30.08.2013 Views

Duurzamer dan brons - Thuisblad van Matthias E. Storme

Duurzamer dan brons - Thuisblad van Matthias E. Storme

Duurzamer dan brons - Thuisblad van Matthias E. Storme

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Duurzamer</strong> <strong>dan</strong> <strong>brons</strong><br />

Toespraak bij de inhuldiging <strong>van</strong> het beeld <strong>van</strong> Anton <strong>van</strong> Wilderode<br />

te Beauvoorde op 10 juni 2001<br />

door prof. <strong>Matthias</strong> E. <strong>Storme</strong><br />

buitengewoon hoogleraar KU Leuven<br />

voorzitter Verbond der Vlaamse Academici<br />

& Orde <strong>van</strong> de Vlaamse Leeuw<br />

Waarde volksgenoten en hopelijk spoedig staatsgenoten,<br />

De wereld die wij willen is een landschap<br />

dat onbeschadigd neerligt in de zomer<br />

verzonken in de spiegels <strong>van</strong> zijn stromen<br />

De wereld die wij willen is de gave<br />

<strong>van</strong> gras en brood <strong>van</strong> appelen en water<br />

gezondheid die men eet en die men ademt<br />

De wereld die wij willen is een Vlaanderen<br />

verlost <strong>van</strong> velerlei onvrijheid en bevoogding,<br />

weer vaderhuis voor zijn verstrooide kinderen<br />

De wereld die wij willen is Europa<br />

uit zoveel eeuwen ongeduld verzameld<br />

en toegezegd aan wie geen wanhoop kennen.<br />

De wereld die wij willen is de wereld<br />

ons tot verzadiging ten deel gegeven,<br />

tot overmaat en lieflijkheid <strong>van</strong> leven.<br />

(De wereld die wij willen)<br />

In deze verzen <strong>van</strong> Anton <strong>van</strong> Wilderode ligt al een heel programma besloten. Het is<br />

een testament dat ons, hier verenigd rond zijn beeld, vermaakt is om het verder uit te<br />

voeren.<br />

Gezondheid en een onbeschadigd landschap zijn de opdracht <strong>van</strong> de eerste twee<br />

strofen die ik las : <strong>van</strong> Wilderode was een groene jongen. Een echte groene natuurlijk,<br />

geen watermeloen. Hartstochtelijk heeft hij ons gemaand ons landschap niet verder te<br />

beschadigen, het dorp te laten duren, onze steden sierlijk te laten bestaan. Van<br />

Wilderode vroeg niet alleen meer Vlaanderen. Hij vroeg ook en vooral een mooier en<br />

beter Vlaanderen : dat is het enige land dat ons land kan zijn.<br />

In dat Vlaanderen is plaats voor de vele eenvoudige dingen des levens, zoals die reeds<br />

bezongen werden door Vergilius of Horatius. Schreef <strong>van</strong> Wilderode niet dat al onze<br />

nieuwe gevoeligheden reeds voorkomen in de Georgica : “de bedreigde natuur, de


geslonken boerenstand en verloren landbouwgrond, de illusieloze jeugd, de<br />

prijsgegeven houvasten <strong>van</strong> religie en arbeid, recht en vredesgezindheid” ? En moeten<br />

wij ook <strong>van</strong>daag niet vechten tegen de voortschrijdende vernieling <strong>van</strong> ons landschap<br />

door megalomane dorpsmoordenaars, zoals in Doel, dorp dat <strong>van</strong> Wilderode bezong :<br />

Het dikke slib gedijt en ongestoord<br />

waadt stroomopwaarts het riet met dichte rokken,<br />

maar op de horizon groeien de dokken.<br />

De laatste visser doet of hij niet hoort.<br />

(Doel 2)<br />

Het geluk <strong>van</strong> de eenvoudige dingen<br />

..... ligt dagelijks te wachten<br />

en voor de voeten <strong>van</strong> voor wie wil vinden<br />

De allergewoonste dingen zijn het : ...<br />

(Geluk)<br />

Het gras en brood, appelen en water : zij zijn niet zomaar gegevenheden, maar wel<br />

gaven, geschenken ons gegeven, zoals ook het leven gegeven is - ons tot verzadiging<br />

