31.08.2013 Views

Inventarisatierapport Jansberg/Mookerheide 2010

Inventarisatierapport Jansberg/Mookerheide 2010

Inventarisatierapport Jansberg/Mookerheide 2010

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

delen van het gebied, waarbij sommige de voorkeur<br />

lijken te hebben voor de plasjes van de Geuldert<br />

(Glassnijder, Grote Roodoogjuffer, Lantaarntje),<br />

andere voor de kwelzone langs de onderzijde van<br />

de Sint-<strong>Jansberg</strong> (Azuurwaterjuffer, Platbuik,<br />

Paardenbijter), terwijl het voor weer andere<br />

betrekkelijk weinig lijkt uit te maken. Slechts<br />

weinig soorten, waaronder Bloedrode en Bruinrode<br />

Heidelibel, Grote Keizerlibel en Paardenbijter,<br />

worden niet alleen in natte milieus waargenomen<br />

maar ook boven drogere zoals heide. De Blauwe<br />

Glazenmaker is de enige soort die af en toe diep in<br />

bos vertoeft. Dit komt onvoldoende uit de verf uit de<br />

tellingen maar bleek o.a. bij regelmatige bezoeken<br />

in september 2009.<br />

De libellenstand mag behoorlijk goed en gevarieerd<br />

worden genoemd, zeker wanneer bedacht wordt dat<br />

de weersomstandigheden (koud in mei, erg droog<br />

in juli) niet gunstig waren voor de ontwikkeling<br />

van imago’s, en de tellingen beëindigd werden in<br />

augustus (september had vast nog veel heidelibellen,<br />

Paardenbijters en Blauwe Glazenmakers opgeleverd).<br />

Het voorkomen van regionaal zeldzame soorten als<br />

Bandheidelibel (waarneming P. Hoppenbrouwers) en<br />

Bruine Korenbout is vermeldenswaard; ook Bruine<br />

Winterjuffer en Vroege Glazenmaker zijn in het Rijk<br />

van Nijmegen niet algemeen. In vergelijking met de<br />

op enkele kilometers gelegen afgraving Teunesen<br />

valt op dat Blauwe Breedscheenjuffer en Vuurlibel<br />

(talrijk resp. regelmatig aanwezig op de afgraving)<br />

ontbreken in het onderzoeksgebied, en dat het<br />

Lantaarntje relatief schaars is. Vergeleken met de<br />

Gebrande Kamp is de Weidebeekjuffer in het gebied<br />

schaars. In beide gevallen wordt dit ruimschoots<br />

gecompenseerd door het brede soortenspectrum en<br />

de talrijkheid van vele andere soorten.<br />

Naar verwachting zal uitvoering van de plannen<br />

tot verdere vernatting van de kwelzone langs de<br />

Sint-<strong>Jansberg</strong> gunstig uitpakken voor libellen. De<br />

plasjes van de Geuldert verdienen wellicht extra<br />

attentie vanwege de verbossing die hier optreedt.<br />

De op enkele plaatsen aangelegde amfibiënpoelen<br />

Bruine Korenbout, een vrij zeldzame libel. Kwelzone<br />

Sint-<strong>Jansberg</strong>, 3 juni <strong>2010</strong>.<br />

35<br />

Broedvogels van <strong>Mookerheide</strong> en Sint-<strong>Jansberg</strong> in <strong>2010</strong><br />

verschaffen soms voortplantingsgelegenheid aan<br />

libellen (o.a. geconstateerd bij Smaragdlibel in<br />

de poel aan de Bisselt) maar zijn gevoelig voor<br />

vernieling door Wilde Zwijnen.<br />

Sprinkhanen<br />

Er werden 17 soorten sprinkhanen aangetroffen.<br />

Dit is exclusief de Kiezelsprinkhaan, een voor<br />

Nederland nieuwe soort (pas in <strong>2010</strong> in Rotterdam<br />

voor het eerst vastgesteld!), die net buiten het<br />

onderzoeksgebied is aangetroffen langs de spoorlijn<br />

bij Molenhoek (ontdekt door Rob Felix, daarna<br />

door velen gezien). In het onderzoeksgebied kent<br />

de Ratelaar de meest ruime verspreiding (aanwezig<br />

op 83% van de onderzochte punten), gevolgd door<br />

Bruine Sprinkhaan, Krasser en Zuidelijk Spitskopje<br />

(aanwezig op 45-47% van de telpunten). Een ruime<br />

verspreiding betekent overigens niet per definitie<br />

dat de soort ook zeer talrijk is.<br />

Tabel 14 geeft de presentie per soort en de<br />

habitatkeus. De pioniervegetaties en heide vormen<br />

voor verschillende soorten de enige habitat<br />

waarin ze voorkomen (Blauwvleugelsprinkhaan,<br />

Heidesabelsprinkhaan, Knopsprietje, Snortikker).<br />

Hetzelfde geldt voor de (in het onderzoeksgebied)<br />

aan nattere vegetaties gebonden soorten (Gewoon<br />

Spitskopje, Kustsprinkhaan). Verschillende soorten<br />

komen in heel diverse habitats voor en lijken alleen<br />

het bos (enigszins) te mijden (Bruine Sprinkhaan,<br />

Krasser, Ratelaar). Het bos is alleen voor de<br />

Boskrekel belangrijk. De verspreiding van deze<br />

soort blijft vrijwel beperkt tot de armere bossen<br />

ten noorden van het Zevendal; op Sint-<strong>Jansberg</strong> en<br />

Kiekberg ontbreekt hij vrijwel geheel.<br />

Het Zuidelijk Spitskopje, een soort die pas vanaf<br />

1990 in Nederland optreedt (Kleukers et al. 1997),<br />

is verrassend algemeen. Deze soort blijkt volgens<br />

eigen waarnemingen in de Kop van Noord-Limburg<br />

inmiddels een zeer ruime verspreiding te hebben en<br />

vrijwel nergens te ontbreken op geschikte plekken<br />

in cultuurland (ruige bermen, overhoekjes) en<br />

natuurgebieden (verstoorde grond in heideterreinen).<br />

Het schaarse voorkomen van het Negertje, een soort<br />

die in Zuidoost-Nederland niet zeldzaam heet te zijn<br />

(Kleukers et al. 1997), is bevreemdend.<br />

Al met al een mooie lijst van sprinkhanen, waarop<br />

eigenlijk geen enkele te verwachten soort ontbreekt,<br />

terwijl wel verschillende regionaal schaarse<br />

soorten aanwezig zijn (Blauwvleugelsprinkhaan,<br />

Sikkelsprinkhaan). Binnen het Rijk van Nijmegen<br />

moet het onderzoeksgebied worden gezien als een<br />

van de beste sprinkhanenterreinen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!