2008-26599 - Bestuur & Politiek Gemeente Katwijk

Voorstel
Aan : Burgemeester en Wethouders
Zaaknummer
Status : Openbaar
Datum
Afdeling
Medewerk(st)er
Telefoonnummer
Portefeuillehouder
Bü/age(n)
Onderwerp:
: Veiligheid
: Bosbeek, S. van
: 071 - 406 5301
: Binnendijk, D.C.W
:3
Paraaf
~eWerk(st)ey:
: 2008-026599
: 20 februari 2009
Raad: : Ja
OR: : Nee
Communicatie: : Nee
De brief van de heer J. Imthorn over de sloop van een asbestplafond uit het pand Voorstraat 15te Katwijk.
Samenvatting:
De heer J. Imthorn, Taatedam 47 te Katwijk, heeft een brief geschreven over de sloop van een asbesthoudend plafond uit
het pand Voorstraat 15te Katwijk. De brief moet deels worden opgevat als een bezwaarschrift gericht tegen het besluit
van burgemeester en wethouders van Katwijk van 31 oktober 2008 met kenmerk 2008-24801 tot verlening van de
sloopvergunning aan de heer G.J. Kühn. Het college wordt vçorgesteld om, overeenkomstig het advies van de
bezwaarschriftencommissie, het bezwaar ontvankelijk, ma.Jtegrond te verklaren.
De brief moet verder deels worden opgevat als een klacht tegen de handhaving van de sloopvergunning. Het college wordt
voorgesteld op enkele punten de klacht gegrond te verklaren.
Gevraagde beslissing:
1. De bezwaren van de heer J. Imthorn ontvankelijk, maar ongegrond te verklaren en het besluit van burgemeester
en wethouders van Katwijk van 31 oktober 2008 met kenmerk 2008-24801 in stand te laten;
2. De klacht over de handhaving van de vergunning gegrond te verklaren wat betreft:
a. de handhaving tegen de geluidsoverlast in de avond van 4 november 2008, en
b. het nalaten handhavend op te treden tegen het begin van de werkzaamheden voor de bekendmaking op de
gemeentepagina, en
3· De als bijlage 2 bij dit voorstel gevoegde brief aan de heer J. Imthorn ter kennisname naar de raad te sturen.
o Intern advies N.v.t. o Extern advies N.v.!.
Circuleren B&W Secr. Burg. Weth. I Weth.1I Weth.1II Weth. IV Datum besluit B&W/Burgemeester
Akkoord:
o 3 MRT 2009 Nr. b
Bespreken B&W-
ver aderin
Besluit:
20 februari 2009
Overeenkomstig
het voorstel besloten

Zaaknummer
Onderwerp
Inleiding
: 2008-026599
: De brief van de heer J. Imthorn te Katwijk
over de sloop van een asbestplafond uit het
pand Voorstraat 15te Katwijk.
De heer Imthorn is boos over de geluidsoverlast door de verwijdering van de plafondplaten uit het pand op
4 november 2008 . Ondanks herhaaldelijke verzoeken van omwonenden werden de sloopwerkzaamheden
's avonds voortgezet. Wij hebben voor onze bouwinspecteurs geen piketdienst geregeld. De politie heeft
uiteindelijk om 23.30 uur het bevel moeten geven de werkzaamheden stil te leggen. Onduidelijk is of daarna
overeenkomstig de voorschriften van onze sloopvergunning het asbestsloopafval is opgeruimd.
Beoogd resultaat
Beslissen op de bezwaren en lering trekken uit de klacht van de heer Imthorn.
Argumenten
1. De bezwaarschriftencommissie adviseert de bezwaren ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Op 31oktober 2008 hebben wij vergunning verleend voor de op 30 oktober 2008 binnengekomen aanvraag.
Hoewel wij de vergunning snel hebben verleend, maakten onze vergunningverleners geen fout.
2. Uit de klacht van de heer Imthorn zijn twee lessen te trekken:
2a. Wij hebben een piketregeling voor onze bouwinspecteurs emstig te overwegen.
Wij zijn niet in staat gebleken onze voorschriften ter voorkoming van geluidsoverlast te handhaven, terwijl
omwonenden van de Voorstraat 15ernstige hinder ondervonden, en
eb. Wij moeten zorgen dat belanghebbenden wel een voorlopige voorziening kunnen aanvragen.
Toen de heer Imthorn op onze gemeentepagina van 6 november 2008 op zijn rechtsmiddelen tegen de
sloopvergunning werd gewezen, waren de asbestplaten al verwijderd.
3. Vanuit de raad is gevraagd wanneer de brief van de heer Imthorn zou worden beantwoord.
Uw college heeft de commissie Bestuur op 4 december 2008 toegezegd de raad te informeren over de
afdoening.
Kanttekeningen
1. De heer lmthom heeft zeven bezwaren tegen de sloopvergunning:
la. Een door een veiligheidsdeskundige ondertekend VNG-plan ontbrak.
Een door een veiligheidsdeskundige ondertekend Veiligheids- en Gezondheidsplan is geen voorwaarde voor
het verlenen van een sloopvergunning. Aan de sloopvergunning zijn afdoende voorwaarden verbonden.
lb. Een plan van aanpak ontbrak.
Een plan van aanpak is geen voorwaarde voor het verlenen van een sloopvergunning. Aan de
sloopvergunning zijn afdoende voorwaarden verbonden.
1C. Het asbestafval is niet volgens de regels verpakt en afgevoerd.
Het college heeft aan de sloopvergunning de voorwaarde verbonden dat een registratie van de afvoer van alle
fracties sloopafval wordt bijgehouden, waaruit blijkt dat dit afval overeenkomstig de daartoe gestelde
(overheids- )voorwaarden is afgevoerd. Daarmee is de veiligheid tijdens het slopen voldoende gewaarborgd.
id. De geluidsoverlast heeft tot in de voor de nachtrust bestemde tijd geduurd.
Het college heeft aan de sloopvergunning voldoende en duidelijk voorschriften verbonden ter verhindering
van geluidsoverlast. De vraag of op de naleving van deze voorwaarde voldoende is toegezien, is in de
procedure van de verlening van de aan de orde zijnde sloopvergunning niet aan de orde.
20 februari 2009

