30.08.2013 Views

Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp

Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp

Rapport Biesheuvel Over asbest in Goor, Hof van Twente - Sp

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Asbest<br />

<strong>van</strong> <strong>Goor</strong> naar <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

Mr. P.J. <strong>Biesheuvel</strong>, J.F. Buurmeijer en Dr. P.H.J.J. Swuste<br />

m.m.v. Mr. R.M.J. Kle<strong>in</strong> Tank en Drs. M.A. ten Heuw<br />

E<strong>in</strong>drapportage<br />

onderzoekscommissie<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 1


ISBN 90-9017019-7<br />

Copyright: Gemeenteraad <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, <strong>Goor</strong>, juni 2003<br />

NUGI: 884<br />

Trefwoorden: <strong>asbest</strong>, geschiedenis, gemeente <strong>Goor</strong>, gezondheidsrisico’s<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd, opgeslagen <strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of<br />

openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,<br />

mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder<br />

voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de uitgever.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 2


Inhoud<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 7<br />

Hoofdstuk 1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Voorgeschiedenis 10<br />

1.2 Samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie 11<br />

1.3 Opdrachtformuler<strong>in</strong>g door de gemeenteraad 11<br />

1.4 Afbaken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het onderzoek 11<br />

1.5 Procedure en werkwijze <strong>van</strong> de commissie 12<br />

1.6 Opbouw <strong>van</strong> het rapport 12<br />

Hoofdstuk 2 De kennis over <strong>asbest</strong><br />

2.1 Achtergrond <strong>van</strong> het hoofdstuk en onderzoeksvraag 14<br />

2.2 De <strong>in</strong>ternationale kennisontwikkel<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong> 15<br />

2.3 1976 – 1984 16<br />

2.3.1 De werkomstandigheden bij Eternit 16<br />

2.3.2 Publicaties 20<br />

2.3.3 Beeld op basis <strong>van</strong> dossieronderzoek en publicaties 20<br />

2.4 1984 –1993 21<br />

2.4.1 Asbest als wegverhard<strong>in</strong>g 21<br />

2.4.2 Publicaties 24<br />

2.4.3 Beeld op basis <strong>van</strong> dossieronderzoek en publicaties 24<br />

2.5 1993 – heden 25<br />

2.5.1 De saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen 25<br />

2.5.2 Publicaties 27<br />

2.5.3 Beeld op basis <strong>van</strong> dossieronderzoek en publicaties 28<br />

2.6 Nadere beeldvorm<strong>in</strong>g: perceptie 28<br />

2.6.1 Risico’s en gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> 28<br />

2.6.2 Signaler<strong>in</strong>gsbronnen 29<br />

2.6.3 Ambtelijke en bestuurlijke organisatie rond <strong>asbest</strong> 30<br />

2.6.4 Asbest <strong>in</strong> de bodem 31<br />

2.7 Wetgev<strong>in</strong>g rond <strong>asbest</strong> 31<br />

2.8 Conclusies 33<br />

Hoofdstuk 3 Het plan de Hogenkamp<br />

3.1 De onderzoeksvraag 35<br />

3.2 De voorbereid<strong>in</strong>g 35<br />

3.2.1 De bestuurlijke contekst 35<br />

3.2.2 De ambtelijke contekst 36<br />

3.3 De grondaankopen 36<br />

3.4 De bestemm<strong>in</strong>gsplanprocedures 38<br />

3.5 Het bouwrijp maken 40<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 3


3.6 Verklar<strong>in</strong>g uit wijze <strong>van</strong> voorbereiden 43<br />

3.7 Conclusies 47<br />

Hoofdstuk 4 Huidige stand <strong>van</strong> zaken<br />

4.1 De onderzoeksvraag 48<br />

4.2 De ernst <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek 48<br />

4.2.1 Soorten <strong>asbest</strong> 48<br />

4.2.2 Asbestose 49<br />

4.2.3 Mesothelioom 49<br />

4.2.4 Asbestgerelateerde longkanker 50<br />

4.2.5 De mortaliteitscijfers <strong>in</strong> de regio <strong>Goor</strong> 50<br />

4.2.6 De aansprakelijkheidsstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit 51<br />

4.3 De aard <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek 52<br />

4.4 De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek 52<br />

4.5 Conclusie 54<br />

Hoofdstuk 5 Integraal <strong>asbest</strong>beleid<br />

5.1 Inleid<strong>in</strong>g 55<br />

5.2 De achtergrond <strong>van</strong> <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>beleid <strong>in</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> 56<br />

5.3 De cultuur rond <strong>asbest</strong> 56<br />

5.4 De coörd<strong>in</strong>atie 57<br />

5.5 De verantwoordelijkheden <strong>van</strong> andere overheden 57<br />

5.6 Conclusie 58<br />

Hoofdstuk 6 Samenvattende conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

6.1 Inleid<strong>in</strong>g 59<br />

6.2 Conclusies 59<br />

6.3 Aanbevel<strong>in</strong>gen 63<br />

6.4 Tenslotte 65<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Bestuursopdracht 67<br />

Bijlage 2 Raadsvoorstel en besluit <strong>in</strong>zake <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g commissie 92<br />

Bijlage 3 Publicaties 95<br />

Bijlage 4 Methodiek en geïnterviewde mensen 108<br />

Bijlage 5 Onderzoek buitenlucht emissies naar <strong>asbest</strong> 110<br />

Bijlage 6 Samenstell<strong>in</strong>g colleges 117<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 4


Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

In 2002 is zowel b<strong>in</strong>nen de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> als daarbuiten de<br />

nodige commotie ontstaan over de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de<br />

nieuwbouwwijk “De Hogenkamp” . Een tijdelijke onderzoekscommissie heeft<br />

op verzoek <strong>van</strong> de gemeenteraad de volgende onderzoeksvragen<br />

onderzocht en beantwoord:<br />

1. Historie 'De Hogenkamp'; is de geconstateerde bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> te verklaren uit de bestuurlijke en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de nieuwbouwwijk?<br />

2. Huidige stand <strong>van</strong> zaken; wat is de ernst, aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond de <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>?<br />

3. Toekomstig beleid; hoe dient een <strong>in</strong>tegraal beleid ten aanzien <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem voor de gemeente vorm te krijgen?<br />

De gemeenschap <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> is <strong>in</strong> de tweede helft <strong>van</strong> de 20e eeuw sterk<br />

verbonden geweest met het <strong>asbest</strong>verwerkende bedrijf Eternit. Dit bedrijf was<br />

één <strong>van</strong> de grote werkgevers <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> en omgev<strong>in</strong>g. Eternit heeft de<br />

gemeente jarenlang <strong>in</strong> een klemmende greep gehouden. Enerzijds werden<br />

de gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> door Eternit stelselmatig gebagatelliseerd. Anderzijds<br />

heeft de gemeente op zijn m<strong>in</strong>st tot de negentiger jaren het belang <strong>van</strong> het<br />

behoud <strong>van</strong> de werkgelegenheid voorop gesteld. Hierdoor werd de<br />

gemeente de ge<strong>van</strong>gene <strong>van</strong> zijn eigen beleidsfasc<strong>in</strong>atie en heeft ze zich<br />

vrijwel volledig afgesloten <strong>van</strong> een problematiek die zich <strong>in</strong> de loop der jaren<br />

steeds duidelijker begon af te tekenen. Een context die overigens ook op<br />

gaat voor het overgrote deel <strong>van</strong> de bevolk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>Goor</strong>. In dit historisch<br />

gegroeide klimaat, waar<strong>in</strong> <strong>Goor</strong> en Asbest onlosmakelijk met elkaar zijn<br />

verbonden, worden verontrustende berichten <strong>van</strong> buiten miskend en niet op<br />

hun waarde <strong>in</strong>geschat.<br />

In de bestuurs- en beleidscultuur <strong>van</strong> de Gemeente <strong>Goor</strong> is dit zodanig diep<br />

<strong>in</strong>geslepen dat ook midden jaren negentig - ondanks vele publicaties over<br />

<strong>asbest</strong> - signalen niet worden opgepikt. De gemeente blijft reactief handelen<br />

op basis <strong>van</strong> landelijke normen. Men komt niet tot een eigen visie en<br />

ontwikkelt geen beleid op het gebied <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de breedste z<strong>in</strong> des<br />

woords.<br />

De gang <strong>van</strong> zaken <strong>in</strong> het voor de Gemeente <strong>Goor</strong> ambitieuze project<br />

“De Hogenkamp” ademt dezelfde geest en voltrekt zich b<strong>in</strong>nen deze cultuur.<br />

De commissie oordeelt dat er <strong>in</strong> het project De Hogenkamp verschillende<br />

signalen zijn geweest die hebben geduid op bodemvervuil<strong>in</strong>g met <strong>asbest</strong> en<br />

dat daarop niet adequaat is gereageerd. Het gemeentelijke projectteam<br />

“De Hogenkamp” heeft <strong>in</strong> dit opzicht niet gefunctioneerd. Indien adequaat<br />

gereageerd zou zijn, zou de kans op een vroegtijdige herkenn<strong>in</strong>g aanzienlijk<br />

zijn vergroot.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 5


De gemeenteraad en het college <strong>van</strong> de voormalige gemeente <strong>Goor</strong><br />

hebben ten onrechte de <strong>asbest</strong>problematiek niet als probleem erkend en<br />

hebben daardoor <strong>in</strong> onvoldoende mate beleid ontwikkeld. Hierdoor was er<br />

onvoldoende focus op en aandacht voor dit onderwerp, zowel bij de<br />

ambtelijke als bestuurlijke organisatie. De <strong>asbest</strong>problematiek <strong>van</strong> de<br />

gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> vergt <strong>van</strong>wege zijn bijzondere karakter door de<br />

grote depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het milieu aanvullend <strong>in</strong>tegraal beleid ten<br />

opzichte <strong>van</strong> de wetgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het rijk. Dit is volgens de commissie ook nodig<br />

om een <strong>in</strong>geslepen bestuurscultuur drastisch te herzien en een ommekeer <strong>in</strong><br />

het denken over <strong>asbest</strong> te bewerkstelligen. Met deze constater<strong>in</strong>g is de eerste<br />

vraag bevestigend beantwoord.<br />

Op de tweede vraag heeft de commissie slechts ten dele een antwoord<br />

kunnen geven wegens een gebrek aan gegevens. Duidelijk is geworden dat<br />

er gedurende een lange periode grote hoeveelheden <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong><br />

en rond <strong>Goor</strong> zijn verwerkt en gebruikt voor <strong>in</strong> ieder geval de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

wegen. Hoewel het niet mogelijk is een gedegen schatt<strong>in</strong>g te maken <strong>van</strong> de<br />

hoeveelheid is wel duidelijk dat het om zeer substantiële hoeveelheden gaat.<br />

Daarmee is voor een deel de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de problematiek verklaard. De<br />

daaraan verbonden risico’s laten zich niet op een eenvoudige manier<br />

duiden. De commissie komt wel tot de conclusie dat er wel degelijk risico’s<br />

aanwezig zijn. De ernst <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond de gemeente<br />

<strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> laat zich onderscheiden <strong>in</strong> een verhoogde <strong>in</strong>cidentie aan<br />

<strong>asbest</strong>gerelateerde ziekten als gevolg <strong>van</strong> een beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g<br />

en als gevolg <strong>van</strong> een niet-beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Voor de<br />

beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g heeft de commissie zich beperkt tot een<br />

historisch overzicht <strong>van</strong> de feiten. Ziektegevallen, momenteel nog beperkt tot<br />

gevallen <strong>van</strong> mesothelioom, kunnen aanspraak maken op een wettelijke<br />

regel<strong>in</strong>g.<br />

De commissie heeft zich beperkt tot de niet-beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g en<br />

de daaruit voortvloeiende ziektegevallen, die voorkomen onder <strong>in</strong>woners<br />

woonachtig aan <strong>asbest</strong>vervuilde wegen, bij huisgenoten <strong>van</strong> werknemers<br />

<strong>van</strong> de lokale <strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie en bij particulieren die <strong>asbest</strong>houdende<br />

producten be- of verwerken. De commissie heeft geconstateerd, dat alleen<br />

voor de eerste categorie blootgestelden historische <strong>in</strong>formatie beschikbaar is<br />

over de niveaus <strong>van</strong> blootstell<strong>in</strong>g. Verder ontbreken feitelijke gegevens over,<br />

onder andere, de <strong>in</strong>cidentie <strong>van</strong> ziektegevallen. De commissie is <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g<br />

dat deze lacune onderzocht dient te worden en komt daar <strong>in</strong> haar<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen op terug.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de derde vraagstell<strong>in</strong>g is de commissie <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g dat bij<br />

toekomstige projecten een projectteam <strong>in</strong>gebed dient te worden <strong>in</strong> de<br />

ambtelijke en bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g. In de aanbevel<strong>in</strong>gen doet de<br />

commissie daar een voorstel voor. Tevens dienen de bestuurlijk<br />

verantwoordelijken voorzien te worden <strong>van</strong> gecomprimeerde <strong>in</strong>formatie over<br />

de gevaren en de risico's. De risico's hebben betrekk<strong>in</strong>g op verwachte<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 6


gezondheidsrisico's, verwachte kosten, of consequenties voor de voortgang<br />

<strong>van</strong> projecten.<br />

De commissie komt met de volgende aanbevel<strong>in</strong>gen:<br />

1. Bij majeure fysieke projecten dient de gemeente een Projectteam te<br />

laten functioneren op basis <strong>van</strong> een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbesluit <strong>van</strong> het college<br />

waar<strong>in</strong> leden worden benoemd en het doel <strong>van</strong> het Projectteam wordt<br />

beschreven alsmede de terugkoppel<strong>in</strong>g aan het college is geregeld.<br />

Op één plaats b<strong>in</strong>nen de ambtelijke organisatie dient alle kennis over<br />

<strong>asbest</strong> te worden bewaard, bijgehouden en ontwikkeld. In het<br />

verlengde daar<strong>van</strong> is het ook noodzakelijk te achten dat er één<br />

portefeuillehouder zich <strong>in</strong>tegraal met alle aspecten bezig houdt en<br />

hierover verantwoord<strong>in</strong>g aflegt aan de raad.<br />

2. De gemeente dient een actieve rol te spelen <strong>in</strong> het verstrekken <strong>van</strong><br />

<strong>in</strong>formatie aan haar <strong>in</strong>woners over de risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Daarbij dient<br />

de gemeente middels het beschikbaar stellen <strong>van</strong> een subsidie ook<br />

actief te stimuleren dat <strong>asbest</strong> uit bouwwerken wordt verwijderd.<br />

3. Het verdient volgens de commissie aanbevel<strong>in</strong>g een onderzoek te<br />

starten naar het voorkomen <strong>van</strong> niet-beroepsmatige gevallen <strong>van</strong><br />

mesothelioom <strong>in</strong> de gemeente. Dit onderzoek dient ondersteund te<br />

worden door de gemeente en de rijksoverheid.<br />

<strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, juni 2003<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 7


Hoofdstuk 1<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Voorgeschiedenis<br />

Ten tijde <strong>van</strong> het woonrijp maken <strong>van</strong> de nieuwbouwwijk Hogenkamp <strong>in</strong> het<br />

voorjaar <strong>van</strong> 2002 werd het college <strong>van</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> geconfronteerd met<br />

meld<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> vondsten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>en <strong>van</strong> particulieren. Deze<br />

meld<strong>in</strong>gen hebben geresulteerd <strong>in</strong> civiele aansprakelijkheidstell<strong>in</strong>gen jegens<br />

de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, als rechtsopvolger <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong>,<br />

die zorg gedragen heeft voor de ontwikkel<strong>in</strong>g en exploitatie <strong>van</strong> de<br />

nieuwbouwwijk.<br />

In opdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> is door het Ingenieursbureau<br />

Lankelma Geotechniek Almelo b.v. <strong>in</strong> de periode mei tot en met september<br />

2002 een historisch onderzoek uitgevoerd naar de herkomst <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong><br />

dat <strong>in</strong> de bodem <strong>van</strong> de wijk Hogenkamp <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> is aangetroffen.<br />

In aanvull<strong>in</strong>g op de rapportage <strong>van</strong> Lankelma, waar<strong>in</strong> daaromtrent verslag<br />

wordt gedaan, is door het college op 17 september 2002 besloten een<br />

<strong>in</strong>terne bestuursopdracht <strong>in</strong> gang te zetten, gericht op het <strong>in</strong>ventariseren <strong>van</strong><br />

feitelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich zowel op het vlak <strong>van</strong> de bestuurlijke<br />

besluitvorm<strong>in</strong>g als de ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g hebben<br />

voorgedaan ten aanzien <strong>van</strong> het plan de Hogenkamp. De basis hiervoor was<br />

dossieronderzoek. De resultaten daar<strong>van</strong> zijn als bijlage 1 aan deze<br />

rapportage toegevoegd.<br />

Gelet op de ernst en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de ontstane problematiek en de impact<br />

die deze heeft op zowel de bevolk<strong>in</strong>g als de gemeentelijke organisatie,<br />

achtte de raad en het college het gewenst om een externe<br />

onderzoekscommissie <strong>in</strong> te stellen die zich een oordeel kan vormen over de<br />

vraag welke verklar<strong>in</strong>gen kunnen worden gegeven voor de ontstane<br />

problematiek.<br />

Daarnaast zag de raad voor de externe onderzoekscommissie een<br />

waardevolle rol weggelegd, om met het oog op de toekomst een aanzet te<br />

leveren voor een <strong>in</strong>tegraal gemeentelijk beleid ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de<br />

bodem.<br />

De gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> heeft <strong>in</strong> de vergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> d<strong>in</strong>sdag<br />

5 november 2002 besloten tot het <strong>in</strong>stellen <strong>van</strong> een tijdelijke commissie op<br />

grond <strong>van</strong> artikel 82 <strong>van</strong> de Gemeentewet. Het <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbesluit <strong>van</strong> de<br />

gemeenteraad is als bijlage 2 aan dit verslag toegevoegd.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 8


1.2 Samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie<br />

De door de raad <strong>in</strong>gestelde commissie bestaat uit de volgende drie leden:<br />

1. De heer Mr. P.J. <strong>Biesheuvel</strong> (voorzitter);<br />

2. De heer dr. P.H.J.J. Swuste (TU Delft);<br />

3. De heer J.F. Buurmeijer.<br />

De commissie is tijdens de werkzaamheden ondersteund door mevrouw drs.<br />

M.A. ten Heuw en de heer Mr. R.M.J. Kle<strong>in</strong> Tank, beiden werkzaam als senior<br />

medewerker Algemeen Bestuurlijk Juridische Zaken bij de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Twente</strong>.<br />

1.3 De opdrachtformuler<strong>in</strong>g door de gemeenteraad<br />

Door de gemeenteraad werd op 5 november 2002 een onderzoeksopdracht<br />

geformuleerd, die vervolgens op verzoek <strong>van</strong> de commissie op 3 december<br />

2002 door de raad is gewijzigd. De onderzoeksopdracht werd als volgt<br />

vastgesteld:<br />

A Historie de Hogenkamp<br />

- Hoe is de bestuurlijke en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan de<br />

Hogenkamp geschied en hoe is gereageerd op eventuele signalen<br />

die op een mogelijke bodemvervuil<strong>in</strong>g duidden?<br />

- Kan hieruit worden verklaard dat de geconstateerde<br />

bodemvervuil<strong>in</strong>g met <strong>asbest</strong>, buiten de verschillende gronddepots,<br />

zich pas ten tijde <strong>van</strong> de <strong>in</strong>gebruikname <strong>van</strong> de won<strong>in</strong>gen heeft<br />

geopenbaard?<br />

- Welke conclusies kunnen worden getrokken uit de historische gang<br />

<strong>van</strong> zaken rondom het plan de Hogenkamp?<br />

B Huidige stand <strong>van</strong> zaken<br />

Wat is de huidige stand <strong>van</strong> zaken <strong>in</strong> ernst, aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong>?<br />

C Toekomstig beleid<br />

Hoe zou <strong>in</strong> relatie tot de huidige stand <strong>van</strong> zaken en het prov<strong>in</strong>ciaal en<br />

rijksbeleid een <strong>in</strong>tegraal beleid ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de<br />

bodemvoor de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> vormgegeven kunnen<br />

worden?<br />

1.4 Afbaken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het onderzoek<br />

De eerste onderzoeksvraag (onderdeel A) beperkt zich nadrukkelijk tot de<br />

totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bestuurlijke en ambtelijke besluitvorm<strong>in</strong>g rond de<br />

Hogenkamp en de conclusies die daaruit te trekken zijn. Desalniettem<strong>in</strong> zijn er<br />

onderdelen <strong>van</strong> de casus de Hogenkamp te generaliseren waardoor<br />

conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een breder verband kunnen worden<br />

geplaatst en ook op andere projecten <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g kunnen worden<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 9


verklaard. Daarmee krijgt het onderzoek ook meer waarde dan wanneer<br />

alleen de casus Hogenkamp door de commissie zou zijn beschouwd.<br />

1.5 Procedure en werkwijze <strong>van</strong> de commissie<br />

De commissie heeft bij haar onderzoek voor een tweesporige benader<strong>in</strong>g<br />

gekozen. Enerzijds werden voor het beantwoorden <strong>van</strong> de<br />

onderzoeksonderdelen A,B en C gemeentelijke dossiers bestudeerd ten<br />

aanzien <strong>van</strong> de Hogenkamp en <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het bijzonder. Ook werden nadere<br />

rapporten en dossiers opgevraagd en is gebruik gemaakt <strong>van</strong> publicaties die<br />

op het gebied <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem en <strong>in</strong> de lucht zijn verschenen. Ook<br />

heeft de commissie uitgebreid gebruik gemaakt <strong>van</strong> het krantenarchief <strong>van</strong><br />

de Sticht<strong>in</strong>g Historisch <strong>Goor</strong>, is er een beroep gedaan op de kennis <strong>van</strong><br />

longarts Dr. H. S<strong>in</strong>n<strong>in</strong>ghe Damsté en advocaat Mr. R.F. Ruers. Tevens is het<br />

logboek <strong>van</strong> het bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp bestudeerd.<br />

Anderzijds werd een aantal personen uitgenodigd voor een gesprek met de<br />

commissie. Voor de commissie had het horen <strong>van</strong> een aantal bij de<br />

besluitvorm<strong>in</strong>g, voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Plan Hogenkamp<br />

betrokken personen een driedelig doel, namelijk:<br />

- onduidelijkheden op te helderen over de feitelijke situatie;<br />

- de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> betrokkenen over de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan de<br />

Hogenkamp te vernemen;<br />

- waarheidsv<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />

De commissie is <strong>in</strong> de periode <strong>van</strong> 5 november 2002 tot en met 1 juni 2003<br />

negen keer bijeen geweest. In bijlage vier wordt verantwoord met wie de<br />

commissie heeft gesproken en wat onderwerp <strong>van</strong> gesprek is geweest.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> onderdeel B <strong>van</strong> de onderzoeksopdracht heeft de<br />

commissie gebruik gemaakt <strong>van</strong> de diensten <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit te<br />

Rotterdam. Onder verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de commissie is onder leid<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> Dr. A. Burdorf een zevental mensen geïnterviewd die de commissie een<br />

beeld konden geven over de ernst, aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de huidige<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong>. Ook <strong>van</strong> dit deel <strong>van</strong> het onderzoek<br />

wordt <strong>in</strong> bijlage 4 een uitgebreidere verantwoord<strong>in</strong>g gegeven.<br />

1.6 Opbouw <strong>van</strong> het rapport<br />

Om de onderzoeksvragen goed te kunnen beantwoorden vond de<br />

commissie het <strong>van</strong> belang eerst een <strong>in</strong>ventariserend onderzoek te doen naar<br />

de wetenschap over <strong>asbest</strong> en de wijze waarop <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> door de jaren heen<br />

met die wetenschap is omgegaan door zowel de ambtelijke organisatie, het<br />

gemeentebestuur als de <strong>in</strong>woners. De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de commissie<br />

hierover zijn te lezen <strong>in</strong> hoofdstuk 2.<br />

Dit hoofdstuk dient als achtergrond en referentiekader voor het<br />

beantwoorden <strong>van</strong> met name onderzoeksvraag A. In hoofdstuk 3 wordt<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 10


onderzoeksvraag A behandeld. Ingegaan wordt op de bestuurlijke en<br />

ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Plan de Hogenkamp. Ook wordt uitgebreid<br />

<strong>in</strong>gegaan op de uite<strong>in</strong>delijke uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan en de constater<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong> buiten de gronddepots om. Aan het e<strong>in</strong>de <strong>van</strong> het hoofdstuk worden<br />

met betrekk<strong>in</strong>g tot onderzoeksvraag A conclusies getrokken.<br />

In hoofdstuk 4 wordt de stand <strong>van</strong> zaken met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong> beschreven (onderzoeksvraag B). In het<br />

vijfde hoofdstuk wordt <strong>in</strong>gegaan op de mogelijkheden voor een gemeentelijk<br />

<strong>asbest</strong>beleid. Hiertoe worden ook aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan op basis <strong>van</strong> de<br />

bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de commissie uit de casus Hogenkamp. Dit hoofdstuk dient<br />

ter beantwoord<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onderzoeksvraag C.<br />

Tenslotte worden <strong>in</strong> hoofdstuk zes de samenvattende conclusies<br />

weergegeven en aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 11


Hoofdstuk 2<br />

De kennis over <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> <strong>Goor</strong><br />

2.1 Achtergrond <strong>van</strong> dit hoofdstuk en onderzoeksvraag<br />

Om de onderzoeksvragen goed te kunnen beantwoorden heeft de<br />

commissie zich een beeld gevormd <strong>van</strong> de wijze waarop door de jaren heen<br />

<strong>in</strong> <strong>Goor</strong> door de ambtelijke organisatie, het gemeentebestuur en de <strong>in</strong>woners<br />

tegen <strong>asbest</strong> en de <strong>asbest</strong>problematiek is aangekeken. De commissie acht<br />

dit rele<strong>van</strong>t omdat de men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong> <strong>van</strong> <strong>in</strong>vloed kan zijn<br />

geweest op de wijze waarop met het bouwrijp maken <strong>van</strong> nieuwe<br />

woonwijken is omgegaan en <strong>in</strong> dit geval met de Hogenkamp <strong>in</strong> het bijzonder.<br />

Om de <strong>in</strong>formatie <strong>van</strong> dit hoofdstuk te structureren heeft de commissie drie<br />

onderzoeksvragen geformuleerd:<br />

1. Welke kennis was bekend over <strong>asbest</strong>?<br />

2. In welke mate was deze kennis aanwezig b<strong>in</strong>nen het ambtelijke en<br />

bestuurlijke apparaat?<br />

3. Welke rol heeft deze kennis door de jaren heen gespeeld <strong>in</strong> de<br />

besluitvorm<strong>in</strong>g?<br />

In dit hoofdstuk worden de besluitvorm<strong>in</strong>g door het gemeentebestuur en de<br />

adviser<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de ambtelijke organisatie aan de hand <strong>van</strong> een uitvoerig<br />

dossieronderzoek beschreven. Daarnaast wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong><br />

de <strong>in</strong>formatie en publiciteit die er is geweest over <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de breedste z<strong>in</strong><br />

des woords.<br />

De commissie beg<strong>in</strong>t haar chronologische overzicht <strong>in</strong> 1976 voor wat betreft<br />

de lokale stand <strong>van</strong> zaken. In dat jaar werd namelijk door de Industriebond<br />

NVV en NKV het zogenaamde zwartboek gepresenteerd naar de gevaren<br />

<strong>van</strong> het werken met <strong>asbest</strong> bij Eternit. In 1984 startte het onderzoek <strong>van</strong> de<br />

Prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel naar de gevaren <strong>van</strong> de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> als<br />

wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal en <strong>in</strong> 1993 werd een volledig <strong>asbest</strong>verbod <strong>van</strong><br />

kracht. De commissie heeft deze gebeurtenissen gebruikt om een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

perioden te maken op grond waar<strong>van</strong> de onderzoeksvragen uit dit hoofdstuk<br />

worden beantwoord.<br />

De volgende <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> perioden wordt dus gehanteerd.<br />

1976 - 1984 Publicatie zwartboek en werkomstandigheden bij Eternit<br />

1984 - 1993 Onderzoek Prov<strong>in</strong>cie naar gevaren <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem<br />

1993 - heden Asbestverbod en aansprakelijkheidsstell<strong>in</strong>gen<br />

Er is door de jaren heen veel gepubliceerd over de toepass<strong>in</strong>gen en risico’s<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. De commissie beschrijft hieronder echter de <strong>in</strong>formatie die <strong>in</strong> de<br />

regionale pers (Tubantia en Twentsche Courant), de wetenschappelijke pers<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 12


en landelijke pers is verschenen. Buiten beschouw<strong>in</strong>g worden gelaten de<br />

artikelen die bijvoorbeeld <strong>in</strong> andere regionale bladen zijn verschenen. Deze<br />

publicaties waren <strong>van</strong>uit <strong>Goor</strong> m<strong>in</strong>der toegankelijk en droegen derhalve <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong>dere mate bij aan de men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong> zoals die <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> heeft<br />

plaatsgevonden. Deze men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g heeft de commissie <strong>in</strong> gesprekken<br />

met bestuurders en ambtenaren nog nader onderzocht.<br />

Daarnaast wordt <strong>in</strong> dit hoofdstuk kort aandacht geschonken aan de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het wettelijk kader rond het gebruik en de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong> en de <strong>in</strong>ternationale ontwikkel<strong>in</strong>gen rond <strong>asbest</strong>.<br />

Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal conclusies op basis waar<strong>van</strong><br />

de casus Hogenkamp, die <strong>in</strong> hoofdstuk 3 wordt behandeld, mede is bezien.<br />

2.2 De <strong>in</strong>ternationale kennisontwikkel<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong><br />

Het dossier <strong>asbest</strong> wordt geopend <strong>in</strong> de jaren tw<strong>in</strong>tig <strong>van</strong> de tw<strong>in</strong>tigste eeuw.<br />

Met name <strong>van</strong>uit Engeland g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> die tijd al waarschuw<strong>in</strong>gen de wereld <strong>in</strong><br />

dat “stoflongen” een verdacht veel voorkomende kwaal was <strong>in</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>verwerkende bedrijven. Het onderzoek <strong>in</strong> Engeland leidde ertoe dat<br />

<strong>asbest</strong>ose <strong>in</strong> 1931 werd erkend als beroepsziekte door middel <strong>van</strong> de UK<br />

Asbestos Industry Regulations. In Nederland heeft deze erkenn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1949<br />

plaatsgevonden. In een later stadium namelijk <strong>in</strong> 1966 werden ook<br />

<strong>asbest</strong>gerelateerde longkanker en mesothelioom <strong>in</strong> de herziene Europese lijst<br />

der Beroepsziekten als beroepsziekte vermeld. Belangrijk is, dat <strong>asbest</strong><br />

allereerst als een beroepsmatig gevaar werd gezien, hoewel <strong>in</strong> 1929 al<br />

gewezen werd op de gevaren <strong>van</strong> een <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g voor familieleden<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>werkers. Die blootstell<strong>in</strong>groute liep via de <strong>asbest</strong>vervuilde kled<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de werkers die thuis gewassen werd.<br />

De overtuigende relatie tussen <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g en mesothelioom stamt uit<br />

1960 en is aangetoond door Wagner, een engelse patholoog die <strong>in</strong> Zuid-<br />

Afrika werkte. In de zestiger jaren wordt ook duidelijk dat ook niet<br />

beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>gsroutes verantwoordelijk zijn voor een verhoogde<br />

mesothelioom <strong>in</strong>cidentie. Het gaat hier wederom om huisgenoten <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>werkers, maar ook omwonenden <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>fabrieken. In een aantal<br />

steden, waaronder Londen en Hamburg worden geografische kaarten<br />

opgesteld met een verhoogde <strong>in</strong>cidentie aan de benedenw<strong>in</strong>dse zijde <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>fabrieken. De blootstell<strong>in</strong>groute loopt via de verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g uit fabriekspijpen. Ook <strong>in</strong> Nederland is veel onderzoek<br />

gedaan naar <strong>asbest</strong>.<br />

Tussen 1939-1962 was de medische en de chemische dienst <strong>van</strong> de<br />

Arbeids<strong>in</strong>spectie hét <strong>in</strong>stituut <strong>van</strong> deze kennisontwikkel<strong>in</strong>g. E<strong>in</strong>d zestiger jaren<br />

is met name door het werk <strong>van</strong> prof. Zielhuis <strong>van</strong> het Coronel <strong>in</strong>stituut <strong>van</strong> de<br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam de kennis over het risico <strong>van</strong> mesothelioom bij<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 13


een beroepsmatige en een niet-beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Nederland<br />

toegankelijk gemaakt.<br />

Tenslotte is <strong>van</strong> belang het proefschrift <strong>van</strong> J. Stumphius uit 1969. Hij wijst<br />

eveneens op zowel de beroepsmatige als de niet-beroepsmatige risico’s <strong>van</strong><br />

een <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g zonder onderscheid <strong>in</strong> soorten <strong>asbest</strong>.<br />

Door <strong>in</strong> deze paragraaf aandacht te schenken aan de <strong>in</strong>ternationale<br />

kennisontwikkel<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong> door de jaren heen wil de commissie niet de<br />

suggestie oproepen als zou de kennis op dezelfde manier ook bij bestuurders,<br />

ambtenaren en <strong>in</strong>woners <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> bekend zijn. De commissie v<strong>in</strong>dt deze<br />

<strong>in</strong>ternationale ontwikkel<strong>in</strong>gen als achterliggende <strong>in</strong>formatie voor dit hoofdstuk<br />

echter wel rele<strong>van</strong>t.<br />

2.3 1976- 1984:<br />

2.3.1 De werkomstandigheden bij Eternit<br />

Op 24 september 1976 schrijft het college <strong>van</strong> B&W <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> een brief aan<br />

de directeur <strong>van</strong> de Districstgezondheidsdienst met daar<strong>in</strong> de boodschap<br />

dat naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> bij ”de Schelde” en publicaties daarover <strong>van</strong><br />

dr. Stumphius, de bedrijfarts <strong>van</strong> de Schelde, onrust is ontstaan onder het<br />

personeel <strong>van</strong> Eternit. Aan de directeur <strong>van</strong> de Dienst wordt gevraagd om<br />

een enquete onder doktoren te houden om te bezien of er daadwerkelijk<br />

sprake is <strong>van</strong> gevaarlijke aandoen<strong>in</strong>gen.<br />

Aan het Bureau Milieuzaken <strong>van</strong> de Stedenband <strong>Twente</strong> wordt door het<br />

college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> op 24 september 1976<br />

geschreven dat het college <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> geluiden bereiken dat niet de vereiste<br />

zorgvuldigheid met het zeer gevaarlijk materieel <strong>asbest</strong> wordt betracht die<br />

voor een optimale bescherm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> zowel werknemers als omwonenden<br />

gewenst is. Het Bureau wordt gevraagd Eternit zo snel mogelijk te bezoeken.<br />

Op 14 oktober 1976 bericht het Bureau Milieuzaken <strong>Twente</strong> dat de meest<br />

effectieve <strong>in</strong>gang tot het probleem een grondige controle <strong>van</strong> de<br />

H<strong>in</strong>derwetvoorwaarden is. Een eerste grondig onderzoek bij het bedrijf zal<br />

spoedig plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Op 19 november 1976 wordt aan de burgemeester en wethouder Braamhaar<br />

het “Eerste rapport <strong>van</strong> een onderzoek naar de gevaren <strong>van</strong> het werken met<br />

<strong>asbest</strong> bij Eternit” te <strong>Goor</strong> overhandigd door Industriebond N.V.V. bestuurder<br />

Th. De Bruyn. Het betreft hier een onderzoek dat door de bonden zelf is<br />

verricht naar de arbeidsomstandigheden bij Eternit.<br />

Op 23 november 1976 wordt deze rapportage <strong>in</strong> het college behandeld en<br />

besluit het college het onderzoek <strong>van</strong> het Bureau Milieuzaken en de directeur<br />

<strong>van</strong> de Districtsgezondheidsdienst af te wachten. Na afrond<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze<br />

onderzoeken kan het rapport dan op zijn merites worden bekeken. Diezelfde<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 14


dag wordt er ook overleg gevoerd tussen (een delegatie <strong>van</strong>) het goorse<br />

college, de directie <strong>van</strong> Eternit en het Bureau Milieuzaken. De directeur <strong>van</strong><br />

Eternit geeft aan dat <strong>in</strong>ternationale medici verschillen <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g over de<br />

gevaren <strong>van</strong> een kortstondige blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Veelal wordt deze<br />

kortstondige blootstell<strong>in</strong>g niet als gevaarlijk beschouwd, stelt de directeur.<br />

Door de burgemeester wordt gesteld dat de presentatie <strong>van</strong> de <strong>in</strong>houd <strong>van</strong><br />

het rapport “Gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> bij Eternit” niet juist is. De burgemeester<br />

steunt daarbij de visie <strong>van</strong> Eternit over de mogelijke gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

Op 5 januari 1977 verzoekt de directie <strong>van</strong> Eternit om een gesprek met de<br />

M<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> Sociale Zaken, drs. J Boersma, <strong>in</strong> verband met de mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> blauw <strong>asbest</strong> (crocidoliet) enerzijds en de rapporten <strong>van</strong><br />

de Industriebonden anderzijds.<br />

Op 8 februari 1977 is er een bijeenkomst tussen het college, een<br />

vertegenwoordiger <strong>van</strong> het Bureau Milieuzaken en de directie <strong>van</strong> Eternit. Het<br />

college verzoekt de directie hen te <strong>in</strong>formeren over de impact <strong>van</strong> het<br />

toekomstige Asbestbesluit. De directie deelt mee, dat zij <strong>van</strong> de m<strong>in</strong>ister <strong>van</strong><br />

Sociale Zaken hebben begrepen dat een verbod op de verwerk<strong>in</strong>g en<br />

bewerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> blauw <strong>asbest</strong> kan worden verwacht. Dit <strong>asbest</strong> is noodzakelijk<br />

voor het vervaardigen <strong>van</strong> een nieuwe “buizen-lijn”. <strong>Over</strong> het krijgen <strong>van</strong> een<br />

ontheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de verbodsbepal<strong>in</strong>g heeft de directie gunstige<br />

verwacht<strong>in</strong>gen.<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de behandel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Zwartboek <strong>van</strong> de<br />

Industriebonden <strong>in</strong> het college is het Bureau Milieuzaken gestart met het<br />

onderzoeken <strong>van</strong> het bedrijf. Er is een aantal kle<strong>in</strong>e verbeter<strong>in</strong>gen<br />

noodzakelijk en voor het onderzoek <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>deeltjes <strong>in</strong> de buitenlucht<br />

moeten met<strong>in</strong>gen worden verricht. De directie <strong>van</strong> Eternit geeft aan dat het<br />

bedrijf zelf één keer per kwartaal met<strong>in</strong>gen verricht. De directie is gaarne<br />

bereid dit ook ten behoeve <strong>van</strong> de gemeente te doen. De burgemeester<br />

accepteert dit voorstel <strong>van</strong> de directie. Besloten wordt maandelijks op vijf<br />

plaatsen te meten. Vanaf 31 maart 1977 tot en met december 1983 v<strong>in</strong>den er<br />

maandelijks met<strong>in</strong>gen plaats. Deze worden door dr. Lepoutre <strong>van</strong> Eternit <strong>in</strong><br />

het algemeen betiteld als gunstig. Het betreft hier met<strong>in</strong>gen buiten de<br />

<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> Eternit.<br />

Studenten doen <strong>in</strong> het voorjaar <strong>van</strong> 1977 onderzoek naar <strong>asbest</strong> en voeren <strong>in</strong><br />

dat kader ook een gesprek met wethouder Schutte (Milieu). Deze stelt dat<br />

zowel de gemeente als de Stedenband we<strong>in</strong>ig zorgen hebben over de wijze<br />

waarop bij Eternit <strong>asbest</strong> wordt gebruikt. Het wordt beschouwd als een<br />

stofprobleem, dat gem<strong>in</strong>imaliseerd dient te worden waarbij reken<strong>in</strong>g<br />

gehouden wordt met het economisch aspect en de situatie bij Eternit. Voor<br />

dat laatste worden regelmatig gesprekken gevoerd met de directie. De<br />

gemeente kan zich niet voorstellen dat Eternit geen ontheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

Asbestbesluit krijgt. Ten aanzien <strong>van</strong> het zwartboek <strong>van</strong> de bonden zegt<br />

Schutte: de gemeenteraad is het er bijna unaniem over eens dat Eternit een<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 15


heel erg goed bedrijf is waar<strong>in</strong> aan de veiligheid de grootst mogelijke zorg<br />

wordt besteed.<br />

Op 3 november 1977 krijgt het college een afschrift <strong>van</strong> het tweede rapport<br />

<strong>van</strong> de Industriebonden <strong>van</strong> het onderzoek naar de gevaren <strong>van</strong> het werken<br />

met <strong>asbest</strong> bij Eternit. Het college besluit op 8 november 1977 dit rapport voor<br />

kennisgev<strong>in</strong>g aan te nemen.<br />

De werkkled<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de werknemers <strong>van</strong> Eternit wordt met <strong>in</strong>gang <strong>van</strong> april<br />

1978 door het bedrijf gewassen. Dit gebeurt op veler verzoek, aldus de<br />

directie <strong>in</strong> haar bericht aan het college.<br />

Het Instituut voor milieuhygiëne en gezondheidstechniek <strong>van</strong> TNO bericht op<br />

12 mei 1978 over het <strong>in</strong>richten <strong>van</strong> monsteropnamepunten voor <strong>asbest</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>Twente</strong>. Doel <strong>van</strong> het onderzoek, dat gebeurt <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie<br />

<strong>van</strong> Sociale zaken en Volksgezondheid, is het <strong>in</strong>ventariseren <strong>van</strong> de<br />

concentratie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>stof. In bijlage vijf is een rapportage opgenomen <strong>van</strong><br />

alle meetresultaten die over de emissies <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de buitenlucht zijn<br />

verschenen.<br />

Op 6 januari 1981 besluit het college een gesprek met de directie <strong>van</strong> Eternit<br />

te arrangeren naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de meetresultaten <strong>van</strong> TNO. Er zijn hoge<br />

concentraties <strong>asbest</strong> gemeten. Ook de DGD wordt bij het gesprek betrokken<br />

om te duiden hoe de concentratie <strong>van</strong> kanker <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> zich<br />

verhoudt tot de rest <strong>van</strong> Nederland.<br />

Het Instituut voor milieuhygiëne en gezondheidstechniek TNO bericht op 7<br />

januari 1981 dat zij de met<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het project “Asbest en<br />

andere m<strong>in</strong>erale vezels” heeft beë<strong>in</strong>digd. De onderzoeksresultaten worden <strong>in</strong><br />

de loop <strong>van</strong> 1981 gepresenteerd.<br />

De DGD laat weten graag deel te nemen aan een gesprek over de<br />

meetresultaten, maar zij geeft op voorhand aan dat <strong>in</strong> de regio rond <strong>Goor</strong><br />

geen sprake is <strong>van</strong> een hoog aantal gevallen <strong>van</strong> kanker waarbij <strong>asbest</strong> een<br />

rol kan spelen.<br />

Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats op 3 april 1981. Aanleid<strong>in</strong>g zijn de hoge<br />

concentraties <strong>asbest</strong>vezels, hoewel de gestelde Mac(maximale acceptatie<br />

waarde)waarde niet wordt overschreden. Eternit benadrukt dat de waarde<br />

<strong>in</strong> <strong>Goor</strong> niet hoger ligt dan <strong>in</strong> andere geïndustrialiseerde gebieden. Eternit<br />

zegt alles te doen om de getallen zo laag mogelijk te houden. Er zijn nog wel<br />

mogelijkheden tot beperk<strong>in</strong>g maar die gaan vele miljoenen guldens kosten.<br />

De resultaten <strong>van</strong> het onderzoek worden besproken <strong>in</strong> de raadscommissie<br />

voor milieuzaken.<br />

In de raadscommisie wordt de vraag geopperd of het mogelijk is met<strong>in</strong>gen te<br />

verrichten die verder af liggen <strong>van</strong> de Eternitfabriek. Deze vraag wordt aan<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 16


TNO voorgelegd. TNO bericht dat het project is beë<strong>in</strong>digd maar dat wel op<br />

<strong>in</strong>dividuele basis met de gemeente een project kan worden gestart. De<br />

gemeente heeft geen opdracht gegeven een dergelijk project te beg<strong>in</strong>nen.<br />

Op 25 februari 1982 wordt Jans Maatjes <strong>van</strong> de Industriebond FNV voor Radio<br />

Oost geïnterviewd. Aanleid<strong>in</strong>g is een onderzoek <strong>van</strong> de Industriebonden<br />

waarbij wordt vastgesteld dat twee ex-werknemers <strong>van</strong> Eternit <strong>asbest</strong>kanker<br />

hebben. Het college neemt daarop contact op met de DGD Midden <strong>Twente</strong><br />

om hierover te spreken. De directeur <strong>van</strong> de DGD Midden <strong>Twente</strong>, de heer<br />

<strong>van</strong> Hasselt, laat het college weten dat niet duidelijk is over hoeveel jaar deze<br />

gevallen zich hebben voorgedaan en onder welke werkomstandigheden. De<br />

DGD lijkt het niet opportuun te v<strong>in</strong>den een nieuw uitgebreid onderzoek <strong>in</strong> te<br />

stellen, omdat zij <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g is dat de beschuldig<strong>in</strong>gen slecht onderbouwd<br />

zijn. Eerst zullen er <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de Vakbonden meer gegevens moeten<br />

worden aangedragen.<br />

Het college vraagt vervolgens aan de directeur <strong>van</strong> de DGD om gegevens<br />

op te vragen om te kunnen vaststellen of de longklachten <strong>van</strong> 65 werknemers<br />

<strong>van</strong> Eternit het gevolg kunnen zijn <strong>van</strong> het werken <strong>in</strong> de <strong>asbest</strong>verwerkende<br />

<strong>in</strong>dustrie. Op 2 juli 1982 laat R. Coppes, arts bij de DGD weten dat hij een<br />

onderzoek gaat <strong>in</strong>stellen naar de mogelijk verhoogde <strong>in</strong>cidentie <strong>van</strong><br />

longkanker en kanker aan de spijsverter<strong>in</strong>gsorganen. Niet duidelijk is wat het<br />

uite<strong>in</strong>delijke resultaat <strong>van</strong> dit onderzoek is.<br />

De Inspectie voor de Volksgezondheid <strong>in</strong> <strong>Over</strong>ijssel stuurt alle gemeenten een<br />

circulaire <strong>van</strong> de Hoofd<strong>in</strong>spectie <strong>van</strong> de Volksgezondheid over de<br />

milieuhygiënische aspecten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. In de circulaire wordt <strong>in</strong> kort bestek<br />

<strong>in</strong>formatie verschaft over de eigenschappen en toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, de<br />

gevaren daar<strong>van</strong> en de mogelijkheden om die gevaren te beperken.<br />

Gevraagd wordt deze circulaire bijzondere aandacht te geven en er ruime<br />

bekendheid aan te geven b<strong>in</strong>nen de afdel<strong>in</strong>gen. Tevens wordt gevraagd de<br />

hoofdlijnen <strong>van</strong> het gemeentelijk <strong>asbest</strong>beleid kenbaar te maken. Het<br />

college besluit op 20 januari 1981 de circulaire met Eternit te bespreken. De<br />

reactie <strong>van</strong> Eternit richt<strong>in</strong>g het gemeentebestuur op de circulaire is niet te<br />

achterhalen, maar op 1 april laat de commissie Voorlicht<strong>in</strong>g Asbest, waar<strong>in</strong><br />

Eternit vertegenwoordigd is, zich als volgt uit: “De commissie stelt dat er een<br />

volkomen vertrokken beeld <strong>van</strong> het gevarenrisico <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het milieu<br />

wordt gegeven. De brochure heeft als doel de verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> en<br />

