vs20050705 woordelijk verslag raad (pdf, 179 bytes)

5
10
15
20
25
30
35
40
Verslag van de vergadering van de raad der gemeente Wormerland, gehouden op 5 juli
2005 in het gemeentehuis te Wormer, aanvang 20.00 uur
AANWEZIG
de leden: de heren L.J. van Berkel, J.S. Biere, J.R.A. van den Broek, J.B. Gagnant,
C.J.M. Gerssen, A.H.B. van Haarlem, R.P. Hendriks, N.J. de Jong,
R. Kerstens, F.Th. Koelemeijer, N.M. Koelemeijer, G.J.M. de Lange,
M. Muijs, M.G. Ruttenberg, J.M. Schalkwijk en de dames C.A. Warnink-
Hoogenboom en M.J.T. Wielenga-Beeks
de wethouders: de heren C.J.G. Bijvoet, P.H. Roos, F.J.W. Saelman
de voorzitter: de heer P.C. Tange, burgemeester
de griffier: mevrouw I.P. Vrolijk
verslaglegging: Notuleerservice Nederland
AGENDA AGENDA
01. Opening en vaststelling agenda
02. a. Spreekrecht burger
b. Vragenuurtje (artikel 37a Reglement van orde)
03. Vaststellen notulen van de reguliere raadsvergadering van 31 mei 2005
04. Ingekomen stukken
05. Benoeming van mevrouw E.H.M. Ouwehand-Brussel als reserve waarnemend raadsgriffier
C-agenda
06. (Ver)bouwen boven riolen
07. Uitvoeringskrediet sanering ongezuiverde lozingen Oost-Knollendam
08. Eerste wijziging leges/tarieventabel 2005
09.Verslag en advies van de commissie Bezwaar en beroep inzake het bezwaarschrift van SRK
Rechtsbijstand, Postbus 3020, 2700 LA Zoetermeer namens de heer R.C.M. Lange, een bezwaarschrift
ingediend tegen het besluit van de raad van 23 juni 2004 tot afwijzing van een verzoek om
planschadevergoeding
10. Toetreding tot de stichting Grootschalige basiskaart voor Noord-Holland
A-agenda
11. Ontwikkeling Dorpscentrum (blok A) - functioneel programma
12. Openbaar lichaam vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o.
13. Raadsvoorstel Kaders Programmabegroting
14. Financiële consequenties nieuwe werkwijze
15. Vaststellen verordening Burgerinitiatief
16. Benoeming accountant vanaf boekjaar 2005 tot en met 2009
17. Wijziging gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland
18. Jaarrekening 2004
19. Instellen rekenkamercommissie
B-agenda
20. Exploitatierekening 2004 en begroting 2006 van werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland
(Baanstede)
1. Opening en vaststelling agenda
De voorzitter: Ik open de vergadering.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Bij de opening is het vaststellen van de agenda aan de orde. De agenda voor deze laatste vergadering
voor het zomerreces is in twee etappes tot u gekomen. Het is niet gebruikelijk zulke belangrijke
stukken na te sturen, excuses daarvoor. Zoals ook besproken in het presidium, heeft dat te maken met
de komende vakantieperiode. Dit is de laatste vergadering voor het zomerreces en hoewel het mogelijk
is om in die periode een extra vergadering uit te schrijven, willen we de besluitvorming graag
concentreren op deze avond.
We zien dat agendapunt 10 van de eerste agenda, toetreding tot de stichting Grootschalige Basiskaart
Noord Holland, is afgevoerd. Bij nadere bestudering en na advisering door de afdeling Juridische
zaken is gebleken dat dit punt niet geagendeerd hoefde te worden voor besluitvorming in deze
vergadering. Als nieuw punt 10 is geagendeerd: Voorbereidingsbesluit voor de percelen tegenover en
rondom Kerkstraat 8.
Dan heb ik bij de vaststelling van de agenda een amendement ontvangen dat zal worden behandeld bij
punt 6. Daarmee is punt 6 geen C-agendapunt meer. Als we het punt bespreken, geef ik de indieners
van het amendement het woord.
Dat waren de zaken die ik wilde melden. Zijn er anderen die over de agenda het woord willen voeren?
Zojuist heeft de heer Heijnen zich gemeld voor de vergadering. Hij maakt gebruik van het
burgerspreekrecht. Ik geef hem het woord.
De heer Heijnen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Wat ik wil zeggen, heeft betrekking op
agendapunt 11, de ontwikkeling van het dorpscentrum. Afgelopen maanden is structureel gewerkt aan
de ideeën over de ontwikkeling van het dorpscentrum van Wormerland. Ook het Comité Leefbaar
Dorpscentrum heeft haar zegje kunnen doen in diverse bijeenkomsten van de klankbordgroep. Ook
hebben wij onze standpunten duidelijk kunnen maken en zo nodig verdedigd tijdens de goed bezochte
inloopavond op 8 juni jongstleden. Wij zijn voorstander van een kwalitatief goed dorpscentrum, waar
op doordachte wijze ruimte vrijkomt voor winkels, woonruimte en multifunctionele voorzieningen.
Dit alles moet leiden tot een versterking van het dorpscentrum dat functioneel, veilig en leefbaar is
voor de inwoners van Wormerland. Ons inziens moet extra aandacht worden geschonken aan parkeren
en de veiligheid van de verschillende verkeersstromen rondom het centrum. Hoewel vanavond door de
raad een beslissing wordt genomen over de uitbreiding van het dorpscentrum, willen wij benadrukken
dat het bestaande en gedateerde winkelcentrum Plaszoom een facelift of een totale renovatie nodig
heeft. De gemeente is van mening dat door het starten van de ontwikkeling van de uitbreiding op de
locatie van de Wegwijzer de eigenaar van het winkelcentrum Plaszoom in tweede instantie
aangespoord wordt tot het renoveren van zijn eigen centrum. Ons inziens gaat er gedurende die
renovatie een logistiek probleem ontstaan in het centrum van Wormerland. Waar worden tijdens zo’n
renovatie de huidige winkeliers van Plaszoom tijdelijk gehuisvest? Indien de eigenaar van Plaszoom
de intentie heeft het centrum te renoveren, lijkt het raadzaam te overwegen om eerst op de locatie van
de Wegwijzer een tijdelijke voorziening te treffen voor de winkeliers van Plaszoom. Renovatie van
Plaszoom kan dan op een goede manier plaatsvinden. In het gerenoveerde Plaszoom kunnen dan de
huidige winkeliers terugkeren, zo nodig ook andere ondernemers of andere voorzieningen. Daarna kan
gestart worden met de renovatie van het dorpscentrum op de locatie van de Wegwijzer. De
beschikbare maar ook beperkte ruimte in het centrum is dan gedurende de renovatie van Plaszoom en
de nieuwbouw op een efficiënte wijze gebruikt, waardoor omzetschade voor de ondernemers beperkt
blijft. Ons advies is dan ook om vanuit een totaalvisie op het dorpscentrum en in goed overleg met alle
betrokken partijen een juiste strategie te voeren die moet leiden tot een kwalitatief hoogwaardig nieuw
dorpscentrum met een goed verblijfsklimaat. Ik wens u veel wijsheid bij het nemen van het
raadsbesluit. Dank u wel.
De heer Van den Broek: Een vraag, namens wie sprak u?
De heer Heijnen: Namens het Comité Leefbaar Dorpscentrum.
De heer Muijs:
Mijnheer Heijnen, ik heb ook een vraag. Is hierover en over de kosten gesproken met de eigenaar van
winkelcentrum Plaszoom?

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De heer Heijnen: Ik denk dat zoiets financieel beter haalbaar is als je een totaalvisie ontwikkelt en
van daaruit de uitbreiding en tegelijkertijd de renovatie van het bestaande winkelcentrum realiseert.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Heijnen. We gaan verder naar het volgende agendapunt.
3. Vaststellen notulen van de reguliere raadsvergadering van 31 mei 2005
De voorzitter: Op pagina 3 is een naam verkeerd gespeld. De juiste spelling is: Bösensell. Wil iemand
het woord voeren of is er een stemming nodig? Dan is dit verslag met algemene stemmen vastgesteld.
4. Ingekomen stukken
De voorzitter: Er zijn geen ingekomen stukken. Ik ga verder naar punt 5
5. Benoeming van mevrouw E.H.M. Ouwehand-Brussel als reserve waarnemend raadsgriffier
De voorzitter: Ik ga een stembureau benoemen met als leden mevrouw Wielenga-Beeks, de heer
Muijs en de heer Kerstens. U bent allemaal in het bezit van stembriefjes. Als iemand voorafgaand aan
de stemming het woord wenst te voeren, verzoek ik u dat nu te doen. Dat is niet het geval. Ik verzoek
u nu te stemmen en ik vraag het stembureau zijn werkzaamheden op te pakken. De heer Kerstens is de
voorzitter van het stembureau.
De voorzitter: Mijnheer Kerstens, ik geef u het woord.
De heer Kerstens: Er zijn zeventien stemmen vóór uitgebracht en daarmee is het voorstel unaniem
aangenomen.
De voorzitter: Ik constateer dat mevrouw Ouwehand-Brussel is benoemd. Ik dank het stembureau en
ontbind het bij deze. Dan is nu de C-agenda aan de orde.
Agendapunt 7 tot en met 10
Wenst u stemming? Aangezien dat niet het geval is, zijn deze agendapunten met algemene stemmen
aangenomen. Dan gaan we nu over naar de A-agenda.
A-agenda
6. (Ver)bouwen boven riolen
De voorzitter: Ik geef de heer Van den Broek als indiener van het amendement het woord.
De heer Van den Broek: Bij het lezen van het raadsvoorstel, het concept-besluit en de bijbehorende
bijlagen viel het ons op dat wat door onze fractie is ingebracht in de commissiebehandeling, niet
helemaal is terug te vinden in het raadsvoorstel. Vooral de twee toegevoegde voorwaarden, die ik in
het beleid in de bijlagen van het besluit, voorstel. Ik heb ze per e-mail en op papier aan u gestuurd, dus
ik zal ze nu niet voorlezen, maar er staat in dat onze zorg vooral uitgaat naar het toekomstige
financiële beleid. We nemen een besluit dat voor eigenaren-bewoners een verruiming inhoudt van de
mogelijkheden om te bouwen. In dat besluit hebben we echter niet voldoende aandacht besteed aan de
belangen van degenen die niet willen bouwen, maar die wel eventuele verhoging zouden moeten
accepteren als de kosten van de rioolrechten omhooggaan door verplaatsing van een riool. Daarom heb
ik twee toevoegingen gedaan, regel 11 en regel 12, en een kleine toevoeging aan regel 9. Als er vragen
zijn, wil ik die graag beantwoorden.
