02.08.2013 Views

(VGM) in GMS/MODFLOW - Vrije Universiteit Brussel

(VGM) in GMS/MODFLOW - Vrije Universiteit Brussel

(VGM) in GMS/MODFLOW - Vrije Universiteit Brussel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Onderzoeksopdracht voor het<br />

M<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap<br />

Departement Leefmilieu en Infrastructuur<br />

Adm<strong>in</strong>istratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />

AMINAL, afdel<strong>in</strong>g Water<br />

V<br />

G<br />

M<br />

laams<br />

rondwater<br />

odel<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen ten behoeve van<br />

het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong><br />

<strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Het Maasmodel<br />

Deelrapport 1: Basisgegevens en conceptueel model<br />

16 juni 2004<br />

Opdrachthouder:<br />

<strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Brussel</strong><br />

Vakgroep Hydrologie en Waterbouwkunde<br />

ir. J. Severyns, Drs. O. Batelaan, Prof. dr. ir. F. De Smedt


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Inhoudstabel<br />

1 INLEIDING..........................................................................................................8<br />

1.1 DE ONTWIKKELING VAN HET VLAAMS GRONDWATER MODEL (<strong>VGM</strong>) ..........8<br />

1.2 ONTWIKKELING VAN REGIONALE MODELLEN TEN BEHOEVE VAN HET VLAAMS<br />

GRONDWATER MODEL (<strong>VGM</strong>) IN <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong> - PERCEEL 2: HET<br />

MAASSYSTEEM .........................................................................................................11<br />

2 BESCHRIJVING STUDIEGEBIED................................................................12<br />

2.1 SITUERING ....................................................................................................12<br />

2.2 GEOLOGISCHE OPBOUW ................................................................................14<br />

2.2.1 Beschrijv<strong>in</strong>g .........................................................................................14<br />

2.2.2 Geologische profielen ..........................................................................17<br />

2.3 HYDROGRAFIE ..............................................................................................24<br />

2.4 DRAINAGE ....................................................................................................27<br />

2.5 STIJGHOOGTEMETINGEN ...............................................................................36<br />

2.5.1 Analyse van de tijdreeksen ..........................................................................36<br />

2.5.2 Analyse van de tijdreeksen van verschillende filters op eenzelfde<br />

locatie…………….................................................................................................53<br />

2.5.3 Stijghoogtekaarten voor het jaar 2000 ................................................56<br />

2.6 GRONDWATERWINNINGEN 2000 ...................................................................66<br />

2.7 HYDRAULISCHE PARAMETERS.......................................................................77<br />

3 OPBOUW VAN HET GRONDWATERMODEL ..........................................83<br />

3.1 CONCEPTUEEL MODEL ..................................................................................83<br />

3.2 SOFTWARE....................................................................................................85<br />

Referenties<br />

Bijlage A<br />

Bijlage B<br />

Bijlage C<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Lijst met figuren<br />

Figuur 1.1: Overzicht van de <strong>VGM</strong>-Omgev<strong>in</strong>g......................................................................... 8<br />

Figuur 1.2: Begrenz<strong>in</strong>g van de grondwatersystemen <strong>in</strong> Vlaanderen....................................... 11<br />

Figuur 2.1: Situer<strong>in</strong>g van het Maassysteem en het model- of onderzoeksgebied.................... 13<br />

Figuur 2.2: Modelgebied Maasssyteem - Ligg<strong>in</strong>g van de profielen........................................ 18<br />

Figuur 2.3: Modelgebied Maassysteem - Profiel 1.................................................................. 19<br />

Figuur 2.4: Modelgebied Maassysteem - Profiel 2.................................................................. 20<br />

Figuur 2.5: Modelgebied Maassysteem - Profiel 3.................................................................. 21<br />

Figuur 2.6: Modelgebied Maassysteem - Profiel 4.................................................................. 22<br />

Figuur 2.7: Modelgebied Maassysteem - Profiel 5.................................................................. 23<br />

Figuur 2.8: Overzicht van de bevaarbare waterlopen en kanalen en waterlopen van 1 ste en 2 de<br />

categorie <strong>in</strong> het studiegebied........................................................................................... 26<br />

Figuur 2.9: (a) Dwarsdoorsnede door een cel (i,j,k) met illustratie van de stijghoogte verlies<br />

bij convergerende strom<strong>in</strong>g naar een dra<strong>in</strong> (naar McDonald & Harbaugh 1988). (b)<br />

Weergave van strom<strong>in</strong>g, QD, <strong>in</strong> een dra<strong>in</strong> als functie van de stijghoogte, h, <strong>in</strong> een cel<br />

waarbij d de hoogte van de dra<strong>in</strong> is en CD de conductantie (naar McDonald & Harbaugh<br />

1988)............................................................................................................................... 27<br />

Figuur 2.10: Concept van een DRAIN of SEEPAGE (a), <strong>in</strong>termediair (b) en<br />

grondwatervoed<strong>in</strong>g (c) cel. QS en RA zijn respectivelijk de grondwaterkwel of seepage<br />

flux en volume grondwatervoed<strong>in</strong>gsflux. ....................................................................... 29<br />

Figuur 2.11: Dra<strong>in</strong>agediepte van het grondwater voor het Maasmodel op basis van de<br />

Belgische bodemkaart en de Nederlandse grondwatertrappenkaart. .............................. 35<br />

Figuur 2.12: Typische voorbeelden van stijghoogtetijdreeksen met corresponderende klasse.<br />

........................................................................................................................................ 43<br />

Figuur 2.13: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Quartair (HCOV-hoofdeenheid 0100) volgens<br />

de tijdreeksklasse. ........................................................................................................... 48<br />

Figuur 2.14: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 0200) volgens<br />

de tijdreeksklasse. ........................................................................................................... 49<br />

Figuur 2.15: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 0400) volgens<br />

de tijdreeksklasse. ........................................................................................................... 50<br />

Figuur 2.16: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 1000) volgens<br />

de tijdreeksklasse. ........................................................................................................... 51<br />

Figuur 2.17: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 1100) volgens<br />

de tijdreeksklasse. ........................................................................................................... 52<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

3


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.18: Typische voorbeeld van stijghoogteverschillen tussen filters van eenzelfde<br />

peilput. ............................................................................................................................ 55<br />

Figuur 2.19: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0100. ........................................... 57<br />

Figuur 2.20: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0160, 0163................................... 58<br />

Figuur 2.21: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0170, 0171, 0173......................... 59<br />

Figuur 2.22: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0211. ........................................... 60<br />

Figuur 2.23: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0213. ........................................... 61<br />

Figuur 2.24: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0215. ........................................... 62<br />

Figuur 2.25: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0232, 0234................................... 63<br />

Figuur 2.26: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0250, 0252, 0253, 0254............... 64<br />

Figuur 2.27: Geïnterpoleerde stijghoogtekaart voor het Quartair HCOV-hoofdeenheid 0100<br />

(Maassysteem en Centraal Kempisch Systeem samen). ................................................. 65<br />

Figuur 2.28: Geïnterpoleerde stijghoogtekaart voor het Tertiair HCOV-hoofdeenheid 0200<br />

(Maassysteem en Centraal Kempisch Systeem samen). ................................................. 65<br />

Figuur 2.29: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0100, 0171,<br />

0173. ............................................................................................................................... 67<br />

Figuur 2.30: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0210, 0230,<br />

0240, 0250. ..................................................................................................................... 68<br />

Figuur 2.31: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0400........ 69<br />

Figuur 2.32: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_1000........ 70<br />

Figuur 2.33: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_1100........ 71<br />

Figuur 2.34: Ingeschat en effectief Q versus vergund debiet. ................................................. 72<br />

Figuur 2.35: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV)..................................................... 73<br />

Figuur 2.36: Ingeschat en effectief Q voor een vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j. .... 76<br />

Figuur 2.37: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV) voor een vergund Q < 30000 m³/j.<br />

........................................................................................................................................ 76<br />

Figuur 2.38: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV) voor een vergund Q ≥ 30000 m³/j.<br />

........................................................................................................................................ 77<br />

Figuur 2.39: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K- en KD-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel:<br />

HCOV_0100, 0171, 0173. .............................................................................................. 80<br />

Figuur 2.40: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel: HCOV_0210, 0213,<br />

0214. ............................................................................................................................... 81<br />

Figuur 2.41: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel: HCOV_0215, 0232,<br />

0240, 0252, 0253. ........................................................................................................... 82<br />

Figuur 3.1: Pr<strong>in</strong>cipe van de opbouw van de modellagen overeenkomstig de werkelijke<br />

opbouw van de grondlagen; <strong>in</strong> grijs worden de zones aangeven met een kle<strong>in</strong>e dikte, een<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

4


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

one<strong>in</strong>dig kle<strong>in</strong>e horizontale doorlatendheid en een one<strong>in</strong>dig grote verticale<br />

doorlatendheid. ............................................................................................................... 84<br />

Figuur 3.2: Wijze waarop een breuk <strong>in</strong> het model gesimuleerd wordt; <strong>in</strong> het gearceerd zijn de<br />

aquitards aangegeven en <strong>in</strong> het grijs de rekencellen met een one<strong>in</strong>dig grote verticale<br />

doorlatendheid; de dikke zware lijn stelt een wand voor................................................ 84<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

5


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Lijst met tabellen<br />

Tabel 2.1: Natuurlijke dra<strong>in</strong>ageklassen (Van Ranst & Sys, 2000).......................................... 31<br />

Tabel 2.2: De gemiddeld hoogste, laagste en voorjaarsgrondwaterstand voor zand-gronden<br />

afgeleid uit de dra<strong>in</strong>ageklasse (Stuurman et al., 2002). .................................................. 32<br />

Tabel 2.3: De gemiddeld hoogste, laagste en voorjaarsgrondwaterstand voor leem- en<br />

kleigronden afgeleid uit de dra<strong>in</strong>ageklasse (Stuurman et al., 2002). .............................. 32<br />

Tabel 2.4: Overzicht van het aantal filters per grondlaag (HCOV-code)................................ 36<br />

Tabel 2.5: Overzicht van de honderd grootste abrupte verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de opgemeten<br />

stijghoogtes, met vermeld<strong>in</strong>g van het nummer van de peilput en de filter, en het jaar van<br />

voorkomen en grootte van de sprong.............................................................................. 38<br />

Tabel 2.6: Overzicht van de putfilters met een stijgende of dalende trend <strong>in</strong> absolute waarde<br />

groter dan 0,05 m per jaar; <strong>in</strong> de tabel wordt ook de correlatie coëfficiënt r gegeven <strong>in</strong> de<br />

laatste kolom................................................................................................................... 40<br />

Tabel 2.7: Overzicht van het aantal putfilters en percentage van het totaal aantal, <strong>in</strong>gedeeld<br />

volgens de verschillende kenmerken van de tijdreeksen. ............................................... 41<br />

Tabel 2.8: Overzicht van de putten, filters, HCOV-code, waargenomen seizoenale<br />

schommel<strong>in</strong>g, maximale abrupte variatie en trend, en de overeenkomstige klasse........ 44<br />

Tabel 2.9: Overzicht van twee opeenvolgende filters <strong>in</strong> dezelfde peilput, de overeenkomstige<br />

HCOV codes van de aquifers waar<strong>in</strong> de filters zich bev<strong>in</strong>den, het gemiddeld verschil <strong>in</strong><br />

stijghoogte en berekende excentriciteit van deze waarde. .............................................. 53<br />

Tabel 2.10: Vergund Q per aquifer (HCOV)........................................................................... 72<br />

Tabel 2.11: Verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q. ...................................... 72<br />

Tabel 2.12: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund<br />

debiet per aquifer (HCOV). ............................................................................................ 74<br />

Tabel 2.13: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q<br />

voor vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j............................................................... 74<br />

Tabel 2.14: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q<br />

voor vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j en per aquifer (HCOV)......................... 75<br />

Tabel 2.15: K-waarden overeenkomstig Viaene et al. (1997) {a}, Van Autenboer et al. (1993)<br />

{b}, Van Autenboer et al. (1996) {c}, Van Autenboer et al. (1997) {d}, De Smedt &<br />

Loy {e} (1991), Van Rooijen {f} (1991), Buffel et al. {g} (2001), Ingenieursbureau<br />

Oranjewoud {h} (1996), Royal Haskon<strong>in</strong>g {i} (MER Grensmaas, 2003). Tabel A:<br />

Belgische zijde, Tabel B: Nederlandse zijde. ................................................................. 78<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

6


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Bijlagen<br />

Tabel A: Locatie (x,y) van de peilputten <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde).<br />

Tabel B: Peilputten <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde) met m<strong>in</strong>der dan acht met<strong>in</strong>gen voor het<br />

jaar 2000.<br />

Tabel C: Locatie (x,y) van de grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

7


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 De ontwikkel<strong>in</strong>g van het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>)<br />

Het algemene doel van het <strong>VGM</strong> is een zo compleet mogelijk <strong>in</strong>zicht te verschaffen<br />

betreffende het grondwatersysteem van de Vlaamse ondergrond. Het <strong>VGM</strong> zal een globale<br />

werkomgev<strong>in</strong>g creëren waarb<strong>in</strong>nen alle mogelijke hydrogeologische gegevensverwerk<strong>in</strong>g en<br />

modelstudies kunnen worden gecoörd<strong>in</strong>eerd gekoppeld en geoptimaliseerd. Op deze wijze<br />

wordt een geïntegreerd <strong>in</strong>strument ter ondersteun<strong>in</strong>g van het grondwaterbeleid ontwikkeld.<br />

Een algemeen overzicht van de <strong>VGM</strong>-omgev<strong>in</strong>g zoals deze nu <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g is wordt<br />

gegeven <strong>in</strong> (Figuur 1.1). Hieronder zal een korte historiek van de verschillende stappen <strong>in</strong> de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van het <strong>VGM</strong> gegeven worden. Stappen 1 t.e.m. 5 zijn nagenoeg afgerond en de<br />

andere stappen zijn <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Stap 6 betreft het huidige project.<br />

Figuur 1.1: Overzicht van de <strong>VGM</strong>-Omgev<strong>in</strong>g 1 .<br />

1 Figuur en tekst overgenomen uit projectbestek (nr. WAT/L 2003 S 0013 X)<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

8


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

STAP 1: ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept van het <strong>VGM</strong><br />

In deze fase is een basisarchitectuur van het <strong>VGM</strong> ontstaan (Meyus et al., 2000b).<br />

Het <strong>VGM</strong> is een omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> gebiedsdekkende verwerkte basisgegevens,<br />

zoals hydrogeologische opbouw, grondwatervoed<strong>in</strong>g, hydraulische parameters, e.d.<br />

zich bev<strong>in</strong>den. Naast deze basisgegevens zal het <strong>VGM</strong> ook een aantal regionale<br />

modellen bevatten waar<strong>in</strong> de grondwaterstrom<strong>in</strong>g gebiedsdekkend berekend wordt.<br />

Daarnaast behoren een aantal afgeleide subregionale en lokale modellen tot de<br />

<strong>VGM</strong> omgev<strong>in</strong>g.<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>g van een set van gebiedsdekkende gebruiksklare basisgegevens is<br />

de belangrijkste peiler om op flexibele en doeltreffende wijze tot grondwatermodeller<strong>in</strong>g<br />

op verschillende schalen te kunnen overgaan.<br />

STAP 2: ontwikkel<strong>in</strong>g van de Hydrogeologische Coder<strong>in</strong>g van de Ondergrond<br />

van Vlaanderen (HCOV)<br />

Eén van de eerste stappen <strong>in</strong> de echte ontwikkel<strong>in</strong>g van het <strong>VGM</strong> was het opstellen<br />

van de HCOV. Een gebiedsdekkende hydrostratigrafische <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de Vlaamse<br />

ondergrond werd <strong>in</strong> samenspraak met alle betrokken <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen opgesteld<br />

(Meyus et al., 2000a; Meyus et al., 2000c).<br />

STAP 3: hydrogeologische detailstudie van de ondergrond van Vlaanderen<br />

Voor elk van de HCOV-eenheden bepaald <strong>in</strong> STAP 2 werden kaarten opgesteld<br />

met het voorkomen, de diepte van de basis en de dikte van deze lagen. Het<br />

resultaat vormt een driedimensionale atlas van de hydrostratigrafische<br />

onderverdel<strong>in</strong>g van de ondergrond <strong>in</strong> Vlaanderen (Meyus et al., 2004).<br />

STAP 4: ontwikkel<strong>in</strong>g van een lokaal axi-symmetrisch grondwatermodel<br />

Op de karter<strong>in</strong>g uit STAP 3 is de ontwikkel<strong>in</strong>g van het lokaal axi-symmetrisch<br />

grondwatermodel geënt. De geologische opbouw wordt automatisch uit de<br />

karter<strong>in</strong>g afgeleid. Dit type model laat toe om de <strong>in</strong>vloed van één enkele en een<br />

comb<strong>in</strong>atie van grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> te schatten en zal gebruikt worden bij de<br />

adviesverlen<strong>in</strong>g bij de vergunn<strong>in</strong>gaanvraag voor het w<strong>in</strong>nen van grondwater.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

9


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

STAP 5: ontwikkel<strong>in</strong>g van een Vlaams Grondwatervoed<strong>in</strong>gsmodel<br />

In deze stap wordt de grondwatervoed<strong>in</strong>g gemodelleerd met de WetSpass-code,<br />

ontwikkeld aan de Vakgroep Hydrologie en Waterbouwkunde van de VUB<br />

(Batelaan & De Smedt, 2001). Hierbij wordt reken<strong>in</strong>g gehouden met de topografie,<br />

de bodem, het landgebruik, de neerslag en de temperatuur. De gemiddelde<br />

jaarlijkse grondwatervoed<strong>in</strong>g wordt met dit model met een rastergrootte van 50 bij<br />

50 meter berekend.<br />

STAP 6: ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen (huidig project)<br />

In deze stap worden een aantal regionale modellen opgesteld die moeten toelaten<br />

de impact van beleidsbesliss<strong>in</strong>gen te voorspellen en te ondersteunen. In<br />

Vlaanderen worden zes verschillende grondwatersystemen onderscheiden. Elk<br />

systeem zal op regionale basis gemodelleerd worden.<br />

Voor de Sokkel is reeds een regionaal model ontwikkeld, de andere modellen zijn<br />

<strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g. Het Centraal Vlaams Model wordt ontwikkeld b<strong>in</strong>nen AMINAL,<br />

afdel<strong>in</strong>g Water, terwijl het Centraal Kempisch Model, het Maasmodel en het<br />

Brulandkrijtmodel worden uitbesteed. Het complexe Kust- en Poldersysteem zal <strong>in</strong><br />

een latere fase ontwikkeld worden.<br />

STAP 7: ontwikkel<strong>in</strong>g van subregionale en lokale grondwatermodellen<br />

Ten behoeve van de visievorm<strong>in</strong>g rond land<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsprojecten,<br />

waterw<strong>in</strong>gebieden, grondwaterafhankelijke natuurgebieden, gewestplanwijzig<strong>in</strong>gen,<br />

kan het noodzakelijk zijn grondwatermodellen op een gedetailleerder<br />

niveau te ontwikkelen dan de regionale modellen. Deze subregionale modellen<br />

kunnen ontwikkeld worden op basis van de resultaten van de regionale modellen.<br />

STAP 8: ontwikkel<strong>in</strong>g van tijdsafhankelijke modellen<br />

De modellen uit STAP 6 zijn stationaire modellen. Op termijn zal AMINAL,<br />

afdel<strong>in</strong>g Water overgaan tot het niet-stationair modelleren van de<br />

grondwaterstrom<strong>in</strong>g. Dit vergt echter nog vergaande <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />

gegevensverzamel<strong>in</strong>g (vnl. tijdsreeksen van opgepompte debieten).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

10


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

1.2 Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen ten behoeve van het Vlaams<br />

Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong> - Perceel 2: Het<br />

Maassysteem<br />

Voorliggend document betreft het rapport van Deelopdracht 1 van de “Ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

regionale modellen ten behoeve van het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>)”, deelgebied<br />

Maassysteem. Het Maassysteem is één van de zes grondwatersystemen waar<strong>in</strong> de ondergrond<br />

van Vlaanderen is onderverdeeld. De andere systemen zijn het Brulandkrijtsysteem, het<br />

Centraal Kempisch Systeem, het Centraal Vlaams Systeem, het Kust- en Poldersysteem en het<br />

Sokkelsysteem (Figuur 1.2). De onderverdel<strong>in</strong>g van Vlaanderens ondergrond <strong>in</strong> zes<br />

grondwatersystemen is gebaseerd op de HCOV-karter<strong>in</strong>g (zie stappenplan ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>VGM</strong>, Figuur 1.1).<br />

Figuur 1.2: Begrenz<strong>in</strong>g van de grondwatersystemen <strong>in</strong> Vlaanderen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

11<br />

Kust- en Poldersysteem<br />

Centraal Kempisch Systeem<br />

Maassysteem<br />

Centraal Vlaams Systeem<br />

Brulandkrijt<br />

Sokkelsysteem<br />

De huidige studie vormt de volgende stap <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van het <strong>VGM</strong>, na de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van het concept van het <strong>VGM</strong>, de ontwikkel<strong>in</strong>g van de HCOV, de<br />

hydrogeologische detailstudie van de ondergrond <strong>in</strong> Vlaanderen, de ontwikkel<strong>in</strong>g van een<br />

lokaal-axisymmetrisch grondwatermodel en de ontwikkel<strong>in</strong>g van een Vlaams<br />

grondwatervoed<strong>in</strong>gsmodel. De verschillende grondwatersystemen worden afzonderlijk<br />

gemodelleerd <strong>in</strong> <strong>MODFLOW</strong> (Modular Groundwater Flow), met <strong>GMS</strong> (Groundwater<br />

Modell<strong>in</strong>g System) als pre- en post-processor. De resultaten van de regionale modeller<strong>in</strong>g<br />

dienen als basis voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer gedetailleerde subregionale en lokale<br />

grondwatermodellen, alsook <strong>in</strong> een latere fase van tijdsafhankelijke modellen.<br />

Deelopdracht 1 van de huidige studie “Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen ten behoeve van<br />

het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>)” bestaat uit het verzamelen en analyseren van de<br />

basisgegevens, en het opstellen van het modelconcept. De hierna volgende Deelopdrachten 2<br />

en 3 omvatten respectievelijk de uitvoer<strong>in</strong>g van de grondwatermodeller<strong>in</strong>g en de beschrijv<strong>in</strong>g


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

en analyse van de modelresultaten. De drie deelopdrachten worden uitgevoerd <strong>in</strong> opdracht<br />

van het Vlaams Gewest, AMINAL – afdel<strong>in</strong>g Water.<br />

2 Beschrijv<strong>in</strong>g studiegebied<br />

2.1 Situer<strong>in</strong>g<br />

Het stroomgebied van de Maas heeft een totale oppervlakte van ongeveer 36.000 km² en<br />

strekt zich uit over Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, België en Nederland.Het Vlaamse deel<br />

van stroomgebied, het Maasbekken genoemd, beslaat een oppervlakte van 1596 km² en komt<br />

overeen met 4,8% van de totale oppervlakte van het stroomgebied. De Maas vormt tussen<br />

Lanaken (Smeermaas) en K<strong>in</strong>rooi (Kessenich) over een lengte van circa 47 km, de natuurlijke<br />

grens tussen België (Vlaanderen) en Nederland.<br />

Het Vlaamse deel van het Maasbekken bestaat uit drie geografisch gescheiden gebieden. Het<br />

grootste deel is gesitueerd <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Limburg (excl. Voeren), daarbuiten bev<strong>in</strong>dt zich<br />

nog een deel <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Antwerpen en <strong>in</strong> Voeren.<br />

Het model- of onderzoeksgebied <strong>in</strong> deze studie omvat het Belgisch Limburgse deel van het<br />