<strong>asbest</strong>houdende producten zoveel mogelijk terug te dr<strong>in</strong>gen. Gewezen<br />

wordt door het M<strong>in</strong>isterie op de rol <strong>van</strong> de gemeenten daarbij. Volgens de<br />

commissie Asbest en Voorlicht<strong>in</strong>g zet het M<strong>in</strong>isterie met de circulaire het<br />

voortbestaan <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>verwerkende <strong>in</strong>dustrie op het spel. De<br />

<strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie wil op zo kort mogelijke termijn overleg met de Vaste<br />

Kamercommissie voor milieuhygiëne”.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 17


2.3.2 Publicaties<br />

Zoals <strong>in</strong> bijlage 3 beschreven wordt verschijnen er <strong>in</strong> deze periode vele<br />

publicaties die parallel lopen aan hetgeen hier boven beschreven is: de<br />

presentatie <strong>van</strong> het Zwartboek door de vakbonden en de aandacht voor de<br />

arbeidsomstandigheden. Ook verschijnen veel achtergrondartikelen over<br />

<strong>asbest</strong>.<br />

2.3.3 Beeld op basis <strong>van</strong> feitenmateriaal <strong>in</strong> periode 1976-1984<br />

In 1976 verschijnt het eerste rapport over de gevaren <strong>van</strong> het werken met<br />

<strong>asbest</strong> bij Eternit. Het gemeentebestuur neemt op basis hier<strong>van</strong> contact op<br />

met de Districtsgezondheidsdienst. Eternit laat daarop met<strong>in</strong>gen doen over<br />

de concentratie <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> de buitenlucht en beoordeelt deze op basis<br />

<strong>van</strong> de Mac waarde voor <strong>asbest</strong>. De commissie wenst de waarde <strong>van</strong> de<br />

met<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de Mac waarde te relativeren. De relater<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Macwaarde<br />

aan de buitenluchtconcentraties is onjuist. De Mac-waarde is <strong>van</strong><br />

belang <strong>in</strong> een beroepsomgev<strong>in</strong>g ten behoeve <strong>van</strong> blootstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

werknemers, gedurende bepaalde werktijden op specifieke werkplekken.<br />

Daarmee is naar het oordeel <strong>van</strong> de commissie we<strong>in</strong>ig deskundig met de<br />

resultaten <strong>van</strong> de met<strong>in</strong>gen omgegaan.<br />

De commissie constateert bovendien dat Eternit deze buitenlucht<br />

concentraties heeft vergeleken met andere geïndustrialiseerde gebieden<br />

met een <strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie en niet met normale geïndustrialiseerde gebieden.<br />

Vergeleken met deze laatste categorie liggen de meetwaarden beduidend<br />

hoger.<br />

Het door Eternit geschetste beeld over <strong>asbest</strong>, namelijk dat alleen blauw<br />

<strong>asbest</strong> schadelijk is voor de volksgezondheid en wit <strong>asbest</strong> niet, mits de<br />

nodige voorzorgsmaatregelen <strong>in</strong> acht worden genomen, is niet<br />

wetenschappelijk gefundeerd. Uit nationaal en <strong>in</strong>ternationaal perspectief<br />

wordt <strong>in</strong> die periode al wel duidelijk dat <strong>asbest</strong> gevaarlijk is. Ook bij de<br />

gemeente dr<strong>in</strong>gen deze signalen door getuige het belang dat wordt<br />

gehecht aan de luchtmet<strong>in</strong>gen, die ook gedurende een aantal jaren<br />

maandelijks ter kennis <strong>van</strong> de raadscommissie wordt gebracht. In zijn<br />

algemeenheid wordt het als een geruststell<strong>in</strong>g ervaren dat Eternit meldt dat<br />

waarden niet worden overschreden. De gemeente heeft echter niet de<br />

kennis om de <strong>in</strong>formatie die Eternit verschaft <strong>in</strong>zake de luchtmet<strong>in</strong>gen te<br />

betwisten.<br />

De aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem was <strong>in</strong> deze periode nog geen<br />

item.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 18


2.4 1984 - 1993<br />

2.4.1 Asbest als wegverhard<strong>in</strong>g<br />

Op 9 februari 1983 schrijft de M<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> VROM een brief aan GS <strong>van</strong><br />

<strong>Over</strong>ijssel met betrekk<strong>in</strong>g tot het gebruik <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cement als<br />

wegverhard<strong>in</strong>g. De M<strong>in</strong>ister schrijft dat voor verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong><br />

de bodem en het grondwater niet hoeft te worden gevreesd. Bij het<br />

probleem <strong>van</strong> de met <strong>asbest</strong>cement verharde wegen zou als uitgangspunt<br />

moeten dienen dat verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> vezels wordt tegengegaan door goed<br />

onderhoud <strong>van</strong> de wegen en de verhard<strong>in</strong>gen door de eigenaren. De<br />

M<strong>in</strong>ister kondigt echter wel een breed onderzoek aan naar de problematiek<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen voor het hele gebied rond de Eternitfabriek.<br />

Op 12 juli 1983 laten GS weten <strong>in</strong> te stemmen met het onderzoek. De<br />

Prov<strong>in</strong>cie stelt voor enerzijds onderzoek te doen naar de mate waarop<br />

<strong>asbest</strong>cementafval is toegepast en de locaties en anderzijds onderzoek te<br />

verrichten naar de verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>deeltjes <strong>in</strong> de lucht, de mate <strong>van</strong><br />

gevaar voor de volksgezondheid en de daarmee verband houdende<br />

urgentie <strong>van</strong> saner<strong>in</strong>gen . Een deel <strong>van</strong> het onderzoek kan volgens de<br />

Prov<strong>in</strong>cie worden uitgevoerd door de Rijksuniversiteit <strong>in</strong> Leiden. Eternit stelt<br />

dat de onderzoekers anti-<strong>asbest</strong> en anti-Eternit zijn. Uite<strong>in</strong>delijk geschiedt de<br />

<strong>in</strong>ventarisatie door het centrum voor Milieukunde <strong>van</strong> de Rijksuniversiteit <strong>van</strong><br />

Leiden en het onderzoek naar de schadelijkheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> door het Instituut<br />

voor Milieuhygiëne en Gezondheidstechniek <strong>van</strong> de TU te Delft. Er v<strong>in</strong>dt een<br />

gesprek plaats tussen de onderzoekers en Eternit op 12 april 1984 om de<br />

onenigheid uit te praten. Na dit gesprek besluit Eternit ook medewerk<strong>in</strong>g te<br />

verlenen aan het onderzoek, omdat zij <strong>van</strong> 1945 tot 1974 <strong>asbest</strong>cementafval<br />

aan landbouwers ter beschikk<strong>in</strong>g heeft gesteld.<br />

Het onderzoek wordt begeleid door een begeleid<strong>in</strong>gscommissie, waarvoor<br />

ook de gemeente <strong>Goor</strong> één lid levert. De begeleid<strong>in</strong>gscommissie beg<strong>in</strong>t haar<br />

werkzaamheden op 21 februari 1984. Naast de gemeente <strong>Goor</strong> leveren ook<br />

de gemeenten Ambt Delden, Diepenheim en Markelo leden. Daarnaast<br />

bestaat de commissie uit vertegenwoordigers <strong>van</strong> de <strong>in</strong>spectie milieuhygiëne<br />

en de Prov<strong>in</strong>ciale Waterstaat.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> het onderzoek wordt medio mei 1984 een oproep<br />

geplaatst <strong>in</strong> de regionale kranten met het verzoek vermoedens over het<br />

bestaan <strong>van</strong> met <strong>asbest</strong> verharde wegen te melden bij de gemeente <strong>Goor</strong>.<br />

Daarop komen drie reacties b<strong>in</strong>nen. Deze worden onderzocht en <strong>in</strong> het<br />

rapport vermeld.<br />

Er worden door de onderzoekers gesprekken gevoerd met ambtenaren <strong>van</strong><br />

diverse gemeenten en met vertegenwoordigers <strong>van</strong> Eternit BV. Daarbij<br />

werden de volgende vragen voorgelegd:<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 19


• heeft de gemeente (of Prov<strong>in</strong>ciale waterstraat) zelf <strong>asbest</strong>cementafval<br />

<strong>van</strong> Eternit betrokken voor wegverhard<strong>in</strong>g?<br />

• Weet u hoe lang geleden de leveranties <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval voor<br />

verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen hebben plaatsgevonden en hoe dat destijds <strong>in</strong><br />

zijn werk is gegaan?<br />

• Kunt u op de kaarten aanwijzen waar het afval mogelijk te v<strong>in</strong>den is?<br />

• Heeft u nog verdere gegevens over deze plaatsen (soort afval,<br />

eigenaar etc)?<br />

• Weet u of <strong>asbest</strong>cementafval nog voor andere doele<strong>in</strong>den dan<br />

wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal is gebruikt?<br />

De begeleid<strong>in</strong>gscommissie spreekt <strong>in</strong> haar bijeenkomst <strong>van</strong> 29 augustus 1984<br />

uit, dat het concept-rapport qua <strong>in</strong>ventarisatie goed is uitgevoerd, doch dat<br />

het <strong>in</strong> de aangedragen vorm onacceptabel is <strong>van</strong>wege de vele niet b<strong>in</strong>nen<br />

de opdracht passende onderdelen en discutabele uitspraken. Eternit laat<br />

zich <strong>in</strong> nogal afkeurende termen uit over het concept-rapport. De verklar<strong>in</strong>g<br />

hiervoor lijkt te liggen <strong>in</strong> het feit, dat de onderzoekers een relatie hebben met<br />

de anti-<strong>asbest</strong> projectgroep (ASPRO). Het college <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> laat op 4 oktober<br />

1984 weten over het wetenschappelijke gedeelte <strong>van</strong> het onderzoek geen<br />

men<strong>in</strong>g te kunnen geven, omdat daarvoor de nodige kennis en ervar<strong>in</strong>g<br />

ontbreekt.<br />

E<strong>in</strong>d oktober 1984 wordt het e<strong>in</strong>drapport aangeboden. Geconcludeerd<br />

wordt dat – zoals verwacht – <strong>in</strong> een groot aantal niet geasfalteerde wegen<br />

<strong>asbest</strong>cementafval is aangetroffen. In een gebied <strong>van</strong> 12 kilometer rond<br />

<strong>Goor</strong> betreft het 83 paden en erven. De totale oppervlakte werd op 3,3,<br />

hectare geschat. In de gemeente <strong>Goor</strong> betreft het zeven wegen. Omdat<br />

voor het bepalen <strong>van</strong> het risico voor de volksgezondheid onderzoek moet<br />

worden gedaan naar de mogelijkheden tot verstuiv<strong>in</strong>g, adviseren de<br />

onderzoekers een nader onderzoek te doen met luchtmonsters. Door de<br />

Prov<strong>in</strong>cie is TNO gevraagd om een offerte. Het college neemt het rapport op<br />

8 januari 1985 voor kennisgev<strong>in</strong>g aan.<br />

Eternit laat de M<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> Milieubeheer weten het rapport af te wijzen,<br />

omdat zij v<strong>in</strong>dt dat de onderzoekers onzorgvuldig en tendentieus te werk zijn<br />

gegaan.<br />

TNO bericht op 21 oktober 1985 over de eerste onderzoeksresultaten. Door de<br />

weersomstandigheden (de zomer <strong>van</strong> 1985 was zeer nat) zijn de resultaten<br />

niet valide. TNO biedt aan het onderzoek <strong>in</strong> 1986 opnieuw te doen. Het<br />

college neemt het <strong>in</strong>terim-rapport (gebaseerd op de cijfers uit 1985), waar<strong>in</strong><br />

geen verontrustende gegevens staan, op 14 januari 1986 voor kennisgev<strong>in</strong>g<br />

aan.<br />

In 1986 zijn de monsters uit april en mei 1985 met een elektronenmicroscoop<br />

geanalyseerd. Het concentratieniveau aan <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> deze zeer natte<br />

periode <strong>in</strong> de buurt <strong>van</strong> met <strong>asbest</strong>cementafval verharde wegen is zeer laag.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 20


De Prov<strong>in</strong>cie stelt op 14 oktober 1986 voor het analyseren <strong>van</strong> de monsters <strong>in</strong><br />

1987 te herhalen volgens dezelfde methode. Dat gebeurt. De resultaten<br />

worden op 16 september 1987 <strong>in</strong> de begeleid<strong>in</strong>gscommissie besproken.<br />

Dezegaven wederom onvoldoende duidelijkheid. In 1988 zijn de met<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

<strong>Goor</strong> herhaald (Den Boeft, 1989).<br />

Rond april 1992 worden de met<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> TNO uit 1986 gelegd naast de<br />

nieuwe normen voor <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de lucht. Daaruit blijkt dat de<br />

<strong>asbest</strong>concentraties langs de wegen onder de slechtst denkbare<br />

omstandigheden zich <strong>in</strong> de buurt <strong>van</strong> de streefwaarden bev<strong>in</strong>den. TNO heeft<br />

niet gekeken naar de concentraties waaraan mensen zouden worden<br />

blootgesteld bij graafwerkzaamheden <strong>in</strong> deze wegen. Er is volgens het RIVM<br />

mogelijk sprake <strong>van</strong> een niet te verwaarlozen risico voor de uitvoerders <strong>van</strong><br />

deze werkzaamheden. De Arbeids<strong>in</strong>spectie moet daarom bij deze<br />

werkzaamheden worden <strong>in</strong>geschakeld.<br />

Op 23 oktober 1992 komt het MilieuAlarmteam <strong>van</strong> de SP met het rapport<br />

Asbest <strong>in</strong> de “<strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>”. De SP stelt dat de Prov<strong>in</strong>cie weigert tot<br />

saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de met <strong>asbest</strong>cement verharde wegen en opritten over te<br />

gaan. Burgemeester <strong>van</strong> der Zwaag zegt <strong>in</strong> reactie op het rapport voor Radio<br />

Oost, dat hij niet weet of alle <strong>asbest</strong>cement opgeruimd moet worden. Hij<br />

benadrukt dat de gedeputeerde goede adviseurs heeft en weet wat hij<br />

doet. Het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> VROM reageert ook en meldt dat <strong>in</strong>dien <strong>asbest</strong> niet<br />

vrijkomt uit cement er geen gevaar is voor de volksgezondheid. De Prov<strong>in</strong>cie<br />

besluit op 17 november 1992 alle aanwonenden <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen te<br />

<strong>in</strong>formeren over de relatie tussen <strong>asbest</strong> als wegverhard<strong>in</strong>g en gevaren voor<br />

de volksgezondheid. Namens de gemeenteraden <strong>van</strong> Markelo, <strong>Goor</strong>,<br />

Diepenheim, Stad Delden en Ambt Delden wordt op 8 februari 1993 de<br />

stell<strong>in</strong>gname <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>cie ondersteund.<br />

Het <strong>asbest</strong>verbod<br />

Eternit maakt op 11 september 1985 meld<strong>in</strong>g bij het college <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> <strong>van</strong><br />

gegevens en feiten over de <strong>asbest</strong>projectgroep (ASPRO). Deze groep<br />

probeert, volgens Eternit, door middel <strong>van</strong> “paniekzaaierij” het <strong>asbest</strong>gebruik<br />

<strong>in</strong> Nederland onmogelijk te maken.<br />

Op 19 december 1989 hebben twee studenten <strong>van</strong> een opleid<strong>in</strong>g voor postacademischonderwijs<br />

(PAO) bedrijfs- en bestuurswetenschappen <strong>in</strong> het kader<br />

<strong>van</strong> hun afstudeeronderzoek een gesprek met het voltallige college.<br />

Onderwerp <strong>van</strong> gesprek is de relatie <strong>van</strong> het gemeentebestuur met Eternit.<br />

Door het gemeentebestuur wordt erkend dat Eternit één <strong>van</strong> de grootste<br />

bedrijven <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> is. Door en voor Eternit is een woonwijk (’t Gijm<strong>in</strong>k) gebouwd<br />

en het bedrijf is actief betrokken bij het leven <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. Ten aanzien <strong>van</strong> de<br />

discussie over de gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> wordt gesteld dat deze regelmatig op<br />

de gemeentelijke agenda staat, maar men beschouwt het vooral als een<br />

aangelegenheid <strong>van</strong> de landelijke politiek. Het gemeentebestuur toont zich<br />

bezorgd over de milieuproblematiek, maar de gegevens wijzen volgens haar<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 21


vooralsnog niet op een verhoogd risico. Het belang <strong>van</strong> de werkgelegenheid<br />

staat bij het gemeentebestuur voorop. Wanneer er een <strong>asbest</strong>verbod zou<br />

dreigen dan komt de gemeente <strong>in</strong> een moeilijk pakket <strong>van</strong>wege de<br />

afweg<strong>in</strong>g tussen werkgelegenheid en milieu/gezondheid, stelt het college.<br />

Eternit BV bericht op 4 september 1990 <strong>in</strong> gesprek te zijn met de overheid om<br />

medio 1992 alleen nog <strong>asbest</strong>vrije bouwmaterialen te leveren voor de<br />

Nederlandse markt. Eternit wil het college over de <strong>in</strong> gang gezette<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>formeren. Eternit stelt <strong>in</strong> het Strategisch document “Operatie<br />

92 ½” dat <strong>in</strong> het belang <strong>van</strong> de werkgelegenheid de voor export bestemde<br />

productie gehandhaafd moet worden.<br />

De m<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> Sociale Zaken, de heer de Vries, ont<strong>van</strong>gt op 6 mei 1992 een<br />

brief waar<strong>in</strong> Eternit bevestigt per 1 juli 1993 haar totale productieproces<br />

<strong>asbest</strong>vrij te laten verlopen. Omdat Nederland eerder dan België de wet<br />

aanscherpt komen <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> 100 arbeidsplaatsen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g door het<br />

wegvallen <strong>van</strong> de exportmarkt. Eternit v<strong>in</strong>dt dat zij s<strong>in</strong>ds medio 1990 te we<strong>in</strong>ig<br />

tijd heeft gehad om te anticiperen op de nieuwe regelgev<strong>in</strong>g. Bovendien<br />

verzoekt het bedrijf om f<strong>in</strong>anciële steun <strong>van</strong> de Rijksoverheid. M<strong>in</strong>ister de Vries<br />

bericht op 12 augustus 1992 en 10 september 1992 dat hij het verlies aan<br />

werkgelegenheid bij Eternit accepteert en niet <strong>van</strong> plan is het bedrijf<br />

f<strong>in</strong>ancieel te steunen. Hij stelt dat <strong>in</strong> 1987 al door de Arboraad werd<br />

geconcludeerd dat een <strong>asbest</strong>verbod wenselijk was. Toen had men al<br />

kunnen anticiperen. De OR reageert naar de m<strong>in</strong>ister toe en schrijft dat hij<br />

voorbij gaat aan het belang <strong>van</strong> behoud <strong>van</strong> werkgelegenheid.<br />

Gedeputeerde Staten <strong>van</strong> <strong>Over</strong>ijssel laten de M<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> Sociale Zaken<br />

weten het <strong>asbest</strong>verbod toe te juichen, maar pleiten voor het <strong>in</strong>gaan <strong>van</strong> het<br />

<strong>asbest</strong>verbod als ook haar België regelgev<strong>in</strong>g heeft aangepast. Het college<br />

bericht de m<strong>in</strong>ister op 9 december 1992 dat Eternit onevenredig wordt<br />

getroffen door het <strong>asbest</strong>verbod en vraagt om heroverweg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een<br />

compensatieregel<strong>in</strong>g. De M<strong>in</strong>ister bericht dat een zeer zorgvuldige afweg<strong>in</strong>g<br />

heeft plaatsgevonden. Het college legt zich daar bij neer.<br />

2.4.2 Publicaties<br />

In deze periode verschijnen er vooral landelijke pers veel artikelen over het op<br />

handen zijnde <strong>asbest</strong>verbod en de gevolgen daar<strong>van</strong> voor de <strong>in</strong>dustrieën.<br />

2.4.3 Beeld op basis <strong>van</strong> feitenmateriaal <strong>in</strong> periode 1984-1993<br />

In de jaren tachtig verschuift de aandacht <strong>van</strong> de arbeidsomstandigheden<br />

bij Eternit gaandeweg naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> wegen en paden<br />

en de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid. De gemeente neemt<br />

deel <strong>in</strong> de begeleid<strong>in</strong>gscommissie <strong>van</strong> het onderzoek <strong>van</strong> TNO dat <strong>in</strong><br />

opdracht <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel wordt <strong>in</strong>gesteld. De conclusie <strong>van</strong> het<br />

onderzoek is dat er meer met<strong>in</strong>gen moeten worden gedaan om echte<br />

uitspraken te doen over de schadelijkheid <strong>van</strong> de Twentse <strong>asbest</strong>wegen. Dit<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 22


gebeurt <strong>in</strong> 1985 en 1986. deze uitspraken blijven echter uit. De gemeente<br />

onderneemt geen aktie.<br />

De resultaten <strong>van</strong> het onderzoek die volgens de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel b<strong>in</strong>nen<br />

de toegestane waarden blijven wordt door het gemeentebestuur voor<br />

kennisgev<strong>in</strong>g aangenomen. Er wordt gewacht op de stell<strong>in</strong>gname <strong>van</strong> de<br />

Prov<strong>in</strong>cie <strong>in</strong> deze. De gemeente is niet proactief <strong>in</strong> haar beleid, hooguit<br />

volgend. De Prov<strong>in</strong>cie verzorgt de communicatie naar de aanwonenden <strong>van</strong><br />

de <strong>asbest</strong>wegen. Omdat voor de gemeente de werkgelegenheid nog steeds<br />

voorop staat, ontstaat het beeld, dat zij reageert met gebonden handen op<br />

een problematiek die steeds duidelijker wordt.<br />

E<strong>in</strong>d jaren tachtig wordt door het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> VROM een <strong>asbest</strong>verbod<br />

voorbereid. Dit verbod treedt uite<strong>in</strong>delijk op 1 juli 1993 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. De discussie<br />

over het verlies aan werkgelegenheid als gevolg <strong>van</strong> dit verbod wordt volop<br />

gevoerd. Ook het college <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> pleit net als Eternit en de Prov<strong>in</strong>cie voor<br />

het langer mogen produceren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdende producten <strong>in</strong> het belang<br />

<strong>van</strong> de werkgelegenheid om de concurrentie met name België te kunnen<br />

voeren. De M<strong>in</strong>ister gaat niet <strong>in</strong> op dit verzoek.<br />

2.5 1993 - heden<br />

2.5.1 De saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen laat de m<strong>in</strong>ister <strong>van</strong> VROM<br />

de Socialistische Partij op 6 september 1993 naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een SP<br />

rapport weten dat de situatie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de wegen als resultaat <strong>van</strong> een<br />

ongelukkige handelswijze tussen 1945 en 1974 onverkort aandacht behoeft.<br />

De m<strong>in</strong>ister schrijft voornemens te zijn door middel <strong>van</strong> een<br />

<strong>in</strong>spectiestandpunt voorstellen te doen voor een structurele aanpak <strong>van</strong> het<br />

<strong>in</strong> Nederland aanwezige <strong>asbest</strong>houdende wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal.<br />

In 1995 geeft de SP aan dat er een <strong>asbest</strong>pad ligt aan de Gondalaan <strong>in</strong> de<br />

gemeente <strong>Goor</strong>. De beleidsambtenaar milieu neemt contact op met de<br />

eigenaar <strong>van</strong> het pad, Eternit Bv. Deze laat weten het pad niet te saneren<br />

omdat dat precedenten oplevert. Herhaald wordt dat de problematiek <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>paden al is voorgelegd aan de Prov<strong>in</strong>cie en uit onderzoek geen<br />

gevaar voor de volksgezondheid blijkt. De gemeente onderneemt verder<br />

geen aktie, omdat zij geen eigenaar <strong>van</strong> de paden is. De SP v<strong>in</strong>dt dit<br />

antwoord onaanvaardbaar en spreekt het college vervolgens aan op haar<br />

verantwoordelijkheid <strong>in</strong> deze wat betreft milieuhygiëne en volksgezondheid.<br />

De SP stelt voor een totaal<strong>in</strong>ventarisatie te maken <strong>van</strong> particuliere en<br />

overheidswegen en voor de saner<strong>in</strong>g een tegemoetkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie<br />

te vragen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 23


In de beleidsnotitie “Asbest <strong>in</strong> het milieu” uit 1994 <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong><br />

VROM wordt gesteld: dat <strong>in</strong>dien de toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>houdende<br />

materiaal destijds niet illegaal was, er geen mogelijkheden zijn om het <strong>asbest</strong><br />

te laten verwijderen op kosten <strong>van</strong> veroorzakers of eigenaren. Het is <strong>in</strong> die<br />

gevallen aan te bevelen dat het bevoegd gezag zelf zorgt dat er<br />

maatregelen worden genomen, waarbij een keuze kan worden gemaakt<br />

tussen verwijderen en bijvoorbeeld asfalteren. Naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

Kamervragen stelt m<strong>in</strong>ister de Boer <strong>in</strong> februari 1995 dat het verwijderen <strong>van</strong><br />

de <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> en op de wegen een zaak is <strong>van</strong> de eigenaren. In april 1995<br />

scharen GS zich achter het standpunt <strong>van</strong> de m<strong>in</strong>ister. Daarmee werd de<br />

gemeente <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> de kosten <strong>van</strong> het saneren <strong>van</strong> de wegen geconfronteerd<br />

met een nieuw probleem.<br />

Het college stelt op 22 februari 1996 dat zij een gesprek heeft gehad met<br />

Eternit als eigenaar <strong>van</strong> de weg (Gondalaantje). Eternit stelt dat er geen<br />

wettelijke basis is op grond waar<strong>van</strong> zij verplicht kunnen worden gesteld de<br />

weg te saneren. Gelet op dit standpunt ziet het college geen mogelijkheden<br />

om tot aanpak te komen. Uite<strong>in</strong>delijk wordt de <strong>asbest</strong> door Eternit <strong>in</strong> juli 1996<br />

wel verwijderd.<br />

Op 20 maart 1997 besluit het college de SP te berichten dat met betrekk<strong>in</strong>g<br />

tot de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen die eigendom zijn <strong>van</strong> de gemeente<br />

<strong>Goor</strong> vooralsnog geen aktie wordt ondernomen, maar dat de ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

worden gevolgd en het standpunt <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>cie wordt afgewacht. In de<br />

begeleidende nota voor het college wordt geconstateerd dat b<strong>in</strong>nen de<br />

gemeente <strong>Goor</strong> bekendheid is met negen <strong>asbest</strong>wegen. Van drie daar<strong>van</strong> is<br />

de gemeente <strong>Goor</strong> eigenaar. Bovendien wordt geconstateerd dat het niet<br />

onwaarschijnlijk is dat zich op tal <strong>van</strong> plaatsen <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem bev<strong>in</strong>dt,<br />

maar dat de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> die problematiek niet bekend is.<br />

Beg<strong>in</strong> 1997 wordt op uitnodig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Directeur Generaal <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie<br />

<strong>van</strong> VROM een projectgroep voor de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen<br />

geformeerd. In deze projectgroep participeren Rijk, prov<strong>in</strong>cie en gemeenten<br />

die met de problematiek te maken hebben.<br />

In maart 1997 doet het RIVM een onderzoek naar een mesothelioompatiënt<br />

die geen beroepsmatige blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong> heeft gehad. Op basis <strong>van</strong><br />

de voor handen zijnde summiere gegevens lijkt een verband tussen de ziekte<br />

<strong>van</strong> de patiënt en de op de Twentse paden en wegen aanwezige<br />

<strong>asbest</strong>afval aannemelijk. In 1997 wordt er vervolgens gewerkt aan de<br />

totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een regel<strong>in</strong>g voor de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen en<br />

erven (Regel<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>wegen Wet milieugevaarlijke stoffen).<br />

De regel<strong>in</strong>g treedt op 1 januari 2000 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Beg<strong>in</strong> 2000 wordt het college<br />

gemeld, dat medef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g door het Rijk <strong>van</strong> saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen<br />

die eigendom zijn <strong>van</strong> de gemeente, wordt afgewezen. De M<strong>in</strong>ister<br />

overweegt dat s<strong>in</strong>ds 1998 bekend was via deelname aan de Projectgroep<br />

dat er een verplicht<strong>in</strong>g zou komen tot saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wegen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 24


De GGD presenteert op 11 oktober 1999 het rapport “Asbest <strong>in</strong> de Twentse<br />

wegen”. Opgemerkt wordt door de GGD dat er dan nog geen wettelijke<br />

<strong>in</strong>terventiewaarde voor <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem bestaat. Deze opvatt<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt de<br />

commissie formeel correct, maar is materieel betwistbaar. Het RIVM gebruikt<br />

een gezondheidskundige onderbouw<strong>in</strong>g afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

vezelsamenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 100-2.000 mg <strong>asbest</strong> per kilogram grond. Het <strong>in</strong>terim<br />

beleidsstandpunt <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> VROM uit 2000 is een voorlopige<br />

<strong>in</strong>terventiewaarde <strong>van</strong> 100mg/kg voor chrysotiel en 10 mg/kg voor amfibool<br />

<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de grond.<br />

De bouw <strong>van</strong> Verenig<strong>in</strong>g en Evenementen Centrum de Reggehof<br />

Voor de bouw <strong>van</strong> het Verenig<strong>in</strong>g en Evenementencentrum aan de<br />

Schoolfeestweide <strong>in</strong> het centrum <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> koopt de gemeente <strong>Goor</strong> beg<strong>in</strong><br />

jaren negentig grond <strong>van</strong> Bouwmaterialenbedrijf Eshuis-Jal<strong>in</strong>k. Pas tijdens de<br />

bouw wordt er <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem gevonden. Het terre<strong>in</strong> wordt gesaneerd<br />

en Eshuis-Jal<strong>in</strong>k aansprakelijk gesteld, hetgeen leidt tot een rechtszaak.<br />

Uite<strong>in</strong>delijk wordt het bedrijf <strong>in</strong> 2000 door de Rechtbank <strong>in</strong> Almelo veroordeeld<br />

tot het betalen <strong>van</strong> een schadevergoed<strong>in</strong>g.<br />

Op 10 december 1999 stelt het college ten aanzien <strong>van</strong> deze kwestie een<br />

nota vast, die ook <strong>in</strong> het Managementteam, het overleg met de<br />

afdel<strong>in</strong>gshoofden en de werkoverleggen besproken wordt. Als concrete<br />

vraag wordt door de opsteller <strong>van</strong> de nota opgeworpen of wellicht één <strong>van</strong><br />

de oorzaken <strong>van</strong> de kwestie Eshuis-Jal<strong>in</strong>k is dat de Gorenaren <strong>in</strong> 1993<br />

lankmoediger dachten over de gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> en de<br />

<strong>asbest</strong>gerelateerde ziekten dan de overige Nederlanders. Het is <strong>van</strong> belang<br />

het <strong>asbest</strong>probleem op zijn juiste waarde te schatten, niet alleen om<br />

vermogensrechtelijke redenen (schadevergoed<strong>in</strong>gen) maar ook om<br />

humanitaire reden”. Het antwoord op deze opgeworpen vraag wordt niet<br />

verder uitgewerkt.<br />

De commissie heeft niet kunnen vaststellen, dat naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

bouw <strong>van</strong> het VEC en de vondst <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem daar de gemeente<br />

het “Werkplan verwijderen <strong>van</strong> grond die licht verontre<strong>in</strong>igd is met<br />

<strong>asbest</strong>resten” heeft vastgesteld. In dit werkplan wordt bepaald dat deze<br />

grond moet worden afgevoerd naar de vuilstortlocatie Boeldershoek <strong>in</strong><br />

Hengelo. Het werkplan is ongeveer <strong>in</strong> dezelfde periode vastgesteld als het<br />

<strong>in</strong>cident bij de bouw <strong>van</strong> het VEC.<br />

Verder strekkende <strong>in</strong>structies, richtlijnen of protocollen heeft de commissie<br />

niet aangetroffen.<br />

2.5.2 Publicaties<br />

In deze periode verschijnen er veel verhalen over de aansprakelijkheidstell<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> Eternit door werknemers met mesothelioom en niet-beroepsgerelateerde<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 25


<strong>asbest</strong>slachtoffers. E<strong>in</strong>d jaren negentig wordt ook de discussie over de<br />

saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wegen breed gevolgd.<br />

2.5.3 Beeld op basis <strong>van</strong> feitenmateriaal <strong>in</strong> periode 1993 - heden<br />

De discussie over de <strong>asbest</strong>wegen wordt medio jaren negentig weer actueel.<br />

Deze discussie mondt <strong>in</strong> 2000 uit <strong>in</strong> een regel<strong>in</strong>g die verbiedt <strong>asbest</strong>wegen <strong>in</strong><br />

eigendom te hebben. De gemeente moet de kosten voor saner<strong>in</strong>g zelf<br />

betalen. Voor particulieren komt subsidie beschikbaar. De gemeente <strong>Goor</strong><br />

saneert dan uite<strong>in</strong>delijk ook de <strong>in</strong> haar bezit zijnde wegen. Met de<br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wegen krijgt <strong>Goor</strong> en dan een probleem<br />

bij.<br />

Mesothelioom wordt <strong>in</strong> aansprakelijkheidsstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit als beroepsziekte<br />

erkend en slachtoffers kunnen <strong>van</strong>af 2000 een beroep doen op het<br />

Asbestfonds. Voor mensen die niet beroep gerelateerd mesothelioom<br />

hebben opgelopen is de zaak nog onder de rechter. Uit dossiers blijkt niet,<br />

dat het gemeentebestuur bekend is met de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de aard en het<br />

aantal mesotheliomen <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>.<br />

Hoewel de commissie heeft geconstateerd dat er een werkplan is vastgesteld<br />

met betrekk<strong>in</strong>g tot het verwijderen <strong>van</strong> grond die vervuild is met <strong>asbest</strong>resten,<br />

valt niet waar te nemen dat het gemeentebestuur haar ambivalente en<br />

afwachtende houd<strong>in</strong>g ten opzichte <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> heeft gewijzigd.<br />

2.6 Nadere beeldvorm<strong>in</strong>g: perceptie<br />

Aan de hand <strong>van</strong> dossieronderzoek en bestuder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de diverse<br />

publicaties <strong>in</strong> de pers heeft de commissie zich een beeld gevormd <strong>van</strong> het<br />

denken over <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. Vervolgens heeft de commissie gesprekken<br />

gevoerd met ambtenaren en bestuurders om te onderzoeken of het beeld<br />

dat de commissie <strong>in</strong> het voorgaande heeft geschetst, aansluit bij de<br />

perceptie en het handelen <strong>van</strong> de meest betrokken bestuurders en<br />

ambtenaren.<br />

2.6.1 De risico’s en gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

Zowel voor bestuurders als voor ambtenaren blijken <strong>asbest</strong> en <strong>Goor</strong> door de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> Eternit onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tegelijk<br />

worden de gevaren en risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> volgens de meeste bestuurders en<br />

ambtenaren overdreven. Men beroept zich daarbij op een aantal uitspraken:<br />

• op het verschil <strong>in</strong> <strong>asbest</strong>wetgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België en Nederland ten aanzien <strong>van</strong><br />

het verbod op blauw <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> 1978 en het totale <strong>asbest</strong>verbod <strong>in</strong> 1993;<br />

• op het standpunt <strong>van</strong> Eternit (<strong>asbest</strong>cement en wit <strong>asbest</strong> zijn ongevaarlijk)<br />

• op andere <strong>in</strong>dustrietakken waar <strong>asbest</strong> wel een probleem is<br />

(scheepsbouw, remvoer<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bussen)<br />

• op het feit dat niet iedereen ziek wordt die met <strong>asbest</strong> heeft gewerkt;<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 26


• op het statische karakter <strong>van</strong> een <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de bodem;<br />

• en op de men<strong>in</strong>g onder de bevolk<strong>in</strong>g, die zeer laconiek reageert <strong>in</strong><br />

termen <strong>van</strong> “het valt wel mee”, hetgeen ook door de media werd<br />

bevestigd.<br />

Dit schept het beeld <strong>van</strong> een gemeentelijke overheid die niet <strong>in</strong> ernstige<br />

mate verontrust is over <strong>asbest</strong> en handelt op basis <strong>van</strong> een eigen <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> gevaren en risico’s. De gezondheidsrisico’s worden <strong>in</strong> hoge mate<br />

toegeschreven aan blauw <strong>asbest</strong>stof. Door het verbod op blauw <strong>asbest</strong> e<strong>in</strong>d<br />

jaren zeventig wordt <strong>in</strong> de <strong>Goor</strong>se situatie de theorie <strong>van</strong> Eternit aanvaard<br />

dat wit <strong>asbest</strong> geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert en dat<br />

daarmee veilig gewerkt kan worden.<br />

Een belangrijk argument voor deze houd<strong>in</strong>g is de positie <strong>van</strong> Eternit <strong>in</strong> de<br />

gemeente <strong>Goor</strong>. Eternit wordt omschreven als een goede werkgever en het<br />

behoud <strong>van</strong> de werkgelegenheid speelt <strong>in</strong> de jaren tachtig en beg<strong>in</strong> jaren<br />

negentig een grote rol. Bij de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een nationaal <strong>asbest</strong>verbod<br />

(1993) lobbyen gemeente, prov<strong>in</strong>cie en Eternit <strong>in</strong> Den Haag voor een uitstel<br />

<strong>van</strong> het verbod voor het bedrijf.<br />

Bij een enkele bestuurder en ambtenaar gaat <strong>van</strong>af de jaren 90 een vaag<br />

bewustzijn ontstaan over de risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. De directe of <strong>in</strong>directe<br />

bekendheid met <strong>in</strong>dividuele mesothelioomslachtoffers speelt daarbij een rol,<br />

evenals één <strong>van</strong> de SP acties rond de <strong>asbest</strong>wegen <strong>in</strong> een buurgemeente.<br />

2.6.2 Signaler<strong>in</strong>gsbronnen<br />

Landelijke wet- en regelgev<strong>in</strong>g is voor bestuurders en ambtenaren de<br />

belangrijkste norm. De externe <strong>in</strong>formatiebronnen rond <strong>asbest</strong> zijn beperkt tot<br />

de DGD, de Prov<strong>in</strong>cie, Eternit en TNO. TNO en Eternit verrichten met<strong>in</strong>gen<br />

naar <strong>asbest</strong>concentraties <strong>in</strong> de buitenlucht. De gemeente reageert selectief<br />

op de <strong>in</strong>formatiebronnen buiten de gemeentelijke organisatie en ontwikkelt<br />

en eigen beleid. Als reden is aangetroffen dat de gemeente <strong>Goor</strong> niet <strong>in</strong><br />

voldoende mate de expertise <strong>in</strong> huis had. Het beeld is ontstaan dat daar bij<br />

de gemeente ook geen behoefte aan was, omdat de noodzaak om <strong>in</strong><br />

beleidsmatige vorm met <strong>asbest</strong> bezig te gaan niet werd onderkend.<br />

De onderzoeks-<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de DGD is voor ambtenaren en bestuurders<br />

voldoende en de Prov<strong>in</strong>cie heeft <strong>in</strong> de jaren tachtig opdracht gegeven voor<br />

een <strong>in</strong>ventarisatie <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de regio rond <strong>Goor</strong>. Voor<br />

ambtenaren en bestuurders bevestigden deze bronnen de eerdergenoemde<br />

perceptie <strong>van</strong> de risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Verder wordt aangehaald, dat<br />

<strong>asbest</strong>deskundigen elkaar tegenspreken over mogelijke risico’s en dat <strong>asbest</strong><br />

geen zelfstandig onderwerp is <strong>in</strong> de VNG richtlijn bodemonderzoek. Eén<br />

wethouder geeft aan de resultaten <strong>van</strong> de buitenluchtmet<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> Eternit<br />

problematisch te v<strong>in</strong>den. Daarop volgt echter geen aktie.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 27


Vanaf e<strong>in</strong>d jaren 80 tot heden start een reeks <strong>van</strong> civiele ‘<strong>asbest</strong>processen’<br />

met betrekk<strong>in</strong>g tot aansprakelijkheidstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit. De processen worden<br />

gevoerd door nabestaanden <strong>van</strong> ex-werknemers, door k<strong>in</strong>deren die via de<br />

kled<strong>in</strong>g <strong>van</strong> hun vader een <strong>asbest</strong> ziekte hebben opgelopen en door exwerknemers<br />

met een <strong>asbest</strong>ziekte. Deze processen worden voor een groot<br />

deel ten gunste <strong>van</strong> de eiser beslist en trekken veel media aandacht. Voor<br />

ambtenaren en wethouders zijn deze berichten niet meer dan een signaal<br />

dat er met <strong>asbest</strong> iets aan de hand is. De processen worden gezien als een<br />

civiele aangelegenheid tussen de eisers en Eternit.<br />

De <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g was vooral <strong>in</strong>tern gericht en noch ambtenaren<br />

noch wethouders hebben actief <strong>in</strong>formatie extern gezocht. Er werd<br />

genoegen genomen met de bestaande regels en men voerde die uit. Men<br />

ondernam zelf verder geen <strong>in</strong>itiatieven. Ook is er geen overleg geweest met<br />

andere gemeenten met <strong>asbest</strong>vervuilde wegen, zoals bijvoorbeeld<br />

Harderwijk. Het beeld bestaat dat de ambtelijke organisatie druk bezet was<br />

en bezig met de d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> alledag, er was geen tijd beschikbaar om bezig<br />

te zijn met de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nieuwe zaken, zoals het opzetten <strong>van</strong> een<br />

<strong>asbest</strong>beleid. Door de politiek werd ook geen signaal afgegeven hier<strong>in</strong><br />

verander<strong>in</strong>g aan te brengen. Door de werkdruk was er we<strong>in</strong>ig tijd om<br />

vakliteratuur bij te houden. Daardoor drongen wellicht publicaties over de<br />

gevaren en risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> drongen zeer beperkt door <strong>in</strong> de ambtelijke<br />

organisatie. Al lange tijd werd via de media (<strong>van</strong>af ’69) en via symposia (’77,<br />

’85) de gezondheidseffecten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> nationaal onder de aandacht<br />

gebracht. De commissie heeft niet kunnen constateren dat er bij de<br />

bestuurlijke en ambtelijke organisatie enig bewustzijn over regionale<br />

‘<strong>asbest</strong>mortaliteitcijfers’ bestaat.<br />

Opvallend is de positie <strong>van</strong> Eternit als <strong>in</strong>formatiebron. Van ambtelijke zijde<br />

wordt hier duidelijk m<strong>in</strong>der belang aan toegedicht dan <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de<br />

bestuurders. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de<br />

burgemeester als portefeuillehouder Economische Zaken <strong>in</strong> direct contact<br />

stond met Eternit.<br />

2.6.3 Ambtelijke en bestuurlijke organisatie<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> hebben de raad en het college een perceptie die<br />

zich niet verhoudt met de aanwezige problematiek en dat geldt eveneens<br />

voor het ambtelijke apparaat. De externe ontwikkel<strong>in</strong>gen zijn te om<strong>van</strong>grijk<br />

voor de organisatie, die te kle<strong>in</strong> is een <strong>asbest</strong>beleid op te zetten. De<br />

bestuurlijk en politieke behoefte daartoe ontbreekt ook. De organisatie <strong>van</strong><br />

de gemeente is sterk gesegregeerd en volksgezondheidbeleid is tot medio<br />

jaren negentig geen belangrijk beleidsthema voor de gemeente.<br />

Andere milieu issues hebben bij bestuurders en ambtenaren duidelijk een<br />

hogere prioriteit, zoals de bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g bij de gasfabriek, die <strong>Goor</strong><br />

veel geld heeft gekost, de zaak Paskamp Verdriet en de milieuoverlast <strong>van</strong><br />

de firma Bouwens.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 28


Het aantreffen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem bij de bouw <strong>van</strong> het VEC <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong><br />

<strong>van</strong> de jaren 90 is niet een <strong>in</strong>dicatie voor het bestaan <strong>van</strong> een om<strong>van</strong>grijk<br />

probleem. Voor zowel bestuurders als ambtenaren is de juridiser<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

grondaankopen en de gebrekkige bottom up <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> deze<br />

zaak belangrijker dan de <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g. Deze wordt door alle betrokkenen<br />

als een <strong>in</strong>cident gezien, die direct terug te voeren is op de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

de bouwmaterialenhandel <strong>van</strong> Eshuis-Jal<strong>in</strong>k op die plaats.<br />

Bij bodemonderzoek krijgen de bestuurders geen terugkoppel<strong>in</strong>g over de<br />

resultaten en de kwaliteit <strong>van</strong> het onderzoek. Wethouders zien dat niet als<br />

één <strong>van</strong> hun taken en ook voor de raad staan dergelijke uitvoerende taken<br />

niet op de agenda.<br />

2.6.4 Asbest <strong>in</strong> de bodem<br />

Er bestond jarenlang een praktijk dat één ieder die daar de behoefte aan<br />

had <strong>asbest</strong>cementafval gratis kon ophalen bij de fabriek. Het afval als<br />

wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal is <strong>in</strong> de wijde omtrek terechtgekomen. Hoewel<br />

ambtenaren en bestuurders hier<strong>van</strong> goed op de hoogte blijken, hebben zij<br />

geen idee <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze vervuil<strong>in</strong>g.<br />

De SP heeft <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem geproblematiseerd. Niet iedere bestuurder<br />

en ambtenaar wist er raad mee. <strong>Goor</strong> heeft een kle<strong>in</strong> buitengebied,<br />

waarmee de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen een beperkt probleem was.<br />

Onder bestuurders bestaat wel verschil <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g over de noodzaak <strong>van</strong><br />

saner<strong>in</strong>g. De saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wegen is uite<strong>in</strong>delijk gewoon uitgevoerd, zij het<br />

met enige gelatenheid, daar de gemeente de saner<strong>in</strong>g zelf moest<br />

f<strong>in</strong>ancieren en hiervoor geen steun <strong>van</strong> het rijk kreeg. De f<strong>in</strong>anciële<br />

consequenties zit enkele bestuurders hoog en ze betwijfelen de noodzaak<br />

<strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>g.<br />

Volgens een beperkt aantal wethouders en ambtenaren is met de bouw <strong>van</strong><br />

het VEC <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem als probleem erkend en is het verkennend<br />

bodemonderzoek door de afdel<strong>in</strong>g Bouw- en Milieuzaken uitgebreid met een<br />

analyse op aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

2.7 Wetgev<strong>in</strong>g rond <strong>asbest</strong><br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de wetgev<strong>in</strong>g rond <strong>asbest</strong> wordt zo veel mogelijk een totaal<br />

beeld <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen geschetst en niet begonnen <strong>in</strong> 1976.<br />

Twee jaar na de verschijn<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het proefschrift <strong>van</strong> dr. J. Stumphius, de<br />

bedrijfsarts <strong>van</strong> scheepswerf De Schelde, publiceert de Arbeids<strong>in</strong>spectie <strong>in</strong><br />

1971 haar eerste publicatieblad over <strong>asbest</strong> (P-116, werken met <strong>asbest</strong>). Deze<br />

publicatie is op te vatten als pseudo-wetgev<strong>in</strong>g en geeft een overzicht <strong>van</strong><br />

de gezondheidseffecten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, <strong>van</strong> bewerk<strong>in</strong>gsmethoden <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>houdende materialen en <strong>van</strong> de ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>gsmogelijkheden <strong>van</strong><br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 29


<strong>asbest</strong>. In deze publicatie wordt de Britse normgev<strong>in</strong>g voor blootstell<strong>in</strong>g aan<br />

chrysotiel (wit <strong>asbest</strong>) op werkplekken overgenomen <strong>van</strong> 2 vezels/ml, die een<br />

bescherm<strong>in</strong>g moeten geven tegen <strong>asbest</strong>ose. Concentraties boven de 12<br />

vezels/ml zijn ontoelaatbaar en blootstell<strong>in</strong>g tussen de 2 en 12 vezels/ml<br />

vereisten de <strong>in</strong>troductie <strong>van</strong> technische maatregelen ter reductie <strong>van</strong> de<br />

blootstell<strong>in</strong>g en het gebruik <strong>van</strong> persoonlijke bescherm<strong>in</strong>gsmiddelen. Het<br />

proefschrift <strong>van</strong> Stumphius behandelt de relatie tussen arbeidsblootstell<strong>in</strong>g en<br />

het optreden <strong>van</strong> longkanker en mesothelioom. En vooral deze laatste vorm<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>gerelateerde ziekte kan optreden bij lage blootstell<strong>in</strong>gsconcentraties.<br />

