10.08.2013 Views

Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED

Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED

Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

<strong>Handleiding</strong> <strong>OO8</strong>-<strong>project</strong><br />

<strong>Semester</strong> <strong>3.1</strong>, <strong>blok</strong> C, <strong>2005</strong>/<strong>2006</strong><br />

<strong>OO8</strong>-<strong>project</strong>: Freespace optische communicatie<br />

Vakcode: 5AB74 OO (ontwerp opdracht ) en NTV<br />

Studiepunten: 3 (OO) + 2 (NTV) (ECTS)<br />

Editor: dr.E.A.J.M. Bente<br />

Faculteit Elektrotechniek<br />

oktober <strong>2005</strong><br />

Pagina 1/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Inhoudsopgave<br />

1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

2. De opdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

2.1. Secure Optics B.V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

2.2. De ontwerp-opdracht in detail. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

2.3. Niet technische vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />

3. Organisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11<br />

<strong>3.1</strong>. Tijdsindeling, mogelijke trajecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11<br />

3.2. Rooster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12<br />

3.3. Beoordeling, verslaglegging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13<br />

3.4. Begeleiding bij de ontwerpopdracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17<br />

4. Appendices <strong>OO8</strong> opdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18<br />

4.1. Beschikbaaar materiaal, reserverings-systeem voor materiaal . . . . . . . . . . . . . . . 18<br />

4.2. Kostenanalyse opdracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />

4.3. Aanwijzingen voor het gebruik van diodelasers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23<br />

4.4. Laser veiligheid, lichtvermogensmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24<br />

Pagina 2/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

1 Inleiding<br />

Dit is de studentenhandleiding voor het <strong>OO8</strong> <strong>project</strong> “Freespace optische communicatie”.<br />

Hoofdstuk 1 t/m 3 geven een overzicht van het hele <strong>project</strong>. De appendices staan in hoofdstuk 4.<br />

Naast deze handleiding is er een <strong>OO8</strong> website en deze speelt een belangrijke rol. Dit is een<br />

zogeheten wiki-web-site. Dat is een site waarvan de inhoud op eenvoudige wijze kan worden<br />

aangemaakt. Vaak ook door meerdere mensen tegelijk.<br />

Het adres is: http://oed-pc32.tte.ele.tue.nl/<strong>OO8</strong>/index.php/HomePage . Op het algemene deel van<br />

deze site staat alle informatie over de <strong>OO8</strong> en de technische vaardigheidstrainingen (TV’s)<br />

inclusief de inhoud van deze handleiding. Daarnaast staat ook alle informatie over lokatie en<br />

tijden op de site. Dit algemene deel is voor iedereen toegankelijk.<br />

Een tweede deel van de site is een reeks groeps-websites. Iedere groep heeft zijn eigen site. Op<br />

deze site moet de voortgang van de <strong>project</strong>groep tijdens de ontwerpopdracht periode (<strong>blok</strong> C) van<br />

dag tot dag worden bijgehouden. Het is een elektronisch logboek van de <strong>project</strong>groep. De<br />

groepspagina’s vervangen het public folder systeem voor de groepen. Met een website zijn de<br />

gegevens beter te ordenen en aan te duiden. Iedereen in de groep kan de groepspagina’s wijzigen<br />

en uitbreiden. Het editen van de site gaat ook via de webbrowser. De groeps- en individuele<br />

pagina’s kunnen alleen worden bekeken als men de juiste naam en password gebruikt. Om<br />

pagina’s te kunnen editen en aanmaken moet men inloggen met een naam en een password dat<br />

men zelf kan kiezen. Op de introductiebijeenkomst zal een korte demonstratie worden gegeven.<br />

Bij deze OGO zijn de volgende mensen betrokken:<br />

Functie Naam TU/e –<br />

adres<br />

Tel.nr. Emailadres<br />

Projectcoördinator dr.E.A.J.M.Bente EH 10.09 e.a.j.m.bente@tue.nl<br />

Projectbeheerder ing. H. Moerman EH 10.15 h.moerman@tue.nl<br />

(materialen)<br />

Begeleiders<br />

TV’s en ontwerpopdracht<br />

ing. H. Moerman<br />

ir. B. Docter<br />

ir. H.C. Heyker<br />

EH 10.15<br />

EH 10.35<br />

EH 10.25<br />

Pagina 3/30<br />

h.moerman@tue.nl<br />

b.docter@tue.nl<br />

h.c.heyker@tue.nl<br />

Docenten commun. drs. O. Zeeuwen EH 0.25 4688 o.s.c.zeeuwen@tue.nl<br />

Vaard. En proj.man. drs. C. v.d.Bergh EH 0.25<br />

c.m.v.d.bergh@tue.nl<br />

Beheerder techn. fac. S. Couwenberg EEG 1.03 3245 j.a.e.m.couwenberg@tue.nl


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

2 De ontwerpopdracht<br />

2.1 Secure Optics B.V.<br />

Ronald Populier is altijd al een succussvol ondernemer geweest. Ooit in zijn schooltijd begonnen<br />

met het handelen in, en modificeren van brommer en kart onderdelen, heeft hij nu een succesvol<br />

engineering bedrijf voor high tech producten tot bloei gebracht. Als echte ondernemer was hij<br />

steeds op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Zo ook in het jaar 2000. Ook hij kon niet ontkomen<br />

aan de verleidingen van de boom in de telecom industrie. Met een vlot verhaal over snel op te<br />

zetten verbindingen was hij in staat een aanzienlijke som geld los te krijgen van een groep<br />

venture capitalist (VC) firma (3J Investments Ltd. in de U.K.). Ronald heeft met dat geld het<br />

bedrijf Secure Optics B.V. gestart. Niet op zijn achterhoofd gevallen, heeft hij eerst een groot<br />

deel van dat geld goed opzij gezet, en heeft slechts een klein deel besteed aan een consultant en<br />

een paar spulletjes. De VC’s wist hij zoet te houden met mooie verhalen. Nu, een aantal jaren<br />

later werd hem dat niet eens zo kwalijk genomen. Ronald had belegd in vastgoed en dus geld<br />

verdiend, terwijl de meeste andere investeringen van de VC in de telecom al lang ‘belly up’<br />

waren gegaan. Maar de situatie werd nu toch wel lastig want de VC eist een hoog rendement, er<br />

moest nu toch wel iets ‘echts’ gebeuren.<br />

In overleg met de consultant (Limited Strategies Inc.) en de investeerders werd besloten<br />

apparatuur voor optische straalverbindingen te gaan ontwikkelen. Dergelijke verbindingen zijn<br />

aantrekkelijk:<br />

• Ze kunnen snel worden opgezet en afgebroken en zijn dus zeer geschikt voor tijdelijke<br />

verbindingen. Er is alleen maar een directe zichtlijn nodig.<br />

• Er is geen vergunning nodig voor de gebruikte golflengte, i.t.t. microgolf verbindingen. Wel<br />

heeft men zich aan de veiligheidseisen van de intensiteit van de bundel te houden.<br />

• Er kan in principe een heel hoge bandbreedte van tientallen GHz of zelfs meer worden<br />

bereikt.<br />

• De lichtbundel is goed te collimeren en daardoor is deze ook moeilijk te onderscheppen. De<br />

intensiteit van het strooiveld is laag.<br />

De toepassingen van deze verbindingen zijn bijvoorbeeld het verbinden van diverse camera<br />

posities naar een regiekamer bij evenementen, of het maken van een netwerk verbinding tussen<br />

twee gebouwen, bijvoorbeeld als een bedrijf snel aan het uitbreiden is en er geen vaste kabel<br />

verbindingen zijn voor het interne netwerk.<br />

Er is een marktstudie verricht naar de mogelijkheden voor free-space communicatie systemen. De<br />

details van de resultaten staan elders in deze handleiding vermeld (opdracht TIO kostenanalyse).<br />

De hoofdpunten van de resultaten van dat onderzoek zijn:<br />

• Al naar gelang de afstand die kan worden afgelegd door de vrije ruimte, zijn er drie<br />

categorieën van systemen. Voor de korte afstand (30 meter), middellange afstand (30 –<br />

100 meter), en lange afstand (> 100 meter).<br />

o Korte afstand. Dit zijn goedkope systemen, waarvan men verwacht er een groot<br />

aantal te kunnen verkopen.<br />

o Middellange afstand. Deze systemen worden bijna tien maal zo kostbaar, en naar<br />

verwachting is de markt ook ongeveer 10 maal kleiner.<br />

o De kleinste markt is voor de duurste systemen die voor de lange afstanden<br />

gebruikt kunnen worden.<br />

Pagina 4/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

• Het systeem moet digitale data kunnen verwerken. Digitale audio via een standaard<br />

formaat is de minimale eis. Er is een standaard voor digitale verbindingen, de SPDIF<br />

interface (die tegenwoordig vaak al standaard in de PC op het moederbord zit), maar dit<br />

werkt niet goed over afstanden van meer dan 10 meter. Voor bijvoorbeeld studios die op<br />

locatie werken (reportages bijvoorbeeld of optredens) kan een hoge kwaliteit digitale<br />

audio verbinding over een grotere afstand heel bruikbaar zijn.<br />

Als algemene data en/of video kan worden verzonden dan kan er een hogere prijs<br />

worden gevraagd voor de systemen. Er is bijvoorbeeld een applicatie in de<br />

gezondheidszorg. Daar is behoefte om vanaf de werkplek van een specialist een<br />

kwalitatief goede videoverbinding te hebben met een collega behandelend arts die de<br />

patiënt behandelt, maar die minder gespecialiseerd is in de interpretatie van de<br />

diagnostiek. De specialist bevindt zich in een afdeling waar de videodata zijn gemaakt en<br />

hij wil overleggen met de behandelend arts die zich in bijvoorbeeld de polikliniek<br />

bevindt. Dat is typisch een ander gebouw op hetzelfde terrein, of een andere tent in het<br />