Maasbekken (excl. Voeren), ten noorden van daar waar de Boomse klei dagzoomt<br />

(ondoorlatende basis van het grondwatermodel) tussen Mopert<strong>in</strong>gen en Maasmechelen, en<br />

een gedeelte van de Nederlandse prov<strong>in</strong>cie Zuid-Limburg. De modelbegrenz<strong>in</strong>g valt niet<br />

volledig samen met de systeemgrens (Figuur 2.1). De reden hiervoor is dat de systeemgrenzen<br />

gedeeltelijk door de gewestgrenzen zijn bepaald, terwijl fysische grenzen noodzakelijk zijn<br />

als randvoorwaarden voor het grondwatermodel.<br />

Het Vlaamse deel van het onderzoeksgebied omvat gedeeltelijk of volledig de volgende<br />

gemeenten: As, Bocholt, Bree, Dilsen-Stokkem, Genk, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel,<br />

Houthalen-Helchteren, K<strong>in</strong>rooi, Lanaken, Lommel, Maaseik, Maasmechelen, Meeuwen-<br />

Gruitrode, Neerpelt, Opglabbeek, Overpelt, Peer en Zutendaal.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

12


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

v y<br />

x<br />

f<br />

PIHHHH<br />

u<br />

PHHHHH<br />

rEi<br />

€<br />

f<br />

wEq<br />

w——<br />

PHHHHH<br />

r—Er<br />

r—Ee<br />

q<br />

y—˜˜<br />

e<br />

hEƒ<br />

w——<br />

IVHHHH ——<br />

IVHHHH<br />

v——<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

PVHHHH<br />

PVHHHH<br />

Figuur 2.1: Situer<strong>in</strong>g van het Maassysteem en het model- of onderzoeksgebied.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

q<br />

x<br />

†2…2f<br />

13


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.2 Geologische opbouw<br />

2.2.1 Beschrijv<strong>in</strong>g<br />

In het Vlaamse gedeelte van het Maasbekken kunnen drie belangrijke geomorofologische<br />

eenheden onderscheiden worden: de laagterrassen en alluviale vlakte van de Maas, de vlakte<br />

van Bocholt en het Kempisch plateau ook wel het hoofdterras van de Maas genoemd.<br />

Het Kempisch plateau daalt van 100 m <strong>in</strong> het zuiden, waar het begrensd wordt door het<br />

Albertkanaal, tot 60 m <strong>in</strong> het noorden, waar het van de lager gelegen gebieden wordt<br />

gescheiden door een 30 à 40 m hoge steilrand. De vlakte van Bocholt ligt op een hoogte van<br />

50 tot 30 m en strekt zich uit ten noorden van de Feldbissbreuk, tussen Neeroeteren, Bree en<br />

Bocholt. Het betreft <strong>in</strong> wezen het hoofdterras dat langs de breuk is afgeschoven. In het gebied<br />

met de laagterrassen, tussen Lanaken en Maaseik, en de alluviale vlakte van de Maas, daalt<br />

het topografisch peil van 50 m <strong>in</strong> het zuiden tot 30 m <strong>in</strong> het noorden.<br />

Belangrijk voor de hydrogeologische schematisatie zijn de breuken <strong>in</strong> het studiegebied. Drie<br />

breuken hebben tot <strong>in</strong> het Quartair gewerkt, met name de Heerlerheidebreuk, de<br />

Feldbissbreuk en de breuk van Elen. De breuken delen het studiegebied <strong>in</strong> drie delen: een<br />

gebied ten noorden van de breuken overeenkomend met de vlakte van Bocholt en de<br />

Roerdalslenk, een opheff<strong>in</strong>gsgebied ten zuiden van de breuken ter hoogte van het Kempisch<br />

Plateau en een overgangsgebied tussen de breuken. In het gebied ten zuiden van de breuken<br />

komen door de afschuiv<strong>in</strong>g oude formaties ondieper voor dan <strong>in</strong> het noordelijke gebied.<br />

Voor de hierna volgende geologische beschrijv<strong>in</strong>g werd een beroep gedaan op de<br />

Toelicht<strong>in</strong>gen bij de Geologische Kaart van het Kaartblad 18-10 - Maaseik (Sels et al., 2001)<br />

en het Kaartblad 26 - Rekem (Buffel et al., 2001).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

14


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tertiair<br />

De Kiezeloölietformatie (HCOV-0210), ten noorden van het breuksysteem, bestaat<br />

achtereenvolgens (van jong naar oud) uit het lid van Jagersborg (HCOV-0211), de Brunssum<br />

I klei (HCOV-0212), het zand van Pey (HCOV-0213), de Brunssum II klei (HCOV-0214) en<br />

het zand van Waubach (HCOV-0215). Het lid van Jagersborg is opgebouwd uit fijne tot grove,<br />

asgroene zanden met mogelijk wat kleiige en lignietachtige <strong>in</strong>tercalaties. De onderliggende<br />

Brunssum I klei bestaat uit een afwissel<strong>in</strong>g van lignietrijke klei en lignietlagen, met plaatselijk<br />

fijnzandige laagjes en wortelresten. Het zand van Pey bev<strong>in</strong>dt zich tussen de Brunssum I en<br />

Brunssum II klei en is opgebouwd uit een matig, grof grijs, plaatselijk ligniethoudend zand,<br />

met hier en daar klei-<strong>in</strong>tercalaties van 2 à 3 m dik <strong>in</strong> het midden. De Brunssum II klei is een<br />

zware compact klei met bru<strong>in</strong>kool<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>gen. Ze bevat slechts sporadisch fijnzandige<br />

laagjes van ger<strong>in</strong>ge dikte en is homogener dan de Brunssum I klei. Het zand van Waubach is<br />

het onderste lid van de Kiezeloölietformatie en bestaat uit grijswitte, gr<strong>in</strong>drijke grofzandige<br />

en kwartsrijke afzett<strong>in</strong>gen. De diktes van de verschillende leden van de Kiezeloölietformatie<br />

variëren sterk: lid van Jagersborg: 20-90 m, Brunssum I klei: 12-60 m, zand van Pey: 10-90 m,<br />

Brunssum II klei: 10-50 m en zand van Waubach: 10-120 m. De totale dikte van de formatie<br />

is echter vrijwel constant.<br />

Ten zuiden van het breuksysteem, op het Kempisch plateau dagzomen van zuid naar noord<br />

achtereenvolgens de formaties van Eigenbilzen (HCOV-0256), Voort (HCOV-0254),<br />

Bolderberg (HCOV-0253), Diest (HCOV-0252), Kasterlee (HCOV-0242), en Mol (HCOV-<br />

0232). Deze <strong>in</strong> hoofdzaak zandige formaties rusten op de kleiige zanden en klei van het<br />

Boven Rupeliaan. De zanden van Mol zijn grove, meestal opvallend witte, zanden die vrijwel<br />

uitsluitend uit kwarts bestaan. De dikte van deze formatie varieert van 10 tot 100 m en neemt<br />

toe <strong>in</strong> westelijke richt<strong>in</strong>g. De formatie van Kasterlee bestaat uit een vrij goed gesorteerd, licht<br />

glauconiethoudend, grijsgroen zand en aan de basis kan gr<strong>in</strong>d teruggevonden worden. De<br />

formatie van Diest wordt gevormd door slecht gesorteerde, glauconietrijke, halfgrove zanden<br />

met talrijke wormgangen. De formatie van Bolderberg bestaat uit fijne, zeer goed gesorteerde,<br />

micarijke zanden met vrijwel geen glauconiet. Deze formatie wordt opgedeeld <strong>in</strong> drie leden,<br />

met name het lid van Houthalen, het lid van Genk en het lid van Opitter. Het lid van<br />

Houthalen dagzoomt tussen Eigenbilzen en Leut, ten noorden van de breuk van Vroenhoven,<br />

en bestaat uit glauconietrijk en micahoudend, bru<strong>in</strong>groen tot zwartgroen kleiig fijn zand met<br />

grote schelpen en vistanden. Het lid van Genk is opgebouwd uit twee pakketten die van elkaar<br />

gescheiden worden door het gr<strong>in</strong>d van Opgrimbie. Het bovenste pakket bestaat uit witte, zeer<br />

zuivere, middelmatige tot grofkorrelige zanden en aan de top is het zand licht<br />

glauconiethoudend. Het onderste pakket is opgebouwd uit fijne en middelgrove, gelige tot<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

15


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

asgrijze zanden, met vaal grove glimmers en lignietlaagjes. Het lid van Opitter bestaat uit<br />

micarijke, fijne, zeer goed gesorteerde zanden. Het is het jongste lid van de formatie van<br />

Bolderberg en dagzoomt ter hoogte van Opitter. De formatie van Voort bestaat uit groenzwart<br />

tot groenbru<strong>in</strong>, zeer glauconietrijk, kleiig zand, dat zeer rijk is aan fossielen en<br />

schelpfragmenten. De dikte kan oplopen tot meer dan 70 m en ten noorden van de breuk van<br />

Elen, <strong>in</strong> de slenk, zelfs tot 300 m. De formatie van Eigenbilzen bestaat uit grijs tot grijsgroen,<br />

kleiig fijn zand met een beetje glimmers en we<strong>in</strong>ig tot geen fossielen, de basis is kleiig. Ze<br />

dagzoomt tussen Leut en Eigenbilzen, aan de rand van het Kempisch plateau waar de dikte<br />

gemiddeld 5 m bedraagt. Elders varieert de dikte over het algemeen tussen de 30 en 50 m.De<br />

formatie van Boom (HCOV-0300) vormt de ondoorlatende basis van het grondwatermodel.<br />

Ze bestaat voornamelijk uit grijze, fijne, mica- en zandhoudende klei, is lichtjes kalkhoudend<br />

en bevat organisch materiaal, pyriet en kalknodulen die <strong>in</strong> welbepaalde horizonten b<strong>in</strong>nen de<br />

klei voorkomen. De top van de laag helt vrij steil af <strong>in</strong> noordelijke richt<strong>in</strong>g en de dikte van het<br />

bovenliggende watervoerende pakket neemt dus ook toe <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>g. De gemiddelde<br />

dikte bedraagt 30 m, <strong>in</strong> de slenk zijn er aanwijz<strong>in</strong>gen dat de dikte er 100 m bedraagt. De<br />

formatie van Boom dagzoomt tussen Mopert<strong>in</strong>gen en Maasmechelen.<br />

Quartair<br />

Het Quartair op het Kempisch plateau bestaat uit Maas- en Rijnafzett<strong>in</strong>gen en is gemiddeld<br />

tussen de 7 en 15 m dik. Diktes van 1 tot 4 m worden teruggevonden op de steilere hell<strong>in</strong>gen<br />

van het Kempisch plateau (hell<strong>in</strong>gsmateriaal). Van oost naar west dagzomen<br />

achtereenvolgens de Zutendaal gr<strong>in</strong>den (Maasafzett<strong>in</strong>g), de W<strong>in</strong>terslag zanden (Maasafzett<strong>in</strong>g)<br />

en de Lommel zanden (Maas- en Rijnafzett<strong>in</strong>gen). In deze zand- en gr<strong>in</strong>dhoudende fluvatiele<br />

afzett<strong>in</strong>gen komen soms dikke leemlenzen voor. Dekzanden van 1 tot 2 m dikte bedekken het<br />

hoofdterras. De dikte van het Quartair neemt toe <strong>in</strong> noordelijke richt<strong>in</strong>g met een sprong<br />

langsheen de Feldbissbreuk. In de vlakte van Bocholt bestaat het Quartaire pakket uit de<br />

zanden van Bocholt (Maas- en Rijnafzett<strong>in</strong>gen) en de dekzanden van Wildert, met een dikte<br />

van over het algemeen 10 tot 22 m. In de Maasvallei wordt het Quartair gevormd door<br />

gr<strong>in</strong>den, dekzanden en alluviale lemen, en de dikte varieert tussen de 10 en 22 m. Ten zuiden<br />

van de Feldbissbreuk bestaan de alluviale afzett<strong>in</strong>gen (10-12 m dik) uit een deklaag van<br />

gemiddeld 1 tot 2 m dik, opgebouwd uit leem en klei met daaronder gr<strong>in</strong>d. Ten noorden van<br />

de Feldbissbreuk is het gr<strong>in</strong>dpakket circa 20 m dik.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

16


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.2.2 Geologische profielen<br />

Er werden vijf profielen uitgewerkt voor het Maasmodel, Figuur 2.2 geeft de ligg<strong>in</strong>g van de<br />

vijf profielen. De basissen van de verschillende HCOV-lagen werden met behulp van de<br />

ArcView extensie ‘profile extractor’ uit de HCOV arcview database geëxtraheerd.<br />

Vervolgens werden ze via MS-Excel overgebracht naar Coreldraw. In Coreldraw werden de<br />

profielen opgebouwd uit een tekst-, legenda-, lijn-, arcer<strong>in</strong>g- en opvull<strong>in</strong>gslaag (Figuren 2.3-<br />

2.7) Profiel 1 en 2 (Fig. 2.3 en 2.4) zijn W-O georiënteerd en zijn respectievelijk 47,5 en 37,5<br />

km lang. Profiel 3, 4 en 5 zijn m<strong>in</strong> of meer Z-N georiënteerd (Fig. 2.5-2.7) en zijn<br />

respectievelijk 37 km, 45 km en 62 km lang. Alle vijf profielen gaan <strong>in</strong> de diepte tot en met<br />

HCOV-0300 (Formatie van Boom). De maximale diepte van de profielen gaat tot meer dan -<br />

1300 mTAW. De neerwaartse sprong, met ongeveer 800 m, van de Formatie Boom ten<br />

gevolge van de breukwerk<strong>in</strong>g is zeer duidelijk waar te nemen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

17


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.2: Modelgebied Maasssyteem - Ligg<strong>in</strong>g van de profielen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

18


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.3: Modelgebied Maassysteem - Profiel 1.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

19


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.4: Modelgebied Maassysteem - Profiel 2.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

20


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.5: Modelgebied Maassysteem - Profiel 3.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

21


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.6: Modelgebied Maassysteem - Profiel 4.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

22


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.7: Modelgebied Maassysteem - Profiel 5.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

23


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.3 Hydrografie<br />

De Gemeenschappelijke Maas vormt over een lengte van 42,5 km de oostelijke modelgrens.<br />

De belangrijkste zijrivieren van de Maas aan Vlaamse zijde van het studiegebied zijn de<br />

Bosbeek en de Abeek (waterlopen van 1 ste categorie), verder monden aan Vlaamse zijde ook<br />

nog de Ziepbeek, de Kikbeek, de Vrietselbeek, de Kogbeek en de Zanderbeek (waterlopen<br />

van 2 de categorie) uit <strong>in</strong> de Maas. De belangrijkste rivieren die via Nederland <strong>in</strong> de Maas<br />

uitmonden zijn de Itterbeek, de Loss<strong>in</strong>g, de Dommel en de Warmbeek. Het gebied wordt aan<br />

Vlaamse zijde doorsneden door de Zuid-Willemsvaart (tussen Lanaken en Lozen) en het<br />

Kanaal Bocholt- Herentals (tussen Lozen en Lommel).<br />

Het traject waarover de Maas de natuurlijke grens vormt tussen België en Nederland (tussen<br />

Smeermaas en Kessenich) - de Grensmaas of Gemeenschappelijke Maas genoemd - is<br />

ongestuwd, maar iets stroomafwaarts te Borgharen (Nl) en stroomopwaarts net over de<br />

Vlaams-Nederlandse grens te L<strong>in</strong>ne bev<strong>in</strong>den zich twee stuwen op de Maas. De <strong>in</strong>vloed van<br />

de stuw van L<strong>in</strong>ne reikt stroomafwaarts tot <strong>in</strong> Maaseik (rivierkilometer). Op de Zuid-<br />

Willemsvaart, ter hoogte van Bocholt en Lozen, bev<strong>in</strong>den zich twee sluizen. De <strong>in</strong>strom<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

het wachtbekken op de Dommel gebeurt via een verdeelwerk, waarbij het water van de<br />

Dommel via een toevoergracht afgeleid wordt naar de Oude Dommel. Op de Oude Dommel is<br />

een dwarsdijk met stuw gebouwd. Ter hoogte van K<strong>in</strong>rooi bev<strong>in</strong>dt zich een verdeelwerk<br />

tussen de Abeek en de Itterbeek, en te Neeroeteren bestaat er een verdeelwerk tussen de<br />

Bosbeek en de Witbeek. Op de Witbeek ter hoogte van Geist<strong>in</strong>gen bev<strong>in</strong>dt zich een<br />

verdeelwerk dat water kan afleiden naar de Gemeenschappelijke Maas.<br />

De waterlopen zullen <strong>in</strong> het grondwatermodel worden opgenomen als RIVER-units. Hiertoe<br />

werd voor de bevaarbare waterlopen, kanalen en onbevaarbare waterlopen van 1 ste en 2 de<br />

categorie (Figuur 2.8) een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g gemaakt van het langdurig gemiddeld waterpeil, het<br />

bodempeil, de breedte en de hydraulische geleidbaarheid. Hierbij werd een regel van 1<br />

waarde om de 500 m gehanteerd, met uitzonder<strong>in</strong>g voor de kanalen en de bevaarbare<br />

waterlopen zonder grote verander<strong>in</strong>gen waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. De<br />

gegevens werden geïnventariseerd onder de vorm van shapefiles.<br />

In wat volgt wordt een overzicht gegeven voor de waterlopen aan Vlaamse zijde. Onder de<br />

categorie bevaarbare waterlopen valt enkel de Maas. Voor gegevens omtrent waterpeil van de<br />

Maas werd een beroep gedaan op de resultaten van de Effectenanalyse van het<br />

Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan voor het Grensmaasgebied (De Smedt et al. , 1998). In het kader<br />

van laatstgenoemde studie werd een hydraulische modeller<strong>in</strong>g van de Gemeenschappelijke<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

24


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Maas uitgevoerd met behulp van SCALDIS (Mwanuzi, 1998). Het SCALDIS-model werd<br />

oorspronkelijk ontwikkeld voor de Schelde en nadien aangepast voor de Grensmaas <strong>in</strong> het<br />

kader van de Effectenanalyse (De Smedt et al., 1998). SCALDIS is een tweedimensionaal<br />

numeriek model, dat gebaseerd is op het e<strong>in</strong>dige volume concept. Het zomerbed werd hierbij<br />

<strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> rekencellen van 200 m <strong>in</strong> longitud<strong>in</strong>ale richt<strong>in</strong>g en een breedte overeenkomend<br />

met de maximale omvang van het zomerbed. Voor deze huidige studie worden de<br />

modelresultaten voor een typisch gemiddelde jaarlijkse afvoer van 350 m 3 /s beschouwd. Voor<br />

gegevens omtrent bodempeil en breedte werd een beroep gedaan op de opgemeten<br />

dwarsprofielen van de rivierbedd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1995, beschikbaar om de 100 m. Op de Zuid-<br />

Willemsvaart zijn vijf limnigrafen aanwezig en op het Kanaal Bocholt-Herentals is er één<br />

limnigraaf <strong>in</strong> het studiegebied. Voor gegevens omtrent diepgang, en <strong>in</strong>dien beschikbaar ook<br />

breedte, werd een beroep gedaan op de Dienst voor de B<strong>in</strong>nenvaart (www.b<strong>in</strong>nenvaart.be).<br />

Het bodempeil werd <strong>in</strong>geschat op basis van de diepgang: (waterpeil – diepgang – 0,5 m).<br />

Indien geen gegevens beschikbaar waren, werd de kanaalbreedte afgeleid op basis van het<br />

DHM (Digitaal Hoogte Model van Vlaanderen 2004). Het DHM is nog <strong>in</strong> opbouw en er werd<br />

gestart van de ruwe bestanden (puntgegevens). De ruwe bestanden werden samengevoegd en<br />

omgezet naar een grid met celgrootte 5 x 5 m.<br />

Voorts zijn er aan Vlaamse zijde limnigrafen aanwezig op de Abeek, de Bosbeek, de Dommel,<br />

de Warmbeek en de Witbeek. De langdurig gemiddelde waterpeilen van deze meetposten<br />

worden weergegeven <strong>in</strong> Tabel. Gezien het echter telkens slechts één meetpost per<br />

respectievelijke waterloop betreft, is er geen <strong>in</strong>terpolatie mogelijk. Het waterpeil werd dan<br />

ook voornamelijk afgeleid op basis van het DHM. Voor de overige waterlopen werd het<br />

waterpeil ook afgeleid op basis van het DHM, waarbij voor de waterlopen van 1 ste categorie<br />

een regel van (DHM – 1 m) gehanteerd werd en voor de waterlopen van 2 de categorie een<br />

regel van (DHM – 0,9 m). Wat het bodempeil en de breedte betreft, zijn voor een aantal<br />

waterlopen van 2 de categorie dwarsprofielen beschikbaar (Prov<strong>in</strong>cie Limburg). Waar geen<br />

gegevens beschikbaar zijn, werd voor het bodempeil een standaardafmet<strong>in</strong>g van (DHM – 2,3<br />

m) gebruikt voor de waterlopen van 1 ste categorie en (DHM – 1,5 m) voor de waterlopen van<br />

de 2 de categorie. Voor de breedte werden standaardafmet<strong>in</strong>gen van respectievelijk 10 m en 4<br />

m gebruikt voor de waterlopen van 1 ste en 2 de categorie.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

25


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

PVHHHH<br />

PVHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

g—2—<br />

f——˜——<br />

I2—<br />

P2—<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

Figuur 2.8: Overzicht van de bevaarbare waterlopen en kanalen en waterlopen van 1 ste en 2 de categorie <strong>in</strong> het studiegebied.<br />

x<br />

26


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.4 Dra<strong>in</strong>age<br />

Voor het te ontwikkelen grondwatermodel <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>-<strong>MODFLOW</strong> is ook een randvoorwaarde<br />

nodig aan de top van het hydrogeologisch systeem. Traditioneel kan <strong>in</strong> <strong>MODFLOW</strong> geen<br />

randvoorwaarde worden gedef<strong>in</strong>ieerd voor de top van de bovenste laag, wel zijn er<br />

mogelijkheden om <strong>in</strong>teractie te def<strong>in</strong>iëren tussen het grondwatersysteem en rivieren of<br />

landbouwkundige dra<strong>in</strong>age pijpen. Voor de grondwateruitstrom<strong>in</strong>g uit het model <strong>in</strong><br />

kwelgebieden, kle<strong>in</strong>ere waterlopen, grachten en naar het verbruik door de vegetatie zijn deze<br />

rivierrandvoorwaarden echter niet geschikt. Voor deze gevallen kan de <strong>MODFLOW</strong> DRAIN<br />

conditie gebruikt worden.<br />

Het DRAIN pakket (McDonald & Harbaugh 1988) is ontworpen om de de effecten van<br />

landbouwkundige dra<strong>in</strong>s te kunnen simuleren. Een dwarsdoorsnede door een DRAIN cel<br />

(Figure 2.9) toont het concept van een DRAIN cel <strong>in</strong> een model. McDonald en Harbaugh<br />

(1988) verklaren het concept als volgt: er wordt aangenomen dat de dra<strong>in</strong> maar gedeeltelijk<br />

volloopt, zodanig dat de stijghoogte <strong>in</strong> de dra<strong>in</strong> ongeveer gelijk is aan de mediane hoogte van<br />

de dra<strong>in</strong>, i j k<br />

d , , [L]. De stijghoogte, h i j,<br />

k<br />

, [L], berekend door het model voor de cel (i,j,k) is<br />

eigenlijk de gemiddelde waarde voor de cel en wordt verondersteld de effectieve waarde te<br />

zijn die op enige afstand van de dra<strong>in</strong> heerst. De hoogteligg<strong>in</strong>g van de dra<strong>in</strong>, i,<br />

j k , geldt<br />

alleen local, b<strong>in</strong>nen de dra<strong>in</strong>, maar karakteriseert niet de cel als geheel.<br />

