Batterijen - Universiteit Utrecht
Batterijen - Universiteit Utrecht
Batterijen - Universiteit Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Kennispunt Bètawetenschappen<br />
Hoofdstuk 2<br />
Feiten en cijfers over batterijen<br />
In dit hoofdstuk worden de feiten en cijfers over batterijen gepresenteerd. In §2.1 wordt een aantal<br />
batterijkarakteristieken beschreven die later in dit document gebruikt worden bij de beschrijvingen van de<br />
verschuillende type batterijen. In §2.2 wordt de markt voor batterijen beschreven. Vervolgens wordt in §2.3 de<br />
afvalproblematiek rond batterijen weergegeven. Het beleid wordt beschreven in §2.5. In §2.6 worden labels en<br />
keurmerken beschreven. In bijlage 4 wordt de werking van batterijen beschreven.<br />
2.1 Batterijkarakteristieken<br />
Verschillende begrippen worden gebruikt om de werking van batterijen te omschrijven. De volgende<br />
begrippen zijn voor dit document van belang: capaciteit, de energiedichtheid, spanning en de ontladingscurve.<br />
Capaciteit<br />
De capaciteit* van een batterij geeft weer hoeveel elektrische energie de batterij bevat. De capaciteit wordt<br />
gegeven in Ampère-uur (Ah). Een capaciteit van 1 Ah wil zeggen dat de batterij gedurende 1 uur een stroomsterkte<br />
van 1 Ampère kan leveren. De capaciteit van batterijen is de laatste jaren toegenomen. Een batterij met een hogere<br />
capaciteit gaat langer mee als dezelfde hoeveelheid stroom gebruikt wordt voor het apparaat. De capaciteit is<br />
afhankelijk van:<br />
• de temperatuur van een batterij. Een te lage of te hoge batterijtemperatuur kan de capaciteit van de<br />
batterij flink verlagen (Pistoia, 2005). De ideale temperatuur verschilt per batterijtype.<br />
• de zelfontlading*. De chemische reacties bij de elektrodes stoppen nooit volledig, daardoor hebben<br />
batterijen altijd een zekere zelfontlading. Hierdoor neemt de capaciteit af, terwijl de batterijen niet<br />
gebruikt worden. De snelheid van deze zelfontlading is afhankelijk van de soort batterij en de<br />
omstandigheden waaronder de batterijen bewaard worden. Bij hogere temperaturen is de zelfontlading<br />
groter. Eenmalige batterijen hebben meestal een vrij lage zelfontlading. Oplaadbare batterijen hebben<br />
daarentegen vaak een hoge zelfontlading, waardoor een batterij 3 maanden na het opladen weer leeg<br />
kan zijn, zonder dat deze gebruikt is.<br />
• de veroudering. Oplaadbare batterijen verliezen als ze ouder worden geleidelijk een deel van hun<br />
capaciteit, m.a.w ze kunnen niet meer voor 100% worden opgeladen en ontladen. Belangrijke factoren<br />
die de snelheid van veroudering bepalen zijn de temperatuur en soms ook de wijze van gebruik. De<br />
invloed van deze factoren op de veroudering verschilt echter sterk per type batterij. Regeneratie van<br />
batterijen die niet meer goed presteren, is soms mogelijk door een zorgvuldig uitgevoerd laadproces<br />
met behulp van een goed laadapparaat (zie hoofdstuk 5).<br />
12