger was, kan zijn rol in<br />

de archiefvorming alleen maar groot geweest zijn.<br />

55 Notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur, 1989.<br />

56 Sinds de statuten <strong>van</strong> 1979 was steevast sprake <strong>van</strong> secretarissen. In de praktijk worden zij echter meestal met de term<br />

secretarissen-generaal aangeduid. Deze functie mag niet worden verward met de bestendige of permanente secretaris<br />

<strong>die</strong> de feitelijke (administratieve) secretaris was.<br />

57 Hiervoor verwijzen we naar de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP- en de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen;<br />

bijlagen 2 en 6.


HET LIBERAAL HUIS P -<br />

BIJLAGE 2 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />

PERMANENTE OF BESTENDIGE SECRETARIS<br />

17/10/1961 - 05/05/1975 Charles DE WEZE 58<br />

30/05/1975 - 31/12/1976 Jan BACKX<br />

01/01/1977 - 15/02/1977 Marc LEVERT 59<br />

16/02/1977 - 22/06/1978 Chantal BRAYE<br />

15/08/1978 - xx/09/1978 Marc AERTBELIËN 60<br />

06/09/1978 - 14/10/1978 G. VAN HOEK<br />

15/10/1978 Jean VANDERELST<br />

04/11/1978 - 30/10/1982 Raoul DE WITTE 61<br />

xx/12/1982 Bruno MATHIJS 62<br />

19/04/1983 - tot einde PVV Lode STIELTJENS<br />

VOORZITTER<br />

17/10/1961 - 28/01/1962 Albert LILAR 63<br />

29/01/1962 - 13/01/1967 Frans GROOTJANS<br />

14/01/1967 - 14/09/1973 Fernand BOEY<br />

15/09/1973 - 03/02/1978 Camille PAULUS<br />

04/02/1978 - 17/12/1981 Edward BEYSEN<br />

18/12/1981 - 29/01/1988 Aloïs DE BACKER 64<br />

28/03/1988 - 18/05/1990 Charles DE WEZE<br />

19/05/1990 - 01/12/1991 Danny WEYNS 65<br />

13/03/1992 - tot einde PVV André GANTMAN<br />

PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />

17/10/1961 - 27/05/1962 G. SIRTAINE<br />

28/05/1962 - 02/02/1979 Jos DE HONDT 66<br />

31/03/1979 - 21/03/1980 Robert BELLENS 67<br />

22/03/1980 - 21/04/1988 René NOERENS<br />

22/04/1988 - Marc VAN DEN ABEELEN<br />

58 Charles De Weze oefende deze functie reeds uit in de LP-periode, sinds 15 april 1960.<br />

59 Slechts ad interim.<br />

60 Enkel op proef.<br />

61 Wegens een hartaanval <strong>die</strong>nde hij ontslag te nemen.<br />

62 Slechts waarnemend<br />

63 Hij was reeds sinds jaren voorzitter <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen.<br />

64 Tussen Aloïs De Backer en Charles De Weze in, nam Antoinette Helsmoortel-Pecher de functie ad interim waar.<br />

65 Antoinette Helsmoortel-Pecher maakte het mandaat <strong>van</strong> Danny Weyns vol tot aan de eerstvolgende<br />

Algemene Vergadering<br />

66 Jos De Hondt nam ontslag.<br />

67 Robert Bellens was reeds waarnemend penningmeester sinds 3 februari 1979.


SECRETARISSEN-GENERAAL<br />

17/10/1961 - 13/01/1967 Fernand BOEY<br />

14/01/1967 - xx/05/1975 Karel POMA 68<br />

30/05/1975 - 03/06/1976 Charles DE WEZE 69<br />

19/11/1976 Edward BEYSEN 70<br />

29/01/1977 - 03/02/1978 Edward BEYSEN<br />

24/02/1978 - 30/03/1979 Aloïs DE BACKER 71<br />

31/03/1979 - 21/03/1980 Aloïs DE BACKER<br />

22/03/1980 - 13/12/1981 72<br />

Aloïs DE BACKER<br />

Charles DE WEZE<br />

18/12/1981 - 24/04/1987 Charles DE WEZE<br />

R. VANCAEYZEELE<br />

25/04/1987 - 21/04/1988 Charles DE WEZE<br />

Daniël WEYNS<br />

22/04/1988 - 18/05/1990 Daniël WEYNS<br />

W. ROELS<br />

19/05/1990 - 19/04/1991 W. ROELS<br />

E. TAVERNIERS<br />

20/04/1991 - 26/12/1991 W. ROELS<br />

André GANTMAN<br />

27/12/1991 - 13/03/1992 André GANTMAN<br />

14/03/1992 - 03/04/1992 Jo CLAEYS<br />

24/04/1992 - tot einde PVV Gilbert VAN NUFFEL<br />

VOORZITTERS VAN ACC EN CAPR 73<br />

09/02/1962 - 28/10/1965 Frans GROOTJANS<br />

23/02/1966 - 20/05/1966 Karel POMA<br />

25/01/1967 - 06/12/1969 Rudolf SALOMÉ<br />

15/05/1970 - 01/08/1973 Christiaan PATERNOTTE 74<br />

12/10/1973 - 26/05/1976 Edward BEYSEN<br />

13/12/1976 - 21/10/1977 Aloïs DE BACKER<br />

26/10/1978 - xx/02/1988 Luc HUYBRECHTS 75<br />

2.2.2.7. De verhouding met de andere partijgeledingen.<br />

HET LIBERAAL HUIS Q -<br />

68 Karel Poma nam ontslag in de loop <strong>van</strong> mei 1975<br />

69 Hij nam deze functie enkel waar.<br />

70 Enkel waarnemend.<br />

71 Edward Beysen werd ver<strong>van</strong>gen door Aloïs De Backer vermits hij tijdens de Algemene Vergadering werd<br />

verkozen tot voorzitter.<br />

72 Vanaf maart 1980 tot eind 1991 waren er twee secretarissen-generaal, waarna opnieuw werd overgestapt op de<br />

formule met één secretaris-generaal.<br />

73 Van 1962 tot en met 1965 het Actie- en Coördinatiecomité (ACC), <strong>van</strong>af 1966 het Comité voor Actie en<br />

Public-Relations (CAPR).<br />

74 Hij nam ontslag in de loop <strong>van</strong> de maand augustus.<br />

75 Minimaal tot deze datum.


HET LIBERAAL HUIS R -<br />

Gezien zowat alle onderwerpen en taken minstens gedeeltelijk tot de bevoegdheden <strong>van</strong> meerdere <strong>van</strong><br />

de hierboven geschetste organen behoorde, geven we een korte uiteenzetting ter verklaring <strong>van</strong> de<br />

verschillende functies <strong>die</strong> eigen waren aan de Antwerpse arrondissementsfederatie. Straks komen de<br />

administratieve en eigenlijke functies aan bod, maar beginnen doen we met de verhouding tot de<br />

andere PVV-geledingen.<br />

De PVV-arrondissementsfederatie was slechts een geleding binnen de partij <strong>die</strong> vooral een<br />

belangrijke rol te vervullen had in de doorstroming binnen de partij <strong>van</strong> top naar basis en vice versa. In<br />

totaal waren binnen de partij in principe de volgende niveaus mogelijk : nationaal; provinciaal,<br />

kantonaal, gemeentelijk en lokaal 76 . De Antwerpse arrondissementsfederatie had voornamelijk<br />

betrekkingen met de nationale PVV en met de plaatselijke afdelingen.<br />

Wat de nationale PVV betreft, had de arrondissementsfederatie de bevoegdheid haar afgevaardigden<br />

in Partijraad en Partijcongres aan te duiden. In het Partijcongres hadden de federaties recht op 1<br />

vertegenwoordiger per vastgesteld aantal stemmen in hun kieskring behaald tijdens de laatst gehouden<br />

verkiezingen en nog een vertegenwoordiger per een bepaald aantal leden. Op deze wijze had de<br />

arrondissementsfederatie inspraak in de algemene ideologische lijn <strong>die</strong> door de PVV werd uitgestippeld<br />

en waarover het Congres besliste. De Partijraad was een enigszins belangrijker orgaan dat vaker<br />

vergaderde. De samenstelling er<strong>van</strong> was echter ook gevoelig kleiner en de arrondissementsfederaties<br />

hadden slechts recht op één rechtstreekse afgevaardigde. De dagelijkse leiding <strong>van</strong> de PVV was in<br />

handen <strong>van</strong> het Partijbureau waarin de federatie geen rechtstreekse vertegenwoordigers had 77 . Die drie<br />

organen hadden samen met de partijvoorzitter de leiding over de PVV 78 . Om haar taak <strong>van</strong><br />

doorstroming binnen de partij te verzorgen was het voor de arrondissementsfederatie allerminst een<br />

overbodige luxe dat ze in de Partijraad was vertegenwoordigd.<br />

De federaties hadden niet alleen inspraak in de partij, ze <strong>die</strong>nden ook aan een aantal<br />

verplichtingen te voldoen. De arrondissementele voorzitter had - zoals eerder werd aangehaald - een<br />

welomschreven taak. Wanneer deze hierin tekort schoot, kon hij door de PVV worden gesanctioneerd.<br />

De arrondissementsfederaties hadden dus geen volledige vrijheid. Dat uitte zich ook in het feit dat de<br />

statuten <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie goedgekeurd <strong>die</strong>nden te worden door de PVV.<br />

Jaarlijks werden door de PVV een aantal ver<strong>die</strong>nstelijke leden geëerd door hen een ere- of<br />

erkentelijkheidspenning toe te kennen. De plaatselijke afdelingen konden de namen <strong>van</strong> leden <strong>die</strong><br />

daarvoor in aanmerking kwamen doorspelen aan de arrondissementsfederatie <strong>die</strong> op haar beurt het<br />

hele dossier doorstuurde naar Brussel. De PVV-Commissie <strong>van</strong> de Medaille <strong>die</strong> minstens jaarlijks<br />

samenkwam besloot dan op basis <strong>van</strong> de inge<strong>die</strong>nde dossiers aan wie de medailles mochten worden<br />

uitgereikt.<br />

Tot slot mag niet worden voorbijgegaan aan de splitsing in 1972 <strong>van</strong> de tot dan toe<br />

unitaristische PVV/PLP in een Vlaamse, Waalse en Brusselse vleugel 79 . Die versplintering <strong>van</strong> de partij<br />

had een aan<strong>van</strong>g genomen na de verkiezingsnederlaag <strong>van</strong> 1968. De communautarisering zette volledig<br />

door in 1972. Vanaf dat moment was de Antwerpse arrondissementsfederatie enkel nog een onderdeel<br />

<strong>van</strong> de Vlaamse PVV.<br />

Onder de Antwerpse arrondissementsfederatie opereerden districts<strong>verenigingen</strong>, plaatselijke<br />

afdelingen en eventuele onderafdelingen 80 . De plaatselijke afdelingen kunnen qua taken het best met<br />

de federatie worden vergeleken, met <strong>die</strong>n verstande natuurlijk dat hun bevoegdheid <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

76 De Antwerpse federatie vormde hierop een uitzondering. I.p.v. kantonale was hier sprake <strong>van</strong> districts<strong>verenigingen</strong>.<br />

77 In het Partijbureau zetelden wel verschillende andere afgevaardigden <strong>die</strong> via andere wegen waren aangeduid maar toch<br />

tot de arrondissementsfederatie konden behoren. Op <strong>die</strong> wijze kon de invloed <strong>van</strong> de federaties op het dagelijkse beleid<br />

<strong>van</strong> de partij toch nog relatief groot zijn; PVV-statuten 1982, Art. VI; Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 90 en 94.<br />

78 In de jaren zestig en zeventig waren dit respectievelijk Permanent Bestuur, Politiek Comité en Nationaal Congres. In de<br />

jaren zeventig functioneerde boven<strong>die</strong>n een tijdlang een Uitvoerend Comité dat nog boven het Politiek Comité te situeren<br />

viel.<br />

79 Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 559 en 615.<br />

80 De Antwerpse federatie vormde een uitzondering vermits geen kantonale, maar wel districts<strong>verenigingen</strong> bestonden.


HET LIBERAAL HUIS S -<br />

beperkt was tot hun ressort; de gemeente. De districten fungeerden vooral met het oog op de provinciale<br />

verkiezingen. De organisatie <strong>van</strong> de verkiezingen vormde overigens één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

bestaansredenen <strong>van</strong> de verschillende geledingen <strong>van</strong> de partij, waar<strong>van</strong> de territoria dan ook niet<br />

toevallig zo goed overeenkomen met de bestaande kiesomschrijvingen.<br />

De partijstructuur binnen de Antwerpse federatie onderging een aantal niet onbelangrijke<br />

wijzigingen <strong>die</strong> werden veroorzaakt door twee fusies. De eerste had plaats in 1977 toen een groot aantal<br />

dorpen fuseerden. Op 1 januari 1983 dan werd Groot-Antwerpen opgericht. Vooral de laatste fusie had<br />

heel wat impact op de PVV-structuren binnen het arrondissement. De districten Antwerpen en<br />

Berchem-Borgerhout verdwenen, terwijl het district Ekeren werd omgevormd tot het district Kapellen.<br />

Ekeren en de meeste gemeenten uit het oude district Berchem-Borgerhout waren immers opgeslokt door<br />

de grootstad. Anderzijds werd een nieuwe super-afdeling PVV-Groot-Antwerpen gecreëerd. Om één en<br />

ander overzichtelijk te houden werden in de ex-gemeenten districtsafdelingen gevormd <strong>die</strong> verder ook<br />

de liberale afgevaardigden in de gemeentelijke districtsraden mochten aanduiden 81 .<br />

Alle plaatselijke en districts<strong>verenigingen</strong> werden door de arrondissementsfederatie<br />

gegroepeerd, maar ook nevenorganisaties konden <strong>van</strong> de federatie deel uitmaken. Ten tijde <strong>van</strong> de LP<br />

waren de korpsen nog rechtstreeks vertegenwoordigd en stonden ze op gelijke voet met de plaatselijke<br />

afdelingen. Na de oprichting <strong>van</strong> de PVV was daar<strong>van</strong> niet langer sprake. Enkel de Vrouwen- en<br />

Jongerenfederaties vormden daar nog een uitzondering op. Anderzijds konden de Antwerpse<br />

geledingen <strong>van</strong> een aantal door de PVV erkende nevenorganisaties hun afgevaardigden kiezen in het<br />

Federaal Comité. In 1984 gold deze regeling voor het ALV, ALIMA, het LEV, het ACLVB, het VSOA, de<br />

Liberale Mutualiteit, het LVSV en de reeds genoemde Vrouwen- en Jongerenorganisaties <strong>die</strong> echter al op<br />

een door de PVV-statuten gewaarborgde minimum-vertegenwoordiging konden rekenen. De<br />

plaatselijke afdelingen <strong>van</strong> deze <strong>verenigingen</strong> fungeerden vaak als onderafdeling <strong>van</strong> de gemeentelijke<br />

PVV-afdelingen.<br />

De arrondissementsfederatie was verantwoordelijk voor de partijwerking binnen haar ressort.<br />

Dit betekende dat zij een aantal bevoegdheden had tegenover de lagere partijgeledingen. Ten eerste<br />

<strong>die</strong>nde de federatie te zorgen voor een goede doorstroming <strong>van</strong> informatie. Dit hield in dat de lagere<br />

organen en de leden <strong>die</strong>nden ingelicht over de beslissingen <strong>die</strong> door de hogere partijniveaus werden<br />

genomen, over de politieke opties en zo meer. Anderzijds kon de federatie ook naar boven toe uitdragen<br />

wat de plaatselijke gevoeligheden waren, welke ideeën er in het arrondissement leefden,... Om dit<br />

efficiënt te laten verlopen hadden districten, plaatselijke afdelingen en nevenorganisaties dan ook recht<br />

op vertegenwoordigers in het Federaal Comité. Een belangrijk middel om de leden te informeren was<br />

het partijblad. <strong>Het</strong> Redactiecomité - een onderdeel <strong>van</strong> het CAPR - was belast met de samenstelling en<br />

uitgave er<strong>van</strong>.<br />

Een andere belangrijke taak lag in de controlefunctie. De federatie keek er op toe of de plaatselijke<br />

afdelingen volgens de partijlijn ageerden. Eventuele interne geschillen binnen partijafdelingen<br />

konden door de federatie worden beslecht. Leden <strong>die</strong> door een afdeling met een sanctie waren bedacht<br />

of zich onheus behandeld voelden bij de samenstelling <strong>van</strong> de verkiezingslijsten konden tegen deze<br />

beslissing in beroep gaan bij de arrondissementsfederatie. De statuten <strong>van</strong> plaatselijke afdeling en<br />

districtsvereniging <strong>die</strong>nden door de federatie te worden goedgekeurd en mochten dus niet diametraal<br />

staan tegenover bepalingen uit de PVV-statuten.<br />

Om de goede werking <strong>van</strong> het liberalisme binnen haar territorium te bevorderen werd in 1974<br />

besloten tot de oprichting <strong>van</strong> de Prijs PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 82 . De bedoeling hier<strong>van</strong><br />

was jaarlijks een geldsom toe te kennen aan de plaatselijke afdeling <strong>die</strong> de meeste verwezenlijkingen<br />

had bewerkstelligd, de meeste initiatieven had genomen inzake de plaatselijke werking. Om tot een<br />

uitspraak te komen, baseerde men zich op een aantal criteria waaronder groei <strong>van</strong> het ledenaantal,<br />

aantal georganiseerde activiteiten en de uitbouw <strong>van</strong> de plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong>.<br />

81 Deze districtsafdelingen mogen niet worden verward met de districts<strong>verenigingen</strong>. Zie daarvoor ook de inleidingen op de<br />

inventarissen betreffende de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen.<br />

82 <strong>Het</strong> reglement <strong>die</strong>naangaande werd door het Federaal Comité op 27 juni 1974 goedgekeurd.


HET LIBERAAL HUIS T -<br />

2.2.2.8. De administratieve functies<br />

De financiën <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie werden beheerd door de penningmeester. Hij hield de<br />

boekhoudkundige stukken bij en legde het financieel verslag ter controle voor aan de Algemene<br />

Vergadering. <strong>Het</strong> Partijbestuur <strong>van</strong> haar kant keurde begroting en rekeningen goed. Enkele<br />

inkomstenbronnen <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie waren de lidgelden, de giften voor de verkiezingsuitgaven<br />

en de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en <strong>van</strong> afgevaardigden in het Federaal Comité.<br />

Even een woordje uitleg over deze bijdragen. Parlementairen en afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />

Bestendige Deputatie <strong>die</strong>nden een door het Partijbestuur vastgesteld percentage <strong>van</strong> hun zitpenningen<br />

af te dragen 83 . Ook de leden <strong>van</strong> het Federaal Comité <strong>die</strong>nden een bijdrage te betalen. De lidgelden <strong>van</strong><br />

hun kant werden verdeeld onder de vereniging <strong>die</strong> het lidmaatschapsbewijs verkocht had, de<br />

arrondissementsfederatie waartoe het lid behoorde en de PVV. Vermits de ledenadministratie zowel<br />

administratieve als financiële repercussies had, werd <strong>die</strong> taak toevertrouwd aan secretaris en<br />

penningmeester samen. De arrondissementsfederaties waren overigens zowat de spil <strong>van</strong> de<br />

ledenadministratie. Zij fungeerden immers als verdeel- en innigscentrum. De lidmaatschapsbewijzen<br />

werden via de federatie <strong>van</strong>uit de PVV verdeeld naar de afdelingen toe. De kaarten zelf werden in<br />

principe verkocht door de plaatselijke afdelingen, maar individuele leden konden rechtstreeks bij de<br />

federaties terecht. De lidgelden werden geïnd door penningmeesters <strong>van</strong> de verkopende <strong>verenigingen</strong><br />

<strong>die</strong> de verzamelde gelden vervolgens stortten op een rekening <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. De<br />

arrondissementele penningmeester verzamelde alle lidgelden <strong>van</strong> de verschillende <strong>verenigingen</strong> en<br />

verdeelde de som tenslotte onder de drie rechthebbenden : de vereniging waarbij het lid was<br />

aangesloten, de arrondissementsfederatie en de PVV.<br />

De administratieve kant <strong>van</strong> de zaak was niet minder ingewikkeld. <strong>Het</strong> lidmaatschapsbewijs<br />

bestond immers uit vier stroken. <strong>Het</strong> lid ontving één <strong>van</strong> de vier stroken dat als bewijs <strong>van</strong> zijn<br />

aansluiting bij de PVV gold. De verkopende instelling <strong>van</strong> haar kant hield ook één strook en zond wat<br />

overbleef op naar de arrondissementsfederatie. Hier werden de laatste twee stroken verdeeld over<br />

federatie en PVV, zodat de belangrijkste partijgeledingen steeds beschikten over een volledig overzicht<br />

<strong>van</strong> de leden uit hun gebied.<br />

2.2.2.9. De politieke functies<br />

De taken <strong>die</strong> tot nog toe werden belicht hadden eigenlijk alle te maken met de interne organisatie <strong>van</strong> de<br />

PVV. Nu komen <strong>die</strong> taken aan bod <strong>die</strong> veeleer te maken hebben met de eigenlijke en ultieme<br />

doelstelling; het uitdragen, verdedigen en realiseren <strong>van</strong> het liberalisme. Om deze doelstelling te<br />

kunnen verwezenlijken <strong>die</strong>nde de partij naar buiten te komen, mochten niet alleen de leden worden<br />

aangesproken.<br />

Eén <strong>van</strong> de mogelijkheden <strong>van</strong> een partij om haar standpunten kenbaar te maken is de<br />

persconferentie. Voor de arrondissementsfederaties lag de belangrijkste en meest in het oog springende<br />

manier echter in de voorbereiding <strong>van</strong> de verkiezingen. <strong>Het</strong> waren immers de<br />

arrondissementsfederaties <strong>die</strong> de verkiezingslijsten voor de wetgevende verkiezingen <strong>die</strong>nden op te<br />

stellen. Hieraan ging een hele procedure vooraf <strong>die</strong> culmineerde in wat algemeen bekend staat als de<br />

poll. Dat hield in dat alle leden <strong>van</strong> een bepaalde federatie hun stem konden uitbrengen op een lijst met<br />

alle kandidaten voor een plaatsje op de verkiezingslijst. De uitslag <strong>van</strong> de poll bepaalde wie, in welke<br />

volgorde, op <strong>die</strong> lijst kon worden geplaatst. De organisatie <strong>van</strong> deze poll lag volledig in handen <strong>van</strong> de<br />

federatie. Voor elke wetgevende verkiezing <strong>die</strong>nde boven<strong>die</strong>n campagne te worden gevoerd. De<br />

slogans voor de wetgevende verkiezingen waren nationaal, maar aangezien de kiesomschrijvingen met<br />

de arrondissementen samenvielen, speelden de federaties ook een belangrijke rol in de organisatie <strong>van</strong><br />

de campagne.<br />

Een goede verkiezingsuitslag leverde verkozenen op. Om de band met de kiezer tijdens de<br />

daaropvolgende jaren niet te verliezen organiseerde de Antwerpse arrondissementsfederatie het sociaal<br />

<strong>die</strong>nstbetoon. Wekelijks vonden tot in de uithoeken <strong>van</strong> het arrondissement zitdagen plaats, waar de<br />

83 Op districts- en gemeentelijk niveau gold een gelijkaardige regeling voor respectievelijk provincie- en<br />

gemeenteraadsleden.


HET LIBERAAL HUIS U -<br />

bevolking de volksvertegenwoordigers en senatoren uit haar omgeving kon consulteren. De inwoners<br />

konden echter ook altijd met hun vragen terecht op de arrondissementele zetel zelf.<br />

Tenslotte de vertegenwoordiging in openbare organen en de deelname aan het beleid. In<br />

tegenstelling tot het gemeentelijk niveau bestaan op het arrondissementeel vlak maar weinig openbare<br />

instellingen. Een echte deelname aan het beleid zat er voor de arrondissementsfederatie dan ook niet in.<br />

Naarmate de jaren negentig echter naderbij kwamen verhoogde weliswaar het aantal semi-openbare<br />

instellingen, parastatales en intercommunales <strong>die</strong> op supra-gemeentelijk vlak actief waren. Echte<br />

arrondissmentele vertegenwoordigers bleven echter uit.<br />

2.2.2.10. Enkele conclusies met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />

Uit de hierboven geschetste toestand kan in de eerste plaats worden afgeleid dat de permanente<br />

secretaris de belangrijkste figuur was inzake het beheer <strong>van</strong> het archief. De archivalia <strong>die</strong> op de<br />

financiën betrekking hadden, behoorden tot de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de penningmeester. Tot slot<br />

konden we vaststellen dat ACC en CAPR een min of meer onafhankelijke positie innamen binnen de<br />

arrondissementsfederatie <strong>die</strong> onder meer gekenmerkt werd door een afzonderlijk rekeningnummer en<br />

een eigen secretariaat. Dat zou er op kunnen wijzen dat binnen de federatie in totaal drie afzonderlijke<br />

deel<strong>archieven</strong> moeten worden onderkend.<br />

Enkel de door de permanente secretaris gevormde <strong>archieven</strong> zijn ruim genoeg om nu al een<br />

verdere onderverdeling voor te kunnen stellen. Daarbij lijkt het voorlopig het meest opportuun een<br />

ordening naar functies voor te stellen, gezien de verschillende bestuursorganen bevoegdheid hadden<br />

over de meeste taken. Bij zo'n functionele indeling zouden we onderscheid willen maken tussen<br />

administratieve functies, functies betreffende de interne partijwerking, en functies <strong>die</strong> te maken hebben<br />

met de externe werking.<br />

2.2.3. DE OORSPRONKELIJKE ORDE EN HET VOORSTEL VAN ARCHIEFSCHEMA.<br />

2.2.3.1. De staat waarin het archief zich bevond 84 .<br />

Zoals in het inleidende hoofdstuk werd vermeld kwam het fonds <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> dat zich in het liberale<br />

partijgebouw aan de Antwerpse Kome<strong>die</strong>plaats bevond in etappes op het Liberaal Archief terecht. <strong>Het</strong><br />

gedeelte <strong>van</strong> het archieffonds dat te onderscheiden viel als het archief <strong>van</strong> de PVVarrondissementsfederatie<br />

Antwerpen werd in twee keer overgebracht. Een eerste gedeelte in 1992, een<br />

tweede deel in 1993. De ordening <strong>van</strong> het eerste gedeelte dat hoofdzakelijk stukken uit de periode 1961-<br />

1975 betrof, kan niet meer helemaal worden achterhaald. Dit omwille <strong>van</strong> het feit dat het reeds een<br />

eerste rudimentaire ordening en beschrijving onderging. Rekening houdend met de op het Liberaal<br />

Archief heersende gewoonten mag echter worden verondersteld dat bij het opmaken <strong>van</strong> de<br />

schenkingslijst weinig aan de oorspronkelijke orde werd gewijzigd. Wellicht ging bij <strong>die</strong> eerste<br />

behandeling wel een deel <strong>van</strong> het verpakkingsmateriaal verloren en werden een aantal losse stukken<br />

samengevoegd.<br />

Daarom zullen we ons voornamelijk richten op de toestand <strong>van</strong> het archiefgedeelte dat in 1993<br />

werd gedeponeerd en de meer recente periode 1975-1992 omvat. Grosso modo kan worden gezegd dat<br />

dit archief zich in een ongeordende staat bevond. Veel archiefmateriaal zat los in dozen, in plastic<br />

zakken of zelfs helemaal onverpakt. Voor wat de losse stukken betreft, was ofwel elke logische orde<br />

verloren gegaan, ofwel was in eerste instantie de betekenis er<strong>van</strong> totaal onduidelijk. Om eventuele nog<br />

bestaande verbanden niet onnodig te verbreken, werd beslist <strong>die</strong> archivalia voorlopig apart te houden<br />

en ons bij een eerste doorname <strong>van</strong> het archief te concentreren op het meer geordende materiaal. Daarbij<br />

kon worden vastgesteld dat uiteindelijk toch zowat driekwart <strong>van</strong> het archief vrij makkelijk tot originele<br />

archiefbestanddelen kon worden hersteld. De bestanddelen zelf waren nog goeddeels intact, de<br />

verbanden tussen de verschillende archiefbestanddelen onderling echter waren voor een groot deel<br />

verloren gegaan en de oorspronkelijke interne ordening <strong>van</strong> de bestanddelen - meestal chronologisch -<br />

was vaak verloren gegaan of nooit aanwezig geweest. Wellicht is deze grote mate <strong>van</strong> wanorde te wijten<br />

aan de jarenlange opslag in de opslagruimten <strong>van</strong> het Liberaal Huis.<br />

84 We verwijzen hiervoor naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel.


HET LIBERAAL HUIS V -<br />

Ondermeer aan de hand <strong>van</strong> het verpakkingsmateriaal (dozen, mappen,...) konden een aantal<br />

series <strong>van</strong> het archief worden gereconstrueerd, op basis waar<strong>van</strong> een voorstel <strong>van</strong> archiefschema kan<br />

worden opgesteld.<br />

BIJLAGE 3 : Lijst <strong>van</strong> de series<br />

1) Notulen <strong>van</strong> de verschillende bestuursorganen<br />

2) Briefwisseling en circulaires over diverse onderwerpen<br />

3) Journalen<br />

4) Diverse series bijlagen bij de boekhouding<br />

5) Dossiers betreffende ledenactiviteiten<br />

6) Dossiers betreffende sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

7) Dossiers betreffende verkiezingen<br />

8) Ledenadministratiedossiers<br />

9) Lidmaatschapsbewijzen<br />

10) Ledenstaten<br />

11) Dossiers betreffende de afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen<br />

12) Briefwisseling met de PVV<br />

13) Briefwisseling met ondergeschikte partijgeledingen<br />

14) Briefwisseling met verwante <strong>verenigingen</strong><br />

15) Congresdossiers<br />

De wanorde en de verschillende wijzen waarop binnen één serie werd geordend, wijzen er<br />

echter op dat nooit een vooraf uitgekiend ordeningsplan voor het gehele archief werd opgesteld. Zoiets<br />

gebeurde hoogstens voor bepaalde onderwerpen of taken, zoals de ledenadministratie bv. De ordening<br />

kan dus - zoals dat bij dergelijke <strong>verenigingen</strong> meer regel dan uitzondering is - veeleer als historisch<br />

gegroeid worden omschreven. De verschillende secretarissen ordenden de archivalia naar hun eigen<br />

inzichten, zoals het voor hen het beste uitkwam en volgens de meest onmiddellijke noden. De<br />

onderlinge ordening <strong>van</strong> de verschillende series en de inpassing <strong>van</strong> de vele archiefbestanddelen en<br />

losse stukken konden m.a.w. enkel worden verwezenlijkt aan de hand <strong>van</strong> een ontwerp <strong>van</strong> archiefschema<br />

dat werd opgesteld op basis <strong>van</strong> de verzamelde kennis over de organisatie en werking <strong>van</strong> de<br />

archiefvormer en de nog bestaande relicten <strong>van</strong> een oude orde.<br />

2.2.3.2. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />

In dit voorstel stappen we af <strong>van</strong> wat in een <strong>van</strong> de vorige punten als een voorlopige hypothese werd<br />

naar voor geschoven. We maken immers niet langer onderscheid tussen verschillende deel<strong>archieven</strong>,<br />

vermits de bestaande archiefordening niet in een dergelijk systeem viel in te passen. Bijna geen enkel<br />

bestanddeel werd bv. door het CAPR alleen gevormd. De stukken werden daarentegen meestal<br />

geordend <strong>van</strong>uit een bepaalde functie. In vele bestanddelen vindt men dan ook stukken <strong>die</strong> door<br />

verschillende bestuursorganen werden gevormd. Opnieuw moet er worden op gewezen dat deze<br />

archiefvorming zo in de praktijk tot stand kwam, zonder dat er een bepaalde filosofie aan ten grondslag<br />

lag. De ordening kon overigens elk moment wijzigen wanneer bv. de betrokken functionaris tot andere<br />

inzichten kwam.<br />

Ook het onderscheid tussen secretaris en penningmeester was onvoldoende om er afzonderlijke<br />

archiefafdelingen op te baseren. De ledenadministratie werd nu éénmaal door secretaris en penningmeester<br />

samen beheerd. De archiefvorming <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het gevolg was leverde geen afzonderlijke serie<br />

per functionaris op. Op <strong>die</strong> wijze zou enkel de financiële administratie nog in aanmerking gekomen zijn<br />

voor een gedeeltelijke indeling volgens organisatie. Aangezien <strong>die</strong> oplossing de eenduidigheid niet ten<br />

goede zou komen, opteren we voor een algehele ordening naar functies.


HET LIBERAAL HUIS W -<br />

<strong>Het</strong> archiefschema dat we hier voorstellen, gaat dus uit <strong>van</strong> een opsplitsing <strong>van</strong> taken :<br />

administratieve functies, interne partijfuncties en functies <strong>die</strong> gericht zijn op de expansie <strong>van</strong> het<br />

liberalisme of de verwezenlijking <strong>van</strong> de eigenlijke doelstellingen. Regelgeving en bestuurswerking<br />

passen niet binnen één <strong>van</strong> <strong>die</strong> categorieën. Aangezien <strong>die</strong> elementen eerder betrekking hebben op de<br />

arrondissementele werking in haar geheel, zijn we genoodzaakt vooraan een algemeen onderdeel te<br />

plaatsen. De verdere invulling <strong>van</strong> het voorstel <strong>van</strong> archiefschema - dat in het volgende onderdeel<br />

<strong>die</strong>pgaander zal worden verklaard - ziet er als volgt uit.<br />

BIJLAGE 4 : Voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende en organisatorische aard<br />

1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

1.3. Briefwisseling over uiteenlopende zaken<br />

2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

2.1. Stukken betreffende de boekhouding<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

2.3. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden in het Federaal<br />

Comité<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

3.1. Stukken betreffende de algemene partijwerking<br />

3.1.1. Stukken betreffende hogere partijgeledingen<br />

3.1.1.1. Stukken betreffende de vertegenwooridiging in PVV-nationaal<br />

3.1.1.2. Stukken betreffende de leden<br />

3.1.1.3. Stukken betreffende het provinciale niveau<br />

3.1.2. Stukken betreffende verwante organisaties<br />

3.2. Stukken betreffende de arrondissementele werking<br />

3.2.1. Stukken betreffende de ondergeschikte partijgeledingen in het algemeen<br />

3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />

3.2.3. Stukken betreffende de juridische en controlerende functie<br />

3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

3.2.5. Stukken betreffende de informatieverschaffing<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

4.1. Stukken betreffende de verkiezingen<br />

4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

4.3. Stukken betreffende de invloed op en de deelname aan het beleid<br />

2.2.3.3. Uitleg en voorbeelden bij het archiefschema<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

De eerste archiefafdeling bevat de stukken <strong>van</strong> algemene aard. Met andere woorden <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong> de<br />

werking <strong>van</strong> de archiefvormende instelling in zijn geheel betreffen. Naast regelgeving en<br />

bestuurswerking, is hier ook de briefwisseling <strong>die</strong> verschillende onderwerpen betreft op zijn plaats.<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende en organisatorische aard<br />

We opteren ervoor helemaal vooraan in het schema de algemeen regelgevende stukken te plaatsen. Wat<br />

bedoelen we hiermee precies. <strong>Het</strong> gaat om allerhande instructies, reglementen en statuten <strong>die</strong> in<br />

principe de arrondissementsfederatie in het algemeen betreffen. Hieronder verstaan we eveneens de<br />

nationale PVV-statuten bv. <strong>die</strong> immers door de arrondissementsfederatie <strong>die</strong>nden nageleefd. Voorbeeld<br />

a illustreert dat alle statuten <strong>die</strong> voor de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> belang waren,<br />

samengebundeld werden. Onder <strong>die</strong> stukken bevindt zich ook regelgeving <strong>die</strong> enkel op een deel <strong>van</strong> de<br />

werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie of zelfs enkel op de lagere organen betrekking heeft. Omwille


HET LIBERAAL HUIS X -<br />

<strong>van</strong> de eenheid en het verreikende belang lijkt het ons echter noodzakelijk om het geheel als een<br />

bestanddeel te behouden en in dit onderdeel te beschrijven.<br />

a. Statuten betreffende diverse PVV-geledingen. [Jaren 1960]. 1 omslag.<br />

<strong>Het</strong> formulierboek bevat een heleboel formulieren betreffende gevallen waarmee de permanente<br />

secretaris <strong>van</strong>uit zijn functie kon worden geconfronteerd. <strong>Het</strong> bevat dus veel meer dan enkel de<br />

administratieve taken als ledenadministratie bv. Om <strong>die</strong> reden lijkt het ons verantwoord dit bestanddeel<br />

bij de stukken <strong>van</strong> algemene aard te rangschikken.<br />

b. Formulierboek betreffende de taken <strong>van</strong> de bestendige secretaris. [ca. 1975-<br />

1985]. 1 pak.


HET LIBERAAL HUIS Y -<br />

Ook het dossier over de reorganisatie betreft ons inziens de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie in<br />

haar geheel en moet om <strong>die</strong> reden bij de stukken <strong>van</strong> algemene aard worden ondergebracht.<br />

c. Dossier betreffende de reorganisatie <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. 1971.1 omslag.<br />

Zoals uit de voorbeelden blijkt, maakt <strong>van</strong> deze eerste archiefafdeling geen enkele serie deel uit. <strong>Het</strong><br />

formulierboek anderzijds is een uiterst interessante bron voor het doorgronden <strong>van</strong> de administratieve<br />

werking. Van volledigheid is echter geen sprake zodat deze gegevens zeker nog aanvulling behoeven.<br />

1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

Deze afdeling omvat alle archiefbestanddelen <strong>die</strong> te maken hebben met de vergaderorganen <strong>die</strong> de<br />

arrondissementsfederatie leidden. Niet alleen de notulen, maar ook stukken aangaande de<br />

samenstelling <strong>van</strong> <strong>die</strong> organen. Boven<strong>die</strong>n lijkt het ons wenselijk om ook de stukken betreffende de<br />

keuze <strong>van</strong> de vertegenwoordigers in het Federaal Comité hier te plaatsen. Voor de onderverdeling<br />

binnen deze afdeling baseren we ons op de belangrijkheid <strong>van</strong> de vergaderorganen. Ze worden<br />

gerangschikt <strong>van</strong> hoog naar laag : Directiecomité, Partijbestuur, Federaal Comité, Algemene<br />

Vergadering en CAPR 85 . <strong>Het</strong> CAPR komt na de Algemene Vergadering vermits het slechts een<br />

ondersteunende vergadering was <strong>die</strong> een eerder beperkt scala aan bevoegdheden bezat. Vermits <strong>die</strong><br />

bevoegdheden echter zowel in de interne als in de externe werking tot uiting kwamen, kan <strong>van</strong> een<br />

algemeen takenpakket worden gewag gemaakt.<br />

De archiefvorming zelf behoeft enige nadere uitleg. De voorbeelden a en c tonen de manier aan<br />

waarop de ordening <strong>van</strong> de stukken betreffende Directiecomité, Partijbestuur en Federaal Comité<br />

gebeurde. In de regel zaten oorspronkelijk allerlei documenten betreffende deze vergaderingen bijeen in<br />

mappen. Notulen - zowel het ontwerp als het net-exemplaar dat vaak in veelvoud voorkwam - vormden<br />

de kern <strong>van</strong> de bestanddelen <strong>die</strong> verder werden aangevuld met bv. ledenlijsten, convocatiebrieven,<br />

presentielijsten, brieven, circulaires en/of documenten <strong>die</strong> op de betreffende vergaderingen aan de orde<br />

waren. Al deze stukken zaten min of meer chronologisch geordend en liepen per omslag vaak over<br />

meerdere jaren. We konden vaststellen dat ook door de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de LP en door de<br />

PVV-afdeling Antwerpen-stad een dergelijk ordeningssysteem werd toegepast. <strong>Het</strong> probleem is nu dat<br />

deze omslagen onmogelijk als dossiers kunnen worden omschreven, vermits ze betrekking hebben op<br />

meer dan één welbepaalde zaak, namelijk op meerdere vergaderingen 86 . Daarom stellen we voor -<br />

zoals toegepast in de voorbeelden - deze archivalia <strong>van</strong>wege de handelbaarheid per tijdseenheid in één<br />

omslag onder te brengen en ze te beschrijven als «Notulen... Met bijlagen». In een inventaris zal het<br />

echter noodzakelijk zijn om via voetnoten of in de inleiding de precieze betekenis <strong>van</strong> deze beschrijving<br />

aan te geven. Binnen deze omslagen kunnen de archivalia <strong>die</strong> betrekking hebben op één en dezelfde<br />

vergadering eventueel bij mekaar worden gebracht en afgescheiden <strong>van</strong> de archivalia met betrekking tot<br />

een volgende vergadering. Daarbij moet worden opgemerkt dat de ontwerpnotulen eigenlijk behoren<br />

tot de vergadering waarop <strong>die</strong> notulen werden goedgekeurd. Dat zou meteen betekenen dat de notulen<br />

nooit te vinden zouden zijn bij de stukken betreffende de vergadering waarop de notulen slaan. Een<br />

belangrijke motivatie om voor een vergaderingsgewijze aanpak te opteren is nog te vinden in de<br />

oorspronkelijke orde uit de periode 1976-1982 87 . In <strong>die</strong> tijdspanne werden alle stukken <strong>die</strong> één<br />

vergadering betroffen door de secretaris samengeniet.<br />

De archiefvorming inzake de bestuursorganen kan absoluut niet consequent genoemd worden<br />

vermits lijsten of staten <strong>van</strong> leden <strong>van</strong> een bepaald vergaderorgaan vaak ook apart voorkwamen. <strong>Het</strong> is<br />

juist om deze inconsequentie enigszins te herstellen dat <strong>die</strong> bestanddelen in het schema meteen na de<br />

85 Statutair gezien is het meest algemene en hoogste orgaan de Algemene Vergadering en het minst algemene het<br />

Directiecomité. In de praktijk echter kan worden gesteld dat de volgorde <strong>van</strong> hoog naar laag precies omgekeerd was.<br />

Boven<strong>die</strong>n waren de bevoegdheden <strong>van</strong> de Algemene Vergadering zo klein dat ze nog moeilijk algemeen kunnen<br />

worden genoemd. In tegenstelling tot <strong>die</strong> <strong>van</strong> het Directiecomité dat uiteindelijk de dagelijkse leiding in handen had.<br />

86 Coppens, Archiefterminologie, 69 (nr. 243) : «Een dossier is het geheel <strong>van</strong> archiefbescheiden ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt<br />

door een instelling, een persoon of een groep personen, bij de behandeling <strong>van</strong> één zaak».<br />

87 Toevallig de periode waarin de secretarissen mekaar in snel tempo opvolgden. Misschien gebeurde een herordening<br />

door Raoul De Witte (1978-1982).


HET LIBERAAL HUIS Z -<br />

notulen volgen. <strong>Het</strong>zelfde kan gezegd worden <strong>van</strong> de stukken betreffende de vertegenwoordigers in het<br />

Federaal Comité. Deze stukken komen op verschillende plaatsen voor : bij de notulen, in afzonderlijke<br />

dossiers zoals in voorbeeld d en tot slot ook in de briefwisseling met de afdelingen en korpsen. Die<br />

briefwisseling komt echter pas aan bod in de derde archiefafdeling wat verwijzingen in voetnoot<br />

noodzaakt. Binnen de notulenseries kwamen zo nu en dan ook lacunes voor. Dit betekende in een aantal<br />

gevallen dat voor een bepaalde periode niet de notulen, maar daarentegen wel de bijlagen werden<br />

bewaard. Ook dit probleem - waarop we voorlopig geen antwoord hebben - vraagt om een oplossing.<br />

a. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen.<br />

1978. 1 omslag.<br />

b. Staat betreffende de leden <strong>van</strong> het Partijbestuur. 1991. 1 stuk.<br />

c. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Federaal Comité. Met<br />

bijlagen. 1965. 1 omslag.<br />

d. Dossier betreffende de vertegenwoordiging <strong>van</strong> de afdelingen in het<br />

Federaal Comité. 1976. 1 omslag.<br />

De serie dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen vormen een afwijking ten opzichte <strong>van</strong> wat<br />

hiervoor werd opgemerkt. <strong>Het</strong> gaat hier werkelijk om dossiers <strong>die</strong> telkens één Algemene Vergadering<br />

betreffen. In de periode 1962 tot en met 1980 bevatten ze meestal notulen. Naderhand echter bleven ze<br />

voornamelijk beperkt tot stukken <strong>die</strong> gerelateerd waren met de bestuursverkiezing. Gezien de intense<br />

band tussen Algemene Vergadering en bestuursverkiezing ligt het echter voor de hand om beide series<br />

mekaar te laten opvolgen. Eén en ander neemt echter niet weg dat deze dossiers onvolledig zijn.<br />

e. Dossier betreffende de in 1988 gehouden Algemene Vergadering. 1988.<br />

1 omslag.<br />

In deze afdeling bevinden zich enkele eigenaardigheden. Er is vooreerst een zeer groot aantal dubbels<br />

aanwezig. Vooral circulaires en notulen werden naar hartelust gemulticopieerd. Notulen kwamen<br />

trouwens meestal in vijf- tot tienvoud voor. De stukken <strong>die</strong> het CAPR betreffen waren zeer goed<br />

vertegenwoordigd onder de stapel losse stukken. <strong>Het</strong> reconstrueren <strong>van</strong> <strong>die</strong> serie notulen met bijlagen<br />

zal zeer ingewikkeld en tijdrovend zijn. Voor verschillende periodes vonden we immers pakken losse<br />

stukken <strong>die</strong> elkaar qua tijdperk overlappen. Een derde opmerking betreft het jaar 1962. Tot de Algemene<br />

Vergadering <strong>die</strong> in mei <strong>van</strong> dat jaar plaatsvond, waren het nog steeds de oude bestuursorganen <strong>die</strong> in<br />

functie waren. We zouden ervoor opteren om de notulen <strong>van</strong> <strong>die</strong> organen gewoon in te passen in de<br />

serie <strong>van</strong> hun opvolgers. Net zoals geen onderscheid zal worden gemaakt tussen bv. Dagelijks Bestuur<br />

en Directiecomité. De oorspronkelijke orde maakte trouwens evenmin een onderscheid wat ons in een<br />

aantal gevallen meteen toeliet uit te maken welke bestuursorganen mekaar opvolgden. In een inventaris<br />

kan best voor bv. de meest recente terminologie worden gekozen. In een voetnoot kan eventueel<br />

worden verwezen naar de inleiding waarin meer uitleg over de (evolutie <strong>van</strong> de) bestuurswerking. Tot<br />

slot moet er nog op worden gewezen dat in de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad en de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen bv. dezelfde problemen bestonden.<br />

1.3. Briefwisseling over uiteenlopende zaken<br />

Dit onderdeel bestaat uit twee grote series : de briefwisseling en de uitgaande circulaires. De eigenlijke<br />

briefwisseling over diverse onderwerpen is een bijzonder geval. De oude orde was niet chronologisch,<br />

maar wel alfabetisch-chronologisch. Per letter - soms per 2 of 3 letters - werd een bestanddeel gevormd<br />

waarin alle brieven werden ondergebracht <strong>die</strong> betrekking hadden op een persoon, een organisatie of een<br />

onderwerp met <strong>die</strong> gemeenschappelijke beginletter(s). Deze ordening gebeurde echter allerminst op een<br />

consistente wijze. Ten eerste waren brieven aan een bepaald persoon dan eens geclasseerd volgens de<br />

eerste letter <strong>van</strong> zijn familienaam, dan weer volgens het onderwerp dat in de brief ter sprake kwam.<br />

Gezien geen trefwoordensysteem was aangemaakt, kon hetzelfde onderwerp dan nog eens onder<br />

verschillende termen worden weggestopt. Dit brengt <strong>van</strong>zelfsprekend met zich dat het terugvinden <strong>van</strong><br />

een brief overeenkomt met het zoeken naar een speld in een hooiberg. Ten tweede gebeurde het<br />

meermaals dat brieven betreffende een bepaalde aangelegenheid of taak de ene keer in de briefwisseling<br />

over diverse onderwerpen werden ondergebracht, maar de volgende keer bij een dossier of in de<br />

briefwisseling <strong>die</strong> met een bepaalde taak te maken had.


HET LIBERAAL HUIS AA -<br />

Een derde moeilijkheid voor het opzoeken <strong>van</strong> documenten lag in het feit dat meerdere series<br />

briefwisseling werden gevormd. Beter gezegd werd, wanneer men na een bepaalde tijd vaststelde dat<br />

een map met briefwisseling uit haar voegen dreigde te barsten, een nieuwe map aangemaakt voor <strong>die</strong><br />

ene letter. Voor de andere letters bleef men met dezelfde mappen verderwerken. Tot op het moment bv.<br />

dat een nieuwe secretaris in <strong>die</strong>nst trad. Op een dergelijk moment werd over het algemeen overgegaan<br />

tot het aanvatten <strong>van</strong> nieuwe omslagen, met uitzondering <strong>van</strong> enkele nog nauwelijks gevulde mappen.<br />

<strong>Het</strong> gevolg daar<strong>van</strong> was dat er in 1992 voor de ene letter maar 2 of 3 mappen bestonden, maar voor<br />

andere een vijftal. Dit op zich vormt uiteraard geen probleem. <strong>Het</strong> feit echter dat door de archiefvormer<br />

hieruit uiteindelijk drie series werden gedistilleerd wel. Zoals het archief tot ons kwam bestond het<br />

immers uit drie verschillende soorten reeksen archiefdozen. Een eerste reeks omvatte de briefwisseling<br />

<strong>van</strong> 1960 tot en met ca. 1975, een tweede <strong>van</strong> ca. 1973 tot ca. 1978 en een laatste <strong>van</strong> ca. 1977 tot 1992 88 .<br />

Opvallend hierbij is dat deze reeksen al bij al nog opvallend parallel lopen met de opvolging <strong>van</strong> de<br />

permanente secretarissen. Charles De Weze was immers sinds april 1960 permanente secretaris <strong>van</strong> de<br />

toenmalige LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en bleef <strong>die</strong> functie tot mei 1975 uitoefenen. Daarna<br />

volgde een periode waarin vele secretarissen elkaar in snel tempo opvolgden. In de periode 1978-1992<br />

kwam er opnieuw meer continuïteit dankzij Raoul De Witte (1978-1982) en Lode Stieltjens (sinds 1983<br />

permanent secretaris). Tussen <strong>die</strong> beide secretarissen in was er opnieuw een kort intermezzo wat tot<br />

uiting komt in de archiefvorming; brieven uit het jaar 1983 ontbreken immers grotendeels.<br />

Een pasklare oplossing voor de problemen <strong>die</strong> door de briefwisseling worden gesteld, hebben<br />

we niet. Een mogelijkheid zou erin bestaan de briefwisseling gewoon chronologisch te herordenen,<br />

zodat het probleem inzake de plaatsing <strong>van</strong> de stukken volgens trefwoorden zou wegvallen. Op <strong>die</strong><br />

wijze zien we ons niet genoodzaakt om ook nog de inconsequenties met de andere onderdelen <strong>van</strong> het<br />

archief, zoals ledenadministratie, sociaal <strong>die</strong>nstbetoon en zo meer weg te werken. Bij de realisatie <strong>van</strong><br />

ons voorstel zou het immers - mits kennis <strong>van</strong> de datum - volstaan om de benodigde informatie op<br />

slechts twee plaatsen te zoeken. Aangezien we nog geen definitieve oplossing naar voor schuiven,<br />

beperken we ons in voorbeeld a tot een verzamelbeschrijving.<br />

Een laatste belangrijke bemerking betreffende de briefwisseling is dat hierin zowat alle ingekomen<br />

en uitgaande stukken werden opgenomen. Soms bevonden zich tussen de omslagen briefwisseling<br />

mappen betreffende een bepaald onderwerp, persoon of instelling. In een aantal gevallen strekt het tot<br />

aanbeveling deze stukken in andere archiefafdelingen onder te brengen.<br />

a. Alfabetische briefwisseling betreffende uiteenlopende zaken. Met bijlagen.<br />

1973-1978. 20 omslagen.<br />

De serie circulaires schept minder problemen. Al moet ook hier op de onnauwkeurigheid, of liever<br />

willekeur, worden gewezen. Lang niet alle verstuurde circulaires immers werden opgenomen. Een<br />

mogelijke verklaring hiervoor is dat het enkel de circulaires betreft <strong>die</strong> (ook) aan de afdelingen werden<br />

verstuurd of op één of andere wijze bij <strong>die</strong> ondergeschikte geleding terechtkwamen 89 . In dat geval<br />

zouden deze stukken in een andere archiefafdeling moeten worden ondergebracht. Voor het overige<br />

zitten de stukken mooi chronologisch en hoofdzakelijk per jaar.<br />

b. Kopies <strong>van</strong> uitgaande circulaires. 1965. 1 omslag.<br />

Als besluit kan worden gesteld dat de wanorde zeer groot was. De redenen hiervoor zijn wellicht legio.<br />

De belangrijkste reden echter heeft ons inziens te maken met het gebrek aan continuïteit binnen de<br />

federatie. <strong>Het</strong> politieke personeel, zoals de voorzitter bv., wisselde voortdurend 90 . Wanneer echter ook<br />

de functie <strong>van</strong> permanent secretaris steeds weer door nieuwelingen werd bemand, kon dit voor de<br />

continuïteit <strong>van</strong> de archiefvorming en -ordening fatale gevolgen hebben.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

88 Merk op dat de oudste stukken dateren uit de periode <strong>van</strong> de LP. Raadpleeg ook de lijsten <strong>van</strong> functionarissen; bijlagen 2<br />

en 6.<br />

89 Bijvoorbeeld via hun voorzitter, hun vertegenwoordigers in de arrondissementele organen en <strong>die</strong>s meer.<br />

90 Zie de lijst <strong>van</strong> functionarissen; bijlage 2.


HET LIBERAAL HUIS BB -<br />

De tweede archiefafdeling omvat de stukken <strong>die</strong> de louter administratieve functies <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie betreffen. We denken hierbij in de eerste plaats aan zeer traditionele functies<br />

als boekhouding en financiën. Daarnaast zijn voor de PVV echter ook ledenadministratie en de<br />

administratie <strong>van</strong> de afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen niet onbelangrijk. Ze hebben overigens alle<br />

financiële aspecten. Dat heeft onder meer tot gevolg dat de verantwoordelijkheid voor deze<br />

archiefonderdelen gedeeld werd door permanent secretaris en penningmeester.<br />

2.1. Stukken betreffende de boekhouding<br />

De financiële stukken omvatten jaarstukken, boeken en bijlagen. De jaarstukken worden slechts door<br />

één enkele jaarrekening en een begrotingsdossier vertegenwoordigd. Deze ondervertegenwoordiging<br />

valt gedeeltelijk te verklaren <strong>van</strong>uit de behandeling <strong>van</strong> het financiële jaarverslag op de Algemene<br />

Vergaderingen. Die uitleg verklaart echter niet alles, vermits dergelijke stukken in <strong>die</strong> dossiers vaak<br />

ontbreken. Dat betekent m.a.w. dat een deel <strong>van</strong> de stukken moet zijn verloren gegaan of elders wordt<br />

bewaard.<br />

a. Jaarrekening over 1980. 1 stuk.<br />

b. Dossier betreffende de begroting voor 1980. 1979. 1 omslag.<br />

De eigenlijke boekhouding bestaat uit een aantal series journalen en kladjournalen <strong>die</strong> opgesplitst zijn<br />

naargelang ze de kas, dan wel de postrekening betreffen. Enkel de kladkasboeken vormen een serie <strong>die</strong><br />

de volledige periode omspant. De net-exemplaren lopen tot het einde <strong>van</strong> de jaren 1970.<br />

c. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1962-1966. 1 deel.<br />

d. Kladkasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1979-1983. Doorslagen. 1 deel.<br />

e. Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1962-1965. 1 deel.<br />

<strong>Het</strong> derde onderdeel omvat de bijlagen bij de boekhouding; bestaande uit bewijsstukken (uitgesplitst in<br />

twee series naargelang ze de kas, dan wel de postrekening betreffen), dagafschriften <strong>van</strong> de<br />

postrekening en meer specifieke bewijsstukken. Deze stukken zijn nooit recenter dan het jaar 1977. De<br />

voorbeelden tonen aan in welke volgorde we de stukken zouden rangschikken. Met name eerst de<br />

algemene bewijsstukken in dezelfde volgorde als de journalen - eerst kas, vervolgens postrekening - en<br />

dan de dagafschriften <strong>die</strong> eveneens algemeen zijn. Tot slot pas de bewijsstukken <strong>die</strong> een bepaalde zaak<br />

betreffen en dus meer specifiek zijn.<br />

f. Kasstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973. 1 omslag.<br />

g. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven bij postrekening. 1975.<br />

1 omslag.<br />

h. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 485304. 1965. 1 omslag.<br />

i. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende het op 28 oktober<br />

1967 gehouden tweede PVV-nachtfeest. 1967. 1 omslag.<br />

Aan de ordening <strong>van</strong> de bestanddelen zelf <strong>die</strong>nt nauwelijks iets te worden gewijzigd. De oude orde is<br />

immers voortreffelijk bewaard en behoorlijk systematisch doorgevoerd. Enkel de bewijsstukken zijn hier<br />

en daar op een ietwat afwijkende wijze geordend. Opvallend is dat de meeste series slechts de periode<br />

1962-1977 omvatten. Dit hoeft niet volledig te verbazen. De eerste overdracht <strong>van</strong> archief in 1992, betrof<br />

immers voornamelijk dezelfde tijdspanne. Voor de latere periode kan worden verondersteld dat de<br />

stukken door de penningmeester - in 1979 volgde Robert Bellens, Jos De Hondt op - bij hem thuis<br />

werden bewaard. Dit vermoeden wordt versterkt door de aanwezigheid <strong>van</strong> de kladkasboeken tot 1992,<br />

vermits deze registers wellicht door de permanente secretaris - beheerder <strong>van</strong> de kas - werden opgesteld<br />

91 . Dat leidt ons tot de veronderstelling dat de originele stukken <strong>van</strong> het doorschrijfkasboek<br />

werden afgegeven aan of opgestuurd naar de penningmeester <strong>die</strong> aan de hand er<strong>van</strong> de net-journalen<br />

opstelde. De originele bladen zitten overigens bij de kasstukken. <strong>Het</strong> heeft dus ook geen zin om de<br />

kladjournalen te vernietigen, aangezien we voor de periode 1979-1992 voorlopig alleen daarover<br />

beschikken. Wellicht werden na verloop <strong>van</strong> tijd dan een aantal boekhoudkundige stukken <strong>die</strong> door de<br />

91 De kladkasboeken bestaan uit de doorslagen <strong>van</strong> het doorschrijfboek.


HET LIBERAAL HUIS CC -<br />

penningmeester thuis werden bewaard, naar de arrondissementele zetel teruggebracht. Dat zou kunnen<br />

verklaren waarom de kladkasboeken wel en alle andere series niet volledig zijn.<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

De ledenadministratie was één <strong>van</strong> de belangrijkste en meest uitgebreide taken waarmee zowel<br />

permanent secretaris als penningmeester zich onledig hielden. De voorbeelden tonen aan wat de<br />

belangrijkste soorten bestanddelen waren <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het resultaat vormden. Allereerst moeten de<br />

bestanddelen «briefwisseling met bijlagen» vermeld worden <strong>die</strong> samen met de eigenlijke administratie<br />

<strong>van</strong> ledenlijsten en lidmaatschapsbewijzen per jaar of beter per jaarlijks lidmaatschapsbewijs werden<br />

gevormd. In deze bestanddelen bevinden zich vooral ingekomen lijsten <strong>van</strong> personen <strong>die</strong> zich in een<br />

bepaalde afdeling hadden aangesloten en briefwisseling met de PVV en de afdelingen. Ook financiële<br />

afrekeningen met de afdelingen en de PVV komen hier al eens voor. Deze situatie doet zich echter enkel<br />

en alleen voor tussen 1962 en 1971. In afgezwakte vorm komt dat nogmaals voor in de periode <strong>van</strong> 1983<br />

tot en met 1992. Van ca. 1979-1982 werden per afdeling omslagen aangelegd <strong>die</strong> niet alleen de ledenadministratie,<br />

maar ook de afrekening voor afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />

afdelingen in het Federaal Comité bevatten. Niet qua ordening, maar wel qua inhoud zijn ze vergelijkbaar<br />

met de bestanddelen uit de periode 1983-1992. De inconsequenties blijven trouwens niet beperkt tot<br />

de eigenlijke ledenadministratie : in de briefwisseling met de afdelingen bevinden zich zeer veel<br />

ingekomen lijsten en staten <strong>van</strong> betalende leden 92 .<br />

De gegevens aangaande de verdeling <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen werden eveneens in meer<br />

samenvattende vorm opgetekend in registers. Hier<strong>van</strong> hebben we gegevens tot in 1989. Tot slot werden<br />

de lidmaatschapsbewijzen per jaar bewaard. In het eerste gedeelte <strong>van</strong> dit hoofdstuk werd omstandig<br />

uitgelegd hoe het systeem met vier stroken in elkaar zat. In een aantal gevallen beschikken we over twee<br />

stroken per lid. Deze situatie komt voor wanneer iemand rechtstreeks bij de arrondissementsfederatie<br />

was aangesloten. De serie lidmaatschapsbewijzen is echter allerminst volledig; meerdere jaren<br />

ontbreken immers 93 .<br />

a. Briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de in 1963 uitgereikte<br />

nationale lidmaatschapsbewijzen. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />

b. Register betreffende de verdeling en betaling <strong>van</strong> lidmaatschapsbewijzen.<br />

1973-1989. 1 deel.<br />

c. Lidmaatschapsbewijzen. 1964. 1 pak.<br />

Naast de meer rechtstreekse, direct opgenomen gegevens werden door de arrondissementsfederatie<br />

achteraf een aantal stukken gevormd met meestal meer samenvattende gegevens. De<br />

arrondissementsfederatie had immers nood aan meer overzichtelijke gegevens over haar ledenbestand<br />

wat leidde tot een aantal ledenregisters en -staten. Uit archivistisch standpunt is vooral het alfabetisch<br />

ledenregister (d) interessant. De lidmaatschapsbewijzen <strong>die</strong> elk jaar opnieuw werden uitgereikt en<br />

waar<strong>van</strong> minimaal één strook per bewijs door de arrondissementsfederatie werd bewaard leverden wel<br />

enig zicht op het ledenbestand in één bepaald jaar op. Gegevens over een langere periode konden<br />

hiermee echter niet worden opgespoord. Dat was de reden waarom <strong>van</strong> elk lid een steekkaart werd<br />

opgesteld waaraan elk jaar nieuwe gegevens - zoals het jaarlijkse lidnummer - werden toegevoegd.<br />

Sommige personen overleden echter of bleven niet langer lid. Dat betekende dat uit het register op<br />

geregelde tijdstippen de fiches <strong>van</strong> ex-leden <strong>die</strong>nden te worden verwijderd. <strong>Het</strong> eigenlijke register<br />

waarmee wij werden geconfronteerd werd een laatste maal geselecteerd in de loop <strong>van</strong> 1991. Dat<br />

impliceert dat het bestanddeel enkel <strong>die</strong> personen omvat <strong>die</strong> in 1991 lid waren of het naderhand<br />

werden. Ongeacht het tijdstip waarop ze zich voor de eerste keer bij de PVV of zelfs nog bij de LP<br />

hadden aangesloten. De oude geselecteerde fiches werden echter niet vernietigd, zodat we ook<br />

beschikken over een register <strong>van</strong> ex-leden. Dat kan ons toelaten één alfabetisch kaartsysteem samen te<br />

stellen waarin alle personen <strong>die</strong> ooit lid waren <strong>van</strong> de PVV op een eenvoudige wijze kunnen worden<br />

teruggevonden met de data <strong>van</strong> aangaan en opzegging <strong>van</strong> het lidmaatschap. Voor het wetenschappe-<br />

92 Zie archiefafdeling 3.<br />

93 Elk jaar opnieuw <strong>die</strong>nde een nieuw lidmaatschapsbewijs te worden aangekocht.


HET LIBERAAL HUIS DD -<br />

lijk onderzoek zou deze herordening twee positieve gevolgen hebben. Ten eerste de eenvoudige manier<br />

<strong>van</strong> consulteren, ten tweede een volledige informatie over - in principe - alle leden <strong>van</strong> de PVV uit het<br />

arrondissement Antwerpen tussen ca. 1955 en 1992. De waarde <strong>van</strong> het tweede gevolg neemt nog toe<br />

gezien staten <strong>van</strong> ledenbestanden niet voorkomen vóór 1980. Dit ledenregister komt precies omwille<br />

daar<strong>van</strong> niet voor vernietiging in aanmerking.<br />

Daarnaast komen <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de jaren tachtig veelvuldig ledenstaten voor. Eén en<br />

ander had te maken met de doorbraak <strong>van</strong> de Personal Computer in <strong>die</strong> periode. De ledenadministratie<br />

gebeurde binnen de PVV ten laatste <strong>van</strong>af 1983 met de computer, zodat op elk moment ledenlistings<br />

konden worden afgedrukt. Op <strong>die</strong> wijze kon men op een eenvoudige manier alle nodige gegevens op<br />

elk moment opvragen en wijzigen. Voor de archiefvorming heeft dit echter het minder plezierige gevolg<br />

dat belangrijke tijdsgebonden informatie verloren gaat, telkens informatie wordt gewijzigd zonder dat<br />

daar<strong>van</strong> een uitdraai wordt gemaakt en bewaard of zonder dat <strong>die</strong> gegevens op diskette worden<br />

weggeschreven 94 . In dit geval is deze evolutie niet zo erg, dankzij de bewaarde steekkaarten. Voorbeeld<br />

e is ook <strong>van</strong> belang in het kader <strong>van</strong> de automatisering. De 11 floppy disks vormen slechts één<br />

bestanddeel en dus is dat een uitzondering op de beschrijvingseenheid <strong>die</strong> normaal gezien met de<br />

uiterlijke vorm samenvalt. Bij machineleesbare gegevens komt dat daar in vele gevallen niet langer mee<br />

overeen. Uit de gegevens over de leden en de evolutie <strong>van</strong> de ledenaantallen werden ook conclusies<br />

getrokken met het oog op de toekomstige ledenwerving, waar<strong>van</strong> f een voorbeeld is.<br />

d. Alfabetisch ledenregister. [ca. 1955-ca. 1992]. 1 kaartsysteem.<br />

e. Staat <strong>van</strong> leden. 1989. 11 floppy-disks.<br />

f. Staat betreffende de ledenaantallen per afdeling vergeleken met voorgaande<br />

jaren. 1989. 1 stuk.<br />

Tot slot nog enkele algemene bemerkingen. De stukken <strong>die</strong> in dit onderdeel thuishoren vertonen een<br />

grote mate <strong>van</strong> wanorde. Dat is vooral zo in de jaren tachtig en a fortiori is dat waar voor de jaren 1991<br />

en 1992. In <strong>die</strong> laatste periode werden soms allerhande stukken voorlopig samen bewaard in een soort<br />

<strong>van</strong> lopende dossiers. Deze stukken moeten bij een inventarisatie bij de betreffende series worden<br />

ingepast, terwijl andere perfect als een nieuwe serie kunnen worden geordend. De verschillende<br />

ordeningswijzen zijn opnieuw sterk verbonden met het in functie zijn <strong>van</strong> bepaalde permanente<br />

secretarissen. Zo valt de afwijkende ordening <strong>van</strong> de ledenadministratie <strong>van</strong> ca. 1979-1982 opmerkelijk<br />

samen met de tijdspanne waarin Raoul De Witte secretaris was. Lode Stieltjens was dan weer secretaris<br />

<strong>van</strong> 1983 tot 1992. Enkel de periode 1972-1978 vormt een uitzondering op deze vaststelling. Mogelijk<br />

zijn de archivalia uit <strong>die</strong> tijd verloren gegaan.<br />

2.3. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden in het Federaal Comité<br />

De verwantschap <strong>van</strong> deze stukken met <strong>die</strong> uit het vorige onderdeel is ontzettend sterk. Zoals reeds<br />

werd aangegeven, <strong>die</strong>nden politieke mandatarissen, leden <strong>van</strong> het Partijbestuur en vertegenwoordigers<br />

in het Federaal Comité via de afdelingen bijdragen te betalen ten gunste <strong>van</strong> de federatie. Dit leidde in<br />

de periode 1979-1990 tot de vorming <strong>van</strong> dossiers. Vanaf 1983 waren alle stukken per jaar<br />

samengebracht in één omslag. De stukken zijn alfabetisch per afdeling geordend. De serie bevat echter<br />

meerdere lacunes : de jaren 1985-1987 ontbreken. De stukken <strong>van</strong> voor 1983 zitten in slechts één omslag<br />

samen. Er is voor <strong>die</strong> jaren echter sprake <strong>van</strong> enige vermenging met de stukken uit onderdeel 2.2.<br />

a. Dossier betreffende de bijdragen <strong>van</strong> de verschillende afdelingen. 1983.<br />

1 pak.<br />

In tegenstelling tot wat het geval is voor de financiële administratie, zijn de archivalia <strong>die</strong> betrekking<br />

hebben op ledenadministratie en afdrachten op een zeer wisselende wijze geordend. Beide groepen<br />

archivalia hangen nauw samen vermits op regelmatige tijdstippen tussen afdelingen en de federatie en<br />

tussen de federatie en de PVV afrekeningen gebeurden <strong>die</strong> op beide betrekking hadden. De oplossing<br />

<strong>die</strong> wij voorlopig voorstellen betreft enkel de hoofdindeling. We zouden namelijk opteren voor een<br />

indeling <strong>van</strong> de tweede archiefafdeling in de drie onderdelen <strong>die</strong> hierboven werden uitge<strong>die</strong>pt. We<br />

94 <strong>Het</strong> is voor de toekomst een belangrijke uitdaging om met de toenemende informatisering oplossingen uit te werken<br />

zodat niet al te veel materiaal voor onderzoek verloren gaat.