Figuur 2.9: (a) Dwarsdoorsnede door een cel (i,j,k) met illustratie van de stijghoogte<br />

verlies bij convergerende strom<strong>in</strong>g naar een dra<strong>in</strong> (naar McDonald & Harbaugh 1988).<br />

(b) Weergave van strom<strong>in</strong>g, QD, <strong>in</strong> een dra<strong>in</strong> als functie van de stijghoogte, h, <strong>in</strong> een cel<br />

waarbij d de hoogte van de dra<strong>in</strong> is en CD de conductantie (naar McDonald &<br />

Harbaugh 1988).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

d ,<br />

27


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

De dra<strong>in</strong> verwijdert water uit de watervoerende laag aan een snelheid die proportioneel is met<br />

het verschil tussen de stijghoogte <strong>in</strong> de watervoerende laag en de hoogteligg<strong>in</strong>g van de dra<strong>in</strong>.<br />

De dra<strong>in</strong>age duurt voort zo lang als de stijghoogte <strong>in</strong> de watervoerende laag hoger is als de<br />

ligg<strong>in</strong>g van de dra<strong>in</strong>, de dra<strong>in</strong>age stopt als de stijghoogte zakt beneden de dra<strong>in</strong>age hoogte. De<br />

functioner<strong>in</strong>g van het DRAIN pakket wordt beschreven door de volgende vergelijk<strong>in</strong>gen<br />

(McDonald & Harbaugh 1988):<br />

QD i,<br />

j,<br />

k = CDi,<br />

j,<br />

k ( hi,<br />

j,<br />

k - di,<br />

j,<br />

k ) voor h i j,<br />

k di<br />

, j,<br />

k<br />

QD i,<br />

j,<br />

k = 0 voor h i j,<br />

k di<br />

, j,<br />

k<br />

waarbij i j k<br />

, > (1)<br />

, ≤ (2)<br />

QD , , [L 3 /T] de kwel volume flux is van de cel (i,j,k) naar de dra<strong>in</strong>, h i j,<br />

k<br />

d ,<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

28<br />

, [L] de<br />

berekende stijghoogte <strong>in</strong> de cel (i,j,k) is, en i,<br />

j k [L] de hoogteligg<strong>in</strong>g van de dra<strong>in</strong> is. De<br />

CD ,<br />

coefficient i,<br />

j k [L 2 /T] is een samengestelde conductantie die alle stijghoogteverliezen<br />

beschrijft tussen de dra<strong>in</strong> en de regio van de cel (i,j,k) <strong>in</strong> welke de stijghoogte i,<br />

j k<br />

verondersteld wordt te heersen (Figuur 2.9 - 1a). Deze samengestelde dra<strong>in</strong> conductantie<br />

wordt toegevoegd aan de conductantie berekend door het Block-Centered Flow (BCF) (of<br />

LPF) pakket, hetgeen bepaald wordt uit de horizontale en verticale weerstand tussen het<br />

centrum (node) van de dra<strong>in</strong> cel en de centra van de omliggende cellen. De gesommeerde<br />

DRAIN en BCF conductanties def<strong>in</strong>ieren daarom de totale weerstand tegen strom<strong>in</strong>g naar de<br />

<strong>MODFLOW</strong> dra<strong>in</strong> cel. De stijghoogteverliezen tussen de dra<strong>in</strong> en zijn buurcellen worden<br />

veroorzaakt door convergerende strom<strong>in</strong>g naar de dra<strong>in</strong> toe, door strom<strong>in</strong>g door het<br />

opvulmateriaal rondom de dra<strong>in</strong> en door de strom<strong>in</strong>g door de gleuven van de dra<strong>in</strong> zelf<br />

(McDonald & Harbaugh 1988). Figuur 2.9 - 1b toont een grafiek van QD versus h, zoals dit<br />

volgt uit vergelijk<strong>in</strong>g 1.<br />

Een probleem met het DRAIN pakket is dat het veelal de convergentie van het model niet ten<br />

goede komt en/of dat de berekende grondwaterstand meer dan gewenst boven het dra<strong>in</strong><br />

niveau uitstijgt. Om dit probleem te verhelpen ontwikkelde Batelaan & De Smedt (2004) een<br />

nieuw <strong>MODFLOW</strong> pakket SEEPAGE. De betekenis van SEEPAGE is dat men een absolute<br />

bovenrand aan het grondwatersysteem kan opleggen. Grondwater dat tot dit niveau stijgt treed<br />

vrij en zonder weerstand uit het model. Uit SEEPAGE kan net als ook uit DRAIN bepaald<br />

worden of een cel grondwatervoedend, <strong>in</strong>termediair of kwellend is. Figuur 2.10 toont het<br />

onderscheid tussen deze cellen.<br />

h ,


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.10: Concept van een DRAIN of SEEPAGE (a), <strong>in</strong>termediair (b) en<br />

grondwatervoed<strong>in</strong>g (c) cel. QS en RA zijn respectivelijk de grondwaterkwel of seepage<br />

flux en volume grondwatervoed<strong>in</strong>gsflux.<br />

In <strong>GMS</strong> is het SEEPAGE pakket niet opgenomen en zal men dus het DRAIN pakket moeten<br />

gebruiken voor de specificatie van de bovenrandvoorwaarde <strong>in</strong> cellen waar kwel optreedt.<br />

Aangezien men niet op voorhand kan weten welke cellen kwellen en welke niet, zal men<br />

gemakkelijkheidhalve alle cellen van het modelgebied <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie als DRAIN cel<br />

def<strong>in</strong>iëren. In de cellen die uite<strong>in</strong>delijk niet zullen kwellen zal de opgelegde bovenrandvoorwaarde<br />

geen enkele functie hebben. Het komt er dus op aan een geschikte<br />

bovengrens te def<strong>in</strong>iëren boven de welke aangenomen mag worden dat het grondwater via de<br />

wortels van de planten of via een oppervlakkig waterlopennetwerk het model verlaat. In<br />

vroegere studies werd veelal de aanname gemaakt dat het dra<strong>in</strong>age niveau zich 0.25 tot 1 m<br />

onder het topografisch oppervlak bevond. Deze dra<strong>in</strong>agediepte werd dan opgelegd aan alle<br />

cellen van het modelgebied.<br />

In deze studie wordt getracht om een ruimtelijke variatie <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong>age niveau aan te<br />

brengen op basis van de karakteristieken van de bodemkaart. Het Belgische<br />

bodemclassificatiesysteem is morfogenetisch en een typisch nationaal systeem, dat opgesteld<br />

werd uitsluitend <strong>in</strong> functie van de Belgische gronden. De basiseenheid is de bodemserie. Deze<br />

wordt bepaald door de grondsoort (= aard van het moedermateriaal, = textuur), de natuurlijke<br />

dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (= dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gstoestand, = natuurlijke dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklasse) en de horizontenopeenvolg<strong>in</strong>g<br />

(= profielontwikkel<strong>in</strong>g) (Van Ranst & Sys, 2000).<br />

De voornaamste karter<strong>in</strong>gseenheid van het morfogenetisch bodemclassificatiesysteem dat<br />

door het C.V.B. werd uitgewerkt is de bodemserie. Op de bodemkaart wordt iedere<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

29


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

bodemserie voorgesteld door een formule van drie letters die betrekk<strong>in</strong>g hebben op de drie<br />

hoofdkenmerken van het bodemprofiel: de grondsoort of textuur, de natuurlijke dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g en<br />

de profielontwikkel<strong>in</strong>g of horizontenopeenvolg<strong>in</strong>g (Van Ranst & Sys, 2000).<br />

De formule geeft volgende elementen aan :<br />

• de grondsoort (textuur van het bovenste deel van het bodemprofiel), door een hoofdletter<br />

(A . . , L . . , enz.),<br />

• de natuurlijke dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklasse, door een kle<strong>in</strong>e letter <strong>in</strong> eerste positie na de hoofdletter (<br />

. a . , . b . , enz.),<br />

• de horizontenopeenvolg<strong>in</strong>g, door een kle<strong>in</strong>e letter <strong>in</strong> tweede positie na de hoofdletter ( . .a ,<br />

. . b , . . c , enz.).<br />

De dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gstoestand van een bodem hangt af van de diepte van het grondwater, de<br />

permeabiliteit van de oppervlakkige laag, het voorkomen op wisselende diepte van een we<strong>in</strong>ig<br />

doorlatende ondergrond, de diepte van de bodem en de topografische omstandigheden. De<br />

wisselwerk<strong>in</strong>g tussen deze verschillende factoren bepaalt de dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklasse van de bodem.<br />

Deze wordt beoordeeld naar sommige morfologische bodemkenmerken, nl. de gley en<br />

reductieverschijnselen. Het gedeelte van het profiel dat afwisselend verzadigd is met water en<br />

uitdroogt, vertoont roestvlekken (gleyverschijnselen). Deze zone die voortdurend met water<br />

verzadigd is heeft een blauw- of grijsachtige kleur (reductiehorizont). De aanwezigheid van<br />

een reductiehorizont <strong>in</strong> de ondergrond van gegleyifieerde profielen wijst op een permanente<br />

grondwatertafel; zijn afwezigheid op een tijdelijke stuwwatertafel. Men onderscheidt 9<br />

natuurlijke dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen, die met hun symbool en hun morfologische kenmerken <strong>in</strong><br />

Tabel 2.1 aangegeven zijn (Van Ranst & Sys, 2000).<br />

De morfologische def<strong>in</strong>itie van de dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen hangt af van de textuur van het<br />

materiaal; we onderscheiden twee grote groepen : deze van de zware texturen (A . . , L . . , E.<br />

. , U . . , G . .) en deze van de lichte texturen (Z . . , S . . , P . . ). De hieronder volgende<br />

def<strong>in</strong>ities van de dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen worden gegeven door de zware texturen na (1) en voor de<br />

lichte texturen na (2).<br />

. a . (2) zeer droge gronden,<br />

. b . (2) droge gronden,<br />

. c . (1) zwak gleyige gronden,<br />

(2) matig droge gronden,<br />

. d . (1) matig gleyige gronden,<br />

(2) matig natte gronden,<br />

. e . (1) sterk gleyige gronden met reductiehorizont,<br />

(2) natte gronden,<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

30


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

. f . (1) zeer sterk gleyige gronden met reductiehorizont,<br />

(2) zeer natte gronden,<br />

. g . (1) gereduceerde gronden,<br />

(2) uiterst natte gronden,<br />

. h . (1) sterk gleyige gronden,<br />

(2) natte gronden met relatief hoge ligg<strong>in</strong>g,<br />

. i . (1) zeer sterk gleyige gronden,<br />

(2) zeer natte gronden met relatief hoge ligg<strong>in</strong>g.<br />

Tabel 2.1: Natuurlijke dra<strong>in</strong>ageklassen (Van Ranst & Sys, 2000).<br />

Dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklasse Diepte <strong>in</strong> cm op de welke beg<strong>in</strong>nen<br />

dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsgraad de gleyverschijnselen <strong>in</strong> de reductiehorizont <strong>in</strong> de<br />

de volgende materialen volgende materialen<br />

symbool lemig zandig lemig zandig<br />

kleiig<br />

kleiig<br />

. a . te sterke dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g - >120 - -<br />

. b .gunstige dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g - 90-120 - -<br />

. c .matige dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g >80 60-90 - -<br />

. d .onvoldoende dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g 50-80 40-60 - -<br />

. e .matig slechte dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (*) 20-50 20-40 > 80 > 100<br />

. f . slechte dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (*) 0-20 40-80 50-100<br />

. g .zeer slechte dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (*) 0 0 < 40 < 50<br />

. h .matig slechte dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (**) 20-50 20-40 - -<br />

. i . slechte dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g (**) 0-20 - -<br />

(*) Hydromorfe gronden met permanente grondwatertafel en reductiehorizont.<br />

(**) Hydromorfe gronden met tijdelijke stuwwatertafel en zonder reductiehorizont.<br />

In gevallen waar de bodems zeer sterke variaties vertonen, is het soms nodig complexe<br />

eenheden <strong>in</strong> te voeren, bestaande uit gronden ontwikkeld op verschillende moedermaterialen,<br />

met verschillende dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen en/of verschillende profielontwikkel<strong>in</strong>gen. Soms is het<br />

ook nodig <strong>in</strong> de karter<strong>in</strong>gseenheid dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen te groeperen. Hiervoor gebruikt men<br />

hoofdletters, die onmiddellijk na het symbool voor het moedermateriaal geplaatst worden. De<br />

volgende symbolen worden doorgaans gebruikt (Van Ranst & Sys, 2000):<br />

. B . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . a . + . b .<br />

. D . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . c . + . d .<br />

. F . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . e . + . f .<br />

. I . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . h . + . i .<br />

. H . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . g . + . h .<br />

. A . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . a. + . b . + . c . + . d .<br />

. G . dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklassen . e . + . f . + . g . + . h . + . i .<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

31


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

In Stuurman et al. (2002) wordt op basis van de bovenstaande tabel voor de diepte van de<br />

gleyverschijnselen van de verschillende textuurklassen gemiddeld hoogste (GHG), Laagste<br />

(GLG) en Voorjaarsgrondwaterstand (GVG) afgeleid voor zowel de lichte, zandige bodems<br />

(Tabel 2.2) als ook voor de zware texturen, leem en klei (Tabel 2.3).<br />

Tabel 2.2: De gemiddeld hoogste, laagste en voorjaarsgrondwaterstand voor zandgronden<br />

afgeleid uit de dra<strong>in</strong>ageklasse (Stuurman et al., 2002).<br />

Dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gs-<br />

klasse<br />

Def<strong>in</strong>itie Gemiddelde grondwaterstand<br />

Roest Reductie GHG GLG GVG<br />

a - - 150 240 173<br />

b 90-125 100 200 125<br />

c 60-90 70 160 93<br />

d 40-60 40 130 63<br />

h 20-40 20 140 49<br />

i 0-20 10 120 37<br />

e 20-40 >80 15 100 37<br />

f 0-20 40-80 5 65 22<br />

g - 40 - 40 240 85<br />

B >90 - 100 240 133<br />

D 40-90 - 40 160 69<br />

I


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

d 50-80 50 130 71<br />

h 30-50 20 140 49<br />

i 0-30 10 120 37<br />

e 30-50 >80 15 100 37<br />

f 0-30 40-80 5 65 22<br />

g - 50 - 50 - -<br />

B - - - - -<br />

D 50-125 - 50 - -<br />

I


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Voorgesteld wordt om deze kaart voor het gebruik <strong>in</strong> het grondwatermodel voor de DRAIN<br />

parametrisatie aan te passen. Gedacht wordt om <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie <strong>in</strong> de zones zonder<br />

dra<strong>in</strong>age klasse de dra<strong>in</strong>agediepte te zetten op 5 cm om de bereken<strong>in</strong>g van de<br />

grondwaterstand zo m<strong>in</strong> mogelijk te beknotten. De te gebruiken ruimtelijke resolutie van 250<br />

m voor de modelcellen maakt zo wie zo dat de nauwkeurigheid van de berekende<br />

grondwaterstand nabij het landoppervlak zeer beperkt wordt door deze resolutie. De<br />

topografie is daarom op zich al een redelijk goede maat voor de dra<strong>in</strong>agediepte. Wel wordt<br />

voorgesteld de dra<strong>in</strong>agediepte niet dieper te zetten dan de worteldiepte die gebruikt wordt<br />

voor de vegetatiebeschrijv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> WetSpass en die beschikbaar is uit de <strong>VGM</strong> studie naar de<br />

grondwatervoed<strong>in</strong>g van Vlaanderen (Meyus et al., 2004). Indien men de dra<strong>in</strong>agediepte niet<br />

beperkt tot de worteldiepte kan men kwelzones berekenen waarbij de voorkomende vegetatie<br />

toch niet <strong>in</strong> staat zou zijn om aan het grondwater te komen. Dit zouden dan ecologisch niet<br />

relevante ‘kwelgebieden’ zijn en daarmee <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot het gangbare idee dat kwelwater<br />

over het algemeen ter beschikk<strong>in</strong>g staat aan de vegetatie. Ten slotte wordt voorgesteld om <strong>in</strong><br />

het model de gevoeligheid van de dra<strong>in</strong>agediepte te onderzoeken met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

globale fout tussen de gemeten en berekende stijghoogtes en een vergelijk<strong>in</strong>g te maken tussen<br />

de berekende kweloppervlaktes <strong>in</strong> dit model en <strong>in</strong> vorige modellen (bijvoorbeeld<br />

Ecosysteemvisie studie voor de Abeek).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

34


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Figuur 2.11: Dra<strong>in</strong>agediepte van het grondwater voor het Maasmodel op basis van de Belgische bodemkaart en de Nederlandse<br />

grondwatertrappenkaart.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

35


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.5 Stijghoogtemet<strong>in</strong>gen<br />

2.5.1 Analyse van de tijdreeksen<br />

Het gegevensbestand heeft betrekk<strong>in</strong>g op 512 filters verdeeld over 397 peilputten. Een<br />

overzicht van de grondlagen (HCOV-code) en het aantal putfilters <strong>in</strong> elke laag wordt gegeven<br />

<strong>in</strong> Tabel 2.4.<br />

Tabel 2.4: Overzicht van het aantal filters per grondlaag (HCOV-code).<br />

HCOV Aantal filters<br />

0000 91<br />

0100 39<br />

0140 6<br />

0160 2<br />

0163 4<br />

0170 104<br />

0171 11<br />

0173 27<br />

0200 2<br />

0211 17<br />

0213 15<br />

0214 1<br />

0215 22<br />

0230 5<br />

0232 53<br />

0234 4<br />

0250 14<br />

0252 44<br />

0253 17<br />

0254 5<br />

0400 2<br />

0430 2<br />

0435 1<br />

1000 1<br />

1014 1<br />

1030 2<br />

1031 1<br />

1100 7<br />

1110 6<br />

1111 2<br />

1112 4<br />

Het gegevensbestand bevat 63.120 met<strong>in</strong>gen van de diepte gemeten vanaf een<br />

referentieniveau van de peilput tot aan de stijghoogte van het grondwater opgemeten <strong>in</strong> de<br />

verschillende filters. Nader onderzoek toont aan dat voor 16.944 van deze met<strong>in</strong>gen de<br />

omzett<strong>in</strong>g van de diepte tot het grondwater naar absolute stijghoogte <strong>in</strong> mTAW ontbreekt.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

36


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Deze gegevens werden uit het bestand verwijderd. Verder zijn er 3981 meetgegevens met een<br />

foutvermeld<strong>in</strong>g; deze werden eveneens verwijderd uit het bestand. Hierna blijven er 42.195<br />

meetgegevens over, ofwel 67% van het orig<strong>in</strong>eel bestand; deze hebben betrekk<strong>in</strong>g op 460<br />

filters, dit is 90% van het orig<strong>in</strong>eel aantal. Verder onderzoek toont aan dat er nog enkele<br />

fouten voorkomen. Het betreft voornamelijk een omwissel<strong>in</strong>g van de diepte tot de<br />

grondwaterstand opgemeten <strong>in</strong> de peilput met de omzett<strong>in</strong>g naar absolute hoogte van de<br />

stijghoogte. Dergelijke fouten werden verbeterd <strong>in</strong>geval van peilput 7-0042. Dergelijke fouten<br />

komen ook overvloedig voor <strong>in</strong> de data met betrekk<strong>in</strong>g tot peilputten 7-0427, 7-0038, 7-0428;<br />

gezien het groot aantal foutieve gegevens werden deze uit het databestand verwijderd. Hierna<br />

blijven er nog 41.914 meetgegevens over.<br />

Het onderzoek van de variatie <strong>in</strong> de tijd van met<strong>in</strong>gen wordt beperkt tot de meetreeksen die<br />

ten m<strong>in</strong>ste 10 jaar omvatten met voor elk jaar ten m<strong>in</strong>ste 8 waarnem<strong>in</strong>gen. Dit reduceert het<br />

gegevensbestand drastisch tot 122 filters. De meetreeksen van deze filters werden onderzocht<br />

naar drie kenmerken: abrupte variaties (plotsel<strong>in</strong>ge externe beïnvloed<strong>in</strong>g), trends (extern<br />

lange termijn effect) en seizoenale schommel<strong>in</strong>gen (natuurlijk effect). Hierbij werden de<br />

volgende criteria gebruikt om dergelijke fenomenen te detecteren:<br />

• Meer dan 4 m verschil <strong>in</strong> stijghoogte over een termijn van 1 jaar voor een abrupte<br />

variatie door externe beïnvloed<strong>in</strong>g.<br />

• Gemiddeld meer dan 0,05 m verschil per jaar <strong>in</strong> absolute waarde van de stijghoogte voor<br />

een trend, wat wijst op een persistente dal<strong>in</strong>g of stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> waargenomen stijghoogte.<br />

• Meer dan 1 m gemiddeld verschil <strong>in</strong> stijghoogte over een periode van één jaar voor een<br />

seizoenale <strong>in</strong>vloed.<br />

De abrupte verander<strong>in</strong>gen te wijten aan externe factoren werden geclassificeerd per grootte,<br />

met vermeld<strong>in</strong>g van het nummer van de peilput en filter, en het jaar van voorkomen en<br />

grootte van de sprong. Het betreft 124 abrupte verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de stijghoogte, verdeeld over<br />

slechts 18 putfilters. Tabel 2.5 geeft de 50 grootste sprongen die vastgesteld werden. De<br />

volledige tabel is bijgeleverd bij de studie <strong>in</strong> de vorm van een Access bestand. Het is duidelijk<br />

dat bij de meeste putfilters er meer dan één abrupte verander<strong>in</strong>g optreedt wat waarschijnlijk<br />

wijst op het af en aan zetten van pompputten <strong>in</strong> de onmiddellijke nabijheid van de peilputten.<br />

Het is evenwel niet uit te sluiten dat dergelijke fenomenen ook te maken hebben met foutief<br />

<strong>in</strong>gegeven meetwaarden <strong>in</strong> het databestand.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

37


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tabel 2.5: Overzicht van de honderd grootste abrupte verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de opgemeten<br />

stijghoogtes, met vermeld<strong>in</strong>g van het nummer van de peilput en de filter, en het jaar van<br />

voorkomen en grootte van de sprong.<br />

Putcode Filter Jaar Verschil (m)<br />

7-0494 1 2002 24,20<br />

7-0494 1 2001 24,00<br />

7-0493 1 2000 23,50<br />

7-0492 1 2000 22,40<br />

7-0494 1 2000 21,79<br />

7-0493 1 2001 19,10<br />

7-0386 1 2001 18,18<br />

7-0493 1 2002 17,80<br />

7-0495 1 2002 17,10<br />

7-0496 1 2002 16,20<br />

7-0496 1 2001 15,70<br />

7-0495 1 2001 15,60<br />

7-0386 1 2002 15,15<br />

7-0486 1 2002 14,68<br />

7-0495 1 2000 14,20<br />

7-0496 1 2000 13,96<br />

7-0395 1 2002 11,16<br />

7-0383 1 2001 11,04<br />

7-0385 1 2001 10,60<br />

7-0371 1 2002 10,40<br />

7-0370 1 1989 10,29<br />

7-0383 1 2002 10,27<br />

7-0371 1 2000 10,13<br />

7-0384 1 2002 10,07<br />

7-0394 1 2002 9,92<br />

7-0372 1 2002 9,87<br />

7-0371 1 2001 9,66<br />

7-0370 1 1988 9,63<br />

7-0370 1 1994 9,59<br />

7-0370 1 1991 9,36<br />

7-0372 1 2001 9,25<br />

7-0372 1 2000 9,10<br />

7-0370 1 1990 9,05<br />

7-0374 1 2002 9,04<br />

7-0494 1 1991 8,91<br />

7-0376 1 2002 8,86<br />

7-0374 1 2001 8,71<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

38


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Putcode Filter Jaar Verschil (m)<br />

