13.08.2013 Views

W Engewormer 27a - Besluitvorming - Gemeente Wormerland

W Engewormer 27a - Besluitvorming - Gemeente Wormerland

W Engewormer 27a - Besluitvorming - Gemeente Wormerland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ADVIES<br />

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS<br />

Datum B&W-vergadering : 11 april 2006<br />

Onderwerp : • Bouwaanvraag 1 e fase: het geheel vernieuwen van een agrarisch bedrijf op het perceel<br />

<strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer<br />

Portefeuillehouder(s) : C.J.G. Bijvoet Afdelingshoofd : J.T.M. van der Stoop<br />

Paraaf :<br />

Paraaf :<br />

Afdeling : VROM Datum : 31 maart 2006<br />

Taakveld : RO Reg.nr. : 20050196/<br />

Redacteur : M. Cornelisse<br />

Betrokken afd. / OR :<br />

Inspraak : nee<br />

Bezwaar/beroep mogelijk : ja<br />

Conceptbesluit:<br />

Bouwaanvraag 1 e fase: het geheel vernieuwen van een agrarisch bedrijf op het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te<br />

Wormer<br />

1. Een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening starten voor het<br />

geheel vernieuwen van een agrarisch bedrijf op het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer;<br />

2. De raad tijdens de voorronde om advies te vragen;<br />

3. De raad voorstellen een voorbereidingsbesluit te nemen voor het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer.<br />

Paraaf: Het college heeft besloten :<br />

Akkoord Bespreken<br />

Burgemeester • Conform het advies op :<br />

1 e wethouder<br />

2 e wethouder • Het advies aan te houden<br />

3 e wethouder<br />

Bevoegdheid:<br />

• <strong>Gemeente</strong>raad (voorblad griffie vereist)<br />

Secretaris • Wijzing(en) aanpassen<br />

• College van burgemeester en wethouders<br />

• Burgemeester • Agenderen raadsavond (voorblad griffie vereist)<br />

• Delegatie/mandaat<br />

Voorhangprocedure:<br />

• Ja (voorblad griffie vereist)<br />

• Nee<br />

1


Inleiding<br />

Bijgevoegd is het bedrijfsplan van de familie Van Schaik, <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong>, getiteld ‘Een nieuwe start in het<br />

Zuidveld’. Dit plan heeft zoals gezegd betrekking op het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> en aangrenzende landerijen<br />

in het Wormer- en Jisperveld. Het maakt onderdeel uit van het gezamenlijk initiatief van een aantal boeren in<br />

het veld die het beheer overnemen van Natuurmonumenten, genaamd ‘Samenwerken aan reservaten’. Het<br />

initiatief kan in beginsel als passend binnen het beleid van de gemeente worden aangemerkt, zoals dat is<br />

verwoord in de Nota van Uitgangspunten voor het Landelijk Gebied en het voorontwerp voor het nieuwe<br />

bestemmingsplan Landelijk Gebied.<br />

In dit advies wordt specifiek ingegaan op het plan en de mogelijkheid om hier medewerking aan te verlenen<br />

door het toepassen van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.<br />

Beschrijving van het plan<br />

Op dit moment is de aanvrager bij de inventarisatie van boerenbedrijven in de voorbereiding van het nieuwe<br />

bestemmingsplan voor het landelijke gebied ingedeeld in de categorie ‘deeltijd agrariër’. Inclusief jongvee<br />

bestaat de huidige veestapel uit 47 runderen (23 moederdieren, 24 stuks jongvee). Naast de agrarische<br />

activiteiten beheert de aanvrager 31 hectare grond van Natuurmonumenten, waarvoor een pachtcontract is<br />

gesloten.<br />

Uit het bedrijfsplan komt naar voren dat de aanvrager de agrarische en natuurbeheeractiviteiten wil gaan<br />

uitbreiden. Het plan is het aantal hectare voor natuurbeheer uit te breiden van 31 naar 55 hectare. De aanvrager<br />

ziet mogelijkheden om deze oppervlakte in de toekomst te verhogen tot 100 hectare. Daarbij is het de<br />

bedoeling dat de veestapel meegroeit met de te beheren oppervlakte: van 23 volwassen runderen plus jongvee<br />

naar 110 volwassen runderen plus jongvee, aangevuld met 100 schapen. In het bedrijfsplan staat vermeld dat<br />

de aanvrager van plan is om het bedrijf (veehouderij) om te schakelen naar een bedrijf dat zich volledig richt<br />

op zorg voor weidevogels en beheer van het landschap.<br />

Ten behoeve van de uitbreiding van het agrarische bedrijf in combinatie met natuurbeheer geeft de aanvrager<br />

aan de volgende sloop- en bouwactiviteiten te willen ondernemen, onderverdeeld in drie fasen:<br />