ten deel gegeven – ten deel gegeven : als een erfgoed dat wij ont<strong>van</strong>gen hebben om<br />

het door te geven, niet om het te vernielen.<br />

Tegenover de <strong>dan</strong>kbaarheid <strong>van</strong> een Van Wilderode staat het nihilisme <strong>van</strong> de<br />

moderne mens en zijn rancune, rancune omdat hij zijn grenzen niet kan aanvaarden,<br />

omdat hij eigenlijk zijn eigen schepper zou willen zijn, nihilisme zoals dit reeds<br />

beschreven werd door die grote dame <strong>van</strong> de twintigste eeuw, Hannah ARENDT 1 :<br />

"Modern man has come to resent everything, even his own existence - to resent<br />

the very fact that he is not the creator of the universe and himself. In this<br />

fundamental resentment, he refuses to see rhyme or reason in the given world.<br />

(....) The alternative for this resentment, which is the psychological basis of<br />

contemporary nihilism, would be a fundamental gratitude for the few<br />

elementary things that are invariably given us, such as life itself, the existence<br />

of man and the world. (...) insight into the tremendous bliss that man was<br />

created with the power of recreation, that not a single man but Men inhabit the<br />

earth".<br />

Van Wilderode weigerde niet om zin en orde te zien in de wereld, weigerde niet om te<br />

erkennen dat zin juist niet gelegen is in het zijn eigen zin doen. Natuurlijk moet zin<br />

telkens opnieuw worden gemaakt, maar niet uit het niets. Zin begint bij eerbied voor<br />

ons verleden, <strong>van</strong> waaruit eerst<br />

“wordt ook onze toekomst weer groot”<br />

(Vlaanderen herrijst).<br />

1 H. ARENDT, The burden of our time, Secker & Warburg London 1951, p. 438 (boek dat later werd<br />

herwerkt tot het bekende “The origins of totalitarianism”.)


De stem die ik ternauwernood vernam<br />

alsof zij uit een ander tijdperk kwam<br />

vervoerde weerloos mij naar een verleden<br />

waarin de wortel zit waaruit ik stam.<br />

(Toegift)<br />

Of nog, zoals hij dichtte over de zevende dag – de zondag die wij <strong>van</strong>daag zijn :<br />

De laatste dag de zevende is heilig,<br />

is voorbestemd om de verworven orde<br />

zonder verwondering gewoon te worden,<br />

is met gevoelens <strong>van</strong> geluk bezonnen<br />

vooruitzien naar de tekens <strong>van</strong> de toekomst.<br />

Naar Vlaanderen nog ver maar al begonnen.<br />

(De zeven dagen)<br />

Van Wilderode was één <strong>van</strong> de – bij ons niet zo ruim gezaaide - intellectuelen die de<br />

taak vervulde <strong>van</strong> de intellectueel – zoals Edward SHILS die beschreef in “The<br />

intellectuals and the powers” 2 : weliswaar de onmiddellijke ervaring, emotie, e.d. <strong>van</strong><br />

zijn volk te overstijgen om plaats te maken voor reflectie, bezinning, zingeving, maar<br />

niet het verwerpen <strong>van</strong> die ervaring. Intellectuelen moeten juist de ervaring <strong>van</strong> hun<br />

volk representeren, d.i. optillen, begrijpelijk maken, her-denken, herverwoorden zodat<br />

ze kan worden doorgegeven aan de volgende generaties.<br />

Zo heeft hij op pregnante wijze de ervaringen aan het Ijzerfront en de Vlaamse strijd<br />

na die oorlog uitgedrukt in verzen en teksten. Door de kracht <strong>van</strong> het woord waarmee<br />

de dichter die ervaringen uitdrukt, krijgen zij een duurzaamheid die houvast geeft en<br />

zin bestendigt. Dichtte Hölderlin niet reeds :<br />

Was bleibet aber, stiften die Dichter<br />

als slotvers in het gedicht Andenken.<br />

Andenken was ook het woord dat Heidegger 3 gebruikte voor een denken dat<br />

tegengesteld is aan het wegdenkende denken. Het wegdenkende denken is het zuiver<br />

rationele, technische denken, dat blijft staan bij het bevattelijke. Het aandenkende<br />

denken, dat aandacht geeft aan mensen en dingen, denkt ook aan wat ons overstijgt:<br />

