Handleiding probleemoplossing - Ctek

probleemoplossing 26
Handleiding
Lampje 2 knippert: Er is een probleem met de uitgang voor
stroomverbruikende apparaten terwijl deze uitgang is aangesloten op de
ingang van de startaccu. De stroomsterkte naar de uitgang is te hoog of de
SmartPass is oververhit. Als de stroomsterkte te hoog is, doet de SmartPass
vijf pogingen om de accu op te laden. Indien al deze pogingen mislukken,
moet de SmartPass worden losgekoppeld van beide accu's voordat de
SmartPass opnieuw kan worden gestart. Als dit zich voordoet, controleert u de
kabels op eventuele kortsluiting. Het is ook mogelijk dat er teveel apparaten
zijn aangesloten. Als de SmartPass oververhit is geraakt, wordt de
stroomtoevoer automatisch weer ingeschakeld wanneer de temperatuur tot
een aanvaardbaar niveau is gedaald.
Lampje 3 knippert: Er is een probleem met de startaccu tijdens het
onderhoudsladen. De stroomsterkte naar de accu is te hoog of de SmartPass
is oververhit. Als de stroomsterkte te hoog is, doet de SmartPass vijf pogingen
om de accu op te laden. Indien al deze pogingen mislukken, moet de
SmartPass worden losgekoppeld van beide accu's voordat de SmartPass
opnieuw kan worden gestart. Controleer in dit geval de kabels op eventuele
kortsluiting. Als de SmartPass oververhit is geraakt, wordt de stroomtoevoer
automatisch weer ingeschakeld wanneer de temperatuur tot een
aanvaardbaar niveau is gedaald.
Lampje 4 knippert: Er is een probleem met de uitgang voor
stroomverbruikende apparaten terwijl deze uitgang is aangesloten op de
serviceaccu. De stroomsterkte naar de uitgang is te hoog of de SmartPass is
oververhit. Als de stroomsterkte te hoog is, doet de SmartPass vijf pogingen
om de accu op te laden. Indien al deze pogingen mislukken, moet de
SmartPass worden losgekoppeld van beide accu's voordat de SmartPass
opnieuw kan worden gestart. Als dit zich voordoet, controleert u de kabels op
eventuele kortsluiting. Het is ook mogelijk dat er teveel apparaten zijn
aangesloten. Als de SmartPass oververhit is geraakt, wordt de stroomtoevoer
automatisch weer ingeschakeld wanneer de temperatuur tot een
aanvaardbaar niveau is gedaald. Het kan ook zijn dat de accuspanning van
de serviceaccu te laag is. Deze situatie is hierboven beschreven.
Lampjes 1, 3 en 4 knipperen: De temperatuur van de serviceaccu is te hoog.
De accu wordt niet opgeladen als de temperatuur hoger is dan 65°C. Zodra de
temperatuur onder deze waarde is gezakt, wordt het opladen automatisch
hervat.