P-116 maakt hier meld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> en benadrukt dat de<br />

voorgestelde norm geen bescherm<strong>in</strong>g geeft tegen deze <strong>asbest</strong>gerelateerde<br />

ziekten. De preventie wordt gezocht <strong>in</strong> de ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> en een lijst<br />

met <strong>asbest</strong>ver<strong>van</strong>gende stoffen wordt aan het publicatieblad gevoegd. In<br />

analogie met het proefschrift <strong>van</strong> Stumphius maakt de publicatie geen<br />

onderscheid <strong>in</strong> de gevaren en risico’s <strong>van</strong> chrysotiel en crocidoliet (blauw<br />

<strong>asbest</strong>)<br />

In de derde week <strong>van</strong> 1978 treedt het Asbestbesluit <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Daarmee<br />

wordt betracht de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> te beperken met het oog op de<br />

gezondheid <strong>van</strong> de werknemers. Met <strong>in</strong>gang <strong>van</strong> die datum wordt het<br />

verboden blauw <strong>asbest</strong> (crocidoliet) te verwerken en te bewerken. Van deze<br />

verbodsbepal<strong>in</strong>g kan ontheff<strong>in</strong>g worden verleend. Het bewerken en<br />

verwerken <strong>van</strong> alle andere soorten <strong>asbest</strong> zijn wel toegestaan mits zij worden<br />

vervaardigd <strong>in</strong> een ruimte , waar<strong>in</strong> maximaal een concentratie <strong>van</strong> twee<br />

vezels per cm3 <strong>in</strong> de lucht mag optreden. Eternit <strong>Goor</strong> voldoet aan die norm,<br />

bericht het bedrijf.<br />

Op 1 augustus 1979 treedt het stortverbod <strong>van</strong> de Wet chemische<br />

afvalstoffen <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Dit verbod geldt voor het <strong>in</strong> of op de bodem brengen<br />

<strong>van</strong> chemische afvalstoffen, zowel b<strong>in</strong>nen als buiten de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Vanaf 1<br />

augustus 1979 was het storten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, dat moest worden aangemerkt als<br />

chemische afvalstof, dus verboden.<br />

Op 1 oktober 1979 treedt de Afvalstoffenwet gedeeltelijk <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Het<br />

storten en toepassen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdend afval, niet zijnde chemisch afval, is<br />

zonder toereikende vergunn<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen een <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g illegaal.<br />

De stort<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval op de wegen <strong>in</strong> <strong>Twente</strong> vonden plaats<br />

tot 1974 (gegevens Eternit) en zijn <strong>in</strong> die tijd nog niet illegaal.<br />

De Gezondheidsraad heeft e<strong>in</strong>d 1988 een advies gegeven aan het m<strong>in</strong>isterie<br />

<strong>van</strong> VROM. Daar waar het gaat over de blootstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de buitenlucht komt<br />

de Gezondheidsraad tot de conclusie: ‘niet kan worden uitgesloten dat<br />

blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>vezels zoals zij vrijkomen <strong>in</strong> de buitenlucht bijdraagt<br />

aan het risico <strong>van</strong> kanker, <strong>in</strong> het bijzonder bij rokers”.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 30


Op 1 maart is het Asbestbesluit Milieubeheer <strong>van</strong> kracht geworden. Bedrijven<br />

en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen, die <strong>asbest</strong> gebruiken of <strong>asbest</strong>producten fabriceren, be- of<br />

verwerken mogen geen hogere uitstoot aan <strong>asbest</strong> via afvalgas of<br />

ventilatielucht hebben dan 0,1 mg/m3. Deze concentratie komt overeen met<br />

2 vezels/ml lucht.<br />

Per 1 juli 1993 is het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet uitgebreid met<br />

een verbod op het bewerken, verwerken en <strong>in</strong> voorraad houden <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>,<br />

hetgeen <strong>in</strong> de praktijk neerkomt op een verbod <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong><br />

kader <strong>van</strong> beroep of bedrijf.<br />

Op 1 oktober 1993 treedt het Asbest-verwijder<strong>in</strong>gsbesluit gedeeltelijk <strong>in</strong><br />

werk<strong>in</strong>g. Dit besluit bevat regels voor het verwijderen, opslaan en afvoeren<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> uit bouwwerken en objecten.<br />

In 1997 wordt er vervolgens gewerkt aan de totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een regel<strong>in</strong>g<br />

voor de saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen en erven (Regel<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>wegen Wet<br />

milieugevaarlijke stoffen). De regel<strong>in</strong>g treedt op 1 januari 2000 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g.<br />

2.8 Conclusies<br />

Dit hoofdstuk diende voor het beantwoorden <strong>van</strong> de volgende vragen:<br />

1. Welke kennis was bekend over <strong>asbest</strong>?<br />

2. In welke mate was deze kennis aanwezig b<strong>in</strong>nen het ambtelijke en<br />

bestuurlijke apparaat?<br />

3. Welke rol heeft deze kennis gespeeld <strong>in</strong> de algemene besluitvorm<strong>in</strong>g?<br />

De commissie is <strong>van</strong> men<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> zijn algemeenheid<br />

gedurende een langere periode <strong>in</strong> toenemende mate voldoende kennis<br />

over <strong>asbest</strong> is opgebouwd. Dit blijkt uit diverse publicaties <strong>in</strong> de landelijke<br />

kranten, de regionale pers, de wetgev<strong>in</strong>g en richtlijnen <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie en<br />

<strong>in</strong>ternationale ontwikkel<strong>in</strong>gen. Delen <strong>van</strong> die kennis was ook aanwezig b<strong>in</strong>nen<br />

het bestuurlijk en ambtelijk apparaat <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong>. Ook is de<br />

commissie er<strong>van</strong> overtuigd dat een <strong>in</strong>ternationaal opererend bedrijf als<br />

Eternit goed <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen op de hoogte was.<br />

Deze kennis wordt met name op Rijksniveau vertaald <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g met een<br />

vertrag<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ongeveer 20 jaar. Ter illustratie: meer dan tw<strong>in</strong>tig jaar na het<br />

rapport <strong>van</strong> Dr. Stumphius over de schadelijkheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> wordt <strong>in</strong> 1993<br />

het <strong>asbest</strong>verbod <strong>in</strong>gesteld. De commissie heeft niet aangetroffen dat er <strong>van</strong><br />

Rijkswege <strong>in</strong>itiatieven zijn ondernomen om <strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op het <strong>asbest</strong>verbod<br />

een <strong>in</strong>ventarisatie te verrichten naar mogelijke risicogebieden. Wel bestaat er<br />

een onderzoek uit 1972 waar<strong>in</strong> mogelijke risicogebieden zijn geïnventariseerd.<br />

Ook met dit onderzoek is <strong>van</strong> rijkswege <strong>in</strong> de jaren negentig niets gedaan.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 31


De commissie heeft niet aangetroffen dat ondanks het feit dat de kennis over<br />

<strong>asbest</strong> zich fl<strong>in</strong>k ontwikkelde en dit op rijksniveau ook <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g werd<br />

omgezet, er <strong>van</strong> enige ongerustheid op lokaal niveau blijk werd gegeven.<br />

Eternit werd door bestuurders als een grote en stabiele werkgever gezien, die<br />

ook economisch gezien <strong>van</strong> grote importantie was voor <strong>Goor</strong>. Ondanks de<br />

verbred<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kennis over <strong>asbest</strong> en de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wetgev<strong>in</strong>g<br />

werd de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> niet als potentieel probleem gezien.<br />

Eternit, wiens kernactiviteit als bedrijf de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> was, werd als<br />

bedrijf gekoesterd. Tot het <strong>asbest</strong>verbod is daarmee de economische factor<br />

absoluut doorslaggevend geweest <strong>in</strong> de opstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het gemeentebestuur<br />

ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

De bevoegdheid <strong>van</strong> de gemeente richt<strong>in</strong>g de <strong>asbest</strong>verwerkende <strong>in</strong>dustrie<br />

was beperkt. In het kader <strong>van</strong> de milieuvergunn<strong>in</strong>g was het college bevoegd,<br />

maar niet <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> de arbeidsomstandigheden. De blootstel<strong>in</strong>g aan<br />

<strong>asbest</strong> vond echter niet alleen op de werkplek plaats, maar ook daarbuiten<br />

door middel <strong>van</strong> de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> wegen en verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

erven. Ook <strong>in</strong> dit dossier valt niet waar te nemen dat de gemeente een<br />

actieve rol heeft gespeeld.<br />

Eternit was één <strong>van</strong> de grootste werkgevers <strong>in</strong> de gemeente <strong>Goor</strong>, die<br />

economisch zwaar onder druk stond door de sluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de textiel<strong>in</strong>dustrie en<br />

de Twentsche StoomBlekerij (TSB). De gemeente <strong>Goor</strong> heeft zich door zo<br />

nadrukkelijk het belang <strong>van</strong> het behoud <strong>van</strong> werkgelegenheid voorop te<br />

stellen tot 1993 volledig afgesloten <strong>van</strong> een problematiek die zich toen al<br />

steeds duidelijker aftekende. De commissie heeft zich wel afgevraagd welke<br />

handel<strong>in</strong>gsopties de gemeente had <strong>in</strong>dien zij de problematiek wel<br />

nadrukkelijker had onderzocht en op de politieke agenda had geplaatst. Eén<br />

<strong>van</strong> de <strong>in</strong>itiatieven die zij dan had kunnen ondernemen was om de<br />

problematiek duidelijk onder de aandacht <strong>van</strong> rijks- en prov<strong>in</strong>ciale overheid<br />

te brengen. De commissie verwijst bijvoorbeeld naar de actieve rol die de<br />

gemeente Lekkerkerk koos toen <strong>in</strong> die gemeente <strong>in</strong> de jaren tachtig een<br />

groot milieuprobleem was geconstateerd.<br />

Wanneer <strong>in</strong> 1993 het totale Asbestverbod <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g treedt en er meer<br />

publiciteit komt over oud-werknemers en andere mensen die aan<br />

mesothelioom sterven verandert de houd<strong>in</strong>g enigsz<strong>in</strong>s. Asbest wordt <strong>van</strong>af<br />

midden jaren negentig betiteld als een politiek gevoelig onderwerp. Dit leidt<br />

echter niet tot het maken <strong>van</strong> een algemeen <strong>asbest</strong>beleid of een<br />

verkennend onderzoek naar de toepass<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval en<br />

<strong>asbest</strong>pulp. Ook midden jaren negentig worden – ondanks vele publicaties<br />

over <strong>asbest</strong> – signalen niet opgepikt en handelt de gemeente uitsluitend<br />

reactief op basis <strong>van</strong> landelijke normen. Men komt niet tot een eigen visie en<br />

ontwikkelt geen beleid op het gebied <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de breedste z<strong>in</strong> des<br />

woords.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 32


Hoofdstuk 3<br />

Vraag A: de casus Hogenkamp<br />

3.1 De onderzoeksvraag<br />

De casus Hogenkamp heeft zich afgespeeld tegen de feiten en<br />

omstandigheden zoals <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk door de commissie zijn<br />

geschetst.<br />

De gemeenteraad heeft de commissie de volgende onderzoeksvraag<br />

voorgelegd:<br />

Historie de Hogenkamp<br />

- Hoe is de bestuurlijke en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan de<br />

Hogenkamp geschied en hoe is gereageerd op eventuele signalen die<br />

op een mogelijke bodemvervuil<strong>in</strong>g duidden?<br />

- Kan hieruit worden verklaard dat de geconstateerde bodemvervuil<strong>in</strong>g<br />

met <strong>asbest</strong>, buiten de verschillende gronddepots, zich pas ten tijde <strong>van</strong><br />

de <strong>in</strong>gebruikname <strong>van</strong> de won<strong>in</strong>gen heeft geopenbaard?<br />

- Welke conclusies kunnen worden getrokken uit de historische gang <strong>van</strong><br />

zaken rondom het plan de Hogenkamp?<br />

3.2 De voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Hogenkamp<br />

3.2.1 De bestuurlijke contekst<br />

In deze paragraaf komt aan de orde wie verantwoordelijk waren voor de<br />

bestuurlijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Plan de Hogenkamp. Ook wordt <strong>in</strong> beeld<br />

gebracht wanneer over het plan de Hogenkamp bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g<br />

heeft plaatsgevonden en op welke wijze dat is geschied.<br />

Het Plan de Hogenkamp wordt <strong>van</strong>af 1994 <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g gebracht.<br />

Derhalve wordt ook dat jaartal als beg<strong>in</strong>moment genomen. Burgemeester<br />

<strong>van</strong> <strong>Goor</strong> is <strong>in</strong> die tijd de heer J. <strong>van</strong> der Zwaag (s<strong>in</strong>ds 1977). Hij wordt op 1<br />

mei 1996 opgevolgd door drs. T.J. Schouten, die dan als waarnemend<br />

burgemeester naar <strong>Goor</strong> komt. Door het vertrek <strong>van</strong> de heer Schouten treedt<br />

<strong>van</strong>af 16 december 1999 mevrouw E. Blaak-Schuitevoerder op als<br />

waarnemend burgemeester <strong>van</strong> <strong>Goor</strong>. Zij doet dat tot de gemeentelijke<br />

her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g op 1 januari 2001, waarbij de gemeente <strong>Goor</strong> opgaat <strong>in</strong> de<br />

gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>. In 1994 en 1998 zijn er raadsverkiez<strong>in</strong>gen geweest.<br />

In de periode 1994-1998 kende <strong>Goor</strong> een college dat was samengesteld uit<br />

PvdA, VVD en D’66. In de periode 1998-2000 bestond het college uit PvdA en<br />

CDA. Het eerste college <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> per 1 januari 2001<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 33


uit CDA, VVD en PvdA. De portefeuilleverdel<strong>in</strong>g gedurende de verschillende<br />

periodes staat <strong>in</strong> bijlage 6.<br />

De Hogenkamp is een project dat onder verantwoordelijkheid <strong>van</strong> het<br />

college <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong> is gestart en door het college <strong>van</strong> de<br />

gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> is overgenomen.<br />

3.2.2 De voorbereid<strong>in</strong>g door de ambtelijke organisatie<br />

De gemeente <strong>Goor</strong> kende een zogenaamde platte organisatiestructuur. Dit<br />

betekent dat er onder de gemeentesecretaris een drietal sectoren<br />

functioneert. Eén daar<strong>van</strong> is de sector Grondgebied, waar<strong>van</strong> de heer R. <strong>van</strong><br />

Harten het hoofd is. Deze sector bestaat uit vier afdel<strong>in</strong>gen:<br />

1. Stadsontwikkel<strong>in</strong>g (Ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, EZ, Volkshuisvest<strong>in</strong>g en<br />

Verkeer;<br />

2. Bouw- en Milieuzaken (bouwen en milieu)<br />

3. Groen (groenonderhoud)<br />

4. Onderhoud en Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (afval<strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>g, onderhoud gebouwen)<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de Hogenkamp functioneerde het sectorhoofd als<br />

projectleider. Gaande het project wordt er een projectteam <strong>in</strong>gesteld. De<br />

commissie heeft kennis genomen <strong>van</strong> verschillende zienswijzen met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot de reden voor <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit team. Mogelijk is het ambitieuze<br />

kader <strong>van</strong> het project, waar<strong>in</strong> veel verschillende discipl<strong>in</strong>es op elkaar<br />

moesten worden afgestemd reden geweest voor de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het team.<br />

<strong>Over</strong> de samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Team lopen de verklar<strong>in</strong>gen ook uiteen. De<br />

commissie heeft daar thans ook geen eenduidig beeld over gekregen. Het is<br />

de commissie niet duidelijk geworden met welke frequentie het projectteam<br />

vergaderde. Ook heeft de commissie <strong>in</strong> de dossiers geen verslagen <strong>van</strong> dit<br />

Team kunnen aantreffen.<br />

3.3 De grondaankopen<br />

In juli 1993 krijgt de gemeente <strong>Goor</strong> de kans om <strong>in</strong> het gebied de<br />

Hogenkamp een stuk grond <strong>van</strong> 8721 m2 aan te kopen. De gedachte om<br />

dat gebied geschikt te maken voor won<strong>in</strong>gbouw ontstaat op dat moment. In<br />

februari 1994 spreekt het college zich uit voor de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

won<strong>in</strong>gbouw op de Hogenkamp.<br />

Het gebied de Hogenkamp is dan eigendom <strong>van</strong> vijf verschillende eigenaren:<br />

Sectie nummer Oppervlakte Eigenaar<br />

C 3715, C 3716 2.034 m2 A.H. Busschers<br />

C 4784, C 1552 2.370 m2 J.W. Smit (Krabbenbos)<br />

C 4774 3.810 m2 H. Walgemoed<br />

C 4775, C712, C 5434, C 1577 10.185 m2 F<strong>in</strong>i<strong>Goor</strong> BV<br />

C 4785 1.310 m2 H. Smit<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 34


De gemeente <strong>Goor</strong> bezit al 17.317 m2 + de eerder aangekochte 8.721 m2<br />

<strong>van</strong> Verbeek <strong>in</strong> het gebied. Perceel C 5434 wordt uite<strong>in</strong>delijk gedeeltelijk<br />

gekocht ten behoeve <strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> de grondaankopen wordt verkennend bodemonderzoek<br />

gedaan. Bestuurders blijken bekend te zijn met het feit, dat aanvullend aan<br />

de eis die de NEN norm stelt onderzoek wordt gedaan naar de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem. Bestuurders hebben verklaard deze aanvull<strong>in</strong>g als<br />

signaal te zien dat de gemeente alert is geweest op de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>.<br />

Op 28 maart 1995 zijn alle rele<strong>van</strong>te gronden <strong>in</strong> de Hogenkamp verworven.<br />

Op 26 maart 1996 wordt aan de stedenbouwkundig adviseur SAB opdracht<br />

gegeven een stedenbouwkundig ontwerp te maken voor de Hogenkamp.<br />

In de percelen C 4784 en C 1552 die <strong>van</strong> de heer J.W. Smit (Hogenkamp 22)<br />

zijn aangekocht en <strong>in</strong> gebruik waren bij de heer Krabbenbos is bij de sloop<br />

<strong>van</strong> de opstallen <strong>in</strong> 1995 <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de ondergrond aangetroffen. De heer Smit<br />

wordt door het college aansprakelijk gesteld voor de kosten voor een<br />

onderzoek naar de vervuil<strong>in</strong>g alsmede wordt de saner<strong>in</strong>g zelf ten laste <strong>van</strong> de<br />

heer Smit gebracht. Er werd <strong>asbest</strong> ontdekt onder de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de oprit<br />

(87 ton gebonden <strong>asbest</strong>) en onder en rond de ondergrond <strong>van</strong> de<br />

gesloopte schuren (30 ton losgeboden <strong>asbest</strong>). Na enig juridisch getouwtrek<br />

wordt voor medio 1996 de geconstateerde aanwezige <strong>asbest</strong> verwijderd.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> de grondaankopen worden zogenaamde verkennende<br />

bodemonderzoeken gedaan. Hierbij wordt volgens een eenvoudige<br />

methode analytisch en visueel onderzoek gedaan. Er wordt aanvullend op<br />

de NEN norm onderzoek gedaan naar <strong>asbest</strong>. De ambtelijke organisatie<br />

heeft hiertoe zelf het <strong>in</strong>itiatief genomen, vermoedelijk na de casus bij het VEC<br />

waarbij tijdens de bouw <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem werd aangetroffen. De<br />

uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het verkennend bodemonderzoek met <strong>asbest</strong> is niet aan het<br />

college voorgelegd ter besluitvorm<strong>in</strong>g, doch het college was er wel mee<br />

bekend.<br />

Opvallend is dat <strong>in</strong> het verkennend bodemonderzoek dat ten behoeve <strong>van</strong><br />

de aankopen door het Centraal Bodemkundig Bureau (CBB) te Deventer<br />

werd uitgevoerd specifiek ten aanzien <strong>van</strong> het perceel <strong>van</strong> Smit-Krabbenbos<br />

werd geconstateerd dat de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem een<br />

belemmer<strong>in</strong>g kan vormen voor de bouwplannen op deze locatie. Bij één<br />

bor<strong>in</strong>g op een deel <strong>van</strong> de locatie Krabbenbos zijn stofdeeltjes <strong>in</strong> de bodem<br />

waargenomen. Door CBB werd aanbevolen om nader onderzoek te laten<br />

verrichten naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem. Dit nader<br />

onderzoek is niet uitgevoerd. De commissie heeft daarvoor geen verklar<strong>in</strong>g<br />

aangetroffen. Ook heeft de commissie niet kunnen vaststellen of dit<br />

onderwerp <strong>in</strong> het projectteam aan de orde is geweest.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 35


Het historisch onderzoek dat door CBB werd verricht ten behoeve <strong>van</strong> de<br />

verkennende bodemonderzoeken is m<strong>in</strong>imaal. Er worden bijvoorbeeld geen<br />

oude kadastrale gegevens bekeken. Voor het historisch onderzoek wordt<br />

door CBB gebruik gemaakt <strong>van</strong> een vragenlijst die door de opdrachtgever is<br />

<strong>in</strong>gevuld Het bodemonderzoek vond plaats door steekproefsgewijze<br />

bor<strong>in</strong>gen. Er werden bijvoorbeeld geen sleuven gegraven op basis <strong>van</strong><br />

gedegen historisch onderzoek.<br />

Het feit, dat uit het verkennend bodemonderzoek naar voren komt, dat de<br />

grond schoon is, wil niet zeggen dat dit daadwerkelijk zo is. Deze term<strong>in</strong>ologie<br />

duidt erop, dat de grond schoon genoeg is – na een eventuele saner<strong>in</strong>g –<br />

voor het toekomstig gebruik. Het verstrekken <strong>van</strong> een schone grondverklar<strong>in</strong>g<br />

betekent dus niet dat de grond schoon is. Het perceel <strong>van</strong> Smit (gebruikt door<br />

Krabbenbos) was bijvoorbeeld vervuild met <strong>asbest</strong> (bij peilbuis 6 was<br />

<strong>asbest</strong>pulp geconstateerd). Een vervuil<strong>in</strong>g met <strong>asbest</strong> had <strong>in</strong> dat stadium<br />

volgens betrokkenen geen andere betekenis dan een vervuil<strong>in</strong>g met<br />

bijvoorbeeld PAK’s. Er wordt <strong>van</strong>uit gegaan dat deze vervuil<strong>in</strong>gen zodanig<br />

gesaneerd konden worden dat de bodem volgens het plan gebruikt kon<br />

gaan worden.<br />

3.4 De bestemm<strong>in</strong>gsplanprocedures<br />

In september 1997 wordt er door de raadscommissie Grondgebied op<br />

<strong>in</strong>formele wijze gesproken over duurzaam bouwen <strong>in</strong> de wijk de Hogenkamp.<br />

Het bestemm<strong>in</strong>gsplan voor de Hogenkamp is grotendeels vervat <strong>in</strong> de<br />

uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan “De Whee 1994” en voor een kle<strong>in</strong><br />

gedeelte <strong>in</strong> de herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB terre<strong>in</strong>. Deze splits<strong>in</strong>g<br />

is het gevolg <strong>van</strong> het feit, dat GS <strong>van</strong> <strong>Over</strong>ijssel op 29 september 1998 hun<br />

goedkeur<strong>in</strong>g hadden onthouden aan een gedeelte <strong>van</strong> het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee 1994 <strong>in</strong> verband met de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

h<strong>in</strong>dercirkels <strong>van</strong> bedrijven zodat de realisatie <strong>van</strong> een deel <strong>van</strong> de<br />

Hogenkamp niet mogelijk zou zijn.<br />

Door de stedenbouwkundig adviseur wordt geadviseerd een uitwerk<strong>in</strong>gsplan<br />

<strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan “de Whee 1994” te maken en het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB terre<strong>in</strong> te herzien. Op die manier zou de wijk de<br />

Hogenkamp kunnen worden gerealiseerd zoals was beoogd.<br />

Het woongebied “De Hogenkamp” wordt b<strong>in</strong>nen het bestemm<strong>in</strong>gsplan de<br />

Whee 1994 uitgewerkt met toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> artikel 11 <strong>van</strong> de Wet op de<br />

Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g. GS dienen dit uitwerk<strong>in</strong>gsplan goed te keuren, maar de<br />

vaststell<strong>in</strong>g is een bevoegdheid <strong>van</strong> het college. Voor de herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong> is het advies <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>ciaal Planologische<br />

Commissie (PPC) nodig alvorens het door de gemeenteraad kan worden<br />

vastgesteld.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 36


Op 27 september 1999 wordt de uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee<br />

1994, uitwerk<strong>in</strong>g Hogenkamp naar GS gestuurd. Op 9 november 1999 delen<br />

GS mee het plan te hebben goedgekeurd. Aan deze goedkeur<strong>in</strong>g zijn geen<br />

nadere voorwaarden verbonden. Op 5 september 2000 stelt het college<br />

weer een herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het uitwerk<strong>in</strong>gsplan vast. Het betreft hier een<br />

wijzig<strong>in</strong>g die noodzakelijk is <strong>in</strong> verband met het laten vervallen <strong>van</strong> de<br />

woonwagenlocatie en de mogelijkheid voor het parkeren bij de won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

de Hogenkamp. Op 8 december 2000 geven GS goedkeur<strong>in</strong>g aan deze<br />

herzien<strong>in</strong>g.<br />

In mei 1999 besluit het college een aantal conceptplannen met betrekk<strong>in</strong>g<br />

tot de herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong> te bespreken met de<br />

raadscommissie. SAB ontwikkelt hiertoe een voorontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de bodemkwaliteit wordt gesteld:<br />

“Tijdens het opstellen <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee 1994 zijn twee<br />

bodemonderzoeken uitgevoerd. De conclusies uit de onderzoeken geven<br />

aan dat de locatie over het algemeen geschikt te maken is voor<br />

won<strong>in</strong>gbouw. Op een beperkt aantal plaatsen is <strong>asbest</strong> aangetroffen. Dit zal<br />

onder milieukundige begeleid<strong>in</strong>g op basis <strong>van</strong> z<strong>in</strong>tuiglijke waarnem<strong>in</strong>g<br />

worden weggehaald en op een daarvoor gebruikelijke manier worden<br />

afgevoerd of verwerkt.”<br />

Voor twee locaties is opdracht gegeven voor verkennend bodemonderzoek<br />

te weten bij de rotonde en tussen de rotonde en de vijver. Op 30 november<br />

1999 reageert de Prov<strong>in</strong>ciaal Planologische Commissie (PPC) op het<br />

voorontwerp. Ze stelt dat met betrekk<strong>in</strong>g tot de kwaliteit <strong>van</strong> de bodem<br />

weliswaar <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee 1994<br />

bodemonderzoeken hebben plaatsgevonden en dat daaruit is gebleken dat<br />

er b<strong>in</strong>nen de locatie de “Hogenkamp” <strong>asbest</strong> aanwezig is, doch dat de aard<br />

en om<strong>van</strong>g daar<strong>van</strong> niet bekend is. De PPC acht het noodzakelijk dat voor<br />

de vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan nader onderzoek plaatsv<strong>in</strong>dt naar de om<strong>van</strong>g<br />

<strong>van</strong> de met <strong>asbest</strong> verontre<strong>in</strong>igde grond en dat <strong>in</strong>zicht wordt gegeven <strong>in</strong> de<br />

saner<strong>in</strong>gskosten en de dekk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze kosten. SAB vervaardigt namens de<br />

gemeente een responsnota. Ten aanzien <strong>van</strong> de bodemvervuil<strong>in</strong>g met <strong>asbest</strong><br />

wordt gesteld dat een nader onderzoek zal worden verricht en dat ten tijde<br />

<strong>van</strong> de vaststell<strong>in</strong>g naar de resultaten wordt verwezen.<br />

In het bestemm<strong>in</strong>gsplan dat wordt vastgesteld en ter goedkeur<strong>in</strong>g wordt<br />

aangeboden aan GS worden <strong>in</strong> hoofdstuk 2 weliswaar een aantal<br />

bodemonderzoeken beschreven (CBB 1993, 1994 en 1999) en Geofox 1999<br />

(gez<strong>in</strong>sver<strong>van</strong>gend tehuis), maar het <strong>in</strong>tegrale onderzoek naar <strong>asbest</strong> waar<br />

de PPC om had gevaagd is niet <strong>in</strong> het plan opgenomen. Wel wijst SAB op 10<br />

januari 2000 op de noodzaak bijzondere aandacht te schenken aan een<br />

onderzoek naar bodemvervuil<strong>in</strong>g. Op 11 juli 2000 wijst SAB er wederom<br />

opnieuw op, dat een verkennend bodemonderzoek nog moet worden<br />

uitgevoerd. Dit had eigenlijk voor de vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan moeten<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 37


geschieden, stelt de adviseur. Het plan wordt door de gemeenteraad op 28<br />

september 2000 vastgesteld en ter goedkeur<strong>in</strong>g naar GS gestuurd zonder dat<br />

er verder nader bodemonderzoek is gedaan.<br />

De bestemm<strong>in</strong>gsplanprocedures werden ambtelijk begeleid door het hoofd<br />

<strong>van</strong> de afdel<strong>in</strong>g Stadsontwikkel<strong>in</strong>g. Voor de commissie is en blijft onduidelijk<br />

waarom geen uitvoer<strong>in</strong>g is gegeven aan de opmerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de PPC met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong>, dat er een onderzoek plaatsv<strong>in</strong>dt<br />

naar de aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de met <strong>asbest</strong> verontre<strong>in</strong>igde grond. Ook de<br />

stedenbouwkundig adviseur <strong>van</strong> de gemeente wijst er tot twee keer toe op,<br />

dat een dergelijk onderzoek (nog) moet plaatsv<strong>in</strong>den. Hij geeft daarbij<br />

impliciet aan dat het opsommen <strong>van</strong> alle bodemonderzoeken die <strong>in</strong> het<br />

gebied zijn verricht <strong>in</strong> de toelicht<strong>in</strong>g bij het bestemm<strong>in</strong>gsplan, niet datgene is<br />

waar de PPC om vraagt. Desalniettem<strong>in</strong> wordt zonder dit nader onderzoek te<br />

verrichten het bestemm<strong>in</strong>gsplan ter vaststell<strong>in</strong>g aangeboden aan college en<br />

raad. Het college en de raad worden er niet op gewezen dat nog<br />

aanvullend onderzoek moet worden verricht. Ook GS komen op de<br />

opmerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de PPC <strong>in</strong> hun goedkeur<strong>in</strong>gsbesluit niet meer terug. GS laten<br />

desgevraagd de commissie weten dat <strong>in</strong> hun optiek de gemeenteraad <strong>in</strong> de<br />

toelicht<strong>in</strong>g bij het bestemm<strong>in</strong>gplan voldoende aandacht heeft besteed aan<br />

de aanbevel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de PPC. Het nader onderzoek naar <strong>asbest</strong> was volgens<br />

hen uitgevoerd. Het is de commissie volstrekt onduidelijk gebleven waar GS<br />

deze beoordel<strong>in</strong>g op baseert. De commissie heeft <strong>in</strong> ieder geval geen<br />

bewijzen aan kunnen treffen dat het <strong>in</strong>tegrale onderzoek naar <strong>asbest</strong>, zoals<br />

de PPC <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie had gevraagd, ook daadwerkelijk heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

Gedeputeerde Staten merken tenslotte <strong>in</strong> hun goedkeur<strong>in</strong>gsbesluit <strong>van</strong> 11<br />

december 2000 ten aanzien <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong> op, dat de<br />

gemeenteraad bij de vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan reken<strong>in</strong>g heeft gehouden met<br />

de opmerk<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de PPC. Op het moment dat GS goedkeur<strong>in</strong>g geven<br />

aan het bestemm<strong>in</strong>gsplan is het bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp al <strong>in</strong><br />

volle gang.<br />

3.5 Het bouwrijp maken<br />

In december 1999 behandelt het college een exploitatieopzet voor de<br />

Hogenkamp. Deze wordt op 11 januari 2000 <strong>in</strong> de commissie Grondgebied<br />

besproken. Tijdens deze vergader<strong>in</strong>g wordt blijkens het niet officiële verslag<br />

(bandversie) gevraagd of er <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem <strong>van</strong> de Hogenkamp zit,<br />

omdat met de verwijder<strong>in</strong>g er<strong>van</strong> <strong>in</strong> de exploitatie-opzet reken<strong>in</strong>g wordt<br />

gehouden. De wethouder moet het antwoord schuldig blijven, maar geeft<br />

aan dat het vermoeden bestaat dat er een weg is die met <strong>asbest</strong> is vervuild.<br />

Op 17 januari 2000 besluit het college de raad voor te stellen een krediet <strong>van</strong><br />

ƒ 266.250,- exclusief BTW ter beschikk<strong>in</strong>g te stellen om de Grontmij <strong>in</strong> te huren<br />

het besteksklaar maken <strong>van</strong> het bouw- en woonrijp maken <strong>van</strong> de<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 38


Hogenkamp. Door de projectleider wordt aangeven, dat de Hogenkamp<br />

geen traditionele wijk is, maar een wijk is waar duurzaam gebouwd gaat<br />

worden en ook de <strong>in</strong>frastructuur duurzaam ontwikkeld wordt. De know-how<br />

voor het ontwerpen <strong>van</strong> het watersysteem voor de wadi’s vergt veel<br />

specialistische kennis die onvoldoende b<strong>in</strong>nen de sector Grondgebied<br />

aanwezig is. Op 24 februari 2000 stelt de gemeenteraad het krediet<br />

beschikbaar.<br />

Op 30 mei 2000 behandelt het college het door de Grontmij opgestelde plan<br />

voor het bouw- en woonrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp. Voor de uitvoer<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> dit plan is een krediet <strong>van</strong> ƒ 4.370.000,- nodig. In deze budgetram<strong>in</strong>g<br />

staan ook een aantal stelposten opgenomen. Eén <strong>van</strong> die stelposten betreft<br />

“het verwijderen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdende pu<strong>in</strong>verhard<strong>in</strong>g (SAB)”. Volgens het<br />

“opruim<strong>in</strong>gsplan” (kaart 137) betreft het hier het opruimen <strong>van</strong> een<br />

<strong>asbest</strong>pu<strong>in</strong>verhard<strong>in</strong>g ten noordoosten <strong>van</strong> de Roerdompstraat (het<br />

zogenaamde pu<strong>in</strong>pad Hogenkamp). De raad stelt op 6 juli 2000 het<br />

benodigde krediet ter beschikk<strong>in</strong>g.<br />

In het bestek wordt verder niet verwezen naar het mogelijk verwijderen <strong>van</strong><br />

het aanwezige <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het gebied, dat valt onder het bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

TSB-terre<strong>in</strong>. Zoals eerder aangeven had de PPC de gemeente opgedragen<br />

nader onderzoek te doen naar de aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het plangebied. De stedenbouwkundig adviseur SAB<br />

heeft er enkele keren opgewezen dat dit onderzoek nog moest gebeuren. In<br />

de gesprekken <strong>van</strong> de commissie met ambtenaren is gesteld, dat tijdens het<br />

bouwrijp maken <strong>van</strong> de grond naar <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g zou worden gekeken.<br />

Dit is niet <strong>in</strong> het bestek opgenomen.<br />

Het gedeelte <strong>van</strong> het perceel <strong>van</strong> Smit-Krabbenbos waar CBB met een<br />

bor<strong>in</strong>g een <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g had aangetroffen en nader onderzoek had<br />

aanbevolen, is niet <strong>in</strong> het bestek opgenomen.<br />

Op 22 september 2000 wordt een aantal aannemers aangeschreven om een<br />

prijsopgave te doen voor het bouw- en woonrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

Op 17 oktober 2000 besluit het college het werk te gunnen aan Krekel. Het<br />

bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp beg<strong>in</strong>t week 44/45 2000, een paar<br />

maanden voor de gemeentelijke her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g.<br />

De vraag is vervolgens hoe de mogelijke aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> b<strong>in</strong>nen<br />

het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB terre<strong>in</strong> en op het achterterre<strong>in</strong> <strong>van</strong> Smit-<br />

Krabbenbos is gecommuniceerd met de opzichter <strong>van</strong> de afdel<strong>in</strong>g<br />

Stadsontwikkel<strong>in</strong>g en met de aannemer. Tijdens gesprekken met de opzichter<br />

is de commissie gebleken dat deze geen enkele notie had <strong>van</strong> deze<br />

mogelijke <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>gen. Tijdens het bouwrijp maken wordt <strong>in</strong> week 46<br />

<strong>van</strong> 2000 vervuilde grond aangetroffen <strong>in</strong> een oude sloot. Deze wordt apart<br />

gezet <strong>in</strong> twee hopen en later afgevoerd.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 39


Het college <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> besluit nog op 1 december 2000 de Grontmij opdracht<br />

te geven voor het uitzetten <strong>van</strong> de kavels.<br />

Op 1 februari 2001 komt het college <strong>van</strong> de nieuwe gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Twente</strong> voor het eerst <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g met het onderwerp De Hogenkamp. Het<br />

college besluit dan een krediet <strong>van</strong> € 330.000,- ter beschikk<strong>in</strong>g te stellen,<br />

omdat <strong>in</strong> de zogenaamde Driehoek, een gebied ten zuiden <strong>van</strong> de<br />

Roerdompstraat, <strong>asbest</strong> is gevonden die moet worden gesaneerd. De<br />

commissie constateert dat er per 1 januari 2001 een bestuurlijke cesuur valt<br />

waar te nemen, omdat geen <strong>Goor</strong>se bestuurders <strong>in</strong> het college<br />

vertegenwoordigd zijn. In het college ontbak daardoor een collectief<br />

geheugen met betrekk<strong>in</strong>g tot voorgaande besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Hogenkamp.<br />

Voor het saneren hier<strong>van</strong> is door het college apart krediet verleend. Ten<br />

aanzien <strong>van</strong> deze vervuil<strong>in</strong>g is niet achterhaald wat de oorsprong er<strong>van</strong> was,<br />

ook zijn er geen <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g gedaan. Het werd opgevat als een<br />

<strong>in</strong>cident. Mede omdat dit gedeelte <strong>van</strong> het bouwterre<strong>in</strong> als laatste werd<br />

bouwrijp gemaakt en er afgezien <strong>van</strong> de oude sloot met pu<strong>in</strong> geen vervuil<strong>in</strong>g<br />

was aangetroffen.<br />

Door de betrokken ambtenaren is tijdens het bouwrijp maken buiten de<br />

gerapporteerde vervuil<strong>in</strong>gen nooit <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g geconstateerd. Daarbij<br />

moet wel aangetekend worden dat de herkenn<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> door een<br />

relatieve leek als een gemeentelijk toezichthouder of werknemer <strong>van</strong> een<br />

aannemer moeilijk is. Alleen bij saner<strong>in</strong>gswerkzaamheden is een Deskundig<br />

Toezichthouder Asbest (DTA-er)op de bouwplaats aanwezig. Bij het overgrote<br />

deel <strong>van</strong> het bouwrijp maken was die dus niet aanwezig.<br />

Voordat het bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp begon was het deel <strong>van</strong><br />

het zwembaddepot waar<strong>van</strong> bekend was dat dit verontre<strong>in</strong>igd was reeds<br />

afgevoerd. De overige schone grond, waar<strong>van</strong> onderzoek had uitgewezen<br />

dat die niet verontre<strong>in</strong>igd was, bleef achter en is gebruikt aan de oostzijde<br />

<strong>van</strong> de Hogenkamp voor het ophogen <strong>van</strong> het terre<strong>in</strong>.<br />

Het Certicondepot is ontstaan tijdens de bouwrijpfase. Het depot was<br />

opgebouwd uit grond die tijdens de werkzaamheden vrij kwam en die<br />

analytisch verdacht was of waar<strong>in</strong> visueel verdachte verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen<br />

werden aangetroffen (pu<strong>in</strong> - en houtresten en s<strong>in</strong>tels). Een deel <strong>van</strong> de grond<br />

is onderzocht door Twence waarbij opvallend is dat geen onderzoek naar<br />

<strong>asbest</strong> heeft plaatsgevonden (AP-04 onderzoek). Op basis <strong>van</strong> de<br />

onderzoeken <strong>van</strong> Twence werd deze grond als categorie 1 grond<br />

gekwalificeerd, hetgeen betekent dat deze weliswaar niet sterk is<br />

verontre<strong>in</strong>igd maar wel moet worden afgevoerd. Oorspronkelijk was het de<br />

bedoel<strong>in</strong>g om deze grond te gebruiken als afdekgrond voor de voormalige<br />

vuilstortlocatie Elsenerveld te Markelo. Het toenmalige depot had een<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> ongeveer 2000 m3 (3400 ton) groot.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 40


Nadat <strong>in</strong> het voorjaar <strong>van</strong> 2002 <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>en <strong>van</strong> bewoners <strong>asbest</strong> werd<br />

aangetroffen heeft er opnieuw een onderzoek plaatsgevonden naar de<br />

samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit depot. Toen bleek er <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> te zitten. Volgens de<br />

commissie staat <strong>in</strong> voldoende mate vast dat er een transmissie <strong>van</strong> grond<br />

heeft plaatsgevonden. Ook het Certicondepot speelt daar<strong>in</strong> een rol. De<br />

commissie heeft niet kunnen traceren <strong>in</strong> welke mate dit het geval is.<br />

Door NTP is <strong>van</strong>uit het Certicondepot ruim 2800 m3 (4780 ton) afgevoerd naar<br />

Bovenveld te Rheezeveen. Hieruit kan voorzichtig worden geconcludeerd<br />

dat door hetzij de bouwaannemers, hetzij de bewoners <strong>in</strong> de loop der tijd <strong>in</strong><br />

de fase tussen het bouwrijp- en woonrijp maken <strong>in</strong> ongeveer 1380 ton (ruim<br />

800 m3) netto is bijgestort. Er zijn de commissie echter ook verklar<strong>in</strong>gen<br />

bekend waaruit blijkt dat er grond is weggehaald uit het depot voor het<br />

ophogen <strong>van</strong> particuliere tu<strong>in</strong>en. Hoeveel grond er bruto is versleept is<br />

derhalve niet meer aan te geven.<br />

Het depot was niet afgezet. Uit de trapeziumvorm er<strong>van</strong> moest worden<br />

afgeleid dat dit niet voor algemeen gebruik was. Noch door de afdel<strong>in</strong>g<br />

Nieuwe Werken, noch door de afdel<strong>in</strong>g Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> werd toezicht op het depot gehouden.<br />

3.6 Verklar<strong>in</strong>g vervuil<strong>in</strong>g door wijze <strong>van</strong> voorbereid<strong>in</strong>g<br />

Kan de <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g zoals die zich nu heeft geopenbaard bij het <strong>in</strong>richten<br />

<strong>van</strong> de tu<strong>in</strong>en <strong>van</strong> de Hogenkamp verklaard worden door de manier waarop<br />

het plan is voorbereid <strong>in</strong> zowel bestuurlijk als ambtelijk opzicht?<br />

De commissie stelt vast dat zij tijdens haar onderzoek niet dé oorzaak voor de<br />

vervuil<strong>in</strong>g heeft kunnen achterhalen. De oorzaak moet naar haar idee dan<br />

ook gezocht worden <strong>in</strong> een opeenhop<strong>in</strong>g <strong>van</strong> feiten en omstandigheden die<br />

tezamen ertoe hebben geleid dat de problematiek <strong>in</strong> de mate zoals<br />

aangetroffen <strong>in</strong> de Hogenkamp heeft kunnen ontstaan.<br />

* Op het perceel <strong>van</strong> Smit/Krabbenbos is door CBB middels een bor<strong>in</strong>g (nr.<br />

6) op het noordelijkste gedeelte <strong>van</strong> dit perceel aangetoond dat er<br />

<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem zit. Nader onderzoek werd niet uitgevoerd, ondanks<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen daartoe. De saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit terre<strong>in</strong> zou meegenomen<br />

worden bij het bouwrijp maken. Doch <strong>in</strong> het opruim<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong> het<br />

bestek werd dit niet genoemd. Ook de opzichters <strong>van</strong> de gemeente<br />

bleken niet op de hoogte <strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> <strong>van</strong><br />

Smit/Krabbenbos.<br />

* Door de PPC is gesteld dat er een onderzoek gedaan moet worden naar<br />

de aard en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong>. Dit nader onderzoek is niet uitgevoerd. Wel<br />

heeft de stedenbouwkundig adviseur <strong>van</strong> de gemeente het college er tot<br />

twee keer toe op gewezen dat dit onderzoek nog verricht moest worden.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 41


Bij de goedkeur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan nemen GS en de PPC<br />

genoegen met de nadere toelicht<strong>in</strong>g die door SAB <strong>in</strong> het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan is opgenomen. Voor de commissie blijft volstrekt<br />

onduidelijk op grond waar<strong>van</strong> GS menen dat daarmee was voldaan aan<br />

het verrichten <strong>van</strong> een <strong>in</strong>tegraal onderzoek naar <strong>asbest</strong>. In het bestek is<br />

geen nadere aandacht besteed aan de mogelijke vervuil<strong>in</strong>g op dit<br />

terre<strong>in</strong>. Ook opzichters bleken <strong>van</strong> de opmerk<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de PPC over het<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong> niet op de hoogte.<br />

* Ten behoeve <strong>van</strong> het verwerven <strong>van</strong> de gronden voor de Hogenkamp<br />

werden er verkennende bodemonderzoeken gedaan. Deze onderzoeken<br />

waren beperkt <strong>van</strong> opzet. Het historisch onderzoek bestond uit een<br />

vragenlijstje dat werd <strong>in</strong>gevuld door de verantwoordelijk ambtenaar. Er<br />

werden geen oude kadastrale gegevens geraadpleegd. Het gebied de<br />

Hogenkamp wordt soms betiteld als een maagdelijk stukje buitengebied<br />

aan de rand <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> waarop bijna geen verander<strong>in</strong>gen hebben<br />

plaatsgevonden en dat een divers gebruik kende (volkstu<strong>in</strong>tjes, ligweide<br />

zwembad, agrarisch gebied).<br />

Unaniem wordt echter ook door bestuurders en ambtenaren erkend dat<br />

er door Eternit vele tienduizenden kilo’s <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> en rond<br />

<strong>Goor</strong> zijn gebruikt voor de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen en erven en om sloten te<br />

dempen. De kans op de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem is<br />

daarmee <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> significant hoger dan gemiddeld ten opzichte <strong>van</strong> elders<br />

<strong>in</strong> Nederland. In de verkennende bodemonderzoeken werd weliswaar<br />

aanvullend op de NEN norm op <strong>asbest</strong> getoetst, maar de vraag is of de<br />

methode <strong>van</strong> onderzoek juist was en niet veel te vrijblijvend. Op de<br />

locatie Krabbenbos/Smit waar nu juist door middel <strong>van</strong> een<br />

steekproefgewijze bor<strong>in</strong>g was gebleken, dat er <strong>asbest</strong>deeltjes <strong>in</strong> de<br />

bodem zaten en nader onderzoek werd aanbevolen, is dit niet<br />

uitgevoerd.<br />

Opdrachten voor verkennend bodemonderzoek werden door de afdel<strong>in</strong>g<br />

Stadsontwikkel<strong>in</strong>g gegeven aan de afdel<strong>in</strong>g Bouw- en Milieuzaken die de<br />

officiële opdracht aan een adviesbureau verzorgde. Voor de afdel<strong>in</strong>g<br />

Stadsontwikkel<strong>in</strong>g bleek alleen <strong>in</strong>teressant of de grond schoon genoeg<br />

was voor het toekomstig gebruik. Indien er aanvullend onderzoek werd<br />

vereist was dit <strong>in</strong> de ogen <strong>van</strong> de afdel<strong>in</strong>g Stadsontwikkel<strong>in</strong>g de<br />

verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de afdel<strong>in</strong>g Bouw- en Milieuzaken.<br />