Ie. De werkplaats was niet volgens de voorschriften afgesloten voor het publiek.
Het college heeft aan de sloopvergunning de voorwaarde verbonden dat het verwijderen, verzamelen,
inpakken en opslaan van voornoemde asbestboudende onderdelen moet geschieden conform de in het
Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit opgenomen bepalingen. Daarmee is
voldoende gewaarborgd dat onbevoegden de werkplaats niet betreden.
IJ Van de werkzaamheden is geen logboek bijgehouden.
Het college heeft aan de sloopvergunning de voorwaarde verbonden dat drie weken voor de aanvang van de
werkzaamheden een sloopveiligheidsplan bij de gemeente zou zijn ingediend. In het sloopveiligheidsplan
dient de wijze van samenstellen en bijhouden van een logboek te zijn vastgelegd. Onder andere met dit
voorschrift zijn doeltreffende controlemiddelen op de veiligheidsmaatregelen voldoende gewaarborgd.
19. De vergunning is niet overeenkomstig de wettelijke regels bekend gemaakt.
De vergunning is overeenkomstig de wettelijke vereisten op de gemeentepagina bekendgemaakt.
2. De heer Imthorn heeft nog twee andere klachten over de handhaving:
ze. Een Veiligheids- en Gezondheidsplan of een plan van aanpak voor de sloop ontbraken ..
Voor verwijdering van de asbestplafondplaten was geen plan van aanpak ofVeiligheids- en Gezondbeidsplan
nodig. Immers het 'strippen' van het pand raakte geen dragende delen. De hoeveelheid asbestafval was te
overzien. En het afval hoefde slechts uit één winkelruimte op de begane grond verwijderd te worden.
Het vasthouden aan wetgeving die in een bijzonder geval zinloos blijkt, draagt niet bij aan een beter
nalevingsgedrag of normbesef.
eb. Was de werkplaats UltIó'l volgens de voorschriften afgesloten voor het publiek?
Bij zijn controlebezoeken heeft onze bouwinspecteur verder geen overtredingen kunnen vaststellen.
Middelen
N.v.!.
Uitvoering
Wij zullen onze verontschuldigingen aanbieden aan de heer Imthorn bij brief, als bijlage 2 bij dit voorstel
gevoegd. Door middel van deze brief wordt ook de beslissing op bezwaar aan de heer Imthorn bekendgemaakt.
De beslissing op bezwaar zal aan vergunninghouder de heer G.J. Kühn bekend worden gemaakt bij brief, als
bijlage :3 bij dit voorstel gevoegd.
Bijlagen
1. De beslissing op bezwaar;
2. De brief aan de heer Imthorn, en
3. De brief aan vergunninghouder de heer G.J. Kühn.

Zaaknummer 2008-026599
Beslissing van burgemeester en wethouders van Katwijk op het bezwaarschrift van de heer
J. Imthorn, Taatedam 47, 2225 BN Katwijk aan Zee, gericht tegen het besluit van burgemeester en
wethouders van Katwijk van 3' oktober 2008 met kenmerk 2008-24801 tot verlening van een
sloopvergunning aan de heer G.J. Kühn voor het verwijderen van een asbesthoudend plafond uit het
pand Voorstraat '5 té Katwijk aan Zee, kadastraal bekend gemeente Katwijk, sectie A, nummer 16709.
Ontvangst en ontvankelijkheid van het bezwaarschrift
Op grond van het bepaalde in artikel 8:1jO. artikel jo. artikel 7:1jo. artikel 6:4 van de Algemene wet
bestuursrecht (hierna te noemen Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij
de rechtbank doch dient degene aan wie dit recht is toegekend, alvorens beroep in te stellen, tegen dat
besluit bezwaar te maken bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
Op basis van de artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb bedraagt de termijn voor het indienen van een
bezwaar- of beroepschrift zes weken en vangt deze termijn aan met ingang van de dag na die waarop
het besluit op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt. Nu de bestreden beslissing op
4 november 2008 is verzonden, nam de hiervoor genoemde termijn op 5 november 2008 een aanvang.
Het door de heer Imthorn ingediende bezwaarschrift is op 18 november 2008 ingekomen en dus tijdig
ontvangen.
Nu ook aan de overige daarvoor geldende criteria voldaan wordt, kan de heer Imthorn in zijn bezwaren
worden ontvangen.
Inhoud bezwaarschrift
In week 45 van 2008 werden in het pand Voorstraat 15 van defa. Kühn te Katwijk, sloop en
saneringswerken uitgevoerd, waarbij van alles mis bleek te zijn.
Op maandag 3 oktober jongst leden starten de werkzaamheden die tot 's avonds laat werden
voorgezet. Ook dinsdag 4 oktober werden deze werkzaamheden verricht.
Aanvankelijk leefde bij ons de gedachte dat de winkel een face lift zou ondergaan, maar gaandeweg
het sloopproces leek er toch meer te gaan gebeuren omdat de gehele zaak binnen werd gestript.
Op woensdag 5 oktober werden hekken rond het gebouw geplaatst, wat bij ons de indruk wekte dat
er wel eens afbestsloopwerkzaamheden werden uitgevoerd, hoewel de beveiligingsmaatregelen
hiervoor ontbraken. Daar er 's avonds om 22.00 uur nog werd gewerkt en er veel lawaai werd
gemaakt, wat in onze kamer duidelijk hoorbaar was, ben ik ter plaatse gaan kijken wat er nog
uitgespookt werd en of de heren konden stoppen met hun werk.
De (voorman) maakte duidelijk dat hij dit nog niet van plan was en dacht nog een anderhalfuur
door te gaan, ik heb hem toen verzocht om te stoppen in verband met de overlast die hij
veroorzaakte. Duidelijk was nu voor mij waarneembaar dat het hier ging om een asbestsarnering.
Ik deelde hem mee dat als hij niet zou stoppen ik ogenblikkelijk de politie zou bellen met het verzoek
om de werkzaamheden te doen beëindigen.
Om even na JO.OO 's avonds heb ik de politie Hollands Midden gebeld en haar van de weigering in
kennis gesteld en tevens het verzoek gedaan de werkzaamheden stil te leggen. De melding zou
worden doorgegeven aan de buitendienst die de opdracht ontvingen ze te laten stoppen.
Pas om 23.10 arriveerde de politie, naar later bleek door de overbuurman tot driemaal to te zijn
gebeld met het zelfde verzoek als door mij gedaan. De bovenbuurman had ook driemaal (aan de
voorman) wezen vragen om de werkzaamheden te stoppen in verband met de ernstige
lawaaioverlast, maar dat was tegen dovemansoren gezegd. Nadat de overbuurman, de heer Van
Beelen, de politie ten derde male had gebeld en de mededeling had gedaan de werkzaamheden
desnoods met geweld te zullen beëindigen kwamen de agenten pas poolshoogte nemen.
Op het verzoek van de agenten (aan de voorman) de werkzaamheden te stoppen dreigde nog een
handgemeen te ontstaan, waarbij de overbuurman zich ook niet onbetuigd liet. De politieagente
mevrouw Van der Niet belde mij omstreeks 23.30 vanaf de plaats des onheils op om te melden dat de
werkzaamheden ogenblikkelijk waren stilgelegd.
Uit mijn raam kon ik zien dat de politie direct daarna vertrok.
1