nood-veldhospitaal. De specialist en de behandelend arts moeten samen naar<br />

bijvoorbeeld de hartfilm kunnen kijken en met elkaar kunnen overleggen aan de hand<br />

van de beelden. Dat overleg kan met de telefoon. Voor de medische data is het van<br />

belang dat de lijn moeilijk is af te luisteren.<br />

Het ontwikkelteam staat nu voor de taak een systeem te ontwikkelen waarmee het bedrijf geld<br />

kan gaan verdienen op basis van de beschikbare marketing gegevens. Natuurlijk moet het hele<br />

systeem nog worden ge-engineered nadat het ontwikkelteam klaar is voor dat het geproduceerd<br />

kan worden. Het ontwikkelteam moet dus bewijzen/aannemelijk maken dat het ontwerp werkt en<br />

dat gemaakt kan worden voor de beschikbare toekomstige inkomsten. D.w.z. het ontwikkelteam<br />

moet het vertrouwen in de productie genereren (dat is de definitie van geld). Het meest<br />

overtuigende bewijs is natuurlijk een werkend systeem laten zien.<br />

Het punt waar het ontwikkelteam voor staat is dat ze niet drie volledige systemen kan ontwerpen<br />

en dan gaat kijken wat het beste is. De ontwikkeling moet eerder worden geconcentreerd op een<br />

bepaalde categorie (lange afstand, met alleen geluid bijvoorbeeld).<br />

De onwikkeling:<br />

Ronald Populier en de consultant hebben de ontwikkeling van het prototype voorbereid. Het team<br />

moet een prototype-systeem gaan bouwen en demonstreren. Het systeem moet bestaan uit een PC<br />

van waaruit de data op een laser of licht worden gemoduleerd. Als een laser wordt gebruikt voor<br />

de modulatie dan moet het licht via een glasvezel naar een zendtelescoop. Dit heeft praktische en<br />

veiligheids-redenen. De ontvangst-telescoop met daarop de detector moet dan op afstand kunnen<br />

staan met een PC eraan om het signaal in te lezen.<br />

Voor de ontwikkeling wordt een team opgezet. Daarin zitten: een groepsleider, een groepssecretaris,<br />

een laserveiligheid-specialist (gecombineerd met de specialist laseraansturing),<br />

technisch gespecialiseerde teamleden (die kunnen natuurlijk ook een van de bovengenoemde<br />

functies hebben) op de gebieden elektronica-ontwerp (laser aansturing en/of ontvanger<br />

elektronika), optisch systeem en transmissie, systeemontwerp en software zender/ontvanger<br />

Het ontwikkelteam wordt bijgestaan door een ‘facilitator’. Dit is een andere ingehuurde<br />

consultant die het ontwikkelproces begeleidt. Hij bewaakt het ontwikkelings-proces. De<br />

facilitator is wel technisch op de hoogte. (Dit is de begeleider) Hij kan in voorkomende gevallen<br />

doorwijzen naar een specialist.<br />

Pagina 5/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Het team heeft de beschikking over materialen. Een deel daarvan moet worden ingehuurd per<br />

dagdeel (en dus ook van tevoren gereserveerd).<br />

Naast de van tevoren geregelde apparatuur kan het ontwikkelteam ook de facilitator vragen of<br />

men ook aan ander materiaal dat het team nuttig vindt kan komen.<br />

Veiligheid:<br />

Er zijn twee soorten veiligheidseisen die een rol spelen in de ontwikkeling. De eerste eis betreft<br />

het uiteindelijke systeem. De lichtintensiteit die mag worden uitgezonden is wettelijk begrensd en<br />

er zijn een aantal voorschriften waar het systeem aan moet voldoen.<br />

De tweede eis is de veiligheidsituatie tijdens de ontwikkeling. Daar moet ook veilig gewerkt<br />

worden. (Dit is elders in deze handleiding in detail omschreven.) Gedurende de ontwikkeling mag<br />

de laser situatie niet boven die van een klasse 3R situatie uitkomen. Daar moeten door de groep<br />

zelf ook maatregelen voor worden genomen d.m.v. afscherming en een interlock (dat is een<br />

schakeling die de laser uitschakelt als de afscherming wordt verwijderd, of een andere onveilige<br />

situatie ontstaat) e.d. In principe kan men een klasse 3 systeem maken met de geleverde<br />

apparatuur. De ontwikkelgroep heeft niet de beschikking over een speciale ruimte die kan worden<br />

afgesloten. Indien de arbeidsinspectie langs komt en een situatie aantreft die onveilig is wordt het<br />

werk ter plekke stilgelegd met alle gevolgen (ook financieel voor het <strong>project</strong>) van dien.<br />

Om zich aan de bovenstaande regels te kunnen houden moet de ontwikkelgroep de beschikking<br />

hebben over een lichtvermogensmeter. Deze moeten men zelf bouwen en calibreren m.b.v. een<br />

commerciele vermogensmeter (denk aan TVE Lichtdetectoren).<br />

2.2 De ontwerp-opdracht in detail<br />

De opdracht voor het <strong>project</strong> in <strong>OO8</strong><br />

Ontwerp en bouw een optische telecomminicatie verbinding in de vrije ruimte in een richting<br />

waarmee Secure Optics B.V. zijn financiering kan veiligstellen en dus hopelijk opgebouwd<br />

worden tot een florerend bedrijf. Over de verbinding moeten digitale data worden verzonden.<br />

Over de verbinding moet een file met audio of video informatie worden verzonden. Idealiter<br />

wordt de file minstens op de afspeelsnelheid overgezonden.<br />

Het systeem moet worden ontwikkeld in het kader van een productontwikkelings afdeling in een<br />

bedrijfje dat een prototype moet bouwen. Deze ‘case’ met de randvoorwaarden sluit aan op de<br />

TIO Kostenanalyse uit semester <strong>3.1</strong>. Aan de hand van deze ontwerpopdracht moet een model<br />

worden ontwikkeld en worden geschreven (Zie 4.2). Deze moet worden ingeleverd en wordt<br />

beoordeeld door Dr Cees Kokke, docent van de TIO kostenanalyse.<br />

Het doel is het meest geloofwaardige systeem te ontwikkelen. Die geloofwaardigheid wordt<br />

bereikt door een kwantitatieve onderbouwing van de keuzes gemaakt in het systeem. Het gaat<br />

niet om het op papier meest winstgevende systeem!! Als het minst winstgevende systeem goed<br />

werkt en de andere niet goed werken dan is de keus voor de investeerder duidelijk, deze kiest<br />

voor het laagste risico gegeven de vaste winstmarge die er voor de investeerder in zit.<br />

Nadere omschrijving van het te ontwerpen prototype.<br />

Het materiaal dat wordt aangeboden staat in detail beschreven in sectie 4.1.<br />

Pagina 6/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

De signaalbron: een PC (notebook) met een CD en een interface voor Sony – Philips Digital<br />

Interconnect Format SPDIF. (6MHz analoge bandbreedte is nodig voor SPDIF)<br />

Een lichtbron. Besloten is op zichtbaar licht golflengten te werken. Dit heeft naast het voordeel<br />

van een zichtbare lichtbundel dat het te gebruiken lichtvermogen wat hoger is dan de Near<br />

Infrared (NIR) bronnen. De groep kan kiezen uit:<br />

a) Een single mode Fabry-Perot laser op 635nm, 5mW, van Hitachi. De laser is duur, en<br />

relatief laag vermogen t.o.v. LED, maar hoge bundelkwaliteit en laag ruis niveau<br />

(coherente bron).<br />

b) Een tweede single mode Fabry-Perot laser op 635 nm , 5mW van Sanyo. Dit model is<br />

voordeliger dan de Hitachi, maar nog niet getest.<br />

c) Een hogervermogen multimode laser op 690nm 35mW. Slechtere ruiseigenschappen.<br />

Er zijn een aantal veiligheids issues bij deze laser. Zie ook 4.2.<br />

d) Een LED bron (rood, groen en blauw). Goedkoop, veel vermogen, maar slechte<br />

bundelkwaliteit, hogere ruis (incoherente bron), bandbreedte is beperkt, maar kan wel<br />

gebruikt worden.<br />

De diode lasers raken heel gemakkelijk beschadigd. In appendix 4.3 staan een aantal punten<br />

opgesomd waar men op moet letten bij het gebruik van de lasers.<br />

De keuze van de lichtbron heeft gevolgen voor de keuze van de aansturing, glasvezel en<br />

veiligheid. Deze kan pas gemaakt worden als het hele systeem wordt doorgerekend/bekeken. Het<br />

licht uit de laser wordt gecollimeerd door een aspherische lens. We bieden de laser gemonteerd in<br />

een houder aan. Aan de elektrische zijde monteren we in de aangeboden laser ter bescherming<br />

een diode tegen reverse biasing en een weerstand. Zie het Wiki-web voor details: http://oedpc32.tte.ele.tue.nl/<strong>OO8</strong>/index.php/LaserInfo<br />

Modulatie systeem en laseraansturing.<br />

Het principe van hoe de informatie wordt overgedragen ligt in principe niet vast. Een eenvoudige<br />

amplitude modulatie van het digitale signaal kan waarschijnlijk goed werken, maar heeft wel een<br />

probleem. Het materiaal dat wordt aangeboden is gericht op directe modulatie van de lichtbron.<br />

De driver voor de laser moet worden ontwikkeld en gebouwd door de <strong>project</strong>groep, evenals de<br />

elektronika achter de licht-detector. In de aangeleverde literatuur zit standaard mogelijkheden<br />

voor laser en LED driver schakelingen en detector schakelingen. Om het optimale uit zo’n<br />

systeem te halen moet echter aan alle details aandacht worden gegeven. Zo moet bij de diodelaser<br />

een actief terugkoppel systeem worden gemaakt als men gegarandeerd het optimale<br />

uitgangsvermogen wil hebben. Hiertoe kan de ingebouwde fotodiode gebruikt worden. Met name<br />

voor de 35mW laser zijn voorzieningen nodig bij de voeding zoals een beveiliging bij het openen<br />

van de afscherming (een zogeheten interlock). Dat is niet ingewikkeld maar het moet er wel zijn.<br />