Andacht betekent niets voor niets in het Duits ook vroomheid of gebed.<br />

Het denken <strong>van</strong> Van Wilderode was aandenkend of aandachtig. En die aandacht was<br />

nauw verweven met verantwoordelijkheid. Ook zijn dichterschap beschouwde hij als<br />

een gave, die tot verantwoordelijkheid verplicht. Een dichter was voor hem :<br />

2 E. SHILS, The intellectuals and the powers, University of Chicago Press 1972, 3 v.<br />

3 die het gedicht <strong>van</strong> Hölderlin bespreekt in Erläuterungen zu Hölderlins Dichtung, Klostermann Frankfurt<br />

a.M. 1951, 75 v.


een ‘vates’ (...), d.i. een ziener, voorzegger en duider die eerder <strong>dan</strong> zijn<br />

zakelijker tijdgenoten de ophanden gebeurtenissen en gevoeligheden<br />

signaleert 4 .<br />

Zijn aandacht ging niet naar zijn eigen persoon of baat, maar naar zijn land en volk.<br />

De gevoeligheden die hij signaleert, zijn niet de uitgebuite emoties <strong>van</strong> een<br />

losgeslagen individu, maar de voortekenen voor de toekomst <strong>van</strong> zijn gemeenschap :<br />

vooruitzien naar de tekens <strong>van</strong> de toekomst.<br />

Naar Vlaanderen nog ver maar al begonnen.<br />

(De zeven dagen)<br />

Hij vocht voor :<br />

en voor :<br />

een Vlaanderen<br />

verlost <strong>van</strong> velerlei onvrijheid en bevoogding,<br />

Europa<br />

uit zoveel eeuwen ongeduld verzameld<br />

Kortom voor een Vlaanderen, staat in Europa.<br />

Zoals André Demedts het zei bij de uitreiking <strong>van</strong> de erepenning <strong>van</strong> de Marnixring<br />

aan <strong>van</strong> Wilderode op 17 oktober 1981 :<br />

“Liefde tot het eigen volk is bij de Vlaamse voortrekkers, de onbaatzuchtige, de<br />

echte, altijd met belangstelling voor andere volkeren en culturen samengegaan<br />

(...).”<br />

Ik zou eraan toevoegen : het toenemende provincialisme <strong>van</strong> de Vlamingen <strong>van</strong>daag<br />

is juist het gevolg <strong>van</strong> het afnemende nationalisme en dus afnemende<br />

internationalisme, dat door een leeg mondialisme wordt ver<strong>van</strong>gen.<br />

Demedts ging verder in 1981 :<br />

4 Hölderlin dichtte in het gedicht “Wie wenn am Feiertage” ook :<br />

Doch uns gebührt es, unter Gottes Gewittern,<br />

Ihr Dichter! mit entblößtem Haupte zu stehen, Des Vaters Strahl, ihn selbst, mit eigner Hand<br />

Zu fassen und dem Volk ins Lied<br />

Gehüllt die himmlische Gaabe zu reichen.<br />

Vertaling Ad den BESTEN, Baarn 1988 :<br />

“En toch past het ons, onder Gods onweer,<br />

Gij dichters! met ontbloot hoofd te staan,<br />

De straal <strong>van</strong> de vader, hemzelf, eigenhandig<br />

te vatten en de hemelse gave, gehuld in het lied<br />

Aan te bieden aan het volk.”<br />

Voor een bespreking, zie eveneens M. HEIDEGGER, Erläuterungen zu Hölderlins Dichtung, 47 v.