De voorzitter: Als ik van u een ondertekend exemplaar krijg, dan maakt dat onderdeel uit van de
beraadslagingen. Het woord is aan de raad.
De heer Muijs: Wij kunnen meegaan met dit amendement, met één voorbehoud. Bij de toelichting en
motivatie is in de eerste zin sprake van “reparatie”. Dat hoort hier niet thuis.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De heer Van den Broek: De heer Muijs heeft gelijk. Bij een besluit moet je rekening houden met de
consequenties op de langere termijn. Reparatie zal in genoemde gevallen dan niet afdoende zijn.
De voorzitter: Ik geef het woord aan de wethouder voor een reactie van het college.
Wethouder Bijvoet: Ik heb het amendement ook gelezen en naar aanleiding van de
commissievergadering hebben we bij punt 8. al een toevoeging gedaan die de rechtsopvolging
waarborgt. Dat moet nog in een verordening worden vastgelegd die ons totale rioolbeleid regelt. Waar
we het nu over hebben, zijn eigenlijk spelregels. Niet meer en niet minder. Maar daardoor krijgen we
wel een gelijkvormige behandeling. Regel 11 van de motie is bij wet geregeld. Dat neemt niet weg dat
de tweede zin een welkome toevoeging is. Ik kan mij daarom goed vinden in dit amendement.
De heer Van den Broek: Wij zijn het eens met de reactie van de wethouder, ook met zijn voorstel
voor de redactie van regel 8. Wanneer de verordening op de agenda wordt gezet, kunnen we ook zien
of de door mij genoemde Belemmeringenwet privaatrecht nog van kracht is, want die schijnt
opgeheven te worden.
De voorzitter: We gaan over tot besluitvorming. Aan de orde is het amendement zoals ingediend en
zojuist besproken, met een aanpassing die is voorgesteld door de heer Muijs.
De heer van den Broek: We zijn het eens. Ook over de redactie van regel 8.
De voorzitter: Zijn er nog vragen of aanvullingen? Wenst iemand stemming? Dat is niet het geval.
Het amendement is met algemene stemmen aangenomen. Dan gaan we naar punt 6. Wenst iemand
daarover stemming? Ook dat is niet het geval. Ik kan concluderen dat ook agendapunt 6 met algemene
stemmen is aangenomen. We gaan over naar het volgende agendapunt.
11. Ontwikkeling Dorpscentrum (blok A) - functioneel programma
De voorzitter: Het woord is in eerste termijn aan de raad.
De heer Hendriks: Onze fractie gaat akkoord met het voorstel. We willen nog wel even benadrukken
dat we tijdens de commissievergadering goede nota hebben genomen van de woorden van wethouder
Roos. Hij gaf aan dat ook anderen die bij het winkelcentrum zijn betrokken, van harte zijn uitgenodigd
om mee te doen. We hopen dat Van Hoorne c.q. de Vomar daar ook gebruik van zal maken.
De heer Ruttenberg: Wij gaan ook akkoord met het voorstel. Ik kom nog even terug op de nuttige
bijeenkomst in juni waar iedereen gehoord werd en mensen goed naar elkaar luisterden. Een aantal
punten uit de bijeenkomst is meegenomen in het raadsvoorstel. De opmerking van de heer Hendriks
over de uitnodiging aan anderen om mee te doen, gaat ook op voor het voorstel van de heer Heijnen
over de volgorde in de ontwikkeling ter voorkoming van logistieke problemen. Er zijn ook andere
oplossingen denkbaar. Laten we vooral doorgaan met de ontwikkeling van blok A, met de
kanttekening dat iedereen die bereid is om mee te doen en te denken, dat op ieder moment kan doen.
Dan kunnen we snel verder.
De heer Van den Broek: We zijn een lange voorgeschiedenis aan het afsluiten van praten over de
ontwikkeling van het dorpscentrum. De beleidslijn om zelf de regie te voeren is nog steeds van kracht.
In het voorliggende raadsvoorstel staat dat de gemeente “vooralsnog” als regisseur van het project wil
fungeren. Wat ons betreft is dat “vooralsnog” geldig tot het moment waarop de architect daadwerkelijk
de bouw overneemt. Natuurlijk willen en blijven wij tot het eind bepalen wat er in dat gedeelte van de
gemeente gaat komen.
De inbreng van de spreker van vanavond vonden we ook belangrijk. Vanzelfsprekend moeten we met
alle wensen rekening houden, maar ze mogen nooit bepalend zijn voor de invulling van vlek A. Het
zou nogal belemmerend zijn als je een eigenaar/bewoner uit bijvoorbeeld Doetinchem die hier het
project gaat ontwikkelen, door middel van een voorwaarde zou verplichten gedurende de twee of drie
jaar die een eventuele renovatie van Plaszoom zou kunnen beslaan, de winkeliers te huisvesten. Het
restant van de winkels dat daarna gebruikt wordt terug leveren, is dan wellicht ook minder interessant
geworden voor de ontwikkelaar. Ik noem als voorbeeld iemand uit Doetinchem maar het zouden ook

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
andere, grote sociale bouwontwikkelaars kunnen zijn. Wij denken met name aan dergelijke
ontwikkelaars omdat we tijdens de besprekingen over het dorpscentrum op verschillende momenten
veel aandacht hebben gevraagd voor woningbouw. Zelfs voor veel woningbouw. Wij waren daarmee
niet de kampioen, want twee jaar geleden had de PvdA de wens om 60 woningen te realiseren en wij
vroegen er 49. Het voorstel dat er nu ligt omvat slechts 19 woningen. Wij vinden dat weinig. Mocht
het zo zijn dat ontwikkelingen op het vlak van winkels of MFA over een of twee jaar tot andere
inzichten leiden, waardoor het aantal woningen groter wordt ten koste van het aantal vierkante meters
winkelvloeroppervlak, dan zijn we zelf aan zet, omdat we zelf de regie hebben. We zijn dan niet
afhankelijk van een dik en ingewikkeld contract van een projectontwikkelaar. Dat zou wel het geval
zijn als die op dit moment al de regie zou hebben.
Ik wil nog iets zeggen over de winkelvloeroppervlakte. Op weg hiernaar toe ben ik door het
winkelcentrum gefietst. Wat dan opvalt, is dat de laatste tien jaar een aantal winkels leeg is komen te
staan. Het zijn er twaalf. Ze wachten op een andere bestemming en krijgen een winkel- of
woonfunctie. Van sommige ziet de etalage er dan ook vaak al uit als die van een woonhuis. Je ziet dat
met name aan de Dorpsstraat. Dat moet tot nadenken stemmen als je rapporten leest over distributie-
planologisch onderzoek. Het zonder meer kiezen voor een grote concentratie van winkels in het
dorpscentrum roept ook nog andere problemen op. Dat zien we terug in het raadsvoorstel waarin
gesproken wordt over een komend advies van de afdeling Openbare werken over de
verkeersproblemen die te verwachten zijn. Het flinke MFA-programma is dus de keus waar we voor
staan vanavond. Onze fractie kiest daar ook voor. Het is nog steeds een goede ontwikkeling, maar we
zijn zelf aan bod als realisering en financiering van die vierkante meters aan de orde zijn. Wij hebben
als fractie dus een positieve grondhouding, maar we zullen de regie net zo kritisch blijven volgen als
de afgelopen jaren.
De heer De Lange: Ook wij kunnen instemmen met het voorliggende besluit. Wij willen meegaan in
de koers die het college inzet. Het zal nog wel zoeken worden, want we hebben een aantal
randvoorwaarden afgesproken over de invulling van het dorpscentrum. Eén daarvan is dat de
exploitatie op nul uit moet komen en dat zal nog een hele inspanning vergen. Wij zijn het ook eens
met de realisatie van een MFA in het dorpscentrum. In dat licht is er nog een interessante discussie
mogelijk indien exploitatie financieel niet haalbaar blijkt te zijn. Je zou er dan voor kunnen kiezen om
de discussies over het MFA aan de Kameelstraat en het MFA in het dorpscentrum aan elkaar te
verbinden, en te kiezen voor het inzetten van meer volume met een ander doel op de ene locatie,
bijvoorbeeld woningbouw en concentratie van het MFA in het dorpscentrum. In die discussie zal het
ook passen en meten worden om de wensen voor de invulling van het MFA en het aantal vierkante
meters winkeloppervlak dat we willen, op een lijn te krijgen. De lijn is nu ingezet, maar het is niet uit
te sluiten dat we nog tot aanpassing zullen komen, ook om de exploitatie rond krijgen. In dat verband
is het ook goed om in de gaten te houden hoeveel woningen we uiteindelijk in het dorpscentrum of als
alternatief op de locatie Kameelstraat zouden kunnen realiseren.
Naar aanleiding van wat mijnheer Heijnen vanavond heeft opgemerkt, kan ik zeggen dat wij in de
commissie hebben gezegd dat het natuurlijk belangrijk is dat de ontwikkelingen in blok B aansluiting
krijgen bij wat in blok A gebeurt. De vraag hoe gewenste ontwikkelingen logistiek kunnen worden
ondersteund, zou onderwerp van gesprek kunnen zijn tussen het college en de ontwikkelaar in vlek B.
De belangen van anderen en de kans op een neutrale exploitatie mogen daardoor, zoals de heer Van
den Broek al opmerkte, niet in het gedrang komen.
De heer Muijs: Wij staan ook achter het voorstel. De heer Heijnen had een aantal zinnige dingen te
vertellen, vooral over de renovatie van vlek B. We moeten opletten dat het ons geen geld gaat kosten.
We zouden iemand kunnen gaan faciliteren, in dit geval de eigenaar van het gebouw, waardoor het
langer kan gaan duren voordat wij als gemeente kunnen beginnen. Een goed gesprek met de eigenaar
moet duidelijkheid geven.