HET LIBERAAL HUIS EE -<br />

stellen voor daarbij zoveel mogelijk de verschillende oude ordes in stand te houden. Een reorganisatie<br />

zou te ingrijpende gevolgen hebben en wellicht ook een aantal bestaande verbanden verbreken, vermits<br />

ook nog andere gedeelten <strong>van</strong> dit archief bij deze administratie betrokken zijn. <strong>Het</strong> is misschien wel<br />

wenselijk om een betere scheiding aan te brengen tussen onderdelen 2 en 3.<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

Deel 3 kent een ietwat ingewikkelder indeling. Onder interne partijwerking verstaan we alle activiteiten<br />

<strong>die</strong> te maken hebben met de relaties tussen de verschillende partijgeledingen en hun aanverwante<br />

organisaties voor zover ze gebeurden met het oog op de interne werking. Die activiteiten mogen dus<br />

niet gericht zijn op de bevolking, maar wel op de eigen leden bv.<br />

3.1. Stukken betreffende de algemene partijwerking<br />

In een eerste afdeling komt de algemene partijwerking aan bod. Hieronder verstaan we <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong><br />

betrekking hebben op de werking binnen de PVV, haar nevenorganisaties en PVV-geledingen <strong>die</strong> het<br />

arrondissementele niveau overtreffen.<br />

3.1.1. Stukken betreffende de hogere partijgeledingen<br />

3.1.1.1. Stukken betreffende de vertegenwoordiging in PVV-nationaal<br />

De arrondissementsfederatie was vertegenwoordigd in de nationale bestuursorganen Congres en<br />

Partijraad. Dat leverde echter alleen archivalia op over de congressen. Congresdocumenten op zich<br />

zouden kunnen worden beschouwd als algemeen geldende documenten, als stukken <strong>van</strong> algemene<br />

aard m.a.w. <strong>die</strong> betrekking hebben op de vereniging in haar geheel. Ze komen echter niet als dusdanig<br />

voor, maar steeds binnen dossiers <strong>die</strong> werden gevormd in het kader <strong>van</strong> deelname aan en<br />

voorbereiding op <strong>die</strong> congressen door de arrondissementsfederatie. Daarom moeten deze bestanddelen<br />

hier worden ondergebracht. Voorbeeld a zal in een inventaris hoogstens als blanco-nummer worden<br />

vermeld, gezien dat bestanddeel beschreven wordt in de inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen 95 .<br />

a. Dossier betreffende het op 7 en 8 oktober 1961 gehouden PVVstichtingscongres.<br />

1 omslag.<br />

b. Dossier betreffende het op 20 en 21 oktober 1962 gehouden sociaal congres.<br />

1962. 1 omslag.<br />

c. Dossier betreffende de afgevaardigden op het op 1 en 2 maart 1974<br />

gehouden nationaal congres. 1974. 1 omslag.<br />

3.1.1.2. Stukken betreffende de leden<br />

Door de arrondissementsfederatie werden verschillende dossiers gevormd <strong>die</strong> betrekking hadden op<br />

allerhande PVV-activiteiten. Ons inziens moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen<br />

activiteiten <strong>van</strong> het nationale, arrondissementele of plaatselijke niveau. Activiteiten <strong>die</strong> georganiseerd<br />

werden door het nationale niveau en/of voor de hele partij op touw werden gezet, behoren hier thuis.<br />

<strong>Het</strong>zelfde kan gezegd worden voor de toekenning <strong>van</strong> de medailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden. Dat gaf<br />

aanleiding tot een eenmalig register enerzijds en tot briefwisseling met bijlagen per toekenningsronde<br />

anderzijds. Jaarlijks immers konden de afdelingen via de arrondissementsfederatie voorstellen doen aan<br />

de terzake bevoegde nationale PVV-Commissie <strong>van</strong> de Partijmedaille om bepaalde ver<strong>die</strong>nstelijke leden<br />

een medaille toe te kennen. Daartoe <strong>die</strong>nden hun dossiers te worden overgemaakt aan <strong>die</strong> commissie<br />

<strong>die</strong> de kandidaturen onderzocht en in<strong>die</strong>n positief de medaille toekende. Heel de administratieve<br />

afwikkeling gebeurde via de arrondissementsfederatie, waarlangs ook de betalingen verliepen, want<br />

voor een medaille <strong>die</strong>nde het lid of zijn afdeling zelf te betalen. Deze betalingen werden gedurende een<br />

korte periode opgetekend in een register. <strong>Het</strong> is het enige dat opgesteld werd of bewaard bleef. In<br />

verband hiermee <strong>die</strong>nden we een keuze te maken. Deze stukken werden immers voor een deel <strong>van</strong>uit<br />

administratief opzicht gevormd. De arrondissementsfederatie fungeerde immers als verzamel- en<br />

95 We verwijzen daarvoor naar de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Zie ook de conclusies<br />

<strong>van</strong> deze structuurstu<strong>die</strong>.


HET LIBERAAL HUIS FF -<br />

doorstromingsmedium. <strong>Het</strong> ging echter veel verder dan dat. Enerzijds betrof het een algemene<br />

partijactiviteit, anderzijds werden deze leden ook op arrondissementeel niveau geëerd.<br />

a. Dossier betreffende de deelname aan de nationale huldemanifestatie ter ere<br />

<strong>van</strong> Omer Vanaudenhove. 1970. 1 omslag.<br />

b. Alfabetisch-chronologisch register betreffende aanvraag en toekennen <strong>van</strong><br />

partijmedailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden. 1979-1982. 1 deel.<br />

c. Briefwisseling betreffende de toekenning <strong>van</strong> partijmedailles tijdens de<br />

zitting <strong>van</strong> 1963. Met bijlagen. 1 omslag.<br />

3.1.1.3. Stukken betreffende het provinciale niveau<br />

Alhoewel op het provinciale niveau - althans in Antwerpen - geen PVV-geleding bestond, gebeurde het<br />

toch dat de verschillende arrondissementsfederaties uit dat gebied - Antwerpen, Mechelen en Turnhout<br />

- tot samenwerking kwamen. Ingeval een provinciaal senator <strong>die</strong>nde te worden gecoöpteerd waren<br />

contacten onontbeerlijk. De archivalia <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het resultaat waren, worden echter behandeld in de<br />

laatste archiefafdeling, bij de beschrijving <strong>van</strong> de stukken betreffende de wetgevende verkiezingen.<br />

Enkel het dossier over het provinciaal congres <strong>van</strong> 1967 kan daardoor in dit onderdeel worden<br />

ondergebracht.<br />

a. Dossier betreffende het op 27 en 28 oktober 1967 gehouden provinciaal<br />

congres. 1967, 1969-1970. 1 omslag.<br />

3.1.2. Stukken betreffende verwante organisaties<br />

De arrondissementsfederatie had eveneens contacten met aan de PVV verwante liberale organisaties.<br />

Dat gaf aanleiding tot enkele dossiers of briefwisseling.<br />

a. Briefwisseling betreffende de PVV-Vrouwen. Met bijlagen. 1969-1992.<br />

1 omslag.<br />

b. Dossier betreffende het IVK. 1979-1981. 1 omslag.<br />

c. Dossier betreffende WF-nationaal. 1979-1980, 1986. 1 omslag.<br />

De bestanddelen <strong>van</strong> onderdeel 3.1. zijn eenduidig te ordenen <strong>van</strong> hoog naar laag en <strong>van</strong> algemeen naar<br />

bijzonder. Dossiers betreffende de congressen hebben uiteraard voorrang op PVV-ledenactiviteiten <strong>die</strong><br />

op hun beurt de stukken met betrekking tot het provinciale niveau voorafgaan.<br />

3.2. Stukken betreffende de arrondissementele werking<br />

Dit onderdeel betreft de eigenlijke interne werking <strong>van</strong> het arrondissement. Dat betekent dat hier enkel<br />

<strong>die</strong> zaken terug te vinden zijn <strong>die</strong> betrekking hebben op het liberale werking binnen het Antwerpse<br />

arrondissement. Of het nu gaat om de uitbouw <strong>van</strong> de werking, arrondissementele ledenactiviteiten of<br />

de controle <strong>van</strong> de federatie op de ondergeschikte geledingen. De indeling is als volgt.<br />

3.2.1. Stukken betreffende de ondergeschikte partijgeledingen in het algemeen<br />

Een belangrijk onderdeel in de archiefvorming werd gevormd door briefwisseling met allerhande<br />

<strong>verenigingen</strong> : afdelingen, aanverwante organisaties uit het arrondissement en verwante organisaties<br />

<strong>die</strong> dat niveau overtroffen. De laatste groep bestanddelen werd hierboven reeds behandeld. Met elke<br />

plaatselijke afdeling werd druk gecorrespondeerd en dat leverde in een aantal gevallen meerdere<br />

omslagen en/of pakken op. Oorspronkelijk moeten deze bestanddelen zich in kasten hebben bevonden<br />

want wij vonden ze terug in hangmappen. Elke afdeling werd in een afzonderlijke map ondergebracht<br />

en wellicht waren de afdelingen alfabetisch geordend per district. De orde <strong>van</strong> de hangmappen was<br />

echter in <strong>die</strong> mate verloren gegaan dat zulks niet meer te achterhalen viel. Naast de afdelingen voerde<br />

de federatie ook briefwisseling met de districten en de Antwerpse verwante <strong>verenigingen</strong>. Wat <strong>die</strong><br />

districten betreft; daaromtrent werden dossiers gevormd <strong>die</strong> ook in dit eerste algemene deel kunnen<br />

worden behandeld. De ordening en beschrijving levert echter een aantal problemen op <strong>die</strong> veroorzaakt<br />

worden door de overgeleverde archieforde. Ten eerste werd door de archiefvormer geen rekening<br />

gehouden met de fusies <strong>van</strong> 1977 en 1983 <strong>die</strong> echter niet te onderschatten gevolgen hadden op de


HET LIBERAAL HUIS GG -<br />

administratieve structuur <strong>van</strong> het arrondissement 96 . In de bestanddelen valt geen echte cesuur te<br />

vinden, terwijl nochtans een heleboel afdelingen moesten worden hervormd of nieuwe <strong>die</strong>nden te<br />

worden opgericht. Ook tussen de oude afdelingen en de nieuwe districtsafdelingen werd nauwelijks<br />

onderscheid gemaakt. Ten tweede was de briefwisseling met de Antwerpse verwante <strong>verenigingen</strong> in<br />

dezelfde soort mappen opgeborgen wat het er op deed gelijken dat ze met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de afdelingen één<br />

serie vormden. Tenslotte werd deze serie briefwisseling aangevat in 1960 met het aantreden <strong>van</strong> Charles<br />

De Weze. Dit heeft als gevolg dat de stukken gedeeltelijk uit de LP-periode stammen.<br />

Rekening houdend met <strong>die</strong> opmerkingen stellen wij voor om de stukken volgens het volgende<br />

schema te ordenen :<br />

1) 1961-1982<br />

1.1) Districts<strong>verenigingen</strong><br />

1.2) Afdelingen<br />

2) 1983-1992<br />

2.1) Districts<strong>verenigingen</strong><br />

2.2) Groot-Antwerpen<br />

2.3) Afdelingen<br />

2.4) Districtsafdelingen<br />

3) Verwante organisaties<br />

a. Briefwisseling betreffende de PVV-districtsvereniging Ekeren. Met bijlagen.<br />

1961-1969. 1 omslag.<br />

b. Briefwisseling met de afdeling Lint. Met bijlagen. 1983-1991. 1 omslag.<br />

c. Briefwisseling betreffende het LEV-Antwerpen. Met bijlagen. 1975, 1979-<br />

1981. 1 omslag.<br />

d. Briefwisseling betreffende het ACLVB-Antwerpen. Met bijlagen. 1969-1982.1 omslag.<br />

De bestanddelen bevatten naast eigenlijke briefwisseling ook alle andere ingekomen en kopies <strong>van</strong><br />

uitgaande stukken. Vandaar de formulering «met bijlagen». Boven<strong>die</strong>n komen hier in de periodes 1960-<br />

1979 en opnieuw <strong>van</strong>af 1986 vele ledenlijsten voor <strong>die</strong> door de afdelingen met het oog op de<br />

ledenadministratie werden opgestuurd. In feite waren dat soort documenten overheersend, terwijl ze<br />

normaal nochtans in de bestanddelen briefwisseling betreffende de ledenadministratie hadden moeten<br />

worden ondergebracht. Opnieuw vallen de cesuren in de bestaande ordening opvallend samen met de<br />

periodes waarin de verschillende secretarissen actief waren.<br />

3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />

De arrondissementsfederatie had de verantwoordelijkheid over de goede werking <strong>van</strong> de PVV in haar<br />

ressort. Dit betekende onder meer dat een goede structuur <strong>die</strong>nde te worden uitgebouwd. in dit kader<br />

werden voornamelijk dossiers aangemaakt. Bv. dossiers <strong>die</strong> het gevolg waren <strong>van</strong> een enquête naar de<br />

toestand <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen. De archiefvorming werd echter gevoelig uitgebreid toen in 1974<br />

de Prijs <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werd ingesteld. Dat gaf aanleiding tot een aantal<br />

dossiers in het midden <strong>van</strong> de jaren zeventig.<br />

a. Dossier betreffende de actuele situatie <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen. 1980.1 omslag.<br />

b. Dossier betreffende de afdeling Kapellen in het kader <strong>van</strong> de PVV-Prijs.<br />

1975. 1 pak.<br />

3.2.3. Stukken betreffende de juridische en controlerende functie<br />

De arrondissementsfederatie had ten overstaan <strong>van</strong> de afdelingen ook een controlerende en juridische<br />

rol. Eén en ander kwam tot uiting in de goedkeuring <strong>van</strong> de plaatselijke statuten en in het ingrijpen in<br />

geval <strong>van</strong> plaatselijke wantoestanden. De voorbeelden tonen aan dat <strong>die</strong> twee taken ook duidelijk in de<br />

archiefvorming tot uiting komen. Meestal werden dossiers gevormd <strong>die</strong> eenvoudig kunnen worden<br />

gerangschikt, zoals door de voorbeelden wordt aangetoond. Alhoewel de verkiezingen in principe in<br />

afdeling 4 aan bod komen, zullen volgens ons de bestanddelen <strong>die</strong> aangaande<br />

96 Zie hiervoor onderdeel 2.2.2.7 <strong>van</strong> dit hoofdstuk.


HET LIBERAAL HUIS HH -<br />

gemeenteraadsverkiezingen werden gevormd in dit deel moeten worden ondergebracht in<strong>die</strong>n deze<br />

stukken gevormd werden <strong>van</strong>uit <strong>die</strong> controlerende rol.<br />

a. Dossier betreffende de commissie statuten. 1981-1982. 1 omslag.<br />

b. Statuten <strong>van</strong> de verschillende plaatselijke afdelingen. 1977-1989. 1 pak.<br />

c. Dossier betreffende de statutenwijziging <strong>van</strong> de districtsvereniging Boom-<br />

Kontich. 1991. 2 stukken.<br />

d. Dossier betreffende problemen binnen de afdeling Ranst. 1988-1989.<br />

1 omslag.<br />

e. Dossier betreffende de klacht <strong>van</strong> PVV-Schelle tegen mevrouw L. Bauwelinck-Dussart.<br />

1985-1988. 1 omslag.<br />

f. Dossier betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1976 te Kontich.<br />

1976-1977. 1 omslag.<br />

3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

Om de interne cohesie te versterken beschikte de federatie onder meer over de mogelijkheid allerlei<br />

ledenactiviteiten in te richten <strong>die</strong> in de eerste plaats gekenmerkt werden door gezellig samenzijn. Wat<br />

dat betreft moet erop worden gewezen dat enkel activiteiten <strong>die</strong> werden georganiseerd door de<br />

arrondissementsfederatie en voor alle leden uit het arrondissement toegankelijk waren, hier aan bod<br />

komen. Wanneer het plaatselijke activiteiten betreft waarbij problemen rezen, komen deze in het vorige<br />

deeltje. Vanaf het moment dat een bepaalde activiteit <strong>die</strong> door de arrondissementsfederatie werd<br />

georganiseerd een duidelijk nationale uitstraling verkreeg, moeten de stukken <strong>die</strong> in het kader daar<strong>van</strong><br />

werden gevormd onder punt 3.1. worden beschreven. De meifeesten <strong>die</strong> tot <strong>die</strong>p in de jaren zestig<br />

plaatsvonden, vormen hier geen serie om de doodeenvoudige reden dat <strong>die</strong> jaarlijkse activiteit <strong>van</strong>af<br />

1966 door de PVV-afdeling Antwerpen-stad op touw werd gezet. Opvallend is nog dat de arrondissementsfederatie<br />

meteen daarop startte met de jaarlijkse nachtfeesten <strong>die</strong> in de herfst plaatsvonden.<br />

a. Dossier betreffende het op 30 april 1965 gehouden meifeest «Feest aan de<br />

Arbeid». 1965. 1 pak.<br />

b. Dossier betreffende het op 29 oktober 1966 gehouden PVV-Nachtfeest. 1966.1 omslag.<br />

c. Dossier betreffende het op 4 november 1971 gehouden huldebetoon aan<br />

Albert Lilar. 1971. 1 omslag.<br />

3.2.5. Stukken betreffende de informatieverschaffing<br />

Eén <strong>van</strong> de belangrijkste taken <strong>van</strong> de federatie was ervoor zorgen dat de leden en de afdelingen<br />

werden ingelicht omtrent de werking <strong>van</strong> de PVV. In de archiefvorming komt deze taak echter<br />

nauwelijks tot uiting. Dat valt in de eerste plaats te wijten aan het feit dat deze functie verborgen zit in<br />

de serie briefwisseling met de afdelingen en zelfs in de circulaires en briefwisseling uit de eerste<br />

archiefafdeling. Maar dan nog moet worden vastgesteld dat in verband met het arrondissementeel<br />

tijdschrift enkel de jaren zestig niet ontbreken.<br />

a. Dossier betreffende de eerste jaargang <strong>van</strong> het tijdschrift PVV-Express. 1963-<br />

1964. 1 omslag.<br />

Opvallend bij de derde archiefafdeling is dat de ordening voor een gedeelte gebaseerd is op de structuur<br />

<strong>van</strong> de PVV. Dat is onder meer nodig om onderscheid te maken tussen het eigenlijke arrondissementele<br />

niveau en de andere geledingen. De PVV-structuur duikt eveneens op in de ordening <strong>van</strong> de serie<br />

briefwisseling met de ondergeschikte geledingen. De oude orde kan hier wat de bestanddelen betreft<br />

meestal volledig worden behouden.<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

De laatste archiefafdeling betreft bestanddelen <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> de eigenlijke<br />

doelstellingen <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie Antwerpen. <strong>Het</strong> gaat hier om alle activiteiten <strong>van</strong> de<br />

federatie <strong>die</strong> gericht waren naar de niet-leden toe, m.a.w. de bevolking <strong>van</strong> het Antwerpse<br />

arrondissement. De drie factoren <strong>die</strong> we hier kunnen onderscheiden zijn sociaal <strong>die</strong>nstbetoon;<br />

voorbereiding, organisatie en evaluatie <strong>van</strong> de wetgevende verkiezingen; en politieke stellingnamen of<br />

beïnvloeding <strong>van</strong> het beleid. Deze afdeling omvat dus stukken <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> de


HET LIBERAAL HUIS II -<br />

werking naar buiten toe. Dat wil echter allerminst zeggen dat zich daarbij geen interne documenten<br />

bevinden. De enige vereiste is dat <strong>die</strong> stukken werden gevormd in het kader <strong>van</strong> de externe werking.<br />

4.1. Stukken betreffende de verkiezingen<br />

In principe had de federatie enkel bevoegdheid over de wetgevende verkiezingen. Dat neemt echter niet<br />

weg dat ook omtrent de gemeenteraads- en Europese verkiezingen documenten gevormd werden. Voor<br />

wat de gemeenteraadsverkiezingen betreft, bestaan twee mogelijke redenen voor <strong>die</strong> archiefvorming.<br />

Ten eerste kon het gebeuren dat in het kader <strong>van</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> een verkiezing door een<br />

plaatselijke afdeling problemen rezen in verband met de samenstelling <strong>van</strong> de lijst of zo meer. De<br />

dossiers <strong>die</strong> bij de behandeling <strong>van</strong> dergelijke zaken werden gevormd, kwamen reeds in afdeling drie<br />

aan bod. Anderzijds fungeerde de federatie inzake gemeenteraadsverkiezingen ook enigszins als<br />

coördinator <strong>van</strong> de voorbereiding of verzamelde ze allerhande gegevens over <strong>die</strong> verkiezingen met het<br />

oog op haar toekomstige positie. Die gevallen moeten volgens ons wel hier worden behandeld.<br />

<strong>Het</strong>zelfde geldt voor stukken <strong>die</strong> gevormd zijn in het kader <strong>van</strong> de provincieraadsverkiezingen. Vermits<br />

deze steeds met de parlementsverkiezingen samenvielen kan niet <strong>van</strong> een volledig onderscheid worden<br />

gesproken. De vermenging bij <strong>die</strong> stukken is ook zodanig groot dat we voorstellen om enkel <strong>van</strong><br />

wetgevende verkiezingen te spreken. De Europese verkiezingen komen iets minder aan bod. Toch kan<br />

worden gesteld dat de arrondissementsfederatie ook deze verkiezingen volgde. M.a.w. wanneer het<br />

werkelijk om de verkiezingen zelf gaat moeten de stukken in archiefafdeling vier worden<br />

ondergebracht. Betreft het feitelijk een andere taakstelling, zoals controle <strong>van</strong> de afdelingen, dan moet<br />

het naar de archiefafdeling waarin <strong>die</strong> functie wordt behandeld.<br />

Een tweede probleem dat zich bij deze categorie stelt, is de grote mate <strong>van</strong> wanorde. Meestal<br />

zitten alle stukken zonder onderverdeling bijeen per verkiezing in één of meerder archiefdozen. Daarom<br />

zal het ons inziens noodzakelijk zijn zelf een ordening te ontwerpen voor dit gedeelte <strong>van</strong> het archief.<br />

Een goede leidraad zou hierbij de oude orde voor de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1965 kunnen zijn.<br />

Daarvoor werden de stukken wel in afzonderlijk mapjes ondergebracht en kan <strong>van</strong> enige orde gewag<br />

worden gemaakt. Ook <strong>die</strong> ordening is echter onvoldoende consequent om ze kritiekloos te kunnen<br />

opvolgen. Eén en ander zou overigens ook toelaten om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen<br />

openbare en niet-openbare archivalia.<br />

a. Dossier betreffende de evaluatie <strong>van</strong> de in 1974 gehouden parlementsverkiezingen.<br />

1974. 1 omslag.<br />

4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

<strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon was één <strong>van</strong> de belangrijkste peilers uit het bevoegdheidspakket <strong>van</strong> de<br />

voorzitter. Dat blijkt meteen uit de archiefvorming. We vonden pakken dossiers <strong>die</strong> echter alleen de<br />

periode 1973-1977 en 1981-1982 omvatten. Dat betekent dat grote stukken ontbreken. Nochtans blijkt uit<br />

het formulierboek dat een zeer uitgebreid en uitgekiend systeem met fiches <strong>die</strong>nde te worden opgesteld<br />

voor elke zaak 97 . Niets <strong>van</strong> dit alles komt in het archief tot uiting. Een deel <strong>van</strong> de lacune kan echter<br />

worden opgevuld dankzij de briefwisseling over diverse onderwerpen, waarin zeer veel over sociaal<br />

<strong>die</strong>nstbetoon is te vinden. Boven<strong>die</strong>n is zeer goed mogelijk dat de voorzitters deze archivalia als<br />

persoonlijk archief aanzagen 98 . <strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon werd ook arrondissementeel georganiseerd.<br />

Tot in de verste uithoeken <strong>van</strong> het arrondissement werden regelmatig zitdagen gehouden. De lokale<br />

bevolking kon op <strong>die</strong> gelegenheden haar grieven overmaken aan de liberale parlementsleden uit het<br />

arrondissement. Dat leverde ook dossiers op over advertenties in plaatselijke reclametijdschriften.<br />

a. Alfabetisch geordende dossiers. 1973-1977. 1 pak.<br />

b. Dossier betreffende de arrondissementele sociale zitdagen. 1979. 1 omslag.<br />

c. Dossier betreffende advertenties in Ons Niel. 1982-1984. 1 omslag.<br />

97 Zie archiefafdeling 1.<br />

98 Hiervoor verwijzen we naar de inleiding op de beschrijving <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Charles De Weze.


HET LIBERAAL HUIS JJ -<br />

4.3. Stukken betreffende de invloed op en de deelname aan het beleid<br />

De arrondissementsvoorzitter <strong>die</strong>nde er voor te zorgen dat de bevolking op de hoogte gehouden werd<br />

<strong>van</strong> de PVV-activiteiten op politiek vlak. Dat betekende dat de federatie regelmatig met standpunten<br />

naar buiten <strong>die</strong>nde te komen via persconferenties bv. Ons inziens moeten hier echter ook de stukken<br />

worden geplaatst <strong>die</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> specifieke politieke thema's en onderwerpen betreffen.<br />

Meestal werden in dit verband dan ook dossiers gevormd <strong>die</strong> naar onze mening het best chronologisch<br />

kunnen worden behandeld.<br />

a. Dossier betreffende de persmededeling over het RUCA. 1965. 1 omslag.<br />

b. Dossier betreffende het duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet. 1973-1981.<br />

1 omslag.<br />

c. Dossier betreffende de fusie <strong>van</strong> Antwerpen. 1977-1982. 1 omslag.<br />

5. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />

<strong>Het</strong> aandeel <strong>van</strong> de documentatie in het archieffonds was behoorlijk uitgebreid. De grote moeilijkheid<br />

echter was uitmaken welke vereniging welke documentatie had verzameld. Dit bleek in vele gevallen<br />

een onmogelijke opdracht. Aan de andere kant moet echter worden gezegd dat de hoeveelheid<br />

documentatie <strong>die</strong> werkelijk <strong>van</strong> belang was voor de raadpleging <strong>van</strong> het archief uiterst klein was. Enkel<br />

wat hierna volgt kon eenduidig als documentatie <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie worden<br />

onderscheiden :<br />

a. Documentatiemap betreffende de financiën. 1976, 1978-1981. 1 pak.<br />

b. Knipselmap betreffende cultuur. 1978-1982. 1 pak.<br />

c. Documentatiemap betreffende de Provincieraad <strong>van</strong> Antwerpen. 1976, 1978-<br />

1981. 1 pak.<br />

d. Knipselmap betreffende artikels <strong>van</strong> Frans Grootjans over de Belgische<br />

politiek in het algemeen. 1978-1979. 1 omslag.<br />

De voor het archief belangrijke documentatie <strong>die</strong> wij konden vinden kan echter allerminst als zeer<br />

representatief voor de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie worden beschouwd. Eén <strong>van</strong> de<br />

oorzaken daar<strong>van</strong> moet worden gezocht in het feit dat knipsels en documentatie in de regel in de<br />

archiefbestanddelen werd opgenomen. <strong>Het</strong> lijkt ons niet opportuun aan <strong>die</strong> toestand iets te wijzigen,<br />

vermits in vele bestanddelen slechts één of twee knipsels zitten. Deze uit de omslagen halen zou de<br />

waarde <strong>van</strong> het geheel enkel aantasten en dus onnodige verspilling <strong>van</strong> tijd en mankracht vereisen.<br />

2.2.4. CONCLUSIES EN SLOTBEDENKINGEN<br />

<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie werd nog niet definitief geordend en in een inventaris<br />

beschreven. Daarom werd besloten om de bestanddelen <strong>die</strong> nog dateerden uit de LP-periode over te<br />

brengen naar het archief <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen dat wel al een definitieve<br />

ontsluiting kreeg. Bestanddelen <strong>die</strong> echter door beide <strong>verenigingen</strong>, maar in hoofdzaak door de PVVfederatie<br />

gevormd waren, lieten we in hun geheel bij dit archief.<br />

Wanneer we nu het gehele archief overschouwen kunnen enkele zaken worden vastgesteld.<br />

Alhoewel het archief de periode 1961-1992 overbrugt, blijken meerdere lacunes te bestaan. <strong>Het</strong> materiaal<br />

is echter voldoende om<strong>van</strong>grijk om <strong>van</strong> een min of meer volledig archief te kunnen spreken. De<br />

belangrijkste problemen en vaststellingen hebben echter alles met de oude orde <strong>van</strong> doen. Ten eerste is<br />

er een bijzonder grote invloed <strong>van</strong> de penningmeesters en <strong>van</strong> de permanente secretarissen in het<br />

bijzonder. Die invloed doet zich vooral gevoelen in de wat langere series. Meestal kunnen in de<br />

ordening daar<strong>van</strong> vrij duidelijk drie periodes worden onderkend <strong>die</strong> opvallend samenvallen met de<br />

tijdvakken waarin de drie belangrijkste secretarissen actief waren 99 . In de tussenliggende periodes<br />

volgden verschillende secretarissen elkaar in snel tempo op. Voor de ordening had dat in hoofdzaak<br />

twee gevolgen. Ofwel werd het systeem <strong>van</strong> de voorganger - vaak zonder veel inzicht - gevolgd, ofwel<br />

verviel het systeem tot chaos.<br />

99 We verwijzen daarvoor naar de lijst <strong>van</strong> functionarissen; bijlage 2.


HET LIBERAAL HUIS KK -<br />

Alle belang <strong>van</strong> de permanente secretaris ten spijt, kan nochtans de invloed <strong>van</strong> de voorzitter<br />

evenmin worden ontkend. Antoinette Helsmoortel-Pecher fungeerde immers zowel in 1988 als in 1990-<br />

1991 een tijdlang als waarnemend voorzitter. De archiefvorming <strong>van</strong> <strong>die</strong> tijd wordt door opvallend veel<br />

losse stukken gekenmerkt. Iets wat in de loop <strong>van</strong> 1991 en 1992 trouwens steeds frequenter werd. Dat<br />

lijkt er op te wijzen dat de stukken in een eerste fase nog niet definitief werden geordend. Elke<br />

functionaris bewaarde in eerste instantie de stukken betreffende <strong>die</strong> zaken waarmee hij al dan niet<br />

toevallig bezig was. Pas naderhand kreeg de permanente secretaris ze in handen met het oog op de<br />

afhandeling <strong>van</strong> een zaak of de definitieve klassering er<strong>van</strong>. De stukken <strong>die</strong> door de penningmeester<br />

werden opgesteld, kwamen vaak nog veel later of zelfs helemaal niet in het bezit <strong>van</strong> de permanente<br />

secretaris.<br />

Aan de archiefvorming lag dus nooit een voorafgaandelijk doordacht ordeningssysteem ten<br />

grondslag. Elkeen <strong>die</strong> op één of andere wijze bij het archief betrokken was, ordende de stukken naar zijn<br />

eigen inzichten. Eén en ander veroorzaakte dat stukken <strong>die</strong> logischerwijze samen horen, toch verspreid<br />

raakten over verschillende series of bestanddelen. Vooral de briefwisseling over diverse onderwerpen is<br />

in dat bedje ziek. Ten gevolge daar<strong>van</strong> moeten voor een toekomstige inventarisatie nog een aantal<br />

warrige knopen worden ontrafeld. We denken hierbij in de eerste plaats aan de overlappingen tussen<br />

briefwisseling over diverse onderwerpen, briefwisseling betreffende de ledenadministratie,<br />

briefwisseling met de afdelingen en dossiers betreffende sociaal <strong>die</strong>nstbetoon.<br />

Opvallend is nog dat een aantal taken <strong>die</strong> tot de verantwoordelijkheid behoorden <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie in de archiefvorming grotendeels ontbreken. Vooral stukken i.v.m. de<br />

informering <strong>van</strong> de eigen achterban - de leden - en de federatie als orgaan waarbij beroep tegen<br />

beslissingen kon worden aangetekend, blijken te ontbreken. Tot slot moet nog worden vermeld dat dit<br />

archief opvalt door de vele dubbelen <strong>die</strong> erin voorkomen. Dat fenomeen deed zich vooral voor bij de<br />

definitieve versie <strong>van</strong> de notulen <strong>die</strong> vaak in meer dan vijf exemplaren voorkomen. Anderzijds komt<br />

ook veelvuldig documentatie voor <strong>die</strong> niet duidelijk <strong>van</strong> het archief was gescheiden. Die toestand kan<br />

best gelaten worden zoals ze is, maar de dubbelen kunnen met het oog op de raadpleegbaarheid het<br />

best worden verwijderd. Wil men ze om documentaire redenen toch behouden dan kunnen ze nog altijd<br />

materieel afzonderlijk worden bewaard.<br />

Hoofdstuk 3 : Inventarissen <strong>van</strong> (deel)<strong>archieven</strong><br />

2.3.1. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN SV HET LIBERAAL HUIS<br />

2.3.1.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Statuten<br />

1.2. Stukken betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Beheerraad<br />

1.3. Stukken betreffende de Jaarlijkse Algemene Vergaderingen der Vennoten<br />

1.4. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />

2.1. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

2.2. Stukken betreffende het kapitaal<br />

2.2.1. Stukken betreffende de aandeelhouders<br />

2.2.2. Stukken betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen<br />

2.2.3. Stukken betreffende leningen<br />

2.3. Stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting<br />

2.4. Stukken betreffende de boekhouding<br />

2.4.1. Samenvattende stukken<br />

2.4.2. Journalen<br />

2.4.3. Dagboeken<br />

2.4.4. Bijlagen bij de boekhouding


HET LIBERAAL HUIS LL -<br />

2.5. Stukken betreffende bankrekening Y00.11707<br />

2.6. Stukken betreffende personeel en sociale zekerheid<br />

3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het partijgebouw.<br />

3.1. Stukken betreffende aankoop en opening <strong>van</strong> en onderhoud aan het gebouw<br />

3.1.1. Stukken betreffende aankoop en opening<br />

3.1.2. Stukken betreffende onderhoud en voorzieningen<br />

3.2. Stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> de lokalen<br />

3.2.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

3.2.2. Stukken betreffende café L'Escale<br />

3.2.3. Stukken betreffende de verhuur <strong>van</strong> de zalen<br />

3.2.4. Stukken betreffende café Liberator<br />

3.2.4.1. Stukken betreffende de uitbating<br />

3.2.4.2. Boekhoudkundige stukken<br />

4. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />

2.3.1.2. Inleiding<br />

2.3.1.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 100<br />

Tijdens een vergadering op 17 december 1948 werd te Antwerpen een Samenwerkende Vennootschap -<br />

ook : Samenwerkende Maatschappij - opgericht met als naam SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. De stichting<br />

gebeurde door 50 leden-aandeelhouders <strong>die</strong> in totaal 200.000 frank kapitaal investeerden in de nieuwe<br />

vereniging <strong>die</strong> voorlopig gevestigd werd op de Mechelsesteenweg 17. Dat <strong>die</strong> zetel voorlopig was kan<br />

worden afgeleid <strong>van</strong> de doelstelling : «... het aanwerven door aankoop, huur, overname of anders <strong>van</strong><br />

één of meerdere goederen en/of roerende uitbatingen bestemd tot zetel of gebruik ten bate <strong>van</strong> de<br />

liberale partij <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen. Zij zal in de lokalen, <strong>die</strong> zij zich zal aanschaffen, de<br />

uitbatingen <strong>die</strong> zij voor de verwezenlijking <strong>van</strong> haar doel nuttig zal achten, mogen inrichten, zelfs door<br />

verhuring, beheer, bij middel <strong>van</strong> derden of alle andere wijzen». <strong>Het</strong> beheer over de vereniging was<br />

toegewezen aan een Beheerraad bestaande uit ten minste vijf beheerders <strong>die</strong> voor zes jaar werden<br />

verkozen door de algemene vergadering der vennoten. Eén <strong>van</strong> de beheerders werd door zijn collega's<br />

tot voorzitter verkozen. De Beheerraad had een quasi onbeperkte bevoegdheid zolang <strong>die</strong> maar de<br />

doelstelling <strong>van</strong> de vereniging ten goede kwam. <strong>Het</strong> dagelijks beheer of specifieke bevoegdheden<br />

konden worden overgedragen aan afgevaardigde-beheerders. Hun macht werd steeds bepaald door de<br />

Beheerraad. Dezelfde bepalingen golden voor alle andere personen <strong>die</strong> hij eventueel zou aanstellen. Alle<br />

stukken <strong>die</strong> door het uitoefenen <strong>van</strong> het dagelijks bestuur werden gevormd, <strong>die</strong>nden te worden<br />

ondertekend door een afgevaardigde <strong>van</strong> de vereniging. Financiële stukken en akten daarentegen<br />

vereisten twee handtekeningen. De notulen <strong>van</strong> de Bestuurraad werden net zoals <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Algemene<br />

Vergadering in een register opgetekend. In de realiteit bleek de praktische uitvoering <strong>van</strong> dagelijkse<br />

beheer voornamelijk in de handen <strong>van</strong> een secretaris te berusten 101 .<br />

Controle op het beheer <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis werd uitgeoefend door commissaris(sen) en<br />

door de Algemene Vergadering der Vennoten. De commissarissen hadden de bevoegdheid alle<br />

handelingen <strong>van</strong> de vennootschap te controleren 102 . Commissarissen en Beheerders samen vormden de<br />

Algemene Raad 103 . Algemene Vergaderingen werden in principe éénmaal per jaar op de derde vrijdag<br />

<strong>van</strong> maart bijeengeroepen. Elke aandeelhouder had het recht deze vergadering met stemrecht bij te<br />

wonen. <strong>Het</strong> aantal stemmen waarop men recht had was evenwel gelijk aan de hoeveelheid<br />

aandeelbewijzen waarop men was ingeschreven. Haar belangrijkste bevoegdheden bestonden erin de<br />

verslagen <strong>van</strong> beheerders en commissarissen, evenals de jaarrekening te horen en goed te keuren.<br />

100<br />

De gegevens werden vooral geput uit de statuten <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis (inventarisnummer 1) en uit het archief <strong>van</strong><br />

Albert Lilar : LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.3.<br />

101 In de periode 1948-1975 waren het er welgeteld drie. Deze personen waren tegelijkertijd ook permanente secretaris voor<br />

de LP-, respectievelijk PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Cfr. bijlagen 2 en 7.<br />

102 Voor zover bekend waren er steeds twee commissarissen, te weten Julia Dorikens-Van Gastel en Eugeen Schutters.<br />

103 Van dit orgaan is in de archivalia niets te vinden.


HET LIBERAAL HUIS MM -<br />

Verder kon zij ook de waarde <strong>van</strong> het aandeel wijzigen. Wanneer een mandaat <strong>van</strong> beheerder openviel,<br />

werd <strong>die</strong> vacature door de Algemene Vergadering ingevuld. <strong>Het</strong>zelfde geschiedde inzake de<br />

commissarissen, waar<strong>van</strong> zij zelfs het aantal bepaalde. Naast gewone konden eveneens bijzondere<br />

Algemene Vergaderingen worden geconvoceerd. De meest typische bevoegdheid <strong>van</strong> dergelijke<br />

vergadering was de herziening der statuten.<br />

Om lid te worden <strong>van</strong> de vennootschap volstond één aandeel, het totale aantal per persoon was<br />

onbeperkt. Leden konden te allen tijde ontslag nemen of uitgesloten worden wegens grove fout. Bij<br />

ontslagname, uitsluiting of overlijden werden de aandelen <strong>van</strong> het lid geschat door de Algemene<br />

Vergadering, waarna terugbetaling plaats kon grijpen. <strong>Het</strong> maatschappelijke jaar <strong>van</strong> de vennootschap<br />

week niet af <strong>van</strong> het burgerlijk jaar. Elk jaar op 31 december <strong>die</strong>nde de boekhouding te worden<br />

afgesloten en een inventaris opgemaakt. Vervolgens maakte de Beheerraad de jaarrekening op <strong>die</strong><br />

samen met de bewijsstukken en een verslag minstens één maand voor de Algemene Vergadering aan de<br />

Commissaris(sen) <strong>die</strong>nden te worden overgemaakt voor nazicht. Ook zij maakten een verslag op dat<br />

zoals gezegd aan de Algemene Vergadering werd voorgelegd.<br />

De reden waarom tot de oprichting <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis werd beslist heeft veel te maken<br />

met het ontstaan <strong>van</strong> een liberale federatie in het arrondissement Antwerpen na de tweede wereldoorlog.<br />

Deze organisatie <strong>van</strong> de Liberale Partij op arrondissementeel niveau deed immers de noodzaak<br />

gevoelen aan een partijgebouw dat centraal gelegen was. Sinds 1946 correspondeerden een aantal<br />

partijgenoten - onder wie Albert Lilar - met het oog op de aankoop <strong>van</strong> een partijlokaal. Daaruit bleek al<br />

snel dat het de federatie aan middelen ontbrak om snel te reageren op mogelijke, interessante<br />

aanbiedingen. Daarom werd in een vergadering <strong>van</strong> 8 november 1949 besloten een Société Cooperative op<br />

te richten met als doel de Antwerpse federatie <strong>van</strong> een lokaal te voorzien. <strong>Het</strong> werd m.a.w. een<br />

vennootschap waar<strong>van</strong> het kapitaal door aandeelhouders werd bijeengebracht. Juist <strong>die</strong> aandelen<br />

moesten voorzien in de middelen <strong>die</strong> nodig waren om tot een eventuele aankoop over te gaan. Dit alles<br />

betekent echter niet dat de liberalen <strong>van</strong> voor 1945 niet over partijlokalen beschikten. Zo werd in 1928<br />

bv. het Liberaal Volkshuis El Bardo - het lokaal <strong>van</strong> de Vereenigde Liberalen - opgericht door de Naamloze<br />

Maatschappij El Bardo 104 . Die vennootschap ging in de loop <strong>van</strong> 1948 echter op de fles en vele<br />

aandeelhouders bleken geïnteresseerd om hun El Bardo-aandelen om te zetten in aandelen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong><br />

Liberaal Huis.<br />

104 «Inhuldiging Liberaal Huis», De Nieuwe Gazet, 4.


BIJLAGE 5 : lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal huis<br />

SECRETARISSEN<br />

xx/01/1949 - 05/01/1956 F. GRIELENS<br />

17/02/1956 - 08/04/1960 Jackie ADRIAENSENS<br />

15/04/1960 - 05/05/1975 Charles DE WEZE<br />

VOORZITTER<br />

17/12/1948 - 17/03/1972 Albert LILAR 105<br />

UITBATERS CAFÉ LIBERATOR 106<br />

05/11/1949 - 31/03/1950 Louis VAN DEN BOSCH<br />

01/04/1950 - 03/08/1950 overgangsperiode 107<br />

04/08/1950 - 31/07/1955 Frans SELDENSLACH<br />

01/08/1955 - 31/01/1961 Paul CHEVALIER<br />

01/02/1961 - 31/12/1964 A. CRAB<br />

<strong>van</strong>af 01/01/1965<br />

uitbating stopgezet,<br />

café verhuurd aan<br />

Brouwerij Maes 108<br />

HET LIBERAAL HUIS NN -<br />

105<br />

Ook na<strong>die</strong>n wellicht nog voorzitter. Albert Lilar had echter nog vele andere mandaten - o.a. minister in een<br />

aantal regeringen. Daarom werd hij meermaals ver<strong>van</strong>gen door waarnemende voorzitters zoals W. koninckx,<br />

Wil<strong>die</strong>rs, A. De Raeymaekers, A. Joosten en Frans Grootjans.<br />

106<br />

Café Liberator werd uitgebaat door een gerant voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Dit gebeurde in<br />

overeenkomst met NV Brouwerij Van Alken <strong>van</strong>af 5 november 1949 toen het café opende.<br />

107<br />

Op 6 juni 1950 bv. werd meneer Eyckmans op proef aangenomen.<br />

108<br />

Vanaf deze datum werd de uitbating voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis afgeschaft. <strong>Het</strong> café werd in zijn<br />

geheel aan de NV Brouwerij Maes verhuurd


HET LIBERAAL HUIS OO -<br />

Vrij snel reeds na de oprichting <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis - meer bepaald op 7 maart 1949 - werd<br />

tot de aankoop <strong>van</strong> een gebouw overgegaan 109 . <strong>Het</strong> ging om een handelspand dat gelegen was tussen<br />

Kome<strong>die</strong>plaats, Ketelstraat en Schuttershofstraat. <strong>Het</strong> om<strong>van</strong>grijke gebouw paalde m.a.w. aan drie<br />

verschillende straten in het Antwerpse stadscentrum 110 . <strong>Het</strong> gebouw bleek ten zeerste geschikt te zijn<br />

om aan de gestelde doelen <strong>van</strong> de vereniging te voldoen. <strong>Het</strong> beschikte immers over voldoende ruimte<br />

om er een feestzaal, een voor eigen rekening uit te baten café, vergaderlokalen en secretariaten in onder<br />

te brengen. Toen het gebouw werd aangekocht was aan de Kome<strong>die</strong>plaats de meubelzaak De Coene<br />

Gebroeders gevestigd. Dit bedrijf huurde de ruimte en pas wanneer het pand volledig was ontruimd,<br />

konden de verbouwingswerken worden aangevat. Op 27 november 1949 kon dan de officiële opening<br />

<strong>van</strong> de partijlokalen plaatsvinden 111 . <strong>Het</strong> liberale café Liberator was echter reeds op de vijfde <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />

maand <strong>van</strong> start gegaan. Dit café werd door een gerant uitgebaat voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal<br />

Huis. Een gerant alleen was echter niet steeds voldoende, zodat - vaak tijdelijk - personeel in <strong>die</strong>nst<br />

genomen werd. De loonkosten voor het personeel werden door SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis gedragen. De<br />

gerant <strong>van</strong> zijn kant ontving 10 % <strong>van</strong> alle inkomsten en betaalde zijn eigen sociale zekerheidsbijdragen<br />

112 .<br />

De andere gedeelten <strong>van</strong> het gebouw werden gebruikt voor eigen doeleinden zoals feesten,<br />

vergaderingen en secretariaten of konden worden verhuurd aan andere <strong>verenigingen</strong>. Op de hoek <strong>van</strong><br />

Ketelstraat en Schuttershofstraat anderzijds was café L'Escale gevestigd. Dit café bestond al meerdere<br />

jaren. De oude huurders werden ver<strong>van</strong>gen door nieuwe en <strong>van</strong>af 1950 kon met de uitbating <strong>van</strong> dat<br />

café worden begonnen 113 . Zowel voor de uitbating <strong>van</strong> L'Escale als voor Liberator werd een<br />

overeenkomst gemaakt met NV Brouwerij Van Alken <strong>die</strong> instond voor de dranklevering. Aan deze<br />

samenwerking kwam op 31 december 1964 een einde 114 . Toen besliste de Beheerraad <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong><br />

Liberaal Huis wegens financiële problemen niet langer met de uitbating <strong>van</strong> café Liberator door te<br />

gaan 115 . <strong>Het</strong> etablissement werd <strong>van</strong>af 1 januari 1965 verhuurd aan NV Brouwerij Maes. Ook café<br />

L'Escale kreeg een nieuwe brouwer <strong>die</strong> het pand echter niet huurde. De uitbating bleef immers in<br />

handen <strong>van</strong> personen <strong>die</strong> rechtstreeks huurden <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. De problemen met de huurders<br />

waren echter legio. In de loop der jaren waren meerdere processen gevoerd, maar <strong>van</strong>af 1968 werden de<br />

problemen zo groot dat het café werd omgevormd tot een gewoon handelspand. Sinds 1971 was in dat<br />

pand dan ook een meubel- en antiekzaak gevestigd.<br />

2.3.1.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief.<br />

<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis dat in deze inventaris wordt ontsloten omvat grosso modo de<br />

periode 1948-1974. De ordening <strong>die</strong> het archief vertoonde was zeer wanordelijk. Op een eenvoudige<br />

wijze kan worden vastgesteld dat aan de ordening allerminst planmatig is gebeurd. Veeleer kan <strong>van</strong> een<br />

historisch gegroeide ordening gewag worden gemaakt. De belangrijkste rol inzake rangschikking en<br />

beheer <strong>van</strong> de stukken, werd gespeeld door de secretarissen 116 . Deze secretarissen waren niet alleen in<br />

<strong>die</strong>nst <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis vermits ze in de eerste plaats fungeerden als de permanent secretarissen<br />

<strong>van</strong> LP- en later PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Voor SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis bestond hun<br />

belangrijkste werk eruit de briefwisseling en dergelijke meer te voeren in naam <strong>van</strong> de Beheerraad. Zij<br />

en niemand anders hadden de grootste invloed op de wijze waarop de archiefstukken werden<br />

geordend. Na verloop <strong>van</strong> tijd gebeurde het dat een secretaris zich een bepaalde wijze <strong>van</strong> ordening<br />

109 Zie inventarisnummer 253.<br />

110 Zie illustraties 1 en 2.<br />

111 Zie inventarisnummer 256.<br />

112 Zie inventarisnummer 282, brief <strong>van</strong> 2 augustus 1950.<br />

113 Zie inventarisnummer 267.<br />

114 Inventarisnummer 128.<br />

115 Deze beslissing had enorme repercussies op het vlak <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de archiefvorming : geen uitbating meer, geen<br />

personeel meer.<br />

116 Zie bijlage 6.


HET LIBERAAL HUIS PP -<br />

eigen gemaakt had, <strong>die</strong> hem goed leek. Wanneer dan echter een nieuwe secretaris werd aangenomen,<br />

gebeurden in hoofdzaak twee dingen. Enerzijds werd de nieuwe secretaris geconfronteerd met een<br />

ordening <strong>die</strong> hij niet helemaal doorgronde, maar wel poogde na te leven. Anderzijds had deze persoon<br />

de neiging de stukken te ordenen volgens zijn eigen goeddunken. Dit leidde ertoe dat in bepaalde<br />

periodes nog nauwelijks <strong>van</strong> een volgehouden wijze <strong>van</strong> ordenen gesproken kon worden. De eerste<br />

secretaris - Frans Grielens - was er in geslaagd een min of meer duidelijke ordening toe te passen,<br />

weliswaar zonder vooraf doordacht te zijn geweest. Toen zijn taak werd overgenomen door Jackie<br />

Adriaenssens namen de inconsequenties in snel tempo toe. Dat viel voornamelijk op bij een aantal<br />

series, zoals de dossiers betreffende de jaarrekeningen, respectievelijk de Algemene Vergaderingen der<br />

Vennoten <strong>die</strong> precies in deze periode mekaar vaak overlapten. Tijdens de periode dat Jackie<br />

Adriaenssens het secretariaat waarnam, gebeurde het zelfs meermaals dat omslagen werden gevormd<br />

met stukken <strong>die</strong> op zowat alle onderwerpen betrekking hadden; stukken <strong>die</strong> bij elkaar werden gebracht<br />

in omslagen zonder dat ze onderling enig verband vertoonden. Dit kwam overigens ook tot uiting in de<br />

briefwisseling waarbij het ene archiefbestanddeel de periode 1949-begin 1959 omspande en het tweede<br />

pas <strong>van</strong>af mei 1960 werd verdergezet. De stukken uit de tussenliggende periode waren samen met<br />

andere stukken ongeordend ondergebracht in enkele omslagen. Pas <strong>van</strong>af de in<strong>die</strong>nsttreding <strong>van</strong><br />

Charles De Weze in het voorjaar <strong>van</strong> 1960 werd de situatie enigszins beter. Dit hield evenwel niet in dat<br />

de stukken uit de voorgaande periodes zouden zijn herordend volgens de inzichten <strong>van</strong> de nieuwe<br />

secretaris. Overigens slaagde ook hij er regelmatig in bepaalde series op verschillende wijzen te<br />

ordenen 117 .<br />

Deze manier <strong>van</strong> doen resulteerde zonder enige twijfel tot het moeilijk terugvinden <strong>van</strong><br />

benodigde documenten. Dat zou de staat <strong>van</strong> de omslagen en de stukken ten dele kunnen verklaren. De<br />

bescheiden werden in vele gevallen namelijk nog nauwelijks beschermd door de omslagen <strong>die</strong> vaak<br />

gescheurd waren of andere gebreken vertoonden. Vele stukken zaten overigens ook los in delen en<br />

binnenin de omslagen was <strong>van</strong> enige orde meestal geen sprake (meer ?). Een andere reden voor de<br />

beschadiging <strong>van</strong> documenten is te vinden in de jarenlange stockage in de archiefruimten <strong>van</strong> het<br />

Liberaal Huis. Dat was trouwens zeer duidelijk af te leiden uit het vele puin dat her en der tussen de<br />

stukken verspreid zat. Eén en ander heeft ongetwijfeld te maken met de verschillende verbouwingen en<br />

herinrichtingen <strong>die</strong> het gebouw in de loop der tijd onderging 118 . Alhoewel deze slechte<br />

bewaaromstandigheden zeker een rol moeten hebben gespeeld, zijn slechts enkele archiefstukken<br />

fundamenteel aangetast. <strong>Het</strong> betreft dan nog stukken waar<strong>van</strong> de tekst bijna verdwenen is; wellicht te<br />

wijten aan de invloed <strong>van</strong> licht in combinatie met een slechte inktkwaliteit 119 .<br />

Een andere vaststelling is dat het archief niet volledig is. Zo vertonen bv. vele series lacunes 120 .<br />

De oorzaak hier<strong>van</strong> moet in de eerste plaats worden gezocht in de slechte bewaring <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> in<br />

het Liberaal Huis, waardoor stukken zeer gemakkelijk verloren of vermengd raakten met bestanddelen<br />

<strong>van</strong> andere archiefvormers 121 . <strong>Het</strong> fonds <strong>archieven</strong> uit het Liberaal Huis is overigens zeer rijk aan<br />

voorbeelden ter illustratie <strong>van</strong> dergelijke evoluties. Een andere, minstens even belangrijke reden<br />

evenwel, ligt in het feit dat de secretaris niet de volledige archiefvorming controleerde. Sommige<br />

beheerders en in elk geval de voorzitter vormden <strong>van</strong>uit hun functies of (tijdelijke) opdrachten archief<br />

dat ze ten onrechte als persoonlijk archief beschouwden. Eén en ander blijkt alleszins uit het archief <strong>van</strong><br />

Albert Lilar <strong>die</strong> gedurende de volledige periode (1948-1972) voorzitter was <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 122 .<br />

Onderzoek wees uit dat dit archief meerdere bestanddelen telt waarin persoonlijk en verenigingsarchief<br />

door mekaar zit. <strong>Het</strong> bleek echter onbegonnen werk om het bestemmingsbeginsel op <strong>die</strong> stukken toe te<br />

passen en ze m.a.w. in deze inventaris in te passen. Wel geven we hier een korte opsomming <strong>van</strong> de<br />

117 Hiervoor verwijzen we naar de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie en de eigenlijke inventaris.<br />

118 Zie daarvoor het laatste deel <strong>van</strong> de inventaris; nummers 254, 263 en 264.<br />

119 Inventarisnummer 239.<br />

120 De kleinere om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong>af 1965 is niet zozeer aan verliezen te wijten, veeleer aan het afstoten <strong>van</strong> de<br />

uitbating <strong>van</strong> café Liberator.<br />

121 Opgelet ! Met het Liberaal Huis bedoelen we het liberale partijgebouw; met SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis de vereniging <strong>die</strong> het<br />

gebouw aankocht.<br />

122 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.3.


HET LIBERAAL HUIS QQ -<br />

onderwerpen waarop de archivalia <strong>die</strong> dit archief aanvullen kunnen, betrekking hebben. De stukken<br />

betreffen - in volgorde <strong>van</strong> de inventaris - vooral vennoten en aandeelbewijzen; leningen; de huurders<br />

<strong>van</strong> café L'Escale de inrichting <strong>van</strong> café Liberator; de overeenkomsten met de brouwerijen Van Alken en<br />

Maes; de keuze <strong>van</strong> de geranten en de aanwerving <strong>van</strong> personeel voor café Liberator. Kortom een meer<br />

dan belangrijke aanvulling op het archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Qua hoeveelheid komen vooral de<br />

vennoten en de uitbating <strong>van</strong> café Liberator aan bod.<br />

<strong>Het</strong> archief Albert Lilar bevat ook persoonlijk archief dat zeer belangrijk is om een goed inzicht<br />

te verkrijgen in de voorgeschiedenis <strong>van</strong> deze vereniging. <strong>Het</strong> betreft voornamelijk briefwisseling met<br />

bevriende liberalen in de zoektocht naar een geschikt partijlokaal en stukken betreffende de<br />

voorbereiding <strong>van</strong> de oprichting. Daarnaast kunnen ook de notulen <strong>van</strong> de vergaderorganen <strong>van</strong> LP- en<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen meer licht werpen op de werking <strong>van</strong> de Samenwerkende<br />

Vennootschap.<br />

2.3.1.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

Hoe het archief eruit zag toen wij het in handen kregen kan grotendeels worden afgeleid uit de<br />

beschrijvingen in het vorig punt. De belangrijkste vaststelling in het kader <strong>van</strong> inventarisatie en<br />

archiefschema ligt in het feit dat het archief in hoofdzaak gekenmerkt werd door gebrek aan orde en<br />

planning. Eén en ander houdt in dat de inventarisator zelf een archiefschema <strong>die</strong>nt op te stellen alsof het<br />

om een te vormen archief zou gaan 123 . Bij het opmaken <strong>van</strong> dergelijk schema moet rekening gehouden<br />

worden met een aantal kenmerken <strong>die</strong> eigen zijn aan het archief. Belangrijk hierbij is dat het een<br />

vennootschap betreft <strong>die</strong> evenwel nooit in de eerste plaats als doel had winst te maken, maar<br />

daarentegen werd opgericht om de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de LP te voorzien <strong>van</strong> geschikte lokalen.<br />

Natuurlijk moet bij dit alles ook rekening worden gehouden met de bestaande archiefordening. In <strong>die</strong><br />

zin dat bestanddelen best zoveel als mogelijk moeten worden behouden en series en dergelijke zo<br />

mogelijk moeten worden hersteld.<br />

Bij een archiefschema heeft de inventarisator de keuze tussen drie mogelijkheden : ordening<br />

naar organisatie, naar functies of naar onderwerp. De eerste mogelijkheid wordt voor bedrijfs<strong>archieven</strong><br />

warm aanbevolen in Archiefbeheer in de praktijk 124 . Deze optie gaat echter uit <strong>van</strong> het type <strong>van</strong> een<br />

produktiebedrijf waar de organisatie een zeer belangrijke rol speelt in de archiefvorming. De<br />

verschillende afdelingen <strong>van</strong> een dergelijk bedrijf hebben duidelijk onderscheiden bevoegdheden en<br />

werken min of meer onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar. Bij kleine en middelgrote ondernemingen is zo'n situatie<br />

al veel minder frequent en worden vele functies gecentraliseerd in enkele personen. In dat geval wordt<br />

het best geopteerd voor een ordening naar functies.<br />

De SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis kan echter met moeite als één <strong>van</strong> de hierboven besproken types <strong>van</strong><br />

bedrijf worden aanzien. Veeleer lijken we met een kruising tussen bedrijf en vereniging te maken te<br />

hebben : een vereniging <strong>die</strong> eerder politieke motieven had en om <strong>die</strong> reden de vorm <strong>van</strong> een vennootschap<br />

had aangenomen. Boven<strong>die</strong>n werd binnen de organisatie zowat alle macht gecentraliseerd binnen<br />

de Beheerraad en gebeurde het secretariaatswerk door één enkele secretaris. Dit betekent dat een<br />

onderscheid naar organisatie niet alleen onmogelijk is, maar ook zou indruisen tegen de meest<br />

fundamentele archivistische principes. Daarom opteerden we voor een ordening naar functies waarbij<br />

we uitgingen <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Die doelstellingen waren tweeërlei. Aan de<br />

ene kant <strong>die</strong>nde SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis te zorgen voor een partijgebouw voor de arrondissementsfederatie.<br />

Anderzijds mochten in dat gebouw alle uitbatingen gebeuren <strong>die</strong> het eerste doel ten goede kwamen.<br />

Rekening houdend daarmee kwamen we tot een archiefschema dat uiteenvalt in drie afdelingen<br />

volgens een ordening naar functies. Vooraan staan de stukken <strong>van</strong> algemene aard zoals de notulen <strong>van</strong><br />

de Beheerraad. In een tweede deel volgen de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op administratieve en<br />

financiële functies. <strong>Het</strong> laatste gedeelte tenslotte wordt voorbehouden voor de stukken <strong>die</strong> te maken<br />

hebben met de werkelijke doelstellingen <strong>van</strong> de vereniging : aankoop en uitbating <strong>van</strong> het gebouw 125 .<br />

123 Archiefbeheer, 4510/26-28.<br />

124 Archiefbeheer, 4510/39-40.<br />

125 Voor de volledig indeling verwijzen we naar het archiefschema.


HET LIBERAAL HUIS RR -<br />

Precies om <strong>die</strong> reden worden de bescheiden met betrekking tot het gebouw niet behandeld in de tweede<br />

archiefafdeling. In het geval <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis is het gebouw immers niet zomaar een<br />

produktiemiddel zoals kapitaal en personeel, maar wel een doelstelling op zich. De archiefafdelingen<br />

werden dus gebaseerd op de verschillende soorten functies - administratieve en eigenlijke - <strong>die</strong> in een<br />

volgorde <strong>van</strong> algemeen naar specifiek werden opgesteld.<br />

Hierna bespreken we per onderdeel <strong>van</strong> het archiefschema de specifieke archiefproblemen en -<br />

oplossingen waarmee we bij het ordenen <strong>van</strong> de archiefbestanddelen werden geconfronteerd. Helemaal<br />

bovenaan in de inventaris komen dus de meest algemene stukken. Die stukken m.a.w. <strong>die</strong> de<br />

vereniging in haar geheel betreffen en als dusdanig verschillende functies omvatten. In de eerste plaats<br />

betreft het hier de statuten, onmiddellijk gevolgd door de notulen <strong>van</strong> de Beheerraad en de Algemene<br />

Vergaderingen <strong>die</strong> zoals de statuten het voorzagen in registers werden ingeschreven. We opteerden<br />

ervoor de Beheerraad voor de Algemene Vergadering te plaatsen vermits het in de praktijk het eerste<br />

orgaan was dat de meest algemene en uitgebreide bevoegdheden had. Naast het notulenregister <strong>van</strong> de<br />

jaarlijkse algemene vergaderingen der vennoten werden ook dossiers aangelegd met de stukken <strong>die</strong><br />

gevormd werden in het kader <strong>van</strong> en/of gebruikt werden op <strong>die</strong> vergaderingen. Deze dossiers<br />

vertoonden een grote gelijkenis met de dossiers betreffende de boekjaren en de vennootschapsbelasting<br />

<strong>die</strong> in de tweede archiefafdeling voorkomen. Deze gelijklopendheid was zo groot dat de scheiding<br />

tussen beide series in de periode dat J. Adriaenssens secretaris was, in zoverre was vervaagd dat ze door<br />

mekaar begonnen te lopen. In bepaalde jaren werden op <strong>die</strong> wijze zelfs drie omslagen gevormd, zonder<br />

duidelijk inhoudelijk onderscheid. Op basis <strong>van</strong> de archiefvorming <strong>van</strong> het begin <strong>van</strong> de jaren vijftig,<br />

poogden we de dossiers uit de latere jaren te herordenen zodat twee, duidelijk <strong>van</strong> elkaar te<br />

onderscheiden series ontstonden. In vele gevallen bleef echter ook voor ons niet helemaal duidelijk wat<br />

in welke dossiers <strong>die</strong>nde te worden ondergebracht, vermits jaarrekeningen bv. in de regel in beide<br />

dossiers moesten voorkomen gezien ze door de Algemene Vergadering werden goedgekeurd. Tot slot<br />

<strong>van</strong> de stukken <strong>van</strong> algemene aard volgt de briefwisseling over diverse onderwerpen. Deze serie<br />

bestond en bestaat uit twee bestanddelen. In de periode 1959-1960 viel echter een leemte. De<br />

briefwisseling uit <strong>die</strong> tijd zat verspreid over meerdere omslagen <strong>die</strong> geen eenheden vormden, maar<br />

stukken betreffende diverse onderwerpen en functies bevatten. De beide bestanddelen <strong>van</strong> de<br />

briefwisseling werden met <strong>die</strong> verspreide stukken aangevuld zodat de serie volledig werd hersteld. De<br />

briefwisseling over diverse onderwerpen duidde overigens op een inconsequentie in de archiefvorming.<br />

Brieven over een bepaald onderwerp werden dan eens bij de briefwisseling, dan weer in afzonderlijke<br />

thematische dossiers ondergebracht zonder dat daarvoor een duidelijke reden aan te geven valt.<br />

Middenin de briefwisseling uit de periode 1960-1964 kwam trouwens een aparte omslag voor met<br />

brieven betreffende de opvolging <strong>van</strong> gerant Paul Chevalier. Dit bestanddeel werd naar archiefafdeling<br />

drie overgebracht 126 .<br />

De tweede archiefafdeling bevat de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op administratie en<br />

financiën. <strong>Het</strong> eerste onderdeel betreft de secretariaatswerking en omvat slechts één bestanddeel.<br />

Meteen erna komen de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op het kapitaal, als fundamentele financiële basis<br />

voor de werking <strong>van</strong> de vennootschap, aan bod. De verdere onderverdeling is als volgt : stukken<br />

betreffende aandeelhouders, annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen en leningen. Ook in dit geval drong zich<br />

een min of meer verregaande herordening op. Toen we aan de inventarisatie begonnen, hadden we te<br />

maken met drie bestanddelen briefwisseling. <strong>Het</strong> ene betrof de werving <strong>van</strong> aandeelhouders, het<br />

tweede de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen en het laatste beide onderwerpen. We wijzigden deze<br />

toestand zodanig dat slechts twee bestanddelen overbleven. Daarnaast waren er nog losse stukken <strong>die</strong><br />

de annulatie <strong>van</strong> aandelen betroffen. Die stukken werden naar het tweede archiefbestanddeel<br />

overgebracht.<br />

Per vennoot werd een steekkaart in een alfabetisch kaartsysteem bijgehouden. Wanneer de<br />

aandeelhouder wegviel werd zijn fiche uit de alfabetische orde verwijderd. Wij herstelden de orde zodat<br />

een mooi overzicht <strong>van</strong> de aandeelhouders mogelijk werd zonder verlies aan informatie te veroorzaken.<br />

De gegevens inzake in- en uitschrijving op aandelen staan immers op de fiche vermeld. De in de<br />

inventaris beschreven aandeelbewijzen zijn één voor één geannuleerde exemplaren. De meest juiste<br />

126 Zie inventarisnummer 277. De briefwisseling over diverse onderwerpen uit <strong>die</strong> periode zat overigens samen met<br />

verschillende andere <strong>van</strong> elkaar door tussenbladen gescheiden bestanddelen in een lias.