Zie voor de details het hoofdstuk over de laserveiligheid.<br />

Het signaal moet uit de PC worden geinterfaced naar de aansturing van de lichtbron. Er moet een<br />

interface komen vanuit de PC naar de lichtbron sturing/voeding. We gaan standaard uit van een<br />

continue datastroom voor een audioverbinding. Het systeem moet bestand zijn tegen<br />

onderbrekingen, d.w.z. een korte onderbreking van de lichtbundel moet alleen resulteren in een<br />

korte onderbreking van het beeld en/of geluid. Daarom bieden we de apparatuur aan voor een<br />

SPDIF digitale audio verbinding (44.1kHz met 16 bit, twee-kanaals, 1,41 Mb/s). Dit maakt een<br />

éénrichting-verbinding mogelijk. Met zo’n SPDIF verbinding kan men, in plaats van audio, ook<br />

andere data zoals video over gaan zenden door de informatie in een .wav file te verpakken. Uit de<br />

ontvangen .wav file kan dan weer de informatie worden gehaald. Het over te zenden signaal kan<br />

Pagina 7/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

ook weer verder gecodeerd worden om de gevolgen van een korte onderbreking van het licht te<br />

minimaliseren.<br />

De digitale signalen uit de SPDIF poort of andere bronnen moeten op de laser worden overgezet.<br />

Ook moet er elektronika zijn om de signalen van de detector naar de ingang van de PC aan de<br />

ontvangst kant te brengen. Deze delen moet door de <strong>project</strong>groep worden ontworpen en gebouwd.<br />

Dit willen wij zo open mogelijk laten en daarom volgt hier ook niet al te veel informatie.<br />

Voor de laser zijn vooral van belang:<br />

• de stroom mag nooit boven de maximum rating komen;<br />

• het laservermogen mag niet onbedoeld boven de veiligheidsgrenzen uitkomen;<br />

• het piek-laservermogen mag niet boven de maximum rating uitkomen;<br />

• de diodelasers zijn erg gevoelig voor beschadiging door ‘electrostatic discharges’ (ESD).<br />

Een boek en een aantal websites met informatie en praktische voorbeelden van circuits zijn<br />

beschikbaar. Die circuits zijn in het algemeen niet direct toepasbaar, vooral omdat de specifieke<br />

onderdelen niet verkrijgbaar zijn. Per groep zijn drie lasers beschikbaar.<br />

Glasvezels.<br />

Het licht uit de laser lichtbron moet in een vezel worden gekoppeld om het licht naar het optisch<br />

richtsysteem (hiervoor is een standaard telescoop gekozen) te leiden. De inkoppeling van de laser<br />

in de vezel en in de telescoop is iets dat goed bekeken moet worden en hangt samen met de keuze<br />

van de vezel:<br />

a) single mode glasvezel (standaard vezel op 1550nm) Deze vezel zal niet single mode<br />

zijn voor 630nm, dit type was voor 100m lengte meer dan 10 zo duur.<br />

b) multimode vezel (glas), step index, 1 maat, 200µm core,<br />

c) multimode vezel (glas), graded index 62,5µm core.<br />

De vezels zijn voorzien van standaard koppelingen. FC connectoren op vezels a) en b), en SMA<br />

connectoren op de multimode vezel. Voor alle soorten vezels zijn er kabels met een vaste lengte<br />

van 100m. Voor de multimode vezel zijn er ook een drietal vezels met 5 meter lengte.<br />

De vezel heeft een bepaalde numerieke appertuur en core diameter en de inkoppeling daarop<br />

moet goed gebeuren. Aanpassen van de laser bundel divergentie aan de numerieke appertuur van<br />

de vezel. Wij bieden standaard AR-gecoate aspherische optiek aan voor de laser collimatie en de<br />

focusering in de vezel. Voor een single mode vezel (SMF) moet men met Gaussische bundels<br />

rekenen. MM fibre kan met ray-tracing.<br />

De inkoppeling is een mechanische opstelling die in zijn geheel wordt aangeboden (introductie<br />

van de opstelling in TVE Lichtpropagatie). Deze kan eventueel worden uitgebreid met Spindler<br />

Hoyer / Thorlabs opto-mechanisch materiaal en optiek als men denkt daarmee de inkoppeling te<br />

kunnen verbeteren.<br />

Uitkoppeling/telescoop.<br />

Het uiteinde van de glasvezel wordt uitgekoppeld met een standaard collimatie lens en met<br />

behulp van een telescoop gecollimeerd tot een bundel die bijvoorbeeld tussen de twee gebouwen<br />

kan lopen. Hiervoor gebruiken we een standaard astronomische telescoop met een<br />

motorgestuurde montering. Die motorsturing kan eventueel ook met een PC worden<br />

gecontroleerd. Een 70mm diameter refractor kan de bundel voldoende vergroten tot een<br />

voldoende lage vermogensdichteheid (< 1mW op een cirkeldiameter van 7mm, zie ook 4.4).<br />

Bij het gebruik van een single mode vezel heeft men een diffractie-gelimiteerde bron, met hoge<br />

kwaliteits optiek kan dan de theoretische limiet van collimatie worden bereikt zodat zoveel<br />

Pagina 8/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

mogelijk licht bij de ontvanger komt, er moet wel nauwkeurig worden gericht. Bij gebruikt van<br />

multimode vezel zit men ver boven die limiet. Maar er kan een LED worden gebruikt en lagere<br />

kwaliteit optiek. Het kan meer robuust zijn, een grotere lichtbundel hoeft ook minder goed te<br />

worden gericht.<br />

Detector telescoop.<br />

Voor deze telescoop kan men kiezen uit twee typen telescoop. Het eerste is eenzelfde model als<br />

aan de zendkant (70mm refractor). Er is ook een andere keuze mogelijk. In principe is het<br />

gunstiger een wat grotere opening van de optiek te hebben aan de ontvangst zijde. Daarom<br />

kunnen we hier een 114mm spiegeltelescoop gebruiken. Dit is een standaard Newton<br />

astronomische kijker met montering. Het is een optisch systeem dat de bundel ontvangt en<br />

afbeeldt op de detector, eventueel via een aantal filters (deze zijn beschikbaar). De zender (laser<br />

of LED) werkt in een bepaald golflengte gebied en men kan een optisch filter voor de detector in<br />

het optische pad plaatsen om ander licht (daglicht e.d.) te onderdrukken. Filters geven ook verlies.<br />

De telescopen staan op statieven en zijn dus mobiel. Met een mobiele ontvangsteenheid kan men<br />

dan de afstand tussen de twee telescopen geleidelijk opvoeren.<br />

Om een bepaalde datasnelheid te kunnen halen moet een bepaalde hoeveelheid licht op de<br />

detector vallen om het signaal voldoende uit de detector ruis te halen. Hoe groter de detector hoe<br />

langzamer deze wordt, en hoe meer ruis (achtergrond signaal) er is, maar het wordt gemakkelijker<br />

te richten en in principe kan er ook veel meer licht op worden opgevangen. Het signaal van de<br />

detector (foto-diode) moet worden versterkt en afhankelijk van de modulatie techniek worden<br />

bewerkt. Bij toepassing van een digitaal AM modulatiesysteem is een stroom-spanningsomzetter<br />

en versterker nodig achter de fotodiode. Daarna is een discriminator nodig. Dit signaal moet<br />

daarna geinterfaced worden naar een PC (notebook) of ontvanger voor het digitale video/audio<br />

signaal. De ontvangen informatie in de PC kan worden gecontroleerd op fouten.<br />

Een goede manier om naar het systeem te kijken is om eerst een lichtbudget op te stellen voor de<br />

verbinding. Hoeveel licht is er nodig op de detector? Vanuit de eisen voor de optische detector, de<br />

datasnelheid en het modulatie systeem volgt een minimum hoeveelheid licht energie/vermogen<br />

dat op de detector moet vallen. Hoeveel licht kan de ontvangst telescoop verzamelen? Hoeveel<br />

licht komt er aan bij de ontvanger? Hoeveel variatie zit daarin en wat is de invloed van het<br />

daglicht? De bundel in de vrije ruimte kan op verschillende manieren worden onderbroken<br />

(vogels, blaadjes) en verstrooid (regen, mist e.d.). Hoe vangt men dit op, met een hoger<br />

vermogen? Het gebouw kan bewegen? Hoe vangt men dit op, hoe groot is het probleem? Hoeveel<br />

moet vanuit de zendtelescoop uitzenden? Er zijn veiligheidseisen die aan de lichtbundel in de<br />

vrije ruimte moeten worden gesteld. Deze geven de maximale vermogensdichtheid (afhankelijk<br />

van de golflengte). In combinatie met de eis aan de hoeveelheid licht die nodig is in de ontvanger<br />

geeft dit een ondergrens aan de bundel diameter. Hoeveel licht moet er uit de glasvezel komen?<br />

De keuze van de glasvezel beïnvloed hoe goed de het licht uit de zendtelescoop kan worden<br />

gecollimeerd. Hoeveel licht moet er uit de laser komen? Hoeveel variatie zit daarin in de diverse<br />

omstandigheden? De keuze van de componenten en systeem prestaties zijn hier allemaal van<br />

invloed. Het gaat er in deze ontwerpopdracht om dat de gemaakte keuze kwantitatief<br />

worden onderbouwd en beargumenteerd.<br />

Aan te bieden materialen en literatuur staan in detail omschreven in de appendices en op de <strong>OO8</strong>website.<br />

Als men ander materiaal wil gebruiken, aarzel dan niet om daarnaar te informeren.<br />

Pagina 9/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

2.3 Niet technische vaardigheden<br />

De volgende activiteiten m.b.t. de niet-technische vaardigheden komen aan de orde in deze OO.<br />

• Project team leider. Iedere OO groep heeft een team leider en iedere student wordt geacht<br />

eenmaal als team leider te hebben gefunctioneerd. Bij de indeling in de OO groepen<br />

wordt ervoor gezorgd dat er altijd iemand is die nog <strong>project</strong>leider moet zijn.<br />

