sectie 1 - Victor Technologies - Europe

3.01 Omgeving
Deze apparaten zijn ontworpen voor gebruik in
omgevingen met verhoogd gevaar voor elektrische
schokken.
A. Voorbeelden van omgevingen met verhoogd
gevaar voor elektrische schokken zijn:
1. Plaatsen waar de verplaatsingsvrijheid
beperkt is, zodat de bediener genoodzaakt is om
in een verkrampte positie (geknield, zittend of
liggend) in lichamelijk contact met geleidende
delen te werken.
2. Plaatsen welke volledig of gedeeltelijk door
geleidende elementen zijn omgeven en waar een
groot risico van onvermijdbaar of ongewenst
contact door de bediener bestaat.
3. Natte of vochtige ruimten waar vocht of
transpiratie de huidweerstand van het menselijke
lichaam en de isolerende eigenschappen van de
toebehoren aanzienlijk verminderen.
B. Omgevingen die niet vallen onder de omgevingen
met verhoogd gevaar voor elektrische schokken
zijn plaatsen waar elektrisch geleidende delen,
in de dichte nabijheid van de bediener, en die
verhoogd gevaar kunnen veroorzaken, zijn
geïsoleerd.
3.02 Locatie
Verzeker u ervan dat het lasapparaat volgens de
onderstaande richtlijnen is geplaatst:
A. In gebieden zonder vocht en stof.
B. Omgevingstemperatuur tussen de 0°C t/m 40°C.
C. In gebieden zonder olie, stoom en bijtende gassen.
D. In gebieden waar zich geen abnormale trillingen of
schokken kunnen voordoen.
E. In gebieden die niet zijn blootgesteld aan direct
zonlicht of regen.
F. op een afstand van 300 mm of meer vanaf muren
of vergelijkbare obstakels die de natuurlijke
luchtstroom voor de koeling zouden kunnen
belemmeren.
G. Het ontwerp van de behuizing van deze stroombron
voldoet aan de vereisten van IP23S zoals
beschreven in de EN 60529 norm. Dit biedt een
passende bescherming tegen solide voorwerpen
(groter dan 12 mm), en rechtstreekse bescherming
Fabricator 181i
tegen verticale vallen. Het apparaat mag in geen
geval worden gebruikt of aangesloten in een microomgeving
waar de genoemde omstandigheden
worden overschreden. Zie de EN 60529 norm
voor meer informatie.
H. U moet voorzorgsmaatregelen treffen om het
kantelen van de stroombron te voorkomen.
Tijdens het gebruik moet de stroombron recht
overeind op een geschikt horizontaal oppervlak
staan.
3.03 Ventilatie
Het inademen van lasdampen kan schadelijk voor
de gezondheid zijn en u moet ervoor zorgen dat de
lasruimte op efficiënte wijze is geventileerd.
3.04 Spanningsvereisten van de
netvoeding
De spanning van de netvoeding dient binnen een bereik
van ± 15% van de nominale netvoedingsspanning te
zijn. Een te lage spanning kan leiden tot slechte
lasprestaties. Een te hoge spanning kan leiden tot
oververhitting en mogelijke defecten van componenten.
De lasstroombron moet:
• correct geïnstalleerd zijn, indien noodzakelijk
door een gekwalificeerde elektricien.
• correct (elektrisch) geaard zijn, in
overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften.
• op een voedingspunt van de correcte grootte zijn
aangesloten en beveiligd zijn met een zekering
volgens de specificaties van pagina 2-5.
WAARSCHUWING
Alle elektrische werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
elektricien.
Handleiding 0-5151NL 1 INSTALLATIE, GEBRUIK EN SETUP