Antwoorden werkboek Groen H2

Antwoordenbladen Werkboek Groen
HOOFDSTUK 2. Het blad valt niet ver van de boom.
2.2 Bladval.
Naam Struik/boom Naald/blad Bladverliezend? Bladvorm Vrucht
Eik Boom Blad Ja Gegolfde rand Eikels
Hulst Boom/struik Blad Nee Stekelblad Bessen
Taxus Boom/struik Naalden Nee Naalden Schijnbes
Hazelaar Struik Blad Ja Gezaagde blad
rand
Hazelnoot
2.5 Blad in de tuin
Geef twee redenen om bladafval in de tuin te laten liggen.
a. drie redenen zijn: 1. het voorkomt erosie, 2. het blad verteert en geeft voeding / humus en 3. het is een
schuilplaats voor kleine beestjes zoals insecten (lieveheersbeestje), padden en egels.
Geef twee redenen om bladafval in tuin en park op te ruimen.
b. 1. ’t ziet er netter uit, 2. het kan op het voetpad en/of het fietspad waaien en dan worden die weer glad.
Let op: bladeren op het gazon zorgen ervoor dat het gras onder het blad verstikt en verrot.
2.6 De bladblazer
Blad kan je met hark of bladblazer verwijderen.
Welke twee fouten maakt karel?
a. 1. Geen gehoorbeschermers, 2. De bladblazer hangt los en scheef op zijn rug.
Wat kan Karel daar aan doen?
b. 1 Oordoppen in of oorkappen op doen, 2. de bladblazer recht op zijn rug dragen en stevig vastsjorren.
PBM betekend: persoonlijke beschermingsmiddelen.
2.7 Veilig en gezond werken.
Kun jij machines noemen die scherp zijn en in de groenvoorziening worden gebruikt?
a. heggenschaar, motorkettingzaag, houtversnipperaar, maaimachine, bosmaaier.
Kun je drie werkzaamheden noemen die veel lawaai maken?
b. motorkettingzaag, houtversnipperaar, maaimachine, bosmaaier.
2.11 Planten is vakwerk. Welke spullen heb je nodig om een boom te planten?
a. kruiwagen, (laan)boom, houten hamer (of sleg), meetlint, hamer, steekschop (spade), grondboor,
boomband, boompaal enn een spijker of kram.
b. nee, geen hel omdat er geen kans is op vallende materialen. Wat is er fout gegaan?
c. de boom staat scheef en is te ondiep geplant en de boomband zit niet vast.
2.13 Tussen de rij of in de rij
a. plantafstand 1 x 6 betekent: 1 (één) meter tussen de rijen en 6 meter in (of op) de rij.
b. de afstand 3 x 4 betekent: tussen de rijen is de afstand 3 meter en in de rij is de afstand 4 meter.
2.14 uitzetten van een lijn. Is uitzetten met jalons één- of tweemans werk?
a. dat is tweemans werk.
b. Een aantal plantverbanden zijn: driehoeksverband (alles netjes in rijen en schuin tegenover elkaar),
vierkantsverband (netles in een vierkant of rechthoek) en wildverband (door elkaar).
2.15 Het plantgat.
a. Wanneer kun je deze boom het beste planten?
Van oktober tot maart/april, als ’t maar niet vriest. NB. Alle bomen, struiken en vaste planten die in pot staan
of zijn gekweekt kun je het hele jaar door planten!
b. Waarom moet je deze boom niet in de zomer planten?
Bomen hebben veel blad en als je de boom gaat verplanten kunnen de overgebleven wortels niet voldoende
water opnemen en drogen de bomen uit.
1

c. Hoe groot moet het plantgat zijn voor deze boom?
Een plantgat voor een boom met een wortelkluit of wortelpruik moet minimaal 60 cm x 60 cm x 60 cm zijn.
Des te groter het plantgat des te beter een boom in het begin kan groeien.
d. Hoe noemen we de verdikking, de overgang van wortel naar stam?
Dit is de wortelhals
e. Wat gebeurt er met de boom als je deze te ondiep plant?
Hij gaat dood omdat de wortels dan uitdrogen en geen water meer kunnen opnemen.
2.16 De plek van de boompaal
a. Waarom worden bomen vaak/altijd naast een boompaal geplant?
Vooral in het eerste jaar heeft de boom steun nodig omdat de wortels nog niet vast in de grond staan.
b. In onderstaande figuur staat een noordpijl die het noorden aangeeft. Geef aan waar het oosten, het
zuiden en het westen is.
c. Waar moet de boompaal komen staan en waarom?
De boompaal moet in de zuidwest hoek tot westhoek komen staan omdat daar in Nederland de meeste wind
vandaan komt. Hierdoor heeft de boom meer steun van de boompaal.
p = paal
P Zuid P West
Oost
2.20 Kleur de tak
Kleur de eindknop groen, de zijknoppen rood en de groeiringen blauw.
groeiring
2.21 Een tak in levende lijve
a. Waar zitten de groeiringen?
Zie 2.20 hierboven.
zijknop
eindknop
2.22 Bloeitijden
Deze opdracht gaat over het onderstaande schema. Bestudeer het schema en vul de antwoorden in.
Naam van de heester bloeitijd
Vlinderstuik juli – aug. – sept.
Chinees klokje maart – april
Gele kornoelje febr. – maart
Laurierkers dec. – jan.
Sering mei – juni
a. Wanneer snoeit men over het algemeen struiken?
Na de bloei.
b. Wanneer snoei je onderstaande struiken?
Chinees klokje mei
Gele kornoelje april
Laurierkers febr.
Sering juli
2