De eerste fase bestaat uit het oprichten van een potstal voor de huisvesting van 110 volwassen dieren<br />

plus jongvee, met inpandige ruimte voor de berging van machines en werktuigen, alsmede opslag van stro.<br />

Zodra deze potstal gereed is, worden de huidige versleten bedrijfsgebouwen gesloopt. Alleen de huidige<br />

mestopslag wordt gehandhaafd.<br />

De tweede fase bestaat uit nieuwbouw van een bedrijfswoning met een tweetal aangebouwde<br />

bijgebouwen ter plaatse van de te slopen bedrijfsgebouwen. De aanvrager heeft aangegeven met de bouw van<br />

deze bedrijfswoning te willen wachten totdat het nieuwe bestemmingsplan voor het Landelijk Gebied van<br />

kracht is geworden. Zoals in de hierna volgende ruimtelijke onderbouwing nader wordt toegelicht, heeft de<br />

aanvrager de benodigde vergroting van het bouwvlak ten behoeve van de oprichting van een volwaardig<br />

agrarisch bedrijf ingebracht tijdens de inspraakprocedure van het nieuwe bestemmingsplan voor het Landelijk<br />

Gebied.<br />

De derde fase is pas aan de orde als Natuurmonumenten beduidend meer land in beheer aanbiedt dan de<br />

55 hectare waarmee fase 1 en 2 zijn begroot. In deze fase groeit het bedrijf uit tot een omvang van 100 hectare,<br />

100 runderen met jongvee en 100 schapen en wordt extra stalruimte bijgebouwd door het bestaande gebouw te<br />

verlengen. Tenslotte zal dan de mestopslag worden vergroot.<br />

Thans woont het gezin van de aanvrager in een noodwoning op het perceel. Op 24 juli 1998 is voor het<br />

plaatsen en bewoning van deze noodwoning een tijdelijke vrijstelling ex artikel 17 van de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening verleend met als uiterste datum 1 april 2004. Hiervoor bestaat binnen de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening geen mogelijkheid tot verlenging. Vanaf laatstgenoemde datum is er dus sprake van<br />

illegale aanwezigheid en bewoning van de noodwoning; een situatie waaraan met de bouw van de nieuwe<br />

bedrijfswoning een einde wordt gemaakt. Totdat deze bedrijfswoning gereed is, blijft er sprake van een illegale<br />

situatie. Voorgesteld wordt deze ongewenste situatie aan te pakken in het kader van handhaving. Om te<br />

beginnen zal de aanvrager worden aangeschreven om binnen een redelijke termijn de aanvraag om<br />

bouwvergunning voor de bedrijfswoning in te dienen. Zodra de aanvraag om bouwvergunning binnen is, kan<br />

2


de voortgang van de bouw en daarmee het oplossen van de ongewenste illegale situatie (noodwoning) worden<br />

bewaakt. De handhaving wordt dus parallel aan de procedure ingezet als ‘stok achter de deur’.<br />

Uit het bedrijfsplan komt ook naar voren dat de huidige bedrijfsvoering plaatsvindt in vervallen opstallen die<br />

dringend aan vervanging toe zijn.<br />

De aanvrager heeft voor het omschakelen van zijn veehouderij naar een agrarisch bedrijf dat zich volledig richt<br />

op zorg voor weidevogels en beheer van het landschap, subsidie aangevraagd bij Programmabureau ‘De<br />

Groene Long’ (wat inmiddels is overgegaan in ‘Nationaal Landschap Laag Holland’). Deze instantie heeft<br />

aanvankelijk als voorwaarde voor subsidieverlening gesteld dat op 1 april 2006 een bouwvergunning voor de<br />

potstal moest zijn afgegeven. Deze datum is niet gehaald. Als gevolg hiervan heeft afstemming plaatsgevonden<br />

tussen de gemeente, de aanvrager en ‘Nationaal Landschap Laag Holland’. Afgesproken is dat alle<br />

betrokkenen alles in het werk zullen stellen om zo spoedig mogelijk tot verlening van een bouwvergunning te<br />

komen. Hiertoe zal natuurlijk eerst de benodigde vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening moeten worden gestart, waarbij uiteraard niet kan worden gegarandeerd dat deze eindigt<br />

in een vergunning-verlening.<br />

Deze drie redenen – illegale noodwoning, versleten bedrijfsopstallen en subsidie - pleiten voor een spoedige<br />