7-0230 1 1993 8,61<br />

7-0370 1 2000 8,59<br />

7-0370 1 2002 8,51<br />

7-0370 1 1992 8,48<br />

7-0376 1 2001 8,46<br />

7-0376 1 2000 8,25<br />

7-0374 1 2000 8,22<br />

7-0370 1 1993 8,15<br />

7-0375 1 2002 8,10<br />

7-0373 1 2001 7,98<br />

7-0375 1 2001 7,95<br />

7-0373 1 2002 7,91<br />

7-0389 1 2002 7,81<br />

7-0385 1 2002 7,81<br />

Bij de bepal<strong>in</strong>g van de trend worden alle putfilters met een abrupte verander<strong>in</strong>g van de<br />

stijghoogte geweerd, omdat we geïnteresseerd zijn <strong>in</strong> monotone variaties van de stijghoogte <strong>in</strong><br />

de tijd. Van de overblijvende putfilters werden de trend als volgt bepaald; eerst werden voor<br />

alle jaren met meer dan 8 met<strong>in</strong>gen het gemiddelde per jaar bepaald. Daarna werd de trend<br />

berekend als de hell<strong>in</strong>g van beste regressielijn doorheen deze punten, met uiteraard als<br />

voorwaarde dat er meer dan 10 jaren ter beschikk<strong>in</strong>g zijn. Door deze werkwijze vermijden we<br />

dat de trend beïnvloed wordt door de meetfrequentie. Ook werd de correlatie coëfficiënt<br />

berekend, waardoor het mogelijk is de statistische significantie van de geschatte trendwaarde<br />

na te gaan. Tabel 2.6 geeft een overzicht van de bekomen resultaten geklasseerd volgend<br />

trendwaarde, met als voorwaarde dat de absolute waarde groter is dan 0,05 m/j. Het betreft 41<br />

putfilters met een dalende trend en 11 peilfilters met een stijgende trend. Merk op dat de<br />

meeste van deze trends ook statistisch gezien significant zijn. Om de relatie leggen naar de<br />

grondlagen wordt ook de HCOV code gegeven; evenwel is er geen duidelijke relatie met de<br />

grondlaag vast te stellen, tenzij dat vooral bij de diepe lagen onder de Boomse klei (HCOV<br />

codes 1000 en 1100) er dalende trends vastgesteld worden. Als resultaat van deze analyse<br />

blijkt ook dat er <strong>in</strong> 64 peilfilters geen dalende of stijgende trend aanwezig is.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

39


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tabel 2.6: Overzicht van de putfilters met een stijgende of dalende trend <strong>in</strong> absolute<br />

waarde groter dan 0,05 m per jaar; <strong>in</strong> de tabel wordt ook de correlatie coëfficiënt r<br />

gegeven <strong>in</strong> de laatste kolom.<br />

Putcode Filter HCOV Trend (m/j) r<br />

7-0492 1 1112 -1,074 -0,94<br />

7-0034 1 1100 -0,384 -0,96<br />

7-0494 1 1112 -0,337 -0,34<br />

7-0035 1 1031 -0,324 -0,97<br />

7-0125 1 0253 -0,315 -0,96<br />

7-0214 1 1100 -0,266 -0,41<br />

7-0186 3 0215 -0,252 -0,88<br />

7-0186 4 0215 -0,252 -0,88<br />

7-0186 5 0252 -0,252 -0,88<br />

7-0268 1 1100 -0,230 -0,76<br />

7-0186 2 0213 -0,227 -0,87<br />

7-0141 1 0100 -0,201 -0,82<br />

7-0252 1 0232 -0,164 -0,76<br />

7-0370 1 0252 -0,143 -0,40<br />

7-0134 1 0160 -0,122 -0,53<br />

7-0202 2 0234 -0,120 -0,78<br />

7-0202 3 0252 -0,110 -0,80<br />

7-0323 3 0435 -0,100 -1,00<br />

7-0326 3 0254 -0,097 -1,00<br />

7-0493 1 1112 -0,088 -0,13<br />

7-0210 1 0100 -0,088 -0,49<br />

7-0201 1 0170 -0,087 -0,59<br />

7-0201 2 0234 -0,086 -0,59<br />

7-0201 3 0234 -0,084 -0,59<br />

7-0091 1 0170 -0,082 -0,70<br />

7-0221 1 0232 -0,078 -0,47<br />

7-0140 1 0170 -0,074 -0,34<br />

7-0168 1 0232 -0,069 -0,70<br />

7-0251 1 0232 -0,068 -0,72<br />

7-0132 1 0160 -0,067 -0,56<br />

7-0259 1 0232 -0,066 -0,77<br />

7-0231 1 0170 -0,063 -0,67<br />

7-0236 1 1110 -0,062 -0,26<br />

7-0326 1 0252 -0,061 -0,75<br />

7-0110 1 0170 -0,059 -0,49<br />

7-0181 1 0171 -0,059 -0,71<br />

7-0136 1 0170 -0,056 -0,58<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

40


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

7-0325 2 0232 -0,053 -0,72<br />

7-0201 4 0252 -0,053 -0,55<br />

7-0036 1 1014 -0,052 -0,80<br />

7-0111 1 0170 -0,051 -0,77<br />

1-0501 5 0254 0,056 0,67<br />

7-0436 1 0170 0,059 0,93<br />

7-0486 1 1110 0,061 0,17<br />

7-0481 1 0253 0,071 0,34<br />

7-0437 1 0170 0,076 0,96<br />

7-0324 2 0252 0,086 0,76<br />

7-0439 1 0170 0,162 0,93<br />

7-0482 1 0253 0,179 0,64<br />

7-0372 1 0252 0,190 0,42<br />

7-0495 1 1112 0,196 0,37<br />

7-0496 1 1111 0,345 0,56<br />

Voor de bepal<strong>in</strong>g van de seizoenale schommel<strong>in</strong>gen gaan we als volgt te werk. Voor alle<br />

putfilters en alle jaren met meer dan 8 met<strong>in</strong>gen waar er geen abrupte verander<strong>in</strong>g werd<br />

vastgesteld wordt het verschil tussen de m<strong>in</strong>imale en maximale opgemeten stijghoogte<br />

bepaald; daarna berekenen we het gemiddeld verschil over een periode van ten m<strong>in</strong>ste 10 jaar.<br />

De bekomen waarden zijn begrepen tussen 0,22 m en 2,97 m. Het blijkt dat voor 36 putfilters<br />

de gemiddelde seizoenale schommel<strong>in</strong>g meer dan 1 m bedraagt.<br />

Een globaal overzicht van alle putfilters <strong>in</strong>gedeeld volgens de verschillende kenmerken,<br />

abrupte verander<strong>in</strong>g, trend en seizoenale schommel<strong>in</strong>g wordt gegeven <strong>in</strong> Tabel 2.7. Bij deze<br />

<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g gaan we als volgt te werk. Eerst wordt nagegaan of er abrupte verander<strong>in</strong>gen zijn<br />

voorgekomen, pas daarna wordt gekeken naar de trend; tenslotte wordt nagegaan of er een<br />

significante seizoenale schommel<strong>in</strong>g aanwezig is.<br />

Tabel 2.7: Overzicht van het aantal putfilters en percentage van het totaal aantal,<br />

<strong>in</strong>gedeeld volgens de verschillende kenmerken van de tijdreeksen.<br />

Seizoenale schommel<strong>in</strong>g<br />

ja neen<br />

Totaal<br />

Abrupte variatie 13 (11%) 5 (4%) 18 (15%)<br />

Dalende trend 11 (10%) 25 (20%) 36 (30%)<br />

Geen trend 12 (10%) 52 (42%) 64 (52%)<br />

Stijgende trend 1 (1%) 3 (2%) 4 (3%)<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

41


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Om een volledig overzicht te bekomen van alle tijdsvariaties verdelen we de putfilter <strong>in</strong> 8<br />

klassen, met respectievelijk volgende kenmerken:<br />

• klasse 1: putfilters met een stijgende trend en seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 2: putfilters met een stijgende trend en we<strong>in</strong>ig seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 3: putfilters zonder trend met een seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 4: putfilters zonder trend en we<strong>in</strong>ig seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 5: putfilters met een dalende trend en seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 6: putfilters met een dalende trend en we<strong>in</strong>ig seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 7: putfilters met abrupte verander<strong>in</strong>gen en seizoenale <strong>in</strong>vloed;<br />

• klasse 8: putfilters met abrupte verander<strong>in</strong>gen en we<strong>in</strong>ig seizoenale <strong>in</strong>vloed.<br />

Typische voorbeelden van dergelijke putfilters worden gegeven <strong>in</strong> Fig. 2.12. Men bemerkt<br />

duidelijk <strong>in</strong> deze grafieken het verschil <strong>in</strong> seizoenale schommel<strong>in</strong>gen, de verschillende trends<br />

en abrupte variaties. Merk ook op dat er meestal verschillende abrupte variaties voorkomen <strong>in</strong><br />

een meetreeks die beïnvloed wordt door externe omstandigheden (klasse 7 of 8).<br />

In Tabel 2.8 wordt een volledig overzicht gegeven van alle putten, filters en HCOV code van<br />

de overeenkomstige grondlaag, de waargenomen seizoenale schommel<strong>in</strong>g, maximale abrupte<br />

variatie en maximale abrupte variatie trend, en de overeenkomstige klasse. Een grafische<br />

voorstell<strong>in</strong>g van alle onderzochte tijdreeksen van stijghoogten <strong>in</strong> iedere putfilter is bijgevoegd<br />

bij de studie <strong>in</strong> de vorm van een access rapport.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

42


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

33<br />

32<br />

31<br />

30<br />

29<br />

28<br />

27<br />

1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

43<br />

42<br />

41<br />

40<br />

40<br />

35<br />

30<br />

FILTNR 1 HCOV: 1100<br />

25<br />

1960 1980 2000<br />

55<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

PUTCODE 7-0439 PUTCODE 7-0324<br />

FILTNR 1 HCOV: 0170<br />

40<br />

FILTNR 2 HCOV: 0252<br />

PUTCODE 7-0034<br />

PUTCODE 7-O493<br />

FILTNR 1 HCOV: 1112<br />

25<br />

1980 1990 2000<br />

30<br />

1960 1980 2000<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

39.5<br />

38.5<br />

37.5<br />

37<br />

1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

PUTCODE 7-0170 PUTCODE 7-0195<br />

FILTNR 1 HCOV: 0170<br />

FILTNR 1 HCOV: 0234<br />

45.5<br />

39<br />

1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

Stijghoogte (mTAW)<br />

39<br />

38<br />

45<br />

44.5<br />

44<br />

1985 1990 1995 2000<br />

42<br />

40<br />

38<br />

36<br />

34<br />

32<br />

72<br />

70<br />

68<br />

66<br />

64<br />

PUTCODE 7-0035<br />

FILTNR 1 HCOV: 1031<br />

PUTCODE 7-0480<br />

FILTNR 1 HCOV: 0253<br />

62<br />

1975 2000<br />

Figuur 2.12: Typische voorbeelden van stijghoogtetijdreeksen met corresponderende<br />

klasse.<br />

43


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tabel 2.8: Overzicht van de putten, filters, HCOV-code, waargenomen seizoenale<br />

schommel<strong>in</strong>g, maximale abrupte variatie en trend, en de overeenkomstige klasse.<br />

Putcode<br />

Filter<br />

HCOV<br />

Seizoenale<br />

variatie<br />

(m)<br />

Maximale<br />

abrupte<br />

variatie (m)<br />

Trend<br />

(m/j)<br />

1-0405 1 0100 0,54 0,95 0,01 4<br />

1-0405 2 0252 0,66 1,33 -0,01 4<br />

1-0405 3 0254 0,62 1,20 0,00 4<br />

1-0405 4 0250 0,48 1,28 -0,01 4<br />

1-0501 1 0100 0,86 1,65 0,00 4<br />

1-0501 2 0100 0,86 1,53 -0,01 4<br />

1-0501 3 0232 0,82 1,42 -0,01 4<br />

1-0501 4 0252 0,67 1,31 -0,01 4<br />

1-0501 5 0254 0,93 2,13 0,06 2<br />

7-0003 1 1030 0,77 1,19 -0,03 4<br />

7-0026 1 0252 0,46 0,80 0,02 4<br />

7-0034 1 1100 1,74 3,58 -0,38 5<br />

7-0035 1 1031 0,57 1,36 -0,32 6<br />

7-0036 1 1014 1,13 1,67 -0,05 5<br />

7-0056 1 0252 0,89 1,81 0,00 4<br />

7-0091 1 0170 0,82 1,30 -0,08 6<br />

7-0095 1 0232 0,56 1,17 -0,02 4<br />

7-0101 1 0170 0,91 2,03 -0,04 4<br />

7-0110 1 0170 1,12 2,81 -0,06 5<br />

7-0111 1 0170 1,17 1,85 -0,05 5<br />

7-0112 1 0170 1,14 1,54 -0,02 3<br />

7-0118 1 0170 1,73 2,80 -0,04 3<br />

7-0125 1 0253 0,44 0,86 -0,32 6<br />

7-0132 1 0160 0,53 0,77 -0,07 6<br />

7-0134 1 0160 0,87 1,30 -0,12 6<br />

7-0136 1 0170 1,93 3,45 -0,06 5<br />

7-0140 1 0170 0,87 1,38 -0,07 6<br />

7-0141 1 0100 0,68 1,37 -0,20 6<br />

7-0168 1 0232 0,92 3,52 -0,07 6<br />

7-0170 1 0170 1,39 2,79 -0,01 3<br />

7-0172 1 0100 0,52 1,10 0,01 4<br />

7-0172 2 0100 0,46 0,70 0,01 4<br />

7-0172 3 0100 0,44 0,67 0,02 4<br />

7-0172 4 0232 0,44 0,65 0,02 4<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

Klasse<br />

7-0172 5 0232 0,49 1,05 0,02 4<br />

44


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Putcode<br />

Filter<br />

HCOV<br />

Seizoenale<br />

variatie<br />

(m)<br />

Maximale<br />

abrupte<br />

variatie (m)<br />

Trend<br />

(m/j)<br />

7-0181 1 0171 0,93 3,11 -0,06 6<br />

7-0186 1 0232 2,64 4,55 -0,01 7<br />

7-0186 2 0213 0,66 1,02 -0,23 6<br />

7-0186 3 0215 0,60 0,96 -0,25 6<br />

7-0186 4 0215 0,60 0,97 -0,25 6<br />

7-0186 5 0252 0,59 0,97 -0,25 6<br />

7-0195 1 0232 0,83 1,07 -0,01 4<br />

7-0195 2 0252 0,57 0,75 -0,01 4<br />

7-0201 1 0170 0,59 0,89 -0,09 6<br />

7-0201 2 0234 0,59 0,91 -0,09 6<br />

7-0201 3 0234 0,59 0,90 -0,08 6<br />

7-0201 4 0252 0,61 1,33 -0,05 6<br />

7-0202 2 0234 0,77 1,33 -0,12 6<br />

7-0202 3 0252 0,74 1,36 -0,11 6<br />

7-0210 1 0100 1,15 2,33 -0,09 5<br />

7-0210 2 0250 1,08 1,77 -0,04 3<br />

7-0211 1 0200 0,61 0,94 -0,01 4<br />

7-0211 2 0250 0,62 0,93 -0,01 4<br />

7-0214 1 1100 1,41 1,94 -0,27 5<br />

7-0216 1 0171 0,68 1,83 -0,02 4<br />

7-0217 1 0232 1,01 3,63 -0,01 3<br />

7-0221 1 0232 1,54 2,64 -0,08 5<br />

7-0224 1 0170 1,10 1,65 -0,04 3<br />

7-0225 1 0171 0,49 1,12 -0,02 4<br />

7-0226 1 0100 1,56 3,60 -0,01 3<br />

7-0227 1 0171 0,97 7,37 -0,04 8<br />

7-0228 1 0171 0,83 1,49 -0,02 4<br />

7-0229 1 0170 1,05 2,17 0,00 3<br />

7-0230 1 0170 1,12 8,61 -0,04 7<br />

7-0231 1 0170 1,16 2,16 -0,06 5<br />

7-0232 1 0171 0,68 1,58 -0,01 4<br />

7-0235 1 0232 0,83 2,58 0,01 4<br />

7-0236 1 1110 1,73 5,30 -0,06 7<br />

7-0237 1 0171 0,81 2,20 -0,02 4<br />

7-0238 1 0232 0,93 2,54 0,00 4<br />

7-0239 1 0232 0,80 5,21 -0,01 8<br />

7-0240 1 0170 1,29 2,16 -0,01 3<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

Klasse<br />

7-0242 1 0171 0,85 2,40 -0,03 4<br />

45


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Putcode<br />

Filter<br />

HCOV<br />

Seizoenale<br />

variatie<br />

(m)<br />

Maximale<br />

abrupte<br />

variatie (m)<br />

Trend<br />

(m/j)<br />

7-0243 1 0171 0,71 1,00 -0,05 4<br />

7-0244 1 0100 0,87 1,69 -0,01 4<br />

7-0245 1 0232 0,68 2,37 0,00 4<br />

7-0246 1 0252 0,84 2,74 0,03 4<br />

7-0247 1 0170 1,22 2,17 -0,03 3<br />

7-0248 1 0170 1,12 1,68 -0,03 3<br />

7-0250 1 0171 0,88 1,24 -0,01 4<br />

7-0251 1 0232 0,94 2,83 -0,07 6<br />

7-0252 1 0232 1,27 2,87 -0,16 5<br />

7-0259 1 0232 0,83 1,64 -0,07 6<br />

7-0260 1 0232 0,73 1,42 -0,01 4<br />

7-0261 1 0171 0,82 1,26 -0,01 4<br />

7-0263 1 0163 0,80 1,63 -0,02 4<br />

7-0264 1 0163 0,45 0,85 -0,01 4<br />

7-0268 1 1100 1,14 2,82 -0,23 5<br />

7-0270 1 0163 0,61 1,30 0,01 4<br />

7-0271 1 0163 0,60 1,45 0,01 4<br />

7-0272 2 0213 0,73 1,51 -0,02 4<br />

7-0272 3 0252 0,76 1,36 0,00 4<br />

7-0272 4 0252 0,74 1,37 0,00 4<br />

7-0323 1 0232 0,51 0,92 -0,01 4<br />

7-0323 2 0232 0,47 0,91 -0,01 4<br />

7-0323 3 0435 0,22 0,45 -0,10 6<br />

7-0324 1 0234 0,40 0,70 0,01 4<br />

7-0324 2 0252 0,47 1,16 0,09 2<br />

7-0324 3 0254 0,36 1,03 0,02 4<br />

7-0325 1 0232 0,83 2,74 -0,02 4<br />

7-0325 2 0232 0,83 1,67 -0,05 6<br />

7-0326 1 0252 0,80 1,54 -0,06 6<br />

7-0326 2 0252 0,32 0,57 -0,03 4<br />

7-0326 3 0254 0,26 0,65 -0,10 6<br />

7-0370 1 0252 1,75 10,29 -0,14 7<br />

7-0372 1 0252 1,59 9,87 0,19 7<br />

7-0434 1 0170 0,76 1,44 0,04 4<br />

7-0435 1 0170 0,68 1,15 0,04 4<br />

7-0436 1 0170 0,80 5,76 0,06 8<br />

7-0437 1 0170 0,62 1,35 0,08 2<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

Klasse<br />

7-0438 1 0170 1,51 3,68 -0,04 3<br />

46


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Putcode<br />

Filter<br />

HCOV<br />

Seizoenale<br />

variatie<br />

(m)<br />

Maximale<br />

abrupte<br />

variatie (m)<br />

Trend<br />

(m/j)<br />

7-0439 1 0170 1,58 3,29 0,16 1<br />

7-0479 1 0253 0,96 7,22 0,05 8<br />

7-0480 1 0253 0,87 7,62 -0,01 8<br />

7-0481 1 0253 1,10 7,44 0,07 7<br />

7-0482 1 0253 1,07 7,08 0,18 7<br />

7-0486 1 1110 1,75 14,68 0,06 7<br />

7-0492 1 1112 2,36 22,40 -1,07 7<br />

7-0493 1 1112 2,65 23,50 -0,09 7<br />

7-0494 1 1112 2,60 24,20 -0,34 7<br />

7-0495 1 1112 2,97 17,10 0,20 7<br />

7-0496 1 1111 2,80 16,20 0,35 7<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

Klasse<br />

Om de ruimtelijke variatie na te gaan worden de onderzochte putfilters en de bekomen codes<br />

planmatig weergegeven op kaart. Hierbij werden de filters gegroepeerd volgens HCOVhoofdeenheid.<br />

Deze worden gegeven <strong>in</strong> Figuren 2.13 t.e.m. 2.17. Het blijkt evenwel dat er<br />

geen duidelijke ruimtelijke patronen merkbaar zijn; de filters vertonen een afwissel<strong>in</strong>g van<br />

dalende, stijgende en neutrale trends, met al dan niet een seizoenale beïnvloed<strong>in</strong>g, zij het<br />

evenwel dat de filters met abrupte verander<strong>in</strong>gen geconcentreerd zijn rondom de<br />

grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen.<br />

47


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

5<br />

5<br />

5 x<br />

5 5<br />

5<br />

6<br />

55<br />

PPHHHH<br />

6<br />

6<br />

PPHHHH<br />

5<br />

x<br />

5 5 55<br />

5 5<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

5<br />

555<br />

6<br />

PRHHHH<br />

6<br />

PRHHHH<br />

5<br />

5x<br />

566<br />

6<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

I<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

V<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

6 C2D2——<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

x<br />

6<br />

x<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

†2…2f<br />

C2<br />

a2D2——<br />

a2<br />

E2D2——<br />

E2<br />

e˜D2——<br />

e˜<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HIHH<br />

Figuur 2.13: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Quartair (HCOV-hoofdeenheid 0100) volgens de tijdreeksklasse.<br />

x<br />

48


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

5<br />

5<br />

x5 x 5 5<br />

56<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

6<br />

5<br />

6<br />

PPHHHH<br />

5<br />

5<br />

5<br />

PPHHHH<br />

66 6<br />

5<br />

6<br />

5<br />

xx xx<br />

6<br />

PRHHHH<br />

5<br />

PRHHHH<br />

6<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

I<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

V<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

x<br />

6<br />

x<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

†2…2f<br />

6 C2D2——<br />

C2<br />

a2D2——<br />

a2<br />

E2D2——<br />

E2<br />

e˜D2——<br />

e˜<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPHH<br />

Figuur 2.14: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 0200) volgens de tijdreeksklasse.<br />

x<br />

49


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

6<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

I<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

V<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

x<br />

6<br />

x<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

†2…2f<br />

6 C2D2——<br />

C2<br />

a2D2——<br />

a2<br />

E2D2——<br />

E2<br />

e˜D2——<br />

e˜<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HRHH<br />

Figuur 2.15: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 0400) volgens de tijdreeksklasse.<br />

x<br />

50


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

6<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

5<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

I<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

V<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

x<br />

6<br />

x<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

†2…2f<br />

6 C2D2——<br />

C2<br />

a2D2——<br />

a2<br />

E2D2——<br />

E2<br />

e˜D2——<br />

e˜<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•IHHH<br />

Figuur 2.16: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 1000) volgens de tijdreeksklasse.<br />

x<br />

51


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

6<br />

6<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

x<br />

6<br />

x xx<br />

x<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

PPHHHH<br />

PHHHHH<br />

IVHHHH<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

6<br />

5<br />

5<br />

6<br />

x<br />

6<br />

x<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

†2…2f<br />

6 C2D2——<br />

C2<br />

a2D2——<br />

a2<br />

E2D2——<br />

E2<br />

e˜D2——<br />

e˜<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•IIHH<br />

Figuur 2.17: Weergave van de putfilters <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV-hoofdeenheid 1100) volgens de tijdreeksklasse.<br />