c. De Vlinderstruik wordt in het voorjaar gesnoeid. Wat is daar de reden van?
De uitgebloeide bloemen zijn een sierwaarde in de winter en als je deze struik na de bloei gaat snoeien,
gaat de struik ook uitlopen en de kans op bevriezen in de winter is dan erg groot.
2.23 Groeischeuten meten
c. Kun je oorzaken bedenken waardoor de ene boom of struik harder groeit dan de andere?
1. staat in de zon of in de schaduw
2. heeft meer ruimte om te groeien
3. is net gesnoeid
4. heeft een betere grondsoort met voldoende water, voeding, lucht
5. soort heester (sommige groeien 5 cm per jaar en andere 250 cm per jaar)
6. de temperatuur
2.27 Het verwijderen van struiken
In de tuin van Saskia staat een struik die weg moet.
a. Weet jij met welk gereedschap deze stuik kan worden verwijderd?
Snoeischaar, snoeizaag en motorkettingzaag.
b. Moet je de struik zo dicht mogelijk bij de grond afzagen?
JA, als je de struik niet meer terug wilt en NEE als de struik weer mag uitlopen.
c, Wat gebeurt er met de struik als hij is afgezaagd?
Dan zal de struik opnieuw uitlopen.
2.28 Wat is afzetten?
a. Leg in eigen woorden uit wat afzetten is.
Afzetten is het helemaal terugsnoeien / afsnoeien van een struik zodat alleen een paar stompjes overblijven.
Deze stompjes noemen we de stobbe. De struik mag weer uitlopen.
b. Teken de stobbe
c. Wanneer loopt de stobbe uit?
De stobbe loopt na het snoeien uit. Als je van december tot februari gaat snoeien loopt de struik in maart en
april weer uit.
d. Bij het snoeien van struiken moet Karel elk jaar terugkomen om opnieuw de takken die over de weg
hangen weg te knippen. Hoe vaak moet Karel terug komen als de struik is afgezet?
Als je gaat afzetten moet je dat ongeveer om de 3 jaar doen.
e. Wat is het nadeel van afzetten?
1. het wordt erg kaal in het plantvak
2. je krijgt een explosieve groei van onkruid omdat er meer licht en warmte (zon) op de grond valt. Je moet
dus weer veel gaan schoffelen.
f. Wat is het verschil tussen dunnen en afzetten?
Dunnen is helemaal weghalen (afzagen of uitspitten) en afzetten is sterk terugsnoeien en de struik weer kan
uitlopen.
g. Hoe kun je zorgen dat een stobbe niet meer uitloopt?
1. afdekken met takken, gras, stro
2. chemisch middel erop smeren of spuiten (Round-Up)
3. stukhakken met hamer/bijl
4. eruit halen
2.30 Groei van onkruid
a. Waarom heb je na het dunnen of afzetten meer last van onkruid?
Er is meer ruimte en meer licht en warmte door de zon.
b. Met welk gereedschap verwijder je onkruid in struikbeplanting?
3

Met een schoffel of een hak.
c. Wat gebeurt er als je struiken die tegen elkaar groeien niet snoeit, dunt of afzet?
De struiken zullen door gebrek aan licht afsterven.
2.31 Gebruik het juiste gereedschap
Als je de volgende takken, stammen of twijgen zou moeten verwijderen, welk gereedschap zou jij
dan gebruiken?
stam van een dikke boom motor(ketting)zaag
dunne twijg van een struik snoeischaar
heg of haag heggenschaar
dikke twijg van een struik (trek)zaag
tak van een boom jirizaag of stokzaag
2.35 Vooruitzien naar de lente
Als je bollen gaat planten in het voorjaar kun je onderstaande plantschema gebruiken. Hier op staan de
plantdieptes van diverse bollen en knollen. Je hoeft het schema niet uit je hoofd te leren maar moet ’t wel
kunnen lezen/gebruiken.
De annemoon plant je 2 cm diep (de bol is ongeveer 1 cm hoog), de muscari op 4 cm diepte (de bol is
ongeveer 2 cm hoog), de hyacint op 8 cm diepte (de bol is ongeveer 4 cm hoog) en de frittillaria op 10 cm
diepte(de bol is ongeveer 5 cm hoog).
NB De vuistregel voor het planten van bollen is: plantdiepte is tweemaal de bolhoogte.
4