J.F. Klinkhamer - Nederlands Architectuurinstituut
J.F. Klinkhamer - Nederlands Architectuurinstituut
J.F. Klinkhamer - Nederlands Architectuurinstituut
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bert Johan Ouëndag (1861-1932)<br />
Inleiding<br />
*1881 wint prijsvraag verenigingsgebouw Planten- en Vogeltuin Arnhem (onlangs gesloopt)<br />
*Werkte bij stadsarchitekt Jan Springer in de tachtiger jaren van de 19e eeuw, bij <strong>Klinkhamer</strong> in<br />
elk geval sinds 1893<br />
*1899-1905 geassocieerd met <strong>Klinkhamer</strong>, vanaf 1905 eigen bureau, later met zoon ir. W.B.<br />
Ouëndag die het bureau continueerde met Ir. T. Zwiers. Later bureau Zwiers en Fontein, nu Ir.<br />
E. Fontein. Ouëndag was de ontwerper van de meeste opdrachten van het bureau <strong>Klinkhamer</strong><br />
en Ouëndag tussen 1900 en 1905.<br />
Het archief van het architektenbureau Zwiers en Ouëndag maakt eveneens deel uit van de<br />
collectie van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Architectuurinstituut</strong>; zie voor de stukken van Ouëndag aldaar,<br />
code OUEN.<br />
*Een van de 3 deelnemers aan de meervoudig opdracht voor het Koloniaal Instituut te<br />
Amsterdam (zie inv. nr. 128)<br />
*Lid van vele commissies, waaronder schoonheidscommissies van Laren en Amsterdam en de<br />
Examencommissies voor Bouwkundig Opzichter en Tekenaar van de BNA.<br />
Over het archief<br />
Het archief is gevormd uit de nalatenschap van J.F. <strong>Klinkhamer</strong>. De stukken zijn verhuisd van<br />
zijn laatste woonplaats Den Haag naar de zolder van het huis van zijn zoon J.P. <strong>Klinkhamer</strong> in<br />
Hilversum. Gedurende enige tijd is het archief vervolgens ondergebracht geweest bij W.M.<br />
Dudok, een kennis van de familie. Van het bureau Dudok en Magnée is het omstreeks 1972<br />
verhuisd naar Utrecht, waar een kleindochter van <strong>Klinkhamer</strong> het materiaal gebruikte voor een<br />
bijvak-skriptie Kunstgeschiedenis aan de R.U. Utrecht. Zij droeg zorg voor de overdracht van<br />
het archief aan het <strong>Nederlands</strong> Documentatiecentrum voor de Bouwkunst in Amsterdam.<br />
In de periode Dudok-Magnée werden enige stukken (examenopgaven; inv.nr. 103-118, verpakt<br />
in inv.nr. 143) aan het archief onttrokken; deze stukken werden tijdens de inventarisatie in 1982<br />
weer aan het archief toegevoegd.<br />
De oudere architektuurprojekten (vóór 1900) zijn in het archief vrij slecht vertegenwoordigd. Uit<br />
andere bronnen (Gemeente-archief Amsterdam en lijstje het in inv.nr. 90) blijkt dat zeker nog<br />
een tiental gebouwen zijn gerealiseerd welke niet in het archief zijn vertegenwoordigd. Van<br />
enkele gebouwen zijn alleen foto's aanwezig (zie bijlage nrs. 5, 10, 15, 16, 19-22, 24).<br />
De projekten tussen 1900 en 1905 zijn meestal door Ouëndag ontworpen, terwijl ze werden<br />
gesigneerd met "<strong>Klinkhamer</strong> en Ouëndag, architecten". Uit de correspondentie in inv.nr. 2 wordt<br />
iets van de relatie van de beide architecten uit de jaren na 1900 duidelijk. De stukken die<br />
betrekking hebben op architectuur van na 1905 en die vrijwel allen alleen door Ouëndag zijn<br />
gesigneerd, lijken als bijlage bij brieven in het bezit van <strong>Klinkhamer</strong> te zijn gekomen. Dit blijkt<br />
echter niet altijd uit de brieven (inv.nr. 2) en niet altijd is een bijbehorende brief bewaard<br />
gebleven. Opgemerkt zij dat Ouëndag bureau hield in Amsterdam, terwijl <strong>Klinkhamer</strong> zich, sinds<br />
hij in Delft doceerde, vrijwel geheel uit de bouwpraktijk terugtrok.<br />
Over de inventarisatie<br />
Het grootste deel van het archief bestaat uit tekeningen voor architektuur-projekten. De<br />
correspondentie vormt slechts een geringe hoeveelheid. Vanwege de nauwe relatie van alle<br />
stukken met de taakuitoefening van <strong>Klinkhamer</strong> als architekt en als hoogleraar werden de<br />
meeste stukken in de inventaris opgenomen. Slechts prenten en foto's worden in een bijlage<br />
vermeld.<br />
De stukken bij documentatie (inv.nrs. 127-141) hebben vrijwel alle betrekking op de colleges in<br />
Delft (inv.nrs. 80-102). Dat blijkt onder andere uit de onderwerpen, die nauw aansluiten bij die<br />
van de diktaten. Hetzelfde geldt overigens voor enkele van de foto's in de bijlage (nrs. 30-34).<br />
Van enkele stukken is het verband met de taakuitoefening van <strong>Klinkhamer</strong> niet evident. Waar<br />
nodig wordt in noten bij die stukken een aanwijzing gegeven voor de verklaring van hun<br />
aanwezigheid.<br />
3