I<br />

P<br />

Q<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

V<br />

x<br />

52


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.5.2 Analyse van de tijdreeksen van verschillende filters op eenzelfde locatie<br />

De verschillen tussen de waargenomen stijghoogte van het grondwater <strong>in</strong> peilputten met<br />

verschillende filters werd geanalyseerd volgens dezelfde pr<strong>in</strong>cipes als hiervoor; d.w.z. dat<br />

alleen maar tijdreeksen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g werden genomen van m<strong>in</strong>sten 10 jaar en m<strong>in</strong>stens 8<br />

met<strong>in</strong>gen per jaar.<br />

Hierbij werd als volgt te werk gegaan. Eerst werden de gemiddelde waarden van de<br />

stijghoogte per jaar berekend, daarna de verschillen tussen de verschillende filters en ten<br />

slotte het gemiddeld verschil over de ganse meetperiode. Om na te gaan of er variaties <strong>in</strong> de<br />

tijd optreden en het verschil wel significant is, werd ook de standaard afwijk<strong>in</strong>g van de<br />

jaarlijkse verschillen bepaald. Hiermee werd dan de excentriciteit berekend, dit is de absolute<br />

gemiddelde waarde gedeeld door de standaard afwijk<strong>in</strong>g. De excentriciteit geeft weer <strong>in</strong><br />

welke mate een bepaalde waarde afwijkt van nul (<strong>in</strong> dit geval geen verschil <strong>in</strong> stijghoogte<br />

tussen de filters). Het bekomen waarde van het gemiddeld verschil <strong>in</strong> stijghoogte kan als<br />

significant worden beschouwd met een betrouwbaarheid van 95% <strong>in</strong>dien de excentriciteit<br />

meer dan 1,96 bedraagt.<br />

De meeste putten van het databestand hebben slechts één filter; daarnaast zijn er evenwel<br />

putten met meerdere filters, <strong>in</strong> sommige gevallen tot maximaal 5 filters. In het totaal zijn er 31<br />

comb<strong>in</strong>aties van twee opeenvolgende filters <strong>in</strong> dezelfde put. De bekomen resultaten van de<br />

verschillen tussen de stijghoogtes opgemeten <strong>in</strong> deze filters worden weergegeven <strong>in</strong> Tabel 2.9,<br />

geklasseerd volgens grootte van het verschil.<br />

Tabel 2.9: Overzicht van twee opeenvolgende filters <strong>in</strong> dezelfde peilput, de<br />

overeenkomstige HCOV codes van de aquifers waar<strong>in</strong> de filters zich bev<strong>in</strong>den, het<br />

gemiddeld verschil <strong>in</strong> stijghoogte en berekende excentriciteit van deze waarde.<br />

Putcode Filter 1 Filter 2 HCOV 1 HCOV 2 Verschil (m) Excentriciteit<br />

7-0186 1 2 0232 0213 -1,49 1,45<br />

1-0501 4 5 0252 0254 -1,35 2,37<br />

7-0324 1 2 0234 0252 -0,38 0,73<br />

7-0324 2 3 0252 0254 -0,32 0,48<br />

7-0172 4 5 0232 0232 -0,24 5,36<br />

7-0172 2 3 0100 0100 -0,08 2,43<br />

1-0405 2 3 0252 0254 -0,04 1,70<br />

7-0172 3 4 0100 0232 -0,02 3,73<br />

7-0272 3 4 0252 0252 -0,01 0,27<br />

7-0211 1 2 0200 0250 0,00 0,02<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

53


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Putcode Filter 1 Filter 2 HCOV 1 HCOV 2 Verschil (m) Excentriciteit<br />

7-0172 1 2 0100 0100 0,00 0,16<br />

7-0186 3 4 0215 0215 0,01 5,74<br />

7-0272 2 3 0213 0252 0,01 0,21<br />

7-0201 1 2 0170 0234 0,03 3,12<br />

7-0186 4 5 0215 0252 0,04 12,02<br />

7-0186 2 3 0213 0215 0,05 0,42<br />

7-0201 2 3 0234 0234 0,09 5,92<br />

1-0405 1 2 0100 0252 0,18 1,47<br />

7-0195 1 2 0232 0252 0,18 4,17<br />

7-0323 1 2 0232 0232 0,32 5,79<br />

1-0405 3 4 0254 0250 0,60 6,09<br />

1-0501 3 4 0232 0252 0,61 10,74<br />

7-0202 2 3 0234 0252 0,76 11,10<br />

1-0501 1 2 0100 0100 0,86 7,22<br />

7-0326 1 2 0252 0252 1,02 3,92<br />

1-0501 2 3 0100 0232 1,26 16,57<br />

7-0201 3 4 0234 0252 1,28 6,20<br />

7-0325 1 2 0232 0232 1,47 6,09<br />

7-0210 1 2 0100 0250 3,56 16,90<br />

7-0326 2 3 0252 0254 13,91 28,60<br />

7-0323 2 3 0232 0435 16,60 27,38<br />

Uit deze resultaten lijkt dat het merendeel van deze verschillen <strong>in</strong> absolute waarde kle<strong>in</strong>er zijn<br />

dan 0,5 m. In slechts 2 gevallen wordt er een negatief verschil vastgesteld groter dan 0,5 m <strong>in</strong><br />

absolute waarde, wat wijst op een mogelijk belangrijke opwaartse strom<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong> 11 gevallen<br />

een positief verschil groter dan 0,5 m, wat wijst op een mogelijk belangrijke neerwaartse<br />

strom<strong>in</strong>g. Al deze verschillen zijn statistisch significant. In een geval betreft het filters die<br />

respectievelijk boven en onder de Boomse kleilaag (HCOV 0300) gepositioneerd zijn. Enkele<br />

andere gevallen duiden op verschillen tussen Quartaire en tertiaire grondlagen. Echter voor de<br />

meeste gevallen is de reden voor het peilverschil niet meteen duidelijk.<br />

Als typisch voorbeeld wordt <strong>in</strong> Figuur 2.18 de stijghoogte tijdreeksen gegeven opgemeten <strong>in</strong><br />

peilput 7-0201 welke 4 filters omvat, waarvan filters 1 gesitueerd is <strong>in</strong> het Quartair (HCOV<br />

0170), filters 2 en 3 <strong>in</strong> het Tertiair (HCOV 0234) en filter 4 eveneens <strong>in</strong> het Tertiair maar <strong>in</strong><br />

een diepere laag (HCOV 0252). Voor de eerste 3 filters is er we<strong>in</strong>ig verschil <strong>in</strong> gemiddelde<br />

stijghoogte met de diepe, maar de gemiddelde stijghoogte van de vierde filter is merkelijk<br />

lager dan de voorgaande.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

54


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Stijghoogte (mTaW)<br />

58.5<br />

58<br />

57.5<br />

57<br />

56.5<br />

56<br />

55.5<br />

PUTCODE 7-0201<br />

Filter 1<br />

Filter 2<br />

Filter 3<br />

Filter 4<br />

55<br />

1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000<br />

Figuur 2.18: Typische voorbeeld van stijghoogteverschillen tussen filters van eenzelfde<br />

peilput.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

55


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.5.3 Stijghoogtekaarten voor het jaar 2000<br />

Stijghoogtekaarten voor het jaar 2000 werden opgemaakt per voorkomende aquifer. Aan<br />

Vlaamse zijde van het studiegebied zijn er 330 peilputten, zie Bijlage A voor de locaties (x,y)<br />

van de peilputten. Het betreft peilputten van zeven meetnetten:<br />

• meetnet 0: peilputten waarvan oorsprong of beheerder onbekend<br />

• meetnet 1: peilputten van AMINAL – Afd. Water met meetreeksen van voldoende<br />

kwaliteit<br />

• meetnet 2: peilputten van AMINAL – Afd. Water met meetreeksen van onzekere<br />

kwaliteit<br />

• meetnet 3: peilputten van AMINAL – Afd. Water gebruikt voor tijdelijke projecten<br />

• meetnet 4: peilputten van andere Vlaamse en Belgische overheden of <strong>in</strong>stanties<br />

• meetnet 5: peilputten van dr<strong>in</strong>kwatermaatschappijen<br />

• meetnet 6: peilputten van privé-bedrijven<br />

• meetnet 7: grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsputten<br />

Van de 330 zijn er 125 peilputten die een meetreeks hebben voor het jaar 2000. Voor het<br />

opstellen van de stijghoogtekaarten werd de gemiddelde grondwaterstand voor het jaar 2000<br />

berekend voor de peilputten met m<strong>in</strong>stens acht met<strong>in</strong>gen. Deze gemiddelde waarden zullen<br />

gebruikt voor de calibratie van het grondwatermodel. Het gemiddelde van peilputten met<br />

m<strong>in</strong>der dan acht met<strong>in</strong>gen wordt niet als representatief beschouwd. Van de 125 peilputten zijn<br />

er 26 met m<strong>in</strong>der dan acht met<strong>in</strong>gen voor het jaar 2000, zie Bijlage B voor een lijst van de<br />

betreffende peilputten. Figuren 2.19 t.e.m. 2.26 geeft een overzicht van de peilputten per<br />

aquifer, met een label met de gemiddelde waarde en voor ieder meetnet een ander symbool.<br />

Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> het grondwatersysteem en het strom<strong>in</strong>gspatroon werden de<br />

grondwaterstanden voor de HCOV-hoofdeenheden 0100 en 0200 geïnterpoleerd met behulp<br />

van krig<strong>in</strong>g. De <strong>in</strong>terpolatie gebeurde met Golden Software Surfer 8. Voor de cont<strong>in</strong>uïteit<br />

werd de <strong>in</strong>terpolatie gedaan voor het Maassysteem en het Centraal Kempisch Systeem samen<br />

(Figuren 2.27 en 2.28). De globale grondwaterstrom<strong>in</strong>g is gericht vanaf het Kempisch plateau<br />

naar de lager gelegen vlakte van Bocholt en de alluviale vlakte. In het Maasbekken daalt de<br />

grondwaterstand van zo’n 65 mTAW aan de waterscheid<strong>in</strong>gskam op het Kempisch Plateau tot<br />

25 mTAW <strong>in</strong> het noordelijk deel van de alluviale vlakte.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

56


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

5<br />

QVFPV<br />

5<br />

QHFUV<br />

RPFPV<br />

RIFQU<br />

7 6RHFVT<br />

RRFWR<br />

5<br />

RPFUW<br />

QUFIR<br />

5<br />

5<br />

6 QUFIS<br />

RRFTT 5RRFSR<br />

RHFQR<br />

RRFSQ<br />

6<br />

QVFWT<br />

5<br />

UHFUT<br />

5<br />

TPFHS<br />

5<br />

RHFIQ<br />

6<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HIHH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

UPFUQ<br />

5<br />

URFUU<br />

5<br />

QRFWR<br />

5<br />

QSFQS<br />

5<br />

QRFHW<br />

5 5<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.19: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0100.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HIHHX22I<br />

7 rgy†•HIHHX22R<br />

6 rgy†•HIHHX22S<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HIHH<br />

x<br />

†2…2f<br />

57


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

USFPV<br />

TUFTQ<br />

UVFSUUPFII<br />

6 66 5<br />

IWHHHH UIFHS<br />

IWHHHH<br />

8 TWFIW<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HITHD2HITQ<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.20: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0160, 0163.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5<br />

8<br />

6<br />

rgy†•HITHX22I<br />

rgy†•HITHX22P<br />

rgy†•HITQX22S<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HITH<br />

x<br />

†2…2f<br />

58


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

55 5 5 55 5 55<br />

RIFSQ RIFTP<br />

RPFSPRIFRT<br />

6 6 RIFQW66<br />

6 6<br />

RIFTQ6 RHFPR<br />

PIHHHH RPFWS<br />

PIHHHH<br />

5<br />

SUFTS<br />

RHFTSRHFQU<br />

UTFRH<br />

5<br />

UQFSV<br />

5<br />

UIFRS<br />

PWFVI 5 5<br />

5 PUFRV<br />

QHFIS 5<br />

QPFSP 6 5<br />

66PWFVI5 6 6QHFPS<br />

5<br />

QIFWP<br />

QHFIS<br />

QWFHV66<br />

QWFPQ<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HIUHD2HIUID2HIUQ<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

QWFHT<br />

PRHHHH<br />

5<br />

6<br />

6 666<br />

6 6<br />

5<br />

6 6<br />

6 9999<br />

99 9<br />

96 6<br />

666<br />

6 6 666<br />

66 6<br />

6 66<br />

QSFPP<br />

QIFPQ<br />

QPFRHQIFUR<br />

QIFSQ<br />

QIFRI<br />

QIFQI QIFIP<br />

QHFQW QPFHV<br />

RHFSI QQFPT<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

8<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.21: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0170, 0171, 0173.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HIUHX22I<br />

8 rgy†•HIUHX22P<br />

6 rgy†•HIUHX22S<br />

9 rgy†•HIUHX22U<br />

5 rgy†•HIUIX22S<br />

6 rgy†•HIUQX22S<br />

9 rgy†•HIUQX22U<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HIUH<br />

x<br />

†2…2f<br />

59


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

QWFIH<br />

5<br />

666 5<br />

QSFIU<br />

PWFWV6 PWFWI<br />

6 PRFUW 5<br />

PWFWV<br />

QWFIV<br />

QUFRT<br />

PHHHHH QIFVQ<br />

PHHHHH<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HPII<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

QUFWV<br />

5<br />

5<br />

QSFHI<br />

QVFWW<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRFTU 5<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

QHFVS<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.22: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0211.<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPIIX22I<br />

6 rgy†•HPIIX22S<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPIH<br />

x<br />

†2…2f<br />

60


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HPIQ<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

5<br />

PSFHH<br />

5<br />

QVFUW<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

QVFHH<br />

5<br />

QQFIH<br />

5<br />

PRHHHH<br />

PWFIH<br />

QHFRQ 5<br />

66 5<br />

PVFVR 6PVFTW<br />

6<br />

QHFPS<br />

5<br />

PVFWV<br />

QHFSU<br />

QIFQS<br />

PWFUV<br />

PWFUS PWFTV<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.23: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0213.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPIQX22I<br />

6 rgy†•HPIQX22S<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPIH<br />

x<br />

†2…2f<br />

61


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

PUFWQ<br />

5<br />

5<br />

QUFVS<br />

5<br />

5 6<br />

6<br />

88 5<br />

5<br />

8<br />

PVFVR<br />

QHFHU<br />

PVFWV<br />

QHFIQ<br />

PWFHV 668<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HPIS<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.24: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0215.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPISX22I<br />

6 rgy†•HPISX22S<br />

8 rgy†•HPISX22U<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPIH<br />

x<br />

†2…2f<br />

62


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HPQPD2HPQR<br />

IWHHHH PHHHHH PIHHHH PPHHHH PQHHHH PRHHHH PSHHHH PTHHHH PUHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH 2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

5<br />

QHFRS<br />

QUFUI<br />

RHFHT7<br />

7 QWFQH<br />

7 6 666 6 66RPFHW<br />

7 6 RPFTP6<br />

5 5<br />

5<br />

6<br />

RPFUV<br />

QUFQH<br />

QUFWT RQFIT QUFSU<br />

RRFUR RQFUIRPFUI5<br />

QVFWH69 RQFRU<br />

5<br />

6 696<br />

QWFVR QWFHR<br />

RQFRT<br />

RRFRV RHFQT<br />

QVFVR<br />

QVFRV<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

RRFUP<br />

5<br />

5SUFSI<br />

SUFTP<br />

5TPFHS<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

QWFHS<br />

5<br />

PWFUI<br />

QIFHS<br />

5<br />

5<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

IWHHHH PHHHHH PIHHHH PPHHHH PQHHHH PRHHHH PSHHHH PTHHHH PUHHHH<br />

Figuur 2.25: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0232, 0234.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPQPX22I<br />

7 rgy†•HPQPX22R<br />

6 rgy†•HPQPX22S<br />

9 rgy†•HPQPX22U<br />

5 rgy†•HPQRX22I<br />

7 rgy†•HPQRX22R<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPQH<br />

x<br />

†2…2f<br />

63


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

q22——2PHHHX2rgy†•HPSHD2HPSPD2HPSQD2HPSR<br />

IWHHHH PHHHHH PIHHHH PPHHHH PQHHHH PRHHHH PSHHHH PTHHHH PUHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH 2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

5<br />

7 7<br />

7 99999999<br />

6<br />

76<br />

6 5 6 6<br />

5<br />

9699 9<br />

9<br />

QVFIH<br />

QUFSS5<br />

QVFIT<br />

PIFUQ<br />

RIFIT QTFSV<br />

QWFRH<br />

QVFQW QVFIW QUFRU RHFRQ<br />

QWFIW<br />

QWFTT<br />

QWFPQ<br />

RQFPR RIFUW QWFHH<br />

PQFRV<br />

PWFTI QVFSS<br />

QVFVQ<br />

QIFUW<br />

PVFPH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

5RRFSP<br />

5STFIR<br />

5TIFPU<br />

5TUFIP<br />

PVFHW<br />

5<br />

5<br />

QUFQR<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

5<br />

59<br />

9<br />

USFHI<br />

5<br />

5<br />

5 TVFRH<br />

QHFII<br />

URFUW 5STFTQ<br />

QIFIP<br />

SHFUI 5<br />

5 5<br />

TRFTP<br />

5<br />

5<br />

TSFRQ UIFHP<br />

UHFRW<br />

UHFIQ<br />

QSFQP<br />

UQFPP<br />

UIFIS<br />

5TVFIV<br />

5UWFHH<br />

5PWFHH<br />

5QQFWU<br />

PVFWW<br />

PVFWV 5<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

IWHHHH PHHHHH PIHHHH PPHHHH PQHHHH PRHHHH PSHHHH PTHHHH PUHHHH<br />

Figuur 2.26: Stijghoogtekaart voor het jaar 2000: HCOV_0250, 0252, 0253, 0254.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPSHX22I<br />

rgy†•HPSHX22P<br />

9 rgy†•HPSHX22U<br />

5 rgy†•HPSPX22I<br />

7 rgy†•HPSPX22R<br />

6 rgy†•HPSPX22S<br />

9 rgy†•HPSPX22U<br />

5 rgy†•HPSQX22I<br />

9 rgy†•HPSQX22U<br />

5 rgy†•HPSRX22I<br />

7 rgy†•HPSRX22R<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPSH<br />

x<br />

†2…2f<br />

64


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

180000 200000 220000 240000<br />

140000 160000 180000 200000 220000 240000 260000<br />

Figuur 2.27: Geïnterpoleerde stijghoogtekaart voor het Quartair HCOV-hoofdeenheid<br />

0100 (Maassysteem en Centraal Kempisch Systeem samen).<br />

180000 200000 220000 240000<br />

Centraal Kempisch Systeem<br />

Centraal Kempisch Systeem<br />

Maassyteem<br />

Maassyteem<br />

140000 160000 180000 200000 220000 240000 260000<br />

Figuur 2.28: Geïnterpoleerde stijghoogtekaart voor het Tertiair HCOV-hoofdeenheid<br />

0200 (Maassysteem en Centraal Kempisch Systeem samen).<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

65


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

2.6 Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen 2000<br />

Aan Vlaamse zijde van het studiegebied bev<strong>in</strong>den zich 1135 w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen, zie Bijlage C voor de<br />

locaties (x,y) van de grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen. Figuren 2.29 t.e.m. 2.33 tonen de locaties van de<br />

vergunde grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen per aquifer, met een geclassificeerde legende volgens grootte<br />

van de w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen en met de kleurcode van de betreffende HCOV-hoofdeenheid.<br />

Bij de grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen kan een onderscheid gemaakt worden tussen vergund debiet,<br />

‘effectief onttrokken’ debiet en ‘<strong>in</strong>geschat onttrokken’ debiet. Indien gekend wordt <strong>in</strong> de<br />

grondwatermodeller<strong>in</strong>g met het effectief onttrokken debiet gerekend, <strong>in</strong> het andere geval<br />

wordt met het <strong>in</strong>geschat debiet gerekend. Het totale vergunde debiet voor het jaar 2000<br />

bedraagt 61.239.746 m³. Tabel 2.10 geeft het vergund debiet per aquifer, gebaseerd op de<br />

<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen per HCOV. De meeste van de w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen bev<strong>in</strong>den zich<br />

<strong>in</strong> de 0100, met name 671 t.o.v. 457 <strong>in</strong> de 0200, echter de totale vergunde debieten zijn<br />

gelijkaardig en het is zelfs nog iets hoger <strong>in</strong> de 0200, met name 30.557.189 m³/j t.o.v.<br />

30.549.883 m³/j voor de 0100. Voor 716 w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen is een effectief onttrokken debiet<br />

beschikbaar (Tabel 2.11). Het totale effectief onttrokken debiet bedraagt 32.483.676 m³/j, d.i.<br />

53% van het vergunde debiet. Voor de overige 419 w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen is enkel een <strong>in</strong>geschat<br />

onttrokken debiet beschikbaar. Het totale <strong>in</strong>geschat debiet is 1.409.589 m³/j en komt overeen<br />

met 2,3% van het totale vergunde debiet (Tabel 2.11). Figuur 2.34 geeft een onderverdel<strong>in</strong>g<br />

van het vergunde debiet voor het totale <strong>in</strong>geschat debiet en het totale effectief debiet. Figuur<br />

2.35 en Tabel 2.12 geven een overzicht van de verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geschat/vergund debiet en<br />

effectief/vergund debiet per aquifer. Hetzelfde werd nog eens over gedaan uitgaande van een<br />

onderverdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vergund debiet groter dan of gelijk aan 30.000 m³/jaar en kle<strong>in</strong>er dan<br />

30.000 m³/jaar (Tabellen 2.13 & 2.14 en Figuren 2.36 t.e.m. 2.38). Wat de w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met<br />

vergunde debieten kle<strong>in</strong>er dan 30.000 m³ betreft, wordt 69% effectief onttrokken en 20,6%<br />

<strong>in</strong>geschat onttrokken, voor de w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met vergunde debieten gelijk aan of groter dan<br />

30.000 m³ is dit respectievelijk 54,7% en 0,7%.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

66


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

q—X2rgy†•HIHHD2HIUID2HIUQ<br />

5 5<br />

55<br />

5 5 5 5<br />

5 5<br />

5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

55<br />

5 55<br />

5 5<br />

5 5<br />

555<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5<br />

PPHHHH 55<br />

PPHHHH<br />

5 5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

55<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5<br />

5 5 5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

55<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5 5 5 5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

55<br />

5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5 5 55<br />

5 5<br />

5 55<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

55<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5<br />

5 5 5 5 5 5 5 55 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5<br />

PIHHHH 5 5 5<br />

5<br />

55<br />

55 5<br />

PIHHHH<br />

5 5 5<br />

5 5 55 5 7<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 7 5 5 5 5<br />

5 5<br />

5 55<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

55<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5<br />

5<br />

5 55 5<br />

5<br />

5<br />

55<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5 55<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5 5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5 55<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 55<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5 5 5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5 55<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

55<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 55<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5 55<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

55<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5 5 5<br />

5<br />

55<br />

5 5<br />

55<br />

5<br />

5 5<br />

5 5<br />

5<br />

8<br />

8<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 55<br />

5 5<br />

5 5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 55 5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5<br />

