07.08.2013 Views

'Proust kun je niet zomaar verdietsen'

'Proust kun je niet zomaar verdietsen'

'Proust kun je niet zomaar verdietsen'

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>'Proust</strong> <strong>kun</strong> <strong>je</strong> <strong>niet</strong> <strong>zomaar</strong> <strong>verdietsen'</strong><br />

Vrijdag 19 december 1997 door Kester Freriks<br />

Twintig jaar geleden begon Thérèse Cornips aan de vertaling van Prousts 'À la recherche du<br />

temps perdu'. Nu is het levenswerk bijna af. “Ik kon een bepaalde passage <strong>niet</strong> vertalen als ik<br />

<strong>niet</strong> op dezelfde plek, op dezelfde trappen had gestaan als Proust.”Marcel Proust: 'De tijd<br />

hervonden I', (À la recherche du temps perdu), vert. Thérèse Cornips, De Bezige Bij, 256 blz.<br />

ƒ 42,50<br />

Vertaalster Thérèse Cornips aarzelt: “Zal ik Le temps retrouvé vertalen met De tijd<br />

hervonden of De hervonden tijd?” Uiteindelijk heeft ze als titel voor het laatste deel van<br />

Marcel Prousts romancyclus gekozen De tijd hervonden. Twintig jaar geleden begon Thérèse<br />

Cornips aan wat beschouwd kan worden als haar levenswerk, de vertaling van de ma<strong>je</strong>stueuze<br />

romancyclus À la recherche du temps perdu waaraan Proust werkte tussen 1913 en 1927.<br />

Onlangs verscheen in vertaling het voorlaatste boek, De tijd hervonden I. In de loop van<br />

volgend jaar zal dan het slotdeel, deel II, verschijnen, waaraan Thérèse Cornips nu volop<br />

werkt.<br />

Voordat zij door uitgeverij De Bezige Bij gevraagd werd zich te wijden aan Proust, had ze al<br />

een aantal vertalingen op haar naam staan, zoals In koelen bloede van Truman Capote, werk<br />

van Uwe Johnson, Goethe's Werther, La bâtarde van Violette Leduc en het intrigerende<br />

Peenhaar van Jules Renard. Met het dunne, bekoorlijke boek<strong>je</strong> Plaatsnamen: de plaats legde ze<br />

haar proeve van het vertalen van Proust af, en daarna werkte ze gestaag door. “Toen ik eraan<br />

begon, zag ik er nog <strong>niet</strong> tegenop,” zegt Thérèse Cornips in haar Amsterdamse appartement<br />

schuin tegenover het Rembrandt-huis. “Er zijn twee eerdere vertalers van Proust geweest,<br />

Miep Veenis-Pieters en Nico Lijsen, maar zij hebben <strong>niet</strong> de intentie gehad dit werk van zo'n<br />

lange adem te voltooien. Ik wist eerlijk gezegd ook <strong>niet</strong> wat me te wachten stond. In alle<br />

opzichten stelt Proust hoge eisen. Hij schreef voor een Frans intellectueel publiek dat alle<br />

verwijzingen, zowel literaire als maatschappelijke, herkende. Ik moet proberen die<br />

verwijzingen na te speuren, dat betekent zoeken in encyclopedieën, of ze voorleggen aan<br />

mensen, mijn vraagbakens. Soms ga ik ook op reis, naar Venetië bijvoorbeeld. Ik kon onder<br />

andere een bepaalde passage <strong>niet</strong> vertalen als ik <strong>niet</strong> op dezelfde plek, op dezelfde trappen had<br />

gestaan als Proust. Zoals hij dan in een wonderlijke passage schrijft over de opstoppers die de<br />

trappen <strong>je</strong> geven met hun ellebogen, over muren die hun hoeken intrekken - dat moest ik<br />

gezien hebben.<br />

“Het is maar zelden dat ik in een Duitse of Engelse vertaling kijk, de problemen worden er<br />

toch <strong>niet</strong> door opgelost. Naarmate ik ouder ben geworden, ben ik ook steeds kritischer. Mijn<br />

vertaalopvatting werkt tegen me. Er zijn grosso modo twee opvattingen. Vertalen wat er staat<br />

of een vloeiend Nederlands boek op tafel brengen en het origineel naar <strong>je</strong> eigen hand zetten.<br />

Ik vind dat <strong>je</strong> dat laatste <strong>niet</strong> moet doen. Een boek mag best vertaald lijken. De wereld van<br />