De heer De Jong: Wij kunnen ook instemmen met het voorstel. Natuurlijk zullen de
verkeersafwikkeling en het parkeren goed moeten worden geregeld. Bij de bespreking van de
randvoorwaarden is dat expliciet aan de orde gesteld. Maar we ondersteunen het voorstel en gaan
ermee aan de slag.
Wethouder Roos: Het verheugt mij dat ik kan constateren dat er een breed draagvlak is voor het
voorstel. Gezien de voorgeschiedenis van dit plan is het belangrijk om dat even te memoreren.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Een goede zaak. Het voorstel dat nu voor ons ligt, gaat vooral over de “wat”-vraag. De discussie die
we vanavond hebben, gaat al over de “hoe”-vraag. Hoe ga je het realiseren? Hoe houd je de regie?
Hoe ga je met externe partijen in zee en welke rol geef je ze en wanneer? En als je dan aan het bouwen
gaat: hoe heb je de minste overlast? Bij al die “hoe”-vragen, die vanwege hun complexiteit lastig zijn,
hoeven we vanavond nog niet zo lang stil te staan, want daar gaan we mee aan de slag in de fase die
we nu ingaan, de definitie-fase. Nu gaan we over de ontwikkelingsstrategie nadenken. Daarin moeten
antwoorden komen op vragen als: hoe kunnen we zorgen dat vlek B meegaat in de door ons gewenste
ontwikkelingen en welke partijen, corporaties en projectontwikkelaars gaan we daar een plek in geven
en tot welk moment houden we de regie? Wij zullen daar in de toekomst zeker nog van gedachten over
wisselen. Daarom ga ik vanavond niet verder in op die vragen, want dat is wat prematuur.
GroenLinks plaatste zojuist een aantal kritische kanttekeningen bij het lage aantal woningen en de
leegstand. Dat lage aantal woningen is de consequentie van deze keuze. We kennen de standpunten,
maar het zou kunnen dat er gaandeweg nog wat wijzigingen in de plannen komen. Over de leegstand
van de winkels: de filosofie achter de plannen is nou juist dat door versterking van het centrum de
negatieve spiraal wordt doorbroken en omgezet in een positieve. Een ding moet ik met klem
weerspreken. Dat is de aanname van de heer Van den Broek dat concentratie van de winkels en MFA
de redenen zijn om naar de verkeerssituatie te gaan kijken. Natuurlijk speelt de noodzaak om de
verkeersafhandeling ter plekke te onderzoeken een rol, maar met het in dit voorstel genoemde
verkeerskundig onderzoek bedoelen we een bredere verkeerskundige situatie, die te maken heeft met
de verkeersafhandeling in de kern Wormer in het algemeen. Dat staat feitelijk los van deze
ontwikkeling. De mobiliteit en het autobezit nemen zodanig toe dat in de toekomst zeker maatregelen
genomen moeten worden. Daarom hebben we besloten niet te wachten tot de situatie acuut wordt en er
nu alvast naar te kijken. Tot slot. De geschetste kaders, ook de financiële, zijn op dit moment
bepalend. Dat heb ik ook op de inloopavond gezegd. Als blijkt dat we er met deze uitgangspunten niet
komen, dan moeten we wellicht bijstellen maar dan kom ik terug bij u.
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er in tweede termijn vragen of opmerkingen van de raad?
De heer Van den Broek: Dank voor de reactie, wethouder. Ik wil nog even ingaan op het onderzoek
naar de verkeerssituatie. Het betreffende voorstel wordt nadrukkelijk genoemd als vierde punt bij
Advies en onderbouwing. Voor ons vormde dat de aanleiding om ervan uit te gaan dat er een relatie
was tussen onderzoek en ontwikkelingen. Als u dat onderzoek nu in een breder kader plaatst, denk ik
dat we op het moment dat we over het advies van Openbare werken gaan spreken, dan ook in
algemene zin moeten gaan praten over de verkeersontwikkeling in het dorp Wormer en misschien
andere dorpen om te kijken of we de oorzaak kunnen bestrijden.
De voorzitter: Wethouder Roos?
Wethouder Roos: De heer Van den Broek heeft gelijk. Er is een breder perspectief en dus komt de
zaak te zijner tijd ook in een breder perspectief aan de orde.
De voorzitter: Dan stel ik u voor om de beraadslagingen te sluiten. Aan de orde is agendapunt 11: de
ontwikkeling van het dorpscentrum. Wenst iemand stemming? Dat is niet het geval. Het voorstel is
met algemene stemmen aangenomen.
12. Openbaar lichaam vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar
De voorzitter: Is er iemand die hierover het woord wenst te voeren?
De heer De Lange: De gemeente Wormerland heeft inmiddels al haar standpunt naar voren gebracht
in de algemene raad van de VVI. Het stuk roept echter nogal wat vragen op. Het gaat om een orgaan
waarvan de gemeente voor een gedeelte aandeelhouder is. Daarom kun je vaststellen dat de gemeente
door deze aansluiting een risico loopt omdat wij garant staan voor de financiering van een deel van
deze vuilverbranding. Het is dan ook een goede zaak om, ook al zijn we met 1,25% van de aandelen
maar een klein spelertje, op de voet te volgen wat daar gebeurt. Toch geeft u in het voorstel aan dat er
vragen zijn met betrekking tot de bio-energiecentrale: of dat wel een verstandige investering is en of er
een onafhankelijke deskundige geraadpleegd moet worden. U meldt ook dat u heeft ingestemd onder

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
voorbehoud van instemming van de gemeenteraad. Mijn vraag is dan ook of u straks wilt toelichten
wat dat inhoudt.
Hetzelfde geldt voor het voorstel om een vuilverwerker in Dordrecht over te nemen. Ook daar wordt
aangegeven dat het vanwege de synergie-effecten een goede zaak lijkt, maar u spreekt twijfel uit over
de onderliggende gegevens. Er wordt namelijk gerefereerd aan een accountantsrapport dat niet bij de
stukken is aangeleverd. Verder is er onduidelijkheid over wat precies bedoeld wordt met de
“marktconforme beloning” van de directie. U heeft daar naar geïnformeerd, maar wat ons betreft had u
krachtig mogen vragen naar de hoogte van die beloning. In mijn optiek is het een normale zaak dat de
aandeelhouder wordt geïnformeerd over de beloning van de directie en dat hij kan vaststellen of het
om een maatschappelijk verantwoorde beloning gaat.
De voorzitter: Dank u wel
De heer Schalkwijk: Wij hebben een korte vraag over het risico van 5,8 miljoen. U zegt dat u dat in
de boekhouding en begroting gaat verwerken. Wij horen graag van u hoe u dat gaat verwerken in de
begroting.
De voorzitter: Zijn er nog anderen die in eerste termijn willen reageren?
De heer Kerstens: Na lang wikken en wegen heeft onze fractie een oordeel geveld over dit
agendapunt. We gaan akkoord met de jaarrekening, de garantstellingsprovisie en het gestelde over de
bio-energiecentrale. We gaan echter niet akkoord met het voorstel omtrent Gefudo, omdat we geen
totaal onoverzichtelijke zaken kunnen beoordelen. Het gaat ons te ver om als een aandeelhouder op
voorhand fiat te geven aan de overname van een bedrijf. We voelen ons niet geroepen om garant te
staan voor onduidelijke financieringen en we geven de gemeente het advies dit niet te doen. Ook is
onze fractie van mening dat het jaarsalaris van de bestuursvoorzitter van Nuon maatschappelijk
aanvaardbaar moet zijn. Dat betekent voor ons: niet meer dan het jaarsalaris van de minister-president,
en dat is maximaal 150.000 euro per jaar. Dus ook geen bonussen. Wij adviseren dan ook om dit
duidelijk over te brengen. We gaan dus niet geheel akkoord met punt 1 van het besluit, maar wel met
punt 2.
De heer Ruttenberg: Wat betreft de beloning sluit ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. Daarnaast
vinden wij het een nogal vreemde constructie waarbij wij allerlei vraagtekens hebben. Het bedrijf is
nogal ondernemend en het is moeilijk te beoordelen of dat allemaal goed gaat. Is het niet mogelijk om
alleen maar diensten af te nemen? Dat is wat meer transparant.
De voorzitter: Als er verder geen vragen zijn in eerste termijn, zal wethouder Saelman nu de vragen
beantwoorden.
Wethouder Saelman: Wat betreft de algemene raad VVI het volgende. Jaren geleden hebben we
besloten deel te nemen. We hadden een vuilcentrale in Alkmaar, de VVI, die op een gegeven moment
is ondergebracht in de HVC, de grote Alkmaarse centrale. Met twaalf gemeentes zijn wij er onderdeel
van en vertegenwoordigen we de VVI. Als raad hebben we de algemene raad van VVI gemandateerd
om besluiten te nemen en ik ben de vertegenwoordiger namens u in die algemene raad. Daarnaast ben
ik ook in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd, en ben ik gemandateerd om in de algemene
aandeelhoudersvergadering het standpunt van de VVI naar voren te brengen. Maar ik ben maar één
van de twaalf die in de algemene raad een stem hebben. Er is al een bijeenkomst van de algemene raad
geweest en daarin heb ik deze zaken reeds naar voren gebracht. De antwoorden die ik daarop heb
gekregen, zal ik u zo geven maar uiteindelijk is het zo dat daar met meerderheid van stemmen
besluiten worden genomen. In een aantal gevallen heb ik niet in kunnen stemmen, omdat ik een
voorbehoud moest maken voor de goedkeuring van mijn raad, maar de algemene raad heeft al wel
gestemd. Dat wil zeggen dat die algemene raad alle punten heeft goedgekeurd behalve Gefudo, omdat
men van mening is dat het meer van hetzelfde is, dat de risico’s toch wel groot zijn en dat het niets te
maken heeft met het milieu. Wat dat laatste betreft, heeft de VVI een ideëel standpunt. Ik zal dus
namens de raad inbrengen dat wij over Gefudo nader willen discussiëren.