PHHHHH 5<br />

5 5 5<br />

55<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 5 55<br />

5<br />

5 5 5<br />

5 5 5<br />

55<br />

5<br />

5 5<br />

5 5 5<br />

5 5 5<br />

5 5 5<br />

5<br />

PHHHHH<br />

5<br />

6<br />

5 5 555<br />

5 55<br />

IWHHHH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

†2…2f<br />

7 rgy†•HIUQX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

7 rgy†•HIUQX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

8 rgy†•HIUIX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

8 rgy†•HIUIX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

6 rgy†•HIUHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

rgy†•HIHHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

5 rgy†•HIHHX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

5<br />

5 rgy†•HIHHX2†2 2b2QHHHH2G<br />

5 rgy†•HIHHX2†2 2`2QHH2G<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•IIHH<br />

x<br />

Figuur 2.29: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0100, 0171, 0173.<br />

67


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

PPHHHH 55 5<br />

PPHHHH<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5 55 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

55 5 555<br />

5<br />

5 55<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

55 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5 5<br />

5 55 5<br />

5 5<br />

5<br />

5 55 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

555<br />

5 5<br />

5<br />

5 5 5<br />

5<br />

5<br />

5<br />

5 5<br />

5<br />

5<br />

5 6 6<br />

6 6 6 5<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 6 6 66<br />

66 6 6 6 6 6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 5<br />

6<br />

5<br />

6 6<br />

6 5<br />

6 6 5<br />

5<br />

6 5<br />

66<br />

6 6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 6<br />

6 6 6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 6<br />

6 6 6<br />

6<br />

6 6<br />

6<br />

6<br />

6 6<br />

66<br />

6<br />

6 6<br />

6<br />

6 66 6<br />

6 6 6 6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 6<br />

6<br />

6<br />

6 6<br />

6<br />

6<br />

6 6 6 6<br />

666 6<br />

6<br />

6<br />

6 6 6<br />

6 6<br />

6<br />

6<br />

666<br />

6<br />

8 8<br />

8 8<br />

8<br />

6 8<br />

68<br />

8 8<br />

8 8<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6 8 8<br />

6 86<br />

6 8<br />

6 6<br />

8<br />

PIHHHH 66<br />

6 8<br />

8 6<br />

6 8<br />

PIHHHH<br />

8<br />

6 6 6 6 6<br />

6 68<br />

88<br />

8<br />

6<br />

7 66<br />

6<br />

8 6 66<br />

8<br />

6 8<br />

8 68<br />

8 8 86<br />

8<br />

6 6<br />

6<br />

PHHHHH 8<br />

8<br />

8<br />

666<br />

8<br />

8<br />

66<br />

8<br />

8 8<br />

8<br />

8<br />

PHHHHH<br />

8 8<br />

8<br />

8 8 8 8<br />

8 88<br />

8<br />

8 888<br />

8<br />

888<br />

8<br />

8 8 8<br />

8 8 8<br />

8 8<br />

8 8<br />

8 8<br />

IWHHHH 88<br />

IWHHHH<br />

IVHHHH 8<br />

IVHHHH<br />

IWHHHH<br />

q—X2rgy†•HPIHD2HPQHD2HPRHD2HPSH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

5<br />

PQHHHH<br />

8<br />

PRHHHH<br />

8<br />

8 8<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

88<br />

PRHHHH<br />

888<br />

8<br />

8<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

8<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

†2…2f<br />

8 rgy†•HPSHX2†2 2b2QHHHH2G<br />

8 rgy†•HPSHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

8 rgy†•HPSHX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

8 rgy†•HPSHX2†2 2`2QHH2G<br />

7 rgy†•HPRHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

7 rgy†•HPRHX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

6 rgy†•HPQHX2†2 2b2QHHHH2G<br />

6 rgy†•HPQHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

6 rgy†•HPQHX2QHH22`2†2 2`2QHHH2G<br />

6 rgy†•HPQHX2†2 2`2QHH2G<br />

5 rgy†•HPIHX2†2 2b2QHHHH2G<br />

5 rgy†•HPIHX2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

5 rgy†•HPIHX2QHH2`2†2 2`2QHHH2G<br />

5 rgy†•HPIHX2†2 2`2QHH2G<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPHH<br />

x<br />

Figuur 2.30: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0210, 0230, 0240, 0250.<br />

68


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

6<br />

6<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IWHHHH<br />

q—X2rgy†•HRHH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.31: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_0400.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

6 QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HRHH<br />

x<br />

†2…2f<br />

69


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

5<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IWHHHH<br />

q—X2rgy†•IHHH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.32: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_1000.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5<br />

†2…2f<br />

2QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•IHHH<br />

x<br />

70


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

IWHHHH 5<br />

IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

5<br />

IWHHHH<br />

q—X2rgy†•IIHH<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

5<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Figuur 2.33: Grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het studiegebied (Vlaamse zijde): HCOV_1100.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

†2…2f<br />

5 †2 2b2QHHHH2G<br />

5 QHHH2`2†2 2`2QHHHH2G<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•IIHH<br />

x<br />

71


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Q [m 3 ]<br />

60000000<br />

50000000<br />

40000000<br />

30000000<br />

20000000<br />

10000000<br />

Tabel 2.10: Vergund Q per aquifer (HCOV).<br />

HCOV Aantal grondwaterw<strong>in</strong><strong>in</strong>gen Vergund Q [m³]<br />

niet onderverdeelde 0100 665 30529983<br />

0170 1 3500<br />

0171 2 9800<br />

0173 3 6600<br />

0210 152 3615313<br />

0230 193 7010098<br />

0240 2 17800<br />

0250 110 19913978<br />

0400 2 36550<br />

1000 1 22356<br />

1100 4 73768<br />

Totaal: 1135 61239746<br />

Tabel 2.11: Verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q.<br />

Tot. aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met <strong>in</strong>geschat Q Tot. <strong>in</strong>geschat Q [m³] Ingeschat Q/vergund Q [%]<br />

419 1409589 2,3<br />

Tot. aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met effectief Q Tot. effectief Q [m³] Effectief Q/vergund Q [%]<br />

0<br />

716 32483676 53,0<br />

Ingeschat Q en effectief Q versus vergund Q<br />

Ingeschat Q [m³] Effectief Q [m³]<br />

totaal 1409589 32483676<br />

vergund Q 2137916 59101830<br />

Figuur 2.34: Ingeschat en effectief Q versus vergund debiet.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

72


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Q [m³]<br />

4000000<br />

3500000<br />

3000000<br />

2500000<br />

2000000<br />

1500000<br />

1000000<br />

500000<br />

0<br />

Ingeschat Q en effectief Q per aquifer<br />

niet onderverdeelde<br />

0100<br />

0170<br />

0171<br />

0173<br />

0210<br />

0230<br />

HCOV<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

0240<br />

0250<br />

Q [m ³]<br />

10000000<br />

0400<br />

Vervolg van HCOV 0100 en HCOV 0250<br />

20000000<br />

1000<br />

0<br />

niet<br />

onderverdeelde<br />

0100<br />

Ingeschat Q [m³]<br />

Effectief Q [m³]<br />

Figuur 2.35: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV).<br />

1100<br />

0250<br />

HCOV<br />

73


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tabel 2.12: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund debiet per aquifer (HCOV).<br />

HCOV Aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met <strong>in</strong>geschat Q Ingeschat Q [m³] Ingeschat Q/vergund Q [%] Aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met eff. Q Effectief Q [m³] Eff. Q/vergund Q [%] Totaal vergund Q [m³]<br />

niet onderverdeelde 0100 261 571429 1,9 404 18359210 60,1 30529983<br />

0170 0 1 338 9,7 3500<br />

0171 0 2 2306 23,5 9800<br />

0173 1 1398 21,2 2 7900 119,7 6600<br />

0210 46 171268 4,7 106 776224 21,5 3615313<br />

0230 66 281057 4,0 127 426992 6,1 7010098<br />

0240 1 745 4,2 0 17800<br />

0250 39 341892 1,7 71 12859903 64,6 19913978<br />

0400 1 14901 40,8 1 1033 2,8 36550<br />

1000 1 13038 58,3 0 22356<br />

1100 3 13861 18,8 1 49770 67,5 73768<br />

Tabel 2.13: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q voor vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j.<br />

Vergund Q [m³] Aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met <strong>in</strong>geschat Q Ingeschat Q [m³] Ingeschat Q/vergund Q [%] Aantal gw.w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen met eff. Q Effectief Q [m³] Eff. Q/vergund Q [%] Totaal vergund Q [m³]<br />

< 30000 409 995899 20,6 675 3332230 69,0 4827371<br />

>= 30000 10 413690 0,7 41 30871340 54,7 56412375<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

74


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Tabel 2.14: Ingeschat en effectief Q tesamen met <strong>in</strong>geschat/vergund en effectief/vergund Q voor vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j en per<br />

aquifer (HCOV).<br />

Vergund Q [m³] HCOV Aantal gw.w. met <strong>in</strong>geschat Q Ingeschat Q [m³] Ingeschat Q/vergund Q [%] Aantal gw.w. met eff. Q Effectief Q [m³] Eff. Q/vergund Q [%] Tot. vergund Q [m³]<br />

< 30000 niet onderverdeelde 0100 259 506168 22,1 392 1569523<br />

68,6<br />

2288433<br />

0170 0 1 3500<br />

100,0<br />

3500<br />

0171 0 2 9800<br />

100,0<br />

9800<br />

0173 1 1398 21,2 2 5100<br />

77,3<br />

6600<br />

0210 44 130818 14,5 100 695042<br />

77,1<br />

901963<br />

0230 61 166158 16,9 121 724248<br />

73,7<br />

982523<br />

0240 1 745 4,2 1 17000<br />

95,5<br />

17800<br />

0250 38 148812 27,9 55 297017<br />

55,6<br />

534078<br />

0400 1 14901 40,8 1 11000<br />

30,1<br />

36550<br />

1000 1 13038 58,3 0 22356<br />

1100 3 13861 58,3 0 23768<br />

Vergund Q [m³] HCOV Aantal gw.w. met eff. Q Ingeschat Q [m³] Ingeschat Q/vergund Q [%] Aantal gw.w. met eff. Q Effectief Q [m³] Eff. Q/vergund Q [%] Tot. vergund Q[m³]<br />

>= 30000 niet onderverdeelde 0100 2 65261 0,2 12 17538674 62,1 28241550<br />

0170 0 0<br />

0171 0 0<br />

0173 0 0<br />

0210 2 40450 1,5 6 486157 17,9 2713350<br />

0230 5 114899 1,9 6 196199 3,3 6027575<br />

0240 0 0<br />

0250 1 193080 1,0 16 12600540 65,0 19379900<br />

0400 0 0<br />

1000 0 0<br />

1100 0 1 49770 99,5 50000<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

75


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Q [m 3 ]<br />

60000000<br />

50000000<br />

40000000<br />

30000000<br />

20000000<br />

10000000<br />

0<br />

Ingeschat Q en effectief Q voor vergund Q < 30000 m³ en >= 30000 m 3<br />

Ingeschat Q [m³]<br />

Effectief Q [m³]<br />

Totaal vergund Q [m³]<br />

Vergund Q < 30000 m³ Vergund Q >= 30000 m³<br />

Figuur 2.36: Ingeschat en effectief Q voor een vergund Q < 30000 m³/j en ≥ 30000 m³/j.<br />

Q [m³]<br />

1600000<br />

1400000<br />

1200000<br />

1000000<br />

800000<br />

600000<br />

400000<br />

200000<br />

0<br />

Ingeschat Q en effectief Q per aquifer voor vergund Q < 30000 m³<br />

niet onderverdeelde<br />

0100<br />

0170<br />

0171<br />

0173<br />

0210<br />

0230<br />

HCOV<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

0240<br />

0250<br />

0400<br />

1000<br />

Ingeschat Q [m³]<br />

Effectief Q [m³]<br />

Figuur 2.37: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV) voor een vergund Q < 30000<br />

m³/j.<br />

1100<br />

76


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Q [m³]<br />

18000000<br />

16000000<br />

14000000<br />

12000000<br />

10000000<br />

8000000<br />

6000000<br />

4000000<br />

2000000<br />

0<br />

Ingeschat en effectief Q voor vergund Q >= 30000 m³<br />

niet onderverdeelde<br />

0100<br />

0170<br />

0171<br />

0173<br />

0210<br />

0230<br />

HCOV<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

0240<br />

0250<br />

0400<br />

1000<br />

Ingeschat Q [m³]<br />

Effectief Q [m³]<br />

Figuur 2.38: Ingeschat en effectief Q per aquifer (HCOV) voor een vergund Q ≥ 30000<br />

m³/j.<br />

2.7 Hydraulische parameters<br />

Bij de <strong>in</strong>ventarisatie van de hydraulische parameters (geleidbaarheid, porositeit, berg<strong>in</strong>g,<br />

weerstand) werd een onderscheid gemaakt tussen puntparameters en regioparameters.<br />

Puntparameters zijn parameters uit pompproeven en bevatten x- en y-coörd<strong>in</strong>aat,<br />

regioparameters zijn algemener en gelden voor een bepaalde geologische formatie of regio.<br />

Onder laatstgenoemde vallen parameters uit modelstudies of geologische beschrijv<strong>in</strong>gen.<br />

De puntparameter-database omvat <strong>in</strong> hoofdzaak de gegevens die eerder geïnventariseerd<br />

werden <strong>in</strong> het kader van de HCOV-karter<strong>in</strong>g en de resultaten uit de pompproeven van de<br />

VMW en de PIPDA <strong>in</strong> het studiegebied. Het betreft voornamelijk waarden voor de<br />

horizontale geleidbaarheid Kh [m/d] en/of transmissiviteit KD [m²/d], en een aantal waarden<br />

voor de berg<strong>in</strong>gscoëfficiënt S [-] en weerstand [d/m]. Gegevens omtrent anisotropie,<br />

hydraulische weerstand [d], porositeit [%], specifieke elastische berg<strong>in</strong>g [1/m] en vertikale<br />

geleidbaarheid [m/d] konden niet gevonden worden. Een volledig overzicht van de<br />

verzamelde gegevens van puntparameters met referenties kunnen teruggevonden worden <strong>in</strong><br />

Bijlage. Figuren 2.39 t.e.m. 2.41 geven een overzicht van de ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de<br />

beschikbare gegevens van de Kh- of KD-waarden per voorkomende aquifer. Figuur 2.39 geeft<br />

1100<br />

77


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

de beschikbare puntwaarden voor de hoofdeenheid HCOV_0100 (Quartair aquifersysteem) en<br />

de basiseenheden HCOV_0171 (Afzett<strong>in</strong>gen Hoofdterras) en HCOV_0173 (Afzett<strong>in</strong>gen<br />

Maasvlakte) weer. Figuur 2.40 geeft een overzicht van de puntwaarden voor de subeenheid<br />

HCOV_0210 (Kiezeloölietformatie) en de basiseenheden HCOV_0213 (Zand van Pey) en<br />

HCOV_0214 (Brunssum II klei). Figuur 2.41 geeft een overzicht van de beschikbare<br />

puntparameters voor de subeenheden HCOV_0215 (Zand van Waubach), HCOV_0232 (Zand<br />

van Mol), HCOV_0240 (Pliocene kleiige laag), HCOV-0252 (Zand van Diest) en<br />

HCOV_0253 (Zand van Bolderberg). De (arbitraire) <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de sub- en basiseenheden<br />

van de 0200 over twee figuren was noodzakelijk om het geheel te kunnen visualiseren, gezien<br />

onder meer de puntparameters voor 0213 en 0215 dezelfde locaties betreffen (resultaten uit<br />

eenzelfde pompproef). De respectievelijke sub- en basiseenheden worden voorgesteld met de<br />

kleurcode van de betreffende HCOV-hoofdeenheid, maar met een verschillende symbool.<br />

In Tabel 2.15 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste regioparameters (K- of KDwaarden)<br />

voor de verschillende geologische formaties zoals teruggevonden <strong>in</strong> de literatuur,<br />

tesamen met de referenties.<br />

Tabel 2.15: K-waarden overeenkomstig Viaene et al. (1997) {a}, Van Autenboer et al.<br />

(1993) {b}, Van Autenboer et al. (1996) {c}, Van Autenboer et al. (1997) {d}, De Smedt &<br />

Loy {e} (1991), Van Rooijen {f} (1991), Buffel et al. {g} (2001), Ingenieursbureau<br />

Oranjewoud {h} (1996), Royal Haskon<strong>in</strong>g {i} (MER Grensmaas, 2003). Tabel A:<br />

Belgische zijde, Tabel B: Nederlandse zijde.<br />

A.<br />

Lithostratigrafie HCOV-code Kh [m/d] KD [m²/d]<br />

Maasgr<strong>in</strong>den 0100-0170 83-150 {b}<br />

100-200{c}<br />

173-1296 {e}<br />

50-1250 {f}<br />

10³-10 4 {c}<br />

Zand van Pey 0213 200-500{i}<br />

Zand van Waubach 0215 40-80{f} 300-600{i}<br />

Formatie van Mol 0232 8-24 {b}<br />

8,6-35 {e}<br />

Formatie van Kasterlee 0234-0242 7 {b}<br />

Formatie van Diest 0252 5-15 {b}<br />

6-14 {c}<br />

8,6-17,3{e}<br />

200-1000 {c}<br />

300 {i}<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

78


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Formatie van Bolderberg 0253 2-15 {b}<br />

10-15{c}<br />

10-20 {g}<br />

Formatie van Voort 0254 3 {b}<br />

0,0001-0,00001 {c}<br />

B.<br />

Lithostratigrafie HCOV-code KD [m²/d]<br />

Nuenengroep 0100-0150 100{a}<br />

Formatie van Veghel en Sterksel 0171-0172 3000 {h}<br />

2700{a}<br />

10³-15.10³{i}<br />

100-500 {c}<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

79


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

5haQII<br />

IWHHHH 5<br />

IIRU<br />

66 6ISSR<br />

IWHHHH<br />

IRVTFI<br />

TVTFW<br />

WVS IQHQFT<br />

IWHHHH<br />

r—2——X2rgy†•HIHHD2HIUID2HIUQ<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

PIHHHH PIHHHH<br />

PHHHHH PHHHHH<br />

PQHHHH<br />

haSQSPFR<br />

PRHHHH<br />

SVFQ<br />

7TRFT<br />

PRHHHH<br />

PSTHRIIR WSHFR RSPFU<br />

PQQPFV<br />

TQIFT<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HIHHX2h2‘G“<br />

7 rgy†•HIUIX22‘G“<br />

6 rgy†•HIUQX22‘G“<br />

Figuur 2.39: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K- en KD-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel: HCOV_0100, 0171, 0173.<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HIHH<br />

x<br />

†2…2f<br />

80


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

PIHHHH<br />

6<br />

PIHHHH<br />

PQFQ<br />

5<br />

7<br />

PT<br />

PS<br />

7<br />

HFHHQR HFHHIS<br />

HFHHPT6<br />

HFHIHP<br />

7<br />

7<br />

QUFV<br />

PHHHHH UFU<br />

PHHHHH<br />

IWHHHH<br />

r—2——X2rgy†•HPIHD2HPIQD2HPIR<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

IWHHHH IWHHHH<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

7TFV<br />

PRHHHH<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

5 rgy†•HPIHX22‘G“<br />

7 rgy†•HPIQX22‘G“<br />

6 rgy†•HPIRX22‘G“<br />

Figuur 2.40: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel: HCOV_0210, 0213, 0214.<br />

x<br />

†2…2f<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPIH<br />

81


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

IWHHHH<br />

WFR<br />

S 7…7…7… 7… 7…7…7…7… 7…<br />

7… 7… WFU UFU<br />

haIIQP5ƒ<br />

IRFI<br />

haSQHFR haWUP95ƒ9<br />

5ƒ5ƒ 9WFT<br />

IHFI<br />

haIQVT<br />

PIHHHH 8<br />

PIHHHH<br />

7… 8<br />

88<br />

8<br />

88<br />

8RU<br />

PHFU QVFQ<br />

RVRSFS<br />

RVFR8<br />

RUFS<br />

RPFQ 88 RI<br />

QQFW<br />

RTFI<br />

PHHHHH QR<br />

PHHHHH<br />

8<br />

IWHHHH IHFR 6„6„<br />

TRUFU IQSUFS<br />

6„6„6„6„6„<br />

IWHHHH<br />

6„ 6„6„6„6„6„ PHFR IPVWFV<br />

IHIFS THRU WTIFU<br />

IWHHHH<br />

r—2——X2rgy†•HPISD2HPQPD2HPRHD2HPSPD2HPSQ<br />

PHHHHH<br />

PHHHHH<br />

PIHHHH<br />

PIHHHH<br />

PPHHHH<br />

PPHHHH<br />

PQHHHH<br />

PQHHHH PQHHHH<br />

PPHHHH PPHHHH<br />

IIFV<br />

IHRFS<br />

QWFW<br />

IVHHHH IVHHHH<br />

IUHHHH IUHHHH<br />

PQHHHH<br />

PRHHHH<br />

PRHHHH<br />

PVFQ<br />

PSHHHH<br />

PSHHHH<br />

PTHHHH<br />

PTHHHH<br />

PUHHHH<br />

PUHHHH<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

2222222y2—2—22F˜FF2<br />

2†——2q—2w22qwƒGwyhpvy‡22<br />

wF2—22†——2q—2<br />

2222222222222222e—2eF2‡—<br />

8 rgy†•HPISX22‘G“<br />

6„ 7…<br />

9<br />

5ƒ<br />

rgy†•HPQPX22‘G“<br />

rgy†•HPRHX22‘G“<br />

rgy†•HPSPX22‘G“<br />

rgy†•HPSQX22‘G“<br />

w˜2w——<br />

w——<br />

†2rgy†•HPHH<br />

Figuur 2.41: Ruimtelijke verdel<strong>in</strong>g van de K-waarden <strong>in</strong> het Maasmodel: HCOV_0215, 0232, 0240, 0252, 0253.<br />

x<br />

†2…2f<br />

82


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

3 Opbouw van het grondwatermodel<br />

3.1 Conceptueel model<br />

Het modelgebied is verticaal beperkt tot de Quartaire en Tertiaire grondlagen en onderaan<br />

begrensd door de Boomse kleilaag. Horizontaal omvat het studiegebied een oppervlakte van<br />

maximaal 3000 km 2 afhankelijk van de grootte van de rechthoek waarmee we het<br />

studiegebied omvatten en het gedeelte dat <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g genomen wordt over de grens <strong>in</strong><br />

Nederland. Hierbij moet <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g worden genomen dat <strong>in</strong> het Vlaamse gedeelte van het<br />

studiegebied de randvoorwaarden duidelijk voor de hand liggen, namelijk rivieren met gekend<br />

waterniveau of grondwaterscheid<strong>in</strong>gslijnen, zoals de waterscheid<strong>in</strong>gslijn tussen het Scheldeen<br />

Maasbekken. Voor het gedeelte <strong>in</strong> Nederland zijn er evenwel geen duidelijke<br />

randvoorwaarden te v<strong>in</strong>den. Er wordt daarom voorgesteld het Nederlandse deel zoveel<br />

mogelijk te beperken, ook om het model zoveel mogelijk onafhankelijk te maken van<br />

Nederlandse gegevens en verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de toekomst. Evenwel moeten de belangrijke<br />

Nederlandse grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen nabij de grens wel <strong>in</strong> het model opgenomen worden om de<br />

<strong>in</strong>vloed op het grondwater <strong>in</strong> Vlaanderen te kunnen <strong>in</strong>schatten.<br />

Gezien de numerieke stabiliteit van het model en de huidige capaciteit van de hardware lijkt<br />

het aangewezen om de totale grootte van het model te beperken tot m<strong>in</strong>der dan enkele<br />

honderdduizend rekencellen. Er wordt daarom voorgesteld om horizontaal de celgrootte te<br />

beperken tot 250 m bij 250 m en verticaal het aantal lagen tot 6, wat een totaal aantal<br />

rekencellen zal geven van ongeveer 288.000.<br />

Omdat het aantal rekenlagen beperkt is moet voor de verticale <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van het model <strong>in</strong> lagen<br />

de verschillende grondlagen gegroepeerd worden <strong>in</strong> relevante hoofdeenheden of aquifers.<br />