• In de <strong>project</strong>teams wordt gewerkt met een Wiki groeps-website als documentatie systeem<br />

en voor de bewaking van de voortgang van het <strong>project</strong>. De opbouw, kwaliteit en het<br />

gebruik van het de website wordt beoordeeld. Olga Zeeuwen geeft hiervoor een<br />

beoordeling. Deze site neemt de rol over van de zogeheten public folders.<br />

• In het <strong>project</strong> speelt een model voor de berekening van de opbrengsten van het <strong>project</strong><br />

een belangrijke rol. De opzet van dit model is een opdracht die bij TIO Kostenanalyse<br />

hoort. Het model wordt ingeleverd bij de docent van het TIO Kostenanalyse (zie agenda).<br />

De getallen die worden ingevuld en de keuze van de componenten zijn onderdeel van<br />

<strong>OO8</strong>. In de tussenrapportage moet hier ook aandacht aan worden besteed.<br />

• Iedere deelnemer aan de OO moet gedurende het <strong>project</strong> een verslag van maximaal vier<br />

pagina’s schrijven over zijn/haar activiteiten. Het eindverslag van de groep bestaat uit<br />

delen die door de verschillende groepsleden worden geschreven. Er moet duidelijk<br />

worden aangegeven wie wat geschreven en gedaan heeft.<br />

• Iedere groep moet een eindpresentatie geven.<br />

• Studenten worden er hierbij gewezen op de mogelijkheden van het zoeken van informatie<br />

via INSPEC en de IEEE electronic library.<br />

Pagina 10/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

3 Organisatie<br />

<strong>3.1</strong> Ruimten en materiaal<br />

Het werk aan <strong>OO8</strong> loopt in <strong>blok</strong> C in het eerste semester. Er is een introductie-bijeenkomst bij de<br />

aanvang van <strong>blok</strong> C.<br />

Ruimten<br />

De <strong>project</strong>lokalen staan vermeld op de website voor <strong>OO8</strong>. Daarnaast is er een ruimte voor het<br />

materiaal dat op inschrijving te gebruiken is (telescopen, power meter etc). Zie ook de website.<br />

Materiaal<br />

Bij deze opdracht wordt veel materiaal gebruikt dat uit kleine onderdeeltjes bestaat. Wees hier<br />

zuinig op. Ook die kleine onderdelen kosten veel geld.<br />

Sommige apparatuur moet worden gereserveerd. Daarvoor ligt een schrift in de kamer waar deze<br />

apparatuur is opgeslagen. Bij de reserveringen voor apparatuur kan alleen voor <strong>blok</strong>ken van 2 uur<br />

worden gereserveerd. Overleg met elkaar. Bijvoorbeeld: is men eerder klaar, kijk dan even na of<br />

een andere groep in het <strong>blok</strong> erna dezelfde apparatuur heeft gereserveerd en laat ze weten dat<br />

deze nu vrij is. Over het gebruik voor langere perioden dan twee uur moet je overleggen.<br />

Leg/breng de apparatuur altijd compleet terug en in de oorspronkelijke staat.<br />

De diode lasers zijn kwetsbaar, we herhalen dat nog maar een keer. Iedere groep krijgt maximaal<br />

drie lasers ter beschikking. Daarna krijgt de groep geen lasers meer.<br />

Pagina 11/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

3.2 Rooster<br />

In <strong>blok</strong> C staan voor de <strong>OO8</strong> en NTV de volgende uren open:<br />

• maandag uren 1,2<br />

• dinsdag uren 1 t/m 8<br />

• donderdag uren 1 t/m 8<br />

• vrijdag uren 7,8<br />

Een meer gedetailleerd overzicht voor het gehele <strong>project</strong> staat op de website: http://oedpc32.tte.ele.tue.nl/<strong>OO8</strong>/index.php/OoScheduleAndDeliverables<br />

. Het beste is om in de loop van<br />

het <strong>project</strong> de website te raadplegen omdat er altijd aanpassingen mogelijk zijn.<br />

Pagina 12/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

3.3 Werkwijze, beoordeling, verslaglegging<br />

Toegang tot de ontwerpopdracht<br />

Bij aanvang van de ontwerpopdracht moeten de studenten aan de volgende eisen voldaan hebben<br />

willen ze door kunnen gaan met het <strong>project</strong>:<br />

• Alle TVs moeten met goed gevolg zijn afgelegd.<br />

• Een getekende veiligheidsverklaring (i.v.m. de laserveiligheid) moet zijn ingeleverd.<br />

De ontwerpopdracht<br />

Gedurende de ontwerpopdracht moet de voortgang en status van het <strong>project</strong> worden bijgehouden<br />

op het <strong>OO8</strong> Wiki web. Iedere groep heeft een web-site die moet worden gebruikt voor de<br />

verslaglegging en administratie van de groep. De verzorging van die groeps-site kan gebeuren<br />

door een van de groepsleden maar het mag ook door meerdere. Per dagdeel moet er gemeld<br />

worden wat de activiteiten waren voor die dag, wie de activiteiten heeft verricht en wie<br />

rapporteert op het Wiki-Web. In de verslagen kan worden verwezen naar materiaal dat op de<br />

webpagina’s is geplaatst. De opbouw en het gebruik van het wikiweb wordt beoordeeld als niet<br />

technische vaardigheid. De web-site dient verder als informatiebron en voortgangsbewaking voor<br />

de begeleiders.<br />

Een wiki web-site is iets anders dan de public folders. Bijvoorbeeld: als je notulen of<br />

aantekeningen op de pagina’s zelf maakt en niet in een file, dan kun je die informatie altijd up to<br />

date houden. Je hebt dan geen problemen meer met, wat is de laatste versie e.d. Als je wel files<br />

wilt of moet bewaren via de site dan kan daar een meer uitgebreide uitleg bij van wat de file moet<br />

voorstellen en je eindigt niet zo snel met bergen files waarvan je geen idee hebt waarvoor ze zijn.<br />

Er zijn twee fasen in de ontwerpopdracht.<br />

In de eerste fase maakt de <strong>project</strong>groep een beargumenteerde beslissing over wat voor systeem<br />

men wil gaan bouwen. Dat gebeurt op basis van het financiële model voor de drie sets van<br />

systeemeisen die in de opdracht van de TIO kostenanalyse zijn gegeven, samen met een studie<br />

van de technische mogelijkheden.<br />

De groep moet gaan kiezen wat voor systeem ze gaan maken. Dat betekent dat men moet weten<br />

welke onderdelen er in het systeem gebruikt gaan worden om de kosten te kunnen bepalen. Hoe<br />

haalbaar zijn de eisen? Welke glasvezel ga je gebruiken? Hoeveel licht verlies je in de telescoop.<br />

Kun je die voldoende naukeurig richten, enz, enz. Er zijn veel onzekerheden in een ontwerp. Die<br />

kun je reduceren door metingen, tests en simulaties aan subsystemen te doen.<br />

Aan het eind van de eerste fase heeft de <strong>project</strong>groep een keuze gemaakt voor de specificatieset<br />

voor het systeem. Ook heeft de <strong>project</strong>groep een idee hoe men het systeem technisch wil gaan uit<br />

voeren.<br />

Het zal duidelijk zijn dat de keuzes in deze eerste fase nog niet definitief kunnen zijn, maar het<br />

gaat erom dat er een duidelijke kwantitatieve argumentatie ligt waarom de keuzes gemaakt zijn en<br />

dat men weet wat voor tests en testmetingen men moet gaan uitvoeren om die keuze verder te<br />

onderbouwen en eventueel aanpassingen te maken. De taken zijn verdeeld over de groepsleden en<br />

de groepsleden weten hoe zij hun taak gaan aanpakken.<br />

Pagina 13/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

De eerste fase wordt afgerond met een voortgangsverslag van ieder lid van de <strong>project</strong>groep. In de<br />

<strong>project</strong>groep moeten de taken worden verdeeld over drie gebieden:<br />

1. Het gehele systeem en de software.<br />

2. De elektronica voor de laser driver en ontvanger.<br />

3. Het optische systeem en de optische signaaltransmissie.<br />

Op ieder van die gebieden zullen (in de meeste gevallen bij 6 groepsleden) twee mensen actief<br />

zijn. Van ieder groepslid wordt verwacht dat hij of zij een individueel verslag inlevert op het<br />

gebied van zijn of haar specialisatie. Bij een groep van 6 personen worden dus per specialisatie<br />

twee rapporten verwacht.<br />

In ieder individueel verslag moet zijn aangegeven:<br />

1. Formuleer de opdracht / taak die men heeft.<br />

2. Wat zijn de specificaties van wat men moet realiseren.<br />

3. Wat is de oorsprong van de specificaties; hoe staan ze in verband met de andere<br />

onderdelen?<br />

4. Hoe ga je het probleem aanpakken, welke oplossing wordt er voorgesteld?<br />

5. Waarom deze aanpak en oplossing (welke kwantitatieve technische en kosten redenen)?<br />

6. Hoe ga je testen of het een goede oplossing is?<br />

7. Welke metingen moeten daarvoor worden gedaan?<br />

8. Wat is jouw tijdsplanning voor de rest van de periode?<br />

Laat deze punten duidelijk in de structuur van je verslag naar voren komen.<br />

Meer specifiek voor de drie specialisatie gebieden moet in de verslagen het volgende worden<br />

behandeld:<br />

1. Systeem en software:<br />

a. de keuze voor welk systeem men gaat realiseren;<br />

b. de te ontwikkelen programmatuur, programmastructuur en bibliotheken;<br />

c. wat gaat men doen aan foutendetectie, hoe ondervangt men onderbrekingen op;<br />

d. de specificaties van het systeem en de software.<br />

2. Elektronica:<br />

a. de specificaties voor de prestaties van de laser en laseraansturing;<br />

b. de specificaties voor de detectieschakeling (gevoeligheid, bandbreedte etc.);<br />

c. het verband tussen deze specificaties en systeem aspecten (zoals het gekozen<br />

modulatie schema, hoe vang je variaties in de intensiteit van het licht op);<br />

d. de oplossingen die zijn gekozen in de schakelingen en de redenen (kwantitatief).<br />