start van de vrijstellingsprocedure voor het geheel, met als uitdrukkelijke voorwaarde dat de nieuw te bouwen<br />

bedrijfswoning binnen twee jaar na vergunningverlening wordt gerealiseerd en daarmee de noodwoning uit het<br />

landschap kan verdwijnen.<br />

Bestaand beleid<br />

Bij toetsing aan het thans geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Wormer’ blijkt het bouwplan te zijn<br />

gesitueerd op de bestemming ‘Natuurwetenschappelijk waardevol agrarisch gebied (ANW)’. De gronden<br />

binnen deze bestemming zijn bestemd voor agrarische bedrijfsvoering en voor doeleinden gericht op het<br />

behoud en herstel van de aldaar voorkomende natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden met de<br />

daartoe benodigde andere bouwwerken. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht. Het is<br />

onduidelijk waarom de bestaande bebouwing nooit eerder is voorzien van een bouwvlak.<br />

Oplossingsrichting/toekomstig beleid<br />

Het bouwplan kan slechts worden gerealiseerd door toepassing te geven aan een vrijstellingsprocedure ex<br />

artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bij dit bouwplan zijn vier speerpunten van het beleid van<br />

de Provincie aan de orde: het perceel bevindt zich in de Rijksbufferzone; het bouwplan omvat het creëren van<br />

een nieuw agrarisch bouwperceel; het bouwplan behelst het oprichten van een agrarische bedrijfswoning en<br />

bovendien valt het perceel in de ecologische hoofdstructuur. Het beleid van de Provincie schrijft in een<br />

dergelijk geval voor dat een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />

gevoerd moet worden, waarbij ook een Verklaring Van Geen Bezwaar bij Gedeputeerde Staten moet worden<br />

aangevraagd. De aanvraag dient bovendien te worden vergezeld van een goede ruimtelijke onderbouwing.<br />

Het bouwplanoverleg is van mening dat hoewel thans alleen een concreet bouwplan is ingediend voor de<br />

potstal, voor het bouwplan als geheel – bedrijfswoning plus bijgebouwen, vergroting van mestopslag en potstal<br />

(de 3 fasen tezamen) - moet worden beoordeeld of de benodigde vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van<br />

de Wet op de Ruimtelijke Ordening al dan niet kan worden gestart.<br />

Om te kunnen bepalen of deze vrijstellingsprocedure kan worden gestart, dient te worden getoetst aan het<br />

toekomstige beleid van de gemeente op het gebied van ruimtelijke ordening. Dit is verwoord in de ‘Nota van<br />

Uitgangspunten Bestemmingsplan Landelijk Gebied’ en het ‘Voorontwerp-bestemmingsplan Landelijk<br />

Gebied’. In deze nota wordt een onderverdeling van agrariërs gehanteerd, lopend van ‘hobbyboer’ tot<br />

‘volwaardig agrarisch bedrijf’. Het bouwplanoverleg is van mening dat uit de aanvraag blijkt dat het in ieder<br />

geval gaat om een het stichten van een ‘reëel agrarisch bedrijf’ of zelfs een ‘volwaardig agrarisch bedrijf’. Het<br />

verschil tussen deze twee categorieën is dat een reëel agrarisch bedrijf minimaal een halve arbeidskracht vergt<br />

en voor het volwaardige agrarische bedrijf tenminste één hele arbeidskracht nodig is. Beide soorten agrarische<br />

bedrijven krijgen een agrarische bestemming in het nieuwe bestemmingsplan, met een netto bouwvlak van 1<br />

hectare. Indien op de nieuwe plankaart een agrarisch bouwvlak van dusdanige grootte zou worden ingetekend,<br />

dan zou alle beoogde bebouwing waarover in het bedrijfsplan wordt gesproken kunnen worden gerealiseerd<br />

3


innen dit bouwvlak. Hoewel een bouwvlak van 1,3 hectare is aangevraagd, wordt gelet op het huidige beleid<br />

slechts 1 hectare in procedure gebracht.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing<br />

Zoals reeds hiervoor aangegeven is voor de toepassing van een artikel 19 lid 1 WRO procedure een goede<br />

ruimtelijke onderbouwing vereist. Voor het onderhavige geval staan vier documenten centraal in de ruimtelijke<br />

onderbouwing, welke ieder voor zich daarna puntsgewijs zullen worden toegelicht:<br />

1. het bedrijfsplan;<br />

2. de ecologische toets;<br />

3. de Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Landelijk Gebied;<br />