Hierbij gaan we uit van de praktische overweg<strong>in</strong>g dat aquifers en aquitards volledig moeten<br />

overeenkomen met welbepaalde modellagen. Dergelijk werkwijze zal toelaten om het<br />

overzetten van de grondkarakteristieken naar modellagen te vergemakkelijken en achteraf<br />

modelresultaten eenvoudig om te zetten naar de corresponderende relevante grondlagen. Dit<br />

houdt <strong>in</strong> dat de modellagen en de corresponderende grondlagen gedef<strong>in</strong>ieerd worden over het<br />

ganse studiegebied. Op de plaatsen waar bepaalde grondlagen niet meer voorkomen moeten<br />

dan gepaste maatregelen worden genomen <strong>in</strong> de overeenkomstige modellaag. Dit kan<br />

eenvoudig verwezenlijkt worden door de modellaag op deze plaatsen zeer dun te maken,<br />

bijvoorbeeld 1 cm met gepaste hydraulische eigenschappen, namelijk een horizontale<br />

doorlatendheid gelijk aan nul om de verh<strong>in</strong>deren dat deze laag nog grondwatervoerend zou<br />

zijn, maar wel een zeer grote verticale doorlatendheid, waardoor de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g verzekerd<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

83


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

wordt van een bovenliggende naar een onderliggende rekenlaag. Deze werkwijze zal geen<br />

<strong>in</strong>vloed hebben op de numerieke nauwkeurigheid van het model, maar mogelijk wel op de<br />

stabiliteit <strong>in</strong> geval van droogvallende lagen. Dit laatste is evenwel niet zeker en kan<br />

waarschijnlijk onder controle worden gehouden. Het pr<strong>in</strong>cipe van deze werkwijze wordt<br />

schematisch weergegeven <strong>in</strong> Figuur 3.1.<br />

Werkelijke opbouw<br />

Laag 1<br />

Laag 2<br />

Laag 3<br />

Modelopbouw<br />

Figuur 3.1: Pr<strong>in</strong>cipe van de opbouw van de modellagen overeenkomstig de werkelijke<br />

opbouw van de grondlagen; <strong>in</strong> grijs worden de zones aangeven met een kle<strong>in</strong>e dikte, een<br />

one<strong>in</strong>dig kle<strong>in</strong>e horizontale doorlatendheid en een one<strong>in</strong>dig grote verticale<br />

doorlatendheid.<br />

Breuken <strong>in</strong> de grondlagen zullen <strong>in</strong> het model worden opgevangen door enerzijds<br />

ondoorlatende wanden die de cont<strong>in</strong>uïteit van een laag onderbreken en rekencellen met<br />

one<strong>in</strong>dige verticale doorlatendheid die de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen bepaalde lagen verwezenlijken.<br />

Het pr<strong>in</strong>cipe wordt verduidelijkt <strong>in</strong> Figuur 3.2.<br />

Werkelijke opbouw Modelopbouw<br />

Laag 1<br />

Laag 2<br />

Laag 3<br />

Figuur 3.2: Wijze waarop een breuk <strong>in</strong> het model gesimuleerd wordt; <strong>in</strong> het gearceerd<br />

zijn de aquitards aangegeven en <strong>in</strong> het grijs de rekencellen met een one<strong>in</strong>dig grote<br />

verticale doorlatendheid; de dikke zware lijn stelt een wand voor.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

84


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Voor het samenvoegen van de grondlagen tot grotere eenheden stellen we het volgende<br />

schema voor:<br />

• Modellaag 1: alle Quartaire lagen (HCOV 0100)<br />

• Modellaag 2: afzett<strong>in</strong>gen ten noorden van de Feldbiss-breukzone (HCOV 210)<br />

• Modellaag 3: klei-zand-complex van de Kempen (HCOV 0220)<br />

• Modellaag 4: Pleistoceen en Plioceen aquifer (HCOV 0230)<br />

• Modellaag 5: Pliocene kleiïge laag (HCOV 0240)<br />

• Modellaag 6: Mioceen aquifersysteem (HCOV 0250)<br />

Een stationaire (‘steady state’) grondwatermodeller<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd. Een stationaire<br />

modeller<strong>in</strong>g heeft betrekk<strong>in</strong>g op een gemiddelde toestand. Op basis hiervan kunnen de<br />

gemiddelde jaarlijkse grondwaterstand of grondwaterstandsdiepte, en de kwellocaties en de<br />

kwel<strong>in</strong>tensiteiten bepaald worden.<br />

3.2 Software<br />

De grondwatermodeller<strong>in</strong>g gebeurt met behulp van <strong>GMS</strong> 5.0 (Groundwater Modell<strong>in</strong>g<br />

System) (Brigham Young University – Utah, USA, 2003).<br />

De orig<strong>in</strong>ele versie van <strong>MODFLOW</strong>, ter beschikk<strong>in</strong>g gesteld door de U.S. Geological Survey,<br />

bevat enkel het rekenprogramma zonder enige grafische uitvoermogelijkheden. S<strong>in</strong>ds een<br />

aantal jaren worden een reeks (commerciële) meer gebruiksvriendelijke implementaties<br />

aangeboden, met een <strong>in</strong>teractieve omgev<strong>in</strong>g met pre- en post-processoren. Eén van de meest<br />

uitgebreide en ontwikkelde geïntegreerde pakketten voor grondwatermodeller<strong>in</strong>g is <strong>GMS</strong>.<br />

<strong>GMS</strong> <strong>in</strong>tegreert <strong>MODFLOW</strong>, MODPATH, FEMWATER, MT3DMS, SEAM3D,<br />

SEEP2D, UTCHEM en PEST. De huidige versie 5.0 werkt met <strong>MODFLOW</strong>-2000<br />

(Harbaugh & McDonald, 2000).<br />

De grondwatermodeller<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd met behulp van <strong>MODFLOW</strong> 2000 (MODular<br />

groundwater FLOW model). <strong>MODFLOW</strong> is ontwikkeld door de U.S. Geological Survey<br />

(McDonald & Harbaugh, 1988; McDonald & Harbaugh, 2000) en is wereldwijd één van de<br />

meest gebruikte grondwatermodellen. <strong>MODFLOW</strong> is een driedimensionaal e<strong>in</strong>dige<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

85


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

verschillen grondwatermodel, dat opgebouwd is uit afzonderlijke modules die elk een<br />

onderdeel van de hydrologische processen (o.a. onttrekk<strong>in</strong>gen, grondwatervoed<strong>in</strong>g, dra<strong>in</strong>age,<br />

rivieren, ...) beschrijven en elk <strong>in</strong>staan voor een bepaald onderdeel van de <strong>in</strong>voer en uitvoer<br />

van het model.<br />

De grondwaterstrom<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>MODFLOW</strong> wordt beschreven met de volgende<br />

differentiaalvergelijk<strong>in</strong>g:<br />

∂ ⎛<br />

⎜ K x<br />

∂x<br />

⎝<br />

∂h<br />

⎞<br />

⎟<br />

∂x<br />

⎠<br />

+<br />

∂ ⎛<br />

⎜ K y<br />

∂y<br />

⎝<br />

∂h<br />

⎞<br />

⎟<br />

∂y<br />

⎠<br />

⎛<br />

+ ⎜ K z<br />

⎝<br />

∂h<br />

⎞<br />

⎟<br />

∂z<br />

⎠<br />

± W = S<br />

∂h<br />

∂t<br />

waarbij x, y en z de ruimtelijke coörd<strong>in</strong>aten zijn [L], t de tijd [T], h de te berekenen<br />

grondwaterpotentiaal [L], Kx, Ky en Kz de drie componenten van de hydraulische<br />

geleidbaarheid [L/T], W de externe bronnen en/of afvoeren [L/T], en S de berg<strong>in</strong>gscoëfficiënt<br />

[-].<br />

De grondwaterstrom<strong>in</strong>gsvergelijk<strong>in</strong>g wordt opgelost met een e<strong>in</strong>dige differentie benader<strong>in</strong>g<br />

door het modelgebied op te delen <strong>in</strong> rekencellen met een grootte die afhankelijk is van de<br />

gewenste nauwkeurigheid of van de rekencapaciteit. De vergelijk<strong>in</strong>gen worden iteratief<br />

opgelost (Anderson & Woessner, 1992). Verschillende oploss<strong>in</strong>gsmethoden (‘solvers’) zijn<br />

beschikbaar voor de numerieke oploss<strong>in</strong>g van de differentiaalvergelijk<strong>in</strong>gen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

86


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Referenties<br />

Anderson, M.P. en W.W. Woessner, 1992. Applied Groundwater Model<strong>in</strong>g. Academic Press,<br />

Inc., San Diego, California, USA, 381 p.<br />

Batelaan, O. en F. De Smedt, 2001. WetSpass: a flexible, GIS based, distributed recharge<br />

methodology for regional groundwater modell<strong>in</strong>g. In: Gehrels, H., Peters, J., Hoehn, E.,<br />

Jensen, K., Leibundgut, C., Griffioen, J., Webb, B. and Zaadnoordijk, W-J. (Eds.). Impact of<br />

Human Activity on Groundwater Dynamics, IAHS Publ. No. 269: 11-17.<br />

Batelaan, O. and De Smedt, F., 2004, SEEPAGE, a new <strong>MODFLOW</strong> DRAIN Package.<br />

Accepted for publication <strong>in</strong> Ground Water, vol. 42.<br />

Brigham Young University, Utah, USA, Environmental Model<strong>in</strong>g Research Laboratory, 2003:<br />

<strong>GMS</strong> 5.0 Tutorials.<br />

Buffel, Ph., Claes, S., Gullentops, F. (2001). Toelicht<strong>in</strong>gen bij de geologische kaart van<br />

België – Kaartblad 26 Rekem. Vlaams Gewest, Belgische Geologische Dienst en Afdel<strong>in</strong>g<br />

Natuurlijke Rijkdommen en Energie, 56 p.<br />

De Smedt, P. & Loy, W. (1986). Hydrogeologie van de Limburgse Maasvallei. Het<br />

hydrologisch systeem <strong>in</strong> het grensgebied Luik-Maasbracht - rapporten en nota’s no. 15 van de<br />

CHO-TNO, p. 9-20.<br />

De Smedt, F., Mwanuzi, F., Wang, Z. (1998). Effectenanalyse van het Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

voor het Grensmaasgebied. E<strong>in</strong>drapport - Deel 2: rivierkundig onderzoek.<br />

Studie <strong>in</strong> opdracht van het M<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu<br />

en Infrastructuur, AMINAL - Afdel<strong>in</strong>g Natuur en AWZ - Afdel<strong>in</strong>g Maas en Albertkanaal, en<br />

<strong>in</strong> onderaannem<strong>in</strong>g van Belgroma n.v., 71 pp + bijlagen.<br />

Doherty (1996). Groundwater data utilities. Queensland Department of Natural Resources.<br />

Harbaugh, A.W. & McDonald, M.G. (2000). <strong>MODFLOW</strong>-2000, the U.S. Geological Survey<br />

modular groundwater model – User guide to modularization concepts and the grondwater<br />

flow process. Open-File Report 00-92, USGS, Reston, Virg<strong>in</strong>ia, 121 p.<br />

Ingenieursbureau Oranjewoud (1996). Hydrologisch onderzoek ontgr<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsplas Grote Hegge,<br />

studie <strong>in</strong> opdracht van de Prov<strong>in</strong>cie Limburg (Nl), 35 p. + bijlagen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

87


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Loy, W., Hammenecker, J. & Lag, P. (1991). Hydro-geologische karakteristieken van de Peyen<br />

Waubachformaties <strong>in</strong> Belgisch noord-oost Limburg. Het hydrologisch onderzoek <strong>in</strong> het<br />

grensgebied Luik-Maasbracht - rapporten en nota’s no. 26 van de CHO-TNO, p. 57-68.<br />

McDonald, M. G. and A. W. Harbaugh. 1988. A modular three-dimensional f<strong>in</strong>ite-difference<br />

ground-water flow model. Vol. Techniques of Water-Resources Investigations, book 6, chap.<br />

A1. U.S. Geological Survey, Reston, Virg<strong>in</strong>ia. 586 p.<br />

Meyus, Y., O. Batelaan en F. De Smedt, 2000c. Concept Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>),<br />

Technisch concept van het <strong>VGM</strong>, Deelrapport 1, Hydrogeologische Coder<strong>in</strong>g van de<br />

Ondergrond van Vlaanderen (HCOV): Rapport <strong>in</strong> opdracht van AMINAL, afdel<strong>in</strong>g Water,<br />

<strong>Brussel</strong>, 57 pag.<br />

Meyus, Y., J. Cools, S.Y. Zeleke, O. Batelaan en F. De Smedt, 2004a. Hydrogeologische<br />

detailstudie van de ondergrond <strong>in</strong> Vlaanderen: E<strong>in</strong>drapport. Rapport <strong>in</strong> opdracht van<br />

AMINAL, afdel<strong>in</strong>g Water, <strong>Brussel</strong>, (rapport <strong>in</strong> voorbereid<strong>in</strong>g).<br />

Meyus, Y., D. De Smet, F. De Smedt, K. Walraevens, O. Batelaan en M. Van Camp, 2000a.<br />

Hydrogeologische<br />

http://www.wel.be.<br />

coder<strong>in</strong>g van de ondergrond <strong>in</strong> Vlaanderen. @wel 8 - water.<br />

Meyus, Y., T. Van Daele, O. Batelaan en F. De Smedt, 2000b. Concept Vlaams Grondwater<br />

Model (<strong>VGM</strong>): E<strong>in</strong>drapport. Rapport <strong>in</strong> opdracht van AMINAL, afdel<strong>in</strong>g Water, <strong>Brussel</strong>,<br />

90 pag.<br />

Meyus, Y., S.T. Woldeamlak, O. Batelaan en F. De Smedt, 2004b. Opbouw van een Vlaams<br />

Grondwatervoed<strong>in</strong>gsmodel: E<strong>in</strong>drapport. Rapport <strong>in</strong> opdracht van AMINAL, afdel<strong>in</strong>g Water,<br />

<strong>Brussel</strong>, (rapport <strong>in</strong> voorbereid<strong>in</strong>g).<br />

M<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap – AMINAL (1992). Grondwaterkwaliteit <strong>in</strong><br />

Limburg, 114 pp.<br />

Mwanuzi, F. (1998). Modell<strong>in</strong>g of toxic pollutant transport <strong>in</strong> an estuar<strong>in</strong>e environment. PhD,<br />

Laboratory of Hydrology, <strong>Vrije</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Brussel</strong>, 211 pp.<br />

Royal Haskon<strong>in</strong>g (2003). MER Grensmaas 2003 - Achtergronddocument 3: Grondwater,<br />

studie <strong>in</strong> opdracht van De Maaswerken en de Prov<strong>in</strong>cie Limburg (Nl), 79 p. + bijlagen.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

88


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Sels, O., Claes, S., Gullentops, F. (2001). Toelicht<strong>in</strong>gen bij de geologische kaart van Belgie –<br />

Kaartblad 18-10 Maaseik. Vlaams Gewest, Belgische Geologische Dienst en Afdel<strong>in</strong>g<br />

Natuurlijke Rijkdommen en Energie, 50 p.<br />

Stuurman, R.J., Dierckx, J. and Runhaar, H. (2002). Uitwerk<strong>in</strong>g van de methodiek voor de<br />

bepal<strong>in</strong>g van de gewenste grondwatersituatie voor natuur <strong>in</strong> poltentieel natte gebieden <strong>in</strong><br />

Vlaanderen. NITG 02-xxx-B, TNO, Delft.<br />

Van Autenboer, T., Cammaer, C., Fobbe, B. (1993). Het grondwater <strong>in</strong> het Maasbekken<br />

(Noord- en Oost-Limburg) - Inventarisatie van beschikbare gegegevens, LUC, Toegepaste<br />

Geologie, 14 p. + bijlagen.<br />

Van Autenboer, T., Cammaer, C., Poelmans, E. (1996). Mijnverzakk<strong>in</strong>gen en het freatische<br />

grondwater (voorlopig rapport), LUC, Toegepaste Geologie, 38 p. + bijlagen.<br />

Van Autenboer, T., Cammaer, C., Poelmans, E. (1997). Voed<strong>in</strong>gsgebied waterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g As -<br />

basisgegevens voor een grondige hydrogeologische evaluatie, LUC, Toegepaste Geologie, 40<br />

p. + bijlagen.<br />

Van Ranst, E. and Sys, C. (2000). Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van<br />

Vlaanderen (Schaal 1:20 000), Laboratorium voor Bodemkunde, <strong>Universiteit</strong> Gent, Gent.<br />

Van Rooijen, P. (1986). Het hydrogeologisch systeem van het stroomgebied van de Maas<br />

tussen Visé en Maasbracht. Het hydrologisch systeem <strong>in</strong> het grensgebied Luik-Maasbracht -<br />

rapporten en nota’s no. 15 van de CHO-TNO, p. 37-50.<br />

Viaene, P., Vlieghe, C., De Smedt, P. (1997). Ontwikkel<strong>in</strong>g van praktijkgerichte modellen<br />

voor watervoerende lagen, SVW, PIDPA en VMW, 141 p.<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

89


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Bijlage A<br />

Tabel A: Locatie (x,y) van de peilputten <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde).<br />

Putcode X-Lambert Y-Lambert Putcode X-Lambert Y-Lambert<br />

7-0026 219510 210580 7-0290 247891 203061<br />

7-0028 215750 216460 7-0292 246029 200414<br />

7-0031 228000 216480 7-0293 246052 200406<br />

7-0033 246160 205220 7-0294 246207 188387<br />

7-0038 229514 220782 7-0295 247198 190024<br />

7-0053 250350 203000 7-0296 246111 186738<br />

7-0054 225350 208740 7-0297 247622 188119<br />

7-0058 223470 203420 7-0298 247655 188079<br />

7-0059 221020 208900 7-0299 246959 188702<br />

7-0060 229060 202020 7-0300 246925 188702<br />

7-0061 226610 203310 7-0301 246221 187315<br />

7-0062 231000 213070 7-0302 247448 188775<br />

7-0063 231690 218120 7-0303 246378 199901<br />

7-0064 228810 217020 7-0304 245974 200386<br />

7-0065 229360 204730 7-0305 246066 200349<br />

7-0066 224210 217510 7-0306 242552 180807<br />

7-0075 228950 206230 7-0307 242556 180853<br />

7-0076 222190 202270 7-0308 246204 188580<br />

7-0077 225700 200250 7-0309 245979 186811<br />

7-0078 233300 210750 7-0310 244632 186956<br />

7-0079 239830 194970 7-0311 247577 188429<br />

7-0081 234860 194260 7-0312 246364 189827<br />

7-0082 235760 193140 7-0313 247020 188726<br />

7-0083 236790 194780 7-0314 246737 189243<br />

7-0085 238050 180370 7-0315 247573 190013<br />

7-0088 240530 180140 7-0316 246538 189397<br />

7-0091 241085 184170 7-0317 246410 188262<br />

7-0092 235080 197920 7-0318 246871 189162<br />

7-0093 240170 197540 7-0319 247024 189018<br />

7-0095 240920 200910 7-0320 247153 188600<br />

7-0096 233900 194230 7-0321 246907 188690<br />

7-0097 247850 195400 7-0322 245567 189854<br />

7-0098 235260 188360 7-0325 212425 217790<br />

7-0099 237580 191080 7-0326 212426 217790<br />

7-0100 244840 195640 7-0340 236820 181175<br />

7-0101 249971 203209 7-0341 236825 181175<br />

7-0102 247500 194900 7-0342 250510 200945<br />

7-0103 252250 205200 7-0343 250510 200940<br />

7-0104 239570 184195 7-0345 232660 194640<br />

7-0105 243790 194800 7-0346 234085 194595<br />

7-0106 245080 193570 7-0347 238350 194480<br />

7-0107 247200 193600 7-0349 234550 189180<br />

7-0108 246750 193800 7-0350 233945 189330<br />

7-0109 247150 194950 7-0351 241160 192405<br />

7-0110 247400 203655 7-0352 243910 192395<br />

7-0111 251850 204925 7-0353 238885 201030<br />

7-0112 244080 203780 7-0354 245505 204900<br />

7-0113 251100 200400 7-0355 241670 203290<br />

7-0114 235280 190560 7-0356 233600 209350<br />

7-0115 237380 192200 7-0357 238095 210180<br />

7-0116 237840 193070 7-0358 238100 210180<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

90


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

7-0117 238270 193660 7-0359 246935 194670<br />

7-0118 250370 201575 7-0360 247250 193560<br />

7-0119 236230 191820 7-0361 251365 204540<br />

7-0120 247500 193400 7-0362 251845 205350<br />

7-0121 242690 189240 7-0365 227140 196675<br />

7-0122 238740 196290 7-0366 236030 195710<br />

7-0123 239150 195590 7-0367 234551 189181<br />

7-0124 234360 189730 7-0370 212831 216101<br />

7-0125 237755 184400 7-0371 213277 216294<br />

7-0130 248050 193700 7-0372 213731 216503<br />

7-0132 233485 188505 7-0373 214208 216609<br />

7-0134 231650 191115 7-0374 214708 216619<br />

7-0135 241100 191500 7-0375 215209 216620<br />

7-0136 246950 194330 7-0376 215699 216496<br />

7-0137 239810 190325 7-0377 216195 216350<br />

7-0138 243510 197585 7-0378 216664 216197<br />

7-0139 245905 197990 7-0379 217137 216040<br />

7-0140 231045 193605 7-0381 214637 214650<br />

7-0142 247400 194300 7-0382 216989 217077<br />

7-0143 247750 194300 7-0383 226138 212320<br />

7-0144 248200 194200 7-0384 226201 212853<br />

7-0145 230450 216700 7-0385 226478 212532<br />

7-0147 248300 194800 7-0386 225176 211992<br />

7-0149 246920 191420 7-0387 226309 212417<br />

7-0150 246919 188888 7-0388 226823 212765<br />

7-0151 245310 188510 7-0389 226168 213270<br />

7-0152 245317 188514 7-0390 226129 213564<br />

7-0153 236180 180880 7-0391 226176 212665<br />

7-0155 244520 188510 7-0392 225237 213347<br />

7-0156 229120 215620 7-0393 227390 213406<br />

7-0157 242400 191610 7-0394 237426 203127<br />

7-0158 245160 194700 7-0395 237747 202960<br />

7-0159 246420 192360 7-0396 237455 203044<br />

7-0165 223530 210880 7-0397 237961 203422<br />

7-0166 215320 216420 7-0398 238545 202797<br />

7-0167 215700 216500 7-0399 237583 203846<br />

7-0168 215728 216517 7-0400 237467 202720<br />

7-0169 226870 212700 7-0401 246316 199183<br />

7-0170 226836 212716 7-0402 245652 200537<br />

7-0172 222643 215646 7-0403 245617 201441<br />

7-0173 230670 216230 7-0404 245765 201812<br />

7-0174 219775 214740 7-0405 245766 201813<br />

7-0176 220730 213030 7-0406 246749 201996<br />

7-0177 226790 218770 7-0407 247523 202122<br />

7-0180 215380 217000 7-0408 247238 201470<br />

7-0181 215371 216995 7-0409 247457 201077<br />

7-0182 219660 211846 7-0410 247742 200600<br />

7-0183 219652 211846 7-0411 246656 200950<br />

7-0184 215620 214330 7-0412 246699 201335<br />

7-0185 215620 217380 7-0413 247169 201600<br />

7-0186 247762 196520 7-0414 247496 202250<br />

7-0190 216000 217380 7-0415 247969 203077<br />

7-0192 239220 195470 7-0416 246984 188896<br />

7-0196 241196 184135 7-0417 247013 188853<br />

7-0201 221861 205400 7-0418 247012 188807<br />

7-0202 226779 202850 7-0419 247009 188759<br />

7-0216 213294 216328 7-0420 247009 188712<br />

7-0217 213308 216305 7-0421 247007 188667<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

