Programmabrochure - Erfgoedcel Leuven
Programmabrochure - Erfgoedcel Leuven
Programmabrochure - Erfgoedcel Leuven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4<br />
EEN BEETJE GESCHIEDENIS<br />
16E EEUW: VLAAMSE POLYFONIE EN MUZIEKDRUKKUNST<br />
De Europese uitstraling van de Vlaamse polyfonie is in de 15 e en 16 e eeuw vooral te danken aan musici<br />
afkomstig uit de Lage Landen. Met een ongekend succes verspreidden componisten, zangers,<br />
instrumentalisten en theoretici uit onze streken deze zogenaamde ‘perfecte kunst’ over geheel<br />
West-Europa en zelfs daarbuiten.<br />
Ook de muziekdrukkunst kende een enorme groei in de 16 e eeuw. Heel wat muziekgenres raakten<br />
ruim verspreid en werden stilaan ook toegankelijk voor het publiek. In de eerste plaats bij amateurs<br />
en verzamelaars uit de adel of rijke burgerij.<br />
Al in 1545 vestigde Petrus Phalesius zich als muziekdrukker in <strong>Leuven</strong>. Meteen het begin van een<br />
eerste bloei van de muziekdruk in de Lage Landen (1545-1578). Het aantal muziekpublicaties op<br />
naam van het drukkershuis Phalesius en de bekendmaking via deze drukken van lokale én internationale<br />
componisten, is indrukwekkend.<br />
LEUVEN IN DE 16E EEUW<br />
De 16 e eeuw was niet de meest fl orerende periode uit de <strong>Leuven</strong>se geschiedenis. Vanaf het laatste<br />
kwart van de 15 e eeuw brak een moeilijke tijd aan. De eerste helft van de 15 e eeuw betekende nochtans<br />
een bloeiperiode met de oprichting van de universiteit, de groei van religieuze instellingen en de<br />
bouw van het stadhuis en de Sint-Pieterskerk. Sociale onrust, het oorlogsgeweld na de dood van<br />
hertog Karel de Stoute (1477), de opstanden tegen Maximiliaan van Oostenrijk (1488/1489) en de<br />
pest zorgden voor een terugval in de bevolking tot ongeveer 15.000 inwoners. De tegenstelling<br />
tussen arm en rijk werd alsmaar groter en de stad geraakte steeds meer in een belabberde economische<br />
toestand. Op politiek vlak verloor zij meer en meer haar sterke positie. In de tweede helft van de<br />
16 e eeuw teisterden economische achteruitgang, hongerrelletjes, epidemieën en oorlogstoestanden<br />
onze gebieden. In 1597 was het bevolkingsaantal van de stad gedaald tot nog maar 9.700 inwoners.<br />
De aantrekkingskracht van de universiteit<br />
Niettemin, als ‘eerste hoofdstad van het hertogdom Brabant’, bleef <strong>Leuven</strong> een zeker prestige<br />
behouden. De oprichting van de universiteit in de 15 e eeuw bezorgde haar het statuut van intellectuele<br />
hoofdstad van de Nederlanden. Een prominente groep van geleerden, studenten en universitaire<br />
bedienden vestigde zich hier. De universiteit oefende ook aantrekkingskracht uit op boekhandelaars,<br />
uitgevers en drukkers, waaronder Petrus Phalesius.<br />
Van brouwerszoon tot muziekdrukker<br />
Petrus Phalesius, ook bekend als Pierre Phalèse of Pieter Vander Phaliesen, werd ca. 1510 geboren<br />
als zoon van de bierbrouwer August Vander Phaliesen en Marguerite van Poddeghem. In 1542 werd<br />
hij boekhandelaar in de universiteitsstad. Aanvankelijk verkocht hij allerlei soorten boeken, maar al<br />
snel richtte Petrus zich op muziekwerken.<br />
Breedschalig repertoire<br />
In het begin liet Phalesius de door hem geselecteerde werken nog bij andere drukkers drukken (bvb.<br />
Servaes van Sassen, Rutger van Velpen, Jacob Baethen, Martinus de Raymakere). Maar zijn handel<br />
kende zo’n succes dat hij in 1551 zijn eigen drukkerij opstartte. Hij legde zich toe op verschillende<br />
genres. Phalesius gaf niet enkel vocale muziek uit, maar was ook de eerste in de Nederlanden<br />
die instrumentale muziek drukte, waaronder veel muziek voor luit en een uniek instrumentaal<br />
dansboekje, het zogenaamd ‘<strong>Leuven</strong>s dansboek’.<br />
Een ware muzikale ambassadeur<br />
Dankzij hem genoot <strong>Leuven</strong> tussen 1545 en 1580 een benijdenswaardige reputatie als muziekuitgeverscentrum.<br />
Composities van vooraanstaande componisten als Orlandus Lassus, Jacobus<br />
Clemens non Papa, Cypriano de Rore en Philippus de Monte rolden er van de pers.<br />
Na Phalesius’ dood, namen zijn zonen Cornelius en Petrus junior de zaak over.<br />
IN SAMENSPEL MET FEESTEN EN SPELEN...<br />
Muziek ging in de 16 e eeuw vaak hand in hand met feest en spel, een belangrijk onderdeel van de<br />
volkscultuur. <strong>Leuven</strong>-kermis nam een bijzondere plaats in. De ommegang trok uit, waarin taferelen<br />
uit het Oude en het Nieuwe Testament uitgebeeld werden. Een speciale gebeurtenis binnen de<br />
feestcultuur waren de Blijde Inkomsten. <strong>Leuven</strong> ontving, als eerste stad van Brabant, de nieuwe<br />
vorsten. Dit ging gepaard met rijke versieringen, toneelopvoeringen en muziek.<br />
...en klokken!<br />
<strong>Leuven</strong> bezat in die tijd een hele reeks klokken verspreid over tal van kloosterkapellen, de kerken<br />
van de vijf parochies en de Sint-Michielstoren aan de rand van de stad, ook belfort genaamd. Ze<br />
hadden vooral een informatieve functie: tijd melden, rouw aankondigen, waarschuwen voor onrust<br />
of de bevolking oproepen. De belangrijkste klokken hingen in de toren van de Sint-Pieterskerk en<br />
in de Sint-Michielstoren. In deze laatste waren twee torenwachters-klokkenluiders dag en nacht<br />
aanwezig om te waken over de stad. Overdag was er de dag-, de werk- en de sluitklok, die het ritme<br />
van de arbeiders bepaalde. ‘s Nachts klonk dan weer de hoorn waarmee ze elk gepasseerd uur<br />
aangaven.<br />
Muziek als machtsvertoon en tijdverdrijf<br />
Ook in de kerk, kloosters en kastelen en bij de rijke burgerij speelde muziek een belangrijke rol. In<br />
de religieuze instellingen hadden gregoriaanse gezangen de bovenhand, maar klonk op gezette<br />
tijdstippen ook polyfonie. Vocale ensembles werden in de kerk soms aangevuld of afgewisseld met<br />
instrumentale ensembles.<br />
Bij de adel en de burgerij werd muziek enerzijds gebruikt om hun macht en rijkdom te tonen tijdens<br />
publieke vieringen of bij ontvangst van bezoekers. Anderzijds was het voor hen ook een belangrijk<br />
tijdverdrijf, want vaak waren ze amateurmusici, bedreven in zang, luit- of klavierspel.<br />
5