4. het voorontwerp-bestemmingsplan Landelijk Gebied.<br />

1. Het bedrijfsplan<br />

Het bedrijfsplan kan als een gedegen onderbouwing van de doelstellingen van het bedrijf worden aangemerkt.<br />

In het plan wordt een aantal malen melding gemaakt van door de gemeente toegezegde medewerking, zowel<br />

inhoudelijk als qua termijnen. Dit behoeft enige nuancering.<br />

Tot nu toe hebben vrijwel alle contacten over het bouwplan op ambtelijk niveau plaatsgevonden. Nadat bleek<br />

dat het bouwplan is strijd is met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan is gekeken hoe het plan<br />

zich verhoudt tot de door de raad vastgestelde uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan Landelijk<br />

Gebied. Aangezien het daar goed in lijkt te passen, is de aanvrager gemeld dat na indiening van een aanvraag<br />

dit zal worden voorzien van een positief ambtelijk advies. Daarbij wordt altijd gemeld dat hier geen rechten<br />

aan kunnen worden ontleend, omdat de formele beslissing is voorbehouden aan het daartoe bevoegde<br />

bestuursorgaan.<br />

2. De ecologische toets<br />

De ecologische toets kan als voldoende worden aangemerkt. De inhoud stelt de randvoorwaarden voor de<br />

ontwikkeling van het plan. Het levert echter geen belemmeringen op voor de planologische medewerking.<br />

3. De Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Landelijk Gebied<br />

Een belangrijk element in de Nota van Uitgangspunten is het behoud van de agrariërs in het gebied. In dit<br />

opzicht kan de nieuwbouw van het bedrijf, juist gelet op de ontwikkelingen met betrekking tot het beheer van<br />

het veld, een welkome aanvulling betekenen.<br />

4. Voorontwerp-bestemmingsplan Landelijk Gebied<br />

In de toelichting wordt gesteld dat overblijvende agrariërs vaak zoeken naar een verbreding van de bron van<br />

inkomsten, aangezien de inkomsten uit de agrarische sector achterblijven. Het buitengebied van <strong>Wormerland</strong><br />

is aantrekkelijk voor een bijzondere vorm van verbrede landbouw, namelijk het agrarische natuurbeheer. Dit<br />

draagt bij aan de instandhouding en verbetering van de natuurwaarden in het gebied. Ook wordt in de<br />

toelichting melding gemaakt van de verwachting dat er in de toekomst meer gebruik zal worden gemaakt van<br />

de subsidieregeling voor particulier natuurbeheer. Om goed beheer van het natuurgebied te kunnen realiseren,<br />

is de samenwerking met particulieren in het gebied onontbeerlijk. Omschakeling van veehouderij naar<br />

veehouderij in combinatie met natuurbeheer, past in deze ontwikkeling van plattelandsvernieuwing.<br />

In het voorontwerp voor het nieuwe bestemmingsplan is voorzien in een nieuw bouwvlak ter plaatse. Dit<br />

bouwvlak zal in het ontwerp zodanig worden ingetekend dat realisering van het plan daarmee mogelijk wordt.<br />

In een ruimtelijke onderbouwing dient verder aan een aantal andere aspecten aandacht te worden geschonken.<br />

Het gaat hierbij om:<br />

• Watertoets. Het thema ‘Water’ is een belangrijk aandachtspunt in het nieuwe bestemmingsplan voor<br />

het Landelijke Gebied. Zowel kwalitatief als kwantitatief waterbeheer is primair een taak van het<br />

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Als één van de uitgangspunten wordt in de toelichting<br />

van het voorontwerp-bestemmingsplan genoemd dat rekening dient te worden gehouden met het totaal<br />

extra te verharden oppervlak dat een direct gevolg is van een verruiming van de<br />

4


estemmingsmogelijkheden (bijv. het vergroten van een agrarisch bouwvlak). In overleg met het<br />

Hoogheemraadschap wordt bepaald op welke wijze er een watercompensatie dient plaats te vinden.<br />

Het voorontwerp, waarin het agrarische bouwvlak voor het onderhavige bouwplan reeds is<br />

opgenomen, heeft inmiddels het zogenaamde artikel-10-overleg (artikel 10 BRO) doorlopen. In dit<br />

verband heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor het totale bestemmingsplan een<br />

oplossing aangedragen in de vorm van het herinrichtingsplan Wijdewormer (waterberging). De<br />

initiatiefnemer is hierover geïnformeerd;<br />

• Archeologie. Ten behoeve van de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan is een<br />

archeologische quickscan uitgevoerd. Ter plaatse is geen archeologische vindplaats bekend, maar<br />

nader onderzoek is nodig om te bepalen of ter plekke sprake is van archeologische waarden.<br />