91


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

7-0220 215642 216511 7-0422 247009 188737<br />

7-0221 226183 212325 7-0423 247011 188785<br />

7-0222 225575 211942 7-0424 246967 188911<br />

7-0223 231440 192070 7-0425 246949 188925<br />

7-0224 227496 212782 7-0426 244338 187736<br />

7-0225 215133 216293 7-0427 244311 187836<br />

7-0226 226482 212510 7-0428 244305 187875<br />

7-0227 215516 217371 7-0429 244325 187911<br />

7-0228 212944 217111 7-0430 244332 187949<br />

7-0229 226163 212551 7-0431 244324 187979<br />

7-0230 226194 213765 7-0432 244330 188012<br />

7-0231 226340 212402 7-0433 244336 188045<br />

7-0232 213801 216505 7-0434 244291 187740<br />

7-0235 216200 216356 7-0435 244286 187789<br />

7-0237 213095 216700 7-0436 244235 187651<br />

7-0238 212855 216125 7-0437 244229 187779<br />

7-0239 214213 216620 7-0438 244566 187684<br />

7-0240 226268 211619 7-0439 244570 187748<br />

7-0242 215046 216097 7-0440 244420 187533<br />

7-0243 215008 215642 7-0441 244657 187843<br />

7-0244 224901 211982 7-0442 245207 187956<br />

7-0245 214715 216631 7-0443 244536 188137<br />

7-0246 220045 215116 7-0444 244368 188224<br />

7-0247 226242 211806 7-0445 247034 188634<br />

7-0248 226162 213278 7-0446 244104 187842<br />

7-0250 217431 216858 7-0447 245771 188040<br />

7-0251 215638 216507 7-0448 246254 188246<br />

7-0252 215755 216510 7-0449 246140 188312<br />

7-0253 247972 203097 7-0450 246190 188500<br />

7-0254 247970 203088 7-0451 246122 188439<br />

7-0255 247965 203132 7-0452 245925 188531<br />

7-0256 247965 203132 7-0453 246209 188792<br />

7-0257 247795 203055 7-0454 246087 189001<br />

7-0258 247836 203024 7-0455 245632 188965<br />

7-0259 215733 216567 7-0456 246511 188940<br />

7-0260 217081 216009 7-0457 246698 188479<br />

7-0261 217246 216375 7-0458 247004 188424<br />

7-0262 234838 189328 7-0459 247243 188367<br />

7-0263 235011 189787 7-0460 247068 188765<br />

7-0264 234316 189101 7-0461 246877 188918<br />

7-0270 235345 190192 7-0462 247114 188885<br />

7-0271 235722 190528 7-0463 247273 188836<br />

7-0272 227728 213921 7-0464 246964 188947<br />

7-0274 247049 188263 7-0465 247336 189014<br />

7-0275 246905 188937 7-0466 247060 189099<br />

7-0276 247163 188774 7-0467 247409 189255<br />

7-0278 215191 216623 7-0468 247182 189307<br />

7-0279 247769 188391 7-0469 247210 189478<br />

7-0280 247775 188348 7-0470 244267 188066<br />

7-0281 247998 188503 7-0471 244209 187865<br />

7-0282 246552 190498 7-0472 246925 188865<br />

7-0284 246246 186964 7-0473 246955 188743<br />

7-0285 248021 202956 7-0479 234657 189218<br />

7-0287 247836 203024 7-0480 234962 189382<br />

7-0288 247893 203072 7-0481 235195 190083<br />

7-0289 247891 203061 7-0482 235491 190193<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

92


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Bijlage B<br />

Tabel B: Peilputten <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde) met m<strong>in</strong>der dan acht met<strong>in</strong>gen<br />

voor het jaar 2000.<br />

Putcode<br />

7-0150<br />

7-0228<br />

7-0232<br />

7-0237<br />

7-0262<br />

7-0313<br />

7-0354<br />

7-0390<br />

7-0395<br />

7-0401<br />

7-0402<br />

7-0403<br />

7-0404<br />

7-0405<br />

7-0406<br />

7-0407<br />

7-0408<br />

7-0409<br />

7-0410<br />

7-0411<br />

7-0412<br />

7-0413<br />

7-0414<br />

7-0415<br />

7-0472<br />

7-0473<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

93


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

Bijlage C<br />

Tabel C: Locatie (x,y) van de grondwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Maasmodel (Vlaamse zijde).<br />

X-Lambert Y-Lambert X-Lambert Y-Lambert X-Lambert Y-Lambert X-Lambert Y-Lambert<br />

236612 209413 238510 188720 245355 205137 229134 197307<br />

243209 183054 232240 204304 248004 206205 240941 203617<br />

243911 189944 238842 202794 224178 209071 238360 204617<br />

243908 189997 229523 204483 250341 201782 225413 197230<br />

247140 192310 247220 208140 237577 200163 233847 211110<br />

234678 199980 234799 206694 245540 203713 238972 204332<br />

225493 218258 235272 205990 235287 205970 221870 199448<br />

230880 217760 229240 215500 246350 191330 237927 207624<br />

247338 199925 221831 213337 244457 207987 244186 183083<br />

230487 206165 220911 212445 230836 195939 243748 185853<br />

237671 206253 235727 207472 251111 204382 231761 207765<br />

237712 206296 222774 200494 228734 204147 240487 204217<br />

235924 191871 227960 200760 237446 206651 225070 211410<br />

228660 198940 239430 201490 220714 213349 236590 209600<br />

235447 212168 239460 201520 237564 202695 233881 197343<br />

227736 196171 239307 204075 231389 213793 247281 205317<br />

234587 208225 231539 199874 236329 202291 223788 203929<br />

226611 212569 234753 204737 237479 202812 223698 203882<br />

226676 212524 231601 199769 237374 205862 223552 200605<br />

226088 211388 229634 196635 245200 193508 223037 198208<br />

231400 195330 235319 197360 238680 209588 234261 199797<br />

230049 196922 227819 204741 237013 180082 219360 214050<br />

231740 197330 233016 193458 231841 200046 227320 219923<br />

227178 195247 241404 183420 244293 208194 247819 204302<br />

230033 196912 235362 201723 245877 203572 225112 210918<br />

230986 200578 247923 201218 248800 196500 237778 191370<br />

244848 202296 233017 208994 248143 196093 222040 204789<br />

220312 212824 234627 197779 244139 200948 224270 199840<br />

224626 214122 229419 203611 231065 203105 223627 216624<br />

245320 194070 233872 202640 235606 194337 226416 201223<br />

243536 182513 239426 209814 243557 183206 226375 201225<br />

251000 204120 229741 206726 237630 198240 216460 213860<br />

250990 203870 232582 203733 227091 197650 231138 202208<br />

232411 192638 226840 215020 227035 197571 238385 202905<br />

229381 200842 249671 203741 244507 184052 239858 208525<br />

224290 204111 241350 202300 233694 210458 241430 198670<br />

230380 217549 249227 203345 240663 201101 247510 205850<br />

223308 209048 238094 204152 228090 215622 222160 202238<br />

223734 208978 226102 213373 228415 215130 228939 201948<br />

227606 214401 244697 208630 227600 200719 228817 202195<br />

237076 207329 225325 201768 227637 200709 228594 202207<br />

225875 213748 225694 200267 244989 195391 227943 200745<br />

233887 210828 235359 196689 231917 217895 235779 200437<br />

226088 210974 238752 203963 236861 200095 229349 204707<br />

229263 215566 234567 194151 236580 199612 229393 204286<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

94


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

238640 177700 239421 208093 236649 199557 238562 178501<br />

236501 210731 246664 204038 244680 201750 235270 204130<br />

236505 210721 230483 216691 249930 205158 229718 214879<br />

230256 217060 228085 216076 229150 209407 229379 215129<br />

229296 203620 227137 220056 243778 204846 231775 202929<br />

227055 213171 227133 220049 241878 202863 236590 207391<br />

234552 204789 240656 186048 234345 209759 243760 186736<br />

242592 201693 231620 217850 229362 210054 237012 180348<br />

248340 197740 232338 208215 236527 208419 231423 206505<br />

248293 197472 228978 206208 235643 209869 237266 204770<br />

246820 198020 234932 204924 238050 180400 236280 191599<br />

248357 197461 246795 183199 242208 203466 245490 203080<br />

234558 208370 234140 201210 250064 201120 228031 199611<br />

227524 220439 230745 211737 226264 214508 239314 210725<br />

227900 212475 226670 213261 235291 197248 243853 207234<br />

244846 188165 229588 203437 232553 204646 249100 201470<br />

244771 188195 226513 197370 234910 206142 228646 209085<br />

228314 196158 233528 205281 247878 200429 250350 199930<br />

232087 217398 228125 201502 221458 212162 234412 193861<br />

231325 214840 229621 206992 239083 203825 242385 200175<br />

247670 201020 229557 207006 223777 214667 232924 210065<br />

230644 212743 225981 210959 246552 195451 224400 196888<br />

230905 213060 249699 205339 245061 194165 234592 192869<br />

230700 213261 248331 206857 236955 203376 226637 217108<br />

246620 196420 234629 212235 247465 190261 244162 190059<br />

216780 213290 234703 212070 244910 186615 225276 211257<br />

247300 202650 235029 212455 228763 198653 221742 212673<br />

228810 213606 233717 211521 247557 208978 227221 219827<br />

226113 199493 233060 212780 241765 201702 227500 220301<br />

221336 210562 226483 207992 244322 201679 230740 217430<br />

221303 210621 225881 207192 243859 193267 220975 213393<br />

237476 208693 226721 208154 244488 191997 220323 214819<br />

223276 214933 240493 202126 244897 193333 252067 199381<br />

223254 202415 236046 204396 236505 199500 246903 203456<br />

234990 206115 246050 189910 231505 217702 244610 205170<br />

244270 190489 230337 217029 231503 217717 238796 203955<br />

229383 208829 230342 216992 235070 208529 247777 200449<br />

238600 187980 245800 189890 224942 201505 230931 213939<br />

247000 188190 228024 215890 222159 211921 149146 241867<br />

226832 198024 228052 215650 222954 212384 241810 202810<br />

216038 214509 247370 200720 233725 202798 242100 203590<br />

236698 208232 232833 193365 237225 205890 248021 201692<br />

231421 206248 228723 206623 229942 215411 234020 206840<br />

243390 200350 243737 198973 230759 217996 229329 196721<br />

230487 196307 243725 199004 235168 204997 229309 196639<br />

224247 201931 249960 199330 224253 196506 226264 218613<br />

234208 204582 250148 205052 235624 187407 238245 203269<br />

238876 203391 233059 203776 246732 198204 246986 188860<br />

243799 189661 248940 200730 228709 207045 225194 212028<br />

243749 189739 247070 196030 228557 205327 237407 203125<br />

227398 214519 229142 215608 228552 205318 230000 215710<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

95


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

226781 210015 234761 203162 226002 198070 247392 201445<br />

240755 204351 235134 198191 227296 204667 222083 213066<br />

244350 208310 235164 198183 223456 207816 246174 200427<br />

228972 202029 217657 216343 221410 206846 246174 200427<br />

229841 206951 249470 206000 221410 206846 223923 214594<br />

246850 200555 228272 212109 221389 206833 227389 213112<br />

243345 182927 248280 202660 229731 210243 214480 214080<br />

235594 209188 246930 207922 230604 196558 223458 214322<br />

234358 210604 243778 207204 234506 200080 225844 212117<br />

230370 216650 243730 196270 231476 198481 228102 215120<br />

248125 204853 236267 199393 237214 199830 232456 206942<br />

248278 205158 235705 210211 237861 200607 240186 201252<br />

228800 201953 235139 208957 237462 197871 226912 203367<br />

229437 202740 249028 196294 231129 196191 224099 202902<br />

229721 205333 227960 221570 234564 200118 247800 199740<br />

232531 207721 247113 208443 230659 201710 241680 199590<br />

234905 202000 247062 208755 249936 197419 251000 205210<br />

233546 204257 247108 205717 249949 197391 251650 205750<br />

235790 205343 248143 206019 242202 200951 218461 211093<br />

242736 193286 244590 207252 246167 199484 221597 217810<br />

228144 214389 246080 209292 246998 201585 223128 201670<br />

226133 199656 246177 206490 247000 201584 223136 201657<br />

219826 212578 244560 209100 242437 200652 224115 210293<br />

223161 215604 232298 192487 228781 213179 224073 210291<br />

230396 215661 249884 200129 239014 196104 224411 200527<br />

229660 219130 226727 203665 219806 217048 224244 203191<br />

240848 204353 226690 205261 219874 217215 225018 203963<br />

247210 200090 238640 203020 248997 200849 228996 211238<br />

242080 202000 231326 192790 230309 203159 228933 211270<br />

229663 209246 226039 208052 234390 200314 231687 218340<br />

228274 208712 232536 204605 232928 201450 234653 207381<br />

235587 209420 225117 202287 229046 199751 235055 195522<br />

245350 208980 227993 196519 231212 202456 234944 196237<br />

234481 200713 229658 206970 237587 200095 232278 195241<br />

224615 217357 234030 208214 238327 196110 233546 195620<br />

248070 207750 234030 208214 232960 201345 233363 195038<br />

247509 208908 237190 207024 228475 216657 239213 205483<br />

241537 199566 231131 206911 227511 220736 250950 203724<br />

249768 196974 231121 206899 231983 218003 220959 212224<br />

249801 198319 240210 204130 230019 215393 237582 202887<br />

249874 196981 241317 201661 230079 215408 228740 203203<br />

246250 183640 218046 215333 230534 214797 228781 203202<br />

222940 200710 221827 213230 230912 216224 231601 192252<br />

224087 203006 224210 217510 230282 216799 232254 206690<br />

231604 218023 224575 218161 231920 218210 232365 207043<br />

231700 218860 226170 216977 231665 218777 223408 212456<br />

229470 216180 224840 218130 230993 217736 222034 213291<br />

230000 219105 247040 208930 227271 217461 220438 212198<br />

223205 215808 234133 211519 226619 217128 223533 210546<br />

229528 209173 230636 210798 229838 216474 221923 208177<br />

246860 207630 239154 205397 230046 215917 223534 210619<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

96


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

248191 198679 231870 214674 231779 218415 222956 211748<br />

225200 198656 234320 193820 231760 218417 233850 198300<br />

229231 212688 245080 208180 248101 197097 249140 200770<br />

229211 212662 215217 216690 250106 195802 246231 189210<br />

230530 213790 223282 215783 248144 197072 246589 188580<br />

233136 209013 244276 203643 245087 188631 242745 189423<br />

238050 200168 243990 203790 246514 191446 227178 195183<br />

233753 203456 236260 207170 245873 191263 235349 201249<br />

246740 202430 225698 207687 246827 195056 237050 204020<br />

245372 208880 233279 199149 246638 193989 229060 200090<br />

246898 209142 223899 216871 244573 193217 235553 211295<br />

227183 196814 240130 204090 246793 191944 235490 211220<br />

225885 202878 233150 196870 247082 192514 236381 210488<br />

228734 201997 234672 209469 246960 192616 236404 210545<br />

228767 201972 237237 210077 246299 190092 234856 209152<br />

242740 193325 246940 198940 237218 201973 221200 216510<br />

220817 213409 226591 203299 237072 202759 233251 200243<br />

249910 197060 247010 199240 235392 206535 232985 199335<br />

250200 204010 232690 215440 240103 204968 245319 209015<br />

247340 201980 238888 205604 240882 201347 244142 208169<br />

247330 201880 216670 211500 240818 201398 233342 206153<br />

247001 201313 238930 205570 240550 204917 228954 210784<br />

246806 201877 231780 217950 238511 203089 231570 199065<br />

230574 208349 241940 205710 241045 203693 230544 214565<br />

226451 203511 241580 205480 237356 206643 220404 212904<br />

227606 204204 248975 199622 240655 202246 223431 210034<br />

227794 204353 248613 197763 241575 205514 223443 210014<br />

227353 203587 240773 199370 239915 204471 221330 213119<br />

234931 197724 241060 201110 232574 207013 233447 188425<br />

221029 208903 230104 202910 235474 201805 242624 184372<br />

242940 193413 227634 215136 241429 203121 233289 208493<br />

237500 203510 227849 214277 235169 208435 240500 200973<br />

227443 215002 223999 214629 235172 208492 236465 199417<br />

230900 218493 217870 215470 233860 207884 231516 201907<br />

246563 195791 225122 209705 233178 208808 244830 186451<br />

217027 210470 215130 214597 231289 209082 247367 195810<br />

224531 217565 215013 215225 231269 209664 223756 208664<br />

224565 217550 234333 197489 233210 208025 221212 211408<br />

246900 203820 225175 214794 224118 213526 244248 204956<br />

225247 211023 228356 212323 227348 198994 220755 212946<br />

231177 197273 227665 215147 227281 198939 246784 201356<br />

232032 203737 225871 212401 230001 203603 214706 216620<br />

237389 192137 232966 209196 223790 200599 234985 189781<br />

242870 190330 237750 209014 223131 202732 231960 198507<br />

236199 208428 224524 217946 224013 200032 249499 201331<br />

232730 192600 224780 217870 226473 208330 229035 209704<br />

244769 208303 223029 201480 227650 203786 229015 209743<br />

245750 208556 223131 203231 226663 199806 224783 216631<br />

234590 194314 229300 212950 227505 195373 224823 216674<br />

229457 211726 229301 212899 227044 208162 224544 217041<br />

247450 207630 227157 213205 223873 217211 224707 218777<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

97


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

237042 207350 226059 210934 226482 203503 235313 209610<br />

232264 204285 227795 214974 231357 205808 233171 210702<br />

216810 212380 230050 213590 228332 201375 246515 186860<br />

216018 217094 230482 213643 226706 199726 246673 182672<br />

234361 211501 225576 210465 225792 200213 227207 219812<br />

241395 203967 224910 209218 223801 201064 225323 198024<br />

234500 209363 225561 211145 239968 200549 242032 190407<br />

220140 216040 230246 213479 231694 218651 246808 208790<br />

225326 207224 227683 213523 226897 196497 242254 205120<br />

226512 209266 229386 213365 243430 197940 235865 202313<br />

236934 199653 226468 215546 239250 205330 234743 202523<br />

235790 207495 226448 215501 224606 218235 226485 211871<br />

235321 209838 246588 203943 224566 218257 226072 209358<br />

220510 215340 228351 212984 226888 214809 234548 210936<br />

220564 215475 225827 210686 225117 218206 248024 199932<br />

227093 196535 227293 212864 234777 210340 247800 199220<br />

242855 204368 224980 216001 236168 208642 246678 197749<br />

242899 204276 224950 216037 243077 190458 245082 203423<br />

226427 200771 225119 215724 235719 193035 232130 215950<br />

231775 197266 225232 214411 235840 192249 250584 205900<br />

247003 206681 227526 214532 248390 198620 229062 204021<br />

233059 192873 227691 214548 247860 198770 232906 198940<br />

240540 183471 227141 212009 249260 200750 231594 199637<br />

239775 200760 227116 211924 249150 198620 221923 212820<br />

244830 209090 227475 213844 247830 200540 231870 190940<br />

236772 209260 226882 212886 246680 200950 247396 205451<br />

235734 209341 228036 211855 247910 208450 244282 205559<br />

222945 211863 227698 211898 223043 206747 244292 205518<br />

223000 211800 234860 197962 224211 215884 244642 208141<br />

223826 199509 236529 199466 223674 216402 244629 208195<br />

224136 207413 230494 197472 224169 215940 243470 208500<br />

223878 200681 241737 204450 229203 203747 243910 208510<br />

227783 203015 245032 204553 227195 196773 243581 208526<br />

230438 204080 246800 201878 241227 201553 243639 208387<br />

242553 199687 238510 188430 241275 201574 248142 205819<br />

242484 199808 228777 209014 231211 213963 250560 205265<br />

227540 203139 234582 209391 233565 202920 244338 205219<br />

227541 203035 233340 193023 230841 206982 245854 207255<br />

240310 204123 229182 206304 234159 198800 247844 204155<br />

242815 203266 229886 205792 229000 196334 245879 208851<br />

226450 200399 231480 206510 232568 208413 245508 209100<br />

229060 201992 231539 208197 230440 213780 246575 204024<br />

232655 207685 224754 201954 225047 216017 247468 207757<br />

223558 203423 231506 209609 237402 206089 247396 208126<br />

231256 196539 231308 209353 233069 196793 243510 207550<br />

237593 203632 230800 210560 233077 196844 250483 202757<br />

229228 209513 232820 210380 229015 202008 231410 209334<br />

224470 204570 234718 209469 226253 197728 238499 209418<br />

234948 205957 236476 209364 225748 196377 228295 208719<br />

229174 213299 227097 197658 237724 210436 229294 210458<br />

229376 209285 227097 197658 246800 188561 222861 200574<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

98


Am<strong>in</strong>al – Afdel<strong>in</strong>g Water Bestek nr. L 2003 S 0013 X<br />

246040 209430 235497 208788 248515 206402 224054 201731<br />

246120 183566 235564 209015 234370 192800 238134 208857<br />

234088 204021 230636 196894 236336 198951 237811 208650<br />

234092 204008 228906 198407 233314 196969 239232 209569<br />

239317 209116 228947 212436 231252 196992 225351 208735<br />

236778 210880 231030 203300 227630 215430 243474 193328<br />

229807 196801 243950 189720 243585 194229 223477 212871<br />

235981 207644 236625 199586 249769 198076 233379 203753<br />

234475 207907 237685 198968 227154 213843 229003 205904<br />

227400 218400 241800 201470 232560 207120 236918 210907<br />

231522 218793 230613 196399 233621 206678 233272 204373<br />

234191 202315 230495 196366 238057 204983 226296 199971<br />

241056 182007 231287 197698 241717 201530 228987 206196<br />

236761 194685 227464 195303 228959 198208 232515 217852<br />

247830 205600 225290 203875 238121 200583 234050 188730<br />

236921 193495 216677 213682 229012 198232 223771 203883<br />

234717 209595 245609 208795 232915 201872 236674 199432<br />

228539 205499 245520 208451 238314 196282 243110 189770<br />

236199 201959 245515 208839 228875 197796 249288 202313<br />

237127 204601 233868 207195 234007 198786 231167 206580<br />

231891 200162 225489 205193 231831 215540 234470 200100<br />

230950 198380 224349 203883 236598 188318 222382 210960<br />

228140 198523 225625 204846 239053 202521 244924 186880<br />

236036 199292 233417 192610 234379 207734 245548 188331<br />

238102 198575 220112 212722 236541 198791 233362 192613<br />

235952 199286 234554 197661 246733 182788 247443 199901<br />

233444 197083 238560 203060 236455 188266 226061 219676<br />

233972 197964 226677 210350 227200 206330 228203 205026<br />

234145 197558 220899 212589 222850 199340 229493 206872<br />

228725 206811 246877 183051 224650 202380 229412 208959<br />

249390 204220 245984 183503 227837 201431 237052 208786<br />

247022 202615 237116 208499 233695 208170 235418 190679<br />

221366 213334 246726 202165 231052 206869 244293 187744<br />

240942 201947 224250 204875 231005 206873 244566 187771<br />

225301 198299 224212 204860 233506 207737<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>g van regionale modellen t.b.v. het Vlaams Grondwater Model (<strong>VGM</strong>) <strong>in</strong> <strong>GMS</strong>/<strong>MODFLOW</strong><br />

Perceel 2: Maasmodel<br />

99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!