In mijn antwoord ben ik ook ingegaan op de vraag van mijnheer De Lange over hoe de algemene raad
van de VVI werkt en wat mijn inbreng is. De manier waarop de raden van de deelnemende gemeentes

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
met die vertegenwoordiging omgaan, verschilt. Sommigen houden het bij ter kennis brengen aan de
raad, wij doen het op deze manier.
Er is even gesproken over risico’s. Wij lopen een risico van 1,25%. Wethouder Roos zal u straks
vertellen hoe dat in een risicoparagraaf kan worden opgenomen.
De algemene raad is akkoord gegaan met de biocentrale. Ik heb daarbij een voorbehoud gemaakt. Er is
een uitgebreid en goed onderzoek geweest. Ook is de buitenlandse situatie bekeken. Pas als aan een
aantal voorwaarden inzake duidelijkheid over subsidie, rendement en milieueffecten is voldaan, wordt
er met de biocentrale gestart. De HVC wil het milieu op een goede manier tegemoet treden en daar
past een biocentrale goed in.
Het beloningsbeleid heb ik ook aan de orde gesteld. De algemene raad heeft daar al mee ingestemd. Er
schijnt geen verplichting te zijn om dat op te nemen in de boeken. Ik heb gevraagd naar de
beloningsstructuur en men heeft mij gezegd dat het betreffende salaris een ministersalaris is, niet meer
dan dat. Er zijn geen bonussen.
Wethouder Roos: Een kort antwoord. De garantstelling krijgt een plek in staat F, de gegarandeerde
geldleningen. Daarin staan ook bijvoorbeeld de gegarandeerde leningen aan de woningstichtingen. De
opbrengst gaat in het product algemene dekkingsmiddelen, want als ooit zo’n garantstelling geraakt
zou worden, zou dat ook ten laste gaan van de algemene middelen.
De heer Kerstens: Duidelijk antwoord. Wij gaan akkoord.
De heer Ruttenberg: Ik stem blanco. Ik vind het een onoverzichtelijke club en ik ben tegen dit soort
instellingen die tussen bedrijfsleven en overheid in zweven.
De voorzitter: Ik moet u erop wijzen dat u voor of tegen moet zijn. Als u er niet bent, wordt u niet
meegeteld.
De heer Van den Broek: Ik vind het prima.
De voorzitter: Anderen die het woord willen voeren? Dan stel ik vast dat agendapunt 12 voldoende
ondersteuning heeft en wordt aangenomen met een tegenstem van D66.
Daarmee is agendapunt 12 besloten
13. Raadsvoorstel Kaders Programmabegroting
De voorzitter: Het woord is aan de raad.
De heer De Lange: Voor ons ligt een product waar een werkgroep ruim een jaar aan gewerkt heeft.
Hert doel ervan is kaders te geven aan de begroting voor 2006. Daarbij stond de vraag centraal wat het
uiteindelijke maatschappelijke effect zou moeten zijn van het beleid dat wij maken en de dingen die
we doen. Getracht is ieder programma te voorzien van prestatie-indicatoren om zo toekomstige
ontwikkelingen te kunnen volgen. We stellen voor om de voor het begrotingsjaar 2006 beschikbare
getallen in te vullen als een nulmeting en daar eventueel gebruik van te maken om toekomstige
ambities mee te formuleren. Over een reeks jaren zouden getallen kunnen leiden tot het bijstellen van
het beleid. Dat we op dit moment nog verwikkeld zijn in een discussie over het sluitend maken van de
begroting, is een knelpunt. Daarom nodigen we het college uit om aan te geven in hoeverre de in het
voorstel geformuleerde ambities reëel haalbaar zijn met de beschikbaar te stellen middelen, zodat de
raad eventueel bij de begrotingsbehandeling kan besluiten tot het beschikbaar stellen van meer
middelen of tot het temperen van de ambities op een bepaald beleidsprogramma. Het is dus een aanzet
tot een meer transparante manier van meten van beleidsresultaat. Daarnaast is het bedoeld om
bewuster beleid te kunnen vaststellen en uitvoeren. We hopen in ieder geval dat het dat effect zal
hebben.
De heer Van Berkel: Ik wil even kort reageren. Inhoudelijk hebben wij natuurlijk geen commentaar,
want we hebben dit zelf samengesteld en we hebben er allemaal bijgezeten. Ik vond dit een bijzonder
goede manier om een breed ondersteunde programmabegroting voor elkaar te krijgen. Voor de manier

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
waarop de heer De Lange deze commissie heeft voorgezeten wil ik hem complimenteren. Hij deed dat
fantastisch.
Mevrouw Warnink-Hoogenboom: Voorzitter, ook wij vinden dat de heer De Lange het uitstekend
heeft gedaan. Wij willen de hele klankbordgroep complimenteren, want het werk ziet er goed uit.
Hiermee kunnen we aan de slag en wordt het transparanter. Wij stemmen van harte in.
De heer F.Th. Koelemeijer: Ook wij zijn tevreden. Het is een behoorlijke klus geweest waar alle
fracties, sommige intensiever dan andere, aan mee hebben gewerkt. Een woord van dank aan de heer
De Lange is op zijn plaats. Wat er ligt, is een goed product. Als je ziet hoe ook andere gemeentes
worstelen met het formuleren van prestatie-indicatoren, dan mogen we best trots zijn. Wellicht moeten
we als gemeente daar wat PR mee gaan bedrijven, maar dat punt geef ik mee aan het college.
Over de uitvoerbaarheid en de manier waarop dit moet worden vertaald naar de begroting moeten we
nog nadenken. Ook staan er in de programmabegroting en het coalitieakkoord nog wensen die we
moeten realiseren en die dus ook input zijn voor de begroting van 2006.
De heer Ruttenberg: Ik sluit mij aan bij de laatste spreker. Ook wil ik de heer De Lange en mevrouw
Vrolijk bedanken voor de goede voorbereiding van de bijeenkomsten. Deze week heb ik de
jaarrekening bestudeerd en ik constateer dat het de afgelopen jaren steeds makkelijker wordt om het
materiaal te doorgronden; het wordt steeds transparanter. En het wordt straks nog makkelijker om
zaken te vergelijken en snel hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Dat is een goede zaak en ik hoop dat
burgers zich op termijn er ook in gaan verdiepen.
De heer Hendriks: Wij sluiten ons graag aan bij de waarderende woorden voor de heer De Lange en
voor onze griffier, die ons allemaal op een geweldige wijze heeft bijgestaan.
De voorzitter: voor een korte reactie geef ik het woord aan wethouder Roos.
Wethouder Roos: Ik wil nog even memoreren dat we enigszins geworsteld hebben met de
rolverdeling in het kader van het dualisme. Eerst was het de bedoeling om een raadsprogramma te
maken, maar al vrij snel gingen we over tot het schrijven van de programmabegroting waarbij de vraag
speelde wie er verantwoordelijk was voor welk onderdeel van het programma. Ik denk dat het een
goede zaak is als we op een gegeven moment duidelijk maken dat de raad aangeeft wat we willen
bereiken en het college vervolgens zegt hoe we dat kunnen bereiken. Ik denk dat het ook een goede
benadering is om bij de begrotingsvoorbereiding aan te geven of we die doelen kunnen realiseren met
de beschikbare budgetten en afhankelijk van het antwoord de ambitie daar bij te stellen. We zullen dan
ook op die manier aan de gang gaan met de voorbereiding voor de begroting.
Wethouder Bijvoet: Een korte reactie. In de gezamenlijke commissie is met betrekking tot punt 2,
Natuur en landschap aan de orde geweest of het realistisch is om die gegevens te achterhalen en om
dat achterwege te laten als het te ingewikkeld wordt. Daarom wil ik bij het eerste punt opmerken dat
het aantal weidevogels te achterhalen is, maar dat het moeilijk wordt om het aantal broedende
weidevogels te achterhalen. Ik adviseer dus om het woord “broedende” eruit te laten.
De voorzitter: Is er iemand die in de tweede termijn het woord wil voeren? Wenst iemand stemming?
Dan mag ik concluderen dat agendapunt 12 met algemene stemmen is aangenomen.
14. Financiële consequenties nieuwe werkwijze
De voorzitter: Wie kan ik het woord geven?
De heer Hendriks: Een korte reactie, want we hebben al over de voorstellen gesproken. Wij zijn toch
wel wat geschrokken van de kosten. Als we naar de kosten kijken, dan schrikken we weer dat u daarin
de kosten voor beveiliging en audiovisuele voorzieningen betrekt. Wij vinden dat die kosten niet bij de
nieuwe werkwijze van de raad passen. Wij willen dan ook dat de kosten van deze voorzieningen niet
worden meegenomen in de nieuwe werkwijze. Het gaat om een proef van een half jaar en dergelijke
voorzieningen zijn na een half jaar niet meer terug te draaien.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De heer Van Haarlem: Ik sluit me aan bij de heer Hendriks en zijn opmerking over de kosten van
beveiliging. Ook wij vinden dat die hier niet thuishoren. Een tweede opmerking is dat we het budget
ter beschikking stellen, maar dat dat niet betekent dat de taak die we onszelf als raad hebben opgelegd
om te bezuinigen, in de knel mag komen.
De heer Van Berkel: Wij hopen dat dit geen structurele kosten gaan worden. We willen graag de
burgers erbij betrekken, maar dat moet geen extra last worden op onze begroting. Verder zijn wij het
eens met de opmerking van de heer Hendriks. Bedoelde kosten kunnen mogelijk uit een ander potje
worden gefinancierd, zoals ook mijnheer Van Haarlem al zei. We zouden dan ook graag zien dat die
kosten eruit worden gehaald.
De heer Schalkwijk: Voorzitter, wij sluiten ons aan bij de woorden van de eerdere sprekers en zijn
dan ook zeer benieuwd naar uw antwoorden.
De heer Ruttenberg: Ik sluit me aan bij de heer Schalkwijk.
De voorzitter: In antwoord op uw vragen over de twee kostenposten het volgende. Wij hebben in dit
gebouw een “open” cultuur, waardoor we niet altijd met 100% zekerheid in de gaten hebben of er
publiek naar boven loopt. We houden dat wel goed in de gaten bij onze reguliere vergaderingen, maar
omdat we straks bij de nieuwe werkwijze in verschillende ruimtes gaan overleggen, hebben we
gekeken of en hoe we dat veilig kunnen maken. Daaruit bleek dat we op de eerste en tweede
verdieping een aantal sloten in deuren moeten vervangen, zodat mensen wel naar het toilet kunnen
maar niet in de werkruimtes van ambtenaren kunnen komen. Een beperkte maatregel dus. We gaan
niet werken met pasjes of speciale deuren. We gaan alleen een aantal cilinders van sloten aanpassen
Het gaat om een beperkt bedrag.