In het Projectteam <strong>van</strong> de Hogenkamp waar<strong>in</strong> het hoofd <strong>van</strong> de afdel<strong>in</strong>g<br />

BMZ ook vertegenwoordigd was, werd afgesproken dat de locatie<br />

Krabbenbos bij het bouwrijp maken <strong>van</strong> de grond zou worden gesaneerd.<br />

Een nader onderzoek, zoals CBB had aanbevolen, werd echter niet<br />

uitgevoerd. Dat doet vermoeden dat men er <strong>van</strong> uitg<strong>in</strong>g dat de<br />

saner<strong>in</strong>gsaannemer tijdens het bouwrijp maken de aard en de om<strong>van</strong>g<br />

<strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g zou vaststellen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 42


* De projectleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Hogenkamp was <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie volledig <strong>in</strong><br />

handen <strong>van</strong> het sectorhoofd Grondgebied. In een later stadium werd er<br />

een projectteam geformeerd, waar<strong>van</strong> de samenstell<strong>in</strong>g door de<br />

commissie niet eenduidig is vastgesteld. De commissie heeft de<br />

meerwaarde <strong>van</strong> het <strong>in</strong>stellen <strong>van</strong> een projectteam niet kunnen<br />

aantonen. Ook betrokkenen hebben de commissie dit niet duidelijk<br />

kunnen maken. B<strong>in</strong>nen het projectteam gemaakte afspraken en/of<br />

besluiten werden niet op papier gezet, was er geen eensluidende<br />

verslaglegg<strong>in</strong>g, geen dossiervorm<strong>in</strong>g en werd er slecht teruggekoppeld<br />

met andere betrokken ambtenaren. De projectleider nam afscheid <strong>van</strong><br />

de gemeente <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> november 2000. Op dat moment was het bouwrijp<br />

maken <strong>van</strong> de Hogenkamp net begonnen. Het is de commissie niet<br />

duidelijk op welke basis het college betrokken is geweest bij de<br />

totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Projectteam <strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

* Tijdens het bouwrijp maken zijn er bij het uitgraven <strong>van</strong> de cunetten een<br />

drietal vervuil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de bodem geconstateerd, waar<strong>van</strong> één ernstig (de<br />

Driehoek). Deze vervuil<strong>in</strong>gen werden alle gezien als <strong>in</strong>cidenten en waren<br />

geen aanleid<strong>in</strong>g voor nader onderzoek <strong>in</strong> de rest <strong>van</strong> de wijk. Er werd<br />

gesegregeerd gehandeld. Gelet op de grootte <strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

Driehoek was het niet logisch om verder te gaan zonder de oorzaak <strong>van</strong><br />

deze vervuil<strong>in</strong>g te hebben vastgesteld.<br />

* Het project de Hogenkamp had <strong>van</strong>wege de gemeentelijke her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g<br />

een hoog ambitieniveau. Hierdoor moest nog voor de gemeentelijke<br />

her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g en voordat het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSB-terre<strong>in</strong> was goedgekeurd<br />

met het bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp worden begonnen. Ook de<br />

kaveluitgifte vond al plaats terwijl het bestemm<strong>in</strong>gsplan nog niet eens<br />

door de gemeenteraad was vastgesteld. Daar kwam bij dat <strong>in</strong> 2000 de<br />

gemeentelijke organisatie <strong>in</strong> hoge mate bezig was met de<br />

voorbereid<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de gemeentelijke her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g, waardoor<br />

ambtenaren m<strong>in</strong>der beleids<strong>in</strong>houdelijk dan normaal met hun werk bezig<br />

waren.<br />

Ook na de gemeentelijke her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g was er een grote mate <strong>van</strong> druk op<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Plan. Toen de vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Driehoek werd<br />

geconstateerd, werd dit bij voorkeur als een beheersbare vervuil<strong>in</strong>g gezien<br />

waardoor de verdere voortgang <strong>van</strong> het Plan niet werd vertraagd.<br />

* De vervuil<strong>in</strong>g heeft zich eerst bij het <strong>in</strong>richten <strong>van</strong> de tu<strong>in</strong>en<br />

gemanifesteerd. De bewoners hebben waarschijnlijk veelal met kle<strong>in</strong><br />

materiaal hun tu<strong>in</strong>en diep omgespit. Het kan zijn dat daarbij voor het eerst<br />

het oude maaiveld gekruist. De commissie is verteld dat bij het bouwrijp<br />

maken <strong>van</strong> de grond het maaiveld niet is doorbroken en de aannemers<br />

hebben bij het uitgraven <strong>van</strong> de bouwputten maar een gedeelte <strong>van</strong> de<br />

percelen afgegraven. Bij het uitgraven <strong>van</strong> de bouwputten hebben de<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 43


door de commissie ondervraagde aannemers desgevraagd verklaard<br />

niets bijzonders gezien (op een gemelde <strong>asbest</strong>pijp na) . Daarbij moet<br />

worden opgemerkt, dat men ook meldde niet bijzonder alert te zijn op de<br />

mogelijke aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Ook gemeentelijke opzichters<br />

hebben verklaard bij het uitgraven <strong>van</strong> de bouwputten nooit iets<br />

verdachts te hebben gezien. Daarbij is ook <strong>van</strong> belang dat een vervuil<strong>in</strong>g<br />

met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de grond naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie moeilijk te<br />

herkennen is.<br />

* In de fase <strong>van</strong> het bouwrijp maken is de grond <strong>in</strong> de Hogenkamp<br />

opgehoogd met grond <strong>van</strong> het zogenaamde zwembaddepot. Dit depot<br />

bevatte ongeveer 8000 m3 grond en was gedeeltelijk vervuild met <strong>asbest</strong>.<br />

De grond <strong>van</strong> het depot was afkomstig uit eerdere reconstructies <strong>van</strong><br />

wegen. Het met <strong>asbest</strong> vervuilde gedeelte was echter voordat met het<br />

bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp werd begonnen afgevoerd. De<br />

resterende grond <strong>van</strong> het zwembaddepot was schoon. Deze is<br />

bemonsterd. De commissie heeft geen aanleid<strong>in</strong>g gevonden om hieraan<br />

te twijfelen.<br />

Tijdens het bouwrijp maken is aan de oostkant <strong>van</strong> de wijk het<br />

Certicondepot ontstaan. Deze grond was licht vervuild en afkomstig uit<br />

het uitgraven <strong>van</strong> de cunetten. In hoeverre <strong>in</strong> dit depot <strong>asbest</strong> zat is niet<br />

bekend. Het depot was niet afgegrendeld waardoor er rond het<br />

Certicondepot de nodige grondtransmissies hebben plaatsgevonden.<br />

Door wie dit is gebeurd en met welk doel is de commissie niet bekend.<br />

* Indien gekeken wordt naar de plaatsen waarop door Lankelma de<br />

<strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g is geconstateerd, dan ziet de commissie een directe<br />

relatie met voorgaande bestemm<strong>in</strong>gen zoals de boerderijen en Busschers<br />

en Smit-Krabbenbos en de loop <strong>van</strong> een aantal oude kavelsloten. Duidelijk<br />

is dat <strong>asbest</strong>cement en <strong>asbest</strong>pulp op grote schaal werden gebruikt door<br />

agrariërs voor erf- en wegverhard<strong>in</strong>gen.<br />

* Toen medio jaren negentig het besef bij bestuurders en ambtenaren<br />

groeide dat <strong>asbest</strong> een gevaarlijke stof is, is er geen beleid op dat terre<strong>in</strong><br />

ontwikkeld. In zo’n beleid had bijvoorbeeld een voorzichtige <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g<br />

gemaakt kunnen worden <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem en de<br />

beleidsmatige aanpak er<strong>van</strong>. Niet ondenkbeeldig zou zijn geweest, dat<br />

op grond <strong>van</strong> dit beleid bij de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bouwprojecten gedegen<br />

historisch onderzoek wordt gedaan. Hierbij worden dan kadastrale kaarten<br />

geraadpleegd op basis waar<strong>van</strong> door middel <strong>van</strong> het graven <strong>van</strong> sleuven<br />

gericht bodemonderzoek naar <strong>asbest</strong> kan plaatsv<strong>in</strong>den. Hoewel ook dan<br />

nooit een 100% garantie kan worden gegeven dat de grond dan<br />

daadwerkelijk schoon is, wordt de kans daarop <strong>in</strong> ieder geval belangrijk<br />

vergroot.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 44


3.7 Conclusies casus Hogenkamp<br />

Er zijn verschillende signalen geweest die hebben geduid op een<br />

bodemvervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de wijk de Hogenkamp. In paragraaf 3.6 zijn ze uitgebreid<br />

verwoord. In het kort heeft de commissie de volgende signalen<br />

geconstateerd:<br />

• nader onderzoek naar <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>van</strong> perceel Smit vond niet plaats;<br />

• nader onderzoek zoals PPC voorstelde naar totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g vond niet plaats;<br />

• historisch onderzoek was zeer beperkt, terwijl men op de hoogte kon zijn<br />

<strong>van</strong> de grote schaal waarop <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> omgev<strong>in</strong>g <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> het<br />

milieu is gebracht;<br />

• geconstateerde vervuil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de fase <strong>van</strong> het bouwrijp maken werden<br />

gezien als <strong>in</strong>cidenten en beheersbare problemen, terwijl de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

deze vervuil<strong>in</strong>g op zichzelf en <strong>in</strong> relatie tot elkaar deze houd<strong>in</strong>g niet<br />

rechtvaardigde;<br />

• er werd geen toezicht gehouden op het Certicondepot (gronddepot),<br />

terwijl er wel grondtransmissies met dit depot als aan- en afvoerbasis<br />

hebben plaatsgevonden;<br />

De commissie oordeelt dat er verschillenden signalen zijn geweest die<br />

hebben geduid op bodemvervuil<strong>in</strong>g en dat daarop niet adequaat is<br />

gereageerd. Indien dit wel was gebeurd was wellicht <strong>in</strong> een eerder stadium<br />

aan het licht gekomen dat het terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> de Hogenkamp met <strong>asbest</strong><br />

vervuild was.<br />

De commissie is zich er<strong>van</strong> bewust dat <strong>in</strong>dien alle signalen wel adequaat<br />

waren opgepikt er geen 100% garantie te geven is dat de vervuil<strong>in</strong>g zich <strong>in</strong><br />

een eerder stadium had geopenbaard. De kans op het aantreffen <strong>van</strong><br />

vervuil<strong>in</strong>gen was echter significant vergroot. Gelet op de signalen die er<br />

waren lag het naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie <strong>in</strong> de lijn der verwacht<strong>in</strong>g<br />

hierop te reageren.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 45


Hoofdstuk 4<br />

Vraag B: de stand <strong>van</strong> zaken<br />

4.1 De onderzoeksvraag<br />

De gemeenteraad heeft de commissie de volgende onderzoeksvraag<br />

voorgelegd:<br />

B Huidige stand <strong>van</strong> zaken<br />

Wat is de huidige stand <strong>van</strong> zaken <strong>in</strong> ernst, aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong>.<br />

Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft de commissie gebruik<br />

gemaakt <strong>van</strong> een onderzoeker <strong>van</strong> de Erasmus Universiteit te Rotterdam.<br />

Deze onderzoeker heeft gesprekken gehouden met een aantal<br />

(ex)werknemers <strong>van</strong> Eternit, aanwonenden <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen en de heer<br />

Jal<strong>in</strong>k.<br />

4.2 De ernst <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek<br />

4.2.1 Soorten <strong>asbest</strong><br />

Asbest is een verzamelnaam voor een aantal <strong>in</strong> de natuur gevormde<br />

silicaatmaterialen met een vezelstructuur. Het woord is afgeleid <strong>van</strong> het<br />

Griekse <strong>asbest</strong>os, <strong>in</strong> de betekenis <strong>van</strong> “onvergankelijk” en “onverwoestbaar”.<br />

Men onderscheidt twee hoofdgroepen en daarb<strong>in</strong>nen een aantal<br />

belangrijke subgroepen:<br />

Amfibolen, met als belangrijkste soorten<br />

- crocidoliet of blauw <strong>asbest</strong> (voornamelijk uit Zuid Afrika)<br />

- amosiet of bru<strong>in</strong> <strong>asbest</strong> (voornamelijk Zuid-Afrika)<br />

Serpentijnen, met één soort<br />

- chrysoliet of wit <strong>asbest</strong> (75% afkomstig uit Quebec, Canada en de<br />

Oeral)<br />

Van deze soorten is bij Eternit het witte <strong>asbest</strong> het meest toegepast, maar ook<br />

het blauw <strong>asbest</strong> werd tot het verbod daarop <strong>in</strong> 1976 veel gebruikt. Tot die<br />

tijd kwam het ook voor dat twee verschillende soorten <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> één product<br />

met elkaar vermengd aanwezig zijn.<br />

Alle <strong>asbest</strong>vezels kenmerken zich door de volgende eigenschappen:<br />

- onbrandbaar (tot ongeveer 1200 graden celsius);<br />

- hoog isolatievermogen (electrisch zowel thermisch en akoestisch);<br />

- chemische neutraliteit;<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 46


- gemakkelijk te verwerken (<strong>in</strong> cement)<br />

- hoge trekweerstand (tot 2.00 Mpa) en slijtvastheid<br />

Na het totale <strong>asbest</strong>verbod <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> 1993 wordt <strong>asbest</strong> vooral <strong>in</strong><br />

verband gebracht met een aantal daaraan gerelateerde ziekten. Het gaat<br />

dan om:<br />

4.2.2 Asbestose<br />

In de Nederlandstalige medische literatuur wordt het ziektebeeld <strong>asbest</strong>ose<br />

voor het eerst genoemd <strong>in</strong> 1930 naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>ose<br />

onderzoek <strong>van</strong> de Britse Arbeids<strong>in</strong>spectie. Het eerste <strong>asbest</strong>ose geval <strong>in</strong><br />

Nederland wordt één jaar later <strong>in</strong> het verslag <strong>van</strong> de Arbeids<strong>in</strong>spectie<br />

beschreven. In de daarop volgende jaren worden meerdere <strong>asbest</strong>ose<br />

gevallen genoemd. Zowel <strong>in</strong> de medische literatuur als de vakliteratuur<br />

verschijnen diverse publicaties over het ontstaan <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>ose als gevolg<br />

<strong>van</strong> de blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Rond 1950 kan het ziektebeeld <strong>asbest</strong>ose als<br />

een beroepsziekte bekend worden verondersteld en wordt ook als zodanig <strong>in</strong><br />

de Memorie <strong>van</strong> Toelicht<strong>in</strong>g op de Silicosewet <strong>van</strong> 1951 genoemd.<br />

Bij <strong>asbest</strong>ose wordt er b<strong>in</strong>dweefsel <strong>in</strong> de longen gevormd doordat<br />

<strong>asbest</strong>vezels het longweefsel irriteren. De ziekte ontwikkelt zich progressief,<br />

ook na de beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Er is geen effectieve<br />

therapie beschikbaar voor gevorderde stadia. De kans op <strong>asbest</strong>ose neemt<br />

toe met de duur <strong>van</strong> de blootstell<strong>in</strong>g. Het is dan ook <strong>in</strong> de eerste plaats een<br />

beroepsziekte <strong>van</strong> arbeiders die langere tijd aan hoge concentraties <strong>asbest</strong><br />

zijn blootgesteld. De latentietijd is sterk afhankelijk <strong>van</strong> de hoogte en duur <strong>van</strong><br />

de <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g. Lichte vormen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>ose vormen zelden een<br />

directe doodsoorzaak.<br />

4.2.3 Mesothelioom<br />

In de vijftiger jaren <strong>van</strong> de vorige eeuw wordt <strong>in</strong> de medische literatuur het<br />

voorkomen <strong>van</strong> mesothelioom een aantal malen beschreven zonder dat een<br />

relatie wordt gelegd met een blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Alleen <strong>in</strong> die gevallen<br />

waarbij een mesothelioom <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>asbest</strong>ose optreedt, wordt dan<br />

al het causale verband met <strong>asbest</strong> gelegd. Op de Eerste <strong>in</strong>ternationale<br />

Asbest Konferentie <strong>in</strong> 1964 wordt het causale verband tussen <strong>asbest</strong> en<br />

mesothelioom bewezen geacht. In 1969 toont dr. Stumphius, bedrijfsarts <strong>van</strong><br />

scheepswerf De Schelde, aan dat mesothelioom veel vaker voorkomt dan<br />

werd aangenomen.<br />

Door <strong>asbest</strong> kan dus een zeldzame vorm <strong>van</strong> kanker <strong>van</strong> het longvlies of <strong>van</strong><br />

het buikvlies (mesothelioom) worden veroorzaakt. Voor zover bekend is<br />

<strong>asbest</strong> de enige oorzaak voor het optreden <strong>van</strong> mesothelioom. Rookgedrag<br />

beïnvloedt de kans op het optreden <strong>van</strong> mesothelioom niet. De buikvliesvariant<br />

treedt met name op de voorgrond bij een extreem hoge<br />

beroepsmatige bloostell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. De longvliesvariant ontstaat veel<br />

vaker bij een kortdurende blootstell<strong>in</strong>g of regelmatige blootstell<strong>in</strong>g aan<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 47


elatief lage concentraties <strong>asbest</strong>. Het is deze variant waaraan <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> en<br />

omgev<strong>in</strong>g mensen zijn gestorven die niet zelf bij Eternit hebben gewerkt, maar<br />

die de ziekte hebben opgelopen door bijvoorbeeld de werkkled<strong>in</strong>g te<br />

wassen <strong>van</strong> de werknemer.<br />

De gemiddelde latentietijd tussen de eerste blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong> en de<br />

diagnose mesothelioom bedraagt dertig tot veertig jaar, maar er zijn ook<br />

kortere latentietijden bekend. De prognose <strong>van</strong> mesothelioom is zeer slecht:<br />

na diagnosestell<strong>in</strong>g overlijdt circa 80% b<strong>in</strong>nen twaalf maanden.<br />

4.2.4 Asbestgerelateerde longkanker<br />

Op grond <strong>van</strong> buitenlandse onderzoeksresultaten wordt <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> <strong>van</strong> de<br />

veertiger jaren <strong>in</strong> de medische literatuur en de vakliteratuur gewezen op het<br />

risico <strong>van</strong> longkanker bij <strong>asbest</strong>ose patiënten. De beroepsziekte <strong>asbest</strong>ose<br />

met een samenhangende longkanker wordt voor het eerste vermeld <strong>in</strong> het<br />

jaarverslag 1961 <strong>van</strong> de arbeids<strong>in</strong>spectie. Zowel <strong>in</strong> de Eerste als Tweede<br />

Internationale Asbest Konferentie (1964 en 1968) wordt <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g als<br />

oorzaak <strong>van</strong> longkanker zonder gelijktijdige <strong>asbest</strong>ose niet meer <strong>in</strong> twijfel<br />

getrokken.<br />

Bij <strong>asbest</strong>gerelateerde longkanker is de relatie tussen blootstell<strong>in</strong>g en ziekte<br />

echter veel m<strong>in</strong>der eenduidig. Ook andere risicofactoren als roken bepalen<br />

het voorkomen en de sterfte aan longkanker.<br />

4.2.5 De mortaliteitcijfers <strong>in</strong> de regio <strong>Goor</strong><br />

De Verenig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Integrale Kankerzorg <strong>in</strong> Nederland heeft <strong>in</strong> vervolg op een<br />

<strong>in</strong>ternationale conferentie <strong>in</strong> Tokyo <strong>in</strong> 2001 een rapport uitgebracht over het<br />

voorkomen <strong>van</strong> longkanker en mesothelioom <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> de periode<br />

1989-1997. Daaruit blijkt dat de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel een hoger aantal<br />

mesothelioomgevallen dan gemiddeld heeft, bij zowel mannen als vrouwen.<br />

Dit hogere gemiddelde voor de prov<strong>in</strong>cie wordt geheel veroorzaakt door het<br />

aantal mesotheliomen <strong>in</strong> de regio <strong>Goor</strong>.<br />

De commissie heeft longarts Dr. H. S<strong>in</strong>n<strong>in</strong>ghe Damsté gevraagd wat zijn<br />

opvatt<strong>in</strong>gen zijn hierover. Hij schrijft:<br />

In de afgelopen tw<strong>in</strong>tig jaar dat ik als longarts werkzaam ben <strong>in</strong> het<br />

<strong>Twente</strong>borgziekenhuis te Almelo ben ik geconfronteerd met een<br />

hogere frequentie dan gemiddeld <strong>in</strong> een bevolk<strong>in</strong>gsgroep aan<br />

patiënten met een <strong>asbest</strong>gerelateerde longaandoen<strong>in</strong>g. De<br />

adherentie <strong>van</strong> mijn praktijk bevat deels de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>,<br />

echter ook de gemeente Rijssen/Holten. Met name het aantal gevallen<br />

<strong>van</strong> een kwaadaardige longvliesaandoen<strong>in</strong>g, mesothelioom, is<br />

opvallend hoog. In deze gevallen betrof het patiënten welke of <strong>in</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>verkende <strong>in</strong>dustrie hadden gewerkt of welke op de één of<br />

andere wijze contact met <strong>asbest</strong> hadden gehad. Ik doel hier op<br />

patiënten welke aan wegen/paden woonden, welke met <strong>asbest</strong>afval<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 48


zijn opgehoogd, cq. Op boeren bedrijven woonden waar<strong>van</strong> het erf <strong>in</strong><br />

het verleden is opgehoogd met afval, afkomstig <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>verwende <strong>in</strong>dustrie. Ik heb het sterke vermoeden dat er een<br />

relatie bestaat tussen het ontwikkelen <strong>van</strong> een mesothelioom – <strong>in</strong><br />

voorkomende gevallen – en de depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de<br />

woonomgev<strong>in</strong>g. Om dit vermoeden verder te staven zou een<br />

retrospectief onderzoek moeten plaatsv<strong>in</strong>den naar die gevallen <strong>van</strong><br />

mesothelioom die gedurende langere tijd gewoond hebben aan de<br />

zogenaamde <strong>asbest</strong>paden/wegen en/of boerenbedrijven waar<strong>van</strong><br />

het erf werd verhard met <strong>asbest</strong>pu<strong>in</strong>. In mijn pog<strong>in</strong>gen een dergelijk<br />

onderzoek op te starten stuitte ik echter op problemen ten aanzien <strong>van</strong><br />

de privacywetgev<strong>in</strong>g. Indien ik <strong>van</strong> overheidszijde toestemm<strong>in</strong>g zou<br />

kunnen krijgen, zou ik op redelijk korte termijn een onderzoek kunnen<br />

doen naar de relatie tussen het voorkomen <strong>van</strong> mesothelioom en de<br />

<strong>asbest</strong>paden/wegen.<br />

Dr. S<strong>in</strong>n<strong>in</strong>ghe Damsté maakt <strong>in</strong> zijn brief meld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het feit, dat <strong>in</strong> deze regio<br />

ook bij mensen die niet beroepsmatig zijn blootgesteld aan <strong>asbest</strong> zich<br />

mesothelioom heeft ontwikkeld. Absolute cijfers over het aantal<br />

mesotheliomen <strong>in</strong> deze regio, al dan niet beroepsgerelateerd, ontbreken. Wel<br />

bekend is dat het aantal mesotheliomen <strong>in</strong> deze regio significant hoger is dan<br />

elders. Daarnaast moet nog worden opgemerkt dat de latentietijd <strong>van</strong><br />

mesothelioom zeer lang is (30 jaar). Iemand die mesothelioom heeft<br />

ontwikkeld en vroeger bij Eternit heeft gewerkt of aan een <strong>asbest</strong>pad <strong>in</strong> de<br />

regio <strong>Goor</strong> heeft gewoond en thans <strong>in</strong> een andere prov<strong>in</strong>cie woonachtig is,<br />

telt mee voor de cijfers <strong>van</strong> die Prov<strong>in</strong>cie! Er is geen eenduidig onderzoek<br />

naar het aantal mesotheliomen dat is terug te voeren op werken bij Eternit en<br />

het wonen aan <strong>asbest</strong>wegen <strong>in</strong> de Regio <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> relatie tot cijfers <strong>in</strong> de rest<br />

<strong>van</strong> Nederland.<br />

4.2.6 De aansprakelijkheidstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit<br />

De commissie gaat hier even kort op <strong>in</strong>, omdat het een beeld schetst <strong>van</strong> het<br />

aantal mensen <strong>in</strong> de Regio rond <strong>Goor</strong> dat met een aan <strong>asbest</strong> gerelateerde<br />

ziekte is geconfronteerd en daarmee ook de ernst <strong>van</strong> de problematiek beter<br />

<strong>in</strong> beeld brengt.<br />

In 1989 wordt Eternit voor het eerst aansprakelijk gesteld door drie weduwes<br />

<strong>van</strong> ex-werknemers <strong>van</strong> Eternit. Deze drie ex-werknemers stierven allen aan<br />

mesothelioom. De Rechtbank <strong>in</strong> Almelo komt niet tot een uitspraak, omdat<br />

Eternit <strong>in</strong> maart 1992 met de weduwen zonder aansprakelijkheid te erkennen<br />

een schikk<strong>in</strong>g treft <strong>van</strong> ƒ 15.000,- per persoon.<br />

De ex- werknemer Rouwhof stelt Eternit <strong>in</strong> 1993 aansprakelijk. Hij heeft nog kort<br />

te leven en wil een voorschot <strong>van</strong> ƒ 100.000,- op zijn claim. Dit voorschot<br />

wordt door de rechtbank rechtmatig geacht. Rechtbank President Drewers<br />

legt verband tussen het werken bij Eternit en het ontstaan <strong>van</strong> mesothelioom<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 49


ij oud-werknemers. Het bedrijf had al <strong>in</strong> 1969 het verband tussen <strong>asbest</strong> en<br />

mesothelioom kunnen en moeten weten.<br />

In 1996 is de eerste aansprakelijkheidsstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> iemand die niet<br />

beroepsgerelateerd met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g is gekomen maar via de<br />

werkkled<strong>in</strong>g <strong>van</strong> zijn vader, die bij Eternit werkte, een feit. Meer <strong>van</strong> dergelijke<br />

zaken zijn e<strong>in</strong>d jaren negentig en aan het beg<strong>in</strong> <strong>van</strong> de eenentw<strong>in</strong>tigste<br />

eeuw ook <strong>in</strong>gediend bij de rechtbank. De rechtbank heeft hier nog geen<br />

vonnis gewezen.<br />

Mr. R.F. Ruers vertegenwoordigt <strong>in</strong> een zevental rechtszaken oud-werknemers<br />

<strong>van</strong> Eternit en mensen die niet beroepsmatig met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g zijn<br />

gekomen <strong>in</strong> hun aanprakelijkheidsstell<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> Eternit. Hij verklaart<br />

desgewenst dat <strong>in</strong> zeven zaken een niet beroepsmatige relatie met <strong>asbest</strong><br />

heeft geleid tot mesothelioom. Eternit heeft zonder aansprakelijkheid te<br />

erkennen <strong>in</strong> één zaak een schadevergoed<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ƒ 100.000,- betaald. Alle<br />

andere zaken lopen nog. Een aantal <strong>van</strong> de mensen die Eternit aansprakelijk<br />

hebben gesteld zijn <strong>in</strong>middels overleden aan mesothelioom.<br />

In 1997 komt het Asbestfonds tot stand. Via dit fonds ont<strong>van</strong>gen mensen die<br />

mesothelioom hebben als beroepsziekte een schadevergoed<strong>in</strong>g.<br />

4.3 De aard <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek<br />

Algemeen bekend is dat <strong>asbest</strong>cementafval en <strong>asbest</strong>cementpulp is<br />

toegepast voor de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen en (boeren)erven <strong>in</strong> een straal <strong>van</strong><br />

ongeveer 15 kilometer rond de Eternit fabriek <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. Ook werden er<br />

afvalplaten gebruikt om schuurtjes en andere kle<strong>in</strong>e bouwwerken mee af te<br />

dekken. Deze beschadigde platen werden niet alleen via de fabriek aan<br />

mensen geleverd, maar ook via de firma Jal<strong>in</strong>k waar ze onbeperkt<br />

verkrijgbaar waren. Het dempen <strong>van</strong> sloten met <strong>asbest</strong>cementafval wordt<br />

door niemand als zodanig als toepass<strong>in</strong>g genoemd. Wel kijkt niemand<br />

vreemd op <strong>van</strong> een dergelijke toepass<strong>in</strong>g gelet op de schaal waarop<br />

<strong>asbest</strong>cementafval en <strong>asbest</strong>pulp is verstrekt.<br />

4.4 De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek<br />

Van 1945 tot 1974 heeft Eternit <strong>asbest</strong>cementafval aan voornamelijk<br />

landbouwers maar ook andere mensen ter beschikk<strong>in</strong>g gesteld. Dit wordt<br />

door alle geïnterviewden bevestigd. Niet helemaal duidelijk is of na dit jaartal<br />

ook nog <strong>asbest</strong>cementafval is verstrekt. Dat komt omdat bij sommige<br />

geïnterviewden er een verteken<strong>in</strong>g kan zijn <strong>van</strong> het verleden waarbij de<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen onvoldoende zijn om de chronologie precies vast te stellen.<br />

In ieder geval tot en met 1974 werden er twee typen afvalstromen aan<br />

derden ter beschikk<strong>in</strong>g gesteld: droog afval en natte slurry. Door sommigen<br />

worden ook nog latere jaartallen genoemd waar<strong>in</strong> afval is verspreid. Het<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 50


droge afval <strong>van</strong> de afgekeurde platen en buizen werd met een<br />

breekmach<strong>in</strong>e <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e stukjes gebroken en samen met <strong>asbest</strong>cementdraaisel<br />

<strong>van</strong> buizen opgeslagen <strong>in</strong> grote bunkers op het bedrijfsterre<strong>in</strong>.<br />

Volgens sommige geïnterviewden was er nagenoeg geen droog cementafval<br />

bij Eternit. Deze uitspraak lijkt echter niet correct gezien de<br />

gedetailleerde uitspraken <strong>van</strong> de ex-werknemers op dit punt.<br />

Het natte afval g<strong>in</strong>g via de leid<strong>in</strong>g naar het fabrieksterre<strong>in</strong> waar de grote<br />

putten met water waren (z<strong>in</strong>kbaden). Dat werd tot z<strong>in</strong>ken gebracht, het<br />

bovenste water g<strong>in</strong>g via de r<strong>in</strong>gleid<strong>in</strong>g naar de fabriek terug voor hergebruik.<br />

De commissie is gebleken dat elke vrijdag het droge <strong>asbest</strong>cementafval aan<br />

grote aantallen <strong>in</strong>woners en agrariërs werd vrij gegeven. Mensen kwamen<br />

zelf om <strong>asbest</strong>cementafval, gesproken wordt over karrenvrachten vol, op te<br />

halen. Het g<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bunkers naar de wagens <strong>van</strong> de agrariërs via grote<br />

buizen. Het transportbedrijf <strong>van</strong> Verdriet uit <strong>Goor</strong> regelde tegen betal<strong>in</strong>g het<br />

transport <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval. Het natte afval werd afgevoerd via het<br />

transport bedrijf Grobben uit Markelo naar de afvalstort <strong>in</strong> Borne, en later,<br />

waarschijnlijk medio jaren tachtig <strong>in</strong> 1984 of eerder, naar Hengelo. In het<br />

verleden is dit natte afval waarschijnlijk ook gestort <strong>in</strong> het IJsselmeer of de<br />

Noordzee.<br />

De totale hoeveelheid <strong>asbest</strong>cementafval die aan derden is verstrekt is door<br />

de geïnterviewden moeilijk te schatten. De verdel<strong>in</strong>g over natte en droge<br />

afvalstromen is hen niet bekend. <strong>Over</strong> het natte afval wordt een volume <strong>van</strong><br />

10 vrachtwagens per dag genoemd.<br />

Een aantal geïnterviewden noemt wel cijfers over de productie <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>cement: er waren 4 platenmach<strong>in</strong>es en 2 buizenmach<strong>in</strong>es. In de<br />

platenmach<strong>in</strong>es werd 10% <strong>asbest</strong>, zowel witte als blauwe, en 90% cement<br />

gebruikt <strong>in</strong> een verhoud<strong>in</strong>g <strong>van</strong> vijfhonderd kilogram cement op vijftig<br />

kilogram <strong>asbest</strong>. In de buizenmach<strong>in</strong>es werd cement, witte en blauwe <strong>asbest</strong><br />

gebruikt, deze mach<strong>in</strong>es zijn def<strong>in</strong>itief gestopt <strong>in</strong> 1982. Door geïnterviewden<br />

werd aangegeven dat er 1800 ton cement per week gebruikt werd bij Eternit.<br />

Niet duidelijk is gedurende welke jaren dit was.<br />

Op basis <strong>van</strong> de <strong>in</strong>formatie uit de <strong>in</strong>terviews is het niet mogelijk een schatt<strong>in</strong>g<br />

te maken <strong>van</strong> totaal <strong>asbest</strong>cementafval en <strong>asbest</strong>pulp. Wel wordt door<br />

iedereen aangegeven dat het tonnen zijn geweest. De <strong>in</strong>druk <strong>van</strong> de<br />

commissie is ook dat de totale hoeveelheid zeer om<strong>van</strong>grijk is geweest. De<br />

commissie verwijst daarvoor nog naar schatt<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> TNO zoals ze <strong>in</strong> bijlage<br />

vijf zijn opgenomen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 51


4.5 Conclusie<br />

De commissie stelt vast dat zowel de ernst, de aard als de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> zijn totaliteit zeer behoorlijk is. Vast staat dat er tonnen<br />

<strong>asbest</strong>cementafval door particulieren zijn opgehaald <strong>in</strong> de periode tot en<br />

met 1974 bij de Eternitfabriek <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. De depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval<br />

en <strong>asbest</strong>pulp <strong>in</strong> het milieu rond <strong>Goor</strong> is daarmee enorm.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> het afval als erf- en terre<strong>in</strong>verhard<strong>in</strong>g is evident. Andere<br />

toepass<strong>in</strong>gen worden gelet op de mate waar<strong>in</strong> het abestcementafval<br />

verkrijgbaar was en de wijze waarop het kon worden toegepast, niet<br />

uitgesloten. Daar<strong>van</strong> bestaat echter geen eenduidige <strong>in</strong>ventarisatie.<br />

De kans op het krijgen <strong>van</strong> één <strong>van</strong> de dodelijke ziekten die met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong><br />

verband worden gebracht neemt toe naarmate de tijd dat men aan <strong>asbest</strong><br />

is of wordt blootgesteld toeneemt. De ernst <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek is<br />

daarmee zeer aanzienlijk, hetgeen ook nog eens bevestigd wordt door de<br />

lokale <strong>asbest</strong>mortaliteitscijfers. De commissie wil daarbij met name aandacht<br />

vragen voor het relatief grote aantal mensen dat is overleden aan<br />

mesothelioom, dat niet beroepsmatig met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g is geweest.<br />

Om die reden verdient het volgens de commissie aanbevel<strong>in</strong>g dat op dit<br />

terre<strong>in</strong> nader epidemiologisch onderzoek plaatsv<strong>in</strong>dt. In een dergelijk<br />

onderzoek zou een beeld gegeven moeten worden <strong>van</strong> de<br />

blootstell<strong>in</strong>gsrisico’s en de <strong>in</strong>cidentie <strong>van</strong> de ziektgevallen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 52


Hoofdstuk 5<br />

Integraal <strong>asbest</strong>beleid<br />

5.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

De commissie heeft <strong>in</strong> hoofdstuk 2 geconcludeerd dat de gemeenteraad,<br />

het college en de ambtelijke organisatie <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong> op de<br />

problematiek rond de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem en de<br />

toepass<strong>in</strong>g er<strong>van</strong> voor andere doele<strong>in</strong>den dan als terre<strong>in</strong>- en erfverhard<strong>in</strong>g<br />

onvoldoende hebben geanticipeerd. Onder andere <strong>van</strong>wege de casus<br />

Hogenkamp wordt thans de bestaande problematiek <strong>in</strong> zijn volle om<strong>van</strong>g<br />

duidelijk. De problematiek heeft raakvlakken met het milieu- en ruimtelijk<br />

orden<strong>in</strong>gsbeleid, de volksgezondheid en de f<strong>in</strong>anciën. De ernst, aard en<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> die problematiek heeft de commissie <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk<br />

beschreven. Deze is naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie zodanig dat het<br />

onderwerp <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> al zijn facetten <strong>van</strong> het overheidsbeleid (milieu,<br />

volksgezondheid en f<strong>in</strong>anciën) de komende jaren hoog op de politieke<br />

agenda moet staan en <strong>in</strong> de gemeentelijke organisatie structureel aandacht<br />

moet krijgen.<br />

In dit hoofdstuk doet de commissie een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen die er op<br />

gericht zijn de aanpak <strong>van</strong> die problematiek <strong>in</strong> een <strong>in</strong>tegraal kader te<br />

plaatsen. Deze aanbevel<strong>in</strong>gen worden gedaan door de casus Hogenkamp<br />

te verbreden naar een bestuurlijke contekst. De commissie heeft er kennis <strong>van</strong><br />

genomen dat Bureau Geofox recentelijk <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

een opdracht heeft gekregen om <strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op een implementatie <strong>van</strong><br />

het Bouwstoffenbesluit een analyse te maken op het terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> het<br />

beleidsveld <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem en te komen tot procedurebeschrijv<strong>in</strong>gen<br />

voor de ambtelijke organisatie.<br />

De commissie heeft tevens met zorg kennis genomen <strong>van</strong> het feit dat na de<br />

casus Hogenkamp er b<strong>in</strong>nen de gemeente nog een aantal andere<br />

bodemvervuil<strong>in</strong>gen met <strong>asbest</strong> zijn geconstateerd. Ook landelijk staat <strong>asbest</strong><br />

volop <strong>in</strong> de belangstell<strong>in</strong>g getuige bijvoorbeeld de tijdelijke sluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

Rijksmuseum na de vondst <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> tijdens een verbouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> mei<br />

jongstleden.<br />

Die aandacht voor <strong>asbest</strong> is zonder meer gerechtvaardigd, maar moet niet<br />

omslaan <strong>in</strong> een paniekreactie. De commissie heeft <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk al<br />

geconcludeerd dat de gevolgen <strong>van</strong> een blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong> zeer<br />

<strong>in</strong>grijpend kunnen zijn, namelijk het oplopen <strong>van</strong> een dodelijke ziekte als<br />

mesothelioom. De kans daarop wordt groter naarmate de tijd dat een<br />

persoon aan <strong>asbest</strong>vezels is of wordt blootgesteld toeneemt. Het is dus zaak<br />

om situaties waar<strong>in</strong> mensen langere tijd aan <strong>asbest</strong>vezels kunnen worden<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 53


lootgesteld te voorkomen. Daarbij is het ook <strong>van</strong> belang dat er<br />

onderscheid wordt gemaakt <strong>in</strong> de toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> als bouwmateriaal<br />

en de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem.<br />

5.2 De achtergrond <strong>van</strong> <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>beleid <strong>in</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

Het <strong>asbest</strong>beleid <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> zal wezenlijk verschillen<br />

<strong>van</strong> het overgrote deel <strong>van</strong> de gemeenten <strong>in</strong> Nederland. Alle gemeenten <strong>in</strong><br />

Nederland hebben te maken met de toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> als<br />

bouwmateriaal, dat vrij komt bij sloop of renovatie <strong>van</strong> bouwwerken. <strong>Over</strong> de<br />

condities waaronder dit <strong>asbest</strong> verwijderd moet worden heeft de<br />

Rijksoverheid de nodige wetgev<strong>in</strong>g vastgesteld. Die geldt ook als<br />

beleidskader voor de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>.<br />

De gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> is echter bijna uniek <strong>in</strong> Nederland waar het<br />

gaat om de depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> het milieu, zoals dat <strong>in</strong> ieder<br />

geval tot 1974 heeft plaatsgevonden. Gelet op de zeer grote hoeveelheden<br />

<strong>asbest</strong>cementafval die tot 1974 aan één ieder die hiervoor belangstell<strong>in</strong>g<br />

had ter beschikk<strong>in</strong>g zijn gesteld is deze problematiek enorm. Er bestaat<br />

bovendien geen <strong>in</strong>ventarisatie <strong>van</strong> hoeveel <strong>asbest</strong>cementafval en met welk<br />

doel op bepaalde plekken is terechtgekomen. Dit aspect <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek vergt door zijn om<strong>van</strong>g een aanvullend beleid en visie op<br />

de regels <strong>van</strong> de rijksoverheid. De saner<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>gen die door het Rijk zijn<br />

vastgesteld waren uitsluitend gericht op de wegverhard<strong>in</strong>gen.<br />

5.3 De cultuur rond <strong>asbest</strong><br />

De commissie heeft gaandeweg haar onderzoek geconstateerd, dat er bij<br />

de bestuurlijke en ambtelijke organisatie een proces gaande is waarbij men<br />

zich steeds meer bewust wordt <strong>van</strong> de risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Daar staat<br />

tegenover dat de <strong>in</strong>woners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> nog steeds de<br />

risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> méér ontkennen dan erkennen. Een dergelijke houd<strong>in</strong>g<br />

verandert niet meteen, daar is naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie een actief<br />

beleid <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> voor nodig. In een dergelijk beleid<br />

zou de bevolk<strong>in</strong>g moeten worden geïnformeerd over de risico’s <strong>van</strong> een<br />

<strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g. Gelet op de schaal waar<strong>in</strong> <strong>asbest</strong> b<strong>in</strong>nen de gemeente<br />

als bouwmateriaal is toegepast moeten <strong>in</strong>woners ook actief worden<br />

gestimuleerd om uit bouwwerken <strong>asbest</strong> te verwijderen. De commissie verwijst<br />

<strong>in</strong> dit kader naar de subsidieregel<strong>in</strong>g die de gemeente Wester-Koggenland<br />

onlangs met dit doel heeft vastgesteld.<br />

De commissie acht het verstandig dat een dergelijke subsidieregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> nauw<br />

overleg met de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel tot stand komt.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 54


5.4 De coörd<strong>in</strong>atie<br />

Op drie verschillende beleidsvelden heeft de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> te<br />

maken met <strong>asbest</strong>, namelijk<br />

• door blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong> door bodemvervuil<strong>in</strong>g (milieu-aspect);<br />

• <strong>van</strong>wege mogelijke <strong>asbest</strong>gerelateerde ziektegevallen<br />

(volksgezondheidsaspect);<br />

• bij toekomstig gebruik <strong>van</strong> grond (ruimtelijk orden<strong>in</strong>gsaspect);<br />

B<strong>in</strong>nen de organisatie <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong> was er geen centraal punt<br />

waar de kennis over <strong>asbest</strong> was geconcentreerd. Met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

onderwerp <strong>asbest</strong> hield de afdel<strong>in</strong>g Bouw- en Milieuzaken zich met name<br />

e<strong>in</strong>d jaren negentig bezig met de implementatie <strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen. Kennis op het gebied <strong>van</strong> de volksgezondheids- en<br />

ruimtelijke orden<strong>in</strong>gsaspecten bleven hier onderbelicht.<br />

Voor het kunnen plaatsen <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> één <strong>in</strong>tegraal kader<br />

is het volgens de commissie <strong>van</strong> belang dat op één afdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de organisatie<br />

daarover ook alle kennis wordt bewaard, bijgehouden en ontwikkeld. Naast<br />

één centraal punt <strong>in</strong> de ambtelijke organisatie rond dit punt, v<strong>in</strong>dt de<br />

commissie ook dat één portefeuillehouder zich <strong>in</strong>tegraal met alle aspecten<br />

rond <strong>asbest</strong> moet bezighouden en hierop aanspreekbaar moet zijn. Dit neemt<br />

niet weg dat op grond <strong>van</strong> het collegialiteitsbeg<strong>in</strong>sel het hele college zich<br />

verantwoordelijk dient te voelen voor de problematiek.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de nota’s die door de ambtelijke organisatie aan het<br />

college geschreven worden dient het college te formuleren over welke<br />

<strong>in</strong>formatie zij m<strong>in</strong>imaal als achtergrond<strong>in</strong>formatie wil beschikken. Ten aanzien<br />

<strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek zijn de aard <strong>van</strong> het gevaar, de om<strong>van</strong>g en het<br />

risico relatie tot het gevaar belangrijke <strong>in</strong>dicatoren waarover het college<br />

geïnformeerd zou moeten worden.<br />

5.5 De verantwoordelijkheden <strong>van</strong> andere overheden<br />

De Wet Chemische Afvalstoffen waardoor het <strong>in</strong> de bodem brengen <strong>van</strong> een<br />

chemische afvalstof als <strong>asbest</strong> wordt verboden trad op 1 augustus 1979 <strong>in</strong><br />

werk<strong>in</strong>g. De stort<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het milieu <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>cementafval <strong>van</strong> Eternit<br />

v<strong>in</strong>den plaats tot 1974 (<strong>in</strong>formatie Eternit zelf) en zijn tot die tijd dus legaal. De<br />

commissie v<strong>in</strong>dt dat daardoor de Rijksoverheid die niet eerder wetgev<strong>in</strong>g op<br />

dit punt heeft ontwikkeld zich nadrukkelijk ook als probleemeigenaar <strong>van</strong> de<br />

depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het milieu <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong> zou moeten opstellen,<br />

hetgeen zij met betrekk<strong>in</strong>g tot een belangrijk onderdeel daar<strong>van</strong> namelijk<br />

verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen) de afgelopen jaren ook heeft gedaan.<br />

Door middel <strong>van</strong> het beschikbaar stellen <strong>van</strong> een subsidie om uitgebreid<br />

historisch onderzoek te doen <strong>in</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> naar de<br />

locaties <strong>van</strong> de depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval kan <strong>in</strong> het vervolg bij<br />

bouwplannen en bijvoorbeeld de aanleg <strong>van</strong> wegen beter hierop worden<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 55


geanticipeerd. Op die wijze zou een <strong>asbest</strong>kaart <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Twente</strong> ontstaan.<br />

De commissie acht het ook <strong>van</strong> groot belang dat op <strong>in</strong>itiatief <strong>van</strong> de<br />

gemeente er onder alle burgers onderzoek wordt gedaan naar de<br />

verspreid<strong>in</strong>g en toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> het verleden. Daar<br />

waar de verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>cementafval op particulier <strong>in</strong>itiatief is<br />

gebeurd, zullen ook <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie particulieren moeten worden<br />

benaderd om meer <strong>in</strong>zicht daarover te verkrijgen. Het is <strong>van</strong> belang de<br />

beschikbare <strong>in</strong>formatie nu die nog beschikbaar zo snel mogelijk is vast te<br />

leggen. De gegevens die uit dit onderzoek voortvloeien dienen opgeslagen<br />

te worden <strong>in</strong> een databank (<strong>asbest</strong>kaart), die voor één ieder beschikbaar is<br />

gesteld. Van belang is bovendien ook om <strong>in</strong>formatie over de<br />

saner<strong>in</strong>gsactiviteiten die hebben plaatsgevonden vast te leggen.<br />

5.7 Conclusies<br />

De gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> heeft een vrij unieke positie waar het gaat om<br />

<strong>asbest</strong>beleid. Door de grote hoeveelheden <strong>asbest</strong>cementafval die <strong>in</strong> het<br />

milieu zijn terechtgekomen dient er <strong>van</strong>wege de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g<br />

een aanvullend beleid en een duidelijke visie te zijn op de regelgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de rijksoverheid. De commissie acht het daarvoor noodzakelijk dat b<strong>in</strong>nen de<br />

gemeentelijk organisatie op één punt de kennis over <strong>asbest</strong> wordt bewaard,<br />

bijgehouden en ontwikkeld. Ook dient één portefeuillehouder zich <strong>in</strong>tegraal<br />

met alle aspecten rond de <strong>asbest</strong>problematiek bezig te houden en hierop<br />

aanspreekbaar te zijn. Het college dient zelf <strong>in</strong>dicatoren aan te geven op<br />

grond waar<strong>van</strong> zij door de ambtelijke organisatie geïnformeerd wil worden.<br />