3. Optisch systeem en transmissie:<br />

a. de specificaties voor het optische systeem dat men wil realiseren<br />

b. het geplande lichtbudget (hoeveelheid licht uit de laser, verliezen in de diverse<br />

onderdelen).<br />

c. het verband tussen deze specificaties en systeem aspecten (hoeveel licht moet er<br />

op de detector komen, wat is het gevolg van daglicht, welke variatie in licht<br />

intensiteit zal er ontstaan, wat zijn de gevolgen van variatie in uitlijning tussen de<br />

telescopen)<br />

d. de oplossingen die zijn gekozen in het optisch pad en de redenen (kwantitatief).<br />

Als twee mensen op hetzelfde specialisatie gebied werken (wat typisch het geval zal zijn) dan<br />

moet men natuurlijk goed samenwerken bij het maken van de verslagen. Er kan wel een verdeling<br />

worden gemaakt wat de taak betreft, maar let erop dat de twee verslagen samen het<br />

specialisatiegebied goed afdekken.<br />

Pagina 14/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Dit verslag moet maximaal 4 pagina’s lang worden (meer lezen we niet). Voor details kun je<br />

naar de website verwijzen. Het verslag wordt nagekeken in de week waarin het wordt ingeleverd,<br />

en het wordt zo snel mogelijk besproken. De bespreking is vanwege het tijdsbeslag met twee<br />

mensen (de twee specialisten) tegelijkertijd. Er wordt naar gestreefd om dat in dezelfde week te<br />

doen.<br />

De inlevertermijn staat in de agenda op de website.<br />

Als een van de onderdelen van deze bespreking onvoldoende is uitgevoerd dan moet dit worden<br />

verbeterd en opnieuw worden besproken. Dat kan in een kleinere kring en kan beperkt zijn tot een<br />

of twee leden van de groep.<br />

Hierna volgt de tweede fase waarin het gekozen systeem wordt verder ontwikkeld, testen worden<br />

uitgevoerd, gerealiseerd en geoptimaliseerd.<br />

In de laatste week van <strong>blok</strong> C geeft iedere groep geeft een presentatie van de behaalde resultaten.<br />

Zie de agenda op de website voor de datum en details. Aan de orde komen:<br />

• Presentatie van gerealiseerde oplossing en behaalde (deel)resulaten.<br />

• Hoe men tot de oplossingen is gekomen.<br />

• Bespreking van de resultaten, wat waren de begrenzingen, verder mogelijke<br />

verbeteringen.<br />

• Conclusie voor de BV. Haalt het <strong>project</strong> de criteria van de investeerders. Hoe moet het<br />

verder?<br />

De laatste activiteit in de week is dat iedere groep een periode van twee uur krijgt om te<br />

demonstreren wat men heeft bereikt. Die langere periode is nodig voor het opzetten van de<br />

opstellingen. Alle deelresultaten kan men ook laten zien in die tijd.<br />

Verder moet er een schriftelijk eindverslag worden ingeleverd. In dit verslag wordt het volledige<br />

prototype gepresenteerd.<br />

• Inleiding.<br />

Wat was het doel van het werk van de groep, wat voor systeem wilde men<br />

ontwikkelen? Wat waren de specificaties die men wilde aantonen.<br />

• Methoden en het systeem. Hoe is het systeem ontworpen? Omschrijving van het<br />

gerealiseerde systeem. Waarom zit het zo in elkaar? Hoe en waarom zijn de<br />

componenten geselecteerd en/of ontworpen en gedimensioneerd in dit systeem?<br />

Geef kwantitatieve argumenten.<br />

• Resultaten en discussie. Presentatie van de (meet-)resultaten en karakterisatie van<br />

de ontwikkelde onderdelen van het systeem. Presentatie van meet- en<br />

karakterisatie-resultaten van het hele systeem. Bespreek deze, werkt het allemaal<br />

zoals verwacht en zo niet waarom?<br />

• Conclusies. In hoeverre voldoet het systeem aan de in de inleiding genoemde<br />

doelstelling? Welke onderdelen voldoen wel, welke niet? Wat beperkt de<br />

mogelijkheden van het huidige systeem? Kan het systeem verder worden<br />

verbeterd en hoe? Kan het <strong>project</strong> doorgaan?<br />

Laat bovenstaande structuur duidelijk in het verslag naar voren komen. Dit eindverslag moet door<br />

de groep worden opgesteld. Voor de verschillende onderdelen moet duidelijk worden aangegeven<br />

wie wat heeft geschreven en gedaan, zodat naast een groepscijfer ook een individueel cijfer kan<br />

worden gegeven. Ga voor de verdeling van de onderdelen over de groepsleden uit van de<br />

Pagina 15/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

specialisaties. De bovengenoemde indeling kan wel wat worden aangepast om de verdeling over<br />

de groepsleden te vereenvoudigen.<br />

De inlevertermijn voor het groepsverslag is gegeven in de agenda op de website.<br />

Beoordeling<br />

Er worden vier cijfers gegeven:<br />

1. Een individueel cijfer voor het eerste verslag (10%)<br />

2. Een individueel cijfer voor de voortangsbespreking (10%)<br />

3. Een groepscijfer voor de einddemonstratie, presentatie en WikiWeb (30%)<br />

4. Een individueel cijfer voor bijdrage aan het eindverslag en een beoordeling van de<br />

activiteiten door de begeleider en aan de hand van het WikiWeb (50%)<br />

Tussen haakjes staat de bijdrage aan het eindcijfer gegeven.<br />

Registratie van de door de begeleiders aangeleverde resulaten wordt gedaan door de<br />

<strong>project</strong>coordinator.<br />

Pagina 16/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

3.4 Begeleiding bij de ontwerpopdracht<br />

Iedere OO groep heeft een begeleider. De begeleider beoordeelt het werk en is een vraagbaak<br />

voor de groep. De begeleider zal af en toe langskomen om te zien hoe het gaat. De groep kan met<br />

de begeleiders of <strong>project</strong>coordinator contact opnemen voor vragen. Het aanspreken van de<br />

begeleider telt niet mee bij de kosten van het <strong>project</strong>. Dit is om te garanderen dat de begeleider<br />

een goed inzicht kan krijgen in de activiteiten in de groep.<br />

Iedere begeleider heeft twee groepen.<br />

De begeleiders voor <strong>OO8</strong> zijn:<br />

Hans Moerman<br />

Hugo Heyker<br />

Boudewijn Docter<br />

Erwin Bente<br />

De georganiseerde contact momenten van de begeleider met de groep zijn de besprekingen van de<br />

individuele verslagen en de groepspresentatie en demonstratie. Verder gaat het initiatief uit van<br />

de <strong>project</strong>groep om contact op te nemen met de begeleider.<br />

Pagina 17/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

4 Appendices<br />

4.1 Beschikbaaar materiaal en reserveringen<br />

Omschrijving van alle materiaal dat gegarandeerd beschikbaar is (behoudens overmacht), en heel<br />

globaal wat de functie ervan is. Uitgebreide documentatie van het materiaal is op de OO website<br />

te vinden.<br />

Iedere groep heeft de volledige beschikking over:<br />

1. gereedschapsetje (van practicum)<br />

2. elektronika breadboard<br />

3. voedingen<br />

4. soldeerapparatuur<br />

5. BNC coax kabels, BNC – banaan verloopstukjes, BNC-Tstukken e.d.<br />

6. digitale oscilloscoop 60 of 100MHz (2 of 4 kanaals) (er zijn een aantal interfaces voor de<br />

notebook computers voor deze computers).<br />

7. Puls/functie-generator 15 MHz 40% duty cycle<br />

8. Een PC met daarin een CD of DVD speler en een geluidskaart met SPDIF in/uitgangen<br />

(elektrisch en optisch).<br />

9. elektronika materialen (onderdelen op-amps, diodes, kleine leds, vero-board etc.)<br />

10. Onderdelen voor de zelf te bouwenlichtvermogensmeter (minimaal FDS1010 op cage<br />

plate, voeding en multimeter)<br />

11. 1 HL6312G 635nm 5mW Hitachi diode laser (9mm can). De laser moet worden<br />

aangeboden met een reverse bias protection diode eraan.<br />

12. 1 HL6738MG 690nm 35mW Hitachi diode laser (5.6mm can)<br />

13. 1 Sanyo DL3148-025 635nm 5mW diode laser (5.6mm can)<br />

14. 3 hoogvermogen LEDs (LumiLeds Luxeon Star/O Red, Blue, Green)<br />

15. C230TM-B 600-1050nm moderate NA Optic voor de laser collimatie f =4.5mm,<br />

N.A.=0.55, AR coating<br />

16. S1TM09 mounting optic adapter voor de C230TM-B aspheric lens<br />

17. CP02/M threaded cageplate, hier past de S1TM09 houder met de lens in. deze cageplate<br />

past op het Spindler Hoyer Mikrobank materiaal<br />

18. S1LM9 Laser mount, om een laser diode met een 9mm can of 5.6mm laser can te<br />

bevestigen<br />

19. SPT1/M Slip Plate Positioner Coarse. Een cage plate met XY positionering waar de<br />

S1LM9 Laser mount in past.<br />

20. twee CP01/M dichte cage plate waar een detector op gemonteerd kan worden.<br />

21. FDS100 Si PIN fotodiode 10ns risetime<br />

22. FDS010 Si PIN fotodiode 1ns risetime<br />

23. FDS1010 Si detector 10x10mm 2<br />

24. Twee lange stangen SH mikrobank<br />

25. Twee houders voor de stangen<br />

26. MB3030/M Breadboard, M6 matrix plaat 30cm bij 30cm<br />

27. bevestigingsmateriaal voor de stangenhouders op de matrix plaat<br />

28. Een boekje lenspapier<br />

29. Een druppelflesje propylalkohol en tangetje voor schoonmaken optiek<br />

30. Een boek: Optoelectronics, Fiber Optics, and Laser Cookbook.<br />

31. Een SPDIF interface met USB aansluiting. Model Edirol UA-1D USB Audio Interface<br />

cable.<br />

Pagina 18/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Voor alle groepen samen zijn er:<br />