Alle mooie verhalen van de politie ten spijt zette men weer onverminderd de werkzaamheden voort,
het was da ook een illusie te denken dat wij van deze lieden verlost waren. Op donderdag 00.25 werd
de tweede aanhanger aangepikt en vertrokken de heren huiswaarts.
Toen duidelijk werd dat de heren op twee open aanhangers het asbestafval in zakken zouden
afvoeren, heb ik ogenblikkelijk de politie weer gebeld dat hier sprake was van een milieudelict.
De meldkamer melde mij dat de politie tegen het asbesttransport niets zou ondernemen, omdat het
niet op hun weg lag, hier tegen op te treden en daarbij hun opsporingsbevoegdheid die zij bij
milieudelicten bezitten negeerden.
Donderdagmorgen 6 oktober heb ik vervolgens de provincie Zuid Holland afdeling milieu gebeld en
gevraagd wie bij milieu werkzaamheden in gebouwen, en met namen in Katwijk, bevoegd gezag is,
dat was dus de gemeente Katwijk. In onze situatie, had volgens de provincie, de politie wel degelijk
van uit haar opsporingsbevoegdheden op kunnen treden.
Nadat door de provincie enkele adviezen waren verstrekt, heb ik mij tot de gemeente Katwijk
afdeling Milieu gewend die mij op correcte wijze alle informatie hebben verstrekt, over de gevolgde
procedure bij de fa. Kühn. Tevens heb ik ze verteld wat er op en rond de sanering had afgespeeld.
Allereerst dient te worden gemeld dat op de wijze zoals door uw college in het geval van de fa. Kühn
is gehandeld de rechtszekerheid van de burgers van Katwijk ernstig is geschaad. Ik vind dat er op het
onbetamelijke is gehandeld. De vergunningverlening geeft mij het onbehaaglijke gevoel dat er hier
. van oneigenlijk handelen sprake is.
De hele gang van zaken wil ik even in chronologische volgorde plaatsen.
1. Op vrijdag 31 oktober 2008 wordt door de gemeente Katwijk de ontvangt bevestigd voor de
aanvraag van een sloopvergunning aan de heer Kühn.
2. In de brief van de gemeente aan Kühn, staat vermeld, dat binnen een termijn van vier weken
beslist zal worden, of alle stukken ingediend zijn om de aanvraag in behandeling te nemen.
Binnen 12 weken na binnenkomst van de aanvraag, kan indien alle stukken aanwezig zijn,
vergunning worden verleend.
3· Op dinsdag 4 november wordt aanfa. Kühn een sloopvergunning verstrekt om de sloop te
kunnen aanvangen die reeds op maandag 3 november was gestart. Een brief van de
gemeente Katwijk aan de heer Kiihn, of alle stukken compleet zijn, ontbreekt in het dossier.
Die briefkon door de gemeente Katwijk moeilijk worden verzonden want de stukken waren
niet compleet.
4· Op dinsdag 4 november als de vergunning nog niet de deur uit is, krijgen de omwonenden
volgens de mededeling van de heer Van Duijvenvoorde van de gemeente Katwijk bericht dat
er asbest in het pand is aangetroffen en dat de sanering de volgende morgen vroeg zal
starten. Zo los je de dus het probleem van een publicatie op om eventuele bezwaren te
omzeilen.
Ongekende service van de gemeente Kawijk, maar het verhaal is niet helemaaljuist want
alleen de bovenbuur Van Beelen kreeg bericht. Zo neemt de gemeente Katwijk de burger
serieus.
5. Bij het bezoek aan het gemeentehuis is mij gebleken dat alle regels met voeten waren
getreden, en daarom geeft mij deze actie van uw college, ernstig te denken. We leven toch
niet in een bananenrepubliek. Nederland zegt een (echte) democratie te zijn.
6. In het dossier van de gemeente bleken een aantal stukken te ontbreken waaronder de
sloopmelding, dat kon ook niet want ze waren al begonnen. Voorts ontbrak het ontwerp
VNG-pla!, en ook niet door een veiligheidsdeskundige getekende definitieve VNG-plan, het
plan van aanpak ontbrak en de WKA was niet volledig. Ondanks het ontbreken van
elementaire stukken en met opzij stelling van alle rechtsregels, geeft de heer Wagter van uw
dienst, namens uw college, de vergunning af
7. In het dossier was nog niet vermeld, dat de locatie was vrijgegeven en hoe laat dit was
geschied ook de betreffende milieuambtenaar stond met een mond vol tanden, desondanks
waren andere partijen reeds werkzaam in het pand.
8. Het logboek dat alle informatie moest geven voor als wat is gebeurd op het werk, was nog
niet binnen, ook geen voorlopige versie. .
2