HET LIBERAAL HUIS SS -<br />

ordening zou m.a.w. op datum <strong>van</strong> annulatie geweest zijn. Die datum is in vele gevallen echter niet<br />

meer te achterhalen, zodat we er voor opteerden de stukken chronologisch op datum <strong>van</strong> inschrijving te<br />

rangschikken.<br />

De stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting worden samen behandeld<br />

vermits beide onderwerpen door de archiefvormer in één serie dossiers werden ondergebracht. Gezien<br />

deze keuze blijkbaar bewust gemaakt werd, leek het ons raadzaam <strong>die</strong> ordeningswijze te behouden 127 .<br />

Na deze serie volgen de overige bestanddelen <strong>die</strong> enkel de belastingaangifte betreffen.<br />

De boekhouding dan werd geordend <strong>van</strong> hoog naar laag en <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder, wat<br />

een onderverdeling in samenvattende stukken, journalen, dagboeken en bijlagen opleverde. Vermits de<br />

eigenlijke boekhouding uit hoofdzakelijk delen bestond, hoefde weinig te worden herordend. Enkele<br />

delen bevatten echter twee bestanddelen zodat het gebruik <strong>van</strong> blanco-nummers hier uitkomst moest<br />

bieden. <strong>Het</strong> aanzienlijkste probleem werd echter gevormd door de interpretatie <strong>van</strong> de verschillende<br />

bestanddelen. Bijna nergens werd namelijk vermeld wat <strong>die</strong> betekenis juist was, of het eventueel deel- of<br />

kladboeken betrof. De oplossing voor dit probleem werd gevonden in een vergelijking <strong>van</strong> de boeken<br />

met de bijlagen. Dit was echter een behoorlijk omslachtig werk vermits de bijlagen allerminst volgens<br />

een bepaald systeem waren geordend. Met de regelmaat <strong>van</strong> de klok werd de ordening gewijzigd. Zo<br />

werden de bijlagen bij kas- en bankboek nu eens samen bewaard, dan weer afzonderlijk. Een andere<br />

keer werden afzonderlijke bestanddelen gevormd voor bijlagen <strong>die</strong> betrekking hadden op café Liberator<br />

of werden facturen afzonderlijk gehouden. Op weer andere momenten werden de bijlagen thematisch -<br />

huur, lonen, belastingen,... - geordend. Overigens werden binnen één en hetzelfde jaar vaak<br />

verschillende ordeningswijzen door mekaar gebruikt, terwijl ook hier de invloed <strong>van</strong> de drie<br />

verschillende secretarissen voelbaar was. We losten dit probleem op door alle bewijsstukken per jaar<br />

chronologisch te herordenen tot één pak. We opteerden voor deze oplossing omwille <strong>van</strong> haar<br />

eenvoudigheid. Niet uit gemakkelijkheidsoverweging, maar omwille <strong>van</strong> het feit dat op dit archief nog<br />

geen selectieve vernietiging werd toegepast. In<strong>die</strong>n na enige tijd toch zou gekozen worden voor selectie,<br />

dan zouden de bijlagen bij de boekhouding naar alle waarschijnlijkheid worden vernietigd. De<br />

gegevens uit de bijlagen zijn immers in de nagenoeg volledige boekhouding verwerkt. Vermits de<br />

facturen zich onder de bijlagen bevinden, werden de factuuragenda's ook in dit onderdeel <strong>van</strong> het<br />

archiefschema ondergebracht.<br />

<strong>Het</strong> vijfde gedeelte <strong>van</strong> de tweede archiefafdeling betreft de bankrekening bij de NV Handelsbank.<br />

Een onderdeel dat weinig uitleg behoeft. Dat staat in schril contrast met de stukken aangaande de<br />

personeelsadministratie. Hier vond de chaotische wanorde <strong>van</strong> het archief haar hoogtepunt. Op de<br />

delen na, <strong>die</strong>nde zowat elk bestanddeel door ons te worden gevormd. De oorzaak daar<strong>van</strong> lag in het feit<br />

dat de omslagen <strong>die</strong> dergelijke documenten bevatten haast nooit als een eenheid konden worden<br />

beschouwd. De vele losse stukken en de weinige bestanddelen werden door ons herordend tot enkele<br />

series waarbij getracht werd de schaarse bestaande verbanden niet te verbreken. Onze activiteiten<br />

resulteerden in briefwisseling betreffende het personeel enerzijds en loonstaten anderzijds. Tussen de<br />

briefwisseling bevond zich ook heel wat documentatie <strong>die</strong> werd uitgelicht en overgebracht naar de<br />

afdeling documentatie.<br />

De derde archiefafdeling omvat de stukken <strong>die</strong> te maken hebben met aankoop, opening en<br />

onderhoud enerzijds en uitbating en verhuur anderzijds <strong>van</strong> het partijlokaal. In <strong>die</strong> volgorde gezien de<br />

aankoop <strong>van</strong> het gebouw immers een sine qua non was voor de uitbating er<strong>van</strong>. <strong>Het</strong> eerste onderdeel<br />

omvat stukken <strong>die</strong> het gebouw in het geheel betreffen en is onderverdeeld in twee gedeeltes : stukken<br />

aangaande aankoop en opening gaan archivalia omtrent onderhoud en voorzieningen vooraf. De<br />

tweede geleding dan omvat de stukken <strong>die</strong> de uitbating en het verhuur <strong>van</strong> de diverse lokalen betreffen.<br />

Vooraan komen een aantal stukken <strong>van</strong> algemene aard, gevolgd door de stukken betreffende café<br />

L'Escale. Pas daarna komen in onderdelen 3 en 4 verhuur <strong>van</strong> de zalen, respectievelijk de uitbating <strong>van</strong><br />

café Liberator aan bod. Deze zaken leunen immers het dichtst aan bij de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> SV<br />

<strong>Het</strong> Liberaal Huis, met name het voorzien <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> een partijlokaal met het<br />

oog op een betere werking <strong>van</strong> het liberale leven. Binnen de respectieve geledingen werden de<br />

verschillende bestanddelen gewoon <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder en chronologisch geordend. Aan de<br />

127 Zie ook de dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen der Vennoten.


HET LIBERAAL HUIS TT -<br />

oorspronkelijk gevormde bestanddelen werd nagenoeg niets gewijzigd. Een uitzondering wordt<br />

gevormd door de stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> café Liberator. Dat onderdeel is opgesplitst in<br />

twee gedeeltes. <strong>Het</strong> eerste betreft bestanddelen <strong>die</strong> louter chronologisch zijn geplaatst en diverse<br />

onderwerpen betreffen in het kader <strong>van</strong> de uitbating <strong>van</strong> het café. <strong>Het</strong> tweede gedeelte daarentegen<br />

omvat stukken <strong>van</strong> een wel erg bijzondere aard. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> de leveringen en het verbruik<br />

aangaan. De aantekeningen <strong>die</strong> verband houden met het verbruik behoeven hier een woordje uitleg. De<br />

inkomsten <strong>van</strong> café Liberator werden afzonderlijk opgetekend. De gerant zelf noteerde zorgvuldig de<br />

verbruikte produkten volgens hoeveelheid en soort. Dagelijks werden hier<strong>van</strong> de totalen opgeteld. Later<br />

werden ze omgezet in samenvattende staten of dagboeken. De reden voor deze zeer nauwkeurige en<br />

detaillistische aantekeningen is te vinden in de verdeling <strong>van</strong> de opbrengsten tussen gerant en SV <strong>Het</strong><br />

Liberaal Huis. De gerant kreeg 10% op alle inkomsten, <strong>die</strong> <strong>van</strong> het koud buffet uitgezonderd. Daarvoor<br />

streek de gerant zelf de opbrengsten op, mits afgave <strong>van</strong> 10% aan SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Dat betekent<br />

m.a.w. dat de stukken <strong>die</strong> in dit verband werden gevormd hadden dus zowel voor gerant als voor SV<br />

<strong>Het</strong> Liberaal Huis belang hadden. Beiden konden ze aan de hand er<strong>van</strong> controle uitoefenen op hun<br />

inkomsten. Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong> specifieke betekenis <strong>van</strong> deze stukken kozen we ervoor ze onder te<br />

brengen bij het onderdeel aangaande de uitbating <strong>van</strong> café Liberator. Naar onze mening komt <strong>die</strong><br />

betekenis aldus het best tot uiting. De stukken betreffende de personeelsadministratie kwamen in<br />

afdeling 2 aan bod vermits de sociale zekerheidsbijdragen op de lonen <strong>van</strong> het personeel voor rekening<br />

waren <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />

Helemaal achteraan in de inventaris werden nog een aantal stukken geplaatst waar<strong>van</strong> de band<br />

met het archief niet kon worden aangetoond. <strong>Het</strong> betreft hier in de eerste plaats een doorsnede <strong>van</strong> het<br />

partijgebouw. Deze doorsnede werd in 1992 opgesteld met het oog op verbouwingswerken en valt dus<br />

volledig buiten de hier behandelde periode. Daarom, maar vooral omdat de kans zeer groot is dat de<br />

doorsnede gevormd werd door de aannemer <strong>die</strong> de werken uitvoerde werd dit stuk niet in de eigenlijke<br />

inventaris opgenomen. Dat het stuk eigenlijk in het archief <strong>van</strong> dat bedrijf thuishoort, zou kunnen<br />

worden afgeleid <strong>van</strong> de vlekken <strong>van</strong> wellicht koffie en plamuur <strong>die</strong> op het document voorkomen. De<br />

belastingaangifte <strong>van</strong> gerant A. Crab uit 1962 was een heel andere kwestie. Op één of andere wijze hielp<br />

SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis hem bij <strong>die</strong> aangifte. De werkelijke toedracht bleef echter verborgen. Vervolgens<br />

keerde het dossiertje dat daarrond gevormd werd niet meer naar A. Crab terug.


2.3.1.3. Eigenlijke inventaris 128 .<br />

HET LIBERAAL HUIS UU -<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Statuten<br />

1. Statuten. 1949. Afdruk. 1 deel.<br />

1.2. Stukken betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Beheerraad<br />

2. Notulenregister. 1949-1955, 1957, 1959-1968, 1971-1972. 1 deel.<br />

3. Ontwerpnotulen. 1963-1964. 2 stukken.<br />

1.3. Stukken betreffende de Jaarlijkse Algemene Vergaderingen der Vennoten<br />

4. Notulenregister. 1950-1955, 1958, 1960-1963, 1971-1972. 1 deel.<br />

5-18. Bijlagen bij de notulen. 1950-1963. 14 omslagen.<br />

5. 1950.<br />

6. 1951.<br />

7. 1952.<br />

8. 1953.<br />

9. 1954.<br />

10. 1955.<br />

11. 1956.<br />

12. 1957.<br />

13. 1958.<br />

14. 1959.<br />

15. 1960.<br />

16. 1961.<br />

17. 1962.<br />

18. 1963.<br />

1.4. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

19-20. Briefwisseling. Met bijlagen. 1949-1964. 2 pakken.<br />

19. 1949-1959.<br />

20. 1960-1964.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />

2.1. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

21. Alfabetisch adressenregister. Z.d. 1 deel.<br />

2.2. Stukken betreffende het kapitaal<br />

2.2.1. Stukken betreffende de aandeelhouders<br />

22. Alfabetisch register <strong>van</strong> de vennoten met vermelding <strong>van</strong> naam, adres en aantal<br />

aandeelbewijzen. [Ca. 1957]. 1 kaartsysteem.<br />

23. Briefwisseling betreffende de inschrijving voor aandelen. Met bijlagen. 1948-1957. Met<br />

retroacta. 1928. 1 pak.<br />

24. Alfabetische lijst <strong>van</strong> vennoten. Z.d. Kopie. 1 stuk.<br />

25. Staat <strong>van</strong> vennoten. Z.d. Kopie. 1 stuk.<br />

2.2.2. Stukken betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen<br />

26. Briefwisseling betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen. Met bijlagen. 1952-1955,<br />

1962, 1966-1967, 1975. 1 omslag.<br />

27-102. Geannuleerde aandeelbewijzen. 1949-1964, 1966, 1972. 74 delen.<br />

27. John Beuckeleers. 1949 129 .<br />

128 De formulering «Met bijlagen» in geval <strong>van</strong> briefwisseling duidt op ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken <strong>van</strong><br />

diverse redactie.


129 Aangetast door vocht.<br />

28. François De Heel. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

29. Jozef De Potter. 1949.<br />

30. August de Raeymaekers. 1949.<br />

31. Bakkerij SV HUZ. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />

32. Gustave Hoslet. 1949.<br />

33. Adèle Mols-De Cock. 1949.<br />

34. Victor Resseler. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

35. Maria Russinger Claessens. 1949, bijgehouden tot 1962.<br />

36. Pascal Sampers. 1949.<br />

37. Eugène Schutters. 1949.<br />

38. André Segers. 1949.<br />

39. Hippolytus Sielens. 1949, bijgehouden tot 1950.<br />

40. A. Van den Eynden. 1949, bijgehouden tot 1951.<br />

41. Jan Van Ham. 1949.<br />

42. Constance Beuckeleers-Mattues. 1949.<br />

43. Albertine Van Loock. 1949, bijgehouden tot 1960.<br />

44. Mevrouw Kegeleers-Herreman. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />

45. Frederic Good. 1949.<br />

46. Franz Baneux. 1949.<br />

47. Simone Baneux-Bertrand. 1949.<br />

48. Léon de Baecker. 1949, bijgehouden tot 1965.<br />

49. Alfred Martougin. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

50. Robert Werner. 1949.<br />

51. Alain Bauchet. 1949.<br />

52. Anna De Belder. 1949.<br />

53. Alphonse Gigot. 1949.<br />

54. Fernand Meerbergen. 1949.<br />

55. John Van Ham. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />

56. Mevrouw Van Snick-Kennes. 1949.<br />

57. René Vos. 1949.<br />

58. Fritz Wil<strong>die</strong>rs. 1949.<br />

59. PVBA AGRA. 1949.<br />

60. Eugène Roten. 1949.<br />

61. Albert Spiliers. 1949.<br />

62. Gustave Beckers. 1949.<br />

63. René De Winter. 1949.<br />

64. Jacques Sweerts. 1949.<br />

65. Gaston Van Meel. 1949.<br />

66. François Antonsen. 1949.<br />

67. Estelle de Léon. 1949.<br />

68. Willem de Winter. 1949.<br />

69. Georges Nys. 1949.<br />

70. Jules Pecher. 1949.<br />

71. Mevrouw Soethout-Breens. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

72. Karl Van Riel. 1949.<br />

73. Michael Van der Aa. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

74. Robert Werner. 1949.<br />

75. Arthur Coelen. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />

76. Julien Van de Woestijne. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />

77. Constant Verhelst. 1949.<br />

78. Albert Schauw. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />

HET LIBERAAL HUIS VV -


79. Maurice Pirotte-Thoen. 1949.<br />

80. Ludovica Sielens-Snoeckx. 1950.<br />

81. Anna De Belder. 1950.<br />

82. SA Financière Anversoise. 1950.<br />

83. Robert Werner. 1950.<br />

84. Christine Bauss. 1950.<br />

85. Baron Armilde Lheureux. 1950.<br />

86. Joseph Verelst. 1950.<br />

87. Alfred Martougin. 1950, bijgehouden tot 1955.<br />

88. Robert Werner. 1950.<br />

89. Mevrouw J. Wybauw voor Evelyne Pecher. 1951.<br />

90. Jan Verschuren. 1951.<br />

91. Fritz Wil<strong>die</strong>rs. 1951.<br />

92. August Joosten. 1951.<br />

93. André Lhonneux. 1952.<br />

94. Jeanne Van Ham-Steenberghs. 1952.<br />

95. Pierre Wil<strong>die</strong>rs. 1956.<br />

96. Florentine Le Beck-Ceulemans. 1961.<br />

97. Henry Le Beck. 1961.<br />

98. August Vermeulen. 1963.<br />

99. Vincent Sel. 1964.<br />

100. Gustave Hoslet. 1966.<br />

101. Mevrouw B. Dessertaine. 1972.<br />

102. August Joosten. 1972 130 .<br />

HET LIBERAAL HUIS WW -<br />

2.2.3. Stukken betreffende leningen<br />

103. Dossier betreffende de hypothecaire lening <strong>van</strong> 2,5 miljoen Belgische frank bij de<br />

Banque d'Anvers. 1949. 1 omslag.<br />

104. Briefwisseling met de ASLK betreffende de afbetaling <strong>van</strong> de hypothecaire lening. 1961-<br />

1963. 1 omslag.<br />

2.3. Stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting<br />

105-125. Dossiers betreffende het opstellen <strong>van</strong> de jaarrekeningen en de belastingaangifte. 1950-<br />

1970. 21 omslagen.<br />

105. Boekjaar 1949. 1950.<br />

106. Boekjaar 1950. 1950-1951.<br />

107. Boekjaar 1951. 1951-1952.<br />

108. Boekjaar 1952. 1951-1953.<br />

109. Boekjaar 1953. 1954.<br />

110. Boekjaar 1954. 1954-1955.<br />

111. Boekjaar 1955. 1956.<br />

112. Boekjaar 1956. 1957.<br />

113. Boekjaar 1957. 1958-1959.<br />

114. Boekjaar 1958. 1959.<br />

115. Boekjaar 1959. 1960.<br />

116. Boekjaar 1960. 1961.<br />

117. Boekjaar 1961. 1961-1962.<br />

118. Boekjaar 1962. 1962-1963.<br />

119. Boekjaar 1963. 1963-1965.<br />

120. Boekjaar 1964. 1964-1966.<br />

121. Boekjaar 1965. 1966-1967.<br />

122. Boekjaar 1966. 1967.<br />

130 Aangetast door vocht.


HET LIBERAAL HUIS XX -<br />

123. Boekjaar 1967. 1968-1969.<br />

124. Boekjaar 1968. 1969-1970.<br />

125. Boekjaar 1969. 1970.<br />

126. Jaarrekening over 1949. 1 deel.<br />

127. Briefwisseling betreffende de belastingaanslagen. Met bijlagen. 1949-1951, 1953-1955,<br />

1957. 1 omslag.<br />

128. Dossier betreffende het verzoek tot herziening en vernietiging <strong>van</strong> de belastingaanslag<br />

over het jaar 1966. 1966-1967. 1 omslag.<br />

2.4. Stukken betreffende de boekhouding 131<br />

2.4.1. Samenvattende stukken<br />

129. Trimestrieel saldibalansboek. 1948-1963. 1 deel.<br />

130. Grootboek. 1948-1956. 1 deel.<br />

Met klapper. [opgemaakt ca. 1949, aangevuld tot ca. 1953].<br />

131-132. Rekeningen per grootboekpost. 1957-1962. 2 kaartsystemen.<br />

131. 1957-1961.<br />

132. 1960-1962.<br />

2.4.2. Journalen<br />

133. Bankboeken. 1948-1961. 1 deel.<br />

134-140. Kasboeken. 1949-1961. 7 delen.<br />

134. 11/1949-6/1951.<br />

135. 7/1951-12/1952.<br />

136. 1/1953-3/1955.<br />

137. 4/1955-12/1956.<br />

138. 1/1957-9/1958.<br />

139. 10/1958-7/1960.<br />

140. 8/1960-11/1961 132 .<br />

141-145. Uitgavenboeken. 1953-1964. 5 delen.<br />

141. 1953-5/12/1956.<br />

142. 8/12/1956-8/1960.<br />

143. 9/1960-29/11/1963.<br />

144. 30/11/1963-12/1964.<br />

145. 11/1963. Klad.<br />

2.4.3. Dagboeken<br />

---. Kladbankboek. 1963-1975 133 .<br />

146-154. Kasboeken. 1949-1975. 2 katernen en 7 delen.<br />

146. 11-12/1949. 1 katern.<br />

147. 1950. Klad. 1 katern.<br />

148. 1-7/1950, 1/1-23/7/1951. 1 deel.<br />

149. 24/7/1951-1952. 1 deel.<br />

150. 1953-5/1954. 1 deel.<br />

151. 6/1954-6/1956. 1 deel.<br />

152. 7/1956-11/1958. 1 deel.<br />

153. 12/1958-12/1961. 1 deel.<br />

154. 1962-1975. 1 deel.<br />

155-158. Kladkasboeken. 1950-1956. 4 delen.<br />

155. 7/1950-1952.<br />

156. 1953-18/8/1954.<br />

131 In de meeste series uit deze afdeling bevinden zich lacunes.<br />

132 Voor de uitgaven <strong>van</strong>af 28 juli.<br />

133 Zie inventarisnummer 288.


HET LIBERAAL HUIS YY -<br />

157. 18/8/1954-7/5/1956.<br />

158. 7/5/1956-11/1958.<br />

159. Uitgavenboek. 1950-1956. Klad. 1 deel.<br />

2.4.4. Bijlagen bij de boekhouding<br />

160-161. Agenda's <strong>van</strong> ingekomen facturen. 1950-1971. 2 delen.<br />

160. 1950-1956.<br />

161. 1957-1971.<br />

162-170. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1964. 9 pakken.<br />

162. 1956.<br />

163. 1957.<br />

164. 1958.<br />

165. 1959.<br />

166. 1960.<br />

167. 1961.<br />

168. 1962.<br />

169. 1963.<br />

170. 1964.<br />

171. Bewijsstukken <strong>van</strong> uitgaven. 1965-1974. 1 lias.<br />

2.5. Stukken betreffende bankrekening Y00.11707 134<br />

172. Dossier betreffende de lopende rekening bij de NV Handelsbank. 1948-1956. 1 pak.<br />

173-184. Dagafschriften. Met bijlagen. 1948-1949, 1952-1970 135 . 12 omslagen.<br />

173. 12/1948-11/1949.<br />

174. 3/1952-1953.<br />

175. 1954.<br />

176. 1955.<br />

177. 1956-1957.<br />

178. 1958-1960.<br />

179. 1961.<br />

180. 1962.<br />

181. 1963-1965.<br />

182. 1966-1968.<br />

183. 1969.<br />

184. 1970.<br />

185-188. Reçu's betreffende stortingen. Met bijlagen. 1956-1965. 4 delen.<br />

185. 14/3/1956-9/4/1957.<br />

186. 9/4/1957-5/1959.<br />

187. 1/1959-2/1965.<br />

188. 1/1965.<br />

189-210. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen <strong>van</strong>uit rekening Y00.11707. 22 delen.<br />

189. 25/7-4/11/1952.<br />

190. 17/11/1952-17/2/1953.<br />

191. 29/9-23/12/1953.<br />

192. 23/12/1953-26/3/1954.<br />

193. 26/3-13/7/1954.<br />

194. 15/7-18/11/1954.<br />

195. 18/11/1954-17/2/1955.<br />

196. 17/2-6/7/1955.<br />

134 De meeste series bevatten lacunes.<br />

135 De lacune tussen 1949 en 1953 wordt grotendeels opge<strong>van</strong>gen door de driemaandelijkse afschriften in inventarisnum-<br />

mer 172.


197. 6/7-12/10/1955.<br />

198. 12/10/1955-14/1/1956.<br />

199. 14/1-13/4/1956.<br />

200. 13/4-23/8/1956.<br />

201. 31/8-28/12/1956.<br />

202. 28/12/1956-29/6/1957.<br />

203. 9/7/1957-31/12/1957.<br />

204. 31/12/1957-28/1/1959.<br />

205. 12/3/1959-13/9/1961.<br />

206. 29/9/1961-20/3/1962.<br />

207. 20/3/1962-17/4/1963.<br />

208. 14/5/1963-16/3/1964.<br />

209. 8/4/1964-17/3/1965.<br />

210. 17/3/1965-15/6/1966.<br />

HET LIBERAAL HUIS ZZ -<br />

2.6. Stukken betreffende personeel en sociale zekerheid 136<br />

211. Briefwisseling betreffende personeelsadministratie. Met bijlagen. 1951-1960. 1 pak.<br />

212. Briefwisseling betreffende de sociale zekerheidsbijdragen. 1960-1961, 1963, 1965.<br />

1 omslag.<br />

213-217. Dossiers betreffende rechtszaken inzake de Rijksmaatschappelijke Zekerheid. 1963-1965.<br />

5 omslagen.<br />

213. 1963.<br />

214. 1963-1964.<br />

215. 1964.<br />

216. 1965.<br />

217. 1965-1966.<br />

218-219. Personeelsregisters betreffende de in- en uit<strong>die</strong>nsttredingen. 1949-1960. 2 delen<br />

218. Opgemaakt op 5/11/1949, bijgehouden tot 30/1/1960.<br />

219. Opgemaakt op 1/8/1955, bijgehouden tot 17/4/1960 137 .<br />

220-238. Doorslagen <strong>van</strong> werknemersformulieren <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas<br />

voor Maatschappelijke Werken betreffende gegevens met het oog op de bijdragen voor<br />

de sociale zekerheid. 1950-1964. 19 delen.<br />

220. 25/1/1950.<br />

221. [1/1950]-6/5/1950.<br />

222. 6/5-2/8/1950.<br />

223. 26/9-17/11/1950.<br />

224. 12/2-7/5/1951.<br />

225. 28/5-26/11/1951.<br />

226. 7/1-31/3/1952.<br />

227. 9/4-14/10/1952.<br />

228. 28/10/1952-27/11/1953.<br />

229. 29/12/1953-11/4/1954.<br />

230. 12/4/1954-22/2/1955.<br />

231. 11/1-4/7/1956.<br />

232. 20/9/1956-15/3/1957.<br />

233. 10/10/1957-16/9/1958.<br />

234. 23/9/1958-31/8/1959.<br />

235. 1/2/1961-2/1962.<br />

236. 27/6-13/11/1963.<br />

237. 18/11/1963-7/9/1964.<br />

136 In de meeste series komen lacunes voor.<br />

137 Aangetast door vocht en oxydatie.


HET LIBERAAL HUIS AAA -<br />

238. 9/11/1964.<br />

239. Jaarlijkse staten betreffende de lonen <strong>van</strong> alle werknemers. 1950, 1955, 1957-1958 138 .<br />

1 omslag.<br />

240. Individuele meermaandelijkse loonstaten. Met bijlagen. 1952-1954, 1957-1962. 1 pak.<br />

241-252. Doorslagen <strong>van</strong> maandelijkse individuele loonstaten. 5/11/1949-30/11/1960. 12 delen.<br />

241. [1949-1950].<br />

242. [1950-1951].<br />

243. [1951-1952].<br />

244. [1952].<br />

245. [1952-1953].<br />

246. [1953].<br />

247. [1954-1955].<br />

248. [1955-1956].<br />

249. [1956-1957].<br />

250. [1957-1958].<br />

251. [1958-1959].<br />

252. [1959-1960].<br />

253. Proefcontract betreffende garçon Jean Van der Vorst. 1962. 1 stuk.<br />

3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het partijgebouw.<br />

3.1. Stukken betreffende aankoop en opening <strong>van</strong> en onderhoud aan het gebouw<br />

3.1.1. Stukken betreffende aankoop en opening<br />

254. Dossier betreffende aankoop en inrichting <strong>van</strong> het gebouw. 1949. 1 omslag.<br />

255. Plattegrond <strong>van</strong> het volledige gebouw volgens de toestand waarin het werd<br />

aangekocht. [1948]. Afdruk. 1 stuk.<br />

256. Dossier betreffende de plechtige inhuldiging op 27 november 1949 <strong>van</strong> de lokalen <strong>van</strong><br />

het Liberaal Huis. 1949. 1 pak.<br />

3.1.2. Stukken betreffende onderhoud en voorzieningen<br />

257. Briefwisseling met gas-, electriciteits- en watermaatschappijen. Met bijlagen. 1949-1953,<br />

1955, 1957. 1 omslag.<br />

258-262. Dossiers betreffende offertes inzake de plaatsing <strong>van</strong> een verwarmingsinstallatie. 1959,<br />

1961, 1966, 1972. 5 omslagen.<br />

258. 1959.<br />

259. 1961.<br />

260. 1966.<br />

261. 1966.<br />

262. 1972.<br />

263. Briefwisseling betreffende de herinrichting <strong>van</strong> het gebouw. Met bijlagen.<br />

1964-1967. 1 omslag.<br />

264. Dossier betreffende de vernieuwing <strong>van</strong> de binnenhuisinrichting.<br />

1967-1968. 1 pak.<br />

3.2. Stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> de lokalen<br />

3.2.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

265. Briefwisseling met de NV Brouwerij Alken betreffende uitbating <strong>van</strong> beide cafés. Met<br />

bijlagen. 1949-1953. 1 omslag.<br />

3.2.2. Stukken betreffende café L'Escale<br />

266-268. Briefwisseling betreffende de uitbaters. 1949-1952. 3 omslagen.<br />

266. Julienne Van Caneghem. 1949.<br />

267. <strong>Het</strong> gerechtelijk geschil inzake de overname door PVBA Maltex. 1950.<br />

138 Wellicht onder invloed <strong>van</strong> het licht is de leesbaarheid <strong>van</strong> deze stukken erg slecht.


HET LIBERAAL HUIS BBB -<br />

268. <strong>Het</strong> gerechtelijk geschil met Francisca Diels. 1951-1952.<br />

269-270. Dossiers betreffende de uitbaters. 1951-1954. 2 omslagen.<br />

269. Maria Mafa. 1951-1954.<br />

270. Anna Ameels. 1954.<br />

271. Dossier betreffende het proces tegen de huurders : mevrouw Petrionati en de heren<br />

Massaux en Potikian. 1968-1971, 1973. 1 omslag.<br />

3.2.3. Stukken betreffende de verhuur <strong>van</strong> de zalen<br />

272. Briefwisseling betreffende het verhuren <strong>van</strong> de zaal boven café Liberator aan Antwerpse<br />

liberale <strong>verenigingen</strong>. 1949-1957. 1 omslag.<br />

273-274. Briefwisseling met NIR/BRT betreffende de verhuur <strong>van</strong> een zaal voor repetities. Met<br />

bijlagen. 1956-1964. 2 omslagen.<br />

273. NIR. 1956-1959.<br />

274. NIR/BRT. 1960-1964.


3.2.4. Stukken betreffende café Liberator<br />

3.2.4.1. Stukken betreffende de uitbating<br />

275-277. Briefwisseling betreffende de aanstelling <strong>van</strong> een nieuwe gerant. 1949, 1955, 1960.<br />

HET LIBERAAL HUIS CCC -<br />

3 omslagen.<br />

275. 1949.<br />

276. 1955. Met retroactum. 1950.<br />

277. 1960.<br />

278. Dossier betreffende de belastingaanslagen. 1949-1951. 1 omslag.<br />

279. Dossier betreffende aankoop en onderhoud <strong>van</strong> het kasregister. 1949-1954. 1 omslag.<br />

280. Dossier betreffende het voeren <strong>van</strong> publiciteit. 1949, 1951-1952, 1954-1956. 1 omslag.<br />

281. Dossier betreffende gerant op proef Louis Van den Bosch. 1950. 1 omslag.<br />

Met retroactum. 1949.<br />

282. Dossier betreffende gerant Frans Seldenslach. 1950, 1952, 1954-1955. 1 omslag.<br />

283. Briefwisseling betreffende toelatingen met betrekking tot de uitbating. Met bijlagen.<br />

1950-1951, 1953, 1959. 1 omslag.<br />

284. Briefwisseling betreffende klachten over het gebruik <strong>van</strong> losse, onverpakte suiker bij<br />

het op<strong>die</strong>nen <strong>van</strong> warme dranken. 1953. 1 omslag.<br />

285. Dossier betreffende de huur <strong>van</strong> een biljarttafel. 1953-1954. 1 omslag.<br />

286. Dossier betreffende het proces tegen NV Brouwerij Maes inzake het geschil omtrent de<br />

verhoging <strong>van</strong> de huurprijs bij de hernieuwing <strong>van</strong> het huurcontract. 1972-1974.<br />

1 omslag.<br />

3.2.4.3. Boekhoudkundige stukken 139<br />

287. Register waarin per produkt de leveringen zijn opgetekend. Aangevat in 1951,<br />

gedeeltelijk bijgehouden tot in 1958. 1 deel.<br />

Met inhoudsopgave. [1951].<br />

288. Dagboeken betreffende de ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1/12/1950-8/2/1956,<br />

1/5/1960-1964. 1 deel.<br />

---. 12/1950-21/12/1952 140 .<br />

---. 1953-8/1954 141 .<br />

---. 9/1954-2/1956 142 .<br />

288. 5/1960-1964.<br />

289. Register waarin per dag en per soort aantekening werd gehouden <strong>van</strong> het verbruik.<br />

1/5/1957-31/1/1959. 1 deel.<br />

290-298. Rekeningen betreffende de uitgaven en de per dag naar soort, hoeveelheid en bedrag<br />

gespecificeerde inkomsten per dag. 1949-1950. 9 omslagen.<br />

290. November 1949.<br />

291. December 1949.<br />

292. Januari 1950.<br />

293. Februari 1950.<br />

294. Maart 1950.<br />

295. April 1950.<br />

296. Mei 1950.<br />

297. Juni 1950.<br />

298. Juli 1950 143 .<br />

139 De meeste series vertonen lacunes.<br />

140 Zie inventarisnummer 155.<br />

141 Zie inventarisnummer 156.<br />

142 Zie inventarisnummer 157.<br />

143 Door vocht aangetast.


HET LIBERAAL HUIS DDD -<br />

299-302. Dagelijkse rekeningen betreffende de naar soort, hoeveelheid en bedrag gespecificeerde<br />

inkomsten. 1950. 4 omslagen.<br />

299. Augustus 1950 144 .<br />

300. September 1950.<br />

301. Oktober 1950.<br />

302. November 1950.<br />

303. Maandelijkse staten betreffende het naar hoeveelheid en soort gespecifieerde verbruik.<br />

1950-1957. 1 omslag.<br />

304. Dagelijkse staten betreffende het naar hoeveelheid en soort gespecificeerde verbruik.<br />

1957-4/1960. 1 pak.<br />

305-318. Dagelijkse rekeningen betreffende de naar soort, hoeveelheid en prijs gespecificeerde<br />

ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1960-1964. 12 pakken, 2 omslagen.<br />

305. 6/7-31/12/1960. 1 pak.<br />

306. 1ste kwartaal 1961. 1 pak.<br />

307. 2de kwartaal 1961. 1 pak.<br />

308. 3de kwartaal 1961. 1 pak.<br />

309. 4de kwartaal 1961. 1 pak.<br />

310. 1ste helft 1962. 1 pak.<br />

311. 2de helft 1962. 1 pak.<br />

312. 1ste kwartaal 1963. 1 pak.<br />

313. 2de kwartaal 1963. 1 pak.<br />

314. 2de helft 1963. 1 pak.<br />

315. 1ste kwartaal 1964. 1 pak.<br />

316. 2de kwartaal 1964. 1 omslag.<br />

317. 3de kwartaal 1964. 1 omslag.<br />

318. 4de kwartaal 1964. 1 pak.<br />

319-325. Dagelijkse borderellen betreffende de ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1959-1964.<br />

7 pakken.<br />

319. 1958.<br />

320. 1959-1/5/1960.<br />

321. 2/5-31/12/1960.<br />

322. 1961.<br />

323. 1962.<br />

324. 1963.<br />

325. 1964.<br />

4. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />

326. Ontwerp <strong>van</strong> doorsnede, gezien <strong>van</strong>af de voorgevel aan het Kome<strong>die</strong>plein, <strong>van</strong><br />

architectenbureau Hugo Van Hoecke met het oog op uit te voeren verbouwingswerken.<br />

1992 145 .<br />

1 stuk.<br />

327. Dossier betreffende de inkomstenbelasting <strong>van</strong> Antoon Crab. 1961. 1 omslag.<br />

2.3.1.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />

1. Documentatie betreffende de sociale zekerheidsbijdragen op het loon. [Jaren 1950].<br />

1 omslag.<br />

144 In lichte mate aangetast door vocht.<br />

145 Werd gebruikt tijdens de werken zelf. Dit is af te leiden <strong>van</strong> de vlekken <strong>die</strong> er op voorkomen. Voor meer uitleg verwijzen<br />

we naar de inleiding.


2.3.2. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN DE LP-ARRONDISSEMENTSFEDERATIE ANTWERPEN<br />

2.3.2.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard.<br />

1.1. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

1.2. Briefwisseling<br />

2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

2.1. Stukken betreffende de financiën<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

3.1. Stukken betreffende de partijwerking in zijn geheel<br />

3.1.1. Stukken betreffende de nationale partijorganen<br />

3.1.2. Stukken betreffende de leden<br />

3.1.3. Stukken betreffende het provinciaal niveau<br />

3.2. Stukken betreffende de arrondissementele partijwerking<br />

3.2.1. Stukken betreffende de afdelingen en korpsen in het algemeen<br />

3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberalisme<br />

3.2.3. Stukken betreffende de controle op korpsen en afdelingen<br />

3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

3.2.5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

4.1. Stukken betreffende de wetgevende verkiezingen<br />

4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

2.3.2.2. Inleiding<br />

2.3.2.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 146 .<br />

HET LIBERAAL HUIS EEE -<br />

Tot aan de vooravond <strong>van</strong> de tweede wereldoorlog werd de Belgische Liberale Partij gekenmerkt door<br />

een geringe mate <strong>van</strong> organisatie. De meeste liberale <strong>verenigingen</strong> waren ontstaan als plaatselijke<br />

organisaties, voornamelijk in de grotere steden <strong>van</strong> België. Niet zelden zagen verschillende liberale<br />

<strong>verenigingen</strong> in één en dezelfde plaats het levenslicht. Vaak waren deze <strong>verenigingen</strong> rivalen <strong>van</strong> elkaar<br />

<strong>die</strong> dan ook geregeld met getrokken messen tegenover mekaar stonden, vooral in verkiezingsperiodes.<br />

Op nationaal vlak verenigden de liberalen zich in de Landsraad, <strong>die</strong> voor het eerst in 1919 echt<br />

vergaderde. Op het plaatselijke niveau bleef een echte organisatie echter uit. Om daaraan te verhelpen<br />

werden meteen na de tweede wereldbrand arrondissementsfederaties opgericht en ontstond onder meer<br />

de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij (LP). Haar bestaan was echter <strong>van</strong> relatief<br />

korte duur. Op 17 oktober 1961 werd - in navolging <strong>van</strong> het nationale partijniveau tien dagen voor<strong>die</strong>n -<br />

overgegaan tot de oprichting <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 147 . De PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen viel in de eerste maanden echter nog volledig terug op de structuren uit de LPperiode.<br />

De belangrijkste wijzigingen hadden te maken met het aantrekken <strong>van</strong> nieuwe leden <strong>die</strong> vooral<br />

uit katholieke hoek afkomstig waren, gezien de anti-katholieke lijn werd afgewezen. Toch werd de<br />

oprichting <strong>van</strong> de PVV veeleer door continuïteit dan door vernieuwing gekenschetst 148 .<br />

146 Werking, organisatie en geschiedenis <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen loopt grotendeels gelijk met <strong>die</strong><br />

<strong>van</strong> haar opvolger onder de PVV. We beschikken niet over statuten of andere reglementen <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen, zodat we de taken eerder uit de gevormde archiefbestanddelen <strong>die</strong>nden af te<br />

leiden. Daarenboven moet worden gesteld dat het archiefmateriaal waarover we konden beschikken voornamelijk de<br />

periode 1958-1961 omvat. Stukken <strong>van</strong> voor 1956 ontbreken zelfs nagenoeg. We beschikken echter wel over meer<br />

gegevens aangaande de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Functies, bevoegdheden en taken liepen voorzover<br />

wij dit konden achterhalen grotendeels gelijk. Daarom verwijzen we hier ook naar het tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel<br />

waarin de werking <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen uitvoerig is beschreven.<br />

147 Zie Inventarisnummer 8.<br />

148 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong> in het tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel.


HET LIBERAAL HUIS FFF -<br />

De Antwerpse LP-federatie verenigde alle liberale korpsen uit het arrondissement. <strong>Het</strong> opzet<br />

was de doelstellingen <strong>van</strong> de Liberale Partij te verspreiden en doorgang te laten vinden binnen het<br />

arrondissement. De federatie stond echter niet totaal onafhankelijk, was daarentegen één <strong>van</strong> de vele<br />

geledingen binnen de Liberale Partij. Men zou kunnen zeggen dat een arrondissementsfederatie aan de<br />

ene kant fungeerde als een soort <strong>van</strong> tussenniveau, een verbindingsorgaan tussen de top of de nationale<br />

partijorganisatie enerzijds en de basis of de plaatselijke afdelingen en leden anderzijds. Aan de andere<br />

kant had de federatie als taak de doelstellingen <strong>van</strong> de Liberale Partij binnen haar ressort in de praktijk te<br />

trachten om te zetten. Vanuit deze laatste doelstelling werd de werking <strong>van</strong> de federatie vooral<br />

toegespitst op haar ondergeschikte partijgeledingen. Belangrijk lijkt ons nog aan te geven dat nagenoeg<br />

alle partijen en hun respectievelijke afdelingen in België niet over een juridisch statuut beschikten en<br />

beschikken. Net als de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV waren en zijn het immers alle<br />

feitelijke <strong>verenigingen</strong>.<br />

De federatie werd geleid door een Bureel en een Bestuurraad. <strong>Het</strong> Bureel fungeerde als<br />

dagelijks bestuur en had een beperkte samenstelling. De belangrijkste functionarissen zoals de<br />

voorzitter, de ondervoorzitters, de algemeen secretaris en de penningmeester waren er lid <strong>van</strong>. De<br />

Bestuurraad <strong>die</strong>nde veeleer als overlegorgaan. Alle liberale korpsen uit het arrondissement hadden er<br />

hun vertegenwoordigers. De samenstelling er<strong>van</strong> was dan ook veel uitgebreider, zijn bevoegdheid<br />

algemener en dus feitelijk beperkter. Tot slot vond jaarlijks nog een speciale vergadering <strong>van</strong> de<br />

Bestuurraad plaats <strong>die</strong> Jaarvergadering <strong>van</strong> de Bestuurraad of ook wel eens Algemene Vergadering<br />

werd genoemd. Tijdens deze vergadering werden jaar- en financieel verslag gehoord. Wanneer een<br />

mandaat vacant was kon <strong>die</strong> plaats worden ingevuld. De <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> toegang hadden tot de<br />

Bestuurraad waren niet alleen de plaatselijke afdelingen maar ook allerhande korpsen, waaronder<br />

<strong>die</strong>gene <strong>die</strong> nog dateerden uit de periode <strong>van</strong> voor de tweede wereldoorlog zoals de Liberale Volkspartij-<br />

HUZ of de Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen. Deze laatste <strong>verenigingen</strong> stonden op<br />

hetzelfde niveau als gelijk welke plaatselijke afdeling <strong>van</strong> de LP. De plaatselijke afdelingen en korpsen<br />

<strong>van</strong> hun kant waren verenigd in districts<strong>verenigingen</strong>. Een laatste, maar niet minder belangrijk orgaan<br />

was het Propagandakomiteit. Dit comité had in tegenstelling tot de vorige organen een meer specifieke<br />

en dus minder algemene taakstelling. Haar verantwoordelijkheden lagen in het gebied <strong>van</strong> de politieke<br />

actie, de propaganda, de ledenwerving en zo meer.<br />

Over de belangrijkste bestuurders <strong>van</strong> de federatie weten we nagenoeg niets. Naar analogie <strong>van</strong><br />

de PVV-periode vermoeden we dat de voorzitter verantwoordelijk moet zijn geweest voor de goede<br />

werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. Duidelijk is in elk geval dat de federatie zich bezig hield met<br />

de oprichting <strong>van</strong> allerhande liberale <strong>verenigingen</strong> en recht <strong>van</strong> handelen bezat wanneer een vereniging<br />

bv. met interne moeilijkheden kampte. Deze taken sproten naar alle waarschijnlijkheid voort uit de<br />

verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de voorzitter, <strong>die</strong> ongetwijfeld de belangrijkste en meest machtige bestuurder<br />

was. De bevoegdheden <strong>van</strong> de ondervoorzitters bleven in het duister. Wellicht bestond hun enige of<br />

althans belangrijkste taak erin de voorzitter bij <strong>die</strong>ns afwezigheid te ver<strong>van</strong>gen. De algemeen secretaris<br />

<strong>van</strong> zijn kant kan best vergeleken worden met de secretaris-generaal <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. In de archiefvorming kwam zijn taakstelling echter niet tot uiting. Anders is het gesteld met<br />

de penningmeester. Hij was het <strong>die</strong> het financieel jaarverslag opstelde en voorlegde aan de<br />

Jaarvergadering. <strong>Het</strong> was immers zijn taak de financiën zorgvuldig te beheren en een boekhouding aan<br />

te leggen. Ook de ledenadministratie behoorde gedeeltelijk tot zijn bevoegdheid. Dit had te maken met<br />

het feit dat de arrondissementsfederatie recht had op een deel <strong>van</strong> het lidgeld, maar vooral omwille <strong>van</strong><br />

de verzameling en de verdeling er<strong>van</strong> op arrondissementeel niveau. De ledenadministratie was echter<br />

ook één <strong>van</strong> de verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de permanente secretaris <strong>die</strong> de louter administratieve kant<br />

er<strong>van</strong> voor zijn rekening nam. De verdeling <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen verliep immers net als de<br />

inning <strong>van</strong> de gelden langs de arrondissementsfederatie om. De permanente secretaris beheerde<br />

overigens zowat het hele archief. Als enige niet-verkozen functionaris werd hij immers aangesteld door<br />

het arrondissementeel bestuur om de dagelijkse leiding <strong>van</strong> het secretariaat op zich te nemen. Op <strong>die</strong><br />

manier was zijn invloed op archiefvorming en -ordening meer dan aanzienlijk. De permanente


HET LIBERAAL HUIS GGG -<br />

secretaris uitgezonderd werden de andere opgesomde bestuursleden door de Jaarvergadering <strong>van</strong> de<br />

Bestuurraad aangeduid 149 .<br />

BIJLAGE 6 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />

PERMANENTE OF BESTENDIGE SECRETARIS<br />

05/11/1949 - 05/01/1956 Fr. GRIELENS<br />

17/02/1956 - 22/03/1960 Jackie ADRIAENSSENS<br />

15/04/1960 - 16/10/1961 Charles DE WEZE<br />

PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />

15/01/1956 - 26/01/1958 (Au)gust DE RAEYMAEKERS<br />

23/12/1959 - 16/10/1961 G. SIRTAINE<br />

VOORZITTER<br />

06/10/1947 Robert GODDING<br />

17/10/1947 - 16/10/1961 150 Albert LILAR<br />

ALGEMEEN SECRETARIS<br />

16/02/1952 - 02/03/1958 Frans GROOTJANS<br />

02/03/1958 - 16/10/1961 151 Fernand Boey<br />

VOORZITTER PROPAGANDAKOMITEIT<br />

06/12/1956 Jean Sellicaerts<br />

28/04/1959 - 22/04/1961 Fernand Boey<br />

149 Volgens inventarisnummer 14 werden naast de voorzitter nog 12 personen verkozen.<br />

150<br />

Albert Lilar was minister <strong>van</strong> Justitie in de regeringen Huysmans (03/08/1946-12/03/1947), Eyskens I<br />

(11/08/1949-06/06/1950), Van Acker IV (22/04/1954-02/06/1958) en Eyskens III (06/11/1958-27/03/1961).<br />

Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 943-944. Dit had tot gevolg dat hij vaak afwezig was en<br />

door waarnemende voorzitters <strong>die</strong>nde ver<strong>van</strong>gen. Zo was ondermeer Fr. Holsters in de jaren 1949-1958 vaak<br />

waarnemend voorzitter.<br />

151<br />

Fernand Boey nam de functie <strong>van</strong> secretaris reeds waar sinds begin 1957.


HET LIBERAAL HUIS HHH -<br />

De arrondissementsfederatie bestond - zoals eerder werd gesteld - niet los <strong>van</strong> de Liberale Partij.<br />

Om haar taak <strong>van</strong> doorgever <strong>van</strong> informatie beter te kunnen uitoefenen mochten in een aantal nationale<br />

partijorganen afgevaardigden worden aangeduid 152 . In Uitvoerend Bureau en Bureau beschikte de<br />

arrondissementsfederatie over geen afgevaardigden. Deze twee organen <strong>die</strong> het dagelijkse bestuur <strong>van</strong><br />

de LP waarnamen werden geleid door de voorzitter. Op <strong>die</strong> manier hadden de federaties toch nog enige<br />

invloed gezien de voorzitter door het Congres werd verkozen. <strong>Het</strong> aantal afgevaardigden daarin hing af<br />

<strong>van</strong> het aantal behaalde stemmen tijdens de laatste wetgevende verkiezingen en het aantal aangesloten<br />

leden. <strong>Het</strong> statutair hoogste orgaan <strong>van</strong> de LP had als voornaamste taak het programma en de algemene<br />

politieke standpunten <strong>van</strong> de partij te bepalen. Tussen Congres en Bureau in bevond zich nog het<br />

Permanent Comité waarin naast een kleiner aantal afgevaardigden <strong>van</strong> de federaties gebaseerd op het<br />

behaalde aantal stemmen bij de jongste verkiezingen, ook de arrondissementsvoorzitters zitting hadden.<br />

Binnen de LP werden regelmatig eretekens uitgereikt aan ver<strong>die</strong>nstelijke personen. <strong>Het</strong> waren de<br />

arrondissementsfederaties <strong>die</strong> de kandidaturen uit hun gebied verzamelden en doorstuurden naar het<br />

nationaal niveau. Zoals reeds eerder werd aangehaald waren de federaties echter vooral gericht op de<br />

lagere geledingen. De federaties konden niet alleen controle uitoefenen op de werking <strong>van</strong> de<br />

afdelingen en korpsen; om de samenhorigheid hechter en de werking doeltreffender te maken, werden<br />

ook allerlei ledenactiviteiten georganiseerd. In het kader <strong>van</strong> de voorlichting <strong>van</strong> de leden kon een<br />

ledentijdschrift worden uitgegeven.<br />

Belangrijkst voor de uiteindelijke doelstellingen <strong>van</strong> de LP was echter het uitdragen en<br />

bekendmaken <strong>van</strong> haar standpunten naar de buitenwereld toe. Om dit doel te verwezenlijken beschikte<br />

de federatie over een aantal middelen, zoals voordrachten, verkiezingspropaganda of sociaal<br />

<strong>die</strong>nstbetoon. Voor wat de verkiezingen betreft was de arrondissementsfederatie overigens<br />

verantwoordelijk voor het opstellen <strong>van</strong> de verkiezingslijsten voor Kamer, Senaat en provincie. In de<br />

praktijk gebeurde de aanstelling er<strong>van</strong> aan de hand <strong>van</strong> een lijst waarover de leden zich via een poll<br />

konden uitspreken. De poll kan vergeleken worden met een interne verkiezing met het oog op het<br />

bepalen <strong>van</strong> de volgorde <strong>van</strong> de kandidatenlijst 153 . <strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon werd eveneens op<br />

arrondissementeel vlak georganiseerd. De liberale verkozenen <strong>van</strong> Kamer, Senaat en provincie uit het<br />

arrondissement Antwerpen hielden zich immers ter beschikking <strong>van</strong> de bevolking op vooraf<br />

vastgestelde sociale zitdagen <strong>die</strong> op verschillende locaties in het arrondissement plaatsvonden.<br />

2.3.2.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 154 .<br />

<strong>Het</strong> archieffonds dat in 1992 naar het Liberaal Archief werd overgebracht bevat meerdere stukken <strong>van</strong><br />

vóór 1962 <strong>die</strong> werden gevormd door de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Dit is behoorlijk<br />

verbazingwekkend gezien het feit dat de PVV-arrondissementsfederatie in 1977 beslist had alle stukken <strong>die</strong><br />

dateerden <strong>van</strong> voor 1962 over te maken aan het AMVC 155 . Toen we dat overgebrachte archief op het<br />

AMVC raadpleegden, bleken daar geen archivalia <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie te berusten 156 . <strong>Het</strong><br />

archiefmateriaal dat hieronder wordt beschreven en geordend bevat grote leemten. Uit de periode 1946-<br />

1955 kwamen nauwelijks stukken tot ons. <strong>Het</strong> archief uit de periode 1958-1961 daarentegen kan als<br />

nagenoeg volledig worden beschouwd. Waar <strong>die</strong> oudere archiefstukken zich bevinden of wat ermee<br />

gebeurde, is ons echter niet bekend. Een mogelijkheid bestaat erin dat een aantal personen zoals<br />

permanente secretaris, voorzitter en/of penningmeester (delen <strong>van</strong>) het archief als persoonlijk bezit<br />

aanzagen en bij hen thuis bewaarden. In verband daarmee moet zeker worden verwezen naar het<br />

archief <strong>van</strong> Albert Lilar - arrondissementeel voorzitter sinds eind 1947 - dat zich op het Liberaal Archief<br />

bevindt. Voor wat de archivalia betreft <strong>die</strong> betrekking hebben op de arrondissementsfederatie kan<br />

worden gesteld dat het in hoofdzaak om persoonlijke archiefstukken <strong>van</strong> Albert Lilar gaat. In enkele<br />

152 Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 89-92.<br />

153 De te volgen procedure wordt omstandig uiteengezet in het Pollreglement : inventarisnummer 107.<br />

154 Hiervoor verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />

155 Archief PVV-Arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1977.<br />

156 Voor meer uitleg verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.


HET LIBERAAL HUIS III -<br />

bestanddelen werd ons inziens persoonlijk archief met instellingsarchief vermengd 157 . Hoe dan ook<br />

bevat dit archief aanvullende gegevens. De oudste stukken dateren <strong>van</strong> 1947, maar opnieuw is de<br />

periode rond het jaar 1960 het best vertegenwoordigd 158 .<br />

Over de geschiedenis <strong>van</strong> dit archief kan verder zeer weinig worden gezegd. Voorzover bekend<br />

was de arrondissementsfederatie sinds de opening <strong>van</strong> het Liberaal Huis in de loop <strong>van</strong> 1949 gevestigd<br />

op het Kome<strong>die</strong>plein 17. Voor<strong>die</strong>n zetelde de federatie op de Mechelsesteenweg 17. In het Liberaal Huis<br />

moet tijdens de eerste jaren alleszins een overaanbod aan ruimte voorhanden geweest zijn. Dit<br />

garandeert echter niet dat <strong>van</strong> <strong>die</strong> opslagplaats <strong>van</strong> bij het begin gebruik werd gemaakt. De stukken <strong>die</strong><br />

er werden opgeslagen, maakten in de loop <strong>van</strong> meer dan dertig jaar verschillende verbouwingswerken<br />

mee 159 . Eén en ander moet zijn invloed hebben gehad op archiefordening en -bewaring. Toch valt de<br />

schade aan de stukken <strong>van</strong> dit archief in de praktijk best mee 160 .<br />

Een echte planning lag niet ten grondslag aan de ordening <strong>van</strong> dit archief. Echte<br />

ordeningsstelstels komen overigens niet voor. De basis voor de ordening werd daarentegen gefundeerd<br />

<strong>van</strong>uit de dagelijkse praktijk. Dat kan zeer eenvoudig worden afgeleid uit de verschillen in ordening <strong>die</strong><br />

optraden naar gelang nieuwe permanente secretarissen in <strong>die</strong>nst werden genomen. Eenzelfde<br />

vaststelling kon ook reeds worden gedaan tijdens het bestuderen <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de PVVarrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. Geen geplande, maar dus wel een historisch gegroeide ordening<br />

kenmerkte dit archief.<br />

Op de stukken komen merktekens - cijfers en letters - voor, maar enkel en alleen in de periode<br />

1956-1958. Jackie Adriaenssens was permanent secretaris <strong>van</strong> februari 1956 tot maart 1960. We kunnen<br />

er m.a.w. <strong>van</strong> uitgaan dat hij aan de basis lag <strong>van</strong> dit systeem <strong>van</strong> kentekens op ingekomen en<br />

uitgaande stukken dat zijn hoogtepunt kende in 1957. In dat jaar kwam bovenaan in het midden een<br />

cijfer <strong>van</strong> 1 tot 9 of één <strong>van</strong> de letters H of P voor. In de rechterbovenhoek stonden twee getallen <strong>die</strong> <strong>van</strong><br />

elkaar werden gescheiden met een schuine streep. <strong>Het</strong> eerste getal was een gewoon volgnummer. <strong>Het</strong><br />

betrof immers een doorlopende nummering <strong>die</strong> elk jaar <strong>van</strong> vooraf aan werd begonnen. <strong>Het</strong> getal na de<br />

schuine streep dat uit twee cijfers bestond, duidde het jaartal aan 161 . Tijdens de jaren 1956 en 1958 werd<br />

hetzelfde systeem toegepast, maar de getallen in de rechterbovenhoek waren vaak onvolledig of<br />

ontbraken zelfs. Vanaf maart 1958 werd enkel nog het kenmerk bovenaan in het midden vermeld. Vanaf<br />

1959 verdween ook dat laatste element. De betekenis <strong>van</strong> de tekens was - op uitzondering <strong>van</strong> de cijfers<br />

6 en 7 - vrij makkelijk te achterhalen. De meeste kentekens vormden immers min of meer de basis voor<br />

de ordening <strong>die</strong> door Jackie Adriaenssens werd toegepast. De cijfers 6 en 7 daarentegen komen in<br />

meerdere archiefbestanddelen voor. We vonden echter geen gemeenschappelijk punt tussen de<br />

verschillende stukken <strong>die</strong> deze kenmerken dragen. Misschien was het feit dat het ontworpen systeem<br />

niet volledig toepasbaar was of althans in de praktijk niet altijd even consequent werd nageleefd, de<br />

reden waarom J. Adriaenssens uiteindelijk <strong>van</strong> het systeem <strong>van</strong> merktekens afstapte.<br />

157 Onderzoeken of dit zo is en zo ja, het restauratiebeginsel toepassen op het volledige bestand Albert Lilar, zou onderwerp<br />

kunnen zijn <strong>van</strong> een afzonderlijke stu<strong>die</strong>. De archiefvorming is immers zo duister dat dit voor ons, binnen het kader <strong>van</strong><br />

deze stu<strong>die</strong>, onbegonnen werk bleek.<br />

158 LA, Archief Albert Lilar, afdelingen 3.1. en 3.2.<br />

159 Hiervoor verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />

160 De voetnoten bij de beschrijvingen vermelden in bepaalde gevallen dat stukken door vocht werden aangetast.<br />

161 Bv. 263/57.


HET LIBERAAL HUIS JJJ -<br />

BIJLAGE 8 : verklaring <strong>van</strong> de op de briefwisseling voorkomende kenmerken<br />

1. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Antwerpen<br />

2. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Berchem-Borgerhout<br />

3. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Boom-Kontich<br />

4. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Ekeren<br />

5. stukken betreffende de ledenadministratie<br />

6. komt voor op ingekomen en uitgaande stukken betreffende diverse onderwerpen. Deze<br />

stukken zitten niet allemaal samen, ze werden soms per onderwerp samengebracht.<br />

7. ook dit cijfer komt in uiteenlopende archiefbestanddelen voor : o.a. bij de briefwisseling<br />

over diverse onderwerpen, dossiers betreffende activiteiten, toekenning <strong>van</strong> de<br />

eretekens en zo meer.<br />

8. stukken betreffende de afgevaardigden in de Landsraad<br />

9. stukken betreffende de afgevaardigden in de Bestuurraad<br />

H. stukken betreffende de officiële kiezerslijsten<br />

P. stukken betreffende de wijziging <strong>van</strong> het pollreglement<br />

Besluiten we met de vaststelling dat het archiefmateriaal gekenmerkt werd door twee<br />

breuklijnen. Aan de ene kant waren er de archivalia tot en met maart 1960 <strong>die</strong> voorlopig werden<br />

beschreven in schenking 1992/250. <strong>Het</strong> archiefmateriaal daarentegen dat opgemaakt werd <strong>van</strong>af het<br />

moment dat Charles De Weze tot permanent secretaris werd aangesteld, sluit aan bij het archief <strong>van</strong> de<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Dit valt te verklaren <strong>van</strong>uit het feit dat C. De Weze in functie<br />

bleef tot in het jaar 1975. Dit gedeelte <strong>van</strong> het hierna geïnventariseerde archief werd voor een eerste keer<br />

ontsloten in schenking 1992/249 waarin het arrondissementsarchief <strong>van</strong> 1960 tot ca. 1975 werd<br />

beschreven. Een tweede belangrijke breuk <strong>die</strong> vooral bij de financiële stukken vastgesteld kon worden<br />

situeerde zich in mei 1962. Dit had alles te maken met de Algemene Vergadering <strong>die</strong> toen plaatsvond en<br />

definitief afrekende met de structuren uit de LP-tijd.<br />

2.3.2.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

Bij de inventarisatie <strong>die</strong>nde in de eerste plaats komaf te worden gemaakt met het probleem dat<br />

hierboven zopas geschetst werd. Vele oorspronkelijke archiefbestanddelen liepen immers over de grens<br />

tussen LP en PVV. De gekozen oplossing werd gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Ten eerste<br />

werd getracht bestaande bestanddelen zo mogelijk niet op te splitsen. Hierbij werd wel een<br />

uitzondering gemaakt voor bestanddelen <strong>die</strong> naar alle waarschijnlijkheid pas gevormd werden na de<br />

dynamische fase of voor pakken losse stukken <strong>die</strong> door Geertrui Coppens al dan niet min of meer<br />

samen werden gebracht op basis <strong>van</strong> gelijke redactie en dergelijke meer. <strong>Het</strong> tweede uitgangspunt<br />

stelde dat archiefbestanddelen <strong>die</strong> betrekking hadden op en/of gevormd werden door beide<br />

archiefvormers in principe behandeld werden in de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen, mits verwijzingen bij de beschrijving <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. We namen deze beslissing omwille <strong>van</strong> het feit dat voorlopig enkel het eerstgenoemde<br />

archief door een inventaris werd ontsloten, zodat zoveel mogelijk informatie met betrekking tot deze<br />

archiefvormer voor de gebruiker beschikbaar zou kunnen worden gesteld. Toch <strong>die</strong>nde ook hier een<br />

uitzondering te worden gemaakt voor <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong> door Charles De Weze werden aangevat in<br />

april 1960 en vaak doorliepen tot circa 1975; toen hij ontslag nam uit zijn functie. Twee series vallen<br />

onder deze categorie, met name de briefwisseling over diverse onderwerpen en de briefwisseling met<br />

de afdelingen. In <strong>die</strong> gevallen werd geopteerd voor een verwijzing in voetnoot bij het betreffende<br />

onderdeel <strong>van</strong> de inventaris naar het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Om deze<br />

scheidingen duidelijk te maken werd er bij de beschrijvingen voor geopteerd om in <strong>die</strong><br />

overgangsperiode naast het jaartal eveneens maand en - zo nodig - dag op te geven.<br />

Voor de rangschikking <strong>van</strong> de bestanddelen kon grotendeels verder worden gebouwd op het<br />

model uit deel 1 en op het voorstel <strong>van</strong> archiefschema dat bij de behandeling <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de


HET LIBERAAL HUIS KKK -<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werd uitgewerkt. Gezien dit archief duidelijk minder<br />

om<strong>van</strong>grijk is dan dat <strong>van</strong> de PVV-federatie lag de belangrijkste wijziging <strong>die</strong> werd doorgevoerd in het<br />

verminderen <strong>van</strong> het aantal onderdelen binnen de hoofdafdelingen. Helemaal vooraan komen nog<br />

steeds de stukken <strong>van</strong> algemene aard, uitgesplitst in bestuurswerking en briefwisseling over diverse<br />

onderwerpen. In het onderdeel bestuurswerking komt ook briefwisseling voor <strong>die</strong> in grote mate<br />

overlappend is met de briefwisseling over diverse onderwerpen, waarin dan ook belangrijke leemten<br />

voorkomen.<br />

De tweede afdeling omvat de stukken <strong>van</strong> administratieve aard, <strong>die</strong> hier beperkt blijven tot de<br />

financiën en de ledenadministratie. De boekhoudingsstukken werden geplaatst in een volgorde <strong>van</strong><br />

algemeen naar bijzonder. De boeken zijn de meest algemene stukken. Opvallend is dat in 1959<br />

overgeschakeld werd <strong>van</strong> een dagboek naar een journaal. Die overgang zou kunnen worden verklaard<br />

<strong>van</strong>uit de vaststelling dat we met een feitelijke vereniging te maken hebben <strong>die</strong> dus niet gebonden was<br />

aan wetgeving terzake. Een andere mogelijkheid is dat een aantal boeken verloren zijn gegaan.<br />

Vervolgens worden de bijlagen beschreven; <strong>die</strong> bij de kas gaan vooraf aan de stukken betreffende de<br />

algemene postrekening. Als laatste volgen de stukken met betrekking tot de rekening <strong>van</strong> het kiesfonds,<br />

<strong>die</strong> m.a.w. als meer specifiek kan worden beschouwd. Een gedeelte <strong>van</strong> de dagafschriften kwam voor in<br />

de vorm <strong>van</strong> losse stukken. Deze werden <strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> de handelbaarheid per jaar als één<br />

bestanddeel samengebracht. De stukken betreffende de ledenadministratie werden slechts in lichte mate<br />

herordend zodat kleine foutjes in de serie ongedaan werden gemaakt.<br />

Vervolgens komt de interne partijwerking aan bod. De stukken worden daar in een<br />

organisatorisch kader <strong>van</strong> hoog naar laag geplaatst. Een eerste onderdeel behandelt de stukken <strong>die</strong> de<br />

partijwerking in zijn geheel betreffen : nationale congressen, het eren <strong>van</strong> leden en het provinciale<br />

niveau. <strong>Het</strong> tweede onderdeel beperkt zich tot de eigenlijke interne werking <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie. Naast briefwisseling met de verschillende afdelingen en korpsen komen een<br />

aantal belangrijke taken <strong>van</strong> de federatie aan bod. We denken daarbij aan de organisatorische uitbouw,<br />

de controle op de ondergeschikte geledingen, de organisatie <strong>van</strong> ledenactiviteiten en het informeren <strong>van</strong><br />

de leden.<br />

De vierde en laatste archiefafdeling kent slechts twee onderdelen; te weten stukken betreffende<br />

de wetgevende verkiezingen en betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon. Activiteiten <strong>die</strong> gericht waren op<br />

de bevolking in het algemeen en dus niet beperkt bleven tot de eigen leden, zoals in archiefafdeling 3.<br />

<strong>Het</strong> leeuweaandeel <strong>van</strong> de stukken wordt ingenomen door de wetgevende verkiezingen. De dossiers<br />

betreffende de kiezerslijsten <strong>die</strong>nden te worden herordend. Oorspronkelijk besloegen <strong>die</strong> documenten 4<br />

omslagen. De stukken zaten echter kriskras door mekaar. Enkel de stukken betreffende de <strong>van</strong> 1960 tot<br />

1962 geldende kiezerslijst zaten samen in één omslag en vormden een duidelijk geheel. Daarom<br />

herordenden we de andere stukken volgens dat voorbeeld wat in totaal zes bestanddelen opleverde.<br />

Stukken met betrekking tot de deelname aan het beleid of de verspreiding <strong>van</strong> de partijstandpunten<br />

ontbreken. Dat hangt enigszins samen met het feit dat op arrondissementeel vlak nauwelijks openbare<br />

bestuursorganen aanwezig zijn.<br />

De eigenlijke inventaris wordt nog gevolgd door een lijst <strong>van</strong> documentatie. <strong>Het</strong> betreft hier<br />

vooral handboeken en wetteksten in verband met de kieswetgeving. Ons inziens zijn deze voldoende<br />

verwant met de werking <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen om de opname in een lijst <strong>van</strong><br />

documentatie te verantwoorden.