32. Twee maal een KT112/M Laser diode to Single/Multimode Fiber Coupler. De cageplate<br />

met de laser collimatie-lens en de cageplate met de laser kunnen hier op worden<br />

geplaatst. De glasvezels kunnen met een FC of SMA connector worden aangesloten en<br />

worden uitgelijnd met twee differentieel micrometers (X-Y) en een gewone micrometer<br />

voor de focussatie. Let erop dat je dit materiaal compleet houdt!<br />

33. Twee maal een C220TM-B 600-1050nm AR coated lens in een ring voor de focusatie<br />

van het licht in de vezel. f = 11.0mm, N.A. = 0.25<br />

34. Twee maal een glasvezel 100m Single Mode Fibre voor 1550nm met FC connectoren<br />

35. Twee maal een GRIN glasvezel 62.5µm kern, 100m lang met FC connectoren<br />

36. Eén maal een multimode vezel 200µm kern, 100m lang (deze vezel is nogal duur,<br />

vandaar er maar een is) met SMA connectoren.<br />

37. Drie maal een multimode vezel 200µm kern, 5m lang met SMA connectoren.<br />

38. Twee maal een FC collimation Package 600-1050nm AR coated (F230FC-B). Dit is een<br />

stukje optiek in een metalen cylinder met een FC connector erop. Geeft een<br />

gecollimeerde bundel uit de vezel.<br />

39. Drie maal een SMA collimation Package 600-1050nm AR coated (F230SMA-B). Dit is<br />

een stukje optiek in een metalen cylinder met een SMA connector erop. Geeft een<br />

gecollimeerde bundel uit de vezel.<br />

40. Drie maal een AD11F fibre collimation adapter for SM1 series mount. Houder voor de<br />

collimation package die in een cage plate kan worden geplaatst.<br />

41. Een CP01/M Threaded Cage Plate. Hier can de fibre collimation adapter in worden<br />

geplaatst.<br />

42. Vier stangen S&H mikrobank<br />

43. en een oude cageplate die wordt gemonteerd aan de zendtelescoop. De threaded cage<br />

plate, de vier stangen en deze cageplate vormen de inkoppeling op de telescoop.<br />

44. Drie (of twee) 70mm refractor met een tweetal oculairen. Op aluminium statief met een<br />

azimuthale montering, motor gestuurd. De telescoop heeft een omklap spiegel en een<br />

camera aansluiting.<br />

45. Eén ontvangst telescoop, Newton spiegeltelescoop 114mm opening en 500mm<br />

brandpuntsafstand.<br />

46. Net als bij de zend telescoop, een oude cage plate gemonteerd aan de ontvangst telescoop<br />

met daarin<br />

47. Vier S&H stangen.<br />

48. Twee cageplates voor de montering van een interferentie en een glasfilter<br />

49. Hierachter kan de cageplate met de detector worden gemonteerd die iedere groep heeft.<br />

50. Materiaal voor de detector elektronika en de ontvangst van het digitale signaal op een PC.<br />

Dit wordt ook een geluidskaart, nu met een USB aansluiting zodat deze op de notebook<br />

van de studenten kan worden aangesloten.<br />

51. S120/M Thorlabs Optical power meter system. Licht vermogens meter. Ter calibratie van<br />

de eigenbouw licht meter of in combinatie met de vezel-koppeling opstelling.<br />

52. SM1FC, glasvezel FC adapter voor bij de powermeter.<br />

53. SM11SMA glasvezel SMA adapter voor bij de powermeter.<br />

54. Twee SPDIF interfaces met USB aansluiting voor de ontvangst zijde. Model Edirol UA-<br />

1D USB Audio Interface cable. (8 in totaal beschikbaar voor 2003/2004 dus, voor deze<br />

OO?)<br />

55. Twee eenvoudige CCD cameras die op de telescopen passen (de ‘electronic eyepieces’)<br />

Pagina 19/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Reserverings-systeem voor materiaal<br />

Van bepaalde appartuur is slechts een beperkt aantal ter beschikking, d.w.z. een lager aantal dan<br />

het aantal groepen dat tegelijk aan het werk is. Deze apparatuur kan worden gereserveerd in een<br />

boek/map die in de kamer met dit materiaal ligt.<br />

Men kan reserveren voor:<br />

70mm refractor telescoop met bijbehoren<br />

114 mm Newton spiegel telescoop met bijbehoren (CCD cameras, oculairen en Barlow<br />

lenzen)<br />

Glasvezel inkoppel houders met optiek<br />

Specifieke glasvezels<br />

Extra USB geluidskaarten met SPDIF en toebehoren<br />

Laservermogensmeter<br />

Kleurfilters<br />

Pagina 20/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

4.2 Opdracht TIO <strong>3.1</strong> Kostenanalyse<br />

Bij het ontwikkelen en ontwerpen van complexe systemen worden al in een vroeg stadium de<br />

kosten bepaald die later pas worden gemaakt. Hierbij kan men denken aan het in productie nemen<br />

van dergelijke systemen, onderhoud, after-sales service etc. Hierbij moet dan zeker niet vergeten<br />

worden de marketingkosten om een en ander op de markt te brengen.<br />

De opdracht voor het genoemde <strong>project</strong> in het kader van het vak kostenanalyse is om een<br />

prestatiesysteem te bouwen (mbv software) waaruit kan worden afgeleid dat bij bepaalde<br />

prestatie-eisen bepaalde kosten horen maar ook een bepaalde verkoopprijs en omvang van het<br />

aantal eenheden van het systeem wat wordt verkocht. Welk systeem gaat u bouwen? Met andere<br />

woorden welke onderdelen gaat u gebruiken etc. en wat gaat dit opleveren?<br />

De volgende gegevens staan u ter beschikking:<br />

Het te ontwerpen systeem kan in 3 varianten worden uitgebracht:<br />

Systeem 1: er kan een afstand worden overbrugd van 30 meter. De vraag naar deze systemen is<br />

ongeveer 10.000 stuks, die in 5 jaar worden verkocht. Het eerste jaar is de vraag minder dan in<br />

het tweede jaar, wat blijkbaar met de verkoopprijs zal samenhangen.<br />

Immers er wordt vanuit gegaan dat de prijs na het introductiejaar met 10% per jaar zal dalen. De<br />

vraag zal als gevolg hiervan met 20% per jaar toenemen.<br />

De prijs in het introductiejaar ligt op € 300 (excl. BTW).<br />

Systeem 2: afstand is 30-100 meter. De totale vraag is 1.000 stuks, die in 5 jaar worden verkocht.<br />

Ook hier gelden dezelfde vraag en prijsgegevens als bij systeem 1, met die verstande dat er een<br />

mogelijkheid bestaat om dit systeem in het Verre Oosten te verkopen, waarbij kan worden<br />

gerekend op een extra verkoop van 300 stuks tegen de halve introductieprijs. Dit zal gedurende<br />

het 3 e jaar kunnen. Er moeten dan wel ook extra reis- en verblijfskosten worden gemaakt, als ook<br />

een extra marketinginspanning van ongeveer € 50.000.<br />

Introductieprijs: € 2.500 (excl. BTW)<br />

Systeem 3: afstand is groter dan 100 meter. Totale vraag in 5 jaar is 100 eenheden. Prijs bij<br />

introductie ongeveer €22.500. Prijs zal echter slechts weinig dalen. Alleen in het laatste jaar<br />

wordt een prijsdaling verwacht van €2.500,-. De vraag zal hierdoor niet toenemen in dat laatste<br />

jaar, maw vraag is gelijkmatig verdeeld over de 5 jaar.<br />

Algemene gegevens:<br />

Indien u in het ontwerp van bovenstaande systemen digitale data of video mee laat sturen in het<br />

systeem kan een meerprijs op de genoemde verkoopprijzen bij introductie worden gerealiseerd<br />

van 15%. Dit geldt dan voor de eerste drie jaren, daarna is het voordeel verdwenen.<br />

Ontwikkelingskosten mensuren € 54.000 (540 uren). Verbruiks- en gebruiksonderdelen zijn<br />

afhankelijk van het ontwerp en de prestatieseisen die u wil gaan maken. De prijzen die u moet<br />

hanteren zijn excl. BTW. Indien u meer dan de standaardhoeveelheid per systeem gaat gebruiken<br />

Pagina 21/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

kunt u een hoeveelheidskorting krijgen. Deze bedraagt tot vanaf 50 tot 500 eenheden 5%, meer<br />

dan 500 eenheden 8%.<br />

Productiekosten: zie kosten van het prototype dat u maakt. De engineering- en marketingkosten<br />

om het systeem productieklaar te maken zijn eenmalig 10 x de kosten van het prototype.<br />

Een bank of ‘venture capitalist’ is bereid u geld te geven voor dit <strong>project</strong>; de minimale<br />

rendementseis die zij stelt is 15%. Met belastingen hoeft geen rekening te worden gehouden.<br />

Er moet in te bouwen economische systeem een netto contante waarde van het te bouwen systeem<br />

kunnen worden berekend uitgaande van de 15% eis. Motiveer uw keuze van het te ontwerpen<br />

prototype aan de hand van het gebouwde economische model. U begrijpt dat er een relatie is<br />

tussen de te gebruiken onderdelen, prijzen en prestatie die kan worden geleverd in samenhang<br />

met de verkoopprijzen en de vraag.<br />

Het model zal op dinsdag 7 december met een groepslid worden besproken en beoordeeld.<br />