9. De algehele controle op de start, de voortgang en de genomen veiligheidsmaatregelen liet
zeer te wensen over, maar dag was volgens de heer Van Duijvenvoorde, een gevolg van
gebrek aan mankracht.
De gemeente is gehouden de uitvoeringsmaatregelen behorende bij de milieuwetgeving naar behoren
na te leven en te controleren.
Met betrekking tot de werkplek het volgende:
a) De werkzaamheden werden uitgevoerd door Van Leeuwen uit Zwanenburg die daartoe is
gecertificeerd en gehouden is de werkzaamheden volgens de BRL uit te voeren.
b) Het plan van aanpak ontbrak.
c) Het door een veiligheidsdeskundige ondertekende VNG-plan ontbrak.
d) Niet bekend was of er een gecertificeerd DLPer op het werk was.
e) Omdat het logboek ontbrak, wat wel op het werk aanwezig dient te zijn, kon niet worden
opgemaakt welke DTAers werkzaam waren.
f) De hekken bleken niet te zijn voorzien van pictogrammen en voorts ontbrak de aanduiding
dat er asbest werd verwijderd, op de hekken was geen lint aangebracht. De hekken stonden
veelvuldig open, zodat een ieder de werkplek kon betreden.
g) De zakken met asbestajval werden buiten de beveiligde ruimte toegesloten en dichtgeplakt.
De zakken waren niet afgespoeld, dat kon ook niet als je ze buiten de beveiligde zone
dichtplakt.
h) Op de zakken was niet te zien dat het om asbestresten ging, ook de heer Van Bee/en die tot
drie keer binnen is geweest, was het een en ander opgevallen.
i) De zakken werden op een open aanhanger geplaatst en 's nachts met een netje erover
afgevoerd. Niet bekend is of er begeleidingsbrieven aanwezig waren, dat wilde de politie niet
controleren.
j) Op de werkzaamheden die 's avonds na 18.00 uur plaatsvonden en zelfs tot 's nachts 00.30
uur voortduurden is door de gemeente geen controle verricht. Indien zulks niet mogelijk kan
zijn, dienen geen saneringswerkzaamheden na 18.00 uur plaats te vinden. Controle is
onontbeerlijk indien de volksgezondheid in het geding is.
Na dit uitvoering relaas over een sanering, waarbij alle voorschriften bewust werden genegeerd of
overtreden, maak ik bezwaar tegen de ten onrecht verleende vergunning, omdat de veiligheid op de
bouwplaats en daarbuiten, niet voldoende is gegarandeerd, en in strijd met de milieuwet wordt, of is
gehandeld.
Hoorzitting
De heer Imthorn is in de gelegenheid gesteld zijn bezwaarschrift ten overstaan van de Onafhankelijke
adviescommissie voor de behandeling van bezwaarschriften toe te lichten op een op 14januari 2009
gehouden hoorzitting.
Toelichting
Het onderhavige sloop plan voorziet in het verwijderen van asbesthoudende plafonddelen uit de
winkelruimte op de benedenverdieping van de Voorstaat 15.
Op grond van het bepaalde in artikel 8.1.6 van de bouwverordening Katwijk moet een sloopvergunning
worden geweigerd indien:
a. de veiligheid tijdens het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van
voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd;
b. de bescherming van nabij gelegen bouwwerken in verband met het slopen onvoldoende is
gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden
gewaarborgd;
c. een vergnnning ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of een gemeentelijke
monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend;
d. een vergunning ingevolge de leefmilieuverordening op grond van de Wet op de stads- en
dorpsvernieuwing is vereist en deze niet is verleend;
e. een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan of op grond van een
voorbereidingsbesluit is vereist en deze niet is verleend.
3

a. en b. Was de veiligheid door de voorschriften van de sloopvergunning voldoende verzekerd?
Bij de behandeling van de aanvraag voor een sloopvergunning is de.vraag: kan door voorschriften de
veiligheid voldoende worden gewaarborgd? Volgens vaste rechtspraak moet het college
veronderstellen dat de voorschriften worden nageleefd. Stel dat achteraf blijkt dat de
vergunninghouder voorschriften niet naleeft. Dan zal het college handhavend moeten optreden.
De vraag die de heer Imthorn oproept is: kan de gemeente zonder een VNG-plan of een plan van
aanpak vaststellen of de veiligheid is gewaarborgd? Ons college heeft als voorwaarde aan de
vergunning opgenomen dat drie weken voor de aanvang van de werkzaamheden een
sloopveiligheidsplan bij de gemeente zou zijn ingediend. In dit sloopveiligheidsplan dienen de
instructies aan de werknemers, het bijhouden van een logboek en het toezicht op de
veiligheidsmaatregelen te zijn opgenomen. Met dit voorschrift is de veiligheid tijdens het slopen
voldoende gewaarborgd. Immers slechts enkele asbesthoudende plafondplaten hoefden te worden
verwijderd. Dragende delen van de constructie zijn niet verwijderd voor het slopen van de
asbesthoudende plafond platen. Dat blijkt duidelijk uit de bij de aanvraag gevoegde asbestwerkplan en
de asbestinventarisatie.
c. Is een monumentenvergunning noodzakelijk?
Het pand aan de Voorstraat is geen rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument. Dat leert een blik op
de bestemmingsplankaart. Alle rijks-, provinciale of gemeentelijke monumenten staat op de
bestemmingsplan kaart aangegeven.
d. Geldt een leefmilieuverordening of een stads- of dorpsvernieuwingsplan?
De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing (hierna te noemen Wsdv) is met de inwerkingtreding van de
Wet ruimtelijke ordening komen te vervallen. De leefmilieuverordeningen die op grond van de Wsdv
zijn vastgesteld, blijven volgens het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening (hierna te
noemen Wro) gelden gedurende bepaalde termijnen. De stadsvernieuwingsplannen worden volgens
het overgangsrecht van de Wro geacht bestemmingsplannen te zijn. Maar leefmilieuverordening of
stads- of dorpsvernieuwingsplan is niet vastgesteld in Katwijk aan Zee.
e. Is een aanlegvergunning nodig?
De Voorstraat 15 is in het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum iste herziening" bestemd
voor centrumdoeleinden. In artikel 5 van de planvoorschriften is geen aanlegvergunning
voorgeschreven voor het uitvoeren van sloopwerkzaamheden als deze.
Blijkens de toelichting op de bouwverordening op voornoemd artikel zijn deze weigeringsgronden
limitatief en imperatief bedoeld, zodat alleen de in dit artikel genoemde motieven kunnen leiden tot
weigering van een sloopvergunning. De sloopvergunning is dan ook een gebonden beschikking. Hieruit
volgt dat wanneer zich ten aanzien van een aanvraag om sloopvergunning geen van de in dit artikel
genoemde weigeringsgronden voordoet, de gevraagde sloopvergunning moet worden verleend.
Hierbij is geen ruimte om een belangenafweging te maken.
Nu zich in concreto geen weigeringsgrond als bedoeld in artikel 8.1.6 van de bouwverordening Katwijk
voor de gevraagde sloopvergunning voordoet, is er sprake van geen andere mogelijkheid dan de
gevraagde vergunning te verlenen.
Met trekking tot de aangevoerde bezwaren kan het volgende worden opgemerkt.
Reactie op het bezwaarschrift
De heer Imthorn heeft kort samengevat de volgende bezwaren tegen de sloopvergunning aangevoerd:
1. Een door een veiligheidsdeskundige ondertekend VNG-plan ontbrak;
2. Een plan van aanpak ontbrak;
3. Het asbestafval is niet volgens de regels verpakt en afgevoerd;
4. De geluidsoverlast heeft tot in de voor de nachtrust bestemde tijd geduurd;
5. De werkplaats was niet volgende de voorschriften afgesloten voor het publiek;
6. Van de werkzaamheden is geen logboek bijgehouden;
7· De vergunning is niet overeenkomstig de wettelijke regels bekendgemaakt.
4

