Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED
Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED
Handleiding OO8-project Semester 3.1, blok C, 2005/2006 - OED
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Studentenhandleiding <strong>OO8</strong> 19/10/<strong>2005</strong><br />
4.3 Aanwijzingen voor het gebruik van de diode lasers<br />
De diode lasers zijn kwetsbaar. Met name voor schade door een verkeerd elektronisch signaal op<br />
de input. Hierbij nog een aantal tips.<br />
• De diode laser kan slechts een zeer beperkte sper-spanning aan. Daarom worden de diode<br />
lasers aangeleverd met een circuitje ter bescherming. Daarin staat een diode parallel aan<br />
de laserdiode, maar in omgekeerde richting. De sperspanning zal daardoor niet boven de<br />
0.7 Volt komen. Het biedt ook bescherming tegen statische electriciteit als die een<br />
sperspanning geeft. Merk op dat omdat de lasers stroomgestuurd worden de sperspanning<br />
zeer snel overschreden zal worden wanneer er geen reverse bias protectie is.<br />
• De diode laser heeft een maximale optische output. Als de intensiteit daar overheen komt<br />
gaat de diode snel kapot. De intensiteit van de diode output wordt gecontroleerd door de<br />
stroom. Een kort stroompulsje van enige microseconden met een optische output boven<br />
het maximum kan de eindfacetten van de diode beschadigen en de diode werkt niet meer<br />
(functioneert alleen elektrisch nog als diode). Zo’n pulsje is zo gemaakt. Denk aan<br />
statische elektriciteit en iets differentiërende circuitjes bij het schakelen van de diode<br />
(modulatie!).<br />
• Dat geldt ook voor het aan en uitschakelen van voedingen. Daar komt meestal een puls<br />
uit. Bij het aanschakelen van een voedingsschakeling moet de diode worden kort<br />
gesloten. Daarna kan de kortsluiting weg en kan de stroom langzaam worden opgevoerd.<br />
• Als de temperatuur van de diode oploopt na het aanzetten, dan heeft deze meer stroom<br />
nodig voor hetzelfde vermogen. Als je de diode daarna uitzet, laat afkoelen, en weer<br />
aanzet, dan kan het zijn dat het optisch vermogen bij de stroomwaarde van vlak voor het<br />
uitzetten de laser opblaast. De laser was kouder geworden en gaf meer output bij dezelfde<br />
stroom.<br />
• Slechte contacten in de schakeling (krakende contacten) leiden tot ongecontroleerde<br />
pulsen in de schakeling en met een beetje pech is dan ook je laser kapot. Gebruik nooit<br />
een prikbordje voor de aansturing van een laser! De contacten kraken, en de<br />
paracitaire capaciteiten in het prikbordje zorgen voor de nodige opslingering van signalen<br />
om de laser kapot te maken. Soldeer zoveel mogelijk de verbindingen.<br />
• Om een laser op 6 MHz aan te sturen moet je netjes elektronica bouwen, anders krijg je<br />
veel problemen met oscilleren van schakelingen (paracitaire capaciteiten en paracitaire<br />
inducties).<br />
• Aard jezelf en/of sluit de laser kort als je hem aan moet raken.<br />
• Gebruik de connectoren (draad met voetje, stekker en beschermingscircuitje) alleen voor<br />
de daarop aangegeven lasertypes.<br />
• LEDs zijn robuuster en goedkoper. Test altijd eerst je schakeling alvorens je er<br />
daadwerkelijk een laserdiode op aansluit.<br />
• Vergeet niet: als je een gemoduleerd signaal op je laser zet is het piekvermogen<br />
beduidend hoger dan dat je meet met een detector (welke uitmiddelt over de tijd). Meer<br />
specifiek: een <strong>blok</strong>golf met een amplitude van 5mW en een 50% duty cycle zul je meten<br />
als 2.5mW. Desalniettemin blaas je de laser op als je de stroom verder omhoog gaat<br />
draaien (klopt dit verhaal een beetje?)<br />
Pagina 23/30