Met een subsidie <strong>van</strong> de Rijksoverheid moet er nader (historisch) onderzoek<br />

gedaan worden naar de verspreid<strong>in</strong>g en toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval<br />

die <strong>in</strong> het verleden heeft plaatsgevonden. De gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

moet bovendien een actief beleid voeren om haar <strong>in</strong>woners te <strong>in</strong>formeren<br />

over de risico’s <strong>van</strong> een <strong>asbest</strong>blootstell<strong>in</strong>g en hun ook middels een subsidie<br />

stimuleren <strong>asbest</strong> uit bouwwerken te verwijderen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 56


Hoofdstuk 6<br />

Samenvattende conclusies<br />

en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

6.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Aan de commissie is door de gemeenteraad een onderzoeksopdracht<br />

voorgelegd (zie bijlage 1 en 2). Om te kunnen beoordelen onder welke<br />

omstandigheden de casus Hogenkamp zich heeft afgespeeld heeft de<br />

commissie eerste uitvoerig historisch onderzoek gedaan naar de aanwezige<br />

kennis over <strong>asbest</strong> bij de gemeenteraad, het college en de ambtelijke<br />

organisatie <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong>. Belangrijk daarbij is, dat <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> de<br />

grootste voormalige <strong>asbest</strong>verwerkende fabriek <strong>van</strong> Nederland is gesitueerd,<br />

namelijk Eternit. Doordat tot 1974 het <strong>asbest</strong>cementafval <strong>van</strong> deze fabriek<br />

op zeer grote schaal is gebruikt als weg- en erfverhard<strong>in</strong>g is de situatie rond<br />

<strong>Goor</strong> – behoudens wellicht Harderwijk – niet te vergelijken met een andere<br />

plaats <strong>in</strong> Nederland.<br />

6.2 Conclusies<br />

In Nederland is <strong>in</strong> zijn algemeenheid gedurende een langere periode <strong>in</strong><br />

toenemende mate kennis over <strong>asbest</strong> opgebouwd. Dit blijkt uit diverse<br />

publicaties <strong>in</strong> de landelijke kranten, de regionale pers, de wetgev<strong>in</strong>g en<br />

richtlijnen <strong>van</strong> het M<strong>in</strong>isterie en <strong>in</strong>ternationale ontwikkel<strong>in</strong>gen. Delen <strong>van</strong> die<br />

kennis waren ook aanwezig b<strong>in</strong>nen het bestuurlijk en ambtelijk apparaat <strong>van</strong><br />

de gemeente <strong>Goor</strong>. Ook een <strong>in</strong>ternationaal opererend bedrijf als Eternit moet<br />

goed <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen op de hoogte zijn geweest. De opgebouwde<br />

kennis wordt met name op Rijksniveau vertaald <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g. In praktijk blijkt<br />

het omzetten <strong>van</strong> de kennis <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g ongeveer 20 jaar heeft geduurd.<br />

Hoewel het feit dat de kennis over <strong>asbest</strong> zich fl<strong>in</strong>k ontwikkelde en dit op<br />

rijksniveau ook <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g werd omgezet, werd er niet <strong>van</strong> enige<br />

ongerustheid op lokaal niveau blijk gegeven. Eternit werd door bestuurders<br />

als een grote en stabiele werkgever gezien, die ook economisch gezien <strong>van</strong><br />

grote importantie was voor <strong>Goor</strong>.<br />

Ondanks de verbred<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de kennis over <strong>asbest</strong> en de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

wetgev<strong>in</strong>g werd de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> niet als potentieel groot<br />

probleem gezien. Eternit, wiens kernactiviteit als bedrijf de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong> was, werd als bedrijf gekoesterd. Tot het <strong>asbest</strong>verbod <strong>in</strong> 1993 is<br />

daarmee de economische factor absoluut doorslaggevend geweest <strong>in</strong> de<br />

opstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het gemeentebestuur en daarmee ook <strong>in</strong> die <strong>van</strong> de<br />

ambtelijke organisatie ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 57


Conclusie 1<br />

Hoewel Eternit één <strong>van</strong> de grootste werkgevers was en het belang <strong>van</strong><br />

behoud <strong>van</strong> werkgelegenheid serieus genomen moet worden, heeft de<br />

gemeente <strong>Goor</strong> door zo nadrukkelijk het belang <strong>van</strong> het behoud <strong>van</strong><br />

werkgelegenheid voorop te stellen zich tot 1993 volledig afgesloten <strong>van</strong> een<br />

problematiek die zich <strong>in</strong> de loop der jaren steeds duidelijker begon af te<br />

tekenen.<br />

Wanneer <strong>in</strong> 1993 het totale Asbestverbod <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g treedt en er meer<br />

publiciteit komt over oud-werknemers en andere mensen die aan<br />

mesothelioom sterven verandert de houd<strong>in</strong>g enigsz<strong>in</strong>s. Asbest wordt <strong>van</strong>af<br />

midden jaren negentig betiteld als een politiek gevoelig onderwerp. Dit leidt<br />

echter niet tot het maken <strong>van</strong> een algemeen <strong>asbest</strong>beleid of een<br />

verkennend onderzoek naar de toepass<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval en<br />

<strong>asbest</strong>pulp.<br />

Conclusie 2<br />

Ook midden jaren negentig worden – ondanks vele publicaties over <strong>asbest</strong> –<br />

signalen niet opgepikt en handelt de gemeente reactief op basis <strong>van</strong><br />

landelijke normen. Men komt niet tot een eigen visie en ontwikkelt geen<br />

beleid op het gebied <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de breedste z<strong>in</strong> des woords.<br />

De casus Hogenkamp heeft zich afgespeeld tegen een achtergrond <strong>van</strong><br />

feiten en omstandigheden zoals hierboven door de commissie is verwoord.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wijjk de Hogenkamp zijn er<br />

verschillende signalen geweest die hebben geduid op een bodemvervuil<strong>in</strong>g.<br />

De commissie heeft de volgende signalen geconstateerd:<br />

• nader onderzoek naar <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>van</strong> perceel Smit vond niet plaats;<br />

• nader onderzoek zoals PPC voorstelde naar totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g vond niet plaats;<br />

• historisch onderzoek was zeer beperkt, terwijl men op de hoogte was <strong>van</strong><br />

de grote schaal waarop <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> omgev<strong>in</strong>g <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> het<br />

milieu is gebracht;<br />

• geconstateerde vervuil<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de fase <strong>van</strong> het bouwrijp maken werden<br />

gezien als <strong>in</strong>cidenten en beheersbare problemen, terwijl de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

deze vervuil<strong>in</strong>gen op zichzelf en <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g met elkaar deze houd<strong>in</strong>g<br />

niet rechtvaardigde;<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 58


• er werd geen toezicht gehouden op het Certicondepot (gronddepot, ten<br />

oosten <strong>van</strong> wijk de Hogenkamp) waar<strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g bekend was,<br />

terwijl er wel grondtransmissies met dit depot als aan- en afvoerbasis<br />

hebben plaatsgevonden;<br />

Conclusie 3<br />

De commissie oordeelt dat er gedurende het hele project de Hogenkamp<br />

verschillende signalen zijn geweest die hebben geduid op bodemvervuil<strong>in</strong>g<br />

en dat daarop niet adequaat is gereageerd.<br />

Indien op alle signalen wel adequaat was gereageerd had wellicht <strong>in</strong> een<br />

eerder stadium aan het licht gekomen dat het terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> de Hogenkamp<br />

met <strong>asbest</strong> vervuild was. De commissie is zich er<strong>van</strong> bewust dat <strong>in</strong>dien alle<br />

signalen wel adequaat waren opgepikt er geen 100% garantie te geven is<br />

dat de vervuil<strong>in</strong>g zich <strong>in</strong> een eerder stadium had geopenbaard.<br />

Conclusie 4<br />

De kans op het aantreffen <strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g zou significant zijn vergroot <strong>in</strong>dien<br />

op de signalen wel adequaat was gereageerd. Gelet op de signalen die er<br />

waren lag het naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie <strong>in</strong> de lijn der verwacht<strong>in</strong>g<br />

hierop te reageren.<br />

De vraag die zich vervolgens voordoet is wie er verantwoordelijk is voor het<br />

niet adequaat reageren op de signalen die er waren. De commissie is <strong>van</strong><br />

men<strong>in</strong>g, dat het college en de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> ten onterechte niet<br />

<strong>in</strong> een eerder stadium beleid hebben ontwikkeld rond <strong>asbest</strong>. In ieder geval<br />

na 1993, toen het behoud <strong>van</strong> werkgelegenheid bij Eternit niet meer onder<br />

druk stond, had er nader beleid en onderzoek naar de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het<br />

<strong>asbest</strong>probleem moeten plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Initiatieven <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g zijn er noch <strong>van</strong> het college noch <strong>van</strong> de<br />

gemeenteraad geweest. De ambtelijke organisatie ondernam <strong>in</strong> het<br />

verlengde <strong>van</strong> deze bestuurlijke opstell<strong>in</strong>g geen eigen <strong>in</strong>itiatieven.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 59


Conclusie 5<br />

De gemeenteraad en het college <strong>van</strong> de voormalige <strong>Goor</strong> hebben ten<br />

onrechte de <strong>asbest</strong>problematiek niet als probleem erkend en hebben<br />

daardoor <strong>in</strong> onvoldoende mate beleid hierover ontwikkeld. Hierdoor was er<br />

onvoldoende focus op en aandacht voor dit onderwerp, zowel bij de<br />

ambtelijke als bestuurlijke organisatie.<br />

Ongeacht het feit, dat er op het gebied <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> geen specifiek beleid<br />

was ontwikkeld, heeft de ambtelijke organisatie belangrijke signalen <strong>van</strong> een<br />

<strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Hogenkamp – die er ondanks de beperkte focus op<br />

<strong>asbest</strong> waren - niet opgepikt.<br />

In dat kader wil de commissie <strong>in</strong> het bijzonder stilstaan bij het functioneren<br />

<strong>van</strong> het Projectteam, dat met name <strong>in</strong> het proces voor de uitvoer<strong>in</strong>gsfase tot<br />

taak zou hebben de verschillende betrokken discipl<strong>in</strong>es op elkaar af te<br />

stemmen en de totale voortgang <strong>van</strong> het Project te coörd<strong>in</strong>eren. Op het<br />

moment dat het project Hogenkamp <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>gsfase kwam, nam de<br />

projectleider afscheid en werd het projectteam m<strong>in</strong> of meer ontbonden. De<br />

bestuurlijke aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit Projectteam was onzichtbaar en niet<br />

structureel.<br />

Conclusie 6<br />

Het projectteam de Hogenkamp heeft ten aanzien <strong>van</strong> het oppikken <strong>van</strong><br />

signalen rond <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g niet gefunctioneerd.<br />

In zijn algemeenheid is de commissie wel overtuigd <strong>van</strong> de noodzaak <strong>van</strong> het<br />

<strong>in</strong>stellen <strong>van</strong> een Projectteam bij de begeleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> majeure fysieke<br />

projecten.<br />

De kans op het krijgen <strong>van</strong> één <strong>van</strong> de (dodelijke) ziekten die met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong><br />

verband worden gebracht (<strong>asbest</strong>gerelateerde longkanker, mesothelioom of<br />

<strong>asbest</strong>ose) neemt toe naarmate de tijd dat men aan <strong>asbest</strong> is of wordt<br />

blootgesteld toeneemt. In de omgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>Goor</strong>, waar <strong>asbest</strong> op grote<br />

schaal als bouwmateriaal is toegepast, maar ook op zeer grote schaal als<br />

afvalmateriaal is gedeponeerd <strong>in</strong> het milieu, is daarmee de ernst <strong>van</strong> de<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 60


<strong>asbest</strong>problematiek aanzienlijk. Dit wordt ook bevestigd door de lokale<br />

<strong>asbest</strong>mortaliteitscijfers, die significant hoger liggen dan elders <strong>in</strong> Nederland.<br />

De commissie wil daarbij met name aandacht vragen voor het relatief hoge<br />

aantal mensen dat is overleden of mogelijk nog zal overlijden aan<br />

mesothelioom, terwijl men niet beroepsmatig met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g is<br />

geweest.<br />

De <strong>asbest</strong>problematiek <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> is bijna uniek <strong>in</strong><br />

Nederland, <strong>van</strong>wege de grote depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> het milieu.<br />

Conclusie 7<br />

De <strong>asbest</strong>problematiek <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> vergt <strong>van</strong>wege zijn<br />

bijzondere karakter door de grote depositie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het milieu<br />

aanvullend <strong>in</strong>tegraal beleid ten opzichte <strong>van</strong> de wetgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het rijk.<br />

6.3 Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Op grond <strong>van</strong> de casus Hogenkamp wil de commissie een aanbevel<strong>in</strong>g doen<br />

die voor het slagen <strong>van</strong> andere projecten <strong>in</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

<strong>van</strong> belang kan zijn. Daarbij is voor de commissie <strong>van</strong> belang dat majeure<br />

projecten een duidelijke aanstur<strong>in</strong>g krijgen <strong>in</strong> ambtelijk en bestuurlijk opzicht.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>g 1<br />

Een Projectteam bij majeure fysieke projecten laten functioneren op basis<br />

<strong>van</strong> een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gsbesluit <strong>van</strong> het college waar<strong>in</strong> leden worden benoemd en<br />

het doel <strong>van</strong> het Projectteam wordt beschreven alsmede de terugkoppel<strong>in</strong>g<br />

aan het college is geregeld.<br />

In het belang <strong>van</strong> risicomanagement is het volgens de commissie <strong>van</strong> belang<br />

dat het college goed geïnformeerd wordt door haar ambtelijke organisatie.<br />

Het is daarbij <strong>van</strong> belang dat het college zelf vaststelt over welke m<strong>in</strong>imale<br />

hoeveelheid <strong>in</strong>formatie zij wil beschikken voordat zij een besluit neemt.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 61


Aanbevel<strong>in</strong>g 2<br />

Het college dient <strong>in</strong>dicatoren vast te stellen op grond waar<strong>van</strong> zij door haar<br />

ambtelijke organisatie geïnformeerd wordt. Ten aanzien <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>problematiek zijn dergelijke <strong>in</strong>dicatoren<br />

• de aard <strong>van</strong> het gevaar;<br />

• de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het gevaar<br />

• het risico <strong>van</strong> het gevaar <strong>in</strong> relatie tot de om<strong>van</strong>g.<br />

Gelet op de ernst, aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> de regio<br />

rond <strong>Goor</strong> acht de commissie het maatschappelijk gezien <strong>van</strong> belang dat er<br />

meer onderzoek word gedaan naar de mestheliomen waarbij er geen<br />

beroepsmatige relatie met <strong>asbest</strong> bestaat. Ook de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>Twente</strong> dient dit nader onderzoek te bevorderen.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>g 3<br />

Het verdient volgens de commissie aanbevel<strong>in</strong>g dat <strong>van</strong> door de gemeente<br />

<strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> en de rijksoverheid wordt bevorderd dat er nader<br />

epidemiologisch onderzoek wordt verricht naar niet beroepsmatige<br />

mesothelioomgevallen.<br />

Voor het kunnen plaatsen <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> één <strong>in</strong>tegraal kader<br />

is het volgens de commissie <strong>van</strong> belang dat op één plaats <strong>in</strong> de organisatie<br />

daarover ook alle kennis wordt bewaard, bijgehouden en ontwikkeld. Naast<br />

één centraal punt <strong>in</strong> de ambtelijke organisatie rond dit punt, v<strong>in</strong>dt de<br />

commissie ook dat één portefeuillehouder zich <strong>in</strong>tegraal met alle aspecten<br />

rond <strong>asbest</strong> moet bezighouden. Dit neemt niet weg dat op grond <strong>van</strong> het<br />

collegialiteitsbeg<strong>in</strong>sel het hele college, maar ook de gemeenteraad, zich<br />

verantwoordelijk dient te voelen voor de problematiek.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>g 4<br />

Op één plaats b<strong>in</strong>nen de ambtelijke organisatie dient alle kennis over <strong>asbest</strong><br />

te worden bewaard, bijgehouden en ontwikkeld. In het verlengde daar<strong>van</strong> is<br />

het ook noodzakelijk dat er één portefeuillehouder zich <strong>in</strong>tegraal met alle<br />

aspecten bezig houdt en hierover verantwoord<strong>in</strong>g aflegt aan de raad.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 62


De gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> dient zich niet alleen verantwoordelijk te<br />

voelen voor het ontwikkelen en uitvoeren <strong>van</strong> <strong>in</strong>tegraal beleid. Door de wijze<br />

waarop wetgev<strong>in</strong>g over <strong>asbest</strong> tot stand is gekomen is de rijksoverheid hierop<br />

ook aan te spreken. Goed <strong>in</strong>tegraal beleid beg<strong>in</strong>t naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

commissie met een uitgebreid historisch onderzoek naar de locaties waar<br />

mogelijk <strong>asbest</strong>cementafval kan zijn gedeponeerd.<br />

Gegevens en registraties over de saner<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>wegen<br />

zullen hier deel <strong>van</strong> uit moeten maken evenals een onderzoek onder de<br />

bevolk<strong>in</strong>g naar de toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong> het verleden.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>g 5<br />

De Rijksoverheid voorstellen een subsidie beschikbaar te stellen voor het<br />

verrichten <strong>van</strong> een uitgebreid historisch onderzoek b<strong>in</strong>nen de gemeente <strong>Hof</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>Twente</strong> met als doel meer duidelijkheid te verkrijgen over locaties waar<br />

<strong>asbest</strong>cementafval is gedeponeerd.<br />

De commissie heeft gaandeweg haar onderzoek geconstateerd, dat er bij<br />

de bestuurlijke en ambtelijke organisatie een proces gaande is waarbij men<br />

zich steeds meer bewust wordt <strong>van</strong> de risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Daar staat<br />

tegenover dat de <strong>in</strong>woners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> nog steeds de<br />

risico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> méér ontkennen dan erkennen. Een dergelijke houd<strong>in</strong>g<br />

verandert niet meteen, daar is naar de men<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie een actief<br />

beleid <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> voor nodig.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>g 6<br />

De gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> moet haar <strong>in</strong>woners actief <strong>in</strong>formeren over de<br />

risico’s <strong>van</strong> blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong>. Daarnaast moeten <strong>in</strong>woners ook actief<br />

door middel <strong>van</strong> het beschikbaar stellen <strong>van</strong> een subsidie worden<br />

gestimuleerd om <strong>asbest</strong> uit bouwwerken te verwijderen.<br />

6.4 Tenslotte<br />

De commissie beseft dat zij met de conclusies zoals verwoord hierboven niet<br />

dé oorzaak <strong>van</strong> de casus Hogenkamp heeft kunnen aangeven.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 63


Desalniettem<strong>in</strong> hoopt zij met deze e<strong>in</strong>drapportage, waar<strong>in</strong> ook de relatie <strong>van</strong><br />

de gemeente <strong>Goor</strong> met <strong>asbest</strong> uitvoerig is beschreven, een goed beeld<br />

heeft kunnen geven <strong>van</strong> de omstandigheden waar<strong>in</strong> de casus Hogenkamp<br />

zich heeft kunnen ontwikkelen. De commissie v<strong>in</strong>dt het daarbij <strong>van</strong> belang te<br />

constateren dat door de casus Hogenkamp de <strong>asbest</strong>problematiek terecht<br />

hoog op de politieke agenda is terechtgekomen.<br />

Van belang is nu om vooruit te zien en door middel <strong>van</strong> de wetenschap uit<br />

het verleden te werken aan een <strong>asbest</strong>beleid, waar<strong>in</strong> het bijzondere karakter<br />

<strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>problematiek <strong>in</strong> de regio rond <strong>Goor</strong> ten volle wordt uitgewerkt.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 64


Bijlage 1 Bestuursopdracht<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders heeft op 17 september 2002 besloten om <strong>in</strong><br />

aanvull<strong>in</strong>g op het historisch onderzoek <strong>van</strong> Lankelma d.d. 10 september 2002, dat <strong>in</strong> opdracht<br />

<strong>van</strong> de gemeente is verricht, <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> een (<strong>in</strong>terne) bestuursopdracht antwoord te<br />

krijgen op enkele vragen die met betrekk<strong>in</strong>g tot de chronologische gang <strong>van</strong> zaken<br />

voorafgaand aan de uitgifte <strong>van</strong> bouwkavels <strong>in</strong> het plan de Hogenkamp <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> nog open<br />

gebleven zijn.<br />

De vragen worden <strong>in</strong> deze rapportage behandeld middels bijdragen die <strong>van</strong>uit de<br />

gemeentelijke organisatie zijn aangeleverd. De <strong>in</strong>valshoeken daarbij zijn tweeërlei, namelijk<br />

de ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de nieuwbouwwijk en de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g. In deze<br />

rapportage bestuursopdracht de Hogenkamp wordt <strong>in</strong>formatie gegenereerd <strong>van</strong> feitelijke<br />

aard, die kan bijdragen aan de beantwoord<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bestuurlijke vervolgvragen die met<br />

betrekk<strong>in</strong>g tot de Hogenkamp actueel zijn of worden.<br />

Het college heeft <strong>in</strong>middels besloten om op 5 november 2002 aan de raad een voorstel te<br />

doen een externe onderzoekscommissie <strong>in</strong> te stellen om een onafhankelijke toets uit te<br />

voeren op wat zich ambtelijk en bestuurlijk tot op heden heeft afgespeeld. Voorts wordt aan<br />

de commissie gevraagd bouwstenen aan te dragen voor een <strong>in</strong>tegraal gemeentelijk<br />

<strong>asbest</strong>beleid.<br />

Deze rapportage wordt aan de raad aangeboden en dient als onderlegger <strong>van</strong> de <strong>in</strong> te<br />

stellen commissie. Een en ander betekent dat analyse <strong>van</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen en beoordel<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> feiten, alsmede het trekken <strong>van</strong> conclusies <strong>in</strong> deze bestuursopdracht doelbewust<br />

achterwege gelaten is.<br />

<strong>Goor</strong>, 29 oktober 2002<br />

Burgemeester en wethouders <strong>van</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>,<br />

de secretaris, de burgemeester,<br />

Mr. D. Markvoort Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 65


2. Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

De bestuursopdracht bevat een feitenrelaas omtrent het ambtelijke en bestuurlijke traject dat<br />

heeft geleid tot de realisatie <strong>van</strong> het plan de Hogenkamp <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. De gestelde vragen hebben<br />

kort samengevat betrekk<strong>in</strong>g op: het niet houden <strong>van</strong> een <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>onderzoek, de wel<br />

gehouden bodemonderzoeken, de gedane <strong>asbest</strong>meld<strong>in</strong>gen en de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g<br />

die heeft plaatsgevonden.<br />

De eerste onderzoeksvraag, waarom geen <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>onderzoek heeft plaatsgevonden<br />

ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp maken wordt beantwoord <strong>van</strong>uit de ontwikkel<strong>in</strong>gen die hebben<br />

plaats gevonden <strong>in</strong> de zes verschillende betrokken gremia: bouwteam, werkgroep<br />

Hogenkamp, werkgroep ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, team grondbedrijf, commissie<br />

grondgebiedzaken en gemeenteraad <strong>van</strong> de voormalige gemeente <strong>Goor</strong>.<br />

Uit de feitelijke weergave <strong>van</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen rondom de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het project de<br />

Hogenkamp blijkt, dat noch <strong>in</strong> de ambtelijke, noch <strong>in</strong> de bestuurlijke overleggen gesproken is<br />

over de vraag of <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het bouwrijp maken <strong>van</strong> de grond een <strong>in</strong>tegraal<br />

bodemonderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> zou moeten plaatsv<strong>in</strong>den. Dit ondanks<br />

kantteken<strong>in</strong>gen die de prov<strong>in</strong>ciale planolo-gische commissie en de stedebouwkundig<br />

adviseur tijdens de bestemm<strong>in</strong>gsplan-procedure hebben geplaatst.<br />

Aspecten die hierbij mogelijk een rol kunnen spelen zijn, (1) dat het proces <strong>van</strong><br />

bouwgrondexploitatie <strong>in</strong> nieuwbouwwijken destijds <strong>in</strong> het algemeen niet voorzag <strong>in</strong> het houden<br />

<strong>van</strong> een afzonderlijk onderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, (2) dat er op basis <strong>van</strong> de<br />

verkennende onderzoeken die wel hebben plaatsgevonden kennelijk geen aanleid<strong>in</strong>g werd<br />

gezien om een <strong>in</strong>tegraal onderzoek te laten uitvoeren naar bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong> het<br />

bijzonder naar het voorkomen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, (3) dat (deel) onderzoeken, die <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het<br />

aankopen <strong>van</strong> gronden wel hebben plaatsgevonden, het gehele gebied dat tot de<br />

Hogenkamp behoort omvatten, (4) dat de onderzoeksmethodiek ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp<br />

maken <strong>in</strong> 1999 en 2000 niet verschilde <strong>van</strong> die ten tijde <strong>van</strong> de bodemonderzoeken uit 1993-<br />

1994, (5) dat <strong>in</strong> het algemeen als uitgangspunt wordt gehanteerd, dat bodemonderzoeken<br />

geacht worden gemiddeld vijf jaar lang geldig te zijn.<br />

Uit de dossiers blijkt, dat de bodemonderzoeken die wel hebben plaatsgevonden<br />

(onderzoeksvraag 2) op enkele uitzonder<strong>in</strong>gen na gedaan zijn <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het verwerven<br />

<strong>van</strong> gronden. Aangezien pas <strong>in</strong> 2001 nieuwe normen voor bodemonderzoek <strong>van</strong> kracht zijn<br />

geworden, worden ter beantwoord<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze vraag de bodemonderzoeken getoetst aan de<br />

normen die ten tijde <strong>van</strong> het bouwrijp maken geldend waren. Uit het daar gepresenteerde<br />

feitenrelaas volgt, dat met uitzonder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> één verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g de aanbevel<strong>in</strong>gen uit de<br />

onderzoeken zijn overgenomen en (voorzover tot nu toe kon worden nagegaan) zijn<br />

uitgevoerd.<br />

Een feitelijke constater<strong>in</strong>g die daar<strong>in</strong> ook wordt gedaan, is dat wanneer de normen voor<br />

bodemonderzoek <strong>in</strong> de periode 1993 tot 2001 worden vergeleken met de huidige nieuwe<br />

normen, dan met name blijkt dat het historisch onderzoek <strong>in</strong> het verleden een veel beperktere<br />

rol had dan momenteel.<br />

Wat de <strong>asbest</strong>meld<strong>in</strong>gen betreft met betrekk<strong>in</strong>g tot het plan de Hogenkamp (onderzoeksvraag<br />

3), blijkt uit het dossier niet, dat <strong>in</strong> de periode voorafgaand aan het bouwrijpmaken door<br />

iemand <strong>asbest</strong> is gemeld. Na 1 januari 2001 is er meer <strong>asbest</strong> aangetroffen <strong>in</strong> de Hogenkamp,<br />

voornamelijk <strong>in</strong> “de driehoek”. Dit heeft geleid tot een saner<strong>in</strong>g en het beschikbaarstellen <strong>van</strong><br />

een extra krediet door de gemeenteraad.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 66


Uit mondel<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>formatie blijkt dat tijdens de bouwfase (tussen bouw- en woonrijpmaken) er 1<br />

meld<strong>in</strong>g gedaan zou zijn <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> een <strong>asbest</strong>pijp. In de dossiers wordt dit<br />

echter nergens bevestigd. Uit de dossiers blijkt voorts niet, dat er ten tijde <strong>van</strong> de<br />

bouwactiviteiten schriftelijke of mondel<strong>in</strong>ge meld<strong>in</strong>gen zijn gedaan door aannemers, bewoners<br />

of andere betrokkenen. Wel v<strong>in</strong>den er <strong>in</strong> deze periode grondverplaats<strong>in</strong>gen plaats en blijkt er<br />

naderhand ook meer grond bij de depots te liggen, waaronder grond met <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>gen.<br />

Ook is gebleken, dat <strong>van</strong> deze depots door aannemers weer grond is gebruikt.<br />

De meld<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> komen met name op gang <strong>van</strong>af het moment dat<br />

met het woonrijp maken <strong>van</strong> de wijk wordt begonnen, namelijk <strong>in</strong> het voorjaar <strong>van</strong> 2002, nadat<br />

uit een <strong>in</strong>terne meld<strong>in</strong>g blijkt dat enkele bestaande depots verontre<strong>in</strong>igd zijn.<br />

Uit de dossiers kan worden afgeleid dat de politiek-bestuurlijke discussie <strong>in</strong> commissie en<br />

raad voorafgaand en tijdens het woon- en bouwrijpmaken <strong>van</strong> de Hogenkamp zich heeft<br />

toegespitst op de stedebouwkundige uitgangspunten <strong>van</strong> deze nieuwbouwwijk, zoals<br />

ecologisch en duurzaam bouwen, milieuvriendelijk grondwaterbeheer, een subsidieregel<strong>in</strong>g<br />

voor duurzaam bouwen, de bereikbaarheid <strong>van</strong> de won<strong>in</strong>gen/kavels met autoverkeer en de<br />

grondprijs.<br />

Tegelijkertijd blijkt uit de dossiers de politiek-bestuurlijke wens om het plan spoedig te kunnen<br />

realiseren en de bouwkavels voorspoedig uit te kunnen geven. Uit de verslagen <strong>van</strong><br />

vergader<strong>in</strong>gen blijkt niet dat de historie <strong>van</strong> het gebied geagendeerd is geweest <strong>in</strong> de<br />

college-, commissie- of raadsvergader<strong>in</strong>gen. Dit met uitzonder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de opmerk<strong>in</strong>g die een<br />

raadslid hierover maakte tijdens een commissievergader<strong>in</strong>g. In het laatste hoofdstuk volgt<br />

een chronologisch overzicht <strong>van</strong> bestuurlijke bespreek- en beslismomenten<br />

(onderzoeksvraag 4).<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 67


3. De bestuursopdracht d.d. 17 september 2002<br />

De doelstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bestuursopdracht is door het college als volgt vastgesteld:<br />

“Het op basis <strong>van</strong> dossieronderzoek <strong>in</strong>ventariseren <strong>van</strong> feiten en gegevens<br />

over de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g/uitvoer<strong>in</strong>g<br />

die bij kunnen dragen aan een verklar<strong>in</strong>g voor de ontstane <strong>asbest</strong>problematiek."<br />

Deze doelstell<strong>in</strong>g is nader uitgewerkt <strong>in</strong> de vraagstell<strong>in</strong>g, zoals hierna opgenomen. Het<br />

betreffen vier deelvragen die door het college zijn uitgezet b<strong>in</strong>nen de ambtelijke organisatie.<br />

1) Waarom is <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> de start <strong>van</strong> de exploitatie c.q. het bouwrijp maken<br />

<strong>van</strong> de Hogenkamp niet één <strong>in</strong>tegraal bodemonderzoek <strong>in</strong>gesteld voor het totale<br />

gebied <strong>van</strong> de nieuwbouwwijk, specifiek gericht op de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>?<br />

2) Wat was de kwaliteit <strong>van</strong> de bodemonderzoeken die wel hebben<br />

plaatsgevonden?<br />

Het historisch onderzoek <strong>van</strong> Lankelma geeft uitsluitend een feitelijke weergave<br />

<strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de gehouden (deel)onderzoeken en de acties die hierop al<br />

dan niet zijn <strong>in</strong>gesteld. Het college wenst een kwalificatie <strong>van</strong> die onderzoeken,<br />

niet <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> of de onderzoeken kwalitatief goed waren, maar <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> <strong>van</strong> o.a.:<br />

• Hoe luidde de vraagstell<strong>in</strong>g uit de verleende<br />

onderzoeksopdrachten?<br />

• Voldeden de onderzoeken aan de eisen <strong>van</strong> die tijd?<br />

• Zijn de aanbevel<strong>in</strong>gen uit de rapporten overgenomen?<br />

• Zijn de verleende opdrachten tot saner<strong>in</strong>g adequaat uitgevoerd?<br />

• Kan de kaart met voormalige eigendomsgrenzen <strong>van</strong> de gehele lokatie<br />

worden gekoppeld aan de koopovereenkomsten en voorwaarden daar<strong>in</strong>?<br />

3) Hoe heeft de (ambtelijke) voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de besluiten en het<br />

bouw- en woonrijp maken <strong>in</strong>zake de Hogenkamp plaatsgevonden?<br />

• Hoe is het mogelijk, dat gedurende de fase <strong>van</strong> bouw- en woonrijp maken de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de wijk en de diverse depots niet is onderkend?<br />

• Zijn er meld<strong>in</strong>gen over de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> b<strong>in</strong>nengekomen en zo ja,<br />

wat is daarmee gebeurd?<br />

• Zijn er <strong>in</strong>tern meld<strong>in</strong>gen gedaan over de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>?<br />

4) Kan het chronologische overzicht m.b.t. de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake het<br />

plan de Hogenkamp, worden uitgebreid met nadere rele<strong>van</strong>te feitelijke gegevens<br />

<strong>in</strong>zake overleg- en beslismomenten (ook <strong>van</strong>af 2001) en <strong>in</strong>zake de bestuurlijke<br />

verantwoordelijkheidsverdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong>af 1990?<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 68


4. Integraal bodemonderzoek<br />

vraag Vraag 1: 1:<br />

Waarom is <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> de start <strong>van</strong> de exploitatie c.q. het bouwrijp maken<br />

<strong>van</strong> de Hogenkamp niet één <strong>in</strong>tegraal bodemonderzoek <strong>in</strong>gesteld voor het totale<br />

gebied <strong>van</strong> de nieuwbouwwijk, specifiek gericht op de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>?<br />

In deze paragraaf wordt een antwoord gegeven op deze vraag op basis <strong>van</strong> een<br />

feitelijke weergave <strong>van</strong> de ambtelijke en bestuurlijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan de<br />

Hogenkamp, die respectievelijk plaatsvond via het team grondbedrijf, de werkgroep<br />

ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en de werkgroep de Hogenkamp. Achtereenvolgens worden de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze gremia belicht.<br />

4.1 Het team grondbedrijf<br />

In de gemeente <strong>Goor</strong> viel de bouwgrondexploitatie niet onder de Algemene Dienst, maar<br />

onder een afzonderlijke tak <strong>van</strong> dienst: het grondbedrijf. Het Grondbedrijf behoorde tot de<br />

portefeuille <strong>van</strong> de burgemeester en niet tot de portefeuille Grondgebied. Ter aanstur<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

het Grondbedrijf was het team Grondbedrijf <strong>in</strong>gesteld. Op regelmatige tijden was er overleg<br />

tussen B&W en het team Grondbedrijf.<br />

Op 26 oktober 1993 wordt <strong>van</strong> de bouwgrondexploitatie m.b.t. de Hogenkamp voor het eerst<br />

meld<strong>in</strong>g gemaakt en wel <strong>in</strong> een gezamenlijk overleg tussen B&W en het team Grondbedrijf.<br />

Daarna komt de Hogenkamp <strong>in</strong> bijna alle overleggen team Grondbedrijf aan de orde. Op 2<br />

oktober 1995 wordt de eerste keer meld<strong>in</strong>g gemaakt <strong>van</strong> verontre<strong>in</strong>igde grond: 80 ton <strong>van</strong><br />

perceel Smit zal afgevoerd moeten worden (geraamde kosten <strong>van</strong> deze saner<strong>in</strong>g f 30.000,-).<br />

Op 18 december 1995 is er sprake <strong>van</strong> dat deze <strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zal worden verwijderd<br />

zodra de vorst uit de grond is. Daarna wordt gemeld dat Smit niet akkoord gaat met de<br />

aansprakelijkheidsstell<strong>in</strong>g. Op 22 november 2000 wordt gemeld dat het bouwrijp maken <strong>van</strong><br />

de Hogenkamp is gestart. Dit is tevens het laatste overleg <strong>van</strong> het <strong>Goor</strong>se team Grondbedrijf.<br />

4.2 Werkgroep ruimtelijke orden<strong>in</strong>g<br />

Onder leid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de portefeuillehouder voor ruimtelijke orden<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> het periodiek<br />

overleg dat plaats v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> de stedebouwkundig adviseur <strong>van</strong>af 1998<br />

regelmatig gesproken over de voortgang <strong>van</strong> het plan de Hogenkamp. Onderwerpen die<br />

aan de orde komen <strong>in</strong> de werkgroep ruimtelijke orden<strong>in</strong>g zijn met name gekoppeld aan de<br />

stedebouwkundige ontwikkel<strong>in</strong>g en voortgang <strong>van</strong> de realisatie <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan. In<br />

april 1999 wordt expliciet gesproken over het feit dat aanvullende bodemonderzoek nodig is<br />

voor gronden die later aan de Hogenkamp zijn toegevoegd. Tevens wordt afgesproken dat<br />

de bestaande onderzoeken zullen worden geïnventariseerd. Niet duidelijk wordt of dit ook is<br />

gedaan.<br />

4.3 Werkgroep De Hogenkamp<br />

Op de sector Grondgebied <strong>van</strong> de gemeente was voor de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

Hogenkamp <strong>van</strong>af 1999 een ambtelijke werkgroep <strong>in</strong>gesteld. De eerste vergader<strong>in</strong>g<br />

waar<strong>van</strong> gegevens vastliggen vond plaats op 24 november 1999. Hier<strong>in</strong> wordt gesproken<br />

over het <strong>asbest</strong>weggetje Busschers en opgemerkt dat de weg over de Hogenkamp verdacht<br />

is. In de actielijst wordt aangegeven dat dit door TNO onderzocht zal gaan worden. TNO was<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 69


toentertijd immers bezig met een onderzoek naar <strong>asbest</strong>wegen. De eerste actielijst wordt<br />

besproken op 8 december 1999. De milieuactiepunten zijn “saner<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g terre<strong>in</strong><br />

Smit” , die als gereed wordt gemeld en de “<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de weg Busschers”. De saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

deze laatst genoemde weg is meegenomen <strong>in</strong> het bouwrijpmaken.<br />

In de volgende ongedateerde actielijst worden de volgende punten toegevoegd:<br />

“Bemonsteren depot zwembad”, dat op 24 augustus 2000 gereed wordt gemeld en “terre<strong>in</strong><br />

opschonen/ophogen grond”. Dit heeft waarschijnlijk geleid tot de handpickactie die<br />

voorafgaand aan het bouwrijpmaken heeft plaats gevonden. De actielijst bevat ook als<br />

actie om na te gaan of het bodemonderzoek TSB dekkend is, dat wil zeggen of er b<strong>in</strong>nen het<br />

plangebied geen “witte vlekken” zitten waar geen bodemonderzoek is uitgevoerd.<br />

Op 8 februari 2000 is er een ambtelijk mailtje over de verrichte bodemonderzoeken <strong>in</strong> de<br />

Hogenkamp. Onduidelijk is, wat met de hier<strong>in</strong> gestelde vraag “Dienen er niet allerlei<br />

maatregelen getroffen te worden?” wordt bedoeld.<br />

Op de actielijst <strong>van</strong> 21 maart 2000 is de enige verwijz<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den naar bestuurlijke<br />

betrokkenheid bij de milieu aspecten. Het gaat dan echter over het zwembaddepot.<br />

Vermeld wordt: “Bouwstoffenbesluit 1 onderzoek, <strong>asbest</strong> spoed echter chemisch onderzoek<br />

volgens regels”. Uit het dossier wordt niet duidelijk of, zoals aangekondigd afstemm<strong>in</strong>g met<br />

de portefeuillehouder heeft plaatsgevonden.<br />

Op 21 juni 2000 is er een handgeschreven verslag, waar<strong>in</strong> gemeld wordt dat TNO gebeld<br />

moet worden voor de begeleid<strong>in</strong>g (wijze/kosten<strong>in</strong>dicatie) <strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>g en dat bij het<br />

afvlakken <strong>van</strong> het depot voor 28-6-2000 door de afdel<strong>in</strong>g stadsontwikkel<strong>in</strong>g opgepast moet<br />

worden voor vermeng<strong>in</strong>g met andere depots.<br />

Op 23 augustus 2000 wordt wederom <strong>in</strong> een handgeschreven verslag meld<strong>in</strong>g dat alleen de<br />

officiële weg over de Hogenkamp onderzocht is, en dat <strong>in</strong> het bestek moet worden geregeld<br />

dat de gehele wijk wordt geïnspecteerd ten behoeve <strong>van</strong> de saner<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met<br />

mogelijke uitlopers naar de omgev<strong>in</strong>g.<br />

In het laatste, beschikbare handgeschreven verslag d.d. 18 oktober 2000 wordt over de<br />

toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de grond opgemerkt, dat deze moet worden afgevoerd middels<br />

meld<strong>in</strong>gformulieren. Afgesproken wordt dat ervoor zorg gedragen zal worden dat middels<br />

DTA-Krekel ook secundaire paden <strong>in</strong> de Hogenkamp geschouwd worden.<br />

Tenslotte is op 29 november 2000 nog een opdracht verstrekt aan Nibag te Oldenzaal voor<br />

een <strong>asbest</strong><strong>in</strong>ventarisatie voor de boerderij met bijbouw aan de Hogenkamp 24 (boerderij<br />

Busschers). Op 9 december 2000 is het onderzoek echter afgelast, omdat de bewoner op<br />

dat moment nog niet weg kon en hij niet akkoord g<strong>in</strong>g met dit onderzoek. De boerderij is<br />

nadien gesloopt onder <strong>asbest</strong>condities maar zonder de aan<strong>van</strong>kelijk geplande<br />

<strong>asbest</strong><strong>in</strong>ventarisatie en tevens zonder sloopvergunn<strong>in</strong>g.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 70


4.4 Waarom geen <strong>in</strong>tegraal <strong>asbest</strong>onderzoek<br />

In het voortraject <strong>van</strong> de realiser<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan Hogenkamp heeft een<br />

aantal bodemonderzoeken plaatsgevonden. Deze hadden een <strong>in</strong>ventariserend/verkennend<br />

karakter. De resultaten <strong>van</strong> de <strong>in</strong>dicatieve onderzoeken leverden geen <strong>in</strong>formatie op, die<br />

wezen op een grootschalige vervuil<strong>in</strong>g. Duidelijk is, dat een <strong>in</strong>tegraal onderzoek nooit ter<br />

sprake is gekomen.<br />

Uit het dossier volgt dat het houden <strong>van</strong> een nader en aanvullend onderzoek niet aan de<br />

orde is geweest. Wel is onderzocht of er sprake was <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> en<br />

rond de door de gemeente <strong>Goor</strong> aangekochte percelen <strong>van</strong> Smit/Krabbenbos en Busschers.<br />

Later bleek dat onder de erfverhard<strong>in</strong>g op het perceel <strong>van</strong> Smit/Krabbenbos <strong>asbest</strong><br />

aanwezig was. Deze verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is gesaneerd, en de kosten <strong>van</strong> deze saner<strong>in</strong>g zijn door<br />

de gemeente <strong>Goor</strong> op Smit verhaald.<br />

In augustus 2000 was het TNO-onderzoek naar <strong>asbest</strong>wegen gereed. Hierbij is aangetoond<br />

dat <strong>in</strong> het gedeelte <strong>van</strong>af de Roerdompstraat tot aan de “kruis<strong>in</strong>g” met de toegangsweg<br />

naar de percelen <strong>van</strong> Krabbenbos/Smit en Busschers <strong>asbest</strong> aanwezig was.<br />

Daarnaast is op de voormalige ligweide <strong>van</strong> het zwembad een gronddepot <strong>in</strong>gericht. Dit<br />

depot bevond zich ongeveer ter plaatse <strong>van</strong> de percelen Watersnipstraat 5 t/m 15 en<br />

Waterhoenstraat 6 t/m 16. De hier<strong>in</strong> gedeponeerde grond was voornamelijk afkomstig <strong>van</strong><br />

bij reconstructies overblijvende grond. Deels was er sprake <strong>van</strong> het storten <strong>van</strong> veegvuil en<br />

blad. Deze grond was/is deels bestemd als ophooggrond voor de Hogenkamp en deels als<br />

afdekgrond voor het buitenzwembad dat nog moet worden omgebouwd tot een<br />

rioler<strong>in</strong>gsvoorzien<strong>in</strong>g. (bergbez<strong>in</strong>kbass<strong>in</strong>). In dit kader zijn deze depots onderzocht.<br />

Na onderzoek bleek dat <strong>in</strong> enkele delen <strong>van</strong> deze depots <strong>asbest</strong> aanwezig was. Bovendien<br />

werd een deel <strong>van</strong> de depots aangemerkt als categorie 1 grond. De met <strong>asbest</strong><br />

verontre<strong>in</strong>igde delen <strong>van</strong> het depot alsmede de categorie 1 grond zijn afgevoerd en gestort<br />

bij een erkende verwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g.<br />

Voorafgaand aan de werkzaamheden met betrekk<strong>in</strong>g tot het bouwrijpmaken heeft er een<br />

handpick<strong>in</strong>g actie plaatsgevonden waarbij al het zichtbare <strong>asbest</strong>houdend plaat – en<br />

buismateriaal is verwijderd. Ook zijn hierbij de afraster<strong>in</strong>gpalen, welk deels uit<br />

<strong>asbest</strong>houdende pijpen bestond, tijdens deze actie verwijderd.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 71


5. Gehouden bodemonderzoeken<br />

vraag Vraag 1: 2:<br />

Wat was de kwaliteit <strong>van</strong> de bodemonderzoeken die hebben plaatsgevonden?<br />

Het historisch onderzoek <strong>van</strong> Lankelma geeft uitsluitend een feitelijke weergave<br />

<strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de gehouden (deel)onderzoeken en de acties die hierop<br />

al dan niet zijn <strong>in</strong>gesteld. Het college wenst een kwalificatie <strong>van</strong> die<br />

onderzoeken, niet <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> of de onderzoeken kwalitatief goed waren, maar <strong>in</strong><br />

de z<strong>in</strong> <strong>van</strong> o.a.:<br />

- Hoe luidde de vraagstell<strong>in</strong>g uit de verleende onderzoeksopdrachten?<br />

- Voldeden de onderzoeken aan de eisen <strong>van</strong> die tijd?<br />

- Zijn de aanbevel<strong>in</strong>gen uit de rapporten overgenomen?<br />

- Zijn de verleende opdrachten tot saner<strong>in</strong>g adequaat uitgevoerd?<br />

- Kan de kaart met voormalige eigendomsgrenzen <strong>van</strong> de gehele lokatie<br />

worden gekoppeld aan de koopovereenkomsten en voorwaarden daar<strong>in</strong>?<br />

5.1 Bodemonderzoeken voorafgaand aan het bouwrijp maken de Hogenkamp<br />

De uitgevoerde onderzoeken betreffen “verkennende bodemonderzoeken” die zijn<br />

gebaseerd en uitgevoerd conform de (toenmalige) NVN 5740 (NVN= Nederlandse VoorNorm)<br />

op basis <strong>van</strong> de strategie “onverdacht”. Er zijn destijds geen aparte historische onderzoeken<br />

uitgevoerd, hetgeen toen ook niet gebruikelijk was. De NVN 5740 is <strong>in</strong> 1999 “gesplitst” <strong>in</strong> de<br />

NVN 5725 voor historisch onderzoek en de NEN 5740 voor verkennend onderzoek.<br />

Asbest maakte geen deel uit <strong>van</strong> de NVN 5740 en maakt ook nu geen deel uit <strong>van</strong> de NEN<br />

5740. De ontwerpnorm NEN 5707 voor <strong>asbest</strong>onderzoek <strong>in</strong> de bodem dateert <strong>van</strong> mei 2001.<br />

5.2 Hoe luidde de vraagstell<strong>in</strong>g uit de verleende onderzoeksopdrachten?<br />

Er is bij de drie onderzoeken opdracht verleend voor “verkennende onderzoeken” conform de<br />

“onverdachte strategie” <strong>van</strong> de NVN 5740. Er is beperkt historisch onderzoek verricht. Hierbij<br />

moet gedacht worden aan bedrijven <strong>in</strong> omgev<strong>in</strong>g die mogelijk verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g hebben kunnen<br />

veroorzaken, topografische- en bodemkaarten. Dit maakte deel uit <strong>van</strong> de NVN-norm.<br />