1. Een door een veiligheidsdeskundige ondertekend VNG-plan ontbrak.
Een door een veiligheidsdeskundige ondertekend Veiligheids- en Gezondheidsplan is geen voorwaarde
voor het verlenen van een sloopvergunning. Ons college heeft onder het negende streepje als
voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden dat: " Het verwijderen, verzamelen, inpakken en
opslaan van voornoemde asbesthoudende onderdelen moet geschieden conform de in het
Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit opgenomen bepalingen .......... ". De
voorschriften voor het opstellen en voor handen hebben van het VNG-plan op de werkplaats staan in
artikel 2.28 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Met dit voorschrift is voldoende gewaarborgd dat
een goed VNG-plan wordt opgesteld.
2. Een plan van aanpak ontbrak.
Een plan van aanpak is geen voorwaarde voor het verlenen van een sloopvergunning. Ons college heeft
onder het negende streepje als voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden dat: " Het
verwijderen, verzamelen, inpakken en opslaan van voornoemde asbesthoudende onderdelen moet
geschieden conform de in het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit
opgenomen bepalingen .......... ". De voorschriften voor het opstellen en voor handen hebben van het
werkplan op de werkplaats staan in artikel 4.50 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Met dit
voorschrift is voldoende gewaarborgd dat een goed werkplan wordt opgesteld.
3. Het asbestajval is niet volgens de regels verpakt en afgevoerd.
Ons college heeft onder liet negende streepje als voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden dat:
"Alvorens met het verdere sloopwerk zal worden begonnen, eerst de asbesthoudende onderdelen
worden verwijderd, verzameld en in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal ingepakt .
...............Asbesthoudende materialen moeten zodanig worden gereedgemaakt voor de afvoer van het
sloopterrein dat verontreiniging van het milieu met asbest wordt voorkomen. Het verwijderen,
verzamelen, inpakken en opslaan van voornoemde asbesthoudende onderdelen moet geschieden
conform de in het Arbeidsomstandighedenbesluit en het asbestverwijderingsbesluit opgenomen
bepalingen en waarbij de best bestaande technieken moeten worden toegepast."
Ons college heeft onder het negende streepje als voorwaarde aan de sloopvergunning dat: "een
registratie van de afvoer van alle fracties sloopafval wordt bijgehouden waaruit blijkt dat dit afval
overeenkomstig de daartoe gestelde (overheids-) voorwaarden is afgevoerd." Met dit voorschrift is de
veiligheid tijdens het slopen voldoende gewaarborgd.
4. De geluidsoverlast heeft tot in de voor de nachtrust bestemde tijd geduurd.
Het college heeft voldoende en duidelijk voorschriften opgenomen ter verhindering van
geluidsoverlast. Immers is onder het achtste streepje als voorwaarden opgenomen: "Alle mogelijke
inspanningen moeten worden verricht om schade, schadelijke trillingen, alsmede stof- en
geluidshinder aan de omliggende bebouwing, alsmede aan de daarin als daarbuiten verblijvende
personen en dieren C.q. aanwezige apparatuur en andere inventaris, te voorkomen. Indien, naar het
oordeel van de Afdeling Veiligheid van de gemeente Katwijk, niet aan deze voorwaarde is voldaan zal
het gehele sloopwerk direct worden stilgelegd." De vraag of op de naleving van deze voorwaarde
voldoende is toegezien, is in deze procedure niet aan de orde.
5· De werkplaats was niet volgens de voorschriften afgesloten voor het publiek.
Ons college heeft onder het negende streepje als voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden dat:
" Het verwijderen, verzamelen, inpakken en opslaan van voornoemde asbesthoudende
onderdelen moet geschieden conform de in het Arbeidsomstandighedenbesluit en het
Asbestverwijderingsbesluit opgenomen bepalingen .......... ". De voorschriften voor het afsluiten van de
werkplek staan in het Asbestverwijderingsbesluit. Met dit voorschrift is voldoende gewaarborgd dat
onbevoegden de werkplaats niet betreden.
6. Van de werkzaamheden is geen logboek bijgehouden.
Ons college heeft onder het tweede streepje als voorwaarde aan de vergunning opgenomen dat drie
weken voor de aanvang van de werkzaamheden een sloopveiligheidsplan bij de gemeente zou zijn
ingediend. In het sloopveiligheidsplan dient de wijze van samenstellen en bijhouden van een logboek
te zijn vastgelegd. Onder andere met dit voorschrift zijn een doeltreffende controlemiddelen op de
veiligheidsmaatregelen voldoende gewaarborgd.
5