Pagina 22/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

4.3 Aanwijzingen voor het gebruik van de diode lasers<br />

De diode lasers zijn kwetsbaar. Met name voor schade door een verkeerd elektronisch signaal op<br />

de input. Hierbij nog een aantal tips.<br />

• De diode laser kan slechts een zeer beperkte sper-spanning aan. Daarom worden de diode<br />

lasers aangeleverd met een circuitje ter bescherming. Daarin staat een diode parallel aan<br />

de laserdiode, maar in omgekeerde richting. De sperspanning zal daardoor niet boven de<br />

0.7 Volt komen. Het biedt ook bescherming tegen statische electriciteit als die een<br />

sperspanning geeft. Merk op dat omdat de lasers stroomgestuurd worden de sperspanning<br />

zeer snel overschreden zal worden wanneer er geen reverse bias protectie is.<br />

• De diode laser heeft een maximale optische output. Als de intensiteit daar overheen komt<br />

gaat de diode snel kapot. De intensiteit van de diode output wordt gecontroleerd door de<br />

stroom. Een kort stroompulsje van enige microseconden met een optische output boven<br />

het maximum kan de eindfacetten van de diode beschadigen en de diode werkt niet meer<br />

(functioneert alleen elektrisch nog als diode). Zo’n pulsje is zo gemaakt. Denk aan<br />

statische elektriciteit en iets differentiërende circuitjes bij het schakelen van de diode<br />

(modulatie!).<br />

• Dat geldt ook voor het aan en uitschakelen van voedingen. Daar komt meestal een puls<br />

uit. Bij het aanschakelen van een voedingsschakeling moet de diode worden kort<br />

gesloten. Daarna kan de kortsluiting weg en kan de stroom langzaam worden opgevoerd.<br />

• Als de temperatuur van de diode oploopt na het aanzetten, dan heeft deze meer stroom<br />

nodig voor hetzelfde vermogen. Als je de diode daarna uitzet, laat afkoelen, en weer<br />

aanzet, dan kan het zijn dat het optisch vermogen bij de stroomwaarde van vlak voor het<br />

uitzetten de laser opblaast. De laser was kouder geworden en gaf meer output bij dezelfde<br />

stroom.<br />

• Slechte contacten in de schakeling (krakende contacten) leiden tot ongecontroleerde<br />

pulsen in de schakeling en met een beetje pech is dan ook je laser kapot. Gebruik nooit<br />

een prikbordje voor de aansturing van een laser! De contacten kraken, en de<br />

paracitaire capaciteiten in het prikbordje zorgen voor de nodige opslingering van signalen<br />

om de laser kapot te maken. Soldeer zoveel mogelijk de verbindingen.<br />

• Om een laser op 6 MHz aan te sturen moet je netjes elektronica bouwen, anders krijg je<br />

veel problemen met oscilleren van schakelingen (paracitaire capaciteiten en paracitaire<br />

inducties).<br />

• Aard jezelf en/of sluit de laser kort als je hem aan moet raken.<br />

• Gebruik de connectoren (draad met voetje, stekker en beschermingscircuitje) alleen voor<br />

de daarop aangegeven lasertypes.<br />

• LEDs zijn robuuster en goedkoper. Test altijd eerst je schakeling alvorens je er<br />

daadwerkelijk een laserdiode op aansluit.<br />

• Vergeet niet: als je een gemoduleerd signaal op je laser zet is het piekvermogen<br />

beduidend hoger dan dat je meet met een detector (welke uitmiddelt over de tijd). Meer<br />

specifiek: een <strong>blok</strong>golf met een amplitude van 5mW en een 50% duty cycle zul je meten<br />

als 2.5mW. Desalniettemin blaas je de laser op als je de stroom verder omhoog gaat<br />

draaien (klopt dit verhaal een beetje?)<br />

Pagina 23/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

4.4 Laserveiligheid<br />

Laserveiligheid is een belangrijk aspect in deze OO. Alhoewel een laser van een paar mW er als<br />

onschuldig speelgoed dat een leuk kleurtje uitzendt uitziet, kan dit soort lasers bij ondeskundig<br />

handelen (stommiteiten) leiden tot permanente beschadiging van het netvlies in het oog. Voor<br />

lasers zijn daarom veiligheidseisen opgesteld door de EIC (standaard EIC 60825-1 amendment<br />

2). De nederlandse norm is hieraan gekoppeld en het beste is deze norm als wet te interpreteren.<br />

Als een laserlichtbundel in het oog komt dan wordt dat licht perfect gefocuseerd (een diffractie<br />

gelimiteerde spot) op het netvlies. In principe kan een concentratie van 5*10 5 worden bereikt.<br />

Daardoor wordt reeds bij vrij lage vermogens een vermogensdichtheid (Watt/m 2 ) bereikt op het<br />

netvlies waardoor deze wordt beschadigt. Die beschadiging wordt veroorzaakt door verhitting en<br />

dus is de duur van de ‘belichting’ van het netvlies van belang.<br />

Lasers en laser systemen worden ingedeeld in klassen aan de hand van de Maximum Permissible<br />

Exposure op de cornea van het oog. Het systeem wordt beoordeeld en het is van belang hoeveel<br />

licht er dus uitkomt en hoe het licht eruit komt (een gecollimeerde bundel of een sterk<br />

divergerende bundel of diffuus).<br />

Om veilig te kunnen werken zijn een aantal eenvoudige regels opgesteld die zijn afgeleid van de<br />

EIC norm en waar iedereen zich aan moet houden. De norm zelf vereist een paar dagen studie en<br />

de nodige interpretatie. Het idee is niet om het hele klasserings systeem uit te leggen, maar dat<br />

een paar eenvoudige maatregelen in te voeren die iedereen kan volgen.<br />

De relevante laser klassen zijn hier:<br />

• Klasse 2: Zichtbare lasers (400-700nm) die veilig zijn onder alle redelijk voorzienbare<br />

omstandigheden in het gebruik, inclusief het gebruik van optische instrumenten voor het<br />

in de bundel kijken en waarbij de duur van de blootstelling wordt beperkt door de<br />

oogknipper-reflex tot 0,25sec. In de praktijk betekent dit < 1mW vermogen in een bundel<br />

van < 7mm diameter op 100mm afstand van de laser. De open oogpupil is 7mm in<br />

diameter.<br />

• Klasse 2M: Zichtbare lasers (400-700nm) die veilig zijn onder alle redelijk voorzienbare<br />

omstandigheden in het gebruik, maar niet bij het gebruik van optische instrumenten voor<br />

het in de bundel kijken en waarbij de duur van de blootstelling wordt beperkt door de<br />

oogknipper-reflex tot 0,25sec. In de praktijk betekent dit < 1mW vermogen in een<br />

opening met een diameter van 7mm op 100mm afstand en een divergerende bundel na die<br />

100mm. De totale bundel kan (veel) groter zijn dan 7mm diameter.<br />

• Klasse 3R: Zichtbare lasers (400-700nm) die veilig zijn bij deskundig gebruik (dat is een<br />

geïnstrueerde gebruiker in een laboratorium omgeving) Het uitgangsvermogen van deze<br />

lasers in een bundel is


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

De veiligheidsnorm schrijft niet een verplichte laserveiligheids verantwoordelijke voor maar<br />

adviseert wel er een aan te stellen. Daarom wordt één van de leden van een <strong>project</strong>groep wordt<br />

“verantwoordelijk” (natuurlijk is uiteindelijk de begeleider verantwoordelijk) gemaakt voor de<br />

veiligheid op dit gebied.<br />

De veiligheids-aspecten zijn voor deze ontwerpopdracht in twee delen te splitsen:<br />

1) De veiligheid in de ontwikkelsituatie. Hiervoor zijn de regels:<br />

a) Kijk nooit rechtstreeks in een laser bundel, let op dat dat ook niet gebeurt door optische<br />

instrumenten (richtzoeker van de telescoop bijvoorbeeld, of een kijker).<br />

b) Zorg dat de laserbundel en eventuele sterke reflecties op een mat zwart oppervlak worden<br />

opgevangen.<br />

c) Vermijdt onbedoelde reflecties van de laser bundel (schroevendraaier in de laser bundel,<br />

horloge of een ring of sieraden in algemeen (afdoen!).<br />

d) Gebruik nooit meer dan 5mW totaal vermogen uit in de bundel van de vrije ruimte.<br />

(Klasse 3R). De bundel uit de telescopen hebben, als het goed is, een zo grote diameter<br />

dat een ander soort limiet geld, zie hieronder.<br />

e) Het gebruik van hogere vermogens uit de diode laser kan alleen als deze zich in een<br />

deugdelijk afgesloten systeem bevindt zodat het totale systeem minstens Klasse 2 is. Het<br />

systeem moet dus niet per ongeluk open kunnen gaan (dichtschroeven bijvoorbeeld). De<br />

deugdelijkheid is ter beoordeling aan de verantwoordelijke voor de laserveiligheid. Deze<br />

kan ook een interlock eisen op punten in de omhulling van het systeem.<br />

f) Een laser mag niet aanstaan als er niemand van de <strong>project</strong>-groep of begeleider aanwezig<br />

is in de ruimte waar de laser zich bevindt.<br />

g) Op de tafel waar de laser op staat moet het waarschuwingsbord worden geplaatst.<br />

h) Op de toegangsdeur moet een waarschuwingsbord worden opgehangen als er binnen de<br />

ruimte met de laser wordt gewerkt.<br />

i) Studenten in de groepen moeten een verklaring tekenen dat zij zich op de hoogte hebben<br />

gesteld van de regels, deze begrepen hebben en zullen naleven.<br />

2) De veiligheid van het prototype, het product.<br />

De eis hiervoor is EIC/CDRH klasse 2M. Dat betekent dat er niet meer dan 1mW door een<br />

opening van 7mm diameter op 100mm van de telescoop. Ook mag de vermogensdichtheid in<br />

de lichtbundel niet toenemen na die 100mm afstand, de bundel moet divergeren. Het totale<br />

vermogen in de bundel kan duidelijk groter zijn als de bundel diameter groter is dan 7mm.<br />