De geluidsinstallatie is een dilemma. We hebben voor dit voorstel kritisch gekeken in de budgetten of
het mogelijk is om ook in de derde ruimte middels een eenvoudige geluidsinstallatie te praten, zoals
we die ook in de commissiekamer hebben. Voor het publiek is het namelijk belangrijk dat het goed
kan horen wat er in het debat naar voren wordt gebracht. Als we dat doen, hebben we drie volwaardige
ruimtes om in te vergaderen. Het is een beperkte aanpassing en ik denk dat we daarmee de proef goed
kunnen doen. Ik wil bekijken of we voor deze periode een geluidsinstallatie kunnen huren, maar als
we die installatie niet hebben, maken we het voor het publiek een stuk lastiger.
De heer Hendriks: De argumentatie is duidelijk, maar we vinden het vreemd dat u structurele kosten
maakt voor een werkwijze die we een half jaar gaan volgen. We zouden ook willen wachten met een
geluidsinstallatie voor de derde kamer, want misschien zijn er nog meer voorzieningen, zoals
bijvoorbeeld een ringleiding nodig. Wij stellen voor op dit moment dit soort dingen nog niet aan te
schaffen, maar eerst te kijken hoe dat nieuwe systeem werkt. De nieuwe raad gaat op basis van de
proef beslissen hoe het werkt, laat de nieuwe raad dan ook een besluit nemen over de consequenties.
De heer Van Haarlem: Mensen moeten een vergadering goed kunnen volgen. Als de voorzieningen
daarvoor ook op tijdelijke basis kunnen worden geregeld, kan ik daarmee instemmen. Ook kan ik me
iets voorstellen bij een aanpassing van bestaande sloten. Maar in het raadsvoorstel wordt ook
gesproken over een registratiecamera. Dan heb je het over heel andere kosten. En dan moet je je ook
afvragen wat je daarmee gaat registreren.
De heer Hendriks: U vergist zich, mijnheer Van Haarlem. Die registratiecamera is een stelpost. Dat
gaan we dus nog niet doen.
De heer Van Haarlem: In dat geval is mijn probleem opgelost.
De heer van Berkel: Ook mijn probleem is opgelost, voorzitter. U heeft het goed toegelicht en mij
lijkt een geluidsinstallatie inderdaad noodzakelijk.
De heer Schalkwijk. Ik sluit me daarbij aan, maar we moeten oppassen dat het geen structurele kosten
worden. Ook graag de raad informeren over de gevonden oplossing.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De heer F.Th. Koelemeijer: We sluiten ons aan bij de voorgaande sprekers. Het is inderdaad
verstandig om te kijken of je voor de tijd van de proef apparatuur kunt huren, zodat je nog geen
definitieve investering hoeft te doen.
De heer Ruttenberg: Wij vinden wel dat die geluidsinstallatie vanaf de eerste avond in orde moet
zijn, maar als leasen of huren mogelijk is, dan vinden wij dat ook prima.
De voorzitter: Het gaat om een bedrag van 3750 euro. Dat is een behoorlijk bedrag, dus ik snap best
dat u er vragen over stelt. Wij zullen ons uiterste best doen om te kijken of dat voor een lager bedrag
kan en we zullen u daarvan op de hoogte stellen.
De heer Hendriks heeft gelijk als hij zegt dat over stelposten nu geen besluiten worden genomen.
Stelposten maken wel het overzicht compleet en we kunnen die na afloop van de proef bij de
vervolgafspraken betrekken. Verder willen we aanvaardbare maar geen ingrijpende investeringen
doen, dus in de derde commissiekamer is geen ringleiding aanwezig.
Structurele kosten zijn er wel. Bijvoorbeeld de veertig bezoekersstoelen. Die hebben we echt nodig en
die schrijf je niet in een jaar af .
Is er iemand die na deze beantwoording in tweede termijn een opmerking wil maken?
De heer Hendriks: Een stemverklaring voorzitter. Wij kunnen akkoord gaan met het voorstel, onder
de voorwaarde dat de geluidsinstallatie wordt gehuurd voor een beperkte periode.
De voorzitter: U kent het bedrag dat nodig is voor aanschaf en ik heb u toegezegd dat ik ga kijken of
we het voor minder kunnen regelen, dat is een inspanningsverplichting. Als dat niet lukt, dan laat ik u
dat weten.
Ik wil nu overgaan tot besluitvorming. Wenst iemand stemming? Dat is niet het geval. Agendapunt 14
is met algemene stemmen aangenomen.
15. Vaststellen verordening Burgerinitiatief
De heer F.Th Koelemeijer: Wij ondersteunen dit door de werkgroep Dualisme voorbereide voorstel.
Burgerinitiatief is een goede zaak. Het is drempelloos. Iedereen in de gemeente Wormerland kan met
een initiatief naar de raad. De verordening en de spelregels zijn duidelijk. Laten we er goede
publiciteit aan geven en ermee beginnen, burgers op te roepen om initiatieven te nemen en met
voorstellen naar ons toe te komen. Laten we ook de ambtelijke organisatie oproepen om daar adequaat
op te reageren.
De heer Ruttenberg: Wij ondersteunen dit ook van harte en hebben verder geen opmerkingen.
De heer Van Berkel: Een paar kleine dingen. In artikel 4 staan nummers en letters door elkaar. En bij
artikel 2 staat “presidium plaatst burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de raadsvergadering indien
daartoe een geldig verzoek is ingediend”. Dus het initiatief gaat eerst naar het presidium maar in het
artikel staat dat de raad op de hoogte wordt gesteld van een burgerinitiatief in de eerstvolgende
vergadering na de datum van indiening. Ik ben benieuwd of dat binnen die tijd geregeld kan worden.
De voorzitter: Het college sluit zich aan bij de positieve inbreng van de raad. Ik concludeer dat dit
initiatief met algemene stemmen wordt aangenomen.
16. Benoeming accountant vanaf boekjaar 2005 tot en met 2009
De voorzitter: Ik geef het woord aan de voorzitter, de heer Gerssen.
De heer Gerssen: Voorzitter, dank u wel. Wij hebben in een aantal bijeenkomsten gesproken met
verschillende accountants die zich op een bijzondere wijze hebben gepresenteerd: eerst schriftelijk en
daarna mondeling met een presentatie. Daaruit resulteerden er drie die zich op buitengewoon
interessante wijze nader hebben gepresenteerd. Op grond daarvan en op grond van wederzijdse vragen
en antwoorden, zijn we tot de conclusie gekomen dat we de komende jaren toch door willen gaan met

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Deloitte. We hebben in onze afwegingen niet alleen de punten uit onze commissie, maar ook het
verzoek van de ambtelijke organisatie betrokken. We adviseren u om voor de komende jaren Deloitte
weer als onze accountant aan te stellen.
De heer Ruttenberg: Wij gaan akkoord met dit voorstel, maar ik heb wel een opmerking. In het
verslag van de controlecommissie is niet gesproken over een bedrag van 13.325 euro dat achter de
hand gehouden is. Ons plaatsvervangend lid was niet aanwezig bij de bespreking, maar wij vinden dat
dat bedrag in het verslag had moeten staan. Daar willen wij graag een reactie op hebben. Voor de rest
gaan wij akkoord.
De heer Gerssen: We hebben in de commissie besproken om dat bedrag vooralsnog in de begroting te
behouden voor het geval dat er zich zaken aandienen die iets meer budget nodig maken. Dat is de
reden waarom het bedrag niet in het verslag staat.
De voorzitter: Ik ga over tot de besluitvorming. Mag ik concluderen dat agendapunt 16 met algemene
stemmen wordt aangenomen? Dat is het geval.
17. Wijziging gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland
De voorzitter Wil iemand het woord? Wenst iemand stemming? Dat is allebei niet het geval.
Daarmee is agendapunt 17 met algemene stemmen aangenomen.
18. jaarrekening 2004
De voorzitter: Wie mag ik hierover in eerste termijn het woord geven?
De heer F.Th Koelemeijer: De Jaarrekening 2004 ziet er goed uit. Ook de lay-out is mooi. Wij
willen dan ook onze waardering uitspreken voor de ambtelijke organisatie, die dit jaar op eigen kracht
de jaarrekening heeft samengesteld. Er is een aanzienlijke prestatie geleverd. Ook het resultaat stemt
tevreden. Tegenover een begroting die uitkwam op een tekort van 1 miljoen euro staat een positief
rekeningresultaat. Jammer dat dat niet structureel is.
Wij kunnen instemmen met het voorstel om een aantal posten te reserveren en een deel toe te voegen
aan de reserve Volkshuisvesting en een aantal andere reserves.
De heer Ruttenberg: Wij stemmen ook in met de jaarrekening. Zoals ik al eerder zei, zijn we blij met
de duidelijke presentatie en we hopen dat die in de toekomst nog duidelijker wordt. Ook het
bijbehorende jaarverslag wordt steeds toegankelijker. De financiële situatie blijft natuurlijk somber,
maar daar spreken we een andere keer nog over.
De heer Van Haarlem: Ook wij stemmen in met het voorliggende voorstel en we sluiten ons graag
aan bij alle waardering die wordt uitgesproken.
De heer Van Berkel: Wij sluiten ons bij de voorgaande sprekers aan.
De heer Schalkwijk: Dat doen wij ook, maar ik heb nog wel een vraag. Kunnen in de toekomst
overschrijdingen op programmaniveau wat duidelijker worden aangegeven?
Wethouder Roos: Dank u wel voor de complimenten. We zijn natuurlijk blij met de incidentele
opbrengst, maar structureel hebben we nog wat problemen. Die kent u, want we zijn in de
klankbordgroep samen bezig geweest om de doelstelling, een structureel sluitende begroting vanaf
2006, te realiseren. Dat is geen geringe klus, mede dankzij rijksbeleid.