7. De vergunning is niet overeenkomstig de wettelijke regels bekend gemaakt.
De vergunning is overeenkomstig de wettelijke vereisten op onze gemeentepagina bekendgemaakt.
Samenvattend moet worden geconcludeerd dat de bezwaren ontvankelijk, maar ongegrond zijn en dat
het bestreden besluit in stand kan blijven.
Advies van de Onafhankelijke adviescommissie voor de behandeling van
bezwaarschriften
In haar advies van 30 januari 2009 overweegt de Onafhankelijke adviescommissie voor de
behandeling van bezwaarschriften het volgende.
Beoordeling van de bezwaren
(...)
Ter beoordeling staat enkel de vraag of de sloopvergunning terecht en op goede gronden is verleend.
De uitvoering van de sloopvergunning komt in dit advies niet aan de orde, aangezien dit betrekking
heeft op de handhaving en niet op de vergunningverlening. Wel is het de kamer gebleken dat
bezwaarde ook een klacht heeft ingediènd. Bij de behandeling van deze klacht kan het
handhauinçsaspect wel aan de orde komen.
Behandeling van een aanvraag om een sloopvergunning dient te geschieden volgens een limitatief
imperatief stelsel. Dit houdt in dat de vergunning alleen geweigerd kan worden als een van de
weigeringsgronden als genoemd in artikeIB.l.6 van de bouwverordening zich voordoet. Indien er
geen sprake is van een van deze weigeringsgronden moet de vergunning verleend worden.
De kamer merkt op dat een monumentenvergunning, leeftnilieuvergunning dan wel
aanlegvergunning in casu niet noodzakelijk zijn. Ook de bezwaargronden zien hier niet op.
Bezwaarde geeft aan dat hij regelmatig tot 's avonds laat te maken had met hinderlijke
geluidsoverlast. Dit is echter geen weigeringsgrond als bedoeld in artikeIB.l.6 van de
bouwverordening en daarmee geen reden om de vergunning niet te verlenen. Bovendien merkt de
kamer op dat in de sloopvergunning een voorschrift is opgenomen met betrekking tot beperking van
eventuele schade en/ of hinder. Dat wellicht onvoldoende is toegezien op de naleving van dit
voorschrift kan, zoals eerder opgemerkt, in deze procedure niet aan de orde komen.
Ten tweede geeft bezwaarde aan dat het asbestafval niet volgens de regels verpakt en afgevoerd was
en de werkplaats niet volgens voorschriften voor publiek afgesloten was. Naar het oordeel van de
kamer ziet deze bezwaargrond op de waarborg van de veiligheid tijdens de werkzaamheden. Hierbij
merkt de kamer op dat in de sloopvergunning voorschriften zijn opgenomen ten aanzien het
verpakken en afvoeren van het afval en ten aanzien van het afsluiten van de werkplaats.
Verontreiniging van het milieu met asbest dient te worden voorkomen en er wordt verwezen naar
het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit. In deze besluiten zijn specifieke
voorschriften opgenomen ten aanzien van bovenstaande onderwerpen. Gelet op het vorenstaande is
de kamer van oordeel dat de veiligheid voldoende is gewaarborgd.
Ten aanzien van de ontbrekende stukken merkt de kamer op dat dit geen grond is om de vergunning
te weigeren. Bovendien zijn in de vergunning ook omtrent deze aspecten afdoende voorschriften
opgenomen, waarbij wederom is verwezen naar de voorschriften genoemd in het
Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit. Voor wat betreft het logboek is
opgenomen dat drie weken voor aanvang van de werkzaamheden een sloopveiligheidsplan diende te
zijn ingediend. Hierin dient de wijze van samenstellen en bijhouden van een logboek te zijn
vastgelegd. Hiermee zijn doeltreffende controlemiddelen met betrekking tot de veiligheid voldoende
gewaarborgd.
Tot slot is bezwaarde van oordeel dat de vergunning niet overeenkomstig de wettelijke regels bekend
is gemaakt. De kamer volgt bezwaarde niet in deze redenering. Uit de stukken blijkt dat de
vergunning is verzonden aan de aanvrager en is gepubliceerd op de gemeentepagina. Naar het
oordeel van de kamer correspondeert deze wijze van bekendmaking met de in de Awb gestelde regels
ten aanzien van dit onderwerp.
6

Concluderend merkt de kamer op dat de enige weigeringsgrond die in casu wellicht aan de orde zou
kunnen zijn de waarborg van de veiligheid is. Gelet op het vorenstaande is de kamer echter van
oordeel dat zowel uit de haar ter beschikking staande stukken als het verhandelde ter zitting niet is
gebleken dat deze veiligheid onvoldoende is gewaarborgd.
Advies
De kamer adviseert:
• de bezwaren ontvankelijk te verklaren;
• de bezwaren ongegrond te verklaren en
• het besluit d.d. 31 oktober 2008 in stand te laten.
Beslissing
Gezien het vorenstaande besluiten wij om, met inachtneming van het advies van de Onafhankelijke
adviescommissie voor de behandeling van bezwaarschriften:
I. de bezwaren ontvankelijk, maar ongegrond te verklaren;
II. het besluit van burgemeester en wethouders van Katwijk van 31 oktober 2008 met kenmerk
2008-24801 in stand te laten.
Katwijk, 20 februari 2009
Verzonden:
aBurgemeester en wethouders van Katwijk,
de secretaris, de burgemeester,
drs. E. Stolk drs. J. Wienen
Kopie aan:
CE
VEI-BO
7

Postbus 589 - 2220 AN Katwijk
De heer J. Imthorn
Taatedam 47
2225 BN Katwijk
'111'111'111111111,111,11,11,1,1
Gemeente Katwijk Koninqin julianalaan 3, 2224 fW Katwijk
--- - -- --- ---
Contactpersoon
s. van Bosbeek
Veiligheid
Te bereiken op
071 ·406 5301
s.vanbosbeek@katwijk.nl
Burgerservicenummer
Zaaknummer
Katwijk, 20 februari 2009 2008·026599 met 1 bijlage
Uw brief over de asbestverwijdering inzake Voorstraat 15 Verzenddatum
Geachte heer Imtborn,
Op 18 november 2008 heeft u een bezwaarschrift ingediend tegen ons besluit van
31 oktober 2008 met kenmerk 2008-24801 om een sloopvergunuing te verlenen aan de heer
G.J. Kühn voor het verwijderen van een asbestboudend plafond uit het pand Voorstraat 15 te
Katwijk aan Zee.
In een bezwaarschriftenprocedure kunnen alleen uw bezwaren tegen de verlening van de
sloopvergunning aan de orde komen. Uw opmerkingen betreffen echter de verlening en de
handhaving van de vergunning. Wij vatten u brief van 18 november daarom ook op als een klacht
over de handhaving van de vergunuing.
Wat leest u in deze briefl
U leest ons antwoord op:
1. uw bezwaren tegen de verlening van de sloopvergunuing;
2. uw klacht over de handhaving van deze sloopvergunning, en
3· uw vragen over de verleuing van sloopvergunuingen door onze gemeente in het
algemeen.
1. Uw bezwaren tegen de verlening van de sloopvergunning
Op 31 oktober 2008 hebben wij vergunning verleend voor de op 30 oktober 2008 binnengekomen
aanvraag. Hoewel wij de vergunning snel hebben verleend, maakten onze vergunningverleners
geen fouten. Ook de bezwaarschriftencommissie is tot die gevolgtrekking gekomen. Wij hebben
besloten uw bezwaren ontvankelijk, maar ongegrond te verklaren en het besluit van
31 oktober 2008 in stand te laten. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de inhoud
van de beslissing op bezwaar. Deze treft u aan als bijlage bij deze brief.
Indien u zich met dit besluit niet kunt verenigen, kunt u binnen zes weken na de verzenddatum daarvan
beroep instellen bij de rechtbank Den Haag, postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Voor het indienen van een beroepschrift wordt een griffierecht geheven.
Het beroepschrift dient te voldoen aan een aantal voorschriften: het dient te worden ondertekend en bevat ten
minste uw naam en adres, een dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u beroep indient en
de gronden van het beroep.
Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. In geval van onverwijlde spoed kunt u een
verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag,
postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Een dergelijk verzoek dient vergezeld te gaan van een kopie van het
beroepschrift.
wwwkatwijk.nllT 071 - 4065000 I info@katwijk.nll F 071 - 4065065 IRabobank 11.00.33.000
Op alle opdrachten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Leiden
03 MRT 2009