Gelijktijdig met de start van de vrijstellingsprocedure zal contact worden gezocht met Steunpunt<br />

Cultureel Erfgoed om over dit aspect meer duidelijkheid te krijgen;<br />

• Luchtkwaliteit. Het Besluit Luchtkwaliteit, in werking getreden op 11 juni 2001, bevat eisen die<br />

worden gesteld aan de luchtkwaliteit. Het besluit heeft betrekking op de stoffen stikstofdioxide,<br />

zwevende deeltjes, benzeen, zwaveldioxide en koolmonoxide. De grenswaarden voor deze stoffen<br />

moeten, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn<br />

geheel in acht worden genomen. Het Besluit Luchtkwaliteit schrijft voor dat voor nieuwe bouw- en<br />

gebruiksontwikkelingen getoetst moet worden of de in het besluit genoemde normen al dan niet<br />

worden overschreden. Naar de mening van het bouwplanoverleg verandert de luchtkwaliteit niet door<br />

uitbreiding van de agrarische activiteiten, daar luchtkwaliteit vooral samenhangt met het aantal<br />

verkeersbewegingen van voertuigen. Het aantal verkeersbewegingen zal niet substantieel toenemen.<br />

Bovendien geldt hiervoor dat de adviserende instanties (waaronder de Provincie) geen opmerkingen<br />

hebben geplaatst in het artikel-10-overleg bij perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong>;<br />

• Externe veiligheid. Uit onderzoek is gebleken dat in de omgeving van <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> geen<br />

inrichtingen aanwezig zijn die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Tevens<br />

vindt er over de <strong>Engewormer</strong> geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.<br />

Wet Milieubeheer<br />

In het bedrijfsplan staat vermeld dat de milieuvergunning wordt verstrekt. Dit is onjuist. Voor de veehouderij<br />

is het juridische kader van de Amvb Melkrundveehouderijen van toepassing, waarvoor een melding zal<br />

moeten worden gedaan.<br />

Aanlegvergunning<br />

Voorde verharding en beplanting dient een aanlegvergunning te worden aangevraagd. Het gaat hierbij om een<br />

uitwerking van het bedrijfsplan die vóór de publicatie bij de stukken zal worden gevoegd.<br />

Planschade<br />

Bij artikel 19, lid 1 WRO procedures wordt doorgaans vooraf een planschadeanalyse van de initiatiefnemer<br />

gevraagd. In dit specifieke geval wordt, gelet op de ligging van het perceel, geen planschade verwacht.<br />

Nochtans hebben wij de initiatiefnemer een overeenkomst voorgelegd waarin hij zich verplicht eventuele<br />

planschade te vergoeden. Deze overeenkomst is door betrokkene ondertekend.<br />

Conclusie<br />

Geconcludeerd kan worden dat het geheel vernieuwen van het agrarische bedrijf op het perceel <strong>Engewormer</strong><br />

27 a te Wormer past in het toekomstige beleid van de gemeente voor het landelijke gebied en geen<br />

belemmeringen zijn aangetoond die het uitvoeren van het bouwplan in de weg staan.<br />

Conceptbesluit<br />

Bouwaanvraag 1 e fase: het geheel vernieuwen van een agrarisch bedrijf op het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te<br />

Wormer<br />

5


1. Een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening starten voor het<br />

geheel vernieuwen van een agrarisch bedrijf op het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer;<br />

2. De raad tijdens de voorronde om advies te vragen;<br />

3. De raad voorstellen een voorbereidingsbesluit te nemen voor het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer.<br />

6


De raad der gemeente <strong>Wormerland</strong>;<br />

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 april 2006<br />

en het advies van de raad tijdens voorronde raadsavond d.d. 25 april 2006,<br />

nummer 2006/167;<br />

gelet op artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;<br />

b e s l u i t:<br />

• een voorbereidingsbesluit te nemen voor het perceel <strong>Engewormer</strong> <strong>27a</strong> te Wormer zoals is aangegeven op de<br />

bij dit besluit behorende als zodanig gewaarmerkte tekening;<br />

• dat het voorbereidingsbesluit op 8 mei 2006 in werking treedt.<br />

<br />

7<br />

Aldus besloten in de openbare vergadering<br />

van de Raad der gemeente <strong>Wormerland</strong>,<br />

gehouden op 25 april 2006<br />

de griffier, de voorzitter,<br />

mr. I.P. Vrolijk P.C. Tange

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!