2.3.2.3. Eigenlijke inventaris 162<br />

HET LIBERAAL HUIS LLL -<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

1-2. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Bureel. [1958]-1961. 2 omslagen.<br />

1. [1958-1959].<br />

2. Met bijlagen. 1960-11/1961 163 .<br />

3-4. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. Met bijlagen. [1958], 1960-<br />

1962. 2 omslagen.<br />

3. [1958].<br />

4. 1960-3/1962 11 .<br />

5-8. Briefwisseling betreffende de bestuursorganen. Met bijlagen. 1951-1963.<br />

2 pakken en 2 omslagen.<br />

5. 1951-2/1957. 1 pak.<br />

6. 3/1957-1/1959. 1 pak.<br />

7. 2/1959-2/1960. 1 omslag.<br />

8. 4/1960-1963 11 . 1 omslag.<br />

9-13. Jaarverslagen voorgelegd aan de jaarvergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. 1953-[1957]. 4<br />

ontwerpen. 5 stukken.<br />

9. Over 1952. 1953. Ontwerp.<br />

10. Over 1953. 1954. Ontwerp.<br />

11. Over 1954. [1955].<br />

12. Over 1955. [1956]. Ontwerp.<br />

13. Over 1956. [1957]. Ontwerp.<br />

14-17. Dossiers betreffende de jaarvergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. 1958, 1960-1962.<br />

4 omslagen.<br />

14. Over 1957. [1958].<br />

15. Over 1959. 1960.<br />

16. Over 1960. 1961.<br />

17. Over 1961. 1962 11 .<br />

18-21. Dossiers betreffende het <strong>van</strong> 5 tot 7 juni gehouden arrondissementeel congres. 1959.<br />

4 omslagen.<br />

18. Voorbereiding. 1959.<br />

19. Thema Liberale Doctrine. [1959].<br />

20. Thema Liberalisme en Gods<strong>die</strong>nst. [1959].<br />

21. Thema Economisch Liberalisme en De Staat. [1959].<br />

22. Briefwisseling betreffende werking en samenstelling <strong>van</strong> het Propagandakomiteit.<br />

1959-1961. 1 omslag.<br />

23. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Propagandakomiteit. Met bijlagen. 1959-<br />

1961. 1 omslag.<br />

24. Briefwisseling betreffende de Commissie Haven. 1959. 1 omslag.<br />

162 In de beschrijvingen komt meermaals de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het<br />

om allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit<br />

dat het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer<br />

bevat. Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend<br />

hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />

163 Dit bestanddeel bevat een aantal stukken <strong>die</strong> eigenlijk door de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen gevormd zijn.<br />

Die federatie werd immers op 17 oktober 1961 opgericht. De dateringen bestaan in de regel enkel uit het jaartal.<br />

Wanneer bestanddelen uit series echter midden in een bepaald jaar werden gesplitst wordt ook de maand opgegeven.<br />

Datzelfde geldt voor de gevallen waarin de maand de betekenis <strong>van</strong> de betreffende archiefstukken kan verduidelijken;<br />

zoals dat het geval is in de overgangsperiode <strong>van</strong> LP naar PVV.


HET LIBERAAL HUIS MMM -<br />

1.2. Briefwisseling<br />

25. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1955-1957, 1959-3/1960 164 .<br />

1 pak.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

2.1. Stukken betreffende de financiën<br />

26. Dagboek <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven. 1957-1958 165 . 1 deel.<br />

27. Journaal <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven. 1959-31/5/1962 11 . 1 deel.<br />

28-30. Kasstukken betreffende uitgaven. 1959-1961. 3 omslagen.<br />

28. 1959.<br />

29. 1960.<br />

30. 1-12/1961 11 .<br />

31-32. Bewijsstukken <strong>van</strong> uitgaven via postrekening 4853.04. 1959-1961. 2 omslagen.<br />

31. 1959-1960.<br />

32. 1-12/1961 11 .<br />

33-36. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 4853.04. Met bijlagen. 1958-1961. 4 pakken.<br />

33. 1958.<br />

34. 1959.<br />

35. 1960.<br />

36. 1-12/1961 11 .<br />

37-39. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen uitgeschreven op postrekening 4853.04. 1959-1962.<br />

3 delen.<br />

37. 19/2-9/10/1959.<br />

38. 9/10/1959-29/8/1960.<br />

39. 14/9/1960-2/5/1962 11 .<br />

40. Stroken <strong>van</strong> cheques uitgeschreven op postrekening 4853.04. 1959-2/5/1962 11 . 1 deel.<br />

41. Bewijsstukken betreffende de uitgaven voor de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 26 maart<br />

1961 via postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds. 1961. 1 omslag.<br />

42. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds. Met bijlagen. 1959-<br />

28/2/1964 11 . 1 omslag.<br />

43. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen uitgeschreven op postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds.<br />

1955, 1957-1958, 1961-2/5/1962 11 . 1 deel.<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie 166<br />

44-47. Briefwisseling betreffende de ledenadministratie. Met bijlagen. 1956-1959.<br />

4 omslagen.<br />

44. Voor het jaar 1957. 1956-1958.<br />

45. Voor het jaar 1958. 1958-1959.<br />

46. Voor het jaar 1959. 1959.<br />

47. Voor het jaar 1960. 1959-1960 167 .<br />

48. Register waarin uitreiking <strong>van</strong> en betaling voor de lidmaatschapsbewijzen werden<br />

opgetekend. 1961-1962 11 . 1 deel.<br />

49-50. Lidmaatschapsbewijzen. [1960-1961]. 2 pakken.<br />

49. Van 1960. [1960].<br />

50. Van 1961. [1961].<br />

164 Deze briefwisseling vertoont opvallende lacunes. Voor de briefwisseling <strong>van</strong> na maart 1960 verwijzen we naar het archief<br />

<strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, briefwisseling over diverse onderwerpen.<br />

165 Aan de hand <strong>van</strong> de voorkomende bedragen en vergelijking met de bijlagen bij de boekhouding kon worden opgemaakt<br />

dat dit dagboek door de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen werd gevormd.<br />

166 In het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen bevindt zich een alfabetisch ledenregister dat de periode<br />

ca. 1955-1991 omvat.<br />

167 De serie wordt in het begin <strong>van</strong> 1960 plots afgebroken. Pas na 1961 - intussen PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />

- wordt de serie heropgenomen.


HET LIBERAAL HUIS NNN -<br />

51-55. Staten betreffende de ledenaantallen. 1955-[1960]. 5 omslagen.<br />

51. In 1956. 1955-1956.<br />

52. In 1957. 1957.<br />

53. In 1958. [1958].<br />

54. In 1959. [1959].<br />

55. In 1960. [1960].<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

3.1. Stukken betreffende de partijwerking in zijn geheel<br />

3.1.1. Stukken betreffende de nationale partijorganen<br />

56-58. Dossiers betreffende de nationale congressen. 1956, 1959, 1961. 3 omslagen.<br />

56. <strong>Het</strong> op 27 en 28 oktober 1956 gehouden algemeen congres. 1956.<br />

57. <strong>Het</strong> <strong>van</strong> 6 tot 8 november 1959 gehouden algemeen congres. 1959.<br />

58. <strong>Het</strong> op 7 en 8 oktober 1961 gehouden PVV-stichtinscongres. 1961 168 .<br />

59-60. Briefwisseling betreffende de afgevaardigden in de nationale partijorganen. Met bij-<br />

lagen. 1947-1961. 1 pak en 1 omslag.<br />

59. 1947-1/1959 169 . 1 pak.<br />

60. 11/1959-1961. 1 omslag.<br />

3.1.2. Stukken betreffende de leden<br />

61-68. Briefwisseling betreffende de toekenning <strong>van</strong> partijmedailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden door<br />

de LP-Commissie voor de Eretekens. Met bijlagen. 1956-1961 170 . 7 omslagen.<br />

61. De zitting <strong>van</strong> 1956. 1956.<br />

62. De gewone zitting <strong>van</strong> 1957. 1957.<br />

63. De buitengewone zitting «Verkiezingen 1958». 1957-1958.<br />

64. De eerste zitting <strong>van</strong> 1959. 1959.<br />

65. De tweede zitting <strong>van</strong> 1959. 1959-1960.<br />

66. De eerste zitting <strong>van</strong> 1960. 1960.<br />

67. De tweede zitting <strong>van</strong> 1960. 1960.<br />

68. De eerste zitting <strong>van</strong> 1961. 1961.<br />

3.1.3. Stukken betreffende het provinciaal niveau<br />

69. Briefwisseling betreffende de contactvergaderingen <strong>van</strong> de afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />

liberale arrondissementsfederaties uit de provincie Antwerpen. Met bijlagen. 1957-<br />

1959 171 . 1 omslag.<br />

3.2. Stukken betreffende de arrondissementele partijwerking<br />

3.2.1. Stukken betreffende afdelingen en korpsen in het algemeen 172<br />

70-74. Briefwisseling met liberale <strong>verenigingen</strong>. Met bijlagen. 1956-1959.<br />

70. Uit district Antwerpen. 1956-11/1957.<br />

4 omslagen en 1 pak.<br />

1 omslag.<br />

71.<br />

72.<br />

Uit district Antwerpen. 12/1957-1959.<br />

Uit district Berchem-Borgerhout. 1956-1959<br />

1 pak.<br />

173 . 1 omslag.<br />

168 Dit dossier werd gevormd door zowel LP- als PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en hoort dus in beider<br />

inventarissen thuis.<br />

169 Vele stukken zijn aangetast door roest. Dit is te wijten aan geoxydeerde nietjes en paperclips.<br />

170 Alle aangetast door vocht.<br />

171 Eén stuk door vocht aangetast.<br />

172 Voor wat de briefwisseling met de korpsen betreft, verwijzen we naar het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. Vanaf april 1960 begon de nieuwe permanente secretaris Charles De Weze met een nieuwe serie briefwisseling,<br />

waarvoor bestanddelen werden gevormd per afdeling en niet langer per district. Deze bestanddelen liepen vaak door<br />

tot ca. 1976 en werden daarom bij het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen gehouden.<br />

173 Door vocht aangetast.


HET LIBERAAL HUIS OOO -<br />

73. Uit district Boom-Kontich. 1956-1959 20 . 1 omslag.<br />

74. Uit district Ekeren. 1956-1959 20 . 1 omslag.<br />

3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberalisme<br />

75. Register dat inlichtingen bevat betreffende in het arrondissement werkzame liberale<br />

<strong>verenigingen</strong>. [Ca. 1957]. 1 Kaartsysteem.<br />

76. Dossier betreffende de resultaten <strong>van</strong> de enquête naar samenstelling en werking <strong>van</strong> de<br />

aangesloten korpsen. 1959-1960. 1 omslag.<br />

77. Dossier betreffende de heroprichting <strong>van</strong> een Verbond der Liberale Toneel<strong>verenigingen</strong> <strong>van</strong><br />

het arrondissement Antwerpen. 1955-1956. 1 omslag.<br />

78. Dossier betreffende de oprichting <strong>van</strong> plaatselijke afdelingen met het oog op de<br />

verkiezingen. 1956-1957, z.d. 1 omslag.<br />

79. Briefwisseling betreffende de oprichting <strong>van</strong> een liberale arrondissementele middenstandsorganisatie.<br />

1956-1957. 1 omslag.<br />

80. Dossier betreffende de statutenwijziging, ter aanvaarding <strong>van</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong><br />

de Federatie <strong>van</strong> de Belgische Liberale Middenklasse en de Federatie der Vrijzinnige Mutualiteiten<br />

<strong>van</strong> de provincie Antwerpen in de Bestuurraad. 1956-1957. 1 omslag.<br />

81-82. Briefwisseling met het oog op het opstellen <strong>van</strong> een agenda <strong>van</strong> de door de<br />

arrondissementele liberale <strong>verenigingen</strong> georganiseerde activiteiten. Met bijlagen. 1957,<br />

1959-1960. 2 omslagen.<br />

81. 1957.<br />

82. 1959-1960.<br />

3.2.3. Stukken betreffende de controle op korpsen en afdelingen<br />

83. Briefwisseling betreffende het onderzoek naar de interne problemen in de LP-afdeling<br />

Deurne. 1957. 1 omslag.<br />

84. Briefwisseling betreffende enkele uit de Bestuurraad gesloten leden. 1958. 1 omslag.<br />

3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

85. Dossier betreffende de liberale meeting <strong>van</strong> 4 mei 1956. 1956. 1 omslag.<br />

86. Dossier betreffende de liberale meeting <strong>van</strong> 14 juni 1956, ter ere <strong>van</strong> de ministers Omer<br />

Vanaudenhove en Albert Lilar. 1956. 1 omslag.<br />

87. Dossier betreffende de «huldeviering Albert Lilar» op 23 september 1956, ter<br />

gelegenheid <strong>van</strong> de tweede Dag <strong>van</strong> de Vrijheid. 1956. 1 omslag.<br />

88-91. Dossiers betreffende de partijfeesten. 4 omslagen.<br />

88. <strong>Het</strong> op 7 februari 1957 gehouden tweede partijfeest. 1956-1957.<br />

89. <strong>Het</strong> op 16 januari 1958 gehouden derde partijfeest. 1957-1958 174 .<br />

90. <strong>Het</strong> op 15 oktober 1959 gehouden partijfeest. 1959.<br />

91. <strong>Het</strong> op 15 mei 1960 gehouden partijfeest. 1960.<br />

92. Dossier betreffende de Jan Van Rijswijck-herdenking. 1957. 1 omslag.<br />

93. Dossier betreffende het filmgala <strong>van</strong> 11 juni 1959 in zaal Majestic, n.a.v. het arrondissementeel<br />

congres. 1959. 1 omslag.<br />

3.2.5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />

94. Dossier betreffende de op 4 december 1959 gehouden spreekbeurt <strong>van</strong> Omer<br />

Vanaudenhove over de liberalen in de regering. 1959. 1 omslag.<br />

95. Dossier betreffende de uitgave <strong>van</strong> het tijdschrift De Liberale Gids. 1960-1961.<br />

1 omslag.<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

4.1. Stukken betreffende de wetgevende verkiezingen<br />

96. Stukken betreffende de verkiezingen. 1946, [1949-1950, 1952], 1954, z.d. 1 omslag.<br />

174 Gedeeltelijk door vocht en stof aangetast.


HET LIBERAAL HUIS PPP -<br />

97-102. Dossiers betreffende de herzieningen <strong>van</strong> de gemeentelijke officiële kiezerslijsten. Met<br />

bijlagen. 1947-1949, 1951, 1953-1959. 6 omslagen.<br />

97. De <strong>van</strong> 1948 tot 1950 geldende kiezerslijsten. 1947-1949.<br />

98. De <strong>van</strong> 1952 tot 1954 geldende kiezerslijsten. 1951.<br />

99. De <strong>van</strong> 1954 tot 1956 geldende kiezerslijsten. 1953-1954.<br />

100. De <strong>van</strong> 1956 tot 1958 geldende kiezerslijsten. 1955-1956.<br />

101. De <strong>van</strong> 1958 tot 1960 geldende kiezerslijsten. 1957-1958.<br />

102. De <strong>van</strong> 1960 tot 1962 geldende kiezerslijsten. 1959.<br />

103. Briefwisseling betreffende de bestelling <strong>van</strong> publikaties i.v.m. verkiezingen. 1956-<br />

1958. 1 omslag.<br />

104. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> het pollreglement. 1957. 1 omslag.<br />

105. Register waarin de uitslagen <strong>van</strong> de parlementsverkiezingen <strong>van</strong> 1 juni 1958, per bureel<br />

en per kandidaat zijn opgetekend. [1958]. Kopie. 1 deel.<br />

106. Staten <strong>van</strong> de liberale kandidaten voor Kamer, Senaat en provincie. Z.d. 1 omslag.<br />

107. Ontwerp (?) <strong>van</strong> circulaire aan de individuele leden betreffende de werving <strong>van</strong> gelden<br />

met het oog op een betere propaganda. [Ca. 1946]. 1 stuk.<br />

4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

108. Dossier betreffende de door de arrondissementsfederatie in 1959 en 1960 georganiseerde<br />

sociale zitdagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />

2.3.2.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />

1. Documentatiemap met gegevens over allerhande organisaties <strong>van</strong> buiten het<br />

Antwerpse arrondissement. [ca. 1957]. 1 omslag.<br />

2. Documentatiemap met gegevens over de liberale organisaties en personen uit het<br />

Antwerpse arrondissement. 1955-1959. 1 omslag.<br />

3. Knipselmap betreffende wetgeving i.v.m. ouderdomspensioenen. 1956-1957.<br />

1 omslag.<br />

4. Publikaties i.v.m. wetgeving betreffende verkiezingen.<br />

BOON, V. <strong>Het</strong> Belgisch staatsrecht. Boek I. <strong>Het</strong> grondwettelijk recht. Lier, z.d. 2 dln.<br />

* DE BEUS, P. Korte samenvatting <strong>van</strong> den leergang in het burgerlijk recht.<br />

Antwerpen, 1933.<br />

* DE JONGH, R. Syllabus <strong>van</strong> den leergang over bestuurlijk recht. Antwerpen,<br />

1932.<br />

* DELCROIX, A. Handboek voor de wetgevende en provinciale verkiezingen. Brussel,<br />

1936.<br />

* DELCROIX, A. Receuil des lois électorales belges concernant les élections législatives<br />

et provinciales coordonnées et annotées. Brussel, 1946.<br />

* DELCROIX, A. Verzameling der Belgische kieswetten over kamer- en provincieraadsverkiezingen,<br />

samengevoegd en aangetekend. Brussel, 1936.<br />

* DELCROIX, A; VANDENBULCKE, G. en VAN HOUTTE, E. Handboek voor de<br />

parlements- en provincieraadsverkiezingen. Brussel, 1954.<br />

* DE RUYTER, T. Provinciale wet <strong>van</strong> 30 april 1836 met aanvullende wetten en<br />

syllabus <strong>van</strong> den leergang. Antwerpen, 1931.<br />

* <strong>Het</strong> gemeentekorps. Regelen <strong>van</strong> kiesrecht. Brugge, 1952.<br />

* VANDENBULCKE, G. Code électoral et textes coordonnées des lois et arrêtés<br />

relatifs aux élections législatives, provinciales, communales, consulaires et<br />

prud'homales. Brussel, 1938.<br />

5. Documentatiemappen (voornamelijk uittreksels uit het Belgisch Staatsblad) betreffende<br />

de kieswetgeving.


2.3.3. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />

2.3.3.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende aard<br />

1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />

2.1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

2.1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

2.1.2. Boekhoudkundige stukken<br />

2.1.3. Bijlagen bij de boekhouding<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

2.3. Stukken betreffende de administratie <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en<br />

vertegenwoordigers<br />

2.4. Stukken betreffende de werking <strong>van</strong> het secretariaat<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

3.1. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />

3.1.1. Stukken betreffende het nationale niveau<br />

3.1.2. Stukken betreffende het arrondissementeel niveau<br />

3.2. Stukken betreffende de plaatselijke partijwerking<br />

3.2.1. Briefwisseling met betrekking tot het plaatselijk liberalisme<br />

3.2.2. Stukken betreffende de wijkkernen<br />

3.2.3. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

3.2.4. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

4.1. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen<br />

4.2. Stukken betreffende het stedelijk beleid<br />

5. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />

2.3.3.2. Inleiding<br />

2.3.3.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

De PVV-afdeling Antwerpen-stad volgde in navolging <strong>van</strong> de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV op nationaal<br />

vlak, de LP-afdeling Antwerpen-stad op. Wanneer de oprichting precies plaatsvond is ons niet bekend,<br />

maar dat gebeurde alleszins ten laatste in de loop <strong>van</strong> 1962 274 . Aan het bestaan <strong>van</strong> deze afdeling<br />

kwam een einde ten gevolge <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot Antwerpen op 1 januari 1983. De nieuw opgerichte<br />

<strong>verenigingen</strong> PVV-afdeling Groot-Antwerpen en PVV-districtsvereniging Antwerpen-stad kunnen beide als<br />

opvolgers beschouwd worden 275 .<br />

De stadsafdeling groepeerde alle personen <strong>die</strong> het PVV-programma onderschreven en hun<br />

woonplaats in de stad hadden. Volgens het reglement <strong>van</strong> deze afdeling was het belangrijkste doel de<br />

vlotte werking <strong>van</strong> de Antwerpse PVV te verzekeren en <strong>die</strong> <strong>van</strong> de erkende onderafdelingen te<br />

harmoniseren met het oog op de verdediging en de verspreiding <strong>van</strong> de door de PVV erkende<br />

stellingen 276 . De plaatselijke afdeling was binnen de partij m.a.w. <strong>die</strong> geleding <strong>die</strong> het liberalisme op<br />

het niveau <strong>van</strong> de gemeente had uit te dragen.<br />

274 De PVV werd onder impuls <strong>van</strong> LP-voorzitter Omer Vanaudenhove opgericht tijdens het stichtingscongres <strong>van</strong> 7 en 8<br />

oktober 1961. Volgens inventarisnummer 35 werd de PVV-afdeling Antwerpen-stad pas op 15 oktober 1962 gesticht.<br />

275 Voor meer informatie daarover verwijzen we naar de inleidingen op de inventarissen <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>verenigingen</strong>.<br />

276 LA, Archief mevrouw Vogels-De Loose, reglement PVV-Antwerpen, z.d., art. 2.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD GGG -<br />

Voor het toelichten <strong>van</strong> de werking vertrekken we <strong>van</strong>uit de situatie zoals ze zich in 1982<br />

voordeed 277 . <strong>Het</strong> bestuur <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond op dat moment uit Dagelijks<br />

Bestuur, Partijbestuur, Partijraad, Algemene Vergadering, Politiek Comité en CAPR. <strong>Het</strong> Dagelijks<br />

Bestuur had zoals de naam het zegt de dagelijkse leiding over de afdeling en werd in de eerste jaren <strong>van</strong><br />

haar bestaan Bureel genoemd. Ten laatste <strong>van</strong>af 1967 werd het ook al eens Bestuur genoemd en iets later<br />

ook wel eens Dagelijks Bestuur. Pas <strong>van</strong>af 1973 echter werd deze laatste naam definitief. Naast de<br />

voorzitter zetelden hierin 2 ondervoorzitters, een secretaris, een penningmeester en 2 leden <strong>die</strong> door het<br />

Comité werden aangeduid. De gemeentelijke mandatarissen hadden slechts een raadgevende stem. <strong>Het</strong><br />

Partijbestuur telde iets meer leden dan het Dagelijks Bestuur. Ook de benaming <strong>van</strong> dit orgaan maakte<br />

een hele evolutie mee. Wellicht <strong>van</strong>af 1962, maar in elk geval tot 1973 werd het Comité genoemd, <strong>van</strong><br />

1973 tot 1980 Uitgebreid Bestuur en tot slot slechts tijdens de laatste twee jaar Partijbestuur. <strong>Het</strong> Comité<br />

bestond ca. 1972 uit de voorzitter, 1 afgevaardigde per 50 leden en minimum 20 door de Algemene<br />

Vergadering verkozen leden, gemeenteraads- en COO-leden en de voorzitters of hun afgevaardigden<br />

<strong>van</strong> de erkende liberale <strong>verenigingen</strong>. <strong>Het</strong> comité kwam slechts éénmaal per maand samen, met<br />

uitzondering <strong>van</strong> de vakantiemaanden juli en augustus. De Partijraad kwam enkel en alleen in het<br />

reglement voor. Notulen of andere stukken hierover ontbreken. Wellicht bestond dit orgaan enkel op<br />

papier 278 . Met de Algemene Vergadering wordt het rijtje traditionele vergaderorganen afgesloten.<br />

Deze vergadering <strong>die</strong> minimaal éénmaal per jaar samenkwam verenigde alle leden <strong>die</strong> hun lidgeld<br />

betaald hadden. De bevoegdheden lagen vooral op het vlak <strong>van</strong> de goedkeuring <strong>van</strong> programma,<br />

jaarverslag en rekeningen. Daarenboven werden er de voorzitter en de 20 leden <strong>van</strong> het Partijbestuur<br />

verkozen voor een mandaat <strong>van</strong> vier jaar. Om verkozen te worden moest een kandidatuur worden<br />

inge<strong>die</strong>nd <strong>die</strong> de handtekeningen droeg <strong>van</strong> 20 andere leden <strong>die</strong> de gegadigde steunden. Naast de<br />

gewone jaarlijkse vergaderingen, <strong>die</strong>nde de Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen wanneer<br />

50 leden er om verzochten. <strong>Het</strong> Politiek Comité was een belangrijk orgaan dat in 1967 werd opgericht<br />

met het oog op de deelname aan het stedelijk beleid. Die oprichting was één <strong>van</strong> de eerste beleidsdaden<br />

<strong>van</strong> de nieuwe voorzitter Paul Bludts 279 . De vergadering bestond uit de gemeenteraads- en OCMWleden.<br />

<strong>Het</strong> voornaamste doel behelsde de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraden en de opvolging <strong>van</strong> de<br />

OCMW-werking. Tot slot beschikte ook de PVV-afdeling Antwerpen-stad over een CAPR 280 . Dit orgaan<br />

werd door een afzonderlijke voorzitter geleid <strong>die</strong> door het Dagelijks Bestuur was verkozen 281 . Onder<br />

de leden <strong>van</strong> dit comité werden een secretaris en een schatbewaarder aangesteld. Met hun drieën<br />

vormden zij samen met de plaatselijke voorzitter en secretaris-generaal het dagelijks bestuur <strong>van</strong> het<br />

CAPR. <strong>Het</strong> uitgebreid CAPR trad tegelijkertijd als adviserend en uitvoerend orgaan <strong>van</strong> het CAPR op.<br />

Naast de leden <strong>van</strong> het dagelijks CAPR-bestuur bestond deze vergadering uit de leden <strong>van</strong> het Dagelijks<br />

Bestuur, de voorzitters <strong>van</strong> de wijkcomités, de voorzitters en secretarissen <strong>van</strong> de onderafdelingen en de<br />

voorzitters <strong>van</strong> de door de PVV erkende liberale <strong>verenigingen</strong>. De bevoegdheden <strong>van</strong> het CAPR lagen<br />

op het vlak <strong>van</strong> de actie en propaganda. Eén <strong>van</strong> de concrete opdrachten was de uitgave <strong>van</strong> het<br />

Kaderblad.<br />

Zoals gezegd waren ook plaatselijke afdelingen slechts een onderdeel <strong>van</strong> het nationale PVVgeheel.<br />

De PVV-afdeling Antwerpen-stad maakte integraal deel uit <strong>van</strong> de Antwerpse districtsvereniging<br />

en <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie en kon dan ook vertegenwoordigers aanduiden in een<br />

aantal besturen <strong>van</strong> <strong>die</strong> niveaus, waaronder het arrondissementele Federaal Comité. Ook de<br />

onderafdelingen hadden recht op minimaal één vertegenwoordiger in het Federaal Comité. Via de<br />

arrondissementsfederaties had de plaatselijke afdeling overigens ook onrechtstreeks afgevaardigden in<br />

het PVV-Congres. Boven<strong>die</strong>n was de voorzitter vertegenwoordigd in alle partij-instanties. <strong>Het</strong> was<br />

277 Meer informatie over de wijzigingen in de werking volgt in de volgende alinea's. De gegevens voor dit gedeelte komen<br />

hoofdzakelijk uit inventarisnummer 1 en uit het reglement <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad (LA, archief mevrouw<br />

Vogels-De Loose).<br />

278 LA, Archief mevrouw Vogels-De Loose, reglement PVV-Antwerpen, z.d., art. 11.<br />

279 Inventarisnummer 16.<br />

280 Tussen 1962 en 1965 werd dit orgaan ACC genoemd.<br />

281 Hiervoor verwijzen we naar het CAPR-reglement : inventarisnummer 7.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD HHH -<br />

namelijk zijn bevoegdheid de richtlijnen <strong>die</strong> uitgingen <strong>van</strong> het PVV-Directiecomité of <strong>van</strong> het<br />

arrondissement toe te passen. De plaatselijke afdelingen konden niet alleen invloed uitoefenen op de<br />

federatie, maar werden er ook door gecontroleerd. De statuten <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling bv. <strong>die</strong>nden<br />

steeds door het arrondissement goedgekeurd. De leden <strong>van</strong> het arrondissementeel bestuur mochten<br />

daarom te allen tijde de vergaderingen <strong>van</strong> de afdelingen bijwonen.<br />

De plaatselijke afdelingen zelf bestonden meestal nog uit een aantal onderafdelingen. In<br />

Antwerpen waren dit enerzijds oude korpsen en afdelingen <strong>van</strong> erkende organisaties en anderzijds<br />

wijkkernen. Elke vereniging mocht overigens door een plaatselijke afdeling worden erkend in<strong>die</strong>n<br />

voldaan werd aan de voorwaarden : de PVV-ideologie te erkennen en naleven. In een stad met de<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> Antwerpen waren wijkafdelingen een noodzaak om de goede werking <strong>van</strong> de afdeling te<br />

verzekeren. Tegenover de onderafdelingen had het Dagelijks Bestuur het recht één <strong>van</strong> haar leden te<br />

sturen om interne problemen te trachten op te lossen. Activiteiten <strong>die</strong> door de onderafdelingen werden<br />

georganiseerd <strong>die</strong>nden door het afdelingsbestuur goedgekeurd met het oog op een bredere weerklank<br />

<strong>van</strong> <strong>die</strong> manifestaties. Om als onderafdeling te worden erkend, moest een hele procedure worden<br />

gevolgd waartoe onder andere het in<strong>die</strong>nen <strong>van</strong> een dossier behoorde. Wanneer men het er over eens<br />

werd dat een vereniging in aanmerking kwam, werd het voorstel <strong>van</strong> het Partijbestuur ter goedkeuring<br />

voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De erkenning als onderafdeling hield het automatische recht<br />

in <strong>van</strong> een afgevaardigde in de Partijraad. De erkenning kon echter op elk moment weer worden<br />

ingetrokken. Eén <strong>van</strong> de gronden daarvoor kon zijn dat de bewuste vereniging zich manifest niet hield<br />

aan de liberale ideologie. Naast dergelijke onderafdelingen, konden ook onderafdelingen worden<br />

opgericht <strong>die</strong> een bepaalde wijk vertegenwoordigden en een socio-economische entiteit vormden. Ook<br />

hier ging een hele procedure aan vooraf. In dichtbevolkte gebieden kon het Dagelijks Bestuur op<br />

voorstel <strong>van</strong> het Comité overgaan tot het oprichten <strong>van</strong> onderafdelingen of districten. Deze <strong>verenigingen</strong><br />

<strong>die</strong>nden binnen hun invloedssfeer de politieke contacten tussen de leden <strong>van</strong> een grote afdeling te<br />

bevorderen, de partijpropaganda te intensifiëren en een meer doelmatige hulp te verstrekken aan het<br />

Comité. Dit Comité <strong>die</strong>nde op de hoogte te worden gehouden <strong>van</strong> elke activiteit <strong>van</strong> gelijk welke<br />

onderafdeling. De leden <strong>van</strong> het Comité konden daartoe de vergaderingen bijwonen. In de tweede helft<br />

<strong>van</strong> de jaren zeventig werd door de afdeling een vernieuwde activiteit aan de dag gelegd, nieuwe<br />

inspanningen gedaan om opnieuw wijkkernen op te richten. Dit had dezelfde bedoeling als voorheen,<br />

maar er werd wel een plan opgesteld, waardoor de actie - zoals uit het archief bleek - meer kans op<br />

slagen had 282 .<br />

De plaatselijke voorzitter concentreerde de meeste macht. Boven<strong>die</strong>n beschikte hij over de<br />

residuaire bevoegdheid. De administratieve secretaris <strong>van</strong> zijn kant had als opdracht het opstellen <strong>van</strong><br />

de notulen <strong>van</strong> het Dagelijks Bestuur. De notulen <strong>van</strong> de andere vergaderingen werden opgemaakt door<br />

een door het Partijbestuur aangestelde verslaggever, op uitzondering <strong>van</strong> het Politiek Comité waar de<br />

politieke secretaris <strong>die</strong> opdracht vervulde. De administratieve secretaris coördineerde voorts de door de<br />

erkende onderafdelingen georganiseerde activiteiten en stond de voorzitter bij de uitoefening <strong>van</strong> zijn<br />

taken op administratief vlak bij. De penningmeester was verantwoordelijk voor het financieel beheer.<br />

Dit betekende in de praktijk het bijhouden <strong>van</strong> een boekhouding en het verslag uitbrengen <strong>van</strong> de<br />

financiële toestand aan het Dagelijks Bestuur. Aan <strong>die</strong> vergadering en aan de voorzitter was hij<br />

verantwoording verschuldigd. Samen met de administratieve secretaris beheerde hij nog het<br />

ledenbestand. De public relations had tot taak de verspreiding <strong>van</strong> de liberale gedachte onder de<br />

bevolking te bevorderen. Deze technicus kon worden aangesteld om het ledenblad op technisch vlak uit<br />

te werken. Wanneer zo iemand werd aangesteld, zorgde hij samen met de administratieve secretaris<br />

voor de coördinatie <strong>van</strong> de activiteiten der onderafdelingen. Verantwoording was hij verschuldigd aan<br />

het Dagelijks Bestuur. <strong>Het</strong> Partijbestuur kon boven<strong>die</strong>n iemand aanwijzen om zich bezig te houden met<br />

de werking en coördinatie <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling. Deze man zetelde om <strong>die</strong> reden in het<br />

arrondissementele CAPR. De politieke secretaris was belast met het opvolgen <strong>van</strong> de beslissingen en<br />

activiteiten <strong>van</strong> de gemeenteraad en de rapportering er<strong>van</strong> aan het Dagelijks Bestuur. In het kader <strong>van</strong><br />

<strong>die</strong> functie zetelde hij in zowel gemeenteraad, Politiek Comité als Dagelijks Bestuur.<br />

282 Inventarisnummer 152.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD III<br />

-


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD JJJ -<br />

BIJLAGE 8 : lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />

ADMINISTRATIEF, BESTENDIG OF PERMANENT SECRETARIS<br />

24/03/1972 - 26/04/1972 R. COP<br />

09/04/1973 - 26/02/1980 A. WAGEMANS<br />

03/04/1980 - 26/10/1981 Fernand DE BORGHER<br />

29/01/1982 - 06/04/1983 E. VAN DEN BOSCH 283<br />

VOORZITTER<br />

30/07/1964 - 21/04/1965 A. KINSBERGEN<br />

05/01/1967 - 09/03/1971 P. BLUDTS<br />

10/03/1971 - 22/09/1982 Piet VAN ROE<br />

12/04/1983 Corneel MASSON<br />

PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />

05/01/1967 - 02/08/1970 Julia DORIKENS-VAN GASTEL<br />

09/03/1971 - 10/1972 Julien COPPENS<br />

02/02/1973 - 09/04/1973 J. WESTHAVENS<br />

26/11/1974 - 26/01/1977 H. VAN DE PERRE 284<br />

05/09/1977 - 25/09/1980 Charles DE WEZE<br />

04/06/1981 - Eddy UYTGEERTS<br />

SECRETARIS(-GENERAAL)<br />

09/03/1971 - 26/11/1974 J. BLONDE<br />

26/11/1974 - 05/09/1977 G. VAN DER LINDEN<br />

23/03/1979 - 06/04/1983 Charles DE WEZE 285<br />

283<br />

Opvallend is dat hij nog steeds deze functie uitoefende in 1983.<br />

284<br />

Nam ontslag.<br />

285<br />

In 1979 en 1980 waarnemend.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD KKK -<br />

Iedereen kon lid worden <strong>van</strong> een plaatselijke afdeling, zolang hij of zij akkoord ging met het<br />

PVV-programma. Wanneer leden de PVV-statuten en -reglementen niet naleefden of wanneer tussen<br />

leden <strong>van</strong> een bepaalde afdeling onderling <strong>die</strong>pgaande geschillen rezen, dan konden op<br />

arrondissementeel niveau via een arbitrageprocedure tuchtmaatregelen worden genomen. De<br />

tuchtprocedure was zeer ingewikkeld, behoorlijk sterk uitgewerkt en liep via verschillende federale<br />

bestuursorganen. De mogelijke tuchtmaatregelen waren : verwittiging, blaam en voorlopige of<br />

definitieve uitsluiting. <strong>Het</strong> bleef echter steeds mogelijk beroep aan te tekenen bij het PVV-Directiecomité.<br />

Net zoals de arrondissementsfederatie speelde de plaatselijke afdeling een belangrijke rol in de<br />

verspreiding <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen. De kaarten werden ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong>uit de arrondissementsfederatie<br />

en over de onderafdelingen verspreid. De administratie <strong>van</strong> verkoop en ledenaantallen<br />

werd gecentraliseerd in het plaatselijke secretariaat. De verdeling <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>gen lidgelden onder de<br />

verschillende partijgeledingen gebeurde door het plaatselijk bestuur. Een andere belangrijke<br />

inkomstenbron <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen werd behelsde de bijdragen <strong>van</strong> de plaatselijke<br />

mandatarissen : gemeenteraads- en OCMW-leden en leden <strong>van</strong> intercommunales en<br />

huisvestingsmaatschappijen. Deze personen betaalden een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld<br />

percentage <strong>van</strong> hun ont<strong>van</strong>gen zitpenningen aan de afdeling af.<br />

De voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen kan als één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

bevoegdheden <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen worden beschouwd. Die activiteit werd vooral<br />

gekenmerkt door de samenstelling <strong>van</strong> de lijst. Over de binnengekomen kandidaturen <strong>die</strong> eventueel<br />

reeds in een bepaalde volgorde waren geplaatst kon via een poll door alle leden uitspraak gedaan<br />

worden in een geheime stemming. De gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1982 behoorden echter niet meer<br />

tot de bevoegdheid <strong>van</strong> de afdeling. Dit had alles te maken met de nakende Antwerpse fusie. Tijdens de<br />

verkiezingen <strong>die</strong>nden namelijk gemeenteraadsleden te worden verkozen voor de nieuwe gemeente. Die<br />

gemeente overtrof echter het machtsgebied <strong>van</strong> de Antwerpse PVV-afdeling. Om de fusiebesprekingen<br />

te volgen werd daarom binnen de arrondissementsfederatie een speciaal comité opgericht. Dit OCGA<br />

telde vertegenwoordigers uit alle afdelingen <strong>die</strong> bij de fusie waren betrokken. <strong>Het</strong> was dan ook het<br />

OCGA - als onderdeel <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - dat de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />

gemeenteraadsverkiezingen 1982 voor haar rekening nam.<br />

De PVV-afdeling <strong>van</strong> Antwerpen onderging een aantal grondige herstructureringen. Deze<br />

veranderingen vallen opvallend vaak samen met het aantreden <strong>van</strong> nieuwe besturen en een gelijktijdige<br />

naamsverandering <strong>van</strong> de organen. Opdrachten en werking bleven echter grosso modo gelijk aan de<br />

hierboven geschetste toestand. Een eerste belangrijke breuk deed zich voor in 1967 toen Paul Bludts tot<br />

nieuwe voorzitter werd verkozen. Zoals gezegd leidde dit tot de oprichting <strong>van</strong> het Politiek Comité.<br />

Veel ingrijpender echter was de volledige bestuurswissel <strong>die</strong> in maart 1971 plaatsvond omdat<br />

de werking <strong>van</strong> de afdeling te wensen over liet. De nieuwe bewindsploeg met voorzitter Piet Van Roe<br />

op kop, stond echter wel onder toezicht <strong>van</strong> het controlecomité. Dit comité <strong>die</strong>nde te verifiëren of de<br />

nieuwe bewindsploeg wel degelijk een nieuw elan gaf aan de afdeling. De effectiviteit <strong>van</strong> het nieuwe<br />

bestuur vertaalde zich in tal <strong>van</strong> nieuwe initiatieven, zoals persconferenties, het volgen <strong>van</strong> de<br />

plaatselijke politieke toestand en samenwerking met het PKI. Deze verhoogde activiteit valt zeer goed af<br />

te leiden uit het archief.<br />

2.3.3.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad werd voorlopig ontsloten in schenkingslijst 1992/207.<br />

Hieruit bleek meteen dat de documenten voornamelijk de periode 1972-1982 betroffen. Stukken <strong>van</strong><br />

voor 1967 komen zelfs nauwelijks voor. Twee belangrijke feiten liggen ons inziens hieraan ten<br />

grondslag. Ten eerste het nieuwe bestuur dat in maart 1971 aantrad. Belangrijker nog was de verhuis<br />

<strong>van</strong> de administratieve zetel. Minstens tot januari 1972 was deze gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Ten<br />

laatste <strong>van</strong>af oktober <strong>van</strong> dat jaar was de zetel gevestigd in de Hertoginstraat 16. In januari of februari<br />

<strong>van</strong> het jaar 1982 ten slotte keerde men naar de oorspronkelijk vestigingsplaats terug 286 . Deze<br />

286 Afgeleid uit de tijdschriftnummers <strong>van</strong> Antwerpen 1980, Antwerpen Vandaag en Antwerpen Morgen.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD LLL -<br />

verplaatsingen moeten consequenties hebben gehad op het vlak <strong>van</strong> de archiefvorming. Eén <strong>van</strong> de<br />

gevolgen is alleszins dat archief <strong>van</strong> de periode voor 1972 grotendeels, maar zeker niet volledig<br />

ontbreekt. Samenvattend kan worden gesteld dat het archief voor de periode 1972-1982 quasi volledig<br />

is, terwijl de jaren daarvoor slechts sporadisch zijn vertegenwoordigd.<br />

De nieuwe bewindsploeg <strong>die</strong> in 1971 aantrad had blijkbaar enige aandacht voor het archief dat<br />

de vereniging aanmaakte. Twee feiten illustreren dat. Enerzijds besliste het Dagelijks Bestuur in 1974<br />

alle persmededelingen te bewaren op het archief 287 . Anderzijds vonden we tussen de archivalia een los<br />

stuk dat een genummerde lijst <strong>van</strong> onderwerpen bevat 288 . Op dat document waren nog tekenen te<br />

vinden <strong>die</strong> erop wezen dat men het ooit omhooggehangen moet hebben. Samen met de vermelde<br />

rubrieken op de lijst leek dit te wijzen op een depotlijst <strong>die</strong> gebruikt werd om het archief <strong>van</strong> de<br />

vereniging materieel te ordenen. In<strong>die</strong>n nodig kon dezelfde lijst worden gebruikt voor het terugvinden<br />

<strong>van</strong> benodigde documenten. Wellicht werd het archiefmateriaal aan de hand <strong>van</strong> de lijst materieel<br />

geordend in de archiefruimte <strong>van</strong> de Hertoginstraat. Aan de hand <strong>van</strong> de vermelde onderwerpen en de<br />

aanvullingen <strong>die</strong> achteraf werden aangebracht kon worden afgeleid dat het oorspronkelijke stuk tussen<br />

februari 1978 en mei 1980 moet zijn opgesteld 289 . Wellicht was het systeem zelf wel al langer in voege,<br />

want de bestanddelen <strong>die</strong> dateren <strong>van</strong> 1972 en later passen duidelijk binnen het plan. Dit in<br />

tegenstelling tot de stukken <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> datum. Benamingen voor vergaderingen <strong>die</strong> typisch waren<br />

voor <strong>die</strong> vroege periode komen trouwens niet voor, zodat kan worden verondersteld dat de archivalia<br />

uit <strong>die</strong> periode zich toen al elders bevonden.<br />

Ondanks het hulpmiddel waarover de secretaris in de vorm <strong>van</strong> de depotlijst beschikte, bleek<br />

het systeem vooral in de jaren 1981 en 1982 niet steeds even consequent te zijn gevolgd. Voor <strong>die</strong> jaren<br />

vonden we meerdere omslagen met niet geordende stukken terug. Op de documenten was dan vaak<br />

«cl.» of «kl.» aangebracht ter aanduiding dat deze stukken nog <strong>die</strong>nden te worden geclasseerd. Wellicht<br />

niet toevallig werden in <strong>die</strong> periode nieuwe administratieve secretarissen - eerst Fernand De Borger en<br />

na<strong>die</strong>n E. Van den Bosch - aangesteld en werd de zetel opnieuw naar het Kome<strong>die</strong>plein overgebracht.<br />

Dat lijkt er boven<strong>die</strong>n op te wijzen dat de aangemaakte stukken in een eerste stadium bij elkaar werden<br />

gehouden en pas achteraf binnen de bestaande series en bestanddelen werden weggeborgen.<br />

287 Inventarisnummer 11.<br />

288 Inventarisnummer 138; zie bijlage 10.<br />

289 <strong>Het</strong> eerste stuk betreffende bibliotheekwezen dateert <strong>van</strong> 29 april 1980. Deze term werd pas later op het stuk<br />

toegevoegd. <strong>Het</strong> moet m.a.w. dateren <strong>van</strong> vóór <strong>die</strong> datum. <strong>Het</strong> tijdschrift Antwerpen Vandaag dat ten vroegste sinds<br />

februari 1978 werd uitgegeven, behoorde wel tot de oorspronkelijke termen. <strong>Het</strong> stuk moet dus zijn opgesteld na januari<br />

<strong>van</strong> dat jaar.


BIJLAGE 9 : de depotlijst<br />

PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD MMM -


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD NNN -<br />

De secretarissen <strong>die</strong> bevoegd waren voor het beheer <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de afdeling maakten<br />

niet altijd het nodige onderscheid tussen de verschillende archiefvormers of tussen archief en<br />

documentatie 290 . Dit probleem deed zich manifest voor in de Hertoginstraat waar naast de<br />

stadsafdeling ook het Jan Van Rijswijckcentrum bv. gevestigd was. Voor wat de financiële stukken betreft,<br />

kan de vermenging zeer concreet worden aangetoond. In een verslag <strong>van</strong> 16 april 1975 dat door<br />

controleur <strong>van</strong> de boekhouding Hilda Blondé werd opgesteld, meende zij er te moeten op aandringen<br />

om de boekhouding <strong>van</strong> de beide instellingen strikt gescheiden te houden 291 . Wellicht werd deze<br />

instructie opgevolgd, gezien de bewijsstukken uit 1973 en 1974 vooraan een aantal stukken omvatten<br />

<strong>die</strong> voorafgegaan werden door een scheidingsblad met het opschrift «JVR-Centrum». De erop<br />

aangebrachte nummering doet echter sterk het vermoeden rijzen dat deze stukken oorspronkelijk op<br />

hun plaats in de chronologische serie waren ondergebracht 292 . Dat wordt bevestigd door de<br />

aantekeningen in het kasboek waarin de bestaande toestand niet meer zo eenvoudig kon worden<br />

gewijzigd. Deze vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> hangt nauw samen met de hechte band <strong>die</strong> tussen beide<br />

<strong>verenigingen</strong> bestond. <strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum dat in 1972 werd opgericht, was immers het<br />

geesteskind <strong>van</strong> toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse PVV, Piet Van Roe. De verstrengeling wordt<br />

nogmaals aangetoond door inventarisnummer 52. Dat bestanddeel bevat bewijsstukken betreffende het<br />

telefoonverbruik <strong>van</strong> de verschillende liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> in de Hertoginstraat 16 waren<br />

gehuisvest. De facturen werden door de RTT verstuurd aan het Jan Van Rijswijckcentrum. De betaling<br />

gebeurde door de PVV-afdeling Antwerpen-stad. De andere <strong>verenigingen</strong> betaalden aan de plaatselijke<br />

PVV-afdeling wat zij verschuldigd waren.<br />

Zoals hierboven reeds werd aangegeven kan dit archief op geen volledigheid bogen. Waar de<br />

overige archivalia zich bevinden is ons niet bekend. <strong>Het</strong> is echter niet onmogelijk dat voorzitters en/of<br />

administratieve secretarissen <strong>van</strong> voor maart 1971 delen <strong>van</strong> het archief bij hen thuis bewaarden.<br />

Aanvullende informatie kan alvast worden gevonden in het persoonlijk archief <strong>van</strong> Charles De Weze,<br />

het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en het documentatiebestand plaatselijk<br />

liberalisme. Al dat materiaal is te vinden op het Liberaal Archief. Ook de tijdschriften <strong>die</strong> door de PVVafdeling<br />

<strong>van</strong> Antwerpen - Kaderblad, Antwerpen 1980, Antwerpen Vandaag, Antwerpen Morgen,... - werden<br />

uitgegeven kunnen daar worden geraadpleegd.<br />

2.3.3.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De toestand waarin het archief zich bevond toen wij onze opdracht aanvingen was als volgt. <strong>Het</strong> archief<br />

bestond grotendeels uit duidelijk afgelijnde bestanddelen. Een aantal omslagen bevatten echter diverse<br />

documenten, terwijl binnen de bestanddelen in een aantal gevallen totaal geen orde aanwezig was. Voor<br />

het gros <strong>van</strong> het materiaal konden we terugvallen op een gekende, maar te reconstrueren oude orde. De<br />

depotlijst gaf echter niet meer dan een structuur aan en kon daarenboven om meerdere redenen niet als<br />

richtlijn voor de herordening worden gebruikt. Ten eerste was de lijst slechts de basis voor de materiële<br />

ordening <strong>van</strong> het archief, zonder dat daaraan een duidelijk plan ten grondslag lag dat gefundeerd was<br />

op de werking <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling. Daarenboven werd geen enkel onderscheid gemaakt tussen<br />

archief en documentatie. In de depotlijst vinden we bv. de rubrieken «Antwerpen 1980 - Antwerpen<br />

Morgen - Antwerpen Vandaag» en «Kaderblad - Koerier» <strong>die</strong> in werkelijkheid nagenoeg enkel de tijdschriftnummers<br />

zelf omvatten. De rubriek «PKI-Persconferenties - Colloquiums» bevatte voor een groot deel<br />

knipsels. Boven<strong>die</strong>n - en zo komen we tot het derde argument - bestond een gedeelte <strong>van</strong> <strong>die</strong> laatste<br />

rubriek uit stukken <strong>die</strong> gevormd werden door het PKI. Ook de rubrieken 3 en 4 behelsden vreemde<br />

archiefvormers. Meer bepaald de PVV-Vrouwen <strong>van</strong> de stad Antwerpen en de PVV-districtsvereniging<br />

Antwerpen. Nummer 3 bv. bestond uit één classeur waarbij aan de hand <strong>van</strong> scheidingsbladen de<br />

deelrubrieken werden aangegeven. De stukken <strong>die</strong> voorkwamen na de pagina met opschrift<br />

290 Zie ook de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie.<br />

291 Inventarisnummmer 34.<br />

292 Inventarisnummers 37 en 40-44.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD OOO -<br />

«DISTRICT» bleken duidelijk te zijn gevormd door de PVV-districtsvereniging Antwerpen 293 . Tenslotte<br />

nog een woordje over rubriek 23 : «Beheer Hertoginstraat». We vonden geen enkel bestanddeel dat<br />

onder <strong>die</strong> noemer zou kunnen ressorteren 294 . Die opdracht lijkt overigens niet meteen te passen binnen<br />

het takenpakket <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Andere rubrieken waar<strong>van</strong> archief lijkt te<br />

ontbreken zijn de nummers 4 en 9. Anderzijds ontbreekt zeer opvallend een rubriek waaronder de<br />

stukken met betrekking tot de verkiezingen konden worden geplaatst.<br />

Uit dit alles werd besloten om niet zomaar beroep te doen op de lijst en de in het archief nog<br />

voorhanden zijnde relicten <strong>van</strong> <strong>die</strong> materiële ordening, zoals de scheidingsbladen bv. Daarentegen<br />

poogden we een compromis te vinden tussen de bestaande, overgeleverde orde en het theoretisch<br />

archiefschema dat in deel 1 werd opgesteld. Vooraleer deze herordening <strong>van</strong> de bestanddelen kon<br />

worden aangevat, <strong>die</strong>nden echter eerst de archivalia <strong>die</strong> door andere <strong>verenigingen</strong> - PKI, PVV-Vrouwen<br />

Antwerpen-stad, PVV-districtsvereniging Antwerpen en Jan Van Rijswijckcentrum - werden gevormd te<br />

worden afgescheiden. De andere moeilijkheden, oplossingen en ingrepen worden hierna behandeld<br />

samen met de uiteenzetting <strong>van</strong> het archiefschema.<br />

De eerste archiefafdeling wordt gevormd door stukken <strong>van</strong> algemene aard. <strong>Het</strong> betreft hier de<br />

stukken <strong>die</strong> op de werking <strong>van</strong> de vereniging in haar geheel betrekking hebben. Helemaal vooraan<br />

komen de statuten en reglementen <strong>die</strong> oorspronkelijk in één classeur zaten en rubriek 1 vormden. <strong>Het</strong><br />

gaat hier niet alleen om de statuten <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad, maar ook om <strong>die</strong> <strong>van</strong> de<br />

nationale, arrondissementele en kantonale niveaus. Al deze regelgevende stukken <strong>die</strong>nden immers te<br />

worden nageleefd door de PVV-afdeling Antwerpen-stad en moeten daarom als algemene stukken<br />

worden beschouwd. <strong>Het</strong>zelfde geldt ons inziens voor de statuten <strong>van</strong> het CAPR en <strong>van</strong> de PVV-<br />

Vrouwen Antwerpen-stad. Alhoewel deze stukken feitelijk niet de algemene werking <strong>van</strong> de plaatselijke<br />

afdeling betreffen, werden ze door de archiefvormer toch samen bewaard. In hun samenhang hadden<br />

ze als dusdanig een algemene functie. Daarom opteerden we ervoor deze stukken toch samen te<br />

houden, zonder ze daarom als één bestanddeel te beschrijven. Deze keuze noodzaakte wel het gebruik<br />

<strong>van</strong> verwijzingen bij de afdelingen waar deze bestanddelen eveneens zouden kunnen thuishoren.<br />

Een tweede onderdeel <strong>van</strong> de algemene stukken betreft de bestuurswerking. <strong>Het</strong> gaat<br />

hoofdzakelijk om notulen, aangevuld met bijlagen zoals briefwisseling en presentielijsten. Om de<br />

verschillende bestuursorganen te rangschikken baseerden we ons op de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de bevoegdheden.<br />

Op basis daar<strong>van</strong> werden de vergaderingen <strong>van</strong> hoog naar laag geordend. Dat betekent dat het<br />

Dagelijks Bestuur helemaal bovenaan werd geplaatst, terwijl werd afgesloten met meer concrete<br />

organen als controlecomité en Politiek Comité. We besloten dus om alle organen onder de hoofding<br />

bestuurswerking te plaatsen, ongeacht hun werking al dan niet de afdeling in haar geheel betrof. Dit<br />

biedt immers een voordeel voor de gebruiker <strong>die</strong> zo alle beslissingsorganen samen beschreven ziet. De<br />

uitzondering <strong>die</strong> de spreekwoordelijke regel bevestigt betreft vergaderingen <strong>die</strong> in het teken stonden<br />

<strong>van</strong> één bepaalde zaak, waarover meer wanneer de laatste archiefafdeling ter sprake komt.<br />

De tweede afdeling betreft stukken <strong>van</strong> meer administratieve aard. <strong>Het</strong> handelt daarbij om <strong>die</strong><br />

functies <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang waren voor het instandhouden <strong>van</strong> de afdeling : te weten het beheer en de<br />

inning <strong>van</strong> de inkomsten. Een eerste onderdeel is gewijd aan de financiën in het algemeen, waarin de<br />

eigenlijke boekhouding de belangrijkste plaats inneemt. Voor wat de bijlagen bij de boekhouding betreft<br />

<strong>die</strong>nden we een lichte herordening door te voeren. De bewijsstukken en de dagafschriften vormden<br />

namelijk twee series. Vóór 1972 zaten stukken <strong>van</strong> verschillende redactie echter samen in één omslag.<br />

Op basis <strong>van</strong> de ordening <strong>die</strong> <strong>van</strong>af 1972 consequent werd volgehouden werden de andere stukken<br />

herordend. De ledenadministratie past eveneens binnen de tweede archiefafdeling vermits ze<br />

aanleiding gaf tot een uitgebreide administratie en dito archiefvorming. De ledenadministratie speelde<br />

overigens een belangrijke rol in de inkomstenvoorziening <strong>van</strong> de afdeling, gezien een bepaald<br />

percentage <strong>van</strong> het lidgeld aan de verkopende plaatselijke afdeling ten goede kwam. De stukken<br />

werden zoveel als mogelijk <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder geordend. Dat betekent dat organisatie,<br />

briefwisseling en eigenlijke administratie <strong>van</strong> de verdeling en verkoop der lidmaatschapsbewijzen<br />

293 Hiervoor verwijzen we naar de inventarissen <strong>van</strong> <strong>die</strong> archiefvormers.<br />

294 Tenzij inventarisnummer 52 misschien.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD PPP -<br />

voorafgaan aan ledenregisters en staten <strong>die</strong> vaak al meer gericht waren op administratief gebruik <strong>van</strong> de<br />

ledenbestanden voor mailings en dergelijke meer. De waarde <strong>van</strong> de vele registers en staten wordt<br />

echter sterk gehypothekeerd door een gebrek aan datering en gegevens over de leden. De briefwisseling<br />

betreffende het lidmaatschap werd alfabetisch geordend, maar <strong>van</strong>af 1982 werd op een chronologisch<br />

systeem overgeschakeld. We vonden het niet opportuun het jongste bestanddeel aan het oudste en<br />

langst toegepaste aan te passen. <strong>Het</strong> alfabetische systeem vertoonde immers behoorlijk wat<br />

mankementen. Opvallend is overigens dat de briefwisseling tot een heel eind in 1983 doorloopt,<br />

onafgezien <strong>van</strong> het feit dat de fusie toen eigenlijk reeds had plaatsgevonden. Wellicht werden door de<br />

oude afdeling nog een aantal lopende zaken afgehandeld. Vanaf 1973 werd de ledenadministratie door<br />

de nieuwe administratieve secretaris Alfons Wagemans hervormd 295 . Dat had een verschil in<br />

archiefvorming tot gevolg in de serie «briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de<br />

lidmaatschapsbewijzen. Met bijlagen». Vanaf dat moment werden bestanddelen per jaar gevormd. De<br />

bestanddelen <strong>van</strong> vóór dit datum werden door ons herordend naar het voorbeeld <strong>van</strong> het nieuwe<br />

systeem. Binnen de bestanddelen werden de stukken geordend op basis <strong>van</strong> de verschillende<br />

onderafdelingen. Om het onderscheid tussen de leden <strong>van</strong> de verschillende onderafdelingen overzichtelijk<br />

te maken werd overigens gebruik gemaakt <strong>van</strong> een handige cijfer- en lettercode <strong>die</strong> zowel op de<br />

registers als op staten en zo meer werd aangebracht.<br />

<strong>Het</strong> derde onderdeel omvat de stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> de mandatarissen. Alle<br />

personen <strong>die</strong> in naam <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling een openbare functie uitoefenden en daarvoor een<br />

bepaald bedrag opstreken, <strong>die</strong>nden immers een deel daar<strong>van</strong> aan de afdeling af te staan. Dat resulteerde<br />

in twee mappen. In elke map zaten vooraan een aantal algemene stukken <strong>die</strong> als basis <strong>die</strong>nden voor de<br />

berekening <strong>van</strong> de te innen bedragen en ter controle <strong>van</strong> de betaling er<strong>van</strong>. Achteraan waren per<br />

mandataris een soort <strong>van</strong> (sub)dossiers gevormd. Soms werden in één zo'n dossier meerdere personen<br />

behandeld. De tweede map - betreffende de periode 1979-1983 - week qua ordening enigszins <strong>van</strong> de<br />

eerste map af en behandelde gedeeltelijk dezelfde mandatarissen 296 . Om de wat duistere situatie te<br />

verhelderen kozen we voor de volgende oplossing. De meer algemene stukken uit de beide mappen<br />

werden samengebracht in één dossier. De overige stukken werden omgevormd tot werkelijke<br />

persoonsdossiers. <strong>Het</strong> is m.a.w. <strong>van</strong> belang dat de oorspronkelijke samenhang tussen de verschillende<br />

dossiers niet uit het oog verloren wordt. De tweede archiefafdeling wordt afgesloten door een aantal<br />

stukken <strong>die</strong> betrekking hadden op de werking <strong>van</strong> het secretariaat. Hieronder begrepen is de depotlijst.<br />

De derde afdeling betreft de interne partijwerking. Hieronder verstaan we enerzijds de<br />

partijwerking in het algemeen en anderzijds de werking <strong>van</strong> de stedelijke afdeling naar leden en<br />

onderafdelingen toe. <strong>Het</strong> eerste onderdeel omvat de relatie met respectievelijk PVV-nationaal en PVVarrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. Een opvallende afwezige is hier de Antwerpse districtsvereniging.<br />

Onder de stukken betreffende de arrondissementsfederatie is het dossier betreffende de OCGA<br />

opmerkelijk. Dat dossier wordt hier behandeld omwille <strong>van</strong> het feit dat het OCGA in het kader <strong>van</strong> de<br />

Antwerpse fusie onder de federatie ressorteerde.<br />

Veel uitgebreider is het onderdeel dat de plaatselijke partijwerking aangaat. We starten met de<br />

meest algemene stukken betreffende de Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>, <strong>die</strong> gevolgd worden door het<br />

meer specifieke thema <strong>van</strong> de organisatorische opbouw <strong>die</strong> zich in dit geval beperken tot oprichting <strong>van</strong><br />

wijkkernen. Vervolgens komen de ledenactiviteiten aan bod <strong>die</strong> moeten worden gezien in het kader <strong>van</strong><br />

het smeden <strong>van</strong> een hechtere band tussen de leden onderling. Volledig achteraan tot slot volgen de<br />

stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op het informeren <strong>van</strong> de leden over de standpunten en<br />

werkzaamheden <strong>van</strong> de partij. Eerst komen de tijdschriften aan bod <strong>die</strong> aan alle leden werden<br />

verstuurd, daarna de activiteiten <strong>die</strong> samen met het PKI werden georganiseerd.<br />

De vierde en laatste archiefafdeling betreft de werking naar de buitenwereld toe en omvat<br />

twee onderdelen. Voor een plaatselijke afdeling gaat <strong>die</strong> externe werking in de eerste plaats uit naar de<br />

gemeenteraadsverkiezingen. <strong>Het</strong> aantal stukken <strong>die</strong>nsaangaande is echter zeer beperkt. Boven<strong>die</strong>n was<br />

<strong>van</strong> enige ordening terzake hoegenaamd geen sprake. Daarom zagen we ons verplicht een aantal<br />

stukken over hetzelfde onderwerp samen te voegen tot één bestanddeel. Hier bevinden zich ook een<br />

295 Inventarisnummer 82.<br />

296 Opnieuw valt op dat de archiefvorming tot in 1983 voortliep.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD QQQ -<br />

aantal notulen en andere documenten <strong>van</strong> vergaderorganen <strong>die</strong> enkel en alleen in het teken stonden <strong>van</strong><br />

<strong>die</strong> verkiezingen. Om <strong>die</strong> reden leek het ons beter deze stukken in afwijking <strong>van</strong> de archivalia <strong>van</strong> de<br />

andere bestuursorganen, hier te behandelen.<br />

Een andere belangrijke factor in de doelstelling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad was te<br />

vinden in de verspreiding <strong>van</strong> de liberale standpunten onder de plaatselijke bevolking. De Antwerpse<br />

afdeling hanteerde daarbij voornamelijk de formule <strong>van</strong> de persmededeling. Deze activiteiten <strong>die</strong> een<br />

hoge vlucht namen <strong>van</strong>af de bestuursvernieuwing in 1971, leverde een verzameling op <strong>van</strong> omslagen<br />

met dan eens alleen archiefstukken, dan alleen documentatie en dan weer documentatie en archief.<br />

Vaak, maar niet altijd, werden de stukken per persmedeling in één omslag gestopt. Soms werden zelfs<br />

stukken betreffende één en dezelfde zaak in meerdere omslagen ondergebracht. Opnieuw zagen wij ons<br />

verplicht in te grijpen door archief en documentatie <strong>van</strong> elkaar te scheiden, door alle persmededelingen<br />

- samen met eventuele bijlagen - te groeperen en om bepaalde stukken in andere bestanddelen <strong>van</strong> het<br />

archief onder te brengen. <strong>Het</strong> resultaat is grotendeels af te leiden uit onderdeel 4.2.<br />

Op het einde <strong>van</strong> de inventaris plaatsten we nog een stuk dat de namen <strong>van</strong> alle PVV-leden in<br />

1982 uit de te fuseren gemeenten omvat. Deze ledenstaat bevond zich tussen de overige archivalia, maar<br />

het lijkt ons waarschijnlijker dat het werd gevormd in het kader <strong>van</strong> het OCGA. Dat zou betekenen dat<br />

het tot het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behoort. Vandaar een afzonderlijke<br />

onderdeel <strong>van</strong> stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is.<br />

Hierboven kwam reeds het afscheiden <strong>van</strong> documentatie ter sprake. <strong>Het</strong> betreft stukken <strong>die</strong><br />

duidelijk <strong>van</strong> belang zijn bij de raadpleging <strong>van</strong> dit archief, gezien ze vaak een aantal lacunes kunnen<br />

opvullen en meer informatie verstrekken over de persmededelingen bv. Daarnaast verzamelde de<br />

Antwerpse afdeling nog andere documentatie- en knipselmappen <strong>die</strong> een uitdrukking zijn <strong>van</strong> de<br />

werking er<strong>van</strong>.