2/4 Ons kenmerk
2008·026599
2. Uw klacht over de handhaving van de sloopvergunning
U heeft kort samengevat de volgende klachten tegen de handhaving:
a) De sloop is begonnen voordat een VNG-plan of een plan van aanpak waren overgelegd;
b) De geluidsoverlast heeft tot in de voor de nachtrust bestemde tijd geduurd;
c) Is het asbestafval volgens de regels verpakt en afgevoerd?
d) Was de werkplaats was volgens de voorschriften afgesloten voor het publiek?
e) Ukreeg geen gelegenheid een voorlopige voorziening aan te vragen.
Wij achten uw klacht op punten ben e gegrond en op punt c deels gegrond. Waarom? Wij zullen
punt voor punt op uw klacht ingaan.
a. De sloop is begonnen voordat een VNG-plan of een plan van aanpak waren overgelegd.
Wij hebben verwezen in onze voorwaarden aan de vergunning naar de wettelijke regels voor
Veiligheids- en Gezondheids-plannen (VNG-plan) en plannen van aanpak. Wij hebben bij de
handhaving echter genoegen genomen met een algemeen werkplan in plaats van een VNG-plan of
plan van aanpak.
Ons college heeft onder het negende streepje als voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden
dat: •........... Het verwijderen, verzamelen, inpakken en opslaan van voornoemde asbesthoudende
onderdelen moet geschieden conform de in het Arbeidsomstandighedenbesluit en het
Asbestverwijderingsbesluit opgenomen bepalingen ", De voorschriften voor het opstellen en
voor handen hebben van het VNG-plan op de werkplaats staan in artikel 2.28 van het
Arbeidsomstandighedenbesluit. De voorschriften voor het opstellen en voor handen hebben van
het werkplan op de werkplaats staan in artikel 4.50 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Een plan van aanpak en een VNG-plan dienen altijd een uitwerking te zijn van het werkplan.
Maar uit het werkplan bleek ons dat voor een goede en veilige verwijdering van de asbestplaten
tegen het plafond geen plan van aanpak of VNG-plan nodig was. Immers het verwijderen van de
plafondplaten raakte geen dragende delen van het pand. De hoeveelheid asbestafval was te
overzien. En asbesthoudend materiaal behoefde slechts uit één winkelruimte op de begane grond
verwijderd te worden. Het vasthouden aan voorwaarden die in de praktijk zinloos blijken, draagt
niet bij aan een beter nalevingsgedrag of normbesef.
b. De geluidsoverlast heeft tot in de voor de nachtrust bestemde tijd geduurd.
Wij hebben een voorwaarde aan de sloopvergunning verbonden om overlast van de
sloopwerkzaamheden te voorkomen. Maar wij erkennen niet in staat te zijn gebleken om op de
naleving van deze voorwaarde voldoende toe te zien.
Wij hebben onder het achtste streepje als voorwaarden aan de sloopvergunning opgenomen: "Alle
mogelijke inspanningen moeten worden verricht om schade, schadelijke trillingen, alsmede stofen
geluidshinder aan de omliggende bebouwing, alsmede aan de daarin als daarbuiten
verblijvende personen en dieren C.q. aanwezige apparatuur en andere inventaris, te voorkomen.
Indien, naar het oordeel van de Afdeling Veiligheid van de gemeente Katwijk, niet aan deze
voorwaarde is voldaan zal het gehele sloopwerk direct worden stilgelegd."
Wij erkennen dat de sloopwerkzaamheden geluidshinder hebben veroorzaakt gedurende de voor
de nachtrust bestemde tijd. Omdat onze gemeente geen piketdienst voor de bouwinspecteurs
heeft ingesteld, hebben wij echter niet zelf kunnen vaststellen of van overlast sprake was. De
politie heeft ons laten weten de aannemer om 23.30 uur het bevel te hebben moeten geven de
werkzaamheden stil te leggen. Ustelt ons terecht de vraag of de controle op de naleving van de
voorwaarden van de sloopvergunning niet onze taak is. Het instellen van een piketdienst vraagt
veel van onze organisatie en onze bouwinspecteurs. De vraag is of de kosten en moeite in
verhouding staat tot het aantal keren per jaar dat daadwerkelijk buiten werktijd een beroep 'op
onze bouwinspecteurs moet worden gedaan. Naar aanleiding van uw klacht hebben wij besloten
het instellen van een piketdienst wel ernstig te gaan overwegen. .,
c. Is het asbestafval is volgens de regels verpakt en afgevoerd?
Aan het verpakken en afvoeren van asbestafval hebben wij de voorwaarden verbonden in de
sloopvergunning. Zie het negende streepje van de voorwaarden. U stelt dat in de avond en nacht
van 4 november 2008 asbestafval niet volgens de regels verpakt en afgevoerd is, Bij een
controlebezoek de volgende dag heeft onze bouwinspecteur geen overtredingen kunnen
vaststellen, Maar omdat onze gemeente geen piketregeling voor de bouwinspecteurs heeft