Proust heeft een zeer Franse historische en plaatselijke kleur. Je <strong>kun</strong>t het <strong>niet</strong> <strong>zomaar</strong><br />

'<strong>verdietsen'</strong>. Ik gebruik bijvoorbeeld geen uitdrukkingen als Jan en alleman, een dubbelt<strong>je</strong> op<br />

zijn kant en dergelijke. Ook termen uit de zeevaart, waaraan het Nederlands zo rijk is, leg ik<br />

<strong>niet</strong> in de mond van zijn personages. Zoals veel Franse klassieke auteurs schreef Proust een<br />

courant, intellectueel Frans dat hij tegelijkertijd creatief gebruikte. Daardoor is het nét <strong>niet</strong><br />

courant. Dat maakt het zo bijzonder. Ik wil de schrijver recht doen en daarmee maak ik het<br />

mezelf moeilijk.


“Nu vertaal ik het slot, De tijd hervonden II. Dat is voor een deel een rommelzooi, in het<br />

manuscript, bestaande uit tal van losse blaad<strong>je</strong>s en toevoegingen. Er staan ook foute zinnen<br />

in, die ik in mijn vertaling <strong>niet</strong> verbeter. Voor de foutieve constructie probeer ik een<br />

Nederlands equivalent te vinden. Een voorbeeld: 'Niet alleen verandert het snobisme van<br />

gedaante, maar het zou <strong>kun</strong>nen verdwijnen zoals de hele oorlog, en radicalen, joden,<br />

toegelaten zijn tot de Jockey Club.' Om de specifieke sfeer van het boek te behouden laat ik<br />

ook Monsieur, Madame en Duc en Duchesse enzovoort staan. In Nederland hebben wij <strong>niet</strong><br />

eens hertogen of markgraven. Dus handhaaf ik de Franse titel Vicomte. Sommige van zijn<br />

zinnen beslaan een halve of zelfs hele bladzijde. Dan ben ik lang, heel lang in de weer om zo'n<br />

zelfde lange zin vloeiend in onze taal te dwingen. Ik maak eerst met de hand een kladversie,<br />

die ik naderhand uittyp.<br />

“Vertalen is een paradoxale bezigheid. Enerzijds moet het, anderzijds is het onmogelijk.<br />

Vertalen is geen schoolopdracht. Op school vertaal <strong>je</strong> een stuk<strong>je</strong> Tacitus, daar krijg <strong>je</strong> een<br />

cijfer voor van de leraar. Zo werkt het <strong>niet</strong> bij een vertaling van de duizenden bladzijden die<br />

Proust telt. Als er al kritiek is, is dat gevit op details, soms zelfs ongefundeerd. Als ik ergens<br />

'blauwkop' vertaal in plaats van 'pimpelmees', dan heeft dat een bedoeling. 'Blauwkop' staat<br />

gewoon in Van Dale als gewestelijk woord voor pimpelmees. Mijn keuze voor dit woord werd<br />

ingegeven doordat ik in de context het woord blauw nodig had.”<br />

Met de publicatie van De tijd hervonden II zal Thérèse Cornips haar schrijver <strong>niet</strong> terzijde<br />

schuiven: “Als ik tijd van leven heb is het mijn ideaal met behulp van een laptop alle fouten te<br />

verbeteren, noten toe te voegen en in het geheel meer eenheid te krijgen, bijvoorbeeld wat<br />

betreft terugkerende uitdrukkingen of gezegdes. Enkele keren in de cyclus komt op<br />

wezenlijke momenten de uitdrukking voor 'la petite phrase', een muzikale zin in een stuk van<br />

Venteuil, de grote componist wiens muziek een rol speelt in de Recherche. Het heeft een zeer<br />

pregnante betekenis, het staat voor de liefde tussen Swann en Odette, en voor de <strong>kun</strong>st als de<br />

Verteller het zich toeëigent. Ik vertaal het met 'het zinnet<strong>je</strong>', en zo zou het, als er ooit een<br />

herziene druk komt, ook in de eerste delen moeten heten, als het aan mij ligt, <strong>niet</strong> 'themaat<strong>je</strong>'<br />

of 'motief<strong>je</strong>'. Ook dankzij de geannoteerde editie die er nu bestaat, kan ik problemen beter<br />

oplossen. Eerst, toen er nog geen microfilms waren, mocht ik nog de handschriften inzien<br />

onder het strenge, toeziende oog van de bibliothecaresse. Dat is een speciale sensatie, dat<br />

gekrabbel te zien. Jammer dat het <strong>niet</strong> meer mag.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!