In de opdrachten is <strong>in</strong> alle onderzoeken expliciet aandacht gevraagd voor en zijn er analyses<br />

uitgevoerd op de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

5.3 Voldeden de onderzoeken aan de eisen <strong>van</strong> die tijd?<br />

De NVN 5470 was <strong>in</strong> die periode de algemeen gebruikte en geaccepteerde norm. De<br />

onderzoeken voldeden derhalve aan de eisen (=de toen gebruikte onderzoeksnorm) <strong>van</strong> die<br />

tijd. De uitgevoerde historische onderzoeken waren beperkt en hadden (maar dat is achteraf<br />

gezien) wellicht wat uitgebreider kunnen plaatsv<strong>in</strong>den. De historische onderzoeken zijn<br />

uitgevoerd zoals <strong>in</strong> die periode gebruikelijk was.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 72


5.4 Zijn de aanbevel<strong>in</strong>gen uit de rapporten overgenomen?<br />

Uit de rapportages <strong>van</strong> de onderzoeken (m.u.v. rapport met archiefnrs. 97 en 121) bleek dat er<br />

geen verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen zijn aangetroffen. Er zijn geen aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> het rapport met het archiefnr. 97 bleek dat er 1 visueel en analytisch<br />

verontre<strong>in</strong>igde plek (bor<strong>in</strong>g) aanwezig was (<strong>in</strong> pu<strong>in</strong>verhard<strong>in</strong>g voor perceel Krabbenbos-Smit)<br />

en 1 verdachte plek (<strong>asbest</strong>stof?) op het achterterre<strong>in</strong> <strong>van</strong> Krabbenbos-Smit. Adviesbureau<br />

CBB heeft geadviseerd een aanvullend onderzoek te verrichten naar de mogelijke<br />

<strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Dit onderzoek is niet uitgevoerd; <strong>in</strong> overleg met de prov<strong>in</strong>cie is<br />

afgesproken dat deze verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen tijdens het bouwrijp maken zouden worden<br />

verwijderd.<br />

Uit het historisch onderzoek is gebleken dat dit niet bij de uitvoerenden bekend was. Het wordt<br />

daar<strong>in</strong> aangeduid als een communicatiefout. De pu<strong>in</strong>verhard<strong>in</strong>g uit de weg is wel verwijderd<br />

(als niet <strong>asbest</strong>houdend pu<strong>in</strong>).<br />

Aan het achterterre<strong>in</strong> <strong>van</strong> het perceel Krabbenbos-Smit is bij het bouwrijp maken geen<br />

aandacht besteed.<br />

5.5 Zijn de verleende opdrachten tot saner<strong>in</strong>g adequaat uitgevoerd?<br />

De Hogenkampweg (TNO-weg) is gesaneerd (ca. 25 cm materiaal afgegraven en afgevoerd;<br />

conform “kaasschaafmethode”) door NTP.<br />

Tijdens het bouwrijp maken is een aantal (<strong>asbest</strong>)verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen aangetroffen (o.a. <strong>asbest</strong><br />

onder de bestrat<strong>in</strong>g bij Busschers, verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g ter plaatse <strong>van</strong> de huidige locatie huidige<br />

Hogenkamp 38 en 40) waarvoor op dat moment maatregelen zijn getroffen. Er is een<br />

<strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g onder de Hogenkampweg (TNO-weg) blijven zitten.<br />

In hoofdstuk 5.3 <strong>van</strong> het historisch onderzoek is dit vrij uitvoerig omschreven.<br />

Zoals hiervoor reeds is aangegeven, is de mogelijke <strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g op het achterterre<strong>in</strong><br />

<strong>van</strong> Krabbenbos-Smit niet gesaneerd.<br />

5.6 Kan de kaart met de voormalige eigendomsgrenzen <strong>van</strong> de gehele locatie worden<br />

gekoppeld aan de koopovereenkomsten en voorwaarden daar<strong>in</strong>?<br />

Informatie per rapport ter onderbouw<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bovenstaande constater<strong>in</strong>gen:<br />

Bodemonderzoek (archiefnr. 97), CBB , 23 sept. 1994 (geel+bru<strong>in</strong> <strong>in</strong> Hist. onderzoek)<br />

Er is opdracht verstrekt (brief 7 juli 1994) voor het uitvoeren <strong>van</strong> een verkennend onderzoek<br />

betreffende de gronden gelegen nabij de Hogenkamp en Javastraat. Er is (beperkt) gekeken<br />

naar de historie <strong>van</strong> de locatie.<br />

In de opdracht is expliciet aangegeven dat 10 grondmonsters onderzocht dienen te worden<br />

op de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> (er zijn 10 mengmonsters onderzocht op <strong>asbest</strong>; <strong>in</strong> een<br />

mengmonster is <strong>in</strong> de pu<strong>in</strong>fractie wit <strong>asbest</strong> aangetroffen). Dit bleek afkomstig te zijn uit een<br />

bor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de weg naar de boerderij <strong>van</strong> Krabbenbos-Smit. Op het achterterre<strong>in</strong> <strong>van</strong><br />

Krabbenbos-Smit is een bor<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>-verdacht stof aangetroffen. Aanbevolen is om nader<br />

onderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem. Dit is niet gebeurd.<br />

In de vergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> 25 november 1994 is de rapportage <strong>van</strong> het<br />

bodemonderzoek besproken. Het advies was om <strong>in</strong> overleg met de prov<strong>in</strong>cie te bespreken of<br />

een vervolgonderzoek noodzakelijk is, ook omdat er een hoge concentratie Arseen <strong>in</strong> het<br />

grondwater is aangetroffen; er is conform advies besloten.<br />

Bij brief <strong>van</strong> 12 december 1994 is de rapportage aan de prov<strong>in</strong>cie toegezonden.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 73


Uit aanteken<strong>in</strong>gen (notities telefoongesprek d.d. 10-2-1995) blijkt dat er telefonisch contact<br />

hierover is geweest met de prov<strong>in</strong>cie en dat het volgende is afgesproken:<br />

- <strong>asbest</strong> onder milieukundige begeleid<strong>in</strong>g, op basis <strong>van</strong> z<strong>in</strong>tuiglijke waarnem<strong>in</strong>g weghalen;<br />

- dat t.a.v. arseen, een risicoanalyse door adviesbureau op papier wordt gezet (waarschijnlijk<br />

<strong>van</strong> nature verhoogd);<br />

- licht verhoogde gehalten <strong>in</strong> bovengrond staan waarschijnlijk <strong>in</strong> relatie met pu<strong>in</strong>; het pu<strong>in</strong><br />

verwijderen.<br />

Volgens de ambtelijke aanteken<strong>in</strong>gen is er een kopie hier<strong>van</strong> naar het hoofd grondgebied en<br />

de afdel<strong>in</strong>g stadsontwikkel<strong>in</strong>g gegaan maar is dit niet bij de uitvoerenden terecht gekomen. Dit<br />

is <strong>in</strong> het Historisch onderzoek omschreven als miscommunicatie.<br />

Bodemonderzoek (archiefnr. 107), Boluwa, augustus 1993 (rood)<br />

Dit onderzoek (locatie Busschers) is niet <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> de gemeente uitgevoerd.<br />

Het rapport is ter kennisnem<strong>in</strong>g opgestuurd aan de prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel; er heeft telefonisch<br />

overleg plaatsgevonden; de prov<strong>in</strong>cie beschouwde de locatie als “schoon”.<br />

In het rapport wordt (hfd. 6) aangegeven dat “op de locatie en <strong>in</strong> de bodem geen sporen<br />

<strong>asbest</strong> zijn aangetroffen”. In de rapportage <strong>van</strong> het onderzoek is aangegeven dat het<br />

onderzoek is uitgevoerd conform de NVN 5740.<br />

In de rapportage is (ambtelijk) een aanteken<strong>in</strong>g gemaakt dat het aantal bor<strong>in</strong>gen niet voldoet<br />

aan de NVN 5740.<br />

Bodemonderzoek (archiefnr. 121), CBB, februari 1994 (groen)<br />

Het onderzoek betreft de reconstructie c.q. aanleg Laarstraat en D.J. Bunschotenstraat resp.<br />

de Centrumlusweg. Er is, zoals gevraagd, een verkennend milieukundig bodemonderzoek<br />

(strategie onverdacht) uitgevoerd conform NVN 5740. Bij het historische gedeelte is<br />

aangegeven welke bedrijven <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g gevestigd zijn en gevestigd zijn geweest.<br />

Daarnaast is aangegeven dat het niet ongebruikelijk was dat <strong>asbest</strong>cementproducten<br />

toegepast werden als ophoog of fundatiemateriaal. Ook is het mogelijk dat onder de wegen<br />

s<strong>in</strong>tels (oude gasfabriek) aanwezig zijn.<br />

Bij de onderzoeksopzet is hiermee reken<strong>in</strong>g gehouden. Er zijn analyses uitgevoerd op <strong>asbest</strong><br />

(en cyanide; s<strong>in</strong>tels gasfabriek). Er is geen <strong>asbest</strong> aangetroffen.<br />

Op een aantal (weg)vakken is wel een lichte verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g aangetroffen. Voor één vak is<br />

aanvullend onderzoek verricht. Voor zover is na te gaan zijn de aanbevel<strong>in</strong>gen uit het<br />

onderzoek overgenomen.<br />

Bodemonderzoek (archiefnr. 246), CBB, augustus 1999 (zwart)<br />

Het onderzoek betreft locatie Roerdompstraat – Hogenkamp. Er is een verkennend<br />

bodemonderzoek (strategie onverdacht), aangevuld met <strong>asbest</strong>analyses verricht. Er is een<br />

(beperkt) historisch onderzoek gedaan naar deze locatie. Bij de locatiegegevens is <strong>in</strong> het<br />

rapport aangegeven dat uit een <strong>in</strong>terview met de heer Aussems (Eshuis-RaabKarcher;<br />

eigenaar perceel) en de heer Bax (architect) is aangegeven dat er mogelijk afval is gedumpt.<br />

Uit het onderzoek blijkt dat, op wat pu<strong>in</strong>- en kooldeeltjes na <strong>in</strong> enkele bor<strong>in</strong>gen, visueel geen<br />

afwijk<strong>in</strong>gen zijn waargenomen. De waarden voor Pak en EOX zijn licht verhoogd zijn, maar<br />

overschrijden de waarde voor nader onderzoek niet. Er zijn 2 mengmonsters analytisch<br />

onderzocht op <strong>asbest</strong> maar er is niets aangetroffen.<br />

Uit een memo aan het College <strong>van</strong> 8 oktober 1999 over dit verkennend onderzoek blijkt dat er<br />

<strong>in</strong> de vergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie burgerzaken (5-10-1999) door een raadslid vragen zijn<br />

gesteld over de aankoop <strong>van</strong> een perceel grond <strong>in</strong> verband met de kwaliteit hier<strong>van</strong> (perceel<br />

<strong>van</strong> Eshuis-RaabKarcher). In de memo is aangegeven dat wanneer het raadslid kennis draagt<br />

<strong>van</strong> een lokale verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, hij hier<strong>van</strong> gewag dient te maken. Conform voorstel is besloten<br />

om het verkennend bodemonderzoek bij de raadstukken ter <strong>in</strong>zage te leggen en het raadslid<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 74


hierop te wijzen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 75


6. Asbestmeld<strong>in</strong>gen tijdens Bouw- en woonrijpmaken<br />

vraag Vraag 1: 3:<br />

Hoe heeft de (ambtelijke) voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de besluiten en het<br />

bouw- en woonrijp maken <strong>in</strong>zake de Hogenkamp plaatsgevonden?<br />

- Hoe is het mogelijk, dat gedurende de fase <strong>van</strong> bouw- en woonrijp<br />

maken de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de wijk en de diverse depots niet<br />

is onderkend?<br />

- Zijn er meld<strong>in</strong>gen over de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

b<strong>in</strong>nengekomen en zo ja, wat is daarmee gebeurd?<br />

- Zijn er <strong>in</strong>tern meld<strong>in</strong>gen gedaan over de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>?<br />

6.1 Voorbereid<strong>in</strong>g (gemeente <strong>Goor</strong>)<br />

Voorafgaand aan het bouwrijp maken was al bekend dat op bepaalde plaatsen <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de<br />

wijk aanwezig was. In het bestemm<strong>in</strong>gsplan en het bestek voor het bouwrijp maken wordt hier<br />

meld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> gemaakt. Ook heeft er vooraf een handpickactie plaatsgevonden. Dit betrof<br />

hechtgebonden plaatmateriaal .<br />

Onlangs is bevestigd door de aannemer, die <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> 1995 de<br />

noodbestrat<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de schoolfeestweide heeft aangelegd en die eveneens de aanleg <strong>van</strong><br />

het parkeerterre<strong>in</strong> aan de zuidzijde <strong>van</strong> De Reggehof heeft verzorgd, dat daarbij zand met<br />

pu<strong>in</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g afgevoerd is naar het zwembaddepot. Het betreffende terre<strong>in</strong> waarop de<br />

parkeerplaatsen zijn gerealiseerd is <strong>in</strong> het verleden deels eigendom geweest <strong>van</strong> de firma<br />

Jal<strong>in</strong>k, de vervoerder <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Vast staat dat ten tijde <strong>van</strong> de bouw <strong>van</strong> de Reggehof een<br />

om<strong>van</strong>grijke <strong>asbest</strong>saner<strong>in</strong>g heeft plaatsgevonden.<br />

6.2 Bouwrijpmaken (gemeente <strong>Goor</strong>)<br />

Het bouwrijp maken <strong>van</strong> De Hogenkamp is voorbereid door de Grontmij. Het werk werd<br />

aanbesteed aan Krekel (Dura Vermeer). Voor het opruimen <strong>van</strong> de bekende<br />

<strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g was NTP als onderaannemer <strong>in</strong>geschakeld.<br />

Het bouwrijp maken is gestart <strong>in</strong> week 44 (e<strong>in</strong>d oktober 2000: op 25 oktober 2000 start het met<br />

een zogenaamd leid<strong>in</strong>goverleg). De afdel<strong>in</strong>g Stadsontwikkel<strong>in</strong>g had de projectleid<strong>in</strong>g en hield<br />

ook het dagelijkse toezicht. Uit het logboek <strong>van</strong> het bouwrijpmaken blijkt niet dat bij het<br />

bouwrijp maken <strong>in</strong> 2000 <strong>asbest</strong> gemeld is, naast de reeds bekende <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>gen. Er zijn<br />

geen meld<strong>in</strong>gen gedaan door de eigen medewerkers maar ook niet door derden zoals de<br />

eigen aannemer Krekel, de nutsbedrijven, de <strong>Goor</strong>se Volkswon<strong>in</strong>g en andere aannemers, die<br />

daar werkzaam waren.<br />

In de bouwvergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 14 november 2000 wordt wel meld<strong>in</strong>g gemaakt <strong>van</strong> pu<strong>in</strong> en ander<br />

bouwafval <strong>in</strong> sloten, maar hier<strong>in</strong> is geen <strong>asbest</strong> gevonden. Het is <strong>in</strong> depot gezet en later<br />

afgevoerd.<br />

In de bouwvergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 12 december 2000 wordt afgesproken dat de vervuilde grond met<br />

PAK’s (s<strong>in</strong>tels) afgevoerd wordt naar Boeldershoek na keur<strong>in</strong>g door Twence; dit is door de<br />

afdel<strong>in</strong>g stadsontwikkel<strong>in</strong>g geregeld. Op 22 december 2000 is de vervuilde grond opgeruimd.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 76


6.3 Bouwrijpmaken (restant door de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>)<br />

Bij de start <strong>van</strong> de nieuwe gemeente op 2 januari 2001 is het plan Hogenkamp ongewijzigde<br />

voet doorgezet, maar door de her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g was er wel sprake <strong>van</strong> een personele mutatie. Het<br />

bouwrijpmaken was bij de start <strong>van</strong> de nieuwe gemeente voor 90 % gereed. Echter de laatste<br />

loodjes bleken het zwaarst te zijn. Er kwam een ernstige stagnatie, omdat de agrariër Busscher<br />

niet kon verhuizen en dat betekende naast extra kosten voor noodvoorzien<strong>in</strong>gen ook de<br />

nodige vertrag<strong>in</strong>g. Hierover wordt <strong>in</strong> het bouwoverleg <strong>van</strong> 9 januari uitvoerig gesproken. Tevens<br />

wordt <strong>in</strong> deze bouwvergader<strong>in</strong>g gesproken over de vrijgekomen grond uit de sloot bij Busscher.<br />

Die moest nader worden onderzocht, bleek <strong>asbest</strong> te bevatten en is gesaneerd.<br />

Op 9 en 25 januari 2001 wordt gesproken over het gronddepot naast de directiekeet: na<br />

bemonster<strong>in</strong>g blijkt dit categorie 1 te zijn. Deze grond was afkomstig <strong>van</strong> de weg naar de<br />

Hogenkamp (toegangsweg <strong>van</strong>af Bunschoten-/Laarstraat tot voormalige boerderij Smit). Deze<br />

categorie 1 grond is <strong>in</strong> depot gezet (het zogenaamde Certicondepot) met de bedoel<strong>in</strong>g om<br />

later gebruikt te worden bij het afwerken <strong>van</strong> de voormalige stortplaats Elsenerveld. Hier was<br />

de prov<strong>in</strong>cie <strong>Over</strong>ijssel het echter niet mee eens. Later bleek het depot <strong>in</strong> om<strong>van</strong>g<br />

toegenomen door illegale stort<strong>in</strong>gen en tevens vervuild met <strong>asbest</strong>. De vergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 25<br />

januari 2001 was tevens de laatste bouwvergader<strong>in</strong>g. Het bouwrijpmaken door Krekel zat er<br />

toen vrijwel op (behoudens de locatie Busschers).<br />

Ook op dat moment zijn er verdachte locaties die onderzocht moeten worden.<br />

Dit betreft de <strong>asbest</strong>meld<strong>in</strong>gen betreffende de driehoek (ter hoogte <strong>van</strong> de Roerdompstraat ,<br />

de kavels 73 en 74) en de slootjes langs de huidige Jan <strong>van</strong> Gentstraat; deze vervuil<strong>in</strong>gen zijn<br />

gesaneerd door NTP. Deze vervuil<strong>in</strong>gen zijn door de afdel<strong>in</strong>g Nieuwe werken <strong>in</strong> de<br />

collegevergader<strong>in</strong>g toegelicht en hebben ook geleid tot een extra krediet <strong>van</strong> de raad.<br />

Tijdens het bouwrijp maken onder de vlag <strong>van</strong> de <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> zijn geen verdere meld<strong>in</strong>gen<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> gedaan. Ook tijdens de <strong>in</strong>terimperiode (tussen bouwrijp- en woonrijp maken) zijn er<br />

geen meld<strong>in</strong>gen gedaan bij de gemeente. Van een meld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een <strong>asbest</strong>pijp -<br />

waarschijnlijk een restant <strong>van</strong> een voormalige erfafscheid<strong>in</strong>g - die door de heer Koopman <strong>van</strong><br />

Roosdom-Tijhuis bij de <strong>Goor</strong>se Volkswon<strong>in</strong>g is gedaan blijkt uit het dossier niet dat die ook bij de<br />

gemeente terecht gekomen is.<br />

Bij de aanleg <strong>van</strong> nutsvoorzien<strong>in</strong>gen is door de desbetreffende aannemer (HAK) geen<br />

meld<strong>in</strong>g gemaakt <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Ook door de bouwaannemers is hier<strong>van</strong> geen<br />

meld<strong>in</strong>g gemaakt noch door bedrijven die <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> de bouwers het grondwerk<br />

hebben uitgevoerd.<br />

Door de Sticht<strong>in</strong>g de <strong>Goor</strong>se Volkswon<strong>in</strong>g is evenm<strong>in</strong> meld<strong>in</strong>g gemaakt <strong>van</strong> de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> bij de bouw <strong>van</strong> het gez<strong>in</strong>sver<strong>van</strong>gend tehuis.<br />

6.4 Woonrijpmaken (gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>)<br />

Nadat de meeste won<strong>in</strong>gen gereed waren, is <strong>in</strong> april 2002 gestart met het woonrijp maken. In<br />

verband met de werkzaamheden voor het woonrijp maken moesten enkele depots verdwijnen<br />

en daarbij bleek een forse vervuil<strong>in</strong>g o.a. met <strong>asbest</strong>. Tevens bleek dat de depots <strong>in</strong> om<strong>van</strong>g<br />

fl<strong>in</strong>k toegenomen waren.<br />

Alle depots zijn toen onderzocht en de te zwaar vervuilde zijn afgevoerd. De schone grond is<br />

nu op het zwembadterre<strong>in</strong> <strong>in</strong> depot gezet (achter slot en grendel) en er zijn er nog enkele<br />

depots die op nadere besluitvorm<strong>in</strong>g wachten. In zijn algemeenheid gaat het om categorie 1<br />

grond zonder <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g. Wel is de ondergrond <strong>van</strong> de depots vervuild. Die moet nog<br />

nader worden onderzocht.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 77


In ieder geval is er daarnaast nog één groot depot dat <strong>asbest</strong>houdend is, namelijk het<br />

Certicon-depot.<br />

Vanaf april 2002 kwamen er ook talloze meld<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>van</strong> bewoners, hetgeen geleid<br />

heeft tot de handpickactie en de huidige procedures.<br />

Ook kwam de arbeids<strong>in</strong>spectie <strong>in</strong> actie bij de laatste bouwer <strong>in</strong> het plan <strong>van</strong> Tijdhof- Hobema<br />

aan de Smientstraat. Er ontstond daarbij weer een nieuw vervuild depot aan de Eendenstraat,<br />

waar ooit het allerlaatste huis gebouwd zou moeten worden. Die grond is nog niet<br />

overgedragen aan bouwer Tijdhof-Hobema. De huizen aan de Smientstraat heeft Tijdhof-<br />

Hobema met enige noodmaatregelen kunnen afbouwen.<br />

Onlangs is het woonrijp maken tijdelijk opgeschort. Momenteel is meer dan de helft <strong>van</strong> de wijk<br />

woonrijp (behoudens de bruggetjes over de wadi’s). Verder zullen er tot nader order geen<br />

werkzaamheden meer uitgevoerd dan na overleg met de werkgroep <strong>asbest</strong> en Lankelma.<br />

6.5 Interne meld<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

De eerste <strong>in</strong>terne meld<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> werd tijdens het bouwrijp maken <strong>in</strong> februari 2001 direct bij<br />

het college gedaan en had betrekk<strong>in</strong>g op de Driehoek. De actie die daarop volgde was, dat<br />

de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is opgeruimd en daarna een aanvullend krediet is gevraagd aan de raad.<br />

Een jaar later, tijdens de fase <strong>van</strong> woonrijp maken is wederom een <strong>in</strong>terne meld<strong>in</strong>g gemaakt<br />

<strong>van</strong>uit de afdel<strong>in</strong>g Nieuwe werken dat de gronddepots naar alle waarschijnlijkheid met <strong>asbest</strong><br />

verontre<strong>in</strong>igd waren. Die vondst is rechtstreeks gemeld bij het college <strong>van</strong> B&W. De actie die<br />

hierop gevolgd is bestond uit het opruimen <strong>van</strong> de betreffende depots op basis <strong>van</strong> een extra<br />

krediet <strong>van</strong> de raad.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 78


7. Bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g over de Hogenkamp<br />

vraag Vraag 1: 4:<br />

Kan het chronologische overzicht m.b.t. de bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake het<br />

plan de Hogenkamp worden uitgebreid met nadere rele<strong>van</strong>te feitelijke gegevens<br />

<strong>in</strong>zake overleg- en beslismomenten (ook <strong>van</strong>af 2001) en <strong>in</strong>zake de bestuurlijke<br />

verantwoordelijkheidsverdel<strong>in</strong>g <strong>van</strong>af 1990?<br />

Ter beantwoord<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze vraag is dossieronderzoek verricht naar al hetgeen over de<br />

planvorm<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Hogenkamp aan de orde is geweest <strong>in</strong> de afgelopen jaren.<br />

Het g<strong>in</strong>g daarbij om verslagen, agenda’s en voorstellen <strong>van</strong> de gemeenteraad, het college,<br />

de commissie grondgebied en het team grondbedrijf <strong>van</strong> de voormalige gemeente <strong>Goor</strong>.<br />

Daarnaast is kennis genomen <strong>van</strong> de overleg- en beslismomenten die uit de terzake rele<strong>van</strong>te<br />

dossiers.<br />

7.1 Historische situatieschets bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g Hogenkamp:<br />

- 20 juli 1993: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om voor kennisgev<strong>in</strong>g<br />

aan te nemen dat naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het resultaat <strong>van</strong><br />

het onderzoek naar de kwaliteit <strong>van</strong> de grond <strong>in</strong> het depot<br />

<strong>van</strong> het voormalig zwembadterre<strong>in</strong> een gesprek zal<br />

plaatsv<strong>in</strong>den met Tauw omtrent de analyseresultaten,<br />

mogelijke oploss<strong>in</strong>gen en eventuele vervolgonderzoeken.<br />

- 20 juli 1993: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om S.A.B. Arnhem te<br />

verzoeken <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsvoorstellen met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

<strong>in</strong>dustriegebied Roerdompstraat bij voorrang te<br />

ontwikkelen. Aan de raad voorstellen het te koop<br />

aangeboden perceel <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong> te kopen voor f 30,per<br />

m², na een kostencalculatie.<br />

- 10 augustus 1993: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om de raad voor te<br />

stellen over te gaan tot aankoop <strong>van</strong> het bedoelde<br />

perceel en hiervoor ten laste <strong>van</strong> het grondbedrijf een<br />

krediet <strong>van</strong> f 290.000,- beschikbaar te stellen.<br />

- 4 januari 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om opdracht te verlenen<br />

aan het CBB Deventer Breda B.V. met een budget <strong>van</strong><br />

f. 22.500,- voor een <strong>in</strong>dicatief bodemonderzoek aan de<br />

Bunschotenstraat, Laarstraat en Centrumlusweg.<br />

- 14 januari 1994: Opdracht <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W aan CBB Deventer<br />

Breda B.V. voor het uitvoeren <strong>van</strong> een verkennend<br />

bodemonderzoek ten behoeve <strong>van</strong> reconstructie cq.<br />

aanleg <strong>van</strong> de Laarstraat, Bunschotenstraat en<br />

Centrumlusweg.<br />

- 22 februari 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om vooralsnog het<br />

voorstel dat strekt tot verwerv<strong>in</strong>g <strong>van</strong> gronden en gronden<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 79


met opstallen op de Hogenkamp, Laarstraat en<br />

Bunschotenstraat; het ontwikkelen <strong>van</strong> de gronden <strong>van</strong><br />

F<strong>in</strong>i<strong>Goor</strong> en het betrekken <strong>van</strong> de ligweide <strong>in</strong> het<br />

uitbreid<strong>in</strong>gsplan Hogenkamp voor kennisgev<strong>in</strong>g aan te<br />

nemen. Het college <strong>van</strong> B&W kan zich v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>tenties <strong>van</strong> dit voorstel, maar wil eerst met de<br />

fractievoorzitters overleggen.<br />

- 1 maart 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

taxatie <strong>van</strong> de gronden <strong>van</strong> de Javastraat,<br />

Bunschotenstraat, Laarstraat en de Hogenkamp. Het<br />

college kan zich v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het advies om de<br />

onderhandel<strong>in</strong>gen en de aankoop <strong>van</strong> de grond voort te<br />

zetten. Wel wil het college eerst overleggen met de fractievoorzitters.<br />

- 1 maart 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om de procedures te<br />

starten om spoedig won<strong>in</strong>gbouw mogelijk te maken op de<br />

Hogenkamp en op de derde fase <strong>van</strong> Heeckeren, en <strong>in</strong><br />

het bevestigende geval de pog<strong>in</strong>gen tot grondverwerv<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> de familie Exterkate te versterken. Wel wil het college<br />

eerst overleggen met de fractievoorzitters.<br />

- maart 1994: Vanaf maart 1994 vormt het plan de Hogenkamp een<br />

vast agendapunt <strong>in</strong> het overleg geheten “team<br />

grondbedrijf”. Een aantal percelen ten behoeve <strong>van</strong> het<br />

plan de Hogenkamp wordt <strong>in</strong> 1994 aangekocht. In het<br />

team grondbedrijf wordt gesteld dat de aankopen <strong>van</strong> de<br />

laatste gronden voor de beg<strong>in</strong> 1995 zullen worden<br />

gedaan. Het plan de Hogenkamp vormt <strong>van</strong>af dat<br />

moment een standaard agendapunt.<br />

- 12 april 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om voor kennisgev<strong>in</strong>g<br />

aan te nemen dat er een overleg zal plaatsv<strong>in</strong>den met<br />

vertegenwoordigers <strong>van</strong> F<strong>in</strong>i<strong>Goor</strong> over de gronden <strong>van</strong><br />

F<strong>in</strong>i<strong>Goor</strong>.<br />

- 21 juni 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

aankoop <strong>van</strong> grond ten behoeve <strong>van</strong> de reconstructie <strong>van</strong><br />

de Bunschoterstraat, de ontsluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Hogenkamp<br />

en won<strong>in</strong>gbouw aan de Javastraat. Aan de raad<br />

voorstellen om tot aankoop over te gaan en medewerk<strong>in</strong>g<br />

te verlenen aan de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de resterende<br />

gronden <strong>van</strong> F<strong>in</strong>i<strong>Goor</strong> B.V.. De gemeente gaat niet<br />

akkoord met betal<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> eventuele saner<strong>in</strong>gskosten.<br />

- 7 juli 1994: Het college verleent opdracht aan CBB ( Centraal<br />

Bodemkundig Bureau) Deventer Breda B.V. voor het<br />

uitvoeren <strong>van</strong> een verkennend bodemonderzoek op<br />

gronden gelegen nabij de Hogenkamp en de Javastraat.<br />

- 29 november 1994: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

de resultaten <strong>van</strong> het eerste onderzoek <strong>in</strong> overleg te<br />

treden met de prov<strong>in</strong>cie omtrent een eventueel<br />

noodzakelijk vervolgonderzoek.<br />

- 1994, 1995: Het onderwerp Hogenkamp is niet geagendeerd c.q.<br />

besproken <strong>in</strong> de vergader<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de commissie<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 80


grondgebied. In 1994 v<strong>in</strong>dt echter wel de aankoop plaats<br />

<strong>van</strong> gronden. De laatste aankoop geschiedt beg<strong>in</strong> 1995.<br />

- 4 april 1995: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot een<br />

voorbereid<strong>in</strong>gskrediet voor het uitbreid<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong> de<br />

Hogenkamp. Bij de plan<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g zoveel mogelijk reken<strong>in</strong>g<br />

houden met uitkomsten <strong>van</strong> het won<strong>in</strong>gmarktonderzoek<br />

<strong>van</strong> GVW; differentiatie overleggen met GVW.<br />

- 16 mei 1995: Besluit <strong>van</strong> het college om een sloopvergunn<strong>in</strong>g te verlenen<br />

aan de voormalige gemeente <strong>Goor</strong> voor het woonhuis en<br />

opstallen aan de Hogenkamp 22 te <strong>Goor</strong>.<br />

- 2 oktober 1995: In het team grondbedrijf wordt gemeld dat een nota<br />

m.b.t. het afvoeren <strong>van</strong> 80 ton verontre<strong>in</strong>igde grond<br />

(perceel Smit) door de afdel<strong>in</strong>g stedelijke ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

zal worden opgesteld voor BenW; ram<strong>in</strong>g kosten<br />

f. 30.000,-<br />

- 18 december 1995: Verslag team grondbedrijf meldt, dat ‘het <strong>asbest</strong>’ uit de grond zal<br />

worden verwijderd zodra de vorst uit de grond is, en ook dat <strong>van</strong> Smit<br />

een schrijven is ont<strong>van</strong>gen dat niet akkoord gegaan wordt met de<br />

aansprakelijkheids-stell<strong>in</strong>g.<br />

- 12 maart 1996: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W tot opdrachtverstrekk<strong>in</strong>g aan SAB. De<br />

kosten komen ten laste <strong>van</strong> het voorbereid<strong>in</strong>gskrediet<br />

- 26 maart 1996: Opdracht <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W aan S.A.B. adviseurs<br />

voor Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g B.V. tot het vervaardigen <strong>van</strong><br />

het stedenbouwkundig ontwerp en de haalbaarheid voor<br />

de terre<strong>in</strong>en <strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

- 16 april 1996 : SAB geeft <strong>in</strong> commissie grondgebied een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g over mogelijke<br />

<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Hogenkamp, met name op het gebied <strong>van</strong> duurzaam<br />

bouwen.<br />

- 21 mei 1996: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot een<br />

beleidsnotitie <strong>in</strong>zake ontwikkel<strong>in</strong>gen omtrent de<br />

Hogenkamp. Aanhouden <strong>van</strong> het advies dat is vervat <strong>in</strong><br />

de bijgevoegde beleidsnotitie.<br />

- 11 juni 1996 : De commissie grondgebied bespreekt een beleidsnotitie<br />

onwikkel<strong>in</strong>gen Hogenkamp, aangaande de<br />

beleidsambities voor ecologisch en duurzaam bouwen en<br />

de relatie met ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> aangrenzende gebieden.<br />

- 9 januari 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

Hogenkamp, aktielijst planologische aspecten voor<br />

kennisgev<strong>in</strong>g aan te nemen.<br />

- 25 februari 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om besliss<strong>in</strong>g omtrent<br />

de Jongeren Ontmoet<strong>in</strong>gsplaats (JOP) aan te houden<br />

voor nader overleg met een stedenbouwkundige, over het<br />

alsnog opnemen <strong>van</strong> de JOP <strong>in</strong> het ontwerpbestemm<strong>in</strong>gsplan.<br />

- 4 maart 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om opname <strong>van</strong> de<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 81


Jongeren Ontmoet<strong>in</strong>gsplaats (JOP) <strong>in</strong> “de Whee” via een<br />

partiele wijzig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan “de Whee<br />

1994” mogelijk te maken.<br />

- 2 september 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

plan Hogenkamp en omstreken, om voor 1 oktober 1997<br />

een plan <strong>van</strong> aanpak <strong>in</strong> het college te hebben.<br />

- 9 september 1997 : In een besloten vergader<strong>in</strong>g spreekt de commissie<br />

grondgebied over het ambitieniveau voor duurzaam<br />

bouwen op de Hogenkamp.<br />

- 30 september 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

plan Hogenkamp en omstreken. Het college gaat akkoord<br />

met de aangepaste aktielijst en het aangepaste<br />

tijdschema. Ook gaat zij akkoord met een def<strong>in</strong>itief<br />

praatstuk.<br />

- 13 oktober 1997 : Team grondbedrijf meldt dat <strong>in</strong> verband met uitgifte<br />

toekomstig <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong> bodemonderzoek zal worden<br />

verricht.<br />

- 7 november 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W betreffende de<br />

<strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g met de beleidsnotie omtrent het ontwerpbestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

<strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

- 11 november 1997: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om het bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

Hogenkamp, aktielijst planologische aspecten voor<br />

kennisgev<strong>in</strong>g aan te nemen.<br />

- 1 december 1997 : In het team grondbedrijf wordt gemeld dat vooruitlopend<br />

op het <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>tje bij 8 won<strong>in</strong>gen aan de Wheeweg<br />

bodemonderzoek zal worden verricht.<br />

- 2 december 1997: De commissie bespreekt wederom de uitgangspunten <strong>van</strong><br />

het plan Hogenkamp. Zij kan zich verenigen met de<br />

uitgangspunten conform variant 2.<br />

- 13 januari 1998: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

uitgangspunten <strong>van</strong> het ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong><br />

de Hogenkamp; aan S.A.B een offerte vragen voor het<br />

opstellen <strong>van</strong> een bestemm<strong>in</strong>gsplan.<br />

- 2 februari 1998: Opdracht <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W aan S.A.B. om een<br />

stedenbouwkundig ontwerp op te stellen.<br />

- 26 februari 1998 : Raad stelt bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee 1994 vast.<br />

- 10 juni 1998: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W betreffende de gevolgen<br />

<strong>van</strong> het (planologisch) niet vrij houden <strong>van</strong> het tracé<br />

Centrumlusweg Molenstraat, Kerkstraat. Een offerte <strong>van</strong><br />

BGC vragen voor een onderzoek naar de gevolgen voor<br />

het bestemm<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong> de Hogenkamp. Laten<br />

plaatsv<strong>in</strong>den <strong>van</strong> een overleg met S.A.B./Khandekar.<br />

- 27 oktober 1998: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

voorontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong> de Hogenkamp, om<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 82


dit voorontwerp voor te leggen aan de commissie<br />

grondgebied.<br />

- 17 november 1998: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W betreffende het<br />

schetsontwerp <strong>van</strong> de Hogenkamp. Offerte vragen aan<br />

S.A.B. voor het opstellen <strong>van</strong> een voorontwerpbestemm<strong>in</strong>gsplan,<br />

uitgaande <strong>van</strong> variant 1.<br />

- 20 november 1998 : SAB geeft <strong>in</strong> commissie grondgebied een toelicht<strong>in</strong>g op<br />

de schetsplannen voor de Hogenkamp. De commissie<br />

kiest <strong>in</strong> meerderheid voor variant 1.<br />

- 9 februari 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan “de Whee”<br />

correctieve herzien<strong>in</strong>g bestemm<strong>in</strong>gsplan “de Whee 1994”<br />

en de partiele herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

“Omgev<strong>in</strong>g Centrum” en “TSB-terre<strong>in</strong>”. SAB wordt opdracht<br />

verstrekt tot uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> werkzaamheden conform<br />

offertes.<br />

- 2 maart 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

gevolgen voor de bouw <strong>in</strong> het plan Hogenkamp door<br />

wijzig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bouwregelgev<strong>in</strong>g. Deze problematiek<br />

aan de orde stellen <strong>in</strong> de commissie grondgebied.<br />

- 23 maart 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot de<br />

gevolgen <strong>van</strong> de gewijzigde bouwwetgev<strong>in</strong>g ten aanzien<br />

<strong>van</strong> parkeren <strong>in</strong> de Hogenkamp. Het ontwerpbestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

aanpassen zodat parkeren op eigen erf, waar dit<br />

mogelijk is, wordt toegestaan.<br />

- 13 april 1999 : Ambtelijke memo aan commissie grondgebied over<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplanprocedures voor de Hogenkamp. Naast<br />

uitwerk<strong>in</strong>g ex. art. 11 WRO <strong>van</strong> het plan de Whee is<br />

herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bestemm<strong>in</strong>gplannen “TSB” en “Omgev<strong>in</strong>g<br />

centrum” hiervoor nodig. Opgemerkt wordt dat <strong>in</strong> het<br />

gunstigste geval goedkeur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> april 2000 wordt ont<strong>van</strong>gen, maar ook<br />

dat tijdens de procedures zaken als bouwrijpmaken en<br />

gronduitgiftebeleid ter hand kunnen worden genomen.<br />

- 1 juni 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W betreffende de conceptbestemm<strong>in</strong>gsplannen<br />

“De Whee 1994; uitwerk<strong>in</strong>g<br />

Hogenkamp” en “TSB-terre<strong>in</strong> 1999”. Concept-plannen<br />

worden ter adviser<strong>in</strong>g voorgelegd aan de commissie<br />

grondgebied. Een positieve <strong>in</strong>steek ten aanzien <strong>van</strong><br />

de bepal<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het standpunt ten aanzien <strong>van</strong> het<br />

planologisch mogelijk maken <strong>van</strong> een k<strong>in</strong>derdagverblijf/<br />

peuterspeelzaal nabij de Roerdompstraat.<br />

- 9 juni 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W omtrent de exploitatieopzet<br />

plan Hogenkamp. Het college stemt <strong>in</strong> met het verstrekken<br />

<strong>van</strong> een opdracht aan SAB tot het opstellen <strong>van</strong> een<br />

exploitatieopzet voor een bedrag <strong>van</strong> f. 6.900, ex BTW.<br />

- 15 juni 1999 : Commissie grondgebied bespreekt de ontwerp-uitwerk<strong>in</strong>g<br />

plan Hogenkamp en voorontwerpherzien<strong>in</strong>g bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

TSB-terre<strong>in</strong>. De commissie heeft nog meerdere vragen<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 83


om nadere <strong>in</strong>formatie (uitgiftebeleid, bereikbaarheid<br />

won<strong>in</strong>gen enz), maar dr<strong>in</strong>gt ook aan op de voortgang. De<br />

wethouder neemt het agendapunt terug.<br />

- 16 juni 1999: Verlen<strong>in</strong>g opdracht namens het college <strong>van</strong> B&W aan Iwaco<br />

voor een partijbemonster<strong>in</strong>g conform het Bouwstoffenbesluit<br />

<strong>van</strong> het gronddepot aan de Hogenkamp.<br />

- 18 juni 1999: Verlen<strong>in</strong>g opdracht aan SAB voor het opstellen <strong>van</strong> een<br />

exploitatie-opzet.<br />

- 14 juli 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W dat zij <strong>in</strong>spraak verleent<br />

op het (voor) ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan “TSB-terre<strong>in</strong><br />

1999” betreffende de herzien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

voor het TSB-terre<strong>in</strong>.<br />

- 31 augustus 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om de uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

“Hogenkamp”, bestemm<strong>in</strong>gsplan “de Whee 1994”<br />

conform het advies vast te stellen.<br />

- 5 september 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W om een ontwerp-herzien<strong>in</strong>g<br />

vast te stellen met betrekk<strong>in</strong>g tot de uitwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

Hogenkamp.<br />

- 1999 : Op de raadsagenda’s <strong>van</strong> het jaar 1999 komt de<br />

planvorm<strong>in</strong>g over de Hogenkamp niet voor.<br />

- 7 september 1999: Besluit college B&W: voor kennisgev<strong>in</strong>g aannemen dat er<br />

door de prov<strong>in</strong>cie onderzoek is verricht naar mogelijke<br />

bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g bij voormalige stortplaatsen. In<br />

<strong>Goor</strong> is de stortplaats aan de Wheeweg onderzocht;<br />

eigendom <strong>van</strong> USD. Naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dit onderzoek is<br />

de prov<strong>in</strong>cie voornemens een vervolgonderzoek uit te<br />

voeren.<br />

- 12 oktober 1999: Ambtelijke memo na een vraag <strong>van</strong> de heer<br />

Lentel<strong>in</strong>k (raadslid) betreffende het rapport verkennend<br />

Milieukundig onderzoek bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />

Roerdompstraat, gericht aan het college <strong>van</strong> B&W.<br />

Conclusie is dat het ook na een dergelijk onderzoek<br />

mogelijk is dat een lokale verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g niet ontdekt is<br />

In de memo wordt gesteld dat <strong>in</strong>dien de heer Lentel<strong>in</strong>k <strong>van</strong><br />

zo’n vervuil<strong>in</strong>g kennis draagt, hij dit dient te melden.<br />

- 7 december 1999: Het college <strong>van</strong> B &W neemt voor kennisgev<strong>in</strong>g aan een<br />

brief <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>ciale Planologische Commissie <strong>in</strong> reactie<br />

op het ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan T.S.B.-terre<strong>in</strong> 1999, waar<strong>in</strong><br />

deze commissie onder meer aangeeft het noodzakelijk te<br />

v<strong>in</strong>den dat voor de vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan nader<br />

onderzoek plaatsv<strong>in</strong>dt naar de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de met <strong>asbest</strong><br />

verontre<strong>in</strong>igde grond en dat <strong>in</strong>zicht wordt gegeven <strong>in</strong> de<br />

saner<strong>in</strong>gskosten en de dekk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze kosten.<br />

- 21 december 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W omtrent de exploitatieopzet<br />

won<strong>in</strong>gbouwlocatie Hogenkamp. Het college gaat akkoord<br />

met de exploitatieopzet en het hanteren <strong>van</strong> de<br />

geadviseerde prijzen bij grondverkoop.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 84


- 21 december 1999: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W betreffende de<br />

voorbereid<strong>in</strong>gen rond verkoop kavels voor won<strong>in</strong>gbouw <strong>in</strong><br />

de woonwijk De Hogenkamp.<br />

- 10 januari 2000: Het college ont<strong>van</strong>gt een brief <strong>van</strong> haar adviseur SAB met<br />

een responsnota n.a.v. het PPC-advies. SAB stelt dat de<br />

opmerk<strong>in</strong>gen over een aanvullend onderzoek naar<br />

bodemvervuil<strong>in</strong>g bijzondere aandacht verdient. In de<br />

responsnota wordt als reactie <strong>van</strong> de gemeente gesteld, dat<br />

een nader onderzoek naar de bodemvervuil<strong>in</strong>g zal worden<br />

verricht en ten tijde <strong>van</strong> de vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

naar de resultaten zal worden verwezen.<br />

- 11 januari 2000 : Commissie grondgebied bespreekt de exploitatie-opzet<br />

en verkavel<strong>in</strong>gsteken<strong>in</strong>g en spreekt aansluitend over een<br />

risico-analyse m.b.t. mogelijke planschadeprocedures.<br />

Tevens wordt besproken een nota over de voorbereid<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong>zake de kavelverkoop.<br />

- 25 januari 2000: Het college gaat akkoord met kredietaanvragen ter grootte<br />

<strong>van</strong> f.266.250,- ex BTW, en wil ge<strong>in</strong>formeerd worden over<br />

f<strong>in</strong>anciële consequenties <strong>van</strong> duurzaam en aanpasbaar<br />

bouwen.<br />

- 25 januari 2000: Het college besluit de raad voor te stellen exploitatie-opzet<br />

vast te stellen, verkoopprijzen kavels vast te stellen,<br />

bevoegdheid grondverkoop te delegeren, verkavel<strong>in</strong>gs-teken<strong>in</strong>g vast<br />

te stellen enz.<br />

- 1 februari 2000: College kiest <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe voor stimuler<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />

aanpasbaar bouwen gekoppeld aan regel<strong>in</strong>g DUBO.<br />

- 8 februari 2000 : Commissie grondgebied spreekt over won<strong>in</strong>gbouw<br />

Hogenkamp. Aan de orde komen onder meer het aantal<br />

won<strong>in</strong>gen dat aan een projectontwikkelaar is toegezegd<br />

en de op te stellen subsidieregel<strong>in</strong>g.<br />

- 24 februari 2000 : Omdat de Hogenkamp <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> duurzaam<br />

bouwen wordt ontwikkeld, wordt een krediet beschikbaar<br />

gesteld voor <strong>in</strong>filtratie <strong>van</strong> regenwater. Ook voor<br />

ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>gskosten <strong>van</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

het plan worden middelen beschikbaar gesteld.<br />

- 29 februari 2000 : College besluit raad voor te stellen statiegeldregel<strong>in</strong>g vast te<br />

stellen voor aanpasbaar en duurzaam bouwen. Tevens gaat<br />

ze akkoord met een planaanpass<strong>in</strong>g.<br />

- 6 maart 2000 : Verlen<strong>in</strong>g opdracht door college aan Grontmij Advies en<br />

Techniek BV voor het bouw- en woonrijp maken <strong>van</strong> de<br />

Hogenkamp, met de mededel<strong>in</strong>g dat het vervaardigen <strong>van</strong><br />

een waterbeheers<strong>in</strong>gs- en rioler<strong>in</strong>gsplan de hoogste prioriteit<br />

heeft.<br />

- 14 maart 2000 : Commissie grondgebied is akkoord met voorstellen <strong>van</strong><br />

het college <strong>in</strong>zake bereikbaarheid kavels, en duurzaam<br />

en aanpasbaar bouwen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 85


- 14 maart 2000: Ambtelijke memo omtrent gevraagde offertes en<br />

werkwijzen <strong>van</strong> drie adviesbureaus Iwaco, Grontmij en<br />

Tauw, voor een onderzoek <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> de het<br />

Bouwstoffenbesluit <strong>van</strong> het gronddepot aan de<br />

Gruttostraat. In eerste <strong>in</strong>stantie lijkt Tauw de<br />

goedkoopste/beste optie. Duidelijke offerte wordt<br />

afgewacht.<br />

- 20 maart 2000: Ambtelijke memo over de offerte <strong>van</strong> Tauw. Dit is<br />

de goedkoopste optie. Hij constateert dat er een nieuw<br />

probleem ontstaat <strong>in</strong>dien er <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de grond zit. Het<br />

advies is dat qua kwaliteit Iwaco de beste optie is; qua<br />

prijs is Tauw de beste optie.<br />

- 30 maart 2000 : De raad besluit tot vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> onder meer: de<br />

exploitatieopzet, verkoopprijzen, delegatie verkoopbevoegdheid<br />

aan het college, gronduitgiftebeleid,<br />

algemene verkoopvoorwaarden, verkavel<strong>in</strong>gsteken<strong>in</strong>g.<br />

