7 Het afnemende belang van godsdienst en sociale klasse
7 Het afnemende belang van godsdienst en sociale klasse
7 Het afnemende belang van godsdienst en sociale klasse
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
deze doorbraak blijv<strong>en</strong>d zou zijn (Van der Eijk <strong>en</strong> Niemöller 1992: 283). Dat blijkt<br />
niet het geval te zijn geweest. Tijd<strong>en</strong>s de verkiezing<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1994 <strong>en</strong> 1998 is het<br />
CDA weer hoofdzakelijk teruggeworp<strong>en</strong> op de groep confessionele kiezers. In die<br />
jar<strong>en</strong> bestaat de achterban <strong>van</strong> het CDA nog maar voor 9 respectievelijk 7% uit seculiere<br />
kiezers. De tijdelijke steun <strong>van</strong> seculiere kiezers voor het CDA roept de<br />
vraag op in hoeverre er in die jar<strong>en</strong> inderdaad sprake was <strong>van</strong> e<strong>en</strong> omgekeerde<br />
doorbraak <strong>en</strong> zo ja, waar die omgekeerde doorbraak dan uit bestond.<br />
Uit eerder onderzoek is geblek<strong>en</strong> dat de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de familie waarin iemand is<br />
opgegroeid, naast individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, invloed heeft op het kiesgedrag (Need<br />
1997: 90). Zijn het wellicht alle<strong>en</strong> seculiere kiezers afkomstig uit e<strong>en</strong> confessioneel<br />
milieu die in de jar<strong>en</strong> tachtig hebb<strong>en</strong> gestemd op het CDA? Om e<strong>en</strong> antwoord te<br />
gev<strong>en</strong> op deze vraag hebb<strong>en</strong> we de kiezers ingedeeld in drie groep<strong>en</strong>: (1) christelijke<br />
kiezers, (2) seculiere kiezers die christelijk zijn opgevoed <strong>en</strong> (3) seculiere kiezers<br />
die niet christelijk zijn opgevoed. In 1971 was de verhouding in de sam<strong>en</strong>leving <strong>van</strong><br />
die drie groep<strong>en</strong> nog 7:1:2. In 1982 was de verhouding 6:2:2. In 1998 was de verhouding<br />
5:3:2.<br />
De waarneming dat het CDA in de jar<strong>en</strong> tachtig in staat was seculiere kiezers aan<br />
zich te bind<strong>en</strong>, wordt g<strong>en</strong>uanceerd als we rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met het onderscheid<br />
tuss<strong>en</strong> de hiervoor onderscheid<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> seculiere kiezers. Zo blijkt dat e<strong>en</strong> <strong>belang</strong>rijk<br />
deel, ongeveer tweederde, <strong>van</strong> de seculiere kiezers die in de jar<strong>en</strong> tachtig<br />
op het CDA hebb<strong>en</strong> gestemd, afkomstig is uit de groep seculiere kiezers uit e<strong>en</strong><br />
confessioneel milieu. In de bevolking als geheel was die verhouding aan het begin<br />
<strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> tachtig, zoals gezegd, ongeveer 50-50. Voorzover het CDA in de jar<strong>en</strong><br />
tachtig in staat was seculiere kiezers te trekk<strong>en</strong>, gaat het dus substantieel vaker om<br />
seculiere kiezers met e<strong>en</strong> confessionele achtergrond.<br />
7.4 Verander<strong>en</strong>de klass<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />
Tot nu toe hebb<strong>en</strong> we ons voornamelijk geconc<strong>en</strong>treerd op de religie <strong>van</strong> kiezers.<br />
We hebb<strong>en</strong> onder meer lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat het perc<strong>en</strong>tage christ<strong>en</strong><strong>en</strong> in de Nederlandse<br />
sam<strong>en</strong>leving de afgelop<strong>en</strong> dertig jaar sterk is gedaald <strong>en</strong> de groep seculiere kiezers<br />
sterk is gegroeid. <strong>Het</strong> stemgedrag <strong>van</strong> de groep seculiere kiezers wordt daarmee<br />
relatief <strong>belang</strong>rijker. <strong>Het</strong> is daarom tijd om aandacht te bested<strong>en</strong> aan de tweede<br />
scheidslijn binn<strong>en</strong> de Nederlandse politiek, die tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de klass<strong>en</strong>.<br />
In internationaal onderzoek is altijd veel aandacht geweest voor de relatie tuss<strong>en</strong><br />
<strong>sociale</strong> <strong>klasse</strong> <strong>en</strong> stemgedrag (Nieuwbeerta 1996). Simpel gezegd wordt in dat onderzoek<br />
nagegaan in hoeverre arbeiders ‘links’ <strong>en</strong> led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de midd<strong>en</strong><strong>klasse</strong> ‘nietlinks’<br />
stemm<strong>en</strong>. Uit dit vergelijk<strong>en</strong>de onderzoek komt Nederland naar vor<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
land waarin slechts in beperkte mate sprake is (geweest) <strong>van</strong> klass<strong>en</strong>gebond<strong>en</strong><br />
stemgedrag (Nieuwbeerta 1996: 358). Dit wordt uiteraard mede veroorzaakt door<br />
het bestaan <strong>van</strong> de georganiseerde <strong>godsdi<strong>en</strong>st</strong>ige groep<strong>en</strong> in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving.<br />
Deze <strong>godsdi<strong>en</strong>st</strong>ige zuil<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de klass<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<br />
e<strong>en</strong> ‘cross-cutting cleavage’. Zowel arbeiders als led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de midd<strong>en</strong><strong>klasse</strong><br />
maakt<strong>en</strong> immers deel uit <strong>van</strong> de confessionele zuil<strong>en</strong>. Dit reduceerde het aantal<br />
135