2.3.3.3. Eigenlijke inventaris 297 .<br />

PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD RRR -<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende aard<br />

1. Dossier betreffende de nationale PVV-statuten. 1963, 1966, [ca. 1971], [na 1971].<br />

1 omslag.<br />

2. Dossier betreffende de statuten <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. 1957,<br />

1967, 1972, 1979. 1 omslag.<br />

3. Dossier betreffende het arrondissementeel pollreglement. 1960. Kopies. 1 omslag.<br />

4. Modelstatuten voor de kantonale <strong>verenigingen</strong>. [ca. 1966]. Kopie. 1 stuk.<br />

5. Dossier betreffende de herziening <strong>van</strong> de plaatselijke statuten naar aanleiding <strong>van</strong> de<br />

arrondissementele statutenwijziging. 1972-1973. Met retroacta. [Jaren 1960].<br />

1 omslag.<br />

6. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> de statuten. 1979-1980. Met retroacta. [Jaren 1960].<br />

1 omslag.<br />

7. Reglement betreffende het plaatselijk CAPR. [Ca. 1977]. Kopie. 1 stuk.<br />

8. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> de statuten <strong>van</strong> de PVV-Vrouwen Antwerpen-stad.<br />

1977. Met retroactum. 1965. 1 omslag.<br />

1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking 298<br />

9-12. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Dagelijks Bestuur. Met bijlagen. 1967-1981.<br />

2 omslagen en 2 pakken.<br />

9. 1964. 1 omslag.<br />

10. 1967-1969. 1 omslag.<br />

11. 1970-1974. 1 pak.<br />

12. 1975-1981. 1 pak.<br />

13-15. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen. 1967-1968,<br />

1970, 1972-1982. 3 omslagen.<br />

13. 1967-1968.<br />

14. 1970.<br />

15. 1972-1980.<br />

16-25. Dossiers betreffende de jaarlijkse Algemene Ledenvergaderingen. 1968-1969, 1972-1974,<br />

1976-1980. 10 omslagen.<br />

16. 1968.<br />

17. 1969.<br />

18. 1972.<br />

19. 1973.<br />

20. 1974.<br />

21. 1976.<br />

22. 1977.<br />

23. 1978.<br />

24. 1979.<br />

25. 1980.<br />

26. Jaarverslag over 1969. [ca. 1970]. Doorslag. 1 stuk.<br />

27-28. Stemformulieren voor de bestuursverkiezingen. [1973]-1974. 1 omslag en 1 pak.<br />

27. [1973]. 1 omslag.<br />

28. 1974. 1 pak.<br />

297 In de beschrijvingen komt meermaals de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het<br />

om allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit<br />

dat het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer<br />

bevat. Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend<br />

hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />

298 Voor wat de bestuursorganen betreft, werd geopteerd voor de meest recente benaming.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD SSS -<br />

29. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het CAPR. Met bijlagen. 1973-1976.<br />

1 omslag.<br />

30. Briefwisseling betreffende het CAPR. Met bijlagen. 1977-1979. 1 omslag.<br />

31. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Politiek Comité. Met bijlagen. 1967,<br />

1970-1978, 1980. 1 pak.<br />

32. Dossier betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het controlecomité. 1971-1972. 1 omslag.<br />

33. Briefwisseling betreffende de evaluatievergaderingen. 1978. 1 omslag.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />

2.1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

2.1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

34. Dossier betreffende de financiën <strong>van</strong> de vereniging. [Ca. 1971, 1974-1980], 1982.<br />

1 omslag.<br />

2.1.2. Boekhoudkundige stukken<br />

35. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970. 1 deel.<br />

36. Dagboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende postrekening 000-0144207-65. 1973.<br />

1 deel.<br />

37-38. Kasboeken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende het administratief secretariaat.<br />

1973-1977. 2 delen.<br />

37. 4/1973-12/1975.<br />

38. 2/1/1976-20/6/1977.<br />

39. Ont<strong>van</strong>gstenboek betreffende giften voor het Kiesfonds. 1982. 1 stuk.<br />

2.1.3. Bijlagen bij de boekhouding<br />

40-49. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1971-1977. 4 pakken en 6 omslagen.<br />

40. 1971. 1 omslag.<br />

41. 1972. 1 omslag.<br />

42. 1973. 1 omslag.<br />

43. 1974. 1 pak.<br />

44. 1975. 1 pak.<br />

45. 5/1-31/5/1976. 1 pak.<br />

46. 6/1976-1/1977. 1 pak.<br />

47. 2-12/1977. 1 omslag.<br />

48. 1978. 1 omslag.<br />

49. 1979. 1 omslag.<br />

50. Bewijsstukken betreffende de ont<strong>van</strong>gsten voor publiciteit in de programmaboekjes<br />

voor de PVV-meifeesten. 1966-1972. 1 omslag.<br />

51. Bewijsstukken betreffende uitgaven in het kader <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen<br />

<strong>van</strong> 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />

52. Bewijsstukken betreffende het aandeel <strong>van</strong> de andere liberale <strong>verenigingen</strong> in de<br />

telefoonkosten. 1975. 1 omslag.<br />

53. Bewijsstukken betreffende de uitgave <strong>van</strong> Antwerpen Vandaag. 1980-1982. 1 omslag.<br />

54-61. Dagafschriften <strong>van</strong> Postrekening 000-0144207-65. 1969-1976, 1979.<br />

4 omslagen en 4 pakken.<br />

54. Met bijlagen. 1969-1970. 1 omslag.<br />

55. Met bijlagen. 1971. 1 omslag.<br />

56. Met bijlagen. 1972. 1 pak.<br />

57. Met bijlagen. 1973. 1 pak.<br />

58. 1974. 1 pak.<br />

59. 1975. 1 omslag.<br />

60. 1976. 1 omslag.<br />

61. 1979. 1 pak.<br />

62-67. Dagafschriften <strong>van</strong> bankrekening 320-0540407-90. Met bijlagen. 1974-1979.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD TTT -<br />

6 omslagen.<br />

62. 1974.<br />

63. 1975.<br />

64. 1976.<br />

65. 1977.<br />

66. 1978.<br />

67. 1979.<br />

68. Dagafschrift <strong>van</strong> depositorekening Y01.653 bij de NV Handelsbank. 1968. 1 stuk.<br />

69. Dagafschriften <strong>van</strong> depositorekening Y01.454188 bij de NV Handelsbank. 1970.<br />

1 omslag.<br />

70. Dagafschriften <strong>van</strong> termijnrekening Y01.454188 op drie maand bij de NV Handelsbank.<br />

1970. 1 omslag.<br />

2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

71. Dossier betreffende richtlijnen i.v.m. de organisatie <strong>van</strong> de ledenadministratie. 1971-<br />

1973. 1 omslag.<br />

72. Dossier betreffende de organisatie <strong>van</strong> de ledenadministratie. [1ste helft jaren 1970].<br />

1 omslag.<br />

73-74. Alfabetisch geordende briefwisseling betreffende lidmaatschap. 1971-1982. 2 pakken.<br />

73. A tot en met H.<br />

74. J tot en met W.<br />

75. Chronologisc<br />

76-90. Briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de jaarlijkse nationale PVVlidmaatschapsbewijzen.<br />

1967-1981. 7 pakken en 8 omslagen.<br />

76. 1967. 1967-1969. 1 omslag.<br />

77. 1968. 1968-1969. 1 omslag.<br />

78. 1969. 1969-1970. 1 omslag.<br />

79. 1970. 1970. 1 omslag.<br />

80. 1971. 1971. 1 omslag.<br />

81. 1972. 1972-1973. 1 omslag.<br />

82. 1973. 1973-1974. 1 pak.<br />

83. 1974. 1974-1975. 1 pak.<br />

84. 1975. 1975-1976. 1 pak.<br />

85. 1976. 1976-1977. 1 pak.<br />

86. 1977. 1977. 1 pak.<br />

87. 1978. 1978-1979. 1 pak.<br />

88. 1979. 1979-1980. 1 pak.<br />

89. 1980. 1980. 1 omslag.<br />

90. 1981. 1980-1981. 1 omslag.<br />

91. Staten betreffende de ledenaantallen. 1970-1979. 1 omslag.<br />

92. Ledenregister betreffende nieuw aangeworven leden. 1973-1975. 1 deel.<br />

93-95. Alfabetisch gerangschikte lidmaatschapsbewijzen. 1973-1975. 3 pakken.<br />

93. 1973.<br />

94. 1974.<br />

95. 1975.<br />

96. Register <strong>van</strong> per stadswijk alfabetisch geordende leden. [Ca. 1963]. 1 kaartsysteem.<br />

97. Aantekeningen betreffende de grenzen <strong>van</strong> de stadswijken. [ca. 1963]. 1 stuk.<br />

98. Staat met codes betreffende de verschillende korpsen. [Ca. 1981]. 1 stuk.<br />

99-107. Alfabetische registers. [opgemaakt in 1981, bijgehouden tot 1982]. 9 kaartsystemen.<br />

99. Van individueel aangesloten leden.<br />

100. Van via ALCA aangesloten leden.<br />

299 Opvallend doorlopend tot na 1982 !


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD UUU -<br />

101. Van via de Liberale Bond 1° wijk aangesloten leden.<br />

102. Van via de Liberale Vlaamse Bond aangesloten leden.<br />

103. Van via de Liberale Mutualiteiten aangesloten leden.<br />

104. Van via ALV aangesloten leden.<br />

105. Van via LEV aangesloten leden.<br />

106. Van via de PVV-Jongeren aangesloten leden.<br />

107. Van via HUZ aangesloten leden.<br />

108-109. Registers <strong>van</strong> ex-leden. [Ca. 1973 - ca. 1981]. 2 kaartsystemen.<br />

108. [Ca. 1973 - ca. 1980].<br />

109. [Ca. 1976 - ca. 1981].<br />

110. Alfabetische staat <strong>van</strong> aangesloten leden. 30/11/1981. Uitdraai. Met aantekeningen.<br />

[1982?]. 1 stuk.<br />

111. Staat <strong>van</strong> de per stadswijk alfabetisch geordende leden. [Voor 1982]. 1 omslag.<br />

112. Lijst <strong>van</strong> leden uit Antwerpen-Zuid. [Voor 1982]. Doorslag. 1 stuk.<br />

113. Ledenstaten. 12/1982. 2 stukken.<br />

114. Staat <strong>van</strong> de vrouwelijke leden. 25/12/1982. Uitdraai. 1 stuk.<br />

2.3. Stukken betreffende de administratie <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en vertegenwoordigers<br />

115. Dossier betreffende de berekening <strong>van</strong> de te innen bedragen. 1971-[1983]. 1 pak.<br />

116-136. Dossiers per mandataris. 1967, 1971, 1973-[1983]. 21 omslagen.<br />

116. Jef Aertbeliën. 1980-[1983].<br />

117. Edward Beysen. 1976, 1980, 1982.<br />

118. Paul Bludts. 1971, 1974-1977, 1979[-1983].<br />

119. Henriette Buysaert. 1973-1976, 1980[-1983].<br />

120. Jan Cortvriend. 1973-1977.<br />

121. Jacques De Rey. 1980-[1983].<br />

122. Charles De Weze. 1980.<br />

123. L. Gepts. 1967, 1973-1977.<br />

124. Frans Grootjans. 1980-1982.<br />

125. Antoinette Helsmoortel-Pecher. 1979-[1982].<br />

126. Frederik Hopff. 1973-1977, 1979-1983.<br />

127. L. Janssens. 1973-1978, 1980[-1983].<br />

128. René Noerens. [1980-1982].<br />

129. Jaak Nutkewitz. 1980-1982.<br />

130. Sonja Pieters-Voet. 1982.<br />

131. Louis Soudan. 1973-1977, 1980-1982.<br />

132. Leo Steigrad. 1973-1977.<br />

133. Willy Van Grieken. [1982 ?].<br />

134. Mevrouw Van Hentenrijk. 1973-1976.<br />

135. Piet Van Roe. 1973-1976, 1979-[1982].<br />

136. Raymond Vereecken. 1980.<br />

2.4. Stukken betreffende de werking <strong>van</strong> het secretariaat<br />

137. Alfabetische adressenregister. [opgemaakt ca. 1982, aangevuld na 1982 1 deel.<br />

138. Depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> archief en documentatie materieel werd geordend.<br />

[Tussen 1978 en 1980]. 1 stuk.<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />

3.1. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />

3.1.1. Stukken betreffende het nationale niveau<br />

139-141. Briefwisseling met de PVV. met bijlagen. 1971-1972, 1974-1982. 3 omslagen.<br />

139. 1971-1972.<br />

140. 1974-1978.<br />

141. 1978-1982.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD VVV -<br />

3.1.2. Stukken betreffende het arrondissementeel niveau<br />

142. Briefwisseling betreffende de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Met bijlagen.<br />

1971-1981. 1 omslag.<br />

143. Briefwisseling betreffende de afgevaardigden in het Federaal Comité. 1971-1982.<br />

1 omslag.<br />

144. Dossier betreffende de samenstelling <strong>van</strong> het Overlegcomité Groot-Antwerpen. 1978,<br />

1982. 2 stukken.<br />

3.2. Stukken betreffende de plaatselijke partijwerking 300<br />

3.2.1. Briefwisseling met betrekking tot het plaatselijk liberalisme<br />

145. Briefwisseling met prominente liberalen uit Antwerpen. Met bijlagen. 1971-1979.<br />

1 omslag.<br />

146. Briefwisseling betreffende de Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong> en korpsen. Met<br />

bijlagen. 1971-1973, 1975-1977. 1 omslag.<br />

147. Briefwisseling met de Antwerpse liberale vrouwen. Met bijlagen. 1973-1978.<br />

1 omslag.<br />

148. Briefwisseling betreffende de Antwerpse liberale jongeren. 1971-1980, [1982]. Met<br />

bijlagen. [Jaren 1960]. 1 omslag.<br />

149. Briefwisseling betreffende het PKI. Met bijlagen. 1971-1972, [1974], 1980. Met retroacta.<br />

1961, 1966, z.d. 1 omslag.<br />

3.2.2. Stukken betreffende de wijkkernen<br />

150. Circulaires <strong>van</strong> het ACC betreffende wijkvergaderingen. 1962-1963. 1 omslag.<br />

151. Dossier betreffende de werking <strong>van</strong> de wijkkern Linkeroever. 1973-1974. 1 omslag.<br />

152. Plan betreffende de oprichting en werking <strong>van</strong> de wijkkernen. [ca. 1978]. Kopie ?<br />

1 stuk.<br />

153. Dossier betreffende de oprichting <strong>van</strong> de PVV-Kern Antwerpen-Zuid. 1978. 1 omslag.<br />

154. Formulieren betreffende de oprichting <strong>van</strong> de PVV-kern Kiel. 1978. 2 stukken.<br />

3.2.3. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

155. Dossier betreffende het PVV-feest «We halen het wel» op 6 oktober 1964. 1964.<br />

1 omslag.<br />

156-163. Dossiers betreffende de lentefeesten. 1966-1973. 8 omslagen.<br />

156. Van 29 april 1966. 1966.<br />

157. Van 28 april 1967. 1967.<br />

158. Van 26 april 1968. 1968.<br />

159. Van 9 mei 1969. 1969.<br />

160. Van 24 april 1970. 1970.<br />

161. Van 6 mei 1971. 1970-1971.<br />

162. Van 21 april 1972. 1971-1972.<br />

163. Van 18 mei 1973. 1971-1973.<br />

164-165. Polissen afgesloten met NV De Belgische Phenix in het kader <strong>van</strong> het 1-meifeest <strong>van</strong> 21<br />

april 1972. 1972. Doorslagen. 2 stukken.<br />

164. Burgerlijke Aansprakelijkheid. Afgesloten op 13/3/1972.<br />

165. Arbeidsongevallen. Afgesloten op 10/3/1972.<br />

166. Dossier betreffende de voorstellingen <strong>van</strong> «Trijntje <strong>van</strong> Saardam» in de Koninklijke<br />

Nederlande Schouwburg. 1973-1974. 1 omslag.<br />

167. Dossier betreffende het jaarlijkse diner in Salons Cavens <strong>van</strong> 7 november 1975. 1975.<br />

1 omslag.<br />

168-171. Dossier betreffende bals. 1977-1982. 4 omslagen.<br />

168. <strong>Het</strong> op 21 oktober 1977 gehouden groot herfstbal. 1977-1978.<br />

300 Zie ook inventarisnummer 8.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD WWW -<br />

169. <strong>Het</strong> op 20 oktober 1978 gehouden tweede herfstbal. 1978-1979.<br />

170. De op 29 februari 1980 gehouden Blauwe Nacht <strong>van</strong> Antwerpen. 1979-<br />

1981.<br />

171. De op 24 september 1982 gehouden derde Blauwe Nacht <strong>van</strong><br />

Antwerpen. 1982.<br />

172. Dossier betreffende de uitreiking en bedeling <strong>van</strong> toegangskaarten voor de op 24<br />

september 1982 gehouden derde Blauwe Nacht <strong>van</strong> Antwerpen. 1982. 1 pak.<br />

3.2.4. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />

173. Dossier betreffende de uitgave <strong>van</strong> het ledentijdschrift. 1969-1978. 1 pak.<br />

174. Dossier betreffende het Kaderblad. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />

175-180. Dossiers betreffende activiteiten i.s.m. het PKI. 1971-1972. 6 omslagen.<br />

175. De Antwerpse luchthaven. 1971.<br />

176. Persconferentie «Antwerpen 1980. Een stad voor de mens». 1971.<br />

177. Colloquium «Financiële problemen <strong>van</strong> grote steden». 1972.<br />

178. Debat «Pro en contra de gemeenschapsschool». 1972.<br />

179. Wedstrijd «Wat met de Grote Markt ?». 1972.<br />

180. Oprichting Jan Van Rijswijckcentrum. 1972.<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

4.1. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen<br />

181. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1964. 1964. 1 pak.<br />

182. Stukken betreffende de verkiezingsmeetings. 1964. 1 omslag.<br />

183. Dossier betreffende het Federaal Comité <strong>van</strong> 30 juli 1964. 1964. 1 omslag.<br />

184. Dossier betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1970. 1969-1970. 1 omslag<br />

185. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Programmacommissie. Met bijlagen.<br />

1968-1969. 1 omslag.<br />

186. Notulen betreffende de Propagandacommissie. Met bijlagen. 1968-1969. 1 omslag.<br />

187. Notulen betreffende het Redactiecomité Programma 1970. Met bijlagen. 1969.<br />

1 omslag.<br />

188. Notulen betreffende het Selectiecomité. Met bijlagen. 1970. 1 omslag.<br />

189. Register <strong>van</strong> uitslagen per stemopnemingsbureau en per kandidaat. [1970]. Fotocopie.<br />

1 deel.<br />

4.2. Stukken betreffende het stedelijk beleid<br />

190. Briefwisseling betreffende het politiek beleid en Antwerpen. Met bijlagen. 1971, 1973-<br />

1976. 1 omslag.<br />

191. Persmededelingen betreffende het politieke beleid en Antwerpen. Met bijlagen. 1971-<br />

1980. 1 omslag.<br />

192. Dossier betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Comité Onderwijs. 1973. 1 omslag.<br />

193. Dossier betreffende de vertegenwoordiging in de Culturele Raad <strong>van</strong> de Vaste<br />

Commissie voor advies voor het Beheer <strong>van</strong> de Stedelijke Openbare Bibliotheken <strong>van</strong> de Stad<br />

Antwerpen. 1977, 1980. 1 omslag.<br />

5. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />

194. Alfabetische staten <strong>van</strong> leden respectievelijk woonachtig in de gemeenten Antwerpen,<br />

Berchem, Borgerhout, Deurne, Merksem en Wilrijk. 11/06/1982. Uitdraai. 1 omslag.<br />

2.3.3.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 301<br />

301 In de inventaris <strong>van</strong> de LP-afdeling Antwerpen-stad is documentatie opgenomen <strong>die</strong> misschien nog werd gebruikt door<br />

de stadsafdeling.


PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD XXX -<br />

1. Documentatiemap met gegevens over diverse liberale en niet-liberale instellingen en<br />

personen. [Ca. 1980]. 1 omslag.<br />

2. Knipsels betreffende liberale activiteiten in Antwerpen. 1974-1975. 1 omslag.<br />

3. Documentatiemap betreffende de organisatie <strong>van</strong> activiteiten. 1975, 1977-1980.<br />

1 omslag.<br />

4. Documentatiemap betreffende de verkiezingen. 1970, 1971, 1976, z.d. 1 omslag.<br />

5. Knipsels betreffende het politieke beleid en Antwerpen. 1971-1977. 1 omslag.<br />

6. Knipsels betreffende de Antwerpse politiek. 1974-1978. 1 pak.<br />

7. Knipsels <strong>van</strong> artikels <strong>van</strong> Piet Van Roe en P. Sterckx betreffende de Antwerpse politiek.<br />

[ca. 1975]. 1 omslag.


2.3.4. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN EERST VRIJHEID EN EERST VRIJ<br />

2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrijheid<br />

1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

1.2. Stukken betreffende de financiën<br />

1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />

1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />

2. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij<br />

2.3.4.2. Inleiding<br />

2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen<br />

<strong>Het</strong> bestaan <strong>van</strong> het liberale maandblad Eerst Vrijheid was <strong>van</strong> zeer korte duur; namelijk slechts een<br />

tweetal jaren. Over de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons echter nauwelijks iets bekend. We beschikken immers<br />

over geen statuten, reglementen of instructies, noch over andere belangrijke stukken. We konden<br />

evenmin één enkele stu<strong>die</strong> opsporen waarin het tijdschrift nog maar ter sprake kwam. Ook in de Bijlagen<br />

bij het Belgisch Staatsblad kon niets worden gevonden. Eerst Vrijheid moet namelijk een feitelijke<br />

vereniging geweest zijn, zonder rechtspersoonlijkheid m.a.w. Onze informatie kwam dus volledig uit<br />

het archief zelf en uit een aantal nummers <strong>van</strong> het tijdschrift 302 .<br />

Tot de oprichting <strong>van</strong> het tijdschrift moet ten laatste in april 1956 besloten zijn. Eén maand later<br />

rolde het allereerste nummer <strong>van</strong> de persen. Precies twee jaar later verscheen het eerste en meteen ook<br />

laatste nummer <strong>van</strong> de derde jaargang. Nog datzelfde jaar ontstond en verscheen het liberale<br />

maandblad Eerst Vrij dat het resultaat was <strong>van</strong> een fusie tussen het opgedoekte Eerst Vrijheid enerzijds<br />

en Vrij - het orgaan <strong>van</strong> de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de Liberale Jeugd - anderzijds.<br />

De redacties <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij waren gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Beide<br />

tijdschriften kunnen trouwens vooral als een éénmansonderneming worden omschreven. Ze werden<br />

immers hoofdzakelijk door één en dezelfde hoofdredacteur geschreven; met name Karel Poma,<br />

respectievelijk Paul Bludts. Beiden waren vooraanstaande leden <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. <strong>Het</strong> tijdschrift werd dan ook met de steun <strong>van</strong> <strong>die</strong> federatie uitgegeven. Dat valt onder meer<br />

af te leiden uit de aanbevelingsbrief <strong>van</strong> het arrondissementeel Bureel, <strong>die</strong> met de eerste<br />

abonnementsformulieren werd meegezonden 303 . Toch kende Eerst Vrijheid een zekere<br />

onafhankelijkheid <strong>die</strong> tot uiting kwam in de inhoud. De opzet beperkte zich immers niet tot het<br />

behandelen <strong>van</strong> louter Antwerpse onderwerpen. De themata betroffen voornamelijk de algemeen<br />

Belgische politieke toestand. Een belangrijk gevolg daar<strong>van</strong> met het oog op de archiefvorming was dat<br />

de abonnenten niet tot het Antwerpse beperkt bleven. De lezers waren daarentegen verspreid over heel<br />

Vlaanderen, tot in Wallonië toe. Deze situatie en het feit dat de onderwerpen ondanks alles <strong>van</strong>uit een<br />

Antwerps standpunt werden behandeld, leidden in januari 1957 tot de uitgave <strong>van</strong> aparte edities voor<br />

Antwerpen en Mechelen 304 .<br />

In de loop <strong>van</strong> 1958 stierf het maandblad een stille dood. De derde jaargang was echter nog<br />

maar pas ingezet en vele abonnementen waren reeds betaald. Vele klachten over het uitblijven <strong>van</strong><br />

nieuwe nummers volgden en o.a. Frans Grootjans - lid <strong>van</strong> het Directiecomité - vond dat het belangrijke<br />

initiatief niet zomaar kon verdwijnen 305 . De oplossing werd gevonden in een samengaan met Vrij,<br />

maar dan wel onder een nieuwe naam en met een nieuwe hoofdredacteur. Op het inhoudelijke vlak<br />

302<br />

Enkele nummers bevinden zich in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />

303 Zie het eerste nummer in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />

304 Op 19 december 1956 werd met de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen een overeenkomst gesloten geldend voor<br />

één jaar; inventarisnummer 14.<br />

305 Of nog meer bestuursorganen bestonden en over welke bevoegdheden <strong>die</strong> dan wel beschikten, is ons niet bekend.


EERST VRIJ(HEID) GGG -<br />

bleef deze opvolger voortwerken in de geest <strong>van</strong> Eerst Vrijheid. De onderwerpen beperkten zich dus niet<br />

tot het lokale. Eerst Vrij bleef minimaal tot in 1960 bestaan. Na<strong>die</strong>n verdween echter elk spoor er<strong>van</strong> 306 .<br />

2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

Vermoedelijk is dit archief relatief volledig. <strong>Het</strong> omspant alleszins de volledige periode <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong><br />

het liberale maandblad Eerst Vrijheid. De beperkte om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief is dan te verklaren <strong>van</strong>uit de<br />

korte bestaansperiode. Nochtans <strong>die</strong>nt opgemerkt dat i.v.m. de redactie en de samenstelling <strong>van</strong> het<br />

blad nagenoeg geen archief voorhanden is. Een zelfde opmerking kan worden gemaakt aangaande de<br />

bestuurswerking. Van het Directiecomité dat een aantal keren in de stukken opduikt, ontbreken bv. de<br />

notulen. Naast stukken <strong>die</strong> door Eerst Vrijheid werden gevormd, bevatte dit archief ook materiaal <strong>van</strong><br />

opvolger Eerst Vrij. Wat dat orgaan betreft kunnen we vermoeden dat een deel <strong>van</strong> het archief elders<br />

bewaard moet zijn geweest 307 .<br />

Aanvullende informatie <strong>die</strong> voor het onderzoek over Eerst Vrijheid <strong>van</strong> belang kan zijn, zal in de<br />

eerste plaats gezocht moeten worden in de tijdschriftnummers. Anderzijds mag ook het archief <strong>van</strong> de<br />

LP-arrondissementsfederatie Antwerpen niet worden vergeten.<br />

2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De archiefstukken <strong>die</strong> hieronder worden geïnventariseerd, bevonden zich tussen de archivalia <strong>van</strong> de<br />

LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, beschreven in schenkingslijst 1992/250. Nadat we deze stukken<br />

<strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> het archief hadden kunnen afscheiden, bleken deze archivalia stukken te bevatten <strong>die</strong><br />

gevormd werden door Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Eén mogelijke optie; de beide archiefvormers<br />

afzonderlijk behandelen, werd afgewezen <strong>van</strong>wege de verstrengeling <strong>van</strong> beide archiefvormers in de<br />

overgangsperiode 308 . Dit fenomeen doet sterk denken aan de overlappingen <strong>die</strong> bestonden in de<br />

<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. In dit geval werd de moeilijkheid echter<br />

vooral bepaald door het gebrek aan kennis over de beide archiefvormers en over Eerst Vrij in het<br />

bijzonder. Om <strong>die</strong> reden leek het ons onzinnig om zomaar bestanddelen waarin stukken <strong>van</strong> beide<br />

archiefvormers figureerden <strong>van</strong> elkaar te scheiden. <strong>Het</strong> leek ons logischer daarmee te wachten tot aan<br />

de hand <strong>van</strong> meer gegevens of door het opsporen <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> een betere kijk zou<br />

kunnen worden verkregen. Nog andere elementen bemoeilijkten het afzonderen <strong>van</strong> beide <strong>archieven</strong>.<br />

We denken hierbij aan het verderzetten <strong>van</strong> de reeds betaalde abonnementen door Eerst Vrij, het<br />

gebruik <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer, ... Daarom ook oordeelden we het verstandiger beide <strong>archieven</strong><br />

in één inventaris te behandelen. In <strong>die</strong> inventaris komt het onderscheid tussen de beide archiefvormers<br />

uiteindelijk toch duidelijk tot zijn recht. De eerste afdeling behandelt immers <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong><br />

enkelen alleen betrekking hadden op en gevormd werden door Eerst Vrijheid. Onder de tweede afdeling<br />

vindt men de stukken <strong>die</strong> het oprichten <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij aangaan - gevormd door beide bladen<br />

- en/of stukken <strong>die</strong> enkel door Eerst Vrij werden gevormd. Op deze wijze werd zo goed mogelijk het<br />

onderscheid aangegeven tussen beide archiefvormers, zonder de oorspronkelijk gevormde<br />

bestanddelen geweld aan te doen.<br />

De oorspronkelijke orde <strong>van</strong> dit archief was qua kwaliteit ongelijk. Sommige bestanddelen<br />

vormden een duidelijke eenheid. andere mappen daarentegen konden niet anders dan worden<br />

opgesplitst. Belangrijker en vaak moeilijker was echter het herstellen <strong>van</strong> de band tussen de<br />

archiefbestanddelen en het achterhalen <strong>van</strong> de betekenis er<strong>van</strong>. Enkele stukken zoals de klappers op de<br />

briefwisseling en abonnentenregister en dit register zelf, vormden hierbij belangrijke stukken in de<br />

puzzel. De briefwisseling werd gewoon chronologisch bewaard. In de rechterbovenhoek <strong>van</strong> de brieven<br />

werd een volgnummer in zwarte inkt aangebracht, ongeacht het uitgaande dan wel ingekomen stukken<br />

306 De tijdschriftnummers op het Liberaal Archief zijn zelfs beperkt tot het allereerste nummer. Mogelijk werd het al precaire<br />

bestaan <strong>van</strong> het blad volledig beëindigd door de omvorming <strong>van</strong> de LP tot PVV.<br />

307 Mogelijk bewaarde hoofdredacteur Paul Bludts het archief.<br />

308 Inventarisnummer 18.


EERST VRIJ(HEID) HHH -<br />

betrof 309 . In eerste instantie werden uitgaande en ingekomen brieven bij elkaar gehouden en kregen<br />

dan ook hetzelfde nummer. Algauw werd ingezien dat dit systeem de chronologie niet <strong>die</strong>nde en werd<br />

voor een puur chronologische ordening geopteerd. De nummers op de brieven komen terug in de<br />

klapper op de briefwisseling, <strong>die</strong> enkel correspondenten vermelde. Omwille <strong>van</strong> het feit dat de brieven<br />

op volgorde <strong>van</strong> dat doorlopende nummer werden geordend, leek het ons niet opportuun om <strong>die</strong> eerste<br />

brieven <strong>die</strong> tegen de chronologie ingaan, te herordenen. Zo zou het nummeringssysteem voor <strong>die</strong><br />

enkele brieven immers onbruikbaar worden. De briefwisseling zat dus puur chronologisch, waardoor<br />

de verbanden tussen de verschillende stukken natuurlijk verloren gingen. Deze verbanden werden door<br />

de archiefvormer enigszins hersteld door de alfabetische naamindex, maar boven<strong>die</strong>n bedacht <strong>die</strong>genen<br />

<strong>die</strong> voor het archief verantwoordelijk was nog een ander handigheidje, waardoor het constante<br />

raadplegen <strong>van</strong> de index niet nodig was. Op de brieven werden in een later stadium immers nog andere<br />

nummers in rood of zwart opgegeven, <strong>van</strong> elkaar gescheiden door een breukstreep. <strong>Het</strong> bovenste cijfer<br />

verwijst naar de vorige brief <strong>van</strong> of aan dezelfde correspondent. <strong>Het</strong> nummer onder de breukstreep<br />

naar de volgende brief met dezelfde correspondent. Dit betekent dat wanneer één <strong>van</strong> of beide cijfers<br />

ontbreken, geen voorgaande en/of volgende brieven meer voorkomen.<br />

De stukken <strong>die</strong> de briefwisseling betreffen zijn het meest algemeen en komen dan ook bovenaan<br />

in de ordening in een eerste onderdeel voor. Ze worden gevolgd door de financiële stukken : dagboeken<br />

en bijlagen bij de boekhouding. Eén en hetzelfde deel werd gebruikt voor twee dagboeken; dat <strong>van</strong> de<br />

kas en dat <strong>van</strong> de postrekening. De bewijsstukken werden door de archiefvormer in tegenstelling met<br />

de dagboeken opgesplitst volgens ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. Beide bestanddelen zaten in één omslag,<br />

maar werden wel door een scheidingsblad uit mekaar gehouden. Dezelfde omslag bevatte overigens<br />

nog andere stukken <strong>die</strong> alles te maken hadden met de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad, met name<br />

het redigeren <strong>van</strong> een tijdschrift. De dagelijkse afschriften <strong>van</strong> de postrekening bevatten zoals steeds<br />

bewijsstukken in bijlage. Zoals hoger in de inleiding werd gesteld, bleef de redactie <strong>van</strong> Eerst Vrij<br />

gebruik maken <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer als haar voorganger. De dagafschriften eindigden dan<br />

ook niet in het midden <strong>van</strong> 1958. De geperforeerde stukken <strong>die</strong> dus ooit in één of andere map moeten<br />

hebben samengezeten, waren zoals wij ze aantroffen echter volledig los. Vermits de originele orde niet<br />

meer te achterhalen valt, besloten we de dagafschriften op te splitsen naar gelang ze gevormd werden<br />

door de ene of de andere archiefvormer. In juli 1958 was overigens een duidelijke breuk aanwezig. Voor<br />

<strong>die</strong> maand werd immers geen enkel dagafschrift aangemaakt. Verder splitsten we de dagafschriften <strong>van</strong><br />

Eerst Vrijheid om reden <strong>van</strong> handelbaarheid op per jaar.<br />

In een derde afdeling volgen de stukken <strong>die</strong> de abbonering betreffen. Net zoals dat bij de<br />

briefwisseling het geval was vonden we een klapper waar<strong>van</strong> we via de gegevens <strong>die</strong> erin waren<br />

vermeld, konden achterhalen dat <strong>die</strong> op het abonnentenregister betrekking had. Hierin werden de<br />

personen en <strong>verenigingen</strong> aangeduid <strong>die</strong> op het tijdschrift hadden ingeschreven met opgave <strong>van</strong> datum<br />

en wijze <strong>van</strong> betaling. Met dat laatste werd via codes duidelijk gemaakt of cash aan de kas (K) betaald<br />

was of daarentegen via een overschrijving op de postrekening (C). Boven <strong>die</strong> code werd meestal ook de<br />

datum <strong>van</strong> betaling opgetekend. Al deze gegevens verwijzen m.a.w. naar de data <strong>die</strong> zijn vastgelegd in<br />

kasboek, respectievelijk dagboek <strong>van</strong> de postrekening.<br />

Vervolgens komen de stukken <strong>die</strong> de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad betreffen, met<br />

name de redactie <strong>van</strong> een krant, aan bod. Hierbij werden verschillende bestanddelen door ons<br />

samengesteld. In één omslag zaten, samen met de reeds vermelde bewijsstukken, immers meerdere<br />

archiefstukken <strong>van</strong> diverse redactie èn documentatie. <strong>Het</strong> resultaat daar<strong>van</strong> is te vinden in<br />

inventarisnummers 15, 16 en 17 en in de lijst <strong>van</strong> documentatie. Deze creatie <strong>van</strong> bestanddelen valt op<br />

diverse wijzen te verantwoorden. Ten eerste waren een aantal nieuwe bestanddelen reeds in de<br />

oorspronkelijke staat <strong>van</strong> elkaar gescheiden door scheidingsbladen. Documentatiemateriaal zat zomaar<br />

tussen andere stukken zonder dat er een duidelijke inhoudelijke band bestond. Tot slot behoorden een<br />

aantal stukken overduidelijk niet samen en andere wel. Zo bevatte de originele map naast curricula<br />

vitae <strong>die</strong> duidelijk waren ont<strong>van</strong>gen met het oog op de redactie <strong>van</strong> artikels; modelstukken of<br />

formulieren <strong>die</strong> waren opgemaakt ter vereenvoudiging <strong>van</strong> de dagelijkse werking.<br />

309 Inventarisnummers 1-3.


EERST VRIJ(HEID) III -<br />

<strong>Het</strong> tweede archiefje bestaat uit stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op maandblad Eerst Vrij. Naast<br />

de dagafschriften <strong>van</strong> na juli 1958, vinden we hier ook een dossier terug dat door beide bladen samen<br />

werd gevormd. <strong>Het</strong> dossier betreft de overgangsperiode <strong>van</strong> het ene tijdschrift naar het andere en de<br />

eerste levensmaanden <strong>van</strong> Eerst Vrij. We opteerden ervoor dit bestanddeel niet op te splitsen, gezien de<br />

reden <strong>van</strong> de vorming er<strong>van</strong> niet helemaal duidelijk is. Vermits het grootste aantal stukken door Eerst<br />

Vrij werden gevormd en omdat de stukken <strong>die</strong> oorspronkelijk door Eerst Vrijheid werden gevormd<br />

misschien als retroacta kunnen worden beschouwd, beslisten we dit bestanddeel hier te plaatsen. Zoals<br />

reeds hoger werd aangehaald, kan eventuele bijkomende informatie nieuw licht werpen op de<br />

archiefvorming. Dientengevolge is deze ordening voor verbetering vatbaar en onder enig voorbehoud.


2.3.4.3. De eigenlijke inventaris<br />

EERST VRIJ(HEID) JJJ -<br />

1. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJHEID<br />

1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

1-3. Briefwisseling over diverse onderwerpen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />

1. 1956.<br />

2. 3/1-24/12/1957.<br />

3. 28/12/1957-24/4/1958.<br />

4. Klapper op de briefwisseling. [1956, aangevuld tot 1958]. 1 deel.<br />

1.2. Stukken betreffende de financiën<br />

5. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958. 1 deel.<br />

--- Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958 310 .<br />

6-7. Bewijsstukken. 1956-1958. 2 omslagen.<br />

6. Betreffende ont<strong>van</strong>gsten. 1956-1958.<br />

7. Betreffende uitgaven. 1956-1958.<br />

8-10. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />

8. 1956.<br />

9. 1957 311 .<br />

10. 1958.<br />

11. Reçu's betreffende betalingen voor jaarabonnementen. 23/4/1958. 1 omslag.<br />

1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />

12. Abonnentenregister met vermelding <strong>van</strong> datum en wijze <strong>van</strong> betaling. Opgemaakt in 1956,<br />

aangevuld tot in 1958. 1 deel.<br />

13. Klapper op het abonnentenregister. [1956-1958]. 1 deel.<br />

14. Dossier betreffende de per gemeente via de post bedeelde exemplaren. 1958. 1 pak.<br />

15. Formulieren. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />

1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />

16. Staten <strong>van</strong> liberale mandatarissen en leden <strong>van</strong> de bestuursorganen uit het Antwerpse<br />

arrondissement. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />

--- Adressenlijst <strong>van</strong> krantenredacties. Z.d 312 . 1 deel.<br />

17. Curricula vitae <strong>van</strong> een aantal vooraanstaande liberalen met het oog op publikatie <strong>van</strong> artikels.<br />

1958. 1 omslag.<br />

2. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJ<br />

10. Dossier betreffende het heropstarten <strong>van</strong> Eerst Vrijheid onder de naam Eerst Vrij. 1958-1959.<br />

1 pak.<br />

11b. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />

310 Zie inventarisnummer 5.<br />

311 De dagafschriften <strong>van</strong> mei tot en met december 1957 ontbreken.<br />

312 Zie inventarisnummer 6.


2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />

EERST VRIJ(HEID) KKK -<br />

1. Knipsels met betrekking tot de weerklank <strong>van</strong> Eerst Vrijheid in de schrijvende pers. 1956-1957.<br />

1 omslag.<br />

2. Foto's <strong>van</strong> liberalen, gebruikt voor publicatie. Z.d. Negatieven.


2.3.5. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN HET PROVINCIAAL KADERINSTITUUT ANTWERPEN<br />

2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />

2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />

2.3.5.2. Inleiding<br />

2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 313<br />

<strong>Het</strong> Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen - kortweg PKI - werd opgericht op 7 januari 1966 als een VZW.<br />

Tijdens de stichtingsvergadering werden onder meer de statuten goedgekeurd en een bestuur<br />

aangesteld. De doelstelling <strong>van</strong> het PKI bestond in «...het inrichten <strong>van</strong> cursussen over alle sociale,<br />

economische en culturele onderwerpen. <strong>Het</strong> uitgeven <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>s en perio<strong>die</strong>ken. <strong>Het</strong> uitvoeren <strong>van</strong><br />

stu<strong>die</strong>opdrachten. <strong>Het</strong> inrichtingen <strong>van</strong> tentoonstellingen en culturele activiteiten. <strong>Het</strong> oprichten <strong>van</strong><br />

een Kaderschool, een Voorlichtingscentrum en een Stu<strong>die</strong>centrum» 314 . Dit derde artikel <strong>van</strong> de statuten<br />

werd in de loop der jaren een aantal keer gewijzigd, maar nooit fundamenteel. Door de Algemene<br />

Vergadering <strong>van</strong> 5 oktober 1974 werd deze opsomming nog aangevuld en boven<strong>die</strong>n vermeld dat ze<br />

niet limitatief was 315 . <strong>Het</strong> PKI leunde sterk aan bij de PVV en nu nog steeds bij de VLD <strong>van</strong> de<br />

Antwerpse arrondissementsfederatie. Zo werden de nieuw verkozen gemeenteraadsleden bv. door het<br />

PKI opgeleid. Sinds 5 februari 1970 was het trouwens bij het Instituut voor Kadervorming (IVK)<br />

aangesloten. Een instelling met een gelijkaardige opdracht op nationaal niveau 316 .<br />

<strong>Het</strong> PKI werd bestuurd door een Raad <strong>van</strong> Beheer waar<strong>van</strong> het ledental tussen 3 en 20 <strong>die</strong>nde te<br />

bedragen. Deze beheerders werden door de Algemene Vergadering verkozen voor 4 jaar. De Raad <strong>van</strong><br />

Beheer zelf stelde in zijn midden een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en eventueel een<br />

ondervoorzitter aan. De belangrijkste bevoegdheden <strong>van</strong> deze raad lagen in het leiden <strong>van</strong> de<br />

vereniging, alsook in het vertegenwoordigen <strong>van</strong> de vereniging in geval <strong>van</strong> rechtszaak. De secretaris<br />

<strong>van</strong> zijn kant werd belast met het dagelijks bestuur. Dit hield, naast het tekenen <strong>van</strong> kwitanties en<br />

ont<strong>van</strong>gstbewijzen, het verzorgen <strong>van</strong> de lopende zaken en de dagelijkse briefwisseling in. Voor<br />

geldverhandelingen daarentegen waren voorzitter en penningmeester samen bevoegd.<br />

Zoals in de doelstelling aangegeven had men de intentie om een aantal instellingen op te richten<br />

binnen het PKI. Precies binnen Kaderschool, Voorlichtingscentrum en Stu<strong>die</strong>centrum <strong>die</strong>nden de<br />

eigenlijke opdrachten <strong>van</strong> de vereniging te worden verwezenlijkt. Alledrie de instellingen werden door<br />

een directeur geleid. Samen met de archivaris hadden zij raadgevende stem in het Bestuurscomité. <strong>Het</strong><br />

betrof hier een adviesorgaan dat vooral op het vlak <strong>van</strong> de practische werking <strong>van</strong> deze instellingen<br />

bevoegdheid had. Een apart reglement dat door de Raad <strong>van</strong> Beheer werd opgemaakt, regelde de<br />

werking <strong>van</strong> Bestuurscomité, de drie genoemde instellingen en het archief 317 . Dat reglement gaat<br />

<strong>die</strong>per in op de practische en eigenlijke werking <strong>van</strong> het PKI. De Kaderschool <strong>die</strong>nde o.a. voor het<br />

vormen <strong>van</strong> personen in <strong>die</strong>nst <strong>van</strong> de PVV; het Voorlichtingscentrum voor het verspreiden <strong>van</strong> en het<br />

organiseren <strong>van</strong> voordrachten i.v.m. de PVV-standpunten en -programma's. Alleen bij de doelen <strong>van</strong><br />

het Stu<strong>die</strong>centrum werd de PVV niet expliciet vernoemd. Een laatste activiteit waarmee het PKI zich<br />

onledig hield, was het bewaren en rangschikken <strong>van</strong> alle documenten <strong>die</strong> tot één <strong>van</strong> de drie<br />

instellingen behoorden. Die taak werd door de archivaris - sinds 1966 Charles De Weze - behartigd.<br />

313 De meeste gegevens komen uit inventarisnummer 1, waarin o.a. de statuten en andere belangrijke stukken.<br />

314 Inventarisnummer 1, statuten 1966, art. 3.<br />

315 Bijlagen BS, 1975, nrs. 131-132.<br />

316 Liberale VZW's, 256.<br />

317 Inventarisnummer 1, z.d.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT MMM -<br />

<strong>Het</strong> derde en laatste vergaderorgaan <strong>van</strong> het PKI was de Algemene Vergadering. Haar<br />

belangrijkste taken waren het wijzigen <strong>van</strong> statuten, benoemen en ontslaan <strong>van</strong> beheerders, goedkeuren<br />

<strong>van</strong> begroting en rekeningen, de ontbinding <strong>van</strong> de vereniging en uitsluiting <strong>van</strong> leden. Minstens<br />

éénmaal per jaar werden alle leden in deze vergadering samengeroepen.<br />

Volgens artikel 2 <strong>van</strong> de statuten was de zetel <strong>van</strong> het PKI <strong>van</strong> in den beginne gevestigd op het<br />

Kome<strong>die</strong>plein 17. Ook in december 1993 had de vereniging haar kantoren in het Liberaal Huis 318 .<br />

Tussen deze twee data in werd echter enkele malen <strong>van</strong> adres veranderd. In 1984 werd de zetel naar de<br />

Constitutiestraat 53 overgebracht 319 . Slechts drie jaar later werd de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan 164 als zetel<br />

uitgekozen 320 . Sinds 1980 konden overigens ook plaatselijke kernen worden opgericht 321 .<br />

2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

Ons inziens werd het archief door minimum drie verschillende personen bewaard. Enerzijds was er<br />

<strong>van</strong>zelfsprekend de archivaris, maar zijn opdracht beperkte zich tot de drie stu<strong>die</strong>- en<br />

voorlichtingsinstellingen. Belangrijker voor de meer algemene stukken, moet de secretaris geweest zijn.<br />

Uit de archiefstukken blijkt echter dat de penningmeester <strong>van</strong>uit zijn bevoegdheid ook een deel <strong>van</strong> het<br />

archief vormde en bewaarde. De archivalia <strong>die</strong> hieronder worden beschreven betreffen naar alle<br />

waarschijnlijkheid immers het deelarchief <strong>van</strong> penningmeester Robert Bellens, 1966-1978 322 .<br />

Over de rest <strong>van</strong> het archief en de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons nagenoeg niets bekend. We weten<br />

enkel dat de <strong>archieven</strong> in 1993 in principe werden bewaard in het gebouw aan de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan<br />

waar de zetel een tijdlang gevestigd was, terwijl de jaarverslagen worden bewaard op de Cultuur<strong>die</strong>nst<br />

<strong>van</strong> de Provincie Antwerpen 323 . <strong>Het</strong> was dus wellicht niet de bedoeling dat het deelarchief <strong>van</strong> de<br />

penningmeester in het archieffonds dat door deze verzamelinventaris wordt ontsloten, terechtkwam.<br />

Deze stukken werden immers een eerste maal beschreven in schenkingslijst 1992/249 <strong>die</strong> archief <strong>van</strong> de<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behandelde. De verklaring hiervoor zou kunnen te vinden zijn in<br />

het feit dat bij de verhuis <strong>van</strong> het PKI naar de Constitutiestraat niet alle stukken werden meegenomen.<br />

<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de penningmeester dateert immers <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> verhuis, <strong>die</strong> pas in 1984 plaatsvond.<br />

In het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad konden we nog een aantal archiefstukken<br />

afsplitsen en volgens het principe <strong>van</strong> het restauratiebeginsel naar het PKI-archief terugbrengen. Dat<br />

deze stukken in dat archief terechtkwamen is te wijten aan de hechte samenwerking tussen beide<br />

<strong>verenigingen</strong> in de jaren zeventig, vooral op het vlak <strong>van</strong> de persconferenties.<br />

Aanvullende informatie i.v.m. het PKI kan onder meer gevonden worden in de<br />

documentatiedossiers <strong>die</strong> over deze vereniging in het Liberaal Archief worden aangelegd. Voorts mogen<br />

de publicaties <strong>die</strong> het PKI zelf uitgaf, zoals het tijdschrift <strong>Het</strong> Keerpunt niet over het hoofd worden<br />

gezien.<br />

2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De oorspronkelijke ordening <strong>van</strong> het archief dat gevormd werd door de penningmeester bestond<br />

hoofdzakelijk uit twee series. Enerzijds de mappen met dagafschriften, anderzijds een aantal omslagen<br />

met allerlei documenten <strong>van</strong> diverse redactie. We behielden deze twee series <strong>die</strong> duidelijk de<br />

hoofdordening vormden. Enigzins afwijkend daar<strong>van</strong> was de omslag met stukken uit 1966 tot en met<br />

1969 waarin naast allerhande stukken ook dagafschriften voorkwamen. Die stukken werden uit deze<br />

map verwijderd zodat over de volledige periode twee series konden worden gevormd. De<br />

318 <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen, 1. Dit vademecum was overigens één <strong>van</strong> de regelmatig<br />

terugkerende publikaties <strong>die</strong> door het PKI i.s.m. de PVV/VLD werd uitgegeven ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> het Antwerpse liberale<br />

verenigingsleven.<br />

319 Bijlagen BS 1985, nr. 12832.<br />

320 Bijlagen BS 1987, nr. 9569.<br />

321 Bijlagen BS 1980, nr. 2420.<br />

322 M.a.w. de volledige periode waarin hij deze functie uitoefende. Zie de lijst <strong>van</strong> functionarissen.<br />

323 Liberale VZW, 255-256.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT NNN -<br />

dagafschriften uit de eerste jaren ontbraken echter. De mappen met stukken <strong>van</strong> diverse redactie<br />

vertoonden op het eerste zicht geen echte eenheid. <strong>Het</strong> is mogelijk dat penningmeester Robert Bellens<br />

alle archiefstukken <strong>die</strong> door hem in het kader <strong>van</strong> het PKI werden gevormd, bewaarde. Ongeacht of ze<br />

ten persoonlijken titel of <strong>van</strong>uit zijn functie <strong>van</strong> penningmeester werden gevormd. <strong>Het</strong> is echter<br />

evenzeer mogelijk dat <strong>die</strong> bestanddelen enkel stukken bevatten <strong>die</strong> in de loop <strong>van</strong> een bepaalde periode<br />

door de penningmeester werden gebruikt in het kader <strong>van</strong> zijn taken, dat ze m.a.w. alle rechtstreeks of<br />

onrechtstreeks verband hielden met het opmaken <strong>van</strong> de financiële documenten. De bestanddelen<br />

waren intern nauwelijks geordend. Kwam wel enige ordening voor dan was <strong>die</strong> chronologisch. Bij<br />

gebrek aan ander archiefmateriaal en informatie lieten we de bestaande ordening zoveel als mogelijk<br />

zoals ze was.<br />

De tweede archiefafdeling bevat enkele dossiers <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> het<br />

Voorlichtingscentrum. Deze stukken werden uit het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad gelicht.<br />

Opmerkelijk is dat toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - Piet Van Roe - tevens<br />

directeur was <strong>van</strong> dat centrum 324 .<br />

324 Zie de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> beide instellingen.


2.3.5.3. De eigenlijke inventaris<br />

PROVINCIAAL KADERINSTITUUT OOO -<br />

1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1-9. Dossiers betreffende de financiën. 1966-1978. 9 omslagen.<br />

1. <strong>van</strong> 1966 tot 1969. 1966-1970.<br />

2. <strong>van</strong> 1970. 1970.<br />

3. <strong>van</strong> 1971. 1971.<br />

4. <strong>van</strong> 1972. 1972.<br />

5. <strong>van</strong> 1973. 1972-1974.<br />

6. <strong>van</strong> 1974 tot 1975. 1974-1976.<br />

7. <strong>van</strong> 1976. 1974-1976.<br />

8. <strong>van</strong> 1977. 1976-1977.<br />

9. <strong>van</strong> 1978. 1978.<br />

1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />

10-19. Dagafschriften betreffende rekening 610-4706060-02 bij de NV Handelsbank. Met bijlagen.<br />

1969-1978. 7 omslagen en 2 pakken.<br />

10. 11-12/1969. 1 omslag.<br />

11. 1970. 1 pak.<br />

12. 1971-1972. 1 pak.<br />

13. 1973. 1 omslag.<br />

14. 1/1-23/9/1974. 1 omslag.<br />

15. 25/9/1974-19/9/1975. 1 omslag.<br />

16. 29/9-31/12/1975. 1 omslag.<br />

17. 1976. 1 omslag.<br />

18. 16/12/1976-7/11/1977. 1 omslag.<br />

19. 1978. 1 omslag.<br />

2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />

20-24. Dossiers betreffende de PKI-forumgesprekken. 1974-1975, 1977-1978. 5 omslagen.<br />

20. De toekomst <strong>van</strong> de pre-metro te Antwerpen. 1974.<br />

21. De moeilijke taak <strong>van</strong> de stedelijke politie. 1975.<br />

22. De situatie <strong>van</strong> het Antwerpse theater. 1977.<br />

23. De balans <strong>van</strong> het Rubensjaar. 1977.<br />

24. De sociale huisvesting. 1978.


2.3.6. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE SOCIALE DIENST HULP AAN PATROON VZW<br />

2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />

2.3.6.2. Inleiding<br />

2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

De VZW Hulp aan Patroon werd op 13 maart 1943 te Mechelen opgericht als een vereniging <strong>die</strong> tot doel<br />

had «alle bemiddeling en <strong>die</strong>nstbetoon in sociaal, fiscaal, economisch, corporatief en alle ander opzicht<br />

dat verband houdt met de wetgeving of met instellingen <strong>die</strong> bij de wetgeving aanleunen; het oprichten,<br />

besturen, bevorderen, ontwikkelen en uitbreiden <strong>van</strong> hierbij aangepaste <strong>die</strong>nsten en werken, ermede<br />

samenwerken» 325 . In meer menselijke taal betrof het, zoals de gevormde archiefstukken aantonen, een<br />

sociaal secretariaat dat in eerste instantie gericht was op de christelijke middenstand 326 . De vereniging<br />

was volgens artikel 1 <strong>van</strong> haar statuten immers op christelijke grondslag gevestigd. Volgens artikel 28<br />

zou het vermogen bij ontbinding worden overgedragen aan het arrondissementeel secretariaat <strong>van</strong> de<br />

Christelijke Middenstand te Mechelen.<br />

De VZW moet dan lange tijd op een laag pitje hebben gebrand, want op 18 juni 1960 werd door<br />

de Beheerraad beslist om de activiteiten terug op te nemen. De laatste Algemene Vergadering dateerde<br />

toen overigens reeds <strong>van</strong> 22 mei 1945. In tussentijd waren twee beheerders en de voorzitter <strong>van</strong> Hulp aan<br />

Patroon overleden 327 . In hun ver<strong>van</strong>ging was echter niet voorzien. De beheerraad <strong>van</strong> 18 juni 1960<br />

besloot een aantal nieuwe leden te aanvaarden, terwijl tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 30 juni<br />

1960 werd overgegaan tot de verkiezing <strong>van</strong> een nieuwe voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en<br />

afgevaardigde-beheerder. Deze personen waren - op voorzitter Hubert De Ley na - nieuwe leden. Ze<br />

waren eveneens lid en vertegenwoordigers <strong>van</strong> het LEV - een feitelijke Antwerpse vereniging - toen op 5<br />

juli 1960 een «protocol <strong>van</strong> overeenkomst» tussen beide werd opgesteld. Deze overeenkomst omvatte<br />

een zestal bepalingen waar<strong>van</strong> de belangrijkste waren : Hulp aan Patroon onder de bescherming <strong>van</strong> het<br />

LEV plaatsen; de zetel overbrengen naar de Kome<strong>die</strong>plaats 17; en het vermogen bij ontbinding overdragen<br />

aan het LEV of aan een andere liberale vereniging in<strong>die</strong>n het LEV niet meer zou bestaan. Op<br />

dezelfde dag vond een nieuwe Algemene Ledenvergadering plaats <strong>die</strong> overging tot een<br />

statutenwijziging volgens de bepalingen uit de gesloten overeenkomst. De vereniging bleef dezelfde<br />

naam dragen - met name Hulp aan Patroon, Sociale Dienst - maar de bepaling dat de activiteiten op<br />

christelijke grondslag gevestigd waren, verdween. Verder werden artikel 3 en 28 gewijzigd. In<br />

eerstgenoemd artikel werd de vestigingsplaats gewijzigd : Antwerpen in plaats <strong>van</strong> Mechelen. In de<br />

plaats <strong>van</strong> het oude artikel 28 dat de ontbinding betrof, kwam een zeer neutrale passage. Voortaan<br />

heette het dat de Beheerraad vrij een maatschappelijke instelling kon aanduiden.<br />

Pas <strong>van</strong>af dit stadium leunde de VZW Hulp aan Patroon bij het Antwerpse liberale<br />

verenigingsleven aan. <strong>Het</strong> LEV <strong>van</strong> haar kant keurde de overname goed op 20 juni 1960 tijdens een<br />

bureelvergadering. Sinds begin 1963 bleek de samenwerking tussen beide <strong>verenigingen</strong> echter virtueel<br />

onbestaande zodat voorzitter Hubert De Ley toenadering zocht tot de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen met de vraag of men het sociaal secretariaat als sociale nevenorganisatie zou willen erkennen.<br />

De statuten zouden dan ook worden aangepast; in <strong>die</strong> zin dat het vermogen bij een eventuele<br />

ontbinding zou worden overgedragen aan de arrondissementsfederatie. Naar alle waarschijnlijkheid<br />

werden <strong>die</strong> plannen ook realiteit, vermits Hulp aan Patroon als vereniging werd ingekapseld binnen het<br />

PVV-Middenstandsbureau. De oprichting <strong>van</strong> <strong>die</strong> instelling werd binnen de PVVarrondissementsfederatie<br />

Antwerpen voorbereid en vond uiteindelijk in de loop <strong>van</strong> 1966 plaats. <strong>Het</strong> PVV-<br />

325 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2., dossier betreffende Hulp aan Patroon, statuten 1943, art. 2.<br />

326 Hulp aan Patroon wordt expliciet vermeld als een sociaal secretariaat op de toetredingsformulieren, zoals in<br />

inventarisnummer 33.<br />

327 Bijlagen BS 1960, nr. 4618.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT GGG -<br />

Middenstandsbureau overkoepelde en coördineerde de vroegere particuliere initiatieven in verband<br />

met sociaal <strong>die</strong>nstbetoon naar de zelfstandige middenstand toe 328 .<br />

De vereniging werd <strong>van</strong> in den beginne bestuurd door een Algemene Vergadering, een Beheerraad<br />

en een Dagelijks Bestuur 329 . De Beheerraad had de meest uitgebreide macht inzake het beheer <strong>van</strong><br />

de VZW. Hij bestond uit minimum drie leden <strong>die</strong> werden verkozen door de Algemene Vergadering<br />

voor een duur <strong>van</strong> zes jaar. Binnen de Beheerraad werden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris<br />

gekozen. Verder duidde deze raad een dagelijks bestuur aan. De leden <strong>van</strong> dat bestuur vulden uit eigen<br />

midden dezelfde drie functies in. De Beheerraad vergaderde wanneer dit noodzakelijk was of wanneer<br />

drie beheerders erom vroegen. De notulen <strong>die</strong>nden volgens de statuten worden bijgehouden in een<br />

register dat op de zetel <strong>van</strong> de vereniging <strong>die</strong>nde te worden bewaard. Verder konden allerlei be<strong>die</strong>nden<br />

of afgevaardigde-beheerders worden benoemd. Rechtszaken behoorden steeds tot de verantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> de voorzitter. De voorzitter <strong>van</strong> de Beheerraad zat naast <strong>die</strong> vergaderingen ook de<br />

Algemene Ledenvergaderingen voor. Bij zijn afwezigheid werd hij door ondervoorzitter, respectievelijk<br />

oudste beheerder ver<strong>van</strong>gen.<br />

De Algemene Vergadering kwam minimaal éénmaal per jaar samen en verenigde alle leden.<br />

Haar bevoegdheden waren meer algemeen; zoals het wijzigen <strong>van</strong> de statuten, het verkiezen bij<br />

geheime stemming <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de Beheerraad of Beheerders, het goedkeuren <strong>van</strong> rekeningen en<br />

begroting en het eventueel ontbinden <strong>van</strong> de vereniging. De notulen <strong>van</strong> deze vereniging werden<br />

eveneens in een verplicht op de zetel berustend register ingeschreven.<br />

Tot de vereniging konden twee soorten leden toetreden <strong>die</strong> steeds door Beheerraad of dagelijks<br />

bestuur <strong>die</strong>nden te worden aanvaard. Naast gewone leden waren er toetredende leden. Alleen <strong>die</strong><br />

laatsten konden gebruik maken <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nsten <strong>die</strong> de vereniging aanbood. Daartoe <strong>die</strong>nden ze een<br />

door een huishoudelijk reglement vastgestelde bijdrage te betalen. Een belangrijke bepaling <strong>die</strong> de<br />

eigenlijke werking <strong>van</strong> Hulp aan Patroon als sociaal secretariaat impliciet aangeeft is artikel 12 : «De<br />

vereniging kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de gevolgen voortspruitende uit onvolledige,<br />

laattijdige of valse aangifte der leden...». Hulp aan Patroon was m.a.w. een sociaal secretariaat dat haar<br />

<strong>die</strong>nsten i.v.m. de sociale zekerheidsbijdragen op de werknemerslonen aan werkgevers aanbood, wat<br />

ook uit de gevormde archivalia blijkt.<br />

Dat deze vereniging werkelijk een liberale achterban had verworven, kan eenvoudig worden<br />

afgeleid uit de aangesloten werkgevers, waaronder meerdere leden <strong>van</strong> de belangrijke Antwerpse<br />

liberale familie Speth 330 .<br />

2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

<strong>Het</strong> archiefmateriaal waarover we hier beschikken heeft slechts gedeeltelijk betrekking op de werking<br />

<strong>van</strong> de VZW. Stukken i.v.m. de vergaderorganen bv. komen immers niet voor. Nochtans was het<br />

bijvoorbeeld statutair verplicht het notulenregister op de zetel te bewaren. <strong>Het</strong> archief beperkt zich<br />

echter tot bescheiden <strong>die</strong> dateren uit de periode 1962-1974 en de financiën en de eigenlijke werking als<br />

sociaal secretariaat naar werkgevers toe betreffen. Wellicht werd dit deel <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Hulp aan<br />

Patroon gevormd door afgevaardigde-beheerder Charles De Weze. Waarom dit gedeelte wel en de rest<br />

<strong>van</strong> het archief niet naar het Liberaal Archief werd overgebracht is onduidelijk. Wellicht verzeilden ze<br />

eerder toevallig in het behandelde archieffonds, meer bepaald bij de stukken <strong>die</strong> gevormd werden door<br />

<strong>Het</strong> Liberaal Huis 331 . Waar het overige archief <strong>van</strong> deze vereniging gebleven is, is ons voorlopig dus niet<br />

bekend.<br />

Belangrijke, zelfs onontbeerlijke informatie over deze archiefvormer is te vinden in het archief<br />

<strong>van</strong> Albert Lilar 332 . Deze man vormde een dossier over Hulp aan Patroon dat voornamelijk stukken<br />

bevat <strong>die</strong> hem werden toegestuurd in het kader <strong>van</strong> de toenadering <strong>van</strong> Hulp aan Patroon tot de PVV-<br />

328 Archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1965-1966.<br />

329 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2, statuten 1943.<br />

330 Verhelst, De Antwerpse hoge burgerij, 45 en 137.<br />

331 Schenkingslijst 1992/251.<br />

332 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT HHH -<br />

arrondissementfederatie Antwerpen. Bij de ingekomen brieven <strong>van</strong> voorzitter Hubert De Ley zitten een<br />

aantal bijlagen <strong>die</strong> een goed overzicht geven <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> de VZW zoals wij <strong>die</strong> schetsten in het<br />

eerste deel <strong>van</strong> de inleiding.<br />

2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De inventarisatie <strong>van</strong> dit archief gaf tot betrekkelijk weinig problemen aanleiding. <strong>Het</strong> archief in de staat<br />

waarin het door ons werd aangetroffen beperkte zich tot slechts enkele series. De grootste moeilijkheid<br />

was echter dit archief af te zonderen <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Er ging immers heel wat tijd over<br />

vooraleer duidelijk werd dat dit een afzonderlijk archief betrof. Dit onderkennen vereiste immers al een<br />

behoorlijk goed inzicht in de werking <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />

Niet enkel de ordening, ook de bewaring <strong>van</strong> het archiefmateriaal liet weinig te wensen over.<br />

De meeste stukken waren in redelijk goede staat. Nood aan een echte herordening <strong>van</strong> de stukken was<br />

er nauwelijks. Toch besloten we tot een kleine herordening <strong>van</strong> twee series. De jaarrekeningen en de<br />

dagafschriften zaten immers dan eens bij mekaar, dan weer los <strong>van</strong> elkaar als aparte bestanddelen.<br />

Omwille <strong>van</strong> de consequentie en de raadpleegbaarheid opteerden we ervoor over te gaan tot de<br />

vorming <strong>van</strong> twee volwaardige series. Hiervoor <strong>die</strong>nden we wel een aantal liassen te verbreken.<br />

Een ander probleem werd gevormd door de serie doorslagen <strong>van</strong> loonstaten. In de periode 1962<br />

tot en met 1970 werden deze per aangesloten werkgever bewaard in omslagen 333 . Vanaf december 1970<br />

werden de loonstaten, ongeacht om welke werkgever het ging, omgekeerd chronologisch tot een lias<br />

samengebonden. Aangezien de omslagen uit de periode 1962 tot en met 1970 ook nog andere stukken in<br />

bijlage bevatten, opteerden we ervoor de bestaande situatie te laten zoals ze was. De lias werd niet<br />

verbroken gezien geen beschadiging <strong>van</strong> het materiaal optrad en de praktische handelbaarheid <strong>van</strong> de<br />

stukken zolang ze niet worden geraadpleegd op deze wijze het meest optimaal was, is en blijft. De<br />

stukken betreffende langer aangesloten werkgevers werden verdeeld over meerdere mappen.<br />

Oorspronkelijk kunnen de mappen m.b.t. één werkgever niet samen gezeten hebben. Dit valt af te leiden<br />

uit een archiefdoos waarop het opschrift «SD Hulp aan Patroon 1969». Dit betekent echter niet dat alle<br />

stukken aangaande 1969 samen bewaard werden. 1969 was wel het jaar waarin voor elke werkgever<br />

nieuwe omslagen werden aangelegd vooraleer eind 1970 zou worden overgestapt op het nieuwe<br />

systeem <strong>van</strong> chronologisch geordende loonstaten. Wij opteerden ervoor de verschillende omslagen <strong>die</strong><br />

één en dezelfde werkgever betroffen samen te beschrijven.<br />

333 De werkgevers stuurden loonstaten op aan Hulp aan Patroon, wat deze VZW toeliet de nodige maatregelen te nemen<br />

met het oog op het regelen <strong>van</strong> de betaling der sociale zekerheidsbijdragen.