“Noem nog een volk dat als het Vlaamse zo open staat voor alles wat in het<br />

buitenland de aandacht verdient. De liefde tot het eigen volk, die volgens<br />

Vondel ieder rechtgeaard mens aangeboren wordt, verbreedt zich bij ons tot<br />

belangstelling en genegenheid voor alle volkeren. Maar in die gevoelens<br />

bewaren wij de rangorde <strong>van</strong> de waarden zoals het behoort, zo zakelijk nuchter,<br />

zo gewoon en diepzinnig uitgedrukt als in het volksspreekwoord: “Het hemd is<br />

nader <strong>dan</strong> de rok” “.<br />

Ik zal deze uitdrukking en deze woorden <strong>van</strong> Demedts maar niet omzetten in een<br />

hedendaagse slogan, noch tot de mijne maken, of ik riskeer <strong>van</strong>daag de dag<br />

correctioneel te worden vervolgd door de nieuwe inquisitie, door zij die het niet alleen<br />

beter menen te weten <strong>dan</strong> de voorbije twintig eeuwen samen, maar zo dronken zijn<br />

<strong>van</strong> eigenwaan dat ze zelfs tegengestelde meningen verbieden. Mijn tekst riskeert uit<br />

de bibliotheken te worden geweerd en ieder <strong>van</strong> U die hem koopt te worden vervolgd<br />

wegens medeplichtigheid.<br />

Van Wilderode leed niet aan de verkramptheid <strong>van</strong> zichzelf progressief noemende<br />

trendtreders, die niet voorlopen, maar napraten. Hij leed niet aan de<br />

onverdraagzaamheid <strong>van</strong> diegenen die hun verdraagzaamheid beperken tot<br />

gelijkgezinden, omdat andersdenkenden voor hen per definitie onverdraaglijk zijn. Hij<br />

leed evenmin aan de lafheid <strong>van</strong> de meeste intellectuelen, die het niet meer wagen hun<br />

nek uit te steken en hun lafheid met genuanceerdheid verwarren :<br />

Ik ben niet zozeer uit op een gevecht,<br />

maar wat niet goed is, vrienden, noem ik slecht<br />

en wat mijn tegenstanders ook beweren<br />

ik ga, zolang ik leef, mijn eigen weg<br />

(Verweer)<br />

En dus dichtte hij ook :<br />

Volk, word staat, wordt Vlaamse staat<br />

doe de kansen keren<br />

wéér wie u met slechte raad<br />

om de wille <strong>van</strong> de baat<br />

averechts regeren<br />

zoveel slechte heren.<br />

Zijn woorden zijn onder het averechts regime <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag actueler <strong>dan</strong> ooit.<br />

Zijn woorden zijn nog steeds niet vervuld, maar dat mag ons niet beletten om verder<br />

onze taak verpand te blijven, evenmin als het hem dat heeft belet. Reeds bij de<br />

ont<strong>van</strong>gst voor de Prijs voor letterkunde der Vlaamse provinciën in Gent in 1957<br />

eindigde hij zijn <strong>dan</strong>kwoord met het vers <strong>van</strong> Adriaan Roland Holst uit één <strong>van</strong> mijn<br />

lievelingsgedichten, De ploeger :<br />

“Ik zal de halmen niet meer zien<br />

noch binden ooit de volle schoven


maar doe mij in den oogst geloven<br />

waarvoor ik dien ....”<br />

Waarde vrienden, doe ook ons in de oogst geloven die hij diende :<br />

Dan zien wij schier hoe jonge handen tillen<br />

de meiboom op het dak, de Vlaamse staat<br />

(De taak)<br />

Zijn woorden zullen de tand des tijds weerstaan als het <strong>brons</strong> <strong>van</strong> het beeld dat wij<br />

hier <strong>van</strong>daag onthullen. Moge dit beeld ook zijn wat <strong>van</strong> Wilderode hoopte voor de<br />

toren aan de Ijzer :<br />

Sta voor eeuwen hier<br />

recht tussen zee en rivier,<br />

teken en trotse tolk<br />

<strong>van</strong> een onsterfelijk volk,<br />

ver ook daarboven uit<br />

baken voor noord en zuid<br />

bindt gij wat samenhoort<br />

Nederland, zuid en noord.<br />

(De dag begint bij een puin)<br />

Maar ook, zoals het beeld <strong>van</strong> het herdertje <strong>van</strong> Pest :<br />

Misschien is het mijn taak<br />

te blijven tot aan het eind<br />

tot de wereld <strong>van</strong> steen <strong>van</strong>nacht<br />

of een andere nacht verdwijnt<br />

en het licht <strong>van</strong> de laatste dag<br />

de ledige aarde beschijnt.<br />

Beauvoorde, 10 juni 2001.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!