We hebben de opstelling deze keer zonder externen kunnen maken. Dat is ook weer een vooruitgang.
Ik verwacht dat het resultaat volgend jaar weer beter is door de manier waarop de
programmabegroting straks vorm zal worden gegeven met prestatie-indicatoren, zodat u het resultaat
nog beter zult kunnen beoordelen en ons nog beter kunt controleren. Volgend jaar zal de programma-
indeling van de rekening inderdaad anders zijn, omdat die anders is in de begroting 2005. We zijn
teruggegaan in het aantal programma’s.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Ik denk dat we goed op weg zijn. De Controlecommissie heeft positief geadviseerd. Ook de
kanttekeningen van de accountants hebben we ter harte genomen. We zullen daarop actie ondernemen,
maar daar heeft u denk ik ook kennis van kunnen nemen. Al met al zijn we weer een stap verder en
naar aanleiding van de opmerking van het CDA over het aangeven van overschrijdingen op het
programma: we rapporteren op programma, dus ik begrijp niet zo goed waar de onduidelijkheid in zit.
De heer Schalkwijk: Als u het er in een kader bij zet, is het nog duidelijker.
Wethouder Roos: We proberen daaraan te voldoen.
De voorzitter: Wil iemand gebruik maken van de tweede termijn?
De heer Gerssen: Ik wil nog even inhaken op wat de wethouder zegt. Onder het kopje
“Controlecommissie” is vermeld dat deze commissie op 15 juni 2005 voor de eerste keer in haar
bestaan de jaarrekening heeft beoordeeld en dat de commissie een positief advies heeft gegeven, dat
tijdens de raadsvergadering zal worden voorgelezen. Ik vind het een eer om onze werkzaamheden op
die manier omschreven te zien. Ik wil graag nog iets zeggen over de bevindingen van deze commissie,
die ik met plezier heb voorgezeten. Op 15 juni 2005 is de controlecommissie bijeengekomen. Tijdens
die bijeenkomst is onder meer gesproken over de jaarverslagen van 2004. Naast de leden van de
commissie waren daarbij aanwezig: de accountant, de griffier, de wethouder Middelen, de
gemeentesecretaris en het hoofd van de afdeling Financiën. We hebben gesproken over het
jaarverslag, de jaarrekening, de accountantsverklaring en het raadsvoorstel. Van de bijeenkomst is een
verslag gemaakt waarvan u inmiddels kennis heeft kunnen nemen. Allereerst hebben we
geconcludeerd dat de kwaliteit van de jaarverslaggeving opnieuw op een hoger peil is gebracht. We
staan niet alleen met die constatering. Ook de accountant heeft gezegd dat hij zijn werkzaamheden een
stuk sneller kon uitvoeren door de grotere mate van volledigheid van de stukken. Verder zijn we
uitvoerig ingegaan op het rapport van de accountant. Naast positieve opmerkingen heeft hij ook een
aantal aanbevelingen gedaan op het gebied van met name de administratieve organisatie, en dan
vooral waar het betreft de interne controles op de financiële bedrijfsvoering. Inmiddels zijn daar
verbeteringen in aangebracht die in 2005 verder zullen worden geëffectueerd. Ook is in het rapport
een aantal opmerkingen gemaakt die betrekking hebben op de stand van zaken rond de implementatie
van de controle op de rechtmatigheid. De raad heeft in zijn vergadering van 5 april 2005 de keuze
gemaakt dat 2004 op het terrein van die controle een overgangsjaar mag zijn. Daarom heeft de
accountant niet geoordeeld over dit onderdeel van het jaarverslag. In 2005 zal dit wel een onderdeel
zijn van de accountantsrapportage. De overige vragen van de Controlecommissie zijn door de
accountant en het hoofd Financiën voldoende beantwoord.
Behoudens de rechtmatigheid van het handelen in 2004 heeft de accountant verklaard dat hij van
oordeel is dat de jaarrekening van de gemeente Wormerland zowel de baten als de lasten over 2004 als
de activa en passiva per 31 december 2004 getrouw weergeeft en in overeenstemming is met het
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Op grond van deze constateringen en
gelet op het bepaalde in artikel 194 van de Gemeentewet, stelt de controlecommissie voor aan de raad
om de jaarrekening 2004 vast te stellen en daarmee het college van Burgemeester en Wethouders
décharge te verlenen voor het door hen verantwoorde financieel beheer.
Tot slot nog dit. De jaarrekening is heel lang een ondergeschoven stuk geweest in de reeks begroting,
rapportage, verantwoording. Vaak was het slechts een hamerstuk en was iedereen blij dat het hele
pakket was afgehandeld. Dat is nu gelukkig anders. Niet alleen door betere rapportages, maar vooral
ook door betere verslaglegging en leesbaarheid. We willen daarom graag het college en ook de
medewerkers van uw ambtelijke dienst bedanken voor de totstandkoming van dit lijvige maar ook
interessante boekwerk.
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er in tweede termijn nog vragen of opmerkingen? Dat is niet het
geval. We gaan over tot besluitvorming. Wenst iemand stemming? Nee. Dan is de Jaarrekening 2004
met algemene stemmen vastgesteld.
19. Instellen rekenkamercommissie
De heer Hendriks: Voorzitter, recent zijn we in de gelegenheid gesteld om een eerste reactie te geven
op de tekst van de Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Wormerland. Een deel

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
van de reacties is al in het definitieve voorstel verwoord. Onze dank daarvoor. Toch liggen er nog
twee zaken waarvoor wij aandacht willen vragen. In de eerste plaats is dat Art 3, lid 2. De tekst van de
eerste zin van dat artikel zou naar onze mening moeten luiden: “de leden van de
rekenkamercommissie die tevens raads- en/of commissieleden zijn, worden voor de periode gelijk aan
de zittingsperiode van de raad aangewezen”. We stellen dus voor, het woord “commissieleden” toe te
voegen.
Ons tweede punt betreft artikel 3, lid 1. We zouden de tekst van dit artikel graag als volgt gewijzigd
willen zien: “De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden, en/of
commissieleden en/of externen. De leden van de controlecommissie van de gemeenteraad kunnen niet
voor benoeming van de rekenkamercommissie in aanmerking komen.” Hier stellen wij dus voor om
de leden van de controlecommissie uit te sluiten van deelname aan de rekenkamercommissie. Het lijkt
ons niet zuiver om leden van verschillende onderzoekscommissies in allebei de commissies te
benoemen. Deze visie hebben we al eerder kenbaar gemaakt. De heer Koelemeijer was het niet met
ons eens. Hij vond dat lidmaatschap van beide commissies wel kan, en zou die combinatie juist wel
mogelijk willen laten zijn. Wij willen daarover het volgende opmerken. De wetgever heeft de taak van
een rekenkamer of rekenkamerfunctie heel duidelijk omschreven. Deze commissie dient onafhankelijk
van de raad onderzoek te kunnen doen. De uitspraak van de Raad van State in de zaak van de
gemeente Lelystad bevestigt dat nog eens duidelijk. “De raad heeft geen zeggenschap over welk
onderzoek door de commissie wel of niet zal worden verricht.” De controlecommissie is belast met
andere zaken, zoals onderzoek en advisering ten aanzien van de jaarrekening, de
rechtmatigheidscontrole, adviseren over een aan te stellen gemeentelijke accountant en diens opdracht
voor onderzoek. Maar ook de gemeenteraad kan deze commissie werkzaamheden opdragen. Het is een
heel andere commissie dan een rekenkamercommissie en daarom kun je beide commissies niet
combineren, want dan vervalt de mogelijkheid voor de raad om bijvoorbeeld de controlecommissie
een opdracht te geven en verliest de raad een deel van de invloed op controlerende taken. Voor ons is
het dan ook duidelijk dat je de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de
rekenkamercommissie en de controlecommissie strikt gescheiden moet houden. Daarom kun je ook
niet leden van beide commissies in dezelfde commissie benoemen. Dat zouden we graag aangevuld
zien.
De voorzitter: Zijn er reacties in eerste termijn?
De heer Van Haarlem: Ik wil graag kort reageren. De eerste opmerking van de heer Hendriks over
toevoeging van commissieleden vind ik terecht. Verder schetst hij een juist beeld in zijn betoog over
het verschil in de taken van de rekenkamercommissie en de controlecommissie. Zijn conclusie deel ik
echter niet. Want hoewel die twee instanties een andere taak, verantwoordelijkheid en bevoegdheid
hebben, wil dat volgens ons niet zeggen dat niet dezelfde personen lid van beide commissies kunnen
zijn.
De heer Gerssen: Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van Haarlem.
De heer Schalkwijk: We staan op het punt een hele belangrijke commissie in het leven te roepen. In
de Algemene Beschouwingen van 2003 hebben wij al aangegeven er voorstander van te zijn in 2004
al een rekenkamer of rekenkamerfunctie in te stellen. Toen liepen we iets voor de muziek uit. We zijn
dan ook blij dat het nu zover is. In tegenstelling tot wat in het stuk staat, hebben wij nooit aangegeven
een rekenkámer te willen. Wij stemmen dan ook in met het voorstel zoals het hier ligt: een intern
gerichte rekenkamerfunctie die bestaat uit vijf leden, twee raadsleden, twee externe leden en een
onafhankelijke voorzitter. Ik wens de commissie nu al veel succes toe.
De heer Ruttenberg: Wij gaan ook akkoord met dit stuk. We zien geen probleem als dezelfde
mensen in twee commissies zitten, omdat de commissies niet elkaar hoeven te controleren. Het wordt
pas vervelend als dat wel het geval is. Hier is dat niet zo.
De heer F.Th. Koelemeijer: Ook wat ons betreft is er geen sprake van onverenigbaarheid van
functies. Voor benoeming gelden natuurlijk wel praktische overwegingen, want we benoemen graag
mensen die financiële deskundigheid hebben en dat geldt niet voor alle leden van de raad. Maar
principieel zijn de functies niet onverenigbaar en we blijven bij ons standpunt. We zien geen reden om
artikel 3, lid 1 aan te passen.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De voorzitter: Tot zover de beraadslagingen in eerste termijn. Zijn er reacties in tweede termijn?