2.3.6.3. De eigenlijke inventaris<br />

PROVINCIAAL KADERINSTITUUT III -<br />

1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

1-12. Jaarrekeningen betreffende gemaakte onkosten, aan de openbare sociale <strong>die</strong>nst betaalde en <strong>van</strong><br />

aangesloten werkgevers ont<strong>van</strong>gen bedragen over 1962-1973. 12 omslagen.<br />

1. 1962.<br />

2. 1963.<br />

3. 1964.<br />

4. 1965.<br />

5. 1966.<br />

6. 1967.<br />

7. 1968.<br />

8. 1969.<br />

9. 1970.<br />

10. 1971.<br />

11. 1972.<br />

12. 1973.<br />

13-23. Dagafschriften betreffende postrekening Y00.416590. Met bijlagen. 1962-1973. 11 omslagen.<br />

13. 1962-1963.<br />

14. 1964.<br />

15. 1965.<br />

16. 1966.<br />

17. 1967.<br />

18. 1968.<br />

19. 1969.<br />

20. 1970.<br />

21. 1971.<br />

22. 1972.<br />

23. 1973.<br />

24-25. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen via postrekening Y00.416590. 1962-1968. 2 delen.<br />

24. 1962-10/1965.<br />

25. 11/1965-1968.<br />

26. Stroken <strong>van</strong> uitgeschreven bankcheques <strong>van</strong> de Handelsbank NV. 1966-1971. 1 deel.<br />

2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />

27-51. Dossiers betreffende de administratie <strong>van</strong> de sociale zekerheidsbijdragen. 1962-1970.<br />

4 pakken en 20 omslagen.<br />

27-28. Vleeswaren- en conservenfabriek PVBA/NV Etn. J. Cools. 1962-1966 334 .<br />

2 pakken.<br />

27. Van juni 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />

28. Van januari 1963 tot december 1965. 1963-1966.<br />

29-32. VZW Speciale Vakschool voor Haartooi. 1962-1970. 4 omslagen.<br />

29. Van september 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />

30. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />

31. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

32. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

33-36. PVBA Coiffure Cleerbaut. 1963-1970. 4 omslagen.<br />

33. Van september 1962 tot december 1963. 1963-[1964].<br />

34. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />

35. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

36. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

334 Deze PVBA veranderde in de loop <strong>van</strong> december 1965 in een NV.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT JJJ -<br />

37. Coiffure «Charme» <strong>van</strong> zaakvoerder mevrouw L. De Meyere <strong>van</strong> juli 1964 tot<br />

mei 1965. 1964-1965. 1 omslag.<br />

38-39. Charles Speth. 1966-1970. 2 omslagen.<br />

12. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

13. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

40-41. Marie-Jeanne Bauss, weduwe <strong>van</strong> Jean Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />

40. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />

41. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />

42-43. Frederic Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />

42. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />

43. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />

44-45. Maria Cooymans. 1966-1969. 2 omslagen.<br />

44. Van maart 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

45. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

46-47. Firma Suma. 1966-1969. 2 omslagen.<br />

46. Van januari 1967 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

47. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

48-49. Kapster Hortensia Ekkart. 1967[-1968], 1970. 2 omslagen.<br />

48. Van januari tot oktober 1967. 1967[-1968].<br />

49. Van oktober tot november 1970. 1970.<br />

50. PVBA Mover <strong>van</strong> augustus 1968 tot november 1968. 1967-1969. 1 omslag.<br />

51. Horeca-uitbaatster Leopoldine Vinck <strong>van</strong> januari 1969 tot april 1970. 1969-1970.<br />

1 omslag.<br />

52. Loonstaten <strong>van</strong> de aangesloten werkgevers betreffende de periode <strong>van</strong> december 1970 tot<br />

december 1974. 1970-[1975]. Doorslagen. 1 lias.<br />

Met in bijlage kopie <strong>van</strong> een brief <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas voor Sociale Werken aan<br />

Frederic Speth betreffende een uitstaande schuld. 1972.


Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 335<br />

2.4.0. INLEIDING<br />

In dit onderdeel worden een aantal fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> beschreven <strong>die</strong> werden<br />

afgezonderd <strong>van</strong> de grotere gehelen <strong>die</strong> hierboven werden geïnventariseerd. Vaak betrof het<br />

hier slechts een beperkt aantal stukken. Om <strong>die</strong> reden en ook omwille <strong>van</strong> het feit dat meestal<br />

de nodige informatie omtrent de archiefvormers ontbrak, zullen deze beschrijvingen niet<br />

worden voorafgegaan door een wetenschappelijke inleiding. We beperken ons enkel tot een<br />

korte inleiding waarin zal gepoogd worden betekenis en doelstelling <strong>van</strong> de instellingen en<br />

archiefvormers kort te schetsen. In de gevallen waarin iets meer over het specifieke verleden<br />

<strong>van</strong> de archivalia kan worden gezegd, zullen we dat niet nalaten. Algemene opmerkingen<br />

blijven echter achterwege, vermits <strong>die</strong> aan bod kwamen in het algemeen inleidende hoofdstuk<br />

<strong>van</strong> deel 2. Dezelfde bemerking geldt voor wat de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie betreft.<br />

In vele gevallen werd overigens bij gebrek aan een kijk op het geheel <strong>van</strong> het archief niet op de<br />

oude orde ingegrepen. Aanvullende informatie aangaande deze archiefvormers is overigens<br />

vaak bij één of meerdere andere behandelde <strong>archieven</strong> te vinden.<br />

Vermits meestal niet meer kon worden nagegaan welke bestanddelen in welk archief<br />

waren terechtgekomen kozen we ervoor de opvolging <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> te laten<br />

afhangen <strong>van</strong> de volgende indeling : 1) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> partijpolitieke <strong>verenigingen</strong>, 2)<br />

persoonlijke <strong>archieven</strong>, 3) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> niet-partijpolitieke liberale <strong>verenigingen</strong>, 4) Archieven<br />

<strong>van</strong> min of meer onafhankelijke <strong>verenigingen</strong>. Binnen deze subrubrieken werden de<br />

archiefvormers <strong>van</strong> hoog naar laag geordend op basis <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> hun werkingsveld.<br />

335 In de beschrijvingen komt soms de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het om<br />

allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit dat<br />

het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer bevat.<br />

Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend hoofdstuk<br />

<strong>van</strong> deel 2.


2.4.1. STUKKEN VAN DE PVV-DISTRICTSVERENIGING ANTWERPEN<br />

2.4.1.1. Inleiding<br />

INDICES LLL -<br />

Naast nationale, eventuele provinciale, arrondissementele en lokale geledingen kende de PVV nog een<br />

kantonaal niveau dat zich tussen arrondissementsfederatie en plaatselijke afdeling in bevond 336 . <strong>Het</strong><br />

Antwerpse arrondissement vormde hierop echter een uitzondering in de zin dat geen kantonale, maar<br />

wel districts<strong>verenigingen</strong> werden opgericht. De reden hiervoor was nauw verbonden met de<br />

belangrijkste doelstelling <strong>van</strong> deze intermediaire <strong>verenigingen</strong>, met name de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />

provinciale verkiezingen. De kiesomschrijvingen daarvoor vielen immers samen met de grenzen <strong>van</strong> de<br />

kantons 337 . De PVV-districtsvereniging Antwerpen werd opgericht na de stichting <strong>van</strong> de PVV op het<br />

einde <strong>van</strong> 1961. Haar bestaan eindigde op 31 december 1982, op de vooravond <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot-<br />

Antwerpen.<br />

De beperkte bevoegdheden <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen hadden tot gevolg dat dit<br />

niveau niet volledig uitgebouwd werd. De bestuursploeg telde overigens nogal wat elementen <strong>die</strong> ook<br />

in het bestuur <strong>van</strong> de stedelijke afdeling zetelden. Piet Van Roe was zelfs een tijdlang voorzitter <strong>van</strong><br />

beide geledingen 338 . Dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de twee instellingen vermengd raakten, hoeft m.a.w. niet te<br />

verwonderen. De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, werden dan ook afgezonderd uit het<br />

archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. De depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> dat archief materiaal<br />

werd bewaard vermelde onder nummer 3 onder meer het district 339 . De enige stukken <strong>die</strong> onder dat<br />

nummer konden ressorteren, bleken echter door het districtsvereniging zelf te zijn gevormd. De reden<br />

<strong>van</strong> de vermenging moet worden gezocht in de beperkte uitbouw <strong>van</strong> het districtsniveau waardoor<br />

functionarissen <strong>van</strong> de Antwerpse stadsafdeling zoals administratief secretaris Fernand De Borger en<br />

secretaris-generaal Charles De Weze geregeld brieven ondertekenden in naam <strong>van</strong> de<br />

districtsvoorzitter.<br />

Dat de stukken wel degelijk door het district werden gevormd, was moeilijk uit te maken<br />

vermits meermaals briefpapier <strong>van</strong> de stadsafdeling werd gebezigd. Daarom kon slechts worden<br />

uitgemaakt wie archiefvormer was via het onderscheid tussen doorslagen <strong>van</strong> uitgaande stukken en<br />

ingekomen net-exemplaren. Eén en ander houdt overigens ook een gevaar in voor de vorser. Deze kan<br />

niet steeds afgaan op de briefhoofdingen <strong>die</strong> vaak niet overeenstemmen met de werkelijke opsteller <strong>van</strong><br />

het document.<br />

Aan de ordening zoals ze werd aangetroffen, werden bij de inventarisatie geen wijzigingen<br />

aangebracht vermits het archief allerminst volledig is.<br />

2.4.1.2. Inventaris<br />

1. Notulen <strong>van</strong> de bestuursvergaderingen. Met bijlagen. 1966-1969, 1971, 1973-1974. 1 omslag.<br />

2-5. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1967, 1969. 4 omslagen.<br />

2. Van 20 maart 1967. 1967.<br />

3. De gewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />

4. De buitengewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />

5. Van 16 mei 1969. 1969.<br />

6. Notulen betreffende de Statutaire Algemene Ledenvergadering <strong>van</strong> 5 december 1969. 1969.<br />

1 stuk.<br />

336 Boeykens, De Vlaamse PVV, 69.<br />

337 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 2.3, brief betreffende de amendementen op het ontwerp <strong>van</strong> de nieuwe statuten <strong>van</strong> de<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 1961.<br />

338 Meer bepaald <strong>van</strong> 1974 tot en met 1980.<br />

339 We verwijzen hiervoor naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.


INDICES MMM -<br />

7-10. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1971-1974. 4 omslagen.<br />

7. Van 19 februari 1971. 1971.<br />

8. Van 1972. 1972.<br />

9. <strong>van</strong> 12 januari 1973. 1972-1973.<br />

10. Van 8 januari 1974. 1974.<br />

11. Briefwisseling met partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement. 1971-1981 340 .<br />

1 omslag.<br />

340 Slechts op te maken aan de uitgaande brieven (doorslagen) dat het om archief <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging<br />

Antwerpen gaat.


2.4.2. STUKKEN VAN HET KANTONAAL ACTIE- EN COÖRDINATIECOMITÉ (ACC) BERCHEM<br />

2.4.2.1. Inleiding<br />

INDICES NNN -<br />

In de inleiding op de inventaris <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen merkten we op dat<br />

binnen het Antwerpse arrondissement geen kantonale PVV-geledingen bestonden. Toch werd tussen<br />

1962 en 1965 in onder meer het kanton Berchem een ACC opgericht. De ACC's waren de voorlopers <strong>van</strong><br />

de CAPR's <strong>die</strong> wel op districtsniveau bestonden 341 . De ACC's waren - zoals de naam suggereert -<br />

bevoegd voor de coördinatie <strong>van</strong> de liberale activiteiten binnen het kanton. Daarom waren de<br />

activiteiten vooral geconcentreerd in verkiezingsperiodes.<br />

Dit archieffragment bevat slechts één bestanddeel en moet vermits het niet meteen iets met<br />

Antwerpen te maken heeft, eerder toevallig op het Liberaal Huis en in dit archieffonds terecht zijn<br />

gekomen. Misschien ligt de oplossing bij Charles De Weze <strong>die</strong> zijn carrière binnen de liberale beweging<br />

aanving in Mortsel, een gemeente <strong>die</strong> toen deel uitmaakte <strong>van</strong> het Berchemse kanton 342 . Overigens was<br />

het identificeren <strong>van</strong> de stukken eerder makkelijk. Op de omslag stond bv. «PVV Kanton» vermeld. Aan<br />

de hand <strong>van</strong> de stukken kon de puzzel worden vervolledigd. Op de bewijsstukken <strong>die</strong> in bijlage bij de<br />

dagafschriften gevoegd zijn, stonden immers vaak afzender, begunstigde en reden <strong>van</strong> de stortingen<br />

vermeld.<br />

2.4.2.2. Inventaris<br />

1. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 615033. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />

341 Voor meer informatie verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit het vorig hoofdstuk.<br />

342 Archief Charles De Weze, nummer 1.


2.4.3. STUKKEN VAN PVV-GROOT-ANTWERPEN<br />

2.4.3.1. Inleiding<br />

INDICES OOO -<br />

Op 1 januari 1983 fuseerden een aantal Antwerpse gemeenten tot de gemeente Groot-Antwerpen. Eén<br />

en ander had tot gevolg dat binnen de PVV een nieuwe afdeling <strong>die</strong>nde gevormd met het oog op de<br />

gemeenteraadsverkiezingen : PVV-Groot-Antwerpen. Deze afdeling had dezelfde bevoegdheden als<br />

andere afdelingen, maar nam toch een wat aparte plaats in door haar om<strong>van</strong>g. De afdeling omvatte<br />

immers de ex-afdelingen Antwerpen-stad, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem<br />

en Wilrijk 343 . In deze plaatsen werden districtsafdelingen opgericht <strong>die</strong> als onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-<br />

Groot-Antwerpen fungeerden. De negende districtsafdeling werd gevormd door de reeds sinds lang met<br />

Antwerpen gefuseerde dorpen Berendrecht en Zandvliet. Boven<strong>die</strong>n had dit de afschaffing <strong>van</strong> de<br />

districten Antwerpen en Berchem-Borgerhout en de wijziging <strong>van</strong> het district Ekeren in district Kapellen<br />

tot gevolg 344 .<br />

Deze archiefstukken bevonden zich tussen het archiefmateriaal dat in 1993 naar het Liberaal<br />

Archief werden overgebracht. Uit de stukken komen de belangrijkste bevoegdheden zeer goed tot uiting,<br />

met name de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen en het aanduiden <strong>van</strong><br />

vertegenwoordigers in stedelijke instellingen.<br />

Voor de gebruikers <strong>van</strong> dit archief moet worden gewaarschuwd voor verwarring tussen de<br />

PVV-afdeling Antwerpen-stad, de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen-stad. Voor<br />

1982 is de situatie vrij duidelijk, vermits op dat moment enkel de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond.<br />

Pas na de Antwerpse fusie wordt de toestand ingewikkelder. Voor Antwerpen in zijn geheel werd de<br />

PVV-Groot-Antwerpen opgericht, terwijl de districtsafdeling alle inwoners verenigde <strong>van</strong> de vroegere<br />

gemeente Antwerpen. De verwarring nam echter vooral toe door het gebruik <strong>van</strong> verschillende<br />

benamingen. Zo werd de districtsafdeling ook PVV-stad Antwerpen of PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />

genoemd. PVV-Groot-Antwerpen dan weer werd zeer vaak kortweg PVV-Antwerpen genoemd.<br />

2.4.3.2. Inventaris<br />

1. Dossier betreffende de voorbereiding <strong>van</strong> de in 1988 gehouden gemeenteraadsverkiezingen.<br />

1988. 1 omslag.<br />

2. Roosters betreffende de uitslagen per stemopnemingsbureau <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen.<br />

1988. 1 omslag.<br />

3. Ingekomen brieven betreffende de door de districtsafdelingen aangeduide vertegen-woordigers<br />

voor de Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs. 1984 345 . 2 stukken.<br />

343 Voor bevoegdheden en werking <strong>van</strong> PVV-Groot-Antwerpen, verwijzen we naar het reglement : LA, Plaatselijk<br />

Liberalisme, Antwerpen 133; en de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />

344 Hiervoor verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> (vorig hoofdstuk) en naar Malvoz en Verbist, 589 gemeenten, 5 en 33.<br />

345 Deze stukken zaten in het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen-Arrfed. De reden daarvoor is wellicht<br />

te zoeken in het feit dat ze aan Lode Stieltjens - de bestendige secretaris <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - werden<br />

toegestuurd met de vraag om de namen <strong>van</strong> de vertegenwoordigers door te geven aan de schepen.


2.4.4. STUKKEN VAN LP-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />

2.4.4.1. Inleiding<br />

INDICES PPP -<br />

De LP-afdeling Antwerpen-stad was de voorloper <strong>van</strong> de gelijknamige afdeling <strong>van</strong> de PVV. Organisatie<br />

en werking waren grotendeels gelijklopend met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling 346 .<br />

De documenten <strong>die</strong> in de lijst <strong>van</strong> documentatie zijn opgenomen bevonden zich oorspronkelijk<br />

in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Voor wat het adressenregister betreft moet enig<br />

voorbehoud worden gemaakt. Aan de hand <strong>van</strong> de datering en de woonplaatsen <strong>van</strong> de voorkomende<br />

personen lijkt het er sterk op dat dit archiefbestanddeel moet zijn gevormd door de Antwerpse afdeling<br />

<strong>van</strong> de LP. Zekerheid hieromtrent is er echter geenszins.<br />

De documentatie- en knipselmappen <strong>van</strong> hun kant werden naar alle waarschijnlijkheid<br />

bijeengebracht ten tijde <strong>van</strong> de LP, maar werden mogelijk nog gebruikt door de PVV-afdeling. Temeer<br />

daar de stukken dateren uit de periode 1958-1962; vlak voor en tijdens de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV<br />

dus. We opteerden ervoor de stukken hier te beschrijven gezien het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling<br />

Antwerpen-Stad in hoofdzaak bestaat uit archiefmateriaal uit de periode 1967-1982.<br />

2.4.4.2. Inventaris<br />

1. Alfabetisch adressenregister. [Opgesteld ca. 1945, bijgehouden tot ca. 1956]. 1 deel.<br />

---. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970 347 .<br />

2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie<br />

1. Documentatiemap betreffende socialistische partij en vakbond. 1960-1961. 1 omslag.<br />

2. Knipselmap betreffende de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1961. 1961. 1 omslag.<br />

3. Knipselmap betreffende de verkiezingsuitslagen. 1961. 1 omslag.<br />

4. Documentatiemap betreffende de politieke actualiteit. 1961-1962. 1 omslag.<br />

5. Documentatiemap betreffende de stad Antwerpen. 1958-1961. 1 omslag.<br />

346 Voor meer informatie verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />

347 Archief PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35.


2.4.5. STUKKEN VAN DE PVV-VROUWEN VAN ANTWERPEN-STAD<br />

2.4.5.1. Inleiding<br />

INDICES QQQ -<br />

De PVV beschikte eveneens over een vrouwenorganisatie, <strong>die</strong> vooral de vrouwenbelangen binnen de<br />

liberale beweging verdedigde. Op het plaatselijke vlak was deze vaak weinig uitgebouwd. Dat komt<br />

onder meer tot uiting in Antwerpen. Een aantal stukken <strong>die</strong> door de vrouwenafdeling werden gevormd,<br />

werden immers bewaard door de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. <strong>Het</strong> gaat echter duidelijk om stukken <strong>die</strong><br />

door de vrouwen werden gevormd en <strong>die</strong> te vinden waren in twee verschillende omslagen uit dat<br />

archief. Vermits het om de originele stemformulieren gaat moeten en kunnen deze niet anders worden<br />

beschouwd dan als archief dat gevormd werd door de vrouwenafdeling.<br />

2.4.5.2. Inventaris<br />

1. Dossier betreffende de tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 16 maart 1975 gehouden<br />

bestuursverkiezing. 1975. 1 omslag.<br />

2. Stemformulieren betreffende de op 16 maart 1975 gehouden bestuursverkiezing. 16/3/1975.<br />

1 omslag.


2.4.6. STUKKEN VAN DE LIBERALE EN GRONDWETTELIJKE VERENIGING VAN ANTWERPEN<br />

2.4.6.1. Inleiding 348<br />

INDICES RRR -<br />

In 1857 werd de franskiljonse Association Libérale et Constitionelle d'Anvers - kortweg Association Libérale -<br />

opgericht 349 . <strong>Het</strong> betrof meer bepaald de oudste politieke liberale vereniging te Antwerpen <strong>die</strong> in eerste<br />

instantie de verfranste Antwerpse burgerij vertegenwoordigde. Vele actieve leden waren overigens <strong>van</strong><br />

vreemde komaf. Haar invloed reikte verder dan de stadsgrenzen, waardoor ALCA - naast andere - als<br />

een soort <strong>van</strong> arrondissementele vereniging kon worden gezien. Binnen de Vereenigde Liberalen vormde<br />

zij de machtigste groep, wat onder meer tot uiting kwam in de plaatsen op de verkiezingslijsten <strong>die</strong> door<br />

haar werden bezet. Na de tweede wereldoorlog verdween de onafhankelijke status, <strong>die</strong> tot dan in stand<br />

was gehouden, door de oprichting <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>die</strong><br />

de oude liberale korpsen als LGVA en Liberale Volkspartij HUZ bv. onder haar verenigde als afdelingen.<br />

Toch bleef de Liberale Assocatie meestal de voorzitter <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie leveren. Pas met<br />

de oprichting <strong>van</strong> de PVV werd LGVA een onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad en nam<br />

haar belang sterk af.<br />

De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven en door deze vereniging werden gevormd<br />

moeten precies gezien worden in de tanende macht <strong>van</strong> <strong>die</strong> franstalige burgerij in de loop <strong>van</strong> de jaren<br />

vijftig. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> door de vereniging aan haar leden waren opgestuurd, maar wegens<br />

foute, onvolledige adressen en dergelijke meer door de post naar de afzender werden teruggestuurd. De<br />

betekenis <strong>van</strong> de bescheiden kon maar met moeite worden achterhaald. Slechts één document immers<br />

was een circulaire <strong>van</strong> LGVA. Voor het overige ging het om een circulaire <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen en diverse stukken zonder aanduiding <strong>van</strong> een vereniging :<br />

verkiezingspropaganda voor jonge liberalen, een circulaire betreffende de poll en een modelstemformulier.<br />

Wij reconstrueerden dit als volgt. Ten gevolge <strong>van</strong> de kiescampagne <strong>van</strong> 1958 was er een<br />

tweestrijd ontstaan tussen de oude behoudsgezinde Liberale Associatie en jongere Vlaamse kandidaten<br />

<strong>die</strong> door anderen werden gesteund. Om haar eigen kandidaat nogmaals een hart onder de riem te<br />

steken werden alle leden aangeschreven om ze te overtuigen voor de juiste persoon te stemmen. De<br />

verkiezingspropaganda <strong>die</strong> tegen haar kandidaat was gericht, werd als bewijsmateriaal mee<br />

opgezonden. Pas nadat deze betekenis was achterhaald, kon dit bestanddeel worden afgescheiden.<br />

2.4.6.2. Inventaris<br />

1. Circulaire aan de leden betreffende de poll <strong>van</strong> 19 januari 1958 in het kader <strong>van</strong> de verkiezingen.<br />

Met bijlagen. [1958]. 1 omslag.<br />

348 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong>.<br />

349 De Nederlandstalige benaming was Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen of Liberale Vereniging. Voor<br />

meer informatie verwijzen we naar Goovaerts, De radikale liberalen, 1 en 68; Luyten, De 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />

Antwerpen', 38.


2.4.7. STUKKEN VAN DE BELGISCHE LIBERALE MIDDENKLASSE, ANTWERPEN<br />

2.4.7.1. Inleiding<br />

INDICES SSS -<br />

De Belgische Liberale Middenklasse was de nationale liberale organisatie voor de middenstand met als<br />

doelstelling de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> industrie, handel, ambachten, vrije beroepen,<br />

eigenaars en burgerij. Dit was overigens ook de ondertitel <strong>van</strong> het maandelijkse tijdschrift dat door de<br />

Antwerpse geleding <strong>van</strong> deze vereniging werd uitgegeven onder de benaming Liberale Middenklasse<br />

<strong>van</strong>af 1958. Net zoals zovele andere <strong>verenigingen</strong> was zij gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17 en één <strong>van</strong><br />

de vele korpsen <strong>die</strong> deel uitmaakten <strong>van</strong> de liberale arrondissementsfederatie.<br />

De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, hadden initieel niet het opzet te berusten onder<br />

deze vereniging. <strong>Het</strong> gaat immers om brieven en circulaires <strong>die</strong> werden verstuurd naar leden, maar<br />

<strong>van</strong>wege overlijden, foutief of onvolledig adres naar de afzender werden teruggestuurd. Juist omdat ze<br />

werden teruggestuurd zullen ze niet echt als archief zijn beschouwd door de archiefvormer en wellicht<br />

raakten ze mede daardoor afgedwaald 350 .<br />

De ordening riep enige moeilijkheden op vermits niet elke geadresseerde dezelfde stukken<br />

moet hebben gekregen, maar niet helemaal meer kon worden achterhaald welke stukken wel en welke<br />

niet samen werden verzonden. Aangezien alle stukken het BLM-congres <strong>van</strong> 17 december 1958 en de er<br />

onmiddellijk op volgende poll <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen betroffen, besloten we één<br />

bestanddeel te vormen. Daarnaast vonden we ook nog een aantal fotonegatieven terug <strong>die</strong> werden<br />

gebruikt voor publicatie in het tijdschrift.<br />

2.4.7.2. Inventaris<br />

1. Stukken betreffende BLM-congres en arondissementele poll <strong>van</strong> de Liberale Partij. 1958.<br />

1 omslag.<br />

2.4.7.3. Documentatie<br />

1. Foto's. Z.d. Negatieven.<br />

350 De bescheiden bevonden zich tussen de archiefstukken <strong>van</strong> de PVV-arrondissemensfederatie Antwerpen, beschreven in<br />

schenkingslijst 1992/249.


2.4.8. STUKKEN VAN CHARLES DE WEZE<br />

2.4.8.1. Inleiding 351<br />

INDICES TTT -<br />

De figuur <strong>van</strong> Charles De Weze speelde bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit archieffonds een centrale rol. Hij<br />

bekleedde immers één of meerdere functies bij de meeste <strong>van</strong> de hier aangehaalde archiefvormers. De<br />

belangrijkste voor dit archieffonds was ongetwijfeld de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie <strong>van</strong> achtereenvolgens LP en PVV, <strong>die</strong> hij <strong>van</strong> 1960 tot 1975 uitoefende. Voor<br />

de arrondissementsfederatie werd hij in de jaren tachtig secretaris-generaal, respectievelijk voorzitter.<br />

Binnen de PVV-afdeling Antwerpen-stad was zijn rol iets bescheidener. De functies <strong>die</strong> hij daar waarnam<br />

waren ondermeer penningmeester en secretaris-generaal. Zijn invloed op een aantal <strong>archieven</strong> kan<br />

m.a.w. moeilijk worden onderschat.<br />

Hieronder volgt een gedeelte <strong>van</strong> zijn persoonlijk archief dat werd gerecupereerd uit het archief<br />

<strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis en nog iets meer over zijn carrière prijsgaf. Charles De Weze begon zijn<br />

loopbaan als voorzitter <strong>van</strong> de Liberale Jonge Wacht <strong>van</strong> Mortsel. Sinds 1977 zetelt hij als<br />

provincieraadslid. Een functie <strong>die</strong> hij nog steeds bekleedt. In 1985 bv. waren zijn functies de volgende :<br />

commissaris bij de huisvestingsmaatschappij De Goede Woning, penningmeester <strong>van</strong> het Algemeen<br />

Kledingwerk voor Antwerpen's Scholen, penningmeester <strong>van</strong> het Antwerpse Willemsfonds en als<br />

fractieleider lid <strong>van</strong> de toezichtscommissie <strong>van</strong> het UZ-Antwerpen 352 .<br />

Aan de ordening <strong>van</strong> de archivalia werd geen verandering aangebracht omdat we over te<br />

weinig materiaal en gegevens beschikten om dit op een gefundeerde wijze te doen. Nochtans kan<br />

worden gesteld dat de huidige ordening hoegenaamd geen toonbeeld <strong>van</strong> duidelijkheid is. De<br />

briefwisseling <strong>van</strong> de jaren zeventig bv. werd <strong>van</strong>af eind 1976 alfabetisch geclasseerd in twee<br />

verschillende series <strong>die</strong> mekaar qua periode voor meer dan de helft overlappen. Boven<strong>die</strong>n bevinden<br />

zich hierin zowat alle ingekomen of kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken. Anderzijds maakte Charles De Weze<br />

evenmin onderscheid tussen persoonlijk en verenigingsarchief. De vermenging is echter te groot om ze<br />

op een relatief eenvoudige manier ongedaan te maken.<br />

2.4.8.2. Inventaris<br />

1-6. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1961, 1974-1979.<br />

2 pakken en 4 omslagen.<br />

1. 1961-1962. 1 omslag.<br />

2. Chronologisch geordend. 2/1974-12/1976. 1 pak.<br />

3. Alfabetisch geordend, A-J. 4/1977-4/1979. 1 pak.<br />

4. Alfabetisch geordend, J-Z. 10/1976-3/1979. 1 omslag.<br />

5. Alfabetisch geordend, A-P. 5/1976-3/1978. 1 omslag.<br />

6. Alfabetisch geordend, P-Z. 9-1976-12/1977. 1 omslag.<br />

7. Dossier betreffende de kiescampagne <strong>van</strong> 1978. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />

351 Voor meer informatie over de rol <strong>van</strong> Charles De Weze in dit archieffonds, verwijzen we naar de eerste twee<br />

hoofdstukken <strong>van</strong> deel 2 en naar deel 3.<br />

352 Zie Antwerpen Metropool <strong>van</strong> 13/10/1985, p. 4.


2.4.9. STUKKEN VAN CAMILLE PAULUS<br />

2.4.9.1. Inleiding<br />

INDICES UUU -<br />

Camille Paulus was voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV <strong>van</strong> 15<br />

september 1973 tot 3 februari 1978. <strong>Het</strong> is in dat verband dat we de aanwezigheid <strong>van</strong> de beschreven<br />

stukken moeten zien. De stukken onder inventarisnummer 1 dateren uit de periode <strong>van</strong> zijn<br />

voorzitterschap. De brieven waren specifiek aan hem en zijn familie gericht, het is echter niet<br />

denkbeeldig dat hij deze <strong>van</strong>uit zijn functie en in naam <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie beantwoordde.<br />

Dit kan echter niet gelden voor de nieuwjaarswensen voor 1979, toen hij de functie al bijna een vol jaar<br />

had afgelegd. <strong>Het</strong> is meer bepaald om <strong>die</strong> reden dat we besloten deze stukken toch als persoonlijk<br />

archief te beschouwen. Deze stukken werden neergelegd in 1992 en werden samen met de stukken <strong>van</strong><br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen beschreven in schenkingslijst 1992/249.<br />

2.4.9.2. Inventaris<br />

1. Nieuwjaarskaarten voor 1977 aan de familie Paulus. [1976-1977]. 1 pak.<br />

2. Nieuwjaarskaarten voor 1979 aan de familie Paulus. [1978-1979]. 1 omslag.


2.4.10. STUKKEN VAN HET JAN VAN RIJSWIJCKCENTRUM VZW<br />

2.4.10.1. Inleiding<br />

INDICES VVV -<br />

<strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum werd in 1972 opgericht als een onafhankelijk centrum voor sociaal<br />

hulpbetoon en maatschappelijk welzijn. In de eerste jaren was de maatschappelijke zetel gevestigd in de<br />

Hertoginstraat. M.a.w. in hetzelfde gebouw als de PVV-afdeling Antwerpen Stad. Pas <strong>van</strong>af 1981<br />

scheidden de wegen <strong>van</strong> deze twee instellingen toen het Jan Van Rijswijckcentrum naar de<br />

Minderbroedersrui verhuisde. <strong>Het</strong> verband tussen de beide was overigens aanzienlijk, vermits het Jan<br />

Van Rijswijckcentrum juist onder de impuls <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling werd opgericht 353 .<br />

<strong>Het</strong> hoeft dan ook niet te verwonderen dat een aantal stukken <strong>die</strong> door het sociaal centrum<br />

werden gevormd vermengd raakten met archivalia <strong>van</strong> de stadsafdeling of minstens samen bewaard<br />

bleven. Dat is in eerste instantie het geval met het steekkaartenregister <strong>van</strong> de bibliotheek. Aan de hand<br />

<strong>van</strong> een publikatie waarop een stempel <strong>van</strong> het Jan <strong>van</strong> Rijswijckcentrum en codes <strong>die</strong> overeenkwamen<br />

met de fiche <strong>van</strong> <strong>die</strong> publikatie kon worden achterhaald dat dit bestanddeel gevormd werd door het<br />

centrum in het kader <strong>van</strong> haar opdrachten, met name sociaal <strong>die</strong>nstbetoon 354 . De bewijsstukken waren<br />

verkeerdelijk terechtgekomen in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Maar reeds in 1975<br />

werd daarop gewezen door de controleur <strong>van</strong> de boekhouding <strong>van</strong> de stadsafdeling 355 .<br />

Voor meer informatie kunnen de jaarverslagen worden geraadpleegd <strong>die</strong> gedeeltelijk op het<br />

Liberaal Archief worden bewaard 356 .<br />

2.4.10.2. Inventaris<br />

1. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973-1974. 1 omslag.<br />

2. Catalogus <strong>van</strong> de bibliotheek. Z.d. 1 kaartsysteem.<br />

353 Piet Van Roe - voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - was tevens voorzitter <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum<br />

<strong>van</strong>af zijn ontstaan : Liberale VZW's, 11.<br />

354 <strong>Het</strong> blijft echter mogelijk dat de bibliotheek gezamenlijk bezit was <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong> met zetel in de<br />

Hertoginstraat 16.<br />

355 Zie de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />

356 Liberale VZW's, 13.


2.4.11. STUKKEN VAN DE ANTWERPSE CULTURELE KRING<br />

2.4.11.1. Inleiding<br />

INDICES WWW -<br />

Er bestaat absoluut geen zekerheid over de identiteit <strong>van</strong> de archiefvormer <strong>van</strong> de hieronder beschreven<br />

archivalia. Een aantal archiefbestanddelen <strong>die</strong> tussen de andere archiefstukken zaten bleken enkele galaavonden<br />

te betreffen <strong>die</strong> werden ingericht ten voordele <strong>van</strong> de liberale jeugdorganisatie De Knapzak/La<br />

Besace. Deze feesten vonden alle plaats in de Koningin Elisabethzaal aan het Koningin Astridplein te<br />

Antwerpen. De Antwerpse Culturele Kring was wellicht een éénmansorganisatie <strong>van</strong> de liberaal<br />

Raymond Remael. Wellicht richtte deze man allerhande feesten in, waarvoor hij een drijfveer nodig had;<br />

in dit geval De Knapzak.<br />

Hoe deze stukken in het Liberaal Huis verzeilden is ons niet erg duidelijk. Zowel Raymond<br />

Remael als het ACK bleken immers gehuisvest te zijn op de Jan Van Rijswijcklaan, 191. Raymond<br />

Remael was echter wel lid <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie 357 .<br />

2.4.11.2. inventaris<br />

1-4. Dossiers betreffende gala-avonden. 1962-1964. 4 omslagen.<br />

1. De op 5 december 1962 gehouden Edith Piaf-avond. 1962-1963.<br />

2 De op 8 mei 1963 gehouden Gala-avond Yves Montand. 1963.<br />

3. De op 13 december 1963 gehouden Charles Aznavour-avond. 1962-1963.<br />

4. <strong>Het</strong> op 16 april 1964 gehouden optreden <strong>van</strong> vader en zoon Fernandel. 1964.<br />

357 Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, ledenstaten.


2.4.12. STUKKEN VAN HET REISAGENTSCHAP LOTUS<br />

2.4.12.1. Inleiding<br />

INDICES XXX -<br />

Volgens gegevens <strong>die</strong> ons werden meegedeeld dooor Luc Pareyn - archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief -<br />

zou Lotus een reisagentschap zijn geweest dat nauw verbonden was met de familie Hoste en dus met de<br />

krant <strong>Het</strong> Laatste Nieuws. Volgens onze bron waren de kantoren er<strong>van</strong> veelal gevestigd in de onmiddellijke<br />

omgeving <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> het dagblad. De familie Hoste zou doorgaans beroep gedaan hebben op<br />

deze maatschappij, zowel voor persoonlijke als voor zakelijke reizen.<br />

Aangezien deze archiefstukken in dit archieffonds voorkomen kunnen we er <strong>van</strong> uitgaan dat<br />

Lotus een tijdlang op de Kome<strong>die</strong>plaats gevestigd moet geweest zijn. Een andere mogelijkheid is<br />

evenwel dat de stukken mee werden verhuisd met de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Hertoginstraat kwamen. <strong>Het</strong><br />

achtergelaten materiaal beperkt zich immers tot 1 deel, bestaande uit 2 bestanddelen. De redactie <strong>van</strong> de<br />

stukken is echter allerminst duidelijk of éénvormig. Wellicht werden ze gebruikt als klad, onder meer<br />

met het oog op het opstellen <strong>van</strong> de boekhouding.<br />

3.4.12.2. Inventaris<br />

1. Klantenregister. Ca. 1980. Klad (?). 1 deel.<br />

--- Staat <strong>van</strong> klanten. Klad (?) 358 .<br />

358 Zie inventarisnummer 1.


2.3.4. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN EERST VRIJHEID EN EERST VRIJ<br />

2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrijheid<br />

1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

1.2. Stukken betreffende de financiën<br />

1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />

1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />

2. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij<br />

2.3.4.2. Inleiding<br />

2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen<br />

EERST VRIJ(HEID) A -<br />

<strong>Het</strong> bestaan <strong>van</strong> het liberale maandblad Eerst Vrijheid was <strong>van</strong> zeer korte duur; namelijk slechts een<br />

tweetal jaren. Over de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons echter nauwelijks iets bekend. We beschikken immers<br />

over geen statuten, reglementen of instructies, noch over andere belangrijke stukken. We konden<br />

evenmin één enkele stu<strong>die</strong> opsporen waarin het tijdschrift nog maar ter sprake kwam. Ook in de Bijlagen<br />

bij het Belgisch Staatsblad kon niets worden gevonden. Eerst Vrijheid moet namelijk een feitelijke<br />

vereniging geweest zijn, zonder rechtspersoonlijkheid m.a.w. Onze informatie kwam dus volledig uit<br />

het archief zelf en uit een aantal nummers <strong>van</strong> het tijdschrift 260 .<br />

Tot de oprichting <strong>van</strong> het tijdschrift moet ten laatste in april 1956 besloten zijn. Eén maand later<br />

rolde het allereerste nummer <strong>van</strong> de persen. Precies twee jaar later verscheen het eerste en meteen ook<br />

laatste nummer <strong>van</strong> de derde jaargang. Nog datzelfde jaar ontstond en verscheen het liberale<br />

maandblad Eerst Vrij dat het resultaat was <strong>van</strong> een fusie tussen het opgedoekte Eerst Vrijheid enerzijds<br />

en Vrij - het orgaan <strong>van</strong> de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de Liberale Jeugd - anderzijds.<br />

De redacties <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij waren gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Beide<br />

tijdschriften kunnen trouwens vooral als een eenmansonderneming worden omschreven. Ze werden<br />

immers hoofdzakelijk door één en dezelfde hoofdredacteur geschreven; met name Karel Poma,<br />

respectievelijk Paul Bludts. Beiden waren vooraanstaande leden <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. <strong>Het</strong> tijdschrift werd dan ook met de steun <strong>van</strong> <strong>die</strong> federatie uitgegeven. Dat valt onder meer<br />

af te leiden uit de aanbevelingsbrief <strong>van</strong> het arrondissementeel Bureel, <strong>die</strong> met de eerste<br />

abonnementsformulieren werd meegezonden 261 . Toch kende Eerst Vrijheid een zekere<br />

onafhankelijkheid <strong>die</strong> tot uiting kwam in de inhoud. De opzet beperkte zich immers niet tot het<br />

behandelen <strong>van</strong> louter Antwerpse onderwerpen. De themata betroffen voornamelijk de algemeen<br />

Belgische politieke toestand. Een belangrijk gevolg daar<strong>van</strong> met het oog op de archiefvorming was dat<br />

de abonnenten niet tot het Antwerpse beperkt bleven. De lezers waren daarentegen verspreid over heel<br />

Vlaanderen, tot in Wallonië toe. Deze situatie en het feit dat de onderwerpen ondanks alles <strong>van</strong>uit een<br />

Antwerps standpunt werden behandeld, leidden in januari 1957 tot de uitgave <strong>van</strong> aparte edities voor<br />

Antwerpen en Mechelen 262 .<br />

In de loop <strong>van</strong> 1958 stierf het maandblad een stille dood. De derde jaargang was echter nog<br />

maar pas ingezet en vele abonnementen waren reeds betaald. Vele klachten over het uitblijven <strong>van</strong><br />

nieuwe nummers volgden en o.a. Frans Grootjans - lid <strong>van</strong> het Directiecomité <strong>van</strong> de Antwerpse<br />

federatie - vond dat het belangrijke initiatief niet zomaar kon verdwijnen 263 . De oplossing werd<br />

260<br />

In de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief bevinden zich enkele nummers.<br />

261 Zie het eerste nummer in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />

262 Op 19 december 1956 werd met de LP-arrondissementsfederatie Mechelen een overeenkomst gesloten geldend voor<br />

één jaar; inventarisnummer 14.<br />

263 Of nog meer bestuursorganen bestonden en over welke bevoegdheden <strong>die</strong> dan wel beschikten, is ons niet bekend.


EERST VRIJ(HEID) B -<br />

gevonden in een samengaan met Vrij, maar dan wel onder een nieuwe naam en met een nieuwe<br />

hoofdredacteur. Op het inhoudelijke vlak bleef deze opvolger voortwerken in de geest <strong>van</strong> Eerst<br />

Vrijheid. De onderwerpen beperkten zich dus niet tot het lokale. Eerst Vrij bleef minimaal tot in 1960<br />

bestaan. Na<strong>die</strong>n verdween echter elk spoor er<strong>van</strong> 264 .<br />

2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

Vermoedelijk is dit archief relatief volledig. <strong>Het</strong> omspant alleszins de volledige periode <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong><br />

het liberale maandblad Eerst Vrijheid. De beperkte om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief is dan te verklaren <strong>van</strong>uit de<br />

korte bestaansperiode. Nochtans <strong>die</strong>nt opgemerkt dat i.v.m. de redactie en de samenstelling <strong>van</strong> het<br />

blad nagenoeg geen archief voorhanden is. Een zelfde opmerking kan worden gemaakt aangaande de<br />

bestuurswerking. Van het Directiecomité dat een aantal keren in de stukken opduikt, ontbreken bv. de<br />

notulen. Naast stukken <strong>die</strong> door Eerst Vrijheid werden gevormd, bevatte dit archief ook materiaal <strong>van</strong><br />

opvolger Eerst Vrij. Wat dat orgaan betreft kunnen we vermoeden dat een deel <strong>van</strong> het archief elders<br />

bewaard moet zijn geweest 265 .<br />

Aanvullende informatie <strong>die</strong> voor het onderzoek over Eerst Vrijheid <strong>van</strong> belang kan zijn, zal in de<br />

eerste plaats gezocht moeten worden in de tijdschriftnummers. Anderzijds mag ook het archief <strong>van</strong> de<br />

LP-arrondissementsfederatie Antwerpen niet worden vergeten.<br />

2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De archiefstukken <strong>die</strong> hieronder worden geïnventariseerd, bevonden zich tussen de archivalia <strong>van</strong> de<br />

LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, beschreven in schenkingslijst 1992/250. Nadat we deze stukken<br />

<strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> het archief hadden kunnen afscheiden, bleken deze archivalia stukken te bevatten <strong>die</strong><br />

gevormd werden door Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Eén mogelijke optie; de beide archiefvormers<br />

afzonderlijk behandelen, werd afgewezen <strong>van</strong>wege de verstrengeling <strong>van</strong> beide archiefvormers in de<br />

overgangsperiode 266 . Dit fenomeen doet sterk denken aan de overlappingen <strong>die</strong> bestonden in de<br />

<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. In dit geval werd de moeilijkheid echter<br />

vooral bepaald door het gebrek aan kennis over de beide archiefvormers en over Eerst Vrij in het<br />

bijzonder. Om <strong>die</strong> reden leek het ons onzinnig om zomaar bestanddelen waarin stukken <strong>van</strong> beide<br />

archiefvormers figureerden <strong>van</strong> elkaar te scheiden. <strong>Het</strong> leek ons logischer daarmee te wachten tot aan<br />

de hand <strong>van</strong> meer gegevens of door het opsporen <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> een betere kijk zou<br />

kunnen worden verkregen. Nog andere elementen bemoeilijkten het afzonderen <strong>van</strong> beide <strong>archieven</strong>.<br />

We denken hierbij aan het verderzetten <strong>van</strong> de reeds betaalde abonnementen door Eerst Vrij, het<br />

gebruik <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer, ... Daarom ook oordeelden we het verstandiger beide <strong>archieven</strong><br />

in één inventaris te behandelen. In <strong>die</strong> inventaris komt het onderscheid tussen de beide archiefvormers<br />

uiteindelijk toch duidelijk tot zijn recht. De eerste afdeling behandelt immers <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong> enkel<br />

en alleen betrekking hadden op en gevormd werden door Eerst Vrijheid. Onder de tweede afdeling vindt<br />

men de stukken <strong>die</strong> het oprichten <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij aangaan - gevormd door beide bladen -<br />

en/of stukken <strong>die</strong> enkel door Eerst Vrij werden gevormd. Op deze wijze werd zo goed mogelijk het<br />

onderscheid aangegeven tussen beide archiefvormers, zonder de oorspronkelijk gevormde<br />

bestanddelen geweld aan te doen.<br />

De oorspronkelijke orde <strong>van</strong> dit archief was qua kwaliteit ongelijk. Sommige bestanddelen<br />

vormden een duidelijke eenheid. andere mappen daarentegen konden niet anders dan worden<br />

opgesplitst. Belangrijker en vaak moeilijker was echter het herstellen <strong>van</strong> de band tussen de<br />

archiefbestanddelen en het achterhalen <strong>van</strong> de betekenis er<strong>van</strong>. Enkele stukken zoals de klappers op<br />

briefwisseling en abonnentenregister en dit register zelf, vormden hierbij belangrijke stukken in de<br />

puzzel. De briefwisseling werd gewoon chronologisch bewaard. In de rechterbovenhoek <strong>van</strong> de brieven<br />

264 De tijdschriftnummers op het Liberaal Archief zijn zelfs beperkt tot het allereerste nummer. Mogelijk werd het al precaire<br />

bestaan <strong>van</strong> het blad totaal onmogelijk door de omvorming <strong>van</strong> de LP tot PVV.<br />

265 Mogelijk bewaarde hoofdredacteur Paul Bludts het archief.<br />

266 Inventarisnummer 18.


EERST VRIJ(HEID) C -<br />

werd een volgnummer in zwarte inkt aangebracht, ongeacht het uitgaande dan wel ingekomen stukken<br />

betrof 267 . In eerste instantie werden uitgaande en ingekomen brieven bij elkaar gehouden en ze kregen<br />

dan ook hetzelfde nummer. Algauw werd ingezien dat dit systeem de chronologie niet <strong>die</strong>nde en werd<br />

voor een puur chronologische ordening geopteerd. De nummers op de brieven komen terug in de<br />

klapper op de briefwisseling, <strong>die</strong> enkel correspondenten vermeldde. Omwille <strong>van</strong> het feit dat de brieven<br />

op volgorde <strong>van</strong> dat doorlopende nummer werden geordend, leek het ons niet opportuun om <strong>die</strong> eerste<br />

brieven <strong>die</strong> tegen de chronologie ingaan, te herordenen. Zo zou het nummeringssysteem voor <strong>die</strong><br />

enkele brieven immers onbruikbaar worden. De briefwisseling zat dus puur chronologisch, waardoor<br />

de verbanden tussen de verschillende stukken natuurlijk verloren gingen. Deze verbanden werden door<br />

de archiefvormer enigszins hersteld door de alfabetische naamindex, maar boven<strong>die</strong>n bedacht <strong>die</strong>gene<br />

<strong>die</strong> voor het archief verantwoordelijk was nog een ander handigheidje, waardoor het constante<br />

raadplegen <strong>van</strong> de index niet nodig was. Op de brieven werden in een later stadium immers nog andere<br />

nummers in rood of zwart opgegeven, <strong>van</strong> elkaar gescheiden door een breukstreep. <strong>Het</strong> bovenste cijfer<br />

verwijst naar de vorige brief <strong>van</strong> of aan dezelfde correspondent, het nummer onder de breukstreep naar<br />

de volgende brief met dezelfde correspondent. Dit betekent dat wanneer één <strong>van</strong> of beide cijfers<br />

ontbreken, geen voorgaande en/of volgende brieven meer voorkomen.<br />

De stukken <strong>die</strong> de briefwisseling betreffen zijn het meest algemeen en komen dan ook bovenaan<br />

in de ordening in een eerste onderdeel voor. Ze worden gevolgd door de financiële stukken : dagboeken<br />

en bijlagen bij de boekhouding. Eén en hetzelfde deel werd gebruikt voor twee dagboeken; dat <strong>van</strong> de<br />

kas en dat <strong>van</strong> de postrekening. De bewijsstukken werden door de archiefvormer in tegenstelling met<br />

de dagboeken opgesplitst volgens ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. Beide bestanddelen zaten in één omslag,<br />

maar werden wel door een scheidingsblad uit mekaar gehouden. Dezelfde omslag bevatte overigens<br />

nog andere stukken <strong>die</strong> alles te maken hadden met de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad, met name<br />

het redigeren <strong>van</strong> een tijdschrift. De dagelijkse afschriften <strong>van</strong> de postrekening bevatten zoals steeds<br />

bewijsstukken in bijlage. Zoals hoger in de inleiding werd gesteld, bleef de redactie <strong>van</strong> Eerst Vrij<br />

gebruik maken <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer als haar voorganger. De dagafschriften eindigden dan<br />

ook niet in het midden <strong>van</strong> 1958. De geperforeerde stukken <strong>die</strong> dus ooit in één of andere map moeten<br />

hebben samengezeten, waren zoals wij ze aantroffen echter volledig los. Vermits de originele orde niet<br />

meer te achterhalen valt, besloten we de dagafschriften op te splitsen naar gelang ze gevormd werden<br />

door de ene of de andere archiefvormer. In juli 1958 was overigens een duidelijke breuk aanwezig. Voor<br />

<strong>die</strong> maand werd immers geen enkel dagafschrift aangemaakt. Verder splitsten we de dagafschriften <strong>van</strong><br />

Eerst Vrijheid om reden <strong>van</strong> handelbaarheid op per jaar.<br />

In een derde afdeling volgen de stukken <strong>die</strong> de abonering betreffen. Net zoals dat bij de<br />

briefwisseling het geval was vonden we een klapper waar<strong>van</strong> we via de gegevens <strong>die</strong> erin waren<br />

vermeld, konden achterhalen dat <strong>die</strong> op het abonnentenregister betrekking had. Hierin werden de<br />

personen en <strong>verenigingen</strong> aangeduid <strong>die</strong> op het tijdschrift hadden ingeschreven met opgave <strong>van</strong> datum<br />

en wijze <strong>van</strong> betaling. In <strong>die</strong> laatste kolom werd via codes duidelijk gemaakt of cash aan de kas (K)<br />

betaald was of daarentegen via een overschrijving op postrekening (C). Boven <strong>die</strong> code werd meestal<br />

ook de datum <strong>van</strong> betaling opgetekend. Al deze gegevens verwijzen m.a.w. naar de data <strong>die</strong> zijn<br />

vastgelegd in kasboek, respectievelijk dagboek <strong>van</strong> de postrekening.<br />

Vervolgens komen de stukken <strong>die</strong> de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad betreffen, met<br />

name de redactie <strong>van</strong> een krant, aan bod. Hierbij werden verschillende bestanddelen door ons<br />

samengesteld. In één omslag zaten, samen met de reeds vermelde bewijsstukken, immers meerdere<br />

archiefstukken <strong>van</strong> diverse redactie èn documentatie. <strong>Het</strong> resultaat daar<strong>van</strong> is te vinden in<br />

inventarisnummers 15, 16 en 17 en in de lijst <strong>van</strong> documentatie. Deze creatie <strong>van</strong> bestanddelen valt op<br />

diverse wijzen te verantwoorden. Ten eerste waren een aantal nieuwe bestanddelen reeds in de<br />

oorspronkelijke staat <strong>van</strong> elkaar gescheiden door scheidingsbladen. Documentatiemateriaal zat zomaar<br />

tussen andere stukken zonder dat er een duidelijke inhoudelijke band bestond. Tot slot behoorden een<br />

aantal stukken overduidelijk niet samen en andere wel. Zo bevatte de originele map naast curricula<br />

vitae <strong>die</strong> duidelijk waren ont<strong>van</strong>gen met het oog op de redactie <strong>van</strong> artikels, modelstukken of<br />

formulieren <strong>die</strong> waren opgemaakt ter vereenvoudiging <strong>van</strong> de dagelijkse werking.<br />

267 Inventarisnummers 1-3.


EERST VRIJ(HEID) D -<br />

<strong>Het</strong> tweede archiefje bestaat uit stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op maandblad Eerst Vrij. Naast<br />

de dagafschriften <strong>van</strong> na juli 1958, vinden we hier ook een dossier terug dat door beide bladen samen<br />

werd gevormd. <strong>Het</strong> dossier betreft de overgangsperiode <strong>van</strong> het ene tijdschrift naar het andere en de<br />

eerste levensmaanden <strong>van</strong> Eerst Vrij. We opteerden ervoor dit bestanddeel niet op te splitsen, gezien de<br />

reden <strong>van</strong> de vorming er<strong>van</strong> niet helemaal duidelijk is. Vermits het grootste aantal stukken door Eerst<br />

Vrij werden gevormd en omdat de stukken <strong>die</strong> oorspronkelijk door Eerst Vrijheid werden gevormd<br />

misschien als retroacta kunnen worden beschouwd, beslisten we dit bestanddeel hier te plaatsen. Zoals<br />

reeds hoger werd aangehaald, kan eventuele bijkomende informatie nieuw licht werpen op de<br />

archiefvorming. Dientengevolge is deze ordening voor verbetering vatbaar en onder enig voorbehoud.


