23.08.2013 Views

GEBRUIKSAANWIJZING

GEBRUIKSAANWIJZING

GEBRUIKSAANWIJZING

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1 . Doel en toepassing<br />

<strong>GEBRUIKSAANWIJZING</strong><br />

20.02 OLIEDETECTIEPAN<br />

Semikwantitatieve 1 veldbepaling van het gehalte aan minerale olie van grondmonsters:<br />

- De meting kan gecombineerd worden met Draeger- , P.I.D. of F.I.D. metingen (zie benzinekool waterstoffen en<br />

vluchtige aromaten).<br />

- De meter is niet geschikt voor (semi-)kwantitatief bepalen van aromaten (BTEX en PAK’s).<br />

2. Uitvoerder<br />

Milieutechnicus of milieukundig veldwerker 2 .<br />

3. Gebruiksaanwijzing<br />

Oliedetectiepan type Arcadis-Eijkelkamp met visuele beoordeling volgens vijf klassen en wel uitsluitend via de mate<br />

van drijflaagvorming.<br />

a. Schone oliedetectiepan met zwarte antireflectie plaat horizontaal plaatsen op een plek met zo gunstig mogelijk<br />

daglicht (zie sub. g.)<br />

b. Beide compartimenten (zie figuur 1) vullen met elk ca. 0,5 liter leidingwater, bij voorkeur tussen 10 °C en<br />

20 °C; watertemperatuur meten en vermelden op boorstaat. Het is ook mogelijk het compartiment waarin de<br />

grond gebracht wordt meteen met 1 liter water te vullen en het compartiment met de antireflectieplaat leeg te<br />

laten.<br />

1. Dit voorschrift is geschreven voor een semi-kwantitatieve toepassing; voor kwalitatieve toepassingen is het gebruik eenvoudiger.<br />

Men kan dan in alle 8 hoeken van de pan (na vullen met water) grond aanbrengen om de monsters te screenen op<br />

wel of geen olie aanwezig<br />

2. De medewerker moet voldoende geschoold en geïnstrueerd zijn in het gebruik van de oliedetectiepan. Eijkelkamp Training<br />

& Consultancy kan dergelijke trainingen verzorgen. Alleen een goed getrainde medewerker kan de resultaten semikwantitatief<br />

interpreteren. Door monsters regelmatig ook in het lab te analyseren krijgt men goede feed-back en zal de<br />

kennis en ervaring toenemen.<br />

P.O. Box 4, 6987 ZG Giesbeek, NL<br />

T +31 313 880200<br />

F +31 313 880299<br />

E eijkelkamp@eijkelkamp.com<br />

© September 2005<br />

Compartiment 1 Brug Compartiment 2<br />

AfbeeIding 1 De oliedetectiepan<br />

www.eijkelkamp.com<br />

1<br />

M1.20.02.N


c. Grondmonster van ca. 200 gram 3 geleidelijk in het compartiment zonder antireflectieplaat brengen, zodat<br />

zichtbaar wordt of de eerste kluiten oliespoortjes afgeven; daarna de resterende grond inbrengen. Direkt na<br />

inbrengen van de grond zijn mogelijk ook andere verschijnselen waar te nemen (zie sub. h).<br />

d. Na een contacttijd 4 van minimaal 3 minuten beoordelen of sprake is van een olledrijflaag.<br />

e. Vloeistof via de brug (zie figuur 1) langzaam en geheel overgieten in het tweede compartiment (met antireflectieplaat);<br />

door de vloeistofstroming treedt een zekere scheiding van afzonderlijke oliefracties op.<br />

f. Bij de beoordeling van de mate van drijflaagvorming in het tweede compartiment maken we gebruik van de<br />

volgende klasse-indeling:<br />

- klasse 0:maximaal twee zeer kleine olievlekjes (< 1 cm 2 )<br />

- klasse 1:oliespoortjes met drie tot en met vijf kleine olievlekjes of een oliesliertje (1-10 cm 2 )<br />