De heer Hendriks: Het is duidelijk dat de overige fracties het niet nodig vinden artikel 3, lid 1 aan te
passen, omdat ze de functies niet onverenigbaar met elkaar vinden. Wij hebben aangegeven dat beide
commissies heel duidelijk een andere taak hebben. Een commissie kan aangestuurd worden door de
raad, de andere commissie niet. Dat is een aanmerkelijk verschil. Wij denken dat je die twee
commissies daarom ook gescheiden moet houden. En als je het zuiver wilt houden, zou je de leden
van de commissies ook gescheiden moeten houden. Dat is duidelijk en dat is transparant, en dat willen
we altijd zo graag. Daarnaast zegt de heer Koelemeijer dat we in zo’n rekenkamer graag mensen met
financieel inzicht willen hebben. De rekenkamer doet meer dan alleen rekenen en kan bijvoorbeeld
ook onderzoek doen naar de organisatie of naar het functioneren van de raad. Het zou dus wellicht niet
verstandig zijn om alleen maar financiële experts in zo’n commissie te zetten. Het kan nuttig zijn als
in die commissie niet alleen in rechte lijnen wordt gedacht. Wij delen die mening dus niet. Wij
begrijpen de opmerkingen van de raad en we ondersteunen de verordening, maar we willen wel een
aantekening bij artikel 3, lid 1.
De voorzitter: Zijn er anderen die in tweede termijn het woord willen voeren? Dan ga ik over tot
besluitvorming. Ik constateer dat de aanvulling die is gedaan door de Vereniging Liberaal
Wormerland bij artikel 3, lid 2, Benoeming leden, waar na “raadsleden, “en/of commissieleden” wordt
toegevoegd, uw ondersteuning heeft. Dan ga ik over tot besluitvorming over instelling van de
rekenkamercommissie. Ik concludeer dat we het agendapunt met algemene stemmen aannemen, met
inachtneming van de uitzondering die de Vereniging Liberaal Wormerland maakt bij artikel 3.1. Die
uitzondering houdt in dat de Vereniging Liberaal Wormerland de leden van de controlecommissie uit
wil sluiten bij het benoemen van de rekenkamercommissie.
20. Exploitatierekening 2004 en begroting 2006 van Werkvoorzieningsschap
Zaanstreek-Waterland (Baanstede)
De heer Hendriks: Voorzitter, tijdens de bespreking van dit onderwerp in de Commissie WSB van 14
juli kreeg onze fractie geen gelegenheid van de commissievoorzitter om een reactie op de voorstellen
te geven. De voorzitter was ten onrechte van oordeel dat hij zich niet aan het Reglement van orde voor
de raadscommissie hoefde te houden. Omdat ons het woord werd ontnomen, hebben wij de
vergadering verlaten. Wij willen vanavond alsnog van de gelegenheid gebruik maken om ons
standpunt te verwoorden. Overigens verwachten we vanavond van de commissievoorzitter, de heer
Schalkwijk, dat hij zijn excuses aanbiedt.
Voorzitter, in uw voorstel schrijft u terecht dat de negatieve begroting voor 2006 van Baanstede
vooral het resultaat is van rijksbeleid. Daardoor worden wij geconfronteerd met extra, niet
voorzienbare kosten. Als het Rijk ons voor 2006 dan ook nog kort voor een bijdrage uit het
gemeentefonds, moeten we concluderen dat men ons voor een onmogelijke afweging plaatst. We
willen de werknemers van het werkvoorzieningschap niet in de kou laten staan. Ze hebben recht op
onze hulp en ons respect. Maar het is voor ons ook moeilijk om de gevolgen af te wentelen op onze
eigen inwoners door hen opnieuw met lastenverhoging te confronteren. De heren Balkenende en Zalm
beloven de kiezers lastenverlichting in 2006 doordat een deel van de OZB wordt afgeschaft. Maar met
hun beleid verplichten ze de gemeenten om gemeenteheffingen te verhogen, waardoor de beloofde
lastenverlichting zal wegvloeien en de gemeentes door hun inwoners als de boosdoeners zullen
worden beschouwd. Ten onrechte. We zijn juist het slachtoffer van het onzalige beleid en de huidige
coalitie. Onze fractie heeft er bij het maken van een afweging dan ook voor gekozen om de
medewerkers van Baanstede niet in de kou te laten staan. We zullen instemmen met uw voorstel. Dat
betekent dat we voor 2006 en daarna rekening moeten houden met aanzienlijk hogere kosten. Bij de
behandeling en vaststelling van de begroting van 2006 en de meerjarenbegroting 2006 - 2009 zullen
wij er alles aan moeten doen om deze extra kosten zoveel als mogelijk intern op te vangen, zodat de
kosten niet op onze inwoners afgewenteld hoeven te worden. Dat is een uitdaging voor de komende
jaren.
De heer Koelemeijer: We hebben deze begroting al een keer eerder ontvangen met een advies van
het college om niet in te stemmen. Na uitleg in de commissie over hoe het Rijk met zulke
voorzieningen omgaat, luidde het voorstel van het college om wel in te stemmen. We hebben de

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
neiging daarin mee te gaan. We willen wel weten wat nu de positie is van het bestuur van het
werkvoorzieningschap, want we hebben begrepen dat een van de grote participanten niet instemt met
de begroting 2006. Kan de wethouder ons inlichtingen verschaffen over de discussie die daarover in
het dagelijks bestuur van Baanstede is geweest? En wat is daarvan de uitkomst? Wordt de begroting
nu wel of niet goedgekeurd? En wat heeft dat voor consequenties?
De heer Ruttenberg: Wij gaan akkoord. In grote lijnen hebben we dezelfde opvattingen als de
Vereniging Liberaal Wormerland in deze kwestie. Het is heel vervelend dat het Rijk zo kort op deze
voorzieningen die zo belangrijk zijn voor de mensen die er werken. We kunnen hen inderdaad niet in
de kou laten staan. Verder hopen we dat die kostenstijging in de toekomst beperkt zal blijven en dat er
economisch betere tijden komen, zodat dit soort zaken betaald kan worden. Het gebrek aan geld is
algemeen, dus we moeten er met zijn allen wat aan doen.
De heer Van Haarlem: De toelichting in de commissie is ook voor ons aanleiding om toch in te
stemmen met deze begroting.
De heer Van Berkel: Wij stemmen ook in. We zijn van mening dat er zorgvuldig met de werknemers
van Baanstede moet worden omgegaan. Ook zijn we benieuwd naar de antwoorden van de wethouder
op de vragen van GroenLinks.
Mevrouw Warnink: Ook wij zullen instemmen met dit voorstel. We zouden het erg asociaal vinden
ten opzichte van de werknemers om tegen te stemmen. Overigens maken we ons wel zorgen over het
groeiende aantal kortingen als gevolg van rijksbeleid.
De voorzitter: Het woord is aan wethouder Roos.
Wethouder Roos: De heer Hendriks heeft heel treffend het dilemma geschetst waarvoor de gemeente
wordt gesteld. Ik ben blij dat u in ieder geval wel de keus ondersteunt om in te stemmen. We hebben
wettelijk de taak om voor deze bijzondere doelgroep te zorgen. De Wet sociale werkvoorziening geeft
ons die opdracht en die is niet vrijblijvend. Daarmee hebben we ook de verantwoordelijkheid.
De heer Ruttenberg spreekt de hoop uit op economisch betere tijden, maar de oorzaak ligt ergens
anders. Aan dit beleid liggen geen veranderde financiële motieven ten grondslag, maar ideële. Het zijn
veranderingen in opvattingen over bijvoorbeeld loonkostensubsidies en over sociale werkvoorziening
zelf. Ik verwacht dus ook geen wijzigingen als de economie aantrekt.
De heer Ruttenberg: Dank u voor de toelichting. Op dit punt ben ik het dus oneens met het
kabinetsbeleid, want het is belangrijk om zo’n voorziening in stand te houden.
Wethouder Roos: Dan ga ik nu in op de kwestie van de positie van het algemeen bestuur, die door de
heer Koelemeijer aan de orde is gesteld. We hebben dus een algemene bestuursvergadering gehad
waarin de zaak aan de orde is geweest. Als gevolg van onze aanvankelijke opvattingen had ik een hele
kritische inbreng in deze vergadering. Daar kreeg ik toen weinig draagvlak voor, waarschijnlijk omdat
ik toen nog niet beschikte over de informatie die later tot wijziging van onze inzichten heeft geleid. De
situatie is nu dat na de termijn van zes weken de reacties van de betrokken gemeentes worden
beoordeeld. Vervolgens zal het algemeen bestuur met inachtneming van die reacties de begroting al
dan niet gaan vaststellen. Dat is de reguliere procedure voor de gemeenschappelijke regeling. Verder
weet ik dat Purmerend het standpunt heeft ingenomen om niet in te stemmen. Deze gemeente stelt
voor, de toekomstige tekorten te financieren uit de bestaande reserves. Die opvatting deel ik niet, want
ik vind dat je een structureel probleem niet met je reserves moet oplossen. Ik weet niet hoe de andere
gemeentes er tegenover staan en wat het algemeen bestuur zal gaan besluiten.
De voorzitter: Dank u wel. Heeft de raad vragen voor de tweede termijn?
De heer Hendriks: Wij stemmen in met de beantwoording van wethouder Roos. Ik denk dat we het
helemaal met elkaar eens zijn op dit punt. Ook denk ik dat het voorstel van de gemeente Purmerend
geen goed voorstel is. Maar hoewel Purmerend een grote gemeente is en daardoor belangrijk is in het
werkvoorzieningsschap, moeten we ons daardoor niet laten leiden. Het is ook belangrijk om te weten

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
hoe andere gemeenten erover denken en we moeten ons eigen standpunt bepalen. Dat hebben we
gedaan. We willen Baanstede tegemoet komen.
Voorzitter, in eerste termijn heb ik aangegeven dat we een excuus van de heer Schalkwijk op prijs
zouden stellen. Helaas heeft hij niets gezegd. Kennelijk is hij van mening dat hij juist heeft gehandeld.