2.3.4.3. Eigenlijke inventaris<br />

EERST VRIJ(HEID) E -<br />

1. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJHEID<br />

1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

1-3. Briefwisseling over diverse onderwerpen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />

1. 1956.<br />

2. 3/1-24/12/1957.<br />

3. 28/12/1957-24/4/1958.<br />

4. Klapper op de briefwisseling. [1956, aangevuld tot 1958]. 1 deel.<br />

1.2. Stukken betreffende de financiën<br />

5. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958. 1 deel.<br />

--- Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958 268 .<br />

6-7. Bewijsstukken. 1956-1958. 2 omslagen.<br />

6. Betreffende ont<strong>van</strong>gsten. 1956-1958.<br />

7. Betreffende uitgaven. 1956-1958.<br />

8-10. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />

8. 1956.<br />

9. 1957 269 .<br />

10. 1958.<br />

11. Reçu's betreffende betalingen voor jaarabonnementen. 23/4/1958. 1 omslag.<br />

1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />

12. Abonnentenregister met vermelding <strong>van</strong> datum en wijze <strong>van</strong> betaling. Opgemaakt in 1956,<br />

aangevuld tot in 1958. 1 deel.<br />

13. Klapper op het abonnentenregister. [1956-1958]. 1 deel.<br />

14. Dossier betreffende de per gemeente via de post bedeelde exemplaren. 1958. 1 pak.<br />

15. Formulieren. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />

1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />

16. Staten <strong>van</strong> liberale mandatarissen en leden <strong>van</strong> de bestuursorganen uit het Antwerpse<br />

arrondissement. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />

--- Adressenlijst <strong>van</strong> krantenredacties. Z.d 270 .<br />

17. Curricula vitae <strong>van</strong> een aantal vooraanstaande liberalen met het oog op publikatie <strong>van</strong> artikels.<br />

1958. 1 omslag.<br />

2. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJ<br />

18. Dossier betreffende het heropstarten <strong>van</strong> Eerst Vrijheid onder de naam Eerst Vrij. 1958-1959.<br />

1 pak.<br />

19. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />

268 Zie inventarisnummer 5.<br />

269 De dagafschriften <strong>van</strong> mei tot en met december 1957 ontbreken.<br />

270 Zie inventarisnummer 12.


2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />

EERST VRIJ(HEID) F -<br />

1. Knipsels met betrekking tot de weerklank <strong>van</strong> Eerst Vrijheid in de schrijvende pers. 1956-1957.<br />

1 omslag.<br />

2. Foto's <strong>van</strong> liberalen, gebruikt voor publikatie. Z.d. Negatieven.


2.3.5. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN HET PROVINCIAAL KADERINSTITUUT ANTWERPEN<br />

2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />

2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />

2.3.5.2. Inleiding<br />

2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 473<br />

<strong>Het</strong> Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen - kortweg PKI - werd opgericht op 7 januari 1966 als een VZW.<br />

Tijdens de stichtingsvergadering werden onder meer de statuten goedgekeurd en werd een bestuur<br />

aangesteld. De doelstelling <strong>van</strong> het PKI bestond in «...het inrichten <strong>van</strong> cursussen over alle sociale,<br />

economische en culturele onderwerpen. <strong>Het</strong> uitgeven <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>s en perio<strong>die</strong>ken. <strong>Het</strong> uitvoeren <strong>van</strong><br />

stu<strong>die</strong>opdrachten. <strong>Het</strong> inrichten <strong>van</strong> tentoonstellingen en culturele activiteiten. <strong>Het</strong> oprichten <strong>van</strong> een<br />

Kaderschool, een Voorlichtingscentrum en een Stu<strong>die</strong>centrum» 474 . Dit derde artikel <strong>van</strong> de statuten<br />

werd in de loop der jaren een aantal keer gewijzigd, maar nooit fundamenteel. Door de Algemene<br />

Vergadering <strong>van</strong> 5 oktober 1974 werd deze opsomming nog aangevuld en boven<strong>die</strong>n werd vermeld dat<br />

ze niet limitatief was 475 . <strong>Het</strong> PKI leunde sterk aan bij de PVV en nu nog steeds bij de VLD <strong>van</strong> de<br />

Antwerpse arrondissementsfederatie. Zo werden de nieuw verkozen gemeenteraadsleden bv. door het<br />

PKI opgeleid. Sinds 5 februari 1970 was het trouwens bij het Instituut voor Kadervorming (IVK)<br />

aangesloten. Een instelling met een gelijkaardige opdracht op nationaal niveau 476 .<br />

<strong>Het</strong> PKI werd bestuurd door een Raad <strong>van</strong> Beheer waar<strong>van</strong> het ledental tussen 3 en 20 <strong>die</strong>nde te<br />

bedragen. Deze beheerders werden door de Algemene Vergadering verkozen voor 4 jaar. De Raad <strong>van</strong><br />

Beheer zelf stelde in zijn midden een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en eventueel een<br />

ondervoorzitter aan. De belangrijkste bevoegdheden <strong>van</strong> deze raad lagen in het leiden <strong>van</strong> de<br />

vereniging, alsook in het vertegenwoordigen <strong>van</strong> de vereniging in geval <strong>van</strong> rechtszaak. De secretaris<br />

<strong>van</strong> zijn kant werd belast met het dagelijks bestuur. Dit hield, naast het tekenen <strong>van</strong> kwitanties en<br />

ont<strong>van</strong>gstbewijzen, het verzorgen <strong>van</strong> de lopende zaken en de dagelijkse briefwisseling in. Voor<br />

geldverhandelingen daarentegen waren voorzitter en penningmeester samen bevoegd.<br />

Zoals in de doelstelling aangegeven had men de intentie om een aantal instellingen op te richten<br />

binnen het PKI. Precies binnen Kaderschool, Voorlichtingscentrum en Stu<strong>die</strong>centrum <strong>die</strong>nden de<br />

eigenlijke opdrachten <strong>van</strong> de vereniging te worden verwezenlijkt. De drie instellingen werden door één<br />

directeur geleid. Samen met de archivaris hadden zij raadgevende stem in het Bestuurscomité. <strong>Het</strong><br />

betrof hier een adviesorgaan dat vooral op het vlak <strong>van</strong> de practische werking <strong>van</strong> deze instellingen<br />

bevoegdheid had. Een apart reglement dat door de Raad <strong>van</strong> Beheer werd opgemaakt, regelde de<br />

werking <strong>van</strong> Bestuurscomité, de drie genoemde instellingen en het archief 477 . Dat reglement gaat<br />

<strong>die</strong>per in op de practische en eigenlijke werking <strong>van</strong> het PKI. De Kaderschool <strong>die</strong>nde o.a. voor het<br />

vormen <strong>van</strong> personen in <strong>die</strong>nst <strong>van</strong> de PVV; het Voorlichtingscentrum voor het verspreiden <strong>van</strong> en het<br />

organiseren <strong>van</strong> voordrachten i.v.m. de PVV-standpunten en -programma's. Alleen bij de doelen <strong>van</strong><br />

het Stu<strong>die</strong>centrum werd de PVV niet expliciet vernoemd. Een laatste activiteit waarmee het PKI zich<br />

onledig hield, was het bewaren en rangschikken <strong>van</strong> alle documenten <strong>die</strong> tot één <strong>van</strong> de drie<br />

instellingen behoorden. Die taak werd door de archivaris - sinds 1966 Charles De Weze - behartigd.<br />

473 De meeste gegevens komen uit inventarisnummer 1, waarin o.a. de statuten en andere belangrijke stukken.<br />

474 Inventarisnummer 1, statuten 1966, art. 3.<br />

475 Bijlagen BS, 1975, nrs. 131-132.<br />

476 Liberale VZW's, 256.<br />

477 Inventarisnummer 1, z.d.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT H -<br />

<strong>Het</strong> derde en laatste vergaderorgaan <strong>van</strong> het PKI was de Algemene Vergadering. Haar<br />

belangrijkste taken waren het wijzigen <strong>van</strong> statuten, benoemen en ontslaan <strong>van</strong> beheerders, goedkeuren<br />

<strong>van</strong> begroting en rekeningen, de ontbinding <strong>van</strong> de vereniging en uitsluiting <strong>van</strong> leden. Minstens<br />

eenmaal per jaar werden alle leden in deze vergadering samengeroepen.<br />

Volgens artikel 2 <strong>van</strong> de statuten was de zetel <strong>van</strong> het PKI <strong>van</strong> in den beginne gevestigd op het<br />

Kome<strong>die</strong>plein 17. Ook in december 1993 had de vereniging haar kantoren in het Liberaal Huis 478 .<br />

Tussen deze twee data in werd echter enkele malen <strong>van</strong> adres veranderd. In 1984 werd de zetel naar de<br />

Constitutiestraat 53 overgebracht 479 . Slechts drie jaar later werd de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan 164 als zetel<br />

uitgekozen 480 . Sinds 1980 konden overigens ook plaatselijke kernen worden opgericht 481 .<br />

2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

Ons inziens werd het archief door minimum drie verschillende personen bewaard. Enerzijds was er<br />

<strong>van</strong>zelfsprekend de archivaris, maar zijn opdracht beperkte zich tot de drie stu<strong>die</strong>- en<br />

voorlichtingsinstellingen. Belangrijker voor de meer algemene stukken, moet de secretaris geweest zijn.<br />

Uit de archiefstukken blijkt echter dat de penningmeester <strong>van</strong>uit zijn bevoegdheid ook een deel <strong>van</strong> het<br />

archief vormde en bewaarde. De archivalia <strong>die</strong> hieronder worden beschreven betreffen naar alle<br />

waarschijnlijkheid immers het deelarchief <strong>van</strong> penningmeester Robert Bellens, 1966-1978 482 .<br />

Over de rest <strong>van</strong> het archief en de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons nagenoeg niets bekend. We weten<br />

enkel dat de <strong>archieven</strong> in 1993 in principe werden bewaard in het gebouw aan de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan<br />

waar de zetel een tijdlang gevestigd was, terwijl de jaarverslagen worden bewaard op de Cultuur<strong>die</strong>nst<br />

<strong>van</strong> de Provincie Antwerpen 483 . <strong>Het</strong> was dus wellicht niet de bedoeling dat het deelarchief <strong>van</strong> de<br />

penningmeester in het archieffonds dat door deze verzamelinventaris wordt ontsloten, terechtkwam.<br />

Deze stukken werden immers een eerste maal beschreven in schenkingslijst 1992/249 <strong>die</strong> archief <strong>van</strong> de<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behandelde. De verklaring hiervoor zou kunnen te vinden zijn in<br />

het feit dat bij de verhuis <strong>van</strong> het PKI naar de Constitutiestraat niet alle stukken werden meegenomen.<br />

<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de penningmeester dateert immers <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> verhuis, <strong>die</strong> pas in 1984 plaatsvond.<br />

In het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad konden we nog een aantal archiefstukken<br />

afsplitsen en volgens het principe <strong>van</strong> het restauratiebeginsel naar het PKI-archief terugbrengen. Dat<br />

deze stukken in dat archief terechtkwamen is te wijten aan de hechte samenwerking tussen beide<br />

<strong>verenigingen</strong> in de jaren zeventig, vooral op het vlak <strong>van</strong> de persconferenties.<br />

Aanvullende informatie i.v.m. het PKI kan onder meer gevonden worden in de<br />

documentatiedossiers <strong>die</strong> over deze vereniging in het Liberaal Archief worden aangelegd. Voorts mogen<br />

de publikaties <strong>die</strong> het PKI zelf uitgaf, zoals het tijdschrift <strong>Het</strong> Keerpunt niet over het hoofd worden<br />

gezien.<br />

2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De oorspronkelijke ordening <strong>van</strong> het archief dat gevormd werd door de penningmeester bestond<br />

hoofdzakelijk uit twee series. Enerzijds de mappen met dagafschriften, anderzijds een aantal omslagen<br />

met allerlei documenten <strong>van</strong> diverse redactie. We behielden deze twee series <strong>die</strong> duidelijk de<br />

hoofdordening vormden. Enigzins afwijkend daar<strong>van</strong> was de omslag met stukken uit 1966 tot en met<br />

1969 waarin naast allerhande stukken ook dagafschriften voorkwamen. Die stukken werden uit deze<br />

map verwijderd zodat over de volledige periode twee series konden worden gevormd. De<br />

478 <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen, 1. Dit vademecum was overigens één <strong>van</strong> de regelmatig<br />

terugkerende publikaties <strong>die</strong> door het PKI i.s.m. de PVV/VLD werd uitgegeven ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> het Antwerpse liberale<br />

verenigingsleven.<br />

479 Bijlagen BS 1985, nr. 12832.<br />

480 Bijlagen BS 1987, nr. 9569.<br />

481 Bijlagen BS 1980, nr. 2420.<br />

482 M.a.w. de volledige periode waarin hij deze functie uitoefende.<br />

483 Liberale VZW, 255-256.


PROVINCIAAL KADERINSTITUUT - I<br />

dagafschriften uit de eerste jaren ontbraken echter. De mappen met stukken <strong>van</strong> diverse redactie<br />

vertoonden op het eerste zicht geen echte eenheid. <strong>Het</strong> is mogelijk dat penningmeester Robert Bellens<br />

alle archiefstukken <strong>die</strong> door hem in het kader <strong>van</strong> het PKI werden gevormd, bewaarde. Ongeacht of ze<br />

ten persoonlijken titel of <strong>van</strong>uit zijn functie <strong>van</strong> penningmeester werden gevormd. <strong>Het</strong> is echter<br />

evenzeer mogelijk dat <strong>die</strong> bestanddelen enkel stukken bevatten <strong>die</strong> in de loop <strong>van</strong> een bepaalde periode<br />

door de penningmeester werden gebruikt in het kader <strong>van</strong> zijn taken, dat ze m.a.w. alle rechtstreeks of<br />

onrechtstreeks verband hielden met het opmaken <strong>van</strong> de financiële documenten. De bestanddelen<br />

waren intern nauwelijks geordend. Kwam wel enige ordening voor dan was <strong>die</strong> chronologisch. Bij<br />

gebrek aan ander archiefmateriaal en andere informatie lieten we de bestaande ordening zoveel als<br />

mogelijk zoals ze was.<br />

De tweede archiefafdeling bevat enkele dossiers <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> het<br />

Voorlichtingscentrum. Deze stukken werden uit het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad gelicht.<br />

Opmerkelijk is dat toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - Piet Van Roe - tevens<br />

directeur was <strong>van</strong> dat centrum 484 .<br />

484 Zie de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad; bijlage 8.


2.3.5.3. Eigenlijke inventaris<br />

PROVINCIAAL KADERINSTITUUT - J<br />

1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />

1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

1-9. Dossiers betreffende de financiën. 1966-1978. 9 omslagen.<br />

1. <strong>van</strong> 1966 tot 1969. 1966-1970.<br />

2. <strong>van</strong> 1970. 1970.<br />

3. <strong>van</strong> 1971. 1971.<br />

4. <strong>van</strong> 1972. 1972.<br />

5. <strong>van</strong> 1973. 1972-1974.<br />

6. <strong>van</strong> 1974 tot 1975. 1974-1976.<br />

7. <strong>van</strong> 1976. 1974-1976.<br />

8. <strong>van</strong> 1977. 1976-1977.<br />

9. <strong>van</strong> 1978. 1978.<br />

1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />

10-19. Dagafschriften betreffende rekening 610-4706060-02 bij de NV Handelsbank. Met bijlagen.<br />

1969-1978. 7 omslagen en 2 pakken.<br />

10. 11-12/1969. 1 omslag.<br />

11. 1970. 1 pak.<br />

12. 1971-1972. 1 pak.<br />

13. 1973. 1 omslag.<br />

14. 1/1-23/9/1974. 1 omslag.<br />

15. 25/9/1974-19/9/1975. 1 omslag.<br />

16. 29/9-31/12/1975. 1 omslag.<br />

17. 1976. 1 omslag.<br />

18. 16/12/1976-7/11/1977. 1 omslag.<br />

19. 1978. 1 omslag.<br />

2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />

20-24. Dossiers betreffende de PKI-forumgesprekken. 1974-1975, 1977-1978. 5 omslagen.<br />

20. De toekomst <strong>van</strong> de pre-metro te Antwerpen. 1974.<br />

21. De moeilijke taak <strong>van</strong> de stedelijke politie. 1975.<br />

22. De situatie <strong>van</strong> het Antwerpse theater. 1977.<br />

23. De balans <strong>van</strong> het Rubensjaar. 1977.<br />

24. De sociale huisvesting. 1978.


2.3.6. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE SOCIALE DIENST HULP AAN PATROON VZW<br />

2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />

1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />

2.3.6.2. Inleiding<br />

2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

INDICES A -<br />

De VZW Hulp aan Patroon werd op 13 maart 1943 te Mechelen opgericht als een vereniging <strong>die</strong> tot doel<br />

had «alle bemiddeling en <strong>die</strong>nstbetoon in sociaal, fiscaal, economisch, corporatief en alle ander opzicht<br />

dat verband houdt met de wetgeving of met instellingen <strong>die</strong> bij de wetgeving aanleunen; het oprichten,<br />

besturen, bevorderen, ontwikkelen en uitbreiden <strong>van</strong> hierbij aangepaste <strong>die</strong>nsten en werken, ermede<br />

samenwerken» 283 . In meer menselijke taal betrof het, zoals de gevormde archiefstukken aantonen, een<br />

sociaal secretariaat dat in eerste instantie gericht was op de christelijke middenstand 284 . De vereniging<br />

was volgens artikel 1 <strong>van</strong> haar statuten immers op christelijke grondslag gevestigd. Volgens artikel 28<br />

zou het vermogen bij ontbinding worden overgedragen aan het arrondissementeel secretariaat <strong>van</strong> de<br />

Christelijke Middenstand te Mechelen.<br />

De VZW moet dan lange tijd op een laag pitje hebben gebrand, want op 18 juni 1960 werd door<br />

de Beheerraad beslist om de activiteiten terug op te nemen. De laatste Algemene Vergadering dateerde<br />

toen overigens reeds <strong>van</strong> 22 mei 1945. In tussentijd waren twee beheerders en de voorzitter <strong>van</strong> Hulp aan<br />

Patroon overleden 285 . In hun ver<strong>van</strong>ging was echter niet voorzien. De beheerraad <strong>van</strong> 18 juni 1960<br />

besloot een aantal nieuwe leden te aanvaarden, terwijl tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 30 juni<br />

1960 werd overgegaan tot de verkiezing <strong>van</strong> een nieuwe voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en<br />

afgevaardigde-beheerder. Deze personen waren - op voorzitter Hubert De Ley na - nieuwe leden. Ze<br />

waren eveneens lid en vertegenwoordigers <strong>van</strong> het LEV - een feitelijke Antwerpse vereniging - toen op 5<br />

juli 1960 een «protocol <strong>van</strong> overeenkomst» tussen beide werd opgesteld. Deze overeenkomst omvatte<br />

een zestal bepalingen waar<strong>van</strong> de belangrijkste waren : Hulp aan Patroon onder de bescherming <strong>van</strong> het<br />

LEV plaatsen; de zetel overbrengen naar de Kome<strong>die</strong>plaats 17; en het vermogen bij ontbinding overdragen<br />

aan het LEV of aan een andere liberale vereniging in<strong>die</strong>n het LEV niet meer zou bestaan. Op<br />

dezelfde dag vond een nieuwe Algemene Ledenvergadering plaats <strong>die</strong> overging tot een<br />

statutenwijziging volgens de bepalingen uit de gesloten overeenkomst. De vereniging bleef dezelfde<br />

naam dragen - met name Hulp aan Patroon, Sociale Dienst - maar de bepaling dat de activiteiten op<br />

christelijke grondslag gevestigd waren, verdween. Verder werden artikel 3 en 28 gewijzigd. In<br />

eerstgenoemd artikel werd de vestigingsplaats gewijzigd : Antwerpen in plaats <strong>van</strong> Mechelen. In de<br />

plaats <strong>van</strong> het oude artikel 28 dat de ontbinding betrof, kwam een zeer neutrale passage. Voortaan<br />

heette het dat de Beheerraad vrij een maatschappelijke instelling kon aanduiden.<br />

Pas <strong>van</strong>af dit stadium leunde de VZW Hulp aan Patroon bij het Antwerpse liberale<br />

verenigingsleven aan. <strong>Het</strong> LEV <strong>van</strong> haar kant keurde de overname goed op 20 juni 1960 tijdens een<br />

bureelvergadering. Sinds begin 1963 bleek de samenwerking tussen beide <strong>verenigingen</strong> echter virtueel<br />

onbestaande zodat voorzitter Hubert De Ley toenadering zocht tot de PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen met de vraag of men het sociaal secretariaat als sociale nevenorganisatie zou willen erkennen.<br />

De statuten zouden dan ook worden aangepast; in <strong>die</strong> zin dat het vermogen bij een eventuele<br />

ontbinding zou worden overgedragen aan de arrondissementsfederatie. Naar alle waarschijnlijkheid<br />

werden <strong>die</strong> plannen ook realiteit, vermits Hulp aan Patroon als vereniging werd ingekapseld binnen het<br />

PVV-Middenstandsbureau. De oprichting <strong>van</strong> <strong>die</strong> instelling werd binnen de PVV-<br />

283 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2., dossier betreffende Hulp aan Patroon, statuten 1943, art. 2.<br />

284 Hulp aan Patroon wordt expliciet vermeld als een sociaal secretariaat op de toetredingsformulieren, zoals in<br />

inventarisnummer 33.<br />

285 Bijlagen BS 1960, nr. 4618.


INDICES B -<br />

arrondissementsfederatie Antwerpen voorbereid en vond uiteindelijk in de loop <strong>van</strong> 1966 plaats. <strong>Het</strong> PVV-<br />

Middenstandsbureau overkoepelde en coördineerde de vroegere particuliere initiatieven in verband<br />

met sociaal <strong>die</strong>nstbetoon naar de zelfstandige middenstand toe 286 .<br />

De vereniging werd <strong>van</strong> in den beginne bestuurd door een Algemene Vergadering, een Beheerraad<br />

en een Dagelijks Bestuur 287 . De Beheerraad had de meest uitgebreide macht inzake het beheer <strong>van</strong><br />

de VZW. Hij bestond uit minimum drie leden <strong>die</strong> werden verkozen door de Algemene Vergadering<br />

voor een duur <strong>van</strong> zes jaar. Binnen de Beheerraad werden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris<br />

gekozen. Verder duidde deze raad een dagelijks bestuur aan. De leden <strong>van</strong> dat bestuur vulden uit eigen<br />

midden dezelfde drie functies in. De Beheerraad vergaderde wanneer dit noodzakelijk was of wanneer<br />

drie beheerders erom vroegen. De notulen <strong>die</strong>nden volgens de statuten worden bijgehouden in een<br />

register dat op de zetel <strong>van</strong> de vereniging <strong>die</strong>nde te worden bewaard. Verder konden allerlei be<strong>die</strong>nden<br />

of afgevaardigde-beheerders worden benoemd. Rechtszaken behoorden steeds tot de verantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> de voorzitter. De voorzitter <strong>van</strong> de Beheerraad zat naast <strong>die</strong> vergaderingen ook de<br />

Algemene Ledenvergaderingen voor. Bij zijn afwezigheid werd hij door ondervoorzitter, respectievelijk<br />

oudste beheerder ver<strong>van</strong>gen.<br />

De Algemene Vergadering kwam minimaal eenmaal per jaar samen en verenigde alle leden.<br />

Haar bevoegdheden waren meer algemeen; zoals het wijzigen <strong>van</strong> de statuten, het verkiezen bij<br />

geheime stemming <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de Beheerraad of Beheerders, het goedkeuren <strong>van</strong> rekeningen en<br />

begroting en het eventueel ontbinden <strong>van</strong> de vereniging. De notulen <strong>van</strong> deze vereniging werden<br />

eveneens in een verplicht op de zetel berustend register ingeschreven.<br />

Tot de vereniging konden twee soorten leden toetreden <strong>die</strong> steeds door Beheerraad of dagelijks<br />

bestuur <strong>die</strong>nden te worden aanvaard. Naast gewone leden waren er toetredende leden. Alleen <strong>die</strong><br />

laatsten konden gebruik maken <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nsten <strong>die</strong> de vereniging aanbood. Daartoe <strong>die</strong>nden ze een<br />

door een huishoudelijk reglement vastgestelde bijdrage te betalen. Een belangrijke bepaling <strong>die</strong> de<br />

eigenlijke werking <strong>van</strong> Hulp aan Patroon als sociaal secretariaat impliciet aangeeft is artikel 12 : «De<br />

vereniging kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de gevolgen voortspruitende uit onvolledige,<br />

laattijdige of valse aangifte der leden...». Hulp aan Patroon was m.a.w. een sociaal secretariaat dat haar<br />

<strong>die</strong>nsten i.v.m. de sociale zekerheidsbijdragen op de werknemerslonen aan werkgevers aanbood, wat<br />

ook uit de gevormde archivalia blijkt.<br />

Dat deze vereniging werkelijk een liberale achterban had verworven, kan eenvoudig worden<br />

afgeleid uit de aangesloten werkgevers, onder wie meerdere leden <strong>van</strong> de belangrijke Antwerpse<br />

liberale familie Speth 288 .<br />

2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />

<strong>Het</strong> archiefmateriaal waarover we hier beschikken heeft slechts gedeeltelijk betrekking op de werking<br />

<strong>van</strong> de VZW. Stukken i.v.m. de vergaderorganen bv. komen immers niet voor. Nochtans was het bv.<br />

statutair verplicht het notulenregister op de zetel te bewaren. <strong>Het</strong> archief beperkt zich echter tot<br />

bescheiden <strong>die</strong> dateren uit de periode 1962-1974 en de financiën en de eigenlijke werking als sociaal<br />

secretariaat naar werkgevers toe betreffen. Wellicht werd dit deel <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Hulp aan Patroon<br />

gevormd door afgevaardigde-beheerder Charles De Weze. Waarom dit gedeelte wel en de rest <strong>van</strong> het<br />

archief niet naar het Liberaal Archief werd overgebracht is onduidelijk. Wellicht verzeilden ze eerder<br />

toevallig in het behandelde archieffonds, meer bepaald bij de stukken <strong>die</strong> gevormd werden door <strong>Het</strong><br />

Liberaal Huis 289 . Waar het overige archief <strong>van</strong> deze vereniging gebleven is, is ons voorlopig dus niet<br />

bekend.<br />

Belangrijke, zelfs onontbeerlijke informatie over deze archiefvormer is te vinden in het archief<br />

<strong>van</strong> Albert Lilar 290 . Deze man vormde een dossier over Hulp aan Patroon dat voornamelijk stukken<br />

286 Archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1965-1966.<br />

287 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2, statuten 1943.<br />

288 Verhelst, De Antwerpse hoge burgerij, 45 en 137.<br />

289 Schenkingslijst 1992/251.<br />

290 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2.


INDICES C -<br />

bevat <strong>die</strong> hem werden toegestuurd in het kader <strong>van</strong> de toenadering <strong>van</strong> Hulp aan Patroon tot de PVVarrondissementfederatie<br />

Antwerpen. Bij de ingekomen brieven <strong>van</strong> voorzitter Hubert De Ley zitten een<br />

aantal bijlagen <strong>die</strong> een goed overzicht geven <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> de VZW zoals wij <strong>die</strong> schetsten in het<br />

eerste deel <strong>van</strong> de inleiding.<br />

2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />

De inventarisatie <strong>van</strong> dit archief gaf tot betrekkelijk weinig problemen aanleiding. <strong>Het</strong> archief in de staat<br />

waarin het door ons werd aangetroffen beperkte zich tot slechts enkele series. De grootste moeilijkheid<br />

was echter dit archief af te zonderen <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Er ging immers heel wat tijd over<br />

vooraleer duidelijk werd dat dit een afzonderlijk archief betrof. Dit onderkennen vereiste immers al een<br />

behoorlijk goed inzicht in de werking <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />

Niet enkel de ordening, ook de bewaring <strong>van</strong> het archiefmateriaal liet weinig te wensen over.<br />

De meeste stukken waren in redelijk goede staat. Nood aan een echte herordening <strong>van</strong> de stukken was<br />

er nauwelijks. Toch besloten we tot een kleine herordening <strong>van</strong> twee series. De jaarrekeningen en de<br />

dagafschriften zaten immers dan eens bij mekaar, dan weer los <strong>van</strong> elkaar als aparte bestanddelen.<br />

Omwille <strong>van</strong> de consequentie en de raadpleegbaarheid opteerden we ervoor over te gaan tot de<br />

vorming <strong>van</strong> twee volwaardige series. Hiervoor <strong>die</strong>nden we wel een aantal liassen te verbreken.<br />

Een ander probleem werd gevormd door de serie doorslagen <strong>van</strong> loonstaten. In de periode 1962<br />

tot en met 1970 werden deze per aangesloten werkgever bewaard in omslagen 291 . Vanaf december 1970<br />

werden de loonstaten, ongeacht om welke werkgever het ging, omgekeerd chronologisch tot een lias<br />

samengebonden. Aangezien de omslagen uit de periode 1962 tot en met 1970 ook nog andere stukken in<br />

bijlage bevatten, opteerden we ervoor de bestaande situatie te laten zoals ze was. De lias werd niet<br />

verbroken gezien geen beschadiging <strong>van</strong> het materiaal optrad en de praktische handelbaarheid <strong>van</strong> de<br />

stukken zolang ze niet worden geraadpleegd op deze wijze het meest optimaal was, is en blijft. De<br />

stukken betreffende langer aangesloten werkgevers werden verdeeld over meerdere mappen.<br />

Oorspronkelijk kunnen de mappen m.b.t. één werkgever niet samen gezeten hebben. Dit valt af te leiden<br />

uit een archiefdoos waarop het opschrift «SD Hulp aan Patroon 1969». Dit betekent echter niet dat alle<br />

stukken aangaande 1969 samen bewaard werden. 1969 was wel het jaar waarin voor elke werkgever<br />

nieuwe omslagen werden aangelegd vooraleer eind 1970 zou worden overgestapt op het nieuwe<br />

systeem <strong>van</strong> chronologisch geordende loonstaten. Wij opteerden ervoor de verschillende omslagen <strong>die</strong><br />

één en dezelfde werkgever betroffen samen te beschrijven.<br />

291 De werkgevers stuurden loonstaten op aan Hulp aan Patroon, wat deze VZW toeliet de nodige maatregelen te nemen<br />

met het oog op het regelen <strong>van</strong> de betaling der sociale zekerheidsbijdragen.


2.3.6.3. Eigenlijke inventaris<br />

INDICES D -<br />

1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />

1-12. Jaarrekeningen betreffende gemaakte onkosten, aan de openbare sociale <strong>die</strong>nst betaalde en <strong>van</strong><br />

aangesloten werkgevers ont<strong>van</strong>gen bedragen over 1962-1973. 12 omslagen.<br />

1. 1962.<br />

2. 1963.<br />

3. 1964.<br />

4. 1965.<br />

5. 1966.<br />

6. 1967.<br />

7. 1968.<br />

8. 1969.<br />

9. 1970.<br />

10. 1971.<br />

11. 1972.<br />

12. 1973.<br />

13-23. Dagafschriften betreffende postrekening Y00.416590. Met bijlagen. 1962-1973. 11 omslagen.<br />

13. 1962-1963.<br />

14. 1964.<br />

15. 1965.<br />

16. 1966.<br />

17. 1967.<br />

18. 1968.<br />

19. 1969.<br />

20. 1970.<br />

21. 1971.<br />

22. 1972.<br />

23. 1973.<br />

24-25. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen via postrekening Y00.416590. 1962-1968. 2 delen.<br />

24. 1962-10/1965.<br />

25. 11/1965-1968.<br />

26. Stroken <strong>van</strong> uitgeschreven bankcheques <strong>van</strong> de Handelsbank NV. 1966-1971. 1 deel.<br />

2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />

27-51. Dossiers betreffende de administratie <strong>van</strong> de sociale zekerheidsbijdragen. 1962-1970.<br />

4 pakken en 20 omslagen.<br />

27-28. Vleeswaren- en conservenfabriek PVBA/NV Etn. J. Cools. 1962-1966 292 .<br />

2 pakken.<br />

27. Van juni 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />

28. Van januari 1963 tot december 1965. 1963-1966.<br />

29-32. VZW Speciale Vakschool voor Haartooi. 1962-1970. 4 omslagen.<br />

29. Van september 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />

30. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />

31. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

32. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

33-36. PVBA Coiffure Cleerbaut. 1963-1970. 4 omslagen.<br />

33. Van september 1962 tot december 1963. 1963-[1964].<br />

34. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />

35. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

36. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

292 Deze PVBA veranderde in de loop <strong>van</strong> december 1965 in een NV.


INDICES E -<br />

37. Coiffure «Charme» <strong>van</strong> zaakvoerder mevrouw L. De Meyere <strong>van</strong> juli 1964 tot<br />

mei 1965. 1964-1965. 1 omslag.<br />

38-39. Charles Speth. 1966-1970. 2 omslagen.<br />

12. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

13. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

40-41. Marie-Jeanne Bauss, weduwe <strong>van</strong> Jean Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />

40. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />

41. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />

42-43. Frederic Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />

42. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />

43. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />

44-45. Maria Cooymans. 1966-1969. 2 omslagen.<br />

44. Van maart 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

45. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

46-47. Firma Suma. 1966-1969. 2 omslagen.<br />

46. Van januari 1967 tot december 1968. 1966-[1969].<br />

47. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />

48-49. Kapster Hortensia Ekkart. 1967[-1968], 1970. 2 omslagen.<br />

48. Van januari tot oktober 1967. 1967[-1968].<br />

49. Van oktober tot november 1970. 1970.<br />

50. PVBA Mover <strong>van</strong> augustus 1968 tot november 1968. 1967-1969. 1 omslag.<br />

51. Horeca-uitbaatster Leopoldine Vinck <strong>van</strong> januari 1969 tot april 1970. 1969-1970.<br />

1 omslag.<br />

52. Loonstaten <strong>van</strong> de aangesloten werkgevers betreffende de periode <strong>van</strong> december 1970 tot<br />

december 1974. 1970-[1975]. Doorslagen. 1 lias.<br />

Met in bijlage kopie <strong>van</strong> een brief <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas voor Sociale Werken aan<br />

Frederic Speth betreffende een uitstaande schuld. 1972.<br />

Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 293<br />

2.4.0. INLEIDING<br />

In dit onderdeel worden een aantal fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> beschreven <strong>die</strong> werden<br />

afgezonderd <strong>van</strong> de grotere gehelen <strong>die</strong> hierboven werden geïnventariseerd. Vaak betrof het<br />

hier slechts een beperkt aantal stukken. Om <strong>die</strong> reden en ook omwille <strong>van</strong> het feit dat meestal<br />

de nodige informatie omtrent de archiefvormers ontbrak, zullen deze beschrijvingen niet<br />

worden voorafgegaan door een wetenschappelijke inleiding. We beperken ons enkel tot een<br />

korte inleiding waarin zal gepoogd worden betekenis en doelstelling <strong>van</strong> de instellingen en<br />

archiefvormers kort te schetsen. In de gevallen waarin iets meer over het specifieke verleden<br />

<strong>van</strong> de archivalia kan worden gezegd, zullen we dat niet nalaten. Algemene opmerkingen<br />

blijven echter achterwege, vermits <strong>die</strong> aan bod kwamen in het algemeen inleidende hoofdstuk<br />

<strong>van</strong> deel 2. Dezelfde bemerking geldt voor wat de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie betreft.<br />

In vele gevallen werd overigens bij gebrek aan een kijk op het geheel <strong>van</strong> het archief niet op de<br />

oude orde ingegrepen. Aanvullende informatie aangaande deze archiefvormers is overigens<br />

vaak bij één of meerdere andere behandelde <strong>archieven</strong> te vinden.<br />

293 In de beschrijvingen komt soms de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het om<br />

allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit dat<br />

het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer bevat.<br />

Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend hoofdstuk<br />

<strong>van</strong> deel 2.


INDICES F -<br />

Vermits meestal niet meer kon worden nagegaan welke bestanddelen in welk archief<br />

waren terechtgekomen kozen we ervoor de opvolging <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> te laten<br />

afhangen <strong>van</strong> de volgende indeling : 1) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> partijpolitieke <strong>verenigingen</strong>, 2)<br />

persoonlijke <strong>archieven</strong>, 3) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> niet-partijpolitieke liberale <strong>verenigingen</strong>, 4) Archieven<br />

<strong>van</strong> min of meer onafhankelijke <strong>verenigingen</strong>. Binnen deze subrubrieken werden de<br />

archiefvormers <strong>van</strong> hoog naar laag geordend op basis <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> hun werkingsveld.


2.4.1. STUKKEN VAN DE PVV-DISTRICTSVERENIGING ANTWERPEN<br />

2.4.1.1. Inleiding<br />

INDICES G -<br />

Naast nationale, eventuele provinciale, arrondissementele en lokale geledingen kende de PVV nog een<br />

kantonaal niveau dat zich tussen arrondissementsfederatie en plaatselijke afdeling in bevond 294 . <strong>Het</strong><br />

Antwerpse arrondissement vormde hierop echter een uitzondering in de zin dat geen kantonale, maar<br />

wel districts<strong>verenigingen</strong> werden opgericht. De reden hiervoor was nauw verbonden met de<br />

belangrijkste doelstelling <strong>van</strong> deze intermediaire <strong>verenigingen</strong>, met name de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />

provinciale verkiezingen. De kiesomschrijvingen daarvoor vielen immers samen met de grenzen <strong>van</strong> de<br />

kantons 295 . De PVV-districtsvereniging Antwerpen werd opgericht na de stichting <strong>van</strong> de PVV op het<br />

einde <strong>van</strong> 1961. Haar bestaan eindigde op 31 december 1982, op de vooravond <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot-<br />

Antwerpen.<br />

De beperkte bevoegdheden <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen hadden tot gevolg dat dit<br />

niveau niet volledig uitgebouwd werd. De bestuursploeg telde overigens nogal wat elementen <strong>die</strong> ook<br />

in het bestuur <strong>van</strong> de stedelijke afdeling zetelden. Piet Van Roe was zelfs een tijdlang voorzitter <strong>van</strong><br />

beide geledingen 296 . Dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de twee instellingen vermengd raakten, hoeft m.a.w. niet te<br />

verwonderen. De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, werden dan ook afgezonderd uit het<br />

archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. De depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> dat archief materiaal<br />

werd bewaard vermelde onder nummer 3 onder meer het district 297 . De enige stukken <strong>die</strong> onder dat<br />

nummer konden ressorteren, bleken echter door het districtsvereniging zelf te zijn gevormd. De reden<br />

<strong>van</strong> de vermenging moet worden gezocht in de beperkte uitbouw <strong>van</strong> het districtsniveau waardoor<br />

functionarissen <strong>van</strong> de Antwerpse stadsafdeling zoals administratief secretaris Fernand De Borger en<br />

secretaris-generaal Charles De Weze geregeld brieven ondertekenden in naam <strong>van</strong> de<br />

districtsvoorzitter.<br />

Dat de stukken wel degelijk door het district werden gevormd, was moeilijk uit te maken<br />

vermits meermaals briefpapier <strong>van</strong> de stadsafdeling werd gebezigd. Daarom kon slechts worden<br />

uitgemaakt wie archiefvormer was via het onderscheid tussen doorslagen <strong>van</strong> uitgaande stukken en<br />

ingekomen net-exemplaren. Eén en ander houdt overigens ook een gevaar in voor de vorser. Deze kan<br />

niet steeds afgaan op de briefhoofdingen <strong>die</strong> vaak niet overeenstemmen met de werkelijke opsteller <strong>van</strong><br />

het document.<br />

Aan de ordening zoals ze werd aangetroffen, werden bij de inventarisatie geen wijzigingen<br />

aangebracht vermits het archief allerminst volledig is.<br />

2.4.1.2. Inventaris<br />

1. Notulen <strong>van</strong> de bestuursvergaderingen. Met bijlagen. 1966-1969, 1971, 1973-1974. 1 omslag.<br />

2-5. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1967, 1969. 4 omslagen.<br />

2. Van 20 maart 1967. 1967.<br />

3. De gewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />

4. De buitengewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />

5. Van 16 mei 1969. 1969.<br />

6. Notulen betreffende de Statutaire Algemene Ledenvergadering <strong>van</strong> 5 december 1969. 1969.<br />

1 stuk.<br />

294 Boeykens, De Vlaamse PVV, 69.<br />

295 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 2.3, brief betreffende de amendementen op het ontwerp <strong>van</strong> de nieuwe statuten <strong>van</strong> de<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 1961.<br />

296 Meer bepaald <strong>van</strong> 1974 tot en met 1980.<br />

297 We verwijzen hiervoor naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.


INDICES H -<br />

7-10. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1971-1974. 4 omslagen.<br />

7. Van 19 februari 1971. 1971.<br />

8. Van 1972. 1972.<br />

9. <strong>van</strong> 12 januari 1973. 1972-1973.<br />

10. Van 8 januari 1974. 1974.<br />

11. Briefwisseling met partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement. 1971-1981 298 .<br />

1 omslag.<br />

298 Slechts op te maken aan de uitgaande brieven (doorslagen) dat het om archief <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging<br />

Antwerpen gaat.


2.4.2. STUKKEN VAN HET KANTONAAL ACTIE- EN COÖRDINATIECOMITÉ (ACC) BERCHEM<br />

2.4.2.1. Inleiding<br />

INDICES - I<br />

In de inleiding op de inventaris <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen merkten we op dat<br />

binnen het Antwerpse arrondissement geen kantonale PVV-geledingen bestonden. Toch werd tussen<br />

1962 en 1965 in onder meer het kanton Berchem een ACC opgericht. De ACC's waren de voorlopers <strong>van</strong><br />

de CAPR's <strong>die</strong> wel op districtsniveau bestonden 299 . De ACC's waren - zoals de naam suggereert -<br />

bevoegd voor de coördinatie <strong>van</strong> de liberale activiteiten binnen het kanton. Daarom waren de<br />

activiteiten vooral geconcentreerd in verkiezingsperiodes.<br />

Dit archieffragment bevat slechts één bestanddeel en moet vermits het niet meteen iets met<br />

Antwerpen te maken heeft, eerder toevallig op het Liberaal Huis en in dit archieffonds terecht zijn<br />

gekomen. Misschien ligt de oplossing bij Charles De Weze <strong>die</strong> zijn carrière binnen de liberale beweging<br />

aanving in Mortsel, een gemeente <strong>die</strong> toen deel uitmaakte <strong>van</strong> het Berchemse kanton 300 . Overigens was<br />

het identificeren <strong>van</strong> de stukken eerder makkelijk. Op de omslag stond bv. «PVV Kanton» vermeld. Aan<br />

de hand <strong>van</strong> de stukken kon de puzzel worden vervolledigd. Op de bewijsstukken <strong>die</strong> in bijlage bij de<br />

dagafschriften gevoegd zijn, stonden immers vaak afzender, begunstigde en reden <strong>van</strong> de stortingen<br />

vermeld.<br />

2.4.2.2. Inventaris<br />

1. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 615033. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />

299 Voor meer informatie verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit hoofdstuk 2.<br />

300 Archief Charles De Weze, nummer 1.


2.4.3. STUKKEN VAN PVV-GROOT-ANTWERPEN<br />

2.4.3.1. Inleiding<br />

INDICES - J<br />

Op 1 januari 1983 fuseerden een aantal Antwerpse gemeenten tot de gemeente Groot-Antwerpen. Eén<br />

en ander had tot gevolg dat binnen de PVV een nieuwe afdeling <strong>die</strong>nde gevormd met het oog op de<br />

gemeenteraadsverkiezingen : PVV-Groot-Antwerpen. Deze afdeling had dezelfde bevoegdheden als<br />

andere afdelingen, maar nam toch een wat aparte plaats in door haar om<strong>van</strong>g. De afdeling omvatte<br />

immers de ex-afdelingen Antwerpen-stad, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem<br />

en Wilrijk 301 . In deze plaatsen werden districtsafdelingen opgericht <strong>die</strong> als onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-<br />

Groot-Antwerpen fungeerden. De negende districtsafdeling werd gevormd door de reeds sinds lang met<br />

Antwerpen gefuseerde dorpen Berendrecht en Zandvliet. Boven<strong>die</strong>n had dit de afschaffing <strong>van</strong> de<br />

districten Antwerpen en Berchem-Borgerhout en de wijziging <strong>van</strong> het district Ekeren in district Kapellen<br />

tot gevolg 302 .<br />

Deze archiefstukken bevonden zich tussen het archiefmateriaal dat in 1993 naar het Liberaal<br />

Archief werden overgebracht. Uit de stukken komen de belangrijkste bevoegdheden zeer goed tot uiting,<br />

met name de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen en het aanduiden <strong>van</strong><br />

vertegenwoordigers in stedelijke instellingen.<br />

Voor de gebruikers <strong>van</strong> dit archief moet worden gewaarschuwd voor verwarring tussen de<br />

PVV-afdeling Antwerpen-stad, de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen-stad. Voor<br />

1982 is de situatie vrij duidelijk, vermits op dat moment enkel de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond.<br />

Pas na de Antwerpse fusie wordt de toestand ingewikkelder. Voor Antwerpen in zijn geheel werd de<br />

PVV-Groot-Antwerpen opgericht, terwijl de districtsafdeling alle inwoners verenigde <strong>van</strong> de vroegere<br />

gemeente Antwerpen. De verwarring nam echter vooral toe door het gebruik <strong>van</strong> verschillende<br />

benamingen. Zo werd de districtsafdeling ook PVV-stad Antwerpen of PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />

genoemd. PVV-Groot-Antwerpen dan weer werd zeer vaak kortweg PVV-Antwerpen genoemd.<br />

2.4.3.2. Inventaris<br />

1. Dossier betreffende de voorbereiding <strong>van</strong> de in 1988 gehouden gemeenteraadsverkiezingen.<br />

1988. 1 omslag.<br />

2. Roosters betreffende de uitslagen per stemopnemingsbureau <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen.<br />

1988. 1 omslag.<br />

3. Ingekomen brieven betreffende de door de districtsafdelingen aangeduide vertegen-woordigers<br />

voor de Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs. 1984 303 . 2 stukken.<br />

301 Voor bevoegdheden en werking <strong>van</strong> PVV-Groot-Antwerpen, verwijzen we naar het reglement : LA, Plaatselijk<br />

Liberalisme, Antwerpen 133; en de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />

302 Hiervoor verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit hoofdstuk 2 en naar Malvoz en Verbist, 589 gemeenten, 5 en 33.<br />

303 Deze stukken zaten in het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. De reden daarvoor is wellicht te<br />

zoeken in het feit dat ze aan Lode Stieltjens - de bestendige secretaris <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - werden<br />

toegestuurd met de vraag om de namen <strong>van</strong> de vertegenwoordigers door te geven aan de schepen.


2.4.4. STUKKEN VAN LP-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />

2.4.4.1. Inleiding<br />

INDICES K -<br />

De LP-afdeling Antwerpen-stad was de voorloper <strong>van</strong> de gelijknamige afdeling <strong>van</strong> de PVV. Organisatie<br />

en werking waren grotendeels gelijklopend met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling 304 .<br />

De documenten <strong>die</strong> in de lijst <strong>van</strong> documentatie zijn opgenomen bevonden zich oorspronkelijk<br />

in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Voor wat het adressenregister betreft moet enig<br />

voorbehoud worden gemaakt. Aan de hand <strong>van</strong> de datering en de woonplaatsen <strong>van</strong> de voorkomende<br />

personen lijkt het er sterk op dat dit archiefbestanddeel moet zijn gevormd door de Antwerpse afdeling<br />

<strong>van</strong> de LP. Zekerheid hieromtrent is er echter geenszins.<br />

De documentatie- en knipselmappen <strong>van</strong> hun kant werden naar alle waarschijnlijkheid<br />

bijeengebracht ten tijde <strong>van</strong> de LP, maar werden mogelijk nog gebruikt door de PVV-afdeling. Temeer<br />

daar de stukken dateren uit de periode 1958-1962; vlak voor en tijdens de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV<br />

dus. We opteerden ervoor de stukken hier te beschrijven gezien het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling<br />

Antwerpen-Stad in hoofdzaak bestaat uit archiefmateriaal uit de periode 1967-1982.<br />

2.4.4.2. Inventaris<br />

1. Alfabetisch adressenregister. [Opgesteld ca. 1945, bijgehouden tot ca. 1956]. 1 deel.<br />

---. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970 305 .<br />

2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie<br />

1. Documentatiemap betreffende socialistische partij en vakbond. 1960-1961. 1 omslag.<br />

2. Knipselmap betreffende de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1961. 1961. 1 omslag.<br />

3. Knipselmap betreffende de verkiezingsuitslagen. 1961. 1 omslag.<br />

4. Documentatiemap betreffende de politieke actualiteit. 1961-1962. 1 omslag.<br />

5. Documentatiemap betreffende de stad Antwerpen. 1958-1961. 1 omslag.<br />

304 Voor meer informatie verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />

305 Archiefinventaris PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35.


2.4.5. STUKKEN VAN DE PVV-VROUWEN VAN ANTWERPEN-STAD<br />

2.4.5.1. Inleiding<br />

INDICES L -<br />

De PVV beschikte eveneens over een vrouwenorganisatie, <strong>die</strong> vooral de vrouwenbelangen binnen de<br />

liberale beweging verdedigde. Op het plaatselijke vlak was deze vaak weinig uitgebouwd. Dat komt<br />

onder meer tot uiting in Antwerpen. Een aantal stukken <strong>die</strong> door de vrouwenafdeling werden gevormd,<br />

werden immers bewaard door de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. <strong>Het</strong> gaat echter duidelijk om stukken <strong>die</strong><br />

door de vrouwen werden gevormd en <strong>die</strong> te vinden waren in twee verschillende omslagen uit dat<br />

archief. Vermits het om de originele stemformulieren gaat moeten en kunnen deze niet anders worden<br />

beschouwd dan als archief dat gevormd werd door de vrouwenafdeling.<br />

2.4.5.2. Inventaris<br />

1. Dossier betreffende de tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 16 maart 1975 gehouden<br />

bestuursverkiezing. 1975. 1 omslag.<br />

2. Stemformulieren betreffende de op 16 maart 1975 gehouden bestuursverkiezing. 1975.<br />

1 omslag.


2.4.6. STUKKEN VAN DE LIBERALE EN GRONDWETTELIJKE VERENIGING VAN ANTWERPEN<br />

2.4.6.1. Inleiding 306<br />

INDICES M -<br />

In 1857 werd de franskiljonse Association Libérale et Constitionelle d'Anvers - kortweg Association Libérale -<br />

opgericht 307 . <strong>Het</strong> betrof meer bepaald de oudste politieke liberale vereniging te Antwerpen <strong>die</strong> in eerste<br />

instantie de verfranste Antwerpse burgerij vertegenwoordigde. Vele actieve leden waren overigens <strong>van</strong><br />

vreemde komaf. Haar invloed reikte verder dan de stadsgrenzen, waardoor ALCA - naast andere - als<br />

een soort <strong>van</strong> arrondissementele vereniging kon worden gezien. Binnen de Vereenigde Liberalen vormde<br />

zij de machtigste groep, wat onder meer tot uiting kwam in de plaatsen op de verkiezingslijsten <strong>die</strong> door<br />

haar werden bezet. Na de tweede wereldoorlog verdween de onafhankelijke status, <strong>die</strong> tot dan in stand<br />

was gehouden, door de oprichting <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>die</strong><br />

de oude liberale korpsen als LGVA en Liberale Volkspartij HUZ bv. onder haar verenigde als afdelingen.<br />

Toch bleef de Liberale Assocatie meestal de voorzitter <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie leveren. Pas met<br />

de oprichting <strong>van</strong> de PVV werd LGVA een onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad en nam<br />

haar belang sterk af.<br />

De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven en door deze vereniging werden gevormd<br />

moeten precies gezien worden in de tanende macht <strong>van</strong> <strong>die</strong> franstalige burgerij in de loop <strong>van</strong> de jaren<br />

vijftig. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> door de vereniging aan haar leden waren opgestuurd, maar wegens<br />

foute, onvolledige adressen en dergelijke meer door de post naar de afzender werden teruggestuurd. De<br />

betekenis <strong>van</strong> de bescheiden kon maar met moeite worden achterhaald. Slechts één document immers<br />

was een circulaire <strong>van</strong> LGVA. Voor het overige ging het om een circulaire <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />

Antwerpen en diverse stukken zonder aanduiding <strong>van</strong> een vereniging :<br />

verkiezingspropaganda voor jonge liberalen, een circulaire betreffende de poll en een modelstemformulier.<br />

Wij reconstrueerden dit als volgt. Ten gevolge <strong>van</strong> de kiescampagne <strong>van</strong> 1958 was er een<br />

tweestrijd ontstaan tussen de oude behoudsgezinde Liberale Associatie en jongere Vlaamse kandidaten<br />

<strong>die</strong> door anderen werden gesteund. Om haar eigen kandidaat nogmaals een hart onder de riem te<br />

steken werden alle leden aangeschreven om ze te overtuigen voor de juiste persoon te stemmen. De<br />

verkiezingspropaganda <strong>die</strong> tegen haar kandidaat was gericht, werd als bewijsmateriaal mee<br />

opgezonden. Pas nadat deze betekenis was achterhaald, kon dit bestanddeel worden afgescheiden.<br />

2.4.6.2. Inventaris<br />

1. Circulaire aan de leden betreffende de poll <strong>van</strong> 19 januari 1958 in het kader <strong>van</strong> de verkiezingen.<br />

Met bijlagen. [1958]. 1 omslag.<br />

306 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong>.<br />

307 De Nederlandstalige benaming was Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen of Liberale Vereniging. Voor<br />

meer informatie verwijzen we naar Goovaerts, De radikale liberalen, 1 en 68; Luyten, De 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />

Antwerpen', 38.


2.4.7. STUKKEN VAN DE BELGISCHE LIBERALE MIDDENKLASSE, ANTWERPEN<br />

2.4.7.1. Inleiding<br />

INDICES N -<br />

De Belgische Liberale Middenklasse was de nationale liberale organisatie voor de middenstand met als<br />

doelstelling de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> industrie, handel, ambachten, vrije beroepen,<br />

eigenaars en burgerij. Dit was overigens ook de ondertitel <strong>van</strong> het maandelijkse tijdschrift dat door de<br />

Antwerpse geleding <strong>van</strong> deze vereniging werd uitgegeven onder de benaming Liberale Middenklasse<br />

<strong>van</strong>af 1958. Net zoals zovele andere <strong>verenigingen</strong> was zij gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17 en één <strong>van</strong><br />

de vele korpsen <strong>die</strong> deel uitmaakten <strong>van</strong> de liberale arrondissementsfederatie.<br />

De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, hadden initieel niet het opzet te berusten onder<br />

deze vereniging. <strong>Het</strong> gaat immers om brieven en circulaires <strong>die</strong> werden verstuurd naar leden, maar<br />

<strong>van</strong>wege overlijden, foutief of onvolledig adres naar de afzender werden teruggestuurd. Juist omdat ze<br />

werden teruggestuurd zullen ze niet echt als archief zijn beschouwd door de archiefvormer en wellicht<br />

raakten ze mede daardoor afgedwaald 308 .<br />

De ordening riep enige moeilijkheden op vermits niet elke geadresseerde dezelfde stukken<br />

moet hebben gekregen, maar niet helemaal meer kon worden achterhaald welke stukken wel en welke<br />

niet samen werden verzonden. Aangezien alle stukken het BLM-congres <strong>van</strong> 17 december 1958 en de er<br />

onmiddellijk op volgende poll <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen betroffen, besloten we één<br />

bestanddeel te vormen. Daarnaast vonden we ook nog een aantal fotonegatieven terug <strong>die</strong> werden<br />

gebruikt voor publicatie in het tijdschrift.<br />

2.4.7.2. Inventaris<br />

1. Stukken betreffende BLM-congres en arondissementele poll <strong>van</strong> de Liberale Partij. 1958.<br />

1 omslag.<br />

2.4.7.3. Documentatie<br />

1. Foto's. Z.d. Negatieven.<br />

308 De bescheiden bevonden zich tussen de archiefstukken <strong>van</strong> de PVV-arrondissemensfederatie Antwerpen, beschreven in<br />

schenkingslijst 1992/249.


2.4.8. STUKKEN VAN CHARLES DE WEZE<br />

2.4.8.1. Inleiding 309<br />

INDICES O -<br />

De figuur <strong>van</strong> Charles De Weze speelde bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit archieffonds een centrale rol. Hij<br />

bekleedde immers één of meerdere functies bij de meeste <strong>van</strong> de hier aangehaalde archiefvormers. De<br />

belangrijkste voor dit archieffonds was ongetwijfeld de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong> de<br />

arrondissementsfederatie <strong>van</strong> achtereenvolgens LP en PVV, <strong>die</strong> hij <strong>van</strong> 1960 tot 1975 uitoefende. Voor<br />

de arrondissementsfederatie werd hij in de jaren tachtig secretaris-generaal, respectievelijk voorzitter.<br />

Binnen de PVV-afdeling Antwerpen-stad was zijn rol iets bescheidener. De functies <strong>die</strong> hij daar waarnam<br />

waren ondermeer penningmeester en secretaris-generaal. Zijn invloed op een aantal <strong>archieven</strong> kan<br />

m.a.w. moeilijk worden onderschat.<br />

Hieronder volgt een gedeelte <strong>van</strong> zijn persoonlijk archief dat werd gerecupereerd uit het archief<br />

<strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis en nog iets meer over zijn carrière prijsgaf. Charles De Weze begon zijn<br />

loopbaan als voorzitter <strong>van</strong> de Liberale Jonge Wacht <strong>van</strong> Mortsel. Sinds 1977 zetelt hij als<br />

provincieraadslid. Een functie <strong>die</strong> hij nog steeds bekleedt. In 1985 bv. waren zijn functies de volgende :<br />

commissaris bij de huisvestingsmaatschappij De Goede Woning, penningmeester <strong>van</strong> het Algemeen<br />

Kledingwerk voor Antwerpen's Scholen, penningmeester <strong>van</strong> het Antwerpse Willemsfonds en als<br />

fractieleider lid <strong>van</strong> de toezichtscommissie <strong>van</strong> het UZ-Antwerpen 310 .<br />

Aan de ordening <strong>van</strong> de archivalia werd geen verandering aangebracht omdat we over te<br />

weinig materiaal en gegevens beschikten om dit op een gefundeerde wijze te doen. Nochtans kan<br />

worden gesteld dat de huidige ordening hoegenaamd geen toonbeeld <strong>van</strong> duidelijkheid is. De<br />

briefwisseling <strong>van</strong> de jaren zeventig bv. werd <strong>van</strong>af eind 1976 alfabetisch geclasseerd in twee<br />

verschillende series <strong>die</strong> mekaar qua periode voor meer dan de helft overlappen. Boven<strong>die</strong>n bevinden<br />

zich hierin zowat alle ingekomen of kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken. Anderzijds maakte Charles De Weze<br />

evenmin onderscheid tussen persoonlijk en verenigingsarchief. De vermenging is echter te groot om ze<br />

op een relatief eenvoudige manier ongedaan te maken.<br />

2.4.8.2. Inventaris<br />

1-6. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1961, 1974-1979.<br />

2 pakken en 4 omslagen.<br />

1. 1961-1962. 1 omslag.<br />

2. Chronologisch geordend. 2/1974-12/1976. 1 pak.<br />

3. Alfabetisch geordend, A-J. 4/1977-4/1979. 1 pak.<br />

4. Alfabetisch geordend, J-Z. 10/1976-3/1979. 1 omslag.<br />

5. Alfabetisch geordend, A-P. 5/1976-3/1978. 1 omslag.<br />

6. Alfabetisch geordend, P-Z. 9-1976-12/1977. 1 omslag.<br />

7. Dossier betreffende de kiescampagne <strong>van</strong> 1978. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />

309 Voor meer informatie over de rol <strong>van</strong> Charles De Weze in dit archieffonds, verwijzen we naar de eerste twee<br />

hoofdstukken <strong>van</strong> deel 2 en naar deel 3.<br />

310 Zie Antwerpen Metropool <strong>van</strong> 13/10/1985, p. 4.


2.4.9. STUKKEN VAN CAMILLE PAULUS<br />

2.4.9.1. Inleiding<br />

INDICES P -<br />

Camille Paulus was voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV <strong>van</strong> 15<br />

september 1973 tot 3 februari 1978. <strong>Het</strong> is in dat verband dat we de aanwezigheid <strong>van</strong> de beschreven<br />

stukken moeten zien. De stukken onder inventarisnummer 1 dateren uit de periode <strong>van</strong> zijn<br />

voorzitterschap. De brieven waren specifiek aan hem en zijn familie gericht, het is echter niet<br />

denkbeeldig dat hij deze <strong>van</strong>uit zijn functie en in naam <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie beantwoordde.<br />

Dit kan echter niet gelden voor de nieuwjaarswensen voor 1979, toen hij de functie al bijna een vol jaar<br />

had afgelegd. <strong>Het</strong> is meer bepaald om <strong>die</strong> reden dat we besloten deze stukken toch als persoonlijk<br />

archief te beschouwen. Deze stukken werden neergelegd in 1992 en werden samen met de stukken <strong>van</strong><br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen beschreven in schenkingslijst 1992/249.<br />

2.4.9.2. Inventaris<br />

1. Nieuwjaarskaarten voor 1977 aan de familie Paulus. [1976-1977]. 1 pak.<br />

2. Nieuwjaarskaarten voor 1979 aan de familie Paulus. [1978-1979]. 1 omslag.


2.4.10. STUKKEN VAN HET JAN VAN RIJSWIJCKCENTRUM VZW<br />

2.4.10.1. Inleiding<br />

INDICES Q -<br />

<strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum werd in 1972 opgericht als een onafhankelijk centrum voor sociaal<br />

hulpbetoon en maatschappelijk welzijn. In de eerste jaren was de maatschappelijke zetel gevestigd in de<br />

Hertoginstraat. M.a.w. in hetzelfde gebouw als de PVV-afdeling Antwerpen Stad. Pas <strong>van</strong>af 1981<br />

scheidden de wegen <strong>van</strong> deze twee instellingen toen het Jan Van Rijswijckcentrum naar de<br />

Minderbroedersrui verhuisde. <strong>Het</strong> verband tussen de beide was overigens aanzienlijk, vermits het Jan<br />

Van Rijswijckcentrum juist onder de impuls <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling werd opgericht 311 .<br />

<strong>Het</strong> hoeft dan ook niet te verwonderen dat een aantal stukken <strong>die</strong> door het sociaal centrum<br />

werden gevormd vermengd raakten met archivalia <strong>van</strong> de stadsafdeling of minstens samen bewaard<br />

bleven. Dat is in eerste instantie het geval met het steekkaartenregister <strong>van</strong> de bibliotheek. Aan de hand<br />

<strong>van</strong> een publikatie waarop een stempel <strong>van</strong> het Jan <strong>van</strong> Rijswijckcentrum en codes <strong>die</strong> overeenkwamen<br />

met de fiche <strong>van</strong> <strong>die</strong> publikatie kon worden achterhaald dat dit bestanddeel gevormd werd door het<br />

centrum in het kader <strong>van</strong> haar opdrachten, met name sociaal <strong>die</strong>nstbetoon 312 . De bewijsstukken waren<br />

verkeerdelijk terechtgekomen in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Maar reeds in 1975<br />

werd daarop gewezen door de controleur <strong>van</strong> de boekhouding <strong>van</strong> de stadsafdeling 313 .<br />

Voor meer informatie kunnen de jaarverslagen worden geraadpleegd <strong>die</strong> gedeeltelijk op het<br />

Liberaal Archief worden bewaard 314 .<br />

2.4.10.2. Inventaris<br />

1. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973-1974. 1 omslag.<br />

2. Catalogus <strong>van</strong> de bibliotheek. Z.d. 1 kaartsysteem.<br />

311 Piet Van Roe - voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - was tevens voorzitter <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum<br />

<strong>van</strong>af zijn ontstaan : Liberale VZW's, 11.<br />

312 <strong>Het</strong> blijft echter mogelijk dat de bibliotheek gezamenlijk bezit was <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong> met zetel in de<br />

Hertoginstraat 16.<br />

313 Zie de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />

314 Liberale VZW's, 13.


2.4.11. STUKKEN VAN DE ANTWERPSE CULTURELE KRING<br />

2.4.11.1. Inleiding<br />

INDICES R -<br />

Er bestaat absoluut geen zekerheid over de identiteit <strong>van</strong> de archiefvormer <strong>van</strong> de hieronder beschreven<br />

archivalia. Een aantal archiefbestanddelen <strong>die</strong> tussen de andere archiefstukken zaten bleken enkele galaavonden<br />

te betreffen <strong>die</strong> werden ingericht ten voordele <strong>van</strong> de liberale jeugdorganisatie De Knapzak/La<br />

Besace. Deze feesten vonden alle plaats in de Koningin Elisabethzaal aan het Koningin Astridplein te<br />

Antwerpen. De Antwerpse Culturele Kring was wellicht een éénmansorganisatie <strong>van</strong> de liberaal<br />

Raymond Remael. Wellicht richtte deze man allerhande feesten in, waarvoor hij een drijfveer nodig had;<br />

in dit geval De Knapzak.<br />

Hoe deze stukken in het Liberaal Huis verzeilden is ons niet erg duidelijk. Zowel Raymond<br />

Remael als het ACK bleken immers gehuisvest te zijn op de Jan Van Rijswijcklaan, 191. Raymond<br />

Remael was echter wel lid <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie 315 .<br />

2.4.11.2. inventaris<br />

1-4. Dossiers betreffende gala-avonden. 1962-1964. 4 omslagen.<br />

1. De op 5 december 1962 gehouden Edith Piaf-avond. 1962-1963.<br />

2 De op 8 mei 1963 gehouden Gala-avond Yves Montand. 1963.<br />

3. De op 13 december 1963 gehouden Charles Aznavour-avond. 1962-1963.<br />

4. <strong>Het</strong> op 16 april 1964 gehouden optreden <strong>van</strong> vader en zoon Fernandel. 1964.<br />

315 Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, ledenstaten.