3/4 Ons kenmerk
2008-026599
ingesteld, hebben wij niet kunnen vaststellen of na de stillegging overeenkomstig de regels is
ingepakt en opgeruimd.
Nu op onze telefonische verzoeken niet is gereageerd door de aannemer, hebben wij het logboek
schriftelijk opgevraagd.
d. Was de werkplaats volgens de voorschriften afgesloten voor het publiek?
Bij zijn controlebezoeken heeft onze bouwinspecteur geen enkele overtredingen van deze
voorschriften kunnen vaststellen.
e. U kreeg geen gelegenheid een voorlopige voorziening aan te vragen.
Wij erkennen dat u geen gelegenheid heeft gekregen tegen de sloopvergunning een voorlopige
voorziening aan te vragen. De vergunning is overeenkomstig de wettelijke vereisten op onze
gemeentepagina bekendgemaakt. Maar wij hebben toegestaan dat de sloopwerkzaamheden
begonnen, voordat de vergunning op onze gemeentepagina bekend was gemaakt. Voordat u op de
gemeentepagina van 6 november 2008 van de mogelijke rechtsmiddelen tegen de
sloopvergunning kennis kon nemen, was de sloop al afgerond. Echter, als een sloopvergunning is
verleend, mogen wij de sloop niet stilleggen. Wij zullen moeten overwegen of wij de
sloopvergunning moeten verzenden tegelijkertijd met de bekendmaking in de krant.
Wij hebben een externe deskundige opdracht gegeven onze protocollen voor de vergunningverlening en
handhaving van sloopvergunningen tegen het licht te houden. De deskundige zal van ons opdracht krijgen een
oplossing voor dit probleem in onze protocollen op te nemen.
3. Uw vragen over onze verlening van sloopvergunningen in het algemeen
Uit de bijlage bij uw bezwaarschrift begrijpen wij dat u zich afvraagt of:
a) Onze bouwverordening bij de tijd is;
b) Wij altijd een asbestinventarisatieonderzoeksrapport van een deskundige opvragen;
c) Ons aanvraagformulier bij de tijd is;
d) Wij kijken of de asbestverwijderaar gecertificeerd is, en
e) Wij de wettelijke verplichtingen altijd goed weergeven in de vergunning.
a. Is onze bouwverordening bij de tijd?
Ja, onze raad heeft de rzde wijziging van onze bouwverordening de VNG-modelverordening
overgenomen. De regels voor het verwijderen van asbest zijn opgenomen in de bouwverordening
sedert de ude wijziging. Op dit moment treffen wij voorbereidingen om ook de 13de wijziging van
de modelverordening over te nemen. Met de 13de wijziging zullen de voorschriften over het
brandveilige gebruik van gebouwen uit de bouwverordening worden geschrapt. Deze bepalingen
zijn namelijk vervallen door de inwerkingtreding van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
op 1 november 2008.
b. Vragen wij altijd een asbestinventarisatieonderzoeksrapport van een deskundige?
Ja, wij vragen wij altijd een asbestinventarisatieonderzoeksrapport van een gecertificeerde
deskundige. Zolang het asbestinventarisatierapport bij de aanvraag ontbreekt, verlenen wij geen
sloopvergunning. Als de asbestdeskundige nieuw voor ons is, kijken wij of deze deskundige
ingeschreven staat in het asbestregister.
c. Is ons aanvraagformulier bij de tijd?
Ja, wij gebruiken de meest recente versie van het aanvraagformulier van 30 september 2008.
d. Kijken wij of altijd de asbestverwijderaar gecertificeerd is?
Met onze afvinklijst is geborgd dat de toezichthouder controleert of de asbestverwijderaar
gecertificeerd is.
e. Geven wij de wettelijke verplichtingen altijd goed weer in de vergunning?
Ja, volgens ons beste weten. Overigens zal de externe deskundige die wij al gevraagd naar onze
asbestprotocollen te kijken, ook onze modelvergunning nog eens onder de loep nemen.

4/4 Ons kenmerk
2008·026599
Samenvatting
Wij zijn en blijven bereid ondernemers te helpen die bij de renovatie van hun winkel onverwacht
op asbest stuiten. Onze vergunningverleners blijken in staat snel en goed een sloopvergunning te
kunnen behandelen.
Het hoofd van de afdeling Veiligheid heeft u uitgenodigd voor een gesprek op 16januari 2009 over uw klacht
over de handhaving van de sloopvergunning ..Zoals tijdens dit gesprek al is aangegeven, erkennen wij een
piketregeling voor onze bouwinspecteurs ernstig te moeten overwegen. Wij hebben een externe deskundige
ingeschakeld om onze protocollen voor het verlenen en handhaving van sloopvergunning te verbeteren. In het
bijzonder zullen wij in onze protocollen moeten waarborgen dat niet met de sloop wordt aangevangen voordat
de vergunning op de gemeentepagina is bekendgemaakt.
s. tolk
Kopie aan
Griffie
CE
VEI-BO

Postbus 589 - 2220 AN Katwijk
De heer G.J. Kühn
Ammonslaantje 36B
2241 BR Wassenaar
'111'1111,11'11111,11,111,11,11111,1
Gemeente Katwijk Koningin julienelaan 3, 2224 t:w Katwijk
Contactpersoon
S. VQn Bosbeek
Veiligheid
Te bereiken op
071 ·4065301
s.vanbosbeek@katwijk.nl
Burgerservicenummer
Zaaknummer
Katwijk, 20 februari 2009 2008·026599 met 1 bijlage
Beslissing op bezwaar inzake Voorstraat 15 Verzenddatum
o 3 MRT 2009
Geachte heer Kühn,
Hierbij doen wij u een afschrift toekomen van onze beslissing op het bezwaarschrift van de heer
J. Imtbom, gericht tegen ons besluit van 31 oktober 2008 met kenmerk 2008-24801 tot
verlening van een sloopvergunning aan u voor het verwijderen van een asbestboudend
plafond uit het pand Voorstraat 15 te Katwijk aan Zee.
Zoals u uit het besluit kunt opmaken, hebben wij het bezwaar ontvankelijk, maar ongegrond verklaard en het
besluit van 31 oktober 2008 in stand gelaten. Voor de motivering verwijzen wij u naar de inhoud van de
beslissing op bezwaar.
Tot slot wijzen wij u erop dat voor de heer Imtbom tbans de mogelijkheid bestaat om binnen zes weken na de
verzenddatum van de beslissing op bezwaar daartegen beroep in te stellen bij de rechtbank Den Haag.
Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest.
rIJ Hoogachtend,
(41 Burgemeester en wethouders van Katwijk,
de secretaris, de burgemeester,_
/o.o. ""
Kopie aan
CE
VEI-BO
'NWW.katwijk nl l T 071 - 4065000 I info@katwijk.nll F 071 - 4065065 IRabobank 11.00.33.000
Op alle opdrachten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Leiden