- klasse 2:meerdere olieslierten of olievlek (maximale bedekkingsgraad van 30% van de oppervlakte van het<br />

compartiment).<br />

- klasse 3:olievlek(ken) met bedekkingsgraad van 30-75%<br />

- klasse 4:olievlek met bedekkingsgraad van 75-100%<br />

Deze beoordeling kan worden gerelateerd aan de onderstaand glijdende concentratieschaal:<br />

Klasse Mate van verontreiniging Concentratie in mg/kg<br />

0 geen < 20 - 50<br />

1 licht 20 - 200<br />

2 matig 100 - 2.000<br />

3 sterk 1.000 - 10.000<br />

4 zeer sterk > 5.000 á 10.000<br />

g. Storingen/Onderhoud.<br />

- Na verloop van elke bepaling de oliepan meerdere malen met leidingwater schoonspoelen en bij klasse 4<br />

tevens insprayen met een detergent en naspoelen met leidingwater.<br />

- In verband met een eventuele positieve storing bij hydrofobie van de onderzochte bodem (waterafstotend<br />

karakter van met name humusrijke zanden, die sterk zijn ingedroogd) dient bij elke locatie een onverdacht<br />

referentiemonster van dezelfde grondsoort op oliereactie te worden beoordeeld; dit is de zogenaamde blancobepaling<br />

voor eventuele correctie van klasse 1 naar klasse 0.<br />

- Visuele beoordeling dient voor het verkrijgen van een gunstige lichtval buiten en in de schaduw te geschieden.<br />

Een juiste beoordeling van de drijflaag is slechts mogelijk onder een bepaalde kijkhoek. Het is essentieel deze<br />

kijkhoek (door rond de pan te lopen) op te zoeken.<br />

- Een onjuiste mengverhouding grond - water kan het meetresultaat met name in klasse 0 t/m 2 beïnvloeden<br />

(correct is de verhouding 1:5).<br />

- Trage(re) respons bij lage watertemperatuur (< 10 °C) kan een negatieve storing veroorzaken bij lagere oliegehalten;<br />

in dat geval de contactduur tot minimaal 5 minuten verlengen.<br />

3. Voor semi-kwantitatieve bepalingen gaan we uit van een extractieverhouding van ca. 1:5. Indien minder grond beschikbaar<br />

is, moet de hoeveelheid water hieraan worden aangepast.<br />

Bij afwijkende extractieverhouding zijn de resultaten uitsluitend kwalitatief te interpreteren (zie sub. g).<br />

4. De contacttijd is afhankelijk van grondsoort, type verontreiniging en temperatuur (zie sub. g).<br />

2


h. Bijzonderheden bij de beoordeling (aard van verontreiniging).<br />

- Kleur: regenboogeffect: (was)benzine. terpentine, condensaat (aromaten).<br />

dominantie van blauw: dieselolie, crude oil.<br />

groenige tinten: teerolie, hydraulische olie.<br />

- Dofheid: hoe doffer de drijflaag des te ouder is de olie (afbraak).<br />

- Uitdampeffecten: benzeen (b.v. oudere typen benzine. crude oil, condensaat, verse<br />

(“opspringende oogjes”) benzine.<br />

- Bolletjesvorming (vergelijk vet): boor- en snijolie.<br />

- Schuimvorming: detergenten.<br />

- Zwarte zwevende deeltjes: kolenstof (b.v. oude stadsgasfabrieken).<br />

4. Registratie<br />

Op boorstaat onder vermelding van olieklasse en zo mogelijk aard en ouderdom van de minerale olie en andere<br />

verontreinigingen.<br />

5. Gebruik meetgegevens<br />

Mate en aard van de olieverontreiniging in projectrapportage en een betere selectie van grondmonsters voor nader<br />

laboratoriumonderzoek.Screening van grond tijdens graafwerkzaamheden bij saneringen.<br />

6. Test<br />

Voor een goed resultaat moeten de beoordelingen met de oliedetectiepan per project geijkt worden met één of<br />

meerdere laboratoriumanalyses. Deze ijkmonsters moeten van dezelfde grond worden genomen als welke in de<br />

pan is beoordeeld.<br />

Periodieke controle op de betrouwbaarheid van individuele waarnemers geschiedt achteraf via een evaluatie van<br />

ijkresultaten.<br />

<br />

De oliedietectiepan dient voor gebruik gereinigd te worden<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!