2008-062 Mengvoederproductie Brabant SANDY - LEI
2008-062 Mengvoederproductie Brabant SANDY - LEI
2008-062 Mengvoederproductie Brabant SANDY - LEI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
30<br />
Het aantal leghennen zal in 2015 iets lager liggen dan in 2006. Vanaf 2012<br />
is er een EUrichtlijn van kracht waardoor leghennen niet meer in traditionele<br />
kooien mogen worden gehuisvest. Momenteel bestaat de productie van con<br />
sumptieeieren nog voor circa 45% uit kooieieren. Door het omschakelen naar<br />
alternatieve houderijsystemen zal het aantal leghennen (tijdelijk) dalen. Bij de<br />
vleeskuikenhouderij zal de EUrichtlijn 'welzijn vleeskuikens', die in 2010 ingaat,<br />
leiden tot een lagere bezettingsgraad. De verwachting is dat een aantal bedrij<br />
ven minder dieren gaat houden waardoor het aantal dieren in 2015 wat lager zal<br />
liggen dan in 2006. De uiteindelijke aantallen dieren in de intensieve veehouderij<br />
worden echter eveneens beïnvloed door de ontwikkelingen op de varkens en<br />
pluimveemarkt. De marktconjunctuur kan leiden tot kleine afwijkingen van de<br />
geschatte dieraantallen.<br />
Omvang van de veestapel in Noord<strong>Brabant</strong> in 2013<br />
De regionale ontwikkeling van de veestapel kan afwijken van het landelijke beeld.<br />
Zoals eerder al opgemerkt is het aantal melkkoeien in Noord<strong>Brabant</strong> de afgelo<br />
pen 25 jaar harder gedaald dan het landelijke aantal. De laatste jaren neemt het<br />
aandeel van de <strong>Brabant</strong>se melkveestapel (bijlage 1) in het landelijke totaal iets<br />
minder snel af. Gemiddeld is de landelijke daling in de afgelopen 5 jaar circa 1%<br />
tegenover 1,25% in Noord<strong>Brabant</strong>. Voor de komende jaren wordt verwacht dat<br />
deze ontwikkeling zich verder voortzet.<br />
Voor de intensieve veehouderij is het aandeel van de <strong>Brabant</strong>se veestapel in<br />
het landelijk totaal de laatste 5 jaar vrij stabiel. Dit wordt echter ook voor een<br />
belangrijk deel veroorzaakt door het compartimenteringsregime. Op grond van<br />
artikel 26 van de Meststoffenwet is het verboden om dierrechten te verplaatsen<br />
tussen de verschillende concentratiegebieden in het oosten en zuiden van het<br />
land en naar concentratiegebieden toe. Met ingang van 1 januari <strong>2008</strong> is dit<br />
verplaatsingsverbod echter opgeheven en kunnen dierrechten vrij verplaatst<br />
worden door heel Nederland. Aangezien van oudsher de ontwikkelingsdrang bij<br />
de zuidelijke varkenshouderij groter is dan elders in Nederland, kan dit tot een<br />
verdere groei van de varkensstapel in Noord<strong>Brabant</strong> leiden. Verschuiving van<br />
dierrechten van nietconcentratiegebied overig Nederland (lage mestafzetkos<br />
ten) naar het zuiden zal naar verwachting slechts in beperkte mate plaatsvinden.<br />
Indien de overdracht van rechten binnen het eigen concentratiegebied oost met<br />
de helft afneemt kan dat op langere termijn (10 jaar) leiden tot een groei van de<br />
<strong>Brabant</strong>se varkensstapel met 5 à 6% (Backus, 2005). De uiteindelijke toename<br />
is echter hoogst onzeker. Vanwege het langdurige en moeizame proces van<br />
vergunningsverlening valt niet te verwachten dat deze toename snel zal worden