De discussie spitst zich toe op de f<strong>in</strong>anciële<br />

onderbouw<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan <strong>in</strong> relatie tot de grondprijs en<br />

de wens om vertrag<strong>in</strong>gen te voorkomen.<br />

- 2 mei 2000 : Besluit <strong>van</strong> het college over aanpasbaar en duurzaam<br />

bouwen <strong>in</strong> de Hogenkamp, om raad voor te stellen<br />

aanvullend artikel <strong>in</strong> algemene verkoopvoorwaarden te<br />

laten opnemen. College stelt stimuler<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g vast.<br />

- 25 mei 2000 : De raad besluit een aanvullend artikel over duurzaam<br />

bouwen op te nemen <strong>in</strong> de algemene verkoopvoorwaarden.<br />

- 30 mei 2000 : Het college neemt voor kennisgev<strong>in</strong>g aan, dat een gesprek<br />

gaat plaatsv<strong>in</strong>den met Tauw over het gronddepot voormalig<br />

zwembadterre<strong>in</strong>.<br />

Het college gaat akkoord met het plan bouw- en woonrijp<br />

maken Hogenkamp en kredietaanvraag <strong>van</strong> f.4.370.000,-.<br />

- 9 juni 2000: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> het<br />

bouwrijp maken <strong>van</strong> de Hogenkamp: een nader<br />

onderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> alsmede<br />

een nader onderzoek naar schone grond volgens het<br />

Bouwstoffenbesluit uit laten voeren. Betreft het<br />

gronddepot <strong>van</strong> het voormalig zwembadterre<strong>in</strong>.<br />

- 13 juni 2000 : Het college besluit met betrekk<strong>in</strong>g tot het gronddepot bij<br />

het voormalig zwembad tot nader onderzoek naar de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> en naar schone grond volgens het<br />

bouwstoffenbesluit. Zij besluit dat dit <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel openbaar is<br />

tenzij er gegronde redenen zijn dit (voorshands) vertrouwelijk<br />

te houden.<br />

- 6 juli 2000 : De raad besluit de benodigde f<strong>in</strong>anciële middelen<br />

beschikbaar te stellen voor het bouw- en won<strong>in</strong>grijpmaken<br />

<strong>van</strong> de Hogenkamp.<br />

- 12 juli 2000: Mededel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W <strong>in</strong> de Staatscourant,<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 86


de Twentse Courant Tubantia en Nieuws <strong>van</strong> de week, dat<br />

de ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplannen “TSB-terre<strong>in</strong> 1999” en<br />

“<strong>Sp</strong>ortveldencomplex Heeckeren, herzien<strong>in</strong>g 1999-1”<br />

gedurende vier weken ter <strong>in</strong>zage liggen.<br />

- 12 juli 2000: Het college ont<strong>van</strong>gt een brief <strong>van</strong> adviseur SAB, waar<strong>in</strong><br />

onder meer nadrukkelijk gewezen wordt op het feit dat een<br />

verkennend bodemonderzoek nog moet worden uitgevoerd.<br />

- 5 september 2000: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W omtrent het ontwerpbestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

“TSB-terre<strong>in</strong>”. Raad voorstellen, gehoord<br />

de commissie grondgebied, het ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan<br />

ongewijzigd vast te stellen.<br />

- 12 september 2000: College besluit om Arcadis Heidemij opdracht te verstrekken voor de<br />

uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de DUBO-regel<strong>in</strong>g.<br />

- 26 september 2000: Besluit <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W met betrekk<strong>in</strong>g tot het<br />

ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplan “sportveldencomplex<br />

Heeckeren” en “TSB-terre<strong>in</strong>”. De raad voorstellen<br />

ontwerp-plannen vast te stellen.<br />

- 28 september 2000: Raadsbesluit tot vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de ontwerp-bestemm<strong>in</strong>gsplannen<br />

“<strong>Sp</strong>ortvelden Heeckeren, herzien<strong>in</strong>g 1999-1” en “TSB<br />

terre<strong>in</strong> 1999”.<br />

- 2 oktober 2000: Het college ont<strong>van</strong>gt het tekstueel aangepaste<br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan <strong>van</strong> adviseur SAB, waar<strong>in</strong> onder meer de<br />

resultaten <strong>van</strong> alle bodemonderzoeken <strong>in</strong> de toelicht<strong>in</strong>g zijn<br />

verwerkt.<br />

- 11 oktober 2000: Mededel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> B&W <strong>in</strong> de Staatscourant,<br />

de Twentse Courant Tubantia en Nieuws <strong>van</strong> de week dat de<br />

gemeenteraad de bestemm<strong>in</strong>gsplannen “<strong>Sp</strong>ortvelden<br />

Heeckeren, herzien<strong>in</strong>g 1999-1” en “TSB-terre<strong>in</strong> 1999” heeft<br />

vastgesteld.<br />

- 17 oktober 2000: College besluit uitvoer<strong>in</strong>g bouw- en woonrijpmaken de<br />

Hogenkamp aan Krekel Wegenbouw BV voor f. 1.865.000<br />

excl. BTW te gunnen.<br />

- 18 oktober 2000 : In team grondbedrijf wordt afgesproken, dat m.b.t. het<br />

terre<strong>in</strong> Wheeweg een saner<strong>in</strong>gsplan op te stellen. De<br />

uitvoer<strong>in</strong>g zal <strong>in</strong>tern worden bezien b<strong>in</strong>nen de sector<br />

grondgebied.<br />

- 23 oktober 2000 : Verlen<strong>in</strong>g opdracht door hoofd gemeentewerken aan te Pas<br />

Milieutechniek voor afvoer <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdende grond en<br />

categorie 1 grond conform de offerte.<br />

- 23 november 2000 : De raad besluit tot vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de straatnaamgev<strong>in</strong>g.<br />

- 28 november 2000 : Het college neemt voor kennisgev<strong>in</strong>g aan dat de besliss<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>zake toepass<strong>in</strong>g artikel 11 lid 3 WRO voor uitwerk<strong>in</strong>g<br />

Hogenkamp, herzien<strong>in</strong>g 2000-1 is verdaagd.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 87


- 1 december 2000 : Verlen<strong>in</strong>g opdracht namens college aan Grontmij <strong>Over</strong>ijssel<br />

voor uitzetten kavels plan Hogenkamp.<br />

- 12 december 2000: De raad besluit i.v.m. de kosten <strong>van</strong> verwijder<strong>in</strong>g gronddepot<br />

voormalige zwembad ad. F. 735.000,- een bijdrage te doen<br />

aan het grondbedrijf uit de reserve rioler<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met<br />

de herkomst <strong>van</strong> de grond.<br />

- 18 december 2000 : De raad besluit tot een wijzig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bested<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

budget <strong>van</strong> het Besluit won<strong>in</strong>ggebonden subsidies ten<br />

gunste <strong>van</strong> huurwon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het plan de Hogenkamp.<br />

Separaat besluit de raad om het gronddepot op het<br />

voormalig zwembadterre<strong>in</strong> te verwijderen. Het raadsvoorstel<br />

geeft aan dat de gedeelten <strong>van</strong> het depot die zwaar<br />

verontre<strong>in</strong>igd waren en daardoor niet bruikbaar voor<br />

hergebruik b<strong>in</strong>nen de Hogenkamp afgevoerd zijn naar een erkende<br />

verwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en een stortlocatie voor categorie 1 grond.<br />

- 19 december 2000: Het college neemt voor kennisgev<strong>in</strong>g aan dat GS kunnen<br />

<strong>in</strong>stemmen met de herziene uitwerk<strong>in</strong>gsplannen <strong>van</strong><br />

bestemm<strong>in</strong>gsplan de Whee 1994, uitwerk<strong>in</strong>g Hogenkamp,<br />

herzien<strong>in</strong>g 20001-1.<br />

- 20 december 2000: De raad ont<strong>van</strong>gt de schriftelijke bevestig<strong>in</strong>g, dat<br />

goedkeur<strong>in</strong>g is verleend aan het bestemm<strong>in</strong>gsplan TSBterre<strong>in</strong>.<br />

- 1 februari 2001 : Besluit <strong>van</strong> college gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> om aan Krekel<br />

BV gefaseerd opdracht te verlenen voor uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

saner<strong>in</strong>gswerkzaamheden voor f. 330.000,- ex. BTW.<br />

Opgemerkt wordt dat eerst duidelijk moet zijn of de<br />

geschatte hoeveelheden op waarheid berusten.<br />

- 3 juli 2001 : Opdrachtverlen<strong>in</strong>g namens college aan Cogas voor<br />

aanbrengen CAI kabels en noodvoorzien<strong>in</strong>g gasleid<strong>in</strong>g.<br />

- 9 november 2001 : Gemeld wordt, dat door de firma te Veltkamp <strong>in</strong> opdracht<br />

<strong>van</strong> <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> de sloop <strong>van</strong> Hogenkamp 24 is<br />

uitgevoerd. Asbesthoudende materialen<br />

zijn op basis <strong>van</strong> visuele waarnem<strong>in</strong>g verwijderd, gevolgd<br />

door een hand-pick<strong>in</strong>g actie.<br />

- 29 januari 2002 : College besluit over bestrat<strong>in</strong>gsmateriaal t.b.v. woonrijp<br />

maken Hogenkamp. Opdracht verlen<strong>in</strong>g aan Boschbeton.<br />

- 19 februari 2002 : College besluit tot wijzig<strong>in</strong>g plan woonrijp maken <strong>van</strong>wege<br />

extra kosten Busschers en extra saner<strong>in</strong>gskosten <strong>asbest</strong>.<br />

- 19 februari 2001: Sectorhoofd openbare werken verleent namens college<br />

opdracht aan Krekel B.V. voor saner<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een met <strong>asbest</strong><br />

verontre<strong>in</strong>igd bouwterre<strong>in</strong> en laden, transporteren en storten<br />

<strong>van</strong> met <strong>asbest</strong> vervuilde gronddepots.<br />

- 12 maart 2002: Hoof Nieuwe werken verleent namens het college opdracht<br />

aan NTP Milieu Enschede voor afvoeren <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>houdende grond en bijkomende werkzaamheden<br />

plan de Hogenkamp.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 88


- 26 april 2002: Hoofd Nieuwe werken verleent namens college aan NTP<br />

opdracht voor afvoeren <strong>asbest</strong>houdende grond en<br />

bijkomende werkzaamheden plan de Hogenkamp.<br />

- 28 mei 2002: College besluit over <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> Hogenkamp en stemt onder<br />

andere <strong>in</strong> met afvoeren verontre<strong>in</strong>igde grond naar erkende<br />

stortplaatsen, en het <strong>in</strong> depot zetten <strong>van</strong> overige schone<br />

grond achter slot en grendel bij het zwembad. College stelt<br />

raad voor om voor 360.000 euro te ramen.<br />

- 10 juni 2002: College besluit om voorstel over krediet en saner<strong>in</strong>g locatie 1<br />

aan te houden.<br />

- 25 juni 2002: College besluit tot wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bestek woonrijpmaken, en<br />

wenst uitvoer<strong>in</strong>g op te schorten <strong>in</strong> verband met<br />

<strong>asbest</strong>problematiek.<br />

- 25 juni 2002: Raad besluit voor reeds gemaakte en nog te maken kosten<br />

<strong>van</strong> onderzoek en <strong>asbest</strong>verwijder<strong>in</strong>g 422.390 euro<br />

beschikbaar te stellen t.l.v. de algemene reserve.<br />

- 6 augustus 2002: College stemt <strong>in</strong> met aanbested<strong>in</strong>gsvoorstel voor<br />

planvorm<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>saner<strong>in</strong>g Hogenkamp.<br />

- 7 augustus 2002: College neemt voor kennisgev<strong>in</strong>g aan dat het saneren zal<br />

worden afgerond tijdens het woonrijpmaken.<br />

- 15 augustus 2002: College stemt <strong>in</strong> met het onderbreken <strong>van</strong> het<br />

woonrijpmaken vna de Hogenkamp <strong>in</strong> verband met<br />

<strong>asbest</strong>onderzoek en eventuele saner<strong>in</strong>g.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 89


Bijlage 2 Besluit gemeenteraad <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

onderzoekscommissie<br />

Vergader<strong>in</strong>g<br />

d.d.<br />

Agendapunt : 1<br />

: 5 november 2002<br />

Onderwerp : Instell<strong>in</strong>g externe onderzoekscommissie Hogenkamp<br />

De raad <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>;<br />

gelezen het voorstel <strong>van</strong> burgemeester en wethouders;<br />

besluit:<br />

• Op grond <strong>van</strong> artikel 82 Gemeentewet een commissie <strong>in</strong> te stellen die de<br />

bestuurlijke besluitvorm<strong>in</strong>g en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />

realisatie <strong>van</strong> nieuwbouwwijk de Hogenkamp <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> gaat onderzoeken.<br />

• De commissie tevens te verzoeken voorstellen te doen voor de<br />

totstandkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een <strong>in</strong>tegraal gemeentelijk beleid ten aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

<strong>in</strong> de bodem.<br />

• De commissie als concrete taak op te dragen antwoord te geven op de<br />

navolgende onderzoeksvragen:<br />

A Historie de Hogenkamp<br />

- Is de bestuurlijke en ambtelijke voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het plan de<br />

Hogenkamp voldoende zorgvuldig geschied en is adequaat gereageerd<br />

op eventuele signalen die op een mogelijke bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />

duidden?<br />

- Hoe kan worden verklaard dat de geconstateerde bodemvervuil<strong>in</strong>g met<br />

<strong>asbest</strong>, buiten de verschillende gronddepots, zich pas ten tijde <strong>van</strong> de<br />

<strong>in</strong>gebruikname <strong>van</strong> de won<strong>in</strong>gen heeft geopenbaard.<br />

- Welke conclusies kunnen worden getrokken uit de historische gang <strong>van</strong><br />

zaken rondom het plan de Hogenkamp?<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 90


B Toekomstig <strong>asbest</strong>beleid<br />

- Hoe zou <strong>in</strong> relatie tot prov<strong>in</strong>ciaal en rijksbeleid een <strong>in</strong>tegraal beleid ten<br />

aanzien <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de bodem voor de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

vormgegeven kunnen worden?<br />

• De commissie samen te stellen uit drie leden, niet zijnde (oud) leden <strong>van</strong> het<br />

college of de raad <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> of haar<br />

rechtsvoorgangers, waaronder een voorzitter.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 91


• Als leden <strong>van</strong> de commissie te benoemen de heer mr. P.J. <strong>Biesheuvel</strong><br />

(voorzitter), de heer J.F. Buurmeijer (lid) en de heer dr. P.H.J.J. Swuste (lid).<br />

• Het college te verzoeken een tweetal ambtenaren aan te wijzen voor<br />

ondersteun<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de commissie.<br />

• Aan de commissie alle aan het onderzoek gerelateerde dossiers ter<br />

beschikk<strong>in</strong>g te stellen en gevraagde stukken zonder enig voorbehoud te<br />

overleggen.<br />

• De commissie <strong>in</strong> de gelegenheid te stellen om personen die betrokken zijn<br />

geweest bij de Hogenkamp (onder andere bestuurders, ambtenaren of<br />

adviseurs) te horen.<br />

• De commissie te verzoeken voor 1 april 2003 een e<strong>in</strong>drapportage aan de raad<br />

uit te brengen.<br />

Aldus vastgesteld <strong>in</strong> de openbare vergader<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de raad <strong>van</strong> de gemeente<br />

<strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> d.d. 5 november 2002.<br />

De raad <strong>van</strong> de gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>,<br />

de secretaris, de voorzitter,<br />

Mr. D. Markvoort Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 92


Bijlage 3 Publicaties<br />

1976-1984<br />

Van belang <strong>in</strong> deze periode is publiciteit naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het eerste<br />

Nationale <strong>asbest</strong>symposium <strong>in</strong> 1977.<br />

Regionale pers<br />

TC 19-08-1976 Arts voorspelt: 125 doden <strong>asbest</strong> (Zeeland)<br />

Tubantia/TC 27-08-1976 Geen gevaar <strong>asbest</strong>kanker door Eternit<br />

Wethouder Schutte verklaart dat er geen gevaar voor de bevolk<strong>in</strong>g en de<br />

werknemers is veroorzaakt door Eternit, omdat er geen droge <strong>asbest</strong>stof <strong>in</strong> de<br />

producten <strong>van</strong> Eternit wordt verwerkt.<br />

Tubantia 23-11-1976 Bonden geschokt door gevaren Eternit<br />

Bij <strong>asbest</strong>cementfabriek Eternit <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> komen tientallen situaties voor die<br />

gevaarlijk zijn voor het milieu. Dit blijkt uit het “Eerste rapport <strong>van</strong> een<br />

onderzoek naar de gevaren <strong>van</strong> werken met <strong>asbest</strong>”. De bonden verwijten<br />

Eternit we<strong>in</strong>ig moeite te doen om een ver<strong>van</strong>gende grondstof te v<strong>in</strong>den voor<br />

<strong>asbest</strong>, terwijl de gevaren daar<strong>van</strong> s<strong>in</strong>ds een aantal jaren bekend zijn.<br />

Tubantia 23-11-1976 Asbestgevaar bij Eternit <strong>in</strong> <strong>Goor</strong><br />

Wethouder Schutte kondigt aan dat gemeente onderzoek <strong>in</strong>stelt naar<br />

H<strong>in</strong>derwetvergunn<strong>in</strong>g Eternit na rapport <strong>van</strong> vakbonden over werken met<br />

<strong>asbest</strong> bij Eternit.<br />

TC 23-11-1976 Wethouder Schutte: meer maatregelen<br />

Wethouder Schutte verklaart dat de gemeente naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

rapport <strong>van</strong> de bonden wellicht moet overgaan tot meer str<strong>in</strong>gentere<br />

maatregelen.<br />

Tubantia 24-11-1976 Directeur Eternit: onrust deels onnodig<br />

Het is niet gevaarlijk bij Eternit stelt de directeur. In veertig jaar tijd is er nog<br />

nooit één geval <strong>van</strong> mesothelioom of <strong>asbest</strong>tose geconstateerd.<br />

TC 24-11-1976 Directeur: bij Eternit geen ziekte door <strong>asbest</strong><br />

TC 24-11-1976 Er is geen bewijs dat er iets mis is<br />

TC 24-11-1976 <strong>Rapport</strong> NVV/NKV 28 gevaarlijke situaties<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 93


Tubantia 01-12-1976 Eternit onderschat ernst situatie<br />

Technisch directeur ir. G.J. de Jong <strong>van</strong> Eternit geeft er volgens het<br />

vakbondsblad WIK nog steeds blijk <strong>van</strong> de ernst <strong>van</strong> de situatie te<br />

onderschatten.<br />

Tubantia 03-12-1976 Eternit: bonden lieten een zg onderzoek doen<br />

Tubantia 04-12-1976 Ontwerp <strong>asbest</strong>besluit<br />

De m<strong>in</strong>isterraad heeft <strong>in</strong>gestemd met een ontwerp-<strong>asbest</strong>besluit.<br />

TC 15-12- 1976 Nota bonden stoot onder de gordel<br />

Het CDA zegt <strong>in</strong> de Algemene Beschouw<strong>in</strong>gen dat de Bonden (door het<br />

schrijven <strong>van</strong> het rapport over het werken bij Eternit, het bedrijf een stoot<br />

onder de gordel uitdelen. De Bonden moeten hun leden wijzen op de<br />

gevaren <strong>van</strong> de stoffen en het toepassen <strong>van</strong> veiligheidsvoorschriften.<br />

Tubantia 16-12-1976 Kritiek Bond op CDA en directie Eternit<br />

Districtsbestuurder Peters <strong>van</strong> Industriebond NKV is verbolgen over de reactie<br />

<strong>van</strong> het CDA en de directie <strong>van</strong> Eternit over het rapport <strong>van</strong> de Bonden.<br />

Tubantia 24-12-1976 Asbest wordt verboden<br />

Tubantia 03-01-1977 Geen groot onderzoek <strong>asbest</strong>vergiftig<strong>in</strong>gen<br />

Bij de jaarlijkse röntgenfoto’s <strong>van</strong> werknemers bij Eternit is nooit <strong>asbest</strong>ose<br />

geconstateerd. Daarom wil M<strong>in</strong>ister Boersma geen diepgaand onderzoek<br />

naar <strong>asbest</strong>vergiftig<strong>in</strong>g bij Eternit.<br />

Tubantia 12-01-1977 Eternit voortbestaan niet <strong>in</strong> gevaar<br />

Als Eternit een ontheff<strong>in</strong>g krijgt voor dre voor de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> blauw <strong>asbest</strong><br />

komt het voortbestaan <strong>van</strong> de fabiek niet <strong>in</strong> gevaar, zegt de direceteur.<br />

Tubantia 14-01-1977 Vredel<strong>in</strong>g buigt zich over gevaren <strong>asbest</strong><br />

De Europese commissie wil dat er een norm wordt vastgesteld voor de<br />

hoeveelheid <strong>asbest</strong>stof waaraan een werknemer mag worden blootgesteld.<br />

TC 17-02-1977 Invoer<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>besluit laat op zich wachten<br />

Een groeiend <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de gevaren die <strong>asbest</strong> omr<strong>in</strong>gen maakt een wettelijk<br />

kader noodzakelijk. Het zoeken naar alternatieven voor <strong>asbest</strong> lijkt de enige<br />

weg om een pijnlijke afweg<strong>in</strong>g tussen economie en volksgezondheid<br />

overbodig te maken.<br />

Tubantia 19-02-1977 Zonder blauw <strong>asbest</strong> voortbestaan <strong>in</strong> ged<strong>in</strong>g<br />

Blauw <strong>asbest</strong> ( de gevaarlijkste soort) wordt door Eternit als onmisbare<br />

grondstof gezien voor productie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementbuizen. Het bedrijf rekent<br />

op een ontheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Asbestbesluit.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 94


TC Industriebond: Gebruik <strong>asbest</strong> geheel verbieden<br />

De Industriebond NVV wil gebruik <strong>asbest</strong> <strong>van</strong>wege de enorme risico’s voor de<br />

gezondheid geheel verbieden.<br />

Tubantia 15-04-1977 Universiteit onderzoekt abesttheorie<br />

Een groep studenten <strong>van</strong> de Rijksuniversiteit Utrecht stelt een onderzoek <strong>in</strong><br />

naar de mogelijke tegenstrijdigheid <strong>in</strong> rechtstheorie en rechtspraktijk op het<br />

gebeid <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>verwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Gewest <strong>Twente</strong>.<br />

Tubantia 16-05-1977 Zwartboek leidt tot conflict Eternit-vakbond<br />

Tubantia 17-05-1977 Blauw <strong>asbest</strong> wordt verboden<br />

Blauw <strong>asbest</strong> mag niet meer worden verwerkt of <strong>in</strong> de verkoop komen, aldus<br />

het Asbestbesluit. Het besluit wordt een jaar later <strong>van</strong> kracht maar voor<br />

<strong>asbest</strong>verwerkende bedrijven is het mogelijk een ontheff<strong>in</strong>g te vragen.<br />

Tubantia 23-05-1977 Ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong> bepleit<br />

PvdA Kamerlid Rienks bepleit herstructurer<strong>in</strong>g Eternit voor andere producten.<br />

Tubantia 21-10-1977 Asbest verwekt na 30 jaar kanker<br />

TC 20-10-1977 M<strong>in</strong>ister: geen totaalverbod <strong>asbest</strong><br />

De m<strong>in</strong>ister heeft bij een bijeenkomst <strong>in</strong> Delft gezegd dat er geen<br />

totaalverbod op <strong>asbest</strong> komt, maar alleen op het meest gevaarlijke blauwe<br />

<strong>asbest</strong>.<br />

Tubantia 22-10-1977 Tweede rapport bonden Eternit<br />

In een tweede rapport over het werken met <strong>asbest</strong> bij Eternit stellen de<br />

bonden dat een groot aantal situaties is opgelost, maar dat er nog steeds<br />

een aantal gevaarlijke werksituaties zijn.<br />

Tubantia 24-10-1977 Vakbonden willen veiligheidscommissie<br />

Tubantia 10-02-1978 Vijftig miljoen voor <strong>asbest</strong>arbeiders<br />

Meer dan 400 arbeiders <strong>van</strong> een Amerikaanse <strong>asbest</strong>fabriek krijgen 50 miljoen<br />

guldenschadevergoed<strong>in</strong>g. Driehonderd <strong>van</strong> de <strong>in</strong> totaal 1000 mensen die bij<br />

het bedrijf hebben gewerkt hebben een grote kans kanker te krijgen.<br />

TC 28-10-1977 Asbest ondanks gevaar niet direct uitbannen<br />

De gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> zijn bekend, maar de voorzitter <strong>van</strong> de<br />

<strong>asbest</strong>commissie, <strong>van</strong> den Berg, v<strong>in</strong>dt niet dat de toepass<strong>in</strong>g zonder meer<br />

verboden moet worden. Daarvoor moeten alle factoren tegen elkaar<br />

worden afgewogen, onder andere werkgelegenheid.<br />

Tubantia 22-03-1978 Conflict over nieuwe <strong>asbest</strong>commissie<br />

M<strong>in</strong>ister Albeda <strong>van</strong> Sociale Zaken zal zich b<strong>in</strong>nenkort moeten buigen over de<br />

aanvraag <strong>van</strong> Eternit om een ontheff<strong>in</strong>g te krijgen voor blauw <strong>asbest</strong>. De<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 95


president-directeur <strong>van</strong> Eternit is lid <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>commissie die een advies<br />

over de ontheff<strong>in</strong>g moet uitbrengen.<br />

TC 31-03-1978 TNO meet <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> buitenlucht<br />

Het Instituut voor Milieuhygiëne en Gezondheidstechtniek <strong>van</strong> TNO heeft <strong>van</strong><br />

het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> VROM de opdracht gekregen tot het meten <strong>van</strong><br />

concentraties <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> de buitenlucht. Locatie <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> is één <strong>van</strong> zes<br />

landelijke meetpunten.<br />

Tubantia 24-04-1978 Waarschuw<strong>in</strong>g voor gevaren <strong>asbest</strong><br />

Tubantia 30-08-1978 Volledig verbod <strong>asbest</strong> gevraagd<br />

Drie huisartsen uit Oss hebben m<strong>in</strong>ister Albeda <strong>van</strong> Sociale Zaken gevraagd<br />

om een totaalverbod <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>.<br />

TC 09-01-1979 Rijk subsidieert ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong><br />

M<strong>in</strong>ster G<strong>in</strong>jaar heeft ƒ 950.000 ter beschikk<strong>in</strong>g gesteld aan DSM voor de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een alternatief voor <strong>asbest</strong><br />

TC 11-01-1979 Asbestbesluit kost banen bij Eternit<br />

Door de directeur <strong>van</strong> Eternit wordt aangegeven dat de emotioneel<br />

geïnspireerde voorlicht<strong>in</strong>g over het <strong>asbest</strong>probleem vertragend werkt op de<br />

afzet. Daarnaast heeft de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>besluit een negatieve<br />

<strong>in</strong>vloed op de werkgelegenheid.<br />

Tubantia 03-02-1979 Eternit <strong>Goor</strong>: geen blauw <strong>asbest</strong> meer<br />

In september is def<strong>in</strong>itief een punt gezet achter de verwerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> blauw<br />

<strong>asbest</strong>. Blauw <strong>asbest</strong> wordt nog wel <strong>in</strong> België verwerkt.<br />

Tubantia januari 1980 Vier miljoen geïnvesteerd<br />

Tubantia 16-02-1980 Eternit laakt artikel <strong>asbest</strong> <strong>van</strong> brandweer<br />

De heer J. de Boer schrijft dat de gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> worden onderschat.<br />

Eternit is woedend en meldt dat <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> zich nog nooit een ziektegeval heeft<br />

voorgedaan.<br />

Tubantia 24-06-1980 FBV wil volledig verbod <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

Het Asbestbesluit voldoet niet volgens de FNV, omdat alleen het <strong>in</strong> voorraad<br />

hebben en verwerken <strong>van</strong> blauw <strong>asbest</strong> wordt verboden. Andere<br />

<strong>asbest</strong>soorten waar<strong>van</strong> <strong>in</strong> Nederlandse onderzoeken ook het gevaar is<br />

bewezen worden buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten.<br />

Tubantia 20-02-1981 Eternit op zoek naar nieuwe markten<br />

Tubantia 01-04-1981 Asbest<strong>in</strong>dustrie boos op M<strong>in</strong>isterie<br />

De commissie Voorlicht<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong> uit <strong>Goor</strong> heeft kritiek op de dit jaar door het<br />

M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> VROM uitgebrachte circulaire “Asbest en Milieuhygiëne”. De<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 96


commissie stelt dat er een volkomen vertrokken beeld <strong>van</strong> het gevarenrisico<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> het milieu wordt gegeven. De brochure heeft als doel – stelt de<br />

commissie – de verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> en <strong>asbest</strong>houdende producten<br />

zoveel mogelijk terug te dr<strong>in</strong>gen. Gewezen wordt door het M<strong>in</strong>isterie op de rol<br />

<strong>van</strong> de gemeenten daarbij. Volgens de commissie Asbest en Voorlicht<strong>in</strong>g zet<br />

het M<strong>in</strong>isterie met de circulaire het voortbestaan <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>verwerkende<br />

<strong>in</strong>dustrie op het spel. De <strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie wil op zo kort mogelijke termijn<br />

overleg met de Vaste Kamercommissie voor milieuhygiëne.<br />

TC 14-04-1981 Buurmeijer bezoekt Eternit<br />

Sluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit zou ramp voor <strong>Goor</strong> zijn, zie wethouder Schutte tijdens<br />

werkbezoek Buurmeijer en Meijer. Buurmeijer maakt zich ongerust over<br />

werkgelegenheid. De OR schrijft malaise toe aan de alarmerende gevaren<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Wethouder Schutte betoogt dat de <strong>Goor</strong>se vestig<strong>in</strong>g juist voorop<br />

heeft gelopen <strong>in</strong> het nemen <strong>van</strong> veiligheidsmaatregelen voor het personeel.<br />

Buurmeijer drong aan op de onwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nieuwe producten.<br />

TC 14-041981 Sluit<strong>in</strong>g Eternit zou ramp voor <strong>Goor</strong> zijn<br />

TC 08-07-1981 Concentratie <strong>asbest</strong> hoger dan elders<br />

De concentratie <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> is ten opzichte <strong>van</strong> elders hoger, maar<br />

beneden de MAC-waarde.<br />

Tubantia 09-07-1981 Hoge concentratie <strong>asbest</strong> boven <strong>Goor</strong><br />

Er is een hogere concentratie <strong>asbest</strong>vezels rond <strong>Goor</strong>, maar geen reden voor<br />

ongerustheid volgens de DGD omdat de waarde beneden de Mac-waarde<br />

blijft.<br />

TC 08-09-1981 Storten <strong>asbest</strong> stuit op bezwaren<br />

De Milieufederatie <strong>Over</strong>ijssel heeft grote bezwaren tegen het storten <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>cementafval <strong>van</strong> Eternit op de stortplaats het Rikker<strong>in</strong>k <strong>in</strong> Ambt Delden.<br />

In de ontheff<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de m<strong>in</strong>ister is sprake <strong>van</strong> 5000 ton <strong>asbest</strong>cementafval en<br />

16.000 ton <strong>asbest</strong>cementslurry per jaar.<br />

Tubantia 09-09-1981 “Storten <strong>asbest</strong> kan zonder gevaar”<br />

Het storten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementafval op vuilnisbelt Het Rikker<strong>in</strong>k <strong>in</strong> Ambt Delden<br />

levert geen gevaar op voor de volksgezondheid, stelt de heer de Boer <strong>van</strong><br />

het Gewest <strong>Twente</strong>. Eternit stort s<strong>in</strong>ds zeven jaar het <strong>asbest</strong>cementafval <strong>in</strong><br />

Ambt Delden, nadat de <strong>asbest</strong>stortplaats aan de Steenbakkersweg <strong>in</strong> Borne<br />

vol was.<br />

TC 28-10-1981 Eternit wil 143 mensen kwijt<br />

Bij Eternit <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> moeten 143 <strong>van</strong> de 450 arbeidsplaatsen vervallen. De<br />

directie stelt dat slechte situatie <strong>in</strong> de bouw en negatieve publiciteit over<br />

<strong>asbest</strong> daar<strong>van</strong> de oorzaak is.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 97


TC 29-10-1981 Gemeentebestuurders over Eternit<br />

Eternit kondig reorganisatieplannen aan waarbij 143 arbeidsplaatsen verloren<br />

gaan. Gemeentebestuurders willen maatregelen uit Den Haag om verdere<br />

teruggang <strong>van</strong> werkgelegenheid tegen te gaan. De milieueisen en het<br />

<strong>in</strong>storten <strong>van</strong> de bouwmarkt hebben tot deze situatie geleid, aldus<br />

burgemeester <strong>van</strong> der Zwaag. Het M<strong>in</strong>isterie heeft veel te zwaar alleen het<br />

product <strong>asbest</strong> op de korrel genomen en dit op een ongenuanceerde wijze<br />

<strong>in</strong> de publiciteit gebracht, aldus <strong>van</strong> der Zwaag.<br />

Tubantia 29-10-1981 Kans voor Eternit door plaat zonder <strong>asbest</strong><br />

Er wordt 7 miljoen gulden geïnvesteerd <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een plaat<br />

zonder <strong>asbest</strong>. Kans voor herstel Eternit niet alleen afhankelijk <strong>van</strong> nieuwe<br />

product, maar ook <strong>van</strong> herstel bouwmarkt. Eternit mensen reageren<br />

emotioneel op de aanvallen <strong>van</strong> de gevaren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>. Erkend wordt dat<br />

dat gevaar alleen bestaat bij <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> ongebonden vorm die <strong>in</strong> grote<br />

hoeveelheden en langdurig aanwezig is. OR lid Schreuder verklaart, dat<br />

aanvallen op <strong>asbest</strong> bedrijf veel meer schade hebben toegebracht dan het<br />

<strong>in</strong>storten <strong>van</strong> de bouwmarkt.<br />

Tubantia 05-12-1981 Scheidend directeur de Jong: Reorganisatie<br />

Directeur de Jong <strong>van</strong> Eternit legt op 1 januari 1982 zijn functie neer. De<br />

directeur noemt alle publicaties over <strong>asbest</strong> een “hetze”. M<strong>in</strong>ster G<strong>in</strong>jaar<br />

scheerde alle soorten <strong>asbest</strong> over één kam. Asbest <strong>in</strong> gebonden vorm is<br />

helemaal niet schadelijk.<br />

Radio Oost 25-02-1982 Gesprek met Industriebond<br />

Er moet bij Eternit <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> een uitgebreid onderzoek komen naar<br />

<strong>asbest</strong>kanker en Eternit moet <strong>asbest</strong>vrij worden. Er zijn twee mensen bekend<br />

die <strong>asbest</strong>kanker hebben en bij Eternit hebben gewerkt. Het zal goed zijn voor<br />

de werkgelegenheid als Eternit overgaat op <strong>asbest</strong>vrije producten. Huidige<br />

143 ontslagen zijn niet het gevolg <strong>van</strong> het zoeken naar andere productie<br />

mogelijkheden, maar <strong>van</strong> het <strong>in</strong>storten <strong>van</strong> de bouwmarkt.<br />

TC 25-02-1982 Onderzoek: 65 longklachten bij Eternit<br />

In <strong>Twente</strong> is de afgelopen tien jaar bij 20 mensen <strong>asbest</strong>kanker geconstateerd<br />

en <strong>in</strong> zeker twee gevallen betrof het oud-werknemers <strong>van</strong> Eternit. De Sticht<strong>in</strong>g<br />

Arbeid en Gezondheid heeft hiertoe samen met de Industriebonden FNV en<br />

CNV onderzoek verricht. Uit dat onderzoek blijkt voorts dat 65 mensen<br />

longklachten hebben.<br />

Tubantia 25-02-1982 Bonden: wel <strong>asbest</strong>ziekten Eternit-<strong>Goor</strong><br />

De Industriebonden hebben na een onderzoek onder werknemers <strong>van</strong> Eternit<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen dat het werken met <strong>asbest</strong> wel heeft geleid tot kanker. De<br />

directie zegt dat bij geen enkel medisch onderzoek aan <strong>asbest</strong> gerelateerde<br />

ziekten zijn geconstateerd. De bonden verwijten de directie verontruste<br />

werknemers te pas en onpas <strong>in</strong> slaap te sussen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 98


TC 25-02-1982 Topman Eternit: hetze <strong>van</strong> de bonden<br />

De president-directeur verklaart dat de vakbonden bezig zijn met een hetze<br />

tegen het bedrijf. Verklar<strong>in</strong>g is een reactie op het onderzoek <strong>van</strong> de bonden<br />

naar mogelijke kanker onder het personeel.<br />

TC 04-03-1982 Open brief Eternit: Bonden zaaien onrust<br />

Eternit stelt dat het niet uitgesloten is dat <strong>in</strong> het verleden ex werknemers zijn<br />

blootgesteld aan <strong>asbest</strong>besmett<strong>in</strong>g. In de jaren vijftig zijn gevaren bekend<br />

geworden en toen zijn ook voorzien<strong>in</strong>gen getroffen. Bonden hebben Eternit<br />

bij onderzoek betrokken. Aan de wetenschappelijke waarde wordt door<br />

Eternit sterk getwijfeld.<br />

Tubantia 17-03-1982 Kritiek OR Eternit op <strong>asbest</strong> rapport<br />

“U heeft grote en onnodige onrust onder de werknemers en ex-werknemers<br />

<strong>van</strong> Eternit teweeggebracht, omdat u met uitspraken bent gekomen die<br />

volledig <strong>in</strong> strijd zijn met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> onder andere de<br />

bedrijfsgeneeskundige dienst. Wij vragen ons af waarom nu juist de<br />

Industriebonden de werkgelegenheid b<strong>in</strong>nen ons bedrijf op het spel zetten”,<br />

aldus de OR <strong>van</strong> Eternit die zich met deze uitlat<strong>in</strong>g achter de directie opstelt.<br />

Kamervragen maart 1982 Buurmeijer/Toussa<strong>in</strong>t<br />

M<strong>in</strong>ister Volksgezondheid en Milieuhygiëne moet uiteenzetten wat er met<br />

werknemers <strong>van</strong> Eternit <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> aan de hand is. Kamerleden willen <strong>in</strong>zage <strong>in</strong><br />

rapporten.<br />

Tubantia 28-05-1982 Nieuw onderzoek naar <strong>asbest</strong>kanker<br />

Als antwoord op de Kamervragen wordt door M<strong>in</strong>ster Gardeniers<br />

(Volksgezondheid) en staatssecretaris d’Ancona (Sociale Zaken) een<br />

onderzoek aangekondigd naar de oorzaak <strong>van</strong> het hoger aantal<br />

sterfgevallen door <strong>asbest</strong>kanker onder vrouwen <strong>in</strong> <strong>Twente</strong> dan het<br />

gemiddelde <strong>in</strong> Nederland. De arbeids<strong>in</strong>spectie laat weten dat het bedrijf<br />

voldoet aan de wettelijke normen. De M<strong>in</strong>ister stelt dat het niet mogelijk is<br />

met zekerheid een relatie aan te geven tussen gesignaleerde gevallen <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>kanker en het bedrijf Eternit.<br />

Tubantia 08-06-1982 Twijfels over gevaar <strong>asbest</strong> blijven<br />

De verwacht<strong>in</strong>g dat het Wereldsymposium over <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> Montreal de<br />

onzekerheden over de gezondheidsrisico’s <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> zouden wegnemen, is<br />

geen bewaarheid geworden.<br />

TC 16-06-1982 TNO onderzoek naar <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> weg<br />

GS <strong>van</strong> <strong>Over</strong>ijssel willen dat TNO gaat onderzoeken of zich <strong>in</strong> en rond Ambt<br />

Delden voor de volksgezondheid gevaarlijke situaties voordoen doordat <strong>in</strong> de<br />

wegverhard<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>cement is verwerkt.<br />

Tubantia 20-07-1982 Prov<strong>in</strong>cie neemt geen risico: afgrav<strong>in</strong>g<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 99


Het giftige <strong>asbest</strong>pad langs een zijtak <strong>van</strong> het <strong>Twente</strong>kanaal is gisteren<br />

afgegraven en op het Rikker<strong>in</strong>k gestort.<br />

TC 22-07-1982 Onderzoek naar “losse <strong>asbest</strong>”<br />

In een straal <strong>van</strong> 12 kilometer rond Eternit zullen alle onverharde wegen aan<br />

een onderzoek worden onderworpen. Gevreesd wordt dat als over het<br />

kapotte <strong>asbest</strong>cement wordt gereden er <strong>asbest</strong>deeltjes vrijkomen en dit de<br />

gezondheid kan bedreigen.<br />

TC 26 juli 1982 Verontrustend resultaat <strong>asbest</strong>weg<br />

De schade die <strong>asbest</strong>vezels kunnen aanrichten aan de gezondheid is nog<br />

niet door de wetenschap vastgesteld. Zeker is wel dat <strong>in</strong>adem<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een<br />

grote concentratie vezels op den duur een vorm <strong>van</strong> longkanker tot gevolg<br />

kan hebben. Daarom zal TNO eerst de <strong>in</strong>vloed <strong>van</strong> het op de wegen<br />

gebrachte materiaal moeten onderzoeken. De Prov<strong>in</strong>cie is uiterst voorzichtig.<br />

Bij de afgrav<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een prov<strong>in</strong>ciale weg <strong>in</strong> Ambt Delden werden de<br />

aanwezige ambtenaren uitgelachen. De Prov<strong>in</strong>cie vreest tegen het topje <strong>van</strong><br />

de ijsberg te zijn aangelopen.<br />

TC 22 –01-1983 Eternit naar <strong>asbest</strong>vrije producten<br />

Eternit beg<strong>in</strong>t over een jaar met de productie <strong>van</strong> de eerste <strong>asbest</strong>vrije<br />

platen.<br />

Landelijke pers<br />

Volkskrant 23 augustus 1976 Jaarlijks honderd <strong>asbest</strong>doden<br />

AD 26 augustus 1976 Asbestbesluit mogelijk b<strong>in</strong>nen enkele weken<br />

AD augustus 1976 Asbestbesluit niet waterdicht<br />

NRC november 1976 Werknemers Eternit geschokt door zwartboek<br />

Volkskrant 12 februari 1977 Asbestbesluit treft talrijke bedrijven<br />

Volkskrant 15 april 1977 Vakbond wil verbod op <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 02-07-1977 Asbest levensgevaarlijk<br />

Pag<strong>in</strong>agroot artikel over <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>besluit. De toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

blauwe <strong>asbest</strong> lijkt door mogelijkheid voor ontheff<strong>in</strong>gen niet verdwenen en<br />

gevaar voor gezondheid werknemers ook niet<br />

Volkskrant 21-10-1977 FNV wenst snel verbod op <strong>asbest</strong><br />

Het Asbestbeluit dat op 1 april 1978 <strong>in</strong>gaat ziet volgens de vakbonden op te<br />

lange overgangstermijnen en een royaal ontheff<strong>in</strong>gsbeleid. De toepass<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong> moet zo snel mogelijk gestaakt worden.<br />

NRC 21-10-1977 Bij <strong>asbest</strong>besluit gezondheid voorop<br />

Volkskrant 22-03-1978 Ontheff<strong>in</strong>g Eternit leidt tot conflict<br />

Volkskrant 29-06-1978 Asbestbepal<strong>in</strong>g <strong>van</strong> kracht. Ontheff<strong>in</strong>g Eternit<br />

NRC 02-12-1978 Asbest brengt dood <strong>in</strong> dorp Australië<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 100


Volkskrant 10-01-1979 TNO wil totaalverbod productie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

De kern <strong>van</strong> het advies <strong>van</strong> TNO aan m<strong>in</strong>ister G<strong>in</strong>jaar <strong>van</strong> VROM is om een<br />

groot aantal producten waar<strong>in</strong> <strong>asbest</strong> is verwerkt <strong>in</strong> verband met het gevaar<br />

voor de volksgezondheid te verbieden.<br />

Volkskrant 24-06-1980 Industriebond wil algeheel <strong>asbest</strong>verbod<br />

AD 09-05-1981 Miljoenenstrop door aktie tegen <strong>asbest</strong><br />

Trouw 30-05-1981 Niemand weet hoeveel <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> Nederland<br />

wordt verwerkt<br />

AD 04-06-1981 Zorgen om <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> aircondition<strong>in</strong>g.<br />

AD 26-02-1982 Asbestfabriek besmet verklaard<br />

Volkskrant 05-06-1982 Hoe gevaarlijk is <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> en om het huis<br />

Pag<strong>in</strong>agroot artikel met als conclusie, dat naar de juiste om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het<br />

risico <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> voor de volksgezondheid gegist moet worden, omdat er nog<br />

niet voldoende kennis is over het gevaar <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e concentraties.<br />

AD 26-02-1982 Kanker na werken met <strong>asbest</strong><br />

Trouw 26-02-1982 Werken bij <strong>asbest</strong>bedrijf leidt tot ziekte<br />

Volkskrant 01-03-1982 Longafwijk<strong>in</strong>gen bij arbeiders <strong>asbest</strong>bedrijf<br />

Er is diepgaand onderzoeks nodig naar het mogelijk verband tussen<br />

longafwijk<strong>in</strong>gen bij zeker 65 werknemers <strong>van</strong> Eternit en hun werkzaamheden.<br />

Volkskrant 29-05-1982 Wereldsymposium Montreal: twijfels over<br />

gevaar <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

NRC 03-06-1982 Risico’s <strong>asbest</strong> vraagt om ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>gsmiddelen<br />

Volkskrant 19-06-1982 Verplichte waarschuw<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong><br />

NRC 01-09-1982 Asbest kan na jaren fatale aandoen<strong>in</strong>gen<br />

veroorzaken<br />

Telegraaf september 1982 Asbestgevaar <strong>in</strong> sporthallen<br />

Volkskrant 30-10-1982 Meer controle op gevaren bouwmaterialen<br />

Volkskrant 02-12-1982 Hoechst ontwikkeld ver<strong>van</strong>ger voor <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 07-05-1983 Milieusticht<strong>in</strong>g wil verbod op <strong>asbest</strong><br />

1984-1993<br />

Van belang <strong>in</strong> deze periode is met name het tweede Nationale<br />

Asbestsymposium dat <strong>in</strong> 1985 wordt georganiseerd door de TU <strong>in</strong> Delft en veel<br />

publiciteit genereert.<br />

Regionale pers<br />

Tubantia 25-08-1984 Eternit laakt onderzoek universiteit<br />

Eternit twijfelt aan de deskundigheid <strong>van</strong> de onderzoekers <strong>van</strong> de Universiteit<br />

<strong>van</strong> Leiden die <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> M<strong>in</strong>ister W<strong>in</strong>semius nagaan hoe schadelijk het<br />

storten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>afval <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g is voor volksgezondheid en milieu. De<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 101


directie en de OR <strong>van</strong> Eternit v<strong>in</strong>den dat de onderzoekers anti-<strong>asbest</strong> en anti-<br />

Eternit zijn.<br />

TC 04-09-1985 Asbest snel ver<strong>van</strong>gen<br />

TC 02-10-1985 Asbestonderzoek door natte zomer mislukt<br />

TNO zal <strong>in</strong> 1986 opnieuw onderzoek doen naar de verstuiv<strong>in</strong>gsgraad <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> een groot aantal wegen <strong>in</strong> en rond <strong>Goor</strong>. Door hevige regenval zijn<br />

gegevens 1985 niet representatief.<br />

Tubantia 24-08-1989 Asbestweduwen uit <strong>Goor</strong> klagen Eternit aan<br />