Daarom is deze bundel alleen veilig als men er recht in kijkt met het blote oog. Het kijken in<br />

de bundel met apparatuur dat licht concentreert (verrekijker) is niet veilig. Bij 70mm<br />

diameter kan men dus in principe 100mW uitzenden, mits kan worden gegarandeerd dat de<br />

bundel niet ergens convergeert.<br />

Om zich aan de bovenstaande regels te kunnen houden moeten alle groepen de beschikking<br />

hebben over een lichtvermogensmeter. Deze moet de groep zelf bouwen (schema is gegeven) en<br />

calibreren m.b.v. een commerciële vermogensmeter. Omdat dat kostbare apparaten zijn moeten<br />

de <strong>project</strong>groepen er zelf een bouwen. In de technische vaardigheidstrainingen wordt al een<br />

eenvoudige meter gebruikt, m.b.v. een grote fotodiode, voeding, een weerstand en een<br />

multimeter. Op basis daarvan kan men aan de slag.<br />

Hieronder staat een schema van een meter gegeven waarmee men de calibratie kan instellen in<br />

plaats van een tabel te gebruiken. De elektronika moet worden gesoldeerd en in een kastje worden<br />

geplaatst. Het schema kan worden aangepast/uitgebreid voor verschillende gevoeligheden. Dit<br />

schema is gepubliceerd op: http://www.discovercircuits.com/L/laser.htm .<br />

Pagina 25/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Pagina 26/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Labels<br />

Iedere groep krijgt de beschikking over een waarschuwingsbord dat bij de opstelling wordt gezet<br />

en een dat op de deur van de kamer kan worden gehangen.<br />

De telescopen moeten labels hebben die aangeven wat voor straling er uit de telescopen kan<br />

komen en waar het licht eruit komt. De labels staan hieronder afgebeeld. Files met de labels<br />

kunnen vanaf de website worden gedownload.<br />

Label op de zend telescoop bij het objectief:<br />

Label op de tafel waar de laser staat (vergroten)<br />

PAS OP – LASERSTRALING<br />

VERMIJD BLOOTSTELLING VAN DE<br />

OGEN AAN DIRECTE LASERSTRALING<br />

KLASSE 2M LASER SYSTEEM<br />

Pagina 27/30<br />

LASER OPENING<br />

LASER APERTURE<br />

PAS OP – LASERSTRALING<br />

VERMIJD BLOOTSTELLING VAN DE OGEN<br />

AAN DIRECTE LASERSTRALING<br />

KLASSE 3R LASER PRODUCT


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

Label op de kamer aan te hangen als er binnen wordt gewerkt aan de laser.<br />

PAS OP – LASERSTRALING<br />

VERMIJD BLOOTSTELLING VAN DE OGEN<br />

AAN DIRECTE LASERSTRALING<br />

KLASSE 3R LASER PRODUCT<br />

IN DEZE KAMER<br />

CAUTION – LASER RADIATION<br />

AVOID EXPOSURE OF THE EYES TO DIRECT<br />

LASER RADIATION<br />

CLASS 3R LASER PRODUCT<br />

IN THIS ROOM<br />

Pagina 28/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

De veiligheidsverklaring deelnemer OO 8. Kopie deelnemer<br />

Naam deelnemer:<br />

De bovengenoemde deelnemer verklaart dat hij/zij:<br />

1. de veiligheidsregels gelezen en volledig begrepen heeft;<br />

2. zich aan deze regels zal houden;<br />

3. aan de begeleider waargenomen schendingen van de regels zal melden.<br />

De veiligheid in de ontwikkelsituatie.<br />

Hiervoor zijn de regels:<br />

1. Kijk nooit rechtstreeks in een laser bundel, let op dat dat ook niet gebeurt door optische<br />

instrumenten (richtzoeker van de telescoop bijvoorbeeld, of een kijker).<br />

2. Zorg dat de laserbundel en eventuele sterke reflecties op een mat zwart oppervlak worden<br />

opgevangen.<br />

3. Vermijdt onbedoelde reflecties van de laser bundel (schroevendraaier in de laser bundel,<br />

horloge of een ring of sieraden in algemeen (afdoen!)).<br />

4. Gebruik nooit meer dan 5mW totaal vermogen uit in de bundel van de vrije ruimte. (Klasse<br />

3R). De bundel uit de telescopen hebben, als ze goed zijn uitegelijnd, een zo grote diameter<br />

dat een ander soort limiet geldt, zie onder De veiligheid van het prototype.<br />

5. Het gebruik van hogere vermogens uit de diode laser kan alleen als deze zich in een<br />

deugdelijk afgesloten systeem bevindt zodat het totale systeem minstens Klasse 2 is. Het<br />

systeem moet dus niet per ongeluk open kunnen gaan (dichtschroeven bijvoorbeeld). De<br />

deugdelijkheid is ter beoordeling aan de verantwoordelijke voor de laserveiligheid. Deze kan<br />

ook een interlock eisen op punten in de omhulling van het systeem. In deze gevallen is een<br />

specifiek laserveiligheidsrapport vereist, dat moet worden opgesteld door de laserveiligheidsspecialist<br />

en worden goedgekeurd door de begeleider.<br />

6. Een laser mag niet aanstaan als er niemand van de <strong>project</strong>-groep of begeleider aanwezig is in<br />

de ruimte waar de laser zich bevindt.<br />

7. Op de tafel waar de laser op staat moet het waarschuwingsbord worden geplaatst.<br />

8. Op de toegangsdeur moet een waarschuwingsbord worden opgehangen als er binnen de<br />

ruimte met de laser wordt gewerkt.<br />

9. De laserveiligheids-specialist in de groep ziet toe op de toepassing van de regels. Uiteindelijk<br />

beslist de begeleider.<br />

De veiligheid van het prototype, het product.<br />

De eis hiervoor is EIC/CDRH klasse 2M. Dat betekent dat er niet meer dan 1mW door een<br />

opening van 7mm diameter op 100mm van de telescoop. Ook mag de vermogensdichtheid in<br />

de lichtbundel niet toenemen na die 100mm afstand, de bundel moet divergeren. Het totale<br />

vermogen in de bundel kan duidelijk groter zijn als de bundel diameter groter is dan 7mm.<br />

Daarom is deze bundel alleen veilig als men er recht in kijkt met het blote oog. Het kijken in<br />

de bundel met apparatuur dat licht concentreert (bijv. verrekijker) is niet veilig. Bij 70mm<br />

diameter kan men dus in principe 100mW uitzenden, mits kan worden gegarandeerd dat de<br />

bundel niet ergens convergeert.<br />

Datum: Handtekening:<br />

Pagina 29/30


Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />

De veiligheidsverklaring deelnemer OO 8. Exemplaar voor begeleider/<strong>project</strong>coordinator.<br />

Naam deelnemer:<br />

De bovengenoemde deelnemer verklaart dat hij/zij:<br />

4. de veiligheidsregels gelezen en volledig begrepen heeft;<br />

5. zich aan deze regels zal houden;<br />

6. aan de begeleider waargenomen schendingen van de regels zal melden.<br />

De veiligheid in de ontwikkelsituatie.<br />

Hiervoor zijn de regels:<br />

10. Kijk nooit rechtstreeks in een laser bundel, let op dat dat ook niet gebeurt door optische<br />

instrumenten (richtzoeker van de telescoop bijvoorbeeld, of een kijker).<br />

11. Zorg dat de laserbundel en eventuele sterke reflecties op een mat zwart oppervlak worden<br />

opgevangen.<br />

12. Vermijdt onbedoelde reflecties van de laser bundel (schroevendraaier in de laser bundel,<br />

horloge of een ring of sieraden in algemeen (afdoen!)).<br />

13. Gebruik nooit meer dan 5mW totaal vermogen uit in de bundel van de vrije ruimte. (Klasse<br />

3R). De bundel uit de telescopen hebben, als ze goed zijn uitegelijnd, een zo grote diameter<br />

dat een ander soort limiet geldt, zie onder De veiligheid van het prototype.<br />

14. Het gebruik van hogere vermogens uit de diode laser kan alleen als deze zich in een<br />

deugdelijk afgesloten systeem bevindt zodat het totale systeem minstens Klasse 2 is. Het<br />

systeem moet dus niet per ongeluk open kunnen gaan (dichtschroeven bijvoorbeeld). De<br />

deugdelijkheid is ter beoordeling aan de verantwoordelijke voor de laserveiligheid. Deze kan<br />

ook een interlock eisen op punten in de omhulling van het systeem. In deze gevallen is een<br />

specifiek laserveiligheidsrapport vereist, dat moet worden opgesteld door de laserveiligheidsspecialist<br />

en worden goedgekeurd door de begeleider.<br />

15. Een laser mag niet aanstaan als er niemand van de <strong>project</strong>-groep of begeleider aanwezig is in<br />

de ruimte waar de laser zich bevindt.<br />

16. Op de tafel waar de laser op staat moet het waarschuwingsbord worden geplaatst.<br />

17. Op de toegangsdeur moet een waarschuwingsbord worden opgehangen als er binnen de<br />

ruimte met de laser wordt gewerkt.<br />

18. De laserveiligheids-specialist in de groep ziet toe op de toepassing van de regels. Uiteindelijk<br />

beslist de begeleider.<br />

De veiligheid van het prototype, het product.<br />

De eis hiervoor is EIC/CDRH klasse 2M. Dat betekent dat er niet meer dan 1mW door een<br />

opening van 7mm diameter op 100mm van de telescoop. Ook mag de vermogensdichtheid in<br />

de lichtbundel niet toenemen na die 100mm afstand, de bundel moet divergeren. Het totale<br />

vermogen in de bundel kan duidelijk groter zijn als de bundel diameter groter is dan 7mm.<br />

Daarom is deze bundel alleen veilig als men er recht in kijkt met het blote oog. Het kijken in<br />

de bundel met apparatuur dat licht concentreert (bijv. verrekijker) is niet veilig. Bij 70mm<br />

diameter kan men dus in principe 100mW uitzenden, mits kan worden gegarandeerd dat de<br />

bundel niet ergens convergeert.<br />

Datum: Handtekening:<br />

Pagina 30/30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!