2.4.12. STUKKEN VAN HET REISAGENTSCHAP LOTUS<br />

2.4.12.1. Inleiding<br />

INDICES S -<br />

Volgens gegevens <strong>die</strong> ons werden meegedeeld dooor Luc Pareyn - archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief -<br />

zou Lotus een reisagentschap zijn geweest dat nauw verbonden was met de familie Hoste en dus met de<br />

krant <strong>Het</strong> Laatste Nieuws. Volgens onze bron waren de kantoren er<strong>van</strong> veelal gevestigd in de onmiddellijke<br />

omgeving <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> het dagblad. De familie Hoste zou doorgaans beroep gedaan hebben op<br />

deze maatschappij, zowel voor persoonlijke als voor zakelijke reizen.<br />

Aangezien deze archiefstukken in dit archieffonds voorkomen kunnen we er <strong>van</strong> uitgaan dat<br />

Lotus een tijdlang op de Kome<strong>die</strong>plaats gevestigd moet geweest zijn. Een andere mogelijkheid is<br />

evenwel dat de stukken mee werden verhuisd met de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Hertoginstraat kwamen. <strong>Het</strong><br />

achtergelaten materiaal beperkt zich immers tot 1 deel, bestaande uit 2 bestanddelen. De redactie <strong>van</strong> de<br />

stukken is echter allerminst duidelijk of éénvormig. Wellicht werden ze gebruikt als klad, onder meer<br />

met het oog op het opstellen <strong>van</strong> de boekhouding.<br />

3.4.12.2. Inventaris<br />

1. Klantenregister. Ca. 1980. Klad (?). 1 deel.<br />

-- Staat <strong>van</strong> klanten. Klad (?) 316 .<br />

316 Zie inventarisnummer 1.


INDICES T<br />

-


Hoofdstuk 5 : Indices<br />

2.5.1. INDEX OP PERSOONSNAMEN<br />

2.5.2. INDEX OP NAMEN VAN VERENIGINGEN<br />

Hoofdstuk 5 : Indices<br />

INDICES A -<br />

Dit hoofdstuk bevat twee indices; één op persoonsnamen en één op namen <strong>van</strong> instellingen,<br />

<strong>verenigingen</strong> en dergelijke meer. In deze indices werden enkel namen opgenomen <strong>die</strong> in de<br />

beschrijvingen zelf uit de inventarissen <strong>van</strong> hoofdstukken 3 en 4 voorkomen. Wanneer bv. in het archief<br />

<strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen <strong>die</strong> benaming is opgenomen, werd dat <strong>van</strong>wege de<br />

<strong>van</strong>zelfsprekendheid niet geregistreerd in de indices. Voorts werden evenmin namen opgenomen <strong>van</strong><br />

de bestuursorganen <strong>van</strong> de behandelde archiefvormers.<br />

2.5.1. INDEX OP PERSOONSNAMEN<br />

Aertbeliën, J. 102<br />

Ameels, A. 73<br />

Antonsen, F. 68<br />

Aznavour, C. 132<br />

Baneux, F. 68<br />

Baneux-Bertrand, S. 68<br />

Bauchet, A. 68<br />

Bauss, C. 68<br />

Bauss, M.-J. 119<br />

Beckers, G. 68<br />

Beuckeleers-Mattues, C. 68<br />

Beuckeleers, J. 67<br />

Beysen, E. 102<br />

Bludts, P. 102<br />

Buysaert, H. 102<br />

Coelen, A. 68<br />

Cooymans, M. 118<br />

Cortvriend, J. 102<br />

Crab, A. 75<br />

De Baecker, L. 68<br />

De Belder, A. 68<br />

De Heel, F. 67<br />

de Léon, E. 68<br />

De Meyere, L. 118<br />

De Potter J. 68<br />

de Raeymaekers, A. 68<br />

De Rey, J. 102<br />

Dessertaine, mevrouw 69<br />

De Weze, C. 102<br />

De Winter, R. 68<br />

De Winter, W. 68<br />

Diels, F. 73<br />

Ekkart, H 119<br />

Fernandel 132<br />

Gepts, L. 102<br />

Gigot, A. 68<br />

Good, F. 68<br />

Grootjans, F. 102<br />

Helsmoortel-Pecher, A. 102<br />

Hopff, F. 102<br />

Hoslet 68, 69<br />

Janssens, L. 102<br />

Joosten, A. 69<br />

Kegeleers-Herreman, mevrouw 68<br />

Le Beck, H. 69<br />

Le Beck-Ceulemans, F. 69<br />

Lheureux, A. Baron 68<br />

Lhonneux, A. 69<br />

Lilar, A. 86<br />

Mafa, M. 73<br />

Martougin, A. 68, 69<br />

Massaux 73<br />

Meerbergen, F. 68<br />

Mols-De Cock, A. 68<br />

Montand, Y. 132<br />

Noerens, R. 102<br />

Nutkewitz, J. 102<br />

Nys, G. 68<br />

Paulus, familie 130<br />

Pecher, E. 69


Pecher, J. 68<br />

Petrionati 73<br />

Piaf, E. 132<br />

Pieters-Voet, S. 102<br />

Pirotte-Thoen, M. 68<br />

Potikian 73<br />

Resseler, V. 68<br />

Roten, E. 68<br />

Russinger Claessens, M. 68<br />

Sampers, P. 68<br />

Schauw, A. 68<br />

Schutters, E. 68<br />

Segers, A. 68<br />

Sel, V. 69<br />

Seldenslach, F. 74<br />

Sielens, H. 68<br />

Sielens-Snoeckx, L. 68<br />

Soethout-Breens, mevrouw 68<br />

Soudan, L. 102<br />

Speth, C. 119<br />

Speth, F. 119<br />

Speth, J. 119<br />

Spiliers, A. 68<br />

Steigrad, L. 102<br />

Sterckx, P. 104<br />

Sweerts, J. 68<br />

Vanaudenhove, O. 86<br />

Van Caneghem, J. 73<br />

Van den Bosch, L. 74<br />

Van den Eynden, A. 68<br />

Van der Aa, M. 68<br />

Van de Woestijne, J. 68<br />

Van der Vorst, J. 73<br />

Van Grieken, W. 102<br />

Van Ham, J. 68<br />

Van Ham-Steenberghs, J. 69<br />

Van Hentenrijk, mevrouw 102<br />

Van Hoecke, H. 75<br />

Van Loock, A. 68<br />

2.5.2. INDEX OP NAAM VAN VERENIGINGEN, INSTELLINGEN EN BEDRIJVEN<br />

AGRA PVBA 68<br />

ALCA 101<br />

ALV 101<br />

ASLK 69<br />

Bakkerij SV HUZ 68<br />

Bank <strong>van</strong> Antwerpen 69<br />

Banque d'Anvers 69<br />

Brouwerij Alken NV 73<br />

Brouwerij Maes NV 74<br />

BRT 73<br />

Coiffure «Charme» 118<br />

INDICES EEEEEE -<br />

Van Meel, G. 68<br />

Van Riel, K. 68<br />

Van Rijswijck, J. 86<br />

Van Roe, P 102, 104<br />

Van Snick-Kennes, mevrouw 68<br />

Vereecken, R. 102<br />

Verhelst, C. 68<br />

Verhelst, J. 69<br />

Vermeulen, A. 69<br />

Verschuren, J. 69<br />

Vinck, L. 119<br />

Vos, R. 68<br />

Werner, R. 68, 69<br />

Wil<strong>die</strong>rs, F. 68, 69<br />

Wil<strong>die</strong>rs, P. 69<br />

Wybauw, J. 69<br />

Coiffure Cleerbaut PVBA 118<br />

Culturele Raad <strong>van</strong> de Vaste Commissie voor Advies<br />

voor het Beheer <strong>van</strong> de Stedelijke Openbare<br />

Bibliotheken <strong>van</strong> de Stad Antwerpen 104<br />

De Belgische Phenix NV 103<br />

Etn. J. Cools PVBA/NV 118<br />

Federatie <strong>van</strong> de BLM 86<br />

Federatie der Vrijzinnige Mutualiteiten <strong>van</strong> de<br />

provincie Antwerpen 86<br />

Financière Anversoise SA 68<br />

Handelsbank NV 71, 101, 114, 118


HUZ 102<br />

Jan Van Rijswijckcentrum 104<br />

Koninklijke Nederlandse Schouwburg 103<br />

INDICES FFFFFF -<br />

LEV 101<br />

Liberale Bond 1° wijk 101<br />

Liberale Mutualiteiten 101<br />

Liberale Vlaamse Bond 101<br />

LP 85, 86, 128<br />

Maltex PVBA 73<br />

Mover PVBA 119<br />

NIR 73<br />

PKI 103, 104, 114<br />

PVV 85, 99-103<br />

PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 102<br />

PVV-Jongeren 102<br />

PVV-Vrouwen Antwerpen-stad 99<br />

PVV-Kern Antwerpen-Zuid 103<br />

PVV-Kern Kiel 103<br />

PVV-Kern Linkeroever 103<br />

Salons Cavens 103<br />

Sociale Dienst der Compensatiekas voor Maatschappelijke<br />

Werken 72, 119<br />

Speciale Vakschool voor Haartooi VZW 118<br />

Verbond der Liberale Toneel<strong>verenigingen</strong> <strong>van</strong> het<br />

arrondissement Antwerpen 86<br />

Suma 119<br />

Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs 124


Inleiding<br />

DEEL 3 :<br />

ARCHIEFTHEORETISCHE CONCLUSIES<br />

INHOUDSTAFEL A -<br />

In dit derde deel worden een aantal conclusies getrokken uit de in deel 2 opgedane ervaringen <strong>die</strong> een<br />

antwoord zouden moeten betekenen op de vragen <strong>die</strong> in deel 1 werden gesteld. In een eerste paragraaf<br />

gaan we na in hoeverre het model <strong>van</strong> archiefschema de eigenlijke inventarisatie doorstond. Kon het<br />

model-archiefschema in zijn geheel worden toegepast of <strong>die</strong>nden belangrijke wijzigingen te worden<br />

aangebracht ? Vervolgens komen oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> vermenging <strong>van</strong> diverse <strong>archieven</strong> aan bod.<br />

Een belangrijke vraag hierbij is overigens waar precies de grens lag tussen de verschillende<br />

archiefvormers. In een derde luik pogen we een systeem uit te werken aan de hand waar<strong>van</strong> men in een<br />

archief- en documentatiecentrum als het Liberaal Archief zowel documentatie als archief kan verwerken<br />

en tegelijkertijd op een zo efficiënt mogelijke wijze kan ontsluiten zonder afbreuk te moeten doen aan<br />

een aantal wetenschappelijke verworvenheden. Afsluiten doen we met de invloed <strong>van</strong> het gebrek aan<br />

wetgeving voor niet-overheidsarchief in het algemeen en partijarchief in het bijzonder op het vlak <strong>van</strong><br />

onder meer openbaarheid en selectie. Bij dat laatste thema zal een lijst <strong>van</strong> voor vernietiging in<br />

aanmerking komende stukken worden afgedrukt, vermits bij de eigenlijke inventarisatie om hoger<br />

vermelde redenen geen selectie werd doorgevoerd 317 . Voor de eindconclusies verwijzen we naar het<br />

algemeen besluit.<br />

3.1. Evaluatie <strong>van</strong> het model-archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief<br />

Alle <strong>archieven</strong> waarmee wij werden geconfronteerd, bevonden zich in een voornamelijk ongeordende<br />

staat. Meestal was de oorspronkelijke orde wel enigszins te reconstrueren, al was de waarde er<strong>van</strong> niet<br />

zo groot gezien de vele naast mekaar bestaande systemen en ordeningen. Aan de basis <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />

ordeningen lag trouwens nooit een doordacht systeem. Dat was zelfs niet het geval voor het archief <strong>van</strong><br />

de PVV-afdeling Antwerpen-stad waarvoor wel een soort depotlijst voorhanden was. Die moet echter<br />

worden beschouwd als een schema voor de materiële plaatsing <strong>van</strong> de stukken; zowel archief als<br />

documentatie. In zo'n situatie mag - of liever : moet - de archivaris zelf een archiefschema opstellen,<br />

waarbij hij tracht de historisch bepaalde structuur <strong>van</strong> het archief daarin te integreren 318 . Om <strong>die</strong> reden<br />

ontwikkelden wij in deel 1 een model <strong>van</strong> archiefschema voor partij<strong>archieven</strong> <strong>van</strong>uit de achterliggende<br />

idee dat gelijksoortige <strong>verenigingen</strong>, gelijkaardige <strong>archieven</strong> zouden moeten vormen. Bij toepassing <strong>van</strong><br />

dit schema op de ongeordende partij<strong>archieven</strong> waarmee wij werden geconfronteerd, bleken zich erg<br />

weinig moeilijkheden voor te doen. <strong>Het</strong> functionele schema paste erg goed. Natuurlijk was het<br />

noodzakelijk om het archiefschema telkens aan te passen aan de typische karakteristieken <strong>van</strong> elk<br />

archief en elke archiefvormer. Zo was het archiefschema <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />

bv. duidelijk beperkter dan dat <strong>van</strong> de opvolger onder de PVV. De reden hiervoor ligt in het feit dat het<br />

archief zelf ook veel minder om<strong>van</strong>grijk was. Wat dan weer het gevolg was <strong>van</strong> twee oorzaken. Ten<br />

eerste beschikken we slechts over het archief uit de laatste jaren <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong> de<br />

317<br />

Hiervoor verwijzen we naar delen 1 en 2.<br />

318 Haegeman, Waarschoot, 31; Archiefbeheer, 4510/26-27.


INHOUDSTAFEL B -<br />

arrondissementsfederatie. Ten tweede was de LP-federatie duidelijk nog niet zo uitgebreid als zijn<br />

opvolger onder de PVV het geval zou zijn. Dat impliceerde meteen dat minder activiteiten aan de dag<br />

werden gelegd.<br />

Toch bleek bij de inventarisatie dat het modelschema op enkele punten <strong>die</strong>nde te worden<br />

aangepast. Zaken m.a.w. <strong>die</strong> voor elk <strong>van</strong> de bestudeerde <strong>archieven</strong> naar voren kwamen. Die<br />

aanpassingen resulteerden in het nu volgende «definitieve» model-archiefschema voor partijarchief.


BIJLAGE 10 : Bijgesteld model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />

I. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

A. Stukken <strong>van</strong> regelgevende aard<br />

B. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />

C. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />

II. Stukken betreffende de administratie<br />

D. Stukken betreffende de eigenlijke financiële administratie<br />

E. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />

F. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> afgevaardigden<br />

III. Stukken betreffende de interne werking<br />

G. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />

G1. Stukken betreffende de eigenlijke partijwerking<br />

G2. Stukken betreffende de aanverwante organisaties<br />

H. Stukken betreffende de partijwerking in het eigen ressort<br />

H1. Stukken betreffende de ondergeschikte geledingen in het algemeen<br />

H2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />

H3. Stukken betreffende de juridische rol<br />

H4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />

H5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />

IV. Stukken betreffende de externe werking<br />

I. Stukken betreffende de politieke standpunten<br />

J. Stukken betreffende de verkiezingen<br />

K. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />

L. Stukken betreffende de deelname aan het beleid.<br />

INHOUDSTAFEL C -<br />

Op een aantal kleinere en minder belangrijke wijzigingen na, moet vooral op twee belangrijkere<br />

correcties in archiefafdeling drie, nader worden ingegaan. Deze afdeling omvatte in het oorspronkelijke<br />

model vier gelijkwaardige onderdelen. De praktijk wees echter uit dat er een duidelijk onderscheid<br />

moet worden gemaakt tussen de partijwerking in zijn geheel - waarin ook de aanverwante <strong>verenigingen</strong><br />

aan bod komen - en de werking <strong>van</strong> de partijgeleding <strong>die</strong> het archief vormde. <strong>Het</strong> is echter duidelijk dat<br />

deze indeling voor het nationale partijarchief niet helemaal op kan gaan, waardoor het modelarchiefschema<br />

dus enkel <strong>van</strong> toepassing kan zijn op lagere echelons <strong>van</strong> een partij. <strong>Het</strong> onderscheid<br />

tussen de eigenlijke geleding en de rest <strong>van</strong> de partij bleef trouwens steeds het moeilijkste en meest<br />

cruciale ordeningsprobleem dat vooral tot uiting kwam bij de behandeling <strong>van</strong> de stukken betreffende<br />

de uitreiking <strong>van</strong> de medailles. <strong>Het</strong> betrof hier een nationale activiteit <strong>die</strong> op arrondissementeel niveau<br />

administratief werd opgevolgd. Dat maakt het vergelijkbaar met de ledenadministratie. <strong>Het</strong> ging echter<br />

om veel meer dan louter administratie, vermits de gelauwerden ook op arrondissementeel vlak werden<br />

gevierd. Die extra dimensie maakte dat we ervoor opteerden de stukken daaromtrent te beschouwen als<br />

nationale ledenactiviteiten<br />

Een andere nieuwigheid is de juridische taak. Een aantal partijgeledingen fungeerden immers<br />

ook als een soort rechtbank voor lagere geledingen waar zowel zaken in eerste aanleg als<br />

beroepsprocedures werden behandeld. Naast het puur juridische speelden de geledingen ook een<br />

controlerende rol, wat tot uiting kwam in het bijwonen <strong>van</strong> vergaderingen <strong>van</strong> lagere partijgeledingen<br />

of de goedkeuring der statuten. Archivalia <strong>die</strong> in dat kader werden gevormd, konden in dat nieuwe<br />

onderdeel worden ondergebracht.<br />

In de tweede archiefafdeling bestaat de belangrijkste toevoeging uit de stukken betreffende de<br />

bijdragen <strong>van</strong> afgevaardigden. Hiermee worden onder meer de mandatarissen in provincieraad,<br />

OCMW,... bedoeld, maar ook eventuele vertegenwoordigers in partijorganen <strong>die</strong> een bepaalde som<br />

<strong>die</strong>nden af te dragen aan de partij. Hierrond werden vaak aparte series gevormd <strong>die</strong> dan ook in een<br />

afzonderlijk onderdeel moeten worden ondergebracht.


INHOUDSTAFEL D -<br />

Toch blijven rond het archiefschema een aantal problemen aanwezig <strong>die</strong> reeds aan bod kwamen<br />

in de structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Zoals gezegd opteerden we in deel<br />

1 reeds voor een ordening naar functies, vermits uit de bestaande inventarissen een voorkeur voor <strong>die</strong><br />

optie bleek. Uit de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> bleek overduidelijk dat we bij deze <strong>archieven</strong> te maken<br />

hebben met een secretaris <strong>die</strong> zowat verantwoordelijk was voor de gehele archiefvorming, op de<br />

boekhouding en een deel <strong>van</strong> de ledenadministratie na. Dat neemt echter niet weg dat een gedeelte <strong>van</strong><br />

de archivalia zeker aan hem moet zijn ontglipt. Zulke gevallen deden zich wellicht voor wanneer een<br />

bepaald lid met een bijzondere opdracht werd belast en de daaruit voortvloeiende archivalia als zijn<br />

persoonlijke stukken aanzag. Dat zou overigens één <strong>van</strong> de redenen kunnen zijn voor de onvolledigheid<br />

<strong>die</strong> elk <strong>van</strong> de partij<strong>archieven</strong> kenmerkt.<br />

Aan de andere kant stelde zich het probleem <strong>van</strong> ACC en CAPR. Deze instellingen beschikten<br />

vaak over een afzonderlijk secretariaat of werden in de boekhouding min of meer afzonderlijk<br />

behandeld 319 . De oorspronkelijke orde bracht echter te weinig indicaties aan om hiervoor het<br />

samenstellen <strong>van</strong> een deelarchief te verantwoorden. <strong>Het</strong> gebeurde zelfs zeer vaak dat stukken gevormd<br />

door CAPR in één bestanddeel zaten met archivalia <strong>die</strong> door andere organen waren opgemaakt. Ook<br />

voor de stukken <strong>die</strong> door de penningmeester werden gevormd, besloten we om gelijkaardige redenen<br />

geen deelarchief aan te maken.<br />

Als algemeen besluit kan dus gelden dat het modelschema zeer goed toepasbaar was, mits de<br />

nodige aanpassingen, rekening houdend met de specifieke opdrachten <strong>van</strong> elke archiefvormer en met<br />

de bestaande ordening. Dat houdt m.a.w. in dat de schema's <strong>van</strong> de inventarissen in deel 2 steeds licht<br />

afwijken <strong>van</strong> het bijgewerkte modelschema dat hierboven te vinden is.<br />

3.2. De oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong><br />

Ons inziens liggen een aantal oorzaken ten grondslag aan de vermenging <strong>die</strong> het behandelde<br />

archieffonds kenmerkte. In eerste instantie is er natuurlijk het Liberaal Huis dat fungeerde als een<br />

liberale ontmoetingsplaats waar diverse <strong>verenigingen</strong> hun zetel hadden en/of vergaderden en/of<br />

allerhande activiteiten plaats lieten vinden. <strong>Het</strong> feit nu dat in tweede instantie zeer veel personen <strong>van</strong> de<br />

meest uiteenlopende liberale <strong>verenigingen</strong> lid waren of er zelfs functies uitoefenden en tegelijker tijd als<br />

vrijwilliger werkten, zorgde ervoor dat de notie archiefvormer een onbekend begrip was. Dat had onder<br />

meer tot gevolg dat meerdere personen archiefstukken als persoonlijk bezit aanzagen of althans toch bij<br />

hen persoonlijk bewaarden. Dat fenomeen valt voornamelijk af te leiden uit de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Albert<br />

Lilar en Charles De Weze <strong>die</strong> bestanddelen bevatten waarin persoonlijk en verenigingsarchief door<br />

elkaar voorkomen. Een laatste negatieve factor is te vinden in de verschillende verbouwingen <strong>die</strong> het<br />

gebouw aan de Kome<strong>die</strong>plaats onderging. Dat had onder meer als gevolg dat de stukken <strong>die</strong> in 1977<br />

aan het AMVC werden overgemaakt tussen het puin lagen. Tussen de archivalia <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal<br />

Huis dan weer, konden vele puinresten worden gevonden.<br />

De enige positieve factor met het oog op een degelijke ordening <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> was te vinden<br />

in de persoon <strong>van</strong> de secretaris. Vaak was dit de enige figuur binnen een vereniging <strong>die</strong> min of meer<br />

full-time met zijn opdracht bezig was. <strong>Het</strong> belang <strong>van</strong> de secretaris kwam duidelijk tot uiting in periodes<br />

waarin een aantal nieuwe secretarissen elkaar in snel tempo opvolgden. Op <strong>die</strong> momenten steeg over<br />

het algemeen de chaos. <strong>Het</strong> was overigens reeds voldoende dat een bepaalde secretaris ontslag nam<br />

opdat de ordening <strong>van</strong> een aantal series zou wijzigen. Dat had te maken met het feit dat elke secretaris<br />

het archief volgens zijn eigen, wijzigende inzichten ordende. Dat impliceert dat de <strong>archieven</strong> niet <strong>van</strong>uit<br />

een bepaald vooropgezet plan werden geordend. Veeleer kan worden gesproken <strong>van</strong> een historisch<br />

gegroeide orde, waarbij de ordening <strong>die</strong> de laatste secretaris toepaste, niet noodzakelijk beter hoefde te<br />

zijn dan <strong>die</strong> <strong>van</strong> de eerste.<br />

319 Archief PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35 : hier werden gedurende een korte periode aparte pagina's gebruikt<br />

voor de ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> het ACC.


INHOUDSTAFEL E -<br />

De belangrijkste factor is echter te vinden in de persoon <strong>van</strong> Charles De Weze <strong>die</strong> een aantal<br />

genoemde factoren in zich verenigde en in <strong>die</strong> zin symptomatisch is voor het archieffonds in zijn geheel.<br />

Hij was <strong>van</strong> 1960 tot in 1975 de permanente secretaris <strong>van</strong> eerst LP- en later PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen. Vanuit <strong>die</strong> functie, handelde hij echter ook vaak in naam <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> zoals SV<br />

<strong>Het</strong> Liberaal Huis, de PVV-districtsvereniging Antwerpen en zo meer.


INHOUDSTAFEL F -<br />

Boven<strong>die</strong>n oefende deze man tal <strong>van</strong> andere functies uit bij diverse liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> in het<br />

Liberaal Huis hun zetel hadden. In <strong>die</strong> zin had hij op de ordening <strong>van</strong> meerdere <strong>archieven</strong> een soms<br />

behoorlijk grote invloed. <strong>Het</strong> feit dat hij quasi overal aanwezig was, zorgde er echter niet voor dat de<br />

notie archiefvormer doordrong. Charles De Weze zelf vormde namelijk mappen waarin naast<br />

persoonlijke stukken ook archief <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> voorkwam 320 . Een positief gevolg <strong>van</strong> zijn grote<br />

invloed lag in de gelijkaardige ordening <strong>die</strong> in verschillende <strong>archieven</strong> kon worden waargenomen. Dat<br />

nam echter niet weg dat binnen de bestanddelen zelf, lang niet altijd een gelijke rangschikking <strong>van</strong> de<br />

documenten aanwezig was. Zoals reeds gezegd ordende de secretaris de stukken grotendeels volgens<br />

eigen inzichten; de opvattingen <strong>van</strong> Charles De Weze moeten wanneer we de oorspronkelijke ordening<br />

in ogenschouw nemen, regelmatig zijn gewijzigd.<br />

In de literatuur vonden we een aantal sterk verschillende archieffondsen met toch opvallende<br />

gelijkenissen inzake de redenen voor de vermenging. <strong>Het</strong> Nieuwpoortse stadhuis bv. fungeerde volgens<br />

Xavier Lesage als een soort <strong>van</strong> open huis waarin tal <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en instellingen huisden. De<br />

belangrijkste factor in dit alles was te vinden in de persoon <strong>van</strong> de stadssecretaris <strong>die</strong> archief vormde<br />

voor liefst 20 vreemde archiefvormers 321 . De oude <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Budingen dateren weliswaar uit het<br />

Ancien Régime, maar vertonen toch ook een aantal opvallende gelijkenissen 322 . In dit geval had men te<br />

maken met een totaal vermengd archieffonds <strong>van</strong> een vijftal archiefvormers. De oorzaak daar<strong>van</strong> lag<br />

enerzijds in het feit dat verschillende functies in één en dezelfde persoon - met name de leenheer -<br />

waren verenigd. Anderzijds was er de secretaris/griffier <strong>van</strong> de schepenbank <strong>die</strong> een centrale rol<br />

vervulde, zelfs de spilfiguur was. Hij was immers verantwoordelijk voor de registratie en bewaring <strong>van</strong><br />

het archiefmateriaal. We zien hier m.a.w. sterke gelijkenissen tussen drie groepen <strong>van</strong> sterk<br />

uiteenlopende archiefvormers <strong>die</strong> in hoofdzaak één ding gemeen hebben, met name de belangrijke rol<br />

<strong>van</strong> de secretaris. Boven<strong>die</strong>n was in het geval <strong>van</strong> Nieuwpoort ook de vestigingsplaats uitermate<br />

belangrijk.<br />

<strong>Het</strong> archieffonds waarmee wij werden geconfronteerd, kan als volgt worden omschreven. <strong>Het</strong><br />

betreft een conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, deel<strong>archieven</strong>, fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie dat<br />

in sterke mate vermengd geraakt was. De oorzaken daar<strong>van</strong> lagen in de jarenlange opslag in één en<br />

hetzelfde gebouw dat een aantal verbouwingswerken onderging en in het feit dat het om sterk verwante<br />

archiefvormers ging met vaak dezelfde functionarissen en een gemeenschappelijke zetel. De<br />

belangrijkste impact op de <strong>archieven</strong> ging uit <strong>van</strong> de respectievelijke secretarissen <strong>die</strong> het archief<br />

ordenden naar eigen goeddunken. Dat had tot gevolg dat de rangschikking <strong>van</strong> de stukken vooral<br />

binnen series vaak sterk varieerde. Vele bestanddelen waren overigens gekenmerkt door een gebrek aan<br />

orde; een orde <strong>die</strong> misschien na verloop <strong>van</strong> tijd verloren was gegaan.<br />

Een dergelijk conglomeraat vereist <strong>van</strong>zelfsprekend een bijzondere aanpak. In eerste instantie<br />

werd een onderzoek ingesteld naar de archiefvormers. Vermits meestal geen literatuur voorhanden was<br />

- typisch voor plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong> - waren we genoodzaakt het archiefmateriaal zelf aan<br />

een stu<strong>die</strong> te onderwerpen. Dat leidde tot de ontdekking <strong>van</strong> nog meer archiefvormers zodat we op een<br />

totaal <strong>van</strong> 19 uitkwamen. Vervolgens werd de documentatie afgescheiden, waarover in het volgende<br />

onderdeel meer. Dan <strong>die</strong>nden de stukken <strong>van</strong> de verschillende archiefvormers <strong>van</strong> elkaar te worden<br />

gescheiden. Dat leverde de vraag op wat precies een archiefvormer was.<br />

Dat probleem kwam vooral aan bod bij de behandeling <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen en bij Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Wat het eerste geval betreft besloten we dat we te maken<br />

hadden met twee afzonderlijke archiefvormers. Ook al is het onderscheid tussen LP en PVV niet erg<br />

groot, toch betreft het twee afzonderlijke <strong>verenigingen</strong>, zodat ook hun respectievelijke geledingen als<br />

zodanig moeten worden beschouwd. De moeilijkheid was echter dat <strong>die</strong>genen <strong>die</strong> de archiefstukken<br />

hadden opgesteld en bewaard helemaal geen onderscheid maakten. Dat was vooral te wijten aan<br />

Charles De Weze <strong>die</strong> in april 1960 - meer dan een jaar voor de oprichting <strong>van</strong> de PVV - benoemd werd<br />

tot de nieuwe permanente secretaris. Ten gevolge daar<strong>van</strong> liepen vele series en/of bestanddelen <strong>van</strong><br />

320 Zie de inventaris <strong>van</strong> zijn archief.<br />

321 Lesage, Nieuwpoort, 51-54.<br />

322 Smets, Budingen, 33-35.


INHOUDSTAFEL G -<br />

1960 tot 1975, het jaar waarin hij ontslag nam. Dat betekende dat vele bestanddelen in feite door twee<br />

verschillende <strong>verenigingen</strong> waren gevormd. <strong>Het</strong> leek ons niet zinvol om dergelijke bestanddelen <strong>die</strong> een<br />

duidelijke eenheid vormden, te gaan scheiden. <strong>Het</strong> is daarentegen veel beter om <strong>die</strong> stukken samen te<br />

laten en te werken via verwijzingen in de inventarissen 323 .<br />

Een gelijkaardig probleem deed zich voor bij het maandblad Eerst Vrijheid. Dit onvolledige<br />

archief bevatte een aantal stukken <strong>die</strong> gevormd werden door opvolger Eerst Vrij. Gezien we over te<br />

weinig informatie beschikten werd voor een voorlopige oplossing gekozen, <strong>die</strong> er in bestond de beide<br />

archiefgedeelten in één inventaris te behandelen. Een dergelijke oplossing kan niet definitief zijn vermits<br />

afzonderlijke archiefvormers via aparte inventarissen moeten worden ontsloten.<br />

Voor elk <strong>van</strong> de afgescheiden <strong>archieven</strong> maakten we vervolgens archiefschema's op <strong>die</strong> nauw<br />

aansloten bij de eigen taakstelling en bevoegdheden <strong>van</strong> de verschillende archiefvormers. De ordening<br />

<strong>van</strong> de partij<strong>archieven</strong> kon gebeuren op basis <strong>van</strong> het model <strong>van</strong> archiefschema uit deel 1. De ordening<br />

<strong>van</strong> een archief als SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis daarentegen <strong>die</strong>nde aan eigen wetmatigheden te voldoen. Voor<br />

de kleinere <strong>archieven</strong> en archieffragmenten ontbraken veelal voldoende gegevens om sterk op de oude<br />

orde in te grijpen. Ook al leek <strong>die</strong> soms niet erg bruikbaar.<br />

Als besluit zouden we kunnen stellen dat fondsen <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en personen<br />

<strong>die</strong> in één en hetzelfde gebouw aanwezig waren, overeenkomsten vertonen. Vaak gaat het immers om<br />

<strong>archieven</strong> waarbij één bepaalde figuur een determinerende rol speelde. Boven<strong>die</strong>n lijkt het opportuun<br />

dergelijke archieffondsen in fondsinventarissen te ontsluiten. <strong>Het</strong> zou daarom misschien niet onzinnig<br />

zijn om - in navolging <strong>van</strong> begrippen als familie- en huisarchief - de archiefterminologie terzake bij te<br />

schaven. Een mogelijkheid zou kunnen zijn de bestaande term huisarchief uit te breiden zodat ook dit<br />

soort <strong>van</strong> archieffondsen erin zou kunnen passen. Een tweede mogelijkheid zou er in kunnen bestaan<br />

een nieuwe term te creëren. We denken daarbij in de eerste plaats aan lokaalarchief. De defintie zou dan<br />

kunnen luiden als volgt : een lokaalarchief is een al dan niet overgeleverde combinatie <strong>van</strong> <strong>archieven</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en personen <strong>die</strong> hetzelfde lokaal als zetel hadden.<br />

3.3. Oplossingen voor de verwerking en ontsluiting <strong>van</strong> archief en documentatie<br />

binnen één instelling<br />

In deel 1 gingen we uitgebreid in op de problematiek waarmee archief- en documentatiecentra worden<br />

geconfronteerd. Daar zagen we dat zij meer dan klassieke archiefinstellingen of documentatiecentra te<br />

maken krijgen met archief en documentatie samen. Deze twee soorten documenten vereisen echter een<br />

nogal tegenstrijdige aanpak bij de ontsluiting er<strong>van</strong>. De klassiseke manier voor het ontsluiten <strong>van</strong><br />

<strong>archieven</strong> - via inventarissen - bemoeilijkt daarenboven een efficiënte doorstroming <strong>van</strong> de informatie<br />

naar de gebruiker toe. Boven<strong>die</strong>n hebben de zuilgebonden centra een zekere verplichting tegenover hun<br />

achterban. De <strong>die</strong>nstverlening <strong>die</strong> daaruit voortvloeit, bemoeilijkt de selectiepolitiek <strong>die</strong> bij een modern<br />

archiefbeleid hoort. Tenslotte moet worden opgemerkt dat in archief- en documentatiecentra zoals het<br />

Liberaal Archief het eerder regel dan uitzondering is dat men te maken krijgt met conglomeraten <strong>van</strong><br />

<strong>archieven</strong>, losse archiefstukken en documentatie. Daarom gingen wij op zoek naar een aanpak <strong>van</strong><br />

archief en documentatie <strong>die</strong> rekening houdt met de verschillende eisen <strong>die</strong> qua verwerking aan beide<br />

worden gesteld, maar de tegenstellingen tegelijk tracht te verzoenen met het oog op de best mogelijke<br />

ontsluiting er<strong>van</strong>.<br />

<strong>Het</strong> belangrijkste uitgangspunt is dat archief en documentatie best beschreven en verwerkt<br />

worden volgens de wetenschappelijke geëigende methodes. Wanneer men dan te maken krijgt met een<br />

conglomeraat <strong>van</strong> archiefmateriaal en documentatie dan zal het in de eerste plaats zaak zijn de<br />

documentatie te scheiden <strong>van</strong> de archivalia. Een dergelijke ingreep zal echter slechts mogelijk zijn na<br />

een grondige stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen <strong>die</strong> in het conglomeraat voorkomen. Pas dan<br />

323 We verwijzen hiervoor naar de structuurstu<strong>die</strong> en naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondisse-<br />

mentsfederatie Antwerpen.


INHOUDSTAFEL H -<br />

zal men kunnen uitmaken welke archivalia door één bepaalde archiefvormer werden aangemaakt en<br />

welke documentatie door welke instelling werd aangelegd.<br />

De wijze <strong>van</strong> verwerking <strong>van</strong> de documentatie <strong>die</strong> uit het conglomeraat werd gedistilleerd,<br />

hangt <strong>van</strong> een aantal elementen af. In eerste instantie zal men in een archief- en documentatiecentrum<br />

waar archief en documentatie op een gelijkwaardige wijze wordt behandeld, pogen alle documentatie<br />

zoveel mogelijk onder te brengen in de bestaande documentaire verzamelingen. Er zijn echter enkele<br />

uitzonderingen. Ten eerste is het zeer goed mogelijk dat bepaalde documenten niet passen in het opzet<br />

<strong>van</strong> het archief- en documentatiecentrum. Men kan stellen dat dergelijke documentatie voor deze<br />

instelling <strong>van</strong> geenerlei waarde is. In dergelijke gevallen kan men besluiten tot vernietiging. Een andere<br />

en soms interessantere mogelijkheid is echter het ruilen <strong>van</strong> de documenten met andere instellingen.<br />

Ten tweede kan documentatie <strong>die</strong> uit een conglomeraat afkomstig is, nauw aansluiten bij de taakstelling<br />

<strong>van</strong> de vereniging door wie ze werd verzameld. Wanneer in dat geval de documentatie niet past binnen<br />

het kader <strong>van</strong> de documentaire verzamelingen, kan besloten worden de documenten te bewaren bij het<br />

archief zelf. In elk geval zal men bij dergelijke documentatie steeds moeten overgaan tot een<br />

beschrijving er<strong>van</strong> in de archiefinventaris.<br />

Archieven <strong>die</strong> <strong>van</strong> het conglomeraat konden worden afgescheiden, worden ontsloten in een<br />

inventaris volgens de principes <strong>van</strong> de archivistiek. Dat geldt evenzeer voor onvolledige <strong>archieven</strong> <strong>die</strong><br />

duidelijk door een bepaalde vereniging werden gevormd. Heel anders is het gesteld met echte losse<br />

stukken waar<strong>van</strong> in eerste instantie niet kan worden achterhaald door wie ze werden gevormd of zelfs<br />

of ze nu archief dan wel documentatie zijn. Dergelijke stukken komen immers met de regelmaat <strong>van</strong> de<br />

klok voor. Vaak zelfs bestaan bepaalde - veelal kleinere - schenkingen uit niet veel meer dan losse<br />

stukken archief en documentatie. Dergelijke documenten kunnen ons inziens het beste worden<br />

ondergebracht in een afzonderlijk daarvoor gecreëerd bestand, waarin de stukken kunnen worden<br />

geordend op de vereniging of persoon waarop ze betrekking hebben. Voor archiefstukken moet - met<br />

het oog op een latere toepassing <strong>van</strong> het restauratiebeginsel - steeds nauwkeurig alle informatie worden<br />

opgenomen.<br />

Dubbele archiefstukken worden in een archief- en documentatiecentrum niet zomaar<br />

vernietigd. Ze kunnen daarentegen worden behandeld als documentatie en zo mogelijk worden<br />

ondergebracht in de documentaire verzamelingen. Wanneer ze daarin niet passen, kunnen ze worden<br />

bewaard in het aparte documentaire bestand waarover we het zopas hadden. Een andere mogelijkheid<br />

zou kunnen zijn de stukken materieel te bewaren bij het archief <strong>van</strong> de betreffende vereniging. Die<br />

laatste optie is vooral interessant in het kader <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nstverlening naar de achterban toe. Op <strong>die</strong><br />

wijze kunnen immers alle documenten <strong>van</strong> een bepaalde vereniging of persoon samen worden<br />

bewaard.<br />

Op deze wijze kunnen archief en documentatie elk op hun eigen manier worden verwerkt en<br />

ontsloten, terwijl toch zoveel mogelijk aan de specifieke opdrachten <strong>van</strong> een archief- en<br />

documentatiecentrum wordt tegemoetgekomen. Toch blijft er het probleem <strong>van</strong> de toegankelijkheid<br />

wanneer diverse bronnen op uiteenlopende wijze worden beschreven en materieel geordend. Om<br />

daaraan te verhelpen lijkt ons de enige oplossing te vinden in het toepassen <strong>van</strong> een arbeidsintensieve<br />

en tijdrovende bezigheid als het toekennen <strong>van</strong> trefwoorden uit een thesaurus aan zowel archivalia als<br />

boeken, tijdschriften, foto's, knipsels, documentatiemappen en zo meer. <strong>Het</strong> lijkt ons daarbij <strong>van</strong> het<br />

allergrootste belang om in het trefwoordensysteem alle gekende <strong>verenigingen</strong>, hun afdelingen en alle<br />

gekende personen op te nemen <strong>die</strong> voor de betreffende instelling <strong>van</strong> belang zijn. Om één en ander<br />

beheersbaar, overzichtelijk en gebruiksvriendelijk te houden, zou best worden geopteerd voor een<br />

verwerking, ontsluiting en consultatie via de computer. Op <strong>die</strong> wijze zou men in staat kunnen zijn<br />

allerhande gegevens onmiddellijk te ontsluiten via trefwoorden, zodat geen tijd zou worden verspild<br />

met het telkens opnieuw invoeren <strong>van</strong> gegevens.


3.4. Conclusies i.v.m. het gebrek aan wetgeving<br />

INHOUDSTAFEL - I<br />

Zoals in het eerste deel werd aangegeven worden partrij<strong>archieven</strong> gekenmerkt door een gebrek aan<br />

wetgeving. De archiefwet is daarop niet <strong>van</strong> toepassing zolang ze in particuliere archiefinstellingen<br />

worden bewaard en boven<strong>die</strong>n bezitten ze als feitelijke <strong>verenigingen</strong> geen rechtspersoonlijkheid. Dat<br />

kwam in de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> wij hierboven behandelden onder meer sterk tot uiting in de boekhouding.<br />

Deze was vaak onvolledig en slordig bijgehouden. Boven<strong>die</strong>n schakelde de LP-arrondissementsfederatie<br />

Antwerpen bv. over <strong>van</strong> een dagboek op een journaal, zonder dat daarvoor een duidelijk aanwijsbare<br />

reden was 324 . Bij de bestanddelen i.v.m. de verkiezingen vonden we veel officiële documenten. Invloed<br />

op de archiefordening was er echter hoegenaamd niet. Een aantal andere archiefvormers bezaten wel<br />

degelijk rechtspersoonlijkheid. Bij het archief <strong>van</strong> Hulp aan Patroon is dat ook duidelijk te merken aan de<br />

archiefvorming in de vorm <strong>van</strong> officiële, erkende loonstaatformulieren bv. Voor het overige blijft ook<br />

daar de invloed <strong>van</strong> de wetgeving eerder beperkt.<br />

Een ander belangrijk gevolg <strong>van</strong> het gebrek aan wetgeving ligt op het terrein <strong>van</strong> de<br />

openbaarheidstermijnen. In een archief- en documentatiecentrum moet boven<strong>die</strong>n een<br />

vertrouwensrelatie worden opgebouwd met de achterban, zodat wel zeer voorzichtig moet worden<br />

omgesprongen met materiaal dat de privacy betreft. Aan de andere kant bestaat er een tendens de<br />

openbaarheidstermijnen steeds korter te maken. Dat heeft alles te maken met het feit dat steeds meer<br />

onderzoek wordt verricht naar het zeer recente verleden, terwijl nieuwe wetten in verband met privacy<br />

ontstaan. Dat impliceert dat er een waar spanningsveld ontstaat tussen de drang naar een zo snel<br />

mogelijke openbaarheid en de wens tot bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer 325 .<br />

Rekening houdend met de specificiteit <strong>van</strong> archief- en documentatiecentra kozen we voor de<br />

volgende oplossing. Als algemene regel houden we ons aan een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> dertig jaar.<br />

Op <strong>die</strong> regel bestaan echter twee belangrijke uitzonderingen. Ten eerste blijven alle stukken <strong>die</strong> bij de<br />

opmaak er<strong>van</strong> reeds openbaar waren, openbaar. Ten tweede krijgen documenten <strong>die</strong> de privacy in het<br />

gedrang kunnen brengen een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> minimum honderd jaar, zonodig langer.<br />

Vermits de archivaris, bij gebrek aan een wettelijke regeling, voor deze termijnen<br />

verantwoordelijk is, heeft hij altijd het recht uitzonderingen toe te staan. Boven<strong>die</strong>n werd er in het geval<br />

<strong>van</strong> liberaal partijarchief om praktische redenen voor gekozen de openbaarheidstermijn voorlopig te<br />

verbinden aan de datum <strong>van</strong> 8 oktober 1961, de dag waarop de LP werd omgezet in PVV.<br />

In het vorige onderdeel en in deel 1 gaven we reeds aan dat het voor een archief- en<br />

documentatiecentrum niet zo <strong>van</strong>zelfsprekend is om een selectie- en vernietigingspolitiek te voeren.<br />

Onder meer om <strong>die</strong> reden werd in de inventarissen uit deel 2 niet overgegaan tot een selectie. Hierna<br />

zullen we kort aangeven welke archiefbestanddelen wel in aanmerking zouden komen wanneer de<br />

stukken niet langer zouden moeten worden bewaard met het oog op de <strong>die</strong>nstverlening naar de<br />

achterban toe. <strong>Het</strong> is niet de bedoeling concreet aan te geven welke bestanddelen precies in aanmerking<br />

komen om te worden vernietigd. Veeleer zullen we proberen op een eerder globale wijze aan te geven<br />

welke soorten archiefbestanddelen daarvoor in aanmerking komen 326 . We beperken ons overigens tot<br />

de vier grootste en meest volledige <strong>archieven</strong>. De andere waren te beperkt in om<strong>van</strong>g om over selectie<br />

en vernietiging gefundeerde uitspraken te kunnen doen.<br />

324 Archief LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, inventarisnummers 26-27.<br />

325 «Archiefwet of openbaarheid», 101.<br />

326 We maakten hiervoor gebruik <strong>van</strong> het al wat oudere, maar nog steeds actuele artikel <strong>van</strong> H. Coppejans-Desmedt over de<br />

noodzaak <strong>van</strong> selectie en vernietiging en <strong>van</strong> het Nederlandse werkje Praktische aanwijzingen voor de selectie en<br />

vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particukiere instelling uit 1987.


INHOUDSTAFEL - J<br />

A. De <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en de PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

Onder geen enkel beding mogen statuten of notulen <strong>van</strong> deze <strong>verenigingen</strong> worden vernietigd.<br />

Enigszins anders is het gesteld met de statuten <strong>van</strong> andere partijgeledingen, wanneer <strong>die</strong> reeds<br />

in andere <strong>archieven</strong> worden bewaard. Ook de bijlagen bij de notulen en de dossiers betreffende<br />

de Algemene Vergaderingen mogen niet worden vernietigd. <strong>Het</strong> betreft hier stukken <strong>die</strong> alle<br />

informatie bevatten <strong>die</strong> <strong>van</strong> wezenlijk belang zijn voor het doorgronden en bestuderen <strong>van</strong> deze<br />

<strong>verenigingen</strong>. De briefwisseling over diverse onderwerpen zal stuk voor stuk moeten worden<br />

bekeken, maar wellicht grotendeels te bewaren zijn.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />

In<strong>die</strong>n de dagboeken en/of journalen een volledige serie uitmaken en de bijlagen geen extra<br />

informatie verschaffen kunnen deze laatste zonder uitzondering worden vernietigd. Alleen dit<br />

al zou de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> kunnen decimeren. <strong>Het</strong> probleem is echter dat de<br />

samenvattende stukken vaak onvolledig zijn. Wat de ledenadministratie betreft werden diverse<br />

series bestanddelen gevormd <strong>die</strong> bijna altijd dezelfde informatie bevatten. Vooral voor wat het<br />

archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen betreft zou grotendeels kunnen volstaan<br />

worden met het behoud <strong>van</strong> het ledenregister op steekkaarten. Tijdsgebonden ledenstaten<br />

zouden dan kunnen worden vernietigd, net zoals een groot deel <strong>van</strong> de briefwisseling<br />

betreffende de ledenadministratie. Instructies kunnen natuurlijk niet worden vernietigd.<br />

3. Stukken betreffende de interne partijwerking.<br />

Uit de dossiers betreffende de nationale congressen zouden zeker de congresdocumenten<br />

kunnen worden geselecteerd, vermits <strong>die</strong> op elk niveau aanwezig zijn en in het Liberaal Archief<br />

ook reeds in een documentaire verzameling worden bewaard. De andere stukken betreffende<br />

het nationale niveau moeten ons inziens wel worden bewaard, tenzij dezelfde stukken ook op<br />

andere bewaarniveaus zouden worden bewaard, zoals briefwisseling en circulaires bv.<br />

<strong>Het</strong>zelfde geldt voor de stukken aangaande de interne partijwerking <strong>van</strong> de betreffende<br />

geleding. Al zou kunnen worden besloten <strong>van</strong> een aantal series, zoals de dossiers betreffende de<br />

ledenactiviteiten, slechts één of een paar bestanddelen als voorbeeld te bewaren.<br />

4. Stukken betreffende de externe werking<br />

Gezien ook hier de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> de partij aan bod komen, kan <strong>van</strong> vernietiging<br />

nauwelijks sprake zijn. Toch treffen we bij de archivalia m.b.t. de verkiezingen zeker stukken<br />

aan <strong>die</strong> ook in andere geledingen zullen voorkomen, zodat voor archiefafdelingen drie en vier<br />

de vraag <strong>van</strong> het bewaarniveau zou kunnen worden gesteld. Voorlopig is <strong>die</strong> vraag echter nog<br />

niet aan de orde bij gebrek aan bewaarde <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> andere partijgeledingen.<br />

B. <strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis<br />

1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />

Voor de stukken <strong>van</strong> algemene aard gelden hier dezelfde opmerkingen.<br />

2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard.<br />

Wat de stukken betreffende de aandeelhouders betreft, zouden in de regel enkel het register en<br />

de briefwisseling moeten worden bewaard. De archiefvorming daaromtrent is echter verre <strong>van</strong><br />

volledig, zodat <strong>van</strong> vernietiging geen sprake kan zijn. De briefwisseling bevat zelfs niet alle<br />

gegevens i.v.m. de annulatie <strong>van</strong> de aandeelbewijzen, zodat zelfs <strong>die</strong> genannuleerde aandelen<br />

moeten worden bewaard. Wat de boekhouding betreft lijkt het ons noodzakelijk enkel de<br />

dossiers betreffende de jaarrekeningen en de aangifte <strong>van</strong> de vennootschapsbelasting, samen<br />

met de samenvattende boekhoudkundige stukken te bewaren. Dat betekent dat journalen,<br />

dagboeken en bijlagen bij de boekhouding integraal kunnen worden vernietigd. <strong>Het</strong>zelfde kan<br />

gelden voor de stukken betreffende de bankrekening, vermits <strong>die</strong> globaal aan bod komen in


INHOUDSTAFEL K -<br />

saldibalans- en grootboek. Ook in de stukken betreffende personeel en sociale zekerheid kan<br />

verregaand worden gesnoeid. Opnieuw zou kunnen worden volstaan met de meest algemene<br />

stukken, met name de personeelsregisters en de jaarlijkse loonstaten. Voor de tweede groep<br />

moet echter enig voorbehoud worden gemaakt, vermits <strong>die</strong> stukken onvolledig zijn. Uiteraard<br />

<strong>die</strong>nen ook de briefwisseling en de dossiers betreffende de rechtszaken te worden bewaard.<br />

3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het gebouw.<br />

Hier kunnen in principe slechts zeer weinig stukken worden vernietigd, omdat ze bijna alle<br />

werden opgemaakt in het kader <strong>van</strong> de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> de vereniging. Een<br />

belangrijke uitzondering moet hier worden gemaakt voor de boekhoudingsstukken aangaande<br />

café Liberator. Hier kan het volstaan het register en de dagboeken te bewaren, plus de bijlagen<br />

uit de jaren 1949-1950 en 1956-1960, waarvoor geen dagboeken voorhanden zijn. Anderzijds is<br />

het wel zo dat de gegevens uit deze dagboeken ook werden overgebracht naar de algemene<br />

boekhouding uit archiefafdeling 3. Daaruit zou de conclusie kunnen worden getrokken dat ook<br />

de dagboeken mogen worden vernietigd. Maar omwille <strong>van</strong> het feit dat deze boekhouding een<br />

dubbele functie had - controlemiddel voor zowel SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis als voor de uitbater <strong>van</strong><br />

café Liberator - lijkt het ons meer opportuun geen selectie in overweging te nemen.<br />

Als besluit zou kunnen worden gesteld dat vooral kan worden geselecteerd in de archiefafdelingen <strong>die</strong><br />

de administratie als onderwerp hebben. <strong>Het</strong> volledig doorvoeren <strong>van</strong> een dergelijke selectie wordt<br />

echter bemoeilijkt door de onvolledigheid <strong>van</strong> de series samenvattende en kwantitatieve stukken.<br />

ALGEMEEN BESLUIT<br />

Deze stu<strong>die</strong> vertrok <strong>van</strong> een aantal uitgangspunten <strong>die</strong> te maken hadden met het<br />

conglomeraat <strong>van</strong> archief en documentatie dat <strong>die</strong>nde ontsloten. De belangrijkste waren<br />

enerzijds dat i.v.m. partijarchief nauwelijks enig archiefwetenschappelijk werk werd verricht.<br />

Anderzijds kon evenmin worden voorbijgegaan aan de constatatie dat het te behandelen<br />

archieffonds zowel archief als documentatie bevatte. Dat leidde ons tot een aantal<br />

probleemstellingen <strong>die</strong> wij in de loop <strong>van</strong> deze stu<strong>die</strong> aan de hand <strong>van</strong> achtereenvolgens<br />

theorie en praktijk trachtten op te lossen.<br />

Om een antwoord te bieden op de vragen i.v.m. het <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> partijarchief<br />

stelden we een model <strong>van</strong> archiefschema op, waarbij we uitgingen <strong>van</strong> de stelling dat<br />

gelijkaardige archiefvormers een gelijkaardige archiefstructuur zouden moeten hebben. Na<br />

raadpleging <strong>van</strong> de literatuur opteerden we voor een ordening naar functie. Deze keuze bleek,<br />

in confrontatie met de praktijk, meer dan verantwoord te zijn. We <strong>die</strong>nden immers slechts hier<br />

en daar enkele aanpassingen door te voeren. De fundamenten <strong>van</strong> het modelschema bleven<br />

echter meer dan overeind. Natuurlijk moet zo'n modelschema steeds worden bijgesteld op<br />

basis <strong>van</strong> de taken <strong>van</strong> de betreffende archiefvormers, zoals dat in deel 2 tot uiting kwam. <strong>Het</strong><br />

blijft echter de vraag of het modelschema kan worden toegepast op de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> alle


INHOUDSTAFEL L -<br />

geledingen <strong>van</strong> alle politieke partijen. Verder onderzoek zal daarover uitsluitsel moeten<br />

brengen.<br />

Wat de oorzaak <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> uit het fonds betreft, kon worden<br />

achterhaald dat er meerdere redenen waren. In eerste instantie was er het gebouw waarin de<br />

meeste <strong>verenigingen</strong> gedurende korte of langere tijd hun zetel hadden en/of vergaderden.<br />

Veel belangrijker nog is dat het om sterk verwante liberale <strong>verenigingen</strong> ging met vaak<br />

hetzelfde politieke personeel. Gevolgen daar<strong>van</strong> waren dat men absoluut geen notie had <strong>van</strong><br />

wat een archiefvormer is en dat de verschillende <strong>archieven</strong> in een aantal lokalen samen<br />

werden bewaard. De figuur waarin de oorzakelijkheden culmineerden, was Charles De Weze<br />

<strong>die</strong> diverse functies uitoefende voor de meest uiteenlopende <strong>verenigingen</strong>.<br />

We konden vaststellen dat ook de vermenging <strong>van</strong> andere archieffondsen - zoals het<br />

stadsarchief <strong>van</strong> Nieuwpoort - vaak veroorzaakt werd door dezelfde factoren. Dat zou er op<br />

kunnen wijzen dat dergelijke archieffondsen als een afzonderlijke groep zouden kunnen<br />

worden beschouwd, in navolging <strong>van</strong> huis- en familie<strong>archieven</strong>. Onder meer om <strong>die</strong> reden<br />

lijkt het ons opportuun dergelijke archieffondsen zoveel mogelijk in verzamelinventarissen te<br />

beschrijven.<br />

Uiteraard wordt daarbij voor elke vereniging een afzonderlijke inventaris geredigeerd.<br />

Om <strong>die</strong> verschillende archiefvormers <strong>van</strong> mekaar te kunnen scheiden en om de betekenis <strong>van</strong><br />

de documentatie te kunnen vatten, is een grondige voorstu<strong>die</strong> echter noodzakelijk. Dat heeft te<br />

maken met de vaak enorme verstrengeling <strong>van</strong> bepaalde <strong>archieven</strong>.<br />

De tweede grote problematiek had betrekking op de behandeling en ontsluiting <strong>van</strong><br />

archief en documentatie en de specifieke rol in dat verband <strong>die</strong> door archief- en<br />

documentatiecentra wordt gespeeld. We vertrokken <strong>van</strong>uit de vaststelling dat archief en<br />

documentatie wel degelijk verschillende soorten stukken zijn <strong>van</strong>wege de reden <strong>van</strong> hun<br />

ontstaan. Daarom moeten ze ook op andere wijzen worden ontsloten. In archief- en<br />

documentatiecentra worden beide soorten documenten ontsloten en aan de gebruiker<br />

aangeboden. Om <strong>die</strong> zo efficiënt en helder mogelijk de weg naar zijn bronnen te wijzen is ons<br />

inziens een geïntegreerde aanpak <strong>van</strong> archief en documentatie noodzakelijk. We werkten in<br />

deel 3 een methode uit waartoe archief- en documentatiecentra hun toevlucht zouden kunnen<br />

zoeken en <strong>die</strong> in een aantal instellingen reeds grotendeels wordt toegepast. Aan de ene kant<br />

worden zowel archief als documentatie op de traditionele wijze ontsloten. Anderzijds echter<br />

kan via de computer een eenduidig systeem worden ontworpen dat een toegang biedt tot alle<br />

bronnen.<br />

Archief- en documentatiecentra als het Liberaal Archief krijgen echter ook vaak te maken<br />

met hopen losse stukken, waar<strong>van</strong> de context vaak voorlopig of zelfs definitief verloren is<br />

gegaan. Dergelijke probleemgevallen kunnen vaak niet worden ontsloten op de klassieke<br />

wijze. Daarom stellen wij voor <strong>die</strong> stukken als documentatie te beschouwen en ze te ordenen<br />

in een apart bestand. Weliswaar moet voor elk stuk zoveel mogelijk informatie worden<br />

vergaard, zodat de stukken naderhand nog zouden kunnen worden ingepast in het archief<br />

waartoe ze naar hun aard bestemd zijn.


INHOUDSTAFEL M -<br />

De particuliere archief- en documentatiecentra hebben ook een wat karakteristieke<br />

verhouding met hun achterban. Ze hangen voor het leveren <strong>van</strong> documenten af <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />

achterban. Daarom zullen zij genoodzaakt zijn een <strong>die</strong>nstverlening te organiseren. Dat<br />

impliceert eveneens dat meer aandacht moet worden besteed aan de privacy. Wij stelden dan<br />

ook een systeem <strong>van</strong> openbaarheidstermijnen voor dat lichtjes afwijkt <strong>van</strong> de gangbare<br />

praktijk. De archivaris heeft terzake overigens toch een grote vrijheid, vermits feitelijk zowat<br />

nergens regels zijn vastgelegd.<br />

Voor het overige bleef de invloed <strong>van</strong> het gebrek aan wetgeving voor nietoverheidsarchief<br />

op de archiefvorming zelf eerder beperkt. Wellicht is de verwaarlozing <strong>van</strong><br />

en de wanordelijke staat in het archief voor een deel daaraan te wijten. Toch moet dit worden<br />

genuanceerd, vermits de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> met rechtspersoonlijkheid er vaak even<br />

chaotisch uitzagen. Ondanks het feit dat zij voor bepaalde archiefbestanddelen wel degelijk<br />

aan wetgeving onderworpen waren.


INHOUDSTAFEL N -<br />

Tot slot kunnen we nog meegeven dat het archief niet werd geselecteerd. Enerzijds zijn<br />

de archiefstukken nog zodanig recent, dat een groot deel er<strong>van</strong> nog (semi-)dynamisch kan<br />

worden genoemd. Anderzijds hebben de zuilgebonden archief- en documentatiecentra vaak<br />

de opdracht archief te beheren in de plaats <strong>van</strong> de archiefvormende instelling. Dat impliceert<br />

dat de stukken vaak nog over een langere periode kunnen worden opgevraagd. In<strong>die</strong>n wel tot<br />

selectie en vernietiging zou worden overgegaan, zijn er twee zaken <strong>die</strong> dat zouden<br />

bemoeilijken. In eerste instantie zijn voorlopig slechts zeer weinig <strong>archieven</strong> <strong>van</strong><br />

partijgeledingen bewaard. De waarde <strong>van</strong> een dergelijk quasi uniek archief is natuurlijk veel<br />

groter. Boven<strong>die</strong>n kan evenmin worden geselecteerd naar het bewaarniveau <strong>van</strong> de stukken<br />

toe. Ten tweede vertonen de meeste archiefseries vele lacunes. Op <strong>die</strong> wijze volstaat het vaak<br />

niet enkel samenvattende en kwantitatieve stukken te bewaren.<br />

LIJST VAN BIJLAGEN EN ILLUSTRATIES<br />

BIJLAGE 1 : Theoretisch model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief 19<br />

BIJLAGE 2 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 37<br />

BIJLAGE 3 : Lijst <strong>van</strong> de series 43<br />

BIJLAGE 4 : Voorstel <strong>van</strong> archiefschema 44<br />

BIJLAGE 5 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 60<br />

BIJLAGE 6 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen 78<br />

BIJLAGE 7 : Verklaring <strong>van</strong> de op de briefwisseling voorkomende kenmerken 81<br />

BIJLAGE 8 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad 91<br />

BIJLAGE 9 : De depotlijst 94<br />

BIJLAGE 10 : Bijgesteld model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />

ILLUSTRATIE 1 : Ligging <strong>van</strong> de liberale lokalen 26<br />

ILLUSTRATIE 2 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1976 31<br />

ILLUSTRATIE 3 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1983 32


INHOUDSTAFEL<br />

INHOUDSTAFEL A -<br />

Algemene inleiding 1<br />

Lijst <strong>van</strong> afkortingen 4<br />

Bibliografie 5<br />

Bronnen 5<br />

Tijdschriften en bibliografieën 5<br />

Tijdschriften 5<br />

Bibliografieën en repertoria 5<br />

Werken en Artikels 6<br />

Deel 1 : Archieftheoretische probleemstellingen 10<br />

Enkele inleidende vaststellingen 10<br />

1.1. Waar ligt het onderscheid tussen archief en documentatie en hoe gaan archief- en<br />

documentatiecentra met <strong>die</strong> problematiek om ? 11<br />

1.2. Welke specifieke problemen stelt partijarchief ? 13<br />

1.2.1. Status quaestionis 13<br />

1.2.2. De inventarissen i.v.m. partijarchief 16<br />

1.2.3. Uitwerking <strong>van</strong> een model <strong>van</strong> archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> een<br />

partijarchief 17<br />

1.3. Partijarchief en wetgeving 19<br />

Besluit 21<br />

Deel 2 : Stu<strong>die</strong> en ontsluiting <strong>van</strong> het archieffonds 22<br />

Inleiding 22<br />

Hoofdstuk 1 : Inleidend gedeelte 23<br />

2.1.1. Voorstelling <strong>van</strong> het archief 23<br />

2.1.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archieffonds 23<br />

2.1.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 28<br />

2.1.4. Aanwijzingen voor raadplegers 29<br />

Hoofdstuk 2 : Structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 30<br />

2.2.1. Inleiding en werkwijze 30<br />

2.2.2. Geschiedenis, organisatie en werking 30<br />

2.2.2.1. Wat is een arrondissementsfederatie eigenlijk ? 33<br />

2.2.2.2. Voorgeschiedenis 33<br />

2.2.2.3. Oprichting 34<br />

2.2.2.4. Doelstelling(en) <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie 34<br />

2.2.2.5. De bestuursorganen 34<br />

2.2.2.6. De belangrijkste functionarissen 35<br />

2.2.2.7. De verhouding met de andere partijgeledingen 39<br />

2.2.2.8. De administratieve functies 41<br />

2.2.2.9. De politieke functies 41<br />

2.2.2.10. Enkele conclusies met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema 42<br />

2.2.3. De oorspronkelijke orde en het voorstel <strong>van</strong> archiefschema 42<br />

2.2.3.1. De staat waarin het archief zich bevond 42<br />

2.2.3.2. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema 43<br />

2.2.3.3. Uitleg en voorbeelden bij het archiefschema 44<br />

2.2.4. Conclusies en slotbedenkingen 56<br />

Hoofdstuk 3 : Inventarissen <strong>van</strong> (deel)<strong>archieven</strong> 58<br />

2.3.1. De archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 58<br />

2.3.1.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 58


INHOUDSTAFEL B -<br />

2.3.1.2. Inleiding 58<br />

2.3.1.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

58<br />

2.3.1.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 61<br />

2.3.1.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 63<br />

2.3.1.3. Eigenlijke inventaris 67<br />

2.3.1.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 75<br />

2.3.2. De archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen 76<br />

2.3.2.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 76<br />

2.3.2.2. Inleiding 76<br />

2.3.2.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

76<br />

2.3.2.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 79<br />

2.3.2.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 81<br />

2.3.2.3. Eigenlijke inventaris 83<br />

2.3.2.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 87<br />

2.3.3. De archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad 88<br />

2.3.3.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 88<br />

2.3.3.2. Inleiding 88<br />

2.3.3.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

88<br />

2.3.3.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 92<br />

2.3.3.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 95<br />

2.3.3.3. Eigenlijke inventaris 99<br />

2.3.3.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 104<br />

2.3.4. De archiefinventaris <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij 105<br />

2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 105<br />

2.3.4.2. Inleiding 105<br />

2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

105<br />

2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 106<br />

2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 106<br />

2.3.4.3. Eigenlijke inventaris 109<br />

2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 110<br />

2.3.5. De archiefinventaris <strong>van</strong> het Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen 111<br />

2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 111<br />

2.3.5.2. Inleiding 111<br />

2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

111<br />

2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 112<br />

2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 112<br />

2.3.5.3. Eigenlijke inventaris 114<br />

2.3.6. De archiefinventaris <strong>van</strong> de Sociale Dienst Hulp aan Patroon VZW 115<br />

2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 115<br />

2.3.6.2. Inleiding 115<br />

2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />

115<br />

2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 116<br />

2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 117<br />

2.3.6.3. Eigenlijke inventaris 118<br />

Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 120<br />

2.4.0. Inleiding 120<br />

2.4.1. Stukken <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen 121<br />

2.4.1.1. Inleiding 121


INHOUDSTAFEL C -<br />

2.4.1.2. Inventaris 121<br />

2.4.2. Stukken <strong>van</strong> het Kantonaal Actie- en Coördinatiecomité (ACC) Berchem 123<br />

2.4.2.1. Inleiding 123<br />

2.4.2.2. Inventaris 123<br />

2.4.3. Stukken <strong>van</strong> de PVV-Groot-Antwerpen 124<br />

2.4.3.1. Inleiding 124<br />

2.4.3.2. Inventaris 124


INHOUDSTAFEL D -<br />

2.4.4. Stukken <strong>van</strong> de LP-afdeling Antwerpen-stad 125<br />

2.4.4.1. Inleiding 125<br />

2.4.4.2. Inventaris 125<br />

2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie 125<br />

2.4.5. Stukken <strong>van</strong> de PVV-Vrouwen Antwerpen-stad 126<br />

2.4.5.1. Inleiding 126<br />

2.4.5.2. Inventaris 126<br />

2.4.6. Stukken <strong>van</strong> de Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen 127<br />

2.4.6.1. Inleiding 127<br />

2.4.6.2. Inventaris 127<br />

2.4.7. Stukken <strong>van</strong> de Belgische Liberale Middenklasse, Antwerpen 128<br />

2.4.7.1. Inleiding 128<br />

2.4.7.2. Inventaris 128<br />

2.4.7.3. Liist <strong>van</strong> documentatie 128<br />

2.4.8. Stukken <strong>van</strong> Charles De Weze 129<br />

2.4.8.1. Inleiding 129<br />

2.4.8.2. Inventaris 129<br />

2.4.9. Stukken <strong>van</strong> Camille Paulus 130<br />

2.4.9.1. Inleiding 130<br />

2.4.9.2. Inventaris 130<br />

2.4.10. Stukken <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum 131<br />

2.4.10.1. Inleiding 131<br />

2.4.10.2. Inventaris 131<br />

2.4.11. Stukken <strong>van</strong> de Antwerpse Culturele Kring 132<br />

2.4.11.1. Inleiding 132<br />

2.4.11.2. Inventaris 132<br />

2.4.12. Stukken <strong>van</strong> reisagentschap Lotus 133<br />

2.4.12.1. Inleiding 133<br />

2.4.12.2. Inventaris 133<br />

Hoofdstuk 5 : Indices 134<br />

2.5.1. Index op persoonsnamen 134<br />

2.5.2. Index op namen <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong>, instellingen en bedrijven 135<br />

Deel 3 : Archieftheoretische conclusies 136<br />

Inleiding 136<br />

3.1. Evaluatie <strong>van</strong> het model-archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief 136<br />

3.2. De oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> 138<br />

3.3. Oplossingen voor de verwerking en ontsluiting <strong>van</strong> archief en documentatie binnen één<br />

instelling 140<br />

3.4. Conclusies i.v.m. het gebrek aan wetgeving 142<br />

Algemeen besluit 145<br />

Lijst <strong>van</strong> illustraties en bijlagen 148<br />

Inhoudstafel 149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!