Overzicht van methoden Landelijke stelsels - Vssd
Overzicht van methoden Landelijke stelsels - Vssd
Overzicht van methoden Landelijke stelsels - Vssd
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
28 Inleiding Landmeetkunde<br />
Bij de voorwaartse insnijding wordt hoekmeting verricht in minimaal twee bekende<br />
punten, in figuur 2.5: A, B en C. In het te bepalen punt P wordt geen hoekmeting verricht.<br />
Bij de achterwaartse insnijding wordt slechts hoekmeting verricht in het te bepalen punt,<br />
en wel naar minimaal drie in coördinaten bekende punten.<br />
Figuur 2.5. Voorwaartse insnijding . Figuur 2.6. Achterwaartse ins nijding.<br />
Meet men in figuur 2.6 de hoek APB, dan bepaalt deze hoek een cirkel door A, B en P, en<br />
geeft dus een meetkundige plaats voor P. Meting <strong>van</strong> de hoek CPA bepaalt een tweede<br />
meetkundige plaats. De twee meetkundige plaatsen bepalen de ligging <strong>van</strong> het punt P,<br />
zodat uit de gegeven coördinaten <strong>van</strong> A, B en C en de twee gemeten hoeken de coördinaten<br />
<strong>van</strong> P te bepalen zijn. Een eis is echter dat P niet op één cirkel met A, B en C ligt.<br />
c. Veelhoeksmeting<br />
Meet men <strong>van</strong> een n-hoek n – 2 hoeken en n – 1 zijden, dan is de vorm en grootte <strong>van</strong> de<br />
veelhoek of polygoon bepaald. Wanneer de coördinaten <strong>van</strong> een hoekpunt en de kaarthoek<br />
(zie § 3.4) <strong>van</strong> een zijde bekend zijn, kan men de coördinaten <strong>van</strong> alle hoekpunten<br />
berekenen. In de praktijk meet men <strong>van</strong> een dergelijke gesloten veelhoek alle zijden en<br />
hoeken.<br />
Figuur 2.7. Een gesloten veelhoek of kring.<br />
Vaak wordt dit principe toegepast bij de bepaling <strong>van</strong> een reeks punten langs een weg, in<br />
een mijngang enz. Men gaat uit <strong>van</strong> twee in coördinaten bekende punten A en B; de<br />
kaarthoek <strong>van</strong> A naar B is te berekenen. Meet men nu in A de hoek BAP1 (figuur 2.7) en<br />
de lengte AP1, dan kan men de coördinaten <strong>van</strong> P1 berekenen. Meting <strong>van</strong> de hoek AP1P2<br />
en de lengte P1P2 levert de mogelijkheid P2 te berekenen, enz.<br />
Hoewel de lengte AB niet gemeten is, is deze bekend, nl. te berekenen uit de gegeven<br />
coördinaten. Men heeft dus in principe dezelfde situatie als bij de veelhoek <strong>van</strong> figuur 2.8<br />
wanneer n – 2 hoeken en n – 1 zijden gemeten zijn. In de praktijk maakt men <strong>van</strong> een<br />
dergelijke veelhoek slechts gebruik als het niet anders kan, bijvoorbeeld bij de aanleg <strong>van</strong><br />
een tunnel; men zal er altijd naar streven op een derde bekend punt C uit te komen en daar<br />
de hoek tussen het voorlaatste veelhoekspunt en een vierde bekend punt D te meten, zie<br />
figuur 2.9.