Presentatie rapport <strong>van</strong> de SP “Asbest doodt” en start <strong>van</strong> proces<br />

<strong>asbest</strong>weduwen tegen Eternit.<br />

Tubantia 27-10-1992 Asbestverbod kan leiden tot verlies <strong>van</strong><br />

150 banen bij Eternit<br />

Per 1 juli 1993 gaat <strong>asbest</strong>verbod <strong>in</strong>. M<strong>in</strong>ister Sociale Zaken accepteert verlies<br />

aan werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>Goor</strong>. In andere landen mag <strong>asbest</strong> nog wel<br />

verwerkt worden en Eternit verliest daardoor exportmarkt.<br />

Landelijke pers<br />

Volkskrant 05-01-1985 Milieueisen doet bedrijven migreren<br />

NRC 16-01-1985 Onderzoekers treffen grote hoeveelheden<br />

<strong>asbest</strong> aan.<br />

Milieucoörd<strong>in</strong>ator <strong>van</strong> ’t Haaff <strong>van</strong> Eternit vertelt dat het <strong>asbest</strong>afval veel als<br />

verhard<strong>in</strong>gsmateriaal werd gebruikt <strong>van</strong> 1936 tot 1975. Hoeveel<br />

<strong>asbest</strong>cementafval er precies <strong>in</strong> het milieu is terechtgekomen is onbekend.<br />

Onderzoekers <strong>van</strong> het Centrum voor Milieukunde <strong>van</strong> de Leidse Universiteit<br />

hebben daar onderzoek naar gedaan. Ze vonden 83 wegen en erven die<br />

met <strong>asbest</strong>cementafval zijn verhard. Maar dit beeld is niet volledig.<br />

Trouw 29-03-1985 Milieudefensie wil totaalverbod <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 15-04-1985 Miljoenenstrop NN <strong>in</strong> VS door <strong>asbest</strong>claims<br />

Volkskrant 07-09-1985 Asbest is voorlopig wereld nog niet uit<br />

Telegraaf 16-11-1985 Het blauwe zand <strong>van</strong> de dood<br />

Volkskrant 25-11-1985 Verzekeraars roken Amerikanen uit<br />

NRC 04-02-1986 Ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>gsmiddelen<br />

Volkskrant 23-01-1988 DSM moet zorgvuldig gebruik <strong>asbest</strong> aantonen<br />

NRC 07-06-1988 Historisch verhaal toepass<strong>in</strong>gen <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 08-10-1988 M<strong>in</strong>isterie wil verkoop <strong>asbest</strong>vrije auto’s<br />

Volkskrant 22-12-1988 Eternit schakelt over op productie <strong>asbest</strong>vrije<br />

golfplaten<br />

Eternit kondigt aan onder druk <strong>van</strong> de markt over te gaan op het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>vrije golfplaten.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 102


Volkskrant 22-12-1988 Eternit spreekt <strong>van</strong> “hetze”<br />

De directeur <strong>van</strong> Eternit benadrukt dat mesothelioom alleen veroorzaakt kan<br />

worden door blauw en bru<strong>in</strong> <strong>asbest</strong>. De enige soort die s<strong>in</strong>ds 1978 bij Eternit<br />

wordt gebruikt is wit-<strong>asbest</strong>. Er wordt een hetze tegen <strong>asbest</strong> gevoerd, terwijl<br />

men beter weet. Het wetenschappelijk standpunt is dat alle soorten <strong>asbest</strong><br />

kankerverwekkend kunnen zijn. Dat is afhankelijk <strong>van</strong> de oppervlakte en<br />

diameter <strong>van</strong> de vezels.<br />

Volkskrant 22-12-1988 Duizenden tonnen <strong>asbest</strong> wachten op sloper<br />

Trouw 20-01-1989 Gevaarlijk <strong>asbest</strong> zit overal<br />

Volkskrant 08-02-1989 Asbest uit vloer school gehaald<br />

NRC 09-02-1989 Asbest uit remvoer<strong>in</strong>gen<br />

NRC 14-02-1989 Asbest en <strong>asbest</strong> is twee<br />

Volkskrant 14-02-1989 Fabrikanten verzetten zich tegen <strong>asbest</strong>verbod<br />

Telegraaf 18-02-1989 Asbest, redactioneel stuk<br />

Trouw 18-02-1989 Explosie kanker bouwvakkers door <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 21-02-1989 Onderzoek bevestigt gevolgen werken <strong>asbest</strong><br />

Telegraaf 10-04-1989 Bank dicht na <strong>asbest</strong>dampen<br />

Volkskrant 01-07-1989 F<strong>in</strong>anciële steun voor verwijder<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>zeil<br />

Volkskrant 07-07-1989 Amerikanen willen <strong>asbest</strong> uitbannen<br />

AD 08-07-1989 Verwijderen <strong>asbest</strong> moet nog veiliger<br />

Volkskrant 13-07-1989 Werken met <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> garages verboden<br />

AD 14-07-1989 Asbestverbod op losse schroeven<br />

Volkskrant 21-01-1990 M<strong>in</strong>ister vraagt advies over <strong>asbest</strong>verbod<br />

Volkskrant 01-03-1990 CAO akkoord;<strong>asbest</strong>vrij werken na 1991<br />

Volkskrant 20-12-1990 Gebruik <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> b<strong>in</strong>nen drie jaar verbannen<br />

Volkskrant 05-01-1991 Eternit gedwongen tot maatregelen<br />

NRC 12-01-1991 Eternit laakt <strong>asbest</strong>besluit<br />

NRC 20-01-1991 Asbest vergt tot 2010 duizenden slachtoffers<br />

NRC 21-01-1991 In toekomst meer doden door <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 07-02-1991 Asbest gezond genoeg voor export<br />

Volkskrant 14-03-1991 Schadelijkheid <strong>asbest</strong> al voor 1977 bekend<br />

NRC 02-10-1991 Sterfgevallen door <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 03-10-1991 Schadeclaim door <strong>asbest</strong> maakt meer kans<br />

Volkskrant 26-11-1991 Bestrijd<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>gevaar Eternit onvoldoende<br />

Volkskrant 28-11-1991 Bonden verklaren gebruik <strong>asbest</strong> taboe<br />

NRC 19-12-1991 <strong>Over</strong>lijdensbericht door <strong>asbest</strong><br />

Trouw 21-12-1991 Diverse bedrijven stoppen gebruik <strong>asbest</strong><br />

Volkskrant 30-12-1991 Strengere regels SWZ voor slopen <strong>asbest</strong><br />

Alle 10-03-1991 Opruimen <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> straten Veghel<br />

Trouw 14-03-1992 Onderzoek bestand <strong>asbest</strong>slachtoffers<br />

NRC 18-03-1992 Smartegeld aan <strong>asbest</strong>weduwen toegekend<br />

NRC 19-03-1992 Asbestweduwen waren procedure moe<br />

Volkskrant 19-03-1992 Eternit geeft ƒ 45.000,- aan weduwes<br />

NRC 27-06-1992 Gebruik <strong>asbest</strong> per 1 juli 1993 verboden<br />

Volkskrant 29-06-1992 Asbest mag volgend jaar niet meer gebruikt<br />

Volkskrant 01-12-1992 Arbeids<strong>in</strong>spectie krijgt meer klachten <strong>asbest</strong><br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 103


NRC 28-12-1992 Ontslag 100 man dreigt bij Eternit<br />

Volkskrant 05-04-1993 Asbestverbod kost Eternit 60 banen<br />

Volkskrant 18-05-1993 Maatschappij zonder <strong>asbest</strong> is utopie<br />

1993- heden<br />

Regionale pers<br />

Tubantia 13-10-1993 Asbest <strong>in</strong> wegen <strong>Goor</strong> aanpakken<br />

Volgens SP moeten wegen <strong>in</strong> bebouwde kom <strong>Goor</strong> worden gesaneerd. Dat<br />

Prov<strong>in</strong>cie <strong>asbest</strong>wegen niet opruimt is geen reden b<strong>in</strong>nen gemeentegrenzen<br />

niets te doen.<br />

TC 08-11-1993 Asbestvervuil<strong>in</strong>g kost tonnen<br />

Wethouder <strong>van</strong> Enst deelt mee, dat het opruimen <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong> ten<br />

behoeve <strong>van</strong> het VEC de Reggehof “gruwelijk veel” geld gaat kosten. De<br />

wethouder verklaart dat de gemeente tot opruimen gedwongen wordt door<br />

de strenge eisen, maar dat de hele <strong>asbest</strong>materie wordt overtrokken en de<br />

gemeente de reken<strong>in</strong>g betaalt. Het college pakt de vervuil<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

parkeerterre<strong>in</strong> bij het Gym<strong>in</strong>khuuske echter voortvarend aan, omdat ze geen<br />

enkel risico wil nemen.<br />

Tubantia 19-01-1994 Schadeclaims bij Eternit<br />

In navolg<strong>in</strong>g eerdere zaak hebben een ex-werkneemster en een weduwe<br />

een claim tot schadevergoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gediend bij Eternit.<br />

Tubantia 29-04-1994 Saneren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>paden overdreven<br />

Longarts Creemers v<strong>in</strong>dt het saneren <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>wegen onz<strong>in</strong>. Prov<strong>in</strong>cie stelt<br />

zich op standpunt dat paden een gevaar voor de gezondheid opleveren.<br />

Tubantia 01-07-1994 “Ik heb er niet gewerkt voor mijn dood”<br />

De heer Rouwhof vordert ƒ 100.000,- voorschot op schadevergoed<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong>wege <strong>asbest</strong>kanker.<br />

TC 01-07-1994 Ingrijpen Eternit laat of onvoldoende<br />

Betoogd wordt dat Eternit veel te laat maatregelen heeft genomen om<br />

werknemers tegen blootstell<strong>in</strong>g aan <strong>asbest</strong> te beschermen.<br />

Tubantia 05-07-1994 Eternit zuivert eigen terre<strong>in</strong> <strong>van</strong> <strong>asbest</strong><br />

De perikelen rond de <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g bij het VEC hebben ertoe geleid dat de<br />

gemeente pas een schone grondverklar<strong>in</strong>g afgeeft als ook is nagegaan of er<br />

<strong>asbest</strong> <strong>in</strong> de grond zit. In navolg<strong>in</strong>g daar<strong>van</strong> lijkt Eternit het wijs om haar grond<br />

tot 10 centimeter af te graven en nieuwe grond op te brengen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 104


Tubantia/TC 08-07-1994 Eternit verliest kort ged<strong>in</strong>g<br />

Rechtbank President Drewers legt verband tussen werken bij Eternit en<br />

ontstaan <strong>van</strong> mesothelioom bij oud-werknemers. Het bedrijf had al <strong>in</strong> 1969 het<br />

verband tussen <strong>asbest</strong> en mesothelioom kunnen en moeten weten.<br />

Tubantia 16-07-1994 In oosten <strong>in</strong> drie jaar 66 <strong>asbest</strong>doden<br />

De cijfers <strong>van</strong> het Integraal Kankercentrum Stedendriehoek wijken nauwelijks<br />

af <strong>van</strong> het landelijk beeld. De negen slachtoffers die op de mesothelioomlijst<br />

staan zijn allen oud-werknemers <strong>van</strong> Eternit. Longarts Creemers stelt dat hij elk<br />

jaar vijf nieuwe patiënten met mesothelioom treft uit <strong>Goor</strong> en omgev<strong>in</strong>g.<br />

Landelijke pers<br />

NRC 25-06-1993 Hoge raad: dood door <strong>asbest</strong><br />

NRC 06-07-1993 Bond rekent op toename rechtszaken<br />

Volkskrant 06-07-1993 Werkgever aansprakelijk <strong>asbest</strong>dood<br />

Telegraaf 15-07-1993 Milieuarts: Asbest kun je eten<br />

Volkskrant 29-04-1994 SP en de <strong>asbest</strong>wegen rond <strong>Goor</strong><br />

Trouw 11-05-1994 Meer geld voor <strong>asbest</strong>slachtoffers<br />

NRC 01-07-1994 Bedrijf betaalt ƒ 25.000,- <strong>in</strong> <strong>asbest</strong>zaak<br />

Volkskrant 01-07-1994 Zieke ex-werknemer schikt niet<br />

Telegraaf 01-07-1994 Oud werknemer Eternit eist ton<br />

Telegraaf 08-07-1994 Rechtbank kent schadevergoed<strong>in</strong>g toe<br />

AD 11-07-1994 Pleidooi voor <strong>asbest</strong>fonds slachtoffers<br />

NRC 20-08-1994 Asbestslachtoffer VS krijgt 1,3 miljard<br />

NRC 07-06-1995 Asbestslachtoffer krijgt ton<br />

Telegraaf 11-10-1996 Man eist ton wegens <strong>asbest</strong> <strong>in</strong> kled<strong>in</strong>g<br />

Trouw 29-10-1996 Indirect slachtoffer: zoon werknemer<br />

Telegraaf 25-10-1996 Asbestclaim<br />

Telegraaf 25-10-1996 Man met kanker door kled<strong>in</strong>g krijgt ƒ 75.000,-<br />

NRC 24-03-1997 Instituut voor claims <strong>asbest</strong>slachtoffers<br />

Trouw 25-03-1997 Fonds <strong>asbest</strong>slachtoffers<br />

Telegraaf 25-03-1997 E<strong>in</strong>de aan lijdensweg: <strong>asbest</strong>fonds<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 105


Bijlage 4 Gevolgde methodiek<br />

De commissie heeft negentien gesprekken gevoerd met mensen die<br />

betrokken zijn geweest bij de besluitvorm<strong>in</strong>g, voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

het plan Hogenkamp.<br />

Het betreft <strong>in</strong> alfabetische volgorde de volgende personen:<br />

1. Mevrouw E. Blaak – Schuitevoerder (burgemeester <strong>Goor</strong> 1999-2000)<br />

2. Mevrouw A. Th. B. Bijleveld-Schouten (burgemeester 2001-heden)<br />

3. Mevrouw L. <strong>van</strong> Driel-Grootenhuis (wethouder <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong> <strong>van</strong>af<br />

2001, VVD)<br />

4. De heer A. Endeman (civieltechnisch opzichter 2000)<br />

5. De heer R. <strong>van</strong> Harten (hoofd sector Grondgebied 1969-2000)<br />

6. De heer F.A.M. Hermans (gemeentesecretaris 1990-2000)<br />

7. De heer H. Huit<strong>in</strong>g (hoofd stadsontwikkel<strong>in</strong>g 1989-2000, senior<br />

beleidsmedewerker RO 2001-heden)<br />

8. De heer R.P.G. Janssen (hoofd BMZ 1992-2000, hoofd milieu 2001heden)<br />

9. De heer J.H. Lentel<strong>in</strong>k (raadslid 1982-1990, wethouder 1990-1998,<br />

raadslid 1998-2000, D’66)<br />

10. De heer W.M. Kats (opzichter 1994-mei 2000, 2001-2002)<br />

11. De heer D. Markvoort (gemeentesecretaris <strong>van</strong>af 1 februari 2001)<br />

12. De heer S.H. Quee (raadslid 1982-1989, wethouder 1989-2000, raadslid<br />

<strong>van</strong>af 2000, PvdA)<br />

13. De heer T.J. Schouten (burgemeester 1996-1999)<br />

14. De heer H.J. <strong>van</strong> Tubbergh (beleidsmedewerker milieu 1994-2000)<br />

15. De heer G. Vrijburg (civieltechnisch medewerker 1990 – heden)<br />

16. De heer C.J.M. <strong>van</strong> der Zande (beleidsmedewerker RO 1990-2000)<br />

17. De heer J. Zuidgeest (wethouder 1994-1998, raadslid 1998-heden, VVD)<br />

18. De heer J. <strong>van</strong> der Zwaag (burgemeester 1977-1996)<br />

19. De heer P. <strong>van</strong> Zwanenburg (raadslid CDA 1994-1998, wethouder<br />

Grondgebied 1998-2000, fractievoorzitter 2001 – heden)<br />

In de gesprekken zijn vragen gesteld met betrekk<strong>in</strong>g tot de risicoperceptie<br />

<strong>van</strong> <strong>asbest</strong>, de wijze waarop <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g werd gegeven aan <strong>asbest</strong>beleid, de<br />

relatie met Eternit en het <strong>asbest</strong>verbod, de voorbereid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Plan de<br />

Hogenkamp <strong>in</strong> al zijn facetten. Ook is aandacht geweest voor de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> de organisatie <strong>van</strong> de gemeente <strong>Goor</strong>.<br />

Tevens zijn enkele aannemers die <strong>in</strong> De Hogenkamp aan het werk zijn<br />

geweest en medewerkers <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>ciale Planologische Commissie<br />

benaderd met concrete vragen.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 106


Ten aanzien <strong>van</strong> het onderdeel B <strong>van</strong> de onderzoeksopdracht dient vermeld<br />

te worden dat dr. A. Burdorf onder verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de commissie<br />

zeven mensen heeft geïnterviewd. Er waren <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie meer mensen<br />

benaderd, maar verschillende mensen hebben aangegeven niet te willen<br />

meewerken aan het onderzoek. Van de zeven geïnterviewde mensen waren<br />

er vijf (oud)werknemer, één bouwondernemer en één agrariër.<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 107


Bijlage 5 <strong>Over</strong>zicht buitenluchtemissies <strong>asbest</strong><br />

Tussen 1977-2000 is de emissie aan <strong>asbest</strong> buiten de werkomgev<strong>in</strong>g zowel<br />

kwantitatief als kwalitatief <strong>in</strong> een aantal rapporten beschreven. Deze bijlage<br />

geeft een overzicht <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de met<strong>in</strong>gen.<br />

Buitenlucht emissies aan <strong>asbest</strong>, TNO met<strong>in</strong>gen<br />

In 1978 is het TNO Instituut voor Milieuhygiëne en Gezondheidstechniek (IMG),<br />

<strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> het toenmalige M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> Volksgezondheid en<br />

Milieuhygiëne, een onderzoek gestart naar emissieniveaus aan <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong><br />

de algemene bevolk<strong>in</strong>g (Boeft en Lant<strong>in</strong>g, 1981). Hierbij zijn onderstaande<br />

bronnen onderscheiden:<br />

• Industriële bronnen, de primaire <strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie en de bewerk<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>asbest</strong>producten<br />

• Verkeer en verwer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdende bouwmaterialen<br />

• Sloop en renovatie <strong>van</strong> bouwwerken en <strong>asbest</strong>houdende <strong>in</strong>stallaties<br />

• Ongecontroleerde stort <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>houdend afval<br />

Stationaire met<strong>in</strong>gen zijn uitgevoerd op locaties met <strong>in</strong>dustriële bronnen<br />

(<strong>Goor</strong>-Eternit, Harderwijk-Asbestona), <strong>in</strong> een verkeerstunnel (IJ-tunnel), <strong>in</strong> grote<br />

en middelgrote steden nabij geïndustrialiseerde gebieden (Amsterdam,<br />

Rotterdam, Delft, Vliss<strong>in</strong>gen, Sas <strong>van</strong> Gent, Nieuwdorp, Gron<strong>in</strong>gen) en <strong>in</strong> een<br />

landelijk gebied (Usselo). De meetlocatie <strong>in</strong> Usselo, ten zuidwesten <strong>van</strong><br />

Enschede fungeert daarbij als achtergrondstation voor de meetstations <strong>in</strong><br />

<strong>Goor</strong>.<br />

Per meetstation zijn weekmonsters verzameld met een debiet <strong>van</strong> 1m 3 /uur en<br />

deze weekmonsters zijn samengevoegd tot maandgemiddelde<br />

concentraties. De tell<strong>in</strong>g en de analyse <strong>van</strong> de vezels is uitgevoerd met een<br />

analytische transmissie elektronenmicroscoop (TEM). Deze microscoop heeft<br />

een zeer hoge resolutie en kan <strong>asbest</strong>vezels met submicroscopische<br />

diameters detecteren. Dit is vooral <strong>van</strong> belang voor chrysotiel tell<strong>in</strong>gen. De<br />

elementaire vezeldiameter <strong>van</strong> deze <strong>asbest</strong>soort bedraagt 0.03 µm en is met<br />

de TEM waarneembaar, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de gangbaar de fasecontrast<br />

lichtmicroscoop, die een optimale resolutie heeft <strong>van</strong> 0.2 µm. In totaal zijn per<br />

meetpunt 1-11 maandgemiddelde waarden berekend. .<br />

De resultaten <strong>van</strong> de met<strong>in</strong>gen bij <strong>Goor</strong>, Harderwijk en Usselo zijn samengevat<br />

<strong>in</strong> tabel 1. Zowel <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> als <strong>in</strong> Harderwijk is de aanwezigheid <strong>van</strong> een<br />

<strong>asbest</strong>cementfabriek duidelijk aantoonbaar.<br />

Bij het meetstation <strong>Goor</strong> (terre<strong>in</strong>grens Eternit) varieert de chrysotiel<br />

vezelconcentratie met een factor 10 <strong>in</strong> de tijd. Bij de meetwaarden is geen<br />

duidelijke seizoens<strong>in</strong>vloed waargenomen. <strong>Goor</strong> is de enige locatie met een<br />

meetbare emissie aan blauwe <strong>asbest</strong> (crocidoliet), die gemiddeld een factor<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 108


7 lager ligt dan de chrysotiel emissie. De <strong>asbest</strong>emissie op 600 meter <strong>van</strong> de<br />

fabriek ligt <strong>in</strong> dezelfde range als de meetwaarden op de terre<strong>in</strong>grens.<br />

Op de meetlocatie Harderwijk (200m <strong>van</strong> Asbestona) is één maandperiode<br />

een zeer hoge vezel emissie gemeten <strong>van</strong> 2100 vezels/l. In deze periode zijn<br />

constructiewerkzaamheden uitgevoerd <strong>in</strong> de directe omgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het<br />

meetpunt, waarbij <strong>asbest</strong>cement sandwichpanelen met een slijpmach<strong>in</strong>e zijn<br />

bewerkt. Met uitzonder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> deze meetwaarde liggen de gemiddelde<br />

vezel emissies <strong>in</strong> de nabijheid <strong>van</strong> Asbestona <strong>in</strong> dezelfde orde <strong>van</strong> grootte als<br />

de meetwaarden <strong>in</strong> de nabijheid <strong>van</strong> de Eternit fabriek te <strong>Goor</strong>. De tweede<br />

meetlocatie <strong>in</strong> Harderwijk geeft waarden, die een factor 20 lager liggen dan<br />

<strong>in</strong> de nabijheid <strong>van</strong> de fabriek. De <strong>in</strong>vloed <strong>van</strong> de bron is hier niet meer vast<br />

te stellen en de waarden liggen op het niveau <strong>van</strong> de achtergrond. In<br />

Harderwijk is naast chrysotiel ook een ger<strong>in</strong>g percentage bru<strong>in</strong>e <strong>asbest</strong>vezels<br />

(amosiet) <strong>in</strong> de monsters aangetroffen (< 1%).<br />

Het rapport besluit met een overzicht <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong> emissies, waarbij drie<br />

niveaus worden onderscheiden:<br />

1. Bronnen: omgev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>verwerkende <strong>in</strong>dustrie en verkeerstunnel:10-<br />

100 v/l<br />

2. Grote en middelgrote steden, veel verkeer, <strong>in</strong>dustriële gebieden: 1-10 v/l<br />

3. Achtergrond, landelijke omgev<strong>in</strong>g, we<strong>in</strong>ig verkeer: 0.1-1 v/l<br />

Tabel 1 Resultaten <strong>van</strong> onderzoek naar buitenlucht concentraties <strong>asbest</strong><br />

Locatie Waarde<br />

(v/l)<br />

Periode Opmerk<strong>in</strong>gen Referentie<br />

Buitenlucht emissies <strong>asbest</strong><br />

Terre<strong>in</strong>grens Eternit 1.8 (0.2-40) 77-83 Asbest Lepoutre, 77-83<br />

Uitlaat ontstoff<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie Eternit 130 (7-920) 77-83 Asbest<br />

Stapelen verzaagde golfbanden 1400 77 Asbest<br />

<strong>Goor</strong>, terre<strong>in</strong>grens Eternit 40 (6-80) 79 Wit <strong>asbest</strong> (chrysotiel) Boeft ea, 81<br />

<strong>Goor</strong>, terre<strong>in</strong>grens Eternit 6 (< 0.2-15) 79 Blauw <strong>asbest</strong> (crocidoliet)<br />

<strong>Goor</strong>, 600m <strong>van</strong> Eternit 55 80 Chrysotiel<br />

Platte land, Usselo 1 (0.4-1.5) 79-80 Chrysotiel<br />

Harderwijk, 200m <strong>van</strong> Asbestona 40 (15-2100) 80 Chrysotiel<br />

Harderwijk 600m <strong>van</strong> Asbestona 1.6 (< 0.4-3) 79-80 Chrysotiel<br />

Asbestverharde wegen, regio <strong>Goor</strong><br />

12 km rond <strong>Goor</strong> - 83 83 locaties, chrysotiel en<br />

crocidoliet<br />

Hennekam ea, 84<br />

Diepenheim 0.05-4.7 86 Chrysotiel, langdurig Boeft, 87<br />

0.05-1.6 86 Crocidoliet, langdurig<br />

500-1300 86 Chrysotiel, stofpluim<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 109


Asbest emissies <strong>in</strong> de wijk De Hogenkamp<br />

Luchtmonsters nd 02 Tromp ea, 2003<br />

Simulatiemet<strong>in</strong>gen nd 02<br />

Stripmonster <strong>Sp</strong>oor 02 Chrysotiel<br />

Bodemmonster 620 (410-880) 1<br />

03 Chrysotiel en crocidoliet<br />

1 : waarden <strong>in</strong> mg/kg<br />

nd: niet detecteerbaar<br />

Buitenlucht emissies aan <strong>asbest</strong>, Eternit met<strong>in</strong>gen<br />

Tussen 1977-1983 heeft Eternit maandelijks <strong>asbest</strong> emissies <strong>van</strong> de terre<strong>in</strong>grens<br />

<strong>van</strong> het bedrijf en nabij de schoorstenen <strong>van</strong> de afzuig<strong>in</strong>stallatie<br />

gerapporteerd aan Burgemeester en Wethouders <strong>van</strong> de Gemeente <strong>Goor</strong><br />

(Lepoutre, 1977-1983). In die periode zijn 146 met<strong>in</strong>gen uitgevoerd op de<br />

terre<strong>in</strong>grens, met een debiet <strong>van</strong> 1.8 l/m<strong>in</strong>uut en een meetduur <strong>van</strong> 8 uur en<br />

312 met<strong>in</strong>gen nabij de drie schoorstenen (debiet 1.8 l/m<strong>in</strong>uut, meetduur 10<br />

m<strong>in</strong>). De met<strong>in</strong>gen bij de schoorstenen zijn niet altijd uitgevoerd, danwel<br />

omdat de ontstoff<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie niet heeft gefunctioneerd, danwel heeft<br />

stilgelegen <strong>in</strong> verband met onderhoudswerkzaamheden.<br />

De meetrapporten geven geen <strong>in</strong>formatie over de gebruikte analysetechniek<br />

<strong>van</strong> de monsters, noch <strong>van</strong> het type gemeten vezel. Zeer waarschijnlijk<br />

betreft het hier lichtmicroscopische met<strong>in</strong>gen.<br />

De meetrapporten <strong>van</strong> 1977 bevatten een paragraaf ‘besprek<strong>in</strong>g’. Daar<strong>in</strong><br />

wordt gemeld, dat de resultaten <strong>van</strong> de schoorsteenmet<strong>in</strong>gen rond de 0.1<br />

v/ml liggen, een factor 20 lager dan door de H<strong>in</strong>derwet is toegelaten en dat<br />

de waarden bij de terre<strong>in</strong>grens een factor 1000 lager liggen dan wat op<br />

arbeidsplaatsen als veilig wordt gezien.<br />

Ten opzichte <strong>van</strong> de IMG-TNO met<strong>in</strong>gen geven de meetresultaten <strong>van</strong> Eternit<br />

hoge vezeltell<strong>in</strong>gen. De TNO monsters zijn immers geanalyseerd met een TEM<br />

en de Eternit met<strong>in</strong>gen zijn waarschijnlijk gemeten met een lichtmicroscoop.<br />

De hoge waarden <strong>van</strong> de Eternit met<strong>in</strong>gen blijkt ook uit een buitenlucht<br />

met<strong>in</strong>g tijdens het stapelen <strong>van</strong> verzaagde golfbanden (tabel 1).<br />

Asbestverharde wegen regio <strong>Goor</strong>, kwalitatief onderzoek<br />

Rijksuniversiteit Leiden<br />

In 1983 heeft het Centrum Milieukunde en de Asbestprojectgroep <strong>van</strong> de<br />

Rijksuniversiteit Leiden, <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> de Prov<strong>in</strong>ciale Waterstaat <strong>Over</strong>ijssel,<br />

een <strong>in</strong>ventariserend onderzoek uitgevoerd naar het gebruik <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>afval<br />

als wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal op wegen <strong>in</strong> de regio <strong>van</strong> <strong>Goor</strong> (Hennekam ea,<br />

1984). In een straal <strong>van</strong> 12 km rond <strong>Goor</strong> zijn wegen onderzocht. Op 83<br />

wegen is <strong>asbest</strong>houdend afval aangetroffen <strong>in</strong> de vorm <strong>van</strong> zogenaamd<br />

draaisel <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementbuizen en resten <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementplaten en -<br />

buizen. Het totale oppervlakte <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>vervuilde wegen is geschat op<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 110


33.500 m 2 . De dikte <strong>van</strong> de afvallaag liep per weg uiteen <strong>van</strong> enkele<br />

centimeters tot een meter en is zowel crocidoliet- (buisafval) als<br />

chrysotielhoudend (plaatafval). Soms ligt het afval aan de oppervlakte en<br />

soms is het verborgen onder een laag zand, gr<strong>in</strong>d of pu<strong>in</strong>. Het rapport noemt<br />

het draaisel (los <strong>asbest</strong>) en de resten <strong>asbest</strong>cementafval een potentiële bron.<br />

Het losse <strong>asbest</strong> kan door verstuiv<strong>in</strong>g vrijkomen. Door verwer<strong>in</strong>g of door<br />

voertuigbeweg<strong>in</strong>gen kan de cementmatrix <strong>van</strong> het <strong>asbest</strong>cementafval<br />

verpulverd worden en <strong>in</strong> droge perioden, zowel <strong>in</strong> de zomer als <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter,<br />

kunnen <strong>asbest</strong>vezels <strong>in</strong> de lucht vrijkomen. De bronsterkte zal afhankelijk zijn<br />

<strong>van</strong> meteorologische omstandigheden, verkeers<strong>in</strong>tensiteit, wegoppervlakte<br />

en de mate waar<strong>in</strong> het <strong>asbest</strong>houdende afval aan het wegoppervlakte ligt.<br />

Dit onderzoek heeft een kwalitatieve opzet. Er zijn geen met<strong>in</strong>gen verricht<br />

naar de <strong>asbest</strong>emissie.<br />

Asbestverharde wegen regio <strong>Goor</strong>, met<strong>in</strong>gen TNO<br />

De TNO hoofdgroep Maatschappelijke Technologie (MT) heeft de emissie<br />

aan <strong>asbest</strong>vezels <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>verharde wegen gekwantificeerd <strong>in</strong> opdracht<br />

<strong>van</strong> Prov<strong>in</strong>ciale Waterstaat <strong>Over</strong>ijssel (Boeft, 1985; Boeft, 1987). De opdracht is<br />

een vervolg op het onderzoek <strong>van</strong> Hennekam ea, 1984.<br />

Volgens MT-TNO komt bij de fabricage <strong>van</strong> <strong>asbest</strong>cementproducten<br />

ongeveer 40 kg vast afval vrij per 1000 kg product. Vanaf de start <strong>van</strong> de<br />

fabriek <strong>in</strong> 1935 is het <strong>asbest</strong>afval door gemeenten en particulieren gebruikt<br />

voor de verhard<strong>in</strong>g <strong>van</strong> wegen, opritten, erven en <strong>in</strong> beperkte mate voor het<br />

verharden <strong>van</strong> vloeren <strong>in</strong> schuren en stallen. Na 1975 zou het grove afval<br />

vermalen worden en zoveel mogelijk worden hergebruikt <strong>in</strong> de productie. Het<br />

resterende steekafval zou gecontroleerd gestort worden. In de periode 1935-<br />

1975 kan de totale hoeveelheid <strong>asbest</strong>cementafval geschat worden op 1700<br />

à 17000 m 3 . Uitgaande <strong>van</strong> een dichtheid <strong>van</strong> 1800-2200 kg/m 3 en een<br />

<strong>asbest</strong>gehalte <strong>van</strong> circa 12% komt dit overeen met een potentiële bron <strong>van</strong><br />

360 10 3 – 4.400 10 3 kg, zowel bestaande uit chrysotiel als uit crocidoliet.<br />

Er zijn twee verschillende soorten met<strong>in</strong>gen verricht. Allereerst langdurige<br />

met<strong>in</strong>gen bij <strong>asbest</strong>verharde wegen, die op een vergelijkbare manier zijn<br />

uitgevoerd en geanalyseerd als tijdens het landelijke onderzoek (Boeft en<br />

Lant<strong>in</strong>g, 1981). Een tweede type stationaire met<strong>in</strong>gen zijn kortdurend geweest<br />

en hebben tot doel de <strong>asbest</strong> emissie <strong>in</strong> de stofpluim te meten, die achter<br />

een rijdende voertuigen ontstaat. De meetduur bedroeg 30 m<strong>in</strong>uten tot 3 uur<br />

met een debiet <strong>van</strong> 2 l/m<strong>in</strong>uut en de analyse <strong>van</strong> de monsters is met een<br />

fasecontrastmicroscoop uitgevoerd. Het onderzoek is gestart <strong>in</strong> 1985. In die<br />

periode lagen de meetwaarden op of onder de detectiegrens. Door de<br />

slechte meteorologische condities tijdens de meetperiode, met name de<br />

overvloedige regenval, was tijdens het onderzoek geen sprake <strong>van</strong><br />

verstuiv<strong>in</strong>g en zijn de met<strong>in</strong>gen tijdelijk gestopt (Boeft, 1985) en een jaar later<br />

hervat (Boeft, 1987).<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 111


De resultaten <strong>van</strong> de langdurige met<strong>in</strong>gen zijn samengevat <strong>in</strong> tabel 1. De<br />

met<strong>in</strong>gen laten een meetbare emissie aan <strong>asbest</strong> zien. Voor chrysotiel ligt dit<br />

b<strong>in</strong>nen de range <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de grote steden (landelijk onderzoek)<br />

en voor crocidoliet liggen de waarden op hetzelfde niveau als die op de<br />

terre<strong>in</strong>grens <strong>van</strong> Eternit. De resultaten <strong>van</strong> de achtergrondmet<strong>in</strong>gen, op 100<br />

meter en op enkele kilometers <strong>van</strong> de <strong>asbest</strong>verharde weg, lagen op of<br />

onder de detectiegrens <strong>van</strong> 0.05-0.08 v/l.<br />

De resultaten <strong>van</strong> de kortdurende met<strong>in</strong>gen (uurgemiddelden), uitgevoerd<br />

met een fasecontrast microscoop laten de onderstaande waarden zien:<br />

ASBEST CHRYSOTIEL CROCIDOLIET<br />

Weg 1, draaisel, <strong>in</strong>tensief verkeer 35-80v/l 20-50 v/l 15-30 v/l<br />

Weg 2, plaat afval, we<strong>in</strong>ig verkeer 0-5 v/l 0-5 v/l -<br />

Weg 3, draaisel, <strong>in</strong>tensief verkeer 5-35 v/l 4-25 v/l 2-10 v/l<br />

In de besprek<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de resultaten wordt een vergelijk<strong>in</strong>g gemaakt tussen de<br />

vezeltell<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> met de lichtmicroscoop en de TEM. Circa 4% <strong>van</strong> de<br />

chrysotielvezels <strong>in</strong> de maandmonsters kunnen met behulp <strong>van</strong><br />

lichtmicroscopie worden gedetecteerd. Het totaal <strong>van</strong> microne en<br />

submicrone vezels leidt bij benader<strong>in</strong>g tot een uurgemiddelde chrysotiel<br />

vezelconcentratie <strong>van</strong> 500-1300 chrysotielvezels/l, aldus het rapport. De<br />

foto’s, die bij het rapport zijn bijgevoegd, laten een aanzienlijke stofpluim zien<br />

achter auto’s die over bemeten wegen rijden.<br />

Met name de gemeten crocidoliet concentraties zijn zeer hoog te noemen,<br />

omdat de gemeten waarde slechts een factor 6 onder de geldende norm<br />

ligt, die voor werknemers geldt. Het is niet uit te sluiten, dat een wandelaar op<br />

een weg met <strong>asbest</strong>draaisel <strong>in</strong> een droge periode door een passerende auto<br />

blootgesteld wordt aan een concentratie die deze waarde voor crocidoliet<br />

benadert, danwel overschrijdt.<br />

Asbest emissies <strong>in</strong> de <strong>Goor</strong>se woonwijk De Hogenkamp, met<strong>in</strong>gen<br />

TNO<br />

TNO Milieu, Energie en Proces<strong>in</strong>novatie (MEP) heeft <strong>in</strong> opdracht <strong>van</strong> de firma<br />

Lankelma Geotechniek Almelo met<strong>in</strong>gen verricht naar <strong>asbest</strong>emissies <strong>in</strong> de<br />

woonwijk De Hogenkamp (Tromp en Tempelman, 2003). Er zijn verschillende<br />

soorten met<strong>in</strong>gen verricht:<br />

Asbestemissie met<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> drie achtertu<strong>in</strong>en (debiet 8 l/m<strong>in</strong>uut, meetduur 4<br />

uur),<br />

‘Worst case’ simulatiemet<strong>in</strong>g onder laboratorium condities. Een mengmonster<br />

<strong>van</strong> het maaiveld is <strong>in</strong> een zuurkast geplaatst en de <strong>asbest</strong>emissie is met en<br />

zonder geforceerde ventilatie bepaald overeenkomstig de buitenlucht<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 112


met<strong>in</strong>gen. Deze met<strong>in</strong>g wordt gezien als een maximale emissie die kan<br />

ontstaan,<br />

*Bodemmonster uit een <strong>van</strong> de tu<strong>in</strong>en,<br />

*Stripmonster <strong>van</strong> de vloer <strong>van</strong> een garage en <strong>van</strong> een huiskamer om de<br />

secundaire emissie <strong>van</strong> <strong>asbest</strong> via ‘<strong>in</strong>loop’ en ‘<strong>in</strong>waai’ te bepalen.<br />

De luchtmonsters zijn met een scann<strong>in</strong>g elektronenmicroscoop geanalyseerd,<br />

de stripmonsters met een raster elektronenmicroscoop en de bodemmonsters<br />

met een polarisatiemicroscoop.<br />

De resultaten <strong>van</strong> de met<strong>in</strong>gen zijn samengevat <strong>in</strong> tabel 1. In geen <strong>van</strong> de<br />

luchtmonsters (buitenlucht en simulatie) is <strong>asbest</strong> aangetroffen en bij de<br />

stripmonsters is een spoor chrysotiel aangetroffen <strong>in</strong> de garage. Het<br />

bodemmonster daarentegen is ernstig verontre<strong>in</strong>igd met zowel<br />

<strong>asbest</strong>cement, als met draaisel en <strong>asbest</strong>pulp. Zowel chrysotiel als crocidoliet<br />

is <strong>in</strong> het monster aangetroffen, alsmede hecht- en niet hechtgebonden<br />

<strong>asbest</strong>. Het rapport besluit met de opmerk<strong>in</strong>g, dat het potentiële<br />

blootstell<strong>in</strong>grisico groot blijft.<br />

Conclusies<br />

In het landelijke onderzoek <strong>van</strong> IMG-TNO is de aanwezigheid <strong>van</strong> de primaire<br />

<strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> <strong>Goor</strong> en Harderwijk zichtbaar <strong>in</strong> de meetresultaten. Ten<br />

opzichte <strong>van</strong> andere bronnen behoren deze locaties tot de hoogst gemeten<br />

<strong>asbest</strong>emissie niveaus. Ook <strong>asbest</strong> verspanende werkzaamheden nabij<br />

meetstations zijn <strong>in</strong> de met<strong>in</strong>gen duidelijk aantoonbaar. Het ontbreken <strong>van</strong><br />

een seizoen<strong>in</strong>vloed <strong>in</strong> de TNO resultaten is op zijn m<strong>in</strong>st opvallend, daar deze<br />

<strong>in</strong>vloed wel te verwachten is. Mogelijk is dit een gevolg <strong>van</strong> het beperkt<br />

aantal met<strong>in</strong>gen. Verder zijn de meetwaarden, gevonden op 600 meter <strong>van</strong><br />

de fabriek, opvallend hoog. Dit kan betekenen, dat de <strong>asbest</strong>emissie <strong>van</strong> de<br />

fabriek op deze afstand neerslaat op de grond, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de 600<br />

meter positie <strong>van</strong> de fabriek te Harderwijk.<br />

De met<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> IMG-TNO laten hogere waarden zien dan de met<strong>in</strong>gen <strong>van</strong><br />

Eternit. De TNO met<strong>in</strong>gen zijn met een veel hoger debiet uitgevoerd, conform<br />

de toen geldende richtlijnen voor respirabele stofmet<strong>in</strong>gen, uitgevoerd met<br />

een zogenaamde ‘high volume samplers’. De beoordel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Eternit <strong>van</strong> de<br />

meetwaarden onder verwijz<strong>in</strong>g naar de Maximaal Aanvaarde Concentratie,<br />

de zogenaamde MAC waarden, is pr<strong>in</strong>cipieel fout. MAC waarden gelden<br />

voor selecte groepen (werknemers), voor speciale condities (werkplekken) en<br />

voor een selecte duur (arbeidzaam leven).<br />

Het onderzoek <strong>van</strong> de Rijksuniversiteit Leiden <strong>in</strong> 1983 toont aan, dat naast de<br />

primaire <strong>asbest</strong><strong>in</strong>dustrie ook de <strong>asbest</strong>verharde wegen een probleem is. De<br />

potentiële <strong>asbest</strong>bron wordt geschat op 360-4.400 ton <strong>asbest</strong>vezels, die <strong>in</strong> de<br />

periode 1935-1975 door gemeenten en particulieren als<br />

wegverhard<strong>in</strong>gsmateriaal is gebruikt. MT-TNO bevestigt een paar jaar later<br />

het belang <strong>van</strong> deze bron middels met<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een omliggende gemeente<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 113


<strong>van</strong> <strong>Goor</strong>. De <strong>asbest</strong>emissie aan chrysotiel lijkt een orde <strong>van</strong> grootte lager te<br />

liggen dan tijdens het landelijke onderzoek, op het niveau <strong>van</strong> grote en<br />

middelgrote steden. Dit geldt niet voor de crocidoliet emissies, die evenals de<br />

omgerekende <strong>asbest</strong>emissies als gevolg <strong>van</strong> verstuiv<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de wegen zeer<br />

hoog zijn.<br />

In de 2002-2003 met<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> TNO-MEP is geen detecteerbare hoeveelheid<br />

<strong>asbest</strong> aangetroffen <strong>in</strong> de luchtmonsters <strong>in</strong> de woonwijk De Hogenkamp,<br />

ondanks de hoge <strong>asbest</strong>vervuil<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de bodem <strong>van</strong> zowel het hecht- als<br />

het losgebonden <strong>asbest</strong> en zowel chrysotiel als crocidoliet. Schijnbaar is de<br />

hoeveelheid vrije <strong>asbest</strong> aan het oppervlakte <strong>van</strong> de bodem veel lager dan<br />

bij de <strong>asbest</strong>verharde wegen en v<strong>in</strong>dt er geen emissie plaats als gevolg <strong>van</strong><br />

voertuigbeweg<strong>in</strong>gen. Het potentiële risico <strong>van</strong> deze bron blijft groot en de<br />

resultaten <strong>van</strong> de luchtmonsters zijn mogelijk verklaarbaar uit de korte<br />

meetduur.<br />

Referenties<br />

Lepoutre, J. 1977-1983. Maandelijkse rapportage stofmet<strong>in</strong>gen aan de<br />

terre<strong>in</strong>grens en de uitlaten <strong>van</strong> de centrale ontstoff<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>van</strong><br />

Eternit <strong>Goor</strong><br />

Boeft, J. den, Lant<strong>in</strong>g, R., 1981. Asbest en andere m<strong>in</strong>erale vezels <strong>in</strong> de<br />

buitenlucht. <strong>Rapport</strong> G 856, IMG-TNO, Delft<br />

Hennekam, M., Kaper, W., Kole, M., Re<strong>in</strong>ders, A., 1984. Asbestcement afval als<br />

wegverhard<strong>in</strong>g. Een <strong>in</strong>ventarisatie <strong>van</strong> wegen rond <strong>Goor</strong> <strong>in</strong> opdracht<br />

<strong>van</strong> Prov<strong>in</strong>ciale Waterstaat <strong>Over</strong>ijssel. Centrum voor Milieukunde,<br />

Asbestprojectgroep, Leiden<br />

Boeft, J. den, 1985. Asbestconcentratie met<strong>in</strong>gen nabij een met <strong>asbest</strong>afval<br />

verharde weg <strong>in</strong> Diepenheim. <strong>Rapport</strong> R 85/312, MT-TNO, Delft<br />

Boeft, J., den, 1987. Asbestconcentratie met<strong>in</strong>gen nabij een met <strong>asbest</strong>afval<br />

verharde weg <strong>in</strong> Diepenheim. <strong>Rapport</strong> R 87/155, MT-TNO, Delft<br />

Tromp, P., Tempelman, J., 2003. Risicobeoordel<strong>in</strong>g <strong>asbest</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

woonwijk De Hogenkamp te <strong>Goor</strong>. <strong>Rapport</strong> TR 2003/088. TNO-MEP,<br />

Apeldoorn<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 114


Bijlage 6 Samenstell<strong>in</strong>g colleges<br />

Gemeente <strong>Goor</strong><br />

College PvdA, VVD en D’66: <strong>van</strong> 12 april 1994 tot en met 12 april 1998<br />

Functie Verantwoordelijk Portefeuille (o.a.)<br />

Voorzitter, De heer drs. J. <strong>van</strong> der Zwaag; Grondbedrijf, EZ, AZ<br />

Burgemeester <strong>van</strong>af 15 mei 1996:<br />

De heer drs. T.J. Schouten Grondbedrijf, EZ, AZ<br />

Wethouder de heer drs. J. Zuidgeest bouwen, milieu, RO<br />

Wethouder de heer J.H. Lentel<strong>in</strong>k f<strong>in</strong>anciën<br />

Wethouder de heer drs. S.H. Quee welzijn, sociale zaken<br />

Gemeente <strong>Goor</strong><br />

College PvdA en CDA: <strong>van</strong> 12 april 1998 tot en met 31 december 2000<br />

Functie Verantwoordelijk Portefeuille (o.a.)<br />

Voorzitter De heer drs. T.J. Schouten Grondbedrijf, EZ, AZ,<br />

f<strong>in</strong>anciën<br />

Burgemeester <strong>van</strong>af 16 december 1999:<br />

Mevr. E. Blaak-Schuitevoerder Grondbedrijf, AZ, EZ<br />

Wethouder De heer P. <strong>van</strong> Zwanenburg bouwen, milieu, RO<br />

Wethouder De drs. S.H. Quee welzijn, sociale zaken<br />

Gemeente <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong><br />

College CDA, VVD en PvdA: <strong>van</strong> 1 januari 2001 tot heden<br />

Functie Verantwoordelijk Portefeuille (o.a.)<br />

Voorzitter Mevr. drs. A.Th.B. Bijleveld Openbare orde<br />

Wethouder De heer B.M.J. Eshuis F<strong>in</strong>anciën<br />

Wethouder Mevr. drs. L. <strong>van</strong> Driel Openbare werken<br />

Wethouder Drs. H. Knuiman Burgerzaken<br />

Wethouder Dr. Ir. M. Verbeek VROM<br />

Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 115


Onderzoekscommissie Asbest <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Twente</strong>, e<strong>in</strong>drapportage 116

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!