Wij vinden van niet. In het recente verleden hebben we meegemaakt dat de heer Schalkwijk
regelmatig om verontschuldigingen vroeg als hij vond dat anderen iets hadden gezegd in de raad dat in
zijn ogen niet correct was. Ik kan me herinneren dat we nog niet zo lang geleden zelfs drie keer in een
openbare vergadering excuus hebben moeten maken. Onze fractie is dan ook van mening dat de heer
Schalkwijk, als hij een onafhankelijk voorzitter van de raadscommissie wil zijn, hier zijn excuses had
moeten aanbieden. Hij heeft dat niet gedaan en daarom willen wij een motie van afkeuring indienen.
De motie luidt als volgt: De gemeenteraad van Wormerland, in openbare vergadering bijeen op
dinsdag 5 juli 2005, gehoord de beraadslagingen met betrekking tot het voorstel van Burgemeester en
Wethouders de dato 23 juni 2005 inzake de exploitatierekening 2004 en de begroting 2006 van het
Werkvoorzieningschap Zaanstreek Waterland (Baanstede), overwegende dat de vertegenwoordiger
van de fractie Liberaal Wormerland in een vergadering van de raadscommissie WSB van 14 juni
jongstleden niet in de gelegenheid werd gesteld zijn mening uit te spreken over het voorliggende
voorstel van Burgemeester en Wethouders, overwegende dat de voorzitter van de raadscommissie
WSB niet overeenkomstig het Reglement van orde heeft gehandeld door de vertegenwoordiger van de
fractie Liberaal Wormerland het woord te ontnemen, overwegende dat de voorzitter van de commissie
WSB heden in de gelegenheid werd gesteld zijn excuus aan te bieden voor diens onprofessionele
gedrag tijdens de vergadering van de commissie WSB van 14 juli jongstleden maar om voor hem
moverende reden daar geen gebruik van wenste te maken, overwegende dat van een door en vanuit de
raad gekozen commissievoorzitter een voorbeeldgedrag mag worden verwacht, spreekt uit het
optreden van de betreffende commissievoorzitter, de heer Schalkwijk, te betreuren en daarover haar
afkeuring kenbaar te maken en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel.
De voorzitter: De motie is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslagingen. Aan de
orde is de exploitatierekening Baanstede, tweede termijn.
De heer F.Th. Koelemeijer: We hebben in eerste termijn duidelijk gemaakt dat we instemmen met de
begroting 2006. We zijn benieuwd hoe de andere gemeenten en het algemeen bestuur zullen reageren,
dus dat wachten we af. Wellicht komt daar iets anders uit dan bij ons, wat tot een wijziging zou
kunnen leiden. We hebben geen behoefte aan de motie. We hebben afspraken en regels over hoe we
met elkaar omgaan in de commissie. Het was een commissievergadering waarin niet veel punten aan
de orde waren en deze commotie had niet hoeven ontstaan. De uitspraak die nu over de
commissievoorzitter wordt verwacht, vinden wij overbodig, alhoewel we op dat moment vonden dat
er geen zwaarwegende argumenten waren om tot zo’n maatregel over te gaan. Dat is mijn persoonlijke
mening en die heb ik ook geventileerd. Maar een motie vinden we volstrekt overbodig.
De heer Ruttenberg: Ik was niet aanwezig bij de vergadering, dus ik weet niet precies wat daar is
voorgevallen, maar ik vind een motie niet passen bij de manier waarop we met elkaar omgaan. We
gaan er niet mee akkoord.
De heer Van Haarlem: Ik wil twee zaken scheiden, want ik vind het erg dat de behandeling van zo’n
belangrijk punt, Baanstede, nu belast wordt met een conflict tussen twee heren. Over de inhoud wil ik
het volgende zeggen. De vragen die hier vanavond aan de orde kwamen over het beleid van de
regering, speelden ook een rol in de discussie in de commissie WSB. Daarbij waren fractievoorzitters
van partijen die ook in de regering zijn vertegenwoordigd. Partijen die mede verantwoordelijk zijn
voor het beleid waarvan de gemeente de consequenties moet dragen. Die consequenties voelen we niet
alleen hier, maar ook op veel andere terreinen. In de bedoelde vergadering heb ik mijn collega’s
opgeroepen bij hun partijen in Den Haag aan te dringen op ander beleid. Want als we op deze wijze
doorgaan, zijn we echt op de verkeerde weg. Wij hebben dat inmiddels aan onze fractie kenbaar
gemaakt en die weet precies hoe de situatie hier is. Die informatie zal ook worden gebruikt in het
kamerdebat.

5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Over de motie. Ik ben het met de heer Ruttenberg eens. Dit is geen manier om met elkaar om te gaan.
Ik zou willen adviseren: duik met elkaar de kroeg in en los het op. Ik begrijp best de gevoelens die
door de heer Hendriks zijn verwoord, maar belast niet de vergadering met dit soort zaken.
De heer Van Berkel: We hopen dat we door het besluit dat we vanavond nemen aan een groot aantal
gemeentes te laten merken hoe wij hier over Baanstede denken. We hopen ook dat ze daardoor
begrijpen dat dit tot onze verantwoordelijkheden hoort en dat we deze mensen niet in de kou mogen
laten staan. Hopelijk erkennen andere gemeentes hun verantwoordelijkheid dan ook.
Als reactie op mijnheer Van Haarlem: u heeft uw kamerfractie geïnformeerd over de gevolgen van het
beleid. Ook wij hebben onze Eerste- en Tweede-kamerfractie geïnformeerd. Wij hopen dat ze onze
boodschap bij hun bespreking zullen betrekken. En wat de motie betreft: een goed gesprek bij een
borrel lijkt ons een betere oplossing. Karakters kunnen wel eens botsen en er gebeurt wel eens wat. Af
en toe moet je elkaar de waarheid zeggen, maar daarna moet je weer door één deur. Een motie is te
zwaar.
Mevrouw Warnink: Ook het CDA heeft de problematiek al aangekaart omdat we ons grote zorgen
maken. Wat betreft de motie van afkeuring: er is een conflict ontstaan en dat betreur ik. Ik zou willen
voorstellen dat deze heren met elkaar gaan praten, want een motie van afkeuring ondersteun ik niet.
De voorzitter: Voor de beantwoording in tweede termijn geef ik het woord aan wethouder Roos.
Wethouder Roos: Ik heb er niets meer aan toe te voegen.
De voorzitter: Dan maak ik een splitsing, want we hebben met twee afzonderlijke onderwerpen te
maken gekregen.
Inzake de motie wil ik me aansluiten bij die raadsleden die voorgesteld hebben om de twee leden in
een goed gesprek, met respect voor elkaars mening, de zaken te laten oplossen, zodat we weer
gezamenlijk verder kunnen. Ik trek het naar me toe, want ik vind het een probleem van ons allemaal.
Als er emoties in het spel zijn, is het soms verstandig even afstand te nemen. Daarom doe ik de heer
Hendriks en de heer Schalkwijk het verzoek om er samen met mij eerst een keer over te praten,
voordat we de motie daadwerkelijk in stemming brengen.
De heer Gagnant: Ik denk dat er iets fout gaat als u vraagt of beide heren met u willen praten. Het
gaat om de hele fractie.
De voorzitter: Dan richt ik mijn verzoek niet alleen tot mijn gesprekspartner, de heer Hendriks, maar
tot de fractie. Natuurlijk ben ik bereid tot een gesprek met de fractie, maar ik denk dat als we het
probleem eerst met z’n drieën bespreken, we misschien tot goede resultaten komen. Mocht dat niet zo
zijn, dan heeft u natuurlijk altijd nog mogelijkheden om voor uw opvattingen uit te komen. Dat
respecteer ik. Maar ik geef u dit voorstel in overweging. Dat zou betekenen dat de motie niet in
stemming hoeft te worden gebracht.
Ik ga nu over naar stemming over het agendapunt Exploitatierekening 2004 en begroting 2006 van
werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede). Wenst iemand hierover stemming? Nee.
Dan concludeer ik dat het voorstel onder agendapunt 20 met algemene stemmen is aangenomen.
Kan ik iemand het woord geven over de naar aanleiding van agendapunt 20 ingediende motie en het
door mij ingediende voorstel?
De heer Kerstens: Voorzitter, wij willen graag een korte schorsing.
De voorzitter: De vergadering is vijf minuten geschorst.
De voorzitter: Mag ik u verzoeken uw plaats in te nemen? We hervatten de bespreking. Het woord is
aan de Vereniging Liberaal Wormerland.
De heer Hendriks: Het gaat hier om een zakelijk conflict tussen onze fractie en de voorzitter van de
commissie WSB. Onze fractie werd ten onrechte het woord ontnomen. Vanavond hebben we dat wel
kunnen doen en we hebben te horen gekregen dat we het standpunt goed hebben verwoord. Als de

5
10
15
20
25
30
heer Schalkwijk nog steeds geen excuus wil aanbieden, vinden wij de motie terecht en willen we hem
in stemming hebben.
De voorzitter: Dan gaan we de motie in stemming brengen.
Mevrouw Warnink: Voorzitter, u heeft mijnheer Hendriks een gesprek aangeboden. Daar heb ik hem
nog niet over gehoord.
De heer Hendriks: Wij zijn van mening dat als onze fractie in het openbaar wordt geschoffeerd, wij
ook recht hebben op een openbaar excuus.
De voorzitter: Ik stel u voor om de beraadslagingen te sluiten en over te gaan tot het stemmen over de
motie. Wie stemt voor de ingediende motie van de Vereniging Liberaal Wormerland?
De heer Van Haarlem: Ik wil een stemverklaring geven. Wij zullen tegen stemmen omdat we dit niet
het juiste middel vinden.
De voorzitter: Zijn er nog andere stemverklaringen? Ik zie aansluiting bij de stemverklaring van de
heer Van Haarlem. Dan gaan we over tot stemming bij handopsteking. Wie is er voor de motie van de
Vereniging Liberaal Wormerland? Dat is deze fractie zelf.
Wie is tegen? De fracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66 en de PvdA. Daarmee is de motie
verworpen.
21. Begrotingswijzigingen die voortvloeien uit besluiten die deze vergadering heeft genomen
Ik hecht eraan om u te bedanken voor uw inbreng. Dit was voorlopig de laatste traditionele
vergadering, want we gaan een proef doen. Natuurlijk zien we elkaar nog in twee informatieve
vergaderingen en in commissieverband.
Ik sluit de vergadering.
Einde vergadering 22.20 uur.